12.07.2015 Views

Nacht - De Geus

Nacht - De Geus

Nacht - De Geus

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Karl Ove Knausgård is in 1968 geboren in Noorwegen, waar hij inmiddels eenbezienswaardigheid is. Na zijn roman Engelen vallen langzaam schreef hij in twee jaartijd de zesdelige autobiografische Mijn strijd-reeks. <strong>De</strong> serie is een van de grootsteliteraire projecten in Noorwegen ooit. <strong>De</strong> eerste delen, Vader, Liefde en Zoon,verschenen eerder bij <strong>De</strong> <strong>Geus</strong> en werden lovend onthaald. <strong>Nacht</strong> is het vierde deel inde serie.2


<strong>De</strong> pers over Vader‘Een oprechte zoektocht, die bewijst dat het rauwe leven al verhaal genoeg kan zijn.’– de Volkskrant ****‘Met zijn eerste zin sleept Knausgård je meteen zijn roman binnen.’‘Bijzonder raak.’– Trouw‘Zijn vermogen om zijn persoonlijke verleden op te roepen is schitterend.’– NRC Handelsblad‘Rockster in de Noorse letteren.’– <strong>De</strong> Morgen‘Vader is een mijlpaal in de autobiografische fictie, het werk van een fantastischschrijver.’‘Boeken als geheugenpaleizen.’– <strong>De</strong> Standaard *****‘Als je eenmaal begint te lezen, kun je niet meer stoppen.’– Esquire‘Vader is een eerlijke, diepgravende en daadkrachtige autobiografie. Een grootcompliment!’– Playboy3


<strong>De</strong> pers over Liefde‘Hij bezweert het leven in de details.’– Herman Koch‘Een diepgravende en fascinerende autobiografische roman.'– Jury Europese Literatuurprijs 2013‘Nietsontziend, rauw, met gevoel voor humor of juist uiterst sensibel zoekt de auteur deschaamte op.’– de Volkskrant‘Dit schrijverschap zonder schokdempers bezit voor de lezer een verslavende werking.’– NRC Handelsblad *****‘Knausgård neemt je mee naar de kern van het menselijke brein.’‘Hij schrijft precies en uitwaaierend, hij verveelt, boeit, irriteert, raakt, ontroert.’– <strong>De</strong> Groene Amsterdammer‘Een superieur boek.’– <strong>De</strong> Standaard *****4


<strong>De</strong> pers over Zoon – Boek van de Maand bij <strong>De</strong> Wereld Draait Door‘Dit kan zo op de lijst van verboden narcotica.’– Ronnie Terpstra, boekenpanel <strong>De</strong> Wereld Draait Door‘Ik wil één ding zeggen over Knausgård, als je dat niet leest, dan mis je iets.’– Gerda Aukes, boekenpanel <strong>De</strong> Wereld Draait Door‘Knausgård, die zijn eigen leven en dat van de zijnen nauwgezet wil vastleggen,probeert op beklemmende wijze iets anders: het vastleggen van de “reality of reality”.’– Wim Brands in de VPRO Gids‘Bezwerend.’– NRC Handelsblad *****‘Kinderangsten, natuurlyriek, de ontdekking van het verslavende lezen: hij voelt hetweer, en hij laat het ons voelen.’– de Volkskrant ****‘Knausgård betovert je met zijn zinnen en weet op verbluffende wijze een ‘gewoon’leven groots en meeslepend te beschrijven.’– Jan‘Het gaat tot in het kleinste detail en is pijnlijk eerlijk.’‘Zoon is prachtig.’– <strong>De</strong> Standaard ****5


Karl Ove KnausgårdNACHTMIJN STRIJD 4Uit het Noors vertaald door Marianne MolenaarVOORPUBLICATIEDE GEUS6


Ongecorrigeerde tekst, niet voor handelsdoeleinden geschikt<strong>De</strong>ze uitgave is mede tot stand gekomen dankzij een bijdrage van NORLA (Oslo)<strong>De</strong> vertaalster ontving voor deze vertaling een werkbeurs van het Nederlands LetterenfondsOorspronkelijke titel Min kamp. Fjerde bok, verschenen bij Forlaget OktoberOorspronkelijke tekst © Forlaget Oktober A/S, Oslo 2009Nederlandse vertaling © Marianne Molenaar en <strong>De</strong> <strong>Geus</strong> BV, Breda 2013Omslagontwerp Studio Ron van RoonOmslagillustratie © Christina OttossonISBN 978 90 445 2657 8NUR 302Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel vandruk, fotokopie of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemmingvan <strong>De</strong> <strong>Geus</strong> BV, Postbus 1878, 4801 BW Breda, Nederland. Telefoon: 076 522 8151.Internet: www.degeus.nl.Wilt u het gratis magazine Geuzennieuws met informatie over onze nieuwe uitgavenontvangen, ga dan naar www.degeus.nl en meld u aan.7


[leesfragment]Lieve Karl Ove,Wees aardig voor jezelf – en lief voor de kat.Groeten mamaNadat ik een paar eieren en gehaktschijven had gebraden voor het eten, een kop koffie hadgedronken en een sigaret had gerookt, ging ik met mijn geschiedenisboek in de kamer zittenen begon te lezen. Het landschap buiten had zich nog niet bevrijd uit die wonderlijketussenperiode tussen winter en lente, waarin de aarde kaal en nat, de lucht grijs en de bomenbladerloos zijn, niets eruit springt en alles beladen is met wat er zal gaan gebeuren.Anderzijds is het misschien al begonnen, in het duister van het onmerkbare, want wordt delucht in het bos niet langzamerhand warmer? Klinkt er niet zo nu en dan vogelgezang na dielange maanden stilte, slechts een enkele keer onderbroken door het hese gekras van de een ofandere kraai of ekster? Was de lente niet binnengeslopen als iemand die zijn vrienden wilverrassen, was hij er niet al om binnenkort zomaar op een dag in groen te exploderen enoveral zijn bladeren en insecten uit te braken?Dat was het gevoel dat ik had; dat de lente nabij was. En misschien was dat de redendat ik zo rusteloos was. Na een uurtje te hebben gelezen stond ik op en liep wat door het huisrond, deed de deur open voor de kat, die naar zijn etensbakje holde, moest aan Hanne denkenen voor ik van mening kon veranderen, stond ik bij de telefoon en draaide haar nummer.Ze was blij toen ze hoorde dat ik het was.‘Ben jij thuis op een vrijdagavond?’ vroeg ze. ‘Dat is toch niets voor jou. Waar ben jemee bezig?’Eigenlijk was het wel degelijk iets voor mij, maar ik had mijn uitgaanslevenwaarschijnlijk zo overdreven dat het onderdeel was geworden van het beeld dat ze van mehad.‘Ik zit voor het examen te leren. En ik ben alleen thuis. Mama komt pas morgen weer.En, nou ja … ik verveel me een beetje. Moest aan jou denken. Waar ben jij mee bezig?’‘Niets bijzonders. Ik verveel me ook een beetje.’‘Juist’, zei ik.‘Maar ik kan naar je toe komen’, zei ze.‘Hierheen komen?’‘Ja! Ik heb toch mijn rijbewijs, weet je nog? Dan kunnen we de hele nacht theedrinkenen praten.’8


‘Dat klinkt perfect. Kun je dat echt?’‘Waarom zou ik dat niet kunnen?’‘Ik weet het niet’, zei ik. ‘Kom gewoon. Tot zo dan!’Anderhalf uur later kwam ze in de oude, groene kever die ze van haar zus had geleendde bocht om rijden. Ik schoot mijn schoenen aan en ging naar buiten om haar te verwelkomen.Ze hoorde absoluut niet achter het stuur van een auto thuis, vond ik toen ze de heuvelopgereden kwam, autorijden hield een reeks bewegingen en handelingen in die ik niet bij haarietwat onhandige meisjesarm vond passen. Ze deed alles zoals het moest, daar lag het nietaan, maar het had iets wat een stroom bijna borrelend geluk door mijn aderen zond. Zeparkeerde voor de garagedeur en stapte uit. Ze droeg de zwarte stretchbroek waarover ik eenkeer een opmerking had gemaakt, namelijk dat ze daar zo ongelooflijk sexy in uitzag.Glimlachend gaf ze me een zoen. We gingen naar binnen, ik zette thee en draaide een plaat,we praatten een tijdje, zij een beetje over wat er bij haar op school gebeurde, ik een beetjeover wat er op de mijne gebeurde. Een paar anekdotes over gemeenschappelijke kennissen.Maar het lukte niet helemaal.We keken elkaar aan en glimlachten.‘Dat had ik niet gedacht toen ik vanochtend wakker werd,’ zei ik, ‘dat jij hiervanavond zou zitten.’‘Ik ook niet’, zei zij.Boven de heuvelrug achter onze tuin kwam een vliegtuig aan, het was alsof het helehuis schudde.‘Die komt laag binnen’, zei ik.‘Ja’, zei ze en ze stond op. ‘Ik moet even ergens heen.’Ik stak een sigaret op, leunde achterover op de bank en deed mijn ogen dicht.Toen ze terugkwam, bleef ze voor de tuindeur naar buiten staan kijken. Ik kwamovereind en liep naar haar toe, ging achter haar staan, legde mijn hand voorzichtig op haarbuik. Ze legde haar handen op de mijne.‘Mooi is het hier’, zei ze.Glanzend zwart stroomde de rivier langs, hij stond hoger dan het voetbalveld, alleende twee zelfgetimmerde doelen waren te zien. In het schemerduister was de hemel boven hetdal tot één geheel samengegroeid. In de huizen aan de andere oever brandde licht. Kleinedruppels liepen vlak voor ons langs de ruit.Ja, dat klopt’, zei ik en ik liep de kamer weer in. Ze ging met iemand anders, ze wasgelovig, ik was een goede vriend.9


Dat ‘nee’ was aan mijn adres gericht, op een andere manier kon je het niet opvatten.Anderzijds, ik had haar toch allang opgegeven. Ze vulde niet langer al mijn gedachten, hetwas al maanden geleden dat ze dat had gedaan.<strong>De</strong> stoel kraakte toen ze ging verzitten en haar benen onder zich optrok.Ik mocht haar. En ik vond het fijn dat ze er was, in dit oude huis. Meer had ik toch nietnodig?We bleven nog een uurtje zitten, tot de duisternis buiten volkomen ondoorzichtig wasen je in de ramen alleen de weerkaatsing van de kamer zag.‘Het wordt al laat’, zei ik. ‘Waar wil je slapen?’‘Ik weet het niet’, zei ze. ‘Bij jou op de kamer?’Ze glimlachte.‘Ik houd er niet van alleen te liggen in een huis dat ik niet ken’, zei ze. ‘Vooral hierniet. Bijna midden in het bos!’‘Dat is prima’, zei ik. ‘Ik haal een matras.’Ik haalde de matras van Yngves bed en legde het naast het mijne op de grond. Paktedekbed, kussen, laken en dekbedovertrek en maakte het op terwijl zij beneden in de badkamerhaar tanden poetste.Ze kwam in slipje en T-shirt mijn kamer binnen.Ik kreeg een brok in mijn keel.Haar borsten tekenden zich onder het T-shirtje zo duidelijk af dat ik niet wist waar ikkijken moest.‘Zo,’ zei ze, ‘ik ben klaar. Moet jij je tanden niet poetsen?’‘Jawel’, zei ik terwijl ik mijn blik strak op haar ogen gericht hield. ‘Doe ik nu.’Toen ik terugkwam, zat ze op de stoel voor mijn bureautje een paar foto’s te bekijkendie daar lagen en die Yngve me had gestuurd. Ze waren dramatisch, zwart-wit, op een paarervan stond ik overdreven poserend.‘Moet je zien hoe mooi je bent!’ zei ze terwijl ze er een omhooghield.Ik lachte smalend.‘Zullen we naar bed gaan?’ vroeg ik.Er voer een siddering door me heen toen ze opstond.Die blote bovenbenen.Die kleine, blote voeten.Die welgevormde borsten onder dat dunne T-shirtje.11


Zij ging op de matras op de grond liggen, ik op het bed ernaast. Ze trok het dekbed tothelemaal onder haar kin en glimlachte naar me. Ik glimlachte terug. We praatten wat, ze gingrechtop zitten en schoof haar matras dichterbij tot het vlak onder me lag.Ik dacht eraan dat ik bij haar kon gaan liggen. Tegen haar aan kon gaan liggen. Haarover haar borsten strelen, over haar bovenbenen, over haar achterste.Maar ze was gelovig. En ze was volkomen onschuldig, wist niet wie ze was of hoe zeoverkwam, kon naar de meest merkwaardige dingen vragen en juist die kant aan haar, die ikzo liefhad, was de reden dat ik moest blijven liggen.‘Welterusten’, zei ik.‘Welterusten’, zei zij.We lagen doodstil adem te halen.‘Slaap je?’ vroeg ze na een tijdje.‘Nee’, zei ik.[einde leesfragment]12


Karl Ove Knausgård bij <strong>De</strong> <strong>Geus</strong>Engelen vallen langzaam (2010)In de tweede helft van de zestiende eeuw verschijnen twee engelen aan de elfjarigeAntinous Bellori. Hij raakt zo van ze in de ban dat hij besluit zijn leven aan hen tewijden. Hebben ze echt bestaan? Zijn zij werkelijk de verbindende schakel tussen hetgoddelijke en de mens? En hoe ziet het goddelijke er eigenlijk uit?Knausgårds magische en fascinerende vertelling roept vragen op over het bestaan vanengelen, maar geeft uiteindelijk inzichten over het wezen van het mens-zijn.Vader (2012)Karl Ove Knausgård is bezig aan een roman, maar wordt geplaagd door enormeonzekerheid. Dagelijkse frustraties met betrekking tot het huishouden en zijn gezinnemen veel tijd in beslag en tijdens het schrijven dwalen zijn gedachten af naar zijnkindertijd. Knausgård vraagt zich af of hij net zo’n beangstigende man is voor zijnkinderen als zijn vader ooit voor hem was.13


Liefde (2012)Nadat zijn relatie is stukgelopen, vertrekt Karl Ove eenzaam en gedeprimeerd naarStockholm. Voor hij het weet heeft hij niet alleen de nieuwe liefde van zijn levenontmoet, maar loopt hij door Stockholm met zijn pasgeboren dochter in dekinderwagen.Wat blijft er over van alle romantiek en passie wanneer de alledaagse werkelijkheidbinnendringt? Karl Ove Knausgård vertelt ontwapenend eerlijk en vol tederheid overdeze tour de force van het dagelijks leven, die een doorlopende strijd om tijd, vrijheiden geluk blijkt te zijn.Zoon (2013)Op een milde augustusdag in 1969 betrekt een jong gezin hun nieuwe huis op Tromøyain Zuid-Noorwegen. Dit is de plek waar Karl Ove zijn kindertijd zal doorbrengen. Hetworden lange jaren, gevuld met ontdekkingstochten, meisjes, voetbal, muziek en eenbijzonder dominante vader. <strong>De</strong> volwassen schrijver vertelt over de wijsneus die hij was,die moest leren rekening te houden met anderen. Knausgård beschrijft het oer-landschapvan zijn jeugd tot in de details en vertelt hoe hij nu kijkt naar wat hij toen zo belangrijkvond. Een prachtige ode aan zijn Eden.14

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!