13.07.2015 Views

Najaar - Hospice Heuvelrug

Najaar - Hospice Heuvelrug

Najaar - Hospice Heuvelrug

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Mijn hospice......ons hospiceMijn ervaring als vrijwilligster en als echtgenote van een‘gast’ (mijn man Martijn) in <strong>Hospice</strong> <strong>Heuvelrug</strong>.In 2000 keerden we na 8 jaar Engeland terugin Nederland, deze keer voorgoed, omdatMartijn vervroegd met pensioen ging.In 2001 zijn we in Woudenberg beland.Het kostte wat tijd om aan deze situatie tewennen en weer nieuwe levensinvullendebezigheden te vinden, naast huis, tuin enkeukenbeslommeringen.Mijn hospiceMet mijn verleden als verpleegkundigetrok de zorg en voelde ik dat de tijd nu rijpwas om me verder te verdiepen in de zorgrondom het stervensproces en de doodzelf. Na hier en daar informatie ingewonnente hebben om mijn keuze te bepalen vooraan huis werken of in een hospice, viel mijnkeuze op <strong>Hospice</strong> <strong>Heuvelrug</strong> .In juni 2005 mocht ik aan het werk. In eersteinstantie wat bibberig, maar ik voelde me algauw op mijn plek. De samenwerking metcollega - vrijwilligers, verpleegkundigen, decontacten met de gasten, ik vond het fantastisch.Er was harmonie, gezelligheid, veelrespect voor de gasten en voor elkaar. Eenheel fijne plek om te zijn en te werken.Ons hospiceIn oktober 2012 werd bij Martijn alvleesklierkankergeconstateerd en reeds in een vergevorderd stadium met uitzaaiingen naarde longen. De schrik, de zorg alles tegelijkop je bord en de vraag: “Wat nu?” Voor onsgeen vraag. Martijn wilde geen chemo endat begreep ik. We zijn het alternatieve circuitin gegaan wat tijdelijk verlichting gaf endaardoor ook tot opzekere hoogte een‘goede’ kwaliteit vanleven. Eind januarihoorden we dat detumor zich had uitgebreid.Ook toen metweinig woorden besloten te stoppen metiedere vorm van therapie en daarna was dekeuze voor het hospice snel gemaakt. Martijnwerd op 4 februari opgenomen. Hoeellendig ook, toch waren we allebei ‘blij’ dater een plekje was en dat zelfs kamer 4 bijaankomst beschikbaar bleek. Ik had iets metkamer 4. Het is een plezierige ruime kamermet een ‘rustig en groen’ uitzicht.Mijn ervaring om nu niet als vrijwilliger,maar als vrouw van Martijn (gast) in hethospice rond te lopen was natuurlijk anders,maar tegelijkertijd ook zo vertrouwd. Hetheeft mijn waardering en overtuiging voorhet bestaan van een hospice alleen maarverdiept en versterkt. De privacy die wekregen en alle liefdevolle zorg en aandachtwas voor ons het allerbelangrijkste wat wenodig hadden.Elke dag weer zei Martijn mij hoe blij hijwas dat hij in het hospice was. Hierdoor enwetende dat hij in goede handen was gingik ‘s avonds met een gerust hart naar huis,vertrouwend op alles en iedereen.Toen de toestand van Martijn verslechterdewerd er een bed voor mij klaar gemaakt bijhem op de kamer en kon ik bij hem blijvenslapen. Op 15 februari 2013 in de vroegeochtend is Martijn in mijn bijzijn opEva en Martijn68- jarige leeftijd in alle rust overleden.Het waren intense en heel dierbare dagen,voor ons beiden, voor onze kinderen /kleinkinderen, familie en vrienden. Wat wilje nog meer?Niets meer.Er is alleen maarDankbaarheid.Eva Werker-ZweertsH O S P I E T J EHij is 90 jaar. Heeft een zeer goed contactmet zijn twee dochters, die vaak bij hemkomen. Daar geniet hij met volle teugen van.Nu hij stervende is wil hij ze niet meer zien.Hij wil het zijn dochters besparen dat hijsterft. Zijn dochters vinden dat verschrikkelijk.Eén dochter respecteert die wens, de anderedoet dat niet en blijft de hele tijd bij hemzitten, muisstil.Ze is blij dat ze deze beslissing heeft genomen.Op enig moment moet ze naar het toilet.Als ze terugkomt is haar vader overleden.Tineke CremerAan het woord zijn Wietske vanRijckevorsel en Joke Tel, twee‘oudgedienden’ van <strong>Hospice</strong><strong>Heuvelrug</strong>. Toen Wietske en Jokejaren geleden hun werkzaamhedenvoor het hospice beëindigden,waren beiden ervan overtuigddat ze definitief afscheid haddengenomen. Op dat moment kondenze niet bevroeden, dat ze anno2013 allebei de banden met hethospice weer zouden aanhalen,zij het in een andere, vrijwilligefunctie als begeleider van eenintervisiegroep. Het voelde directvertrouwd als het warme bad datze jaren geleden achter zich haddengelaten.Wietske en Joke, beiden verpleegkundigenvan het eerste uur van <strong>Hospice</strong><strong>Heuvelrug</strong> en van ‘de oude stempel’.Gedreven, met een idealistischeinslag, hard werkend, barstensvolinspiratie en goede voornemens.Voor Joke was het even wennen omte werken onder haar dochter Ellen,die als coördinator het hospice destijdshad opgestart en vormgegeven.Joke: “Ik gaf toen een cursus ‘Sterven,hoe doe je dat?’ en ‘Rouwverwerking’,maar ik miste de praktijk om te kunnenvoelen en ervaren en mijn eigengrenzen op te zoeken. Ik had een sollicitatiegesprekmet Prof. Kuijten, dievond de samenwerking van moederen dochter lastig”.Wietske: “Ik had gewerkt bij deStichting Focus, in de gehandicaptenzorgen als vrijwilliger in determinale thuiszorg. Ik kreeg eentip dat ze op het hospice in Zeisteen verpleegkundige zochten. Ookik had een sollicitatiegesprek metKuijten, die het gevoel had dat ikmet het aanvaarden van deze baanIn gesprekover toen en numijn kinderen onverzorgd achterliet”,lacht ze.Ze begonnen aan hun verpleegkundigetaken in het hospice in een periodedat er nog geen sprake was vanpalliatieve zorg. Twintig jaar geledenwerd er niet over sterven gesproken,het was zelfs een taboe. De behandelingvan patiënten was gericht opherstel, en niet op overlijden. Nietalleen voor de patiënt, maar ook voorde familie, was het een bewustwordingsprocesdat iemand niet meerbeter zou worden. Dit vergde heelveel energie van de verpleegkundigen,die werden gezien als slechtnieuws brengers.Er waren in die tijd al veel vrijwilligersen als een gast overleed, werden devrijwilligers gebeld om afscheid tekomen nemen. Het gebeurde toenvaak dat familie huilende vrijwilligersuit de kamer zag komen. Joke: “Devalkuil was dat je er geen idee vanhad wat voor impact het sterven opje emotionele gevoelens had. OokWietske van Rijckevorselen Joke Telvoor de vrijwilligers werd hier te weinigaandacht aan besteed”. Wietskeweet zich te herinneren dat er in diebegintijd begeleiding werd aangebodendoor twee vrijwilligers van hetHelen Down instituut. Er was geentijd voor geestelijke nazorg. “Naastde medische verzorging hadden deverpleegkundigen o.a. de taak omde familie te begeleiden, de herdenkingsbijeenkomstente organiserenen de geestelijke verzorging te bewaken”,memoreert Wietske.Al pratend komen de verhalenbovendrijven. Over hoe het kleineteam van verpleegkundigen loyaalwas naar elkaar, hoe op avonden endesnoods ‘s nachts altijd een beroepkon worden gedaan op de huisartsRian van Kessel, hoe de gasten diezich aanmeldden eerst thuis werdenopgezocht door de verpleegkundigen,hoe een verpleegkundigein nauwe samenwerking met éénvrijwilliger samen een dienst deed,en hoe de nachtdiensten werden“Leven is leren sterven.”(Seneca)<strong>Hospice</strong> <strong>Heuvelrug</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!