10.07.2015 Views

Publieke zaken in de marktsamenleving - Wetenschappelijke Raad ...

Publieke zaken in de marktsamenleving - Wetenschappelijke Raad ...

Publieke zaken in de marktsamenleving - Wetenschappelijke Raad ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEID<strong>Publieke</strong> <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong>marktsamenlev<strong>in</strong>gAMSTERDAM UNIVERSITY PRESS


<strong>Publieke</strong> <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g


De <strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid(wrr) werd <strong>in</strong> voorlopigevorm <strong>in</strong>gesteld <strong>in</strong> 1972. Bij wet van 30 juni 1976 (Stb. 413) is <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong>raad <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief geregeld. De huidige zitt<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong> loopt tot 31 <strong>de</strong>cember 2012.Ingevolge <strong>de</strong> wet heeft <strong>de</strong> raad tot taak ten behoeve van het reger<strong>in</strong>gsbeleidwetenschappelijke <strong>in</strong>formatie te verschaffen over ontwikkel<strong>in</strong>gen die op langeretermijn <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g kunnen beïnvloe<strong>de</strong>n. De raad wordt geacht daarbijtijdig te wijzen op tegenstrijdighe<strong>de</strong>n en te verwachten knelpunten en zich terichten op het formuleren van probleemstell<strong>in</strong>gen ten aanzien van <strong>de</strong> grotebeleidsvraagstukken, alsme<strong>de</strong> op het aangeven van beleidsalternatieven.Volgens <strong>de</strong> wet stelt <strong>de</strong> wrr zijn eigen werkprogramma vast, na overleg met <strong>de</strong>m<strong>in</strong>ister-presi<strong>de</strong>nt die hiertoe <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van M<strong>in</strong>isters hoort.De samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> raad is (tot 31 <strong>de</strong>cember 2012):prof. dr. J.A. Knottnerus (voorzitter)mw. prof. dr. ir. M.B.A. van Asseltprof. dr. P.A.H. van Lieshoutmw. prof. mr. J.E.J. Pr<strong>in</strong>sprof. dr. ir. G.H. <strong>de</strong> Vriesprof. dr. P. W<strong>in</strong>semiusSecretaris: dr. W. Asbeek BrusseDe wrr is gevestigd:Lange Vijverberg 4-5Postbus 200042500 EA Den HaagTelefoon 070-356 46 00Telefax 070-356 46 85E-mail <strong>in</strong>fo@wrr.nlWebsite: www.wrr.nl


WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEID<strong>Publieke</strong> <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong>marktsamenlev<strong>in</strong>gover veranker<strong>in</strong>g en strategie vanne<strong>de</strong>rlands buitenlandbeleidAmsterdam University Press, Amsterdam 2012


Omslagafbeeld<strong>in</strong>g: © Elmer van <strong>de</strong>r Marel / Hollandse HoogteOmslagontwerp: Studio Daniëls, Den HaagVormgev<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nenwerk: Het Steen Typografie, Maarssenisbn 978 90 8964 361 2e-isbn 978 90 4851 500 4 (pdf)e-isbn 978 90 4851 669 8 (ePub)nur 754© wrr/Amsterdam University Press, Den Haag/Amsterdam 2012Alle rechten voorbehou<strong>de</strong>n. Niets uit <strong>de</strong>ze uitgave mag wor<strong>de</strong>n verveelvoudigd, opgeslagen<strong>in</strong> een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, <strong>in</strong> enige vorm ofop enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enigean<strong>de</strong>re manier, zon<strong>de</strong>r voorafgaan<strong>de</strong> schriftelijke toestemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> uitgever.Voor zover het maken van kopieën uit <strong>de</strong>ze uitgave is toegestaan op grond van artikel16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij hetBesluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men <strong>de</strong> daarvoorwettelijk verschuldig<strong>de</strong> vergoed<strong>in</strong>gen te voldoen aan <strong>de</strong> Sticht<strong>in</strong>g Reprorecht(Postbus 3051, 2130 kb Hoofddorp). Voor het overnemen van ge<strong>de</strong>elte(n) uit <strong>de</strong>zeuitgave <strong>in</strong> bloemlez<strong>in</strong>gen, rea<strong>de</strong>rs en an<strong>de</strong>re compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet1912) dient men zich tot <strong>de</strong> uitgever te wen<strong>de</strong>n.


<strong>in</strong>houdsopgave 96.2 De overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> overheid: competentiesen legitimiteit bevor<strong>de</strong>ren6.2.1 Gegeneraliseerd subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>sel6.3 Aandachtspunten voor beleid6.4 Palet van maatregelen6.4.1 De verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen6.4.2 Stimuleren6.4.3 Faciliteren6.4.4 Optre<strong>de</strong>n als wet- en regelgever6.5 SlotLiteratuurlijstLijst van gesproken personen165167169172173175175177180183201


11samenvatt<strong>in</strong>gOverheidsbeleid gericht op het bevor<strong>de</strong>ren van marktwerk<strong>in</strong>g kon lange tijd opbre<strong>de</strong> maatschappelijke en politieke steun rekenen. In het afgelopen <strong>de</strong>cenniumis het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid echter <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong>batgewor<strong>de</strong>n. Daarbij heeft <strong>de</strong> discussie gaan<strong>de</strong>weg een ruimer karakter gekregen.Nu staan vragen over maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g gericht op <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van<strong>zaken</strong> van publiek belang voorop. In dit advies aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g betoogt <strong>de</strong> wrr datzulke vragen om een bre<strong>de</strong>re leest vragen dan waarop het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid isgeschoeid. Die verbred<strong>in</strong>g raakt zowel <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overheid,als van marktpartijen en <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g.Aan het beleid dat vanaf <strong>de</strong> jaren tachtig <strong>in</strong>zette op ‘meer markt, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r overheid’lagen uiteenlopen<strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>gen ten grondslag. Nieuwe economische <strong>in</strong>zichtenhad<strong>de</strong>n het perspectief op en <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> markt veran<strong>de</strong>rd entot nieuwe i<strong>de</strong>eën over <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> economie geleid. Daarnaastdwongen diverse factoren <strong>de</strong> overheid tot heroverweg<strong>in</strong>g van haar taken, zoalsbegrot<strong>in</strong>gstekorten en reguler<strong>in</strong>gsproblemen die veroorzaakt wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong>economische globaliser<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> toegenomen differentiatie van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g.Overhe<strong>de</strong>n hebben zich <strong>in</strong> reactie daarop teruggetrokken op tal van terre<strong>in</strong>enwaar zij voorheen actief waren, om zich er vervolgens <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re rol toe te gaanverhou<strong>de</strong>n. In enkele <strong>de</strong>cennia heeft zich daardoor een <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> transformatievan maatschappelijke verhoud<strong>in</strong>gen voltrokken. Hoewel markten van alle tij<strong>de</strong>nzijn, kan vanwege <strong>de</strong> toegenomen rol van marktwerk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> repercussies diedit op allerlei maatschappelijke gebie<strong>de</strong>n heeft gehad, <strong>de</strong> huidige maatschappij alseen ‘marktsamenlev<strong>in</strong>g’ wor<strong>de</strong>n getypeerd.De omstandighe<strong>de</strong>n die me<strong>de</strong> <strong>de</strong> aanzet vorm<strong>de</strong>n voor het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleidzijn niet verdwenen. Vragen over <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gen tussen markten, overheid ensamenlev<strong>in</strong>g zullen dan ook politieke aandacht blijven eisen. In <strong>de</strong> tussentijd iser echter <strong>de</strong> nodige ervar<strong>in</strong>g opgedaan met het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid en is er veeldiscussie over gevoerd. Dit rapport analyseert die ontwikkel<strong>in</strong>gen en geeft adviesover <strong>de</strong> politieke vragen die bij maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g rijzen. Langs welkeweg ontstaat hel<strong>de</strong>rheid over wat als zaak van publiek belang moet wor<strong>de</strong>n aangemerkten als zodanig moet wor<strong>de</strong>n behartigd? Wie moeten hoe en wanneer bij ditalles <strong>in</strong>stitutioneel betrokken wor<strong>de</strong>n? En meer specifiek: welke rollen komen<strong>de</strong> overheid toe? Welke rollen zijn weggelegd voor marktpartijen? En welke voor<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g?Veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>nIn <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia zijn <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>gen tussen markt, overhei<strong>de</strong>n samenlev<strong>in</strong>g verschoven en hebben zich ook b<strong>in</strong>nen elk van <strong>de</strong> genoem-


12 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g<strong>de</strong> dome<strong>in</strong>en tal van ontwikkel<strong>in</strong>gen voorgedaan. Bedrijvigheid is meer en meer<strong>in</strong> netwerkstructuren over diverse organisaties en lan<strong>de</strong>n verspreid geraakt.Burgers hebben meer eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid gekregen en zijn zich meergaan gedragen als consumenten. De overheid heeft een <strong>de</strong>el van haar voormaligebestuurstaken aan an<strong>de</strong>re organen overgedragen. Toekomstig beleid zal tegen dieachtergrond moeten wor<strong>de</strong>n geformuleerd.Het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid heeft bij <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>gen een belangrijke on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong>rol gespeeld. Om <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> specifieke problemenwaarvoor <strong>de</strong> overheid zich bij <strong>de</strong> implementatie van dit beleid zag gesteld, zijnanalyses gemaakt van een aantal beleidsterre<strong>in</strong>en. Zij richten zich op <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>gvan markten <strong>in</strong> <strong>de</strong> zieken- en verpleegzorg; van diensten ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> gezondheid van werknemers; <strong>de</strong> markt voor re-<strong>in</strong>tegratiediensten; <strong>de</strong>securitisatie van hypotheken; <strong>de</strong> markt voor certificer<strong>in</strong>g van halal-producten;<strong>de</strong> Europese markt voor co2-emissierechten en <strong>de</strong> marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> telecommunicatie.De analyses tonen dat <strong>de</strong> overheid moest ont<strong>de</strong>kken dat het vormgevenvan markten en het on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> nieuwe omstandighe<strong>de</strong>n doen behartigenvan publieke belangen, aanzienlijk moeilijker is dan aanvankelijk werd veron<strong>de</strong>rsteld.Beleidsmakers zagen zich geconfronteerd met (1) <strong>de</strong> onoverzichtelijkheidvan beleidsvel<strong>de</strong>n door het grote aantal actoren dat bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g betrokkenis; (2) schaalproblemen die <strong>de</strong> vraag oproepen of daadwerkelijke behartig<strong>in</strong>g vanpublieke belangen nog wel plaats kan v<strong>in</strong><strong>de</strong>n op gelei<strong>de</strong> van <strong>de</strong> wetgever; en(3) <strong>de</strong> dynamiek van markten en <strong>de</strong> <strong>in</strong>herente onzekerheid waarmee marktwerk<strong>in</strong>ggepaard gaat. De traditionele regierol van <strong>de</strong> overheid stuitte daarmee opstructurele beperk<strong>in</strong>gen. Waar <strong>de</strong> overheid zich bewust heeft teruggetrokken ofvanwege <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>gen haar verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n onvoldoen<strong>de</strong>kon nemen, is <strong>de</strong> ruimte bovendien vaak gevuld door private en publiek-privatebestuurlijke arrangementen met – wat hun legitimiteit betreft – een soms ondui<strong>de</strong>lijkestatuur.Het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid en <strong>de</strong> maatschappelijke transformatie die ermee gepaardg<strong>in</strong>g, heeft dan ook <strong>de</strong> nodige discussie opgeroepen. Dat <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>geen complex systeem is, is <strong>in</strong> veel <strong>de</strong>batten onvoldoen<strong>de</strong> verdisconteerd.Waar discussies gevoerd wer<strong>de</strong>n op basis van (door economische of politieketheorieën gelei<strong>de</strong>) normatieve i<strong>de</strong>aalbeel<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gen tussen markten,overheid en samenlev<strong>in</strong>g, leid<strong>de</strong>n zij al snel tot herhal<strong>in</strong>gen van zetten.Bovendien zijn <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om ex ante <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n te bepalen waaron<strong>de</strong>rmarkten a<strong>de</strong>quaat functioneren en publieke belangen behartigd wor<strong>de</strong>n,veelal te optimistisch <strong>in</strong>geschat. Het gevolg is dat waar zich fricties aandien<strong>de</strong>n,<strong>de</strong>ze vaak eenzijdig aan het falen van politiek en overheid zijn toegeschreven,<strong>in</strong> plaats van <strong>de</strong> vraag te stellen of zij wellicht niet eer<strong>de</strong>r aan een gebrek aanbetrokkenheid – of gebrekkige betrokkenheid – van marktpartijen en samenlev<strong>in</strong>gte wijten zijn.


samenvatt<strong>in</strong>g 13Een bre<strong>de</strong>re visie op maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gIn dit advies presenteert <strong>de</strong> wrr een bre<strong>de</strong>re visie op maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken.Het vertrekpunt daarvan is dat ‘or<strong>de</strong>nen’ een werkwoord is. Naar het oor<strong>de</strong>el van<strong>de</strong> raad dient <strong>de</strong> aandacht dan ook gericht te wor<strong>de</strong>n op het proces waar<strong>in</strong> marktenvorm krijgen en publieke belangen gesignaleerd, gearticuleerd, afgewogen enuite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk daadwerkelijk behartigd (dan wel afgewezen) wor<strong>de</strong>n. Normatievevragen dienen zich daarbij op tal van plaatsen aan, en zeker niet alleen aan hetbeg<strong>in</strong> van beleidsprocessen. Daarbij kan door uiteenlopen<strong>de</strong> actoren een groteverschei<strong>de</strong>nheid van argumenten <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gebracht die <strong>in</strong> <strong>de</strong> loopvan <strong>de</strong> tijd ook kunnen verschuiven. ‘Publiek belang’ is een begrip dat geen vastebetekenis heeft, maar dat <strong>in</strong>herent verbon<strong>de</strong>n is met discussie. Daarnaast benadrukt<strong>de</strong> raad dat realisme vereist is, niet alleen met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>ndie zich aandienen, maar ook over <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overheid enan<strong>de</strong>re maatschappelijke betrokkenen om <strong>zaken</strong> van publiek belang te signaleren,te articuleren, af te wegen en te behartigen.Maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> <strong>de</strong> visie van <strong>de</strong> raad een opdracht waar <strong>de</strong> maatschappijals geheel en niet alleen <strong>de</strong> overheid voor staat. Zij vereist eerst envooral aandacht voor wat <strong>de</strong> overheid, marktpartijen en <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g (<strong>in</strong> <strong>de</strong>betekenis van het georganiseer<strong>de</strong> particuliere <strong>in</strong>itiatief) kunnen doen, en nietalleen voor wat zij moeten doen.Deze visie impliceert een an<strong>de</strong>re dan <strong>de</strong> gebruikelijke houd<strong>in</strong>g tegenover <strong>de</strong>overheid en leidt tot an<strong>de</strong>re rollen voor <strong>de</strong> overheid. Onmiskenbaar heeft <strong>de</strong>overheid een verantwoor<strong>de</strong>lijkheid die geen van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re maatschappelijkepartijen toekomt. Zij is <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze visie echter niet meer primair <strong>de</strong> ‘regisseur’ vanhet maatschappelijk or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsproces. In toneeltermen uitgedrukt, is haar rol<strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats die van producent. De overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvan <strong>de</strong> overheid richt zich op het scheppen van voorwaar<strong>de</strong>n voor het goedverloop van het proces, dat wil zeggen het bevor<strong>de</strong>ren en zo nodig afdw<strong>in</strong>gen dat<strong>de</strong> daarvoor benodig<strong>de</strong> competenties en legitimiteit aanwezig zijn. Daarnaastkan zij ook tal van an<strong>de</strong>re rollen vervullen. Soms zal zij <strong>de</strong> regie voeren, <strong>in</strong> an<strong>de</strong>regevallen zal zij ook een van <strong>de</strong> spelers zijn. Ook kan haar rol zich beperken tothet leveren van kle<strong>in</strong>e maar belangrijke bijdragen waar op <strong>de</strong> juiste momenteneen beslissen<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van uit kan gaan – zoals die van souffleur.Het beg<strong>in</strong>sel waarop <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheid berust, kan wor<strong>de</strong>n opgevat als eengeneralisatie van het <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese traditie breed geaccepteer<strong>de</strong> subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>sel.Dit gegeneraliseer<strong>de</strong> subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>sel richt zich echter niet op <strong>de</strong>geëigen<strong>de</strong> jurisdictie van politieke organen <strong>in</strong> termen van territoriale niveaus,maar op <strong>de</strong> vraag door welke actoren publieke belangen het beste kunnen wor<strong>de</strong>n


14 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>ggesignaleerd, gearticuleerd, afgewogen en behartigd. Naast <strong>de</strong> overheid komendan ook diverse niet-overheidspartijen <strong>in</strong> beeld.Rollen en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van an<strong>de</strong>re maatschappelijke partijendan <strong>de</strong> overheidIn een complexe, geglobaliseer<strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g zal het behartigen van diversepublieke belangen <strong>in</strong> diverse gevallen ook <strong>de</strong> collectieve <strong>in</strong>zet van an<strong>de</strong>re partijendan <strong>de</strong> overheid vereisen. Uit on<strong>de</strong>rzoek van (Nobelprijsw<strong>in</strong>naar Economie 2009)El<strong>in</strong>or Ostrom kunnen <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n afgeleid waaron<strong>de</strong>r zulke partijengaan<strong>de</strong>weg leren om <strong>de</strong> collectieveactieproblemen die optre<strong>de</strong>n <strong>in</strong>stitutioneelhet hoofd te bie<strong>de</strong>n. Als <strong>de</strong> bestuurlijke arrangementen die dan ontstaan, beogengericht te zijn op het behartigen van <strong>zaken</strong> van publiek belang (en dus niet louterbeogen gemeenschappelijke private belangen te dienen), moeten aanvullen<strong>de</strong>voorwaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gesteld die betrekk<strong>in</strong>g hebben op openbaarheid en openheidvoor kritiek. Zij moeten tot uitdrukk<strong>in</strong>g komen <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijze waarop <strong>in</strong> zelfbestuuren zelfreguler<strong>in</strong>g checks and balances gestalte krijgen.Bij het zoeken van antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> reguler<strong>in</strong>g van zelfreguler<strong>in</strong>gvormt, kunnen <strong>de</strong> ontwerppr<strong>in</strong>cipes voor <strong>in</strong>stitutionele arrangementengericht op het langdurig beheer van gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren die Ostrom heeftgeformuleerd, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re eisen die daaraan vanuit het oogpunt vanlegitimiteit gesteld mogen wor<strong>de</strong>n, richt<strong>in</strong>ggevend zijn, aldus <strong>de</strong> raad. Daarmeewordt een fundamentele koerswijzig<strong>in</strong>g <strong>in</strong>gezet ten opzichte van het <strong>de</strong>bat overmaatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia is gevoerd.De opdracht voor <strong>de</strong> overheidDe overheid komt <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong> ‘overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid’toe voor het maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsproces. Vanuit die verantwoor<strong>de</strong>lijkheiddient zij te bevor<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> competenties aanwezig zijn. Indien door<strong>de</strong> betrokkenen reeds voldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven wor<strong>de</strong>n genomen, doet <strong>de</strong> overhei<strong>de</strong>r verstandig aan daarvoor ruimte te scheppen. Soms zal zij echter zelf <strong>in</strong> <strong>de</strong>benodig<strong>de</strong> competenties moeten voorzien, of via wet- en regelgev<strong>in</strong>g moetenafdw<strong>in</strong>gen dat ze wor<strong>de</strong>n ontwikkeld. Bij <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> overheid daartoe moetovergaan en hoe dit dan gestalte moet krijgen, moeten echter <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>genwaarmee <strong>de</strong> overheid te kampen heeft on<strong>de</strong>r ogen wor<strong>de</strong>n gezien.De zo geformuleer<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid impliceert dat zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> eersteplaats het gegeneraliseer<strong>de</strong> subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>sel respecteert en <strong>in</strong>itiatievenruimte geeft. Zij houdt daarnaast <strong>in</strong> dat <strong>in</strong> geval van private of publiek-privateregel<strong>in</strong>gen gericht op het behartigen van publieke belangen, een aantal puntenexpliciete aandacht behoeft. On<strong>de</strong>rkend moet wor<strong>de</strong>n dat:− het signaleren van <strong>zaken</strong> van publiek belang publiek beschikbare objectieve<strong>in</strong>formatie en ruimte voor kritiek vereist en dat het articuleren ervan vraagt


samenvatt<strong>in</strong>g15−−−om respect voor pluralisme, onafhankelijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>elsvorm<strong>in</strong>g enzorgvuldigheid;het afwegen van belangen transparantie, proportionele conflictbeslecht<strong>in</strong>g enverantwoord<strong>in</strong>g afleggen vereist;het daadwerkelijk behartigen van publieke belangen discipl<strong>in</strong>e, publieke verantwoord<strong>in</strong>gen controle vereist;legitimiteit eisen met zich meebrengt met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> openheid voornieuwe toetre<strong>de</strong>rs, aandacht voor ‘externe effecten’ en het publiek beschikbaarmaken van relevante <strong>in</strong>formatie en dat legitimiteit vraagt om het organiserenvan checks and balances.Deze eisen met betrekk<strong>in</strong>g tot competenties en bestuurlijke arrangementendienen uiteraard sectorspecifiek na<strong>de</strong>r te wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gevuld. Het rapport verschaftdaarvan voorbeel<strong>de</strong>n.De overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid impliceert dat <strong>de</strong> overheid stappenmoet nemen om te bevor<strong>de</strong>ren dat (1) marktpartijen en het georganiseer<strong>de</strong> particuliere<strong>in</strong>itiatief hun verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n nemen; (2) dat <strong>de</strong> competenties diedaarvoor benodigd zijn wor<strong>de</strong>n ontwikkeld; en (3) dat <strong>de</strong> bestuurlijke arrangementenwaar<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n tot uitdrukk<strong>in</strong>g komen aan eisenvan legitimiteit voldoen. De overheid kan daarvoor gebruikmaken van een breedrepertoire aan maatregelen. Zij kan stimuleren, faciliteren en optre<strong>de</strong>n als wet- enregelgever.De overheid zal maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g echter moeten bena<strong>de</strong>ren vanuit hetbesef dat haar eigen vermogens beperkt zijn. Waar <strong>de</strong> overheid niet zelf <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>gvan publieke belangen ter hand kan nemen, dient zij door stell<strong>in</strong>g te nemenhet belang ervan expliciet uit te dragen. Zij zal bovendien ruimte moeten bie<strong>de</strong>nvoor collectieve arrangementen die als ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong>n van publieke belangenoptre<strong>de</strong>n. Zij zal daarvoor faciliteiten moeten scheppen, maar ook <strong>de</strong> nodige eisenmoeten stellen.In een afzon<strong>de</strong>rlijk te verschijnen advies zal <strong>de</strong> wrr na<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gaan op <strong>de</strong> rol vanburgers en <strong>de</strong> repercussies die het on<strong>de</strong>rkennen van die rol heeft voor het overheidsbestuur.In Bewijzen van goe<strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g (2004) heeft <strong>de</strong> raad bovendienreeds gewezen op <strong>de</strong> rol en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van professionals envan burgers als afnemers van uiteenlopen<strong>de</strong> diensten <strong>in</strong> on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> zorg, hetwelzijn en het on<strong>de</strong>rwijs. In het on<strong>de</strong>rhavige advies wordt <strong>de</strong> aandacht daaromgericht op <strong>de</strong> consequenties van zijn visie op het vlak van <strong>de</strong> maatschappelijkeverantwoor<strong>de</strong>lijkheid van het bedrijfsleven. De raad stelt dat on<strong>de</strong>rnemerschapmet zowel rechten als plichten komt. Wie on<strong>de</strong>rneemt doet dit op basis van eenlicense to operate.


16 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gHet advies richt zich <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> rol die brancheorganisaties en publiekrechtelijkebedrijfsorganisaties <strong>in</strong> dit verband kunnen spelen, en op <strong>de</strong> rol vansectorstandaar<strong>de</strong>n en keurmerken, het reputatiemechanisme en mvo, het ‘maatschappelijkverantwoord on<strong>de</strong>rnemen’. De raad wijst erop dat <strong>de</strong> huidige eisendie <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Corporate governance co<strong>de</strong> geformuleerd zijn onvoldoen<strong>de</strong>ruim zijn bemeten. Hij wijst er ver<strong>de</strong>r op dat coregulatie, een comb<strong>in</strong>atie vanpubliek- en privaatrechtelijke mid<strong>de</strong>len, het <strong>in</strong>strumentarium kan bie<strong>de</strong>n om ook<strong>in</strong> die gevallen waar bedrijvigheid en markten zich afspelen buiten <strong>de</strong> jurisdictievan <strong>de</strong> overheid, <strong>zaken</strong> van publiek belang a<strong>de</strong>quaat te doen behartigen.SlotDit advies verschijnt <strong>in</strong> een turbulente tijd. Vragen over <strong>de</strong> marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>specifieke sectoren zijn van <strong>de</strong> voorpag<strong>in</strong>a’s verdrongen door <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>ncrisisen discussies over <strong>de</strong> houdbaarheid van <strong>de</strong> eurozone. Dat wil echter niet zeggendat <strong>de</strong> problemen rond marktwerk<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n meer aandacht kregen,verdwenen zijn. Zoals <strong>de</strong> bankencrisis van 2007/2008 liet zien, zijn vragen over<strong>de</strong> eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van bedrijven en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overheidom toezicht te hou<strong>de</strong>n en zo nodig bij te sturen nog steeds uiterst relevant.Dat geldt onverm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd ook voor an<strong>de</strong>re sectoren. En niet alleen <strong>in</strong>ternationaal,maar ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> nationale staat doen zich voortdurend vragen voor over <strong>de</strong>rol die markten kunnen spelen, en over hun verhoud<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g en <strong>de</strong>overheid.Deze vragen overstijgen <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs waar<strong>in</strong> het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid is geformuleerd.Het zijn kwesties van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g, die betrekk<strong>in</strong>g hebbenop <strong>de</strong> vraag hoe vanwege <strong>de</strong> publieke belangen die <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn bedrijvigheidmaatschappelijk kan en moet wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebed. Dat daarbij ook over <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong>overheid evenzeer gesproken moet wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> termen van wat zij nog kan doen alswat zij moet doen, betekent niet dat haar positie gemarg<strong>in</strong>aliseerd is. De uitdag<strong>in</strong>gvan het maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g bestaat eruit<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> publieke zaak opnieuw <strong>in</strong> te vullen. Dat kandoor <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheid te herijken, door <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gte vergroten, maar vooral ook door <strong>de</strong> maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvan bedrijven te versterken.


19ten gelei<strong>de</strong>Dit rapport is voorbereid door een <strong>in</strong>terne projectgroep van <strong>de</strong> wrr, die ten tij<strong>de</strong>van <strong>de</strong> vaststell<strong>in</strong>g van het rapport, <strong>de</strong>cember 2011, als volgt was samengesteld:prof. dr. ir. G.H. <strong>de</strong> Vries, lid van <strong>de</strong> raad en voorzitter van <strong>de</strong> projectgroep, alsme<strong>de</strong>dr. H.O. Dijstelbloem (projectcoörd<strong>in</strong>ator), prof. dr. E. Stam en B. Stell<strong>in</strong>ga ma,msc, allen stafle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wrr. In een eer<strong>de</strong>r stadium van het project heeft wrrstafliddrs. E.K. Schrijvers <strong>de</strong> taak van projectcoörd<strong>in</strong>ator vervuld.De analyses <strong>in</strong> dit rapport zijn me<strong>de</strong> gebaseerd op enkele studies die op verzoekvan <strong>de</strong> wrr zijn verricht. Deze studies zijn gepubliceerd op <strong>de</strong> website van <strong>de</strong>wrr, www.wrr.nl. Het zijn:− Aalbers, M., E. Engelen en A. Glasmacher, Securization <strong>in</strong> the Netherlands.Shaped by and shap<strong>in</strong>g regulation (wrr web-publicatie nr. 55)− Aar<strong>de</strong>n, E., Y. Bartholomée, A. Meershoek, I. Van Hoyweghen, K. Horstman,De prijs van heupen en knieën: Vermarkt<strong>in</strong>g van behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gezondheidszorg(wrr web-publicatie nr. 52)− Dix, G., Procedures en problemen op <strong>de</strong> markt voor reïntegratiedienstverlen<strong>in</strong>g(wrr web-publicatie nr. 54)− Meershoek, A., Y. Bartholomée, E. Aar<strong>de</strong>n, I. Van Hoyweghen, K. Horstman,Vitaal en bevlogen: Vermarkt<strong>in</strong>g van gezondheid van werknemers (wrr webpublicatienr. 53)− Salm, F. van <strong>de</strong>r, E. Stam, C. Marijs, G.H. <strong>de</strong> Vries, Public <strong>in</strong>terests <strong>in</strong> the implementationof the eu ets <strong>in</strong> the Netherlands: stakehol<strong>de</strong>r perspectives (wrr webpublicatienr. 61)− Waar<strong>de</strong>n, F. van, R. van Dalen, Hallmark<strong>in</strong>g halal (wrr web-publicatie nr. 56)− Zui<strong>de</strong>rent-Jerak, T., K. Grit, T. van <strong>de</strong>r Gr<strong>in</strong>ten, Markets and public values <strong>in</strong>health care (wrr web-publicatie nr. 57)De verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd van <strong>de</strong>ze publicaties en voor <strong>de</strong> standpuntendie er wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>genomen berust bij <strong>de</strong> auteurs. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze publicatiesis, tezamen met een door le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> projectgroep geschreven <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g en slotbeschouw<strong>in</strong>g,<strong>in</strong> verkorte vorm verschenen <strong>in</strong> een speciale aflever<strong>in</strong>g van het tijdschriftBeleid en Maatschappij, jaargang 37 (2010), nr. 3.De raad is een groot aantal personen erkentelijk voor hun bereidheid om <strong>de</strong> projectgroepbij <strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>g van dit rapport van advies te dienen en/of uitvoerigcommentaar te geven op eer<strong>de</strong>re concepten van dit rapport. Hun namen en <strong>in</strong>stitutioneleaffiliaties zijn vermeld op pp. 201 en 202 van dit rapport.


211 van marktwerk<strong>in</strong>g naar maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g1.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gOverheidsbeleid gericht op het bevor<strong>de</strong>ren van marktwerk<strong>in</strong>g kon lange tijd opbre<strong>de</strong> maatschappelijke en politieke steun rekenen. In het afgelopen <strong>de</strong>cennium ishet marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid echter <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong>bat gewor<strong>de</strong>n.Daarbij heeft <strong>de</strong> discussie gaan<strong>de</strong>weg een ruimer karakter gekregen. Nu staanvragen over maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g gericht op <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van <strong>zaken</strong> vanpubliek belang voorop. Dit rapport betoogt dat zulke vragen om een bre<strong>de</strong>re leestvragen dan waarop het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid werd geschoeid. Die verbred<strong>in</strong>g raaktzowel <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overheid als van marktpartijen en <strong>de</strong>samenlev<strong>in</strong>g.Marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid is <strong>de</strong> verzamelnaam voor (weliswaar samenhangen<strong>de</strong> maar<strong>de</strong>salniettem<strong>in</strong> te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n en soms zeer verschillen<strong>de</strong>) beleidsvormen, zoalsverzelfstandig<strong>in</strong>g, privatiser<strong>in</strong>g, liberaliser<strong>in</strong>g en <strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>g. Concurrentie op ofom <strong>de</strong> markt, het versterken van vraagstur<strong>in</strong>g, of het <strong>in</strong>troduceren van beprijz<strong>in</strong>g,zijn <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia belangrijke beleids<strong>in</strong>strumenten gewor<strong>de</strong>n. Voor veel<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en bedrijven is het speelveld veran<strong>de</strong>rd. Er zijn nieuwe vormen vandienstverlen<strong>in</strong>g ontstaan. Sectoren zoals <strong>de</strong> telecommunicatie en <strong>de</strong> energievoorzien<strong>in</strong>g,maar ook het welzijnswerk en <strong>de</strong> gezondheidszorg, hebben <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong>gedaanteveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>rgaan. Burgers hebben, <strong>in</strong>dividueel en groepsgewijs,<strong>in</strong> reactie op <strong>de</strong> door <strong>de</strong> overheid aangemoedig<strong>de</strong> of gefaciliteer<strong>de</strong> marktvorm<strong>in</strong>g,nieuwe houd<strong>in</strong>gen (bijv. als klant of on<strong>de</strong>rnemer) aangenomen, of aan moetennemen. Overhe<strong>de</strong>n hebben zich vanaf <strong>de</strong> jaren tachtig teruggetrokken op tal vanterre<strong>in</strong>en waar zij voorheen actief waren, om zich er vervolgens <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re roltot te gaan verhou<strong>de</strong>n (bijv. als marktmeester of toezichthou<strong>de</strong>r). Al <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>genhebben <strong>in</strong> een relatief korte tijd − enkele <strong>de</strong>cennia − tot een <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong>transformatie van maatschappelijke verhoud<strong>in</strong>gen geleid. Markten zijn uiteraardvan alle tij<strong>de</strong>n, maar vanwege <strong>de</strong> toegenomen rol van marktwerk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> repercussiesdie dit op tal van gebie<strong>de</strong>n heeft gehad, is <strong>de</strong> typer<strong>in</strong>g ‘marktsamenlev<strong>in</strong>g’voor <strong>de</strong> huidige maatschappij op zijn plaats.Uiteraard heeft <strong>de</strong>ze transformatie allerlei discussies uitgelokt. Zij richtten zich <strong>in</strong>eerste <strong>in</strong>stantie overwegend op specifieke problemen en sectoren waar marktwerk<strong>in</strong>gwerd geïntroduceerd of gestimuleerd en op <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> overheid zich daarniet te we<strong>in</strong>ig, of juist te veel, mee bemoei<strong>de</strong>. Slagen marktpartijen <strong>in</strong> geprivatiseer<strong>de</strong>en geliberaliseer<strong>de</strong> sectoren er voldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong> om publieke belangen alskwaliteit, duurzaamheid, betaalbaarheid en toegankelijkheid a<strong>de</strong>quaat te behartigen?Maken zij daarbij <strong>de</strong> juiste afweg<strong>in</strong>gen? Investeren zij voldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong> het


22 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gon<strong>de</strong>rhoud van <strong>in</strong>frastructuren? En kunnen <strong>de</strong> problemen die zich aandienen alsonvermij<strong>de</strong>lijke bijverschijnselen van <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> transities wor<strong>de</strong>n gezien, ofhebben zij een structureel karakter? Is het nodig dat <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong>tervenieert, ofmoet dat juist niet gebeuren, omdat het mid<strong>de</strong>l dan erger is dan <strong>de</strong> kwaal?Gaan<strong>de</strong>weg, vanaf <strong>de</strong> jaren 2000, veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>de</strong> discussies van karakter enwer<strong>de</strong>n er meer algemene vragen gesteld – <strong>in</strong> <strong>de</strong> Kamer, door gezaghebben<strong>de</strong>organisaties en <strong>in</strong>stituten, <strong>in</strong> kranten en tijdschriften en <strong>in</strong> <strong>de</strong> wetenschappelijkeliteratuur. Zowel <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland als <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re lidstaten van Europese Unie (eu)werd zorg geuit over <strong>de</strong> repercussies van marktwerk<strong>in</strong>gsoperaties voor <strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>nen -omstandighe<strong>de</strong>n van werknemers. In Ne<strong>de</strong>rland pleitte <strong>de</strong>Fe<strong>de</strong>ratie Ne<strong>de</strong>rlandse Vakbeweg<strong>in</strong>g (fnv) <strong>in</strong> 2007 zelfs voor een moratorium opmarktwerk<strong>in</strong>gsoperaties (fnv 2007). Ook rees <strong>de</strong> vraag of het ‘vermarkten’ van(voormalig) on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g dienstbetoon en <strong>de</strong> markthervorm<strong>in</strong>gen met name <strong>in</strong> <strong>de</strong>zorg niet tot verschral<strong>in</strong>g van solidariteit, professionele standaar<strong>de</strong>n en van <strong>de</strong>relatie tussen dienstverlener en cliënt zou lei<strong>de</strong>n. Bovendien <strong>de</strong><strong>de</strong>n zich tal van<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten voor, zoals frau<strong>de</strong> en faillissementen <strong>in</strong> on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> thuiszorg en<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, die het aanzien van marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> algemene z<strong>in</strong> geen goed<strong>de</strong><strong>de</strong>n. De taximarkt liet <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van vrijwel ie<strong>de</strong>reen zien dat marktwerk<strong>in</strong>gsbeleidook radicaal kan falen. En zaten burgers eigenlijk wel te wachten op <strong>de</strong>nieuwe keuzevrijheid die hen als consument op <strong>de</strong> markt werd gebo<strong>de</strong>n?Zeker na <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis van 2008 is <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> discussie over <strong>de</strong> relatie vanmarkten tot overhe<strong>de</strong>n en samenlev<strong>in</strong>g veran<strong>de</strong>rd. Het <strong>de</strong>bat is niet alleen bre<strong>de</strong>rgewor<strong>de</strong>n, maar ook an<strong>de</strong>rs van aard. De crisis heeft <strong>de</strong> gevaren getoond van telichtvaardig vertrouwen <strong>in</strong> het zelfsturend vermogen van markten en het ontbrekenvan voldoen<strong>de</strong> overheidstoezicht (zie on<strong>de</strong>r (veel) meer Boot 2009; Cassidy2009; Van Ewijk en Teul<strong>in</strong>gs 2009; Krugman 2009; Bos 2010; Twee<strong>de</strong> Kamer (tk)2009-2010b; Kaletsky 2010; Stiglitz 2010). Risico nemen was <strong>in</strong> <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciëlesector aangemoedigd en hoog beloond, maar terwijl <strong>de</strong> w<strong>in</strong>sten ten goe<strong>de</strong> warengekomen aan private partijen, moesten <strong>de</strong> verliezen nu door overhe<strong>de</strong>n en dusdoor <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gbetalers wor<strong>de</strong>n opgevangen. Om markten op een meer verantwoor<strong>de</strong>manier sociaal <strong>in</strong> te bed<strong>de</strong>n zou dan ook naar nieuwe verhoud<strong>in</strong>genvan overheid en markt moeten wor<strong>de</strong>n gezocht (Hemerijck et al. 2009). Volgenssommige auteurs staan we zelfs aan <strong>de</strong> vooravond van een nieuwe fase <strong>in</strong> <strong>de</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g van het kapitalisme (bijv. Kaletsky 2010; Rodrik 2011). An<strong>de</strong>renwijzen <strong>de</strong> problemen die zijn ontstaan toe aan falen van <strong>de</strong> politiek.In het licht van <strong>de</strong> problemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> nasleep van <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis en <strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>genwaar <strong>de</strong> eurozone voor staat, doen fricties <strong>in</strong> <strong>de</strong> thuiszorg en vragen over <strong>de</strong>verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n voor het openbaar vervoer al snel futiel aan. Het zouechter van on<strong>de</strong>rschatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> vraagstukken getuigen om <strong>de</strong>rgelijkeproblemen nu m<strong>in</strong><strong>de</strong>r serieus te nemen. Zij zijn evenzeer aspecten van <strong>de</strong>


van marktwerk<strong>in</strong>g naar maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g23transformatie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>gen van markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>gals <strong>de</strong> problemen die zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis manifesteren. Aan het beg<strong>in</strong>van <strong>de</strong> eenentw<strong>in</strong>tigste eeuw moeten overhe<strong>de</strong>n hun plaats v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> een werelddie ten opzichte van een halve eeuw eer<strong>de</strong>r <strong>in</strong>grijpend veran<strong>de</strong>rd is. De vraag hoepublieke belangen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> nieuwe omstandighe<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n behartigdspreekt allesbehalve vanzelf.Tot ongeveer 1980 werd <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>ante <strong>in</strong>terpretatie van <strong>de</strong> naoorlogse economiegekarakteriseerd door wat Ruggie (1982) <strong>in</strong> een klassiek artikel aanduid<strong>de</strong> als thecompromise of embed<strong>de</strong>d liberalism. Hoewel over <strong>de</strong> precieze maatvoer<strong>in</strong>g uiteraard<strong>de</strong> nodige discussies zijn gevoerd, werd <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> – zeker <strong>in</strong> Europa –algemeen on<strong>de</strong>rkend dat markten ruimte moeten krijgen, maar ook door tal van<strong>in</strong>stituties dienen te wor<strong>de</strong>n beteugeld en dat overhe<strong>de</strong>n daarbij een voorname roltoekwamen. Vanaf ongeveer 1980 kregen echter an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> overhan<strong>de</strong>n werd nieuw beleid geformuleerd, gericht op het realiseren van een veel meereigenstandige rol van markten.In <strong>de</strong> discussies die <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen jaren zijn gevoerd en zeker na <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciëlecrisis is <strong>de</strong> vraag opgeworpen of die ontwikkel<strong>in</strong>g niet te ver is doorgeschoten(Ab<strong>de</strong>lal en Ruggie 2009; Hemerijck et al. 2009). Moeten markten niet opnieuwdoor overheid en samenlev<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebed om te verzekeren dat naast privatebelangen ook publieke belangen a<strong>de</strong>quaat behartigd wor<strong>de</strong>n? Zoals <strong>in</strong> dit rapportnog uitvoerig ter sprake zal komen <strong>de</strong>kt <strong>de</strong> vraag of dit moet echter maar een <strong>de</strong>elvan het probleem. Een zeker zo belangrijke vraag luidt: kan het ook, gezien <strong>de</strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen die zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia hebben voltrokken? En zo ja:hoe dan? Welke rol komt <strong>de</strong> overheid bij het behartigen van publieke belangen toe,welke rol <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g, welke rol marktpartijen?Het belang van zulke vragen is groot. Waar <strong>zaken</strong> van publiek belang onvoldoen<strong>de</strong>behartigd wor<strong>de</strong>n, wor<strong>de</strong>n groepen burgers of <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g als geheel geschaa<strong>de</strong>n komt ook <strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong> overheid als traditionele hoe<strong>de</strong>r van hetpublieke belang <strong>in</strong> gevaar. Daarbij hebben zich naast alom aanvaar<strong>de</strong> publiekebelangen op dit vlak ook tal van nieuwe thema’s aangediend en hebben an<strong>de</strong>re eennieuwe urgentie gekregen – <strong>zaken</strong> als <strong>de</strong> klimaatproblematiek, privacyproblemenrond ict en <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële stabiliteit <strong>in</strong> geglobaliseer<strong>de</strong> kapitaalmarkten.De vraag of publieke belangen wel voldoen<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n behartigd, raakt niet alleen<strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> overheid. Ook het vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> markt is <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g. Ineen <strong>in</strong> 2010 op verzoek van <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> Europese Commissie José ManuelBarosso geschreven rapport constateert voormalig eurocommissaris Mario Montidat dit vertrouwen afneemt en dat “<strong>de</strong> Europese geïntegreer<strong>de</strong> markt door veelEuropeanen – burgers zowel als politieke lei<strong>de</strong>rs – met achterdocht, vrees en somsopenlijke vijandigheid bekeken [wordt]” (Monti 2010: 15). Veel burgers zijn


24 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g‘marktmoe’, schrijft hij. Omdat <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie van <strong>de</strong> Europese markt vanaf 1980een van <strong>de</strong> belangrijkste ontwikkel<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu was, raakt <strong>de</strong> marktmoeheidook aan het voortbestaan van <strong>de</strong> Unie, aldus Monti. Tegen die achtergrondzou een strategie ontwikkeld moeten wor<strong>de</strong>n die <strong>in</strong>itiatieven omvat om tebouwen aan een sterkere geïntegreer<strong>de</strong> markt, om rond die geïntegreer<strong>de</strong> markteen consensus op te bouwen en om die sterkere geïntegreer<strong>de</strong> markt ook daadwerkelijktot stand te brengen. Het rapport wijst daarbij echter meteen op hetknellen<strong>de</strong> punt: “<strong>in</strong>dien geen consensus kan wor<strong>de</strong>n bereikt, is het onwaarschijnlijkdat <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>itiatieven ooit wor<strong>de</strong>n goedgekeurd en uitgevoerd” (Monti2010: 38).Dit rapport biedt een perspectief om <strong>de</strong> maatschappelijke positie van markten enhun relatie tot overhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g, vanuit vragen over <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>gvan publieke belangen, opnieuw te over<strong>de</strong>nken. Het embed<strong>de</strong>d liberalism waarRuggie over sprak was <strong>de</strong> resultante van een unieke situatie waar<strong>in</strong> na <strong>de</strong> crisisvan <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig en <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog <strong>in</strong>ternationaal afspraken kon<strong>de</strong>nwor<strong>de</strong>n gemaakt over <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g van markten en overhe<strong>de</strong>n. Daaraan kwamrond 1980 een e<strong>in</strong><strong>de</strong>. Verschuiv<strong>in</strong>gen (soms langzaam en gestaag, an<strong>de</strong>re kerensnel en krachtig) <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia op economisch, politiek en technologischgebied hebben op nationaal, Europees en mondiaal niveau <strong>de</strong> aard, <strong>de</strong> schaalen <strong>de</strong> impact van markten een an<strong>de</strong>r karakter gegeven. Negatieve effecten vanmarktwerk<strong>in</strong>g (zo toon<strong>de</strong> <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis aan) kunnen tot ver over landsgrenzenheen reiken. Overhe<strong>de</strong>n zijn slechts tot op beperkte hoogte <strong>in</strong> staat toezichtzelf uit te voeren of a<strong>de</strong>quate controles af te dw<strong>in</strong>gen. Hoe, waar en door wiepublieke belangen behartigd wor<strong>de</strong>n, is daardoor lang niet altijd evi<strong>de</strong>nt.In dit rapport on<strong>de</strong>rzoekt <strong>de</strong> wrr <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gen tussen overheid,markt en samenlev<strong>in</strong>g om te bezien welke transformaties er zijn opgetre<strong>de</strong>n,welke nieuwe manieren van ‘<strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g’ vereist zijn om publieke belangen tesignaleren en te behartigen en welke rollen <strong>de</strong> overheid en an<strong>de</strong>re partijen (bedrijven,burgers, maatschappelijke organisaties) daarbij toekomen. Als <strong>in</strong>troductieop <strong>de</strong>ze analyse schetst dit eerste hoofdstuk <strong>in</strong> vogelvlucht <strong>de</strong> opkomst van hetmarktwerk<strong>in</strong>gsbeleid (paragraaf 1.2). Vervolgens laat het kort zien welke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genvoor overhe<strong>de</strong>n, markten en samenlev<strong>in</strong>g zijn opgetre<strong>de</strong>n (paragraaf 1.3).Daarna gaat het <strong>in</strong> op <strong>de</strong> problemen die zijn ontstaan en op <strong>de</strong> noodzaak om eenbre<strong>de</strong>r perspectief op <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> te nemen, namelijk vanuit hetgezichtspunt van vragen over maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g (paragraaf 1.4). Hethoofdstuk e<strong>in</strong>digt met <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vraagstell<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> opzet en <strong>de</strong> afbaken<strong>in</strong>gvan het rapport (paragraaf 1.5).


van marktwerk<strong>in</strong>g naar maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g251.2 opkomst van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleidWat bekendstaat als marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid kon lange tijd rekenen op maatschappelijken politiek breed gedragen steun. Daaraan lagen verschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen tengrondslag.Het beleid dat vanaf ongeveer 1980 zijn beslag kreeg, vorm<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaatseen reactie op <strong>de</strong> budgettaire problemen waarmee nationale overhe<strong>de</strong>n e<strong>in</strong>d jarenzeventig wer<strong>de</strong>n geconfronteerd. Het was daarnaast een antwoord op <strong>de</strong> voortschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>sociale differentiatie die tot gevolg had dat uniforme producten endiensten steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r aansloten bij <strong>de</strong> behoeften van burgers en consumenten.De <strong>in</strong>troductie ervan h<strong>in</strong>g bovendien nauw samen met <strong>de</strong> versnel<strong>de</strong> mondialiser<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> economische bedrijvigheid <strong>in</strong> tal van sectoren, on<strong>de</strong>r meer door <strong>de</strong>komst van nieuwe technologieën, zoals conta<strong>in</strong>ervervoer en ict. Die leid<strong>de</strong>n toteen aanzienlijke reductie van transactiekosten en maakten het mogelijk <strong>de</strong> productieover meer<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n te ver<strong>de</strong>len (zie Lev<strong>in</strong>son 2006; Dicken 2007; Thun2008). Zo ontston<strong>de</strong>n nieuwe concurrentieverhoud<strong>in</strong>gen tussen bedrijven, waarbijzich spann<strong>in</strong>gen vorm<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> mondialiser<strong>in</strong>g van economische bedrijvighei<strong>de</strong>n het veelal nationale karakter van regelgev<strong>in</strong>g.Al met al zagen vanaf ongeveer 1980 tal van overhe<strong>de</strong>n re<strong>de</strong>nen om hun beleid tenopzichte van markten aan te passen (Blyth 2002). Dat gold voor <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong>Staten en het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk – algemeen beschouwd als <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiators vanhet nieuwe beleid – maar ook voor <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>entaal Europese lan<strong>de</strong>n, waaron<strong>de</strong>rNe<strong>de</strong>rland. Het beleid kreeg bovendien gestalte <strong>in</strong> besluiten van <strong>de</strong> eu. De EuropeseAkte (1986/1987) gaf <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g aan het besluit tot ‘voltooi<strong>in</strong>g’ van <strong>de</strong> Europese<strong>in</strong>terne markt. Het beleid werd bovendien ‘geëxporteerd’ naar lan<strong>de</strong>n <strong>in</strong>Zuid-Amerika, Afrika, Azië en Oost-Europa, vaak <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van voorwaar<strong>de</strong>nvoor len<strong>in</strong>gen van het Internationaal Monetair Fonds (imf). On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> noemervan <strong>de</strong> ‘Wash<strong>in</strong>gton Consensus’ werd ook daar beleid aangemoedigd – zo nietafgedwongen – dat zou lei<strong>de</strong>n tot ‘meer markt en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r overheid’.Beleid gericht op het <strong>in</strong>troduceren of versterken van marktmechanismen had dusniet uitsluitend met ‘geloof <strong>in</strong> <strong>de</strong> markt’ te maken. Er speel<strong>de</strong>n uiteenlopen<strong>de</strong>overweg<strong>in</strong>gen een rol die bovendien ook nog eens van sector tot sector verschil<strong>de</strong>n(zie bijv. Vogel 1996). Zo speel<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> privatiser<strong>in</strong>g en liberaliser<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> telecommunicatiesector technologische ontwikkel<strong>in</strong>gen een grote rol, vondop het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>g een sterke lobby plaats om <strong>de</strong>sector te <strong>de</strong>reguleren en stootten overhe<strong>de</strong>n op eigen <strong>in</strong>itiatief hun energie- envervoersbedrijven af. In an<strong>de</strong>re sectoren, zoals <strong>de</strong> zorg, <strong>de</strong> advocatuur en het notariaat,wer<strong>de</strong>n marktmechanismen <strong>in</strong>gezet om <strong>de</strong> macht van professionele organisatieste breken. Ook aan <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>terne markt lagenzeer uiteenlopen<strong>de</strong> motieven ten grondslag. Marktwerk<strong>in</strong>g was, zoals Jabko


26 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g(2006) laat zien, een vlag die vele lad<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>kte, waarbij lan<strong>de</strong>n als het VerenigdKon<strong>in</strong>krijk, Duitsland en Frankrijk om uiteenlopen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen een sterkere markt<strong>in</strong>tegratiewil<strong>de</strong>n (Eichengreen 2008: 339 e.v.). Er was dus, zoals <strong>de</strong> Sociaal-Economische<strong>Raad</strong> (ser) (2010a: 131) terecht stelt, sprake van “een complex van externefactoren, i<strong>de</strong>eën, <strong>in</strong>stituties, belangen en padafhankelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> keuzes vanbeleidsmakers en politici me<strong>de</strong> hebben bepaald”.Maar onmiskenbaar veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ook het perspectief op <strong>de</strong> markt en <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>ger voor. In <strong>de</strong> <strong>de</strong>cennia voor 1980 wer<strong>de</strong>n markten veelal nog met argwaan bezien.Zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>tensieve overheidsbemoeienis zou<strong>de</strong>n markteconomieën <strong>in</strong>stabiel zijn,grootschalige werkloosheid kunnen veroor<strong>zaken</strong> en maatschappelijke ongelijkheid<strong>in</strong> stand hou<strong>de</strong>n, zo niet bevor<strong>de</strong>ren, zo was een breed gedragen gedachte.De crisis van <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig lag nog vers <strong>in</strong> <strong>de</strong> her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g. Vanaf <strong>de</strong> jaren zeventigwer<strong>de</strong>n markten echter steeds vaker gepresenteerd als mid<strong>de</strong>l bij uitstek omwelvaart voor velen te creëren. De val van <strong>de</strong> Berlijnse Muur <strong>in</strong> 1989 en het‘formele failliet’ van socialistische planeconomieën beg<strong>in</strong> jaren negentig droegenver<strong>de</strong>r bij aan een breed gedragen acceptatie van <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len van marktmechanismen(Fukuyama 1992).De <strong>in</strong>tellectuele rechtvaardig<strong>in</strong>g voor dit an<strong>de</strong>re perspectief op markten bood <strong>de</strong>metafoor van <strong>de</strong> ‘onzichtbare hand’. Adam Smith <strong>in</strong>troduceer<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze metafoor <strong>in</strong>1776 om aan te dui<strong>de</strong>n dat (door ‘<strong>de</strong> wet van vraag en aanbod’) concurrentie tussennaar w<strong>in</strong>st streven<strong>de</strong> producenten on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> druk van naar nutsmaximalisatiestreven<strong>de</strong> consumenten <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met het prijsmechanisme voor een zoefficiënt mogelijke <strong>in</strong>zet van mid<strong>de</strong>len zorgt, waardoor maximale welvaart voorallen wordt gegenereerd. In 1954 kreeg Smith’s metafoor een precieze mathematischeuitwerk<strong>in</strong>g en bleek zij (on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n) formeel bewijsbaar(Arrow en Debreu 1954).Het nieuwe perspectief had dan ook directe consequenties voor <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gtussen overheid en markt. Omdat <strong>de</strong> economische theorie ervan uitgaat dat marktennaar perfectie neigen (Arrow en Hahn 1971), zou<strong>de</strong>n overhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>selslechts een marg<strong>in</strong>ale rol moeten spelen. Zij zou<strong>de</strong>n zich moeten richten op hunkerntaken: het garan<strong>de</strong>ren van eigendomsrechten, het handhaven van or<strong>de</strong> enveiligheid en het zorgen voor monetaire en f<strong>in</strong>anciële stabiliteit. Ver<strong>de</strong>r zou <strong>de</strong>overheid slechts <strong>in</strong> actie moeten komen <strong>in</strong> die gevallen waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> markt nietperfect werkte – als er sprake was van zogeheten marktfalen. Daarbij zou uiteraardwel eerst moeten wor<strong>de</strong>n bezien of het medicijn niet erger was dan <strong>de</strong> kwaal.Echter, niet alleen <strong>de</strong>ze aan <strong>de</strong> economische wetenschap ontleen<strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën lever<strong>de</strong>n<strong>de</strong> grondslag voor <strong>de</strong> nieuwe visie op <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheid die vanaf ongeveer1980 <strong>in</strong> bre<strong>de</strong> kr<strong>in</strong>g aanvaard werd. Vanuit juridische en bestuurskundige hoekwer<strong>de</strong>n vanaf <strong>de</strong> jaren tachtig <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n naar voren gebracht die tot een verge-


van marktwerk<strong>in</strong>g naar maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g27lijkbare conclusie leid<strong>de</strong>n. Ook <strong>in</strong> die kr<strong>in</strong>gen ontstond het <strong>in</strong>zicht dat wetgev<strong>in</strong>gvoor het reguleren van een dynamische samenlev<strong>in</strong>g niet altijd meer een a<strong>de</strong>quaatmid<strong>de</strong>l was. Door toegenomen differentiatie bleek <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g steeds lastigervia algemeen gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wetten van bovenaf te besturen: <strong>in</strong> steeds meer wetgev<strong>in</strong>gmoesten subtiele on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n geïntroduceerd en uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gssituatieswor<strong>de</strong>n beschreven, waardoor <strong>de</strong> regelgev<strong>in</strong>g al maar complexer werd. Centralestur<strong>in</strong>g door regels stuitte <strong>in</strong> een zich snel ontwikkelen<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g bovendienop het bezwaar dat <strong>de</strong> maatschappelijke verhoud<strong>in</strong>gen te zeer wer<strong>de</strong>n vastgelegd.In plaats daarvan zou beter op het zelfregulerend vermogen van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>ggeanticipeerd kunnen wor<strong>de</strong>n, door gebruik te maken van een comb<strong>in</strong>atie metvormen van zelfreguler<strong>in</strong>g en zelfhandhav<strong>in</strong>g, gecomplementeerd met overheidstoezichten rechterlijke toets<strong>in</strong>g (wrr 2002). Een <strong>de</strong>rgelijk systeem zou eengrotere flexibiliteit en slagvaardigheid met zich meebrengen, en sneller <strong>in</strong> staatzijn om op nieuwe en wisselen<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> te spelen.In bestuurlijk opzicht impliceer<strong>de</strong> <strong>de</strong> nieuwe beleidstheorie een dui<strong>de</strong>lijke scheid<strong>in</strong>gtussen beleidsvorm<strong>in</strong>g en -uitvoer<strong>in</strong>g. Een belangrijk uitgangspunt werd hetschei<strong>de</strong>n van aan <strong>de</strong> ene kant <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> overheid voorhet behartigen van <strong>zaken</strong> van publiek belang en aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant <strong>de</strong> operationeleverantwoor<strong>de</strong>lijkheid daarvoor, die zowel aan publieke als private partijen konwor<strong>de</strong>n toegekend. Het resultaat was een lange reeks van operaties, <strong>in</strong>stitutionelehervorm<strong>in</strong>gen en reorganisaties (Bouckaert et al. 2010). Deze had<strong>de</strong>n tot doel eeneffectiever overheidsapparaat te ontwikkelen, waar<strong>in</strong> meer op hoofdlijnen werdgestuurd en waar<strong>in</strong> tussen beleidsvorm<strong>in</strong>g en -uitvoer<strong>in</strong>g een hel<strong>de</strong>re scheid<strong>in</strong>gwerd aangebracht. In <strong>de</strong> wetenschappelijke literatuur is dit proces getypeerd als<strong>de</strong> overgang van een ‘<strong>in</strong>terveniëren<strong>de</strong>’ naar een ‘reguleren<strong>de</strong> staat’ (Majone 1994;Braithwaite 2000, 2008; Jordana en Levi-Faur 2004). Een van <strong>de</strong> belangrijkstekenmerken van <strong>de</strong>ze overgang was dat directe stur<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> overheid vervangenwerd door <strong>in</strong>directe stur<strong>in</strong>g. De overheid zou zoals altijd nog <strong>de</strong> koers uitzetten,maar het roeien voortaan aan <strong>de</strong> markt overlaten, zo drukt Braithwaite (2000) hetkernachtig uit.Tot slot speel<strong>de</strong>n ook politiek-normatieve i<strong>de</strong>eën over burgerschap een belangrijkerol bij <strong>de</strong> herwaar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> markt. Mondige en zelfstandige burgers zou<strong>de</strong>ngebaat zijn bij een grotere mate van zeggenschap en keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n. Doorpublieke monopolies te privatiseren en/of concurrentie tussen aanbie<strong>de</strong>rs testimuleren zou <strong>de</strong> keuzevrijheid van consumenten wor<strong>de</strong>n vergroot. Ook zou<strong>de</strong>naanbie<strong>de</strong>rs beter gaan <strong>in</strong>spelen op <strong>de</strong> wensen van klanten, die eventueel ongenoegenover <strong>de</strong> gelever<strong>de</strong> producten of diensten dui<strong>de</strong>lijk zou<strong>de</strong>n kunnen maken doorvan aanbie<strong>de</strong>r te wisselen. Marktwerk<strong>in</strong>g zou aanbie<strong>de</strong>rs dus dw<strong>in</strong>gen om efficiëntte opereren en zou lei<strong>de</strong>n tot een beter en meer divers aanbod. De <strong>in</strong>troductie vanmarktwerk<strong>in</strong>g zou zodoen<strong>de</strong> bijdragen aan <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re emancipatie van burgers éneen efficiënte <strong>in</strong>zet van publieke mid<strong>de</strong>len stimuleren. Waar <strong>in</strong> een gefragmen-


28 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gteer<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g bre<strong>de</strong> politieke consensus niet meer bereikbaar was, beloof<strong>de</strong>nmarkten bovendien een simpele oploss<strong>in</strong>g te bie<strong>de</strong>n: het streven naar voorafgaan<strong>de</strong>politieke consensus zou immers overbodig wor<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> burger als consumentop <strong>de</strong> markt zijn eigen keuzes kon maken.Het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid kreeg dus gestalte tegen <strong>de</strong> achtergrond van veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>verhoud<strong>in</strong>gen tussen markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g. Het beleid faciliteer<strong>de</strong>en stimuleer<strong>de</strong> die veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. Daardoor veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n markt, overhei<strong>de</strong>n samenlev<strong>in</strong>g ook weer elk van karakter. Marktpartijen kon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong>mate grensoverschrij<strong>de</strong>nd opereren, en zij pasten hun <strong>in</strong>terne organisatie daaraanaan. Zij kwamen losser van nationale overhe<strong>de</strong>n te staan en hun maatschappelijke<strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. De overheid kreeg <strong>de</strong> functie die wordt aangeduid met hetbegrip ‘reguleren<strong>de</strong> staat’. Burgers kregen op tal van terre<strong>in</strong>en meer keuzevrijhei<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate geacht zich te gedragen als consumenten die zichprimair richten op hun eigenbelang. Zelfs <strong>de</strong> Belast<strong>in</strong>gdienst sprak een tijdlang <strong>de</strong>burger aan als ‘klant’.1.3 vormen van marktwerk<strong>in</strong>gsbeleidMarktwerk<strong>in</strong>gsbeleid houdt <strong>de</strong> bewuste keuze <strong>in</strong> voor <strong>in</strong>perk<strong>in</strong>g van politiekebemoeienis met (economische) bedrijvigheid. Voor het zover is, is echter eenbre<strong>de</strong> waaier van overheidsmaatregelen nodig die zich kunnen richten op zowel<strong>de</strong> markt, burger en consument, als op <strong>de</strong> overheid zelf. Het kan <strong>in</strong> <strong>de</strong> eersteplaats gaan om privatiser<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> verkoop van publiek eigendom aan privatepartijen, of om verzelfstandig<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> overheid, <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm vanagentschappen, zelfstandige bestuursorganen (zbo’s), of vennootschappen met<strong>de</strong> overheid als enige aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>r. Deze organisaties blijven behoren tot hetpublieke dome<strong>in</strong>, maar opereren op grotere afstand van publieke stur<strong>in</strong>g enverrichten (<strong>in</strong> het geval van zbo’s en vennootschappen) hun publieke taken nieton<strong>de</strong>r m<strong>in</strong>isteriële verantwoor<strong>de</strong>lijkheid. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats kan <strong>de</strong> overheidopteren voor het bewust verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> regeldruk (<strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>g) om <strong>de</strong>markt meer armslag te geven, of – ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> – voor het slechten van barrières voornieuwe toetre<strong>de</strong>rs tot <strong>de</strong> markt (liberaliser<strong>in</strong>g) en het stimuleren van concurrentiedoor versterkt me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gstoezicht. Marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid kan daarbij ookver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> maatregelen impliceren, zoals het ontvlechten van productieketens(bijv. het schei<strong>de</strong>n van spoor<strong>in</strong>frastructuurbeheer en transportoperaties) en het<strong>in</strong>troduceren van concurrentie <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> schakels van zulke ketens. Het kan<strong>in</strong> <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> plaats gaan om het versterken van vraagstur<strong>in</strong>g en het vergroten vanconsumentenkeuze. Marktwerk<strong>in</strong>g van voormalige overheidsdiensten komt metan<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n zel<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r flankerend beleid tot stand. Hier komt nog bij dat<strong>in</strong> een aanzienlijk aantal sectoren het versterken of <strong>in</strong>troduceren van concurrentieen prijsvorm<strong>in</strong>g sameng<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> overdracht van bevoegdhe<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> eu.Opeenvolgen<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse reger<strong>in</strong>gen hebben vanaf <strong>de</strong> jaren tachtig dit beleid


van marktwerk<strong>in</strong>g naar maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g29ter hand genomen. Zij voeg<strong>de</strong>n zich daarmee <strong>in</strong> <strong>de</strong> algemene trend <strong>in</strong> westerselan<strong>de</strong>n.Privatiser<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van marktmechanismenAllereerst werd beleid gemaakt om marktmechanismen een grotere rol te laten spelen<strong>in</strong> diverse sectoren en kwamen <strong>de</strong> rol en aard van <strong>de</strong> overheid ter discussie testaan. In <strong>de</strong> jaren tachtig ston<strong>de</strong>n vooral het beheersbaar maken van <strong>de</strong> overheidsf<strong>in</strong>anciënen <strong>de</strong> omvang en rol van <strong>de</strong> collectieve sector centraal. In het ka<strong>de</strong>r van ditbeleid beë<strong>in</strong>dig<strong>de</strong> <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong> steun aan noodlij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bedrijven en versnel<strong>de</strong> zij<strong>de</strong> privatiser<strong>in</strong>g van staatsbedrijven en -<strong>de</strong>elnem<strong>in</strong>gen als De Staatsmijnen (dsm),Hoogovens, klm, ptten Postbank, een ontwikkel<strong>in</strong>g die overigens <strong>de</strong>els al <strong>in</strong> <strong>de</strong>jaren zestig was <strong>in</strong>gezet (Van Zan<strong>de</strong>n 1997: 230; Liagre Bohl 2004: 323). Het doelvan <strong>de</strong>ze operaties was, naast bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen, het versterken van <strong>de</strong> aanbodzij<strong>de</strong> van<strong>de</strong> economie (<strong>de</strong> ‘economische structuur’), omdat geprivatiseer<strong>de</strong> bedrijven geachtwer<strong>de</strong>n een hogere productiviteit te realiseren dan publieke organisaties.Beg<strong>in</strong> jaren negentig werd expliciet ‘versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> economische dynamiek’ alsbeleidsuitgangspunt gehanteerd (tk 1994-1995). Marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid kreeg vorm<strong>in</strong> <strong>de</strong> door Paars-1 geïnitieer<strong>de</strong> operatie Marktwerk<strong>in</strong>g, Dereguler<strong>in</strong>g en Wetgev<strong>in</strong>gskwaliteit.De eerste fase van <strong>de</strong>ze operatie, die <strong>in</strong> totaal ongeveer 70 projectentel<strong>de</strong>, resulteer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>in</strong> een nieuwe Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswet en <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteit (nma) en <strong>de</strong> liberaliser<strong>in</strong>g vannetwerksectoren (zoals elektriciteit en telecom). Ook <strong>de</strong><strong>de</strong>n sectorspecifieketoezichthou<strong>de</strong>rs, zoals <strong>de</strong> Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit(opta) en <strong>de</strong> Dienst Uitvoer<strong>in</strong>g en Toezicht Energie (dte) (later ver<strong>de</strong>r gegaan als<strong>de</strong> Energiekamer), hun <strong>in</strong>tre<strong>de</strong>. Het veelomvatten<strong>de</strong> karakter van <strong>de</strong>ze operatiebleek ook uit an<strong>de</strong>re projecten, zoals <strong>de</strong> liberaliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> W<strong>in</strong>kelsluit<strong>in</strong>gsweten van <strong>de</strong> markt voor kansspelen; het bevor<strong>de</strong>ren van concurrentie en me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gtussen vrijberoepsbeoefenaren op juridisch gebied, zoals notarissen, advocatenen gerechts<strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>rs; <strong>de</strong> gefaseer<strong>de</strong> veil<strong>in</strong>g van ongeveer 250 benz<strong>in</strong>econcessieslangs het hoofdwegennet en <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van certificer<strong>in</strong>gssystemenvoor <strong>de</strong> makelaardij als alternatief voor overheidsreguler<strong>in</strong>g. De toegenomenmarktwerk<strong>in</strong>g leid<strong>de</strong> tot een enorme stijg<strong>in</strong>g van het aantal nieuwe on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>genper jaar (eim 2011) en g<strong>in</strong>g ook gepaard met een stijg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> productie perhoofd van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vier kab<strong>in</strong>etten Balkenen<strong>de</strong> werd het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleidvoortgezet en uitgebreid naar <strong>de</strong> curatieve zorg en <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvangen kwam ook aandacht voor <strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>eren<strong>de</strong> rol van consumenten (voor eenuitgebrei<strong>de</strong>r overzicht van beleid gericht op marktwerk<strong>in</strong>g, zie ser 2010a: 130).In <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren is een groot aantal on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen en activiteiten door <strong>de</strong>rijksoverheid of lagere overhe<strong>de</strong>n volledig afgestoten of verzelfstandigd (vooruitgebrei<strong>de</strong>re <strong>in</strong>formatie zie tk 2007-2008b). Belangrijke voorbeel<strong>de</strong>n vanvoltooi<strong>de</strong> privatiser<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia zijn <strong>de</strong> ptt, dsm, Hoogovens,


30 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g<strong>de</strong> Postbank, klm, <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Invester<strong>in</strong>gsbank, Nozema, P<strong>in</strong>kRocca<strong>de</strong>, <strong>de</strong>Staatsdrukkerij en Uitgeverij (Sdu), nuon en Essent. 1 In het oog spr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>nvan verzelfstandig<strong>de</strong> organisaties zijn <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Spoorwegen (ns),Staatsbosbeheer, het Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek (cbs) en het Rijks<strong>in</strong>stituutvoor Volksgezondheid en Milieu (rivm). Hoewel ‘privatiseren’ en ‘verzelfstandigen’dom<strong>in</strong>eer<strong>de</strong>n (zie Van Damme 2006; Bouckaert et al. 2010), wer<strong>de</strong>n er <strong>in</strong><strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia ook nieuwe staats<strong>de</strong>elnem<strong>in</strong>gen aangegaan. Daarbij was<strong>de</strong> nationaliser<strong>in</strong>g van abn amro, Fortis en asr – on<strong>de</strong>r druk van <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciëlecrisis – het meest significant.Internationaliser<strong>in</strong>gTen twee<strong>de</strong> werd beleid gemaakt om bepaal<strong>de</strong> markten (ver<strong>de</strong>r) te <strong>in</strong>ternationaliseren.Het Europese project om te komen tot één geïntegreer<strong>de</strong> Europese marktvoor goe<strong>de</strong>ren, diensten, kapitaal en arbeid speel<strong>de</strong> hierbij een belangrijke rol. Ditkreeg met name vanaf halverwege <strong>de</strong> jaren tachtig – met Jacques Delors als voorzittervan <strong>de</strong> Europese Commissie – een sterke impuls met het plan om voor 1993een gemeenschappelijke <strong>in</strong>terne Europese markt tot stand te laten komen. DeEuropese Akte (1986/1987) was <strong>de</strong> formaliser<strong>in</strong>g van dit streven. In diverse sectorenmoest <strong>de</strong> overheidsrol veran<strong>de</strong>ren om ruimte te maken voor <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gvan Europese concurrentie. Officiële Europese richtlijnen waren <strong>de</strong> aanleid<strong>in</strong>gvoor <strong>de</strong> hervorm<strong>in</strong>g van het or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> luchtvaart, <strong>de</strong> telecomsector,<strong>de</strong> spoorwegen en <strong>de</strong> energiesector. Ook moesten grensbarrières die een belemmer<strong>in</strong>gvorm<strong>de</strong>n voor het vrije verkeer van goe<strong>de</strong>ren, diensten, kapitaal en arbeid– voor zover dit nog niet was gebeurd – wor<strong>de</strong>n ontmanteld. Een an<strong>de</strong>r belangrijkaspect van het streven naar een geïntegreer<strong>de</strong> markt was het zorgen voor een gelijkspeelveld, zodat buitenlandse bedrijven evenveel mogelijkhe<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n hebbenom <strong>in</strong> een land te opereren als <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenlandse, gevestig<strong>de</strong> partijen. Het g<strong>in</strong>g dusniet alleen om het neerhalen van han<strong>de</strong>lsbarrières ‘aan <strong>de</strong> grens’, maar ook om hetwegnemen van han<strong>de</strong>lsbarrières ‘over <strong>de</strong> grens’ (Egan 2007). Hoewel veel beleidshervorm<strong>in</strong>genzijn doorgevoerd on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van Europese regelgev<strong>in</strong>g, is <strong>de</strong>Europese <strong>in</strong>terne markt nog niet voltooid en zijn er ook nu nog diverse obstakels(Monti 2010).Niet alle beleidsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen die bijdroegen aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g vanmarkten wer<strong>de</strong>n direct door ‘Brussel’ geïnstrueerd of opgelegd. Dit is bijvoorbeeldte zien <strong>in</strong> <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële sector. Door toenemen<strong>de</strong> globaliser<strong>in</strong>g van f<strong>in</strong>anciële marktenen het streven naar een Europese <strong>in</strong>terne markt werd een sterkere concurrentieverwacht tussen grote banken. Banken <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re Europese lan<strong>de</strong>n waren al begonnente fuseren met het oog op het realiseren van een goe<strong>de</strong> uitgangspositie. Voor<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse f<strong>in</strong>anciële sector wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> regels – die on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re fusies tussengrotere Ne<strong>de</strong>rlandse banken verbo<strong>de</strong>n – vanaf 1990 versoepeld om <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciëleconcerns <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> kansen te geven als hun buitenlandse concurrenten. Dit vergemakkelijkte<strong>de</strong> consolidatieslag en plavei<strong>de</strong> <strong>de</strong> weg voor een toenemen<strong>de</strong> <strong>in</strong>terna-


van marktwerk<strong>in</strong>g naar maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g31tionaliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse f<strong>in</strong>anciële sector (De Ne<strong>de</strong>rlandsche Bank (dnb)2010).Gerelateerd hieraan kwam on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> economische mondialiser<strong>in</strong>g eensterkere focus te liggen op <strong>de</strong> ‘concurrentiepositie’ van Ne<strong>de</strong>rland. Hoewel lan<strong>de</strong>nniet met elkaar ‘concurreren’ zoals bedrijven dat doen (zie bijv. Krugman 1996),was er wel sprake van een actieve focus van nationale overhe<strong>de</strong>n op het aantrekkenen stimuleren van economische bedrijvigheid (met als achterliggen<strong>de</strong> doelenom werkgelegenheid te behou<strong>de</strong>n of te vergroten, en/of om <strong>de</strong> productiviteitvan het bedrijfsleven te verhogen). De Ne<strong>de</strong>rlandse overheid richtte zich steedsmeer op het ‘concurrerend hou<strong>de</strong>n van Ne<strong>de</strong>rland’, waardoor bepaald beleid tenopzichte van markten juist wel, en an<strong>de</strong>r beleid juist niet meer werd overwogen.Zo wer<strong>de</strong>n loonmatig<strong>in</strong>g, een flexibele arbeidsmarkt, goe<strong>de</strong> marktwerk<strong>in</strong>g, lageadm<strong>in</strong>istratieve lasten en gunstige belast<strong>in</strong>gtarieven vaak naar voren gebracht alsbelangrijke beleidsopties (zie bijv. ser 2008a).Veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriepolitiekTen <strong>de</strong>r<strong>de</strong> werd vanaf <strong>de</strong> jaren tachtig afscheid genomen van een bepaald type<strong>in</strong>dustriepolitiek. Om werkgelegenheid te behou<strong>de</strong>n of vanwege strategischebelangen was het vroegere beleid gericht geweest op het on<strong>de</strong>rsteunen van gedupeer<strong>de</strong>bedrijven om zo <strong>de</strong> ergste schokken van <strong>de</strong> herstructurer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandseeconomie op te vangen (‘back<strong>in</strong>g losers’). Dit beleid maakte plaats voor eenaanpak gericht op het steunen van toekomstige w<strong>in</strong>naars (‘pick<strong>in</strong>g w<strong>in</strong>ners’). Nahet advies van <strong>de</strong> wrr, Plaats en toekomst van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>in</strong>dustrie (1980),verenig<strong>de</strong>n bedrijfsleven, wetenschap en politiek zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> commissie-Wagnermet als resultaat het rapport Een nieuw <strong>in</strong>dustrieel elan. De aanbevel<strong>in</strong>gen richttenzich op twee sporen. Ten eerste dien<strong>de</strong> het algemeen economisch beleid zich terichten op matig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> loonkosten – wat <strong>in</strong> het Akkoord van Wassenaar (1982)werd bekrachtigd – en op bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> collectieve sector (om zo <strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>genten koste van <strong>de</strong> consumptieve bested<strong>in</strong>gen te laten toenemen). Tentwee<strong>de</strong> achtte <strong>de</strong> commissie het noodzakelijk dat Ne<strong>de</strong>rland zich heroriënteer<strong>de</strong>op <strong>de</strong> meer kansrijke sectoren, wat leid<strong>de</strong> tot het zogenoem<strong>de</strong> aandachtsgebie<strong>de</strong>nbeleid.Later werd die politiek <strong>de</strong>els <strong>in</strong>geruild voor beleid gericht op het on<strong>de</strong>rsteunenvan gebleken w<strong>in</strong>naars (‘back<strong>in</strong>g w<strong>in</strong>ners’) en het stimuleren van <strong>de</strong>uitdagers van <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong> or<strong>de</strong> (‘back<strong>in</strong>g challengers’). De <strong>in</strong>dustriepolitiek vanweleer werd vervangen door <strong>in</strong>novatiebeleid. Daarbij kwam naast generiek ooksectorspecifiek beleid van <strong>de</strong> grond (Nooteboom en Stam 2008).1.4 een bre<strong>de</strong>r perspectief: vragen van maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gDat het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid vanaf <strong>de</strong> jaren tachtig op bre<strong>de</strong> politieke steun konrekenen wil uiteraard niet zeggen dat <strong>de</strong> omvangrijke operaties die daarop volg<strong>de</strong>n


32 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gen waarbij gevestig<strong>de</strong> belangen wer<strong>de</strong>n herschikt, ie<strong>de</strong>rs <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g en enthousiasmewekten. Ook was zeker niet ie<strong>de</strong>reen ervan overtuigd dat <strong>de</strong> maatschappelijkeen economische opbrengsten evi<strong>de</strong>nt waren.Al snel plaatsten critici vraagtekens bij het vermogen van marktpartijen <strong>in</strong> geprivatiseer<strong>de</strong>en geliberaliseer<strong>de</strong> sectoren om publieke belangen als kwaliteit, betaalbaarhei<strong>de</strong>n toegankelijkheid te behartigen. Zo kwamen na <strong>de</strong> markthervorm<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg kritische vragen op over <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gen van artsen en patiënten en <strong>de</strong>solidariteit tussen uiteenlopen<strong>de</strong> maatschappelijke groepen. Daarnaast groei<strong>de</strong> <strong>de</strong>zorg over <strong>de</strong> repercussies van het beleid voor <strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n en -omstandighe<strong>de</strong>nvan werknemers. Dat was niet zon<strong>de</strong>r re<strong>de</strong>n: uit vergelijkend Europeeson<strong>de</strong>rzoek bleken kostenbespar<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> geprivatiseer<strong>de</strong> sectoren als <strong>de</strong> post en <strong>de</strong>energievoorzien<strong>in</strong>g voor een aanzienlijk <strong>de</strong>el ten laste van werknemers tekomen (pique 2009). De toenemen<strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g van bedrijvigheidleid<strong>de</strong> bovendien tot <strong>de</strong> vrees voor een ‘uitverkoop’ van Ne<strong>de</strong>rlandse bedrijven(Tamm<strong>in</strong>ga 2009) en tot <strong>de</strong> vraag of en <strong>in</strong> hoeverre <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse staat door hetmarktwerk<strong>in</strong>gsbeleid het gevaar zou lopen – weliswaar niet <strong>de</strong> jure maar <strong>de</strong> facto –soevere<strong>in</strong>iteit te moeten <strong>in</strong>leveren. Als bedrijven steeds meer grensoverschrij<strong>de</strong>ndwor<strong>de</strong>n en zij ‘footloose’ gedrag kunnen gaan vertonen, valt er dan nog wel beleidte voeren gericht op Ne<strong>de</strong>rlandse belangen – op terre<strong>in</strong>en als werkgelegenheid,<strong>in</strong>novatie en <strong>in</strong>ternationale concurrentie (Boot 2009; Boot en Garretsen 2010;Maat et al. 2010)?Bijzon<strong>de</strong>re aandacht g<strong>in</strong>g hierbij uit naar <strong>de</strong> overname van marktpartijen doorbuitenlandse partijen <strong>in</strong> strategische sectoren, zoals <strong>de</strong> energievoorzien<strong>in</strong>g.Zou<strong>de</strong>n buitenlandse <strong>in</strong>vesteer<strong>de</strong>rs bij hun economische afweg<strong>in</strong>gen wel voldoen<strong>de</strong>reken<strong>in</strong>g blijven hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> lokale context waar<strong>in</strong>het bedrijf gevestigd was? Een vraag die bovendien ook nog eens een geopolitiekelad<strong>in</strong>g krijgt wanneer er geen sprake is van particuliere beleggers maar van staatsfondsen(sovereign wealth funds) en het <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> of overname van vitale<strong>in</strong>frastructuren als havens of vliegvel<strong>de</strong>n betreft (m<strong>in</strong>isterie van F<strong>in</strong>anciën enm<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken 2008; Dekker et al. 2009). Toen <strong>in</strong> 2008 <strong>de</strong>f<strong>in</strong>anciële crisis <strong>in</strong> volle omvang dui<strong>de</strong>lijk werd, kreeg het <strong>de</strong>bat een nog algemenerestrekk<strong>in</strong>g en richtte het zich niet meer alleen op ‘marktwerk<strong>in</strong>g’ <strong>in</strong> engerez<strong>in</strong>, maar kwamen meer algemene vragen over maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g centraalte staan.Gaan<strong>de</strong>weg verschoof <strong>de</strong> discussie over het beleid van <strong>de</strong> vragen die <strong>in</strong> specifiekesectoren spelen zo naar conceptuele en normatieve kwesties die zich rond <strong>de</strong> relatiestussen markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g aandienen. Die verschuiv<strong>in</strong>g naar eenruimere vraagstell<strong>in</strong>g werd me<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteund door <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen die met hetmarktwerk<strong>in</strong>gsbeleid waren opgedaan. Aanvankelijk wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> discussiesgevoerd <strong>in</strong> termen van een tegenstell<strong>in</strong>g tussen overheid en markt. Pas gaan<strong>de</strong>weg


van marktwerk<strong>in</strong>g naar maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g33on<strong>de</strong>rken<strong>de</strong> men dat het niet om <strong>de</strong> keuze tussen markt óf overheid g<strong>in</strong>g, maar omvraagstukken waarbij markt én overheid betrokken moeten wor<strong>de</strong>n. De ser gafzijn advies (2010a) dan ook <strong>de</strong> titel Overheid én markt (2010a) en sprak over ‘or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid’,daarmee doelend op “elke comb<strong>in</strong>atie van, enerzijds, <strong>in</strong>strumentenvan <strong>de</strong> overheid om economische besliss<strong>in</strong>gen te bepalen of te beïnvloe<strong>de</strong>n en,an<strong>de</strong>rzijds, <strong>de</strong> bewuste keuze om ruimte te bie<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>centrale besliss<strong>in</strong>genvan private actoren” (ser 2010a: 9). Die formuler<strong>in</strong>g legt <strong>de</strong> nadruk op overhei<strong>de</strong>n markt, en laat <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g (het georganiseer<strong>de</strong> particuliere <strong>in</strong>itiatief)groten<strong>de</strong>els buiten <strong>de</strong> beschouw<strong>in</strong>g. Om <strong>de</strong>ze ontbreken<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> uitdrukkelijkook <strong>in</strong> <strong>de</strong> beschouw<strong>in</strong>gen te betrekken, spreken wij <strong>in</strong> dit rapport over maatschappelijkor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid.1.5 vraagstell<strong>in</strong>g, opzet en afbaken<strong>in</strong>gIn dit rapport plaatst <strong>de</strong> wrr <strong>de</strong> discussie over marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een bre<strong>de</strong>rperspectief. De raad sluit daarmee aan op het actuele nationale en <strong>in</strong>ternationale<strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen die men van <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> markt mag hebben,wat <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheid daarbij moet en kan zijn, en hoe het maatschappelijkevertrouwen <strong>in</strong> markten en <strong>in</strong> overhe<strong>de</strong>n als me<strong>de</strong>vormgever daarvan kan wor<strong>de</strong>nbewerkstelligd. Centraal <strong>in</strong> dit <strong>de</strong>bat staan wat hier genoemd zullen wor<strong>de</strong>n maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken: dat wil zeggen vragen over <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gentussen markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> relatie tot <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van <strong>zaken</strong> vanpubliek belang. Soms staan daarbij publieke belangen voorop en richt <strong>de</strong> discussiezich op <strong>de</strong> vraag hoe zulke belangen het beste kunnen wor<strong>de</strong>n behartigd door <strong>de</strong>betrokkenheid van marktpartijen, overheid en samenlev<strong>in</strong>g a<strong>de</strong>quaat vorm tegeven. In an<strong>de</strong>re gevallen gaat <strong>de</strong> aandacht uit naar <strong>de</strong> effecten die hun on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>geverhoud<strong>in</strong>g heeft op <strong>zaken</strong> van publiek belang. Het on<strong>de</strong>rscheid tussen bei<strong>de</strong> isoverigens betrekkelijk: ie<strong>de</strong>re maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g houdt immers heror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g<strong>in</strong>. Kort gezegd draait het steeds om ogenschijnlijk simpele vragen. Langswelke weg ontstaat hel<strong>de</strong>rheid over wat als zaak van publiek belang moet wor<strong>de</strong>naangemerkt en als zodanig moet wor<strong>de</strong>n behartigd? Wie moeten hoe en wanneerbij dit alles <strong>in</strong>stitutioneel betrokken wor<strong>de</strong>n? En meer specifiek: welke rollenkomen <strong>de</strong> overheid toe? Welke rollen zijn weggelegd voor marktpartijen? Enwelke voor <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g?Dergelijke vragen dienen zich <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie veelal aan <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm vanconcrete afweg<strong>in</strong>gen en dilemma’s. De antwoor<strong>de</strong>n zullen verschillen al naargelang <strong>de</strong> sector die aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is en zijn ook afhankelijk van <strong>de</strong> politieke voorkeurenvan <strong>de</strong>genen die het woord nemen. Soms zal het antwoord naar ‘<strong>de</strong> markt’neigen, <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re gevallen naar ‘<strong>de</strong> overheid’ of ‘<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g’. In <strong>de</strong> meestegevallen zal het antwoord echter lui<strong>de</strong>n: er moet naar een goe<strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie vanmarktwerk<strong>in</strong>g, overheidsbetrokkenheid en <strong>in</strong>breng vanuit <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>ngezocht. Bij het formuleren van beleid moet bovendien reken<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gehou-


34 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g<strong>de</strong>n met overweg<strong>in</strong>gen die sectorspecifiek zijn, bijvoorbeeld met <strong>de</strong> stand van <strong>de</strong>techniek, met het <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n reeds betre<strong>de</strong>n pad en vaak ook met wat zich <strong>in</strong>an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n afspeelt of vermoe<strong>de</strong>lijk zal gaan afspelen.Deze vragen dienen zich niet alleen voor nationale overhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> eu aan, maarook voor lagere overhe<strong>de</strong>n. Privatiser<strong>in</strong>g kan immers voor lagere overhe<strong>de</strong>n diehun lasten willen beperken een aanlokkelijk perspectief vormen (Cats enPietersma 2011). Op dat niveau moeten al snel soortgelijke vragen beantwoordwor<strong>de</strong>n als op nationaal en eu-niveau. Aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn steeds <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionelevormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> relaties van markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> repercussiesdaarvan voor het behartigen van <strong>zaken</strong> van publiek belang.Het is niet <strong>de</strong> eerste keer dat <strong>de</strong> wrr zich richt op <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gen tussen markt,overheid en samenlev<strong>in</strong>g en op <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van <strong>zaken</strong> van publiek belang. In2000 heeft <strong>de</strong> wrr met Het borgen van publiek belang een ka<strong>de</strong>r geschetst voor <strong>de</strong>vragen die zich toen rond <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> private en <strong>de</strong> publieke sectoraandien<strong>de</strong>n. Het on<strong>de</strong>rhavige rapport kan als een vervolg daarop wor<strong>de</strong>nbeschouwd. In <strong>de</strong> tussentijd is er meer ervar<strong>in</strong>g opgedaan met marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid,is er veel discussie gevoerd en is <strong>de</strong> reikwijdte van <strong>de</strong> discussie vergroot. Ditrapport beoogt die ontwikkel<strong>in</strong>gen te verwerken en advies te geven over watongetwijfeld ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst een van <strong>de</strong> politieke kernvragen is: wie moetengezien <strong>de</strong> publieke belangen die <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn wanneer en hoe bij <strong>de</strong> productie,verspreid<strong>in</strong>g en ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> consumptie van goe<strong>de</strong>ren en diensten betrokkenwor<strong>de</strong>n – en hoe kan die betrokkenheid <strong>in</strong>stitutioneel vorm krijgen?Dit rapport wil een perspectief bie<strong>de</strong>n op maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvragen diena enkele <strong>de</strong>cennia ervar<strong>in</strong>g met marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn. Het richtzich daarmee dus ook op <strong>de</strong> vraag hoe <strong>in</strong> <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse marktsamenlev<strong>in</strong>g <strong>zaken</strong>van publiek belang kunnen wor<strong>de</strong>n behartigd. Zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van dit rapport zalblijken impliceert die vraag een drietal opdrachten. De beantwoord<strong>in</strong>g zal:– <strong>in</strong> empirisch opzicht realistisch moeten zijn, dat wil zeggen recht moeten doenaan <strong>de</strong> specifieke omstandighe<strong>de</strong>n waarmee maatschappelijk or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleidaan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> 21ste eeuw wordt geconfronteerd;– <strong>in</strong> zijn overweg<strong>in</strong>gen en uitvoer<strong>in</strong>gen daarnaast pluralistisch moeten zijn doorreken<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid van argumenten die aanleid<strong>in</strong>g kanzijn om te spreken over een zaak van publiek belang; en– bovendien dienen te verdisconteren dat <strong>de</strong> toekomst ‘open’ maar ‘niet leeg’ is(Van Asselt et al. 2010), waarbij het bijzon<strong>de</strong>re karakter van marktsamenlev<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> nodige dynamiek en onzekerheid met zich meebrengt.Zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van dit rapport zal blijken, impliceert dit dat om <strong>de</strong> hoofdlijnen vaneen toekomstbestendig maatschappelijk or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid te formuleren kwestiesvan conceptuele, empirische en normatieve aard moeten wor<strong>de</strong>n geadresseerd.


van marktwerk<strong>in</strong>g naar maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g35Maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> algemene z<strong>in</strong> omvat uiteraard meer dan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> productie, verspreid<strong>in</strong>g, ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en consumptie van goe<strong>de</strong>ren en diensten.Dit rapport richt zich echter exclusief daarop, een nog steeds zeer omvangrijkterre<strong>in</strong>. Gegeven <strong>de</strong> prom<strong>in</strong>ente rol die markten daarbij spelen zal hieraan bijzon<strong>de</strong>reaandacht wor<strong>de</strong>n besteed. Het betoog richt zich op het ontwikkelen van een<strong>de</strong>nk- en han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gska<strong>de</strong>r voor vraagstukken die zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> contextaandienen rond <strong>de</strong> relaties van markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>gvan <strong>zaken</strong> van publiek belang. Het doet geen voorstellen om problemen <strong>in</strong> specifiekesectoren – als <strong>de</strong> zorg, <strong>de</strong> energievoorzien<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> telecom, <strong>de</strong> re-<strong>in</strong>tegratiemarktof <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële wereld – op te lossen. Problemen die zich <strong>in</strong> zulke sectorenaandien<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n wel als illustratie opgevoerd en gebruikt om <strong>in</strong> realistischetermen te spreken over wat maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid behelst en welkeproblemen zich daarbij aandienen.Het on<strong>de</strong>rhavige rapport presenteert geen blauwdruk noch een formule waarmee<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ale maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g kan wor<strong>de</strong>n bepaald. Het beargumenteertzelfs dat op dit terre<strong>in</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van blauwdrukken en formules beperkt is. Plann<strong>in</strong>gis op tal van terre<strong>in</strong>en nodig en nuttig, maar <strong>de</strong> dynamiek en onzekerheidwaarmee markten gepaard gaan beperken <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n daarvan aanmerkelijk.In plaats van een blauwdruk te leveren biedt dit rapport een analytisch ka<strong>de</strong>r datkan helpen bij het i<strong>de</strong>ntificeren en oplossen van <strong>de</strong> problemen die maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g met zich mee brengt. Niet alleen wordt daarbij gekeken naar <strong>de</strong> rolvan <strong>de</strong> overheid, uitdrukkelijk wordt ook bezien welke rollen en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re maatschappelijke partijen bij het behartigen van publiekebelangen te vervullen hebben.Hoofdstuk 2 besteedt aandacht aan <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen die zich b<strong>in</strong>nen overhe<strong>de</strong>n,markten en samenlev<strong>in</strong>g hebben voltrokken en analyseert <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>relaties tussen <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> dome<strong>in</strong>en. Vervolgens bespreekt hoofdstuk 3 aan <strong>de</strong>hand van enkele casestudies <strong>de</strong> structurele problemen waarmee het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleidis geconfronteerd. Die problemen lei<strong>de</strong>n tot vragen over <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>genwaarvoor <strong>de</strong> overheid zich gesteld ziet. Hoofdstuk 4 analyseert <strong>de</strong> discussieover maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken en wijst daarbij op een aantalvalkuilen <strong>in</strong> dit <strong>de</strong>bat. Drie gangbare normatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n besprokenen bekritiseerd. Zij lei<strong>de</strong>n, net als <strong>de</strong> s<strong>in</strong>ds enkele <strong>de</strong>cennia lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> beleidstheorie,tot discussies die zich kenmerken door herhal<strong>in</strong>gen van zetten. Dit hoofdstuk<strong>in</strong>troduceert als alternatief een procesmatig perspectief op maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g. Hoofdstuk 5 gaat vervolgens <strong>in</strong> op een aantal ontwerppr<strong>in</strong>cipes om <strong>de</strong>betrokkenheid van uiteenlopen<strong>de</strong> partijen <strong>in</strong>stitutioneel vorm te laten krijgen.Ook wordt bezien welke rol daarbij is weggelegd voor <strong>de</strong> overheid en voor tal vanbestuurlijke arrangementen die buiten <strong>de</strong> overheid zijn ontstaan. Rond zulkearrangementen doen zich legitimiteitsvragen voor waar een antwoord op moetwor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n. Hoofdstuk 6 recapituleert het betoog en zet <strong>de</strong> bestuurlijke


36 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gconsequenties van dit bre<strong>de</strong>re perspectief uiteen. In het bijzon<strong>de</strong>r wordt daarbij<strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> opdracht waarvoor <strong>de</strong> overheid aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> 21ste eeuwstaat. Daarnaast krijgt <strong>de</strong> maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>genbijzon<strong>de</strong>re aandacht.Ter voorbereid<strong>in</strong>g van dit rapport is <strong>de</strong> nodige nationale en <strong>in</strong>ternationale literatuurbestu<strong>de</strong>erd. Het door <strong>de</strong> ser <strong>in</strong> 2010 gepubliceer<strong>de</strong> rapport Overheid én marktverdient daarbij bijzon<strong>de</strong>re vermeld<strong>in</strong>g. Het biedt <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n overor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid die gangbaar zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> relevante Ne<strong>de</strong>rlandse beleidskr<strong>in</strong>gen enkon daarom als vertrekpunt voor <strong>de</strong> hier gegeven beschouw<strong>in</strong>g fungeren. Omge<strong>de</strong>tailleerd <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> problemen die maatschappelijk or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleidmet zich meebrengt, is voor dit rapport daarnaast een aantal casestudiesverricht. De resultaten daarvan zijn <strong>in</strong> verkorte vorm el<strong>de</strong>rs gepubliceerd (Schrijverset al. 2010) en <strong>in</strong> volledige vorm beschikbaar op <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> wrr. Metname <strong>in</strong> hoofdstuk 3 zal er uitvoerig naar <strong>de</strong>ze cases wor<strong>de</strong>n verwezen. Daarnaastzijn <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> stadia van voorbereid<strong>in</strong>g van dit rapport tal van <strong>de</strong>skundigengeraadpleegd. Hun namen zijn aan het slot van dit rapport vermeld.


van marktwerk<strong>in</strong>g naar maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g37noot1 nuon en Essent waren <strong>de</strong>elnem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het bezit van lagere overhe<strong>de</strong>n (prov<strong>in</strong>ciesen gemeenten).


392 veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid ensamenlev<strong>in</strong>g2.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gMarktwerk<strong>in</strong>gsbeleid is erop gericht <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gen tussen markt, overheid ensamenlev<strong>in</strong>g <strong>in</strong>grijpend te veran<strong>de</strong>ren. De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n – en wor<strong>de</strong>nnog – regelmatig getypeerd als ‘meer markt en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r overheid’. Dat <strong>de</strong> overheid<strong>in</strong> diverse sectoren marktwerk<strong>in</strong>g bevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, wil<strong>de</strong> echter niet zeggen dat zijzich navenant terugtrok. Zelfs waar zij <strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>g hoog <strong>in</strong> het vaan<strong>de</strong>l droeg,<strong>in</strong>troduceer<strong>de</strong> <strong>de</strong> overheid vaak tegelijkertijd nieuwe en an<strong>de</strong>re vormen van reguler<strong>in</strong>g.Vogel (1996), die <strong>de</strong> hervorm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> telecomsector en <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële markt <strong>in</strong>het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk en Japan bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>, betwist zelfs dat sprake was vangrote en dramatische gebeurtenissen. Het <strong>in</strong>lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> hoofdstuk van zijn boekdraagt dan ook <strong>de</strong> titel The <strong>de</strong>regulation revolution that wasn’t (Vogel 1996: 1).Het streven naar een vrijere markt g<strong>in</strong>g juist gepaard met <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van méérregels, conclu<strong>de</strong>ert hij. Maarse (2011) komt tot een overeenkomstige slotsom metbetrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse gezondheidszorg. Terwijl marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>zesector als een pog<strong>in</strong>g tot een trendbreuk werd geïntroduceerd, is een stelselontstaan dat nog meer hybri<strong>de</strong> <strong>in</strong> elkaar steekt dan het ou<strong>de</strong> stelsel, zo conclu<strong>de</strong>erthij. “Grote <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> zorg zijn m<strong>in</strong> of meer met regels dichtgeschroeid” (Maarse2011: 296). De realiteit is dat er overal sprake is van complexe verwevenhe<strong>de</strong>n vanmarkt en overheid. Welke verwevenheid zich heeft ontwikkeld verschilt vansector tot sector en daarb<strong>in</strong>nen vaak ook nog eens van markt tot markt en van landtot land (zie Holl<strong>in</strong>gsworth et al. 1994; Hall en Soskice 2001; Nelson 2005). Vaakspelen daarbij bovendien <strong>de</strong> civil society en professionele organisaties een rol, aldan niet <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie of <strong>in</strong> concurrentie met markt en overheid. Het beeld wordtnog eens gecompliceerd door het feit dat behalve verschuiv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gentussen markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g zich ook <strong>in</strong> zowel markten als <strong>in</strong> overhei<strong>de</strong>n samenlev<strong>in</strong>g <strong>de</strong> nodige veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen hebben voorgedaan.Om <strong>de</strong>ze complexe ontwikkel<strong>in</strong>gen te beschrijven is het daarom nodig eerstaandacht te beste<strong>de</strong>n aan een conceptuele kwestie. Als overal sprake is van verwevenheid,en er zich ook nog eens <strong>in</strong>terne veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen voordoen, waarnaarverwijzen <strong>de</strong> begrippen ‘markt’, ‘overheid’ en ‘samenlev<strong>in</strong>g’ dan nog? Daarovergaat paragraaf 2.2. We bekijken vervolgens welke or<strong>de</strong>nen<strong>de</strong> rol <strong>in</strong>stituties spelen<strong>in</strong> markten, bij gewone markttransacties, maar ook als er publieke belangen <strong>in</strong> hetged<strong>in</strong>g zijn (paragraaf 2.3). Daarna bespreken we welke relevante veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genzich <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> drie dome<strong>in</strong>en ‘markt’, ‘overheid’ en‘samenlev<strong>in</strong>g’ hebben voorgedaan (paragraaf 2.4). Vervolgens gaan we <strong>in</strong> op <strong>de</strong>


40 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gmaatschappelijke discussies over verschei<strong>de</strong>ne aspecten van <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g(paragraaf 2.5). Het hoofdstuk sluit af met een conclu<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> paragraaf.2.2 drie problematische begrippen: ‘markt’, ‘overheid’ en‘samenlev<strong>in</strong>g’Wie over markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g spreekt, <strong>de</strong>nkt daarbij doorgaans aan drieeigenstandige dome<strong>in</strong>en, met elk eigen wetten en regels, die door aparte discipl<strong>in</strong>eswor<strong>de</strong>n bestu<strong>de</strong>erd – respectievelijk <strong>de</strong> economische wetenschap voor <strong>de</strong> markt;<strong>de</strong> politieke wetenschappen, <strong>de</strong> bestuurskun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> rechtswetenschappen diezich op uiteenlopen<strong>de</strong> manieren op <strong>de</strong> overheid richten; en <strong>de</strong> sociologie en psychologievoor <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. Bij het begrip samenlev<strong>in</strong>g dient zich daarbij nogeen dubbelz<strong>in</strong>nigheid aan. Men gebruikt het enerzijds als een omvatten<strong>de</strong> termvoor ‘<strong>de</strong> maatschappij’ die ook overheid en markt omvat. An<strong>de</strong>rzijds bezigt menhet begrip voor het geheel van maatschappelijke betrekk<strong>in</strong>gen buiten overhei<strong>de</strong>n markt, <strong>de</strong> civil society, gemeenschappen en an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>formele verban<strong>de</strong>n, het‘maatschappelijk mid<strong>de</strong>nveld’ of, zoals Tjeenk Will<strong>in</strong>k (2002: 28-39) het benoemt,“het georganiseer<strong>de</strong> particuliere <strong>in</strong>itiatief” – <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> engere z<strong>in</strong>.Markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g als afzon<strong>de</strong>rlijke dome<strong>in</strong>en beschouwen is echterwe<strong>in</strong>ig productief. Voor zover zij al als aparte dome<strong>in</strong>en te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zijn,vormen ze elkaars voorwaar<strong>de</strong>: <strong>in</strong> mo<strong>de</strong>rne maatschappijen floreert geen samenlev<strong>in</strong>gzon<strong>de</strong>r markt, functioneert geen markt zon<strong>de</strong>r overheid, en oefent geenoverheid gezag uit zon<strong>de</strong>r betrokkenheid van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g.Een on<strong>de</strong>rscheid <strong>in</strong> termen van verschillen<strong>de</strong> mechanismen om han<strong>de</strong>len tecoörd<strong>in</strong>eren is al a<strong>de</strong>quater. De markt on<strong>de</strong>rscheidt zich dan door <strong>de</strong>centrale coörd<strong>in</strong>atiewaarbij het prijsmechanisme een centrale rol speelt; <strong>de</strong> overheid doorhiërarchische coörd<strong>in</strong>atie geleid door wetten en expliciete regels; <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g(<strong>in</strong> <strong>de</strong> bovengenoem<strong>de</strong> engere z<strong>in</strong>) door veelal <strong>in</strong>formele coörd<strong>in</strong>atie op basis vanon<strong>de</strong>r meer ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n en overleg.Ook bij die na<strong>de</strong>re omschrijv<strong>in</strong>g vallen echter <strong>de</strong> nodige vragen te stellen. Bij vrijwelelke transactie zijn namelijk alle genoem<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atiemechanismen <strong>in</strong> hetged<strong>in</strong>g. Een Ne<strong>de</strong>rlandse huisarts die een recept uitschrijft, bijvoorbeeld, is economischgesproken een kle<strong>in</strong>e zelfstandige. De patiënt die <strong>de</strong> arts bezoekt zal er echtervan uitgaan dat <strong>de</strong> arts er voor zijn gezondheid is en niet puur han<strong>de</strong>lt vanuit zijneigen gew<strong>in</strong>. De bevoegdheid om een recept uit te schrijven heeft <strong>de</strong> arts verkregendoor het succesvol afron<strong>de</strong>n van een groten<strong>de</strong>els uit <strong>de</strong> rijksbegrot<strong>in</strong>g bekostig<strong>de</strong>opleid<strong>in</strong>g. En als hij ernstige fouten maakt, krijgt hij te maken met <strong>de</strong> tuchtrechter,een college samengesteld uit professionals en maatschappelijke vertegenwoordigers.Voor het consult wordt hij betaald door een private verzekeraar, die op basisvan wettelijke richtlijnen zijn patiënt niet als verzeker<strong>de</strong> kan weigeren. Hoe z<strong>in</strong>vol


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g41is dan een <strong>de</strong>compositie van zo’n transactie langs <strong>de</strong> assen van ‘overheid’, ‘markt’ en‘samenlev<strong>in</strong>g’? Zelfs bij zo’n simpele transactie blijkt <strong>de</strong> overheid op uiteenlopen<strong>de</strong>manieren <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g te zijn: via wetgev<strong>in</strong>g op het gebied van zorgverzeker<strong>in</strong>gen;mid<strong>de</strong>ls een uit <strong>de</strong> rijksbegrot<strong>in</strong>g bekostig<strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>g; en door een wettelijk geregel<strong>de</strong>maar op afstand van <strong>de</strong> overheid geplaatste tuchtrechter die professioneeltoezicht houdt. De markt blijkt een amalgaam van ongelijksoortige eenhe<strong>de</strong>n – particulieren,verzekeraars en kle<strong>in</strong>e zelfstandigen – die on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g wisselen<strong>de</strong> relatieskennen, welke <strong>de</strong>els via <strong>de</strong> overheid wor<strong>de</strong>n bemid<strong>de</strong>ld. Over <strong>de</strong> rol van het prijsmechanismekunnen bovendien <strong>de</strong> nodige vragen wor<strong>de</strong>n gesteld. Artsen on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lenniet met hun patiënten over <strong>de</strong> prijs van het consult en <strong>de</strong> vergoed<strong>in</strong>g diezij bij verzekeraars <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g mogen brengen wordt voor een belangrijk <strong>de</strong>elcentraal vastgesteld. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vergoed<strong>in</strong>gen voor medische kosten komtbovendien ten laste van <strong>de</strong> rijksbegrot<strong>in</strong>g. De samenlev<strong>in</strong>g is on<strong>de</strong>rtussen aanwezigdoor <strong>de</strong> rol die professionele standaar<strong>de</strong>n spelen – die weer uitwerken <strong>in</strong> <strong>de</strong>therapiekeuzes en dus <strong>de</strong> kosten beïnvloe<strong>de</strong>n – en <strong>in</strong> het vertrouwen dat <strong>de</strong> patiënt<strong>in</strong> <strong>de</strong> professie stelt. Er is dus feitelijk sprake van een grote verschei<strong>de</strong>nheid vanover elkaar buitelen<strong>de</strong> en elkaar beïnvloe<strong>de</strong>n<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atiemechanismen.Hoewel markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g overal nauw verweven zijn, kan geconstateerdwor<strong>de</strong>n dat er verschillen bestaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> manier waarop zij verwevenkunnen zijn. De economische or<strong>de</strong> en <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie van han<strong>de</strong>len via marktenkan meer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong>gebed zijn <strong>in</strong> maatschappelijke waar<strong>de</strong>n en wettelijke regel<strong>in</strong>genen <strong>de</strong> overheid kan een meer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r prom<strong>in</strong>ente rol spelen bij markttransacties.Discussies over overheid óf markt zijn dan ook we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong>vol: maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvragen draaien altijd om het or<strong>de</strong>nen van <strong>de</strong> verwevenheidvan én markt én overheid én samenlev<strong>in</strong>g.Ondanks <strong>de</strong>ze kantteken<strong>in</strong>gen zal <strong>in</strong> dit rapport regelmatig over markt, overhei<strong>de</strong>n samenlev<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gesproken alsof het eigenstandige dome<strong>in</strong>en zijn – waarbijhet laatstgenoem<strong>de</strong> begrip <strong>in</strong> <strong>de</strong> bovengenoem<strong>de</strong> engere z<strong>in</strong> wordt gebruik.Ter wille van <strong>de</strong> leesbaarheid nemen we dan een tij<strong>de</strong>lijk verlies aan nuance op <strong>de</strong>koop toe. Analytisch staat <strong>de</strong> verwevenheid echter voorop. Die keuze stemt overeenmet <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>g van focus van <strong>de</strong> discussie van marktwerk<strong>in</strong>g naar maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g die ook door an<strong>de</strong>ren, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ser (2010a), is bepleit.Bij maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken draait het steeds om <strong>de</strong> relatiestussen actoren die door verschillen<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atiemechanismen tot stand komen.Die relaties krijgen vorm b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong>stituties.2.3 <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g van marktenDe gedachte dat markten, en meer algemeen gesproken <strong>de</strong> economie, ten opzichtevan overheid en samenlev<strong>in</strong>g een eigenstandig dome<strong>in</strong> vormen – een dome<strong>in</strong> meteigen ‘economische wetten’ – valt historisch te traceren <strong>in</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw.


42 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gZij is verbon<strong>de</strong>n met een specifiek politiek i<strong>de</strong>aal, namelijk het klassieke liberalisme(zie Polanyi 2001 [1944]; Hirschman 1977).Markttransacties kunnen echter niet plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> nodige <strong>in</strong>stituties(North 1990; McMillan 2002). Zo eist geor<strong>de</strong>nd economisch verkeer <strong>de</strong> nodigerechtsregels. M<strong>in</strong>imaal moeten eigendomsrechten wor<strong>de</strong>n gerespecteerd en moeter <strong>de</strong> mogelijkheid bestaan om b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> afspraken te maken (contractrecht).Daarnaast zijn er vele an<strong>de</strong>re regels nodig. Als kopers onvoldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatiehebben over <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> aan te schaffen producten of diensten zullen zijafzien van <strong>de</strong> koop of daarvoor slechts een prijs willen bie<strong>de</strong>n die voor <strong>de</strong> aanbie<strong>de</strong>r(die <strong>de</strong> kwaliteit van het product of dienst wel kent) onacceptabel is. Zon<strong>de</strong>rmaatregelen die <strong>in</strong>formatieasymmetrieën over on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> kwaliteit vanproducten reduceren, komen markttransacties niet tot stand (Akerlof 1970).Bijvoorbeeld garantiebepal<strong>in</strong>gen kunnen er<strong>in</strong> voorzien. Ook bij transacties overlangere afstand zijn <strong>in</strong>stituties nodig om transactiekosten te reduceren (North1990). Daarnaast is het nodig dat <strong>in</strong> het geval van conflicten geschillen aan eenrechter kunnen wor<strong>de</strong>n voorgelegd.De <strong>in</strong>stituties die <strong>de</strong>ze regels belichamen en zo het voor transacties vereistevertrouwen wekken, kunnen langs verschillen<strong>de</strong> wegen tot stand komen. Zijspruiten zeker niet alle voort uit overheids<strong>in</strong>grijpen. Waar partijen elkaar vertrouwen,omdat zij ervan uit kunnen gaan dat zij bepaal<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n <strong>de</strong>len en zich daaraanook zullen hou<strong>de</strong>n, hoeven <strong>de</strong> regels niet eens expliciet te wor<strong>de</strong>n vastgelegd.Instituties kunnen ook ontstaan <strong>in</strong> langdurige relaties waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>partijen elkaar hebben leren vertrouwen. De neerslag van zo’n leerproces zal doorgaans<strong>in</strong> zowel expliciet geformuleer<strong>de</strong> als impliciete regels bestaan. In <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>plaats kunnen regels expliciet door <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n opgelegd, door <strong>de</strong> overheid, ofeen an<strong>de</strong>re partij die voldoen<strong>de</strong> gezag heeft om <strong>de</strong> nalev<strong>in</strong>g van regels te kunnenafdw<strong>in</strong>gen. Niet alleen <strong>de</strong> <strong>in</strong>stituties zelf maar ook hun grondslagen kunnen dusverschillen. Dat markteconomieën <strong>in</strong>tern een grote variatie van <strong>in</strong>stituties kennenen lan<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g op het gebied van <strong>in</strong>stituties ook sterk verschillen, is dan ookwe<strong>in</strong>ig verbaz<strong>in</strong>gwekkend (Hall en Soskice 2001).Wanneer <strong>in</strong>stituties behalve voor het or<strong>de</strong>nen en mogelijk maken van privatetransacties ook moeten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gericht om publieke belangen (an<strong>de</strong>rs dan louterhet publieke belang van efficiënte allocatie van schaarse mid<strong>de</strong>len) te behartigen,wordt die verschei<strong>de</strong>nheid nog groter. Ook dan kunnen <strong>de</strong> vereiste <strong>in</strong>stitutieslangs vele wegen ontstaan: door overeenstemm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> waar<strong>de</strong>n, door langdurigeleerprocessen, of ze kunnen afgedwongen wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. Het vormgevenvan zulke <strong>in</strong>stituties is echter geen s<strong>in</strong>ecure. <strong>Publieke</strong> belangen moeten immers opeen zodanige manier <strong>in</strong> beleid, regels en <strong>in</strong>strumenten vorm krijgen, dat zij consequentieshebben voor het gedrag van <strong>de</strong> actoren en dan <strong>de</strong> gewenste effectenbewerkstelligen. De keuze van regels en <strong>in</strong>strumenten zal daarbij niet alleen


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g43bepaald kunnen wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> doelen, maar moet ook wor<strong>de</strong>n afgestemdop <strong>de</strong> specifieke omstandighe<strong>de</strong>n die zich <strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>in</strong> eensector aandienen. Als <strong>de</strong> politiek bijvoorbeeld besluit dat vanwege <strong>de</strong> klimaatproblematiekeen reductie van co2-emissies noodzakelijk is, zal dit besluit zodanigvertaald moeten wor<strong>de</strong>n dat het terechtkomt op <strong>de</strong> tafels van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gsbesturen.De regels en <strong>in</strong>strumenten moeten ervoor zorgen dat bedrijven bij <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsbesliss<strong>in</strong>genreken<strong>in</strong>g gaan hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> toekomstige co2-uitstoot van hunon<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g of van <strong>de</strong> producten die zij leveren. Dat is een lange weg, waarbij talvan <strong>de</strong>elbesliss<strong>in</strong>gen genomen moeten wor<strong>de</strong>n, waarbij op verschillen<strong>de</strong> niveausvele beleidsmakers zijn betrokken die niet altijd <strong>de</strong> effecten van hun besliss<strong>in</strong>genop an<strong>de</strong>re niveaus kunnen overzien.Maarse (2011) heeft dit vertaalproces voor <strong>de</strong> markthervorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsegezondheidszorg bestu<strong>de</strong>erd. Daartoe on<strong>de</strong>rscheidt hij een viertal niveaus: (1) <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n; (2) het geformuleer<strong>de</strong> beleid; (3) <strong>de</strong> zorgverzeker<strong>in</strong>gsenzorgverlen<strong>in</strong>gspraktijk waartoe dat leid<strong>de</strong>; (4) <strong>de</strong> effecten die <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutioneleveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g teweegbracht. Op elk van die niveaus doen zich na<strong>de</strong>re vragen vooren <strong>de</strong> vertal<strong>in</strong>g van antwoor<strong>de</strong>n naar on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> niveaus is allesbehalveeenduidig. De lange weg van doelen formuleren naar feitelijke effecten van beleidloopt door een grillig en vaak snel wisselend landschap. Complexe <strong>in</strong>stitutionelevormgev<strong>in</strong>g heeft daardoor vrijwel altijd gevolgen die voor een belangrijk <strong>de</strong>elonbedoeld, ongepland en onvoorzien zijn. Maarse conclu<strong>de</strong>ert dat“wie goed kijkt (...) niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> conclusie uit [komt], dat <strong>de</strong> marktwerk<strong>in</strong>g tot dusver beschei<strong>de</strong>nis geweest” (Maarse 2011: 296) en dat, zoals we hebben gezien, “grote <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> zorg (...) m<strong>in</strong> ofmeer met regels [zijn] dichtgeschroeid”. Maar hij stelt ook vast dat “<strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> markthervorm<strong>in</strong>gvoor <strong>de</strong> keuzevrijheid, solidariteit, toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid [<strong>de</strong>publieke belangen die lei<strong>de</strong>nd waren voor het beleid] vermoe<strong>de</strong>lijk dieper <strong>in</strong>grijpen op <strong>de</strong> zorg danop het eerste gezicht het geval lijkt. Deze gevolgen betreffen ook <strong>de</strong> concrete betekenis die aan <strong>de</strong>zewaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n toegekend” (Maarse 2011: 311).Wie over ‘maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g’ wil spreken, zal dus aandacht moetenhebben voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>stituties waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge relaties van actoren die wegewoon zijn aan te dui<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> begrippen ‘markt’, ‘overheid’ en ‘samenlev<strong>in</strong>g’vorm krijgen. Dat heeft echter een belangrijke consequentie. Omdat markt, overhei<strong>de</strong>n samenlev<strong>in</strong>g hun betekenis en werk<strong>in</strong>g voor een belangrijk <strong>de</strong>el krijgendoor hun on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verband, kunnen we er niet zon<strong>de</strong>r meer van uitgaan datmarkt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g eenhe<strong>de</strong>n zijn met gegeven kenmerken. In discussiesover maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken zal daar reken<strong>in</strong>g mee moetenwor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n. Beleid richt zich uiteraard op het tot stand brengen van eentoekomstige, gewenste situatie. Wat zich <strong>in</strong> een gegeven tijdperk en een gegevensituatie als ‘markt’, ‘overheid’ en ‘samenlev<strong>in</strong>g’ aandient, zal echter ook dan empi-


44 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>grisch moeten wor<strong>de</strong>n bepaald. Naast een normatief perspectief zal het <strong>de</strong>bat overmaatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken dan ook moeten wor<strong>de</strong>n gevoed doorempirisch on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen die zich door veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> relaties <strong>in</strong>markten, overheid en samenlev<strong>in</strong>g hebben voorgedaan. Om vruchtbaar te zijnmoeten discussies zijn geënt op empirisch-realistische noties en niet louter opi<strong>de</strong>aalbeel<strong>de</strong>n.De volgen<strong>de</strong> paragrafen beschrijven welke ontwikkel<strong>in</strong>gen zich <strong>in</strong> markten, overhei<strong>de</strong>n samenlev<strong>in</strong>g geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia hebben voorgedaan (paragraaf2.4) en welke discussies daarover zijn gevoerd (paragraaf 2.5). Het accent zalop enkele <strong>in</strong> het oog spr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen vallen, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> pretentie dateen uitputten<strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>g wordt gegeven of dat aan alle nuances van <strong>de</strong> besprokenontwikkel<strong>in</strong>gen recht wordt gedaan.2.4 veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>gDe (wereld)economie is <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia <strong>in</strong>grijpend van karakter veran<strong>de</strong>rd.Deze perio<strong>de</strong> is <strong>in</strong> algemene z<strong>in</strong> te typeren als een tijd van verbred<strong>in</strong>g enverdiep<strong>in</strong>g van economische globaliser<strong>in</strong>g (ser 2008a), een proces dat kanwor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als een toenemen<strong>de</strong> mondiale verwevenheid van marktenvoor goe<strong>de</strong>ren en diensten, arbeid en kapitaal (ibid.: 30). Een belangrijke ontwikkel<strong>in</strong>g<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze context is <strong>de</strong> sterke opkomst van niet-westerse economieën en <strong>de</strong>daarmee gepaard gaan<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van schaal van economische globaliser<strong>in</strong>g(ser 2008a). De globaliser<strong>in</strong>g van f<strong>in</strong>anciële markten heeft geleid tot een enormetoename van mondiale kapitaalstromen en een resulteren<strong>de</strong> hechte vervlecht<strong>in</strong>gvan nationale f<strong>in</strong>anciële stelsels (ibid.: 34). Daarnaast is er <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland en <strong>in</strong>an<strong>de</strong>re westerse lan<strong>de</strong>n sprake van een verschuiv<strong>in</strong>g naar een diensteneconomie,waarbij het aan<strong>de</strong>el van landbouw en <strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong> <strong>de</strong> totale werkgelegenheidafneemt ten gunste van een toename van het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> dienstensector(dnb 2005). 1Marktmechanismen zijn <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>rtig jaar een grotere rol gaan spelen. Daarbijgaat het zowel om <strong>de</strong> versterk<strong>in</strong>g van marktmechanismen <strong>in</strong> sectoren die reedswaren blootgesteld aan <strong>de</strong>ze mechanismen als om <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van marktmechanismen<strong>in</strong> sectoren die voorheen primair door overhe<strong>de</strong>n of gemeenschappenwer<strong>de</strong>n aangestuurd. Tegelijkertijd zijn, zoals gezegd, goe<strong>de</strong>ren-, diensten-,arbeids-, en kapitaalmarkten steeds meer geïnternationaliseerd, waardoor veelsectoren on<strong>de</strong>rhevig zijn aan mondiale <strong>in</strong>vloe<strong>de</strong>n. Het streven om <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu <strong>de</strong><strong>in</strong>terne markt te ‘voltooien’ heeft er bovendien voor gezorgd dat sectoren <strong>in</strong>toenemen<strong>de</strong> mate een Europese dimensie hebben gekregen en voor een aanzienlijkaantal goe<strong>de</strong>ren en diensten een Europese markt is ontstaan.


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g452.4.1 veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktDe rol van marktmechanismen is <strong>in</strong>vloedrijker gewor<strong>de</strong>n, maar tegelijkertijd zijndie markten ook van karakter veran<strong>de</strong>rd, zijn bedrijven an<strong>de</strong>rs georganiseerd,opereren zij <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re omgev<strong>in</strong>g dan voorheen en hebben zij dus met an<strong>de</strong>reprikkels te maken.An<strong>de</strong>re organisatieIn reactie op <strong>de</strong> gewijzig<strong>de</strong> nationale en <strong>in</strong>ternationale economische omstandighe<strong>de</strong>nzijn er nieuwe bedrijfsmo<strong>de</strong>llen opgekomen, die uitgaan van een kle<strong>in</strong>ere enmeer flexibel gespecialiseer<strong>de</strong> organisatie of gediversifieer<strong>de</strong> productie (Engelen2000; Piore en Sabel 1984; Sorge en Streeck 1988). In plaats van hiërarchisch georganiseer<strong>de</strong>bedrijven waarbij het gehele productieproces zich <strong>in</strong>tern <strong>in</strong> het bedrijfafspeelt, wordt het productieproces opgesplitst <strong>in</strong> modules, die door verschillen<strong>de</strong>organisaties op diverse locaties wor<strong>de</strong>n gerealiseerd. De waar<strong>de</strong>keten die voorheenb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> muren van een grote on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g plaatsvond, is nu verspl<strong>in</strong>terdover een veelheid van organisaties (Langlois 2003; Baldw<strong>in</strong> 2006). De ontwikkel<strong>in</strong>gvan producten v<strong>in</strong>dt steeds meer plaats <strong>in</strong> complexe netwerken van bedrijven,waarbij <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> verkopen<strong>de</strong> organisatie vaak niet meer is dan <strong>de</strong> productieketensorganiseren en uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk het ‘merk’ plakken op <strong>de</strong> producten (Perrow2009). Een goed voorbeeld is Nike, door Gerrefi (1999) een ‘manufacturer withouta factory’ genoemd: geen van <strong>de</strong> mensen die <strong>de</strong> schoenen maken is <strong>in</strong> dienst vanNike. De organisatie van productieprocessen is daarmee ook dynamischer gewor<strong>de</strong>n,aangezien <strong>de</strong>ze ‘platformbedrijven’ (Kaletsky 2010: 73) flexibeler kunnen zijn<strong>in</strong> <strong>de</strong> organisatie van hun waar<strong>de</strong>keten.Dit soort strategieën, waarbij allerlei bedrijfsactiviteiten wor<strong>de</strong>n uitbesteed, is breed<strong>in</strong>zetbaar. We treffen ze ook aan bij diverse geprivatiseer<strong>de</strong> en geliberaliseer<strong>de</strong> publiekemonopolisten. Zij hebben hun activiteiten niet alleen geïnternationaliseerd,maar ook gediversifieerd, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door te <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> aanverwante activiteiten(Flecker en Hermann 2009). Ook hebben zij bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len of functiesuitbesteed door externe leveranciers te contracteren of door onafhankelijke dochtermaatschappijenop te zetten. Zo kent Deutsche Post <strong>in</strong> 2009 meer dan 1800 subcontractanten,on<strong>de</strong>r wie taxichauffeurs met toestemm<strong>in</strong>g om brievenbussen telegen. In het streekvervoer is bijvoorbeeld <strong>de</strong> schoonmaak, veiligheid, cater<strong>in</strong>g,kaartcontrole en <strong>de</strong> exploitatie van verkoopautomaten uitbesteed.Daarnaast zien we ook <strong>de</strong> sterke opkomst van flexibelere vormen van arbeid. Ditbiedt voor <strong>de</strong> werkgever <strong>de</strong> kans om arbeidskrachten op een creatieve en flexibelemanier <strong>in</strong> te zetten en voor werknemers een mogelijkheid om meer <strong>in</strong>vloed tekrijgen op <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van werkzaamhe<strong>de</strong>n, wat meer controle en betrokkenheidbij het werk zou kunnen opleveren (Eaton 2003). Een belangrijke manifestatievan <strong>de</strong>ze flexibiliser<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> sterke opkomst van <strong>de</strong> zzp’er: <strong>de</strong> zelfstandige


46 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gzon<strong>de</strong>r personeel. Het aantal zelfstandigen zon<strong>de</strong>r personeel is <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>1996-2009 <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland toegenomen van bijna 400 duizend tot meer dan630 duizend, waarmee hun aan<strong>de</strong>el steeg van 6,4 procent naar 8,6 procent van<strong>de</strong> werkzame beroepsbevolk<strong>in</strong>g (Kösters en Dekker 2010). Deze trend past b<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemen<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g (Van Beek 1998; Audretsch enThurik 2001).An<strong>de</strong>re omgev<strong>in</strong>gMet het neerhalen van barrières voor <strong>in</strong>ternationale bedrijvigheid hebben bedrijvenmoeten anticiperen op hun nieuwe positie <strong>in</strong> <strong>de</strong> mondiale economie, al verschil<strong>de</strong>dit natuurlijk per sector en per bedrijf. In <strong>de</strong>ze context kan gewezen wor<strong>de</strong>nop het toegenomen belang van herstructurer<strong>in</strong>gsoperaties, fusies en overnames <strong>in</strong><strong>de</strong> perio<strong>de</strong> vanaf beg<strong>in</strong> jaren 1990 <strong>in</strong> alle sectoren van het bedrijfsleven (Sluyterman2003: 266). Fusies en overnames zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> positie van bedrijven verbeterenom <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale concurrentie het hoofd te bie<strong>de</strong>n (ibid.: 267). Herstructurer<strong>in</strong>gsoperatieswer<strong>de</strong>n gelegitimeerd doordat ze bedrijven efficiënter zou<strong>de</strong>n latenopereren en bedrijven kon<strong>de</strong>n laten overleven <strong>in</strong> <strong>de</strong> mondiale concurrentiestrijd(Van Witteloostuijn 1999). De positie van werknemers is hierdoor veran<strong>de</strong>rd. Omflexibel te kunnen opereren <strong>in</strong> een veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> wereld zetten bedrijven <strong>in</strong> op hetflexibeler maken van het werknemersbestand. Aan <strong>de</strong> ene kant maakt dit <strong>de</strong> herallocatievan arbeid naar een productievere <strong>in</strong>zet mogelijk, maar aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kantkunnen toenemen<strong>de</strong> flexibiliteit en concurrentie slecht zijn voor <strong>de</strong> voor <strong>in</strong>novatienoodzakelijke exploratie (Nooteboom en Stam 2008; wrr 2008b).Het Ne<strong>de</strong>rlandse bedrijfsleven is van oudsher sterk vervlochten met het buitenlandop het gebied van han<strong>de</strong>l en <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen, en is daardoor sterk afhankelijk van <strong>de</strong>mondiale economie. Ne<strong>de</strong>rland scoort hoog <strong>in</strong> zogenoem<strong>de</strong> globaliser<strong>in</strong>gs<strong>in</strong><strong>de</strong>xen(bijv. <strong>de</strong> achtste plek <strong>in</strong> <strong>de</strong> globaliser<strong>in</strong>gs<strong>in</strong><strong>de</strong>x 2011 van Ernst & Young (Ernst &Young 2011)). Niet alleen is Ne<strong>de</strong>rland een zeer open economie, <strong>de</strong>ze open heid is(volgens han<strong>de</strong>ls<strong>in</strong>dicatoren) met name na 1990 sterk toegenomen (ser 2008a: 82).Dit impliceert dat het bedrijfsleven sterk is blootgesteld aan <strong>in</strong>ternationale concurrentiedruk(oecd 2008: 30). Daarnaast heeft Ne<strong>de</strong>rland wat betreft directebuitenlandse <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen een van <strong>de</strong> m<strong>in</strong>st restrictieve regimes (ibid.). Buitenlandse<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland bedroegen <strong>in</strong> 2006 circa 80 procent van hetbruto b<strong>in</strong>nenlands product (bbp) (cbs 2010: 52). Hoewel <strong>in</strong> 2008 slechts 1 procentvan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bedrijven <strong>in</strong> buitenlandse han<strong>de</strong>n is, gaat het hierbij veelal omgrote on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen, zodat <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor15,8 procent van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse werkgelegenheid, 31,4 procent van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandseomzet en 24,4 procent van <strong>de</strong> <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland geproduceer<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>(cbs 2010: 50). Ofschoon Ne<strong>de</strong>rland op het gebied van <strong>de</strong> arbeidsmarkt veelm<strong>in</strong><strong>de</strong>r vervlochten is met het buitenland dan op het gebied van han<strong>de</strong>l en <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen,is arbeidsmigratie ook van belang. Volgens het cbs neemt het aantalarbeidsmigranten, met name vanuit Europese lan<strong>de</strong>n, s<strong>in</strong>ds 2005 sterk toe. Hierbij


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g47gaat het veelal om laaggeschool<strong>de</strong> arbeidsmigranten (Wetenschappelijk On<strong>de</strong>rzoek-en Documentatiecentrum 2008). Wat betreft migratie van hoogopgelei<strong>de</strong>nzit Ne<strong>de</strong>rland on<strong>de</strong>r het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van oecd-lan<strong>de</strong>n (Nooteboom en Stam 2008).An<strong>de</strong>re prikkelsNiet alleen <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> marktpartijen opereren is van karakter veran<strong>de</strong>rd,ook <strong>in</strong>tern krijgen zij met an<strong>de</strong>re prikkels te maken. Gerelateerd aan <strong>de</strong> hiervoorgenoem<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> bedrijfsstrategieën, won bij beursgenoteer<strong>de</strong> bedrijvenhet begrip ‘aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rswaar<strong>de</strong>’ aan belang. De beurskoers werd zo een zeerbelangrijke <strong>in</strong>dicator van succes bij bedrijven. Bedrijfsstrategieën wer<strong>de</strong>n aangepastom marktanalisten tevre<strong>de</strong>n te hou<strong>de</strong>n en om een goe<strong>de</strong> positie op <strong>de</strong> kapitaalmarktte verwerven (Lazonick en O’Sullivan 2000; Kay 2003). De <strong>in</strong>troductievan optiepakketten als belon<strong>in</strong>g voor het management (die meer waard wor<strong>de</strong>nnaarmate <strong>de</strong> koers stijgt) zet <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gsleid<strong>in</strong>g aan om meer op aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rswaar<strong>de</strong>te sturen (Raaijmakers 2009). Ook <strong>de</strong> regelgev<strong>in</strong>g werd hier opaangepast. Juridische bescherm<strong>in</strong>gsconstructies tegen overnames wer<strong>de</strong>n, me<strong>de</strong>on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van Europese regelgev<strong>in</strong>g, ontmanteld. De Ne<strong>de</strong>rlandse CorporateGovernance Co<strong>de</strong> (<strong>de</strong> Co<strong>de</strong> Tabaksblat) had on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re als doel om <strong>de</strong> aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rsmeer <strong>in</strong>vloed te geven (Boot 2006).Tegelijkertijd hebben bedrijven <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> opzichten een grotere maatschappelijkeverantwoor<strong>de</strong>lijkheid gekregen. Die verantwoor<strong>de</strong>lijkheid is <strong>de</strong>els eengevolg van <strong>de</strong> grotere rol die marktpartijen gaan spelen <strong>in</strong> <strong>de</strong> maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g. Daarnaast speelt een rol dat overhe<strong>de</strong>n meer van doelformuler<strong>in</strong>gengebruik gaan maken en dat bedrijven op allerlei terre<strong>in</strong>en <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheidkrijgen <strong>de</strong>ze formuler<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk ver<strong>de</strong>r uit te werken en daarover terapporteren.In <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g zien we een groter bewustzijn ontstaan voor het belang vanverantwoord en duurzaam on<strong>de</strong>rnemen. Hierdoor wordt het reputatiemechanismevoor (met name beursgenoteer<strong>de</strong>) bedrijven steeds belangrijker. Hethebben van een goed imago is voor het bedrijfsleven een absolute noodzaak.Door ontwikkel<strong>in</strong>gen op het gebied van ict kunnen berichten over maatschappelijkonverantwoord gedrag van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen sneller wor<strong>de</strong>n verspreid. Hetontplooien van maatschappelijk wenselijke activiteiten en reputatiemanagementkrijgen dan ook steeds meer aandacht <strong>in</strong> het bedrijfsleven (ser 2008b: 63; Jahdien Acikdilli 2009).2.4.2 veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> overheidDe verhoud<strong>in</strong>g tussen markten en <strong>de</strong> (rijks)overheid is <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cenniaaan veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rhevig geweest. Een van <strong>de</strong> belangrijkste kenmerken van<strong>de</strong>ze overgang is dat <strong>in</strong> veel gevallen directe stur<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> overheid is vervangen


48 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gdoor <strong>in</strong>directe stur<strong>in</strong>g. Privatiser<strong>in</strong>g en liberaliser<strong>in</strong>g zijn daarvan dui<strong>de</strong>lijke voorbeel<strong>de</strong>n.In plaats van zelf via overheidsbedrijven op te tre<strong>de</strong>n als producent enleverancier van publieke voorzien<strong>in</strong>gen, is <strong>de</strong> overheid overgegaan tot het stellenvan randvoorwaar<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> activiteiten van private partijen aan wie <strong>de</strong>ze taak isovergedragen. Door <strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> privatiser<strong>in</strong>gsoperaties is <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong>overheid als ‘producent’ van publieke goe<strong>de</strong>ren en diensten kle<strong>in</strong>er gewor<strong>de</strong>n.An<strong>de</strong>re organisatieDit betekent echter niet dat <strong>de</strong> overheid op <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n is gaan zitten. Zij heeft zichgereorganiseerd, is an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>strumenten gaan gebruiken en richt <strong>de</strong>ze op an<strong>de</strong>re<strong>zaken</strong> dan voorheen. Het afstoten of uitbeste<strong>de</strong>n van taken aan private partijenof aan lagere overhe<strong>de</strong>n neemt namelijk niet weg dat er behoefte blijft bestaan om<strong>de</strong>ze processen toch <strong>in</strong> goe<strong>de</strong> banen te lei<strong>de</strong>n. Hierdoor zijn allerlei regels entoezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organen <strong>in</strong> het leven geroepen (Levi-Faur en Jordana 2005).Daarop duidt het reeds <strong>in</strong> hoofdstuk 1 genoem<strong>de</strong> begrip ‘reguleren<strong>de</strong> staat’(Braithwaite 2000, 2008; Levi-Faur en Jordana 2005). Terwijl directe overheidsstur<strong>in</strong>gtaboe wordt verklaard, groeit het aantal overheidsorganen tegelijkertijddus sterk (Jordana en Levi-Faur 2004). Deze organen – veelal onafhankelijke autoriteitenof toezichthou<strong>de</strong>rs – krijgen tot taak markten te ontwikkelen, daaroptoezicht te hou<strong>de</strong>n en standaar<strong>de</strong>n uit te werken op basis waarvan door <strong>de</strong> eu ennationale overhe<strong>de</strong>n vastgestel<strong>de</strong> publieke belangen kunnen wor<strong>de</strong>n behartigd.Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> reguler<strong>in</strong>g van markten wordt opgeschaald en verplaatst naar hetniveau van <strong>de</strong> eu. 2 Er is sprake van europeaniser<strong>in</strong>g van beleid op tal van beleidsterre<strong>in</strong>en,zoals han<strong>de</strong>l, energie, transport, milieu en arbeids<strong>zaken</strong> (Pr<strong>in</strong>cen enYesilkagit 2005). Het toezicht op markten is voor een <strong>de</strong>el eveneens verlegd naarsupranationale niveaus. Zo is bij sommige fusies en overnames <strong>de</strong> bevoegdheidom <strong>de</strong>ze te beoor<strong>de</strong>len exclusief bij <strong>de</strong> Europese Commissie komen te liggen.Recent is on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis ook een aantal Europese organisaties<strong>in</strong> het leven geroepen om beter toezicht te kunnen hou<strong>de</strong>n op f<strong>in</strong>anciële markten(Cahlsen 2011). Terwijl overhe<strong>de</strong>n op nationaal niveau hun vermogen ommarkten te reguleren dus <strong>de</strong>els verliezen, wor<strong>de</strong>n markten op Europees niveau<strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> nieuwe sociale en politieke arrangementen (Caparoso en Tarrow 2009).Daarnaast krijgen <strong>in</strong>ternationale fora tot taak regels te ontwerpen of beleid af testemmen, bijvoorbeeld <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Naties, <strong>de</strong> oecd, het imf, <strong>de</strong> Wereldbank en<strong>de</strong> Wereldhan<strong>de</strong>lsorganisatie.De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid hebben ook hun weerslag op <strong>de</strong> <strong>in</strong>terneorganisatie van <strong>de</strong> overheid. Er wordt een grotere scheid<strong>in</strong>g aangebracht tussenbeleidsvorm<strong>in</strong>g en -uitvoer<strong>in</strong>g, waarbij men <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van beleid aan an<strong>de</strong>repartijen overlaat. Sommige overheidsorganisaties wor<strong>de</strong>n geprivatiseerd, an<strong>de</strong>rewor<strong>de</strong>n verzelfstandigd <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van zbo’s om <strong>de</strong>ze organisaties op grotereafstand te zetten van politieke beïnvloed<strong>in</strong>g en om ze meer eigen verantwoor<strong>de</strong>-


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g49lijkheid te geven. Daarnaast is er sprake van <strong>de</strong>centralisatie van bestuur, waarbij <strong>de</strong>rijksoverheid uitvoeren<strong>de</strong> taken overhevelt naar lagere overhe<strong>de</strong>n (Den Hoed enSchouten 2010: 90). Ook wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van beleid opdrachten uitbesteedaan private actoren en maakt men steeds meer gebruik van publiek-privatesamenwerk<strong>in</strong>g. Ten slotte probeert men marktprikkels te <strong>in</strong>troduceren <strong>in</strong> overheidsorganisatieszelf, geïnspireerd op het New Public Management-<strong>de</strong>nken datuit <strong>de</strong> Angelsaksische lan<strong>de</strong>n is komen overwaaien.Het beeld van <strong>de</strong> ‘terugtre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid’ klopt dus slechts ten <strong>de</strong>le. Er is niet perse sprake van ‘sterke markt, kle<strong>in</strong>e overheid’ maar eer<strong>de</strong>r van ‘sterke markt, an<strong>de</strong>reoverheid’ of zelfs van ‘sterke markt, sterke overheid’ (Fukuyama 2004; Br<strong>in</strong>khorst2005).An<strong>de</strong>re <strong>in</strong>strumentenDe <strong>in</strong>troductie van marktwerk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>g gaat niet zozeer gepaard metniet alleen an<strong>de</strong>re, maar ook an<strong>de</strong>rsoortige regelgev<strong>in</strong>g. Braithwaite (2008) spreekt<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze context van ‘<strong>de</strong> mythe van <strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> terugtre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid’.Vele voorheen impliciete normen en regels moeten wor<strong>de</strong>n geëxpliciteerd envastgelegd <strong>in</strong> contracten, co<strong>de</strong>s of beleid. Ook moeten taken en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nan<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n toebe<strong>de</strong>eld waardoor er nieuwe metho<strong>de</strong>n vereist zijn omaccountability te waarborgen.Prosser (2005) beschrijft hoe <strong>de</strong> liberaliser<strong>in</strong>g en privatiser<strong>in</strong>g van openbare voorzien<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk niet alleen <strong>de</strong> noodzaak van <strong>de</strong> nieuwe wetenregelgev<strong>in</strong>g met zich heeft meegebracht, maar er ook <strong>in</strong> heeft geresulteerd datdirecte politieke stur<strong>in</strong>g is vervangen door me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswetgev<strong>in</strong>g als hetbelangrijkste stur<strong>in</strong>gsmechanisme. Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswetgev<strong>in</strong>g en toezicht hieropgaan <strong>in</strong> veel westerse lan<strong>de</strong>n een prom<strong>in</strong>entere rol spelen <strong>in</strong> overheidsbeleidgericht op het vormgeven van markten. In Ne<strong>de</strong>rland krijgt een onafhankelijketoezichthou<strong>de</strong>r – <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteit (nma) – <strong>in</strong> 1998 <strong>de</strong>opdracht erop toe te zien dat er op markten a<strong>de</strong>quate me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g is. Hiertoemoet wor<strong>de</strong>n gekeken naar kartelvorm<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> misbruik van economischemachtsposities. Fusies en overnames boven een bepaal<strong>de</strong> schaalgrootte mogen pasplaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n na meld<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nma. Overigens is <strong>de</strong> EuropeseCommissie exclusief bevoegd om over me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gskwesties te oor<strong>de</strong>len <strong>in</strong>diener sprake is van concentraties met een communautaire dimensie. Daarbij on<strong>de</strong>rzoekt<strong>de</strong> Commissie of <strong>de</strong> voorgenomen concentraties <strong>de</strong> me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g op <strong>de</strong><strong>in</strong>terne markt (of een wezenlijk <strong>de</strong>el daarvan) op significante wijze kunnen belemmeren(Van Rijn 2009: 11).An<strong>de</strong>re focusHet beleid heeft ook een an<strong>de</strong>re focus gekregen. Bij het me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gstoezicht is<strong>de</strong> economische <strong>in</strong>valshoek dom<strong>in</strong>anter gewor<strong>de</strong>n, waar voorheen een meer


50 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gformele, juridische bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g centraal stond. Bij <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van het (Europese)me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrecht is al s<strong>in</strong>ds e<strong>in</strong>d jaren negentig sprake van een proces van‘economiser<strong>in</strong>g’ (Röller 2005). Hierbij stelt <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>r bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gof bepaal<strong>de</strong> overeenkomsten of gedrag<strong>in</strong>gen van bedrijven strijdig zijn met <strong>de</strong>me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswetgev<strong>in</strong>g niet langer (het ontstaan of versterken van) een economischemachtspositie centraal, maar kijkt hij meer naar het (te verwachten) effecthiervan op <strong>de</strong> concurrentie (<strong>Raad</strong> van <strong>de</strong> eu 2004; Kalbfleisch 2008; Vijlbrief2008). Daarbij krijgt het belang van <strong>de</strong> consument (‘consumentenwelvaart’) steedsmeer aandacht (Drijber 2011).Bij me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gstoezicht wor<strong>de</strong>n impliciet echter verschillen<strong>de</strong> belangen tegenelkaar afgewogen (Townley 2009). Er bestaat bij een me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtelijkebeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>de</strong> ruimte voor een bre<strong>de</strong>re afweg<strong>in</strong>g van an<strong>de</strong>re (algemene, nieteconomische)belangen dan uitsluitend die van me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g (Vijlbrief 2008).Daarbij dienen voor een formele beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het dome<strong>in</strong> van me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrecht<strong>de</strong>ze an<strong>de</strong>re belangen echter te wor<strong>de</strong>n vertaald <strong>in</strong> economischetermen (ibid.). De vraag is dan uiteraard of zo’n <strong>in</strong> economische termen geformuleer<strong>de</strong>beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voldoen<strong>de</strong> ruimte biedt om niet-economische belangena<strong>de</strong>quaat mee te wegen.B<strong>in</strong>nen het overheidsdome<strong>in</strong> is nog een an<strong>de</strong>re veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g waar te nemen: <strong>de</strong>focus verschuift van het beheer van hele productieketens naar bepaal<strong>de</strong> <strong>de</strong>len van<strong>de</strong>ze ketens (Hutter 2006: 1). Hierbij krijgen marktpartijen meer vrijheid om zelfte bepalen op welke manier zij resultaten willen boeken, mits <strong>de</strong>ze resultaten aanbepaal<strong>de</strong> eisen (m<strong>in</strong>imumstandaar<strong>de</strong>n) voldoen. De gedachte hierbij is dat <strong>de</strong>marktpartijen goed <strong>in</strong> staat zijn om op een efficiënte manier <strong>de</strong>ze resultaten tebehalen, en dus is <strong>de</strong> aanname dat <strong>de</strong> overheid slechts op een beperkt aantal <strong>in</strong>dicatorenhoeft te letten. Daarnaast neemt door toenemen<strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>gen complexiteit van markten (en door aandr<strong>in</strong>gen van private partijen) het belangvan zelfreguler<strong>in</strong>g toe. Hierbij gaat <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate over op‘toezicht hou<strong>de</strong>n op toezicht’.Monti (2010: 95) constateert daarnaast dat met het mobieler wor<strong>de</strong>n van kapitaal<strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gdruk <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate is komen te liggen op m<strong>in</strong><strong>de</strong>r mobieleproductiefactoren:“Door <strong>de</strong> liberaliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële markten en <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eengemaakte marktkunnen on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen ernaar streven zo we<strong>in</strong>ig mogelijk belast<strong>in</strong>gen te betalen en kunnen zij opzoek gaan naar regio’s waar <strong>de</strong> regelgev<strong>in</strong>g voor hen het gunstigst is (‘regulatory shopp<strong>in</strong>g’). Datheeft ertoe geleid dat <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gdruk b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eu-lidstaten gelei<strong>de</strong>lijk is verschoven van <strong>de</strong>mobiele belast<strong>in</strong>ggrondslagen (kapitaal- en on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>komsten) naar m<strong>in</strong><strong>de</strong>r mobiele belast<strong>in</strong>ggrondslagen,met name arbeid.”


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g51Bovendien hebben mondiale ontwikkel<strong>in</strong>gen effect op <strong>de</strong> beleidsruimte vooroverhe<strong>de</strong>n. Er is geen sprake van een ongerem<strong>de</strong> race to the bottom wat betreftreguler<strong>in</strong>g, hoewel dit wel is voorspeld door uitdragers van <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong>‘hyperglobalisation thesis’ (zie McGrew 2008). De ser (2008a) beargumenteertdat <strong>de</strong> overheid nog steeds cruciale <strong>in</strong>vloed kan uitoefenen op <strong>de</strong> nationale economieen op <strong>de</strong> marktpartijen die <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland actief zijn. Niet alle markten of sectorenzijn <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mate geglobaliseerd en productiefactoren zijn niet altijd zomobiel als ze lijken. Bovendien zijn zeer mobiele marktpartijen om diverse re<strong>de</strong>nen<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland actief en zal reguler<strong>in</strong>g op een bepaald terre<strong>in</strong> niet noodzakelijkerwijsdoorslaggeven<strong>de</strong> gevolgen hebben voor <strong>de</strong> vestig<strong>in</strong>gskeuze van <strong>de</strong>zepartijen. Desalniettem<strong>in</strong> stelt <strong>de</strong> ser dat beleidskeuzen <strong>in</strong> een globaliseren<strong>de</strong>wereld potentieel grotere effecten kunnen hebben dan voorheen, zowel <strong>in</strong> positieveals <strong>in</strong> negatieve z<strong>in</strong>. Een verbeter<strong>in</strong>g van het vestig<strong>in</strong>gsklimaat kan een grotestimulans zijn voor <strong>de</strong> komst van buitenlands kapitaal, maar een verslechter<strong>in</strong>gkan ook snel negatieve gevolgen hebben. Dit is <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> global-local paradox:toenemen<strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale mobiliteit van economische activiteiten zorgtervoor dat lokale omstandighe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>ze activiteiten aan te trekken en te behou<strong>de</strong>nsteeds belangrijker wor<strong>de</strong>n (Storper 1997; Porter 1998).2.4.3 veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gHet is opvallend dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> discussies die vanaf <strong>de</strong> jaren tachtig over <strong>de</strong> wenselijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> maatschappij zijn gevoerd, ‘<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g’ als zodanig we<strong>in</strong>igaandacht heeft gekregen. Dit heeft te maken met het feit dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>batten zich veelalhebben gericht op het thema ‘markt versus overheid’. Voor een goed begrip van <strong>de</strong>maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken die zich aandienen is het echter nodigeen aantal belangrijke maatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen te belichten.An<strong>de</strong>re samenlev<strong>in</strong>gEen eerste belangrijke ontwikkel<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> steeds sterkere nadruk die ‘consumeren’heeft gekregen. Men spreekt wel over <strong>de</strong> opkomst van een consumentensamenlev<strong>in</strong>g(bijv. Van <strong>de</strong>r Veen et al. 2010). Dit is een samenlev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> hetkopen van materiële goe<strong>de</strong>ren tot een doel op zich zou zijn verheven en waarbijeen sterkere nadruk zou liggen op directe behoeftebevredig<strong>in</strong>g (ibid.: 276). Dit is<strong>de</strong>els een autonome ontwikkel<strong>in</strong>g die kan wor<strong>de</strong>n gekoppeld aan <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong>welvaart en <strong>de</strong> relatief lagere uitgaven aan directe levensbehoeften, waardoorconsumenten een groter <strong>de</strong>el van hun besteedbare <strong>in</strong>komen aan an<strong>de</strong>re productenkunnen uitgeven. Het is echter ook <strong>de</strong>els een gevolg van overheidsbeleid.Dat beleid is meer en meer gericht op consumentisme om <strong>de</strong> economische groeite stimuleren, waarbij banken meer vrijheid krijgen om kredieten te verstrekkenom die groei te bevor<strong>de</strong>ren (Maier 2009; Rajan 2010). Bovendien is <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong>mate <strong>in</strong>gezet op het versterken van marktmechanismen <strong>in</strong> diverse sectoren,waardoor <strong>de</strong> burger zich <strong>in</strong> steeds meer dome<strong>in</strong>en is gaan gedragen als


52 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gconsument, of wordt <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval van <strong>de</strong> burger verwacht dat hij zich zogedraagt.In veel gevallen is dit laatste een lastige kwestie gebleken. Hoewel economischetheorieën mensen veelal conceptualiseren als rationele actoren, moeten mensen <strong>in</strong><strong>de</strong> praktijk vaak leren zich als zodanig <strong>in</strong> <strong>de</strong> vermarkte sectoren te gedragen. In <strong>de</strong>praktijk blijkt <strong>de</strong> burger-consument lang niet altijd aan het i<strong>de</strong>aal van <strong>de</strong> rationeelkiezen<strong>de</strong> actor te voldoen. Bij keuze tussen energieleveranciers, zorgverzekeraarsen k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvangcentra blijkt <strong>de</strong> consument niet <strong>de</strong> verwachte ‘tucht’ uit te oefenenwaarop was gehoopt, wat door Van Damme (2007) als ‘consumentenfalen’is getypeerd. Zo stelt Regioplan (2009: 47; <strong>in</strong> opdracht van <strong>de</strong> nma): “Bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductievan marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang is veron<strong>de</strong>rsteld dat ou<strong>de</strong>rs zichzou<strong>de</strong>n gaan gedragen als ‘bewuste’ afnemers van het product k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang.”De bewuste afnemer wordt ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als “een ou<strong>de</strong>r die van tijd tot tijd diensten/productenvan k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvangorganisaties op een aantal (economische) aspectenmet elkaar vergelijkt en op basis daarvan tot een eerste keuze komt en <strong>de</strong>zewaar nodig na verloop van tijd bijstelt” (ibid.). Geconclu<strong>de</strong>erd wordt dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rsniet zo opereren. De burger laat zich dus niet altijd <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van rationele consumentgieten, of heeft an<strong>de</strong>re gedachten bij wat ‘rationeel’ is dan <strong>de</strong> economischetheorie. In meer recente publicaties wordt dan ook getwijfeld aan <strong>de</strong> theoretischeveron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen achter <strong>de</strong> lange tijd <strong>in</strong> <strong>de</strong> economische wetenschap gangbareconceptualiser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mens (zie Tiemeijer et al. 2009; Tiemeijer 2011).An<strong>de</strong>re oriëntatiesIn an<strong>de</strong>re gevallen zijn mensen echter daadwerkelijk meer gaan han<strong>de</strong>len als kritischeconsument. Hierbij zijn zij on<strong>de</strong>rsteund door <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van diverse<strong>in</strong>strumenten om te leren zich op markten als goe<strong>de</strong> consument te gedragen. Voorbeel<strong>de</strong>nzijn websites waarbij verschillen<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren of diensten kunnen wor<strong>de</strong>nvergeleken. Daarbij gaat het niet alleen om het vergelijken van mobiele telefoonabonnementen,maar ook om <strong>de</strong> beste schoolkeuze of benchmarks van ziekenhuizen.De overheid probeert bijvoorbeeld door mid<strong>de</strong>l van voorlicht<strong>in</strong>gscampagnesconsumenten meer bewust te maken van het belang om <strong>de</strong> juiste energieleverancierte kiezen of om een geschikte zorgverzekeraar te selecteren. De ontwikkel<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong>rgelijke <strong>in</strong>strumenten gebeurt overigens niet alleen door <strong>de</strong> overheid:diverse organisaties hou<strong>de</strong>n zich bezig met het verstrekken van <strong>in</strong>formatie om hetkeuzeproces te faciliteren. Daarbij gaat het lang niet altijd om <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong>prijs. De Eerlijke Bankwijzer (ontwikkeld door een aantal niet-gouvernementeleorganisaties (ngo’s)) geeft bijvoorbeeld <strong>in</strong>formatie over het beleid van banken ophet gebied van maatschappelijk verantwoord on<strong>de</strong>rnemen. Deze <strong>in</strong>strumentendienen ertoe om consumenten bewust te maken van hun rol als kritische afnemer,<strong>in</strong> <strong>de</strong> hoop hiermee via marktwerk<strong>in</strong>g maatschappelijk verantwoor<strong>de</strong>lijk han<strong>de</strong>lente stimuleren.


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g53Daarnaast zijn er maatregelen genomen om <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> consument tenopzichte van aanbie<strong>de</strong>rs te verstevigen. Belangrijk <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze context is <strong>de</strong> versterk<strong>in</strong>gvan diverse regels omtrent consumentenbescherm<strong>in</strong>g (bijv. <strong>de</strong> Wet handhav<strong>in</strong>gconsumentenbescherm<strong>in</strong>g uit 2006). 3 Het doel van <strong>de</strong>ze regelgev<strong>in</strong>g is om <strong>de</strong>consument te beschermen tegen onveilige aankopen of tegen mislei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatieover een product of dienst. De Consumentenautoriteit (opgericht <strong>in</strong> 2007,na aanvaard<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> wet) is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> handhav<strong>in</strong>gvan regels <strong>in</strong>zake <strong>de</strong> consumentenbescherm<strong>in</strong>g en doet dit door mid<strong>de</strong>l van <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>gaan consumenten en (<strong>in</strong> geval van overtred<strong>in</strong>g) mid<strong>de</strong>ls hetuit<strong>de</strong>len van een last on<strong>de</strong>r dwangsom of boetes aan bedrijven (Van Boom enR<strong>in</strong>kes 2006). 4 Ook an<strong>de</strong>re overheidsorganisaties (zoals <strong>de</strong> Autoriteit F<strong>in</strong>anciëleMarkten, <strong>de</strong> Energiekamer en <strong>de</strong> opta) hebben als taak te letten op <strong>de</strong> positie vanconsumenten <strong>in</strong> <strong>de</strong> markten waarop zij toezicht hou<strong>de</strong>n. Kortom, <strong>de</strong> overheidtracht met diverse regels en toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>in</strong>stanties <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> consumentte versterken.Ook <strong>de</strong> positie van werknemers is <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia veran<strong>de</strong>rd. Dat marktwerk<strong>in</strong>gook repercussies heeft voor mensen <strong>in</strong> hun hoedanigheid van werknemer,heeft lange tijd relatief we<strong>in</strong>ig aandacht gehad. Pas vanaf 2007 is on<strong>de</strong>r drukvan <strong>de</strong> vakbon<strong>de</strong>n meer aandacht gekomen voor <strong>de</strong> gevolgen voor <strong>de</strong> positie vanwerknemers, wat on<strong>de</strong>r meer tot uitdrukk<strong>in</strong>g is gekomen <strong>in</strong> evaluatiestudies(zie bijv. M<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken 2008a; ser 2010a). In sectoren diezijn blootgesteld aan meer marktprikkels wor<strong>de</strong>n werknemers meer afgerekendop het behalen van targets. Daarnaast veran<strong>de</strong>rt bij privatiser<strong>in</strong>g van overheidsbedrijvenook <strong>de</strong> rechtspositie van <strong>de</strong> werknemers. Meer <strong>in</strong> het algemeen issprake van een toenemen<strong>de</strong> flexibiliser<strong>in</strong>g van arbeid. Doordat <strong>de</strong> arbeidsrelatie<strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate van kortere duur wordt, krijgt <strong>de</strong> werknemer ook eenan<strong>de</strong>re oriëntatie ten opzichte van <strong>de</strong> werkgever en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met hetbedrijf.Een hieraan gerelateerd punt is <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> positie en rol van professionals<strong>in</strong> diverse vermarkte sectoren. In bijvoorbeeld <strong>de</strong> advocatuur, het notariaat,<strong>de</strong> zorg en het on<strong>de</strong>rwijs krijgen professionals te maken met marktmechanismen.Net als <strong>de</strong> consument moet ook <strong>de</strong> professional vaak nog leren hiermee om te gaan(wrr 2004). Op <strong>de</strong> werkvloer moet men bedrijfsmatiger te werk gaan. Zorgverlenen<strong>de</strong>professionals moeten zich meer dan voorheen richten op <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciëleaspecten van hun dienstverlen<strong>in</strong>g (Aar<strong>de</strong>n et al. 2011; Zui<strong>de</strong>rent et al. 2011). Liberaliser<strong>in</strong>g<strong>in</strong> bepaal<strong>de</strong> sectoren heeft als gevolg dat sommige samenwerk<strong>in</strong>gsvormenen afspraken tussen professionals tegen het licht wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n. Samenwerk<strong>in</strong>gsvormendie neigen naar kartelvorm<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n aangepakt en professionals <strong>in</strong>bijvoorbeeld <strong>de</strong> advocatuur en het notariaat moeten <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate reken<strong>in</strong>ghou<strong>de</strong>n met concurrentie van ‘buitenaf’.


54 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gAn<strong>de</strong>re betrokkenheidOok <strong>de</strong> betrokkenheid van actoren bij het behartigen van publieke belangen isveran<strong>de</strong>rd. Er wordt meer <strong>in</strong>gezet op <strong>de</strong> consument om publieke belangen tebehartigen. De kritische consument is bij uitstek <strong>de</strong>gene die ‘<strong>de</strong> tucht van <strong>de</strong>markt’ kan uitoefenen en bedrijven kan aanzetten tot betere prestaties. De ‘falen<strong>de</strong>consument’ (Van Damme 2007) die niet goed <strong>de</strong> ‘tucht van <strong>de</strong> markt’ uitoefentkan <strong>de</strong>rhalve een probleem zijn voor zowel het succes van marktwerk<strong>in</strong>gsbeleidals voor <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van publieke belangen.Met name <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorheen publieke sectoren is een directere vorm van betrokkenheidvan burgers ontstaan. Waar mensen voorheen nogal <strong>in</strong>direct betrokkenwaren bij <strong>de</strong> organisatie van sectoren door het kunnen uitbrengen van een stem ofdoor het organiseren van belangengroepen (voice), heeft het exit-mechanisme aanbelang gewonnen, waarbij <strong>de</strong> consument met <strong>de</strong> voeten stemt. We zien hier danook een verschuiv<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>putstur<strong>in</strong>g naar outputstur<strong>in</strong>g en een verschuiv<strong>in</strong>g vancollectieve <strong>in</strong>spraak naar <strong>in</strong>dividuele keuze.Consumenten letten hierbij echter niet alleen op <strong>de</strong> portemonnee of <strong>de</strong> kwaliteitvan het product. Diverse an<strong>de</strong>re aspecten kunnen een rol spelen, zoals op welkemanier het product tot stand is gekomen of wat voor reputatie het bedrijf heeft.Consumenten kunnen hun maatschappelijke betrokkenheid uiten door hetboycotten van producten van bedrijven die onwenselijke activiteiten hebbenontplooid. Zo werd Shell medio jaren negentig, nadat was aangekondigd om hetolieopslagplatform Brent Spar <strong>in</strong> zee af te z<strong>in</strong>ken, hard getroffen door een consumentenboycot<strong>in</strong> on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Duitsland en Ne<strong>de</strong>rland. Die ervar<strong>in</strong>g heeft b<strong>in</strong>nenhet bedrijf tot <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> bedrijfswijzig<strong>in</strong>gen geleid (Fombrun en R<strong>in</strong>dova2000). Ook diverse an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>ternationaal opereren<strong>de</strong> bedrijven wer<strong>de</strong>n doorzulke protesten tot koerswijzig<strong>in</strong>gen gedwongen.In <strong>de</strong> praktijk blijkt voorts dat burgers via diverse samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>nbetrokken zijn bij het vormgeven van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> sectoren <strong>in</strong>het algemeen en bij het functioneren van marktmechanismen <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r. Zokunnen ngo’s, die <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia <strong>in</strong> aantal enorm zijn toegenomen, eengrote <strong>in</strong>vloed uitoefenen op het han<strong>de</strong>len van bedrijven. Deze organisaties – vaakop bovennationaal niveau actief – trachten <strong>in</strong> veel gevallen een bepaald belang tebehartigen en gebruiken daartoe diverse mid<strong>de</strong>len. Zij versprei<strong>de</strong>n <strong>in</strong>formatieover het gedrag van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen (om zo consumenten, <strong>in</strong>vesteer<strong>de</strong>rs, werknemersen overhe<strong>de</strong>n tot actie te stimuleren) en werken <strong>in</strong> tal van gevallen ooksamen met bedrijven om tot betere uitkomsten te komen. Zo zijn er diverse‘Ron<strong>de</strong> Tafels’ georganiseerd waar<strong>in</strong> bedrijven, ngo’s en vertegenwoordigers vanoverhe<strong>de</strong>n gezamenlijk standaar<strong>de</strong>n ontwikkelen over <strong>de</strong> sociale en milieuaspectenvan <strong>de</strong> vervaardig<strong>in</strong>g van bepaal<strong>de</strong> producten (bijv. soja, hout, cacao, vis enpalmolie).


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g55Ook an<strong>de</strong>re samenwerk<strong>in</strong>gsvormen zijn belangrijk bij het vormgeven van maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g. Zo hebben organisaties van medisch specialisten een<strong>in</strong>vloedrijke stem gehad bij <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> markt voor gezondheidszorgdoor hun bijdrage aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van diagnose-behan<strong>de</strong>lcomb<strong>in</strong>aties (dbc’s):dat zijn co<strong>de</strong>s die een bepaald, gemid<strong>de</strong>ld zorgtraject beschrijven. Op basis van<strong>de</strong>ze dbc’s kon<strong>de</strong>n vervolgens on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n tussen ziekenhuizenen verzekeraars over <strong>de</strong> <strong>in</strong>koop van zorg (zie hoofdstuk 3). Ook spelen professioneleorganisaties een rol bij kwaliteitshandhav<strong>in</strong>g, bijvoorbeeld door professionelestandaar<strong>de</strong>n en opleid<strong>in</strong>gseisen <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg, advocatuur en het notariaat.De sociale partners hebben nog altijd een belangrijke <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>gvan sociaal-economisch beleid.2.5 het maatschappelijk <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gHet marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid heeft aanleid<strong>in</strong>g gegeven tot discussies over uiteenlopen<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rwerpen. Rond tal van marktwerk<strong>in</strong>gsoperaties zijn <strong>de</strong>batten op ganggekomen over <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> prom<strong>in</strong>entere rol van marktmechanismen <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaadheeft geleid tot grotere efficiëntie, en over <strong>de</strong> kwestie <strong>in</strong> hoeverre publieke belangenals kwaliteit en toegankelijkheid van goe<strong>de</strong>ren en diensten afdoen<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>ngeborgd. Gezien <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen die zich <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>ghebben voorgedaan, zal het echter geen verbaz<strong>in</strong>g wekken dat <strong>de</strong> maatschappelijkediscussie niet tot <strong>de</strong>ze vraagstukken beperkt is gebleven. Het <strong>de</strong>bat richt zich ookop diverse an<strong>de</strong>re gevolgen: op <strong>de</strong> effecten van nieuwe vormen van bedrijfsorganisatie;op <strong>de</strong> effecten van veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen voor burgers <strong>in</strong> hun rol als consument,werknemer, of professional; en op <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> overheid om <strong>in</strong>vloeduit te oefenen op economische bedrijvigheid om zo publieke belangen te behartigen.Het <strong>de</strong>bat waaiert gaan<strong>de</strong>weg en zeker na 2000 uit naar verschei<strong>de</strong>ne aspectenvan <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g.2.5.1 effecten van marktmechanismen op welvaart, efficiëntie,kwaliteit en toegankelijkheidMarktwerk<strong>in</strong>g en toenemen<strong>de</strong> welvaartVele studies hebben <strong>de</strong> positieve werk<strong>in</strong>g die uitgaat van een versterk<strong>in</strong>g vanmarktmechanismen benadrukt. 5 Zo zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> geaggregeer<strong>de</strong> productie en uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk<strong>de</strong> werkgelegenheid positief wor<strong>de</strong>n beïnvloed door marktwerk<strong>in</strong>g (zie bijv.Nickell 1996; Haffner en Van Bergeijk 1997; Lever 1997; Griffith 2001). Vaak is ookmeer <strong>in</strong> het algemeen gewezen op <strong>de</strong> successen van markteconomieën ten opzichtevan planeconomieën (hierbij wordt vaak gewezen op het failliet van het communisme)<strong>in</strong> het stimuleren van duurzame economische groei (bijv. Shleifer 1998).De overkoepelen<strong>de</strong> stell<strong>in</strong>g is steevast geweest dat meer marktwerk<strong>in</strong>g hoe dan ookleidt tot een toename van (maatschappelijke) welvaart.


56 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gHet blijkt <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk echter lastig om vast te stellen of dit daadwerkelijk hetgeval is. Een van <strong>de</strong> problemen betreft <strong>de</strong> meetbaarheid van effecten. De counterfactual– wat zou er gebeurd zijn als m<strong>in</strong><strong>de</strong>r was <strong>in</strong>gezet op het versterken vanmarktmechanismen? – is natuurlijk zeer lastig te bepalen. Maar ook an<strong>de</strong>re vragendoemen op. Wanneer is er sprake van toegenomen welvaart, wanneer vanwelvaartsverlies? Gangbare maten voor welvaartsgroei vormen het bruto nationaal<strong>in</strong>komen en het bbp. 6 Daarvoor bestaan goe<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen. Zo bestaat er empirischeen zekere correlatie tussen <strong>de</strong>ze maten en an<strong>de</strong>re plausibele <strong>in</strong>dicatorenvoor welvaart, welzijn en levensstandaard. De bezwaren ertegen zijn echter ookbekend (Stiglitz, Sen en Fitoussi 2009). Ongeprijs<strong>de</strong> activiteiten blijven buitenbeschouw<strong>in</strong>g. De kosten van het <strong>in</strong> <strong>de</strong> file staan, van het opruimen van vervuil<strong>in</strong>gen van slepen<strong>de</strong> juridische conflicten zorgen voor een hoger bbp. Een land datover schaarse grondstoffen beschikt en die uitbaat, verhoogt zijn bbp; maar dat dittot uitputt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bron leidt en op <strong>de</strong>n duur <strong>de</strong> basis van <strong>de</strong> productiviteiton<strong>de</strong>rmijnt, telt niet mee. Zulke constater<strong>in</strong>gen hebben twijfel doen rijzen over<strong>de</strong> geschiktheid van het nationaal <strong>in</strong>komen en bbp als geëigen<strong>de</strong> <strong>in</strong>dicatoren. En iseen land met we<strong>in</strong>ig rijken en vele armen werkelijk even welvarend als een landmet een overeenkomstig nationaal <strong>in</strong>komen dat een meer egalitaire <strong>in</strong>komensver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gkent (Sen 1979)?Om toch een ka<strong>de</strong>r voor een beleidsdiscussie te ontwikkelen is <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopenjaren dan ook <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> discussie over <strong>de</strong> bruikbaarheid van <strong>de</strong>gangbare economische maten begonnen en zijn voorstellen ontwikkeld voor eenan<strong>de</strong>re aanpak (Stiglitz, Sen en Fitoussi 2009; cae en sbge 2010; Gertner 2010).Door het World Institute for Development Economics Research (wi<strong>de</strong>r) warenreeds eer<strong>de</strong>r <strong>in</strong>dicatoren voor kwaliteit van leven ontwikkeld die meer-dimensionele<strong>in</strong>ternationale vergelijk<strong>in</strong>gen mogelijk maken (Nussbaum en Sen 1993,Nussbaum 2011). Deze <strong>in</strong>itiatieven hebben echter weer hun eigen <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie- enmeetproblemen en hebben vooralsnog moeite om een a<strong>de</strong>quaat alternatief tebie<strong>de</strong>n voor het bbp als <strong>in</strong>dicator van maatschappelijke welvaart.Marktmechanismen en efficiëntieAls we niet kijken naar maatschappelijke welvaart, maar <strong>in</strong>zoomen op specifiekesectoren, zien we dat op het gebied van efficiëntie veelvuldig <strong>de</strong> successen van‘meer markt’ zijn belicht. Zo conclu<strong>de</strong>ert het door het m<strong>in</strong>isterie van EconomischeZaken uitgevoer<strong>de</strong> On<strong>de</strong>rzoek marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid (M<strong>in</strong>isterie van EconomischeZaken 2008a) over <strong>de</strong> effecten van marktwerk<strong>in</strong>gsoperaties op <strong>de</strong> doelmatigheid<strong>in</strong> elf sectoren dat over het algemeen <strong>de</strong> gevolgen voor <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> typen efficiëntiepositief zijn (zie Box 2.1 over typen efficiëntie). Vanwege <strong>de</strong> methodologischeproblemen van het on<strong>de</strong>rzoek wordt echter ook geconstateerd dat het “nietmogelijk is om een causale relatie te leggen tussen het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid en <strong>de</strong>beschreven ontwikkel<strong>in</strong>gen. De uitkomsten wor<strong>de</strong>n namelijk tevens beïnvloeddoor externe omstandighe<strong>de</strong>n, zoals technologische vooruitgang of veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g57consumentenvoorkeuren. Het effect van het beleid respectievelijk <strong>de</strong> externeomstandighe<strong>de</strong>n kunnen niet van elkaar wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n” (M<strong>in</strong>isterie vanEconomische Zaken 2008a: 9). An<strong>de</strong>ren menen dat op basis van <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationaleliteratuur een verband tussen marktconcurrentie en efficiëntie kan wor<strong>de</strong>n aangetoond(zie bijv. Van Damme 2001; Baarsma en Theeuwes 2009).Box 2.1Verschillen<strong>de</strong> typen efficiëntieAllocatieve efficiëntie wordt bereikt doordat producenten goe<strong>de</strong>ren of diensten aanbie<strong>de</strong>n voor eenprijs die <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het product voor <strong>de</strong> consument reflecteert. Van allocatieve efficiënte isdus sprake <strong>in</strong>dien producenten <strong>de</strong> gewenste producten, aan <strong>de</strong> juiste consumenten, tegen <strong>de</strong> juisteprijs leveren. Productieve efficiëntie wordt bereikt als, aangejaagd door concurrentie <strong>in</strong> een specifiekeproductmarkt, aanbie<strong>de</strong>rs komen tot <strong>de</strong> laagst mogelijke kosten voor een product (met <strong>de</strong>metafoor van ‘survival of the fittest’ (Alchian 1950)). Allocatieve en productieve efficiëntie wor<strong>de</strong>nsamen ook wel statische efficiëntie genoemd. In tegenstell<strong>in</strong>g tot allocatieve en productieve efficiëntie,waarvan sprake is als met bestaan<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len een beter resultaat wordt behaald, gaat hetbij dynamische efficiëntie juist om <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van nieuwe mid<strong>de</strong>len: <strong>in</strong>novatie. De belofte van<strong>de</strong> markt is dat concurrentie <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met vrije prijsvorm<strong>in</strong>g <strong>de</strong>ze ‘efficiënties’ bevor<strong>de</strong>rt.Deze positieve gelui<strong>de</strong>n hebben echter <strong>de</strong> nodige kritische tegengelui<strong>de</strong>nontmoet. Hoewel <strong>de</strong> doelmatigheidsbeloftes <strong>in</strong> veel beleidsdocumenten wor<strong>de</strong>ngenoemd, valt daar het nodige op aan te merken. Zo kan statische efficiëntie <strong>in</strong>strijd zijn met dynamische efficiëntie (Aghion et al. 2005), bijvoorbeeld waaron<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen door scherpe concurrentieverhoud<strong>in</strong>gen onvoldoen<strong>de</strong> w<strong>in</strong>stenkunnen genereren om te kunnen <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> <strong>in</strong>novatie. Daardoor komt <strong>de</strong>kennisontwikkel<strong>in</strong>g op lange termijn die <strong>de</strong> dynamische efficiëntie bevor<strong>de</strong>rt nietgoed tot stand <strong>in</strong> markten (Romer 1986; 1990; 1994). In <strong>de</strong> praktijk is het dan ookbuitengewoon lastig efficiëntie-effecten te evalueren. De overzichtsstudie vanTeul<strong>in</strong>gs en De Bijl (2008) laat zien dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse marktwerk<strong>in</strong>gsoperaties<strong>de</strong> vraagtekens met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> dynamische efficiëntietalrijker zijn dan <strong>de</strong> bevestig<strong>de</strong> positieve effecten op het vlak van <strong>de</strong> statische efficiëntie.Deze vraagtekens met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> effecten van marktwerk<strong>in</strong>g opdynamische efficiëntie wor<strong>de</strong>n breed ge<strong>de</strong>eld (Kuttner 1996; Amendola en Gaffard2007; Nooteboom 2008). Deze ondui<strong>de</strong>lijkheid is significant: dynamische efficiëntiebrengt namelijk waarschijnlijk grotere welvaartseffecten met zich mee danstatische efficiëntie (Joskow 2005).Er zijn ook <strong>de</strong> nodige kantteken<strong>in</strong>gen geplaatst bij <strong>de</strong> bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong>empirische studies. Zo zijn veel van <strong>de</strong>ze studies gericht op regio’s enomstandighe<strong>de</strong>n die veraf staan van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse en eu-beleidscontext. On<strong>de</strong>rzoekdat bijvoorbeeld aantoont dat private bedrijven <strong>in</strong> Oost-Europa beter presterendan voormalige communistische organisaties is, zoals Van Damme (2001)


58 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gopmerkt, van beperkte waar<strong>de</strong>. Daarbij is er ook op gewezen dat enkel en alleenhet empirische gegeven dat het versterken van concurrentie en het vrijlaten vanprijzen zullen lei<strong>de</strong>n tot betere prestaties, nog we<strong>in</strong>ig zegt over welke voorwaar<strong>de</strong>n<strong>de</strong> overheid daarvoor moet scheppen, welke beleids<strong>in</strong>strumenten zou<strong>de</strong>nmoeten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet en wat <strong>de</strong> rol van an<strong>de</strong>re actoren bij het realiseren vansuccessen is.Het blijkt, zelfs als <strong>de</strong> discussie tot economische <strong>in</strong>dicatoren beperkt wordt, almet al lastig om vast te stellen wat marktwerk<strong>in</strong>gsoperaties precies gebrachthebben (Teul<strong>in</strong>gs en De Bijl 2008: 33). Naast <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> methodologischeproblemen dien<strong>de</strong> zich keer op keer het probleem aan dat relevante gegevensontbraken. Niet alleen is vaak verzuimd nulmet<strong>in</strong>gen te verrichten, maar vaakbleek ook pas achteraf dat bepaal<strong>de</strong> gegevens relevant zijn en dus verzameldhad<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>n. Ook dreig<strong>de</strong> al snel het gevaar dat <strong>de</strong> beschikbaarheidvan data gaat bepalen welke <strong>in</strong>dicatoren voor publieke belangen wor<strong>de</strong>ngebruikt, <strong>in</strong> plaats van <strong>de</strong> relevantie van data voor het vaststellen van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gvan het <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> publieke belang (ser 2010a: 10).Marktmechanismen en <strong>de</strong> publieke belangen toegankelijkheid en kwaliteitNaast het vraagstuk of marktmechanismen welvaart en efficiëntie bevor<strong>de</strong>ren,is een punt van discussie wat <strong>de</strong> gevolgen daarvan zijn voor publieke belangenzoals kwaliteit en toegankelijkheid van diensten en goe<strong>de</strong>ren. De eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong>evaluatie van het m<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken (2008a: 28-29)conclu<strong>de</strong>ert dat kwaliteit en toegankelijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte elf sectoren overhet algemeen goed geborgd zijn: <strong>in</strong> geen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte sectoren blijkt <strong>de</strong>basiskwaliteit te zijn afgenomen en <strong>in</strong> 7 van <strong>de</strong> 11 sectoren is <strong>de</strong> toegankelijkheidgelijk gebleven of toegenomen. In diverse sectoren was dan ook wetgev<strong>in</strong>g opgesteldom <strong>de</strong>ze publieke belangen te borgen (M<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken2008b).Tegelijkertijd is, als het gaat om toegankelijkheid, vaak gewezen op het feit dat<strong>de</strong> markt ‘rantsoeneert’ en dat <strong>de</strong>rhalve niet ie<strong>de</strong>reen van bepaal<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren endiensten gebruik zal kunnen maken. Een gerelateer<strong>de</strong> discussie is <strong>de</strong> vraag bijprivatiser<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> energiesector, <strong>de</strong> posterijen en <strong>de</strong> telecom of <strong>de</strong> lever<strong>in</strong>gszekerheidvan cruciale diensten en producten on<strong>de</strong>r druk zou kunnen komen testaan. Hoewel op korte termijn efficiëntiew<strong>in</strong>sten zou<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>ngeboekt, zou<strong>de</strong>n langetermijnbelangen als <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> vitale <strong>in</strong>frastructurenverwaarloosd kunnen wor<strong>de</strong>n door private partijen (wrr 2008a). Bij discussiesover <strong>de</strong> borg<strong>in</strong>g van kwaliteit wordt beargumenteerd dat <strong>de</strong> kwaliteit vandienstverlen<strong>in</strong>g afneemt bij vermarkt<strong>in</strong>g omdat werkomstandighe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>dienstverleners verslechteren (pique 2009) of omdat er te veel wordt gelet opkostenbespar<strong>in</strong>gen (Piersma 2010). Zo is er bijvoorbeeld een hevige discussiegevoerd over <strong>de</strong> (thuis)zorg en <strong>de</strong> schoonmaakbranche, waarbij het personeel


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g59door hoge werkdruk niet <strong>in</strong> staat zou zijn om <strong>de</strong> kwaliteit te leveren die door <strong>de</strong>consument wordt verwacht (bijv. Abvakabo fnv 2011; Heijne 2011).2.5.2 marktmechanismen en aanbie<strong>de</strong>rsDe maatschappelijke discussie over <strong>de</strong> toegenomen rol van marktmechanismen isechter niet beperkt gebleven tot <strong>de</strong> gevolgen voor verschillen<strong>de</strong> typen efficiëntieof <strong>de</strong> effecten voor <strong>de</strong> consument <strong>in</strong> termen van kwaliteit en toegankelijkheid vangoe<strong>de</strong>ren en diensten. Er is ook discussie gevoerd over <strong>de</strong> vraag of marktmechanismenniet verkeer<strong>de</strong> prikkels creëren bij <strong>de</strong> aanbie<strong>de</strong>rs op <strong>de</strong> markt.Marktprikkels en aanbie<strong>de</strong>rsMarkten wordt <strong>de</strong> eigenschap toegedicht dat ze ‘private vices’ kunnen omzetten <strong>in</strong>‘public virtues’. Want, <strong>in</strong> <strong>de</strong> veel geciteer<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n van Adam Smith (1776: 3): “Itis not from the benevolence of the butcher, the brewer, or the baker that we expectour d<strong>in</strong>ner, but from their regard to their own <strong>in</strong>terest.” Er ontstaat echter vaakcontroverse over <strong>de</strong> vraag <strong>in</strong> hoeverre het stimuleren of uitbuiten van <strong>de</strong>ze ‘privatevices’ wenselijk is. Neem het voorbeeld van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van co2-emissiemarktenwaarbij een markt gecreëerd wordt met als doel om <strong>de</strong> uitstoot van co2 teverm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en zo bij te dragen aan verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> klimaatproblematiek(Van <strong>de</strong>r Salm et al. 2011). Hierbij wordt er dus niet voor gekozen om bedrijven eenlimiet te stellen en overschrijd<strong>in</strong>gen te bestraffen door mid<strong>de</strong>l van bijvoorbeel<strong>de</strong>en boete. De vraag is dan of een co2-markt zo niet gelijktijdig co 2-uitstoot opeen zekere manier legitimeert en dus het effect heeft van turn<strong>in</strong>g a f<strong>in</strong>e <strong>in</strong>to a fee.Terwijl een boete (f<strong>in</strong>e) nog een morele veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g impliceert, heeft een vergoed<strong>in</strong>g(fee) <strong>de</strong>ze morele connotatie niet (San<strong>de</strong>l 1997).‘Markt en moraal’ is een thema dat vele vragen oproept. Het streven naar w<strong>in</strong>st envoortbestaan op <strong>de</strong> markt zou aanbie<strong>de</strong>rs kunnen aanzetten tot gedrag waarvan<strong>de</strong> maatschappelijke wenselijkheid kan wor<strong>de</strong>n betwist. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervanzijn het reduceren of verplaatsen van werkgelegenheid uit kostenoverweg<strong>in</strong>gen,het misbruik maken van marktmacht, onvoldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie geven aan klanten,enzovoort. Deze voorbeel<strong>de</strong>n kunnen zijn ontstaan als <strong>in</strong>herent gevolg vanmarktprikkels – waartegen dan weer mechanismen wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet om dit tevoorkomen (zoals bijv. me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gstoezicht) omdat alternatieven (productiedoor <strong>de</strong> overheid of strenge reguler<strong>in</strong>g) m<strong>in</strong><strong>de</strong>r wenselijk wer<strong>de</strong>n geacht. Kortom,<strong>de</strong> vraag is <strong>in</strong> hoeverre marktprikkels <strong>de</strong> juiste effecten creëren bij <strong>de</strong> aanbie<strong>de</strong>r(s).In <strong>de</strong> <strong>de</strong>batten hierover wordt ook een discussie gevoerd over <strong>de</strong> reikwijdte vanmarktmechanismen. Zo is er <strong>de</strong> discussie geweest of sommige sectoren – metname dienstverlen<strong>in</strong>gssectoren zoals zorg en on<strong>de</strong>rwijs – zich eigenlijk wel lenenvoor <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van marktmechanismen. Een beken<strong>de</strong> controverse is <strong>de</strong> rolvan marktprikkels <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg. Zo is gesteld dat “[d]e aard van <strong>de</strong> zorg, gekenmerkt


60 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gdoor een <strong>in</strong>termenselijk gebeuren vanuit een gevoel van barmhartigheid, (…) nietbij een markt [past]” (Wetenschappelijk Bureau sp 2005: 37). An<strong>de</strong>ren betwistendit standpunt en stellen dat marktmechanismen best een rol kunnen spelen <strong>in</strong> ditsoort sectoren: “Wat <strong>in</strong> <strong>de</strong> plannen voor een nieuw zorgstelsel wordt beoogd isallerm<strong>in</strong>st vrije marktwerk<strong>in</strong>g, maar een vorm van gereguleer<strong>de</strong> concurrentie.Daarbij gaat het niet om een markt waar<strong>in</strong> dokters op elke hoek van <strong>de</strong> straatreclame maken voor hun diensten” (Schut 2003: 4). Het is dus dui<strong>de</strong>lijk dat eronenigheid bestaat welk bereik marktmechanismen moeten hebben en dat hierbijhet karakter van <strong>de</strong> te verlenen dienst een belangrijke overweg<strong>in</strong>g vormt.Wiens belang behartigt <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g?De discussie over <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g is met name s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciëlecrisis opgelaaid. Boot (2009) stelt dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia het perspectief opon<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen is veran<strong>de</strong>rd. Zij wor<strong>de</strong>n niet langer gezien als waar<strong>de</strong> creëren<strong>de</strong>gemeenschappen, maar eer<strong>de</strong>r als opsplitsbare verzamel<strong>in</strong>gen van economische<strong>in</strong>strumenten. Veel on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen zou<strong>de</strong>n daarnaast footloose zijn gewor<strong>de</strong>n,met een m<strong>in</strong>imale b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> plek van vestig<strong>in</strong>g en een te grote oriëntatie opkoersstijg<strong>in</strong>gen op korte termijn (Maat et al. 2010).Zo is <strong>de</strong> afgelopen tijd het ‘aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rskapitalisme’ on<strong>de</strong>r druk komen testaan. De vraag is <strong>in</strong> hoeverre het belang van <strong>de</strong> aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs bij beursgenoteer<strong>de</strong>bedrijven nog <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g is met het belang van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen/of het belang van <strong>de</strong> maatschappij. De mo<strong>de</strong>rne aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>r is aanzienlijkm<strong>in</strong><strong>de</strong>r gebon<strong>de</strong>n aan het bedrijf (en <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g daarvan) dan <strong>de</strong> vroegereaan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs of <strong>de</strong> eigenaars van een familiebedrijf. In high frequency trad<strong>in</strong>gwisselen aan<strong>de</strong>len razendsnel van eigenaar. Waar van fondsbelegg<strong>in</strong>gen sprake is,zal een aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>r vaak niet weten van welk bedrijf hij zich eigenaar magnoemen. En wie op <strong>de</strong> beurs short gaat, heeft zelfs belang bij neergang van <strong>de</strong>aan<strong>de</strong>lenkoers van een bedrijf. 7 Aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs met een gediversifieerd aan<strong>de</strong>lenportfoliohebben bovendien belang bij een risicovolle, op <strong>de</strong> korte termijngeoriënteer<strong>de</strong> strategie van het management, omdat dit over het algemeen hetmeeste ren<strong>de</strong>ment oplevert (Goodhart 2010). Zelfs als het misgaat, is het commitmentvan <strong>de</strong> aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>r beperkt. Zijn aansprakelijkheid is wettelijk beperkt:bij faillissement verliest hij maximaal zijn <strong>in</strong>zet, maar hij draait niet op voor eventueleoverige (maatschappelijke) scha<strong>de</strong>. Dat beursgenoteer<strong>de</strong> bedrijven niet perse focussen op <strong>de</strong> lange termijn en op cont<strong>in</strong>uïteit van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g, bleek <strong>in</strong>menig schandaal dat <strong>de</strong> kranten bereikte. Mark-to-marketwaar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en renumeratiestructurenbleken <strong>in</strong> diverse gevallen aan te zetten tot ‘<strong>de</strong>structief’ (Chang2010b), op (dag)koersen georiënteerd, bedrijfsbeleid, waarbij te veel divi<strong>de</strong>ndwerd uitgekeerd en te we<strong>in</strong>ig werd geher<strong>in</strong>vesteerd, (te) grote overnames wer<strong>de</strong>ngedaan of an<strong>de</strong>re onverantwoor<strong>de</strong> risico’s wer<strong>de</strong>n genomen.


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g61Juridisch gesproken is <strong>de</strong> aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>r uiteraard <strong>de</strong> eigenaar van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g.Maar on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen hebben meer stakehol<strong>de</strong>rs, bijvoorbeeld <strong>de</strong> werknemersof <strong>de</strong> maatschappelijke omgev<strong>in</strong>g. Wie vanuit dit bre<strong>de</strong>re perspectiefbezien <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g representeert is niet evi<strong>de</strong>nt. Waar moet het belang van<strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit en <strong>de</strong> maatschappelijke omgev<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n belegd? Vergelekenmet werknemers kunnen aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs hun belang <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen relatiefeenvoudig afdanken en zij zullen daarom m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gecommitteerd zijn aanhet langetermijnpresteren van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g en aan hun maatschappelijke<strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g (Chang 2010b: 21). Het management van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen wisseltrelatief vaak: <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> tijd waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> top van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Europa<strong>de</strong> scepter zwaait blijkt uit on<strong>de</strong>rzoek ongeveer zes jaar te zijn (Karlsson et al.2008). In toenemen<strong>de</strong> mate wor<strong>de</strong>n buitenlandse bestuur<strong>de</strong>rs aangesteld vanwie verwacht kan wor<strong>de</strong>n dat zij m<strong>in</strong><strong>de</strong>r oog zullen hebben voor <strong>de</strong> publiekebelangen die op lokaal en nationaal niveau spelen. Het management heeftbovendien eigen belangen (Galbraith 1967). Dat door nieuwe corporate governance-regel<strong>in</strong>genhun belangen <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen jaren meer <strong>in</strong> lijn zijn gebrachtmet die van aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs biedt (gezien het bovengenoem<strong>de</strong> argument) nietheel veel soelaas. Als cont<strong>in</strong>uïteit als criterium genomen wordt zou<strong>de</strong>n lagerewerknemers feitelijk <strong>de</strong> eerstaangewezenen zijn – zij zijn het m<strong>in</strong>st mobiel.Dat publieke belangen bij hen <strong>in</strong> goe<strong>de</strong> han<strong>de</strong>n zijn spreekt echter evenm<strong>in</strong>vanzelf.De opkomst van nieuwe f<strong>in</strong>anciële spelers zoals hedge funds en private equityfondsen,die <strong>in</strong>vloed uitoefenen op het functioneren van bedrijven, is ookon<strong>de</strong>rwerp van discussie gewor<strong>de</strong>n. Hedge funds met een kle<strong>in</strong> aan<strong>de</strong>el <strong>in</strong>een bedrijf kunnen bedrijven aanzetten tot risicovolle strategieën. Dit bleekbijvoorbeeld uit <strong>de</strong> overname van abn amro door het consortium van RoyalBank of Scotland, Fortis en Banco Santan<strong>de</strong>r, die werd <strong>in</strong>geleid en gestimuleerddoor hedge fund ‘The Children’s Investment’ (tci). Private equity-fondsen<strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> niet-beursgenoteer<strong>de</strong> bedrijven (of halen bedrijven van <strong>de</strong> beurs)<strong>in</strong> <strong>de</strong> hoop <strong>de</strong>ze bedrijven b<strong>in</strong>nen een aantal jaren met w<strong>in</strong>st door te verkopen.Er is veel discussie geweest over <strong>de</strong> strategie van <strong>de</strong>ze fondsen (zie Boot enCools 2007), omdat <strong>de</strong> opgekochte bedrijven vaak wor<strong>de</strong>n overla<strong>de</strong>n metschul<strong>de</strong>n en sterk wor<strong>de</strong>n afgeslankt. Critici menen dat dit type <strong>in</strong>vesteer<strong>de</strong>rshoofdzakelijk focust op w<strong>in</strong>stgevendheid op korte termijn, we<strong>in</strong>ig oog heeftvoor <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong>ze w<strong>in</strong>stgevendheid tot stand komt en zich er nietvoor <strong>in</strong>zet dat het goed functioneren van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g op lange termijngewaarborgd is (zie bijv. Tamm<strong>in</strong>ga 2011). An<strong>de</strong>ren stellen daartegenover datprivate equity-fondsen voor liquiditeit en <strong>in</strong>novatie zorgen door <strong>in</strong> bedrijvente <strong>in</strong>vesteren waar an<strong>de</strong>ren zich niet aan wagen (De Jong et al. 2007: 74), ofbeargumenteren dat <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>vesteer<strong>de</strong>rs als eigenaar van het bedrijf wel <strong>de</strong>gelijkeen langetermijnhorizon hebben (Boot 2009: 117).


62 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gMomenteel speelt een meer specifieke discussie <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland over <strong>de</strong> wenselijkheidvan externe aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs van organisaties <strong>in</strong> semipublieke sectoren, metname <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg. De vraag is daarbij of zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen risicodragend kapitaalmogen aantrekken en <strong>de</strong>rhalve ook w<strong>in</strong>st mogen uitkeren (en failliet kunnengaan). Het huidige kab<strong>in</strong>et ontwikkelt plannen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richt<strong>in</strong>g. Voorstan<strong>de</strong>rs stellendat door <strong>de</strong>rgelijke maatregelen <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële positie van <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genaanzienlijk kan verbeteren (Kerste en Kok 2010). Critici zeggen dat het uitkerenvan w<strong>in</strong>st perverse prikkels kan opleveren die onwenselijke effecten kunnenhebben. Daarnaast wordt gesteld dat ondui<strong>de</strong>lijk is op welke manier externeaan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs zich zullen gaan gedragen en welke eisen zullen wor<strong>de</strong>n gesteldaan het ziekenhuisbestuur (Nooteboom 2009).2.5.3 marktmechanismen en consumenten, werknemers enprofessionalsEr zijn ook <strong>de</strong>batten gevoerd over <strong>de</strong> effecten van marktmechanismen op burgers<strong>in</strong> hun rol als consumenten, werknemers en professionals.Marktprikkels en vragersHet feit dat mensen steeds vaker geacht wor<strong>de</strong>n zich als ‘consument’ op te stellen,heeft <strong>de</strong> vraag opgeroepen of het wel wenselijk is dat <strong>de</strong> burger zich <strong>in</strong> steedsmeer dome<strong>in</strong>en gaat gedragen als consument. Leidt dat niet tot ver<strong>de</strong>re <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>gen fragmentariser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g en tot afbraak van solidariteit?Daarnaast is aangedragen dat <strong>in</strong>dividueel rationeel gedrag, op macroniveautot een ongewenste uitkomst kan lei<strong>de</strong>n. Een ‘bankrun’ is hier een bekend voorbeeldvan.Daarenboven blijken mensen <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk niet altijd te willen of te kunnen kiezenof maken zij keuzes die <strong>in</strong> strijd lijken te zijn met hun eigen (langetermijn)belangen(zie Tiemeijer et al. 2009). En kunnen we wel omgaan met heel veel keuzevrijheid?Is het wel wenselijk dat we kunnen kiezen tussen tientallen verschillen<strong>de</strong>pensioenvarianten, zorgverzeker<strong>in</strong>gspakketten, hypotheekvormen, telefoonabonnementen,schoolopleid<strong>in</strong>gen, enzovoort? Voorheen koos <strong>de</strong> overheid voorons of reguleer<strong>de</strong> ze <strong>de</strong> markt zodanig dat het aantal beschikbare varianten vanproducten beperkt was. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant wordt beargumenteerd dat keuzevrijheidvan groot belang is en dat een goed functioneren<strong>de</strong> markt dit bij uitstek kanbehartigen.Positie van <strong>de</strong> werknemerDe verschuiven<strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gen van markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g hebben hunweerslag gehad op <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> werknemer en werknemersverban<strong>de</strong>n. Overheidsbeleiddat voorheen expliciet gericht was op maximale werkgelegenheid islangzamerhand verschoven <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van overheidsbeleid gericht op econo-


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g63mische stabiliteit en nationaal ‘concurrentievermogen’. Loonmatig<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong>mate gelegitimeerd door te verwijzen naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale ‘concurrentiepositie’(Hendriks 2010: 211-216). In een globaliseren<strong>de</strong> economie is <strong>de</strong> positie vanwerknemers <strong>in</strong> sectoren die hier veel <strong>in</strong>vloed van on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n er niet per se beterop gewor<strong>de</strong>n (ser 2008a: 49-50). Uit <strong>in</strong>ternationaal vergelijkend on<strong>de</strong>rzoek naar<strong>de</strong> post, ziekenhuiszorg, energievoorzien<strong>in</strong>g en het streekvervoer <strong>in</strong> zes Europeselidstaten blijkt dat om productiviteitsverhog<strong>in</strong>g te bereiken veel on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> voorkeur gaven aan het verlagen van lonen. Om op secundaire arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>nte bezu<strong>in</strong>igen <strong>in</strong>troduceer<strong>de</strong>n ze op grote schaal parttimecontracten(Flecker en Hermann 2009). Productieve efficiëntie komt <strong>in</strong> die situatie dus meteen prijs, namelijk een lager bested<strong>in</strong>gspatroon en baanonzekerheid voor <strong>de</strong>betrokken werknemers en volgens <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers mogelijk ook een toenamevan <strong>de</strong> Europese work<strong>in</strong>g poor (pique 2009).Twistpunt is of <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>gen wel aan marktwerk<strong>in</strong>g kunnen wor<strong>de</strong>ntoegeschreven of dat zij <strong>de</strong> onvermij<strong>de</strong>lijke gevolgen zijn van technologischeveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen en mondialiser<strong>in</strong>g. In sommige vermarkte sectoren – zoals <strong>de</strong> postsector– hebben sectorale werkgelegenheidsontwikkel<strong>in</strong>gen geleid tot protestenvan vakbon<strong>de</strong>n en an<strong>de</strong>re organisaties tegen <strong>de</strong> gedwongen ontslagen. An<strong>de</strong>renwijzen echter op <strong>de</strong> technologische en concurrentiële ontwikkel<strong>in</strong>gen die reorganisatiesonvermij<strong>de</strong>lijk maken (bijv. Baarsma 2011) en benadrukken vervolgenshet belang van sociale vangnetten en een goed werken<strong>de</strong> arbeidsmarkt. Arbeidsomstandighe<strong>de</strong>nzijn ook vaak on<strong>de</strong>rwerp van discussie. In <strong>de</strong> postsector heefteen stevig <strong>de</strong>bat gewoed over <strong>de</strong> arbeidsvoorwaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> postbezorger.In <strong>de</strong> schoonmaakbranche is <strong>de</strong> kritiek geuit dat uit kostenoverweg<strong>in</strong>gen ervoorgekozen werd om m<strong>in</strong><strong>de</strong>r werknemers meer werk te laten doen. De werkgeversverwezen vervolgens naar <strong>de</strong> meedogenloze concurrentie die hen hiertoe dw<strong>in</strong>gt(Stoker 2010).De sterke toename van het aantal zzp’ers heeft ook verschuiv<strong>in</strong>gen van arbeidsmarktrelatiesnaar productmarktrelaties teweeggebracht. Daar waar voorheen activiteitenvan personeel met langetermijnarbeidscontracten wer<strong>de</strong>n gecoörd<strong>in</strong>eerd,wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze activiteiten nu <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate via <strong>de</strong> ‘productmarkt’ gecoörd<strong>in</strong>eerd:zzp’ers leveren een dienst aan hun klant. Het gevaar hiervan is dat <strong>de</strong>juridische en sociaal-economische regel<strong>in</strong>gen die normaal verbon<strong>de</strong>n zijn met <strong>de</strong>arbeidsmarktrelatie, nu door <strong>de</strong> nieuwe productmarktrelatie verloren gaan, metalle na<strong>de</strong>lige gevolgen voor sociale zekerheid en pensioenf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g (zie ser2010b). Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant wordt gesteld dat zzp’ers flexibeler kunnen werken,en door het beter benutten van hun persoonlijke kwaliteiten een positievebijdrage leveren aan <strong>de</strong> welvaart <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Ook biedt <strong>de</strong> positie van zzp’ervoor een toenemend <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> uitker<strong>in</strong>gsgerechtig<strong>de</strong>n een uitweg uit <strong>de</strong> situatievan uitker<strong>in</strong>gsafhankelijkheid (ser 2010b: 32).


64 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gMarkt en professionele waar<strong>de</strong>nDebatten zijn ook ontstaan over <strong>de</strong> effecten van marktmechanismen op hethan<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> professional. Als relaties tussen aanbie<strong>de</strong>rs van diensten en afnemersvia <strong>de</strong> markt gaan verlopen, krijgen die relaties een an<strong>de</strong>re aard dan voorheenen gaan an<strong>de</strong>rsoortige motieven dan voorheen een rol spelen. Gemeenschapsz<strong>in</strong>en professionele verhoud<strong>in</strong>gen zou<strong>de</strong>n door marktwerk<strong>in</strong>g te <strong>in</strong>troduceren on<strong>de</strong>rdruk komen te staan: <strong>de</strong> extr<strong>in</strong>sieke motivatie (geld) zou <strong>de</strong> <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatieverdr<strong>in</strong>gen. Professionals voelen zich dan al snel <strong>in</strong> hun waar<strong>de</strong> aangetast, erontstaat een nieuwe ‘afrekencultuur’ en er ontstaan nieuwe managementlagen <strong>in</strong>organisaties. Dit zou niet alleen tot an<strong>de</strong>r – en mogelijk ‘slechter’ – gedrag lei<strong>de</strong>n,maar ook <strong>de</strong> doelmatigheid aantasten en negatieve prijseffecten hebben. In <strong>de</strong> literatuurstaat dit effect bekend als ‘motivation crowd<strong>in</strong>g out’ (Frey en Jegen 2000;zie ook wrr 2004).Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant wordt er vaak op gewezen dat het ontbreken van marktwerk<strong>in</strong>g<strong>in</strong> bijvoorbeeld <strong>de</strong> zorg, het notariaat en <strong>de</strong> advocatuur ongewenste bijeffectenkan hebben. Zo stellen Baarsma en Felsö (2006: 108) dat het procesmonopolievan <strong>de</strong> Or<strong>de</strong> van Advocaten (waarbij <strong>in</strong>tern opleid<strong>in</strong>gsplaatsen en gedragsregelswer<strong>de</strong>n afgestemd) leid<strong>de</strong> tot hogere prijzen (wegens toetred<strong>in</strong>gsbarrières) engebrekkige prikkels voor <strong>in</strong>novatie. De grens tussen <strong>in</strong>terne kwaliteitshandhav<strong>in</strong>gen kartelvorm<strong>in</strong>g is met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n niet altijd even dui<strong>de</strong>lijk te trekken.2.5.4 discussie over <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheidNaast <strong>de</strong> vele discussies over <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> toegenomen <strong>in</strong>vloed van marktmechanismenop efficiëntie, kwaliteit en toegankelijkheid en op het han<strong>de</strong>len vanbedrijven, consumenten, werknemers en professionals, staan ook <strong>de</strong> nieuwe aard,positie en rollen van <strong>de</strong> overheid ter discussie.De reguleren<strong>de</strong> staatDe totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> reguleren<strong>de</strong> staat, waarbij <strong>de</strong> overheid meer op afstandis gaan sturen en diverse ‘satellieten’ <strong>in</strong> het leven heeft geroepen die verantwoor<strong>de</strong>lijkwor<strong>de</strong>n gesteld voor toezicht en het behartigen van publieke belangen, heefttot <strong>de</strong> discussie geleid wie precies <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het behartigenvan publieke belangen heeft. De beleidsuitvoer<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate on<strong>de</strong>rgebrachtbij zelfstandige en onafhankelijke organisaties. Zo heeft <strong>de</strong> nma verantwoor<strong>de</strong>lijkheidgekregen voor het toezicht op <strong>de</strong> me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g en is dnb verantwoor<strong>de</strong>lijkvoor het toezicht op <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële markten. Bei<strong>de</strong> zijn organisaties die<strong>in</strong> grote mate onafhankelijk zijn van <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g en m<strong>in</strong>isteries. Voorstan<strong>de</strong>rs van<strong>de</strong>rgelijke constellaties stellen dat <strong>de</strong>ze onafhankelijkheid van <strong>de</strong> politiek zorgtvoor beter beleid. De toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisaties wor<strong>de</strong>n m<strong>in</strong><strong>de</strong>r beïnvloeddoor politiek opportunisme en functioneren beter door <strong>de</strong> grotere eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid(zie bijv. De Rid<strong>de</strong>r en Kloosterman 2002). Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g65wordt aangestipt dat er een spann<strong>in</strong>g bestaat tussen <strong>de</strong> onafhankelijkheid vantoezichthou<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> noodzaak tot publieke verantwoord<strong>in</strong>g (Algemene Rekenkamer2009). Daarnaast bestaat ook bij <strong>de</strong>ze organisaties het gevaar van regulatorycapture, dat wil zeggen dat zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> greep kunnen komen van <strong>de</strong> private partijenwaarop toezicht wordt gehou<strong>de</strong>n (ibid.).In sectoren als <strong>de</strong> energie, <strong>de</strong> telecom, het openbaar vervoer en <strong>de</strong> post is er bovendiendiscussie geweest over <strong>de</strong> vraag <strong>in</strong> hoeverre <strong>de</strong> overheid nog <strong>in</strong>vloed kanuitoefenen op <strong>de</strong> geprivatiseer<strong>de</strong> of verzelfstandig<strong>de</strong> partijen. Zo is er kritiekgeweest op het feit dat <strong>de</strong> energiebedrijven nuon en Essent na privatiser<strong>in</strong>g zijnovergenomen door buitenlandse spelers, waar <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse overheid, mocht ditnodig blijken, geen of nauwelijks <strong>in</strong>vloed op zal kunnen uitoefenen. Door an<strong>de</strong>renis gesteld dat <strong>de</strong>ze overnames geen probleem vormen, omdat <strong>de</strong> overnemen<strong>de</strong>partijen sterk genoeg zijn om lever<strong>in</strong>gszekerheid te garan<strong>de</strong>ren en omdat bovendien<strong>de</strong> <strong>in</strong>frastructuur (stroomkabels en gasbuizen) <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse han<strong>de</strong>n blijft(bijv. Reijnen 2009). Problemen op het spoor lei<strong>de</strong>n met regelmaat tot Kamervragen,terwijl <strong>de</strong> ns en Prorail toch <strong>in</strong> grote mate onafhankelijk zijn van <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong>isteries. Kortom, het privatiseren of verzelfstandigen van organisaties heeftgeleid tot een discussie over <strong>de</strong> vraag of overheids<strong>in</strong>vloed op cruciale partijen niette veel is afgenomen.Industriepolitiek en nationale belangenMet <strong>de</strong> meer afstan<strong>de</strong>lijke houd<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> overheid ten opzichte van economischebedrijvigheid rijzen ook vragen over welke rol <strong>de</strong> overheid (nog) kan spelen bij hetveiligstellen van toekomstige welvaart van Ne<strong>de</strong>rland. De traditionele <strong>in</strong>dustriepolitiekis <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren tachtig formeel <strong>in</strong> <strong>de</strong> ban gedaan. De overheidzou niet <strong>in</strong> staat zijn zo’n beleid a<strong>de</strong>quaat vorm te geven. Niet alleen zijn daarwe<strong>in</strong>ig opwekken<strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen mee opgedaan – breed uitgemeten <strong>in</strong> met name<strong>de</strong> rsv-enquête – maar ook theoretische overweg<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> efficiëntie van <strong>de</strong>markt brengen velen tot dit oor<strong>de</strong>el. Het scheppen van goe<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n vooreconomische bedrijvigheid zou <strong>de</strong> beste garantie zijn voor toekomstige economischevoorspoed. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis is <strong>de</strong>ze discussie weer opgelaaid, metpleidooien voor actievere overheids<strong>in</strong>terventie en meer strategisch georiënteer<strong>de</strong>beleidskeuzen. Daarbij is on<strong>de</strong>r meer gewezen naar <strong>de</strong> rol van overhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> opkomen<strong>de</strong>economieën, die daar succesvolle strategieën lijken te volgen (zie Rodrik2007; Chang 2010a; en voor een kritiek: Lerner 2009).Daarnaast is er <strong>de</strong>bat gaan<strong>de</strong> over <strong>de</strong> wenselijkheid van buitenlandse eigenaren vanNe<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen. Zo is er <strong>de</strong> laatste jaren discussie ontstaan oversovereign wealth funds (swfs), door staten gecontroleer<strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsfondsen,die <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor een achtste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> mondiale <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>genen dat aan<strong>de</strong>el stijgt. Dekker et al. (2009: 96-115) signaleren het belang van<strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g. Het staatskapitalisme dat zich op wereldmarkten presenteert


66 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gstelt overhe<strong>de</strong>n zo voor vragen als welke sectoren nationaal dan wel Europees alsstrategisch moeten wor<strong>de</strong>n beschouwd, welke vorm van bescherm<strong>in</strong>g en wellichtoverheidssteun zij verdienen, waar <strong>de</strong> grenzen liggen van overheidsbemoeienis enwanneer die overgaat <strong>in</strong> protectionisme. Bij swfs is namelijk een belangrijke kwestiegeweest of buitenlandse mogendhe<strong>de</strong>n wellicht een strategische positie kunnenopbouwen <strong>in</strong> bepaal<strong>de</strong> sectoren die bedreigend kan zijn voor nationale belangen(ibid.). Maar ook Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> het bezit komen van buitenlandseprivate partijen kunnen on<strong>de</strong>rwerp van discussie wor<strong>de</strong>n, zoals hiervooral is aangestipt. De zorg is dat buitenlandse <strong>in</strong>vesteer<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> hun economischeafweg<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r reken<strong>in</strong>g zullen hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> lokale contextwaar<strong>in</strong> het bedrijf is gesitueerd, dan eigenaren die een sterkere b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g hebbenmet <strong>de</strong>ze lokale context (Landier et al. 2007; Stam 2007; Chang 2010b).Inperk<strong>in</strong>g van beleidsautonomie?Een an<strong>de</strong>re belangrijke kwestie is <strong>de</strong> mate van beleidsautonomie van nationale overhe<strong>de</strong>n<strong>in</strong> <strong>de</strong> context van een mondialiser<strong>in</strong>g of regionaliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> economie envan beleidsvorm<strong>in</strong>g en -uitvoer<strong>in</strong>g. In Ne<strong>de</strong>rland wordt <strong>de</strong>ze discussie vaak gevoerdmet verwijz<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> eu. Omdat <strong>de</strong> basis voor veel wet- en regelgev<strong>in</strong>g<strong>in</strong> Brussel wordt gelegd (Pr<strong>in</strong>cen en Yesilkagit 2005), conclu<strong>de</strong>ert men al snel dat‘Europa’ <strong>de</strong> beleidsruimte van Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong>perkt. Een tegenwerp<strong>in</strong>g is dat Ne<strong>de</strong>rlandop diverse manieren betrokken is bij het ontwerp van <strong>de</strong>rgelijke regels. Op hetgebied van marktor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g wordt vaak gewezen op <strong>de</strong> rol van ‘Brussel’ bij het <strong>in</strong>itiërenvan marktwerk<strong>in</strong>gsoperaties (bijv. telecom, energie, busvervoer). An<strong>de</strong>renwerpen tegen dat Ne<strong>de</strong>rland hierbij zelf <strong>de</strong>rgelijk beleid heeft aangemoedigd en zelfervoor heeft gekozen om ‘voorop te lopen’. Ook is <strong>de</strong> Brusselse regelgev<strong>in</strong>g en jurispru<strong>de</strong>ntiemet betrekk<strong>in</strong>g tot me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g en staatssteun on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong>bat. Zois het han<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> economie aan diverse Europese regels gebon<strong>de</strong>n(zie De Zwaan 1999) om concurrentievervals<strong>in</strong>g te voorkomen.Beperk<strong>in</strong>gen bij het behartigen van bovennationale belangenAfgezien van <strong>de</strong>ze nationale belangen komt er ook <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate een <strong>de</strong>batop gang over <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> ‘mondiale publieke belangen’ (global public goods)en hoe <strong>de</strong>ze kunnen wor<strong>de</strong>n behartigd <strong>in</strong> een globaliseren<strong>de</strong> economie. Menspreekt wel over een tijdperk gekarakteriseerd door diverse mondiale crises (wrr2010b: 169). Hierbij gaat het om kwesties als uitputt<strong>in</strong>g van niet-hernieuwbaregrondstoffen, klimaatveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, voedseltekorten, milieuvervuil<strong>in</strong>g, energieschaarsteen f<strong>in</strong>ancieel-economische <strong>in</strong>stabiliteit. Het adresseren van <strong>de</strong>rgelijkeproblemen lijkt <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>rs belang, maar geen enkel <strong>in</strong>dividueel land kan <strong>de</strong> nodiggeachte maatregelen alléén nemen, terwijl politieke besluitvorm<strong>in</strong>g op bovennationaalniveau met veel problemen gepaard gaat. Bovendien gaat het om zeercomplexe problemen waarbij ondui<strong>de</strong>lijk en onzeker is hoe <strong>de</strong>ze het beste kunnenwor<strong>de</strong>n aangepakt en is <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g vervolgens afhankelijk van het gedrag vanvele partijen <strong>in</strong> een complex netwerk (Went 2010).


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g67De problematiek van strengere reguler<strong>in</strong>g voor bedrijven <strong>in</strong> een bepaald land of<strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong> regio (bijv. <strong>de</strong> eu) is dat <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate het risico bestaat dathiermee het probleem naar el<strong>de</strong>rs wordt verplaatst (als bijv. <strong>de</strong> productie wordtverplaatst naar m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gereguleer<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n). Het blijkt dus voor overhe<strong>de</strong>n moeilijkof zelfs onwenselijk (<strong>in</strong> verband met <strong>de</strong> werkgelegenheid) om bedrijven aan tezetten om bij te dragen aan Global Public Goods.Door dit type problemen zijn vormen van private zelfreguler<strong>in</strong>g belangrijkergewor<strong>de</strong>n als vervang<strong>in</strong>g van, of aanvull<strong>in</strong>g op overheidsreguler<strong>in</strong>g en -toezicht(Me<strong>in</strong> et al. 2009). Over <strong>de</strong> voor- en na<strong>de</strong>len van <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g wordt echtercont<strong>in</strong>u gediscussieerd. Voorstan<strong>de</strong>rs zien dit als waar<strong>de</strong>volle <strong>in</strong>itiatieven vanprivate partijen die, vanwege hun private karakter, goed zullen aansluiten bij bestpractices van marktpartijen. Daarnaast zou het beter passen <strong>in</strong> een tijd waar<strong>in</strong>markten steeds <strong>in</strong>ternationaler zijn gewor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> arm van overheidsreguler<strong>in</strong>gbeperkt is. Een vaak gehoord na<strong>de</strong>el is echter dat ondui<strong>de</strong>lijk is of standaar<strong>de</strong>n welwor<strong>de</strong>n nageleefd en dat door <strong>de</strong> vrijwillige aard van <strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n bedrijven nogsteeds kunnen kiezen om zich er niet aan te hou<strong>de</strong>n. Hutter (2006) stelt bijvoorbeelddat standaar<strong>de</strong>n ontwikkeld door private actoren wellicht beter afgestemdzijn op <strong>de</strong> bedrijfspraktijk van <strong>de</strong> betrokken partijen, maar dat implementatie encontrole op implementatie vaak te wensen overlaat (zie ver<strong>de</strong>r paragraaf 5.6 voorvoor- en na<strong>de</strong>len van zelfreguler<strong>in</strong>g en coreguler<strong>in</strong>g).Tegen <strong>de</strong>ze achtergrond kan ook <strong>de</strong> toename <strong>in</strong> populariteit van ‘maatschappelijkverantwoord on<strong>de</strong>rnemen’ (mvo) wor<strong>de</strong>n begrepen (Jenk<strong>in</strong>s 2005). Hierbij gaathet om bedrijven die verantwoord on<strong>de</strong>rnemen zon<strong>de</strong>r dat zij daartoe wettelijkwor<strong>de</strong>n verplicht. Er is <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia een groeiend maatschappelijk besefopgekomen dat het bedrijfsleven een belangrijke rol speelt bij het veroor<strong>zaken</strong> enadresseren van bovennationale problemen. Met mvo-beleid pogen bedrijven<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g te geven aan <strong>de</strong>ze verantwoor<strong>de</strong>lijkheid. Hierbij spelen ngo’s een belangrijkerol om bedrijven aan te zetten hun han<strong>de</strong>len te verbeteren (Ruggie 2004;Crane et al. 2008). Ook mvo roept echter <strong>de</strong> nodige <strong>de</strong>batten op. Volgens sommigenwordt het door bedrijven primair <strong>in</strong>gezet als market<strong>in</strong>g<strong>in</strong>strument en alsmid<strong>de</strong>l om wetgev<strong>in</strong>g te ontlopen.2.6 conclusieMarktmechanismen zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia <strong>de</strong> maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gmeer en meer gaan dom<strong>in</strong>eren. We kunnen spreken van een ‘marktsamenlev<strong>in</strong>g’.Markten en marktpartijen zijn zelf ook sterk veran<strong>de</strong>rd. Door <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g en<strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>formatie en communicatietechnologieën (Dicken 2007), <strong>de</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g van conta<strong>in</strong>ervervoer (Lev<strong>in</strong>son 2006), <strong>de</strong> liberaliser<strong>in</strong>g van han<strong>de</strong>l(Thun 2008) en <strong>de</strong> sterke opkomst van niet-westerse economieën zijn markten


68 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gsteeds meer <strong>in</strong>ternationaal verweven geraakt en zijn waar<strong>de</strong>ketens steeds meerverspl<strong>in</strong>terd over organisaties en locaties. Bovendien is er een on<strong>de</strong>rnemen<strong>de</strong>samenlev<strong>in</strong>g ontstaan waarbij kle<strong>in</strong>ere, vaak zelfs eenmansbedrijven sterk <strong>in</strong>aantal zijn toegenomen. Grote on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen zijn enerzijds geherstructureerd en<strong>in</strong>gekrompen en zijn an<strong>de</strong>rzijds steeds meer blootgesteld aan fusies en overnamesen aan toenemen<strong>de</strong> druk van (buitenlandse) aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs met een kortetermijnoriëntatie.De overheid is ook – althans op het eerste gezicht – <strong>in</strong>gekrompen en getransformeerdnaar een reguleren<strong>de</strong> staat. Operationele verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n voorpublieke belangen zijn <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate buiten <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur van <strong>de</strong> overheidgeplaatst. Dit is echter vaak gepaard gegaan met een toename van overheidsreguler<strong>in</strong>g.Bovendien houdt <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong> veel gevallen nog wel <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijkheidvoor het behartigen van publieke belangen. Zij wordt dikwijls aangesprokenop problemen <strong>in</strong> markten, bij marktpartijen of bij op afstand geplaatstepublieke organen, zelfs als zij daar formeel geen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid (meer) voorheeft. Ten slotte gaat zij (of wordt zij geacht) haar burgers <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate alsconsumenten (te) bedienen.De samenlev<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate gefragmenteerd en geïndividualiseerd,waarbij het markt<strong>de</strong>nken een calculeren<strong>de</strong> burger creëert dan wel bedient. In <strong>de</strong>discussies over maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g wordt <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g vaak stiefmoe<strong>de</strong>rlijkbehan<strong>de</strong>ld: naast <strong>de</strong> overheid en <strong>de</strong> private marktpartijen is er we<strong>in</strong>ig oogvoor <strong>de</strong> belangrijke rollen die burgers en maatschappelijke partijen (kunnen)spelen.Maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken dienen zich aan b<strong>in</strong>nen en tegen <strong>de</strong>achtergrond van <strong>de</strong>ze complexe ontwikkel<strong>in</strong>gen die het nodige <strong>de</strong>bat en <strong>in</strong>sommige gevallen ook het nodige verzet oproepen. Dat <strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>g, zoals Vogel(1996) benadrukt, niet <strong>de</strong> revolutie teweegbracht die sommige voorstan<strong>de</strong>rs ervanaankondig<strong>de</strong>n is juist, maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia heeft zich onmiskenbaar een<strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> maatschappelijke transformatie voltrokken (Blyth 2002). Beleid moest<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze context tot stand wor<strong>de</strong>n gebracht. Dat dit beleid voor <strong>de</strong> nodige problemenis komen te staan, is dan ook niet verwon<strong>de</strong>rlijk. Na enkele <strong>de</strong>cennia maatschappelijkor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid gericht op het versterken van marktwerk<strong>in</strong>g, valtpreciezer aan te geven waarom <strong>de</strong>ze problemen ontstaan en <strong>in</strong> welke gedaante zijzich aandienen. Hoofdstuk 3 beschrijft daartoe <strong>de</strong> complexiteit die gepaard gaatmet het maken van markten en het tegelijk oog hou<strong>de</strong>n voor publieke belangen.


veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g69noten1 Het dient echter te wor<strong>de</strong>n benadrukt dat het verschil tussen <strong>in</strong>dustrie en dienstenniet moet wor<strong>de</strong>n overtrokken: bei<strong>de</strong> raken steeds meer verknoopt metelkaar, waardoor niet geconclu<strong>de</strong>erd mag wor<strong>de</strong>n dat het belang van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrievoor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse economie zou zijn afgenomen.2 Met <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese Economische en Monetaire Unie (emu)en <strong>de</strong> daarmee gepaard gaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van <strong>de</strong> euro is ook het monetaire beleidopgeschaald naar eu-niveau. Daarnaast wordt van lan<strong>de</strong>n die <strong>de</strong>elnemen aan <strong>de</strong>emu verwacht dat zij hun macro-economisch beleid zodanig afstemmen dat <strong>de</strong>doelstell<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> emu niet wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rmijnd. Specifiek betekent dit datlidstaten moeten voorkomen dat het begrot<strong>in</strong>gstekort groter is dan 3% van hetbruto b<strong>in</strong>nenlands product (bbp) en moeten zorgen dat <strong>de</strong> staatsschuld niet groterwordt dan 60% van het bbp (Verdun 2007: 323).3 De directe aanleid<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong>ze wet was Europese regelgev<strong>in</strong>g op het gebied vanEuropese samenwerk<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> handhav<strong>in</strong>g van consumentenbescherm<strong>in</strong>g (VanDamme 2007).4 Recentelijk is besloten om <strong>de</strong>ze autoriteit samen te voegen met <strong>de</strong> nma en <strong>de</strong>opta.5 Baarsma en Theeuwes (2009: 45) refereren hiervoor on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re naar V<strong>in</strong><strong>in</strong>g enBoardman 1992; Nickell 1996; Sr<strong>in</strong>ivasan en Jagannathan 1999; Griffith 2001;Ramaswamy 2001; Disney et al. 2003; Bartel en Harrison 2005; en Asaftei et al.2008.6 Het bruto b<strong>in</strong>nenlands product (bbp; Gross Domestic Product) omvat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>van alle goe<strong>de</strong>ren en diensten die een land per jaar produceert, en is tevens gelijkaan het totale <strong>in</strong>komen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>woners van dat land <strong>in</strong> dat jaar. Het bruto nationaal<strong>in</strong>komen (bni; Gross National Income; voorheen bruto nationaal productgenoemd) is <strong>de</strong> optelsom van <strong>de</strong> <strong>in</strong>komens van burgers van een land (dus exclusief<strong>de</strong> <strong>in</strong>komens van buitenlan<strong>de</strong>rs, maar <strong>in</strong>clusief <strong>de</strong> <strong>in</strong>komens van burgers die <strong>in</strong> hetbuitenland actief zijn).7 ‘Short sell<strong>in</strong>g’ van aan<strong>de</strong>len is <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lsstrategie waarmee een belegger geleen<strong>de</strong>aan<strong>de</strong>len verkoopt <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoop te profiteren van een dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> beurskoers. Bijkoersdal<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aan<strong>de</strong>len namelijk weer gekocht en teruggeleverd aan <strong>de</strong>uitlenen<strong>de</strong> partij, waarbij het koersverschil w<strong>in</strong>st voor <strong>de</strong> belegger is.


713 lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid3.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gMarktwerk<strong>in</strong>gsbeleid kent een smallere en een bre<strong>de</strong>re betekenis. In <strong>de</strong> smallerebetekenis is het “beleid dat erop gericht is om vraag en aanbod effectiever op elkaarte laten reageren” (M<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken 2008a). Wordt marktwerk<strong>in</strong>gechter geplaatst b<strong>in</strong>nen het bre<strong>de</strong>re ka<strong>de</strong>r van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g(zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken reeds is gedaan), dan dienen zich twee overkoepelen<strong>de</strong>doelen aan. In <strong>de</strong> eerste plaats beoogt zulk beleid te bevor<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong>markt a<strong>de</strong>quaat functioneert en dat het economisch verkeer tussen vrije rechtspersonen<strong>in</strong> goe<strong>de</strong> banen wordt geleid: het beleid is gericht op het vormgeven van <strong>de</strong>markt. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats is het gericht op <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van publieke belangen often m<strong>in</strong>ste op het zekerstellen (‘borgen’, zie wrr 2000) dat die behartig<strong>in</strong>g naarbehoren plaatsv<strong>in</strong>dt.Deze bre<strong>de</strong>re betekenis is niet alleen <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met het ka<strong>de</strong>r waarb<strong>in</strong>nenhet marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid van <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia kan wor<strong>de</strong>n geplaatst; zegeeft ook een ruimer ka<strong>de</strong>r aan om <strong>de</strong> gevolgen van dit beleid te evalueren. Dithoofdstuk analyseert aan <strong>de</strong> hand van een aantal casestudies <strong>de</strong> problemen waarvoorbeleidsmakers kwamen te staan bij het <strong>in</strong>stitutioneel vormgeven van <strong>de</strong> relatiesvan markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g. Op basis van <strong>de</strong>ze empirische studieswor<strong>de</strong>n drie kernproblemen gesignaleerd, te weten: (1) <strong>de</strong> onoverzichtelijkheid dieontstaat door <strong>de</strong> betrokkenheid van veel verschillen<strong>de</strong> actoren; (2) schaalproblemen;en (3) het dynamische en daardoor onzekere karakter van markten. Hethoofdstuk e<strong>in</strong>digt met <strong>de</strong> constater<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong>ze kernproblemen tot drie regieproblemenvoor <strong>de</strong> overheid lei<strong>de</strong>n, namelijk op het gebied van (1) kennis en <strong>in</strong>formatie;(2) normer<strong>in</strong>g; en (3) <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n tot stur<strong>in</strong>g.3.1.1 <strong>de</strong> dubbele doelstell<strong>in</strong>g van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleidMemories van toelicht<strong>in</strong>g dui<strong>de</strong>n publieke belangen doorgaans <strong>in</strong> globale termenaan. Er wordt dan bijvoorbeeld verwezen naar kwaliteit, doelmatigheid, toegankelijkheid,keuzevrijheid, <strong>de</strong> belangen van consumenten en werknemers, rechtszekerheidof duurzaamheid. Daarmee is echter nog niet gezegd dat concreet dui<strong>de</strong>lijkis waarop wordt gedoeld. Afhankelijk van <strong>de</strong> sector moeten die belangen of <strong>de</strong>lendaarvan <strong>in</strong> wet- en regelgev<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n geoperationaliseerd. Daarbij moet reken<strong>in</strong>gwor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> eisen die <strong>de</strong> eu stelt en met <strong>de</strong> specifieke kenmerkenvan <strong>de</strong> sector waar<strong>in</strong> het beleid geacht wordt te lan<strong>de</strong>n.


72 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gDat alles vereist een lang proces van afwegen. <strong>Publieke</strong> belangen kunnen immerson<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g strijdig zijn. Waar ‘toegankelijkheid’ lage prijzen kan <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n, komtdit publieke belang al snel <strong>in</strong> strijd met ‘kwaliteit’ die doorgaans met hogerekosten en dus hogere prijzen gepaard gaat. De belangen van consumenten kunnenbotsen met die van werknemers: als bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> postsector betere arbeidsomstandighe<strong>de</strong>nmoeten wor<strong>de</strong>n gerealiseerd, zou dat tot prijsverhog<strong>in</strong>genkunnen lei<strong>de</strong>n. Het streven naar doelmatigheid kan ziekenhuizen ertoe bewegenzich te specialiseren op een beperkt aantal verricht<strong>in</strong>gen, waardoor het totaleaanbod van zorg <strong>in</strong> een regio beperkt zou kunnen wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> toegankelijkheidon<strong>de</strong>r druk kan komen te staan. Er moet dus vrijwel steeds een balans tussenverschillen<strong>de</strong> publieke belangen wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n.In <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd kan <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van wat on<strong>de</strong>r een publiek belang wordtverstaan bovendien verschuiven. Waar <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n, vanwege hetpublieke belang van ‘toegankelijkheid’, van <strong>de</strong> telecomaanbie<strong>de</strong>rs nog eiste datie<strong>de</strong>re burger die dat wenste een vaste telefoonlijn moest kunnen krijgen, lijkt <strong>in</strong>het huidige tijdperk toegang tot breedband<strong>in</strong>ternet een <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van toegankelijkheiddie meer ter zake is en behoeft netneutraliteit aandacht (De Bijl 2009: 124). 1Beleidsmakers staan dus voor <strong>de</strong> taak lastige afweg<strong>in</strong>gen te maken. Zij komen voorkeuzes te staan als regelgev<strong>in</strong>g gericht op het behartigen of borgen van publiekebelangen praktisch vorm moeten krijgen en als belangen tegen elkaar moetenwor<strong>de</strong>n afgewogen (De Bruijn et al. 2004; zie ook Maarse (2011) voor een uitvoerigeanalyse van <strong>de</strong> markthervorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg vanuit het perspectief van <strong>de</strong>publieke belangen keuzevrijheid, solidariteit, toegankelijkheid, kwaliteit enbetaalbaarheid).In bre<strong>de</strong> kr<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze problemen <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls ruim on<strong>de</strong>rkend. In <strong>de</strong> eersteplaats wordt meer aandacht bepleit voor <strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>g van or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid.Dat is, aldus <strong>de</strong> ser (2010a), zelfs “bepalend voor het succes”. Voor het stellen van<strong>de</strong> juiste voorwaar<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n zorgvuldige ex ante-analyses nodig zijn (Baarsmaen Theeuwes 2009; ser 2010a). Effectanalyses en maatschappelijke kosten-batenanalysesdoen hun <strong>in</strong>tre<strong>de</strong> als mid<strong>de</strong>l om dui<strong>de</strong>lijk te krijgen welk voorwaar<strong>de</strong>nscheppen<strong>de</strong>n flankerend beleid nodig zal zijn om publieke belangen te behartigen.In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats is er meer oog ontstaan voor <strong>de</strong> problemen die <strong>in</strong> <strong>de</strong> overgangnaar een an<strong>de</strong>r type or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g kunnen ontstaan, dus <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> wanneer <strong>de</strong>or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g zijn vorm nog moet krijgen. De <strong>in</strong>troductie van marktmechanismen <strong>in</strong>sectoren waar voorheen <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong> regie voer<strong>de</strong> vereist aanpass<strong>in</strong>g van gedragvan vele actoren. Een oproep alleen is niet afdoen<strong>de</strong> om die actoren met vaak helean<strong>de</strong>re agenda’s tot het gewenste gedrag te verlei<strong>de</strong>n. Het beleid stuit op een weerbarstigepraktijk. Het roept ook weerstand op.


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid73In <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> plaats is het accent op het resultaat komen te liggen. Marktwerk<strong>in</strong>gwordt niet langer als panacee beschouwd, maar als een mid<strong>de</strong>l dat moet wor<strong>de</strong>nbeoor<strong>de</strong>eld op zijn resultaten (bijv. ser 2010a). Daarmee is <strong>de</strong> discussie over <strong>de</strong>markt verschoven van <strong>de</strong> pr<strong>in</strong>cipiële strijd of <strong>de</strong> overheid dan wel <strong>de</strong> markt hetgeschikte or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gska<strong>de</strong>r kan bie<strong>de</strong>n voor het leveren van bepaal<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren,naar <strong>de</strong> voor- en na<strong>de</strong>len van verschillen<strong>de</strong> vormen van or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g.De praktijk van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g is aldus onmiskenbaar centraler komente staan <strong>in</strong> <strong>de</strong> beleidsopgave. De accentverlegg<strong>in</strong>g naar ‘het resultaat’ <strong>de</strong>monstreertdat <strong>de</strong> moeilijke vragen rond maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g maar beter zo praktischmogelijk kunnen wor<strong>de</strong>n bena<strong>de</strong>rd.In het vorige ho0fdstuk zijn echter reeds kantteken<strong>in</strong>gen geplaatst bij <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>nom tot een eenduidig oor<strong>de</strong>el te komen over <strong>de</strong> effecten van marktwerk<strong>in</strong>g.Niet alleen wer<strong>de</strong>n discussies gevoerd over <strong>de</strong> effecten van marktmechanismen opmaatschappelijke welvaart en toenemen<strong>de</strong> efficiëntie <strong>in</strong> sectoren, maar leid<strong>de</strong>n ookan<strong>de</strong>re ontwikkel<strong>in</strong>gen (bijv. veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> positie van werknemers en professionals,<strong>de</strong> effecten op kwaliteit en toegankelijkheid van goe<strong>de</strong>ren en diensten,enzovoort) keer op keer tot controverses. Hoewel nauwkeurige evaluaties vanbeleidsresultaten uiteraard wenselijk zou<strong>de</strong>n zijn, moet vastgesteld wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>mogelijkhe<strong>de</strong>n op dit vlak vooralsnog beperkt zijn. De hoop dat zulke evaluatieseen <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief e<strong>in</strong>d zou<strong>de</strong>n kunnen maken aan <strong>de</strong> maatschappelijke <strong>de</strong>batten overmaatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid is op zijn m<strong>in</strong>st prematuur. Dit wordt bovendienbemoeilijkt door <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>gsverschillen met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> vraag of, waarzich problemen voordoen, gesproken moet wor<strong>de</strong>n van aanloopproblemen, k<strong>in</strong><strong>de</strong>r-ziektesof aanpass<strong>in</strong>gsproblemen die nu eenmaal <strong>in</strong>herent zijn bij omvangrijketransities – waar an<strong>de</strong>ren ze <strong>in</strong>schatten als symptomatisch voor meer structurelekwesties. Hoe lang mag van een ‘transitiefase’ gesproken wor<strong>de</strong>n, voordat erkendmoet wor<strong>de</strong>n dat het om structurele en blijven<strong>de</strong> problemen gaat?3.1.2 <strong>de</strong> casestudiesOm meer <strong>in</strong>zicht te krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> structurele problemen waarmee beleidsmakers,uitvoer<strong>de</strong>rs, professionals, klanten en marktpartijen wor<strong>de</strong>n geconfronteerd,hebben we <strong>de</strong> problemen op een aantal markten geanalyseerd. Voor dit doel zijnge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> casestudies uitgevoerd op het terre<strong>in</strong> van markten <strong>in</strong> <strong>de</strong> ziekenzorgen <strong>de</strong> verpleegzorg, markten voor diensten ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gezondheid vanwerknemers, <strong>de</strong> markt voor re-<strong>in</strong>tegratiedienstverlen<strong>in</strong>g, markten voor securitisatiesvan hypotheken, <strong>de</strong> markt voor <strong>de</strong> certificer<strong>in</strong>g van halal-producten, <strong>de</strong> Europesemarkt voor co2-emissierechten en marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> telecommunicatie.Deze casestudies omvatten <strong>de</strong>rhalve zeer verschillen<strong>de</strong> sectoren en zeer uiteenlopen<strong>de</strong>praktijken b<strong>in</strong>nen die sectoren. Ze behan<strong>de</strong>len verschillen<strong>de</strong> publieke


74 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gbelangen en benadrukken uiteenlopen<strong>de</strong> aspecten van marktwerk<strong>in</strong>g. Ze begevenzich – met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> studie naar <strong>de</strong> Europese co2-emissiemarkt – alleop het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g (zie Box 3.1 hieron<strong>de</strong>r). 2 Dit heeft als evi<strong>de</strong>ntna<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> casestudies niet vanzelfsprekend representatief zijn voor <strong>de</strong> sectorenwaarb<strong>in</strong>nen ze zich afspelen en dat <strong>de</strong> bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen evenm<strong>in</strong> zon<strong>de</strong>r meer naaran<strong>de</strong>re dome<strong>in</strong>en kunnen wor<strong>de</strong>n geëxtrapoleerd om meer algemene conclusiesover maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g te trekken. Het voor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> gekozen bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gis echter dat hierdoor heel specifieke mechanismen voor het functioneren vanmarkten wor<strong>de</strong>n blootgelegd – mechanismen die van belang zijn om <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijkveran<strong>de</strong>rlijke publieke belangen en dynamische markten met elkaar <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>gte brengen.Box 3.1Casestudies1 De totstandkom<strong>in</strong>g van markten <strong>in</strong> <strong>de</strong> ziekenzorg en <strong>de</strong> verpleegzorgHet borgen van publieke belangen bij <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van markten <strong>in</strong> <strong>de</strong> gezondheidszorg isniet slechts een kwestie van uitvoer<strong>in</strong>g van beleid. Dat blijkt on<strong>de</strong>r meer uit <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie vandbc’s <strong>in</strong> <strong>de</strong> ziekenzorg en van zorgzwaartepakketten <strong>in</strong> <strong>de</strong> verpleegzorg. De <strong>in</strong>strumenten diegebruikt wor<strong>de</strong>n om markten vorm te geven, hebben een specifieke uitwerk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>gvan publieke belangen. Zo droegen <strong>de</strong> dbc’s eraan bij dat f<strong>in</strong>anciële overweg<strong>in</strong>gen dom<strong>in</strong>antwor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> kwaliteitsbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g door verzekeraars. De concrete vormgev<strong>in</strong>g van het publiekebelang ‘kwaliteit’ <strong>in</strong> <strong>de</strong> ziekenzorg krijgt hiermee een nogal specifieke <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g. De zorgzwaartepakketten,die als doel had<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> cliënt te versterken en zo het belang van keuzevrijheidte behartigen, wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk door <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen ook vaak gebruikt om veeleisen<strong>de</strong>cliënten <strong>in</strong> toom te hou<strong>de</strong>n. De praktijk pakt zo wel heel an<strong>de</strong>rs uit dan was beoogd.2 De vermarkt<strong>in</strong>g van diensten ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gezondheid van werknemersDe vermarkt<strong>in</strong>g van diensten ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gezondheid van werknemers is ontstaan alsonbedoeld gevolg van overheidsbeleid dat werkgevers verantwoor<strong>de</strong>lijk maakte voor verzuimpreventie.Dit beleid was <strong>de</strong>els een reactie op <strong>de</strong> wao-problematiek van <strong>de</strong> jaren tachtig en negentig,en <strong>de</strong> perverse prikkels voor vakbon<strong>de</strong>n en werkgevers om <strong>de</strong> kosten van werkloosheid enherstructurer<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen af te wentelen op <strong>de</strong> overheid. Kennis<strong>in</strong>stituten en verzekeraarsspelen een cruciale rol bij <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze markt en dus bij <strong>de</strong> manier waarop hetpublieke belang van gezondheid van werknemers wordt behartigd. Ondui<strong>de</strong>lijk blijft echter <strong>in</strong>hoeverre <strong>de</strong>ze diensten daadwerkelijk bijdragen aan dit publieke belang. Daarnaast zijn er potentieelscha-<strong>de</strong>lijke neveneffecten op <strong>de</strong>ze markt die vooralsnog we<strong>in</strong>ig aandacht krijgen, bijvoorbeeld<strong>de</strong> mogelijk sterke <strong>in</strong>vloed op het privéleven van <strong>de</strong> werknemer. Het zicht op <strong>de</strong> praktijk van<strong>de</strong> markt ontbreekt.3 De markt voor re-<strong>in</strong>tegratiedienstverlen<strong>in</strong>gBeleids<strong>in</strong>strumenten om publieke belangen te behartigen op <strong>de</strong> markt voor re-<strong>in</strong>tegratiedienstverlen<strong>in</strong>ghebben een onverwacht grote <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van markten. Zo werd getracht het


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid75publieke belang van keuzevrijheid te behartigen door een nieuw type aanbested<strong>in</strong>gsprocedure <strong>in</strong> tevoeren. Onbedoeld had dit een transformerend effect op <strong>de</strong> markt doordat <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>eens aantrekkelijkwerd voor vele kle<strong>in</strong>e bedrijven. De grote hoeveelheid aanbie<strong>de</strong>rs die hierdoor ontstond en <strong>de</strong>resulteren<strong>de</strong> complexiteit op <strong>de</strong> markt maakten het vervolgens ondui<strong>de</strong>lijk of <strong>de</strong> re-<strong>in</strong>tegratie vanarbeidskrachten <strong>in</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt goed verloopt.4 De securitisatie van hypothekenDe securitisatie van hypotheken <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland – waarbij hypotheken wor<strong>de</strong>n gebun<strong>de</strong>ld en getransformeerd<strong>in</strong> verhan<strong>de</strong>lbare effecten – werd vóór <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis door velen gezien als positiefvoor <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële stabiliteit (door <strong>de</strong> spreid<strong>in</strong>g van risico’s die zou ontstaan) en voor <strong>de</strong> concurrentiekrachtvan banken (omdat zij <strong>de</strong> doorverkochte hypotheken van hun balans kon<strong>de</strong>n halen en <strong>de</strong>vrijgekomen ruimte voor an<strong>de</strong>re doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n kon<strong>de</strong>n <strong>in</strong>zetten). De technische aspecten hiervan zijnechter hoogst <strong>in</strong>gewikkeld, wat overheidsreguler<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> betrokken marktenen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> publieke belangen complex maakt. Private marktpartijen kunnen me<strong>de</strong> daardooreen grote <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> specifieke <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie en vormgev<strong>in</strong>g van publieke belangen uitoefenen.5 De markt voor <strong>de</strong> certificer<strong>in</strong>g van halal-productenDe markt voor <strong>de</strong> certificer<strong>in</strong>g van halal-producten illustreert het <strong>in</strong>formatieprobleem dat <strong>in</strong>herentis aan <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van markten. Markten functioneren slecht wanneer <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> verhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>producten ondui<strong>de</strong>lijk is, aangezien <strong>in</strong>formatieasymmetrieën transacties kunnen belemmeren.Zo zorgt <strong>de</strong> onzekerheid of producten wel echt halal zijn voor <strong>de</strong> behoefte aan certificer<strong>in</strong>g,waardoor een markt ontstaat voor halal-keurmerken. Deze keurmerken on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n echterironisch genoeg hetzelf<strong>de</strong> probleem als <strong>de</strong> producten die gekeurd wor<strong>de</strong>n: er is grote onzekerheidover <strong>de</strong> kwaliteit ervan. Een zekere vorm van overheidsreguler<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> kwalificatie van producten<strong>in</strong> markten is wellicht onvermij<strong>de</strong>lijk.6 De Europese markt voor co2-emissierechtenDe Europese markt voor co 2-emissierechten heeft als doel <strong>de</strong> co 2-uitstoot te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren om klimaatveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gtegen te gaan. Dat gebeurt door gelei<strong>de</strong>lijk schaarste te creëren <strong>in</strong> het aanbod vanemissierechten. In theorie is dit een elegante manier om dit belangrijke, met <strong>de</strong> klimaatproblematiekverbon<strong>de</strong>n, publieke belang te behartigen. In <strong>de</strong> praktijk ontstaan echter vele problemen.Zo botst het tegengaan van co 2-emissies met <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>dustrie en kan het tenkoste gaan van <strong>de</strong> productiviteit van bedrijfstakken <strong>in</strong> Europa. Bovendien bestaat het risico dat <strong>de</strong>co2-uitstoot zich ‘verplaatst’ naar lan<strong>de</strong>n met soepelere reguler<strong>in</strong>gsregimes. Ten slotte vergt <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>gvan een <strong>de</strong>rgelijke markt veel werk waardoor padafhankelijkheid ontstaat. Eenmaalgestart is er geen weg terug: ondanks <strong>de</strong> grote problemen met <strong>de</strong> co2-emissiemarkt blijft <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>Europa beschouwd wor<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> meest geëigen<strong>de</strong> manier om klimaatveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g tegen te gaan.7 Marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> telecommunicatieIn <strong>de</strong> telecommunicatie hangt het behartigen van publieke belangen sterk af van <strong>de</strong> besliss<strong>in</strong>genvan bedrijven en van technologische <strong>in</strong>novaties. Hoewel beleidsmakers en toezichthou<strong>de</strong>rs beleid


76 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gmaken om marktpartijen op een bepaal<strong>de</strong> manier te laten concurreren, blijkt het <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijkmoeilijk om <strong>de</strong> partijen die richt<strong>in</strong>g op te bewegen. Samen met <strong>de</strong> onzekerheid en dynamiek diewordt gecreëerd door technologische ontwikkel<strong>in</strong>gen zorgt dit ervoor dat er geen sprake kan zijnvan voorspelbare transitiepa<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dfase van <strong>de</strong>ze sector. In dynamische markten bestaat<strong>de</strong> noodzaak voor dynamische reguler<strong>in</strong>g omdat <strong>in</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g vanpublieke belangen wel eens heel nieuwe <strong>in</strong>stituties en regelgev<strong>in</strong>g kan vereisen.Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong>ze zeven casestudies bespreken we <strong>de</strong> problemen waarmeebeleidsmakers wer<strong>de</strong>n geconfronteerd. Zij wor<strong>de</strong>n geor<strong>de</strong>nd op basis van <strong>de</strong> bei<strong>de</strong>doelstell<strong>in</strong>gen van het maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid.In paragraaf 3.2 staat het <strong>in</strong>stitutioneel vormgeven van markten centraal. De casestudiesbie<strong>de</strong>n zicht op <strong>de</strong> complexiteit van die taak. Lijken <strong>de</strong> casestudies ophet eerste gezicht een tableau van nogal diverse economische, professionele enregulatieve activiteiten <strong>in</strong> zeer verschillen<strong>de</strong> sectoren te bie<strong>de</strong>n, bij na<strong>de</strong>re analysekomen treffen<strong>de</strong> overeenkomsten aan het licht. Voor elke markt zijn <strong>de</strong> nodigevoorbereid<strong>in</strong>gen vereist, waarbij kan wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat markten voor dienstendoorgaans meer complicaties opleveren dan <strong>de</strong> maakgoe<strong>de</strong>renmarkten, die <strong>in</strong><strong>de</strong> economische theorie doorgaans als exemplarisch wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld voor markten<strong>in</strong> het algemeen. Door <strong>de</strong> dynamiek van markten zijn <strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>gen om<strong>de</strong>ze te or<strong>de</strong>nen feitelijk nooit voltooid. Wanneer zich nieuwe technologischeontwikkel<strong>in</strong>gen aandienen of <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n om an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>nen verschuiven,zal opnieuw moeten wor<strong>de</strong>n nagedacht en on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ld over het werk datvereist zal zijn om <strong>de</strong> markt te laten functioneren.In paragraaf 3.3 komt <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>g van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid <strong>in</strong>beeld: het behartigen van publieke belangen. Het doel van <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> cases <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf is niet om een ‘stor<strong>in</strong>gsmeld<strong>in</strong>g’ rond marktwerk<strong>in</strong>gte maken, maar om te laten zien dat zich een aantal centrale problemenvoordoet bij <strong>de</strong> or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g van markten en <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van publieke belangen(problemen overigens waarvan niet gezegd is dat die zich niet zou<strong>de</strong>n kunnenvoordoenen b<strong>in</strong>nen an<strong>de</strong>re vormen van beleid). Paragraaf 3.4 on<strong>de</strong>rzoekt tot slotdrie specifieke vraagstukken die als gevolg van <strong>de</strong>ze problemen voor <strong>de</strong> overheidontstaan. In paragraaf 3.5 volgt <strong>de</strong> conclusie.3.2 <strong>in</strong>stitutionele vormgev<strong>in</strong>g van marktenIn theorie zien <strong>de</strong> <strong>zaken</strong> er eenvoudig uit. De werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> markt wordt vaakgeïllustreerd aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> figuur die <strong>in</strong> elke <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g economie te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n is,namelijk die waar<strong>in</strong> vraag- en aanbodcurves – <strong>de</strong> lijnen die <strong>de</strong> verban<strong>de</strong>n tussenvolume en prijs voor vraag, respectievelijk aanbod, uitdrukken – elkaar snij<strong>de</strong>n. In


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid77dat snijpunt is <strong>de</strong> markt <strong>in</strong> evenwicht. Vragers en aanbie<strong>de</strong>rs bereiken daar overeenstemm<strong>in</strong>gover <strong>de</strong> hoeveelhe<strong>de</strong>n die geleverd wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> prijs die daarvoormoet wor<strong>de</strong>n betaald. Dat er vraag is naar een product, dat er aanbie<strong>de</strong>rs zijn, dateen bepaal<strong>de</strong> hoeveelheid kan wor<strong>de</strong>n verhan<strong>de</strong>ld en dat een prijs voor productenkan wor<strong>de</strong>n overeengekomen, wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze analyse van het marktmechanismeals een gegeven beschouwd dat geen na<strong>de</strong>re uitleg vergt. De aandacht gaat uit naarhet evenwicht van vraag en aanbod dat tot stand komt.Wie voor <strong>de</strong> opdracht staat een markt vorm te geven, heeft echter ook te maken met<strong>de</strong> aspecten die <strong>in</strong> <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> figuur buiten beschouw<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gelaten. Datvraag, aanbod en prijs tot stand komen, spreekt namelijk allesbehalve vanzelf. Daaris een grote hoeveelheid voorbereid<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g mee gemoeid, waarbij steedseen grote diversiteit aan actoren en <strong>in</strong>strumenten betrokken is. Markten zijn geennatuurlijke gegevenhe<strong>de</strong>n. Er is veel voor nodig om ze te laten functioneren. Alleenal <strong>de</strong> basale voorwaar<strong>de</strong>n om een markt op rolletjes te laten lopen, vereisen <strong>in</strong> werkelijkheidorganisatorische daadkracht en praktische v<strong>in</strong>d<strong>in</strong>grijkheid. Dat valt teillustreren aan <strong>de</strong> hand van vier elementaire aspecten van markten: (1) <strong>in</strong>stitutiesen markt<strong>in</strong>strumenten; (2) aanbod; (3) vraag; en (4) prijsvorm<strong>in</strong>g.3.2.1 <strong>in</strong>stituties en markt<strong>in</strong>strumentenHet functioneren van markten vereist, zoals we reeds hebben gezien <strong>in</strong> paragraaf2.3, het bestaan en goed functioneren van verschei<strong>de</strong>ne <strong>in</strong>stituties. Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>nodige spelregels kunnen markten niet functioneren. Daarnaast zijn specifieke<strong>in</strong>strumenten vereist die helpen verwacht<strong>in</strong>gen te expliciteren waardoor <strong>de</strong> onzekerheidwordt gereduceerd, en die <strong>de</strong> relaties tussen vragers en aanbie<strong>de</strong>rs na<strong>de</strong>rvormgeven. Muniesa et al. (2007) noemen <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>strumenten market <strong>de</strong>vices. Zijmaken expliciet wat er wordt verhan<strong>de</strong>ld, welke prijs daarvoor wordt gerekend(en soms ook hoe die prijs tot stand komt, bijv. op een veil<strong>in</strong>g), en wat aanbie<strong>de</strong>ren afnemer ver<strong>de</strong>r nog van elkaar en van <strong>de</strong> te sluiten transactie mogen verwachten.Verpakk<strong>in</strong>gen, etiketten, <strong>de</strong> manier waarop een supermarkt zijn warenuitstalt, <strong>de</strong> wijze waarop een veil<strong>in</strong>g is <strong>in</strong>gericht, garantiecertificaten, tot en met<strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> trad<strong>in</strong>g room van een f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> computerschermenvan beurshan<strong>de</strong>laren zijn <strong>in</strong>gericht, vallen dus on<strong>de</strong>r dit ruime begrip.Markt<strong>in</strong>strumenten v<strong>in</strong><strong>de</strong>n we niet alleen aan <strong>de</strong> kant van aanbie<strong>de</strong>rs. Ook <strong>de</strong>mid<strong>de</strong>len die klanten gebruiken om zich op een markt te kunnen oriënterenwor<strong>de</strong>n ertoe gerekend. Dix (2011) wijst bijvoorbeeld op <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternetzoekmach<strong>in</strong>esdie re-<strong>in</strong>tegratiekandidaten moeten helpen een geschikt re-<strong>in</strong>tegratiebureau tev<strong>in</strong><strong>de</strong>n als voorbeeld van zo’n markt<strong>in</strong>strument. Hiermee wordt getracht omvragers en aanbie<strong>de</strong>rs met elkaar <strong>in</strong> contact te brengen en om <strong>in</strong>formatieasymmetrieëntussen hen te verkle<strong>in</strong>en. De functie van markt<strong>in</strong>strumenten is om op ge<strong>de</strong>tailleerdniveau gedrag en verwacht<strong>in</strong>gen te structureren om zo coörd<strong>in</strong>atie vanhan<strong>de</strong>len mogelijk te maken.


78 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gOmdat met name rond <strong>de</strong> kwaliteit van goe<strong>de</strong>ren en diensten vaak asymmetrieënbestaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie waarover verkoper en koper beschikken, kunnen allerleimarkt<strong>in</strong>strumenten wor<strong>de</strong>n geïntroduceerd die bij <strong>de</strong> koper het vertrouwenwekken dat hij waar krijgt voor zijn geld. Keurmerken, certificaten en rat<strong>in</strong>gs,bijvoorbeeld, dienen daarvoor.Box 3.2Het belang van rat<strong>in</strong>gs is evi<strong>de</strong>nt bij f<strong>in</strong>anciële markten. Daar blijkt men door toenemen<strong>de</strong>complexiteit van f<strong>in</strong>anciële producten en <strong>de</strong> vaak grote afstand tussen koper en verkoper steedsafhankelijker te zijn gewor<strong>de</strong>n van beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen door externe rat<strong>in</strong>gbureaus (Aalbers et al. 2011).En zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> daarvoor benodig<strong>de</strong> keurmerken is het voor een islamiet doorgaans niet mogelijk omte weten of het vlees dat hij koopt halal is (Van Waar<strong>de</strong>n en Van Dalen 2011). Ook op diverse an<strong>de</strong>reterre<strong>in</strong>en (als gezond voedsel, milieu, fair tra<strong>de</strong>) bestaan tal van keurmerken die <strong>de</strong> koper helpen<strong>in</strong>formatie over het product te krijgen die hij an<strong>de</strong>rs niet of nauwelijks zou kunnen verwerven.Markt<strong>in</strong>strumenten hebben een cruciale <strong>in</strong>vloed op het functioneren van markten.Bij het vormgeven van ‘vraag’, ‘aanbod’ en ‘prijs’ en <strong>de</strong> <strong>in</strong>teractie daartussenspelen zij een grote rol. Net als het verkeer op <strong>de</strong> weg is het economisch verkeergebaat bij stukken waar snelheid kan wor<strong>de</strong>n gemaakt, soepele roton<strong>de</strong>s, enigeopleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers en hier en daar een verkeerslicht. En net als op <strong>de</strong>weg komt ook op <strong>de</strong> markt een verkeersregel<strong>in</strong>g niet automatisch tot stand: <strong>in</strong>stitutiesmoeten <strong>in</strong> het leven wor<strong>de</strong>n geroepen, markt<strong>in</strong>strumenten moeten wor<strong>de</strong>nontworpen, en dat alles vergt daarna bovendien ook on<strong>de</strong>rhoud.3.2.2 aanbod‘Aanbod’ is uiteraard een primaire voorwaar<strong>de</strong> voor het tot stand komen van eenmarkt. Maar dat er van ‘aanbod’ kan wor<strong>de</strong>n gesproken dat als een verhan<strong>de</strong>lbaargoed of verhan<strong>de</strong>lbare dienst (commodity) kan fungeren, spreekt allerm<strong>in</strong>stvanzelf. Daarvoor zijn tal van stappen nodig en moeten er – afhankelijk van hettype markt – <strong>de</strong> nodige problemen wor<strong>de</strong>n overwonnen.Op <strong>de</strong> groentemarkt zal commodificatie – het verhan<strong>de</strong>lbaar maken van een goedof een dienst – doorgaans we<strong>in</strong>ig problemen opleveren. De groentehan<strong>de</strong>laar hoeftslechts te beslissen of hij zijn appels per stuk of per kilo wil verkopen. In eensupermarkt ligt dit al <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong>r. Om keuzes te kunnen maken moet <strong>de</strong> consument<strong>de</strong> nodige <strong>in</strong>formatie krijgen over wat hij aanschaft. Er moeten dus verpakk<strong>in</strong>genzijn die ten m<strong>in</strong>ste <strong>in</strong>houd, gewicht en samenstell<strong>in</strong>g vermel<strong>de</strong>n, alsme<strong>de</strong><strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> secundaire kwaliteiten van het product, dat wil zeggen beloftenover wat <strong>de</strong> koper zal ervaren bij gebruik van het product.


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid79In veel an<strong>de</strong>re gevallen vereist commodificatie echter aanzienlijk meer werk.Een voorbeeld is <strong>de</strong> creatie van <strong>de</strong> Europese co2-emissiemarkt (MacKenzie 2009:137-176; Van <strong>de</strong>r Salm et al. 2011). Om <strong>de</strong> markt voor co2-uitstootrechten mogelijkte maken, was een veelheid aan (Europese) afspraken en regels nodig, databasesom <strong>de</strong> uitstoot <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n te bepalen; gecompliceer<strong>de</strong> systemen om nieuweuitstoot te meten; adm<strong>in</strong>istratieve systemen om geaggregeer<strong>de</strong> uitstoot te bepalen;en monitor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties om gegevens te controleren.Ook <strong>in</strong> sectoren zoals <strong>de</strong> zorg of het on<strong>de</strong>rwijs is het commodificatieproces een lastigeaangelegenheid. In <strong>de</strong>ze sectoren is het niet alleen omstre<strong>de</strong>n of hier verhan<strong>de</strong>lbaregoe<strong>de</strong>ren van zijn te maken, maar is het ook praktisch een weerbarstige aangelegenheid,met name omdat <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong>ze diensten lastig is vast te stellen.Box 3.3Voordat marktmechanismen <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gevoerd, moesten <strong>de</strong> verricht<strong>in</strong>gen dieverhan<strong>de</strong>ld zou<strong>de</strong>n gaan wor<strong>de</strong>n nauwkeurig <strong>in</strong> kaart wor<strong>de</strong>n gebracht. Alleen als helemaal dui<strong>de</strong>lijkwas wat er precies werd aangebo<strong>de</strong>n, viel immers door ziekenhuizen en verzekeraars over <strong>de</strong>prijs te on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len. Daartoe werd het systeem van dbc’s ontwikkeld, een co<strong>de</strong> die een bepaald,gemid<strong>de</strong>ld zorgpakket beschrijft. De totstandkom<strong>in</strong>g ervan vereiste diepgaan<strong>de</strong> kennis van medischeverricht<strong>in</strong>gen. Organisaties van medisch specialisten hebben er dan ook <strong>de</strong> basis voor gelegd.Zij moesten <strong>de</strong> vaak complexe verricht<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> hun discipl<strong>in</strong>e gangbaar zijn <strong>in</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>lenuiteenleggen en or<strong>de</strong>nen. Het vereiste echter ook nieuw on<strong>de</strong>rzoek. Wat is <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> tijd dievoor een bepaal<strong>de</strong> verricht<strong>in</strong>g noodzakelijk is? In sommige gevallen moest dat bepaald wor<strong>de</strong>ndoor met een stopwatch achter behan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> artsen aan te lopen (Aar<strong>de</strong>n et al. 2011; Zui<strong>de</strong>rent-Jerak et al. 2011).3.2.3 vraagNet als het aanbod komt ook <strong>de</strong> vraag niet vanzelf tot stand. Nemen we weer <strong>de</strong>groentemarkt als voorbeeld, dan kunnen we ons makkelijk een voorstell<strong>in</strong>gvormen van wie <strong>de</strong> klanten zijn. In <strong>de</strong> zorg is het al <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong>r. Daar lijkt op heteerste gezicht <strong>de</strong> patiënt <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke consument. Niet hij on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lt echterover <strong>de</strong> prijs, dat doet zijn verzekeraar. Die is echter weer gebon<strong>de</strong>n aan allerleiwettelijke verplicht<strong>in</strong>gen. Ook op an<strong>de</strong>re terre<strong>in</strong>en waar sprake is van wettelijkeverplicht<strong>in</strong>gen om bepaal<strong>de</strong> diensten te leveren, zoals bijvoorbeeld bij re-<strong>in</strong>tegratievan werklozen <strong>in</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt, is <strong>de</strong> vraag waarmee aanbie<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>ngeconfronteerd niet simpelweg die van consumenten. Op markten voor gezondheidsbevor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>diensten spelen zowel re-<strong>in</strong>tegratiebedrijven, verzekeraars,als kennis<strong>in</strong>stituten een rol bij het adviseren van werkgevers over <strong>de</strong> af te nemendiensten. Voor <strong>de</strong> groep mensen die uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk van <strong>de</strong> diensten gebruikmaakt –<strong>de</strong> werknemers – is evenwel geen noemenswaardige rol hierbij weggelegd (Meershoeket al. 2011).


80 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gDat zoiets op het oog eenvoudigs als ‘vraag’ een <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong> aangelegenheid is,wordt helemaal dui<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese markt voor co2-emissierechten. Daarmoet eerst wor<strong>de</strong>n vastgesteld wie <strong>de</strong> vragers zijn. Daartoe dienen bedrijven dieveel co2 uitstoten te wor<strong>de</strong>n geï<strong>de</strong>ntificeerd. Daar gaan Europese politieke on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>genaan vooraf omdat behalve het global public good van het tegengaanvan klimaatveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g ook nationale belangen op het spel staan. Pas daarnakunnen <strong>de</strong> emissierechten wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>eld en vervolgens op <strong>de</strong> markt wor<strong>de</strong>nverhan<strong>de</strong>ld (MacKenzie 2009: 137-176; Van <strong>de</strong>r Salm et al. 2011).3.2.4 prijsvorm<strong>in</strong>gOok prijsvorm<strong>in</strong>g blijkt m<strong>in</strong><strong>de</strong>r simpel dan <strong>de</strong> figuur met vraag- en aanbodcurvessuggereert. Om te beg<strong>in</strong>nen omdat niet bij voorbaat vaststaat wat exact een prijsmoet krijgen. Op <strong>de</strong> groentemarkt is dit nog te overzien. Maar bijvoorbeeld op <strong>de</strong>re-<strong>in</strong>tegratiemarkt kregen steeds an<strong>de</strong>re diensten een prijs: nu eens <strong>de</strong> begeleid<strong>in</strong>gvan cohorten van cliënten – waarbij voor elk re-<strong>in</strong>tegratietraject dus een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>prijs werd betaald – dan weer <strong>in</strong>dividuele trajecten of on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len daarvandoor mid<strong>de</strong>l van prestatief<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g (Dix 2011). Om prijsvorm<strong>in</strong>g en transactiesop <strong>de</strong> co2-emissiemarkten mogelijk te maken is een geavanceer<strong>de</strong> fysieke en technologische<strong>in</strong>frastructuur nodig (<strong>de</strong> elektronische beurs). Bovendien zijn er <strong>in</strong>formatiesystemennodig om marktparticipanten <strong>in</strong> staat te stellen <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>gen temaken van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> rechten (MacKenzie 2009).Box 3.4In <strong>de</strong> zorg blijkt dat <strong>de</strong> ondoorzichtigheid van <strong>de</strong> markt een belangrijk effect heeft op het vaststellenvan <strong>de</strong> prijzen. De facto blijken alleen verzekeraars met een groot marktaan<strong>de</strong>el <strong>in</strong> een ziekenhuisover prijzen van dbc’s <strong>in</strong> het B-segment te on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len. 3 Verzekeraars met een beperktmarktaan<strong>de</strong>el <strong>in</strong> een ziekenhuis moeten soms noodgedwongen <strong>de</strong> prijzen van het ziekenhuisaccepteren, omdat het ziekenhuis niet is geïnteresseerd <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len met een kle<strong>in</strong>e spelermet maar een beperkt aantal patiënten per jaar. Deze verzekeraar heeft dan we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong> <strong>de</strong> melk tebrokkelen, omdat ‘met <strong>de</strong> voeten stemmen’ negatiever uitpakt voor <strong>de</strong> verzekeraar (<strong>de</strong> cliënt van <strong>de</strong>verzekeraar is dan niet verzekerd <strong>in</strong> dat ziekenhuis) dan voor het ziekenhuis. Als er al on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ldwordt, v<strong>in</strong>dt dat bovendien slechts plaats over een beperkt aantal veelvuldig ge<strong>de</strong>clareer<strong>de</strong> dbc’s,waarvoor <strong>de</strong> dbc-<strong>in</strong>koopgids, opgesteld door <strong>de</strong> Zorgverzekeraars Ne<strong>de</strong>rland, medische verenig<strong>in</strong>genen patiëntenorganisaties, <strong>de</strong> nodige <strong>in</strong>formatie verschaft (Zui<strong>de</strong>rent-Jerak et al. 2011).3.3 maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g: problemen voor publiekebelangenOm markten zo te or<strong>de</strong>nen dat niet alleen het economisch verkeer goed verloopt,maar ook publieke belangen a<strong>de</strong>quaat wor<strong>de</strong>n behartigd, moeten eveneens tal van


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid81problemen die <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk opduiken getackeld wor<strong>de</strong>n. Ook hier stellen praktijkproblemen<strong>de</strong> betrokken partijen voor wezenlijke uitdag<strong>in</strong>gen. Een markttoont haar ware gezicht pas vaak als zij <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g is.Box 3.5Door <strong>de</strong> co 2-emissiemarkt te <strong>in</strong>troduceren werd een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> klimaatproblematiek op <strong>de</strong>bestuurstafel van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen met een aanzienlijke co 2-uitstoot gelegd. Bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie vandie markt kregen zulke bedrijven een zeker aantal emissierechten. Het aantal beschikbare rechtenzou daarna gaan<strong>de</strong>weg wor<strong>de</strong>n gereduceerd. De grondgedachte was dat als bedrijven door <strong>in</strong>novatiehun bedrijfsprocessen zou<strong>de</strong>n verbeteren en zo hun uitstoot zou<strong>de</strong>n verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, zij huntoegeken<strong>de</strong> emissierechten zou<strong>de</strong>n kunnen verkopen of – waar zij emissierechten te kort kwamen– m<strong>in</strong><strong>de</strong>r emissierechten hoef<strong>de</strong>n bij te kopen. In het perspectief van het f<strong>in</strong>anciële voor<strong>de</strong>el datemissiehan<strong>de</strong>l zou bie<strong>de</strong>n, zou<strong>de</strong>n zij wor<strong>de</strong>n aangezet tot <strong>in</strong>novatie en zo bijdragen aan <strong>de</strong>klimaatdoelstell<strong>in</strong>gen.Bedrijven kunnen hun emissierechten echter ook om heel an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>nen verkopen, bijvoorbeeldom een zwakke balans op or<strong>de</strong> te brengen. Geconfronteerd met f<strong>in</strong>anciële problemen kunnen zijimmers besluiten hun productie (en dus hun emissie) tij<strong>de</strong>lijk te verlagen om <strong>de</strong> emissierechtendie dan niet meer nodig zijn te verkopen. De overheid heeft daar nauwelijks greep op. Het managementdat uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> besliss<strong>in</strong>gen neemt wordt immers noch afgerekend op klimaatdoelstell<strong>in</strong>gen,noch op productievolume, maar op wat er aan het e<strong>in</strong>d van het jaar op <strong>de</strong> balans verschijnt.Bedrijven kunnen bovendien besluiten om een <strong>de</strong>el van hun activiteiten naar lan<strong>de</strong>n te verplaatsenwaar een soepeler regime bestaat. Ook met die mogelijkheid zal <strong>de</strong> overheid reken<strong>in</strong>g moetenhou<strong>de</strong>n. In bei<strong>de</strong> situaties wordt <strong>de</strong> overheid immers met een nieuw probleem geconfronteerd:afname van werkgelegenheid (zie voor meer complicaties Van <strong>de</strong>r Salm et al. 2011). F<strong>in</strong>e tun<strong>in</strong>g vanmaatregelen gericht op het behartigen van publieke belangen vereist dan ook het nodige <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong>wat zich b<strong>in</strong>nen bedrijven en op specifieke markten afspeelt.Bij die f<strong>in</strong>e tun<strong>in</strong>g krijgt <strong>de</strong> overheid te maken met vele actoren van soms heel verschillend karakter.In het geval van <strong>de</strong> zorg zijn dat medisch specialisten en hun patiënten, zorgverzekeraars,ziekenhuisdirecties, specialistenverenig<strong>in</strong>gen, en organen die <strong>de</strong> overheid zelf <strong>in</strong> het leven heeftgeroepen. Al <strong>de</strong>ze actoren hebben eigen, <strong>in</strong> veel gevallen meer<strong>de</strong>re, soms on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g tegenstrijdige,belangen. Normstell<strong>in</strong>g en stur<strong>in</strong>g vereisen dus diep <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> een complex veld. Vaak zullen <strong>de</strong>actoren die het beleid daadwerkelijk moeten uitvoeren <strong>de</strong> rol die hen <strong>in</strong> het beleid is toebedachtbovendien nog moeten leren. Ook daarmee moet bij het formuleren en uitvoeren van beleid reken<strong>in</strong>gwor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n.In sectoren waar <strong>de</strong> jurisdictie van <strong>de</strong> overheid niet <strong>de</strong> sector of <strong>de</strong> productieketens overlapt doenzich weer an<strong>de</strong>re problemen voor. Om jurisdictie en sector beter op elkaar af te stemmen kan uiteraardwor<strong>de</strong>n opgeschaald, bijvoorbeeld naar eu-niveau. Het hoeft geen betoog dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen<strong>de</strong>cennia <strong>de</strong>ze weg vaak bewan<strong>de</strong>ld is: grote <strong>de</strong>len van het overheidsbeleid op terre<strong>in</strong>en als milieu,


82 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gvoedselveiligheid en ook me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g zijn <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls aan <strong>de</strong> eu overgedragen. Deze strategie heeftechter ook bezwaren. De eu kampt eveneens met <strong>de</strong> problemen die <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig aanleid<strong>in</strong>gvorm<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid: regeldruk, kosten van reguler<strong>in</strong>g, budgettaireproblemen en fragmentariser<strong>in</strong>g. De afstand van <strong>de</strong> politieke autoriteiten tot <strong>de</strong> markt neemtdoor opschalen bovendien toe, met onoverzichtelijkheid, controle- en vertaal/implementatieproblemenals gevolg. Omdat door het mult<strong>in</strong>ationale karakter het politieke proces <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong>rwordt, doet ook <strong>de</strong> druk van <strong>de</strong> tijd zich meer gel<strong>de</strong>n. Door al dit soort kwesties ontstaan bovendiennieuwe legitimatieproblemen (Monti 2010). Tot slot kan wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong>ze strategie<strong>de</strong>els haar eigen problemen genereert: opschalen naar Europees niveau vormt niet alleen eenantwoord op <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g van markten en bedrijven, maar stimuleert en faciliteert ook die<strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g.Ten slotte wordt <strong>de</strong> overheid bij <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g van haar beleid geconfronteerd met <strong>de</strong>dynamiek van markten en <strong>de</strong> <strong>in</strong>herente onzekerheid ervan. Om niet achter <strong>de</strong> feiten aan te lopen,zal <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g – het signaleren en articuleren van publieke belangen – bijzon<strong>de</strong>reaandacht vragen.Deze problemen vallen blijkens <strong>de</strong> casestudies <strong>in</strong> drie categorieën te groeperen.Ten eerste is het functioneren van markten vaak afhankelijk van een groot aantalverschillen<strong>de</strong>, en <strong>in</strong> sommige gevallen zeer <strong>in</strong>vloedrijke actoren die <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong>hoedanighe<strong>de</strong>n en op uiteenlopen<strong>de</strong> niveaus <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van publiekebelangen beïnvloe<strong>de</strong>n. Ten twee<strong>de</strong> is het regelmatig het geval dat publieke belangenop een bepaal<strong>de</strong> schaal behartigd dienen te wor<strong>de</strong>n die zich <strong>de</strong>els of vrijwelgeheel aan <strong>de</strong> jurisdictie van <strong>de</strong> overheid onttrekken. Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> komt het dynamischekarakter van markten en daarmee <strong>de</strong>els samenhangend <strong>de</strong> vele onzekerhe<strong>de</strong>nwaarmee <strong>de</strong> betrokken partijen wor<strong>de</strong>n geconfronteerd, als evi<strong>de</strong>nt probleem bijhet behartigen van publieke belangen naar voren.3.3.1 <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van veel verschillen<strong>de</strong> actorenWanneer publieke belangen via een markt behartigd wor<strong>de</strong>n is hierbij vaak eengrote verschei<strong>de</strong>nheid aan actoren betrokken. Deze actoren zullen allen een zekeremate van han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvrijheid hebben en zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel ook <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> juridischeen geografische dome<strong>in</strong>en bewegen. Neem bijvoorbeeld het proces van <strong>de</strong>securitisatie van hypotheken <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland, waarbij hypotheken die op <strong>de</strong> balansvan banken staan, wor<strong>de</strong>n verpakt en doorverkocht aan <strong>in</strong>vesteer<strong>de</strong>rs. Dit procesvoltrok zich on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re via banken, makelaars, hypotheekbemid<strong>de</strong>laars, rat<strong>in</strong>gagencies, het Bureau Kredietregistratie, notarissen en juristen (Aalbers et al. 2011).Ook op <strong>de</strong> qua omvang veel beperktere markt voor gezondheidsbevor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>diensten voor werknemers zien we eenzelf<strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid aan spelers. Dezemarkt ontstond als onbedoeld gevolg van overheidsbeleid (o.a. door <strong>de</strong> Wet uit-


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid83breid<strong>in</strong>g loondoorbetal<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>g bij ziekte), die aan werkgevers <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvoor <strong>de</strong> gezondheid van hun werknemers <strong>de</strong>legeer<strong>de</strong>. Er is eengroot aantal verschillen<strong>de</strong> actoren actief, on<strong>de</strong>r wie werkgevers, verzekeraars, universiteiten,kennis<strong>in</strong>stituten, arbodiensten, re-<strong>in</strong>tegratiebedrijven en professionalsals artsen, psychologen en fysiotherapeuten (Meershoek et al. 2011). Hoewel <strong>de</strong>zemarkt dui<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g is, met als gevolg dat er nog geen hel<strong>de</strong>re rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gis uitgekristalliseerd (Aspers 2009), is gezien <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g<strong>de</strong> kans kle<strong>in</strong> dat <strong>de</strong>ze markt ooit een overzichtelijk karakter zal krijgen.Verschillen<strong>de</strong> rollenNiet alleen is er een grote verschei<strong>de</strong>nheid aan actoren op markten actief, zijvervullen ook zeer uiteenlopen<strong>de</strong> rollen. Zoals ook reeds <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> paragraafis gebleken, laten <strong>de</strong>ze rollen zich zel<strong>de</strong>n uitsluitend tot die van vragers enaanbie<strong>de</strong>rs reduceren. In geval van gezondheidsbevor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> diensten slaanwerkgevers en verzekeraars <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n <strong>in</strong>een om <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g te geven aan <strong>de</strong> wettelijkeverantwoor<strong>de</strong>lijkheid van werkgevers om <strong>de</strong> gezondheid van hun werknemerste bevor<strong>de</strong>ren. De verzekeraars nemen <strong>de</strong>ze verantwoor<strong>de</strong>lijkheid doormid<strong>de</strong>l van het aanbie<strong>de</strong>n van verzeker<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>els over, en prijzen daarenbovengezondheidsbevor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> diensten bij <strong>de</strong>ze werknemers aan. Ze vervullen duseen belangrijke mediëren<strong>de</strong> rol. Re-<strong>in</strong>tegratiebedrijven hebben vervolgens eenbelangrijke functie bij het aanbie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze diensten. Bij <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gdaarvan zijn universiteiten en kennis<strong>in</strong>stituten betrokken. Verschei<strong>de</strong>ne professionalsi<strong>de</strong>ntificeren <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen op het gebied van <strong>de</strong> gezondheid van werknemers,en brengen daarmee <strong>de</strong> markt ver<strong>de</strong>r tot ontwikkel<strong>in</strong>g (Meershoek et al.2011). Kenniswerkers en professionals spelen dus een belangrijke rol bij <strong>de</strong>totstandkom<strong>in</strong>g van het aanbod en <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> markt, zon<strong>de</strong>r dat zijzelf direct actief zijn op die markt.Box 3.6Een voorbeeld van <strong>de</strong> grote <strong>in</strong>vloed van verschillen<strong>de</strong> partijen op het behartigen van publiekebelangen komt naar voren bij <strong>de</strong> commodificatie van zorg. In <strong>de</strong> zorg kregen medische beroepsgroepen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> commodificatie van zorg <strong>in</strong> hun specialiteit, <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>gmet an<strong>de</strong>re actoren, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re omdat <strong>de</strong> overheid hiertoe zelf onvoldoen<strong>de</strong> kennis <strong>in</strong>huis had. Door dit proces ongecoörd<strong>in</strong>eerd uit han<strong>de</strong>n te geven, ontstond een onoverzichtelijksysteem van 8000 nogal ongelijksoortige dbc’s. 4 Verzekeraars kregen vervolgens <strong>de</strong> taak om over<strong>de</strong> afname van <strong>de</strong>ze ‘zorgproducten’ te on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len met ziekenhuizen, met als doel betaalbareen kwalitatief hoogwaardige zorg te realiseren. Door <strong>de</strong> grote hoeveelheid dbc’s bleek het echtermoeilijk voor <strong>de</strong> verzekeraars om door scherp te on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len <strong>de</strong>ze publieke belangen te behartigen(Aar<strong>de</strong>n et al. 2011).


84 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gIn sectoren waar <strong>de</strong> overheid marktmechanismen <strong>in</strong>troduceer<strong>de</strong> om publiekebelangen te behartigen, moesten veel van dit soort processen vrijwel uit het nietswor<strong>de</strong>n opgestart en moest <strong>de</strong> overheid daar zelf <strong>de</strong> juiste partijen bij zoeken. Opnationaal niveau zien we bijvoorbeeld dat verzekeraars door politieke besluiten<strong>de</strong> taak op zich krijgen om het publieke belang ‘kwaliteit van zorg’ te behartigen(Zui<strong>de</strong>rent-Jerak et al. 2011). Op Europees en <strong>in</strong>ternationaal niveau zijn besluitengenomen over het belang van duurzaamheid, waarbij commerciële bedrijven een<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het behartigen van dit belang toebe<strong>de</strong>eldhebben gekregen (Van <strong>de</strong>r Salm et al. 2011).De verschillen<strong>de</strong> actoren die bij markten betrokken zijn, blijken <strong>in</strong> sommige gevallenmoeilijk <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g te kunnen geven aan <strong>de</strong> rol die zij op zich hebben genomenof gekregen. Zo was <strong>de</strong> gedachte bij veel marktwerk<strong>in</strong>gsoperaties van <strong>de</strong> afgelopen<strong>de</strong>cennia dat markten <strong>de</strong> consument dienen. Die zou dankzij <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie, stimuler<strong>in</strong>gof uitbreid<strong>in</strong>g van marktwerk<strong>in</strong>g van een groter aanbod gebruik kunnenmaken en hij zou diensten van een hogere kwaliteit tegen een lagere prijs geleverdkunnen krijgen. Maar juist consumenten lieten het op veel markten afweten doorbeperkt van <strong>de</strong> hun gebo<strong>de</strong>n keuzevrijheid gebruik te maken. Zij bleken <strong>de</strong> afgelopenjaren maar beperkt van energieleverancier, telefoonaanbie<strong>de</strong>r of zorgverzekeraarte wisselen. De <strong>in</strong>troductie of versterk<strong>in</strong>g van marktmechanismen leid<strong>de</strong>weliswaar tot het vergemakkelijken, verbeteren en <strong>in</strong> sommige gevallen verruimenvan overstapmogelijkhe<strong>de</strong>n, maar resulteer<strong>de</strong> <strong>in</strong> veel gevallen niet tot grote aanpass<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> het aanbod. Zo werd het doel dus niet (helemaal) bereikt.Hoe is <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g te begrijpen? In veel sectoren ligt <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong>hand, namelijk dat consumenten an<strong>de</strong>rs kiezen dan <strong>de</strong> economische theorie doorgaansveron<strong>de</strong>rstelt. Zo blijkt dat ou<strong>de</strong>rs bij het kiezen van opvangcentra voor hunk<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> opvangcentra van doorslaggevend belang achten bijhet selectieproces, simpelweg omdat ou<strong>de</strong>rs niet door hun hele woonplaats methun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren willen sjouwen (Regioplan 2009: 40-42). De vraag is dan ook of <strong>de</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g van kwaliteitsmaatstaven, zoals momenteel gebeurt, daar veel aanzal veran<strong>de</strong>ren. Soortgelijke resultaten komen naar voren uit <strong>in</strong>ternationaal vergelijkendon<strong>de</strong>rzoek naar marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het lager en mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs, waarconcurrentie lokaal is en vooral via het reputatiemechanisme verloopt (Waslan<strong>de</strong>ret al. 2010).Dat het voor ‘consumenten’ soms lastig is om ‘goed te functioneren’ op <strong>de</strong> marktis dan ook aanleid<strong>in</strong>g (geweest) om an<strong>de</strong>re partijen <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid tegeven om namens hen op te tre<strong>de</strong>n. Zo wer<strong>de</strong>n re-<strong>in</strong>tegratiekandidaten op <strong>de</strong>regionale re-<strong>in</strong>tegratiemarkten geacht zelf op zoek te gaan naar geschikte re-<strong>in</strong>tegratiebureaus.Dit bleek <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk voor veel mensen een te lastige opgave. Alsgevolg hiervan zag het Uitvoer<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stituut Werknemersverzeker<strong>in</strong>gen (uwv)zich tegen alle beleidsvoornemens <strong>in</strong> genoodzaakt het keuzeproces van <strong>de</strong> re-<strong>in</strong>te-


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid85gratiekandidaat te begelei<strong>de</strong>n (Dix 2011). Ook uit an<strong>de</strong>re voorbeel<strong>de</strong>n blijkt dat <strong>de</strong>nieuwe rollen die <strong>de</strong>ze actoren op zich hebben moeten nemen als gevolg van <strong>de</strong><strong>in</strong>troductie van marktwerk<strong>in</strong>g, niet altijd even gemakkelijk te leren zijn. Het feitelijkegedrag van actoren vol<strong>de</strong>ed niet altijd aan <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen.Box 3.7Met <strong>de</strong> versterk<strong>in</strong>g van marktmechanismen <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg hebben zorgverzekeraars een belangrijke rolgekregen bij het realiseren van betaalbare en kwalitatief hoogwaardige zorg. Door te on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lenmet ziekenhuizen over te leveren zorg wor<strong>de</strong>n zij geacht niet alleen een lage prijs te bed<strong>in</strong>gen, maarook bij te dragen aan kwaliteitsverbeter<strong>in</strong>g. Zowel <strong>de</strong> statische als <strong>de</strong> dynamische efficiëntie van <strong>de</strong>dienstverlen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg zou dus door hun rol wor<strong>de</strong>n gediend. Door <strong>de</strong> complexe en onoverzichtelijkeaard van zorgproducten staan <strong>de</strong> zorgverzekeraars bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen met ziekenhuizenechter voor grote problemen. Zij hebben over het algemeen nog niet <strong>de</strong> juiste toerust<strong>in</strong>g (expertise)om <strong>de</strong>ze taak goed te volbrengen. In voorkomen<strong>de</strong> gevallen blijken zij zelfs <strong>de</strong> prijs van <strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>gop te vatten als een <strong>in</strong>dicatie voor <strong>de</strong> kwaliteit (Zui<strong>de</strong>rent et al. 2011). Daarnaast zien we datzodra verzekeraars hun opdracht om <strong>de</strong> kwaliteit te bevor<strong>de</strong>ren daadwerkelijk uitvoeren en besluitengeen contracten voor bepaal<strong>de</strong> verricht<strong>in</strong>gen af te sluiten met specifieke ziekenhuizen omdat dienaar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> verzekeraar on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> maat presteren, maatschappelijke controverses ontstaan.Zowel vanuit <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> medische professionals als vanuit <strong>de</strong> politiek kl<strong>in</strong>ken protesten.Het publieke belang van toegankelijkheid zou zo <strong>in</strong> gevaar komen. Bovendien zou<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re<strong>in</strong>stanties <strong>de</strong> kwaliteit reeds voldoen<strong>de</strong> borgen, zoals <strong>de</strong> Inspectie voor <strong>de</strong> Gezondheidszorg (igz) en<strong>de</strong> medische beroepsverenig<strong>in</strong>gen, die eisen stellen aan het m<strong>in</strong>imale aantal verricht<strong>in</strong>gen per jaar.Tegelijk kl<strong>in</strong>kt vanuit <strong>de</strong> beleidswereld tevre<strong>de</strong>nheid dat – zij het pas na vele jaren – <strong>de</strong> zorgverzekeraars<strong>de</strong> rol die hen was toebedacht nu beg<strong>in</strong>nen te leren (Piersma 2011).Daarnaast wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verzekeraars ook zelf geconfronteerd met belangen die haaks staan op hetselectief contracteren van ziekenhuizen. Ook zij hebben er belang bij hun verzeker<strong>de</strong>n te kunnendoorverwijzen naar een lokaal ziekenhuis (toegankelijkheid). De verzekeraars wordt daarom eenhand boven het hoofd gehou<strong>de</strong>n door mid<strong>de</strong>l van het zogeheten risicovereven<strong>in</strong>gsstelsel. Zij krijgenhoog uitgevallen kosten voor een <strong>de</strong>el terug van <strong>de</strong> overheid. Als gevolg daarvan on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>nzij m<strong>in</strong><strong>de</strong>r prikkels om op <strong>de</strong> zorguitgaven en kwaliteit te letten (Douven 2009: 3). Dit vereven<strong>in</strong>gsstelselzal <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren wor<strong>de</strong>n afgebouwd. De consequentie daarvan is echter datzorgverzekeraars hogere f<strong>in</strong>anciële buffers zullen moeten aanleggen om hun f<strong>in</strong>anciële risico’s <strong>in</strong> te<strong>de</strong>kken. De zorgpremie zal daarom vermoe<strong>de</strong>lijk moeten wor<strong>de</strong>n verhoogd (Hooft van Huysduynenen Piersma 2011).On<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen moeten zich <strong>in</strong> het algemeen echter op verschillen<strong>de</strong> marktenpositioneren. Zo is er <strong>de</strong> consumentenmarkt voor <strong>de</strong> lever<strong>in</strong>g van goe<strong>de</strong>ren endiensten, <strong>de</strong> arbeidsmarkt voor het aantrekken van geschikt personeel en <strong>de</strong> kapitaalmarktvoor <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g. Het tegelijkertijd positioneren op <strong>de</strong>ze verschillen<strong>de</strong>markten vergt het nodige balanceerwerk: zo kan het belang van goe<strong>de</strong> en


86 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>ggemotiveer<strong>de</strong> werknemers <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen vergen die op korte termijn <strong>de</strong> kostenverhogen, hetgeen een negatieve impact zou kunnen hebben op <strong>de</strong> vraag voor hetproduct en <strong>de</strong> divi<strong>de</strong>nduitker<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>r. Als daarnaast ookpublieke belangen behartigd moeten wor<strong>de</strong>n, neemt <strong>de</strong> complexiteit uiteraard nogver<strong>de</strong>r toe.Box 3.8Een voorbeeld waarbij <strong>de</strong> belangen van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen niet samen vallen met <strong>de</strong> wensen vanpublieke autoriteiten is te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> telecommunicatiesector. De Bijl (2009) laat zien datpublieke autoriteiten graag willen dat telecomaanbie<strong>de</strong>rs hun eigen telecomnetwerken gaanaanleggen en gaan concurreren op <strong>in</strong>frastructuur. De praktijk blijkt an<strong>de</strong>rs, daar vele marktpartijengeen bus<strong>in</strong>ess case zien <strong>in</strong> <strong>in</strong>frastructuurconcurrentie. Zelfs <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van diverse prikkels om<strong>de</strong>ze partijen te stimuleren om toch over te gaan op dit type concurrentie mocht niet baten (De Bijl2009: 128-130).Uiteenlopen<strong>de</strong> belangen en preferentiesBij het behartigen van publieke belangen door <strong>de</strong> markt doet zich het probleemvoor dat er zel<strong>de</strong>n sprake is van een gelijk speelveld en dat soms enkele grotemarktpartijen <strong>de</strong> markt dom<strong>in</strong>eren. Deze partijen kunnen <strong>de</strong> belangen van an<strong>de</strong>remarktspelers overschaduwen of an<strong>de</strong>re partijen bena<strong>de</strong>len, omdat ze een <strong>de</strong>rmategrote <strong>in</strong>vloed op het overheidsbeleid kunnen uitoefenen dat publieke belangenniet a<strong>de</strong>quaat wor<strong>de</strong>n gerealiseerd (regulatory capture oftewel regulatieve gijzel<strong>in</strong>g).Van regulatory capture is sprake wanneer beleidsmakers of toezichthou<strong>de</strong>rshet belang van private partijen (‘special <strong>in</strong>terests’) behartigen, ten koste van <strong>zaken</strong>van publiek belang (Lev<strong>in</strong>e en Forrence 1990). Regulatory capture kan <strong>in</strong>vloedhebben op het opstellen van reguler<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> uitwerk<strong>in</strong>g van reguler<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> bekrachtig<strong>in</strong>gvan reguler<strong>in</strong>g en het afschaffen van reguler<strong>in</strong>g (Etzioni 2009).Naast regulatory capture kan er ook ‘cognitieve <strong>in</strong>sluit<strong>in</strong>g’ ontstaan (Dal Bo 2006:220; Buiter 2008). Hiervan is sprake als toezichthou<strong>de</strong>rs zo veel <strong>in</strong>formatie vangereguleer<strong>de</strong>n overnemen dat ze eenzelf<strong>de</strong> kijk op <strong>de</strong> wereld krijgen als <strong>de</strong> bedrijvendie ze geacht wor<strong>de</strong>n te reguleren, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n dat een toezichthou<strong>de</strong>rzich betrekkelijk onbewust gaat i<strong>de</strong>ntificeren met <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> sector.Aalbers et al. (2011) beargumenteren dat dit het geval was bij <strong>de</strong> securitisatie vanhypotheken. Zij ontwaren een situatie waar<strong>in</strong> private marktpartijen een grote<strong>in</strong>vloed uitoefenen op <strong>de</strong> specifieke <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie en vormgev<strong>in</strong>g van publieke belangen,een fenomeen dat zij cognitieve verbl<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g (cognitive closure) noemen.Hoewel overheids<strong>in</strong>stanties proberen doelen als nationale productiviteit, f<strong>in</strong>anciëlestabiliteit en toegang tot kapitaal te bevor<strong>de</strong>ren, zijn <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd en stijl van <strong>de</strong>regelgev<strong>in</strong>g sterk gemo<strong>de</strong>lleerd naar private <strong>in</strong>itiatieven. Toezichthou<strong>de</strong>rs, ambtenarenen politici lijken niet bij machte om te doorzien op welke manier reguler<strong>in</strong>g


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid87effecten heeft op publieke belangen, of op welke manier publieke belangen hetbeste vorm kunnen krijgen. Zij zijn afhankelijk van <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g zoals diegepresenteerd wordt door private actoren. Terwijl zij <strong>in</strong> theorie geacht wor<strong>de</strong>npublieke belangen te behartigen, blijken zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk <strong>in</strong> hoge mate te moetenkoersen op het kompas dat door <strong>de</strong>genen op wie zij toezicht zou<strong>de</strong>n moetenhou<strong>de</strong>n wordt aangeleverd.Het gevolg van onevenwichtige marktverhoud<strong>in</strong>gen kan zijn dat bepaal<strong>de</strong> belangenonvoldoen<strong>de</strong> aandacht krijgen. Niet alle actoren weten zich immers goedgenoeg te organiseren om <strong>de</strong> belangen die ze willen behartigen ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijkte kunnen brengen. Bij <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis is dat evi<strong>de</strong>nt: het belang van f<strong>in</strong>anciëlestabiliteit was niet goed genoeg geborgd met als gevolg dat <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gbetalervoor een belangrijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> reken<strong>in</strong>g opdraai<strong>de</strong>. Maar ook <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re gevallenweten bepaal<strong>de</strong> ‘publieken’ nauwelijks <strong>in</strong>vloed uit te oefenen. In veel sectorenwordt <strong>de</strong> consument of cliënt niet of nauwelijks of hooguit zeer <strong>in</strong>direct gehoord.Dat is bijvoorbeeld het geval op <strong>de</strong> re-<strong>in</strong>tegratiemarkt, <strong>de</strong> markt voor <strong>de</strong> gezondheidvan werknemers en <strong>de</strong> zorg- en verpleegmarkt (Dix 2011; Meershoek et al.2011; Zui<strong>de</strong>rent-Jerak et al. 2011). Dit gegeven stelt <strong>de</strong> notie van vraagstur<strong>in</strong>g, enbre<strong>de</strong>r, het i<strong>de</strong>e dat marktwerk<strong>in</strong>g uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> consument dient, ter discussie.Een specifiek probleem is <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van publieke belangen op (mid<strong>de</strong>l)langetermijn. Bij kwesties als klimaatveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is het ‘publiek’ waar het hier uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijkom gaat – toekomstige generaties – niet <strong>in</strong> staat zijn belangen rechtstreeks tevertegenwoordigen. Omdat toekomstige generaties nog niet bestaan, moetenan<strong>de</strong>ren voor <strong>de</strong>ze generaties spreken, die niet noodzakelijk <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> belangen hebben.Soms is <strong>de</strong> ‘verwaarloz<strong>in</strong>g’ van langetermijnbelangen ook een kwestie vanonwetendheid of onwilligheid, waarbij actoren hun kortetermijnbelang behartigenzon<strong>de</strong>r oog te hebben voor <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>lijke consequenties op <strong>de</strong> lange termijn van ditgedrag voor henzelf. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis bleek bijvoorbeeld dat f<strong>in</strong>anciëlespelers een te grote focus had<strong>de</strong>n gehad op koersstijg<strong>in</strong>gen en w<strong>in</strong>st op <strong>de</strong> korte termijn,iets wat hun eigen langetermijnpositie zeer sterk <strong>in</strong> gevaar bracht.Conclu<strong>de</strong>rendWaar het marktmechanisme een grote rol speelt, brengt het behartigen vanpublieke belangen <strong>de</strong> complicatie met zich mee dat <strong>de</strong> overheid met een groteverschei<strong>de</strong>nheid aan actoren te maken krijgt, die verschillen<strong>de</strong> rollen vervullen enbelangen en preferenties hebben die niet per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie op één lijn liggen. Dit roept<strong>de</strong> nodige vragen op. Hoe kunnen dit soort complexe markten eigenlijk wor<strong>de</strong>ngeor<strong>de</strong>nd? En waarop dient zij zich daarbij te richten? Waar <strong>de</strong> markt beg<strong>in</strong>t enophoudt blijkt vaak moeilijk vast te stellen. Diverse opties, zoals <strong>de</strong> reguler<strong>in</strong>g vanactoren, <strong>de</strong> diensten en goe<strong>de</strong>ren die marktpartijen vervaardigen en verhan<strong>de</strong>lenen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>g van actoren, dienen zich aan. Maar door <strong>de</strong> onoverzichtelijkheid,die ontstaat door het grote aantal actoren dat betrokken is, valt vaak


88 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gslecht te voorspellen wat <strong>de</strong> effecten zijn die <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> beleidsopties teweegzullen brengen.3.3.2 schaalproblemenBehalve met een grote verschei<strong>de</strong>nheid aan actoren wor<strong>de</strong>n beleidsmakers geconfronteerdmet schaalproblemen. Bij het behartigen van publieke belangen moetreken<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met het feit dat een aanzienlijk aantal belangen op eenniveau speelt waar <strong>de</strong> overheids<strong>in</strong>vloed beperkt is. Dat is bijvoorbeeld al snel hetgeval wanneer markten en bedrijvigheid vele grenzen overschrij<strong>de</strong>n, of wanneerzich <strong>zaken</strong> van publiek belang aandienen van bovennationaal niveau (global publicgoods, gpg). Echter, ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> nationale grenzen kunnen zich schaalproblemenaandienen.Belangen als duurzaamheid, voedselzekerheid, een schoon milieu, energiezekerhei<strong>de</strong>n f<strong>in</strong>ancieel-economische stabiliteit kunnen maar zeer beperkt op nationaalniveau wor<strong>de</strong>n behartigd. De kwesties die aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn strekken zich uit buiten<strong>de</strong> nationale grenzen en dus <strong>de</strong> jurisdictie van nationale overhe<strong>de</strong>n. Luchtverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gmaakt geen halt aan <strong>de</strong> grens. Een goed voorbeeld van een gpg is hettegengaan van klimaatveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Geen enkel <strong>in</strong>dividueel land kan dit belangvolledig voor eigen reken<strong>in</strong>g nemen. Het behartigen daarvan vergt bovennationalecoörd<strong>in</strong>atie van diverse publieke en vaak ook private partijen.Box 3.9On<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> reguler<strong>in</strong>g van co 2-uitstoot illustreert <strong>de</strong> diverse problemen waarmee bovennationalecoörd<strong>in</strong>atie en overleg gepaard gaan. Het beperken van co 2-uitstoot zou het beste opmondiaal niveau kunnen gebeuren. Het ontbreken van mondiale reguler<strong>in</strong>g zou lan<strong>de</strong>n ertoekunnen brengen hun regimes te versoepelen, om hun bedrijfsleven een competitief voor<strong>de</strong>el tebie<strong>de</strong>n. Aangezien elk land <strong>in</strong> reactie daarop een ver<strong>de</strong>re versoepel<strong>in</strong>g kan nastreven, ligt het gevaarvan een race to the bottom daarbij op <strong>de</strong> loer, met tot gevolg dat niemand het belang van het tegengaanvan klimaatveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g meer behartigt. Me<strong>de</strong> hierom is getracht dit belang op Europeesniveau te organiseren, door co 2-emissiemarkten te ontwikkelen. Een cruciaal probleem blijft<strong>de</strong>sondanks dat bedrijven hun activiteiten naar lan<strong>de</strong>n buiten <strong>de</strong> eu kunnen verplaatsen. Te strengeregelgev<strong>in</strong>g kan <strong>in</strong> dat opzicht tot ‘lekkage’ lei<strong>de</strong>n, dat wil zeggen het verplaatsen van co2-uitstoot(en dus mogelijk ook het verdwijnen van economische bedrijvigheid). Met het oog hierop is door<strong>de</strong> Europese Commissie <strong>in</strong>tussen een lijst opgesteld met kwetsbare sectoren die <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>gkomen voor soepeler regels (Van <strong>de</strong>r Salm et al. 2011).Het streven van <strong>in</strong>dividuele lan<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> eigen nationale productie te maximaliseren,bemoeilijkt niet alleen het borgen van mondiale belangen, maar kan ookbelangen die traditioneel op nationaal niveau behartigd en of geborgd wor<strong>de</strong>n


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid89sterk beïnvloe<strong>de</strong>n. Het schaalprobleem komt bijvoorbeeld <strong>in</strong> beeld bij fusies, overnamesof het naar het buitenland verplaatsen van bedrijvigheid. Specifiekepublieke belangen, zoals het behoud van strategische kennis of werkgelegenheid <strong>in</strong>of nabij het bedrijf, kunnen daardoor gevoelig geraakt wor<strong>de</strong>n. Dit is tegelijkertij<strong>de</strong>chter moeilijk te on<strong>de</strong>rzoeken, zoals bleek rond <strong>de</strong> overname van abn amro <strong>in</strong>2007 (tk 2009-2010b: 186-187). De effecten die <strong>de</strong>ze overname mogelijk op <strong>de</strong>f<strong>in</strong>anciële stabiliteit zou hebben, bleken moeilijk te voorzien. Omdat fusies, overnamesen besliss<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> vestig<strong>in</strong>gsplaats bovendien <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe een zaak zijnvoor <strong>de</strong> direct betrokkenen van <strong>de</strong> bedrijven zoals bestuur<strong>de</strong>rs, commissarissen,werknemers en aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs, is het voor <strong>de</strong> overheid buitengewoon lastig hier<strong>in</strong>vloed op uit te oefenen of, <strong>in</strong>dien nodig geacht, te <strong>in</strong>terveniëren.Vanwege <strong>de</strong> opkomst en sterke groei van sovereign wealth funds, <strong>de</strong> al eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong>,door staten gecontroleer<strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsfondsen, heeft <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandseoverheid haar beleid ten aanzien van bedrijven die <strong>in</strong> strategische sectoren actiefzijn of een belangrijk netwerkeffect hebben, kritisch tegen het licht gehou<strong>de</strong>n. Zijheeft daartoe <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> generieke en specifieke sectorwet- en regelgev<strong>in</strong>g om<strong>in</strong> sectoren publieke belangen te borgen geïnventariseerd en beoor<strong>de</strong>eld. Ookheeft zij on<strong>de</strong>rzocht of het z<strong>in</strong>vol is, naar het voorbeeld van <strong>de</strong> Duitse Außenwirtschaftsgesetzen <strong>de</strong> Britse concentratiecontrole, een toets op buitenlandse <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>genof fusies mogelijk te maken (tk 2008-2009a; tk 2009-2010a). Met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> lever<strong>in</strong>gszekerheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>fensiesector acht <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g een<strong>de</strong>rgelijke toets echter onnodig. Toets<strong>in</strong>g zou bovendien tot een ‘politiser<strong>in</strong>g’ vanhet me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gstoezicht kunnen lei<strong>de</strong>n die negatieve gevolgen kan hebben voor<strong>de</strong> rechtszekerheid en het open Ne<strong>de</strong>rlandse vestig<strong>in</strong>gsklimaat. Staatsfondsenleveren <strong>in</strong> <strong>de</strong> visie van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse reger<strong>in</strong>g door hun <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g <strong>in</strong> bedrijveneen belangrijke bijdrage aan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse economie.Toch is het <strong>de</strong> vraag of het vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van sectorwetgev<strong>in</strong>g enme<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> alle gevallen voldoen<strong>de</strong> gerechtvaardigd is. Nationale me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswetgev<strong>in</strong>gkan problematisch zijn vanwege het <strong>in</strong>ternationale karakter vanmarkten en marktpartijen. Een <strong>in</strong>teressant voorbeeld vormt <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> fusievan <strong>de</strong> energiebedrijven nuon en Essent <strong>in</strong> 2007. De nma had vooraf aangegevendat er voorwaar<strong>de</strong>n verbon<strong>de</strong>n waren aan een mogelijke fusie, zoals het afstotenvan centrales en een miljoen klanten, omdat het gefuseer<strong>de</strong> bedrijf <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rlandan<strong>de</strong>rs te veel marktmacht zou krijgen. De fusie g<strong>in</strong>g na onenigheid tussen <strong>de</strong>twee partijen overigens niet door. Tegelijkertijd had<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n hun nationaleenergiebedrijven echter laten groeien, zodat die zich kon<strong>de</strong>n klaarstomen omEuropese overnames te gaan doen. De bei<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>nvervolgens overgenomen door buitenlandse spelers (Tamm<strong>in</strong>ga 2009).Het kan <strong>in</strong> sommige gevallen, zoals hiervoor is aangegeven, een oploss<strong>in</strong>g zijn ompublieke belangen op een hoger bestuurlijk niveau te behartigen. De eu is een voor


90 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g<strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> arena om bovennationale regelgev<strong>in</strong>g te organiseren en toezichtte hou<strong>de</strong>n op Europese markten (wrr 2010a). Daarnaast zijn er diverse an<strong>de</strong>refora (bijv. het Basel Comité, <strong>de</strong> Internationale Arbeidsorganisatie, <strong>de</strong> Wereldhan<strong>de</strong>lsorganisatie,het imf, <strong>de</strong> Wereldbank) waar men probeert <strong>de</strong> reguler<strong>in</strong>g tecoörd<strong>in</strong>eren. Opschalen kan het uiteengroeien van markt en staat <strong>de</strong>els ongedaanmaken, maar resulteert vaak weer <strong>in</strong> nieuwe spann<strong>in</strong>gen tussen nationale en<strong>in</strong>ternationale wet- en regelgev<strong>in</strong>g.Box 3.10Een voorbeeld van spann<strong>in</strong>gen tussen nationale en <strong>in</strong>ternationale wet- en regelgev<strong>in</strong>g is te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>in</strong> <strong>de</strong> telecommunicatiesector. De Europese regelgev<strong>in</strong>g over prijsvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze sector vorm<strong>de</strong>een belemmer<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> langetermijnstrategie van <strong>de</strong> opta, <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse sectorale toezichthou<strong>de</strong>r.Door het toegangstarief tot het bestaan<strong>de</strong> netwerk langzaam te verhogen, trachtte <strong>de</strong> optaaanbie<strong>de</strong>rs te bewegen een eigen netwerk te ontwikkelen. Europese regels bepaal<strong>de</strong>n echter datnetwerkbeheer<strong>de</strong>rs het toegangstarief aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> kosten moesten koppelen, om te voorkomendat zij hun monopoliepositie zou<strong>de</strong>n misbruiken. Door een sterke dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong>kosten daal<strong>de</strong>n echter ook <strong>de</strong> toegangstarieven en verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> prikkel voor <strong>de</strong> aanbie<strong>de</strong>rsdie van dit netwerk gebruik maakten om <strong>in</strong> een eigen netwerk te <strong>in</strong>vesteren (De Bijl 2009:127-128).Het opschalen van beleid kan bovendien <strong>de</strong> nationale speelruimte aanzienlijkverkle<strong>in</strong>en doordat an<strong>de</strong>re machtsverhoud<strong>in</strong>gen van kracht zijn. Zo v<strong>in</strong>dt reguler<strong>in</strong>gvan f<strong>in</strong>anciële markten voor een belangrijk <strong>de</strong>el plaats op Europees of mondiaalniveau, waardoor het <strong>de</strong> vraag is hoe een a<strong>de</strong>quate afweg<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>publieke belangen kan wor<strong>de</strong>n verzekerd, bijvoorbeeld tussen f<strong>in</strong>anciëlestabiliteit en <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale concurrentiepositie van <strong>de</strong> sector. Zeker gezien hetfeit dat f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zich goed kunnen organiseren om bovennationalereguler<strong>in</strong>g te beïnvloe<strong>de</strong>n, kan men zich afvragen hoe wenselijk het is een levelplay<strong>in</strong>g field te creëren (Mügge 2010). De problematiek van beperkte mogelijkhe<strong>de</strong>nom gewenste reguler<strong>in</strong>g op bovennationaal niveau te realiseren is recenton<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aandacht gebracht door <strong>de</strong> commissie-De Wit. Hoewel <strong>de</strong>ze het Ne<strong>de</strong>rlandsekab<strong>in</strong>et adviseert <strong>de</strong> reguler<strong>in</strong>g van f<strong>in</strong>anciële markten bij voorkeur opmondiaal of Europees niveau te organiseren, wordt ook gesteld dat “meer dan <strong>in</strong>het verle<strong>de</strong>n het geval is geweest <strong>de</strong> optie op tafel [moet] komen om op nationaalniveau wet- en regelgev<strong>in</strong>g te ontwikkelen” (tk 2009-2010b: 18).Schaalproblemen kunnen ook het behartigen van publieke belangen b<strong>in</strong>nenNe<strong>de</strong>rland beïnvloe<strong>de</strong>n, bijvoorbeeld wanneer het realiseren van voldoen<strong>de</strong>concurrentie <strong>de</strong> grootte van lokale of regionale markten bepaalt. Dit speelt bijvoorbeeldbij aanbested<strong>in</strong>gsprocedures <strong>in</strong> het streekvervoer, waar <strong>de</strong> afbaken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>markt <strong>de</strong> toetred<strong>in</strong>g van voldoen<strong>de</strong> marktpartijen moet borgen. Een groot aanbe-


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid91sted<strong>in</strong>gsgebied heeft kostenvoor<strong>de</strong>len en kan gepaard gaan met efficiëntere transportconnecties,maar het beperkt het potentiële aanbod tot een ger<strong>in</strong>g aantal grotepartijen (Nooteboom en Stam 2008: 345). Het soort belangen dat op marktenbehartigd kan wor<strong>de</strong>n hangt dus <strong>in</strong> belangrijke mate af van <strong>de</strong> afbaken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>zemarkten.Een laatste complicatie betreft het gegeven dat bedrijvigheid zich <strong>in</strong> sommigegevallen uitstrekt over lan<strong>de</strong>n en sectoren die overhe<strong>de</strong>n op eigen gelegenheidzel<strong>de</strong>n kunnen overzien of die zij nauwelijks als geheel kunnen reguleren. Alsgevolg hiervan zullen overhe<strong>de</strong>n op zoek moeten gaan naar een effectief aangrijp<strong>in</strong>gspuntom publieke belangen te behartigen. In geval van voedselveiligheid isdat <strong>in</strong> sommige gevallen <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dleverancier die, gedwongen door nationale enEuropese wet- en regelgev<strong>in</strong>g, zelf erop moet toezien dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> voedselketen <strong>de</strong>juiste voorzorgsmaatregelen <strong>in</strong> acht wor<strong>de</strong>n genomen (wrr 2008c: 70). Hier ishet dus niet zozeer <strong>de</strong> problematiek van <strong>in</strong>dividuele lan<strong>de</strong>n die elk streven naarhet maximaliseren van hun productie, of het mondiale karakter van sommigebelangen, maar <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> bedrijvigheid zelf die het behartigen van publiekebelangen bemoeilijkt omdat zij een bovennationaal – en soms wereldomvattend –karakter heeft.Schaalkwesties vergen bij het behartigen van publieke belangen <strong>de</strong>rhalve bijzon<strong>de</strong>reaandacht. <strong>Publieke</strong> belangen moeten op <strong>de</strong> juiste plek wor<strong>de</strong>n behartigd. Deuitdag<strong>in</strong>g voor overhe<strong>de</strong>n is hier tweeledig. Enerzijds kan <strong>de</strong>ze plek voor overhe<strong>de</strong>nwel eens moeilijk toegankelijk zijn. An<strong>de</strong>rzijds is <strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>g publieke belangenop het nationale niveau zodanig te behartigen dat dit niet of nauwelijksconflicteert met het feit dat bedrijvigheid zich vaak over verschillen<strong>de</strong> jurisdictiesuitstrekt.3.3.3 het dynamische en onzekere karakter van marktenEen <strong>de</strong>r<strong>de</strong> aspect dat bij het behartigen van publieke belangen een rol speelt, is hetdynamische karakter van markten en daarmee samenhangend <strong>de</strong> vele onzekerhe<strong>de</strong>nwaarmee <strong>de</strong> betrokken partijen, <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong>cluis, wor<strong>de</strong>n geconfronteerd.Het dynamisch karakter van markten was een belangrijk motief om marktwerk<strong>in</strong>geen grotere rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g te geven. Dat motief heeft, zoals ook <strong>in</strong> het voorgaan<strong>de</strong>hoofdstuk bleek, nog nauwelijks aan belang <strong>in</strong>geboet. Kay (2010) betoogtzelfs dat dit het on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kenmerk van markten is. Hun kracht is dat zeexploratie van nieuwe mogelijkhe<strong>de</strong>n stimuleren (“markets as a process of discovery”).In markten kunnen goe<strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën snel wor<strong>de</strong>n gekopieerd en slechte i<strong>de</strong>eënsnel wor<strong>de</strong>n afgestraft, waardoor markten gezien kunnen wor<strong>de</strong>n als adaptieveleermach<strong>in</strong>es. Die bewon<strong>de</strong>renswaardige kwaliteit van markten heeft vanuit hetgezichtspunt van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g echter een keerzij<strong>de</strong>: <strong>de</strong> uitkomsten


92 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gvan marktprocessen zijn pr<strong>in</strong>cipieel onzeker. Hun ontwikkel<strong>in</strong>g kan niet wor<strong>de</strong>ngepland, maar hooguit wor<strong>de</strong>n verkend.Op markten hebben <strong>de</strong> betrokkenen immers een aanzienlijke mate van beslisvrijheid.Vragers kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen van aanbie<strong>de</strong>r te wisselen, ofbepaal<strong>de</strong> diensten of producten meer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r af te nemen. Aanbie<strong>de</strong>rs kunnenhun productieprocessen wijzigen, nieuwe goe<strong>de</strong>ren of diensten op <strong>de</strong> markt brengen,uitgedaagd wor<strong>de</strong>n door nieuwe toetre<strong>de</strong>rs, etc. Deze beslisvrijheid houdtmarktpartijen alert voor nieuwe kansen en mogelijkhe<strong>de</strong>n en wordt niet voor nietsgezien als een van <strong>de</strong> grootste voor<strong>de</strong>len van marktmechanismen. Tegelijkertijdbetekent dit dat markten dynamisch zijn. Omdat marktpartijen een grote mate vanbeslisvrijheid hebben bij met maken van afweg<strong>in</strong>gen en omdat zich steeds nieuwetechnologieën, nieuwe aanbie<strong>de</strong>rs en nieuwe afnemers kunnen aandienen, is hetmoeilijk te voorzien of en <strong>in</strong> hoeverre publieke belangen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zullenkunnen komen. Die onzekerheid geldt overigens niet alleen voor diegenen diepublieke belangen moeten behartigen. Ook marktpartijen wor<strong>de</strong>n er uiteraard meegeconfronteerd. Zij kunnen bovendien te maken krijgen met gewijzig<strong>de</strong> reguler<strong>in</strong>g,veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> maatschappelijke preferenties en onvoorziene macro-economischeontwikkel<strong>in</strong>gen die hun mogelijkhe<strong>de</strong>n beperken of verruimen.Box 3.11Een voorbeeld waarbij wijzigen<strong>de</strong> reguler<strong>in</strong>g een groot effect had op <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van marktenen het type marktpartijen dat daarop actief is, is te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> regionale re-<strong>in</strong>tegratiemarkten. Toenop <strong>de</strong> re-<strong>in</strong>tegratiemarkt veil<strong>in</strong>gen van grote cohorten cliënten waren geïntroduceerd, kon<strong>de</strong>nalleen grote re-<strong>in</strong>tegratiebedrijven overleven. De kle<strong>in</strong>tjes kon<strong>de</strong>n een <strong>de</strong>rgelijk cohort <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijkniet verwerken. De <strong>in</strong>troductie van <strong>de</strong> Individuele Re-<strong>in</strong>tegratieovereenkomst maakte het voorkle<strong>in</strong>ere bedrijven echter weer aantrekkelijk <strong>de</strong>ze markt te betre<strong>de</strong>n. Door het onverwacht massalegebruik van <strong>de</strong>ze overeenkomsten, met als gevolg een enorme vergrot<strong>in</strong>g van het aantal marktpartijen,kreeg <strong>de</strong> markt echter een onoverzichtelijk karakter. De grote vraag naar <strong>de</strong> IndividueleRe-<strong>in</strong>tegratieovereenkomst was door <strong>de</strong> overheid dui<strong>de</strong>lijk niet voorzien en leid<strong>de</strong> tot onzekerheidof het publieke belang van een goe<strong>de</strong> re-<strong>in</strong>tegratie van arbeidskrachten <strong>in</strong> <strong>de</strong> arbeidsmarkt noga<strong>de</strong>quaat kon wor<strong>de</strong>n behartigd (Dix 2011).Het is dui<strong>de</strong>lijk dat liberaliser<strong>in</strong>g van bepaal<strong>de</strong> sectoren <strong>in</strong> veel gevallen grotedynamiek met zich meebracht, met niet altijd <strong>de</strong> gewenste of voorziene gevolgen.Internationaal vergelijkend Europees on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> liberaliser<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>ran<strong>de</strong>re <strong>de</strong> postsector, <strong>de</strong> elektriciteitsvoorzien<strong>in</strong>g en het openbaar streekvervoermaakte dui<strong>de</strong>lijk wat voor gevolgen <strong>de</strong>rgelijke beleidswijzig<strong>in</strong>gen kunnen hebben(pique 2009). In reactie op liberaliser<strong>in</strong>g hebben bedrijven voor sommige groepenconsumenten (meestal <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>tjes) <strong>de</strong> prijzen verhoogd, <strong>de</strong> hoeveelheid en hetbereik van diensten beperkt (m<strong>in</strong><strong>de</strong>r brievenbussen en postkantoren), bepaal<strong>de</strong>


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid93vormen van dienstverlen<strong>in</strong>g geëlim<strong>in</strong>eerd (geen <strong>in</strong>loop maar telefonische afhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g)en <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen verlaagd (met name <strong>in</strong> netwerken). Ook zijn sectoralewerkgelegenheid en arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r druk komen te staan met hetoog op kostenbespar<strong>in</strong>g. Terwijl op <strong>de</strong> ene dimensie – doelmatigheid – w<strong>in</strong>stwordt geboekt, is op een an<strong>de</strong>re dimensie – <strong>in</strong> elk geval voor een <strong>de</strong>el van hetpubliek – sprake van verlies.Ook technologische <strong>in</strong>novatie speelt vaak een cruciale rol bij het versterken vandynamiek, zeker wanneer <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>novaties snel door marktpartijen wor<strong>de</strong>n opgepikt.De Bijl (2009) illustreert dit <strong>in</strong> zijn studie naar <strong>de</strong> telecomsector. Volgenshem zijn “marktontwikkel<strong>in</strong>gen […] <strong>in</strong> een <strong>de</strong>rgelijke markt met snelle technologischeontwikkel<strong>in</strong>gen moeilijk stuur- of voorspelbaar” (ibid.: 141). Dergelijkeontwikkel<strong>in</strong>gen kunnen het toekomstbeeld van een bepaal<strong>de</strong> sector <strong>in</strong>grijpendwijzigen en aanleid<strong>in</strong>g zijn om overheidsbeleid te herzien. De Bijl beargumenteertdat het beleid is ontworpen voor een bepaal<strong>de</strong> situatie (Telecom 2.0), die wellichtniet a<strong>de</strong>quaat zal blijken te zijn door nieuwe technologische ontwikkel<strong>in</strong>gen (teweten <strong>de</strong> opkomst van breedbandnetwerken en <strong>de</strong> vervag<strong>in</strong>g van grenzen tussendiverse communicatiemedia: Telecom 3.0) (ibid.: 134-138). Overheids<strong>in</strong>grepen die<strong>in</strong> <strong>de</strong> situatie van Telecom 2.0 niet wenselijk wer<strong>de</strong>n geacht, zoals <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>gvan één glasvezelnetwerk on<strong>de</strong>r overheidsbeheer, zullen <strong>in</strong> een <strong>de</strong>rgelijkenieuwe situatie wellicht toch moeten wor<strong>de</strong>n overwogen.Box 3.12Een an<strong>de</strong>r voorbeeld van een relatief nieuwe techniek die grote marktdynamiek veroorzaakte was<strong>de</strong> securitisatie van hypotheken. Deze techniek, waarbij hypotheken wor<strong>de</strong>n gebun<strong>de</strong>ld engetransformeerd <strong>in</strong> verhan<strong>de</strong>lbare effecten, nam e<strong>in</strong>d jaren negentig een hoge vlucht. Dat <strong>de</strong>zetechniek op steeds grotere schaal werd toegepast was echter het gevolg van diverse ontwikkel<strong>in</strong>gen.De toegenomen concurrentie tussen hypotheekverstrekkers resulteer<strong>de</strong> <strong>in</strong> steeds lagere eisenaan kopers en wakker<strong>de</strong> tegelijk <strong>de</strong> behoefte aan nieuwe f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Bovendienwas er een sterk toenemen<strong>de</strong> vraag naar hypotheeksecuritisaties van beleggers die zochtennaar veilige <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen met een hoger ren<strong>de</strong>ment dan Amerikaans schatkistpapier. Zon<strong>de</strong>r allerleiveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> nationale en <strong>in</strong>ternationale wet- en regelgev<strong>in</strong>g ten aanzien van on<strong>de</strong>ran<strong>de</strong>re kapitaalreserves en <strong>de</strong> toets<strong>in</strong>g van juridische constructies om securitisaties te verhan<strong>de</strong>len,was <strong>de</strong> groei <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze vorm echter niet mogelijk geweest. Op nationaal niveau werd bijvoorbeeldbesloten om <strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>g voor banken om hypotheekgevers <strong>in</strong>dividueel <strong>in</strong> te lichten <strong>in</strong>dien <strong>de</strong>hypotheek van eigenaar veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> af te schaffen (<strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> toestemm<strong>in</strong>g voor ‘stillecessie’). Dit faciliteer<strong>de</strong> het securitisatieproces enorm. Reguler<strong>in</strong>g (respectievelijk het ontbrekendaarvan) speel<strong>de</strong> met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n een belangrijke rol (Aalbers et al. 2011).Al <strong>de</strong>ze dynamiek brengt voor alle betrokken partijen een grote mate van onzekerheidmet zich mee. Daardoor is het vaak lastig om vast te stellen hoe publieke


94 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gbelangen a<strong>de</strong>quaat behartigd kunnen wor<strong>de</strong>n en om te voorzien of en hoe hetrealiseren van publieke belangen <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst on<strong>de</strong>r druk kan komen te staan(zie ook wrr 2008c; Van Asselt et al. 2010).Box 3.13Een evi<strong>de</strong>nt voorbeeld dat <strong>de</strong> grote mate van onzekerheid voor betrokken partijen toont en laat zienhoe publieke belangen plotsel<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r druk kunnen komen te staan is natuurlijk we<strong>de</strong>rom <strong>de</strong>f<strong>in</strong>anciële crisis. Slechts we<strong>in</strong>igen had<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze crisis zien aankomen. Sterker nog, <strong>in</strong> bre<strong>de</strong> kr<strong>in</strong>gbestond voor <strong>de</strong> crisis consensus dat f<strong>in</strong>anciële markten juist stabieler waren gewor<strong>de</strong>n (zie F<strong>in</strong>ancialServices Agency 2009), on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door mid<strong>de</strong>l van risicospreid<strong>in</strong>g met behulp van securitisatie.Deze conclusie was voornamelijk gebaseerd op groot vertrouwen <strong>in</strong> het risicomanagementvan <strong>in</strong>dividuele f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Volgens <strong>de</strong> F<strong>in</strong>ancial Services Agency (<strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>r<strong>in</strong> het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk) was <strong>de</strong>ze ‘micropru<strong>de</strong>ntiële oriëntatie’ echter niet afdoen<strong>de</strong>: er waste we<strong>in</strong>ig oog voor <strong>de</strong> systeemrisico’s die zich opbouw<strong>de</strong>n (ibid.). Individuele <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen had<strong>de</strong>nhun risicomanagement dan wel op or<strong>de</strong>, maar veel <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen bleken niet bestand tegen hetsysteemfalen dat zich vanaf 2007 manifesteer<strong>de</strong>.Onzekerhe<strong>de</strong>n kunnen ook het functioneren van markten zelf frustreren en daarmeemogelijkerwijs het realiseren van publieke belangen <strong>in</strong> <strong>de</strong> weg zitten. Door<strong>de</strong> grote onzekerheid over <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> halal-keurmerken (ironisch genoegeen markt<strong>in</strong>strument bedoeld om meer zekerheid te creëren <strong>in</strong> <strong>de</strong> markt voor halalproducten)speelt <strong>de</strong> prijs van het keurmerk een zeer prom<strong>in</strong>ente rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> afweg<strong>in</strong>gvan vragers. Dit leidt vervolgens tot een hevige prijscompetitie, waardoor sprakeis van een race to the bottom met funeste gevolgen voor <strong>de</strong> kwaliteit van keur<strong>in</strong>genen <strong>de</strong>rhalve <strong>de</strong> keurmerken. Dit proces versterkt vervolgens <strong>de</strong> onzekerheid over<strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> keurmerken (Van Waar<strong>de</strong>n en Van Dalen 2011).De factor tijd kan <strong>de</strong> problemen vergroten. Onzekerheid is met name funest waargrote <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen nodig zijn om mid<strong>de</strong>llange- en langetermijnbelangen als <strong>in</strong>novatie,on<strong>de</strong>rhoud en duurzaamheid te borgen. Dit laatste is bijvoorbeeld het gevalals het gaat om langetermijn<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> vitale <strong>in</strong>frastructuren (zie bijv. wrr2008a). In het busvervoer kan <strong>de</strong> lengte van <strong>de</strong> concessieverlen<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>vloedzijn op <strong>de</strong> belangen die wor<strong>de</strong>n behartigd. Zo ontmoedigt een korte pe-rio<strong>de</strong> <strong>de</strong><strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen op langere termijn, die benodigd zijn voor on<strong>de</strong>rhoud, kwaliteitsverbeter<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>novatie, terwijl bij een lange perio<strong>de</strong> <strong>de</strong> concurrentiedruk teveel kan wor<strong>de</strong>n beperkt (Nooteboom en Stam 2008: 345). Een an<strong>de</strong>r voorbeeldis <strong>de</strong> zorg, waar <strong>de</strong> rationaliser<strong>in</strong>g van zorgproducten <strong>de</strong> zoektocht naar nieuwe,<strong>in</strong>novatieve zorgprocessen kan ontmoedigen. Aangezien het lang duurt om eennieuwe dbc te ontwikkelen – omdat hiervoor een bepaald volume van <strong>in</strong>grepennodig is en omdat er <strong>in</strong> het algemeen gestreefd wordt naar m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong> plaats van meerdbc’s – kan het zijn dat <strong>in</strong>novatieve behan<strong>de</strong>lmetho<strong>de</strong>s moeten wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>kt


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid95door bestaan<strong>de</strong> dbc’s (Aar<strong>de</strong>n et al. 2011). Deze dbc’s hoeven echter niet per se <strong>de</strong>totale kosten van <strong>de</strong> nieuwe behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g af te <strong>de</strong>kken, hetgeen remmend kan werkenop <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van zulke nieuwe zorgproducten.In een dynamische en onzekere omgev<strong>in</strong>g, zo blijkt, is ondui<strong>de</strong>lijk hoe publiekebelangen het beste kunnen wor<strong>de</strong>n behartigd, of een bepaal<strong>de</strong> manier om publiekebelangen te behartigen a<strong>de</strong>quaat is en of <strong>de</strong>ze vormgev<strong>in</strong>g niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> (nabije)toekomst on<strong>de</strong>r druk kan komen te staan.3.4 conclusie: regieproblemen voor <strong>de</strong> overheidMaatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvragen zoals die <strong>in</strong> het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid naarvoren kwamen, moeten wor<strong>de</strong>n geadresseerd <strong>in</strong> een context die wordt gekarakteriseerddoor een vaak onoverzichtelijke verschei<strong>de</strong>nheid aan actoren, waarbij <strong>de</strong>schaal waarop belangen behartigd moeten wor<strong>de</strong>n een belangrijke rol speelt enwaar<strong>in</strong> grote dynamiek en onzekerheid bestaat.Vaak is niet evi<strong>de</strong>nt wie, wanneer en hoe betrokken moeten zijn bij het a<strong>de</strong>quaatoplossen van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken en blijft lange tijd ondui<strong>de</strong>lijkof <strong>de</strong> actoren <strong>de</strong> rol die van hen gevraagd wordt kunnen en willen spelen.De publieke belangen dienen vertaald te wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> regels, procedures en <strong>in</strong>strumentenen <strong>de</strong>ze moeten effect krijgen op die plekken waar verschil kan wor<strong>de</strong>ngemaakt. Soms blijken <strong>de</strong>ze plekken echter niet ‘bereikbaar’ te zijn door schaalproblemen.Het gevolg kan zijn dat <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het behartigenvan publieke belangen wordt belegd op plaatsen waar het verschil niet kan wor<strong>de</strong>ngemaakt. Ten slotte is maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rhevig aan dynamiek en ishet dus zaak oplettendheid te organiseren om tijdig te ont<strong>de</strong>kken dat publiekebelangen on<strong>de</strong>r druk staan.Het is dan ook <strong>de</strong> vraag of tegen <strong>de</strong>ze achtergrond een goe<strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>g,aandacht voor problemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> overgangsfase en een nadruk op het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijkeresultaat, afdoen<strong>de</strong> zijn om goe<strong>de</strong> resultaten te bereiken. Bij het optimisme datspreekt uit <strong>de</strong> titel van het ser-advies Overheid én markt – het resultaat telt! Voorbereid<strong>in</strong>gbepalend voor succes, kunnen dan ook vraagtekens wor<strong>de</strong>n gezet.De drie genoem<strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>gen vormen bij uitstek een probleem voor <strong>de</strong> overheid,aangezien die een zeer belangrijke rol speelt bij het behartigen van publieke belangen.Hoe doordacht een markt ook is vormgegeven, pas <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk tonen zichveelal <strong>de</strong> ware uitdag<strong>in</strong>gen. Dat is niet noodzakelijkerwijs omdat er vooraf onvoldoen<strong>de</strong>is nagedacht, te we<strong>in</strong>ig on<strong>de</strong>rzoek is gedaan of niet naar <strong>de</strong> juiste voorbeel<strong>de</strong>n<strong>in</strong> het buitenland is gekeken. De oorzaak ligt er eer<strong>de</strong>r <strong>in</strong> dat maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g geen activiteit is die a priori soelaas biedt, maar cont<strong>in</strong>ue procesaandachtvereist.


96 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gOm or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid op te stellen dat zowel gericht is op <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van marktenén <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van publieke belangen, wordt <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval metdrie vragen geconfronteerd, namelijk rond (1) kennis en <strong>in</strong>formatie; (2) normer<strong>in</strong>g;en (3) mogelijkhe<strong>de</strong>n tot stur<strong>in</strong>g.3.4.1 kennis en <strong>in</strong>formatieEen overheid die door mid<strong>de</strong>l van or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid wil bijdragen aan het behartigenvan publieke belangen dient goed op <strong>de</strong> hoogte te zijn van factoren die van<strong>in</strong>vloed (kunnen) zijn op maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g. Omdat het behartigen vanpublieke belangen vaak ‘maatwerk’ vereist (ser 2010a: 85), moet <strong>de</strong> overheid overge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> kennis en <strong>in</strong>formatie kunnen beschikken.Dit geldt allereerst voor het verkrijgen van <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> vraag of publiekebelangen a<strong>de</strong>quaat wor<strong>de</strong>n behartigd. Doordat een grote hoeveelheid actoren van<strong>in</strong>vloed kan zijn op maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g, is het schier onmogelijk om teon<strong>de</strong>rzoeken op welke manier <strong>de</strong>ze partijen een rol spelen. Daarnaast is het, zelfsals <strong>in</strong>formatie van alle relevante actoren kan wor<strong>de</strong>n achterhaald, zeer problematischom <strong>de</strong> relevante gegevens hieruit te <strong>de</strong>stilleren. Het cruciale probleem is dat<strong>in</strong> een markt <strong>in</strong>formatie veelal op <strong>de</strong>centraal niveau is gelokaliseerd, <strong>de</strong> overheiddaar slechts beperkt toegang tot heeft en bovendien vaak beperkt zicht heeft opwelke specifieke <strong>in</strong>formatie er überhaupt toe doet.Deze problematiek komt terug <strong>in</strong>, en wordt versterkt door, schaalkwesties. Doordatmaatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g wordt beïnvloed door partijen waar geen of slechts<strong>in</strong>direct zicht op is, is het lastig hierover relevante <strong>in</strong>formatie te verkrijgen. Alsproductieketens wor<strong>de</strong>n georganiseerd die zich uitstrekken over <strong>de</strong> hele wereld, iser voor <strong>de</strong> overheid geen zekerheid te krijgen over wat gebeurt <strong>in</strong> een verre schakelen of dit wel of niet scha<strong>de</strong>lijk is voor publieke belangen. Bovendien is het <strong>in</strong> eendynamische omgev<strong>in</strong>g zeer moeilijk om te weten welke gegevens relevant zullenzijn. Door cont<strong>in</strong>u veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n, en het onvoorspelbare karakterhiervan, is het moeilijk om <strong>de</strong> juiste gegevens op het juiste moment en op <strong>de</strong> juisteplek beschikbaar te hebben.Zelfs als wordt vastgesteld, op basis van <strong>de</strong> vergaar<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie, dat publiekebelangen niet goed wor<strong>de</strong>n behartigd, is het zeer lastig om <strong>in</strong> te schatten welk typebeleid het meest geschikt is om <strong>de</strong>ze problemen aan te pakken. Uit empirischestudies blijkt keer op keer dat <strong>de</strong> overheid voor verrass<strong>in</strong>gen komt te staan bij hetuitvoeren van beleid. Zoals De Bijl (2009: 141) stelt: “ondanks zorgvuldig opgezetteen op ge<strong>de</strong>gen wijze uitgewerkte ex ante reguler<strong>in</strong>g [laat] een dynamischemarkt zich we<strong>in</strong>ig gelegen [liggen] (…) aan ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> transitiepa<strong>de</strong>n naar eene<strong>in</strong>dbeeld”.


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid97Deze problematiek geldt evenwel niet alleen voor ex ante beleidsvoorbereid<strong>in</strong>g:ook beleidsevaluatie blijkt zeer complex. De evaluatie van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleidvan het m<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken (2008a) kwam, zoals eer<strong>de</strong>r werdvermeld, voor tal van problemen te staan: relevante <strong>in</strong>formatie en nulmet<strong>in</strong>genontbraken, publieke belangen moesten ad hoc wor<strong>de</strong>n geoperationaliseerd waarbijtal van verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>dicatoren wer<strong>de</strong>n gebruikt. Daarnaast beston<strong>de</strong>n er ondui<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nmet betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n verban<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> e<strong>in</strong>door<strong>de</strong>len<strong>in</strong> sommige sectoren en <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> gerapporteer<strong>de</strong> bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong>lessen die daaruit getrokken wer<strong>de</strong>n. Dat over <strong>de</strong> effecten van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleiddan moeilijk eenslui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> conclusies te trekken zijn, hoeft geen betoog.Behalve door or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid wordt het functioneren van markten door talrijkean<strong>de</strong>re factoren beïnvloed – zoals door technologische en buitenlandse ontwikkel<strong>in</strong>gen.Inschatten wat <strong>de</strong> uitwerk<strong>in</strong>g van het gevoer<strong>de</strong> beleid is – of <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomstzal zijn – stuit dan ook op vele beperk<strong>in</strong>gen.3.4.2 normer<strong>in</strong>gWaar dynamiek een grote rol speelt en partijen verschillen<strong>de</strong> en soms tegenstrijdigebelangen nastreven, zal <strong>de</strong> overheid vaker dan voorheen met belangentegenstell<strong>in</strong>gengeconfronteerd wor<strong>de</strong>n. Bovendien komt ze <strong>in</strong> sommige gevallen ookvoor an<strong>de</strong>rsoortige afweg<strong>in</strong>gen te staan. Van <strong>de</strong>r Salm et al. (2011) laten bijvoorbeeldzien dat overhe<strong>de</strong>n een moeilijke balanceeract moeten volbrengen bij hetvormgeven van co2-emissiemarkten. Enerzijds moeten ze streng genoeg zijn omhet publieke belang van duurzaamheid te behartigen, an<strong>de</strong>rzijds kunnen ze niette streng zijn, omdat an<strong>de</strong>rs het publieke belang van nationale productiviteit on<strong>de</strong>rdruk komt. Met <strong>de</strong>ze tegenstrijdige belangen hebben ook toezichthou<strong>de</strong>rs temaken, bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële sector, waar f<strong>in</strong>anciële stabiliteit strijdig kanzijn met concurrentiekracht van <strong>de</strong> sector <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationaal perspectief (zie AlgemeneRekenkamer 2009). De problematiek van botsen<strong>de</strong> publieke belangen maakthet lastig om bepaal<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> markten te beoor<strong>de</strong>len en hier vervolgensactie op te on<strong>de</strong>rnemen.Een belangrijke rol is weggelegd voor het me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gstoezicht. In <strong>de</strong> praktijkwor<strong>de</strong>n echter door <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>r bij concrete kwesties vaak uiteenlopen<strong>de</strong>overweg<strong>in</strong>gen meegenomen en uiteenlopen<strong>de</strong> organisaties geconsulteerd. Zowerd <strong>in</strong> het geval van een beoog<strong>de</strong> fusie tussen twee ziekenhuizen <strong>in</strong> Zeelanduite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk besloten om <strong>de</strong> fusie goed te keuren ondanks potentieel negatievegevolgen uit het oogpunt van a<strong>de</strong>quate me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g. Op advies van <strong>de</strong> igz werduite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk besloten dat <strong>de</strong> mogelijke positieve gevolgen – verbeter<strong>de</strong> kwaliteitvan zorg – zwaar<strong>de</strong>r wogen dan <strong>de</strong> concurrentiële overweg<strong>in</strong>gen, hoewel er welvoorwaar<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n gesteld aan <strong>de</strong> fusie (nma 2010). 5 De normer<strong>in</strong>g van fusiesmet het oog op me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g is <strong>de</strong>rhalve vaak een complexe exercitie waarbijdiverse overweg<strong>in</strong>gen een rol kunnen spelen.


98 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gDe vraag is ook hoe een overheid, die op afstand van <strong>de</strong> markt staat en overwegendgebruikmaakt van <strong>in</strong>directe stur<strong>in</strong>gsvormen, <strong>de</strong> juiste normen kan stellen.Zij kan uiteraard wetten uitvaardigen, maar een te grote <strong>de</strong>tailler<strong>in</strong>g daarvan isvaak niet mogelijk en ook onwenselijk, omdat daardoor <strong>de</strong> marktdynamiek <strong>in</strong> <strong>de</strong>kiem wordt gesmoord. De vraag is welke an<strong>de</strong>re manieren bestaan om normen testellen. In veel situaties wordt ervoor gekozen met open normen te werken ofm<strong>in</strong>imumstandaar<strong>de</strong>n te ontwikkelen. De overheid zal dan <strong>de</strong>els op <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatievan belanghebben<strong>de</strong>n zijn aangewezen, maar daarbij doemt het gevaar op vanregulatory capture en cognitieve verbl<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. En hoe te verzekeren of op zijnm<strong>in</strong>st te stimuleren dat er meer dan het m<strong>in</strong>imum wordt gedaan?3.4.3 mogelijkhe<strong>de</strong>n tot stur<strong>in</strong>gNaast vraagstukken rond <strong>in</strong>formatie en normer<strong>in</strong>g wordt <strong>de</strong> overheid geconfronteerdmet stur<strong>in</strong>gsproblemen. De overheid heeft <strong>in</strong> veel gevallen geen zeggenschapover besliss<strong>in</strong>gen van relevante actoren. De Bijls (2009) eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong>voorbeeld waarbij door <strong>de</strong> overheid getracht werd om <strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsbesliss<strong>in</strong>genvan telecomaanbie<strong>de</strong>rs te sturen door mid<strong>de</strong>l van f<strong>in</strong>anciële prikkels, illustreert <strong>de</strong>beperk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> beleidsmaker. De overheid heeft eveneens beperkte mogelijkhe<strong>de</strong>nom het gedrag van consumenten te sturen of te beïnvloe<strong>de</strong>n. ‘Consumentenfalen’vormt een probleem voor <strong>de</strong> overheid, als die haar beleid <strong>in</strong>zet vanuit <strong>de</strong>verwacht<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> kritische consument <strong>de</strong> ‘tucht van <strong>de</strong> markt’ zal uitoefenen.‘Schaal’ is evi<strong>de</strong>nt van belang als we kijken naar het uiteengroeien van markt enstaat. Hierbij spelen actoren die buiten <strong>de</strong> jurisdictie actief zijn een belangrijke rolbij het vormgeven van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g. Het gedrag van Amerikaansebanken (waar <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse overheid geen <strong>in</strong>vloed op kan uitoefenen) kon eenzeer grote <strong>in</strong>vloed hebben op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse f<strong>in</strong>anciële stabiliteit, zo bleek <strong>in</strong>2008. Daarnaast kan het ook zijn dat wet- en regelgev<strong>in</strong>g problemen verplaatst,omdat bedrijven zich el<strong>de</strong>rs gaan vestigen of dat het ‘<strong>in</strong>novatie’ uitlokt bij privateactoren om on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> regels uit te komen. Dergelijke problemen spelen ook bij <strong>de</strong>co2-emissiemarkten en diverse an<strong>de</strong>re sectoren. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, (nationale)reguler<strong>in</strong>g hoeft lang niet altijd <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> effecten te sorteren. Derhalve valt ermet traditionele mid<strong>de</strong>len als wet- en regelgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> sommige situaties we<strong>in</strong>ig tebereiken.Ook <strong>de</strong> dynamiek is een re<strong>de</strong>n waarom <strong>de</strong> overheid voor stur<strong>in</strong>gsproblemen komtte staan. Je wilt en kunt als overheid <strong>de</strong>centrale besliss<strong>in</strong>gen niet volledig sturenof controleren. Door actoren veel vrijheid te geven om op <strong>de</strong>centraal niveau besliss<strong>in</strong>gente nemen, wordt het echter lastig tegelijkertijd zeker te zijn dat dit totgewenste uitkomsten zal lei<strong>de</strong>n. Dit probleem wordt nog groter als partijen onverwachtan<strong>de</strong>r gedrag gaan vertonen of nieuwe partijen opkomen.


lessen uit <strong>de</strong> praktijk van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid99Al <strong>de</strong>ze problemen manifesteren zich <strong>in</strong> optima forma waar markten wor<strong>de</strong>ngeïnitieerd voor het verlenen van diensten waarvoor <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>neen veel directere verantwoor<strong>de</strong>lijkheid had. Dan wordt <strong>de</strong> overheid betrokkenals ontwerper van <strong>de</strong> nieuw te vormen markt en is aanpass<strong>in</strong>g van sectorale wetgev<strong>in</strong>gen/of <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie of expliciter<strong>in</strong>g van randvoorwaar<strong>de</strong>n (bijv. standaar<strong>de</strong>n,kwaliteitseisen, maximumprijzen) nodig. Waar <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n zelf marktenontwerpen, of marktmechanismen <strong>in</strong>troduceren waar zij voorheen niet aanwezigwaren, zal zij ook betrokken raken bij het proces van commodificatie. Waar <strong>in</strong>an<strong>de</strong>re gevallen <strong>de</strong> spelregels en <strong>de</strong> markt<strong>in</strong>strumenten zich langs <strong>de</strong> weg vanevolutionaire ontwikkel<strong>in</strong>g tot stand kwamen, wor<strong>de</strong>n zij dan geacht vanuit hetniets tot stand te kunnen komen. Dat er dan – zeker <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> – veel misgaat,hoeft niemand te verbazen.Vanwege <strong>de</strong> dynamische aard van marktprocessen ziet <strong>de</strong> overheid zich geconfronteerdmet onzekerhe<strong>de</strong>n en met veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n. Zij zal daaromkeer op keer zich genoodzaakt zien haar or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid bij te stellen. Een overheiddie om <strong>de</strong> haverklap forse beleidswijzig<strong>in</strong>gen doorvoert on<strong>de</strong>rmijnt echterhet vertrouwen van marktpartijen en het functioneren van markten, zo luidt eenbeken<strong>de</strong> en niet-ongerechtvaardig<strong>de</strong> klacht. Men kan er echter niet omheen dat<strong>de</strong> overheid verantwoor<strong>de</strong>lijkheid draagt om tijdig <strong>in</strong> actie te komen als publiekebelangen zich aandienen of <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g raken. Het feit dat markten cont<strong>in</strong>u <strong>in</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g zijn, impliceert dat eenzijdige pleidooien voor een terughou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>opstell<strong>in</strong>g onverstandig zijn. Tegen <strong>de</strong> achtergrond van <strong>de</strong> moeilijke balanceeracttussen stabiliteit en oplettendheid waarmee overheids<strong>in</strong>stanties wor<strong>de</strong>n geconfronteerddient zich niet alleen <strong>de</strong> normatieve vraag aan wat <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheidbehoort te zijn, maar ook <strong>de</strong> vraag hoe <strong>in</strong> discussies daarover hel<strong>de</strong>rheid kanwor<strong>de</strong>n bereikt.


100 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gnoten1 Overigens zal <strong>de</strong> telecomwet gewijzigd wor<strong>de</strong>n om netneutraliteit te garan<strong>de</strong>ren.Het wetsvoorstel dat dit moet bewerkstelligen werd op 22 juni 2011 <strong>in</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong>Kamer aangenomen.2 De <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> casestudies 1 t/m 6 zijn <strong>in</strong> opdracht van <strong>de</strong> wrr uitgevoerd.De on<strong>de</strong>rzoeksrapporten zijn op <strong>de</strong> wrr-website gepubliceerd. Artikelenover <strong>de</strong> casestudies 1 tot en met 5 zijn <strong>in</strong> het tijdschrift Beleid en Maatschappij(Schrijvers et al. 2010) gepubliceerd. Casus 7 is (overigens niet <strong>in</strong> opdracht van <strong>de</strong>wrr) uitgevoerd door Paul <strong>de</strong> Bijl (cpb) en gepubliceerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> kvs preadviezenMarktwerk<strong>in</strong>g en publieke belangen (Van Damme en Sch<strong>in</strong>kel (red.) 2009).3 Het zorgaanbod is ver<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> twee segmenten: het A-segment – waarvan <strong>de</strong> prijzennationaal door <strong>de</strong> nza wor<strong>de</strong>n vastgesteld – en het B-segment, waarvan <strong>de</strong>prijzen (<strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe) <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van zorgverzekeraars en ziekenhuizenwor<strong>de</strong>n vastgesteld (Zui<strong>de</strong>rent-Jerak et al 2011: 18).4 Het gaat hierbij om dbc’s <strong>in</strong> het zogenaam<strong>de</strong> B-segment, waar die zorg on<strong>de</strong>r valtwaarbij over <strong>de</strong> prijs on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ld mag wor<strong>de</strong>n. In het zogenoem<strong>de</strong> A-segmentwordt <strong>de</strong> prijs door <strong>de</strong> nza vastgesteld.5 Er werd afgesproken dat er een prijsplafond zou wor<strong>de</strong>n gehanteerd, gebaseerd ophet lan<strong>de</strong>lijk gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. Ook wer<strong>de</strong>n toezegg<strong>in</strong>gen gedaan wat betreft <strong>de</strong> realisatievan kwaliteitsverbeter<strong>in</strong>gen (nma 2010: 52).


1014 maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces4.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gDoor <strong>de</strong> dynamiek van markten, schaalproblemen en het onoverzichtelijke groteaantal actoren dat bij marktwerk<strong>in</strong>gsoperaties betrokken is, wordt <strong>de</strong> overheid bij<strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g van haar beleid keer op keer geconfronteerd met<strong>in</strong>formatie-, normer<strong>in</strong>gs- en stur<strong>in</strong>gsproblemen. Problemen die zich later manifesterenzijn slechts <strong>in</strong> beperkte mate te voorzien. Wanneer zij zich aandienenroept dat <strong>de</strong> vraag op of, <strong>in</strong> weerwil van het voornemen afstand te hou<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>markt het werk te laten doen, <strong>de</strong> overheid moet <strong>in</strong>grijpen of dat zij juist terughou<strong>de</strong>ndheidmoet blijven betrachten om <strong>de</strong> markt <strong>de</strong> gelegenheid te geven <strong>de</strong> problemenzelf op te lossen.De vraag dr<strong>in</strong>gt zich dan ook op wat van <strong>de</strong> overheid kan en mag wor<strong>de</strong>n verwacht.Welke verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n komt <strong>de</strong> overheid toe? Wat dient zij over te latenaan <strong>de</strong> markt? En welke rol heeft <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g bij maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g?Bij het bespreken van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van rollen en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n tussenmarkt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g dienen zich twee kernvragen aan (vgl. wrr 2000;ser 2010a):1 Hoe wordt bepaald wat als zaak van publiek belang moet wor<strong>de</strong>n aangemerkten wat dus vanwege het publieke belang <strong>in</strong> welke mate moet wor<strong>de</strong>n voorzienen ver<strong>de</strong>eld? Dit is <strong>de</strong> zogeheten wat-vraag, <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> beleidsdoelen.2 Hoe kunnen die <strong>zaken</strong> van publiek belang optimaal wor<strong>de</strong>n behartigd en waarmoeten <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n ervoor belegd wor<strong>de</strong>n? Dit is <strong>de</strong> zogehetenhoe-vraag, <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>strumenten.Waar <strong>de</strong> wrr (2000) voor het antwoord op <strong>de</strong> eerste vraag uitdrukkelijk exclusiefnaar <strong>de</strong> overheid wijst, laat <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong>, aan Nelson (2002: 209) ontleen<strong>de</strong>,formuler<strong>in</strong>g vooralsnog <strong>in</strong> het mid<strong>de</strong>n hoe (door wie of waar) een zaak als een zaakvan publiek belang wordt aangemerkt. Zij legt er bovendien <strong>de</strong> nadruk op datpublieke belangen behartigd moeten wor<strong>de</strong>n – zij richt zich immers op wat moetwor<strong>de</strong>n voorzien en ver<strong>de</strong>eld. De wrr (2000) sprak van het ‘borgen’ van publiekebelangen. Dat mag <strong>in</strong> tal van gevallen een a<strong>de</strong>quate formuler<strong>in</strong>g zijn, maar waarpublieke belangen nog verre van gerealiseerd zijn (zoals bijv. het geval is bij duurzaamheid)ligt <strong>de</strong> actievere formuler<strong>in</strong>g meer voor <strong>de</strong> hand.Voor het zoeken naar antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> kernvragen kunnen tweestrategieën wor<strong>de</strong>n gevolgd. In <strong>de</strong> eerste plaats een substantiële strategie, waarbijop normatieve gron<strong>de</strong>n een i<strong>de</strong>ale rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>gwordt bepaald. Vervolgens kunnen op basis van dat normatieve i<strong>de</strong>aalbeeld


102 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g<strong>de</strong> problemen die zich aandienen wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld en kan beslist wor<strong>de</strong>n hoe endoor wie daarop moet wor<strong>de</strong>n gereageerd. De twee<strong>de</strong> strategie richt zich op <strong>de</strong>weg die gevolgd kan wor<strong>de</strong>n om re<strong>de</strong>lijke overeenstemm<strong>in</strong>g te bereiken en oploss<strong>in</strong>genvoor problemen te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r er bij voorbaat van uit te gaan dat eennormatief i<strong>de</strong>aal daarbij het vertrek- of e<strong>in</strong>dpunt vormt. De aandacht richt zichdan dus op het proces van maatschappelijk or<strong>de</strong>nen en op <strong>de</strong> vraag hoe daar<strong>in</strong> <strong>de</strong>bei<strong>de</strong> kernvragen kunnen wor<strong>de</strong>n beantwoord.In dit hoofdstuk zullen bei<strong>de</strong> strategieën wor<strong>de</strong>n besproken met het oog op <strong>de</strong>effecten die zij op het <strong>de</strong>bat over maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukkenhebben. Om te beg<strong>in</strong>nen zal daartoe wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> eerstgenoem<strong>de</strong>,substantiële strategie. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van dit hoofdstuk wordt <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> strategiegeïntroduceerd. In hoofdstuk 5 komen daarvan een aantal na<strong>de</strong>re aspectenaan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>.4.2 <strong>de</strong> substantiële strategie: drie normatievebena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen van maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukkenVoor <strong>de</strong> substantiële strategie van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken bestaangrosso modo drie verschillen<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. B<strong>in</strong>nen elk ervan kunnen weervarianten wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n; daarvan zal hier wor<strong>de</strong>n geabstraheerd. De driete on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen verschillen <strong>in</strong> het vertrekpunt van re<strong>de</strong>neren datwordt gekozen, namelijk <strong>de</strong> markt, <strong>de</strong> overheid en <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. Elk van <strong>de</strong>zebena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen gaat ervan uit dat het gekozen vertrekpunt gegeven en beken<strong>de</strong>kwaliteiten heeft, die ver<strong>de</strong>r niet ter discussie staan. De <strong>in</strong>zichten daarover wor<strong>de</strong>nontleend aan respectievelijk <strong>de</strong> economische wetenschap, het staatsrecht c.q. <strong>de</strong>bestuurskun<strong>de</strong>, en <strong>de</strong> sociale ethiek. Vanuit het gekozen gezichtspunt wordt vervolgensdoor elk van <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen bepaald wat <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ale rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van markt,overheid en samenlev<strong>in</strong>g is. Daarna kan <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> situatie beoor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>nen kunnen verbeter<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n voorgesteld die dit i<strong>de</strong>aal dichter bij zou<strong>de</strong>nbrengen.We zullen <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen die hieron<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n geïntroduceerd kortwegaandui<strong>de</strong>n met het vertrekpunt dat gekozen wordt en daarom spreken van <strong>de</strong>markt-, <strong>de</strong> overheids- en <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Zoals we zullen zien krijgthet begrip ‘publiek belang’ b<strong>in</strong>nen elk van <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen een eigen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g.Alvorens <strong>de</strong> drie bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen te <strong>in</strong>troduceren, moet benadrukt wor<strong>de</strong>n dat zijniet eenduidig aan politieke strom<strong>in</strong>gen kunnen wor<strong>de</strong>n gekoppeld. Liberalenv<strong>in</strong><strong>de</strong>n we on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>digers van zowel <strong>de</strong> eerste als <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g; <strong>in</strong>het mo<strong>de</strong>rne christen-<strong>de</strong>mocratische <strong>de</strong>nken zijn elementen aan te treffen vanzowel <strong>de</strong> eerste als <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g; en sociaal-<strong>de</strong>mocraten en socialisten


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces103putten <strong>in</strong> wisselen<strong>de</strong> comb<strong>in</strong>aties uit alle drie. Ook <strong>in</strong> memories van toelicht<strong>in</strong>gwordt ter rechtvaardig<strong>in</strong>g van concrete voorstellen doorgaans uit elk van <strong>de</strong> driebena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen geput. Wat <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rscheidt zijn nietzozeer politieke opvatt<strong>in</strong>gen, maar hun stijl van normatief re<strong>de</strong>neren. Die isrespectievelijk aan <strong>de</strong> economische wetenschap, het staatsrecht en <strong>de</strong> socialeethiek ontleend.4.2.1 <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vanuit <strong>de</strong> marktIn <strong>de</strong> marktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wordt het vertrekpunt van re<strong>de</strong>neren gevormd door <strong>de</strong>belangrijkste kwaliteit die vanuit <strong>de</strong> economische theorie aan <strong>de</strong> markt wordttoegedicht – efficiënte productie en effectieve allocatie van goe<strong>de</strong>ren en diensten.Vanwege <strong>de</strong>ze kwaliteit dient <strong>de</strong> markt optimaal het publieke belang van <strong>de</strong> maatschappelijkewelvaart (zie Teul<strong>in</strong>gs et al. 2003, 2005; Baarsma en Theeuwes 2009;Van Damme en Sch<strong>in</strong>kel 2009; Baarsma 2010). Daarenboven biedt <strong>de</strong> marktkeuzevrijheid.De economische wetenschap levert <strong>de</strong> rechtvaardig<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> kwaliteiten die aan<strong>de</strong> markt zo wor<strong>de</strong>n toegeschreven. Op <strong>de</strong> markt v<strong>in</strong>dt <strong>de</strong>centrale coörd<strong>in</strong>atie vanhan<strong>de</strong>len door naar eigenbelang streven<strong>de</strong> actoren plaats via afstemm<strong>in</strong>g door hetprijsmechanisme. De on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge concurrentie tussen <strong>de</strong> naar w<strong>in</strong>st streven<strong>de</strong>producenten en <strong>de</strong> druk van naar nutsmaximalisatie streven<strong>de</strong> consumenten,zorgt op een perfecte markt voor een efficiënte – Pareto-optimale – allocatie van <strong>de</strong>aanwezige mid<strong>de</strong>len en gebruik van beschikbare <strong>in</strong>formatie. On<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong>nis dit verband formeel bewijsbaar (Arrow en Debreu 1954). Dit resultaat staatbekend als het eerste welvaartstheorema. Als het op efficiëntie aankomt, zullen <strong>de</strong>overheid en <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g het afleggen tegen <strong>de</strong> (perfecte) markt. Daarmee biedt<strong>de</strong> markt het normatieve ijkpunt voor maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g: wie welvaartnastreeft en keuzevrijheid apprecieert, is met <strong>de</strong> markt het beste uit.De voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r het ‘eerste welvaartstheorema’ geldt zijn <strong>in</strong> empirischez<strong>in</strong> evenwel we<strong>in</strong>ig realistisch. Er moet sprake zijn van grote aantallenaanbie<strong>de</strong>rs en afnemers, elk van hen wordt geacht te beschikken over volledige<strong>in</strong>formatie over het gedrag van an<strong>de</strong>ren en ie<strong>de</strong>r van hen wordt geacht zich rationeelte gedragen en realisatie van zijn eigen belangen na te streven. De perfectemarkt is dus een fictie, maar een fictie die <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong>genen die voor <strong>de</strong>marktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g kiezen <strong>de</strong>salniettem<strong>in</strong> een nuttige rol kan spelen: zij kan namelijkhelpen bepalen wanneer naast <strong>de</strong> markt ook <strong>de</strong> overheid een rol toekomt.Volgens <strong>de</strong> economische theorie kan <strong>de</strong> markt namelijk ook falen <strong>in</strong> het realiserenvan optimale welvaart. Vier vormen van marktfalen wor<strong>de</strong>n doorgaans on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n:externe effecten, publieke goe<strong>de</strong>ren, <strong>in</strong>formatieasymmetrie en marktmacht.Pas waar zich marktfalen aandient, liggen er taken voor <strong>de</strong> overheid.


104 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gBox 4.1Externe effecten zijn <strong>de</strong> positieve of negatieve effecten voor niet bij markttransactie betrokkenendie niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> prijs van <strong>de</strong> dienst of het goed zijn verdisconteerd. <strong>Publieke</strong> goe<strong>de</strong>ren zijn goe<strong>de</strong>ren(en diensten) waarbij niemand van <strong>de</strong> consumptie van <strong>de</strong>ze goe<strong>de</strong>ren kan wor<strong>de</strong>n uitgesloten alszij eenmaal zijn geproduceerd (bijv. <strong>de</strong> veiligheid die een dijk biedt). Voor zulke goe<strong>de</strong>ren kan geenmarkt ontstaan. Van <strong>in</strong>formatieproblemen is sprake wanneer een marktpartij exclusief over <strong>in</strong>formatiebeschikt en daarom kan profiteren van <strong>de</strong> onwetendheid van an<strong>de</strong>ren. Marktmacht, tenslotte, leidt ertoe dat consumenten te hoge prijzen betalen of slechte kwaliteit krijgen omdat <strong>de</strong>aanbie<strong>de</strong>r onvoldoen<strong>de</strong> aan concurrentie on<strong>de</strong>rhevig is.In <strong>de</strong> marktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g moet overheidsbemoeienis expliciet wor<strong>de</strong>n gelegitimeerdten opzichte van <strong>de</strong> markt (vgl. Nelson 2002). De markt zet <strong>de</strong> norm omdat or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gvia <strong>de</strong> markt <strong>in</strong> het algemeen gesproken efficiënter is dan via centrale overheidsstur<strong>in</strong>gen omdat overheidsoptre<strong>de</strong>n dwang met zich meebrengt en dus vrijhe<strong>de</strong>nbeperkt. De beloften van <strong>de</strong> markt wor<strong>de</strong>n dus <strong>in</strong>gezet om <strong>de</strong> politiek tediscipl<strong>in</strong>eren. Gegeven <strong>de</strong> kwaliteiten die aan <strong>de</strong> markt wor<strong>de</strong>n toegeschreven,past <strong>de</strong> overheid bij maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g een beschei<strong>de</strong>n rol. Zij dient zichte beperken tot het scheppen van <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> markt haar werkkan doen. De overheid moet dus maatregelen nemen om marktmacht en <strong>in</strong>formatieproblemente voorkomen en moet zorgen dat externe effecten alsnog <strong>in</strong> <strong>de</strong>prijs van goe<strong>de</strong>ren en diensten wor<strong>de</strong>n geïnternaliseerd. Als <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>neenmaal zijn gesteld, behoort <strong>de</strong> overheid niet meer te <strong>in</strong>terveniëren en moet zij<strong>de</strong> markt haar werk laten doen. Alleen voor zuivere publieke goe<strong>de</strong>ren geldt dat <strong>de</strong>overheid <strong>de</strong> taak heeft voor lever<strong>in</strong>g te zorgen omdat <strong>de</strong> markt daar<strong>in</strong> niet kanvoorzien.Welke voorwaar<strong>de</strong>n <strong>de</strong> overheid dient te stellen valt van tevoren te bepalen, aan<strong>de</strong> hand van een beslisboom waar<strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> varianten van marktfalen naaraard en ernst wor<strong>de</strong>n geor<strong>de</strong>nd (Teul<strong>in</strong>gs et al. 2005). In <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wordtvan <strong>de</strong> overheid dus veron<strong>de</strong>rsteld dat zij <strong>de</strong> vereiste marktor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g zorgvuldigkan plannen. De samenlev<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g doorgaans geen expliciete roltoebedacht. Wel wordt van burgers verwacht dat zij zich als rationele – hun eigenbelang nastreven<strong>de</strong> – consumenten gedragen.Problemen bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n dan ook veelal als transitieproblemenbeschouwd. Zij ontstaan als <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> partijen hun rol nog niet a<strong>de</strong>quaatvervullen, dan wel als beleid niet goed is voorbereid, of omdat <strong>de</strong> politiek ongeduldigis en <strong>in</strong> haar ou<strong>de</strong>, <strong>in</strong>terveniëren<strong>de</strong> rol terugvalt. Verbeter<strong>in</strong>g valt dan ook teverwachten door een betere voorbereid<strong>in</strong>g, een meer gediscipl<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> houd<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> politiek en door via me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gstoezicht er scherp op toe te zien dat <strong>de</strong>markt naar behoren blijft functioneren. Het belangrijkste antwoord op problemen


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces105rond marktwerk<strong>in</strong>g bestaat vanuit <strong>de</strong> marktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bezien dus uit het scheppenvan voorwaar<strong>de</strong>n voor betere marktwerk<strong>in</strong>g.4.2.2 <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vanuit <strong>de</strong> overheidDe twee<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vertrekt vanuit <strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> primaire taak van<strong>de</strong> overheid het (zelf of doen) behartigen van <strong>zaken</strong> van publiek belang is. Het isdaarbij aan <strong>de</strong> legitieme politieke organen om te beslissen wat als publiek belangmoet wor<strong>de</strong>n aangemerkt en daarmee wat als doelstell<strong>in</strong>g van overheidsbeleidfungeert.Een toonaangevend voorbeeld van <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g biedt het wrr-rapport Hetborgen van publiek belang (wrr 2000). ‘<strong>Publieke</strong> belangen’ zijn maatschappelijkebelangen “welke <strong>de</strong> overheid zich aantrekt op grond van <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g dat zijan<strong>de</strong>rs niet goed tot hun recht komen,” aldus <strong>de</strong> wrr (2000: 20). De vraag of ietsals een zaak van publiek belang moet wor<strong>de</strong>n aangemerkt vereist een explicietepolitieke keuze. Het rapport (ibid.: 21) voegt daaraan toe dat het daarbij steeds gaatom structurele betrokkenheid van <strong>de</strong> overheid. Bij publieke belangen draait hetdus niet om tij<strong>de</strong>lijke politieke doelen of <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen van <strong>in</strong>dividuele politici.Als zo beslist is wat als publiek belang moet wor<strong>de</strong>n aangemerkt, kan vervolgens<strong>de</strong> vraag aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen hoe <strong>de</strong>ze publieke belangen a<strong>de</strong>quaat behartigdkunnen wor<strong>de</strong>n. De markt biedt zich daarbij als een van <strong>de</strong> mogelijke <strong>in</strong>strumentenaan. Als <strong>de</strong> markt als <strong>in</strong>strument gekozen wordt, nemen private partijen <strong>de</strong>operationele verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> lever<strong>in</strong>g van diensten of goe<strong>de</strong>ren vanpubliek belang. De overheid houdt echter <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijkheid en vanwegedie e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijkheid moet zij zorgen voor voldoen<strong>de</strong> ‘borg<strong>in</strong>g’ van <strong>de</strong>publieke belangen.Borg<strong>in</strong>g van publieke belangen v<strong>in</strong>dt plaats door uitvoeren<strong>de</strong> organisaties te discipl<strong>in</strong>eren.Regelgev<strong>in</strong>g, concurrentie, politiek-bestuurlijke aanwijz<strong>in</strong>gen of versterk<strong>in</strong>gvan <strong>in</strong>stitutionele waar<strong>de</strong>n kunnen als mechanismen dienen om publiekebelangen te borgen. Welk borg<strong>in</strong>gsmechanisme het meest geëigend is, hangt daarbijaf van <strong>de</strong> aard van het publieke belang en van het gewicht dat wordt toegekendaan <strong>zaken</strong> als effectiviteit, efficiëntie, <strong>de</strong>mocratische legitimatie, rechtszekerheid enrechtsgelijkheid. Net als <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g ligt ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> overheidsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<strong>de</strong> nadruk op het bepalen van <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g tussen overheid en markt. De samenlev<strong>in</strong>gspeelt <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g een beschei<strong>de</strong>n rol, namelijk waar sprake is vanborg<strong>in</strong>g via versterk<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>stitutionele (bijv. professionele) waar<strong>de</strong>n.Een hel<strong>de</strong>r analytisch on<strong>de</strong>rscheid tussen <strong>de</strong> wat- en <strong>de</strong> hoe-vraag, en dus tussendoelen en mid<strong>de</strong>len, is volgens <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g cruciaal. Indien beleidsmakers daton<strong>de</strong>rscheid onvoldoen<strong>de</strong> respecteren, ero<strong>de</strong>ert het primaat van <strong>de</strong> politiek, waar


106 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g<strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van uitgaat. Door <strong>de</strong> politiek gekozen publieke belangen dienenechter niet alleen het startpunt van beleid te vormen, ook bij <strong>de</strong> keuze van <strong>in</strong>strumentenzal veelvuldig op dit oriëntatiepunt teruggevallen moeten wor<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong>beleidspraktijk zullen vragen over e<strong>in</strong>d- en operationele verantwoor<strong>de</strong>lijkheid danook vaak tegelijkertijd aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn en door elkaar kunnen lopen.Problemen ontstaan waar <strong>de</strong> borg<strong>in</strong>g onvoldoen<strong>de</strong> is en dus publieke belangen <strong>in</strong>gevaar komen. Verbeter<strong>in</strong>g kan wor<strong>de</strong>n bereikt door versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> borg<strong>in</strong>gsmechanismen,dus door betere regelgev<strong>in</strong>g, verscherpt me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gstoezicht,door politieke aanwijz<strong>in</strong>gen of door versterk<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>stitutionele (bijv. professionele)waar<strong>de</strong>n. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> problemen van marktwerk<strong>in</strong>g kan dus wor<strong>de</strong>nopgelost door meer en betere me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g. An<strong>de</strong>re problemen zullen langs eenvan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re genoem<strong>de</strong> vormen van borg<strong>in</strong>g van publieke belangen door <strong>de</strong> overheidmoeten wor<strong>de</strong>n aangepakt.4.2.3 <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vanuit <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gDe normatieve samenlev<strong>in</strong>gsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g kiest haar vertrekpunt <strong>in</strong> <strong>de</strong> socialeethiek, namelijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> gedachte dat samenlev<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n hun b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g ontlenenaan door tradities gedragen ze<strong>de</strong>lijke houd<strong>in</strong>gen en gemeenschapswaar<strong>de</strong>n, oftewelaan een ethos (MacIntyre 1984; Van <strong>de</strong> Donk 2008; Blond 2010). 1 Zo zijn praktijkenals dienstverlen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg en het bie<strong>de</strong>n van on<strong>de</strong>rwijs verbon<strong>de</strong>n metwaar<strong>de</strong>n en han<strong>de</strong>len <strong>de</strong>genen die er<strong>in</strong> werkzaam zijn op basis van <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n – eenbegrip dat uitdrukkelijk naar vorm<strong>in</strong>g en opvoed<strong>in</strong>g en dus naar overdracht tussengeneraties verwijst. Zulke <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n zullen soms geëxpliciteerd wor<strong>de</strong>n als (bijv.professionele of maatschappelijke) normen, maar belangrijker is dat zij door <strong>de</strong>direct betrokkenen wor<strong>de</strong>n geïnternaliseerd. Vanuit dit gezichtspunt wor<strong>de</strong>nvervolgens <strong>de</strong> rollen van overheid en markten bezien.Een overheidsbeleid dat zich oriënteert op <strong>de</strong> gemeenschap en <strong>de</strong> daarbij behoren<strong>de</strong>waar<strong>de</strong>n richt zich op het versterken van <strong>de</strong> <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke doelen van organisaties en<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>genen die daarbij betrokken zijn. Ookvan markten wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g een vergelijkbare oriëntatie en<strong>de</strong> nodige maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid gevraagd. On<strong>de</strong>rnemers wor<strong>de</strong>ndan ook geacht niet alleen te produceren om zo veel mogelijk te verdienen, maar(ook) omdat zij iets van waar<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g <strong>de</strong>nken toe te kunnen voegen.Van consumenten wordt verwacht dat zij hun keuzes voor producten me<strong>de</strong> latenafhangen van <strong>in</strong> gemeenschapstradities wortelen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n als menselijke waardighei<strong>de</strong>n rentmeesterschap. De rol van <strong>de</strong> private on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong>zevisie dus an<strong>de</strong>rs gepercipieerd dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen – zijwordt geacht een <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g gewortel<strong>de</strong> organisatie te zijn, waarvoor <strong>de</strong>betrokkenen gezamenlijk verantwoor<strong>de</strong>lijkheid dragen. Dat te realiseren zal, aldussommige pleitbezorgers van <strong>de</strong>ze visie (bijv. Blond 2010), <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces107nieuwe vormen van samenwerk<strong>in</strong>g, zoals netwerkorganisaties, en alternatieveeigendomsvormen, zoals coöperaties, vereisen.De samenlev<strong>in</strong>gsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g richt zich dus niet op <strong>de</strong> dichotomie van markt enstaat die <strong>in</strong> <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> hiervoor besproken visies vooropstaat. Bei<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n bezienvanuit het omvatten<strong>de</strong> perspectief van het ethos van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g als geheel.Het centrale probleem waarop <strong>de</strong>ze visie zich richt is dat het zich verzelfstandigenvan zowel staat als markt <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia is uitgemond <strong>in</strong> het teloorgaanvan <strong>de</strong> door een ethos gedragen maatschappelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. De verbeter<strong>in</strong>g diegezocht wordt ligt dan ook <strong>in</strong> het terugw<strong>in</strong>nen van het teloorgegane terre<strong>in</strong>.“We want society – the families, networks, neighbourhoods and communities thatform the fabric of so much of our everyday lives – to be bigger and stronger thanever before,” aldus <strong>de</strong> Britse reger<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Build<strong>in</strong>g the Big Society-manifestwaar<strong>in</strong> ze dit perspectief uitdroeg (Cab<strong>in</strong>et Office 2010). Dat <strong>de</strong> overheid terugtreedtimpliceert <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g dus niet automatisch dat <strong>de</strong> vrijgekomenruimte dient te wor<strong>de</strong>n bezet door <strong>de</strong> markt. Zij kan ook terugtre<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gte revitaliseren (Blond 2010: 159). Dat <strong>de</strong> overheid niet verantwoor<strong>de</strong>lijk isvoor specifieke vormen van dienstverlen<strong>in</strong>g (zoals het verschaffen van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang)betekent vanuit <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bezien dus niet automatisch dat marktpartijenhier<strong>in</strong> moeten voorzien. Bijvoorbeeld coöperaties vormen een serieus tenemen alternatief (zoals <strong>de</strong> Zweedse praktijk op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvangleert (Pestoff 1998)). Om die re<strong>de</strong>n stel<strong>de</strong> <strong>de</strong> Britse reger<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het vooruitzicht datmutualiteiten, coöperaties en sociaal on<strong>de</strong>rnemerschap met nieuwe wetgev<strong>in</strong>gzullen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund. Ook zei ze toe dat werknemers <strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke sectorhet recht krijgen om maatschappen te stichten die kunnen d<strong>in</strong>gen naar het overnemenvan <strong>de</strong> diensten die zij voorheen <strong>in</strong> overheidsdienst verzorg<strong>de</strong>n.4.3 beperk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> substantiële strategieElk van <strong>de</strong> drie geïntroduceer<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen formuleert haar eigen i<strong>de</strong>aalbeeldvan <strong>de</strong> rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> markt, <strong>de</strong> overheid en <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. De marktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gwijst daarbij op <strong>de</strong> beperkte rol die <strong>de</strong> overheid toekomt. De overheidsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gziet <strong>de</strong> markt, als het aankomt op het behartigen van <strong>zaken</strong> van publiekbelang, als een <strong>in</strong>strument dat door overheidsmaatregelen moet wor<strong>de</strong>n gediscipl<strong>in</strong>eerd,om zodoen<strong>de</strong> publieke belangen te borgen. De samenlev<strong>in</strong>gsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gbeoor<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> rollen van overheid en markt naar <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> zij bijdragen aanmaatschappelijke verbon<strong>de</strong>nheid of daaraan juist afdoen.De bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen bie<strong>de</strong>n daarmee elk een coherent normatief ijkpunt, <strong>in</strong> <strong>de</strong> vormvan (veron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong>) kwaliteiten of taken van respectievelijk markt, overheid ensamenlev<strong>in</strong>g. Zij impliceren elk een specifieke bestuursfilosofie door aan te gevenwelke sectoren primaire verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n toekomen en waar discipl<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gvan an<strong>de</strong>re sectoren nodig is. Zij helpen problemen te i<strong>de</strong>ntificeren en doen


108 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gsuggesties over <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> oploss<strong>in</strong>gen kunnen wor<strong>de</strong>n gezocht. Daarmeebiedt elk van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen een coherent verhaal over maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g, dat voor velen aantrekkelijk blijkt te zijn.De substantiële strategie kent echter ook beperk<strong>in</strong>gen en bezwaren.Een eerste bezwaar is dat een van <strong>de</strong> kernvragen die bij maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gopdoemt, namelijk <strong>de</strong> vraag wat als een zaak van publiek belang moet wor<strong>de</strong>n beschouwd,niet wordt opgelost. Het <strong>de</strong>bat daarover wordt slechts verplaatst naar eenan<strong>de</strong>r niveau, namelijk naar <strong>de</strong> vraag welke bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g toonaangevend moet zijn.Wat on<strong>de</strong>r ‘publiek belang’ verstaan moet wor<strong>de</strong>n krijgt b<strong>in</strong>nen elk van <strong>de</strong>genoem<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen immers een specifieke <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g. Zo stelt Baarsma (2010:11), die voor <strong>de</strong> marktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g kiest, dat strikt genomen er “alleen sprake [is] vaneen publiek belang als er welvaartsverlies optreedt, omdat <strong>de</strong> markt niet goedfunctioneert”. In <strong>de</strong> overheidsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g staat daarentegen het primaat van <strong>de</strong>politiek voorop: het is het prerogatief van <strong>de</strong> politieke organen om te beslissen watals publiek belang moet wor<strong>de</strong>n aangemerkt en hoe markt en samenlev<strong>in</strong>g daarbijeen rol kunnen vervullen. Wie wil weten wat <strong>zaken</strong> van publiek belang zijn moethet oor<strong>de</strong>el van reger<strong>in</strong>g en parlement afwachten. De samenlev<strong>in</strong>gsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g,ten slotte, kiest het ethos van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g als uitgangspunt om vervolgens hetbelang te on<strong>de</strong>rstrepen van het revitaliseren van dit ethos door een transformatievan <strong>de</strong> rollen van staat en markt. B<strong>in</strong>nen elk van <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen staat niet terdiscussie wat on<strong>de</strong>r het begrip ‘publiek belang’ moet wor<strong>de</strong>n verstaan. Tussen <strong>de</strong>genoem<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen bestaan op dit punt echter grote verschillen. Het <strong>de</strong>batover wat als een ‘publiek belang’ moet wor<strong>de</strong>n aangemerkt verplaatst zich daaromal snel naar <strong>de</strong> vraag welk van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> vertrekpunten (markt, overheid ofsamenlev<strong>in</strong>g), dan wel welke opvatt<strong>in</strong>g over publiek belangen <strong>de</strong> voorkeurverdient. Zulke <strong>de</strong>batten zijn echter we<strong>in</strong>ig vruchtbaar. Omdat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>vertrekpunten niet met elkaar verenigbaar zijn, is we<strong>de</strong>rzijdse correctie uitgeslotenen wordt elk compromis al snel gezien als een onwenselijke verwater<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> aanvankelijk gekozen, hel<strong>de</strong>re positie.In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats kunnen <strong>de</strong> nodige vragen wor<strong>de</strong>n gesteld over wat <strong>in</strong> <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen wordt beschouwd als gegeven kwaliteiten van respectievelijkmarkt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g. Kan <strong>in</strong> he<strong>de</strong>ndaagse pluralistischesamenlev<strong>in</strong>gen nog wel van een overheersend, ge<strong>de</strong>eld ethos wor<strong>de</strong>n gesproken,zoals <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g aanneemt? Of past die gedachte niet meer <strong>in</strong> eentijd waar<strong>in</strong> samenlev<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> cultureel en levensbeschouwelijk opzicht pluralistischzijn gewor<strong>de</strong>n – als zij al ooit realistisch is geweest? Kan <strong>de</strong> overheid me<strong>de</strong>on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van toenemen<strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g nog wel steeds <strong>de</strong> rol vervullendie <strong>de</strong> wrr (2000) haar eer<strong>de</strong>r had toebe<strong>de</strong>eld? En als <strong>de</strong> ‘perfecte markt’ – diehet vertrekpunt van <strong>de</strong> marktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vormt – niet of nauwelijks voorkomt,


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces109zou dan over markten niet op een meer realistische manier gesproken moetenwor<strong>de</strong>n? Wie zulke vragen stelt, raakt al snel betrokken <strong>in</strong> discussies over <strong>de</strong> vraagwaaraan <strong>de</strong> kloof tussen normatief i<strong>de</strong>aal en feitelijke werkelijkheid te wijten valt:aan <strong>de</strong> onvolkomenhe<strong>de</strong>n van het normatieve i<strong>de</strong>aal of aan het nog onvervuld zijnvan dat i<strong>de</strong>aal (vgl. Sen 2009: 8-10)? Ook zulke <strong>de</strong>batten zijn we<strong>in</strong>ig vruchtbaar.Naast <strong>de</strong> vraag welke rol markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g behoren te spelen, zal tenm<strong>in</strong>ste ook <strong>de</strong> vraag gesteld moeten wor<strong>de</strong>n welke rol ze (nog) kunnen spelen.In <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> plaats kan als bezwaar tegen <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen die markt, overheid ofsamenlev<strong>in</strong>g als vertrekpunt nemen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebracht dat zij als filter fungerenvoor wat als problematisch wordt gezien. Vanuit <strong>de</strong> marktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bezien isalleen sprake van serieus te nemen problemen waar marktfalen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is; voor<strong>de</strong> overheidsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g waar <strong>de</strong> door <strong>de</strong> politiek geformuleer<strong>de</strong> publieke belangenonvoldoen<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n behartigd of geborgd; voor <strong>de</strong> gemeenschapsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gwaar van verval van <strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n en maatschappelijk ethos sprake is. De problemendie aandacht moeten krijgen zijn dus bij voorbaat geselecteerd. Veel ruimte voordiscussie over problemen die buiten het eigen perspectief vallen, biedt geen van <strong>de</strong>genoem<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. Zij neigen alle ertoe om an<strong>de</strong>re moeilijkhe<strong>de</strong>n die zichaandienen te behan<strong>de</strong>len als onvermij<strong>de</strong>lijke overgangsproblemen, die vanzelfzullen verdwijnen als beleidsmakers <strong>de</strong> nodige voorbereid<strong>in</strong>gen hebben getroffenen het geduld weten op te brengen om <strong>de</strong> gekozen bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g te blijven volgen.De genoem<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen hebben een groot vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> eigen theorie. Alshet om problemen gaat die <strong>in</strong> <strong>de</strong> beleids- en uitvoer<strong>in</strong>gspraktijk opduiken, is elktamelijk hardleers.Het effect van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> tekorten is dat waar normatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen vooropwor<strong>de</strong>n gezet, problemen die zich rond maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g aandienen alsnel bediscussieerd wor<strong>de</strong>n als problemen van het politieke systeem, <strong>in</strong> plaats vanals problemen die zich aandienen <strong>in</strong> fricties tussen markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g.Niet alleen <strong>de</strong> overheidsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is ‘overheidscentrisch’. Zodra problemenaan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen zijn <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen dat ook. Er wordt danbijvoorbeeld gesproken over ondui<strong>de</strong>lijk geformuleer<strong>de</strong> beleidsdoelen; uitvoer<strong>in</strong>gsproblemen;<strong>de</strong> onbetrouwbaarheid van <strong>de</strong> overheid die zich keer op keer laatverlei<strong>de</strong>n regels bij te stellen <strong>in</strong> plaats van <strong>de</strong> markt haar werk te laten doen; problemenvan borg<strong>in</strong>g en gebrekkig toezicht; of het veronachtzamen van an<strong>de</strong>rewaar<strong>de</strong>n dan die welke <strong>in</strong> geld of bureaucratische regels kunnen wor<strong>de</strong>n uitgedrukt.Het gevolg daarvan is bekend: afnemend vertrouwen <strong>in</strong> politiek en overheid,problemen van legitimiteit en een publiek dat ‘marktmoe’ wordt omdat hetvertrouwen verliest <strong>in</strong> het op <strong>de</strong> markt gerichte beleid.De reflex om problemen die rond maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvragen spelenuitsluitend als politieke problemen te formuleren, leidt tot een betreurenswaardigeverschral<strong>in</strong>g van het <strong>de</strong>bat. Dat <strong>de</strong>bat richt zich daarna al snel exclusief op <strong>de</strong>


110 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gvraag wat <strong>de</strong> overheid moet doen: terwijl <strong>de</strong> een pleit voor krachtiger overheidsoptre<strong>de</strong>n,meent <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r dat zij zich juist nog ver<strong>de</strong>r moet terugtrekken vanmarkt of samenlev<strong>in</strong>g. Die reacties lei<strong>de</strong>n slechts tot een herhal<strong>in</strong>g van zetten. Zijrichten zich we<strong>de</strong>rom op <strong>de</strong> normatieve vraag wat markt, overheid of samenlev<strong>in</strong>gmoeten doen, <strong>in</strong> plaats van zich af te vragen wat elk van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong>n kunnendoen en welke alternatieve <strong>in</strong>stitutionele vormen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge relaties gezien<strong>de</strong> <strong>zaken</strong> van publiek belang die behartigd moeten wor<strong>de</strong>n eventueel beschikbaarzou<strong>de</strong>n zijn.4.4 ‘publiek belang’: een begrip dat <strong>in</strong>herent verbon<strong>de</strong>n ismet discussie4.4.1 pluralisme van overweg<strong>in</strong>genHet naast elkaar bestaan van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> normatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>rstreeptdat er zeer uiteenlopen<strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>gen kunnen bestaan om een on<strong>de</strong>rwerp aante merken als een zaak van publiek belang. Bij na<strong>de</strong>re beschouw<strong>in</strong>g blijkt echteralgauw dat over elk van die overweg<strong>in</strong>gen ver<strong>de</strong>re discussie nodig kan zijn.Een eerste cluster van overweg<strong>in</strong>gen kan ontleend wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> economischetheorie. Het eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rscheid tussen publieke goe<strong>de</strong>ren en nietpubliekegoe<strong>de</strong>ren kan daarbij wor<strong>de</strong>n genuanceerd door on<strong>de</strong>rscheid te makentussen vier typen goe<strong>de</strong>ren. Zij verschillen <strong>in</strong> exclusiviteit – <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> hetmogelijk is <strong>de</strong>genen die van een goed profiteren uit te sluiten – en rivaliteit – <strong>de</strong>mate waar<strong>in</strong> het gebruik van een goed door <strong>de</strong> ene persoon het gebruik ervan dooreen an<strong>de</strong>r beperkt. Tabel 4.1 vat <strong>de</strong> verschillen samen en geeft enkele voorbeel<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n goe<strong>de</strong>ren.Tabel 4.1Typen goe<strong>de</strong>renRivaliteithooglaaghoogExclusiviteitlaagPrivate goe<strong>de</strong>renvoedsel, kled<strong>in</strong>g,auto’s, etc.Gemeenschapsgoe<strong>de</strong>renmeent, visgron<strong>de</strong>n,open source software,irrigatiesystemenTolgoe<strong>de</strong>rentheater, sportevenement,privéclub<strong>Publieke</strong> goe<strong>de</strong>renveiligheid,hoogwaterbescherm<strong>in</strong>g,klimaat


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces111Voor publieke goe<strong>de</strong>ren kan <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot private goe<strong>de</strong>ren geen marktontstaan, omdat <strong>de</strong>genen die niet bereid zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> kosten ervan te <strong>de</strong>len niet vanhet gebruik uitgesloten kunnen wor<strong>de</strong>n. <strong>Publieke</strong> goe<strong>de</strong>ren moeten daarom uitcollectieve mid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n betaald, <strong>de</strong> overheid moet er<strong>in</strong> voorzien. Voorbeel<strong>de</strong>nzijn leger, politie, rechtspraak en dijken. Toch valt hierover nog wel discussiete voeren. Zo heeft Coase (1974) laten zien dat wat vanouds als een evi<strong>de</strong>nt voorbeeldvan een publiek goed werd beschouwd, <strong>de</strong> vuurtorens die schepen helpenhun weg naar een veilige haven te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n, wel <strong>de</strong>gelijk ook door private, op w<strong>in</strong>stgerichte on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen kunnen wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n.Gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren, zoals visgron<strong>de</strong>n, vormen volgens een klassiek argumentgeen stabiele categorie (Hard<strong>in</strong> 1968). Zij lei<strong>de</strong>n tot collectieveactieproblemen.Voor elke private gebruiker levert het immers voor<strong>de</strong>el op om meer gebruik temaken van het gemeenschapsgoed; wanneer alle gebruikers dit voor<strong>de</strong>el nastrevenzal echter uitputt<strong>in</strong>g van het gemeenschapsgoed het gevolg zijn. Dat is <strong>de</strong> zogehetentragedy of the commons. Een overheid die het gebruik aan ban<strong>de</strong>n legt, kan<strong>de</strong>ze uitputt<strong>in</strong>g voorkomen: “if ru<strong>in</strong> is to be avoi<strong>de</strong>d <strong>in</strong> a crow<strong>de</strong>d world, peoplemust be responsive to a coercive force outsi<strong>de</strong> their <strong>in</strong>dividual psyches, a ‘Leviathan’,to use Hobbes’s term” (Hard<strong>in</strong> 1978: 314; geciteerd <strong>in</strong> Ostrom 1990: 9).Er bestaat echter een alternatief: het gemeenschapsgoed kan wor<strong>de</strong>n opge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong>verhan<strong>de</strong>lbare eigendomsrechten, dus wor<strong>de</strong>n geprivatiseerd (Smith 1981).Elke gebruiker heeft dan een eigen belang bij het goed beheren van het <strong>de</strong>el vanhet voormalige gemeenschapsgoed dat zijn rechtmatige eigendom is. Gebruikerskunnen als dat voor hen voor<strong>de</strong>lig is hun rechten echter verkopen aan <strong>de</strong>genen diehun gebruik willen uitbrei<strong>de</strong>n en bereid zijn daarvoor extra eigendomsrechtenaan te schaffen. In plaats van <strong>de</strong> overheid doet <strong>de</strong> markt dan het or<strong>de</strong>nen<strong>de</strong> werk.Langjarig empirisch on<strong>de</strong>rzoek van Ostrom (1990) toont aan dat met overheid ofmarkt <strong>de</strong> opties voor een op het beheer van gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren gerichte maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g echter niet zijn uitgeput. Er bestaan talloze voorbeel<strong>de</strong>nwaar<strong>in</strong> private partijen, met elk eigen maar on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g tegenstrijdige private belangen,via collectieve leerprocessen concrete <strong>in</strong>stitutionele oploss<strong>in</strong>gen weten tev<strong>in</strong><strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> collectieveactieproblemen die het beheren van gemeenschapsgoe<strong>de</strong>renmet zich meebrengt en die uitputt<strong>in</strong>g daarvan, ook op lange termijn – <strong>in</strong>sommige gevallen zelfs eeuwenlang – voorkomen. Ostrom (1990; 2009) heeft dievoorbeel<strong>de</strong>n systematisch op een noemer gebracht. In hoofdstuk 5 gaan wij daarna<strong>de</strong>r op <strong>in</strong>.Tolgoe<strong>de</strong>ren kunnen <strong>in</strong> particulier of publiek eigendom zijn, waarbij gebruikerseen toegangsprijs (tol) wordt gevraagd, maar zij kunnen ook het gezamenlijkeeigendom van gebruikers vormen. Zij kunnen daarom wor<strong>de</strong>n beschouwd als eenbijzon<strong>de</strong>re vorm van private of publieke goe<strong>de</strong>ren. Het bestaan ervan laat echterzien dat men over ‘eigendom’ met <strong>de</strong> nodige nuance moet spreken. Zodra mennaar <strong>de</strong>tails kijkt en daarbij on<strong>de</strong>rscheid maakt tussen verschillen<strong>de</strong> typen rech-


112 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gten, <strong>de</strong> relatie tussen eigenaarschap, beheer en gebruik, dienen zich verschillen<strong>de</strong>opties aan (Ostrom 2003). Zo kan on<strong>de</strong>rscheid wor<strong>de</strong>n gemaakt tussen het rechtop toegang tot een goed, het recht op het onttrekken van eenhe<strong>de</strong>n van het goed,het recht een goed te beheren, het recht an<strong>de</strong>ren uit te sluiten en het recht om eengoed, zijn gebruik of beheer te verkopen of te verhuren. Afhankelijk van <strong>de</strong> toegeken<strong>de</strong>rechten kan <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> gebruiker opschuiven van ‘legitieme bezoeker’tot ‘volledige eigenaar’. Tussen <strong>de</strong> private goe<strong>de</strong>ren en publieke goe<strong>de</strong>ren die<strong>de</strong> economische theorie on<strong>de</strong>rscheidt, ligt dus een wereld van juridische nuances.Over <strong>de</strong> vraag of van een zaak van publiek belang gesproken moet wor<strong>de</strong>n enwelke rechten daarmee verbon<strong>de</strong>n zijn, is dan ook na<strong>de</strong>r <strong>de</strong>bat noodzakelijk. In <strong>de</strong>gangbare economische theorie is hier onvoldoen<strong>de</strong> aandacht voor, merkt Ostrom(2003) op.Aan <strong>de</strong> economische theorie kan nog een twee<strong>de</strong> cluster van overweg<strong>in</strong>genwor<strong>de</strong>n ontleend om over een zaak van publiek belang te spreken. Waar sprake isvan marktfalen is <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel ook overheids<strong>in</strong>grijpen nodig. Ook hier doen zichechter al snel ver<strong>de</strong>re vragen voor. Zo betogen Teul<strong>in</strong>gs et al. (2003: 28) op gelei<strong>de</strong>van Coase dat bij eenvoudige externe effecten aan <strong>de</strong> private partijen overgelatenkan wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>ze effecten te <strong>in</strong>ternaliseren en dat publieke belangen alleen <strong>in</strong>het ged<strong>in</strong>g zijn waar van ‘complexe externe effecten’ sprake is. Den Butter (2011:82) merkt echter op dat het toch uitmaakt of <strong>in</strong> een conflict over bijvoorbeeldlawaaioverlast <strong>de</strong>gene die lawaai wil maken <strong>de</strong>gene die stilte wenst dient tecompenseren, of <strong>de</strong>gene die stilte wenst daarvoor moet betalen aan <strong>de</strong>gene dielawaai maakt. De <strong>in</strong>itiële ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van eigendomsrechten (en dus <strong>de</strong> vraag wiecompensatie moet bie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> geval van externe effecten) moet politiek of bestuursrechtelijkgeregeld zijn en dat hangt toch af van <strong>de</strong> vraag of aan het maken vanlawaai dan wel aan stilte een publiek belang wordt gehecht. Ook bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gvan complexere externe effecten doemen <strong>de</strong> nodige vragen op, bijvoorbeeldwanneer er sprake is van onzekerhe<strong>de</strong>n en ambiguïteiten. Ten slotte kunnen ookbij <strong>de</strong> vanzelfsprekendheid waarmee <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong> het spel wordt gebracht als ervan marktfalen sprake is <strong>de</strong> nodige vraagtekens wor<strong>de</strong>n gesteld. Dat er dan collectievearrangementen noodzakelijk zijn mag dui<strong>de</strong>lijk zijn, maar dat die collectiviteitsamenvalt met <strong>de</strong> overheid niet. Ook marktpartijen kunnen <strong>in</strong>dividueel ofgezamenlijk (bijv. <strong>in</strong> branche verband) <strong>de</strong> zekerheid bie<strong>de</strong>n die nodig is voor hettot stand komen van markttransacties (Akerlof 1970). Dat waar marktfalenoptreedt van een zaak van publiek belang sprake is waarvoor <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong> hetgeweer moet komen, vereist dus op zijn m<strong>in</strong>st ook steeds weer na<strong>de</strong>r betoog.Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> cluster van overweg<strong>in</strong>gen om van een zaak van publiek belang te sprekenkan wor<strong>de</strong>n ontleend aan politieke theorieën en of <strong>in</strong> tradities gewortel<strong>de</strong>waar<strong>de</strong>nstelsels. Herver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g vanwege rechtvaardigheidsoverweg<strong>in</strong>gen vormteen alom aanvaar<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n om van een publiek belang te spreken. Toegankelijkheidvan gezondheidszorg, bijvoorbeeld, ook voor m<strong>in</strong><strong>de</strong>r draagkrachtigen, vormt hier-


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces113van een voorbeeld. Behalve door rechtvaardigheidsoverweg<strong>in</strong>gen valt <strong>de</strong> stell<strong>in</strong>gdat hierbij sprake is van een publiek belang echter ook vanwege volksgezondheidsre<strong>de</strong>nente rechtvaardigen. Ook nu is daarmee echter slechts het startschot gegevenvoor ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong>bat. Moet <strong>de</strong> overheid zich verantwoor<strong>de</strong>lijk stellen voor gelijketoegang, of moet zij slechts het (bijv. vanuit volksgezondheidsgezichtspunt beziennoodzakelijke) m<strong>in</strong>imale niveau garan<strong>de</strong>ren? Naast rechtvaardigheidsoverweg<strong>in</strong>genwor<strong>de</strong>n tal van on<strong>de</strong>rwerpen als <strong>zaken</strong> van publiek belang aangemerkt omburgers tegen zichzelf te beschermen. Zo biedt <strong>de</strong> overheid on<strong>de</strong>rwijs aan, nietomdat on<strong>de</strong>rwijs een publiek goed is waarvoor geen on<strong>de</strong>rwijsmarkt zou kunnenontstaan, maar om ie<strong>de</strong>reen (<strong>in</strong> <strong>de</strong> leerplichtige leeftijd), ongeacht het gez<strong>in</strong>s<strong>in</strong>komen,<strong>in</strong> <strong>de</strong> gelegenheid te stellen zich te ontplooien. Daarnaast kan van een zaakvan publiek belang gesproken wor<strong>de</strong>n waar <strong>de</strong> rechtszekerheid of rechtsgelijkheid<strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g komt, of ethische beg<strong>in</strong>selen. Dat mensen <strong>in</strong> beschaaf<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n niethun organen mogen verkopen en <strong>de</strong> allocatie van transplantatieorganen <strong>in</strong> professioneel-medischehan<strong>de</strong>n ligt, is niet omdat er geen markt voor zou zijn – die bestaater <strong>in</strong> sommige lan<strong>de</strong>n, zij het doorgaans illegaal – maar omdat organen opethische gron<strong>de</strong>n niet geacht wor<strong>de</strong>n een verhan<strong>de</strong>lbaar goed te zijn (Rad<strong>in</strong> 1996).Ten slotte kan erop gewezen wor<strong>de</strong>n dat ook tal van an<strong>de</strong>re overweg<strong>in</strong>gen ertoekunnen nopen van een zaak van publiek belang te spreken. Vacc<strong>in</strong>atie tegen <strong>in</strong>fectieziektenheeft <strong>in</strong> veel gevallen geen z<strong>in</strong> wanneer niet een substantieel <strong>de</strong>el van<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g zich laat <strong>in</strong>enten. Die aan <strong>de</strong> epi<strong>de</strong>miologie ontleen<strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>gkan voor <strong>de</strong> overheid een doorslaggeven<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n vormen om vacc<strong>in</strong>aties vanuit<strong>de</strong> publieke mid<strong>de</strong>len aan te bie<strong>de</strong>n. Ook rond tal van gemeenschapsgoe<strong>de</strong>rendoet zich <strong>de</strong> vraag voor of <strong>de</strong> overheid niet <strong>in</strong> touw moet komen wanneer <strong>de</strong> directbetrokkenen niet gezamenlijk <strong>in</strong> staat blijken uitputt<strong>in</strong>g van schaarse hulpbronnente voorkomen. Of daarvan sprake is wordt echter niet alleen bepaald door <strong>de</strong>economische overweg<strong>in</strong>gen als exclusiviteit en rivaliteit. De specifieke kenmerkenvan het goed en <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n moeten eveneens <strong>in</strong> <strong>de</strong> beschouw<strong>in</strong>genbetrokken wor<strong>de</strong>n. Of er een risico bestaat dat visgron<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n uitgeput, hangtbijvoorbeeld af van <strong>de</strong> manier waarop visvangst plaatsv<strong>in</strong>dt en van <strong>de</strong> reproductiesnelheidvan <strong>de</strong> vissoorten die er gevangen wor<strong>de</strong>n – vragen waarover niet eeneconoom of politiek filosoof kan adviseren, maar waarvoor mariene biologen envisserij<strong>de</strong>skundigen moeten wor<strong>de</strong>n geraadpleegd.In <strong>de</strong>batten over <strong>zaken</strong> van publiek belang kan dus een grote verschei<strong>de</strong>nheid vanargumenten relevant zijn. Daarbij kan men uit uiteenlopen<strong>de</strong> bronnen putten enzal men naast theoretische overweg<strong>in</strong>gen ook steeds <strong>de</strong> specifieke omstandighe<strong>de</strong>ndie zich aandienen en <strong>de</strong> aard van het goed en het gebruik ervan on<strong>de</strong>r ogenmoeten zien. De discussies die over maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukkenplaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n geven daar ook blijk van.


114 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g4.4.2 ‘publiek’ <strong>in</strong> meervoudHet begrip ‘publiek belang’ wordt <strong>in</strong> veel gevallen synoniem geacht met ‘algemeen’of ‘nationaal belang’. Dat is echter lang niet altijd terecht. In sommige gevallen is diei<strong>de</strong>ntificatie te beperkt. Belangen als duurzaamheid, voedselzekerheid, een schoonmilieu, energiezekerheid en f<strong>in</strong>ancieel-economische stabiliteit zijn slechts <strong>in</strong>beperkte mate op nationaal niveau te formuleren. Als dat niet mogelijk is, spreektmen van global public goods. In an<strong>de</strong>re gevallen is <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie van ‘publiekbelang’ met ‘nationaal’ of ‘algemeen belang’ juist weer te ruim. Het ‘publiek’ waarnaareen publiek belang verwijst hoeft zeker niet samen te vallen met <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gals geheel. Het kan bijvoorbeeld bestaan uit bewoners van een bepaal<strong>de</strong> regio,of het kan een specifieke groep betreffen – bijvoorbeeld gehandicapten, vrouwen,werknemers, of met uitsterven bedreig<strong>de</strong> soorten dieren en planten. Het ‘publiek’hoeft ook niet als groep te bestaan: <strong>de</strong> betrokkenen hoeven van elkaar niet te wetendat zij lotsverbon<strong>de</strong>nen zijn. Er is dus niet alleen sprake van uiteenlopen<strong>de</strong> <strong>zaken</strong>van publiek belang, er kunnen ook meer<strong>de</strong>re ‘publieken’ <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn. Hetbegrip ‘publiek’ is een relationeel begrip: het is verbon<strong>de</strong>n met een <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijkthema en met overweg<strong>in</strong>gen die tot <strong>de</strong> conclusie lei<strong>de</strong>n dat collectieve maatregelennodig zijn. Het duidt dus niet zon<strong>de</strong>r meer niet op zich staan<strong>de</strong>, gegeven groepmensen, zoals <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g van een natie (zie Dewey 1927).‘Publiek belang’ is een begrip dat <strong>in</strong>herent een zaak van discussie is, een zogeheten“essentially contested concept” (Gallie 1956). Van een ‘publiek belang’ kan wor<strong>de</strong>ngesproken als een kwestie <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g is die geacht wordt collectieve zorg teverdienen. Daarvoor kunnen heel uiteenlopen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen wor<strong>de</strong>n aangevoerd.Die re<strong>de</strong>nen kunnen zich bovendien ontwikkelen. Wat men aanvankelijk als eenprivate aangelegenheid beschouw<strong>de</strong>, kan later alsnog als een zaak van publiekbelang wor<strong>de</strong>n aangemerkt. Dat on<strong>de</strong>rstreept nog eens dat scepsis op haar plaatsis waar <strong>de</strong> gedachte wordt geformuleerd dat ‘publieke belangen’ aan a priori geformuleer<strong>de</strong>theorieën kunnen wor<strong>de</strong>n ontleend – of zij nu van economische of politiek-filosofischehuize zijn. Nussbaum (2006) wijst er bijvoorbeeld op dat geenvan <strong>de</strong> klassieke politieke theorieën of i<strong>de</strong>ologieën <strong>de</strong> zorg voor gehandicapten,vrouwenrechten, of met uitsterven bedreig<strong>de</strong> diersoorten, als zaak van publiekbelang i<strong>de</strong>ntificeer<strong>de</strong>. Dat <strong>in</strong> die gevallen tegenwoordig gesproken wordt van eenzaak van publiek belang, is <strong>de</strong> uitkomst van maatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen en<strong>de</strong>batten. Daar<strong>in</strong> is on<strong>de</strong>rkend dat er re<strong>de</strong>nen aanwezig zijn om collectieve maatregelente nemen – bijvoorbeeld naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten, alarmeren<strong>de</strong>rapporten die door experts geschreven zijn, maatschappelijk verzet of omdat erkansen naar voren wor<strong>de</strong>n gebracht die onbenut zijn gebleven. Pas daarna komenpolitieke beg<strong>in</strong>selen en overweg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het spel. En <strong>in</strong> veel gevallen zal het <strong>de</strong>batdat zich dan ontsp<strong>in</strong>t verweven zijn met vragen die om na<strong>de</strong>r empirisch on<strong>de</strong>rzoekvragen en waar<strong>in</strong> bepaald moet wor<strong>de</strong>n wie tot het publiek gerekend moetenwor<strong>de</strong>n waarnaar het begrip ‘publiek belang’ verwijst. Of van een publiek belang


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces115gesproken moet wor<strong>de</strong>n is onmiskenbaar een normatieve vraag. Zulke vragendienen zich <strong>in</strong> vrijwel alle gevallen eerst concreet, <strong>in</strong> specifieke contexten aan– omdat zich <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten voor<strong>de</strong><strong>de</strong>n, problemen wer<strong>de</strong>n gesignaleerd, discussie isontstaan, verzet is gerezen, of kansen naar voren zijn gebracht die onbenut zijngebleven. Pas later – soms veel later – kle<strong>de</strong>n zij zich <strong>in</strong> het gewaad van algemenebeg<strong>in</strong>selen, theoretische overweg<strong>in</strong>gen of scherp geformuleer<strong>de</strong> doelen (vgl.Walzer 1994: hoofdstuk 1).4.4.3 voorbij het doel-mid<strong>de</strong>lon<strong>de</strong>rscheid‘Publiek belang’ is dus een begrip dat <strong>in</strong>herent is verbon<strong>de</strong>n met discussie over eenkwestie. Het is daarmee een begrip dat een plaats- en tijds<strong>in</strong><strong>de</strong>x heeft en waarbij<strong>de</strong> vraag naar welk ‘publiek’ verwezen wordt om na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong>bat kanvragen. Die vaststell<strong>in</strong>g heeft consequenties voor <strong>de</strong> beleidstheorie die vanaf <strong>de</strong>jaren 1980 gangbaar is gewor<strong>de</strong>n en waar<strong>in</strong> het maken van een scherp on<strong>de</strong>rscheidtussen doelen en mid<strong>de</strong>len van beleid is bepleit.De genoem<strong>de</strong> beleidstheorie is lei<strong>de</strong>nd geweest bij het <strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rniser<strong>in</strong>gvan het overheidsbestuur dat vanaf 1980 zijn beslag krijgt en bij <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> taken en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overheid. De gedachte die eron<strong>de</strong>rligt heeft op het eerste gezicht een hoge mate van plausibiliteit. Omdat beleids<strong>in</strong>strumentenper <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie dienend zijn aan een doel, kan daarover pas rationeelwor<strong>de</strong>n beslist als <strong>de</strong> doelen zijn vastgesteld. Het on<strong>de</strong>rscheid impliceert dus ookeen tijdsvolgor<strong>de</strong>, waarbij <strong>de</strong> ‘hoe-vraag’ pas aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt als <strong>de</strong> ‘wat-vraag’beantwoord is. Op grond van <strong>de</strong>ze beleidstheorie zijn <strong>in</strong>stitutionele on<strong>de</strong>rscheid<strong>in</strong>gengeïntroduceerd tussen die takken van <strong>de</strong> overheid die zich op beleidsvorm<strong>in</strong>grichten en die welke verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van het beleid.Zijn <strong>de</strong> wat- en <strong>de</strong> hoe-vraag echter wel zo zuiver te schei<strong>de</strong>n? In Het borgen vanpubliek belang uitte <strong>de</strong> wrr hierover reeds twijfel. Want “<strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk moetenkeuzes ten aanzien van <strong>de</strong> te behartigen publieke belangen steeds weer <strong>in</strong> het lichtvan mogelijkhe<strong>de</strong>n tot borg<strong>in</strong>g en <strong>in</strong> het licht van aanpalen<strong>de</strong> publieke belangenwor<strong>de</strong>n gemaakt” (wrr 2000: 139). Niet alleen moeten doelen wor<strong>de</strong>n afgestemdop <strong>de</strong> beschikbaarheid van <strong>in</strong>strumenten, maar ook over hun on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>gvalt het nodige te bediscussiëren.Dat er meer <strong>in</strong>teractie tussen doel en mid<strong>de</strong>l bestaat dan <strong>de</strong> beleidstheorie suggereertis echter meer dan alleen een praktische bijkomstigheid. Dat er <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijkmeer wisselwerk<strong>in</strong>g bestaat dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> theorie wordt veron<strong>de</strong>rsteld is geen mancovan <strong>de</strong> praktijk, maar een tekort van <strong>de</strong> beleidstheorie. Door <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>teractiekunnen kennis en ervar<strong>in</strong>g die an<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> geschei<strong>de</strong>n kr<strong>in</strong>gen zou<strong>de</strong>n circulerenelkaar beïnvloe<strong>de</strong>n en corrigeren. In dit verkeer wor<strong>de</strong>n doelen en <strong>in</strong>strumentenop elkaar afgestemd.


116 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gMet die <strong>in</strong>teractie is echter tijd gemoeid. Daardoor blijft vaak geduren<strong>de</strong> langeretijd onhel<strong>de</strong>r wat <strong>de</strong> doelen van beleid precies zijn – een feit dat nogal eens verhuldwordt door <strong>de</strong> zeer ruime formuler<strong>in</strong>g van zulke doelen. Die vaagheid over watnu precies het doel van het beleid is staat een a<strong>de</strong>quate keuze van <strong>in</strong>strumenten<strong>in</strong> <strong>de</strong> weg, luidt een veel geuite kritiek uit wetenschappelijke kr<strong>in</strong>g. Zij belemmertbovendien een a<strong>de</strong>quate evaluatie van beleid en schept gelegenheid voor politiekopportunistisch gedrag.Die kritiek geeft echter we<strong>in</strong>ig pas. Dat publieke belangen niet zodanig scherpwor<strong>de</strong>n geformuleerd dat een rationele keuze van <strong>in</strong>strumenten mogelijk wordtvloeit niet voort uit “beg<strong>in</strong>nersfouten” (Baarsma en Theeuwes 2008), het onvermogenvan politici om hel<strong>de</strong>re uitspraken te doen (Van Wijnbergen 2000), ofhun opportunisme. De gedachte dat publieke belangen, die <strong>de</strong> doelen van beleidvormen, steeds van tevoren zodanig hel<strong>de</strong>r te formuleren zijn dat vervolgens<strong>in</strong>strumenten kunnen wor<strong>de</strong>n gekozen, is fundamenteel misplaatst. Zij miskentdat ook waar doelen <strong>in</strong> algemene termen zijn geformuleerd, er nog een lange wegte gaan is voor zij vertaald zijn <strong>in</strong> spelregels die zodanig concreet zijn dat zij consequentieshebben voor het gedrag van <strong>de</strong> actoren en <strong>de</strong> gewenste effecten bewerkstelligen(zie paragraaf 2.3). Zij heeft bovendien te we<strong>in</strong>ig oog voor <strong>de</strong> vaststell<strong>in</strong>gdie hiervoor werd gedaan, namelijk dat publieke belangen niet uit een normatieve(politieke of economische) theorie volgen, maar doorgaans wor<strong>de</strong>n geformuleerdnaar aanleid<strong>in</strong>g van concrete gebeurtenissen en problemen die naar voren wor<strong>de</strong>ngebracht en die discussies oproepen of niet collectieve maatregelen noodzakelijkmoeten wor<strong>de</strong>n geacht. Zij miskent het ‘essentially contested’ karakter van hetbegrip publiek belang.Deze constater<strong>in</strong>g heeft gevolgen voor het scherpe on<strong>de</strong>rscheid dat <strong>de</strong> marktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gmaakt tussen enerzijds <strong>de</strong> rol die <strong>de</strong> overheid toekomt bij het stellen vanvoorwaar<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> markt (om a<strong>de</strong>quate marktwerk<strong>in</strong>g mogelijk te maken) enan<strong>de</strong>rzijds het voortijdig <strong>in</strong>terveniëren door <strong>de</strong> overheid wanneer – tij<strong>de</strong>ns watvanuit <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g als transitieproblemen wor<strong>de</strong>n beschouwd – zich <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntenof problemen aandienen. We<strong>de</strong>rom gooit hier <strong>de</strong> tijd roet <strong>in</strong> het eten. Hoe langmag men spreken van een ‘transitiefase’ voordat men moet erkennen dat er structureleen blijven<strong>de</strong> problemen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn? Wanneer moet niet van ‘<strong>in</strong>terveniëren’maar van het stellen van ‘nieuwe voorwaar<strong>de</strong>n’ wor<strong>de</strong>n gesproken? Heton<strong>de</strong>rscheid tussen ‘voorwaar<strong>de</strong>n stellen’ en ‘<strong>in</strong>terveniëren’ is m<strong>in</strong><strong>de</strong>r evi<strong>de</strong>nt danwordt veron<strong>de</strong>rsteld door <strong>de</strong>genen die het gebruiken om <strong>de</strong> beperkte rol van <strong>de</strong>overheid ten opzichte van <strong>de</strong> markt te markeren (Dix 2011).Er is uitdrukkelijk meer aandacht nodig voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afhankelijkheid vanvragen naar doelen en mid<strong>de</strong>len, het verkeer daartussen en het op diverse plaatsenen tij<strong>de</strong>n opduiken van <strong>de</strong>ze vragen. Een strategie die <strong>in</strong> het zoeken naar eenantwoord op <strong>de</strong> rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g meer oog


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces117heeft voor <strong>de</strong> dynamiek, <strong>de</strong> pluriformiteit van overweg<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>rlijkheidvan problemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd heeft op dit punt betere papieren dan <strong>de</strong> substantiëlestrategie die <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> paragrafen is besproken. Een <strong>de</strong>rgelijke strategie legt<strong>de</strong> nadruk op het proces waar<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze vragen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen en vormt voor hetbeantwoor<strong>de</strong>n van vragen over die rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g een meer geëigend ka<strong>de</strong>r.Hoewel het spreken <strong>in</strong> termen van beleidsdoelen en -<strong>in</strong>strumenten verlokkelijk is,moet zu<strong>in</strong>ig met die term<strong>in</strong>ologie wor<strong>de</strong>n omgegaan. Spreken over maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g vereist een an<strong>de</strong>re term<strong>in</strong>ologie en een an<strong>de</strong>re houd<strong>in</strong>g dan hetzetten van een man op <strong>de</strong> maan (Nelson 1974). De boodschap “mission accomplished”is <strong>in</strong> <strong>de</strong> politiek zel<strong>de</strong>n op zijn plaats. Gevraagd waarvoor hij het meestbeducht was, antwoord<strong>de</strong> <strong>de</strong> Engelse Prime M<strong>in</strong>ister Harold MacMillan, ooitsimpelweg “events, <strong>de</strong>ar boy, events”. Waar publieke belangen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijnspeelt <strong>de</strong> tijd een centrale rol, moet met onvoorziene omstandighe<strong>de</strong>n reken<strong>in</strong>gwor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n en zal er gediscussieerd moeten wor<strong>de</strong>n.4.5 een procesmatige visie op maatschappelijk or<strong>de</strong>nen4.5.1 pragmatismeDe substantiële strategie leidt al snel tot we<strong>in</strong>ig vruchtbare i<strong>de</strong>ologische <strong>de</strong>battenover <strong>de</strong> vraag welke bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bij het bepalen van <strong>de</strong> rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen markt,overheid en samenlev<strong>in</strong>g het primaat verdient. Men belandt dan al snel bij <strong>de</strong>vraag wat voorop moet staan: overheid óf markt. Zulke discussies miskennendat het bij maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g steeds om markt én overheid gaat, aldus <strong>de</strong>ser (2010a). Wat aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is, zijn geen i<strong>de</strong>ologische vragen, maar pragmatischekeuzes waarbij <strong>de</strong> maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g beoor<strong>de</strong>eld moet wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>bereikte resultaten. Veel problemen waarmee beleidsmakers <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>nwer<strong>de</strong>n geconfronteerd kunnen bovendien wor<strong>de</strong>n voorkomen door een betere enmeer expliciete voorbereid<strong>in</strong>g, aldus <strong>de</strong> ser (2010a). Met het oog daarop heeft <strong>de</strong>ser een effectanalyse voor or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid opgesteld. Beleidsmakers wordt daar<strong>in</strong>voorgehou<strong>de</strong>n dat zij zich moeten richten op zes hoofdaspecten. Zij moeten(1) zich richten op <strong>de</strong> uitgangssituatie en <strong>de</strong> publieke belangen i<strong>de</strong>ntificeren dieeen rol spelen; (2) <strong>de</strong> doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n formuleren; (3) beleidsvarianten ontwikkelenen daarbij <strong>de</strong> gewenste e<strong>in</strong>dsituatie en transitie bezien; (4) <strong>de</strong> effecten van <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> beleidsvarianten analyseren en (5) vergelijken; en ten slotte (6) tenbehoeve van monitor<strong>in</strong>g en evaluatie <strong>in</strong>dicatoren voor publieke belangen opstellenen <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor monitor<strong>in</strong>g verkennen en <strong>de</strong> evaluatie plannen.Zoals <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rtitel van het genoem<strong>de</strong> ser-rapport stelt geldt “Het resultaat telt!Voorbereid<strong>in</strong>g bepalend voor succes.”Bij het optimisme dat uit <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rtitel spreekt, moeten zoals eer<strong>de</strong>r reeds werdopgemerkt echter sceptische kantteken<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n geplaatst. Want wat zijn “<strong>de</strong>


118 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gresultaten”? Evaluaties van marktwerk<strong>in</strong>gsoperaties zijn behept met tal vanmethodologische problemen en gebrek aan data, zo stel<strong>de</strong> ook <strong>de</strong> ser (2010a: 10)vast (zie paragraaf 2.5.1). Causale relaties leggen tussen het gevoer<strong>de</strong> beleid en <strong>de</strong>ontwikkel<strong>in</strong>gen die zich hebben voorgedaan is niet mogelijk, omdat <strong>de</strong> uitkomstenme<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n bepaald door vele externe factoren, zoals technologische vooruitgangen veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> consumentenvoorkeuren (M<strong>in</strong>isterie van EconomischeZaken 2008a: 9). Hoe resultaten <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n hebben uitgepakt heeft <strong>de</strong> serdan ook niet systematisch geëvalueerd, al had <strong>de</strong> Kamer daar wel om gevraagd(tk 2008-2009b). Ook wor<strong>de</strong>n resultaten vaak verschillend beoor<strong>de</strong>eld. In veelgevallen richt maatschappelijk or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid zich op meer<strong>de</strong>re doelstell<strong>in</strong>gen.Waar <strong>de</strong> een als belangrijkste resultaat ziet dat <strong>de</strong> doelmatigheid van bijvoorbeeld<strong>de</strong> zorg verhoogd is en er nu meer keuzevrijheid bestaat, zal <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r wellicht op<strong>de</strong> effecten voor <strong>de</strong> relaties tussen professionals en patiënten wijzen, vraagtekenszetten bij kwaliteit of toegankelijkheid, of benadrukken dat hogere efficiëntie nietbetekent dat <strong>de</strong> betaalbaarheid is verbeterd. Zeker bij complexere operaties valt <strong>de</strong>slotsom niet eenduidig te maken.Ook <strong>de</strong> conclusie dat ‘voorbereid<strong>in</strong>g bepalend is voor succes’ is voorbarig, zo bleekuit <strong>de</strong> analyses die aan <strong>de</strong> hand van casestudies <strong>in</strong> het voorgaan<strong>de</strong> hoofdstuk zijngegeven. De overheid wordt bij <strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g van haar beleidkeer op keer met <strong>in</strong>formatie-, normer<strong>in</strong>gs- en stur<strong>in</strong>gsproblemen geconfronteerd.Door <strong>de</strong> dynamiek van markten, <strong>de</strong> schaalproblemen die kunnen optre<strong>de</strong>n en hetonoverzichtelijke grote aantal actoren dat bij het beleid is betrokken, kan <strong>de</strong> overheid<strong>de</strong> problemen slechts <strong>in</strong> beperkte mate voorzien. De overheid moet haarwerk doen <strong>in</strong> een wereld waar<strong>in</strong> me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>ante rol van markten eenhoge mate van onzekerheid heerst. De beleidstheorie waarvan ook <strong>de</strong> ser (2010a)uitgaat stuit dan ook op <strong>de</strong> hiervoor (<strong>in</strong> paragraaf 4.4.3) genoem<strong>de</strong> bezwaren. Hetpragmatisme waarvoor <strong>de</strong> ser kiest vanuit <strong>de</strong> begrijpelijke wens i<strong>de</strong>ologische<strong>de</strong>batten te vermij<strong>de</strong>n, miskent dat zich tij<strong>de</strong>ns het beleidsproces diverse normatievevragen voordoen. Deze kunnen spelen aan het beg<strong>in</strong> van het beleidsproces,als <strong>de</strong> beleidsanalyse zich richt op <strong>de</strong> vraag welke publieke belangen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>gzijn en als <strong>de</strong> beleidsdoelen moeten wor<strong>de</strong>n geformuleerd, maar ook keer op keer<strong>in</strong> <strong>de</strong> latere fases van dit proces, bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g.Dat bij maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g normatieve vragen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> moeten komen,is onmiskenbaar. Dat normatieve i<strong>de</strong>alen het geëigen<strong>de</strong> startpunt voor <strong>de</strong>bat enbeleid vormen, is echter niet vanzelfsprekend. Waar normatieve i<strong>de</strong>alen geformuleerdwor<strong>de</strong>n, dienen zich al snel onvruchtbare <strong>de</strong>batten aan, wordt het zoekennaar compromissen als <strong>in</strong>tellectuele slapheid begroet en ontstaan niet zel<strong>de</strong>n irritatiesen wor<strong>de</strong>n over en weer beschuldig<strong>in</strong>gen geuit. Een aanpak die een meerzakelijke bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g beoogt en die zich laat lei<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> gedachte dat ‘<strong>de</strong> resultatentellen’ en dat ‘voorbereid<strong>in</strong>g bepalend is voor succes’, biedt om <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nendie hiervoor genoemd zijn echter ook we<strong>in</strong>ig soelaas.


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces119Een aanpak die start vanuit a priori geformuleer<strong>de</strong> i<strong>de</strong>alen (ten aanzien van markt,overheid en samenlev<strong>in</strong>g) of vanuit <strong>de</strong> gedachte dat publieke belangen en beleidsdoelenslechts hel<strong>de</strong>r geformuleerd hoeven te wor<strong>de</strong>n waarna het beleid zichvervolgens op <strong>de</strong> keuze van <strong>in</strong>strumenten kan richten, is niet alleen onvruchtbaar,maar ook overbodig, aldus Sen (2009). Normatieve vragen dienen zich keer opkeer on<strong>de</strong>rweg aan. Zij moeten dan – gevoed door normatieve i<strong>de</strong>alen, kennis van<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n en beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> problemen die zich voordoen – na <strong>de</strong>nodige discussie <strong>in</strong> re<strong>de</strong>lijkheid wor<strong>de</strong>n beantwoord. De normatieve vragen diespelen hebben dan echter geen algemeen karakter, maar dienen zich gesitueerdaan. Terwijl <strong>in</strong> algemene termen geformuleer<strong>de</strong> normatieve beg<strong>in</strong>selen veelalon<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g onverenigbaar zijn, waardoor <strong>de</strong> vraag wie pr<strong>in</strong>cipieel gelijk heeft danal gauw voorop komt te staan, valt over gesitueer<strong>de</strong> normatieve problemen <strong>in</strong> veelgevallen een vruchtbaar<strong>de</strong>r discussie te voeren, die zich kan toespitsen op hetbereiken van compromissen of een voor allen acceptabele uitkomst (Sen 2009: 12e.v.).Er bestaat, zoals we gezien hebben, een grote verschei<strong>de</strong>nheid van overweg<strong>in</strong>genom een on<strong>de</strong>rwerp tot een ‘zaak van publiek belang’ aan te merken. Sommige van<strong>de</strong>ze overweg<strong>in</strong>gen ontlenen hun basis aan <strong>de</strong> economische wetenschap, an<strong>de</strong>reaan politieke theorieën, rechtsbeg<strong>in</strong>selen of ethische pr<strong>in</strong>cipes, terwijl weeran<strong>de</strong>re berusten op overweg<strong>in</strong>gen uit an<strong>de</strong>re bron. In alle gevallen zal dan na<strong>de</strong>rediscussie nodig zijn. Er moet wor<strong>de</strong>n vastgesteld welk ‘publiek’ geacht wordtbetrokken te zijn, en er moet wor<strong>de</strong>n bepaald <strong>in</strong> welke mate en <strong>in</strong> welke vorm hetbelang daarvan behartig<strong>in</strong>g behoeft, er moet vastgesteld wor<strong>de</strong>n welke typeeigendomsrechten aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn, et cetera. Die discussie zal plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> eencontext waar<strong>in</strong> reeds private en publieke belangen aanwezig zijn. Wanneer zich <strong>de</strong>vraag aandient of een nieuw publiek belang erkenn<strong>in</strong>g en behartig<strong>in</strong>g behoeft endus over betrokkenheid van actoren bij dit belang beslist moet wor<strong>de</strong>n, doen zichdan ook belangentegenstell<strong>in</strong>gen en collectieveactieproblemen voor. Maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g start niet <strong>in</strong> het niets; altijd is er sprake van heror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g.4.5.2 ‘or<strong>de</strong>nen’ is een werkwoord‘Or<strong>de</strong>nen’ is een werkwoord. Het verwijst naar het proces waar<strong>in</strong> dui<strong>de</strong>lijk moetwor<strong>de</strong>n wat het publieke belang is dat aandacht verdient en wie, wanneer en hoedaarbij betrokken moeten wor<strong>de</strong>n. In een <strong>de</strong>mocratische samenlev<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt ditproces plaats op basis van overleg en discussie. Want <strong>de</strong>mocratie is ‘governance bydiscussion’.We kunnen bij dit proces verschillen<strong>de</strong> aspecten en fasen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Potentiële<strong>zaken</strong> van publiek belang moeten (1) gesignaleerd en (2) gearticuleerd wor<strong>de</strong>n,om vervolgens (3) te wor<strong>de</strong>n afgewogen. Het gesignaleer<strong>de</strong> publieke belang moettegen an<strong>de</strong>re publieke en private belangen wor<strong>de</strong>n afgezet en er moet een ver<strong>de</strong>-


120 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gl<strong>in</strong>g van verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vastgesteld. Daarbij kan uiteraard <strong>de</strong>conclusie lui<strong>de</strong>n dat er geen sprake (meer) is van een publiek belang (4) (afwijzenof opheffen). Indien het besluit positief luidt zal <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> zaak vanpubliek belang aandacht en actie behoeven. De zaak van publiek belang moet door<strong>de</strong>genen die verantwoor<strong>de</strong>lijkheid toekomen (5) daadwerkelijk wor<strong>de</strong>n behartigd.In figuur 4.1 is dit proces schematisch weergegeven.Figuur 4.1Het proces van maatschappelijk or<strong>de</strong>nensignalerenarticulerenbehartigenafwegenafwijzen/opheffenAls we maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g als een proces bena<strong>de</strong>ren, verlaten we <strong>de</strong>gedachte dat zodra <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> kwesties geadresseerd zijn een e<strong>in</strong>dtoestand isbereikt en <strong>de</strong> or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief tot stand is gekomen. Nieuwe omstandighe<strong>de</strong>n,voortschrij<strong>de</strong>nd <strong>in</strong>zicht, of <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten die zich aandienen zullen keer op keer ertoenopen <strong>de</strong> cyclus opnieuw te doorlopen. De ser (2010a) stelt terecht als uitgangspuntvoor maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g dat “het resultaat telt”. De bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g diehier wordt geschetst on<strong>de</strong>rschrijft dit uitgangspunt. Die bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g benadruktechter tevens dat resultaten steeds weer aanleid<strong>in</strong>g kunnen, moeten en zullenvormen voor nieuw on<strong>de</strong>rzoek en hernieuw<strong>de</strong> beraadslag<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> normatievevragen die dan opkomen. Elk ‘resultaat’ is op zijn best een voorlopige tussenstand.Wat-vragen dienen zich primair aan <strong>in</strong> <strong>de</strong> bovenste helft van figuur 4.1. Zij moetenertoe lei<strong>de</strong>n dat wat zich aanvankelijk aandient als een vermoe<strong>de</strong>n dat een zaakvan publiek belang <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g is (signaleren) wordt getransformeerd tot <strong>in</strong>zicht<strong>in</strong> <strong>de</strong> aard en omvang van dat belang en tot specificatie van wat het publieke belangbehelst en welk publiek (of welke publieken) daarbij betrokken is (zijn) (articuleren).Hoe-vragen dienen zich hoofdzakelijk aan <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rste helft van <strong>de</strong> figuur.Zij moeten helpen om hel<strong>de</strong>rheid te verschaffen over <strong>de</strong> vragen hoe het gespecificeer<strong>de</strong>publieke belang zich verhoudt tot an<strong>de</strong>re (publieke of private) belangen,wie <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het behartigen ervan toekomt (afwegen) en hoeen door wie het a<strong>de</strong>quaat kan wor<strong>de</strong>n behartigd, tenzij tot afwijzen of opheffen


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces121besloten moet wor<strong>de</strong>n, omdat onvoldoen<strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijk gewor<strong>de</strong>n is dat zich eenpubliek belang van voldoen<strong>de</strong> gewicht heeft aangediend. Omdat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>aspecten die hier on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zijn on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g samenhangen, zal dit proces doorgaansmeer<strong>de</strong>re cycli doorlopen.Twee mogelijke misverstan<strong>de</strong>n moeten bij voorbaat uit <strong>de</strong> weg wor<strong>de</strong>n geruimd.In <strong>de</strong> eerste plaats dient het <strong>in</strong> figuur 4.1 weergegeven proces uitdrukkelijk niet als‘voorbereid<strong>in</strong>g’ van beleid te wor<strong>de</strong>n gezien, waarna <strong>de</strong> ‘uitvoer<strong>in</strong>g’ volgt. Defiguur biedt een faser<strong>in</strong>g voor hoe verbon<strong>de</strong>nheid tot stand kan wor<strong>de</strong>n gebracht.Die verbon<strong>de</strong>nheid komt op vele dimensies tot stand: door ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>in</strong>zichten ennormatieve opvatt<strong>in</strong>gen te ontwikkelen over wat als zaak van publiek belangmoet wor<strong>de</strong>n aangemerkt; door afweg<strong>in</strong>gen te maken en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nte ver<strong>de</strong>len; en door gerichte productie of dienstverlen<strong>in</strong>g te organiseren, danwel door borg<strong>in</strong>g van <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel op an<strong>de</strong>re doelen (bijv. privaat gew<strong>in</strong>) gerichteactiviteiten via bijvoorbeeld wet- en regelgev<strong>in</strong>g, of langs an<strong>de</strong>re weg. De on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>naspecten omvatten dus zowel <strong>zaken</strong> die we gewoon zijn als ‘<strong>de</strong>nken’,‘overleggen’ en ‘beslissen’ (beleidsvoorbereid<strong>in</strong>g) aan te dui<strong>de</strong>n, als aspecten van‘han<strong>de</strong>len’ (beleidsuitvoer<strong>in</strong>g). Maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g vraagt om wat <strong>in</strong> <strong>de</strong>literatuur over <strong>in</strong>ternationale betrekk<strong>in</strong>gen smart power wordt genoemd – eengeëigen<strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van soft power en hard power. Zij vraagt zowel om samenwerk<strong>in</strong>gen overtuigen, als om maatregelen die zo nodig afgedwongen kunnenwor<strong>de</strong>n (zie Nye 2011).In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats moet wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat dit proces zich niet exclusiefafspeelt b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> kr<strong>in</strong>g van politiek en overheid. In alle genoem<strong>de</strong> fases spelenuiteenlopen<strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>gen en verschillen<strong>de</strong> actoren een rol. De exclusievetoe<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van wat-vragen aan <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong> politieke organen is dan ook ongegrond.Dat er zich problemen of kansen aandienen waarbij publieke belangen <strong>in</strong>het ged<strong>in</strong>g kunnen zijn (‘signaleren’) is een zaak die op grond van politieke overweg<strong>in</strong>genof politieke actie naar voren kan wor<strong>de</strong>n gebracht, maar ook op wetenschappelijkegron<strong>de</strong>n kan wor<strong>de</strong>n geagen<strong>de</strong>erd. Dat, om een voorbeeld te noemen,zich rond <strong>de</strong> <strong>in</strong>tensieve veehou<strong>de</strong>rij potentiële publieke belangen aandienen is nietalleen een zaak die door lokale actiegroepen en politieke partijen werd aangekaart,maar ook vanuit <strong>de</strong> wetenschappelijke wereld, waar zorgen wer<strong>de</strong>n geuit over <strong>de</strong>mogelijke repercussies van <strong>de</strong>ze vorm van veehou<strong>de</strong>rij voor <strong>de</strong> volksgezondheid.Datzelf<strong>de</strong> geldt voor het ‘articuleren’ van het publieke belang: bij het na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoekenwat er <strong>in</strong> een gegeven geval precies <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g is, zullen <strong>in</strong> het algemeenzowel politieke overweg<strong>in</strong>gen als wetenschappelijke argumenten relevant zijn.Ook bij <strong>de</strong> vraag hoe <strong>de</strong>ze belangen on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g beoor<strong>de</strong>eld moeten wor<strong>de</strong>n (‘afwegen’)zijn bei<strong>de</strong> typen argumenten van belang, omdat het realiseren van eenpubliek belang doorgaans betekent dat an<strong>de</strong>re – publieke en/of private – belangenzullen moeten <strong>in</strong>schikken. Bij <strong>de</strong> vraag hoe <strong>de</strong> zaak van publiek belang daadwerkelijkbehartigd wordt zijn dan ook veelal verschillen<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gen mogelijk en kan


122 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>geen palet van <strong>in</strong>strumenten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet. De verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong>uitvoer<strong>in</strong>g kan bij uiteenlopen<strong>de</strong> partijen komen te liggen. Uiteraard kan <strong>in</strong> <strong>de</strong>afweg<strong>in</strong>gsfase ook <strong>de</strong> conclusie wor<strong>de</strong>n getrokken dat behartig<strong>in</strong>g niet (meer)nodig is (‘afwijzen/opheffen’) en dus geen verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n hoeven tewor<strong>de</strong>n genomen of toebe<strong>de</strong>eld.4.5.3 or<strong>de</strong>nen vraagt organisatie van competentiesHet signaleren, articuleren, afwegen, behartigen en eventueel afwijzen of opheffenvan publieke belangen is een proces waarbij een verschei<strong>de</strong>nheid van overweg<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g is – empirische zowel als normatieve. Voor elk van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> fasenmoet daarbij <strong>de</strong> vraag wor<strong>de</strong>n gesteld waar <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n voor heta<strong>de</strong>quaat vervullen van <strong>de</strong> taken kunnen wor<strong>de</strong>n belegd. Het antwoord daaropkan lui<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> overheid daarvoor dient te zorgen, maar evenzeer dat an<strong>de</strong>remaatschappelijke partijen verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n toekomen, bijvoorbeeld marktpartijen,professionals, ngo’s, of <strong>de</strong> wetenschappelijke wereld. Die partijen moetendaarvoor over <strong>de</strong> noodzakelijke competenties (Van Dale: <strong>de</strong>skundigheid, geschiktheidmaar ook: bevoegdheid tot han<strong>de</strong>len of oor<strong>de</strong>len) beschikken.Welke competenties nodig zijn, welke procedures en technieken daar<strong>in</strong> kunnenvoorzien en welke partijen daarbij betrokken moeten wor<strong>de</strong>n, vereist analyse endiscussie. Figuur 4.1 biedt een eerste, handzame or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g daarvoor. Een aantalaspecten zal hierna kort, illustratief, wor<strong>de</strong>n besproken. Zoals steeds <strong>in</strong> dit rapportgaat <strong>de</strong> aandacht daarbij uit naar maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> productie enverspreid<strong>in</strong>g van goe<strong>de</strong>ren en diensten waarbij publieke belangen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>gzijn, al of niet via <strong>de</strong> markt.SignalerenProblemen signaleren waarbij publieke belangen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn vereist ruimtevoor voice en kritiek, dus een open samenlev<strong>in</strong>g ( Popper 1966; Hirschman 1970).Zo’n samenlev<strong>in</strong>g respecteert basisrechten (zoals vrijheid van men<strong>in</strong>gsuit<strong>in</strong>g envrijheid van verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g) en beschikt over basis<strong>in</strong>stituties van hoge kwaliteit: eengoed functionerend <strong>de</strong>mocratisch politiek systeem, media die hun publieke taakserieus opvatten, toegang tot rechtsmid<strong>de</strong>len en wetenschap die haar onafhankelijkheidvoldoen<strong>de</strong> bewaakt. Dat alles spreekt helaas niet vanzelf: zulke basis<strong>in</strong>stitutiesvragen on<strong>de</strong>rhoud. Naast <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> basis<strong>in</strong>stituties spelen ngo’s,maatschappelijke beweg<strong>in</strong>gen, vakbon<strong>de</strong>n, werkgeversverban<strong>de</strong>n en professionelegemeenschappen een belangrijke rol. Hun betekenis voor het signaleren vanpublieke belangen kan moeilijk wor<strong>de</strong>n overschat. Zij vormen naast het politiekesysteem <strong>de</strong> ogen en oren van het <strong>de</strong>mocratisch bestel. Ook <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g tussenpolitiek en ambtelijke wereld verdient <strong>in</strong> dit verband aandacht. Het spreektbijvoorbeeld niet vanzelf dat het contact tussen ambtenaren en Kamerle<strong>de</strong>nuitsluitend on<strong>de</strong>r goedkeur<strong>in</strong>g en verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van m<strong>in</strong>isters dient plaats


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces123te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n, zo conclu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> <strong>de</strong> wrr al eer<strong>de</strong>r (wrr 2006: 121). Veel bedrijvigheidspeelt zich af b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> private sfeer. Voor het signaleren van problemen diepublieke belangen raken is een goe<strong>de</strong> wettelijke bescherm<strong>in</strong>g van klokkenlui<strong>de</strong>rsdan ook onontbeerlijk.Problemen rond publieke belangen komen echter niet alleen aan het licht als zijdoor <strong>in</strong>stanties of <strong>in</strong>dividuen naar voren wor<strong>de</strong>n gebracht. Om het signaleren vanproblemen te bevor<strong>de</strong>ren kunnen ook <strong>de</strong> nodige <strong>in</strong>strumenten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet.Monitor<strong>in</strong>g is er daar een van. Dit <strong>in</strong>strument wordt vaak opgevoerd als sluitstukvan beleidsprocessen, om te controleren of <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaadwor<strong>de</strong>n gerealiseerd (<strong>de</strong> rol die on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> ser (2010a: 10, 152 e.v.) primairaan monitor<strong>in</strong>g toewijst). Maar monitor<strong>in</strong>g is ook een goed mid<strong>de</strong>l voor het vroegtijdigon<strong>de</strong>rkennen van potentiële problemen. Mits ontdaan van <strong>de</strong> cultuur van‘afrekenen’ kan monitor<strong>in</strong>g een belangrijke rol spelen <strong>in</strong> leerprocessen (Sabel2006). Monitor<strong>in</strong>g van maatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen langs meer<strong>de</strong>re dimensies,niet-economische dimensies <strong>in</strong>cluis, is daarvoor nodig (zie paragraaf 2.5.1).Toekomstverkenn<strong>in</strong>gen kunnen dienen om <strong>de</strong> consequenties van trends, maarook van zwakke signalen die een an<strong>de</strong>re kant op wijzen, te exploreren. Effectanalysesen maatschappelijke kosten-batenanalyses dienen te wor<strong>de</strong>n opgevat alstoekomstverkenn<strong>in</strong>gen. Bij <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>strumenten moeten dan ook <strong>de</strong> kantteken<strong>in</strong>genwor<strong>de</strong>n geplaatst die voor toekomstverkenn<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> algemene z<strong>in</strong> gel<strong>de</strong>n (VanAsselt et al. 2010). Zij leveren verkenn<strong>in</strong>gen, geen voorspell<strong>in</strong>gen. Zij kunnen (alseen bl<strong>in</strong><strong>de</strong>nstok) helpen om <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g voorzichtig af te tasten, maar bie<strong>de</strong>ngeen soli<strong>de</strong> uitzicht op wat zich – zeker op wat langere termijn – zal voordoen.Toezichthou<strong>de</strong>rs zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> positie om vroegtijdig problemen te signaleren. Zijwor<strong>de</strong>n geacht zicht te hebben op wat zich <strong>in</strong> markten en bedrijven afspeelt. Inhun publieke verslaglegg<strong>in</strong>g wordt vaak reeds aandacht aan problemen besteeddie meer systematische aandacht vragen (bijv. nma 2010). Waar dat al niet reedsgebeurt, verdient die taak expliciet <strong>in</strong> <strong>de</strong> taakomschrijv<strong>in</strong>g van organen die door ofnamens <strong>de</strong> overheid toezicht uitoefenen te wor<strong>de</strong>n vastgelegd. Van <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong>organen mag publieke verantwoord<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gevraagd hoe zij <strong>de</strong>ze taakvervullen. Daarbij dient ook aandacht te wor<strong>de</strong>n besteed aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gtussen toezichthou<strong>de</strong>rs. In <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële wereld heeft het, zoals bekend metdramatische gevolgen, daaraan <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n ontbroken.Europese en mondiale toezichtorganen <strong>in</strong> <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële wereld hebben <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>lsverantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n gekregen om ontwikkel<strong>in</strong>gen op uiteenlopen<strong>de</strong> plaatsente aggregeren en bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen terug te koppelen aan nationale toezichthou<strong>de</strong>rs.Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gssector wor<strong>de</strong>n overeenkomstige <strong>in</strong>itiatieven genomen. Er iseen omvangrijk systeem <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g voor het vroegtijdig mel<strong>de</strong>n en besprekenvan potentiële problemen waarbij uiteenlopen<strong>de</strong> stakehol<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n betrokken


124 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gBox 4.2Dat <strong>de</strong> explosieve groei van markten voor securitisaties substantiële problemen voor publiekebelangen met zich mee kon brengen, hebben toezichthou<strong>de</strong>rs door <strong>in</strong>formatie- en kennistekortenonvoldoen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkend. Dit was enerzijds het gevolg van een te beperkte visie van toezichthou<strong>de</strong>rsop ontwikkel<strong>in</strong>gen: een systeemperspectief ontbrak groten<strong>de</strong>els (The High Level Group onF<strong>in</strong>ancial Supervision <strong>in</strong> the eu 2009; fsa 2009). An<strong>de</strong>rzijds was het een resultaat van <strong>de</strong> enormecomplexiteit van <strong>de</strong> sector (waardoor verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het mitigeren van risico’s voor eenbelangrijk <strong>de</strong>el bij <strong>de</strong> sector was belegd). Ook is onvoldoen<strong>de</strong> gesignaleerd dat door botsen<strong>de</strong> belangenproblemen kon<strong>de</strong>n ontstaan: omdat veel w<strong>in</strong>st gemaakt werd met nieuwe, risicovolle activiteiten,had<strong>de</strong>n f<strong>in</strong>anciële partijen er we<strong>in</strong>ig direct belang bij om toezichthou<strong>de</strong>rs te waarschuwenvoor marktontwikkel<strong>in</strong>gen. Daar kwam nog eens bij dat veel toezichthou<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gwaren dat f<strong>in</strong>anciële markten juist stabieler wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> groei van markten voor securitisaties.Ten slotte speel<strong>de</strong>n er schaalproblemen voor het a<strong>de</strong>quaat signaleren van problemen: nationaletoezichthou<strong>de</strong>rs faal<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het a<strong>de</strong>quaat uitwisselen van <strong>in</strong>formatie over ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> f<strong>in</strong>anciëlemarkten, waardoor a<strong>de</strong>quaat overzicht van <strong>de</strong> problemen niet kon ontstaan.(Dreyer et al. 2007). Soortgelijke organisatievormen kunnen ook van toezichthou<strong>de</strong>rs<strong>in</strong> an<strong>de</strong>re sectoren wor<strong>de</strong>n geëist. Datzelf<strong>de</strong> geldt ook voor private vormenvan toezicht, zoals accountants, keurmerken en rat<strong>in</strong>gbureaus. Waar officiële certificer<strong>in</strong>g,registratie of accreditatie plaatsv<strong>in</strong>dt, kunnen zulke eisen expliciet wor<strong>de</strong>ngesteld en kunnen overhe<strong>de</strong>n – on<strong>de</strong>r druk van het dreigen met wetgev<strong>in</strong>g – ze zonodig afdw<strong>in</strong>gen.Op specifieke terre<strong>in</strong>en als fysieke veiligheid kan alertheid van het bedrijfslevenvoor vooralsnog onzekere risico’s wor<strong>de</strong>n gevraagd en (<strong>in</strong> dit geval on<strong>de</strong>r meerdoor aanpass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aansprakelijkheidswetgev<strong>in</strong>g) ook wettelijk verankerdwor<strong>de</strong>n (wrr 2008c). Zoals <strong>in</strong> het genoem<strong>de</strong> wrr-rapport uiteen is gezet, impliceertdat tal van organisatorische en technische eisen die aan zowel private on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>genals aan <strong>de</strong> overheid dienen te wor<strong>de</strong>n gesteld.Het signaleren van problemen waarbij publieke belangen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn is eenzaak die dus om <strong>de</strong> nodige competenties vraagt, niet alleen – en vaak zelfs niet <strong>in</strong><strong>de</strong> eerste plaats – van <strong>de</strong> overheid, maar ook buiten <strong>de</strong> overheidsorganisatie.ArticulerenProblemen moeten niet alleen gesignaleerd wor<strong>de</strong>n. De kwestie die aanhangig isgemaakt moet na<strong>de</strong>r profiel en <strong>in</strong>houd krijgen. Dui<strong>de</strong>lijk moet ook wor<strong>de</strong>n welk‘publiek’ daarbij <strong>in</strong> het spel is. In veel gevallen zal ook dat publiek een stem moetenkrijgen. Ten m<strong>in</strong>ste moet dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n door wie en waar dat publiek wordtgerepresenteerd. Lang niet <strong>in</strong> alle gevallen is echter evi<strong>de</strong>nt wie als woordvoer<strong>de</strong>rskunnen optre<strong>de</strong>n. Wie voert het woord namens bedreig<strong>de</strong> diersoorten? Wie


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces125spreekt voor toekomstige generaties als <strong>in</strong>tergenerationele solidariteit aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>is (Den Butter 2010), wie voor duurzaamheid en an<strong>de</strong>re global public goods, wievoor cont<strong>in</strong>uïteit van vitale dienstverlen<strong>in</strong>g op lange termijn? Veel publieke belangenzullen meer<strong>de</strong>re woordvoer<strong>de</strong>rs kennen, die het niet <strong>in</strong> alle opzichten metelkaar eens hoeven te zijn. Er is dan ook discussie nodig.Articulatie start bij een kwestie waarvan gesignaleerd is dat zij aandacht en zorgverdient. Die zorg moet echter na<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht. Niet alleen moet dui<strong>de</strong>lijkzijn dat een zaak vanwege het publieke belang aandacht verdient, maar ookmoet dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n wat die zaak behelst en waarom <strong>de</strong> zorg die geclaimdwordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong> ligt. Dat vereist on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> feiten die <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn, endiscussie over politieke pr<strong>in</strong>cipes, morele standpunten en rechtsbeg<strong>in</strong>selen en dus<strong>in</strong>breng vanuit verschillen<strong>de</strong> wetenschappelijke discipl<strong>in</strong>es en maatschappelijkekr<strong>in</strong>gen.Box 4.3De risico’s die <strong>in</strong> <strong>de</strong> aanloop naar <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis wel gesignaleerd wer<strong>de</strong>n kregen te we<strong>in</strong>igaandacht en kregen niet genoeg <strong>in</strong>houd en profiel. Ze wer<strong>de</strong>n met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n onvoldoen<strong>de</strong>gearticuleerd. Zelfs waar <strong>de</strong>ze risico’s wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rkend, bleek het erg moeilijk om <strong>de</strong> mogelijkeproblemen meer vorm en <strong>in</strong>houd te geven: “Whilst the build<strong>in</strong>g up of (…) risks was wi<strong>de</strong>lyacknowledged and commented upon, there was little consensus among policy makers or regulatorsat the highest level on the seriousness of the problem (…)” (The High Level Group on F<strong>in</strong>ancialSupervision <strong>in</strong> the eu 2009: 11). Daarnaast wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> marktontwikkel<strong>in</strong>gen op basis van theoretischeveron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van f<strong>in</strong>anciële markten, geïnterpreteerd als positief voor<strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële stabiliteit. Securitisatie werd gezien als een goed mid<strong>de</strong>l om risico’s te sprei<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hetf<strong>in</strong>anciële systeem en dit zou ten goe<strong>de</strong> komen aan <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële stabiliteit. Er werd echter we<strong>in</strong>igon<strong>de</strong>rzoek gedaan waar <strong>de</strong> risico’s zich naar toe verplaatsten. On<strong>de</strong>rzoek na het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciëlecrisis wees namelijk uit dat <strong>de</strong> risico’s zeer sterk geconcentreerd bleven <strong>in</strong> <strong>de</strong> bancaire sector,terwijl <strong>de</strong> aanname was dat zij hier juist waren verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd (Turner 2010: 32).Na het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> crisis zijn vele on<strong>de</strong>rzoeken opgezet om te articuleren op welke manier <strong>de</strong>huidige vormgev<strong>in</strong>g van f<strong>in</strong>anciële markten tot problemen kan lei<strong>de</strong>n voor f<strong>in</strong>anciële stabiliteit(bijv. tk 2009-2010b; In<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>nt Commission on Bank<strong>in</strong>g 2011). Daarbij is ook steeds meeraandacht vanuit an<strong>de</strong>re wetenschappelijke discipl<strong>in</strong>es gekomen voor problemen van reguler<strong>in</strong>g vanf<strong>in</strong>anciële markten (bijv. Un<strong>de</strong>rhill et al. 2010). Zo is vaak aangestipt dat <strong>de</strong> omvang van banken en<strong>de</strong> schaal waarop zij actief zijn een risico vormen voor <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële stabiliteit, omdat <strong>de</strong>ze bankeneen onevenredig groot gevaar vormen <strong>in</strong> het geval zij <strong>in</strong> f<strong>in</strong>anciële problemen komen. Ook <strong>de</strong>comb<strong>in</strong>atie van <strong>zaken</strong>bankactiviteiten en nutsbankactiviteiten is menigmaal aangestipt als eenrisico voor <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële stabiliteit.


126 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gAlleen door verschei<strong>de</strong>nheid van argumenten te honoreren en <strong>de</strong> checks andbalances die daarvoor nodig zijn te bewaken, kunnen regulatory capture, cognitieveverbl<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g en eventuele lobbypraktijken zichtbaar wor<strong>de</strong>n. Articulatie zal<strong>in</strong> veel gevallen plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> arena’s van het publieke dome<strong>in</strong>:<strong>in</strong> <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische wereld, <strong>in</strong> gemeenschappen van beleidsmakers en professionals,<strong>in</strong> politieke partijen, maatschappelijke beweg<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> media, maar ookbijvoorbeeld b<strong>in</strong>nen toezichthou<strong>de</strong>rs en adviesra<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overheid. Zij krijgtvorm <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rzoek, <strong>in</strong> rapporten, publicaties, en re<strong>de</strong>voer<strong>in</strong>gen – het papierenspoor van <strong>de</strong> publieke zaak. Niet zel<strong>de</strong>n zullen die dan weer nieuw on<strong>de</strong>rzoek,nieuwe discussies, nieuwe rapporten en nieuwe standpunten uitlokken.Afwegen<strong>Publieke</strong> belangen die gearticuleerd zijn moeten een plaats krijgen tussen an<strong>de</strong>re –publieke en private – belangen. Hun relatieve gewicht moet dus wor<strong>de</strong>n bepaald, enverantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n moeten op een re<strong>de</strong>lijke en rechtvaardige manier wor<strong>de</strong>nver<strong>de</strong>eld. Bij zo’n afweg<strong>in</strong>g zijn uiteenlopen<strong>de</strong> argumenten relevant: feitelijke overweg<strong>in</strong>genover <strong>de</strong> ernst van <strong>de</strong> zaak, <strong>de</strong> consequenties op korte en op lange termijn,en <strong>de</strong> omvang van het betrokken publiek; normatieve overweg<strong>in</strong>gen; en <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>genvan <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van diverse partijen om verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te dragen.Ook hier wor<strong>de</strong>n dus <strong>in</strong>zichten van zeer verschillen<strong>de</strong> partijen verwacht. Als hetbelang van <strong>de</strong> volksgezondheid <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g is, bijvoorbeeld, zullen medisch adviseurseen <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g moeten maken van <strong>de</strong> bedreig<strong>in</strong>g die is geconstateerd en diemoeten afzetten tegen an<strong>de</strong>re risico’s en <strong>de</strong> kosten van preventie. Ook afweg<strong>in</strong>genmaken is dus niet louter een zaak die zich b<strong>in</strong>nen het politieke systeem afspeelt.Box 4.4Afweg<strong>in</strong>gen over <strong>zaken</strong> van publiek belang v<strong>in</strong><strong>de</strong>n dus ook plaats buiten het politieke systeem om.Zo beschikken natuurbescherm<strong>in</strong>gsorganisaties met <strong>de</strong> Europese ka<strong>de</strong>rrichtlijnen vaak over eenuiterst krachtig mid<strong>de</strong>l om Ne<strong>de</strong>rlands beleid te corrigeren. Dat vereist echter een gang naar <strong>de</strong>rechter (het Europese Hof), met als gevolg een juridificer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gen en een oppositionelerol <strong>in</strong> <strong>de</strong> rechtbank. Omdat natuurbescherm<strong>in</strong>gsorganisaties niet bij voortdur<strong>in</strong>g willenoptre<strong>de</strong>n als opponent van <strong>de</strong> overheid, maar namens hun achterban willen <strong>de</strong>elnemen aan eengesprek over <strong>de</strong> publieke zaak, wordt echter vaak besloten om niet <strong>de</strong> juridische weg te volgen,maar <strong>in</strong> te zetten op participatie <strong>in</strong> beleidsprocessen en het mobiliseren van betrokkenheid vanburgers. Ook b<strong>in</strong>nen natuurbescherm<strong>in</strong>gsorganisaties en hun achterban v<strong>in</strong><strong>de</strong>n aldus afweg<strong>in</strong>genplaats over <strong>de</strong> wijze van behartig<strong>in</strong>g van publieke belangen.Soms zullen afweg<strong>in</strong>gen expliciet wor<strong>de</strong>n gemaakt en moeten vragen over noodzaaken proportionaliteit beantwoord wor<strong>de</strong>n. In veel gevallen krijgen zij echterreeds impliciet vorm als <strong>de</strong> vraag aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt hoe <strong>de</strong> zorg voor het publiekebelang vertaald kan wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> maatregelen. Dat vertaalproces vereist veelal ge<strong>de</strong>-


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces127tailleer<strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> context waar<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze maatregelen moeten lan<strong>de</strong>n. Padafhankelijkhe<strong>de</strong>ndienen te wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rkend: waar beleid te vaak van koers veran<strong>de</strong>rtontstaat bij marktpartijen en an<strong>de</strong>re maatschappelijke groeper<strong>in</strong>gen onzekerheiddie zich op <strong>de</strong>n duur tegen verantwoord beleid kan keren. In voorkomen<strong>de</strong>gevallen zal er moeten wor<strong>de</strong>n geëxperimenteerd. On<strong>de</strong>rzoek naar uitvoerbaarhei<strong>de</strong>n handhaafbaarheid vormen dus een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het afweg<strong>in</strong>gsproces. Ook <strong>de</strong>repercussies die voorzien wor<strong>de</strong>n voor toezicht dienen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> te komen. Zijkunnen zoals al is opgemerkt consequenties hebben voor <strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> maatregelen:zo stellen gedragsaanwijz<strong>in</strong>gen an<strong>de</strong>re eisen dan open normen. Transparantie,proportionaliteit en verantwoord<strong>in</strong>g dienen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze fase voorop te staan.Afweg<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n daarnaast ook door toezichthou<strong>de</strong>rs gemaakt. Ook zij stuitenimmers op <strong>de</strong> vraag hoe verschillen<strong>de</strong> publieke belangen zich tot elkaar dienen teverhou<strong>de</strong>n (vgl. nma 2009, 2010; Ottervanger 2010). De nma heeft bijvoorbeeld <strong>in</strong>het recente verle<strong>de</strong>n bij fusievoorstellen van ziekenhuizen een afweg<strong>in</strong>g moetenmaken tussen <strong>de</strong> eisen die me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g, volksgezondheid en toegankelijkheid van<strong>de</strong> zorg stellen. Vanwege <strong>de</strong> eisen die rechtmatigheid stelt en vooruitlopend opmogelijke bezwaren die tegen oor<strong>de</strong>len zullen kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebracht <strong>in</strong> <strong>de</strong>rechtszaal of <strong>in</strong> beroepsprocedures, moet bij <strong>de</strong> balanceeract die wordt gevraagd <strong>de</strong>plausibiliteit, noodzakelijkheid en proportionaliteit van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> belangenon<strong>de</strong>rzocht en expliciet getest wor<strong>de</strong>n (Kalbfleisch 2007: 474).Box 4.5De fusie van twee Franse bedrijven (Veolia en Trans<strong>de</strong>v) <strong>in</strong> het streekvervoer riep veel discussie op.Omdat Connexxion een dochter was van Trans<strong>de</strong>v, zou het nieuwe bedrijf een zeer groot marktaan<strong>de</strong>el<strong>in</strong> het Ne<strong>de</strong>rlandse streekvervoer krijgen (geschat werd meer dan 50%). Dit zou na<strong>de</strong>ligegevolgen kunnen hebben voor <strong>de</strong> doelmatigheid (door m<strong>in</strong><strong>de</strong>r concurrentie), <strong>de</strong> keuzevrijheid(door een beperkter aanbod) en <strong>de</strong> sectorale werkgelegenheid. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant was het mogelijkdat <strong>de</strong> fusie zou lei<strong>de</strong>n tot een efficiënter nieuw bedrijf, wat zou kunnen lei<strong>de</strong>n tot kostenreductieen dus lagere prijzen en een betere kwaliteit van <strong>de</strong> aangebo<strong>de</strong>n dienst.De afweg<strong>in</strong>g of <strong>de</strong> fusie al of niet concurrentiebelemmerend zou zijn, was allereerst neergelegd bij<strong>de</strong> marktpartijen zelf: die moesten zelf <strong>in</strong>schatten of toezichthou<strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n <strong>in</strong>stemmen. Nadatfusie-<strong>in</strong>tenties bekend wer<strong>de</strong>n gemaakt, was het (omdat het om een fusie met een omvang g<strong>in</strong>g dieEuropees toezicht vereiste) <strong>de</strong> beurt aan <strong>de</strong> Europese Commissie om te controleren of <strong>de</strong> me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gop <strong>de</strong> Europese markt zou wor<strong>de</strong>n belemmerd. Omdat hier volgens <strong>de</strong> Commissie geen sprakevan was, werd <strong>de</strong> afweg<strong>in</strong>g vervolgens verplaatst naar <strong>de</strong> nationale me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteiten.De nma kwam tot <strong>de</strong> conclusie dat er genoeg concurrentie zou blijven op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse markt.Deze uitspraak leid<strong>de</strong> vervolgens tot een discussie <strong>in</strong> het Ne<strong>de</strong>rlandse parlement, waar<strong>in</strong> diverseparlementariërs hun zorgen uitten over consequenties voor <strong>de</strong> me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> kwaliteit vandienstverlen<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> positie van werknemers. De m<strong>in</strong>ister gaf echter aan <strong>de</strong> uitspraak van <strong>de</strong> nma


128 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gte steunen en niet te zullen <strong>in</strong>terveniëren bij <strong>de</strong>ze fusie. Daarmee werd dus uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk door <strong>de</strong>reger<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> nma bepaald dat <strong>de</strong>ze fusie geen gevaar vorm<strong>de</strong> voor <strong>zaken</strong> van publiek belang. Aandat besluit g<strong>in</strong>gen echter dus tal van afweg<strong>in</strong>gen op an<strong>de</strong>re plaatsen vooraf.In <strong>de</strong> fase van afweg<strong>in</strong>gen maken kunnen tal van problemen ontstaan. Lobbygroepenkunnen onevenwichtighe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het afweg<strong>in</strong>gsproces <strong>in</strong>troduceren. Er dreigenbovendien ook hier <strong>de</strong> gevaren van regulatory capture en cognitieve verbl<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g.Waar balanceeracts wor<strong>de</strong>n gevraagd moet wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht of <strong>de</strong> partijen die bijafweg<strong>in</strong>gen betrokken zijn voldoen<strong>de</strong> zijn toegerust op <strong>de</strong> taak die van hen wordtgevraagd. Een m<strong>in</strong>imale toets daarvoor is <strong>de</strong> vraag of gezien <strong>de</strong> gevolg<strong>de</strong> procedureshun oor<strong>de</strong>len voor <strong>de</strong> rechter of <strong>in</strong> beroepsprocedures stand zullen hou<strong>de</strong>n.In dit ka<strong>de</strong>r verdient het aanbevel<strong>in</strong>g <strong>de</strong> bevoegdheid van met name <strong>de</strong> sectortoezichthou<strong>de</strong>rsnog eens tegen het licht te hou<strong>de</strong>n. Zijn zij wel voldoen<strong>de</strong> toegerustom op marktdynamiek <strong>in</strong> te spelen? Daarover bestaan twijfels (bijv. Lavrijssen2006; Ottow 2006; De Bijl 2009). In dit verband wordt nogal eens <strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>gmet Britse toezichthou<strong>de</strong>rs gemaakt, die ruimere bevoegdheid hebben dan <strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse en beleid eerst <strong>in</strong> overleg met een ruime kr<strong>in</strong>g van stakehol<strong>de</strong>rs uitzetten,om daarover achteraf aan het parlement verantwoord<strong>in</strong>g af te leggen. Eenruimere bevoegdheid zou echter niet alleen gepaard moeten gaan met een aangepastmachtsevenwicht om <strong>de</strong> legitimiteit van besluiten te waarborgen, maar ookmet een bre<strong>de</strong>r repertoire van handhav<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>strumenten. Er is momenteel eenten<strong>de</strong>ns waarneembaar om aan marktpartijen zwaar<strong>de</strong>re straffen op te leggen enhet strafrecht van toepass<strong>in</strong>g te maken op ernstige overtred<strong>in</strong>gen (Ottow 2009).Dit belooft betere nalev<strong>in</strong>g, maar bemoeilijkt <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatievergar<strong>in</strong>g, het <strong>in</strong> overlegontwikkelen van standaar<strong>de</strong>n en het bewerkstelligen van duurzame gedragsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genomdat wantrouwen jegens <strong>de</strong> sector als uitgangspunt fungeert.Proportionaliteit, een comb<strong>in</strong>atie van lichte en zware <strong>in</strong>strumenten, biedt <strong>in</strong> datopzicht een grotere kans om tot werkzame oploss<strong>in</strong>gen te komen. De noodzaakom gedrag te verantwoor<strong>de</strong>n en bij overtred<strong>in</strong>gen te straffen dient afgewogen tewor<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong> noodzaak om te leren van ervar<strong>in</strong>gen.Behalve organisaties die vanuit of namens <strong>de</strong> overheid toezicht uitoefenen bestaaner <strong>de</strong> nodige private toezichthou<strong>de</strong>rs. Sommige hebben een <strong>in</strong>formeel karakter,zoals ‘watchdogs’ die door ngo’s <strong>in</strong> het leven wor<strong>de</strong>n geroepen. An<strong>de</strong>re hebben eenmeer formeel karakter, zoals accountants, keurmerkorganisaties en toezichthou<strong>de</strong>rs<strong>in</strong> <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële wereld. In beg<strong>in</strong>sel kunnen daaraan <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> eisen wor<strong>de</strong>n gesteldals bij overheidstoezichthou<strong>de</strong>rs gebruikelijk is: hen kan wor<strong>de</strong>n gevraagd uitlegte geven over <strong>de</strong> wijze waarop afweg<strong>in</strong>gen tot stand komen, over <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijkheid enachtergron<strong>de</strong>n van normen die wor<strong>de</strong>n gehanteerd en over <strong>de</strong> manier waarop <strong>in</strong>for-


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces129matie wordt verzameld, verwerkt en getoetst. In dit geval zullen zulke eisen uiteraardniet publiekrechtelijk verankerd kunnen wor<strong>de</strong>n, maar – waar van formeleorganisaties sprake is – wel met privaatrechtelijke mid<strong>de</strong>len of via convenanten.Waar zulke veranker<strong>in</strong>g niet bestaat, vormen transparantie, publieke kritiek en hetreputatiemechanisme <strong>de</strong> voornaamste mid<strong>de</strong>len om verantwoord<strong>in</strong>g af te dw<strong>in</strong>gen.BehartigenHet daadwerkelijk behartigen van publieke belangen kan langs uiteenlopen<strong>de</strong> wegenplaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. De overheid kan zelf <strong>de</strong> operationele verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor<strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g op zich nemen. Als zij daar niet voor opteert en <strong>de</strong> operationele verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvoor <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g door an<strong>de</strong>ren plaatsv<strong>in</strong>dt, zullen <strong>de</strong>ze partijensoms op het juiste spoor moeten wor<strong>de</strong>n gezet. Verschillen<strong>de</strong> mechanismeszijn daarvoor geëigend: regels (vastgelegd <strong>in</strong> wetten of contracten), concurrentie(zowel op als om <strong>de</strong> markt), hiërarchie (aanwijz<strong>in</strong>gen door <strong>de</strong> politiek) en <strong>in</strong>stitutionelewaar<strong>de</strong>n (versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n en normen b<strong>in</strong>nen een organisatie die<strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van het <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> publieke belang on<strong>de</strong>rsteunen) (wrr 2000).De ser (2010a: 74 e.v.) vult <strong>de</strong>ze maatregelen op een aantal punten na<strong>de</strong>r aan enmerkt op dat “<strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke keuze van het <strong>in</strong>strumentarium moet wor<strong>de</strong>ngemaakt aan <strong>de</strong> hand van het specifieke publieke belang, <strong>de</strong> specifieke omgev<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> gewenste aard en mate van overheidsbemoeienis. Borg<strong>in</strong>g van het publiekebelang is maatwerk en vraagt dan ook om een toegespitste <strong>in</strong>zet van <strong>de</strong> terbeschikk<strong>in</strong>g gestel<strong>de</strong> <strong>in</strong>strumenten” (ser 2010a: 61). Daarbij past echter een kantteken<strong>in</strong>g.De overgang van <strong>de</strong> eerste fases naar <strong>de</strong> fase van <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g is nieteen overgang van ‘<strong>de</strong>nken’ naar ‘doen’ of van ‘voorbereid<strong>in</strong>g’ naar ‘uitvoer<strong>in</strong>g’.Reeds <strong>in</strong> <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re fases moet het nodige werk zijn verzet. De eer<strong>de</strong>re fasesdienen niet alleen voor ter voorbereid<strong>in</strong>g van een besluit, maar moeten ook reeds<strong>de</strong> stappen hebben geïntroduceerd die voldoen<strong>de</strong> vertrouwenwekkend zijn oma<strong>de</strong>quate uitvoer<strong>in</strong>g mogelijk te maken.Als aan an<strong>de</strong>re partijen dan <strong>de</strong> overheid ruimere verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n toekomendan louter <strong>de</strong> operationele verantwoor<strong>de</strong>lijkheid die wordt uitgeoefendon<strong>de</strong>r e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> overheid, dienen zich vragen aan over <strong>de</strong>legitimiteit van <strong>de</strong> arrangementen waar<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>nbelegd. In hoofdstuk 5 zal daar uitgebreid op wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gegaan.4.6 conclusieMaatschappelijk or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid betreft <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> relatiesvan overheid, markt en samenlev<strong>in</strong>g gericht op het behartigen van <strong>zaken</strong> vanpubliek belang. Daarbij dienen zich normatieve vragen aan: wat moet als zaak vanpublieke belang wor<strong>de</strong>n aangemerkt? Waar moeten <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nvoor het behartigen van <strong>de</strong>ze belangen wor<strong>de</strong>n belegd? En meer toegespitst: wat


130 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gdient <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheid daarbij te zijn? Zulke vragen dienen zich keer op keer,gaan<strong>de</strong>weg, en dan gesitueerd, aan en dienen vervolgens na <strong>de</strong> nodige discussie <strong>in</strong>re<strong>de</strong>lijkheid te wor<strong>de</strong>n beantwoord.De weg naar beantwoord<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze vragen kent – zo heeft dit hoofdstuk latenzien – diverse valkuilen. Een eerste valkuil wordt gevormd door <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gdat maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g geleid dient te wor<strong>de</strong>n door een a priori geformuleerdnormatief i<strong>de</strong>aal, of door een expliciete formuler<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> publiekebelangen, waarna <strong>de</strong> aandacht kan wor<strong>de</strong>n gericht op <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong> voor hetrealiseren van <strong>de</strong>ze doelen geëigen<strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>strumenten. Waar <strong>de</strong>ze valkuilonvoldoen<strong>de</strong> wordt verme<strong>de</strong>n, ontstaan tal van problemen. In <strong>de</strong> eerste plaatskrijgen discussies al snel een i<strong>de</strong>ologisch karakter en lei<strong>de</strong>n zij tot herhal<strong>in</strong>gen vanzetten. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats wordt zo onvoldoen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkend dat men vaak nietkan voorzien welke omstandighe<strong>de</strong>n, veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen van <strong>in</strong>zichten en problemenzich zullen aandienen, en dat dus <strong>de</strong> nodige vraagtekens kunnen wor<strong>de</strong>n gezet bij<strong>de</strong> gedachte dat een goe<strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>g en expliciete keuze van <strong>in</strong>strumentenbepalend is voor het realiseren van <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> doelen. De mogelijkhe<strong>de</strong>n van exante-analyses wor<strong>de</strong>n overschat.Een twee<strong>de</strong> valkuil bestaat <strong>in</strong> het miskennen of on<strong>de</strong>rschatten van <strong>de</strong> normatievecomponent. Gevoed door <strong>de</strong> op zich begrijpelijke wens i<strong>de</strong>ologische <strong>de</strong>batten zoveel mogelijk te vermij<strong>de</strong>n, wordt er dan <strong>de</strong> nadruk op gelegd dat <strong>de</strong> resultatentellen. We<strong>in</strong>igen zullen dat ontkennen; <strong>de</strong> vraag is echter wélke resultaten tellen.Altijd zijn er meer<strong>de</strong>re dimensies te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n waaraan verschillen<strong>de</strong> groeper<strong>in</strong>genuiteenlopend gewicht zullen willen toekennen. Bovendien blijken zelfs <strong>in</strong>strikt economische termen uitgevoer<strong>de</strong> evaluaties nauwelijks uitvoerbaar. Nietalleen doen zich daarbij methodologische problemen voor, ook zullen verstandigebeleidsmakers <strong>de</strong> beleidsdoelen en criteria willen aanpassen als <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>nzich wijzigen.Box 4.6Bij <strong>de</strong> privatiser<strong>in</strong>g en liberaliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> telecom werd zoals eer<strong>de</strong>r gememoreerd vanwege hetpublieke belang van ‘toegankelijkheid’ geëist dat ie<strong>de</strong>re burger die dat wenste een vaste telefoonlijnmoest kunnen krijgen. Die eis kon door <strong>de</strong> technische ontwikkel<strong>in</strong>g en massale verspreid<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> mobiele telefonie aanmerkelijk wor<strong>de</strong>n gerelativeerd, zo niet komen te vervallen (vgl. Van Kalles2010). Het had dan ook we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong> om van falend beleid te spreken vanuit het motief dat hetoorspronkelijke beleidsdoel niet was bereikt.Maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g vereist onmiskenbaar antwoor<strong>de</strong>n op normatievevragen. Die vragen dienen zich echter niet alleen aan bij <strong>de</strong> start van op maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g gericht beleid. Zij dienen zich, <strong>in</strong> vele gedaanten, ook


maatschappelijk or<strong>de</strong>nen als proces131on<strong>de</strong>rweg aan. Er bestaan uiteenlopen<strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën over wat als zaak van publiek moetwor<strong>de</strong>n aangemerkt, waarbij uiteenlopen<strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>gen gel<strong>de</strong>n en over <strong>de</strong>tailssteeds na<strong>de</strong>r moet wor<strong>de</strong>n gediscussieerd. Daarbij tekenen we bovendien aan dathet ‘publiek’ waarnaar verwezen wordt niet samen hoeft te vallen met <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> nationale staat. ‘Publiek belang’ is een begrip dat <strong>in</strong>herent controversieelis en dat zijn <strong>in</strong>houd ontleent aan <strong>de</strong> discussies die er over wor<strong>de</strong>n gevoerd.Wie realistisch over maatschappelijk or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid <strong>de</strong>nkt, doet dat dan ook niet<strong>in</strong> termen van operaties met een welbepaald beg<strong>in</strong> en e<strong>in</strong>d, maar <strong>in</strong> termen vaneen proces waar<strong>in</strong> analytisch wel verschillen<strong>de</strong> fasen en aspecten zijn te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n,maar dat geen e<strong>in</strong>dpunt kent. Aan dit proces zijn aspecten verbon<strong>de</strong>ndie we kunnen categoriseren als ‘<strong>de</strong>nken’ – beleidsvoorbereid<strong>in</strong>g – en ‘han<strong>de</strong>len’ –beleidsuitvoer<strong>in</strong>g.Een procesmatige visie op het omgaan met <strong>de</strong> normatieve vraagstukken die rondmaatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g spelen ligt dan ook meer <strong>in</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong>. Zij komt op eenaantal punten overeen met <strong>de</strong> pragmatische bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> ser (2010a) bepleiten ook door het kab<strong>in</strong>et is aanvaard (tk 2010-2011). Het pragmatisme zal danechter een bre<strong>de</strong>re scope moeten hebben dan <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong>n voor ogen staat. Debena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> dit hoofdstuk is geschetst maakt dat dui<strong>de</strong>lijk:1 Zij on<strong>de</strong>rkent dat normatieve vragen ertoe doen, maar dat zij zich op tal vanplaatsen en zeker niet alleen aan het beg<strong>in</strong> van beleidsprocessen aandienen.Daarbij kan een grote verschei<strong>de</strong>nheid van argumenten – en niet alleen ‘economische’en ‘politieke’ overweg<strong>in</strong>gen – <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gebracht. Bovendienkunnen die overweg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd verschuiven.2 Zij laat zien dat die normatieve vragen moeten wor<strong>de</strong>n beantwoord aan <strong>de</strong> handvan realistisch <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n die zich aandienen en <strong>in</strong> <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>nvan uiteenlopen<strong>de</strong> actoren – overheid en an<strong>de</strong>re maatschappelijkebetrokkenen – om <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> <strong>zaken</strong> van publiek belang te behartigen.Deze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rstreept dat ‘or<strong>de</strong>nen’ een werkwoord is en dat maatschappelijkor<strong>de</strong>nen <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet en <strong>de</strong> <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen vereist van tal van maatschappelijkepartijen en niet alleen <strong>de</strong> overheid. Zij moeten daarvoor <strong>de</strong> competenties hebben,verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n nemen of toegekend krijgen, en daarvoor zijn geëigen<strong>de</strong>bestuurlijke arrangementen vereist.Dat laat <strong>de</strong> vraag welke rol <strong>de</strong> overheid daarbij toekomt nog onbeantwoord. Datgeldt ook voor <strong>de</strong> vraag hoe <strong>de</strong> legitimiteit kan wor<strong>de</strong>n verzekerd van bestuurlijkearrangementen waar<strong>in</strong> het proces van maatschappelijk or<strong>de</strong>nen plaatsv<strong>in</strong>dt als<strong>de</strong>ze zich buiten <strong>de</strong> overheidssfeer afspelen. Op <strong>de</strong>ze twee vragen gaat hoofdstuk 5na<strong>de</strong>r <strong>in</strong>.


132 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gnoot1 Naast <strong>de</strong> normatieve samenlev<strong>in</strong>gsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g die hierna kort geïntroduceerdzal wor<strong>de</strong>n bestaat een on<strong>de</strong>rzoekslijn waar<strong>in</strong> empirisch bestu<strong>de</strong>erd wordt hoesamenlev<strong>in</strong>gen <strong>zaken</strong> met een collectief langetermijnbelang – bijvoorbeeld hetvoorkomen dat gemeenschappelijke visgron<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n leeggevist – leren tebehartigen (Ostrom 1990; Bowles en G<strong>in</strong>tis 2011). Op <strong>de</strong>ze empirische bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gkomen wij <strong>in</strong> hoofdstuk 5 terug. Een belangrijk verschil met <strong>de</strong> hierna te besprekennormatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bestaat er<strong>in</strong> dat <strong>de</strong> gemeenschappen waarover <strong>de</strong>empirische bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g spreekt een functioneel karakter hebben en dat er niet bijvoorbaat van wordt uitgegaan dat van een waar<strong>de</strong>ngemeenschap kan wor<strong>de</strong>ngesproken.


1335 verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n en legitimiteit;<strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> overheid5.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gVoor het goed verlopen van het proces van maatschappelijk or<strong>de</strong>nen is <strong>de</strong> <strong>in</strong>brengvan tal van actoren vereist. Daarbij dienen zich vragen aan over <strong>de</strong> legitimiteit van<strong>de</strong> arrangementen die wor<strong>de</strong>n ontwikkeld met het oog op het behartigen van<strong>zaken</strong> van publiek belang. Als die behartig<strong>in</strong>g is gebaseerd op besluiten van reger<strong>in</strong>gen parlement en <strong>de</strong> maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g via wet- en regelgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong>stitutioneelvorm heeft gekregen, hoeft daarover niet te wor<strong>de</strong>n gesproken. Het<strong>de</strong>mocratische politieke systeem vormt al meer dan een eeuw <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n standaardvoor politieke legitimiteit. Burgers en bedrijven hebben zich aan <strong>de</strong> wet te hou<strong>de</strong>n.Of en hoe zij zich hebben te voegen naar een or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g die geheel of ge<strong>de</strong>eltelijkbuiten het politieke systeem tot stand is gekomen, staat echter te bezien.De overheid is <strong>de</strong> enige partij die is gelegitimeerd dw<strong>in</strong>gend te bepalen welkepublieke belangen moeten wor<strong>de</strong>n behartigd. Of daarvan sprake moet zijn of niet,is onvervreemdbaar aan <strong>de</strong> wetgever. Vanwege <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen die zich <strong>in</strong> <strong>de</strong>samenlev<strong>in</strong>g hebben voorgedaan, is <strong>de</strong> overheid echter <strong>in</strong> tal van gevallen niet meerbij machte om alleen <strong>de</strong> zorg voor publieke belangen voor haar reken<strong>in</strong>g te nemen.De hiërarchische verhoud<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> het politieke systeem zijn belegd staan opgespannen voet met <strong>de</strong> economische realiteit die zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cenniaheeft ontwikkeld. Behalve door ontwikkel<strong>in</strong>gen op markten en <strong>in</strong> het bedrijfslevenis <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheid bovendien door bewust <strong>in</strong>gezet beleid beperkt.Dat wil uiteraard niet zeggen dat <strong>de</strong> overheid irrelevant is gewor<strong>de</strong>n. Wie aan hetbelang van <strong>de</strong> overheid mocht twijfelen werd <strong>in</strong> 2008, toen <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis <strong>in</strong>volle omvang uitbrak, tot <strong>de</strong> or<strong>de</strong> geroepen. Overhe<strong>de</strong>n moesten massaal <strong>in</strong>grijpen,niet alleen om <strong>in</strong>dividuele nationale banken te red<strong>de</strong>n, maar ook om hetf<strong>in</strong>anciële systeem op <strong>de</strong> been te hou<strong>de</strong>n. Dat (f<strong>in</strong>anciële) markten <strong>in</strong>formatieefficiënt verwerken en dat zelfreguler<strong>in</strong>g van markten voldoen<strong>de</strong> zekerhe<strong>de</strong>n voorpublieke belangen biedt, klonk opeens aanzienlijk m<strong>in</strong><strong>de</strong>r overtuigend. In bre<strong>de</strong>kr<strong>in</strong>g werd on<strong>de</strong>rkend dat overhe<strong>de</strong>n een sterkere controleren<strong>de</strong> taak zou<strong>de</strong>nmoeten vervullen dan velen tij<strong>de</strong>nlang had<strong>de</strong>n gedacht.Door <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>ncrisis die vervolgens ontstond zijn <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gen echter tochweer an<strong>de</strong>rs komen te liggen. Het beleid van reger<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> eurolan<strong>de</strong>n wordt<strong>de</strong> facto voor een niet te verwaarlozen <strong>de</strong>el gedicteerd door f<strong>in</strong>anciële markten en(private) rat<strong>in</strong>gbureaus. Sen (2011) ziet daar<strong>in</strong> “een bedreig<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie,niet alleen <strong>in</strong> Europa, maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld als geheel”. In zulke opmerk<strong>in</strong>gen weerkl<strong>in</strong>kengelui<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> bedreig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie door <strong>de</strong> macht van groteon<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen van enkele <strong>de</strong>cennia terug (Galbraith 1967; L<strong>in</strong>dblom 1977).


134 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gDe wereld lijkt zo voor een keuze te staan. ‘Hyperglobaliser<strong>in</strong>g’, <strong>de</strong>mocratie ennationale soevere<strong>in</strong>iteit gaan niet samen, schrijft bijvoorbeeld Rodrik (2011). Eenvan <strong>de</strong>ze drie zal moeten wor<strong>de</strong>n opgegeven ter wille van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee. Voor dittrilemma gesteld, kiest Rodrik ervoor om <strong>de</strong> globaliser<strong>in</strong>g aan ban<strong>de</strong>n te leggen,met als argument dat nationale staten vooralsnog het enige ka<strong>de</strong>r vormen voor<strong>de</strong>mocratische politieke legitimiteit. Staten zou<strong>de</strong>n daarom moeten vasthou<strong>de</strong>naan het recht om hun nationale sociale arrangementen, regelgev<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>stitutieste beschermen, als <strong>de</strong>ze door <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g breed gedragen wor<strong>de</strong>n en door <strong>in</strong>ternationalehan<strong>de</strong>l bewijsbaar wor<strong>de</strong>n bedreigd (Rodrik 2011: 240 e.v.). Om <strong>de</strong> erosievan <strong>de</strong>mocratische legitimiteit door <strong>de</strong> globaliser<strong>in</strong>g het hoofd te bie<strong>de</strong>n, zou<strong>de</strong>ndan ook nieuwe, hel<strong>de</strong>re afspraken tussen staten noodzakelijk zijn. Die zou<strong>de</strong>nvergelijkbaar zijn met <strong>de</strong> Bretton Woods-afspraken die na <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorloggeduren<strong>de</strong> enkele <strong>de</strong>cennia, <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van het ‘embed<strong>de</strong>d liberalism’, hetka<strong>de</strong>r vorm<strong>de</strong>n. Die afspraken zou<strong>de</strong>n dan niet zozeer <strong>de</strong> stroom van goe<strong>de</strong>ren enkapitaal over <strong>de</strong> wereld moeten maximeren, maar beoor<strong>de</strong>eld moeten wor<strong>de</strong>n op<strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> zij lan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> staat stellen hun eigen waar<strong>de</strong>n en ontwikkel<strong>in</strong>gsperspectievenna te streven (Rodrik 2011: 243 e.v.).Rodriks eerste aanbevel<strong>in</strong>g zal door machtige staten met omvangrijke economieënmakkelijker uit te voeren zijn dan door kle<strong>in</strong>e lan<strong>de</strong>n met een open economie.Over <strong>de</strong> kansen van zijn twee<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g, een nieuw Bretton Woods, valtslechts te speculeren. Hoewel er talrijke <strong>in</strong>itiatieven wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rnomen gerichtop een betere controle op met name <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële markten, mag ook dui<strong>de</strong>lijk zijndat er nog een lange weg te gaan valt. De richt<strong>in</strong>g die wordt gekozen is vooralsnogniet <strong>de</strong>gene die Rodrik propageert. Vele van <strong>de</strong> besproken hervorm<strong>in</strong>gen implicereneer<strong>de</strong>r dat nationale staten soevere<strong>in</strong>iteit moeten <strong>in</strong>leveren, dan dat zij ruimtekrijgen om hun eigen waar<strong>de</strong>n en ontwikkel<strong>in</strong>gsperspectieven na te streven.Rodrik richt zich uitdrukkelijk op het <strong>in</strong>ternationale han<strong>de</strong>lsverkeer. Daardoormist zijn beschouw<strong>in</strong>g een belangrijk punt. De problemen van politieke legitimiteitwaarvoor overhe<strong>de</strong>n staan blijven immers niet beperkt tot het <strong>in</strong>ternationaletoneel. In <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia is op tal van gebie<strong>de</strong>n bewust beleid gevoerd om<strong>de</strong> rol van politiek en overheid <strong>in</strong> te dammen en meer ruimte te geven aan <strong>de</strong>markt. Waar daarvoor gekozen werd, kwam <strong>de</strong> overheid voor <strong>de</strong> nodige <strong>in</strong>formatie-,normer<strong>in</strong>gs- en stur<strong>in</strong>gsproblemen te staan (zie hoofdstuk 3). De traditioneleregierol van <strong>de</strong> overheid en daarmee haar politieke legitimiteit staat ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>grenzen van <strong>de</strong> nationale staat on<strong>de</strong>r druk. Voor zover er van een wedstrijd tussenmarkten en overhe<strong>de</strong>n gesproken kan wor<strong>de</strong>n, is <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>lsbegonnen en staan overhe<strong>de</strong>n op achterstand. Dat geldt voor b<strong>in</strong>nenlandse toernooienniet m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan op het <strong>in</strong>ternationale strijdperk. Over <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheidzal dan ook gesproken moeten wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r een gesternte dat niet zon<strong>de</strong>rmeer gunstig voor haar is.


verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en legitimiteit; <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> overheid135Bij het bepalen van <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheid dient voorop te staan dat maatschappelijkor<strong>de</strong>nen een procesmatig karakter heeft. Omstandighe<strong>de</strong>n kunnen zich wijzigen,<strong>in</strong>zichten veran<strong>de</strong>ren, en zeker waar markten <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn is sprake van dynamieken onzekerheid. Er is dan ook <strong>in</strong> zowel empirisch als normatief opzicht realismevereist. Er moet zowel reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>gen waarmee<strong>de</strong> overheid te kampen heeft, als met feit dat er tal van re<strong>de</strong>nen kunnen zijnom van een zaak van publiek belang te spreken en dat normatieve overweg<strong>in</strong>genzich op tal van plaatsen <strong>in</strong> het proces aandienen. Zij kunnen een politiek karakterhebben en aan i<strong>de</strong>ologische beg<strong>in</strong>selen zijn ontleend, maar kunnen ook aan talvan an<strong>de</strong>re overweg<strong>in</strong>gen ontspruiten, bijvoorbeeld naar voren wor<strong>de</strong>n gebrachtop basis van economisch-theoretische of an<strong>de</strong>re wetenschappelijke <strong>in</strong>zichten.Dit hoofdstuk gaat <strong>in</strong> op <strong>de</strong> vraag welke rol <strong>de</strong> overheid toekomt en on<strong>de</strong>r welkevoorwaar<strong>de</strong>n gesproken kan wor<strong>de</strong>n van legitieme behartig<strong>in</strong>g van publiekebelangen, wanneer <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid daarvoor niet primair bij <strong>de</strong> overheidwordt gelegd. Daartoe wordt <strong>in</strong> paragraaf 5.2 om te beg<strong>in</strong>nen kort <strong>in</strong>gegaan optwee betekenissen die aan het woord ‘politiek’ kunnen wor<strong>de</strong>n toegekend. Paragraaf5.3 richt zich daarna op <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid die <strong>de</strong> overheid toekomt.Om die verantwoor<strong>de</strong>lijkheid na<strong>de</strong>r <strong>in</strong> te vullen en te bepalen aan welke voorwaar<strong>de</strong>nbestuurlijke arrangementen buiten of op afstand van <strong>de</strong> overheid dienente voldoen als zij claimen zich te richten op het behartigen van publieke belangenwordt <strong>in</strong> paragraaf 5.4 <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> aard en het type <strong>in</strong>stitutionele voorzien<strong>in</strong>gendie nodig zijn om het <strong>in</strong> hoofdstuk 4 beschreven proces van maatschappelijkor<strong>de</strong>nen vorm te geven. In paragrafen 5.5 en 5.6 wordt daarna <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong>problemen die het naast elkaar bestaan van overheids- en niet-overheidsbetrokkenheidmet zich meebrengt.5.2 twee betekenissen van ‘politiek’Maatschappelijk or<strong>de</strong>nen is onmiskenbaar een politiek proces. Daaruit volgt echterniet dat <strong>de</strong> overheid – op gelei<strong>de</strong> van <strong>de</strong> politiek, dat wil zeggen reger<strong>in</strong>g en parlement– daarbij steeds lei<strong>de</strong>nd is. Evenm<strong>in</strong> is het vanzelfsprekend dat zij daarbijaltijd lei<strong>de</strong>nd behoort te zijn. Het begrip ‘politiek’ heeft namelijk een groter bereikdan waar we gewoonlijk naar verwijzen als we spreken over ‘<strong>de</strong> politiek’.In <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> lange geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong>nken zijn aan het begrip ‘politiek’ tweebetekenissen toegekend (Wol<strong>in</strong> 2004; wrr 2006). In <strong>de</strong> eerste plaats is politiek als<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> antieke tijd <strong>de</strong> aanduid<strong>in</strong>g voor een specifieke weg waarlangs <strong>in</strong> samenlev<strong>in</strong>genoploss<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n gezocht voor collectieveactieproblemen, namelijkvia beraadslag<strong>in</strong>g. Het begrip verwijst dan naar het scheppen van maatschappelijkeor<strong>de</strong> en gecoörd<strong>in</strong>eerd, gemeenschappelijk han<strong>de</strong>len, waarbij expliciet wordtverdisconteerd dat er een verschei<strong>de</strong>nheid van ervar<strong>in</strong>gen, belangen en men<strong>in</strong>genbestaat. In een twee<strong>de</strong>, mo<strong>de</strong>rnere betekenis duidt ‘politiek’ op <strong>de</strong> specifieke


136 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gmanier waarop <strong>de</strong> machtsverhoud<strong>in</strong>g van staat en burger wordt geregeld <strong>in</strong> eenrechtsstaat en een parlementaire <strong>de</strong>mocratie. In <strong>de</strong>ze betekenis staat niet hetproces van het zoeken naar oploss<strong>in</strong>gen voor maatschappelijke problemencentraal, maar staan vragen over macht en legitimiteit voorop. In Leren<strong>de</strong> overheid(wrr 2006) duid<strong>de</strong> <strong>de</strong> wrr <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n betekenissen kortweg aan metrespectievelijk <strong>de</strong> termen horizontale en verticale politiek. De feitelijke politiekepraktijk is een gemengd bedrijf. In tal van recente publicaties is echter aandachtgevraagd voor <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> expansie van politieke processen buiten het politiekesysteem, dus voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gewichtsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen horizontaleen verticale politiek. Die verschuiv<strong>in</strong>g (die bekendstaat als ‘het verplaatsen van <strong>de</strong>politiek’) heeft geleid tot <strong>de</strong> nodige vragen over <strong>de</strong> legitimiteit van <strong>de</strong>ze politiekeprocessen en <strong>de</strong> besliss<strong>in</strong>gen die wor<strong>de</strong>n genomen (Bovens et al. 1995; Beck 1997;Rosanvallon 2006, 2008; Dijstelbloem et al. 2010).Maatschappelijk or<strong>de</strong>nen wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong> hoofdstuk 4 geïntroduceer<strong>de</strong> procesbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gbeschouwd als een politiek proces <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerstgenoem<strong>de</strong> betekenis van politiek.Die betekenis staat dus voorop. Analytisch kan <strong>de</strong> vraag welk <strong>de</strong>el van datproces zich kan, dan wel behoort, af te spelen <strong>in</strong> het politieke systeem (dus ge<strong>de</strong>ktwordt door <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> betekenis van ‘politiek’) dan daarna wor<strong>de</strong>n gesteld.In <strong>de</strong> procesbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g doen politieke vragen rond maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g zichniet louter, en <strong>in</strong> veel gevallen zelfs niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats, voor op het niveau vanreger<strong>in</strong>g en parlement, dus b<strong>in</strong>nen het politieke systeem. Ook maatschappelijkeorganisaties en <strong>in</strong>dividuele burgers spelen een rol, alsme<strong>de</strong> professionals en wetenschappers,pers en media. Behalve via <strong>de</strong> <strong>in</strong>breng van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> participantenaan het openbare <strong>de</strong>bat speelt het proces van maatschappelijk or<strong>de</strong>nen zichbovendien ook el<strong>de</strong>rs af. Het vroegtijdig signaleren van problemen vereist vaakvertrouwdheid met en ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> kennis over wat zich <strong>in</strong> specifieke dome<strong>in</strong>enafspeelt. Toezichthou<strong>de</strong>rs, bijvoorbeeld, zullen vaak als eersten signalen krijgendat <strong>in</strong> het dome<strong>in</strong> waarop zij zich bewegen zich onvoorziene problemen aandienendie aandacht behoeven. Ook van marktpartijen kan alertheid op dit punt wor<strong>de</strong>ngevraagd. Hun verantwoor<strong>de</strong>lijkheid betreft dus niet alleen <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g, hetdaadwerkelijk behartigen van publieke belangen, maar ook het bijdragen aan hetbesef dat <strong>in</strong> een gegeven situatie publieke belangen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn, het articulerenen afwegen van <strong>de</strong> belangen die <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn <strong>in</strong>cluis. Zeker gezien <strong>de</strong> problemendie <strong>in</strong> eer<strong>de</strong>re hoofdstukken zijn behan<strong>de</strong>ld is hun bijdrage gewenst, en <strong>in</strong>veel gevallen zelfs noodzakelijk. Op tal van terre<strong>in</strong>en is <strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> overheidimmers beperkt en <strong>in</strong> een samenlev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> bedrijvigheid grenzen overschrijdtstuit zij al snel op <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>gen van haar bevoegdhe<strong>de</strong>n. Overzicht is bovendienvaak ver te zoeken; dynamiek, onzekerheid en schaalproblemen dienen zich aan.Alertheid voor problemen die publieke belangen kunnen raken moet daarom dichtop <strong>de</strong> bedrijvigheid en het maatschappelijk gebeuren wor<strong>de</strong>n georganiseerd.De vraag hoe <strong>zaken</strong> van publiek belang gesignaleerd, gearticuleerd, afgewogen en


verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en legitimiteit; <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> overheid137daadwerkelijk behartigd of afgewezen wor<strong>de</strong>n, kan daarom ook om arrangementenvragen buiten <strong>de</strong> overheid. Vanuit <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> betekenis van het begrippolitiek bezien leidt dat echter tot <strong>de</strong> nodige vragen over legitimiteit. In hoeverrekan geclaimd wor<strong>de</strong>n dat zo publieke belangen wor<strong>de</strong>n gediend? Hoe is verzekerddat <strong>de</strong> betrokken actoren vanuit publieke belangen bezien verantwoord han<strong>de</strong>len?5.3 <strong>de</strong> ‘overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid’ van<strong>de</strong> overheidIn een <strong>de</strong>mocratische rechtsstaat heeft <strong>de</strong> overheid onmiskenbaar bijzon<strong>de</strong>reverantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n die geen an<strong>de</strong>re maatschappelijke partij toekomt. Zij isimmers <strong>de</strong> enige <strong>in</strong>stantie die gelegitimeerd is aan maatschappelijke partijen dw<strong>in</strong>gendverplicht<strong>in</strong>gen op te leggen en daarvoor over <strong>de</strong> nodige machtsmid<strong>de</strong>len(het monopolie op legitiem geweld, zie Weber 1972: 29) beschikt. De legitiememacht van <strong>de</strong> overheid is echter ook beperkt: omdat haar bevoegdhe<strong>de</strong>n beperktzijn tot het gebied b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> landsgrenzen, maar ook om politieke re<strong>de</strong>nen,vanwege <strong>de</strong> vrijhe<strong>de</strong>n die <strong>in</strong> een <strong>de</strong>mocratische rechtsstaat gel<strong>de</strong>n. Daarnaastkunnen er praktische beperk<strong>in</strong>gen bestaan, zoals <strong>de</strong> grenzen aan <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>ntot <strong>in</strong>grijpen die samenhangen met <strong>de</strong> <strong>in</strong> hoofdstuk 3 gesignaleer<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie-,normer<strong>in</strong>gs- en stur<strong>in</strong>gsmogelijkhe<strong>de</strong>n.Door maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g als politiek proces te formuleren ontstaat ruimtevoor het verdisconteren van <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>gen waarmee <strong>de</strong> overheid geconfronteerdwordt. De eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong> vragen dienen zich nu immers aan:1 Welk <strong>de</strong>el van het politieke proces van maatschappelijk or<strong>de</strong>nen moet en kanzich b<strong>in</strong>nen het politieke systeem afspelen en kan dus geacht wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>primaire verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> overheid te zijn?2 Hoe kan wor<strong>de</strong>n verzekerd dat het <strong>de</strong>el van het politieke proces dat niet doorhet politieke systeem wordt ge<strong>de</strong>kt op een a<strong>de</strong>quate manier verloopt?Deze twee<strong>de</strong> vraag kan vervolgens <strong>in</strong> twee <strong>de</strong>elvragen wor<strong>de</strong>n uitgesplitst: (a)welke an<strong>de</strong>re maatschappelijke (niet-overheids) partijen kunnen geacht wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> nodige verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n te moeten dragen; en (b) hoe kan bevor<strong>de</strong>rd enzo nodig afgedwongen wor<strong>de</strong>n dat die partijen <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid die zijgeacht wor<strong>de</strong>n te hebben ook daadwerkelijk nemen en a<strong>de</strong>quaat vervullen? Bijhet beantwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>elvragen kan <strong>de</strong> overheid opnieuw <strong>in</strong> beeld komen.De overheid komt zo bezien verschillen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n toe. Insommige gevallen zal zij <strong>de</strong> taak hebben publieke belangen te signaleren, te articuleren,af te wegen en <strong>de</strong>ze zelf te behartigen of ervoor te zorgen dat <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>gdoor an<strong>de</strong>re partijen voldoen<strong>de</strong> geborgd is en aan <strong>de</strong> door het politieke systeem


138 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>ggestel<strong>de</strong> normen voldoet. In an<strong>de</strong>re gevallen zal zij echter moeten bevor<strong>de</strong>ren enzo nodig afdw<strong>in</strong>gen dat an<strong>de</strong>re maatschappelijke partijen <strong>de</strong> competenties hebbenom publieke belangen te signaleren, te articuleren, af te wegen en te behartigen en<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid die hen toekomt ook daadwerkelijk nemen, en dat <strong>de</strong>bestuurlijke arrangementen waarb<strong>in</strong>nen een en an<strong>de</strong>r plaatsv<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> nodige legitimiteittoekomt. In die opdracht ligt besloten wat we zullen aandui<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong>verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> overheid.Van een ‘overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid’ spreken impliceert niet dat <strong>de</strong>overheid <strong>de</strong> ‘procesmanager’ of regisseur is die het proces van maatschappelijkor<strong>de</strong>nen regelt en controleert. De overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid richt zich<strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats op het creëren en vitaal hou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>rdit proces geacht kan wor<strong>de</strong>n naar behoren te verlopen, <strong>de</strong> aanwezigheid van <strong>de</strong>voor het proces van signaleren, articuleren, afwegen en daadwerkelijk behartigenbenodig<strong>de</strong> competenties. De overheid heeft <strong>de</strong> taak erop toe te zien dat <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>nvoldoen<strong>de</strong> zijn vervuld. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats houdt <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong>verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>in</strong> dat waar onvoldoen<strong>de</strong> aan die voorwaar<strong>de</strong>n wordtvoldaan, <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong>ze moet bevor<strong>de</strong>ren en ze zo nodig moet afdw<strong>in</strong>gen en dus<strong>in</strong> het maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsproces dient te <strong>in</strong>terveniëren.Dat alles impliceert voor <strong>de</strong> overheid een breed repertoire aan rollen. In toneeltermengesproken is zij niet bij voorbaat <strong>de</strong> regisseur van het proces van maatschappelijkor<strong>de</strong>nen, maar is zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong> producent. Haar overkoepelen<strong>de</strong>verantwoor<strong>de</strong>lijkheid richt zich op het scheppen van voorwaar<strong>de</strong>n voor het goedverloop van het proces. Daarnaast kan zij ook tal van an<strong>de</strong>re rollen vervullen.Soms zal zij <strong>de</strong> regie voeren, <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re gevallen ook een van <strong>de</strong> spelers zijn. Ookkan haar rol zich beperken tot die van souffleur of grimeur: dan levert zij kle<strong>in</strong>emaar belangrijke bijdragen waar op <strong>de</strong> juiste momenten een beslissen<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloedvan uit kan gaan. Uiteraard zal zij <strong>in</strong> veel gevallen ook <strong>de</strong> kassa willen beheren ofdaarop ten m<strong>in</strong>ste willen toezien.De verschei<strong>de</strong>nheid van rollen die <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> procesbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g toekomtkan reliëf krijgen door een vergelijk<strong>in</strong>g te maken met <strong>de</strong> rollen die haar <strong>in</strong> <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong> paragraaf 4.2 behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen van maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken wor<strong>de</strong>n toegekend. In <strong>de</strong> ‘marktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g’ is, zoals wegezien hebben, haar rol beperkt. De overheid moet <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n formulerenwaaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> markt kan zorgen voor realiser<strong>in</strong>g van het publieke belang van <strong>de</strong>maatschappelijke welvaart en dus van <strong>de</strong> efficiënte productie en effectieve allocatievan goe<strong>de</strong>ren en diensten. In <strong>de</strong> ‘overheidsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g’ stelt <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong>publieke belangen vast. Indien <strong>de</strong> overheid die belangen niet zelf behartigt, zal zijdoor borg<strong>in</strong>gsmechanismen te <strong>in</strong>troduceren ervoor moeten zorgen dat marktpartijen<strong>de</strong> politiek geformuleer<strong>de</strong> publieke belangen a<strong>de</strong>quaat behartigen. In <strong>de</strong>‘samenlev<strong>in</strong>gsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g’ is <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheid primair het bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong>


verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en legitimiteit; <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> overheid139door tradities gedragen maatschappelijke verbon<strong>de</strong>nheid. Elk van <strong>de</strong>ze drie bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gengaat ervan uit dat <strong>de</strong> ‘wat-vraag’ reeds beantwoord is – al lopen <strong>de</strong>antwoor<strong>de</strong>n daarbij sterk uiteen. De een stelt het publieke belang van maatschappelijkewelvaart voorop en beperkt <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheid tot het corrigeren vanmarktfalen, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r verwijst daarvoor naar <strong>de</strong> maatschappelijke tradities, <strong>de</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> wijst het politieke systeem aan als <strong>de</strong> plek waar publieke belangen wor<strong>de</strong>nvastgesteld.De procesbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g laat ruimte voor <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid van argumenten die <strong>de</strong>basis kunnen vormen voor het spreken van een zaak van publiek belang en wijsterop dat niet alleen het politieke systeem maar ook an<strong>de</strong>re partijen verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nhebben voor het signaleren en articuleren van publieke belangen (zieparagrafen 4.5.2 en 4.5.3). Ook als het op het beantwoor<strong>de</strong>n van ‘hoe-vragen’ enhet ver<strong>de</strong>len van verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n aankomt, ontstaat daardoor een bre<strong>de</strong>rpalet aan opties. Vanuit haar overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid bestaat <strong>de</strong> taakvan <strong>de</strong> overheid er <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats uit ervoor te zorgen dat <strong>de</strong> competenties (<strong>in</strong><strong>de</strong> z<strong>in</strong> van <strong>de</strong>skundigheid en bevoegdheid) om publieke belangen te signaleren, tearticuleren, af te wegen en te behartigen (en zo nodig af te wijzen of op te heffen)aanwezig zijn. Waar zij zelf daar<strong>in</strong> voorziet, is <strong>de</strong> overheid een van <strong>de</strong> spelers ophet toneel. In tal van an<strong>de</strong>re gevallen zullen an<strong>de</strong>ren echter daarvoor moetenzorgen. De vermogens en ook <strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n van overhe<strong>de</strong>n hebben immersgrenzen. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats dient <strong>de</strong> overheid erop toe te zien dat als niet-overheidspartijenverantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n krijgen voor het behartigen van publiekebelangen, <strong>de</strong> bestuurlijke arrangementen waar<strong>in</strong> die verantwoor<strong>de</strong>lijkheid gestaltekrijgt daadwerkelijk geacht kunnen wor<strong>de</strong>n publieke belangen legitiem te behartigen.Haar overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het proces van maatschappelijkor<strong>de</strong>nen verlangt dan ook een allesbehalve solistische rol van <strong>de</strong> overheid. Zij zalnauwkeurig moeten bepalen of an<strong>de</strong>re partijen – ook zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> overheid hendaartoe verplicht – hun verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n kunnen en willen nemen. Indienzij dat onvoldoen<strong>de</strong> doen, zal <strong>de</strong> overheid voor het goed verlopen van het politiekeproces van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g zulke partijen zo nodig <strong>de</strong> plicht op moetenkunnen leggen om hun verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n te nemen en <strong>de</strong> competenties teontwikkelen die vereist zijn om publieke belangen waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> overheid zelf nietkan voorzien te behartigen en zich bestuurlijk a<strong>de</strong>quaat te legitimeren. Dat is opzich overigens niet ongewoon. Op tal van gebie<strong>de</strong>n zijn zorgplichten of professionelevereisten gangbaar, soms met en <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re gevallen zon<strong>de</strong>r expliciete wettelijkebasis. De procesbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g generaliseert die op tal van <strong>de</strong>elterre<strong>in</strong>en reedsbestaan<strong>de</strong> vereisten.


140 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g5.4 ontwerppr<strong>in</strong>cipes voor <strong>in</strong>stitutionele arrangementenVoor we na<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gaan op <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ‘overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid’van <strong>de</strong> overheid, is <strong>in</strong>zicht nodig <strong>in</strong> het type en <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionelevoorzien<strong>in</strong>gen die nodig zijn om het <strong>in</strong> paragraaf 4.5 beschreven proces van maatschappelijkor<strong>de</strong>nen vorm te geven. Vervolgens kunnen we bezien welke rol <strong>de</strong>overheid daarbij kan en dient te spelen.Wat voor richtlijnen kunnen er wor<strong>de</strong>n gegeven om relaties tussen markt, overhei<strong>de</strong>n samenlev<strong>in</strong>g gericht op het behartigen van publieke belangen <strong>in</strong>stitutioneelvorm te geven? Systematische <strong>in</strong>zichten daarvoor levert El<strong>in</strong>or Ostrom(1990; 2009). In langjarig empirisch on<strong>de</strong>rzoek heeft zij gedocumenteerd hoe <strong>in</strong>tal van samenlev<strong>in</strong>gen op lokaal en regionaal niveau <strong>in</strong>stitutionele voorzien<strong>in</strong>genzijn ontwikkeld die levensvatbare oploss<strong>in</strong>gen blijken te kunnen bie<strong>de</strong>n voorduurzaam beheer van gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren (zie Cox et al. 2010). Haar on<strong>de</strong>rzoekbiedt zicht op het type en <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele maatregelen die nodigzijn om private partijen collectief aan te zetten tot verantwoord gedrag. In 2009ontv<strong>in</strong>g zij hiervoor <strong>de</strong> Nobelprijs voor economie.Gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren geven aanleid<strong>in</strong>g tot complexe collectieveactieproblemenwaarbij, naar <strong>de</strong> titel van Hard<strong>in</strong>s (1968) klassieke artikel, al snel het gevaar van thetragedy of the commons dreigt (zie paragraaf 4.4.1). Om uitputt<strong>in</strong>g van gemeenschapsgoe<strong>de</strong>rente voorkomen zou<strong>de</strong>n slechts twee wegen openstaan: overheidsreguler<strong>in</strong>gof privatiser<strong>in</strong>g van het gemeenschapsgoed waarna <strong>de</strong> markt <strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atievan han<strong>de</strong>len zou overnemen. Ostroms on<strong>de</strong>rzoek toont echter aan dat <strong>de</strong>opties hiermee niet zijn uitgeput. Ook langs <strong>de</strong> weg van collectieve leerprocessen,blijken, bottom-up, <strong>in</strong>stituties te kunnen ontstaan voor het duurzaam beheer vanzulke goe<strong>de</strong>ren. Voorbeel<strong>de</strong>n daarvan zijn gebruiksregel<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> traditionelemeent (<strong>de</strong> gemene wei<strong>de</strong> die alle boeren van een dorp kon<strong>de</strong>n gebruiken), visgron<strong>de</strong>n,bossen, en rivieren, maar ook arrangementen ter bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> socialeveiligheid <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n. Zulke – <strong>in</strong> sommige gevallen reeds eeuwenlang bestaan<strong>de</strong> –voorbeel<strong>de</strong>n <strong>in</strong>spireer<strong>de</strong>n vervolgens tot het zoeken naar oploss<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong>omgang met tal van nieuwe gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren, zoals on<strong>de</strong>r (veel) meervoor het beheer en ontwikkelen van biobanken (De<strong>de</strong>urwaer<strong>de</strong>re 2010), kennis(Hess en Ostrom 2007), en software (Lessig 2001). Ostrom (2009) heeft bovendienals alternatief voor bestaan<strong>de</strong> globale regel<strong>in</strong>gen die vatbaar zijn voor freeri<strong>de</strong>r-gedrag voor <strong>de</strong> Wereldbank voorstellen ontwikkeld die zijn gericht op hetbeperken van <strong>de</strong> globale uitstoot van broeikasgassen. Die voorstellen behelzenpolycentrische, meerlagige, bestuurlijke arrangementen. De aanpak die zij voorstaatnodigt uit tot het experimenteren op verschillen<strong>de</strong> niveaus, het systematischvergelijken van <strong>de</strong> effectiviteit van maatregelen en het opbouwen van <strong>de</strong> betrokkenheidom naar wegen te zoeken om lokaal en regionaal emissies aan ban<strong>de</strong>n teleggen.


verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en legitimiteit; <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> overheid141In lijn met <strong>de</strong> gedachten <strong>in</strong> paragraaf 4.5 gaat Ostrom ervan uit dat maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g beg<strong>in</strong>t met het signaleren en articuleren van collectieve belangen,waarna die belangen afgewogen en behartigd moeten wor<strong>de</strong>n. Zij wijst op <strong>de</strong> tijddie dit proces vraagt en benadrukt dat het v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van aanvaardbare oploss<strong>in</strong>genhet nodige overleg en uitproberen zal vergen en dat nieuwe omstandighe<strong>de</strong>n of<strong>in</strong>zichten ertoe kunnen dw<strong>in</strong>gen geaccepteer<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gen bij te stellen of zelfsradicaal te herzien. Ondanks <strong>de</strong> enorme verschei<strong>de</strong>nheid van <strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n diezij empirisch heeft on<strong>de</strong>rzocht, kan een aantal algemene lessen wor<strong>de</strong>n getrokkenmet betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>gen die succesvolle voorbeel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>len. Die lessenvormen <strong>de</strong> grondslag voor een aantal ontwerppr<strong>in</strong>cipes die aandachtspunten enrichtlijnen geven voor situaties waar<strong>in</strong> vraagstukken rond het beheer van gemeenschapsgoe<strong>de</strong>renaan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn.Er bestaat een zekere verwantschap tussen <strong>de</strong> door Ostrom beschreven <strong>in</strong>itiatievenen <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> paragraaf 4.2.3 behan<strong>de</strong>ld is. In bei<strong>de</strong>gevallen wordt <strong>de</strong> aandacht gevestigd op an<strong>de</strong>re mogelijkhe<strong>de</strong>n van coörd<strong>in</strong>atievan han<strong>de</strong>len dan via overheid of markt. Een belangrijk verschil is echter dat <strong>de</strong>samenlev<strong>in</strong>gsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g ervan uitgaat dat <strong>de</strong> gemeenschappen die naar zulkeoploss<strong>in</strong>gen zoeken als zodanig al gegeven zijn en dat zij hun samenhang ontlenenaan ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n. Die veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>g vormt hier geen uitgangspunt. Degemeenschappen waarover Ostrom spreekt zijn functionele verban<strong>de</strong>n van actorendie niet noodzakelijk reeds waar<strong>de</strong>n <strong>de</strong>len, maar vaak pas gaan<strong>de</strong>weg ont<strong>de</strong>kkendat zij gemeenschappelijke belangen hebben. In veel van <strong>de</strong> door haar on<strong>de</strong>rzochtegevallen moest <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het gemeenschapsgoed dat beheerd dien<strong>de</strong> tewor<strong>de</strong>n nog wor<strong>de</strong>n gesignaleerd en gearticuleerd. Pas daarna kwamen <strong>de</strong> betrokkenenvoor <strong>de</strong> vraag te staan hoe het belang dat zich zo manifesteer<strong>de</strong> moestwor<strong>de</strong>n afgewogen tegen ie<strong>de</strong>rs <strong>in</strong>dividuele belangen en hoe het beheer van hetgemeenschapsgoed op langere termijn kon wor<strong>de</strong>n behartigd. Waar <strong>in</strong>stitutiesontwikkeld wor<strong>de</strong>n voor het duurzaam beheer van bijvoorbeeld visgron<strong>de</strong>n, hoeftdat dus niet gemotiveerd te zijn door vooraf gegeven waar<strong>de</strong>n (bijv. religieusgemotiveer<strong>de</strong> noties over rentmeesterschap), maar kan dat ook plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>nomdat <strong>de</strong> betrokkenen zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd zijn gaan realiseren dat het leegvissenvan een rivier of <strong>de</strong> zee op <strong>de</strong>n duur ie<strong>de</strong>rs belang zal scha<strong>de</strong>n.Op grond van haar empirische on<strong>de</strong>rzoek heeft Ostrom (1990: hfdst 3; 2009;2010) acht ontwerppr<strong>in</strong>cipes voor <strong>in</strong>stituties voor het duurzaam beheer vangemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren geformuleerd. Deze pr<strong>in</strong>cipes zijn:1 Dui<strong>de</strong>lijk afgebaken<strong>de</strong> grenzen. Het moet dui<strong>de</strong>lijk zijn welke <strong>in</strong>dividuen of groepen toeganghebben tot het gebruik van het gemeenschapsgoed en wat dat gemeenschapsgoed behelst.2 Congruentie tussen regels van lever<strong>in</strong>g, regels van gebruik en lokale omstandighe<strong>de</strong>n. Regels die<strong>de</strong> tijd, plaats, technieken en hoeveelhe<strong>de</strong>n van gebruik en toeëigen<strong>in</strong>g bepalen zijn afgestemd


142 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gop lokale (natuurlijke en sociale) omstandighe<strong>de</strong>n en op het werk, <strong>de</strong> materialen en <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciëlemid<strong>de</strong>len die van <strong>de</strong> betrokkenen wor<strong>de</strong>n verwacht.3 Arrangementen voor collectieve besluitvorm<strong>in</strong>g: <strong>de</strong>genen op wie <strong>de</strong> operationele regels vantoepass<strong>in</strong>g zijn hebben een stem <strong>in</strong> het maken en wijzigen van <strong>de</strong>ze regels.4 Monitor<strong>in</strong>g: <strong>de</strong>genen die toezicht hebben op <strong>de</strong> condities van het gemeenschapsgoed en op hetgebruik daarvan zijn ter verantwoord<strong>in</strong>g te roepen door <strong>de</strong>genen die gebruikmaken van hetgemeenschapsgoed of zijn zelf gebruikers.5 Proportionele sancties: <strong>de</strong>genen die <strong>de</strong> operationele regels overtre<strong>de</strong>n kunnen (afhankelijk van<strong>de</strong> overtred<strong>in</strong>g) op gepaste wijze gestraft wor<strong>de</strong>n door an<strong>de</strong>re gebruikers, hun vertegenwoordigersof bei<strong>de</strong>n.6 Conflictoploss<strong>in</strong>gsmechanismen: gebruikers en hun vertegenwoordigers hebben toegang totlokale arena’s waar (zon<strong>de</strong>r al te veel kosten) on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge conflicten kunnen wor<strong>de</strong>n beslecht.7 M<strong>in</strong>imale erkenn<strong>in</strong>g van het recht tot zelforganisatie: het recht van gebruikers om eigen <strong>in</strong>stitutieste ontwikkelen wordt door overheids<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen gerespecteerd.8 Genestel<strong>de</strong> <strong>in</strong>stituties: bij gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el zijn van een groter systeemwor<strong>de</strong>n er op meer<strong>de</strong>re lagen van het systeem <strong>in</strong>stituties gevormd.Kort gezegd vereist het beheer van gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren over langere tijd <strong>de</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g van competenties die tot uitdrukk<strong>in</strong>g komen <strong>in</strong> <strong>de</strong> beschikbaarheidvan zowel procedures als technieken. De procedures leggen <strong>de</strong> rechten en verplicht<strong>in</strong>genvan <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers vast en maken door hun proportionaliteit re<strong>de</strong>lijkeconflictbeslecht<strong>in</strong>g mogelijk. De technieken maken <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemersvan het gemeenschapsgoed gebruikmaken zichtbaar. Zij maken ook <strong>de</strong> consequentiesvan dat gebruik – <strong>de</strong> mate van uitputt<strong>in</strong>g, bijvoorbeeld – bespreekbaar, zodatcontrole en conflictbeslecht<strong>in</strong>g op basis van objectieve (<strong>in</strong>tersubjectieve, publiekbeschikbare en gemeenschappelijk aanvaardbare) gegevens mogelijk wordt. Deprocedures en technieken dienen zo <strong>de</strong> <strong>in</strong> paragraaf 4.5 genoem<strong>de</strong> aspecten vanmaatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g: zij zijn zowel gericht op het publiek signaleren en articulerenvan collectieve belangen als op het afwegen en daadwerkelijk behartigendaarvan.Steeds gaat het daarbij om voorzien<strong>in</strong>gen die wor<strong>de</strong>n aangepast aan <strong>de</strong> lokaleomstandighe<strong>de</strong>n en aan <strong>de</strong> zaak waarom het draait, zo benadrukt Ostrom op basisvan haar on<strong>de</strong>rzoek. Omdat <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n of <strong>de</strong> zaak kunnen veran<strong>de</strong>ren,moeten er ook procedures bestaan om een en an<strong>de</strong>r aan te passen op een manierdie vertrouwen blijft wekken. Alle betrokkenen hebben om die re<strong>de</strong>n daar<strong>in</strong> eenstem. De benodig<strong>de</strong> <strong>in</strong>stituties zullen dan ook zel<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> tekentafel ontworpenkunnen wor<strong>de</strong>n; zij zijn het resultaat van vaak langdurige leerprocessen. De overheidkomt <strong>de</strong> rol toe die <strong>in</strong> het zeven<strong>de</strong> en achtste ontwerppr<strong>in</strong>cipe is geformuleer<strong>de</strong>n kan <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van conflictbeslecht<strong>in</strong>g als ‘stok achter <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur’, alsultieme macht, wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>geroepen.


verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en legitimiteit; <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> overheid143Ostroms on<strong>de</strong>rzoek richt zich uitdrukkelijk op <strong>in</strong>stitutionele voorzien<strong>in</strong>gen voorhet beheer van gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren. Die beperk<strong>in</strong>g roept <strong>de</strong> vraag op <strong>in</strong>hoeverre <strong>de</strong> ontwerppr<strong>in</strong>cipes die zij formuleert ook bruikbaar zijn bij het besprekenvan <strong>in</strong>stitutionele voorzien<strong>in</strong>gen gericht op het behartigen van an<strong>de</strong>re typen<strong>zaken</strong> van publiek belang.In algemene z<strong>in</strong> behoeft daar geen twijfel over te bestaan. De algemene aard van<strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> pr<strong>in</strong>cipes sluit immers nauw aan bij het <strong>in</strong> paragraaf 4.5 geschetsteproces van maatschappelijk or<strong>de</strong>nen. Zij vormen een na<strong>de</strong>re specificatie van <strong>de</strong>competenties die voor dat proces zijn vereist. De na<strong>de</strong>re <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g daarvan bestaatmet name <strong>in</strong> het benadrukken van <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>gen die nodig zijn om on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gvertrouwen te wekken en overeenstemm<strong>in</strong>g te bereiken. Voor langdurige behartig<strong>in</strong>gis het daarnaast nodig dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele vormgev<strong>in</strong>g voldoen<strong>de</strong> flexibel isen dat bij veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> stem van <strong>de</strong> betrokkenen dient te tellen.De economische theorie specificeert evenwel twee gevallen die na<strong>de</strong>re discussievereisen, namelijk private goe<strong>de</strong>ren en publieke goe<strong>de</strong>ren (zie paragraaf 4.4.1).Tolgoe<strong>de</strong>ren kunnen als een bijzon<strong>de</strong>re vorm van een van bei<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>nbeschouwd. Waar sprake is van pure private goe<strong>de</strong>ren levert het marktmechanismevolgens <strong>de</strong> economische theorie doelmatige han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gscoörd<strong>in</strong>atie. Het marktmechanismedient dan het publieke belang van <strong>de</strong> welvaartsvermeer<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Def<strong>in</strong>itievan eigendomsrechten en <strong>de</strong> mogelijkheid van conflictbeslecht<strong>in</strong>g via <strong>de</strong> rechterzijn nodig. Daarnaast moeten <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> partijen over volledige <strong>in</strong>formatiebeschikken. Meer structuur keert zich al snel tegen <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>markt. Als er rond pure private goe<strong>de</strong>ren te veel gemeenschappelijkheid wordtgeconstrueerd, is immers al snel sprake van een kartel en komt <strong>de</strong> concurrentie dievoor a<strong>de</strong>quate marktwerk<strong>in</strong>g vereist is <strong>in</strong> gevaar. Waar sprake is van pure publiekegoe<strong>de</strong>ren zal geen markt kunnen ontstaan en zal <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>genmoeten treffen. In bei<strong>de</strong> gevallen zijn Ostroms pr<strong>in</strong>cipes niet aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Dierichten zich immers op het bottom up, via gemeenschappelijke leerprocessen,<strong>in</strong>richten van <strong>in</strong>stituties voor het beheer van gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren. Daarbijbehoort evenwel <strong>de</strong> kantteken<strong>in</strong>g dat er <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk relatief we<strong>in</strong>ig voorbeel<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong>ze twee bei<strong>de</strong> zuivere typen goe<strong>de</strong>ren bestaan. Steeds zal na<strong>de</strong>r beraadmoeten plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n (zie paragraaf 4.4.1). Er moet wor<strong>de</strong>n bepaald of er sprake isvan marktfalen, er moet na<strong>de</strong>re specificatie van <strong>de</strong> specifieke eigendomsrechtendie gebruikers van private goe<strong>de</strong>ren toekomt plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n en er moet (met Coase1974) bezien wor<strong>de</strong>n of er ook buiten <strong>de</strong> overheid om mogelijkhe<strong>de</strong>n bestaan om<strong>de</strong> lever<strong>in</strong>g van publieke goe<strong>de</strong>ren te organiseren. Dat heeft een belangrijke consequentie.Hoewel <strong>de</strong> economische theorie pure private goe<strong>de</strong>ren en pure publiekegoe<strong>de</strong>ren als uitgangspunt van re<strong>de</strong>neren kiest, waarbij gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren opbasis van het tragedy of the commons argument als een <strong>in</strong>stabiele tussencategorieverschijnen, ligt vanuit <strong>de</strong> praktijk van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g bezien eenomker<strong>in</strong>g meer voor <strong>de</strong> hand. Vanuit dat perspectief ligt het meer <strong>in</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong>


144 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>ggemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren als primaire categorie te beschouwen en pure private enpure publieke goe<strong>de</strong>ren als bijzon<strong>de</strong>re randgevallen te behan<strong>de</strong>len (zie Bowles enG<strong>in</strong>tis 2011).Zwaarwegen<strong>de</strong>r is het bezwaar dat <strong>in</strong>stitutionele arrangementen gericht op hetbehartigen van <strong>de</strong> collectieve belangen van een bepaal<strong>de</strong> (functionele) gemeenschapniet automatisch impliceren dat er ook sprake is van het behartigen vanpublieke belangen. Daarbij dient <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats bedacht te wor<strong>de</strong>n dat ‘publiek’<strong>in</strong> dit verband niet geï<strong>de</strong>ntificeerd moet wor<strong>de</strong>n met ‘het algemene publiek’ en dat‘publieke belangen’ ook niet hetzelf<strong>de</strong> zijn als ‘nationale belangen’ (zie paragraaf4.4.2). ‘Publiek’ is een relationele term, verbon<strong>de</strong>n met een specifiek issue; vaneen zaak van ‘publiek belang’ kan gesproken wor<strong>de</strong>n als er een kwestie <strong>in</strong> hetged<strong>in</strong>g is die geacht wordt zorg te verdienen omdat an<strong>de</strong>ren dan <strong>de</strong>genen die bijhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen of transacties private belangen hebben daarvan negatieve consequentieson<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n.Omdat Ostrom zich <strong>in</strong> veel van haar voorbeel<strong>de</strong>n richt op situaties waar<strong>in</strong> <strong>de</strong>duurzaamheid van een gemeenschapsgoed <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g is (en dus naast <strong>de</strong> directeprivate belangen van <strong>de</strong> betrokkenen ver<strong>de</strong>rstrekken<strong>de</strong> belangen spelen – metbetrekk<strong>in</strong>g tot het milieu en toekomstige generaties) is het ‘publieke’ karakterimpliciet verdisconteerd. In an<strong>de</strong>re gevallen dient het echter expliciet te wor<strong>de</strong>ngemaakt. Om legitiem te kunnen claimen dat <strong>in</strong>stitutionele arrangementen gerichtzijn op het behartigen van een zaak van publiek belang moeten functionelegemeenschappen aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldoen:1 De zaak van publiek belang waarvan behartig<strong>in</strong>g wordt geclaimd is als zodanig expliciet geformuleerd;gespecificeerd is welke ‘externe effecten’, <strong>in</strong>formatieasymmetrieën, of algemenebeg<strong>in</strong>selen en overweg<strong>in</strong>gen zorg verdienen.2 Over <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> zaak van publiek belang wordt <strong>in</strong>formatie verschaftdie openbaar is en dus ook beschikbaar is voor niet-le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> functionele gemeenschap.3 Er bestaan bestuurlijke voorzien<strong>in</strong>gen waaruit blijkt dat niet alleen <strong>in</strong>terne conflicten re<strong>de</strong>lijkerwijskunnen wor<strong>de</strong>n beslecht, maar dat bij het maken van afweg<strong>in</strong>gen ook kritiek van buiten <strong>de</strong>gemeenschap wordt meegewogen.4 Er zijn expliciete voorzien<strong>in</strong>gen om nieuwe le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> functionele gemeenschap toe te latenen hen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> rechten en plichten te verschaffen als die van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n.Kort gezegd vereist <strong>de</strong> claim dat een gemeenschap zich richt op het behartigen vaneen zaak van publiek belang a<strong>de</strong>quate openbaarheid en openheid voor kritiek, dietot uitdrukk<strong>in</strong>g moet komen <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijze waarop <strong>in</strong> bestuurlijke procedures entechnieken checks and balances gestalte krijgen. Waar (nog) niet aan <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong>eisen is voldaan, is het wantrouwen gewettigd dat collectieve arrangementenprimair (collectieve) private belangen dienen. De bovengenoem<strong>de</strong> eisen mogen


verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en legitimiteit; <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> overheid145dan ook gesteld wor<strong>de</strong>n vanuit het beg<strong>in</strong>sel ‘comply or expla<strong>in</strong>’. Waar het eersteniet gebeurt en het twee<strong>de</strong> onvoldoen<strong>de</strong> overtuigend is, zal <strong>de</strong> overheid maatregelenmoeten nemen om te bevor<strong>de</strong>ren dat aan <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n alsnogwordt voldaan. Zo nodig zal zij <strong>de</strong> maatregelen moeten afdw<strong>in</strong>gen.Het <strong>in</strong>richten van a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>stitutionele voorzien<strong>in</strong>gen vereist leerprocessen,zoals <strong>in</strong> het voorgaan<strong>de</strong> reeds enkele malen is benadrukt. Voor tal van problemenzullen oploss<strong>in</strong>gen gevon<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>n. Tegen <strong>de</strong> achtergrond van <strong>de</strong>problemen die zich bij maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g voordoen (hoofdstuk 3) en <strong>de</strong>valkuilen die zich <strong>in</strong> het <strong>de</strong>nken daarover (hoofdstuk 4) aandienen, kunnen <strong>de</strong>nodige aspecten genoemd wor<strong>de</strong>n die specifieke aandacht verdienen. In hoofdstuk6 zullen <strong>de</strong>ze na<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen. Hier richten wij ons op <strong>de</strong> problemendie legitimiteit met zich meebrengt.5.5 government en governanceDe overheid heeft zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia ontwikkeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van eenreguleren<strong>de</strong> staat. Niet alleen op het <strong>in</strong>ternationale vlak, maar ook op het eigengrondgebied weet zij zich <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls omgeven door tal van bestuurlijke ‘satellieten’.Zij vullen <strong>de</strong> door <strong>de</strong> terugtrekken<strong>de</strong> overheid vrijgemaakte ruimte op. Dater een grote verschei<strong>de</strong>nheid van bestuurlijke arrangementen is ontstaan, is geen<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nteel aspect van <strong>de</strong> toegenomen dom<strong>in</strong>antie van markten, die zich <strong>in</strong> <strong>de</strong>afgelopen <strong>de</strong>cennia zowel door expliciet beleid als door exogene ontwikkel<strong>in</strong>gen(zoals <strong>de</strong> opkomst van conta<strong>in</strong>ervervoer en ict) heeft afgetekend. Het is hiervaneen direct, structureel gevolg. Zij leveren <strong>de</strong> spelregels waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> overheid nietmeer zelf kan of wil voorzien, maar zon<strong>de</strong>r welke marktwerk<strong>in</strong>g en geor<strong>de</strong>n<strong>de</strong>conomisch verkeer onmogelijk is (zie paragraaf 1.2).Zulke bestuurlijke arrangementen wor<strong>de</strong>n veelal door experts bemand en nietdoor <strong>de</strong>mocratisch gekozen vertegenwoordigers. Soms zijn zij door overhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong>het leven geroepen, maar vervolgens – als zbo of onafhankelijke toezichthou<strong>de</strong>r –op afstand van <strong>de</strong> politiek gesteld. In an<strong>de</strong>re gevallen zijn zij het resultaat van<strong>in</strong>itiatieven b<strong>in</strong>nen het bedrijfsleven, of van samenwerk<strong>in</strong>g tussen bedrijfsleven,overheid en ngo’s. Hun formele juridische basis loopt sterk uiteen: soms is ersprake van door nationale wetgev<strong>in</strong>g of door <strong>in</strong>ternationale overeenkomstenon<strong>de</strong>rsteun<strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven, <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re gevallen van convenanten, privaatrechtelijkearrangementen, of zelfs <strong>in</strong>formele verban<strong>de</strong>n. Zij leggen <strong>de</strong> grondslag voornieuwe vormen van bestuur, verantwoord<strong>in</strong>g en overleg. In tal van gevallen zijnzij niet alleen gericht op het behartigen van louter private belangen, maar ook vanwij<strong>de</strong>re, publieke, belangen. In <strong>de</strong> wetenschappelijke literatuur wor<strong>de</strong>n zij doorgaansaangeduid met tamelijk onbestem<strong>de</strong> termen als fora, arena’s, networkedagencies, of councils of regulators.


146 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gWe treffen zulke <strong>in</strong>stituties en daarmee verbon<strong>de</strong>n bestuurlijke arrangementenaan tussen staten, <strong>in</strong> <strong>de</strong> eu, <strong>in</strong> het bedrijfsleven en <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële wereld, en op talvan terre<strong>in</strong>en van het b<strong>in</strong>nenlands bestuur. Zij formuleren doelen, richtlijnen,normen of gedragsregels en hou<strong>de</strong>n <strong>in</strong> veel gevallen ook toezicht op <strong>de</strong> nalev<strong>in</strong>gdaarvan. Zij kennen vele vormen. De mate waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> overheid erbij betrokken iswisselt, ook als zij expliciet gericht zijn op het behartigen van publieke belangen.Door on<strong>de</strong>r meer brancheorganisaties is een groot aantal richtlijnen, standaar<strong>de</strong>n,platformen en keurmerken ontwikkeld om bedrijven ertoe te brengen hun gedragmeer <strong>in</strong> lijn te brengen met publieke belangen. Zij doen dat niet alleen uitaltruïsme; vaak is ook reputatie een motief. Er bestaan private keurmerken gerichtop het bevor<strong>de</strong>ren van on<strong>de</strong>r meer gezondheid, milieu, biodiversiteit en dierenwelzijn,alsme<strong>de</strong> diverse vormen van privaat toezicht. Deze reguler<strong>in</strong>gen zijnwel of niet <strong>in</strong> samenspraak met, of on<strong>de</strong>r druk van, ngo’s tot stand gekomen. Zijwor<strong>de</strong>n op zowel nationaal, Europees als mondiaal niveau ontplooid. Doorgaansis daarbij een breed scala van actoren betrokken, zoals (mult<strong>in</strong>ationale) bedrijven,<strong>in</strong>ternationale <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, vertegenwoordigers van overhe<strong>de</strong>n, expertgemeenschappenen ngo’s. Zij voeren zogenoem<strong>de</strong> multistakehol<strong>de</strong>r-dialogen. Voorbeel<strong>de</strong>nvan zulke samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> Forest Stewardship Council, <strong>de</strong>Ron<strong>de</strong> Tafel voor Duurzame Palmolie en <strong>de</strong> Mar<strong>in</strong>e Stewardship Council. Ookwor<strong>de</strong>n diverse (sector)standaar<strong>de</strong>n ontwikkeld door <strong>de</strong> International Organisationfor Standardisation.Deze bestuurlijke arrangementen zijn soms gezaghebbend, omdat zij – meer ofm<strong>in</strong><strong>de</strong>r op afstand – on<strong>de</strong>r formele politieke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid opereren, somsomdat aanvankelijk on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g overeengekomen eisen door overhe<strong>de</strong>n zijn overgenomenen wettelijk of <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationale verdragen verankerd zijn (zoals bij eisen die<strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationale boekhoudregels en corporate governance co<strong>de</strong>s zijn vastgelegd),<strong>in</strong> an<strong>de</strong>re gevallen omdat brancheorganisaties of an<strong>de</strong>re samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>nop nalev<strong>in</strong>g toezien. Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze arrangementen ontleent zijn gezag aan <strong>de</strong>wetenschappelijke expertise die wordt <strong>in</strong>gebracht. Meer <strong>in</strong>formele, maar zeker nietm<strong>in</strong><strong>de</strong>r krachtige stur<strong>in</strong>g en controle v<strong>in</strong><strong>de</strong>n plaats via het reputatiemechanisme,door on<strong>de</strong>r meer rat<strong>in</strong>gbureaus en door ngo’s <strong>in</strong> het leven geroepen watchdogs. Tenslotte kunnen ook grote bedrijven die hun maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nserieus nemen een belangrijke rol spelen bij het discipl<strong>in</strong>eren van kle<strong>in</strong>erebedrijven en toeleveranciers (zie Ruggie (2004); Slaughter (2004); K<strong>in</strong>gsbury et al.(2005); Cohen en Sabel (2006); en Rodrik (2011) voor ontwikkel<strong>in</strong>gen op het <strong>in</strong>ternationalevlak, Braithwaite (2008) voor een overzichtsbeschouw<strong>in</strong>g en Bovens etal. (1995) en Dijstelbloem et al. (2010) voor Ne<strong>de</strong>rlandse voorbeel<strong>de</strong>n).In <strong>de</strong> wetenschappelijke literatuur bestaat s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren negentig ruime belangstell<strong>in</strong>gvoor <strong>de</strong>ze nieuwe vormen van bestuur (veelal aangeduid als governance)die zich naast – of <strong>in</strong> plaats van – <strong>de</strong> overheid (government) ontwikkeld hebben.


verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en legitimiteit; <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> overheid147Die toegenomen belangstell<strong>in</strong>g kan ons gemakkelijk doen vergeten dat het hierzeker niet om een recent verschijnsel gaat. De nationale staat en zeker <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratischerechtsstaat zijn relatief jonge loten aan <strong>de</strong> politieke stam. De Republiek <strong>de</strong>rNe<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n was, lang voor er van government sprake was, gebaseerd op governanceen ook nadat <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse staat zich daadwerkelijk had gevestigd bleef‘pol<strong>de</strong>ren’ een voorname rol spelen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse praktijk van maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g (Daal<strong>de</strong>r 1989; Len<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g 2005; wrr 2006: hoofdstuk 4). Toch kanvan een zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia snel om zich heen grijpend verschijnselgesproken wor<strong>de</strong>n (Braithwaite 2000; 2008). Ook <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland bestaat <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong>mate belangstell<strong>in</strong>g voor ‘alternatieve regelgev<strong>in</strong>g’ (Witteveen et al. 2007)van zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke aard.Niet alle <strong>in</strong>itiatieven die buiten <strong>de</strong> overheid om met het oog op het behartigen vanpublieke belangen genomen wor<strong>de</strong>n hebben – formeel of praktisch – een verplichtendkarakter. Vanuit het bedrijfsleven zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>bre<strong>de</strong> noemer van ‘maatschappelijk verantwoord on<strong>de</strong>rnemen’ (mvo) <strong>in</strong>itiatievengenomen die beogen het gedrag van bedrijven op basis van vrijwilligheid en eigenverantwoor<strong>de</strong>lijkheid niet alleen te richten op w<strong>in</strong>st, maar ook op wij<strong>de</strong>re,publieke belangen (zie ser 2000; 2009; European Commission 2006; InternationalOrganization for Standardization 2010). mvo beoogt waar<strong>de</strong>creatie <strong>in</strong> driedimensies te bevor<strong>de</strong>ren – doorgaans aangeduid als people, planet, profit – om zobij te dragen aan <strong>de</strong> welvaart op langere termijn. Bedrijven on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n daartoerelaties met verschillen<strong>de</strong> stakehol<strong>de</strong>rs op basis van transparantie en dialoog, waarbijvanuit het bedrijfsleven antwoord wordt gegeven op gerechtvaardig<strong>de</strong> vragenuit <strong>de</strong> maatschappij (tk 2007-2008a). On<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Naties en <strong>de</strong>oecd hebben daarvoor <strong>de</strong> nodige ka<strong>de</strong>rs ontworpen (Ruggie 2008; oecd 2011;un Global Compact 2011). Hoewel <strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g verschillen,kan van toenemen<strong>de</strong> convergentie wor<strong>de</strong>n gesproken, waardoor <strong>de</strong> ruimte voor<strong>in</strong>dividuele on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen om zich hieraan te onttrekken afneemt.Het reputatiemechanisme speelt bij dit alles een belangrijke rol. ‘Merken’ zijnbelangrijk op consumentenmarkten; en zeker voor beursgenoteer<strong>de</strong> bedrijvengeldt dat reputatiescha<strong>de</strong> tot verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> beurswaar<strong>de</strong> kan lei<strong>de</strong>n met grotegevolgen voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g, ook op langere termijn. Voor het aantrekken vankwalitatief goed personeel zijn bedrijven bovendien <strong>in</strong> hoge mate afhankelijk vanhun reputatie op <strong>de</strong> arbeidsmarkt. De media spelen bij <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g van het reputatiemechanismeuiteraard een belangrijke rol. In toenemen<strong>de</strong> mate doet zich ook<strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van nieuwe media gel<strong>de</strong>n. Zeker <strong>in</strong>ternationaal opereren<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>genzullen er reken<strong>in</strong>g mee moeten hou<strong>de</strong>n dat <strong>in</strong>formatie zich al lang nietmeer primair lokaal verspreidt.Al met al kan van een rijk ecosysteem van bestuurlijke arrangementen wor<strong>de</strong>ngesproken. Een eerste en zeker niet uitputten<strong>de</strong> or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g valt te geven aan <strong>de</strong> hand


148 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gvan enkele voorbeel<strong>de</strong>n, waarbij het <strong>in</strong>itiatief aanvankelijk aan <strong>de</strong> kant van respectievelijkoverheid, <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g en marktpartijen lag. Daarbij dient dan ogenblikkelijkte wor<strong>de</strong>n aangetekend dat <strong>in</strong> veel gevallen <strong>de</strong> betrokkenheid van an<strong>de</strong>repartijen al snel wenselijk zo niet noodzakelijk bleek en dat er ook <strong>in</strong>itiatieven zijndie vanuit <strong>de</strong>ze <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g bezien een gemeng<strong>de</strong> vorm hebben. Tabel 5.1 verschafteen aantal voorbeel<strong>de</strong>n. Niet al <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>itiatieven richten zich op het gehele procesvan maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g. Een <strong>de</strong>el daarvan richt zich primair op het (beter)signaleren en articuleren van publieke belangen; an<strong>de</strong>re zijn meer gericht op hetorganiseren van afweg<strong>in</strong>gen en/of het behartigen.Tabel 5.1Voorbeel<strong>de</strong>n van bestuurlijke arrangementen gericht op het behartigen vanpublieke belangen buiten <strong>de</strong> overheid1. Door overheid geïnitieer<strong>de</strong> bestuurlijke arrangementen buiten <strong>de</strong> overheid<strong>de</strong>legatie van bevoegdhe<strong>de</strong>n aan expertgemeenschappenversterk<strong>in</strong>g van professionele waar<strong>de</strong>n<strong>de</strong>legatie aan zboop afstand van <strong>de</strong> politiek geplaatste toezichthou<strong>de</strong>rsvertrouwen op concurrentiemechanisme; me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gstoezichtoverdragen aan <strong>in</strong>ternationale autoriteiten of eu2. Vanuit <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g geïnitieer<strong>de</strong> bestuurlijke arrangementen<strong>in</strong>stituties voor langetermijnbeheer gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren, met name op ecologisch terre<strong>in</strong>‘transition cities’/‘groene ste<strong>de</strong>n’coöperatiesipccbiobankenopen source software3. Door marktpartijen geïnitieer<strong>de</strong> bestuurlijke arrangementendoor branches of samenwerken<strong>de</strong> bedrijven <strong>in</strong>gestel<strong>de</strong> keurmerkenmaatschappelijk verantwoord on<strong>de</strong>rnemencreditrat<strong>in</strong>g bureausconsumentenorganisaties5.6 problemen van private reguler<strong>in</strong>g en coreguler<strong>in</strong>gNaast <strong>de</strong> complexiteit waarmee <strong>de</strong> overheid wordt geconfronteerd door <strong>de</strong> <strong>in</strong>hoofdstuk 3 genoem<strong>de</strong> factoren, ziet zij zich dus ook nog geconfronteerd met eentamelijk onoverzichtelijk bestuurlijk landschap. Zij is daar op verschillen<strong>de</strong> wijzen


verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en legitimiteit; <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> overheid149bij betrokken. En zeker wanneer er zich problemen voordoen wordt er dan ook alsnel naar <strong>de</strong> overheid gekeken.Blijkens empirisch on<strong>de</strong>rzoek hangen <strong>de</strong> doeltreffendheid en doelmatigheid vanprivate reguler<strong>in</strong>g en publiek-private vormen van coreguler<strong>in</strong>g af van met name(1) <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> bedrijven overtuigd zijn van het belang van <strong>de</strong> reputatie van<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g; (2) <strong>de</strong> flexibiliteit van regelgev<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> mogelijkheid om gezamenlijktot aanpass<strong>in</strong>gen te besluiten; (3) <strong>de</strong> bestuurlijke capaciteit en autonomievan <strong>de</strong> bij <strong>de</strong> reguler<strong>in</strong>g betrokken niet-gouvernementele autoriteiten; (4) <strong>de</strong> matevan transparantie van reguler<strong>in</strong>g en toezicht; en (5) <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> accountabilityserieus wordt genomen (Balleisen en Eisner 2009: 131 e.v.). De overheid heeft opveel van <strong>de</strong>ze factoren we<strong>in</strong>ig greep.Naast doeltreffendheid en doelmatigheid behoeft ook <strong>de</strong> legitimiteit van alternatievevormen van reguler<strong>in</strong>g aandacht, zeker als die reguler<strong>in</strong>g gepaard gaat metaanspraken dat zij beoogt publieke belangen te behartigen. Die legitimiteit kanwor<strong>de</strong>n ontleend aan expliciete mandater<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> wetgever, maar <strong>in</strong> veelgevallen zal een losser of zelfs geen verband bestaan tussen overheid en (nietgouvernementele)bestuursorganen. Behalve te zijn geënt op expliciete hiërarchischeverhoud<strong>in</strong>gen met het politieke gezag van <strong>de</strong> overheid kan legitimiteit echterook verworven wor<strong>de</strong>n door te verwijzen naar beg<strong>in</strong>selen en eer<strong>de</strong>r aanvaar<strong>de</strong>rechtsgron<strong>de</strong>n; naar <strong>de</strong> gevolg<strong>de</strong> procedures en <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijkheid die daar<strong>in</strong> beslotenligt; naar <strong>de</strong> te verwachten efficiëntie en effectiviteit van maatregelen; naar <strong>de</strong>expertise die wordt <strong>in</strong>gebracht; of naar <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijkheid van ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van lasten(Cohen en Sabel 2005; Sabel en Zeitl<strong>in</strong> 2010). Om te voorkomen dat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vlagvan publieke belangen <strong>de</strong> facto gezamenlijke private belangen wor<strong>de</strong>n behartigd,zullen <strong>de</strong> eisen die zijn gesteld <strong>in</strong> paragraaf 5.4 aandacht moeten krijgen. Zoalsdaar is gesteld, mogen <strong>de</strong>ze eisen gesteld wor<strong>de</strong>n vanuit het beg<strong>in</strong>sel ‘comply orexpla<strong>in</strong>’.Rond verschillen<strong>de</strong> bestuurlijke arrangementen dienen zich specifieke problemenaan, waarop hierna wordt <strong>in</strong>gegaan.5.6.1 brancheorganisaties en professionele verenig<strong>in</strong>gen; pboBrancheorganisaties en professionele verenig<strong>in</strong>gen kunnen <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel eenbelangrijke rol spelen bij het uitoefenen van maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvan marktpartijen en hebben dat <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n soms ook gedaan. Zijhebben daar ook direct belang bij. Sectoren die onvoldoen<strong>de</strong> oog hebben voorpublieke belangen zullen reputatiescha<strong>de</strong> oplopen. Vaak vatten zij hun takenechter beperkter op, namelijk als pure (eigen) belangenvertegenwoordiger enlobbyorganisatie (waarbij niet zel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nmoot <strong>de</strong> toonaangeven). Verruim<strong>in</strong>g van die beperkte taakopvatt<strong>in</strong>g is gewenst. Belangenorga-


150 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gnisaties kunnen immers ook fungeren als bun<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van kennis en ervar<strong>in</strong>g die opwe<strong>in</strong>ig an<strong>de</strong>re plekken <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g aanwezig is en daarom niet kan wor<strong>de</strong>ngemist.In dit licht verdient <strong>de</strong> lopen<strong>de</strong> discussie over <strong>de</strong> toekomst van het stelsel vanpubliekrechtelijke bedrijfsorganisaties (pbo) aandacht. In reactie op een op16 februari 2011 door <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer aanvaar<strong>de</strong> motie waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g werdverzocht te on<strong>de</strong>rzoeken welke taken publiekrechtelijke bedrijfsorganisatiestoekomen, is door het kab<strong>in</strong>et gesteld dat publiekrechtelijke bedrijfsorganisatiesnaast <strong>de</strong> me<strong>de</strong>bew<strong>in</strong>dstaken – taken met een publiek belang die voortspruiten uitwet- en regelgev<strong>in</strong>g – autonome taken hebben op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gvan plant- en diergezondheid en dierenwelzijn, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> voedselveiligheid engezondheid (Twee<strong>de</strong> Kamer 2011-2012). Die beperk<strong>in</strong>g tot enkele specifiekepublieke belangen – hoe belangrijk <strong>de</strong>ze ook zijn – is ongemotiveerd. Ook opterre<strong>in</strong>en als bijvoorbeeld duurzaamheid, milieu-, privacy- en kennisbevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gstaat <strong>de</strong> maatschappij voor vragen waarbij <strong>de</strong> kennis, ervar<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>zet en verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvan het bedrijfsleven niet kan wor<strong>de</strong>n gemist. In toenemen<strong>de</strong>mate dienen zulke vragen zich bovendien aan <strong>in</strong> een <strong>in</strong>ternationale context. Deorganisatie van branches dient daarop te wor<strong>de</strong>n toegesne<strong>de</strong>n.Het bestaan<strong>de</strong> pbo-stelsel is niet zon<strong>de</strong>r bezwaren (Van Waar<strong>de</strong>n 2011; Twee<strong>de</strong>Kamer 2011-2012). Betere procedures om <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne <strong>de</strong>mocratie te bevor<strong>de</strong>ren, metexpliciete aandacht daarbij voor <strong>de</strong> rol van toetre<strong>de</strong>rs op <strong>de</strong> markt en explicieterepublieke verantwoord<strong>in</strong>g, kunnen bijdragen aan het opheffen van <strong>de</strong>ze bezwaren.De eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong> ontwerppr<strong>in</strong>cipes kunnen, aangevuld met <strong>de</strong> eisen die metbetrekk<strong>in</strong>g tot legitimiteit moeten wor<strong>de</strong>n gesteld (zie paragraaf 5.4), daarbijlei<strong>de</strong>nd zijn. Daarmee kan een stelsel ontstaan waar<strong>in</strong> het bedrijfsleven b<strong>in</strong>neneen bepaal<strong>de</strong> sector collectief <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n op zich neemt om bij tedragen aan het a<strong>de</strong>quaat behartigen van <strong>zaken</strong> van publiek belang. Daarbij horenook verplicht<strong>in</strong>gen. Van Waar<strong>de</strong>n (2011) maakt <strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met gemeenten, die<strong>in</strong> hetzelf<strong>de</strong> hoofdstuk van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse grondwet wor<strong>de</strong>n geïntroduceerd.Waar we product- en bedrijfschappen ‘publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties’noemen, zou men gemeenten als ‘publiekrechtelijke ruimtelijke organisaties’kunnen dui<strong>de</strong>n, aldus Van Waar<strong>de</strong>n (2011: 338). Zoals gemeenten een territorialei<strong>de</strong>ntiteit en jurisdictie hebben, taken hebben op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> reguler<strong>in</strong>g,uitvoer<strong>in</strong>g, handhav<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> verschaff<strong>in</strong>g van collectieve goe<strong>de</strong>ren en daartoe<strong>in</strong>woners enerzijds verplichten belast<strong>in</strong>g te betalen en hen an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong>mocratischerechten geven, zo hebben product- en bedrijfschappen een functionele i<strong>de</strong>ntiteiten jurisdictie en dienen zij met overeenkomstige taken, verplicht<strong>in</strong>gen enrechten gepaard te gaan. Toezicht daarop kan dan plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n via <strong>de</strong> ser en opbasis van <strong>de</strong> m<strong>in</strong>isteriële verantwoor<strong>de</strong>lijkheid.


verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en legitimiteit; <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> overheid1515.6.2 sectorstandaar<strong>de</strong>n en keurmerkenHet ontwerpen van sectorstandaar<strong>de</strong>n en keurmerken is een verre van neutraleexercitie. Sommige actoren wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>- en an<strong>de</strong>re uitgesloten bij het ontwerp endus kan <strong>de</strong> me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gevaar komen. Als het ontwerpen van standaar<strong>de</strong>n eenexclusieve bezigheid is van <strong>de</strong> grote spelers, kunnen strenge standaar<strong>de</strong>n eenmanier zijn om kle<strong>in</strong>ere bedrijven weg te concurreren en uitdagers buiten te sluiten(Busch 2000). Het Forest Stewardship Council werd bijvoorbeeld verwetengeen oog te hebben voor <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ere spelers <strong>in</strong> <strong>de</strong> mondiale houtsector. Hetbestaan van machtsverschillen bij het ontwerp van standaar<strong>de</strong>n en het i<strong>de</strong>e datstandaar<strong>de</strong>n voor sommige partijen beter uitpakken dan voor an<strong>de</strong>re partijen blijftechter vaak buiten beschouw<strong>in</strong>g (Blowfield 2005; zie ook Giesen 2007: 87). Hetbehoort <strong>de</strong> aandacht van me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteiten te hebben. Zij zullen daarvoornaast het consumentenbelang meer oog dienen te hebben voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re publiekebelangen die <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn.Ook <strong>de</strong> proliferatie van keurmerken <strong>in</strong> tal en aard levert <strong>de</strong> nodige problemen op.Op het vlak van ‘gezon<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g’ bestaan ettelijke keurmerk<strong>in</strong>itiatieven en <strong>de</strong>consument raakt het spoor dan al snel bijster. Het Max Havelaar keurmerk voorkoffie zegt net iets an<strong>de</strong>rs dan het utz-koffiekeurmerk. Bovendien kunnen over<strong>de</strong> onafhankelijkheid van keurmerken <strong>de</strong> nodige vragen wor<strong>de</strong>n gesteld. Sommigezijn <strong>in</strong> het leven geroepen door specifieke bedrijven, al is dat vaak niet dui<strong>de</strong>lijk tezien. Rat<strong>in</strong>gs wor<strong>de</strong>n vaak alleen tegen een vergoed<strong>in</strong>g beschikbaar gesteld, soms– zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële wereld – door <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die bedrijven tegelijk adviserenover <strong>de</strong> manier waarop zij hun rat<strong>in</strong>gs kunnen verbeteren. Indien voor keurmerkenmoet wor<strong>de</strong>n betaald, dreigt bovendien het gevaar dat keurmerkorganisatiesmet elkaar gaan concurreren waardoor een race to the bottom kan ontstaan (VanWaar<strong>de</strong>n en Van Dalen 2011).5.6.3 reputatiemechanismeHet reputatiemechanisme is een even krachtig als onbetrouwbaar <strong>in</strong>strument. Hetricht zich vaak op “aspecten die sterk afhankelijk zijn van toevallighe<strong>de</strong>n en <strong>in</strong>terpretaties,die veelal voortkomen uit conflicten, en [die gerichtheid sluit] een grootaantal on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen buiten [...]” (Kolk 2004: 120). Hypes kunnen gemakkelijkontstaan, het geheugen van <strong>de</strong> media is vaak opmerkelijk kort, en nam<strong>in</strong>g andsham<strong>in</strong>g kan gemakkelijk ontaar<strong>de</strong>n <strong>in</strong> publieke lynchpartijen. Daarnaast moetennog an<strong>de</strong>re problemen on<strong>de</strong>r ogen wor<strong>de</strong>n gezien. De klacht dat mensen als burgerverantwoor<strong>de</strong> producenten willen maar als consument toch naar <strong>de</strong> goedkoopsteaanbied<strong>in</strong>g grijpen – ook als hun f<strong>in</strong>anciële mid<strong>de</strong>len hen daar niet toe dw<strong>in</strong>gen –is niet ongegrond. Naast maatschappelijk verantwoord on<strong>de</strong>rnemen is maatschappelijkverantwoord consumeren nodig. Ook bij beleggers is het hemd vaak na<strong>de</strong>rdan <strong>de</strong> rok. Werknemers zullen niet snel van <strong>de</strong> ‘exit optie’ gebruikmaken. Er moet


152 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g<strong>in</strong> sommige gevallen bovendien met bijzon<strong>de</strong>re effecten reken<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n.Bij banken is <strong>in</strong>zetten op het reputatiemechanisme via <strong>de</strong> consumentenmarktbijvoorbeeld ronduit gevaarlijk: een bankrun heeft al snel funeste gevolgen, nietalleen voor <strong>de</strong> bank en zijn reken<strong>in</strong>ghou<strong>de</strong>rs, maar ook el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> het f<strong>in</strong>anciëlesysteem. Ten slotte moet wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat het reputatiemechanisme alleenkan functioneren wanneer er werkelijk iets te kiezen valt. Een monopolist zalm<strong>in</strong><strong>de</strong>r snel <strong>de</strong> druk van <strong>de</strong> consumentenmarkt ervaren dan een bedrijf dat veelan<strong>de</strong>re spelers om zich heen weet. A<strong>de</strong>quate me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g kan dus ook voor hetbehartigen van an<strong>de</strong>re publieke belangen dan alleen doelmatigheid een belangrijkerol spelen (Fernán<strong>de</strong>z-Kranz en Santoló 2010). Daarom moeten exit-mogelijkhe<strong>de</strong>nniet onnodig wor<strong>de</strong>n belemmerd door allerlei obstakels. Het opheffen vanbelemmer<strong>in</strong>gen om van dienstenleverancier te wisselen (zoals het <strong>in</strong>voeren vannummerportabiliteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> telefonie- en <strong>de</strong> bankensector), bijvoorbeeld, vormtdan ook niet alleen vanwege <strong>de</strong> consumentenvrijheid, maar ook vanuit ditgezichtspunt een nuttig <strong>in</strong>strument.5.6.4 mvoTen slotte moeten ook mvo-<strong>in</strong>itiatieven met <strong>de</strong> nodige scepsis wor<strong>de</strong>n bezien. Dewaarschijnlijkheid dat bedrijven zich er blijvend naar richten blijkt <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijkafhankelijk te zijn van tal van omstandighe<strong>de</strong>n (Kolk 2003; Margolis en Walsh2003; Orlitzky et al. 2003; Campbell 2007). Zij neemt af wanneer f<strong>in</strong>anciële resultatentegenvallen en <strong>de</strong> economie <strong>in</strong> zwaar<strong>de</strong>r weer komt. Daarnaast varieert zij alnaar gelang <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> bedrijven moeten concurreren, waarbij zowel een zeerlage als een zeer hoge concurrentiegraad tot m<strong>in</strong><strong>de</strong>r sociaal verantwoord gedragblijkt te lei<strong>de</strong>n. Waar on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen geconfronteerd wor<strong>de</strong>n met sterkere overhe<strong>de</strong>n,brancheorganisaties, vakverenig<strong>in</strong>gen en ngo’s neemt <strong>de</strong> waarschijnlijkhei<strong>de</strong>chter weer toe (Kolk 2003; Campbell 2007).De beste weg om <strong>de</strong> maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van bedrijven tebevor<strong>de</strong>ren bestaat er<strong>in</strong> managers ervan te overtuigen dat verantwoord gedragniet alleen ethisch juist is maar ook <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g ten goe<strong>de</strong> zal komen, zo luidteen veelgehoor<strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>g. Naast die overtuig<strong>in</strong>g is echter een <strong>in</strong>stitutioneleomgev<strong>in</strong>g nodig die als normatief ka<strong>de</strong>r fungeert en <strong>de</strong>rgelijk gedrag lonend maakt(Baumol 1990). Zon<strong>de</strong>r zo’n ka<strong>de</strong>r verwordt mvo al snel tot lippendienst aangoe<strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> plaats van daadwerkelijk consequenties te hebben.Voor het scheppen van zo’n <strong>in</strong>stitutionele omgev<strong>in</strong>g kan uiteraard <strong>in</strong> <strong>de</strong> eersteplaats naar <strong>de</strong> overheid wor<strong>de</strong>n gekeken. Op dit moment neemt <strong>de</strong> overheiddiverse maatregelen om mvo te bevor<strong>de</strong>ren, maar <strong>de</strong> overheidspositie kan <strong>de</strong>salniettem<strong>in</strong>zacht gezegd als tamelijk afstan<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n gekwalificeerd. De formuler<strong>in</strong>g<strong>in</strong> het Regeerakkoord 2010 is we<strong>in</strong>ig verplichtend: “Maatschappelijk verantwoordon<strong>de</strong>rnemen is belangrijk. On<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen tonen aandacht voor mensen,


verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en legitimiteit; <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> overheid153milieu en maatschappij. Het gaat hierbij on<strong>de</strong>r meer om <strong>de</strong> belangen van allebetrokkenen, met <strong>in</strong>begrip van <strong>de</strong> aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs, om cont<strong>in</strong>uïteit en duurzaamheid,zowel ten aanzien van <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> klant en het product.” Het uitgangspunt,ook van het vorige kab<strong>in</strong>et, is dat het bij mvo gaat om vrijwillige <strong>in</strong>itiatieven,waarbij nadrukkelijke overheids<strong>in</strong>meng<strong>in</strong>g (bijv. door wetgev<strong>in</strong>g) kan zorgenvoor het ontmoedigen van dit <strong>in</strong>itiatief (tk 2007-2008a).Er wordt dan ook vooral <strong>in</strong>gezet op bewustword<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r bedrijven, het koppelenvan mvo aan <strong>in</strong>novatiebeleid en het ontwikkelen van praktische <strong>in</strong>strumenten ommvo te <strong>in</strong>tegreren <strong>in</strong> het bedrijfsproces (tk 2007-2008a: 8-9). Ook assisteert <strong>de</strong>overheid bedrijven door “verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>strumenten, zoals het voorzien vanpraktische handleid<strong>in</strong>gen, bun<strong>de</strong>len van kennis, dui<strong>de</strong>lijke ka<strong>de</strong>rs af te spreken enzelf duurzaam <strong>in</strong> te kopen” (Rijksoverheid 2010). Ver<strong>de</strong>r waren voor bedrijven diewillen <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> duurzame projecten gunstige fiscale regel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het levengeroepen (zij zijn echter <strong>de</strong>els weer afgeschaft). Er zijn diverse organisaties <strong>in</strong> hetleven geroepen (mvo Ne<strong>de</strong>rland, Agentschap nl en Initiatief Duurzame Han<strong>de</strong>l) 1die bedrijven on<strong>de</strong>rsteunen bij het ‘maatschappelijk verantwoord on<strong>de</strong>rnemen’.In <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Corporate Governance Co<strong>de</strong> is bovendien vastgelegd dat hetbestuur verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor <strong>de</strong> voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g relevante maatschappelijkeaspecten van on<strong>de</strong>rnemen en hierover <strong>in</strong>formatie verstrekt aan <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> vanCommissarissen. S<strong>in</strong>ds 2005 wordt van bedrijven verlangd <strong>in</strong> het reguliere jaarverslag<strong>in</strong>formatie te verstrekken over niet-f<strong>in</strong>anciële prestatie-<strong>in</strong>dicatoren, voorzover dit noodzakelijk is voor een goed begrip van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> resultaten,of <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g (artikel 2:391, eerste lid, BW). Deze maatregeldient echter <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie <strong>de</strong> aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs en niet <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g alsgeheel, al zal die uiteraard over <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>r mee kunnenkijken. In eu-Richtlijn 400 zijn suggesties gedaan op welke manier mvo langs<strong>de</strong>ze weg kan wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd.Op elk van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> terre<strong>in</strong>en valt dus nog het nodige te doen. Op het terre<strong>in</strong>van mvo zou <strong>de</strong> overheid een m<strong>in</strong><strong>de</strong>r afstan<strong>de</strong>lijke rol kunnen spelen dan zij totdusverre heeft gedaan. Zij kan bovendien meer on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g bie<strong>de</strong>n aan actorendie bedrijven kunnen aanzetten tot verantwoord on<strong>de</strong>rnemen (zoals ngo’s ofconsumenten). De nadruk die <strong>de</strong> overheid nu legt op vrijwilligheid van mvo en<strong>de</strong> afstan<strong>de</strong>lijkheid die <strong>de</strong> overheid daarbij dient te behou<strong>de</strong>n suggereren juistbeperkte relevantie van <strong>de</strong> kwesties die spelen. Dat kan moeilijk als <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> wetgever wor<strong>de</strong>n begrepen. De overheid kan ver<strong>de</strong>r eisen stellen aan keurmerkenen sectorstandaar<strong>de</strong>n en tot certificer<strong>in</strong>g overgaan. De richtlijnen diereeds gel<strong>de</strong>n voor consumenten<strong>in</strong>formatie zou zij ver<strong>de</strong>r kunnen uitbrei<strong>de</strong>n. Zijkan ook brancheorganisaties en pbo’s stimuleren tot meer op het behartigen vanpublieke belangen gerichte activiteiten. Het reputatiemechanisme ligt weliswaargoed<strong>de</strong>els buiten <strong>de</strong> sfeer van <strong>de</strong> overheid, maar ngo’s die een belangrijke rol alswatchdog spelen zou<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund. Ten slotte dient <strong>de</strong> over-


154 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gheid uit te dragen dat hier maatschappelijke kwesties aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> zijn (zoals duurzaamheid,mensenrechten en arbeidsomstandighe<strong>de</strong>n) die onmiskenbaar vangroot belang zijn.5.7 conclusieHet behartigen van publieke belangen vraagt <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van tal van partijen. Zekerniet <strong>in</strong> alle gevallen kan en dient <strong>de</strong> overheid daarbij op te tre<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> regisseurvan het proces van maatschappelijk or<strong>de</strong>nen. Haar primaire verantwoor<strong>de</strong>lijkheidis een overkoepelen<strong>de</strong>, haar rol is – <strong>in</strong> theatertermen geformuleerd – die vanproducent. Daarbij dient aangetekend te wor<strong>de</strong>n dat van <strong>de</strong> overheid vervolgensnog tal van an<strong>de</strong>re rollen mogen wor<strong>de</strong>n verwacht.Waar zich buiten <strong>de</strong> overheid om – of met <strong>de</strong> overheid op grote afstand – bestuurlijkearrangementen ontwikkelen die zijn gericht op het signaleren, articuleren,afwegen en behartigen van publieke belangen, dienen zich vragen aan met betrekk<strong>in</strong>gtot <strong>de</strong> legitimiteit van zulke arrangementen. Black (geciteerd <strong>in</strong> Giesen 2007:71) formuleert <strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>g die zich dan aandient: “The regulation of self-regulationis the new challenge.” Richt<strong>in</strong>ggevend bij het zoeken naar antwoor<strong>de</strong>n voor<strong>de</strong>ze uitdag<strong>in</strong>g kunnen <strong>de</strong> ontwerppr<strong>in</strong>cipes voor <strong>in</strong>stitutionele arrangementengericht op het langdurig beheer van gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren die Ostrom heeftgeformuleerd, alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re eisen die daaraan met betrekk<strong>in</strong>g tot legitimiteitgesteld mogen wor<strong>de</strong>n. Bij het bespreken van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukkendienen ‘gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren’ als <strong>de</strong> <strong>de</strong>fault-optie te wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld;zuivere private en publieke goe<strong>de</strong>ren verschijnen vanuit dat perspectief alsrandgevallen, die na<strong>de</strong>re discussie behoeven. Daarmee wordt een fundamentelekoerswijzig<strong>in</strong>g <strong>in</strong>gezet ten opzichte van het <strong>de</strong>bat over maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gdat <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia is gevoerd en waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong> hoofdstuk 4 besprokenmarktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en overheidsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g dom<strong>in</strong>ant zijn geweest. Die koerswijzig<strong>in</strong>gbehelst een bre<strong>de</strong>r perspectief op maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g en een an<strong>de</strong>rehoud<strong>in</strong>g zowel tegenover <strong>de</strong> overheid als tegenover <strong>de</strong> markt en <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g.Op <strong>de</strong> repercussies die dit heeft voor <strong>de</strong> opdracht van <strong>de</strong> overheid zal <strong>in</strong> hoofdstuk6 na<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gegaan.


verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en legitimiteit; <strong>de</strong> rollen van <strong>de</strong> overheid155noot1 mvo Ne<strong>de</strong>rland is een kennis- en netwerkorganisatie over maatschappelijkverantwoord on<strong>de</strong>rnemen, om on<strong>de</strong>rnemers te on<strong>de</strong>rsteunen bij het maken vanmvo-beleid. Agentschap nl is een kennis- en adviesorganisatie voor bedrijven,kennis<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en overhe<strong>de</strong>n op het gebied van duurzaamheid, <strong>in</strong>novatie en<strong>in</strong>ternationaal on<strong>de</strong>rnemen. Het Initiatief Duurzame Han<strong>de</strong>l is een publiekeorganisatie die <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van publiek-private samenwerk<strong>in</strong>g tracht projectente on<strong>de</strong>rsteunen die een verduurzam<strong>in</strong>g van han<strong>de</strong>lsketens bevor<strong>de</strong>ren.


1576 <strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusiesen aanbevel<strong>in</strong>gen6.1 beperk<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> overheidMaatschappelijk or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid heeft <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia overwegend <strong>de</strong>vorm gekregen van marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid. Het was erop gericht <strong>de</strong> taken van <strong>de</strong>overheid te beperken tot het scheppen en bewaken van <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>rmarkten zou<strong>de</strong>n floreren en publieke belangen zou<strong>de</strong>n zijn geborgd. Deoverheid zou <strong>de</strong> koers blijven uitzetten, maar zou op tal van terre<strong>in</strong>en het roeienvoortaan moeten overlaten aan <strong>de</strong> markt.De keuze voor <strong>de</strong>ze beperkte rol voor <strong>de</strong> overheid stoel<strong>de</strong> op i<strong>de</strong>ologische overweg<strong>in</strong>genen op beloften over marktwerk<strong>in</strong>g die aan <strong>de</strong> economische wetenschapwaren ontleend. Daarnaast dwongen maatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen en toenemen<strong>de</strong>begrot<strong>in</strong>gsproblemen <strong>de</strong> overheid tot herbez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g op haar taken. Dieverschei<strong>de</strong>nheid van overweg<strong>in</strong>gen verklaart waarom het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleidlange tijd op breed gedragen politieke steun kon rekenen. Als er twijfels wer<strong>de</strong>ngeuit, had<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze aanvankelijk slechts betrekk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong>elaspecten en uitvoer<strong>in</strong>gskwesties.Gaan<strong>de</strong>weg veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> discussie echter van karakter en wer<strong>de</strong>nook meer fundamentele vragen gesteld. Zeker na <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis van 2008 is<strong>de</strong> discussie over <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>g van markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g<strong>in</strong> een nieuwe sleutel komen te staan.Waar twijfels over marktwerk<strong>in</strong>g ontstaan, mag ‘meer overheid’ het voor <strong>de</strong> handliggen<strong>de</strong> antwoord lijken. Wie zijn kaarten daarop zet, komt echter voor <strong>de</strong> vraagte staan of <strong>de</strong> overheid nog wel <strong>in</strong> staat is om <strong>de</strong> dan gewekte verwacht<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>te lossen. Die vraag moet wor<strong>de</strong>n beantwoord tegen <strong>de</strong> achtergrond van <strong>de</strong> maatschappelijkeontwikkel<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia hun beslag hebbengekregen. Daarnaast dienen <strong>de</strong> beleidservar<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> afgelopen perio<strong>de</strong> tewor<strong>de</strong>n verdisconteerd.In <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken van dit rapport is daarom <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>nwaaron<strong>de</strong>r maatschappelijk or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid gestalte moestkrijgen, <strong>de</strong> problemen die zich bij <strong>de</strong> implementatie van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid<strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen perio<strong>de</strong> voor<strong>de</strong><strong>de</strong>n en enkele valkuilen die zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>battendaarover bleken aan te dienen. Zij bie<strong>de</strong>n zicht op <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>gen waarmee <strong>de</strong>overheid reken<strong>in</strong>g heeft te hou<strong>de</strong>n bij het vormgeven van maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een samenlev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> markten een voorname rol spelen enwaar<strong>in</strong> <strong>zaken</strong> van publiek belang aandacht blijven vragen. Na enkele <strong>de</strong>cenniaervar<strong>in</strong>g met marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid, is het <strong>de</strong> vraag of maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier bena<strong>de</strong>rd moeten wor<strong>de</strong>n als <strong>in</strong>


158 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>ghet verle<strong>de</strong>n en of het overheidsbeleid nog wel op <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> leest kan wor<strong>de</strong>ngeschoeid.In dit rapport is die vraag ontkennend beantwoord. Betoogd is dat maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g vanuit een bre<strong>de</strong>r perspectief dient te wor<strong>de</strong>n bezien. Op maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g gericht beleid vereist een gezichtspunt dat <strong>de</strong> dynamiek van<strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rkent en dat ruimte biedt voor <strong>de</strong> gedachte dat naast<strong>de</strong> overheid ook marktpartijen en burgers – al dan niet <strong>in</strong> georganiseerd verband –specifieke verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n voor het behartigen van publieke belangentoekomen. Dit hoofdstuk gaat <strong>in</strong> op <strong>de</strong> opdracht waarvoor <strong>de</strong> overheid dan staat.Daartoe recapituleren we eerst nog eens <strong>de</strong> achtergrond waartegen <strong>de</strong>ze opdrachtmoet wor<strong>de</strong>n bezien.6.1.1 <strong>in</strong>formatie-, normer<strong>in</strong>gs- en stur<strong>in</strong>gsproblemen <strong>in</strong> eencomplexe maatschappijIn <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia hebben zich belangrijke verschuiv<strong>in</strong>gen voorgedaan <strong>in</strong> <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>gen tussen markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g. Er is een‘marktsamenlev<strong>in</strong>g’ ontstaan. Ook b<strong>in</strong>nen elk van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> dome<strong>in</strong>en hebbenzich tal van ontwikkel<strong>in</strong>gen voorgedaan (zie hoofdstuk 2). Markten zijn <strong>in</strong>ternationaalmeer verweven geraakt en er zijn nieuwe bedrijfsmo<strong>de</strong>llen ontwikkeld,waarbij <strong>de</strong> bedrijvigheid <strong>in</strong> netwerkstructuren over diverse organisaties en lan<strong>de</strong>nis verspreid. De samenlev<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate gedifferentieerd en geïndividualiseerd.Er is meer <strong>in</strong>formatie beschikbaar gekomen, wat het maken van eigenkeuzes heeft bevor<strong>de</strong>rd. Burgers zijn zich daardoor meer gaan gedragen als calculeren<strong>de</strong>consumenten. De overheid is teruggetre<strong>de</strong>n en heeft een <strong>de</strong>el van haar voormaligebestuurstaken overgedragen aan an<strong>de</strong>re organen.Bij <strong>de</strong> implementatie van het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid is <strong>de</strong> overheid echter op <strong>de</strong> nodigeproblemen gestuit. In hoofdstuk 3 zijn die on<strong>de</strong>r drie noemers samengevat, teweten: (1) <strong>de</strong> onoverzichtelijkheid die is ontstaan door het grote aantal actoren dat bij<strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g betrokken is – waarbij die actoren bovendien vaak ook nog <strong>de</strong> rol diezij te spelen hebben, moeten leren; (2) <strong>de</strong> schaal die <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g is, waarbij zich <strong>de</strong>vraag aandient of daadwerkelijke behartig<strong>in</strong>g van publieke belangen nog wel plaatskan v<strong>in</strong><strong>de</strong>n op gelei<strong>de</strong> van <strong>de</strong> wetgever; (3) <strong>de</strong> dynamiek van markten en <strong>de</strong> <strong>in</strong>herenteonzekerheid waarmee marktwerk<strong>in</strong>g gepaard gaat. De overheid is zo geconfronteerdmet structurele beperk<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> normstell<strong>in</strong>gen haar stur<strong>in</strong>gsmogelijkhe<strong>de</strong>n. Zij heeft ont<strong>de</strong>kt dat het vormgeven vanmarkten en het on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> nieuwe omstandighe<strong>de</strong>n doen behartigen van publiekebelangen aanzienlijk moeilijker is dan aanvankelijk werd veron<strong>de</strong>rsteld. Waar <strong>de</strong>overheid zich heeft teruggetrokken, is <strong>de</strong> ruimte bovendien vaak gevuld doorbestuurlijke satellieten met – wat hun legitimiteit betreft – een soms ondui<strong>de</strong>lijkestatuur (hoofdstuk 5). De vraag wie nog betrokken is bij het behartigen van publieke


<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen159belangen, waar en hoe die betrokkenheid zich dan manifesteert, en waarop <strong>de</strong> legitimiteitvan die betrokkenheid berust, is een on<strong>de</strong>rwerp gewor<strong>de</strong>n voor on<strong>de</strong>rzoekersdie zijn geïnteresseerd <strong>in</strong> ‘<strong>de</strong> verplaats<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> politiek’. Zij hebben alras kunnenconclu<strong>de</strong>ren dat eenvoudige antwoor<strong>de</strong>n op die vragen niet te geven zijn.Aan het beleid gericht op bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van marktwerk<strong>in</strong>g lagen uiteenlopen<strong>de</strong>overweg<strong>in</strong>gen ten grondslag. Die re<strong>de</strong>nen zijn niet verdwenen. Zij dienen zichnog steeds aan – opmerkelijk genoeg <strong>de</strong>els als gevolg van het beleid dat is ontwikkeldom <strong>de</strong>ze problemen het hoofd te bie<strong>de</strong>n. Ook nu staat <strong>de</strong> overheid weer voorbegrot<strong>in</strong>gsproblemen en wordt zij geconfronteerd met een samenlev<strong>in</strong>g dievanwege haar gedifferentieer<strong>de</strong> karakter vraagt om complexe en voor zowel <strong>de</strong>overheid als an<strong>de</strong>re partijen kostbare regelgev<strong>in</strong>g. Markten en bedrijvigheid zijn <strong>in</strong><strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia bovendien nog ver<strong>de</strong>r geïnternationaliseerd en <strong>in</strong> <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong>netwerkstructuren georganiseerd geraakt. Hoewel het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid<strong>in</strong> het afgelopen <strong>de</strong>cennium <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate discussie heeft opgeroepen, blijvenprivatiser<strong>in</strong>g, <strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>g, liberaliser<strong>in</strong>g en an<strong>de</strong>re vormen van op marktwerk<strong>in</strong>ggericht beleid dan ook aanlokkelijke opties voor overhe<strong>de</strong>n die <strong>in</strong> <strong>de</strong> paswillen lopen met <strong>de</strong> maatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen, of hun begrot<strong>in</strong>g op or<strong>de</strong>moeten brengen.Bij het beantwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> vraag hoe maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukkenbena<strong>de</strong>rd moeten wor<strong>de</strong>n is realisme vereist. De maatschappij kent geen resetknop.De genoem<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n zijn praktisch gesproken groten<strong>de</strong>els eengegeven. Ook wie benadrukt dat maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g altijd een zaak is vanén markt én overheid (ser 2010a) en daarbij wellicht zelfs naar <strong>de</strong> situatie van hetembed<strong>de</strong>d liberalism van voor 1980 verlangt, zal reken<strong>in</strong>g moeten hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>beperk<strong>in</strong>gen waarmee <strong>de</strong> overheid nu en <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzienbare toekomst wordtgeconfronteerd. Voorafgaand aan <strong>de</strong> vraag wat <strong>de</strong> overheid moet doen, dient zichdan ook <strong>de</strong> vraag aan wat <strong>de</strong> overheid nog kan doen. Wanneer <strong>de</strong> conclusie luidtdat <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n voor het behartigen van bepaal<strong>de</strong>publieke belangen niet zelf kan nemen, dr<strong>in</strong>gt zich <strong>de</strong> vraag op waar zij dan wélkunnen wor<strong>de</strong>n belegd.Het gesternte waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> overheid aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong>ze eeuw haar verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nvoor <strong>zaken</strong> van publiek belang moet waarmaken, is niet gunstig.Zij moet haar rol v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> een samenlev<strong>in</strong>g die – door <strong>de</strong> rol van (geglobaliseer<strong>de</strong>)markten, <strong>de</strong> verwevenheid door technologie en tal van an<strong>de</strong>re factoren – <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong>mate als een ‘complex systeem’ moet wor<strong>de</strong>n gekarakteriseerd.Complexe systemen zijn bekend uit on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> biologie. Zij hebben een an<strong>de</strong>rkarakter dan veel systemen die <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re natuurwetenschappen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht.De laatste mogen gecompliceerd zijn, maar zij kunnen <strong>in</strong> veel gevallen <strong>in</strong><strong>de</strong>elsystemen wor<strong>de</strong>n uiteengelegd, waarna het gedrag van het geheel op basis van


160 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>ghet gedrag van <strong>de</strong>elsystemen kan wor<strong>de</strong>n geanalyseerd en voorspeld. Voor hetbestu<strong>de</strong>ren van het gedrag van ‘complexe systemen’ staat die weg maar zeerbeperkt open en zijn an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoekstechnieken, zoals simulaties, vereist(knaw 2011). Hoe ‘complexe systemen’ zich ontwikkelen en of zij <strong>de</strong> nodige veerkrachthebben of juist heel kwetsbaar zijn, valt vaak alleen langs die weg te on<strong>de</strong>rzoeken.Recente ontwikkel<strong>in</strong>gen op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> market <strong>de</strong>sign-theorievolgen dan ook <strong>de</strong>ze weg (Cramton 2010). Ook op an<strong>de</strong>re terre<strong>in</strong>en b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>sociale wetenschappen is <strong>de</strong> belangstell<strong>in</strong>g voor ‘complexe systemen’ groeien<strong>de</strong>(Nowotny 2005; Ostrom 2010; knaw 2011; nwo 2011). Praktisch, op beleidsvorm<strong>in</strong>ggericht on<strong>de</strong>rzoek van complexe systemen is evenwel vooralsnog schaars.In algemene z<strong>in</strong> leidt <strong>de</strong> aandacht voor complexiteit echter tot het besef dat <strong>de</strong>voorspellen<strong>de</strong> vermogens van meer traditionele analysemetho<strong>de</strong>n beperkt zijn endat onzekerhe<strong>de</strong>n daarom bijzon<strong>de</strong>re aandacht vragen bij <strong>de</strong> beleidsbepal<strong>in</strong>g.Aandacht voor potentiële kwetsbaarhe<strong>de</strong>n en het organiseren van een vroegtijdigesignaler<strong>in</strong>g van problemen zijn dan belangrijke opgaven. Zo’n opstell<strong>in</strong>g is ookvan toepass<strong>in</strong>g wanneer zich maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvragen aandienen waarbijover <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheid moet wor<strong>de</strong>n nagedacht.Wie van beleidsanalisten betrouwbare voorspell<strong>in</strong>gen verwacht over hoe marktenzich ontwikkelen en waar door die ontwikkel<strong>in</strong>gen publieke belangen <strong>in</strong> gevaarzullen komen, overvraagt hen.“Markets are not a well oiled physical mach<strong>in</strong>e – they are a constantly chang<strong>in</strong>g, adaptive biologicalsystem. Pluralism is their motive force, their essence chaotic, and their <strong>de</strong>velopment <strong>in</strong>herentlyuncerta<strong>in</strong>. If we could predict the evolution of markets, we would not need markets <strong>in</strong> the firstplace”, zo merkt Kay (2010: 42) op.Ex ante-effectanalyses en maatschappelijke kosten-batenanalyses (mkba) die <strong>de</strong>ser (2010a) en an<strong>de</strong>ren (tk 1999/2000; Van Damme en Sch<strong>in</strong>kel 2009; Baarsmaen Theeuwes 2009; Baarsma 2010) ter voorbereid<strong>in</strong>g van het beleid propageren enzelfs bepalend achten voor succes, hebben door <strong>de</strong>ze dynamiek <strong>in</strong>herente beperk<strong>in</strong>gen.Zoals het kab<strong>in</strong>et <strong>in</strong> zijn reactie op het ser-advies (2010a) opmerkt, is “eenvoorafgaan<strong>de</strong> beleidsevaluatie […] geen won<strong>de</strong>rmid<strong>de</strong>l”, omdat “bij veel hervorm<strong>in</strong>gen[…] een dynamiek [kan] ontstaan die zich vooraf moeilijk laat voorspellen”(tk 2010-2011: 4). Ex ante-beleidsanalyses en mkba kunnen als een ‘bl<strong>in</strong><strong>de</strong>nstok’helpen om <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g voorzichtig af te tasten, maar bie<strong>de</strong>n geen zicht opwat we nog later op <strong>de</strong> weg zullen tegenkomen. Het On<strong>de</strong>rzoek marktwerk<strong>in</strong>gsbeleiddat het m<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken (2008a) heeft uitgevoerd bevestigtdat. In dit rapport is per sector een ‘tijdslijn beleidswijzig<strong>in</strong>gen’ opgenomen. Daaruitkomt naar voren dat na het aanvankelijk uitgezette beleid verschei<strong>de</strong>ne beleidsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genzijn geïntroduceerd. Interventie, of zo men wil het stellen vannieuwe voorwaar<strong>de</strong>n, was nodig omdat technologische ontwikkel<strong>in</strong>gen, markt-


<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen161ontwikkel<strong>in</strong>gen of na<strong>de</strong>re <strong>in</strong>zichten over wat als publiek belang moest wor<strong>de</strong>naangemerkt, daartoe noopten. Beleidsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen hebben zich bovendien nietalleen voor-gedaan <strong>in</strong> sectoren waar het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid omstre<strong>de</strong>n was ofomstre<strong>de</strong>n werd. Keer op keer zag <strong>de</strong> overheid zich gedwongen <strong>in</strong> te spelen opveran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n en nieuw beleid te formuleren.In <strong>de</strong> discussies van <strong>de</strong> afgelopen jaren over het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid is hetcomplexe karakter van <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g onvoldoen<strong>de</strong> verdisconteerd. Datevaluaties van marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid met tal van problemen te kampen hebben endan ook zel<strong>de</strong>n tot eenslui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> conclusies lei<strong>de</strong>n, wordt <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls ruim on<strong>de</strong>rkend.Veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r ontwikkeld is het besef dat een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen die evaluatiesbelemmeren (zoals <strong>de</strong> rol van bijkomen<strong>de</strong> factoren als technologische enmaatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen) ook het voorspellen van effecten en plann<strong>in</strong>gvan marktwerk<strong>in</strong>gsoperaties tot een hachelijke zaak maken. Dat leidt tot eentegenstrijdigheid die het meest scherp naar voren komt <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘marktbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g’van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken (zie hoofdstuk 4). In <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gwordt marktwerk<strong>in</strong>g gemotiveerd met het argument dat een centraal sturen<strong>de</strong>en plannen<strong>de</strong> overheid het wat doelmatigheid betreft altijd zal afleggen tegen <strong>de</strong>markt, omdat zij nimmer over <strong>de</strong> vereiste <strong>in</strong>formatie kan beschikken. Als het ophet voorberei<strong>de</strong>n van beleid aankomt, wordt b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vandiezelf<strong>de</strong> overheid echter paradoxaal genoeg verwacht dat zij wél over voldoen<strong>de</strong><strong>in</strong>formatie beschikt om <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> markt a<strong>de</strong>quaat zal werkennauwkeurig te voorspellen en te plannen. De overheid zou zich daarna ver<strong>de</strong>rkunnen beperken tot het bewaken van <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>n. Die gedachte moet om<strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen als een simplisme wor<strong>de</strong>n bestempeld.6.1.2 valkuilen <strong>in</strong> <strong>de</strong> discussieMaatschappelijk or<strong>de</strong>nen is onmiskenbaar een politiek proces. Er dienen zichnormatieve vragen aan: welke publieke belangen behoren behartigd te wor<strong>de</strong>nen welke ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n tussen markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>gis wenselijk?In <strong>de</strong> beleidstheorie die <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig gangbaar is gewor<strong>de</strong>n krijgen <strong>de</strong>zenormatieve vragen een welbepaal<strong>de</strong> plaats. In <strong>de</strong>ze theorie wordt een strikteboe<strong>de</strong>lscheid<strong>in</strong>g bepleit tussen <strong>de</strong> beleidsvoorbereid<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> beleidsuitvoer<strong>in</strong>g.Om te beg<strong>in</strong>nen moet bepaald wor<strong>de</strong>n wat als publiek belang dient te wor<strong>de</strong>naangemerkt en moeten <strong>de</strong> beleidsdoelen wor<strong>de</strong>n bepaald. Vervolgens kan dan <strong>de</strong>hoe-vraag aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen en moeten passen<strong>de</strong> <strong>in</strong>strumenten wor<strong>de</strong>n gezochten geïmplementeerd om die doelen te realiseren. De theorie belooft dat bij <strong>de</strong>uitvoer<strong>in</strong>g van het zo geformuleer<strong>de</strong> beleid – eventueel na een transitieperio<strong>de</strong> –een e<strong>in</strong>dtoestand zal wor<strong>de</strong>n bereikt waar<strong>in</strong> door <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van <strong>de</strong> juiste <strong>in</strong>strumenten<strong>de</strong> gekozen doelen zullen wor<strong>de</strong>n gerealiseerd.


162 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gDe beperkte voorspelbaarheid gooit echter roet <strong>in</strong> het eten, waardoor ook <strong>de</strong> planbaarheidvan ontwikkel<strong>in</strong>gen op losse schroeven komt te staan. Tussen <strong>de</strong> ‘wat-’en <strong>de</strong> ‘hoe-vraag’ blijkt <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk meer wisselwerk<strong>in</strong>g te ontstaan dan <strong>de</strong>theorie voor wenselijk houdt. Bovendien doet zich keer op keer <strong>de</strong> vraag voor ofproblemen die zich aandienen op fricties wijzen die zich <strong>in</strong> elke transitie zullenvoordoen, maar na verloop van tijd vanzelf zullen verdwijnen, of dat zij een structureelkarakter hebben en systematische aandacht verdienen en eventueel nieuwoverheids<strong>in</strong>grijpen noodzakelijk maken. In <strong>de</strong> discussies die zich dan ontplooiendoen zich twee valkuilen voor.De eerste valkuil ontstaat uit het rigi<strong>de</strong> vasthou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>ze theorie en hetnogmaals on<strong>de</strong>rstrepen van het belang van het van tevoren scherp formulerenvan <strong>de</strong> normatieve vragen die <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn. De remedie wordt dan gezocht <strong>in</strong>een expliciete keuze voor een normatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g die expliciet aanwijst welkepublieke belangen het waard zijn behartigd te wor<strong>de</strong>n en die een i<strong>de</strong>aalbeeld van<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n tussen markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>gschetst. Omdat er verschillen<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen bestaan leidt dit antwoord echteral snel tot een herhal<strong>in</strong>g van zetten. De discussie over wat <strong>de</strong> geëigen<strong>de</strong> beleidsdoelenen verantwoor<strong>de</strong>lijkheidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g verplaatst zich dan naar <strong>de</strong> vraag wat<strong>de</strong> juiste bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is. De discussies krijgen dan al snel een i<strong>de</strong>ologisch karakterof ontaar<strong>de</strong>n <strong>in</strong> strijd tussen verschillen<strong>de</strong> wetenschapsgebie<strong>de</strong>n die om voorrangvragen.Uiteraard kan het geen kwaad om expliciet te zijn over <strong>de</strong> normatieve vragen diezich rond maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g aandienen. Maar als het belang van het vantevoren i<strong>de</strong>ntificeren van beleidsdoelen wordt overschat, ontstaan er problemen.Zodra zich problemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> beleidsuitvoer<strong>in</strong>g aandienen, zal automatisch met <strong>de</strong>beschuldigen<strong>de</strong> v<strong>in</strong>ger wor<strong>de</strong>n gewezen naar overheid en politiek. In die kr<strong>in</strong>genzou<strong>de</strong>n te vage of tegenstrijdige doelen zijn gesteld; heeft men <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>gsteken laten vallen en niet <strong>de</strong> juiste <strong>in</strong>strumenten gekozen of verkeer<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>ngeformuleerd; zijn er bij <strong>de</strong> implementatie fouten gemaakt; of heeft men tewe<strong>in</strong>ig geduld betracht en <strong>in</strong>gegrepen op basis van <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten die aan problemente wijten zijn die een transitiefase nu eenmaal altijd met zich meebrengt. Als het<strong>in</strong>gezette beleid consequent was voortgezet, zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> problemen op <strong>de</strong>n duurvanzelf zijn verdwenen, zo wordt gesuggereerd. Zulke beschuldig<strong>in</strong>gen aan hetadres van <strong>de</strong> politiek zijn <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n <strong>in</strong> vaak niet mis te verstane woor<strong>de</strong>ngeuit. Een oploss<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> problemen bie<strong>de</strong>n zij echter niet. Zij lei<strong>de</strong>n er slechtstoe dat het gezag van politiek en overheid wordt on<strong>de</strong>rmijnd.Een twee<strong>de</strong> valkuil ontstaat omgekeerd door het miskennen of on<strong>de</strong>rschatten van<strong>de</strong> normatieve component. Gevoed door <strong>de</strong> op zich begrijpelijke wens i<strong>de</strong>ologische<strong>de</strong>batten zo veel mogelijk te vermij<strong>de</strong>n, wordt dan <strong>de</strong> nadruk erop gelegd datslechts <strong>de</strong> resultaten tellen. We<strong>in</strong>igen zullen dat ontkennen; <strong>de</strong> vraag dient zich


<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen163echter al snel aan wélke resultaten tellen. Altijd zijn er meer<strong>de</strong>re dimensies teon<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n waaraan verschillen<strong>de</strong> groeper<strong>in</strong>gen uiteenlopend gewicht zullenwillen toekennen. Er bestaan <strong>in</strong> een pluralistische samenlev<strong>in</strong>g nu eenmaal uiteenlopen<strong>de</strong>i<strong>de</strong>eën over wat als zaak van publiek belang moet wor<strong>de</strong>n aangemerkt.Daarbij kunnen uiteenlopen<strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>gen naar voren wor<strong>de</strong>n gebracht en moetover <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g daarvan steeds ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n gediscussieerd. Bovendienmoet wor<strong>de</strong>n aangetekend dat het ‘publiek’ waarnaar verwezen wordt niet samenhoeft te vallen met <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nationale staat. ‘Publiek belang’ is eenbegrip dat <strong>in</strong>herent controversieel is en dat zijn <strong>in</strong>houd ontleent aan <strong>de</strong> discussiesdie erover wor<strong>de</strong>n gevoerd. Die discussies moeten <strong>in</strong> een <strong>de</strong>mocratie wor<strong>de</strong>ngevoerd en zo nodig steeds opnieuw wor<strong>de</strong>n aangegaan. Zij kunnen noch door eennormatieve theorie, noch door een normatief-arm pragmatisme wor<strong>de</strong>n beslecht.Dat tussen <strong>de</strong> ‘wat-’ en <strong>de</strong> ‘hoe-vraag’ meer wisselwerk<strong>in</strong>g bestaat dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> gangbarebeleidstheorie wordt veron<strong>de</strong>rsteld, is geen teken van onvolkomenhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong><strong>de</strong> praktijk, maar duidt op een tekort van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> beleidstheorie. Als er eenwisselwerk<strong>in</strong>g tussen beleidsvorm<strong>in</strong>g en -uitvoer<strong>in</strong>g bestaat, kunnen kennis enervar<strong>in</strong>g die an<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> geschei<strong>de</strong>n kr<strong>in</strong>gen zou<strong>de</strong>n circuleren elkaar beïnvloe<strong>de</strong>nen corrigeren en kan gaan<strong>de</strong>weg wor<strong>de</strong>n geleerd hoe or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g gestalte kan krijgen.De gangbare beleidstheorie geeft door het scherp on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> bei<strong>de</strong>genoem<strong>de</strong> vragen te we<strong>in</strong>ig aandacht aan zowel wat aan <strong>de</strong> formuler<strong>in</strong>g van beleidvoorafgaat, als wat zich daarna aandient. <strong>Publieke</strong> belangen en an<strong>de</strong>re doelen vanbeleid komen niet zomaar uit <strong>de</strong> politieke hemel vallen en evenm<strong>in</strong> uit <strong>de</strong> economischetheorie. Zij wor<strong>de</strong>n doorgaans geformuleerd naar aanleid<strong>in</strong>g van concretegebeurtenissen en problemen die discussies losmaken over <strong>de</strong> vraag of collectievemaatregelen noodzakelijk zijn. In zulke discussies komen argumenten naar vorendie betrekk<strong>in</strong>g kunnen hebben op <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n, doelen, <strong>in</strong>strumenten enver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n. Er moeten afweg<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n gemaakten verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> zo geï<strong>de</strong>ntificeer<strong>de</strong> collectieve belangenwor<strong>de</strong>n toegewezen. Ook daarbij zijn weer normatieve aspecten aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>.Wie realistisch over maatschappelijk or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid <strong>de</strong>nkt, doet dat dan ook niet<strong>in</strong> termen van operaties met een welbepaald beg<strong>in</strong> en e<strong>in</strong>d, maar <strong>in</strong> termen vaneen doorgaand proces. Daar<strong>in</strong> zijn analytisch wel fasen en aspecten te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n,maar het kent geen e<strong>in</strong>dpunt. In dit proces zijn aspecten verweven die wegewend zijn met respectievelijk ‘<strong>de</strong>nken’ – beleidsvoorbereid<strong>in</strong>g – en ‘han<strong>de</strong>len’ –beleidsuitvoer<strong>in</strong>g – te verb<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g moet langs bei<strong>de</strong>dimensies tot stand komen. Zij vereist zowel concrete maatregelen als een klimaatwaar<strong>in</strong> het vertrouwen bestaat dat die or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g op re<strong>de</strong>lijke gron<strong>de</strong>n berust.Normatieve vragen doen zich daarbij niet alleen voor aan het beg<strong>in</strong> van het proces,maar duiken op tal van plaatsen en tij<strong>de</strong>n op. Zij zullen bovendien door uiteenlopen<strong>de</strong>betrokkenen gesteld wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> beantwoord<strong>in</strong>g ervan v<strong>in</strong>dt niet alleenplaats b<strong>in</strong>nen reger<strong>in</strong>g en parlement.


164 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gDat uit het falen van <strong>de</strong> overheid of het politieke systeem fricties kunnen voortkomen<strong>in</strong> <strong>de</strong> relaties tussen markt, overheid en samenlev<strong>in</strong>g en problemen kunnenontstaan bij het behartigen van <strong>zaken</strong> van publiek belang, mag vanzelf spreken. Dereflex om zulke fricties en problemen bij voorbaat exclusief aan <strong>de</strong> falen<strong>de</strong> overheidte wijten, leidt echter tot we<strong>in</strong>ig vruchtbare <strong>de</strong>batten. Want dan vraagt menzich niet meer af of <strong>de</strong> problemen die zich aandienen wel of niet voorzienbaar envermijdbaar waren. Men loopt voorbij aan <strong>de</strong> vraag of zulke fricties aan <strong>de</strong> transitiegeweten moeten wor<strong>de</strong>n of van structurele aard zijn en of zij wellicht aan niet hetfalen van <strong>de</strong> overheid, maar aan een gebrek aan betrokkenheid – of gebrekkigebetrokkenheid – van marktpartijen en samenlev<strong>in</strong>g te wijten zijn.Het <strong>in</strong>b<strong>in</strong><strong>de</strong>n van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> reflex impliceert dat <strong>de</strong> discussie over maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken ruimer bemeten dient te zijn dan zij <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>nvaak is geweest. Het betekent ook dat het beleid gericht op het tot stand brengenvan betrokkenheid en van daarbij passen<strong>de</strong> bestuurlijke verhoud<strong>in</strong>geneveneens vanuit een bre<strong>de</strong>r perspectief vorm dient te krijgen.6.1.3 een bre<strong>de</strong>r perspectief: maatschappelijk or<strong>de</strong>nen betreft eenprocesIn <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken van dit rapport is zo’n bre<strong>de</strong>r perspectief op <strong>de</strong>vraagstukken die bij maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn geschetst. Datperspectief beoogt realistisch te zijn; dit geldt zowel voor <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n diezich aandienen, als voor <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> overheid heeft om als hoe<strong>de</strong>r vanpublieke belangen op te tre<strong>de</strong>n. De centrale gedachte b<strong>in</strong>nen dit bre<strong>de</strong>re perspectiefis dat het signaleren, articuleren, afwegen en a<strong>de</strong>quaat (laten) behartigen vanpublieke belangen een proces is dat niet alleen een zaak van politiek en overheid is,maar een waarbij uiteenlopen<strong>de</strong> actoren betrokken behoren te zijn en waarbijnaast politieke overweg<strong>in</strong>gen ook tal van an<strong>de</strong>re argumenten relevant zijn. Ookmarktpartijen en <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g hebben <strong>in</strong> dit proces verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n tedragen en niet alleen als uitvoer<strong>de</strong>r van door <strong>de</strong> politiek geformuleerd beleid. Optal van terre<strong>in</strong>en blijken zij die verantwoor<strong>de</strong>lijkheid overigens vaak ook reedsdaadwerkelijk te nemen.Maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g kan ook – en moet soms, vanwege <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>genwaarmee <strong>de</strong> overheid te kampen heeft – tot stand komen buiten <strong>de</strong> overheid om,ook als er publieke belangen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn. Daarmee is niet ontkend dat <strong>de</strong>overheid een bijzon<strong>de</strong>re positie heeft. Zij heeft onmiskenbaar <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong>verantwoor<strong>de</strong>lijkheid om het maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsproces naar behoren telaten verlopen. Haar betrokkenheid bij het maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsproces zalsoms direct zijn, maar kan er ook <strong>in</strong> bestaan dat zij ruimte schept voor an<strong>de</strong>ren om<strong>de</strong> taken die maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g met zich meebrengt te vervullen. De rolvan <strong>de</strong> overheid is daarmee een an<strong>de</strong>re en <strong>in</strong> elk geval meer gevarieerd dan lange


<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen165tijd <strong>in</strong> discussies over marktwerk<strong>in</strong>g en <strong>in</strong> <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van het daarop gerichtebeleid is veron<strong>de</strong>rsteld.Maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g is daarmee een opdracht waar <strong>de</strong> maatschappij alsgeheel voor staat. Zij vereist aandacht voor <strong>de</strong> uiteenlopen<strong>de</strong> rollen die verschillen<strong>de</strong>partijen kunnen en hebben te spelen, voor <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid van argumentendie <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn en voor <strong>de</strong> diversiteit van opties die moet wor<strong>de</strong>noverwogen. Op dit gebied mag geen one size fits all-beleid wor<strong>de</strong>n verwacht.Dat vereist een an<strong>de</strong>re houd<strong>in</strong>g tegenover <strong>de</strong> overheid en leidt tot an<strong>de</strong>re rollenvoor <strong>de</strong> overheid.6.2 <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong>overheid: competenties en legitimiteit bevor<strong>de</strong>renMaatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g draait uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk om twee ogenschijnlijk simpelevragen, zo is <strong>in</strong> hoofdstuk 1 gesteld. In <strong>de</strong> eerste plaats: wat moet als zaak vanpubliek belang wor<strong>de</strong>n aangemerkt en wor<strong>de</strong>n behartigd en langs welke wegontstaat hierover hel<strong>de</strong>rheid? En <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats: wie moeten gezien <strong>de</strong>publieke belangen die <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn wanneer en hoe <strong>in</strong>stitutioneel daarbijbetrokken wor<strong>de</strong>n? En meer specifiek: welke rol komt <strong>de</strong> overheid toe? En welkerollen kan <strong>de</strong> overheid spelen, als <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n, problemen, beperk<strong>in</strong>genen valkuilen die hiervoor zijn geresumeerd verdisconteerd wor<strong>de</strong>n?Het daadwerkelijk tot stand brengen van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g brengt onvermij<strong>de</strong>lijkzogeheten collectieveactieproblemen met zich mee. Naast private belangenmoeten publieke belangen een plaats krijgen; voor- en na<strong>de</strong>len op lange enkorte termijn moeten tegen elkaar wor<strong>de</strong>n afgewogen; gevestig<strong>de</strong> belangen zullenmoeten <strong>in</strong>schikken; gewekte verwacht<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n bijgesteld. De wetenschappelijkeliteratuur bevat <strong>de</strong> nodige <strong>in</strong>zichten over <strong>de</strong> verdiensten van markt, overhei<strong>de</strong>n samenlev<strong>in</strong>g als mechanismen voor het oplossen van collectieveactieproblemenen over <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r zij functioneren. Geen van <strong>de</strong>genoem<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atiemechanismen werkt echter als het vertrouwen ontbreektdat nodig is om collectief han<strong>de</strong>len niet vroegtijdig te laten ontsporen. Zulkvertrouwen is echter niet automatisch gegeven. Het moet expliciet wor<strong>de</strong>n georganiseerddoor <strong>in</strong>stituties te creëren. Die moeten vertrouwen wekken. Zon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>stituties kan geen markt functioneren, kan geen overheid haar werk doen env<strong>in</strong>dt b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g geen serieuze dialoog over publieke <strong>zaken</strong> plaats.De overheid heeft met <strong>de</strong> wet <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>in</strong>stituties te creërenen or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g af te dw<strong>in</strong>gen. Dat is echter zeker niet altijd nodig. Markten kennen alvele <strong>in</strong>stituties om <strong>in</strong>formatieasymmetrieën te corrigeren en zo het vertrouwen tewekken dat voor markttransacties nodig is, zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> overheid daarbij eenexpliciete rol speelt. Uit on<strong>de</strong>rzoek waarvoor El<strong>in</strong>or Ostrom <strong>in</strong> 2009 <strong>de</strong> Nobelprijs


166 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gvoor Economie ontv<strong>in</strong>g, wordt dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>in</strong>stituties gericht op het duurzaambeheer van gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren ook tot stand kunnen komen via collectieveleerprocessen, bottom-up, met slechts een beperkte rol van <strong>de</strong> overheid (ziehoofdstuk 5). ‘Gemeenschap’ dient daarbij te wor<strong>de</strong>n begrepen als een functioneleterm. De gemeenschappen waarover gesproken wordt omvatten dus meer danslechts <strong>de</strong> directe, lokale betrokkenen en zij vereisen ook niet dat vanuit een gegevenen door allen ge<strong>de</strong>eld waar<strong>de</strong>nstelsel wordt gehan<strong>de</strong>ld. In veel gevallenmoeten <strong>de</strong> betrokkenen nog ont<strong>de</strong>kken dat zij collectieve belangen <strong>de</strong>len enmoeten zij nog leren hoe daarmee om te gaan.In Ostroms on<strong>de</strong>rzoek zijn <strong>in</strong>stituties bestu<strong>de</strong>erd die zich richten op het langetermijnbeheervan (uiteenlopen<strong>de</strong>) gemeenschapsgoe<strong>de</strong>ren. Desalniettem<strong>in</strong> kunnen<strong>de</strong> systematische conclusies die zij formuleert ook <strong>in</strong>zicht bie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> aard entypen voorzien<strong>in</strong>gen die ontwikkeld moeten wor<strong>de</strong>n voor an<strong>de</strong>re <strong>zaken</strong> vanpubliek belang. Uit haar empirische on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat, om het noodzakelijkevertrouwen te wekken, <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats procedures nodig zijn die <strong>de</strong> rechten enverplicht<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> betrokkenen vastleggen en die door proportionele sanctieste <strong>in</strong>troduceren re<strong>de</strong>lijke conflictbeslecht<strong>in</strong>g mogelijk maken. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaatszijn technieken nodig die <strong>de</strong> consequenties van han<strong>de</strong>len objectief zichtbaar enpubliek bespreekbaar maken en zo een ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> basis kunnen vormen voor re<strong>de</strong>lijkeconflictbeslecht<strong>in</strong>g. Bei<strong>de</strong> moeten zijn afgestemd op <strong>de</strong> lokale, praktischeomstandighe<strong>de</strong>n die zich aandienen. Samen dienen zij <strong>de</strong> <strong>in</strong> hoofdstuk 4 on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nfases van het maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsproces: zij scheppen <strong>de</strong> ruimtewaar<strong>in</strong> <strong>zaken</strong> van publiek belang gesignaleerd, gearticuleerd, afgewogen en behartigdkunnen wor<strong>de</strong>n. Omdat <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n kunnen veran<strong>de</strong>ren, dienen erbovendien voorzien<strong>in</strong>gen te bestaan om procedures en technieken aan te passen.Daarbij behoren <strong>de</strong> betrokkenen een stem te hebben en daarom moeten overhe<strong>de</strong>nhet recht tot zelforganisatie erkennen. Deze zelforganisatie kan echter ook weer(positieve of negatieve) effecten hebben op an<strong>de</strong>re gemeenschappen. Ook diebelangen dienen te wor<strong>de</strong>n gesignaleerd, gearticuleerd, afgewogen en behartigd,door <strong>de</strong> overheid en/of an<strong>de</strong>re partijen zoals bedrijven, burgers/consumenten enmaatschappelijke organisaties. De meer grootschalige publieke belangen kunnenniet altijd door s<strong>in</strong>guliere functionele gemeenschappen wor<strong>de</strong>n behartigd. Inzulke meer complexe gevallen zijn dan ook voorzien<strong>in</strong>gen nodig die meer<strong>de</strong>relagen kennen.Gemeenschappelijke belangen zijn echter niet noodzakelijkerwijs ook publiekebelangen. Van behartig<strong>in</strong>g van publieke belangen kan pas wor<strong>de</strong>n gesproken als erruimere belangen wor<strong>de</strong>n gediend dan alleen collectief ge<strong>de</strong>eld eigenbelang. Datdit het geval is, moet tot uitdrukk<strong>in</strong>g komen <strong>in</strong> <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> ruimte wordtgebo<strong>de</strong>n voor nieuwe toetre<strong>de</strong>rs tot <strong>de</strong> gemeenschap; <strong>in</strong> <strong>de</strong> aandacht voor ‘externeeffecten’ en het beschikbaar stellen van <strong>de</strong> relevante <strong>in</strong>formatie ook buiten <strong>de</strong>eigen kr<strong>in</strong>g; alsme<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijze waarop checks and balances zijn georganiseerd.


<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen167Waar daarop gerichte procedures en technieken beschikbaar zijn, beschikkengemeenschappen – <strong>in</strong> <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> functionele betekenis van die term – over <strong>de</strong>competenties en <strong>de</strong> daarbij passen<strong>de</strong> bestuurlijke arrangementen om collectieveactieproblemenhet hoofd te bie<strong>de</strong>n en publieke belangen te behartigen. Ook zijnzij dan <strong>in</strong> staat om waar zich nieuwe ontwikkel<strong>in</strong>gen en problemen aandienenzich daarop te heroriënteren.6.2.1 gegeneraliseerd subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>selDe overheid komt <strong>de</strong> ‘overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid’ toe voor het maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsproces. Vanuit die verantwoor<strong>de</strong>lijkheid dient zij te bevor<strong>de</strong>rendat <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> competenties aanwezig zijn. Indien door <strong>de</strong> betrokkenenreeds voldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven wor<strong>de</strong>n genomen, doet <strong>de</strong> overheid er verstandigdaarvoor ruimte te scheppen. Soms zal zij echter zelf <strong>in</strong> <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> competentiesmoeten voorzien, of via wet- en regelgev<strong>in</strong>g moeten afdw<strong>in</strong>gen dat ze wor<strong>de</strong>nontwikkeld. Bij <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong>ze rol toekomt en hoe die gestalte moetkrijgen, moeten echter <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>gen waarmee <strong>de</strong> overheid te kampen heefton<strong>de</strong>r ogen wor<strong>de</strong>n gezien. De ‘overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid’ van <strong>de</strong>overheid kan dan ook uiteenlopen<strong>de</strong> rollen impliceren.Bij het afwegen welke rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong> ligt moeten tal van problemen on<strong>de</strong>r ogenwor<strong>de</strong>n gezien. Paragraaf 6.3 i<strong>de</strong>ntificeert een aantal aandachtspunten, dit tegen <strong>de</strong>achtergrond van <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen die eer<strong>de</strong>r <strong>in</strong> dit rapport zijn beschreven en van <strong>de</strong>bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit het werk van Ostrom. Om <strong>de</strong> problemen het hoofd te bie<strong>de</strong>n en tebevor<strong>de</strong>ren – en zo nodig af te dw<strong>in</strong>gen – dat <strong>de</strong> vereiste competenties aanwezigzijn, beschikt <strong>de</strong> overheid over een breed repertoire van maatregelen. In paragraaf6.4 zal daar na<strong>de</strong>r op wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gegaan.Het beg<strong>in</strong>sel van waaruit zo wordt geopereerd, kan wor<strong>de</strong>n opgevat als een generalisatievan het <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese traditie breed geaccepteer<strong>de</strong> subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>sel.Subsidiariteit heeft traditioneel betrekk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> geëigen<strong>de</strong> jurisdictie van politiekeorganen <strong>in</strong> termen van territoriale niveaus (althans als we ons beperken totoverhe<strong>de</strong>n en afzien van <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van dit beg<strong>in</strong>sel <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re kr<strong>in</strong>gen). Maar<strong>in</strong> onze context richt subsidiariteit zich op <strong>de</strong> vraag op welk bestuurlijk niveau endoor welke actoren bij maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken publieke belangenhet beste kunnen wor<strong>de</strong>n gesignaleerd, gearticuleerd, afgewogen en behartigd.Dat kan een niveau hoger zijn dan <strong>de</strong> nationale overheid, zoals <strong>de</strong> eu en/of an<strong>de</strong>re<strong>in</strong>ternationale bestuurlijke arrangementen, het kan evenzeer <strong>de</strong> rijksoverheid zelfof lagere overhe<strong>de</strong>n betreffen, en het kan ook betrekk<strong>in</strong>g hebben op bestuurlijkearrangementen buiten <strong>de</strong> overheid, <strong>in</strong> <strong>de</strong> private wereld. Daarbij dienen zich <strong>de</strong>nodige vragen aan. Op welke manier dienen <strong>de</strong>ze bestuurlijke arrangementen zichtot elkaar te verhou<strong>de</strong>n? Hoe kan wor<strong>de</strong>n voorkomen dat maatregelen genomenop het ene niveau het effect van maatregelen op een an<strong>de</strong>r niveau belemmeren?


168 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gEn op welke manier kunnen <strong>de</strong>ze bestuurlijke arrangementen van elkaar leren enelkaar controleren (zie Sabel en Zeitl<strong>in</strong> 2010)? Zoeken naar het juiste niveau reduceerthet aantal actoren dat geacht moet wor<strong>de</strong>n betrokken te zijn, beperkt <strong>de</strong>problemen van onoverzichtelijkheid en biedt schaalproblemen <strong>de</strong> aandacht die zijverdienen. Naast <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aandacht van <strong>de</strong> regionale jurisdictie naarfunctionele betrokkenheid is er nog een verschil. Het klassieke subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>selheeft betrekk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> bestuurslagen van <strong>de</strong> overheid en beperkt zich dustot <strong>de</strong> publiekrechtelijke sfeer. De gegeneraliseer<strong>de</strong> versie kent die beperk<strong>in</strong>g niet.Die vat publiek- en privaatrechtelijke voorzien<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>r één algemeen bestuurlijkbeg<strong>in</strong>sel. De vraag of een publiekrechtelijke, of een privaatrechtelijke weg, danwel een comb<strong>in</strong>atie van bei<strong>de</strong>, <strong>in</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong> ligt, wordt daarbij beoor<strong>de</strong>eld op praktischegron<strong>de</strong>n. Het gegeneraliseer<strong>de</strong> subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>sel laat ruimte voor <strong>de</strong>gedachte dat publieke belangen ook behartigd kunnen wor<strong>de</strong>n langs <strong>de</strong> weg vanalternatieve vormen van regelgev<strong>in</strong>g, privaatrechtelijke arrangementen <strong>in</strong>cluis.Als dit gegeneraliseer<strong>de</strong> subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>sel wordt geaccepteerd, laat <strong>de</strong> overhei<strong>de</strong>erst en vooral ruimte voor <strong>in</strong>itiatieven <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. Zij erkent dat ookbuiten haar om <strong>in</strong>stituties gericht op <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van publieke belangen kunnenwor<strong>de</strong>n ontwikkeld. Indien zulke <strong>in</strong>stituties moeten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> overkoepelen<strong>de</strong>ka<strong>de</strong>rs, moeten zij <strong>de</strong> ruimte krijgen om a<strong>de</strong>quaat te reageren op veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>omstandighe<strong>de</strong>n. De overheid biedt (functionele) gemeenschappen <strong>de</strong> gelegenheidom kennis en ervar<strong>in</strong>gen te bun<strong>de</strong>len, waarbij reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n kanwor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> specifieke omstandighe<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r diensten wor<strong>de</strong>n verleendof producten wor<strong>de</strong>n geproduceerd of geconsumeerd. Zij biedt <strong>de</strong> ruimte om teexperimenteren en te vernieuwen en om voor <strong>de</strong> betrokken gemeenschappengeëigen<strong>de</strong> vormen van betrokkenheid, verantwoord<strong>in</strong>g, toezicht en conflictbeslecht<strong>in</strong>gte ontwikkelen. De overheid zal daarbij echter eisen dat die gemeenschappenpubliek verantwoord<strong>in</strong>g afleggen en dat zij dat doen <strong>in</strong> een vorm die vergelijk<strong>in</strong>gmet <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re gemeenschappen mogelijk maakt. Zij zal er bovendien op moetentoezien dat afdoen<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>gen bestaan voor nieuwe toetre<strong>de</strong>rs tot <strong>de</strong>gemeenschap. Ook waar voor bestuurlijke arrangementen gekozen wordt buiten<strong>de</strong> overheid om, zal <strong>de</strong> overheid dus eisen stellen die legitimiteit verzekeren. Waar(nog) niet aan <strong>de</strong>ze eisen is voldaan, is het wantrouwen gewettigd dat collectievearrangementen primair (collectieve) private belangen dienen.De wrr heeft eer<strong>de</strong>r <strong>in</strong> Bewijzen van goe<strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g (wrr 2004) gepleitvoor een overeenkomstige bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g op het terre<strong>in</strong> vanon<strong>de</strong>r meer zorg, welzijn en on<strong>de</strong>rwijs, om ruimte te scheppen voor <strong>in</strong>itiatievenvan professionals en an<strong>de</strong>re bij <strong>de</strong>ze dienstverlen<strong>in</strong>g betrokkenen, afnemers vandie diensten <strong>in</strong>cluis. De raad <strong>de</strong>ed dat tegen <strong>de</strong> achtergrond van een analysewaar<strong>in</strong> <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> hardnekkige problemen wer<strong>de</strong>n uiteengezet die <strong>de</strong> na1980 gangbaar gewor<strong>de</strong>n bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong>sectoren met zich meebrengt. Die gangbare bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g leunt op <strong>de</strong> hiervoor bekri-


<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen169tiseer<strong>de</strong> beleidstheorie en op een eenzijdige aandacht voor doelmatigheid, diebovendien eendimensionaal <strong>in</strong> economische termen wordt gemeten.De argumentatie <strong>in</strong> het genoem<strong>de</strong> wrr-advies geldt evenzeer voor an<strong>de</strong>re sectorenwaar<strong>in</strong> <strong>zaken</strong> van publiek belang <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn. Waar <strong>de</strong> lever<strong>in</strong>g,verspreid<strong>in</strong>g en afname van goe<strong>de</strong>ren en diensten via markten plaatsv<strong>in</strong>dt, komen,zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken is betoogd, daar echter een aantal problemenbij. Een overheid die zich naar <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> beleidstheorie richt zal keer op keermet haar beperk<strong>in</strong>gen geconfronteerd wor<strong>de</strong>n. Waar zij verwacht<strong>in</strong>gen wektwaaraan zij om <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen niet kan voldoen, zal zij uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk haareigen legitimiteit on<strong>de</strong>rmijnen.6.3 aandachtspunten voor beleidHet signaleren, articuleren, afwegen en daadwerkelijk behartigen van <strong>zaken</strong> van publiekbelang vereist <strong>de</strong> aanwezigheid van tal van competenties. In hoofdstuk 4 zijndaarvan voorbeel<strong>de</strong>n genoemd. Zij zullen moeten wor<strong>de</strong>n ontwikkeld door uiteenlopen<strong>de</strong>actoren. Sommige zullen hun werk doen op aanwijz<strong>in</strong>gen van, of namens,<strong>de</strong> overheid; an<strong>de</strong>re hebben een eigenstandige positie en verantwoor<strong>de</strong>lijkheid.Verschei<strong>de</strong>ne vragen moeten hierbij wor<strong>de</strong>n beantwoord. Zullen <strong>de</strong> actoren die<strong>de</strong> maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g bestuurlijk moeten gaan vertalen, opgewassen zijntegen <strong>de</strong> problemen die <strong>in</strong> eer<strong>de</strong>re hoofdstukken zijn genoemd? Zijn <strong>de</strong> juisteactoren betrokken en ontstaat er door hun aantal niet juist het probleem vanonoverzichtelijkheid? Kan het aantal betrokkenen wor<strong>de</strong>n gereduceerd door eenmeer gelaag<strong>de</strong> en genestel<strong>de</strong> bestuursstructuur? Zijn <strong>de</strong> actoren actief op het juisteschaalniveau en zullen zij dus daadwerkelijk <strong>in</strong> staat zijn om <strong>de</strong> publieke belangendie zij geacht wor<strong>de</strong>n te behartigen te vertalen <strong>in</strong> operationeel gedrag dat verschilmaakt? Zijn zij bovendien voldoen<strong>de</strong> toegerust om hun taak te blijven doen, ofzich zo nodig tijdig aan te passen, wanneer zich onvoorziene ontwikkel<strong>in</strong>genmanifesteren? Zijn <strong>de</strong> bestuurlijke arrangementen die ontwikkeld zijn daarvoorrobuust genoeg? En wordt er voldoen<strong>de</strong> aandacht besteed aan <strong>de</strong> legitimiteit vanhun han<strong>de</strong>len? Zulke vragen dienen zowel gesteld te wor<strong>de</strong>n voor actoren enbestuurlijke arrangementen die geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> politieke hiërarchiefungeren, als voor die situaties waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> overheid welbewust of noodgedwongenafstand houdt en waar<strong>in</strong> an<strong>de</strong>re maatschappelijke partijen als ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong>n vanpublieke belangen optre<strong>de</strong>n.De voorwaar<strong>de</strong>n waaraan moet wor<strong>de</strong>n voldaan zijn <strong>in</strong> algemene z<strong>in</strong> te formuleren.Signaleren vereist publiek beschikbare <strong>in</strong>formatie en ruimte voor kritiek, ookvan buitenstaan<strong>de</strong>rs. Articuleren vraagt om respect voor pluralisme, onafhankelijkon<strong>de</strong>rzoek en zorgvuldigheid. Afwegen vereist transparantie, re<strong>de</strong>lijke conflictbeslecht<strong>in</strong>gen verantwoord<strong>in</strong>g afleggen. Daadwerkelijk behartigen vraagt om disci-


170 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gpl<strong>in</strong>e, publieke verantwoord<strong>in</strong>g en controle. Legitimiteit brengt eisen met zich meemet betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> openheid voor nieuwe toetre<strong>de</strong>rs, aandacht voor ‘externeeffecten’ en het publiek beschikbaar maken van relevante <strong>in</strong>formatie en <strong>de</strong> organisatievan checks and balances. Kort gezegd kan wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat <strong>de</strong>beg<strong>in</strong>selen van behoorlijk bestuur die gel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> publieke sector – en die alszodanig <strong>de</strong>els <strong>in</strong> <strong>de</strong> Algemene wet bestuursrecht zijn vastgelegd en door <strong>de</strong> NationaleOmbudsman zijn geformuleerd (Nationale Ombudsman 2010) – ook vantoepass<strong>in</strong>g mogen wor<strong>de</strong>n verklaard waar niet-overheidspartijen verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nnemen voor <strong>de</strong> publieke zaak. Zij dienen <strong>de</strong> competenties te ontwikkelenom daaraan te kunnen voldoen en mogen daarop ook beoor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n.De bovengenoem<strong>de</strong> bestuurlijke beg<strong>in</strong>selen <strong>in</strong>dachtig mag van <strong>de</strong> overheid wor<strong>de</strong>nverwacht dat zij vanuit haar overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g aandacht heeft voor situaties waar<strong>in</strong> het vervullen van <strong>de</strong>zeeisen belemmerd wordt. Op basis van <strong>de</strong> <strong>in</strong> voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>omstandighe<strong>de</strong>n, problemen, valkuilen en beperk<strong>in</strong>gen en tegen <strong>de</strong> achtergrondvan <strong>de</strong> ontwerppr<strong>in</strong>cipes die Ostrom heeft geformuleerd, kunnen zulke situatieswor<strong>de</strong>n geï<strong>de</strong>ntificeerd. Vaak zal daarbij sprake zijn van een opeenstapel<strong>in</strong>g vanproblemen. Zon<strong>de</strong>r te willen preten<strong>de</strong>ren volledig te zijn, sommen wij hierna eenaantal punten op die <strong>in</strong> dit verband aandacht verdienen. We or<strong>de</strong>nen <strong>de</strong>ze op basisvan <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n fases van het proces van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g.Veel van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> aandachtspunten betreffen problemen die zich b<strong>in</strong>nenbestuurlijke arrangementen voordoen. An<strong>de</strong>re betreffen het gebrek aan betrokkenheid– of gebrekkige betrokkenheid – van <strong>de</strong> relevante actoren. Voor <strong>de</strong> overheidkunnen zij een re<strong>de</strong>n zijn om te <strong>in</strong>terveniëren door eisen op te leggen aan zulkebestuurlijke arrangementen of zelfs het bestuur over te nemen. Vaak zal een meer<strong>in</strong>directe rol van <strong>de</strong> overheid echter meer <strong>in</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong> liggen. Daarom formulerenwij om te beg<strong>in</strong>nen waaraan <strong>de</strong> overheid zich – bezien vanuit het gegeneraliseer<strong>de</strong>subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>sel – zélf heeft te hou<strong>de</strong>n. Daarna wor<strong>de</strong>n aandachtspuntengenoemd voor het beoor<strong>de</strong>len van met name private en publiek-private bestuurlijkearrangementen gericht op het behartigen van publieke belangen.1 Respecteer het subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>sel; geef <strong>in</strong>itiatieven <strong>de</strong> ruimte.Aandachtspunten1 De samenlev<strong>in</strong>g kent op veel terre<strong>in</strong>en eigen veerkracht. De overheid dient dan ook te on<strong>de</strong>rkennendat betrokkenen ook eigen <strong>in</strong>stituties met voldoen<strong>de</strong> legitimiteit gericht op <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>gvan publieke belangen kunnen ontwikkelen.2 Indien zulke <strong>in</strong>stituties moeten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> overkoepelen<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs moet <strong>de</strong> overheidon<strong>de</strong>rkennen dat die <strong>in</strong>stituties <strong>de</strong> nodige eigen han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvrijheid dienen te hebben oma<strong>de</strong>quaat te kunnen reageren op veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n.


<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen1712 On<strong>de</strong>rken dat signaleren publiek beschikbare objectieve <strong>in</strong>formatie en ruimte voor kritiekvereist en dat articuleren vraagt om respect voor pluralisme, onafhankelijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong>oor<strong>de</strong>elsvorm<strong>in</strong>g en zorgvuldigheid.Aandachtspunten1 Zorg voor voldoen<strong>de</strong> aandacht voor het stem geven aan, dan wel a<strong>de</strong>quate representatie van hetpubliek. Zorg voor dui<strong>de</strong>lijke afbaken<strong>in</strong>g van wie als ‘publiek’ betrokken is. Zorg voor bestuurlijkearrangementen die voldoen<strong>de</strong> open staan voor kritiek, ook als die niet b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong><strong>de</strong>nkka<strong>de</strong>rs past.2 Tref a<strong>de</strong>quate voorzien<strong>in</strong>gen voor objectieve, publieke <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g door te monitoren,en waak ervoor dat monitor<strong>in</strong>g niet op basis van eenzijdige of te beperkte <strong>in</strong>dicatorengebeurt.3 Schep voorzien<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong> onafhankelijkheid waarborgen van <strong>in</strong>stanties die geacht wor<strong>de</strong>nobjectieve gegevens te verschaffen.4 Geef aandacht aan <strong>de</strong> eisen die gesteld mogen wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> (wetenschappelijke) on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>gvan het bestaan<strong>de</strong> beleid en van <strong>de</strong> kritiek daarop.5 Heb oog voor <strong>de</strong> gevaren van cognitieve verbl<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Zorg voor een a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>zet van envoldoen<strong>de</strong> confrontatie tussen uiteenlopen<strong>de</strong> wetenschappelijke discipl<strong>in</strong>es.6 Heb voldoen<strong>de</strong> besef van onzekerhe<strong>de</strong>n en overschat niet <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van ex ante-analysesen plann<strong>in</strong>g.7 Wees bewust van <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>gen van het reputatiemechanisme omdat nam<strong>in</strong>g and sham<strong>in</strong>gzich vaak richt op aspecten die sterk afhankelijk zijn van toevallighe<strong>de</strong>n en <strong>in</strong>terpretaties. Hebook oog voor het korte geheugen van <strong>de</strong> media.8 Geef toezichthou<strong>de</strong>rs voldoen<strong>de</strong> competenties en bevoegdhe<strong>de</strong>n om vroegtijdig problemen tesignaleren en te articuleren.3 On<strong>de</strong>rken dat afwegen transparantie, proportionele conflictbeslecht<strong>in</strong>g en verantwoord<strong>in</strong>gafleggen vereist.Aandachtspunten1 Zorg voor hel<strong>de</strong>re afbaken<strong>in</strong>gen van rechten en plichten. On<strong>de</strong>rzoek wie als representant vanprivate, respectievelijk publieke belangen kan optre<strong>de</strong>n en on<strong>de</strong>r welke condities een privateactor als ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong> een publiek belang kan behartigen.2 Wees bewust van <strong>de</strong> – mogelijk tegengestel<strong>de</strong> – belangen van betrokkenen, hun rechten,verplicht<strong>in</strong>gen en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n.3 Schep <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>gen die nodig zijn om bij afweg<strong>in</strong>gen vrij toegankelijke, objectieve gegevenshun rol te laten spelen.4 Zorg voor transparante en toegankelijke procedures voor conflictbeslecht<strong>in</strong>g. Introduceervoldoen<strong>de</strong> proportionaliteit bij sancties.5 Waak voor regulatory capture. Bewaak <strong>de</strong> onafhankelijkheid van toezichthou<strong>de</strong>rs ten opzichtevan on<strong>de</strong>r toezicht gestel<strong>de</strong>n.


172 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g4 On<strong>de</strong>rken dat daadwerkelijk behartigen discipl<strong>in</strong>e, publieke verantwoord<strong>in</strong>g en controlevereist.Aandachtspunten1 Houd reken<strong>in</strong>g met schaalproblemen. Geef <strong>de</strong> vertal<strong>in</strong>g van eisen <strong>in</strong> concrete gedragseisenvoldoen<strong>de</strong> aandacht en houd reken<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> lokale omstandighe<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r eisen moetenwor<strong>de</strong>n toegepast en met het feit dat zulke omstandighe<strong>de</strong>n kunnen veran<strong>de</strong>ren.2 Zorg voor hel<strong>de</strong>re en voor het beoog<strong>de</strong> publiek begrijpelijke <strong>in</strong>formatie en verantwoord<strong>in</strong>g.3 On<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong> prikkels waaraan actoren zowel vanwege het beleid als vanwege an<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>nblootstaan en houd daar reken<strong>in</strong>g mee.4 Organiseer voldoen<strong>de</strong> toezicht op <strong>de</strong> nalev<strong>in</strong>g van eisen die wor<strong>de</strong>n gesteld.5 Wees je bewust van <strong>de</strong> afstand die kan bestaan tussen wat met <strong>de</strong> mond (en via pr) bele<strong>de</strong>nwordt en feitelijke da<strong>de</strong>n.5 On<strong>de</strong>rken dat legitimiteit van bestuurlijke arrangementen eisen met zich meebrengt metbetrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> openheid voor nieuwe toetre<strong>de</strong>rs, aandacht voor ‘externe effecten’ en hetpubliek beschikbaar maken van relevante <strong>in</strong>formatie en dat legitimiteit vraagt om hetorganiseren van checks and balances.Aandachtspunten1 On<strong>de</strong>rken dat legitimiteit op uiteenlopen<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n verworven kan wor<strong>de</strong>n. Beoor<strong>de</strong>elbestuurlijke arrangementen niet eenzijdig op representatieve vertegenwoordig<strong>in</strong>g en/of politiekeaanstur<strong>in</strong>g. Heb oog voor <strong>de</strong> rol die expertise dient te spelen.2 Waak voor een exclusieve focus op bestaan<strong>de</strong> actoren met verwaarloz<strong>in</strong>g van potentiële nieuwkomers(toekomstige generaties <strong>in</strong>cluis). Zorg voor een organisatie waar<strong>in</strong> externe effectenvroegtijdig kunnen wor<strong>de</strong>n gesignaleerd. On<strong>de</strong>rken het belang van klokkenlui<strong>de</strong>rs en regeldaarvoor a<strong>de</strong>quate bescherm<strong>in</strong>g.3 Geef aandacht aan <strong>de</strong> machtsverhoud<strong>in</strong>gen. Heb oog voor monopolies en oligopolies en voorsamenwerk<strong>in</strong>gsovereenkomsten die nieuwkomers effectief buitensluiten en als kartels functioneren.Zorg voor a<strong>de</strong>quaat me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gstoezicht. Signaleer too big to fail-problemen voor zijontstaan, want waar <strong>de</strong> afhankelijkheid van te grote spelers optreedt, wordt <strong>in</strong>grijpen al snelpraktisch onmogelijk.6.4 palet van maatregelenDe overheid heeft dus nog een breed spectrum van rollen en taken. Zij zal dietaken <strong>in</strong> veel gevallen echter moeten vervullen samen met marktpartijen enburgers, die al of niet <strong>in</strong> georganiseerd verband optre<strong>de</strong>n. Ook die partijen komenverantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n voor het behartigen van publieke belangen toe.


<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen173Dat burgers ook voor <strong>zaken</strong> van publiek belang eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nhebben is <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia door opeenvolgen<strong>de</strong> kab<strong>in</strong>etten reeds breeduitgedragen. Marktwerk<strong>in</strong>gsoperaties zijn me<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze termen gelegitimeerd.De keuzevrijheid van consumenten is dan ook op tal van terre<strong>in</strong>en bevor<strong>de</strong>rd.Om aan te moedigen dat zij ook weloverwogen keuzes maken, wordt voorlicht<strong>in</strong>ggegeven en wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> sectoren wettelijke eisen gesteld aan <strong>de</strong>consumenten<strong>in</strong>formatie over producten en diensten. In veel gevallen richt dieaandacht zich echter eenzijdig op <strong>de</strong> prijs en op on<strong>de</strong>rgeschikte aspecten vandienstverlen<strong>in</strong>g en producten. De burger is bovendien meer dan alleen consumenten afnemer van diensten. Van burgers mag dan ook een actievere rol wor<strong>de</strong>nverwacht dan alleen die van <strong>de</strong> consument die een keuze maakt tussen gegevenproducten en die als <strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g hem niet bevalt naar een an<strong>de</strong>re aanbie<strong>de</strong>romziet. Burgerschap is – <strong>in</strong> <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n van Van Gunsteren (1992; 1998) – eenambt dat gepaard gaat met rechten en plichten. De overheid moet <strong>de</strong> ruimtescheppen waar<strong>in</strong> burgers <strong>de</strong>ze rol bij het signaleren, articuleren, afwegen enbehartigen van <strong>zaken</strong> van publiek belang daadwerkelijk kunnen spelen. Zij zalruimte moeten bie<strong>de</strong>n aan collectieve arrangementen die legitiem kunnen claimenals ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong>n van publieke belangen op te tre<strong>de</strong>n. De mogelijkhe<strong>de</strong>n daarvoorkunnen, explicieter dan <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n is gebeurd, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aandacht wor<strong>de</strong>ngebracht, zoals door <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g-Cameron-Clegg is gedaan (zie paragraaf 4.2.3; zieook Blond 2010). Dat <strong>de</strong> overheid terugtreedt impliceert niet automatisch dat <strong>de</strong>vrijgekomen ruimte dient te wor<strong>de</strong>n bezet door <strong>de</strong> markt. Vaak dienen zich ookalternatieven daarvoor aan waarbij vanuit (functionele) gemeenschappen <strong>in</strong>itiatievenwor<strong>de</strong>n ontplooid, en reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n kan wor<strong>de</strong>n met specifieke (bijv.lokale) omstandighe<strong>de</strong>n en overweg<strong>in</strong>gen.Actieve betrokkenheid van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g is essentieel voor het a<strong>de</strong>quaat verlopenvan het proces van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g. Burgers ruimte geven vraagtvan <strong>de</strong> overheid vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> burger. In een afzon<strong>de</strong>rlijk te verschijnenrapport zal <strong>de</strong> wrr na<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gaan op wat dit impliceert voor <strong>de</strong> bestuurlijkeomgang met <strong>in</strong>itiatieven van burgers. In Bewijzen van goe<strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g(wrr 2004) heeft <strong>de</strong> raad reeds gewezen op <strong>de</strong> rol en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nvan burgers als afnemers van uiteenlopen<strong>de</strong> diensten <strong>in</strong> on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> zorg, hetwelzijn en het on<strong>de</strong>rwijs. Hier richten wij ons specifiek op <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nvoor het bedrijfsleven (bedrijven <strong>in</strong> <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> dienstensectoren <strong>in</strong>cluis).6.4.1 <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>genDe overheid dient uit te dragen dat ook on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen – hetzij afzon<strong>de</strong>rlijk,hetzij georganiseerd <strong>in</strong> bijvoorbeeld brancheorganisaties, of als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van eenwaar<strong>de</strong>keten – verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n hebben te dragen voor het behartigen vanpublieke belangen. Behartigen van publieke belangen is dus geen zaak van louteron<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen met een eigen rechtsvorm (“<strong>de</strong> maatschappelijke on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g”),


174 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gmaar een opdracht die <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel elke on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g toekomt. De verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>ndie <strong>de</strong>ze opdracht met zich meebrengt dienen tot uitdrukk<strong>in</strong>g te komen<strong>in</strong> <strong>de</strong> governance van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> hun gedrag en <strong>in</strong> <strong>de</strong> netwerken en organisatieswaar<strong>in</strong> zij opereren.Net als burgerschap komt ook on<strong>de</strong>rnemerschap met zowel rechten als plichten.Wie on<strong>de</strong>rneemt doet dit op basis van een ‘maatschappelijke legitimatie’, een‘license to operate’ (Eijsbouts et al. 2010). Of die legitimatie wettelijke veranker<strong>in</strong>gbehoeft is vooralsnog omstre<strong>de</strong>n (ibid.). Zo’n codificatie zou eventueel kunnenbestaan uit een algemene bepal<strong>in</strong>g over goed on<strong>de</strong>rnemerschap <strong>in</strong> Boek 2 van hetBurgerlijk Wetboek, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>nomschreven. Wat zo’n bepal<strong>in</strong>g concreet behelst kan dan <strong>in</strong> jurispru<strong>de</strong>ntie gaan<strong>de</strong>wegna<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gevuld. Over <strong>de</strong> wenselijkheid daarvan is na<strong>de</strong>re discussieechter noodzakelijk.Nationale wetgev<strong>in</strong>g kent immers beperk<strong>in</strong>gen en bezwaren, ook op dit terre<strong>in</strong>.Internationaal opereren<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen zullen <strong>de</strong> eisen die nationale overhe<strong>de</strong>nstellen al snel als oneerlijke belemmer<strong>in</strong>gen voor hun concurrentievermogenervaren. In toenemen<strong>de</strong> mate wijzen met name grote <strong>in</strong>ternationaal opereren<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n niet af, maar wijzendaarbij wel op <strong>de</strong> noodzaak van een level play<strong>in</strong>g field. De <strong>in</strong>itiatieven op hetterre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong>Verenig<strong>de</strong> Naties (un Global Compact), <strong>de</strong> oecd (2011) en iso 26000 bie<strong>de</strong>n daarvoorka<strong>de</strong>rs. Deze ka<strong>de</strong>rs verschillen nog op tal van punten on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g en hebbengeen verplichtend karakter. Toch wijzen zij alle <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g, namelijkexpliciete verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen op terre<strong>in</strong>en als mensenrechten,k<strong>in</strong><strong>de</strong>rarbeid, discrim<strong>in</strong>atie, bescherm<strong>in</strong>g van het milieu, en duurzaamheid.Deze congruentie verkle<strong>in</strong>t <strong>de</strong> marges om <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> richtlijnen enpr<strong>in</strong>cipes die zij behelzen te negeren. Convenanten tussen het bedrijfsleven enngo’s kunnen <strong>de</strong> daadkracht ervan versterken, waarbij koplopers het voorbeeldstellen (en eisen kunnen doorvertalen naar an<strong>de</strong>re betrokkenen <strong>in</strong> <strong>de</strong> keten en <strong>in</strong>bus<strong>in</strong>ess-to-bus<strong>in</strong>ess-markten). Zulke <strong>in</strong>itiatieven dienen dan ook met meer krachtdoor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse overheid te wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund. Ook <strong>in</strong> eu-verbandmoeten met <strong>de</strong> nodige spoed ver<strong>de</strong>re stappen wor<strong>de</strong>n gezet. Een groeiend <strong>de</strong>el vanhet bedrijfsleven vraagt daarom. Zij zijn bovendien nodig gezien <strong>de</strong> niet ger<strong>in</strong>geuitdag<strong>in</strong>gen waarvoor <strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>terne markt staat, met name wat betreft <strong>de</strong>legitimiteit van het daarop gerichte beleid (Monti 2010).De overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid impliceert voor <strong>de</strong> overheid een drieledigeopdracht. Zij zal stappen moeten nemen om te bevor<strong>de</strong>ren (1) dat marktpartijenen samenlev<strong>in</strong>g hun verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n nemen; (2) dat <strong>de</strong> competentiesdie daarvoor benodigd zijn wor<strong>de</strong>n ontwikkeld; en (3) dat <strong>de</strong> bestuurlijke arrangementenwaar<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n tot uitdrukk<strong>in</strong>g komen aan eisen van


<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen175legitimiteit voldoen. Dat vraagt, zoals we zagen, aandacht voor tal van potentiëleknelpunten en problemen. De overheid kan daarvoor gebruikmaken van een breedrepertoire van maatregelen. Zij kan stimuleren, faciliteren en optre<strong>de</strong>n als wet- enregelgever.6.4.2 stimulerenOok waar <strong>de</strong> overheid niet zelf <strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van publieke belangen ter hand kannemen, dient zij door stell<strong>in</strong>g te nemen het belang ervan expliciet uit te dragen. Lei<strong>de</strong>rschapvormt een belangrijke b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> factor voor samenwerk<strong>in</strong>g tussen partijenmet verschillen<strong>de</strong> belangen (Acemoglu en Jackson 2011). Zulk lei<strong>de</strong>rschap impliceertook dat expliciet wordt on<strong>de</strong>rkend dat <strong>de</strong> legitimiteit van bestuurlijke arrangementenniet uitsluitend gefun<strong>de</strong>erd hoeft te zijn op een hiërarchisch gegeven fiatvan reger<strong>in</strong>g of electoraat, maar ook op an<strong>de</strong>re gron<strong>de</strong>n kan berusten, zoals beg<strong>in</strong>selenvan recht en behoorlijk bestuur en expertise. Democratie is ‘governance bydiscussion’. Waar argumenten niet serieus genomen wor<strong>de</strong>n, komt het signaleren,articuleren en afwegen en behartigen van <strong>zaken</strong> van publiek belang <strong>in</strong> gevaar.Gegeven <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> overheid moet opereren en gezien <strong>de</strong>beperk<strong>in</strong>gen waarmee zij op het vlak van <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, normstell<strong>in</strong>g enstur<strong>in</strong>g te maken heeft, zal <strong>de</strong> uitwissel<strong>in</strong>g van argumenten <strong>in</strong> tal van gevallen nietb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> overheid en het politieke systeem plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Brancheorganisaties enprofessionele verenig<strong>in</strong>gen zullen een belangrijke rol moeten spelen bij hetontwikkelen van <strong>de</strong> hiervoor benodig<strong>de</strong> competenties. Zij vormen functionelegemeenschappen waarb<strong>in</strong>nen veel kennis en ervar<strong>in</strong>g beschikbaar is. Die kunnengebun<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n, waardoor problemen vroegtijdig gesignaleerd, gearticuleer<strong>de</strong>n afgewogen kunnen wor<strong>de</strong>n, en oploss<strong>in</strong>gen kunnen wor<strong>de</strong>n ontwikkeld. In ditverband verwijst <strong>de</strong> raad naar <strong>de</strong> voorstellen die hij heeft gedaan op het terre<strong>in</strong> van<strong>de</strong> fysieke veiligheidszorg <strong>in</strong> Onzekere veiligheid (wrr 2008c) en Evenwichtskunst(wrr 2011). Zij laten zich naar an<strong>de</strong>re terre<strong>in</strong>en vertalen. Van <strong>de</strong> overheid magverwacht wor<strong>de</strong>n dat zij expliciet haar visie op <strong>de</strong> rol die zulke organisaties kunnenspelen bij het behartigen van publieke belangen ontwikkelt en dat zij uitdraagtwelke eisen <strong>de</strong>ze taak met zich meebrengt. Zij dient het tot stand komen ervanbovendien te faciliteren.6.4.3 faciliterenHet a<strong>de</strong>quaat doen verlopen van het maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsproces en daarmee<strong>de</strong> behartig<strong>in</strong>g van publieke belangen wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats bevor<strong>de</strong>rddoor <strong>de</strong> aanwezigheid van kwalitatief goe<strong>de</strong> basis<strong>in</strong>stituties. Voldoen<strong>de</strong> onafhankelijkhei<strong>de</strong>n transparantie vormen daarbij belangrijke eisen. Deze aspecten vereisenon<strong>de</strong>rhoud en aanpass<strong>in</strong>g aan veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n. De raadverwijst <strong>in</strong> dit verband naar <strong>de</strong> opmerk<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong> wrr hierover eer<strong>de</strong>r, <strong>in</strong> <strong>de</strong>


176 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gcontext van het behartigen van het publieke belang van fysieke veiligheid, maakte(wrr 2008c: hoofdstuk 6). Zij gel<strong>de</strong>n ook voor an<strong>de</strong>re terre<strong>in</strong>en.De overheid zal maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g moeten bena<strong>de</strong>ren vanuit het besef dathaar eigen vermogens beperkt zijn. Zij zal ruimte moeten bie<strong>de</strong>n voor collectievearrangementen die legitiem kunnen claimen om als ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong>n van publiekebelangen op te tre<strong>de</strong>n. De ontwerppr<strong>in</strong>cipes van Ostrom <strong>in</strong>dachtig zal <strong>de</strong> overheid<strong>in</strong> zulke gevallen zich moeten richten op <strong>de</strong> omvatten<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs waarb<strong>in</strong>nen lokale<strong>in</strong>itiatieven hun eigen weg kunnen v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Waar met recht geclaimd kan wor<strong>de</strong>ndat van ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong>n van publieke belangen sprake is, zal het toezicht daaropbeperkt kunnen wor<strong>de</strong>n tot controle op <strong>de</strong> competenties van <strong>de</strong> betrokkenen en <strong>de</strong>governance-structuur, <strong>in</strong> plaats van zich te richten op gedrag. De legitimiteit vanhun optre<strong>de</strong>n verdient evenwel aandacht.Brancheorganisaties en professionele verenig<strong>in</strong>gen kunnen een voorname rolspelen en hebben dat <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n vaak ook gedaan. Vanuit publiek oogpuntbezien bie<strong>de</strong>n brancheorganisaties een onmisbare bun<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van kennis en ervar<strong>in</strong>g.Het onbenut laten daarvan kan niet an<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n gezien dan als onverantwoor<strong>de</strong>maatschappelijke verspill<strong>in</strong>g. Zij kunnen een belangrijk forum vormenvoor het uitoefenen van <strong>de</strong> maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid die on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gentoekomt. Zij hebben daar overigens ook een direct belang bij: sectoren dieonvoldoen<strong>de</strong> oog hebben voor publieke belangen zullen reputatiescha<strong>de</strong> oplopenen daardoor problemen gaan on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n bij het aantrekken van gekwalificeerdpersoneel en op <strong>de</strong> consumentenmarkt. Waar zij <strong>de</strong>ze taak negeren – en zich louterals belangenbehartiger en lobbyorganisatie opstellen – lopen zij bovendien hetrisico dat <strong>de</strong> koplopers <strong>in</strong> het bedrijfsleven hen op dit punt voorbijstreven eneigenstandig convenanten afsluiten met ngo’s en <strong>de</strong> overheid. Niet ie<strong>de</strong>re vormvan samenwerk<strong>in</strong>g hoeft als een potentieel kartel te wor<strong>de</strong>n bena<strong>de</strong>rd, al blijftalertheid op dit punt uiteraard van belang. In dit licht dient <strong>de</strong> lopen<strong>de</strong> discussieover <strong>de</strong> toekomst van het stelsel van publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties tewor<strong>de</strong>n bezien (zie hoofdstuk 5). Omdat branches zich <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate <strong>in</strong>ternationaalontwikkelen, zal b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g aan <strong>in</strong>ternationaal ontwikkel<strong>de</strong> noties over <strong>de</strong>maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen noodzakelijk zijn enzullen <strong>in</strong> Europees verband daarvoor nieuwe vormen van toezicht en verantwoord<strong>in</strong>gontwikkeld moeten wor<strong>de</strong>n.De <strong>in</strong> paragraaf 6.3 gegeven opsomm<strong>in</strong>g van aandachtspunten wijst keer op keerop het belang van a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g en transparantie. De mogelijkhe<strong>de</strong>ndaarvoor zijn door <strong>de</strong> ict-revolutie enorm uitgebreid. De na<strong>de</strong>len van <strong>de</strong>overvloed aan <strong>in</strong>formatie die daardoor beschikbaar komt is evenwel ook evi<strong>de</strong>nt:onoverzichtelijkheid, niet alleen <strong>in</strong> kwantitatief opzicht, maar ook wat betreftkwaliteit. Hel<strong>de</strong>re procedures, aandacht voor <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n <strong>in</strong>formatieen technieken om <strong>in</strong>formatie zodanig te presenteren dat zij <strong>de</strong> basis kan


<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen177vormen voor serieus <strong>de</strong>bat en re<strong>de</strong>lijke conflictbeslecht<strong>in</strong>g, zijn dan ook essentieel.Het gaat daarbij uitdrukkelijk niet alleen om product<strong>in</strong>formatie die aanconsumenten wordt verstrekt; dat is een aspect dat reeds ruime aandacht krijgt enwaarvoor <strong>in</strong> tal van sectoren reeds wettelijke verplicht<strong>in</strong>gen bestaan, al valt op ditvlak vaak nog een wereld te w<strong>in</strong>nen. Het gaat ook om verslaggev<strong>in</strong>g van het maatschappelijkoptre<strong>de</strong>n van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> ruimere z<strong>in</strong> en om <strong>de</strong> wijze waaropen <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> hun gedrag publieke belangen raakt. De eisen die <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandseCorporate Governance Co<strong>de</strong> stelt zijn daarvoor te nauw bemeten. Daar<strong>in</strong>wordt slechts geëist dat het bestuur verantwoor<strong>de</strong>lijk is “voor <strong>de</strong> voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>grelevante maatschappelijke aspecten van on<strong>de</strong>rnemen” en dat het hierover<strong>in</strong>formatie verstrekt aan <strong>de</strong> raad van commissarissen. Geëist zou mogenwor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>formatie publiek toegankelijk is en dat zij zich niet beperkt tot<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g relevante maatschappelijke aspecten, maar ook <strong>de</strong> voor<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g relevante aspecten van het on<strong>de</strong>rnemen bevat. Want alleen op diebasis kunnen toeleveranciers, afnemers, burgers en toezichthou<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> <strong>de</strong> gelegenheidwor<strong>de</strong>n gesteld om hun verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te nemen.Naast <strong>de</strong> ‘tucht van <strong>de</strong> markt’ wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate geconfronteerdmet <strong>de</strong> ‘tucht van publieke <strong>in</strong>formatie’. Uiteraard mogen <strong>de</strong> nodigeeisen wor<strong>de</strong>n gesteld aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie die <strong>de</strong> overheid over zichzelf verschaft,maar <strong>in</strong> een <strong>de</strong>mocratie moet zij zich terughou<strong>de</strong>nd opstellen bij het verstrekkenvan <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> activiteiten van private partijen. Haar rol is op dat terre<strong>in</strong>primair een faciliteren<strong>de</strong>. Zij kan die rol vervullen door te bevor<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong>contramacht wordt georganiseerd die vereist is om checks and balances naar behorente laten functioneren. Dit kan zij realiseren door het on<strong>de</strong>rsteunen van ngo’s,onafhankelijke wetenschap, <strong>de</strong> publieke media en tal van an<strong>de</strong>re maatschappelijkeorganisaties die als countervail<strong>in</strong>g power een belangrijke rol spelen. Aandacht voor<strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>gen van het reputatiemechanisme (zie hoofdstuk 5) is evenwel nodig.Hypes kunnen ontstaan waar checks and balances uit balans raken. De mogelijkhe<strong>de</strong>nvoor <strong>de</strong> overheid om hier <strong>in</strong> te grijpen zijn echter beperkt. Waar het zich voordoet,kunnen politici echter lei<strong>de</strong>rschap tonen door zich expliciet uit te spreken.Daarnaast helpt een generiek, op het faciliteren van a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>ggericht beleid om het risico van uitwassen te beperken.6.4.4 optre<strong>de</strong>n als wet- en regelgeverFaciliteren zal <strong>in</strong> tal van gevallen gepaard moeten gaan met wet- en regelgev<strong>in</strong>gdie ruimte schept voor <strong>in</strong>itiatieven en daaraan richt<strong>in</strong>g geeft. Op diverse terre<strong>in</strong>enmag van <strong>de</strong> overheid echter een meer actieve rol wor<strong>de</strong>n verwacht en zal zij zelf<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid moeten nemen voor reguler<strong>in</strong>g, toezicht en monitor<strong>in</strong>g.Het wantrouwen dat private partijen uit zichzelf onvoldoen<strong>de</strong> oog hebben voorpublieke belangen is immers vaak terecht. Zij zullen dan met wettelijke dwangmoeten wor<strong>de</strong>n gediscipl<strong>in</strong>eerd.


178 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gAls er nieuwe regel<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n geïntroduceerd, zijn monitor<strong>in</strong>g en toezicht op <strong>de</strong>nalev<strong>in</strong>g nodig en moeten er mid<strong>de</strong>len beschikbaar zijn voor handhav<strong>in</strong>g. Om<strong>de</strong>ze controleren<strong>de</strong> taken a<strong>de</strong>quaat han<strong>de</strong>n en voeten te geven, kan een ge<strong>de</strong>tailleerd<strong>in</strong>zicht nodig zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> netwerken waar<strong>in</strong> bedrijvigheid tot stand komt.Naast <strong>de</strong> controlefunctie dient het toezicht ook gericht te zijn op het vroegtijdigsignaleren en articuleren van publieke belangen en zal het een rol kunnen spelen<strong>in</strong> <strong>de</strong> fase van het afwegen. Proportionele sanctiemechanismen zijn daarvoorvereist. Toezicht dient daarnaast niet louter gericht te zijn op <strong>de</strong> vraag of wel ofniet aan <strong>de</strong> m<strong>in</strong>imumeisen wordt voldaan. In Bewijzen van goe<strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g(wrr 2004) is er reeds op gewezen dat toezicht waar<strong>in</strong> risicobeperk<strong>in</strong>g vooropstaaten het accent ligt op het ‘afrekenen’ op <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> ‘scores’ waaraan <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genmoeten voldoen, ten onrechte <strong>de</strong> aandacht richt op <strong>de</strong> negatieve afwijk<strong>in</strong>gen,terwijl positieve afwijk<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong> het oog spr<strong>in</strong>gen. Nieuwe <strong>in</strong>itiatievenen <strong>in</strong>noveren<strong>de</strong> experimenten komen daardoor moeilijk van <strong>de</strong> grond, <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lmaatregeert en het goe<strong>de</strong> voorbeeld wordt niet gesteld. Een meer gevarieerdtoezichtsregime, dat meer oog heeft voor <strong>de</strong> rol van experimenten gericht op<strong>in</strong>novatie en verbeter<strong>in</strong>g, kan <strong>de</strong>ze trend helpen keren. De wrr bereidt daaromover toezicht een later te verschijnen rapport voor. Overeenkomstige kantteken<strong>in</strong>genkunnen geplaatst wor<strong>de</strong>n bij monitor<strong>in</strong>g. Alleen wanneer monitor<strong>in</strong>g wordtgeplaatst <strong>in</strong> <strong>de</strong> sleutel van het leren, en niet het ‘afrekenen’, vervult zij haar rola<strong>de</strong>quaat.Wantrouwen is echter ook gerechtvaardigd als <strong>de</strong> vraag aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt of <strong>de</strong>overheid wel <strong>in</strong> <strong>de</strong> positie is om voor a<strong>de</strong>quate regelgev<strong>in</strong>g, toezicht en handhav<strong>in</strong>gte zorgen. De reikwijdte van <strong>de</strong> arm van <strong>de</strong> overheid kent immers grenzen.Zeker is dat – letterlijk – het geval waar markten zich ver over <strong>de</strong> landsgrenzenuitstrekken en bedrijven activiteiten ontplooien op plaatsen die buiten <strong>de</strong> jurisdictievan <strong>de</strong> nationale overheid vallen. Om het gedrag van marktpartijen op <strong>de</strong> juistemanier te beïnvloe<strong>de</strong>n, zal vaak ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> kennis nodig zijn van <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>gwaar<strong>in</strong> marktpartijen opereren, <strong>de</strong> prikkels waaraan zij zijn blootgesteld, <strong>de</strong> aardvan hun activiteiten en <strong>in</strong> sommige gevallen ook van productieketens, <strong>in</strong>ternebedrijfsstructuren en technologische ontwikkel<strong>in</strong>gen. Dat gegeven kan beperk<strong>in</strong>genimpliceren.De vraag dient dan ook te wor<strong>de</strong>n gesteld of <strong>de</strong> overheid daadwerkelijk <strong>in</strong> staat zalzijn om problemen a<strong>de</strong>quaat te signaleren en <strong>in</strong> te grijpen als <strong>de</strong> ernst van <strong>de</strong> situatiedaarom vraagt. Naast publiekrechtelijke mid<strong>de</strong>len dient bij het beantwoor<strong>de</strong>nvan die vraag ook het <strong>in</strong>zetten van privaatrechtelijke mid<strong>de</strong>len te wor<strong>de</strong>n bezien.<strong>Publieke</strong> belangen kunnen ook behartigd wor<strong>de</strong>n door te vertrouwen op <strong>de</strong> checksand balances die langs die weg wor<strong>de</strong>n geïntroduceerd.Het gegeneraliseer<strong>de</strong> subsidiariteitsbeg<strong>in</strong>sel <strong>in</strong>dachtig zal <strong>de</strong> overheid dan ook <strong>in</strong><strong>de</strong> eerste plaats dienen te on<strong>de</strong>rzoeken waar verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n effectief


<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen179kunnen wor<strong>de</strong>n belegd. Dit doet zij door (eventueel met wettelijke mid<strong>de</strong>len enregelgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong>geperkte) ruimte te bie<strong>de</strong>n aan <strong>in</strong>itiatieven buiten <strong>de</strong> overheid, waarzich actoren aandienen die als ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong>n van publieke belangen kunnen optre<strong>de</strong>n.Niet <strong>in</strong> alle gevallen zal dat echter voldoen<strong>de</strong> zekerheid bie<strong>de</strong>n. Waar bedrijvighei<strong>de</strong>n markten zich afspelen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> jurisdictie van <strong>de</strong> overheid zullen danvia wet- en regelgev<strong>in</strong>g <strong>de</strong> aanvullen<strong>de</strong> eisen kunnen wor<strong>de</strong>n gesteld en toezichten handhav<strong>in</strong>g moeten wor<strong>de</strong>n geregeld. Waar dat niet het geval is, of <strong>in</strong>dien <strong>de</strong>bedrijvigheid zich <strong>in</strong> ketens over verschillen<strong>de</strong> schijven ontwikkelt waarbij vele– relatief autonome – actoren actief zijn, doen zich echter complicaties voor. Danmoet na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek uitwijzen waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> keten het beste <strong>de</strong> gewenste effectenbereikt kunnen wor<strong>de</strong>n en waar <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het behartigen vanpublieke belangen kan wor<strong>de</strong>n belegd.Door analyse van <strong>de</strong> ketens en netwerken waarb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> bedrijvigheid tot standkomt, moeten <strong>de</strong> juiste ‘hefboompunten’ wor<strong>de</strong>n gezocht. Dat zijn <strong>de</strong> plekken <strong>in</strong>netwerken en ketens waar besliss<strong>in</strong>gen gericht op het publieke belang genomenkunnen wor<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> gewenste effecten hebben op <strong>de</strong> (netwerk)organisatie en<strong>de</strong> bedrijvigheid als geheel. Vaak zal co-regulatie, een comb<strong>in</strong>atie van publiek- enprivaatrechtelijke mid<strong>de</strong>len, nodig zijn om het hefboompunt ook als zodanig telaten functioneren.Op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> voedselveiligheid wordt dit pr<strong>in</strong>cipe reeds uitgebreid toegepast.Door strenge eisen te stellen aan <strong>de</strong> kwaliteit en veiligheid van consumentenproductenwor<strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlandse supermarkten gedwongen die eisen viacontracten door te vertalen aan hun toeleveranciers en vervoer<strong>de</strong>rs – ook als dietoeleveranciers en vervoer<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> lan<strong>de</strong>n gevestigd zijn waar <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse overheidof <strong>de</strong> Europese Commissie geen zeggenschap heeft. In veel gevallen zullen zijbehalve contracten af te sluiten ook extra technische maatregelen moeten nemen– zoals <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van track<strong>in</strong>g and trac<strong>in</strong>g-systemen – om problemen snel ena<strong>de</strong>quaat te kunnen signaleren en om vervolgens gericht <strong>de</strong> nodige maatregelen tekunnen nemen.Niet <strong>in</strong> alle gevallen bev<strong>in</strong>dt het geëigen<strong>de</strong> hefboompunt zich echter aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong>van <strong>de</strong> keten. Vliegtuigen kunnen uiteraard beter wor<strong>de</strong>n gecontroleerd voorvertrek dan na aankomst en dat geldt ook voor <strong>de</strong> controle op <strong>de</strong> veiligheid vanscheepslad<strong>in</strong>gen. Dan moeten an<strong>de</strong>re voorzien<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n getroffen, zoals het<strong>de</strong>legeren van bevoegdhe<strong>de</strong>n aan <strong>in</strong>ternationale (beroeps)organisaties of aan certificeer<strong>de</strong>rs.Hierbij gaat het om private partijen (<strong>in</strong> het geval van zeeschepen: groteverzekeraars) die hun werk on<strong>de</strong>r contract en toezicht namens <strong>de</strong> nationale overheidverrichten. In weer an<strong>de</strong>re gevallen bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> geëigen<strong>de</strong> hefboompuntenzich op an<strong>de</strong>re plaatsen <strong>in</strong> het netwerk. Bestrijd<strong>in</strong>g van ‘spam’, dat een substantiëlebedreig<strong>in</strong>g vormt voor het <strong>in</strong>ternetverkeer, kan – zo suggereert recent wetenschappelijkon<strong>de</strong>rzoek – bijvoorbeeld het beste plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n door creditcardmaat-


180 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gschappijen als waakhond aan te stellen (Markoff 2011). De vraag wat als het bestehefboompunt kan fungeren vereist nauwkeurige analyse. In al zulke gevallendient zich <strong>de</strong> vraag aan of <strong>de</strong> actoren die als ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong>n van publieke belangenoptre<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> bestuurlijke arrangementen waarb<strong>in</strong>nen zij opereren, daarvoorvoldoen<strong>de</strong> zijn toegerust. Bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>troductie van marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg is een<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> kwaliteitsverbeter<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> zorgverzekeraarsneergelegd. Of verzekeraars die functie daadwerkelijk a<strong>de</strong>quaat kunnenvervullen vallen vooralsnog <strong>de</strong> nodige twijfels te uiten (hoofdstuk 3). Waar door<strong>de</strong> complexiteit zulke problemen met <strong>de</strong> gangbare analysemetho<strong>de</strong>n niet altijd exante kunnen wor<strong>de</strong>n voorzien, zijn simulaties (zie paragraaf 6.1.1) en experimenten<strong>de</strong> aangewezen weg.Om a<strong>de</strong>quaat te kunnen regelen is het noodzakelijk ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> kennis tehebben van <strong>de</strong> organisatie van <strong>de</strong> bedrijvigheid en te beschikken over voldoen<strong>de</strong><strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> het complexe en op het eerste gezicht vaak tegen-<strong>in</strong>tuïtieve gedrag vannetwerken (Meadows 1999; Watts 2004). Een op netwerken en ketens gerichtbeleid kan dan ook wetgev<strong>in</strong>g vereisen die bedrijven verplicht om <strong>in</strong>zage te geven<strong>in</strong> <strong>de</strong> netwerken waar<strong>in</strong> zij opereren. Brancheorganisaties kunnen daarbij een rolspelen. On<strong>de</strong>rzoek en simulaties zullen daarnaast vaak noodzakelijk zijn.6.5 slotDit rapport verschijnt <strong>in</strong> een turbulente tijd. Vragen over <strong>de</strong> marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>specifieke sectoren zijn van <strong>de</strong> voorpag<strong>in</strong>a’s verdrongen door <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>ncrisis endiscussies over <strong>de</strong> houdbaarheid van <strong>de</strong> eurozone. Be<strong>de</strong>nk<strong>in</strong>gen bij aanbested<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> het openbaar vervoer zijn naar <strong>de</strong> achtergrond geplaatst door zorgen overeen mogelijk nieuwe bankencrisis. Grote <strong>in</strong>ternationale problemen strij<strong>de</strong>n omvoorrang. Dat wil echter niet zeggen dat <strong>de</strong> problemen rond marktwerk<strong>in</strong>g die <strong>in</strong>het verle<strong>de</strong>n meer aandacht kregen, verdwenen zijn. Zoals <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële crisis van2007/2008 liet zien, zijn vragen over <strong>de</strong> eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van bedrijvenen <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overheid om toezicht te hou<strong>de</strong>n nog steedsuiterst relevant. Dat geldt echter ook voor an<strong>de</strong>re sectoren. En niet alleen <strong>in</strong>ternationaal,maar ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> nationale staat doen zich onverm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd vragen voorover <strong>de</strong> rol die markten kunnen spelen, en over hun verhoud<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> overheid.In dit rapport is betoogd dat <strong>de</strong>ze vragen het smalle ka<strong>de</strong>r van het staan<strong>de</strong> marktwerk<strong>in</strong>gsbeleidoverstijgen. Het zijn kwesties van maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g, diebetrekk<strong>in</strong>g hebben op <strong>de</strong> vraag hoe he<strong>de</strong>ndaagse markten maatschappelijk kunnenwor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebed. Dat daarbij over <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> overheid evenzeer gesproken moetwor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> termen van wat zij nog kan doen <strong>in</strong> plaats van wat zij moet doen, betekentniet dat haar positie gemarg<strong>in</strong>aliseerd is. De uitdag<strong>in</strong>g van het maatschappelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g bestaat eruit <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijk-


<strong>de</strong> opdracht voor <strong>de</strong> overheid; conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen181he<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> publieke zaak opnieuw <strong>in</strong> te vullen. Dat kan door <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong>overheid te herijken, door <strong>de</strong> betrokkenheid van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g te vergroten, enzeker ook door <strong>de</strong> maatschappelijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van bedrijven ver<strong>de</strong>r teversterken.Of <strong>de</strong> overheid daarmee kle<strong>in</strong>er of groter wordt, valt niet <strong>in</strong> algemene z<strong>in</strong> te beantwoor<strong>de</strong>n.Dui<strong>de</strong>lijk is <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval dat <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> relatie tussen markten,overhe<strong>de</strong>n en samenlev<strong>in</strong>g om meer pluralisme vraagt dan het aanvankelijkemarktwerk<strong>in</strong>gsbeleid liet zien. Het dw<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>, door <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g-Thatcher uitgedragenmotto ‘there is no alternative’ leid<strong>de</strong> maar al te vaak tot een politiek van<strong>de</strong> voldongen feiten waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> problemen van markten steevast‘meer markt’ luid<strong>de</strong>. Er zijn wel <strong>de</strong>gelijk alternatieven. Die vereisen echter eenbre<strong>de</strong>re visie op maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g en dus op <strong>de</strong> rollen van overheid,marktpartijen en samenlev<strong>in</strong>g bij het behartigen van <strong>zaken</strong> van publiek belang.De uitdag<strong>in</strong>g waar <strong>de</strong> overheid voor staat is om verstandig met haar beperk<strong>in</strong>genom te gaan en van <strong>de</strong> nood een <strong>de</strong>ugd te maken. De reguleren<strong>de</strong> staat weet zichomr<strong>in</strong>gd door talloze bestuurlijke arrangementen waar<strong>in</strong> met wisselend succesgezocht wordt naar manieren om met zowel <strong>de</strong> dynamiek van markten als hetdynamische karakter van publieke belangen om te gaan. Het signaleren, articuleren,afwegen en behartigen van die belangen is on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van een proces waar<strong>in</strong><strong>de</strong> overheid uiteenlopen<strong>de</strong> rollen speelt. Daarnaast hebben bedrijven, burgers/consumenten en maatschappelijke organisaties hun eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nte nemen. Zij dienen zich actief bezig te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> vraag welke <strong>zaken</strong> vanpubliek belang zich aandienen en welke rol zij hebben te spelen bij het behartigendaarvan. Als <strong>de</strong> overheid om politieke re<strong>de</strong>nen of noodgedwongen terugtreedt,zal zij niet alleen ruimte moeten maken voor <strong>de</strong> markt, maar ook voor <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g.Maar dat terugtre<strong>de</strong>n dient wel geor<strong>de</strong>nd plaats te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Die or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gmogelijk maken, dat is <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> overheid.Het werk van met name Ostrom maar ook van vele an<strong>de</strong>re empirisch gerichteeconomen laat zien dat succesvolle or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvormen ook buiten <strong>de</strong> overheid omgezocht en gevon<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n. Haar werk biedt <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> eisen die aanzulke vormen van betrokkenheid van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g gesteld moeten wor<strong>de</strong>n en<strong>in</strong> <strong>de</strong> problemen die zich daarbij voor kunnen doen. Daar<strong>in</strong> schuilt ook <strong>de</strong>opdracht voor <strong>de</strong> overheid. Zij zal <strong>de</strong> betrokkenheid van an<strong>de</strong>re maatschappelijkepartijen moeten bevor<strong>de</strong>ren en zo nodig afdw<strong>in</strong>gen. <strong>Publieke</strong> <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> een marktsamenlev<strong>in</strong>gbehartigen houdt, zo heeft dit rapport betoogd, niet alleen <strong>in</strong> dat <strong>de</strong>verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> overheid voor <strong>de</strong> maatschappelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g vanmarkten centraal staat; het geeft aan dat <strong>zaken</strong> van publiek belang aandacht nodighebben, ook als <strong>de</strong> overheid daar<strong>in</strong> zelf niet kan voorzien en marktpartijen of <strong>de</strong>samenlev<strong>in</strong>g daarvoor verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n moeten nemen.


183literatuurlijstAalbers, M., E. Engelen en A. Glasmacher (2011) Securitization <strong>in</strong> the Netherlands. Shapedby (and shap<strong>in</strong>g) regulation, wrr web-publicatie nr. 55, document beschikbaarop: www.wrr.nl.Aar<strong>de</strong>n, E., Y. Bartholomée, A. Meershoek, I. Van Hoyweghen en K. Horstman (2011) Deprijs van heupen en knieën: Vermarkt<strong>in</strong>g van behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gezondheidszorg,wrr-webpublicatie nr. 52, document beschikbaar op: www.wrr.nl.Ab<strong>de</strong>lal, R. en J. Ruggie (2009) ‘The pr<strong>in</strong>ciples of embed<strong>de</strong>d liberalism: Social legitimacyand global capitalism’, blz. 151-162 <strong>in</strong> D. Moss en J. Cistern<strong>in</strong>o (red.) New perspectiveson regulation, Cambridge, Mass.: The Tob<strong>in</strong> Project.Abvakabo fnv (2011) Zwartboek. Onverantwoor<strong>de</strong> zorg, Zoetermeer: Abvakabo.Acemoglu, D. en M.O. Jackson (2011) History, expectations, and lea<strong>de</strong>rship <strong>in</strong> the evolutionof cooperation, nber Work<strong>in</strong>g paper 17066, document beschikbaar op: www.nber.org/papers/w17066.Aghion, Ph., N. Bloom, R. Blun<strong>de</strong>ll, R. Griffith en P. Howitt (2005) ‘Competition and<strong>in</strong>novation: An <strong>in</strong>verted-U relationship’, Quarterly Journal of Economics, 120 (2):701-728.Akerlof, G.A. (1970) ‘The market for ‘lemons’: Quality uncerta<strong>in</strong>ty and the market mechanism’,Quarterly Journal of Economics, 83 (3): 488-500.Alchian, A.A. (1950) ‘Uncerta<strong>in</strong>ty, evolution and economic theory’, Journal of PoliticalEconomy, 58 (3): 211-221.Algemene Rekenkamer (2009) Het systeem van toezicht op <strong>de</strong> stabiliteit van f<strong>in</strong>anciëlemarkten; Verkenn<strong>in</strong>g, Twee<strong>de</strong> Kamer, Verga<strong>de</strong>rjaar 2009-2010, 32 255, nrs. 1-2, DenHaag: Sdu Uitgevers.Amendola, M. en J.-L. Gaffard (2007) The market way to riches: Beh<strong>in</strong>d the myth, Cheltenham:Edward Elgar.Arrow, K.J. en G. Debreu (1954) ‘The existence of an equilibrium for a competitiveeconomy’, Econometrica, 22 (3): 265-290.Arrow, K.J. en F.H. Hahn (1971) General competitive analysis, San Francisco: Hol<strong>de</strong>n-Day.Asaftei, G., S.C. Kumbhakarb en D. Mantescu (2008) ‘Ownership, bus<strong>in</strong>ess envi ronmentand productivity change’, Journal of Comparative Economics, 36 (3): 498-509.Aspers, P. (2009) How are markets ma<strong>de</strong>?, Max Planck Institute for the Study of SocietiesWork<strong>in</strong>g Paper, 09/2, document beschikbaar op: www.mpi-fg-koeln.mpg.<strong>de</strong>/pu/workpap/wp09-2.pdf.Asselt, M.B.A. van, A. Faas, F. van <strong>de</strong>r Molen en S.A. Veenman (2010) Uit zicht: Toekomstverkennenmet beleid, wrr-verkenn<strong>in</strong>g nr. 24, Amsterdam: Amsterdam UniversityPress.Audretsch, D.B. en A.R. Thurik (2001) ‘What’s new about the new economy? Sources ofgrowth <strong>in</strong> the managed and entrepreneurial economies’, Industrial and CorporateChange, 10 (1): 267-315.


184 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gBaarsma, B. (2010) ‘Moeilijke marktwerk<strong>in</strong>g en meedogenloze me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g: Een welvaartseconomisch perspectief’, tpedigitaal, 4 (1): 147-176.Baarsma, B. (2011) ‘Heel Ne<strong>de</strong>rland moet bloe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>elbelang tnt-postbezorgers’, MeJudice, 29 maart 2011.Baarsma, B. en F. Felsö (2006) ‘Een economische blik op het procesmonopolie van <strong>de</strong> advocatuur’,Economisch Statistische Berichten, 91 (4481): 107-109.Baarsma, B. en J. Theeuwes (2008) ‘Er is nooit gezegd dat het geen pijn zou doen: Marktwerk<strong>in</strong>g– Economen Barbara Baarsma en Jules Theeuwes over het voor<strong>de</strong>el vanmarktwerk<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> consument’, nrc Han<strong>de</strong>lsblad, 8 maart.Baarsma, B. en J. Theeuwes (2009) ‘Publiek belang en marktwerk<strong>in</strong>g: Argumenten vooreen welvaartseconomische aanpak’, blz. 23-86 <strong>in</strong> E. van Damme en M.P. Sch<strong>in</strong>kel(red.) Marktwerk<strong>in</strong>g en publieke belangen, Preadviezen Kon<strong>in</strong>klijke Verenig<strong>in</strong>gvoor <strong>de</strong> Staathuishoudkun<strong>de</strong>, Amsterdam: Kon<strong>in</strong>klijke Verenig<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> Staathuishoudkun<strong>de</strong>.Baldw<strong>in</strong>, R. (2006) Globalization: The great unbundl<strong>in</strong>g(s), Contribution to the project‘Globalization Challenges for Europe and F<strong>in</strong>land’, organised by the Secretariat ofthe Economic Council of F<strong>in</strong>land, document beschikbaar op: http://appli8.hec.fr/map/files/globalisationthegreatunbundl<strong>in</strong>g(s).pdf.Balleisen, E.J en M. Eisner (2009) ‘The promise and pitfalls of co-regulation: How governmentscan draw on private governance for public purpose’, blz. 127-150 <strong>in</strong> D. Mossen J. Cistern<strong>in</strong>o (red.) New perspectives on regulation, Cambridge, Mass.: TheTob<strong>in</strong> Project.Bartel, A.P. en A.E. Harrison (2005) ‘Ownership versus environment: Disentan gl<strong>in</strong>g thesources of public-sector <strong>in</strong>efficiency’, Review of Economics and Statistics, 87 (1):135-147.Baumol, W.J. (1990) ‘Entrepreneurship: Productive, unproductive and <strong>de</strong>structive’, Journalof Political Economy, 98 (5): 893-921.Beck, U. (1997) The re<strong>in</strong>vention of politics. Reth<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g mo<strong>de</strong>rnity <strong>in</strong> the global social or<strong>de</strong>r,Cambridge: Polity Press.Beek, K. van (1998) De on<strong>de</strong>rnemen<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g: Een verkenn<strong>in</strong>g van maatschappelijkeveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen en implicaties voor beleid, wrr-voorstudies nr. 104, Den Haag: SduUitgevers.Bijl, P. <strong>de</strong> (2009) ‘Liberaliser<strong>in</strong>g <strong>in</strong> telecom: Missie geslaagd, operatie afgerond?’, blz. 117-146 <strong>in</strong> E. van Damme en M. P. Sch<strong>in</strong>kel (red.) Marktwerk<strong>in</strong>g en publieke belangen.Preadviezen Kon<strong>in</strong>klijke Verenig<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> Staathuishoudkun<strong>de</strong>, Amsterdam:Kon<strong>in</strong>klijke Verenig<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> Staathuishoudkun<strong>de</strong>.Blond, P. (2010) Red Tory. How left and right broke Brita<strong>in</strong> and how we can fix it, London:Faber & Faber.Blowfield, M. (2005) ‘Corporate social responsibility – The fail<strong>in</strong>g discipl<strong>in</strong>e andwhy it matters for <strong>in</strong>ternational relations’, International Relations, 19 (2):173-191.Blyth, M. (2002) Great transformations: Economic i<strong>de</strong>as and <strong>in</strong>stitutional change <strong>in</strong> thetwentieth century, Cambridge: Cambridge University Press.


literatuurlijst185Boom, W.H. van, en J.G.J. R<strong>in</strong>kes (2006) ‘Toezicht op consumentenrecht en <strong>de</strong> komst van<strong>de</strong> Consumentenautoriteit’, Tijdschrift voor Consumentenrecht en Han<strong>de</strong>lspraktijken,5: 135-138.Boot, A.W.A. (2006) ‘Private equity: Actie nodig?’, Economisch Statistische Berichten, 91(4500s): 69-74.Boot, A.W.A. (2009) De ontwortel<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g. On<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen overgeleverd aanf<strong>in</strong>anciers?, Assen: Van Gorcum.Boot, A.W.A. en H. Garretsen (2010) ‘Meer Machiavelli goed voor Ne<strong>de</strong>rland; Het nieuwem<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken heeft <strong>de</strong> juiste man aan het hoofd’, nrc Han<strong>de</strong>lsblad,8 november.Boot, A.W.A. en K. Cools (2007) ‘Private equity en activistische aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs: Bestuuron<strong>de</strong>r vuur’, <strong>in</strong> S.C.W. Eijf<strong>in</strong>ger en C.G. Koedijk (red.) (2007) Private equity enaan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rsactivisme. Preadviezen Kon<strong>in</strong>klijke Verenig<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> Staathuishoudkun<strong>de</strong>,Amsterdam: Kon<strong>in</strong>klijke Verenig<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> Staathuishoudkun<strong>de</strong>.Bos, W. (2010) ‘De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> weg voorbij. 21 e Den Uyl Lez<strong>in</strong>g’, document beschikbaar op:http://nu.pvda.nl/b<strong>in</strong>aries/content/assets/documenten/De+Der<strong>de</strong>+Weg+Voorbij.pdf.Bouckaert, G., B.G. Peters en K. Verhoest (2010) The coord<strong>in</strong>ation of public sector organisazations.Shift<strong>in</strong>g patterns of public management, Bas<strong>in</strong>gstroke: Palgrave.Bovens, M., W. Derksen, W. Witteveen, F. Becker en P. Kalma (1995) De verplaats<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> politiek: Een agenda voor <strong>de</strong>mocratische vernieuw<strong>in</strong>g, Amsterdam: WiardiBeckman Sticht<strong>in</strong>g.Bowles, S. en H. G<strong>in</strong>tis (2011) Cooperative species: Human reciprocity and its evolution,Pr<strong>in</strong>ceton: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.Braithwaite, J. (2000) ‘The new regulatory state and the transformation of crim<strong>in</strong>ology’,British Journal of Crim<strong>in</strong>ology, 40 (2): 222-238.Braithwaite, J. (2008) Regulatory capitalism. How it works, i<strong>de</strong>as for mak<strong>in</strong>g it work better,Cheltenham, uk: Edward Elgar.Br<strong>in</strong>khorst, L.J. (2005) ‘Sterke markt, sterke overheid’, Economisch Statistische Berichten,90 (4464): D1.Bruijn, H. <strong>de</strong>, E. ten Heuvelhof en M. van Twist (2004) ‘Calculeren voorbij <strong>de</strong> calculus.I<strong>de</strong>ntificatie van publieke belangen <strong>in</strong> het politiek-bestuurlijke <strong>de</strong>bat’, blz. 1-14 <strong>in</strong>Kenniscentrum voor Or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken, Essays over <strong>de</strong> Calculus van hetpublieke belang, Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken.Buiter, W.H. (2008) ‘Lessons from the global credit crisis for social <strong>de</strong>mocrats. Backgroundpaper for the Dr. J.M. Den Uyl Lez<strong>in</strong>g 2008’, document beschikbaar op: www.nber.org/~wbuiter/uyl.pdf.Busch, L. (2000) ‘The moral economy of gra<strong>de</strong>s and standards’, Journal of Rural Studies, 16:273-283.Butter, F.A.G. <strong>de</strong>n (2010) ‘Solidariteit als te borgen publiek belang’, Economisch StatistischeBerichten, 95 (4590): 472-475.Butter, F.A.G. <strong>de</strong>n (2011) ‘Marktwerk<strong>in</strong>g en het “wat” en “hoe” van het publiek belang’,Tijdschrift voor Openbare F<strong>in</strong>anciën, 43 (2): 78-92.


186 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gCab<strong>in</strong>et Office (2010) Build<strong>in</strong>g the Big Society, document beschikbaar op: www.cab<strong>in</strong>etoffice.gov.uk/sites/<strong>de</strong>fault/files/resources/build<strong>in</strong>g-big-society_0.pdf.cae en sbge (2010) Évaluer la performance économique, le bien-être et la soutenabilité –Rapport du Conseil d’analyse économique et du Conseil allemand <strong>de</strong>s experts enéconomie, Conseil <strong>de</strong>s m<strong>in</strong>istres franco-allemand, Fribourg en Brisgau, 10 décembre2010.Cahlsen, A. (2011) ‘Nieuw f<strong>in</strong>ancieel toezicht <strong>in</strong> eu van start. An<strong>de</strong>re structuur moet euwapenen tegen nieuwe crises, maar centrale bankiers zijn wel erg sterk vertegenwoordigd’,Het F<strong>in</strong>ancieele Dagblad, 4 januari.Campbell, J.L. (2007) ‘Why would corporations behave <strong>in</strong> socially responsible ways? An<strong>in</strong>stitutional theory of corporate social responsibility’, Aca<strong>de</strong>my of ManagementReview, 32 (3): 946-967.Caparoso, J. en S. Tarrow (2009) ‘Polanyi <strong>in</strong> Brussels: Supranational <strong>in</strong>stitutions and thetransnational embedd<strong>in</strong>g of markets’, International Organization, 63 (4): 593-620.Cassidy, J. (2009) How markets fail. The logic of economic calamities, New York: Farrar,Straus and Giroux.Cats, R. en J. Pietersma (2011) ‘Het gemeenteapparaat kan een stuk kle<strong>in</strong>er’, Het F<strong>in</strong>ancieeleDagblad, 10 januari.Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek (2010) Internationalisation monitor 2010, Den Haag:cbs.Chang, H.J. (2010a) ‘uk needs a selective <strong>in</strong>dustrial policy’, The Guardian, 3 May.Chang, H.J. (2010b) 23 th<strong>in</strong>gs they don’t tell you about capitalism, London: Pengu<strong>in</strong> Books.Coase, R.H. (1974) ‘The lighthouse <strong>in</strong> economics’, Journal of Law and Economics, 17 (2):357-376.Cohen, J. en C.F. Sabel (2005) ‘Global <strong>de</strong>mocracy?’, nyu Journal of International Law andPolitics, 37 (4): 763-797.Cox, M., G. Arnold, en S. Villamayor Tomas (2010) ‘A review of <strong>de</strong>sign pr<strong>in</strong>ciples forcommunity-based natural resource management’, Ecology and Society, 15 (4): 38.Cramton, P. (2010) Market <strong>de</strong>sign: Harness<strong>in</strong>g market methods to improve resource allocation,White Paper, University of Maryland, document beschikbaar op: www.cramton.umd.edu/papers2010-2014/cramton-market-<strong>de</strong>sign.pdf.Crane, A., A. McWilliams, D. Matten, J. Moon en D. Siegel (2008) ‘The corporate socialresponsibility agenda’, blz. 3-18 <strong>in</strong> A. Crane et al. (red.) The Oxford handbook ofcorporate social responsibility, Oxford: Oxford University Press.Daal<strong>de</strong>r, H. (1989) Ancient and mo<strong>de</strong>rn pluralism <strong>in</strong> the Netherlands, Work<strong>in</strong>g Paper Series22, Cambridge, Mass.: Center for European Studies, Harvard University.Dal Bo, E. (2006) ‘Regulatory capture: A review’, Oxford Review of Economic Policy, 22 (2):203-225.Damme, E. van (2001) ‘Marktwerk<strong>in</strong>g vereist maatwerk’, Maandschrift Economie, 65 (3):185-207.Damme, E. van (2006) ‘Pragmatic Privatisation: The Netherlands, 1982-2002’, blz. 289-338<strong>in</strong> M. Köthenbürger, H.-W. S<strong>in</strong>n en J. Whalley (red.) Privatisation experiences <strong>in</strong>the European Union, Cambridge, Mass.: The mit Press.


literatuurlijst187Damme, E. van (2007) ‘Concurrentiebeleid en consumentenbeleid’, Economisch StatistischeBerichten, 92 (4508): 37-42.Damme, E. van en M.P. Sch<strong>in</strong>kel (2009) ‘Marktwerk<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> borg<strong>in</strong>g van publieke belangen’,blz. 1-22 <strong>in</strong> E. van Damme en M. P. Sch<strong>in</strong>kel (red.) Marktwerk<strong>in</strong>g en <strong>Publieke</strong>Belangen. Kon<strong>in</strong>klijke Verenig<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> Staathuishoudkun<strong>de</strong> Preadviezen 2009,Amsterdam: Kon<strong>in</strong>klijke Verenig<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> Staathuishoudkun<strong>de</strong>.De Ne<strong>de</strong>rlandsche Bank (2005) ‘M<strong>in</strong><strong>de</strong>r welvaartsgroei <strong>in</strong> <strong>de</strong> diensteneconomie’, dnbKwartaalbericht, september 2005.De Ne<strong>de</strong>rlandsche Bank (2010) In het spoor van <strong>de</strong> crisis. Achtergron<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciëlecrisis, Amsterdam: dnb.De<strong>de</strong>urwaer<strong>de</strong>re, T. (2010) ‘Self-governance and <strong>in</strong>ternational regulation of the globalmicrobial commons. Introduction to the special issue on the microbial commons’,International Journal of the Commons, 4 (1): 390-403.Dekker, P. et al. (red.) (2009) Strategisch Europa. Europese verkenn<strong>in</strong>g 7; <strong>de</strong>el B3, DenHaag: scp/cpb.Dewey, J. (1927) The public and its problems, Athens: Swallow Press – Ohio UniversityPress.Dicken, P. (2007) Global shift. Mapp<strong>in</strong>g the chang<strong>in</strong>g contours of the world economy. 5 thedition, London: sage Publications ltd.Dijstelbloem, H., P. <strong>de</strong>n Hoed, J.W. Holtslag en S. Schouten (red.) (2010) Het gezicht van <strong>de</strong>publieke zaak. Openbaar bestuur on<strong>de</strong>r ogen, Amsterdam: Amsterdam UniversityPress.Disney, R., J. Haskel en Y. He<strong>de</strong>n (2003) ‘Restructur<strong>in</strong>g and productivity growth <strong>in</strong> ukmanufactur<strong>in</strong>g’, Economic Journal, 113 (489): 666-694.Dix, G. (2011) Procedures en problemen op <strong>de</strong> markt voor re-<strong>in</strong>tegratiedienstverlen<strong>in</strong>g, wrrwebpublicatienr. 54, document beschikbaar op: www.wrr.nl.Donk, W. van <strong>de</strong> (2008) ‘Enkele gedachten bij het thema van dit Christelijk SociaalCongres’, <strong>in</strong> W. Eikelboom (red.) Solidariteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> global village, Doorn: Sticht<strong>in</strong>gChristelijk-Sociaal Congres, blz. 39-50.Douven, R. (2009) Ex-postcorrectiemechanismen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Zorgverzeker<strong>in</strong>gswet. Hoe nuver<strong>de</strong>r?, cpb-document nr. 212, Den Haag: cpb.Dreyer, M., O. Renn, A. Ely, E. Vos en F. Wendler (2007) A general framework for theprecautionary and <strong>in</strong>clusive governance of food safety – Account<strong>in</strong>g for risks, uncerta<strong>in</strong>tiesand ambiguities <strong>in</strong> the assessment and management of food safety threats,Stuttgart: Dialogik.Drijber, B.J. (2011) ‘The role of economics and economists <strong>in</strong> the Court’, <strong>in</strong> H. Don, J. <strong>de</strong>Keijzer, E. Lamboo, M. van Oers en J. van S<strong>in</strong><strong>de</strong>ren (red.) The art of supervision.Liber amicorum Pieter Kalbfleisch, Rotterdam: Editor Ronald Kouwenhoven.Eaton, S.C. (2003) ‘If you can use them: Flexibility policies, organizational commitment,and perceived performance’, Industrial Relations: A Journal of Economy andSociety, 42 (2): 145-167.Egan, M. (2007) ‘The S<strong>in</strong>gle Market’, blz. 253-270 <strong>in</strong> M. C<strong>in</strong>i (red.) European Union politics.Second edition, Oxford: Oxford University Press.


188 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gEichengreen, B. (2008) The European economy s<strong>in</strong>ce 1945. Coord<strong>in</strong>ated capitalism andbeyond, Pr<strong>in</strong>ceton/Oxford: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.Eijsbouts, A.J.A.J., F.G.H. Kristen, J.M. <strong>de</strong> Jongh, A.J.P. Schild en L. Timmerman (2010)‘Maatschappelijk (verantwoord) on<strong>de</strong>rnemen: naast, <strong>in</strong> of met recht?’, <strong>in</strong> A.J.A.J.Eijsbouts et al. (red.) Preadviezen 2010 Ne<strong>de</strong>rlandse Juristen Verenig<strong>in</strong>g, Den Haag:Kluwer.eim (2011) Trendstudie mkb en on<strong>de</strong>rnemerschap. Ontwikkel<strong>in</strong>gen, vooruitblik en beleidssignalen,Zoetermeer: eim.Engelen, E. (2000) Economisch burgerschap <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g. Een oefen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> concreetutopisme, Amsterdam: Thela Thesis.Ernst & Young (2011) W<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> a polycentric world. Globalization and the chang<strong>in</strong>g worldof bus<strong>in</strong>ess, New York: Ernst & Young.Etzioni, A. (2009) ‘The capture theory of regulations – revisited’, Society, 46 (4):319-323.European Commission (2006) Implement<strong>in</strong>g the partnership for growth and jobs: Mak<strong>in</strong>gEurope a pole of excellence on corporate social responsibility, Brussels: EuropeanCommission.Ewijk, C. van en C. Teul<strong>in</strong>gs (2009) De grote recessie: het Centraal Planbureau over <strong>de</strong>kredietcrisis, Amsterdam: Uitgeverij Balans.Fernán<strong>de</strong>z-Kranz, D. en J. Santaló (2010) ‘When necessity becomes a virtue: the effect ofproduct market competition on corporate social responsibility’, Journal of Economics& Management Strategy, 19 (2): 453-487.F<strong>in</strong>ancial Services Authority (2009) The Turner Review – A regulatory response to the globalbank<strong>in</strong>g crisis, London: F<strong>in</strong>ancial Services Authority.Flecker, J. en C. Hermann (2009) ‘How companies react to the liberalisation and privatisationof public services’, pique Policy Paper 4, document beschikbaar op: www.pique.at/reports/pubs/pique_pp4.pdf.fnv (2007) Marktwerk<strong>in</strong>g? Time-out!, document beschikbaar op:www.europa<strong>de</strong>centraal.nl/documents/dossiers/Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g/notitiefnvmarktwerk<strong>in</strong>gtimeout.pdf.Fombrun, C.J. en V. R<strong>in</strong>dova (2000) ‘The road to transparency: Reputation managementat royal Dutch/Shell’, blz. 77-96 <strong>in</strong> M. Schultz, M.J. Hatch en M.H. Larsen (red.)The expressive organization: L<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g i<strong>de</strong>ntity, reputation, and the corporate brand,Oxford: Oxford University Press.Frey, B.S. (1997) ‘A Constitution for Knaves Crowds out Civic Virtues’, Economic Journal,107 (433): 1043-1053.Frey, B.S. (2008) Happ<strong>in</strong>ess: A Revolution <strong>in</strong> Economics. Cambridge, Mass.: mit Press.Frey, B.S. en R. Jegen (2000) ‘Motivation crowd<strong>in</strong>g theory’, Journal of Economic Surveys, 15(5): 589-611.Fukuyama, F. (1992) The end of history and the last man, New York: Avon Books.Fukuyama, F. (2004) State-build<strong>in</strong>g: Governance and world or<strong>de</strong>r <strong>in</strong> the 21st century, Ithaca,New York: Cornell University Press.Galbraith, J.K (1967) The new <strong>in</strong>dustrial state, London: Hamish Hamilton.


literatuurlijst189Gallie, W.B. (1956) ‘Essentially contested concepts’, Proceed<strong>in</strong>gs of the Aristotelian Society,56: 167-197.Gereffi, G. (1999) ‘International tra<strong>de</strong> and <strong>in</strong>dustrial upgrad<strong>in</strong>g <strong>in</strong> the apparel commoditycha<strong>in</strong>’, Journal of International Economics, 48 (1): 37-70.Gertner, J. (2010) ‘The rise and fall of the g.d.p.’, The New York Times, 13 mei 2010.Giesen, I. (2007) ‘Alternatieve regelgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> privaatrechtelijke verhoud<strong>in</strong>gen’, blz. 67-168<strong>in</strong> W.J. Witteveen, I. Giesen en J.L. <strong>de</strong> Wijkerslooth (red.) Alternatieveregelgev<strong>in</strong>g, Preadviezen van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Juristen Verenig<strong>in</strong>g, Deventer:Kluwer.Goodhart, C. (2010) ‘How should we regulate the f<strong>in</strong>ancial sector?’, blz. 165-186 <strong>in</strong> A.Turner et al. (red.) The future of f<strong>in</strong>ance: The lse report, London: London School ofEconomics.Griffith, R. (2001) Product market competition, efficiency and agency costs: An empiricalanalysis. The Institute for Fiscal Studies work<strong>in</strong>g paper WP01/12, London: TheInstitute for Fiscal Studies.Gunsteren, H.R. van (1992) Eigentijds burgerschap. wrr-publicatie, Den Haag: Sdu Uitgevers.Gunsteren, H.R. van (1998) A theory of citizenship: Organiz<strong>in</strong>g plurality <strong>in</strong> contemporary<strong>de</strong>mocracies, Boul<strong>de</strong>r, co: Westview.Haffner, R.C.G. en P.A.G. van Bergeijk (1997) ‘Marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland: Diagnose enconsequenties’, Maandschrift Economie, 61: 308-327.Hall, P.A. en D. Soskice (red.) (2001) Varieties of capitalism. The <strong>in</strong>stitutional foundations ofcomparative advantage, Oxford: Oxford University Press.Hard<strong>in</strong>, G. (1968) ‘The tragedy of the commons’, Science, 162: 1243-1248.Hard<strong>in</strong>, G. (1978) ‘Political requirements for preserv<strong>in</strong>g our common heritage’, <strong>in</strong> H.P.Bokaw (red.) Wildlife and America, Wash<strong>in</strong>gton, dc: Council on EnvironmentalQuality.Heijne, S. (2011) ‘Schoonmakers zijn tekortgedaan, zegt <strong>de</strong> ns een jaar na <strong>de</strong> stak<strong>in</strong>g’, <strong>de</strong>Volkskrant, 18 maart.Hemerijck, A., B. Knapen en E. van Doorne (red.) (2009) Aftershocks. Economic crisis and<strong>in</strong>stitutional choice, Amsterdam: Amsterdam University Press.Hendriks, C. (2010) The story beh<strong>in</strong>d the Dutch mo<strong>de</strong>l. Consensual politics of wage restra<strong>in</strong>t,Oisterwijk: Uitgeverij boxPress.Hess, C. en E. Ostrom (2007) Un<strong>de</strong>rstand<strong>in</strong>g knowledge as a commons: From theory to practice,Cambridge, Mass.: mit Press.High Level Group on F<strong>in</strong>ancial Supervision <strong>in</strong> the eu (2009) The <strong>de</strong> Larosière report, Brussels:European Commission.Hirschman, A.O. (1970) Exit, voice and loyalty – Responses to <strong>de</strong>cl<strong>in</strong>e <strong>in</strong> firms, organizationsand states, Cambridge, Mass.: Harvard University Press.Hirschman, A.O. (1977) The passions and the <strong>in</strong>terests – Political arguments for capitalismbefore its triumph, Pr<strong>in</strong>ceton nj: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.Hoed, P. <strong>de</strong>n en S. Schouten (2010) ‘De publieke zaak wil publiek wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld’: eenblik op <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het openbaar bestuur <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland s<strong>in</strong>ds 1848’, blz.


190 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>g55-104 <strong>in</strong> H. Dijstelbloem, P. <strong>de</strong>n Hoed, J.W. Holtslag en S. Schouten (red.) Hetgezicht van <strong>de</strong> publieke zaak. Openbaar bestuur on<strong>de</strong>r ogen, Amsterdam: AmsterdamUniversity Press.Holl<strong>in</strong>gsworth, J.R., C.P. Schmitter en W. Streeck (1994) Govern<strong>in</strong>g capitalist economies,New York/Oxford: Oxford University Press.Hooft van Huysduynen, M. en J. Piersma (2011) ‘Vrees voor piek <strong>in</strong> zorgpremie’, Het F<strong>in</strong>ancieeleDagblad, 22 maart.Hutter, B. (2006) The role of non-state actors <strong>in</strong> regulation, carr work<strong>in</strong>g paper 37,document beschikbaar op: wwww.lse.ac.uk/collections/carr/pdf/dps/Disspaper37.pdf.In<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>nt Commission on Bank<strong>in</strong>g (2011) F<strong>in</strong>al report. Recommendations, London:In<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>nt Commission on Bank<strong>in</strong>g.International Organization for Standardization (2010) iso 26000. Guidance on socialresponsibility. Geneva: iso.Jabko, N. (2006) Play<strong>in</strong>g the market: A political strategy for unit<strong>in</strong>g Europe, 1985-2005,Ithaca, New York: Cornell University Press.Jahdi, K.S. en G. Acikdilli (2009) ‘Market<strong>in</strong>g communications and corporate social responsibility(csr): Marriage of convenience or shotgun wedd<strong>in</strong>g?’, Journal of Bus<strong>in</strong>essEthics, 88 (1): 103-113.Jenk<strong>in</strong>s, R. (2005) ‘Globalization, corporate social responsibility and poverty’, InternationalAffairs, 81 (3): 525-540.Jong, A. <strong>de</strong>, P.J.G. Roosenboom, M.J.C.M. Verbeek en P. Verwijmeren (2007) Hedgefondsenen private equity <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland, Maastricht: Universiteit Maastricht.Jordana, J. en D. Levi-Faur (red.) (2004) The politics of regulation. Institutions and regulatoryreforms for the age of governance, Cheltenham: Edward Elgar Publish<strong>in</strong>g.Joskow, P.L. (2005) ‘Regulation and <strong>de</strong>regulation after 25 years: Lessons learned for research<strong>in</strong> <strong>in</strong>dustrial organization’, Review <strong>in</strong> Industrial Organization, 26 (2): 169-193.Kalbfleisch, P. (2007) ‘The assessment of <strong>in</strong>terests <strong>in</strong> competition law: A balanc<strong>in</strong>g act’, <strong>in</strong>M. Monti, N. von und zu Lichtenste<strong>in</strong>, B. Vesterdorf, J. Westbrook en L. Wildhaber(red.) Economic law and justice <strong>in</strong> time of globalization. Festschrift for CarlBau<strong>de</strong>nbacher, Ba<strong>de</strong>n-Ba<strong>de</strong>n: Nomos Verlagsgesellschaft.Kalbfleisch, P. (2008) ‘Tien jaar Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswet: van ‘‘Paradise Lost’’ naar ‘‘Met RechtMarkt’’’, blz. 17-28 <strong>in</strong> P. Kalbfleisch et al. (red.) Trust en antitrust. Beschouw<strong>in</strong>genover 10 jaar Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gswet en 10 jaar nma, Den Haag: nma.Kaletsky, A. (2010) Capitalism 4.0. The birth of a new economy <strong>in</strong> the aftermath of crisis,New York: PublicAffairs.Kalles, B. van (2010) ‘Marktwerk<strong>in</strong>g moet wor<strong>de</strong>n ontdaan van emoties en politiek opportunisme’,Het F<strong>in</strong>ancieele Dagblad, 18 februari.Karlsson, P.-O., G.L. Neilson en J.C. Webster (2008) ‘ceo succession 2007: The performanceparadox’, Strategy & Bus<strong>in</strong>ess, 51 (Summer): 76-89.Kay, J. (2003) The truth about markets. Why some nations are rich and most rema<strong>in</strong> poor,London: Allen Lane.Kay, J. (2010) ‘The future of markets’, Economic Affairs, 30 (1): 38-42.


literatuurlijst191Kerste, M. en L. Kok (2010) W<strong>in</strong>st <strong>in</strong> <strong>de</strong> eigendomsstructuur. Eigendom, w<strong>in</strong>stbestemm<strong>in</strong>g enzeggenschap b<strong>in</strong>nen ziekenhuizen, seo-rapport nr. 2010-11, Amsterdam: seo.K<strong>in</strong>gsbury, B., N. Krisch en R.B. Stewart (2005) The emergence of global adm<strong>in</strong>istrative law,New York University Public Law and Legal Theory Work<strong>in</strong>g Paper no. 17, documentbeschikbaar op: http://lsr.nellco.org/nyu_plltwp/17.Kolk, A. (2003) Het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van maatschappelijk verantwoord on<strong>de</strong>rnemen, of het beg<strong>in</strong>?,Amsterdam: Vossiuspers uva.Kolk, A. (2004) ‘mvo vanuit bedrijfskundig en beleidsmatig perspectief’, Tijdschrift voorManagement en Organisatie, 4/5 (juli/oktober): 112-126.Kon<strong>in</strong>klijke Ne<strong>de</strong>rlandse Aca<strong>de</strong>mie van Wetenschappen (2011) Kwetsbaarheid en veerkrachtvan maatschappelijke systemen, Amsterdam: knaw.Kösters, L. en R. Dekker (2010) ‘Meer zelfstandigen zon<strong>de</strong>r personeel’, Sociaal Bestek, 6: 26.Krugman, P. (1996) ‘Mak<strong>in</strong>g sense of the competitiveness <strong>de</strong>bate’, Oxford Review of EconomicPolicy, 12 (3): 17-25.Krugman, P. (2009) The return of <strong>de</strong>pression economics and the crisis of 2008, New York:W.W. Norton & Company.Kuttner, R. (1996) Everyth<strong>in</strong>g for sale. The virtues and limits of markets, New York: Knopf.Landier, A., V.B. Nair en J. Wulf (2007) ‘Tra<strong>de</strong>-offs <strong>in</strong> stay<strong>in</strong>g close: Corporate <strong>de</strong>cisionmak<strong>in</strong>g and geographic dispersion’, Review of F<strong>in</strong>ancial Studies, 22 (3): 1119-1148.Langlois, R.N. (2003) ‘The vanish<strong>in</strong>g hand: The chang<strong>in</strong>g dynamics of <strong>in</strong>dustrial capitalism’,Industrial and Corporate Change, 12 (2): 351-385.Lavrijssen, S.A.C.M. (2006) Onafhankelijke me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gstoezichthou<strong>de</strong>rs, reguleren<strong>de</strong>bevoegdhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> waarborgen voor good governance, Den Haag: Boom JuridischeUitgevers.Lazonick, W. en M. O’Sullivan (2000) ‘Maximiz<strong>in</strong>g sharehol<strong>de</strong>r value: A new i<strong>de</strong>ology forcorporate governance’, Economy and Society, 29 (1): 13-35.Len<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, J. (2005) Pol<strong>de</strong>r<strong>de</strong>nken. De wortels van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse overlegcultuur, Amsterdam:Athenaeum – Polak & Van Gennep.Lerner, J. (2009) Boulevard of broken dreams. Why public efforts to boost entrepreneurshipand venture capital have failed and what to do about it, Pr<strong>in</strong>ceton, nj: Pr<strong>in</strong>cetonUniversity Press.Lessig, L. (2001). The future of i<strong>de</strong>as. The fate of the commons <strong>in</strong> a connected world, NewYork: Random House.Lever, M.H.C. (1997) ‘Concurrentie verlaagt lonen en prijzen’, Economisch StatistischeBerichten, 82 (4118): 652-656.Levi-Faur, D. en J. Jordana (2005) ‘The rise of regulatory capitalism. The global diffusion ofa new or<strong>de</strong>r’, Annals of the American Aca<strong>de</strong>my for Political and Social Sciences, 598(Special Issue): 102-124.Lev<strong>in</strong>e, M.E. en J.L. Forrence (1990) ‘Regulatory capture, public <strong>in</strong>terest, and the publicagenda: Toward a synthesis’, Journal of Law, Economics, and Organization, 6(Special Issue): 167-198.Lev<strong>in</strong>son, M. (2006) How the shipp<strong>in</strong>g conta<strong>in</strong>er ma<strong>de</strong> the world smaller and the worl<strong>de</strong>conomy bigger, Pr<strong>in</strong>ceton, nj: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.


192 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gLiagre Bohl, H. <strong>de</strong> (2004) ‘Consensus en polarisatie. Spann<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>gsstaat1945-1990’, <strong>in</strong> R. Aerts, H. <strong>de</strong> Liagre Böhl, P. <strong>de</strong> Rooy en H. te Vel<strong>de</strong> (red.) Landvan kle<strong>in</strong>e gebaren. Een politieke geschie<strong>de</strong>nis van Ne<strong>de</strong>rland 1780-1990, Amsterdam:Boom.L<strong>in</strong>dblom, C.E. (1977), Politics and markets, New York: Basic Books.Maarse, H. (2011) Markthervorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg, Maastricht: Universitaire Pers Maastricht.Maat, A.J., L. Hermans en B. Wientjes (2010) ‘Naar een nieuw <strong>in</strong>dustriebeleid’, Het F<strong>in</strong>ancieeleDagblad, 15 september.MacIntyre, A. (1984) After virtue: A study <strong>in</strong> moral theory. Indiana: University of NotreDame Press.MacKenzie, D. (2009) Material markets, Oxford: Oxford University Press.Maier, C. (2009) ‘A history of orofligate lend<strong>in</strong>g’, <strong>in</strong> A. Hemerijck, B. Knapen en E. vanDoorne (red.) Aftershocks. Economic crisis and <strong>in</strong>stitutional choice, Amsterdam:Amsterdam University Press.Majone, G. (1994) ‘The rise of the regulatory state <strong>in</strong> Europe’, West European Politics, 17 (3):77-101.Margolis, J.D. en J.P. Walsh (2003) ‘Misery loves companies: Reth<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g social <strong>in</strong>itiativesby bus<strong>in</strong>ess’, Adm<strong>in</strong>istrative Science Quarterly, 48 (2): 268-305.Markoff, J. (2011) ‘Study sees way to w<strong>in</strong> spam fight’, New York Times, May 19.McGrew, A. (2008) ‘The logics of globalization’, blz. 277-313 <strong>in</strong> J. Ravenhill (red.) Globalpolitical economy, Second edition, Oxford: Oxford University Press.McMillan, J. (2002) Re<strong>in</strong>vent<strong>in</strong>g the bazaar: A natural history of markets, New York: W.W.Norton & Company.Meadows, D. (1999) Leverage po<strong>in</strong>ts. Places to <strong>in</strong>tervene <strong>in</strong> a system, Hartland: The Susta<strong>in</strong>abilityInstitute.Meershoek, A., Y. Bartholomée, E. Aar<strong>de</strong>n, I. Van Hoyweghen, en K. Horstman (2011)Vitaal en bevlogen: Vermarkt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gezondheid van werknemers, wrr-webpublicatienr. 53, document beschikbaar op: www.wrr.nl.Me<strong>in</strong>, A., K. van W<strong>in</strong>ger<strong>de</strong>, A. Ottow, F. van <strong>de</strong>r Lecq, K. <strong>de</strong> Rid<strong>de</strong>r, R. Pollman, K. Raaijmakersen J. Blenkers (2009) Toezicht door private partijen: Panacee voor allekwalen? Rotterdam: Erasmus Instituut Toezicht & Compliance.M<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken (2008a) On<strong>de</strong>rzoek marktwerk<strong>in</strong>g, Den Haag: M<strong>in</strong>isterievan Economische Zaken.M<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken (2008b) Overzicht sectorale wet- en regelgev<strong>in</strong>g, DenHaag: M<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken.M<strong>in</strong>isterie van F<strong>in</strong>anciën en m<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken (2008) Sovereign WealthFunds. Gezamenlijke notitie van m<strong>in</strong>isteries van F<strong>in</strong>anciën en Economische Zaken,Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van F<strong>in</strong>anciën en m<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken.Monti, M. (2010) Een nieuwe strategie voor <strong>de</strong> eengemaakte markt. Ten dienste van <strong>de</strong> Europeseeconomie en samenlev<strong>in</strong>g, Brussel: Europese Commissie.Mügge, D.K. (2010) Wi<strong>de</strong>n the market, narrow the competition, Colchester: ecpr Press.Muniesa, F., Y. Millo en M. Callon (2007) ‘An <strong>in</strong>troduction to market <strong>de</strong>vices’, The SociologicalReview, 55 (Special Issue): 1-12.


literatuurlijst193Nationale ombudsman (2010) Behoorlijkheidswijzer, Den Haag: De Nationale ombudsman.Ne<strong>de</strong>rlandse Organisatie voor Wetenschappelijk On<strong>de</strong>rzoek (2011) ‘On<strong>de</strong>rzoeksprogramma:Dynamica van complexe systemen’, on<strong>de</strong>rzoeksprogramma beschikbaarop: www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/nwoa_7buj6j.Nelson, R. (1974) ‘Intellectualiz<strong>in</strong>g about the moon-ghetto metaphor: A study of the currentmalaise of rational analysis of social problems’, Policy Sciences, 5 (4): 375-414.Nelson, R. (2002) ‘The problem of market bias <strong>in</strong> mo<strong>de</strong>rn capitalist economies’, Industrialand Corporate Change, 11 (2): 207-244.Nelson, R. (2005) Limits of market organization, New York: Russell Sage Foundation.Nickell, S. (1996) ‘Competition and corporate performance’, Journal of Political Economy,104 (4): 724-746.nma (2009) Jaarverslag 2008: De keuze, Den Haag: nma.nma (2010) Annual Report 2009: Weigh<strong>in</strong>g <strong>in</strong>terests, Den Haag: nma.Nooteboom, B. (2008) ‘We <strong>de</strong>nken veel te simpel over marktwerk<strong>in</strong>g’, nrc Han<strong>de</strong>lsblad,24/25 mei.Nooteboom, B. (2009) ‘W<strong>in</strong>st <strong>in</strong> ziekenhuizen?’ esb, 20 maart.Nooteboom, B. en E. Stam (red.) (2008) Micro-foundations for <strong>in</strong>novation policy. wrr-Ver kenn<strong>in</strong>g nr. 18, Amsterdam: Amsterdam University Press.North, D.C. (1990) Institutions, <strong>in</strong>stitutional change and economic performance,Cambridge: Cambridge University Press.Nowotny, H. (2005) ‘The <strong>in</strong>crease of complexity and its reduction. Emergent <strong>in</strong>terfacesbetween the natural sciences, humanities and social sciences’, Theory, Culture &Society, 22 (5): 15-31.Nussbaum, M.C. (2006) Frontiers of justice – Disability, nationality, species membership,Cambridge, Mass.: Harvard University Press.Nussbaum, M.C. (2011) Creat<strong>in</strong>g capabilities – The human <strong>de</strong>velopment approach,Cambridge, Mass.: Harvard University Press.Nussbaum, M.C. en A.K. Sen (red.) (1993) The quality of life, Oxford: Clarendon Press.Nye, J.S. (2011) The future of power, New York: PublicAffairs.Organisation for Economic Co-operation and Development (2008) oecd EconomicSurveys. Netherlands, Paris: oecd.Organisation for Economic Co-operation and Development (2011) oecd gui<strong>de</strong>l<strong>in</strong>es formult<strong>in</strong>ational enterprises, M<strong>in</strong>isterial Meet<strong>in</strong>g 25 May 2011, Paris: oecd.Orlitzky, M., F.L. Smith en S.L. Rynes (2003) ‘Corporate social and f<strong>in</strong>ancial performance:A meta-analysis’, Organization Studies, 24 (3): 403-441.Ostrom, E. (1990) Govern<strong>in</strong>g the commons: The evolution of <strong>in</strong>stitutions for collectiveaction, Cambridge: Cambridge University Press.Ostrom, E. (2003) ‘How types of goods and property rights jo<strong>in</strong>tly affect collective action’,Journal of Theoretical Politics, 15 (3): 239-270.Ostrom, E. (2009) ‘A general framework for analyz<strong>in</strong>g susta<strong>in</strong>ability of social-ecologicalsystems’, Science, 325 (5939): 419-422.Ostrom, E. (2010) ‘Beyond markets and states: Polycentric governance of complex economicsystems’, American Economic Review, 100 (3): 641-672.


194 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gOttervanger, T.R. (2010) ‘Maatschappelijk verantwoord concurreren: Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrecht<strong>in</strong> een veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> wereld’, Oratie uitgesproken bij <strong>de</strong> aanvaard<strong>in</strong>g van het ambtvan hoogleraar op het gebied van Europees Recht, <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrechtaan <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n, vrijdag 19 maart, oratie beschikbaar op:http://media.lei<strong>de</strong>nuniv.nl/legacy/oratie-ottervanger.pdf.Ottow, A.T. (2006) Telecommunicatietoezicht. De <strong>in</strong>vloed van het Europese en Ne<strong>de</strong>rlandsebestuursprocesrecht, Den Haag: Sdu Uitgevers.Ottow, A.T. (2009) De markt meester? – De zoektocht naar nieuwe vormen van toezicht,<strong>in</strong>augurele re<strong>de</strong> Universiteit Utrecht, 18 september 2008, Den Haag: Boom Juridischeuitgevers.Perrow, C. (2009) ‘Mo<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g firms <strong>in</strong> the global economy’, Theory and Society, 38 (3): 217-243.Pestoff, V.A. (1998) Beyond market & state: Social enterprise & civil <strong>de</strong>mocracy <strong>in</strong> a welfaresociety, Al<strong>de</strong>rshot: Ashgate.Piersma, J. (2010) ‘fnv: bij aanbested<strong>in</strong>g is lagere overheid te veel op prijs gericht’, HetF<strong>in</strong>ancieele Dagblad, 12 januari.Piersma, J. (2011) ‘Verzekeraars hebben tot nu toe nog niet <strong>de</strong> rol gespeeld die het zorgstelselhun oplegt’, Het F<strong>in</strong>ancieele Dagblad, 2 februari.Piore, M.J. en C.F. Sabel (1984) The second <strong>in</strong>dustrial divi<strong>de</strong>: Possibilities for prosperity, NewYork: Basic Books.pique (2009) Privatisation of public services and the impact on quality, employment andproductivity, Summary report, document beschikbaar op: www.pique.at/reports/pubs/pique_SummaryReport_Download_May2009.pdf.Polanyi, K. (2001 [1944]) The great transformation: The political and economic orig<strong>in</strong>s of ourtime, Boston, Mass.: Beacon Press.Popper, K.R. (1966) The open society and its enemies, Pr<strong>in</strong>ceton, nj: Pr<strong>in</strong>ceton UniversityPress.Porter, M.E. (1998) On competition, Cambridge, Mass.: Harvard University Press.Pr<strong>in</strong>cen, S. en K. Yesilkagit (2005) ‘Tussen Brussel en <strong>de</strong> Pol<strong>de</strong>r. De europeaniser<strong>in</strong>g vanpolitiek en bestuur <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland’, Beleid en Maatschappij, 35 (1): 1-12.Prosser, T. (2005) The limits of competition law. Markets and public services, Oxford: OxfordUniversity Press.<strong>Raad</strong> van <strong>de</strong> Europese Unie (2004) Veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g (eg) nr. 139/2004 van <strong>de</strong> <strong>Raad</strong> van 20januari 2004 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> controle op concentraties van on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen (Concentratieveror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g),beschikbaar op: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2004:024:0001:0022:nl:pdf.Raaijmakers, G.T.M.J. (2009) De f<strong>in</strong>anciële markt en het on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gsrecht, Oratie <strong>in</strong>verkorte vorm uitgesproken bij <strong>de</strong> aanvaard<strong>in</strong>g van het ambt van hoogleraarOn<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gs- en effectenrecht aan <strong>de</strong> Vrije Universiteit te Amsterdam op d<strong>in</strong>sdag16 juni 2009, oratie beschikbaar op: www.rechten.vu.nl/nl/Images/De%20f<strong>in</strong>anciele%20markt%20en%20het%20on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gsrecht_tcm22-83341.pdf.Rad<strong>in</strong>, M.J. (1996) Contested commodities: The trouble with tra<strong>de</strong> <strong>in</strong> sex, children, body partsand other th<strong>in</strong>gs, Cambridge, Mass.: Harvard University Press.


literatuurlijst195Rajan, R.G. (2010) Fault l<strong>in</strong>es: How hid<strong>de</strong>n fractures still threaten the world economy, Pr<strong>in</strong>ceton,nj: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.Ramaswamy, K. (2001) ‘Organizational ownership, competitive <strong>in</strong>tensity, and firm performance:An empirical study of the Indian manufactur<strong>in</strong>g sector’, Strategic ManagementJournal, 22 (10): 989-998.Regioplan (2009) Marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, Amsterdam: Regioplan.Reijnen, B. (2009) ‘Overname nuon: niet erg, wel jammer’, Elsevier, 24 februari.Rid<strong>de</strong>r, J. <strong>de</strong>, en D. Kloosterman (2002) ‘De Ne<strong>de</strong>rlandse Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteit op eigenbenen?’, Openbaar Bestuur, 12 (5): 23-26.Rijksoverheid (2010) Ne<strong>de</strong>rlands beleid voor mvo. Beschikbaar op: www.rijksoverheid.nl/on<strong>de</strong>rwerpen/maatschappelijk-verantwoord-on<strong>de</strong>rnemen/ne<strong>de</strong>rlandse-beleidvoor-mvo.Rijn, T.P.J.N. van (2009) Europese me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsregels. eg-concentratieveror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g, Deventer:Kluwer.Rodrik, D. (2007) One economy, many recipes: Globalization, <strong>in</strong>stitutions, and economicgrowth, Pr<strong>in</strong>ceton, nj: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.Rodrik, D. (2011) The Globalization Paradox – Democracy and the Future of the WorldEconomy, New York: W.W. Norton & Co.Röller, L.H. (2005) ‘Economic analysis and competition policy enforcement <strong>in</strong> Europe’,blz. 13-26 <strong>in</strong> P.A.G. van Bergeijk en E. Kloosterhuis (red.) Mo<strong>de</strong>ll<strong>in</strong>g Europeanmergers: Theory, competition policy and case studies, Cheltenham: EdwardElgar.Romer, P.M. (1986) ‘Increas<strong>in</strong>g returns and long-run growth’, The Journal of PoliticalEconomy, 94 (5): 1002-1037.Romer, P.M. (1990) ‘Endogenous technological change’, The Journal of Political Economy,98 (5): S71-102.Romer, P.M. (1994) ‘The orig<strong>in</strong>s of endogenous growth’, The Journal of Economic Perspectives,8 (1): 3-22.Rosanvallon, P. (2006) Democracy past and future, New York: Columbia University Press.Rosanvallon, P. (2008) Counter-<strong>de</strong>mocracy. Politics <strong>in</strong> an age of distrust, Cambridge:Cambridge University Press.Ruggie, J. (1982) ‘International regimes, transactions, and changes: Embed<strong>de</strong>d liberalism <strong>in</strong>the postwar economic or<strong>de</strong>r’, International Organization, 36 (2): 379-415.Ruggie, J. (2004) ‘Reconstitut<strong>in</strong>g the global public doma<strong>in</strong> – Issues, actors, and practices’,European Journal of International Relations, 10 (4): 499-531.Ruggie, J. (2008) Protect, respect, and remedy. A framework for bus<strong>in</strong>ess and human rights,New York: United Nations.Sabel, C.F. (2006) Learn<strong>in</strong>g by monitor<strong>in</strong>g, Cambridge, Mass.: Harvard University Press.Sabel, C.F. en J. Zeitl<strong>in</strong> (2010) ‘Learn<strong>in</strong>g from difference: The new architecture ofexperimentalist governance <strong>in</strong> the eu’, blz. 1-28 <strong>in</strong> C.F. Sabel en J. Zeitl<strong>in</strong> (red.)Experimentalist governance <strong>in</strong> the European Union. Towards a new architecture,Oxford: Oxford University Press.Salm, F. van <strong>de</strong>r, E. Stam, C. Marijs en G. <strong>de</strong> Vries (2011) Public <strong>in</strong>terests <strong>in</strong> the eu ets <strong>in</strong> The


196 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gNetherlands: stakehol<strong>de</strong>r perspectives, wrr-webpublicatie nr. 61, documentbeschikbaar op: www.wrr.nl.San<strong>de</strong>l, M. (1997) ‘It’s immoral to buy the right to pollute’, New York Times, 15 December.Schrijvers, E., E. Stam, B. Stell<strong>in</strong>ga en G.H. <strong>de</strong> Vries (red.) (2010) ‘Markten maken’, Beleid &Maatschappij, 37 (3): 195-287.Schut, E. (2003) De zorg is toch geen markt? Laveren tussen marktfalen en overheidsfalen <strong>in</strong><strong>de</strong> gezondheidszorg, Re<strong>de</strong> <strong>in</strong> verkorte vorm uitgesproken bij <strong>de</strong> aanvaard<strong>in</strong>g vanhet ambt van bijzon<strong>de</strong>r hoogleraar Gezondheidszorgbeleid en economie van <strong>de</strong>gezondheidszorg aan <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Geneeskun<strong>de</strong> en Gezondheidswetenschappenvan <strong>de</strong> Erasmus Universiteit Rotterdam, vanwege <strong>de</strong> Verenig<strong>in</strong>g Trustfondseur, op vrijdag 9 mei 2003, re<strong>de</strong> beschikbaar op: http://gsml.websites.xs4all.nl/mambo/images/stories/Downloads/zorg%20zorg%20is%20toch%20geen%20markt!%20(oratie).pdf.Sen, A.K. (1979) ‘Rational fools: A critique of the behavioral foundations of economictheory’, Philosophy and Public Affairs, 6: 317-344.Sen, A.K. (2009) The i<strong>de</strong>a of justice, London: Allan Lane – Pengu<strong>in</strong> Books.Sen, A.K. (2011) ‘It isn’t just the euro. Europe’s <strong>de</strong>mocracy itself is at stake’, The Guardian,June 22.Shleifer, A. (1998) ‘State versus private ownership’, Journal of Economic Perspectives, 12(4): 133-150.Slaughter, A. (2004) A new world or<strong>de</strong>r, Pr<strong>in</strong>ceton, nj: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.Sluyterman, K.E. (2003) Keren<strong>de</strong> kansen. Het Ne<strong>de</strong>rlandse bedrijfsleven <strong>in</strong> <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigsteeeuw, Amsterdam: Boom.Smith, A. (1776) An <strong>in</strong>quiry <strong>in</strong>to the nature and causes of the wealth of nations, beschikbaarop: www2.hn.psu.edu/faculty/jmanis/adam-smith/Wealth-Nations.pdf.Smith, R. (1981) ‘Resolv<strong>in</strong>g the tragedy of the commons by creat<strong>in</strong>g private property rights<strong>in</strong> Wildlife’, Cato Journal, 1 (2): 439-468.Sociaal-Economische <strong>Raad</strong> (2000) De w<strong>in</strong>st van waar<strong>de</strong>n, Advies nr. 00/11, Den Haag:ser.Sociaal-Economische <strong>Raad</strong> (2008a) Duurzame globaliser<strong>in</strong>g: Een wereld te w<strong>in</strong>nen, DenHaag: ser.Sociaal-Economische <strong>Raad</strong> (2008b) Internationaal maatschappelijk verantwoord on<strong>de</strong>rnemen,Den Haag: ser.Sociaal-Economische <strong>Raad</strong> (2009) Waar<strong>de</strong> w<strong>in</strong>nen, ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> keten. Eerste voortgangsreportage<strong>in</strong>itiatief Internationaal Maatschappelijk Verantwoord On<strong>de</strong>rnemen, DenHaag: ser.Sociaal-Economische <strong>Raad</strong> (2010a) Overheid én markt. Het resultaat telt! Voorbereid<strong>in</strong>gbepalend voor succes, Den Haag: ser.Sociaal-Economische <strong>Raad</strong> (2010b) zzp’ers <strong>in</strong> beeld. Een <strong>in</strong>tegrale visie op zelfstandigenzon<strong>de</strong>r personeel, Den Haag: ser.Sorge, A. en W. Streeck (1988) ‘Industrial relations and technical change: The case for anexten<strong>de</strong>d perspective’, blz. 19-47 <strong>in</strong> R. Hyman en W. Streeck (red.) New technologyand <strong>in</strong>dustrial relations, Oxford: Basil Blackwell.


literatuurlijst197Sr<strong>in</strong>ivasan, S.B. en R. Jagannathan (1999) Does product market competition reduce agencycosts?, document beschikbaar op: http://ssrn.com/abstract= 181166.Stam, E. (2007) ‘Why butterflies don’t leave. Locational behavior of entrepreneurial firms’,Economic Geography, 83 (1): 27-50.Stiglitz, J. (2010) Freefall – America, free markets, and the s<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g economy, New York:W.W. Norton & Company, Inc.Stiglitz, J.E., A. Sen, en J.-P. Fitoussi (2009) Report by the Commission on the Measurementof Economic Performance and Social Progress, document beschikbaar op:www.stiglitz-sen-fitoussi.fr/documents/rapport_anglais.pdf.Stoker, E. (2010) ‘Schoonmaken voor 16 euro kan niet’; Interview eigenaresse van schoonmaakbedrijfElla Zan<strong>de</strong>r’, <strong>de</strong> Volkskrant, 20 april.Storper, M. (1997) The regional world. Territorial <strong>de</strong>velopment <strong>in</strong> a global economy, NewYork: Guilford Press.Tamm<strong>in</strong>ga, M. (2009) De uitverkoop van Ne<strong>de</strong>rland. Hoe een on<strong>de</strong>rnemend land geveildwerd, Amsterdam: Prometheus.Tamm<strong>in</strong>ga, M. (2011) ‘Won<strong>de</strong>rbaarlijke vermenigvuldig<strong>in</strong>g; Nucletron is schoolvoorbeeldvan <strong>de</strong> werkwijze van private equity-f<strong>in</strong>anciers’, nrc Han<strong>de</strong>lsblad, 24 juni.Teul<strong>in</strong>gs, C. en P. <strong>de</strong> Bijl (2008) ‘Marktor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid: brengt het ons wat we ervanverwachten?’, blz. 33-43 <strong>in</strong> P. van Bergeijk, A. van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>, P. Kalbfleisch, J. vanOers en J. van S<strong>in</strong><strong>de</strong>ren (red.) Trust en anti-trust, Den Haag: nma.Teul<strong>in</strong>gs, C., L. Bovenberg en H.P. van Dalen (2003) De calculus van het publieke belang,Den Haag: Kenniscentrum voor Or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsvraagstukken.Teul<strong>in</strong>gs, C., L. Bovenberg en H.P. van Dalen (2005) De cirkel van goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>tenties – Deeconomie van het publiek belang, Amsterdam: Amsterdam University Press.Thun, E. (2008) ‘The globalization of production’, blz. 346-372 <strong>in</strong> J. Ravenhill (red.) Globalpolitical economy, Second Edition, Oxford: Oxford University Press.Tiemeijer, W. (2011) Hoe mensen keuzes maken: <strong>de</strong> psychologie van het beslissen, Amsterdam:Amsterdam University Press.Tiemeijer, W., C.A. Thomas en H.M. Prast (2009) De menselijke beslisser. Over <strong>de</strong> psychologievan keuze en gedrag. wrr-verkenn<strong>in</strong>g nr. 22, Amsterdam: Amsterdam UniversityPress.Tjeenk Will<strong>in</strong>k, H. (2002) ‘De herwaar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het particulier <strong>in</strong>itiatief. Enkele gedachtenover <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse non-profitsector’, blz. 28-39 <strong>in</strong> P. Dekker(red.) Particulier <strong>in</strong>itiatief en publiek belang, Den Haag: scp.Townley, C. (2009) Article 81 ec and public policy, Oxford: Hart Publish<strong>in</strong>g.Turner, A. (2010) ‘What do banks do? Why do credit booms and busts occur and what canpublic policy do about it?’, blz. 5-86 <strong>in</strong> A. Turner et al. (red.) The future of f<strong>in</strong>ance:The lse report, London: London School of Economics.Twee<strong>de</strong> Kamer (1994-1995) Brief van <strong>de</strong> m<strong>in</strong>isters van <strong>de</strong> m<strong>in</strong>isters van Economische Zakenen Justitie aan <strong>de</strong> Voorzitter van <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer <strong>de</strong>r Staten-Generaal, 24 036, nr.1, blz. 1.Twee<strong>de</strong> Kamer (1999/2000) Brief van <strong>de</strong> M<strong>in</strong>isters van Economische Zaken en Justitie en <strong>de</strong>staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 21 oktober 1999, 24 036, nr. 141.


198 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gTwee<strong>de</strong> Kamer (2007-2008a) Kab<strong>in</strong>etsvisie mvo, Kamerstukken II, 26 485, nr. 53.Twee<strong>de</strong> Kamer (2007-2008b) Nota Staats<strong>de</strong>elnem<strong>in</strong>genbeleid, 28 165, nr. 69.Twee<strong>de</strong> Kamer (2008-2009a) Brief van <strong>de</strong> M<strong>in</strong>isters van F<strong>in</strong>anciën, van Economische Zakenen van Justitie, 31 350, nr. 7.Twee<strong>de</strong> Kamer (2008-2009b) Gewijzig<strong>de</strong> motie van het lid Vos c.s. ter vervang<strong>in</strong>g van diegedrukt on<strong>de</strong>r nr. 352, 24 036, nr. 358.Twee<strong>de</strong> Kamer (2009-2010a) Brief van <strong>de</strong> M<strong>in</strong>isters van F<strong>in</strong>anciën en Economische Zaken,31 350, nr. 8.Twee<strong>de</strong> Kamer (2009-2010b) Verloren krediet. Parlementair on<strong>de</strong>rzoek f<strong>in</strong>ancieel stelsel,31 980, nrs. 3-4.Twee<strong>de</strong> Kamer (2010-2011) Brief van <strong>de</strong> M<strong>in</strong>ister van Economische Zaken, Landbouw enInnovatie. Kab<strong>in</strong>etsreactie op ser-advies ‘Overheid én markt: Het resultaat telt!Voorbereid<strong>in</strong>g bepalend voor succes’, 24 036, nr. 380.Twee<strong>de</strong> Kamer (2011-2012) Brief van <strong>de</strong> M<strong>in</strong>ister van Economische Zaken, Landbouw enInnovatie. Toekomst Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (pbo), 32 615, nr. 4Un<strong>de</strong>rhill, G.R.D., J. Blom en D. Mügge (red.) (2010) Global f<strong>in</strong>ancial <strong>in</strong>tegration: Thirtyyears on, Cambridge: Cambridge University Press.un Global Compact (2011) Corporate susta<strong>in</strong>ability <strong>in</strong> the world economy, beschikbaar op:www.unglobalcompact.org.Veen, M. van <strong>de</strong>r, S. Sleenhoff en T. Klop (2010) ‘De producentenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g’, blz. 273-304<strong>in</strong> H. Dijstelbloem, P. <strong>de</strong>n Hoed, J.W. Holtslag en S. Schouten (red.) Het gezichtvan <strong>de</strong> publieke zaak. Openbaar bestuur on<strong>de</strong>r ogen, Amsterdam: AmsterdamUniversity Press.Verdun, A. (2007) ‘Economic and Monetary Union’, <strong>in</strong> M. C<strong>in</strong>i (red.) European Union Politics,Second edition, Oxford: Oxford University Press.Vijlbrief, H. (2008) ‘Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsrecht en niet-economische belangen’, blz. 101-108 <strong>in</strong>P. Kalbfleisch et al. (red.) Trust en antitrust. Beschouw<strong>in</strong>gen over 10 jaar Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsweten 10 jaar nma, Den Haag: nma.V<strong>in</strong><strong>in</strong>g, A. en A. Boardman (1992) ‘Ownership versus competition: Efficiency <strong>in</strong> publicenterprise’, Public Choice, 73 (2): 205-239.Vogel, S.K. (1996) Freer markets, more rules: Regulatory reform <strong>in</strong> advanced <strong>in</strong>dustrialcountries, Ithaca, New York: Cornell University Press.Waar<strong>de</strong>n, F. van (2011) ‘ ’t Schap als ’n schip van staat <strong>in</strong> <strong>de</strong> markt?’ Beleid en Maatschappij,38 (3): 337-361.Waar<strong>de</strong>n, F. van, en R. van Dalen (2011) Hallmark<strong>in</strong>g halal. Case study of a ‘free market’ andits <strong>de</strong>rived emerg<strong>in</strong>g market for quality certificates. wrr-webpublicatie nr. 56,document beschikbaar op: www.wrr.nl.Walzer, M. (1994) Thick and th<strong>in</strong> – Moral argument at home and abroad, Notre Dame, Ind.:University of Notre Dame.Waslan<strong>de</strong>r, S., C. Pater en M. van <strong>de</strong>r Wei<strong>de</strong> (2010) Markets <strong>in</strong> education: An analyticalreview of empirical research on market mechanisms <strong>in</strong> education, oecd EducationWork<strong>in</strong>g Paper. Paris: oecd.Watts,D.J. (2004) ‘The“New” Science of Networks’, Annual Review of Sociology, 30: 243-270.


literatuurlijst199Weber, M. (1972) Gezag en bureaucratie, Rotterdam: Universitaire Pers Rotterdam.Went, R. (2010) Internationale publieke goe<strong>de</strong>ren: Karakteristieken en typologie, wrrwebpublicatienr. 41, beschikbaar op: www.wrr.nl.Wetenschappelijk Bureau Socialistische Partij (2005) De zorg is geen markt. Een kritischeanalyse van <strong>de</strong> marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> zorg vanuit verschillen<strong>de</strong> perspectieven, Rotterdam:Wetenschappelijk Bureau sp.Wetenschappelijk On<strong>de</strong>rzoek- en Documentatiecentrum (2008) Migratie naar en vanuitNe<strong>de</strong>rland. Een eerste proeve van <strong>de</strong> Migratiekaart, Den Haag: wodc.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (1980) Plaats en toekomst van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<strong>in</strong>dustrie, wrr-rapport 18, Den Haag: Staatsuitgeverij.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2000) Het borgen van publiek belang,wrr-rapport 56, Den Haag: Sdu Uitgevers.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2002) De toekomst van <strong>de</strong> nationalerechtsstaat, wrr-rapport 63, Den Haag: Sdu Uitgevers.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2004) Bewijzen van goe<strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g,wrr-rapport 70. Amsterdam: Amsterdam University Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2006) Leren<strong>de</strong> overheid. Een pleidooivoor probleemgerichte politiek, wrr-rapport 75. Amsterdam: Amsterdam UniversityPress.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2008a) Infrastructures: Time to <strong>in</strong>vest,wrr-rapport 81. Amsterdam: Amsterdam University Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2008b) Innovatie vernieuwd. Open<strong>in</strong>g<strong>in</strong> viervoud, wrr-rapport 80. Amsterdam: Amsterdam University Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2008c) Onzekere veiligheid, wrrrapport82, Amsterdam: Amsterdam University Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2010a) Aan het buitenland gehecht:Over <strong>de</strong> veranker<strong>in</strong>g en strategie van Ne<strong>de</strong>rlands buitenlandbeleid, wrr-rapport85. Amsterdam: Amsterdam University Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2010b) M<strong>in</strong><strong>de</strong>r pretentie, meer ambitie.Ontwikkel<strong>in</strong>gshulp die verschil maakt, wrr-rapport 84. Amsterdam: AmsterdamUniversity Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2011) Evenwichtskunst. Over <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor fysieke veiligheid, wrr-reflectie, Den Haag:wrr.Wijnbergen, S. van (2000) ‘De WRR snapt niets van privatiser<strong>in</strong>g’, nrc Han<strong>de</strong>lsblad, 3juni.Witteloostuijn, A. van (1999) Anorexiastrategie. Over <strong>de</strong> gevolgen van saneren, Amsterdam:De Arbei<strong>de</strong>rspers.Witteveen, W.J., I. Giesen en J.L. <strong>de</strong> Wijkerslooth (red.) Alternatieve regelgev<strong>in</strong>g, Preadviezenvan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Juristen Verenig<strong>in</strong>g, Deventer: Kluwer.Wol<strong>in</strong>, S.S. (2004) Politics and vision. Expan<strong>de</strong>d Edition, Pr<strong>in</strong>ceton, nj: Pr<strong>in</strong>ceton UniversityPress.Zan<strong>de</strong>n, J.L. van (1997) Een kle<strong>in</strong> land <strong>in</strong> <strong>de</strong> lange tw<strong>in</strong>tigste eeuw, Utrecht: Het Spectrum.


200 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gZui<strong>de</strong>rent-Jerak, T., K. Grit en T. van <strong>de</strong>r Gr<strong>in</strong>ten (2011) Markets and public values <strong>in</strong> healthcare, wrr web-publicatie nr. 57, document beschikbaar op: www.wrr.nl.Zwaan, J.W. <strong>de</strong> (1999) ‘De publieke en private verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> overheid; eenaantal Europeesrechtelijke beschouw<strong>in</strong>gen’, <strong>in</strong> W. Derksen et al. (red.) Overpublieke en private verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n, wrr voorstudies en achtergron<strong>de</strong>n,Den Haag: Sdu Uitgevers.


201lijst van gesproken personenDr. M. AalbersDr. E. Aar<strong>de</strong>nProf. dr. B. van BavelDr. Y. BartholoméeDr. P. <strong>de</strong> BijlProf. dr. A.W.A. BootProf. dr. F.A.G. <strong>de</strong>n ButterDrs. J.H. ChristoffelsDrs. S. CroonenbergProf. dr. E.E.C. van DammeDrs. G. DixDrs. S. E<strong>de</strong>rveenProf. dr. E.R. EngelenDrs. T. FaberDrs. A.U.A. GlasmacherProf. dr. T. van <strong>de</strong>r Gr<strong>in</strong>tenDr. K. GritDrs. A.A.A. HoftijzerProf. dr. K. HorstmanDr. I. Van HoyweghenProf. dr. H. HummelsDrs. M. ImandtDr. M. JeuckenDrs. H. JonkmanMr. P. KalbfleischUniversiteit van AmsterdamUniversiteit MaastrichtUniversiteit UtrechtUniversiteit MaastrichtCentraal PlanbureauUniversiteit van Amsterdam/Sociaal-Economische <strong>Raad</strong>Vrije Universiteit Amsterdam; voormalig lid<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleidM<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken, Landbouw enInnovatieranivraTilburg UniversityUniversiteit van AmsterdamM<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken, Landbouw enInnovatieUniversiteit van AmsterdamM<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken, Landbouw enInnovatieUniversiteit van AmsterdamErasmus Universiteit RotterdamErasmus Universiteit RotterdamAon Risk SolutionsUniversiteit MaastrichtUniversiteit Maastrichtsns bank/Universiteit MaastrichtM<strong>in</strong>isterie van On<strong>de</strong>rwijs, Cultuur en WetenschappggmM<strong>in</strong>isterie van Buitenlandse ZakenNe<strong>de</strong>rlandse Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteitA. van Lakerveld MA MSc Schuttelaar en Partners; voormalig Verenig<strong>in</strong>g vanBeleggers voor Duurzame Ontwikkel<strong>in</strong>gProf. dr. S.A.C.M. Lavrijssen Universiteit van AmsterdamDr. A.M. MeershoekUniversiteit MaastrichtDr. T. <strong>de</strong> MoorUniversiteit UtrechtDrs. R. NijsRabobank Ne<strong>de</strong>rlandProf. dr. A.T. OttowUniversiteit UtrechtP. Ras Oxfam NovibDr. M. ScheltemaReger<strong>in</strong>gscommissaris voor <strong>de</strong> algemene regels vanbestuursrecht; voormalig voorzitter van <strong>de</strong><strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid


202 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gProf. dr. A. Schil<strong>de</strong>r RADrs. R.I. Schipper-TopsDr. <strong>in</strong>g. J.T. SchokkerProf. dr. J. van S<strong>in</strong><strong>de</strong>renProf. dr. R. SmitsDrs. F.W. SuijkerProf. dr. C.N. Teul<strong>in</strong>gsDrs. D. TimmerProf. dr. B.F. van Waar<strong>de</strong>nProf. dr. J.S.G. van WijnbergenDr. K. YesilkagitDr. T. Zui<strong>de</strong>rent-JerakUniversiteit van Amsterdam/Chair InternationalAudit<strong>in</strong>g and Assurance Standards Board; voormaligdnbM<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken, Landbouw enInnovatieM<strong>in</strong>isterie van On<strong>de</strong>rwijs, Cultuur en WetenschapNe<strong>de</strong>rlandse Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteit/ErasmusUniversiteit RotterdamNe<strong>de</strong>rlandse Me<strong>de</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong>gsautoriteit/ Universiteit vanAmsterdamM<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken, Landbouw enInnovatieCentraal Planbureau/Universiteit van AmsterdamSusta<strong>in</strong>aliticsUniversiteit UtrechtUniversiteit van AmsterdamUniversiteit UtrechtErasmus Universiteit Rotterdam


203rapporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>gEerste raadsperio<strong>de</strong> (1972-1977)1 Europese Unie2 Structuur van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse economie3 EnergiebeleidGebun<strong>de</strong>ld <strong>in</strong> één publicatie (1974)4 Milieubeleid (1974)5 Bevolk<strong>in</strong>gsgroei (1974)6 De organisatie van het openbaar bestuur (1975)7 Buitenlandse <strong>in</strong>vloe<strong>de</strong>n op Ne<strong>de</strong>rland: Internationale migratie (1976)8 Buitenlandse <strong>in</strong>vloe<strong>de</strong>n op Ne<strong>de</strong>rland: Beschikbaarheid van wetenschappelijke en technische kennis (1976)9 Commentaar op <strong>de</strong> Discussienota Sectorra<strong>de</strong>n (1976)10 Commentaar op <strong>de</strong> nota Contouren van een toekomstig on<strong>de</strong>rwijsbestel (1976)11 Overzicht externe adviesorganen van <strong>de</strong> centrale overheid (1976)12 Externe adviesorganen van <strong>de</strong> centrale overheid (1976)13 Maken wij er werk van? Verkenn<strong>in</strong>gen omtrent <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g tussen actieven en niet-actieven (1977)14 Interne adviesorganen van <strong>de</strong> centrale overheid (1977)15 De komen<strong>de</strong> vijfentw<strong>in</strong>tig jaar – Een toekomstverkenn<strong>in</strong>g voor Ne<strong>de</strong>rland (1977)16 Over sociale ongelijkheid – Een beleidsgerichte probleemverkenn<strong>in</strong>g (1977)Twee<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1978-1982)17 Etnische m<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n (1979)A. Rapport aan <strong>de</strong> Reger<strong>in</strong>gB. Naar een algemeen etnisch m<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>nbeleid?18 Plaats en toekomst van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>in</strong>dustrie (1980)19 Beleidsgerichte toekomstverkenn<strong>in</strong>gDeel 1: Een pog<strong>in</strong>g tot uitlokk<strong>in</strong>g (1980)20 Democratie en geweld. Probleemanalyse naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gebeurtenissen <strong>in</strong> Amsterdam op 30 april 198021 Vernieuw<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het arbeidsbestel (1981)22 Herwaar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van welzijnsbeleid (1982)23 On<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van Duitsland. Een on<strong>de</strong>rzoek naar gevoeligheid en kwetsbaarheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> betrekk<strong>in</strong>gen tussenNe<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> Bondsrepubliek (1982)24 Samenhangend mediabeleid (1982)Der<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1983-1987)25 Beleidsgerichte toekomstverkenn<strong>in</strong>gDeel 2: Een verruim<strong>in</strong>g van perspectief (1983)26 Waarborgen voor zekerheid. Een nieuw stelsel van sociale zekerheid <strong>in</strong> hoofdlijnen (1985)27 Basisvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rwijs (1986)28 De onvoltooi<strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>tegratie (1986)29 Ruimte voor groei. Kansen en bedreig<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse economie <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> tien jaar (1987)30 Op maat van het mid<strong>de</strong>n- en kle<strong>in</strong>bedrijf (1987)


204 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gDeel 1: Rapport aan <strong>de</strong> Reger<strong>in</strong>gDeel 2: Pre-adviezen31 Cultuur zon<strong>de</strong>r grenzen (1987)32 De f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese Gemeenschap. Een <strong>in</strong>terimrapport (1987)33 Activerend arbeidsmarktbeleid (1987)34 Overheid en toekomston<strong>de</strong>rzoek. Een <strong>in</strong>ventarisatie (1988)Vier<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1988-1992)35 Rechtshandhav<strong>in</strong>g (1988)36 Allochtonenbeleid (1989)37 Van <strong>de</strong> stad en <strong>de</strong> rand (1990)38 Een werkend perspectief. Arbeidsparticipatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren ’90 (1990)39 Technologie en overheid (1990)40 De on<strong>de</strong>rwijsverzorg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst (1991)41 Milieubeleid. Strategie, <strong>in</strong>strumenten en handhaafbaarheid (1992)42 Grond voor keuzen. Vier perspectieven voor <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese Gemeenschap (1992)43 Ou<strong>de</strong>ren voor ou<strong>de</strong>ren. Demografische ontwikkel<strong>in</strong>gen en beleid (1993)Vijf<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1993-1997)44 Duurzame risico’s. Een blijvend gegeven (1994)45 Belang en beleid. Naar een verantwoor<strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> werknemersverzeker<strong>in</strong>gen (1994)46 Besluiten over grote projecten (1994)47 Hoger on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> fasen (1995)48 Stabiliteit en veiligheid <strong>in</strong> Europa. Het veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> krachtenveld voor het buitenlands beleid (1995)49 Or<strong>de</strong> <strong>in</strong> het b<strong>in</strong>nenlands bestuur (1995)50 Twee<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> perspectief (1996)51 Van ver<strong>de</strong>len naar verdienen. Afweg<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> sociale zekerheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> 21e eeuw (1997)52 Volksgezondheidszorg (1997)53 Ruimtelijke-ontwikkel<strong>in</strong>gspolitiek (1998)54 Staat zon<strong>de</strong>r land. Een verkenn<strong>in</strong>g van bestuurlijke gevolgen van <strong>in</strong>formatie- en communicatietechnologie (1998)Zes<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1998-2002)55 Generatiebewust beleid (1999)56 Het borgen van publiek belang (2000)57 Doorgroei van arbeidsparticipatie (2000)58 Ontwikkel<strong>in</strong>gsbeleid en goed bestuur (2001)59 Naar een Europabre<strong>de</strong> Unie (2001)60 Ne<strong>de</strong>rland als immigratiesamenlev<strong>in</strong>g (2001)61 Van ou<strong>de</strong> en nieuwe kennis. De gevolgen van ict voor het kennisbeleid (2002)62 Duurzame ontwikkel<strong>in</strong>g. Bestuurlijke voorwaar<strong>de</strong>n voor een mobiliserend beleid (2002)63 De toekomst van <strong>de</strong> nationale rechtsstaat (2002)64 Beslissen over biotechnologie (2003)65 Slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> Unie (2003)


apporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g20566 Ne<strong>de</strong>rland han<strong>de</strong>lsland. Het perspectief van <strong>de</strong> transactiekosten (2003)67 Naar nieuwe wegen <strong>in</strong> het milieubeleid (2003)Zeven<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (2003-2007)68 Waar<strong>de</strong>n, normen en <strong>de</strong> last van het gedrag (2003)69 De Europese Unie, Turkije en <strong>de</strong> islam (2004)70 Bewijzen van goe<strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g (2004)71 Focus op functies. Uitdag<strong>in</strong>gen voor een toekomstbestendig mediabeleid (2005)72 Vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt (2005)73 Dynamiek <strong>in</strong> islamitisch activisme. Aanknop<strong>in</strong>gspunten voor <strong>de</strong>mocratiser<strong>in</strong>g en mensenrechten (2006)74 Klimaatstrategie – tussen ambitie en realisme (2006)75 Leren<strong>de</strong> overheid. Een pleidooi voor probleemgerichte politiek (2006)76 De verzorg<strong>in</strong>gsstaat herwogen. Over verzorgen, verzekeren, verheffen en verb<strong>in</strong><strong>de</strong>n (2006)77 Investeren <strong>in</strong> werkzekerheid (2007)78 Europa <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland (2007)79 I<strong>de</strong>ntificatie met Ne<strong>de</strong>rland (2007)80 Innovatie vernieuwd. Open<strong>in</strong>g <strong>in</strong> viervoud (2008)81 Infrastructures. Time to Invest (2008)Achtste raadsperio<strong>de</strong> (2008-2012)82 Onzekere veiligheid. Verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n rond fysieke veiligheid (2008)83 Vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> school. Over <strong>de</strong> uitval van ‘overbelaste’ jongeren (2009)84 M<strong>in</strong><strong>de</strong>r pretentie, meer ambitie. Ontwikkel<strong>in</strong>gshulp die verschil maakt (2010)85 Aan het buitenland gehecht. Over veranker<strong>in</strong>g en strategie van Ne<strong>de</strong>rlands buitenlandbeleid (2010)86 iOverheid (2010)Rapporten aan <strong>de</strong> Reger<strong>in</strong>g nrs. 1 t/m 67 en publicaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> reeks Voorstudies en achtergron<strong>de</strong>n zijn niet meer leverbaar.Alle studies van <strong>de</strong> wrr zijn beschikbaar via <strong>de</strong> website www.wrr.nl.Rapporten aan <strong>de</strong> Reger<strong>in</strong>g nrs. 68 t/m 86 zijn verkrijgbaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> boekhan<strong>de</strong>l of via Amsterdam University Press,Herengracht 221, 1016 BG Amsterdam (www.aup.nl).


206 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gverkenn<strong>in</strong>genZeven<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (2003-2007)1 J. Pelkmans, M. Sie Dhian Ho en B. Limonard (red.) (2003) Ne<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> Europese grondwet2 P.T. <strong>de</strong> Beer en C.J.M. Schuyt (red.) (2004) Bijdragen aan waar<strong>de</strong>n en normen3 G. van <strong>de</strong>n Br<strong>in</strong>k (2004) Schets van een beschav<strong>in</strong>gsoffensief. Over normen, normaliteit en normalisatie <strong>in</strong>Ne<strong>de</strong>rland4 E.R. Engelen en M. Sie Dhian Ho (red.) (2004) De staat van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie. Democratie voorbij <strong>de</strong> staat5 P.A. van <strong>de</strong>r Du<strong>in</strong>, C.A. Hazeu, P. Ra<strong>de</strong>maker en I.J. Schoonenboom (red.) (2004) Vijfentw<strong>in</strong>tig jaar later.De Toekomstverkenn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> wrr uit 1977 als leerproces6 H. Dijstelbloem, P.L. Meurs en E.K. Schrijvers (red.) (2004) Maatschappelijke dienstverlen<strong>in</strong>g. Een on<strong>de</strong>rzoeknaar vijf sectoren7 W.B.H.J. van <strong>de</strong> Donk, D.W.J. Broe<strong>de</strong>rs en F.J.P. Hoefnagel (red.) (2005) Trends <strong>in</strong> het medialandschap.Vier verkenn<strong>in</strong>gen8 G. Engbersen, E. Snel en A. Weltevre<strong>de</strong> (2005) Sociale herover<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Amsterdam en Rotterdam.Eén verhaal over twee wijken9 D.J. Wolfson (2005) Transactie als bestuurlijke vernieuw<strong>in</strong>g. Op zoek naar samenhang <strong>in</strong> beleid en uitvoer<strong>in</strong>g10 Nasr Abu Zayd (2006) Reformation of Islamic Thought. A Critical Historical Analysis11 J.M. Otto (2006) Sharia en nationaal recht. Rechtssystemen <strong>in</strong> moslimlan<strong>de</strong>n tusssen traditie, politiek enrechtsstaat12 P.L. Meurs, E.K. Schrijvers en G.H. <strong>de</strong> Vries (red.) (2006) Leren van <strong>de</strong> praktijk. Gebruik van lokale kennis enervar<strong>in</strong>g voor beleid13 W.B.H.J. van <strong>de</strong> Donk, A.P. Jonkers en G.J. Kronjee (red.) (2006) Geloven <strong>in</strong> het publieke dome<strong>in</strong>. Verkenn<strong>in</strong>genvan een dubbele transformatie14 D. Scheele, J.J.M. Theeuwes, G.J.M. <strong>de</strong> Vries (red.) (2007) Arbeidsflexibiliteit en ontslagrecht15 P.A.H. van Lieshout, M.S.S. van <strong>de</strong>r Meij en J.C.I. <strong>de</strong> Pree (red.) (2007) Bouwstenen voor betrokken jeugdbeleid16 J.J.C. Voorhoeve (2007) From War to the Rule of Law. Peace Build<strong>in</strong>g after Violent Conflicts17 M. Grever en K. Ribbens (2007) Nationale i<strong>de</strong>ntiteit en meervoudig verle<strong>de</strong>n18 B. Nooteboom and E. Stam (eds.) (2008) Micro-foundations for Innovation Policy19 G. Arts, W. Dicke and L. Hancher (eds.) (2008) New Perspectives on Investments <strong>in</strong> InfrastructuresAchtste raadsperio<strong>de</strong> (2008-2012)20 D. Scheele, R. van Gaalen en J. van Rooijen (2008) Werk en <strong>in</strong>komsten na massaontslag: <strong>de</strong> zekerheid is niet van<strong>de</strong> baan21 Monique Kremer, Peter van Lieshout and Robert Went (eds.) (2009) Do<strong>in</strong>g Good or Do<strong>in</strong>g Better. DevelopmentPolicies <strong>in</strong> a Globaliz<strong>in</strong>g World22 W.L. Tiemeijer, C.A. Thomas en H.M. Prast (red.) (2009) De menselijke beslisser. Over <strong>de</strong> psychologie van keuze engedrag23 Huub Dijstelbloem, Paul <strong>de</strong>n Hoed, Jan Willem Holtslag en Steven Schouten (red.) (2010) Het gezicht van <strong>de</strong>publieke zaak. Openbaar bestuur on<strong>de</strong>r ogen24 M.B.A. van Asselt, A. Faas, F. van <strong>de</strong>r Molen en S.A. Veenman (red.) (2010) Uit zicht. Toekomstverkennen metbeleid25 D. Broe<strong>de</strong>rs, C.M.K.C. Cuijpers en J.E.J. Pr<strong>in</strong>s (red.) (2011) De staat van <strong>in</strong>formatie


verkenn<strong>in</strong>gen207Alle Verkenn<strong>in</strong>gen zijn verkrijgbaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> boekhan<strong>de</strong>l of via Amsterdam University Press, Herengracht 221,1016 BG Amsterdam (www.aup.nl).


208 publieke <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gwebpublicatiesWP 01WP 02WP 03WP 04WP 05WP 06WP 07WP 08WP 09WP 10WP 11WP 12WP 13WP 14WP 15WP 16WP 17WP 18WP 19WP 20WP 21WP 22WP 23WP 24WP 25WP 26WP 27WP 28WP 29WP 30WP 31WP 32WP 33WP 34Zeven<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (2003-2007)Opvoed<strong>in</strong>g, on<strong>de</strong>rwijs en jeugdbeleid <strong>in</strong> het algemeen belangRuimte voor goed bestuur: tussen prestatie, proces en pr<strong>in</strong>cipeLessen uit corporate governance en maatschappelijk verantwoord on<strong>de</strong>rnemenReguler<strong>in</strong>g van het bestuur van maatschappelijke dienstverlen<strong>in</strong>g: eenheid <strong>in</strong> verschei<strong>de</strong>nheidEen schets van het Europese mediabeleidDe reguler<strong>in</strong>g van media <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationaal perspectiefBeleid <strong>in</strong>zake media, cultuur en kwaliteit: enkele overweg<strong>in</strong>genGeschie<strong>de</strong>nis van het Ne<strong>de</strong>rlands <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk mediabeleidBuurt<strong>in</strong>itiatieven en buurtbeleid <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland anno 2004: analyse van een veldon<strong>de</strong>rzoek van 28 casussenGeestelijke gezondheid van adolescenten: een voorstudieDe transitie naar volwassenheid en <strong>de</strong> rol van het overheidsbeleid: een vergelijk<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>stitutionele arrangementen<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland, Zwe<strong>de</strong>n, Groot-Brittanië en SpanjeKlassieke sharia en vernieuw<strong>in</strong>gSharia en nationaal recht <strong>in</strong> twaalf moslimlan<strong>de</strong>nClimate strategy: Between ambition and realismThe political economy of European <strong>in</strong>tegration <strong>in</strong> the pol<strong>de</strong>r: Asymmetrical supranational governance and thelimits of legitimacy of Dutch eu policy-mak<strong>in</strong>gEurope <strong>in</strong> law, law <strong>in</strong> EuropeFaces of Europe: Search<strong>in</strong>g for lea<strong>de</strong>rship <strong>in</strong> a new political styleThe psychology and economics of attitu<strong>de</strong>s <strong>in</strong> the NetherlandsCitizens and the legitimacy of the European UnionNo news is bad news! The role of the media and news fram<strong>in</strong>g <strong>in</strong> embedd<strong>in</strong>g EuropeActor paper subnational governments: Their role <strong>in</strong> bridg<strong>in</strong>g the gap between the eu and its citizensThe Dutch third sector and the European Union: Connect<strong>in</strong>g citizens to BrusselsEurope <strong>in</strong> parliament: Towards targeted politicizationEurope <strong>in</strong> the Netherlands: Political partiesThe eu Constitutional Treaty <strong>in</strong> the Netherlands: Could a better embedd<strong>in</strong>g have ma<strong>de</strong> a difference?How to solve the riddle of belated Euro contestation <strong>in</strong> the Netherlands?Connection, consumer, citizen: Liberalis<strong>in</strong>g the European Union gas marketDutch eu-policies with regard to legal migration – The directive on family reunificationThe accession of Turkey to the European Union: The political <strong>de</strong>cision-mak<strong>in</strong>g process on Turkey <strong>in</strong> TheNetherlandsThe Habitats Directive: A case of contested EuropeanizationEncapsulat<strong>in</strong>g services <strong>in</strong> the ‘pol<strong>de</strong>r’: Process<strong>in</strong>g the Bolkeste<strong>in</strong> Directive <strong>in</strong> Dutch PoliticsZorgen over <strong>de</strong> grensDe casus Inburger<strong>in</strong>g en Nationaliteitswetgev<strong>in</strong>g: iconen van nationale i<strong>de</strong>ntiteitIn <strong>de</strong>bat over Ne<strong>de</strong>rland


webpublicaties209WP 35WP 36WP 37WP 38WP 39WP 40WP 41WP 42WP 43WP 44WP 45WP 46WP 47WP 48WP 49WP 50WP 51WP 52WP 53WP 54WP 55WP 56WP 57WP 58WP 59WP 60WP 61Achtste raadsperio<strong>de</strong> (2008-2012)Veel voorkomen<strong>de</strong> crim<strong>in</strong>aliteitGevaarlijke stoffenict en <strong>in</strong>ternetVoedsel en geneesmid<strong>de</strong>lenWaterbeheer en waterveiligheidVerschuiven<strong>de</strong> vensters: veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het <strong>in</strong>stitutionele landschap van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>gInternationale publieke goe<strong>de</strong>ren: karakteristieken en typologieHet Ne<strong>de</strong>rlandse veiligheidsbeleid <strong>in</strong> een veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> wereldInternationaliser<strong>in</strong>g en Europeaniser<strong>in</strong>g van strafrechtelijke rechtshandhav<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rlandPraktijken van beleidsgerichte toekomstverkenn<strong>in</strong>g : een <strong>in</strong>ventarisatieHet lan<strong>de</strong>lijk EPD als blackbox: besluitvorm<strong>in</strong>g en op<strong>in</strong>ies <strong>in</strong> kaartHappy Land<strong>in</strong>gs? Het biometrische paspoort als zwarte doosOver <strong>de</strong> rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen overheid en burger bij het beschermen van i<strong>de</strong>ntiteiteCall BlackboxBlackbox-on<strong>de</strong>rzoek veiligheidshuizenGoed opdrachtgeverschap jegens ICTUHet biometrische paspoort <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland: crash of zachte land<strong>in</strong>g?De prijs van heupen en knieënVitaal en bevlogenProcedures en problemen op <strong>de</strong> markt voor reïntegratiedienstverlen<strong>in</strong>gSecurization <strong>in</strong> the Netherlands shaped by and shap<strong>in</strong>g regulationHallmark<strong>in</strong>g HalalMarkets and public values <strong>in</strong> healthcareHet buitenlandse beleid van mid<strong>de</strong>lgrote mogendhe<strong>de</strong>n‘Location based privacy’ <strong>in</strong> constellaties van publiek-private verantwoor<strong>de</strong>lijkheidLan<strong>de</strong>lijk overgewichtbeleid gespiegeld aan kennis uit <strong>de</strong> gedragswetenschappenPublic <strong>in</strong>terests <strong>in</strong> the implementation of the eu ets <strong>in</strong> the Netherlands: stakehol<strong>de</strong>r perspectives


WRR RAPPORTEN AAN DE REGERING 87<strong>Publieke</strong> <strong>zaken</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> marktsamenlev<strong>in</strong>gWelke verwacht<strong>in</strong>gen mogen we van marktwerk<strong>in</strong>g hebben? Behartigt <strong>de</strong> markt <strong>de</strong>publieke belangen voldoen<strong>de</strong>? Welke verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n komen marktpartijenen <strong>de</strong> overheid toe?In dit rapport plaatst <strong>de</strong> <strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (wrr)<strong>de</strong> discussie over marktwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het perspectief van <strong>de</strong> <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> maatschappelijketransformatie die zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia heeft voltrokken. Deon<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>gen tussen, maar ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> dome<strong>in</strong>en markt, overheid ensamenlev<strong>in</strong>g zijn veran<strong>de</strong>rd. Het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleid werd daardoor met lastigevraagstukken geconfronteerd.Beleid gericht op het behartigen van publieke <strong>zaken</strong> zal <strong>in</strong> <strong>de</strong> huidige marktsamenlev<strong>in</strong>gop een bre<strong>de</strong>re leest moeten wor<strong>de</strong>n geschoeid dan waarop het marktwerk<strong>in</strong>gsbeleidwerd ontworpen. De wrr werkt <strong>de</strong>ze visie uit door <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>raandacht te beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> publieke zaak die hetbedrijfsleven toekomen. Ten slotte analyseert <strong>de</strong> wrr hoe <strong>de</strong> overheid kan bevor<strong>de</strong>rendat <strong>de</strong>ze verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n ook daadwerkelijk wor<strong>de</strong>n genomen.ISBN 978 90 8964 361 2Amsterdam University Press • www.aup.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!