10.07.2015 Views

3xGpZh

3xGpZh

3xGpZh

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Inhoudsopgave, pagina 4INHOUDSOPGAVEVOORAFGEBRUIK INHET VELDE-HEALTH IN 2025MANAGEMENTSAMENVATTINGHET E-HEALTHAANBODDE INITIATIEFNEMERS& ADVIESRAADADVIES AANSTAKEHOLDERSINNOVATIE &MATURITYDANKWOORDE-HEALTHWAT IS HET?CONTEXT, ORGANISA-TIE & IMPLEMENTATIEDE SPONSORSFACTS & FIGURESE-HEALTH & GELDHET GOEDE DOELDE BUSINESSCASEKWALITEIT VANZORGCOLOFONSTAKEHOLDERSBEHOEFTEE-HEALTH INEUROPA


INLEIDINGWaar de inspiratie voor het co-creatie zorginnovatieboekonder de douche is ontstaan isde inspiratie voor het co-creatie eHealthboekbij een bezoekje aan de huisarts en later inhet ziekenhuis ontstaan. Als cliënt in eenvolle wachtkamer, bij zowel de huisarts als despecialist, kreeg ik tijd om na te denken wat erallemaal anders zou kunnen en waar ik als cliëntvoordeel bij zou hebben.Door mijn affiniteit met technologische innovatieskwamen de wildste ideeën bij mij op. De realiteitwas echter behoorlijk anders; eHealth was noggeen gewoon goed in de praktijk van de huisartsen de specialist.Door mijn “wachtkamer ervaring” werd de basisvoor het co-creatie eHealthboek gelegd. Kortdaarna heb ik Remco gebeld of hij ook weer inwas voor een nieuw avontuur. “Ja, natuurlijk!”was zijn antwoord. En zo zijn we weer gestart.Op 17 maart is op het Health Valley congres hetinitiatief kort daarna aangekondigd. Vervolgensis er wederom een adviesraad geformeerd. Nahet versturen van de uitnodigingen bleken zo’ntachtig bestuurders en experts onverwachtsvrijwel direct “ja” te zeggen.Co PolitiekInitiatiefnemer van het co-creatie eHealthboekHet vorige co-creatie zorginnovatieboek wasmet zo’n 15.000 downloads buitengewoon goedontvangen. Co-creëren maakt het echt mogelijkom ideeën met diverse mensen met elkaar tedelen en/of zelfs sterker te maken.


Doelstellingen, pagina 6DOEL- ENDOELSTELLINGEN1e doelDit boek geeft een handvat door vanuitverschillende perspectieven te beschrijven water allemaal speelt in de praktijk met betrekkingtot eHealth. Wat is het? Waar liggen kansenen bedreigingen? Wat zijn lessons learneden mogelijkheden om te versnellen? Welkerandvoorwaarden moeten worden ingevuld omte komen tot grootschalige implementatie. Watzijn interessante eHealth innovaties?2e doelAnder doel van het boek is het uitvoerenvan een uniek proces van co-creatie. Doorzorgprofessionals, bestuurders, innovatoren,experts en cliënten te verbinden en daarovermet elkaar zowel online als offline in gesprekte komen ontstaat er een bijzondere interactie,dynamiek, samenhang en groepsvorming.3e doelLaatste doel is het op een onafhankelijke wijzeadviseren van de beleidsmakers en institutiesin de zorg. Dit boek is bottom-up ontstaan. Wijpretenderen niet de waarheid in pacht te hebbenmaar op een subtiele en vermakelijke wijze bijte dragen aan het versnellen van eHealth (endaarmee zorginnovatie) in Nederland.


Leeswijzer, pagina 7LEESWIJZEREhealth: Wat is het en waar staan we?Iedereen kent het begrip eHealth, maar het is de vraag of iedereen daar ook hetzelfdeonder verstaat. Johan Krijgsman (Nictiz) neemt u in zijn artikel mee in het concepteHealth: wat houdt het in? De meeste mensen zijn het er in ieder geval wel over eensdat eHealth mogelijkheden biedt voor verbetering van de kwaliteit, doelmatigheiden toegankelijkheid van zorg. Leonard Witkamp (Ksyos) beschrijft in zijn artikeleHealth als belofte: wat zijn bevorderende en belemmerende factoren, wat is eral mogelijk. Duidelijk is dat Nederland vooroploopt in de ontwikkeling en hetaanbod van eHealth, maar hoe zit het eigenlijk met de kennis over, en hetgebruik van, eHealth door zorgverleners en patiënten?Johan Krijgsman (Nictiz) licht de uitkomsten uit de Nictiz en NIVELeHealth monitor 2014 toe. Co Politiek (AimTrack) zal in zijn artikel ingaanop de huidige status van innovaties met betrekking tot hun maturity: watis daarover bekend in Nederland? Het is algemeen bekend dat het lastigis om daadwerkelijk tot implementatie van eHealth te komen. En als dat allukt, is het vaak lastig om tot opschaling te komen. Wat is daar voor nodig enwat is de relatie met het creëren van een positieve maatschappelijke businesscase en business cases per stakeholder? Of bestaat er eigenlijk geen business casemet betrekking tot eHealth? Jan Willem Faessen (Redmax) neemt u in zijn artikel meein de businesscase van eHealth en blended care. Paul Reijn staat in zijn artikel stil bij de vraag wateHealth nu eigenlijk is: Zorg, gezondheid of welzijn?


Leeswijzer, pagina 8De behoefte, rol en visievan stakeholdersSteven Hanekroot gaat in zijn artikel overvitaliteit en welzijn in op wat wij als mensenwillen: lekker lang, gezond en gelukkig leven.Het artikel is te typeren als een vertrekpunt,uiteindelijk wordt ook de koppeling met eHealthgemaakt. De zorggebruiker anno nu is nietmeer dezelfde als de zorggebruiker anno1990. De zorggebruiker is een stuk mondigeren heeft meer kennis van zorgprocessen enbehandelingen. Ook wil de zorggebruiker steedsmeer invloed op waar, hoe en wanneer zijn/haarbehandeling plaats vindt en wat er daarna metde gegevens gebeurt. De kwaliteitseisen wordensteeds hoger, waarbij het zowel vanuit depolitiek als vanuit de zorggebruiker de behoefteis om zo lang mogelijk thuis te wonen en langerzelfredzamer te laten zijn. Maartje Zonderlanden het team Sensire beschrijven in hun artikelende theorie en praktijk rondom de veranderenderol van de patiënt: wat is de relatie hiervan meteHealth?Innovatie is niet alleen voor/met dezorggebruiker, maar ook met zorgverleners.Wat zijn de randvoorwaarden voor hen om meteHealth aan de slag te gaan? Uiteraard zijn dittijd en kosten, maar wat speelt er nog meer?Sluiten innovaties wel aan op het primairezorgproces? En wat zijn de factoren waardoorzorgverleners een eHealth innovatie wel of nietaccepteren? Jorne Grolleman (Mentalshare)en het Vanmorgen team hebben deze vragen(en meer) in hun artikelen zoveel mogelijkbeantwoord.In het komende decennium gaan veel huisartsenen medisch specialisten met pensioen. Zijzullen zoveel mogelijk worden opgevolgddoor de nieuwe generatie. Wat is de visievan de jonge medisch specialist op eHealth?Sietske Rozie (commissie de jonge specialist)heeft de visie vanuit de medisch specialistbeschreven en Martijn van Mourik (verenigingtechnische geneeskunde) die van de technischgeneeskundige. Uit hun artikelen wordt onderandere duidelijk hoe de huidige opleidingen inde zorg aansluiten op zorg en eHealth en of denieuwe generatie klaar is om eHealth onderdeelte laten zijn van het primaire proces.Ehealth gebruik in het veld/de praktijkInnovatie betekent veranderen, en veranderenis per definitie lastig. Diverse auteurs hebbende huidige status van eHealth en een bepaaldesector beschreven: de ziekenhuiszorg doorAnnemarie Hensen, de eerste lijn door Denisde Vries (Je Praktijk Online) de care doorAnnemarie Hensen, de GGZ door Bram vanLeeuwen (Redmax), de gehandicaptenzorgdoor Xenia Kuiper et al. (Philadelphia team),de openbare gezondheidszorg door Paul vander Velpen (GGD Amsterdam) en de informelezorg en sociale domein door Floor de Jong et al(Vilans)Het eHealth aanbodEr zijn veel eHealth innovaties. Zo’n 200innovatoren hebben de moeite genomen om metbehulp van een online enquête meer informatiete geven over hun innovatie. Het is natuurlijkmaar een beperkt deel van het totale aanbodmaar het geeft ongetwijfeld nieuwe inspiratie enideeën om nieuwe projecten te starten.


Leeswijzer, pagina 9Co Politiek (AimTrack) geeft een inzicht in desmaakmakers en een overzicht van alle op desite van www.zorginnovatieboek.nl vermelddeinnovaties.Context, organisatie & complementatieInnovaties worden met name vanuitenthousiasme en goede ideeën ontwikkeld,maar wat weten van de maturity? Co Politiek(AimTrack) gaat in op de relatie tussen maturityen eHealth innovaties. Veelal worden innovatiesmeer vanuit enthousiasme dan uit een goedonderbouwde businesscase bedacht. AukeVlonk en Co Politiek (beiden AimTrack) betogendat door meer context en populatiegericht tewerken, een betere businesscase en meerdraagvlak kan ontstaan waardoor er eengrotere kans tot succesvolle implementatie(en opschaling) ontstaat. Maar hoe krijg je hetprobleem in beeld? En hoe kan je op basisdaarvan bepalen welke innovatie de meeste kansvan slagen heeft? Wat is de rol van de contextdaar in?De context en problematiek bepalen in grotemate met wie er samengewerkt moet worden.Wilfrid Opheij (Common Eye) neemt u mee in dewereld van samenwerking. Samenwerken is perdefinitie lastig: waarom zouden partijen eigenlijkmoeten samenwerken? Terwijl eHealth naar onzemening met name samenwerken is. En welkeaspecten bepalen of de samenwerking wel ofgeen succes wordt? Kortom, wat is er nodig omsamenwerking vorm te geven om zodoende ookde kans op implementatie zo hoog mogelijk telaten zijn?Ruud Janssen et al. (Hogeschool Windesheim)beschrijven diverse innovatieroutes in de zorg:hoe ziet de zorgwereld er precies uit en metwie krijg je als innovator te maken? Welkeinnovatie routes zijn er voor een innovator. Enwat zij de belangen van die organisaties? JobkeWentzel et al. (Universiteit Twente) gaan in ophet ontwikkelproces van technologie. De doorhun ontwikkelde Roadmap vergroot de kans opsucces van de technologie. Maar welke stappenmoeten er precies worden genomen om dit vormte geven?En stel dan dat iedereen het over eens is voor enmet wie een interventie wordt geïmplementeerd,hoe houden we de interventie gebruiksvriendelijken behapbaar? Ingeborg Griffioen (Panton)gaat in haar artikel nader in op het conceptservice design, dat er voor bedoeld is om deinterventie gebruiksvriendelijk te houden. Hoekan dat proces het beste worden vormgegeven?Evert Jan van Hasselt (Dolfijn advies) zijn artikelgaat over engagementplatforms: welke nieuwevormen van co-creatie kunnen ontstaan/zijn erom eHealth innovatie vorm te geven?


Leeswijzer, pagina 10Communicatie speelt daar een grote rol in,met name binnen organisaties: hoe kan ervoor worden gezorgd dat een innovatie in degehele organisatie wordt geaccepteerd en dater commitment ontstaat? José van Berkumgaat hier in haar stuk nader op de rol vancommunicatie in.Op dit moment ontbreekt voor veel organisatiehet bewijs dat innovaties echt werken, echteffectief zijn. Maar als een innovatie wel heeftgebleken effectief te zijn, wat is dan nodig omde opschaling vorm te geven? En hoe kan deimplementatie geborgd blijven in de organisatie?Deze vragen en meer worden beantwoord doorhet Vanmorgen team.En tot slot: wat kunnen we leren van het‘meaningful use’ concept in de VerenigdeStaten: hoe organiseer je de ICT-infrastructuuren welke elementen daarvan kunnen we ook inNL toepassen? Stefan Ottenheijm (Nictiz) lichtdit concept in zijn artikel nader toe. Tot slot vandit hoofdstuk beschrijven Nienke Beekers enMarinka de Jong (beiden Nictiz) de huidigestatus met betrekking tot zelfmanagement eneHealth: wat zijn de huidige ontwikkelingen enwat zijn de voor- en nadelen?Ehealth & geldDe financiering van innovaties blijft een heikelpunt. Onder andere doordat innovaties vaakaanbodgericht wordt ontwikkeld en er eengebrek aan bewijs is wat de effectiviteit kanzijn, mede in relatie tot de p (prijs) en q (aantalmensen/patiënten), is het lastig om tot eenvalide businesscase te komen. Toch zijn er velemogelijkheden om tot financiering te komen.Charles Gimbrere (Zorginstituut Nederland)gaat in op de mogelijke type investeringen, zowelvanuit de publieke als private sector. Wat zijn devoorwaarden, mogelijkheden en beperkingenom financiering te regelen? Wat komt er allemaalbij kijken? Vervolgens beschrijft Dick Sietses(Healthinnovations) de positie van investeerders:waarom zouden zij een bepaalde innovatie welof niet steunen? Welke stappen zijn noodzakelijkom te komen van een idee tot de uiteindelijkeimplementatie, gedacht vanuit de financiën?Tot slot zal Mark Lenssen (Zorgfunders)toelichten welke rol kan crowdfunding daar bijkan spelen.KwaliteitKwaliteit van zorg is een breed begrip. JanVesseur (Inspectie Gezondheidszorg) benadertde kwaliteit van zorg vanuit patiëntveiligheid eneHealth. Hij beschrijft hoe eHealth bij kan dragenaan veiligheid, maar ook hoe het een bedreigingkan vormen.Maar wat bedoelen we eigenlijk precies met‘kwaliteit van zorg’? Vraag aan 100 menseneen definitie van ‘kwaliteit van zorg’ en je krijgtwaarschijnlijk 100 verschillende antwoorden.Hans Ossebaard (Zorginstituut Nederland)en het Vanmorgen team zullen nader ingaanop ‘kwaliteit van zorg’. Welke definities wordenalgemeen gehanteerd? Wat weten we al overde kwaliteit van eHealth? Is eHealth effectief?Voegt het daadwerkelijk wat toe, of is er nog veelonzekerheid over? En als we het over kwaliteitin termen van veiligheid hebben: wat zijn deoorzaken van onzorgvuldigheid in de zorg


(en eHealth) en hoe kunnen we zoveel mogelijkonzorgvuldigheid voorkomen? Met welk typerisico’s hebben we te maken en hoe kunnenwe deze zoveel mogelijk reduceren? Welkestandaarden zijn daarvoor al ontwikkeld?Inspiratie/toekomstMerik Seven (Nictiz) beschrijft eHealth vanuiteen Europees perspectief, mede aangezieneHealth zich steeds meer in een internationaalspeelveld bevindt. Ontwikkelde landen hebbenveelal te maken met dezelfde problematiek alsvergrijzing en toenemende aantallen chronischzieke patiënten. Ook wordt er steeds meerEuropese wet- en regelgeving ingesteld,dat wellicht leidt tot een Europese eHealthmarkt. Wat zij de kansen, uitdagingen enbelemmeringen op Europees niveau? Tot slotrichten Jan Willem Faessen en collega’s zichop de toekomstige rol van eHealth (2025) en degezondheidszorg in het algemeen in Nederland.Door het hele boek is het thema “Zorgvan Boven” verwerkt. Doormiddelvan geografische beelden geven wijde lezer inzicht in de demografie,zorgvraag en zorgcontext inNederland


VOORAF


Vooraf, pagina 14HET CO-CREATIE PROCESOp 17 maart 2014 is het co-creatie eHealthboekop het Health Valley congres aangekondigd.Na de aankondiging zijn diverse bestuurdersen top-experts gevraagd om zitting te nemenin de adviesraad. Vrijwel iedereen gaf aangeïnteresseerd te zijn, wat heeft geresulteerd ineen adviesraad van zo’n 80 leden.Rond 1 april zijn de initiatiefnemers gestart methet benaderen van innovatoren, en hebben hengevraagd of zij bereid waren om hun eHealthinnovatie in het boek te laten opnemen. Via desite van Aimpact, www.aimpact.nl kon men eenenquête over eHealth innovatie invullen en meerinformatie vinden over het initiatief. Uiteindelijkhebben meer dan 200 innovatoren de onlineenquête ingevuld (na aftrek van dubbelen, nietrelevante en niet voor openbare co-creatiebestemde innovaties) . De enquête werd als“stevig” ervaren en dat was ook zo. Uit deenquête kon daardoor snel worden opgemaaktof er sprake was van een relevante eHealthinnovatie. Tot 1 juli konden innovatoren deenquête invullen.Parallel is er een proces gestart om co-auteursop te roepen een bijdrage te leveren aan hetboek. Uiteindelijk hebben zich zo’n 35 co-auteursgemeld voor het schrijven van artikelen voor hetboek.Op 1 september zijn de ruim 200 eHealthinnovaties op de site van Zorginnovatieboek,www.zorginnovatieboek.nl, gepubliceerd. Omde co-creatie verder inhoud te geven is de sitevanaf dat moment publiek toegankelijk om op deeHealth innovaties te stemmen. Om de co-creatienog meer body te geven zijn er twee fysiekeco-creatie bijeenkomsten geprogrammeerd.Op 2 oktober was er een fysieke co-creatiebijeenkomst in het conferencecenter vanAchmea in Zeist. Op 26 november was ereen fysieke co-creatie bijeenkomst in hethoofdkantoor van VGZ in Arnhem.De co-creatie bijeenkomst bij Achmea was deeerste keer dat betrokkenen fysiek bij elkaarkwamen. De bijeenkomst bestond uit een plenairdeel en groepssessies. In het plenaire deelspraken: Robbert Huijsman (Achmea), Lies vanGennip (Nictiz), Co Politiek (AimTrack) en JanWillem Faessen (Redmax). Zij spraken met nameover aspecten met betrekking tot het ‘hoe’ inrelatie tot de implemantatie van eHealth, diverseuitdagingen rondom eHealth en ook een aantaloplossingen.De co-creatie bijeenkomst op 26 november bijVGZ stond in het teken van de eerste reactiesvan bestuurders en de aanwezigen op deconceptversie van de managementsamenvattingen adviezen. Op de bijeenkomst sprakenRob van Damme (VGZ), Laurent de Vries(Viattence), Margot van der Starre (NVZ),Theo van Brunschot (Pantein), Sietske Rozie(Radioloog) en Paul Reijn (AimTrack). Daarnawerd er in groepjes uiteen gegaan om feedbackte geven op de conceptdocumenten. Op basisvan de input uit de co-creatie zijn de definitievemanagementsamenvatting en adviezengeschreven.Wij willen Achmea en VGZ nadrukkelijk in hetzonnetje zetten en bedanken dat zij gastheerwaren voor deze bijeenkomsten.


MANAGEMENTSAMENVATTING


Managementsamenvatting, pagina 16MANAGEMENTSAMENVATTINGRemco Hoogendijk en Co Politiek insamenwerking met 110 aanwezigen op de cocreatiebij VGZ en met bijzondere dank aan MarcKalf en Annemarie HensenVoor u ligt het co-creatie eHealthboek. Ditboek is met 250 co-auteurs (innovatorenen auteurs) in 9 maanden, in co-creatie, totstand gekomen. Het boek is een vervolgop het in 2012 uitgebrachte co-creatieZorginnovatieboek, alleen nu gericht opeHealth. Het boek is een combinatie vanwetenschappelijke literatuur, praktijkervaringenen meningen vanuit de co-auteursen initiatiefnemers.In deze managementsamenvatting trachtenwij, naast de feiten en meningen over eHealthvanuit de bestaande instituties, met nameook andere en aanvullende zienswijzen eninvalshoeken onder de aandacht te brengen.De managementsamenvatting en de adviezenzijn op eigen titel van de initiatiefnemers enaanwezigen op de co-creatie bijeenkomsten diebereid waren om mee te co-creëren.Het accent ligt op het benutten van kansenrondom eHealth. En die zijn er, volop!!eHealth als antwoordDe kwaliteit van de Nederlandsegezondheidszorg is hoog. Volgens de EuroHealth Consumer Index (Health ConsumerPowerhouse Ltd) is de Nederlandsegezondheidszorg zelfs de beste in Europa. Maarde groep zorgvragers stijgt, de kosten lopen open het zorgaanbod komt onder druk te staan. Omzorg ook in de toekomst kwalitatief hoogwaardig,toegankelijk en betaalbaar te houden is eHealthdé meest voor de hand liggende strategischemogelijkheid om de “kloof” tussen zorgvraagen –aanbod te dichten. Met behulp van eHealthmoet het mogelijk zijn om “duurdere” door“goedkopere” zorg te vervangen (substitutie) enmeer zelfmanagement te realiseren. Hierdoorblijven de kosten beperkt en verbetert de(ervaren) kwaliteit van zorg. Maar de invoeringvan eHealth gaat niet vanzelf.BeleidskaderDe politiek en de zorgverzekeraars hebbeninmiddels beleid ontwikkeld om eHealth tebevorderen. Dat blijkt onder meer uit hetgenomen initiatief om Zelfzorg Ondersteund(www.zelfzorgondersteund.nl) op te richten.Voor dit initiatief hebben vertegenwoordigersvan patiënten, zorgaanbieders en vijfzorgverzekeraars de handen ineen geslagenrondom eHealth en chronische ziekten.Daarnaast maken minister Edith Schippers enstaatssecretaris Martin van Rijn zich in hun brief“eHealth en zorgverbetering” aan de TweedeKamer hard voor de volgende drie doelstellingenin relatie tot eHealth:


Managementsamenvatting, pagina 171. 40% van de Nederlanders en 80% van dechronisch zieken heeft binnen 5 jaar directtoegang tot bepaalde medische gegevensen kan deze gebruiken in mobiele apps ofinternetapplicaties.2. Van de chronisch zieken en kwetsbareouderen kan binnen 5 jaar 75%, die dit wil enkan, zelfstandig metingen uitvoeren, veelal incombinatie met telemonitoring.3. Iedereen die thuis zorg en ondersteuningontvangt, kan binnen 5 jaar domoticagebruiken en desgewenst via eenbeeldscherm 24 uur per dag een zorgverlenerraadplegen.Stand van zaken oktober 2014Om een succesvolle grootschalige opschalingen implementatie van eHealth te realiseren, ishet zaak dat het gebruik door zorggebruikers(momenteel nog maar 10%) in de komendejaren flink gaat stijgen. De recent (oktober 2014)uitgebrachte eHealth monitor 2014 door Nictizgeeft een actueel beeld van de status metbetrekking tot eHealth.Daaruit blijkt dat we er internationaal gezien nietslecht voor staan, maar dat:• eHealth op de werkvloer helaas vaak nog geenkwestie van ‘plug and play’ is;• procesinnovatie ingewikkeld is;• zorggebruikers en zorgverleners bij sommigetoepassingen onvoldoende meerwaardeervaren;• beoogde gebruikers niet altijd bekend zijn metde mogelijkheden.De aanbevelingen van Nictiz zijn:• Maak zorggebruikers duidelijk wat er kan.• Geef online dossierinzage aan patiënten, om tebeginnen in het medicatiedossier.• Versterk de informatie-uitwisseling.• Vergroot de eHealth-deskundigheid onderzorgverleners.De belangrijkste nieuwe aanbeveling in deeHealth monitor 2014 is om krachtig te sturen optastbare meerwaarde.Disruptieve veranderingenAlle mooie beleidsdoelen en initiatieven ten spijt,veranderingen in het zorgstelsel hebben directfinanciële gevolgen voor de mensen die daar nuin werken. Een ziekenhuis is bijvoorbeeld nietdirect voor verschuiving van verrichtingen naarde huisarts, als daarmee inkomsten verminderen,terwijl de (vaste) kosten niet dalen. Door onscomplexe zorgstelsel en dito financieringsmodelwordt de invoering van eHealth vaak bemoeilijkt.Toch moet eHealth zorgen voor radicale endisruptieve veranderingen in het stelsel, andersschieten we er niets wezenlijks mee op.Nu is de vraag waar die wezenlijke veranderingvandaan gaat komen. Komt die van binnenuit enis de sector zelf in staat eHealth te ontwikkelenen te implementeren? Komt de verandering vanbuiten door grote spelers als Philips, Apple,Google of Facebook en zorgen zij voor eendigitale revolutie in de zorg? Of zijn het juist dekleinere MKB-bedrijven en start-ups die vanwegehun wendbaarheid tot radicale veranderingenkunnen komen? Misschien wordt wel het enormecreatieve potentieel van patiënten benut omeHealth een sprong voorwaarts te brengen.


Managementsamenvatting, pagina 18Wij geloven erin dat de oplossing gevondenkan worden in co-creatie waarbij zorgverleners,patiënten en bedrijven samen oplossingenontwikkelen en implementeren. Daarbij zien wij 4belangrijke randvoorwaarden:• Focus op kwaliteit en niet alleen opkostenreductieWil eHealth aanslaan dan moet het zorgen vooreen duidelijke kwalitatieve meerwaarde voorde gebruiker. Maatschappelijke kostenreductievinden we wellicht allemaal nuttig maar datstaat gevoelsmatig wel ver van ons af. Metandere woorden: een patiënt wil beeldbellenmet zijn arts omdat hem dat veel tijd scheelt,niet omdat hij daarmee kosten bespaart.Investeer bijvoorbeeld in projecten waarbij deadministratieve belasting van de zorgverlenervermindert en waarbij de patiënt directvoordeel heeft. Kwaliteit is in dit kader eenbreed begrip. Het kan daarbij gaan om snelleredoorlooptijden, snellere informatiestromen,aantoonbaar minder fouten, betere uitleg,minder verspilling, minder dubbelingen etcetera.• Eerst reorganiseren, dan automatiserenen dan integrerenEen klassieke wet in de automatisering isdat je eerst moet reorganiseren (lees: hetproces eenvoudiger maken) voordat je gaatautomatiseren. Diverse branches en sectorenhebben dit door schade en schande zelfondervonden, de gezondheidszorg loopthierbij over het algemeen eerder achterop danvoorop. De implementatie van eHealth is danook vooral organisatie- en veranderkunde. Hetherinrichten van het zorgproces leidt al tot deeerste winst, het automatiseren zal die winstenorm kunnen vergroten. Een dilemma bijeHealth is dat we vaak de mogelijkheden vaneen integraal systeem wel zien, maar dat het inde praktijk moeilijk is om tot die integraliteit tekomen. Wij pleiten dan ook voor een faseringvan implementatie. Voer systemen bijvoorbeeldin per proces en afdeling en ga pas verder alshet foutloos draait.• Geen eenheidsworst, maar maatwerkDe zorg is geen industrie, maar vooralmensenwerk en daarom vaak overal net evenanders. De bevolkingssamenstelling verschiltper gebied, waardoor de probleemstellingper gebied verschilt én de zorgketen kananders opgezet zijn. Heb daarom aandachtvoor die “couleur locale” als je eHealth gaatimplementeren. De zorg is niet overal precieshetzelfde georganiseerd en daarmee isdezelfde oplossing ook niet overal passend.Betrek ook de regionale context in hetopschalingsplan en toets met de lokalepartners of de gekozen oplossing de juiste is.


Managementsamenvatting, pagina 19• Betrek de belangrijkste “naasten” rondom decliënt voor maximale acceptatieOuderen leunen bijvoorbeeld bij eHealth sterkop hun naasten. Vaak hebben één of meerderekinderen uit het gezin de zorgtaak voor hunouders op zich genomen. Voor de slaagkansvan eHealth bij ouderen is het dan ook vanbelang om de kinderen (lees: de belangrijkstebeïnvloeders) te overtuigen van het nut. Als zijhet zien zitten, zullen ze hun hulpbehoevendeouders stimuleren eHealth te gaan gebruiken.Als de kinderen er niet in geloven, is de kansdat het project faalt vrij groot. Ook in eHealthprojectenin ziekenhuizen en in de VVT zijn erzogenaamde “dochters en zonen”, ofwel deverpleegkundigen, verzorgenden et cetera.Ook als de verpleegkundigen het nut van eeneHealth-toepassing zien, is de slaagkans vanhet project vele malen groter. Helaas wordendeze beïnvloeders in de praktijk vaak niet of ophet laatste moment bij het project betrokken.Bevindingen, conclusies en adviezen in relatietot eHealth (geredeneerd vanuit kansen)Op basis van alle input en alle feedback komenwe tot de volgende 10 belangrijkste conclusiesen aanbevelingen:1. De technologie is niet het probleem, alles iser al: De aandacht zal daarom vooral moetenuitgaan naar het grootschalig implementerenvan wat er al is en al werkt. Het aantalzorggebruikers van eHealth applicaties(bijvoorbeeld voor zelfmanagement) zal nietgroeien door het ontwikkelen van meer apps.Wij realiseren ons dat er dagelijks nieuwe en inpotentie relevante innovaties bijkomen, maarmet de op dit moment beschikbare eHealthinnovatieskunnen al heel veel stappen wordengemaakt.2. Focus met subsidies op implementatiein plaats van ontwikkeling: grootschaligeimplementatie van eHealth vormt eengrote uitdaging. Hoewel er steeds mindersubsidies worden verstrekt, ligt de focusnog altijd op ontwikkeling, terwijl er heelveel innovaties en oplossingen zijn die opimplementatie wachten. Om succesvol tezijn mag implementatie geen sluitpost zijn.Ons advies is: geef voor eHealth alleen nogimplementatie-subsidies voor bestaandeinnovaties die zich in de praktijk al bewezenhebben. Zet die subsidies slim in, als aanjagervan grootschalige implementatie en alleenals alle randvoorwaarden aanwezig zijn omna afloop van de subsidie zelfstandig door tegaan.3. Implementeer in co-creatie tussenzorggebruiker én zorgverlener: eenandere oorzaak van het lage eHealthgebruikis dat innovaties veelal aanbod- entechnologiegericht worden ontwikkeld.Implementatie vindt veelal plaats op basisvan “oplossing zoekt probleem” in plaatsvan andersom. Als er meer vanuit behoeftewordt geïmplementeerd dan zal dit effecthebben op de acceptatie en de wijze waaropzorgorganisaties en –ketens zich gaanorganiseren om technologie in te zetten. Eensuccesvolle implementatie richt zich op degemeenschappelijke behoeften en kenmerkenvan zorggebruikers, hun directe verzorgers enzorgverleners. Het ideale model lijkt co-creatie


Managementsamenvatting, pagina 20met alle “begingebruikers”. Dus niet alleen dezorggebruiker zelf maar ook de betrokkenener omheen zoals eventuele mantelzorgersen zorgverleners. Door in co-creatie vanuitbehoefte en acceptatie te ontwikkelen ente implementeren kan een modus wordengevonden tussen een technology pull eneen pushbenadering. Er is volgens ons nietéén dominante veranderstrategie; het hangtaf van de urgentie, behoefte, kenmerken enacceptatie.4. Laat eHealth-oplossingen meer onderdeelzijn van bestaande netwerken, socialmedia, collectiviteiten en communities:veel mensen maken tegenwoordig gebruikvan social media en/of maken deel uitvan een on- of offline buurtnetwerk, eenzorgverzekeraarscollectiviteit, een verenigingof een lotgenoten-community. Burgersnemen steeds meer zelf het initiatief enkrijgen daardoor meer verantwoordelijkheid,inspraak en invloed. Juist door afzonderlijkeeHealth-oplossingen onderdeel te laten zijnvan bestaande netwerken, social media,coöperaties en communities vindt versnellingplaats van gebruik en acceptatie. Doorhet open karakter van deze netwerkenworden behoeften, wensen en gewenstefunctionaliteiten van een eHealth-oplossingvoor zorggebruikers beter geformuleerd enuitgewisseld. Met de feedback kan één enander verder ingebed en verbeterd worden.Met name in het kader van zelfmanagementis dit essentieel. Kortom, sluit aan op debehoeften van burgers en de netwerkenwaarin zij zich al bevinden en betrek henvroegtijdig in het proces om te komen tot dejuiste eHealth-oplossing.5. Geef zorggebruikers meer invloed en inspraakdoor een Persoonsgebonden eHealth Budget:om de invloed van zorggebruikers rondzelfmanagement en eHealth te vergroten,moeten zij de mogelijkheid krijgen om zelf tebepalen welke vorm van eHealth het beste bijhen past. Dit is op dit moment nog te beperktmogelijk, hoewel patiëntenorganisaties weleen rol spelen in het bepalen van wensen enbehoeften. Wij stellen voor om zorggebruikerseen Persoonsgebonden eHealth Budget(PGeB) te geven of om het mogelijk temaken dat zorggebruikers het PGB ookkunnen inzetten voor eHealth-oplossingen.Het PGeB kan los worden verstrekt aanonder andere chronisch zieken en het kanbijvoorbeeld als module gelden binnenbestaande persoonsgebonden budgetten(PGB-AWBZ, PGB-WMO en in 2015 PGB-ZvWen PGB-Jeugdwet) worden ingezet. Iemanddie actief van het budget gebruikmaakt kandan bijvoorbeeld bij de huisarts of specialistaangeven welke eHealth-ondersteuning hij/zijwenst, welke technologie en met welke combivan “traditionele” zorg. Ter stimulering kunnendeze mensen dan bijvoorbeeld relatief meereHealth-budget of andere voordelen krijgenals zij minder gebruikmaken van “traditionele”zorg en/of meer van preventie.6. Differentieer naar context en populaties: dezorgproblematiek en urgentie voor eHealthis context- en populatiegericht bepaald.Differentiatie is de sleutel om te komentot “tastbare meerwaarde” (aanbeveling


Managementsamenvatting, pagina 21Nictiz) voor zowel de zorggebruiker alszorgverlener. Inzicht in populatiekenmerken,lokale ontwikkelingen zorgvraag- en aanbod,woonsituatie et cetera helpt organisaties of ersprake is van een onoplosbaar probleem enin de prioritering bij de keuze van bepaaldeeHealth-innovaties. Om eHealth succesvol opte schalen, wordt het de kunst om te laverentussen “maatwerk” en “standaardisatie”.Standaardisatie als basis voor de techniek isgewenst om de schaalvoordelen te realiseren.Maatwerk daarentegen is gewenst voor deeindgebruiker om een oplossing op maat tekrijgen. Tevens heeft de aanwezigheid (ofhet gebrek eraan bij bijvoorbeeld krimp) vanhet zorgaanbod invloed op de organisatievan zorg. Dit geldt ook bijvoorbeeld voorde reisafstand tussen de zorggebruiker ende zorgverlener. De noodzaak om eHealthinnovatieste implementeren is bijvoorbeeldin Oost-Groningen en Drenthe veel groter,omdat daar minder huisartsen zijn en dereisafstanden groot zijn. Een overschot oftekort aan zorgverleners in een specifiekeregio, of discussie over specialisatie in eenziekenhuis, zal daarom medebepalend zijnvoor acceptatie van eHealth als interessanteoplossing. In Zuid-Limburg zijn bijvoorbeeldde zorgkosten relatief het hoogst vanNederland. In andere gebieden zien we dathet aantal kwetsbare ouderen of chronischzieken de komende jaren enorm gaat stijgen,terwijl in sommige plaatsen of kernen depiek al bereikt is. In het laatste geval zullenoplossingen voor andere doelgroepen prioriteitkrijgen. De context bepaalt de accenten inde oplossingen om te komen tot tastbaremeerwaarde voor alle partijen.7. Met eHealth nieuwe markten, verdienmodellenen kansen pakken: eHealth wordt doorveel zorgverleners nog als een bedreiginggezien. Zij vrezen overbodig te worden ofminder geld te krijgen. eHealth kan echterook worden ingezet om kansen te pakken.In Drenthe is de praktijkopvolging van dewat oudere huisartsen bijvoorbeeld eenprobleem. Als duidelijk kan worden gemaaktdat in een specifiek gebied de zorgvraag gaatstijgen, terwijl er onvoldoende zorgaanbodvan huisartsen aanwezig is (nu en in detoekomst), kunnen ondernemende huisartsenin dat specifieke gebied bijvoorbeeld eenvolledig virtuele huisartsenpraktijk opzetten enexploiteren.


Managementsamenvatting, pagina 22Ook kunnen bijvoorbeeld thuiszorgorganisatieseHealth als technologie in nieuwe producten ofproposities opnemen (zoals een nieuw “langerthuis wonen product” met domotica inside)in die gebieden waar de zorgvraag flinkhoger wordt of het zorgaanbod te beperkt is.eHealth geeft zorgverleners bovendien nieuwekansen in de private markt. Zorgorganisatiesontwikkelen nu alternatieven om debezuinigingen in de collectieve zorg het hoofdte bieden. Nieuwe zorgproposities, mits goeddoordacht, met voldoende schaal, en met eenduidelijk beeld over de klantbehoefte en debereidheid van doelgroepen om hiervoor tebetalen, kunnen interessant zijn. Conceptendie tot optimalisatie van samenwerking in deketen leiden, worden daarin duurzamer geachtdan het zoeken naar meer differentiatie enconcurrentie.8. Greenfield als veranderstrategie: het creërenvan een nieuw label naast de bestaande(legacy) organisatie is een strategie die inandere branches (verzekeraars, bankenetc.) vaak is gebruikt om een bestaandeorganisatie te helpen veranderen. Analoogaan een internetverzekeraar zoalsInshared van Achmea, Anderzorg vanMenzis, of ING direct van ING, kan ookeen ziekenhuis een dergelijke strategieuitzetten. Voor het nieuwe label geldeneen andere besturing, organisatie,processen en systemen. Onderdeel van eenveranderstrategie kan zijn dat jonge en/ofandere meer veranderingsgezinde artsen enzorgprofessionals meer mogelijkheden krijgenom de “lead” te nemen in de verandering.Op dit moment lopen honderden aio’sen technische geneeskundigen tijdenshun werkervaringstages het risico datde niet-veranderingsgezinde artsen enzorgprofessionals de innovativiteit remmencq teniet doen. Samen met deze jonge en/ofveranderingsgezinde artsen en professionalskunnen er nieuwe referentieprocessenen –ketens, kennisuitwisselingssystemenen innovaties worden ontworpen engeïmplementeerd. eHealth is weliswaar eenklein onderdeeltje van een greenfield maar welbelangrijk om het mogelijk te maken.9. Integreer bestaande eHealth-kennis inopleidingen en stimuleer assemblage: hetfeitelijke gebruik van eHealth-innovaties inde praktijk en de mogelijkheden die dezeinnovaties bieden, liggen helaas nog geregeldver uit elkaar. Om de acceptatie van eHealthbij zorgprofessionals te vergroten is hetnodig om eHealth-kennis en –ervaring, ende praktijk van het werken met beschikbareen bewezen innovaties in de opleidingenvan de zorgprofessionals te integreren. Derecentelijke benoeming van Leonard Witkamptot bijzonder hoogleraar Telemedicine aande Faculteit der Geneeskunde AMC-UvA(mogelijk gemaakt door artsenfederatieKNMG) voor de duur van vijf jaar is een stapin de goede richting. Hiermee hopen we dattelemedicine door onderwijs en onderzoek, endoor innovaties actief onder de aandacht tebrengen van onder andere wetenschappelijkeverenigingen, beter verankerd wordt in depraktijk. Om de kennis over eHealth-innovatiesbij technische studenten te vergroten, is hetvan belang dat zij al vroeg in de opleidinginzicht krijgen in de bestaande mogelijkheden.


De nadruk zou dan veel meer kunnen liggenop assemblage in plaats van totaal nieuwontwikkelde eHealth-innovaties. Zeker eHealthinnovatieslenen zich voor assemblage,vanwege herbruikbare technischecomponenten, mits er sprake is van opensystemen. Betere aansluiting op werkwijzen ensystemen uit de praktijk zal de acceptatie enhet gebruik van innovaties doen toenemen.en dat er vraag naar is. Er zijn al een aantalsuccesvolle crowdfundingscampagnes in dezorg die het mogelijk maken om additionelefinanciering te bemachtigen. Echter, als debusiness case klopt dan is investeren in dezorg het probleem niet.10. Crowdfunding als extra mogelijkheid vanfinancieren: financiering en opschaalbaarheidzijn vaak problematisch en gaan hand inhand. Hoe krijgen we de ontwikkeling enimplementatie van innovaties gefinancierden opschaalbaar? Verzekeraars biedenmogelijkheden om innovaties in te dienen,mits voldaan is aan de randvoorwaardevan een goede business case. En dat blijktjuist weer lastig, omdat ook het bouwenvan een business case tijd en geld kost.Crowdfunding kan een goed alternatiefzijn om financiering voor een innovator ofzorgverlener te realiseren. Zeker als duidelijkis dat een innovatie voldoende interessant is


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.Buurtkaart Den HaagLoosduinenBronnen: Esri Nederland, Esri, Kadaster, CBS enRijkswaterstaat% 65+ jaar Den Haag% 65+ jaar Loosduinen< 10%% 65 + Den Haag20 - 25%< 10%20 - 25%10 - 15%< 10 %10 - 15 %15 - 20%15 - 20 %20 - 25 %> 25%% 65+ Loosduinen10 - 15%< 10%15 - 20%10 - 15 %15 - 20 %20 - 25 %> 25%


ADVIEZEN AANSTAKEHOLDERS


Adviezen aan stakeholders, pagina 26ADVIES AANZORGORGANISATIESBram van Leeuwen en Co PolitiekBij diverse zorgbestuurders/-verleners staatinnovatie of eHealth niet direct hoog opde agenda, ondanks de soms dwingendeinkoopafspraken vanuit de zorgverzekeraar.Organisaties voelen zich soms “slachtoffer”van de bezuinigingen in de collectieve zorgen leggen de focus op het draaiende houdenvan de staande organisatie. Zij zien innoverenals lastig proces dat bovendien extra geld encapaciteit vraagt. Beide zijn er niet.Toch stijgt de acceptatie van eHealth bijzorgbestuurders/-verleners langzaammaar zeker. Op zich niet verwonderlijk,want uiteindelijk zien zorgbestuurders en-verleners door de krimpende budgetten demeerwaarde van eHealth. Hiermee kunnenze de zorg anders en - binnen de nieuwekaders en budgetten - goedkoper organiseren.Effectief innoveren vraagt om visie en focusop bestuurders- en zorgverlenersniveau.Werk samen aan waarde voor de cliëntEffectief innoveren vraagt om visie en focus.Creëer een gezamenlijke ambitie met alskernopdracht waardevermeerdering voorde cliënt: dit verbindt en maakt doorbrakenmogelijk. De maatschappelijke opdracht die erligt, kan niet worden opgelost door individuelezorgorganisaties.Zorgorganisaties die met eHealth beginnenwillen vaak dat onderscheidend vermogen tenopzichte van de concurrent wordt gerealiseerd.Slim met eHealth omgaan betekent echtermaximaal samenwerken. Eerst moet de huidigeen toekomstige problematiek goed in beeldworden gebracht en bepaald worden waar defocus de komende 10 jaar op moet liggen. Metalleen het gebruik (om het gebruik) van eHealthcreëer je geen lange termijn onderscheidendvermogen (wellicht wel in het begin, maardaarna kost het veel geld om één en ander tebeheren en onderhouden). De banken hebbenin het verleden om die reden Equens (vroegerInterpay) opgezet. Op betalingsverkeer wordtgeen onderscheid gemaakt; samenwerking enstandaardisatie vormen hier het credo. Ookzorgverzekeraars gebruiken voor hun backofficeslechts een beperkt aantal systemen (Ikaz enOpenzorg). Het onderscheid wordt ook hiergemaakt op het product en de voorwaarden,niet op de achterkant. Onderscheid wordt welgemaakt op hoe eHealth wordt geïmplementeerden op producten en diensten waar eHealth(als onderdeel van het product of dienst) eenmogelijkheid kan zijn. Alles met het oog ophet voorkomen of beperken van de verwachtetoekomstige problematiek. Zorgorganisatiesmoeten dan ook rekening houden met deconnectiviteit van software die aangeschaftwordt. Daarnaast zou het goed zijn alszorgorganisaties de initiatieven (zoals geïnitieerddoor het Nictiz) rondom data-uitwisseling tussende verschillende eHealth-applicaties meerondersteunen.


Adviezen aan stakeholders, pagina 27Focus op het primaire procesDe inzet van eHealth betekent een totaal nieuwewerkwijze. Nictiz benoemt het als ingewikkeldeprocesinnovatie. Het komt bijna altijd neer opherontwerpen van de gehele zorgketen. Er iseen groot aantal vragen dat beantwoord moetworden. Wat betekent het bijvoorbeeld als je alszorgprofessional iedere keer piepjes, signaaltjesof informatie krijgt waaruit blijkt dat een patiënteen bepaalde waarde heeft overschreden? Gaanwe gelijk contact zoeken met die patiënt? Latenwe hem of haar op consult komen of bekijken wehet over een bepaalde periode waarna beslotenwordt om wel of niet iets te gaan doen? Welkenieuwe normen en werkwijze vinden we normaal?En hoe gaan we om met pieken van signaaltjesdie we in het normale leven ook hebben en dieuiteindelijk niets betekenen? De ervaring moetons leren hiermee om te gaan, anders zal dezorgvraag (en daarmee de kosten) alleen maarstijgen. Een individuele eHealth-innovatie lijkt bijvoorbaat kansloos indien die niet in een grotersamenhangend geheel van organisatorische,technische en financiële interventies binneneen keten wordt opgenomen. Een goedesamenwerking met de andere relevantebetrokken organisaties is essentieel.Het komt aan op verandervermogen. Gabottom-up te werk, koester en benut de groteintrinsieke motivatie van medewerkers in dezorg. Veranderen is geen kwestie van eerstdenken en dan doen, een en ander moet handin hand. Commitment ontstaat als menseneen stem hebben in verandering. Ondersteunen mobiliseer enthousiaste medewerkers enleidinggevenden in het concreet handen envoeten geven aan eHealth-oplossingen. En zorgwaar nodig voor vers bloed van buiten om dejuiste veranderkracht te realiseren.Geef IT positieZodra de keuze gemaakt is om met eHealthaan de slag te gaan, volgt al snel de volgendeuitdaging. Hoe kan de volwassenheid van debusiness en IT-afdelingen synchroon lopen metde integratie in het primaire proces? Wanneerde kwaliteit en wijze van zorg verlenen afhangtvan een 7 x 24 uur beschikbare technischeinfrastructuur, stelt dit totaal andere eisen aande huidige organisatie. Bij organisaties in anderesectoren waar IT geïntegreerd is in het primaireproces, is er binnen de RvB een CIO (ChiefInformation Officer). Bij zorgorganisaties bungeltde manager IT vaak nog onder de facilitairedienst. Het is dan ook aan te bevelen datzorgorganisaties een Chief INNOvation Officeraanstellen binnen de RvB. Implementatie vaneHealth betekent voor zorgorganisaties versneldgroeien in de IT maturity.


Adviezen aan stakeholders, pagina 28ADVIES AANZORGVERZEKERAARSWouter Wolters in samenwerking met RemcoHoogendijk, Ron Noordhuis, Marcus Oei, WilPhilipsen, Co Politiek, David Reesink en EllenSteenmeijerZorgverzekeraars hebben belang bij eenstevige opschaling van eHealth met deverwachting hiermee de kwaliteit van zorgte garanderen, gezond gedrag te bevorderenen daarmee de zorgkosten te beperken,.Vanuit de diverse rollen die zij spelen zijnzorgverzekeraars zeer belangrijk bij deimplementatie van eHealth.De diverse rollen van dezorgverzekeraarOm eHealth op te schalen zou dezorgverzekeraar bij voorkeur samen metzorgverleners en gemeenten de keten van zorgkunnen reorganiseren en deels automatiseren.Dit is geen eenvoudige taak, immers hetzorgveld zit vol tegengestelde belangen. Tochhebben zorgverzekeraars vanuit de verschillenderollen een aantal unieke instrumenten inhanden om de noodzakelijke veranderingente stimuleren, te faciliteren en eventueel af tedwingen. Wij adviseren de zorgverzekeraarsdeze rollen meer dan nu in te zetten voor debevordering van eHealth. Het huidige initiatiefZelfzorg Ondersteund (ZO!) past in deze rol.Regie tegen wil en dank?Meer dan welke andere partij ook wordt dezorgverzekeraar gezien als machtsfactor in hetzorglandschap. Met die macht komt ook deverantwoordelijkheid om meer dan wie dan ookregie te voeren in de zorg. Deze regierol is nieuwvoor zorgverzekeraars en voelt wellicht soms nogwat onwennig. De ene zorgverzekeraar doet erook meer in dan de ander. Maar het niet invullenvan deze rol en het aan de zorgsector zelfoverlaten leidt niet in alle gevallen tot succes.Sterker, leidt meestal niet tot succes. Met anderewoorden, niets doen is geen optie.De zorgverzekeraar als wegvoorbereiderVanuit hun maatschappelijke opdracht zoudenzorgverzekeraars nog meer dan nu kunnen doenom de invoering en opschaling van eHealthmogelijk te maken. In de rol van wegvoorbereiderdenken we daarbij concreet aan:• Bevorderen van wetenschap Werk samenmet de NSRII (vereniging van onderzoekersop het terrein van eHealth), universiteiten enhogescholen om onderzoek naar (kosten)effectiviteit en kwaliteit te stimuleren. Een solidewetenschappelijke basis is noodzakelijk omzorgprofessionals in beweging te krijgen.• Participatie in het kwaliteitsdebat: Ontwikkelsamen met de beroepsgroep eenkwaliteitskader dat voorschrijft welke elementenin een eHealth-interventie moeten zitten om inaanmerking te komen voor vergoeding.


Adviezen aan stakeholders, pagina 29Denk hierbij aan het verplicht betrekken vanpatiënten en professionals bij de ontwikkelingvan de toepassing (gebruiksgemak eninpasbaarheid).• Participeer in interoperabiliteit: Voor eensoepele integratie van eHealth in de zorgketenis het advies om communicatie tussensystemen en producten als toelatingscriteriumverplicht te stellen zodat eHealth-producten enICT systemen probleemloos gekoppeld kunnenworden. Het ministerie zou hierin leidendmoeten zijn, maar het zou enorm helpen als dezorgverzekeraars hierin gezamenlijk zoudenoptrekken.• Investeren in ondernemerschap Investeer in(broedplaatsen van) kansrijke eHealth-startupsop basis van selectie op kwaliteit enhaalbaarheid en werk daarbij intensief samenmet regionale initiatieven.De zorgverzekeraar als verbinderVeranderingen komen niet vanzelf tot standen gaan vaak ook niet in een keer goed. Er isbehoefte aan “uitprobeer - en uitvoer ruimte” omprocessen opnieuw in te richten, te verbeterenen te op te schalen. Zorgverzekeraars zoudenhierin moeten participeren en investeren en zolokale en landelijk samenwerkingsverbandenondersteunen.Concreet denken we daarbij aan:• Investeren in regionale samenwerking:Actieve deelname in regionalezorgnetwerken, proeftuinen, fieldlabs ensamenwerkingsverbanden. De unieke kennisvan zorgverzekeraars is een belangrijkevoorwaarde voor succesvolle implementatie;• Faciliteer de substitutie van tweede naar eersteof nulde lijn, het verschuiven van zorg vande ziekenhuizen naar de eerste lijn of naarde thuissituatie vergt een subtiel spel tussendiverse belanghebbenden. Juist doordatzorgverzekeraars dit spel in vele contextenspelen kunnen zij daarin van grote waarde zijn.De zorgverzekeraar als inkoper van zorgDe rol van inkoper van zorg spreekt bij velenenorm tot de verbeelding. In de praktijk is derol van de zorginkoop vaak minder strategischen meer pragmatisch van aard. Dit is jammeromdat de zorgverzekeraar juist bij de inkoop eenenorme sturingsmacht heeft. We adviseren dezesturingsmacht meer te gebruiken, meer concreetdenken we daarbij aan:• Ontwikkel een dossier-overstijgend(strategisch) inkoopbeleid voor de stimuleringvan eHealth, met daaraan gekoppeld outcomebased monitoring voor kwaliteit van zorg,welzijn van de cliënt en doelmatigheid.• Bundeling van relevante inkoopdossiers dievoor zowel gemeenten als zorgverzekeraarsvan belang zijn en vorm een gezamenlijkinkoopteam met speciale bevoegdheden ominnovaties te faciliteren.


• Stimuleer pilots rond eHealth-toepassingen(met gedegen evaluaties), door dit een vastonderdeel te maken van het inkoopbeleid opeen groot aantal relevante zorgdossiers (zoalshulpmiddelen, farmacie, eerstelijns zorg,ziekenhuiszorg en GGZ).• Geef invulling aan de nieuwehuisartsenbekostiging, door een taakstellendinnovatiebudget te reserveren voorzorginnovatie op basis van eHealth.zelfmanagement geven over de eigen gezondeleefstijl. Start met toepassingen gericht oppreventie en leefstijl en bouw dit uit naar hetstimuleren van eHealth en quantified selfproducten.• Benut en beloon eHealth-toepassingen voorhet vergaren van leefstijldata (op vrijwilligebasis) op grond waarvan populatiebekostigingmogelijk wordt.Zorgverzekeraar als preventie stimulatoreHealth of eWelzijn kan enorm bijdragen inhet uitstellen of voorkomen van een zorgvraagen het bevorderen van gezond gedrag. Dezorgverzekeraar heeft een belangrijke taak omhaar leden te wijzen op de voordelen van eengezonde leefstijl.• Stimuleer ook eHealth-toepassingen meteen duidelijke bijdrage aan verbetering vankwaliteit en/of van het welzijn van de cliënt, bijgelijkblijvende kosten.• Biedt een goedkopere zorgpolis aan dievoor een belangrijk deel bestaat uit eHealthproductendie cliënten veel meer zelfregie en


Adviezen aan stakeholders, pagina 31ADVIES AAN GEMEENTENJack van Gils en Bram van Leeuwen insamenwerking met Dick-Jan Zijda, Ruud van Eijk,Jan Roes, René Menting, Monique van Doorn,Greet Kamminga, Paul Reijn, Freek Stembert,Lennard van der Poel, Gerard Maassen, PeterScholten en Bert BlonkDe Rijksoverheid is bezig om een aantaltaken te decentraliseren en bij de gemeentente beleggen. Gemeenten worden in 2015verantwoordelijk voor jeugdzorg, werken inkomen en zorg aan langdurig ziekenen ouderen (Jeugdwet, Participatiewet enWmo). Een deel van deze taken wordt aluitgevoerd door de gemeenten, maar deverantwoordelijkheid, het budget en de rolvan de gemeenten worden steviger aangezet.In de volksmond noemen we dit ‘de driedecentralisaties’ (3D) of transities.De uitbreiding van het takenpakket steltde gemeenten voor grote uitdagingen. Degemeenten krijgen het budget overgeheveld,maar moeten ook bezuinigen op het budgeten controle krijgen op het budget. Een adviesaan de gemeenten is dus meer dan welkom.Manage de veranderingOp de eerste plaats is het van belang dat degemeente zichzelf goed organiseert. De groeivan verantwoordelijkheden en taken is een groeidie tot nieuwe mensen, nieuwe processen ennieuwe systemen leidt. Daarbij is het van belangdeze bewust te organiseren, mensen op teleiden en systemen/processen in te richten. Deoverheveling van de taken is niet gebaseerd opoverduidelijk succes van de gemeenten in hetbinnen budget organiseren van alle projecten.De burgers hebben daar steeds meer eenmening over en ook steeds meer zicht op viaonder andere de sociale media. Vergissingen,fouten worden uitvergroot en de gemeente staatdicht bij de burger. Goed organiseren, duidelijkrapporteren en zorgen dat de bezuinigingengerealiseerd worden en toch een goede zorgorganiseren is van levensbelang. Wat alsde zorg bij de naburige gemeente wel goedbekendstaat? Ga ervan uit dat de gemeentennog niet klaar zijn en zorg dat er snel geleerdkan worden en de burger tevreden is met degeboden zorg. Daarbij is het aan te bevelen datgemeenten ook van elkaar leren.Stuur op zelfredzaamheidBurgers willen niet ziek of hulpbehoevendzijn. Als het toch gebeurt, zijn ze in overleg tebewegen om de zorg mee te organiseren en bijvoorkeur langer thuis te wonen of eerder thuis tezijn voor revalidatie. Deze zelfredzaamheid ende verbindingen die het in de wijk te weeg kanbrengen, zijn een kans voor de gemeenten. Doorduidelijk te maken hoe de zorgconsumptie ofde verwachte zorgbehoefte-ontwikkeling in eengebied is, kan de gemeente zich voorbereidenen zich goed organiseren in overleg met deburgers zelf.


Adviezen aan stakeholders, pagina 32De gemeente kan die zelfredzaamheidstimuleren en faciliteren door onder anderede inzet van eHealth. Daarom het advies ominnovatief te denken (zie verderop). Inzet vandomotica, zorg-op-afstand en vorming van eenpersoonlijk gezondheidsdossier zijn bekendeen beschikbare toepassingen die bij de juistesamenhangende inzet de zelfredzaamheid vande burger verregaand kunnen versterken. Dehervormingen in de langdurige zorg geven meerregiemogelijkheden aan gemeenten dan enigandere instantie in het verleden.Zij kunnen dus nieuwe keuzes maken en dezorg met de burger meer op maat inrichten.eHealth kan daarin een belangrijke rol spelenen de burger meer mogelijkheden tot regie enzelfmanagement geven. Als echter onvoldoendeaandacht voor de belangen van de patiëntdoor gemeenten ertoe leidt dat de burger zijnvertrouwen verliest, verliezen we de burger alspartner in het innovatieproces. Dat belemmertde effectieve toepassing van eHealth binnengemeenten, maar ook daarbuiten.Organiseer innovatieICT als generiek middel en eHealth als redzamevernieuwing in de zorg, biedt de basis voorinnovatief organiseren van de zorg. Dezebeweging is in volle gang en de burgers lopenin sommige aspecten voor op overheid eninstellingen. Het zou een verkeerd uitgangspuntzijn om te veronderstellen dat eHealth vanzelfalles oplost. eHealth zonder plan kan veel geldkosten en juist niet bijdragen aan de gewenstedaling van de zorgkosten.De gemeenten staan dus voor de uitdagingom innovatie te organiseren en eHealth zo inte zetten dat het samenhang geeft, de burgersstimuleert om zaken zelf of samen met elkaarte organiseren en te regelen. Het elders in ditboek genoemde “engagement platform” (zieadvies aan de minister) kan onderdeel zijn vaneen gemeente die ICT bewust en strategischinzet om de zorg beter te maken en de kostenomlaag te brengen. Daarvoor is hulp nodig vanprofessionals. Innovatie ontstaat niet vanzelf.Het is niet vanzelfsprekend dat de gemeenteal over de kennis en het inzicht beschiktom dit te doen. Wel kan de gemeente eenfaciliterende rol spelen in het laten aansluitenvan de verschillende innovaties die binnen eengemeente in ontwikkeling zijn. Hiermee kan degemeente voorkomen dat het wiel opnieuw wordtuitgevonden of dat verschillende innovatieselkaar zelfs beconcurreren. Zoek hulp en werkvooral samen met partijen in de markt die hier aljaren mee bezig zijn. Voorkom de valkuilen vanhet verleden, oogst de goede voorbeelden enwijze lessen geleerd. Dan kunnen de gemeentende rol nemen van organisator en stimulator vande innovatie in de zorg. Samenwerken is dusheel belangrijk om de noodzakelijke innovatievoor elkaar te krijgen.Werk samen in de zorgketenNaast een samenwerking van gemeente enzorgaanbieders, is een goede samenwerkingtussen gemeente en zorgverzekeraars vanbelang. Beide partijen zullen de zorgketengezamenlijk zo moeten vormgeven dat voor deburger sprake is van doelmatige inzet van zorg,tegen zo laag mogelijke kosten. Investeringenin eHealth- en domotica-toepassingen kunnenbesparingen opleveren door uitstel van


Adviezen aan stakeholders, pagina 33zorgconsumptie in het ZVW-domein. Gemeentenen zorgverzekeraars zouden daarom hetgezamenlijk initiatief kunnen nemen tot eengebiedsfoto, waarin zorgconsumptie gekoppeldwordt aan het gezondheidsprofiel van eengebied. Zo kan de zorg veel doelmatiger wordengeorganiseerd, met een maximaal rendement.Goed samenwerken in de zorgketen kan zo eenbelangrijke rol spelen bij het realiseren van degewenste bezuiniging op het zorgdossier.Wees een verantwoord inkoperNaast het stimuleren en uitdragen, kunnengemeenten ook langs een andere wegzorgaanbieders uitdagen tot innovatie. Ditkunnen zij doen door innovatie en eHealth alseen van de basiseisen aan de zorginkoop testellen. Immers de gemeente is verantwoordelijkvoor de ‘wat’ vraag en geeft de kaders. Dezorgaanbieders moeten dan vervolgens hetplaatje verder invullen. Het zou goed zijn alsgemeenten het gesprek met de zorgaanbiedersal starten voordat zij over gaan tot zorginkoop,om gezamenlijk te verkennen op welke wijzeinvulling kan worden gegeven aan innovatie.Daarbij moet de gemeente vooral niet op destoel van de zorgaanbieders gaan zitten,maar ruimte geven aan creatieve ideeën. Deoutput van deze gesprekken zou de gemeentevervolgens moeten gebruiken om haaraanbestedingsprocedure zo vorm te gevendat er ruimte geboden wordt aan de creativiteit(innovatie en implementatie eHealth).Het huidige zorgproces is kwetsbaar en - ookzonder de rol van de gemeenten - in transitienaar inzet van veel meer eHealth en optimalisatievan zorgprocessen. Puur inkopen op prijs opkorte termijn is een gevaar. Zorginkoop vraagtom visie en terugdringen van de zorgkosten oplange termijn en blijvend. Bezuiniging op kortetermijn kan de zorgverlening ernstig schaden ende kosten in de toekomst ongecontroleerd latenstijgen.Koester de rol vanverantwoordelijke regisseurDoor alle veranderingen krijgt de gemeente eenregiefunctie in de zorg. Zij kunnen, bepalen,voorschrijven, afdwingen hoe de zorg betaalden dus georganiseerd wordt. De gemeente alsregisseur draagt ook de verantwoording voor heteindresultaat. De gemeente krijgt invloed op allebetrokken partijen en zal dus vanuit eigen visieeen samenhangende zorg moeten organiseren.De gemeente krijgt ook de beschikking overprivacygevoelige gegevens, en dit is kwetsbaar.Het is van groot belang dat gemeenten aan hetbewaken van privacy net zoveel prioriteit gevenals binnen de medische sector gebruikelijk is.De patiënt moet er te allen tijden op kunnenvertrouwen dat de informatie die hij verstrektalleen met zijn toestemming aan derdenwordt verschaft of voor andere doeleindenwordt gebruikt. De gemeente moet dus eenverantwoordelijk regisseur zijn die zorgt voor eengoed eindresultaat van het nieuwe script voorde zorg. Bij verkeerde invulling wordt het eenslechte film en dat wil niemand op zijn gewetenhebben.


Adviezen aan stakeholders, pagina 34ADVIES AAN DE MINISTERJack van Gils in samenwerking met JacobHofdijk, Dick Sietses, Pieter van Haren, CharlesGimbrere, Evert Jan van Hasselt, Aisha Sie,Nicoline Hoogerbrugge en Lies van Gennip“Ik droom een onmogelijke droomIk zoek wat geen mens nog gelooft”Ramses ShaffyAdvies aan de minister is een pretentieuzetitel in de setting van het boek dat voor u ligt.Een co-creatie van velen. Allemaal mensen diein de zorg zitten, er van leven en vooral diede moeite hebben genomen om hun krachtente bundelen en alles bij elkaar te brengen.Het eerste advies moet zijn: lees alles watin dit boek staat. Het is geschreven doordeskundige en betrokken mensen, die hetbeste voor hebben met Nederland en de zorg.De zorg in Nederland wordt hervormd. Dedemografische ontwikkelingen, de toenemendekosten en een gebrek aan controle in de zorgzijn als dwingende redenen aangevoerd. Wewillen de zorg dichterbij de burgers brengen enwe willen de patiënten betrekken bij de zorg. Alsminister en vanuit het departement waarvoor ustaat, is gekozen voor stevige hervormingen dieweerstand oproepen. U bent overtuigd van uwvisie, maar er is veel zorg over het hoe. Daaromhier een advies dat geen samenvatting is vanhet voorgaande maar dat elementen aanreiktover hoe die visie gerealiseerd kan worden. Wezijn zeker niet volledig in deze adviezen, maar inhet co-creatieproces kwamen deze elementenmet kracht en passie naar boven en daaromverdienen ze het om onder de aandacht teworden gebracht. Onderdeel van de hervormingis de inzet van eHealth onder andere om eigenregie van de cliënt te bevorderen. Een mooistreven, zeker gezien de uitdagingen die opons afkomen en de mogelijkheden die nieuweICT biedt. Als overheid kun je op verschillendemanieren eHealth stimuleren. Onze adviezenbevorderen inzet van eHealth en zorgen dat ICTzinvol en zinnig in de zorg wordt ingezet. eHealthis uiteindelijk maar een middel, om hogeredoelen te bereiken: kwalitatief betere zorg,empowerment van de patiënt, doelmatigere zorgen (last but nog least) bestaande schotten endomeinen in de zorg doorbreken.


Adviezen aan stakeholders, pagina 35STIMULEER DEIMPLEMENTATIE VANEHEALTHVrijwel iedereen in de zorg weet dat er ietsmoet veranderen om tot een houdbaaren duurzaam zorgsysteem te komen.Er wordt daarom ook enthousiast enveel geëxperimenteerd met innovatiesdoor zorgverleners, verzekeraars en detoeleveranciers van de zorg. Om echter dezorg echt te veranderen is het van belang datde best-practices geselecteerd worden enveelbelovende innovaties ook daadwerkelijkworden geïmplementeerd in het zorgsysteemen de dagelijkse praktijk.De overheid kan hierbij helpen door juist ook defase van selectie en implementatie te stimuleren.Er is behoefte aan regels die op outcome enniet op gebruikte techniek zijn gebaseerd.Geef duidelijkheid aan (markt)partijen oververgoedingen van nieuwe technologieën. Richtsubsidies (van zowel VWS als EZ) niet alleenop de fase van onderzoek en ontwikkeling,maar zorg voor actieve stimulering van deimplementatiefase. In de implementatiefaseworden zorgverleners geconfronteerd metkinderziektes, marktpartijen met aanloopverliezenen teams van zorgverleners en marktpartijengezamenlijk met een woud aan regelgeving dieimplementatie in de weg staat. Juist deze fase iscruciaal om de zorg als geheel te laten profiterenvan de (gedane) investering in innovaties.Stimuleer dus daadwerkelijke implementatie metalle mogelijke middelen.Patiënt is eigenaar - privacy isnoodzakelijkBorg wettelijk dat mensen recht hebben ophun eigen gegevens. Kenmerk van eHealth isdat veel gegevens vastgelegd worden in ICTsystemen.Deze gegevens zijn vaak niet in tezien en onvoldoende deelbaar. Dit geldt tevensvoor de reguliere gegevens die over patiëntenvastgelegd worden in de zorg. Gezien dehuidige stand van de techniek, kun je stellen datalle gegevens van patiënten digitaal opgeslagenzijn, maar ook hier geldt: niet toegankelijk voorde patiënt. Al deze systemen en registratiesworden betaald vanuit publiek geld. Het isvolkomen onlogisch dat mensen geen toeganghebben tot hun eigen data. Dit bemoeilijkt deuitwisseling tussen verschillende systemenen belemmert daarmee de integratie endoorontwikkeling van eHealth.Met verschuiving naar nieuwe instituten enbetrokkenheid van de gemeente in de uitvoeringvan de zorg dient wel landelijk regie te blijvenbestaan op het respecteren van privacybinnen de zorg, eHealth-toepassingen en ookde gemeenten, zodat we het vertrouwen vanburgers behouden en verder uitbouwen. Datvraagt een landelijke inzet in handhaving, maarook een landelijke rol in bewustwording eneducatie van privacy.Advies: Om deze onwenselijke situatie teverhelpen en eHealth verder te stimuleren, kunt uwettelijk vastleggen dat mensen recht hebben ophun eigen gegevens, zoals deze zijn vastgelegdin de systemen van zorgverleners. Regel daarbijook dat de patiënten volgens vastgesteldestandaarden digitaal over deze informatiemoeten kunnen beschikken.


Adviezen aan stakeholders, pagina 36Vertrouw op burgers – beloonzelfredzaamheidBurgers willen geen patiënt zijn. Zij willen dezorg vermijden en een gezond leven leiden. Alsdat het uitgangspunt is dan kunt u stimulerendat burgers die zelf zorg regelen en die eengezond leven regelen door inzet van eHealthenmHealth-APPS beloond worden. Wie zelfbijvoorbeeld al bloeddrukgegevens en andereindicatoren kan overleggen bij een bezoek aaneen arts kan misschien korting krijgen op hetconsult. Zo kunnen we burgers inzetten om zelfte administreren, te registreren en persoonlijkedossiers aan te leggen voor eigen inzicht en omdeze inzichten te delen met zorgprofessionals ineen open en verantwoordelijke wereld.Interoperabiliteit moet het uitgangspuntzijn, denk groter dan NederlandWees bescheiden als Nederland. We kunnenveel en we regelen alles, maar dat wil nietzeggen dat we niet om ons heen moeten kijken.Er zijn buiten onze grenzen en met name ookop Europees niveau zeer goede initiatieven,afspraken en protocollen op gebied vaninteroperabiliteit. Ga deze niet opnieuw uitvinden.Pas ze toe en dwing ze af.Er is behoefte aan een (grond)wettelijkevaststelling dat de registratie van zorg enwelzijnsgegevens eenmalig plaatsvindt meteen eenduidig stelsel van taal en begrip.De gebruikte terminologiesystemen dienenvertaald te worden naar classificatiestelsels,zodat de administratieve last die nu bestaat doorhet veelvuldig en onnodig opnieuw vastleggenvan gegevens, kan worden vervangen doorde lust om te werken met betrouwbare, tijdigeen inzicht verhogende informatie (bijvoorbeeldgebruik van SNOMED).Faciliteer infrastructuurEen basisvoorwaarde voor eHealth is een fysiekeen logische infrastructuur. Ondernemers zijn,zeker binnen de zorg, goed in staat om nieuwetoepassingen en applicaties te ontwikkelenrondom bepaalde ziekten, aandoeningen etcetera. De business cases rondom dit soortindividuele eHealth-toepassingen zijn relatiefsimpel, vergeleken met business cases rondominfrastructuur. Een goede infrastructuur, zowelfysiek als logisch, is echter onmisbaar omdoor te kunnen ontwikkelen en innovaties teimplementeren. Hier ligt een natuurlijke rol voorde overheid. Focus als minister en stimuleeronder andere met geld de ontwikkelingenvan deze innovatieve infrastructuren (en laatde individuele toepassingen aan de markt enondernemers over). Zorg dat er een innovatievebasis (logisch en fysiek) ontstaat waar opvoorgebouwd kan worden.Dereguleren en experimenteren inregelarme zonesDe keuze van de minister om patiënten meerregie in het zorgproces te geven, vormt eenbelangrijk uitgangspunt voor innovaties in dezorg. Dat zorgt voor meer betrokkenheid vanpatiënten bij het zorgproces en bij hun eigengezondheid. En het stimuleert co-creatie in dezorg, wat – mits goed gefaciliteerd – leidt tothogere kwaliteit en in het verlengde daarvanverlaging van de kosten. Een voorwaardevoor co-creatie is dat alle betrokkenenbeschikken over een gemeenschappelijkecommunicatie-infrastructuur, een zogenaamdengagementplatform. Zo’n platform biedt allebetrokkenen in het zorgproces (patiënten,


Adviezen aan stakeholders, pagina 37mantelzorgers, zorgprofessionals) de juisteinformatie en de juiste instrumenten om hun deelvan het co-creatieproces optimaal uit te voeren.Het realiseren van dergelijke engagementplatformsis een verantwoordelijkheid van demarkt. De overheid heeft hierbij een faciliterendeverantwoordelijkheid zoals in de andereadviezen aangegeven: zorg voor standaarden endwing ze af, regel de benodigde infrastructuurin alle geledingen. Algemeen toegankelijkeengagementplatforms die co-creatie in de zorgondersteunen, vormen een goede voedingsbodemvoor eHealth-toepassingen. eHealthoplossingenop hun beurt versterken weer deco-creatie in de zorg. Daar ligt een belangrijkesleutel op weg naar een houdbaar zorgstelsel!Het is van belang om meer ruimte te gevenaan experimenten. Daar worden immersinzichten geboren over hoe met name eHealthoplossingenkunnen bijdragen aan verbeteringenin de zorg. Een belangrijk obstakel bij dergelijkeexperimenten is vaak de bestaande wet- enregelgeving.Daarom pleiten we voor het instellen vanzogenaamde regelarme zones die experimentenruim baan geven.Zorginnovatie (via eHealth of andere middelen) isalleen mogelijk als ook de ruimte wordt gebodenvoor een vroege fase van concepten testen enuitproberen. Dit vormt de basis voor verdereopschaling indien de eerste ervaringen aantonendat dit loont: sta dit leerproces toe. Vaak wordtnamelijk de eis gesteld: bewijs effectiviteit vóórverdere implementatie.Maar de huidige wet- en regelgeving leidt tot eenvicieuze cirkel: je hebt bewijzen nodig om eenproject te mogen uitvoeren, maar je moet hetproject eerst kunnen uitvoeren om de bewijzen teverzamelen. Dit probleem wordt voorkómen doorhet toestaan van pilots binnen regelarme zones,als onderdeel van een doorlopend leerproces.eHealth = eWelzijnDe ontwikkelingen in de zorg staanniet op zichzelf. Eigen regie en eigenverantwoordelijkheid gaan hand in hand. eHealthheeft de potentie om burgers bewust te makenvan gezondheid. Stimuleren van gezond levenleidt tot drastische besparingskansen. Zorg ispas nodig als burgers ziek zijn. Voorkomen isdus beter dan genezen. Als we de focus gaanleggen op het welzijn van de mensen danhebben we dus een nieuwe term nodig.We stellen voor om vanaf nu de term eHealthte vervangen door eWelzijn. Dat moet het doelzijn. Wij willen dus dat u samen met ons werktaan de onmogelijke droom en met ons actief opzoek gaat naar wat nog niemand gelooft: latenwe proberen iedereen een gezond leven te latenleiden.


E-HEALTH,WAT IS HET?


E-Health, wat is het?, pagina 39WAT IS EHEALTH?Johan KrijgsmanOver eHealth bestaan diverse interpretaties.eHealth wordt geassocieerd met alles wat mettechnologie in de gezondheidszorg heeft temaken. Het is goed daarom stil te staan bij devraag: wat is eHealth eigenlijk precies? JohanKrijgsman van Nictiz heeft een literatuurstudieverricht naar de juiste definitie van eHealth enschept ordening in de dimensies van eHealth:het zorgproces, de gebruikers en de techniek.Wie congressen over eHealth bezoekt, kan eenbreed scala aan onderwerpen verwachten,van robots in de care tot serious gaming in defysiotherapie, van apps tot online communities.“Wat verstaat u onder eHealth?”, is de besteeerste vraag die u aan uw gesprekspartner kanstellen, als iemand het met u over eHealth wilhebben.Want waar de één het heeft over e-consultsvoor patiënten, heeft de ander het overbeeldcommunicatie tussen zorgverleners. Beidevoorbeelden vallen onder het begrip eHealth,afhankelijk van welke definitie wordt gebruikt.In dit hoofdstuk hebben we het over de definitievan eHealth en bespreken we op welke maniereen ordening is aan te brengen in de grabbeltonvan eHealth-toepassingen.Een definitie van eHealthDe spraakverwarring over eHealth is nietnieuw. Al in 2005 heeft Claudia Pagliari ineen wetenschappelijk artikel zesendertigverschillende definities vergeleken (Pagliari,2005). Zij ontdekte dat in veel definitieseen nadruk lag op de communicatieveaspecten van eHealth en op het gebruik vannetwerktechnologieën, met name het internet.Pagliari concludeert dat de definitie van ThomasEng uit 2001 de lading goed dekt. Toevallig ofniet is dit ook de definitie die in 2002 is gebruiktdoor de Raad voor de Volksgezondheid enZorg (RVZ) in de achtergrondstudie ‘Inzicht ine-health’ (RVZ, 2002). Deze definitie luidt alsvolgt:Definitie van eHealtheHealth is het gebruik van nieuwe informatieencommunicatietechnologieën, en metname internet-technologie, om gezondheiden gezondheidszorg te ondersteunen of teverbeteren.Ook in 2014 lijkt dit nog altijd een bruikbaredefinitie, die in ieder geval recht doet aan deverscheidenheid van opvattingen. Daaromgebruiken Nictiz en het NIVEL deze omschrijvingvan eHealth in de eHealth-monitor van 2013 en2014. Opvallend is dat het een brede definitieis die zich niet beperkt tot één specifieketechnologie (al speelt internettechnologieeen prominente rol) of tot specifiekegebruikersgroepen (bijvoorbeeld communicatietussen zorgverleners en patiënten). In de loopder tijd zullen nieuwe begrippen ontstaandie zich meer specifiek zullen richten opdeelgebieden. In feite gebeurt dit al, waarbijde term mHealth, die zich specifiek richt op hetgebruik van mobiele technologie, misschien hetbekendste voorbeeld is.


E-Health, wat is het?, pagina 40Drie dimensies van eHealthBrede definities doen dan misschien wel rechtaan meerdere opvattingen, maar ze kunnener ook toe leiden dat mensen door de bomenhet bos niet meer zien. Het aanbrengen vaneen ordening kan dan het overzicht vergroten.In dit artikel is dat beschreven langs driedimensies, namelijk de plaats in het zorgproces,de gebruikers en de toegepaste techniek. Webaseren ons daarbij op de whitepaper ‘Ordeningin de wereld van eHealth’ (Krijgsman en KleinWolterink, 2012).De definitie van eHealth helpt zelf al bij dieordening, omdat er elementen in voor komen diewe kunnen gebruiken voor een indeling. We ziendrie praktische dimensies waarlangs eHealthtoepassingenzijn in te delen:1)in welke fase(s) van het zorgproces wordt detoepassing ingezet;2) wie maken er gebruik van?3) op welke technologie(ën) is de toepassinggebaseerd?De plaats in het zorgprocesDe definitie van eHealth spreekt van“ondersteuning en verbetering van gezondheiden gezondheidszorg”. Die verbetering treedtniet automatisch op door de inzet van ICT. Datgebeurt alleen door zorgvuldige inpassing vanICT in het zorgproces, daar waar het nut heeft.Er zijn veel verschillende processen in de zorgwaarbij ICT wordt ingezet, daarom is het handigom bij het indelen van eHealth-toepassingen tekijken naar het proces waarvoor ze bedoeld zijn.Zo maakte de RVZ in het eerder genoemderapport ‘Inzicht in e-health’ onderscheid in deprocesgebieden ‘e-public health’ (voorlichtingen preventie), ‘e-zorg’ (het primaire zorgprocesin cure en care) en ‘e-zorgondersteuning’(administratieve zaken, zoals inkoop enfinanciën, maar ook afspraken, planning endossiervoering).Voor elke groep van processen zijn anderevoorbeelden van eHealth te vinden. Zo vallenveel eHealth-toepassingen in het procesmodelvan de RVZ onder ‘e-zorgondersteuning’. Daarbijvalt te denken aan online afspraken, elektronischverwijzen of elektronische dossiervoering.In de categorie ‘e-zorg’ valt te denken aan inzetvan eHealth bij diagnose, therapie of verplegingen verzorging.


E-Health, wat is het?, pagina 41Daaronder vallen diagnose op afstand, zoalsteledermatologie, beslissingsondersteuning voorzorgverleners, zoals bij het voorschrijven voormedicatie, of vormen van online behandeling,zoals psychotherapie via het internet. Ook inde care zijn voorbeelden te vinden van onderandere e-zorg. Denk daarbij aan de inzet vanmedicijndispensers of beeldschermzorg.De eHealth-gebruiker‘Voor wie is het bedoeld?’ is een goede vraagom verschillende eHealth-oplossingen in tedelen, want eHealth-toepassingen kunnenheel verschillend zijn voor verschillendegebruikers. Aangezien eHealth-toepassingenvaak gericht zijn op communicatie, staan percommunicatiekanaal voorbeelden van eHealthtoepassingenafgebeeld.Zo komen we tot de volgende indeling:• eHealth-toepassingen voor zorgverlenersbinnen de eigen werkcontext, bijvoorbeeld hetgebruik van Elektronische Patiëntendossiers ofbeslissingsondersteunende systemen;• eHealth-toepassingen voor communicatietussen zorgverlener en patiënt/cliënt, bijvoorbeeldonline inzage in het eigen elektronischdossier, online afspraken, elektronischeconsulten of inzet van telemonitoring;• eHealth-toepassingen voor patiënten binnenhun persoonlijke levenssfeer, bijvoorbeeld eenpersoonlijke applicatie voor zelfmanagement,gericht op het bijhouden van resultaten vanzelfmetingen of van eigen doelen op het gebiedvan leefstijl;• eHealth-toepassingen voor communicatietussen patiënten onderling, bijvoorbeeld eenforum voor lotgenotencontact;• eHealth-toepassingen voor communicatietussen patiënten en anderen dan zorgverlenersof patiënten, bijvoorbeeld voor het raadplegenvan keuze-informatie die beschikbaar wordtgesteld door een patiëntenvereniging ofverzekeraar;• eHealth-toepassingen voor communicatietussen zorgverleners en anderen danzorgverleners of patiënten, bijvoorbeeld voorrapporteren van kwaliteitsinformatie of voor hetindienen van declaraties bij de zorgverzekeraar(niet iedereen beschouwt dit overigens alseHealth);• eHealth-toepassingen voor communicatietusssen zorgverleners onderling, bijvoorbeeldvoor de elektronische uitwisseling vanmedische gegevens, het elektronischdoorverwijzen van patiënten of het elektronischconsulteren van collega’s.eHealth en technologieEen andere manier om eHealth-toepassingenin te delen is naar de technologie die in deeHealth-toepassing dominant is. Dit is insommige gevallen lastig, omdat technologieop zichzelf ook weer meerdere dimensieskent (denk aan de keuze van infrastructuur,gebruikte communicatieprotocollen, gekozenontwikkelplatform of applicatietype). Toch is eenbruikbare indeling wel te maken naar dominantetechnologie en/of applicatietype. (Zie tabel 1)


E-Health, wat is het?, pagina 42Tabel 1: mogelijke indeling van eHealth-toepassingen naar technologieTechnologieWebapplicaties en portalenMobiele appsElektronische patiëntendossiersen persoonlijke gezondheidsdossiersHealth-sensoren en wearable devicesVideocommunicatie (ook wel ‘beeldbellen’)DomoticaRoboticaMedische integratienetwerkenAlgemene integratienetwerkenBusiness intelligence en big data;Serious gamingToelichtingToepassingen die via een webbrowser aan de gebruikers worden aangeboden, zoals patiëntportalen of educatieportalen voorzorgverleners.Toepassingen die via een mobiel apparaat, zoals een smartphone of tablet worden aangeboden. Er zijn talloze voorbeelden van, zowelgericht op de arts (online naslagwerken, allerhande rekenhulpjes) als gericht op de patiënt (apps om gezondheidsgegevens of medicatiebij te houden).Systemen van veelal medisch-administratieve aard waarin zorgverleners medische patiëntgegevens registreren, in het algemeen binnenhun eigen zorgorganisatie.Een categorie van apparaatjes die veelal in de thuissituatie van patiënten wordt toegepast om vitale lichaamsfuncties te meten, deresultaten te verzamelen en eventueel door te geven aan een medische professional. Voorbeelden van lichaamsfuncties zijn gewicht,bloedsuikerwaarde, bloeddruk en stollingswaarde.Toepassingen waarbij een visuele dimensie toegevoegd aan de gebruikelijke vormen van telecommunicatie. Doel is een versterking vanhet contact tussen de zorgvrager en de hulpverlener en het vergroten van de communicatiemogelijkheden (bijvoorbeeld kunnen zienvan gelaatsuitdrukkingen). Videocommunicatie kan ook worden ingezet bij intercollegiaal consult tussen artsen die zich op verschillendelocaties bevinden.Verzamelnaam voor toepassing van elektronica voor automatisering in huis. Het gaat vaak om een combinatie van omgevingsbewustesensoren en actuatoren (apparaten die de omgeving kunnen beïnvloeden) waarmee het leefklimaat in een woning kan worden geregeldof zaken in de woning automatisch kunnen worden bediend. Een voorbeeld van inzet in de zorg is gebruik van sensoren voor valdetectiebij ouderen.Robots zijn machines die bepaalde taken kunnen verrichten, in het algemeen aangestuurd door computersoftware. Ze worden gebruiktzowel in de cure, denk aan minimaal invasieve chirurgie, als in de care, bijvoorbeeld om bepaalde taken uit handen te nemen, zoalsstofzuigen of voor sociale doeleinden, zoals het aanbieden van structuur in de dag.Elektronische netwerken waarover medische informatie wordt uitgewisseld, zoals medicatiegegevens en recepten of radiologischebeelden.Elektronische netwerken van meer algemene aard voor de uitwisseling van gegevens tussen samenwerkende (zakelijke) partners,bijvoorbeeld over bestellingen.Business Intelligence systemen zijn gericht op het analyseren van gestructureerde en ongestructureerde gegevens om daarmeeinformatie te leveren die gebruikt kan worden voor beslissingsondersteuning. Gebeurt dit binnen het terrein van de zorg, dan wordt ookgesproken over ‘medical intelligence’. Indien sprake is van het analyseren van zeer grote hoeveelheden gegevens van uiteenlopendevorm dan wordt ook wel gesproken van ‘big data’.Inzet van game technologie een spelelement aan te brengen in ‘serieuze zaken’, bijvoorbeeld om oefeningen aan te bieden in het kadervan psychologische behandeling of bij fysiotherapie.


E-Health, wat is het?, pagina 43Bij een indeling naar technologie en/ofapplicatietype is het lastig om volledig enactueel te zijn, niet alleen omdat technologie snelverandert, maar ook omdat zich in de loop vande tijd nieuwe classificaties en nieuwe termenontwikkelen.Een ‘periodiek systeem’ van eHealth?Door eHealth-oplossingen in te delen volgensmeerdere dimensies tegelijk (plaats in hetzorgproces, beoogde gebruikers, technologie)kan een gedetailleerde indeling worden gemaaktdie laat zien hoe rijk het veld aan eHealthtoepassingenis. Op deze wijze ontstaat alshet ware een ‘periodiek systeem’ van eHealth.Hiermee maken we een knipoog naar descheikunde; in de scheikunde is het periodieksysteem van elementen een systematischeindeling van de chemische elementen.mogelijk wordt over hoe en waar eHealth nuttigkan worden ingezet om de (gezondheids)zorgbeter te maken. Want dat is immers waar eHealthvolgens de definitie uiteindelijk voor bedoeld is.Referenties• Krijgsman, J. en Klein Wolterink, G.,Ordening in de wereld van eHealth.Nictiz, Den Haag, 2012• Pagliari, C. et al., What is eHealth (4):a scoping exercise to map the field, Journalof Medical Internet Research, 2005, 7(1): e9.•Van Rijen, A. et al., Inzicht in e-health,achtergrondstudie uitgebracht door de Raadvoor de Volksgezondheid en Zorg bij hetadvies E-health in zicht, Zoetermeer, 2002.Maar natuurlijk is het maken van een indelingvan eHealth-toepassingen, net zo min als hetgebruik van eHealth, een doel op zichzelf. Hetis wel handig om met elkaar te komen tot eenafbakening van wat onder eHealth verstaanwordt, zodat vervolgens een zinvolle discussie


E-Health, wat is het?, pagina 44Youtube eHealthNuBron: Youtube eHealthNu


E-Health, wat is het?, pagina 45EHEALTH & DE BELOFTELeonard WitkampVoorgeschiedenisEen persoonlijke blikIn 1995 begon ik als dermatoloog in Amsterdammet zowel een intramurale als extramuralepraktijk. De eerste dag was het raak. Een patiëntwilde absoluut een herhaalafspraak; dat was hijimmers gewend bij mijn voorganger, terwijl hijin mijn ogen zeker terug kon naar de huisarts.Ik had een andere stijl: alleen als het nodig waseen doorverwijzing naar de dermatoloog en alshet kon weer terug naar de huisarts.Deze stijl paste goed bij de visie van dehuisartsen en het ziekenhuis, en mijn praktijkgroeide voortvarend. Steeds vaker realiseerdeik mij echter dat veel van het werk dat ikdeed bestond uit handelingen waarvoor ikovergekwalificeerd was. Zo bestond ongeveer10% van mijn werkzaamheden uit het aanstippenvan wratten. Met een veertienjarige opleiding eneen promotie achter de rug had ik iets andersin gedachten. Veel van het werk was al snelroutinematig.In mijn mening werd ik gesterkt door publicatieswaarin aandacht werd geschonken aan“burnout” bij medisch specialisten door hetwerken in een tredmolen die steeds harder gaatdraaien. Niet door slimmere productie, maar doormeer productie, meer van hetzelfde. Omdat puur“productie draaien” voor mij op lange termijngeen optie was, ben ik gaan onderzoeken hoeinzet van innovatieve technieken, veranderdewerkconstructies, preventie en onderwijs,het plezier, productie en kwaliteit van dezorgverlener kan beïnvloeden.Maatschappelijke ontwikkelingenTegelijkertijd drong vanaf 2000 in demaatschappij stapsgewijs het besef door datdoor de vergrijzende bevolking en de voorzieneafname van het aantal zorgverleners de inhouden opzet van zorgverlening essentieel moestveranderen. Om de zorg bereikbaar te houdenvoor iedereen moest deze veel efficiënter wordenen zich meer gaan bedienen van innovaties zoalsmogelijk binnen het internet.Landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD)Tenslotte was er bij de overheid een sterkbesef dat het adequaat beheren en delenvan gegevens bij kan dragen tot een forseverbetering van kwaliteit van zorg. De taakvan Nictiz destijds was het realiseren van eenlandelijke zorginfrastructuur die het delenvan patiëntengegevens mogelijk maakte: hetlandelijke elektronisch patiënten dossier.Steunpilaren van dit EPD waren de UniekeZorgverlener Identificatie pas (UZI pas) en hetLandelijk Schakelpunt (LSP). De UZI pas regeldezaken als authenticatie, autorisatie, identificatie,versleuteling en logging van gebruikers engegevens, terwijl het LSP een veilige aansluitingvan deze bij de bron opgeslagen gegevensregelde. De focus was hierbij vooral gerichtop het medicatiedossier en de professionelesamenvatting van de patiënt.


E-Health, wat is het?, pagina 46ParadigmaverschuivingDeze ontwikkelingen sloten aan bij de door veleauteurs beschreven paradigmaverschuiving inde zorg. Daar waar men vroeger uitging van dezorgverlener als hoeder van de patiënt, is het nude cliënt of burger die zichzelf (be)hoedt en diede zorgverlener als adviseur inschakelt. Daarwaar vroeger sprake was van een onmondigepatiënt met een ziekte zag men nu de burgermet een kwaal die goede begeleiding behoeft.De omslag vertaalt zich van een gerichtheid opgezondheid en preventie in plaats van ziekte engenezing.StimuleringsregelingenDe genoemde ontwikkelingen vanuit desamenleving vonden hun weerklank inverschillende stimulerende regelingen dievoornamelijk gericht waren op ICT in de zorg.Het Ministerie van Economische Zaken voorzageen forse groei in hoog innovatie bedrijvigheidin ICT en zorg. Vanuit Senter, SenterNovemen AgentschapNL werden hoogwaardigesubsidietrajecten opgestart zoals ICTDoorbraakprojecten in de Zorg, Kenniswijk enMaatschappelijke sectoren en ICT. Inmiddelsliggen diverse eHealth opschalingsprogramma’sop de plank bij ZonMw. Ook vanuit belangenverenigingenzijn diverse programma’s ontwikkeld,zoals destijds het Man on the Moonprogramma van de Nederlandse Vereniging vanZiekenhuizen.Op Europees niveau is deze lijn ingezet in het7e Kader programma en Horizon 2020. In dezeprogramma’s gingen en gaan miljarden om. Hetverkrijgen van subsidies op het gebied van ICTin de Zorg en eHealth is inmiddels op zich eengrote markt geworden.Kwaliteit en randvoorwaardenMet het besef dat de inzet van ICT belangrijk zalworden voor het bereikbaar houden van zorgen daarmee een wezenlijk deel van de zorg zalworden, kwamen vanuit het veld verschillendeinitiatieven om een veilige, voortvarende enmaatschappelijk verantwoorde introductie,implementatie en opschaling van ICT in dezorg, inmiddels meer en meer Telemedicine eneHealth genoemd, te bewerkstelligen.Vanuit het Nederlands Normalisatie instituutwerd een werkgroep opgestart die uiteindelijkgeresulteerd heeft in de NEN 8028 normKwaliteitseisen Telemedicine. Deze biedteen uitstekend handvat voor certificering ophet niveau van zorginstelling, zorgverlener ofproduct.Zorgverzekeraars Nederland (ZN), deNederlandse Patiënten Consumenten Federatie(NPCF) en de Koninklijke NederlandscheMaatschappij tot bevordering der Geneeskunst(KNMG) zagen dat – onder anderen vanuitverschillende stimulerende regelingen - goedeinitiatieven niet tot volle wasdom kwamen ofonvoldoende uitgroei vonden in het veld.Deze partijen hebben gezamenlijk de NationaleImplementatie Agenda eHealth opgesteld,waarin partijen gezamenlijk de voorwaardenscheppen om te komen tot opschalingvan bewezen effectieve eHealth diensten.Het Ministerie heeft zich aan deze agendagecommitteerd door enerzijds de voortgang te


E-Health, wat is het?, pagina 47monitoren en door anderzijds belemmeringenvanuit wet- en regelgeving uit de weg te nemen.Het hedenBevorderende factoren, een redenvoor eHealthHet bestaan van eHealth heeft direct te makenmet een verwachte toenemende zorgvraag inde komende jaren. Het beleid van de EuropeseCommissie heeft een sterke focus op hetondersteunen van de oudere generatie ingezondheid en ziekte. Maar ook de beschrevenomslag in denken over gezondheid en ziekte– de paradigmaverschuiving – draagt bij in detoegenomen vraag naar eHealth. De burgerwil meer controle over zichzelf in plaats vanzorgcontrole door de dokter.Met de komst van iPads, iPhones en iWatches isde gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheidvan gezondheidsapps zodanig toegenomen datdeze goed te gebruiken zijn door de consumentdie preventief of curatief zijn of haar gezondheidwil monitoren. Het is dan voor de zorgverlenermeegenomen als blijkt dat de toepassingvan eHealth ook leidt tot betere kwaliteit. Envoor de zorgverzekeraar en beleidsmaker alsblijkt dat deze tot een verhoogde efficiëntie inzorgverlening leidt.Belemmerende factoren, een reden voorgebrek aan opschalingProgramma’s als Maatschappelijke Sectorenen ICT hebben ruim aandacht besteed aansysteemfactoren waardoor eHealth onvoldoendevan de grond is gekomen. Deze factoren zijnonder te verdelen in interne en externe factoren.Interne factoren spelen een belangrijke rol, maarzijn door de gebruiker of ontwikkelaar redelijkte beïnvloeden. Vaak moet de effectiviteit enveiligheid van de eHealth diensten nog bewezenworden en is de dienst zelf nog niet goeduitgekristalliseerd. En is onvoldoende duidelijkhoe een dienst het beste in het (regionale)zorgproces ingezet kan worden en wie destakeholders zijn.Omdat het vaak een nieuwe manier van werkenbetreft, zullen nieuwe diensten onderhevig zijnaan normale reflexen die bij verandering horen.De dienst moet zich geleidelijk bewijzen in demedische wereld die van nature – terecht -risicomijdend is.Externe factoren zijn hardnekkiger en zijnmoeilijker te veranderen. Hoewel marktwerkingin de zorg gepropageerd wordt, is het de vraagop welke schaal deze er ook daadwerkelijk is. Inde praktijk blijkt dat een nieuwe dienst moeilijkin te passen is in de bestaande tariefstructuurbinnen de eerste lijn, tweede lijn of AWBZ. Enals deze erin lijkt te passen, blijkt het moeilijkom betrokken instanties hiervan te overtuigen.Overigens zijn voor de succesvolle eHealthdiensten zoals hierna beschreven goedevergoedingsgronden aanwezig.


E-Health, wat is het?, pagina 48Vergoeding is niet een bepalende factor bijintroductie maar wel voor opschaling. Maarniet alleen vergoeding. Ook een eenduidigewet- en regelgeving op het gebied vanverantwoordelijkheid of ICT infrastructuur isbelangrijk.Selectieve inkoopOm de kosten van de zorg in de hand tehouden hebben partijen belangrijke afsprakenvastgelegd in het Budgettair Kader Zorg.De zorg mag overall niet meer dan 1.5 %groeien op jaarbasis. Alle zorg die daarbovengeleverd wordt door een zorginstelling, betalenzorgverzekeraars niet uit. Tegelijkertijd hebbende zorgverzekeraars de maatschappelijkeverplichting om zorg selectief in te kopen.Zorginkopers zullen hiermee per vakgebiedkritisch inhoudelijk moeten kijken naar bestaandezorgdiensten. Zij zullen innovatieve, betere engoedkopere zorg moeten inkopen ten kostevan conventionele dure zorgtrajecten. Zolanginkopers onvoldoende in staat lijken om dit in depraktijk te realiseren is opschaling en eHealthnog niet aan de orde.Marktaandeel eHealthOndanks inspanningen vanuit het veld blijkteHealth minder opgeschaald te zijn dangehoopt. Veel projecten zijn ondanks positieveresultaten na de subsidieperiode niet ingebedin de reguliere zorg. Op een budget voor degezondheidszorg van ongeveer 90 miljardwordt aan zorg die uitsluitend met inzet van ICTgeleverd wordt maximaal 20 miljoen vergoeddoor zorgverzekeraars, zorgkantoren enzorginstellingen (0,02%). Dit is een druppel opeen gloeiende plaat. Met een dergelijk volumekan eHealth niet daadwerkelijk bijdragen aanhet bereikbaar houden van zorg in de komendedecennia. Tegelijkertijd is het een relatiefonontgonnen terrein waarin nog veel mogelijk isen waarin nog veel ontdekt moet worden.Succesvolle diensten:de markt geeft eHealth gelijkToch zijn er op dit moment voor TeleDiagnostiek,TeleConsultatie en TeleMonitoring een aantalsuccesvolle diensten geïmplementeerd dieuitsluitend met inzet van ICT worden geleverd.Deze diensten hebben het karakter van storeand-foreward:het niet synchroon toevoegen enbeoordelen van gegevens. Hiernaast staat derealtime eHealth: er wordt weliswaar een afstandoverbrugd maar alle actoren zijn gelijktijdigaanwezig. Dit is het geval bij screen-to-screendiensten (webcam contact) die vooral in de careworden toegepast.TeleDiagnostiekTeleFundusScreening bij diabetes patiënten iseen goed voorbeeld van TeleDiagnostiek. Waarde patiënt vroeger voor oogspiegelen naar deoogarts ging voor controle van het netvlies opdiabetische afwijkingen, gaat deze nu naarde optometrist, het huisartsenlaboratorium, dehuisartsenpraktijk of ieder andere locatie dichtin de buurt waar foto’s genomen worden van hetnetvlies.Deze worden door optometristen beoordeeld. Dekwaliteit van de foto’s en van de beoordelingenwordt gecontroleerd door de lokale oogarts.Afwijkende gevallen worden voorgelegd aande huisarts van de patiënt die deze weerkan voorleggen aan de oogarts. Allemaalbinnen hetzelfde transmurale EPD. De zorg is


E-Health, wat is het?, pagina 49georganiseerd rondom de patiënt met behulpvan ICT. Inmiddels worden op deze manier meerdan 50.000 controles op jaarbasis gedaan, enworden meer dan 40.000 fysieke verwijzingennaar de oogarts voorkomen.TeleConsultatieTeleDermatologie Consultatie is al sinds jareneen aansprekend voorbeeld van TeleConsultatie;hoewel TeleConsultatie nu ook breed uitgeroldis in cardiologie, oogheelkunde, pulmonologie,maar ook in TeleKNO, nefrologie en anderevakgebieden. TeleConsultatie is de digitalevariant van een fysieke verwijzing naar hetziekenhuis: de gegevens bewegen binnen hettransmurale EPD naar de patiënt toe, de patiëntbeweegt niet.De huisarts verwijst de patiënt digitaal naar dezorginstelling, waar deze gegevens, in het gevalvan dermatologie foto’s voorzien van additionelemedische informatie, door de dermatoloog opafstand beoordeeld worden.TeleMonitoringEen succesvolle en breed geïmplementeerdeeHealth dienst betreft thuismeting vanINR waarden door trombosepatiënten. Depatiënt meet zelf zijn INR en doseert zelf demedicatie onder supervisie op afstand van detrombosedienst. De patiënt en de trombosediensthebben hiervoor de toegang tot een internetgebaseerd patiëntendossier waarmee depatiënt zelf data kan invoeren en berichten kanuitwisselen met de trombosedienst. Op dezewijze wordt momenteel de therapie van een grootaantal patiënten gemonitord.Screen-to-screenHet webcam contact is het meest opgeschaaldin de thuiszorg: het gaat hierbij om hetcontact tussen een wijkverpleegkundigeof thuiszorgmedewerker met de cliënt.Het voordeel voor de cliënt is een grotereautonomie. Vooralsnog is een groot voordeelvoor de thuiszorgorganisatie dat deze fors kanbesparen op niet door het zorgkantoor vergoedereiskosten.De belofteDefinitie eHealthIn haar kwaliteitsnorm TeleMedicine spitst hetNEN de definiëring meer toe op een actieveen obligate rol van de zorgverlener. Hetdefinieert TeleMedicine als het zorgprocesof het geheel van zorgprocessen waarbijwordt voldaan aan elk van de twee volgendekenmerken: (1) de afstand wordt overbrugd doorgebruikmaking van zowel informatietechnologieals telecommunicatie en (2) er zijn tenminstetwee actoren betrokken bij het zorgproces,waarvan minimaal één zorgverlener (Wet BIG) isof handelt onder verantwoordelijkheid van eenzorgverlener.


E-Health, wat is het?, pagina 50In de loop der tijd zijn er veel definities ontstaandie zich richten op eHealth, TeleMedicine,TeleZorg en eCare. Het valt op dat de definitiesin de loop der tijd steeds uitgebreider engedetailleerder een procesbeschrijvingomvatten. Met zelfs hier een daar eenmoraliserende noot. De volgende omschrijvingkan ik u niet onthouden: The most broad termis eHealth, with refers to the use of electronictechnologies in health, health care and publichealth. (...) The various functions of eHealth[are]: (...) reference (electronic publishing,catalogues, databases); self-help/self-care(online health information, support groups,health risk assessment, personal healthrecords), Plan/provider convenience services(online scheduling, test and lab results,benefit summaries), Consultation and referral(doctor-patient or doctor-doctor consultationvia telemedicine systems, remote readings ofdigital image and pathology samples), eHealthcommerce (sales of health related productand services) [and] Public health services(automated data collection, data warehouses,online access to population survey data andregistries, advance detection and warningsystems for public health threats). (...) Thischapter uses the term ehealth to refer tothe broadest possible range of interactivetechnologies applied to health and health care.De auteur vat dit vervolgens samen als: The useof the Internet and related information systemsand technology in all aspects of health care.Met een verdere intrede van een transmuraalEPD waarin zaken als interoperabiliteit,identificatie en autorisatie geregeld zijn enwaarbij zowel zorgvragers als zorgverlenerstoegang hebben zal de term eHealth niet meervan toepassing zijn. In andere gebieden waarde internetrevolutie zich eerder heeft afgespeeldis het voorvoegsel “e” reeds verdwenen inhet taalgebruik. Termen e-mailen, e-booken,e-banking of e-shopping zijn niet meer ingebruik. Binnen afzienbare tijd zal eHealthen TeleMedicine weer gewoon Health enMedicine zijn. Dit sluit aan bij de stellingnamevan het College voor Zorgverzekeringen dateHealth gewoon Health is als dit het bestaandezorgproces vervangt. Praktisch is dan ook tespreken over de inzet van ICT in de zorg, ofgewoon van de inzet van internet in de zorg.Wat willen we?De belofte van eHealth is direct gerelateerd aanwat we precies willen in de komende jaren metonze zorg en met eHealth. En daar voorafgaandte stellen wie zijn “we”. In de zorg zijn dit dezorgvrager en zorgverlener, en primair dezorgvrager. Normaal gesproken bepaalt dezorgvrager als consument.Hier is dan sprake van een vrije markt waarbijde consument in zekere mate het nut en dewaarde van de geboden dienst kan bepalen.In de gezondheidszorg is hiervan geen sprake.Zorgverzekeraars en overheid bepalen inhoge mate de inhoud en prijs van zorg ensturen hier actief op. Aan de andere kant isde consument nog vaak patiënt die, weliswaarbeter geïnformeerd dan vroeger, zich vaak zallaten leiden door het oordeel van zijn of haarzorgverlener, of in de toekomst door zijn of haarzorgverzekeraar.


E-Health, wat is het?, pagina 51Uit de praktijk blijkt dat zorgverleners, mits ersprake is van aangetoonde kwaliteitsverbeteringen veilige inzet, zeer bereid zijn om nieuwevormen van zorg uit te proberen. Op het momentdat er dan adequate wet- en regelgeving is metreële vergoedingen vindt er ook opschalingplaats. Zoals eerder aangegeven zien duizendenzorgverleners inmiddels honderdduizendenpatiënten met de inzet van eHealth.Als zorgverzekeraars, in hun maatschappelijkerol om de zorg van een kwalitatief hoogwaardigniveau bereikbaar te houden, een plaats zienvoor eHealth zullen zij daadwerkelijk stappenmoeten nemen op precompetitief niveau.Zorgverzekeraars zullen de doelen die zijwillen bereiken met inzet van eHealth moetendefiniëren en hun inkoopbeleid hierop moetenafstemmen. Maar belangrijker ook, zij zullen zorgdie relatief duur en inefficiënt is actief moetenafbouwen. Dit houdt in dat de zorgverzekeraarhaar expertise meer richt op inhoudelijkezorgproducten en selectieve inkoop hiervan.De rol van de overheid is het creëren vanrandvoorwaarden voor een veilige, voortvarendeen maatschappelijk verantwoorde groei vaneHealth door het stimuleren van bevorderendefactoren en het wegnemen van belemmeringen.Ondanks het feit dat de overheid zich daarnadrukkelijk aan gecommitteerd heeft, zijn er nogsteeds belemmeringen waar zij een rol in kanspelen. Hoewel veel eHealth diensten normalezorg betreffen, is de manier van vergoedenen de noodzaak voor eventuele nieuwevergoedingstitels nog niet doorgedrongenin het veld en partijen als de NZa. Fysiekcontact als voorwaarde voor vergoeding werktvanzelfsprekend belemmerend bij diensten dieer juist op gericht zijn om met inzet van ICT dezorg efficiënter en beter te maken.Business caseICT blijkt ook in andere maatschappelijkesectoren het meest geïntegreerd te zijn bijroutinematige en eenduidig herkenbarehandelingen: een vliegticket kopen, dagelijkseboodschappen afrekenen, geld overmakenen anderen. Ook in de zorg lijken de meestbelovende eHealth diensten routinematigezorg te betreffen. TeleFundusScreening -netvliesscreening - bij tienduizenden diabetespatiënten voorkomt 94% van de bezoeken aanoogartsen en is bovendien veel effectiever engoedkoper. TeleConsultatie voorkomt 74% vande bezoeken aan het ziekenhuis terwijl de patiëntde volgende dag uitsluitsel heeft en de huisartsveel leert.De Nederlandse overheid en Europese Uniericht haar aandacht daar waar het eHealthbetreft vooral op het langer zelfstandigthuis laten wonen van de oudere generatie.Stimuleringsprogramma’s zijn gericht opZelfManagement, ZelfCoaching, inzage in heteigen dossier en op screen-to-screen contact.De klinische relevantie, de organisatie en hetvermogen om de efficiëntie van de zorg teverbeteren moet van deze diensten nog vooreen goed deel onderzocht worden. Bovendienzijn dit vaak diensten waarin veel van de patiëntverwacht wordt, terwijl het de vraag is of dezedat ook gaat doen.Met de vergrijzing voor ogen is de keuze vanoverheden begrijpelijk maar niet eenvoudig.


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.Postcodekaart RotterdamBuurtkaart Rotterdam% 65+ Postcodekaart RotterdamLaagMidden% 65+ Postcodekaart RotterdamHoogMiddenHoog% 65+ Buurtkaart RotterdamLaagMidden% 65+ CBS Buurtkaart RotterdamHoogHoogMidden


E-Health, wat is het?, pagina 53Het is in ieder geval zaak dat veldpartijen enoverheid eHealth diensten, die zich reeds in dezorg bewezen hebben - het laag hangend fruit -,blijven stimuleren door onder andere selectieveinkoop. In deze diensten zit vooralsnog degrootste maatschappelijke winst. Met de groeivan deze diensten zal de stap vanuit de zorgnaar de zorgvrager veel geleidelijker kunnenplaatsvinden, en daarmee succesvoller.Bij het opstellen van de businesscasestaat het voordeel voor de maatschappij -maatschappelijke businesscase - en vanalle actoren die betrokken zijn bij de dienst –businesscase van de stakeholders - voorop.De zorgverzekeraars als hoeder van demaatschappelijke businesscase mogen van deaanbieders van eHealth verlangen dat de doorhen geboden zorg leidt tot snellere en beterezorg dichtbij de patiënt tegen lagere kosten.Het is aan de aanbieders om dit te bewijzen.Tegelijkertijd is het aan de aanbieders om ervoorte zorgen dat alle stakeholders in de dienstvoordeel ervaren. Zo ervaart bij TeleConsultatiede patiënt het voordeel van zeer snellefeedback in plaats van wachttijden, de huisartshet voordeel van het leereffect, de medischspecialist het voordeel van plezier in het werken het ziekenhuis waar de medisch specialistwerk het voordeel van adherentie vergroting en-versterking.Bij een bewezen dienst is het de verantwoordelijkheidvan de zorgverzekeraars omook daadwerkelijk en krachtig in te kopen.Hiervoor moeten de zorgverzekeraars echtekeuzes maken die substitutie van bestaandezorg teweeg brengt. Op macro niveau kan eenzorgverzekeraar ervoor kiezen om de jaarlijkse1.5% groeiruimte uitsluitend te benuttenvoor innovatieve diensten die aantoonbaarde efficiëntie van zorg verbeteren. Het is deverantwoordelijkheid van de overheid om voordeze diensten de juiste randvoorwaarden tescheppen in de vorm van wet- en regelgeving envergoeding.Integrale dienstKenmerken van eHealth diensten zijn dat dezetijd en plaats onafhankelijk aangeboden kunnenworden. Hiermee kan het zorgverleningsprocesdat voorheen op eenzelfde plaats binnen eenbeperkt tijdsbestek door één zorgverleneruitgevoerd werd nu op opgedeeld wordenin verschillende acties door onafhankelijkezorgverleners die onder supervisie van diezelfdezorgverlener niet tijd en plaats gebondenonderdelen van het proces kunnen uitvoeren.De eHealth dienst betreft een aaneenschakelingvan acties en actoren. eHealth is dus meer danICT, het is een volledige verandering van hetzorgproces en dient om deze succesvol enveilig te implementeren en op te schalen alsintegrale dienst benaderd te worden. Belangrijkis het zorgvuldig ontwerpen en definiëren vanhet medisch proces, het definiëren van allebetrokkenen (actoren) en hun rol in het procesen het beschrijven van de organisatie van dedienst in de regio.Dit wordt vertaald naar de ICT structuur,bijvoorbeeld in het gehanteerde transmuraleEPD waarbij aandacht is voor gebruikersgemak,veiligheid en aansluiting bij de regionaleof landelijke zorginfrastructuur. Daar waar


E-Health, wat is het?, pagina 54meetapparatuur onderdeel is van de dienst zaldeze goed moeten aansluiten op het EPD, enzal deze ook onderhouden moeten worden.Vervolgens is het belangrijk dat de nieuwewerkwijze stapsgewijs ingevoerd wordt; meteen sterk accent op instructie, monitoring ende aanwezigheid van een goed bereikbarehelpdesk voor de gebruikers.Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid moetgeregeld zijn voor het gehele proces en dezemoet duidelijk zijn voor alle actoren, in casu depatiënt; bijvoorbeeld met behulp van informedconsent. Voor de patiënt moet het duidelijk zijnmet wie deze de behandelrelatie heeft en totwie hij zich moet wenden in geval van vragen ofklachten.Het verdient de voorkeur dat dezelfde partijdie verantwoordelijk is voor het procesde actoren vertegenwoordigd middelstoelatingsovereenkomsten of andererechtsgeldige contracten en als zodanigdeclareert bij zorgverzekeraars, zorggroepenof zorginstellingen. Deze partij is dan ookverantwoordelijk voor het kwaliteitsbeheer en hetpubliceren van prestatie indicatoren.Health Management PracticeHet Health Management Practice model iseen vier fasen onderzoeks- en implementatiemodel dat gebaseerd is op klinischgeneesmiddelenonderzoek met dien verstandedat het sneller en flexibeler is. Uitgangspuntis om stapsgewijs met een geleidelijk groterwordende groep toekomstig gebruikers bewijste leveren dat de onderzochte dienst leidt totsneller betere zorg dichtbij de patiënt tegenlagere kosten. In Fase 1 wordt de integraledienst ontwikkeld en vertaald naar het gebruiktetransmurale EPD. Vervolgens wordt deze inFase 2 getest door vijf tot tien innovatievetoekomstige gebruikers op werkzaamheid en opgebruiksvriendelijkheid.Na goedkeuring door deze groep wordt dedienst multicenter ingezet door 50 tot 100toekomstige gebruikers en wordt onderzochthoe de dienst bijdraagt aan snellere en beterezorg dichtbij de patiënt tegen lagere kosten. Infase 1, 2 en 3 wordt gewerkt aan het opstellenvan de maatschappelijke businesscase en debusinesscase voor de stakeholders en wordencontracten gesloten met partijen die de dienstbetalen; meestal zorgverzekeraars, zorggroepenen zorginstellingen. In fase 4 wordt de dienst, diedan inmiddels vergoed wordt, breed uitgerold aldan niet met behulp van klassieke marketing- ensalestechnieken. In deze fase worden prestatieindicatoren bijgehouden en gepubliceerd.RegieVoor het ontwikkelen van eHealth dienstenmet een succesvolle businesscase voormaatschappij en stakeholders is een partij nodigdie in staat in om alle facetten van de integraledienst te ontwikkelen, implementeren en op teschalen. Tot nu toe is dat op beperkte schaalgelukt in redelijk simpele en routinematigezorgprocessen. Om de diensten daadwerkelijkop grote schaal in te zetten is vervolgens regievan zorgverzekeraars en overheid nodig.Het geheim van succesvolle implementatieen opschaling van eHealth in de Baltische


E-Health, wat is het?, pagina 55en Scandinavische staten is regelgeving envergoeding. Op het gebied van vergoeding,interoperabiliteit en stimulering van eHealthkan de overheid een prominente rol spelen.Tegelijkertijd kunnen zorgverzekeraars veel doenaan vergoeding en selectieve inkoop.In een proces waarin zoveel actoren betrokkenzijn en veel objectieve en subjectieve, financiëleen emotionele factoren een rol spelen is regievan groot belang. Het poldermodel alleen zalhier niet werken. Internationaal succesvolleinitiatieven worden gekenmerkt door deze regie.De betalers hebben in deze initiatieven eenbepalende rol in de zorgverlening alsook inde bekostiging daarvan. Dat kan zijn op zowelprivate basis zoals bij Kaiser Permanente in deVerenigde Staten als op publieke basis zoals inde Baltische en Scandinavische landen, en in deregio van Barcelona.eHealth in de toekomstWat zal de rol van eHealth zijn in 2025? Als hettempo van de komende 11 jaar gelijk is aan datvan de afgelopen 11 jaar niet zo groot. Zowelkwantitatief als kwalitatief is hetgeen er tot opheden bereikt is bescheiden. Een forse sprongvooruit houdt meer in dan denken en pratenover interoperabiliteit, het monitoren van eHealthontwikkelingen, het vertrouwen op de markt enop de veldpartijen en het enkel focussen ophet zo lang mogelijk buiten de zorg houden vanchronisch zieke ouderen.Om eHealth daadwerkelijk de groei te latendoormaken die het verdient zal daadwerkelijkwerk gemaakt moeten worden van hetherontwerpen van zorg met inzet van innovatievetechnieken, veranderde werkprocessen,onderwijs en preventie. Stapsgewijs zullennieuwe diensten geïntroduceerd, opgeschaalden vergoed moeten worden ten koste vanbestaande dure zorgprocessen. Hierbij heefthet de voorkeur om te beginnen met hetlaaghangend fruit: het uitbouwen van dienstendie zich reeds bewezen hebben en die hun wegbij een groot aantal zorgverleners en vragersgevonden hebben.eHealth zal het mogelijk maken dat regionaleziekenhuizen zich beperken tot zorg voormoeilijke, ernstige en sociaal zwakkere patiëntenin hooggespecialiseerde zorg. In tal van periferecentra in de woonwijk - huisartsenpraktijken,apothekers, opticiens, fysiotherapiepraktijkenen anderen - zal de routinematige zorg dichtbijde patiënt geleverd worden door mantelzorgersen paramedici onder regie en supervisievan de huisarts en de medisch specialist. Bijgelijkblijvende budgetten kan deze innovatieveefficiënte zorg alleen ten koste van bestaandedure zorg gerealiseerd worden.Bij afwezigheid van een flexibele en sterkdoor consumenten gedreven markt is eensterke regiefunctie vereist. Die kan vanuit decommerciële of publieke sector komen, hoewelin Nederland vanuit de Angelsaksische traditieeen publieke aansturing voor de hand ligt.


En wellicht is regie alleen niet genoeg.Zelfmanagement programma’s blijken beterte werken als richtlijnen dwingend wordenopgelegd aan de patiënt en huisarts. Indiendeze vrijblijvend worden toegepast blijkt er somsgeen of nauwelijks verbetering te zijn. Voordiabetes, COPD en vasculair risicomanagementgeldt steeds weer en in volgorde van relevantie:stoppen met roken, minder eten, meer bewegenen goede therapietrouw. Op de patiënt gerichteeHealth programma’s zullen mogelijk paseffectief zijn bij daadwerkelijk dwingendemaatregelen.


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.% 65+ 2015 - 2020 Rotterdam% 65+Hoog2015stijgend- 2020 RotterdamMidden dalendHoog StijgendHoog gelijkHoog GelijkHoog DalendHoog dalendMidden StijgendMidden stijgendMidden GelijkMidden DalendMidden gelijkLaag StijgendLaag GelijkLaag stijgendLaag gelijkLaag dalendBuurtkaart Rotterdam% 65+ 2015 - 2030 Rotterdam% 65+ Hoog 2015 stijgend - 2030 RotterdamMidden dalendHoog StijgendHoog gelijkHoog GelijkHoog DalendHoog dalendMidden StijgendMidden stijgendMidden GelijkMidden DalendMidden gelijkLaag StijgendLaag GelijkBuurtkaart RotterdamLaag stijgendLaag gelijkLaag dalend


E-HEALTHFACTS &FIGURES


E-Health facts & figures, pagina 59FACTS & FIGURESJohan Krijgsman98% van de huisartsen in Nederland houdtzijn dossier voornamelijk of uitsluitendelektronisch bij. 75% van de huisartsengebruikt telemonitoring. 12% van de huisartsenbiedt inzage in medicatie. 10% van dezorggebruikers gebruikt een apparaat of eenapp die de lichamelijke activiteit bijhoudt.3% houdt doktersbezoeken bij en 8% van dezorggebruikers houdt zelf gegevens bij overvoeding en/of dieet.Dit zijn feiten over het gebruik van eHealth inNederland zoals die zijn verwoordt in de eHealthmonitor2014. Johan Krijgsman, managermonitoring en TrendITion schetst een overzichtvan de belangrijkste feiten en sluit af met aanbevelingenvoor een werkelijk grootschaligetoepassing van eHealth.Nederland scoort in vergelijkende internationaleonderzoeken goed met eHealth. Elektronischedossiervoering en informatie-uitwisseling doorzorgverleners doen het vooral goed. Volgensde eHealth-monitor 2014 houdt in Nederlandinmiddels 98% van de huisartsen zijn dossiervoornamelijk of uitsluitend elektronisch bij. Wevinden elektronische dossiervoering inmiddelszo gewoon dat we het nauwelijks nog ‘eHealth’zouden moeten noemen.eHealth, zo blijkt ook uit andere bijdragen in ditboek, is een breed containerbegrip. eHealthtoepassingenals e-consult, online behandelingof telemonitoring zijn het meest bekenden worden het meest toegepast. Driekwartvan de huisartsen gebruikt bijvoorbeeldteledermatologie. Toch is het gebruik vaneHealth-toepassingen over de hele linie vande gezondheidszorg niet zo gunstig als bijdossiervoering, zo blijkt uit de eHealth-monitor2014.In oktober 2014 brachten Nictiz en het NIVELvoor de tweede keer de eHealth-monitor uit. DeeHealth-monitor is een nationaal doorlopendonderzoek, waarin Nictiz en het NIVEL jaarlijksde stand van zaken over eHealth in Nederlandin kaart brengen. Welke eHealth-toepassingenzijn er beschikbaar voor zorggebruikers, artsen,verpleegkundigen, verzorgendenen praktijkondersteuners en waar maken zegebruik van?Onderwerpen in de eHealth-monitorDe eHealth-monitor hanteert een brede opvattingvan eHealth. Allereerst gaat eHealth volgensde monitor om online mogelijkheden voor dezorggebruiker, bijvoorbeeld het via internetzoeken naar informatie over gezondheid, zorgen zelfzorg. Daarnaast wordt gekeken naar decontactmogelijkheden tussen zorggebruiker enzorgprofessional, zoals het online aanvragenvan een herhaalrecept bij de huisarts, envormen van online behandeling, bijvoorbeeld bijfysiotherapeut of psychiater.Verder wordt gekeken naar de langdurigezorg, zoals gebruik van toezichthoudendetechnieken en beeldbellen. Tenslotte wordtingegaan op elektronische dossiervoeringdoor zorgprofessionals en naar elektronischeinformatie-uitwisseling tussen zorgprofessionalsonderling.


E-Health facts & figures, pagina 60In dit artikel presenteren we de belangrijksteresultaten uit de eHealth-monitor 2014 in zesverschillende thema’s.Zoeken en bijhouden vangezondheidsinformatieVoor de zorggebruiker thuis zijn er veelverschillende eHealth-mogelijkheden. Daarvanwordt volgens zorggebruikers het zoekennaar informatie op internet het meest gebruikt.Ongeveer twee derde van de zorggebruikerszoekt zelf informatie over zijn of haar ziekte ofbehandeling.Mensen kunnen ook zelf gezondheidsinformatieverzamelen en bijhouden via mobiele appsof op een website. Ongeveer een tiende vande zorggebruikers gebruikte een apparaatof mobiele app die de lichamelijke activiteitbijhoudt, zoals een stappenteller. Ook ongeveereen tiende heeft zelf gezondheidswaardengemeten (zoals gewicht of bloeddruk) en diebijgehouden via een website of een app. Anderevormen van het zelf bijhouden van informatiewerden minder toegepast, zoals zelf gegevensbijhouden over doktersbezoeken of behandeling(3%), of zelf gegevens bijhouden over voedingen/of dieet (8%).Communicatie tussen zorggebruikeren zorgverlenerEen belangrijke categorie van eHealthtoepassingenis gericht op het contact tussenzorgverlener en zorggebruiker. Bij dezetoepassingen is er een duidelijk verschil tussende door artsen geboden mogelijkheden en hetgebruik ervan door zorggebruikers.Zo zegt zes op de tien huisartsen via internetherhaalrecepten aan te bieden en bijna dehelft zegt de mogelijkheid aan te bieden omeen vraag te stellen via e-mail of een website.Ook ongeveer een derde van de medischspecialisten biedt de mogelijkheid om onlinevragen te stellen en ruim een vijfde biedt demogelijkheid van online afspraken.Wat opvalt is dat ruim de helft van dezorggebruikers niet blijkt te weten of hun huisartsof medisch specialist dergelijke mogelijkhedenaanbiedt. Het gebruik ervan blijft dan ook achterbij het aanbod dat artsen melden. De meestgebruikte mogelijkheden zijn elektronischeherinneringen via sms of e-mail bij de tandarts(27% van de zorggebruikers) en herhaalreceptbij de huisarts (18% van de zorggebruikers).Overige mogelijkheden worden door minder daneen op de tien zorggebruikers gebruikt. Wel zegtzo’n twee op de vijf zorggebruikers dat wel tewillen.Als het gaat om inzage voor patiënten inhet dossier van hun zorgverlener, dan zijnde mogelijkheden nog zeer beperkt. Metuitzondering van inzage in medicatie bijde huisarts (12% van de huisartsen), zegtminder dan één tiende van de artsen onlineinzagemogelijkheden te bieden. Twee derde vande zorggebruikers weet niet of inzage mogelijk isbij hun huisarts, maar ongeveer de helft van dezorggebruikers zou dit wel willen. Op het gebiedvan online dossierinzage is dus nog een wereldte winnen.


E-Health facts & figures, pagina 61Online behandelingSommige eHealth-toepassingen ondersteunenvormen van online behandeling. Een belangrijkvoorbeeld is telemonitoring. Zowel artsenals verpleegkundigen zetten dit in om degezondheid van chronisch zieken op afstandin de gaten te houden, op basis van door depatiënt gemeten gezondheidswaarden.Huisartsen zetten telemonitoring vooral in bijpatiënten met diabetes (15% van de huisartsen)en in mindere mate bij patiënten met hartfalenof COPD. Ook onder medisch specialisten komttelemonitoring het meest voor bij patiënten metdiabetes. Van de verpleegkundigen zegt éénvijfde dat telemonitoring door henzelf of binnenhun instelling wordt toegepast.In de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)komen diverse vormen van online behandelingvoor. Bij twee vijfde van de psychiaters is hetmogelijk via internet een vraag te stellen overpsychische problemen. Daarnaast zegt ruiméén vijfde dat patiënten een psychologischezelftest kunnen doen of een behandeling incombinatie met offline face-to-face contacten.Andere mogelijkheden, zoals behandelingzonder combinatie offline face-to-face contacten,worden door minder psychiaters geboden. Vande zorggebruikers heeft iets minder dan ééntiende een psychologische zelftest gedaan en1% via een website (anoniem) een behandelinggevolgd voor psychologische problemen.Daarbij moet wel worden aangetekend datin het onderzoek is gekeken naar een groepzorggebruikers die een doorsnee vormt van deNederlandse bevolking. Van de zorggebruikersin het onderzoek ervoer 1% een slechtepsychische gezondheid en 6% een matigepsychische gezondheid. Online behandelingbij fysiotherapie is nog onbekend bij zes vande tien zorggebruikers die een fysiotherapeutbezochten. Het werd gebruikt door 1% vande zorggebruikers die een fysiotherapeutbezochten.Begeleiding op afstandMet name in de langdurige zorg zijn diversemogelijkheden bekend om cliënten op afstandte begeleiden. Het meest wordt gebruikgemaakt van toezichthoudende technieken,zoals bewegingsmelders of valdetectie. Vooralin de care wordt dit ingezet: toezichthoudendetechnieken worden gebruikt in de instellingvan ruim de helft van de verpleegkundigenen verzorgenden in de care. Anderetechnieken, zoals beeldbellen en de inzet vanmedicijndispensers, zijn in gebruik bij een op detien verpleegkundigen en verzorgenden in deinstelling waar zij werken.Elektronische dossiervoeringZoals gezegd is de elektronische dossiervoeringonder artsen in Nederland vergevorderd.Van de huisartsen houdt 98% en van demedisch specialisten 75% het patiëntendossiervoornamelijk of uitsluitend elektronisch bij.Verpleegkundigen in de care hebben hierbij eenachterstand op artsen. In de care houdt 31% hetdossier voornamelijk of uitsluitend elektronischbij.Contact tussen zorgverlenersOok op het gebied van elektronische informatieuitwisselingtussen zorgverleners is al veel


Bron: Nictiz 2014


E-Health facts & figures, pagina 63mogelijk, waarbij huisartsen voorop lopen.Vrijwel alle huisartsen zeggen gebruik te makenvan een systeem voor elektronische informatieuitwisselingmet apotheken, huisartsenposten,laboratoria en ziekenhuizen (84-93%).Medisch specialisten rapporteren iets mindermogelijkheden tot informatie-uitwisseling; vanhen zegt ongeveer de helft gebruik te makenvoor een systeem voor informatie-uitwisselingmet huisartsenpraktijken of laboratoria.Toch kan ook op dit gebied nog meer bereiktworden. Opmerkelijk is dat slechts één tiendevan de medisch specialisten zegt elektronischinformatie te kunnen uitwisselen met andereziekenhuizen, terwijl drie vijfde van de medischspecialisten elektronische informatie-uitwisselingmet andere ziekenhuizen wenselijk zou vinden.Uitwisselingsmogelijkheden tussen cure en carezijn ook beperkt; minder dan één tiende van deartsen gebruikt een systeem voor informatieuitwisselingmet thuiszorginstellingen ofverpleeghuizen.Wat verder opvalt bij informatie-uitwisselingtussen zorgverleners is dat artsen met namemedicatieoverzichten minder kunnen uitwisselendan gewenst. Slechts één derde van dehuisartsen zegt ontslagmedicatie van eenziekenhuis elektronisch te kunnen ontvangenen nog geen één vijfde van de specialisten kaneen actueel medicatieoverzicht ontvangen vaneen openbare apotheek, terwijl in beide gevallende meerderheid van de artsen dit wel wenselijkvindt.Een andere vorm van contact tussenzorgverleners die breed verspreid is, isteledermatologie, waarbij de huisarts een fotomaakt van een deel van de huid van de patiënten vervolgens langs elektronische weg eenadvies krijgt van een dermatoloog. Drie kwart vande huisartsen gebruikt dit. Beeldconsult tussenartsen onderling is nog geen gemeengoed. Ditis bij een vijfde van de medisch specialistenmogelijk bij contact tussen medisch specialistenin verschillende zorginstellingen.Wat kan er nog beter?Zoals blijkt uit de cijfers, is het beeld vaneHealth in Nederland gemengd. Terwijlsommige zaken al heel hard gaan, zoalsteledermatologie, komen andere zaken mindersnel tot grootschalige toepassing, zoals hetzelf online bijhouden van gegevens overdoktersbezoeken en behandeling, of onlinebehandeling bij de fysiotherapeut.Op basisvan vragenlijsten en groepsgesprekken methuisartsen, verpleegkundigen en zorggebruikershebben de onderzoekers van de eHealth-monitorenkele verbeterpunten naar voren gebracht dieals aanbevelingen in de eHealth-monitor staan.Deze worden hieronder besproken.eHealth nog niet altijd ‘plug en play’De verwachtingen van eHealth zijn bijbeleidsmakers en bestuurders vaak hoog en detechnische mogelijkheden lijken onbegrensd.Maar de praktijk op de werkvloer is weerbarstig.Verpleegkundigen merken bijvoorbeeld datnieuwe toepassingen geïntroduceerd wordenzonder voldoende technische ondersteuningen training. Ook zijn er problemen met detechniek zelf: draadloze netwerkverbindingen


E-Health facts & figures, pagina 64blijken niet overal beschikbaar, er moetinformatie worden overgetypt omdat systemenonderling geen informatie kunnen uitwisselen,computersystemen werken soms traag ofkampen met storingen, of de bediening wordt alsomslachtig ervaren. Voldoende aandacht voorde introductie van eHealth-oplossing en goedetechnische ondersteuning blijven dus belangrijk.Procesinnovatie is moeilijkVooral eHealth-toepassingen die samengaanmet veranderingen in het proces vanzorgverlening, blijken lastig in te voeren. Juistwaar het werkproces verandert met de invoeringvan eHealth, doemen voor zorgverleners in depraktijk lastige vragen op die niet altijd makkelijkvan te voren te beantwoorden zijn. Wat alse-consult leidt tot toename van e-mails die in deavond moeten worden afgehandeld? Is goedetriage nog wel mogelijk bij online afspraken?Ondanks dergelijke uitdagingen blijkenzorgprofessionals zeker niet afwijzend te staantegenover eHealth. Het besef leeft ‘dat eHealtheraan komt’ en dat ‘je ermee aan de slag moet’,maar zorgprofessionals worstelen met veelpraktische vragen over de gevolgen voor hunwerkprocessen. Ze kunnen daarbij vooral veelaan elkaar hebben. Het is daarom belangrijk omonderlinge kennisuitwisseling tussen vakgenotente blijven bevorderen, vooral op het punt vanpraktische ervaringen, tips en ‘best practices’.Soms onvoldoende meerwaardeDe eHealth-succesverhalen laten zien dat eenvoorwaarde voor het gebruik is, dat een eHealthtoepassingin een duidelijke behoefte voorziet.Een innovatie moet voldoende opleverenvoor degene die hiervoor een inspanningmoet leveren. Het blijkt moeilijk om te zorgendat elke eHealth-toepassing waar vanuitbeleidsperspectief misschien veel verwachtwordt, automatisch aan die voorwaarde voldoet.De praktijk is nu vaak dat een eHealthtoepassingaanvankelijk extra geld en/of inspanning kost en (nog) onvoldoendemeerwaarde biedt voor degene die erininvesteert, of voor de beoogde gebruikers. Somskomen de voordelen niet terecht bij diegene diede investering moet doen.De meerwaarde hoeft zeker niet alleen financieelte zijn. Als positieve effecten van het inzettenvan eHealth noemen artsen bijvoorbeeld:toegenomen gemak voor patiënten (‘verbeterenvan de toegankelijkheid van mijn praktijk’,‘patiënten vinden het prettig’), bescheidenefficiëntiewinst of een verbeterd imago (‘hetlaat zien dat we met onze tijd meegaan’). Ookgemak in het werk is bij zorgverleners eendrijfveer. Zorggebruikers blijken toepassingen tewaarderen die direct gemak opleveren, zoals hetmaken van afspraken via internet en het onlineaanvragen van herhaalrecepten.Voor een werkelijk grootschalige toepassing vaneHealth is er een goede balans nodig tussende investering (geld en tijdsinspanning) en deervaren meerwaarde (betere zorg, gemak enfinanciële vergoeding). Het is belangrijk om datvoortdurend in het oog te houden.


Bron: Nictiz 2014


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.Postcodekaart UtrechtInkomen postcodekaart Utrecht> 50.000Inkomen Postcodekaart Utrecht> 50.00043.000-50.00033.614-43.00030.000-33.614 50.00043.000 - 50.000Inkomen CBS Buurtkaart Utrecht> 50.00033.614 - 43.00043.000-50.00033.614-43.00030.000 - 33.61430.000-33.614


DEBUSINESSCASE


De business case, pagina 68DE BUSINESSCASE VANEHEALTH EN BLENDED CAREJan Willem Faessen csBusinesscase blended ehealth bestaat …maar niet voor een zorginstelling alleen! Hetis tijd voor waardecreatie rond gezond leven!Om deze boude stelling te onderbouwen, ishet goed termen en elementen toe te lichtenvanuit het perspectief van de Nederlandsezorg anno 2014. Ondanks het feit dat veleonderzoeken hebben aangetoond dat blendedcare een groot positief effect heeft op zowelde geleverde zorg, de werkbeleving van deprofessional als de kwaliteit van leven van de“zorg”-consument, slagen we er niet in breedgebruik te realiseren.De huidige aansturing van, en sentimenten in, dezorgsector zijn gericht op macro-economischekostenbesparingen. Vanuit het perspectief vande zorginstellingen en -professionals, zijn detoekomstige “revenuen” van de door hen uit tevoeren en bekostigen innovaties al weggenomenin taakstellende omzet-beperkingen. Je kan datverliesfinanciering noemen.Een businesscase is een projectmanagement-term waarin de zakelijke afweging om een project of taak te beginnenbeschreven wordt. In de businesscase worden de kosten tegen de baten afgewogen, rekening houdend met derisico's. Vaak wordt aan de hand van de businesscase besloten om wel of niet te starten en/of verder te gaan meteen project. http://nl.wikipedia.org/wiki/BusinesscaseHet effect is dat er op dit moment een all-time van de huidige bedrijfsvoering. Bekeken in hetlow in vertrouwen en werksatisfactie in de gehele model van VKA wordt de implementatie vansector is. Zowel patiënt als professional zijn het eHealth daardoor op dit moment vooral gezienzat en gestrest.als onderhoudsproject en niet als een waardecreërende strategie.Businesscase zorg-organisatie: nietinvesteren!Als dan ook nog toekomstige besparingen vanuitUit deze definitie valt direct op te maken wat de overheid worden “genomen” als taakstellendede problemen zijn. De keuze om als organisatie bezuiniging, resteert de organisatie slechts deblended healthcare aan te gaan bieden, is afbouw van eigen vermogen. Geen aanlokkelijkmeer dan een project: een nieuwe zorgvisie zakelijke afweging om te investeren. We kunnenmet nieuwe producten en diensten, procesveranderingenen ICT-, informatiserings- en organisatie op zich zelf overlaten. Blijkbaar isde implementatie van eHealth dus niet aan eenopleidingsvraagstukken. De organisatie zelf kan de instelling onderdeel van een waardecreatienauwelijks waarde, prijs en resulterende baten systeem. De instelling wordt daarin steeds meervan blended healthcare voor de consument gezien als een post met (te) hoge kosten enbepalen of beïnvloeden. Daarom worden leverancier van een zorg proces dat efficiënterde investeringen meestal afgezet tegen de en effectiever kan. Echter komt deze druk vanmogelijke kostenbesparingen ten opzichte buiten en niet van binnen de organisatie.


De business case, pagina 69ConcurrentievoordeelLAAG HOOGPOTENTIEONDERHOUDSTRATEGISCHBEDRIJFS-KRITISCHLAAGHOOGNoodzaak


De business case, pagina 70Maatschappelijke businesscase:iemand anders laten investeren!Als kosten en baten niet binnen eenorganisatie(deel) vallen, is het nuttig beter zichtte ontwikkelen op de gezamenlijke toegevoegdewaarde van de geleverde zorg over deverschillende organisaties heen. Hiervoor is demaatschappelijke businesscase ontwikkeld:inzicht in nut en noodzaak van zorginnovaties- zowel zakelijk als immaterieel - voor demaatschappij in zijn geheel.Een maatschappelijke Business Case (mBC) iseen gestructureerde kosten-baten afweging vaneen nieuwe organisatie(vorm) of nieuw project.In een mBC komen het economische én hetmaatschappelijke nut samen. Het is eigenlijkeen mix van de traditionele zakelijke businesscase methode met moderne marketingtechnieken,businessmodelling en het berekenen vanpublieke waarde via Social Return onInvestment (SROI). http://www.invoorzorg.nl/ivz/informatie-wat-is-een-maatschappelijke-business-case.htmlBestaande MBC’s en SROI-berekeningen makenreeds langere tijd helder dat blended healthcare(bijvoorbeeld in de verschijningsvorm “zorg opafstand”) aantrekkelijke resultaten oplevert. Eenaanlokkelijke maatschappelijke afweging, zelfszakelijk. Toch is het nog niet duidelijk wie indeze gezamenlijke “winst” wil en kan investeren.Vanuit het Nictiz zijn verschillende initiatievenonderzocht en verwerkt in een mBC modelvoor consortia. Hoe kosten en opbrengstenin de keten worden verdeeld blijkt daarbij desleutel. Als de kosten en opbrengsten inzichtelijkworden gemaakt en goed verdeeld worden, danis opschalen mogelijk. Als dat niet gebeurt, isdat de belangrijkste reden waarom opschalingonmogelijk is.Businesscase zorgverzekeraars:niet “mogen” investeren !Zo lang het leveren van zorg nog als eenmaatschappelijke kostenpost wordt gezien, isde taak van de zorgverzekeraar gericht op hetbeperken van de “schade”. Nu, maar vooralook in de toekomst. De ontwikkelingen in dedemografie stellen steeds grotere eisen enuitdagingen.Geen specifieke definitie voor handen. Voor dezorgverzekeraar gaat het er om de integraleschadelast per concreet ziektebeeld tebeperken bij een optimale duurzame zorguitkomst.Daarnaast streeft de verzekeraarnaar de juiste balans tussen premiehoogte,totale kosten en “eigen verantwoordelijkheid”van de premiebetaler.Vanuit deze missie heeft de zorgverzekeraarnog de beste businesscase voor blendedeHealth. Door haar leden preventief en (psycho)educatief te helpen gezond te blijven, creërenzij zicht op afnemende schadelasten in detoekomst. Een dergelijke “businesscase” dientechter nauwgezet per ziektebeeld en doelgroepte worden opgezet. Hier speelt echter ook hetfeit dat kostenbesparing in deze businesscase,winstmaximalisatie voor de verzekeraar is.Daarmee is het voordeel voor de eindgebruikeren de afname van de maatschappelijke kostenvoor de zorg een tweede orde effect.De verzekeraar bepaalt hoeveel daarvan ookzichtbaar wordt. Het eerste orde effect van


De business case, pagina 71bezuinigingen in de zorg zijn toenemendewinsten van de verzekeraars. Mogelijk moeter een debat komen over de maximale winstvan organisaties die een dergelijke belangrijkemaatschappelijke functie vervullen. Alsvoorbeeld: “De huidige obesitasbehandelingbij de jeugd heeft zonder nazorg geen of zelfsnegatieve gezondheidseffecten!” De huidigevergoeding van interventies zonder geleverdenazorg zijn daarmee strijdig met het beoogderesultaat en de maatschappelijke businesscase.Het ontwikkelen, investeren en leveren vandergelijke (online) zorg wordt echter doorverzekeraars en zeker door de zorgmarkt nietgezien als het domein van de verzekering.Vele goede initiatieven zijn gesneuveld op deuitblijvende “adoptie” in het “veld”. “Not inventedhere”. Hands off my patient(data)!Businesscase VWS: veld moetinvesteren, “omzet” moet omlaag!De landelijke overheid laat zorg, zorginnovatieen -organisatie aan het veld en rekent opverzekeraars (ZN), patiënten (NPCF) enprofessionals (KNMG) voor het realiserenvan zuinige en zinnige zorg. Middels de NIAworden partijen gestimuleerd en aangestuurd.De businesscase voor de overheid ligt in hetterugdringen van de integrale zorgkosten perburger. Die liggen nu rond de 8.000 Euro perjaar. Opvallend aan deze situatie is dat dediscussie over kosten en investeringen wordtgevoerd door leveranciers (ICT, consultants,etc.) en organisaties (bestuurders), al danniet in overleg met de verzekeraars, terwijl dezorgvernieuwing gezocht wordt bij patiënten enprofessionals.Geen definitie voor handen. Inzet van delandelijke overheid richt zich momenteel vooralop de beperking van de totale maatschappelijkekosten gerelateerd aan zorg, in relatie totde werkgelegenheid en de inzetbaarheid enmobiliteit van de burger.Over patiënt en professional,zelden met en door …In de maatschappelijke businesscase-opzetwordt nadrukkelijk gewezen op de centrale rolvan beide gebruikersgroepen. Goede initiatievenop dat vlak zoals Parkinsonnet, Psychosenet,netwerk autisme etc. hebben echter slechtzicht op duurzame financiering en dragendeondernemers.Langzaam maar zeker ontstaat er ruimtewaarbij de patiënt wordt betrokken in deuitvoering van een maatschappelijk nuttige ofzelfs bedrijfseconomische functie. Door metpatiënten initiatieven op te zetten ontstaat directwaardecreatie, maar ontstaat ook betrokkenheidvan de patiënt in het maatschappelijk verkeer.Waar oud denken praat over activeren van depatiënt, is in het nieuwe model participatie hetuitgangspunt. De patiënt doet direct ook mee alsuitvoerder van een primair proces. In de GGZ isde uitstroom van cliënten dan direct een feit.Een voorbeeld is de ICT Academie Nederland:daar wordt getracht om van de nood een deugdte maken. Door de WMO is er geen ruimte meervoor dagbesteding. Echter werd en wordt daarvaak nuttig werk gedaan. Door deze inspanningte bundelen en om te zetten in gewaardeerdwerk, ontstaat een professionele dienstverlener


De business case, pagina 72in de ICT branche. Het kan dus wel, maar hetvraagt lef en inspanning van ondernemendemensen.Greenfield ondernemers en challengers:killen of helpen!?Het programma “In voor zorg” pleit voor eengreenfield-implementatie. Gelukkig zijn er eenaantal challengers op ondernemersniveaudie nieuwe zorg ontwikkelen en willen leverenzoals buurtzorg, opvoedpoli etc. De “markt”staat echter op een kantelpunt, waarbij het nietduidelijk is of het huidige “systeem” in staat is/ toestaat dat deze challengers daadwerkelijkduurzaam doorbreken. Hieronder geeft Joepde Groot van CbusineZ een aantal praktischehandvatten om dit te verbeteren.Er is geen businesscase voor eHealth!Een beetje provocerende zin om het hoofdstukover de ‘businesscase’ mee te beginnen. Wijbedoelen er ook zeker niet mee dat eHealthgeen zin heeft of niet rendabel zou zijn. Wij willener alleen maar meer zeggen dat ‘eHealth’ als eensoort tool geen businesscase heeft.De toepassing van eHealth in een nieuwe,efficiënter proces of een nieuw product (bvtherapietrouw): dat heeft een businesscase. Wekunnen met elkaar bekijken of de behandelingvan diabetes met eHealth goedkoper wordten we kunnen bepalen of een behandelingvoor patiënten met autisme met behulp vaneen serious game effectiever wordt. Maar hetgaat dan om de behandeling waarbij eHealthfaciliterend is. Zo’n behandeling heeft duseen uitkomst en brengt kosten bij elkaar. Diekunnen we dan ook vergelijken met de huidigestandaard. Het gaat ons niet om een semantischverschil. De business case wordt bepaald doorde behandeling die wordt gefaciliteerd meteHealth. eHealth an sich is niet goedkoop ofduur.. het is gewoon een tool. Focus dus op detoepassing. Dit vereist, naast het opzetten vande eHealth ook inbedding in een behandeling.We zien bij de businesscases rondom eHealthbehandelingen een aantal Do-Don’ts die wegraag met jullie delen.Ga de diepte in; Blijf niet hangen inalgemeenhedenEen business case laat zien hoe de kosten enopbrengsten zijn van de nieuwe situatie en hoedeze afsteekt tegen de huidige situatie. Ditkun je alleen laten zien als je de diepte ingaatmet je argumenten en berekeningen. Eenalgemeenheid als ‘met preventie bespaar jegeld’ mag dan door een groep mensen gedeeldworden, maar is geen sterke basis voor eenbusiness case. Diep het uit. In dit voorbeeld kunje laten zien welke aandoeningen of bezoekenniet meer voorkomen. Als je het niet weet: zoekhet dan dieper uit. Als het lastig uit te zoeken is:mooi, want dan heb je een interessant terrein tepakken. Hoe lastig ook, het mag geen argumentzijn om maar in algemeenheden te blijvenhangen.Bepaal wie wat gaat betalen en besparen; “deBV Nederland” overtuigt nietDe zorg is een complex speelveld met veelactoren met beperkt gelijkgeschakelde (vaaktegenstrijdige) belangen. In je businesscasemoet je hier dan ook terdege van bewust zijn en


De business case, pagina 73dit voor iedere groep uitrekenen. Per groep moetduidelijk zijn wat ze gaan betalen (investeren/operationeel) en wat ze gaan besparen. Een‘simpel’ voorbeeld: de introductie van eHealthgefaciliteerde processen voor hartfalen in hetziekenhuis.De pilot liet duidelijk zien: hogerepatiënttevredenheid, goede medischeuitkomsten en veel minder professional tijdnodig. Maar voor de businesscase is het vanbelang om te kijken naar de verschillendebelangengroepen: de effecten vallen zowelbij het ziekenhuis, de cardiologen als bij dezorgverzekeraars. Het kan zomaar zijn dat hetbetekent: minder kosten voor het ziekenhuis,lagere omzet voor de cardiologen en lagerekosten voor de verzekeraars. Toch een lastigecase om op te schalen... Het is dus belangrijk omde effecten voor alle belangengroepen in beeldte brengen en te bekijken hoe deze positief tekrijgen zijn.Kijk ook goed of het geld echt bespaard kanworden. Teveel businesscases hebben alseffect dat de kosten per eenheid gaat dalen,maar dat de totale kosten gaan stijgen. Dat kannatuurlijk niet de bedoeling zijn. Maar al te vaakzijn de besparingen te klein waardoor er geenechte besparingen zijn, maar slechts beperktecapaciteitseffecten of hebben de auteurs devaste kosten wel erg variabel geïnterpreteerd.Ga uit van het potentieel, maar bouwfasering in; Geen Icarus planningAls we nog even teruggaan naar ‘eHealth heeftgeen businesscase, de behandeling/productheeft er een’, dan is het erg belangrijk dat delat hoog gelegd wordt. Maar al te vaak zien wedat mensen eHealth toevoegen aan hun proces,maar niets afbouwen. eHealth komt er dan, zowelbehandel- als kostentechnisch bovenop, engeen wonder dat het duurder wordt. Begin methet definiëren van het potentieel van een proces/product dat maximaal gefaciliteerd is dooreHealth.Een mooi voorbeeld waren twee uitwerkingenrondom het behandelproces van patiënten metautisme via een Serious Game. De ene groeppakte het huidige behandelproces, voegde degame toe en sneed op een paar plekken ietsweg. Het resultaat: het nieuwe proces kwam bijlange na niet uit. De andere groep gebruikte deserious game als facilitator van zelfredzaamheid.Ze voegden er groepsbijeenkomsten enondersteuning aan toe. Het resultaat: eencompleet cliëntgericht proces binnen allebudgettaire kaders. Het bereiken van zo’nverbetering van het zorgproces gaat echternooit van de ene op de andere dag. Houd in jebusiness case rekening met een fasering. Er zalsprake zijn van een leercurve, en waarschijnlijktrager dan gewild. Als er geen rekening wordtgehouden met gefaseerde opschaling is er nietalleen een financieel probleem, maar wordt in decase vergeten rekening te houden met mensenen middelen die eenvoudigweg nodig zijn omopschaling te bereiken. Mensen overtuigen vaneen businesscase is mooi, maar het gaat om hetbereiken van de voorspelde effecten.


De business case, pagina 74Co-creatie met lokale overheden en/ofverzekeraars?Met de komende kantelingen in definancieringsstructuren, zal moeten blijken ofzorgvernieuwers de juiste gesprekpartnerskunnen vinden, binden en boeien om integralezorg mogelijk te maken. Initiatieven bij hetin kaart brengen van de benodigde engezamenlijke toegevoegde waarde vallenin de windstilte van de contractering. Veeltraditionele organisaties hebben zicht nochzekerheid op continuïteit: dat is geen klimaatvoor investeringen. Zorg-mix: Weten we waarom?Instellingen zijn gewend om zorg, waar marge opzit, te verlenen om zorg, waar die niet op zit, meete financieren. Nu haalt de overheid de onderstelaag weg en de zorg die geld opleverde wordt nuniet meer ingekocht. Het gevolg is dat de massawinstgevende zorg verdwijnt en de instellingen teduur zijn in de complexe zorg. Hoe rijk sommigeinstellingen ook zijn geworden, de spaarpot zalsnel leger worden. Wie arm aan deze wedstrijdbegint zal snel van het speelveld verdwijnen.De derde weg voor duurzame zuinigeen zinnige zorg: professionele productontwikkeling,landelijke ondersteuning,wijkgebonden activeringTerugkomend op de casus obesitas bij kinderen:hoe nuttig zou het zijn als alle kinderen enouders in Nederland direct en gratis toegangzouden hebben op een ervaar- en leeromgevingover de risico’s van obesitas. Voor diekinderen en ouders die daarbij te laat komenof (professionele) hulp nodig hebben om hetprobleem te (h)erkennen en aanpakken zijnadequate signaleringsmogelijkheden aanwezig,direct in de buurt.Deze (zorg)professionals maken allen gebruikvan de aanwezige, bewezen effectieve engemakkelijk te gebruiken online oplossingen.Niet een enkele oplossing van een monopolist,wel een overzichtelijk en zakelijke aanbod opgezamenlijke infrastructuur. De professionalskrijgen hun toegevoegde waarde vergoed oplokaal niveau door/via gemeenten/verzekeraars,op het moment dat het een ieder duidelijken verifieerbaar is dat de geboden hulpdaadwerkelijk en duurzaam bijdraagt aande “businesscase”. Het niet inzetten van denoodzakelijke terugvalpreventie is dan geenoptie. Het wel inzetten van terugvalpreventie isechter ook geen enkele moeite.Voor een dergelijk droomscenario blijkt veelnoodzakelijk:• landelijke regie, communicatie enwaardecreatie per ziektebeeld;• “centrale” product- en zorgontwikkeling door(vak)topspecialisten in samenwerking metprofessionals en patiënten(verenigingen);• landelijke “zorgstandaard” en online supportoplossing(franchise);• lokale (wijk gebonden) bekostiging,contractering, inzet en activering.Voor de benodigde waardecreatie, -verdeling en-afstemming tussen alle bekende en genoemdestakeholders: patiënt, familie, professionals,(zorg/welzijn)organisaties, koepels, gemeenten,verzekeraars en landelijke overheid is arenamanagementniet afdoende.Succes begint bij een herkenbaar, betrouwbaar,aanraakbaar, inhoudelijk gedreven specialist als


Bron: Nictiz 2014


De business case, pagina 76boegbeeld. Iedere ziekte verdient een Zorg Held.Een duurzaam betrouwbaar investeringsklimaatvoor de nieuwe zorg-ondernemers achter dezorg-held is de volgende succesfactor. Eengoed en uitvoerbaar groei- en opschaalmodelvoor nieuwe zorghelden zorgt uiteindelijkvoor de realisatie van de maatschappelijkedoelstellingen.Arena-management: we definiëren probleemen omvang, selecteren de belangrijkstestakeholders en geven hen beperkte tijd en“motivatie” van buiten om het probleem onderelkaar op te lossen. Vrij naar Campus MaximusRome.ConclusieIn de zorg is inderdaad een maatschappelijkebusinesscase te ontwikkelen, voor iederconcreet ziektebeeld. Hierbij wordt een concretezorgvisie onder andere met de inzet van onlinemiddelen toegepast, om duurzame gezondheidte bevorderen. Dit resulteert in optimalemaatschappelijke inzetbaarheid tegen minimaleintegrale kosten.De business case van blended care alsstandaard business case is tot nu toe vooral eenkostenbesparende business-case-benaderinggeweest. We zullen deze benadering moetenverlaten omdat hij te beperkt is, opschalenvan goede initiatieven in de weg staat en demogelijkheid van weerstand en sabotage dooroude belanghebbers in de weg staat.De winnende business case gaat uit vanwaardecreatie in de totale zorgketen. Dat wilzeggen dat de winnende business case voorde zorg er één is waarbij de waarde en deverandering wordt bezien over de gehele keten.In een gezonde keten gaat het om waardecreatievoor de afnemer/betaler. Bij het veranderen vande keten moet ook de mogelijkheid bestaan datschakels in de keten verdwijnen.De businesscase maakt ruimte voor het opeen nette manier laten verdwijnen van dieschakels om een gezonde keten over te houden.Denken in waardecreatie in de keten zorgt ervoor dat opschalen per definitie lukt omdathet een uitgangspunt was en dat weerstandverdwijnt omdat deze eenvoudig weg uit deketen wordt verwijderd. Deze verandering isdus fundamenteel en waarschijnlijk zal de zorgzichzelf opnieuw uit moeten vinden. In datproces van heruitvinden is het maar de vraag ofalle bestaande spelers ook mee kunnen naar detoekomst. Er zal veel energie en geld verlorengaan in de echte omvorming. Als we het goeddoen kunnen we de schade beperken en dereserves van de instellingen gebruiken om ietsgoeds te doen en goede dingen te investerendie de toets van de toekomst kunnen doorstaan.


De business case, pagina 77EHEALTH: ZORG,GEZONDHEID OF WELZIJN?Paul ReijnEr wordt tegenwoordig veel over eHealthgeschreven, zo ook in dit boek. eHealth zoudan helpen om de zorg betaalbaar te houdenen ook de kwaliteit van de zorg te verbeteren.Als we echter teruggaan naar de basicsdan betekent eHealth geen “eZorg”, maar“eGezondheid” en als we gezondheid breedopvatten zelfs “eWelzijn”: hoe is eHealthin te zetten om mensen langer gezond tehouden zodat juist minder zorg nodig is?Naast de vele bijdragen over “eZorg” daaromhier dit andere – aanvullende – perspectief,dat overigens wel degelijk ook in anderebijdragen aan de orde komt.Over eHealth wordt vaak geschreven datalles er al is en dat het nu tijd wordt voor deimplementatie. Grotere organisaties, zoalsgrotere gemeenten, zouden hierbij dan hetvoortouw moeten nemen. Het is sterk de vraagof deze benadering nog past in de huidige tijd:gaat het niet meer om creativiteit en bottom-upbetrokkenheid, om de organisatie van de burger?Zou het juist niet verstandig zijn als de overheidzich wat meer terug zou trekken en groteorganisaties zich anders zouden organiserenin kleine zelfsturende eenheden? In welke matedraagt eHealth aan deze beweging bij of lopenwe het risico dat eHealth weer een grootschaligmislukt “automatiseringsproject” wordt?Historisch perspectief vanhet ouder wordenHet is goed gezondheid en zorg in een historischperspectief te plaatsen. Drees zorgde ervoordat mensen aan het eind van hun leven delaatste jaren onbezorgd van hun oude dagkonden genieten. Mensen werkten toenvaak van hun 15e tot hun 65e in vaak zwareomstandigheden en werden dan ook niet ouderdan 70 jaar. Voor deze laatste 5 jaar werden ookverzorgingstehuizen opgericht, waarvan geziende beperkte groep ouderen naar verwachtingook beperkt gebruik gemaakt zou gaan worden.Hoe anders is de situatie in 2014: pas sinds kortwerken mensen weer tot hun 65e jaar of langer,tot voor kort was de VUT min of meer de norm.Gelijktijdig worden mensen steeds ouder en isde gemiddelde levensverwachting voor kinderendie nu geboren worden gestegen tot boven de80 jaar. Sommige mensen overlijden helaas jong,maar mensen die nu 70 zijn hebben gemiddeldnog 16 jaar te leven en worden dus gemiddeldmaar liefst 86! Deze leeftijd gaat de komendejaren verder stijgen, waardoor de gemiddeldelevensverwachting naar 90 jaar en hoger zalgaan.Waarom worden we zo oud? Omdat mensensteeds gezonder zijn en omdat ziekten steedsbeter kunnen worden bestreden en behandeld.Wat vroeger dodelijke ziekten waren, metals bekendste voorbeeld aids, zijn inmiddelschronische ziekten. En sommige chronischeziekten kunnen nu worden genezen,voorkomenen/of uitgesteld door de juiste leefstijl. AlseHealth hieraan een bijdrage zou kunnenleveren leidt dit uiteraard tot lagere kosten,maar bovenal tot een betere gezondheid. Hierbijmoeten we niet alleen denken aan somatischeaandoeningen, maar ook aan psychische: angsten eenzaamheid zijn belangrijke bedreigingen


De business case, pagina 78voor het welbevinden en daarmee de zorgkostenen het zorggebruik.De infrastructuur is beschikbaarAls met eHealth mensen, geholpen door hunomgeving, langer thuis kunnen blijven wonen,is dit zowel goed voor deze mensen zelf alsvoor de ontwikkeling van de zorgkosten in meeralgemene zin. Dit is inmiddels zoals bekendook rijksbeleid. De vraag is welke specifiekebijdragen eHealth hieraan zou kunnen leveren.Vraag is ook in welke mate mensen zelf in staatzijn voor zichzelf, hun gezondheid en welzijn tezorgen, al dan niet samen met hun omgeving.Kern wordt dan de zelfstandigheid van burgersom met elkaar oud te worden door elkaarte helpen en minder eenzaam en angstig tehoeven zijn. En in breder perspectief (niet alleenvoor ouderen), een leefstijl die de gezondheidbevordert. Vraag is hoe eHealth toepassingen bijdeze opgave kunnen helpen.De Romeinen kenden al brood en spelen,eigenlijk is er niets veranderd. In een wijk alsFeijenoord in Rotterdam is bij de bevolkingmet een lage Sociaal Economische Statushet speerpunt om obesitas te voorkomen omzodoende diabetes te vermijden. Dit begint alop jonge leeftijd: kinderen krijgen op school lesin voedsel, eten en bewegen. Hoe kan eHealthdit proces verder versterken? In een bijeenkomstmet de zorgverleners in Feijenoord was eenbelangrijke constatering dat de infrastructuurer al is: elke bewoner van Feijenoord, jong ofoud, heeft inmiddels een smartphone. In eenonderzoek in Nieuwegein is geconstateerd datzorgverleners en mantelzorgers dachten datde ouderen dit soort hulpmiddelen niet zoudengebruiken en ook niet zouden willen gebruiken,terwijl de ouderen zelf hier al lang overbeschikten.Hoe kunnen we deze infrastructuur inzetten? Ofis de vraag meer hoe de bewoners zelf dezeinfrastructuur in kunnen zetten en hoe overheid,zorgverzekeraars en zorgverleners dit kunnenstimuleren? Moeten we dan denken in de oudezorgtermen of moeten we zoals in Feijenoordjuist starten bij het onderwijs? We moetenook niet vergeten dat veel zorgmedewerkers,zeker in de care, relatief laag opgeleid zijnen dat veel oudere allochtonen van de 1egeneratie in achterstandswijken juist groteregezondheidsproblemen en lager opgeleid zijndan de 2e generatie. Maar ook hier kan hetonderwijs helpen: jongere MBO studenten vanallochtone afkomst kunnen in de wijk hun vaders,moeders, opa’s en oma’s helpen met de nieuwetechnologie. Opvallend is hoeveel jongerenvanuit bijvoorbeeld creatieve beroepen ofhogescholen nieuwe initiatieven nemen met vaakeen totaal nieuwe blik op gezondheid en zorg.Duizend bloemen bloeienof behoefte aan regie?Is er een rode draad te ontdekken in devele initiatieven? Sociale media (of virtueleontmoeting) is een van de kernbegrippen,marktplaats een ander: hoe vinden mensenelkaar om hulp te vragen of te geven? Burgerslijken elkaar heel goed te kunnen vinden, zoalsblijkt uit sites/toepassingen als marktplaats,dating-sites, twitter etc. Waar er ook maar ietsgebeurt, iedereen is snel op de hoogte. Hetbedrijfsleven probeert grip op deze dynamiek


De business case, pagina 79te krijgen met Big Data. Kunnen deze innovatiesook bijdragen aan welzijn, gezondheid en zorg,hoe zou dat gestimuleerd kunnen worden?Het centraal stellen van de burger en de burgerde digitale wijkmarktplaats te laten voeden enonderling te laten communiceren is een mooiideaal, maar wat is de manier om zo ver tekomen. Er zijn initiatieven waarbij een dergelijkedigitale marktplaats mede functioneert omdatvoor diensten via een eigen betaalmiddelkan worden betaald. Zo is in Feijenoord de“Zuiderling” geïntroduceerd, waarmee dienstenonderling kunnen worden verrekend. Hierinzouden gemeenten, thuiszorgorganisaties ende eerstelijnsgezondheidszorg in de wijk primaeen rol kunnen vervullen, door bijvoorbeeldde website ook zelf te gebruiken en teondersteunen. Maar in de praktijk lijkt dit nogniet eenvoudig. Bovendien vraagt dit dan vanpartijen geen eigen één op één communicatiemet de burger, maar participatie in een sociaalnetwerk. Dit sociale netwerk is ook breder dande zorg: voor de hand liggende andere partijenzijn scholen, verenigingen en instellingen,detailhandel en andere partijen actief in debuurt. Kunst is dan wel te zorgen dat de burgerde website als marktplaats en voor onderlingecommunicatie blijft gebruiken.Netwerken als oplossingDe uitdaging voor de komende jaren is om eenverdergaande integratie van welzijn, wonenen zorg te bewerkstelligen, waarbij burgers enpartijen samen hun verantwoordelijkheid willenen kunnen nemen. Hiermee bestaat natuurlijkal de nodige ervaring op deelterreinen, maarverdergaande integratie is het belangrijksteaandachtspunt. Dit betekent misschien wel inde laatste plaats de klassieke integratie vansystemen, waar juist in de vorige eeuw veeltijd en moeite is gaan zitten. In het big datatijdperk vormt het gebruik maken van data uitverschillende organisaties niet het probleem,hiervoor zijn inmiddels effectieve oplossingenbeschikbaar. Knelpunt hierbij is hierbij wel detoepassing en in het bijzonder de wil cq onwil ominformatie te delen. De gedachte dat delen eentoegevoegde waarde biedt en niet het weggevenvan een strategische voorsprong speelt daarbijuiteraard mee.Vaak is het samenwerken van burgers enorganisaties op gelijkwaardige basis daarmeede uitdaging. Vraag is hoe dat te faciliterenvanuit grotere organisaties, die vaak van oudshereen paternalistische houding hebben naar huncliënten en medewerkers. Logisch ook gezien deoude verschillen in kennis en vaardigheden. Inde tijd van Drees was ook nog maar 10% van debevolking hoog opgeleid, inmiddels is dit 50% ofmeer. Een groot deel van de nog lager opgeleideouderen heeft nu ook hoger opgeleide kinderenen dit gaat ook op in onze “achterstandswijken”:bij gamen en cultuur en afgeleid bijbehorendtechnologiegebruik vormen culturele groepenvaak juist de voorhoede, die we ook als zodanigzouden moeten willen en ook kunnen inzetten.Stimuleren van netwerken de uitdaging?De vraag is hoe we deze netwerken kunnenstimuleren. Eerste vereiste is daarbij eenbrede blik: het gaat niet alleen om zorg enook niet alleen om wonen of welzijn, maar omde combinatie. Hoe meer er in de wijk samengebeurt, hoe groter de kans dat mensen voorelkaar kunnen zorgen en niet vereenzamen.


Vraag is hoeveel functionerende wijkwebsitesbestaan, waarin burgers, lokale bedrijvenen organisaties, onderwijs en zorg samenfunctioneren. Deze bloeiende bloemen zoudengoed in de etalage moeten worden gezet zodatpartijen hiervan iets kunnen leren.partijen kunnen deze wijknetwerkenondersteunen door de technische infrastructuurte bieden, waarbij het de kunst is om juisthet lokale gebruik vanuit de burger teondersteunen. Dit vraagt meer een webmasterals welzijnswerker dan de klassieketechneut. Dit vraagt ook niet de marketing encommunicatiemedewerker die de boodschapvan de eigen organisatie uitzendt, maar eenparticipant in de lokale samenleving. Juist voorde look en feel is daarbij het bloeien van duizendbloemen essentieel: zo kan de wijk de eigenidentiteit uitstralen. Deze creativiteit is mogelijkte stimuleren via wijkprijzen, maar ook vialandelijke vergelijking van lokale initiatieven: eenbenchmark op creativiteit en inzet.Vraag is ook of grotere bestaande netwerken,waarvan er reeds een aantal in Nederlandzijn, deze functie kunnen vervullen. Ook ditvraagt netwerken: waar zijn deze voorbeeldenbekend, hoe worden ze door de consumenten de professional gewaardeerd? Hier ligtook een mogelijke rol voor consumentenen patiëntenorganisaties als ook voor deorganisaties van professionals.Vraag is ook hoe we de burgers zelf kunnenstimuleren te participeren, zoals het rijksbeleidnastreeft en haar participatiesamenleving.Naar Rotterdams allochtoon voorbeeld iswellicht het stimuleren van juist ouderen, diegenoeg tijd hebben en die we zo actief kunnenhouden, in combinatie met jongeren, die eeninbreng kunnen hebben in de techniek en hethelpen van de ouderen met die techniek desleutel. Essentieel daarbij is dan dat het leuk entechnologisch uitdagend genoeg is om beidedoelgroepen te boeien en te binden.


STAKEHOLDERSBEHOEFTE


Stakeholders behoefte, pagina 82VITALITEITSBEHOEFTENEN ZELFREDZAAMHEIDZIJN DE BASIS VOOR HOGEKWALITEIT VAN LEVEN ENDUURZAME BETAALBAREZORGDoor Steven Hanekroot met illustraties vanAntonio A-Tjak en bijdragen van Antonio A-Tjak,Bob Mulder, Heidi Evers en Pieter Baanvinger.Steven Hanekroot gaat in zijn artikel overvitaliteit en welzijn in op wat wij als mensenwillen: lekker lang en gezond leven. Het artikelis te typeren als een vertrekpunt, uiteindelijkwordt ook de koppeling met eHealth gemaakt.Wat is kwaliteit van zorg en leven en hoe isdeze te verbeteren? Als Industrial DesignEngineer wil ik deze verbeteren met socialengineering en techniek. Daarbij vraag ik meaf hoe je dan weet en meet op welke vlakkenhet beter en slechter is dan wat er was.Ethicus Hans van Dartel van het LUMC stelthierbij het volgende criterium als leidend: isde toepassing verrijkend of verarmend?In mijn dagelijkse praktijk als coördinatorinformatisering bij een zorgorganisatie zie ik datzorgtechnologie zowel verrijkend als verarmendkan werken. Zo kan een ipad verrijkend werkendoor het mogelijk maken van korte tussentijdsecontacten en zorg op afstand, en verarmendwerken wanneer digitaal contact het persoonlijkcontact verdringt. In de praktijk van dezorgverlening en innovatie daarvan is het eenlastige vraag wat nu een verrijkende toepassingis en wat een verarmende. Een zorginnovatormoet deze vraag ondubbelzinnig kunnenbeantwoorden, om te zorgen dat met innovatiehet kind niet met het badwater verloren gaat.Dat het beste behouden blijft, de verbeteringenaantoonbaar zijn en de te verbeteren puntenduidelijk worden.Als ingenieur heb ik geleerd om innovatieste baseren en toetsen op wetenschappelijkbewezen principes. Bij onderzoek naar degebruikte principes in de zorg, blijkt echter datdeze gebaseerd zijn op tradities, ervaringen enonderzoek naar wensen van cliënten. Hierbij kongeen bewijs gevonden worden voor een verbandtussen wensen en menselijke gezondheid.Maslow en zijn behoeftenpiramide bewezenreeds lang geleden dat wensen een slechtevoorspeller zijn van menselijk gedrag. Hetligt dus voor de hand dat ditzelfde geldt voormenselijke gezondheid.Met Delftse brutaliteit ben ik daarom zovrij geweest om zelf de werkingsprincipeste verzamelen. Er bleken vele gedegenonderzoeken te zijn op dit gebied. Alle gevondenonderzoeksresultaten zijn opgenomen, diekwamen uit degelijke, grootschalige, meermaalsgevalideerde en betrouwbare bronnen, liefst


met peer-review. Al gauw kwam er een duidelijkpatroon uit de onderzoeksresultaten naar voren.In de wetenschappelijke methode noemt mendit een theorie. Er werd niet zoals gebruikelijkvanuit een theorie naar wetenschappelijkbewijs gezocht, maar vanuit bewijs naar eenverbindende theorie. Verbazend was deeensluidendheid van het bewijs voor 10 groepenwerkingsprincipes, die samen onze gezondheidbepalen. Deze 10 principes hebben we de10 “vitaliteitsbehoeften” genoemd. Ze biedeneen objectieve toetssteen en basis voor destructurele verbetering van zorg en kwaliteitvan leven. De wetenschappelijke principes diezorginnovators nodig hebben om de zorg kunnenverbeteren als ingenieurs. Om vele opmerkelijkeontwerpresultaten bereiken, zoals we die kennenvan kunstharten, nierdialyse, stamceltherapie,luchtvaart en autorijden. Teams vanzorginnovatie-ingenieurs en zorgprofessionalszijn daarom de aangewezen personen om dit tedoen.10 Vitaliteitsbehoeften geven eenobjectieve toetssteen voor de kwaliteitvan leven en zorgIllustraties door Antonio A-tjakDe kwaliteit van leven en zorg verbetert,door aandacht te besteden aan zowel de 2basisbehoeften Lichamelijke gezondheid enGezonde omgeving, als aan 8 persoonlijkeen sociale behoeften. De vitaliteitsbehoeftenhebben allen zowel individueel als sameneen grote impact op onze gezondheid enzorgvraag. Gezonde mensen vervullen hunvitaliteitsbehoeften grotendeels vanzelf.Zelfs bij hen is verbetering vaak mogelijk,met een gezondere conditie en hogerwelzijn als resultaat. Bij het intreden vangezondheidsbeperkingen zien we vaak eenkettingreactie van achteruitgang op meerderevitaliteitsbehoeften. Zo wordt een vicieuzeneerwaartse spiraal ingezet, die we kennen alshospitalisering of achter de geraniums zitten.Hospitalisering en haar metgezel vereenzamingzijn belangrijke uitdagingen in de zorg. Doormensen zo goed mogelijk hun vitaliteitsbehoeftente laten vervullen en waar nodig te ondersteunen,ontstaat er een opwaartse vitaliserende spiraalen is hospitalisering snel te reduceren.Stakeholders behoefte, pagina 83Door een scan te maken van iemandsvitaliteitsbehoeften ontstaat een samenhangendbeeld over de verschillende aspecten voorverbetering en verrijking van gezondheid enwelzijn.De 10 Vitaliteitsbehoeften in vogelvlucht zijn:1. Lichamelijke gezondheid: De eerstebasisbehoefte is een goede fysiek-medischeconditie. De vele bewezen zegeningen van demedische wetenschap zijn het uitgangspuntbij onderzoek en ondersteuning.2. Een gezonde veilige omgeving. De tweedebasisbehoefte bestaat uit een gezondeomgeving. Lucht, klimaat, gebouw; eenveilige plek waar we ons prettig voelen en dieons dagelijks helpt bij het invullen van onzevitaliteitsbehoeften.3. Zingeving. Dagelijks bezig zijn met waar jegraag je bed voor uit komt, motiveert om actiefte blijven.4. Autonomie & zelfredzaamheid. Zoveel mogelijkvitale zaken zelf doen en regisseren geeftwaardigheid, kracht en zelfvertrouwen.


Stakeholders behoefte, pagina 84


Stakeholders behoefte, pagina 855. Persoonlijke ontplooiing. Dingen leren denkenen doen motiveert en geeft gezonde hersens.6. Ontspannen. Verstandig omgaan metde autonome systemen die ons lichaamreguleren; zaken als ontstressen, positievepsychologie, goed slapen en mindfulnesshebben veel invloed op onze biochemische enfysieke systemen.7. Bewegen. Natuurlijk en regelmatig bewegen inalledaagse handelingen en af en toe sportengeeft een goede doorbloeding, spierconditie,hersenconditie en energie.8. Gezond eten en drinken. Matig, verstandig,natuurlijk en suikerarm eten, zoals oa. deVoedselzandloper aanbeveelt, heeft eenpositieve invloed op alle grote ziektes en velekleine.9. Sociaal welzijn. Het er voor elkaar zijn;je familie, buren, geloofsgemeenschapen vriendengroep zorgen voor mentalesteun en diverse fysieke en biochemischegezondmakers.10. Maatschappelijke participatie. Door eengewaardeerde bijdrage te leveren aan demaatschappij, te werken, nuttig te zijn alssociaal groepsdier en voelen dat je er bijhoort zorgt voor welzijn, langer leven enwederom diverse fysieke en biochemischebeloningen.De vitaliteitsbehoeften zijn een samenhangendgeheel. Verbetering op één van de behoeftengeeft mogelijkheden tot verbetering op anderebehoeften. Ook hierdoor is de vicieuze cirkelvan hospitalisering snel om te buigen in deopwaartse spiraal van vitalisering.De “Blue zones” laten zien dat leven volgensdeze principes 89,5 gezonde jaren mogelijkmaakt; een gemiddelde leeftijd van 90 jaar minuseen sterfperiode van een half jaar. Onze leefstijlleidt tot 76,5 gezonde jaren; een gemiddeldeleeftijd van 80 minus 3,5 jaar sterfperiode. Eenverschil van 13 gezonde jaren en 3 moeizame.Volgens een studie uit 2014 van het RIVM iseen QALY ons €50.000 waard, waarmee wedus € 650.000 euro per persoon laten liggen.Realistischer is te kijken naar de 3 jaar korteresterfperiode; de duurste zorgjaren en kwalitatiefde magerste in ons leven. Er zijn ca 135.000overledenen per jaar (CBS) * 3 jaar * € 50.000 =20 Miljard euro per jaar, gelijk aan de gewenstezorgbezuinigingen.De vitaliteitsbehoeften zijn ook nuttig bij hetanalyseren van de werkingsprincipes vansuccesvolle innovaties. Zo wordt duidelijk datAutonomie en zelfredzaamheid een belangrijkefactor zijn bij het succes van Use it or Loose itzorg (Hans Becker - Humanitas), Buurtzorg (Josde Blok) en zelfsturende teams. Opmerkelijk isook dat de vitaliteitsbehoeften belangrijk zijn voorhet goed functioneren en ondersteunen van àllebetrokken mensen: voor cliënten, mantelzorgers,vrijwilligers en zorgverleners.De vitaliteitsbehoeften geven daarmee zowelkwalitatief als financieel nieuwe mogelijkhedenom de medische, sociale en maatschappelijkezorg radicaal te verbeteren, die in Nederland alzeer goed is.


Stakeholders behoefte, pagina 86


Stakeholders behoefte, pagina 87Vitaliserende zorg geeft de besteondersteuning per behoefteBij een scan voor het vaststellen van devitaliteitsbehoeften (intake, MDO en zorgdossier)zijn de volgende vragen relevant:• Wat kan de cliënt per vitaliteitsbehoefte nietmeer zelf en waarom?• Welke deelhandelingen zijn er daarbij?• Welke van deze deelhandelingen kan de cliëntnog wel zelf (deze zelf blijven doen)?• Bij welke deelhandelingen is hulp nodig?We zien vaak dat alle deelhandelingen bij eenbeperking worden overgenomen door de zorg,terwijl er slechts een paar problemen geven.Na het vaststellen van de verstoordevitaliteitsbehoeften en deelhandelingen, is hetzaak om deze zo goed mogelijk te ondersteunen.In de praktijk wordt snel duidelijk dat hoe groterde zelfredzaamheid is, hoe effectiever de zorgen ondersteuning. Onderstaand zes vormenvan zorg en zelfredzaamheid in volgorde vanwenselijkheid:1. Zelf doen na therapie (arts, fysio, ergo, etc).2. Zelf doen met een hulpmiddel of domotica.3. Zelf doen met geautomatiseerdeondersteuning, zoals e-health, apps enrobotica.4. Samen doen via ondersteuning door zorgop afstand; De zorgverlener ondersteunt opafstand.5. Samen doen met ondersteunende zorg. Dezorgverlener ondersteunt de cliënt fysiek omde regie zo veel mogelijk zelf te voeren en zoveel mogelijk deelhandelingen zelf te doen.6. Laten doen door overnemende zorg. Dezorgverlener neemt het helemaal over vande cliënt. Soms kan het niet anders of wetenwe niets beters te verzinnen. We ontdekkenechter steeds meer, dat er bij enig bewustzijnvormen van ondersteunende zorg mogelijkzijn, waarbij de cliënt tenminste enige regieheeft over wat er gedaan wordt. Dit verschilblijkt steeds weer wezenlijk voor het welzijn ende gezondheid van de cliënt.VitaliteitsBehoeftenVitaliserende zorgFysiek-MedischOmgevingZingevingAutonomiePersoonlijke groeiGezonde voedingBewegenStress en reflexenSociale particpatieMaatschappelijke particpatieCommunicatie is heel vaak nog mogelijk,al is het maar het bestuderen van de blikof houding van de cliënt om zo de handenaan het bed te sturen.Deze benadering leidttot onderstaande matrix voor vitaliserendezorg. De matrix creëert een overzicht vanverschillende zorgoplossingen.Zorgverleners vinden met de matrix snel een setrelevante oplossingen voor alle deelvragen vaniedere individuele cliënt. Zo worden optimaleindividuele zorgontwerpen praktischrealiseerbaar. Op basis van deze matrix kunnenzowel betere zorg als betere meetmethodes enprestatiegerichte bekostigingsmodellen wordenontwikkeld. Prestatiegerichte bekostiging kan onsverlossen van het juk van de urengebaseerdebekostiging, waarmee urenbesparendeinnovaties gefrustreerd en kapot gemaaktworden.Oplossingen in volgorde van wenselijkheidTherapie Hulpmiddelen GeautomatiseerdezorgZorg opafstandOndersteunendezorgOvernemendezorg


Mass-customisation van deeloplossingengeeft betere kwaliteiten schaalvoordelenVeel van de deelvragen en deeloplossingenkomen vaker voor en kunnen via hetbeproefde principe van mass-customisationgeoptimaliseerd en gestandaardiseerdworden. Aanzienlijke kwaliteitsverbetering enschaalvoordelen zijn hiermee te behalen, terwijlhet individuele maatwerk, die de kern van goedezorg vormt, behouden blijft en de cliënt echtcentraal doet staan.Het bekendste voorbeeldvan mass-customisation vinden we bij deautomobielindustrie, waarbij de Toyota Way enLean lichtende voorbeelden geven. De bestevoorbeelden hiervan stellen de mens centraal,net als in de zorg.Zorg en zorgcommunicatie blijken complexerdan auto’s en lopende banden. In de zorgzijn er ook veel meer stakeholders: cliënten,professionele zorgverleners, mantelzorgers enfamilie. Ook is de menselijke gezondheid eencomplexer mechanisme dan een automobiel.Een multidisciplinaire aanpak is eenrandvoorwaarde voor mass-customisation. Velebest-practices laten zien dat deze aanpak ookeen succesfactor in de zorg is. Multidisciplinairsamenwerken is sterk te verbeteren door hettoepassen van nieuwe communicatievormen alse-health, elektronische dossiers, zorg op afstand,internet, social media, apps en sensoring.Hiervoor heb ik met het team informatiseringbij Opella een ICT-architectuur ontwikkeld opbasis van een zorgERP-ECD (Pluriform Zorg), decloud en de cloudapps van Microsoft of Google,waarmee deze zaken vanuit het digitale domeingoed en betaalbaar te ondersteunen zijn. Ditmaakt digitale zelfredzaamheid en vitaliteit voorzorg, cliënt en naasten mogelijk tegen zeer lagekosten.De VIZI methode geeft een optimaalzorginnovatieprocesDe “VIZI” methode, de VItaliserendeZorgInnovatie methode, geeft een geborgdproces dat gestoeld is op de relevanteingenieursdisciplines en creativiteitstechnieken.Door het toepassen van de VIZI methodeworden de kansen op succes gemaximaliseerden risico’s en kosten geminimaliseerd. De VIZImethode is gebaseerd op een faalanalyse vanStakeholders behoefte, pagina 88innovaties in de zorg, een verzameling vanbest-practices en een bundeling van bewezeninnovatiemethodes.Centraal in de methode staat co-creatie van hetinnovatieteam met zorgverleners en cliënten.Deze co-creatie geeft een enorme positieve flow,draagvlak en implementatiekracht.Het innovatieteam heeft een zorginnovatieingenieuren multidisciplinair team nodig,met vertegenwoordiging van de relevantezorgdisciplines en ondersteunende diensten.Vitaliserende Zorginnovatie is eenbewezen kostenbesparende bestpracticeIn een In voor Zorg! project bij het Spectrumin Dordrecht is Vitaliserende Zorginnovatievoor het eerst toegepast. De resultaten warengelijk al zeer goed op het gebied van vitaliteit,tevredenheid bij cliënten en zorgverleners.Er werd een arbeidsbesparing van 26%gerealiseerd, waarbij nog eens 13% bewust nietis verzilverd om extra zorg op afstand te verlenenbij mensen in de wijk.


Stakeholders behoefte, pagina 89


Stakeholders behoefte, pagina 90Dit is nog maar het begin; we verwachten datbij verdere toepassing van vitaliserende zorg debesparingen naar 50% oplopen.Het project is onafhankelijk beoordeeld entot één van de “parels” van het In voor Zorg!programma benoemd. Voor zover bekendis dit het meest succesvolle project van deinmiddels meer dan 440 In voor Zorg! Innovatieimplementatieprojecten.Kostenbesparing blijkt uit de best-practicesvooral via de verbetering van kwaliteit vanleven en zorg gerealiseerd te worden. Eenverrijking van het leven gaat dus goed samenmet een spaarzame portemonnee. VitaliserendeZorginnovatie, het trio van vitaliteitsbehoeften,vitaliserende zorg en de VIZI methode, leentzich daarmee erg goed om de komendebezuinigingen niet alleen te overleven, maar ookte gebruiken om de zorg, onze kwaliteit van levenen maatschappij, ten goede te transformeren.Op dit moment is Vitaliserende Zorginnovatiede enige methode die bewezen heeft de 25%lagere budgetten van 2015 & 2016 op te kunnenvangen zonder verschraling.Door de wetenschappelijke principes is hettoepasbaar op alle vormen van zorg. Deverschillende vormen van VVT: thuiszorg, woonzorgcombinatiesen verpleeghuiszorg zijn blijkenuit onderzoek allen goed geschikt te zijn voorVitaliserende Zorginnovatie.Als u geïnteresseerd bent deze aanpakte onderzoeken en uit te proberen in uwzorgpraktijk, horen we graag van u. Er zijnmomenteel nog enkele mogelijkheden om alskoploper voor Vitaliserende Zorginnovatie mee tedoen.De 8 leefdomeinen van Schalocken van Loon vergeleken met de 10vitaliteitsbehoeftenDe vitaliteitsdomeinen zijn een aanvulling van dein Nederland al zo goed bereikte context van demedische, sociale en maatschappelijke zorg.Deze gaan nu vaak uit van het voortreffelijkeclassificatiemodel van de acht levensdomeinenvan Schalock Verdugo en van Loon. De modellenzijn verschillend in opzet en doel, en zoweloverlappend als aanvullend.De 8 leefdomeinen van Schalock zijn opgezet omde aspecten van leven te kunnen onderverdelen,terwijl de vitaliteitsbehoeften de factoren meteen bewezen invloed op onze gezondheidonderverdelen. De leefdomeinen overlappende vitaliteitsbehoeften voor de helft en biedenaanvullend nog 2 domeinen: de juridische &financiële. Deze worden in de vitaliteitsbehoeftenals oplossingen voor de behoeften beschouwd.De leefdomeinen missen domeinen voorZingeving, Persoonlijke ontwikkeling, Bewegen,Stress en reflexmanagement (ontspanning) enEten en drinken. Vanuit de evidence bezienworden bij Schalock de oplossingen, resultatenen behoeften met elkaar gemengd, wat vanuitlogica en voortschrijdend inzicht minder handigis.


Stakeholders behoefte, pagina 91


Stakeholders behoefte, pagina 92In de volgende alinea’s vergelijken we deLeefdomeinen van Schalock met die van deVitaliteitsbehoeften.OnafhankelijkheidPersoonlijke Ontwikkeling - de kans krijgen omals mens te groeien; groeien in je gevoel vaneigenwaarde, leren door het zelf te ervaren, maarook simpel door naar school te kunnen gaan.Persoonlijke ontwikkeling is ook eenvitaliteitscriterium.Zelfbepaling - veiligheid en waardigheid /zelfrespect ontlenen aan het feit dat je je eigenkeuzes mag maken, dat niet anderen steeds overje hoofd heen beslissingen nemen; zelf dingenkunnen proberen; zelf beslissen dat je iets wilproberen; zelf bepalen hoe laat je naar bed gaat.Zelfbepaling komt overeen met devitaliteitsbehoefte autonomie.Sociale ParticipatieInterpersoonlijke Relaties - je eigen sociaalnetwerk kunnen behouden en onderhouden.Interpersoonlijke relaties is een (onnodig)bredere variant van de vitaliteitsbehoefte sociaalwelzijn.Sociale Inclusie - ervaren dat je erbij hoort inde samenleving, dat je mens onder de mensenbent. Sociale Inclusie is een bredere variant vanMaatschappelijke participatie.Rechten – de rechten ervaren die je toekomen.Rechtvaardige rechten hebben.Vanuit de vitaliteitsbehoeften zijn rechten eenmiddel om te voorzien in behoeften, maar nietzelf een behoefte.WelbevindenEmotioneel Welbevinden - respect en voor volworden aangezien, je veilig en zeker kunnenvoelen in je leven. Emotioneel welbevindenzien we als een belangrijk resultaat bijvervulling van Sociale participatie en anderevitaliteitsbehoeften, niet als behoefte.Fysiek Welbevinden - serieus genomen teworden in je lichamelijke integriteit; indien nodignaar je eigen huisarts en behandelaars.Fysiek welbevinden komt overeen metLichamelijke (medisch – fysieke) gezondheid.Materieel Welbevinden - materieleomstandigheden die je je menselijkewaardigheid doen behouden, bv. je eigen wc enwoonruimte. Bezoek kunnen ontvangen of weren,privacy. Materieel welbevinden zien we bij devitaliteitsdomeinen als deel van Autonomie; alsbelangrijk middel.Vitaliteitsbehoeften verdiepen modellenals OMAHA, Zorgleefplan, RAIView enSAMPC.De vitaliteitsbehoeften zijn goed te combinerenmet de andere gangbare modellen in de zorg.Over het algemeen geven de vitaliteitsbehoeftenaanvullingen en extra inzichten in deonderliggende werkingsprincipes bij deonderdelen van deze modellen, op eenvergelijkbare manier als bij de leefdomeinen vanSchalock. Hiermee is een geleidelijke transitievan de huidige zorgmodellen mogelijk, doordeze te verdiepen met de vitaliteitsbehoeften.Zo kan de ervaring en kennis geleidelijk wordenuitgebreid en doorontwikkeld, en kunnende eerste resultaten snel geboekt worden.Een snelle overgang is onnodig risicovol eningrijpend. Op de lange termijn verwachtik dat een zorgmodel puur op basis van deVitaliserende zorgmatrix betere resultaten zalgeven.


Vitaliteitsbehoeften openen een nieuwewereld aan kansen voor onderzoek engezondheidsbevorderingVanuit de vitaliteitsbehoeften komen er eenaantal witte vlekken, terra incognita’s, naar voren.Verder onderzoek en verdieping geven meermogelijkheden voor innovatie.Ook is het wenselijk om specialismes pervitaliteitsbehoefte op te zetten, om onze kennisverder te bundelen en uit te breiden en om degrote breedte van het vakgebied adequaat tebedienen.Een aantal vragen voor verder onderzoek zijn:1. Wat zijn goede meetmethodes voor deverschillende vitaliteitsbehoeften?2. Wat zijn goede ondersteuningsvormen, enbij welke gevallen zijn deze verrijkend enverarmend, wat zijn aandachtspunten encontra-indicaties ?3. Hoe kunnen we bekostigen op basis vanvitaliteitsondersteuning en herstel?4. Hoe kunnen we onze reflexen en autonomesystemen beter laten functioneren? Hoekunnen we onze stress, immuunsysteemen hormonen beïnvloeden door gedrag enbewuste acties?5. Hoe kunnen we onze levens en maatschappijinrichten, zodat we aangenaam en onthaastkunnen doorwerken gedurende ons heleleven totdat we ziek worden en ons laatstehalfjaar in gaan (blue zones)? Hoe zorgenwe dat ouderen niet meer op een zijspoorgepensioneerd worden en op een passendeen aangename wijze kunnen blijven meedoen? Hoe zorgen we dat arbeid verdeeldwordt, zodat iedereen mee kan doen enbijdragen aan de maatschappij?Hoe meer we leren en begrijpen over devitaliteitsbehoeften, hoe duidelijker het wordt:er valt een hele nieuwe wereld te explorerenen ontwikkelen. Gezondheid is ons kostbaarstegoed, dus dit zal ons geen windeieren leggen.Hoe langer we dralen, hoe meer geld engezondheid we laten liggen. Tijd om hier watmee te doen dus!


Stakeholders behoefte, pagina 94EHEALTH VANUITPATIËNTPERSPECTIEFLies van Gennip, directeur NictizAls je directeur bent van een expertisecentrumvoor standaardisatie en eHealth,heb je op verjaardagsfeestjes heel wat uitleggen. De termen eHealth en standaardisatieklinken abstract, technisch en ingewikkeld.Toch is het doel van wat ik doe goed teverwoorden. In mijn functie ben ik vooralbezig met het scheppen van de voorwaardenom de gezondheidszorg nu en in de toekomstbetaalbaar en toegankelijk te houden viastandaardisatie en eHealth. Goede zorg voorde patiënt staat uiteindelijk altijd centraal.In mijn overtuiging kan eHealth helpenpatiënten echt “empowered” te maken. Ditbetekent dat zij meer regie kunnen nemen inhet zorgproces en een gelijkwaardige partnervan de zorgprofessional in het zorgproces zijn.Voor goede en veilige zorg is het essentieel datpatiënten én zorgverleners tijdig over juiste envolledige informatie beschikken. Wanneer meerzorgverleners zorg aan één patiënt verlenen(wat vrijwel altijd het geval is bij chronischepatiënten), kan goede zorg alleen wordenverleend als informatie wordt gedeeld. Voor dieinformatie-uitwisseling is niet de techniek debelangrijkste bottleneck, maar vertrouwen, endan met name het vertrouwen van de patiënt.Door mijn zus heb ik ervaren dat een verkeerdgebruik van eHealth mensen persoonlijk diepkan raken. Haar verhaal biedt mij inspiratie.Die inspiratie wil ik graag delen. Mijn zus isal jaren een chronisch zieke patiënt. Ze heefteen aantal jaren geleden een hersenbloedinggehad en heeft ook COPD, hartritmestoornissenen nog meer ongemakken. Vanwege al dieaandoeningen heeft ze veel met verschillendeartsen, ziekenhuizen, verzorgers en therapeutente maken. Haar actieradius en energie zijn ergbeperkt. Internet, mail en Facebook zijn voorhaar een uitkomst om haar wereld te verruimenen verrijken. Ze heeft minstens twee computersen twee tablets, en is heel actief op mail, interneten Facebook. Daardoor kan ze, ondanks haarbeperkingen, goed volgen wat er gebeurt in ICTin de zorg via “berichten van de overheid”, viaNPCF en via netwerken als “handicap nationaal”.Ik krijg regelmatig berichtjes en vragen van haardoor en we wisselen ideeën en ervaringen uit.Voor mij is die blik “van de patiënt” waardevol –die blik biedt mij een ander perspectief.De belofte van eHealthwordt overschaduwdMijn zus is typisch zo’n chronische patiënt voorwie “eHealth” bedoeld is. Ze is buitengewoonbedreven met moderne informatie- encommunicatietechnologie. In haar socialeleven profiteert ze maximaal van nieuwe ICTmogelijkheden.Echter, in de zorg ervaart zejuist bijna dagelijks de gevolgen van gebrekkigeICT. Het kost haar bijvoorbeeld veel moeite omte achterhalen op basis van welke informatiezorgverleners handelen, en regelmatig moet zedie informatie aanvullen en corrigeren. Dat kostveel van haar toch al zo schaarse energie.


Stakeholders behoefte, pagina 95Voor haar zou het wenselijk zijn als al haarzorgverleners, maar ook zij zelf, via eHealth opde hoogte blijven van aanpassingen in haardossier, zodat ze niet elke keer hoeft na te gaanof de informatie wel klopt, opnieuw uitleg hoeft tegeven of correcties moet doorgeven. Ik merk dateHealth gemengde gevoelens bij haar oproept.Haar bezorgdheid over de ICT-zaken die mis(kunnen) gaan overschaduwt haar enthousiasmeover de mogelijkheid dat eHealth haar leven kanvergemakkelijken.Misbruik van (onjuiste) informatie heeft hetvertrouwen in ICT-oplossingen bij mijn zusbehoorlijk geschaad. Mijn zus heeft nual met gemeentelijke instanties te makenvoor bijvoorbeeld het verkrijgen van eeninvalidenparkeerkaart, het krijgen vanhulpmiddelen een taxivergoeding. In haarkleine gemeenschap kon het gebeuren dat haarbuurman daar over ging. Diezelfde buurman dieiets vond van het terras in haar tuin en dat nietalleen mee liet wegen, maar dat ook openlijksamen met medische details in een publiekevergadering meldde.Door dit soort ervaringen kijkt ze met argusogennaar de gevolgen van de hervormingenvan de langdurige zorg en het gebruik vaneHealth hierin. Door deze hervormingen zal zenog afhankelijker worden van gemeentelijkeinstanties. Ze voelt zich gedwongen gegevenste delen, en is erg bezorgd dat er dan nietzorgvuldig met haar medische gegevens wordtomgegaan. Naar aanleiding van een recentonderzoek van NPCF waaruit bleek dat instantiesals het UWV, gemeenten, verzekeraars enArbodiensten regelmatig medische dossiersopvragen mailde ze me: “Wat hierin nog nietstaat is dat in ieder geval bij onze gemeente alsvoorwaarde voor de AANVRAAG wordt gesteld,dat je toestemming voor het inwinnen vanmedische informatie MOET geven; anders hoefje de aanvraag niet eens te doen!!!”Door dit soort ervaringen bekijkt zeontwikkelingen in eHealth met zorg. Op eenuitnodiging van NPCF om mee te doen met eenexperiment met zelfzorgplatform Quli mailt ze mebijvoorbeeld: “Ik heb geen account aangemaakt;mijn nekharen gingen gaandeweg omhoogstaan door het soort vragen. Ik wil eerst watmeer weten: wie is verantwoordelijk en daaraangekoppeld: wie betaalt, hoe onafhankelijk is heten hoe is het gesteld met mijn privacy?”Naar aanleiding van de vraag om specifieketoestemming te verlenen (optin) mailde zeme: “Is dit weer iets nieuws??” Het is bestbijzonder dat iemand die zoveel op internet ziten zo veelvuldig toepassingen als Whatsappen Facebook gebruikt (waarvan de privacyzeker niet honderd procent is gewaarborgd), zoangstig is over het gebruik van ICT in de zorg.Kennelijk heeft ze als chronische patiënt te vaakervaren hoe kwetsbaar ze is als haar informatieonjuist wordt gebruikt of wanneer onjuisteinformatie buiten haar om wordt gedeeld.Ik zie dat in plaats van dat eHealth mijn zussterker maakt, en haar een gelijkwaardigerpartner laat zijn in het zorgproces en haar meermogelijkheden geeft voor zelfredzaamheid enzelfmanagement (zoals eHealth bedoeld is), zijzich juist afhankelijker en kwetsbaarder voeltdoor eHealth.


Stakeholders behoefte, pagina 96Mijn zus heeft mij geleerd dat we ons bij alleinnovaties en hervormingen moeten blijvenrealiseren dat het uiteindelijk om die individuelepatiënt gaat voor wie we de zorg beter willenmaken. Haar verhaal legt twee problemen bloot.In de eerste plaats dat in de zorg voor haarals chronische patiënt op dit moment nog teweinig afstemming van informatie plaats vindt,zodat ze steeds zelf alert moet zijn of artsen weluitgaan van de juiste actuele informatie rondhaar ziekte en therapie. In de tweede plaats datde grotere rol van gemeenten in de zorg voorchronisch zieken leidt tot nieuwe privacy risico’s,die erg bedreigend zijn omdat ze zo dicht bij depersoonlijke levenssfeer komen. Zo bedreigendzelfs dat ze de oplossing voor het eersteprobleem in de weg kunnen staan.De hervormingen in de langdurige zorg gevenmeer regie aan gemeenten, zodat zij de zorg omen met de patiënt meer op maat kunnen regelen.eHealth kan daarin een belangrijke rol spelenen de patiënt meer mogelijkheden tot regieen zelfmanagement geven. Als onvoldoendeaandacht voor de belangen van de patiënt doorgemeenten er echter toe leidt dat de patiënt zijnvertrouwen verliest in eHealth, verliezen we depatiënt als partner in het innovatieproces. Datbelemmert de effectieve toepassing van eHealthbinnen gemeenten, maar ook daarbuiten.Daarom heb ik de volgende twee adviezen aande Minister.Advies 1: Bouwen aan hetvertrouwen van de burgerMijn eerste advies aan de Minister is: houdlandelijk regie op het respecteren van privacybinnen gemeenten, zodat we het vertrouwenvan burgers behouden en verder uitbouwen.Dat vraagt een landelijke inzet in handhaving,maar ook een landelijke rol in bewustwording eneducatie. In de zorg zijn artsen zich vanuit hunopleiding en werkomgeving zeer bewust van hetmedisch beroepsgeheim. Dit geheim dient zowelhet collectieve belang van de maatschappijals het individuele belang van de patiënt.Volgens de definitie van de KNMG betekent hetindividuele belang “dat een patiënt weet datde informatie die hij aan zijn arts verschaft nietzonder zijn toestemming voor andere doeleindenwordt gebruikt of aan derden wordt verstrekt. Depatiënt weet derhalve dat hij volledige openheidkan betrachten jegens zijn arts.”Aan het bewaken van privacy zou ook binnengemeenten – en niet vrijblijvend! – net zoveelprioriteit moeten worden gegeven als in demedische sector. De patiënt moet er ten alletijden op kunnen vertrouwen dat de informatiedie hij verstrekt alleen met zijn toestemmingaan derden wordt verschaft of voor anderedoeleinden wordt gebruikt. Mensen in eenkwetsbare en afhankelijke positie mogenzich bovendien niet gedwongen voelen omhun medische informatie te delen. En als zeinformatie delen, moeten ze er op kunnenvertrouwen dat hun privacy wordt gerespecteerd.Advies 2: Laat gemeenten patiëntempowerment omarmenIn de brief “e-health en zorgverbetering” stellende Minister en Staatssecretaris drie ambitieuzedoelstellingen. Eén van die doelstellingen is datbinnen vier jaar, 80 procent van de chronischzieken direct toegang heeft tot (bepaalde)


Stakeholders behoefte, pagina 97medische gegevens. Mijn advies aan deMinister is: zorg dat ook de nieuwe spelers in delangdurige zorg deze doelstelling omarmen enin hun nieuwe taak de patiënt als daadwerkelijkepartner betrekken.Het zelf kunnen in zien van je eigengeregistreerde data, ook binnen gemeentelijkeinstanties, is een belangrijke sleutel invertrouwen. Immers, als je als chronischepatiënt zelf bij jouw medische informatie kan,kun je verifiëren of de informatie juist is en kun jedeze makkelijker corrigeren. Patiënten kunnenbovendien samen met hun zorgverleners en dediverse instanties verantwoordelijkheid nemenom dossiers volledig en actueel te maken.Daarmee wordt een belangrijk knelpunt vanonvolledige en onjuiste dossiers bij verschillendezorgverleners en instanties weggenomen, eenknelpunt dat mijn zus nu bijna dagelijks ervaart.Ik ben blij dat er vanuit het ministerie van VWSeen informatie uitwisselingsprogramma isaangekondigd om tot goede, niet vrijblijvendeafspraken te komen over informatie-uitwisseling(Minister en staatssecretaris van VWS, 2014).Het is belangrijk dat die afspraken zich nietalleen vertalen naar acties op het niveau vanzorgaanbieders en ICT-leveranciers, maar datook gemeenten worden aangesloten. Goedeafspraken rond informatie-uitwisseling en derealisatie van informatie-uitwisseling maken hetleven van patiënten, zoals mijn zus, in elk gevaleen stuk draaglijker. Zij kunnen hun energierichten op het leven met de aandoening in plaatsvan herhaaldelijk de gevolgen van gebrekkige(omgang met) ICT in de zorg recht te zetten.Referenties• Krijgsman, J., de Bie, J., Burghouts,A., de Jong, J., Cath, G., van Gennip,L. en Friele, R. (2013). eHealth, verderdan je denkt - eHealth-monitor 2013. Nictiz,NIVEL. Den Haag: Nictiz en het NIVEL.• Krijgsman, J., Burghouts, A., de Jong,J., van Gennip, L. en Friele, R., Peeters,J., Brabers, A., Beenkens, F., (2014).Op naar meerwaarde - eHealth-monitor 2014.Nictiz, NIVEL. Den Haag: Nictiz en het NIVEL.• Themadossier medisch beroepsgeheim,KNMG, www.knmg.artsennet.nl• NPCF: Resultaten opvragen medisch dossiervoor officiële instanties, Juni 2014: www.npcf.nl


Stakeholders behoefte, pagina 98Youtube Digitale Zorg NPCFBron: Youtube NPCF


Stakeholders behoefte, pagina 99DE BEHOEFTE ENVERANDERENDE ROLVAN DE PATIËNTMaartje ZonderlandTot voor kort was ‘de patiënt centraal’ vooraleen theoretisch concept. De laatste jaren zijnpatiënten mondiger geworden, en hebbendoor internet meer kennis van zorgprocessen,ziektebeelden en behandelmethoden. Dezorgverlener krijgt een andere soort patiënt tezien – al dan niet in een virtuele spreekkamer.Hoe ziet de patiënt centraal 2.0 er nu uit?Belicht vanuit de theorie en vanuit de praktijkvan Sensire.De patiënt centraal alstheoretisch conceptTot voor kort was ‘de patiënt centraal’ vooral eentheoretisch concept. Er waren wel initiatievengericht op betere service en dienstverleningaan patiënten, zoals beschreven in hetDisney gedachtengoed van Fred Lee [1],maar de dagelijkse praktijk bleek toch andersgeorganiseerd. Patiënten in Nederlandseziekenhuizen hadden te maken met wachtlijsten,overvolle wachtkamers, afgezegde operatiesen lange wachttijden op de SEH vanwegedoorplaatsings-problematiek. Ook in de eerstelijn werd bij de organisatie van de praktijk vaakvanuit de zorgverlener geredeneerd in plaatsvanuit de patiënt. Optimalisatieprojecten warenvaak gericht op het verbeteren van de huidigesituatie, in plaats van het ontwerpen van eennieuwe, in beginsel betere situatie.De laatste jaren zijn patiënten mondigergeworden, en hebben door internet meerkennis van zorgprocessen, ziektebeelden enbehandelmethoden. Ook kunnen patiëntendoor de toegenomen concurrentie tussenziekenhuizen en de opkomst van privé klinieken,zelfs voor oncologische zorg, via verschillendekanalen de zorg krijgen die zij wensen. De groeppatiënten die niet online is slinkt snel, waardoorde zorgverlener een andere soort patiënt te zienkrijgt – al dan niet in een virtuele spreekkamer.De patiënt centraal 2.0Maar hoe ziet de patiënt centraal 2.0 er nuuit? Om deze vraag te beantwoorden makenwe een zijstapje. Geneeskunde, data science& ICT en procesoptimalisatie waren tot voorkort afzonderlijke kennisgebieden: kennis overgeneeskunde was voorbehouden aan artsen enandere zorgverleners; data science & ICT wasin de zorg voor de komst van het elektronischpatiënten dossier (EPD) nog een onontgonnengebied; en procesoptimalisatie waaide langzaamvanuit de industrie over naar de zorg. We zien nudat deze gebieden zich steeds meer naar elkaartoe bewegen. Op het snijvlak van geneeskundeen procesoptimalisatie vinden we het verbeterenvan de efficiency van zorgprocessen waarbijbijvoorbeeld bij het inrichten van zorgpadenvanuit beide gebieden inhoudelijke expertisebenodigd is.Op het snijvlak van geneeskunde en datascience & ICT vinden we EPD implementaties,vraagstukken over het leveren van doelmatigezorg of bijvoorbeeld semiautomatischediagnosestelling door IBM’s supercomputerWatson [2]. Tenslotte vinden we op het snijvlak


Stakeholders behoefte, pagina 100van data science & ICT en procesoptimalisatieintelligente oplossingen waarmee wezorgprocessen kunnen verbeteren en zelfsvoorspellen, zoals process mining en big datatoepassingen.GENEESKUNDEIn het midden van deze drie gebieden staatde patiënt als centrale schakel in zijn eigenzorgproces (zie de Figuur). Informatie uit de driekennisgebieden is niet meer voorbehouden aanprofessionals, waardoor van de professionalook een nieuwe mindset gevraagd wordt:samen beslissen met de patiënt in plaats vanvoor de patiënt. Dit is veel breder dan alleenhet medisch inhoudelijke traject; de patiënt wilook beïnvloeden waar, hoe en wanneer zijnbehandeling plaats vindt en wat er daarna metzijn gegevens gebeurt.Referenties[1] Lee, F. (2004). If Disney ran your hospital: 91/2 things you would do differently. Bozeman,MT: Second River Healthcare Press.[2] http://www.ibm.com/smarterplanet/us/en/ibmwatson/DATA SCIENCE& ITEPD IMPLEMENTATIEDOELMATIGHEIDS-ONDERZOEKDEPATIËNTPLANNINGS-PAKKETTENPROCESSMINIGBIG DATAFINANCIËNBETAALBAARHEID VAN DE ZORGFINANCIËLE GEZONDHEIDZORGORGANISATIEFiguur – geneeskunde, data science & ICT en procesoptimalisatie:naar elkaar toe bewegende kennisgebieden.VERBETEREN EFFICIENCYZORGPROCESSENPROCESOPTIMALISATIE(OPERATIONS MANAGEMENT,OPERATIONS RESEARCH,LEAN)


Stakeholders behoefte, pagina 101DE BEHOEFTE ENACCEPTATIE VAN DE ZORG-PROFESSIONAL EN ARTSENJorne GrollemanDe technology push van aanbieders vaneHealth toepassingen is enorm. Gelukkig zienwe steeds vaker dat de zorgprofessional deregie neemt bij de ontwikkeling van eHealthinitiatieven. Tegelijkertijd trapt hij nogvoortdurend op de rem. De vraagt rijst waarmedewerkers in de zorg wel en niet warmvoor lopen. Wat is hun primaire behoefte alshet gaat om de inzet van eHealth?Het ontbreekt aan structureel en betekenisvolonderzoek naar de behoeften van dezorgprofessional. Maar ook zonder hardecijfers valt er voldoende over te zeggen. Metpraktijkvoorbeelden van ambassadeurs en eentheoretisch model voor gedragsveranderinggaan we in op waarom zorgprofessionals eHealth‘maken of kraken’.Ambassadeurs en zwartkijkers: wat wilde zorgprofessional nou echt?Waar eHealth in de eerste fase van ontwikkelingvooral een speeltje was van wetenschappersen leveranciers, is dat beeld na 10 jaar eHealthontwikkeling in Nederland aan het kantelen.Initiatieven van zorgprofessionals zijn inopkomst. Een positieve ontwikkeling die lijktaan te geven dat er een verbeterbehoeftebestaat bij zorgprofessionals. Daarnaast zijneHealth experimenten uitdagend voor artsen enhulpverleners die graag de grenzen van hun vakverkennen. Het is niet perse een voorwaardedat zorgprofessionals zelf eHealth ontwikkelinginitiëren, maar bottum-up ontwikkeling maakt weldat er echte problemen centraal staan.Er bestaan vrijwel geen onderzoeken dieduidelijk maken wat zorgprofessionals kunnenof willen met eHealth. Wel wordt regelmatigonderzocht of ze het gebruiken. Nemen we hetactuele gebruik als graadmeter dan kunnen weconstateren dat eHealth vaak niet in een directebehoefte voorziet voor de arts. Dat beeld kloptechter niet.Om duidelijk te maken in welke behoefteeHealth voorziet voor zorgverleners gebruikenwe praktijkvoorbeelden van ambassadeurs.Een model voor gedragsverandering geeftinzicht in waar eHealth mogelijk niet in eenbehoefte voorziet. Een voorbeeld is de grotekennisachterstand en scholingsbehoefte bijprofessionals.De praktijk: wat wil de zorgprofessionalwel?Cardioloog Folkert Asselbergs van het UMCUtrecht liet door leveranciers een nieuw typetelemonitoring voor hartpatiënten ontwikkelen.Oudere patiënten met hartfalen krijgen via hetsysteem ondersteuning bij het omgaan met hunklachten. Hiermee kunnen zij zoveel mogelijkthuis blijven in plaats van opgenomen te wordenin het ziekenhuis. Waarom de cardioloogeen nieuw systeem ontwikkelde? De huidigesystemen bleken onvolwassen, te complex, nietflexibel en niet gekoppeld aan het elektronischpatiëntendossier.


Stakeholders behoefte, pagina 102Niet of onvoldoende gebruiksvriendelijk dus.Met de invoering van het nieuwe systeem wordteen deel van de zorg naar de thuiszorg ende patiënt zelf verplaatst. Dit zorgt voor eenlagere productie in het ziekenhuis. Dat blijktproblematisch, collega’s maken zich ongerust endenken dat hun loon in gevaar komt. Belangrijk isechter verder te denken dan het eigen financiëlebelang. De angst neutraliseren blijkt belangrijk.Asselbergs geeft aan te verwachten, ondankseen lager tarief per patiënt, meer patiënten tekunnen behandelen.Duidelijk wordt hieruit dat zorgprofessionalseen scherpe blik hebben op euro’s. Bijtelemonitoring is het belang van de patiënthet grootst. Dit vraagt dus een groot hart endoorzettingsvermogen om de kwaliteit van zorgdoor te zetten.De HSK Groep, een landelijke GGZ-aanbieder,ontwikkelde een digitale omgeving voorprotocollen: Curelink. Door het gebruik vandeze digitale leidraad kan de behandelingbeter gestructureerd worden aangeboden.Een digitale omgeving is namelijk flexibelerdan een papieren protocol en overzichtelijker.Door de behandelaren nauw te betrekken bij deontwikkeling, werd het een succes. Belangrijkwas dat er bij implementatie geen keuze meermogelijk was tussen een papieren en digitaalprotocol. Ook dit initiatief uit de zorg sluit goedaan bij de behoefte van de behandelaar om hetwerk eenvoudiger te maken.Een derde voorbeeld is de app hEyeway. De appmaakt het eenvoudig om oogfoto’s te maken, tearchiveren en te delen met collega-artsen. Decamera van de iPhone, is van goede kwaliteit envervangt dure apparatuur. Het voordeel voor dearts is dat er een sneller een foto voorhanden is,omdat een bezoek aan een medisch fotograafen allerlei papieren rompslomp wordt bespaard.De arts bepaalt zelf welk type foto gemaakt moetworden. Een app die het werken eenvoudigermaakt, uitgaven aan apparatuur bespaart en ookde kwaliteit van het werk nog eens verbetert, datis waar een arts warm voor loopt.Een laatste voorbeeld betreft het gebruik vantablets door artsen in het Deventer Ziekenhuis.Een papieren dossier is omslachtig; het is veeleenvoudiger om röntgenfoto’s op een tablet aanpatiënten te laten zien. Een tablet is ook lichterdan een papieren dossier. Een voorbeeld vandirect gemak.


Stakeholders behoefte, pagina 103HOUDINGNUTINSPANNING‘Ik vind e-health onpersoonlijk’‘E-health is niet bewezen effectief’‘Implementeren kost veel energie,ik weet niet of dat het waard is’SOCIALEINVLOEDGELD‘Niemand gebruikt het in onze praktijk’‘Onze branchevereniging heeft twijfel overde veiligheid van e-health’RANDVOOR-WAARDENINPASBAARHEIDTIJDVAARDIGHEDEN‘Ik kan de investeringen niet terugverdienen’‘E-health applicaties zijn niet geïntegreerdmet onze eigen systemen’‘Ik heb het te druk, ik heb geen tijd omme hierin te verdiepen’‘Ik weet niet hoe een smartphone werkt’Het UTAUT-model van Venkatesh


Stakeholders behoefte, pagina 104De theorie: wat wil de zorgprofessionalniet?eHealth ontwikkeling en implementatie iscomplex en er zijn veel factoren die deintentie om met eHealth aan de slag tegaan, teniet kunnen doen. eHealth gaat overgedragsverandering en beren op die weg.Aan de hand van het UTAUT-model vanVenkatesh zijn de belangrijkste ‘beren opde weg’ in de afbeelding samengevat. Eenhulpmiddel bij implementatie om beter in tespelen op behoeften van zorgprofessionals en teanticiperen op mislukking en negatieve reacties.(Zie afbeelding volgende pagina)Houding: nut en inspanningHet wordt duidelijk uit de praktijkverhalen vande pioniers dat allen een heel duidelijk beeldhebben van het nut van een eHealth toepassing.Het is evident dat er een meerwaarde moetzijn om succesvol te kunnen implementeren.Toch wordt dit niet altijd voldoende inzichtelijkgemaakt. Hier is een rol weggelegd vooronderzoek en voor patiëntervaringen. Eenbusiness case maken is een mooie stap, maareen patiënt die uit eigen ervaring vertelt wat devoor- en nadelen zijn, voorziet vaak meer in eenbehoefte. Systemen die niet gebruiksvriendelijkzijn, falen. Uiteindelijk gaat het om een afwegingtussen het nut van een toepassing en de energiedie het kost om ermee te leren werken. Nietalleen goedbedoelde passie dus als voorwaarde,maar eenvoudige toepassingen die direct nutopleveren voor patiënt en zorgverlener.Sociale invloedEHealth leveranciers met prachtige verhalenwekken argwaan, waar een directe collega meteen nuttige app interesse wekt. De kracht vansociale invloed bij het invoeren van eHealthis vrijwel altijd de belangrijkste sleutel naarsucces. Het creëren van een succesverhaalen ambassadeurs is een beproefde strategie.Een arts wil ook advies van zijn collega’s, eensecond opinion. Er is te veel aanbod en voor wiebeperkte kennis heeft is de vakbroeder of zustereen belangrijke referentie.De branchevereniging kan ook belangrijk zijnin het creëren van het eHealth klimaat. Deintroductie van eHealth in de GGZ kon heelerg lang niet op de medewerking rekenen vande beroepsverenigingen voor psychologen enpsychotherapeuten. Er heerste angst voor eenuitholling van het vak en voor lagere omzettendoor minder face-to-face contacten.Toen deze opvatting na enkele jaren kantelde,startte de beroepsgroep een eHealth pilot omhun leden te adviseren over de aanschaf vaneen eHealth pakket. Ook de opname van eHealthtoepassingen in richtlijnen en standaardenkan de sociale norm van zorgprofessionalsbeïnvloeden.RandvoorwaardenWaar houding en de sociale invloed vaaklastig te beïnvloeden zijn, zijn meer concreterandvoorwaarden vaker op te lossen. Ze zijnin ieder geval aanwijsbaar en bij aanvangvan een implementatie goed te signaleren.Hebben zorgprofessionals geen tijd voorhet leren omgaan met de toepassing,gaan ze er in financiën op achteruit en zijnsystemen omslachtig, dan kun je op voorhandinpakken. Tijd kun je natuurlijk maken,maar het moet wel duidelijk zijn hoeveel tijd


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.Inkomen Oog in al - Lombok UtrechtBronnen: Esri Nederland, Esri, Kadaster, CBS enRijkswaterstaatInkomen Oog in Al - Lombok UtrechtBronnen: Esri Nederland, Esri, Kadaster, CBS enRijkswaterstaatHerkomst Oog in Al - Lombok Utrecht% Niet westerse allochtonen: Oog in al - Lombok UtrechtOnbekend43.000 - 50.000Onbekend20 - 50%Inkomen: < 27.500 Oog in Al - Lombok Utrecht27.500 - 33.614< 27.50027.500 - 33.61433.614 - 43.00033.614 - 43.00043.000 - 50.000> 50.000% Niet < 5% westerse Allochtonen: Oog in Al > 50% - Lombok Utrechtonbekend5 - 10%


iets kost (de inspanning). Goede oog voorgebruiksvriendelijkheid, ook belangrijk volgensde succesverhalen. Een koppeling met eenEPD of HIS maakt het leven eenvoudiger. Hetkost minder tijd om te leren omgaan met deverandering.eSkillsEen van de meest onderschatte behoeften vanzorgprofessionals is scholing bij het aanlerenvan kennis en vaardigheden, e-skills. Waar wevaak redeneren in termen van ‘niet willen’, ligter in de praktijk bijna altijd ‘niet kunnen’ aan tengrondslag. Veel artsen zijn niet voorbereid opeen toekomst met ICT. In de opleiding tot artsis geen aandacht voor eHealth. De helft vande zorgprofessionals die betrokken zijn bij eeneHealth project geeft aan onvoldoende kenniste hebben om hun rol goed te vervullen, zo blijktuit een onderzoek van de KNMG en het AMC.82% van de genoemde zorgprofessionals wil zijnof haar kennis uitbreiden. Een mooie kans voore-learning in de zorg. Gezien de uitkomsten lijkthet de hoeksteen van eHealth succes.Wat weten we nu?De behoefte van zorgprofessionals wordt nietstructureel en betekenisvol onderzocht alshet gaat om de inzet van eHealth. Een van deredenen kan zijn dat het als begrip te grootis om te onderzoeken. Maar zelfs als we decontainer openen, valt er weinig te kwantificeren.Praktijkvoorbeelden zijn er te over en ook uit depsychologie is voldoende af te leiden. Dus hetaannemelijk maken, kunnen we wel.Zorgprofessionals gaan voor een beterekwaliteit van zorg met het liefst behoud vanomzet. Een eenvoudiger zorgproces en beteredienstverlening aan patiënten. EHealth moetgeen buitengewone inspanningen vragen intermen van tijd en scholing. De invloed vancollega’s op de intentie om ermee te starten isenorm.Het zijn allemaal aspecten die logisch klinken.Maar zonder dat ik het kan onderbouwen, denkik dat de pioniers vooral ook opstaan omdatzij het leuk vinden om afwisseling te zoeken inhet werk, grenzen te verkennen en bij te leren.Zelfontplooiing staat niet voor niets boven in deMaslow-piramide. Wanneer eHealth zorgt voorminder omslachtige werkroutines of een lagerewerkbelasting is dat mooi meegenomen, maardat is altijd bijvangst.


Stakeholders behoefte, pagina 107DE BEHOEFTE ENACCEPTATIE VAN DE ZORG-PROFESSIONAL EN ARTSENVanMorgen teamHet beroep van zorgverlener is inbeweging. Door externe invloeden zoalsmaatschappelijke, economische en financiëleaspecten en de demografische, cultureleen technologische ontwikkelingen. Detechnologische ontwikkelingen hebben nietalleen invloed op de zorg, maar ook op alleandere ontwikkelingen en zijn daarmee eenkatalysator voor het geheel.Zorg wordt steeds meer een vak waartechnologie niet alleen op de ondersteunendeprocessen is gericht, maar ook op hetprimaire zorgproces. De regie kan door detechnologische ondersteuning meer bij de cliëntkomen te liggen. Voor deze transitie is het vanbelang dat de hulpverlener naast de cliënt komtte staan vanuit een dienstverlenende houding.Deze veranderingen hebben invloed opelk deel van het zorgproces: diagnose,planning, realisatie en evaluatie. De rollen,verantwoordelijkheden en de werkwijzegaan veranderen door de mogelijkheden diede technologie biedt. De klant gaat meermeedenken, meebeslissen en meedoen.De professional zal moeten wennen aan hetgegeven dat zijn inbreng niet de enige factoris die het resultaat is van de zorgverleningbepaalt. De inbreng van de klant zelf en zijnsociale omgeving zijn steeds meer van belang.Ook deze ontwikkeling wordt door technologieversneld en ondersteund.Economische vraagstukken en demografischeontwikkelingen maken dat deze ontwikkelingenomarmd worden door beleidsmakers en politiek.De zorgverlener/professional zal daarin meemoeten bewegen. Bewegen in zijn competentiesen vaardigheden om de klant te ondersteunen indie nieuwe rol en taak.De zorgverlener zal in toenemende matede cliënt begeleiden naar en stimuleren totzelfredzaamheid. De uitvoerende zorgverlenergaat coachend optreden. Dit doet een beroepop andere competenties van zorgverleners.Een aantal algemene kerncompetenties voorzorgverleners zijn essentieel in het anders lerenkijken naar zorg en zelfredzaamheid, naar inzetvan technologische middelen voor eHealth/zorgop afstand. Deze competenties zijn:• Kennis over zorgverlening, zorggebruikers enzorgprofessionals;• Kennis over en begrip van zorg op afstand/eHealth in het algemeen;• Interesse en intentie om toegevoegde waardeen nut van inzet technologische middelen tebegrijpen;• Omslag maken in denken: van zorgen voor decliënt, naar zorgen dat de cliënt met de juiste(technologische) middelen ondersteund wordt,stimuleren en bevorderen van zelfredzaamheiden samenredzaamheid;• Bewust observeren, signaleren vanveranderingen in zorg, vraag om kunnen zettenin aanbod.


Stakeholders behoefte, pagina 108De kern en het doel van de zorgverleningverandert niet, de manier waarop wel. Alszorgverlener moet je je afvragen: welketechnologie kan ik bij welke interventie inzetten,draagt deze manier bij aan verantwoorde zorgvoor deze cliënt en is deze cliënt in staat om teleren omgaan met technologie? Zorg verlenenvia het beeldscherm vraagt dat de zorgverlenerextra alert moet zijn op wat hij ziet en hoort,want andere zintuigen gebruiken lukt niet via hetbeeldscherm.Dankzij eHealth-technologie kunnenzorgprofessionals de omstandigheden vancliënten en patiënten monitoren - onafhankelijkvan tijd en plaats - en contact met hen maken,bijvoorbeeld met behulp van beeldzorg. Op dezemanier neemt hun fysieke aanwezigheid af, maarheeft het wel impact op het welzijn en kwaliteitvan leven van de gebruikers. ICT toepassingenstellen zorgprofessionals in staat om in dezelfdetijd meer cliënten en patiënten te volgen en bijte staan in het dagelijks leven. Bovendien maakteHealth-technologie het mogelijk om integratieen coördinatie tussen alle actoren in de zorg(informele en formele zorg) te realiseren dooreen netwerk te organiseren.Om de voordelen van de inzet van eHealthtechnologievoor de zorg aan ouderen terealiseren, is integratie van technologie in hetzorgproces nodig. Het gebruik van technologiemoet geen op zichzelf staand doel zijn, maar:• het betreft een procesinnovatie voor dezorgaanbieder en klant;• een visie op de toepassing van technologie enhoe de technologie te integreren in werk- enzorgprocessen;• zorgdragen voor de juiste condities doorrisicomanagement met betrekking totde toepassingen van technologie in dezorgprocessen;• een goed business model.Deze factoren zijn ondersteunende conditiesvoor de zorgdiensten met eHealth-technologie,zodat de gebruikers (cliënt en professional) opeen verantwoorde en veilige wijze zorg kunnenleveren en ontvangen.Een goed begin is het halve werkTechnologie in de zorg is nog nietvanzelfsprekend, zowel voor zorgprofessionalsals voor mensen die zorg nodig hebben.Oorzaken voor weerstand kunnen zijn: angstvoor het onbekende, gebrek aan kennisen vaardigheden, geen vertrouwen in detoegevoegde waarde van technologie in de zorgvoor mensen, angst voor het verlies van werk oftechnologie past niet in het romantische beelddat zorgprofessionals hebben over de zorg(technologie in de zorg is ‘oppervlakkige zorg’).Naast de houding van zorgprofessionals isook de rol van zorgvragers zelf essentieel:succesvolle implementatie is afhankelijk of zijwillen en in staat zijn om te gaan met nieuwetechnologie (Peeters et al., 2013). Dit zijnuitdagingen waar rekening mee gehouden moetworden bij de implementatie van diensten meteHealth-technologie in de gezondheidszorg.In organisaties waar eHealth wordtgeïntroduceerd, blijkt het soms lastig om detoepassing daadwerkelijk te laten gebruiken.Als voor zorgprofessionals niet duidelijk is hoe


Stakeholders behoefte, pagina 109de nieuwe dienst aansluit op de situatie enbehoeften, zien zij de zin en waarde van zo’nnieuwe dienst vaak niet in. Door zorgverlenersvanaf het begin bij de ontwikkeling van denieuwe dienst te betrekken, vanuit hun eigenperspectief, wordt hun kennis en ervaringgebruikt en worden zij enthousiaster voorde innovatie. Voor adoptie, acceptatie enhet vergroten van de sociale invloed doorzorgprofessionals zijn twee zaken erg belangrijk:• Bij mensen die zorg verlenen is een gevoelvan urgentie voor de noodzaak en kansenvan dienstverlening met eHealth-technologienoodzakelijk om een verandering in de maniervan zorgverlening op gang te brengen.• Het samenstellen van een leidende coalitie diede kar van implementatie trekt, is tevens eenbelangrijke voorwaarde. Door in die leidendecoalitie onder andere managers, zorgverleners(en wellicht ook zorgbehoevenden) op tenemen, wordt de sociale invloed vergroot.In de praktijk komen wij nog vaak tegen datbij eHealth-projecten de technologie centraalstaat. De technologie is al gekozen, soms albesteld, zonder dat stakeholders inzichtelijkhebben waarom technologie een bijdrage kanleveren en wat met de inzet van de technologiewordt beoogd. Het gevolg van een dergelijkeaanpak is dat innovaties niet beklijven enniet tot opschaling komen. Is er een andereaanpak? Ja, door een eHealth project te startenmet inzichtelijk te maken welk probleem moetworden opgelost. Het belangrijkste is de kernvan het probleem te vinden waar eHealth eenoplossing voor kan bieden. Door het probleemte benoemen vanuit het perspectief van degebruiker en inzicht in het gedrag en behoeftenvan gebruikers te krijgen, worden de besteaanknopingspunten voor oplossingen geboden.Zo kunnen de toegevoegde waarden voorzowel zorgvragers als zorgverleners wordengecreëerd.Acceptatie en gebruik van technologiein de zorg: een veranderprocesDe verandering die de implementatie vaneHealth-diensten met zich meebrengt vraagtom kennis en competenties op het gebied vanverandermanagement. Uit de veranderkundeis bekend dat emoties de belangrijkste rolspelen en dat deze het gedrag beïnvloeden.Pas als mensen de noodzaak om te veranderenonderkennen en begrijpen, vindt er veranderingin gedrag plaats. Het leren onderkennen enbegrijpen zien veel mensen als een rationeelproces: begrijpen doe je met je verstand en nietmet je gevoel. Kotter stelt echter dat begrijpenstart bij en door emotie. Indien emoties nieterkend of herkend worden, stagneert hetveranderproces (Kotter et al., 2002).Er bestaan modellen en theorieën diespecifiek betrekking hebben op de acceptatieen het gebruik van ICT. Venkatesh (2003)heeft acht prominente modellen overacceptatie van technologie geanalyseerden deze verenigd tot het UTAUT-model(zie tabel 1 hieronder). Dit model benoemtvier pijlers die gebruikersacceptatie engebruiksgedrag bepalen: prestatieverwachting,moeiteverwachting, sociale invloed enfaciliterende omstandigheden. Verder zijn viervariabelen benoemd zoals ervaring, vrijwillig ofgedwongen gebruik, leeftijd en geslacht.


Stakeholders behoefte, pagina 110Tabel 1 The Unified Theory of Acceptance andUse of Technology (Venkatesh et al., 2003)Door de variabelen te kennen die van invloed zijnop de acceptatie en adoptie van de technologie,kan gericht hierop worden gestuurd.Construct:PrestatieverwachtingDe mate waarin een individu gelooft dat het gebruik van technologie werkprestaties verbetertMoeiteverwachtingDe mate van moeite die met het gebruik van technologie wordt geassocieerdSociale invloedDe mate waarin een individu denkt dat belangrijke mensen vinden dat hij/zijde technologie zou moeten gebruikenFaciliterende omstandighedenDe mate waarin een individu denkt dat de organisatorische en technische infrastructuur het gebruik vande technologie ondersteunenVariabelen:• Gepercipieerde bruikbaarheid• Extrinsieke motivatie• Taak-fit• Relatief voordeel• Verwachtingen over de uitkomst• Gepercipieerd gebruiksgemak• Complexiteit• Subjectieve norm• Sociale factoren• Imago (organisatie)• Gepercipieerde controle op gedrag• Faciliterende omstandigheden• CompatibiliteitTabel 1 The Unified Theory of Acceptance and Use of Technology (Venkatesh et al., 2003)


Stakeholders behoefte, pagina 111DE ROL EN VISIE VAN DEJONGE MEDISCH SPECIALISTSietske RozieNederland heeft ongeveer 3000 medischspecialisten in opleiding, er zijn ruim 1500huisartsen in opleiding, en daarnaastzijn er diverse vervolgopleidingen zoalssociale geneeskunde, artsen verstandelijkgehandicapten, etc. Deze nieuwe generatieartsen krijgt steeds vaker te maken metpatiënten die gebruik gaan maken vanzelfmetingen, stappentellers en hun eigengezondheidsdata bijhouden met behulp vandiverse apps.Waarschijnlijk noemen eHealth-pioniersdaarom “eHealth de stethoscoop van detoekomst, wie deze ontwikkeling wil negerenzal waarschijnlijk op zoek moeten naar eencarrière buiten de zorg”. Toch doen slechtsenkele tientallen jonge artsen er echt iets mee.Willen we eHealth inzetten om de zorg in denabije toekomst toegankelijk, betaalbaar envan goede kwaliteit te houden, zijn juist dejonge artsen in hun vervolgopleiding medestakeholdersen er mede verantwoordelijkvoor. Welke rol kunnen de jonge artsen spelenbij de integratie van eHealth in het huidigezorglandschap en waar is extra ondersteuningnodig?De arts-assistent en de opleiderJonge professionals motiveren, stimulerendbegeleiden en de ruimte geven voortalentontwikkeling, dat zijn bekende ideeën uit dewereld van multinationals met talentdevelopment.Het is belangrijk hetzelfde te doen voor de jongezorgprofessional. Van een arts-assistent “decardioloog” of “de chirurg” maken is namelijkniet de oplossing voor de problemen waar degezondheidszorg nu voor staat.Competentiegericht opleiden in plaats van eenopleidingsprofiel dat is georiënteerd op medischtechnischhandelen is daarvoor noodzakelijk.De opleider moet hiervoor een cultuur vanveiligheid creëren, want als de artsen inopleiding bezig moeten zijn met dreigingenbinnen de afdeling, kunnen zij zich niet focussenop patiëntenzorg en hun opleiding.Het huidige onderwijs is veelal ingericht op uithet hoofd leren in plaats van ontdekken. Dekennis, die je niet zelf uit je hoofd kunt leren, uithet hoofd van je supervisor halen, dat is waar hetom gaat. Dat wil zeggen dat de supervisor zijnervaring moet delen met de arts-assistenten.Leren is het produceren van nieuwe kennis. Datkan worden gedaan door het stellen van vragen,in tegenstelling tot het beantwoorden van vragen,want dan moet je de kennis die je uit je hoofdhebt geleerd opdiepen. Vragen stellen is immersleerzamer dan vragen beantwoorden.De arts-assistent en de opleidingInvesteren in een arts-assistent, die maartijdelijk ergens werkt, blijkt lastig. Het gelduit het opleidingsfonds, bedoeld om hetopleiden te faciliteren, gaat rechtstreeks naarde opleidingsziekenhuizen (al dan niet eenacademisch ziekenhuis) en wordt vervolgensslechts gedeeltelijk gebruikt om de kwaliteit eninhoud van de opleidingen te monitoren en, waarnodig, te verbeteren.


Stakeholders behoefte, pagina 112Zoals in het boek van Porter, “RedefiningHealthcare” wordt gezegd: Jonge artsen lerente functioneren in ad hoc situaties binnen eenad hoc groep van stafleden in series van nietmet elkaar gerelateerde casus. Zij leren nietom zorg te leveren in stabiele teams die, in eenvaste samenstelling, langdurig samenwerken ompatiëntenzorg te verbeteren door systematischeprocesverbetering.De zorg is enorm in beweging, zelfs de definitievan gezondheid zal veranderen. De artsen diede toekomst gaan meemaken zijn degene die nuin opleiding zijn of daar net uit komen. Daar moetdus de focus liggen als het gaat om innovatiezoals eHealth.Jonge artsen willen leren innoveren!Collectieve intelligentie, dat is waar het om gaat.Neem daarin ook de ervaring van de patiëntmee, want de patiënt is in de zorg de enigeconstante. Door meer samen te doen en debehoefte en ervaringen van de patient mee tenemen kan de zorg op rantsoen, er moet steedsmeer voor minder. Dat zien arts-assistenten ook.Zij werken tijdens hun co-schappen in meerdere(soms wel 10!) verschillende ziekenhuizen en,werken daarna tijdens hun opleiding in diverseklinieken. Door de actueelste inzichten kunnenzij van toegevoegde waarde zijn en afdelingenvoorzien met gratis advies door “best practices”uit al deze ziekenhuizen te gebruiken.Er zijn momenteel instellingen die innovatieonderwijzen door geneeskunde studenten enarts-assistenten in fictieve innovatietajecten telaten deelnemen. Een arts-assistent zou, na eenkorte intensieve training door innovatiecoaches,wellicht heel goed in staat kunnen zijn om binnenhet ziekenhuis een echt (proces)innovatietrajectte leiden. Daarmee wordt de arts-assistent deinnovatieregisseur van een interdisciplinair teamvan het ziekenhuis met daarin onder andereverpleegkundigen, paramedici, technici, etc.Een en ander zou methodisch kunnenworden opgepakt: gedurende 6 maanden, 10bijeenkomsten , om de 2 weken, 4 fasen:• Wat ga je creëren?;• Het creëren zelf;• Vastleggen van kennis, bijvoorbeeld middelssoftware, daarbij ook vaststellen welke kennisnog nodig is voor het traject van de innovatie;• Implementeren van de innovatie.Door een dergelijk innovatietraject in hetziekenhuis zelf uit te voeren wordt de innovatieook meteen geadopteerd in en door deomgeving waar het voor bedoeld is. Zo creëer jeeen lerende organisatie. Zo leren de deelnemersaan het innovatietraject zelf hoe je kunt (en moet)innoveren. Ook leren ze hoe ze zich aanpassenaan de veranderende omgeving en hoe ze deinnovatiekracht van hun ziekenhuis kunnenvergroten. Daarnaast kunnen Aios een rol spelenin de wetenschappelijke fundering van eHealth.Van welke eHealth toepassingen wordtarts-assistent blij?De meest gebruikte eHealth vorm door artsassistentenzijn apps. Via tablets of smartphoneswordt aanvullende informatie opgezocht.Een handige overzichtssite voor dezenaslagfunctie is www.webicina.com.


Stakeholders behoefte, pagina 113Hierop kun je een overzicht vinden welkesources op internet er zijn voor jouw specialisme.Enkele praktische toepassingen van eHealthwaar ook de arts-assistent blij van zou (moetenof kunnen) worden:• Patiënt geeft met een druk op de app aan dathij in de file staat en iets later op de afspraakkomt;• De patiënt kan met behulp van de hospitalityapp de weg zelf vinden in het pand;• En: de arts-assistent kan zelf ook makkelijk deweg vinden in het ziekenhuis;• Zorg bij chronische ziekten: de patiënt heeftop een app zijn suikerwaarden bijgehouden,dit geüpload naar zijn profielpagina ….etc. jijpast de medicatie aan of vraagt hem naar hetspreekuur te komen via de app. Geen vollewachtkamers met terecht geïrriteerde patiëntenmeer omdat het spreekuur uitloopt;• Er zijn games waarin je leert hoe je in acutesituaties moet handelen (bijvoorbeeldabcdeSIM), deze vorm van leren dit zal deschriftelijke toetsing vervangen;• Meer structuur en betere planning: patiënt staatgepland voor een MRI en vult vooraf onlinede vragenlijst in mbt contra-indicaties, alshet nodig is krijgt radiodiagnostisch laborantautomatisch een waarschuwing in het schermvan de tablet;• Online patiënten folders waarna de patiëntInformed Consent kan geven of eenafspraak maakt om verdere vragen te latenbeantwoorden;• Bestellingen, voorraadmanagement middelseen app. Het zal dan nooit meer gebeuren dater van een bepaalde soort stent maar 1 op deplank ligt. Ook het contact met de leverancierswordt zo verbeterd;• Zelf (via portal) afspraak maken en verplaatsen,maar dan wel zoals bij web shops: eerstbestellen, winkelwagentje en daarna pasinloggen! Anders wordt de drempel weer tehoog;• De patiënt heeft een personal health recordwaarin hij zijn eigen medische gegevensbijhoudt;• Door het verzamelen van data en de analysehiervan, kan de personeelsplanning door hetjaar heen worden aangepast, ben je nooit meermet teveel of te weinig mensen op de werkvloeren kun je zien wanneer je een externedifferentiatiestage het best kunt inplannen;• Via een internationaal online platformkunnen arts-assistenten contact houden metelkaar over opleiding, casuïstiek, innovatie,onderwijs, eHealth, wetenschap, stages,werkgelegenheid, etc.


Stakeholders behoefte, pagina 114Andere inzichten met betrekkingtot gebruikAnouk Middelkamp liet in haar onderzoek in 2012zien dat 60% van de medisch specialisten enhuisartsen vindt dat eHealth de samenwerkingtussen de eerste en tweede lijn verbetert. Zijliet echter ook zien dat 60% van de medischspecialisten en huisartsen eHealth ziet alsbedreiging voor grens tussen werk en privé.Er wordt ook onderzoek gedaan naar het gebruikvan de social media en eHealth door artsassistenten,op Pubmed verschijnen dan ooksteeds meer artikelen over dit onderwerp. Uitonderzoek naar de arbeidsuitval (ziektemelding)van arts-assistenten in een groot regionaalziekenhuis in Nederland, bleek dat artsassistentenveel tijd kwijt zijn met “gebeldworden voor niet dringende zaken”. Dit ismet name zo, bleek uit het onderzoek, omdat“de aios toch/wel altijd bereikbaar is”. Artsassistentenzijn dus stakeholders in de zorg. Zijbleken echter erg gefrustreerd over het feit datze geen invloed hebben op hun werkindeling,die zij regelmatig inefficiënt vinden en wordendaar letterlijk moe van. Hierdoor ontstaatziekteverzuim. Efficiëntie verhogen is een anderebelangrijke driver voor eHealth omdat het kanworden ingezet bij procesinnovatie.Behoefte aan een virtuele leeromgevingGame therapy en lifestyle games, zowelvoor psychische als fysieke aandoeningen,worden al ingezet en dat zal zich alleenmaar verder uitbreiden. Binnenkort hebbenwe zelf ook allemaal virtual reality games oponze tablets en smartphones. Ook kunnendeze games preventief werken om gezondegewoonten te stimuleren. Kan virtual reality,zoals bijvoorbeeld serious gaming, wordentoegepast om jonge artsen te leren werken ineen systematisch erkend team, dat gericht isop procesverbetering? Dat zou heel erg mooizijn. Naast het inzetten van serious gaming ommedisch-technische kennis te bevorderen ente meten, kan dit ook worden ingezet om dekennis over het zorgstelsel bij arts-assistenten tevergroten.Toekomstvisie van de medischspecialist in opleiding:Lizanne Berkenbosch, medisch specialistin opleiding, schreef een proefschrift overmanagement- en leiderschapsonderwijs voorarts-assistenten. Daarin concludeerde zijdat artsen zodanig moeten worden opgeleiddat zij het voortouw kunnen nemen inkostenbesparende en kwaliteit bevorderendeinnovaties in de zorg.De beroepsorganisatie voor medischspecialisten in opleiding (De Jonge Specialist)heeft in 2013 het visiedocument Coach, Cure,Care 2025 aangeboden aan VWS. Dit documentis (inter)nationaal goed ontvangen.Daarin wordt onder andere zelfmanagementvan de patiënt genoemd. Hierin past demodernisering en digitalisering van de zorg.Op dit moment wordt er door patiënten nogweinig (2013: 2-6%) gebruik gemaakt vaneHealth voor zelfmanagement. Door middelvan digitale communicatie, zelfdiagnostiek,monitoring en behandeling in combinatie methet fysieke contact met de zorgverlener zal dezelfredzaamheid bevorderd kunnen worden.Een voorbeeld in dit visiedocument stelt: “Op de


operatiekamers worden steriele touchscreensmet ingebouwde camera’s gebruikt, waarmeehet mogelijk is om in te bellen voor bijvoorbeeldeen live advies van een collega-expert opafstand.”De werkgroep “Toekomst & Innovatie” vande Jonge Specialist houdt zich bezig metde actuele ontwikkelingen en vernieuwingenin het zorglandschap waar de specialist inopleiding mee te maken krijgt. Er komen in detoekomst wellicht uitstroomprofielen bij de studiegeneeskunde, de medisch vervolgopleidingenworden korter, de opleiding is meer gerichtop de vraag in de markt. Clinical leadership isverweven in de opleiding en iedereen kan zijn ofhaar talenten (veelal “haar”) ontwikkelen.Uit een onderzoek van het John HopkinsMedical school uit 2013 blijkt dat artsen inopleiding 12% van hun tijd besteden aancommunicatie met hun patiënten en 40% van detijd gaat naar het communiceren met medischeinformatiesystemen. Dan kunnen we misschienbeter de patiënt vragen ons te helpen met die40% te verlagen door zelfmetingen online aante leveren zodat we de 12%, al dan niet viaeen digitale verbinding met de patiënt, kunnenbesteden aan communicatie met de patiënt.Literatuurlijst• Coach Cure care 2025, visiedocumentwerkgroep vanuit De Jonge Specialist.• Ehealth onderzoek uit 2012 van Mednet.• proefschrift Lizanne Berkenbosch:“Management and leadership education formedical residents”• “Redefining Healthcare” Michael E. Porter• Blog over John Hopkins onderzoektijdsbesteding arts-assistenten: http://www.hopkinsmedicine.org/news/media/releases/doctors_in_training_spend_very_little_time_at_patient_bedside_study_finds


Stakeholders behoefte, pagina 116DE ROL EN VISIE VAN DETECHNISCH GENEES-KUNDIGEMartijn van MourikTechnologie speelt een belangrijke rol in desamenleving, en wordt steeds intuïtieveren onzichtbaarder. In de hedendaagsemaatschappij is het gebruik van elektronicaen slimme toepassingen van technologie nietmeer weg te denken. De huidige medischepraktijk kan niet meer zonder eHealthtoepassingen binnen alle lagen van degezondheidszorg.Van elektronisch patiëntendossier,het versturen van hartfilmpjes vanuitde ambulance naar de eerste hulp totautomatisering binnen de diagnostiek.eHealth an sich is eigenlijk niets nieuws, maarde bewustwording ervan is het wel. Disciplineoverstijgende samenwerking is noodzakelijkom de voordelen hiervan optimaal tebenutten.Sinds 2009 hebben technisch geneeskundigenhun intrede gedaan in de Nederlandsegezondheidszorg. Technologie in de zorgbrengt (complexe) problematiek met zich mee.Technisch geneeskundigen zijn opgeleid omzowel medisch als technisch te denken enkunnen zo een brugfunctie vormen tussenverschillende disciplines.eHealth herdefiniërenDe definitie van eHealth zoals nu gesteld iserg breed en varieert van puur medischeapplicaties voor professionals tot applicatiesvoor consumenten om gezondheid tebevorderen (sportapps) of te monitoren(persoonlijk digitaal dossier). Daarnaast is ereen gevarieerde mix van eHealth toepassingen;van apps tot geavanceerdere hardware. Vanuitde context van de technisch geneeskundigeis een groot gedeelte wat nu als eHealthbeschreven wordt (en gecategoriseerd volgensde Nictiz) niet de categorie waar zij zich opfocussen; e-zorgondersteuning is toepasbaarin vele bedrijfstakken en heeft nu het plakaateHealth omdat het in de zorg wordt toegepast.Interessanter is de e-zorg tak waarbij eHealtheen rol speelt bij de diagnose, behandeling enzorg. Technologie doet steeds meer zijn intredein het van oudsher traditionele vakgebied van degeneeskunde. Hiervan profiteren de patiënt enhulpverlener. Zo zijn er hele nieuwe therapieënen methoden om te diagnosticeren ontstaan enzijn medische beeldvorming, minimaal invasievechirurgie en het elektronisch patiëntendossierniet meer weg te denken uit de Nederlandsegezondheidszorg.Op verschillende lagen binnen degezondheidszorg wordt reeds gebruik gemaaktvan eHealth. Zo zijn er toepassingen die vooralvoor en door de zorgverlener gebruikt worden.Ook zijn er toepassingen tussen de zorgverleneren patiënt. Daarnaast is nog een groeptoepassingen te onderscheiden die volledig doorde patiënt zelf beheerd worden. In toenemendemate wordt ook het gebruik van eHealth gebruiktin de pre-patiënt fase; de preventie en hetgezond blijven.


Stakeholders behoefte, pagina 117Nieuwe professionalsDe technisch geneeskundige (ook bekend alsklinisch technoloog) is opgeleid met de laatstetechnologie en daardoor goed in staat ombestaande problemen in de gezondheidszorgadequaat met een focus op technologischevernieuwing op te lossen. Zij leveren hiermeeeen belangrijke bijdrage aan zorgvernieuwingom de zorg continu op een verantwoorde wijze teinnoveren.Daarnaast zijn er de afgelopen jaren ook anderenieuwe beroepen op het grensvlak van degeneeskunde en de technologie geïntroduceerd;zoals de biomedisch technoloog en de medischinformaticus. Door hun verbindende functieen kennis van de praktijk zijn zij in staat omkansen te zien. Technisch geneeskundigenzijn werkzaam in zowel ziekenhuizen als hetbedrijfsleven, waarbij ze in beide industrieën hunmeerwaarde bewijzen. Zij denken mee over detechnologie (de werkzaamheid), de toepassingen de meerwaarde voor de kliniek.ZelfmanagementDe patiënt wordt in steeds grotere mate zelfbetrokken bij de diagnose, behandeling ofpreventie. eHealth kan hier aan bijdragen doorhet voor patiënten mogelijk te maken zelf zijn ofhaar ziekte te managen. Zo is er bijvoorbeeldzelfmeetapparatuur om de bloedstolling tebepalen voor mensen die bloedverdunnersgebruiken. Door de zelf gemeten waarden terugte koppelen aan de trombosedienst kunnenpatiënten zo vaak prikken als nodig, op detijd dat het hun uitkomt en een goed adviesontvangen van de trombosedienst.EfficiëntieDe zorgkosten stijgen onder andere doorvergrijzing en een toenemende behoefte aanzorg. Door gebruik te maken van eHealth enslimme ICT kunnen er grote efficiëntie stappengemaakt worden. Dit kan bijvoorbeeld doorhet delen van informatie, het automatiserenvan routinematige handelingen, het sneller ennauwkeuriger maken van diagnostiek, het minderingrijpend maken van behandelingen (zoalsminimaal invasieve chirurgie) en thuismonitoring.Op deze manier houden we zorgkosten inbedwang en blijft de zorg toegankelijk. Ookkunnen we door slim gebruik te maken vantechnologie de kwaliteit van de zorg continublijven verbeteren.Slagen van innovatie; praktijkkennisessentieelEr zijn veel verschillende factoren bepalendvoor het succes van een eHealth innovatie.Vanuit technisch geneeskundig oogpunt is hetbelangrijk dat de innovatie daadwerkelijk aansluitop de problemen of hiaten in de praktijk en dater gedacht wordt vanuit een klinisch probleem.Er zijn de afgelopen jaren tal van innovatiesbedacht die het uiteindelijk niet halen in de zorg,omdat er pas in een laat stadium gedacht wordtaan zaken in de praktijk. De introductie van eeninnovatie in de zorgt vereist meer aandachtdan een gemiddeld product. Daarnaast speeltacceptatie een grote rol; de eindgebruiker zalvroeg in het proces betrokken moeten worden.


Stakeholders behoefte, pagina 118De nabije toekomst; enkele voorbeeldenSerious gaming is tegenwoordig een vastonderdeel van trainingen in diverse medischedisciplines zoals de acute geneeskunde,intensive care, chirurgie en cardiologie.Behandelaars zullen in toenemende mategebruik maken van eHealth en dit “voorschrijven”aan hun patiënten. Virtual reality kan een rolspelen als ondersteuning bij de behandeling vanaandoeningen, zoals anorexia. Het monitorenvan drukbelasting op het been kan de revalidatievan heupoperaties of beenbreuken bevorderen.Het gebruik maken van apps om medicatietrouwheid te bevorderen wordt normaal.keurmerk krijgen en validatiestappen ondergaan.Daarnaast moet de werkzaamheid aangetoondworden met gedegen wetenschappelijkonderzoek. De verantwoordelijkheden en derisico’s van een onjuiste interpretatie verschilllenper toepassing; voor het zelfstandig monitorenvan de hardloopprestaties van de consumentis een keurmerk niet nodig. Anders is ditwanneer deze informatie gebruikt gaat wordenvoor het behandelplan van een revalidatiearts.Een volgende stap is dat door middelvan technologie ook direct een advies aan debehandelaar gegeven kan worden.Regulering en veiligheidEr liggen grote uitdagingen op het gebied vanregulering en verantwoordelijkheden. Het veiligen effectief toepassen van eHealth is essentieelvoor het slagen van de innovatie.Wanneer men gebruik maakt van eHealth moetmen goed kunnen inschatten wat de meerwaardeis, wat de risico’s zijn en wanneer een bepaaldetoepassing juist is. Hiervoor moet eHealth netals medische apparatuur of medicatie eenInterpretatie van data en weten wat demogelijkheden én belemmeringen zijn vantechnologie spelen een steeds grotere rol. Detechnisch geneeskundige kan hierin van grotetoegevoegde waarde zijn door zijn uniekecombinatie van vaardigheden.


Stakeholders behoefte, pagina 119PATIËNT CENTRAAL2.0 IN DE PRAKTIJKTeam SensireZorgorganisatie Sensire past eHealth toeals integraal onderdeel van haar zorgproceswaarbij ‘de patiënt centraal’ al lang geentheoretisch concept meer is. Een van devoorbeelden waarbij met de inzet vanehealth de behoeften van de patiënt centraalstaan en de regie bij de zorgvrager zelfligt, is ‘thuismonitoren’. Ziekenhuizenbieden aan mensen met een chronischeziekte, in samenwerking met het MedischService Center (MSC) van Sensire, dezemogelijkheid aan. Een mogelijkheid die nietalleen de kwaliteit van leven van de patiëntverbetert, maar ook daadwerkelijk bijdraagtaan een afname van de zorgconsumptie vanchronische patiënten.VoordelenBij het thuismonitoren doen mensen thuis zelf demetingen die automatisch worden doorgestuurdnaar het MSC. Als de metingen buiten eendoor de specialist vastgestelde bandbreedtekomt, maken mensen van het MSC van Sensirebeeldcontact via een iPad met de patiënt enschakelen indien nodig het ziekenhuis dezelfdedag nog in. Mensen met een chronische ziektezoals hartfalen of COPD zijn veel tijd en energiekwijt met ziekenhuisbezoeken voor het doenvan relatief eenvoudige metingen. Te veeltijd en energie voor handelingen die net zogoed thuis uitgevoerd kunnen worden door depatiënt zelf. Dit is prettiger voor de patiënt diezo meer energie over houdt voor leuke dingenen die bovendien zelf meer inzicht krijgt in hetverloop van zijn gezondheid en zo de regieover zijn leven meer in eigen hand kan houden.Bovendien weet de patiënt zich in de gatengehouden en dat geeft een veilig gevoel en rust,ook voor de mantelzorger.Voor de specialist in het ziekenhuis,Poliverpleegkundige of de huisarts, betekenthet dat zij hun patiënten in de thuissituatie opde voet kunnen volgen. Veranderingen in degezondheidssituatie worden direct zichtbaaren er kan meteen worden ingegrepen enbijgestuurd. Dit voorkomt (her)opnames,exacerbaties en maakt vroegontslag mogelijk.Hoogwaardige zorg aan huis. Geheel in lijnmet het huidige beleid waarin ziekenhuizen deopdracht hebben steeds meer taken vanuit detweede lijn terug te leggen in de eerste lijn. Ofbeter nog: naar de patiënt zelf.De behandelaar ontlastEen patiënt een aantal keer in de week of zelfdagelijks monitoren, levert veel data op. Datadie moet worden bekeken en beoordeeld. Iser dan altijd reden tot een medisch oordeel ofingrijpen? Nee, uit onze ervaring blijkt dat in80% van de gevallen dat een patiënt buitende bandbreedte valt, geen interventie van eenspecialist, poliverpleegkundige of huisarts nodigis. De behandelaar in de tweede en eerste lijnwordt alleen dan ingeschakeld als zijn of haarexpertise ook echt nodig is. Zeker bij grotereaantallen patiënten (>30) voor monitoring isdat een aanzienlijke ontlasting. Zonder datde behandelaar zelf goed het verloop van degezondheidsituatie van de patiënt uit het oogverliest. Door deze werkwijze, optimaliseren wepas echt een afname van de zorgconsumptie.


Stakeholders behoefte, pagina 120Patiënt in actieHet idee achter thuis monitoren is om depatiënt meer eigen regie te laten nemen.Het is zijn gezondheid en dus zijn (mede)verantwoordelijkheid om zo te leven dat ondankshartfalen, de kwaliteit van zijn leven goed is.Meer eigen regie betekent dat de patiënt zelfook zijn scoreverloop van de meetwaardeninkijkt. Daar sturen de mensen van het MSCvan Sensire op en zij nemen met de patiëntdoor wat de mogelijke oorzaken kunnen zijnvan schommelingen. Zodat de patiënt inzichtkrijgt. Tevens stimuleren zij de patiënt om zijnlevensstijl aan te passen, door oorzaak engevolg te benoemen, tips aan te dragen enhem de weg te wijzen naar meer informatie. Bijvragen of onzekerheid mag de patiënt altijd zelfbeeldcontact met het MSC maken.Patiënt aan het woord:Harry en Joke HamerHarry heeft hartfalen en sinds drie maanden eenICD en wordt thuis gemonitord via een iPad,wifi-weegschaal waar hij dagelijks opstaat eneen wifi-bloeddrukmeter waarmee hij wekelijkszijn bloeddrukgegevens doorstuurt. Op de vraagnaar wat het thuismonitoren voor hem betekentzegt hij: “Rust!” Meteen komt zijn vrouw ook inbeeld, heftig beamend knikkend.Joke: “Voor mij misschien nog wel meer dan voorhem. Ik weet dat hij in de gaten wordt gehoudenen daar kan ik op vertrouwen.”Harry:” Je wordt er zo onzeker van, dan voel jewat en denk je: zou ik naar de huisarts moeten?En dan bel ik nu gewoon even met het MSC enzij weten mij altijd gerust te stellen, ze stellen mevragen en leggen veel uit. Kijk, mijn cardioloogis geweldig, maar ik zie hem nooit langer dan 5minuten en ook niet vaak. De gesprekken metde dames van het MSC van Sensire zijn veelpersoonlijker, dat komt ook door dat beeldbellen,dat vind ik zo leuk.”Joke: “Nou, in zijn geval is het meer dan leuk,want soms klinkt hij heel opgewekt, maar is hijhet niet. Door dat beeldbellen kun je dan zienhoe het echt gaat.” Harry: “Ik begrijp nu beterwat ik zelf kan doen om gezond te blijven. Ik letnu meer op mijn levensstijl alleen al door het ideedat zij het kunnen zien als ik ben aangekomen,ha, ha, maar ik ben nog steeds geen heiligehoor!”


GEBRUIKIN HETVELD


Gebruik in het veld, pagina 122EHEALTH IN ZIEKENHUIZENAnnemarie HensenDat innovatie bij veel ziekenhuizen laag op destrategische agenda staat is misschien welde grootste uitdaging. Continu verbeteren envernieuwen zit niet in het DNA en het systeemverandert traag. Alle ziekenhuizen worstelenmet vergelijkbare problemen rondom eHealth.Hoe zorgen we ervoor dat medici en anderezorgverleners, in samenwerking met deeerste lijn, eHealth gaan integreren in hunbehandelingen?Vernieuwende ideeën blijven veelal beperkt totexperimenten en projecten. Veel bestaandewerkprocessen en organisatiestructuren blijvenonaangetast, waardoor het potentieel van nieuwesociale en technologische innovaties niet wordtgerealiseerd. Visie ontbreekt veelal. Zal de zorgeenzelfde tsunami als de reiswereld doormakenwaarbij nieuwe spelers met ontwrichtendetechnologieën en serviceconcepten een nieuwezorgwereld gaan vormgeven? Wordt de behoeftevan patiënten meer leidend? Zijn ziekenhuizenslechts onder druk van de verzekeraar in staat tevernieuwen? Welke ziekenhuizen zijn strategischwendbaar en daarmee voldoende uitgerust omte anticiperen op de steeds sneller veranderendeomstandigheden?Nederland blijft achter in de stijging van delevensverwachting en er zijn grote verschillenin de kwaliteit van de geleverde zorg.Ziekenhuizen verlenen verhoudingsgewijs veelzorg aan chronisch zieken (bijna 4,5 miljoenNederlanders lijden aan één of meer chronischeaandoeningen). Juist deze zorg kan aanzienlijkbeter en doelmatiger met effectieve inzet vaneHealth. Sturing op gezondheidsdoelen opmicroniveau (patiënt en dokter), op mesoniveau(zorgverzekeraar en ziekenhuis) en opmacroniveau (lokale en nationale overheid) moetziekenhuizen aan gaan zetten om te veranderen.Het ministerie van VWS heeft dit verwoord in eenduidelijke ambitie voor de komende vijf jaar.Systeemverandering noodzakelijk?Duurzaam veranderen gaat over een nieuwevorm van persoonlijk leiderschap op alle niveaus.Dan kom je dus daadwerkelijk aan de manierwaarop de dokter zijn/haar professie uitoefent.De vraag is of medisch specialisten in staatzijn om gevestigde ideeën, praktijken en zelfsidentiteiten los te laten. Het lijkt alsof veranderingin de ziekenhuiszorg uitsluitend mogelijk isonder druk van externe factoren (overheid,markt, bekostigingssysteem en zorginkoop).eHealth kan gebruikt worden als middel om detransformatie op persoonlijk, organisatorischen systeemniveau in gang te zetten. Alleenwanneer mensen inzien hoe ze zelf bijdragenaan het huidige systeem, zijn ze in staat om hette veranderen.Co-creatie met patiënten en mediciWie heeft er last van vernieuwing? De gevestigdeorde! Juist de kennis van deze mensenhebben we nodig om te komen tot duurzameverandering. Co-creatie dus. In het ziekenhuiszijn mensen gewend om op inhoud samen tewerken volgens vaste procedures, protocollenwet- en regelgeving. Implementatie van eHealthtoepassingen is mogelijk zodra er geredeneerdwordt vanuit de inhoud (doelgroepen,ziektebeelden, processen) in plaats van uitbelangen (DOT, kosten-baten, efficiency,inkomen). EHealth oplossingen ontwikkeld vanuit


Gebruik in het veld, pagina 123een visie en ontstaan vanuit de behoefte vanpatiënten, geïmplementeerd in co-creatie metzorgverleners uit de keten, kan een succesvolleen duurzame verandering teweeg brengen.Zo verandert de rol van de patiënt naar meerzelfmanagement en wordt de taak van medici enandere zorgverleners geleidelijk meer coachend.The u-theory Otto ScharmerPersoonlijke Blended zorgDe relatie met een behandelaar is uniek en beziteen bepaalde intimiteit, respect en vertrouwen.EHealth kan het fysieke contact tussen patiënten behandelaar niet vervangen. Blendedbehandelen, waarbij de zorg voor een gedeeltein het ziekenhuis en daarnaast op afstand viabijvoorbeeld videoconsult en telemonitoringwordt geboden, heeft als effect dat deovergebleven bezoekmomenten waardevollervoor patiënten worden. Door de wensen enbehoeften van diverse type patiënten (persona’s)in beeld te brengen kan een zorgverlener daarbeter op anticiperen en meer dienstverlenendzijn/haar werk doen.Onbewust onbekwaamVeranderen zit niet in het DNA van deziekenhuisorganisaties noch van de mensen dieer werken. Medisch specialisten zijn onbewustonbekwaam als het gaat om innovatie eneHealth. Het systeem van ziekenhuizen en hetmedisch denkmodel is ingericht op basis vanregels van de industriële revolutie (groot, macht,massa, uniformiteit). Daarnaast worden medischspecialisten afgerekend op behandelingen(belonen van contactmomenten) en nietvoor vernieuwing of preventie (belonen vanresultaten).Academie versus algemene ziekenhuizenAcademische ziekenhuizen lopen voorop topklinische opleidings- en algemeneziekenhuizen bij de implementatie vantoepassingen als videoconsult, online afsprakenmaken en herhaalrecepten online. Zorginnovatiein de academische centra wordt gekoppeldaan onderwijs, onderzoek en publicaties en ditproces verloopt anders. Algemene ziekenhuizenkennen een meer pragmatische aanpak. Demeeste medici zitten in een strak werkschemaen hebben weinig ruimte (sense of urgency) voorvernieuwing.Businesscase telemonitoring hartfalenBijgaand schema geeft inzicht in de belangenvan de betrokkenen.


Gebruik in het veld, pagina 1241. CO-INITIATING:Build Common Intent sto and listen toothers and to what life calles you to do5. CO-EVOLVING:Embody the New in Ecosystems thatfacilitate seeing and acting from the whole2. CO-SENSING:Observe, Observe, Observe go tot theplaces of most potential and listen with yourmind and heart wide open4. CO-CREATING:Prototype the New in living examples toexplore the future by doing3. PRESENCING:Connetct to the Souce of Inspiration, and Willgo to the place of silence and allow the inner knowing to emergeThe U-Theory Otto Scharmer


Gebruik in het veld, pagina 125Bijgaand schema geeft inzicht in de belangen van de betrokkenen.Stakeholder Belang/behoefte Business RelatieHuisarts Meer patiënten zien in minder tijd Weinig ondernemerschap Beperkte investeringsruimte(tijd, mensen en middelen)Met verzekeraar zorginkoopBeperkt met thuiszorgThuiszorgZiekenhuisVanuit bestaande middelen financierenMet verzekeraar zorginkoopPatiëntMinder vaak naar ziekenhuis, beteretoegang tot zorgverlener, meer vertrouwenin eigen kunnen (zelfredzaamheid)Afzet medische callcenter diensten enthuisverplegingSchadelast beperken heropnamesEerst investeren Weinig inzicht intoekomstige vergoedingenMet huisarts op inhoudWil en moet langer thuis wonenNew business uit eigen middelen en AWBZMet medisch specialist op inhoudMet huisarts en ziekenhuisKennis van en inzicht in dataWaar voor z’n premiegeldenWerk en inkomen is belangrijkMet huisarts / thuiszorg/ medisch specialistals vertrouwenspersoon/behandelaarZorgverzekeraar Schadelast beperken: goedkopere zorg Verleent bijna geen subsidie wel extraomzet 1e lijnZorginkoop


Gebruik in het veld, pagina 126Kansen en knelpuntenSamenwerkingOntwikkelingen rondom anderhalvelijnszorg gaan moeizaam vanwege de beperkteveranderkracht/-drive van huisartsen. Tevensmoeten medisch specialisten veelal eerst ietsinleveren alvorens de bestaande processen tewillen/kunnen verbeteren rondom patiënten.De vraag is of zorgportalen een duurzameoplossing gaan bieden. Zolang er eenwildgroei is waardoor patiënten bij dehuisarts, de apotheek, het ziekenhuis en depatiëntenvereniging apart moeten inloggen blijftgeïntegreerde zorg ver te zoeken.Naar verwachting zullen branchevreemdeen buitenlandse partijen toe gaan treden diebusiness gaan genereren en kansen ziendie de zorg zelf nog onvoldoende ziet. Ditvraagt om andere samenwerkingsverbandenen partnerships met nieuwe toetreders enverdienmodellen. Welke Indiër verdient er straksaan radiologiebeelden in Arnhem? Waarom geeninternetwinkel met medische apps en eHealthoplossingen aanbieden vanuit een ziekenhuismet garantie en dienstverlening van doktorenerbij? Een aantal UMC’s hebben de eerste stapal gezet met de opzet van eigen appstores.FinancieelZorgverzekeraars betalen vanaf 2015 nietmeer apart voor de ziekenhuiskosten en dehonoraria van medisch specialisten. Het effectop de korte termijn is dat de aandacht vanmedici erg intern gericht is. Het ziekenhuisstuurt steeds meer op kosten-baten en denktsteeds vaker in schadelastbeperking. Juistdan komt procesoptimalisatie en eHealth naarvoren aangezien dit mogelijkheden biedt voorverbetering van kwaliteit, doelmatigheid entoegankelijkheid van zorg. Integrale tarieven voorde te leveren zorg waarbinnen de zorgverlenernaar eigen inzicht kan handelen bieden ruimtevoor eHealth toepassingen. De efficiencywinstis zowel voor het ziekenhuis als medischspecialisten interessant.Medisch specialisten worden betaald voorbehandeling en niet voor preventie. Zolang hetniet om een wezenlijk andere zorginhoud gaat,zijn veel eHealth toepassingen onderdeel vanhet verzekerde basispakket. Concreet koopt deverzekeraar zorg voor hartfalen patiënten uit deregio voor bedrag X in en bepaalt het ziekenhuiszelf hoe vaak patiënten poliklinisch gezienworden, er videoconsult plaats vindt en of ergemonitord wordt in de thuissituatie. Binnen hetnieuwe bekostigingsmodel voor multidisciplinairezorg is een aparte prestatie voor eHealthbeschreven. De vraag is of verzekeraarszorgverleners die digitale zorg aanbieden gaanstraffen en/of belonen.TechnischDe afdeling ICT in een ziekenhuis is eensterke beheerorganisatie met mensen die overhet algemeen niet vanwege hun innovatieveinzichten zijn aangenomen. Veiligheid isuiteraard een “hot issue” en de risico’s van cloudoplossingen met patiëntendata maken het er nieteenvoudiger op. Een belangrijk knelpunt is hetgebrek aan standaardisatie (interoperabiliteit) inde gebruikte informatiesystemen. Organisatiesdie een aparte ontwikkelclub hebben zijn hetmeest wendbaar.


Lessons Learned Top 3• Zonder druk van buiten verandert er te weinig;• eHealth is een cultuur- en systeemveranderingdie vraagt om visie;•Patiënten moeten een prominente rol krijgen inde verandering.


Gebruik in het veld, pagina 128EHEALTH ONTWIKKELINGENIN DE CAREAnnemarie Hensen (i.s.m. Ellen Steenmeijer)De care staat op de drempel van de transitievan de zorg. Dit betreft een overhevelingvanuit de AWBZ naar zorgverzekeraars,gemeenten en de burger zelf. EHealth- endomoticaproducten en diensten die zichrichten op de persoonlijke veiligheid, zullennog meer dan nu het geval is, een zaak zijnvan zorgvrager en zijn mantelzorger(s).Sensire gelooft in een toekomst waar hetkoppelen van informatie per individu gaathelpen om een goed beeld te krijgen vande gezondheid van een persoon en daarvervolgens preventief op te sturen. Dit artikelbeschrijft hoe Sensire zich o.a. vanuit hetMedisch Service Center (MSC) voorbereidt opwat er gaat komen.Waar gaan we naar toe?De care vraagt om meer maatwerk. Daar waarhet thuis en zelf kan, moeten we dat optimaalfaciliteren. Personenalarmering zal naarverwachting steeds gebruikelijker worden voormensen die nog niet te maken hebben metgeïndiceerde zorg en dat ook graag zo houden.Naast de in de care gebruikelijke zorgvragersgaat het om mobiele mensen, die volop in hetleven staan, er op uit gaan en zich terdegebewust zijn dat als gevolg van hun hogereleeftijd, chronische ziekte of lichamelijke en/of psychische kwetsbaarheid, zij er goed aandoen om alarm te kunnen slaan als dat nodigis, waar ze op dat moment ook zijn. Het zijnmensen die zelf verantwoordelijkheid nemen inde preventieve sfeer en zich verzekeren voorhulpmiddelen danwel (deels) zelf bekostigen alsdeze gewenst zijn.Klantvolgsysteem en anderetoekomstplannenPlug & play ‘een oogje in het zeil houden’ , ookop afstandSensire verwacht steeds vaker, vanuitdiverse nieuwe systemen van klanten thuis,alarmsignalen en data te gaan genereren. Denkdaarbij aan elke vorm van alarmering – van de‘ouderwetse’ trekkoorden en halskettingen metalarmknop tot alarmeringsapps en wearables.Of aan sensoren binnens- en buitenshuisvoor bijvoorbeeld dementerenden, maar ookvideomonitoring thuis met slimme camera’s. Eennieuw klantvolgsysteem koppelt alle informatieen geeft in één oogopslag het totale beeld vaneen persoon, maar ook op geaggregeerd niveau(big data).Er wordt gewerkt aan een service voor huisartsenom vragen van consumenten die voortkomenuit zelfmeetgegevens af te kunnen vangen. Metbehulp van een verpleegkundige triage kan hetMSC zo een selectie ‘voor de poort’ maken enzo de huisartsen ontlasten. Cruciaal is om vandata naar informatie te komen en de standaardantwoorden zoals gegenereerd uit veel systemente verrijken met gegevens uit de medischehistorie van klanten.Visie op zorg op maat en mantelzorgersEen wijkverpleegkundige van Sensire heeftsteeds vaker een regiefunctie bij een zorgvraag.Vanuit een brede vraagverkenning kijkt zijsamen met de zorgvrager en eventuelemantelzorgers wat er nodig is. Voordat er wordt


Gebruik in het veld, pagina 129bepaald hoe formele zorg kan worden ingezet,bekijken zij eerst naar wat iemand nog zelfkan – ook met ondersteuning op afstand en/ofdomotica - en hoe zijn of haar omgeving daaropaanvullend een rol kan spelen. Dat kunnen demantelzorgers zijn, maar ook initiatieven in debuurt en vrijwilligers. Daarbij kan de inzet vaneen ‘app’ die simpel de sociale kaart van deomgeving van de zorgvrager toont, een goedhulpmiddel zijn. Ook om mensen te verbinden.Zo ontstaat een zorgcirkel op maat met daarin demantelzorger(s), vrijwilligers, zorg op afstand ende wijkverpleegkundige.Mantelzorgers zullen dus een steedsgrotere rol gaan spelen in het verlenen vanzorg. En aan hun inzet zitten grenzen. Ommantelzorgers optimaal in te kunnen zetten,moeten alternatieven worden geboden om hunrol te vervullen. De opvolging van signalenwordt steeds meer op maat ingericht. In eersteinstantie kan opvolging van alarmsignalen doorde mantelzorger gebeuren, met de mogelijkheidom terug te vallen op de professionals van hetMSC en een thuiszorgorganisatie. Tevens kaningeregeld worden dat signalen meteen naarhet MSC gaan, waar verpleegkundigen eerstgoed doorvragen – als de situatie daar omvraagt, ook op medisch vlak - om vervolgensde meest passende opvolging in te zetten.Naarmate de kwetsbaarheid van de persoontoeneemt, kan personenalarmering en domoticaworden uitgebreid naar ‘zwaardere’ moduleszoals videomonitoring en de inzet van sensoren(bijvoorbeeld bij beginnende dementie).Sensoren en indicering ‘nieuwe stijl’Met de inzet van sensoren kan de levensstijl inkaart worden gebracht, vooral van mensen diebijvoorbeeld door beginnende dementie, nietgoed meer in staat zijn om zelf aan te gevenhoe het met ze gaat. Hoe is iemands slaapwaakritme;hoe vaak bezoekt men het toilet,badkamer, keuken; krijgt iemand voldoendebeweging, etc. Door deze ‘harde’ data tecombineren met ‘zachte’ informatie van de klanten de mantelzorger, kan een goed beeld wordengegeven van de gezondheidsituatie van deklant en bijdragen aan de juiste inzet van zorgen ondersteuning. Ook op langere termijn omin de gaten te houden of de gezondheid (snel)achteruit gaat en zo tijdig in te kunnen grijpenom erger te voorkomen.In Engeland worden sensoren ook ingezet omde indicering van zorg te kunnen onderbouwen.In het licht van het zelf indiceren doorverpleegkundigen in de thuiszorg, kunnen nu ookin Nederland de inzet van sensoren een goedhulpmiddel zijn bij de juiste zorgindicering.Nieuwe dienstverlening en afzetkanalenSensire is voortdurend op zoek naar nieuweeHealth-oplossingen in Nederland en in hetbuitenland. Verschillende systemen wordengetest door de innovatieafdeling en uiteraardworden er ook systemen afgekeurd. Alsafzetkanalen van zorgdiensten van de toekomstworden diverse varianten onderzocht:• Business to consumer (marketing kost veelgeld);• Indirect richting klant via de smartphone (bijv.mobiele personenalarmering via de provider);• Via zorgorganisaties (het MSC bedient nu al nuzo’n 30 zorgorganisaties);


• Aansluiting op plug & playdomoticaoplossingen.Kansen en knelpunten in de CareDe cure is afwachtend, we zitten midden inde transitie. Productie is ook in de care nogsteeds leading. 2015 is een overgangsjaar dusalles zit op slot. EHealth verschuift werk, ookvan de wijkverpleegkundige, en dit maakt debusinesscases lastig. De zorginfrastructuurregelingvan waaruit een aantal pilots zijnvlotgetrokken is voor velen niet meer in tezetten. Care organisaties zijn voorzichtig enbehoudend als het om eHealth gaat. Pilotsvan een half jaar met slechts 20 klantengeïncludeerd zijn geen uitzondering. Veel careorganisaties isoleren pilots waarmee er geendraagvlak voor verandering ontstaat. Vaakworden innovaties top down ingezet. Zodra erresultaatgerichte financiering bestaat dan gaathet sneller lopen. Investeren in innovatie vraagtom ondernemerschap en lef. Care instellingenmoeten meer continu lerende (verbeterende)organisaties worden. Veranderen kost 5-10 jaar.Succes storiesSensire heeft met de implementatie van iPadsin de wijkzorg zeer bewust gekozen vooreen ‘bottum up’ aanpak en vanaf de start deinnovatie bij een grote groep neergelegd (130wijkverpleegkundigen tijdens de start). Metbehulp van deze 130 ambassadeurs is deverandercommunicatie op gang gebracht. Bijna1.500 klanten van boven de 75 jaar makeninmiddels gebruik van zorg via de iPad. Ookeen groep huisartsen in de regio is inmiddels incontact met de wijk via de iPad en een aantalmedisch specialisten van 2 ziekenhuizen isbetrokken bij pilots voor patiënten met eenchronische aandoening. Dat gaat niet vanzelf.Daarvoor is visie, doorzettingsvermogen, lef enondernemerschap nodig. Want ook voor Sensiregeldt dat de businesscase vooraf moeilijk temaken is.Lessons learned• Toon lef en ondernemerschap;• Niet denken maar doen!;• Maak het van iedereen.


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.500x500 grid Diabetes Zuidvleugel500x500 grid Diabetes ZuidvleugelHoogMiddenLaag500 x 500 Grid Diabetes ZuidvleugelHoogMiddenCBS Buurtkaart Diabetes ZuidvleugelCBS Buurtkaart Diabetes ZuidvleugelHoogMiddenLaagCBS Buurtkaart Diabetes ZuidvleugelHoogMidden


Gebruik in het veld, pagina 132EHEALTH IN DE GGZBram van LeeuwenDe GGZ is dé sector waar eHealth de meesteen grootste impact kan hebben op de gehelezorg. De GGZ draait namelijk primair omcommunicatie. Met deze communicatieprobeert men denkbeelden, houding &gedrag te veranderen bij de patiënt. Indiennodig wordt daar nog medicatie aantoegevoegd. Het internet, de online wereld,is oorspronkelijk ontstaan om communicatiein het leger mogelijk te maken. Door (devoorlopers van) het internet kon men snellercommuniceren en kennis centraal opslaan.Het internet en de GGZ lijkt dus een ideaalhuwelijk. Wat is de huidige stand van zaken indit huwelijk tussen “zorg en online”? Gelukkiggetrouwd of bij elkaar blijven vanwege dekinderen…Ontwikkeling eHealth in de GGZVanwege dit ideale huwelijk is het dan ook nietgek dat inmiddels al weer ruim 10 jaar geledende eerste eHealth interventies voor de GGZontwikkeld werden. Van digitale dagboekjestot aan volledige leefstijltrainingen voor alcoholof cannabis verslaafden. Al snel bleek dat eronline nieuwe doelgroepen bereikt werdendie in de reguliere GGZ niet bereikt kondenworden. Bijvoorbeeld hoger opgeleide vrouwenmet een (lichte) cannabis verslaving kwamenineens massaal online in behandeling voor hunproblematiek. In de reguliere zorg was die groeptot op dat moment nog nergens te bekennen.Inmiddels is het aantal eHealth interventiestoegenomen tot vele honderden. Verzekeraarsmotiveren de inzet van eHealth dan ook sterkmet financiële incentives. De minister roept dat2014 hét eHealth jaar moet worden en de eersteonderzoeken tonen positieve resultaten (al blijkthet dat de effectiviteit van zelfmanagementmodules achter blijft). Kortom in GGZ land schijntde zon voor eHealth.Toch is dit helaas niet helemaal waar. In depraktijk blijkt dat de integratie van eHealthin de dagelijkse processen moeilijker is dangedacht. De techniek is weerbarstiger dangehoopt en de kennis en kunde op het gebiedvan verandermanagement in de GGZ ontbreekt.Hierdoor blijft grootschalige inzet van eHealth totop heden in de GGZ uit.De eerste instellingen die de handdoek in dering gooien op het gebied van eHealth zijn sindsdit jaar waar te nemen. De recent aangenomenprojectleider eHealth wordt wegbezuinigd of hetformele project wordt opgeheven want de duurvan het opgezette project is voorbij. Sommigebestuurders kiezen voor krimpscenario’s terwijlandere er juist voor kiezen om middels innovatiesals eHealth te groeien en zich te onderscheiden.Deze laatste groep heeft elkaar in de afgelopendrie jaar steeds meer opgezocht en er zijn aldiverse samenwerkingsverbanden opgezet,zoals: G7 coalitie (IPPZ), Zorgaanbieders Online,EPA project, Quli, mirro, stichting Moodbot,etc. Deze samenwerkingen worden opgezetvanwege de behoorlijke investeringen die vooreHealth nodig zijn. Zo kunnen de kosten gedeeldworden, de beste inhoudelijke professionalssamenwerken aan de beste content en kan erook gezamenlijk gewerkt worden aan goede datauitwisseling.De GGZ zoekt elkaar dus steeds meer op als hetover eHealth gaat. Gelukkig!


Gebruik in het veld, pagina 133De uitdaging“Gelukkig!” omdat dit de GGZ de ruimte geeftom met de echte uitdaging van eHealth aan deslag te gaan. Vrijwel geen enkele instelling is ernamelijk in geslaagd om eHealth grootschaligin te voeren in haar organisatie. Dit komtvoornamelijk doordat er onvoldoende aandachtuitgaat naar de integratie en implementatievan eHealth. De afgelopen jaren is er drukgeïnnoveerd om goede eHealth toepassingen terealiseren.Nu is het tijd om deze toepassingen ookdaadwerkelijk te integreren en te implementeren.Hoe zorgen we er nu met elkaar voor dat dezeeHealth toepassingen daadwerkelijk gebruiktkunnen worden in de reguliere zorgprocessen?Dat het gesprek in de behandelkamerdaadwerkelijk gaat veranderen en de patiëntuitgedaagd wordt om actief zijn of haarbehandeling mee vorm te geven? Dit alles moetleiden tot het kwalitatief verbeteren van dezorg en het efficiënter organiseren van de zorgen haar secundaire processen. Dus start metdenken vanuit waardecreatie voor de patiënt.Veel eHealth innovaties worden opgestartzonder een specifiek probleem. Men komt eengoede innovatie tegen en kijkt vervolgens welkprobleem deze innovatie kan oplossen. De eerstvolgende stap is dan vaak een pilot bij eenkleine groep deelnemers. Over het algemeenwordt er hierbij gekozen voor een doelgroepdie al veranderingsbereid is. Wanneer de pilotsuccesvol is doorlopen besluit menig organisatieom het vanuit daar breed “uit te rollen” overde gehele organisatie. Vaak begeleid met een“knoppen” training en wat lichte communicatiemoet het dan van de grond komen. Het resultaatis echter dat alleen de meest gemotiveerdebehandelaren er actief mee aan de slag gaan.Na een jaar blijkt dat de integratie met desecundaire processen (koppeling met het EPDbijvoorbeeld) onvoldoende is gerealiseerden stoppen ook de enthousiastelingen. Eindeinnovatie. Het kan gelukkig ook anders, zieafbeelding 1.De verschillende stappen in het generieke modelzijn:• Inventarisatiefase, waarin met een kleinegroep wordt gezocht naar inzicht en nut voorde betrokken partijen. Een enthousiasmerendefase voor een klein multidisciplinair groepjeinnovators. Vanuit de inzichten zal eenexperimenteerfase worden voorbereid;• Experimenteerfase, waarin de inzichtenworden getoetst en ervaring wordt opgedaan.Deze fase kan leiden tot aanpassingen in debedachte concepten, zodat ze in de praktijknog beter werken. De experimenteer fase kanhet beste middels korte proeftuinen doorlopenworden. Een doorlooptijd van maximaal 12weken is aan te raden. Hierdoor blijft despanningsboog in het project bewaard;• Integratiefase, waarin de moeilijke stapwordt gezet van succes op kleine schaalnaar succes op grote schaal. Daarvooris aansluiting het kenmerk en zal er voorgezorgd moeten worden dat het concept ende nieuwe processen en systemen aansluitenop bestaande systemen en processen. Eenconcept in een kleine populatie, onder strikte


Gebruik in het veld, pagina 134N =N =N =N =InventariseerExperimenteerIntegreerImplementeerExploiteer• Wat is er al?• Theorie• Tools & Tricks• Hoe werkt het?• Nut voor organisatie,patiënten enzorgverleners• Pilots op werkvloer• ICT proeftuin• Klopt wat webedachten?Sterkte/zwakte organisatie• Businesscase• Eindsituatie in beeld• Zorg proces• Zorg inhoud• Management info• Organisatie• Human engin.• Juridisch• Financiering• Opleiding• Organisatie• Communicatie &Marketing• Support• Activering• Opschaling• Effect per €• Servicestakeholders• Klanttevredenheid• Zorg resultaat• Transparantie• BusinessdevelopmentINZICHTERVARINGAANSLUITINGRESULTAATEFFECTContinu verbeterenAfbeelding 1: Generiek implementatie model


Gebruik in het veld, pagina 135controle kan niet zo maar 1 op 1 wordenomgezet naar exploitatie;• Implementatiefase, waarin de gewensteeffecten worden gehaald. In deze fase zullende doelstellingen van het concept in kwaliteit,efficiëntie of effectiviteit moeten wordengerealiseerd. Uitrol onder grote groepenmedewerkers, uitvoering van plannen,migratie van systemen en toewerken naarmeetbaar resultaat horen in deze fase thuis. Deorganisatie verandert in deze fase;• Exploitatiefase, waarin resultaten wordengemeten en geoptimaliseerd. Mogelijk leidt dittot nieuwe inzichten, scherpere inzichten enverbeteringen. Zo kan het succes lang wordenvol gehouden. Totdat het tijd is voor nieuweinventarisaties en nieuwe trends. Al het nieuwewordt ooit weer oud en zal worden vervangendoor nog betere initiatieven.Belangrijk in bovenstaand model is deintegratiefase. Deze fase wordt in de praktijkvaak overgeslagen. Door deze fase bewustte doorlopen zal er aansluiting gerealiseerdworden met de rest van de organisatie (earlymajority en late majority volgens het model vanRogers). In deze fase realiseert men dan ookde aansluiting op HKZ protocollen, het EPD enop (andere) management informatie systemen.Ook zal in deze fase ervoor gezorgd wordendat de innovatie een plek krijgt in de regulierezorgprocessen. Bestaande delen van hetzorgproces zullen verwijderd moeten worden ennieuwe onderdelen moeten worden toegevoegd.De praktijk wijst uit dat wanneer dit niet gebeurtde zorg alleen maar duurder in plaats vangoedkoper wordt.Wanneer de aansluiting met de bestaandeorganisatie is gemaakt kan men beginnen metde implementatiefase. Hierbij is het van belangdat de innovatie vlekkeloos werkt, competentiesgetraind worden en er support beschikbaar is.Wanneer aan deze randvoorwaarden voldaanis zal een grotere groep medewerkers het risicovan het werken met de innovatie aandurven.Wanneer deze groep vervolgens met zowel hunpositieve als negatieve ervaringen op het podiumgezet worden zal ook de late majority aan durvente haken.ConclusieWe hebben gezien dat eHealth en GGZ totelkaar zijn veroordeeld. Ze kunnen alleen samengelukkig worden. De GGZ heeft besparing inkosten en stijgende effectiviteit nodig. Daarkomen gaat niet vanzelf. eHealth is de poolstokom over de afgronden te springen en te blijvenbestaan.De zorg van de GGZ is dat eHealth geendoodgeboren kind is. Veel belofte maar nietsom het waar te maken. Veel ICT projectenbeloven gouden bergen, maar het realiserendaarvan vereist een strak geregisseerde aanpakom de voordelen, winst en effecten ook terealiseren. Verandering gaat zelden per toevalgoed namelijk. Het vereist controle, volhardingen kennis van zaken. Dit kan alleen metprofessionals en een gefaseerde aanpak wordenbereikt.Het veranderen van de mindset van demedewerkers en de aansluiting op de albestaande primaire en secundaire processen isdan ook de grootste uitdaging om de opschalingvan eHealth te realiseren. Op dit gebied zal


in 2015 nog veel ervaring opgedaan moetenworden voordat de “kip met het gouden ei” isgevonden.Door de samenwerkingsverbanden die binnende GGZ ontstaan zijn zou het “gouden ei”inmiddels binnen handbereik moeten liggen.Kennisdeling zoals in dit co-creatie handboek ishier een belangrijke voorwaarde voor. Wanneerde GGZ ook bereid is om te gaan kijken bijandere sectoren en bereid is hier van te leren,zal blijken dat de GGZ en eHealth inderdaad eengelukkig huwelijk vormen. Ze leven nog lang engelukkig samen.


Gebruik in het veld, pagina 137EHEALTH IN DEGEHANDICAPTENZORGXenia Kuiper, Sanne van der Hagen, SannekeLangendoen, Geert Klein BretelereHealth juist in de gehandicaptenzorg!We zijn met elkaar op zoek naar eennieuwe balans in de zorg. Technologischeveranderingen gaan rap en ondersteunensteeds vaker een combinatie van thema’szoals veiligheid, comfort, communicatie engezondheid. Mede daardoor was de zorg nognooit zo dichtbij, toegankelijk en bereikbaar.Inzicht in je gezondheid, anticiperen op jeeigen gemoedstoestand, een zelfredzaamteam vormen met je huis of ondersteunendemiddelen, het kan allemaal in de nabijetoekomst.Juist in de gehandicaptenzorg. Een sector diegekenmerkt wordt door inventiviteit, zingevingen onvoorspelbaarheid. Met een uiteenlopendedoelgroep en een breed zorgpalet op allelevensdomeinen: wonen, werken, leren, vrijetijd en dagbesteding. Waarbij de kleinstevooruitgang als een groot succes wordtgewaardeerd en de leerbaarheid van cliëntennog altijd positief te beïnvloeden is. Met thema’sals weerbaarheid, leerbaarheid, participatieen zelfredzaamheid, is deze sector uitermategeschikt voor eHealth. Toch hebben we moeitemet het loslaten van bestaande structuren. Juistde vele kansen die eHealth biedt op meer eigenregie, kwaliteit van leven en doelmatiger zorg,kun je echter niet onverzilverd laten.De paradigmashiftDe gehandicaptenzorg staat de komendejaren voor grote uitdagingen. Innovatie is danook een punt dat hoog op de agenda staatbij vele zorginstellingen. Tegelijkertijd moetenook cultuur en werkvormen mee veranderen.Zorgrelaties en -verhoudingen veranderen, decliënt staat niet alleen centraal maar maakt deeluit van het team. De zorgprofessional moet innauwe samenwerking met de cliënt, vrijwilligersen mantelzorgers een noodzakelijke omslagmaken van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’.De begeleider wordt als het ware een coachdie de cliënt faciliteert naar zoveel mogelijkzelfredzaamheid. Leerbaarheid en weerbaarheid,gezond leven en maatschappelijke participatiezijn belangrijke aandachtspunten in het levenvan cliënten met een verstandelijke beperking.Zoveel mogelijk zelfstandig kunnen leven,bewust zijn van je gezondheid en meedraaienin de maatschappij, op school, op het werk enop sociaal vlak. Technologie is daarmee nauwverweven met alle domeinen van het leven. Deurgentie om technologie op innovatieve wijze tegebruiken wordt niet alleen veroorzaakt door hetpolitieke klimaat, het is juist ook de maatschappijdie ons dwingt tot brede toepassing ervan. Dedigitale mogelijkheden dringen daardoor ookgeleidelijk door binnen de zorgsector en debehoefte om digitaal te communiceren wordtsteeds groter.De voordelen zijn zichtbaar. Echter doorde stap naar eHealth te maken, kies je alszorginstelling ook voor een andere manier vanzorg leveren. Veel online innovaties worden nogals aanvullend gezien op de bestaande fysiekezorg. Het omdenken en loslaten van bestaandezorgstructuren is moeilijk. Angst voor detransformatie van persoonlijke zorg naar koude,online zorg is groot. De echte paradigmashift


Gebruik in het veld, pagina 138moet nog altijd plaatsvinden, al is de omslaginmiddels bij steeds meer organisaties gestart.Wat brengt eHealth de cliënt?Juist mensen met een verstandelijke beperkingkunnen bovengemiddeld baat hebben bij hettoepassen van technologie in het dagelijksleven. Dat komt omdat technologie een brugof hefboom kan vormen voor de beperkingdie men heeft. Technologie heeft de potentieom een bijdrage te leveren aan empowermentvan mensen met een verstandelijke beperking.Technologische toepassingen hebben eengroeiend adaptief vermogen en kunnensteeds beter anticiperen op de cliënt. Veelgebruikerstoepassingen zijn op maat enniveau maakbaar en kunnen op steeds meerverschillende manieren bediend worden.Met minder fijne motoriek, eenvoudig begripof andere interactie (denk aan de inzet vanspraak, licht, geur en geluid). Aanvullendhierop is de ontwikkeling van sensorendie een meerwaarde kunnen vormen voorbelevingsgerichte zorg. Combinaties van dataen toepassingen (wearables, domotica, app’s)bieden tal van nieuwe mogelijkheden. MeteHealth toepassingen kunnen - stap voor stap -successen worden behaald.Wat heeft de markt al te bieden?Kenmerkend voor de gehandicaptenzorg is dater al ontzettend veel ontwikkeld wordt, zowel inde markt als door zorgaanbieders zelf. Hierinschuilt een risico dat er verschillende eHealthoplossingen ontwikkeld worden die hetzelfdedoel beogen en vaak niet tot opschalingkomen omdat ze vanuit een te nauwe scopeontwikkeld zijn. Zorgaanbieders zouden indie zin meer naar bestaande oplossingen oftoepassingsmogelijkheden kunnen kijken voorhun specifieke doelgroep. Wat we zien zijn tweesoorten eHealth technologieën die op de marktdie verschijnen.Enerzijds zijn dit toepassingen die hetzorgproces ondersteunen en anderzijdstoepassingen die ondersteunen in het dagelijksleven en die helpen bij het zo volwaardigmogelijk participeren in de maatschappij.Momenteel wordt er vooral geïnvesteerd ineHealth die ondersteunend is aan het primaireproces. Het gaat dan om het verlenen vanzorg op afstand. Dat kan in de vorm vanbeeldcontact, diverse vormen van onlinehulpverlening of domotica. Daarnaast zijn erkleinere losse applicaties die een directe relatiemet een zorgprofessional veronderstellen. Denkhierbij aan een cliënt vertrouwenspersoon-app,app’s met stappenplannen, ondersteunendetechnologie zoals spraakondersteuning,levensboek-app, app over seksualiteit enweerbaarheid, herkennen van emoties ofaanleren van bepaald gedrag. In eHealth dieprimair bijdraagt aan empowerment of inclusiewordt in verhouding nog weinig geïnvesteerd.Denk aan applicaties om zelfstandig te reizen,de digitale picto-agenda, voorleessoftware,speciale datingprogramma’s en applicatiesom te ondersteunen bij het koken. Hierin zijnde verwachtingen nog niet altijd helder, zijnhet applicaties die door cliënten zelf wordenaangeschaft of waar de zorgorganisatie ininvesteert. Er ontstaat ook een nieuwe markt


Gebruik in het veld, pagina 139waar bedrijven zich in samenwerking metzorgaanbieders specialiseren in het koppelenvan verschillende systemen om uitwisselingtussen verschillende toepassingen mogelijk temaken.Wat vraagt eHealth van organisaties?Het succes van eHealth hangt af van deintegratie daarvan. Zolang eHealth geenvolwaardig(e) product of dienst is, zal het minderkans van slagen hebben en blijft inzet vaakop pilotniveau. Of een eHealth applicatie eensucces wordt, is afhankelijk van een veelheidaan factoren. Het proces van implementatie iscomplex.Het ontwikkelen en implementeren van eHealthvraagt veel van een organisatie. Een essentieelonderdeel in het toepassen van eHealth inde praktijk is het veranderen van de mindsetbij zorgprofessionals. ‘Van zorgen voor naarzorgen dat’ is ook hier de beweging die gemaaktmoet worden. Binnen de gehandicaptenzorg isdat nog niet overal vanzelfsprekend. Cliëntenzijn in veel gevallen behoorlijk afhankelijk vande houding van de medewerkers. Binnen degehandicaptenzorg is de rol van begeleiding ennetwerk veel essentiëler voor de acceptatie vaneHealth, dan bij andere sectoren. Het integrerenvan eHealth in de praktijk wordt nog veel alseen nieuwe vorm van zorg gezien, terwijl als hetware alleen de vorm anders is. Er zijn daarbij welandere competenties van medewerkers nodigom in de eerder genoemde paradigmashiftte komen. Daar ligt een gezamenlijke taakvoor onderwijs en HR professionals. Ook hetdirecte netwerk van de cliënt speelt hierin eenbelangrijke rol. In de begeleiding van jongerenmet een licht verstandelijke beperking komt hetregelmatig voor dat de cliënten meer kennishebben van moderne IT middelen dan demedewerkers.Het risico bestaat dat die medewerkersdergelijke ontwikkelingen vooral als eenbedreiging zien omdat ze zelf weinig kennisvan zaken hebben en daarmee de invoeringvan eHealth vertragen. Dat is jammer wantdeze groep cliënten kan juist heel goed ingezetworden om de kennis te verspreiden en hetdraagvlak bij andere cliënten te vergroten, ookdat is participatie. De meeste medewerkers zijnimmers opgeleid om zichzelf als instrument in debegeleiding naar de cliënt in te zetten en zijn hetniet gewend dat ze daarvoor bijvoorbeeld ookeen iPad als middel kunnen gebruiken.De toekomst is nu!Technologische mogelijkheden zijn momenteelbijna groter dan waar we in de praktijk aan toezijn. Ook op het vlak van eHealth. Toepassingenkomen voor een steeds grotere doelgroepbeschikbaar, zijn van groeiende volwassentechnologie en steeds vaker te combinerenbinnen platformen. De kansen liggen binnenhandbereik.


Gebruik in het veld, pagina 140Binnen de gehandicaptenzorg zien we nu vooralontwikkeling van digitale stappenplannen,structuur ondersteunende toepassingen,registratie van emoties & gemoedstoestanden,inzicht en toegang tot het eigen cliëntendossier,‘pratende’ agenda’s, app’s en wearables. Tochkomt dit niet altijd overeen met de investeringendie zorgaanbieders doen in aanschaf tenaanzien van implementatie van eHealth. Erligt grote potentie in de zojuist genoemdetoepassingen, echter om deze kansen teverzilveren is investering in implementatienoodzakelijk. Als we kijken naar waar de sectorzich momenteel bevindt, lijkt in de nabijetoekomst de meeste waarde te behalen ophet vlak van zelfmonitoring, begeleiding opafstand, toepassingen rondom leerbaarheid enweerbaarheid, agressie regulatie, domotica enanticiperende technologie zoals bijv. GoogleNow en combinatie van toepassingen via‘internet of things’.Om resultaat te boeken moet men ergensbeginnen, dat heeft de gehandicaptenzorggedaan. Nu is het zaak om daar op door tepakken. Niet alles kan in één keer veranderdworden en juist kleine succesvolle stappenvormen de sleutel tot een goed resultaat. Hetverbinden van diverse eHealth oplossingenis iets dat de komende jaren interessant kanworden. Daarbij hoeft het niet direct over bigdata te gaan, juist het samenbrengen van datavan één cliënt kan al veel informatie gevenover iemands gezondheid. Innoveren vanuitpraktische ervaringen, doelgericht ontwikkelenen de cliënt met zijn of haar behoefte centraalstellen.Adviezen vanuit de gehandicaptenzorgHet ervaren van de mogelijkheden en voordelenzijn essentieel om eHealth binnen organisatiestot een succes te maken. Blijf medewerkersvooral stimuleren met blended vormen van zorgen bied ruimte voor experimenten. Onderschatde waarde van goede casussen niet, vertaaleHealth naar concrete voorbeelden en maak hettastbaar via bijvoorbeeld living labs: een fysiekeplek waar cliënten en medewerkers op eenlaagdrempelige manier kennismaken met nieuwemogelijkheden.Betrek cliënten vanaf het begin bij deze ontwikkelingenen vertaal hun behoeften naarnieuwe blended concepten. Veel goedeinitiatieven rondom eHealth stranden op pilotniveaudoor het ontbreken van goede businessmodellen. Besteed voldoende aandachtaan deze context. Het creëren van nieuwezorgconcepten hoeft niet perse afhankelijkte zijn van financieringsmogelijkheden vanuitzorgkantoren, gemeenten of subsidies. Dit kanook door eHealth als een geïntegreerde mixvan de totale dienstverlening in te zetten. Datbetekent niet alleen commitment vanuit alleonderdelen uit je organisatie, maar ook eengezonde portie lef. Als we streven naar een goeden zinvol gebruik van eHealth toepassingen doorzowel zorgmedewerkers als cliënten, is het vanessentieel belang dat beiden groepen begrijpenmet welk doel de toepassing wordt ingezet enwat de betekenis hiervan is op de verschillendelevensdomeinen. eHealth toepassingen reikenvele mogelijkheden aan om zelfstandiger televen en beter te kunnen participeren in demaatschappij.


Begin met kleine stappen met het introducerenvan eHealth, zodat cliënten hier ook aan wennen,speel in op hun behoeften en betrek hen bijiedere stap. Veranderen gaat niet binnen ééndag. Vier en communiceer ieder succes, hoegroot of hoe klein deze ook is, want met kleinestappen kunnen al grote veranderingen teweegworden gebracht. Hiermee maken we de zorguiteindelijk toekomstbestendig ofwel kwalitatiefbeter, flexibeler, goedkoper en toegankelijker.


Gebruik in het veld, pagina 142EHEALTH ROND PUBLIEKEGEZONDHEID EN PREVENTIEPaul van der VelpenPublieke gezondheid vindt meestal, andersdan de reguliere gezondheidszorg, NIETplaats op het initiatief van het individu. Hetovergrote deel van de gezondheidszorg (95%van de zorgkosten), gebeurt op initiatiefvan het individu. Heb je pijn in je knie? Aanjou de beslissing om wel of niet naar dehuisarts te gaan. Een prima uitgangspuntvoor de reguliere gezondheidszorg: eigenverantwoordelijkheid. Voor de overige 5% vande totale zorgkosten liggen de verhoudingenanders.Daar ligt het initiatief bij de overheid. Vrouwenboven een bepaalde leeftijd worden opgeroepenvoor screening op borstkanker, of ze klachtenhebben of niet. De jeugdgezondheidszorg,gefinancierd door de gemeente, roept opvoedersmet kinderen op bepaalde momenten op.Genoeg voorbeelden maar wat onderscheidtde publieke gezondheidszorg nou echt van dereguliere gezondheidszorg?Bereik is bij de activiteiten van de publiekegezondheid één van de belangrijkstesuccesfactoren. Zo wordt bijvoorbeeld met dehielprik (voor kinderen in de eerste zes weken)tussen de 90 en 100% in de eerste week bereikt.Je wilt preventief zijn als publieke gezondheiddus moet je de totale (risico)groep bereiken.Een tweede kenmerk van publieke gezondheidis dat gezondheid wordt verbonden met anderezaken, een integrale aanpak. Eén van debeste bijdragen aan de volksgezondheid is deverbetering van de riolering, het ophalen vanafval. Dat zijn ook zaken waar het individu nietveel aan kan doen. Slechte luchtkwaliteit? Teveel lawaai? Maar ook factoren als wonen, werk/inkomen en leefomgeving zijn van invloed op degezondheid van burgers. Daar kan de gemeentemeer aan doen dan de individuele burger,bijvoorbeeld via wetgeving.Ten derde is de taak van de publiekegezondheid: oorzaak wegnemen. Burger Akan wel verantwoordelijkheid nemen, gezondleven, maar burger B kan een ziekte oplopen diebesmettelijk is en daarmee burger A besmetten.De taak van de huisarts is beide burgers tegenezen en de taak van de GGD is op zoek tegaan naar de bron van het probleem en dezeaan te pakken.Daarnaast zijn er crisissituaties, zowel collectief(de Amsterdamse zedenzaak, een vliegtuigrampetc.) als op individueel niveau (iemand wordtdak- en thuisloos) waarbij de ogen metbetrekking tot de gezondheid zijn gericht opde gemeente. Niet elke burger is voldoendezelfredzaam. Omdat gezondheid niet gelijk overde bevolking is verdeeld (burgers met lagereopleiding en inkomen leven korter en kennenmeer ongezonde jaren) wordt het vaak ook alstaak van publieke gezondheid gezien om voordeze doelgroep de zorg toegankelijker te maken.We gaan in dit artikel uit van gemotiveerdeen zelfredzame burgers die alleen nog maar(digitaal) ondersteund moeten worden.EHealth toepassingen voor de doelgroep dieminder zelfredzaam is, vereisen een andereaanpak.


Gebruik in het veld, pagina 143Publieke gezondheid staat vaak aan de voorkantvan de gezondheidsketen (preventie) en aande achterkant (crisis), zelden ertussen: deindividuele behandeling. Een flink deel vande publieke gezondheid wordt in Nederlanduitgevoerd door 25 GGD’en, die bestuurdworden door gemeenten.Deze introductie van publieke gezondheidis nodig omdat dit aangeeft wat de (on-)mogelijkheden zijn van eHealth binnen ditdomein en wat we wel en niet mogen verwachtenvan publieke gezondheid als het gaat omEHealth. Want bij de term eHealth wordt snelgedacht aan de individuele klacht of vraag vaneen klant die met eHealth wordt verholpen. Depublieke gezondheidszorg moet breder kijkenen grote doelgroepen aanspreken met eHealth.Gelukkig werkt deze combinatie in bepaaldesituaties erg effectief. De praktijksituatiesverdelen we onder in eHealth activiteiten richtingde beleidsmakers en hulpverleners en richtingde burger.EHealth activiteiten richtingbeleidsmakers en hulpverlenersEpidemiologie nieuwe stijl: dewijkgezondheidsscan.Een klassieke taak van publieke gezondheidis informatie verstrekken aan beleidsmakersover de gezondheid van burgers, zodat opverschillende gebieden (van ruimtelijke ordeningtot onderwijs) maatregelen genomen kunnenworden ten gunste van de volksgezondheid.Daarom doen GGD’en epidemiologischonderzoek. Dat onderzoek resulteerde totvoor kort in rapporten. Steeds vaker komt dieinformatie beschikbaar op internet(www.ggdgezondheidinbeeld.nl) zodat iedereentoegang heeft tot deze informatie. Een goedestap voorwaarts, maar volgens mij moet er meergebeuren.Gemeenten gaan vanwege de driedecentralisaties (Jeugdzorg, AWBZ, participatie)steeds meer gebiedsgericht werken. Zo isAmsterdam opgedeeld in 22 gebieden metper gebied een Ouder- en Kind centrum(jeugdgezondheidszorg en jeugdhulpverlening),een wijkgezondheidsteam (rondom de huisarts),een participatieteam en een samendoenteamdat zich richt op multiproblem-gezinnen.Om de inzet in de gebieden focus te geven,is op gebiedsniveau informatie nodig overgezondheid. Het gaat dan om verschillendeparameters van gezondheid, bijvoorbeeld dezorgbehoefte, de zorgconsumptie en -kosten(huisarts, zorgverzekeraar). De werkwijzemoet zo zijn dat deze informatie naast elkaarwordt weergegeven en teruggegeven aan dehulpverleners in dat betreffende gebied, zodatzij geïnspireerd worden tot preventieve actiesen innovatie. Het is dus meer dan alleen hetvergelijken van cijfers. De cijfers bieden eengoed uitgangspunt voor een dialoog tussenprofessionals.De GGD heeft in Amsterdam samen metStichting Amsterdamse Gezondheidscentra(SAG) en Eerste Lijn Amsterdam een pilotuitgevoerd in Osdorp en werd daarbij gesteunddoor een zeer actieve huisartsengroep.Het is een goede zaak als een dergelijkewijkgezondheidsscan eens per 2-3 jaarvoor elk gebied zou plaatsvinden. De tweegrote financiers in het domein, gemeenten


Gebruik in het veld, pagina 144en zorgverzekeraars, kunnen gezamenlijkhiertoe initiatieven nemen. De GGD kan hiereen uitvoerende rol in spelen. De informatiemoet op een makkelijk toegankelijke manierbeschikbaar zijn voor hulpverleners, bijvoorbeeldvia een website. Voor de publieke gezondheidis het een belangrijke ontwikkeling om metinformatietechnologieën de gezondheidszorg teverbeteren.MenukaartenEHealth kan ook direct informatie geven aande hulpverleners. Hiervoor werpen we een blikin de toekomst: stel dat een huisarts te makenkrijgt met een kind met overgewicht. De huisartsdiagnosticeert het kind en krijgt via de digitalemenukaart een overzicht van alle mogelijkeeffectieve interventies voor het desbetreffendekind. Hierna maakt de huisarts meteen deafspraak. Taak van de publieke gezondheid iste zorgen dat de menukaarten in samenwerkingmet huisartsen beschikbaar komen.De GGD Amsterdam heeft metwww.jeugdpreventiewijzer.nl een begin gemaaktmet een dergelijke menukaart. Geen socialekaart in de vorm van een kaartenbak, maar eenbewezen interventie en instelling die het uitvoert.EHealth activiteiten richting burgerDe tijd dat de burger klakkeloos alle informatievan de arts accepteert ligt (gelukkig) al langachter ons. Aan de andere kant wordt de burgervia het internet dagelijks geconfronteerd metde grootst mogelijke onzin, ook op het gebiedvan gezondheid. Hier ligt een taak voor depublieke gezondheid voor de hand: zorgen voorbetrouwbare informatie op het internet.Sociale kaartDe zelfredzame burger moet weten waar hijwelke hulp kan vinden. Op een website moetenalle producten en diensten van de gemeente enzorginstellingen staan maar meestal begint deburger niet te zoeken bij de gemeente als hetom zorg gaat. Ik zie het als taak van de publiekegezondheid om te zorgen voor betrouwbaresociale kaarten rondom diverse thema’s. Socialekaarten die bovendien goed toegankelijk zijnvoor een breed publiek met onderwerpen alshuiselijk geweld, overgewicht of dementie. Viade sociale kaart weet de klant bij welke instellinghij of zij kan aankloppen. De informatie van desociale kaart is ook bruikbaar voor professionalszoals huisartsen.


Gebruik in het veld, pagina 145Digitale dienstverlening voor de burgerBurgers gebruiken een gezondheidswebsite• Om genoeg informatie vinden zodat hij geencontact met hulpverlening hoeft op te nemen;• Ter voorbereiding op een gesprek methulpverlener;• Tijdens contact tussen klant en hulpverlener;• Voor het leveren van nazorg.SAM-Amsterdam.nlOp deze website presenteren hulpverlenersvan diverse organisaties en met verschillendeexpertises zich. Jongeren kunnen zelf kiezen metwelke hulpverlener zij willen chatten of mailen.Indien nodig kan er op basis van die conversatieeen afspraak worden gemaakt. Hier zittenook hulpverleners bij die bij de GGD werken(jeugdartsen, soa-verpleegkundige etc). Dehulpverleners komen zowel uit de 1e als de 2elijn. Om te voorkomen dat jongeren onnodig naarde tweede lijn stappen, wordt de klantenstroomgemonitord.Jouwggd.nlEnkele jaren geleden is besloten om allejongeren ook in de vierde klas van hetvoortgezet onderwijs te benaderen door dejeugdgezondheidszorg (in de tweede klasgebeurt dat al langer). De meeste GGD’enverstrekken een vragenlijst die digitaal wordtingevuld. Jongeren met een bepaalde score enjongeren uit het Vmbo worden uitgenodigd vooreen face-to-face-contact. Op grond van eenvragenlijst en een gesprek krijgen de jongerengezondheidsadvies. 15 GGD’en laten hetcontact met jongeren lopen via www.jouwggd.nl. Voordeel van deze werkwijze is dat via dezewebsite het contact met de jongeren ook nadat ene moment gecontinueerd kan worden. Ditcontact bestaat uit mail en chatgesprekken metde medewerkers van de GGD.Mantotmantestlab.nl enpartnerwaarschuwing(voor- en nazorg bij een Soa)Voorzorg bij een Soa: Op mantotmantestlab.nl kan een pakket aan SOA testen besteldworden. De website is gericht op homoseksuelemannen die zich willen testen. Ze leveren het zelfafgenomen testmateriaal (bloed, urine en slijm)aan bij de huisartslaboratoria. De uitslagen vanhet testmateriaal worden vervolgens gestuurdnaar de GGD. De GGD soapoli arts stelt dediagnose vast en uploadt de uitslag op eenbeveiligde website. De cliënt logt in met eenunieke code en ontvangt zijn testresultaten. Devoordelen van zelftesten, aldus de gebruikers,zijn: de anonimiteit van de test, snelle reactie bijnegatieve resultaten, geen gang naar de Soapoli en de kwaliteit van de check. Een derde vande gebruikers heeft voor het gebruik van hettestpakket nog nooit een Soa kliniek bezocht.Een winst op het gebied van bereik en detoegankelijkheid van de publieke gezondheid.Nazorg bij een Soa: Mensen komen bij de Soapoli, blijken een geslachtziekte te hebben enwillen diegene waarschuwen waarmee ze seksgehad hebben. Dit kan via een website van deGGD, zodat de betreffende persoon (anoniem)gewaarschuwd wordt dat hij/zij mogelijk risicoloopt. Voor de persoon met een Soa kan hetmakkelijker zijn om het te mailen dan langs tegaan. Doordat de mail geautoriseerd is doorde GGD kan de ontvanger zien dat het berichteerlijke informatie bevat. Voor mannen waar pas


Gebruik in het veld, pagina 146HIV bij is geconstateerd is de website 4mezelf.nl ontwikkeld met allerlei relevante informatie envormen van nazorg. De ondersteuning op dewebsite wordt op vier verschillende manierenaangeboden: tekstueel, coaching, films /testimonials en quotes.In 2017 vallen deze eHealth puzzelstukjes alsvolgt in elkaar bij de volgende case. Moedermaakt zich zorgen over het gewicht van haarkind en zoekt via de groei-app (op geattendeerdvia de jeugdarts) informatie over kinderen enovergewicht. Op grond van die informatie beslistde moeder om naar de huisarts te gaan. Dehuisarts stelt de diagnose en verwijst via dedigitale menukaart de patiënt naar LEF door(groepsaanpak voor kinderen met overgewicht).De groepsaanpak van LEF is door de gemeenteingekocht bij een zorginstelling. Uit de wijk- enpraktijkscan bleek namelijk dat er veel kinderenmet overgewicht in de wijk wonen, terwijl ergeen aanpak voor de groep is. Nadat het kindheeft deelgenomen maakt hij gebruik van eenapplicatie om zijn leefstijl te monitoren en bijte stellen. Via www.wijhelpen.nl (website dievrijwilligers koppelt aan hulpvragers) vindt demoeder een vrijwilliger die haar zoon wil coachenom de nieuwe leefstijl vol te houden.ConclusieOok voor de publieke gezondheid liggen ergrote uitdagingen op digitaal gebied. Bij eHealthtoepassingen in de publieke gezondheidgaat het in mindere mate om de individuelebehandeling. De eHealth apps zijn vooral gerichtop het verbeteren van de informatiepositievan de professionals (beleidsmedewerkers,en 1ste lijnszorg) en het ondersteunen vanhet signalerings- en verwijzingsproces. DeeHealth toepassingen voor burgers zijnzowel gericht op het informeren, als op hetfaciliteren en laagdrempelig maken vanondersteuningsaanbod (formeel en informeel).Voor de gemiddelde burger lijken devoorbeelden uit dit artikel voor de hand teliggen, maar ze behoren absoluut nog niet tot debasisinstrumenten van de publieke gezondheidvan Nederland. Hier ligt een grote uitdagingvoor de 25 GGD’en. Door het omarmen vaneHealth door de GGD kan eHealth preventieen voorlichting een veel belangrijkere rol en“marktaandeel” verwerven in het zorgdomein.De kosten van eHealth bestaan niet uit éénmaligeen programma maken. Als zorginstelling wil jeiets neerzetten, het moet worden onderhoudenen er moet reclame voor de toepassing gemaaktworden. Financiers willen wel meebetalen maarvragen vaak of het besparingen oplevert. Datis bij eHealth niet zo makkelijk te bepalen. Deontwikkeling van eHealth moet vooraf zekerniet als doel hebben om te bezuinigen op dezorg. Op onderdelen kan de zorg zelfs duurderworden maar de kwaliteit en het bereik stijgten daarmee de effectiviteit van preventie. Datkan weer een besparing op de langere termijnopleveren.Met dank aan Udi Davidovich, Petra vanTiggelen, Johan Osté, Han Fennema en Tomvan der Velpen


Gebruik in het veld, pagina 147EHEALTH IN EEN ZORGENDESAMENLEVINGFloor de Jong, Yvonne de Jongen Brechtje Walburgh SchmidtEen beetje zorgen voor een ander maaktgelukkig, wijst onderzoek uit. Maar hoe houje het bij ‘een beetje’? Hoe kun je de takenzo goed mogelijk verdelen? Welke digitaleontwikkelingen spelen daarbij een rol en hoekunnen ze elkaar aanvullen? Dit hoofdstukzoomt in op de dagelijkse tools tot dedoorontwikkeling van digitale marktplaatsenvoor het matchen van vraag en aanbod inonze zorgende samenleving.Zorgen voor een ander geeft een goed gevoel.Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)ontdekte dat mantelzorgers die gemiddeld 3uur per week zorgen, hun leven als gelukkigerbeoordelen dan mensen die meer, minder ofhelemaal niet zorgen. Een beetje mantelzorgmaakt dus gelukkig, (te)veel maakt ongelukkig.Iedereen die tijdelijk of langdurig intensiefheeft gezorgd voor een naaste zal dit beeldherkennen.Niet zo gek dus, dat de reacties op detransformatie in de zorg nogal tegenstrijdig zijn.Veel mensen zijn bezorgd over de plannen ommeer inzet te vragen van (soms overbelaste)mantelzorgers. Anderen zien kansen en biedenbuurthulp aan op digitale marktplaatsen zoalsWeHelpen en Buuv. Zowel de zorgen als hetenthousiasme zijn reëel: zorgen voor een anderis waardevol maar kan ook belastend zijn.Op zoek naar balansMet die kennis in het achterhoofd is het dekunst is om samen de balans te vinden.Gevoeligheid te ontwikkelen voor beide kantenvan de medaille. Natuurlijk, de behoefte aangoede afstemming en samenwerking tussen de(on)mogelijkheden van zelfhulp, mantelzorg,vrijwilligers, buurthulp en burgerinitiatievenenerzijds en de formele zorg anderzijds zalgroeien.En om een optimaal samenspel te bereikenmoeten ook allerlei praktische vraagstukkenoverbrugd worden. Familieleden wonen vakerver van elkaar vandaan, communiceren met veelverschillende zorgverleners is soms ingewikkelden hoe zorg je ervoor dat enthousiastevrijwilligers met de juiste persoon in contactkomen?Digitale zorgAl sinds 2007 zien we steeds meer onlineplatforms en communicatiemiddelen die oponderdelen van deze vraagstukken ingrijpen,kunnen ondersteunen of zelfs een oplossingbieden. Hoe staat het er anno 2014 voor? Welaten ze graag de revue passeren. Van spelletjesen tools die we allemaal kennen - whatsapp,google-calender of wordfeud – via digitalecommunicatiemiddelen die speciaal voor dezorg zijn ontwikkeld tot de digitale markplaatsenwaarin lokaal burenhulp wordt gematcht.Ten slotte staan we kort stil bij de nieuwsteomgevingen die meerdere functies lijken tecombineren.Dagelijkse zorg, dagelijkse toolsMarije skypt vanuit haar studentenkamer inUtrecht met haar opa in het verzorgingshuis inDelft. Herman speelt na het eten nog even een


Gebruik in het veld, pagina 148Figuur1 de Gartner Hype Cycle?PEAK OF INFLATEDEXPECTATIONSVISIBILITYSLOPE OFENLIGHTENMENTPLATEAUPRODUCTIVITYTROUGH OFDISILLUSIONMENTTECHNOLOGYTRIGGERMATURITY


Gebruik in het veld, pagina 149potje wordfeud met zijn 80-jarige moeder. Janicehoudt haar familie en vrienden op de hoogte vanhaar behandeling en ervaringen via een blog.En Ricardo is die ‘handige’ neef die voor de helefamilie een gedeelde google-calender opzet omzo gezamenlijk de bezoekjes bij Tante Angela inhet ziekenhuis af te stemmen.Niet meer dan logischHet is niet meer dan logisch dat we nieuwecommunicatiemiddelen inzetten om meer ofop andere manieren contact te leggen met demensen om wie we geven. Ook zien we steedsvaker dat zorgverleners daarbij aansluiten.Soms is het veel effectiever om via de whatsappdirect een vraag te stellen aan je begeleiderdan te wachten tot het wekelijkse spreekuurtje.Daarnaast zien we sinds 2007 een opkomstvan online oplossingen die specifiek voor decommunicatie of organisatie van zorg zijnontwikkeld.Digitale communicatie: de techniek is erEr bestaan in Nederland al zo’n twintigverschillende digitale omgevingen waarinhet contact en de afstemming rond eenpersoon, zijn of haar familie en vrienden en deformele zorg centraal staan. Het gaat dan omtoepassingen die binnen één gedeelde digitaleomgeving allerlei soorten functies bieden. Jekunt daarbij denken aan een gedeelde agenda,foto’s, logboekfuncties, beeldbellen, beveiligdgegevens delen, plannen maken en takenverdelen.Verschillen en overeenkomstenEr zijn veel overeenkomsten, maar natuurlijk zijnalle toepassingen ook net even anders. Omdatze gestart zijn vanuit een specifieke invalshoekof voor een specifieke doelgroep of omdatze gestoeld zijn op een ander verdienmodel.Sommige toepassingen zijn bijvoorbeeld gratis,zoals Deelgenoot, BucketLine, Bloomily ofCarenzorgt. Soms betaal je maandelijks eenbedrag voor gebruik zoals bij ShareCare Zorgsiteof ABCTV. En er zijn toepassingen waarbij dezorgaanbieder de software aanschaft en huncliënten en netwerk het gebruik gratis aanbiedtzoals bij Familienet of Mextra.Onbekend maakt onbemindIn een gebruikersonderzoek van ShareCareZorgsite valt op dat hoewel zorgvragers,mantelzorgers en familie erg enthousiast zijn,de deelname van de formele zorgverlenersachterblijft. Mogelijk doordat het voor individuelezorgverleners lastig kan zijn om mee te draaienin een digitale omgeving die niet aansluit bij huneigen werkprocessen. Bovendien is meedoenpraktisch onhaalbaar als iedere familie voor eenandere vorm of systeem kiest.En dan is er nog de koudwatervrees: de zorgom privacy en vertroebeling van werk en privé.Zorgorganisaties die actief beleid voerenop netwerkversterking en familieparticipatie,besteden logischerwijs ook aandacht aandigitale communicatie. Als zorgorganisatieshun medewerkers tijd en ruimte bieden en huncliënten en de familie nauw weten te betrekkenbij de keuze voor een tool, levert dat uiteindelijkveel winst op voor alle partijen.


Gebruik in het veld, pagina 150Digitale marktplaatsen: van hype naarproductiviteit?WeHelpen, Miess, Nettie, Vraagelkaar,Zorgvoorelkaar, Dominozorg, Buuv,Tijdvoorelkaar, Hulpinjebuurt, Burenhulpcentraleen Eigenzorg. Elf voorbeelden van onlinemarktplaatsen die de afgelopen jaren zijngelanceerd om vraag en aanbod van kleinediensten – zoals klusjes, boodschappen,wandelen - te matchen. Sommigen platformsopereren landelijk en andere juist lokaal. Maar eris meer! Voor een zelf gekookte en afgeleverdemaaltijd van je buurtgenoot kun je sinds dit jaarook terecht bij Thuisafgehaald.nl.Of wat dacht je van sites die gratis dienstencombineren met betaald aanbod zoalsNationaleHulpgids, Wijzorg of BeterThuis?Regelhulp.nl is het antwoord van de overheidom online te zoeken naar hulp en ondersteuning.Kortom we kunnen met recht spreken van eentrend. Of is het een hype?De Gartner Hype CycleIn figuur 1 is de Gartner Hype Cycle te zien. Hetis een bekende grafiek die innovatiemanagersgebruiken om de verschillende fases van eentechnologische doorbraak te onderscheiden.Fase 1 is de technologische trigger. Nieuweaanlokkelijke concepten trekken de aandachtvan media en investeerders. Er bestaan echternog geen werkende producten. De aandachtbouwt zich op tot een piek van hooggespannenverwachtingen: fase 2. Vervolgens komende eerste negatieve berichten en mislukteexperimenten naar buiten. De toepassing moetdan door fase 3 heen: het dal van de desillusie.Alleen als ontwikkelaars in staat zijn zich aante passen aan de behoeften van de vroegegebruikers, zullen investeringen doorgaan.Via de ‘Slope of Enlightment’ kom je dan totproductieve toepassingen van de techniek.De hype voorbijDe grote hype en de hoge verwachtingen ronddigitale marktplaatsen zijn inderdaad inmiddelsvoorbij. Ook de eerste mislukkingen zijn eenfeit. Er was bijvoorbeeld wel veel aanbod, maarnog weinig vraag waardoor er nog niet genoegmatches ontstonden. Veel gehoorde kritiek isook dat de online marktplaatsen niet geschiktzijn voor echt kwetsbare mensen omdat zij nietprecies weten wie ze via het web uitnodigen.Maar als de Gartner Hype Cycle hier inderdaadvan toepassing is, dan bevinden we ons nuwellicht in een fase van verlichting en inzicht.Om zo te komen tot de laatste stap: fase 5 hetplateau van productiviteit.De nieuwe vrijwilligerDe opkomst van digitale marktplaatsen staatniet los van de vrijwilliger 2.0, waarbij zelfplannen, matchen en kortdurende inzet centraalstaan. De internationale vrijwilligersorganisatieNederlandCares speelt in op de behoefteaan flexibiliteit door in grote steden wekelijksactiviteiten aan te bieden waar mensen eenmalighun steentje kunnen bijdragen.


Gebruik in het veld, pagina 151Matchen is niet nieuwHet principe van matchen van vraag en aanbodis natuurlijk niet nieuw. Nederland is van oudsherkampioen op het gebied van vrijwilligerswerk,ook in de zorg. Ervaringen uit die hoek kunnenbijdragen aan de doorontwikkeling van digitalemarktplaatsen. Bekende vrijwilligersorganisatieszoals Humanitas en de Zonnebloem en lokalevrijwillige hulpdiensten hebben bergen ervaringin het duurzaam samenbrengen van maatjes envraag en aanbod.Vaak door een eenvoudige telefoondienst meteen handige geautomatiseerde kaartenbak ennatuurlijk de ervaring en mensenkennis van dematchende coördinatoren. Als de marktplaatsennog niet van hen leren, dan zouden ze snel eensop werkbezoek moeten.Aanhaken bij zorgcoöperaties?Ten slotte liggen er nog kansen om aan te hakenbij de energie die lokale zorgcoöperaties inhun dorpen en buurten losmaken: initiatievenwaarin bewoners van een kern, dorp ofstadsdeel voor elkaar diensten op het gebiedvan welzijn en zorg regelen. Denk bijvoorbeeldaan boodschappen, klussen, vervoer, hulp bijindicaties en soms ook verpleegkundige zorg.Elkaar leren kennen, ontmoeten en gezelligheidzijn daarbij vaak het uitgangspunt. In de zomervan 2014 bracht Vilans deze burgerinitiatievenin kaart. Er zijn er inmiddels al 75 en maandelijkskomen er nieuwe bij. Vooral in Brabant enAmsterdam zet de trend stevig door.De nieuwe generatie: 3-in-een?Hoewel we in dit artikel bewust onderscheidhebben gemaakt tussen digitale communicatieen afstemming binnen één netwerk enerzijds ende digitale marktplaatsen anderzijds, zien we zeook bij elkaar komen. Je kunt bijvoorbeeld eenpersoonlijke gezondheidsplatform aanmakenin Quli, waarbij allerlei functies gecombineerdworden. Zo kan iemand die een account heeft inQuli en daarin zijn persoonlijke plan en afsprakenbijhoudt ook zijn informele netwerk uitnodigen envia een portal oproepjes plaatsen in Wehelpen.En via een account van Wehelpen kun je sindskort ook met vrienden en bekenden zorg en hulpin plannen.Nieuwe zorgplannenNet als Quli zou je toepassingen zoals Mextraen bijvoorbeeld een BigMove-app of ikrachtkunnen scharen onder de nieuwe generatieonline zorgplannen. Traditionele zorgplannenworden door cliënten vaak ervaren als ‘dossiersvan de zorgaanbieders’. Ook zijn ze zowelfysiek als in taalgebruik vaak ontoegankelijk.Het voert te ver om in dit artikel uitgebreid inte gaan op vraagstukken en ontwikkelingenrond zorgplannen, maar duidelijk is wel dat deoude vorm niet aansluit bij de gebruiker, laatstaan dat het zelfmanagement stimuleert. Debeweging naar online, toegankelijke en zelf temaken en bij te sturen plannen is dan ook eengoede ontwikkeling. Dat daarin een contactgelegd wordt met mantelzorgers en familie en/of vrienden lijkt niet meer dan logisch. Wij zijnerg benieuwd of de 3-in-1 varianten inderdaadgaan vliegen in de praktijk. Of dat we in detoekomst voor de drie functies (plannen maken,communiceren met je sociale netwerk enmatchen van vrijwillige diensten) afzonderlijketools willen en gaan gebruiken.


Feedback?Natuurlijk hebben we niet de pretentie in ditartikel volledig te zijn. Het ontbreekt ons op ditmoment nog aan onafhankelijke studies vangebruikerservaringen. We kunnen dus alleenmaar gissen naar de richting die het uitgaat. Benje het er niet mee eens? Mis je toepassingen entrends? Zie je nieuwe kansen?Tot eind 2014 werken we aan een kennisdossierover digitale communicatie en online platformsvoor het Expertisecentrum Mantelzorg. Weontvangen graag jullie feedback en ervaringenuit de praktijk! Mail naar: F.dejong@vilans.nl,Y.dejong@vilans.nl en B.walburghschmidt@movisie.nlLiteratuur• Boer, A. de (2007). Mantelzorg. Een overzichtvan de steun van en aan mantelzorgers in2007. Den Haag: SCP.• Joling, K., H. van Hout, F. Schellevis, H. vander Horst, P. Scheltens, D. Knol en H vanMarwijk (2010). Depressie en angst bij partnersvan dementiepatiënten• Jong, Y. (2013) Familieparticipatie 2.0. Digitalecommunicatie verbetert de relatie met defamilie. In Kwaliteit in Zorg• Palmboom, G. & Pols, J. (2008). Wat bezielt demantelzorger? Den Haag: Nicis Institute.• Simac (2014) Gebruikersonderzoek ShareCareZorgsite “Samen mantelzorgen verlicht dezorg”


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.% Diabetes 2015 - 2020 CBS Buurt Rotterdam% Diabetes 2015 - 2020 CBS Buurt RotterdamHoog stijgend Midden dalendHoog StijgendHoog gelijkHoog GelijkHoog DalendHoog dalendMidden StijgendMidden GelijkMidden stijgendMidden DalendMidden gelijkLaag StijgendLaag GelijkDiabetes 2015 - 2020 CBS Buurtkaart RotterdamLaag stijgendLaag gelijkLaag dalend% Diabetes 2015 - 2030 CBS Buurt Rotterdam% Diabetes 2015 - 2030 CBS Buurt RotterdamHoog stijgend Midden dalendHoog StijgendHoog gelijkHoog GelijkHoog DalendHoog dalendMidden StijgendMidden GelijkMidden stijgendMidden DalendMidden gelijkLaag StijgendLaag GelijkDiabetes 2015 - 2030 CBS Buurtkaart RotterdamLaag stijgendLaag gelijkLaag dalend


Gebruik in het veld, pagina 154EHEALTH IN DE EERSTE LIJNDenis de VriesDe zorg in de eerste lijn is flink in beweging.De overheid wil een sterkere eerstelijnszorgdie aansluit bij de wensen van de cliënt. Debelangrijkste redenen zijn kostenbesparing,zorg dichter bij huis, meer zelfmanagementen het realiseren en organiseren van beterekwaliteit van zorg.De term eerste lijn is een begrip die aanverandering onderhevig is. In dit artikel wordtgedoeld op alle direct toegankelijke, formeelgeregistreerde zorgprofessionals met een eigenpraktijk. Dus van huisarts tot verloskundige, vanpsycholoog tot oefentherapeut.In de eerste lijn werkt een enorm bredegroep van professionals met een zeer diversgebruik van eHealth. Waar huisartsen enfysiotherapeuten al in de vorige eeuw doortoendertijd geldende wet- en regelgeving algebruik maakten van bijvoorbeeld eHealthvoor het administratieve proces, zijn andereberoepsgroepen pas later met eHealthbegonnen en soms zelfs de early adoptersvoorbij gegaan.De druk op de eerste lijn neemt toe.Zorg in de eerste lijn is goedkoper dat in detweede lijn. Daardoor ontstaat er substitutie:cliëntgroepen die voorheen bij de specialist inde tweede lijn kwamen, komen naar de eerstelijn, of binnen de eerste lijn verschuiven groepen.Denk in dit laatste geval aan de opkomst van dePOH-GGZ die een aantal taken oppakken dieeerder door de eerstelijnspsycholoog werdenuitgevoerd. Daarnaast streeft de overheid naargebundelde zorg in de regio, in de buurt. Datkrijgt vorm in de aanbeveling om zorg in deeerste lijn te organiseren in gezondheidscentrawaarin ketenzorg en samenwerking centraalstaan. Zorgverleners in de eerste lijn zijn vaakhouder van een kleine praktijk, met hun eigencaseload aan cliënten en minimale overhead. Zedoen veel zelf. Het zijn pragmatici die zich vooralbezig willen houden met hun vakgebied, namelijkde cliëntenzorg.Daar ligt hun hart, daarom hebben ze ooit ditberoep gekozen. Een beweging richting meersamenwerking en gezamenlijke organisatie vaneerstelijnszorg op regionaal niveau heeft daaromveel impact.Eerstelijnszorg als belangrijkschakelpunt: lust of last?De eerstelijnszorg is een belangrijke schakelin het gehele stelsel van zorg. Het gaat omtoegankelijke zorgverleners, die cliënten korterof langduriger behandelen of begeleiden.Dit heeft impact op het werk in de beginfasevan de behandeling van deze zorgverleners.Waar voorheen de huisarts de voorselectie vanklachten en behandeling deed, komt deze taaktevens bij ondersteuners zoals de POH te liggen.Daarnaast krijgen huisartsen mogelijk ook meercliënten die verkennend contact opnemen, diemet vragen zitten en behoefte aan informatiehebben. Dit lijkt het risico in zich te dragenvan een verhoging van de administratievewerkdruk (denk aan de bereikbaarheid ende afhandeling van verkennende vragen).Het kan extra screeningstaken met zich meebrengen. In een tijd van bezuinigingen opde eerstelijnsvergoeding, waarbij het aantalconsulten dat een cliënt vergoed krijgt teruglooptof zelfs verdwijnt, is dat een lastige situatie.


Gebruik in het veld, pagina 155Gebruik van eHealth in eerste lijnGGZ-praktijken, diëtisten en logopedisten, etc.maken in de verschillende fasen van hun procesgebruik van eHealth. Voor zowel administratieveals behandel inhoudelijke redenen als vooronline profilering. Steeds meer behandelarenkiezen er inmiddels voor om online informatie tebenutten om de zorgvraag te beperken. Zo zijner meerdere websites met relevante informatievoor hun cliëntgroep. Het kan helpen om cliënteneen link mee te geven van een site waarop zede informatie over hun aandoening nog eenskunnen nalezen.Daarnaast biedt eHealth ook steedsmeer mogelijkheden in het verkrijgen vannieuwe cliënten. Door de bezuinigingen enverschuivingen derven steeds meer praktijkenaan inkomsten. Ook werkt de marktwerking hierinmee. Een steeds grotere groep behandelarenmaakt daarom ook steeds meer gebruik vansociale media om zich te profileren en cliëntente werven of te behouden. Anderen zoeken hetin eCommunicatie, denk bijvoorbeeld aan demogelijkheid om online een vraag te stellen viachat of een online formulier. Of aan gebruik vantoepassingen om tussen de behandelingen dooronline contact te hebben. Helaas gebeurt ditvaak nog via de onveilige e-mail, maar er komenook steeds betere, betaalbare toepassingendie dit wel veilig faciliteren. Dit kan zowel inbeveiligd berichtenverkeer als (video-chat)zijn. De laatste jaren worden zeer veel Appsin de eerste lijn ingezet, op allerlei gebied.Met name registratieapps rondom leefstijl enpsychosociale zaken. De ervaringen vanuit deGGZ met eHealthtoepassingen hebben hunweg echter nog onvoldoende gevonden naar dehuisartsenpraktijk. Daar zitten quick wins voorveel huisartsenpraktijken. Een praktijkhouder inde eerste lijn heeft vaak minder budget om tebesteden aan digitale middelen, mede omdat debehandelingen nog steeds maar deels wordenvergoed en veel van de zorg uit het basispakketis verdwenen. Reden dat er veel gebruikwordt gemaakt van toepassingen die kleinereinvesteringen (zowel initieel als structureel)vragen.Online behandelinterventiesMet name in de psychosociale hulpverleningontstaan steeds meer online interventies voormeerdere problemen, waarmee de cliënt redelijkzelfstandig aan de slag kan. Inmiddels zijn er ditsoort interventies voor bijvoorbeeld depressieveklachten, angstklachten, werkgerelateerdeklachten en problemen met alcohol- endrugsgebruik. En het scala breidt steeds verderuit. Vaak zijn de interventies een mix van diversezelfhulpopdrachten waarbij de hulpverlener devoortgang monitort of de feedback geeft op deopdrachten.Blended behandelingenIn de medische zorg zien we ook steeds meertoepassingen die de blended behandelingondersteunen. Vaak met een face-to-faceintake en van daaruit een mengvorm waarinde cliënt zelf oefeningen doet die bijvoorbeeldondersteunt wordt door filmpjes op internet.Denk daarbij aan uitleg van de oefeningendie de behandelaar online deelt met de cliënt.Voordeel is tweeledig, de behandelaar weetdat de informatie correct is. De cliënt kan deinformatie meerdere keren nalezen waardoor dekans groter is dat hij de oefening juist doet. En


Gebruik in het veld, pagina 156heeft die toch een vraag, dan kan hij deze stellenvia bijvoorbeeld een online vragenformulier of inde toepassing zelf.De toekomst:De praktijk en de financieringOntwikkelingen, zoals de toenemende zorgvraag,zorgkosten, de wens naar betere afstemmingin de zorgketen en de focus op het langer thuiswonen en zelfmanagement, bieden kansen vooreHealth in de eerste lijn. eHealth kan bijdragenaan het goed toegankelijk houden van eerstelijnspraktijken, met name omdat mensen/patiëntensteeds meer vanuit huis kunnen doen: reguliereconsulten, korte vragen, en er komt steedsmeer informatie online. Eén van de belangrijksteuitdagingen voor de eerstelijnsorganisaties isechter hoe dit te faciliteren: is eHealth, vanwegemogelijke financieringsproblematiek, mogelijkeextra werkdruk etc., alleen breed uitvoerbaarbinnen bijvoorbeeld grote gezondheidscentra enzorggroepen? Of ook haalbaar voor de kleinerepraktijken? En is dat dan vooral gericht oppreventie en zelfmanagement?De samenwerking tussen 1e en 2e lijn omtot vloeiendelijnszorg te komen en daarbijeHealth als onderdeel in te zetten verloopt,naast een aantal veelbelovende proeftuinen,vooralsnog moeizaam. De vraag is in hoeverrede eerste lijn door de verzekeraars meer enmeer gedwongen gaat worden om afsprakente maken met de tweede lijn over substitutie(en vise versa). Regiofinanciering zoalsuitgewerkt in het cappuccinomodel (doorGuus Schrijvers oud-hoogleraar Public Healthen Gezondheidseconoom), met naast eencomponent voor populatiegebonden bekostiging,een laag volume tarief, en een component meteen innovatietarief, biedt ook mogelijkhedenvoor eHealth. Regiofinanciering vraagt omeen concrete vertaling naar de praktijk(en).Bijvoorbeeld door per ziektebeeld te bekijkenwat beter kan in de informatie, communicatieen afstemming onderling en richting patiëntenen te luisteren naar ideeën en wensen vanpatiënten. Zelfmanagement en preventie makendaar vanzelfsprekend een onderdeel vanuit.Zorgtrajecten rondom chronische aandoeningenzoals bijvoorbeeld COPD, Diabetes en Hartfalenlenen zich prima voor procesoptimalisatie waarbijoplossingen vanuit eHealth uitstekend passen.Uiteraard vraagt dit tijd, energie en inspiratie vanalle betrokkenen. En ondanks de uiteenlopendegroep zorgverleners die bij deze veranderingbetrokken is, ieder met hun eigen agendaen adoptiesnelheid, wordt de eerste lijn alsbelangrijk schakelpunt erkend.Wilt u meer weten over de mogelijkheden vanmoderne middelen in de eerste lijn? Downloaddan hier het gratis e-book van JePraktijkOnline.


HETE-HEALTHAANBOD


Het E-Health aanbod, pagina 158SMAAKMAKERS TERINSPIRATIECo PolitiekOp de site van www.zorginnovatieboek.nlwas er de mogelijkheid om te stemmen encommentaar te geven op de ingezondeneHealth-innovaties. Op basis van het aantalstemmen uit de markt en de waardering is eentop 10 ontstaan.In dit hoofdstuk komen alle ingediende innovatieseven langs. Met behulp van de hyperlinks kunt umeer informatie vinden over de innovatie. De sitevan het zorginnovatieboek vormt daarmee eenintegraal onderdeel van dit boek.In de tabel op de volgende pagina is te zien datDr. Smart als winnaar uit de bus is gekomen, met230 stemmen en een gemiddelde waarderingvan 4,8 (op een schaal van 1-5). ‘Anderehanden community’ en ‘Apps in de zorg’ zijnrespectievelijk op de tweede en derde plaatsgeeindigd. De top 5 is volledig beschreven enwordt verder onder de aandacht gebracht bij deleden van de adviesraad.1. Dr. SmartDr. Smart is een informatiesysteem waar mensenin hun eigen woorden antwoorden kunnen vindenop hun vragen over ziekte en gezondheid,gebruikmakend van de meest up-to-datewetenschappelijke kennis en via een loket, eenplatform met veel ruimte voor kennis delen.Met Dr. Smart komt er meer aandachtvoor verandering van leefstijl engezondheidsbewustzijn en het kan voorzien ingezamenlijke besluitvorming van gebruiker enzorgverlener. Bij Dr. Smart staat de gebruikercentraal. Op basis van symptomen enproblemen in het functioneren kan de gebruikerzelf informatie vergaren. Zowel de gebruiker alszorgverlener en de verzekeraar kunnen sturen opeen gezonde leefstijl: de zorg voor gezondheid.Het is in staat om de zorgconsument teondersteunen in elk stadium van preventie:collectieve preventie, individuele preventie enhet verstrekken van hulpmiddelen. Afhankelijkvan soort en mate van optreden van symptomenwordt preventief en/of een ‘lifestylechange’advies gegeven.De klanten van Dr. Smart:• De zorgconsument: primair als sliminformatiesysteem met verhoging vanbewustwording voor eigen gezondheid. Het isin staat om de zorgconsument te ondersteunenin elk stadium van preventie: collectievepreventie, individuele preventie en hetverstrekken van hulpmiddelen. Afhankelijk vansoort en mate van optreden van symptomenwordt preventief en/of een ‘lifestylechange’advies gegeven.• De zorgverlener door direct gebruik vande meest relevante en up-to-date kennis,waaronder tools voor multi-morbiditeit enpolyfarmacie.De marktintroductie kan lopen via huisartsen enzorgverleners waarna de zorgconsumenten enhun verzekeraars volgen. Hierdoor kan integratievan de eerste- en tweedelijnsgezondheidszorgefficiënter worden gerealiseerd. Eeneffectmeting is in voorbereiding. De pilotszullen worden begeleid met een evaluatie diegelijk ook aanbevelingen oplevert voor eenimplementatieplan.


Het E-Health aanbod, pagina 159Innovatie Aantal stemmen Waardering Totaal score1. Dr Smart 230 4,80 1.104,002. Andere handen community 130 4,49 583,703. Apps in de zorg 103 4,96 510,884. Zoek misschientje 124 4,11 509,645. Mextra 87 4,32 375,846. Webfysio eHealth platform 77 4,34 334,187. GoOv 70 4,70 329,008. Anne in de zorg 66 4,64 306,249. Virtual Reality in exposure therapie 68 4,35 295,8010. Kanta Messenger 51 4,78 243,78


Het E-Health aanbod, pagina 160Welk probleem lost deze innovatie op?De vraag naar en behoefte aan informatieover gezondheid en ziekte is groot. Er is eengroot aanbod aan informatiebronnen, maarde betrouwbaarheid daarvan is onduidelijk.De behoefte aan het delen van kennis metlotgenoten blijkt groot en past bij de behoefteaan regie over de eigen gezondheid en het eigendossier.De wens om meer te sturen op preventie,eigen verantwoordelijkheid en eigen capaciteitenneemt toe. Dr. Smart houdt rekening met kennisen denkniveau van de gebruiker. Voor eengoede zorg in de toekomst willen en moetenmensen meer verantwoordelijkheid nemen voorhun eigen gezondheid. Zij willen meer controleover hun eigen gezondheid en zij willen zelfeen volwaardig gesprekspartner zijn voor dezorgverleners. Om dit te bereiken moeten wemensen helpen met bewustwording en kennisover hun gezondheid.In welke fase zit deze innovatie?1e implementatieNaam innovatorDr. Peter Scholten2. Andere handen communityAndere handen community is een beslotenvirtueel platform voor medewerkers uit dezorg waar zij elkaar ontmoeten en zich kunnenontwikkelen. Leden wisselen in een veiligeomgeving kennis uit. Ze bevragen elkaar overhun vak, spreken over de veranderingen in dezorg en delen ervaringen over de dagelijksewerkzaamheden in de praktijk. Met elkaar werkenze aan de zorg van de toekomst.De community integreert drie functies:• De entreepagina presenteert zaken die te doenhebben met de toekomst van de zorg. Ledenontmoeten snel en efficiënt de buitenwerelden raken vertrouwd met technologie en socialemedia in de zorg;• Via vakgroepen verbindt de communitymedewerkers uit verschillende organisaties,deze sociale internet toepassing initieert hetdelen van kennis over een specifiek themazoals Wijkzorg en Sociale innovatie;• Tot slot biedt de community een socialeintranet functie aan organisaties. Via een eigengroep kunnen medewerkers elkaar onderlingontmoeten en binnen de organisatie van elkaarleren. De community is te bereiken via www.anderehanden.comWelk probleem lost deze innovatie op?De community rust medewerkers toe voorde toekomst van hun vak. Zorgmedewerkersworden door de community virtueel vaardiger,raken vertrouwd met technologie en wordengefaciliteerd bij zelforganisatie. De communitybevordert het gebruik van technologie, ledenraken beter, sneller en duurzaam bekend mettechnologische ontwikkelingen en de betekenisdaarvan voor hun werk. Hiermee wordt opgelostdat het gebruik van technologie in de zorgtoeneemt, kwaliteit van zorg wordt bevorderden medewerkers beter en duurzamer inzetbaarblijven op de actuele arbeidsmarkt.In welke fase zit deze innovatie?Grootschalige implementatieNaam innovatorVerder door anders doen BV


Het E-Health aanbod, pagina 1613. Apps in de ZorgBoomerweb is een in Ede gevestigde producenten leverancier van Apps in de Zorg. Wij leverenoa.:• Beeld Zorg App, dat het bewijs levert dat zorgop afstand loont!• Medicatie Controle App, dat het bewijs levertvan dubbele medicatie controle.Daarnaast hebben wij op dit moment 4 appsin ontwikkeling met Zorginstellingen. Heeft eenzorginstelling een goed idee voor een App in deZorg dan ontwikkelen wij hem gratis.Welk probleem lost deze innovatie op?Het probleem van het toenemende aantal korte,specialistische, zorgmomenten.In welke fase zit deze innovatie?Grootschalige implementatieNaam innovatorBoomerweb4. Zoek misschientje?De website met een totaal overzicht vanzorgaanbieders. De zorgvrager kan via kortelijnen, in eigen regie, duidelijk en overzichtelijkzoeken in het totale zorgaanbod. Op dezewebsite kan de individu, vrijwilligersorganisatie,ZZP ’er, klein/ groot bedrijf, stichting ende gemeente zelf, zijn of haar vraag, hulp,ondersteuning zoeken of aanbieden. Waarbijde mogelijkheid voor de aanbieder bestaat hunportal dan wel website aan Zoekmisschientje tekoppelen.Zoekmisschientje is snel, wendbaar,bereikbaar en zelf organiserend waarbij eigenkeuzes kunnen worden gemaakt en ieder zichkan promoten, kennis kan delen, verbinding kanmaken en waar informatie gemakkelijk terugte vinden is. De lay-out van de website is zoontwikkeld dat het jong en oud aanspreekt en hetvoor ieder eenvoudig te gebruiken is.Welk probleem lost deze innovatie op?Binnen de samenleving wordt van een iederverwacht dat hij of zij participeert en (steedsmeer) zorg of hulp zelf organiseert. Hierbijwordt men het “zorg oerwoud” ingezonden,waarbij je de weg moet vinden in het ruime enversnipperde aanbod van zorg. Er is een ruimaanbod van fantastische initiatieven maar het ismoeilijk de gewenste zorg op eenvoudige wijzeterug te vinden. Zoekmisschientje is hier déoplossing voor.In welke fase zit deze innovatie?Idee/conceptNaam innovatorIrma Verschoor en Fenneke Suyker5. MeXtraMeXtra is een online dossier voor de zorgvrager,diens netwerk en de zorgprofessionals diebetrokken zijn bij de zorgvrager. Het plan staatcentraal in MeXtra, dat kan een persoonlijkplan zijn maar ook een gezinsplan. In het planwordt de hulpvraag beschreven, de doelen ende acties die nodig zijn om aan die doelen tebereiken. Deze doelen worden niet alleen, zoalsnu nog vaak gebeurt, aan zorgprofessionalsgekoppeld, maar ook aan de zorgvrager en demensen in diens netwerk (mantelzorg, vrienden,familie, etc.).Al deze partijen kunnen worden ingezet om tekomen tot de best denkbare zorg, ondersteuning


en aandacht. Alle betrokkenen die in het planeen rol hebben gekregen kunnen hun voortgangonline vastleggen. Het grote voordeel is datiedereen daardoor direct van alles op de hoogteis. De historie blijft toegankelijk zodat men ookjaren later kan zien wat gewerkt heeft en wat nieten waarom. Ook voor professionals die op datmoment nog niet voor die zorgvrager werkten.De oplossing wordt nu toegepast binnen deAWBZ, Zvw en PGB en WMO gefinancierdezorg. MeXtra wordt momenteel gebruiktbinnen Verstandelijke Gehandicaptenzorg,Verslavingszorg, GGZ, Jeugdzorg en gemeenten(sociale wijkteams). Naast het plan heeft MeXtramodules als rapportage, documenten opslag,generieke formulieren, etc. Dit jaar willen wetevens koppeling met zelfmeetApps (QuantifiedSelf) gaan maken en we zijn bezig met eenmodule Indicatie Welbevinden dat opgezet wordtmet behulp van systeemdenken.Welk probleem lost deze innovatie op?Alle betrokkenen zijn op de hoogte vande ontwikkelingen rondom de zorgvrager.Iedereen weet van hij/zij van de ander kan enmag verwachten en wat de ander van hem/haar kan en mag verwachten. Als er meerderehulpverleners in bijvoorbeeld een gezinbetrokken zijn, dan weten ze met behulp vanMeXtra wat de andere hulpverleners doen.In welke fase zit deze innovatie?Grootschalige implementatieNaam innovatorSymaX BV


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.% Diabetes 2015 - 2030 CBS Buurt Den Haag Zoetermeer% DiabetesHoog stijgend2015 - 2030 CBS BuurtMiddenDendalendHaag ZoetermeerHoog StijgendHoog GelijkHoog DalendMidden StijgendMidden GelijkMidden DalendLaag StijgendLaag GelijkDiabetes 2015 - 2030 CBS Buurtkaart Den Haag ZoetermeerHoog gelijkHoog dalendMidden stijgendMidden gelijkLaag stijgendLaag gelijkLaag dalendVolume Diabetes CBS Buurt Den Haag ZoetermeerHoogMiddenVolume Diabetes CBS Buurt Den Haag ZoetermeerLaagHoogMiddenDiabetes 2015 - 2030 CBS Buurtkaart Den Haag Zoetermeer


Het E-Health aanbod, pagina 164MijnMedaillon voor senioren, ABCTV voorverstandelijk beperkten biedt op basis vanhet ABCTVsysteem van Brevidius de meestcomplete ‘online care communities’ voorsenioren. Doel is de cliënt ondersteuning bij eenzo groot mogelijke zelfstandigheid te bieden,ook als hij/zij niet internetvaardig is. Cliëntenkrijgen een individueel aangepaste userinterface(eventueel zonder knoppen/menu’s of juist heelveel opties) op een voor hen geschikt internetapparaat: PC, TV (via settopbox), Windowstablets, iPhone, iPad, Android tablets.Andere handen community is een beslotenvirtueel platform voor medewerkers uit dezorg waar zij elkaar ontmoeten en zich kunnenontwikkelen. Leden wisselen in een veiligeomgeving kennis uit. Ze bevragen elkaar overhun vak, spreken over de veranderingen in dezorg en delen ervaringen over de dagelijksewerkzaamheden in de praktijk. Met elkaar werkenze aan de zorg van de toekomst.Andromeda TV gevoel voor zorg Innovatieen koker denken liggen dicht bij elkaar. Veeloplossingen overlappen elkaar en daardoorvormen ze samen geen echte verbetering voorgebruikers. Duurzaamheid is ver te zoeken enhet bedienen van meerdere systeem is complexvoor gebruikers. Wat alle oplossingen vaakmet elkaar gemeen hebben zijn gebruik vannetwerken en interfaces voor het bedienen vande verschillende geïnstalleerde systemen.Angel@ Card App behorend bij deTransformation Game offers insights towardsnew directions, and supports change andtransformation. The in-depth journey is markedwith realizations, obstacles, angels, andmiracles. Gain awareness and heal pain as youadvance through physical, emotional, mental,and spiritual realms. It’s an effective way toclarify important issues, resolve conflicts, andcreatively enhance relationships.Anne in de Zorg Maak kennis met Anne: eenvirtuele hulp die u in kunt zetten om ouderenthuis of in uw verzorgingshuis of verpleeghuiste ondersteunen. Anne helpt de ouderen bijhun dagelijkse activiteiten. De oudere zet decomputer c.q. ‘smart’-tv of televisie aan en Anneverschijnt op het beeldscherm. Anne detecteerten ziet bewegingen via een Kinect-camera1met beeldbesturing. Als de oudere iets zegt danverstaat Anne hem/haar en reageert hierop doorterug te praten.App ‘Moet ik naar de dokter?’ is een zelftriageinstrument waarmee de patiënt op elk gewensttijdstip en plaats zelf kan beoordelen of enwanneer hij de huisarts of huisartsenpost moetraadplegen.App GezondeMond geeft een persoonlijk adviesvoor het bevorderen van de mondgezondheid.Input op maat wordt verstrekt door tandarts/mondhygiënist.App OOGdruppelen stimuleert de kwaliteitvan de zorg aangezien het een nieuw middelis dat naast de huidige middelen kan wordeningezet om juist en tijdig druppelgebruik testimuleren. Enerzijds stimuleert de wekkerfunctiein de app tijdig medicijngebruik, waardoor dedosering zo effectief mogelijk is. Hierdoor wordt


Het E-Health aanbod, pagina 165het behandeltraject geoptimaliseerd en wordtde behandeltijd zo kort mogelijk gehouden.Anderzijds draagt de instructiefunctie, waarbijgebruik wordt gemaakt van animaties, tekst enspraak, bij aan het correct oogdruppelen.Apps in de Zorg Boomerweb is een in Edegevestigde producent en leverancier van Appsin de Zorg. Wij leveren o.a. Beeld Zorg App,levert het bewijs dat zorg op afstand loont!Medicatie Controle App, levert het bewijs vandubbele medicatie controle. Daarnaast hebbenwij op dit moment 4 apps in ontwikkeling metZorginstellingen. Heeft een zorginstellingeen goed idee voor een App in de Zorg danontwikkelen wij hem gratis.Artsplanner Iedereen is wel eens patiënt. MetArtsplanner maakt u afspraken direct in deagenda van een zorgverlener. Zo vindt u iedermoment van de dag een zorgverlener op basisvan beschikbaarheid, verzekering, locatie, taalen geslacht. Uw favoriete zorgverleners staanbovenaan, u kiest zelf een geschikt momenten of u een herinnering wilt ontvangen. Uwafspraak wordt direct bevestigd met een digitaleuitnodiging en een routebeschrijving.AutiPlan is een effectief hulpmiddel datstress wegneemt bij mensen met eenAutisme Spectrum Stoornis door structuuren voorspelbaarheid te bieden. Dit wordtgerealiseerd door middel van een dagplanningmet pictogrammen, beschikbaar gesteld via eenapp met alarmsignalen en spraak of op papier.Beating the Blues (Begeleid) online zelfhulpprogramma voor de behandeling vandepressieve klachten en depressie. Somber,futloos, prikkelbaar. Het leven voelt zwaar.Soms gaat dat gevoel vanzelf over, maar nietaltijd. Loopt iemand al een tijd rond met dezegevoelens, dan is de kans groot dat het omeen beginnende depressie gaat. Een tijdigeaanpak is dan belangrijk. Dat voorkomt datde depressieve klachten onnodig toenemen.Beating the Blues geeft zin en energie om hetleven weer op te pakken.Bevolkingsonderzoek darmkanker PoliDirectis een door het ministerie van VWS erkendeInstelling voor Medisch Specialistische Zorg metals doel specialistische zorg te leveren dichtbijen in de buurt. Een snelle diagnose en de juistebehandeling is namelijk een logisch gevolg alsmedisch specialisten, huisartsen en apothekerssamenwerken onder 1 dak.Blijf in de benen Wij hebben een beweeg DVDgemaakt voor zelfstandig wonende ouderendie niet voldoen aan de Nederlandse normgezond Bewegen. Kwetsbare ouderen die nietde mogelijkheid hebben om buitenshuis te gaanbewegen, bijvoorbeeld omdat ze geen vervoerhebben om er te komen. Via eHealth zou ookeen beweegprogramma bij de mensen thuisgeïntroduceerd kunnen worden, bijvoorbeeldaan de hand van Eden thema, algeheel oefenenof een oefen programma/ advies op maat.Bloedafname systeem via vingerprik Door deeenvoud van het afname systeem is het vooriedereen mogelijk om bloed af te nemen en viade post of ander bedenkbaar transport aan te


Het E-Health aanbod, pagina 166bieden aan een laboratorium voor het uitvoerenvan de testen.Blogboek is een online platform rondomeen zorgenkind (psychisch, fysiek beperkt,leerproblemen, ontwikkelingsstoornis etc.) waaralle professionals uit zorg en onderwijs samenkunnen komen. Ouder maakt een Blogboekaan en nodigt de betrokkenen uit. Via Blogboekkunnen kennis en documenten gedeeld worden,kan samengewerkt worden aan de doelen en iser overzicht over het gehele proces.BLOOMILY ondersteunt zelforganiserendenetwerken die de zorg dragen voor vrienden,familieleden en naasten. BLOOMILY doetdat door de verzorgers praktische tools inhanden te geven die het mogelijk maken dezorg te coördineren en te organiseren, zoalsdagboeken, gedeelde agenda’s en makkelijk teraadplegen ‘to do’ lijstjes. Dit alles speelt zichaf in een volledig veilige, besloten en vriendelijkomgeving, die bovendien simpel in gebruik is.Bloqnote is een webbased ECD die speciaalis ontwikkeld voor de transities naar Wmo,Jeugdwet, Participatie wet en Wlz. We willen metBloqnote de empowerment van de ‘burger’, desolidariteit van formele en informele betrokkenenen de regie voor een optimale samenwerkingondersteunen. Bloqnote is een instrument voorhet versterken van zelfredzaamheid, zelfregie enketensamenwerking.BodyGuard, Measuring Less to feel More,Chasing Binnen het Creative Care Labontwikkelen we technologie voor innovatie in dezorg, waarvan 3 voorbeelden: 1) BodyGuardondersteunt mensen met Autisme SpectrumSyndroom op de werkvloer om hun stress temanagen. 2) Measuring less to feel more isan Artifical Pancreas voor diabetes patiëntenin combinatie met een intuïtieve display omdiabetes beter zelf te managen. 3) Chasing, ishet inzetten van motivational/serious gaming voorhet ondersteunen van spraaktechnologie voormensen met een spraakprobleem als gevolg vanziekte (Parkinson, stroke).Borstvoeding.comApp Met deze app heb jesnel toegang tot de nieuwste informatie, foto’s,columns en artikelen van borstvoeding.com, dewebsite van Kenniscentrum Borstvoeding. Opborstvoeding.com vind je betrouwbare informatieover borstvoeding, speciaal voor moeders engezondheidswerkers. Functies:• Dagelijks een nieuwe foto• Alle foto’s van het hele jaar• Alle columns van de week• Elke week een nieuwe column• Alle nieuwsberichten over borstvoeding• Alle ervaringsverhalen van moeders• Zoekfunctie binnen de app• Deel informatie met je vrienden• Deel op Twitter en via E-mail.Met BP@Home kunnen patiënten methypertensie (chronische patiënten en risicozwangeren) thuis hun bloeddruk metengedurende een langere periode en datauploaden t.b.v. zichzelf en hun behandelaar(gynaecoloog, internist). De dienst is volledigingericht conform de eisen van de EuropeanSociety of Hypertension, die aanbeveelt om thuis


Het E-Health aanbod, pagina 167


Het E-Health aanbod, pagina 168bloeddruk te meten. Deze moet dan wel aaneen groot aantal eisen voldoen om betrouwbaremetingen te genereren.Wij hebben een online Brain Fitnessprogramma voor senioren ontwikkeld,bestaande uit 18 serious games, waarmee jementale fitness getraind kan worden. Je verbetertje geheugen, concentratie, perceptie middelsbrain games. Door je mentale fitness te trainenkun je langer zelfstandig functioneren, wordje socialer en lichamelijk actiever. Cognitieveachteruitgang bij ouderen vormt vaak deinleiding tot een negatieve cyclus van minderlichamelijke en sociale activiteit.Care companion is een zorgpad begeleidingssysteemvoor patiënten met kanker. Het geeft depatiënt inzicht in zijn persoonlijke zorgpad metalle informatie die hij/zij nodig heeft en op hem/haar van toepassing is. De informatie/educatiein care companion is ontwikkeld door hetziekenhuis zelf en sluit volledig aan op wat doorde zorgverlener in de spreekkamer wordt verteld.Care4Balance geeft een beter overzicht in takenvan professionele en informele zorg. Kan takenover en weer overnemen. Verlichting mantelzorg.Het doel van CareBox is om middels sensorenin de woning een meer inzichtelijke detectie tedoen van veranderingen in het leefpatroon vaneen patiënt dan hedendaagse systemen zoalspersoonsalarmering. Met meer inzichtelijkedetectie dan ruwe sensor metingen kan hetnamelijk door mantelzorgers gebruikt wordenvoor het op afstand monitoren van hun naastemet dementie.Caresharing is een online software platformwaarmee gezondheidszorg professionalsonderling en met de patiënt informatie kunnenuitwisselen en zorg coördineren. Het platformstaat nu bekend als een ‘Keten InformatieSysteem” en wordt momenteel ingezet doorzorggroepen om ketenzorg mogelijk te makenin kader van Diabetes, COPD, VasculairRisicomanagement, Ouderenzorg en in deGeestelijke gezondheidszorg.Casemix, the Caring Village of the Future.Cliënten kunnen beter zelf voor zichzelfzorgen, Sinds mei 2006 hebben wij eenbehandelingsmethode ontwikkeld die ons instaatstelt, om bij de ouders een proces te latenontstaan, waardoor het voor hun mogelijk wordtom de gevolgen van familiare rugzakthema’s, denegatieve ervaringen uit het verleden, te kunnenneutraliseren. Een methode die alleen door deouders zelf kan worden toegepast.Clinical Rules is een realtime decision supportmodule welke zich richt op medicatieveiligheidtegen de achtergrond van een completerrisicoprofiel van de patiënt. Resultaat is eendoelgerichtere notificatie door scheiding vande weinig relevante zaken en essentiëlereproblemen en een professionele ondersteuningvan het zorgproces. Clinical Rules biedt eenanalyse die breder, specifieker en meer in decontext van een tijdsverloop plaatsvindt dan detraditionele medicatiebewaking.


Het E-Health aanbod, pagina 169COMET Door middel van laser licht intracellulairzuurstof meten.ComfiCare is een product van Van Dorp zorgen welzijn en is een combinatie van domotica,beeldbellen, persoonsalarmering en dienstendie het mogelijk maken om zo lang mogelijkzelfstandig te blijven wonen in de eigenvertrouwde omgeving, ook als de zorgvraagtoeneemt. Door de toepassing van betrouwbaretechnologie en nauwe samenwerking mettoonaangevende gespecialiseerde bedrijvenbiedt ComfiCare de zekerheid dat belangrijkezaken rondom zorg, veiligheid, comfort encontact goed geregeld zijn.Connectedcare services BV, een andereorganisatie van onze zorg is noodzakelijk omcliënten in staat te stellen langer zelfstandig thuiste blijven wonen. Het informele netwerk rondomeen cliënt zal een veel prominentere rol gaanspelen in de organisatie van zorg. Dat vraagt ombetere afstemming met de zorgprofessionals,inzicht en goede communicatie rondom eencliënt ten einde dit proces ook daadwerkelijkefficiënter en effectiever te laten werken. Met diegedachte zijn we vanuit een academische settinggestart met connnectedcare.De Coöperatie WeHelpen zet een nationalebeweging in gang rond informele hulp enburgerparticipatie, een moderne vorm vannabuurschap dat we kennen van vroeger.Daarbij wordt uitgegaan van wederkerigheid:iedereen kan een vraag stellen en iedereenkan een ander helpen met raad of daad, op zijneigen manier in zijn eigen tijd. WeHelpen heefthiervoor een landelijk platform.CQ-Net Live is een open cloud oplossingvoor veiligheid, comfort en collaborationapplicaties. Het verbindt enerzijds gebouw- enpersoonsgebonden apparaten met een onlinemanagement omgeving en anderzijds personenen systemen op het gebied van realtime infoop het gebied van alarmen, processen enpersonen. CQ-Net Live kan worden ingezetals end-to-end oplossing voor een specifiekebehoefte, organisaties overkoepelend platformvoor collaboration of middle ware waarbij hettraditionele producten en applicaties verbind metde mogelijkheden van de cloud.Crew Resource Management (CRM) Optimaalsamenwerken in operationele teams vormt eenessentiële basis voor een effectieve en veiligeuitvoering van het werk. Onze oplossing is omeen gecombineerd programma toe te passenwaar kennisoverdracht, vaardigheid-training,video-feedback cultuur- en proces-interventiesgecombineerd worden en leiden tot eendaadwerkelijke verandering.Dashboard FIND voor de eerste lijn iseen dashboard, speciaal ontwikkeld voorde huisartspraktijk, dat op een of meerderewerkplekken in de praktijk kan wordengeïnstalleerd. Met behulp van deze toolkit kan dehuisarts voor zijn eigen patiëntenpopulatie hetrisico op (mogelijke) chronische nierschade inkaart brengen en door middel van actiegerichteadviezen zijn patiënten nog betere zorg verlenenom verdere schade zoveel mogelijk te beperken.


Het E-Health aanbod, pagina 170In het spel Daydream speel je met je gevoelvan ontspanning. De game stimuleert eenmeditatieve ervaring met beeld en geluid doormiddel van adaptieve muziek en een steedsveranderende, natuurlijke omgeving. Bij hetmaken van Daydream is rekening gehouden metmensen die weinig of zelfs niet kunnen spelen.Daydream wordt daarom volledig bestuurd doormiddel van je lichaam.De BETERapp is gemaakt voor iedereen dieactief wil werken aan kwaliteit van leven ofdaar anderen bij wil helpen. De app maakthet voor een gebruiker mogelijk om dagelijksde eigen gemoedstoestand en de voortgangop zelf ingestelde doelen bij te houden. Ditinzicht kan gedeeld worden met externehelpers (vrijwilligers, mantelzorgers maar ookprofessionals).De GG-methodiek, de ‘Sociale kanteling’verwacht een verschuiving van invloed naarpatiënt, burger en gemeenschap. Een centraalbegrippenkader, als taal en instrument voorcommunicatie en handelen ontbreekt. BigMoveontwikkelde hiervoor de GG/ZZ-visie.De Keerzijde verzorgt ervaringstrainingenwaarin medewerkers/managers/leerlingen zelfverpleegd en verzorgd worden vanuit teamDe Keerzijde dat bestaat uit zeer ervarenzorgprofessionals. Doel is bewustwordingvan essentie eigen regie en zelfredzaamheidklanten. Als gevolg hiervan raken medewerkers/managers intrinsiek gemotiveerd en worden proactiefbinnen transitie van zorg op eigen afdeling.In de De KeuzehulpApp komen debehandelmogelijkheden van de organisatietot leven in voor de cliënt duidelijke taal,afbeeldingen en filmpjes. Met behulp vanstellingen wordt de cliënt begeleid naarbehandelinformatie die relevant is voor zijnspecifieke situatie. Deze app geeft de cliënt demogelijkheid om voor of tijdens evaluatie van debehandeling, alle behandelmogelijkheden vande organisatie te bekijken en zijn zorgpad opmaat bij elkaar te klikken.De Mijn Tandarts praktijkApp is een unieke Appmet een enorme gebruiksvriendelijkheid, waarintevens functies van de smartphone geïntegreerdzijn. Patiënten hoeven niet meer te zoekenof te scrollen op een website of mobiele site.Deze gebruiksvriendelijkheid, de waardevolleinformatie en de talloze functies zorgen ervoordat patiënten meteen enthousiast zijn. Hetdraagt zo bij aan de patiënten loyaliteit, deklantenbinding en verminderen van de No showsin de praktijk.De Zorgfoon – Tablet en Smartphone app voorVVT De Zorgfoon – Tablet en Smartphone appvoor VVT.Dementie-winkel.nl is een webwinkel metinformatie, producten en diensten voor mensendie leven met dementie, hun mantelzorgers,vrienden en zorgverleners. Alles draagt bijaan een positieve, stimulerende leefomgeving.Deze unieke winkel maakt het mogelijk om deleefwereld van demente mensen op een leuke enpraktische manier aan te passen én meer kennisen begrip te ontwikkelen voor de aandoening.


Het E-Health aanbod, pagina 171


Het E-Health aanbod, pagina 172Dat leeft aangenamer. Probleemgedrag neemtaf.DementieOnline is digitale hulpverlening voormantelzorgers die zorgen voor een naaste metdementie.Detectie en Monitoring van de kwetsbareoudere Wij hebben een samenstel vanbestaande internet based toepassingengecombineerd voor de detectie en monitoringen behandeling van de kwetsbare ouderen metgebruik making van zorg-op-afstand technieken.Hiermee kunnen wij op kosten effectieve wijzezorgdragen voor verantwoorde uitvoering vande WMO door gemeenten. De kracht zit inde combinatie van bestaande gevalideerdemethoden en de know how van een thuiszorgorganisatie en een organisatie voor eHealthtoepassingen.De Difiets maakt gebruik van een TV-scherm eneen kleine computer die voor een hometrainerstaan. De gebruiker krijgt een sensor, diezorgt voor registratie van de trapbeweging. Dejuiste TV-productie wordt klaar gezet. Je staptop, de sensor registreert de trapbeweging engeeft dit signaal door aan de computer. Hierwordt je kracht gemeten en de snelheid vanhet beeldmateriaal bepaald. Hoe sneller debeweging wordt gemaakt, des te vlotter verloopthet afspelen van de videoproductie. Nietbewegen betekent geen nieuwe TV-beelden.My Digi Poli is de plek waar patiënten, dieeen behandeling in het ziekenhuis ondergaan,informatie krijgen over hun persoonlijkesituatie, behandeling en leefregels. Ookmaakt My Digi Poli communicatie over enweer met de specialist/arts/verpleegkundigemogelijk. Het is het standaard platform waarinde beroepsverenigingen van de medischspecialisten onder andere geverifieerde3D-animaties van behandelingen plaatsen.Digitale triage voor de eerstelijnszorg Clinicaldecision support system.Doktr.nl is een digitaal spreekuur encommunicatietool voor en door patiënten,waarmee gebruikers met hun zorgverlenerkunnen communiceren (bijvoorbeeld arts,huisarts, fysiotherapeut of apotheker). Allepatiënten die zich aanmelden bij Doktr.nl krijgenbinnen de applicatie een eigen online dossier.Dit dossier bevat alle relevante informatie overde diagnose en behandeling van de patiënt enbiedt de patiënt ook de kans om (beveiligd) metzijn zorgverlener te communiceren.Dr Smart De vraag naar en behoefte aaninformatie over gezondheid en ziekte is groot.Er is een groot aanbod aan informatiebronnen,maar de betrouwbaarheid daarvan is onduidelijk.De behoefte aan het delen van kennis metlotgenoten blijkt groot en past bij de behoefteaan regie over de eigen gezondheid en het eigendossier. Dr. Smart is een informatiesysteemwaar mensen in hun eigen woorden antwoordenkunnen vinden op hun vragen over ziekte engezondheid, gebruikmakend van de meest upto-datewetenschappelijke kennis en via 1 loket,1 platform met veel ruimte voor kennis delen.


Het E-Health aanbod, pagina 173Dyna-Vision and Dyna-Vision TelemonitoringSoftware wordt gebruikt door Ziekenhuizen,Verpleeginstellingen, Noodhulpdienstenen andere dienstverleners op het gebiedvan telemonitoring van verschillende (para-) klinische parameters. Dyna-Vision maaktgebruik van ingebouwde 3G technologie ofWifi-communicatie waarmee het mogelijk is omautonoom en realtime data te versturen vanalle gemeten parameters naar een monitoringfaciliteit op afstand.Dynamisch Familie Portret staat bij eenzorgbehoevende persoon thuis. Op het schermstaat een compositie van losse foto’s vande hele mantel/familie. Iedereen is daarmeeverantwoordelijk voor zijn eigen deel van hetportret. Het systeem kan geactiveerd wordenwanneer er iemand op bezoek is (bijvoorbeeldom een mantelzorgtaak uit te voeren). De gehelemantel krijgt op dat moment mobiel bericht meteen notificatie wie op dat moment op bezoek is.Tegelijkertijd krijgt iedereen (alleen) op datmoment de mogelijkheid om hun deel van hetportret te updaten door mobiel een nieuwe fotote sturen.E-health behandelprogramma NAH Voorde doelgroep mensen met Niet-aangeborenhersenletsel die uit de revalidatie zijn ontslagenen restklachten hebben op het gebied vansociaal functioneren, arbeid, vermoeidheid,psychische klachten (stemmingen, gedrag,initiatief) en problemen met de executievefuncties deze restklachten in kaart brengenen behandelen via e-health toepassingen, diein de verschillende sectoren reeds ontwikkeldzijn (games, apps, zelfhulp, intherapie) en hetaanbod voor deze doelgroep bij elkaar brengen,zodat een mooi behandelprogramma ontstaat.In E-Health Zorgtraject Rugklachten krijgt depatiënt/cliënt een volledig uitgewerkt evidencebased zelfbehandelprogramma aangebodendat zelfmanagement bevordert en volledig isafgestemd op de door de fysiotherapeut in depraktijk verzorgde behandeling en de protocollenwaarop die is gebaseerd (blended care).e-zorgdossier is een digitaal cliënt dossiervoor de thuiszorg sector gebaseerd op digitalepen&papier technologie. Het stelt ZZP-ers,MKB en zelfsturende teams van groterezorgorganisaties in staat belangrijke informatiesnel en makkelijk te delen via een webportal.De eenvoud en het gemak van deze oplossingvoor de zorgverlener speelt een centralerol. Dit resulteert in een sterke reductie vanadministratieve lasten, waarborgt kwaliteit(HKZ) en voorkomt (declaratie) fraude. Het steltzorgorganisaties in staat samen te werken en decliënt daadwerkelijk centraal te stellen.Een halvering van de staphoogte vande traptreden d.m.v. Easysteppers DeEasysteppers bestaan uit stevige tussentredenvoor uw eigen trap waardoor u met halve tredende trap op en af kunt lopen. U heeft minderkracht nodig en hoeft uw (pijnlijke) knieën,enkels en heupen minder te buigen en daardoorworden de gewrichten minder belast. Zo kuntu gemakkelijker traplopen. De Easysteppers


Het E-Health aanbod, pagina 174zijn van hoogwaardige meubelkwaliteit en zijngeschikt voor: trappen met bocht(en), rechte-,open-, spil-, wentel-, zolder-, kelder- en kleinetrappen zoals in split-level woningen.Educatieve website / e-learning E-learning overdelirium op de Intensive Care afdelingEen gezondere leefstijl door online cocreatieSoa Aids Nederland bestrijdt alsinterventiespecialist soa’s en hiv en bevordertseksuele gezondheid.EigenZorg is een concept dat vertrouwde,vraaggestuurde zorg thuis (persoonlijkeverzorging, schoonmaak, hulp van eenvrijwilliger) mogelijk maakt en daarmee blijecliënten EN blije zorgers, tegen lagere kosten.Kern van het concept is de overtuiging dat deregie bij de cliënt hoort. Onderdeel van hetconcept is een app die invulling geeft aan• Matchmaking: cliënt en zorger kiezen voorelkaar• Transparantie: wie komt er achter de voordeurvan de cliënt, en wat is de waardering van decliënt voor de zorgereLearning voor verloskundigen omalcoholgebruik bespreekbaar te leren makenbij zwangere vrouwen In Nederland blijkt35-50% van de zwangere vrouwen tijdens dezwangerschap alcohol te blijven drinken. Hetgaat hierbij niet om verslaafde vrouwen, maarom vrouwen die voor hun zwangerschap eenrelatief hoog sociaal gebruik kenden en hetmoeilijk vinden om 9 maanden helemaal niet tedrinken. De eLearning leert verloskundigen omalcoholgebruik te signaleren en bespreekbaarte maken tijdens de zwangerschap op basis vanmotiverende gespreksvoering.Ergonomische koffer voor ambulantebloedafname Het zorgt ervoor datmedewerkers van prikdiensten, laboratoria entrombosediensten snel en efficiënt bloed kunnenafnemen bij patiënten. Door deze ergonomischevorm is er een lage belasting voor het lichaambij het dragen van deze koffer. Tevens is hijgoedgekeurd voor het verpakken en het vervoervan organische stoffen over de weg, volgensEuropese richtlijnen.EVOCS2 Het RadiologieNetwerk faciliteerteen landelijk digitaal en volgens de laatstenormen beveiligd netwerk waarmee radiologen,ziekenhuizen en andere specialisten veilig, snelen gebruikersvriendelijk kunnen samenwerken.Het RadiologieNetwerk neemt ingewikkeldeen complexe ICT componenten uit de handenvan de zorgverleners door haar softwareoplossing aan te bieden vanuit haar eigen Cloud.Investering door het ziekenhuis in applicatiesen infrastructuur behoren tot het verleden.Rapportage systemen zijn continue beschikbaarom het verbruik in te zien.Patiënt EN ARTS SAMEN ONLINE, eZorg ishet platform dat patiënt en arts samen onlinebrengt. Het maakt extra zorg mogelijk, naasthet persoonlijke contact dat de patiënt metzijn of haar behandelend arts in het ziekenhuisheeft. De informatie in de eZorg-omgeving ispersoonlijk, betrouwbaar en afgestemd op defase van het behandelproces. eZorg geeft depatiënt inzicht in zijn behandelresultaten door


Het E-Health aanbod, pagina 175


Het E-Health aanbod, pagina 176feedback op vragen en scorelijsten.Family Rootz, de voorlees-app is een appvoor iPad waarmee gebruikers op afstand metelkaar activiteiten kunnen ondernemen. Dezeactiviteiten zijn gericht op interactie tussenvolwassenen en kinderen en tussen kinderenonderling, zoals een boek lezen, een spelletjespelen, samen tekenen en foto’s delen. Hetbetreft daarbij een combinatie van videobellenen het doen van een activiteit. Gebruikers makeneen familie aan waarin ze hun ‘familieleden’kunnen toevoegen. Dit zijn de connectieswaarmee ze vervolgens kunnen videobellenen interactief samen kunnen lezen of spelletjesspelen.FootShoot is een iPhone applicatie. Het is deeerste echte E-health app voor voetproblemen.FootShoot adviseert patiënten met voetklachtenen voetgerelateerde problemen. Zo kunnenpatiënten beter beoordelen of ze met hunklachten naar de huisarts of podotherapeutmoeten stappen. Met de app kan depatiënt een opname maken van voeten envoetzoolprofilering. Hierbij kunnen zogenaamdePodo tracks van pas komen.Fysiovoorjou.nl is een online fysiotherapiepraktijk. Wij leveren zorg op afstand. Cliëntkan middels de digitale agenda een afspraakinplannen en ontmoet de fysiotherapeut inde online spreekkamer. Tijdens dit consultkrijgt de cliënt persoonlijk advies en tips.Daarna wordt eventueel gestart met een onlinethuisoefenprogramma middels Physitrack.Tussentijds en aan het einde van het trajectwordt geëvalueerd in de online spreekkamer.Geïntegreerde Transferzorg is een nieuw modelrondom Ziekenhuis Verplaatste Zorg ZVZ. Vanuithet ziekenhuis wordt gespecialiseerde kennisgedeeld met de 1e lijn (patiënt, zorgverlenersen mantelzorgsters). Denk hierbij aanstomazorg, wondzorg, etc. Ziekenhuis/kennisgaat mee met de patiënt in de thuissituatie.Vanuit Transferafdeling gaan we ook deproducten leveren aan de patiënt, zodat ereen betere afstemming ontstaat tussen 1e en2e lijn. Hiermee creëer je als zorgverzekeraarmeer inzicht en betere beheersing vanvolumebeheersing.GoOv is een reisbegeleidingsdienst voor mensenmet verstandelijke of cognitieve beperkingen. DeGoOV dienst bestaat uit een applicatie op eensmartphone, een webapplicatie en een callcenterdat reizigers begeleidt, van deur tot deur. GoOVdraagt bij aan hogere kwaliteit van leven vanmensen uit de doelgroep doordat zij zelfstandigen veilig kunnen reizen met behulp van regulierOV-vervoer.He Hajo is een hulpmiddel -een app- bijde communicatie voor mensen met eenverstandelijke of communicatiebeperking. Alsbasis worden pictogrammen gebruikt. Metpicto’s kun je laten zien wat je wilt. Door eenzin met picto’s af te spelen, laat je horen wat jewilt. Een goede en snelle manier om woordente leren. Met eigen gemaakte picto’s maak jede zin compleet. In het fotoboek is plaats voorfotoseries, zoals van je familie, vakantie ofzwemmen. Afspelen van het album laat de juistevolgorde of de gebeurtenissen zien. De agenda


Het E-Health aanbod, pagina 177geeft structuur aan de dag.De Health Buddy is een klein toestel dat bij depatiënt (met hartfalen(, maar kan bij meerdereaandoeningen)) thuis wordt geïnstalleerd. DeHealth Buddy wordt ingezet om de toestandvan de patiënt te monitoren, en educatieaan te bieden. Educatie is gericht op eenziektespecifieke kennistoename, en op hetondersteunen van het zelfmanagement.Telebegeleiding kan ook worden aangebodenvia het internet, een app etc. Gebruik vantelemonitoring bij mensen met hartfalen is eropgericht om het zorggebruik te verminderen doorziekenhuisopnames te voorkomen, en het aantalcontacten met zorgverleners te verminderen.Health Communicator is de nieuwe standaardvoor de meertalige online arts-patiëntcommunicatie. Baanbrekend is het systeemwaarmee de patiënt de dossiervormingondersteunt. Kwaliteit, klantvriendelijkheid enefficiëntie gaan hierbij hand in hand. Met HealthCommunicator neemt u online de anamnese af,waar nodig in de moedertaal van uw patiënt.U begint met kennis vooraf aan het spreekuur.Beleef het gemak van een professioneel verslagover de klachten van uw patiënt voorafgaandaan het consult.HemoBase is een multidisciplinair elektronischpatiëntendossier (EPD) voor hematooncologischepatiëntenzorg. Het systeemvoorziet in het snel en overzichtelijk kunneninzien van relevante patiëntengegevens,gecodeerd volgens internationale richtlijnen,en in het verzamelen van specifieke data tenbehoeve van het verbeteren van de kwaliteit vanzorg en het verhogen van de patiënt veiligheid.Het Zorg Alarm is een laagdrempeligeintramurale oplossing om beweging en dwalenvan cliënten te monitoren en dit zondervertraging te melden aan de verpleging/nachtwacht, zodat er direct actie kan wordenondernomen. Extra functionaliteiten zijn:koppeling aan: persoonlijke noodknop,deursensor, regensensor, rook- en brandmeldersen epileptiematten. Het Zorg Alarm bezuinigt opde personele inzet, maar niet op de werkdruk.De installatie en implementatie zijn eenvoudig.Samenkramen.nl is het actieve netwerk voorZwanger Nederland en België, waar allebelangrijke informatie staat, die toekomstigeouders nodig hebben: voor, tijdens en na debevalling. Ontspannen bevalt het best, is onsmotto. Verder plaatsen wij alle activiteiten, dieonze doelgroep, tijdens bovenstaande periodeop het online platform.i-Health combineert de Wijsheid uit de ChineseGeneeskunst met moderne inzichten vanuitde biofysica. We meten via een betrouwbareen reproduceerbare meting aan het regulatiesysteem. Interventies gaan via door ons bedrijfontwikkelde signalen (electroceuticals) die we alsinds 1997 in de praktijk toepassen. Metingendoen we in eerste instantie door de elektrischehuidweerstand te meten. Dat levert betrouwbareen reproduceerbare inzichten op over hetfunctioneren van de regulatie.iAlert is een persoonlijk, mobielalarmeringssysteem waarmee men vanaf


Het E-Health aanbod, pagina 178een willekeurige locatie een SOS met GPSbepalingkan uitzenden. De diverse modellenzijn zodanig ontworpen dat de gebruiker mobielkan zijn/blijven en dat er niet of nauwelijksnagedacht hoeft te worden over het gebruik ineen panieksituatie zoals bij een smartphone.(ontgrendelen, ‘app’ opzoeken, contactpersoonbedenken/zoeken, etc.) De SOS knop zorgtvoor een spreek-/luisterverbinding met eenmeldkamer of andere instantie/persoon welkeopvolging weet te geven aan de persoonlijkemeldingen.iDays Platform voor functie ondersteunendeapps voor mensen met dementie en ofcognitieve stoornissen en hun mantelzorgers.Methodologie voor app beoordeling i.s.m.cliënten, mantelzorgers, therapeuten, AlzheimerNL, Vilans, Saxion Hogeschool & HaagscheHogeschool.Ouders van jonge kinderen kunnen met deiGrow app op hun smartphone of tablet degroei en het gewicht van hun kind monitoren.Na het invoeren van de gegevens kunnen degroeidiagrammen worden opgevraagd. In éénoogopslag zien ze het resultaat; bijvoorbeeld vanrood (obesitas) naar oranje en groen (gezondgewicht). Ook geeft iGrow informatie over dedrie pijlers voor een gezond gewicht: gezondevoeding, voldoende slaap en voldoendebewegen.ImageHub Online verwijzen tussen ziekenhuizen.Gegeven de toenemende samenwerking tussenziekenhuizen is het van belang om patiëntenefficiënt te verwijzen. Via de ImageHub kunnenpatiënten online worden verwezen naar andereziekenhuizen voor verdere behandeling,diagnostiek of second opinion. Hierbij kunnende CT en MRI beelden in hoge (DICOM) kwaliteitworden uitgewisseld. De ImageHub is mede metinput van het AMC (dr. Marc Besselink, chirurg)ontwikkeld.Implementatiehandleiding ‘Internetals methodiek in de jeugdzorg’, deimplementatiehandleiding is een werkinstrument.ImTrace Patiëntveiligheid staat voorop in hetziekenhuisbeleid en het dagelijks handelen inzorginstellingen. Het optimaliseren en borgenvan deze veiligheid heeft dan ook prioriteit. Ooktraceability van medische hulpmiddelen heeftdaarin een prominente rol gekregen. ImTraceis een softwarepakket waarin de voorraad- enverbruiksgegevens van medische hulpmiddelenworden opgeslagen. De software geeft inzichtwaar een medisch hulpmiddel zich bevindt, watde actuele voorraad is en bij welke patiënt het isverbruikt.IncoCure Ter ondersteuning van diagnostieken behandeling van urine incontinentie (UI) bijvrouwen is de internet applicatie, ‘IncoCure’, ontwikkeld. Deze bestaat uit een onlinevragenlijst gekoppeld aan een diagnostischexpert programma dat gevalideerd is in eenmulticenter studie in diverse ziekenhuizen. Doorde hoog voorspellende waarde om onderscheidte maken tussen verschillende typen UI isIncoCure zeer geschikt voor diagnose enadviezen aan cliënten en hulpverleners.


Het E-Health aanbod, pagina 179


Het E-Health aanbod, pagina 180Inforium is een zeer gebruikersvriendelijkemanier om digitale openbare informatievan zorgverlener naar patiënt te sturen metrespect voor privacy. Met Inforium kan eenzorgverlener op maat zowel eigen informatieals geaccrediteerde non-profit betrouwbaregezondheids informatie (BetrouwbareBronDatabase) razendsnel, geanonimiseerd in demailbox van patiënt plaatsen. Inforium is volledigweb-based, dus zonder investeringskosten, teimplementeren. Gebruik is voor de zorgverlenerbinnen 3 minuten te leren.Inmote MedTech Wereldwijd lijden velemiljoenen mensen aan chronische en complexewonden. Dit zijn wonden die er langer dan drieweken over doen om te helen. Soms duurt hetzelfs maanden of jaren. Eén van de problemen inhet zorgproces omtrent chronische en complexewonden is dat de wonden niet optimaalgemonitord worden. Twee tot drie keer per weekkomt een thuiszorgmedewerker bij de patiëntlangs.Innoleven We geven de patiënt de regie door zedezelfde informatie te geven als de professional,mantelzorger en andere dienstverleners en demogelijkheid tot kiezen en flexibel afsprakente maken en ketens te vormen via een digitaalplatform. Iedere burger krijgt een PersoonlijkDigitaal Dossier (PGD) dat automatisch gevoedwordt uit de systemen van de zorgverlenerszoals medisch specialisten, huisartsen e.d. DeDigeketen-Innoleven is een adaptief digitaalketenplatform.Into D’mentia simulatietraining geeft inzicht inde belevingswereld van iemand met dementiedoor gezonde mensen gedurende een halfuur de emoties te laten ervaren die horen bijdementie. Dit is verwerkt tot een innovatievesimulatietraining voor mensen die zorgenvoor iemand met dementie. In een speciaalontwikkelde, interactieve simulatieruimte metVirtual Reality en Gaming technologie ervarengezonde mensen verwarring, onzekerheid,desoriëntatie en andere gevoelens die mensenmet dementie dagelijks hebben.iQare eHealth platform “Iedereen heeft demond vol over regie voor de cliënt, maarde cliënt voelt zich vaak overgeleverd aande goden. iQare geeft de cliënt het stuur inhanden en creëert een gevoel van veiligheid,zelfstandigheid en gemak. iQare brengt alleaanbieders van diensten bij elkaar in een simpelcliëntportaal en geeft toegang tot diensten voorzorg, gezondheid, veiligheid, communicatie,planning, welzijn en gemak.IRIS, maatschappelijke service providerverzorgt de zorginfrastructuur van modernete leveren zorg waardoor bewoners langerzelfstandig thuis kunnen wonen, zorgorganisatieshun infrastructuur op elkaar afstemmen, zodatdeze in totaliteit goedkoper wordt, en de ketenop elkaar is afgestemd.JPO Cliëntenlogin helpt behandelaren(met name psychologen, fysiotherapeuten,coaches en diëtisten) en cliënten buitende spreekkamer de behandeling verder tezetten. In een beveiligde omgeving kunnencliënten en behandelaren (en behandelaren


Het E-Health aanbod, pagina 181van een praktijk onderling) communiceren(e-consultfunctionaliteit, maar ook regulierberichtenverkeer). Daarnaast is er eenbestandenfunctie voor het delen van informatieover klachten en behandelmethodes, maar ookom huiswerk klaar te zetten.Onze oplossing Kanta-messenger, maakt snelle,veilige en eenvoudige communicatie mogelijktussen zorgverleners en/of cliënten. Kanta is eenberichtenservice voor op uw mobiele telefoon ofdesktop. Kanta-messenger koppelt gebruikersop basis van QR-code, zonder gebruik te makenvan 06-nummer, emailadres of de contactlijst.Hierdoor is de privacy optimaal gewaarborgd enkan een contactpersoon op geen enkele maniercontact meer opnemen nadat deze is verwijderd.Ketenkeurmerk woonzorgtechnologieHet WDTM Ketenkeurmerk speelt in op demaatschappelijke behoefte om langer zelfstandigte kunnen wonen door middel van betrouwbareen betaalbare producten en diensten voorwoonzorgtechnologie en personenalarmering.Het is een in de praktijk getoetst model dat isopgezet door vertegenwoordigers uit de ketenvan woonzorgtechnologie. Het keurmerk is doorexterne kwaliteitscontroleurs gevalideerd. Ditbetekent voor zowel die vertegenwoordigers alseindgebruikers dat het WDTM Ketenkeurmerkbetrouwbaar en efficiënt is.Een Kind- en Netwerk Radar om de progressieen het netwerk van de cliënt (kind) in kaart tebrengen. Dit kan gebruikt worden als rapportagetool voor de begeleider en direct gebruiktworden om ouders inzicht te geven in deontwikkeling van hun kind. De huidige maniervan rapporteren kost relatief veel tijd en levertweinig rendement. Buiten het feit dat rapportereneen verplichting is, blijkt dat rapportages bijnaniet gebruikt kunnen worden om goed deprogressie in kaart te brengen. Je kunt namelijkgeen gemiddelde halen uit een woord, maar ditkun je wel vanuit scores.KPN Secure Mail is een dienst die het mogelijkmaakt om veilig informatie uit te wisselen tussenzorgverleners onderling en zorgverlener enpatiënt, cliënt en mantelzorger. De dienst isgebaseerd op de volgende uitgangspunten:1. Veiligheid: berichten worden altijd veiligafgeleverd bij de ontvanger; hetzij via eenbesloten netwerk-infrastructuur, hetzij via eenwebportaal.2. Gebruiksvriendelijkheid: KPN Secure Mail isvolledig geïntegreerd.Langer thuis blijven wonen Het vergroten vande awareness van installateurs dat er prachtigeoplossingen zijn om oudere mensen langerthuis te laten blijven wonen. De installateur komtal jaren bij dezelfde klant om de cv schoon temaken. Het wordt hoog tijd dat ie verder kijkt ende mensen attendeert op gevaarlijke situaties inde badkamer, keuken toilet en trap.Langer Zelfstandig Thuis Toolkit is een setdirect inzetbare oplossingen die ervoor zorgendat ouderen langer zelfstandig thuis kunnenblijven wonen. De onderdelen in de toolkit zijnniet zomaar gekozen. HestiCare heeft onlangsuitgebreid onderzoek verricht naar de knelpuntenrondom de zelfredzaamheid van ouderen in detoekomst. Op basis van de meest voorkomende


Het E-Health aanbod, pagina 182knelpunten binnen de thema’s veiligheid,zelfredzaamheid en sociale betrokkenheid is detoolkit ontwikkeld.Logis.P De oplossing biedt de mogelijkheidom patiënten actief in het zorgproces in tezetten, bijvoorbeeld door zelf hun gegevenste registreren, zelf aan te melden, anamneseformulieren in te vellen en zo voort. Dit allesmet behulp van selfservice zuilen en een appondersteund met een systeem dat de patiëntinformeert over zijn bezoek. Dit kan uitloop vande afspraak zijn, maar ook hulp bij het vindenvan de weg binnen de zorginstelling.De LogoBoxx is een compleet platform voorde paramedische beroepsgroep voor deuitvoering van hun taken. Het richt zich in deeerste plaats op Logopedie, maar de overigeparamedische beroepsgroepen zullen laterook worden ondersteund. De LogoBoxx is eenportaal voor zowel de zorgverlener, de patiëntenalsmede artsen en helpt de zorg efficiënter telaten verlopen. Het bevat oefeningen om ookthuis verder te werken aan het herstel van depatiënt. Tevens biedt het de mogelijkheid voorouders om op afstand mee te kijken tijdens debehandelingen.Mantelzorgportaal gaat mensen helpen om stapvoor stap een keuze te maken in de aangebodenmantelzorg(cliënt)portalen. De innovatie laattevens zien welke portalen er allemaal zijn enwelke mogelijkheden benut kunnen worden.Een overzicht met verwijzingen naar bestaandemantelzorg (cliënt)portalen is integraalonderdeel. Op deze wijze krijgen cliënten enmantelzorgers inzicht in wat er in de marktbeschikbaar is en geeft het handvatten om eenkeuze (vergelijking) te maken in de wirwar vanaangeboden portalen.Meddex Meer informatie bij patiënt. verbeterenkwaliteit van zorg. Verbeteren inzicht en kwaliteitvan zorg. Fouten worden voorkomen, kostenbespaard.MediaCare Innovatieve zorgdiensten op de TV.MediaCare levert televisie, internet en vast bellenmaar dan speciaal voor cliënten in de zorg. Ditbetekent dat we naast deze standaarddienstenook innovatieve zorgdiensten leveren zoalsfysiotherapie TV, zelfmanagement dagboekenof medicijnenherinneringen. Deze interactievediensten leveren we op een zeer eenvoudige enlaagdrempelige manier: via de bestaande TV;ieder TV-toestel is geschikt.MediMapp Door de introductie van Sneldiagnoseis het noodzakelijk dat patiënten snel informatiem.b.t. hun afspraak tot onderzoeken verkrijgen,zoals voorbereidingen, medicatie stopzetten,locatie en dergelijke. Omdat de afspraak meestalbinnen 24 uur na verwijzing geschiedt, kan dezeinformatie overdracht alleen elektronisch. DeMediMapp kan op thuis pc of mobile deviceworden gebruikt, en door koppeling op het EPDis het mogelijk de informatie gepersonifieerd aante bieden.Meditatie en ontspanning via skype Via eenbegeleide meditatie en imaginatie oefening komtmen tot ontspanning en kan men makkelijkerslapen.


Het E-Health aanbod, pagina 183


Het E-Health aanbod, pagina 184Meer welzijn voor mensen met dementie Hetis een app voor dementie in combinatie metsensoren.Methode om een innovatie te ontwikkelenen implementeren Wij gebruiken binnen onzeprojecten van innovatie en implementatie demethodiek van Service Design. Service Designstimuleert en bewerkstelligt het draagvlakvoor de ontwikkeling van innovaties. Het iseen interactief proces met professionals encliënten, waarin behoeften en wensen vertaaldworden naar nieuwe ideeën, producten,diensten en oplossingsgerichte acties waarbijcontinue een terugkoppeling plaatsvindt metbelanghebbenden.MeXtra is een online dossier voor de zorgvrager,diens netwerk en de zorgprofessionals diebetrokken zijn bij de zorgvrager. Het plan staatcentraal in MeXtra, dat kan een persoonlijkplan zijn maar ook een gezinsplan. In het planwordt de hulpvraag beschreven, de doelen ende acties die nodig zijn om aan die doelen tebereiken. Deze doelen worden niet alleen, zoalsnu nog vaak gebeurt, aan zorgprofessionalsgekoppeld maar ook aan de zorgvrager ende mensen in diens netwerk. Al deze partijenkunnen worden ingezet om te komen tot de bestdenkbare zorg, ondersteuning en aandacht.Mijn Esperanz Zelfmanagement en eigenpatiënten informatie binnen een portal.Kanalisering van vragen van patiënten aanverpleegkundige.Mijn GezondheidsPlatform is een breed enintegraal online platform dat bedoeld is om degebruiker te ondersteunen bij het zelf zorgenvoor gezondheid en welzijn. Wij zijn ervanovertuigd dat mensen die zelf de verantwoordingkunnen nemen voor hun gezondheid en welzijnde beste keuzes maken. Dat kwaliteit vanleven, gezondheid en welzijn daardoor beterworden. En dat de zorg daardoor beter wordt entegelijkertijd betaalbaar blijft. Hoofddoel van MijnGezondheidsPlatform is dan ook dat gebruikers(patiënt, cliënt, burger) op verantwoorde wijzezelfzorg (zelfmanagement) ter hand kunnennemen.Mijnklachtenassistent.nl Wanneer weeen TV gaan kopen helpen we elkaar doorelkaars kennis te delen over de aankoop.Dit blijkt in de gezondheidszorg plotselingniet meer zo vanzelfsprekend te zijn. Wijvan mijnklachtenassistent.nl proberen eenlaagdrempelig platform te bieden waar iedereen(patiënt en zorgverlener) zijn kennis kan delenwat vervolgens statistisch afgewogen wordttot één resultaat. Ook is het zoeken vanuit eensymptoom niet erg eenvoudig.MSM-multidiciplinair samenwerkings modelcreëert een virtueel gezondheidscentrumbestaande uit een elektronisch zorgdossierwaarin uitsluitend die gegevens zijn opgenomendie betrekking hebben op de zorgvraag van depatiënt en voorziet in een proces waarmee dezorg voor een patiënt met een multidisciplinairezorgvraag, wordt aangestuurd, afgestemd engecoördineerd.MY-reflection We zijn een app aan hetontwikkelen die moeilijk meetbare (zorg)interventies kan ondersteunen en volgen.


Het E-Health aanbod, pagina 185Denk aan coaching (primaire doel), maarook fysiotherapie, psychiatrie en allerleicomplementaire en combinatie therapieën.Iedere dag worden 10 vragen gesteld (obvwetenschappelijk onderzoek samengesteld)over hoe iemand voor zichzelf zorgt en zich voelt(fysiek en mentaal).De Nursemapp vervangt het registrerenvan meetgegevens met pen en papier. Denursemapp is een eenvoudige smartphoneoplossing waarmee verpleegkundigenmeetwaarden (o.a. temperatuur, hartritme,bloeddruk, pijn, early warning score) directaan bed kunnen invoeren in het dossier van depatiënt.Obli® drinkstimulering en -monitoringherinnert door kleur en geluid aan hetvoldoende en regelmatig drinken en geeftdirecte terugkoppeling aan de gebruiker:simpel en intuïtief. Obli is verbonden methet internet: hierdoor is begeleiding van eengezond drinkgedrag door mantelzorgers enprofessionele zorgverleners mogelijk. Ookkunnen de persoonlijke instellingen wordenveranderd. Obli is een consumentenproducten direct bereikbaar voor particulieren enmantelzorgers.Ondersteunende begeleiding bij Leven metKanker Mensen lopen na de diagnose kankerof na behandelingen tegen kanker tegenallerlei problemen aan. Ze vinden vaak te laatof helemaal niet de juiste informatie over degevolgen van hun ziekte en behandeling enwelke hulp ze daarbij kunnen krijgen. Achmeaheeft een nazorg-na-kanker-programmaontwikkeld met twee pijlers: Eén is de onlineinventarisatie van terreinen waar hulp gewenstis met behulp van OncoKompas 2.0 en detweede is een oncologieverpleegkundige, diegoed luistert en doorvraagt en vanuit zijn ofhaar expertise die informatie op waarde weet teschatten.online zelfmanagement training Leef! meteczeem, Leef! met voedselallergie Hetbetreft twee online trainingen: een trainingmet een versie voor ouders van kinderen metconstitutioneel eczeem en volwassenen metconstitutioneel eczeem en een training meteveneens twee versies voor voedselallergiepatiënten. De zelfmanagement trainingenzijn een aanvulling op de gebruikelijke zorgen bevatten informatie over de aandoening(eczeem/ voedselallergie), de diagnostiek enbehandeling en omgaan met gevolgen van deaandoening in het dagelijks leven.Online zelfmanagement trainingReumaUitgedaagd! Een online zelfmanagementtraining voor jongeren en volwassenen metreuma. De training is ontwikkeld in samenwerkingmet patiënten van de transitiepolikliniek inhet UMC Utrecht en patiënt partners vanhet Reumafonds. Doel van de training is hetvergroten van kennis en vaardigheden. Detraining wordt gegeven door expert-patiënten.Met de OOGchecklist wordt de staar patiënt enzijn of haar begeleider onderdeel gemaakt vanhet zorgproces (patiënt empowerment). Met dechecklist kunnen de patiënt en begeleider hetgehele proces volgen en bijhouden waar hij of


Het E-Health aanbod, pagina 186zij zich in het proces bevindt. Daarbij kan hij ofzij controleren of de juiste stappen binnen hetproces zijn genomen en of de juiste informatieis ontvangen en begrepen. Dit stimuleert nietalleen patiënt empowerment, maar draagtook bij aan een veiligere behandeling enbetere informatievoorziening van de patiënt enbegeleider.Het Maatschappelijk Platform Openportaalbrengt mensen en community’s eenoverzichtelijke combinatie van diensten enbeeldcommunicatie. Gecreëerd voor de mensen door de mens. Het Maatschappelijk Platformbestaat uit een platform, app’s en een interface.Het platform is gemaakt om diensten, informatieen communicatie te koppelen. Op het platformkunnen app’s worden gekoppeld, dat kan vooriedereen anders zijn.OWise Borstkanker is door wetenschappersontwikkeld om patiënten en artsen betereondersteuning te bieden bij de behandeling vanborstkanker. Patiënten krijgen met OWise eengepersonaliseerd behandelrapport gebaseerdop de Nederlandse oncologische richtlijnen.Daarnaast is er de mogelijkheid tot het beveiligdopnemen van gesprekken met een arts enkunnen patiënten onder meer bijhouden hoezij zich voelen en reageren op medicatie. Zokunnen ze bijvoorbeeld in grafiekvorm zienhoe misselijkheid, pijn en vermoeidheid bijchemotherapie variëren tijdens de behandeling.OZOverbindzorg De landelijke ontwikkelingengeven aan dat steeds minder mensen een plekin het verzorgingshuis zullen krijgen, daardoorzal er ook bij de huisarts meer werk terechtkomen en willen we hiermee klaar zijn voorde toekomst. In OZOverbindzorg, wordt dezorgbehoefte van de oudere in beeld gebrachtvia een digitaal netwerk, waar de ouderen zelf,de familie, de mantelzorgers, de vrijwilligersen de professionele zorg (1e lijn en 2e lijn) opaangesloten worden. Er wordt gewerkt aan 1zorg-leefplan waarbij de huisarts regievoerderis en de wijkverpleegkundige een centrale rolspeelt.PAZIO (Patiënt georiënteerde Zorg InformatieOmgeving). PAZIO biedt een eHealth-platformdat meerdere online zorg- en welzijnsdienstenen portalen bundelt. PAZIO werkt samenmet instellingen vanuit de zorg, onderwijs enhet sociale domein. We brengen bestaandeeHealth diensten samen in een digitaalplatform. Patiënten en cliënten krijgen hiermeegemakkelijk toegang tot al hun online zorgenwelzijnsdiensten, terwijl u als professionalgewoon kunt blijven werken in uw eigen(informatie)systemen.PC BASIC ONBEPERKTE HULP OP AFSTANDWij geven voor mensen met weinig ervaring opcomputer gebied, onbeperkte hulp op afstand,aangezien veel gebruikers onvoldoende steun enkennis hebben om bij computer problemen zelfde zaak op te lossen.PebbleMED is het eerste volledig mobielemedicatiebewakingssysteem met gebruikmakingvan een smartwatch. De cloud basis geeftmantelzorgers en artsen inzicht in de medicatieentherapietrouw van de patiënt, waardoor de


Het E-Health aanbod, pagina 187


Het E-Health aanbod, pagina 188laatste effectiever ondersteund kan worden.Perfect Posture is een apparaat om mensen metneurologische aandoeningen (zoals de ziektevan Parkinson) te ondersteunen in hun dagelijksleven.Personal Protection & Caring System(2PCS) biedt een oplossing voor zowelverzorgingstehuizen en thuiszorginstanties envoor de mantelzorg. De 2PCS oplossing bestaatuit een geavanceerd apparaat in de vorm vaneen horloge, dat om de pols wordt gedragendoor de zogenaamde primaire gebruiker, bijv. debejaarde. Het horloge bevat een alarmfunctie,een spreek-luister verbinding, GPS, GSM/UMTS,valsensoren, zowel een actieve als passieveRFID chip en nog een aantal componenten. Hethorloge stelt de primaire gebruiker in staat eenmelding aan een alarm centrale af te geven ingeval van nood.Pharmacoach Mijnmedicijncoach is eenbeproefde patiëntenportal die inmiddelsdoor duizenden patiënten wordt gebruikt enaangeboden door honderden apotheken. Het iseen zelfmanagementsysteem (gepersonaliseerden interactief) dat de therapietrouw vanpatiënten bewezen bevordert door gebruik temaken van internettechnologie, kennis uit degedragswetenschappen en farmacotherapie.Physitrack is een web-gebaseerd platformdat zorgverleners zoals fysiotherapeutenen chiropractors in staat stelt om snelthuisoefenprogramma’s op te stellen voorpatiënten, en dan in real-time de therapietrouwen pijn-niveaus van de patiënten bij te houden.Tevens is er de mogelijkheid om PROM-metingenuit te voeren.PICO Medicatie Adherence Support Systeem.POINT ondersteunt het werkproces waarinpatiënten vanuit ziekenhuizen wordenovergedragen naar de Zorgaanbieders(AWBZ en WMO), en andersom. POINT is eenwebapplicatie en werkt over de grenzen vanafzonderlijke instellingen heen. Het ElektronischOverdrachtsdossier bouwt zichzelf op aan dehand van de fasen die de zorgprofessionalsmet elkaar doorlopen. Formulieren, telefoontjesen faxen zijn hierdoor verleden tijd en onnodigoponthoud wordt voorkomen.Praten Over Gezondheid is een website dieals doel heeft ervaringsverhalen aan te biedenvan patiënten met uiteenlopende (chronische)aandoeningen. Onderzoek laat zien dat patiëntenbaat hebben bij ervaringsverhalen en dat hetlezen van patiënt ervaringen de gezondheid vanpatiënten kan verbeteren. Patiënten zijn beter instaat medische informatie betekenis te geven endeze te onthouden. De kans op aanpassing aande ziekte wordt vergroot en de kwaliteit van levenblijft gehandhaafd.Preferred care, innovatief FysiotherapeutischZorgproduct Rugklachten.Project ReAAL Zorgportaal Rijnmond wil hetgebruik van zorg gerelateerde ICT toepassingen(eHealth diensten inclusief Domotica) stimuleren.Binnen het EU-project ReAAL (CIP-ICT-PSP.2012.3.2) wordt hiertoe de mogelijkheid


Het E-Health aanbod, pagina 189geboden door grootschalige uitrol van ICTtoepassingen (deels) te subsidiëren. Dit betekentdat toepassingen op het gebied van eHealthop relatief grote schaal ter beschikking komenvoor gebruikers in de regio. ZorgportaalRijnmond heeft zich binnen het project ReAALgecommitteerd aan de uitrol van toepassingenop het gebied van eHealth.Proteion Thuisservice De ontwikkeling vaneen digitaal lokaal platform, waar zorg- enwelzijnsorganisaties, lokale leveranciers engemeente een breed scala aan producten endiensten kunnen aanbieden en waar de inwonerscontact kunnen maken met elkaar en met deorganisaties. Doelstelling is om informatieen advies richting inwoners te faciliteren,communicatie en verbinding te bevorderen endigitale diensten op het gebied van zorg enwelzijn, maar ook comfort en gemak te bieden.Prototype Medical is a group of sharp anddiverse minds with different specialties, allwith the goal to bring the newest and latesttechnology to your clinic. We specialize in the fulltrajectory of medical technology placement, withan unique interdisciplinary team linking scienceand technology to clinical practice. PrototypeMedical specializes in building specialized(custom-made) software for physicians.Psychitaal verenigt freelance hulpverlenersonder één dak en kwaliteitswaarborg. Allefreelancers werken mee aan de ontwikkeling vande online cliënt omgeving Mijn Psychitaal, gevenelkaar intervisie, opereren gezamenlijk in deacquisitie en sparen collectief voor bijscholing.Elke freelancer heeft een eigen online profielmet een videopitch. Bedrijven, organisatiesen particulieren kiezen op deze manier hunfreelancer.PUREtrace Weeënregistratie bij zwangerevrouwen op basis van elektrofysiologischemetingen, als alternatieve sensor voor debestaande opnemers voor weeënactiviteit.Voordeel is de onafhankelijkheid van body-massindex, comfort voor patiënt, eenvoud in gebruiken kwaliteit van het signaal, alsmede het feit datde technologie non-invasief is.Quattrowave Een mobiliteitsplatform voorzorginstellingen en professionals in de zorg.Een marktplaats waar zorginstellingen enzorgprofessionals samenkomen. Tijdelijkevacatures in de zorg staan centraal op 1 plek.Zorg professionals kunnen werken aan ambitieen ontwikkeling. 1 loket voor tijdelijk werk.Matchen van geïnteresseerde zorg professionalsop zorg specifieke kenmerken. Met 1 druk op deknop online en mobiel korte termijn aanvragenopvullen en inplannenQuickscan zorgprocessen Veelziekenhuizen kampen met een capaciteitenpersoneelsprobleemin relatie tot hun productieafgestemde planning die voldoet aan dezorgvraag. Dit is een prettige manier omaan de zorgvraag te voldoen maar ook aanwerkdrukregulatie. Daarnaast is lean werken eenhot topic in de zorg. Door m.b.v. een activiteitenmeting in combinatie met het eerst genoemdemodel toe te passen kan binnen een werkdageen afdeling ondersteund worden om werkactiviteiten en werkdruk slimmer te organiserenals beide modellen zijn toegepast.


Het E-Health aanbod, pagina 190Qwiek.play, Qwiek.melody en Qwiek.upontwikkelt innovatieve, eenvoudig te bedienenproducten, voor het op een speelse manieractiveren van de minder mobiele mens, metname de senior. Qwiek-producten combinerengebruikersonderzoek, productontwerp enmoderne technologie om gebruikers fysiek,sociaal en cognitief te activeren. Qwiek biedt eendrietal unieke producten voor zorginstellingen.Qwiek.play: een interactief TV-scherm. Qwiek.melody: een muziekvloer die de gebruikersaanzet. Qwiek.up: een systeem voor het creërenvan een omgeving door virtuele projecties.Het ReLifE platform is een persoonlijke datastore en bestaat uit 4 lagen: Laag 1 omvat deprivacy by design aanpak waarin alle rechten bijhet individu, dan wel zijn naasten komen. Laag2 omvat het communicatie platform waarmeevia application program interfaces diverse zorgapplicaties met elkaar verbonden worden. Laag3 omvat de semantiek, waarbij Detailed ClinicalModels garant staan voor de pragmatischeinteroperabiliteit. Laag 4 omvat Big DataAnalytics op basis van de personal data, waarde individu zich voor aan kan melden.Remote Care is een online modulair opgebouwdsoftwareprogramma dat ontwikkeld is om zorgop afstand te faciliteren. Remote Care heeft allefunctionaliteiten die voor een adequate zorg opafstand benodigd zijn:• Digitale controle• Videoconsult• Informatievoorziening o.a. middelsanimatiefilmpjes• Digitale vragenlijsten• Persoonlijk behandelplan• AfsprakenAlles is voortaan te vinden in 1 scherm!Thuiszorgrobot RITA het intelligentetafeltje is een robot vermomd als eenhouten tafeltje met een houten televisie erop.RITA bevat diverse basistechnologieënvoor typische robotfunctionaliteiten zoalsnavigatie en veiligheid. Daarnaast bevatRITA technologieën die een breed scalaaan toepassingsmogelijkheden bevattenop het gebied van bewegen, signalerenen communiceren. Voorbeelden vantoepassingsmogelijkheden zijn: controlerenop veiligheid, valdetectie, vervoer van spullen,begeleiding van de inname van medicatie, vochten maaltijden.Safesim is een unieke telecom providerwaarbij op basis van de simkaart localisatie enalarmering plaatsvindt. In de basis vergroot deoplossing het veiligheidsgevoel van zorg cliëntenwaardoor de zelfredzaamheid en mobiliteitvergroot wordt en men minder afhankelijk isvan geplande hulp en mantelzorg. Een mobielpersonen alarmerings oplossing zonder dure ofingewikkelde overeenkomsten en budgethoudersaangezien men 0,37 per dag betaald voor detotale dienst welke afgeschreven wordt van hetbeltegoed.Samen Vitaal is een nieuw programma omcliënten gericht te adviseren en coachen overhet bevorderen van gezonde leefstijl en hetvolhouden daarvan. Het bestaat uit een E-healthprogramma voor online informatie en adviezenover voeding, beweging en gedrag, aangevuld


Het E-Health aanbod, pagina 191


Het E-Health aanbod, pagina 192door offline coaching en ondersteuning dooreen fysiotherapeut of leefstijlcoach, zodatgedragsverandering daadwerkelijk op gang komten kan beklijven. Het programma helpt de cliëntbij het ontwikkelen van een simpel en normaalvoedings- en beweegpatroon dat aansluit bijpersoonlijke voorkeuren en leefstijl en is daaromgemakkelijk in te passen in het dagelijks leven.SchouderAdvies We hebben 2 apps ontwikkeldm.b.t. zelfzorg bij schouderklachten.Schouderadvies helpt u om snel van uwschouderklacht af te komen. U krijgt vragenover uw gezondheid, de schouderpijn en debewegingsbeperkingen ondersteund metvideobeeldvragen. Op basis van uw antwoordenwordt een schouderprofiel beschreven. Als deapp uw klacht niet vertrouwt, adviseert hij u eenhuisarts of fysiotherapeut te raadplegen.Seamless ehealth via het Minddistrict platformmaakt zorg mogelijk via mobiel en internet.Zorginstellingen kunnen het ehealthplatformvan Minddistrict inzetten als in de behandelingvan hun cliënten. Cliënten kunnen thuis enin eigen tijd aan hun gezondheid werken, incombinatie met face-to-face contacten met hunbehandelaar. Dit noemt Minddistrict seamlesshealth. Zorg wordt zo onderdeel van hetdagelijks leven van een cliënt.SermosLine is een communicatieportal. Metdit unieke innovatieve platform verzendenbehandelaars met een druk op de knop eencompleet berichtenprotocol; meerdere SMS,Email en/of Interactive Voice berichten dieop verschillende tijdstippen door patiëntenworden ontvangen. Doel van deze manier vancommuniceren is het ondersteunen van decommunicatie tussen patiënten en behandelaars.SermosLine wordt o.a. toegepast voor het volgenvan pijn van patiënten in de extramurale setting.Het Sessieportaal biedt de mogelijkheid omnaast metagegevens van een sessie/consult, dituit te breiden met video-opnames en evaluaties.Tot de gegevens van de sessie hebben alleendeelnemers in het portaal toegang en danalleen als zij de juiste rollen en relaties tot detherapeut hebben. De inrichting is dusdanig dateen therapeut meerdere gezinnen/groepen kanbeheren en haar/zijn opleider/supervisor toegangkan verlenen tot de gegevens in de case.ShareCare Zorgsite en Huiskamer is eendigitale oplossing voor mantelzorgers om dezorg rondom een naaste met elkaar te delenen verdelen. De Zorgsite is een open systeemdat gekoppeld kan worden aan professionelezorgsoftwaresystemen, zodat planning encliënten dossier inzichtelijk kunnen wordengemaakt in het cliëntsysteem en communicatietussen informele en formele zorgverleners eenplaats vindt. De Huiskamer is een module diesamenwerkt met Zorgsite.Shuttle project voor zorginstellingen EasyGo Electric levert elektrische Shuttles: de iYYo400. Organisaties die deze Shuttles aanschaffenkunnen ervoor zorgen dat mensen zelfstandigkunnen zijn en aan de samenleving deel blijvennemen. Een grote groep mensen heeft geenvervoer en is daardoor aan huis gekluisterd. Wijleveren elektrische shuttles aan Ziekenhuizen,Zorginstellingen, Gemeenten etc. Op deze wijze


Het E-Health aanbod, pagina 193kunnen de bewoners van de Zorginstellingenen mensen die nog thuis wonen zich zelfstandigverplaatsen en zijn ze niet afhankelijk van familieof vrienden.Simpel wint! Een patiëntenorganisatie die zichniet aanpast aan de “norm” maar kijkt naar watwerkt en waarom. Belangrijkste doel is daarbijawareness voor zeldzame neuro-endocrinekankers bij (medisch) professionals, juistevoorlichting en informatie voor patiënten en hunnaasten, patiënten/naasten met elkaar in contactbrengen, patiënten/naasten en professionalskennis met elkaar laten uitwisselen om van elkaarte leren en de zorg te optimaliseren. Alle actieszijn gericht op het verbeteren van de zorg voorpatiënten met neuro-endocrine kanker (NET ofNEC) en hun naasten.SimpelGo, meer contact en grip voor langerthuis Steeds meer mensen moeten of willen zolang mogelijk thuis blijven wonen en organisatiesen familie zoeken naar wegen om dit slim envertrouwd te organiseren. SimpelGo helptdaarbij. SimpelGo.nl is een bewezen, opensource webportal voor meer grip en contactzodat mensen langer zelfstandig kunnen wonenen iedereen efficiënter kan samenwerken. Hetheeft diverse functies en apps en kan wordengebruikt van tablet tot pc.Sjoboks presenteert informatie overhandige producten, eenvoudig en met veelbeeldmateriaal. SJOBOKS is ontwikkeldvoor ouderen, mensen met beperkingen enchronisch zieken, maar kan ook gebruiktworden in zorginstellingen en bij gemeenteno.a. SJOBOKS is onder de naam de DigitaleHulpmiddelenzoeker gebruikt in een project bijProteion en Medicura. Medewerkers hebben deDigitale Hulpmiddelenzoeker uitgeprobeerd bijhun cliënten/klanten. Het doel was om te kijkenof de DHMW meerwaarde kon hebben voor hetwerk van de medewerkers en voor de klanten/cliënten.Sleutelkluis Keybox en XT Toegangsverleningvoordeur in de Thuiszorg als de bewoner nietzelf de deur kan openen en bij alarmering.De Keybox ( SKG) is een kluisje die met eeneenvoudige beugel gemonteerd wordt aan hetkozijn. Deze kan uitgevoerd worden met eenmechanische A-B-C-D sleutel, zodat bij verliesvan sleutel A, sleutel B kan worden uitgereikt.Bij gebruik van sleutel B kan sleutel A nietmeer worden gebruikt. De Keybox kan ookuitgevoerd worden met een elektronische cilinderde “Medeco XT”. In deze uitvoering kan desleutel dag en tijd geheugen meekrijgen en kanregistratie worden opgehaald.Slimme nachtzorg Over verschillende branchesheen wordt in de brede regio ZO Brabant, (VVT,VG en GGZ) de nachtzorg slim georganiseerd inzogenoemde zorgcirkels (regionale gebieden),met ondersteuning van domotica en eengezamenlijke zorg/communicatiecentrale. Doorde samenwerking ontstaat een kwalitatief beterenachtzorg, innovatie en nieuwe toepassingen,efficiëntere organisatie en is er een basis om ookverder uit te bouwen naar verpleegkundige triageen medische bereikbaarheid.Het Smart Mattress is een luchtwisselmatras metinnovatieve functies. Daarmee is Smart mattress


Het E-Health aanbod, pagina 194breed inzetbaar binnen de zorg. Het SmartMattress kan ingezet worden bij preventieveverzorging en bij curatieve behandeling vandecubitus, bij cliënten met aandoeningen aanspier en skelet, bij dwaalgedrag van cliënten enals valpreventie. De pomp geïntegreerd in hetSmart Mattress zorgt ervoor dat het geluid wordtgereduceerd tot


Het E-Health aanbod, pagina 195


Het E-Health aanbod, pagina 196Supportr social coaching app is de socialecoaching app die cliënten motiveert en coachenmakkelijker maakt. De deelnemer staat er nietalleen voor: hij hoort bij een social supportgroep en er is altijd een coach die meekijkt enop het juiste moment kan reageren. Naast debewezen kracht van de groep hebben ook hetbeloningssysteem en de sociale functies vande app, zoals push berichten, een motiverendewerking. De coach kan meerdere groepen opefficiënte wijze begeleiden. De gesloten enveilige omgeving bestaat uit: online coachtool,sociale groep app en speelse progressiemodule.Tele-IC In 2006 startten Peter van der Voort enzijn collegae intensivisten bij het Onze LieveVrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam, methet nadenken over een efficiëntere, optimalezorg voor patiënten op de intensive care. Juistook op kleinere IC-afdelingen van de aan hetOLVG-gerelateerde ziekenhuizen. Het OLVGonderzocht hiervoor de mogelijkheden van tele/video-oplossingen.Telelock is toegang tot woning doorzorgmedewerker met gebruik van modernetechnologie. Het is een motorcilinder, oplegsloten module voor centrale toegangsdeuren waarbijde cliënt/bewoner gewoon gebruik blijft makenvan zijn mechanische sleutel, en de thuiszorgkrijgt toegang via een mobiel of tablet. Er hoeftniet gefreesd, geboord of gezaagd te worden inde deur. Montage tijd minder dan 15 minuten. Erhoeven geen sleutels meer afgegeven te wordenaan de zorg voor toegang aan de woning. Veiligvoor bewoner en veilig voor zorgmedewerker.Teleradiologie/Telemedicine Beoordelingvan radiologisch onderzoek op afstand;teleradiologie.Timecheckers waarschuwt patiënten per smsals hun afspraak op een poli uitloopt of wijzigt.Patiënten zullen de service waarderen enziekenhuizen kunnen zich naast klantvriendelijkprofileren. Het systeem staat volledig los vanziekenhuis ICT. De poli assistent voert alleenaantal minuten vertraging in en de patiënt voertzijn eigen afspraak in; dus ook geen privacydiscussies. Timecheckers biedt daarnaastmogelijkheden voor het versturen van digitaleinfo over zorginstelling en behandeling enNetwerk (GPS/Wifi) gestuurd automatischaanmelden in ziekenhuis en poli.Tunstallnet/ Lifeline Vi is een platform waarbijouderen en hulpbehoevenden door middelvan diverse app’s betrokken blijven bij desamenleving. Voorbeelden van app’s zijn: detv-gids, een beeldbelmogelijkheid, zorgberichtenen bijvoorbeeld de lokale supermarkt zodat depersoon online boodschappen kan bestellen.Lifeline Vi is onze alarmunit waarop meer dan 50voornamelijk draadloze sensoren aangeslotenkunnen worden. Als een sensor een ‘ongewone’situatie signaleert, wordt automatisch eenalarm gegenereerd via de alarmunit naar demeldcentrale of ander contactpersoon, zoals vante voren naar wens is ingesteld.Valpreventie 2.0 Gedetailleerde risicoinventarisatie (wetenschappelijk onderbouwd)op het gebied van vallen. De risico inventarisatieis via internet beschikbaar. Na invulling/


Het E-Health aanbod, pagina 197beantwoording volgt een volledig risicoprofielvan de persoon. Op basis van dat risicoprofielwordt een activiteiten/behandel/stappenplangeadviseerd. Dit is multidisciplinair. Tussende disciplines onderling kan informatieuitgewisseld worden, via de website, mettoestemming van de deelnemer. De te volgenacties worden automatisch gecontroleerd doormiddel van e-mail reminders naar deelnemer en‘behandelaar”.De Vas Vertaler (Eng: Vas Translator) is eenapplicatie voor de iPhone en iPad. Deze app steltde behandelaar (in welke vorm dan ook) in staatom aan een patiënt of cliënt een vraag, die opbasis van een Visual Analog Scale beantwoordkan worden, te stellen in meerdere talen. De appis bedoeld om een mogelijk taalbarrière tussenbehandelaar en patiënt te overbruggen. Hiermeekan de behandelaar bijvoorbeeld een pijn-vraagtonen in het Turks, Marokkaans, Russisch, Poolsof welke taal dan ook.Verwijstest erfelijke borst/darmkanker HetRadboud UMC is een erkend expertisecentrumvoor erfelijke kanker en heeft digitaleverwijstesten ontwikkeld om zorgverleners tehelpen bepalen welke patiënten een verhoogdrisico hebben op erfelijke borst- of darmkanker.Beide verwijstesten zijn gebaseerd op landelijkeprofessionele richtlijnen en gratis beschikbaarvoor zorgverleners, zowel op een online websiteen als smartphone apps (Android en Apple).VieDome Community Zorg, veiligheid encomfort in een domotica-oplossing. Er isin toenemende mate behoefte aan nieuweoplossingen op het gebied van zorg, veiligheiden comfort. Oplossingen die ervoor zorgen datde zorg efficiënter wordt, er meer aandacht komtvoor de cliënt en dat mensen langer onder eigenregie zelfstandig en verantwoord thuis kunnenblijven wonen. Oplossingen die bovendienzorgen voor een betere leefbaarheid.ViePlus is een oplossing die het mogelijk maaktdat ouderen en minder validen langer, veilig encomfortabel kunnen thuis wonen. De oplossingbaseert op Web Software en een touch screen.De oplossing is uniek door de eenvoud vanbediening, de mogelijkheden voor gebruikers/ mantelzorgers om zelf te bepalen hoe deoplossing er uit ziet en het gebruik van openstandaarden. Functioneel biedt de oplossingeen combinatie van beeldbellen, ontspanning/ sociale integratie, domotica koppelingen enzorgondersteuning d.m.v. beeldzorg, alarmering,E-Health en remote diagnostics.Virtual coach kan vragenlijsten afnemenvan spraak naar tekst. Hij /zij geefttips voor dagstructuur en stimuleertbeweging. Geeft sociale netwerken(vriendschapsverrijkingscursus en staat inverbinding met sensoren (AAL vervolg a2e2)).Met Virtual Reality in exposure therapie stap jein een andere virtuele wereld. Deze wereld kanbestaan uit een animatie, 360 graden fotografieof 360 graden video. De cliënten krijgen eenvirtual reality (VR) bril op en koptelefoon. Zekunnen nu voor, opzij, achter onder en bovenkijken en hebben altijd beeld, zoals je dat ookin werkelijkheid zou verwachten. Dit leverteen immense ervaring, je bent als het ware


Het E-Health aanbod, pagina 198ondergedompeld in een nieuwe omgeving.In onze oplossing koppelen we bovendiensensoren. Deze sensoren leveren biofeedbackover het stresslevel van de cliënt.Vita Motion Oefenen en bewegen is medicijn,maar wat te doen als men niet meerkan (of wil) bewegen door een chronischeaandoening. De Vita Motion interventie zorgt datimmobiele patiënten, die een zittend bestaanleiden moeiteloos en op een aangename maniergaan bewegen. Met behulp van virtual realityen een robostoel worden vitale functies zoalsbloedsomloop en balans enkele malen per daggeactiveerd.VitalinQ, je Personal Health Assistant Voeding,beweging en bewustwording zijn de driebelangrijkste pijlers voor een gezond en goedleven. De wereld is zich steeds bewuster wat eengezonde leefstijl betekent. Tegelijkertijd is er eentoename van leefstijl gerelateerde aandoeningen,zoals obesitas, diabetes, CVA, hartfalen, COPD,reuma en kanker. VitalinQ biedt de oplossing enlegt de verantwoordelijkheid van een gezondeleefstijl daar waar die hoort: in handen van hetindividu. Personal Health Record, Quantified Selfen Social Media zijn inbegrepen.De techniek van de Vitaliteitscan We makengebruik van Elektro-encefalografie. Dat is eenmethode om elektrische spanningsverschillendie in het brein zijn ontstaan, via de hoofdhuidte registreren. Het elektro-encefalogram (EEG)kan bij ziekteprocessen inlichtingen geven overzowel de aard als de plaats van de afwijking.De apparaten waarmee EEG’s gemaakt worden,vallen onder de medische hulpmiddelen.BrainSolutions maakt op een specifiekemanier gebruik van deze techniek door zichte specialiseren in het uitlezen van de frontalecortex van de hersenen.Vraagelkaar + de Vraagelkaar inspiratie AppFamilie, vrienden en buren willen elkaar graagondersteunen als ze van elkaar weten watde ander concreet nodig heeft. Vraagelkaar.nl kan vraag en aanbod voor vrienden op eeneenvoudige manier matchen met behulp van eenwebsite en een smartphone. applicatie. DoorVraagelkaar weten familie, buren en vriendenwaar ze elkaar mee kunnen helpen en wanneer.Het is goed om een netwerk te bouwen envragen uit te wisselen voordat er wat aan dehand is. Zo wordt het weer gewoon om elkaarte vragen en voelen mensen zich vrijer om hetinformele netwerk in te schakelen als meer hulpnodig is.Via het online VragenlijstenportaalDermatologie (www.huidvragen.info) zijnvragenlijsten (PROMs) beschikbaar voorpatiënten en behandelaars binnen dedermatologie. Door het gebruik van een onlineportaal kunnen de vragenlijsten eenvoudig opeen computer beantwoordt worden en zijn deresultaten (inclusief scoreberekening) directtoegankelijk voor de behandelaar. PatiëntReported Outcome Measurements (PROMs) zijneenvoudig gezegd “alle informatie die direct vanpatiënten afkomstig is”.Via webcamconsult kunnen op eenvoudigewijze face-to-face consulten tussen hulpverleners(artsen, verpleegkundigen, paramedici) en


Het E-Health aanbod, pagina 199


Het E-Health aanbod, pagina 200patiënten via de PC met webcam, maar ook viatablet of via smartphone worden gerealiseerd. Depatiënt ontvangt bij het maken van de afspraakeen email, met daarin een link, waarmee hijop het tijdstip van de afspraak, eenmalig, kaninloggen op het systeem. Dat kan via PC, tabletof smartphone. Als hij ingelogd is kan de artsin een soort van digitale wachtkamer zien of depatiënt is ingelogd.Het Webfysio eHealth Platform maakt hetmogelijk om cliënten in de thuissituatie viahet internet te kunnen begeleiden, adviseren,opleiden en te behandelen. In feite biedt betrefthet een volledig online ecosysteem met eencombinatie van eVoorlichting & eLearning,eCoaching & eCare, eCollaboration eneAfspraken inclusief bijbehorende mobiele apps.Wegwijzer Financiering eHealth Zorg voorInnoveren is een belangrijke informatiebron eneen netwerkplatform voor innovatoren in de zorg.In 2014 wordt aan bekostiging en financieringextra aandacht gegeven middels de Wegwijzerfinanciering e-health (www.ehealthfinanciering.nl). Hiermee helpt Zorg voor Innoverenzorgvernieuwers eenvoudiger hun weg te vindenin de (on)mogelijkheden van financiering vane-health. Dat kunnen zorgverleners zijn, maarbijvoorbeeld ook projectmanagers van e-healthprojectenbinnen zorginstellingen of leveranciersvan e-health-toepassingen.Wijzer met Welder ondersteunt mensen met eengezondheidsvraag bij werkbehoud, verkrijgenvan werk en duurzame inzetbaarheid. Het geeftinformatie met vele steuntjes in de rug, advies,biedt een forum en biedt o.a. de gevalideerdewerkvermogenstest (WAI) met feedbackgesprek.Momenteel wordt de tool bewerkt door Blik opWerk om het voor een breder publiek, zowelwerknemer, de werkzoekende als werkgever,toegankelijk te maken.Wikiwijk is een community-platformdat ondersteunt bij zelfredzaamheid ensamenwerking tussen mensen en instantiesop lokaal niveau. Het platform stelt gebruikersin staat om binnen netwerken (groepen) metelkaar te communiceren, elkaar te informerenen relevante zaken onderling te regelen.Gebruikers bepalen zelf de aard, omvangen samenstelling van hun groepen. Wikiwijkfaciliteert zowel buurthulp als mantelzorg en kaneen ondersteunende rol spelen in de dagelijksecontacten tussen gebruikers en hun buren,vrienden en familieleden, mantelzorgers envrijwilligers, professionals.De Wizard Trainer maakt het mogelijk ommiddels een applicatie op een mobiel apparaat(al dan niet i.c.m. de Wizard CareToy) kinderenvanaf 3 jaar, met Cystic Fibrosis of een andere(long)aandoening, thuis te leren blazen, zodatdeze in een vroeger stadium een volledigelongfunctie kunnen blazen.Wuzzi Alert mobiel alarm (ook voor buiten)is een mobiel alarm voor binnen en buitenen gaat dus veel verder dan de traditionelebinnen alarmering. Bovendien hoeft er nietsgeïnstalleerd te worden in de woning. Met 1druk op de knop staat de gebruiker in contactmet zijn sociale (partner, kinderen, buren, etc.)of professionele (meldkamer of zorgorganisatie)


Het E-Health aanbod, pagina 201contactpersoon. Hierbij is de positie bekend enkan er op afstand met elkaar gesproken worden.In het online portaal Mijn Wuzzi staan allebeveiligde gegevens en worden de instellingengedaan en beheerd door de gebruiker en/of zijn contactpersoon(en) van de Wuzzi Alertdienstverlening.www.emaildokter.nl Sedert 2002 op de markt.Toen i.v.m. het huisartsentekort. Doel: snelle,efficiënte en handige manier voor contact tehebben met huisarts vv.www.mijnastmacoach.nl is er op gerichtom patiënten met astma te begeleiden bijzelfmanagement en te informeren over (hetomgaan met) hun ziekte. Door middel vaninformatie, tips en adviezen leren patiëntenom met astma om te gaan. Daarnaast lerenzij om te reageren op vroege signalen ensymptomen die kunnen duiden op eenlichamelijke achteruitgang. Het monitoren vande patiënt draagt bij aan het voorkomen vancomplicaties en het signaleren van mogelijkerisico’s. In het kader van zelfmanagementbieden de programma’s hulp bij noodzakelijkeaanpassingen in levensstijl zoals voeding,bewegen en roken.www.mijncopdcoach.nl informeert patiëntenover COPD en begeleidt ze bij zelfmanagementvan hun ziekte. Door middel van informatie,tips en adviezen leren patiënten om te gaanmet COPD. Daarnaast leren zij om te reagerenop vroege signalen en symptomen die kunnenduiden op een lichamelijke achteruitgang. Hetmonitoren van de patiënt draagt bij aan hetvoorkomen van complicaties en het signalerenvan mogelijke risico’s. In het kader vanzelfmanagement bieden de slimme programma’shulp bij noodzakelijke aanpassingen in levensstijlzoals voeding, bewegen en roken.www.mijnparkinsoncoach.nl informeertpatiënten over Parkinson en begeleidt zebij zelfmanagement van hun ziekte. Doormiddel van informatie, tips en adviezen lerenpatiënten om te gaan met Parkinson. Daarnaastleren zij om te reageren op vroege signalenen symptomen die kunnen duiden op eenlichamelijke achteruitgang. Het monitoren vande patiënt draagt bij aan het voorkomen vancomplicaties en het signaleren van mogelijkerisico’s. In het kader van zelfmanagementbieden de programma’s hulp bij noodzakelijkeaanpassingen in levensstijl zoals voeding,bewegen en roken.Zorg en welzijn op afstand, meer zienmet Yooom near real life communicatie!Beeldcontact op afstand zoals Skype, FaceTimee.d. geven een postzegelachtig beeld enzijn beperkt in mogelijkheden. Zo kan menwel communiceren, maar ziet men niet delichaamstaal en de omgeving van de beller endegene die gebeld wordt. Beeldcontact vergt netals klassiek bellen competenties in communicatiedie mensen die wat minder sociaal vaardig zijn(geworden) niet hebben of niet meer hebben.Zoek misschientje? De website met eentotaal overzicht van zorgaanbieders. Dezorgvrager kan via korte lijnen, in eigen regie,duidelijk en overzichtelijk zoeken in het totalezorgaanbod. Op deze website kan de individu,


Het E-Health aanbod, pagina 202vrijwilligersorganisatie, ZZP ’er, klein/ grootbedrijf, stichting en de gemeente zelf, zijn ofhaar vraag, hulp, ondersteuning zoeken ofaanbieden. Waarbij de mogelijkheid voor deaanbieder bestaat hun portal dan wel websiteaan Zoekmisschientje te koppelen.De echte innovators in de zorg Sensire zet algeruime tijd e-health toepassingen in bij haarklanten in de thuiszorg en wonen met zorg.Zoals beeldzorg, de Medido, videomonitoring,thuismeten & monitoring van chronisch zieken.Om de zorg beter en effectiever te maken, maarvooral om haar klanten zoveel mogelijk de regieover hun eigen leven te geven. Sensire is eeninnovator van de zorg genoemd. Maar de echteinnovators van de zorg zijn onze klanten en hunmantelzorgers.Zorgmag.nl is een online magazine dat eenbrug slaat tussen e-Health en de eindgebruiker.Door op toegankelijke manier te schrijven overe-health toepassingen in de brede zin vanhet woord (dus ook domotica, mobile-Health,robotica, apps, Mental e-health, wearables etc.)willen we de patiënten, cliënten, mantelzorgsters,werkers in de zorg en andere (toekomstige)e-Health gebruikers informeren over wat erallemaal al is aan technische oplossingen voorde zorg en wat deze mensen er zelf aan kunnenhebben.Vrijheid en veiligheid met de Zorgriem DeZorgriem is een klein apparaatje dat een persoonbij zich heeft. Het is voorzien van een GPSzender die getraceerd en gevolgd kan worden.Met uw gebruikersnaam en wachtwoord kuntu met uw computer, notebook, tablet, telefoon,smartphone of alarmcentrale kunt u de persoonterugvinden. De Zorgriem dienstverlening wordtveel gebruikt door mantelzorgers enzorgverleners in situaties waarbij de cliëntde zelfstandigheid en bewegingsvrijheid kanworden vergroot.Het Zorgschap Door burgers, voor burgers,voor de samenleving! Minder instituut en meerzorg thuis! Minder overheid en meer burger! HetZorgschap is in de eerste plaats verbonden metde lokale samenleving. Het is een burgerinitiatiefen vormt en onderhoudt een coöperatie vanburgers die verantwoordelijkheid nemen voorhet welzijn van hun familieleden en hun buurt- endorpsgenoten.Zorgstudio Ons bedrijf maakt een studiobestaande uit een aangepaste badkamer eneen slaapkamer eventueel uitgebreid met eenaangepaste keuken en zitkamer. Deze kunnengeplaatst worden op een perceel of via een sluisaan een huis worden geplaatst. Daardoor wordthet mogelijk om een woning die een badkameren slaapkamer op een verdieping heeft tochgelijkvloers te maken. Ook is het mogelijk ommensen met een behoefte tot zorg op hetperceel van een zorg verlenend familielid zo langmogelijk zelfstandig te laten wonen.


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.Diabetes 100x100 grid Amsterdam% Diabetes 100x100 grid AmsterdamHoogMidden% Diabetes 100x100 grid AmsterdamLaagHoogMiddenDiabetes 100x100 grid Utrecht% Diabetes 100x100 grid UtrechtHoogMidden% Diabetes 100x100 grid UtrechtLaagHoogMidden


INNOVATIE& MATURITY


EHEALTH INNOVATIE& MATURITYCo PolitiekDe wildgroei aan zorginnovaties is enorm,ziet u door de bomen het bos nog? Erzijn talloze zorginnovaties, maar welkezorginnovaties beschikken over de gewenstematurity om succesvol te kunnen wordengeïmplementeerd? Uiteindelijk wilt uenergie steken in de zorginnovaties die methet minste risico en hoogste rendementgeïmplementeerd kunnen worden.Duurzaamheid vooropIn de Van Dale wordt ‘innovatie’ geduid als ‘deinvoering van een nieuwigheid’. Met anderewoorden, een innovatie of een interventie isdie naam pas waard als deze duurzaam wordtgebruikt in de praktijk. Feit is dat een grotemeerderheid van de implementatieprojectenfaalt – en de innovatie/interventie niet (optimaal)gebruikt wordt. Zeker bij een complexe, bredeuitrol, met een groot aantal stakeholders binneneen organisatie of een keten, is de kans opontsporen groot. Hiermee is alle inspanning voorniets geweest.Onvoldoende maturityOp basis van een recent eHealth onderzoek vooreen grote zorgverzekeraar kwamen een aantalbevindingen met betrekking tot de maturity vaneHealth innovaties naar voren:• Diverse innovatoren zijn dikwijls met dezelfdeeHealth toepassing bezig zonder dat zijdit van elkaar weten. Het valt op dat erveel innovaties op elkaar lijken. Dit geldtbijvoorbeeld voor apps, portalen, sensoren ofmantelzorgoplossingen;• Innovatoren beschikken over onvoldoendenetwerk om de propositie an de man tekunnen brengen. Als een innovatie eenmaalontwikkeld is, komt men er pas achter dateen commercieel netwerk van belang is omer vervolgens geld mee te kunnen verdienen.De inhoud van de innovatie is dan wellicht welgoed, maar dat is zonder netwerk nog geengelopen koers;• Innovatoren weten ook onvoldoende bij welkeorganisatie(s) zij moeten zijn. Als eerstewenst men vaak in contact te komen meteen zorgverzekeraar terwijl het dikwijls juistverstandig is om eerst een aantal zorgverlenersInnovatie & maturity, pagina 205achter je innovatie te krijgen;• Innovatoren zijn onvoldoende op de hoogte vande (complexiteit van de) financiering van dezorg. Innovaties houden dikwijls geen rekeningmet de “schotten” in de zorg. Voor een cliëntvaak prachtige innovaties worden dan geremddoor de financiering en daar weet de innovatorte vaak niet mee om te gaan, wat uiteindelijkeen succes remt;• Innovatoren zijn veelal gedreven door hetidee. De innovaties van bepaalde innovatorenontstaan dikwijls vanuit een ervaring. Er wordtin het begin onvoldoende nagedacht overhet commerciële aspect en daarmee blijvenspecifieke innovaties steken in de ideefase;• Er ontbreekt bijna altijd een sluitendebusinesscase. Of het nu gaat om bedrijvenof individuele mensen achter een innovatie,dikwijls schiet de businesscase tekort. Eenbusinesscase is een lastig maar onontbeerlijkaspect om uiteindelijk tot positieve keuzes metbetrekking tot de innovatie te komen.


Innovatie & maturity, pagina 206Benodigde stappenEr zijn een aantal stappen die de kans op hetsuccesvol kunnen selecteren en implementerenvan innovaties/interventies sterk kunnenvergroten. In dit artikel wordt expliciet ingegaanop de stap “keuze van innovatie/interventie”.Voor een beschrijving van de overige stappenwordt u verwezen naar het artikel “context- enpopulatiegericht innoveren” en de site vanAimTrack, www.aimtrack.nl, sponsor van ditboek. De stappen zijn:• Scenariobepaling.Wat betekenen de veranderingen in de zorgvoor mijn organisatie? Waar zit mijn doelgroep?Met welke zorgvraag krijg ik te maken? Hoeontwikkelt zich het zorgaanbod? Wat wordtmijn propositie? Waar moet ik gaan innoveren?Hoe kom ik tot substitutie? Kortom: Wat is hetprobleem?• Regionale en/of ketengerichtesamenwerking.Welke organisaties in mijn omgeving hebbendezelfde problematiek? Waar kan ik in de ketengezamenlijk optrekken om kosten te delenen kwaliteit te vergroten en waar juist niet ommijn onderscheidend vermogen te houden?Kortom: Met wie ga ik samenwerken?• Keuze van innovatie/interventies.Welke innovatie/interventie is voor mijnorganisatie relevant? Welke innovaties/interventies zijn er allemaal? Welke beschikkenof gewenste maturity waardoor ik minderrisico loop? Welke criteria zijn van belang omte komen tot een keuze? Hoe kom ik tot dejuiste businesscase? Hoe weet ik van te vorenwelke stakeholders de innovatie/interventiezullen accepteren en welke niet? Hoe kom ikvan long- naar shortlist en een keuze? Hoestel ik mijn innovatieportfolio en -plan samen?Kortom: Wat is mijn plan?• Implementatie & opschaling.Hoe definieer ik een implementatieproject?Hoe kom ik tot een implementatieplanen -organisatie en hoe stel ik hetimplementatieteam samen. Hoe kom ik tot eenintegrale veranderaanpak en beheers ik derisico’s waarbij op korte termijn al de eerstesuccessen te vieren zijn? Hoe zorg ik voorsnelle opschaling zodat de businesscasegerealiseerd wordt? Kortom: Hoe ga ik hetdoen?• Businesscasemanagement enprojectmonitoring.Hoe monitor ik de voortgang van deimplementatie en de businesscase? Hoe stuurik bij en welke instrumenten gebruik ik daarbij?Kortom: Hoe check ik de resultaten en stuurik bij?Inzicht in maturityAimTrack beschikt over de InnoBoxx, waarmeehet mogelijk is om te bepalen wat de maturity vaneen zorginnovatie is. De InnoBoxx (bereikbaarvia www.aimtrack.nl) is een internet applicatiewaar zorginnovaties in een database wordenverzameld. De database bestaat nu ongeveer uit12.500 zorginnovaties en dit aantal is uiteraardconstant groeiende. De innovatoren achter dezorginnovaties die interessant zijn, worden opeen geautomatiseerde wijze benaderd om meerinformatie te verkrijgen over de innovatie.Dit vindt plaats met behulp van online enquêtes.Innovatoren die meedoen krijgen hierdooreen beter beeld van de maturity van de eigeninnovatie. Mocht geheimhouding van belang zijn


Innovatie & maturity, pagina 207dan is er de mogelijkheid om een Non DisclosureAgreement (NDA) af te sluiten. In dat geval komtde innovatie in een soort “digitale kluis”.Er zijn 2 soorten enquêtes: de quick inno en deheavy inno. De quick inno is gebaseerd op 30generieke vragen waardoor al snel bekend isof de zorginnovatie relevant is. De heavy inno,eveneens zo’n 30 vragen, wordt geautomatiseerdverstuurd als de beoordeling van de quick innoeen bepaalde waarde heeft.De vragen gaan onder andere over:• De algemene bedrijfsgegevens;• Een functionele omschrijving van de innovatie;• Het type innovator;• De doelgroep(en) waarvoor de innovatiebedoeld is;• De fase waarin de innovatie zich bevindt(startfase of al volledig uitontwikkeld?);• De aan- of afwezigheid van een sluitendebusinesscase;• De aan- of afwezigheid van eenbekostigingsvorm;• Certificering van de innovatie;• De stakeholders waar de meeste acceptatie ofweerstand van te verwachten is;• De top 3 (beoogde) kwaliteitsverbeteringen inde businesscase;• De top 3 (beoogde) efficiencymogelijkhedenmet betrekking tot productiviteitsverbeteringen;• Mate van opschaalbaarheid;• Resultaten en bevindingen pilots;• Etc.Innovatoren kunnen op elk gewenst moment degegevens (incl. uitkomsten enquêtes) over huninnovatie bijhouden/wijzigen. Door middel vaneen persoonlijke gebruikersnaam en passwordis toegang mogelijk. Mocht de innovator degegevens binnen een half jaar niet hebbengewijzigd, dan volgt er een geautomatiseerdverzoek daartoe om dat alsnog te doen. Op dezemanier wordt de informatie over de innovatieszo actueel mogelijk houden. Op dit momentbeschikt de InnoBoxx over zo’n 750 verrijktezorginnovaties en dit aantal is uiteraard ookgroeiende.Breed gebruik door de zorgsectorNaast innovatoren kunnen zorgorganisaties,gemeenten, zorgverzekeraars,samenwerkingsverbanden en investeerders opbasis van een rollen/rechtenstructuur gebruikmaken van de InnoBoxx. De door innovatorenals openbaar gekenmerkte innovaties kunnendoor deze partijen worden geraadpleegd (ditgeldt niet voor de innovaties met een NDA).Om het selecteren te vereenvoudigen zijn erportfolio’s van innovaties beschikbaar rondomthema’s als eHealth, langer thuiswonen,preventie etc. Ook is het mogelijk om zelf een“lokale” database op te bouwen van voor eenorganisatie relevante innovaties. Organisatieskunnen eventueel gebruik maken van onlineenquêtes als zij de benadering van innovatorengeautomatiseerd wensen. Ook kunnen zij vanuitde InnoBoxx voor de eigen organisatie enquêtesontwikkelen om te bepalen in welke processenof organisatieonderdelen het interessant is om tegaan innoveren.Co-creatieDoor de beschikbare gedeelde informatiewordt het voor organisaties mogelijk gemaaktom inzicht te krijgen op welke gebieden welke


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.GGD Angst 2015 BuurtGGD Angst BuurtGGD Monitor Depressie / Angst2015 Depressief / angst (NL=14) Buurt 5KData.Gez_15_V0601 - 9091 - 9591 - 95< 9096 - 10596 - 105106 - 110106 - 110> 110Angst 2015 - 2030/201530/15 GGD Depressief Angst Buurt/ angst 50x50Gez_30_V06> 105 & > 105 groei01 - 95> 105 & 95-105 groei< 95 & > 105 groei96 - 105106 - 19543> 105 & < 95 groei< 95 & 95-105 groei2015 Depressief / angst (NL=14) 100x100 3KGez_15_V06 95-105 & > 105 groei< 95 & < 95 groei095-105 & 95-105 groei1 - 95GGD Monitor Angst 2030-2015 Grid95-105 & < 95 groei


innovaties er al zijn en hoe ‘mature’ ze al zijn.Hoe hoger de score en de maturity van eeninnovatie, des te sneller deze in de top 10van een bepaald portfolio terecht komt. Dit isuiteraard zowel interessant voor de innovatorvan de innovatie als degene die een geschikteinnovatie zoekt: de innovator heeft een innovatiedie opschaalbaar (en dus verkoopbaar) is en de‘innovatiezoeker’ heeft een innovatie gevondenwaarvan de kans op een juiste implementatieeen stuk groter is dan een innovatie die nogonvoldoende ‘mature’ is.


CONTEXT,ORGANISATIE &IMPLEMENTATIE


Context, organisatie & implementatie pagina 211POPULATIE- EN CONTEXT-GERICHTE EHEALTHEN MONITORINGAuke Vlonk en Co PolitiekVoor de implementatie van eHealth enandere innovaties wordt vaak gezocht naareen probleem. AimTrack denkt andersom:van probleem naar innovatie. Op basis vanopenbare data over de populatie, zorgvraagen zorgkosten van nu en in de toekomst isde toekomstige problematiek op elk gewenstschaalniveau in beeld te brengen. Door vanuitde problematiek gericht op zoek te gaan naareen (eHealth) innovatie is de kans van slagenop een succesvolle implementatie groter.Populatie, gezondheid en zorg:nu en in de toekomstIn Nederland zijn een aantal ontwikkelingengaande op het gebied van demografieen zorg die effect kunnen hebben op deinzet van eHealth. De levensverwachtingstijgt al jaren lineair en is het de vraag of,en wanneer, deze trend zal stoppen. Deverschillen naar opleidingsniveau zijn echterduidelijk: hoogopgeleiden leven langer zonderbeperkingen, langer in een goede ervarengezondheid, langer zonder chronische ziektenen langer in goede geestelijke gezondheid.Door de babyboom van na de TweedeWereldoorlog en te weinig geboortes zal er dekomende decennia sprake zijn van een steedsmeer vergrijzende populatie. Mede door devergrijzing en de toenemende prevalentie vanchronische aandoeningen, plus kostenstijgingenen technologische verbeteringen zullen dezorgkosten toenemen. Wat kan hier de rol vaneHealth zijn?Ook is er een trend gaande van demografischekrimp, met name in landelijke gebieden. Dithoudt in het aantal inwoners en/of het aantalhuishoudens aan het dalen is of dat gaat doen.In deze gebieden is vaak ook sprake vanvergrijzing, jeugd die vertrekt naar de stad omte studeren en waarvan het de vraag is of zedaarna terug komen. De ontwikkelingen in debevolkingsopbouw kunnen effect hebben op hetdraagvlak voor voorzieningen en op het gebiedvan wonen, welzijn en zorg. In deze gebiedenis het mogelijk dat fulltime werkende mannelijkehuisartsen in de komende 10 jaar met pensioengaan en dat deze moeilijk vervangen kunnenworden, vooral omdat het niet interessant is voorbeginnende huisartsen om zich in een dergelijkgebied te vestigen. De bereikbaarheid vaneerstelijnszorg kan daarmee op het spel komente staan en het is de vraag welke effecten datheeft op het zorggebruik (in andere sectoren) enop het gebruik van eHealth.In de komende jaren krijgen de zorg- enwelzijnssector te maken met de verschuiving vanjeugd- en ouderenzorg naar gemeenten. Doordatouderen langer thuis moeten wonen wordtde relatie tussen wonen, welzijn en zorg nogvanzelfsprekender. Tevens wordt steeds meeringezet op preventie en substitutie. Het speelveldzal hiermee veranderen: eHealth is niet alleenvan belang voor zorgorganisaties in de eerste,tweede en derde lijn, maar ook voor gemeenten,woningcorporaties, banken en verzekeraars.


Context, organisatie & implementatie, pagina 212Gebiedsfoto: inzicht in de problematiekeHealth kan een grote rol spelen op het gebiedvan wonen, welzijn en zorg, mede gegeven degeschetste ontwikkelingen. Maar hoe, dat isde vraag. Het begint met het in kaart brengenvan de problematiek van een populatie in hetbijvoorbeeld het verzorgingsgebied van eenzorgorganisatie of gemeente.Met de AimTrack gebiedsfoto, poweredby wijkscan.com, is het mogelijk om op elkgebiedsniveau (landelijk, provinciaal, regionaal,gemeentelijk, steden/dorpen, postcode-4-gebied(bijv. 1234) en postcode-6-niveau (bijv. 1234AB)data en informatie over de (toekomstige) opbouwvan de populatie, zorgvraag (alle aandoeningen),zorgkosten (per sector), langdurige zorg,jeugdzorg, gezondheid en medicatie in beeld tebrengen. Een aantal mogelijkheden hiervan kuntu zien in de gebiedsfoto’s zoals gevisualiseerd indit boek.Populaties verschillen per definitie van elkaar: opbasis van stedelijkheid (stedelijk vs. landelijk),leeftijd (oud vs. jong), inkomen (rijk vs. arm)en herkomst (niet-westers vs. westers). Desamenstelling van de populatie heeft effect op deverwachte zorgvraag: hoe ouder, hoe lager hetinkomen en hoe meer niet-westerse allochtonen(met name de eerste generatie), des te hogerde verwachte zorgvraag en de verwachtebijbehorende zorgkosten. Doordat deze voorheel Nederland en op alle schaalniveaus (tot oppostcode-6-niveau) bij AimTrack beschikbaarzijn, is een gedetailleerde analyse mogelijk:hoe ziet de populatie in een bepaald gebied ernu en in de toekomst uit? Wat is de verwachtezorgvraag en welke aandoeningen/problemenkomen naar verwachting het meeste voor?Hoe is de geografische spreiding van dezeaandoeningen? En in welke sectoren wordende meeste kosten gemaakt? Kortom: wat is hetprobleem, waar is het een probleem, en van wieis het een probleem?Samenwerking gezochtAls de toekomstige problematiek duidelijk inbeeld is, is het de vraag of/en met wie er samengewerkt moet worden. Dit is uiteraard afhankelijkvan de problematiek: voor wie is het eenprobleem? Voor een probleem op het gebiedvan kwetsbare ouderen die langer thuis moetenwonen en de toekomstbestendigheid van hunwoningen (inclusief eHealth voorzieningen) isbijvoorbeeld samenwerking tussen patiënten,gemeente, woningcorporatie en zorgorganisatiesnoodzakelijk. Voor een probleem gericht op hetrealiseren van substitutie zullen bijvoorbeeld deeerste en tweede lijn met elkaar samen moetenwerken om een gedeelde informatievoorzieningin te richten.Dat zijn twee totaal verschillende speelvelden.Het gaat er om de organisaties in beeld tehebben die te maken hebben met dezelfdeproblematiek als de problematiek die uit degebiedsfoto naar voren komt. Juist door tesamenwerken kunnen kosten gedeeld worden enkwaliteit vergroot worden. Ook kan het betekenendat een deel van de autonomie van organisatiesopgegeven moet worden; het is de vraag hoe verorganisatie hier in willen en kunnen gaan.Voor meer informatie over eHealth ensamenwerking wordt verwezen naar het artikelvan Wilfrid Opheij.


Context, organisatie & implementatie, pagina 213Probleem zoekt innovatieIndien de (toekomstige) problematiek en demogelijke samenwerkingspartners in een gebiedhelder zijn, is het mogelijk om een gerichterop zoek te gaan naar een geschikte innovatie.Bijvoorbeeld op basis van de AimTrackinnovatiedatabase, powered by Aimpact, waarinmomenteel 12.500 innovaties zitten, waarvaneen paar honderd met voldoende ‘maturity’.Inmiddels zijn er portfolio’s ontwikkeld op hetgebied van preventie, substitutie, langer thuiswonen, zelfmanagement en uiteraard eHealth.Vanuit het probleem kan gezocht worden naareen innovatie: juist doordat er een gedetailleerdbeeld van de (toekomstige) populatie, zorgvraagen zorgkosten is, kan er op basis van diekenmerken goede aansluiting worden gevonden.Met behulp van de database is het mogelijkom na te gaan welke innovaties er zijn, welkerelevant zijn en of er innovaties met de gewenste‘maturity’ zijn. Per innovatie is onder andereinformatie beschikbaar over de effecten voordiverse stakeholders, de mogelijke businesscaseen de verwachte acceptatie (of niet) van dediverse stakeholders. Hoe meer ‘mature’ deinnovatie is, des te beter zijn de risico’s metbetrekking tot implementatie in te schatten.Daarmee kan van een long- naar shortlist vaninnovaties worden gekomen en kan uiteindelijkhet innovatieportfolio- en plan samengesteldworden.Context-gerichtHoe goed de populatie ook in beeld isgebracht en er een bijpassende eHealthinterventie is gevonden: garantie op eensuccesvolle implementatie is er nooit.Innoveren/interveniëren betekent dat er eenverandering noodzakelijk is, en veranderenis lastig. Het kan blijken dat organisaties en/of mensen minder veranderingsbereid zijndan gedacht, bijvoorbeeld door tekortenaan organisatorische en/of technologischemogelijkheden, de privacy van patiënten in hetgedrang komt of dat er simpelweg te weinigtijd is of kan worden vrijgemaakt. Ook kunnensamenwerkingsmechanismen verschillen: ingebied A blijkt innovatie X prima te werken,juist doordat de zorgorganisatie het voortouwneemt. In gebied B werkt innovatie X niet,omdat bijvoorbeeld te gemeente te weinigvertrouwen had in de organisatiekracht van eenzorgorganisatie.Dit had voorkomen kunnen worden doorvooraf van de implementatie van de innovatiestakeholdersanalyses uit te voeren: wat zijn debelangen (willen vs. kunnen) van de diverseorganisaties en de mensen (van bestuurlijktot professioneel)? Wat is het draagvlakvoor een eventuele implementatie van degekozen innovatie? Als blijkt dat bijvoorbeeldprofessionals niet willen of kunnen bijdragenaan de implementatie, is deze gedoemd temislukken. Door de situatie vooraf goed in beeldte hebben, kan vooraf worden bijgestuurd en kandoor bepaalde maatregelen de implementatieuiteindelijk wel doorgaan. Een goede integratievan werkprocessen op alle niveaus isnoodzakelijk.Meten is wetenDe beoogde implementatie van een innovatiegericht op een bepaalde populatie zal eenaantal doelen hebben. Deze doelen kunnen


Context, organisatie & implementatie, pagina 214heel divers zijn: bijvoorbeeld het verbeteren vande ervaren kwaliteit van zorg, het verminderenvan zorggebruik in de tweede lijn, het verlagenvan de zorgkosten, patiënttevredenheid,bereikbaarheid/toegankelijkheid maar ook bij eenx aantal huishoudens inrichting van een eHealthvoorziening of het opzetten van een faciliterendinformatiesysteem.Wat het doel van de innovatie ook is, het isvan belang om periodiek te monitoren opdiverse vlakken, zoals het doel en de matevan samenwerking en draagvlak. Ligt deimplementatie van de innovatie op de juiste koersof moet worden bijgestuurd? Zijn de ontwikkelennet zoals voorspeld in de business case? Enals er moet worden bijgestuurd, waar moet datgebeuren en wie moet dat doen?Populatie- en contextgerichteeHealth en monitoringHet uitgangspunt is de gedachte van ‘innovatiezoekt probleem’ naar ‘probleem zoekt innovatie’.Een succesvolle implementatie van een(eHealth) innovatie is ten eerste afhankelijk vaneen heldere probleemdefiniëring: wat is hetprobleem, waar is het een probleem en voor wieis het een probleem? De laatste vraag impliceertdat het mogelijk is dat verschillende organisatieste kampen hebben met hetzelfde probleem.Hier liggen kansen: juist door samenwerkingte zoeken kan een efficiëntere aanpak wordeningezet, mits de organisaties ook echt bereid zijnom samen te werken.Welke innovatie ingezet kan worden is afhankelijkvan de kenmerken van de problematiek: omwelke populatie en vraag (op het gebied vanwonen, welzijn, zorg) gaat het? Welke innovatieheeft al bewezen positieve effecten te hebbenvoor een dergelijke populatie? Ook moet voor dedaadwerkelijke implementatie door middel vanstakeholdersanalyses inzicht worden verkregenin het draagvlak voor bepaalde innovaties onderorganisaties en de professionals binnen dezeorganisatie. De context waarin deze organisatiesen professionals zich bevinden is ook vangroot belang voor het wel of niet slagen vande implementatie. Als de innovatie eenmaalgeïmplementeerd wordt, is het noodzakelijk omte blijven monitoren om bij te kunnen sturen waarnodig.Kortom, met de cyclus bestaande uit Plan(probleem + innovatie/interventie + draagvlakonder stakeholders), Do (implementatieinnovatie), Check (monitoring), Act (bijsturen)kan populatie- en contextgerichte eHealth enmonitoring zo goed mogelijk worden ingebed.


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.Langdurige zorg 2015 Buurt Grondslag PsychogeriatrischLangdurige Zorg 2015 Grondslag Psychogeriatrisch< 90106 - 1102015 Psychogeriatrisch (NL=1) Buurt 5KData.LDZ_15_V02091 - 951 - 9096 - 10591 - 9596 - 105106 - 110Langdurige zorg: Grondslag psychogeriatrisch2015 Langdurige zorg Psychogeriatrisch 2015 Langdurige zorg Psychogeriatrisch> 11030/15 Psychogeriatrisch (NL=142) BuurtLangdurige zorg: Buurt Grondslag PsychogeriatrischData.LDZ_30_V02Hoog 0 stijgend Midden dalend< 95 Witte kruisarceringHoog gelijk96 - 105 Geen ArceringLaag stijgendHoog > 105 Zwarte dalend arcering Laag gelijk2015 Psychogeriatrisch (NL=1) Buurt 3KMidden stijgend Laag dalendData.ZHP_15_V02Midden 0 gelijk1 - 95


Context, organisatie & implementatie, pagina 216EHEALTH & SAMENWERKENWilfrid OpheijDeze bijdrage wordt gestart vanuit destelling dat eHealth niet mogelijk is zondersamenwerking. En omgekeerd is eHealth vaakeen onderlegger voor samenwerking tussenverschillende partijen. Kortom, eHealth ensamenwerking zijn onlosmakelijk met elkaarverbonden. En dan gaat het succesvol totstand brengen van eHealth dus niet alleenom slimme patiëntgerichte, technologischeen bedrijfskundige oplossingen, maarjuist om het tot stand brengen van slimmesamenwerkingsverbanden.Daar weten we inmiddels steeds meer van. Wegaan in dit artikel dan ook in op die conditiesvoor veelbelovende samenwerking (Kaats enOpheij, 2012). Daarna beschrijven we tienhandreikingen voor samenwerken en ICT die weop basis van cases in andere sectoren hebbengeformuleerd.Zonder samenwerking geen eHealthBij eHealth gaat het altijd om samenwerking.Samenwerking tussen verschillende partijenom een toepassing tot stand te brengen.Bijvoorbeeld partijen die samen binnen een GGZsamenwerkingsverband een eHealth oplossingontwikkelen. Het kan ook gaan om bijvoorbeeldsamenwerking tussen partijen die samen eeneHealth infrastructuur beschikbaar stellen.Te denken valt dan aan een verpleegkundigcallcenter dat zorg op afstand met professionalsfaciliteert en begeleidt.Omdat de vaste kosten te hoog zijn vooréén instelling om alleen te dragen, vraagt ditsamenwerking om die infrastructuur in bredezin (mensen, systemen, protocollen etc.) inde lucht te houden. Samenwerking in eeneerstelijnszorggroep rondom de ketenDBCs,CVRM of diabeteszorg die ICT ondersteuningvraagt tussen professionals van verschillendedisciplines. Samenwerking in Parkinsonnettussen de patiënt en verschillende professionalsdie een rol vervullen bij de behandeling en voorhet betekenisvol met de ziekte leven.Samenwerking tussen inhoudelijke deskundigenen mensen van ICT leveranciers die sameneen nieuw product op de markt willen brengen.Verschillende partijen die een portal gebruikenom kennis te delen en te ontwikkelen. Er is eenveelvoud aan voorbeelden op het gebied vaneHealth in dit boek beschreven. En geen van dievoorbeelden kan succesvol zijn zonder dat desamenwerking ook op orde is, bij de ontwikkelingen/of bij het gebruik en de toepassing. Ga zemaar allemaal na…Werk aan condities voor veelbelovendesamenwerkingGeen enkele organisatie kan de grote privateen publieke vraagstukken van deze tijd alleenoplossen. Of het nu gaat om innovatie, goedezorg, economische ontwikkeling, duurzaamheid,openbare orde en veiligheid, het te boven komenvan een recessie, samenwerken is altijd nodig.En ook eHealth is zo’n vraagstuk waar perdefinitie meer partijen voor nodig zijn om het toteen succes te maken.Partijen moeten in staat zijn om een deel vanhun autonomie op te geven in het vertrouwendat ze er meer voor terug krijgen. Het is echterlastig om inzicht in elkaars belangen te krijgen


Context, organisatie & implementatie, pagina 217en autonomie op te geven, als je het gevoelhebt dat je elkaar niet echt begrijpt en dat je heteigenlijk over verschillende dingen hebt (VanLoon & Wijsbek, 2003). Spraakverwarring tussende deelnemende partijen is één van de groteproblemen van samenwerkingsvraagstukken(Noordegraaf & Van der Steen, 2001). Nietinhoudelijk verschil van inzicht, maar juist deverwarring die ontstaat door verschillen in taal,in verwachting en in perceptie, is vaak hetprobleem.In die gevallen kan het helpen eengemeenschappelijke bril en bijbehorendetaal te hanteren om naar de samenwerkingte kijken. In deze paragraaf wordt eensamenhangende manier van kijken naarsamenwerken geïntroduceerd die is gebaseerdop interdisciplinaire inzichten en de analysevan bestaande samenwerkingsprocessen. Ophoofdlijnen gaat deze manier van kijken uit vanhet volgende perspectief:Een samenwerking is kansrijk wanneer mensenen organisaties zich met elkaar weten teverbinden in een betekenisgevend proces datrecht doet aan de belangen en gericht is op eenbetekenisvolle ambitie (Kaats en Opheij, 2012).Een samenhangende manier van kijken helptde partners om samen de ambitie, belangen encontext te analyseren en te bepalen wat er goedloopt in de samenwerking en waar de knelpuntenzitten. Deze omschrijving is gestoeld opverschillende denk- en onderzoekstradities rondsamenwerking. De samenhangende manier vankijken is schematisch in figuur 1 weergegeven.De invalshoeken worden hierna op hoofdlijnenbeschreven.• Ambitie – werken aan een gedeelde ambitieOrganisaties gaan niet zomaar samenwerken.De samenwerking moet iets opleveren.Wat het moet opleveren kan verschillen persamenwerkingsverband en per partij die bijdat samenwerkingsverband betrokken is. Eengezamenlijke ambitie is voor de betrokkenmensen en voor hun organisaties echt vanbetekenis. Belangrijke vragen betreffen deambitie van de samenwerking: kunnen wesamen meer bereiken dan ieder voor zich?Wat is dan voor ieder van de partnersbetekenisvol, voor de organisatie en persoonlijk?Verwaarlozing van de gemeenschappelijkeambitie leidt ertoe dat het proces vanbetekenisgeving niet tot stand komt. Desamenwerking verwordt dan tot het nalopenvan acties en lijstjes en de inspiratie loopt weg.Er ontstaat schijnsamenwerking waarin departners nog wel communiceren, maar vooralover operationele issues en verbetering vanwerkwijzen, en niet komen tot een echte dialoogover nut en noodzaak van de samenwerking.De samenwerking vervlakt tot een operationeelproject en verliest de samenhang met haaroorspronkelijke legitimatie en omgeving. Alsje in een samenwerking samen een wenkendperspectief levend houdt, is dat een bron vaninspiratie met een mobiliserend effect, steedsaangepast aan nieuwe omstandigheden. Hetgevoel dat de samenwerking ’klopt‘ geeft departners de stimulans om ermee verder te gaanen draagt ertoe bij dat in de samenwerkingdaadkracht worden getoond.


Context, organisatie & implementatie, pagina 218Figuur 1. Een samenhangende kijk opsamenwerking (Kaats en Opheij, 2012)De goede stappen,de goede volgorde,Win-win, in dialoogWerken aaneen gedeeldeambitieOp de goedeweg samen?Wat is de gedeeldeambitie van de partners?Vormgeven van eenbetekenisgevendprocesProcesWaar gaan deparners samenecht voor?Governancebesluitvorminggeorganiseerd?AmbitieWerken aaneen gedeeldeambitieOrganisatieBelangenIs het netwerkprofessioneelgeorganiseerd?Wat zijn debelangen vande partners?RelatieProfessioneelorganiserenOp zoek naar‘Mutual Gains”!LeiderschapRelatieVertrouwenSamenwerkenis mensenwerkGoedpersoonlijksamenwerken


Context, organisatie & implementatie, pagina 219• Belangen - recht doen aan belangenIedereen heeft belangen en in eensamenwerking gaat het erom recht te doenaan die belangen. Als dat niet gebeurt gaanpartijen dwarsliggen, haken ze af of gaan zeelkaar tegenwerken. Het is de kunst om metrespect voor elkaars belangen te komen totoplossingen die in ieders belang zijn. In dezelijn van denken staan vragen centraal als: watzijn de standpunten die ieder inneemt en welkebelangen zitten daarachter?Als we gaan samenwerken, wat zijn dan deecht spannende onderwerpen waarop hetwel eens zou kunnen afketsen, de issues?Hoe kan ik komen tot een overeenstemmingdie recht doet aan alle belangen? Hoe krijgik een goede dialoog op gang, gericht opeen gemeenschappelijke oplossing? En hoeorganiseren we de onderhandelingen over depunten waarover we het aan het eind toch nieteens worden? Vanuit deze benadering zijneen duurzame relatie, oprechte interesse inbelangen, transparantie en betrouwbaarheid eennoodzaak om tot vertrouwen te komen.Als in een samenwerkingsprocesbelangentegenstellingen blijven bestaan, leidtdit tot defensief gedrag; onduidelijkheid over debelangen creëert een onveilige situatie. Wanneerdit proces kan worden omgekeerd, biedt datuitzicht op gemotiveerde partners, erkenning vanwederzijdse belangen en daarmee een benuttingvan de aanwezige diversiteit.• Relatie – goed persoonlijk samenwerkenBij samenwerking gaat het zowel ominhoudelijke argumenten als om persoonlijkeverhoudingen en relaties. Samenwerking isaltijd een samenspel van mensen die al danniet iets willen. Samenwerking overstijgt naarhaar aard het individuele, maar tegelijkertijdneemt iedereen in een samenwerkingzichzelf mee. En als er meer mensen samenwerken aan een opgave, is er sprake vangroepsdynamiek. De persoonlijke relaties enverhoudingen spelen altijd een belangrijke rol.In- en uitsluiting: wie doet er wel mee en wieniet? Macht: wie heeft het voor het zeggen?Hoe kun je invloed uitoefenen? Leiderschap:wat is ieders rol in het proces? Conflict: hoega je om met meningsverschillen en metpersoonlijke relaties die niet klikken? Envertrouwen natuurlijk: wat wekt vertrouwen open hoe houden we het vertrouwensreservoir oppeil?Het komt niet zelden voor dat partners zelf hunvertegenwoordigers hebben geselecteerd enuitgezonden naar een samenwerkingsverband,met als gevolg dat het team dat is ontstaandikwijls een toevallige mix van persoonlijkhedenen werkstijlen is. Een goed team samenstellenis geen sinecure en dat geldt evenzeer ofwellicht juist in samenwerkingsverbanden. Weverwachten van vertegenwoordigers in eensamenwerkingsverband dat zij kunnen omgaanmet onzekerheid, ambiguïteit en dynamiek.Ze moeten in staat zijn met het ene been inde eigen organisatie en met het andere in hetsamenwerkingsverband te staan. Dat vraagtnogal wat. In omgevingen met een sterkinhoudelijke en technische oriëntatie is deaandacht voor het individuele, persoonlijke,relationele aspect van samenwerken vaakbeperkt.


Context, organisatie & implementatie, pagina 220Dan komt het voor dat relaties niet totontwikkeling komen of dat relaties langzaammaar zeker instabiel worden. Er ontstaat dan eenonderstroom van gevoelens en die leidt dikwijlstot een dynamiek die de samenwerking nietten goede komt. Adequate aandacht voor derelationele kant maakt de samenwerking robuust.Conflicten worden eerder en beter gesignaleerden opgelost. Het geven van feedback wordtgemakkelijker, waardoor het effect van negatieveveronderstellingen over elkaar tijdig kan wordengeneutraliseerd.Leiderschap is hierbij bijzonder belangrijk.Zonder leiderschap ontstaat er twijfel enstagnatie. Leiderschap is nodig voor adequateregie en het ‘op de kaart’ krijgen en houden vande samenwerking. Dit is gegund en verbindendleiderschap, geen hiërarchisch leiderschap.Leiderschap dat geen van de betrokkenenontslaat van persoonlijk leiderschap.Integendeel.• Organisatie - professioneel organiseren vande samenwerking Het besef dat organisatiessoms beter kunnen samenwerken iseeuwenoud. De oude Grieken sloten alliantiesen trokken samen ten strijde. De Unie vanUtrecht vormde de basis voor de Republiekder Zeven Verenigde Nederlanden, de VOC ende Hanzesteden zochten de samenwerking opcommercieel terrein.Zo was de Hanze een netwerk van handelarenen steden tijdens de middeleeuwen. Doorsamenwerking probeerden ze hun handelte beschermen en uit te breiden. En wat tedenken van de maffia, die zich ontwikkeldein de achttiende eeuw toen verschillendecriminele organisaties in netwerkstructurengingen samenwerken? Vanuit dezebenadering wordt centraal gesteld dat jeieder samenwerkingsverband ook goed enprofessioneel moet organiseren. Daarvoorzijn voorbeelden, archetypen, overwegingenen oplossingen beschikbaar. Met welkepartners kun je het best samenwerkenen wat is de topologie van het netwerk?Hoe geef je de besturing en structuurvan het samenwerkingsverband het bestvorm? Wat zijn de missie en identiteitvan de samenwerking? Hoe zorg je voordaadkracht in het samenwerkingsverband?In samenwerkingsverbanden bestaat eenintrinsieke neiging tot onderorganisatie: wehebben de neiging om te weinig aandacht tebesteden aan het organiseren. Er zijn nog geeningesleten procedures en routine en ieder vande partners heeft een verschillende manier vandoen. We beschouwen organiseren nog te veelals een aangelegenheid binnen organisaties .Onderorganisatie en schijnsamenwerkingmanifesteren zich in slecht werkend overleg, eengebrek aan besturing en onvoldoende hygiëne.Grote risico’s zijn een structureel gebrekaan daadkracht en, in het ergste geval, hetuiteenvallen van de samenwerking.


Context, organisatie & implementatie, pagina 221• Proces – vormgeven van eenbetekenisgevend proces Een belangrijkevraag waar we altijd mee te maken hebbenin samenwerkingsverbanden is: hoe pakkenwe het aan! Er zijn verschillende denk- enonderzoeksstromingen die daar iets overzeggen. Zo kun je het samenwerkingsprocesbeschouwen als een politiek-bestuurlijk proceswaarin verschillende spelers met verschillendebelangen tot overeenstemming moeten komen.Dan beland je bij procesmanagement. Je kunthet ook beschouwen als een klus die geklaardmoet worden en dan kom je in de wereld vanprojecten programmamanagement. We wetenin ieder geval dat de mensen uit verschillendeorganisaties met interesse voor elkaar serieusin gesprek moeten komen en dan de principesvan een goede dialoog kunnen hanteren. Maaromdat er verschillende partijen bij betrokkenzijn die iets met elkaar moeten of willen,spelen altijd processen van beïnvloeding enverbinding een rol. Het gaat bij het ontwikkelenvan een betekenisgevend proces dus omvraagstukken als: hoe kunnen we de goededingen op het goede moment doen? Hoekomen we op een goede manier in gesprek entot overeenstemming? Welke rol heeft eeniederdaarbij en wie heeft de procesregie? Hoebrengen we de aandacht voor de inhoud inbalans met de aandacht voor de processen dienodig zijn om te komen tot overeenstemming?Hoe zorgen we voor voortgang in het proceszonder al te veel door te duwen en de partijenonderweg te verliezen? Hoe bewaken we metelkaar de kwaliteit van de interactie? Hoe komenwe tot een goed resultaat? In situaties vansamenwerking met bovengenoemde kenmerkenligt voortdurend spraakverwarring op de loer.Die spraakverwarring maakt dat soms binnenhandbereik liggende goede oplossingen uithet gezichtsveld verdwijnen. Ook kan diespraakverwarring het zo broodnodige vertrouwenuithollen. Waaraan kun je nu zien of desamenwerking constructief is en goed verloopt?Waar kijk je dan naar? Bij het diagnosticeren vaneen samenwerkingsproces is het de kunst omvanuit meer dan één invalshoek te kijken. In depraktijk blijkt het moeilijk om aan alle domeinenin de samenwerking adequaat aandacht tebesteden. Samenwerkingsprocessen zijnweerbarstig en de voorkeursstijlen van desamenwerkingspartner of de procesbegeleiderspelen hierbij ook een rol. In figuur 2 isuitgewerkt welke risico’s verbonden zijn metverwaarlozing van de domeinen en welke kansenhet besteden van adequate aandacht aan eendomein biedt.Handreikingen voorsamenwerken en ICTEerder heeft een team samen met Wilfrid Opheijeen aantal ICT samenwerkingsverbandenonderzocht (Gloudemans e.a., 2010,Samenwerken en ICT, hoe dromen tochwerkelijkheid kunnen worden, TIEM). Zehebben hun kennis over en ervaringen metsamenwerkingsprocessen op het gebiedvan samenwerken en ICT geanalyseerd engekoppeld aan onderzoeksinzichten. Zehebben daartoe verschillende illustratieve casesonderzocht over samenwerken en ICT. Deze zijnsamengevat in onderstaande handreikingen.


Context, organisatie & implementatie, pagina 222Figuur 2. De gevolgen en ‘opbrengsten’van (on)evenwichtige aandachtBetrouwbaarheidVeerkrachtAttractiviteit en identiteitVoortgangGebrekkige betekenisgevingUitputting inspiratiebronSchijnsamenwerkingGebrekkigerelatieontwikkelingUitblijven identiteitOntstaan subgroepenStagnatieInspirerend perspectiefMobiliserend effectSynergie en daadkrachtProcesHygiëne in samenwerkingDaad- & executiekrachtVoorspelbaarheidAmbitieVolhardendebelangentegenstellingPermanenteOnderhandelingVerdedigend gedragOrganisatieBelangenOnderorganisatieSchijnsamenwerkingVersterkte neigingtot controleRelatieIntrinsieke motivatieBenutting van diversiteitProactief gedragConstructieve dynamiekTransparantieFexibiliteitAdeguate conflicthanteringOnderliggend machtsspelOnderbrekende onderstroomInstabiele relaties


Context, organisatie & implementatie, pagina 223Gebruik voorgaande mislukkingenErvaren bestuurders en bestuursadviseursweten dat als het gaat om samenwerking “dewet van twee” vaak opgaat. Daarmee doeltmen op het feit dat iets de eerste keer vaakniet lukt, maar pas de tweede keer goed gaat.Bij veel geslaagde samenwerkingsprocessenzien we dat het al een keer eerder geprobeerdwas. Het echte verschil wordt gemaakt wanneeruit die eerdere mislukkingen ook de lessenworden getrokken. In de cases was het ook voorbetrokkenen duidelijk dat het de eerste keerniet goed is gegaan en dat het een tweede keeranders moest.Dat brengt een duidelijkere focus met zichmee. Daarnaast heeft iedereen de tweede keerde wil om het wel te laten slagen (of men kanhet gezichtsverlies van de tweede mislukkingbestuurlijk niet accepteren). Het kan toch nietzo zijn dat het dit keer weer mislukt. Het is dezeinstelling die maakt dat het de tweede keervaak wel lukt. Het gaat hier echt om een situatiewaarin alle betrokkenen de wil en de wenshebben om de samenwerking de tweede keerwel tot een succes te brengen. De voorgaandemislukking is geen voorwaarde voor succes,maar het niet gebruiken van een eerderemislukking is wel een gemiste kans.Voortrekkers die denken en doen vanuithet gemeenschappelijk belangIn succesvolle cases heeft een deel van degroep elkaar gevonden en is samen aan deslag gegaan. Vaak heeft men van een eerderemislukking geleerd dat het niet constructiefis om met alle partijen of ‘de hele sector’ aantafel te zitten. De partijen kiezen bewust datzij niet iedereen op sleeptouw nemen, maar inkleiner verband verder gaan. Deze strategieheeft een aantal effecten die positief uitwerkenin de samenwerking. Allereerst kiezen dezepartijen bewust voor elkaar. Ze hebben elkaargevonden omdat ze vertrouwen in elkaar hebbenof bijvoorbeeld omdat ze geloven in dezelfdeoplossing. Ten tweede kent deze kleinere groepaan partijen meer daadkracht. Er is minderbestuurlijk gedoe nodig om een besluit te nemen.Het feit dat een kleiner aantal partijen besluitsamen te werken, hoeft niet te betekenen dathet groter belang van de hele sector uit het oogverloren wordt. Men wil in die situaties tot eenoplossing komen waar de hele sector bij gediendis. De keuze om het met een kleinere groep terealiseren, is juist het startpunt niet het eindpunt.Het is vaak een noodzakelijke tussenstap.Voorkom dat je vastloopt in de detailsDe problemen die in de cases opgelost wordenzijn complex en taai. De verleiding is dan grootom jezelf te verliezen in deze ‘details’. Het gevaaris dat veel tijd en aandacht wordt gestoken in hetidentificeren van alle verschillen en deze bij destart van de samenwerking te willen adresseren.In onze cases heeft men door in te grijpenin het proces voorkomen dat te veel tijd enenergie is gestoken in de details. Bij eensamenwerkingsverband is de methodiek van‘use cases’ toegepast. Men heeft ervoor gekozenom op generiek niveau de wensen van de klantin de verschillende stappen van het proces tespecificeren.Op een dergelijk hoog abstractieniveauhebben partijen veelal dezelfde wensen en


Context, organisatie & implementatie, pagina 224ideeën. Had men ervoor gekozen om alletechnische details te specificeren dan wasde kans groot geweest dat deze casus geensucces was geworden. Een ander instrumentom het vastlopen in details te vermijden is intwee andere cases gebruikt. Bij de start vanhet traject is vooral gewerkt aan een gedeeldtoekomstbeeld. Wat is de stip aan de horizon?Daarnaast heeft men een procesafspraakgemaakt, namelijk die van de time box. Bij eenander ICT samenwerkingsproces was er eenaantal personen die een zodanige autoriteiten draagvlak hadden verworven dat veelbeslissingen aan hen overgelaten werden. Dezestrategieën hebben gezorgd dat de partijen inhet samenwerkingsverband relatief weinig tijdhebben besteed aan de details, en de focushielden op de gemeenschappelijke doelen enwaarden.Nieuwe entiteit creërenIn alle cases hebben de betrokken partijeneen nieuwe entiteit met een eigen identiteitgecreëerd. Vanuit deze entiteit kon iets nieuwsopgezet worden. Bewust of onbewust lijktdit onderdeel te zijn van de succesformule.Galbraith schreef in 1982 een artikel inOrganizational Dynamics waarin hij stelt dateen ‘innovating organization’ fundamenteelandere kenmerken heeft dan een ‘operatingorganization’.Zijn stelling was dan ook dat je beide typenorganisatie niet in 1 organisatie kunt verenigen.Je moet ze apart zetten. In de geanalyseerdecases is de samenwerking met als doelvernieuwing ook buiten de staande organisatiesgeorganiseerd en dat heeft bijgedragen aanhet succes van de samenwerking. De nieuweentiteiten kunnen niet los gezien worden vande organisaties die ze heeft opgericht, maartoch konden zij in relatieve onafhankelijkheidvan de staande organisaties aan de slag. Inmoderner jargon heeft men het over ambidexterorganiseren (o.a de Bruijn e.a., 2014,Nieuwerwets organiseren, Van Gorcum).Bestuurlijk commitmentIn alle cases begon de samenwerking metbestuurlijk commitment. De bestuurders willen desamenwerking tot een succes maken. Zonder ditcommitment, zo is onze observatie, hadden desamenwerkingsverbanden geen succes kunnenworden. Dit blijkt ook uit onderzoek naar de rolen betekenis van bestuurders in allianties ennetwerken (Kaats en Opheij, 2008).Het commitment zorgt dat er over detailsheengestapt kan worden en maakt dat allebetrokkenen tijd en energie willen steken in desamenwerking. In geval van escalatie weten debestuurders van de organisaties elkaar te vindenen weten ze een oplossing te vinden voor desituatie.Organiseer het niet als een projectBij samenwerken gaat het om het oplossen vanspraakverwarring en het verbinden van belangen(Bremekamp, Kaats en Opheij, 2009). Het gaaterom dat de betrokken partijen gekend worden inhun belangen en dat deze ook terugkomen in heteindresultaat. Dit verbinden van belangen vraagtom procesvaardigheden. Het vraagt flexibiliteit.Dat maakt dat wij niet geloven dat samenwerkingrondom complexe vraagstukken gestuurd kan


Context, organisatie & implementatie, pagina 225worden vanuit een pure projectmanagementfilosofie. Vaak zijn er meer opdrachtgevers dieieder hun eigen autonome organisatie leiden,maar samen een stuurgroep vormen; hetresultaat is niet vooraf eenduidig af te bakenen.De betrokkenen kennen vaak wel devolgende stappen, maar nog niet de integralesamenhangende fasering. Tussentijds isaanpassing nodig en soms moeten onderdelenjuist niet goed vastgelegd worden. Dat creëertjuist de broodnodige onderhandelingsruimte enflexibiliteit.Partijen kunnen wel zekerheid vinden inhet proces van samenwerken. Een analysevan samenwerkingstrajecten uit de praktijk,gecombineerd met een analyse van diverseconceptuele inzichten in de aanpak vansamenwerkingsprocessen, laat zien dezeprocessen uit min of meer vergelijkbare fasenbestaan (Bremekamp e.a. 2010).In een succesvol samenwerkingsproceskomen de partners door onderlinge interactietot gezamenlijke betekenisgeving en ambitie,waarbij de belangen van de partijen de motorzijn.Ruimte bieden aan mensen met lef leidttot trotsDe voorgaande strategieën zijn structurerenden voorwaardenscheppend van aard. Het lijkteen soort kookboek dat je kunt toepassen en diemaakt dat elke samenwerking in ICT een succeswordt. Echter, zoals in agency en structurationonderzoeken zichtbaar wordt gemaakt (Bandura,2001; Giddens, 1984) zijn het mensen en hunvaardigheden die het succes bepalen. Het gaatom de ‘Actor in context’. Het dagelijks menselijkhandelen maakt en bepaalt de effectiviteit van dehiervoor beschreven organisatiekenmerken.In de cases hebben we bijzondere voorbeeldenhiervan gezien. In de cases hebben wemensen met lef gezien die steeds iets nieuwshebben ingebracht. Ze hebben innovatieveen creatieve ideeën ontwikkeld en hebbenhun nek uitgestoken. Zij zijn in onze ogenessentieel geweest voor het laten slagenvan de samenwerking. Deze sleutelfigurenzijn niet noodzakelijkerwijs de trekkers vande samenwerking. Conform de structurationtheorie, kan het ook de architect zijn of een - nietgeheel toevallig - betrokken leraar, dokter ofbijvoorbeeld teamleider. De invloed van dezemensen is dus niet altijd evenredig met deformele positie of de macht die deze persoonheeft.Het gaat erom dat deze personen door hettonen van lef en durf iets aan de cultuur ensfeer hebben bijgedragen die maakt dat allebetrokkenen trots waren op hetgeen er inde samenwerking aan het ontstaan was. Hetzijn altijd mensen die een speciaal vermogenhebben: het vermogen tot verbinden.Tot slotHet droombeeld van eHealth en desamenwerking die dat vraagt inspireren enmotiveren ons. In verschillende andere sectorenzien we dat er pareltjes van oplossingenzijn met een grote toegevoegde waarde. Deconventionele manier van managen, van kijkennaar, en besturen van ICT werken niet in dit soort


samenwerkingsverbanden. Het vraagt om veelaandacht voor de condities voor samenwerkingen een slimme combinatie van ICTprofessionaliteit en bestuurlijk vakmanschap. Hetgaat dan juist om het vermogen tot verbinden,van systemen, organisaties en vooral mensen.


EHEALTH INNOVATIEROUTESIN DE ZORGRuud Jansen, Lianne Bodenstaff, Elles Gyaltsen-Lohuis, Timber Haaker, Willem de Haan, IreneKrediet, Robbert Menko, Hilco Prins, SikkeVisser, en Marike Hettinga Lectoraat ICTinnovatiesin de Zorg, WindesheimU bent een ondernemer of een zorgverlenermet een goed eHealth-idee. U wilt dit ideegraag succesvol laten landen in de zorg.Hoe pakt u dit aan? Wie moet u betrekkenbij de uitwerking van uw idee, en wie moet uallemaal overtuigen van de meerwaarde? Enwaardoor laten deze partijen zich überhauptovertuigen? Als u met deze vragen rondloopt,leest u dan vooral verder!In dit artikel worden vier innovatieroutesbeschreven. Dit zijn verschillende paden dieu als ondernemer kunt bewandelen om eeneHealth-innovatie te laten landen in de zorg. Perroute wordt een beknopte toelichting gegeven:wanneer is de route van toepassing, waar moet uop letten, en met welke partijen krijgt u te maken?Ook wordt ingegaan op de bewijslast die u zultmoeten verzamelen om partijen te overtuigen vande meerwaarde van uw innovatie.Het landschapHet startpunt is een beschrijving van het‘landschap’: de partijen in de zorg waarmee u temaken kunt krijgen, hun onderlinge relaties, enhun verschillende rollen en belangen.In figuur 1 ziet u de belangrijkste partijen in dezorg waarmee u te maken kunt krijgen. Centraalin de figuur staat de ‘driehoek’ van patiënt(die premie betaalt aan de zorgverzekeraar),zorgverzekeraar (die zorg inkoopt bij dezorgaanbieder), en zorgaanbieder (die zorgverleent aan de patiënt).Om de driehoek heen staan de belangrijkstepartijen die de driehoek beïnvloeden:patiëntenverenigingen (die de belangenvan bepaalde groepen patiëntenvertegenwoordigen), beroepsverenigingen (dierichtlijnen opstellen voor goede en verantwoordezorg), en de overheid (die de zorgmarkt reguleerten bepaalt welke zorg wordt vergoed vanuit debasisverzekering).Context, organisatie & implementatie, pagina 227De overheid bepaalt welke zorg vergoedwordt (de zorginhoud, oftewel het ‘wat’), maarde zorgverzekeraars zijn vrij om te bepalenwaar en hoe die zorg wordt verleend (deaanbiedingsvorm, oftewel het ‘hoe’). Zij zijndaarbij op zoek naar de beste zorg voor delaagste prijs.De partijenBinnen de organisatie van sommige partijen kuntu weer met andere partijen te maken krijgen:Bij de zorgaanbieder zult u vrijwel altijd temaken hebben met zorgverleners zoalsverpleegkundigen en specialisten, maarwellicht ook met de medewerkers van de ICTafdeling.(Zie figuur 2). Zij zijn de gebruikersen beheerders van uw innovatie en zullendaarom invloed willen uitoefenen op de verdereontwikkeling van uw idee. Daarnaast is erde bestuurder (of soms de maatschap) diede beslissing moet nemen om wel of niet teinvesteren in uw innovatie.


Context, organisatie & implementatie, pagina 228Figuur 1 : Het speelveldPatiëntenverenigingbehartigtbelangenPatiëntverleentzorgbetaaltpremieOndernemerleverteHealthdienstZorgaanbiederkoopt zorginZorgverzekeraarreguleert dezorgmarktOverheidsteltrichtlijnenopBeroepsvereniging


Context, organisatie & implementatie, pagina 229Ook binnen de organisatie van eenzorgverzekeraar bestaan verschillende partijenmet elk hun eigen rol en belang, waaronderde innovatieafdeling, waar men kansrijkezorginnovaties selecteert en beoordeelt, en hetinvesteringsfonds, waar men de ontwikkeling vaninnovaties financiert. De afdeling commercie steltaanvullende verzekeringen voor particulierenen collectieve verzekeringen voor organisatiessamen. En op de inkoopafdeling onderhandeltmen met zorgaanbieders over de inkoop van (aldan niet eHealth-gebaseerde) zorg.Ten slotte is er de overheid, waarbinneninstanties zoals het Zorginstituut Nederland(ZIN), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), deInspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), enhet Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn enSport (VWS) elk een rol spelen bij het makenen uitvoeren van beleid en het toezicht op dezorgsector.De belangenFiguur 3 toont, bij wijze van voorbeeld, enkelevan de belangen die partijen in de zorg kunnenhebben bij een eHealth-innovatie. Zo zal depatiënt zich allereerst afvragen of de innovatieeen positieve bijdrage kan leveren aan zijnof haar herstel of welzijn. Een innovatie diebijdraagt aan zelfmanagement of eigen regie kanbijvoorbeeld van grote betekenis zijn voor eenpatiënt met een chronische ziekte. Bedenk datniet alleen de patiënt zelf, maar ook personen indiens directe omgeving (zoals gezinsleden enmantelzorgers), een belang kunnen hebben.De zorgaanbieder zal zich onder meer afvragenof het inzetten van de innovatie zal leiden toteen efficiëntere zorgverlening, bijvoorbeeld doorgeld- of arbeidsbesparingen. Als een innovatiede veiligheid of kwaliteit van de geboden zorgkan verhogen, dan heeft dit een positieveuitstraling op het imago van de zorgaanbieder.De zorgverzekeraar is op zoek naar de bestezorg voor de laagste prijs. Zorg die dankzijeen eHealth-innovatie kwalitatief even goed ismaar goedkoper geleverd kan worden, is dusinteressant. De verzekeraar let daarbij ook opandere zaken. Kan de zorg efficiënt landelijkworden ingekocht (opschaalbaarheid)? Leidtde nieuwe vorm van zorg daadwerkelijk totvervanging van bestaande zorg (substitutie)?De bewijslastFiguur 4 toont enkele voorbeelden van vormenvan bewijslast waarmee partijen in de zorgovertuigd kunnen worden van de meerwaardevan een eHealth-innovatie.Onder bewijslast verstaan we: onderbouwde en/of geloofwaardige argumenten om een partij(zoals een beslisser) te overtuigen. Voorbeeldenzijn: uitgewerkte cijfermatige business cases,onderzoeksresultaten verkregen tijdens eenpilot of clinical trial, maar ook ervaringen vanpatiënten en zorgverleners.De waarde van bewijslast is relatief: er bestaangeen eenduidig ‘beste’ methodes maar welalgemene richtlijnen. Bepaal daarom altijd, en zovroeg mogelijk, samen met de betrokken partijenwelke bewijslast u gaat verzamelen en hoe u dataanpakt. De gevolgde innovatieroute bepaaltdaarbij wie u zult moeten betrekken. Schakel


Context, organisatie & implementatie, pagina 230Figuur 2 : Meerdere lagen (binnen sommigepartijen kun je weer met andere partijente maken krijgen)PatiëntenverenigingbehartigtbelangenverpleegkundigebestuurderinnovatieinvesteringsfondsPatiëntICT-afdelingspecialistinkoopcommercieverleentzorgbetaaltpremieOndernemerleverteHealthdienstZorgaanbiederkoopt zorginZorgverzekeraarreguleert dezorgmarktOverheidsteltrichtlijnenoptoezichthouder(NZa)inspectie(IGZ)Beroepsverenigingpakketbeheer(ZIN)commercie(VWS)


Context, organisatie & implementatie, pagina 231experts in als methodologisch sterk onderzoekvereist is, maar let erop dat belangrijke partijen(zoals beslissers) betrokken blijven. Hetuitvoeren van methodologisch sterk onderzoekis iets dat jaren in beslag kan nemen. Vergewisu ervan dat u de hiervoor benodigde tijd,middelen, expertise en uithoudingsvermogenhebt.Route 1: De consumentenrouteWanneer is deze route van toepassingDe eHealth-toepassing wordt rechtstreeksaangeboden aan het publiek (patiënten/consumenten). Bijvoorbeeld (maar niet per se)op advies van een zorgverlener. De toepassingwordt niet vergoed door de zorgverzekering, depatiënt/consument betaalt de dienst dus zelf.Voorbeelden• Een medische vertaal-app voor eensmartphone. Een patiënt kan hiermee in zijneigen taal zijn klachten omschrijven waarnadeze klachten desgewenst in een andere taalkunnen worden weergegeven, bijvoorbeeld bijbezoek aan een arts in het buitenland.• Een pillendoosje dat de patiënt een seintjegeeft wanneer deze vergeet om zijn medicatiein te nemen. De patiënt schaft het doosjeaan bij de apotheek, ter bevordering van degemoedsrust.AandachtspuntenHet is belangrijk dat de toepassing betaalbaar isvoor de doelgroep, en een herkenbaar probleemvoor de patiënt/consument of zijn mantelzorgersoplost. Toepassingen kunnen zich richten op‘wellness’ (leefstijl, gezondheid, welbevinden,sociaal contact) of op gemak/comfort. Patiënten/consumenten zullen zich primair door het adviesvan een zorgverlener of door ervaringen vanandere patiënten/consumenten laten overtuigen(zie bijvoorbeeld de DigitaleZorgGids).BijzonderhedenDeze route is vooral geschikt wanneer er geengrote investeringen in onderzoek en ontwikkelingnodig zijn. De ondernemer zal in het algemeenveel zaken zelf moeten organiseren: financiering,promotie, distributie, support, etc.Let op relevante regelgeving. Bijvoorbeeld:voor toepassingen die gekwalificeerd kunnenworden als medische hulpmiddelen is eenCE-keurmerk vereist. Promotie en distributiekunnen plaatsvinden in samenwerking met eenderde partij, zoals een patiëntenvereniging ofbelangenorganisatie (bijvoorbeeld de ANWB), ofvia een apotheek of drogist.Zorgverzekeraars zijn mogelijk bereid omdit soort toepassingen op te nemen in eenaanvullende verzekering (als een toepassingbijdraagt aan het aantrekken of behouden vanmeer verzekerden) of als onderdeel van eenaanbod voor een collectieve verzekering voororganisaties (bijvoorbeeld als een toepassingbijdraagt aan verzuimreductie).De belangrijkste partijen• Patiënt/consument;• Zorgverlener, patiëntenvereniging ofbelangenorganisatie (voor promotie);• Apotheek of drogist (voor distributie).Route 2: De aanbiedersroute


Context, organisatie & implementatie, pagina 232Figuur 3 : Belangen (voorbeelden van belangendie partijen kunnen hebben bij een innovatie)verbetert hetde zorg voor onzedoelgroep?Patiëntenverenigingbehartigtbelangendraagt het bijaan mijn herstelof welzijn?Patiëntverleentzorgbetaaltpremieis het bewezeneffectief?kan ik er mijnbrood meeverdienen?kan ik erefficiënter of beterdoor werken?is het goedezorg voor eenlage prijs?houdthet de zorgbetaalbaar?OndernemerleverteHealthdienstZorgaanbiederkoopt zorginZorgverzekeraarreguleert dezorgmarktOverheidsteltrichtlijnenopis het wel veiligen verantwoord?Beroepsvereniging


Context, organisatie & implementatie, pagina 233Wanneer is deze route van toepassingEen toepassing is typisch geschikt voor dezeroute wanneer het een direct voordeel biedtvoor de zorgaanbieder. Bijvoorbeeld omdat dezorgverlening er efficiënter door wordt, er eenconcurrentievoordeel ontstaat, of omdat eengewenst imago wordt versterkt. Zorgaanbiedersbeschikken over eigen middelen om in dit soorttoepassingen te investeren.VoorbeeldEen elektronisch cliëntendossier dat extern wordtgehost door een dienstenaanbieder, en dat viahet internet toegankelijk is voor de zorgverleneren de cliënt en/of diens mantelzorgers. Dezorginstelling hoeft geen hardware aan teschaffen en te onderhouden, en de cliënt (ofdiens mantelzorger) krijgt online toegang tot heteigen dossier.AandachtspuntenHet is belangrijk dat zorgverleners (en wellichtook hun patiënten of cliënten) enthousiast zijnover de toepassing. Die moet bij voorkeur eenurgent probleem oplossen dat gevoeld wordtdoor de zorgverlener en/of de zorginstelling.Ontwikkel dit soort toepassingen samen met eenzorginstelling of zorgverlener (co-creatie) wantdit bevordert herkenning en acceptatie bij dedoelgroep.BijzonderhedenEen zorgaanbieder kan worden overtuigd dooreen sterke visie op herkenbare problematiek,liefst in combinatie met een goed onderbouwdebusiness case voor de aangedragen oplossing.In deze route speelt de zorgverzekeraar inprincipe geen rol, hierdoor is er minder noodzaakom bij andere partijen dan de zorginstelling ofzorgverlener draagvlak te creëren. Het is dezorgaanbieder die de dienst afneemt én betaalt.Deze route is vooral geschikt wanneer er geengrote investeringen in onderzoek en ontwikkelingnodig zijn. De ondernemer zal in het algemeenveel zaken zelf moeten organiseren: financiering,promotie, distributie, support, etc.De belangrijkste partijen• Zorginstelling (bestuur);• Zorgverleners (specialisten enverpleegkundigen);• Ondersteunende diensten (bijvoorbeeld deICT-afdeling);• Patiënten.


Context, organisatie & implementatie, pagina 234Figuur 4: Bewijslast (voorbeelden van bewijslastwaarmee partijen kunnen worden overtuigd)onderzoeksresultatenenervaringen van dedoelgroepPatiëntenverenigingbehartigtbelangenpositieveervaringen vanandere patiëntenPatiëntonderzoeksresultatenvanhoge kwaliteiteen sterke visieof sluitendebusiness caseverleentzorgbetaaltpremieeen businesscase onderbouwdmet onderzoeksresultatendraagvlakonderzorgprofessionalsOndernemerleverteHealthdienstZorgaanbiederkoopt zorginZorgverzekeraarreguleert dezorgmarktOverheidsteltrichtlijnenoponderzoeksresultatenenervaringen vanzorgprofessionalsBeroepsvereniging


Context, organisatie & implementatie, pagina 235Figuur 5: De commerciele route (een toepassingwordt rechtstreeks aangeboden aan de patient/consument)PatiëntenverenigingbehartigtbelangenPatiëntverleentzorgbetaalt premieOndernemerleverteHealthdienstZorgaanbiederkoopt zorginZorgverzekeraarreguleert dezorgmarktOverheidsteltrichtlijnenopBeroepsvereniging


Context, organisatie & implementatie, pagina 236Figuur 6: De aanbiedersroute (een toepassingwordt rechtstreeks aangeboden aan dezorgaanbieder)PatiëntenverenigingbehartigtbelangenPatiëntverleentzorgbetaaltpremieOndernemerleverteHealthdienstZorgaanbiederkoopt zorginZorgverzekeraarreguleert dezorgmarktOverheidsteltrichtlijnenopBeroepsvereniging


Context, organisatie & implementatie, pagina 237Route 3: De verzekeraarsrouteWanneer is deze route van toepassingEen eHealth-toepassing wordt onderdeel vanzorg die al wordt aangeboden en vergoed.De zorginhoud verandert door de toepassingniet, alleen de vorm waarin de zorg wordtaangeboden. De zorg wordt hierdoorbijvoorbeeld toegankelijker, of ze kan efficiënterworden aangeboden.VoorbeeldenEen online voedingsdagboek dat wordt ingezetals onderdeel van dieetadvisering door eendiëtist, en dat zelfmanagement door de patiëntbevordert.Een pillendoosje dat de patiënt een seintje geeftwanneer hij vergeet om zijn medicatie in tenemen. Dit gebeurt op voorschrift van een artsen ter bevordering van de therapietrouw.AandachtspuntenZorg voor voldoende draagvlak! Het isbelangrijk dat zorgverleners, patiënten ende patiëntenvereniging enthousiast zijn overde toepassing. Betrek hen daarom zo vroegmogelijk bij de ontwikkeling (co-creatie). Deberoepsvereniging van specialisten speelteen belangrijke rol bij landelijke opschaling; zijbepalen immers de richtlijnen voor goede enveilige zorg.Als een toepassing leidt tot goedkopere zorg oftot arbeidsbesparingen terwijl de kwaliteit vande geboden zorg minstens gelijk blijft, dan is ditaantrekkelijk voor de zorgaanbieder en is het nietaltijd nodig om de zorgverzekeraar te betrekken.Als de toepassing daarentegen leidt totduurdere zorg dan moet die zorg aantoonbaarbeter zijn en is een groot draagvlak vereist.Stap niet zelf naar de zorgverzekeraar maarlaat een enthousiaste zorgaanbieder met henonderhandelen. Voor de zorgverzekeraar is hetcruciaal dat de toepassing leidt tot vervangingvan de bestaande zorg (door bijvoorbeeldsubstitutie of zelfmanagement) en uiteindelijk toteen lagere schadelast. Het is dus belangrijk datdeze effecten worden aangetoond.BijzonderhedenAls een toepassing niet past binnen debestaande zorgprestaties (bijvoorbeeld doorbeperkingen in de omschrijving of het tarief)dan kunnen de zorgverlener en zorgverzekeraarsamen een aanvraag indienen bij de NZa. DeNZa kan een prestatie aanpassen of een tijdelijkeprestatie opstellen (beleidsregels innovatie). Eentoepassing krijgt dan, indien nodig, tijd om zich‘te bewijzen’.De belangrijkste partijen• Zorgverlener;• Patiënt en patiëntenvereniging;• Beroepsvereniging;• Zorgverzekeraar (Let op: vanaf 1 januari 2015nemen gemeenten een aantal zorgtaken vande zorgverzekeraar over);• NZa (als er een zorgprestatie moet wordenaangepast, of een nieuwe moet wordenopgesteld).


Context, organisatie & implementatie, pagina 238Figuur 7: De “hoe”-route (een toepassing wordtonderdeel van zorg die al wordt aangeboden envergoed)PatiëntenverenigingbehartigtbelangenPatiëntVWS(beslisser)Adviseertover hetbasispakketZIN(pakketbeheerder)verleentzorgbetaaltpremieOndernemerleverteHealthdienstZorgaanbiederkoopt zorginZorgverzekeraarsteltrichtlijnenopreguleert dezorgmarktBeroepsverenigingNZa(toezicht-houder)


Context, organisatie & implementatie, pagina 239Route 4: De overheidsrouteWanneer is deze route van toepassingEen medisch-technologische toepassing leidttot nieuwe zorg, die nog niet wordt aangebodenof vergoed. Bijvoorbeeld omdat de aard of dewerking van de zorg veranderen, of omdater zorg kan worden geboden die voorheenniet mogelijk was. Voor de meeste eHealthtoepassingenzal dit niet van toepassing zijn.VoorbeeldTelemonitoring van epilepsiepatiënten doormiddel van een slimme combinatie vandetectoren (infraroodcamera, microfoon,bewegingssensoren, etc.), waardoor detectie enalarmering ook extramuraal (bijvoorbeeld in dethuissituatie) mogelijk worden.AandachtspuntenDe overheidsroute vertoont aanvankelijk veelovereenkomsten met de verzekeraarsroute.Echter, tijdens de overheidsroute zal vrijwelaltijd een nieuwe zorgprestatie aangevraagdmoeten worden bij de NZa. Een toepassing krijgtdan een bepaalde periode de tijd om zich ‘tebewijzen’ alvorens de vraag wordt gesteld ofze in aanmerking komt om te worden bekostigdvanuit het basispakket. De hulp van experts isnoodzakelijk om tijdens deze periode tot eenwetenschappelijk correcte evaluatie te komen(bijvoorbeeld door middel van een clinical trialzoals een RCT).Het Zorginstituut zal vervolgens, uitgaandevan het draagvlak voor de toepassing onderde beroepsgroep en volgens de principes van‘evidence based medicine’, de nieuwe zorgevalueren (onder andere op noodzakelijkheid en(kosten)effectiviteit) en vervolgens adviseren ofdeze al dan niet opgenomen moet worden in hetbasispakket.BijzonderhedenDeze toepassingen worden meestal ontwikkelddoor medisch specialisten in samenwerkingmet bedrijven en onderzoekers. Draagvlakonder zorgverleners en beroepsverenigingenis cruciaal; zij vormen zich een oordeelover de vraag of de nieuwe zorg veilig enverantwoord is en tot het geboden arsenaalvan de beroepsgroep zou moeten behoren.De ontwikkeling en evaluatie van dit soorttoepassingen is in het algemeen een complex,langdurig en kostbaar traject.De belangrijkste partijen• Zorgverlener;• Beroepsvereniging;• Patiënt en patiëntenvereniging;• Zorgverzekeraar;• NZa en Zorginstituut.


Context, organisatie & implementatie, pagina 240Figuur 8: De “wat”-route (een toepassing leidt totnieuwe zorg die (nog) niet wordt vergoed)PatiëntenverenigingbehartigtbelangenPatiëntVWS(beslisser)Adviseertover hetbasispakketZIN(pakketbeheerder)verleentzorgbetaaltpremieOndernemerleverteHealthdienstZorgaanbiederkoopt zorginZorgverzekeraarsteltrichtlijnenopreguleert dezorgmarktBeroepsverenigingNZa(toezicht-houder)


Meer informatieDownload ons boekje Succesvol ondernemenmet eHealth, Innovatieroutes in de Zorg als umeer wilt weten over de verschillende partijen,hun belangen bij eHealth-innovaties, en hoe zekunnen worden overtuigd van de meerwaardevan uw innovatie: www.windesheim.nl/-/media/files/windesheim/research%20publications/succesvolondernemenmetehealthinnovatieroutesindezorg.pdf.Bij het boekje hoort een interactieve website.Kijk op www.innovatieroutesindezorg.nl als u wiltweten welke route het best past bij uw innovatie.Op www.invoorzorg.nl en www.zorgvoorinnoveren.nl vindt u een schat aaninformatie over implementatie en opschalingvan innovaties in de zorg. Wilt u weten of eeneHealth-innovatie in aanmerking kan komenvoor bekostiging vanuit de verzekerde zorg,raadpleeg dan de eHealth-bekostigingswijzer opwww.ehealthfinanciering.nl.Achmea divisie Zorg & Gezondheid, ActiZ,BeagleBoxx, Bonstato, Consuming Knowledge,DiaDerma, Dutch IT Consultants, Eusamed,Evalan, EvoCare, Focus Cura Zorginnovatie,Health Valley, Installatie Techniek Masseling,Isala Klinieken, MS Vereniging Nederland,Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie,Nederlandse Vereniging voor eHealth,Nederlandse Zorgautoriteit, Novay, PilotfishNederland, SalesSpirit, SymaX, Syntens,Valetudo Interpres, VRC Telecom, ZorginstituutNederland, en Zorgverzekeraar VGZ. Succesvolondernemen met eHealth is mede mogelijkgemaakt door een subsidie van StichtingInnovatie Alliantie.De hier beschreven innovatieroutes zijn eenresultaat van het project Succesvol ondernemenmet eHealth. Aan dit project werkten mee:


Context, organisatie & implementatie, pagina 242SLIMMER EHEALTH ONTWIK-KELEN EN INZETTEN MET DECEHRES ROADMAPJobke Wentzel, Nienke Beerlage-de Jong,Lisette van Gemert-PijnenIn de eHealth monitor 2014 bleek datzorgverleners overtuigd zijn van het nut vanhet inzetten van eHealth technologie. Helaaswordt eHealth technologie nog te vaak zonderduidelijke visie en onderbouwing ‘losgelaten’op de praktijk. Het Center for eHealthResearch and Disease Management (CeHRes)is ervan overtuigd dat het ontwikkelprocesvan technologie van groot belang is voor dekans op succes van de technologie.Hiervoor ontwikkelde het CeHRes een Roadmap,die gebruikers-gestuurd onderzoek combineertmet business modeling, in iteratieve ontwerpenevaluatie cycli [1-3]. Door gedurende deverschillende fasen van ontwikkeling en evaluatiebelangrijke kernwaarden en voorwaarden voorimplementatie en acceptatie in beeld te brengenen te houden, kan er een betere match tussentechniek, mens en organisatie (of context)plaatsvinden.Een holistische aanpak staat hierin centraal,waarin zowel gebruiksgemak, persuasiefontwerp, als waarde-gedreven beslissingenmeegenomen worden. In dit hoofdstuk geven weeen overzicht van de stappen die in de CeHResRoadmap beschreven worden. We biedendaarbij concrete handvatten en (literatuur)suggesties voor het opzetten, plannen enuitvoeren van de ontwikkel- en evaluatiecycli. Debasis van de Roadmap bestaat uit vijf fasen:• Contextual Inquiry – In deze fase vormt hetontwerp/onderzoeksteam zich een beeldvan de belanghebbenden (stakeholders) enhun context (werk/privé/publiek). Het teamanalyseert in deze fase de sterke en zwakkepunten van de huidige (zorg) situatie.• Value Specification – Wanneer er eenbeeld van de context is, is het belangrijk omte bepalen welke waarden van belang zijnvolgens de stakeholders. Die moeten nuin requirements (benodigdheden) voor deeHealth technologie vertaald worden.• Design - Op basis van de requirements kaneen (prototype van) eHealth technologieontwikkeld worden. Dit proces is iteratief; debeoogde eindgebruikers, stakeholders enontwikkelaars evalueren samen varianten vaneen mogelijke oplossing.• Operationalization - Dan volgt dedaadwerkelijke introductie en gebruik van deeHealth technologie. Activiteiten ter introductie,opschaling en ondersteuning van het gebruikkunnen hiervoor worden georganiseerd.• Summative evaluation - Na introductie enwanneer de techniek wordt gebruikt, is hetbelangrijk na te gaan op welke wijze hetprecies wordt gebruikt, en met welk effect.• Formatieve evaluatie is een iteratieve activiteitbinnen de Roadmap. Op basis van dezeevaluatie kan worden vastgesteld of voldoendekennis verzameld is om keuzes te maken, enom de activiteiten uit een andere (volgende)fase er op te baseren, of dat aanvullendonderzoek nodig is. In de volgende paragrafengaan we dieper in op de verschillende fasen.


Context, organisatie & implementatie, pagina 243Contextual inquiryOm te beginnen is het belangrijk gegevens teverzamelen over de context waarin eHealthmoet gaan functioneren. In de contextual inquirywordt onderzocht wat het probleem is, in welkecontext (zoals een thuiszorgsituatie, zelfzorg,ziekenhuissetting of publieke gezondheidszorg)het zich afspeelt, en wie geraakt worden door,of betrokken zijn bij, het probleem en mogelijkeoplossingen. Activiteiten in de ContextualInquiry richten zich op het beantwoorden van devolgende vragen:van relevante wetenschappelijke literatuur,beleidsdocumenten en andere documentatieover de context van het probleem. Naastinformatie over de context van het probleem,kunnen op basis hiervan stakeholders in beeldgebracht worden. Deze eerste stakeholderidentificatie kan worden gevalideerd en/ofuitgebreid door de eerste selectie aan de reedsgeïdentificeerde stakeholders en de relevantezorg experts voor te leggen en te laten aanvullen(snowballing).Naast het actief bevragen van stakeholdersen de mogelijke doelgroep, kan het ook nuttigzijn observaties uit te voeren in het veld. Deonderzoeker kan zich hiervoor (anoniem ofzichtbaar) begeven in de gezondheidssituatiesdie in het onderzoek relevant zijn. Anderemethodieken die ingezet kunnen wordenvanuit sociaalwetenschappelijk onderzoekzijn interviews, vragenlijstonderzoek, en casestudies.• Wat is het probleem? Welk probleem moetworden opgelost (ook: is er wel een probleem?)• In welke (zorg)situatie(s) doet dit probleem zichvoor?• Wie heeft er een belang bij het oplossen vanhet probleem? Wie wordt erdoor geraakt?Tijdens de Contextual Inquiry wordt hetprobleem in kaart gebracht en wordt gekekenwie er belang hebben bij de oplossing ervan(stakeholders) [4]. Om dit te doen, kan hetprojectteam een aantal methoden inzetten.Bijvoorbeeld desk research: een analyseDaarnaast is ranking van stakeholders vanbelang, bijvoorbeeld op basis van invloed ende mate waarin ze geraakt worden door hetprobleem. Om de context verder in kaart tebrengen, kunnen stakeholder focusgroepenworden georganiseerd [5]. Hierin gevenstakeholders hun visie ten aanzien van hetprobleem, maken hun rol duidelijk en geven aanwelke behoeften zij hebben. Door de aspectendie van belang zijn bij de oplossing van hetprobleem te categoriseren en te prioriterenmet stakeholders, wordt de oplossingsrichtingconcreter.


Context, organisatie & implementatie, pagina 244De Casus: StakeholderbijeenkomstAntibiotic StewardshipBinnen het EurSafety Health-net project werktenwe aan de doelstelling veilige patiëntenzorgten aanzien van antibioticagebruik. Eénvan de eerste activiteiten in de ContextualInquiry, was een zorgvuldig voorbereidestakeholderbijeenkomst waarin alle taken,verantwoordelijkheden, behoeften en belangenrondom (verantwoord) antibioticagebruik in eenziekenhuissetting in kaart gebracht werden.Hiervoor werden verschillende stakeholdersuitgenodigd: artsen, arts-assistenten,verpleegkundigen, managers, apothekers,arts-microbiologen, een coassistent, eneen kwaliteitsfunctionaris. Samen met deonderzoekers bespraken zij in ruim 2 uurverschillende casussen, waarin iedereen zijn/haar rol en belangen aangaf. Ook knelpuntenen ruimte voor verbetering kwam aan hetlicht. Door deze workshop met zeer interactiefkarakter kregen de onderzoekers een idee hoeer in de praktijk gewerkt wordt, maar kregenook de deelnemers zelf meer inzicht in elkaarsperspectief en dagelijkse werkzaamheden.Value specificationOp basis van de Contextual Inquiry brengende stakeholders tijdens de Value Specificationwaarden in kaart met behulp van een valuemap.Een waarde is een ideaal of belang dat een(toekomstig) gebruiker of stakeholder graagzou willen hebben of al heeft (en wil behouden).De waarden kunnen geordend worden ineconomische-, sociale-, en gedragswaarden.De stakeholders geven aan hoe belangrijk dewaarden zijn, bij het oplossen van de gevondenproblemen. Op basis hiervan kunnen dedoelen van de eHealth technologie wordengeformuleerd en kunnen requirements wordengedefinieerd. Onderzoeksactiviteiten binnen deValue Specification richten zich op de volgendeonderzoeksvragen:• Welke verbeteringen in de kwaliteit van de zorgzijn gewenst volgens de stakeholders?• Hoe kan technologie bijdragen aan een beterekwaliteit van zorg?• In welke vorm (manifestatie) kan technologiebijdragen?Er zijn verschillende methodieken die gebruiktkunnen worden. Om een goede ‘fit’ tussencontext, stakeholders en eHealth technologiete creëren, kan gebruik worden gemaakt vanhet Business Model Canvas. Deze methodedraagt bij aan de ontwikkeling van meerkosteneffectieve en duurzame technologie.Omdat de markt en de technologischemogelijkheden constant in beweging zijn, isbusiness modeling een continu proces, dat ookna implementatie van een technologie doorgaat[6].Op basis van de methoden die in de ContextualInquiry en Value Specification worden ingezetom de context en waarden vast te stellen, kanhet projectteam een vertaling naar specifiekevereisten voor de technologie (Requirements)maken: wat moet de technologie (inhoud envorm) kunnen, hoe moet het werken, hoe moethet eruit zien, en welke aanvullende serviceszijn vereist? De data uit eerdere fasen wordenhierbij geanalyseerd en in requirements vertaald.Aan de hand daarvan wordt de technologieontwikkeld (geprogrammeerd), waarbij steeds deeerder geformuleerde values als norm dienen.


Context, organisatie & implementatie, pagina 245Requirements dragen bij aan het vervullendvan de values, en kunnen aan de hand vande waarden die ze ondersteunen wordengeprioriteerd: vaak is het niet mogelijk állerequirements die vanuit de doelgroep ofstakeholders naar voren komen in één project entechnologie te realiseren. Requirements vormendus eigenlijk de vertaling van waarden en daaruitvoortvloeiende behoeften en wensen, naarconcrete technische eigenschappen.DesignIn de Design fase [7-9] visualiseert hetprojectteam, in nauwe samenwerking metbeoogde eindgebruikers, hun ideeën met behulpvan mock-ups (schets van design ideeën).In verschillende rondes worden scenario-testsgebruikt om door beoogde eindgebruikerste laten testen of de mock-ups aansluitenbij hun denk- en werkwijze. Zo worden demock-ups steeds verder doorontwikkeld enuitgekristalliseerd, tot een uiteindelijk prototypevan de technologie.De hoofdvraag die in de Design fase aan bodkomt is:• Welk design van de eHealth technologie pastbij de geformuleerde requirements?Om de onderzoeksvraag in deze fase tebeantwoorden kunnen verschillende methodenworden gebruikt. Deze methodieken kunnenexpert- of gebruikersgericht zijn. Een expertgerichte evaluatie is bijv. een CognitiveWalkthrough: Een expert voert de taken uit dieeen beoogde gebruiker ook met de technologiezou uitvoeren, binnen de gedefinieerde context.Doel hiervan is om de cognitieve processen vangebruikers in kaart te brengen, die nodig zijnvoor het uitvoeren van een taak. Voor iederetaak worden vragen beantwoord: Welke actiesmoeten uitgevoerd worden? Hoe reageert hetsysteem op die acties? Is de gebruiker in staatom zonder problemen die acties uit te voeren?Hoewel deze methode waardevolle data kanopleveren, is een mogelijk nadeel dat een experthierbij probeert te denken als een gebruiker.Alternatief (of aanvullend) kan gebruik wordengemaakt van Usability Testing [10]. Met behulpvan real-life scenario’s (een beschrijving vaneen situatie / taak die in de praktijk met detechnologie opgelost zou moeten worden)worden prototypes getest door beoogdeeindgebruikers. Vaak wordt gebruik gemaakt vanhet Think Aloud protocol, waarbij de gebruikertijdens het werken met de technologie hardopvermeld wat hij ziet, zoekt, denkt en doet. Ookkan gebruik gemaakt worden van software diede muisbewegingen en oogbewegingen van degebruiker tijdens de usability test registreert. Ditkan waardevolle data opleveren over het zoekgedrag van gebruikers (om bijvoorbeeld delocatie van knoppen te evalueren).Over het algemeen geldt dat het voor hetslagen van een eHealth technologie, vanbelang is dat de technologie ook persuasiefis [11]. Er zijn verschillende strategieën diekunnen bijdragen aan de persuasiviteit van eeneHealth technologie. Zo is het van belang datde taken die met de technologie uitgevoerdworden, optimaal ondersteund worden (Primary


Context, organisatie & implementatie, pagina 246Task Support), en bijvoorbeeld dat gebruikersonderling contact kunnen leggen om elkaarte helpen en motiveren bij het uitvoeren vande taken (Social Support). Alle verschillendestrategieën van het Persuasive SystemsDesign model [12] dragen ertoe bij dat zogroot mogelijke betrokkenheid en motivatievan de gebruikers bij de technologie wordtbewerkstelligd.Design methode: card sortOm een goede informatiestructuur voor deinformatie over antibiotica op een app (bijv. deantibiotica-informatie-app) te bepalen, pastenwe de card-sort methode toe. We lietenbeoogde eindgebruikers kaartjes met kleinestukjes (representatieve) content van deapplicatie sorteren, in groepen die voor henlogisch en handig waren. Deze sorteringenwerden geanalyseerd op overeenkomsten envormden de basis voor de indeling van de app.Naast een informatiestructuur leverde dezemethodiek ook inzichten op t.a.v. de manierwaarop de doelgroep tegen de informatieaankeek; ze dachten hardop na en maaktendaarbij ook opmerkingen over de context waarinze de informatie gebruiken, en in hoeverre hetnuttig is voor hun taken. Dus, naast een methodedie de design-fase ondersteunt, kan de card-sortmethode ook meer inzicht in de context biedenen bijdragen aan de Contextual Inquiry.OperationalizationDe Operationalization fase draait om hetplannen en uitvoeren van activiteiten voor deverspreiding, acceptatie en integratie vande technologie in de zorg [13]. Vaak wordendeze activiteiten in meer of mindere mateverwaarloosd. Dit kan leiden tot vertraagdebesluitvorming en suboptimale acceptatie van denieuwe technologie in de zorgpraktijk. Daarom ishet belangrijk om op basis van de eerdere faseneen business model te ontwikkelen [14].Vragen die in deze fase worden beantwoord zijn:• Welke activiteiten dragen bij aan optimaleimplementatie van de technologie in de zorg?• Wie dragen bij aan optimale implementatie vande technologie in de zorg?In de voorgaande onderzoeksfasen is duidelijkgeworden wat de doelen en taken zijn diegebruikers met de technologie vervullen,wat de context en mogelijke barrières enbevorderende factoren voor gebruik zijn. In deoperationalisatiefase moet het projectteam eenstrategie baseren op deze bevindingen. Deverscheidenheid van methodieken die in dezefase gebruikt kunnen worden is groot. Er kunnenbovendien verschillende operationalisatiestrategieën nodig zijn om dezelfde technologiein verschillende situaties te implementeren.Activiteiten in deze fasen kunnen bijvoorbeeldgericht zijn op bewustwording (wijzen op demogelijkheid van werken met de technologie),educatie (informeren over het belang vanhet werken met de technologie) en motivatie(incentives toewijzen aan het werken met detechnologie).Meer concreet betekent dit dat het projectteamactiviteiten zoals instructiebijeenkomsten,het beschikbaar stellen van een tutorial ofhandleiding, of een massamediacampagnekan opzetten. Daarnaast moet de technologiegoed beschikbaar zijn: gemakkelijk toegankelijk


Context, organisatie & implementatie, pagina 247voor de doelgroep, en waar aanloopproblemenontstaan (technische storingen of anderszins)moet direct ingegrepen worden. Door hetgebruik van de eHealth technologie gedurendedeze fase goed te monitoren, en beschikbaarte zijn voor uitleg en motivatie tijdens deintroductiefasen, krijgt het projectteam directinzicht in het succes van de uitrol van detechnologie en kunnen aanvullende activiteitenondernomen worden wanneer de technologieniet volgens verwachting gebruikt wordt.Operationalisatie: informatie eninbeddingIn samenwerking met iPrevent (netwerk vanverpleeghuizen in de regio Nijmegen e.o.),werd binnen het EurSafety Health-net projectde Prevalentie App ontwikkeld. Hiermee wordtjaarlijks een prevalentiemeting uitgevoerd omeen beeld te krijgen hoeveel (risicofactorenvoor) gezondheidszorg gerelateerde infectiesin de verpleeghuizen aanwezig zijn. Voor degebruiksvriendelijkheid van de app was hetvan belang deze zo kort en bondig mogelijk tehouden, hiervoor werd gebruik gemaakt vangebruikersonderzoek en persuasief design.Onderdeel van dat persuasieve design istegelijkertijd ook dat de gebruikers voldoendegeïnformeerd worden over de achtergrond(Waarom is de app ontwikkeld? Wie warenhierbij betrokken?) en het belang van het gebruikvan de technologie (Wat gebeurt er metde data? Waarom moeten juist deze gegevensgeregistreerd worden? Wat levert het degebruiker op?). In dit geval is er daarom voorgekozen om informatie hierover in te bedden ineen al breed gebruikte website, die binnen eenEuropees Interreg IVa project (EurSafety Healthnet)was ontwikkeld: www.infectionmanager.nl/prevalentie [7]Summative evaluationDe Summative Evaluation (of summatieveevaluatie) richt zich op het vaststellen of dedoelen die met het project beoogd waren ookdaadwerkelijk (via de eHealth technologie)bereikt zijn. Hierbij kijken we zowel naar uptakeals impact: de acceptatie en het gebruik van detechnologie én het effect dat het gebruik heeftgehad [15].Om een beeld te krijgen van het gebruik en degebruikers van de technologie, onderzoekt hetprojectteam:• Hoe wordt de applicatie gebruikt (frequentie,uitval en adherentie)?• Wat is het gebruikersprofiel(socio-demografische gegevens,gezondheidsgerelateerde kenmerken encontext van de gebruiker)?• Hoe zijn de gebruikerservaringen en motivatie(redenen voor gebruik/uitval, tevredenheid)?Afhankelijk van de precieze waarden die vanbelang zijn in het project en doelen die gesteldzijn, onderzoekt het team de impact van hetgebruik op een of meer van de volgendeonderwerpen:• Organisatie;• Effecten op toegang en beschikbaarheid vanzorg;• Efficiëntie van zorg;• Veiligheid;• Transparantie;• Continuïteit;


Context, organisatie & implementatie, pagina 248• Interactie;• Adherentie aan richtlijnen en protocollen;• Zorgverlener-patiënt relatie;• Beslisondersteuning;• Tevredenheid t.a.v. zorg;• Gezondheid/welzijn;• Gezondheid/welzijn;• Gezondheidswinst;• Kwaliteit van leven;• Leefstijlverbetering;• Verandering in mortaliteit;• Verandering in incidentie/prevalentie.Methoden die voor een summatieve evaluatieingezet kunnen worden zijn divers en strekkenzich uit van kwalitatieve onderzoeken (interviewsmet patiënten), vragenlijstonderzoek, logdataanalyse [16-18], tot epidemiologische studies.Hoewel vaak de nadruk wordt gelegd op hetbelang van experimenteel bewijs voor hetnut en effect van eHealth technologie, vraagtde specifieke context waarin de technologiewordt geïmplementeerd niet zelden omandere opzetten omdat gerandomiseerde,gecontroleerde onderzoeken niet haalbaar zijnof onvoldoende inzicht bieden. De preciezeopzet van een summatieve evaluatie is dussterk afhankelijk van de doelen die de eHealthtechnologie beoogt.Logdata voor de evaluatieOm inzicht te krijgen in hoe mensen eeneHealth interventie gebruiken, en waarombepaalde effecten (niet) worden gevonden,wordt binnen CeHRes gebruik gemaakt vanlog data. Dit zijn gegevens over acties van(anonieme) gebruikers van de applicatie. Dezegegevens gebruiken we vooral om inzicht tekrijgen in hoe gebruikers over een applicatienavigeren, op welke punten zij afhaken,wanneer een applicatie wordt bezocht, enz.Zo liet onderzoek naar een gezondheidsplatformvoor patiënten met type 2 diabeteszien, dat de gebruikers zich diffuus over deapplicatie bewegen en vaak afhaken als zij eenbepaald onderdeel van het platform bezoeken(Sieverink, Kelders, Braakman-Jansen, & vanGemert-Pijnen, 2014).Soms is het nodig om deze bevindingen tevalideren bij de gebruikers (met bijv. interviews,vragenlijsten, usability tests), om meer teweten te komen over waarom ze de applicatiezo gebruiken, of waarom ze afhaken. Metde resultaten van deze evaluaties, kan eeninterventie gericht aangepast worden, om depersuasiviteit te verbeteren.NawoordIn dit hoofdstuk beschreven wij kort hoe deCeHRes Roadmap kan worden toegepastom eHealth technologie te ontwikkelen.Voor meer toelichting, tips, voorbeelden, enachtergrondinformatie verwijzen we u naar deonderstaande literatuursuggesties.In bron 1, 2, en 3 vindt u een nadere uitleg vande Roadmap en aanknopingspunten voor hettoepassen ervan. De overige bronnen geven eenonderbouwing voor een fase uit de Roadmap, ofgeven een verheldering en voorbeelden.


Context, organisatie & implementatie, pagina 249Meer lezen?1 De CeHRes Roadmap http://www.ehealthresearchcenter.org/wiki/2 Van Gemert-Pijnen JEWC, Nijland N,Ossebaard HC, et al. A holistic framework toimprove the uptake and impact of eHealthtechnologies J Med Internet Res 2011;In press.DOI:10.2196/jmir.16723 Van Gemert-Pijnen JEWC, Peters O,Ossebaard HC. Improving eHealth. The Hague:Boom; 2013.4 Contextual Inquiry & Value SpecificationBallejos, L.C. & Montagna, J.M. Method forstakeholder identification in interorganizationalenvironments. Requirements Eng. 2008.,13:281-297.5 Van Velsen L, MJ Wentzel J, JEWC VanGemert-Pijnen. Designing eHealth thatMatters via a Multidisciplinary RequirementsDevelopment Approach. JMIR Res Protoc2013;2(1):e21 DOI: 10.2196/resprot.25476 Van Limburg M, van Gemert-Pijnen JEWC,Nijland N, Ossebaard HC, Hendrix RM, SeydelER, Why Business Modeling is Crucial in theDevelopment of eHealth Technologies. J MedInternet Res 2011;13(4):e124Design7 De Jong N., Eikelenboom-Boskamp, A.,Voss, A., Van Gemert-Pijnen, JEWC, Usercenteredand Persuasive Design of a Web-Based Registration and Monitoring System forHealthcare-Associated Infections in NursingHomes. The Sixth International Conference oneHealth, Telemedicine, and Social Medicine(eTelemed 2014). Pp.: 152-157, ISBN: 978-1-61208-327-88 Verhoeven F. When staff handle staph: userdrivenversus expert-driven communicationof infection control guidelines. Dissertation,University of Twente, 20099 Wentzel, J., Van Velsen, L., van Limburg,M., de Jong, N., Karreman, J., Hendrix, R., &Van Gemert-Pijnen, J. Participatory eHealthdevelopment to support nurses in antimicrobialstewardship. BMC Med Inf & Dec Making,2014, 14:45.10 Jaspers, M.W.M. A comparison of usabilitymethods for testing interactive healthtechnologies: Methodological aspects andempirical evidence. International Journal ofMedical Informatics 78 (2009), pp. 340-353.DOI: 10.1016/j.ijmedinf.2008.10.00211 Fogg BJ. A behavior model for persuasivedesign. In: Proceedings of Persuasive 2009,the Fourth International Conference onPersuasive Technology, Claremont, USA,2009.12 Oinas-Kukkonen, H., M. Harjumaa. PersuasiveSystems Design: Key Issues, Process Model,and System Features. In: Communications ofthe Association for Information Systems 24(2009), Art. 28, pp. 485-500.


Operationalisation13 Cain M, Mittman R. Diffusion of innovationin health care. Oakland, CA: CaliforniaHealthCare Foundation, 200214 Osterwalder A, Pigneur Y, Tucci C. Clarifyingbusiness models: origins, present, andfuture of the concept. Communications ofthe association for Information Systems2005;16(1):1-25Summative evaluation15 Nijland, N., van Gemert-Pijnen, J. E., Kelders,S. M., Brandenburg, B. J., & Seydel, E. R.(2011). Factors influencing the use of a Webbasedapplication for supporting the self-careof patients with type 2 diabetes: a longitudinalstudy. Journal of medical Internet research,13(3). doi: doi:10.2196/jmir.160316 Sieverink, F., Kelders, S. M., Braakman-Jansen, L. M. A., & van Gemert-Pijnen, J. E.W. C. (2014). The Added Value of Log FileAnalyses of the Use of a Personal HealthRecord for Patients With Type 2 DiabetesMellitus: Preliminary Results. Journal ofdiabetes science and technology, 8(2), 247-255. doi: 10.1177/193229681452569617 Kelders, S. M., Bohlmeijer, E. T., &Van Gemert-Pijnen, J. E. W. C. (2013).Participants, usage, and use patterns of aweb-based intervention for the prevention ofdepression within a randomized controlledtrial. Journal of medical Internet research,15(8). doi: 10.2196/jmir.225818 Van Gemert-Pijnen, E. J., Kelders, M. S.,& Bohlmeijer, T. E. (2014). Understandingthe Usage of Content in a Mental HealthIntervention for Depression: An Analysis ofLog Data. J Med Internet Res, 16(1), e27. doi:doi/10.2196/jmir.2991


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.1e lijn: Huisarts: Dementie1e Lijn: Huisarts: Dementie< 902015 Dementie (NL=3) 100x100 5K106 - 110Hui_15_V08091 - 951 - 9096 - 10591 - 9596 - 105ZZP 5 VV 2015 - 2030/2015ZZP5 15-3030/15 zzp 5 VV Psychogeriatrisch (NL=147) 50x50> 105 & > 105 groei95-105 & < 95 groeiLDZ_30_V092015 Huisarts Dementie 2015 Langdurige zorg Buurt ZZP5 15-30> 1100> 105 & 95-105 groei< 95 & > 105 groei1 - 9596 - 105> 105 & < 95 groei< 95 & 95-105 groei106 - 195432015 zzp 95-105 5 VV & Psychogeriatrisch > 105 groei (NL=4) < 100x100 95 & < 95 3KgroeiLDZ_15_V0995-105 & 95-105 groei01 - 95


Context, organisatie & implementatie, pagina 252EHEALTH & SERVICE DESIGNIngeborg GriffioenDe mogelijkheden en complexiteit in dezorg nemen toe en de zelfredzaamheidvan de patiënt moet tegelijkertijd wordenvergroot. Een deel van de mensen in dezorg (patiënten én zorgverleners) redt zichprima, maar anderen hebben moeite met dekeuzes die soms onder tijdsdruk moetenworden genomen en vergaande risico’sen consequenties kunnen hebben. In ditartikel wordt de bijdrage van een opkomendvakgebied beschreven dat in sommigegevallen uitkomst kan bieden: servicedesign. Ontwerpers creëren samen met eenmultidisciplinair team van stakeholders eennieuwe of verbeterde dienstverlening dienuttiger en gebruiksvriendelijker is en beterwordt gewaardeerd. Hun aanpak is verrassenden geeft nieuwe inzichten en oplossingen.DilemmaMeneer Schulke moest een risicovolle operatieondergaan en zijn vrouw vindt het doodeng.Ze zijn al ruim vijfenveertig jaar getrouwd enaltijd is haar man Karel haar steun en toeverlaatgeweest. Nu, in het blauwe operatiehemd inbed, lijkt hij voor het eerst zo beangstigendbroos en valt de angst en machteloosheid haarzwaar. Altijd had Karel alles thuis geregelden nu komt het allemaal op haar schouders.De verpleegkundigen en artsen zijn aardig enbehulpzaam, maar lijken ook druk bezet. Zeheeft inmiddels al veel zorgprofessionals gezienen gesproken in een korte tijd. Steeds vraagt zezich af of ze wel het beste doet en beslist voorKarel.Ze spit de vele folders door, leest de etikettenvan de medicijndoosjes, met altijd weer dieangst dat ze wat vergeet, zoals een afspraakof controle of de juiste weg in het ziekenhuis.Hiervoor is ze toch niet opgeleid? Het maakthaar angstig en opstandig en ze probeert diegevoelens weg te duwen, want juist nu moet zehaar hoofd erbij houden, voor Karel.Niet alleen in ziekenhuizen, ook in de extramuralezorg worstelen cliënten, mantelzorgers enzorgverleners met de groeiende complexiteit.Die complexiteit is het gevolg van toenemendediversiteit (aandoeningen, culturen, wet-en regelgeving, specialisaties), medische,financiële en technische mogelijkheden enafhankelijkheden tussen zorgverlenendeinstanties. Tegelijkertijd wordt er gestreefdnaar grotere participatie van cliënten in hetzorgtraject. Hoe kan de zorgsector, met dezetoenemende mogelijkheden én complexiteit,blijven aansluiten bij de mensen die dezesector zo hard nodig hebben? Hoe blijft dezorgverlening behapbaar en gebruiksvriendelijk,of -liever nog- een gewaardeerdedienstverlening?Het dilemma is al lang bekend en de problemendie optreden worden aangepakt met hetleveren van nóg meer informatie, technologie ofmenskracht.Service designIn andere sectoren, waar een vergelijkbareproblematiek speelt, wordt vaak gebruikgemaakt van service design. Service design iseen vakgebied dat bijdraagt aan de ontwikkelingvan nieuwe of verbetering van bestaandedienstverlening. Het doel is ten eerste deze


Context, organisatie & implementatie, pagina 253dienstverlening nuttiger, gebruiksvriendelijker enmeer gewaardeerd te maken. Het tweede doelis dat deze zowel efficiënter als effectiever wordtvoor organisaties [Stefan Moritz, 2005].Designers zien dat dienstverlening in de zorgvaak nog complexer is dan in de anderesectoren waar service design al vaker wordtingezet.Ten eerste zijn er vaak meer stakeholdersdirect of indirect bij betrokken, patiënten énmedewerkers, werkzaam in verschillendeafdelingen of organisaties. Alhoewel zij elkaarvaak niet persoonlijk kennen, dragen zijgezamenlijk de verantwoordelijkheid.Daarbij worden soms noodgedwongengrote risico’s en beslissingen genomen,bijvoorbeeld bij ernstig zieke patiënten ofgecompliceerde ingrepen. Het persoonlijkbelang bij de dienstverlening is, zeker bijpatiënten, vaak groter dan bij andere vormen vandienstverlening, zoals een telefoonabonnementof een webshop.Juist in de zorgsector kan service designhet verschil maken. Service designers kijkenmet een andere bril naar de zorgsector danzorgprofessionals. In plaats van zich te focussenop een specifiek probleem (zorgvraag),beschouwen zij het probleem binnen de contextvan het gehele zorgproces. Zij staan openvoor de mogelijkheden en exploreren deze opcreatieve wijze.Waar de zorgsector zich enkel richt op defunctie (het nut) van een dienst, richten servicedesigners zich zowel op het nut, als op degebruiksvriendelijkheid en de beleving door debetrokken gebruikers. Beide begrippen wordenhieronder toegelicht.Bij gebruiksvriendelijkheid kijkt de servicedesigner naar de frequentie van een handeling:als een gebruiker een handeling vaakmoet uitvoeren, dan moet deze extra goedtoegankelijk en makkelijk zijn, zoals het aflezenvan het etiket van medicijnen. Ook wordtgekeken naar de volgorde waarin de gebruikerhandelingen moet of wil uitvoeren: is die logischen vanzelfsprekend? Welke informatie krijgt depatiënt mee naar huis na een operatie en vallende belangrijke instructies als eerste op, ook bijiemand die nog pijn heeft?Ook de beleving wordt onderzocht. Eenschoonmaakbedrijf dat een pand heeft datvies en rommelig is, geeft weinig vertrouwen.Op basis waarvan besluit een patiënt of heteen zorginstelling vertrouwt? Hoe komt dewebsite, de folder, de app, de wachtruimte of debespreekruimte over? Voelt de patiënt zich opbasis van deze elementen in een omgeving waarde beste, meest actuele kennis over zijn of haaraandoening aanwezig is en waar met zorg wordtomgegaan met patiënten?


Context, organisatie & implementatie, pagina 254Kenmerkend voor service design zijn devolgende principes [Stickdorn, Schneider, 2010]:• De gebruikers staan centraal in de nieuwe ofverbeterde dienstverlening. Met gebruikerswordt niet alleen de patiënt bedoeld, maar ookde familie, zorgverleners en de vele anderestakeholders die in de dienstverlening eenrol spelen. Dit zijn bijvoorbeeld de CSA ofschoonmakers of gastvrouwen, afhankelijk vande dienst die wordt ontwikkeld;• Service design is een co-creatieproces.Het is een iteratief proces dat met eenmultidisciplinair team wordt doorlopen. Metmultidisciplinair wordt bedoeld dat er naastde service designer(s) allerlei stakeholders zovroeg mogelijk in het ontwikkeltraject wordenbetrokken. De service designer is getraind inhet zo effectief en doelgericht mogelijk leidenvan het creatieve proces. De stakeholdersbrengen hun kennis en ervaring in (enaanwezige creativiteit!). Goede dienstverleningvergt immers samenwerking en afstemming,dwars door traditionele afdelingen heen;• Dienstverlening wordt beschouwd als eenopeenvolgende reeks van handelingen die eensterke onderlinge samenhang vereisen.• De vaak abstracte beschrijving vandienstverlening wordt door service designerstastbaar (en meetbaar) gemaakt met fysiekemiddelen;• De volledige omgeving of context waarde dienstverlening zich afspeelt wordtbeschouwd. Dat betreft niet alleen de volledigedienstverlening in de zorginstelling of –organisatie, maar ook de informatie die eenpatiënt vooraf krijgt en de nazorg.De rol van de service designerDe service designer betrekt de gebruikers enstakeholders in het ontwikkeltraject en leidt hetontwikkeltraject. Daarbij wordt de complexiteitvan de zorgverlening en de toegevoegde waardevan de (nieuwe) dienstverlening inzichtelijkgemaakt met visualisaties, zoals schetsen enprototypes.De designer creëert een begrippenkaderen een visuele taal die alle gebruikers nietalleen makkelijk begrijpen, maar waardoorze ook makkelijker kunnen participeren inhet ontwikkelproces. Als de toekomstigedienstverlening bijvoorbeeld wordt besprokenaan de hand van een storyboard of denieuwe werkwijze wordt nagespeeld op eenvereenvoudigde plattegrond, wordt het voor degebruiker eenvoudiger. Zij kunnen hun wensen,ideeën en zorgen makkelijker kenbaar maken,dan wanneer de dienstverlening enkel staatbeschreven in een rapportage.


Context, organisatie & implementatie, pagina 255De service designer helpt een team omspecificaties van de nieuwe dienstverleningte definiëren en om in kaart te brengenwelke aanpassingen in de toekomst nodigzullen zijn. Ze brengen in kaart (letterlijk!)welke gebruikersgroepen er zijn, hoe dedienstverlening er uit zou kunnen zien, wat ditvoor deze gebruikersgroepen betekent en welkerisico’s weggenomen moeten worden. Het doelis dat gebruikers en stakeholders vloeiend hetzorgpad kunnen doorlopen.Service designers, die tevens een opleidinghebben als industrieel ontwerper, interactiondesigner of grafisch ontwerper, kunnende fysieke elementen ontwerpen voor dedienstverlening zelf, zoals:• Producten (ook bedieningsinterfaces,verpakkingen, etc.);• Ruimtes (samen met (binnenhuis)architecten);• Communicatie (websites, apps,bewegwijzering, pictogrammen, formulieren,folders, handleidingen, instructies,procesoverzichten, etc.);• Branding (logo, huisstijl, banners, etc.).Service designers helpen het team in deschoenen van de vele toekomstige gebruikerste stappen. Die toekomstige gebruikers kunnenallemaal een ander mentaal model hebben vanwaaruit ze handelen. Dat mentale model wordtgevormd door eerdere ervaringen, door kennis,maar ook door hun leeftijd en cultuur, door watze van anderen hebben gehoord of door wat zeooit hebben geleerd. De service designer gaatop zoek naar de mentale modellen en schat inhoe haalbaar het is om de dienstverlening bijdeze mentale modellen te laten aansluiten (ofom een nieuwe te creëren bij de toekomstigegebruikers).Soms kan een mentaal model tot verrassendeoplossingen leiden. Voorbeeld: een ziekenhuiswilde een nieuwe afdeling dagbehandelingbouwen en zocht geschikte bedkastjes om depersoonlijke bezittingen van de patiënten in op tebergen. De patiënten werden echter gedurendede dag verplaatst van de ene naar de andereruimte en daarbij was het belastend voor deverpleging om de kastjes er steeds achteraan terijden. Besloten werd om koffers aan te schaffen.De koffers waren niet alleen makkelijker teverplaatsen maar de patiënten waardeerdende koffers ook omdat ze het gevoel hadden(mentaal model) dat ze die dag een bijzonderereis maakten. Daar pasten de koffers uitstekendbij en iedereen borg zijn spullen keurig op.Voorbeelden van service designCase 1Patiëntveiligheid vergroten. De VVCZ (VerenigingVoor Curatieve Zorg) is een onafhankelijke, nonprofitvereniging van inmiddels 15 NederlandseZiekenhuizen. De vereniging helpt ziekenhuizenom de patiëntveiligheid te vergroten. Wijhebben samen met vele medewerkers van debetrokken ziekenhuizen een gebruiksvriendelijkesystematiek ontwikkeld om de implementatie vande peri-operatieve richtlijnen te versnellen ente vereenvoudigen. Deze systematiek noemenwe de Medische Metrolijn. De naam is ontleendaan een poster die overzicht biedt aan demedewerkers over het gehele proces dat eenpatiënt doorloopt: van intakegesprek tot ontslag.


Context, organisatie & implementatie, pagina 256De betrokken afdelingen staan aangegeven,de controlemomenten, de stopmomenten en deverantwoordelijken.In enkele sessies wordt het zorgtrajectgevisualiseerd. Er wordt in kaart gebrachtwat goed gaat en welke delen van hetzorgproces volgens de medewerkers ofaudits extra aandacht behoeven. Het laat zienhoe de werkzaamheden van henzelf en huncollega’s samenhangen. Om de implementatieverder te helpen (en te borgen!) zijn er insamenspraak met diverse afdelingen toolsontwikkeld. Er zijn zowel webbased tools, alseen lijn pictogrammen, instructies en producten.Daarnaast is er een scan ontwikkeld waarmeeziekenhuizen elkaar kunnen toetsen en adviserenop patiëntveiligheid.Case 2Kinderen met en zonder een handicapsamen laten spelen. De Speeltuinbende.NSGK (Nederlandse Stichting GehandicapteKind) stelde vast dat kinderen met én zonderbeperking in veel speeltuinen niet samen kunnenspelen. Dat komt onder meer door het ontbrekenvan geschikte toestellen of een geschikteinfrastructuur. Samen met NSGK, een heleboelkinderen, ouders, speeltoestelleveranciers enspeeltuinverenigingen hebben wij gewerkt aaneen co-creatie-team: De Speeltuinbende. Dezebende is een stoere club die speeltuinen optoegankelijkheid test en zo speeltuinen helpthun dienstverlening te verbeteren. Gezamenlijkwerden een testbus, keuringsinstrumenten,bendejacks en website ontwikkeld. Hetteam creëerde ook een testapp (www.speeltuinbendewijzer.nl).EffectUit de diverse trajecten die wij hebben doorlopenmet verschillende ziekenhuizen, blijkt dat servicedesign een methode is die effectief gebruikmaakt van de kennis van stakeholders enbovendien meer betrokkenheid creëert. Juist diebetrokkenheid heeft er bij diverse projecten voorgezorgd dat medewerkers in de zorginstellingenook na afloop van het project de dienstverleningbleven verbeteren. Op de werkvloer is hetbeste te zien welke inefficiënties, hiaten en dusverbetermogelijkheden er zijn. Door servicedesign in te zetten, krijgt iedereen een beteroverzicht van het gehele proces en inzicht in dehaalbaarheid van verbeteringen.Mevrouw Schulke is inderdaad niet opgeleidvoor het complexe zorgtraject van haar man,maar juist haar ervaringen en ideeën zijn vangrote waarde voor de zorginstelling. Samen metandere stakeholders onder leiding van servicedesigners kan zij het verschil maken, voor devele andere patiënten, hun familieleden enzorgverleners die nog gaan komen.Bijschriften bij de afbeeldingen:Figuur 1. Aan de hand van aangepasteplattegronden bespreekt een team de gewenstewerkwijze in het nieuwe OK-complex. Designersobserveren en leggen de overwegingen vast.Figuur 2. In een vereenvoudigde simulatie werkteen multidisciplinair team van zorgprofessionals,architecten, technici, ontwerpers en facilitairmedewerkers aan de gewenste indeling enverbeterde onderlinge afstemming.


Context, organisatie & implementatie, pagina 257ENGAGEMENTPLATFORMS,NIEUWE VORMEN VAN INCO-CREATIE EHEALTHONTWIKKELENEvert Jan van HasseltDe meeste eHealth oplossingen wordenontwikkeld voor een specifieke aandoeningof handicap. De toekomstige grootgebruikerszullen echter in toenemende mate eencombinatie van ondersteuning nodighebben. Daarom is het van belang om tewerken aan een integrale omgeving vanwaaruit verschillende eHealth oplossingenkunnen worden aangeboden. Een omgevingdie alle actoren (cliënten, mantelzorgers,hulpverleners) in staat stelt om met elkaarin co-creatie tot de juiste ondersteuning tekomen. Zo’n co-creatie omgeving wordt eenengagementplatform genoemd.Integrale omgevingDit boek laat een rijke verzameling aan eHealthoplossingen zien. eHealth oplossingen stellenmensen in staat thuis zelfstandiger te acterenen meer regie over hun eigen leven te houden.Daardoor kunnen mensen langer thuis blijvenwonen. Dit draagt bij aan een hogere kwaliteitvan leven. Daarnaast levert dit significantekostenvoordelen op. eHealth oplossingenvormen daarmee een belangrijk wapen in destrijd om de groeiende vraag naar zorg enondersteuning betaalbaar te beantwoorden.Potentiële gebruikers van eHealth oplossingenhebben in toenemende mate te maken met eencombinatie van aandoeningen (multimorbiditeit).Daardoor zal er ook steeds vaker behoefteontstaan aan een combinatie van eHealthoplossingen.Om te voorkomen dat de gebruiker wordtgeconfronteerd met allerlei verschillendesystemen in huis, is het wenselijk dat deverschillende eHealth oplossingen vanuit éénintegrale omgeving worden aangeboden.Er is nog een geheel andere reden waaromer behoefte is aan een integrale omgeving.Dat heeft te maken met nieuwe vormenvan organisatie. Er ontstaan nieuwe, meerorganische vormen van samenwerking, waarbijmensen autonoom acteren en in samenhang metelkaar waarde creëren (ecosystemen). Dit biedtenorme kansen voor zorgvragers, zorgverlenersen mantelzorgers om met elkaar een hogerekwaliteit van dienstverlening te realiseren tegenlagere kosten. Zo’n ecosysteem functioneertveel beter en biedt meer mogelijkheden met eenintegrale ICT omgeving.Co-creatieEen belangrijk kenmerk van werken inecosystemen is co-creatie. Daarbij pasteen kanttekening. Co-creatie is een enormhypewoord geworden. Tegenwoordig sprekenwe al over co-creatie als twee mensen op eenafdeling met elkaar samenwerken. Vroegernoemden we dat gewoon samenwerken.Anderen praten over co-creatie als medewerkersgaan samenwerken met klanten. Waarom blijvenwe dat niet gewoon samenwerken noemen?


Context, organisatie & implementatie, pagina 258Met co-creatie bedoelen wij een manier vansamenwerken die zich het best laat omschrijvenals ‘georganiseerd langs elkaar heen werken’.Mensen die op deze manier werken, zijnzich er vaak helemaal niet van bewust dat zijsamenwerken. Ieder doet zijn eigen ding, en zijdoen dat in een context die de verschillendeactiviteiten als het ware verbindt. Daardoorontstaat een optelsom van activiteiten, die eenbepaalde waarde oplevert. De waarde vandie optelsom is groter dan de waarde van deafzonderlijke delen.Dit klinkt abstract, maar wordt duidelijk aan dehand van een voorbeeld. In 2005 lanceerdeLEGO zijn LEGO Factory. Hiermee kondenLEGO-gebruikers hun eigen LEGO-ontwerpmaken en uploaden naar de site van LEGO.Vervolgens konden ze dit ontwerp daadwerkelijkbestellen. Er werd een doos op maat gevuld metalle benodigde LEGO-blokjes uit het ontwerpopgestuurd naar het huisadres van de LEGOgebruiker.De LEGO-gebruiker ontwierp achter zijncomputer thuis zijn eigen creatie. Na debestelling ging bij LEGO een orderpicker aanhet werk. Deze kreeg een stukslijst en stopte allebenodigde LEGO-blokjes in een doos, voegdede automatisch gegenereerde bouwhandleidingtoe en verstuurde de doos ten slotte per post.Hier werkten de LEGO-gebruiker en deorderpicker samen. Beiden nodig om dewaarde uit dit voorbeeld te leveren en hunwerkzaamheden op elkaar af te stemmen. Tochhadden zij geen van beiden het idee dat zesamenwerkten. Ieder deed zijn eigen ding. Dewebsite met het LEGO-ontwerpprogramma endaaraan gekoppeld het backofficesysteem in hetLEGO-distributiecentrum knoopte de activiteitenaan elkaar. Zo werkten de LEGO-gebruiker en deorderpicker samen en creëerden ze een waardedie ze ieder voor zich niet hadden kunnencreëren.ICT als bindmiddelICT-ondersteuning speelt bij co-creatie eenbelangrijke rol. Dit is goed te zien in het LEGOvoorbeeld. Zonder de geboden ICT (website+ backofficesysteem) zou de co-creatie nietfunctioneren.Van oudsher heeft ICT in organisaties een geheelander functie. Dit bepaalt nog steeds hoe veelmensen tegen ICT aankijken. Om te begrijpenhoe ICT kan bijdragen aan co-creatie in eeneHealth omgeving, is het van belang om in tezien hoe ICT zich heeft kunnen ontwikkelen totdé verbindende factor bij co-creatie. Dit heeftplaatsgevonden in een aantal fasen:• Systems of Record Sinds de introductievan ICT in organisaties gebruiken wedeze technologie primair om zaken vast teleggen. Het type informatiesystemen datwe hiervoor hanteren, wordt aangeduidmet de overkoepelende term ‘systems ofrecord’. We leggen voorraadgegevens,productiegegevens, klantgegevens enzovoortvast. We gebruiken die gegevens om demanier van werken van onze organisaties teoptimaliseren. We krijgen meer inzicht in wat ergebeurt, zodat we kunnen bijsturen.• Systems of Engagement ICT krijgt een


Context, organisatie & implementatie, pagina 259geheel nieuwe functie. Het gaat niet meerom het vastleggen van gegevens waarmeeinzicht wordt verschaft in de manier waaropde organisatie reilt en zeilt, maar ICT wordtde ‘verbindingslaag’ tussen mensen die metelkaar samenwerken. ICT gaat de ‘C’ in zijnnaam eindelijk eer aan doen! Binnen bedrijvenwordt deze ontwikkeling op heel kleine schaalzichtbaar. Vaak begonnen als een intranetontstaan daar gaandeweg zogenaamdecollaboration-platforms. De registratiefunctievervult er een ondergeschikte rol. Uiteraardverdwijnt deze functie niet geheel, maar wordtonderdeel van een groter geheel, dat primairgericht is op het verbinden van mensen.• Engagementplatforms Zolang deze systemenalleen binnen organisaties zelf wordengebruikt, blijft het effect ervan beperkt. Deechte kracht komt pas naar boven als dezesystemen organisatie-overstijgend gaanfunctioneren. Mensen uit verschillendebedrijven en ook hun klanten kunnen op diemanier veel effectiever samenwerken en totnieuwe vormen van waardecreatie komen.Dit vereist dat deze ICT-systemen ookbuiten de grenzen van de eigen organisatiebeschikbaar zijn. In feite zijn dit platforms voorbedrijfsoverstijgende samenwerking. Daaromworden deze systemen wel aangeduid met‘engagementplatforms’.Het zijn deze engagementplatforms die eenbelangrijke rol vervullen bij co-creatie. Het LEGOvoorbeeld laat dat goed zien. De website metde LEGO Factory-applicatie vormt samen methet backofficesysteem van LEGO een integraalplatform. Dit biedt de LEGO-gebruiker eengrafische omgeving om zijn ontwerp te maken,terwijl datzelfde platform voor de orderpicker eenstukslijst produceert met de LEGO-bouwstenendie in een specifieke doos moeten.Stand van de technologieModerne ICT is steeds beter in staatom complexe vormen van co-creatie teondersteunen. De huidige stand van detechnologie biedt een aantal bouwblokken voorengagementplatforms, dat wel wordt aangeduidmet de afkorting SMACT (“smacked”):• Social Sociale media stellen mensen in staatom zich op organische wijze met elkaar teverbinden. Zo ontstaan (online) communities,waarbinnen vormen van co-creatieplaatsvinden.• Mobile De ontwikkeling van de smartphonezorgt dat mensen niet meer afhankelijk zijnvan pc’s of laptops om toegang te krijgentot een engagementplatform. Ze hebbendie toegang als het ware in hun broekzakzitten. Als je connected bent, heb je toegang.De ontwikkeling van zogenoemde apps –kleine programmaatjes die je eenvoudigop je smartphone kunt installeren – draagteveneens bij tot snelle ontwikkeling enverbreiding van engagementplatforms. Dezeapps vormen als het ware de tentakels vanhet engagementplatform die de individuelegebruiker bereiken. Apps bieden toegang opmaat tot deze platforms.• Analitics Dit wordt ook wel big data genoemd.Hoewel voor de eindgebruiker min of meeronzichtbaar zorgt big data misschien wel voordé doorbraak van engagementplatforms. Dezetechnologie analyseert grote hoeveelhedengegevens en destilleert daar relevante


Context, organisatie & implementatie, pagina 260informatie uit. Google gebruikt dit bijvoorbeeldom zoekresultaten op maat te geven. Big datazorgt er feitelijk voor dat informatie organischgaat stromen. Dat maakt dat iedere participantin het co-creatie proces altijd over de optimaleinformatie beschikt om zijn persoonlijke,individuele beslissingen te kunnen nemen.• Cloud Cloud computing verplaatstautomatisering van de ICT-afdeling naarinternet. In plaats van in een computerruimteof rekencentrum binnen een bedrijf wordenapplicaties via internet beschikbaar gesteld.Een bekend voorbeeld is het online CRMsysteemSalesforce.com. Cloud computingwordt steeds groter. Het is een extreembelangrijke ontwikkeling voor de ontwikkelingvan engagementplatforms. Doordat deze vanuitde cloud beschikbaar worden gesteld, zijn deplatforms door iedereen overal te benaderen.Dat is een noodzakelijke voorwaarde om zo’nplatform goed te laten werken.• Things De meest recente ontwikkeling op ditterrein wordt aangeduid met Internet of Things.Dit verwijst naar allerlei dingen die wordenaangesloten op de informatiesnelweg. Denkdaarbij aan een T-shirt die de temperatuurmeet van de drager. Of een tennisbal dieop ieder moment weet waar hij zich bevindt.Door naast (mobile) devices ook dingen opeen engagementplatform aan te sluiten, wordtpotentieel alles om ons heen onderdeel van datengagementplatform.Verrijken van de werkelijkheidICT biedt unieke mogelijkheden om zaken toete voegen aan de werkelijkheid en daarmeeeen nieuwe realiteit te creëren. Door onzereële wereld te verrijken met digitale elementenwordt de werkelijkheid uitgebreid. Dit biedtkrachtige nieuwe mogelijkheden voor een ICTinfrastructuurdie compleet andere manierenvan waardecreatie ondersteunt. Een goedvoorbeeld is augmented reality. Hierbij wordenbeelden toegevoegd aan datgene wat we inwerkelijkheid zien. Als je met de Layar-app opje mobiele telefoon naar bijvoorbeeld een winkelkijkt, zie je op het scherm van je telefoon – naastde bewuste winkel – extra informatie over watje in die winkel kunt kopen. BMW gebruikt eenspeciale bril waarmee een servicemonteuraanwijzingen krijgt via beelden die overhet werkelijke beeld van de motor wordengeprojecteerd.Met zulke technologie wordt een engagementplatformeen verlengstuk van individueelmenselijk handelen. Het biedt een unieke manierom het handelen van verschillende mensenaan elkaar te koppelen en daarmee het cocreatieproceste ondersteunen. Dit gaat nogeen stap verder met wat we hebben aangeduidmet Internet of Things: allerlei objecten,variërend van keukenapparatuur tot kleding,worden aan internet gekoppeld. Op die manierkunnen ze worden beïnvloed en ook informatieterugsturen, zodat in potentie alles om ons heenonderdeel wordt van de ICT-infrastructuur die weengagementplatform noemen.BelevingDe website uit het LEGO voorbeeld biedt degebruiker een grafische omgeving om zijneigen ontwerp te maken. Beleving speelt in dieomgeving een belangrijke rol. Beleving blijkt inhet algemeen een aanjager van het co-creatie


Context, organisatie & implementatie, pagina 261proces te zijn. Er is immers geen top-downcommandostructuur meer, er is niemand meerdie vertelt wat er moet gebeuren. De bewegingmoet uit de mensen zelf komen. Dit sluit ookweer aan bij de ontwikkeling die de mens deafgelopen decennia heeft doorgemaakt. Metname voor jongere mensen geldt dat ze ietswillen beleven. Zodra er weinig meer te belevenis, haken ze af.Essentieel om co-creatie goed van de grond tekrijgen is dus het creëren van een beleving voorde co-creator. Dat nodigt hem uit om mee tedoen in de co-creatie en daarmee komt de cocreatieecht van de grond.Wat betekent dit alles voor eHealth?Door eHealth oplossingen via een centraalengagementplatform aan te bieden, ontstaangrote voordelen:• Verschillende eHealth oplossingen zijn viaéén omgeving tegelijk beschikbaar voor eengebruiker. Geen verschillende systemen meer,die elkaar (negatief) kunnen beïnvloeden;• De gebruiker hoeft maar met één omgeving teleren werken. Vanuit die omgeving heeft hij allenoodzakelijke functionaliteit beschikbaar;• Iedereen die betrokken is (de zorgvrager,zorgverleners, mantelzorgers) heeft vanuitzijn eigen omgeving (of waar ze maarwillen) toegang tot het platform en kan daarparticiperen in het co-creatie proces;• Ontwikkelaars van eHealth oplossingenkunnen gebruik maken van de rijkefunctionele mogelijkheden die een standaardengagementplatform biedt en hoeven niet alletechnologie zelf te ontwikkelen;• Ontwikkelaars van eHealth oplossingenkunnen hun producten op elkaar aansluiten endaarmee verder geïntegreerde oplossingenaanbieden.Een optimaal engagementplatform creëertvoor ieder van de actoren in de co-creatieeen beleving op maat. Dat is waaropengagementplatforms zich met nameonderscheiden van de traditionele systemsof record. De technologie waarmee dewerkelijkheid als het ware wordt verrijkt, speelthierbij een belangrijke rol.


VAN WEERSTAND NAARDRAAGVLAK: COMMUNI-CATIE BIJ INNOVATIEJosé van BerkumDe tijd lijkt voorbij dat e-Health toepassingenzoals zorg-op-afstand vooral technischworden ingestoken. Dat dat niet werkt,is inmiddels de ervaring van veelzorginstellingen die hebben ervaren datzorgprofessionals en cliënten niet spontaanstaan te springen om een innovatie teaccepteren en omarmen. Zo vreemd is datniet. Waar veranderingen plaatsvinden, en deintroductie van e-Health is een veranderingdie raakt aan de beroepsopvatting en –uitoefening binnen de zorg, hebben mensenbehoefte aan informatie.Ook duiding van het ‘hoe en waarom’ blijktbelangrijk. Evenals positieve voorbeelden enervaringen van andere zorginstellingen. Zelfervaren en meedenken, zich betrokken voelen,is cruciaal. Zo niet, dan ‘slaat de innovatie’ nietaan, wordt er al snel gesproken van weerstanden verdwijnt het goedbedoelde initiatief zonderooit een echte kans gehad te hebben.Communicatie als kritische succesfactorCommunicatie, het informeren en betrekken vanmensen, blijkt een kritische succesfactor te zijnbij de introductie en implementatie van nieuwetechnologie. En kan het verschil uitmaken tussenfailure en succes van een e-Healthtoepassing.Helaas zijn eigen medewerkers vaak eenvergeten groep in de communicatiestrategie vaneen organisatie.Als er al sprake is van een strategie dan is dievaak gericht op externe belanghebbenden(stakeholders). Bij een innovatie, met de daarbijbehorende nieuwe manier van werken, is diemedewerker echter cruciaal. Want als dearts, verpleegkundige of andere zorgverlenerhet belang ervan niet (h)erkent, dan gebeurter weinig mee. Want alleen geïnformeerdeen gemotiveerde zorgprofessionals kunnenelkaar en hun patiënten/cliënten/klanten ervanovertuigen dat er méér manieren zijn om zorgte geven en ontvangen. Zo niet, dan kan eenperfecte e-Healthtoepassing zoals FaceTalk,videogesprekken waarmee zorgverleners metContext, organisatie & implementatie, pagina 262elkaar en met patiënten op afstand elkaar kunnenspreken, zo maar een stille dood sterven. Enzouden potentiële mogelijkheden en voordelenongezien verdwijnen.Thuiszorgorganisatie Sensire heeft goedbegrepen hoe belangrijk de eigen medewerkerszijn. Bij de introductie van hun beeldzorgdienstdoor middel van een iPad is gestart methet informeren en trainen van de eigenmedewerkers. Door hen vanaf het allereerstebegin actief te betrekken, en de vernieuwingvan hen te laten zijn, werd de introductie vanbeeldzorg een succes. Inmiddels bestaaner 1400 aansluitingen bij klanten en blijkt uitonderzoek dat ze contact via de iPad waarderen.Niet alles is weerstandApathie en weerstand frustreren veelvernieuwingen. Uitspraken als ‘Ze hebbenweer wat nieuws bedacht’, ‘Hebben wehet nog niet druk genoeg’ en ‘Het gaatzo toch goed’?, soms openlijk geuit, vaak


Context, organisatie & implementatie, pagina 263ondergronds smeulend, maken duidelijkwaarom veranderingen meestal niet vlekkeloosverlopen. Hoe kan het beleidsinstrument‘communicatie’ bijdragen om draagvlak tekrijgen? Draagvlak organiseren kost tijd, geld eneen bepaalde visie op communicatie. Want hoewerkt communicatie? Uit de eerste tijd van decommunicatiewetenschap stamt de visie dat dezender (vul zelf in: de bestuurder, de managerbv.) met een soort injectienaald zijn opvattingenkon injecteren in de passieve, willoze ontvanger(vul in: de medewerker).Deze lineaire visie op communicatie, actieis reactie, bestaat nog steeds. Als iets er‘doorgedrukt’ moet worden bijvoorbeeld, of in deuitspraak ‘dat moeten ze gewoon gaan doen’.Het kan niet verbazen dat al snel bleek dat deontvanger wel degelijk actief is, niet passief.Hij vraagt raad aan opinieleiders om zelf eenmening te vormen. Hij luistert, onthoudt eninterpreteert selectief, afhankelijk van hetreferentiekader dat is gevormd onder invloed vanopleiding, cultuur, stijl van leidinggegeven. Hijgebruikt media zoals het uitkomt, afhankelijk vande eigen behoefte. Of is obstinaat, wil nergensvan weten.Het gegeven dat zowel zender als ontvangeractief zijn en elkaar wederzijds beïnvloeden isinmiddels gemeengoed. Deze interactie-visie,met het befaamde stakeholders- en doelgroepdenken, wordt vaak wel met de mond, maar nietmet het hart of met de daad beleden. Daarmeeverworden doelgroepen, incluis de internedoelgroep, tot een papieren groep mensen,die in het slechtste geval digitaal of met papierbestookt worden met een eenheidsworst aanwoorden.De injectienaald uit vroegere tijden is er nogsteeds, en is gevuld met letters. Weerstand enapathie hebben meestal weinig te maken met‘niet willen’. Eerder met ‘niet weten’ en ‘nietkunnen’, een gevolg van het veronachtzamenvan het belang en de kracht van communicatie.En dat is jammer. Want mensen willen welveranderen, maar niet veranderd worden. Enom te veranderen is informatie en interactienodig, want ook bij e-Health geldt: onbekendmaakt onbemind (zie schema kennis, houding engedrag, mate van steun van medewerkers)Draagvlak verwervenInteractie werkt. Informeer en betrekmedewerkers vanaf het begin, en de kans dat zeeen innovatie snappen, accepteren en omarmen,is aanmerkelijk groter, dan wanneer een nieuwetoepassing ‘gedropt’ wordt. Geen top downbenadering, maar juist bottum-up, samen metalle geledingen binnen de organisatie. Met alsambitie een gezamenlijk referentiekader op eenonderwerp dat ervoor zorgt dat een veranderinger inderdaad komt. Soms langzaam, maarveranderingen kosten nu eenmaal tijd.Deze visie op communicatie, waarbij interactiehet uitgangspunt is, vraagt wel wat van eenorganisatie. In de eerste plaats de erkenningvan het principe dat interactie dé enigeimplementatiestrategie is die werkt. Daarbijmaakt het niet uit hoe groot de organisatieis, hoeveel klanten/cliënten/patiënten, of erverschillende locaties zijn, veel of weinig


Schema kennis, houding en gedrag,mate van steun van medewerkersCommitment-fase:GedragAdoptieDit is goedvoor mijzelf, voorde organisatieen voor onzeklantenLaten we er eensucces van makenAcceptatie-fase:HoudingAcceptatieIs eigenlijk wel goed,die veranderingBewustwordings-fase:KennisIk begrijp dat er ietsgaat veranderenIk begrijp watde gevolgen voor mijzijnBegrijpenTestIk hoor dat er ietsgaat veranderenBewustwordingContact


Context, organisatie & implementatie, pagina 265samenwerkingspartners. Hoewel dat uiteraardwel consequenties heeft voor de organisatie,uitvoering en de financiën. Betrokkenheid enzichtbaarheid van directie en bestuur is uiterstbelangrijk: medewerkers verwachten van hen datze in staat zijn beleid en visie over te brengen,en duidelijk te maken wat anders en beter moet.Ook de rol van teamleiders is relevant. Zijkunnen/moeten het gesprek aangaan metmedewerkers en hen actief betrekken, en hierbijde ervaringen en fouten van andere afdelingenbetrekken. Barrières tussen afdelingen zijn nietzomaar geslecht, en werkoverleggen zijn nietaltijd even vruchtbaar. Een communicatieveorganisatie ontstaat niet overnight. Daar isbewust ingezette en doordachte communicatievoor nodig (zie schema ambitie en interactiviteit).Communicatie en implementatieWat is dan een ideaalplaatje? Hoe kan hetinstrument ‘communicatie’ bijdragen aan deimplementatie van e-Healthtoepassingen?Neem bijvoorbeeld het implementatiemodel vanDamgaard & Scheepers voor de zorg. Dat startbij het management en komt via het globaalontwerp, het betrekken van zorgprofessionals, uitbij de pilot. Vervolgens komen de stakeholdersin beeld, vindt de uitrol plaats, met adaptatieen optimalisatie, afgesloten met de integratiein werkprocessen. De perscontacten, huisstijlen kernboodschap krijgen ook in dit post-pilotstadium een belangrijke plaats.Hoe communicatie binnen dezeverschillende stadia in te zetten?Een goed begin is het halve werk. Dat geldt vooriedere innovatie, hoe groot of klein ook. Door alsmanagement expliciet een communicatietrajectop te nemen in de businesscase, met tijdpaden financiën, is de aandacht voor communicatieop papier geborgd. Door het toe te voegenaan de portefeuille van een bestuurslid – endat consequent te communiceren - is hetvoor medewerkers duidelijk wie het bestuurlijkaanspreekpunt is: de vernieuwing krijgt eengezicht. De afdeling voorlichting zit vanaf hetbegin aan tafel, bewaakt de uitvoering van hetcommunicatietraject en adviseert directie/bestuurover hun aandeel daar in. Als het management/bestuur zich niet committeert, onzichtbaaren onhoorbaar is, dan vermindert de kansdat professionals zich achter de vernieuwingscharen aanmerkelijk.Educatie en trainingHet globaal ontwerp is een goed moment omzorgprofessionals erbij te betrekken. Wie dat zijn,is afhankelijk van de innovatie zelf, de gebruikersen/of eindgebruikers, en de samenwerking diedat vraagt. Innovators, de voorlopers die openstaan voor verandering, zijn hier op hun plaats.Ook hier is regievoering op communicatiebelangrijk, omdat de deelnemers belangrijkeambassadeurs kunnen worden binnen deorganisatie.Het functioneel ontwerp, gevolgd door de pilot,is cruciaal. Niet alleen zorgmedewerkers, ookeindgebruikers zijn in dit stadium belangrijk omde toepassing te beoordelen op functionaliteit engebruiksvriendelijkheid. Doet de toepassing wathij moet doet, en is de meerwaarde duidelijk?Werkt het?


Schema ambitie en interactiviteitAmbitieInformatieCommunicatieVerbondenheidSamen problemenaanpakkenBetrokkenheidWerkoverlegFeedbacksessieOndersteuningSeminarTrainingBegripPeptalkPresentatieBewustwordingNieuwsbriefEmailVideoPosterWebsiteInteractiviteit


In kleinere organisaties zijn er meestal natuurlijkecontactmomenten, die geschikt zijn om kenniste delen over de vernieuwing. De teammanagersspelen hierbij een belangrijke rol. Zij zijn delinking pin tussen bestuur en werkvloer, enzij horen vaak waar de schoen wringt. Ingrotere organisaties, met veel medewerkers,en verschillende locaties is ondersteuningdoor schriftelijke en digitale middelen vanbelang. Deze middelen zijn aanvullend op depersoonlijke uitwisseling, tussen collega’s enpartners in de keten.Ondersteunend materiaal en een contactpersoonvoor vragen en opmerkingen, geven vertrouwenin de organisatie. Het geeft medewerkers hetgevoel dat ze serieus genomen worden.Het commitment van stakeholders – dat als eenrode draad door het gehele traject loopt - eneen eventuele aanpassing van de huisstijl enhet naar buiten treden, vormt het sluitstuk incommunicatief opzicht. Maar alleen wanneerintern de zaken op orde zijn, want binnenbeginnen = buiten winnen.Leren is vooral doen en erover praten met elkaar.De uitrol – educatie en training – is daarmee vastonderdeel van het innovatieproces. Het biedt demogelijkheid de toepassing eigen te maken, teoptimaliseren en uiteindelijk te integreren. Hetfaciliteren hiervan is van groot belang. Naastde aanwezigheid van devices zoals een iPadzijn goede workshops waar verpleegkundigenkunnen oefenen, relevant.


IMPLEMENTATIE& OPSCHALINGVanmorgen teamAls een innovatie zich binnen een pilot heeftbewezen, wordt het besluit tot opschalinggenomen. Bij opschaling kan de innovatienaar andere afdelingen, regio’s of sectorenworden uitgebreid. Opschaling is het sluitstukvan een project. Na opschaling wordt deprojectstatus beëindigd en gaat deze over totde reguliere dienstverlening. Borging in dereguliere werkprocessen is dan van belang.Opschaling gaat niet vanzelf, er kunnen nieuwehindernissen ontstaan wanneer de innovatieop grote schaal plaatsvindt. In onderstaandeparagraaf beschrijft VanMorgen lessons learneddie een bijdrage leveren aan een succesvolleimplementatie en opschaling van zorginnovaties.VisieHet is belangrijk dat een organisatie, eenzorgaanbieder, een visie heeft op of opstelt voorhet gebruik van eHealth-technologie in werk-en zorgprocessen. Deze visie moet aansluitenbij de missie, visie, strategie en doelstellingenvan de organisatie. Het is het startpunt en hetmandaat voor de ontwikkeling en integratie vantechnologie in werk- en zorgprocessen. De visieheeft op zijn minst drie aspecten:• de belangrijkste waarden en doelen van deorganisatie in het gebruik van technologie;• de rol van technologie in de innovatiestrategievan de organisatie;• de doelgroepen waarvoor de organisatieeHealth-technologie wil gebruiken.Technologie kan aan verschillende waardenen doelen bijdragen. Dit kunnen de primairewaarden en doelen van de organisatie zijn ofsociale ontwikkelingen waar de organisatieaan mee wil doen, of beide. Zorg ervoor dat bijde aanvang van het project een gezamenlijkbeeld is van de waarden en doelstellingen waareHealth-technologie aan bij zou moeten dragen.Dit zorgt voor een duidelijk gemeenschappelijkdoel en het draagvlak voor het project wordtversterkt. Sterker: zonder visie komt eenontwikkeling en implementatie niet van de grond!Context, organisatie & implementatie, pagina 268Rol van de gebruikerGedurende de opschaling blijft het van belangde cliënt en zijn behoeften te kennen. Dezezijn niet alleen bij aanvang van een innovatievan wezenlijk belang. Ook in de fase vanimplementatie en opschaling zijn de ervaringvan een cliënt en medewerker belangrijk. In deuiteindelijke levering van diensten met eHealthtechnologieis het belangrijk hoe de gebruikerde werkelijke waarde van de dienst ervaart en ofdeze voldoet aan de verwachte waarde. Ook isbelangrijk hoe de gebruiker de betrouwbaarheidervaart van de partij die de dienst verleent. Als ersprake is van een gebrek aan vertrouwen, zal degebruiker de dienst minder gebruiken.DraagvlakHet niet kunnen ontstijgen van de pilotfasewordt vaak veroorzaakt door het gebrek aandraagvlak bij bestuurders of financiers, zij dieverantwoordelijk zijn voor brede implementatie.Daar waar in de pilotfase het uitvoerend niveauwordt betrokken en geënthousiasmeerd, kanhet voorkomen dat beslissers de innovatieonvoldoende ondersteunen.


Context, organisatie & implementatie, pagina 269Ook het middenmanagement is een factorom rekening mee te houden. Scheppen zijvoldoende de voorwaarden om de innovatieen de bijbehorende capaciteit en tijd hiervoorvrij te maken? Betrek hen in het ontwikkel- enimplementatieproces van de innovatie. Hetinzichtelijk maken van de voordelen voor iederestakeholder zal helpen om het draagvlak voor deinnovatie te vergroten.Communiceer over de innovatieVoor het draagvlak binnen de organisatie iscommunicatie erg belangrijk. Mensen in deorganisatie moeten weten wat de innovatieinhoudt en waarom deze ingezet is. Eénvan de oorzaken voor weerstand is namelijkonbekendheid met de innovatie. Men moet zichbetrokken voelen en daarvoor is communicatiezeer belangrijk. Maak voor aanvang vanimplementatie een communicatieplan insamenwerking met de afdeling communicatie.Laat de doelgroep, managers en het bestuurkennis nemen van de (succes)ervaringen metde innovatie. Communiceer niet eenmalig, maarvoortdurend.Het managen van de veranderingDe implementatie van de innovatie betreft eenveranderproces. Voor succesvolle veranderingis kennis van verandermanagement essentieel.Verandermanagement gaat over het succesvolinitiëren, realiseren en invoeren van een blijvendeverandering. Om die verandering te realiserenmoet zowel aan de zogenaamde ‘harde’ (o.a.structuur, strategie, systemen) als de ‘zachte’kant (emoties en gedrag) aandacht wordenbesteed.Het business modelIn een traditionele business case wordenkosten en opbrengsten voor de zorgaanbiederinzichtelijk. Krachtiger is het gebruik van debusiness model canvas. Dit is een visuele toolom het business model op overzichtelijke entransparante wijze in kaart te brengen. Zowelde verschillende business onderdelen alsde onderlinge relatie met elkaar (doelgroep,waardepropositie, bronnen, kanalen, activiteiten,partners, kosten en opbrengsten) wordengetoond.In het verdienmodel worden de verschillendekostencomponenten van de implementatieinzichtelijk gemaakt.Omdat het gebruik van eHealth in welzijnen gezondheidszorg achterblijft bij detechnologische ontwikkelingen, hebbenoverheden en verzekeraars nog geen goedefinanciële structuur ontwikkeld. Verzekeraarszijn terughoudend omdat er onvoldoendeaantoonbare kosteneffectiviteit is. Om diereden kan het raadzaam zijn financiers in eenvroeg stadium te betrekken bij de ontwikkelingvan eHealth-diensten en rekening te houdenmet hun waarden en standpunten. Tijdens deimplementatiefase moet duidelijk zijn welkefinanciële regelingen beschikbaar zijn.Een initiële business case voorafgaand aan depilotfase is een goed vertrekpunt voor financiëlekant van de innovatie. Door gedurende hetproject regelmatig te evalueren en bij te stellen,wordt de kosten en baten van de innovatiebewaakt. De benodigde aanpassingenversoepelen de fase van implementatie enopschaling.


Context, organisatie & implementatie, pagina 270Het managen van risico’sBij het gebruik van eHealth-technologie inzorgprocessen is een keten van meerdereactoren betrokken (fabrikanten, leveranciers,zorgaanbieders, zorgprofessionals enmantelzorgers). Elke actor heeft eenverantwoordelijkheid in de realisatie vande verwachte waarde. Er zijn misschienfactoren die een vernietigend effect hebbenop de betrouwbaarheid van de dienst meteHealth-technologie. Deze moeten wordengeïnventariseerd en afhankelijk van hetrisico, moeten beheersmaatregelen wordengenomen. De Nederlandse norm NEN8028,een kwaliteitsstandaard van telemedicine,onderscheidt risico’s in vijf deelgebieden(gebaseerd op de ISO14971): mensen,processen en procedures, informatie,technologie en financiën.bevoegdheden en verantwoordelijkheden vanalle actoren bij het zorgproces met eHealthtechnologieopnieuw te definiëren en vast teleggen.Een bruikbare tool hiervoor kan een ServiceBlueprint (SBP) zijn. Een Service Blueprintbeschrijft het proces hoe de cliënt de dienstgebruikt. Een service blueprint geeft inzichtin alle acties en taken om het zorgprocesmet eHealth-technologie te realiseren. Het isbelangrijk om zowel interne stakeholders als deexperts die betrokken zijn bij de dienstverleninghierbij te betrekken. Met de inventarisatie vande taken en acties ontstaat een overzicht vande belangrijke elementen die geïmplementeerdmoeten worden en wie binnen de organisatiedaarvoor verantwoordelijk is.• Kies een methodiek voor projectmanagement;• Ontwikkel een plan van aanpak in co-creatiemet relevante betrokkenen bij de innovatie.Laat het plan van aanpak de onderlegger zijnvoor de innovatie;• Geef een korte en SMART beschrijving vande doelen die bereikt moeten worden inclusiefevaluatiecriteria. Neem deze op in het plan vanaanpak;• Zorg voor een taakomschrijving van elketaak die uitgevoerd dient te worden en welkebronnen nodig zijn;• Zorg voor een tijdsplanning die inzichten geeftin welke bronnen nodig zijn en welke mijlpalener zijn in het project;Vormgeven van het nieuwe werkprocesZorg met behulp van eHealth-technologiewijkt af van de gebruikelijke zorg zonder dezetechnologie. Protocollen en procedures voorhet zorgproces moeten worden aangepastaan de nieuwe situatie. Ook is het zaak taken,Relevante kernactiviteiten voorimplementatie• Organiseer het project met een stuurgroepmet de meest belangrijke stakeholder,een projectmanager, het projectteam enwerkgroepen;


• Ontwikkel een communicatieplan;• Ontwikkel een business model metverdienmodel;• Inventariseer risico’s en trefbeheersmaatregelen indien nodig;• Evalueer effecten op basis van eenonderzoeksplan.Tot slotDoor het realiseren van de bovenstaandekernactiviteiten wordt de implementatiegeborgd in de organisatie. Het project wordtbeëindigd en gaat over in een reguliere vormvan dienstverlening. Kwaliteitsmanagementvan de geïmplementeerde dienstverlening startdoor een Plan, Do, Check, Act cyclus voor dezedienst op te zetten. Bij het doorlopen van dezecirkel zullen alle verwachte en onverwachteeffecten gemonitord worden. Incidentendienen geregistreerd en geanalyseerd teworden. Indien nodig zullen alternatieven voorde dienstverlening gemaakt worden zoalsaanvullende beheersmaatregelen.


Context, organisatie & implementatie, pagina 272MEANINGFUL USE:WAT IS DAT?Stefan OttenheijmHet Amerikaanse overheidsprogramma‘Meaningful Use’ moet zinvol gebruik(meaningful use) van elektronischepatiëntendossiers (EPD’s) bevorderen.Elementen uit dit programma zijn de moeitewaard om te onderzoeken of ze een rolkunnen spelen in Nederland. Bijvoorbeeldhet implementeren van en werken metgecertificeerde software. Maar wat isMeaningful Use eigenlijk?In beleidsstukken, adviezen en rapportagesdoemt de term ‘Meaningful Use’ herhaaldelijkop als een succesvol voorbeeld van eenAmerikaanse eHealth strategie. Maarwat is Meaningful Use precies, hoe is hetgeorganiseerd en wat zijn de bepalendefactoren van het programma? Dit hoofdstukgeeft een beknopte inkijk in de doelstellingenen organisatie van dit Amerikaanseoverheidsprogramma.‘Meaningful Use’ is een stimuleringsprogrammavan de Amerikaanse overheid dat het zinvolgebruik (meaningful use) van elektronischepatiëntendossiers (EPD’s) in de Verenigde statenwil bevorderen. Het programma heeft als doeldat gecertificeerde software voor elektronischepatiëntendossiers zinvol wordt ingezet in deAmerikaanse gezondheidszorg. Denk hierbij aanhet elektronisch voorschrijven van medicatie enonline diensten voor patiënten. Een ander doel isom de EPD’s van verschillende zorgaanbiedersonderling te koppelen zodat informatieuitwisselingmogelijk wordt. Daarbij moet desoftware eenvoudig faciliteren om eenvoudig(verantwoordings)informatie te rapporteren aanonder meer de overheid.Zorgaanbieders die zorg leveren dat gefinancierdis uit enkele federale verzekeringsstelsels,kunnen vrijwillig participeren in hetMeaningful Use programma. Zorgaanbiedersdie meedoen komen in aanmerking komen voorstimuleringsgelden, mits ze jaarlijks aantonen datze voldoen aan een aantal criteria. De criteriazijn gericht op praktische en meetbare zaken,zoals het kunnen bijhouden van een actuelemedicatielijst van patiënten, of het elektronischkunnen voorschrijven van medicatie.De zorgaanbieders moeten voor het voldoen aande criteria gebruikmaken van gecertificeerdesoftwareproducten. De certificering is gebaseerdop wettelijke eisen. Leveranciers kunnenhun pakketten op basis van deze eisen latencertificeren door een daarvoor aangewezenonafhankelijke partij. Binnen Meaningful Usespelen dus twee vormen van criteria een rol:• criteria voor zorgaanbieders voor het zinvolgebruik van hun software (en zo in aanmerkingte komen voor de stimuleringsgelden);• criteria voor softwareproducten, die de basiszijn voor productcertificering.Op 17 februari 2009 ondertekende de federaleoverheid van de Verenigde Staten de ‘HealthInformation Technology for Economic andClinical Health Act’ (HITECH). Deze wetgevingbeoogt de gezondheidszorg te verbeterendoor een grootschalige investering in ICT enkent daarvoor ruim 19 miljard dollar toe aan hetrealiseren van dit doel.


Context, organisatie & implementatie, pagina 273Meaningful Use is één van de programma’s diehieruit voortgekomen is.De wetgeving richt zich primair op zinvolgebruik van EPD’s in de zorg; niet ‘slechts’ ophet aanschaffen ervan. De term ‘MeaningfulUse’ is bewust gekozen om dit te onderstrepenen toont aan dat het doel is om door de inzetvan ICT significante verbeteringen in degezondheidszorg te bereiken.Deze verbeteringen worden verdergespecificeerd als:• verbeterde coördinatie van zorg;• het verkleinen van ongelijkheid ingezondheidszorg;• het betrekken van patiënten en hun omgevingbij zorgverlening;• het verbeteren van de publieke gezondheid;• garanderen van privacy en veiligheid.Enkele belangrijke elementen uit het MeaningfulUse programma zijn de introductie van financiëleprikkels om aanbieders van zorg te stimulerenbepaalde stappen te zetten, het hanterenvan open (internationale) standaarden, en hetgebruik van gecertificeerde software om tegaranderen dat software voldoet aan kwaliteits-,veiligheids- en efficiencyeisen.PrikkelsOm de implementatie van gecertificeerdesoftware te versnellen, heeft het programmastimulerende en dwingende financiële prikkelsgeïntroduceerd. Met deze zogenaamde ‘wortelen-stok’-benaderingverleidt het programmazorgaanbieders mee met financiële stimuli.Zorgaanbieders die niet meewerken of die nietde gewenste resultaten bereiken, kunnen wordengekort op de financiering van de door hungeleverde zorg.Zorgaanbieders die zorg leveren in het kadervan Medicare en Medicaid (zie kader) kunnenzich vrijwillig aanmelden voor het Meaningful Useprogramma. Door mee te doen committeren zijzich aan de doelstellingen van het programmaen moeten zij op gezette tijden aantonen dat zijzinvol gebruik van ICT in de praktijk realiseren.Door het tijdig voldoen aan verschillende criteria,kunnen zij de stimuleringsgelden ontvangen.Het gaat hierbij om maximaal 43.720 dollarover een periode van vijf jaar voor Medicareen 63.750 dollar over een periode van zes jaarvoor Medicaid. Zorgaanbieders die Medicarezorg leveren en die niet meewerken wordentot twee procent op hun totale budget gekort.Het programma voor Medicaid kent geen‘strafkortingen’.Medicare en MedicaidMedicare is een verzekering van deAmerikaanse federale overheid. Het is bedoeldvoor Amerikanen van 65 jaar of ouder enAmerikanen (jongeren en ouderen) met eenhandicap. Medicare beslaat circa 21 procentvan de totale Amerikaanse zorgkosten (cijfers2012). Medicaid wordt gezamenlijk gefinancierddoor de federale overheid en de individuelestaten en verzekert medische zorg voor mensenmet een laag inkomen en vermogen. Hetprogramma is verantwoordelijk voor ongeveervijftien procent van de totale zorgkosten in deVerenigde Staten.


Context, organisatie & implementatie, pagina 274Verschillende fasenOm de doelen van het programma te bereiken,is ervoor gekozen om stapsgewijs verbeteringenaan te brengen in het gebruik van EPD’s. Deweg die zorgaanbieders moeten afleggen isdaarvoor opgedeeld in drie fasen, waarin ereen steeds geavanceerdere zinvolle toepassingvan EPD’s wordt verwacht. Grofweg kan menstellen dat fase 1 (2011-2013) zich richt ophet (elektronisch) verzamelen en delen vandata, fase 2 (2014-2015) op het vergevorderduitwisselen van informatie en fase 3 (2016) ophet verbeteren van uitkomsten zoals kwaliteit,veiligheid en efficiency van zorg.Om deze algemene kreten te vertalen naarconcrete resultaten, zijn er criteria vastgesteldwaaraan zorgaanbieders moeten voldoen. Aanhet einde van iedere fase dienen zorgaanbiedersaan te tonen dat hun software aan de criteria vande betreffende fase voldoet om in aanmerking tekomen voor de financiële incentives.Voorbeeld criteria fase 1Fase 1 bevat circa 25 criteria die zijn verdeeldin verplichte delen (ongeveer 15) en keuzedelen(ongeveer 10). Zorgaanbieders moeten alledoelen uit het verplichte deel bereiken enminimaal 5 van de 10 keuzeonderdelen. Eenoverzicht van de criteria uit fase 1:Verplicht• Elektronisch ordermanagement voor medicatie;• Medicijninteractie en medicijn-allergieinteractiecontroles;• Elektronisch voorschrijven van medicatie;• Registreren van demografische kenmerken;• Bijhouden van actuele problemenlijst enhuidige diagnosen;• Bijhouden van actuele medicatielijst;• Bijhouden van een actuele medicatieallergielijst;• Registreren en in kaart brengen van vitalefuncties;• Bijhouden van rookstatus voor patiënten van 13jaar en ouder;• Implementeren van minimaal één vorm vanondersteuning van klinische besluitvorming;• Rapporteren van kwaliteitsmaten vanambulante zorg naar de overheid;• Geef patiënten op hun verzoek de beschikkingover een elektronisch afschrift van hunmedische informatie;• Lever patiënten (klinische) samenvattingen vanieder consult;• Elektronische uitwisseling van klinischeinformatie tussen zorgaanbieders onderling enmet patiënten;• Beveilig medische informatie adequaat.Keuzeonderdelen• Implementeer medicatielijst controles;• Inbouwen van resultaten van klinische labuitslagen in EPD als gestructureerde data;• Genereren van patiëntlijsten perspecifieke aandoening ten behoeve vankwaliteitsverbetering, onderzoek etc.;• Verzenden van notificaties naar patiënten;• Geef patiënten elektronisch toegang tot hunmedische informatie (inclusief lab uitslagen,probleemlijsten, medicatielijsten en allergieën);• Gebruik EPD’s om educatie informatie op maataan te bieden aan patiënten;• Uitvoeren van medicatie reconciliatie indiennoodzakelijk;• Lever patiëntsamenvattingen bij overdracht ofverwijzingen.


Context, organisatie & implementatie, pagina 275OrganisatieIn de HITECH wetgeving is vastgelegd dat er eenorganisatie wordt opgericht die verantwoordelijkis voor het ondersteunen van grootschalig,zinvol gebruik van informatietechnologie inde gezondheidszorg. Deze organisatie is de‘Office of the National Coordinator for HealthInformation Technology’ (ONC). De ONC isgeorganiseerd als een stafonderdeel van hetministerie van gezondheidszorg en is, onderandere, verantwoordelijk voor het MeaningfulUse programma.De ONC heeft twee federale adviescommissiesin het leven geroepen om het programmainhoudelijk vorm te geven. Een commissie richtzich op beleid (Health IT Policy Committee) ende andere richt zich specifiek op standaardenen criteria (Health IT Standards Committee). Debelangrijkste taak van deze commissies is omaanbevelingen te doen over het gebruik van ICTin de Amerikaanse gezondheidszorg. Dit doenzij enerzijds vanuit de expertise van zorgvuldiggeselecteerde commissieleden en anderzijdsdoor publieke consultatie op hun adviezen.De beleidscommissie adviseert de ONC overhet beleidskader waarbinnen de ontwikkeling enadoptie van de landelijke ICT-infrastructuur dientplaats te vinden.Zij dienen aanbevelingen te doen voor welkegebieden specifieke afspraken met betrekkingtot standaarden, implementatie en certificeringnodig zijn. Daarmee richten zij zich op deinhoudelijke doelstellingen, bijvoorbeeld dater een actueel medicatieoverzicht moet zijnvoor iedere patiënt. Beleidsterreinen waaroverzij daarnaast nog adviseren zijn bijvoorbeeldgovernance, privacy en veiligheid, innovatie etc.De commissie bestaat voor een belangrijk deeluit zorgprofessionals.De standaardencommissie adviseert deONC over de specifieke standaarden,implementatiespecificaties en criteria voorcertificering voor het elektronisch uitwisselenvan informatie in de gezondheidszorg. Zijgeven daarmee de technische invulling aande adviezen die de beleidscommissie geeft.In eerdergenoemd voorbeeld doen zij dusvoorstellen voor de (technische) standaardendie gebruikt moeten worden om het actuelemedicatieoverzicht van patiënten bij te houdenen uit te wisselen.De ‘Centers for Medicare & Medicaid Services’(CMS) is een federale organisatie dieverantwoordelijk is voor de organisatie van hetMedicare programma en die gezamenlijk metde afzonderlijke staten verantwoordelijk is voorde organisatie van het Medicaid programma.Deze organisatie heeft een belangrijke rol inMeaningful Use omdat zij uitvoering geeft aan definanciering van beide verzekeringsprogramma’sen daarmee ook aan het in de praktijk brengenvan de financiële incentives binnen hetMeaningful Use programma.Gecertificeerde informatietechnologieOm zorgaanbieders ervan te verzekeren dat zede juiste software inkopen en gebruiken, vereisthet Meaningful Use programma certificering vandeze software. Softwareleveranciers kunnenaan de hand van de fasen en criteria van hetprogramma hun software zo inrichten datzorgaanbieders de verplichte resultaten ermee


kunnen behalen. Hiervoor dienen ze dus ookde (technische) standaarden te gebruiken zoalsvoorgeschreven door de ONC. Onafhankelijkeorganisaties certificeren de software aande hand van richtlijnen hiervoor die door deONC en het ‘National Institute of Standards enTechnology’ zijn voorgeschreven.NederlandEr zijn veel verschillen tussen degezondheidszorg Nederland en de VerenigdeStaten en bijvoorbeeld de rol van deoverheden daarbinnen. Het Meaningful Useprogramma kan daardoor geen blauwdrukzijn voor een Nederlands programma. Tochzitten er elementen in het Amerikaanseprogramma waarvan het de moeite waardis om te onderzoeken of ze een rol kunnenspelen in onze Nederlandse gezondheidszorg.Bijvoorbeeld het koppelen van financiëleprikkels aan het naleven van afspraken en hetbereiken van vooraf bepaalde resultaten. Hetsuccesvol implementeren van en werken metinformatiestandaarden blijkt in Nederland vaaknog lastig, onder andere omdat het naleven vanafspraken nog een vrijblijvend karakter heeft.Een ander interessant aspect van hetAmerikaanse programma is het certificeren vansoftware. Door leveranciers hun producten telaten certificeren, kunnen zorgaanbieders beterekeuzes maken bij het aankopen van de juistesoftware. Bovendien wordt voor leveranciersduidelijk op welk moment hun producten aanbepaalde standaarden moeten voldoen.Meaningful Use kan, net als andere internationalevoorbeelden, een inspiratie zijn voor de wijzewaarop je als land de ICT-infrastructuur in degezondheidszorg organiseert. Het is zaak om alsNederland die paar elementen eruit te halen dieeen oplossing kunnen bieden voor zaken waarwe hier nog mee worstelen.


Context, organisatie & implementatie, pagina 277ZELFMETINGEN IN DE ZORGNienke Beekers en Marinka de JongHet aantal zelfmeetapparaten neemt toe.Verwacht mag worden dat het aantalgebruikers en dus het aantal mensen datmet eigen data bij de huisarts aankloptook toeneemt. Vooralsnog ontbreektwetenschappelijk bewijs over het nut vanzelfmetingen. Desondanks is de vraag nietóf zelfmetingen gebruikt worden, maar hoe.In dit hoofdstuk geven Nienke Beekers,adviseur eHealth Nictiz en Marinka de Jong,programmamanager Patiënt en eHealth, eeninzicht in de ontwikkeling van zelfmetingeninclusief de voordelen en kanttekeningen.Meneer van Kleef experimenteert graag metgadgets. Hij heeft een smartphone met allerleiapps. Hij kan thuis lampen vanaf zijn telefoonbedienen. Hij draagt ook een fitbit (eendraagbare bewegingsmeter, die onder meer zijnstappen telt). Niet dat hij nu zo actief is, maarhij kan de resultaten op de computer nakijkenen zien wat zijn bewegings- en slaappatroonis. Als meneer van Kleef voor een regulierecontrole naar de huisarts gaat, constateert dezedat meneer van Kleef prediabetes heeft, eenvoorstadium van diabetes 2. Om te voorkomendat de prediabetes overgaat naar diabetes moetmeneer van Kleef een andere leefstijl hanteren.Hij moet gezonder eten, meer bewegen enafvallen. Meneer van Kleef laat op zijn telefoonaan de huisarts zien dat hij al bijhoudt hoeveelhij beweegt. Door samen zijn patroon tebekijken, kunnen ze heel concrete afsprakenmaken om meer te bewegen. Hij hoeft immersniet in één keer topsporter te worden, elkedag 1000 stappen extra zetten is al een goedbegin! Ze spreken af dat hij voortaan ook zijnvoedingspatroon via een app op zijn smartphonebijhoudt.Stand van zakenHet scenario van meneer van Kleef is geenonrealistische toekomstschets. De aandacht voorzelfmeettechnologie neemt toe. Verschillendeonderzoeksrapporten voorspellen dat demarkt voor wearables enorm zal groeien in dekomende jaren. Een besparing van 99 miljoen opde totale zorgkosten (PwC) en een verschepingvan 130 miljoen wearables in 2016 (JuniperResearch) zijn serieuze cijfers. Met de intredeop de gezondheidsmarkt van grote spelerszoals Apple, Google en Samsung zal deze marktalleen maar verder groeien.De ontwikkelingen in zelfmeettechnologie lopenparallel aan politieke ontwikkelingen rondomde participatiemaatschappij, het betrekkenvan de burgers en patiënten en het efficiënterinrichten van de zorg. De politiek zet hierbij in optwee domeinen: gezond(er) worden en gezondblijven (preventie). Minister Edith Schippers enstaatssecretaris Martin van Rijn van het ministerievan Volksgezondheid, Welzijn en Sport, schrevenin hun kamerbrief eHealth en zorgverbeteringvan juli 2014 dat binnen 5 jaar 75 procent vande chronisch zieken zelfmetingen moet kunnenverrichten.Zelfmeetapparatuur kan worden ingedeeld inde volgende categorieën: wearables (in kledingof accessoires), insideables (in het lichaam),carrieables (in mobiele apparaten) of domotica(in huis aangebracht) (ClassificatiesysteemBolten12). Ook mobiele applicaties (apps) vallendus onder zelfmeetapparatuur. In de database


Context, organisatie & implementatie, pagina 278van Nictiz (sharing.nictiz.nl/meetjegezondheid)staan ruim zevenhonderd voorbeelden vanverschillende soorten zelfmeetapparatuur en dewaarden die je daarmee kunt meten.Wanneer en waarom: (potentiële)voordelenZelfmetingen kunnen in alle zorgfasen (preventie,diagnose, behandeling, en herstel of nazorg)voordelen bieden aan de burger of de patiënten aan de zorgverlener. Iemand kan in allezorgfasen zowel op eigen initiatief als op verzoekvan een zorgverlener zelfmetingen uitvoeren.Preventie & gezond levenOnder preventief gebruik van zelfmeetapparatuurverstaan we het gebruik van zelfmeetapparatenin een gezonde context, voordat iemand hetzorgproces ingaat. Deze metingen wordenmeestal op eigen initiatief verricht, maarook een zorgverlener kan aanbevelen ombeweging of voedselinname bij te houden omgezondheidsproblemen te voorkomen.Preventieve metingen zijn bijvoorbeeldhet meten van beweging (zoals met Fitbit,Jawbone of Argos app) of het bijhouden vanvoedingsgegevens (zoals met de FatSecret ofFoodzy app).Een belangrijke motivatie om zelf te meten is hetverkrijgen van zelfinzicht,. Uit onderzoek vanMotivaction blijkt dat 80 procent van de mensengedrag wel eens aanpast op basis van inzichtenuit zelfmetingen. Als mensen inderdaad hungedrag aanpassen op basis van inzichten in hungedrag, kunnen zelfmetingen bijdragen aan eengezondere leefstijl.DiagnoseDeels overlapt de zorgfase diagnose met de fasepreventie & gezond leven omdat (preventieve)metingen kunnen leiden tot het stellen van eendiagnose. Via bijvoorbeeld het bijhouden vaneen slaappatroon (met bijvoorbeeld Sensesleeptracker of Beddit) kan iemand (eerder)opmerken dat zijn parameters afwijken. Hetzelfmeten zorgt in dit geval voor een (vroegere)opsporingen van afwijkingen die anders wellichtonopgemerkt had geweest. Met deze informatiekan een patiënt naar de huisarts gaan die al danniet een diagnose stelt. Ook zijn er apparatenop de markt die duidelijk worden neergezet omte diagnosticeren, zoals de Cue en de Scanadu.Apparaten die zelf een diagnose stellen, kunnenzowel de patiënt als de arts tijd besparen.BehandelingEen voordeel van zelfmetingen in debehandelfase is dat de zorg meer patiëntgerichten efficiënter kan worden5. Wanneer een patiëntthuis zijn gezondheidsparameters meet endoorstuurt naar zijn zorgverlener voor monitoring,hoeft de patiënt minder vaak op consult tekomen. De zorgverlener kan een continu beeldvan de gezondheid van de patiënt hebben zodathij afwijkingen eerder kan vaststellen. Zo kanhij bijvoorbeeld tijdig ingrijpen als hij ziet dathet gewicht van een hartpatiënt snel stijgt, watkan duiden op het vasthouden van vocht. Doorzelfmetingen te monitoren (door patiënt of arts)komt de patiënt op consult als het echt nodig is.Zelf meten kan de patiënt een gevoel vancontrole geven. Hij kan zelf bijdragen aan hetmanagen van zijn ziekte (zelfmanagement) en


Context, organisatie & implementatie, pagina 279kan zich beter voorbereiden op een consultmet de zorgverlener. Een patiënt kan door zelfte meten beter inzicht krijgen in de gevolgenvan zijn gedrag op zijn gezondheid. Op basisvan deze inzichten kan hij zijn gedrag mogelijkaanpassen12. Wat diabetici al lang doen,namelijk het meten van de bloedglucosewaardenen deze delen en bespreken met dezorgverlener, wordt door het toenemen vanhet aantal zelfmeetapparaten voor veel meeraandoeningen mogelijk.Herstel/nazorgOok in een hersteltraject of het bieden vannazorg kunnen zelfmetingen een rol spelen voorpatiënten en artsen. De voordelen (en gebruiktetoepassingen) komen grotendeels overeen metvoordelen die tijdens de behandeling behaaldkunnen worden. Mensen die revalideren kunnenbijvoorbeeld makkelijker en beter thuis oefenen,hetgeen het revalidatietraject kan bevorderen.Voorbeelden zijn de Cue2Walk app (maaktbewegingsanalyse bij Parkinsonpatiënten opfreezingmomenten) of de Oefen app beroerte(oefenen met bewegen na beroerte stimulerendoor oefenvideo’s).Zelfmetingen combineren, in een PGD?Gegevens uit zelfmetingen kunnen waardevollerworden als deze met elkaar gecombineerdworden5. Dan kan iemand bijvoorbeeld zienwat de gevolgen van beweging zijn op gewicht,van voeding op bloeddruk en mogelijk andereonverwachte verbanden en patronen ontdekken.Het combineren van data zou kunnen in eenPersoonlijk Gezondheidsdossier (PGD) zoalsMicrosoft HealthVault of de nieuwe Gezondheidapp van Apple. Een PGD is een dossier waarineen patiënt medische gegevens die opgeslagenzijn bij verschillende zorgverleners kanverzamelen en eventueel kan delen met derden.Een patiënt kan zijn eigen metingen aan eenPGD toevoegen.Een wens die onder andere door Schippers envan Rijn is uitgesproken, is dat patiënten in staatmoeten zijn medische gegevens zoals bekend inhet elektronisch patiënten dossier bij de arts inmoeten kunnen zien en zelf kunnen gebruiken,bijvoorbeeld in een PGD4.KanttekeningenHoewel de voordelen in de zorgfasen preventie,diagnose, behandeling, en herstel of nazorgveelbelovend zijn, zijn er veel kanttekeningen teplaatsen bij zelfmetingen.


Context, organisatie & implementatie, pagina 280Mogelijke medicaliseringHet eerder detecteren van problemen viazelfmeten kan ook nadelig zijn. Uit onderzoekvan Bolten blijkt dat bij sommige artsen de vreesbestaat dat zelfmetingen bij sommige mensen tot(onnodige) angst kunnen leiden. Die angst kanleiden tot onnodige consulten en medicalisering.Medicalisering kan leiden tot een toenemendezorgvraag welke de zorgkosten opdrijft.Schippers en Van Rijn willen deze zogeheten‘excessen’ laten onderzoeken4.BetrouwbaarheidVoor gebruikers van zelfmeetapparatuur ishet moeilijk te achterhalen welke apparatenbetrouwbaar zijn. Veel apparaten zijn welCE gemarkeerd, maar dat zegt niets overde betrouwbaarheid van de metingen diehet apparaat verricht5. De ondervraagdehuisartsen in Boltens onderzoek geven aan datze betrouwbaarheid baseren op het merk en devergelijking met de waarden die zij zelf meten.Er wordt nog niet blind vertrouwd op de door depatiënt gemeten waarden.PrivacyDe privacy van gebruikers is een ander knelpuntbij het gebruik van zelfmeetapparatuur. Datadie verzameld worden met zelfmeetapparatuurwordt vaak opgeslagen in databases (opvaste servers of in de cloud) bij de leveranciervan de betreffende apparatuur. Hoewel eengebruikersovereenkomst van een app omtoestemming vraagt, is de informatie die zein hun privacy overeenkomst verstrekkensummier. Zo blijkt de app Runtastic data naarminstens zes bedrijven (deels adverteerders)in vier verschillende landen te sturen29 testuren. Privacy speelt ook een rol wanneerpatiënten zelfmeetwaarden delen met een artsof lotgenoten via bijvoorbeeld onbeveiligdeemail. Een gewone mailserver is niet voldoendebeveiligd en de mogelijkheid dat deze gegevensopenbaar worden is aanwezig.InteroperabiliteitOmdat zelfmetingen over het algemeen nietvolgens standaarden worden vastgelegd, isdirecte uitwisseling met (het dossier van) dezorgverlener niet tot nauwelijks mogelijk5. Eenarts die waarden in een grafiek ziet kan dezewel beoordelen, maar niet direct in zijn systeemladen. Huisartsen gaan nu soms over tot hetopnemen van een pdf (of foto) in het dossierof het handmatig invullen van meetwaarden inhet daarvoor bestemde deel van zijn dossier5.Omdat het automatisch inlezen van gegevensnog niet kan, heeft de arts nog niet het voordeelvan een continu meetoverzicht.VerantwoordelijkhedenIs de arts verantwoordelijk als de patiënt ietsoverkomt terwijl dat voorkomen had kunnenworden als de arts de patiëntgegevens inde gaten had gehouden? Wie is de eigenaarvan de gegevens die zelfmeetapparatuurgenereert? Deze vragen rond eigenaarschapen verantwoordelijkheid zijn belangrijke vragendie nog onbeantwoord zijn. Als een arts de doorde patiënt aangeleverde gegevens deelt meteen andere zorgverlener (met consent van depatiënt), moet het duidelijk zijn door wie en hoede gegevens gemeten zijn en met welk apparaat.


Context, organisatie & implementatie, pagina 281Wetenschappelijk bewijsEr is nog geen tot weinig wetenschappelijkbewijs over de mate waarin zelfmetingen zorgenvoor vervanging van huidige zorg en duskostenbesparing. De winst van zelfmetingenbetaalt zich niet altijd op korte termijn terug enbovendien zijn de effecten mogelijk in anderedomeinen te vinden zoals bij continuïteit vaninkomen, meer vrije tijd en minder reiskosten18.Bewijs voor de effectiviteit van zelfmetingenis nodig om deze ingeburgerd te krijgen. De‘gouden standaard’ in de wetenschap: derandomized controlled trial (RCT) is hiervoorvanwege de tijd meestal ongeschikt. Er isbehoefte aan een goed onderbouwde manierom de effecten van eHealth toepassingen teonderzoeken.ConclusieDe mogelijke voordelen van zelfmetingenzijn groot. Kostenbesparingen, meerzelfredzaamheid, controle en tevredenheidvoor de patiënt. Voordelen die zeker in tijdenvan stijgende zorgkosten en vergrijzing veelmeerwaarde kunnen hebben voor de zorg. Aande andere kant versperren sommige besprokenkanttekeningen de weg naar opschaling vanzelfmetingen. Het is belangrijk de openstaandevragen in kaart te brengen en na te denkenover oplossingsrichtingen. Veel van dezelfmeetapparatuur is consumententechnologiedie steeds meer ingeburgerd zal raken. Devraag is dus niet óf zelfmetingen in de zorggebruikt gaan worden, maar hoe en wanneer.Onder zelfmeettechnologie verstaan we apps ofapparaten met sensoren waarmee je informatieover jezelf kunt meten. Door steeds kleinerwordende sensoren zijn de apparaten voorconsumenten vrijwel altijd draagbaar, daaromook aangeduid als ‘wearables’. We makenonderscheid tussen ‘wearables’, ‘inseadables’ en‘carriables’• Socio-economic impact of mHealth. Anassessment report for the European Union.http://www.gsma.com/connectedliving/wpcontent/uploads/2013/06/Socio-economic_impact-of-mHealth_EU_14062013V2.pdf• Smart Wearable Devices: Fitness, Healthcare,Entertainment & Enterprise: 2013 – 2018.Juniper Research. http://www.juniperresearch.com/viewpressrelease.php?pr=414• Minister Schippers en Staatssecretaris van Rijn,Kamerbrief eHealth en zorgverzekering 2 juli2014: http://www.rijksoverheid.nl/documentenen-publicaties/kamerstukken/2014/07/02/kamerbrief-over-e-health-en-zorgverbetering.html• Zelfmetingen en de Nederlandsegezondheidszorg, Nictiz 2014: http://www.nictiz.nl/page/Publicaties/Whitepapers• http://www.fitbit.com/uk/home• https://jawbone.com/up• https://itunes.apple.com/nl/app/arguspedometer-run-cycle/id624329444?mt=8• https://itunes.apple.com/nl/app/calorietellerdoor-fatsecret/id364140848?mt=8• https://foodzy.com/• http://www.smarthealth.nl/2014/06/04/activitytrackers-nederland-fitbit-ook-hier-aan-kop/• De zelfmetende mens. Medisch contact,augustus 2014: http://medischcontact.artsennet.nl/archief-6/Tijdschriftartikel/146139/De-zelfmetende-mens.html• Zelfmeting zorgt voor gezonder gedrag: http://www.motivaction.nl/en/node/1525• http://hello.is/


• http://www.beddit.com/• https://cue.me/#testosterone• https://www.scanadu.com/• Schweitzer, J. & Synowiec, C. (2011). Theeconomics of ehealth and mHealth. Journalof Health communication: internationperspectives. http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/10810730.2011.649158#.VB6n0y5_vsA• https://www.thuisarts.nl/hartfalen/ik-hebhartfalen• http://www.nictiz.nl/page/Expertise/Integralezorg/Telemonitoring• http://www.revalidatiemagazine.nl/jaargang-19_nr.-3/rm-magazine-2013-nr3-apps-dragen-bijaan-revalidatie.pdf• http://www.sophiarevalidatie.nl/nieuws/parkinsonapps-gepresenteerd#.VB6qEy5_vsA• http://www.dehoogstraat.nl/onderzoekinnovatie/beroerte-cva/diensten-en-producten/oefen-app-beroerte• https://www.apple.com/nl/ios/ios8/health/• Persoonlijk Gezondheids dossier NPCF:http://www.npcf.nl• “Doctor, I measured my own Health,Masterscriptie Rick Bolten (2014)• Met de kennis van later, RVZ 2014• Krabben, J.A.L. (2013) Een juridisch kadervoor Patiëntportalen. kennisartikel Nictiz• https://decorrespondent.nl/887/• https://decorrespondent.nl/997/• https://decorrespondent.nl/955/• http://www.plosmedicine.org/


E-HEALTH &GELD


E-Health & geld, pagina 284EHEALTH EN FINANCIERINGCharles GimbrereFinanciering is voor veel zorgvernieuwersdie zich met eHealth bezighouden eenbelangrijk onderwerp. Het gaat daarbij omstructurele financiering door middel vanbekostiging/vergoedingen, maar ook omtijdelijke financiering. Bijvoorbeeld vooronderzoek, ontwikkeling, pilotprojecten en/ofimplementatie van zorginnovaties.Gebrek aan financiering voor eHealthtoepassingenwordt regelmatig genoemd alsknelpunt om eHealth te implementeren en op teschalen. Met deze bijdrage aan het eHealthboekwil ik u helpen eenvoudiger uw weg te vindenin de (on)mogelijkheden van financiering vaneHealth. Dit hoofdstuk is bedoeld voor allezorgvernieuwers die zich bezighouden meteHealth. Dit kunnen zorgverleners zijn, maarbijvoorbeeld ook projectmanagers van eHealthprojectenbinnen zorginstellingen of leveranciersvan eHealth-toepassingen.Focus van dit artikelIn dit artikel ga ik vooral in op de rol vande Rijksoverheid bij de financiering vaneHealth. De focus ligt dan ook bij structurelefinanciering c.q. bekostiging van eHealthtoepassingenin de praktijk. Daarnaast zijn ervanuit de overheid subsidiemogelijkheden voordoelmatigheidsonderzoek en ondersteuningbij implementatie. Maar eerst geef ik in het kortde mogelijkheden aan om startfinanciering tekrijgen.Tijdelijke financiering van ontwikkeling,test, pilotTijdelijke financiering van de ontwikkeling vanidee tot prototype van een product, dienst ofwerkwijze behoort niet tot het arsenaal vanoverheidsfinanciering. De reden is dat hetsubsidiëren van een individuele ontwikkelaarof fabrikant marktverstorend werkt en alsongewenste staatssteun kan worden opgevat.Bovendien hebben ervaringen geleerd datsubsidies voor de ontwikkeling, een test en(proef)pilots zonder aanvullende voorwaardenniet leiden tot een succesvolle marktintroductievan de innovatie. Het einde van een subsidiebetekent vaak ook het einde van een innovatie.Ook om die reden is het overheidsbeleid gerichtop de stimulering van andere vormen vanfinanciering.Belangrijk bij het zoeken, vinden en organiserenvan financiering voor deze fase is het opstellenvan een begroting, kosten-batenanalyse en/ofeen business case. De Kamer van Koophandelkan hierbij ondersteuning bieden, bijvoorbeeldbij het doen van een stakeholdersanalyse.Naast banken, venture capitalists en privatefinanciers zijn er ook fondsen die geld voor deontwikkeling van eHealth-toepassingen kunnenverschaffen, zoals de innovatiefondsen vande zorgverzekeraars. Essentieel is om met uw(projectaan)vraag aan te sluiten bij de prioriteitenvan de financier. U voert eigenlijk hun beleid uitmet uw project.Zo staan bijvoorbeeld bij een subsidieoproep dethema’s beschreven waarbinnen subsidiegegeven wordt. Aan de hand van de gesteldevoorwaarden en (relevantie)criteria kunt u zien ofuw project de moeite waard is om in te dienen.


E-Health & geld, pagina 285Structurele financieringDe overgang van tijdelijke financiering naarstructurele financiering is één van de grootstebarrières bij de opschaling van eHealthtoepassingen.Veel eHealth-initiatieven diegericht zijn op onderzoek, ontwikkeling, test,pilot of implementatie worden gefinancierdmet tijdelijke middelen zoals subsidies,innovatiebudgetten of -regelingen. Eenaanzienlijk deel van deze initiatieven strandt alsde tijdelijke middelen uitgeput zijn en er geenstructurele financiering is geregeld.Bekostiging van eHealthMet bekostiging bedoel ik de mogelijkhedenom de toepassing van eHealth te financierenvanuit de wet- en regelgeving. De NZa heeftde eHealth bekostigingswijzer (3) ontwikkeldom innovatoren, zorgaanbieders en anderegeïnteresseerden meer inzicht te gevenin de mogelijkheden en beperkingen vooreHealth-toepassingen in de bekostiging vande Zorgverzekeringswet en de Algemene WetBijzondere Ziektekosten. Hiermee kan eeninnovator met een eHealth-toepassing nagaanop welke zorgaanbieders hij zich het bestekan richten voor de verkoop van zijn innovatie.Zorgaanbieders kunnen nagaan in hoeverre zorgvia eHealth-toepassingen geleverd kan worden.De bekostigingswijzer ondersteunt u om de wegte vinden naar geschikte bekostiging van uwinnovatie.Om informatie uit de bekostigingswijzer te halenmoeten er eerst twee keuzes worden gemaakt:a. Over welk type zorg wil ik informatie?(bijvoorbeeld huisartsenzorg);b. Voor welk type eHealth-toepassing wil ikinformatie? (bijvoorbeeld internet consult).Bij de beantwoording van deze vragen is hetook mogelijk meerdere typen zorg of eHealthtoepassingente selecteren. Na deze keuzedrukt u op bekijk en krijgt u informatie over watu hebt geselecteerd. Dus bijvoorbeeld over demogelijkheden voor een internet consult bij eenhuisarts.Gedurende de fase van onderzoek naareffectiviteit, kunnen zorgaanbieders enzorgverzekeraars samen afspraken maken overde tijdelijke bekostiging van een innovatie. DeNZa heeft hier de beleidsregel innovatie voor (4).Een bijzonder onderdeel van de bekostigingzijn de declaratiemogelijkheden binnen deDBC-bekostigingssystematiek. Op de eerdergenoemde website over eHealthfinancieringstaan een aantal voorbeelden uitgewerkt (5). Defocus bij deze casuïstiek ligt in eerste instantieop medisch specialistische zorg. Vervolgenswordt ook casuïstiek toegevoegd uit anderesectoren waar de DBC systematiek wordttoegepast (GGZ, forensische zorg, geriatrischerevalidatiezorg).BasisverzekeringDe organisatie van bekostiging van zorg enwelzijn is belangrijk omdat dit een kader biedtvoor bekostiging van eHealth. eHealth wordtdaarbij gezien als een (digitale) variant omzorg en welzijn te leveren, niet als een nieuwevorm van zorg of welzijn. Van belang hierbij ishet standpunt van Zorginstituut Nederland overwanneer eHealth vanuit de basisverzekeringverzekerde zorg is (6). In het kort komt heter op neer dat eHealth te beschouwen is


E-Health & geld, pagina 286als verzekerde zorg als de samenstelling eneffectiviteit niet wezenlijk anders zijn dan vande oorspronkelijke (verzekerde) zorgvorm.Zorginstituut Nederland beschouwt eHealth inprincipe als een andere aanbiedingsvorm (hoe).Aangezien het Zorginstituut verantwoordelijkis voor het wat (inhoud, omvang) enwanneer (indicaties) van het basispakket enzorgverzekeraars voor het hoe (waar en doorwie wordt de zorg geleverd), is het zaak om dezorgverzekeraar(s) te overtuigen van de (meer)waarde van de eHealth-toepassing.Digitale hulpmiddelen kunnen ten laste vande Zorgverzekeringswet komen. Bij de teverzekeren prestatie hulpmiddelenzorg geldtdat het moet gaan om hulpmiddelen die nietalgemeen gebruikelijk zijn. Het moet dus gaanom een hulpmiddel dat speciaal is ontwikkeldvoor mensen met een functioneringprobleem enniet om een hulpmiddel dat mensen zonder eendergelijk probleem ook aanschaffen. Computers,smartphones, iPads etc. zijn algemeengebruikelijk en komen nooit voor vergoedingin aanmerking. Eventuele aanpassingenkunnen wel voor vergoeding in aanmerkingkomen voor zover ze voldoen aan één van decategorieomschrijvingen van functiebeperkingenin de paragraaf hulpmiddelenzorg van deRegeling Zorgverzekering (artikel 2.6 en verder).Een voorbeeld van een dergelijke aanpassingis bijvoorbeeld een brailleleesregel voor eencomputer, maar ook een app als Mobile Speakdie een mobiele telefoon toegankelijk maakt voorvisueel beperkten. Daarnaast zijn er apps dieonder andere te verzekeren prestaties kunnenvallen.Bijvoorbeeld een app of digitaal hulpmiddel datnodig is voor de monitoring van een bepaaldziektebeeld door de specialist. Een voorbeeldhiervan is de voetzoolscanner bij diabetes. Alsde behandeling waarbij gebruik wordt gemaaktvan deze scanner bewezen effectief is, danvalt deze onder de te verzekeren prestatie‘geneeskundige zorg, zoals medisch specialistendie plegen te bieden’.Op de website van Zorginstituut Nederlandvindt u meer informatie over de beoordeling vanhulpmiddelen (7).Bewijzen van doelmatigheidBewijslast is nodig om aan te tonen dat deeHealth-toepassing een meerwaarde heeft tenopzichte van de bestaande en gangbare zorg.Voldoende en geschikte bewijslast kan een‘beslisser’ overtuigen om de eHealth-toepassingte gebruiken.Voordat de financiering van het onderzoekgeorganiseerd wordt, is het belangrijk om eenpassend onderzoeksdesign te ontwikkelen. Bijhet opstellen van een onderzoek en het kiezenvan een onderzoeksdesign zijn de volgendevragen belangrijk:• Wat moet ik bewijzen? Wat is de meerwaardevan mijn innovatie? (Kwaliteitsverbetering,gebruiksvriendelijkheid, meer efficiëntie,kostenbeheersing/substitutie?)• Aan wie moet ik dat bewijzen?


E-Health & geld, pagina 287• Hoe kan ik dat bewijzen? Is onderzoek eigenlijkwel nodig en zo ja, wat is de best passendemethode? Wat voor soort gegevens heb iknodig?ZonMw heeft diverse subsidieprogramma’s voorhet onderzoeken van de doelmatigheid vanvernieuwingen in de gezondheidszorg waarinruimte is voor eHealth. Raadpleeg hiervoor deZonMw-subsidiekalender (8).ImplementatieImplementatie en opschalen kosten geld.Geld om de projectleider te betalen, voorcommunicatieactiviteiten, om bijeenkomstenmet gebruikers te organiseren, om deinnovatie aan te passen aan lokale wensen,enzovoort. Implementatie en opschaling wordttegenwoordig steeds meer gezien als deverantwoordelijkheid van het veld. En vanwegede bezuinigingen droogt de subsidiekraan op.Voor meer tips en adviezen bij implementatie enopschaling van een zorgvernieuwing heeft Zorgvoor innoveren het dossier Opschaling ingericht(9).ZonMw biedt verschillende mogelijkhedenvoor ondersteuning bij implementatie vanzorgvernieuwingen, inclusief eHealthtoepassingen.Het is zelfs mogelijk om extrasubsidie te krijgen voor implementatie vanprojectopbrengsten. Meer informatie over dezeVerspreidings- en Implementatie-impuls vindt uop de ZonMw-website (10).Tot slotZoals ik kort heb beschreven zijn er voldoendemogelijkheden om structurele financiering teverkrijgen voor eHealth-toepassingen. Bij elkevorm van eHealth gelden daarbij de volgendekernvragen:• Willen patiënten/consumenten deze gebruiken?• Willen zorgaanbieders deze toepassen?• Willen zorgverzekeraars deze vergoeden?• Dus wie een eHealth-toepassing wil aanbieden/verkopen zal de steun moeten verkrijgenvan de relevante patiëntenorganisaties,beroepsverenigingen en zorgverzekeraars.Internetlinks1 www.zorgvoorinnoveren.nl2 www.ehealthfinanciering.nl3 www.ehealthfinanciering.nl/bekostiging-van-ehealth/bekostigingswijzer4 www.nza.nl/zorgonderwerpen/dossiers/innovatie/Toelichtingen-bij-beleidsregels/toelichting-beleidsregel-innovatie/5 www.ehealthfinanciering.nl/bekostiging-van-ehealth/casuistiek-declaratie-ehealth-via-dbcsystematiek6 www.zorginstituutnederland.nl/binaries/content/documents/zinl-www/kwaliteit/projecten/ehealth/ehealth/ehealth/zinl%3Aparagraph%5B2%5D/zinl%3Adocuments%5B3%5D/notitie-wanneeris-ehealth-verzekerde-zorg-29-november-2011.pdf7 www.zorginstituutnederland.nl/pakket/werkwijze+pakketbeheer/beoordeling+hulpmiddelen8 www.zonmw.nl/nl/subsidies/subsidiekalender/9 www.zorgvoorinnoveren.nl/dossier/1010 www.zonmw.nl/nl/themas/thema-detail/implementatie/zonmw-helpt-implementeren/+is+eHealth+verzekerde+zorg+29+november+2011.pdf


E-Health & geld, pagina 288EHEALTH VANUIT EENINVESTEERDERSOPTIEKDick SietsesAls innovator in eHealth zal een momentkomen dat je geld nodig hebt om je innovatiete realiseren. Bij deze overgang vaninnovatieproject naar start-up is het de vraagwie dat geld beschikbaar zou kunnen stellenen tegen welke voorwaarde.Om te bepalen of een investeerder de juiste partijis, is het belangrijk om bij de volgende zaken stilte staan:• Welke mogelijke partijen zijn er die financieringkunnen verstrekken?• Hoe werkt een investeerder - hoe verdient hijzijn geld?• Waarom heb je geld nodig - in welke fase zithet bedrijf/de innovatie?In dit artikel worden bovenstaande vragentoegelicht, waarmee inzicht wordt verkregenin de wereld van de investeerders en hoe zijwerken.Als afsluiting worden een aantal vragen gegeven,waar je als innovator een goed antwoord opmoet hebben voordat je met een investeerder ingesprek gaat.Bij welke partij moet ik zijn voorfinanciering ?De eerste vraag is of je wel een investeerdernodig hebt. Een investeerder zal alleen investerenals er een goed businessplan ligt enhij zijn investering met rendement kan terugverdienen.Er zijn echter ook andere partijen dieje kunnen helpen je plan te financieren.• Subsidieverstrekkers Een subsidie klinktals gratis geld, maar dat ligt een stukgenuanceerder. Subsidies vergen over hetalgemeen (veel) administratie en hebbende bedoeling “gedrag te veranderen”. Eensubsidie is dus vooral interessant als hetnaadloos past bij je eigen strategie. Subsidies werken vaak goed in combinatie metandere financieringsvormen, zoals de WBSO enhet innovatiekrediet van RVO.• Banken Banken lijken afgeschreven na dekredietcrisis, maar met name in de groei- enexpansiefase kan werkkapitaalfinanciering ofeen (innovatief) borgstellingskrediet veel ruimtegeven. Zorg wel dat er een strak verhaal ligt,banken houden niet van onzekerheid.• Je directe omgeving Vaak omschreven alsde drie F’en: Friends, Family and Fools. Metname in het prille begin van de start-up is ditvaak één van de weinige partijen die bereidzijn om geld te investeren. Veel professionelepartijen willen namelijk meer zien dan alleeneen geweldig idee en een plan. In de praktijkblijkt dat deze partijen vaak met minimaleinvestering kunnen helpen om jouw idee enplan te concretiseren en bijvoorbeeld eenprototype te maken.


E-Health & geld, pagina 289• Klanten Sinds de opkomst van crowdfundingzijn er goede mogelijkheden om consumentenmee te laten betalen aan de ontwikkelingvan je product. Business-2-business kan ditook uitstekend. Behalve financiering voor jeonderneming bouw je meteen een netwerk opvan klanten en ambassadeurs.• Venture Capital Investeerders (VC) Een VCinvesteert geld in ruil voor (nieuw uit te geven)aandelen. Een goede VC zal als partneroptreden: hij is kritisch en investeert kennisen zijn netwerk om je bedrijf tot een succeste maken. Het is dus belangrijk dat er eengoede klik is om te voorkomen dat hulp alsbemoeienis wordt ervaren.• Private Equity Investeerders (PE) Een PEkoopt aandelen in je bedrijf van een andereaandeelhouder (en het geld dus niet in hetbedrijf komt). Deze investeerders zijn vooralinteressant voor winstgevende bedrijven.Als innovator komt er een dag dat je het nietmeer redt met je eigen geld en inzet en jeexterne financiering nodig hebt. De – nietlimitatieve – lijst hierboven geeft een idee vande verschillende mogelijkheden. In de praktijkwerkt een combinatie goed: dus innovatiefborgstellingskrediet, subsidie, orders van klantenén een investeerder.Hoe werkt een VC ?Op het moment dat je met een VC te maken krijgtis het van belang om te weten wat de VC voorjou kan betekenen (en vooral ook wat niet) enhoe een VC zijn geld verdient.Een goede VC biedt naast geld ook kennisen een netwerk. Vooral investeerders meteen duidelijke focus kunnen daarbij helpen.Belangrijker is vaak nog dat een professionalmet kritische vragen aan tafel zit. Dit kan enormhelpen bij het professionaliseren van het bedrijf:maken van een duidelijk plan, meten of jeverwachtingen ook uitkomen en waarom (niet),budgetten, maandcijfers, en het kritisch kijkennaar je sales-funnel.Een VC is ook een “gewoon” bedrijf dat doorgeld slim te investeren winst wil maken. EenVC investeert in de praktijk in 1 à 2 van de 100plannen die aangeboden worden. Slechts enkelebedrijven worden uiteindelijk een succes. Hetis voor de VC de kunst om uit het grote aantalvoorstellen de bedrijven te selecteren met hetmeeste potentieel en die vervolgens te helpensuccesvol te worden.Op het moment dat een VC instapt is er vaak nogsprake van een verlieslatend bedrijf. Omdat ergeen winst is en normale bedrijfsfinanciering nogniet mogelijk is, is het risico voor de investeerderdus ook groter. Om die reden zal een VC dusook andere eisen stellen aan een bedrijf danbijvoorbeeld een PE investeerder, zoals eenhogere groei.


E-Health & geld, pagina 290Een rekenvoorbeeldEen VC investeert in 10 bedrijven elk 1 miljoeneuro. De vier slechtst presterende kunnen met50% verlies verkocht worden en de twee bestpresterende voor 5x het geïnvesteerde kapitaal.Het werk zit in de vier andere bedrijven,daar weet de investeerder zijn investering teverdubbelen. De 10 miljoen is dan na 6 jaar 20miljoen geworden: een rendement (in jargon:IRR) van 12,2%. Dit is beduidend lager dan hetrendement bij PE, maar hoger dan hetgemiddelde rendement op Venture Capital inEuropa (tussen -0,8% en 6,8%, Machado enRaade 2008).Een VC steekt dus geld in meerdereondernemingen (en wordt daarmeeaandeelhouder) en spreidt daarmee zijn risico.Het doel van de VC is de juiste bedrijven teselecteren en deze door geld en kennis teinvesteren succesvol te maken. Uiteindelijkleidt dit tot de verkoop van een bewezenveelbelovende technologie (technology exit)of de verkoop van een winstgevend bedrijf(business exit = een private equity transactie).Op welk moment is er financieringnodig van een VC ?In VC wordt gesproken over fases eninvesteringsronden. Er zijn er grofweg 4 teonderscheiden en deze sluiten nauw aan bij deontwikkeling van ondernemingen.In de eerste fase ligt de nadruk op technologie(op welke manier kan ik dit probleem oplossen).De laatste fase kenmerkt zich door een veelduidelijker onderneming waar in geïnvesteerdwordt en lijkt al enigszins op PE investeringen.In de tussenliggende fasen is de belangrijksteuitdaging het ombouwen van een productgerichtproject naar een marktgerichte onderneming. Ditkan in de praktijk behoorlijk lastig zijn, omdat dateen verandering van denkwijze vereist. Alles wateerst belangrijk leek is nu niet meer zo belangrijken andersom.Overzicht van de fases van investeringen:• Idee generatie en pre-seed financieringOnderzoek zal niet snel gefinancierdworden door een VC. De eerste fase waarinVC’s kunnen worden ingezet is als er eenoplossingsrichting is voor een bepaaldprobleem (“proof of principle”) tot deontwikkeling van een prototype (“proof ofproduct”). Dit type investeringen zit vaaknog dicht tegen (research)subsidies aanen zal vaak bestaan uit de combinatievan subsidies, leningen en privaat geld.In Nederland spelen RVO en de regionaleinvesteringsmaatschappijen een belangrijkerol in deze fase. Specifiek voor eHealth zijnverzekeraars ook vaak bereid om subsidies teverstrekken of om te investeren.• Seed financiering Zodra er een eersteprototype of klant is en het duidelijk is water ontwikkeld moet worden, komen Seedfondsenin beeld. In Nederland zijn veel vandeze fondsen gedeeltelijk gefinancierd metde “Seed faciliteit” van RVO of verbondenmet regionale partijen. Daarnaast spelen ookinformal investors (rijke particulieren of oudondernemers)een rol in deze financieringsfase.Deze fase leidt tot een onderneming diegeoriënteerd is op zijn klanten (proof of sales).• Groeifinanciering Zodra klanten het productgebruiken en de sales uitgebreid kan gaanworden is er sprake van groeifinanciering. Eris nog steeds sprake van verliesfinanciering,


E-Health & geld, pagina 291maar die wordt steeds beter gedekt doorde bruto marge die op de producten wordtgemaakt. Een succesvolle groeifinancieringleidt tot bewijs van een levensvatbareonderneming (proof of market).• Expansiefinanciering De laatste fase inVenture Capital financiering is expansie- of“later stage”-financiering. Veel investeerders indit segment willen investeren in bedrijven die inelk geval (flinke) omzet maken en bij voorkeurook winst. Het geld is nodig om de groei tekunnen versnellen, bijvoorbeeld in nieuwemarkten (geografisch of product).Welk type investeerder past bij mij?Er zijn vele typen investeerders in (pre)seeden groeifinanciering: oud-ondernemers,verzekeraars, (regionale) overheden, grotebedrijven, etc. Belangrijker dan de vraag waarhet geld vandaan komt is of je in staat bent metde investeerder (bedrijf en persoon) samen jebusiness op te bouwen. Een aandeelhouderis iemand waar je later – op de meest kritischemoment – samen problemen mee te lijf zalmoeten. Een investeerder waar je een klik meehebt en die je op die lastige momenten kanhelpen is goud waard.Waar let een VC op bij eeninvesteringsverzoek ?Mocht je tot de conclusie komen op zoek te gaannaar een VC, zorg dan dat je een duidelijk beeldhebt van de markt, de kansen en zwakheden vanje oplossing en de mogelijkheid die je biedt omsamen een mooi bedrijf te bouwen en daar geldaan te verdienen. Om de kans op succes bij eeninvesteerder enigszins te vergroten enkele tipswaaraan een eHealth investeringsvoorstel in elkgeval moet voldoen:• Kies je businessmodel: techniek of klantVeel ondernemers in eHealth maken dezekeuze niet duidelijk, terwijl het twee hele anderemodellen zijn.• Techniek: Alleen hele slimme technologie,die uniek (patenteerbaar) is en wereldwijdin te zetten komt in aanmerking. Er moeteen echt voordeel zijn ten opzichte vancommodities (PC’s, tablets, telefoons, etc.) endat moet ook door de klant worden erkend.Vervolgens zal geïnvesteerd moeten worden inproductie, cost-leadership en volume voor eenwereldwijde afzetmarkt.• Klant: Geen eigen technologie ontwikkelen,maar gebruiken wat beschikbaar is (meteventueel enkele kleine aanpassingen). Hetbusinessmodel hier is om beter dan alleanderen te snappen hoe het Nederlandsezorgmodel in elkaar zit en weten wat de klantenin Nederland willen kopen, om dat vervolgens –naadloos passend in de zorgprocessen – aante bieden.• Wat voeg je toe in de waardeketen De zorggaat over het verlenen van zorg en niet overhet gebruiken van gadgets. Alleen als je eenduidelijke propositie hebt in de waardeketenzullen particulieren en instellingen het productkopen en gebruiken.


E-Health & geld, pagina 292• Pas je in het zorgmodel De zorg is heelbureaucratisch georganiseerd. Als eeninstelling per uur betaald krijgt en jij kan metslimme techniek de behandeltijd verkorten, dankrijgt de instelling dus minder betaald als zedie slimme techniek aanschaffen. Denk van tevoren na over het verdienmodel om het te latenpassen.En let verder op:• Zorg voor een goede roadmap. “Het productis nooit af”. Iedere keer als de ondernemer bijpotentiële klanten komt, zijn er wel weer zakendie nog beter kunnen. Met een roadmap zorgje dat je verkoopt en blijft doorontwikkelen. Laatklanten alleen meepraten over het volgendeproduct als ze het huidige hebben gekocht enaccepteer, zeker in de beginfase, dat er nogonvolkomenheden kunnen zijn.• Zorg voor een goede marketingstrategie.“Ook een goed product verkoopt zichzelfniet”. De founder van de ondernemer (vaakde “uitvinder”) denkt dé oplossing te hebben,maar op de een of andere manier komen deklanten niet meteen naar de founder toe omhet product te kopen. Het probleem is datde klant helemaal niet zo erg bezig is metdit probleem en de oplossing niet zo ideaalis als hij eerst dacht (nog niemand gebruikthet, inkoopafdeling doet moeilijk, praktischebezwaren).• Verkoop is een vak (dat je zelf moet leren).Het beeld is vaak dat het aannemen van eenverkoper alles oplost: “Dit is een geweldigproduct, het moet alleen nog verkocht wordenen daar ben ik gewoon niet zo goed in. Weetje, ik neem iemand aan die het moet gaanverkopen”. Als founder weet je het bestewelk probleem je wilde oplossen en waaromdit de beste oplossing is. Of je het nu wilt ofniet, je zal zelf moeten verkopen, eventueelondersteund door een verkoopteam ofgecoached door een goede marketeer ofverkoper.• Zorg voor voldoende cash. “Het duurt tweekeer zo lang, zelfs als je er rekening mee houdtdat het twee keer zo lang duurt…”. En ditgaat helemaal op voor de zorg en nog meervoor nieuwe technologieën, waar niet eendirecte noodzaak voor bestaat. Zorg dus datje voldoende tijd neemt voor het verkooptrajecten zorg dat je ruim gefinancierd bent, of eeninvesteerder hebt die ook in moeilijke tijdendoor wil gaan. Dit neemt niet weg dat je welvoortgang moet kunnen laten zien.


E-Health & geld, pagina 293CROWDFUNDING ALSVERSNELLER VAN EHEALTHMark LenssenInvesteerders vinden voor het financierenvan zorginnovaties is, vooral in de onzekereopstartfase, een moeilijke opgave. Hierdoorkrijgen veelbelovende innovaties niet degelegenheid zich te bewijzen. Crowdfundingkan een deel van deze investeringsbehoefteinvullen door een groot aantal individuen eenrelatief laag bedrag te laten investeren in eendergelijke innovatie. Naast het invullen van deinvesteringsbehoefte wordt op deze maniereen netwerk van ambassadeurs gecreëerd diemet hun kennis van en netwerk in de zorg deontwikkeling van de innovatie daadwerkelijkkunnen versnellen. Crowdfundinginitiatief Zorgfunders wil dit gedachtegoedimplementeren door de samenwerking metbestaande netwerken in de zorg op te zoeken.Investeringsbehoefte zorginnovaties moeilijkin te vullenZorginnovaties kunnen tegenwoordig rekenenop een warme belangstelling als middel om debetaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheidvan de zorg te waarborgen. Desondanksblijft het moeilijk om innovatie daadwerkelijkvan de grond te krijgen. Eén van de redenenis de terughoudendheid van traditionelekapitaalverschaffers om te investeren ininnovaties, zeker wanneer deze zich nog ineen zeer onzekere opstartfase bevinden.Crowdfunding kan een zeer effectief middel zijnom in (een deel van) de financieringsbehoefte tevoorzien.Wat is crowdfundingCrowdfunding biedt ondernemingen eenplatform om in plaats van of in combinatiemet de traditionele kapitaalverschaffers (zoalsbanken en investeerders) alternatief kapitaalaan te boren bij de (potentiële) consument enandere stakeholders, waarmee zij haar plannenkunnen realiseren. De ondernemer plaatstop een website zijn of haar propositie, waarininvesteerders vanaf een relatief laag bedragkunnen investeren. In het kader hiernaast wordteen aantal vormen van crowdfunding getoonddie op dit moment gangbaar zijn.Vormen van crowdfundingOp dit moment zijn de volgende vormen van crowdfunding gangbaar:• Donaties / schenking: de investeerder schenkt een bedrag enverwacht hier geen directe presentatie voor terug, bijvoorbeeld ingeval van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek.• Voorverkoop: de investeerder betaalt een bedrag waarmee eenproduct of dienst wordt ontwikkeld en geproduceerd. Waneerhet product of dienst daadwerkelijk op de markt is ontvangt deinvesteerder een exemplaar hiervan, gratis of tegen een afgesprokenkorting.• Obligatielening: de investeerder verschaft de onderneming eenlening tegen een afgesproken rentepercentage en gedurende eenbepaalde looptijd. Tijdens of na afloop van deze looptijd betaalt deonderneming het bedrag, vermeerderd met de afgesproken renteterug.• Aandelen: de investeerder krijgt in ruil voor de investering (certificatenvan) aandelen in de betreffende onderneming en profiteert van eeneventuele waardestijging van deze aandelen bij verkoop.• Converteerbare lening: de investeerder verschaft de ondernemingeen lening, die binnen een afgesproken termijn geconverteerd kanworden tegen aandelen, tegen een ondernemingswaarde die op datmoment wordt vastgesteld.300250200150100500(Verwachte) groei crowfunding in Nederland (€ mln)0,05 0,09 11,4 322010852552011 2012 2013 2014 2015


E-Health & geld, pagina 294In 2013 is in Nederland ruim €32 miljoen viacrowdfunding bemiddeld. Naar verwachtinggroeit dit de komende jaren naar enkelehonderden miljoenen euro’s per jaar. Bij eengemiddelde transactie zijn ongeveer 100 tot 200investeerders betrokken.Crowdfunding in de zorgsectorBestaande crowdfunding initiatieven binnende Nederlandse zorgsector zijn tot nu toe(met wisselend succes) met name gerichtop het werven van donaties ten behoeve vanwetenschappelijk onderzoek. Crowdfunding inde vorm van een tegenprestatie (aandelen, renteof product) is nog niet op grote schaal toegepastin de zorgsector terwijl het juist een sector iswaarin crowdfunding een bijdrage kan leveren inhet stimuleren van de gewenste innovatie.Het voeren van een crowdfunding campagne isniet eenvoudig. Allereerst kost de voorbereidingen uitvoering van een campagne veel inspanningen energie. Er komt meer bij kijken dan alleenhet plaatsen van een propositie op een website.Zo is het belangrijk om continu aandacht tekrijgen voor de propositie door bijvoorbeeldrelevante media te benaderen en bijeenkomstente organiseren waar de innovatie aan eengroep geïnteresseerden gepresenteerd wordt.Daarnaast vergt het lef van de ondernemer omeen campagne te voeren. Het verloop van decampagne is erg zichtbaar voor iedereen, watplezierig is wanneer de campagne de vaarterin heeft en een succes wordt, maar minderplezierig is wanneer de campagne niet van degrond komt.Een belangrijk element in de voorbereiding vande campagne is dan ook het toetsen van depropositie binnen het persoonlijke en de zakelijkenetwerk van de ondernemer achter de innovatieen te inventariseren of dit netwerk bereid is hierinte investeren.De zorgsector heeft één groot voordeel tenopzichte van andere sectoren: de aanwezigheidvan vele ‘netwerken’. Aan de ene kant zijner (regionale) innovatienetwerken zoalsMedTechPartners en Health Valley, waarbijondernemers de gelegenheid krijgen zichte presenteren aan mogelijke partners. Aande andere kant zijn er netwerken die eenachterban vertegenwoordigen met affiniteit met,en kennis van de zorg. Voorbeelden hiervanzijn patiëntenorganisaties en organisaties voormedische professionals. Een crowdfundingcampagne kan samenwerking stimuleren tussendeze netwerken en individuele investeerders degelegenheid geven te investeren in innovatiesdie zij interessant vinden. En in dat geval willendeze investeerders niet alleen geld beschikbaarstellen maar ook hun expertise en netwerkinzetten om van de innovatie een succes temaken.Het crowdfunding initiatief Zorgfunders is in deloop van 2014 gestart om deze netwerkgedachtedaadwerkelijk in de praktijk te brengen eninmiddels is de eerste crowdfunding campagnevolgens dit concept succesvol afgerond.


E-Health & geld, pagina 295


E-Health & geld, pagina 296The eNose Company heeft de AeonoseTMontwikkeld. Dit apparaat kan aan de handvan ademanalyse vaststellen of er sprake isvan aandoeningen zoals hoofdhalskanker.De patiënt blaast gedurende 5 minuten in hetapparaat. Vervolgens wordt aan de hand vanstatistische analyses een ‘foto’ gemaakt vande ademsamenstelling. Deze wordt hiernavergeleken met een gezonde populatie en depopulatie met de betreffende aandoening enkan binnen 15 minuten worden vastgesteld of debetreffende patiënt daadwerkelijk de aandoeningheeft. Op deze wijze kan de diagnostiek sneller,goedkoper én patiëntvriendelijker uitgevoerdworden. De kosten van het apparaat bedrageneenmalig ongeveer €600, terwijl per test €100wordt gerekend, vele malen goedkoper dan dehuidige diagnostiek.Voor hoofdhalskanker is een succesvollepilot afgerond in samenwerking metMaastricht UMC+, waarover gepubliceerd isin de Laryngoscope. Op dit moment vindenvervolgstudies plaats. Daarnaast zijn pilotsopgestart voor andere aandoeningen zoalslongkanker, darmkanker, borstkanker enhartfalen.In de zomerperiode van 2014 heeft The eNoseCompany €395.000 opgehaald bij ruim 130investeerders middels een achtergesteldeconverteerbare lening. De investeerdersontvangen 6% rente op jaarbasis gedurendevijf jaar en krijgen éénmalig binnen drie jaar degelegenheid om deze lening te converterennaar aandelen tegen een korting op de danvastgestelde bedrijfswaarde. Het geld zalgebruikt worden om de introductie van deAeonoseTM te versnellen. Naast het ophalenvan dit bedrag heeft de campagne geleid totveel publiciteit met onder meer artikelen inZorgvisie, Skipr, MedicalFacts, het FinanciëleDagblad en een radio-optreden bij BNR Gezond.Daarnaast hebben patiëntenorganisatiesen organisaties voor medisch professionalsaandacht besteed aan de campagne aan dehand van publicaties op websites, nieuwsbrievenen Twitter-berichten. Dit heeft er mede toegeleid dat het bedrijf versneld in gesprek isgeraakt met zorgverzekeraars en ziekenhuizenom het apparaat, in eerste instantie parallel aanbestaande diagnostiek, te testen. De relatief lagekosten van het apparaat en de analyses makendit mogelijk.Crowdfunding en ehealth-innovatiesBovenstaand voorbeeld toont aan datcrowdfunding daadwerkelijk als versneller kanfungeren bij de ontwikkeling van zorginnovaties.Dat wil niet zeggen dat crowdfunding in allegevallen toepasbaar zal zijn. Voor het welslagenvan een campagne en de ontwikkeling van deinnovatie hierna is een aantal criteria van belang:• De ondernemer ziet crowdfunding nietals laatste redmiddel om de benodigdefinanciering ingevuld te krijgen, maar zietook nadrukkelijk de strategische waarde ommet behulp van crowdfunding zijn netwerk te


E-Health & geld, pagina 297activeren en uit te breiden. En daarnaast is deondernemer bereid om een aanzienlijk deel vanzijn tijd hierin te steken;• De innovatie levert een aantoonbaretoegevoegde waarde op het gebied vanbetaalbaarheid, kwaliteit en/of toegankelijkheidvan de zorgsector. Alleen in dat geval ishet mogelijk om bestaande netwerken teenthousiasmeren om de innovatie bij haarachterban over het voetlicht te brengen;• Zeker in het geval van eHealth toepassingenis het business model van groot belang.Met andere woorden: wie is bereid om voorde dienst te betalen? Is/wordt het naarverwachting onderdeel van de verzekerde zorgof gaat de gebruiker uiteindelijk zelf betalen?Alleen met een realistisch business model ishet mogelijk om beloofde rendementen voorcrowdfunding investeerders te realiseren.Zonder business model kan de ’donatievorm’toegepast worden, wat bijvoorbeeld bijwetenschappelijk onderzoek gebeurt. Ervaringwijst echter uit dat de bedragen die hiermee totnu toe worden opgehaald beperkt zijn;• Bij een grootschalige crowdfundingcampagne is een aanbeveling vanuit een(academisch) ziekenhuis en/of kennisinstituutvan grote toegevoegde waarde. Gezien derelatief kleine bedragen zullen potentiëlecrowdfunders geen uitgebreide due diligencenaar de innovatie doen, zoals professioneleinvesteringsmaatschappijen dat wel plegen tedoen. Ook zullen ze eerder vertrouwen op deopinie van een onafhankelijk instituut over demedisch inhoudelijke meerwaarde;• Tenslotte is het zeer wenselijk indien eendeel van de investeringsbehoefte wordtingevuld door een professionele investeerderdie een due diligence heeft uitgevoerd.Voor de kleinere investeerders is dit eenduidelijk signaal dat de verwachte risico/rendementsverhouding marktconform is.Bovenstaande neemt niet weg dat iedereindividuele investeerder, zeker bij crowdfunding,zijn of haar eigen afweging dient te maken overhet wel of niet investeren in een innovatie en zoja, met welk bedrag. De antwoorden op dezevragen hangen sterk af van de persoonlijkesituatie van de potentiële investeerder (zoalsbeschikbaar vrije vermogen en de persoonlijkerisicobereidheid).Tot slotCrowdfunding kan een uitstekend instrumentzijn om de ontwikkeling van zorginnovaties teversnellen. Zij kan voorzien in (een deel van)de financieringsbehoefte en kan daarnaastworden ingezet om een netwerk van betrokkenindividuen te vormen rondom een innovatie dieniet alleen financiële middelen beschikbaarstellen, maar daarnaast hun kennis van en denetwerk in de zorg beschikbaar willen stellenom van de innovatie een succes te maken. Deondernemer dient van te voren goed af te wegenof crowdfunding voor zijn of haar innovatietoegevoegde waarde heeft.


KWALITEITVAN ZORG


Kwaliteit van zorg, pagina 299PATIËNTVEILIGHEID& EHEALTHJan VesseurPatientveiligheid en eHealth hebben erg veelmet elkaar te maken. eHealth omvat eentechniek die wordt ingezet om de zorg voorde patiënt en cliënt te verbeteren en daarmeevaak ook de veiligheid te vergroten. Tochgaat er ook veel mis met de toepassing vaneHealth technieken. Zorgvuldige toepassingis noodzakelijk. In deze bijdrage wordtaangegeven wat er toe kan bijdragen dateHealth veilig en verantwoord kan wordentoegepast.PatiëntveiligheidDe laatste 15 jaar is er veel aandacht voorpatiëntveiligheid. Met de publicatie in 1999van ‘To Err Is Human’ van het Institute ofMedicine uit de Verenigde Staten realiserenwe ons wereldwijd dat zorg ook gepaard gaatmet onveiligheid. De patiënt loopt tijdens zijnbehandeling in de zorg een gerede kans opschade die blijvend is. Er is zelfs een kans opoverlijden, terwijl dat te vermijden was geweest.Ook in Nederland zijn daar gegevens overbeschikbaar. Zie daarvoor de publicaties vanhet NIVEL over de Monitor zorggerelateerdeschade in ziekenhuizen (over 2004, 2010 en2011/2012). Sinds de publicatie zijn tal vaninitiatieven genomen om de veiligheid in de zorgte vergroten. Het bekendste programma betrefthet VMS Veiligheidsprogramma in ziekenhuizen,dat liep van 2007 tot en met 2012. Binnen ditprogramma implementeerden ziekenhuizeneen veiligheidsmanagementsysteem enzorgden zij voor de invoering van interventiesop tien thema’s waarvan bekend is dat daarveel vermijdbare schade bij optreedt. Uit delaatst gepubliceerde Monitor van het NIVELin 2011/2012 bleek dat het aantal potentieelvermijdbare doden in de periode 2004 –2011/2012 van 1735 tot 970 was gedaald!eHealth en medische technologieTechnologie, in het bijzonder medischetechnologie, heeft enorm bijgedragen aan demogelijkheden van de zorg om de kwaliteit vanleven van patiënten te verbeteren. De kwaliteitvan zorg is hoe dan ook beter geworden doortechnische mogelijkheden. Stel je voor dat dehuidige technologie niet meer beschikbaarzou zijn. De patiënt zou een veel kleinere kanshebben op een juiste diagnose en op eensuccesvolle behandeling. Toch kwam uit hetonderzoek van het NIVEL naar voren dat veel vande in Nederland gevonden vermijdbare schadeen overlijden te maken heeft met tekortkomingendie gerelateerd zijn aan medische technologie.Dit betreft zowel de kwaliteit van de medischehulpmiddelen zelf als de toepassing doorzorgprofessionals van medische hulpmiddelen.Het convenant ‘Veilige toepassing van medischetechnologie in ziekenhuizen’ is een van deresultaten van de toegenomen aandacht voorhet verbeteren van de kwaliteit van en detoepassing van medische hulpmiddelen. In hetconvenant worden afspraken gemaakt over wie,waar verantwoordelijk voor is en wat er moetgebeuren om de juist voorwaarden te creërenvoor een veilige toepassing van medischehulpmiddelen. Er wordt op dit moment veelaandacht geschonken aan een goede nalevingvan het convenant.


Kwaliteit van zorg, pagina 300Hoe kijken we met deze wetenschap aantegen eHealth? Het ligt zeer voor de hand eenvergelijking met medische hulpmiddelen temaken. Sterker nog, veel, heel veel eHealthbetreft medische technologie. Omdat het begripeHealth lastig is en er in dit boek ongetwijfeldheel veel definities zullen passeren beschouwenwe in dit geval eHealth maar als alles wat detoepassing van ICT in de zorg betreft. Domoticabetrekken we hier ook bij. Met zorg wordt allezorg bedoeld; zowel intra- als extramuraal, zowelcure als care en zowel nulde-, eerste-, tweedealsderde-lijns zorg.Incidenten en eHealthOok bij de toepassing van eHealth komenincidenten voor en lopen patiënten kans opschade. Er zijn zelfs patiënten die al schadehebben opgelopen die gerelateerd is aan detoepassing van eHealth. De inspectie voor degezondheidszorg behandelt gemiddeld tweemeldingen per week waar de (toepassing van)ICT een rol bij speelt. Waar gaat het dan om?Het betreft vooral gegevens die niet beschikbaarzijn op het moment dat dat nodig was, gegevensdie verminkt beschikbaar komen, interfaces dieniet blijken te functioneren, apparaten die nietblijken te functioneren, beveiligingsmaatregelenals alarmeringssystemen of camera’s dieonvoldoende blijken te zijn, etcetera. Deoorzaken zijn legio en zeer divers. Eenopsomming:• De eHealth toepassing blijkt onvoldoende aante sluiten bij de zorgvisie van de instelling;• Bij de aanschaf ontbreekt een programma vaneisen;• Er is geen prospectieve risicoanalyseuitgevoerd voor de introductie van de eHealthtoepassing;• Er is een onvoldoende validatie bijingebruikname;• Er is onvoldoende oog voor een zorgvuldigeimplementatie (zowel organisatorisch alstechnisch);• Er is onvoldoende afstemming van dewerkprocessen;• De verantwoordelijkheden zijn onvoldoendebelegd;• Er is onvoldoende deskundig personeel;• De toepassing sluit onvoldoende aan bij demogelijkheden van de patiënt/cliënt;• De techniek of infrastructuur faalde;• Het onderhoud van de apparatuur blijktonvoldoende geborgd;• Er is onvoldoende standaardisatie.


Kwaliteit van zorg, pagina 301eHealth en zorgverbeteringDan maar geen eHealth? Natuurlijk niet.Innovatie in de zorg moet. De patiënt heeft erbaat bij en daar gaat het om. De Minister vanVolksgezondheid, Welzijn en Sport heeft inhaar brief ‘eHealth en zorgverbetering’ aan deTweede Kamer van 2 juli 2014 duidelijk latenblijken dat ze eHealth belangrijk vindt en deimplementatie ervan van harte steunt. Ze heeftdaarbij drie ambities uitgesproken.• Binnen 5 jaar heeft 80% van de chronischzieken direct toegang tot bepaalde medischegegevens;• Van de chronisch zieken (diabetes, COPD)en kwetsbare ouderen kan 70% binnen 5 jaarzelfstandig metingen uitvoeren;• Binnen 5 jaar heeft iedereen die zorg enondersteuning thuis ontvangt de mogelijkheidom via een beeldscherm 24 uur per dag meteen hulpverlener te communiceren. Naastbeeldschermtechnologie wordt hierbij ookdomotica ingezet.De minister doet ook een oproep om bij de inzeteHealth zorgvuldig te werk te gaan, want eHealthmaakt inmiddels deel uit van het (primaire)zorgproces. De zorgaanbieder heeft deverantwoordelijkheid om de eHealth toepassingverantwoord te in te zetten. Kaders hiervoor zijnde Wet op de medische hulpmiddelen en deKwaliteitswet.De toezichthouder IGZ zal optreden wanneerrisico’s voor de patiëntveiligheid zich voordoen.Om die reden heeft de inspectie in 2013 hetveld uitgebreid voorgelicht en handhaaft zijvanaf 2014 eHealth technologie die onderde termen van de Wet en het Besluit op demedische hulpmiddelen valt. Dit is (grofweg)het geval wanneer een product diagnostischeof therapeutische functionaliteit heeft. Ook iszij nauwgezet bezig de implementatie van hetconvenant medisch technologie te monitoren.Tot slotPatiëntveiligheid en eHealth zijn dus sterkgerelateerd. eHealth kan een bijdrageleveren om de patiëntveiligheid te vergrotenmaar kan daar ook een bedreiging voor zijn.Verantwoorde toepassing is daarom eenvereiste. Er zijn al meerdere handreikingenom de toepassing van ICT en eHealth teverbeteren en kwalitatief te borgen, zoals hetinitiatief van ZelfzorgOndersteund.nl en de doorhen opgezette toetsing aan basiseisen voorleveranciers van zelfzorg.Wellicht kan in navolging van het convenant‘Veilige toepassing medische technologie inziekenhuizen’ een convenant ‘Veilige toepassingeHealth/domotica in de zorg’ bijdragen aaneen breed gedragen standpunt over eenverantwoorde toepassing van eHealth/domotica.Inspectie voor de gezondheidszorgSeptember 2014


Kwaliteit van zorg, pagina 302EHEALTH EN KWALITEITVAN ZORGHans OssebaardeHealth is het gebruik van nieuweinformatie- en communicatietechnologieënom gezondheid en gezondheidszorg teondersteunen of te verbeteren. In de eersteplaats gaat eHealth over een andere,plaats- en tijdsonafhankelijke, wijze vanzorgverlening. Daarnaast maakt de digitalerevolutie ook nieuwe zorginhoud mogelijk,zoals ‘blended care’ in de geestelijkegezondheidszorg waar de regulierebehandeling wordt gecombineerd met onlineinterventies.Verder speelt eHealth een rol in dezorgondersteuning; het secundaire procesvan logistiek, administratie, afspraaksystemen,prestatiemetingen, dossiervoering [1].De verwachtingen rond eHealth zijnhooggespannen. Het zou de mogelijkhedenvoor zelfzorg, zelfregie en participatie vanpatiënten versterken. Het zou bereik en impactvan ziektepreventie en gezondheidsbevorderingverhogen. Het zou de noodzakelijkezorginnovatie kunnen aandrijven. Het zou arbeiden kosten besparen. eHealth, kortom, zou borgstaan voor betaalbaarheid, toegankelijkheid enkwaliteit van de gezondheidszorg. Daaroveris nauwelijks discussie. In korte tijd zijn allestakeholders in de zorg, stakeholders ineHealth geworden. Is er eigenlijk wel grondvoor dit optimisme? Verbetert eHealth depatiëntveiligheid en de kwaliteit van zorg? Watzijn de opties anno nu?Kwaliteit in de zorg‘Kwaliteit’ mag een van de meest gebruiktetermen in de gezondheidszorg zijn, er bestaatgeen alom aanvaarde definitie. In de woordenlijst‘Kwaliteit van zorg’ die door de toenmaligeRegieraad Kwaliteit van Zorg is samengesteldom de ‘eenheid van taal’ in de zorg tebevorderen staat onder ‘Kwaliteit’:“Geheel van eigenschappen en kenmerken vaneen product of dienst, dat van belang is voor hetvoldoen aan gestelde eisen of vanzelfsprekendebehoeften. Een operationele definitie vankwaliteit is: ‘(steeds beter) voldoen aan de nodenen wensen van de klant’. Een externe klantin de zorgsector kan bijvoorbeeld de patiëntof de zorgverzekeraar zijn. Intern zijn ondermeer zorgverleners, afdelingen en diensten‘klant’ van elkaar. Kwaliteit heeft professionele,organisatorische en relationele aspecten.” [2]Een erg brede definitie. Het gezaghebbendeAmerikaanse Institute of Medicine benoemdezes componenten voor kwaliteitszorg in de 21eeeuw: veiligheid, effectiviteit, patiëntgerichtheid,tijdigheid, doelmatigheid en rechtvaardigheid[3]. Eind vorige eeuw probeerden we dezezaken vooral met keurmerken te regelen. Nogsteeds wordt kwaliteit middels informatie van dezorgaanbieders in beeld gebracht: bijvoorbeeldvia enquêtes, declaratiebestanden of klinischeregistraties.


Kwaliteit van zorg, pagina 303Maar tegenwoordig zijn ook patiënten/cliënten een belangrijke informatiebrondie kwaliteitsinformatie voortbrengt viaervaringsvragenlijsten, PROMs of websitesals Zorgkaart Nederland. Een ingelijst HKZcertificaat aan de muur is tenslotte geengarantie dat er ook in de praktijk goede zorgwordt geleverd aan wie die daarin centraalbehoren te staan: de patiënten. Hun oordeelover behandeling en bejegening draagt steedsmeer bij aan inzicht in de kwaliteit van zorg.Uitkomstindicatoren die de patiëntervaringmeten lijken daarvoor belangrijker te wordendan procesindicatoren. Die laatste relateren nietaltijd aan de klinische uitkomsten en zeggenuiteindelijk ook niet zoveel over kwaliteit vanzorg.Zo vonden Nicholas et al. (2010) dat de matewaarin ziekenhuizen zich aan de richtlijnenhouden weinig zegt over chirurgischeuitkomsten, zoals operatieve sterfte [4]. Kwaliteitgaat ook weer niet uitsluitend om uitkomsten.Procesindicatoren, zoals patiëntgerichte zorg,gezamenlijke besluitvorming of klantvriendelijkelogistiek in het ziekenhuis, worden door patiëntenwel gewaardeerd als kenmerkend voor kwaliteit.Zo vonden Rademakers et al. (2011) dat deervaring met de arts-patiënt communicatiegrotendeels de tevredenheid met de zorgbepaalt en dat door de patiënt gerapporteerdeuitkomsten (bijv. lichamelijk functioneren) erminder toe doen voor de beoordeling van dezorg [5].Tegenwoordig bepalen zorgverzekeraars,patiëntenorganisaties en zorgverlenersgezamenlijk hoe kwaliteit van zorg er uit moetzien. Op 1 april 2014 is de ‘Wijziging van deWet cliëntenrechten zorg en andere wetten inverband met de taken en bevoegdheden op hetgebied van de kwaliteit van de zorg’ in werkinggetreden. Daarmee is Zorginstituut Nederlandontstaan.Onderdeel daarvan is het Kwaliteitsinstituutdat als wettelijke taak heeft de kwaliteit vanzorg te bevorderen door zorgverzekeraars,patiëntenorganisaties en zorgverleners te helpenbij het ontwikkelen van kwaliteitsstandaarden,deze te registreren en te ontsluiten. Op diemanier kunnen alle partijen zien waar welkekwaliteit van zorg wordt geleverd. Dat heettransparantie, en de behoefte daar aan is groot.Alle betrokken partijen zijn om verschillenderedenen zeer geïnteresseerd in de relatie tussende kosten van zorg en de baten ervan.Burgers in de eerste plaats. Wanneer zij met dezorg in aanraking komen als patiënt, consument,cliënt of mantelzorger, kan deze transparantiebehulpzaam zijn bij het maken van passendekeuzes. Zij worden tegenwoordig ook meergeacht zelf de regie van hun zorg ter hand tenemen en ook daarvoor is deze informatie vanbelang. Dat is zonder het gebruik van internet,tablet of smartphone steeds minder voorstelbaar.Sinds in de jaren negentig het internet voorsteeds meer mensen beschikbaar kwam, wordthet veel gebruikt voor het zoeken van medischeof gezondheidsinformatie. Met de opkomstvan 2.0 technologie zijn de mogelijkhedenverder vergroot. Als consument raakte menal snel gewend aan het online raadplegen


Kwaliteit van zorg, pagina 304van vergelijkende keuze-informatie, maar het‘sociale web’ maakte ook echte participatie encommunicatie mogelijk. Men deelde ervaringendoor beeld, tekst en geluid te uploaden en tevoorzien van aanbevelingen of waarderingen.Die digitale informatierevolutie deed zich overalgelden; in het onderwijs, het bedrijfsleven,de journalistiek, de politiek, de kunst, deopvoeding, vrijetijdsbesteding …. Dus ook in degezondheidszorg en het bio-medisch onderzoek.Al duurde dat laatste in ons land relatief lang,vergeleken met bijvoorbeeld de reisbranche ofde bancaire sector.eHealth in NederlandInmiddels is eHealth niet meer weg te denkenuit de Nederlandse gezondheidszorg. Media,vakbladen, wetenschappelijke tijdschriften,politieke en beleidsdocumenten, verzekeraars,zorgaanbieders, kennisinstituten enpatiëntenorganisaties berichten uitgebreid,regelmatig en positief over de mogelijkheden vanmobiele en internettechnologie in de zorg.In juni 2012 stuurde de minister vanVolksgezondheid een brief over eHealthaan het Parlement [6a] met als bijlage een‘Nationale Implementatie Agenda eHealth’ (NIA),opgesteld door KNMG, NPCF en ZN [6b]. Deboodschap luidde: eHealth moet zo spoedigmogelijk worden opgeschaald en uitgebouwd.Deze ‘NIA-partners’ werken daar momenteelhard aan. Zij zijn inmiddels aangevuld metNictiz, de Vereniging van Zorgaanbieders voorZorgcommunicatie (VZVZ) en ZorginstituutNederland. Ruim een half jaar later stuurden deVWS bewindslieden hun beleidsvoornemensnaar de Tweede Kamer [7]. In deze gezamenlijkeagenda ‘Van systemen naar mensen’ schrevenzij onder meer:“Met vereende krachten moeten we werkenaan een gezondheidszorg waar arbeids- enkostenbesparende technologieën zoals e-healtheen significante rol spelen. Alleen op die manierkunnen we, bij de toenemende vraag naarzorg, een toekomstige verschraling van zorgvoorkomen”En:“De structurele toepassing van e-healthtoepassingen kan mensen ondersteunen bijhet zo goed mogelijk inpassen van de ziekte inhet leven en daarbij zo gezond mogelijk blijven(zelfmanagement)”In de Kamerbrief ‘e-Health enzorgverbetering’(d.d. 2 juli 2014) stelde deminister nog eens:“ (…) dat we ons beleid vooral zullen inzettenop het breed benutten van succesvolle e-healthinitiatieven om zo de zorg te verbeteren en tebereiken dat mensen echt centraal staan in dezorg” [8].De maatschappelijke, politieke en beleidmatigevoorwaarden voor eHealth zijn nog nooit zogunstig geweest. Daarbij hebben we in ons landeen creatief en innovatief bedrijfsleven en eenrelatief hoog opgeleide bevolking die graag metelektronica omgaat en deze snel domesticeert.


Kwaliteit van zorg, pagina 305In ons Umfeld - de Europese Unie, deWereldgezondheidsorganisatie en de VerenigdeNaties - zijn de verwachtingen even hooggespannen. Hier hoopt men dat eHealthbijdraagt aan de oplossing van mondialeproblemen in global healthcare: kostenstijging,vergrijzing, multi-morbiditeit, de groei in infectieziektenen het toenemend consumentisme [9].Echt goed doorgebroken is eHealth echter nogsteeds niet. De implementatie is gefragmenteerd,kortademig en kleinschalig en blijft in hetalgemeen achter bij de verwachting. Dat geldtinternationaal, maar ook in ons land. De eHealthMonitor 2013 [10] bevestigde nog eens devier bekende oorzaken van deze stagnatie:onbekendheid bij patiënten en zorgverleners,gebrek aan regie, gebrek aan standaardisatie,onduidelijkheid over financiering. ZorginstituutNederland publiceerde in dat verband de notitie‘Wanneer is e-health verzekerde zorg’ en eenstandpunt over de vraag of online behandelingvan depressie onder de verzekerde zorg valt[www.zorginstituutnederland.nl]. Ook de andereNIA+ partijen werken er aan om, alleen ofgezamenlijk, dergelijke belemmeringen weg tenemen.eHealth en KwaliteitDe relatie tussen eHealth en zorgkwaliteit is veelonderzocht en wordt vaak genoemd als een vande belangrijke redenen om “méér eHealth” tewillen. Zorgt eHealth voor meer zorgkwaliteit?Als we het container-begrip eHealth beperkento zorgverlening (eZorg), dan zien we hetvolgende. In een grote overzichtstudie inopdracht van de Britse National Health Service(NHS) concluderen Sheikh et al. (2011) dateHealth potentieel de veiligheid en kwaliteit vanzorgverlening zou kunnen verbeteren [11].Potentieel. Dat betekent: mogelijkerwijs,eventueel. Zij vervolgen:“De belangrijkste bevinding uit de analysevan de empirische bewijsvoering - die vanwisselende kwaliteit is - (…) is dat er op ditmoment nog beperkt bewijs is dat aantoont datdeze technologieën daadwerkelijk uitkomstenvoor patiënten verbeteren.”Daadwerkelijk. Dat betekent: feitelijk, inwerkelijkheid. Oorzaken genoeg daarvoor. Dekwaliteit van het onderzoek is matig: zwakkeuitkomstmaten, theorie-arm, overschatting vaneffect-groottes, te kort lopende interventies,methodologische beperkingen enzovoort. Maarook de praktijk geeft aanleiding voor de klooftussen mogelijk en feitelijk: eindgebruikersworden nauwelijks betrokken, de aannamedat een eHealth-interventie altijd en overalvoor iedereen werkt, nauwelijks aandacht voorimplementatie en dergelijke.De auteurs blijven nochtans “voorzichtigoptimistisch” over dat een aantal eHealthapplicaties op den duur toch wel zal kunnenleiden tot verbeteringen in doelmatigheid,uitvoering en zorg. Hun verstandige (beleids-)aanbeveling is dat het toch echt nodig is om deaanspraken op allerlei mogelijke voordelen tetemperen, en dat als het gaat om innovaties inde gezondheidszorg, de rol van de gezamenlijketechnologische, menselijke en organisatorischefactoren even belangrijk is voor succes bij deimplementatie.


Kwaliteit van zorg, pagina 306Daarnaast doen zij nog aanbevelingen vooronderzoekers om onafhankelijke evaluatiesvan eHealth te laten uitvoeren.Vergelijkbareuitkomsten gaven eerdere overzichtsstudies vanbijv. Black et al. (2010) [12] en Ekeland et al.(2010) [13]. Onlangs repliceerden onderzoekersvan, onder andere, het Erasmus UniversityMedical Center Rotterdam deze laatste studieom te zien of er sindsdien iets was veranderdvoor wat betreft effectiviteit van eHealthinterventies voor patiënten met lichamelijkeaandoeningen [14].Zij voerden een zorgvuldige en omvangrijkeanalyse uit van systematische reviews en metaanalyses.Net als de eerder genoemde auteurszien zij een enorme toename aan publicaties.Van de 31 gevonden overzichtstudies warener 24 (77%) ten beste “veelbelovend” voor watbetreft (kosten)effectiviteit dan wel lieten zebeperkte of inconsistente uitkomsten zien. Eenvertrouwd beeld. Slechts zeven overzichtsstudies(23%) lieten onomstotelijk positieve effectenzien op gezondheid of kostengerelateerdeuitkomstmaten. Zo waren er gunstige uitkomstente melden bijvoorbeeld over telemonitoring vanbloeddruk, voorlichting via internet/mobieletelefoon bij diabetes (I en II), en telemonitoringbij hartfalen.Hoewel dus nog beperkt qua impact op deveelgebruikte, zes kwaliteitscomponentenvan het Institute of Medicine [3] geeft dit welaan waar eHealth momenteel het sterkst is:voorlichting, monitoring, en ondersteuning bijzelfmanagement. Veiligheid, effectiviteit endoelmatigheid manifesteren zich bijvoorbeeldin lagere sterfte, minder opnames, beterelaboratoriumwaarden en minder medicijngebruik.Maar ook in economische voordelen zoalslager zorggebruik, al is de evidentie daarvoornog niet zeer uitgebreid. Duidelijk zijn ookeen significante toename in kennis vanhun ziekte onder patiënten, versterking vanzelfmanagement en een verbetering vanhun kwaliteit van leven (patiëntgerichtheid).Tevredenheid en acceptatie onder patiënten wasdan ook vaak hoog.Vergelijkbare uitkomsten werden eerdergerapporteerd in studies met grote aantallenpatiënten zoals het Britse Whole SystemDemonstrator onderzoek, met meer dan 3000patiënten (diabetes, hartfalen, COPD) [15].Andere studies laten iets dergelijks zien voorde geestelijke gezondheidzorg, op terreinenals depressie of alcoholafhankelijkheid[16]. Als het gaat om ePublic Health (m.n.preventie en voorlichting) zijn er eveneenskwalitatieve successen te melden [17]. En eenfunctionerende zorgondersteuning (w.o. logistiek,afspraken, financiën, case-mangement, kwaliteit)zònder informatie- en communicatietechnologieis niet meer voorstelbaar. Samen met de hoogingeschatte,toekomstige ‘potentie’ van eHealthin brede betekenis, zou de kracht dus kunnenliggen in de ondersteuning van de door velenbepleite verschuiving naar een zorgstelsel waarinvoorzorg en zelfmanagement een prominenteplaats innemen [18].VerbeterwetenschapTechnologie helpt ons het leven teveraangenamen. Of het nu om elektrisch licht of


Kwaliteit van zorg, pagina 307stoomtreinen gaat, nieuwe technologieën hebbeneigenlijk altijd tot utopische hoop geïnspireerd.Zeker ook tot angst en weerstand, maar demoderne mens omarmt nieuwe technologieënmet doorgaans dezelfde optimistische, uit deVerlichting stammende, vooronderstellingen.Technologie brengt tenminste universelerijkdom binnen ons bereik, alsook meer vrijheiden gezondheid, gemeenschapszin en wareindividuele vervulling. In het geval van informatieencommunicatietechnologie werd dat nogversterkt door de opkomst van een ‘virtueleklasse’ van jonge, stedelijke, internationaalgeoriënteerde professionals voor wie dezetechnologie uiteenlopende (cyberculturele eneconomische) waarden symboliseerde.Dit techno-utopisme belemmert ons ineHealth. Te hoge verwachtingen kunnen diepeteleurstelling geven. Er zijn talloze eHealthprojecten gesneuveld in de pilot-fase. In eigenland liep het Elektronisch Patiënten Dossierernstige averij op, onze Britse buren lieten hetkostbare ‘NHS National Program for IT’ vallen, enondanks mega-investeringen stagneert deimplementatie en zijn er steeds weer twijfelsover privacy en veiligheid. En dan blijft ooknog het bewijs voor kwaliteitsverbetering in dezorg achter bij de verwachtingen. Kan eHealthtechnologie werkelijk helpen bij de oplossingvan de grote vraag of we in de nabije toekomstgoede zorg met minder middelen aan iedereenkunnen blijven leveren?Daartoe blijft stimulering van onderzoeknodig, en dat gebeurt ook in Nederland; ziebijvoorbeeld het ‘Actieprogramma eHealth’ datZonMw sinds 2012 uitvoert [19]. We begrijpenook steeds beter dat eHealth onderzoek eeneigen dynamiek heeft, bijvoorbeeld vanwegede hoge ‘break-through rate’ van technologiedie de zinvolheid van RCT’s ondergraaft endaarmee de traditionele wetenschappelijkebewijsvoering. Daar worden momenteel nieuweoplossingen voor bedacht [20]. Belangrijker nogis een accentverschuiving naar implementatie.We weten inmiddels wel aardig wat werkten waarom. We weten ook wat niet werkt enwaarom. De kern-vraag is: hoe krijgen we dezeinzichten overgedragen in de (klinische) praktijken aan de professionals die er werken.Sinds een jaar of tien maken we daarvoor gebruikvan concepten uit de implementatiewetenschap.Die kunnen behulpzaam zijn bij het begrijpen vanwat het betekent een technologie in te beddenin de complexe omgeving van de zorg [21]. Zijhelpen bij het ontwerp van eHealth interventieszodat die ook werkelijk gebruikt worden en niet,zoals nog te vaak gebeurt, worden afgewezendoor de eindgebruikers [22].


Kwaliteit van zorg, pagina 308Daarvoor zijn gevalideerde gereedschappenontwikkeld en beschikbaar gemaakt die dekans op succesvolle implementatie en evaluatievergroten [23, 24]. Maar deze worden nog teweinig gebruikt en implementatiewetenschapkent bepaalde beperkingen. eHealth isuiteindelijk gewoon: gezondheidszorg.Bewezen verbeteringen moeten in die zorggeïmplementeerd worden. Dat ‘landen in depraktijk’ is een dynamisch en sociaal procesvan verandering waarin mensen, technologieen context interacteren. In dat proces is hetnodig om praktische vormen van leren teontwerpen die van pas komen in het ‘echteleven’ als professional en als mens. Permanentleren (continous medical education) is ook inde zorg gewoon geworden en technologie(e-learning) maakt dat mogelijk ongeacht tijden afstand. Het toegepast karakter van ditonderwijs is essentieel. Het kan op een breedgebied worden benut en aangevuld wordenmet wetenschappelijke theorieën of juist metlokale inzichten van de werkvloer. Dit is in feitede schets van ‘verbeterwetenschap’ waarvoorMarshall et al. in The Lancet een lans braken[25].Verbeterwetenschap - improvement science- combineert een praktische benaderingvan wetenschap met een wetenschappelijkebenadering van de praktijk. Theorie,methodologie, technologie en dataverbonden met de morele, fysieke, sociale enorganisatorische context van de patiëntenzorg.eHealth implementatie vormt de ideale casusvoor deze verbeterwetenschap. In feite is hetde actuele kern-opdracht voor de verbeteringvan kwaliteit in de zorg, ondersteund metinformatie- en communicatietechnologie.Verbeterwetenschap en zorginnovatie kunnenniet zonder elkaar.Referenties[1] Krijgsman, J. & Klein Wolterink, G.(2012) Ordening in de Wereld van eHealth.Whitepaper 12013. Den Haag: Nictiz.[2] www.glossarium.zorginstituutnederland.nl[3] Committee on the Quality of Health Carein America. Crossing the quality chasm:A new health system for the 21st century.Washington, DC: National Academy Press;2001.[4] Nicholas LH, Osborne NH, Birkmeyer JD,Dimick JB. Hospital process compliance andsurgical outcomes in medicare beneficiaries.Arch Surg. 2010 Oct;145(10):999-1004).[5] Rademakers et al. Structure, process oroutcome: which contributes most to patients’overall assessment of healthcare quality?BMJ Qual Saf. 2011 Apr;20(4):326-31[6a] Kamerbrief over eHealth, 07 juni 2012www.rijksoverheid.nl[6b] NIA Nationale Implementatie AgendaeHealth (Dec. 2011) Een beleidsdocumentuitgegeven door de KoninklijkeNederlandsche Maatschappij totbevordering der Geneeskunst (KNMG),de Nederlandse Patiënten ConsumentenFederatie (NPCF) en ZorgverzekeraarsNederland (ZN). www.rijksoverheid.nl[7] Kamerbrief Gezamenlijke agendawww.rijksoverheid.nl[8] Kamerbrief VWS, juli 2014 www.rijksoverheid.nl[9] Ossebaard HC & Van Gemert-Pijnen JEWC(2013) Introduction: The future of healthcare. In: Van Gemert-Pijnen JEWC , Peters, O


Kwaliteit van zorg, pagina 309& Ossebaard HC (2013) Improving eHealthpp. 9-31. The Hague: Eleven internationalpublishing.[10] eHealth Monitor 2013. Nictiz/Nivel www.nictiz.nl[11] Sheikh, A. et al, (2011) The Impact ofeHealth on the Quality and Safety ofHealthcare. An updated systematic overview& synthesis of the literature. Final report forthe NHS Connecting for Health EvaluationProgramme (NHS CFHEP 001). University ofEdinburgh/Imperial College London.[12] Black AD, Car J, Pagliari C, AnandanC, Cresswell K, et al. (2011) The Impactof eHealth on the Quality and Safety ofHealth Care: A Systematic Overview. PLoSMed 8(1): e1000387. doi:10.1371/journal.pmed.1000387[13] Ekeland AG, Bowes A, Flottorp S.Effectiveness of telemedicine: a systematicreview of reviews. Int J Med Inform2010;79(11):736-771.[14] Elbert NJ, van Os-Medendorp H, vanRenselaar W, Ekeland AG, Hakkaart-vanRoijen L, Raat H, Nijsten TEC, Pasmans SGEffectiveness and Cost-Effectiveness ofeHealth Interventions in Somatic Diseases:A Systematic Review of Systematic Reviewsand Meta-Analyses. J Med Internet Res2014;16(4):e110 URL: www.jmir.org[15] Steventon A, Bardsley M, Billings J,Dixon J, Doll H, Hirani S, Whole SystemDemonstrator Evaluation Team. Effect oftelehealth on use of secondary care andmortality: findings from the Whole SystemDemonstrator cluster randomised trial. BMJ2012;344:e3874[16] Ruwaard, J. (2012). The efficacy andeffectiveness of online CBT. Amsterdam:Dept. of Clinical Psychology, University ofAmsterdam.[17] Ossebaard HC & Van Gemert-PijnenJEWC (2014) Public Health 2.0 - freshapproaches to old problems. In: Guest G& Namey E (Eds.) Public Health ResearchMethods pp 649-680. Thousand Oaks CA:SAGE Publications.[18] www.nphf.nl[19] ZonMw (2013) Actieplan eHealthimlementatieonderzoek. Den Haag: ZonMw.[20] Baker TB, Gustafson DH, Shah D HowCan Research Keep Up With eHealth? TenStrategies for Increasing the Timeliness &Usefulness of eHealth Research. J MedInternet Res 2014;16(2):e36 www.jmir.org[21] May, C. (2013) Agency and implementation:Understanding the embedding of healthcareinnovations in practice. Social Science &Medicine,78 (0): p. 26-33.[22] Glasgow, RE, Phillips, SM & Sanchez MA(2013) Implementation science approachesfor integrating eHealth research into practiceand policy. International Journal of MedicalInformatics, Vol 83, Issue 7, pp e1-e11[23] Van Gemert-Pijnen JEWC, Nijland N, VanLimburg AHM, Ossebaard HC, KeldersSM, Eysenbach G, Seydel ER. A holisticframework to improve the uptake and impactof eHealth technologies. J Med InternetResearch. 2011;13(4): e111 doi:10.2196/jmir.1672.


[24] MacFarlane A, Clerkin P, Murray E,Heaney DJ, Wakeling M, Pesola UM, etal. The e-Health Implementation Toolkit:qualitative evaluation across four Europeancountries. Implement Sci 2011;6:122[25] Marshall M, Pronovost P, Dixon-WoodsM. Promotion of improvement as a science.Lancet 2013; 381: 419–21.


E-HEALTH INEUROPA


E-Health in europa, pagina 312EHEALTH IN EUROPAMerik SevenIn dit artikel wordt stil gestaan bij degezondheidszorg in de Europese Unie (EU) ende rol van eHealth in Europa. De belangrijkstebeleidsmatige en bestuurlijke activiteitenworden geschetst en een aantal relevante(toekomst)beeldbepalende Europeseprojecten en ontwikkelingen passeren derevue. Dit hoofdstuk sluit af met een kortereflectie over het belang van eHealth inEuropa vanuit Nederlands perspectief.eHealth speelt zowel in Nederland als in hetbuitenland een belangrijke rol bij het verbeterenvan de gezondheidszorg. In dit artikel wordteHealth op hoofdlijnen in een Europeesperspectief geplaatst. Een Europese oriëntatie isrelevant, omdat Europa in toenemende mate derandvoorwaarden beïnvloedt voor het beoogdesucces van eHealth in Nederland.Dat eHealth zich niet beperkt tot de eigenlandsgrenzen heeft te maken met grofweg drieaanleidingen. Ten eerste reist de moderneburger steeds frequenter over de grenszodat hij of zij al dan niet gepland integralegrensoverschrijdende zorg kan ontvangen.Deze ontwikkeling wordt ondersteund doorde EU Directive on the application of patients’rights in cross-border healthcare. In 2010hebben reeds zo’n twintig miljoen Europeanenmedische behandelingen ondergaan in eenander EU-land. Grensoverschrijdende digitalegegevensuitwisseling kan dan van levensbelangzijn.Ten tweede beïnvloeden internationaalopererende leveranciers, standaardisatieorganisatiesen een Europese wet- enregelgeving in toenemende mate de nationaleeHealth. EPD-leveranciers zoals EPIC en Cerner(Siemens) opereren op de Nederlandse marktmet internationale productportfolio’s, Applestaat bijvoorbeeld met zijn “app” ecosysteemaan de vooravond om het eHealth veld tegaan betreden en de Europese Commissie(EC) werkt met nieuwe wet en regelgeving toenaar één Europese eHealth-markt. eHealthproductontwikkelinginternationaliseert.Ten derde wordt ervaring opgedaan met eHealthin andere Europese landen. Nederland kanveel leren van deze initiatieven. Het delen vanen samenwerken aan eHealth-implementatiesin Europa biedt onder meer voordelen voorrisicospreiding, doelmatigheid en effectiviteitbij beperkte innovatiebudgetten. Bij hetimplementeren van eHealth lijkt het daaromverstandig het internationale perspectief vaneHealth mee te nemen.Dat vergroot de kans op duurzaam succes,biedt aanvullende financierings- ensamenwerkingsmogelijkheden en verkleint dekans op (on)verwachte tegenslagen. SuccesvolleeHealth-implementatie kan dankbaargebruikmaken van het leerrendement dat inEuropa wordt opgebouwd.Gezondheidszorg in EuropaDe gezondheidszorgsector in Europa isomvangrijk. Gemiddeld bedragen de uitgavenaan gezondheidszorg in de EU-lidstatenzo’n tien procent van het bruto binnenlandsproduct (BBP) en vijftien procent van de


E-Health in europa, pagina 313totale overheidsuitgaven. In 2020 zullen naarverwachting acht miljoen vacatures openstaan inde zorgsector.De gezondheidszorg in Europa staat voordemografische uitdagingen. Europese burgersworden gemiddeld genomen ouder. Het aantalchronisch zieken neemt toe. In 2009 warende grootste en chronische aandoeningensamen verantwoordelijk voor 87 procent vanalle sterftegevallen in de EU. Ook de ongelijkeverdeling van zorg binnen en tussen de lidstatenzal toenemen. Tegen de achtergrond vaneen beperkt investeringsklimaat als gevolgvan een fragiel economisch herstel, komt debetaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid vande gezondheidszorg in Europa onder druk testaan. Nederland is hierop geen uitzondering.Vanwege deze ontwikkelingen heeft de EuropeseCommissie (EC) een pakket maatregelen tot2020 voor de gezondheidszorg opgesteld.Hierbij staan speerpunten als verbeteringvan de gezondheidszorg, vermindering vanongelijkheid binnen en tussen lidstaten,stimulering van vernieuwing en ontwikkelingvan duurzame gezondheidszorgsystemen,aandacht voor actuele thema’s binnen lidstatenen samenwerking tussen lidstaten centraal.Deze speerpunten zijn ingebed in de Europa2020 Strategie, het tienjarenplan voor groeien werkgelegenheid van de EU. De ambitiesvoor de gezondheidszorg in het algemeenen de rol van eHealth in het bijzonder wordenvia verschillende de beleids-, besturingsenfinancieringsprogramma’s van Europaondersteund. Dit zorgt voor een complex, maarrelevant Europees eHealth-landschap.Rol van eHealth in EuropaeHealth staat sinds 2004 op de agenda van deEuropese Commissie. Om de doelmatigheid tevergroten, kwaliteit te verbeteren en innovatie testimuleren wil de Europese Unie één ‘EuropeseeHealth-ruimte’ creëren. Hierin moeten informatieen gegevens over gezondheidszorg en patiëntenmakkelijker tussen zorgverleners en ziekenhuizenkunnen worden uitgewisseld.Dit betekent bijvoorbeeld het verbeteren van hetelektronische patiëntendossier, zodat een arts ineen andere EU-lidstaat eenvoudig inzicht krijgtin de gezondheidstoestand van een patiënt.Dit betekent ook het coördineren van kennisen onderzoek over gezondheidszorg tussenlidstaten. eHealth kan eveneens worden gebruiktbij het overbruggen van taalbarrières, bijbijvoorbeeld het gebruik van geneesmiddelen,en de burger langer gezond en actief te houden.Ondanks dat de toepassingen van eHealth nogachter blijven vergeleken met de adoptie vantechnologie op andere beleidsterreinen, zijner goede en concrete resultaten geboekt bijeHealth- implementatie en samenwerking. Zogebruikt in 2013 60 procent van de huisartsen inEuropa van eHealth-toepassingen, 50 procentmeer dan in 2007. Het Elektronisch PatiëntenDossier (EPD) is de meest gebruikte toepassing.Koploper Nederland heeft in 83 procent van degevallen het patiëntendossier gedigitaliseerd.Online consultaties bij huisartsen komenslechts in 10 procent voor. 15 procent van de


E-Health in europa, pagina 314zorgprofessionals overlegt digitaal met collega’s.In Estland, Kroatië en Zweden sturen bijna alleartsen hun recepten digitaal door. In anderelanden ligt dit percentage op 32 procent.Van de ziekenhuizen passen Scandinavischeziekenhuizen eHealth het meest toe (62-66procent). 48 procent van de ziekenhuizen wisseltelektronische medische gegevens uit met dehuisarts. Patiënten hebben evenwel nog maarweinig toegang tot de eigen medische gegevensvan ziekenhuizen (9 procent) en minder dan 8procent van de ziekenhuizen deelt medischeinformatie met EU-landen.NederlandNederlandse artsen en patiënten maken invergelijking met het buitenland veel gebruik vaneHealth-toepassingen. Ongeveer twee derde vande Nederlanders gebruikt internet om informatiete zoeken over zijn ziekte of behandeling.Vormen van online contact met zorgverlenersworden nog weinig gebruikt. Ook in het gebruikvan digitale dossiers door huisartsen en medischspecialisten is nog winst te behalen.KansenBij het gebruik van eHealth in het zorgprocessnijdt het mes aan twee kanten. Enerzijdsstimuleert eHealth de economische activiteitenen concurrentiepositie. Het creëert nieuwebanen, zakelijke markten en -kansen. Ditresulteert in een eHealth-markt van 10miljard euro in 2010 naar een markt van30 miljard euro in 2017. eHealth stimuleertde groei van het aanbod aan welzijn- engezondheidszorgapplicaties en werktconvergerend tussen draadloze mobieletechnologie, sociale media en gezondheidszorg.Anderzijds draagt eHealth bij aan meertransparantie, toegang tot dienstverlening eninformatie en het gebruik van social media inde zorg. Dat resulteert in meer persoonlijkezorg (veiliger, doelmatiger en effectiever), werktfaciliterend in een participerende samenlevingen stimuleert het verhogen van de kwaliteit vanleven en zelfredzaamheid.BelemmeringenBij het succesvol implementeren van eHealthblijken een aantal structurele belemmeringeneen rol te spelen. Deze belemmeringen hebbeneen universeel karakter en vragen om eengezamenlijke aanpak van de EU-lidstaten. Nietalleen Europees, maar vooral ook op mondiaalterrein wordt gericht gewerkt aan het wegnemenvan de ervaren belemmeringen:• een gebrek aan vertrouwen in en bekendheidmet het gebruik van eHealth;• een gebrek aan interoperabiliteit;• nog beperkte bewijs voor meerwaarde;• teveel onduidelijkheid rondom de verwerkingvan persoonlijke medische informatie;• een gebrek aan wettelijke operationeel kaderen stimulerende bekostigingssystematiek;• hoge instapkosten voor nieuwkomers(bijvoorbeeld app-ontwikkelaars);• regionale verschillen in toegang tot ICTdiensten.Beleids- en financieringsprogramma’svoor eHealth in de EUOm de belangrijkste belemmeringenrondom eHealth innovatie en adoptie wegte nemen heeft de EC een eHealth beleidopgesteld. De EU hecht veel belang aan


E-Health in europa, pagina 315eHealth getuige de verschillende beleidsenfinancieringsprogramma’s. Deze gaan –uitgaande van de EU-Strategie 2020- uit vandrie invalshoeken: gezondheidszorg, innovatie(Innovation Union) en digitalisatie (DigitalAgenda). De belangrijkste actieprogramma’sworden hier kort besproken.eHealth Action Plan 2020Het eHealth Action plan 2012-2020 beschrijft devisie op en realisatie van eHealth tot 2020. Hetplan is gericht op:• Het verbeteren van de zorg voor chronischzieken en patiënten met multimorbiditeit viapreventie en gezondheidspromotie;• Het vergroten van duurzaamheid endoelmatigheid van zorgsystemen doorhet stimuleren van innovatie, persoonlijkezorg, patiëntpositieversterking enorganisatieverandering;• De bevordering van grensoverschrijdendezorg, veiligheid van zorg, solidariteit,universaliteit en gelijkheid;• Het optimaliseren van de regelruimte enmarktcondities voor eHealth-ontwikkeling.Het eHealth Action Plan 2020 wil deze visiebereiken door:• Realisatie van bredere interoperabiliteit:• Ondersteuning van R&D en innovatie voor zorgen welzijn;• Faciliteren van “uptake” en brede gebruik;• Promotie van dialoog en samenwerking op eenmondiaal niveau.Active & Assisted Living Joint Action(AAL JP)Het programma “Active and Assisted Living JointProgram” (AAL JP) is een vervolgprogrammahet Ambient Assisted Living program (2008-2013). Het ondersteunt toegepast onderzoek eninnovatie van ICT-dienstverlening voor de oudereburgers. Voorwaarde is een “time to market”tussen de één en drie jaar ligt. EU-lidstatenbesturen het financieringsprogramma en de ECondersteunt het. De focus ligt op:• De bevordering van opkomende eHealth-marktvoor ouderen in de thuissituatie;• Het creëren van een kritische massa rondomonderzoek, ontwikkeling en innovatie;• Het verbeteren van een implementatieklimaatter vergroten en uitnutten van eHealth.Het programma (budget 60 miljoen euro perjaar) loopt van 2013 tot 2020. AAL JP werkt nauwsamen met het Europese Innovatie Partnerschaprondom actief en gezond ouder worden (EIP-AHA). Zowel het eHealth action Plan 2020 alshet AAL JP 2020 zijn onderdeel van de DigitaleAgenda van de EC.Connecting Europe FacilityDe Connecting Europa facility is een (financiële)voorziening uit de Digitale Agenda van deEC. Het heeft een budget van 1,14 miljardeuro. De CEF voorziet in de brede uitrol vanbreedbandactiviteiten en dienstverleningin de EU. CEF ondersteunt projecten diede concurrentiepositie van de economieversterken, de connectiviteit en interoperabiliteitvan nationale, regionale en lokale netwerkenpromoot en realiseert en de ontwikkelingvan één digitale markt stimuleert. De CEFondersteunt zowel grensoverschrijdende alssectoroverschrijdende dienstverlening tussen


Zorg van bovenHet thema Zorg van Boven is verwerkt door het hele boek en laat een aanzicht zienvan de demografie, zorgvraag en zorgcontect in Nederland.2e lijn: Hartfalen Buurt 20152e Lijn: Hartfalen2015 Hartfalen (NL=16) Buurt 5KData.ZHP_15_V0301 - 9091 - 9591 - 95< 9096 - 10596 - 105106 - 1102e lijn Hartfalen106 - 110> 1102e Lijn Hartfalen 2015 - 2030/20152e lijn: Hartfalen 2015 - 203030/15 Hartfalen (NL=138) 50x502e lijn Hartfalen 30-15 GridZHP_30_V03 > 105 & > 105 groei95-105 & < 95 groei01 > - 105 95 & 95-105 groei< 95 & > 105 groei96 - 105106 > 105 - 19543 & < 95 groei< 95 & 95-105 groei2015 Hartfalen (NL=16) 100x100 3K95-105 & > 105 groei< 95 & < 95 groeiZHP_15_V03095-105 & 95-105 groei1 - 95


E-Health in europa, pagina 317overheidsinstellingen. Het bouwt daarnaastverder aan bredere beschikbaarheid van digitaledienstverlening voor zowel bedrijven als burgersen voor verschillende domeinen. CEF richt zichop dienstverlening in de laatste fase van deontwikkeling. De gezondheidszorg wordt viade ontwikkeling van eHealth-dienstverleningéén van de belangrijke afnemers van CEF.De implementatie van het CEF-programmaverloopt via jaarlijkse werkprogramma’s waarinde prioriteiten en activiteiten staan voor hetbetreffende jaar. Voor 2015 ligt de focus vanuiteHealth op de CEF-ondersteuning van degrensoverschrijdende gegevensuitwisselinggebaseerd op de Patient Summary (PS) usecaseen de ePrescription (eP) usecase.Horizon 2020 ,Horizon 2020 is het Europesesubsidieprogramma voor onderzoek eninnovatie met een budget van 80 miljard euro.Het programma richt zich op het versterkenvan de concurrentiepositie van Europa doorhet stimuleren van innovatie en wetenschap.Daarnaast heeft het programma aandachtvoor sociaal maatschappelijke vraagstukkenen daagt het bedrijfsleven en de academischewereld uit om oplossingen te bedenken. In debeleidspijler “maatschappelijke uitdagingen” ishet programma “Gezondheid, demografischeverandering en welzijn”. Dit programmaheeft als doelstelling kansen te creëren voordoorbraakprojecten en radicale innovaties doorde vertaling naar de praktijk te ondersteunen/begeleiden.De rol van eHealth speelt in dit programmaeen voorname rol. Voor deze programmalijn iseen budget van 1,2 miljard euro beschikbaar.Via periodieke werkprogramma’s, openbareaanbesteding en het verstrekken vansubsidieaanvragen wordt invulling gegeven aande Horizon 2020 doelstellingen.European Innovatie Partnership onActive and Health Aging (EIP-AHA)Het organiseren van samenwerking tussenoverheid, bedrijfsleven en eindgebruikers in dehele innovatiecirkel (van research tot adoptie)is een prioriteit van de EC. Die samenwerkingkan worden aangevuld met organisaties voorstandaardisatie en regulatie. Een partnershipricht zich op ondersteuning van Europese,nationale en/of regionale randvoorwaardenrondom:• De diffusie van innovatie;• Financiering en investering;• Coördinatie en harmonisatie van R&Dactiviteiten.Een voorbeeld van zo’n partnerschap is het“European Innovation Partnership on Active andHealthy Aging” (EIP AHA). EIP AHA heeft driedoelen voor 2020 gesteld:• Ondersteunen van de EU-burger bij behoudenvan een gezond, actief en zelfstandig leventijdens het ouder worden;• Het verbeteren van de duurzaamheiden doelmatigheid van sociale engezondheidszorgsystemen;• Het verbeteren en versterken van hetmarktklimaat voor innovatieve productenen dienstverlening voor de vergrijzendebevolkingsgroep.


E-Health in europa, pagina 318Gezondheidspreventie en –promotie, care &cure en actief en zelfstandig ouder worden zijnkernwoorden in dit programma. In 2020 moetde gemiddelde levensverwachting in de EUmet twee jaar zijn toegenomen. De inzet vaneHealth is hierbij belangrijk. De financiering vande programma-activiteiten verloopt grotendeelsvia het Horizon 2020 programma. De EC roeptlidstaten op aan het partnerschap deel te nemen.Derde EU Health for Growth program2014 – 2020Dit EU-programma is gericht op hetverduurzamen en innovatiever maken vanhet gezondheidszorgsysteem. Het moetbijdragen aan de verbetering van de publiekegezondheid en bescherming bieden tegengezondheidsgevaren van buitenaf, zoalsgriepepidemieën. Het programma heefteen budget van circa 450 miljoen euro. Viaperiodieke werkprogramma’s, openbareaanbesteding en het verstrekken vansubsidieaanvragen wordt invulling gegevenaan deze doelstellingen. (Half)jaarlijks wordt devoortgang gemonitord en gerapporteerd.Doelen:• Promotie van en preventie door een gezondklimaat;• Bescherming van burger bij bedreigingen voorde volksgezondheid;• Aandacht voor innovatieve, doelmatige enduurzame zorgsystemen;• Faciliteren van toegang tot betere en veiligeregezondheidszorg.eHealth valt vooral onder het derde doel.Dit thema ontwikkelt een brede aanpak vooronder meer Health Technology, eHealth,kennisuitwisseling en -deling, richtlijnen enwetgeving rondom medische technologie,-producten en grensoverschrijdendegegevensuitwisseling.Aansluiting met Nederlandsebeleidsambities en ontwikkelingenDe eHealth-ontwikkelingen in de EU lijkennaadloos aan te sluiten op de eHealthontwikkelingenen -ambities in Nederland. InNederland ligt de focus eveneens op ondermeer chronisch zieken, patient empowerment,transparantie in de zorg en de economischeimpact van de zorg op de maatschappij. eHealthwordt gezien als een belangrijke aanjager voorhet duurzaam ontwikkelen van een doelmatigeen effectieve zorg en gezonde en actieveburgers.De aandacht voor interoperabiliteit en hetgebruik van standaarden heeft een mondiaalkarakter. De eHealth-ambities van de MinisterSchippers en staatssecretaris Van Rijn, verwoordin de kamerbrief van 2 juli 2014, zijn alsdoelstellingen nagenoeg terug te vinden in hetactieplan van de EC 2020.Voor alle partijen in de zorg is het daaromrelevant kennis te nemen van de mogelijkhedenen ontwikkelingen rondom eHealth-onderzoek,-ontwikkeling en -implementatie in Europaen daarbuiten. In tijden van beperkteinnovatiebudgetten, grote maatschappelijkeuitdagingen en overeenkomsten is samenwerkenen kennisdelen verstandig. Dit geldt zeker vooreHealth.


Het verdient daarom aanbeveling om bij eHealthtoepassingende internationale ontwikkelingen teblijven volgen. Dit geldt zeker voor het gebruikvan internationale standaarden ter bevorderingvan de randvoorwaardelijke interoperabiliteit vansuccesvolle eHealth-implementaties.


E-HEALTHin 2025


E-Health in 2025, pagina 321HEALTHCARE 2025Jan Willem Faessen, Jack van Gils, Kim BoogOnze samenleving verandert razendsnel.Waar we in 1999 ons nog niets kondenvoorstellen bij het gebruik van een mobieletelefoon, is vandaag de dag de smartphonemet alle (online) toepassingen niet meer wegte denken uit ons dagelijks leven. Ook deontwikkelingen in de zorg gaan razendsnel.Dit boek staat vol met online toepassingen diede zorg kunnen verbeteren. Maar wat betekentdit op de lange termijn? De komst van nieuwetechnologieën maken het steeds betermogelijk continu te analyseren hoe het metons gaat, hierdoor blijven we steeds langergezond en worden we steeds ouder.In 2014 kijken en sturen we onze maatschappijvoornamelijk vanuit het perspectief van deHomo Economicus. Vanuit dit perspectiefkijken we naar de mens als economischwezen, dat op efficiënte, rationele of logischewijze moet worden voorzien in de behoefte.De ontwikkelingen in de zorgsector wordendaarom op dit moment benaderd met enigeafstandelijkheid en zakelijkheid. Waar gaatdit naar toe en hoe beïnvloedt dit ons levende komende jaren en welke rol spelen(technologische) ontwikkelingen hierin? Laten weeen kijkje nemen in het jaar 2025…De zorg in 2025In 2025 zal technologie nog meer bepalendzijn in ons leven. Veel van de toekomstbeeldenzoals verwoord door de ‘singularity university’zijn gerealiseerd. Zo is de technologie zoexponentieel gegroeid, dat we alle grotemondiale problemen ermee oplossen. Ook inde zorg. Een gebrek aan zorgverleners doorvergrijzing van de samenleving kennen webijvoorbeeld niet meer. Technologie neemtdeze zorg uit handen. Ook op het niveauvan het individu is technologie een grotererol gaan spelen. Verschillen tussen mens entechnologie bestaan bijna niet meer. Technischeontwikkelingen bieden continu inzicht in onzeeigen gezondheid en helpen ons gezond teblijven.De dokter zit als het ware in je lijf. Gartner noemtdit ‘continuous-care’. De toenemende versnellingvan research, ontwikkelkracht, online activeringen data-opslag faciliteren ons met extremeinzichten in de ultieme hoekjes van het menselijklichaam. Hierdoor kunnen we veel preciezer enveel sneller kleine afwijkingen constateren enhier actie op ondernemen. Het draait in de zorgvoornamelijk om preventie in plaats van genezen.Nanotech, Neurotech, Biotech, 3d printen, Ai,Roboticsnologie en biomedics bieden ons in2025 dit inzicht en de passende oplossingen.Als deze technische ontwikkelingen hebbenonze samenleving op twee gebieden veranderd.Aan de ene kant zien we de opkomst van robotsmet steeds meer menselijke trekjes. Deze robotshebben taken en functies van ons overgenomenen kunnen deze efficiënter en beter vervullen.Door de inzet van zorg verlenende robotszijn grote problemen in de zorg opgelost, teweten: kostenverlaging en gebrek aan goedezorgverleners. Daarnaast hebben we onszelfsteeds meer voorzien van technologie. Hierdoorhebben we niet alleen veel meer inzicht inhoe het met ons gaat, maar kunnen we ookvoorspellen hoe het de komende tijd met onsgaat. In 2025 kunnen we al bij de geboorte


E-Health in 2025, pagina 322afwijkingen voorspellen omdat we vanuit deklinische genetica het gnoom van de mensin kaart hebben kunnen brengen. Zo kunnenwe voorspellen welke ziektebeelden en duszorgkosten een burger in zijn leven gaat krijgenen vragen. Door hier op in te spelen kunnen wekosten minimaliseren en door het aanbrengenvan bionic powerpacks kunnen we extremekosten voorkomen. Bionic powerpacks helpenons problemen in het lichaam op te lossen of deperformance te verbeteren. We worden hierdoorveel ouder en blijven veel langer gezond.Deze ontwikkelingen en veranderingen hebbeninvloed op onze samenleving in het geheel.Omdat leven op aarde in 2025 niet vanzelfgaat, wordt de nieuwgeborene onderworpenaan een zogenaamde EULA: de End UsersLicense Agreement (de eindgebruikers licentieovereenkomst). In 2025 ontvangt de nieuweburger van de overheid vanaf de geboorteeen arbeidsloos inkomen. Als tegenprestatieis de burger functioneel & fit beschikbaar voormaatschappelijke dienstverlening voor 800 uurper jaar. In de rest van de tijd staat het de burgervrij zich te ontwikkelen. Daarin wordt hij actiefgestimuleerd om maatschappelijke meerwaardete ontwikkelen. Natuurlijk ondersteunt demaatschappij de burger pro-actief bij hetbeheren van zijn leven. Regelmatig wort deburger met de DNAPK (een samentrekking vandna en apk) actief en nauwgezet geïnformeerdover de daadwerkelijke status van zijn lichaamen geest. Resultaten uit het verleden gevengegarandeerde inzichten in de toekomst.Eventuele geconstateerde gebreken kunnendirect, gepersonaliseerd en op artikelniveaugecorrigeerd worden. Waar (bio)chemischenabehandeling nog noodzakelijk blijkt, wordtgebruik gemaakt van lange termijn, autodoserendeen “targeted delivery” systemen:maatwerk. Natuurlijk wordt dit procesautomatisch gevolgd met mobiele devices. Geenwearables meer, maar implants.Voor het optimaal beheer van het leven krijgtde burger ondersteuning. Goed gebruik vanlichaam, geest met voeding en gedrag zorgtvoor een langdurige beschikbaarheid in onzesamenleving. Een goed mentaal frame-workzorgt er voor dat de burger zijn plichten op ditfront daadwerkelijk leuk blijft vinden en uitvoeren.Activering en stimulering met programma’s,events, games, support etc. wordt op de woonenwerkomgeving actief gepromoot door debeheerders van de woon- en eventuele werkomgeving:community en werkgever. Of, waar,wanneer en hoe de 800 uur beschikbaarheiddoor de community optimaal wordt ingezetwordt bewaakt met het community-platform. Alsde gebruiker zijn leven niet optimaal beheertof kan beheren zal de overheid hem hierbijassisteren. Als duurzame verbetering nietmogelijk is en sprake is nalatigheid, vervalt hetarbeidsloos inkomen van de burger. Verderdoorontwikkeling is dan voor eigen rekening enrisico. De maatschappij is niet langer in staat ofbereid de kosten en inspanningen te dragen vanonverantwoordelijke burgers.Als het moment daar is dat de burger buitengebruik gesteld moet worden, ontstaat naarverwachting de moeilijkste gebruiksfase. Eigeninzicht en zelfbeschikking door de burger isin deze niet altijd mogelijk of betrouwbaar


E-Health in 2025, pagina 323en wordt ook niet makkelijk geaccepteerddoor medeburgers en ondersteuners. In deoncologie werd anno 2014 “de buurvrouwfactor”gehanteerd: als de buurvrouw aangaf dat hetecht niet meer ging, bleek dat in veel gevallende meest betrouwbare indicatie te zijn. Partners,artsen, verpleging, familieleden bleken in depraktijk vaak te vroeg of te laat te zijn.Door de zeer hoge standaard van correctiefonderhoud, zullen de meeste burgers hun “endof life” halen door gebrek aan uitdaging en eensociale omgeving. Alleen achter blijven, trots enklaar zijn met je leven en je maatschappelijkebijdrage. De behoefte aan een goed,menswaardig en goed uitvoerbare euthanasieoplossingdie ook inzicht en verlichtingkan geven in de opkomende vergrijzing isnoodzakelijk. Anders eindigen we toch nog metde “robots met moisturizing skin”.DiscussieIn hoeverre is deze wereld nu werkelijkheid in2025? Dat weten wij ook niet. Bovenstaandesituatie kan ook in het jaar 2030 zijn, of misschienwel 2070. Wel weten we zeker, dat er een dagkomt waarop dit werkelijkheid is. Wat vindenwe hiervan? En wat kunnen we hier nu mee?Welke rol speelt het perspectief van de HomoEconomicus hier? Het is onze verwachting datwe de komende jaren juist ook de perspectievenvan de Homo Ludens (spelen, ontwikkelen),Homo Faber (werken, bijdragen) en HomoSociologicus (verbinden) nodig gaan hebben.Naast een economie die vooral gericht isop geld: de euronomie, zal behoefte gaanmanifesteren in een emonomie: emotie in dezingevende vorm.Ten aanzien van de ontwikkelingen in hetperspectief van de Homo Economicus, wellichtbelangrijk om ons in de toekomst meer tefocussen op de zingeving van het leven. Demens is de enige diersoort die cognitief metemotie kan omgaan. Moet dat dan niet leidendzijn in ons denken? Ethische dilemma’s waarwe de komende jaren voor zullen staan zijn devolgende:1. Levensbeëindiging aan het einde van het(kwalitatieve) leven (niet alleen bij ouderdom,dus ook bij gebrek aan kwaliteit eerder in hetleven);2. Levensbeëindiging voor het begin van hetleven;3. Wat is maatschappelijk aanvaardbaarmeetmodel voor kwaliteit van leven;4. Zelfbeschikking per individu of per “systeem”(gezin);5. Preventieve ingrepen operaties / gen-mutaties;6. Techniek in het lichaam, in plaats van in hetverlengde;7. Technieken randvoorwaardelijk of ookprestatie verbeterend, zoals het aansturenvan spieren en functies voor het van vergrotenspierkracht en bereik;8. Maatschappelijke basisverantwoordelijkheidvoor gezondheid, hoe dragen we deze?


DEINITIATIEFNEMERS& ADVIESRAAD


De initiatiefnemers & adviesraad, pagina 325DE ADVIESRAADHet initiatief is door de volgende mensen gevolgd en met raad en daad bijgestaan.Esther AgterdenbosRvB ViaRevaPaul Allersdirecteur Pontes MedicalBart Berdenvoorzitter RvB Elisabeth Tweesteden ZiekenhuisCid Bergerdirecteur LentisAnemone Bogelsdirecteur Nederlandse Federatie vanKankerpatientenorganisatiesJoost Bosdirecteur verzekerdenbelangen CollectieveziektekostenverzekeringenLydia Bosdirecteur MentaalbeterTheo van BrunschotRvC PanteinVincent BuitendijkRvB Libra Revalidatie en AudiologieJolanda Buwaldavoorzitter RvB Stichting AmsterdamseGezondheidscentraNiels ChavannesAssociate ProfessorPublic Health and Primary Care LUMCRob van Dammedirecteur Kwaliteit & innovatie VGZOscar Dekkervoorzitter RvB GGZ Oost BrabantDiana DelnoijManager Zorginstituut NederlandJohan Detering (In memoriam)directeur publieke gezondheidszorg GGD/GHORZaanstreek - WaterlandChris Doomernikdirecteur Health ValleyHuybert van Eckvoorzitter RvB Admiraal de Ruyter ZiekenhuisWilly van Egdombestuurder Bartholomeus GasthuisPatricia Esveldvoorzitter RvB HilverzorgJan Willem Faessenvoorzitter Nederlandse Vereniging voor eHealthHans Feenstravoorzitter RvB Martini Ziekenhuis GroningenJan Fiddervoorzitter RvB Gelre ZiekenhuizenTheo Follingsvice president Oost NVLisette van Gemertcoördinator eHealth research center UTwenteLies van Gennipdirecteur NictizBen van GentRvB FlorenceHans de Goeijbestuursadviseur Oude Gracht GroepMary Groenewouddirecteur Amphia ZiekenhuisJoep de GrootRvB CbusinesZLex de GruntRvB Westelijk Noord BrabantConny Heldervoorzitter RvB Stichting GezondheidscentraEindhoven


De initiatiefnemers & adviesraad, pagina 326Joop Hendriks voorzitter RvBBronovo ZiekenhuisDick Herfstvoorzitter RvB ZZG zorggroepHans Havemanprojectleider gemeente Enschede, ambtelijktrekker Zorgende StadMarieke HettingaLector eHealth Hogeschool WindesheimCarina HildersReinier de Graaf ZiekenhuisTheo Hooghiemstraalgemeen secretaris/directeur Raad voorVolksgezondheid & ZorgRobbert HuijsmanErasmus University Rotterdam/Achmea ZorgEric Jansonvoorzitter RvB Zorggroep Leveste MiddenveldZion JongstraAlgemeen directeur TSN ThuiszorgKarin Kalverboerdirecteur ZorginnovatieforumCristian Kamphuisdirecteur OZF AchmeaJohn KauffeldRvB EspriaErno Kleijnenbergvoorzitter RvB ONVZSimone Kortbeekdirecteur MovisieJacques Landmandirecteur Nederlandse Federatie vanUniversitair Medische CentraBas Leerinkvoorzitter RvB Medisch Spectrum TwenteMarcel Levivoorzitter RvB Academisch Medisch CentrumBarbara van de Lindenstaflid implementatie ZonmwEllen Maatdirecteur Innovatie & ICT CordaanKatherina Martin Abellodirecteur I.COM Trimbos InstituutHeleen MiedemaDirector of Education Technical Medicine &Biomedical Technology UTwenteDiana Monissenvoorzitter RvB de Friesland zorgverzekeraarGuus van Montfortbestuur ActizMartijn van Mourikvice voorzitter Nederlandse Vereniging voorTechnische GeneeskundeHarry Nienhuisbestuurs- en beleidsadviseur MenzisHenk Niesbestuurder VilansAnna van Poptadirecteur Stichting Haagse GezondheidscentraGreet Prinsvoorzitter RvB PhiladelphiaKim Puttersdirecteur Sociaal en Cultureel PlanbureauRoel Raatgevermanaging director UtrechtincMaarten van Rixtelvoorzitter RvB SensireRuurd Jan Roordavoorzitter RvB Tergooi ZiekenhuisPaul van Rooijdirecteur GGZ Nederland


De initiatiefnemers & adviesraad, pagina 327Sietske Rozielid commissie Toekomst en Innovatie van dejonge specialistMichel van Schaikdirecteur Gezondheidszorg RabobankHans Schirmbeckdirecteur Vereniging GehandicaptenzorgNederlandAtie Schipaanboordadjunct directeur ANBOMargot van der Starredirecteur Nederlandse Vereniging vanZiekenhuizenRon Treffersvoorzitter RvB Rijnland ZorggroepThijs VeermanRvB Star-MDCMirjam van ‘t Veldburgemeester Stichtse Vecht, voorgedragenburgemeester AmstelveenJanneke van VlietRvB FranciscusZiekenhuis RoosendaalDominique Vijverbergdirecteur Stichting IZZLaurent de VriesRvB ViattenceLoek WinterHoogleraar Healthcare entrepreneurshipNyenrode Business UniversiteitRon Wissinkdirecteur HuisartsenZorg DrentheDe initiatiefnemersRemco Hoogendijk (1970) is bedrijfseconoommet een passie voor zorginnovatie. Hij werkt alsmanager voor de Sint Maartenskliniek, daarvoorwas hij werkzaam bij OOSTNV. In zijn loopbaanis hij via tal van projecten betrokken bij deontwikkeling, organisatie en financiering vanzorgvernieuwing. Klik hier voor meer informatieover Remco.Co Politiek (1964) is bedrijfskundig informaticus(bachelor) en bestuurlijk informatiekundige(Postdoc)/Master of information Management.Co is zelfstandig ondernemer en heeft diversegrote verandertrajecten uitgevoerd in de zorg enin andere branches. Op dit moment is hij onderandere directeur van AimTrack en Aimpact.Klik hier voor meer informatie over Co.


DANKWOORD


Dankwoord, pagina 329Een boek maken over eHealth? Dat klinktop zich al enigszins tegenstrijdig, hoewelwe bij de totstandkoming van dit boekruimschoots gebruik hebben gemaakt van deverworvenheden die internettechnologie onsbiedt.Zonder het internet waren we nooit in staatgeweest zoveel mensen te enthousiasmerenom hun projecten en ideeën in te brengen, tediscussiëren en te inspireren en een groep vanmaar liefst 250 co-auteurs te mobiliseren. Bijdezen willen we alle mensen die een inhoudelijkebijdrage geleverd hebben aan het boek heelhartelijk danken. Zonder jullie input hadden wenu een leeg boek.Het internet heeft ook gezorgd voor een enormbreed draagvlak in de top van de Nederlandsegezondheidszorg voor ons initiatief gezien demaar liefst 78 leden van de adviesraad, we zijner oprecht beduusd van. Kennelijk leeft hetthema eHealth in de bestuurskamers en blekenvelen van u bereid ons initiatief te ondersteunenen uit te dragen. Zonder jullie heeft ons boekgeen impact. Veel dank voor jullie steun.Voor de uiteindelijke samenstelling en deproductie van het boek, dat geheel via ICTtechnologie tot stand is gekomen, zijn er eenaantal mensen nodig die veel van hun tijdhebben geïnvesteerd in het redigeren vanteksten, het zoeken van illustraties en hetvormgeven van het boek. Zonder jullie inzet washet boek nooit verwezenlijkt. We zijn meer dandankbaar voor jullie hulp.We bedanken Achmea voor haar gastvrijheidmet betrekking tot de 1 fysieke co-creastiebijeenkomst op het Achmea conferencecenterop 2 oktober in Zeist. We bedanken VGZ voorhaar gastvrijheid voor de 2e fysieke co-creatiebijeenkomst op 26 november. We bedankenStichting Amsterdamse Gezondheidscentra enDe Friesland Participaties voor hun sponsoring.Wij willen Fritiof Eriksson en Dana Kalfsbeek vanGBE communicatie bedanken voor weer eenprachtig ontworpen boek (net als bij het vorigzorginnovatieboek).Laatste woordje van dank gaat uit naar hetthuisfront die de ruimte heeft gegeven om ditallemaal mogelijk te maken.Moge dit boek en de totstandkoming ervan onsallen blijvend inspireren tot het nog beter makenvan de gezondheidszorg!Kranenburg / Houten, december 2014Remco Hoogendijk & Co Politiek


DESPONSORS


De sponsors, pagina 331DE HOOFDSPONSORSAIMTRACK EN AIMPACTNaast sponsoring vanuit SAG en DFP zijnAimTrack en Aimpact de hoofdsponsors vandit initiatief. De dienstverlening van AimTracken Aimpact sluit naadloos aan op dit boek.Hieronder treft u een bloemlezing van dedienstverlening aan.AimTrack biedt zorgorganisaties, gemeenten,zorgverzekeraars en andere stakeholderseen platform met data, tooling en kennisom de beleidscyclus van situatie- enscenariobepaling, keuze en implementatie vaninterventies/innovaties en monitoring daarvante ondersteunen. Uiteraard bepaalt u alsafnemende organisatie zelf uw koers.Het platform is voor u via internet in eengeautoriseerde omgeving (met naam enpassword) beschikbaar. Het Aimtrack platformbeschikt over de volgende kernmodules:Populatie- en zorgdatabaseOm de eigen context voor een organisatie inbeeld te brengen beschikt AimTrack over eengeografische database.Paul Reijn, AimTrack directeur:“Tot op straatniveau zijn gegevens beschikbaarover de populatie en de te verwachtentheoretische zorgvraag voor verleden,heden en toekomst. Populatiegegevens zijnbevolkingsopbouw, inkomens, herkomst,maar ook SES en leefbaarometer. Dezorgvraag betreft kosten en patiënten naaraandoeningen voor preventie, de 1e lijn,ziekenhuizen, langdurige zorg, medicatieen welzijn, aansluitend op de CBS Nationalezorgrekeningen en de OESO. Gebruikerskunnen eigen data uit de eigen systementoevoegen en zo de feitelijke zorgvraag afzettentegen de theoretische norm”.InnovatiedatabaseOm het zoeken naar de beste innovatiesmakkelijker te maken beschikt AimTrackdaarnaast over een database met circa 12.500innovaties. Er is ook een Premium database waarde innovaties, een aantal relevante honderden,zijn verrijkt met relevante maturity kenmerken.Innovaties worden als portfolio rondom thema’sopgebouwd. Voorbeelden van portfolio’s zijneHealth, langer thuiswonen, preventie, substitutieetc.Co Politiek, AimTrack directeur:“De combinatie van de databases maakt hettevens mogelijk om een nulmeting te makenen het effect van het van het gekozen beleiden de gekozen innovaties in de tijd op kwaliteiten kosten te volgen. Diverse gerenommeerdeorganisaties hebben ons, in een hele kortetijd na introductie van onze dienstverlening, algevonden”.


HET GOEDEDOEL


Het goede doel, pagina 333STEUN STICHTING STOPPESTEN NU!Samen kunnen wij pesten bestrijden. Wilt u destichting Stop Pesten Nu! steunen? Dit kan dooreen bedrag over te maken op: IBAN NL34 RABO0162 1333 91 of door contact op te nemen metéén van de bestuursleden: Patricia Bolwerk(patricia@stoppestennu.nl) of Anja Engelbertink(anja@stoppestennu.nl).Stop Pesten Nu (SPN) is gericht op preventieen voorlichting van pesten (verbaal, fysiek,digitaal, cyber etc). In de vorm van campagnesen acties vraagt de stichting aandacht voorhet feit dat pesten moet stoppen. De stichtingzet zich hard in om iedereen vanuit de eigen IKverantwoordelijkheid te laten nemen om pestente stoppen. Door het klein te maken, kunnen wijhet verschil maken. In plaats van te kijken watscholen, ouders, het Ministerie of andere partijenzouden moeten doen, richten wij er ons op: Watdoe jij? Wat doe ik?Dagelijks zorgt de stichting voor nieuweinformatie op sociale media overpesten en de gevolgen daarvan. Om hetbewustwordingsproces te vergroten ente ondersteunen organiseert de stichtingverschillende soorten bijeenkomsten (op locatie),zoals:- Ouderavonden- Studiemiddagen- Workshops- Thema-dagen (op maat in overleg)- Lezingen- Gastlessen / Gastdocentschap- Spreken op business events- In school (creatieve) projecten (op maat inoverleg)Het is belangrijk om alle partijen die te makenkunnen krijgen met pesten voor te lichten.Allemaal kunnen zij op hun eigen manier Stop!leren zeggen tegen pesten.Stop Pesten Nu zet zich al jaren in om aandachtte vragen voor pesten en de gevolgen vanpesten. Een aantal jaren geleden werd ernauwelijks gesproken of geschreven overpesten of de gevolgen hiervan. Door veel tetweeten, bloggen en mailen naar radio, krantenen tv heeft de stichting bijgedragen om meeraandacht te krijgen voor allerlei vormen vanpesten en hiermee pesten uit de taboe sfeer tehalen. Op dit moment is er heel veel aandachtvoor pesten in alle mogelijke vormen op de radio,in tv-programma’s, krantenartikelen en nog veelmeer. Als aanjager zet Stop Pesten Nu zich iederjaar weer hard in om aandacht te vragen voorde Landelijke Dag tegen Pesten (jaarlijks op 19april).Inmiddels kan de stichting spreken van een grootsucces. Ieder jaar ziet de stichting weer meerpartijen in actie komen tegen pesten op dezedag. Ook op radio, TV en in de kranten is er veelaandacht voor deze dag tegen pesten.Deze BN’ers en nog veel meer BN’ers zeggenook, Ik STOP pesten nu!• Peter Aerts(3-voudig wereld kampioen K-1 fights)• Sander Boschker(voormalig keeper FC Twente)• Edwin Evers (radio dj, drummer en zanger)• Minister Frans Timmermans(Minister Buitenlandse Zaken)


• Peter Reekers (verdediger Heracles Almelo)• Angela Groothuizen(zangeres, presentatrice en actrice)• Remko Pasveer(keeper Heracles Almelo, PSV en Jong Oranje)• Bennie Jolink (zanger Normaal)• Maayke Heuver (FC Twente)• Fred Rutten (Trainer Feyenoord)• Theo Janssen(oud FC Twente, Ajax, Vitesse speler)• Arnold Bruggink (voormalig voetballen vano.a. FC Twente en PSV, nu voetbalanalist• Bas Nijhuis (Scheidsrechter)• Glenn Helder (Voormalig voetballer van o.a.Vitesse en Arsenal)• Mark Tuitert (Schaatser)• Youri Mulder (Voormalig voetballer van FCTwente en Schalke ‘04, nu voetbalanalist)Voor meer informatiega naar www.stoppestennu.nl


COLOFON


Colofon, pagina 336In het boek is gebruik gemaakt van foto’s van deBeeldbank, Flickr, freerangestock.com, rgbstock.com, freepik.com, publicdomainpictures.net,freeimages.com, littlevisuals.co, picjumbo.comen splitshire.com.Wij danken de fotografen voor het publiek enzonder winstoogmerk gebruiken van de foto’s.Van de volgende fotografen van de Beeldbankzijn foto’s opgenomen in het boek:Barbara Houweling (kranten, menigte mensen,groente en fruit, 55plus beurs, mensen opplein, steiger), Bomboto (zorgstelsel, aandachtthuiszorg), Rubendv (achtbaan), Hans Sleger(trap, domino, burgemeester), Kim Kaminski(klimmen), Ivonne Wierink (witte jassen en dewachtkamer), Juulbaars (vier handen), AvdWolde(verrekijker), Renee Teunis (glazen bol),Nobofoto (trampoline), Wil Tilroe-Otte (handenklappen), Fwart (VWS), Killroy Productions(patient in bed), Rudie Mur (tandwielen),Picturepartners (vitaminecapsule, lamp), BobKarhof Fotografie (2e kamer), Designpixel(3d pop en lamp), JanKranendonk (menigte),Stringer (ketting), Hofmeester (nieuw begin),Hugo Vermonde (voorlezen documenten), JoopHoek Producties (dobbelstenen), Fotoexclusief(vreugdesprong), Palabra (aanwijsborden),Ranidevy (cloudcomputing), SigridKlop (hokkenflat), HRGF (microfoon), Koos Busters (brillen),Mirror image photography (doel), Mamopictures(man met rollator)Voor youtube beeldmateriaal is gebruikt vanEhealtNu en digitale zorg 2014 van NPCF.Auteurs hoofdstukken• Nienke Beekers• Nienke Beerlage-de Jong• Jose van Berkum• Lianne Bodenstaff• Geert Klein Breteler• Jan Willem Faessen• Lisette van Gemert• Lies van Gennip• Charles Gimbrere• Ingeborg Griffioen• Jorne Grolleman• Elles Gyaltsen-Lohuis• Annemarie Hensen• Steven Hanekroot• Evert Jan van Hasselt• Ruud Jansen• Willem de Haan• Timber Haaker• Sanne van der Hagen• Marieke Hettinga• Remco Hoogendijk• Floor de Jong• Marinka de Jong• Yvonne de Jong• Monique Kemner• Irene Krediet• Johan Krijgsman• Xenia Kuiper• Sanneke Langendoen• Mark Lenssen• Bram van Leeuwen• Robbert Menko• Martijn van Mourik• Wilfrid Opheij• Hans Ossebaard• Stefan Ottenheijm• Co Politiek


• Hilco Prins• Paul Reijn• Sietske Rozie• Merik Seven• Dick Sietses• Paul van der Velpen• Jan Vesseur• Sikker Visser• Auke Vlonk• Denis de Vries• Brechtje Walburgh Schmidt• Jobke Wentzel• Leonard Witkamp• Maartje ZonderlandContactVoor contact over de realisatie van dit boek ofover contact over de inhoud kunt u een mailsturen naar zorginnovatieboek@gmail.comAlgemene informatieVoor algemene informatie verwijzen wij u naar:www.zorginnovatieboek.nlwww.aimtrack.nlwww.aimpact.nlLinkedingroepOm lid te worden van de co-creatie zorginnovatielinkedingroep ga naarwww.linkedin.comOntwerp en technische realisatie eBoekDana Kalfsbeek en Fritiof Eriksson,GBE communicatieEindredactieRemco HoogendijkCo Politiek

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!