10.07.2015 Views

Fiscale cijfers 2012 - Foederer DFK

Fiscale cijfers 2012 - Foederer DFK

Fiscale cijfers 2012 - Foederer DFK

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Fiscale</strong> <strong>cijfers</strong> <strong>2012</strong>Onder redactie van:■■mr. B. Opmeer■■mevrouw N.W.A.M. Elsbeek CB■■mevrouw C. Wijnstekers MSc■■drs. J.F.M. Zweekhorst FB■■mr. F.J.W.A. Maas FBtrefwoorden inhoudsopgave<strong>2012</strong> SRA Vereniging van Accountantskantoren, Nieuwegein1


<strong>Fiscale</strong> <strong>cijfers</strong> <strong>2012</strong>ISBN 978-90-816052-3-6NUR 783<strong>Fiscale</strong> beloning <strong>2012</strong>Fiscaal vriendelijk belonenNaast <strong>Fiscale</strong> <strong>cijfers</strong> verschijnt jaarlijks de pocket <strong>Fiscale</strong> beloning. Eenonmisbare gids voor werkgevers. In <strong>Fiscale</strong> beloning <strong>2012</strong> zijn alleactualiteiten uit het Belastingplan <strong>2012</strong> opgenomen. Hiermee heeft ueen duidelijk overzicht van alle fiscale aspecten van belonen enkostenvergoeding in handen, inclusief praktische tips.© <strong>2012</strong> SRAAlle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag wordenverveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens bestand ofopenbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zondervoorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan opgrond van artikel 16b Auteurswet 1912 jo. het Besluit van 20 juni 1974,Stb. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471, enartikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigdevergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave inbloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet1912), dient men zich tot SRA te wenden.trefwoorden inhoudsopgaveAan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed.Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist mocht blijken,aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid.Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen informatie houden zijzich graag aanbevolen.SRA T 030 656 60 60Marconibaan 41 F 030 656 60 66Postbus 335E info@sra.nl3430 AH Nieuwegein www.sra.nl2


VoorwoordVoor u ligt <strong>Fiscale</strong> <strong>cijfers</strong> <strong>2012</strong>, het praktische belastingkompas dat u doorhet oerwoud van fiscale en financiële <strong>cijfers</strong> leidt. Met het tref woordenregistervindt u gemakkelijk uw weg naar de fiscale en financiële <strong>cijfers</strong>voor <strong>2012</strong>. Daarnaast ziet u in één oogopslag de belangrijkste wijzigingen.Ook hebben wij de vergelijkende <strong>cijfers</strong> over 2011 en 2010 vermeld.De tekst is bijgewerkt tot en met 31 december 2011. Voor een actuelestand van zaken kunt u terecht op de opgenomen internetpagina’s oppagina 149.trefwoorden inhoudsopgave<strong>Fiscale</strong> <strong>cijfers</strong> <strong>2012</strong> wordt uitgegeven onder copyright van SRA, degrootste organisatie van zelfstandige accountantskantoren die hetSRA-Keurmerk dragen.Wij zijn ervan overtuigd dat de inhoud van dit boekje u in de loop van hetjaar regelmatig van pas komt en wensen u veel gebruiksplezier met<strong>Fiscale</strong> <strong>cijfers</strong> <strong>2012</strong>!SRA3


InhoudsopgaveI INKOMSTENBELASTING 8Nieuw in <strong>2012</strong> 81 Algemeen 81.1 Boxensysteem 81.2 Partnerregeling 91.3 Berekening van de inkomstenbelasting 101.4 Aanslag- en teruggavegrens 17trefwoorden inhoudsopgave2 Box 1: Inkomen uit werk en woning 182.1 Opbouw box 1 182.2 Tarieven box 1 182.3 Belastbare winst uit onderneming 222.4 Reizen 372.5 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden (ROW) 392.6 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen envrijgestelde publiekrechtelijke uitkeringen 412.7 Belastbare inkomsten uit eigen woning 432.8 Kapitaalverzekering, spaarrekening of beleggingsrechteigen woning 452.9 Kamerverhuurvrijstelling 472.10 Uitgaven voor inkomensvoorzieningen 472.11 Verliesverrekening 492.12 Middeling 502.13 Persoonsgebonden aftrek 504


inhoudsopgave3 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 573.1 Aanwezigheid aanmerkelijk belang 573.2 Wat behoort niet tot een aanmerkelijk belang? 583.3 Schema belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 583.4 Tarief 583.5 Voordelen uit aanmerkelijk belang 583.6 Tijdstip aftrek 613.7 Financieringsrente 613.8 Genietingsmoment reguliere voordelen 613.9 Genietingsmoment vervreemdingsvoordelen 613.10 Verlies uit aanmerkelijk belang 614 Box 3: inkomen uit sparen en beleggen 624.1 Grondslag 624.2 Tarief 634.3 Bezittingen 644.4 Waardering genotsrechten (vruchtgebruik) 654.5 Schulden 684.6 Vrijgestelde vermogensbestanddelen 684.7 Kapitaalverzekeringen (overgangsrecht) 704.8 Heffingvrij vermogen 714.9 Kindertoeslag 714.10 Ouderentoeslag 71trefwoorden inhoudsopgaveII LOONBELASTING 73Nieuw in <strong>2012</strong> 731 Werkkostenregeling 732 Vergoedingen en verstrekkingen 773 Loon in natura 864 25- en 40-jarig dienstverband 885 Vergoeding vrijwilligers 886 Spaarloonregeling 887 Levensloopregeling 908 Gebruikelijkloonregeling aanmerkelijkbelanghouder 929 Kleinebanenregeling 9310 Tarieven 9311 Standaardloonheffingskortingen 9412 Tabellen eindheffing 9513 Afdrachtverminderingen 975


inhoudsopgaveIII VENNOOTSCHAPSBELASTING 100Nieuw in <strong>2012</strong> 1001 Tarieven 1002 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek/Energie-/Milieu-investeringsaftrek/desinvesteringsbijtelling 1013 Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) 1024 Afschrijving bedrijfsmiddelen 1025 Verliesverrekening 1026 Van aftrek uitgesloten algemene kosten 1027 Thin-capitalisationregeling 1028 Innovatiebox 1049 Research & Development Aftrek (RDA) 104IV DIVIDENDBELASTING 1051 Tarief 1052 Tijdstip van inhouding 1053 Achterwege blijven inhouding 106V OMZETBELASTING 107Nieuw in 2011/<strong>2012</strong> 1071 Tarieven/vrijgestelde bedragen 1082 Kleine ondernemersregeling (KOR) 1083 Landbouwregeling 1094 Onroerende zaken 1105 Aangiftetijdvak 1116 Suppletie omzetbelasting 1117 Factuurvereisten 112trefwoorden inhoudsopgaveVI BELASTINGEN VAN RECHTSVERKEER 113Nieuw in <strong>2012</strong> 1131 Assurantiebelasting 1132 Overdrachtsbelasting 1142.1 Belastbaar feit 1142.2 Maatstaf van heffing 1152.3 Tarief en vrijstellingen 1152.4 Waardering canon, retributie of huur 1162.5 Overige situaties (niet onder de tabellen vallend) 1182.6 Vruchtgebruik of daarmee gelijk te stellen rechten 1182.7 Wijze van heffing 1186


inhoudsopgaveVII erf- EN SCHENKbelasting 119Nieuw in <strong>2012</strong> 1191 Vrijstellingen erfbelasting 1192 Vrijstellingen schenkbelasting 1203 Tarieven 1214 Waarderingsregels 1224.1 Periodieke uitkering 1224.2 Overige situaties (niet onder de tabel vallend) 1234.3 Vruchtgebruik 1244.4 Bedrijfsopvolgingsregeling 1244.5 Latente inkomstenbelastingschulden 125VIII TOESLAGEN 126Nieuw in <strong>2012</strong> 1261 Inleiding 1261.1 Begrippen 1261.2 Termijnen 1271.3 Uitbetaling 1272 Kindgebonden budget 1273 Kinderopvangtoeslag 1304 Huurtoeslag 1355 Zorgtoeslag 137Nieuw in 2013 137trefwoorden inhoudsopgaveIX DIVERSEN 1381 Premies volksverzekeringen 1382 Premies werknemersverzekeringen 1393 Verpakkingenbelasting 1394 Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) 1405 Kosten en rentetarieven 1415.1 Kosten 1415.2 Heffingsrente 1425.3 Invorderingsrente 1425.4 Rentetarieven 1426 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1437 De Zorgverzekeringswet 1458 Minimumloon 1479 Werkdagen 147Nieuw in 2013 148Terminologie, relevante internetadressen en afkortingen 149Trefwoorden 1517


I algemeen | inkomstenbelasting1.2 Partnerregeling<strong>2012</strong>/2011Vanaf 2011 is de mogelijkheid vervallen om te kunnen kiezen voor fiscaalpartnerschap. <strong>Fiscale</strong> partners zijn:■■echtgenoten en geregistreerde partners tenzij:■■zij niet meer op hetzelfde woonadres zijn ingeschreven in deGemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) en■■er een verzoek tot echtscheiding is ingediend;■■ongehuwde meerderjarigen die op hetzelfde adres ingeschreven staanin de GBA en:■■een notarieel samenlevingscontract hebben gesloten of■■samen een kind hebben gekregen of waarbij de ene partner het kindvan de andere partner heeft erkend of■■waarbij een kind van één van beiden inwoont (vanaf <strong>2012</strong>) of 1)■■gezamenlijk eigenaar zijn van een eigen woning of■■waarvan de partner is aangewezen als begunstigde voor eenpartnerpensioen;■■partners waarbij de samenwoning wordt beëindigd door opname in eenverpleegtehuis.1) Er geldt een tegenbewijsregeling in de situatie waarin sprake is van (onder)huur.2010Het begrip ‘partner’ voor de inkomstenbelasting omvat:■■de echtgenoot/geregistreerde partner, tenzij er sprake is van duurzaamgescheiden leven;■■de ongehuwde meerderjarige, met wie iemand:■■in het jaar meer dan zes maanden onafgebroken een gezamenlijkehuishouding voert;■■in die periode op hetzelfde adres in de Gemeentelijkebasisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven en■■samen heeft verzocht als partners te worden beschouwd.Ook kan men voor de kwalificatie van partner kiezen als men in hetvoorafgaande jaar ook voor het partnerschap heeft gekozen enuitsluitend door overlijden van een van de partners in het jaar zelfminder dan zes maanden onafgebroken heeft samengewoond;■■bloedverwanten in de eerste graad, mits beiden bij aanvang van hetkalenderjaar de leeftijd van 27 jaar hebben bereikt en voldoen aan dedrie bij de ongehuwde meerderjarige genoemde voorwaarden.trefwoorden inhoudsopgave9


I | inkomstenbelastingDe korting bedraagt maximaal € 56. Voor de leeftijdscategorie van 65 jaar enouder bedraagt de korting 0,581% met een maximum van € 26.DoorwerkbonusOp deze bonus heeft u recht als u bij het begin van het kalenderjaarminimaal 61 jaar (2011 en 2010: 61 jaar) bent en in het kalenderjaar eenarbeidskortingsgrondslag heeft van minimaal € 9.295 (2011: € 9.209;2010: € 9.041). De bonus is leeftijdsafhankelijk en bedraagt eenpercentage van de doorwerkbonusgrondslag. Deze grondslag is gelijk aande arbeidskortingsgrondslag minus € 9.295 (2011: € 9.209;2010: € 9.041). De arbeidskortingsgrondslag is maximaal € 57.166(2011: € 56.280; 2010: € 55.831). De doorwerkbonus geldt niet voor loonuit de levensloopregeling.<strong>2012</strong>leeftijd bij aanvang van het kalenderjaar doorwerkbonus bonus maximaal €61 jaar 1,5% 71962 jaar 6% 2.87363 jaar 8,5% 4.07064 jaar 2% 95865 jaar 2% 95866 jaar en ouder 1% 4792011/2010leeftijd bij aanvangvan het kalenderjaardoorwerkbonusbonus maximaal2011€2010€61 jaar 5% 2.354 2.34062 jaar 7% 3.295 3.27663 jaar 10% 4.708 4.67964 jaar 2% 942 93665 jaar 2% 942 93666 jaar en ouder 1% 471 468trefwoorden inhoudsopgaveInkomensafhankelijke combinatiekortingDe inkomensafhankelijke combinatiekorting geldt voor de minst verdienendepartner en de alleenstaande ouder 1) die meer dan € 4.814 (2011: € 4.734;2010: € 4.706) aan inkomen geniet (winst uit onderneming, loon of resultaatuit overige werkzaamheden) of die in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek.Deze persoon moet dan wel een kind onderhouden dat bijhet begin van het kalenderjaar nog geen 12 jaar is. Het kind moet tenminste zes maanden op hetzelfde woonadres staan ingeschreven 2) .14


I algemeen | inkomstenbelasting1) De belastingplichtige die in het kalenderjaar minder dan zes maanden een fiscale partner heeft, komt tochin aanmerking voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting als hij in het kalenderjaar een hogerarbeidsinkomen heeft dan deze partner.2) In 2010 diende het kind eveneens tot de huishouding te behoren.De inkomensafhankelijke combinatiekorting bedraagt € 1.024+ (4% van de arbeidskortingsgrondslag minus € 4.814)(2011: € 780 + (3,8% van de arbeidskortingsgrondslag minus € 4.734);2010: € 775 + (3,8% van de arbeidskortingsgrondslag minus € 4.706)).De inkomensafhankelijke combinatiekorting bedraagt maximaal € 2.133(2011: € 1.871; 2010: € 1.859). Dit maximale bedrag wordt bereikt bij eenarbeidsinkomen van € 32.539 (2011: € 33.444; 2010: € 33.232).(Aanvullende) alleenstaande-ouderkortingDe alleenstaande-ouderkorting geldt voor de belastingplichtige die in hetkalenderjaar meer dan zes maanden:■■geen partner heeft;■■een huishouding voert met een kind dat in belangrijke mate door hemof haar wordt onderhouden en op hetzelfde woonadres staatingeschreven;■■deze huishouding voert met geen ander dan kinderen jonger dan18 jaar (2011 en 2010: 27 jaar) bij aanvang van het kalenderjaar.De belastingplichtige heeft recht op de aanvullende alleenstaandeouderkortingals hij of zij:■■recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting;■■tegenwoordige arbeid verricht;■■meer dan zes maanden een kind onderhoudt dat bij de aanvang vanhet kalenderjaar nog geen 16 jaar (2011 en 2010: 16 jaar) is en in dietijd op hetzelfde woonadres is ingeschreven.De aanvullende alleenstaande-ouderkorting bedraagt 4,3% van deinkomsten uit werkzaamheden buiten de huishouding, maar met eenmaximum van € 1.319 (2011: € 1.523; 2010: € 1.513).trefwoorden inhoudsopgaveOuderenkortingOuderenkorting geldt voor de belastingplichtige die:■■aan het einde van het kalenderjaar 65 jaar of ouder is;■■een verzamelinkomen heeft van niet meer dan € 35.450(2011: € 34.857; 2010: € 34.649).15


I | inkomstenbelastingAlleenstaande-ouderenkortingVoor de belastingplichtige die in het kalenderjaar in aanmerking komt vooreen AOW-uitkering voor alleenstaanden geldt een aanvulling op deouderenkorting.JonggehandicaptenkortingDe jonggehandicaptenkorting geldt voor de belastingplichtige, jonger dan65 jaar, die in het kalenderjaar een uitkering ontvangt op grond van deWet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).Ook de belastingplichtige die wel recht heeft op een Wajong-uitkering,maar aan wie deze niet wordt uitbetaald wegens een samenloop met eenandere uitkering of omdat hij te veel ander inkomen uit arbeid geniet, heeftrecht op de jonggehandicaptenkorting.LevensloopverlofkortingDe levensloopverlofkorting is een extra heffingskorting voor werknemersdie via de levensloopregeling hebben gespaard voor verlof. Deze korting opde te betalen belasting is afhankelijk van het bedrag dat wordt onttrokkenaan de levenslooprekening en het aantal jaren dat is ingelegd. De kortingbedraagt maximaal € 205 (2011: € 201; 2010: € 199) per jaar waarin isgestort in de levensloopregeling minus de al eerder ontvangen levensloopverlofkorting.Vanaf <strong>2012</strong> vervalt de opbouw van de levens loop verlofkorting.trefwoorden inhoudsopgaveOuderschapsverlofkortingVoor de belastingplichtige die gebruikmaakt van het recht op ouderschapsverlofgeldt de ouderschapsverlofkorting. De korting bestaat uit het aantaluren ouderschapsverlof in een kalenderjaar, vermenigvuldigd met 50% vanhet bruto minimumuurloon per opgenomen verlofuur, en bedraagt maximaal€ 4,18 (2011: € 4,11; 2010: € 4,07) per verlofuur of maximaal de terugvalin het belastbaar loon ten opzichte van het voorafgaande jaar.Korting voor maatschappelijke beleggingenDeze korting geldt voor groene en sociaal-ethische beleggingen. Dekorting is 0,7% (2011: 1%; 2010: 1,3%) van het bedrag dat voor dezebeleggingen is vrijgesteld in box 3. De korting wordt geleidelijk afgeschaft(2013: 0,4%; 2014: 0%).16


I algemeen | inkomstenbelastingKorting voor beleggingen in durfkapitaal/culturele beleggingenVoor directe beleggingen in durfkapitaal/culturele beleggingen geldt eenkorting van 0,7% (2011: 1%; 2010: 1,3%) van het bedrag dat voor ditkapitaal is vrijgesteld in box 3. De korting wordt geleidelijk afgeschaft(2013: 0,4%; 2014: 0%).1.4 Aanslag- en teruggavegrensAanslaggrensEr wordt een aanslag opgelegd als de verschuldigde inkomstenbelastinghet saldo van de gezamenlijke voorheffingen en de voorlopige teruggavendie uitsluitend met het oog op de heffingskorting zijn vastgesteld metmeer dan € 45 1) (2011 en 2010: € 44 1) ) overtreft.1) Niet van toepassing als de belastingplichtige in de loop van het jaar 65 jaar wordt en hetverzamelinkomen uitsluitend uit een AOW-uitkering bestaat.TeruggavegrensDe grens voor een teruggaveverzoek op grond van te veel ingehoudenloonbelasting en premies volksverzekeringen bedraagt € 14 (2011 en2010: € 14). Naast de voorheffingen moeten ook in aanmerking wordengenomen de voorlopige teruggaven die uitsluitend met het oog op deheffingskorting zijn vastgesteld.trefwoorden inhoudsopgave17


I | inkomstenbelasting2 Box 1: inkomen uit werk en woning2.1 Opbouw box 1Belastbare winst uit ondernemingBelastbaar loonBelastbaar resultaat uit overige werkzaamhedenBelastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingenBelastbare inkomsten uit eigen woningNegatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningenNegatieve persoonsgebonden aftrekposten-/- Uitgaven voor inkomensvoorzieningen-/- Persoonsgebonden aftrekInkomen-/- VerliezenBelastbaar inkomen2.2 Tarieven box 1alleen belasting(geen premies volksverzekeringen)<strong>2012</strong> belastbaar inkomen uit werk en woning heffing€% €1 e schijf 18.945 1,95 3692 e schijf 14.918 10,80 1.611belasting€33.863 1.9803 e schijf 22.628 42,00 9.50356.491 11.4834 e schijf meerdere boven 56.491 52,00trefwoorden inhoudsopgave18


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woningbelastingplichtigen jonger dan 65 jaar(belasting en premies volksverzekeringen)<strong>2012</strong> belastbaar inkomen uit werk en woning heffing€% €1 e schijf 18.945 33,10 6.2702 e schijf 14.918 41,95 6.258belasting€33.863 12.5283 e schijf 22.628 42,00 9.50356.491 22.0314 e schijf meerdere boven 56.491 52,00belastingplichtigen van 65 jaar en geboren in 1946 of later(belasting en premies volksverzekeringen)<strong>2012</strong> belastbaar inkomen uit werk en woning heffing€% €1 e schijf 18.945 15,20 2.8792 e schijf 14.918 24,05 3.587belasting€33.863 6.4663 e schijf 22.628 42,00 9.50356.491 15.9694 e schijf meerdere boven 56.491 52,00trefwoorden inhoudsopgavebelastingplichtigen van 65 jaar en ouder, geboren voor 1 januari 1946(belasting en premies volksverzekeringen)<strong>2012</strong> belastbaar inkomen uit werk en woning heffing belasting€% € €1 e schijf 18.945 15,20 2.8792 e schijf 15.110 24,05 3.63334.055 6.5123 e schijf 22.436 42,00 9.42356.491 15.9354 e schijf meerdere boven 56.491 52,0019


I | inkomstenbelastingalleen belasting(geen premies volksverzekeringen)2011 belastbaar inkomen uit werk en woning heffing€% €1 e schijf 18.628 1,85 3442 e schijf 14.808 10,80 1.599belasting€33.436 1.9433 e schijf 22.258 42,00 9.34855.694 11.2914 e schijf meerdere boven 55.694 52,00belastingplichtigen jonger dan 65 jaar(belasting en premies volksverzekeringen)2011 belastbaar inkomen uit werk en woning heffing€% €1 e schijf 18.628 33,00 6.1472 e schijf 14.808 41,95 6.211belasting€33.436 12.3583 e schijf 22.258 42,00 9.34855.694 21.7064 e schijf meerdere boven 55.694 52,00belastingplichtigen van 65 jaar en geboren in 1946(belasting en premies volksverzekeringen)2011 belastbaar inkomen uit werk en woning heffing€% €1 e schijf 18.628 15,10 2.8122 e schijf 14.808 24,05 3.561belasting€33.436 6.3733 e schijf 22.258 42,00 9.34855.694 15.7214 e schijf meerdere boven 55.694 52,00trefwoorden inhoudsopgavebelastingplichtigen van 65 jaar en ouder, geboren voor 1 januari 1946(belasting en premies volksverzekeringen)2011 belastbaar inkomen uit werk en woning heffing€% €1 e schijf 18.628 15,10 2.8122 e schijf 14.857 24,05 3.573belasting€33.485 6.3853 e schijf 22.209 42,00 9.32755.694 15.7124 e schijf meerdere boven 55.694 52,0020


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woningalleen belasting(geen premies volksverzekeringen)2010 belastbaar inkomen uit werk en woning heffing€% €1 e schijf 18.218 2,30 4192 e schijf 14.520 10,80 1.568belasting€32.738 1.9873 e schijf 21.629 42,00 9.08454.367 11.0714 e schijf meerdere boven 54.367 52,00belastingplichtigen jonger dan 65 jaar(belasting en premies volksverzekeringen)2010 belastbaar inkomen uit werk en woning heffing€% €1 e schijf 18.218 33,45 6.0932 e schijf 14.520 41,95 6.091belasting€32.738 12.1843 e schijf 21.629 42,00 9.08454.367 21.2684 e schijf meerdere boven 54.367 52,00belastingplichtigen van 65 jaar en ouder(belasting en premies volksverzekeringen)2010 belastbaar inkomen uit werk en woning heffing€% €1 e schijf 18.218 15,55 2.8322 e schijf 14.520 24,05 3.492belasting€32.738 6.3243 e schijf 21.629 42,00 9.08454.367 15.4084 e schijf meerdere boven 54.367 52,00trefwoorden inhoudsopgave21


I | inkomstenbelasting2.3 Belastbare winst uit ondernemingOndernemerOndernemer is de belastingplichtige voor wiens rekening eenonderneming wordt gedreven en die rechtstreeks verbonden is voorverbintenissen van de onderneming. Naast ondernemers genietenmedegerechtigden (bijvoorbeeld commanditaire vennoten) en personendie voordelen hebben uit schuldvorderingen, winst uit onderneming.Die schuldvorderingen moeten dan onder zodanige voorwaarden zijnaangegaan dat zij functioneren als eigen vermogen.Medegerechtigden en schuldeisers genieten wel winst uit onderneming,maar hebben geen recht op ondernemersfaciliteiten. Bovendien is het teverrekenen verlies voor medegerechtigden gemaximeerd.UrencriteriumHet urencriterium is van belang voor de toepassing van de:■■oudedagsreserve (FOR);■■zelfstandigenaftrek;■■aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk;■■meewerkaftrek.Om aan het urencriterium te voldoen, moet de ondernemer meer dan dehelft van de voor werkzaamheden beschikbare tijd en minimaal 1.225 uurper kalenderjaar aan het voor eigen rekening drijven van een ondernemingbesteden. Voor startende ondernemers geldt een soepeler criterium.Zij moeten wel voldoen aan het urencriterium, maar nog niet aan hetcriterium ‘meer dan de helft van de tijd’. Bij het bepalen van het aantalbestede uren wordt er bij zwangere onderneemsters van uitgegaan dat zijin de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof de werkzaamhedenniet hebben onderbroken.trefwoorden inhoudsopgaveGebruikelijkheidscriteriumWanneer iemand een samenwerkingsverband is aangegaan met eenverbonden persoon, moeten bepaalde werkzaamheden buitenbeschouwing worden gelaten bij de vaststelling van het aantal bestedeuren. Bedoeld zijn de werkzaamheden voor een samenwerkingsverband:22


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woning■■dat tussen niet-verbonden personen ongebruikelijk zou zijn en dewerkzaamheden hoofdzakelijk van ondersteunende aard zijn of■■dat verband houdt met een onderneming die wordt gedreven door eenverbonden persoon, maar niet door de belastingplichtige zelf(bijvoorbeeld ondermaatschap).Verbonden personen zijn:■■degenen die tot het huishouden van de belastingplichtige behoren en■■bloed- of aanverwanten van de belastingplichtige en/of diens partner inde rechte lijn, alsmede diegenen die tot het huishouden van die bloedofaanverwanten behoren.ZelfstandigenaftrekOndernemers die voldoen aan het urencriterium komen in aanmerkingvoor de zelfstandigenaftrek. De zelfstandigenaftrek kan niet hoger zijn dande gerealiseerde winst en mag niet in mindering worden gebracht opoverige positieve inkomsten in box 1. Als de zelfstandigenaftrek nietvolledig kan worden benut, wordt het restant in een van de volgendenegen jaar als een verhoging van de dan van toepassing zijndezelf standigenaftrek in aanmerking genomen. De beperking van de zelfstandigenaftrekgeldt niet voor starters. Zij mogen de zelf standigenaftrekin mindering brengen op andere positieve inkomsten in box 1.trefwoorden inhoudsopgave<strong>2012</strong>De zelfstandigenaftrek bestaat uit een vast aftrekbedrag van € 7.280.Voor ondernemers die bij het begin van het kalenderjaar 65 jaar of ouderzijn, bedraagt de zelfstandigenaftrek € 3.640.2011/2010De zelfstandigenaftrek geldt zowel voor degenen die bij het begin van hetkalenderjaar nog geen 65 jaar zijn als voor degenen die bij het begin van hetkalenderjaar 65 jaar of ouder zijn. Voor de laatste groep bedraagt de aftrek50% van het bedrag van de zelfstandigenaftrek dat in de tabel is vermeld.23


I | inkomstenbelasting2011bij een winst van meer dan€maar niet meer dan€zelfstandigenaftrek€– 14.045 9.48414.045 16.295 8.81716.295 18.540 8.15418.540 53.070 7.26653.070 55.315 6.63355.315 57.565 5.93157.565 59.810 5.23659.810 – 4.6022010bij een winst van meer dan€maar niet meer dan€zelfstandigenaftrek€– 13.960 9.42713.960 16.195 8.76416.195 18.425 8.10518.425 52.750 7.22252.750 54.985 6.59354.985 57.220 5.89557.220 59.450 5.20459.450 – 4.574trefwoorden inhoudsopgaveStartersaftrekVoor ondernemers die in één van de vijf voorafgaande jaren niet meer dantweemaal de zelfstandigenaftrek hebben genoten, wordt het bedrag vande zelfstandigenaftrek gedurende maximaal drie jaar verhoogd met€ 2.123 (2011: € 2.123; 2010: € 2.110). Voor starters die bij het beginvan het kalenderjaar 65 jaar of ouder zijn, bedraagt de verhoging 50% vanhet hiervoor genoemde bedrag.Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheidDe startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid geldt voor ondernemers die na31 december 2006 ondernemer zijn geworden en:■■in één of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren geen ondernemerzijn geweest en■■in het kalenderjaar recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkeringen24


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woning■■niet voldoen aan het urencriterium van 1.225 uur, maar wel aan hetverlaagde urencriterium van 800 uur en■■bij het begin van het kalenderjaar nog geen 65 jaar waren.De aftrek bedraagt het eerste jaar € 12.000 (2011 en 2010: € 12.000),het tweede jaar € 8.000 (2011 en 2010: € 8.000) en het derde jaar€ 4.000 (2011 en 2010: € 4.000), maar nooit meer dan de winst in hetdesbetreffende jaar.Speur- en ontwikkelingswerkVoor ondernemers die aan het urencriterium voldoen en ten minste500 (2011 en 2010: 500) uur besteden aan speur- en ontwikkelingswerk,bedraagt deze aftrek € 12.310 (2011: € 12.104; 2010: € 12.031).Als de ondernemer in één of meer van de vijf voorafgaande kalenderjarengeen ondernemer was en in die periode niet meer dan tweemaal de aftrekvoor speur- en ontwikkelingswerk heeft genoten, wordt de aftrekverhoogd met € 6.157 (2011: € 6.054; 2010: € 6.017).Meewerkaftrek/reële arbeidsbeloningDe meewerkaftrek geldt voor de ondernemer die aan het urencriteriumvoldoet en van wie de partner werkzaamheden in de onderneming verrichtzonder daarvoor enige vergoeding te ontvangen.trefwoorden inhoudsopgave<strong>2012</strong>/2011/2010aantal uren arbeid van de partnergelijk aan of meer danmaar minder danmeewerkaftrek525 875 1,25% van de winst875 1.225 2% van de winst1.225 1.750 3% van de winst1.750 en meer 4% van de winstIn plaats van de meewerkaftrek kan de ondernemer ook kiezen voor hetverstrekken van een reële arbeidsbeloning aan de meewerkende partner.Deze arbeidskosten kunnen ten laste van de winst komen, mits devergoeding € 5.000 (2011 en 2010: € 5.000) of meer bedraagt. Is devergoeding lager, dan kan deze dus niet ten laste van de winst wordengebracht. Bij de meewerkende partner valt de vergoeding dan niet onderde belastingheffing. In deze situatie, een betaalde vergoeding van minder25


I | inkomstenbelastingdan € 5.000 (2011 en 2010: € 5.000), is echter goedgekeurd dat deondernemer dan alsnog de meewerkaftrek toepast.StakingsaftrekDe stakingsaftrek geldt voor de ondernemer die in het kalenderjaar winstbehaalt met of bij het staken van één of meer ondernemingen.De stakingsaftrek bedraagt € 3.630 (2011 en 2010: € 3.630).Het bedrag van de stakingsaftrek kan slechts eenmaal in het leven van deondernemer worden toegepast.Mkb-winstvrijstellingVoor de ondernemer die winst geniet, geldt de mkb-winstvrijstelling.De vrijstelling bedraagt 12% (2011 en 2010: 12%) van de winst uitonderneming, nadat deze winst is verminderd met de ondernemersaftrek(zelfstandigenaftrek, startersaftrek, aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk,meewerkaftrek en stakingsaftrek).Oudedagsreserve (FOR)De oudedagsreserve geldt voor de ondernemer die aan het urencriteriumvoldoet en bij aanvang van het kalenderjaar nog geen 65 jaar is.De toevoeging bedraagt 12% van de winst, maar niet meer dan hetlaagste bedrag van:■ ■ € 9.542 (2011: € 11.882; 2010: € 11.811) verminderd met de tenbehoeve van de ondernemer ten laste van de winst gekomenpensioenpremies;■■het verschil tussen het ondernemingsvermogen aan het einde van hetjaar en de stand van de oudedagsreserve aan het begin van het jaar.trefwoorden inhoudsopgaveKleinschaligheidsinvesteringsaftrekDe belastingplichtige die in een kalenderjaar investeert in bedrijfsmiddelenkan een aangewezen percentage van het investeringsbedrag van de winstover dat jaar in aftrek brengen.26


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woning<strong>2012</strong> bij een investeringsbedrag in een kalenderjaar vanmeer dan € maar niet meer dan € percentage/bedrag- 2.300 02.300 55.248 28%55.428 102.311 € 15.470102.311 306.931 € 15.470 -X 1)306.931 - 01) X= 7,56% van (investeringsbedrag minus € 102.311).2011 bij een investeringsbedrag in een kalenderjaar vanmeer dan € maar niet meer dan € percentage/bedrag- 2.200 02.200 54.324 28%54.324 100.600 € 15.211100.600 301.800 € 15.211-X 1)301.800 - 01) X= 7,56% van (investeringsbedrag minus € 100.600).2010 bij een investeringsbedrag in een kalenderjaar vanmeer dan € maar niet meer dan € percentage/bedrag- 2.200 02.200 54.000 28%54.000 100.000 € 15.120100.000 300.000 € 15.120-X 1)300.000 - 0trefwoorden inhoudsopgave1) X= 7,56% van (investeringsbedrag minus € 100.000).Bij een samenwerkingsverband (bijvoorbeeld een vof) worden deinvesteringen voor het hele samenwerkingsverband samengenomen.De volgende bedrijfsmiddelen zijn uitgesloten van de investeringsaftrek:■■bedrijfsmiddelen waarvan het investeringsbedrag minder bedraagt dan€ 450 (2011 en 2010: € 450);■■bedrijfsmiddelen die zijn bestemd om direct of indirect, hoofdzakelijk teworden gebruikt voor de uitoefening van■■het bosbedrijf;■■een bedrijf waarvan de winst is vrijgesteld op grond van een regelingter voorkoming van dubbele belasting;■■gronden (inclusief de ondergrond van gebouwen), met uitzondering vanverbeteringskosten van grond waarover nog wordt afgeschreven;27


I | inkomstenbelasting■■woonhuizen en woonschepen;■■personenauto’s (uitgezonderd zijn zeer zuinige personenauto’s);■■vaartuigen die worden gebruikt voor representatieve doeleinden;■■effecten, vorderingen, goodwill, vergunningen, ontheffingen, concessiesen andere ontheffingen van publiekrechtelijke aard;■■dieren.De volgende bedrijfsmiddelen zijn uitgesloten van dekleinschaligheids investeringsaftrek:■■bedrijfsmiddelen die zijn uitgesloten van de investeringsaftrek;■■bedrijfsmiddelen die zijn bestemd om, direct of indirect, hoofdzakelijkter beschikking te worden gesteld aan derden.Energie-investeringsaftrekEnergie-investeringsaftrek geldt voor ondernemers die investeren in nieteerder gebruikte bedrijfsmiddelen die in het belang zijn van doelmatiggebruik van energie. Hieronder vallen ook kosten voor advies overenergiebesparende maatregelen in gebouwen en processen. De inaanmerking komende bedrijfsmiddelen worden jaarlijks via de Energielijstbekendgemaakt. Bij een energie-investeringsbedrag in een kalenderjaarvan meer dan € 2.300 (2011 en 2010: € 2.200) bedraagt de aftrek 41,5%(2011: 41,5%; 2010: 44%) over maximaal € 118.000.000 (2011:€ 116.000.000; 2010: € 115.000.000). Bij een samenwerkingsverbandworden de investeringen van het hele samenwerkingsverbandsamengenomen.trefwoorden inhoudsopgaveDe volgende bedrijfsmiddelen zijn uitgesloten van deenergie-investeringsaftrek:■■bedrijfsmiddelen die zijn uitgesloten van de investeringsaftrek;■■bedrijfsmiddelen die direct of indirect hoofdzakelijk ter beschikkingworden gesteld aan:■■niet in Nederland wonende natuurlijke personen of gevestigdelichamen;■■natuurlijke personen of lichamen voor het drijven van een (deel vaneen) onderneming waarvoor op de winst een regeling tervoorkoming van dubbele belasting van toepassing is.De investering moet u binnen drie maanden na het aangaan van deinvesteringsverplichting of het maken van de voortbrengingskosten melden28


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woningbij het Bureau Investeringsregelingen en willekeurige afschrijving in Breda.Vanaf <strong>2012</strong> kunt u dit nog uitsluitend digitaal melden bij Agentschap NL.Investeringen kunnen zowel voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek alsvoor de energie-investeringsaftrek in aanmerking komen.Milieu-investeringsaftrekDe milieu-investeringsaftrek geldt voor ondernemers die investeren in nieteerder gebruikte bedrijfsmiddelen in het belang van de bescherming vanhet Nederlandse milieu. De in aanmerking komende bedrijfsmiddelenworden jaarlijks via de Milieulijst milieu-investeringen bekendgemaakt.Bij een bedrag aan milieu-investeringen in een kalenderjaar van meer dan€ 2.300 (2011 en 2010: € 2.200) bedraagt de aftrek voormilieu-investeringen:■■in categorie I: 36% (2011: 36%; 2010: 40%);■■in categorie II: 27% (2011: 27%; 2010: 30%);■■in categorie III: 13,5% (2011: 13,5%; 2010: 15%).Als u milieu-investeringen doet die voldoen aan de voorwaarden van hetEuropese crisissteunkader, dan worden deze percentages in 2010 en2011 vervangen door respectievelijk 60%, 40% en 35%. U moet deinvestering binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichtingof het maken van de voortbrengingskosten melden bij hetBureau Investeringsregelingen en willekeurige afschrijving in Breda. Vanaf<strong>2012</strong> kunt u dit nog uitsluitend digitaal melden bij Agentschap NL.trefwoorden inhoudsopgaveDe milieu-investeringsaftrek is van toepassing naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek,maar u kunt niet voor een en dezelfde investering zowelenergie-investeringsaftrek als milieu-investeringsaftrek claimen.Uitgesloten verplichtingenUitgesloten van investeringsaftrek, energie-investeringsaftrek en milieuinvesteringsaftrekzijn verplichtingen die zijn aangegaan tussen:■■belastingplichtigen en personen die tot hun huishouden behoren;■■bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of personen die tot hunhuishouden behoren;■■gerechtigden tot een nalatenschap waarvan het bedrijfsmiddel deeluitmaakt;29


I | inkomstenbelasting■■personen die voor ten minste een derde deel belang hebben in eenrechtspersoon alsmede die rechtspersoon zelf.Op verzoek kan de inspecteur ontheffing verlenen.DesinvesteringsbijtellingDesinvesteringsbijtelling vindt plaats voor bedrijfsmiddelen waarvoor udestijds investeringsaftrek hebt ontvangen. De bijtelling bedraagt deverkoopprijs vermenigvuldigd met het percentage waarvoorinvesteringsaftrek is gevraagd, met een maximum van de destijdsontvangen investeringsaftrek.Desinvesteringsbijtelling vindt niet plaats bij:■■desinvestering vijf jaar na aanvang van het kalenderjaar waarin isgeïnvesteerd;■■een totaal aan desinvesteringen in het kalenderjaar van minder dan€ 2.300 (2011 en 2010: € 2.200);■■desinvestering van een bedrijfsmiddel waarvoor geen investeringsaftrekis ontvangen.Research & Development aftrek (RDA)Met ingang van <strong>2012</strong> kan de Research & Development Aftrek (RDA) alsextra aftrekpost in mindering worden gebracht op de fiscale winst. DeRDA geldt voor ondernemers die kosten maken (met uitzondering vanloon kosten) of investeringen doen welke direct toerekenbaar zijn aan doorde ondernemer verricht speur- en ontwikkelingswerk.trefwoorden inhoudsopgaveDeze aftrek bedraagt 40% van de direct aan speur- en ontwikkelingswerktoerekenbare kosten en investeringen. De aftrek wordt vastgesteld bijRDA-beschikking door Agentschap NL. De aftrek komt in mindering op dewinst in het boekjaar waarin de beschikking is afgegeven.Afschrijving op bedrijfsmiddelenDe afschrijving op goodwill bedraagt maximaal 10% per jaar en deafschrijving op andere bedrijfsmiddelen maximaal 20% van de aanschafofvoortbrengingskosten van het bedrijfsmiddel. Afwaardering naar lagerebedrijfswaarde van het bedrijfsmiddel is niet toegestaan als deomstandigheden die aanleiding kunnen zijn tot de afwaardering al bij deinvestering in het bedrijfsmiddel bekend waren.30


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woningOvergangsmaatregel afschrijving goodwill en overige bedrijfsmiddelenDe jaarlijkse afschrijving op de al op 1 januari 2007 aanwezigebedrijfsmiddelen is maximaal 12/(60-V) x de boekwaarde op1 januari 2007. V staat hierbij voor het aantal maanden waarin vóór1 januari 2007 is afgeschreven. Voor goodwill bedraagt de afschrijvingmaximaal 12/(120-V) x de boekwaarde op 1 januari 2007.Afschrijving op gebouwenAfschrijving op gebouwen is slechts mogelijk als de boekwaarde van hetbetrokken gebouw hoger is dan de bodemwaarde daarvan. Voor deafschrijving worden de onderdelen van een gebouw, de daarbij behorendeondergrond en de aanhorigheden als één bedrijfsmiddel beschouwd.De bodemwaarde is voor een:■■gebouw ter belegging: de WOZ-waarde van het gebouw;■■gebouw in eigen gebruik: 50% van de WOZ-waarde van het gebouw.Onder een gebouw in eigen gebruik wordt verstaan een gebouw dat:■■hoofdzakelijk wordt gebruikt in een eigen onderneming of■■hoofdzakelijk wordt verhuurd onder toepassing van de terbeschikkingstellingsregeling(paragraaf 2.5).U mag gebouwen die als milieubedrijfsmiddel worden beschouwd,afschrijven tot beneden de bodemwaarde.trefwoorden inhoudsopgaveRegeling willekeurige afschrijving investeringenDeze regeling is in <strong>2012</strong> afgeschaft.2011/2010Investeringen kunnen willekeurig worden afgeschreven tot maximaal 50%in het jaar van aanschaf en het daarop volgende kalenderjaar. Dewillekeurige afschrijving is een tijdelijke maatregel die geldt voor nieuwebedrijfsmiddelen. Zij kan niet worden gebruikt voor de volgendebedrijfsmiddelen:■■gebouwen;■■grond-, weg- en waterbouwkundige werken;■■dieren;■■immateriële activa (waaronder software);■■bromfietsen, motorrijwielen en personenauto’s (exclusief taxi’s en zeerzuinige personenauto’s).31


I | inkomstenbelastingUitgesloten zijn ook bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk bestemd zijn voorterbeschikkingstelling aan derden.Willekeurige afschrijving is mogelijk zodra een investeringsverplichting isaangegaan of voortbrengingskosten zijn gemaakt. Het bedrag van dewillekeurige afschrijving kan echter niet hoger zijn dan het bedrag dat metbetrekking tot de investeringsverplichting is betaald of het bedrag van degemaakte voortbrengingskosten. Het bedrijfsmiddel moet binnen tweekalenderjaren na het jaar van aanschaf in gebruik worden genomen.Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL)Voor op de Milieulijst voorkomende milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen isop de aanschaf- en/of voortbrengingskosten een willekeurige afschrijvingmogelijk. Bij aangeschafte bedrijfsmiddelen geldt de voorwaarde dat dezenieuw – dus ongebruikt – zijn. U moet de investering binnen drie maandenna het aangaan van de investeringsbeslissing of het maken van devoortbrengingskosten aanmelden bij het Bureau Investeringsregelingen enwillekeurige afschrijvingen in Breda. Vanaf <strong>2012</strong> kunt u dit nog uitsluitenddigitaal melden bij Agentschap NL.De regelgeving omtrent de meldingstermijn is identiek aan die bij deenergie-investeringsaftrek. De VAMIL is niet van toepassing openergiezuinige investeringen. In <strong>2012</strong> kan maximaa 75% (2011: 75%;2010: 100%) willekeurig worden afgeschreven op de aanschaffings- envoortbrengingskosten.trefwoorden inhoudsopgaveWillekeurige afschrijving andere bedrijfsmiddelen (startendeondernemers)Ondernemers komen voor willekeurige afschrijving van bedrijfsmiddelen inaanmerking als het gaat om bedrijfsmiddelen waarvoor investeringsverplichtingenzijn aangegaan of voortbrengingskosten zijn gemaakt in eenjaar waarin recht bestaat op de startersaftrek of het daaraan voorafgaande(aanloop)jaar.De willekeurige afschrijving kent twee grenzen:■■investeringen waarvoor geen recht op investeringsaftrek bestaat zijnuitgesloten;32


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woning■■maximaal een bedrag van € 306.931 (2011: € 301.800; 2010:€ 300.000) aan investeringen per jaar komt voor de faciliteit inaanmerking.De beperking afschrijving bedrijfsmiddelen is ook hier van toepassing.Als in enig jaar het plafond wordt overschreden, zal de willekeurigeafschrijving slechts op een deel van de investeringen worden toegepast.De startende ondernemer kan in dat geval zelf aangeven met betrekkingtot welke bedrijfsmiddelen hij de willekeurige afschrijving wenst.Waardering onderhanden werk en onderhanden opdrachtenOnderhanden werk/onderhanden opdrachten waardeert u op het deel vande overeengekomen vergoeding dat hieraan is toe te rekenen.Overzicht ondernemersfaciliteitenondernemersfaciliteitondernemerresultaat uit overigewerkzaamhedenmedegerechtigdeoudedagsreserve (FOR) 1) ja nee nee 3)zelfstandigenaftrek 1) ja nee neemeewerkaftrek 1) ja nee neeaftrek S&O 1) ja nee neestakingsaftrek ja nee neemkb-winstvrijstelling ja nee neetbs-vrijstelling nee ja neevoeren van boekhouding ja ja 4) jakleinschaligheidsinvesteringsaftrek ja nee jaenergie-investeringsaftrek ja nee neemilieu-investeringsaftrek ja nee neeRDA ja nee neewillekeurige afschrijving ja nee jabelast in box 1 ja ja jatrefwoorden inhoudsopgave1) Voor toepassing van deze faciliteiten moet de ondernemer voldoen aan het urencriterium.2) Als verbonden personen (man-vrouwfirma) aan de gebruikelijkheidstoets voldoen, kunnen de urenmeetellen voor het urencriterium en kan alsnog gebruik worden gemaakt van de faciliteiten.3) Bestaande oudedagsreserve (FOR) hoeft niet af te nemen.4) Volstaan kan worden met een eenvoudige kasadministratie als de werkzaamheden een bescheidenomvang hebben en er zich van jaar tot jaar geen grote verschillen voordoen.33


I | inkomstenbelastingVan aftrek uitgesloten algemene kostenGeen aftrekBij het bepalen van de winst kunt u de volgende kosten geheel niet inaftrek brengen:■■kosten in verband met het voeren van een zekere staat(standsuitgaven);■■kosten in verband met vaartuigen (uitsluitend representatievedoeleinden);■■geldboeten voortkomend uit de wettelijk geregelde strafsancties;■■verhogingen die zijn opgelegd ingevolge de Algemene wet inzakerijksbelastingen;■■kosten die verband houden met misdrijven;■■kosten voor wapens en munitie;■■kosten die worden gemaakt voor agressieve dieren;■■geheven dividendbelasting en kansspelbelasting;■■belastingen die in het buitenland worden geheven naar de winst, mitshiervoor een regeling ter voorkoming van dubbele belasting vantoepassing is.Gedeeltelijke aftrek (aftrekbeperking)Bij het bepalen van de winst kunt u de volgende kosten tot een bedragvan € 4.400 (2011 en 2010: € 4.300) niet in aftrek brengen:■■voedsel, drank en genotmiddelen;■■representatie (recepties, feestelijke bijeenkomsten en vermaak, inclusiefde desbetreffende reizen en verblijven 1) );■■congressen, seminars, excursies, studiereizen (inclusief dedesbetreffende reis- en verblijfskosten 1) ).1) Voor de met een privévervoermiddel gereden zakelijke kilometers kunt u maximaal € 0,19 (2011 en2010: € 0,19) per km in aftrek brengen.trefwoorden inhoudsopgaveDe hiervoor genoemde aftrekbeperking kan desgewenst wordenvervangen door een aftrekbeperking van 26,5% (2011 en 2010: 26,5%)van de totale kosten.Van aftrek uitgesloten kosten ten behoeve van de belastingplichtigeGeen aftrekBij het bepalen van de winst geldt geen aftrek voor kosten in verband met:■■de werkruimte (inclusief inrichting) in de tot het privévermogenbehorende woning van de belastingplichtige, tenzij de werkruimte een34


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woningnaar verkeersopvatting zelfstandig deel van de woning vormt en deondernemer:■■elders eveneens kantoorruimte heeft en de winst, het loon of hetresultaat hoofdzakelijk in de werkruimte in de eigen woning verwerftof■■elders geen kantoorruimte heeft en de winst, het loon of hetresultaat hoofdzakelijk in of vanuit de werkruimte in de woningverwerft en de winst, het loon of het resultaat in belangrijke mate istoe te rekenen aan het werken in die werkruimte;■■telefoonaansluitingen in de woonruimte;■■literatuur, met uitzondering van vakliteratuur;■■kleding, met uitzondering van werkkleding;■■persoonlijke verzorging;■■reis- en verblijfkosten voor cursussen, opleidingen voor studie enberoep, congressen, seminars, symposia, excursies, studiereizen endergelijke, voor zover die kosten meer bedragen dan € 1.500 (2011 en2010: € 1.500);■■tot het privévermogen behorende muziekinstrumenten,geluidsapparatuur, gereedschappen, computers en dergelijke;■■vergoeding van arbeid door de partner van de belastingplichtige als devergoeding lager is dan € 5.000 (2011 en 2010: € 5.000);■■geheven loonbelasting en premies volksverzekeringen;■■premies voor buitenlandse verzekeringen;■■renten van schulden en kosten van geldleningen in verband metbepaalde erfrechtelijk verkregen vorderingen.trefwoorden inhoudsopgaveGedeeltelijke aftrekBij het bepalen van de winst kunt u de volgende kosten gedeeltelijkaftrekken:■■kosten van verhuizing (kosten van het overbrengen van de inboedel),vermeerderd met € 7.750 (2011 en 2010: € 7.750);■■kosten van huisvesting buiten de woonplaats (voor hooguit twee jaar);■■kosten van de tot het privévermogen behorende auto tot maximaal€ 0,19 (2011 en 2010: € 0,19) per zakelijke km.Privégebruik bedrijfswoningDe onttrekking bedraagt bij een woningwaarde (de WOZ-waarde) van debedrijfswoning van:35


I | inkomstenbelasting<strong>2012</strong>meer dan€maar niet meer dan€op jaarbasis(percentage van deze waarde)– 12.500 0,8012.500 25.000 1,0025.000 50.000 1,1550.000 75.000 1,2575.000 1.040.000 1,401.040.000 – € 14.560 vermeerderd met 1,75%van de woningwaarde voor zoverdeze uitgaat boven € 1.040.0002011meer dan maar niet meer dan op jaarbasis€€ (percentage van deze waarde)– 12.500 0,8012.500 25.000 1,0025.000 50.000 1,1050.000 75.000 1,2075.000 1.020.000 1,351.020.000 – € 13.770 vermeerderd met 1,6%van de woningwaarde voor zoverdeze uitgaat boven € 1.020.000trefwoorden inhoudsopgave2010meer dan maar niet meer dan op jaarbasis€€ (percentage van deze waarde)– 12.500 0,7512.500 25.000 0,9525.000 50.000 1,0550.000 75.000 1,1575.000 1.010.000 1,301.010.000 – € 13.130 vermeerderd met 1,45%van de woningwaarde voor zoverdeze uitgaat boven € 1.010.00036


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woning2.4 ReizenWoon-werkverkeerEigen vervoer ondernemer/werknemerDe ondernemer kan alle kilometers voor woon-werkverkeer als zakelijkekilometers aanmerken. De werknemer kan op het gebied van woonwerkverkeergeen kosten in aftrek brengen.Openbaar vervoer (reisaftrek)De reisaftrek geldt zowel voor de werknemer en de ondernemer als voorde medegerechtigde bij regelmatig woon-werkverkeer voor de peropenbaar vervoer afgelegde afstand. Eventuele ontvangen vergoedingenkomen in mindering op de aftrek.bij een per openbaar vervoer afgelegde (enkele) reisafstand vanmeer dan maar niet meer dan is de aftrek op jaarbasis<strong>2012</strong>€2011€2010€– 10 km 0 0 010 km 15 km 436 428 42515 km 20 km 582 572 56820 km 30 km 974 957 95130 km 40 km 1.207 1.186 1.17840 km 50 km 1.574 1.547 1.53750 km 60 km 1.751 1.721 1.71060 km 70 km 1.943 1.910 1.89870 km 80 km 2.008 1.974 1.96280 km - 2.036 2.001 1.989trefwoorden inhoudsopgave■■Als op drie, twee of één dag(en) per week naar dezelfde plaats wordtgereisd, geldt respectievelijk driekwart, de helft of een kwart van het inde tabel genoemde bedrag.■■Men moet regelmatig (doorgaans minimaal eenmaal per week ofminimaal 40 dagen per kalenderjaar) tussen de woning en de werkplekheen en weer reizen.■■Als de reisafstand meer dan 90 km is, bedraagt de aftrek € 0,23(2011 en 2010: € 0,22) per km, maar maximaal € 2.036(2011: € 2.001; 2010: € 1.989) per jaar.37


I | inkomstenbelasting■■Als u naar verschillende arbeidsplaatsen reist, geldt de reisaftrek voorelke arbeidsplaats afzonderlijk, maar tot maximaal € 2.036(2011: € 2.001; 2010: € 1.989) per jaar.■■Als u op dezelfde dag naar verschillende arbeidsplaatsen reist, geldt deaftrek uitsluitend voor de meest bereisde plaats. Als die plaatsen evenvaak worden bereisd, geldt de grootste reisafstand.■■U kunt de reisaftrek alleen in aanmerking nemen als u een openbaarvervoer-of reisverklaring kunt overleggen.Auto van de zaakOndernemers en medegerechtigden met een auto van de zaak moeten dewaarde van het privégebruik bij het inkomen tellen. De bijtelling bedraagteen percentage van de cataloguswaarde. Zie de volgende tabel:Hoogte bijtelling 1) 0% 4) 7% 14% 20% 25%2010/2011 diesel 0 n.v.t. 1-95 96-116 >116tot 01-07-<strong>2012</strong> 2) benzine 3) 0 n.v.t. 1-110 111-140 >14001-07-<strong>2012</strong> 2) diesel < 51 n.v.t. 51-91 92-114 >114benzine 3) < 51 n.v.t. 51-102 103-132 >13201-01-2013 2) diesel < 51 n.v.t. 51-88 89-112 >112benzine 3) < 51 n.v.t. 51-95 96-124 >12401-01-2014 2) diesel n.v.t. < 51 51-85 86-111 >111benzine 3) n.v.t. < 51 51-88 89-117 >11701-01-2015 2) beide n.v.t. < 51 51-82 83-110 >110trefwoorden inhoudsopgave1) Voor auto’s die meer dan vijftien jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen, bedraagt debijtelling ten minste 35% van de waarde in het economisch verkeer.2) Als het kenteken van auto’s met een CO 2-uitstoot van minder dan 51 gr/km in <strong>2012</strong> of 2013 voor heteerst op naam wordt gezet, geldt gedurende maximaal 60 maanden een 0%-bijtellling. Als het kentekenvan deze auto’s voor het eerst op naam wordt gesteld in 2014 of 2015, gaat vanaf dat momentgedurende 60 maanden een bijtelling van 7% gelden. Na de genoemde periodes is de bijtelling afhankelijkvan de CO 2-uitstootgrenzen op dat moment. Auto’s met een 20% of 14% bijtelling waarvan het kentekenvóór 1 juli <strong>2012</strong> op naam is gesteld, houden het lagere bijtellingspercentage totdat de auto een andereeigenaar én andere gebruiker krijgt.3) Benzine, elektro, benzine en elektro, lpg, waterstof en aardgas.4) Voor auto’s met een CO 2-uitstoot van minder dan 51 gr/km die al vóór 01-01-<strong>2012</strong> zijn aangeschaft,geldt voor zover er nog geen recht op was vanaf 01-01-<strong>2012</strong> het 0%-tarief (tot 01-01-2017).De bijtelling kan achterwege blijven als minder dan 500 km voor privé isgereden. Dat privégebruik moet u aantonen, bijvoorbeeld met eensluitende rittenadministratie. Alle kilometers voor woon-werkverkeerworden daarbij als zakelijk aangemerkt.38


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woningVoor werknemers aan wie een auto ter beschikking is gesteld, wordt dewaarde van het privégebruik tot het loon gerekend en in de loonheffingbetrokken, tenzij de werknemer een ‘Verklaring geen privégebruik auto’van de Belastingdienst aan zijn werkgever overlegt. Dan hoeft dewerkgever de waarde van het privégebruik niet tot het loon te rekenen(hoofdstuk II, paragraaf 3).Wat betreft de bijtelling voor het privégebruik van een bestelauto: daarvoorgeldt hetzelfde als voor de ter beschikking gestelde personenauto. Voorbestelauto’s die door aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt zijnvoor vervoer van goederen, blijft de bijtelling achterwege.2.5 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden(ROW)Het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden bestaat uit hetresultaat van één of meer werkzaamheden die geen belastbare winst ofbelastbaar loon vormen.Ook vallen onder het resultaat uit overige werkzaamheden:■■het voordeel uit het rendabel maken van vermogen op een wijze dienormaal, actief vermogensbeheer te buiten gaat, zoals:■ ■ het uitponden van onroerende zaken;■ ■ het in belangrijke mate zelf verrichten van groot onderhoud of hetzelf aanbrengen van andere veranderingen aan een zaak;■ ■ het gebruik van voorkennis of daarmee vergelijkbare vormen vankennis;■■beloningen voor auteurs- en uitvindersactiviteiten;■■resultaten uit freelanceactiviteiten.trefwoorden inhoudsopgaveTerbeschikkingstellingsregelingOnder ‘werkzaamheden’ wordt ook verstaan het direct of indirect terbeschikking stellen van vermogensbestanddelen aan:■■een onderneming of werkzaamheid van een verbonden persoon;■■een vennootschap waarin de belastingplichtige of een met debelastingplichtige verbonden persoon een aanmerkelijk belang heeft;■■een samenwerkingsverband waarvan de verbonden persoon deeluitmaakt en daarbij winst uit onderneming of resultaat uit overige39


I | inkomstenbelastingwerkzaamheden geniet, of waarvan de vennootschap waarin debelastingplichtige of de verbonden persoon een aanmerkelijk belangheeft, deel uitmaakt.Onder het ‘ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen’ wordtook begrepen het aangaan of het hebben van een schuldvordering.Goedgekeurd is dat u geen rente op uw rekening-courantvordering metde vennootschap hoeft te rekenen als:■■het rekening-courantsaldo gedurende het gehele kalenderjaar niethoger is dan € 17.500 positief en niet lager is dan € 17.500 negatief en■■de vennootschap zelf geen rente in aanmerking neemt en■■een eventuele rekening-courantschuld niet in box 3 wordt aangegeven.Maatschappelijk ongebruikelijke terbeschikkingstellingAls u een vermogensbestanddeel ter beschikking stelt aan:■■bloed- of aanverwanten in de rechte lijn van u of uw partner die nietonder de groep van verbonden personen vallen of■■bloed- of aanverwanten van de groep van verbonden personen,worden de voordelen toch belast als resultaat uit overige werkzaamhedenals de terbeschikkingstelling maatschappelijk ongebruikelijk is. Dit geldtook als u een vermogensbestanddeel ter beschikking stelt aan eenvennootschap waarin de hiervoor bedoelde personen een aanmerkelijkbelang hebben.trefwoorden inhoudsopgaveVoordelen behaald met “lucratieve belangen”Dit zijn bepaalde aandelen die meer dan evenredig in de winst delen, ofaandelen met een ongebruikelijk hoog dividendpercentage,schuldvorderingen en vergelijkbare rechten. Het gaat om onmiddellijk ofmiddellijk gehouden aandelen, vorderingen of vergelijkbare rechten die– gelet op de feiten en omstandigheden waaronder zij zijn verkregen –moeten worden beschouwd als een beloning voor werkzaamheden vande belastingplichtige.Keuzemogelijkheid kamerverhuurInkomsten uit kamerverhuur vallen doorgaans onder resultaat uit overigewerkzaamheden. Als de opbrengst minder bedraagt dan € 4.410 (2011:€ 4.333; 2010: € 4.262), kan de kamerverhuurder ervoor kiezen deinkomsten aan te merken als onbelast voordeel uit de eigen woning(paragraaf 2.9).40


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woningWerkruimteOnder ‘werkruimte’ wordt uitsluitend verstaan een zelfstandig deel vaneen eigen woning dat intensief wordt gebruikt voor de verwerving vaninkomen. De werkruimte moet een zodanige zelfstandigheid bezitten datzij duidelijk te onderscheiden is door uiterlijke kenmerken. De tot de eigenwoning behorende ‘onzelfstandige ruimten’ vallen geheel onder deeigenwoningregeling (en niet in box 3).TerbeschikkingstellingsvrijstellingDe terbeschikkingstellingsvrijstelling is vergelijkbaar met de mkbwinstvrijstellingin de ondernemingssfeer (paragraaf 2.3). De vrijstellingbedraagt 12% (2011 en 2010: 12%) en er geldt geen urencriterium.VrijstellingenVrijgesteld zijn:■■voordelen uit kansspelen;■■een vergoeding van maximaal € 5.000 (2011 en 2010: € 5.000) voor demeewerkende partner in de onderneming van de andere partner; dievergoeding is voor de onderneming niet aftrekbaar;■■voordelen die u als vrijwilliger behaalt, mits het gezamenlijk bedrag vande vergoeding niet meer bedraagt dan de vrijgestelde bedragen voorvrijwilligers (hoofdstuk II, paragraaf 5).trefwoorden inhoudsopgaveOvergang naar ROWDe activa en passiva die overgaan naar het regime van overigewerkzaamheden waardeert u naar de waarde in het economisch verkeer.2.6 Belastbare periodieke uitkeringen enverstrekkingen en vrijgestelde publiekrechtelijkeuitkeringenBelastbaar zijn periodieke:■■uitkeringen en verstrekkingen op grond van een publiekrechtelijkeregeling, waaronder:■■uitkeringen uit vrijwillige verzekering op grond van de AOW en deAnw;■■uitkeringen aan gemoedsbezwaarden op grond van de AOW;■■uitkeringen op grond van de WAZ;41


I | inkomstenbelasting■■uitkeringen op grond van buitenlandse regelingen die naar aard enstrekking overeenkomen met de hiervoor vermelde uitkeringen;■■uitkeringen en verstrekkingen op grond van een rechtstreeks uit hetfamilierecht voortvloeiende verplichting, tenzij deze worden ontvangenvan bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de tweede graad vande zijlijn;■■uitkeringen en verstrekkingen die in rechte vorderbaar zijn en niet detegenwaarde voor een prestatie vormen;■■uitkeringen en verstrekkingen die niet in rechte vorderbaar zijn enworden ontvangen van een rechtspersoon;■■termijnen van lijfrenten en andere periodieke uitkeringen enverstrekkingen uit een inkomensvoorziening, voor zover de premies alsinkomensvoorziening in aftrek zijn gebracht;■■uitkeringen en verstrekkingen op grond van een buitenlandsevoorziening waarvan de strekking overeenkomt met eeninkomensvoorziening;■■uitkeringen op grond van verplicht gestelde deelneming aanpensioenregelingen.Vrijgestelde publiekrechtelijke uitkeringen zijn:■■uitkeringen op grond van de Algemene Kinderbijslagwet;■■uitkeringen en verstrekkingen op grond van de Algemene WetBijzondere Ziektekosten;■■het deel van de WSF-uitkering dat als (voorwaardelijke) gift geldt;■■uitkeringen en verstrekkingen op grond van de Wet Werk en Bijstandter dekking van bepaalde kosten;■■uitkeringen die op het inkomen van belastingplichtigen zijn afgestemden bij ministeriële regeling worden vastgesteld ter dekking van bepaaldenoodzakelijke kosten;■■bepaalde uitkeringen die zijn bedoeld ter dekking vanonderhoudskosten van thuiswonende gehandicapte kinderen;■■uitkeringen op grond van buitenlandse regelingen die naar aard enstrekking overeenkomen met hiervoor genoemde uitkeringen;■■tegemoetkomingen op grond van de Wet Kinderopvang ofkinderopvangtoeslag;■■tegemoetkomingen op grond van de Wet op de zorgtoeslag en de Wetop de huurtoeslag;■■tegemoetkomingen op grond van de Wet op het kindgebonden budget.trefwoorden inhoudsopgave42


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woningOmvang belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingenAls u premies voor belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingenniet heeft afgetrokken (hoewel ze wel aftrekbaar waren), worden deze toteen maximum van € 2.269 (2011 en 2010: € 2.269) in minderinggebracht op de belastbare uitkeringen (saldomethode). U moetaannemelijk maken dat de premies niet in aftrek zijn gebracht.Overgangsrecht periodieke uitkeringen en verstrekkingen■■Voor vermogensrechtelijke periodieke uitkeringen geldt als hoofdregeldat het op 31 december 2000 geldende regime van de Wet op deinkomstenbelasting 1964 behouden blijft voor overeenkomsten die opdat moment bestonden en waarvoor vóór 1 januari 2001 premies zijnbetaald.■■Ter voorkoming van splitsing van rechten over box 1 en box 3, vallenalle inkomsten uit lijfrenteovereenkomsten die al op 14 september 1999bestonden onder de grondslag van box 1, voor zover de premiebetalingeneen bedrag van € 2.269 (2011 en 2010: € 2.269) nietovertreffen. Deze uitkeringen worden uiteindelijk belast volgens desaldomethode.■■U kunt aanspraken op kleine lijfrenten/periodieke uitkeringen (met eenmaximum van € 4.242 (2011: € 4.171; 2010: € 4.146)) afkopen.Belastingheffing vindt plaats via de saldomethode.trefwoorden inhoudsopgave2.7 Belastbare inkomsten uit eigen woningOnder eigen woning wordt verstaan:■■een gebouw, een duurzaam aan één plaats gebonden schip ofwoonwagen, met de daartoe horende aanhorigheden;■■een gebouw dat anders dan ten behoeve van de onderneming enanders dan als tijdelijk hoofdverblijf, u ter beschikking staat op grondvan eigendom of een recht van vruchtgebruik dat krachtens erfrecht isverkregen.43


I | inkomstenbelasting<strong>2012</strong>eigenwoningwaardevan meer dan€maar niet meer dan€voordelen uit eigen woning op jaarbasis– 12.500 0,00%12.500 25.000 0,20% van de WOZ-waarde25.000 50.000 0,35% van de WOZ-waarde50.000 75.000 0,45% van de WOZ-waarde75.000 1.040.000 0,60% van de WOZ-waarde1.040.000 en hoger € 6.240 vermeerderd met 1,30% van dewoningwaarde voor zover deze uitgaatboven € 1.040.0002011eigenwoningwaardevan meer dan€maar niet meer dan€voordelen uit eigen woning op jaarbasis– 12.500 0,00%12.500 25.000 0,20% van de WOZ-waarde25.000 50.000 0,30% van de WOZ-waarde50.000 75.000 0,40% van de WOZ-waarde75.000 1.020.000 0,55% van de WOZ-waarde1.020.000 en hoger € 5.610 vermeerderd met 1,05% van dewoningwaarde voor zover deze uitgaatboven € 1.020.000trefwoorden inhoudsopgave2010eigenwoningwaardevan meer dan€maar niet meer dan€voordelen uit eigen woning op jaarbasis– 12.500 0,00%12.500 25.000 0,20% van de WOZ-waarde25.000 50.000 0,30% van de WOZ-waarde50.000 75.000 0,40% van de WOZ-waarde75.000 1.010.000 0,55% van de WOZ-waarde1.010.000 en hoger € 5.555 vermeerderd met 0,80% van dewoningwaarde voor zover deze uitgaatboven € 1.010.00044


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woningEr geldt een forfaitaire aftrekpost als u geen of nauwelijks aftrekbarekosten heeft, zoals hypotheekrente. De aftrek is gelijk aan heteigenwoningforfait minus deze aftrekbare kosten. Per saldo hoeftdaardoor niets bij het inkomen te worden geteld als er geen of slechts eenkleine eigenwoningschuld is.Tot de aftrekbare kosten van een eigen woning behoren:■■Rente en kosten van schulden voor verwerving, onderhoud en/ofverbetering van de eigen woning. Deze rente is maximaal dertig jaaraftrekbaar. Voor hypotheken die al op 1 januari 2001 bestonden, begintde dertigjaartermijn pas te lopen vanaf 1 januari 2001.■■Periodieke betalingen ingevolge de rechten van erfpacht, opstal ofbeklemming.BijleenregelingBij verhuizing naar een andere woning is de hypotheekrente over hetbedrag dat u extra bijleent beperkt aftrekbaar. Voor extra aftrek komtslechts in aanmerking de rente over het bedrag dat u moet bijlenen omboven op de opbrengst van de oude woning (na aftrek van verkoopkosten)de nieuwe woning (inclusief de aankoopkosten) te kunnen kopen.Het deel dat u bij verwerving van een eigen woning moet financieren meteigen vermogen, wordt aangeduid als ‘eigenwoningreserve’. De eigenwoningreservewordt gevoed met de verkoopopbrengst van de oudewoning (na verkoopkosten) minus de bestaande eigenwoningschuld.Door de eigenwoningreserve af te trekken van de koopsom (inclusiefaankoopkosten) ontstaat het maximumbedrag waarover u rente kuntaftrekken.Bij verhuizing naar een huurwoning blijft de eigenwoningreserve drie(2011 en 2010: drie) jaar bestaan. Als binnen deze termijn een nieuweeigen woning wordt aangeschaft, moet de eigenwoningreserve inmindering worden gebracht op de aankoopsom (inclusief aankoopkosten).trefwoorden inhoudsopgave2.8 Kapitaalverzekering, spaarrekening ofbeleggingsrecht eigen woningKapitaalverzekeringen worden belast in box 3. Voor de kapitaalverzekeringeigen woning geldt echter een uitzondering. Deze kapitaalverzekering45


I | inkomstenbelastingwordt in box 1 belast. Van een kapitaalverzekering eigen woning is sprakeals:■■de uitkering uitsluitend mag worden gebruikt voor de aflossing van deschuld op de eigen woning;■■ten minste vijftien jaar premies zijn betaald, met inachtneming van eenbandbreedte van 1 : 10; bij voortijdig overlijden van de verzekerdemoeten er jaarlijks premies zijn betaald;■■de verzekering recht geeft op een eenmalige uitkering bij leven ofoverlijden (er moet dus sprake zijn van een levensverzekering);■■de verzekering is afgesloten bij een erkende verzekeraar;■■de woning een eigen woning is van de verzekerde, zijn echtgenoot ofdegene met wie hij duurzaam een gezamenlijke huishouding voert.Na een looptijd van dertig jaar wordt de kapitaalverzekering geacht tot eenfictieve uitkering te zijn gekomen. Als de polis daarna nog doorloopt, gaatde kapitaalverzekering over naar box 3.Het gezamenlijk rentevoordeel in de uitkeringen uit een kapitaalverzekeringeigen woning is onbelast als de uitkeringen niet meer bedragen dan€ 154.000 (2011: € 151.000; 2010: € 150.500) en:■■de uitkeringen hebben gediend ter aflossing van de eigenwoningschuld;■■er jaarlijks premies zijn betaald tot aan het overlijden van de verzekerdeof ten minste gedurende twintig jaar;■■de betaalde premies binnen een bandbreedte vallen van 1 : 10.trefwoorden inhoudsopgaveDe vrijstelling bedraagt € 34.900 (2011: € 34.300; 2010: € 34.100) alsten minste vijftien jaar jaarlijks premies zijn betaald en ook aan de overigevoorwaarden van de hoge vrijstelling is voldaan.Via een speciaal geblokkeerde spaar- of beleggingsrekening kunt u bijbanken en andere financiële instellingen ook fiscaal vrijgesteld sparen voorde aflossing van de eigenwoningschuld. Deze ‘spaarrekening eigenwoning’ wordt fiscaal zo veel mogelijk hetzelfde behandeld als dekapitaalverzekering eigen woning. De voorwaarden voor een onbelasteuitkering uit een spaarrekening eigen woning komen in grote lijnenovereen met de hiervoor genoemde voorwaarden die gelden voor dekapitaalverzekering eigen woning.46


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woning2.9 KamerverhuurvrijstellingOpbrengsten uit kamerverhuur zijn onbelast, mits deze aan de hiernagenoemde voorwaarden voldoen en niet meer bedragen dan € 4.410(2011: € 4.333; 2010: € 4.262) per jaar.Het betreft opbrengsten uit:■■het ter beschikking stellen van al dan niet gestoffeerde ofgemeubileerde woonruimte voor korte duur waarbij■■de woonruimte geen zelfstandige woning vormt en■■de woonruimte deel uitmaakt van de woning die u als hoofdverblijfter beschikking staat en■■u en de huurder op hetzelfde adres in de GemeentelijkeBasisadministratie Persoonsgegevens staan ingeschreven.2.10 Uitgaven voor inkomensvoorzieningenAlgemeenUitgaven voor inkomensvoorzieningen betreffen op u drukkende premiesvoor:■■lijfrenten die dienen ter compensatie van een pensioentekort:■■oudedagslijfrente;■■nabestaandenlijfrente;■■tijdelijke oudedagslijfrente voor zover het gezamenlijk bedrag van deuitkeringen niet meer beloopt dan € 20.953 (2011: € 20.602; 2010:€ 20.479) per jaar;■■lijfrenten waarvan de termijnen toekomen aan een meerderjarig invalidekind of kleinkind en die uitsluitend eindigen bij het overlijden van degerechtigde;■■aanspraken op het gebied van invaliditeit, ziekte of ongeval waarvan deuitkeringen aan u toekomen.trefwoorden inhoudsopgaveAftrek lijfrentepremiesJaarruimteBij de jaarruimte gaat het om de mogelijkheid tot premieaftrek tercom pensatie van een tekort in uw pensioenopbouw over hetvoorafgaande kalenderjaar. U moet bij de aanvang van het kalenderjaarjonger dan 65 jaar zijn.47


I | inkomstenbelastingDe jaarruimte wordt als volgt berekend:(0,17 x PG) – 7,5A – FPG is de premiegrondslag, die bestaat uit het gezamenlijk bedrag van:■■winst uit onderneming (vóór toevoeging en afneming oudedagsreserveen vóór de ondernemersaftrek);■■het belastbaar loon;■■het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden;■■de belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen, minus € 11.829(2011: € 11.631; 2010: € 11.561) (de zelfstandige AOW-franchise voorgehuwden). De premiegrondslag mag maximaal € 162.457(2011: € 159.741; 2010: € 158.788) bedragen.A (de A-factor) is de pensioenaangroei in een voorafgaand kalenderjaar alsgevolg van toename van de diensttijd. De aan een voorafgaandkalenderjaar toe te rekenen aangroei van het jaarlijkse ouderdomspensioenwegens toename van het aantal dienstjaren bedraagt in gevalvan:■■eindloon/middelloon: het in het kalenderjaar geldende opbouwpercentagemaal de premiegrondslag;■■beschikbare premiestelsel: de premie over het kalenderjaar maal eenleeftijdsafhankelijke factor.trefwoorden inhoudsopgaveF is de opbouw van de oudedagsreserve (toevoegingen minus verplichteafnemingen).De maximumaftrek op grond van de jaarruimte bedraagt € 27.618(2011: € 27.156; 2010: € 26.994).ReserveringsruimteDe reserveringsruimte geeft u de mogelijkheid de jaarruimten die in dezeven voorafgaande jaren niet (volledig) benut zijn alsnog aan te wenden.Daartoe moet u bij de aangifte een verzoek indienen. De reserveringsruimtemoet het niet-gebruikte bedrag van het oudste jaar het eerstopvullen. Het in aanmerking te nemen bedrag beloopt maximaal 17% vande pensioengrondslag, maar niet meer dan € 6.989 (2011: € 6.872;2010: € 6.831). Dit maximum wordt verhoogd tot € 13.802(2011: € 13.571; 2010: € 13.490) als u bij het begin van het kalenderjaar55 jaar of ouder bent.48


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woning■■Lijfrente voor oudedagsreserve: maximaal het bedrag van de afnemingvan de oudedagsreserve.■■Lijfrente voor stakingswinst: het bedrag van de stakingswinst, maarmaximaal:1. € 443.059 (2011: € 435.652; 2010: € 433.053) als:■■ten tijde van het staken van de onderneming de ondernemer 60jaar of ouder is of■■ten tijde van het staken van de onderneming de ondernemervoor 45% of meer arbeidsongeschikt is en de termijnen van delijfrente binnen zes maanden na de staking ingaan of■■de onderneming wordt gestaakt door overlijden van deondernemer;2. € 221.537 (2011: € 217.833; 2010: € 216.533) als:■■ten tijde van het staken van de onderneming de ondernemer 50jaar of ouder, maar jonger dan 60 jaar is of■■de termijnen van de lijfrente direct na de staking ingaan;3. € 110.774 (2011: € 108.922; 2010: € 108.272) in alle overigegevallen.Bij de bepaling van de maximum lijfrenteaftrek moet u rekening houdenmet in het verleden in aftrek gebrachte lijfrentepremies en betaaldepensioenpremies en het bedrag van de oudedagsreserve bij het beginvan het kalenderjaar.■■Vanaf 2011 dient u lijfrentepremies voor de jaarruimte en reserveringsruimtete betalen in het jaar zelf. In <strong>2012</strong> betaalde premies zijn dus nietmeer aftrekbaar in 2011. Voor het jaar 2010 kon u premies voor dejaarruimte en de reserveringsruimte nog betalen gedurende de eerstedrie maanden van 2011 om deze nog in aftrek brengen op het inkomenvan 2010. Lijfrentepremies die u betaalt voor de omzetting van deoudedagsreserve en de stakingswinst kunnen nog in een kalenderjaarworden afgetrokken als ze binnen zes maanden na afloop van hetkalenderjaar worden betaald.trefwoorden inhoudsopgave2.11 VerliesverrekeningVerliezen in een box zijn uitsluitend verrekenbaar met positieve inkomstenuit dezelfde box. De verliesverrekening binnen de boxen gaat als volgt.49


I | inkomstenbelasting<strong>2012</strong>/2011/2010 voorwaartseverrekeningbox 1: ondernemings verliezen 9 jaar 1) 3 jaarbox 1: overige verliezen 9 jaar 3 jaarbox 2 2) 9 jaar 1 jaarachterwaartseverrekening1) Ondernemingsverliezen die al op 31 december 2002 bestonden, kunt u op grond van overgangsrechttot en met 2011 verrekenen.2) Als het aanmerkelijk belang is opgeheven, kunt u een verlies, nadat een vol kalenderjaar geenaanmerkelijk belang aanwezig is geweest, in het daaropvolgende jaar verrekenen met de inkomens uitbox 1 (taxcreditmethode; paragraaf 3.10).In box 3 kan nooit een verlies ontstaan, aangezien het vermogen in box 3niet negatief kan worden.2.12 MiddelingMiddeling geeft de mogelijkheid teruggaaf van belasting te krijgen over hetverschil tussen de berekende belasting over drie jaar en de gemiddeldebelasting over deze drie jaar. Er geldt het volgende:■■middeling is alleen mogelijk voor een binnenlands belastingplichtige (envoor een buitenlands belastingplichtige die heeft gekozen voorbehandeling als binnenlands belastingplichtige). Vanaf 2011 geldtmiddeling ook voor buitenlands belastingplichtigen die (nagenoeg)geheel hun wereldinkomen in Nederland verdienen en niet hebbengekozen voor de behandeling als binnenlands belastingplichtige;■■de middeling heeft betrekking op drie aaneengesloten jaren;■■de drempel voor middeling bedraagt € 545;■■het verzoek tot middeling moet worden gedaan binnen 36 maandennadat de aanslagen van de driejaarsperiode onherroepelijk vaststaan;■■de premies volksverzekeringen over het middelingsjaar waarin men65 wordt, moeten op jaarbasis worden berekend, alsof men het helejaar AOW-premie is verschuldigd.trefwoorden inhoudsopgave2.13 Persoonsgebonden aftrekAlgemeenDe persoonsgebonden aftrek komt eerst in mindering op box 1, maar nietverder dan nihil. Daarna komt de persoonsgebonden aftrek in mindering50


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woningop box 3, eveneens niet verder dan nihil. Als laatste komt de aftrek inmindering op box 2 en ook hier niet verder dan tot nihil. Het nietafgetrokkendeel schuift door naar het volgende jaar.De persoonsgebonden aftrek bestaat uit de volgende posten:■■uitgaven voor onderhoudsverplichtingen;■■verliezen op beleggingen in durfkapitaal;■■uitgaven voor levensonderhoud van kinderen;■■de regeling specifieke zorgkosten/buitengewone uitgaven;■■weekenduitgaven voor gehandicapte kinderen, broers of zussen;■■scholingsuitgaven;■■uitgaven voor monumentenpanden;■■aftrekbare giften.Uitgaven voor onderhoudsverplichtingenDe volgende onderhoudsverplichtingen zijn aftrekbaar:■■familierechtelijke periodieke uitkeringen (alimentatie) voor zover nietverstrekt aan bloed- en aanverwanten in de rechte lijn of in de tweedegraad van de zijlijn 1) ;■■afkoopsommen van alimentatie aan de ex-echtgenoot 2) ;■■verhaalde kosten van bijstand (op grond van de Wet Werk en Bijstand)aan de duurzaam gescheiden levende echtgenoot of ex-echtgenoot;■■bedragen die worden verhaald in het kader van (echt)scheiding, voor deverrekening van pensioenrechten en van lijfrenten waarvan de betaaldepremies als uitgaven voor inkomensvoorziening in aanmerking zijngenomen, met uitzondering van rechten op periodieke uitkeringen diezijn toegekend door degene die tot de verrekening verplicht is 2) ;■■periodieke uitkeringen die berusten op een wettelijke verplichting totvergoeding van schade door het derven van levensonderhoud 1) 3) ;■■periodieke uitkeringen die berusten op een dringende moreleverplichting tot voorziening in het levensonderhoud 1) 3) .1) Onderhoudsverplichtingen in de vorm van het verstrekken van huisvesting in een woning neemt uin aanmerking volgens het eigenwoningforfait, mits de verstrekking plaatsvindt door een beperktgerechtigde van de woning.2) Afkoopsommen en verrekenbedragen in de vorm van een lijfrente kunt u niet aftrekken voor zover u depremie hiervoor als uitgave voor inkomensvoorziening in aftrek kunt brengen.3) Periodieke uitkeringen aan bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de tweede graad van de zijlijn,of aan personen die behoren tot uw huishouden, kunt u niet aftrekken.trefwoorden inhoudsopgave51


I | inkomstenbelastingVerliezen op beleggingen in durfkapitaalVerliezen op (directe) geldleningen aan beginnende ondernemers die vóór2011 zijn aangegaan kunt u aftrekken tot maximaal € 46.984 perbeginnende ondernemer binnen de eerste acht jaar na het verstrekkenvan de geldlening. Daarbij gelden de volgende voorwaarden:■■de lening moet in box 3 vallen en in aanmerking komen voor devrijstelling voor beleggingen in durfkapitaal;■■u moet de lening verstrekken aan een beginnend ondernemer;■■de lening moet zijn achtergesteld;■■de lening moet worden geregistreerd;■ ■ de beginnende ondernemer moet de geldlening gebruiken voor definanciering van verplicht ondernemingsvermogen (of voorondernemingskosten);■■de geldlening mag niet zijn aangegaan tussen u en uw partner;■■de geldlening mag niet zijn aangegaan tussen personen die gezamenlijkeen onderneming drijven.Het deel van de geldlening dat binnen de eerste acht jaar na deverstrekking ervan wordt kwijtgescholden, mag u als verlies aftrekken.Voor aftrek is vereist dat de inspecteur (op verzoek) een voor bezwaarvatbare beschikking afgeeft waarin hij verklaart dat het kwijtgescholdendeel niet meer voor verwezenlijking vatbaar is.trefwoorden inhoudsopgaveUitgaven voor levensonderhoud van kinderenDit betreft levensonderhoud van kinderen jonger dan 21 (2011 en 2010:30) jaar die ten minste in belangrijke mate door u worden onderhouden.U onderhoudt een kind in belangrijke mate als de op u drukkende kostenvan levensonderhoud van het kind minimaal € 408 (2011 en 2010: € 408)per kwartaal bedragen.Als u een partner heeft, moeten voor de beoordeling in welke mate eenkind jonger dan 21 (2011 en 2010: 30) jaar wordt onderhouden, deuitgaven van u en uw partner voor het levensonderhoud van dat kindworden samengevoegd. Niet aftrekbaar zijn de bedragen die u betaalt:■■wegens ziekte, invaliditeit en bevalling;■■aan een kind voor wie u kinderbijslag ontvangt krachtens de AKW ofeen hiermee overeenkomende regeling;■■aan een kind voor wie op grond van artikel 7b van de AKW het recht opkinderbijslag is uitgesloten;52


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woning■■aan een kind dat recht heeft op een (voorwaardelijke) gift of eenprestatiebeurs volgens de Wet Studiefinanciering 2000.omschrijvingaftrek per kwartaal<strong>2012</strong>€2011€2010€kind tot 6 jaar 295 290 295kind 6 tot 12 jaar 355 350 355kind 12 tot 18 jaar 415 410 415kind 18 tot 21 (2011 en 2010: 30) jaar 355 350 355én als het kind grotendeels wordt onderhouden 710 700 710én als het kind niet tot de huishouding behoortén nagenoeg geheel wordt onderhouden 1.065 1.050 1.065Regeling uitgaven specifieke zorgkostenBinnen de regeling ‘uitgaven voor specifieke zorgkosten’ komen devolgende kosten voor aftrek in aanmerking, mits deze voortkomen uitziekte of invaliditeit:■■genees- en heelkundige hulp, met uitzondering vanooglaser behandelingen;■■vervoer;■■medicijnen verstrekt op voorschrift van een arts;■■overige hulpmiddelen, met uitzondering van visuele hulpmiddelen terondersteuning van het gezichtsvermogen;■■extra gezinshulp;■■dieetkosten (voor zover opgenomen in de dieetkostentabel);■■extra kleding en beddengoed;■■reiskosten regelmatig ziekenbezoek: € 0,19 (2011 en 2010: € 0,19)per km.trefwoorden inhoudsopgaveDrempelDe uitgaven komen slechts voor aftrek in aanmerking voor zover ze bovende drempel (per belastingplichtige) uitkomen:53


I | inkomstenbelasting<strong>2012</strong> verzamelinkomen vóór persoonsgebonden aftrekmeer dan € maar niet meer dan € drempel– 7.457 € 1257.457 39.618 1,65% van verzamelinkomen39.618 en hoger 1,65% van € 39.618 vermeerderd met5,75% van het deel boven € 39.6182011 verzamelinkomen vóór persoonsgebonden aftrekmeer dan € maar niet meer dan € drempel– 7.332 € 1227.332 38.955 1,65% van verzamelinkomen38.955 en hoger 1,65% van € 38.955 vermeerderd met5,75% van het deel boven € 38.9552010 verzamelinkomen vóór persoonsgebonden aftrekmeer dan € maar niet meer dan € drempel– 7.288 € 1217.288 38.722 1,65% van verzamelinkomen38.722 en hoger 1,65% van € 38.722 vermeerderd met5,75% van het deel boven € 38.722Verhoging uitgavenDe regeling kent een verhogingsfactor. De hiervoor vermelde aftrekpostenworden (vóór toepassing van de drempel), met uitzondering van deuitgaven voor geneeskundige en heelkundige hulp, verhoogd met:■■113% (2011 en 2010: 113%) voor 65-plussers;■■40% (2011 40%; 2010 77%) voor 65-minners.Het verzamelinkomen mag niet hoger zijn dan € 34.055 (2011: € 33.485;2010: € 32.738).trefwoorden inhoudsopgaveWeekenduitgaven voor gehandicapte kinderen, broers of zussenDit zijn de extra uitgaven om uw gehandicapte kind, broer of zus van21 (2011 en 2010: 27) jaar of ouder dat of die doorgaans in een AWBZinstellingverblijft, tijdens weekenden of vakanties te verzorgen. De regelinggeldt ook voor mentoren van gehandicapten van 21 (2011 en 2010: 27) jaarof ouder. Per dag van verzorging kunt u € 10 (2011: € 10; 2010: € 9) aftrekken.Daarnaast kunt u € 0,19 (2011 en 2010: € 0,19) per km aftrekkenvoor het vervoer per auto over de reisafstand tussen de plaats waar degehandicapte doorgaans verblijft en de plaats waar u doorgaans verblijft.54


I box | inkomstenbelasting1: inkomen uit werk en woningScholingsuitgavenDit zijn uitgaven van u en uw partner voor het volgen van een opleiding ofstudie met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning.Tot de scholingskosten behoren niet uitgaven voor:■■levensonderhoud (onder andere huisvesting, voedsel, drank,genotmiddelen en kleding);■■werk- en studeerruimten, inclusief de inrichting;■■reizen en verblijven, inclusief excursies en studiereizen.De uitgaven waarvoor u een vrijgestelde vergoeding ontvangt, behorenevenmin tot de scholingskosten. Er gelden bijzondere regels als u rechtheeft op een WSF-uitkering. De kosten zijn aftrekbaar voor zover dezemeer bedragen dan € 500 (2011 en 2010: € 500), maar niet meer dan€ 15.000 (2011 en 2010: € 15.000).Uitgaven voor monumentenpandenEen monumentenpand is een pand dat is ingeschreven in een van deregisters zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988 (rijksmonumenten).<strong>2012</strong>Er wordt in <strong>2012</strong> geen onderscheid meer gemaakt tussen monumentendie als eigen woning worden belast in box 1 en monumenten die wordenbelast in box 3. 80% van de onderhoudskosten is aftrekbaar. Demogelijkheid tot aftrek van eigenaarslasten en afschrijvingen is in <strong>2012</strong>vervallen. Er is voor <strong>2012</strong> en 2013 een overgangsregeling vooronderhoudskosten waartoe in 2011 al onherroepelijke verplichtingen zijnaangegaan en waarvan betaling plaatsvindt in <strong>2012</strong> of 2013.trefwoorden inhoudsopgave2011/2010Als het monumentenpand de eigen woning is (box 1):In 2011 kunnen de kosten van monumenten woningen die in het kader vaneen echtscheiding in de verkoop staan nog twee jaar kwalificeren als eeneigen woning. Onder het bedrag van de kosten vallen niet:■■kosten van geldleningen;■■rente van schulden;■■periodieke betalingen ingevolge de rechten van erfpacht, opstal ofbeklemming.Deze kosten zijn al aftrekbaar op grond van de eigenwoningregeling.55


I | inkomstenbelastingU kunt zowel de kosten, lasten als afschrijvingen in aanmerking nemen.De uitgaven zijn aftrekbaar voor zover ze meer bedragen dan de aftrekdrempel.De aftrekdrempel was in 2011: 0,80% (2010: 0,75%) van deeigenwoning waarde.Als het monumentenpand behoort tot box 3:■■het bedrag van de onderhoudskosten, minus 4% van de waarde in heteconomisch verkeer van de onroerende zaak aan het begin van hetkalenderjaar;■■goedgekeurd is dat u ook aftrek voor monumentenpanden krijgt als u eenmonumentale tuin of park heeft waarvan het bezit is vrijgesteld in box 3.Aftrekbare giftenAftrekbare giften zijn:■■periodieke giften;■■andere giften.Periodieke giften zijn giften:■■in de vorm van vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen■■aan een instelling 1) of vereniging 2)■■die berusten op een notariële akte van schenking■■onder de verplichting de uitkeringen of verstrekkingen vijf jaar of langer(onder voorbehoud van overlijden) ten minste jaarlijks te latenplaatsvinden.trefwoorden inhoudsopgaveAndere giften zijn giften:■■aan aangewezen instellingen 1) , die■■met schriftelijke bescheiden kunnen worden gestaafd en die■■samen meer dan € 60 (2011 en 2010: € 60) en ten minste 1% van hetverzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek,maar maximaal 10% van het verzamelinkomen vóór toepassing van depersoonsgebonden aftrek bedragen.1) Onder een instelling wordt verstaan een kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijkeof het algemeen nut beogende instelling. De instelling moet een beschikking van de Belastingdiensthebben waarin zij is aangewezen als ANBI.2) Een vereniging is een niet aan de vennootschapsbelasting onderworpen of vrijgestelde vereniging metvolledige rechtsbevoegdheid en met ten minste 25 leden.56


I box | inkomstenbelasting2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belangVanaf <strong>2012</strong> mogen giften aan een culturele ANBI voor de aftrek tot een maximaalbedrag van € 5.000 worden vermenigvuldigd met een factor 1,25. Dezeverhoging moet nog worden goedgekeurd door de Europese Commissie.3. Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijkbelang3.1 Aanwezigheid aanmerkelijk belangU heeft een aanmerkelijk belang als u, al dan niet samen met uw partner,voor ten minste 5% van het geplaatste kapitaal (direct of indirect)aandeelhouder bent in een vennootschap met een in aandelen verdeeldkapitaal. Als u op grond van deze definitie geen aanmerkelijk belang heeft,maar een van de verwanten uit de voor u geldende familiegroep (ziehierna) heeft dat wel, worden de aandelen van u toch als een aanmerkelijkbelang aangemerkt. Naast aandelen vallen winstbewijzen, koopopties opaandelen en bewijzen van deelgerechtigdheid in coöperaties onder hetaanmerkelijkbelangregime.PartnerOnder het begrip ‘partner’ valt voor het aanmerkelijk belang deechtgenoot c.q. de ongehuwd samenwonende partner die onder departnerregeling valt (partnerregeling; paragraaf 1.2).trefwoorden inhoudsopgaveFamiliegroepDe volgende personen behoren tot de familiegroep:■■fiscale partners;■ ■ de bloedverwanten in de rechte lijn (ouders, kinderen, kleinkinderenenzovoort) van de aanmerkelijkbelanghouder zelf of van diens fiscalepartner.GenotsrechtenOok als u een genotsrecht (meestal vruchtgebruik) op aandelen heeft enverder aan de voorwaarden voor aanmerkelijk belang voldoet, wordt uaangemerkt als aanmerkelijkbelanghouder. Dit betekent dat zowel degenotsgerechtigde als de bloot eigenaar van de aandelen een aanmerkelijkbelang kan hebben. Elke vestiging van een genotsrecht op aanmerkelijkbelangaandelenwordt als een (gedeeltelijke) vervreemding aangemerkt.57


I | inkomstenbelasting3.2 Wat behoort niet tot een aanmerkelijk belang?De volgende inkomensbestanddelen vallen niet onder de aanmerkelijkbelangregeling;zij worden belast in box 1:■■ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen;■■schuldvorderingen;■ ■ borgtochtvergoedingen.3.3 Schema belastbaar inkomen uit aanmerkelijkBELANGVoordelen uit aanmerkelijk belang (na aftrek van aftrekbare kosten)Af: persoonsgebonden aftrek voor zover niet verrekend in box 1 en box 3Inkomen uit aanmerkelijk belangAf: te verrekenen verliezen uit aanmerkelijk belangBelastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang3.4 Tariefbelastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang <strong>2012</strong> 2011 2010% % %25 25 25trefwoorden inhoudsopgave3.5 Voordelen uit aanmerkelijk belangDe wet onderscheidt reguliere voordelen en vervreemdingsvoordelen.Reguliere voordelenReguliere voordelen zijn:■■dividenden;■■het 4% forfaitair voordeel in een vrijgestelde beleggingsinstelling of eenbuitenlands beleggingslichaam;■■de teruggaaf van hetgeen op aandelen is gestort minus deverkrijgingsprijs;■■idem op bewijzen van deelgerechtigdheid in fondsen voor gemenerekening.58


I box | inkomstenbelasting2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belangAan aandeelhouders uitgereikte winstbonussen behoren niet tot de regulierevoordelen, tenzij het gaat om winstbonussen uit een beursgenoteerdebeleggingsinstelling. In dat geval geldt als verkrijgingsprijs de nominalewaarde. Anders wordt de verkrijgingsprijs van deze bonusaandelen gesteldop nihil, verhoogd met een eventuele toebetaling.Aftrekbare kostenU kunt de op de reguliere voordelen drukkende kosten aftrekken voorzover zij zijn gemaakt tot verwerving, inning en behoud van die voordelen.Als zij hoger zijn dan hetgeen gebruikelijk is, komt het meerdere niet inaftrek. Renten en kosten van erfrechtelijke schulden komen niet inaanmerking als aftrekbare kosten.VervreemdingsvoordelenVervreemdingsvoordelen zijn voordelen behaald bij de vervreemding vantot aanmerkelijk belang behorende aandelen of winstbewijzen, of bijvervreemding van een deel van de in deze aandelen of winstbewijzenbesloten liggende rechten. Het vervreemdingsvoordeel wordt gesteld ophet verschil tussen de overdrachtsprijs en de verkrijgingsprijs van dedesbetreffende aandelen. Daarbij komen de bij de vervreemdinggemaakte kosten in aftrek.Fictieve vervreemdingenBij wijze van fictie leiden de volgende handelingen/omstandigheden totvervreemdingsvoordelen:■■het inkopen van aandelen;■■het afkopen en inkopen van winstbewijzen;■■het betaalbaar stellen van liquidatie-uitkeringen;■■als de aanmerkelijkbelanghouder geen aandelen meer houdt in deverdwijnende vennootschap bij een juridische fusie of splitsing;■■de overgang van aandelen krachtens erfrecht ofhuwelijks vermogens recht;■■de inbreng van aandelen in het vermogen van een onderneming of hettot resultaat uit overige werkzaamheden (paragraaf 2.5) gaan behoren;■■het niet langer aanwezig zijn van een aanmerkelijk belang;■■de emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder;■■het verlenen van een koopoptie op de aandelen;■■beëindiging van een tot een aanmerkelijk belang behorend genotsrecht.trefwoorden inhoudsopgave59


I | inkomstenbelastingOverdrachtsprijsAls overdrachtsprijs geldt gewoonlijk de tegenprestatie bij vervreemding,minus de ten laste van de verkoper komende kosten. Als een tegenprestatieontbreekt (bijvoorbeeld bij schenking, fictieve vervreemdingen) ofals deze is bedongen onder niet-normale omstandigheden, geldt dewaarde in het economisch verkeer.VerkrijgingsprijsAls verkrijgingsprijs geldt doorgaans de historische verkrijgingsprijs. Dezewordt steeds per aandeel vastgesteld, zodat een pakket van dezelfdeaandelen kan bestaan uit aandelen met verschillende verkrijgingsprijzen(bijvoorbeeld als aandelen zijn bijgekocht). Bij verschillende verkrijgingsprijzenbinnen dezelfde soort aandelen en winstbewijzen geldt degemiddelde historische verkrijgingsprijs.Soms wordt de verkrijgingsprijs gesteld op de waarde in het economischverkeer. Dit is vooral het geval bij:■■het ontbreken van een tegenprestatie bij de verkrijging of als detegenprestatie onder niet-normale omstandigheden is bedongen;■■invoer van een aanmerkelijkbelangpakket bij immigratie;■■het hebben van een ‘aflopend aanmerkelijk belang’ onder het ouderegime (voor 1 januari 1997), terwijl dit onder het huidige regime een(normaal) aanmerkelijk belang is;■■het voor het eerst krijgen van een aanmerkelijk belang per 1 januari1997 als gevolg van de destijds gewijzigde wetgeving.trefwoorden inhoudsopgaveDoorschuifregelingenIn een aantal situaties kan bij vervreemding de belastingclaim wordenuitgesteld (doorgeschoven naar de toekomst). Er bestaandoorschuifregelingen voor de volgende gevallen:■■overlijden, huwelijk, wijziging van het huwelijksgoederenregime enontbinding van de huwelijksgemeenschap;■■aandelenruil tussen vennootschappen in het kader vanbedrijfsopvolging;■■aandelenruil in het kader van een aandelenfusie;■■erven of schenken indien en voor zover de vennootschap een materiëleonderneming drijft.60


I box | inkomstenbelasting2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang3.6 Tijdstip aftrekDe van zowel reguliere als vervreemdingsvoordelen aftrekbare kostenkomen in aftrek op het moment dat zij zijn betaald of verrekend, terbeschikking gesteld of rentedragend zijn geworden.3.7 FinancieringsrenteRente op en kosten van geldleningen die zijn aangegaan ter financieringvan een tot aanmerkelijk belang behorende aandelen en winstbewijzen zijnaftrekbaar als kosten ter verwerving van reguliere voordelen.3.8 Genietingsmoment van reguliere voordelenReguliere voordelen worden belast op het tijdstip waarop zij zijnontvangen of verrekend, ter beschikking gesteld, dan wel rentedragend ofinvorderbaar zijn geworden.3.9 Genietingsmoment van vervreemdingsvoordelentrefwoorden inhoudsopgaveVervreemdingsvoordelen worden belast op het tijdstip van vervreemding.In een aantal specifieke gevallen is het genietingstijdstip nader bepaald,onder andere:■■in geval van emigratie: het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan deemigratie;■■in geval van een koopoptie: het tijdstip waarop de koopoptie wordtverleend.3.10 Verlies uit aanmerkelijk belangAls het gezamenlijk bedrag van vervreemdings- en reguliere voordelen ineen kalenderjaar per saldo negatief is, is er sprake van een verlies uitaanmerkelijk belang.61


I | inkomstenbelastingVerliesverrekeningDe termijn voor achterwaartse verliesverrekening bedraagt één kalender jaar.Voorwaartse verrekening is mogelijk met de negen volgende kalenderjaren.Verliezen die al op 31 december 2002 bestonden, kunt u krachtensovergangsrecht tot en met 2011 verrekenen.Leidt een verlies op grond van het voorgaande niet (geheel) tot verrekening,dan kunt u het restant verrekenen met het positieve inkomen uit box 1, mitser sprake is van een volledige beëindiging van de aanmerkelijkbelangpositie(taxcredit). Deze belastingkorting wordt gesteld op 25% van het nog nietverrekende verlies in box 2 en wordt in mindering gebracht op hetgecombineerde bedrag aan inkomstenbelasting en premiesvolksverzekeringen. Als u en uw partner aldus in het lopende kalenderjaaren het daaraan voorafgaande kalenderjaar geen aanmerkelijk belang meerhebben, vermindert de belastingkorting de verschuldigde belasting vanalleen uzelf. Uw partner kan de belastingkorting slechts verrekenen als:■■het partnerschap op dat moment is beëindigd door uw overlijden en■■uw partner ten tijde van uw overlijden binnenlands belastingplichtig was.4. Box 3: Inkomen uit sparen en beleggentrefwoorden inhoudsopgaveNieuw in <strong>2012</strong>■■Afschaffing kindertoeslag.4.1 GrondslagHet belastbaar inkomen uit sparen en beleggen is het voordeel uit sparenen beleggen minus de persoonsgebonden aftrek voor zover deze niet inaanmerking is genomen bij de berekening van het belastbaar inkomen uitwerk en woning. Het voordeel wordt gesteld op 4% (forfaitair rendement)van de rendementsgrondslag aan het begin van het jaar (2010: hetgemiddelde van de rendementsgrondslag aan het begin en aan het einde vanhet kalenderjaar). De rendementsgrondslag is de waarde van de bezittingenminus de waarde van de schulden. Heffing vindt alleen plaats voor zover derendementsgrondslag meer dan het heffingvrij vermogen bedraagt.62


I box | inkomstenbelasting3: inkomen uit sparen en beleggenDe peil datum is 1 januari. In 2010 waren de peildata 1 januari en31 december. Als de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt ofeindigt (immigratie, emigratie, geboorte, overlijden), dan gelden aparteberekeningsregels.<strong>2012</strong>/2011Er vindt (uitsluitend) bij emigratie en immigratie een tijdsevenredigeherrekening plaats van het te berekenen inkomen in box 3 metinachtneming van de peildatum. Het percentage van 4 wordt dan herleidnaar 1/3% per maand (twaalf maanden maal 1/3% = 4%), waarbij delenvan een maand mogen worden verwaarloosd.2010Als de belastingplicht na het begin van het kalenderjaar aanvangt, geldt dedatum van immigratie of geboorte als de begindatum.Als de belastingplicht vóór het einde van het kalenderjaar eindigt, geldt dedatum van emigratie of overlijden als de einddatum.In het jaar van overlijden van een van de partners is het niet mogelijkvermogensbestanddelen aan de andere partner toe te rekenen.Bij migratie is de toerekening wel mogelijk als voor beide partners deperiode van binnenlandse belastingplicht gelijktijdig begint of eindigt.Het percentage van 4 wordt bij een belastingplicht korter dan een jaartijdsevenredig herleid tot 1/3% per maand (twaalf maanden maal 1/3% =4%), waarbij delen van een maand mogen worden verwaarloosd.trefwoorden inhoudsopgaveVerder geldt het volgende:■■werkelijk ontvangen voordelen en gemaakte kosten zijn irrelevant;■■er is geen tegenbewijsregeling;■■de grondslag bedraagt ten minste nihil (verliesverrekening is dus nietmogelijk).4.2 TariefHet belastingtarief op het belastbaar inkomen uit sparen en beleggenbedraagt 30%. De feitelijk verschuldigde belasting bedraagt dus30% van 4% van de rendementsgrondslag, ofwel 1,2% van derendements grondslag.63


I | inkomstenbelasting4.3 BezittingenDe volgende bezittingen worden in aanmerking genomen:omschrijvingwaarderingsvoorschriftonroerende zaken (met uitzondering van de eerste eigen woning), onder andere:■■tweede eigen woning (≥ 30% terbeschikking van de belastingplichtige) WOZ-waarde■■tweede woning (< 30% ter beschikking vande belastingplichtige)% WOZ-waarde (zie tabel hierna)■■bedrijfspanden (indien niet in box 1) waarde economisch verkeer■■bouwgrondenwaarde economisch verkeerrechten op onroerende zaken, onder andere:■■erfpachtwaarde economisch verkeer■■appartementsrecht (≥ 30% ter beschikkingvan de belastingplichtige)WOZ-waarde■■appartementsrecht (< 30% ter beschikkingvan de belastingplichtige)% WOZ-waarde (zie tabel hierna)roerende zaken 1)waarde economisch verkeerrechten op roerende zaken, onder andere:■■termijn- of optiecontractenwaarde economisch verkeer■■overigewaarde economisch verkeerrechten die niet op zaken betrekking hebben, onder andere:■■geldgeldswaarde economisch verkeer■■beursgenoteerde aandelenAEX-prijscourant■■overige aandelenwaarde economisch verkeer■■beursgenoteerde obligatiesAEX-prijscourant■■overige obligatieswaarde economisch verkeer■■periodieke uitkeringenwaarde economisch verkeer■■overigewaarde economisch verkeeroverige vermogensrechten, onder andere:■■trustvermogenwaarde economisch verkeer■■vergunningenwaarde economisch verkeer■■octrooienwaarde economisch verkeer■■overigewaarde economisch verkeertrefwoorden inhoudsopgave1) Voor zover deze niet dienen voor persoonlijk gebruik of verbruik. Roerende zaken die hoofdzakelijk alsbelegging worden aangehouden, tellen echter wel mee.Waardering verhuurde woningen en appartementsrechtenDe waarde van verhuurde (niet-vakantie) woningen wordt afgeleid van deWOZ-waarde. De waarde van verhuurde (niet-vakantie) woningen die onder64


I box | inkomstenbelasting3: inkomen uit sparen en beleggenhuurbescherming vallen, wordt vastgesteld op de WOZ-waarde x de leegwaarderatio.De gekapitaliseerde waarde van toekomstige, jaar lijkse erfpachtcanonsmag u aftrekken van de WOZ-waarde. De leegwaarderatio isafhankelijk van de verhouding tussen de jaarlijkse huur en de WOZ-waarde.Jaarlijkse huur van de woning in procenten ten opzichte van deWOZ-waarde:meer dan maar niet meer dan leegwaarderatio<strong>2012</strong>leegwaarderatio2011/20100,0% 1,0% 50% 60%1,0% 1,5% 54% 64%1,5% 2,0% 58% 68%2,0% 2,5% 63% 72%2,5% 3,0% 67% 75%3,0% 3,5% 72% 79%3,5% 4,0% 76% 82%4,0% 5,0% 81% 85%5,0% – 85% 85%Bij een onzakelijke huurprijs geldt 3,5% van de WOZ-waarde. Als dewoning als aparte wooneenheid wordt verhuurd, maar niet als afzonderlijkappartement kan worden vervreemd, geldt dat:■■<strong>2012</strong> en 2011: de WOZ-waarde wordt verlaagd met € 20.000;■■2010: de leegwaarderatio 60% bedraagt.trefwoorden inhoudsopgaveBelastingvorderingen vallen niet onder de rendementsgrondslag.Erfbelastingschulden en -vorderingen vallen wel onder de rendementsgrondslag.Lopende termijnen van inkomsten en verplichtingen die tenminste eenmaal per jaar vervallen, behoren evenmin tot derende ments grondslag.4.4 Waardering genotsrechten (vruchtgebruik)Het jaarlijkse voordeel van een genotsrecht is gelijk aan hetgekapitaliseerde bedrag van de jaarlijkse voordelen uit de gerechtigdheid.Het jaarlijkse voordeel wordt gesteld op 4% van de waarde van hetgeenaan het genotsrecht is onderworpen. Voor de bepaling van hetgekapitaliseerde bedrag moet u het jaarlijkse voordeel vermenigvuldigenmet een factor die afhankelijk is van de volgende situaties.65


I | inkomstenbelastingA. Voor de gekapitaliseerde waarde van een periodieke uitkering in geld,afhankelijk van het leven van één man, vermenigvuldigt u het jaarlijksebedrag met de bij de leeftijd van de gerechtigde behorende factor uit detabel hierna:factor22, wanneer degene22, gedurende wiens leven21, de uitkering moet20, plaatshebben19,18,16,15,13,11,9,8,6,4,3,2,1,leeftijdgerechtigdejonger dan 20 jaar is20 t/m 24 jaar is25 t/m 29 jaar is30 t/m 34 jaar is35 t/m 39 jaar is40 t/m 44 jaar is45 t/m 49 jaar is50 t/m 54 jaar is55 t/m 59 jaar is60 t/m 64 jaar is65 t/m 69 jaar is70 t/m 74 jaar is75 t/m 79 jaar is80 t/m 84 jaar is85 t/m 89 jaar is90 t/m 94 jaar is95 jaar en ouder isB. Voor de waarde van een periodieke uitkering in geld, die van het levenvan één man afhankelijk is en na een bepaalde tijd vervalt, vermenigvuldigtu het jaarlijkse bedrag met de factor die bij de leeftijdsklasse vande gerechtigde behoort.trefwoorden inhoudsopgaveleeftijdsklasse van de gerechtigde0-1920-2425-2930-3435-3940-4445-4950-5455-5960-6465-6970-7475-7980-8485-8990-9495-100100-...1 e vijftal jaren 0,91 0,91 0,91 0,91 0,90 0,90 0,90 0,89 0,88 0,87 0,84 0,80 0,74 0,65 0,54 0,40 0,27 0,182 e vijftal jaren 0,74 0,74 0,74 0,74 0,74 0,73 0,72 0,70 0,67 0,62 0,54 0,45 0,33 0,20 0,08 0,02 0,00 0,003 e vijftal jaren 0,61 0,61 0,61 0,60 0,59 0,58 0,56 0,53 0,48 0,40 0,30 0,20 0,10 0,03 0,004 e vijftal jaren 0,50 0,50 0,49 0,49 0,48 0,46 0,43 0,38 0,31 0,22 0,14 0,06 0,02 0,005 e vijftal jaren 0,41 0,40 0,40 0,39 0,37 0,35 0,30 0,24 0,17 0,10 0,04 0,01 0,006 e vijftal jaren 0,33 0,33 0,32 0,30 0,28 0,25 0,20 0,14 0,08 0,03 0,01 0,007 e vijftal jaren 0,27 0,26 0,25 0,23 0,20 0,16 0,11 0,06 0,02 0,008 e vijftal jaren 0,21 0,20 0,19 0,16 0,13 0,09 0,05 0,02 0,009 e vijftal jaren 0,17 0,15 0,13 0,11 0,07 0,04 0,01 0,0010 e vijftal jaren 0,13 0,11 0,09 0,06 0,03 0,01 0,0011 e vijftal jaren 0,09 0,07 0,05 0,03 0,01 0,0012 e vijftal jaren 0,06 0,04 0,02 0,01 0,00volgende jaren 0,03 0,02 0,01 0,0066


I box | inkomstenbelasting3: inkomen uit sparen en beleggen■■De waarde kan niet hoger zijn dan de waarde die zou zijn verkregen alsde uitkering niet na een bepaalde tijd zou vervallen.■■De waarde van een periodieke uitkering in geld voor onbepaalde tijd dieniet van één leven afhankelijk is, beloopt 24 maal het jaarlijkse bedrag.C. Voor de waarde van een periodieke uitkering in geld die na eenbepaalde tijd vervalt en niet van één leven afhankelijk is, vermenigvuldigtu het jaarlijkse bedrag met het aantal jaren waarin de uitkering moetplaatshebben en vervolgens met de bij de looptijd behorende factorenuit de tabel hierna:factorhet eerste vijftal jaren0,91het tweede vijftal jaren0,75het derde vijftal jaren0,61het vierde vijftal jaren0,50het vijfde vijftal jaren0,41het zesde vijftal jaren0,34het zevende vijftal jaren0,28het achtste vijftal jaren0,23het negende vijftal jaren0,19het tiende vijftal jaren0,16het elfde vijftal jaren0,13het twaalfde vijftal jaren0,11de volgende jaren0,09trefwoorden inhoudsopgave■■De gekapitaliseerde waarde is maximaal 24 maal het jaarlijkse bedrag.■■Een periodieke uitkering in geld, afhankelijk van het leven van éénvrouw, wordt gelijkgesteld met een periodieke uitkering van het levenvan een man die vijf jaar jonger is.■■Een periodieke uitkering die vervalt bij overlijden:■■■■van de langstlevende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteldmet een periodieke uitkering afhankelijk van het leven vaneen man die tien jaar jonger is dan de jongste van de hiervoorbedoelde personen;van de eerststervende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteldmet een periodieke uitkering afhankelijk van het leven vaneen man die vijf jaar ouder is dan de oudste van de hiervoorbedoelde personen.67


I | inkomstenbelasting■■Een periodieke uitkering in geld tot een onzeker jaarlijks bedrag wordtgelijkgesteld met een periodieke uitkering tot het geschatte jaarlijksebedrag.4.5 SchuldenAlle verplichtingen worden als schulden aangemerkt (voor zover niet al inbox 1 of box 2 opgenomen). Er is geen koppeling vereist met bezittingenin box 3. Consumptieve schulden tellen dus ook mee.Schulden zijn verplichtingen met een waarde in het economisch verkeer,met dien verstande dat:■■uitgezonderd zijn (latente) belastingschulden die voortvloeien uitbelastingwetgeving waarop de Algemene wet inzake rijksbelastingenvan toepassing is; erfbelastingschulden worden wel als schuldaangemerkt;■■overige verplichtingen slechts per belastingplichtige in aanmerkingworden genomen, voor zover de gezamenlijke waarde meer bedraagtdan € 2.900 (2011 en 2010: € 2.900). Als partners hun rendementsgrondslagsamenvoegen, geldt een drempel van € 5.800 (2011 en2010: € 5.800).trefwoorden inhoudsopgave4.6 Vrijgestelde vermogensbestanddelenDe volgende vermogensbestanddelen zijn vrijgesteld:■■roerende zaken die voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt(bijvoorbeeld personenauto, inboedel, caravan, sieraden);■■bossen, natuurterreinen en landgoederen in de zin van deNatuurschoonwet 1928; voor gebouwde onroerende zaken geldt devrijstelling echter niet;■■voorwerpen van kunst en wetenschap, tenzij deze hoofdzakelijk alsbelegging dienen;■■voorwerpen van kunst en wetenschap die ter beschikking wordengesteld aan derden voor culturele en wetenschappelijke doeleinden;■■krachtens erfrecht verkregen rechten op roerende zaken voor zoverdeze voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt of verbruikt, tenzijdeze rechten hoofdzakelijk als belegging dienen; de vrijstelling geldt dus68


I box | inkomstenbelasting3: inkomen uit sparen en beleggenook voor vorderingen en schulden die ontstaan door overbedeling vaneen langstlevende volgens een ouderlijke boedelverdeling conform hetwettelijke erfrecht. Vanaf <strong>2012</strong> wordt deze vrijstelling uitgebreid naargevallen waarbij op grond van een testament of verdeling van eennalatenschap een situatie ontstaat die materieel voldoende vergelijkbaaris met wettelijk erfrecht zoals:■ ■ (partiële) verdelingen;■ ■ (keuze)legaten tegen inbreng van de waarde waarbij de inbrengwordt schuldig gebleven;■■bij testament ontstane onderbedelingsvorderingen van een kind;■■legitieme vorderingen van een onterfd kind.Deze defiscalisering is beperkt tot de vorderingen/schulden ofgenotsrechten in gevallen waarin de erflater goederen nalaat aan delangstlevende partner, en kinderen enkel een niet-opeisbare vordering opdie partner of een bloot eigendom verkrijgen.■■bepaalde rechten:■■rechten op uitkeringen krachtens levensverzekeringen in geld of innatura tot een bedrag van € 6.859 (2011: € 6.744; 2010: € 6.703)per persoon, als deze uitsluitend eindigen bij overlijden van debelastingplichtige, de partner of bloed- en aanverwanten;■■rechten op kapitaaluitkeringen bij invaliditeit, ziekte of ongeval;■■rechten op termijnen van een overdrachtsprijs van eenaanmerkelijkbelangpakket, als aantal of omvang van de termijnen bijvervreemding nog niet vaststaat;■■geblokkeerde spaartegoeden uit hoofde van werknemersspaarregelingentot een maximum van € 17.025 (2011 en 2010: € 17.025)per persoon;■■geblokkeerde spaartegoeden die uitsluitend gedeblokkeerd kunnenworden bij overlijden van de gerechtigde, met een maximum van€ 6.859 (2011: € 6.744; 2010: € 6.703) (bankvariant opuitvaart verzekering);■■geld, chipkaart en cadeaubonnen tot een bedrag van € 512 (2011: € 503;2010: € 500), bij partners € 1.024 (2011: € 1.006; 2010: € 1.000);■■saldo levenslooprekening; dit tegoed wordt bij uitkering belast in box 1;■■maatschappelijke beleggingen tot een maximum van € 56.420 (2011€ 55.476; 2010: € 55.145) per persoon; hieronder worden verstaan:■■groene beleggingen die door de minister zijn aangewezen;■■sociaal-ethische beleggingen die door de minister zijn aangewezen;trefwoorden inhoudsopgave69


I | inkomstenbelasting■■directe en indirecte beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingentot een gezamenlijk maximum van € 56.420 (2011: € 55.476; 2010:€ 55.145) per persoon. Dit betreft beleggingen in durfkapitaal aanstartende ondernemers (zowel natuurlijke personen als rechtspersonen)voor zover de lening wordt gebruikt voor de financiering van verplichtondernemingsvermogen. Bij rechtspersonen geldt dat de financieringbetrekking moet hebben op vermogensbestanddelen die bij eenondernemer voor de inkomstenbelasting tot het verplichteondernemingsvermogen moeten worden gerekend. Deze vrijstellinggeldt ook voor de financiering van ondernemingskosten;Voor beleggingen in durfkapitaal geldt dat:■■de vrijstelling ook van toepassing is voor beschikbaar gesteld kapitaalvia een participatiemaatschappij;■■de vrijstelling gedurende maximaal acht jaar na het verstrekken van definanciering van kracht is;■■de Belastingdienst beginnende ondernemers aanwijst bij een voorbezwaar vatbare beschikking;■■leningen aangegaan tussen partners en tussen personen diegezamenlijk een onderneming drijven, zijn uitgezonderd;■■de vrijstellingen onder voorwaarden aan de partner kunnen wordenovergedragen.trefwoorden inhoudsopgave4.7 Kapitaalverzekeringen (overgangsrecht)Kapitaalverzekeringen die al op 14 september 1999 bestonden, zijn ondervoorwaarden vrijgesteld tot een maximum van € 123.428. Dit betreftkapitaalverzekeringen die op genoemde datum bestonden en waarvan hetkapitaal niet is verhoogd en de looptijd niet is verlengd. Als niet wordtvoldaan aan de voorwaarden, valt de kapitaalverzekering in box 3. Zowelvoor de in box 1 vallende kapitaalverzekeringen als voor kapitaalverzekeringenin box 3 geldt dat op de expiratiedatum een (fictieve)uitkering in box 1 wordt aangenomen ter grootte van de werkelijkewaarde, maar maximaal € 123.428. Op deze fictieve uitkering is de Wetop de inkomstenbelasting 1964 van toepassing. Dit betekent dat deuitkering geheel of gedeeltelijk is vrijgesteld.70


I box | inkomstenbelasting3: inkomen uit sparen en beleggen4.8 Heffingvrij vermogenHet heffingvrij vermogen bedraagt € 21.139 (2011: € 20.785; 2010:€ 20.661) per persoon. De gezamenlijke grondslag bij partners (voorzover die meer bedraagt dan het gezamenlijke heffingvrij vermogen) kantussen partners in elk gewenste verhouding worden toebedeeld.4.9 KindertoeslagDe kindertoeslag is in <strong>2012</strong> afgeschaft. In 2011 bedroeg deze € 2.779(2010: € 2.762) voor elk minderjarig kind aan het begin van het kalenderjaarover wie u het ouderlijk gezag uitoefent.4.10 OuderentoeslagHet heffingvrij vermogen wordt verhoogd met de ouderentoeslag als debelastingplichtige:■■aan het einde van een kalenderjaar of, als de belastingplicht in de loopvan het jaar is geëindigd, bij het eind van de belastingplicht, de leeftijdvan 65 jaar heeft bereikt en■■de rendementsgrondslag na aftrek van het heffingvrij vermogen, maarvóór het in aanmerking nemen van de ouderentoeslag (grondslagouderentoeslag), niet meer bedraagt dan € 279.708 (2011: € 275.032;2010: € 273.391). Het gezamenlijk bedrag van de grondslagouderentoeslag wordt bij partners verdubbeld tot € 559.416 (2011:€ 550.064; 2010: € 546.782).trefwoorden inhoudsopgaveDe ouderentoeslag bedraagt bij een inkomen uit werk en woning (box 1)vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek:bij een inkomen uit werk en woning vanmeer dan maar niet meer dan bedraagt de ouderen toeslag<strong>2012</strong>€2011€2010€<strong>2012</strong>€2011€2010€<strong>2012</strong>€2011€2010€– – – 14.302 14.062 13.978 27.984 27.516 27.35014.302 14.062 13.978 19.895 19.562 19.445 13.992 13.758 13.67519.895 19.562 19.445 – – – nihil nihil nihil71


I | inkomstenbelastingOp gezamenlijk verzoek van de belastingplichtige en zijn partner wordt deouderentoeslag van de belastingplichtige verhoogd met de ouderentoeslagwaarop de partner recht heeft.trefwoorden inhoudsopgave72


II LoonbelastingNieuw in <strong>2012</strong>■■Afschaffing spaarloon- en levensloopregeling.■■Afschaffing kleinebanenregeling.■■Afschaffing verhoging arbeidskorting voor belastingplichtigen inde leeftijd van 57 tot en met 64 jaar.trefwoorden inhoudsopgave1 WERKKOSTENREGELINGInleidingIn 2011 is de regeling omtrent vrije vergoedingen en verstrekkingengewijzigd.De werkkostenregeling wordt toegepast per werkgever/inhoudingsplichtige.In het geval van een concern wordt derhalve niet naar de groepgekeken, maar naar iedere inhoudingsplichtige afzonderlijk.De werkgever bepaalt welke vergoedingen en verstrekkingen alswerkkosten zijn aan te merken of dat bepaalde vergoedingen tot het loonvan de werknemer behoren. Deze keuze moet vooraf gemaakt wordendoor de werkgever.73


II | loonbelastingUit de financiële administratie moet blijken voor welke vergoedingen dewerkgever de werkkostenregeling toepast en welke vergoedingen loonvoor de werknemer vormen.Keuze in 2011 tot en met 2013: oude regeling of werkkostenregelingGedurende deze drie jaren kan ieder jaar afzonderlijk worden gekozenvoor het wel of niet toepassen van de werkkostenregeling. De keuze blijktuit de administratie. Kiest u in een bepaald jaar voor de werkkostenregeling,dan vervallen veel van de bestaande afspraken die u met deBelastingdienst hebt gemaakt. Kiest u er in een volgend jaar voor om deoude regeling toe te passen, dan zijn de oorspronkelijke afspraken met deBelastingdienst mogelijk weer van kracht.Inhoud werkkostenregelingOnder de werkkostenregeling kan 1,4% (2011: 1,4%) van de fiscale loonsomworden besteed aan belastingvrije verstrekkingen en vergoedingen. Dit wordtook wel de “vrije ruimte” genoemd. Het bedrag dat boven de vrije ruimteuitkomt, wordt bij de werkgever belast met 80% (2011: 80%) eindheffing.Er zijn twee uitzonderingen op de vrije ruimte: de intermediairevergoedingen en de gerichte vrijstellingen.Intermediaire vergoedingenBij intermediaire vergoedingen gaat het om vergoedingen van bedragendie de werknemer voorschiet voor zijn werkgever, zoals:■■de kosten die een werknemer moet maken voor zaken die tot hetvermogen van de werkgever gaan behoren;■■de kosten die de werknemer maakt voor een zaak die de werkgeveraan hem ter beschikking stelt;■■kosten die samenhangen met de bedrijfsvoering en niet met hetfunctioneren van de werknemer;■■kosten die de werknemer maakt voor externe representatie voor dewerkgever.Terugbetaling van deze kosten is geen loon en valt derhalve ook nietonder de werkkostenregeling.trefwoorden inhoudsopgaveGerichte vrijstellingenVoor bepaalde vergoedingen en verstrekkingen geldt een gerichte vrijstelling.Deze vrijstellingen bestonden ook al in de oude regeling en veelal74


werkkostenregelingblijven dezelfde voorwaarden gelden. Voor een gericht vrijgestelde vergoedingmag een vaste kostenvergoeding worden gegeven, maar er moetvooraf altijd een onderzoek worden gedaan naar de werkelijke kosten.De vergoeding van de gericht vrijgestelde kosten komt niet ten laste vande vrije ruimte, mits deze vergoeding binnen de normen blijft. Is devergoeding hoger dan de norm, dan is het bovenmatige deel loon ofbehoort het tot de vrije ruimte van de werkkostenregeling.Voor de volgende kosten geldt een gerichte vrijstelling:■■reiskosten (openbaar vervoer en € 0,19 (2011: € 0,19) per km voorzakelijke kilometers met eigen vervoer);■■tijdelijke verblijfskosten (bij zakelijke dienstreizen);■■cursussen, congressen, seminars;■■studiekosten;■■kosten van outplacement;■■zakelijke maaltijden bij overwerk, koopavond en dergelijke;■■verhuizing inboedel is geheel vrijgesteld. Overige verhuiskosten tot eenmaximum van € 7.750 (2011: € 7.750);■■extraterritoriale kosten (30%-regeling);■■lidmaatschap beroepsorganisaties;■■vakliteratuur.trefwoorden inhoudsopgaveDe vrije ruimte binnen de werkkostenregelingVoor de vergoedingen die de werkgever in de vrije ruimte onderbrengt,hoeft de werknemer vooraf zelf geen kosten te hebben gemaakt. Welgeldt de regel dat de vergoedingen en verstrekkingen gebruikelijk moetenzijn. Dit is de zogenaamde gebruikelijkheidstoets. Deze toets houdt in datde vergoedingen en verstrekkingen die de werkgever aanwijst niet meerdan 30% mogen afwijken van hetgeen gebruikelijk is. Het bovenmatigedeel is loon voor de werknemer.Voor loon in natura geldt als waarderingsregel de factuurwaarde inclusiefbtw, behoudens bepaalde uitzonderingen waarvoor een forfait dan weleen nihilwaardering geldt.Hieronder volgt een niet-limitatieve opsomming van mogelijkevergoedingen die binnen het forfait vallen voor de factuurwaarde:■■cadeaus met verjaardagen (let op: de rouwkrans of fruitmand vormengeen loon en vallen dus niet onder de werkkostenregeling);75


II | loonbelasting■■kerstpakketten en andere kleine geschenken;■■niet verhaalde verkeersboetes;■■parkeer-, veer- en tolgelden (niet voor de auto van de zaak);■■contributies van personeelsverenigingen;■■contributies voor vakbonden;■■fiets;■■internet thuis en dergelijke communicatiemiddelen;■■personeelsfeesten;■■werkkleding die geschikt is om thuis te dragen en ook mee naar huiswordt genomen;■■apparatuur, gereedschap voor gebruik thuis;■■rentevoordeel personeelsleningen;■■werkruimte thuis;■■reiskosten voor zover > € 0,19 (2011: € 0,19) per km.Posten die onder het forfait vallen, maar waarvoor een bijzonderewaarderingsregel geldt:■■huisvesting ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking; forfaitairewaarde van € 5,10 (2011: € 5) per dag;■■inwoning inclusief genot van energie, bewassing en water; forfaitairewaarde van € 5,10 (2011: € 5) per dag;■■kinderopvang op de werkplek: uurtarieven volgens de WetKinderopvang;■■maaltijden die op de werkplek kunnen worden genuttigd, bijvoorbeeldin een bedrijfskantine of een andere ruimte bij de werkgever. Voor dezemaaltijden geldt een forfaitaire waardering van € 2,95 (2011: € 2,90)per maaltijd, ongeacht het karakter van de maaltijd (ontbijt, lunch,diner). Uitgezonderd hiervan zijn de maaltijden tijdens overwerk of opkoopavond en maaltijden tijdens dienstreizen. Deze maaltijden vallenonder de gerichte vrijstelling.trefwoorden inhoudsopgaveDaarnaast is er een aantal posten die onder het forfait vallen, maarvanwege de nihilwaardering niet ten koste van de forfaitaire ruimte komen.Voor de volgende posten geldt een nihilwaardering:■■arbovoorzieningen;■■bedrijfsfitness op de werkplek;■■consumpties op de werkplek, zoals koffie, thee, snacks, soep, eengebakje (voor zover het geen onderdeel uitmaakt van de maaltijd);■■inrichting van de werkplek (niet in de eigen woning);76


I vergoedingen | inkomstenbelastingverstrekkingen■■mobiele telefoons (zakelijk gebruik > 10%);■■portable computers, zoals notebooks en laptops (zakelijk gebruik 90%of meer);■■uniformen en werkkleding (die uitsluitend geschikt is om tijdens hetwerk te dragen en daar ook achterblijft);■■ov-jaarkaart en voordeelurenkaart als de werknemer deze kaart ookvoor het werk gebruikt.Voor een uitgebreide toelichting op de werkkostenregeling verwijzen wij unaar <strong>Fiscale</strong> beloning <strong>2012</strong>.2 VERGOEDINGEN EN VERSTREKKINGENInleidingWanneer de werkkostenregeling niet wordt toegepast, zijn de volgenderegels met betrekking tot vergoedingen en verstrekkingen van toepassing.Beroepskosten ter verwerving van inkomsten uit dienstbetrekking zijn nietaftrekbaar in de inkomsten- en loonbelasting. Onbelaste vergoedingen enverstrekkingen zijn echter wel mogelijk. Hieronder vallen:■■vergoedingen/verstrekkingen ter bestrijding van kosten, lasten enafschrijvingen ten behoeve van een behoorlijke vervulling van dedienstbetrekking;■■andere vergoedingen/verstrekkingen voor zover die in het algemeenniet als beloningsvoordeel worden ervaren of bedoeld zijn.trefwoorden inhoudsopgaveOverzicht vrije vergoedingen/verstrekkingenDe werknemer kan onbelaste vergoedingen respectievelijk verstrekkingen(de wet noemt dat ‘vrije vergoedingen en verstrekkingen’) van dewerkgever ontvangen voor:■■consumpties tijdens werktijd die geen deel uitmaken van een maaltijd;■■werkkleding (onder bepaalde voorwaarden);■■vakliteratuur;■■representatiekosten, waaronder de kosten van recepties, feestelijkebijeenkomsten, giften, relatiegeschenken en vermaak;■■cursussen, congressen, seminars, symposia, excursies, studiereizen endergelijke (inclusief de daarmee samenhangende reis- en verblijfskosten);■■verplichtingen op grond van de Arbowet, mits geen aanmerkelijkeprivébesparing voor de werknemer ontstaat;77


II | loonbelasting■■premies voor een ongevallenverzekering, uitsluitend voor ongevallentijdens de dienstbetrekking;■■contributie voor een vakbond;■■de kosten van het verhuizen van de inboedel, vermeerderd met € 7.750(2011 en 2010: € 7.750). De verhuizing moet wel om zakelijke redenenplaatsvinden;■■op de werknemer drukkende uitgaven voor het volgen van eenopleiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen uit werken woning, met uitzondering van:■■■■vergoedingen die verband houden met een werk- of studeerkameren de inrichting daarvan;vergoedingen van binnenlandse reizen voor zover deze meerbedragen dan € 0,19 (2011 en 2010: € 0,19) per km;■■muziekinstrumenten, geluidsapparatuur, gereedschap, tekstverwerkers,schrijf- en rekenmachines, andere gelijkwaardige apparatuur en ookbeeldapparatuur, voor zover zakelijk gebruikt; bedraagt de kostprijs€ 450 (2011 en 2010: € 450) of meer en heeft de apparatuur eenmeerjarige levensduur, dan moet afschrijving in aanmerking wordengenomen;■■overlijdensuitkering: de werkgever kan wegens het overlijden van dewerknemer, diens partner of (pleeg)kind eenmalig een uitkeringverstrekken van maximaal drie maandlonen;■■bijdragen aan een personeelsvereniging, personeelsfeesten endergelijke (onder bepaalde voorwaarden). Hiervoor geldt een maximumvan € 454 (2011: € 454; 2010: geen maximum) per werknemer perjaar;■■de werkgever kan de procedure Erkenning Verworven Competenties(EVC) vergoeden of verstrekken;■■outplacement;■■voor bepaalde groepen werknemers die van buiten Nederland in dienstworden genomen en voor bepaalde groepen werknemers die door hunwerkgever tijdelijk buiten Nederland worden uitgezonden, kunnenvergoedingen in verband met extra kosten van levensonderhoud tijdelijkworden aangewezen als vrije vergoedingen (de zogenaamde30%-regeling). Op grond van deze regeling kan de werkgever eenonbelaste vergoeding toekennen van 30% van het loon in verband metextra kosten van levensonderhoud. Voor een uitgebreide toelichtingverwijzen wij u naar <strong>Fiscale</strong> beloning <strong>2012</strong>.trefwoorden inhoudsopgave78


vergoedingen en verstrekkingenOverzicht niet-vrije vergoedingen/verstrekkingenNiet onbelast zijn vergoedingen/verstrekkingen in verband met:■ ■ persoonlijke verzorging, tenzij de werknemer optreedt als artiest,presentator of beroepssporter;■■parkeerruimte in of nabij de woning van de werknemer;■■loonbelasting en ingehouden premie volksverzekeringen;■■premies voor een buitenlandse volksverzekering;■■geldboeten;■■misdrijven;■■wapens en munitie, tenzij er een erkenning, consent, vergunning, verlofof ontheffing is verleend;■■agressieve dieren, tenzij een dierenpaspoort is afgegeven;■■onregelmatige diensten/continudiensten.Overzicht gedeeltelijk vrije vergoedingen/verstrekkingenDe volgende vergoedingen/verstrekkingen behoren tot het loon als zemeer bedragen dan de geldende normen of niet voldoen aan bepaaldevoorwaarden.Vergoeding reiskostenDe werkgever mag onbelast € 0,19 (2011 en 2010: € 0,19) per zakelijkgereden km vergoeden, ongeacht de manier van vervoer, zoals auto,(brom)fiets of motor. Ook woon-werkverkeer wordt gezien als zakelijkverkeer. De vergoeding geldt niet als per taxi, (lucht)vaartuig of een terbeschikking gesteld vervoermiddel wordt gereisd. Reist de werknemer pertaxi of (lucht)vaartuig, dan mag de werkgever alleen de werkelijk gemaaktekosten vergoeden. Reist de werknemer per openbaar vervoer, dan maghetzij maximaal de prijs van de vervoersbewijzen, hetzij maximaal € 0,19(2011 en 2010: € 0,19) per km worden vergoed.trefwoorden inhoudsopgaveAan een werknemer die voor minimaal 60% (2011 en 2010: 60%) op eenvaste plaats werkzaam is, mag de werkgever een onbelastereiskostenvergoeding zonder nacalculatie verstrekken alsof de werknemerhet hele jaar op deze plaats werkzaam is, mits zijn vervoer niet plaatsvindtper taxi, (lucht)vaartuig of ter beschikking gesteld voertuig.Deze reiskostenvergoeding bedraagt op jaarbasis: a x b x c x € 0,19(2011 en 2010: € 0,19) per km waarbij:79


II | loonbelastinga = het aantal reguliere werkdagen per jaar (maximaal 214 (2011 en2010: 214) dagen, minimaal 128 (2011 en 2010: 128) dagen xdeeltijdfactor);b = de totale reisafstand per dag (heen- en terugreis);c = de deeltijdfactor.Vergoeding/verstrekking openbaar vervoerAls de werknemer met het openbaar vervoer reist, mag de werkgeverhetzij maximaal € 0,19 (2011 en 2010: € 0,19) per km, hetzij de werkelijkereiskosten onbelast vergoeden. De vergoeding of verstrekking van eenov-kaart, voordeelurenkaart of trajectkaart is vrijgesteld als deze kaart ookwordt gebruikt voor zakelijke reizen. Voor het vervoer naar deopstapplaats mag de werkgever de normale onbelaste reiskostenvergoedinggeven.Vergoeding/verstrekking fiets<strong>2012</strong>/2011/2010terbeschikkingstelling van gevolgen voor de loonheffingfiets voor woon-werkverkeer onbelast, voor zover de cataloguswaarde van defiets niet meer dan € 749 (2011 en 2010: € 749)is.trefwoorden inhoudsopgave<strong>2012</strong>/2011/2010vergoeding/verstrekking vanfiets voor woon-werkverkeeronderhoud, reparaties,accessoires, regenkledingfietsverzekeringgevolgen voor de loonheffingonbelast als in het kalenderjaar en twee voorafgaandejaren geen fiets voor woon-werkverkeer isvergoed, verstrekt of ter beschikking is gesteld 1) , defiets per jaar voor meer dan 50% voor woon-werkverkeerwordt gebruikt en de waarde 2) maximaal€ 749 (2011 en 2010: € 749) 3) bedraagt.onbelast tot € 82(2011 en 2010: € 82) per jaar.onbelast.1) Verstrekking van een fiets die vijf jaar ter beschikking is gesteld, is onbelast.2) In geval van vergoeding van een fiets: de aankoopprijs. In geval van verstrekking van een fiets: de waardein het economisch verkeer.3) De maximaal onbelaste vergoeding bedraagt dus € 749 (2011 en 2010: € 749). Het meerdere wordtbelast.80


I vergoedingen | inkomstenbelastingverstrekkingenIs de waarde van de ter beschikking gestelde fiets meer dan € 749, danmoet per jaar 10% van de cataloguswaarde als loon in natura in aan merkinggenomen worden. Wordt de fiets niet ter beschikking gesteld maar vergoedof verstrekt, dan mag de werkgever per met de fiets gereden zakelijke km€ 0,19 (2011 en 2010: € 0,19) onbelast vergoeden.KinderopvangDe werkgever is verplicht bij te dragen aan de kosten voor kinderopvang.De bijdrage gaat niet rechtstreeks naar de werknemer, ze is onbelast, enze wordt geheven door middel van een opslag op de premie Sectorfonds.In <strong>2012</strong> bedraagt deze opslag 0,50% (2011 en 2010: 0,34%). De opslaggeldt voor alle werknemers voor wie de Sectorpremie is verschuldigd,ongeacht of zij al dan niet gebruikmaken van kinderopvang. Betaalt dewerkgever naast de verplichte bijdrage een vergoeding rechtstreeks aande werknemer, dan is deze vergoeding geheel belast.HuisvestingVergoedingen voor inwoning ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekkingzijn vrijgesteld voor zover de vergoeding meer bedraagt dan:<strong>2012</strong>€2011€2010€per maand 164,50 162,00 157,50per week 38,00 37,50 36,25per dag 7,60 7,50 7,25trefwoorden inhoudsopgaveAls gezinsleden van de werknemer ook inwoning genieten, wordt hettabelbedrag verhoogd met:■■80% voor ieder gezinslid van 18 jaar en ouder;■■50% voor ieder gezinslid jonger dan 18 jaar, maar niet jonger dan12 jaar;■■30% voor ieder gezinslid jonger dan 12 jaar.81


II | loonbelastingEnergie, bewassing en waterAls er geen sprake is van kost en inwoning, wordt de waarde van energie,water en bewassing gesteld op het volgende tabelbedrag:per maandper week<strong>2012</strong>€2011€2010€<strong>2012</strong>€2011€2010€bewassing 13,50 13,50 13,50 3,00 3,00 3,00energie verwarming 57,00 53,75 72,00 13,25 12,50 16,50energie koken 31,50 29,75 39,75 7,25 6,75 9,25energie overig 13,50 13,75 14,00 3,00 3,25 3,25water 6,25 6,00 6,00 1,50 1,50 1,50Telefoon- en internetabonnementenVergoedingen en verstrekkingen voor telefoon, internet en vergelijkbarecommunicatiemiddelen, zoals de smartphone en de BlackBerry, zijnvolledig onbelast als er sprake is van een meer dan bijkomstig zakelijkgebruik. Bij toepassing van deze regeling voor mobiele apparaten met eencomputer- en telefoonfunctie, mag de telefoonfunctie niet vanondergeschikt belang zijn.Computers en dergelijke apparatuurDe werkgever mag aan een werknemer een computer en dergelijkeapparatuur alleen onbelast verstrekken, ter beschikking stellen ofvergoeden als deze (nagenoeg) geheel zakelijk wordt gebruikt. Als deapparatuur een meerjarige levensduur heeft, mag de werkgever maximaalhet bedrag van de jaarlijkse afschrijving vergoeden. Is de kostprijs hogerdan € 450 (2011 en 2010: € 450), dan kan de werkgever de apparatuurook ineens onbelast vergoeden als hij de werknemer verplicht eenvergoeding voor het privégebruik te betalen. Bij het einde van dedienstbetrekking moet de werknemer de waarde die de apparatuur op datmoment heeft aan de werkgever vergoeden.trefwoorden inhoudsopgave82


I vergoedingen | inkomstenbelastingverstrekkingenMaaltijdenDe vergoeding en verstrekking van maaltijden met een meer dan bijkomstigzakelijk belang, is vrijgesteld. Van ‘zakelijk belang’ kan sprake zijn bijoverwerk of koopavonden, tijdens dienstreizen of zakelijke besprekingenmet klanten, tijdens werkzaamheden op niet-permanente locaties of aanboord van vliegtuigen, schepen, boorplatforms of kermiswagens. Als eenwerknemer door zijn werk niet tussen 17.00 en 20.00 uur thuis kan eten, iser altijd sprake van een meer dan bijkomstig zakelijk belang.omstandigheidbelast loon bij een ontbijten een koffiemaaltijdbelast loon bij een warmemaaltijd<strong>2012</strong> 2011 2010 <strong>2012</strong> 2011 2010verstrekking van maal tijdmet ≤ 10% zakelijk karakterin bedrijfskantine € 2,25 € 2,20 € 2,20 € 4,30 € 4,25 € 4,20Consumpties tijdens werktijdConsumpties tijdens werktijd die geen deel uitmaken van een maaltijd zijnonbelast tot de in de tabel hierna genoemde bedragen.<strong>2012</strong> 2011 2010per gewerkte week € 2,75 € 2,75 € 2,75per gewerkte dag € 0,55 € 0,55 € 0,55trefwoorden inhoudsopgaveAls de consumpties worden verstrekt, is deze tabel niet van toepassing.BedrijfsfitnessOnder bedrijfsfitness wordt verstaan conditie- of krachttraining vanwerknemers onder deskundig toezicht, die wordt georganiseerd ofgeïnitieerd door de inhoudingsplichtige.Vergoedingen/verstrekkingen voor bedrijfsfitness zijn vrijgesteld:■■als deze plaatsvindt op de werkplek of op een vaste door de werkgeveraangewezen locatie die voor alle werknemers (eventueel met dezelfdearbeidsplaats) geldt en die niet is gelegen in de woning van een vandeze werknemers en■■deelname aan de fitness (nagenoeg) geheel openstaat voor allewerknemers met dezelfde arbeidsplaats en■■als niet alleen de directeur-grootaandeelhouder (dga) en zijn eventuelepartner gebruikmaken van de bedrijfsfitness.83


II | loonbelastingPersoneelsfeesten en dergelijkeVergoedingen en verstrekkingen door de werkgever voor personeelsfeesten,-reizen en -verenigingen zijn geheel vrijgesteld als minimaaldriekwart van de werknemers gebruik kan maken van de vergoedingen enverstrekkingen en niet alleen dga’s daar recht op hebben. Daarnaast moeter sprake zijn van een gezamenlijk karakter van de activiteiten. Eenpersoneelsvereniging moet als doel en feitelijke werkzaamheden hebbenhet organiseren van incidentele en onder geschikte activiteiten voor dewerknemers. Hiervoor geldt een maximum van € 454 (2011: € 454; 2010:geen maximum) per werknemer per jaar.Werkruimte thuisEr gelden vrije vergoedingen/verstrekkingen voor een werkruimte (inclusiefinrichting) in de woning van de werknemer als de werknemer:■■ook soortgelijke werkruimte buiten de woning ter beschikking heeft enhij het gezamenlijke bedrag van zijn belastbaar inkomen hoofdzakelijk inde werkruimte in die woning verwerft;■■geen soortgelijke werkruimte buiten de woning ter beschikking heeft enzijn belastbaar inkomen hoofdzakelijk in of vanuit de werkruimte en inbelangrijke mate in de werkruimte verwerft.Het moet gaan om een zelfstandig deel van de woning. Dit houdt in datde werkruimte zou kunnen worden verhuurd aan een derde, omdat erbijvoorbeeld een eigen opgang of eigen sanitair aanwezig is.De belastingvrije vergoeding of verstrekking bedraagt maximaal:■■bij een huurwoning 20% van de huur die de werknemer voor de woning(inclusief de werkruimte) betaalt;■■bij een eigen woning 20% van de huurwaarde van de woning (inclusiefde werkruimte). De huurwaarde stelt u vast op basis van de tabel inhoofdstuk I, paragraaf 2.3.trefwoorden inhoudsopgaveInrichting werkruimte telewerkersNiet tot het loon behoren de verstrekking en terbeschikkingstelling van deinrichting van de werkruimte in de woning van de werknemer. Ook devergoeding van de kosten daarvan behoort niet tot het loon voor zover:■■de waarde in het economisch verkeer van die inrichting in hetkalenderjaar en de vier voorafgaande kalenderjaren niet meer dan€ 1.815 (2011 en 2010: € 1.815) bedraagt en84


vergoedingen en verstrekkingen■ ■ aannemelijk is dat zij mede dient tot verwerving van het loon en■■mits de werknemer ten minste één volle dag per week in de werkruimtewerkt met behulp van telematica (computer met internetverbinding ofeen fax) en■■de inrichting voldoet aan bepaalde (arbo)voorwaarden en■■er een contract tussen werkgever en werknemer aan ten grondslag ligt.Huisvesting buiten woonplaatsDe werkgever kan een werknemer een vrije vergoeding voor huisvestingvan de werknemer buiten zijn woonplaats gedurende maximaal twee jaarverstrekken.PersoneelsleningIn geval van een door de werkgever aan de werknemer verstrekte lening,wordt een rentevoordeel belast als de overeengekomen rente lager is dande normrente. De normrente bedraagt 2,85% (2011 en 2010: 2,5%). Hetrentevoordeel blijft echter onbelast voor zover de personeelslening:■■is aangegaan voor de eigen woning van de werknemer en de leningwordt beschouwd als een lening waarvan de rente in aanmerking wordtgenomen als aftrekbare rente voor de eigen woning (hoofdstuk I,paragraaf 2.7);■■wordt gebruikt voor de aanschaf van goederen die de werkgeveronbelast had kunnen vergoeden of verstrekken;■■wordt gebruikt voor de inrichting van een telewerkplek die de werkgeveronbelast had kunnen vergoeden of verstrekken. De door de werknemerzelf aangeschafte computer/inrichting telewerkplek moet voldoen aande voorwaarden die gelden voor een onbelaste vergoeding ofverstrekking van een computer/inrichting telewerkplek door dewerkgever.trefwoorden inhoudsopgaveOnregelmatige diensten/continudienstenAlle vergoedingen die de werkgever voor onregelmatige ofcontinudiensten betaalt, zijn geheel belast.Geschenken in naturaDe werkgever mag per kalenderjaar één of meer geschenken in naturaverstrekken tot een maximumbedrag van € 70 (2011 en 2010: € 70). Dewerkgever is hierover 20% (2011 en 2010: 20%) eindheffing verschuldigd.85


II | loonbelastingGeschenken met ideële waardeGeschenken met een hoofdzakelijk ideële waarde (gevoels- ofherinneringswaarde) die ter gelegenheid van een feestdag, jubileum ofbeëindiging van het dienstverband worden verstrekt, zijn vrijgesteld.Producten eigen bedrijfDe werkgever kan onder de volgende voorwaarden onbelast een kortingof vergoeding geven bij de aankoop van producten uit het eigen bedrijf:■■de producten zijn niet branchevreemd;■■de korting of vergoeding bedraagt maximaal 20% (2011 en 2010: 20%)van de waarde van de producten in het economisch verkeer;■■de korting of vergoeding bedraagt in het kalenderjaar niet meer dan€ 500 (2011 en 2010: € 500).3 LOON IN NATURALoon in natura is niet in geld genoten loon. Er gelden vaak bijzondereregels. Soms zijn de forfaitaire waarderingsvoorschriften alleen vantoepassing als de dienstbetrekking het gebruik of verbruik van deverstrekking met zich brengt.Waarde aandelenoptierechtBelastingheffing vindt plaats op het moment dat u de optie uitoefent ofvervreemdt. Het werkelijk gerealiseerde bedrag wordt belast.trefwoorden inhoudsopgaveMeewerkende kinderenDe waarde van kleding voor een kind dat werkzaam is in de ondernemingvan zijn ouder, stelt u op:<strong>2012</strong>€2011€2010€per maand 29,75 29,25 29,25per week 6,75 6,75 6,75per dag 1,35 1,35 1,35De waarde van een tot het loon behorende inwoning waardeert u permeewerkend kind op 15% (2011 en 2010: 15%) van de huur(waarde) vande woning. De regels met betrekking tot het eigenwoningforfait zijnbepalend voor de huurwaarde van de woning.86


loon in naturaAuto van de zaakHet privévoordeel van een door de werkgever ter beschikking gesteldepersonen- of bestelauto vormt loon voor de loonbelasting. De werkgevermoet een percentage van de cataloguswaarde van de ter beschikkinggestelde auto bij het loon tellen. De bijtelling geldt voor ondernemers,resultaatgenieters en werknemers.De bijtellingstabel kunt u vinden op pagina 38.De door de werknemer betaalde eigen bijdrage voor privégebruik mag dewerknemer in mindering brengen op de bijtelling. De bijtelling kanachterwege blijven als:■■de werknemer een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ aanvraagt bij deBelastingdienst. De verklaring werkt als vrijwaring voor de werkgever eneventuele discussie over de bijtelling vindt plaats tussen de werknemeren de Belastingdienst, behalve als de werkgever op de hoogte hadkunnen zijn van de overschrijding van de 500 km-grens. De werkgevermoet deze verklaring in zijn administratie opnemen.■■de werknemer geen ‘Verklaring geen privégebruik auto’ heeft en dewerkgever kan aantonen – bijvoorbeeld met een rittenadministratie –dat de werknemer minder dan 500 km per jaar privé met de auto vande zaak rijdt; de bewijslast ligt hier bij de werkgever.Als in de loop van het jaar blijkt dat er meer dan 500 km privé wordtgereden, moet alsnog bijtelling voor het hele jaar plaatsvinden. Afhankelijkvan het feit of de hiervoor genoemde verklaring al dan niet is afgegeven,krijgt de werkgever of de werknemer dan een naheffing voor de alverstreken aangifteperioden opgelegd, inclusief een eventuele boete.trefwoorden inhoudsopgaveOok een bestelauto kan geschikt zijn om privékilometers mee te rijden. Indat geval geldt het voorgaande inzake de bijtelling. Vanaf <strong>2012</strong> kan dewerknemer een ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ aanvragenbij de Belastingdienst. De werknemer geeft aan dat met de bestelauto geenenkele kilometer privé wordt gereden waardoor er in beginsel geen rittenadministratiemeer dient te worden bijgehouden.Als een bestelauto in verband met de aard van het werk doorlopend doorwisselende bestuurders wordt gebruikt en het daardoor moeilijk is vast testellen of en aan wie die bestelauto ter beschikking staat, is de werkgevereen eindheffing verschuldigd van € 300 (2011 en 2010: € 300) per87


II | loonbelastingbestelauto. De werkgever moet aannemelijk maken dat de bestelautodoor wisselende bestuurders wordt gebruikt. Slaagt de werkgever hierniet in, dan is de normale bijtelling van toepassing.De bijtelling met betrekking tot bestelauto’s kan in de volgende gevallenachterwege blijven:■■de ter beschikking gestelde bestelauto is door aard en inrichting(nagenoeg) uitsluitend geschikt voor het vervoer van goederen;■■de bestelauto kan buiten werktijd niet worden gebruikt, omdat dezebijvoorbeeld achter een hek staat;■■de werkgever verbiedt het privégebruik. Het verbod moet schriftelijkworden vastgelegd, er moet toezicht zijn op naleving van het verbod enop overtredingen moet een sanctie staan.4 25- EN 40-JARIG DIENSTVERBANDUitkeringen bij een 25- en/of 40-jarig dienstverband, voor zover niet hogerdan één bruto maandloon, zijn belastingvrij.5 Vergoeding vrijwilligerstrefwoorden inhoudsopgavevrijgesteld bedrag<strong>2012</strong>€2011€2010€per jaar 1.500 1.500 1.500per maand 150 150 150per uur:vrijwilliger < 23 jaar 2,50 2,50 2,50vrijwilliger ≥ 23 jaar 4,50 4,50 4,506 SPAARLOONREGELING<strong>2012</strong>De spaarloonregeling is per 1 januari <strong>2012</strong> afgeschaft. Het opgebouw despaarloon is dan vrij opneembaar. Belastingplichtigen kunnen ook kiezen omhet spaarloontegoed op de blokkeringsrekening te laten staan. Indien aan devoorwaarden wordt voldaan, is de vrijstelling in box 3 nog van kracht.88


spaarloonregeling2011/2010Uitkeringen ingevolge een spaarregeling behoren niet tot het loon voor zoverdeze niet meer bedragen dan de in de tabel hierna genoemde bedragenvoor elk kalenderjaar dat de werknemer heeft gespaard overeenkomstig deregeling. Voor de werkgever geldt daarentegen een eindheffing.spaarloonregeling 2011€2010€eindheffingspaarloon/aandelenoptie 1) 613 613 25% over het spaar loon(2010: 25%)1) De vrijstelling kan worden verdubbeld als de werknemer het spaarloon geniet in de vorm van aandelenof een aandelenoptierecht.Voorwaarden voor de vrijstelling zijn:■■deelname aan de regeling is vrijwillig;■■deelname staat open voor ten minste 75% van het personeel;■■deelname is niet mogelijk als het personeel uitsluitend uit (directeuren-)grootaandeelhouders en eventuele partners bestaat;■■de gespaarde bedragen moeten in beginsel ten minste 48 maanden opde spaarrekening staan (blokkering);■■de werknemer is op de eerste dag van het kalenderjaar in dienst bij dewerkgever;■■bij de inhouding van loonbelasting voor deze werknemer wordt dealgemene heffingskorting toegepast.trefwoorden inhoudsopgaveEerdere onbelaste opname (deblokkering) is mogelijk bij de volgendebestedingsdoelen:■■verwerving eigen woning;■■aankoop effecten;■■voldoening premies voor bepaalde lijfrenten;■■voldoening premies voor kapitaalverzekeringen;■■vrijwillige pensioenpremiebetaling door werknemer;■ ■ start eigen onderneming;■■opname van onbetaald verlof;■■financiering van eigen scholingsuitgaven;■■betaling kosten kinderopvang;■■kosten procedure Erkenning Verworven Competenties;■■beëindiging dienstbetrekking (onder voorwaarden, tijdsevenredig deelonbelast);■■overlijden van de werknemer (tijdsevenredig deel onbelast).89


II | loonbelasting7 LEVENSLOOPREGELING<strong>2012</strong>Vanaf <strong>2012</strong> kunnen nieuwe werknemers zich niet meer aanmelden voorde levensloopregeling.Voor werknemers met een levenslooprekening met een minimumtegoedvan € 3.000 is een overgangsregeling getroffen. Vanaf <strong>2012</strong> kan dezegroep werknemers doorsparen onder de voorwaarden die in 2011 vankracht waren. Het tegoed kan in 2013 onbelast (en ongelimiteerd) wordenomgezet in een vitaliteitsregeling.Werknemers die minder dan € 3.000 levenslooptegoed hebbenopgebouwd op 31 december 2011 kunnen dit tegoed in <strong>2012</strong>– rekening houdend met de opnamevoorwaarden – of in 2013 opnemen(na belastingheffing) of in 2013 onbelast op een vitaliteitsspaarrekeningstorten. Indien aan het eind van 2013 het levenslooptegoed nog niet isopgenomen dan wel is overgeheveld naar vitaliteitssparen, valt deze (nabelastingheffing) vrij.De levensloopverlofkorting wordt vanaf <strong>2012</strong> niet meer opgebouwd.2011/2010Iedere werknemer (ook de dga) heeft een wettelijk recht om deel te nemenaan de levensloopregeling. Met de levensloopregeling kan de werknemersparen voor extra verlof, zoals ouderschapsverlof of eerder met pensioengaan. Voor deelname aan de levensloopregeling dient de werknemereenmaal per jaar een verzoek in bij de werkgever. Hierbij geldt hetvolgende:■■jaarlijks mag de werknemer maximaal 12% van het bruto jaarsalarissparen. Voor de werknemer die op 31 december 2005 ouder dan 51maar jonger dan 56 jaar was, geldt het maximum van 12% niet;■■er mag maximaal 210% van het brutoloon van het voorafgaandekalenderjaar worden gespaard. De werkgever moet jaarlijks op 1 januari(peildatum) nagaan of dotatie nog mogelijk is;■■men mag in één kalenderjaar niet zowel aan de levensloop- als aan despaarloonregeling deelnemen;■■de werkgever houdt de dotaties aan de levensloopvoorzieninguitsluitend in op het brutoloon onder inhouding van premieswerknemersverzekeringen (geen loonheffing) en stort deze op eengeblokkeerde levenslooprekening naar keuze van de werknemer;trefwoorden inhoudsopgave90


levensloopregeling■■de werkgever en werknemer moeten de deelname aan delevensloopregeling schriftelijk vastleggen;■■de werknemer is verplicht de werkgever jaarlijks te informeren over dehoogte van overige levensloopregelingen bij ex-werkgevers;■■een werknemer mag het opgebouwde levenslooptegoed meenemennaar een nieuwe werkgever;■■als het levenslooptegoed geheel of gedeeltelijk is gebruikt voor verlof, isopbouw tot het maximum van 210% weer mogelijk;■■de werkgever mag een onbelaste bijdrage aan de levensloopvoorzieningenvan de werknemers leveren. Let op: deze bijdrage moetaan alle werknemers worden verstrekt, ongeacht of zij al dan nietdeelnemen aan de levensloopregeling.Voor elk jaar dat de werknemer doteert aan de levensloopregeling(ongeacht de hoogte), bestaat er recht op een levensloopverlofkorting van€ 205 (2011: € 201; 2010: € 199). Deze heffingskorting kan niet hogerzijn dan het op te nemen levenslooptegoed. Bij verplichte vrijval van hetlevenslooptegoed direct voorafgaand aan het ouderdomspensioen of dooraanwending van het levenslooptegoed voor verbetering van hetouderdomspensioen, heeft de werknemer geen recht op toepassing vandeze heffingskorting.Het levenslooptegoed mag alleen worden aangewend voor verlof of hetverhogen van pensioenaanspraken. Bij opname van het verlof krijgt dewerknemer het levenslooploon onder inhouding van loonbelasting (dewerkgever is inhoudingsplichtige) op zijn rekening gestort. Hetlevenslooploon mag niet meer bedragen dan het laatstverdiende salaris.Als de werknemer in strijd met de levensloopregeling over het tegoedbeschikt of als een werknemer op de dag voorafgaand aan depensioengerechtigde leeftijd nog levenslooptegoed heeft, wordt het heletegoed in één keer belast als loon uit vroegere dienstbetrekking in box 1.trefwoorden inhoudsopgave91


II | loonbelasting8 GEBRUIKELIJKLOONREGELINGAANMERKELIJKBELANGHOUDERDe werknemer die arbeid verricht ten behoeve van een vennootschapwaarin hij een aanmerkelijk belang (ab) heeft, moet een bepaaldminimumloon genieten (gebruikelijkloonregeling). Het gebruikelijk loon magin beginsel niet minder dan € 42.000 (2011 en 2010: € 41.000) bedragen.Afhankelijk van de concrete feiten en omstandigheden kan dit echter hogerof lager uitvallen. Bij de uiteindelijke vaststelling of er sprake is van eengebruikelijk loon moet worden beoordeeld of het loon van de betrokkene,gelet op diens opleiding, de aard en de omvang van de werkzaamheden enandere voor de arbeidsmarkt relevante feiten en omstandigheden, in heteconomisch verkeer tussen onafhankelijke partijen eveneens zou zijnovereengekomen. Als bij de vennootschap of daarmee verbondenvennootschappen echter ook andere werknemers in dienst zijn, wordt hetgebruikelijk loon ten minste gesteld op het loon van de meest verdienendewerknemer, tenzij deze werknemer over een uiterst schaarse, hoogwaardigedeskundigheid beschikt. Als de ab-houder bij meer dan één vennootschapdirecteur is, moet het gebruikelijk loon in beginsel per vennootschap wordenvastgesteld.Als de werknemer/ab-houder er niet in slaagt de hoogte van hetgehanteerde salaris te onderbouwen, bestaat de mogelijkheid dat deBelastingdienst overgaat tot bijtelling van een ‘fictief salaris’, zodatbelastingheffing plaatsvindt over een zakelijk en dus gebruikelijk salaris.trefwoorden inhoudsopgaveVanwege de economische crisis gold er voor 2010 een versoepeling vande gebruikelijkloonregeling. De regeling houdt in dat bij omzetdalingen in2010 het gebruikelijk loon in het desbetreffende jaar evenredig lager magzijn. Voor de inhoud van deze regeling verwijzen wij u naar <strong>Fiscale</strong> <strong>cijfers</strong>2011.Wanneer het gebruikelijk loon minder dan € 5.000 per jaar bedraagt, blijftde gebruikelijkloonregeling buiten beschouwing. Dit houdt in dat, als ergeen loon wordt betaald, er geen loonadministratie hoeft te wordengevoerd. De grens wordt getoetst per vennootschap.92


kleinebanenregeling9 KLEINEBANENREGELING<strong>2012</strong>Per 1 januari <strong>2012</strong> is de kleinebanenregeling afgeschaft.2011/2010De kleinebanenregeling is bedoeld om jongeren te stimuleren om te gaanwerken. De regeling houdt in dat voor werknemers jonger dan 23 jaargeen premies werknemersverzekeringen hoeft te worden betaald en geenbijdrage zorgverzekeringswet hoeft te worden ingehouden en te wordenvergoed, mits het loon onder een bepaald maximumbedrag blijft.Werknemers zijn wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen en deZorgverzekeringswet.2011/2010maximumbedrag loon kleinebanenregeling 1)per maand€per week€per dag€< 18 jaar 275,00 63,46 12,6918 jaar 325,00 75,00 15,0019 jaar 375,00 86,54 17,3120 jaar 425,00 98,08 19,6221 jaar 500,00 115,38 23,0822 jaar 600,00 138,46 27,69trefwoorden inhoudsopgave1) Tantièmes, gratificaties en andere beloningen die eenmalig of één keer per jaar worden betaald(vakantiegeld, eindejaarsuitkering) worden niet meegeteld voor de berekening van het maximumbedrag.10 TarievenVoor de tarieven verwijzen wij naar hoofdstuk I, paragraaf 2.2.93


II | loonbelasting11 STANDAARDLOONHEFFINGSKORTINGENDe loonheffingskorting hangt af van het totaal van de volgendeheffingskortingen.belastingplichtigen jonger dan 65 jaarheffingskortingen <strong>2012</strong>€2011€2010€algemene heffingskorting 2.033 1.987 1.987arbeidskorting (maximaal) 1)■■tot 57 jaar 1.611 1.574 1.489■■57, 58 of 59 jaar 2) 1.611 1.838 1.752■■60 of 61 jaar 2) 1.611 2.100 2.012■■62, 63 of 64 jaar 2) 1.611 2.362 2.273jonggehandicaptenkorting 708 696 691levensloopverlofkorting 205 201 1991) De werkgever moet de arbeidskorting verminderen met 1,25% van het bedrag boven € 45.178 (2011:€ 44.126; 2010: € 43.385), maar de korting bedraagt maximaal € 78 (2011: € 77; 2010: € 56).2) De verhoging van de arbeidskorting voor belastingplichtigen in de leeftijd van 57 tot en met 64 jaar isvanaf <strong>2012</strong> vervallen.belastingplichtigen van 65 jaar of ouderheffingskortingen <strong>2012</strong>€2011€2010€algemene heffingskorting 934 910 925arbeidskorting (maximaal) 1) 740 1.081 1.057ouderenkorting 2) 762 739 684alleenstaande-ouderenkorting 429 421 418trefwoorden inhoudsopgave1) De werkgever moet de arbeidskorting verminderen met 0,577% (2011: 0,571%; 2010: 0,581%) van hetbedrag boven € 45.178 (2011: € 44.126; 2010: € 43.385), maar de korting bedraagt maximaal € 36(2011: € 35; 2010: € 26).2) Het loon mag op jaarbasis niet meer dan € 35.450 (2011: € 34.857; 2010: € 34.649) bedragen.De loonheffingskorting mag maar door één inhoudingsplichtigetegelijkertijd worden toegepast. Als de werknemer meerdere werkgeversof uit kerings instanties heeft, kan het voorkomen dat hij niet de volledigeloonheffingskorting kan verrekenen. Ook kan de werknemer ervoor kiezende loonheffingskorting bij geen enkele werkgever of uitkeringsinstantie telaten toepassen.94


tabellen eindheffing12 TABELLEN EINDHEFFINGWerkkostenregelingOnder de werkkostenregeling kan 1,4% (2011: 1,4%) van de fiscale loonsomworden besteed aan belastingvrije verstrekkingen en vergoedingen. Dit wordtook wel de “vrije ruimte” genoemd. Het bedrag dat boven de vrije ruimteuitkomt, wordt bij de werkgever belast met 80% (2011: 80%) eindheffing.Oude regeling vrije vergoedingen en verstrekkingenBij bepaalde loonbestanddelen heeft de werkgever de mogelijkheid deloonheffing niet op het loon van de werknemer in te houden, maar dezevoor eigen rekening te nemen. In dat geval geldt voor de loonbestanddelenhet eindheffingstarief (afhankelijk van het loonbestanddeel: hetgebruteerde tarief of het enkelvoudige tarief). De werkgever mag eindheffingtoepassen over het belaste (bovenmatige) deel van kostenvergoedingenen verstrekkingen aan werknemers, tot een maximumbedragvan € 200 (2011 en 2010: € 200) per maand per werknemer.<strong>2012</strong> werknemer jonger dan 65 jaargebruteerd tariefenkelvoudig tariefjaarloon€zonder loonheffingskortingmet loonheffingskortingzonder loonheffingskortingmet loonheffingskorting– 49,40% 0,00% 33,10% 0,00%6.142 49,40% 49,40% 33,10% 33,10%18.946 72,20% 72,20% 41,95% 41,95%33.863 72,40% 72,40% 42,00% 42,00%56.491 108,30% 108,30% 52,00% 52,00%trefwoorden inhoudsopgave<strong>2012</strong> werknemer van 65 jaar of ouder, geboren in 1946 of latergebruteerd tariefenkelvoudig tariefjaarloon€zonder loonheffingskortingmet loonheffingskortingzonder loonheffingskortingmet loonheffingskorting– 17,90% 0,00% 15,20% 0,00%6.142 17,90% 17,90% 15,20% 15,20%18.946 31,60% 31,60% 24,05% 24,05%33.863 72,40% 72,40% 42,00% 42,00%56.491 108,30% 108,30% 52,00% 52,00%95


II | loonbelasting<strong>2012</strong> werknemer van 65 jaar of ouder, geboren in 1945 of eerderjaarloon€gebruteerd tariefzonder loonheffingskortingmet loonheffingskortingenkelvoudig tariefzonder loonheffingskortingmet loonheffingskorting– 17,90% 0,00% 15,20% 0,00%6.142 17,90% 17,90% 15,20% 15,20%18.946 31,60% 31,60% 24,05% 24,05%34.056 72,40% 72,40% 42,00% 42,00%56.492 108,30% 108,30% 52,00% 52,00%2011 werknemer jonger dan 65 jaarjaarloon€gebruteerd tariefzonder loonheffingskortingmet loonheffingskortingenkelvoudig tariefzonder loonheffingskortingmet loonheffingskorting– 49,20% 0,00% 33,00% 0,00%6.022 49,20% 49,20% 33,00% 33,00%18.629 72,20% 72,20% 41,95% 41,95%33.437 72,40% 72,40% 42,00% 42,00%55.695 108,30% 108,30% 52,00% 52,00%2011 werknemer van 65 jaar of ouder, geboren in 1946jaarloon€gebruteerd tariefzonder loonheffingskortingmet loonheffingskortingenkelvoudig tariefzonder loonheffingskortingmet loonheffingskorting– 17,70% 0,00% 15,10% 0,00%6.022 17,70% 17,70% 15,10% 15,10%18.629 31,60% 31,60% 24,05% 24,05%33.437 72,40% 72,40% 42,00% 42,00%55.695 108,30% 108,30% 52,00% 52,00%trefwoorden inhoudsopgave2011 werknemer van 65 jaar of ouder, geboren in 1945 of eerderjaarloon€gebruteerd tariefzonder loonheffingskortingmet loonheffingskortingenkelvoudig tariefzonder loonheffingskortingmet loonheffingskorting– 17,70% 0,00% 15,10% 0,00%6.022 17,70% 17,70% 15,10% 15,10%18.629 31,60% 31,60% 24,05% 24,05%33.486 72,40% 72,40% 42,00% 42,00%55.695 108,30% 108,30% 52,00% 52,00%96


afdrachtverminderingen2010 werknemer jonger dan 65 jaarjaarloon€gebruteerd tariefzonder loonheffingskortingmet loonheffingskortingenkelvoudig tariefzonder loonheffingskortingmet loonheffingskorting– 50,20% 0,00% 33,45% 0,00%5.940 50,20% 50,20% 33,45% 33,45%18.218 72,20% 72,20% 41,95% 41,95%32.739 72,20% 72,40% 42,00% 42,00%54.368 108,30% 108,30% 52,00% 52,00%2010 werknemer van 65 jaar of ouder en ouderjaarloon€gebruteerd tariefzonder loonheffingskortingmet loonheffingskortingenkelvoudig tariefzonder loonheffingskortingmet loonheffingskorting– 18,40% 0,00% 15,55% 0,00%5.940 18,40% 18,40% 15,55% 15,55%18.218 31,60% 31,60% 24,05% 24,05%32.739 72,40% 72,40% 42,00% 42,00%54.368 108,30% 108,30% 52,00% 52,00%13 AfdrachtverminderingenWerkgevers hebben de mogelijkheid hun afdracht van de ingehoudenloonbelasting en premies aan de Belastingdienst te verminderen. Zij kunnende afdrachtvermindering(en) incasseren door het bedrag daarvan af tetrekken van het bedrag aan loonbelasting/premies volks verzekeringen die zij(zonder rekening te houden met de afdrachtvermindering(en) op aangiftezouden moeten afdragen.trefwoorden inhoudsopgaveDe werkgever kan per werknemer voor verschillende afdrachtverminderingentegelijk in aanmerking komen. De afdrachtverminderingspeur- en ontwikkelingswerk en de afdrachtvermindering zeevaart (deze isniet opgenomen) kunnen echter niet samengaan per werknemer.Afdrachtvermindering onderwijsDe afdrachtvermindering onderwijs bedraagt maximaal € 2.781 (2011:€ 2.738; 2010: € 2.706). Het toetsloon is € 24.170 (2011: € 23.943;2010: € 23.507).97


II | loonbelastingHet toetsloon bij de afdrachtvermindering onderwijs geldt alleen voor devolgende werknemers als zij op het inhoudingstijdstip nog geen 25 jaarzijn:■■werknemers die de beroepspraktijkvorming volgen;■■werknemers die de duale leerweg in het hoger beroepsonderwijsvolgen;■■assistenten in opleiding of onderzoekers in opleiding;■■overig promotieonderzoek.Voor werknemers die de 25-jarige leeftijd hebben bereikt, geldt dus geentoetsloon meer.Er bestaat ook recht op deze afdrachtvermindering als een in dienst zijndevoormalig werkloze werknemer aangewezen scholing volgt die erop isgericht de werknemer op startkwalificatieniveau te brengen. Wordtvoldaan aan het toetsloon, dan bedraagt deze afdrachtvermindering opjaarbasis maximaal € 3.337 (2011: € 3.286; 2010: € 3.247). Bijdeeltijdwerkers herleidt u dit bedrag met een deeltijdfactor. Voor dewerknemer gelden de volgende voorwaarden:■■zijn loon is niet hoger dan het toetsloon in het desbetreffendeloontijdvak;■■hij heeft een verklaring van het UWV waarin staat dat hij vóórindiensttreding een werkloze zonder startkwalificatie was.trefwoorden inhoudsopgavePraktijkscholing/stageDe afdrachtvermindering geldt ook voor de leerling die in het derde ofvierde leerjaar voltijds een leer-werktraject volgt binnen een basisberoepsgerichteleerweg van het vmbo (praktijkscholing).Voorwaarden zijn:■■er is een leer-werkovereenkomst tussen leerling, school, leerbedrijf enlandelijk orgaan voor beroepsonderwijs;■■de werkgever bewaart deze overeenkomst bij zijn administratie.Werkgevers hebben recht op een afdrachtvermindering als zij stagesaanbieden aan een bepaalde groep leerlingen in de beroepsopleidendeleerweg op mbo 1- en mbo 2-niveau. De afdrachtvermindering bedraagtmaximaal € 1.322 (2011: € 1.315; 2010: € 1.299) per kalenderjaar. Zij geldtvoor leerlingen die ten minste twee maanden een stage volgen in het kadervan een beroepsopleiding als bedoeld in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs.Het loon hoeft niet te worden getoetst aan het toetsloon.98


afdrachtverminderingenIn 2010 is de afdrachtvermindering voor verhoging van het opleidingsniveauvan de werknemer geïntroduceerd. De opleiding moet als doelhebben het verbeteren van de positie/functie van de werknemer. Deafdrachtvermindering bedraagt € 500 per werknemer, geldt maar vooréén jaar en is per 1 januari 2011 vervallen.Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O)De S&O-regeling is bedoeld om het speur- en ontwikkelingswerk in hetbedrijfsleven te bevorderen. Het percentage van de afdrachtverminderingspeur- en ontwikkelingswerk over het S&O-loon voor zover dat niet meerdan € 110.000 (2011: € 220.000; 2010: € 220.000) bedraagt, is 42 (2011en 2010: 50). Over het meerdere bedraagt het percentage 14 (2011 en2010: 18). Voor technostarters geldt een percentage van 60 (2011 en2010: 64). De maximale S&O-afdrachtvermindering bedraagt€ 14.000.000 (2011 en 2010: € 14.000.000). De afdrachtverminderingmag u ook toepassen op haalbaarheidsonderzoeken die niet zijngekoppeld aan een ontwikkeltraject, en geldt ook als de werkzaamhedenin andere EU-landen worden verricht.Het uurloon baseert u op historische gegevens en als die ontbreken, opeen forfaitair bedrag van € 29 (2011 en 2010: € 29).Afdrachtvermindering Erkenning Verworven Competenties (EVC)Deze afdrachtvermindering geldt voor de (belaste) kostenvergoeding vaneen EVC-procedure. Met een EVC-procedure kan een werknemer latenvaststellen welke competenties hij door werkervaring heeft en welkeaanvullende opleidingen hij eventueel moet volgen. De afdrachtverminderingbedraagt € 334 (2011: € 329; 2010: € 325). Als dewerknemer de kosten voor een EVC-procedure zelf betaalt, kan hijhiervoor spaarloon (onbelast) laten deblokkeren (paragraaf 6).trefwoorden inhoudsopgave99


IIIVennootschapsbelastingNieuw in <strong>2012</strong>Research & Development Aftrek (RDA) is een nieuwe aftrek voorinvesteringen in Research & Development (R&D)1 Tarieventrefwoorden inhoudsopgave<strong>2012</strong>/2011 %tarief voor het belastbare bedrag t/m € 200.000 20boven € 200.000 25bijzonder tarief voor beleggingsinstellingen 0 1)1) Mits geen aanmerkelijk belang of beursgenoteerd.2010 %tarief voor het belastbare bedrag t/m € 200.000 20boven € 200.000 25,5bijzonder tarief voor beleggingsinstellingen 0 1)1) Mits geen aanmerkelijk belang of beursgenoteerd.100


tarievenHet tarief geldend voor een gebroken boekjaar dat eindigt in jaar t, kunt umet de volgende formule berekenen:vpb-tarief = (X/B x To) + (Y/B x Tn)waarbij:X = aantal dagen van het boekjaar t-1;Y = aantal dagen van het boekjaar in jaar t;B = totaal aantal dagen van het boekjaar;To = vpb-tarief in jaar t-1;Tn = vpb-tarief in jaar t.2 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek/Energie-/Milieu-investeringsaftrek/desinvesteringsbijtellingEen ondernemer die in bedrijfsmiddelen investeert, kan kleinschalig heidsinvesteringsaftrek,energie-investeringsaftrek of milieu-investeringsaftrekgenieten. Zie voor de bepalingen omtrent deze aftrekken en voor detabellen hoofdstuk I, paragraaf 2.3. Ook de desinvesteringsbijtellingbehandelen wij in hoofdstuk I, paragraaf 2.3.Daarnaast geldt voor de vennootschapsbelasting het volgende.trefwoorden inhoudsopgaveDoorgaans blijft de investeringsaftrek buiten beschouwing voorverplichtingen:■■tot verwerving van (een deel van) een onderneming tegen uitreiking vanaandelen;■■aangegaan met een persoon of lichaam met een direct/indirectaandelenbelang in de belastingplichtige van ten minste een derde;■■aangegaan met een vennootschap waarin de belastingplichtige eenaandelenbelang heeft van ten minste een derder;■■aangegaan door lichamen die worden aangemerkt alsbeleggings instelling.In bepaalde situaties kan het ministerie van Financiën/de Belastingdienstontheffing verlenen, zodat u alsnog investeringsaftrek kunt ontvangen.101


III | vennootschapsbelasting3 Willekeurige afschrijving milieu- INvesteringen(VAMIL)Zie hoofdstuk I, paragraaf 2.3.4 Afschrijving bedrijfsmiddelenZie hoofdstuk I, paragraaf 2.3.5 VerliesverrekeningVerliezen kunt u één jaar achterwaarts en negen jaar voorwaartsverrekenen. Voor de jaren 2010 en 2011 kunt u er ook voor kiezen omverliezen drie jaar achterwaarts en zes jaar voorwaarts te verrekenen. Dekeuze moet u bij de aangifte maken.OvergangsmaatregelVerliezen van vóór 2002 kunt u tot en met 2011 verrekenen.6 Van aftrek uitgesloten algemene kostentrefwoorden inhoudsopgaveZie hoofdstuk I, paragraaf 2.3.Voor alle vpb-plichtigen die werknemers in dienst hebben, geldt eenbeperking in de aftrek van gemengde kosten, zoals kosten voor voedsel,representatie en congressen. Niet aftrekbaar is 0,4% van het belastbaarloon van alle werknemers samen, met een minimum van € 4.400 (2011 en2010: € 4.300). U kunt er ook voor kiezen 26,5% (2011 en 2010: 26,5%)van de werkelijk gemaakte kosten niet in aftrek te brengen.7 THIN-CAPITALISATIONREGELINGDe thin-capitalisationregeling beperkt de renteaftrek voor geldleningen alser bij de belastingplichtige in een jaar sprake is van een ‘teveel aanvreemd vermogen’. De regeling geldt alleen als de belastingplichtige deel102


thin-capitalisationregelinguitmaakt van een groep en zij betrekking heeft op het saldo van de rentevan de rentedragende schulden en de rentedragende vorderingen. Derente die in aftrek wordt beperkt, betreft de rente op geldleningen vanverbonden lichamen.Voor de bepaling van het teveel aan vreemd vermogen bestaan er tweefinancieringstoetsen: de vaste toets en de concerntoets.Vaste toetsAls het gemiddeld fiscaal vreemd vermogen meer bedraagt dan driemaalhet gemiddeld fiscaal eigen vermogen plus € 500.000, is er sprake vaneen teveel aan vreemd vermogen. Bij de bepaling van het eigen vermogenmoet u de fiscale reserves niet als eigen vermogen aanmerken. De nietaftrekbarerente is dan het laagste bedrag van de als volgt berekende Aen B:A = (gem. VV – (3 x gem. EV 1) ) – € 500.000/gem. VV) x verschuldigderente.B = rente op geldleningen van verbonden lichamen minus rente opschuldvorderingen op verbonden lichamen.1) Moet u ten minste op € 1 stellen.ConcerntoetsAls er op basis van de vaste toets sprake blijkt te zijn van een teveel aanvreemd vermogen, kunt u verzoeken om toepassing van de concerntoets.Bij de concerntoets gaat het om de verhouding tussen het gemiddeldvreemd vermogen en het gemiddeld eigen vermogen volgens decommerciële jaarrekening van de belastingplichtige ten opzichte van deverhouding tussen het gemiddeld vreemd vermogen en het gemiddeldeigen vermogen volgens de geconsolideerde jaarrekening van de groep.trefwoorden inhoudsopgaveDe niet-aftrekbare rente volgens de concerntoets is het laagste bedragvan de als volgt berekende A en B:A = (gem. VV – (gem. EV 1) x (gem. VV groep/gem. EV groep)/gem. VV)) xverschuldigde rente.B = rente op geldleningen van verbonden lichamen minus rente opschuldvorderingen op verbonden lichamen.1) Moet u ten minste op € 1 stellen.103


III | vennootschapsbelasting8 InnovatieboxDe belastingplichtige kan ervoor kiezen de voordelen uit een zelfvoortgebracht immaterieel activum waarvoor octrooi is verleend, te latenbelasten in de innovatiebox (voorheen octrooibox). Het belastingtarief vande innovatiebox bedraagt 5% (2011 en 2010: 5%). U kunt de regelingalleen toepassen als het saldo van de voordelen positief is. Met ingangvan 2011 kan de regeling ook worden toegepast op voordelen die zijngenoten in de periode tussen de aanvraag en het verkrijgen van eenoctrooi. De voordelen in die periode kunnen in mindering worden gebrachtop de voortbrengingskosten.De regeling geldt ook voor de voordelen van een zelf voortgebrachtimmaterieel activum dat is voortgevloeid uit speur- en ontwikkelingswerkwaarvoor een S&O-verklaring is afgegeven als bedoeld in de Wetvermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen(S&O-activum), maar dan alleen voor een immaterieel activum dat na31 december 2007 tot de bedrijfsmiddelen van de belastingplichtige isgaan behoren.Er is geen maximum aan het in de innovatiebox te belasten voordeel.Tijdelijk bestond er in 2010 de mogelijkheid om de verliezen uit innovatietegen het normale tarief in aftrek te brengen. Deze verliezen verhogen danwel de (ingroei)drempel van de innovatiebox.trefwoorden inhoudsopgaveOnder ‘octrooien’ vallen ook kwekersrechten. De innovatiebox kunt u niettoepassen op voordelen uit auteursrechten, zelf ontwikkelde merken,logo’s en daarmee vergelijkbare vermogensbestanddelen.Het bedrag van de in aanmerking te nemen voortbrengingskosten en deomvang van de innovatiebox stelt de inspecteur jaarlijks bij beschikkingvast.9 Research & Development Aftrek (RDA)Zie hoofdstuk I, paragraaf 2.3.104


IV Dividendbelasting1 Tarief<strong>2012</strong> 2011 2010dividenduitkeringen 15% 15% 15%Als de dividendbelasting ten laste komt van de inhoudingsplichtige, moet uvoor de berekening van de verschuldigde belasting de opbrengst vermenigvuldigenmet de factor 100/(100 -/- 15). Op de gebruteerde opbrengst pastu vervolgens het hiervoor vermelde belastingpercentage toe.trefwoorden inhoudsopgave2 Tijdstip van inhoudingDe dividendbelasting houdt u in op het moment waarop u de opbrengstter beschikking stelt.105


IV | dividendbelasting3 Achterwege blijven inhoudingBij uitkering van dividend kan de inhouding van dividendbelasting achterwegeblijven als de ontvanger van het dividend aan de volgende voorwaardenvoldoet: de ontvanger is een lichaam dat is gevestigd in eenandere EU-staat of in een aangewezen staat van de EER (IJsland enNoorwegen) en heeft een belang in het uitkerende lichaam waarop, als hetontvangende lichaam in Nederland zou zijn gevestigd, de deelnemingsvrijstellingvan toepassing zou zijn.Inhouding van dividendbelasting kan niet achterwege blijven als deontvanger van het dividend:■■gevestigd is buiten de lidstaten van de EU of buiten een aangewezenstaat van de EER;■■een vergelijkbare functie vervult als een beleggingsinstelling;■■niet de uiteindelijk gerechtigde tot het dividend is;■■op grond van een antifraudebepaling in het Verdrag ter voorkoming vandubbele belasting geen aanspraak kan maken op verlaging van debelasting op dividenden.De inhouding van dividendbelasting kan achterwege blijven als het dividendwordt uitgekeerd door kredietinstellingen en beleggings instellingendie zich bezighouden met groene, sociaal-ethische en culturelebeleggingen alsmede participatiemaatschappijen die zich bezighoudenmet beleggingen in durfkapitaal.trefwoorden inhoudsopgave106


VOmzetbelastingNieuw in 2011/<strong>2012</strong>■■Nieuwe regels bijtelling privégebruik per 1 juli 2011.■■Woon-werkverkeerkilometers worden per 1 juli 2011 alsprivékilometers aangemerkt.■■Vanaf <strong>2012</strong> is het verplicht om een suppletie omzetbelasting inte dienen.trefwoorden inhoudsopgave1 Tarieven/vrijgestelde bedragen<strong>2012</strong>%2011%2010%algemeen tarief:■■exclusief 19 19 19■■inclusief 15,97 15,97 15,97verlaagd tarief:■■exclusief 6 6 6■■inclusief 5,66 5,66 5,66nultarief 0 0 0landbouw/veehandel (paragraaf 3):■■exclusief 5,37 5,37 5,37■■inclusief 5,10 5,10 5,10personeelskantine 6 6 6sportkantine 11 11 11privégebruik auto 1) 2,7 12 12107


V | omzetbelasting1)Vanaf 1 juli 2011/<strong>2012</strong>Als de auto volledig tot het bedrijfsvermogen behoort, berekent u de bijtelling:■ ■ op basis van het werkelijk gebruik of■ ■ op basis van het forfait van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm).Als de auto volledig tot het privévermogen van de ondernemer behoort,komt enkel het percentage zakelijk gebruik van de btw op onderhouds- enbrandstofkosten voor verrekening (binnen de onderneming) in aanmerking.Als er minder dan 500 km privé wordt gereden, hoeft er geen correctie plaats tevinden. Woon-werkverkeerkilometers worden als privékilometers aangemerkt.Tot 1 juli 2011/2010Als de auto volledig tot het bedrijfsvermogen behoort, berekent u het percentageover:■■25% (2010: 25%) van de catalogusprijs. Bij milieuvriendelijke auto’s0%/14%/20% (2010: 0%/14%/20%) van de catalogusprijs;■■voor afwisselend gebruikte bestelauto’s waarvoor een eindheffing van € 300per jaar geldt: 12% van € 300;Als de auto volledig tot het privévermogen van de ondernemer behoort, komt75% van de btw op onderhouds- en brandstofkosten voor verrekening (binnende onderneming) in aanmerking.Als er minder dan 500 km privé wordt gereden, hoeft er geen correctie plaats tevinden.Vrijgestelde bedragen<strong>2012</strong>€2011€2010€vrijstellingen fondswerving■■leveringen 68.067 68.067 68.067■■diensten sportverenigingen 31.765 31.765 31.765■■diensten andere instellingen 22.689 22.689 22.689kantineregeling■■sportverenigingen en dergelijke 68.067 68.067 68.067■■carnavalsverenigingen 22.689 22.689 22.689reizigersvrijstelling 1)■■particuliere lucht-/zeevaart 300 300 300■■overige reizigers 430 430 430trefwoorden inhoudsopgave1) Geen tabak/alcohol/brandstof.2 Kleine ondernemersregeling (KOR)■■de KOR geldt voor natuurlijke personen (eenmanszaken) enmaatschappen, vennootschappen onder firma en soortgelijkesamenwerkingsverbanden van natuurlijke personen;108


landbouwregeling■■de KOR kan niet worden toegepast door onder meer ondernemers metlandbouw- of veehandelsregeling en verhuurders van onroerende zakendie hebben geopteerd voor belaste verhuur (paragraaf 4);■■de verschuldigde omzetbelasting die bestaat uit de af te dragenomzetbelasting minus de voorbelasting bedraagt minder dan € 1.884(2011 en 2010: € 1.884);■■de voorlopige vermindering kan nooit meer bedragen dan de opaangifte af te dragen belasting;■■u moet een boekhouding bijhouden en facturen uitreiken, tenzij udaarvoor ontheffing hebt.<strong>2012</strong>/2011/2010per kwartaalverschuldigde OB€0 – 336336 – 369369 – 403403 – 437437 – 471471 – e.v.voorlopigevermindering€33625015968––3 Landbouwregelingper jaar reductieverschuldigde OB per jaar€– 1.345 € 1.3451.346 – 1.475}1.476 – 1.611 2,5 x (€ 1.883 -/-1.612 – 1.747 verschuldigde OB)1.748 – 1.8831.884 ––trefwoorden inhoudsopgaveLandbouwers, veehouders, tuinbouwers en bosbouwers (hierna ‘agrarischondernemers’ genoemd) blijven buiten de heffing van omzetbelasting voorzover zij agrarische producten en (in het bedrijf) gebruikte bedrijfsmiddelen(goederen) leveren en agrarische diensten verrichten.De landbouwregeling houdt onder andere in dat:■■agrarisch ondernemers geen facturen hoeven af te geven en niethoeven te voldoen aan de administratieve verplichtingen;■■agrarisch ondernemers geen aftrek van voorbelasting krijgen;■■de afnemer die agrarische producten of diensten betrekt van een onderde landbouwregeling vallende agrarisch ondernemer, als voorbelasting5,1% van het hem in rekening gebrachte bedrag in aftrek mag brengen.Daartoe moet de afnemer een landbouwverklaring hebben. Uit dezedoor de agrarisch ondernemer ondertekende verklaring moet blijken109


V | omzetbelastingdat het agrarische leveringen of diensten betreft die onder delandbouwregeling vallen.Als agrarisch ondernemer kunt u opteren voor belast ondernemerschap.Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:■■u moet de inspecteur schriftelijk verzoeken de landbouwregeling niettoe te passen;■■bij inwilliging van het verzoek geldt het belaste ondernemerschap vanafde datum van inwilliging en gedurende ten minste vijf jaar totwederopzegging;■■een hernieuwd verzoek om de landbouwregeling niet van toepassing tedoen zijn, kan de inspecteur vervolgens pas vijf jaar na uwwederopzegging inwilligen.De agrarisch ondernemer die heeft geopteerd voor belast ondernemerschap,moet zijn afnemers facturen met omzetbelasting uitreiken en kanmet betrekking tot de leveringen en diensten die doorgaans onder delandbouwregeling vallen, geen gebruikmaken van de kleine ondernemersregeling.Voor nevenwerkzaamheden kan hij wel gebruikmaken van dekleine ondernemersregeling.4 Onroerende zakentrefwoorden inhoudsopgaveDe levering van een onroerende zaak is vrijgesteld van omzetbelasting.Op deze hoofdregel bestaan twee uitzonderingen, namelijk:■■in geval van de levering van een nieuw vervaardigde onroerende zaakvóór, op of uiterlijk twee jaar na het tijdstip van de eersteingebruikneming;■■als leverancier en afnemer gezamenlijk om belastingheffing verzoeken(optieverzoek). Wordt aan de voorwaarden voldaan, dan kunt u ook inde notariële leveringsakte laten opnemen dat partijen een belastelevering voor de omzetbelasting wensen.De verhuur/verpachting van een onroerende zaak is vrijgesteld vanomzetbelasting, tenzij:■■verhuurder en huurder gezamenlijk om belastingheffing hebbenverzocht (optieverzoek);110


I aangiftetijdvak| inkomstenbelasting■■verhuurder en huurder een getekende huurovereenkomst hebben.Daarin moeten zij de volgende gegevens vermelden:■■dat de verhuur is belast met omzetbelasting;■■de ingangsdatum van de belaste verhuur;■■de datum van aanvang van het boekjaar van de huurder;■■een omschrijving van de onroerende zaak en de plaatselijke enkadastrale aanduiding;■■een verklaring waaruit blijkt dat de huurder de onroerende zaak voor90% of meer gebruikt voor aftrekgerechtigde prestaties. Voorbepaalde branches is de 90%-eis vervangen door een 70%-eis.Alle hiervoor vermelde gegevens moeten deel uitmaken van deadministratie van de verhuurder.5 Aangiftetijdvak<strong>2012</strong>/2011/2010af te dragen omzetbelastingaangiftetijdvak< € 1.883 per jaar jaar€ 1.883 – € 15.000 per kwartaal kwartaal> € 15.000 per kwartaal maand 1)1) Ook als u regelmatig te laat betaalt. Als regelmatig recht op een teruggaaf bestaat, kunt u om aangifte opmaandbasis verzoeken.trefwoorden inhoudsopgaveAls tijdelijke crisismaatregel mag een ondernemer die maandelijks aangiftedoet en btw afdraagt, kiezen voor een kwartaalaangifte en -betaling. Dezeregeling geldt voor de jaren 2010 en 2011.6 Suppletie omzetbelastingVanaf <strong>2012</strong> is het verplicht dat de ondernemer na ontdekking van de nietof te weinig aangegeven omzetbelasting op eigen initiatief een suppletieomzetbelasting moet indienen. Zodra dit niet wordt gedaan, kan deBelastingdienst een boete opleggen van maximaal 100% van het nietaangegeven bedrag aan omzetbelasting. Deze boete kan wordenopgelegd naast de reeds bestaande boetes voor de omzetbelasting.111


V | omzetbelasting7 FactuurvereistenEen factuur moet ten minste de volgende gegevens bevatten:■■het btw-identificatienummer van de presterende ondernemer;■■een (doorlopend) factuurnummer;■■de factuurdatum;■■naam en adres van de presterende ondernemer en van de afnemer;■■datum van levering of dienst;■■de omvang en de aard van de geleverde goederen en de verrichtediensten;■■per tarief of per vrijstelling:■■■■■■■■■■■■de eenheidsprijs exclusief btw;eventuele kortingen die niet in de eenheidsprijs zijn opgenomen;het toegepaste btw-tarief;de vergoeding;bij vooruitbetaling: de datum van betaling als die afwijkt van defactuurdatum;het btw-bedrag;■■het btw-identificatienummer van de afnemer:■■■■bij intracommunautaire prestaties aan ondernemers in een anderEU-land;bij toepassing van de verleggingsregeling;■■uit de factuur moet blijken of er een bijzondere btw-regeling vantoepassing is (handel in gebruikte goederen, toepassing van eenverleggingsregeling, toepassing van een vrijstelling van btw, levering vangoederen aan ondernemers in een ander EU-land).trefwoorden inhoudsopgave112


VIBelastingen van rechtsverkeerNieuw in <strong>2012</strong>Tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting naar 2% voor de verkrijging vanwoningen of rechten waaraan deze zijn onderworpen gedurende de periode van15 juni 2011 tot 1 juli <strong>2012</strong>.trefwoorden inhoudsopgave1 AssurantiebelastingHeffing van assurantiebelasting vindt plaats bij de in Nederland gevestigdeverzekeraar of assurantietussenpersoon voor verzekeringen en daarmeesamenhangende diensten waarvan:■ ■ de verzekeringnemer in Nederland woont of is gevestigd of■ ■ het voorwerp zich binnen Nederland bevindt.Assurantiebelasting wordt berekend over de premie (inclusief bijkomendekosten). U bent de belasting verschuldigd op het tijdstip waarop depremie vervalt, dat wil zeggen opeisbaar wordt. De in een tijdvakverschuldigd geworden belasting moet u op aangifte voldoen.Het tarief bedraagt vanaf 1 maart 2011: 9,7% (tot 1 maart 2011 en 2010:7,5%).113


VI | belastingen van rechtsverkeerVrijgesteld zijn onder andere:■■ongevallen-, invaliditeits- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen;■■ziekte- en ziektekostenverzekeringen (waaronder zorgverzekeringen alsbedoeld in de Zorgverzekeringswet);■■levensverzekeringen;■■werkloosheidsverzekeringen.2 Overdrachtsbelasting2.1 Belastbaar feitHeffing van overdrachtsbelasting volgt op de ‘verkrijging’ van in Nederlandgelegen:■■onroerende zaken of zakelijke rechten daarop;■■aandelen in een onroerendezaaklichaam.Onder verkrijging valt ook de verkrijging van de economische eigendom.Dit omvat ten minste het risico van waardeverandering. Het is niet vereistdat ook het risico van tenietgaan op de koper overgaat.Verkrijgingen op basis van:■■boedelmenging■■erfrecht■■verdeling huwelijksgemeenschap of nalatenschap bij verkrijging onderalgemene titel■■verjaring■■natrekkingworden niet aangemerkt als een verkrijging.trefwoorden inhoudsopgaveDe rechten op:■■grondrente■■pand■■hypotheekworden niet als ‘zakelijke’ rechten op onroerende zaken beschouwd.114


I overdrachtsbelasting| inkomstenbelasting2.2 Maatstaf van heffingDe waarde van een zaak in het economisch verkeer, met als minimum dewaarde van de overeengekomen tegenprestatie, is onderworpen aanoverdrachtsbelasting.De heffingsmaatstaf wordt verminderd met de waarde waarover destijdsoverdrachts- of omzetbelasting was verschuldigd bij de verkrijging:■■van dezelfde onroerende zaken binnen zes maanden na een vorigeverkrijging. In 2011 was deze termijn voor woningen tijdelijk verlengdnaar twaalf maanden. In 2010 bedroeg de termijn voor woningen zesmaanden;■■van de economische eigendom gevolgd door een verkrijging van dejuridische eigendom (of andersom) door dezelfde persoon.2.3 Tarief en vrijstellingenHet tarief bedraagt 6% (2011 en 2010: 6%).Voor de verkrijging van woningen of van rechten waaraan deze zijnonderworpen geldt van 15 juni 2011 tot 1 juli <strong>2012</strong> een verlaagd tarief van2%. Het moment van de juridische overdracht van de woning is bepalend.Vrijgesteld (onder voorwaarden) is onder andere de verkrijging:■■door levering van nieuw vervaardigde onroerende zaken die zijn belastmet omzetbelasting of door een dienst (bijvoorbeeld verhuur) die aan deomzetbelasting is onderworpen, tenzij:■■het goed als bedrijfsmiddel is gebruikt en■■de verkrijger de omzetbelasting (gedeeltelijk) als voorbelasting kanaftrekken;■■van de onderneming door kinderen van de ondernemer. De vrijstellinggeldt ook voor de verkrijging van de onderneming door (half)broers en(half)zussen en hun echtgenoten;■■door publiekrechtelijke lichamen, openbare lichamen en politieregio’s;■■bij inbreng in een vennootschap die geen in aandelen verdeeld kapitaalheeft en bij omzetting van een hele onderneming in een vennootschapmet een in aandelen verdeeld kapitaal;■■door een IB-ondernemer bij toepassing van de faciliteit voor geruislozeterugkeer uit de bv;trefwoorden inhoudsopgave115


VI | belastingen van rechtsverkeer■■bij de verdeling van goederen van een maatschap of vennootschap diegeen rechtspersoonlijkheid bezit, aan de inbrenger;■■als gevolg van verdeling van een gemeenschap tussensamenwonenden voor zover de gemeenschap, waarin de een isgerechtigd voor ten minste 40% en de ander voor maximaal 60%, isontstaan door een gezamenlijke verkrijging en de toedeling wordtverricht aan een van de verkrijgers;■■bij fusies, splitsingen en interne reorganisaties.2.4 Waardering canon, retributie of huurBij verkrijging van een erfdienstbaarheid of van een recht van erfpacht,opstal of beklemming kunt u de waarde vermeerderen met die van eencanon, de retributie of de huur.De som van beide waarden bedraagt nooit meer dan de waarde van dezaak waarop het recht betrekking heeft. Bij verkrijging van eigendombezwaard met een erfdienstbaarheid of met een recht van erfpacht, opstalof beklemming kunt u de waarde verminderen met die van de canon, deretributie of de huur.De waarde van een canon, een retributie of een huur, afhankelijk van hetleven van één persoon, is het jaarlijkse bedrag vermenigvuldigd met:trefwoorden inhoudsopgavefactor16,15,14,13,12,11,10,8,7,5,4,3,2,wanneer degenegedurende wiens levende schuldplichtigheidmoet plaatshebbenleeftijdgerechtigdejonger dan 20 jaar is20 t/m 29 jaar is30 t/m 39 jaar is40 t/m 49 jaar is50 t/m 54 jaar is55 t/m 59 jaar is60 t/m 64 jaar is65 t/m 69 jaar is70 t/m 74 jaar is75 t/m 79 jaar is80 t/m 84 jaar is85 t/m 89 jaar is90 jaar en ouder is116


overdrachtsbelastingDe waarde van een canon, een retributie of een huur die na een bepaaldetijd vervalt, is het jaarlijkse bedrag vermenigvuldigd met het aantal jarendat de canon, de retributie of de huur bestaat en vervolgensvermenigvuldigd met de in de tabel genoemde factoren.1 e vijftal jaren2 e vijftal jaren3 e vijftal jaren4 e vijftal jaren5 e vijftal jarende volgende jarenals de schuldplichtigheid afhankelijkis van het leven van één persoonjonger 40 jaar of 60 jaardan ouder maar of40 jaar jonger dan 60 ouderjaar0,84 0,830,750,62 0,600,400,46 0,420,150,34 0,280,040,25 0,180,020,12 0,06–als de schuld –plichtigheidniet vanhet levenafhankelijk is0,850,640,480,360,280,15In de situaties hierna moet u de hiervoor staande tabellen als volgttoepassen:■■een canon, een retributie of een huur die vervalt bij overlijden:■■van de langstlevende van twee of meer personen wordt gelijkgesteldmet een canon, een retributie of een huur, afhankelijk van het levenvan iemand die vijf jaar jonger is dan de jongste van de hierbetrokken personen;■■van de eerststervende van twee of meer personen wordtgelijkgesteld met een canon, retributie of een huur, afhankelijk vanhet leven van iemand die vijf jaar ouder is dan de oudste van de hierbetrokken personen;■■de in de tweede tabel berekende waarde kan als de schuldplichtigheid:■■van het leven afhankelijk is, niet hoger zijn dan de waarde die zouzijn verkregen als de schuldplichtigheid niet ook na een bepaalde tijdzou vervallen;■■niet van het leven afhankelijk is, niet hoger zijn dan hetzeventienvoud van het jaarlijkse bedrag;■■een canon, een retributie of een huur tot een onzeker jaarlijks bedragwordt gelijkgesteld met een canon, een retributie of een huur tot hetgeschatte gemiddelde jaarlijkse bedrag.trefwoorden inhoudsopgave117


VI | belastingen van rechtsverkeer2.5 Overige situaties(niet onder de tabellen vallend)■■De waarde van een canon, een retributie of een huur voor onbepaaldetijd die niet van het leven afhankelijk is, bedraagt het zeventienvoud vanhet jaarlijkse bedrag.■■Een canon, een retributie of een huur tot andere zaken dan geld wordtgelijkgesteld met een canon, een retributie of een huur tot een jaarlijksbedrag gelijk aan de waarde die aan die zaken in het economischverkeer kan worden toegekend.■■De waarde van de overige schuldplichtigheden wordt gelijkgesteld aanhet bedrag waarvoor die schuldplichtigheden zouden kunnen wordenverkocht.2.6 Vruchtgebruik of daarmee gelijk te stellenREChtenBij wijze van goedkeuring kan men voor de berekening van de waarde vaneen vruchtgebruik of een daarmee gelijk te stellen recht (recht van gebruiken bewoning) gebruikmaken van de regels die gelden voor de waarderingvan een canon, een retributie of een huur. Het jaarlijkse bedrag beloopt6% van hetgeen aan vruchtgebruik is onderworpen.trefwoorden inhoudsopgave2.7 Wijze van heffingOverdrachtsbelasting wordt geheven van de verkrijger, op aangifte, ondermeer ter gelegenheid van de registratie van de voor de verkrijgingopgestelde notariële akte. Betaling van de overdrachtsbelasting moetbinnen één maand na de verkrijging plaatsvinden.118


VIIErf- en schenkbelastingNieuw in <strong>2012</strong>Met ingang van <strong>2012</strong> moeten samenwonenden die gebruik willenmaken van dezelfde vrijstellingen als gehuwden in sommige gevallen eensamenlevingscontract met wederzijdse zorgplicht hebben.De successiewet bestaat uit de onderdelen erfbelasting en schenkbelasting.trefwoorden inhoudsopgave1 Vrijstellingen erfbelastingverkrijging door <strong>2012</strong>€2011€2010€partner 603.600 603.600 600.000kind 19.114 19.114 19.000kleinkind 19.114 19.114 19.000ziek of gehandicapt kind 1) 57.342 57.342 57.000ouders 45.270 45.270 45.000overige verkrijgers 2.012 2.012 2.0001) Een kind wordt beschouwd als ziek of gehandicapt als het grotendeels op kosten van de overledenewerd onderhouden en ten gevolge van ziekte of gebreken vermoedelijk in de eerstkomende drie jaarbuiten staat zal zijn om met arbeid die voor zijn kracht berekend is, de helft te verdienen van hetgeenlichamelijk en geestelijk gezonde personen van gelijke leeftijd in staat zijn aan inkomen uit arbeid teverwerven.119


VII | erf- en schenkbelastingPartnerbegripIedere persoon kan op enig moment maar één partner hebben. Onderpartners wordt verstaan:■■gehuwden en daarmee gelijkgestelde geregistreerde partners (van tafelen bed gescheiden leven = ongehuwd);■■ongehuwden indien ingeval van overlijden gedurende zes maandenvoorafgaand aan het overlijden en ingeval van schenking gedurendetwee jaar voorafgaand aan de schenking, cumulatief wordt voldaan aande volgende voorwaarden:■■beiden zijn meerderjarig;■■er is sprake van een gezamenlijke huishouding volgens debasisadministratie persoonsgegevens;■■er is een wederzijdse zorgverplichting, aangegaan bij notariële akte;■■er is geen sprake van bloedverwantschap in de rechte lijn.Aan de voorwaarde van de wederzijdse zorgverplichting, aangegaan bijnotariële akte, hoeft niet te zijn voldaan indien personen tot aan het tijdstipvan schenking of overlijden al gedurende vijf jaar een gezamenlijkehuishouding hebben gevoerd en op hetzelfde adres staan ingeschreven inde basisadministratie persoonsgegevens.De eis van een wederzijdse zorgverplichting door middel van een notariëleakte is voor het eerst van toepassing per 1 januari <strong>2012</strong>.Aan de voorwaarde dat geen sprake mag zijn van bloedverwantschap inde rechte lijn hoeft niet te worden voldaan indien één van de partnersmantelzorger is (dat wil zeggen: als een mantelzorgcompliment isontvangen).trefwoorden inhoudsopgave2 Vrijstellingen schenkbelastingverkrijging door <strong>2012</strong>€2011€2010€kind 5.030 5.030 5.000kind tussen 18 en 35 jaar eenmalig 1) 24.144 24.144 24.000kind tussen 18 en 35 jaar eenmalig 2) 50.300 50.300 50.000kerkelijke, charitatieve (e.d.) instelling 3) – – –overige verkrijgingen 2.012 2.012 2.0001) Mits in de aangifte hierop een beroep wordt gedaan.120


I tarieven | inkomstenbelasting2) Onder voorwaarden: mits schenking wordt gebruikt voor een studie of aankoop, kosten voor verbeteringof onderhoud van een eigen woning, afkoop van een recht van erfpacht, opstal, beklemming of eenaflossing van de eigen woningschuld van een eigen woning en hierop in de aangifte een beroep wordtgedaan. Als het kind vóór 1 januari 2010 een beroep heeft gedaan op de eenmalig verhoogde vrijstelling,geldt als tijdelijke regeling een eenmalige vrijstelling van € 26.156 (2011: € 26.156; 2010: € 26.000),mits de schenking wordt gebruikt voor de aankoop van een eigen woning. De vrijstelling kan gesplitstworden in € 24.144 (2011: € 24.144; 2010: € 24.000) consumptief en € 26.156 (2011: € 26.156; 2010:€ 26.000) voor de eigen woning.3) Als de instelling een door de Belastingdienst afgegeven beschikking heeft waarin is vermeld dat zij isaangewezen als algemeen nut beogende instelling (ANBI), zijn verkrijgingen geheel vrijgesteld. Ookverkrijgingen door aangewezen sportorganisaties zijn vrijgesteld (SBBI).3 Tarieven<strong>2012</strong>gedeelte van de belasteverkrijging tussentarief partners/kinderentarief (achter)kleinkinderenoverigeverkrijgers 1)€ € % % %0 115.708 10 18 30115.708 – 20 36 401) Onder andere ouders.2011gedeelte van de belasteverkrijging tussentarief partners/kinderentarief (achter)kleinkinderenoverigeverkrijgers 1)€ € % % %0 118.708 10 18 30118.708 – 20 36 40trefwoorden inhoudsopgave1) Onder andere ouders.2010gedeelte van de belasteverkrijging tussentarief partners/kinderentarief (achter)kleinkinderenoverigeverkrijgers 1)€ € % % %0 118.000 10 18 30118.000 – 20 36 401) Onder andere ouders.121


VII | erf- en schenkbelasting4 Waarderingsregels4.1 Periodieke uitkeringDe waarde van een periodieke uitkering in geld van het leven van éénpersoon afhankelijk, wordt gesteld op het jaarlijkse bedrag vermenigvuldigdmet:factor16,15,14,13,12,11,10,8,7,5,4,3,2,wanneer degenegedurende wiens levende uitkering moetplaatshebbenleeftijdgerechtigdejonger dan 20 jaar is20 t/m 29 jaar is30 t/m 39 jaar is40 t/m 49 jaar is50 t/m 54 jaar is55 t/m 59 jaar is60 t/m 64 jaar is65 t/m 69 jaar is70 t/m 74 jaar is75 t/m 79 jaar is80 t/m 84 jaar is85 t/m 89 jaar is90 jaar en ouder isDe waarde van een periodieke uitkering in geld die na een bepaalde tijdvervalt, wordt gesteld op het jaarlijkse bedrag vermenigvuldigd met hetaantal jaren waarin zij moet plaatshebben, elke euro berekend tegen devolgende bedragen:trefwoorden inhoudsopgave1 e vijftal jaren2 e vijftal jaren3 e vijftal jaren4 e vijftal jaren5 e vijftal jarende volgende jarenals de uitkering afhankelijkis van het leven van één persoonjonger 40 jaar of ouder 60 jaardan maar jonger of40 jaar dan 60 jaar ouder0,84 0,830,750,62 0,600,400,46 0,420,150,34 0,280,040,25 0,180,020,12 0,06–als de uitkeringniet van het levenafhankelijk is0,850,640,480,360,280,15122


I waarderingsregels| inkomstenbelastingIn de hierna opgesomde situaties moeten voornoemde tabellen metinachtneming van het volgende worden toegepast:■■een periodieke uitkering in geld die afhankelijk is van het leven kan niethoger zijn dan wanneer de uitkering niet ook na een bepaalde tijd zouvervallen;■■een periodieke uitkering in geld die niet afhankelijk is van het leven, kanniet meer bedragen dan het zeventienvoud van het jaarlijkse bedrag;■■een periodieke uitkering in geld, vervallende bij het overlijden van delangstlevende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteld met eenperiodieke uitkering afhankelijk van het leven van iemand die vijf jaarjonger is dan de jongste van de hiervoor bedoelde personen;■■een periodieke uitkering in geld, vervallende bij het overlijden van deeerststervende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteld met eenperiodieke uitkering afhankelijk van het leven van iemand die vijf jaarouder is dan de oudste van de hiervoor bedoelde personen;■■een periodieke uitkering in geld tot een onzeker jaarlijks bedrag wordtgelijkgesteld met een periodieke uitkering tot het geschatte gemiddeldejaarlijkse bedrag;■■een periodieke uitkering, rechtgevende op andere goederen dan geld,wordt gelijkgesteld met een periodieke uitkering in geld waarbij degoederen worden gewaardeerd volgens de regels van deSuccessie wet.trefwoorden inhoudsopgave4.2 Overige situaties periodieke uitkering(niet onder de tabel vallend)Overige situaties zijn:■■de waarde van een periodieke uitkering in geld voor onbepaalde tijd dieniet van het leven afhankelijk is, wordt gesteld op het zeventienvoud vanhet jaarlijkse bedrag;■■de waarde van een periodieke uitkering, niet vallende onder een van devorige situaties, wordt gesteld op het bedrag waarvoor een dergelijkeuitkering zou kunnen worden aangekocht.123


VII | erf- en schenkbelasting4.3 VruchtgebruikDe wijze van waardering van een periodieke uitkering wordt op gelijkewijze toegepast bij de waardering van een vruchtgebruik. De jaarlijkseinkomsten van een vruchtgebruik (het jaarlijkse bedrag) worden gesteld op6% van hetgeen aan vruchtgebruik is onderworpen.4.4 BedrijfsopvolgingSREGELINGEr geldt een (gedeeltelijke) vermindering voor:■■vermogensbestanddelen die horen tot een onderneming in de zin vande inkomstenbelasting;■■aandelen en winstbewijzen die bij de erflater of schenker behoorden toteen aanmerkelijk belang.Om voor deze vermindering in aanmerking te komen, moet aan devolgende voorwaarden worden voldaan:■■bij de erflater of schenker moet bovengenoemd vermogen gedurendeéén jaar voorafgaand aan het overlijden of gedurende vijf jaarvoorafgaand aan de schenking in bezit zijn geweest in zijn hoedanigheidals respectievelijk ondernemer, medegerechtigde, ab-houder ofresultaatgenieter;■■de onderneming moet minimaal vijf jaar na het overlijden of schenkenworden voortgezet of de aandelen en winstbewijzen (bij eenaanmerkelijk belang) mogen minimaal vijf jaar niet worden vervreemd ende betreffende onderneming moet minimaal vijf jaar worden voortgezet.De vermindering is afhankelijk van de omvang van de objectieve onderneming.Indien de totale waarde van het objectieve ondernemingsvermogenminder bedraagt dan € 1.006.000 (2011: € 1.006.000; 2010:€ 1.000.000), bedraagt de vermindering 100%. Ter zake wordt eenconserverende aanslag opgelegd die na vijf jaar wordt verminderd tot nihilals aan de hiervoor gestelde voorwaarden is voldaan.trefwoorden inhoudsopgaveDe vermindering bedraagt 83% van de (going-concern)waarde van deonderneming of de aandelen voor zover de waarde van de objectieveonderneming meer bedraagt dan € 1.006.000 (2011: € 1.006.000; 2010:€ 1.000.000). Ter zake wordt een conserverende aanslag opgelegd die na124


waarderingsregelsvijf jaar wordt verminderd tot nihil als aan de hiervoor gesteldevoorwaarden is voldaan.4.5 Latente inkomstenbelastingschuldenAls tot de verkrijging de in de volgende tabel genoemde bestanddelen horen,mag voor deze bestanddelen een deel in mindering worden gebracht vanwegede latent verschuldigde inkomstenbelasting.bestanddeelverminderingoudedagsreserve 30%overige fiscale en stille reserves 20%stamrechten 30%aanmerkelijkbelangaandelen6,25% x overschrijding verkrijgingsprijstrefwoorden inhoudsopgave125


VIIIToeslagenNieuw in <strong>2012</strong>■■De aanvraagtermijn voor toeslagen wordt verlengd, met uitzonderingvan de kinderopvangtoeslag. Aanvragen in de kinderopvangtoeslagzullen vanaf <strong>2012</strong> in de maand waarin de kinderopvang start ofuiterlijk de maand daarop aan de Belastingdienst kunnen wordendoorgegeven.■■De toeslagen die in <strong>2012</strong> worden verleend zullen niet meerafzonderlijk op een beschikking worden weergegeven. Vanaf <strong>2012</strong>zal één beschikking worden afgegeven voor alle toeslagen.trefwoorden inhoudsopgave1 InleidingDe berekeningen en bureaukaart Toeslagen <strong>2012</strong> zijn te downloaden opde site van de Belastingdienst (www.toeslagen.nl).1.1 BegrippenIn dit hoofdstuk komt een aantal begrippen aan de orde:■■Toetsingsinkomen: dit is het verzamelinkomen (zie hoofdstuk I,paragraaf 1.1).■■Toeslagpartner: gehuwden, geregistreerde partners en fiscale partnerszijn automatisch toeslagpartners. Voor ongehuwd samenwonenden126


kindgebonden budgetwordt de toeslagpartner aan de hand van objectieve criteriavastgesteld. Op de internetpagina van de Belastingdienst/Toeslagen iseen hulpmiddel te vinden om te bepalen of men toeslagpartner is of niet.■■Medebewoner: dit begrip is alleen van belang voor de huurtoeslag. Demedebewoner is niet de toeslagpartner, maar is wel op hetzelfde adresin de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevensingeschreven als de aanvrager van de huurtoeslag. Een medebewoneris ook geen onderhuurder.1.2 TermijnenOm in aanmerking te komen voor de toeslagen in <strong>2012</strong>, moet deaanvraag vóór 1 september 2013 1) (2011: 1 april <strong>2012</strong>; 2010: 1 april2011) bij de Belastingdienst/Toeslagen zijn ingediend. Heeft deBelastingdienst uitstel verleend voor het indienen van de aangifteinkomstenbelasting, dan geldt eenzelfde uitsteltermijn voor het indienenvan de aanvraag voor de toeslagen.1) De aanvraag voor de kinderopvangtoeslag dient vanaf <strong>2012</strong> in de maand waarin de kinderopvang startof uiterlijk de maand daarop aan de Belastingdienst te worden doorgegeven.1.3 Uitbetalingtrefwoorden inhoudsopgaveDe Belastingdienst betaalt maandelijks voorschotten uit als de totaletoeslag meer dan € 60 (2011 en 2010: € 60) bedraagt. Als de toeslagmeer dan € 24 (2011 en 2010: € 24) bedraagt, maar minder dan € 60(2011 en 2010: € 60), krijgt u de toeslag ineens uitgekeerd. Alleen als urecht heeft op een toeslag van meer dan € 24 (2011 en 2010: € 24), krijgtu deze uitbetaald. De betalingen worden afgerond op € 1.2 Kindgebonden budgetHet kindgebonden budget is een bijdrage in de kosten voor kinderenonder de 18 jaar. Om in aanmerking te komen voor het kindgebondenbudget, moet u aan de volgende voorwaarden voldoen:■■u heeft één of meer kinderen jonger dan 18 jaar;127


VIII | toeslagen■■u heeft recht op kinderbijslag of, als het kind 16 of 17 jaar is, u draagt inbelangrijke mate bij aan het onderhoud van het kind. Hiervan is sprakeals het kind voldoet aan de inkomenseisen zoals vermeld in devolgende tabel:<strong>2012</strong>/2011/2010Per kwartaal01-10-2011 t/m 01-10-2010 t/m 01-10-2009 t/m30-09-<strong>2012</strong> 30-09-2011 30-09-2010kind is kind is kind isthuiswonenduitwonendthuiswonenduitwonendthuiswonenduitwonendmaximum nettoverdienstenkind € 1.240 € 1.754 € 1.240 € 1.754 € 1.240 € 1.754bijdrage ouders(minimaal) – € 408 – € 408 – € 408■■bij het bepalen van het inkomen van het kind kunt u het zakgeld en deverdiensten uit een vakantiebaan tot een bedrag van € 1.250 (2011 en2010: € 1.250) buiten beschouwing laten;■■de aanspraak op het kindgebonden budget wordt per kalendermaandbepaald.inhoudsopgavetrefwoorden inhoudsopgave128Bij de berekening van het bedrag aan kindgebonden budget waarop urecht heeft, is naast de hoogte van uw inkomen ook het aantal kinderenvan belang. Bedraagt het verzamelinkomen meer dan € 28.413 (2011 en2010: € 28.413), dan wordt voor het meerdere een percentage van 7,6%(2011 en 2010: 7,6%) op het kindgebonden budget in minderinggebracht.<strong>2012</strong>aantal kinderen inkomen tot € 28.413bedrag kindgebonden budgetgeen recht meer vanafinkomen1 € 1.017 € 41.7942 € 1.478 € 47.8603 1) € 1.661 € 50.268trefwoorden1) Voor het vierde en elk volgende kind € 106 per kind extra.128


kindgebonden budget2011aantal kinderen inkomen tot € 28.413bedrag kindgebonden budgetgeen recht meer vanafinkomen1 € 1.011 € 41.7152 € 1.466 € 47.7023 € 1.826 € 52.4394 1) € 2.110 € 56.1761) Voor het vijfde en elk volgende kind € 189 per kind extra.2010aantal kinderen inkomen tot € 28.413bedrag kindgebonden budgetgeen recht meer vanafinkomen1 € 1.011 € 41.7152 € 1.322 € 45.8073 € 1.505 € 48.2154 € 1.611 € 49.6105 1) € 1.662 € 50.2811) Voor het zesde en elk volgende kind € 51 per kind extra.Kinderen van 12 t/m 15 jaarAls u een kind heeft met een leeftijd heeft van 12 t/m 15 en u eenverzamelinkomen heeft dat niet meer bedraagt dan € 28.413 (2011 en2010: € 28.413), wordt het kindgebonden budget verhoogd met € 226(2011 en 2010: € 226). Bedraagt het verzamelinkomen meer dan€ 28.413 (2011 en 2010: € 28.413), dan wordt voor het meerdere pereuro een bedrag van € 0,076 (2011 en 2010: € 0,076) op de verhoging inmindering gebracht.trefwoorden inhoudsopgaveKinderen van 16 en 17 jaarAls u een kind heeft met een leeftijd van 16 of 17 en u een verzamelinkomenheeft dat niet meer bedraagt dan € 28.413 (2011 en 2010:€ 28.413), wordt het kindgebonden budget verhoogd met € 290 (2011en 2010: € 290). Bedraagt het verzamelinkomen meer dan € 28.413(2011 en 2010: € 28.413), dan wordt voor het meerdere per euro eenbedrag van € 0,076 (2011 en 2010: € 0,076) op de verhoging inmindering gebracht.129


VIII | toeslagen3 KinderopvangtoeslagDe voorwaarden voor toekenning van de kinderopvangtoeslag zijn onderandere:■■de aanvrager heeft de Nederlandse nationaliteit of een geldigeverblijfsvergunning;■■de aanvrager en/of partner dragen de kosten van de opvang zelf;■■de opvang vindt plaats bij of via een kinderopvangorganisatie die bij degemeente is ingeschreven. Onder kinderopvang wordt verstaan deopvang van een kind tot de eerste dag van de maand waarop hetvoortgezet onderwijs begint;■■de aanvrager en de eventuele partner hebben inkomsten uittegenwoordige dienstbetrekking, genieten winst uit onderneming ofhebben resultaat uit overige werkzaamheden;■■er woont ten minste één kind bij de aanvrager;■■de aanvrager ontvangt voor het bij hem wonende kind de kinderbijslagof pleegouderbijdrage of draagt in belangrijke mate bij aan de kostenvan levensonderhoud van het kind.Om voor de kinderopvangtoeslag in aanmerking te komen, moet degastouder of het gastouderbureau zijn ingeschreven in een landelijkregister. De kosten moeten aan het gastouderbureau worden betaald.De toeslag wordt berekend over een maximumuurprijs van € 5,09(2011: € 5,09; 2010: € 5).trefwoorden inhoudsopgaveDe hoogte van de toeslag is afhankelijk van een percentage van de kostendie de aanvrager voor de opvang maakt en dat percentage is afhankelijkvan:■■het toetsingsinkomen van de aanvrager en de eventuele partner samen;■■het aantal kinderen dat van opvang gebruikmaakt;■■de opvangkosten.Werkgevers zijn verplicht bij te dragen aan de kosten voor kinderopvang.De Belastingdienst keert de werkgeversbijdrage automatisch uit als extratoeslag aan de toeslaggerechtigde.130


kinderopvangtoeslagDe kinderopvangtoeslag is ook afhankelijk van de uurprijs van dekinderopvang. Er geldt een maximumvergoeding per uur. Is de in rekeninggebrachte uurprijs hoger dan dat maximum, dan komt het meerdere voorrekening van de aanvrager en zijn partner. Voor ieder kind kan per maandvoor maximaal 230 opvanguren (2011 en 2010: maximaal 230opvanguren per opvangsoort) kinderopvangtoeslag worden ontvangen.Vanaf <strong>2012</strong> wordt het recht op kinderopvangtoeslag gelimiteerd aan hetaantal gewerkte uren van de minst werkende partner. Voor nietschoolgaandekinderen (0-4 jaar) geldt een maximum aantal uren van140% x het aantal gewerkte uren van de minst werkende partner. Voorbuitenschoolse opvang (4-12 jaar) is dat 70% x het aantal uren van deminst werkende partner.<strong>2012</strong>/2011/2010maximum uurprijssoort opvang <strong>2012</strong> 2011 2010dagopvang € 6,36 € 6,36 € 6,25buitenschoolse opvang € 5,93 € 5,93 € 5,82gastouderopvang € 5,09 € 5,09 € 5,00trefwoorden inhoudsopgave131


VIII | toeslagen<strong>2012</strong>gezamenlijk toetsingsinkomen tegemoetkoming 1)van € tot € % eerste kind 2) % elk volgende kind– 18.546 57,40 60,0018.547 19.781 56,70 60,0019.782 21.016 55,80 60,0021.017 22.250 55,10 59,6022.251 23.485 54,50 59,6023.486 24.719 53,80 59,6024.720 25.954 52,90 59,6025.955 27.186 52,20 59,6027.187 28.515 51,40 59,4028.516 29.842 50,70 58,9029.843 31.170 49,70 58,6031.171 32.497 49,10 58,3032.498 33.826 48,20 58,3033.827 35.154 47,40 58,1035.155 36.481 46,70 57,7036.482 37.810 45,80 57,5037.811 39.137 45,10 57,3039.138 40.465 44,30 56,7040.466 41.793 43,30 56,5041.794 43.121 42,80 56,2043.122 44.449 41,90 56,2044.450 45.776 41,20 55,9045.777 47.227 40,20 55,7047.228 50.003 38,60 55,2050.004 52.779 36,60 54,4052.780 55.556 33,90 53,8055.557 58.333 31,50 53,3058.334 61.109 29,00 53,0061.110 63.885 26,50 52,2063.886 66.662 24,00 51,7066.663 69.439 21,40 51,1069.440 72.216 19,00 50,3072.217 74.992 16,50 49,8074.993 77.770 14,00 49,3077.771 80.546 11,40 49,0080.547 83.321 8,90 48,2083.322 86.098 6,50 47,8086.099 88.875 3,90 47,2088.876 91.651 1,60 46,4091.652 94.427 0,00 45,9094.428 97.203 0,00 45,5097.204 99.980 0,00 45,1099.981 102.756 0,00 44,30102.757 105.532 0,00 43,70105.533 108.308 0,00 43,20108.309 111.084 0,00 42,60111.085 113.861 0,00 42,20113.862 116.636 0,00 41,40116.637 119.412 0,00 40,80119.413 122.188 0,00 39,70122.189 124.964 0,00 39,30124.965 127.741 0,00 38,50127.742 130.518 0,00 37,40130.519 133.293 0,00 36,80133.294 136.069 0,00 35,80136.070 138.846 0,00 35,20138.847 141.622 0,00 34,40141.623 144.398 0,00 33,70144.399 147.174 0,00 32,90147.175 149.949 0,00 31,80149.950 152.726 0,00 31,20152.727 155.502 0,00 30,40155.503 158.278 0,00 29,60158.279 161.054 0,00 28,80161.055 163.831 0,00 28,10163.832 166.607 0,00 27,30166.608 169.383 0,00 26,50169.384 172.159 0,00 25,90172.160 en hoger 0,00 24,901) Tegemoetkoming als percentage van de opvangkosten.2) Met het ‘eerste kind’ wordt het kind met de meeste opvanguren bedoeld of, als er meer dan éénkind is met hetzelfde aantal opvanguren, het kind met de laagste opvangkosten. Zijn ook die gelijk,dan wijst de Belastingdienst het eerste kind aan.trefwoorden inhoudsopgave132


kinderopvangtoeslag2011gezamenlijk toetsingsinkomen tegemoetkoming 1)van € tot € % eerste kind 2) % elk volgende kind– 18.099 58,70 62,7018.100 19.304 58,10 62,7019.305 20.509 57,30 62,7020.510 21.714 56,70 62,6021.715 22.919 56,20 62,6022.920 24.123 55,60 62,6024.124 25.328 54,80 62,6025.329 26.531 54,20 62,6026.532 27.828 53,50 62,5027.829 29.123 52,90 62,3029.124 30.419 52,10 62,2030.420 31.714 51,60 62,1031.715 33.011 50,80 62,1033.012 34.307 50,10 62,0034.308 35.602 49,50 61,9035.603 36.899 48,70 61,8036.900 38.194 48,10 61,7038.195 39.490 47,40 61,5039.491 40.786 46,60 61,4040.787 42.082 46,10 61,3042.083 43.378 45,40 61,3043.379 44.673 44,80 61,2044.674 46.089 43,90 61,1046.090 48.798 42,50 60,9048.799 51.507 40,80 60,6051.508 54.217 38,50 60,4054.218 56.927 36,40 60,2056.928 59.636 34,30 60,1059.637 62.345 32,10 59,8062.346 65.055 30,00 59,6065.056 67.765 27,70 59,4067.766 70.475 25,70 59,1070.476 73.184 23,50 58,9073.185 75.895 21,40 58,7075.896 78.604 19,10 58,6078.605 81.313 17,00 58,3081.314 84.023 14,90 58,1084.024 86.733 12,70 57,9086.734 89.442 10,70 57,6089.443 92.151 8,40 57,4092.152 94.860 6,20 57,3094.861 97.570 4,10 57,1097.571 100.279 1,80 56,80100.280 102.988 0,00 56,60102.989 105.697 0,00 56,40105.698 108.406 0,00 56,20108.407 111.116 0,00 56,00111.117 113.825 0,00 55,70113.826 116.534 0,00 55,50116.535 119.243 0,00 55,10119.244 121.952 0,00 54,90121.953 124.662 0,00 54,60124.663 127.372 0,00 54,<strong>2012</strong>7.373 130.080 0,00 54,00130.081 132.789 0,00 53,60132.790 135.499 0,00 53,40135.500 138.208 0,00 53,10138.209 140.917 0,00 52,80140.918 143.626 0,00 52,50143.627 146.335 0,00 52,10146.336 149.045 0,00 51,90149.046 151.754 0,00 51,60151.755 154.463 0,00 51,30154.464 157.172 0,00 51,00157.173 159.882 0,00 50,70159.883 162.591 0,00 50,40162.592 165.300 0,00 50,10165.301 168.009 0,00 49,90168.010 en hoger 0,00 49,501) Tegemoetkoming als percentage van de opvangkosten.2) Met het ‘eerste kind’ wordt het kind met de meeste opvanguren bedoeld of, als er meer dan éénkind is met hetzelfde aantal opvanguren, het kind met de laagste opvangkosten. Zijn ook die gelijk,dan wijst de Belastingdienst het eerste kind aan.trefwoorden inhoudsopgave133


VIII | toeslagen2010gezamenlijk toetsingsinkomen tegemoetkoming 1)van € tot € % eerste kind 2) % elk volgende kind– 17.832 62,20 63,2017.833 19.019 61,70 63,2019.020 20.206 61,00 63,2020.207 21.393 60,50 63,1021.394 22.580 60,00 63,1022.581 23.766 59,50 63,1023.767 24.953 58,80 63,1024.954 26.139 58,30 63,1026.140 27.416 57,70 63,0027.417 28.692 57,20 62,9028.693 29.970 56,50 62,8029.971 31.246 56,00 62,7031.247 32.523 55,30 62,7032.524 33.800 54,70 62,6033.801 35.076 54,20 62,5035.077 36.353 53,50 62,4036.354 37.629 53,00 62,3037.630 38.907 52,40 62,2038.908 40.183 51,70 62,1040.184 41.460 51,20 62,0041.461 42.737 50,60 62,0042.738 44.013 50,10 61,9044.014 45.407 49,30 61,8045.408 48.077 48,10 61,6048.078 50.746 46,60 61,4050.747 53.416 44,60 61,2053.417 56.085 42,80 61,0056.086 58.754 40,90 60,9058.755 61.424 39,00 60,7061.425 64.094 37,20 60,5064.095 66.763 35,20 60,3066.764 69.433 33,40 60,1069.434 72.103 31,50 59,9072.104 74.773 29,70 59,7074.774 77.442 27,70 59,6077.443 80.111 25,80 59,4080.112 82.782 24,00 59,2082.783 85.451 22,10 59,0085.452 88.120 20,30 58,8088.121 90.789 18,30 58,6090.790 93.458 16,40 58,5093.459 96.128 14,60 58,3096.129 98.797 12,60 58,1098.798 101.466 10,80 57,90101.467 104.135 8,90 57,70104.136 106.804 7,10 57,50106.805 109.473 5,20 57,40109.474 112.143 3,20 57,10112.144 114.812 1,40 56,90114.813 117.481 0,00 56,60117.482 120.150 0,00 56,40120.151 122.819 0,00 56,10122.820 125.489 0,00 55,80125.490 128.158 0,00 55,60128.159 130.827 0,00 55,30130.828 133.496 0,00 55,10133.497 136.165 0,00 54,80136.166 138.834 0,00 54,60138.835 141.504 0,00 54,30141.505 144.173 0,00 54,00144.174 146.842 0,00 53,80146.843 149.511 0,00 53,50149.512 152.180 0,00 53,30152.181 154.849 0,00 53,00154.850 157.519 0,00 52,70157.520 160.188 0,00 52,50160.189 162.857 0,00 52,20162.858 165.526 0,00 52,00165.527 en hoger 0,00 51,701) Tegemoetkoming als percentage van de opvangkosten.2) Met het ‘eerste kind’ wordt het kind met de meeste opvanguren bedoeld of, als er meer dan éénkind is met hetzelfde aantal opvanguren, het kind met de laagste opvangkosten. Zijn ook die gelijk,dan wijst de Belastingdienst het eerste kind aan.trefwoorden inhoudsopgave134


huurtoeslag4 HuurtoeslagOm in aanmerking te komen voor de huurtoeslag, moet de aanvrager aande volgende voorwaarden voldoen:■■de aanvrager is meerderjarig;■■de aanvrager en eventuele toeslagpartner en medebewoners staan inde Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens ingeschrevenop het adres waarvoor huurtoeslag wordt aangevraagd;■■het betreft een gehuurde zelfstandige woning, dat wil zeggen eenwoonruimte met een eigen toegangsdeur en een eigen toilet en keuken;■■het toetsingsinkomen van de aanvrager en de eventuele toeslagpartneren medebewoners is niet hoger dan:<strong>2012</strong> maximum toetsingsinkomenjonger dan 65 jaar ouder dan 65 jaaraanvrager woont alleen € 22.025 € 20.675aanvrager heeft medebewoners € 29.900 € 28.2252011 maximum toetsingsinkomenjonger dan 65 jaar ouder dan 65 jaaraanvrager woont alleen € 21.625 € 20.325aanvrager heeft medebewoners € 29.350 € 27.750trefwoorden inhoudsopgave2010 maximum toetsingsinkomenjonger dan 65 jaar ouder dan 65 jaaraanvrager woont alleen € 21.450 € 20.200aanvrager heeft medebewoners € 29.125 € 27.575■■is de aanvrager of een medebewoner belasting verschuldigd over hetbelastbaar inkomen uit sparen en beleggen, dan bestaat er geen rechtop huurtoeslag. Bij de beoordeling van dit criterium mag u geenrekening houden met de vrijstellingen voor maatschappelijkebeleggingen en beleggingen in durfkapitaal.De toeslag is afhankelijk van de huurprijs van de betrokken woonruimte.De huurprijs berekent u door de kale huur van de woonruimte en deservicekosten (maximaal € 48 (2011 en 2010: € 48)) bij elkaar op te tellen.Dit is de zogenoemde rekenhuur. Grensbedragen van de rekenhuur kunt uvinden in de onderstaande tabel.135


VIII | toeslagen<strong>2012</strong>/2011/2010De rekenhuur is gebonden aan een minimum en een maximum.De grensbedragen zijn:01-01-<strong>2012</strong> tot enmet 31-12-<strong>2012</strong>01-01-2011 tot enmet 31-12-201101-01-2010 tot enmet 31-12-2010minimumrekenhuurmaximumrekenhuurminimumrekenhuurmaximumrekenhuurminimumrekenhuurmaximumrekenhuuraanvrager enpartner jongerdan 23 jaar € 215,50 € 366,37 € 212,24 € 361,66 € 209,37 € 357,37aanvrager enpartner tussen23 en 64 jaar € 215,50 € 664,66 € 212,24 € 652,52 € 209,37 € 647,53aanvrager enpartner 65 jaaren ouder € 211,87 € 664,66 € 208,61 € 652,52 € 205,74 € 647,53aanvrager 65jaar en ouder(alleenstaand) € 213,68 € 664,66 € 210,42 € 652,52 € 207,55 € 647,53Als de rekenhuur hoger is dan het maximum, bestaat er geen recht ophuurtoeslag. Bij de toekenning van huurtoeslag wordt ook bekeken of dehuurprijs redelijk is en of de gehuurde woning past bij de financiële enpersoonlijke omstandigheden van de aanvrager. Of dit laatste het geval is,is afhankelijk van de rekenhuur en het aantal personen dat deel uitmaaktvan de huishouding.trefwoorden inhoudsopgaveaantal personen in huishoudingaftoppingsgrens<strong>2012</strong> 2011 20101 of 2 € 524,37 € 517,64 € 511,503 of meer € 561,98 € 554,76 € 548,18Als de huurprijs boven de aftoppingsgrens ligt, ontvangt de aanvragergeen huurtoeslag als hij een woning kan krijgen die wel ‘gepast’ zou zijn.Een woning is altijd gepast als de aanvrager er al langer dan een halfjaarwoont.Voor de berekening van de exacte hoogte van de huurtoeslag verwijzenwij naar de internetpagina van de Belastingdienst/Toeslagen (pag. 148,relevante internetadressen). Op deze site kunt u een berekening maken.136


zorgtoeslag5 ZorgtoeslagDe zorgtoeslag is een tegemoetkoming voor de nominale premie van dezorgverzekering.Voorwaarden om in aanmerking te komen voor zorgtoeslag zijn:■ ■ de aanvrager is meerderjarig;■ ■ de aanvrager heeft een zorgverzekering volgens deZorgverzekeringswet;■■het toetsingsinkomen is niet hoger dan:maximaal toetsingsinkomen <strong>2012</strong> 2011 2010aanvrager zonder toeslagpartner € 35.059 € 36.022 € 33.743aanvrager met toeslagpartner € 51.691 € 54.264 € 50.000U berekent de zorgtoeslag als volgt:standaardpremie – normpremie = zorgtoeslag.De standaardpremie is een door de overheid vastgesteld bedrag,gebaseerd op het gemiddelde van de werkelijke premies. Voor <strong>2012</strong> is destandaardpremie € 1.426 (2011: € 1.375; 2010: € 1.262).De normpremie is een percentage van het drempelinkomen, vermeerderdmet een percentage van het toetsingsinkomen. Het drempelinkomen iseen vast bedrag en is voor <strong>2012</strong> vastgesteld op € 20.079 (2011:€ 19.890; 2010: € 19.528). De normpremie bedraagt:■■voor een aanvrager zonder toeslagpartner: 2,93% (2011: 2,715%;2010: 2,7%) x drempelinkomen + (toetsingsinkomen –drempelinkomen) x 5,435% (2011: 5,03%; 2010: 5%);■ ■ voor een aanvrager met toeslagpartner: 5,53% (2011: 5,015%; 2010:5%) x drempelinkomen + (toetsingsinkomen – drempelinkomen) x5,435% (2011: 5,03%; 2010: 5%).trefwoorden inhoudsopgaveDe zorgtoeslag voor de aanvrager zonder toeslagpartner bedraagtmaximaal € 838 (2011: € 835; 2010: € 735). De maximumzorgtoeslagvoor een aanvrager met toeslagpartner bedraagt € 1.742 (2011: € 1.753;2010: € 1.548).Nieuw in 2013Vermogenstoets wordt geïntroduceerd bij het kindgebonden budget en dezorgtoeslag.137


IXDiversen1 Premies volksverzekeringen<strong>2012</strong> 2) 2011 2) 2010maximum premie-inkomen 1) € 33.863 € 33.436 € 32.738AOW percentage 17,90 17,90 17,90maximum € 6.061 € 5.985 € 5.860AWW/Anw percentage 1,10 1,10 1,10maximum € 373 € 368 € 360AWBZ percentage 12,15 12,15 12,15maximum € 4.114 € 4.062 € 3.978totaal percentage 31,15 31,15 31,15maximum € 10.548 € 10.415 € 10.198trefwoorden inhoudsopgave1) Exclusief nominale premie.2) Indien u geboren bent vóór 1946, dan bedraagt het maximum premie-inkomen € 34.055 (2011: € 33.485).Het maximum per premie bedraagt € 375 (2011: € 368) respectievelijk € 4.138 (2011: € 4.068).138


I premies | inkomstenbelastingwerknemersverzekeringen2 Premies werknemersverzekeringenWW 1) <strong>2012</strong> 2011 2010a. WE 2)■■premie werkgever 4,55% 4,20% 4,20%■■premie werknemer – – –b. WA 3)■■premie werkgever 1,84% 1,47% 1,48%■■premie werknemer – – –c. maxima WW■■maximum werkgever € 2.415,31 € 2.082,60 € 2.065,48■■maximum werknemer – – –1) De WW-premie bestaat uit de WE-premie (Algemeen Werkloosheidsfonds) en de WA-premie(sector afhankelijk wachtgeldfonds). De WE-premie is voor alle sectoren gelijk; de WA-premie verschilt persector. Het werknemersdeel voor de WW-premie is afgeschaft.2) Franchise: € 66 (2011: € 65; 2010: € 64) per dag. Voor de premie werkgever geldt in bepaalde situatieseen korting.3)Gemiddelde: afhankelijk van uitvoeringsinstelling.3 VerpakkingenbelastingOnder ‘verpakking’ wordt verstaan alles wat wordt gebruikt voor hetinsluiten, beschermen, verladen, afleveren en aanbieden van producten.Logistieke hulpmiddelen zoals pallets, grote kratten, vaten én verpakkingendie in de normale gang van zaken niet als verpakkingen wordengezien, zijn uitgesloten van de verpakkingenbelasting en dus niet belast.trefwoorden inhoudsopgaveDe ondernemer die zich met een van de onderstaande activiteitenbezighoudt, is onderworpen aan de verpakkingenbelasting:■■de ondernemer (producent of importeur) die voor de eerste keerverpakte producten in Nederland op de markt brengt;■■de ondernemer die voor de eerste keer (lege) verpakkingen samen meteen product in Nederland op de markt brengt;■■de importeur die de verpakkingen, direct na binnenkomst in Nederland,van de producten verwijdert en afvoert.Als een ondernemer per jaar 50.000 kg of minder (2011 en 2010: 50.000)aan verpakkingen op de markt brengt, dan hoeft hij geen verpakkingenbelastingte betalen. Wel moet hij een jaarlijkse administratie bijhouden omaan te kunnen tonen dat hij werkelijk onder de drempel van 50.000 kg(2011 en 2010: 50.000) verpakkingsmateriaal is gebleven.139


IX | diversenTarievenmateriaalsoorttarief per kg verpakking<strong>2012</strong> 2011 2010aluminium € 0,9726 € 0,9563 € 0,9506kunststof € 0,4813 € 0,4733 € 0,4705overige metalen € 0,1622 € 0,1595 € 0,1585biokunststof € 0,0814 € 0,0800 € 0,0795papier en karton € 0,0814 € 0,0800 € 0,0795glas € 0,0734 € 0,0722 € 0,0718hout € 0,0215 € 0,0211 € 0,0210andere materiaalsoorten € 0,1796 € 0,1766 € 0,1755algemeen tarief 1) € 0,5200 € 0,5100 € 0,50001) Er geldt een algemeen tarief als het de belastingplichtige niet lukt om een uitsplitsing te maken van hetverpakkingsmateriaal. Het tarief kan lager uitvallen naarmate er minder of geen hoogbelaste materialenworden gebruikt.4 Verklaring Arbeidsrelatie (VAR)Om de onzekerheid weg te nemen betreffende de arbeidsrelatie tusseneen opdrachtgever en een opdrachtnemer, is het mogelijk bij deBelastingdienst een VAR aan te vragen. De verklaring geeft duidelijkheidover de fiscale status van de inkomsten die de opdrachtnemer uit dearbeidsrelatie geniet. De mogelijkheden zijn dat de inkomsten behoren tot:■■het loon uit dienstbetrekking (VAR-loon);■■de winst uit onderneming (VAR-WUO);■■resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-ROW);■■voor rekening en risico zijn van een vennootschap (VAR-dga).Op grond van de afgegeven verklaring weet de opdrachtgever of hijloonheffing moet inhouden.De verklaring kan worden aangevraagd door:■■een firmant van een samenwerkingsverband (bijvoorbeeld vof);■■een zelfstandige (zonder personeel);■■een beroepssporter of artiest;■■de directeur-grootaandeelhouder van een bv;■■degene die resultaat uit overige werkzaamheden geniet.De VAR is (bij ongewijzigde omstandigheden) maximaal één jaar geldig ende termijn gaat in bij het begin van het kalenderjaar. De verklaring wordtjaarlijks automatisch voor één jaar verlengd.trefwoorden inhoudsopgave140


kosten en rentetarievenDe opdrachtgever mag altijd uitgaan van de juistheid van de gegevens inde VAR van een opdrachtnemer. De opdrachtgever hoeft dus niet meer tebeoordelen of de opdrachtnemer al dan niet bij hem in dienstbetrekking is.Zo ontstaat dus meer rechtszekerheid. Voor de opdrachtnemerrespectievelijk de opdrachtgever gelden de volgende voorwaarden:■■de werkzaamheden komen overeen met de werkzaamheden die in deverklaring zijn vermeld;■■de werkzaamheden worden binnen de geldigheidsduur van deverklaring verricht;■■de opdrachtgever stelt de identiteit van de opdrachtnemer vast enbewaart een kopie van een geldig identiteitsbewijs en van de VAR vande opdrachtnemer.5 Kosten en rentetarieven5.1 KostenAls de Belastingdienst werkzaamheden moet verrichten voor deinvordering van betalingen, brengt de inspecteur kosten in rekening aande in gebreke gebleven belastingplichtige. Hier volgt een overzicht van dein rekening te brengen kosten.trefwoorden inhoudsopgave<strong>2012</strong>€2011€2010€verzending aanmaning tot betaling:■■gevorderde som < € 454 7,00 7,00 6,00■■gevorderde som ≥ € 454 15,00 15,00 15,00betekenen dwangbevel tot betaling:■■gevorderde som ≤ € 45 38,00 38,00 37,00■■gevorderde som > € 45: € 38; (2011: € 38; 2010:€ 37) plus voor elk heel bedrag van € 45 boven € 45 1) 3,00 3,00 3,00herhaald bevel 15,00 15,00 15,00kwitantie betaling aan deurwaarder 15,00 15,00 15,00proces-verbaal:■■inbeslagneming van een goed 53,00 53,00 52,00■■overige processen-verbaal 15,00 15,00 15,00openbare verkoop 68,00 68,00 66,00bekendmaking openbare verkoop 27,00 26,00 26,00kosten getuige per uur 5,00 5,00 5,001) Met een maximum van € 11.347 (2011: € 11.246; 2010: € 11.026).141


IX | diversen5.2 HeffingsrenteDe Belastingdienst rekent heffingsrente over belastingschulden envorderingen vanaf de dag volgend op het einde van het van toepassingzijnde tijdvak tot de dag van de dagtekening van de aanslag. Ook wordtheffingsrente berekend door de Belastingdienst over aanslagenerfbelasting. Het tijdvak vangt aan acht maanden na het overlijden eneindigt de dag van de dagtekening van de aanslag.5.3 InvorderingsrenteAls u een aanslag te laat betaalt, moet u invorderingsrente betalen overhet rentetijdvak dat aanvangt na de uiterste betaaldatum en eindigt op dedag voorafgaand aan de betaaldag. In geval van een vermindering vaneen al betaalde aanslag, krijgt u invorderingsrente vergoed over hetrentetijdvak dat aanvangt na de uiterste betaaldatum en eindigt op de dagvan dagtekening van de vermindering.Heffings- en invorderingsrente worden enkelvoudig berekend. Bijvermindering van een aanslag vanwege middeling, uitsmering (alleen nogvoor na 1 januari 2001 ontvangen nabetalingen die betrekking hebben opjaren vóór 2001) of verrekening van verliezen krijgt u geen heffings- ofinvorderingsrente vergoed.trefwoorden inhoudsopgave5.4 RentetarievenWettelijke en fiscale rentetarievenper heffings- eninvorderingsrentewettelijkerente %per heffings- eninvorderings-wettelijkerente %%rente %01-04-2010 2,50 301-07-2010 2,50 301-10-2008 5,45 6 01-10-2010 2,50 301-01-2009 4,90 6 01-01-2011 2,50 301-04-2009 3,50 6 01-04-2011 2,50 301-07-2009 2,75 4 01-07-2011 2,75 401-10-2009 2,50 4 01-10-2011 3,00 401-01-2010 2,50 3 01-01-<strong>2012</strong> 2,85 401-04-<strong>2012</strong> 2,30 401-07-<strong>2012</strong> 2,50 3142


esluit bestuurlijke boeten belastingdienstDe heffings- en invorderingsrente zijn van toepassing op aanslageninkomstenbelasting, premie volksverzekering, bijdrage Zorg verzekeringswet,vennootschapsbelasting, loonbelasting, omzetbelasting en schenk- enerfbelasting.Officieel promessedisconto/depositorente ECBper depositorente ECB %09-07-2008 3,2508-10-2008 2,7509-10-2008 3,2512-11-2008 2,7510-12-2008 2,0021-01-2009 1,0011-03-2009 0,5008-04-2009 0,2513-04-2011 0,5013-07-2011 0,7509-11-2011 0,5014-12-2011 0,256 Besluit Bestuurlijke Boeten BelastingdienstBoetebeleid inzake aangiftebelastingenAangiftebelastingen moeten op aangifte worden voldaan of afgedragen.De belastingplichtige moet zelf het verschuldigde belastingbedraguitrekenen, daarvan aangifte doen en het vervolgens betalen (bijvoorbeeldomzet- en loonbelasting).trefwoorden inhoudsopgaveAls er sprake is van een aangifteverzuim, legt de inspecteur doorgaanseen verzuimboete op. De hoogte daarvan is:<strong>2012</strong>/2011/2010verzuimboeteloonbelasting5% van het wettelijk maximum ad€ 1.230omzetbelasting50% van het wettelijk maximum ad€ 123Wanneer u het verzuim echter binnen zeven werkdagen na afloop van dewettelijke aangiftetermijn herstelt, krijgt u doorgaans geen verzuimboete143


IX | diversenopgelegd. Een en ander is ook afhankelijk van uw aangiftegedrag in hetverleden. In specifieke gevallen kan de inspecteur besluiten eenverzuimboete op te leggen ter hoogte van het wettelijk maximumgenoemd in de voorgaande tabel.Bij betalingsverzuim legt de inspecteur een boete op van 2% van de niet,gedeeltelijk niet of niet binnen de termijn betaalde belasting, tot hetwettelijk maximum van € 4.920 (2011 en 2010: € 4.920), maar de boetebedraagt minimaal € 50. Als u het verzuim binnen zeven werkdagenherstelt, wordt er geen boete opgelegd, tenzij er de voorgaande termijnook al sprake was van een betalingsverzuim. In specifieke gevallen kan deinspecteur besluiten een verzuimboete op te leggen ter hoogte van hetwettelijk maximum van € 4.920 (2011 en 2010: € 4.920).Is er sprake van opzet of grove schuld waardoor de belasting niet, niettijdig of (gedeeltelijk) niet is betaald, dan kan de inspecteur dit aanmerkenals een vergrijp en een vergrijpboete van maximaal 100% van de niet, niettijdig of (gedeeltelijk) niet betaalde belasting opleggen.In geval van vrijwillige verbetering van de over een jaar verschuldigdebelasting legt de inspecteur geen vergrijpboete meer op, maar eventueelnog wel een verzuimboete. Er is sprake van een verzuimboete als hettotale belastingbedrag dat na de vrijwillige verbetering alsnog wordtbetaald, meer dan € 20.000 is. De verzuimboete bedraagt dan 5%daarvan, tot een maximum van € 4.920 (2011 en 2010: € 4.920).trefwoorden inhoudsopgaveBoetebeleid inzake aanslagbelastingenAanslagbelastingen worden met een aanslag geheven. U moet eerstaangifte doen en vervolgens bepaalt de Belastingdienst hoeveel belastingu moet betalen (bijvoorbeeld inkomsten- en vennootschapsbelasting).In geval van een aangifteverzuim legt de inspecteur doorgaans eenverzuimboete op. De hoogte daarvan is:<strong>2012</strong>/2011/2010verzuimboete bij inkomstenbelasting/overig vennootschapsbelastingeerste verzuim € 226 50% van het wettelijkmaximum ad € 4.920tweede verzuim 20% van het wettelijkmaximum ad € 4.92050% van het wettelijkmaximum ad € 4.920144


de zorgverzekeringswetIn specifieke gevallen kan de inspecteur besluiten een verzuimboete op teleggen ter hoogte van het wettelijk maximum genoemd in voorgaandetabel. Is er, als u geen aangifte heeft gedaan, bij u sprake van opzet ofgrove schuld, dan kan de inspecteur dit aanmerken als een vergrijp eneen vergrijpboete opleggen van maximaal 100% van het bedrag van deaanslag, exclusief eventuele verliesverrekening.Boetebeleid bij schending informatieverplichtingHet niet voldoen aan de informatieverplichting zoals het niet (tijdig)aangeven van privégebruik (bestel)auto’s in verband met een ‘verklaringuitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ en een ‘verklaring geen privégebruik auto’ leidt, naast de normale boetes, in <strong>2012</strong> tot een boete vanmaximaal 100% van de belasting over het totaalbedrag van de bijtellingop kalenderjaarbasis van de (bestel)auto’s met een maximum van€ 4.920. Indien sprake is van grove schuld zal de boete worden verlaagdnaar maximaal € 1.230, in geval van opzet zal de boete worden verlaagdnaar maximaal € 2.460.7 De ZorgverzekeringswetOp grond van de Zorgverzekeringswet moet iedereen, met uitzonderingvan gemoedsbezwaarden en militairen, een zorgverzekering afsluiten bijeen zorgverzekeraar.trefwoorden inhoudsopgaveVoor de ‘basiszorgverzekering’ betalen verzekerden van 18 jaar en oudereen nominale premie aan de zorgverzekeraar. Daarnaast is het mogelijkeen aanvullende verzekering af te sluiten. Naast de nominale premie isiedere verzekeringsplichtige een inkomensafhankelijke bijdrageverschuldigd die wordt geheven en geïnd door de Belastingdienst.De inkomensafhankelijke bijdrage is een percentage van het bijdrageinkomen.Het bijdrage-inkomen bestaat uit:■■belastbaar loon;■■belastbare winst uit onderneming;■■belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, exclusief resultaat uithet ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen;■■belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen.145


IX | diversenHet maximum bijdrage-inkomen waarover de inkomensafhankelijkebijdrage wordt berekend, is € 50.064 (2011: € 33.427; 2010: € 33.189).Er gelden de volgende tarieven voor de berekening van deinkomensafhankelijke bijdrage:■■Het reguliere tarief van 7,10% (2011: 7,75%; 2010: 7,05%). De bijdragewordt door de werkgever of uitkeringsinstantie ingehouden enafgedragen aan de Belastingdienst. In de meeste gevallen vergoedt deinhoudingsplichtige deze bijdrage. Dit tarief geldt voor:■■loon uit dienstbetrekking waarbij de werkgever de bijdrage vergoedt;■■uitkeringen zoals WAO, WIA, WW en bijstand waarbij deuitkeringsinstantie de bijdrage vergoedt;■■AOW-uitkeringen;■■alimentatie die via de bijstand wordt ontvangen.■■Het verlaagde tarief van 5,00% (2011: 5,65%; 2010: 4,95%). Als ersprake is van een uitkeringsinstantie, zal deze de bijdrage inhouden enafdragen aan de Belastingdienst. De Belastingdienst legt een aanslagop voor de bijdrage verschuldigd over winst uit onderneming enresultaat uit overige werkzaamheden en houdt daarbij rekening met debijdrage die eventueel al is ingehouden door de werkgever of eenandere inhoudingsplichtige. Dit tarief is van toepassing op:■■pensioenen en lijfrenten waarbij de uitkeringsinstantie de bijdrageniet vergoedt;■■loon uit dienstbetrekking waarbij de bijdrage niet wordt vergoed doorde werkgever;■■winst uit onderneming;■■resultaat uit overige werkzaamheden, met uitzondering vaninkomsten uit terbeschikkingstellingen.■■Het nultarief is van toepassing op alimentatie die rechtstreeks van deex-partner wordt ontvangen. Dit tarief geldt voor een periode van elfjaar en alleen als u in 2005 al alimentatie ontving. Ook is dit tarief vantoepassing op zeevarenden.trefwoorden inhoudsopgaveAls er sprake is van meerdere inhoudingsplichtigen, draagt ieder van hende inkomensafhankelijke bijdrage af. Als in totaal meer wordt afgedragendan het maximum, dan betaalt de Belastingdienst via een beschikking hette veel betaalde bedrag terug.146


minimumloon8 MinimumloonHet minimumloon bedraagt per maand (bruto)leeftijd 01-07-<strong>2012</strong> 01-01-<strong>2012</strong> 01-07-2011 01-01-2011 01-07-2010 01-01-2010€ € € € € €23 t/m 64 1.456,20 1.446,60 1.435,20 1.424,40 1.416,00 1.407,6022 1.237,75 1.229,60 1.219,90 1.210,75 1.203,60 1.196,4521 1.055,75 1.048,80 1.040,50 1.032,70 1.026,60 1.020,5020 895,55 889,65 882,65 876,00 870,85 865,6519 764,50 759,45 753,50 747,80 743,40 739,0018 662,55 658,20 653,00 648,10 644,30 640,4517 575,20 571,40 566,90 562,65 559,30 556,0016 502,40 499,10 495,15 491,40 488,50 485,6015 436,85 434,00 430,55 427,30 424,80 422,3017+1 dagvorming 460,16 457,12 453,52 450,12 447,44 444,8016+1 dagleerplicht 401,92 399,28 396,12 393,12 390,80 388,4816+2 dagenleerplicht 301,44 299,46 297,09 294,84 293,10 291,369 Werkdagentrefwoorden inhoudsopgavehet aantal werkdagenmaand <strong>2012</strong> 2011 2010januari 22 21 21februari 21 20 20maart 22 23 23april 21 21 22mei 23 22 21juni 21 22 22juli 22 21 22augustus 23 23 22september 20 22 22oktober 23 21 21november 22 22 22december 21 22 23totaal 261 260 261147


IX | diversenNieuw in 2013■■Vanaf 2013 zal de term heffingsrente worden vervangen door het begripbelastingrente. De belastingdienst rekent belastingrente over belastingschuldenen vorderingen vanaf 1 juli volgend op het van toepassing zijndebelastingjaar tot de dag zes weken na dagtekening van de aanslag.■■De verpakkingenbelasting zal in 2013 worden afgeschaft.trefwoorden inhoudsopgave148


Terminologie, internetadressenen afkortingenFiscaal gebruikelijke terminologie90% (nagenoeg) geheel70% hoofdzakelijk50% grotendeels30% in belangrijke mate10% bijkomstig, in beperkte mate


Terminologie, internetadressen en afkortingenAfkortingenab aanmerkelijk belangAKW Algemene KinderbijslagwetANBI Algemeen Nut Beogende InstellingenAnw Algemene NabestaandenwetAOW Algemene OuderdomswetArbowet ArbeidsomstandighedenwetAWBZ Algemene Wet Bijzondere ZiektekostenAWW Algemene Weduwen- en Wezenwetbtw belasting over toegevoegde waarde (zie ook OB)bvbesloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheiddga directeur-grootaandeelhouderECB Europese Centrale BankEER Europese Economische RuimteEU Europes UnieEVC Erkenning verworven competentiesFOR <strong>Fiscale</strong> oudedagsreserveIBInkomstenbelastingKOR Kleine ondernemersregelingmbo middelbaar beroepsonderwijsmkb midden- en kleinbedrijfnvnaamloze vennootschapOB Omzetbelastingovopenbaar vervoerRDA Research & Development AftrekROW Resultaat uit overige werkzaamhedenSBBI Sociaal belang behartigende instellingS&O Speur- en ontwikkelingswerkVAMIL Vrije afschrijving milieu-investeringenVAR Verklaring arbeidsrelatievof vennootschap onder firmaVPB VennootschapsbelastingWajong Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicaptenWAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekeringWAZ Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigenWIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogenWMO Wet maatschappelijke ondersteuningWOZ Wet waardering onroerende zakenWSF Wet Studiefinanciering 2000WUO Winst uit ondernemingWW Werkloosheidswettrefwoorden inhoudsopgave150


Trefwoorden25- en 40-jarigdienstverband 8830 % regeling 78Aaandelenoptierecht 86aangiftebelastingen 143aangifteverzuim 143, 144aanmerkelijk belangaanmerkelijkbelangregime 57aanwezigheid 57aftrekbare kosten 59belastbaar inkomen 57, 58doorschuifregeling 60fictieve vervreemdingen 59financieringsrente 61gebruikelijkloonregeling 92genietingsmoment regulierevoordelen 61genietingsmomentvervreemdingsvoordelen 61overdrachtsprijs 60reguliere voordelen 58tarief 58tijdstip aftrek 61verkrijgingsprijs 60verlies 61verliesverrekening 62vervreemdingsvoordelen 59aanslagbelastingen 144aanslaggrens 17aansprakeninvaliditeit, ziekte of ongeval 47afdrachtvermindering 97erkenning verworvencompetenties 99onderwijs 97praktijkscholing/stage 98samenloop 97speur- en ontwikkelingswerk 99afschrijvingenbedrijfsmiddelen 30gebouwen 31goodwill 31milieu-investering 32trefwoorden inhoudsopgave151


trefwoordenstarters 32willekeurig 31agrarische diensten 109algemene heffingskorting 11alimentatie 51alleenstaande-ouderenkorting 16alleenstaande-ouderkorting 15ANBI 56AOW 16AOW-franchise 48arbeidskorting 12arbeidskortingsgrondslag 12arbeidsrelatie 140arbo-voorwaarden 85arbowet 77assurantiebelasting 113tarief 113autoauto van de zaak 38, 87bestelauto 87bijtelling 38, 87cataloguswaarde 38, 87correctie omzetbelasting 108eigen bijdrage 87eindheffing 87privégebruik 38, 87rittenadministratie 38, 87terbeschikkingstelling 38, 87verklaring geen privégebruik 38, 87verklaring uitsluitend zakelijkgebruik 87Bbasiszorgverzekering 145bedrijfsfitness 83bedrijfsopvolgingsfaciliteit 124bedrijfswoning 35belastbaar feitoverdrachtsbelasting 114belastbare inkomstenuit aanmerkelijk belang 57uit eigen woning 43uit sparen en beleggen 62belastbare winst uitonderneming 22belastingschulden 68, 125beleggingenculturele beleggingen 17, 70durfkapitaal 70groene beleggingen 16, 69inkomen uit sparen enbeleggen 62maatschappelijkebeleggingen 16, 69sociaal-ethischebeleggingen 16, 69beleggingsrecht eigenwoning 45beroepskosten 77besluit bestuurlijke boetenBelastingdienst 143bestelauto 39, 87betalingsverzuim 144bezittingen 64bijleenregeling 45bijtelling privégebruik auto 38bodemwaarde 31boetebeleid 143box 1 8, 18opbouw belastbaarinkomen 18tarieven 18box 2 8, 57box 3 8, 62tarief 63Ctrefwoorden inhoudsopgave152


trefwoordencombinatiekortingeninkomensafhankelijke 14computer 82concerntoets 103consumpties 83culturele beleggingen 17, 70Ddesinvesteringsbijtelling 30dieetkosten 53dividendbelasting 105achterwege blijveninhouding 106tarief 105tijdstip van inhouding 105doorschuifregeling 60doorwerkbonus 14doorwerkbonusgrondslag 14durfkapitaal 17, 52, 70Eeigen vervoer 37eigen woningaftrekbare kosten 35, 45belastbare inkomsten 43belastingvrije vergoeding 84beleggingsrecht 45eigenwoningforfait 45eigenwoningreserve 45kamerverhuurvrijstelling 47personeelslening 85spaarloonregeling 89spaarrekening 45werkruimte 84eindheffing 87tabellen 95energie-investeringsaftrek 28, 29energielijst 28erfbelasting 119tarieven 121vrijstellingen 119EVC 99Ffactuurvereisten 112familiegroep 57fictieve vervreemdingen 59fietsvergoeding 79, 80FOR 22, 26forfaitair rendement 62Ggastouderbureau 130gebouwafschrijving 31gebouw in eigen gebruik 31gebroken boekjaartarief 101gebruikelijkheidscriterium 22gebruikelijkheidstoets 75gebruikelijk loon 92gehandicapten 54geldleningen 52, 102genotsrechten 57, 65gerichte vrijstellingen 74geschenken 85, 86gezinshulp 53giften 56gewoon 56periodiek 56groene beleggingen 16, 69Hheffingskortingen 10algemene 11alleenstaande-ouderenkorting16alleenstaande-ouderkorting 15trefwoorden inhoudsopgave153


trefwoordenarbeidskorting 12culturele beleggingen 17doorwerkbonus 14durfkapitaal 17inkomensafhankelijkecombinatiekorting 14jonggehandicaptenkorting 16levensloopverlofkorting 16, 91maatschappelijkebeleggingen 16ouderenkorting 15ouderschapsverlofkorting 16standaardloonheffingskorting 94uitbetalingsregeling 11heffingsrente 142heffingsvrij vermogen 71huisvesting 81, 85hulpmiddelen 53huurtoeslag 135huurprijs 135rekenhuur 136Iimmateriële activa 31inkomeninkomensafhankelijkebijdrage 145uit aanmerkelijk belang 8, 57uit sparen en beleggen 8, 62uit werk en woning 8, 18inkomensafhankelijkecombinatiekorting 14inkomensbestanddelen 8, 58inkomensvoorzieningen 47innovatiebox 104intermediaire vergoedingen 74internet 82invaliditeit 53investeringsaftrekenergie-investeringsaftrek 28, 29kleinschaligheidsinvesteringsaftrek26, 29milieu-investeringsaftrek 29invorderingsrente 142Jjaarruimte 47jonggehandicaptenkorting 16Kkamerverhuur 40kamerverhuurvrijstelling 47kapitaalverzekeringbox 3 70kapitaalverzekering eigenwoning 45kindalleenstaande-ouderkorting 15inkomensafhankelijkecombinatiekorting 14kinderopvangtoeslag 130kindertoeslag 71kindgebonden budget 127levensonderhoud 52kinderbijslag 128kinderopvang 89vergoeding 81kinderopvangtoeslaguurprijs 131kindgebonden budget 127bedrag 128inkomenseisen 127kleding en beddengoed 53kleinebanenregeling 93kleinschaligheidsinvesteringsaftrek26, 29kortingentrefwoorden inhoudsopgave154


I trefwoorden| inkomstenbelastingheffingskortingen 10kostenaftrekbeperking winst 34beperkte aftrek winst 34geen aftrek winst 34werkzaamhedenBelastingdienst 141kosten en rentetarieven 141Llandbouwregeling 109latenteinkomstenbelastingschulden 68, 125levensloopheffingskorting 16regeling 90verlofkorting 91levenslooptegoedaanwending 91levensloopverlofkorting 16levensonderhoud 52lijfrenteaftrek premies 47maximum lijfrenteaftrek 49oudedagreserve 49stakingswinst 49loongebruikelijk loon 92in natura 86loonheffingskorting 94lucratieve belangen 40Mmaaltijden 83maatschappelijkebeleggingen 16, 69maatstaf van heffingoverdrachtsbelasting 115medebewoner 127medegerechtigden 22medicijnen 53meewerkaftrek 22, 25meewerkende kinderen 86middeling 50milieu-investeringwillekeurige afschrijving 32milieu-investeringsaftrek 29milieulijst 29minimumloon 147mkb-winstvrijstelling 26monumentenpanden 55Nnabestaandenlijfrente 47nihilwaardering 75normpremie 137Ooctrooibox 104octrooien 104omzetbelasting 107aangiftetijdvak 111factuurvereisten 112suppletie 111tarieven 107vrijgestelde bedragen 108onderhoudsverplichtingen 51ondernemer 22ondernemersfaciliteiten 33onderwijsafdrachtvermindering 97onregelmatige diensten 85onroerende zakenlevering 110verhuur/verpachting 110openbaar vervoer 37, 79, 80opties 57oudedagslijfrente 47trefwoorden inhoudsopgave155


trefwoordenoudedagsreserve 22, 26, 49ouderenalleenstaande-ouderenkorting16ouderenkorting 15ouderentoeslag 71oudersalleenstaande-ouderkorting 15ouderschapsverlofkorting 16outplacement 78overbedelingsschulden 69overdrachtsbelasting 114belastbaar feit 114maatstaf van heffing 115tarieven 115vrijstellingen 115waardering 116wijze van heffing 118overdrachtsprijs 60overgangsmaatregelenafschrijving goodwill enoverige bedrijfsmiddelen 31overgangsrechtkapitaalverzekering 70verliesverrekeningvennootschapsbelasting 102overgangsrecht ROW 41overlijden 46Ppartner 9aanmerkelijk belang 57partnerregeling 9peildatabox 3 63periodieke uitkeringen 122periodieke uitkeringen enverstrekkingen 41, 43personeelsfeesten 84personeelslening 85persoonsgebonden aftrek 50praktijkscholing/stage 98premiegrondslag 48privégebruikauto 38bedrijfswoning 35producten eigen bedrijf 86publiekrechtelijke uitkeringen 41, 42RRDA 30, 104reële arbeidsbeloning 25reisaftrek 37reiskosten 37, 79ziekenbezoek 53rendementsgrondslag 62renteaftrekbeperking 102rentetarieven 142ECB 143heffingsrente 142invorderingsrente 142wettelijk en fiscaal 142Research & DevelopmentAftrek 30, 104reserveringsruimte 48resultaat overigewerkzaamheden 39rittenadministratie 38ROW 39, 41Ssaldomethode 43schenkbelasting 119tarieven 121vrijstellingen 121scholingtrefwoorden inhoudsopgave156


trefwoordenafdrachtvermindering 98uitgaven 55schuldeisers 22schulden 68inkomstenbelasting 68overbedeling 69S&O 99loon 99regeling 99sociaal-ethische16, 69beleggingenspaarloondeblokkering 89spaarloonregeling 88spaarrekening eigen woning 45spareninkomen uit sparen enbeleggen 62spaarloonregeling 88speur- en ontwikkelingswerk 22, 25afdrachtvermindering 99stakingsaftrek 26stakingswinst 49standaardpremie 137startersarbeidsongeschiktheid 24startersaftrek 24willekeurige afschrijving 32suppletie 111Ttarievenaanmerkelijk belang 58assurantiebelasting 113box 3 63dividendbelasting 105erfbelasting 121minimumloon 147overdrachtsbelasting 115personeelslening 85rentetarieven 142schenkbelasting 121verpakkingenbelasting 140volksverzekeringen 138werknemersverzekeringen 139zorgverzekeringswet 146telefoon 82terbeschikkingstelling 40terbeschikkingstellingsregeling39terbeschikkingstellingsvrijstelling41teruggavengrens 17thin-capatalisationconcerntoets 103vaste toest 103thuiswerkers 84toeslagen 126huurtoeslag 135kinderopvang 130kinderopvangtoeslag 130kindertoeslag 71kindgebonden budget 127ouderentoeslag 71termijnen 127uitbetaling 127zorgtoeslag 137toeslagpartner 126toetsingsinkomen 126Uuitgavengehandicapten 54inkomensvoorzieningen 47kinderopvang 81, 130trefwoorden inhoudsopgave157


trefwoordenlevensonderhoud kinderen 52monumentenpanden 55onderhoudsverplichtingen 51scholingsuitgaven 55specifieke zorgkosten 53uitgesloten verplichtingeninvesteringsaftrek 29uitkeringen25- en 40-jarigdienstverband 88belastbare periodiekeuitkeringen 41kapitaalverzekering eigenwoning 46periodieke uitkering 122spaarloonregeling 88vrijgestelde publiekrechtelijkeuitkeringen 42urencriterium 22gebruikelijkheidscriterium 22starters 22zwangerschap 22VVAMIL 32VAR 140vaste toets 103vennootschapsbelastingtarief 100verliesverrekening 102verbonden personen 23vergoedingen 77bedrijfsfitness 83computer en dergelijkeapparatuur 82consumpties 83energie, bewassing enwater 82fiets 80gedeeltelijk vrijevergoedingen 79huisvesting 81, 85kinderopvang 81maaltijden 83niet-vrije vergoedingen 79onbelast 77onregelmatige diensten 85personeelsfeesten 84producten eigen bedrijf 86reiskosten 79telefoon- eninternetabonnementen 82vrije vergoedingen 77vrijwilligers 88werkruimte 84werkruimte telewerkers 84woon-werkverkeer 79verhuiskosten 78verklaringgeen privégebruik auto 38, 87uitsluitend zakelijk gebruik 87Verklaringen Arbeidsrelatie 140verkrijgingsprijs 60verliezenbeleggingen in durfkapitaal 52verliesverrekening 49verliesverrekeningaanmerkelijk belang 62verliesverrekeningvennootschapsbelasting 102verlof 90vermogenheffingsvrij 71vrijgesteldevermogensbestanddelen 68verpakkingenbelasting 139verstrekkingen 77trefwoorden inhoudsopgave158


trefwoordenbelastbare periodieke 41gedeeltelijke vrijeverstrekkingen 79geschenken in natura 85geschenken met ideëlewaarde 86niet-vrije verstrekkingen 79onbelast 77personeelslening 85vrije verstrekkingen 77vervreemdingsvoordelen 59verzamelinkomen 8volksverzekeringen 97, 138vrije ruimte 75vrijstellingendurfkapitaal 70erfbelasting 119geblokkeerde spaartegoeden 69kindertoeslag 71kunst en wetenschap 68levensloopregeling 69maatschappelijkebeleggingen 69mkb-winstvrijstelling 26natuur 68omzetbelasting 108ouderentoeslag 71overdrachtsbelasting 115rechten 69roerende zaken 68schenkbelasting 120tbs-vrijstelling 41vermogensbestanddelen 68vrijwillige verbetering 144vrijwilligers 88vruchtgebruik 65, 118,124Wwaarderingaandelenoptierecht 86canon, retributie of huur 116genotsrechten (vruchtgebruik) 65onderhanden werk 33regels erf- enschenkbelasting 122vruchtgebruik 124wajong 16weekenduitgavengehandicapten 54werkdagen 147werkkleding 77werkkostenregeling 73, 74werknemersverzekeringen 139werkruimte 34, 40, 84telewerkers 84werkzaamheden 39willekeurige afschrijving 31, 32winstaftrekbeperking 34belastbare winst uitonderneming 22mkb-winstvrijstelling 26woon-werkverkeer 37vergoeding 79Zzakelijke kilometers 37, 107zelfstandigenaftrek 22, 23ziektekosten 53zorgkosten 53zorgtoeslag 137bedrag 137zorgverzekeringswet 145maximum bijdrage-inkomen 146tarieven 146trefwoorden inhoudsopgave159


I | inkomstenbelasting


I | inkomstenbelasting


I | inkomstenbelasting


I | inkomstenbelasting


I | inkomstenbelasting


I | inkomstenbelasting

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!