30.07.2015 Views

Certificatieschema VP-HS/LS VAKBEKWAAM PERSOON ... - Stipel

Certificatieschema VP-HS/LS VAKBEKWAAM PERSOON ... - Stipel

Certificatieschema VP-HS/LS VAKBEKWAAM PERSOON ... - Stipel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Pagina 1 van 9Sectie 23 <strong>Certificatieschema</strong> Vakbekwaam Persoon Hoog- en Laagspanning<strong>Certificatieschema</strong> <strong>VP</strong>-<strong>HS</strong>/<strong>LS</strong><strong>VAKBEKWAAM</strong> <strong>PERSOON</strong>HOOG- en LAAGSPANNINGStichting Persoonscertificatie Energietechniekp/a ing. R. BijvoetsSchokkerlaan 18,1503 JP ZAANDAM075 – 6354236Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in eengeautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzijelektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zondervoorafgaande schriftelijke toestemming van STIPELDocumentcode Vervallen versie d.d. Actuele versieSectie 23<strong>Certificatieschema</strong> <strong>VP</strong>-<strong>HS</strong>/<strong>LS</strong>VaststellingRvB-EnergietechniekAkkoord bestuurSTIPEL08-10-2007 01-08-2010 01-10-2010 08-10-2010


Pagina 2 van 9Sectie 23 <strong>Certificatieschema</strong> Vakbekwaam Persoon Hoog- en LaagspanningINHOUD<strong>VAKBEKWAAM</strong> <strong>PERSOON</strong> HOOG- en LAAGSPANNING (<strong>VP</strong>-<strong>HS</strong>/<strong>LS</strong>) ................................................ 31. Voorwoord............................................................................................................................................ 32. Inleiding................................................................................................................................................ 33. Vakbekwaamheidsprofiel..................................................................................................................... 34. Eindtermen........................................................................................................................................... 35. Toetsmethode ...................................................................................................................................... 7Documentcode Vervallen versie d.d. Actuele versieSectie 23<strong>Certificatieschema</strong> <strong>VP</strong>-<strong>HS</strong>/<strong>LS</strong>VaststellingRvB-EnergietechniekAkkoord bestuurSTIPEL08-10-2007 01-08-2010 01-10-2010 08-10-2010


Pagina 4 van 9Sectie 23 <strong>Certificatieschema</strong> Vakbekwaam Persoon Hoog- en Laagspanning- de relatie van de hoogte spanning ten opzichte van het te transporteren vermogen en deoptredende verliezen- de opbouw en beveiliging van stroomcircuits.3. kennis van de opbouw en de functie van de installatie:- netstructuren zoals ster, ring en vermaasde netten,- de specifieke eigenschappen van TT, TN, TN-S, TN-C, TN-CS en IT-stelsels- sterpuntsbehandelingen,- railconfiguraties,- de toepassing van verschillend schakelmateriaal zoals; open, semi-open, gesloten e.d.,- de werking van éénlijnsschema’s, installatietekeningen, stroomkringschema’s enbedradingsschema’s..4. kennis van de theoretische achtergronden van de elektrische energietechniek, benodigd voor hetveilig uitvoeren van werkzaamheden:- kennis van het begrip kortsluitvastheid, alsmede van de hiermee samenhangende begrippenthermische en dynamische kortsluitvastheid,- de theoretische achtergrond en voorwaarden benodigd voor het veilig schakelen mettransformatoren,- opstellingscondities in elektrische installaties en invloeden op veroudering van componenten,- de termen hoekverdraaiing, a-synchroon, spanningsverschil en kortsluitvermogen i.v.m.mogelijke schakelbeperkingen,- de term selectiviteit i.v.m. het waarnemen van bijzondere omstandigheden in elektrischeinstallaties,- kennis van het ontstaan van ferroresonantie.5. kennis van de risico’s van het werken met elektriciteit- kent de gevaren van elektriciteit- weet de invloed van een aantal stroomwaarden op het menselijk lichaam- kan in de juiste volgorde de maatregelen noemen om ongevallen door elektriciteit tevoorkomen bij het uitvoeren van elektrische werkzaamheden,- kan de twee meest ernstige gevolgen noemen van het aanraken van een spanningvoerenddeel- kent de gevolgen van de vlamboog op het menselijk lichaam6. inzicht in het gebruik van de verschillende gereedschappen, hulpmiddelen en persoonlijkebeschermingsmiddelen ten behoeve van werkzaamheden en het veiligstellen van elektrischeinstallaties:- gereedschap, hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen,- spanningtesten en de toepassing van spanningstesters,- fasenvergelijkers,- aardingsgarnituren,- beproevingsapparatuur.7. kennis van opdrachten ten behoeve van veilig handelen:- het toepassen van standaardtaalgebruik,- begrijpt documenten (schakelbericht) die beschrijven hoe tot een veilige werkplek te komen- weet wat wordt verstaan onder de volgende begrippen:- volledig scheiden- beveiligen tegen wederinschakelen- controleren of de installatie spanningsloos is- zorgen voor aarding en kortsluiting- zorgen voor bescherming ten opzichte van naastgelegen actieve delenDocumentcode Vervallen versie d.d. Actuele versieSectie 23<strong>Certificatieschema</strong> <strong>VP</strong>-<strong>HS</strong>/<strong>LS</strong>VaststellingRvB-EnergietechniekAkkoord bestuurSTIPEL08-10-2007 01-08-2010 01-10-2010 08-10-2010


Pagina 5 van 9Sectie 23 <strong>Certificatieschema</strong> Vakbekwaam Persoon Hoog- en Laagspanning- kan de vijf esentiële eisen voor het spanningloos werken in de juiste volgorde noemen.8. kan de relevante standaard werkprocedures conform NEN-EN 50110-1 en NEN 3140beschrijven:- kan een omschrijving geven van de termen werkzone, gevarenzone, nabijheidszone en dewerkplek- kent de werkprocedure voor de gevarenzone- kent de werkprocedure voor de nabijheidszone9. kan relevante voorzorgsmaatregelen noemen die, indien noodzakelijk, genomen moeten wordenvoordat met de uitvoering van de veiligheidsmaatregelen wordt begonnen:- kent de maatregelen die genomen moeten worden om een veilige werkplek te creëren- weet aan welke eisen het gereedschap, de hulpmiddelen en persoonlijkebeschermingsmiddelen die tijdens elektrische werkzaamheden worden gebruikt, moetenvoldoen10. kennis van de gevolgen van overbelasting en kortsluitingen in elektrische installaties:- de gevolgen van een overbelasting op: geleiders, kabels, schakelmateriaal, transformatorenen beveiligingsinstallatie’s,- de gevolgen van een kortsluitstroom op: geleiders, kabels, schakelmateriaal, transformatorenen beveiligingsinstallatie’s.11. kent de elementaire begrippen met betrekking tot de beveiliging tegen overstroom- kan het verschil tussen een overbelastingsstroom en een kortsluitstroom beschrijven- kan het gevaar omschrijven bij het ontbreken, het defect zijn of een onjuiste keuze of instellingvan een voorgeschreven beveiliging tegen overbelasting, kortsluiting en aardsluiting12. kan het gevaar omschrijven bij het ontbreken, het defect zijn of een onjuiste keuze van eenbescherming tegen directe, indirecte en tegen zowel directe als indirecte aanrakingkan het gevaar omschrijven bij het ontbreken, het defect zijn of een onjuiste keuze van:- een voorgeschreven bescherming tegen zowel directe als indirecte aanraking- een voorgeschreven bescherming tegen directe aanraking- een voorgeschreven bescherming tegen indirecte aanraking13. kennis hoe te handelen bij afwijkingen van de normale bedrijfsvoering met elektrische installaties:- de werking van storingsindicatoren zoals, storingsverklikkers en beveiligingsrelais,- omstandigheden in elektrische installaties die invloed hebben op veiligheid,- bijzondere omstandigheden die invloed hebben op de elektrische installatie (zoalsweersomstandigheden).De certificaathouder kan:14. veilig werken in hoog- en laagspanningsnetten en –installaties:- beoordelen en/of verrichten van bedieningshandelingen met gebruikmaking vangereedschappen, hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen,- veiligstellen van werkgebieden met gebruikmaking van gereedschappen, hulpmiddelen enpersoonlijke beschermingsmiddelen,- beoordelen van veiliggestelde werkgebieden,Documentcode Vervallen versie d.d. Actuele versieSectie 23<strong>Certificatieschema</strong> <strong>VP</strong>-<strong>HS</strong>/<strong>LS</strong>VaststellingRvB-EnergietechniekAkkoord bestuurSTIPEL08-10-2007 01-08-2010 01-10-2010 08-10-2010


Pagina 6 van 9Sectie 23 <strong>Certificatieschema</strong> Vakbekwaam Persoon Hoog- en Laagspanning15. veilig werken in beveiligingsinstallaties in hoog- en laagspanningsnetten en –installaties:- beveiligingssignalen interpreteren,- na opdracht storingsindicatoren en relais terugstellen,- na opdracht smeltpatronen vervangen.16. componenten in hoog- en laagspanningsinstallaties herkennen en kan de toepassing daarvanbenoemen:- schakelmateriaal,- transformatoren,- toestellen (verbruikers)- kabels en lijnen,- beveiligingsinstallaties,- hulpinstallaties.17. opdrachten begrijpen en beoordelen omtrent bevoegdheden, bedieningshandelingen enveiligheidsmaatregelen in relatie tot uit te voeren werkzaamheden:- verbale en non-verbale opdracht ontvangen,- documenten (schakelbericht) die beschrijven hoe tot een veilige werkplek te komen kunnenbeoordelen en uitvoeren,- de volgorde van de bedieningshandelingen op veiligheid beoordelen.18. bedieningshandelingen en veiligheidsmaatregelen met gebruik van gereedschappen,hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen uitvoeren en beoordelen:- schakelmateriaal onderscheiden,- schakelmateriaal bedienen,- spanning testen,- fasenvergelijken, en draaiveldmeten- onder toezicht van de werkverantwoordelijke of ploegleider aardingsgarnituren aanbrengen,- gereedschappen, hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen toepassen.- beoordelen of werkzaamheden juist zijn uitgevoerd en beëindigd, om veilig te kunneninschakelen,- wanneer de werkzaamheden kunnen aanvangen,- weet hoe te handelen ingeval van onderbreking van de werkzaamheden,- wanneer werkzaamheden zijn beëindigd,- in opdracht veiligheidsmaatregelen ongedaan maken,- bepalen wanneer de installatie gereed is voor wederinschakeling.19. beproevingsapparatuur veilig in hoog- en laagspanningsinstallaties toepassen:- aansluiten en verwijderen van beproevingsapparatuur- standaard meetapparatuur, die noodzakelijk is bij uitvoering van werkzaamheden op de juistewijze gebruiken en uitlezen.Documentcode Vervallen versie d.d. Actuele versieSectie 23<strong>Certificatieschema</strong> <strong>VP</strong>-<strong>HS</strong>/<strong>LS</strong>VaststellingRvB-EnergietechniekAkkoord bestuurSTIPEL08-10-2007 01-08-2010 01-10-2010 08-10-2010


Pagina 7 van 9Sectie 23 <strong>Certificatieschema</strong> Vakbekwaam Persoon Hoog- en Laagspanning5. ToetsmethodeDe tijdsduur voor de theorie- en de praktijktoetsHet examen bestaat uit een theorietoets en een praktijktoets. De theorietoets duurt maximaal 90 minuten. De praktijktoets duurt maximaal 60 minuten.De examenvorm van de theorie- en de praktijktoetsDe theorie wordt in meerkeuzevorm getoetst, waarbij elke vraag drie antwoordmogelijkhedenheeft.De praktijk wordt aan de hand van een op schrift gestelde praktijkopdracht getoetst.Het aantal theorievragen en praktijkopdrachten per examen en de verdeling daarvan over deeindtermen is aangegeven in de toetsmatrijs.De praktijktoets bestaat uit verrichtingen in een hoogspanningsinstallatie én in eenlaagspanningsinstallatie en wordt willekeurig gekozen uit het bestand van opdrachten dat geschikt isvoor de betreffende locatie / installatie waar de praktijktoets wordt afgenomen.Het hoogspanningsdeel van de praktijktoets bestaat uit (een deel van) de criteria zoals aangegeven insectie 16 hoofdstuk 3.Het laagspannninsdeel van de praktijktoets bestaat uit het uit- en in bedrijf nemen van eeninstallatiedeel aan de hand van op schrift gestelde opdrachten.Installatiedelen kunnen bijvoorbeeld zijn: Motor of machine Eindgroep Verdeelinrichting of schakelkast VoedingskabelDocumentcode Vervallen versie d.d. Actuele versieSectie 23<strong>Certificatieschema</strong> <strong>VP</strong>-<strong>HS</strong>/<strong>LS</strong>VaststellingRvB-EnergietechniekAkkoord bestuurSTIPEL08-10-2007 01-08-2010 01-10-2010 08-10-2010


Pagina 8 van 9Sectie 23 <strong>Certificatieschema</strong> Vakbekwaam Persoon Hoog- en LaagspanningToetsmatrijsTHEORIEONDERDEELEINDTERM NR.AANTALVRAGENbasis / (min-max)mc vragenArbo-wetgeving en normen 1 6 / (4-8)Kennis van de elektriciteitsvoorziening 2 4 / (2-6)Opbouw en functie van de installatie 3 6 / (4-8)Theoretische achtergronden 4 6 / (4-8)Risico’s van werken met elektriciteit 5 4 / (2-6)Hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen 6 4 / (2-6)Opdrachten ten behoeve van veilig handelen 7 t/m 9 4 / (2-6)Gevolgen van overbelasting en kortsluiting 10 4 / (2-6)Beveiliging 11 4 / (2-6)Bescherming tegen aanraking 12 2 / (1-3)Afwijkingen van de normale bedrijfssituatie 13 4 / (2-6)Opdrachten begrijpen en beoordelen 17 2 / (1-3)totaal 50PRAKTIJKONDERDEEL EINDTERM NR. OPDRACHTPraktische vaardigheden 14 t/m 19 1Documentcode Vervallen versie d.d. Actuele versieSectie 23<strong>Certificatieschema</strong> <strong>VP</strong>-<strong>HS</strong>/<strong>LS</strong>VaststellingRvB-EnergietechniekAkkoord bestuurSTIPEL08-10-2007 01-08-2010 01-10-2010 08-10-2010


Pagina 9 van 9Sectie 23 <strong>Certificatieschema</strong> Vakbekwaam Persoon Hoog- en LaagspanningDe wijze van beoordeling van de theorie- en de praktijktoets. Zowel de theorie- als de praktijktoets worden beoordeeld aan de hand vanbeoordelingsprotocollen Een meerkeuzevraag is goed beantwoord indien de kandidaat het juiste antwoord heeft gekozen. Bij de theorieopdracht behoort een op schrift gesteld beoordelingsprotocol op grond waarvan 1punt per vraag kan worden behaald. Bij de praktijkopdracht behoort een op schrift gesteld beoordelingsprotocol dat voldoet aan de<strong>Stipel</strong>eisen t.a.v. protocollen voor beoordeling door examinatoren. De praktijktoets wordt afgebroken indien de examinator uit veiligheidsoverwegingen moet ingrijpenin de uitvoering van de opdracht.De normering en de cesuurDe theorietoets en de praktijktoets worden elk afzonderlijk beoordeeld. Een toets wordt als voldoendebeoordeeld indien: bij de theorietoets minimaal 70 % van het maximum aantal punten van de meerkeuze-vragen isbehaald; bij de praktijktoets voor het hoogspanningsdeel en voor het laagspanningsdeel elk niet meer dan30 strafpunten zijn toegekend en de examinator niet heeft ingegrepen.Ten behoeve van het certificaat dient men voor beide toetsen een voldoende behaald te hebben.Het resultaat van een toets, waarvoor men een voldoende heeft behaald, blijft tot 1 jaar na datumgeldig ten behoeve van een herexamen.Herexamens betreffen alleen de toets waarvoor geen voldoende is behaald.Documentcode Vervallen versie d.d. Actuele versieSectie 23<strong>Certificatieschema</strong> <strong>VP</strong>-<strong>HS</strong>/<strong>LS</strong>VaststellingRvB-EnergietechniekAkkoord bestuurSTIPEL08-10-2007 01-08-2010 01-10-2010 08-10-2010

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!