11.07.2015 Views

Hoge Raad 5 juli 2011, LJN BQ2009 (ruchtbaarheid op ... - IT en Recht

Hoge Raad 5 juli 2011, LJN BQ2009 (ruchtbaarheid op ... - IT en Recht

Hoge Raad 5 juli 2011, LJN BQ2009 (ruchtbaarheid op ... - IT en Recht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

http://zoek<strong>en</strong>.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=<strong>BQ2009</strong><strong>LJN</strong>: <strong>BQ2009</strong>, <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> , 09/05225Datumuitspraak:Datumpublicatie:<strong>Recht</strong>sgebied:05-07-<strong>2011</strong>05-07-<strong>2011</strong>StrafSoort procedure: CassatieInhoudsindicatie: Art. 261.1 Sr. “<strong>ruchtbaarheid</strong> gev<strong>en</strong>”. Hyves, smaad. HR herhaalt relevanteoverweging<strong>en</strong> uit <strong>LJN</strong> BC9186. ’s Hofs oordeel getuigt niet van e<strong>en</strong> onjuisterechts<strong>op</strong>vatting omtr<strong>en</strong>t art. 261 Sr, terwijl het ev<strong>en</strong>min onbegrijpelijk is.Uitspraak5 <strong>juli</strong> <strong>2011</strong>Strafkamernr. 09/05225<strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> der Nederland<strong>en</strong>Arrest<strong>op</strong> het beroep in cassatie teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> arrest van het Gerechtshof te Leeuward<strong>en</strong>van 3 november 2009,nummer 24/002069-08, in de strafzaak teg<strong>en</strong>:[Verdachte], gebor<strong>en</strong> te [geboorteplaats] <strong>op</strong> [geboortedatum] 1976, won<strong>en</strong>de te [woonplaats].1. Geding in cassatieHet beroep is ingesteld door de verdachte. Nam<strong>en</strong>s deze heeft mr. M.C. van Linde, advocaat teGroning<strong>en</strong>, bij schriftuur e<strong>en</strong> middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht<strong>en</strong> maakt daarvan deel uit.De Advocaat-G<strong>en</strong>eraal Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.2. Beoordeling van het middel2.1. Het middel komt met rechts- <strong>en</strong> motiveringsklacht<strong>en</strong> <strong>op</strong> teg<strong>en</strong> de bewez<strong>en</strong>verklaring.2.2. Het Hof heeft t<strong>en</strong> laste van de verdachte bewez<strong>en</strong>verklaard dat:"zij in de periode van 11 april 2007 tot <strong>en</strong> met 21 september 2007 in de geme<strong>en</strong>te Midd<strong>en</strong>-Dr<strong>en</strong>the,<strong>op</strong>zettelijk de eer <strong>en</strong> de goede naam van (haar ex-partner) [slachtoffer] heeft aangerand doortelastlegging van e<strong>en</strong> bepaald feit met het k<strong>en</strong>nelijke doel om daaraan <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>, immersheeft zij, verdachte, met voormeld doel middels het internet <strong>op</strong> de profiel<strong>en</strong>site Hyves, dietoegankelijk was voor ander<strong>en</strong>, geschrev<strong>en</strong>: "ik moet mijn kind meegev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> pedo", met welkwoord pedo zij, verdachte, naar die [slachtoffer] wist, die [slachtoffer] bedoelde."2.3.1. Deze bewez<strong>en</strong>verklaring steunt <strong>op</strong> de volg<strong>en</strong>de bewijsvoering:a. e<strong>en</strong> proces-verbaal van politie, voor zover inhoud<strong>en</strong>de als verklaring van [slachtoffer]:"Ik doe aangifte van smaad/smaadschrift: Mijn eer/goede naam is door de verdachte aangeranddoordat via hyves.nl mijn naam publiekelijk in diskrediet is gebracht. De verdachte had het k<strong>en</strong>nelijkedoel om daaraan <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>. Dit bleek mij uit het volg<strong>en</strong>de.Op vrijdag 21 september 2007 werd ik door e<strong>en</strong> goede vri<strong>en</strong>din van mij aangesprok<strong>en</strong> <strong>op</strong> het feit datik door mijn ex-vrouw, g<strong>en</strong>aamd [verdachte] won<strong>en</strong>de te [woonplaats], publiekelijk <strong>op</strong> hyves.nl werd1 of 10 20-07-11 15:58


http://zoek<strong>en</strong>.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=<strong>BQ2009</strong>neergezet als pedofiel. De eerste bericht<strong>en</strong> hierover zijn begonn<strong>en</strong> <strong>op</strong> 11 april 2007 <strong>en</strong> het laatstebericht daarover is <strong>op</strong> 19 augustus dit jaar. E<strong>en</strong> ieder die zij als vri<strong>en</strong>d accepteert <strong>op</strong> www.hyves.nl kandeze bericht<strong>en</strong>/tekst<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>.Van het geheel heb ik k<strong>op</strong>ieën gemaakt welke bij de aangifte word<strong>en</strong> bijgevoegd. Enkele citat<strong>en</strong> hieruitzijn: "ik moet mijn kind meegev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> pedo...". Op deze bericht<strong>en</strong> zijn al <strong>en</strong>kele reacties geweest.E<strong>en</strong> reactie was bijvoorbeeld dat e<strong>en</strong> buurtg<strong>en</strong>oot van mij heeft gereageerd <strong>en</strong> dat zij het niet prettigvond dat haar kinder<strong>en</strong> bij mij in de buurt liep<strong>en</strong>."b. e<strong>en</strong> uitdraai van de site [...].hyves.nl/blog, voor zover inhoud<strong>en</strong>de:"[Betrokk<strong>en</strong>e 1] moet weer naar mijn ex.... Ik moet mijn kind meegev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> pedo."c. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoud<strong>en</strong>de:"Ik heb de tekst<strong>en</strong> als g<strong>en</strong>oemd in de t<strong>en</strong>lastelegging geschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong> mijn Hyves-profiel[...].hyves.nl geplaatst. Ik had destijds circa 20 à 25 Hyves-vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> toegelat<strong>en</strong>."d. e<strong>en</strong> nadere bewijsoverweging inhoud<strong>en</strong>de:"Het hof acht het e<strong>en</strong> feit van algem<strong>en</strong>e bek<strong>en</strong>dheid dat de plaats [woonplaats] is geleg<strong>en</strong> in degeme<strong>en</strong>te Midd<strong>en</strong>-Dr<strong>en</strong>the."2.3.2. Het Hof heeft t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de bewez<strong>en</strong>verklaring voorts nog het volg<strong>en</strong>de overwog<strong>en</strong>:"Verdachte heeft erk<strong>en</strong>d dat zij <strong>op</strong> haar Hyves-pagina (e<strong>en</strong> deel van) haar dagboek heeft geplaatstwaarin zij haar ex-partner heeft beschuldigd van seksueel misbruik van hun kind. De in det<strong>en</strong>lastelegging g<strong>en</strong>oemde bewoording<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> hier deel van uit. Zij ontk<strong>en</strong>t echter dat zij daarmeehet doel had om aan die uitlating <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>.Door <strong>en</strong> nam<strong>en</strong>s verdachte is in dit verband aangevoerd dat de betreff<strong>en</strong>de Hyvespagina vanverdachte slechts toegankelijk was voor door verdachte toegelat<strong>en</strong>, circa 20 à 25, "Hyves-vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>".Volg<strong>en</strong>s verdachte war<strong>en</strong> dit familieled<strong>en</strong>, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevri<strong>en</strong>de ex-collega's.Het hof overweegt als volgt.Onder "<strong>ruchtbaarheid</strong> gev<strong>en</strong>" als bedoeld in artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht di<strong>en</strong>t teword<strong>en</strong> verstaan "het ter k<strong>en</strong>nis van het publiek br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>" (zie onder meer <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> 8 <strong>juli</strong> 2008, <strong>LJN</strong>BC9186, NJ 2008, 430). Met zodanig "publiek" is e<strong>en</strong> bredere kring van betrekkelijk willekeurigederd<strong>en</strong> bedoeld.Naar het oordeel van het hof kan de wijze waar<strong>op</strong> - <strong>en</strong> de aard van de bewoording<strong>en</strong> waarin -verdachte haar gedacht<strong>en</strong> via haar Hyves-pagina met e<strong>en</strong> twintigtal ander<strong>en</strong> heeft gedeeld niet andersword<strong>en</strong> <strong>op</strong>gevat dan het welbewust <strong>en</strong> derhalve <strong>op</strong>zettelijk <strong>ruchtbaarheid</strong> gev<strong>en</strong> aan die uitlating<strong>en</strong>.Het betrof immers niet e<strong>en</strong> beperkt aantal geadresseerd<strong>en</strong> die - zoals de raadsman de vergelijkingmaakt - in de beslot<strong>en</strong>heid van de huiskamer vertrouwelijke informatie krijgt toevertrouwd. In hetonderhavige geval gaat het om e<strong>en</strong> in pot<strong>en</strong>tie ruimere kring van person<strong>en</strong>, die k<strong>en</strong>nelijk naar eig<strong>en</strong>inzicht <strong>en</strong> zonder <strong>en</strong>ige restrictie over de uitlating<strong>en</strong> mocht beschikk<strong>en</strong>, waarbij daarnaast e<strong>en</strong> verdereverspreiding van de gewraakte tekst door de oorspronkelijk geadresseerd<strong>en</strong> - gezi<strong>en</strong> de aard van debeschuldiging - voor de verdachte niet alle<strong>en</strong> in theorie voorzi<strong>en</strong>baar was maar ook <strong>op</strong> voorhandfeitelijk te verwacht<strong>en</strong> viel.Op grond van het vor<strong>en</strong>staande acht het hof wettig <strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>d bewez<strong>en</strong> hetge<strong>en</strong> aan verdachte ist<strong>en</strong> laste gelegd."2.4.1. Art. 261, eerste lid, Sr luidt als volgt:"Hij die <strong>op</strong>zettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van e<strong>en</strong> bepaald feit, methet k<strong>en</strong>nelijke doel om daaraan <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft metgevang<strong>en</strong>isstraf van t<strong>en</strong> hoogste zes maand<strong>en</strong> of geldboete van de derde categorie."2.4.2. Onder "<strong>ruchtbaarheid</strong> gev<strong>en</strong>" als bedoeld in art. 261 Sr di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> verstaan "het ter k<strong>en</strong>nisvan het publiek br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>". Met zodanig 'publiek' is e<strong>en</strong> bredere kring van betrekkelijk willekeurigederd<strong>en</strong> bedoeld (vgl. HR 8 <strong>juli</strong> 2008, <strong>LJN</strong> BC9186, NJ 2008/430).2.5. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte <strong>op</strong> haar Hyves-pagina zichtbaar voor 20 à 25 andereperson<strong>en</strong> de tekst heeft geplaatst "ik moet mijn kind meegev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> pedo", waarmee zij haar2 of 10 20-07-11 15:58


http://zoek<strong>en</strong>.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=<strong>BQ2009</strong>ex-partner bedoelde. Uitgaande van de maatstaf als hiervoor onder 2.4.2 weergegev<strong>en</strong>, heeft het Hofgeoordeeld dat de verdachte aldus haar ex-partner <strong>op</strong>zettelijk in zijn eer <strong>en</strong> goede naam heeftaangerand door telastlegging van e<strong>en</strong> bepaald feit met het k<strong>en</strong>nelijke doel om daaraan <strong>ruchtbaarheid</strong>te gev<strong>en</strong>. Daarbij heeft het Hof in aanmerking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de in de bewez<strong>en</strong>verklaring g<strong>en</strong>oemdeuitlating niet te vergelijk<strong>en</strong> is met informatie die in de beslot<strong>en</strong>heid van de huiskamer aan e<strong>en</strong>beperkte kring geadresseerd<strong>en</strong> wordt toevertrouwd <strong>en</strong> dat het in het onderhavige geval, waarin detekst <strong>op</strong> de Hyves-pagina van de verdachte zichtbaar was voor person<strong>en</strong> die k<strong>en</strong>nelijk naar eig<strong>en</strong>inzicht <strong>en</strong> zonder <strong>en</strong>ige restrictie over de uitlating kond<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>, voor de verdachte voorzi<strong>en</strong>baar<strong>en</strong> <strong>op</strong> voorhand feitelijk te verwacht<strong>en</strong> was dat de geplaatste tekst verder zou word<strong>en</strong> verspreid. Hetoordeel van het Hof getuigt niet van e<strong>en</strong> onjuiste <strong>op</strong>vatting omtr<strong>en</strong>t art. 261 Sr, terwijl het ev<strong>en</strong>minonbegrijpelijk is. Het middel faalt.3. BeslissingDe <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> verwerpt het beroep.Dit arrest is gewez<strong>en</strong> door de vice-presid<strong>en</strong>t A.J.A. van Dorst als voorzitter, <strong>en</strong> de raadsher<strong>en</strong> B.C. deSavornin Lohman, J. de Hullu, C.H.W.M. Sterk <strong>en</strong> M.A. Loth, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, <strong>en</strong>uitgesprok<strong>en</strong> <strong>op</strong> 5 <strong>juli</strong> <strong>2011</strong>.ConclusieNr. 09/05225Mr. KniggeZitting: 29 maart <strong>2011</strong>Conclusie inzake:[Verdachte]1. Verdachte is door het Gerechtshof te Leeuward<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s "smaad" veroordeeld tot e<strong>en</strong> taakstraf inde vorm van e<strong>en</strong> werkstraf van veertig ur<strong>en</strong>, subsidiair twintig dag<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong>is, voorwaardelijk mete<strong>en</strong> proeftijd van twee jar<strong>en</strong>. Voorts heeft het Hof de vordering van de b<strong>en</strong>adeelde partij toegewez<strong>en</strong><strong>en</strong> aan de verdachte e<strong>en</strong> betalingsverplichting <strong>op</strong>gelegd, e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander <strong>op</strong> de wijze als weergegev<strong>en</strong> inhet arrest.2. Nam<strong>en</strong>s verdachte heeft mr. M.C. van Linde, advocaat te Groning<strong>en</strong>, één middel van cassatievoorgesteld.3. Het middel keert zich met meerdere klacht<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de motivering van de bewez<strong>en</strong>verklaring.4. T<strong>en</strong> laste van de verdachte heeft het Hof bewez<strong>en</strong>verklaard dat:"zij in de periode van 11 april 2007 tot <strong>en</strong> met 21 september 2007 in de geme<strong>en</strong>te Midd<strong>en</strong>-Dr<strong>en</strong>the,<strong>op</strong>zettelijk de eer <strong>en</strong> de goede naam van (haar ex-partner) [slachtoffer] heeft aangerand doortelastlegging van e<strong>en</strong> bepaald feit met het k<strong>en</strong>nelijke doel om daaraan <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>, immersheeft zij, verdachte, met voormeld doel middels het internet <strong>op</strong> de profiel<strong>en</strong>site Hyves, dietoegankelijk was voor ander<strong>en</strong>, geschrev<strong>en</strong>: "ik moet mijn kind meegev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> pedo", met welkwoord pedo zij, verdachte, naar die [slachtoffer] wist, die [slachtoffer] bedoelde."5. Deze bewez<strong>en</strong>verklaring steunt <strong>op</strong> de volg<strong>en</strong>de bewijsmiddel<strong>en</strong>:"1. E<strong>en</strong> proces-verbaal van aangifte, nummer PL031 S/07-180335, d.d. 26 september 2007 <strong>op</strong>ambtsbelofte <strong>op</strong>gemaakt door [verbalisant 1], hoofdag<strong>en</strong>t van politie Dr<strong>en</strong>the, district Noord(deeluitmak<strong>en</strong>d van e<strong>en</strong> dossierproces-verbaal, nummer PL031 S/07-106100, d.d. 22 oktober 2007 <strong>op</strong>ambtseed <strong>op</strong>gemaakt door [verbalisant 2], hoofdag<strong>en</strong>t van politie Dr<strong>en</strong>the, district Noord) inhoud<strong>en</strong>de,zakelijk weergegev<strong>en</strong>:als verklaring van [slachtoffer]:3 of 10 20-07-11 15:58


http://zoek<strong>en</strong>.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=<strong>BQ2009</strong>Ik doe aangifte van smaad/smaadschrift: Mijn eer/goede naam is door de "verdachte" aangeranddoordat via hyves.nl mijn naam publiekelijk in diskrediet is gebracht. De verdachte had het k<strong>en</strong>nelijkedoel om daaraan <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>. Dit bleek mij uit het volg<strong>en</strong>de.Op vrijdag 21 september 2007 werd ik door e<strong>en</strong> goede vri<strong>en</strong>din van mij aangesprok<strong>en</strong> <strong>op</strong> het feit datik door mijn ex-vrouw, g<strong>en</strong>aamd [verdachte] won<strong>en</strong>de te [woonplaats], publiekelijk <strong>op</strong> hyves.nl werdneergezet als pedofiel. De eerste bericht<strong>en</strong> hierover zijn begonn<strong>en</strong> <strong>op</strong> 11 april 2007 <strong>en</strong> het laatstebericht daarover is <strong>op</strong> 19 augustus dit jaar. E<strong>en</strong> ieder die zij als vri<strong>en</strong>d accepteert <strong>op</strong> www.hyves.nl kandeze bericht<strong>en</strong>/tekst<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>.Van het geheel heb ik k<strong>op</strong>ieën gemaakt welke bij de aangifte word<strong>en</strong> bijgevoegd. Enkele citat<strong>en</strong> hieruitzijn: "ik moet mijn kind meegev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> pedo...". Op deze bericht<strong>en</strong> zijn al <strong>en</strong>kele reacties geweest.E<strong>en</strong> reactie was bijvoorbeeld dat e<strong>en</strong> buurtg<strong>en</strong>oot van mij heeft gereageerd <strong>en</strong> dat zij het niet prettigvond dat haar kinder<strong>en</strong> bij mij in de buurt liep<strong>en</strong>.2. E<strong>en</strong> schriftelijk stuk, zijnde e<strong>en</strong> uitdraai van de site [...].hyves.nl/blog, als bijlage gevoegd bij hetonder 1 g<strong>en</strong>oemde proces-verbaal van aangifte, inhoud<strong>en</strong>de, zakelijk weergegev<strong>en</strong>:[Betrokk<strong>en</strong>e 1] moet weer naar mijn ex... Ik moet mijn kind meegev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> pedo.3. E<strong>en</strong> proces-verbaal van de terechtzitting van het gerechtshof te Leeuward<strong>en</strong> d.d. 20 oktober 2009,inhoud<strong>en</strong>de, zakelijk weergegev<strong>en</strong>:als verklaring van verdachte:Ik heb de tekst<strong>en</strong> als g<strong>en</strong>oemd in de t<strong>en</strong>lastelegging geschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong> mijn Hyves-profiel[...].hyves.nl geplaatst. Ik had destijds circa 20 à 25 Hyves-vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> toegelat<strong>en</strong>.Nadere bewijsoverwegingHet hof acht het e<strong>en</strong> feit van algem<strong>en</strong>e bek<strong>en</strong>dheid dat de plaats [woonplaats] is geleg<strong>en</strong> in degeme<strong>en</strong>te Midd<strong>en</strong>-Dr<strong>en</strong>the."6. Het Hof heeft het volg<strong>en</strong>de overwog<strong>en</strong>:"BewijsoverwegingVerdachte heeft erk<strong>en</strong>d dat zij <strong>op</strong> haar Hyves-pagina (e<strong>en</strong> deel van) haar dagboek heeft geplaatstwaarin zij haar ex-partner heeft beschuldigd van seksueel misbruik van hun kind. De in det<strong>en</strong>lastelegging g<strong>en</strong>oemde bewoording<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> hier deel van uit. Zij ontk<strong>en</strong>t echter dat zij daarmeehet doel had om aan die uitlating <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>.Door <strong>en</strong> nam<strong>en</strong>s verdachte is in dit verband aangevoerd dat de betreff<strong>en</strong>de Hyvespagina vanverdachte slechts toegankelijk was voor door verdachte toegelat<strong>en</strong>, circa 20 à 25, "Hyves-vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>".Volg<strong>en</strong>s verdachte war<strong>en</strong> dit familieled<strong>en</strong>, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevri<strong>en</strong>de ex-collega's.Het hof overweegt als volgt.Onder "<strong>ruchtbaarheid</strong> gev<strong>en</strong>" als bedoeld in artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht di<strong>en</strong>t teword<strong>en</strong> verstaan "het ter k<strong>en</strong>nis van het publiek br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>" (zie onder meer <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> 8 <strong>juli</strong> 2008, <strong>LJN</strong>BC9186, NJ 2008, 430). Met zodanig "publiek" is e<strong>en</strong> bredere kring van betrekkelijk willekeurigederd<strong>en</strong> bedoeld.Naar het oordeel van het hof kan de wijze waar<strong>op</strong> -<strong>en</strong> de aard van de bewoording<strong>en</strong> waarin- verdachtehaar gedacht<strong>en</strong> via haar Hyves-pagina met e<strong>en</strong> twintigtal ander<strong>en</strong> heeft gedeeld niet anders word<strong>en</strong><strong>op</strong>gevat dan het welbewust <strong>en</strong> derhalve <strong>op</strong>zettelijk <strong>ruchtbaarheid</strong> gev<strong>en</strong> aan die uitlating<strong>en</strong>.Het betrof immers niet e<strong>en</strong> beperkt aantal geadresseerd<strong>en</strong> die -zoals de raadsman de vergelijkingmaakt- in de beslot<strong>en</strong>heid van de huiskamer vertrouwelijke informatie krijgt toevertrouwd. In hetonderhavige geval gaat het om e<strong>en</strong> in pot<strong>en</strong>tie ruimere kring van person<strong>en</strong>, die k<strong>en</strong>nelijk naar eig<strong>en</strong>inzicht <strong>en</strong> zonder <strong>en</strong>ige restrictie over de uitlating<strong>en</strong> mocht beschikk<strong>en</strong>, waarbij daarnaast e<strong>en</strong> verdereverspreiding van de gewraakte tekst door de oorspronkelijk geadresseerd<strong>en</strong> -gezi<strong>en</strong> de aard van debeschuldiging- voor de verdachte niet alle<strong>en</strong> in theorie voorzi<strong>en</strong>baar was maar ook <strong>op</strong> voorhandfeitelijk te verwacht<strong>en</strong> viel.Op grond van het vor<strong>en</strong>staande acht het hof wettig <strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>d bewez<strong>en</strong> hetge<strong>en</strong> aan verdachte ist<strong>en</strong> laste gelegd."4 of 10 20-07-11 15:58


http://zoek<strong>en</strong>.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=<strong>BQ2009</strong>7. Onder "<strong>ruchtbaarheid</strong> gev<strong>en</strong>" als bedoeld in art. 261 Sr di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> verstaan "het ter k<strong>en</strong>nis vanhet publiek br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>".(1) Met zodanig publiek is e<strong>en</strong> bredere kring van betrekkelijk willekeurige derd<strong>en</strong>bedoeld.(2) Het kan zijn dat de dader zich rechtstreeks tot het publiek richt, bijvoorbeeld door hettoesprek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> toegestroomde m<strong>en</strong>igte of door het do<strong>en</strong> van uitlating<strong>en</strong> <strong>op</strong> de televisie. Maar dathoeft niet. De wetgever heeft ook de zog<strong>en</strong>aamde "kruip<strong>en</strong>de laster" strafbaar will<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>,kwaadaardige aantijging<strong>en</strong> die grif word<strong>en</strong> doorverteld <strong>en</strong> zo e<strong>en</strong> groot publiek bereik<strong>en</strong>. Deaanvankelijk in het O.R.O. gestelde eis dat de uitlating aan t<strong>en</strong>minste twee person<strong>en</strong> moet zijngedaan, is daarbij niet in de wet terechtgekom<strong>en</strong>.(3) Dat is begrijpelijk. Soms kan mededeling aantwee vertrouwde person<strong>en</strong> immers minder kwaad do<strong>en</strong> dan die aan e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele <strong>op</strong> wier bescheid<strong>en</strong>heidniet te rek<strong>en</strong><strong>en</strong> is <strong>en</strong> aan wie zij gedaan kan word<strong>en</strong> juist omdat verbreiding verwacht wordt.(4) Vansmaad in de zin van art. 261 Sr kan daarom ook sprake zijn indi<strong>en</strong> de telastlegging van e<strong>en</strong> bepaaldfeit aan één persoon wordt medegedeeld.(5)8. Smaad is e<strong>en</strong> formeel delict.(6) Dat wil zegg<strong>en</strong> dat niet vereist is dat de smadelijke mededelingdaadwerkelijk het publiek heeft bereikt. Voldo<strong>en</strong>de voor strafbaarheid is dat de dader handelde methet k<strong>en</strong>nelijke doel om aan de telastegelegde feit<strong>en</strong> <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>. De lastige vraag daarbij iswat onder "k<strong>en</strong>nelijk doel" moet word<strong>en</strong> verstaan. In de literatuur wordt wel verdedigd dat "oogmerk"of "bedoeling" niet per se vereist is <strong>en</strong> dat "wet<strong>en</strong>schap" of "(noodzakelijkheids-) bewustheid" volstaat.De wijze waar<strong>op</strong> de uitlating is gedaan staat hierbij volg<strong>en</strong>s Janss<strong>en</strong>s <strong>en</strong> Nieuw<strong>en</strong>huis c<strong>en</strong>traal. Indi<strong>en</strong>de uitlating is gedaan <strong>op</strong> e<strong>en</strong> wijze waar<strong>op</strong> de dader zich bewust moet zijn geweest dat derd<strong>en</strong> ervankunn<strong>en</strong> vernem<strong>en</strong> dan is deze gedaan met het k<strong>en</strong>nelijke doel van <strong>ruchtbaarheid</strong>.(7) Maar zogeformuleerd is er weinig tot ge<strong>en</strong> verschil met voorwaardelijk <strong>op</strong>zet: wat m<strong>en</strong> zich noodzakelijkbewust moet zijn, is de mogelijkheid dat derd<strong>en</strong> de uitlating vernem<strong>en</strong>.9. Opmerkelijk g<strong>en</strong>oeg heeft de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> zich, althans voor zover ik weet, ge<strong>en</strong> nadere omschrijvingvan het begrip "met het k<strong>en</strong>nelijk doel" gegev<strong>en</strong>. In de gevall<strong>en</strong> waarin de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> zich over ditbestanddeel uitspreekt, pleegt hij zich te beperk<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> oordeel over het gebezigde bewijs.Geoordeeld wordt dat de rechter het bewez<strong>en</strong>verklaarde daaruit al dan niet heeft kunn<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong>.Ingeval van onvoldo<strong>en</strong>de bewijs wordt niet zeld<strong>en</strong> overwog<strong>en</strong> dat het <strong>en</strong>kele feit dat [volgt e<strong>en</strong> kortegevalsbeschrijving] onvoldo<strong>en</strong>de is om te sprek<strong>en</strong> van handel<strong>en</strong> met het k<strong>en</strong>nelijk doel om aan hett<strong>en</strong>lastegelegde feit <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>. Zo tek<strong>en</strong>t zich wel iets af van wat daaronder moet word<strong>en</strong>verstaan, maar e<strong>en</strong> definitie wordt niet gegev<strong>en</strong>.10. Ik acht het niet uitgeslot<strong>en</strong> dat de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> uitgaat van e<strong>en</strong> interpretatie van het bedoeldebestanddeel die er<strong>op</strong> neerkomt dat voorwaardelijk <strong>op</strong>zet volstaat. In dit verband wijs ik <strong>op</strong> HR 9februari 2010, <strong>LJN</strong> BI4691, NJ 2010, 104, waarin de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> zich uitsprak over de betek<strong>en</strong>is vanhet bestanddeel "ter bedrieglijke verkorting van de recht<strong>en</strong> der schuldeisers" in art. 343 Sr. Hoewel deformulering taalkundig gezi<strong>en</strong> lijkt te wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> doelgericht handel<strong>en</strong>, oordeelde de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong>voorwaardelijk <strong>op</strong>zet voldo<strong>en</strong>de. D<strong>en</strong>kbaar is dat hij ook bij art. 261 Sr bereid is over mogelijketaalkundige bezwar<strong>en</strong> he<strong>en</strong> te stapp<strong>en</strong>. Ik acht het echter ev<strong>en</strong>min uitgeslot<strong>en</strong> dat de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> aanhet bedoelde bestanddeel e<strong>en</strong> inhoud geeft die zich niet goed met begripp<strong>en</strong> als oogmerk,noodzakelijkheidsbewustzijn of voorwaardelijk <strong>op</strong>zet laat vang<strong>en</strong>. Ik zal pog<strong>en</strong> dat aan de hand van dewetsgeschied<strong>en</strong>is te verduidelijk<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s bespreek ik kort de relevante jurisprud<strong>en</strong>tie.11. Art. 367 Code Pénal, de voorganger van art. 261 Sr, eiste dat het "telastlegg<strong>en</strong>" van "dad<strong>en</strong>"geschiedde "<strong>op</strong> of in <strong>op</strong><strong>en</strong>bare plaats<strong>en</strong> of bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>". Het ging hier om e<strong>en</strong> objectief bestanddeeldat door de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> zo werd uitgelegd dat niet de plaats waar de dader zijn beledig<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>uitte besliss<strong>en</strong>d was, maar dat ook van belang was of die woord<strong>en</strong> "niet bij toeval kond<strong>en</strong>, maarnoodw<strong>en</strong>dig moest<strong>en</strong> gehoord word<strong>en</strong>". Daarom werd e<strong>en</strong> landbouwer die zich, to<strong>en</strong> hij het slachtoffervan brandstichting betichtte, "<strong>op</strong> drie voet<strong>en</strong> afstands van de <strong>op</strong><strong>en</strong>bare weg" bevond, veroordeeldomdat hij zo luid had gesprok<strong>en</strong> dat de buurvrouw het kon hor<strong>en</strong>. Omgekeerd werd ge<strong>en</strong> smaadaang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het geval waarin, tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> wandeling <strong>op</strong> de <strong>op</strong><strong>en</strong>bare weg, de <strong>en</strong>e wandelaar deandere wandelaar vertelde dat e<strong>en</strong> zekere De G. zich met grote regelmaat schuldig maakte aandiefstal van sigar<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> was deze uitlating "zoodanig vertrouwelijk <strong>en</strong> voor hetpubliek onhoorbaar" dat zij "k<strong>en</strong>nelijk het karakter miste van e<strong>en</strong> imputatie <strong>op</strong> e<strong>en</strong>e <strong>op</strong><strong>en</strong>bareplaats".(8)5 of 10 20-07-11 15:58


http://zoek<strong>en</strong>.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=<strong>BQ2009</strong>12. Uit de totstandkomingsgeschied<strong>en</strong>is van art. 261 Sr blijkt niet dat de wetgever van oordeel wasdat de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de strafbare smaad <strong>op</strong> deze wijze te ruim getrokk<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>.(9) Ik zou haastzegg<strong>en</strong>, integ<strong>en</strong>deel. Voor e<strong>en</strong> andere formulering werd gekoz<strong>en</strong> omdat ook de kruip<strong>en</strong>de lasterstrafbaar di<strong>en</strong>de te zijn. Het <strong>op</strong><strong>en</strong>baarheidsvereiste van de Code Pénal werd om die red<strong>en</strong> in hetO.R.O. vervang<strong>en</strong> door de eis dat de t<strong>en</strong>lastelegging van het feit moest zijn gedaan "integ<strong>en</strong>woordigheid van twee of meer person<strong>en</strong>, hetzij door <strong>op</strong>volg<strong>en</strong>de mededeling aan twee of meerperson<strong>en</strong>". Ook hier ging het onmisk<strong>en</strong>baar om e<strong>en</strong> objectief bestanddeel. Van belang daarbij is dathet tweede lid van het voorgestelde artikel <strong>op</strong> dat bestanddeel e<strong>en</strong> restrictie aanbracht: "Onder detwee of meer person<strong>en</strong> in het eerste lid bedoeld, zijn de huisg<strong>en</strong>oot<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> dader niet begrep<strong>en</strong>".Volg<strong>en</strong>s de MvT di<strong>en</strong>de de wetgever de volkom<strong>en</strong> vrijheid van sprek<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over huisg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> teeerbiedig<strong>en</strong>. Het voorgestelde "stelsel" stuitte <strong>op</strong> grote weerstand, omdat de begr<strong>en</strong>zing van destrafbaarheid willekeurig was <strong>en</strong> de kruip<strong>en</strong>de laster deels buit<strong>en</strong> schot bleef. De mededeling aan e<strong>en</strong><strong>en</strong>kel individu kon volg<strong>en</strong>s de Commissie van Rapporteurs "het begin [zijn] van d<strong>en</strong> ergerlijkst<strong>en</strong> vormvan kruip<strong>en</strong>d<strong>en</strong> laster".(10) Opmerkelijk is dat de Commissie tegelijk van oordeel was dat de "gewoneachterklap" niet strafbaar di<strong>en</strong>de te zijn omdat dit e<strong>en</strong> "schadelijke inm<strong>en</strong>ging van de regterlijke machtin particuliere gesprekk<strong>en</strong>" zou betek<strong>en</strong><strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan zich afvrag<strong>en</strong> waarin het verschil moet word<strong>en</strong>gezocht tuss<strong>en</strong> de gewone achterklap <strong>en</strong> de kruip<strong>en</strong>de laster. In dezelfde passage spreekt deCommissie over het door het publiek gezag uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van "inquisitie" over "het gesprok<strong>en</strong>e in debeslot<strong>en</strong> kring". Daaruit zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgeleid dat met "gewone achterklap" de kwaadsprekerijin beslot<strong>en</strong> kring werd bedoeld.(11) Die beslot<strong>en</strong> kring lijkt daarbij door de Commissie niet al te ruimte zijn g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Daar<strong>op</strong> wijz<strong>en</strong> de bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> die teg<strong>en</strong> het voorgestelde tweede lid werd<strong>en</strong>ingebracht. Indi<strong>en</strong> "het stelsel der Regering" gehandhaafd bleef, was het volg<strong>en</strong>s de Commissie vanRapporteurs in elk geval beter om in dat lid in plaats van "huisg<strong>en</strong>oot<strong>en</strong>" te lez<strong>en</strong> "led<strong>en</strong> van hetgezin". Want onder huisg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> ook "inwon<strong>en</strong>de person<strong>en</strong>, comm<strong>en</strong>sal<strong>en</strong> of di<strong>en</strong>sbod<strong>en</strong>"begrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het feit dat de smadelijke uitlating in teg<strong>en</strong>woordigheid van dergelijke person<strong>en</strong>was gedaan, was volg<strong>en</strong>s de Commissie "reeds g<strong>en</strong>oeg" om het gevolg (kruip<strong>en</strong>de laster) teweeg tebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> minderheid van de Commissie w<strong>en</strong>ste daarnaast dat de uitzondering zich ook zouuitstrekk<strong>en</strong> tot de bloedverwant<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aangehuwd<strong>en</strong>.(12) Daarover dacht de meerderheid dusanders.13. De Commissie van Rapporteurs wees als gezegd het stelsel van de regering af. Zij stelde, om "d<strong>en</strong>war<strong>en</strong> listig<strong>en</strong> boosaardig<strong>en</strong> lasteraar" onder het bereik van de strafwet te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andercriterium voor, namelijk het "oogmerk van publiciteit". Zij gaf daarom de volg<strong>en</strong>de redactie inoverweging: "in het <strong>op</strong><strong>en</strong>baar of met het k<strong>en</strong>nelijk doel om het ter k<strong>en</strong>tnisse van het publiek tebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>", waarbij nog als alternatief voor de laatste zinsnede werd aangedrag<strong>en</strong>: "om daaraan<strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>". Opmerkelijk is dat in deze redactie e<strong>en</strong> objectief bestanddeel ("in het<strong>op</strong><strong>en</strong>baar") <strong>en</strong> e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nelijk als subjectief gezi<strong>en</strong> bestanddeel ("met het k<strong>en</strong>nelijke doel") alsalternatieve mogelijkhed<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd. Volg<strong>en</strong>s de meerderheid van de Commissie was detoevoeging van "in het <strong>op</strong><strong>en</strong>baar" nodig om bewijsproblem<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong> publieke eerroofdi<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong> gewaakt, ook als het bewijs van "het subjectieve doel der <strong>ruchtbaarheid</strong>" ontbrak.E<strong>en</strong> minderheid maakte teg<strong>en</strong> deze toevoeging bezwaar. Daardoor zou te veel gewicht word<strong>en</strong> gehechtaan de plaats waar de belediging werd uitgesprok<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> achtte zij de toevoeging overbodig"omdat deze qualificatie van het feit geacht kan word<strong>en</strong> reeds omvat te word<strong>en</strong> door de uitdrukking:"met het k<strong>en</strong>nelijk doel om (<strong>en</strong>z.)"" Uiteindelijk kreeg de minderheid, dankzij de steun van ministerModderman, haar zin. Hij stelde dat het vereiste "k<strong>en</strong>nelijke doel" e<strong>en</strong> doel was "dat zonder moeite uitde omstandighed<strong>en</strong> zal kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgeleid". Daarom kon de door hem als "gevaarlijk"bestempelde bijvoeging "in het <strong>op</strong><strong>en</strong>baar" gemist word<strong>en</strong>: "Wie zonder dat doel, <strong>op</strong> straat zachtspreekt, moet niet onder het artikel vall<strong>en</strong>".14. M<strong>en</strong> kan zich afvrag<strong>en</strong> of de minister met dit laatste argum<strong>en</strong>t recht deed aan de wijze waar<strong>op</strong> de<strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> het <strong>op</strong><strong>en</strong>baarheidsvereiste in art. 367 CP had uitgelegd. E<strong>en</strong> gesprek onder vier og<strong>en</strong> <strong>op</strong>straat miste immers naar zijn oordeel k<strong>en</strong>nelijk het karakter van e<strong>en</strong> imputatie <strong>op</strong> e<strong>en</strong> <strong>op</strong><strong>en</strong>bareplaats. Op het k<strong>en</strong>nelijke karakter van de uitlating (al dan niet vertrouwelijk; al dan niet hoorbaar voorhet publiek) lag e<strong>en</strong> zwaar acc<strong>en</strong>t. De vraag is of dat onder art. 261 Sr veel anders is geword<strong>en</strong>. Deinzet van de parlem<strong>en</strong>taire discussie lijkt te zijn geweest om uitlating<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> vertrouwelijk karakterhadd<strong>en</strong> (doordat zij in beslot<strong>en</strong> kring werd<strong>en</strong> gedaan) buit<strong>en</strong> het bereik van de strafwet te houd<strong>en</strong>.6 of 10 20-07-11 15:58


http://zoek<strong>en</strong>.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=<strong>BQ2009</strong>Uitlating<strong>en</strong> die dat karakter k<strong>en</strong>nelijk mist<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> wel strafbaar te zijn. Dat leidde tot e<strong>en</strong> sterkgeobjectiveerde uitleg van het vereiste "k<strong>en</strong>nelijke doel": dat doel kon "zonder moeite" uit deomstandighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgeleid. En dat maakte dat de toevoeging "in het <strong>op</strong><strong>en</strong>baar" overbodig was.Uitlating<strong>en</strong> die het karakter van e<strong>en</strong> <strong>op</strong><strong>en</strong>bare imputatie hebb<strong>en</strong>, zijn uitlating<strong>en</strong> die met het vereistek<strong>en</strong>nelijke doel zijn gedaan.15. Op grond van het voorgaande kan gezegd word<strong>en</strong> dat art. 261 Sr de strafbaarheid van smaad,vergelek<strong>en</strong> met art. 367 CP, in twee <strong>op</strong>zicht<strong>en</strong> uitbreidde. De eerste uitbreiding is dat smaad minder'plaatsgebond<strong>en</strong>' is geword<strong>en</strong>. Ook e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>shuis, bijvoorbeeld in het bijzijn van di<strong>en</strong>stbodes gedaneuitlating kan smaad <strong>op</strong>lever<strong>en</strong>. De tweede uitbreiding is dat uitlating<strong>en</strong> die objectief gezi<strong>en</strong> hetkarakter van e<strong>en</strong> <strong>op</strong><strong>en</strong>bare imputatie miss<strong>en</strong> (doordat zij onder vier og<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedaan), toch onderhet bereik van de strafwet kunn<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. Zacht sprek<strong>en</strong> <strong>op</strong> straat kon onder de Code Pénal sowiesoge<strong>en</strong> smaad <strong>op</strong>lever<strong>en</strong>. Onder art. 261 Sr is zacht sprek<strong>en</strong> <strong>op</strong> straat, als afgegaan mag word<strong>en</strong> <strong>op</strong> dewoord<strong>en</strong> van minister Modderman, alle<strong>en</strong> straffeloos als dat zonder het doel van <strong>ruchtbaarheid</strong>geschiedt. Wie met dat doel zacht spreekt, is wel - als de boosaardige aanstichter van kruip<strong>en</strong>de laster- strafbaar.16. In de lijn van het voorgaande ligt, dat bij de invulling van het bestanddeel "met het k<strong>en</strong>nelijke doelom daaraan <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>" ruwweg twee typ<strong>en</strong> gevall<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Heteerste type geval is het geval waarin de gedane uitlating objectief gezi<strong>en</strong> - dat wil zegg<strong>en</strong>: gezi<strong>en</strong> deomstandighed<strong>en</strong> waaronder de mededeling werd gedaan - het karakter van e<strong>en</strong> vertrouwelijkemededeling mist. In dat geval is voldo<strong>en</strong>de dat de dader de desbetreff<strong>en</strong>de omstandighed<strong>en</strong> k<strong>en</strong>de.Wie d<strong>en</strong>kt dat de microfoon uitstaat, zodat zijn uitlating<strong>en</strong> onbedoeld word<strong>en</strong> uitgezond<strong>en</strong>, mist hetk<strong>en</strong>nelijke doel van <strong>ruchtbaarheid</strong>. Wie echter weet dat de microfoon aanstaat, handelt zonder meermet dat k<strong>en</strong>nelijke doel. Enig bijkom<strong>en</strong>d boosaardig oogmerk is niet vereist. Het tweede type geval ishet geval waarin de uitlating og<strong>en</strong>schijnlijk - afgaande <strong>op</strong> de objectieve omstandighed<strong>en</strong> waaronder demededeling wordt gedaan - e<strong>en</strong> vertrouwelijk karakter heeft. In dat geval is k<strong>en</strong>nis van deomstandighed<strong>en</strong> uiteraard onvoldo<strong>en</strong>de. Dan lijkt wel e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d oogmerk vereist. Of onder datoogmerk ook voorwaardelijk <strong>op</strong>zet begrep<strong>en</strong> is, is daarbij e<strong>en</strong> vraag van weinig praktisch belangomdat het bewijs van het bijkom<strong>en</strong>d <strong>op</strong>zet, als de dader zijn ev<strong>en</strong>tuele boosaardige bedoeling<strong>en</strong> niet<strong>op</strong>biecht, hoe dan ook moeilijk zal zijn te lever<strong>en</strong>. Soms zal het vereiste <strong>op</strong>zet afgeleid kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>uit het feit dat de dader de desbetreff<strong>en</strong>de mededeling kort na elkaar aan verschill<strong>en</strong>de person<strong>en</strong> heeftgedaan. Maar dat is gelijk e<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>sgeval: m<strong>en</strong> zou ook kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat de <strong>op</strong>e<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>demededeling<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nelijk e<strong>en</strong> vertrouwelijk karakter mist<strong>en</strong>.17. Zoals gezegd heeft de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> zich van e<strong>en</strong> nadere begripsomschrijving onthoud<strong>en</strong>. Hij pleegtzich te bepal<strong>en</strong> tot de vraag of het k<strong>en</strong>nelijke doel uit de bewijsmiddel<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> afgeleid. In e<strong>en</strong>aantal zak<strong>en</strong> bleek dat niet het geval. Zo kon uit het <strong>en</strong>kele feit dat de verdachte e<strong>en</strong> brief metbeschuldiging<strong>en</strong> gericht teg<strong>en</strong> <strong>en</strong>e mr. S. toezond aan de burgemeester van Amsterdam niet word<strong>en</strong>afgeleid dat de verdachte handelde met het k<strong>en</strong>nelijke doel om aan de feit<strong>en</strong> <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>.Dat de burgemeester e<strong>en</strong> persoon met <strong>op</strong><strong>en</strong>bare functie is, maakte dit niet anders. (13) Hetzelfde goldvoor het verstur<strong>en</strong> van fax<strong>en</strong> aan de curator <strong>en</strong> de rechter-commissaris die in het faillissem<strong>en</strong>t van deverdachte <strong>op</strong>trad<strong>en</strong>. In die fax<strong>en</strong> werd de curator beschuldigd van <strong>op</strong>lichting.(14) Onvoldo<strong>en</strong>de bewijswas er ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in het geval waarin de verdachte e<strong>en</strong> anonieme brief stuurde aan e<strong>en</strong> moeder waarinde vader beschuldigd werd van ontuchtige handeling<strong>en</strong> met hun dochter. De <strong>en</strong>kele omstandigheid datde moeder de inhoud ter k<strong>en</strong>nis had gebracht van de huisarts <strong>en</strong> de vader, maakte dat nietanders.(15)18. Dat in deze gevall<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de bewijs aanwezig werd geacht, verbaast niet. Juist het feit dat deburgemeester van Amsterdam e<strong>en</strong> <strong>op</strong><strong>en</strong>bare functie bekleedt, maakt dat niet verwacht kan word<strong>en</strong> dathij zich zal lat<strong>en</strong> inschakel<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong> van kruip<strong>en</strong>de laster. De vertrouwelijkheid van demededeling zit hier als het ware ingebakk<strong>en</strong> in de discretie waarmee de functionaris zijn ambt di<strong>en</strong>t tevervull<strong>en</strong>. Daar komt bij dat het juist van prud<strong>en</strong>tie getuigt als verme<strong>en</strong>de strafbare feit<strong>en</strong> niet aan degrote klok word<strong>en</strong> gehang<strong>en</strong>, maar (alle<strong>en</strong>) onder de aandacht van de verantwoordelijke overheidword<strong>en</strong> gebracht, zodat die er ev<strong>en</strong>tueel teg<strong>en</strong> kan <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>. Ik merk daarbij <strong>op</strong> dat voor het do<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> valse klacht of aangifte teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaald persoon "bij de overheid" (daaronder valt zeker deburgemeester) e<strong>en</strong> aparte strafbepaling bestaat: art. 268 Sr. Soortgelijke <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>7 of 10 20-07-11 15:58


http://zoek<strong>en</strong>.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=<strong>BQ2009</strong>gemaakt met betrekking tot de fax<strong>en</strong> die aan de curator <strong>en</strong> de rechter-commissaris werd<strong>en</strong> gezond<strong>en</strong>.De curator is zo'n beetje de laatste van wie verwacht kan word<strong>en</strong> dat hij zich zal lat<strong>en</strong> inschakel<strong>en</strong> ine<strong>en</strong> proces van kruip<strong>en</strong>de laster gericht teg<strong>en</strong> zijn persoon. De curator <strong>en</strong> de rechter-commissariss<strong>en</strong>zijn wél de functionariss<strong>en</strong> die verantwoordelijk zijn voor de juiste afwikkeling van hetfaillissem<strong>en</strong>t.(16) Het k<strong>en</strong>nelijk doel van de fax<strong>en</strong> is dan ook veeleer dat e<strong>en</strong> eind zou word<strong>en</strong> gemaaktaan de verme<strong>en</strong>de misstand. Dat laatste lijkt ook te geld<strong>en</strong> voor de anonieme brief die aan deverantwoordelijke moeder werd gezond<strong>en</strong>. Dat de brief e<strong>en</strong> - mogelijk welgeme<strong>en</strong>de - waarschuwingbevatte - die ertoe zou kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dat de moeder de huisarts <strong>en</strong> de politie zou inschakel<strong>en</strong> - vormte<strong>en</strong> sterke contra-indicatie teg<strong>en</strong> de veronderstelling dat de verdachte er<strong>op</strong> uit was om aan hetbeweerdelijke seksuele misbruik <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>.(17) Objectief gezi<strong>en</strong> droeg zijn brief niet hetkarakter van e<strong>en</strong> <strong>op</strong><strong>en</strong>bare imputatie. Natuurlijk is het d<strong>en</strong>kbaar dat sprake was van e<strong>en</strong> "listige <strong>en</strong>boosaardige" verdachte die wel degelijk handelde met het oogmerk dat zijn beschuldiging door demoeder publiek gemaakt zou word<strong>en</strong>, maar dat moet dan wel bewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.19. In de jurisprud<strong>en</strong>tie do<strong>en</strong> zich ook gevall<strong>en</strong> voor waarin het bewijs van het vereiste k<strong>en</strong>nelijke doelwel voorhand<strong>en</strong> is, of althans lijkt te zijn, want niet altijd wordt daarover in cassatie geklaagd. Dat isniet vreemd. In gevall<strong>en</strong> bijvoorbeeld waarin de verdachte als journalist smadelijke feit<strong>en</strong> in de krantzette, is het zo evid<strong>en</strong>t dat hij handelde met het doel om de feit<strong>en</strong> publiek te mak<strong>en</strong>, dat klag<strong>en</strong> weinigzin zou hebb<strong>en</strong> gehad.(18) Wel geklaagd werd in het geval waarin de verdachte e<strong>en</strong> faxbericht metsmadelijke inhoud naar de redactie van het Utrechts Nieuwsblad stuurde. De <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> deed dezeklacht af <strong>op</strong> voet van art. 81 RO.(19) E<strong>en</strong> geval waarin het vereiste k<strong>en</strong>nelijke doel er niet duim<strong>en</strong>dikbov<strong>en</strong><strong>op</strong> lag, deed zich voor in het al ev<strong>en</strong> ter sprake gekom<strong>en</strong> arrest van de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> van 3november 1964, NJ 1965/109. In deze zaak was bewez<strong>en</strong>verklaard dat de verdachte teg<strong>en</strong> iemandhad gezegd dat e<strong>en</strong> zekere C. ti<strong>en</strong>duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> guld<strong>en</strong>s had gestol<strong>en</strong> uit de kas van de PTT <strong>en</strong> dat hijteg<strong>en</strong> iemand anders had gezegd dat deze C. zijn schoonmoeder had bestol<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat meerdereperson<strong>en</strong> daarvan afwist<strong>en</strong>. Het Hof had daar twee feit<strong>en</strong> in gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> het bewez<strong>en</strong>verklaarde daaromgekwalificeerd als meermal<strong>en</strong> gepleegde smaad. De <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> volstond met de overweging dat hetbewez<strong>en</strong>verklaarde uit de bewijsmiddel<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong> afgeleid. De moeilijkheid daarbij is dat diebewijsmiddel<strong>en</strong> in het arrest niet zijn vermeld. Uit de conclusie van A-G Moons kan word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemaaktdat de verdachte ook nog teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> derde persoon had gezegd dat C. geld van de PTT had gestol<strong>en</strong>.Uit het feit dat de verdachte in betrekkelijk korte tijd C. teg<strong>en</strong>over drie verschill<strong>en</strong>de person<strong>en</strong> zwarthad gemaakt, zij het door het telastelegg<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de feit<strong>en</strong>, kon als ik het goed begrijpvolg<strong>en</strong>s de A-G word<strong>en</strong> afgeleid dat de verdachte in beide gevall<strong>en</strong> had gehandeld met het k<strong>en</strong>nelijkedoel om aan de feit<strong>en</strong> <strong>ruchtbaarheid</strong> te gev<strong>en</strong>. Zijns inzi<strong>en</strong>s kwam daar voor het tweede geval nog bijdat de verdachte had gezegd dat meerdere person<strong>en</strong> ervan afwist<strong>en</strong>. Inderdaad kan in e<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere<strong>en</strong> aanwijzing word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> dat de mededeling<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong> vertrouwelijk karakter hadd<strong>en</strong>. Maar erghoog lijk<strong>en</strong> de eis<strong>en</strong> die de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> aan het bewijs van het k<strong>en</strong>nelijke doel stelt, daarmee niet tezijn. Ik merk daarbij nog wel <strong>op</strong> dat voor zover valt na te gaan van contra-indicaties ge<strong>en</strong> sprake was.Zo'n contra-indicatie kan zoals betoogd geleg<strong>en</strong> zijn in de aanwezigheid van e<strong>en</strong> ander doel: het <strong>op</strong> dehoogte stell<strong>en</strong> van de verantwoordelijke autoriteit<strong>en</strong> of het waarschuw<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong> person<strong>en</strong>.Zo'n contra-indicatie kan ook geleg<strong>en</strong> zijn in de vertrouwelijke relatie waarin de verdachte stond tot deperson<strong>en</strong> aan wie hij de feit<strong>en</strong> vertelde. Het had wellicht anders geleg<strong>en</strong> als het telk<strong>en</strong>s was gegaanom gesprekk<strong>en</strong> met bijvoorbeeld e<strong>en</strong> familielid of e<strong>en</strong> goede vri<strong>en</strong>d.20. Terug naar de onderhavige zaak. Daarin heeft de verdachte <strong>op</strong> haar Hyves-pagina de <strong>op</strong>merking"ik moet mijn kind meegev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> pedo" geplaatst. Tot dit gedeelte van de Hyves-pagina hadd<strong>en</strong>circa twintig tot vijf<strong>en</strong>twintig "Hyves-vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>" toegang. Het Hof heeft overwog<strong>en</strong> dat de wijze waar<strong>op</strong>- <strong>en</strong> de aard van de bewoording<strong>en</strong> - de verdachte haar gedacht<strong>en</strong> via haar Hyves-pagina met e<strong>en</strong>twintigtal ander<strong>en</strong> heeft gedeeld niet anders kan word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gevat dan het welbewust <strong>en</strong> derhalve<strong>op</strong>zettelijk <strong>ruchtbaarheid</strong> gev<strong>en</strong> aan die uitlating<strong>en</strong>. Het Hof heeft daarbij in aanmerking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dathet niet e<strong>en</strong> beperkt aantal geadresseerd<strong>en</strong> betrof die in de beslot<strong>en</strong>heid van de huiskamervertrouwelijke informatie krijg<strong>en</strong> toevertrouwd, dat het in pot<strong>en</strong>tie om e<strong>en</strong> ruimere kring van person<strong>en</strong>ging, die k<strong>en</strong>nelijk naar eig<strong>en</strong> inzicht <strong>en</strong> zonder <strong>en</strong>ige restrictie over de uitlating<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong><strong>en</strong> voorts dat verspreiding van de gewraakte tekst voor de verdachte niet alle<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>baar wasmaar ook <strong>op</strong> voorhand feitelijk te verwacht<strong>en</strong> viel.21. Voor zover het middel erover klaagt dat het Hof ge<strong>en</strong> oordeel heeft gegev<strong>en</strong> over de vraag of e<strong>en</strong>8 of 10 20-07-11 15:58


http://zoek<strong>en</strong>.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=<strong>BQ2009</strong>groep van twintig à vijf<strong>en</strong>twintig "Hyves-vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>" kan word<strong>en</strong> aangemerkt als e<strong>en</strong> "bredere kring vanbetrekkelijk willekeurige derd<strong>en</strong>", faalt het omdat het Hof daarover niet hoefde te oordel<strong>en</strong>. De vraagis niet of het t<strong>en</strong>lastegelegde feit ter k<strong>en</strong>nis van het publiek is gebracht, maar of de verdachte hetk<strong>en</strong>nelijke doel had om dat feit ter k<strong>en</strong>nis van het publiek te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Dat heeft het Hof niet misk<strong>en</strong>d.Het Hof heeft het k<strong>en</strong>nelijke doel van de verdachte om aan het telastegelegde feit <strong>ruchtbaarheid</strong> tegev<strong>en</strong> immers ontle<strong>en</strong>d aan de omstandigheid dat het voor de verdachte voorzi<strong>en</strong>baar was <strong>en</strong> teverwacht<strong>en</strong> viel dat de uitlating door de zog<strong>en</strong>aamde "Hyves-vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>" (verder) zou word<strong>en</strong> verspreid.22. Daarmee heeft het Hof tot uitdrukking gebracht dat van mededeling<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> vertrouwelijkkarakter hebb<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> sprake was. Dat oordeel getuigt mijns inzi<strong>en</strong>s niet van e<strong>en</strong> onjuisterechts<strong>op</strong>vatting. Ik acht dat oordeel, gelet <strong>op</strong> de omstandighed<strong>en</strong> die het Hof in aanmerking heeftg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>min onbegrijpelijk. De verdachte heeft het t<strong>en</strong>lastegelegde feit aan e<strong>en</strong> groot aantalperson<strong>en</strong> meegedeeld. Dat zij daarvoor e<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> (zoals het voorkom<strong>en</strong> van het beweerdelijkemisbruik of het waarschuw<strong>en</strong> van bepaalde person<strong>en</strong>) had dan het bek<strong>en</strong>dmak<strong>en</strong> van dat feit, is doorde verdediging niet aangevoerd. De gebezigde bewoording<strong>en</strong>, die door het Hof in aanmerking zijng<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, wijz<strong>en</strong> ook niet <strong>op</strong> het bestaan van e<strong>en</strong> dergelijk ander doel.23. Het <strong>en</strong>kele feit dat alle person<strong>en</strong> aan wie de feit<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> meegedeeld, familieled<strong>en</strong>, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong>bevri<strong>en</strong>de ex-collega's war<strong>en</strong>, leidt mijns inzi<strong>en</strong>s niet tot e<strong>en</strong> ander oordeel. Niet aangevoerd is datverdachte alle<strong>en</strong> die person<strong>en</strong> toegang verle<strong>en</strong>de tot haar Hyves-profiel die vertrouwelijke omgangmet de daar<strong>op</strong> te vind<strong>en</strong> informatie toezegd<strong>en</strong>. Aangevoerd is ev<strong>en</strong>min dat verdachte in dit specifiekegeval om geheimhouding heeft verzocht. Daarmee stemt overe<strong>en</strong> dat niet is aangevoerd dat het feitdat e<strong>en</strong> buurtg<strong>en</strong>oot van de aangever bek<strong>en</strong>d was geword<strong>en</strong> met het t<strong>en</strong>lastegelegde feit, het gevolgwas van e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van de vertrouwelijkheid waar<strong>op</strong> de verdachte rek<strong>en</strong>de.24. Ook voor het overige is de bewez<strong>en</strong>verklaring naar de eis der wet met red<strong>en</strong><strong>en</strong> omkleed. Hetmiddel faalt derhalve.25. Grond<strong>en</strong> waar<strong>op</strong> de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> gebruik zou moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van zijn bevoegdheid de bestred<strong>en</strong>uitspraak ambtshalve te vernietig<strong>en</strong>, heb ik niet aangetroff<strong>en</strong>. Deze conclusie strekt tot verwerpingvan het beroep.De Procureur-G<strong>en</strong>eraalbij de <strong>Hoge</strong> <strong>Raad</strong> der Nederland<strong>en</strong>AG1 HR 22 januari 1965, <strong>LJN</strong> AC4535, NJ 1965/131, HR 8 <strong>juli</strong> 2008, <strong>LJN</strong> BC9186, NJ 2008/430.2 HR 8 <strong>juli</strong> 2008, <strong>LJN</strong> BC9186, NJ 2008/430.3 Zie A.L.J. M. Janss<strong>en</strong>s, Strafbare belediging, Thela-Thesis, Amsterdam 1998, p. 122-126.4 NLR, aant. 2 <strong>op</strong> art. 261. Vgl. de Commissie van Rapporteurs zoals geciteerd door Janss<strong>en</strong>s, a.w., p.125.5 HR 3 november 1964, NJ 1965/109.6 Janss<strong>en</strong>s, a.w., p. 126 e.v.7 A.L.J. Janss<strong>en</strong>s <strong>en</strong> A.J. Nieuw<strong>en</strong>huis, Uitingsdelict<strong>en</strong>, Kluwer, Dev<strong>en</strong>ter 2005, p. 51; zie tev<strong>en</strong>sJanss<strong>en</strong>s, a.w, p. 129-130.8 Zie m.n. HR 15 december 1846, W. 785 <strong>en</strong> HR 2 november 1857, W. 2002, besprok<strong>en</strong> doorJanss<strong>en</strong>s, a.w., p 122/123.9 Zie voor deze totstandkomingsgeschied<strong>en</strong>is, Janss<strong>en</strong>s, a.w., pp. 123-126. Het navolg<strong>en</strong>de is, t<strong>en</strong>zijanders aangegev<strong>en</strong>, daar te vind<strong>en</strong>.10 Vgl. punt 7.11 Die uitleg past goed bij de argum<strong>en</strong>tatie van de Commissie: zij betoogt dat, als ook de gwon<strong>en</strong>achterklap strafbaar zou zijn, de beledigde welhaast gedwong<strong>en</strong> wordt om daarteg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klacht in tedi<strong>en</strong><strong>en</strong>, "zoodat in vele gevall<strong>en</strong> de hem verle<strong>en</strong>de bescherming hem tot groot<strong>en</strong> last zal word<strong>en</strong>". Datbezwaar gold k<strong>en</strong>nelijk niet de smaad die <strong>op</strong><strong>en</strong>baar was geword<strong>en</strong>.12 Smidt II, p. 393.13 HR 2 november 2004, <strong>LJN</strong> AQ8770, NJ 2004/691.9 of 10 20-07-11 15:58


http://zoek<strong>en</strong>.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=<strong>BQ2009</strong>14 HR 30 januari 2001, <strong>LJN</strong> ZD2198, NJ 2001/183.15 HR 8 <strong>juli</strong> 2008, <strong>LJN</strong> BC9186, NJ 2008/430.16 Daar<strong>op</strong> wijst ook waarnem<strong>en</strong>d A-G Keijzer in zijn conclusie die voorafging aan het arrest.17 In dezelfde sleutel kan het door de civiele kamer gewez<strong>en</strong> HR 22 januari 1965, NJ 1965/131word<strong>en</strong> geplaatst. Hier werd e<strong>en</strong> man gewaarschuwd niet met e<strong>en</strong> bepaalde vrouw - die van onzedelijk<strong>en</strong> crimineel gedrag werd beschuldigd - te trouw<strong>en</strong>.18 Zie HR 21 oktober 1980, NJ 1980/69 <strong>en</strong> HR 17 oktober 2006, <strong>LJN</strong> AX5765, NJ 2007/25.19 Vgl. HR 15 juni 2004, <strong>LJN</strong> AO8810.10 of 10 20-07-11 15:58

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!