13.07.2015 Views

2005-1 - Vrienden van Blijdorp

2005-1 - Vrienden van Blijdorp

2005-1 - Vrienden van Blijdorp

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

i n t e r v i e wWat te doen met overtollige dieren?Interview met <strong>Blijdorp</strong>-directeur Ton DorresteijnTekst: Marcel KreugerRegelmatig ontstaat er ophef over het laten inslapen <strong>van</strong> overtolligedieren in dierentuinen. Recent was er commotie over hetafmaken <strong>van</strong> bavianen in Dierenpark Amersfoort. Ook <strong>Blijdorp</strong>was onlangs in het nieuws, omdat werd beweerd dat er plannenwaren om mannetjesleeuw Azlan te laten inslapen. De hoogstetijd om eens navraag te doen bij Ton Dorresteijn, directeur <strong>van</strong>Diergaarde <strong>Blijdorp</strong>.Wanneer is een dier overtollig?“Dieren zijn overtollig wanneer ze nietmeer op een uit dierenwelzijnsoverwegingacceptabele wijze in <strong>Blijdorp</strong> zijn te huisvestenen er geen enkel ander redelijkacceptabele plek is te vinden, noch in eenandere dierentuin, noch bij een gekwalificeerdeparticulier (vogels, reptielen). Maareigenlijk ben je dan al een stap te laat. Wemoeten in eerste instantie voorkomen datdieren overtollig worden. Zeker als hetgaat om dieren die in <strong>Blijdorp</strong> zijn geboren.We gaan altijd zo zorgvuldig mogelijk nawat de mogelijkheden zijn. Als we ze nietkwijt kunnen, dan maar geen jongen. Dat isbijvoorbeeld bij de leeuwen gebeurd.”Toch komt het voor dat dierenovertollig worden?“Ja, je kan het niet helemaal voorkomen.<strong>Blijdorp</strong> doet aan zo’n 100 fokprogramma’smee. De coördinator <strong>van</strong> zo’n programmakan vragen om jongen. Ook is de geboorte<strong>van</strong> jongen soms essentieel voor hetgroepsgebeuren. Bijvoorbeeld bij gorilla’s.Gorilla’s moeten leren <strong>van</strong> ervaren moeders,anders bestaat de kans dat het laterfout gaat. De dierenarts is ook geen grotefan <strong>van</strong> het langdurig op de pil zetten <strong>van</strong>vrouwtjesdieren. Op termijn is dat schadelijkvoor de gezondheid. Kortom, soms kanhet niet anders. Natuurlijk passen degeslachtsverhoudingen dan niet altijd inde planning. Het kan voorkomen dat ergewoon teveel mannetjes wordengeboren.”Wat doet <strong>Blijdorp</strong> met dierendie echt nergens naar toekunnen?“Laat ik voorop stellen dat dat maar heelweinig voor komt. Uiteindelijk kunnen weTon Dorresteijn, <strong>Blijdorp</strong> directeur. - foto: Rob Doolaard95 <strong>van</strong> de 100 in <strong>Blijdorp</strong> overbodige dierenbevredigend elders onderbrengen.Soms kost dat veel moeite, maar het luktons bijna altijd. Ook zetten dierentuinensoms mannengroepen op (bijvoorbeeld derendierengroep in <strong>Blijdorp</strong> –MK). Maar erblijft altijd een aantal dieren over waar echtniets meer mee kan. We kunnen ze meestalniet in de groep laten, want de dominanteman maakt korte metten met ze. Het isnu eenmaal geen natuurlijke situatie.De jonge mannetjes kunnen niet wegrennen.Geloof me, het is geen goede zaakom dieren dusdanig te laten lijden.”“Op jaarbasis zijn er gemiddeld zo’n tweetot drie dieren waar we helemaal nietsmeer mee kunnen en die dreigen in dieronwaardigeomstandigheden terecht tekomen. Dat zijn vrijwel altijd hoefdieren.Deze dieren worden afgemaakt. Prooidierenworden doodgeschoten en opgevoerdaan de roofdieren. In het verleden is datbijvoorbeeld gebeurd met Indische antilopen.In 2004 hebben we een jonge bizonstiermoeten doodschieten. Zijn vadergooide hem min of meer over het hek. Wekonden hem misschien nog wel kwijt aaneen particulier, maar dan was de kans grootdat hij ergens in een restaurant was beland.Niet-prooidieren krijgen een spuitje enworden, net als alle andere dieren die in<strong>Blijdorp</strong> gestorven zijn, meegegeven aaneen destructiebedrijf. Overigens, zo lang ikhier werk hebben we maar een of tweekeer een overtollig dier niet opgevoerd aande roofdieren.”Hoe weet u dat de alternatieven(andere dierentuinen of particulieren)altijd OK zijn?“In principe gaan we er <strong>van</strong> uit dat dierentuinendie zijn aangesloten bij een regionalefederatie in Europa (EAZA), Noord-Amerika(AZA) of Australië OK zijn. Een EAZAkeurmerkzegt niet alles, maar is steedsmeer een kenmerk voor kwaliteit. Niet datelke tuin de <strong>Blijdorp</strong>-standaard haalt, maarwe kunnen er <strong>van</strong> uit gaan dat de kwaliteitvoldoende is. Van niet-aangesloten dierentuinenweten we meestal zeer weinig. Datgeldt ook voor de meeste particulieren. Bijtwijfel gaan we vooraf kijken. We hebbeneen goede relatie met een paar particulieren.Het gaat daarbij vooral om vogels enreptielen. Met hen wisselen we uit. Wewerken dan met contracten. Nakomelingen<strong>van</strong> zeldzame reptielen kunnen veel geldwaard zijn. Voorzichtigheid is dus geboden.We willen niet dat er met nakomelingen<strong>van</strong> <strong>Blijdorp</strong>-dieren wordt gehandeld.”“Er is overigens een gedragscode <strong>van</strong>de NVD, de Nederlandse Vereniging <strong>van</strong>Dierentuinen (zie ook www.nvdzoos.nlrubriek ‘vragen’ –MK). Deze code isgemaakt naar voorbeeld <strong>van</strong> de code <strong>van</strong><strong>Blijdorp</strong>. Wij waren de eerste dierentuindie de afspraken hebben uitgeschreven.”Wie schiet er?“Meestal de dierenarts. <strong>Blijdorp</strong> heeft ove->8

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!