12.07.2015 Views

Verordening Langdurigheidstoeslag 2013 - Orionis Walcheren

Verordening Langdurigheidstoeslag 2013 - Orionis Walcheren

Verordening Langdurigheidstoeslag 2013 - Orionis Walcheren

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

I. Algemene bepalingenVERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG <strong>2013</strong>Artikel 1 – BegrippenIn deze verordening wordt verstaan onder:a. De wet: de Wet werk en bijstand.b. Referteperiode:1. voor inwoners uit de gemeente Middelburg en de gemeente Veere eenperiode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;2. voor inwoners uit de gemeente Vlissingen een periode van 60 maandenvoorafgaand aan de peildatum.c. <strong>Langdurigheidstoeslag</strong>: toeslag zoals bedoeld in artikel 36 van de wet.d. Peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op langdurigheidstoeslagontstaat.e. Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstandedat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordtgedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkeringwordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het rechtop langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.f. Rechthebbende: een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwde metrecht op een langdurigheidstoeslag.g. Niet-rechthebbende: een alleenstaande, alleenstaande ouder ofgehuwde die op grond van de artikelen 11 of 13, lid 1 vande wet is uitgesloten van het recht op een langdurigheidstoeslag.h. Bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet.i. Vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet op de peildatum.Voor zover daar in deze verordening niet van wordt afgeweken, zijn de gehanteerdebegrippen gelijk aan die in de wet.Artikel 2 – UitvoeringDe uitvoering van deze verordening berust bij het Dagelijks Bestuur van <strong>Orionis</strong><strong>Walcheren</strong>. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd, met inachtneming van dewettelijke bepalingen, ter uitvoering van deze verordening, beleidsregels vast testellen.II. Recht op langdurigheidstoeslagArtikel 3 – Voorwaarden1. Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van hethebben van een langdurig, laag inkomen is voldaan als gedurende dereferteperiode het gemiddeld inkomen niet uitkomt boven 103% van de vantoepassing zijnde bijstandsnorm.2. Geen zicht op inkomensverbetering als bedoeld in artikel 36, eerste lid ,van de wet heeft degene die voldoet aan het bepaalde in het eerste lid van


artikel 3 van deze verordening.3. Niet beschikken of redelijkerwijs kunnen beschikken over een in aanmerking tenemen vermogen.Artikel 4 – UitsluitingenNiet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende dieeen opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt alsgenoemd in de WSF 2000.Artikel 5 – Hoogte van de langdurigheidstoeslag1. De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:a. voor gehuwden € 510,00,b. voor een alleenstaande ouder € 457,00 enc. voor een alleenstaande € 357,00.2. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.3. Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht oplangdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet (nietrechthebbende)komt de rechthebbende echtgenoot of partner inaanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem alsalleenstaande ouder of alleenstaande zou gelden.4. De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januariaangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschiltussen de gehuwdennorm per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm vanhet daar aan voorafgaande jaar, waarbij het uitgangspunt is degehuwdennorm zoals genoemd in artikel 21, sub c van de wet.III. SlotbepalingenArtikel 6 - Overgangsrecht1. Voor belanghebbenden uit de gemeente Vlissingen die in 2012 eenlangdurigheidstoeslag hebben ontvangen en vanwege het nieuwe beleidvan de gemeente Vlissingen per 1 januari <strong>2013</strong> ten aanzien van delangere referteperiode niet in aanmerking komen voor langdurigheidstoeslagin <strong>2013</strong> is er sprake van overgangsrecht;2. Voorwaarde om voor dit overgangsrecht in aanmerking te komen, is datbelanghebbende aan de voorwaarden voldoet, zoals genoemd in artikel 3van deze verordening;3. Dit overgangsrecht is alleen van toepassing op het kalenderjaar <strong>2013</strong>Artikel 7 – HardheidsclausuleHet Dagelijks Bestuur kan in bijzondere omstandigheden afwijken van debepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening totonbillijkheden van overwegende aard leidt.


Artikel 8 - Inwerkingtreding1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 17 januari <strong>2013</strong> enwerkt terug tot en met 1 januari <strong>2013</strong>;2. Per 1 januari <strong>2013</strong> vervalt de <strong>Verordening</strong> <strong>Langdurigheidstoeslag</strong> 2012-AArtikel 9 – CiteertitelDeze verordening kan worden aangehaald als: <strong>Verordening</strong> <strong>Langdurigheidstoeslag</strong><strong>2013</strong>Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van<strong>Orionis</strong> <strong>Walcheren</strong> d.d. 17 januari <strong>2013</strong>.De secretaris,De voorzitter,


Toelichting <strong>Verordening</strong> <strong>Langdurigheidstoeslag</strong> <strong>2013</strong>Beleidswijziging vanaf <strong>2013</strong>De gemeente Vlissingen heeft in december 2012 in verband met een financiëletaakstelling ten aanzien van het minimabeleid vanaf <strong>2013</strong> de referteperiode voorde langdurigheidstoeslag gewijzigd van 36 maanden in 60 maanden.De langdurigheidstoeslag in Vlissingen wijkt daardoor af van de twee andereWalcherse gemeenten. Zowel de gemeente Middelburg als de gemeente Veerehanteert een referteperiode van 36 maanden.Algemene toelichtingOp grond van artikel 8, lid 1, onder d, en lid 2, onder b, van de Wet werk enbijstand dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te leggen metbetrekking tot het verlenen van een langdurigheidstoeslag. In ieder geval dienthierin te worden bepaald de hoogte van de langdurigheidstoeslag, wat langdurigis en wat een laag inkomen is. Hiermee is beoogd te bewerkstelligen, dat delangdurigheidstoeslag zoveel mogelijk een gemeentelijke verantwoordelijkheidwordt.De rechtvaardiging van de langdurigheidstoeslag is dat mensen die langdurigvan het sociaal minimum afhankelijk zijn, over het algemeen geen mogelijkhedenmeer hebben om te reserveren voor (onverwachte) hoge kosten, zoals voorvervangingsuitgaven die na verloop van tijd onvermijdelijk zijn. Hiermee treedtten aanzien van de positiebepaling van de langdurigheidstoeslag in hetinkomensbeleid geen wijziging op. Bij de invoering van de Wet werk en bijstandis die als volgt omschreven: “Om deze reden wordt de langdurigheidstoeslagvoor één jaar toegekend en in één belastingvrij bedrag uitbetaald. Hiermee wordtbereikt dat er op het moment van uitbetaling ruimte ontstaat binnen het budgetwaaruit hogere kosten kunnen worden voldaan, bijvoorbeeld voorvervangingsuitgaven”.De langdurigheidstoeslag is een bijzondere vorm van (categoriale) bijzonderebijstand. Bijzonder, omdat gemeenten in tegenstelling tot de normale(categoriale) bijzondere bijstand, gehouden zijn het gemeentelijk beleid tenaanzien van de langdurigheidstoeslag in een verordening vast te leggen. Voortsbijzonder, omdat gemeenten gehouden zijn de langdurigheidstoeslag teverstrekken indien de aanvrager aan de gestelde voorwaarden voldoet. Dezebijzondere categoriale voorziening staat in beginsel open voor iedereen met eenminimum inkomen, dus ook voor werkenden.De voorwaarden om voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking te komen,staan vermeld in artikel 36 van de Wet werk en bijstand. Delangdurigheidstoeslag wordt op aanvraag verleend. Dit sluit de mogelijkheid voorambtshalve toekenning uit. Het kabinet geeft hierbij aan, dat het gaat om eenvorm van bijzondere bijstand, waarbij geldt dat voor elk individueel gevalbeoordeeld moet worden of er een recht bestaat. Door de zinsnede in de wet


”geen uitzicht heeft op inkomensverbetering” wordt gewaarborgd dat bepaaldegroepen met een goed arbeidsmarktperspectief, zoals studenten, niet inaanmerking komen voor de langdurigheidstoeslag. Verder is de ondergrens vooraanvragers van de langdurigheidstoeslag bepaald op 21 jaar, omdat dit deleeftijd is waarop de ouderlijke onderhoudsplicht vervalt. Hiermee blijft delangdurigheidstoeslag aansluiten op het systeem van de wet ten aanzien vanpersonen jonger dan 21 jaar.Personen van 65 jaar en ouder zijn uitgesloten van het recht op eenlangdurigheidstoeslag. Als gevolg van de al gerealiseerde inkomensverbeteringvoor personen van 65 jaar en ouder (hogere norm) blijft deze doelgroep buitenhet bereik van de regeling. Gemeenten kunnen zelf bepalen wat zij onder determen “langdurig” en “laag inkomen” verstaan. Bepaald is, dat een persoon tenhoogste éénmaal binnen 12 maanden in aanmerking komt voor eenlangdurigheidstoeslag. De verstrekking is echter niet gebonden aan die periodevan 12 maanden. Het kan zijn dat per 12 maanden meerdere malenlangdurigheidstoeslag wordt verstrekt, indien de verstrekking ziet op een rechtdat in een voorgaand jaar is ontstaan, maar pas later is aangevraagd.ArtikelsgewijsArtikel 1Begrippen die in de WWB voorkomen hebben in deze verordening dezelfdebetekenis als in de WWB. Voor een aantal begrippen, die als zodanig niet in deWWB zelf staan is een definitie gegeven in deze verordening. Voor het begrip‘inkomen’ is een van de WWB afwijkende definitie opgenomen. Nu de wetgeveropdracht heeft gegeven om in de verordening regels te geven voor het begrip‘langdurig, laag inkomen’, is de bevoegdheid ontstaan om dit begrip voor detoepassing van artikel 36 lid 1 WWB nader te omschrijven. Met de gebruiktedefinitie wordt aangesloten bij de in de bestaande uitvoeringspraktijkgehanteerde (en ook door de wetgever bedoelde) invulling van het begripinkomen in artikel 36 lid 1 WWB.De referteperiode van de niet-gedecentraliseerde langdurigheidstoeslag was vijfjaar (60 maanden). Met de decentralisatie van de langdurigheidstoeslag per 1januari 2009 hebben de Walcherse gemeenten de referteperiode gewijzigd in 3jaar (36 maanden).Vanaf <strong>2013</strong> is er een wijziging gekomen in het beleid van de Walchersegemeenten. De gemeente Vlissingen heeft het standpunt ingenomen dereferteperiode weer terug te brengen naar een periode van 60 maanden.De gemeente Middelburg en de gemeente Veere handhaaft de referteperiode op36 maanden.Artikel 2De verordening vormt het wettige en wettelijke kader van de beleidsregels.Beleidsregels vinden hun grondslag in artikel 4:81 e.v. van de Awb. Voor het


vaststellen van beleidsregels moet een wettig en wettelijk bevoegd orgaanworden aangewezen (het DB) en de reden moet duidelijk zijn: uitvoering vanwettelijke bepalingen mogelijk maken.Artikel 3Iedereen die aan de criteria voldoet welke in deze verordening nader zijningevuld komt in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag. /samenwonendenvoor beiden.Indien hieraan niet wordt voldaan, bestaat – nog afgezien van het inkomen - voorhet gezin geen recht op langdurigheidstoeslag. Het recht oplangdurigheidstoeslag komt de rechthebbende gezinsleden immers gezamenlijktoe. Zij moeten daarom ook allen, zowel afzonderlijk als gezamenlijk, aan devoorwaarden voldoen. Dus bij gehuwden/samenwonenden waarbij slechts ééngezinslid aan het leeftijdscriterium voldoet, bestaat geen recht oplangdurigheidstoeslag voor de andere echtgenoot of partner .Het begrip “laag inkomen” wordt ingevuld als een inkomen dat gemiddeld niethoger is dan 103% van de bijstandsnorm. Gekozen is voor dit percentage omdatmarginale overschrijdingen van de grens van 100% van de bijstandsnorm alsgevolg van een iets andere berekeningsystematiek en/of afrondingsverschillendoor een uitspraak van de CRvB (19-8-2008 nrs. 06/1163 WWB e.a.) genegeerdmoeten worden. Bij het hanteren van het percentage van 103% wordt ditopgelost.De methode van het kijken naar het gemiddelde loon maakt dat iemand die eenkorte periode een inkomen boven bijstandsniveau heeft ontvangen niet zondermeer zijn recht op langdurigheidtoeslag verliest. Het is evenwel niet de bedoelingdat iemand perioden waarin hij een inkomen boven de bijstandsnorm heeft kanmiddelen met perioden waarin hij vanwege de aanwezigheid van eenuitsluitingsgrond, zoals bijvoorbeeld detentie, geen recht op bijstand had.In artikel 36 WWB is tevens opgenomen dat een belanghebbende geen zichtmag hebben op inkomensverbetering. Daarvan is sprake als voldaan wordt aanhet bepaalde in artikel 3, eerste lid, van deze verordening. Hiermee wordtgewaarborgd dat bepaalde groepen met een goed arbeidsmarktperspectief nietin aanmerking komen voor de langdurigheids-toeslag.Artikel 4Studenten worden expliciet uitgesloten van de langdurigheidstoeslag. In de MvTbij het wetsontwerp wordt aangegeven dat studenten niet worden geacht tebehoren tot de doelgroep van de langdurigheidstoeslag. De overweginghierachter is dat er bij studenten, die zich met hun studie voorbereiden op deberoepspraktijk op hoger niveau, geen sprake van is dat zij geen zicht hebben opinkomensverbetering.


Om te voorkomen dat degene met een baan en een minimuminkomen hieruit, diezijn inkomenspositie door middel van avondstudie probeert te verbeteren, niet inaanmerking zou komen, is bepalend of de studerende in de referteperiodestudiefinanciering heeft genoten. Studiefinanciering is immers alleen mogelijk bijeen dagstudie en bij studenten beneden een bepaalde leeftijd.Artikel 5In artikel 5 is de hoogte van de langdurigheidstoeslag geregeld. Daarbij wordtonderscheid gemaakt tussen een alleenstaande, een alleenstaande ouder engehuwden.De hoogte van de langdurigheidstoeslag is gebaseerd op het bedrag van 2011.Om niet jaarlijks de verordening aan te hoeven passen is gekozen om de hoogtejaarlijks automatisch mee te laten bewegen met de bijstandsnormen. Omdat debijstandsnormen in beginsel 2 maal per jaar worden geïndexeerd en delangdurigheidstoeslag maar eenmaal, wordt steeds vergelijking gemaakt met debijstandsnormen per 1 januari van het voorafgaande jaar.Bij gehuwden moet in het oog gehouden worden dat het recht oplangdurigheidstoeslag de gehuwden gezamenlijk toekomt. Worden belanghebbendenop de peildatum als gehuwden aangemerkt, dan moeten beidegehuwden voldoen aan de voorwaarden van artikel 36 lid 1 WWB. Voldoet éénvan hen niet aan deze voorwaarden, dan bestaat voor beiden geen recht oplangdurigheidstoeslag (.CRvB 13-07-2010, nr. 08/2345 WWB, LJN BN2529).Is één van de echtgenoten uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag,anders dan vanwege het niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 36 lid 1WWB, dan komt de rechthebbende partner wel in aanmerking voor eenlangdurigheidstoeslag. Het gaat hier om een partner die op een van de in artikel11 of 13 lid 1 WWB genoemde gronden geen recht heeft op bijstand. Als slechtséén partner recht heeft op langdurigheidstoeslag, komt deze rechthebbendepartner in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voorhem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden. Dat is geregeld inartikel 5 lid 3 van deze verordening.Artikel 6In dit artikel is het overgangsrecht geformuleerd. Dit overgangsrecht is bedoeldvoor inwoners uit de gemeente Vlissingen die in 2012 de langdurigheidstoeslaghebben ontvangen en vanwege het verlengen van de referteperiode door degemeente Vlissingen van 3 naar 5 jaar in het jaar <strong>2013</strong> geen recht meer zoudenhebben op de langdurigheidstoeslag.Het overgangsrecht houdt in dat deze doelgroep in <strong>2013</strong> in aanmerking komtvoor de langdurigheidstoeslag ondanks dat niet aan de referteperiode van 60maanden wordt voldaan.Om in aanmerking te komen moet wel aan de voorwaarden genoemd in artikel 3van deze verordening worden voldaan.Studenten blijven uitgesloten van de langdurigheidstoeslag. Dit is bepaald inartikel 4 van deze verordening.


Artikel 7Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet beschouwd worden als eenuitzondering en niet als een regel. Duidelijk moet aangegeven worden waarom ineen bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken.Artikel 8Deze verordening werk terug tot 1 januari <strong>2013</strong>.De verordening <strong>Langdurigheidstoeslag</strong> 2012-A die vanaf 1 januari 2012 vankracht was, wordt tegelijkertijd ingetrokken.Artikel 8Dit artikel behoeft geen toelichting.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!