11.07.2015 Views

Express II #3017 - Atrium Medical Corporation

Express II #3017 - Atrium Medical Corporation

Express II #3017 - Atrium Medical Corporation

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Instructions For Use©2010<strong>Atrium</strong> and <strong>Express</strong>are trademarks of<strong>Atrium</strong> <strong>Medical</strong> <strong>Corporation</strong>Rev. 2010/04003017www.atriummed.com003017


NL GebruiksaanwijzingBeschrijvingDe <strong>Atrium</strong> <strong>Express</strong> is een disposable thoraxdrain die zonder water werkt, meteen opvangkamer van 2.100ml, een regelaar voor droge zuigkracht, eeneenrichtingsklep voor verzegeling en een luchtlekmonitor met eenreservewaterslot. Er hoeft geen water aan de <strong>Express</strong> te worden toegevoegd omde verzegeling of de drainage te doen werken. Gebruik van steriel vloeistof (bijbepaalde modellen meegeleverd) is echter wel vereist voor het opsporen vanluchtlekken en het functioneren van het waterslot. De <strong>Express</strong> drain is ofwel sterielverpakt ofwel in een configuratie met een steriele vloeistofbaan verpakt (alleen deinhoud van de steriele patiëntslangenverpakking mag in het steriele veld wordengebracht). Deze thoraxdrain is pyrogeenvrij en is uitsluitend voor gebruik bij éénpatiënt bestemd. Bij modellen met een in-line connector op de patiëntslang kanhet systeem op eenvoudige wijze worden vervangen en een <strong>Atrium</strong> in-line ATS-Zak voor postoperatieve autotransfusie makkelijk worden geplaatst. <strong>Express</strong> ATSmodellenomvatten een opvangkamer met filter met een toegangslijn voor hetuitvoeren van continue autotransfusie via een infuuspomp of voor gebruik meteen <strong>Atrium</strong> zelfvullende ATS-bloedzak.Indicaties voor gebruik• Evacueren van lucht en/of vloeistof uit de thoraxholte of het mediastinum.• Helpen om longexpansie opnieuw tot stand te brengen enademhalingsdynamica te herstellen.• Postoperatieve verzameling en herinfusie van autoloog bloed uit depleuraholte of het mediastinale gebied van de patiënt vergemakkelijken.Waarschuwingen1. De positieve overdrukklep op de bovenkant van de drain niet blokkeren.2. De beluchting voor hoge negatieve druk mag niet handmatig wordengeactiveerd als de drainage bij de patiënt met behulp van zwaartekrachtplaatsvindt of als de zuigkracht niet is ingeschakeld.3. De in-line connector van de patiëntslang pas loskoppelen nadat depatiëntslang is afgeklemd.4. De klem van de patiëntslang mag niet gesloten worden gehouden gedurendedrainage of transport van de patiënt.5. De patiëntslang niet aanprikken met een naald van 18 gauge of groter.6. Geen naalden gebruiken met de naaldloze luerpoort, of deze met eennaald aanprikken.7. Uitsluitend voor gebruik bij één patiënt. Niet opnieuw gebruiken, ontsmettenof steriliseren. Door opnieuw gebruik, ontsmetting of sterilisatie kan destructuurstevigheid van het instrument ongunstig worden beïnvloed en/offunctiestoring van het instrument worden veroorzaakt, wat letsel, ziekte ofoverlijden van de patiënt tot gevolg kan hebben.Voorzorgsmaatregelen1. Bij modellen met een steriele vloeistofbaan mag uitsluitend de inhoud van desteriele patiëntslangenverpakking in het steriele veld worden gebracht.2. De luchtlekmonitor mag niet hoger dan de vullijn worden gevuld.3. Bij thoraxdrainregelaarinstellingen van -20cmH2O of hoger moet dezuigkrachtbron worden ingesteld op -80mmHg of hoger.4. De thoraxdrain moet rechtop en onder het niveau van de thorax van depatiënt worden gehouden.5. Vervang de thoraxdrain als deze beschadigd raakt of wanneer het verzameldevolume de maximale capaciteit benadert of overschrijdt.6. De patiëntslangaansluitingen, de luchtlekmonitor, de vacuümindicator, dezuigkrachtregelaar en de balgen dienen regelmatig gecontroleerd te wordenteneinde goede werking van het systeem te bevestigen.7. Verpakte steriele vloeistof uitsluitend bestemd voor thoraxdrainage.OpstellingStap 1. Sluit de patiëntslang aan op de patiënt – Sluit de thoraxdrain aan opde patiënt alvorens de zuigkracht in te schakelen.Stap 2. Sluit de thoraxdrain aan op de zuigkrachtbron – Sluit de afzuiglijn aanop de afzuigpoort bovenaan de thoraxdrain.Stap 3. Schakel de zuigkrachtbron in – Verhoog het vacuüm van dezuigkrachtbron tot -80mmHg of hoger. De zuigkrachtregelaar isvooringesteld op -20cmH2O. Stel naar behoefte bij.Stap 4. Luchtlekmonitor – Vul de luchtlekmonitor tot aan de vullijn met eenspuit (zonder naald) met 45ml steriel water of steriele fysiologischezoutoplossing, via de naaldloze injectiepoort achteraan op de drain. Bijmodellen met steriele vloeistof, draait u de dop van de meegeleverdefles af en steekt u de tip in de naaldloze luerpoort. Druk op de tip vande fles en houdt deze tegen de luerpoort terwijl u de inhoud in deluchtlekmonitor knijpt totdat de vloeistof tot aan de vullijn komt.Opstelling van modellen met een steriele vloeistofbaanStap 1. Sluit de patiëntlijn aan op de patiënt – Open de sterielepatiëntslangenverpakking en breng uitsluitend de steriele patiëntslangin het steriele veld. Klem de patiëntslang af alvorens de patiëntslang opde katheter aan te sluiten.Stap 2. Sluit de patiëntslang aan op de thoraxdrain – Neem het distale eindevan de patiëntslang uit het steriele veld om hem op de thoraxdrain aante sluiten. Sluit de patiëntslang aan op de thoraxdrain alvorens dezuigkracht in te schakelen.Stap 3. Sluit de thoraxdrain aan op de zuigkracht – Bevestig de afzuiglijn aande afzuigpoort bovenaan de thoraxdrain.Stap 4. Schakel de zuigkrachtbron in – Verhoog het vacuüm van dezuigkrachtbron tot -80mmHg of hoger. De zuigkrachtregelaar isvooringesteld op -20cmH2O. Stel naar behoefte bij.Stap 5.Luchtlekmonitor – Vul de luchtlekmonitor tot aan de vullijn met eenspuit (zonder naald) met 45ml steriel water of steriele fysiologischezoutoplossing, via de naaldloze injectiepoort achteraan op de drain. Bijmodellen met steriele vloeistof, draait u de dop van de meegeleverdefles af en steekt u de tip in de naaldloze luerpoort. Druk op de tip vande fles en houdt deze tegen de luerpoort terwijl u de inhoud in deluchtlekmonitor knijpt totdat de vloeistof tot aan de vullijn komt.Plaatsing van het apparaatPlaats de thoraxdrain altijd rechtop en onder het niveau van de thorax van depatiënt. Om te voorkomen dat het systeem per ongeluk wordt omgestoten, dientu het apparaat op de grond te plaatsen ofwel met de bijgeleverde hangers aan hetbed te hangen.Drainage met behulp van zwaartekrachtKoppel de afzuiglijn los en zorg ervoor dat de drain rechtop en onder het niveauvan de thorax van de patiënt blijft.AfzuigpoortDe afzuigpoort bevindt zich bovenaan op de drain. Wanneer de zuigkracht niet isaangesloten of niet is ingeschakeld, is het niet nodig om de afzuigpoort met eendop af te sluiten.ZuigkrachtbronDe zuigkrachtbron moet een minimale vacüumdruk leveren van -80mmHg bij20 liter lucht/minuut voor een instelling van de zuigkrachtregelaar van-20cmH2O of hoger.ZuigkrachtbalgenDe zuigkrachtbalgen moeten tot aan het ▲ teken of verder uitgezet zijnwanneer de zuigkrachtregelaar aangesloten is en ingesteld is op -20cmH2Oof hoger. Als de balgen uitgezet zijn maar niet tot het ▲ teken reiken, moethet vacuüm van de zuigkrachtbron worden verhoogd tot -80mmHg ofhoger. Bij een regelaarinstelling van minder dan -20cmH2O wordt dezuigkrachtwerking bevestigd door iedere expansie van de balgen die in hetmonitorvenster wordt waargenomen.Droge zuigkrachtregelaarDe zuigkrachtregelaar is vooringesteld op -20cmH 2 O en kan van -10cmH 2 O tot-40cmH 2 O worden bijgesteld. Om de zuigkrachtinstelling te wijzigen, moet u dedraaiende zuigkrachtregelaarwijzer die zich aan de zijkant van de drain bevindtbijstellen. Draai omlaag om de afzuigdruk te verminderen en draai omhoog omde afzuigdruk te vermeerderen. Om de zuigkrachtregelaar van een hoger niveau(-40cmH 2 O) naar een lager niveau (-20cmH 2 O) bij te stellen, drukt u, nadat deregelaar voor de lagere instelling is bijgesteld, de handmatig bediende beluchtingvoor hoge negatieve druk die zich bovenaan op de drain bevindt, een poosje inom het teveel aan vacuüm te verminderen.Droge eenrichtingsverzegelingsklepDankzij de droge verzegelingstechnologie behoeft de <strong>Atrium</strong> <strong>Express</strong> geen waterom de verzegeling te doen werken bij gebruik met een patiënt. Elke <strong>Express</strong>thoraxdrain en verzegelingsklep is 100 % getest op lekken alvorens te wordenverzonden. Het droge verzegelingssysteem is niet standgevoelig zodat maximaleveiligheid en gemak gewaarborgd kunnen worden bij transport van de patiënt.Vacuümindicator symbool blijft zichtbaar op het vacuümindicatorvenster wanneer er vacuüm inde drain aanwezig is. Wanneer er geen vacuüm in de drain aanwezig is (eenheidop atmosferische druk) verschijnt er geen symbool.LuchtlekmonitorDe gegradueerde luchtlekmonitor met reservewaterslot moet gevuld zijn om tekunnen werken en luchtlekken te kunnen detecteren. Nadat het gevuld is, krijgt devloeistof een blauwe kleur. Wanneer luchtbellen worden waargenomen die vanrechts naar links lopen, bevestigt dit een luchtlek. Luchtlekken kunnen variërenvan 1 (laag) tot 5 (hoog). Luchtbellen vormen een makkelijk te volgenluchtlekpatroon voor het bewaken van luchtlekken bij de patiënt.OpvangkamerDe <strong>Express</strong> 4000 voor volwassenen en kinderen:De eerste opvangkolom is gekalibreerd tot 100ml, in stappen van 1ml entot 200ml, in stappen van 2ml.De tweede opvangkolom is gekalibreerd tot 1.090ml, in stappen van 10ml.De derde opvangkolom is gekalibreerd tot 2.100ml, in stappen van 10ml.De <strong>Express</strong> model 4012 babydrain:De eerste opvangkolom voor baby’s is gekalibreerd tot 100ml, in stappenvan 1ml en tot 200ml in stappen van 2ml.De <strong>Express</strong> model 4050 ATS:De eerste opvangkolom is gekalibreerd tot 1.100ml, in stappen van 10ml.De tweede opvangkolom is gekalibreerd van 1.110 tot 2.100ml, in stappenvan 10ml.De maatstreepjes voor het vloeistofniveau hebben een maximale schaalafwijkingvan ± 3ml of 3 %.Automatische beluchtingsklep voor hoge negatieve drukDe beluchtingsklep voor hoge negatieve druk wordt, wanneer nodig, automatischgeactiveerd om de systeemdruk tot ongeveer -50cmH2O te beperken.Handmatig bediende beluchting voor hoge negatieve drukDruk de handmatig bediende beluchting voor hoge negatieve druk die zichbovenaan op de drain bevindt, een poosje in om het teveel aan vacuüm in dethoraxdrain te verminderen wanneer deze op de zuigbron is aangesloten.Positieve overdrukklepDe overdrukklep voor positieve druk bevindt zich bovenaan op de drain en gaatopen om positieve druk onmiddellijk te laten ontsnappen.Geavanceerde bescherming tegen omstotenDe <strong>Express</strong> heeft speciale ingebouwde omstotingsbeschermers. Ingeval deopvangkamer ooit vloeistof spilt, houdt u de eenheid gewoon rechtop en kantelt udeze voorzichtig zijwaarts om het vloeistofniveau in de opvangkamer bij te stellen.Drainagevochtmonsters afnemenHet nemen van monsters van drainagevocht moet plaatsvinden inovereenstemming met de goedgekeurde ziekenhuisnormen voorinfectiebeheersing. Bepaalde modellen omvatten een naaldloze luerpoort op depatiëntslang om drainagevochtmonsters van de patiënt te nemen. Reinig deluerpoort met alcohol alvorens de spuit (zonder naald) te bevestigen. Monsterskunnen ook direct uit de patiëntslang worden genomen door een naald van 20gauge of kleiner met een spuit in te brengen. Reinig de patiëntslang met alcoholalvorens de naald onder een schuine hoek in te brengen.Afkoppelen van het systeemKlem de patiëntslang of alle thoraxkatheters die zich in situ bevinden af voordat ude thoraxdrain van de patiënt afkoppelt.Afvoeren van het systeemHet afvoeren van de thoraxdrain en de inhoud ervan moet in overeenstemmingmet alle toepasselijke voorschriften geschieden.SYMBOLEN GEBRUIKT OP PRODUCTLABELSREF CODENUMMER LOT PARTIJNUMMERSTERILE EO STERIEL. GESTERILISEERD MET ETHYLEENOXIDE.SZIE BIJSLUITER INVERPAKKINGCOMPATIBEL MET ATS-ZAKAF PVERPAKKING STERIELVLOEISTOFPADUITSLUITEND VOOREENMALIG GEBRUIKAATS-RESERVOIRRx OnlyDit product is gedekt onder één of meer van de volgende Amerikaanse octrooien:4,988,342; 5,114,416; 5,141,504; 5,154,712; 5,380,314;5,397,299; 5,401,262; 5,807,358; 6,210,383 B1Andere octrooien in aanvraag.<strong>Atrium</strong> en <strong>Express</strong> zijn handelsmerken van <strong>Atrium</strong> <strong>Medical</strong> <strong>Corporation</strong>.©2010 Alle rechten voorbehouden.UITSLUITEND OPVOORSCHRIFTVERLOOPDATUMATRIUM MEDICAL CORPORATIONATRIUM EUROPE B.V.5 Wentworth Drive, Hudson, New Hampshire 03051 U.S.A. Rendementsweg 20 B, 3641 SL Mijdrecht, Holland603-880-1433 603-880-6718+31-297-230-420 +31-297-282-653


FJGBHIDAECUSAGBFeatures:FComprend:DMerkmale:ECaracterísticas:ICaratteristiche:PCaracterísticas:NLOnderdelen:GRJ

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!