13.07.2015 Views

Nieuwsbrief 1981 09 (september) - Historische Vereniging Capelle ...

Nieuwsbrief 1981 09 (september) - Historische Vereniging Capelle ...

Nieuwsbrief 1981 09 (september) - Historische Vereniging Capelle ...

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

------- --_.._.._---_. '~" -_._--_. _. -_._--­~~~f""t~.. == ~...=,= a~.......0~ .......;:QJt::S ~~ ~~....... '.::r


September <strong>1981</strong>Informatieblad <strong>Vereniging</strong> tot Behoud vanOud <strong>Capelle</strong> no. 2.De <strong>Vereniging</strong> tot Behoud van Oud <strong>Capelle</strong>stelt zich ten doel oude en/of cultuurhistorischebebouwing in <strong>Capelle</strong> en in dedirecte omgeving te behouden en te beschermen.De vereniging werd op 27 februari 1980 opgerichtnaar aanleiding van de dreigende sloopvan het historische gemaal aan de Plantsoenstraat,Zij, die achter onze doelstellingen staan en daaromgraag lid van de <strong>Vereniging</strong> tot Behoud van Oud-<strong>Capelle</strong>willen worden, kunnen zich opgeven bij:Arnoud Voet, Dorpsstraat 158Jan Vermorken, Dorpsstraat 31Marleen Hoornstra, Merelhoven 10.Het lidmaatschap bedraagt f 5,-- per kalenderjaar.U kunt het bedrag overmaken op banknr. RABO-141583754of op ons gironr. 4395118 ten name van de <strong>Vereniging</strong> totBehoud van Oud-<strong>Capelle</strong>, Dorpsstraat 158 <strong>Capelle</strong> aId Ijssel.Tijdens de oprichtingsvergadering werd eenvoorlopig bestuur gevormd r bestaande uit:Arnoud Voet, Jan Vermorken, Annemarie van Damen Marleen Hoornstra,Op 1 december 1980 vond in de Bovenschuur aande Dorpsstraat de eerste algemene ledenvergaderingplaats, waarbij het definitieve bestuurgekozen werd. Voet blijft voorzitter; LenyG9udappel en Marleen Hoornstra nemen het secretariaatop zich, Jan Vermorken wordt penningmeester.Besloten werd om de toekomstige activiteiten inde eerste plaats te richten op het behoud vanhet gemaal en op het samenstellen van eenplaatselijke monumentenlijst, dit laatste liefstin samenwerkirig"met de gemeente.Onze eerste avond over de historie van <strong>Capelle</strong>,die gehouden werd in de mooie aula van deCapelse Muziekschool aan de Dorpsstraat, trokzeer veel belangstelling. De heer Co Hoek,archeoloog van de gemeente Rotterdam, brachteen boeiend en gedetailleerd verhaal over hetoude slot van <strong>Capelle</strong>, zijn geschiedenis en de- 1 ­


oudheidkundige vondsten die bij opgravingenzijn gedaan.GemaalZoals bekend, heeft de <strong>Vereniging</strong> ver~cheide­ne procedures aangespannen met het doel hetgemaal aan de Plantsoenstraat te behouden.Op 13 augustus 1980 vond een eerste hoor­zitting plaats van de gemeentelijke AROB­commissie. Op 27 november 1980 was er eenvervolgzitting. Wij konden de commissie stuk­ken voorleggen van de Bond Heemschut en vande Rijksdienst van Monumentenzorg waaruitbleek, dat het casco van het gebouw goed isen dat het monumentale waarde heeft. Dit integenstelling tot eerdere uitspraken vanwethouders tijdens de raadsvergadering vanfebruari 1980.Een. deel van de AROB-commissie deelde onsstandpunt, dat getracht moet worden het gemaalte renoveren. Maar de gemeenteraad washet hier op 9 februari <strong>1981</strong> niet mee eens.Toch hebben wij de AROB~procedure voortgezetmet een beroepsschrift naar GedeputeerdeStaten. Ook daarvoor hebben wij de hulpgekregen van onze raadsman Mr. Luigies.Wij hebben de indruk dat onze acties devoorgenomen sloop van het gebouwtje in iedergeval vertraagd hebben. Omdat een nieuwe installatievóór de herfststormen gereed moetzijn, is sloop in deze zomer niet meer teverwachten. Intussen heeft de oude dieselmotoreen revisie ondergaan en hij draaitnog steeds prima. Angst voor natte voetenhoeven we in Middelwatering dus niet tehebben.E.lê:.9:Js_~lijke monumentenlijstOver de wijze, waarop een plaatselijkemonumentenlijst tot stand kon komen, hebbenwij vele keren vergaderd. Ons plan om perwijk werkgroepen te vormen, die de plaatselijkehistorisch~waardevollemonumenten zoudeninventariseren, is helaas niet van degrond gekomen door gebrek aan medewerking uitde wijken.Wij besloten de Schiedamse inventarisatieals voorbeeld te nemen. Daartoe moet van elkte behouden pand een foto gemaakt worden eneen beschrijving gegeven worden. Voor hetintekenen van de waardevolle panden op eenkaart van <strong>Capelle</strong> hebben we de medewerking vande gemeente nodig. Wethouder Eerhart staatpositief tegenover dit plan. Hij was ookreeds benaderd door Monumentenzorg. Hij zegdegemeentelijke medewerking toe.Voor het maken van de foto's hopen wij deassistentie van een Capelse fotoclub tekrijgen.ContactenWij hebben contact opgenomen met het WerkveldCultuur van de Commissie Welzijn. Onsbestuurslid Leny Goudappel woont de vergaderingenvan dit Werkveld bij.Graag zouden wij ook contacten hebben met hetWerkveld Wonen en Woonomgeving en met deWerkgroep Oud-Woningbestand. Hiervoor hebbenwij echter meer steun van mede-werkende ledennodig.Ook met de gemeente zijn de contacten nog nietoptimaal. Zo hoorden we pas van het besluittot sloop van de interessante boerderij deZevenkamp aan de Schollevaartseweg toen hette laat was. Over zulke zaken moet eigenlijk- 2 ­- 3 ­


egelmatig informatie bij de gemeente wordeningewonnen. Maar ook hiervoor hebben wijmensen nodig, die ons daadwerkelijk helpenen steunen.LedenTot onze spijt is er iets misgegaan met hetbank~ en gironummer, zodat veel leden huncontribu·tie voor het vorige jaar terugkregen. Dat is nu in orde gemaakt.Ons banknummer is RABO-141583754Ons gironurr~er is 4305118t.n.v. <strong>Vereniging</strong> tot Behoud van Oud-<strong>Capelle</strong>,Dorpsstraat 158, <strong>Capelle</strong> a.d. IJssel.Wij moesten besluiten m.i.v. 1 januari 1982de contributie te verhogen tot f 10.~. Voorgezinsleden blijft het f 5.-. Om kosten tebesparen sturen wij per gezin slechts ééninformatieblad. Om dezelfde reden verzoekenwij onze leden in het begin van elk kalender­jaar de contributie spontaan over te maken,dat spaart postzegels.SubsidieIn april <strong>1981</strong> hebben wij bij de CommissieWelzijn een subsidie-aanvraag voor 1982ingediend. Papier en portikosten, het makenvan dia's, het samenstellen en laten drukkenvan de plaatselijke monumentenlijst, hetdrukken van het informatiebulletin, kunnen pasbekostigd worden uit de contributie, als wijzeer veel leden hebben.Wij doen dan ook een oproep aan onze leden omzich bij onze voorzitter Arnoud Voet aan temelden als werkend lid. Pas als een flinkegroep enthousiaste mensen zijn schouders onderdit werk zet, zijn wij sterk genoeg om metsucces te vechten voor het behoud van dehistorisch waardevolle bebouwing, die <strong>Capelle</strong>nqg bezit.GLASFABRIEKENdoor A.H. MartijnseVestiqinq.Om het voordeel van een qemakkeliike aanvoervan grondstoffen, zoals kolen. zand, kalk,pijpaarne enz. en de afvoer van het gereedgekomen produkt, zocht men bij het vestigenvan een nieuwe glasfabriek een terrein uit,dat aan goed vaarwater en liefst buitendijksgelegen was.Men kan er zeker van zijn, dat er een aanzien­lijk kapitaal nodig was om een glasblazerijin bedrijf te kunnen stellen. De ondernemersmoesten nl. een vrij groot terrein kopen envoor gebruik geschikt laten maken. Te <strong>Capelle</strong>a.d. IJssel moest het buitendijks qelegenperceel worden oogehooqd. Dit terrein wasbovendien voor het grootste gedeelte ommuurdaan de waterzijde. Meestal werd er een havenaangelegd of er moesten toch minstens 105- enlaadkaden worden gemaakt.Op het bouwrijpe grondstuk moesten wordenWij hopen dat de leden, die door een vergis­sing onzerzijds nog niet konden betalen,de contributie voor 1980 en <strong>1981</strong> alsnog overmaken.ge­- 4 - - 5 ­


ouwd: de eigenlijke glasblaz(~rij, of zoalsdeze door ingewijden werd genoemd "de hut"ide bijgebouwen zoals de potkamer, de molen,de smederij, timmermanswerkplaats, stallen,de flessenloodsen, de woning van de "meester"(bedrijfsleider), een kantoor en de woningenvan glasblazers en stellers. Ook de inrich­ting van hut en gebouwen moest natuurlijkverzorgd worden.Bouw van de zgn. hut.Het woord "hut" is afkomstig van het Duitse"HUtte" , hetgeen betekent "fabriek of inrich­ting voor het smelten van metalen en glas ende eerste verwerking daarvan".De onderbouw van de eigenlijke hut was eenvierkant stenen gebouw, waarop een houtenopbouw werd opgetrokken, die de vorm had vaneen kegel en die een hoogte bereikte van IStot 20 meter. In de afgeplatte top daarvanwaren roosters aangebracht voor het door­laten van rook, walm en hitte. De weinigevensters op de begane grond waren zonderglas en konden alleen met luiken gesloten worden.In het midden van de ruimte op de beganegrond werd de oven van vuurvast materiaalgebouwd. Deze oven had een lengte van S~ tot6 meter en opstaande wanden van ongeveer 1~meter, waarop een koepelvormig dak rustte.De ondergrond bestond uit zware steenverhar­ding.Als de oven voltooid was, werd hij geruimetijd met een klein vuur droog gestookt.Aan weerszijden van de oven waren drie werk­plaatsen (een werkplaats werd "werkstee" ge­noemd naar het Duitse Werkstätte) .- 6 ­Elke werkstee had een werkopening in de ovenwand.Die opening werd "10k" (naar het Duitse"Loch") genoemd en was groot genoeg om er metde blazerspijp doorheen te kunnen en dan hetglas in de glaspot te kunnen bereiken. Achterelk 10k stond in de oven nl. een smeltpot, dieeen hoogte had van plm. 1 meter en die ca. 3S0kg "gemeng" bevatte. De glasblazers en hunhelpers werkten OP een soort houten verhoging,de zgn. "bool" (Duits: Bohle = vloer van dikkehouten balken).De potkamer.Het"kabinet van de fabriek 11 zeiden de werklieden,want van een goede pot of haven (smeltkroes)hing de geregelde loop der fabricageaf. De pottemaker, een zeer bekwaam vakman,maakte de smeltpotten uit vooraf gezuiverde,vuurvaste specie. Van deze specie werden rollengemaakt, die tegen elkaar gelegd en aangestamptwerden tot een sterke bodem. Vanaf debodem bouwde men dan de smeltpot op en druktedaarbij de specie stevig aan. Dit was een nauwkeurigwerk, want de pot mocht beslist geenvocht doorlaten. Als de pot gereed was, werdhij in een daarvoor beschikbare ruimte langzaamgedroogd. Eenmaal goed droog, werd de pot nietonmiddellijk in gebruik genomen, maar eerstnog in een kleine oven sterk verhit. Pas dankon de pot in de eigenlijke glasoven gebruiktworden. Een bedrijf in volle werking had nogalwat smeltpotten nodig om de glasproduktie oppeil te houden.Zoals reeds vermeld werden de smeltpotten voorafwitheet gestookt en dan werden ze met behulpvan de "hellewagen" (een geheel ijzeren wagen)in de grote oven op hun plaats gezet. Dit gebeurdemet grote ijzeren haken en grote omzich­- 7 ­


tigheid. In geen geval mocht de pot kantelen.Het uithakken van een of meer smeltpottentijdens het werk betekende oponthouden teruglopen van de produktie. De levensduurvan een pot bedroeg ongeveer vier ofvijf weken.Hoe het vervangen van een pot tijdens dewerkzaamheden in zijn werk ging wordt doorhet volgende geIllustreerd.Het kwam vrij regelmatig voor, dat een pothet begaf tijdens de werkzaamheden. Hij begondan te "lopen" zoals de uitdrukkingluidde. Als regel werd het defekt het eerstgeconstateerd door de stoker, maar het konook zijn dat de glasblazer zag dat het glasin de pot sterk daalde. Het "inzetten" vaneen nieuwe pot en het eruithalen van deoude was voor een oningewijde een fantastischen indrukwekkend schouwspel.De daarvoor aangewezen mensen, de "inzettersploeg"11 hadden grote schootsvellen voor,grote wanten die tot aan de bovenarm reiktenaan en natgemaakte vilten hoeden op dieover de oren waren getrokken. De "mond" vande oven was dichtgemaakt met een preciespassende steen (het stoplok) . De steen werdweggehaald en met behulp van grote ijzerenhaken en de hellewagen werd de kapotte potuit de oven gehaald en de nieuwe erin gebracht.Het stoplok werd weer op zijn plaatsgebracht. Deze handelingen gingen uiterst vlugom weinig warmteverlies te hebben. Vermelddient nog te worden, dat de pottemaker metzijn helpers bij-het ingebruiknemen van eennieuwe glasblazerij vooraf al geruime tijdbezig zijn geweest, voordat de blazers hunwerk konden gaan verrichten.- 8 ­Het glasblazen.De stookplaats van de oven bevond zich tussentwee rijen potten. Het vuur werd aangelegd ineen lager geleqen qedeelte ll daar waar deroostprs lagen. Door een kanaal werd het vuurin de oven gebracht en de smeltpotten, gevuldmet "gemeng", verhit.De temperatuur werd opgevoerd tot 1300 gradenCelsius. Het stoken en op temoeratuur houdpnvan de glasoven was een zwaar en moeizaam werk.Na circa 10 uur stoken werd een proef genomenom te zien of de massa reeds voldoende gesmoltenwas.Voor het blazen van het glas qebruikte deglasblazer een zgn. piip. Dit was een ijzerenmet de hand gesmede holle buis van ca. 1.70 m.lang, aan de onderkant waarvan zich een extraverdikking bevond. Aan de bovenkant liep deDijp spits toe. De blazer had een aantal vantien of twaalf pijpen. die ziin eigendomwaren, tot zijn beschikking. Wanneer de grondstoffenin de potten door het helse vuur toteen dikke, vloeibare, stroopachtige massa warengeworden en naar de menina van de stokers gereedwaren voor verwerking, werden de glasblazers,die thuis waren, gewekt met bonzen op dedeur en de roep "toestellen" (hetgeen waarschijnlijkbetekende "toets stellen").De aanvang van de werktijd was nl. afhankelijkvan de toestand van het glas. Bij een zesdaagsewerkweek begon men zondagsnachts omtwee uur en men werkte met kleine rustpauzesdoor tot de oot leeg was. Wanneer de pottenleeg gewerkt waren en de blazers naar huisgingen, was het "vuuravond" (Duits: Feierabend).- 9 ­


De inzetters zorgden dan weer voor het vullenvan de potten met nien",; gemeng en in detijd,die voor het smelten nodig was, kondende blazers slapen.Een grote verbetering was de zgn. "Wanoven"(Wanne). Bij deze oven waren geen pottennodig. De oven was in tweeën gedeeld; ineen gedeelte werd voortdurend orondstof toegevoerden gesmolten, in het andere gedeeltebevond zich het gesmolten glas, waarult gewerktwerd. Upze manier van smelten werdnaderhand ook te <strong>Capelle</strong> a.d. IJssel toegepast.Men had daar een kleine en een grotewanoven.Door deze methode van smelten kon men over­schakelen op ploegendiensten.Het "toestellen": De glasblazer, voor het 10kgekomen, nam met de blaaspijp een kleine hoe­veelheid glas aan de pijp, blies dit op enkon met zijn geoefend oog zien of het glas"blank" d.W.Z. goed was of niet.Voordien had men een krans oemaakt van vuur­sperie die in dp po~ in het glas gelegdwerd en verhinderde dat pr vuil in het middenvan de pot kon komen.Was het glas goed, dan begon men met het werk.De glasblazer, de eigenliike vakman. had tweehelpprs:1) De aanvanger (Duits: Anfänger) was eenjongen-,--die een-verwarmde pijp door het 10kstak en het einde daarvrin als hpt ware meteen draaiende beweging over het glas haalde.Even werd de pijp teruggenomen om het glas,dat eraan zat, wat te laten bekoelen, waarnade handelinq werd herhaald.- 10 ­Het was de kunst om juist voldoende glas aande pijn te hebben om daarvan een fles tekunnen blazen van een bepaalde inhoud. De afwijkingenwaren dan ook door de geoefendheidminiem.Daarna gaf de aanvanger de pijp over aan2) De Steller (ook wel stelder) , een leerlingblazerof tweede man, die begon het glas aande pijn met een ijzeren schaar geheel naar hetuiteinde van de pijp te brengen, zodat hetals het ware als een wiebelende massa (mennoemde dit de koegel naar het Duitse Kugel)aan de pijp hing. Dan begon pas het blazen vande fles. De steller legde het einde van de pijpmet het glas op een platte steen (de welsteen)en blies dan in de pijp, waarmee hij steedsmaar draaiende bewegingen maak~e. Door deingeblazen lucht kreeg de glasmassa een bolvorming.De zo ontstane beginvorm van de fleswas inmiddels sterk afgekoeld.Vervolgens nam de glasblazer de pijp van desteller over. Hij hield het voorgevormde, watafgekoelde glas aan de pijp nog even in deoven en verhitte het om er verder ~ee te kun~nen werken. Dan bracht hij het in de vorm diein de bool was aangebracht. Met een voetbewegingtrapte hij de vorm dicht. Hij blies hetglas in de vorm aan, daarbij steeds draaiendebewegingen met de pijp en het glas makende.Daarna liet hij de voet op de vorm weer los,zodat die openklapte en de juiste vorm van defles bleek dan verkregen. De borst van de flesen de hals werden daarna uit de hand afgewerkt.Vervolgens legde de blazer de pijp in een geslotenvork, die aan de werkbank was beves­- 11 ­


tigd, om dan met een stomp mes, dat altijdin het water stond, over de hals van defles te snijden. Een lichte tik op de fleswas voldoende om van de pijp los te springen.Tenslotte werd het mondstuk van de fles(het moel) er als het ware omgelegd.In de tussentijd waren dezelfde handelingenvan de helpers voor de volgende flesweer zover gevorderd, dat de blazer dieweer kon overnemen. Zo ontstond er een zekereregelmaat in het werk.Het moet bij duisternis een fantastisch gezichtgeweest zijn, de glasblazers met devurige bollen aan hun pijpen te zienzwaaien, wanneer zij het glas uit de ovenhadden gehaald en de bewegingen maakten omvorm aan de gloeiende massa te geven. Erwas nl. geen verlichting in de fabriek danalleen de gloed uit de oven en de afstralingvan het gloeiende glas aan de pijpen.Om terug te keren tot de gereed gekomenfles: deze werd nu in een soort openijzeren bus, die op een stang was bevest.igd,door een indrager (een jongen van 8 ­12 jaar) op de schouder naar de koeloven gedragen.Aangekomen bij de koeloven (ook warmovenof kuiloven) werd de fles overgenomendoor de pleger (Duits Pfleger) die de flesmet het pleegijzer in de koeloven opstapelde.Koeloven.De koeloven was een langgerekt bouwsel aande zijkant van de hut waarin de flessen inijzeren bakken, die langzaam naar achterenwerden getrokken, een koelingsproces vanongeveer 24 uur ondergingen. Men stelle dit~koelen" niet verkeerd voor. De aanvangst.emperatuurin een koeloven was ongeveer SOOgraden C en daalde naarmate de fles zichnaar het einde bewoog. Wanneer de flessen uitde koeloven werden gehaald, waren zij nog zeerwarm tot heet. Zij werden vandaar naar desorteerplaats getransporteerd, waar zij werdengesorteerd op gewicht, maat en afwerking.Alleen goedgekeurde flessen werden afgerekend.Iedere glasblazer had zijn eigen merk. Hetkeuren en sorteren van de flessen geschieddedoor de zgn. "borrelseteurs" (bottlesorteurs"}Daarna werden de flessen in de flessenloodsenopgeslagen.Het afleveren van flessen vond meestal plaatsin grote gevlochten tenen manden met paard enwagen of per schip zoals te <strong>Capelle</strong> a.d.IJssel.Vormen.De houten vormen bestonden uit dikke perehoutenplanken~ die met beugels en schroeven bijeenwerden gehouden. Het onderste deel was vanijzer. De planken waren zodanig van vorm enlengte dat ze verstelbaar waren voor anderemodellen. Om verbranding van het hout tevoorkomen, moesten de vormen steeds met deII zwabber ll worden natgehouden.Een stenen vorm bestond uit twee helften,waarvan de ene helft kon worden vastgemaakt ende andere voorzien was van een handgreep waarmeehet model kon worden gesloten. Flessen uiteen stenen vorm waren uitwendig wat ruwer dandie uit houten vormen.- 12 ­- 13 ­


Na.bes_chou,:.-ling.Glasblazers vormden zeker in vroeger jareneen soort gilde, Men moest uit een glasbla­zersfami lip stFlITUUpn of er zeer nauw verwantmee zijn, om glasblazer te kunnen worden. Bui­tenstaanders kwamen niet in aanmerking om de~geheimen van het blazen te leren kennen.Het was een hard beroep en velen werden nietoud.Door de uitstralina van de hitte kregen som­mige blazers roodqeblakerde wangen en voor­hoofd en oogleden. Dit euvel noemde men"bra.ndbakkes!i. Als beroensziekt:e. onder deqlasbl~zers kwam vooral staar op de ogenvoor en veroorzaakte oe latere leeftijd ookwel blindheid. Bovendien kon men li4den aan"waterrot". Tussen de vingers ontstondenrauwe delen. Men verhielp di·t met bruine teer.De oorzaak was het bevochtiqen van de handenmet vuil water, waardoor de huid stuk qinq.De afmattende arbeid in de voortdurende na­bijheid van oververhitte ovens sloopte deqezondheid. Vooral 's zomers kwam men aan goedslapen niet toe. De manier waarop de arbeidersin een glasblazerij in de zomer transpireerdenis nauwelijks te beschrijven. Hoewelzij gekleed waren in een hemdrok en eenJ -innen broek en muilen droegen, dreven de-~ . h t leekmannen voor de ovens in het zweet ~n , eer soms op of zij gekleed en wel Ult netwater waren gestapt.Water drinken was slecht voor de ingewandenen bovendien zou men toen daarvoor waterhebben moeten gebruiken direct uit de rivier.Men dronk altijd bier. Tijdens het werk werdwel eens even een "blaasje" gepakt (kor


IJ} l1et: \\\ff2r"l[~ ~"i!.ar'(~I1 dB.rl C)o}~; é111E~ a.. an.él.i...t ..LI.).wLllyein een verbasterd Duits.Vermeldenswaard is nog dat het stooksel in defornuizen van de hutters een afvalproductvan de in de hut gestookte kolen was. Dezecokes werd naar de ~schreuvenhoop" gereden ophet terrein van de fabriek. Oudere lieden ofweduwen gingen deze schreuven uitzoeken enlevexden die tegen een kleine vergoeding afaan de glasblazersgezinnen.Door gebrek aan voornamelijk kolen en doorverminderde afzet van het product is deglashut in <strong>Capelle</strong>-Keeten stilgelegd in1916.lVJ.e t di t!l Oud <strong>Capelle</strong> IItweede nummer van h0t informa tiebladwil de <strong>Vereniging</strong> tot Behoudvan Oud <strong>Capelle</strong> haar leden en allen die belangstellinghebben voor cultuur-historische zakenop de hoogte.houden van haar activiteiten inhet afgelopen jaar.Tevens vindt U in dit nummer een gedetailleerdaertikel over de oude glasfabrieken zoals dietot het begin van deze eeuw ook in <strong>Capelle</strong> tevinden waren.Zij,die achter onze doelstellingen staan endaarom graag lid (liefst actief lid) van onzevereniging willen worden kunnen zich opgeven bij:Arnoud Voet,Dorpsstraat 158Jan Vermorken,Dorpsstraat 31Marleen Hoornstra,Merelhoven 10Het lidmaatschap hebben wij moeten verhogen totj 10,- per kalenderjaar. U kunt het bedrag overmakenop banknr. Pabo-141583754 of op ons gironummer 4395118 ten name van de <strong>Vereniging</strong> totBeboud van Oud-<strong>Capelle</strong> ,Dorpsstraat 158,<strong>Capelle</strong>aan den IJssel.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!