Jaarwerkprogramma IJZ 2011.pdf - Inspectie jeugdzorg

Jaarwerkprogramma2011

Missie van de Inspectie Jeugdzorg“De inspectie houdt onafhankelijk toezicht op de jeugdzorg. Daarbij richt zij zichvooral op de veilige ontwikkeling van het kind. Het belang van het kind is doorslaggevendvoor haar handelen. De inspectie signaleert waar de grootste risico’s zitten enbrengt die onder de aandacht van de instellingen en de overheid. Haar aanbevelingenzijn niet vrijblijvend. De inspectie volgt actief of haar toezicht tot effect leidt.”Visie van de Inspectie Jeugdzorg 1Kinderen moeten zich veilig kunnen ontwikkelen, zo min mogelijk risico lopenop mishandeling en zich geborgen voelen in hun leefomgeving.Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, waarin het kind centraalstaat, is voor de inspectie het uitgangspunt.Dit betekent dat als kinderen/gezinnen een beroep doen op zorg:• risico’s vroeg gesignaleerd en gedeeld worden met andere betrokkenen(binnen en buiten de jeugdzorg);• instellingen en professionals hun verantwoordelijkheid nemen om de veiligheidvan het kind te waarborgen;• instellingen en professionals elkaar aanspreken op het nakomen van afspraken;• kinderen en hun ouders zorg op maat krijgen volgens professionele standaardenen met inzet van effectieve methoden.De inspectie ziet het als haar taak om het werken vanuit deze uitgangspuntente stimuleren. Zij gaat na of de instellingen ervoor zorgen dat de kinderen aan wiezij hulp verlenen zich veilig kunnen ontwikkelen. De inspectie werkt hierbij zoveelmogelijk samen met andere inspecties en met maatschappelijke organisaties, zoalsbrancheorganisaties en beroepsverenigingen. Ook Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ),waarbinnen diverse rijksinspecties samenwerken op het gebied van jeugd, richt zichop verbetering van de situatie van kinderen.Kengetallen Inspectie Jeugdzorg 2011formatie Inspectie Jeugdzorg43,2 fte (waarvan 25,5 fte inspecteurs)formatie programmabureau ITJ5,8 ftebudget € 5.932.000,-1Het betreft hier een samenvatting van de visie van de Inspectie Jeugdzorg.De volledige visie staat op www.inspectiejeugdzorg.nl.

Jaarwerkprogramma2011Inspectie JeugdzorgUtrecht, februari 2011

Inhoudsopgave1. Inleiding 42. Toezicht Inspectie Jeugdzorg in 2011 6Integraal Toezicht Jeugdzaken 6Calamiteitentoezicht 7Gepland toezicht 8Doorlopende projecten 2010-2011 8Nieuwe projecten 2011 133. Ontwikkelingen werkwijze Inspectie Jeugdzorg 16Risicogestuurd programmeren 17Ontwikkeling toezichtinstrumenten 18Accountmanagement 18Onverwacht toezicht 19Verscherpt toezicht 19Medewerkers en organisatie 20Professionalisering medewerkers 20Kennismanagement 21Klanttevredenheidsonderzoek 214. Overzicht toezichtprojecten 2011 223 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

1.InleidingIn het regeerakkoord van het kabinetRutte 2 geeft het kabinet aan dat zijde wijze waarop de jeugdzorg isgeorganiseerd de komende jarenwezenlijk gaat veranderen.Er komt meer nadruk op preventie enalle taken op het gebied van jeugdzorgworden gefaseerd overgeheveld naarde (samenwerkende) gemeenten.De verschillende financieringsstromenbinnen de jeugdzorg worden gebundelden de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s)gaan fungeren als front office voor degehele jeugdzorg.De plannen worden in 2011 verderuitgewerkt (financiering, sturingen wijziging van het recht op zorg) ennadere besluitvorming zal plaatsvindenover een aantal onderwerpen (fasering,decentralisatie, kwaliteitskaderen toezicht).De voorgestane wijzigingen zullenook de nodige gevolgen hebben voorhet werk van de Inspectie Jeugdzorg en– met name – voor Integraal ToezichtJeugdzaken (ITJ). De inspectie bereidtzich samen met ITJ voor op dezeveranderingen en heeft met de ministeriesvan Volksgezondheid, Welzijn en Sporten Veiligheid en Justitie afgesprokenactief bij te dragen aan de invullingvan het toezicht binnen het nieuwejeugdzorgstelsel.2TK 2010-2011, 32417, nr. 15.4 Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

In het jaarwerkprogramma 2011 heeft de inspectie toezichtprojecten opgenomendie inspelen op de komende stelselwijziging, zoals het onderzoek naar ambulantejeugdzorg.Veel nieuw beleid is echter nog niet (uit)ontwikkeld, laat staan geïmplementeerd,terwijl de inspectie toezicht uitoefent op activiteiten en zorg die feitelijk wordtverleend.De meeste wijzigingen worden pas in 2014 doorgevoerd en zullen als toezichtprojectdaarom pas terugkomen in de komende jaarwerkprogramma’s van de inspectie.LeeswijzerIn hoofdstuk 2 kunt u lezen welke toezichtprojecten de inspectie gepland heeftvoor 2011. Daarnaast besteedt de inspectie in 2011 ook een substantieel deelvan haar capaciteit aan Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ), toezicht naar aanleidingvan calamiteiten en accountmanagement.Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de ontwikkelingen binnen de Inspectie Jeugdzorg.Hier kunt u meer lezen over de ingeslagen weg van risicogestuurd programmeren,de ontwikkeling van toezichtinstrumenten en de manier waarop de inspectie werktaan de verdere professionalisering van haar medewerkers en organisatie.In hoofdstuk 4 vindt u ten slotte drie tabellen waarin de geplande toezichtprojectenvan de inspectie in 2011 nog eens beknopt worden weergegeven.5 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

2.ToezichtInspectie Jeugdzorgin 2011De onderzoeken die de inspectie in 2011gaat doen, zijn onder te verdelen in driecategorieën: toezicht samen met andere(jeugd)inspecties binnen IntegraalToezicht Jeugdzaken (ITJ), toezicht naaraanleiding van calamiteiten en, tot slot,gepland toezicht 3 .In dit hoofdstuk leest u hoe de inspectiehier invulling aan geeft.Integraal Toezicht JeugdzakenEvenals in voorgaande jaren geeftde Inspectie Jeugdzorg samen met viercollega-inspecties 4 vorm aan IntegraalToezicht Jeugdzaken (ITJ). ITJ richt zichop problemen van en door jongeren,zoals kindermishandeling en middelengebruik.Hierbij wordt gekeken naarde kwaliteit van de samenwerking vanvoorzieningen voor jeugd.ITJ werkt vanaf 2011 met een meerjarenprogramma(2011-2014) 5 , waarin drieonderzoekslijnen worden onderscheiden:gezondheid, veiligheid en participatie.In dit meerjarenprogramma onderzoektITJ maatschappelijke problemen, waarbijzij zich richt op kwetsbare groepenjongeren. Het gaat dan bijvoorbeeld omjongeren met gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen,psychische problemen en/ofeen instabiele thuissituatie.3Calamiteitentoezicht en gepland toezicht kan– afhankelijk van het onderwerp – samen metandere inspecties plaatsvinden.4Inspectie voor de Gezondheidszorg, Inspectievan het Onderwijs, Inspectie Openbare Ordeen Veiligheid en Inspectie Werk en Inkomen.5Zie www.jeugdinspecties.nl.6 Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

In 2011 starten onderzoeken in de onderzoekslijnen gezondheid en veiligheid. In de lijngezondheid wordt de relatie tussen leefstijl/leefomstandigheden en de kwetsbaarheidvan bepaalde groepen jongeren onderzocht. Een voorbeeld hiervan is de relatie tussenmiddelengebruik (zoals cannabis) en depressieve jongeren. In de lijn veiligheid wordteen aantal onderzoeken naar kindermishandeling uitgevoerd. Er wordt nog naderbepaald op welke kwetsbare groep(en) deze onderzoeken zich richten.ITJ doet in elke onderzoekslijn onderzoek naar de wijze waarop partijen in en omde Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s) samenwerken om kwetsbare groepen in kaartte brengen en ervoor te zorgen dat deze jongeren worden geholpen door de partijendie dit het beste kunnen. In 2011 wordt hiermee gestart in de lijn veiligheid. In dezelijn onderzoekt ITJ hoe partijen in en om de CJG’s samenwerken bij de signaleringen aanpak van kindermishandeling.CalamiteitentoezichtAlle incidenten en calamiteiten die plaatsvinden binnen een jeugdzorginstellingof justitiële jeugdinrichting moeten worden gemeld bij de Inspectie Jeugdzorg volgensafspraken die met de instellingen hierover zijn gemaakt. De inspectie analyseerten beoordeelt de inhoud van deze meldingen. De inspectie besluit vervolgens welkereactie hierop moet volgen.Daarnaast worden de incidenten en calamiteiten van een instelling over een watlangere tijd bekeken en het patroon dat daar uit naar voren komt kan voor de inspectieaanleiding zijn om nader onderzoek te doen naar een instelling. Dit laatste past inhet selectief toezicht van de inspectie, waarbij de focus ligt op de risico’s in de kwaliteitvan de zorg en de veiligheid van kinderen.7 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

In 2010 heeft de inspectie haar werkwijze met betrekking tot de behandeling vanmeldingen van incidenten en calamiteiten geëvalueerd. Hieruit bleek dat het meldenvan incidenten en calamiteiten door instellingen aan de inspectie inmiddelsgemeengoed is geworden. Dit heeft geleid tot een toename van het aantal meldingen.De inspectie wil haar capaciteit bij het behandelen van incidenten en calamiteitenop een zo efficiënt en effectief mogelijke manier inzetten. Daarom is de inspectieeind 2010 een traject gestart om te komen tot een andere aanpak van meldingen.Deze nieuwe aanpak houdt in dat de inspectie een scherper onderscheid maakt inde meldingen die zij krijgt en zich met prioriteit richt op calamiteiten (dat wil zeggenernstige en fatale incidenten). Vanaf het moment van de melding voert de inspectieeen duidelijke regie over wie wat en om welke reden direct zal onderzoeken. Dit kanbetekenen dat de inspectie – met inachtneming van het uitgangspunt dat het leereffectgroot is als instellingen zelf een onafhankelijk onderzoek verrichten – de keuze maaktdirect een eigen onderzoek te starten.Overige incidenten worden periodiek en op geaggregeerd niveau beoordeeld.Bovenstaande nieuwe werkwijze wordt voor de justitiële jeugdinrichtingenper 1 maart 2011 ingevoerd. De overige jeugdzorginstellingen zullen gefaseerd volgen.Gepland toezichtIn deze paragraaf leest u welke geplande toezichtprojecten de inspectie in 2011uitvoert. De projecten zijn onderverdeeld in twee categorieën: projecten diedoorlopen van 2010 naar 2011 en projecten die starten in 2011.Doorlopende projecten 2010-2011Entreetoets nieuwe aanbieders van gesloten jeugdzorgSinds 1 januari 2008 is het mogelijk om jongeren met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemente behandelen binnen een gesloten setting. Afgesproken is dat alle nieuweinstellingen voor gesloten jeugdzorg, een half jaar nadat ze gestart zijn, een zogenaamdeentreetoets krijgen. Door middel van deze toets kijkt de inspectie of in deze instellingende voorwaarden voor veilige en verantwoorde zorg aanwezig zijn.In 2011 neemt de inspectie een entreetoets af bij een aantal nieuwe aanbiedersvan gesloten jeugdzorg. Deze entreetoets vindt niet plaats bij voormalige justitiëlejeugdinrichtingen, omdat deze uitgebreid zijn onderzocht in het toezichtproject“Veiligheid in justitiële jeugdinrichtingen”, dat in 2010 is afgesloten 6 .6Inspectie Jeugdzorg (september 2010). Veiligheid in justitiële jeugdinrichtingen: risico’s aangepakt, maar kwetsbaar.8 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Toezicht alle aanbieders van gesloten jeugdzorg op basis van het KwaliteitskaderGesloten JeugdzorgIn het najaar van 2008 heeft de MOgroep Jeugdzorg met medewerking van de Inspectievan het Onderwijs, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Jeugdzorgnormen opgesteld voor de gesloten jeugdzorg en deze vastgelegd in het KwaliteitskaderGesloten Jeugdzorg. De inspectie doet op basis van dit kwaliteitskader bij alle aanbiedersvan gesloten jeugdzorg tot en met 2012 stapsgewijs toezicht. Waar nodig werktde inspectie samen met collega-inspecties. Dit toezicht vindt dus ook plaats bijde instellingen waarvan het nieuwe aanbod gesloten jeugdzorg al getoetst is inhun voormalige hoedanigheid als justitiële jeugdinrichting.Het toezicht wordt uitgevoerd in drie stappen waarbij het accent ligt op de volgendethema’s uit het kwaliteitskader:1. gesloten leefomgeving, met name de rechtspositie van de jeugdige inclusief de toekenningvan verlof: 2008-2010, onderzoek naar beleid en praktijk. Bij instellingen die‘onvoldoende’ uit dit toezicht naar voren komen, voert de inspectie in 2009-2011vervolgonderzoek uit;2. opvoeding, dagprogrammering en personeel: 2010-2011, onderzoek naar beleid en praktijk.Dit toezicht is met name gericht op het leefklimaat in de instellingen en wordtuitgevoerd samen met de Inspectie van het Onderwijs en in samenwerking metde Inspectie voor de Gezondheidszorg. Rapportage medio 2011;3. behandeling en ketensamenwerking: 2011-2012, onderzoek naar beleid en praktijk.Hier wordt onder meer onder verstaan een individueel behandelplan,trajectverantwoordelijkheid en samenwerking. Dit toezicht wordt uitgevoerdsamen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Rapportage eind 2012.Veiligheid leefklimaat Almata, locatie OssendrechtIn september 2010 heeft de inspectie onderzoek gedaan bij de locatie Ossendrechtvan de gesloten jeugdzorginstelling Almata. Uit het onderzoek bleek dat de situatieop de leefgroepen onvoldoende veilig was voor de jongeren en voor het personeel.Zowel de zorg als de organisatie van de zorg voldeden volgens de inspectieonvoldoende aan de norm.Dit heeft de inspectie doen besluiten om deze instelling onder verscherpt toezichtte plaatsen. Het verscherpt toezicht duurt in principe een jaar en wordt afgeslotenmet een hertoets. Tijdens het verscherpt toezicht vinden er regelmatig gesprekkenplaats tussen de inspectie en Almata over de voortgang van de verbeteringen.9 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Toezicht Caribisch NederlandSinds 10 oktober 2010 hebben de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba(Caribisch Nederland) de status van ‘bijzondere’ gemeenten van Nederland, waardoorde jeugdzorg op deze eilanden onder de ministeriële verantwoordelijkheid valt.In 2010 is de inspectie met een aantal betrokken partijen in overleg getreden om teonderzoeken hoe een meer structurele vorm van toezicht op de jeugdzorginstellingenop Bonaire, Sint Eustatius en Saba eruit zou kunnen gaan zien. Dit traject wordt in 2011voortgezet en zal leiden tot een meerjarenprogrammering van het toezicht op dezeeilanden. De eerste fase van dit programma zal bestaan uit het ontwikkelen vaneen kwaliteitskader voor de jeugdzorg voor Caribisch Nederland, dat in 2012 zalworden gebruikt voor het doen van toezicht.Particulier zorgaanbod voor jeugdigenBinnen het jeugdzorgveld wordt gebruik gemaakt van zogenaamd ‘particulierzorgaanbod’. Het gaat hierbij vaak om, op een kleine of middelgrote schaalgeorganiseerde opvang van kinderen, die voor jeugdzorg of AWBZ-zorg zijn geïndiceerd.Deze organisaties bieden crisiszorg, overbruggingszorg, verblijf, begeleiding en/ofbehandeling. Dit vindt plaats in een huiselijke setting, in een instelling of opeen boerderij, in Nederland of in het buitenland.Voor dit zorgaanbod zijn er op dit moment onvoldoende waarborgen voor zorgvan voldoende verantwoord, veilig en deskundig niveau, met alle mogelijke risico’svan dien.In 2010 is de inspectie in overleg getreden met het ministerie voor Jeugd en Gezinom te komen tot een regeling waarin alle zorg die in een georganiseerd verbandaan kinderen wordt geboden – inclusief het particulier zorgaanbod – valt ondereen systeem van wettelijke kwaliteitseisen en onafhankelijk toezicht.Dit traject loopt door naar 2011.Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het Advies- en MeldpuntKindermishandelingIn 2010 heeft de inspectie in alle provincies 7 onderzoek gedaan naar de kwaliteit vande advies- en consultfunctie van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).Hierbij lag de nadruk op de bruikbaarheid van de door het AMK gegeven adviezenen consulten. Binnen het onderzoek heeft de inspectie gesproken met medewerkersvan het AMK en met beroepskrachten die het AMK benaderd hebben met zorgenrondom een kind of zijn/haar gezin.Begin 2011 brengt de inspectie een notitie uit met het landelijk beeld over de kwaliteitvan de advies- en consultfunctie bij de AMK’s.7Waar provincies staat, wordt tevens stadsregio bedoeld.10 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Brandveiligheid zorginstellingenIn 2010 heeft de VROM-Inspectie samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg,de Arbeidsinspectie en de Inspectie Jeugdzorg onderzoek gedaan naar de brandveiligheidin residentiële voorzieningen.Hierbij zijn tien residentiële jeugdzorginstellingen, waaronder één instelling voorgesloten jeugdzorg, betrokken. De rapportage van dit onderzoek verschijnt begin 2011.Zorg voor ZorgIn 2007 deed de inspectie samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg,de Inspectie van het Onderwijs en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid onderzoeknaar het meisje Gessica 8 . Naar aanleiding van dit onderzoek is afgesproken datde stadsregio Rotterdam er zorg voor draagt dat de aanbevelingen uit dit rapportworden vertaald in beleid.In 2010 zijn de inspecties gestart met de voorbereiding van een onderzoek waarinzij in 2011 gaan toetsen of de wijzigingen in het beleid hebben geleid tot verbeteringenin het handelen van de instellingen.Veiligheid leefklimaat CommujonBegin 2010 heeft de inspectie een rapport uitgebracht over zorgaanbieder Commujon,onderdeel van de Leo Stichting Groep - Rentray 9 . De inspectie heeft zich bij ditonderzoek gericht op de thema’s bejegening, seksualiteit, preventie van seksueelen fysiek grensoverschrijdend gedrag, reactie bij seksueel en fysiek grensoverschrijdendgedrag en deskundigheid op het gebied van de-escalerend optreden bij agressie.Uit het onderzoek bleek dat het leefklimaat in de vier leefgroepen van Commujononvoldoende veilig was en daarom heeft de inspectie besloten de instellingonder verscherpt toezicht te plaatsen.Naar verwachting zal de inspectie begin 2011 een hertoets afnemen bij Commujon.8Inspectie Jeugdzorg (mei 2007). Brede zorgcoördinatie noodzakelijk. Onderzoek naar de hulpverleningrond het meisje Gessica.9Inspectie Jeugdzorg (januari 2010). Veiligheid leefklimaat Commujon.11 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen bij Bureau JeugdzorgAgglomeratie AmsterdamBegin 2010 heeft de Inspectie Jeugdzorg in het kader van een landelijk onderzoeknaar risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen een rapport uitgebrachtover risicomanagement bij de afdeling jeugdbescherming bij Bureau JeugdzorgAgglomeratie Amsterdam (BJAA) 10 .Het eindoordeel van dit onderzoek luidde dat BJAA risicomanagement onvoldoendesystematisch toepast voor de kinderen die onder haar toezicht zijn gesteld. Nadat ineerder onderzoek in 2008 risicomanagement ook als onvoldoende was beoordeeld,is dit voor de inspectie aanleiding geweest om BJAA onder verscherpt toezicht te stellen.De inspectie zal naar verwachting begin 2011 een hertoets afnemen bij BJAA.Risicoprofiel justitiële jeugdinrichtingenIn 2010 is de inspectie samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Inspectievan het Onderwijs en de Inspectie voor de Sanctietoepassing gestart met het opstellenvan één gezamenlijk risicoprofiel voor de justitiële jeugdinrichtingen. Dit profielwordt opgesteld aan de hand van een breed gedragen kwaliteitsmodel. Hier wordtin 2011 verder aan gewerkt.De inspecties streven ernaar om vanaf 2012 gezamenlijk toezicht uit te gaan voerenop basis van dit model.Van 18- naar 18+ in de strafrechtketenDe Inspectie voor de Sanctietoepassing is eind 2010 gestart met een onderzoeknaar de wijze waarop instellingen uit het volwassenenstrafrecht – waaronder ookde reclassering – aansluiten op de instellingen uit het jeugdstrafrecht, welke informatiezij aan elkaar overdragen en hoe de samenwerking en informatieoverdracht verloopt.Met name bij kwetsbare groepen is de continuïteit in de begeleiding essentieel.De Inspectie Jeugdzorg participeert in dit project.JeugdreclasseringEind 2010 heeft de inspectie oriënterend onderzoek gedaan naar de uitvoeringspraktijkvan de jeugdreclassering bij alle bureaus jeugdzorg en de landelijk werkende instellingenWilliam Schrikker Groep en Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering. Het centralethema van het bezoek was de wijze waarop de jeugdreclassering in de praktijk handeltvanuit het cliëntperspectief.Op basis van de verkregen informatie uit het toezicht zal de inspectie zich eind 2010/begin 2011 een beeld van de uitvoeringspraktijk van de jeugdreclassering ende mogelijk daaraan verbonden risico’s vormen. Afhankelijk van het resultaat vande analyse van de inspectie wordt besloten op welke wijze de terugkoppeling naarde provincies, het veld en het Ministerie van Veiligheid en Justitie plaats zal vinden.10Inspectie Jeugdzorg (januari 2010). Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij BureauJeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA).12 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Nieuwe projecten 2011Ambulante jeugdzorgNaar verwachting zal de ambulante jeugdzorg de komende jaren een steeds prominentereplek krijgen binnen de jeugdzorg. De inspectie start in 2011 een verkennend onderzoeknaar deze vorm van jeugdzorg, waarin mogelijke risico’s kunnen worden onderkend.Deze verkenning zal dienen als input voor vervolgonderzoeken in de daarop volgendejaren.Begeleiding ouders/verzorgers waarvan de kinderen in een pleeggezinzijn ondergebrachtIn 2008 en 2009 heeft de inspectie onderzoek gedaan naar de veiligheid van pleegkinderenin pleeggezinnen. In aansluiting op dit toezicht gaat de inspectie in 2011onderzoek doen naar de begeleiding van de ouders/verzorgers (door pleegzorgaanbiedersen/of bureau jeugdzorg) waarvan de kinderen in een pleeggezin zijn ondergebracht.Bejegening van jeugdzorgcliënten en hun ouders/verzorgersDe inspectie vindt het van belang dat jongeren en hun ouders/verzorgers gehoorden intensief betrokken worden bij de zorg die zij (eventueel gaan) krijgen.In 2011 gaat de inspectie onderzoek doen naar dit onderwerp.Leven op de groep in residentiële instellingenDe dynamiek in residentiële voorzieningen heeft dikwijls grote impact op de jongerendie hier verblijven. In 2011 doet de inspectie onderzoek binnen een nader te bepalenaantal residentiële instellingen, waarbij zij kijkt naar gebeurtenissen op de groep.Mogelijke invalshoeken binnen het project kunnen zijn: geweldsincidenten, veranderingin de groepssamenstelling, veiligheid in de nacht, personele bezetting op de groepen medicijngebruik door jongeren.Kwaliteit van het exitbeleid van jeugdzorginstellingenIn 2011 onderzoekt de inspectie de kwaliteit van het exitbeleid van jeugdzorginstellingenen met name de wijze waarop de zorg beëindigd wordt. Mogelijke vraagstukken waarnaar gekeken kan gaan worden zijn:• Wat is de kwaliteit van de keuze om de zorg te beëindigen?• In welke mate zijn de doelen gerealiseerd bij het beëindigen van de zorg?• Is de eventueel benodigde vervolgzorg geregeld als jongeren de jeugdzorg verlaten?• Bemoeilijkt de grens van 18 jaar voor jeugdzorg de toegang tot jeugdzorg op ‘latere’leeftijd?13 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Jongeren in buitenlands zorgaanbodMei 2010 heeft het Interprovinciaal Overleg kwaliteitsmaatstaven vastgesteld voor hetgebruik van buitenlands zorgaanbod 11 . Deze zijn tot stand gekomen in samenwerkingmet de MOgroep Jeugdzorg en de Inspectie Jeugdzorg.In 2011 gaat de inspectie onderzoek doen naar de kwaliteit van dit zorgaanbod.Kwaliteit spoedeisende zorg Bureau Jeugdzorg Noord-BrabantIn de provincie Noord-Brabant is per 1 juli 2008 gestart met een nieuwe maniervan werken op het gebied van spoedeisende zorg. Deze methode, SpoedEisendeZorggenaamd, is een samenwerkingsverband tussen Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant(front office) en de zorgaanbieders (back office). In geval van crisis wordt er intensievekortdurende ambulante hulp in het gezin ingezet aan de hand van een bepaaldemethodiek, die gericht is op het bezweren van de crisis en het voorkomenvan uithuisplaatsing.In 2011 doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van deze spoedeisende zorgin de provincie Noord-Brabant.Veldnormen vertrouwensartsen Advies- en Meldpunt KindermishandelingDe Inspectie voor de Gezondheidszorg doet in 2011 onderzoek naar de in 2010ontwikkelde veldnormen voor de rol van de vertrouwensarts binnen het AMK.De Inspectie Jeugdzorg participeert in dit onderzoek daar waar het de samenwerkingvan de vertrouwensarts met de overige medewerkers binnen het AMK betreft.Nieuwe aanbieders van jeugdzorgProvincies kunnen besluiten om gebruik te maken van nieuwe aanbieders vanjeugdzorg. De provincie beoordeelt daarbij of het verantwoord is gebruik te makenvan het zorgaanbod van deze instelling. Vervolgens verzoekt de provincie de inspectieom, minimaal een half jaar nadat daadwerkelijk zorg wordt geboden aan cliënten,de zorgaanbieder een kwaliteitstoets af te nemen. Binnen dit toezicht onderzoektde inspectie in hoeverre de instelling voldoet aan de voorwaarden voor een veiligopvoedingsklimaat en verantwoorde zorg.Interlandelijke adoptieIn 2011 doet de inspectie onderzoek naar de interlandelijke adoptie van kinderendie een medische beperking of een al dan niet operabele aandoening hebben, ouderekinderen en zogenaamde ‘special needs’ kinderen. Hierbij richt de inspectie zich metname op de voorbereiding van de aspirant-adoptieouders. Het onderzoek zal plaatsvindenbij de Stichting Adoptievoorzieningen, de vergunninghouders interlandelijkeadoptie en de Raad voor de Kinderbescherming.11Interprovinciaal Overleg (mei 2010). Kwaliteitsmaatstaven buitenlands zorgaanbod.14 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Alleenstaande minderjarige vreemdelingenIn 2010 heeft de inspectie onderzoek gedaan naar de voogdijtaak van Nidos. Nidos iseen landelijk werkende voogdij-instelling specifiek voor alleenstaande minderjarigevreemdelingen. Voor minderjarigen die zonder ouder(s) in Nederland asiel aanvragen,voorziet Nidos door middel van tijdelijke voogdij in het gezag. De voogd heeftde wettelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden zoals een ouder die heeft.De voogd ziet erop toe dat de minderjarige de juiste zorg krijgt en handelt als dezezorg niet toereikend is. De voogd van Nidos begeleidt een minderjarige asielzoeker bijzijn aankomst in Nederland, gedurende het verblijf en eventueel vertrek uit Nederland.De inspectie wil de resultaten van het onderzoek uit 2010 gebruiken als input vooronderzoek naar alleenstaande minderjarige vreemdelingen in de komende jaren,te beginnen in 2011.Kwaliteit van de casusregie van de straftaak van de Raad voorde KinderbeschermingIn 2009/2010 heeft de inspectie onderzoek gedaan naar de beschermingstaak vande Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). In de tweede helft van 2011 begintde inspectie een toezichtproject waarin de straftaak van de RvdK zal worden belicht.Binnen dit project doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van de casusregiebij strafzaken van minderjarigen. De samenwerking met de jeugdreclassering is hiermogelijk onderdeel van. Het project zal doorlopen naar 2012.15 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

3.OntwikkelingenwerkwijzeInspectie JeugdzorgHet toezicht in ons land is de afgelopenjaren steeds meer maatwerk geworden.Dit uit zich niet alleen in de omvang vanhet toezicht, maar ook in de vorm waarinhet toezicht wordt uitgevoerd. Dit geldtvoor toezicht in het algemeen, maar ookhet toezicht van de Inspectie Jeugdzorg.De inspectie verwacht dat deze trend zichde komende jaren doorzet en zal ookin 2011 voortdurend bezig zijn met deontwikkeling van haar eigen werkwijze.In dit hoofdstuk kunt u lezen hoede inspectie dit traject de komende jarenvorm geeft.16 Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Risicogestuurd programmerenRisicogestuurd programmeren wil zeggen dat de inspectie dáár toezicht doetwaar de risico’s het grootst zijn. Dit resulteert in een jaarwerkprogrammamet onderzoeken die bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van de jeugdzorgen aan de ontwikkeling van de sector.Eind 2007 is de inspectie een traject gestart met als doel te komen tot een programmeringdie risicogestuurd is. Daarmee sluit de inspectie aan bij de kaderstellende visieop toezicht 12 van de overheid als het gaat om het leveren van maatwerk in de vormen de omvang van het toezicht. De afgelopen jaren zijn er risico-indicatoren ontwikkeldvoor residentiële instellingen, instellingen voor gesloten jeugdzorg, justitiëlejeugdinrichtingen en de bureaus jeugdzorg. In 2010 heeft de inspectie de instellingenbevraagd op deze indicatoren. Naast de informatie uit risico-indicatoren wordt bijrisicogestuurd toezicht gebruik gemaakt van informatie die voortkomt uit onderzoekvan gemelde klachten, meldingen en signalen, actualiteiten en analyse van de wettelijkvoorgeschreven jaarverslagen.De resultaten hiervan zijn input geweest voor het jaarwerkprogramma 2011 ende provinciale accountplannen 13 van de inspectie. Voorbeelden van toezichtprojectendie hieruit voortgekomen zijn, zijn het onderzoek naar de bejegening van jeugdzorgcliëntenen hun ouders/verzorgers (pagina 13) en het onderzoek naar het leven opde groep in residentiële instellingen (pagina 13).De komende tijd gaat de inspectie verder met het ontwikkelen van risico-indicatorenvoor de overige werksoorten, zoals pleegzorg en ambulante zorg.12Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (oktober 2005).Minder last, meer effect.13Wat de inspectie verstaat onder ‘accountplannen’ is na te lezen op pagina 18.17 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Ontwikkeling toezichtinstrumentenDe inspectie wil met haar toezicht bijdragen aan een verdere verbetering vande kwaliteit van de jeugdzorg. Deze opdracht voert zij uit in een almaar veranderendeomgeving. Dit vraagt van de inspectie dat zij kritisch blijft kijken naar haar eigenmanier van toezicht doen. Daarom is de inspectie steeds op zoek naar wegen om ookhaar eigen effectiviteit te vergroten. Welke mix aan instrumenten is er nodig om hetwerk zo goed mogelijk te kunnen doen, met zoveel mogelijk kans op daadwerkelijkeverbetering van de kwaliteit van de jeugdzorg? Past dit bij wat de samenlevingverwacht, wat de politiek wenselijk acht en heeft de inspectie als organisatiede juiste vaardigheden om die instrumentenmix goed te gebruiken?In deze paragraaf is te lezen welke toezichtinstrumenten de inspectie het komendjaar in wil gaan zetten en hoe zij deze instrumenten verder wil doorontwikkelen.AccountmanagementNaast het uitbrengen van inspectierapporten als resultaat van calamiteitentoezichten gepland toezicht, legt de inspectie in 2011 – meer dan voorheen – de nadruk opgesprekken met de instellingen en professionals in de jeugdzorg om geïnformeerdte worden over en bij te dragen aan kwalitatieve verbeteringen bij deze instellingen.Hiervoor gebruikt de inspectie het zogenaamde accountmanagement.Binnen de inspectie is elke inspecteur verantwoordelijk voor de contacten meteen bepaalde provincie, de binnen deze provincie werkzame jeugdzorginstellingenen andere toezichtobjecten (de ‘accounts’).De inspecteurs gaan binnen hun accounts kritisch na in hoeverre instellingenaanbevelingen van de inspectie overnemen en of dit leidt tot de gewenste verbeteringen.Maar zij volgen ook hoe provincies in hun rol van ‘handhaver’ omgaan metde onderzoeksrapporten en aanbevelingen van de inspectie richting de instellingenwaarvoor zij verantwoordelijk zijn.Jaarlijks stellen de inspecteurs accountplannen op, waarin staat hoe ze op eensystematische manier zicht willen houden op de kwaliteit van de geleverde zorg inhun account. De inspectie maakt hierbij gebruik van diverse informatiebronnen,zoals de resultaten van geplande toezichtprojecten, meldingen van calamiteiten doorinstellingen, klachten van particulieren/signalen van professionals over instellingenin de jeugdzorg en jaarverslagen van jeugdzorginstellingen. Het accountmanagementen de gesprekken die de inspecteurs in dit kader voeren met de instellingen, gevende inspectie de mogelijkheid om meer gericht en sneller zaken vast te stellen en waarnodig onder de aandacht te brengen van de instellingen.18 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Onverwacht toezichtJeugdzorginstellingen weten in de regel wanneer de inspectie langskomt voor eentoezichtbezoek en ook waar onderzoek naar gedaan wordt. Vaak worden de bezoekenbewust ruim van te voren aangekondigd, zodat de instelling het toezicht goed kanvoorbereiden: dossiers zijn verzameld en registraties liggen klaar, informanten zijnop de hoogte en houden tijd vrij voor het gesprek en werkplekken zijn klaar ombezocht te worden.Aangekondigd toezicht houdt echter ook een risico in. De kans bestaat dat de inspecteurde dossiers te zien krijgt die op orde zijn, de afdeling bezoekt waar het goed loopten de ‘medewerker van de maand’ te spreken krijgt. Door de jaren heen hebbende inspecteurs geleerd hier doorheen te prikken, maar dan nog kan het verhelderendwerken om een instelling onverwacht te bezoeken.Derhalve heeft de inspectie de afgelopen tijd een aantal keer het instrument onverwachttoezicht ingezet. Het onverwachte element van het toezicht kan op verschillendemanieren worden ingevuld. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het zelf uitkiezenvan de te spreken medewerkers en jongeren door de inspectie, het niet van tevorenkenbaar maken van het te onderzoeken onderwerp door de inspectie of het helemaalniet kenbaar maken dat de inspectie op toezichtbezoek zal komen.In 2011 zal dit instrument verder worden ontwikkeld en – indien de situatie hieromvraagt – vaker worden ingezet.Verscherpt toezichtSoms stelt de inspectie instellingen onder verscherpt toezicht. Dit doet de inspectieals zij oordeelt dat er structurele tekortkomingen zijn in de kwaliteit van de zorg, die(kunnen) leiden tot ernstige risico’s voor de veiligheid van de kinderen. De instellingmoet aan de inspectie een plan overleggen waarin de instelling schrijft wat ze doet omde situatie zo snel mogelijk te verbeteren. Vervolgens dient de instelling de inspectieperiodiek te informeren over de voortgang van de uitvoering van het plan èn over debehaalde resultaten. De instelling staat maximaal één jaar onder verscherpt toezicht.Daarna vindt een hertoets plaats.19 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Medewerkers en organisatieNaast het ontwikkelen en verfijnen van nieuwe toezichtinstrumenten zet de inspectiein 2011 ook in op een verdere professionalisering van haar medewerkers en organisatie.In deze paragraaf worden de belangrijkste ontwikkelingen op dit terrein geschetst.Professionalisering medewerkersProfessionalisering van de medewerkers vormt een belangrijk uitgangspunt binnende inspectie. Naast het zelf organiseren van verschillende trainingen, maakt de inspectieeveneens gebruik van opleidingen die zijn ontwikkeld door de gezamenlijkerijksinspecties.Eind 2010 heeft de inspectie een gedragscode voor haar medewerkers opgesteld,waaraan zij zich dienen te houden. In deze gedragscode staan regels zoals die geldenin de contacten met organisaties en mensen uit de omgeving van de inspectie inhet algemeen en bij het voorbereiden en uitvoeren van het toezicht in het bijzonder.De code geeft ook aan hoe om te gaan en te handelen met informatie of bijzondereomstandigheden die bij de uitvoering van het werk aan de orde kunnen zijn.Deze code is voor de medewerkers een richtsnoer voor wat er binnen hun taakuitoefeningaan professioneel en ethisch handelen van hen wordt verwacht.Vorig jaar is de inspectie gestart met een intern traject dat moet leiden tot een grotereeffectiviteit van haar rapporten. Rapporten moeten zoveel mogelijk een korte enkrachtige boodschap bevatten met daarin op verbetering gerichte aanbevelingen.In 2011 gaat de inspectie verder met dit traject.Ten slotte zijn competentiemanagement en het voeren van ontwikkelgesprekken voorde inspectie belangrijke instrumenten om te investeren in de professionaliteitvan individuele medewerkers.20 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

KennismanagementVoor de inspectie, maar ook voor de instellingen waarop zij toezicht houdt, is eengoed beheer van de aanwezige kennis van groot belang. Het gaat hierbij om hetverzamelen en ontsluiten van informatie en kennis. Kennis vormt de grondstof vanhet toezicht in het algemeen en het accountmanagement in het bijzonder. Het goedbenutten van de aanwezige kennis draagt bij aan een vergroting van de efficiencyen een risicogestuurde manier van werken. Behalve voor de inspectie zelf, is het ookvoor de ondersteuning van de beleidsafdelingen van de ministeries van belang datde inspectie op een snelle en betrouwbare wijze de aanwezige kennis kan ontsluiten.De inspectie heeft de afgelopen twee jaar aanzienlijk geïnvesteerd in een beter beheervan haar kennis. Zo heeft zij een informatiesysteem op poten gezet dat de inspecteursondersteunt bij het bijhouden van de informatiestromen rond het dagelijks werk,zoals het verwerken van klachten, meldingen en signalen.Verder zal in de toekomst de digitalisering van de documenthuishouding in lijnmet die van de departementale ontwikkelingen worden doorgezet. Ook dit zaleen verbetering zijn voor het kennismanagement.Ten slotte is de inspectie van plan om haar kennismanagement ook in personelezin te versterken door de op de ontwikkeling en het beheer van kennis toegesnedenfuncties of taken explicieter te maken en te beleggen.KlanttevredenheidsonderzoekDe inspectie werkt al enkele jaren met een systematische interne evaluatie van deuitgevoerde toezichtprojecten. Dit maakt deel uit van haar eigen kwaliteitsbewakingen -borging. In 2011 wil zij de meting van de klanttevredenheid een vast onderdeeluit laten maken van deze evaluaties, waarbij de inspectie de objecten van toezichtzal vragen om een oordeel te geven over het proces en de inhoud van het toezicht.Vanuit de rijksinspecties wordt voor het meten van de klanttevredenheid een instrumentontwikkeld dat de inspectie zal opnemen in haar checklist voor projectevaluaties.In het kader van klanttevredenheid en vermindering van de toezichtlast, zal deinspectie verschillende onderzoeken die eventueel bij een zelfde instelling plaatsvindenop elkaar afstemmen en de uitvoering ervan zo mogelijk combineren.21 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

4.Overzicht toezichtprojecten2011In hoofdstuk 2 is het toezicht datde inspectie in 2011 uitvoert inhoudelijktoegelicht. Hieronder vindt u drietabellen waarin deze toezichtprojectenop een overzichtelijke manier wordengepresenteerd.In de eerste tabel staan alle toezichtprojectenopgesomd die de inspectiegaat uitvoeren bij door de provinciegefinancierde instellingen, maarwaarvoor nog moet worden bepaaldin welke provincies de uitvoering plaatsgaat vinden. In de tweede tabel vindtu een aantal toezichtprojecten waarvanreeds bekend is in welke provinciesze plaatsvinden.Tabel 3 toont de toezichtprojectendie de inspectie gaat doen bij de doorhet Rijk gefinancierde instellingen.22 Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Tabel 1: Overzicht toezichtprojecten 2011 bij door de provincie gefinancierde instellingen(nog niet bekend in welke provincies)OnderwerpAmbulante jeugdzorgBegeleiding ouders/verzorgers in periode dat hun kinderenin een pleeggezin zittenBejegening van jeugdzorgcliënten en hun ouders/verzorgersLeven op de groep in residentiële instellingenKwaliteit van het exitbeleid van jeugdzorginstellingenJongeren in buitenlands zorgaanbodVeldnormen vertrouwensartsen AMK (met IGZ)(mogelijk) object van toezichtBureaus jeugdzorgAanbieders ambulante jeugdzorgBureaus jeugdzorgAanbieders pleegzorgBureaus jeugdzorgAanbieders jeugdzorgAanbieders residentiële jeugdzorgAanbieders jeugdzorgBureaus jeugdzorgAanbieders jeugdzorgBureaus jeugdzorg23 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Tabel 2: Overzicht toezichtprojecten 2011 bij door de provincie gefinancierde instellingen(per provincie)ProvincieOnderwerpAantalbetrokkenprovinciesGroningen Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Jeugdreclassering 15Friesland Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Brandveiligheid zorginstellingen 7Jeugdreclassering 15Drenthe Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Jeugdreclassering 15Overijssel Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Veiligheid leefklimaat Commujon 1Jeugdreclassering 15Gelderland Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Brandveiligheid zorginstellingen 7Jeugdreclassering 15Flevoland Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Jeugdreclassering 15Utrecht Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Brandveiligheid zorginstellingen 7Jeugdreclassering 15Noord-Holland Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Brandveiligheid zorginstellingen 7Jeugdreclassering 15StadsregioAmsterdamKwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen bij BJAA 1Jeugdreclassering 1524 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Zuid-Holland Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15StadsgewestHaaglandenStadsregioRotterdamJeugdreclassering 15Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Brandveiligheid zorginstellingen 7Jeugdreclassering 15Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Zorg voor Zorg 1Jeugdreclassering 15Zeeland Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Jeugdreclassering 15Noord-Brabant Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Brandveiligheid zorginstellingen 7Jeugdreclassering 15Kwaliteit spoedeisende zorg Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant 1Limburg Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK 15Brandveiligheid zorginstellingen 7Jeugdreclassering 15Nieuwe aanbieder jeugdzorg 125 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Tabel 3: Overzicht toezichtprojecten 2011 bij door het Rijk gefinancierde instellingenOnderwerp (mogelijk) object van toezicht Betrokken inspectiesEntreetoets nieuwe aanbieders van geslotenjeugdzorgToezicht alle aanbieders van gesloten jeugdzorgop basis van het Kwaliteitskader GeslotenJeugdzorgNader te bepalen aantal aanbiedersvan gesloten jeugdzorgAlle aanbieders van gesloten jeugdzorgVeiligheid leefklimaat Almata, locatie Ossendrecht Eén aanbieder van gesloten jeugdzorg IJZToezicht Caribisch NederlandBrandveiligheid zorginstellingenNader te bepalen aantal aanbiedersvan jeugdzorg- één aanbieder van geslotenjeugdzorg- negen aanbieders van residentiëlejeugdzorg (provinciaal gefinancierd) 14IJZ, nader te bepalenIJZ, nader te bepalenIJZVROM-I, IGZ, AI, IJZRisicoprofiel justitiële jeugdinrichtingen Alle justitiële jeugdinrichtingen IGZ, IvhO, ISt, IJZOverdracht van informatie in de strafrechtsketenvan 18- naar 18+Interlandelijke adoptieNader te bepalen aantal:- penitentiaire inrichtingen- justitiële jeugdinrichtingen- vestigingen Raad voorde Kinderbescherming- bureaus jeugdzorg- Stichting Adoptievoorzieningen- vergunninghouders interlandelijkeadoptie- Raad voor de KinderbeschermingAlleenstaande minderjarige vreemdelingen Nidos IJZKwaliteit van de casusregie van de straftaakvan de Raad voor de KinderbeschermingRaad voor de KinderbeschermingISt, IGZ, IJZIJZIJZ14214In tabel 2 is te lezen welke provincies het betreft.26 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Gebruikte afkortingenAIAMKAWBZBJAACJGfteIGZIJZIOOVIStITJIvhOIWIMOgroep JeugdzorgRvdKVROMArbeidsinspectieAdvies- en Meldpunt KindermishandelingAlgemene Wet Bijzondere ZiektekostenBureau Jeugdzorg Agglomeratie AmsterdamCentrum voor Jeugd en Gezinfulltime equivalentInspectie voor de GezondheidszorgInspectie JeugdzorgInspectie Openbare Orde en VeiligheidInspectie voor de SanctietoepassingIntegraal Toezicht JeugdzakenInspectie van het OnderwijsInspectie Werk en InkomenMaatschappelijk Ondernemers Groep JeugdzorgRaad voor de KinderbeschermingVolkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer27 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

28 | Inspectie Jeugdzorg Jaarwerkprogramma 2011

Wat is de Inspectie Jeugdzorg?De Inspectie Jeugdzorg is in 1988 bij wet ingesteld en houdt toezicht op de jeugdzorgin Nederland. De inspectie werkt onder de verantwoordelijkheid van de ministervan Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De inspectie is inhoudelijk onafhankelijk.Wat zegt de wet over de Inspectie Jeugdzorg?De Wet op de jeugdzorg geeft de Inspectie Jeugdzorg de volgende taken:• onderzoek doen naar de kwaliteit van de jeugdzorg;• toezicht houden op de naleving van de kwaliteitseisen die in de wet staan;• voorstellen doen voor verbetering.De inspectie houdt toezicht op verzoek van de minister van Volksgezondheid, Welzijnen Sport, de minister van Veiligheid en Justitie, de minister voor Immigratie en Asiel,de provincies of uit eigen beweging.Wat is toezicht?Toezicht houden betekent dat de inspectie informatie verzamelt over de kwaliteit vande jeugdzorg, zich een oordeel vormt en zo nodig ingrijpt. Ook kijkt de inspectie ofhet beleid voor de jeugdzorg in de praktijk goed werkt. Daarover adviseert de inspectiegevraagd en ongevraagd.De rapporten van de inspectie zijn in principe openbaar. De openbaar gemaakterapporten staan op de website van de inspectie: www.inspectiejeugdzorg.nl.Wat wil de Inspectie Jeugdzorg met het toezicht bereiken?De inspectie wil met haar onderzoeken bijdragen aan:• het behouden en bevorderen van de kwaliteit van de jeugdzorg;• het versterken van de positie van jongeren en hun ouders of verzorgers (de cliënten);• de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het beleid.Waar houdt de inspectie toezicht?De Inspectie Jeugdzorg kent vier “domeinen” van toezicht. De inspectie heeft namelijkvolgens vier verschillende wetten toezichttaken en bevoegdheden:• Wet op de jeugdzorg;• Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;• Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie;• Wet Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.De inspectie heeft op grond van die wetten toezicht op de volgende organisaties:• de bureaus jeugdzorg;• de jeugdzorgaanbieders;• de justitiële jeugdinrichtingen;• de vergunninghouders voor interlandelijke adoptie;• de opvangvoorzieningen voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen;• de Raad voor de Kinderbescherming;• de schippersinternaten.

Inspectie JeugdzorgPostbus 4833500 AL Utrechtwww.inspectiejeugdzorg.nl