11.07.2015 Views

beschikking - Gemeente Vlagtwedde

beschikking - Gemeente Vlagtwedde

beschikking - Gemeente Vlagtwedde

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

*ZE901904783*Zaaknummer:ZA.11-13709/DN.12-3107Zaaknummer: ZA.11-13709OMGEVINGSVERGUNNINGAanhefBurgemeester en wethouders hebben op 7 oktober 2011 een aanvraag voor eenomgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingenomgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een aanvraag van de gemeente<strong>Vlagtwedde</strong>, Dorpsstraat 1, 9551 AB Sellingen, die is geregistreerd onder nummerZA.11-13709.Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: hetherinrichten van het Dr. Mansholtsportpark (aanleggen van paden,aanleg/uitbreiding parkeervoorzieningen en het kappen van houtopstanden) ophet perceel plaatselijk bekend Oude Weg, Havenstraat en Stationsstraat te TerApel, kadastraal bekend, gemeente <strong>Vlagtwedde</strong>, sectie G nummer 4973, 3780,3464 en 3463. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt eenomgevingsvergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschrevenactiviteiten:1. handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening (artikel 2.2, lid 1, sub dWabo);2. uitrit aanleggen of veranderen (artikel 2.2, lid 1, sub e Wabo);3. kappen (artikel 2.2, lid 1, sub g Wabo).Uit de toetsing blijkt dat de voornoemde activiteit(en) 1, 2 en 3 in strijd zijn methet vigerende bestemmingsplan “Sellingerstraat West” (zie bijlage I, II en III). Opbasis van de Wabo wordt hierdoor op grond van artikel 2.10, lid 2 van de Wabo deaanvraag mede aangemerkt als een aanvraag om een vergunning voor eenactiviteit(en) als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder c, en wordt de vergunningslechts geweigerd indien vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12niet mogelijk is.BesluitBurgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 2.1, 2.2, 2.10, 2.12 en 2.18van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de gevraagdeomgevingsvergunning te verlenen voor de activiteiten:1. het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening (artikel 2.12 Wabo);2. het uitrit aanleggen of veranderen (artikel 2.2, lid 1, sub e Wabo);3. het kappen (artikel 2.2, lid 1, sub g Wabo);Onderdeel van het besluit vormen:• de aanvraag met bijlagen (aanvraagformulier, tekeningen en bijlagen);• bijlage I “handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening”;• bijlage II “uitrit aanleggen of veranderen”;• bijlage III “kappen”.


ProcedureNa ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Regelingomgevingsrecht getoetst op ontvankelijkheid. Op 25 oktober 2011 is verzocht omaanvullende gegevens. Op 3 november 2011 hebben wij het laatste deel van dezegegevens ontvangen. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatiebevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysiekeleefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen.Dit besluit is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure alsbeschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo.Overlegverplichting planologische gebruiksactiviteitenOp grond van artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht is op de voorbereidingvan een omgevingsvergunning die wordt verleend met toepassing van artikel2.12, eerste lid, onder a, sub 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrechthet overleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening vantoepassing. In het eerste lid van dat artikel is bepaald dat vooroverleg dient teworden gevoerd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen enmet die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor deruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in hetplan in het geding zijn. In artikel 3.1.1, tweede lid van het Besluit ruimtelijkeordening is bepaald dat gedeputeerde staten onderscheidenlijk de Ministerkunnen bepalen dat onder bepaalde omstandigheden of in bepaalde gevallengeen overleg is vereist met de diensten van provincie onderscheidenlijk Rijk diebetrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening.Gelet op de ligging van het terrein (in het dorp Ter Apel) is er geen sprake vanbetrokken gemeenten als bedoeld in artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening.Gedeputeerde staten van Groningen hebben bij besluit van 17 mei 2011, nr. 2011-20269/20/A.10, RP, categorieën van gevallen aangewezen waarin geen overleg metde provincie is vereist. Uit toetsing van het onderhavige project aan de bij ditbesluit behorende bijlage blijkt, dat geen overleg met de provincie is vereist.De VROM-Inspectie heeft aangegeven met ingang van 1 januari 2012 niet meerinhoudelijk te reageren op nieuw toegezonden plannen. Omdat er in hetonderhavige geval geen rijksbelangen in het geding zijn, is geen reactie vanandere rijksdiensten gevraagd.Het Waterschap Hunze en Aa’s is in de gelegenheid gesteld om te reageren op hetvoornemen om vergunning te verlenen.Van het Waterschap Hunze en Aa’s is de volgende reactie ontvangen: “Binnen hetplangebied wordt voorzien in de uitbreiding van de verharding ten behoeve vaneen fietsverbinding, enkele wandelpaden en een parkeervoorziening. Hemelwaterwordt hier echter niet versneld afgevoerd naar oppervlaktewater. Het hemelwaterdat op de verharding valt wordt geïnfiltreerd in de bodem via diffuse afstromingen het gebruik van half verharding. Het is hier dus niet nodig de extra verhardingte compenseren door het aanleggen van extra waterberging. Verder geeft het planons geen aanleiding tot het maken van nadere opmerkingen.Verklaring van geen bedenkingen


De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bepaalt in artikel 2.27 insamenhang met artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht dat, indien hetvoornemen bestaat om een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking vanhet geldende bestemmingsplan, de gemeenteraad vooraf hiervoor eenzogenaamde verklaring van geen bedenkingen dient te verlenen. De raad van degemeente <strong>Vlagtwedde</strong> heeft op 29 maart 2011 besloten alle projecten, voor zoverdie geheel of gedeeltelijk bestaan uit een activiteit als bedoeld in artikel 2.1,eerste lid, onder c, van de Wabo waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel2.12, eerste lid, sub a, onder 3º, van de Wabo, aan te wijzen als categorie vangevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist.Toezending ontwerpomgevingsvergunningDe ontwerpomgevingsvergunning is op grond van 3.12, lid 4 Wet algemenebepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.12 lid 1 van het Besluitomgevingsrecht toegestuurd aan Gedeputeerde Staten van de provincieGroningen. De aanvraag is tevens verzonden aan de huidige eigenaar van hetperceel, de gemeente <strong>Vlagtwedde</strong>, Dorpsstraat 1, 9551AB Sellingen.


PublicatieHet voornemen om vergunning te verlenen is op grond van artikel 3:12 enartikel 3:44 van de Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 6.14 van het Besluitomgevingsrecht, voor de aangevraagde activiteiten middels publicatie in de TerApeler Courant, op de gemeentelijke website en de Nederlandse Staatscourantvan 14 maart 2012 bekend gemaakt. De ontwerpomgevingsvergunning en dedaarbij behorende stukken hebben van 15 maart tot en met 25 april 2012 terinzage gelegen en is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen kenbaarte maken.Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt door bezwaarmaker 1 (naam en adresbekend bij de gemeente).ZienswijzenEr wordt bezwaar gemaakt tegen de ontsluiting van het parkeerterrein op deHavenstraat om de volgende redenen.1 Horizonvervuiling.2 Toename geluidoverlast ten gevolge van de toename van de hoeveelheidverkeer.3 Toename verkeershinder ten gevolge van de toename van de hoeveelheidverkeer en het gebruik van het parkeerterrein door de bezoekers van hetcafé aan de Stationsstraat.4 natuurvernietigingReactiead1 HorizonvervuilingHet feit dat iemand 45 jaar op eenzelfde plaats woont, betekent niet dat hetuitzicht onveranderd blijft. In het algemeen geldt dat niemand blijvend rechtheeft op vrij of ongewijzigd uitzicht. De maatschappij is een proces en is aanverandering onderhevig. Dit houdt in dat de situatie zoals die nu is niet altijddezelfde kan of moet blijven. En dat betekent dat soms maatregelen wordengenomen die niet voor iedereen prettig zijn, maar wel het algemeen belangdienen.Daarnaast is de maatregel slechts een beperkte aantasting van het uitzicht. Hetbetreft hier slechts een smalle doorsteek door de groenstrook. Een doorsteek diein het vigerende bestemmingsplan ook reeds aanwezig was.Samengevat wordt geconcludeerd dat het uitzicht voor de bezwaarmaker 1 nietop een onaanvaardbare wijze wordt aangetast.ad 2 GeluidoverlastTen gevolge van de komst van het parkeerterrein zal er inderdaad een toenamevan geluid kunnen ontstaan. Het verkeer van en naar het parkeerterrein kan opgrond van de Wet milieubeheer worden beschouwd als indirecte hinder, waarbijhet parkeerterrein wordt beschouwd als een inrichting.Onder indirecte hinder wordt verstaan: de nadelige gevolgen voor het milieuveroorzaakt door activiteiten die, hoewel ze plaatsvinden buiten het terrein vande inrichting, aan de inrichting zijn toe te rekenen. Indirecte hinder zou kunnenontstaan als gevolg van verkeersbewegingen van auto’s van en naar de inrichtingvia de openbare weg, in dit geval de Havenstraat.


De Circulaire indirecte hinder adviseert de transportbewegingen separaat van dedirecte hinder van de inrichting en separaat van het overige wegverkeer tebeoordelen. De beoordeling vindt plaats op een manier die nagenoegovereenkomt met die voor verkeerslawaai.Uitsluitend aan de gemiddelde geluidsbelasting wordt een maximum gesteld.Voor de geluidsbelasting geldt een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) en eenmaximaal toelaatbare waarde van 65 dB(A).De vaststelling van de geluidsbelasting vindt in principe plaats overeenkomstighet “Rekenen meetvoorschrift geluidhinder 2006” op grond van de artikelen 110den 110e van de Wet geluidhinder. Daarbij wordt geen rekening gehouden meteen aftrek op het rekenresultaat op grond van artikel 110g van de Wetgeluidhinder. In de berekeningen is uitgegaan van de geluidsemissie van hetgemiddelde Nederlandse wagenpark conform het “Reken- en meetvoorschriftgeluidhinder 2006”.De indirecte hinder wordt tot een bepaalde afstand aan de inrichtingtoegerekend. Voor de reikwijdte geeft de Handreiking een aantal mogelijkecriteria. In de meeste gevallen voldoet het criterium dat de indirecte hinder moetworden beoordeeld tot de afstand waarop het verkeer van en naar de inrichtingzich qua rijsnelheid en stopgedrag niet meer onderscheidt van het mogelijkeoverige verkeer op die weg. In het onderhavige geval geldt dit voor deHavenstraat.Op basis van deze genoemde uitgangspunten zijn berekeningen uitgevoerdconform rekenmethode I van het “Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006”.Uit deze resultaten blijkt dat de 50 dB(A) geluidscontour vanwege de indirectehinder op ongeveer 10 meter uit de wegas van de Havenstraat ligt.Binnen het onderzoeksgebied liggen binnen de 50 dB(A) geluidscontour geenwoningen. Daarom kan worden geconcludeerd dat er geen hinder is teverwachten van transporten van en naar het parkeerterrein.ad 3 VerkeershinderZoals eerder gesteld zorgt het plan voor meer verkeer op de Havenstraat. Deomvang ervan is echter beperkt. De Havenstraat is een erftoegangsweg binnen debebouwde kom. De functie van een dergelijke weg is het ontsluiten van deaangelegen percelen. Doorgaand verkeer moet op dergelijke wegen voorkomenworden. Een maximale toename van ongeveer 450 motorvoertuigen (mtv)/etmaalwaarbij het verkeer een bestemming heeft aan een aan de weg gelegen perceel,beschouwt de gemeente niet als bezwaarlijk wat betreft de verkeersveiligheid.Daarnaast worden maatregelen getroffen om de toegang tot het parkeerterreinalsmede de aansluiting van het fietspad te accentueren.Wat betreft het gebruik door het nabijgelegen café het volgende. Het café wordtvoornamelijk bezocht door mensen uit Ter Apel. Naar verwachting komen dezein het algemeen te voet of op de fiets. Degenen die met de auto komen parkerendeze in de directe nabijheid van het café langs de westzijde van de Stationsstraat.Aan de hand van tellingen en berekeningen is het aantal mtv/etmaal op deHavenstraat in het verkeersmodel 2010 vastgesteld op 1339 en in hetverkeersmodel 2020 op 1353. Volgens CROW (het nationale kennisplatform voor


infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) geldt een capaciteit van6.000 mtv/etmaal op een erftoegangsweg als de Havenstraat als acceptabel.Samengevat wordt gesteld dat de gemeente de toename van het verkeer op deHavenstraat als acceptabel beschouwd.ad 4 NatuurvernietigingOm de uitvoerbaarheid van onderhavig plan te toetsen, is een ecologischeinventarisatie van de natuurwaarden in het plangebied uitgevoerd. Tevens isgekeken naar de effecten op beschermde gebieden in de omgeving.Het projectgebied ligt niet in of grenst niet aan een beschermd gebied in hetkader van de Natuurbeschermingswet 1998. Het meest nabijgelegen gebied uit deNatuurbeschermingswet 1998 betreft het Natura 2000-gebied Lieftinghsbroek datis gelegen op een afstand van ongeveer 14 km.Het plangebied grenst niet aan en maakt geen onderdeel uit van de EcologischeHoofdstructuur. De dichtstbijzijnde gebieden die onderdeel uitmaken van deEcologische Hoofdstructuur is het Ter Apelerbos gelegen op een afstand van 130m ten oosten en zuiden van het plangebied.Deze beschermde gebieden liggen, gezien de aard van de ingrepen, op eenvoldoende afstand van het projectgebied.Doordat relatief weinig groen verloren gaat en er nieuwe bomen zullen wordengeplant (per saldo is sprake van een toename van ca. 300 m²), zal het plangebiedvoor de enkele eekhoorn die incidenteel in het plangebied voorkomt, weinigveranderen. Om dezelfde reden zal het plangebied geschikt broedgebied blijvenvoor de in het projectgebied geconstateerde broedvogels. Indien dewerkzaamheden tijdens het broedseizoen worden opgestart, kunnen nesten vanbroedvogels echter worden verstoord. Het is verboden nesten van vogels (indiennog in functie) te vernietigen of te verstoren. Om een verbodsovertreding tevoorkomen, zal bij de planning en uitvoering van de werkzaamheden rekeningworden gehouden met de aanwezigheid van broedvogels.Samengevat wordt gesteld dat de ingrepen in de natuur beperkt zijn en dat voorcompensatie is gezorgd.ConclusieDe ingebrachte zienswijzen zijn niet van dien aard dat de gevraagdeomgevingsvergunning aangepast of geweigerd zou moeten worden.OndertekeningSellingen, 29 mei 2012Burgemeester en wethouders van de gemeente <strong>Vlagtwedde</strong>,


de heer J.M. de Vossecretarismevrouw L.A.M. Kompierburgemeester


Bijlage I.Overwegingen behorende bij de omgevingsvergunning geregistreerd ondernummer ZA.11-13709.OverwegingenActiviteit het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening (artikel 2.12Wabo).De activiteit betreft het herinrichten van het Mansholtpark op het perceelplaatselijk bekend, tussen de Oude Weg, Stationsstraat en de Havenstraat te TerApel, kadastraal bekend, gemeente <strong>Vlagtwedde</strong>, sectie G, nummer 4973, 3780,3464 en 3463.Het perceel ligt in het bestemmingsplan “Sellingerstraat West”, en heeft debestemming “Recreatieve voorzieningen” en Groenvoorzieningen”. De activiteitis in strijd met artikel 10 en 13 van het bestemmingsplan.De parkeervoorziening zal hoofdzakelijk worden gebruikt door de leraren enleerlingen van de Regionale Scholengemeenschap aan de Oude Weg 41. Ditgebruik staat niet ten dienste van de aan de gronden gegeven bestemmingen enlevert daarom strijdigheid op met het bestemmingsplan. Hoewel de bestemming“Groenvoorzieningen” de aanleg van voet- wen fietspaden omvat, moet deaanleg van een uitrit ten behoeve van de te realiseren parkeervoorziening alsstrijdig met het bestemmingsplan worden beoordeeld.Wettelijk kader afwijking bestemmingsplanIn artikel 2.12 lid 1 sub a, onder 3 van de Wet algemene bepalingenomgevingsrecht is bepaald, dat in het onderhavige geval de omgevingsvergunningslechts kan worden verleend, indien de activiteit niet in strijd is met een goederuimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijkeonderbouwing bevat.Motivering afwijking bestemmingsplanTen behoeve van deze activiteit is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld doorBügelHajema Adviseurs b.v. te Assen. In deze ruimtelijke onderbouwing is hetproject omschreven en zijn de ruimtelijke effecten daarvan in beeld gebracht.Naar het oordeel van burgemeester en wethouders is voldoende aangetoond datde ruimtelijke effecten ondergeschikt zijn aan het met het afwijkingsbesluit tedienen belang en sprake is van een goede ruimtelijke ordening als bedoeld inartikel 2.12 lid 1 sub a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.De ruimtelijke onderbouwing van 27 september 2011 met projectnummer250.00.03.63.00 wordt geacht deel uit te maken van dit besluit.Conclusie activiteit:Op basis van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat medewerkingkan worden verleend aan het plan tot herinrichting van het Dr.Mansholtsportpark.Voor de verplichtingen die gelden tijdens de uitvoering van de werkzaamhedenverwijzen wij naar bijlage “verplichtingen tijdens de werkzaamheden”.


Bijlage II.Overwegingen behorende bij de omgevingsvergunning geregistreerd ondernummer ZA.11-13709.OverwegingenActiviteit uitrit aanleggen of veranderen (artikel 2.2, lid 1, sub e Wabo).De activiteit betreft het maken van een inrit ten behoeve van eenparkeervoorziening op het perceel plaatselijk bekend, tussen de Oude Weg,Stationsstraat en de Havenstraat te Ter Apel, kadastraal bekend, gemeente<strong>Vlagtwedde</strong>, sectie G, nummer 4973, 3780, 3464 en 3463.Beoordeling activiteit(en):• Algemene Plaatselijke Verordening gemeente <strong>Vlagtwedde</strong> 2009Uit de toetsing blijkt dat aan het gestelde in artikel 2.1.5.2 wordt voldaan.Conclusie activiteit:De gevraagde omgevingsvergunning voor de activiteit uitrit aanleggen ofveranderen kan worden verleend.Voor de verplichtingen die gelden tijdens de uitvoering van de werkzaamhedenverwijzen wij naar bijlage “verplichtingen tijdens de werkzaamheden”.


Bijlage III.Overwegingen behorende bij de omgevingsvergunning geregistreerd ondernummer ZA.11-13709.OverwegingenActiviteit kappen (artikel 2.2, lid 1, sub g Wabo).De activiteit betreft het kappen van houtopstanden op het perceel plaatselijkbekend, tussen de Oude Weg, Stationsstraat en de Havenstraat te Ter Apel,kadastraal bekend, gemeente <strong>Vlagtwedde</strong>, sectie G, nummer 4973, 3780, 3464 en3463.Beoordeling activiteit(en):• Kapverordening gemeente <strong>Vlagtwedde</strong> 2006Uit toetsing blijkt dat aanvraag omgevingsvergunning voldoet aan degestelde criteria in artikel 4 en dat er geen redenen aanwezig zijn om deomgevingsvergunning te weigeren.Conclusie activiteit:Het kappen van een hoeveelheid houtopstanden (ca. 712 m²) is noodzakelijk inverband met het aanleggen van het aanleggen van een parkeervoorziening en hetaanleggen van een uitrit op de Havenstraat. Het project voorziet in een nieuweaanplant van bosplantsoen (ca. 1010 m²).Op basis van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat er geen redenenzijn om de omgevingsverguning te weigeren.Voor de verplichtingen die gelden tijdens de uitvoering van de werkzaamhedenverwijzen wij naar bijlage “verplichtingen tijdens de werkzaamheden”.


BIJLAGE - VERPLICHTINGEN TIJDENS DE WERKZAAMHEDENPlichten tijdens en bij voltooiing van de werkzaamheden van een werk(Hoofdstuk 4, 13e serie Bouwverordening)Op het werkterrein verplicht aanwezige bescheidenOp het werkterrein moeten, voor zover van toepassing op het werk, aanwezig zijnen op verzoek aan het bouwtoezicht ter inzage worden gegeven:a. de omgevingsvergunning;b. andere toestemmingen;Kennisgeving aan het bouwtoezicht van start van de werkzaamhedenBouwtoezicht dient voor het uitvoeren van de werkzaamheden ten minste tweedagen voor de aanvang van elk der hierna te noemen onderdelen van deuitvoering in kennis te worden gesteld:a. de aanvang der werkzaamheden, ontgravingwerkzaamheden daaronderbegrepen;b. de aanvang van de grondverbeteringwerkzaamheden.Afscheiding van het werkterrein1. Het terrein waarop wordt gewerkt, gebouwd, grond wordt ontgraven ofdergelijke werkzaamheden worden verricht, moet door een doeltreffendeafscheiding van de weg en van het aangrenzende open erf of terrein zijnafgescheiden indien gevaar of hinder te duchten is.2. De in het eerste lid bedoelde afscheiding moet zodanig zijn geplaatst eningericht, dat het verkeer zo min mogelijk hinder ervan ondervindt en detoegang tot brandkranen en andere openbare voorzieningen, zoals leidingen, erniet door wordt belemmerd.3. Een terrein waarop een bouw- of grondwerk wordt uitgevoerd en dat niet vande weg en van het aangrenzende open erf of terrein is afgescheiden moet,wanneer er niet wordt gewerkt, worden bewaakt, tenzij het bouwtoezicht dit nietnodig acht.Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder1. Afscheidingen, transportinrichtingen en ander hulpmateriaal moeten, watkwaliteit en samenstelling betreft, voldoen aan de eis van goed en veilig werk enin goede staat van onderhoud verkeren.2. Het is verboden bij de uitvoering van een bouw- of grondwerk een werktuig ofeen stof te gebruiken, indien daardoor gevaar voor de omgeving optreedt.3. Het bevoegd gezag kan het gebruik van een werktuig, dat schade of ernstigehinder voor de omgeving veroorzaakt of kan veroorzaken, verbieden.


4. Het bevoegd gezag kan voorschrijven, dat voor een op een werk te gebruikenkrachtwerktuig:a. uitsluitend een bepaalde brandstof wordt gebezigd, en/ofb. de aandrijving elektrisch geschiedt, en/ofc. het werktuig gedurende bepaalde delen van een etmaal niet mag wordengebruikt.5. Het bepaalde in het tweede, derde en vierde lid is niet van toepassing indien envoor zover het betreft nadelige gevolgen voor het milieu waarop de Wetmilieubeheer of enige in deze wet genoemde milieuwet van toepassing is.Gereedmelding van werkzaamheden1. Van het gereedkomen van putten en aansluitleidingen van riolering en/ofhemelwaterafvoeren;2. Onderdelen van het werk waarop het onder 1 genoemde betrekking heeft,mogen niet zonder toestemming van het bouwtoezicht aan het oog wordenonttrokken gedurende twee dagen na het tijdstip van kennisgeving.3. Uiterlijk op de dag van beëindiging van de werkzaamheden, waarop deomgevingsvergunning betrekking heeft, wordt het einde van die werkzaamhedenbij het bouwtoezicht gemeld.4. De in dit artikel bedoelde kennisgevingen moeten, indien het bouwtoezicht ditverlangt, schriftelijk geschieden.Wijze van indienen meldingenVoor het indienen van een melding kunt u bellen met nummer 0599-320220. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om een melding in tedienen via info@vlagtwedde.nl. Wij verzoeken u hierbij het zaaknummerZA.11.13709 te vermelden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!