Overzicht van voorgestelde wijzigingen protocol 7003 (versie 3 - SIKB

Overzicht van voorgestelde wijzigingen protocol 7003 (versie 3.0 versie 3.1)Plaats in Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatieversie 3.0Voorblad UITVOERING VAN WATERBODEMSANERINGEN UITVOERING VAN WATERBODEMSANERINGEN ENINGREPEN IN DE WATERBODEMAangepast vanwegeintroductie Waterwet1 Het doel van het protocol is het verkrijgen van eeninstrument voor het waarborgen van de kwaliteit van deuitvoering van waterbodemsaneringen.Het doel van het protocol is het verkrijgen van eeninstrument dat de kwaliteit van de uitvoering van ingrepenin de waterbodem en waterbodemsanering waarborgt.Toegevoegd vanwegeintroductie WaterwetHet protocol is van toepassing op het saneren of beherenvan gevallen van ernstige verontreiniging van dewaterbodem in het kader van de Wbb. De aanwezigheid vaneen beschikking op een goedgekeurd saneringsplan (Wbb),ofwel de beschikking op een sanering van een ongewoonvoorval (art. 13 en 27 Wbb), ofwel eengoedkeuringsverklaring op het saneringsplan (Wm), is eenuitgangspunt voor dit protocol. In het saneringsplan of degoedkeuringsverklaring kunnen de saneringsdoelstellingenmet behulp van milieuhygiënische eisen en/ofcivieltechnische eisen zijn omschreven. Benadrukt wordtdat dit protocol niet ook van toepassing is oponderhoudsbaggerwerk van bagger boven deinterventiewaarde dat om nautische redenen wordtuitgevoerd en waarvoor in de regel vrijstelling voor hetindienen van een saneringsplan is verkregen. Bij hetverzoek om vrijstelling is veelal een werkplan gevoegd voorde uitvoering van het werk.Hoofdvarianten van waterbodemsaneringen die onder ditprotocol vallen, betreffen zowel ontgravingen(saneringsbaggerwerken) als het (actief) aanbrengen vaneen deklaag (isolatie), maar ook andere varianten zijnmogelijk. Het aanbrengen van suppleties/zandaanvullingenom alleen nautische redenen valt niet onder dit protocol.De technieken voor het saneren of beheren van dewaterbodem zijn beschreven in de Richtlijn Herstel enbeheer bodem- (www.bodemrichtlijn.nl) enwaterbodemkwaliteit (www.waterbodemrichtlijn.nl). Ditprotocol schrijft geen technieken voor.Het onderhavige protocol bevat eisen over de wijze waaropwaterbodemsaneringen moeten worden uitgevoerd enmaakt onderdeel uit van de bij BRL SIKB 7000, ‘Uitvoeringvan (water)bodemsaneringen’. In de BRL staan algemeneHet protocol is van toepassing op: ingrepen in de waterbodem op grond van de Waterwet,waarbij meer dan 50 m 3 van die waterbodem deinterventiewaarden overschrijdt; waterbodemsaneringen op grond van de Wetbodembescherming.Uitgangspunten voor dit protocol zijn: een projectplan dat door de beheerder is vastgesteld; een locatieplan, dan wel een beschikking, op eengoedgekeurd saneringsplan (Wbb).In het plan kunnen de doelstellingen van de ingreep of desanering met behulp van milieuhygiënische eisen en/ofcivieltechnische eisen zijn omschreven. Benadrukt wordtdat dit protocol ook van toepassing is oponderhoudsbaggerwerk van bagger boven deinterventiewaarde dat om nautische redenen wordtuitgevoerd.Hoofdvarianten van ingrepen in de waterbodem enwaterbodemsaneringen die onder dit protocol vallen,betreffen zowel ontgravingen als het (actief) aanbrengenvan een deklaag (isolatie), maar ook andere varianten zijnmogelijk. Het aanbrengen van suppleties/zandaanvullingenom alleen nautische redenen valt niet onder dit protocol.De technieken voor ingrepen in de waterbodem enwaterbodemsaneringen zijn beschreven in de RichtlijnHerstel en beheer bodem- (www.bodemrichtlijn.nl) enwaterbodemkwaliteit (www.waterbodemrichtlijn.nl). Ditprotocol schrijft geen technieken voor.Dit protocol bevat eisen over de wijze waarop ingrepen inde waterbodem en waterbodemsaneringen wordtuitgevoerd. Het maakt onderdeel uit van de bij BRL 7000,‘Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) MotivatieConventionele techniekenBodemsaneringstechnieken niet zijnde in-situsaneringstechnieken.DirectievoerderDegene, die namens de opdrachtgever, toezicht uitoefentop de uitvoering van het werk en op naleving van hetcontract met de aannemer. De opdrachtgever kan dezetaak ook zelf op zich nemen.In-situ reinigings-techniekenIn-situ reinigingstechnieken zijn bodemsaneringstechniekendie verontreinigingen uit de bodem verwijderen zonder dat inhoudt dat bij meerdere eisen van dezebeoordelingsrichtlijn sprake is van vergelijkbareafwijkingen in documentatie en/of implementatie (eenzogenaamde ‘trend’).Afwijking t.o.v. plan of beschikking / meldingAfwijkingen omvatten het volgende: de aard van het geval wijkt af van het saneringsplan,projectplan, locatieplan of de voornoemde BUS-melding het geval blijkt significant groter dat dit van invloed kanzijn op de aanpak en het resultaat van de(water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem; de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodemduurt significant langer (of korter) dan is aangegeven inhet plan of de melding; de uitvoeringswijze wordt aangepast; het eindresultaat is anders dan de doelen waarop hetplan of de melding is geschreven.BeheerplanHet plan zoals bedoeld in artikel 4.6 Wtw, waarin dewaterbeheerder maatregelen heeft opgenomen terbescherming en verbetering van de watersystemen in zijnbeheer.Bevoegd gezagBevoegd gezag voor het betreffende kader waarin deingreep of sanering wordt uitgevoerd. In de meestegevallen de overheidsinstantie die de saneringsplannenbeschikt, aan wie de melding in het kader van het BUSwordt gedaan en die de evaluatieverslagen beoordeelt voorgevallen van ernstige bodemverontreiniging, of dewaterbeheerder als het een ingreep in de waterbodembetreft.DirectievoeringHet namens de opdrachtgever toezicht uitoefenen op deuitvoering van het werk en op naleving van het contractmet de aannemer.De opdrachtgever kan deze taak ook zelf op zich nemen.Toegevoegd vanwegezelfstandige leesbaarheidprotocolToegevoegd vanwegeintroductie WaterwetToegevoegd vanwegezelfstandige leesbaarheidprotocolDefinitie komt terug alslandbodemsanering metconventionele methoden(conform titel protocol7001)Tekstuele aanpassingDefinitie komt terug alslandbodemsanering metin-situ methoden (conform

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatiegrondverzet noodzakelijk is. Kenmerken van een in-situreinigingstechniek zijn: door de beperkte verstoring van de bodem blijft debodemopbouw en structuur behouden; de bodem wordt behandeld zoals deze van natureaanwezig is.- Ingreep in de waterbodemWerkzaamheden in de waterbodem, ter uitvoering van eenbeheerplan, projectplan of locatieplan, waarbij meer dan 50m3 van die waterbodem de interventiewaardenoverschrijdt.Kwaliteitsverantwoordelijke personKwaliteitsverantwoordelijke persoonDe medewerker(s) van de aannemer die op de plaats van De medewerker van de aannemer die op de plaats vanuitvoering van de waterbodemsanering verantwoordelijk is uitvoe-ring van de ingreep in de waterbodem of deof zijn voor de kwaliteit. Deze medewerker is tijdens de waterbodemsane-ring verantwoordelijk is voor de kwaliteit.voor de sanering kritische werkzaamheden op de locatieaanwezig en het eerste aanspreekpunt voor decertificerende instelling. Bij niet kritische werkzaamhedenkan de kwaliteitsverantwoordelijke persoon zich latenvervangen door een voldoende deskundige assistent,hetgeen wordt geregistreerd in het logboek.Kritische en niet-kritische werkzaamhedenKritische werkzaamheden zijn:Alle werkzaamheden in de (water)bodem die het resultaatvan de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodem(kunnen) beïnvloeden. Dit omvat: het vaststellen van de uit de bodem te verwijderenverontreinigingen in het veld (land- en waterbodem); het aanbrengen van het saneringssysteem door deaannemer voor de sanering van grond en grondwater; het scheiden van grond/baggerstromen, het in depotbrengen en/of afvoeren van gescheiden deelstromengrond of bagger.titel protocol 7002)Toegevoegd vanwegeintroductie WaterwetDefinitie aangepast omdatin definitie geen eisenthuishoren overaanwezigheid.Aanwezigheid KVP’erelders in documentbeschreven.Nog ontbrekende definitie(van belang voor deaanwezigheid van deKVP’er). Definitieovergenomen uit BRL6000.Niet-kritische werkzaamheden zijn: alle werkzaamheden in de (water)bodem die niet hetresultaat van de (water)bodemsanering of ingreep in dewaterbodem (kunnen) beïnvloeden; alle werkzaamheden die niet van invloed (kunnen) zijnop de verwerking van te verwijderen grond/bagger enverontreinigingen.Voorbeelden van niet-kritische werkzaamheden, waarbijniet de (continue) aanwezigheid van dekwaliteitsverantwoordelijke persoon is vereist, zijn:

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatie het inrichten van het werkterrein; het aanbrengen van isolerende voorzieningen alsbijvoorbeeld een leeflaag, verhardingslaag ofscheidingslaag; het aanvullen van de saneringsput nadat eindkeuringheeft plaatsgevonden; het ontgraven van een grond- of baggerdepot waarbijde kwaliteit en einddiepte op basis van inmeten vantevoren bekend is; het ontgraven van grond uit een homogeenverontreinigde bodem waarbij de ontgravingscontour isbepaald door de in de bodem te realiseren functie, zoalsbijvoorbeeld een aan te leggen kelder of parkeergarage.- LocatieplanPlan waarin de waterbodemmaatregelen van eenbeheerplan of projectplan nader zijn uitgewerkt.Toegevoegd vanwegeintroductie WaterwetLogboekDocument waarin gedurende de sanering alle voor deuitvoering relevante gegevens worden vastgelegd.Milieukundige processturingHet sturen van de waterbodemsanering ter plaatse.Hieronder vallen onder meer het aangeven van deverontreinigingsgrenzen, het aangeven van de bestemmingvan vrijkomende baggerspecie en afvalstromen, het toezienop de juiste plaatsing en instelling van installaties en hetnemen van monsters ten behoeve van voortgangscontroleen vergunningen.Milieukundige verificatieHet vaststellen van het eindresultaat van dewaterbodemsanering teneinde te kunnen beoordelen of desaneringsdoelstelling is bereikt zoals die is vastgelegd in debeschikking op het saneringsplan (Wbb) of degoedkeuringsverklaring op het saneringsplan (Wm).Een locatieplan is een niet wettelijk vastgelegd plan, waarinde voorgenomen ingreep wordt uitgewerkt tot een niveaudat als basis dient voor opdrachtverlening of een bestek.Een locatieplan is in ieder geval nodig bij ingrepen dievoortvloeien uit een beheerplan. Beheerplannen zijn zoabstract, dat zij niet kunnen dienen voor opdrachtverleningof een bestek. Projectplannen kunnen daarentegen welworden vastgesteld op dit detailniveau, maar dat is nietaltijd het geval. Ook projectplannen kunnen daarom wordenuitgewerkt in een locatieplan.LogboekHet document waarin gedurende de ingreep in dewaterbodem of waterbodemsanering alle voor de uitvoeringrelevante gegevens worden vastgelegd.Milieukundige processturingHet sturen van de ingreep in de waterbodem of dewaterbodemsanering ter plaatse van de uitvoering.Milieukundige verificatieHet door middel van visuele inspectie, monsterneming,analyses en rapportage vastleggen en beschrijven van:het eindresultaat van de werkzaamheden;de (water)bodemsanering of ingreep in de waterbodemwaarop de BRL SIKB 6000 van toepassing is.Toegevoegd vanwegeintroductie WaterwetAangepast omdat takenprocessturing eldersworden beschreven in BRLToegevoegd vanwegeintroductie Waterwet

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) MotivatieOpdrachtgeverDe natuurlijke of rechtspersoon die de aannemer opdrachtgeeft voor de uitvoering van de sanering.OpdrachtnemerDe organisatie die in het kader van dit protocol, eenprocescertificaat wil behalen of in bezit is van eenprocescertificaat.Plan van aanpakPlan dat voorafgaand aan de uitvoering van de saneringdoor de aannemer wordt opgesteld, waarin staat vermeldop welke wijze de aannemer zal gaan voldoen aan de in hetbestek genoemde eisen.VerificatieplanPlan dat voorafgaand aan de uitvoering van de saneringdoor de milieukundige verificatie wordt opgesteld en waarinde kritische momenten en aspecten van eenwaterbodemsanering worden vastgelegd waarop verificatiemoet plaatsvinden.VertroebelingDe (tijdelijke) aanwezigheid van vaste bestanddelen in hetwater. Een maat voor vertroebeling is de concentratie aansediment in het water, aangeduid in mg/liter. De maximaaltoelaatbare (toename van) vertroebeling staat in de WVOvergunningen/of het saneringsplan.WaterbodemAlle bodem die onderdeel uitmaakt van oppervlaktewaterenin de zin van de WVO (met inbegrip van de uiterwaarden).Onderscheid wordt gemaakt tussen de natte waterbodem,die zich onder het oppervlaktewater bevindt en de drogewaterbodem, die niet of slechts in geringe mate door dekwaliteit van oppervlaktewater wordt beïnvloed.De milieukundige verificatie heeft als doel het bevoegdegezag in staat te stellen te beoordelen of de(sanerings)doelstelling is bereikt.OpdrachtgeverDe natuurlijke of rechtspersoon, die opdracht geeft voor deuitvoering van de (water)bodemsanering en/of ingreep inde waterbodem.UitvoeringsplanHet plan dat de aannemer voorafgaand aan de uitvoeringvan de ingreep in de waterbodem of dewaterbodemsanering opstelt. Hierin staat vermeld op welkewijze de aannemer gaat voldoen aan de in het bestekgenoemde eisen.ProjectplanHet plan zoals bedoeld in artikel 5.4 Wtw, waarin de aanlegof wijziging van een waterstaatswerk is beschreven.VerificatieplanHet plan dat voorafgaand aan de uitvoering van de ingreepdoor de milieukundige verificatie wordt opgesteld. Hierinzijn de kritische momenten en aspecten van een ingreep inde waterbodem of een waterbodemsanering (waaropverificatie moet plaatsvinden), vastgelegd.VertroebelingDe (tijdelijke) aanwezigheid van vaste bestanddelen in hetwater. Een maat voor vertroebeling is de concentratie aansediment in het water, aangeduid in mg/liter. De maximaaltoelaatbare (toename van) vertroebeling staat in dewatervergunning.WaterbodemDe bodem en oever van oppervlaktewaterlichamen zoalsbeschreven in de Waterwet.Hierin maakt men onderscheid tussen de nattewaterbodem, die zich onder het oppervlaktewater bevindten de droge waterbodem, die niet of slechts in geringeToegevoegd vanwegeintroductie WaterwetOverbodige definitie hierwordt de aannemerbedoeldToegevoegd vanwegeintroductie WaterwetToegevoegd vanwegeintroductie WaterwetDefinitie vervangen dooruitvoeringsplanTekstuele aanpassingAangepast vanwegeintroductie WaterwetAangepast vanwegeintroductie Waterwet

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) MotivatieWaterbodemsaneringHet wegnemen van onaanvaardbare risico’s middelsverwijdering van de verontreiniging dan wel het (natuurlijk)afdekken van de verontreiniging, al dan niet in combinatiemet gedeeltelijke verwijdering van de verontreiniging in dewaterbodem, of een andere methode, tot een voorafvastgestelde saneringsdoelstelling of tot een voorafvastgesteld niveau (diepte of hoeveelheid) .mate door de kwaliteit van oppervlaktewater wordtbeïnvloed. Drogere oevergebieden in de zin van deWaterwet behoren niet tot de waterbodem.WaterbodemsaneringHet wegnemen van onaanvaardbare risico’s in dewaterbodem.Hierbij wordt de verontreiniging verwijderd of natuurlijkafgedekt, al dan niet in combinatie met gedeeltelijkeverwijdering van de verontreiniging in de waterbodem, ofeen andere methode, tot een vooraf vastgesteldesaneringsdoelstelling of tot een vooraf vastgesteld niveau(diepte of hoeveelheid).Aangepast vanwegeintroductie Waterwet2.2Waterbodemsaneringen vinden sinds 22 december 2009alleen nog plaats op grond van het overgangsrecht van deInvoeringswet Waterwet, of als onderdeel van de saneringvan een geval van verontreiniging met een bron in delandbodem (zie artikel 63c van de Wetbodembescherming).- WerkplanHet plan dat op grond van het Besluit ‘Lozen buiteninrichtingen’ verplicht is bij graaf- of baggerwerkzaamhedenin waterbodems, die de interventiewaarden overschrijden.In het werkplan staan maatregelen beschreven waarmeehet lozen in het oppervlaktewater zoveel mogelijk wordtbeperkt. Het werkplan bevat in ieder geval de beschrijvingvan de toe te passen baggertechniek en de bij het gebruikdaarvan gehanteerde werkwijze.- WerkomschrijvingDoor of namens de opdrachtgever opgesteld stuk metdaarin een omschrijving van de door de aannemer uit tevoeren werkzaamheden- WerkvoorbereiderDe medewerker van de aannemer die verantwoordelijk isvoor de voorbereiding van het werk.De uitvoering van een waterbodemsanering heeft tot doelhet verwijderen of (actief) isoleren van in de waterbodemaanwezige verontreiniging tot een in het bestek ofwerkomschrijving vooraf vastgestelde terugsaneerwaarde,of tot een vooraf vastgesteld niveau (diepte ofhoeveelheid). Deze uitvoering moet uiteraard afdoendegeborgd zijn om op voorhand voldoende zekerheid teDoel ingreep waterbodem of waterbodemsaneringDe uitvoering van een ingreep in de waterbodem of eenwaterbodemsanering heeft tot doel: het verwijderen of(actief) isoleren van in de waterbodem aanwezigeverontreiniging, tot: een terugsaneerwaarde, die vooraf in het bestek ofwerkomschrijving is vastgesteld; een vooraf vastgesteld niveau (diepte of hoeveelheid).Aangepast vanwegeintroductie WaterwetNieuwe definitie vanwegeintroductie eisen aanvoorbereiding van deuitvoeringNieuwe definitie vanwegeintroductie eisen aanvoorbereiding van deuitvoeringToegevoegd vanwegeintroductie Waterwet

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatieverkrijgen dat de saneringsdoelstelling wordt gerealiseerdbinnen de uitgangspunten. Bij de uitvoering van eensanering kan niet in alle gevallen al bij het uitvoeren vanhet onderzoek of het opstellen van het saneringsplan desituatie 100% correct worden ingeschat. Het kan dan ooknoodzakelijk zijn om tijdens de uitvoering op bepaaldepunten van het saneringsplan af te wijken. Dit is op zichniet erg, mits de doelstelling van de sanering blijftgehandhaafd.Van te voren dient er voldoende zekerheid te zijn dat dedoelstelling van de ingreep in de waterbodem ofwaterbodemsanering wordt gerealiseerd.Bij de uitvoering van een ingreep of sanering kan echterniet in alle gevallen al bij het uitvoeren van het onderzoekof het opstellen van het projectplan, locatieplan ofsaneringsplan, de situatie 100% correct worden ingeschat.Het kan dan noodzakelijk zijn om tijdens de uitvoering opbepaalde punten van het plan af te wijken. Dit istoegestaan, mits de doelstelling van de ingreep of desanering gehandhaafd blijft.Het is de taak van de milieukundige processturing (van hetadviesbureau of van de aannemer) afwijkingen op datmoment voldoende te communiceren met alle directbelanghebbenden, alsmede de als gevolg van de afwijkingbenodigde maatregelen afdoende met hen af te stemmenen vast te leggen. De twee belangrijkste betrokkenen zijnopdrachtgever (of de directie namens de opdrachtgever) ende aannemer. Voor meer informatie over communicatiewordt verwezen naar par. 2.7 van BRL SIKB 7000.Dit protocol is van toepassing voor waterbodemsaneringen: in alle oppervlaktewateren in de zin van de WetVerontreiniging Oppervlaktewateren, WVO. Dit betekentdat het zowel natte waterbodems, als de combinatievan natte en droge waterbodems kan betreffen; op basis van een door het bevoegd gezag (Wbb of Wm)goedgekeurd saneringsplan; op saneringslocaties met een oppervlakte van minderdan 100.000 m² (of een te verwijderen volume

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatieopgesteld aangezien de werkzaamheden zich ten minstedeels onder water afspelen, waarbij de zintuiglijkewaarnemingen om de voorgang van de sanering te volgenvan minder betekenis zijn. Ook vanwege de dynamiek vanhet watersysteem is de kans op herverontreiniging in deregel groter dan bij landbodems en wordensaneringsdoelstellingen in saneringsplannen, contracten enbestekken op een andere wijze vastgelegd. Het is dan ooknoodzakelijk specifieke procedures, onderzoeksmethodenen instrumenten te gebruiken om de voortgang en dekwaliteit van de uitvoering van de waterbodemsanering tebeoordelen.Indien uitsluitend saneringswerkzaamheden plaatsvinden indroge waterbodems, dan is SIKB-protocol 7001,landbodemsaneringen met conventionele methoden ofSIKB-protocol 7002, landbodemsaneringen met in-situmethoden van toepassing. Protocol 7003 en BRL SIKB 7000hebben een directe relatie met VKB protocol 6003 en BRLSIKB 6000 (de grondslag voor het procescertificaat voor demilieukundige begeleiding van waterbodemsaneringen).waterbodem als ingrepen en saneringen in de drogewaterbodem.Voor ingrepen in de waterbodem en waterbodemsaneringenis een specifiek protocol opgesteld aangezien dewerkzaamheden zich tenminste deels onder water afspelen,waarbij de zintuiglijke waarnemingen om de voorgang vande ingreep of sanering te volgen van minder betekenis zijn.Ook vanwege de dynamiek van het watersysteem is dekans op herverontreiniging in de regel groter dan bijlandbodems en worden doelstellingen in plannen,contracten en bestekken op een andere wijze vastgelegd.Het is dan ook noodzakelijk specifieke procedures,onderzoeksmethoden en instrumenten te gebruiken om devoortgang en de kwaliteit van de uitvoering van de ingreepin de waterbodem of waterbodemsanering te beoordelen.Protocol 7003 en BRL SIKB 7000 hebben een directe relatiemet protocol 6003 en BRL SIKB 6000 (de grondslag voorhet procescertificaat voor de milieukundige begeleiding vaningrepen in de waterbodem).Een belangrijk aspect in deze BRL is een afdoende mate vanfunctiescheiding tussen uitvoering en opdrachtgever.Functiescheiding is nader uitgewerkt in paragraaf 3.2 vanBRL SIKB 7000 en (daarnaast in BRL SIKB 6000). Protocol7003 omschrijft de specifieke eisen aan de personen ofgroepen personen (projectorganisatie) die belast zijn metde uitvoering van de in dit protocol onderscheiden taken.4 4. Organisatie en personeel4.1 Taken en verantwoordelijkhedenDe aannemer moet op basis van het plan van aanpakaangeven welke functies binnen zijnuitvoeringsorganisatiestructuur worden onderscheiden entevens wie de kwaliteitsverantwoordelijke persoon voor deuitvoering is. De kwaliteitsverantwoordelijke persoon moettoezien op naleving van alle vereisten uit dit protocol enBRL SIKB 7000. Indien de aannemer dit wenst kan hij voorverschillende fasen van de uitvoering ook verschillendekwaliteitsverantwoordelijke personen inzetten. Ditdocumenteert de aannemer dan goed van tevoren in hetplan van aanpak.4.2 VakbekwaamheidEen belangrijk aspect in deze BRL is een afdoende mate vanfunctiescheiding tussen uitvoering en opdrachtgever.Functiescheiding is nader uitgewerkt in paragraaf 3.2 vanBRL SIKB 7000 (en daarnaast in BRL SIKB 6000). Protocol7003 omschrijft de specifieke eisen aan de personen ofgroepen personen (projectorganisatie) die belast zijn metde uitvoering van de in dit protocol onderscheiden taken.4. Organisatie en personeel4.1 Taken en verantwoordelijkhedenDe aannemer geeft aan welke functies binnen zijnuitvoeringsorganisatiestructuur betrokken zijn bij devoorbereiding en uitvoering van een ingreep in dewaterbodem of een waterbodemsanering. Dit doet hij opbasis van het uitvoeringsplan. De aannemer kan voorverschillende fasen van de uitvoering ook verschillendekwaliteitsverantwoordelijke personen inzetten. Hijdocumenteert dit in het uitvoeringsplan.Taken werkvoorbereiderDe taken en verantwoordelijkheden van dewerkvoorbereider zijn als volgt: Hij/zij stelt het locatiedossier samen. De inhoud van ditInhoudelijke verbeteringenmet introductie taken enopleidingsvereisten van dewerkvoorbereider, dekwaliteitsverantwoordelijkepersoon, dekraanmachinist en degrondwerker.Toegevoegd beschrijvingaanwezigheid KVP’er.

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) MotivatieDe aan het personeel van de aannemer te stellenopleidingseisen staan in BRL SIKB 7000. Daar zijn dealgemene eisen voor opleidingen vastgesteld. Voor SIKBprotocol7003 zijn geen aanvullende opleidingseisengeformuleerd.locatiedossier voldoet aan de eisen zoals deze zijngesteld in paragraaf 3.9.1 en 3.9.2 van de BRL SIKB7000; Hij/zij stelt het uitvoeringsplan op (zie paragraaf 2.2.2van de BRL SIKB 7000 en hoofdstuk 6 van dit protocol; Hij/zij biedt het uitvoeringsplan ter ondertekening aande opdrachtgever en de milieukundig begeleider; Hij/zij draagt zorg voor de beschikbaarheid vanvoldoende vakbekwaam personeel. Daarnaast zorgt hijvoor het juiste materieel en middelen om de sanering tekunnen uitvoeren; Hij/zij zorgt voor een goede overdracht van het werkaan de kwaliteitsverantwoordelijke persoon; Hij/zij stelt het opleveringsdossier op, aan de hand vanhet ingevulde logboek, werktekeningen entransportbonnen/ontvangstbewijzen.De kwaliteitsverantwoordelijke persoonDe taken en verantwoordelijkheden van dekwaliteitsverantwoordelijke persoon zijn als volgt: Het controleren van de inhoud van het locatiedossier inhet bijzonder de aanwezigheid van alle voor de saneringbenodigde meldingen, vergunningen en ontheffingen; Het kennisnemen van het uitvoeringsplan; Het controleren van de aanwezigheid en goede werkingvan in te zetten materieel en middelen; Het controleren en waar nodig kalibreren van meet- enregistratieapparatuur; Het controleren van het in te zetten personeel opgeschiktheid voor de door hun uit te voerenwerkzaamheden, zoals medische keuring,vakbekwaamheid en opleidingscertificaten; Het volgens het uitvoeringsplan uitvoeren van deingreep in de waterbodem. Hierbij geeft hij leiding aanalle uitvoerenden op de sanering; Het, voor zover van toepassing en niet vermeld in hetuitvoeringsplan, voldoen aan de uitvoeringseisen zoalsvermeld in hoofdstuk 6 van dit protocol; Indien van toepassing controle van persleidingen oplekkage; Indien van toepassing toezien dat de beunschepen nietoverladen worden; Zorgdragen voor een goede samenwerking met demilieukundige begeleider; Bijhouden van het logboek en grond-

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatiemateriaalboekhouding; Controle dat alle verplichte meldingen aan bevoegdgezag (toezichthouders, vergunningverleners e.d.) zijnverricht; Indien van toepassing zorgdragen voor correcteafhandeling en ondertekening van detransportdocumenten; De oplevering van de ingreep in de waterbodem ofwaterbodemsanering volgens het uitvoeringsplan; Het overhandigen van het locatiedossier aan dewerkvoorbereider.De kwaliteitsverantwoordelijke persoon is tijdens de voor desanering kritische werkzaamheden op de locatie aanwezig.Hij is het eerste aanspreekpunt voor het bevoegde gezag ende certificerende instelling. Bij niet kritischewerkzaamheden kan een voldoende deskundige assistenthem vervangen. Deze vervanging wordt geregistreerd inhet logboek.Taken machinist graafmachine/schipper van hetbaggermaterieelDe taken en verantwoordelijkheden van de machinist enschipper zijn als volgt: het zorgdragen van een goede werking van het doorhem/haar in te zetten materieel; het op aanwijzing van de milieukundige begeleiderbaggeren/ontgraven van de waterbodem; het zoveel mogelijk voorkomen van mors envertroebeling door gebruik te maken van het meestgeschikte materieel en zorgvuldig werken; indien van toepassing, verantwoordelijk voor een goedecommunicatie met grondwerker; voorkomen van contaminatie o.a. door zorgvuldig tewerken en het reinigen van de graafmachine c.q.baggermaterieel op de daarvoor bestemde plaats.De machinist c.q. schipper wordt aangestuurd door dekwaliteitsverantwoordelijke persoon, maar verricht debagger- graafwerkzaamheden op aanwijzing van demilieukundiger begeleider van de sanering of ingreep.Grondwerker/baggeraarDe taken van de grondwerker/baggeraar zijn als volgt: Het samen met de machinist van de graafmachine c.q.schipper van het baggervaartuig bepalen op welke wijze

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatieonderling wordt gecommuniceerd;Bij werken op het droge, het op instructie van dekwaliteitsverantwoordelijke persoon en/of aanwijzingvan de milieukundige begeleider uitvoeren van grondbaggerwerkzaamheden;Het, voor zover nog niet door de milieukundigebegeleider geconstateerd, melden van afwijkingenv.w.b. de samenstelling van de bagger/grond aan demilieukundige begeleider;Indien van toepassing, toezien dat de beunschepen nietworden overladen.Het staat de aannemer vrij taken en verantwoordelijkhedenaan de bovengenoemde functies toe te voegen, zolang dezeniet in tegenspraak zijn met de eisen die de BRL SIKB 7000en dit protocol stellen.4.2 VakbekwaamheidDe vakbekwaamheid van de verschillende functies behorenals volgt te zijn:Werkvoorbereider Minimaal een MBO-opleiding civiele techniek, milieu-,cultuurtechniek of de opleiding uitvoerder grond- wateren wegenbouw en aantoonbare praktijkervaring met alshoofdtaak de uitvoering van (water)bodemsaneringenen/of werken in en met verontreinigde grond ofingrepen in de waterbodem van minimaal 2 jaar; of Opleiding civiele techniek, milieu- , cultuurtechniek ofde opleiding uitvoerder grond- water en wegenbouw enaantoonbare praktijkervaring met als hoofdtaak deuitvoering van (water)bodemsaneringen en/of werkenin en met verontreinigde grond of ingrepen in dewaterbodem van minimaal 3 jaar; Kennis van:a. (water)bodemonderzoeksnormen en de interpretatievan de onderzoeksgegevens;b. de relevante onderdelen van de standaard 2005(inclusief UAV en UAV GC);c. publicatie 132 van CROW;d. van het eigen kwaliteitssysteem;e. de BRL SIKB 7000 en het protocol 7003;f. de BRL SIKB 6000 en het protocol 6001 en 6003;g. basiskennis van de Waterwet, Wbb, BUS, Bbk, Rbken het Activiteitenbesluit.

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatie5 De keuze voor materieel en hulpmiddelen zal voor zoverniet vastgelegd in het bestek voortvloeien uit de gesteldeeisen daarin of uit de werkomschrijving die voor hetsaneringswerk is opgesteld. Indien geen specifiek materieelIedere door het bedrijf aangestelde werkvoorbereider moetaantoonbaar kunnen maken minimaal 25% van zijnwerktijd aan bodemsaneringsprojecten te besteden dan welwerken in en met verontreinigde grond of grondwater tehebben voorbereid.Kwaliteitsverantwoordelijke persoonDe kwaliteitsverantwoordelijke persoon behoort minimaalaan de volgende eisen te voldoen: Minimaal een MBO-opleiding civiele techniek, milieu- ,cultuurtechniek of de opleiding uitvoerder grond- wateren wegenbouw en aantoonbare praktijkervaring met alshoofdtaak de uitvoering van (water)bodemsaneringenen/of werken in en met verontreinigde grond ofingrepen in de waterbodem van minimaal 2 jaar; of Opleiding civiele techniek, milieu- , cultuurtechniek ofde opleiding uitvoerder grond- water en wegenbouw enaantoonbare praktijkervaring met als hoofdtaak deuitvoering van (water)bodemsaneringen en/of werkenin en met verontreinigde grond of ingrepen in dewaterbodem van minimaal 3 jaar; Geldig diploma VCA-VOL;Opleiding asbestherkenning;Kennis van:a. de relevante onderdelen van de standaard 2005(inclusies UAV en UAV GC);b. het eigen kwaliteitssysteem;c. publicatie 132 van CROW;d. de BRL SIKB 7000 en het protocol 7003;e. de BRL SIKB 6000 en het protocol 6001 en 6003.Iedere kwaliteitsverantwoordelijke persoon moet minimaal25% van zijn werktijd betrokken zijn geweest bij deuitvoering van een waterbodemsaneringsproject dan weleen ingreep in de waterbodem.Baggeraar/grondwerkerDe baggeraar/grondwerker behoort minimaal aan devolgende eisen te voldoen: Diploma VCA basisIndien geen specifiek materieel en/of hulpmiddelen zijnvoorgeschreven binnen het bestek, is de aannemer vrij omdit naar eigen inzicht in te vullen. De aannemer werkt ditverder uit in een uitvoeringsplan.Toegevoegd vanwegeintroductie Waterwet

Plaats inversie 3.0en hulpmiddelen zijn voorgeschreven, staat het deaannemer vrij om binnen de gestelde bestekseisen dekeuze naar eigen inzicht in te vullen. De onderbouwinghieromtrent moet door de aannemer worden uitgewerkt ineen plan van aanpak.6 en 6.1 6 Werkwijze uitvoering waterbodemsanering6.1 AlgemeenHuidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatie6 Werkwijze voor de uitvoering van een ingreep in dewaterbodem of waterbodemsaneringToegevoegd vanwegeintroductie WaterwetOnder de verantwoordelijkheid van de aannemer vallenuitvoeringswerkzaamheden, zoals het ontgraven, baggeren,transport, overslag, afvoer en het eventueel inrichten van(tussen)depots en/of ontvangst van baggerspecie. Tijdensdeze uitvoering overlegt en communiceert de aannemermet de directievoerder van de sanering en de milieukundigeprocessturing. De rolverdeling tussen aannemer,directievoerder en milieukundige processturing ligt voorafduidelijk vast en de aannemer maakt dit aantoonbaar viahet plan van aanpak. De aannemer maakt specifiekebeslissingen, die de directie of de milieukundigeprocessturing ten aanzien van de uitvoering neemt,inzichtelijk bijvoorbeeld in het logboek of verslag van eenbouwvergadering. Als de directievoerder of milieukundigeprocessturing dit laatste verzorgt, dan mag de aannemerhiervan gebruik maken om dit aantoonbaar te maken.6.2 Als uitgangspunt voor de eisen die worden gesteld aan deuitvoering van de werkzaamheden geldt, voor zover vantoepassing, de Standaard 2005 1 . Uit de standaard zijntenminste de volgende hoofdstukken volledig vantoepassing tenzij in het contract met de aannemer anders isafgesproken: hoofdstuk 17 ‘Verontreinigde grond en verontreinigdwater’; hoofdstuk 22 ‘Grondwerken’;hoofdstuk 61 ‘Werk algemene aard”;hoofdstuk 62 ‘Verkeersmaatregelen bij werk inuitvoering’.6.1 AlgemeenDe aannemer is bij de uitvoering van een ingreep in dewaterbodem of waterbodemsanering verantwoordelijk voorde terreininrichting. Hieronder vallen de afzetting en deuitvoeringswerkzaamheden, zoals: het ontgraven; het baggeren; de transport; de overslag; de afvoer; het eventueel inrichten van (tussen)depots; het ontvangen van baggerspecie.Tijdens de uitvoering overlegt en communiceert deaannemer met de directievoerder en de milieukundigeprocessturing. De rolverdeling tussen aannemer,directievoerder en milieukundige processturing ligt voorafduidelijk vast. De aannemer maakt dit aantoonbaar via hetuitvoeringsplan. Hij houdt specifieke beslissingen, die dedirectie of de milieukundige processturing ten aanzien vande uitvoering nemen, bij in het logboek of verwerkt dit inhet verslag van de bouwvergadering.Natte waterbodemsVoor de technische uitvoeringsvoorschriften voor nattewaterbodems geldt het volgende:De inhoudelijke eisen die zijn opgenomen in de StandaardRAW-bepalingen 2005 van CROW, zijn hiervoor volledig vantoepassing. Het gaat om de volgende hoofdstukken(tenzij anders in het contract met de aannemer isafgesproken): Hoofdstuk 17 ‘Verontreinigde grond en verontreinigdwater’; Hoofdstuk 22 ‘Grondwerken’; Hoofdstuk 61 ‘Werk algemene aard’; Hoofdstuk 62 ‘Verkeersmaatregelen bij werk inTekstuele aanpassingToegevoegd vanwegeintroductie WaterwetTekstuele aanpassingOntbrekende hoofstukkendroge waterbodemstoegevoegd1 Standaard RAW bepalingen 2005, CROW

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatieuitvoering’.6.3 Opstellen plan van aanpakDe aannemer stelt een plan van aanpak op en legt dit tergoedkeuring voor aan de directie. In dit plan staatbeschreven op welke wijze het werk wordt uitgevoerdteneinde de bestekseisen te halen. Voor zover niet in hetbestek of via UAV of UAV-GC (of andere contractvormen) isbepaald, zijn onderdelen van dit plan van aanpak tenminste: onderbouwing van materieelkeuze in relatie tot desaneringsdoelstelling. een beschouwing over de effectiviteit van deuitvoering en de in dit kader te treffenbeheersmaatregelen met een inschatting van risico’sdie van invloed zijn op de kwaliteit van de uitvoering.Het gaat hierbij om: handelswijze en effecten ter beperking ofminimalisering van mors en vertroebeling; hoe om te gaan met aanwas als gevolg vanvaarverkeer en natuurlijke stroming;afzet baggerspecie;adequaat meet- en registratieplan: beschrijvingmeet- en registratieapparatuur, wat, waar en hoevaak wordt gemeten en wijze van communicerennaar de directie;Droge waterbodemsVoor de technische uitvoeringsvoorschriften voor drogewaterbodems geldt het volgende:De inhoudelijke eisen, die zijn op genomen in de StandaardRAW-bepalingen 2005, zijn hiervoor volledig vantoepassing. Het gaat om de volgende hoofdstukken (tenzijanders in het contract met de aannemer is afgesproken): Hoofdstuk 11 'Sloopwerk'; Hoofdstuk 17 'Verontreinigde grond en verontreinigdwater'; Hoofdstuk 21 'Bemalingen'; Hoofdstuk 22 ‘Grondwerken’; Hoofdstuk 23 'Drainage'; Hoofdstuk 26 'Kabelwerk'; Hoofdstuk 41 'Funderingsconstructies'; Hoofdstuk 61 'Werk algemene aard'; Hoofdstuk 62 'Verkeersmaatregelen bij werk inuitvoering'.Opstellen van het uitvoeringsplanNatte waterbodemsVoor natte waterbodems geldt voor het opstellen van hetuitvoeringsplan het volgende:De aannemer stelt een uitvoeringsplan op en legt dit tergoedkeuring voor aan de directie. In dit plan staatbeschreven op welke wijze het werk wordt uitgevoerd omde bestekseisen te halen. De onderdelen van dituitvoeringsplan zijn tenminste (voor zover niet in hetbestek of via UAV of UAV-GC (of andere contractvormen) isbepaald): De onderbouwing van materieelkeuze in relatie tot dedoelstelling van de ingreep of de sanering. Een beschouwing over de effectiviteit van de uitvoeringen de in dit kader te treffen beheersmaatregelen, metdaarbij een inschatting van risico’s die van invloed zijnop de kwaliteit van de uitvoering. Het gaat hierbij om: De handelswijze voor het minimaliseren van morsen vertroebeling. Hoe om te gaan met aanwas als gevolg vanvaarverkeer en natuurlijke stroming;Hoe om te gaan met afzet van baggerspecie;Een adequaat meet- en registratieplan. Dit houdtin een beschrijving van meet- enToegevoegd vanwegeintroductie WaterwetTekstuele aanpassing

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatielogistiek baggerspecie stromen;omgang met afwijkingen t.o.v. saneringsplan enplan van aanpak;inzichtelijk maken van taken enverantwoordelijkheden.Deze lijst is niet normatief of limitatief.registratieapparatuur (wat, waar en hoe vaakwordt gemeten en wat is de wijze vancommuniceren naar de directie?);logistiek baggerspeciestromen;Inzichtelijkheid van taken enverantwoordelijkheden.Aan deze lijst zijn geen beperkingen verbonden.6.4 en 6.5 6.4 VerificatieplanDe aannemer moet kennis nemen van het door demilieukundig verificatie opgestelde verificatieplan.Droge waterbodemsVoor droge waterbodems geldt voor het opstellen van hetuitvoeringsplan het volgende:De aannemer stelt een uitvoeringsplan op en legt dit tergoedkeuring voor aan de directie. In dit plan staatbeschreven op welke wijze het werk wordt uitgevoerd omde bestekseisen te halen. De onderdelen van dituitvoeringsplan zijn tenminste (voor zover niet in hetbestek of via UAV of UAV-GC (of andere contractvormen) isbepaald): De onderbouwing van materieelkeuze in relatie tot dedoelstelling van de ingreep of de sanering; Een beschouwing over de effectiviteit van de uitvoeringen de in dit kader te treffen beheersmaatregelen, metdaarbij een inschatting van risico’s die van invloed zijnop de kwaliteit van de uitvoering. Het gaat hierbij om:Hoe om te gaan met de afzet van baggerspecie;Een adequaat meet- en registratieplan. Dit houdtin: een beschrijving van meet- enregistratieapparatuur (wat, waar en hoe vaakwordt gemeten en wat is de wijze vancommuniceren naar de directie?);logistiek baggerspecie stromen;Hoe om te gaan met afwijkingen ten opzichte vanhet projectplan, locatieplan, saneringsplan en/ofuitvoeringsplan;Het inzichtelijk maken van taken enverantwoordelijkheden.Aan deze lijst zijn geen beperkingen verbonden.6.4 TerreininrichtingVerwijderd omdat eisenaan uitvoeringsplan dezeeis voldoende afdekkenTekstuele en inhoudelijke

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) MotivatieVoor de terreininrichting schenkt de werkvoorbereideraandacht aan de volgende aspecten (afhankelijk van dewijze van uitvoering en het in te zetten materieel): De afbakening van de locatiegrenzen; De vlakken die uitgebaggerd moeten worden en totwelke diepte; Vanuit welk punt de waterbodemsanering start.verbeteringenDaarnaast schenkt de aannemer (afhankelijk van de wijzevan saneren) aandacht aan: De toegang tot saneringslocatie (schoon/vuil zone); De plaats van de decontaminatie-unit; De laad- en losplaats(en); De was- en borstelplaats(en); De ligging en aard van obstakels die zich onder hetwateroppervlak bevinden De ligging en aard van leidingen (voor zover deze nietzijn opgenomen in de KLIC-melding); De plaatsing van de persleidingen.Afhankelijk van de omvang en complexiteit van dewaterbodemsanering houdt de aannemers tijdens deuitvoering bij: (Eventuele) wijzigingen van de originele tekening; Welke vlakken en tot welke diepte zijn ontgraven; De specifieke waarnemingen (zoals bijvoorbeeld deaangetroffen ondergrondse obstakels); Voor welke vlakken vrijgave is verleend; Welke vlakken zijn aangevuld of waar een isolerendevoorziening is aangebracht; De locatie van de aangelegde bagger- en afvaldepots.6.5 Voorkomen van contaminatieDe aannemer treft de volgende voorzorgsmaatregelen omte voorkomen dat de verontreinigingen zich verspreiden:Bij vervoer over water: Het voorkomen van mors.Bij het gebruik van persleidingen: Controle leidingwerk op lekkage.Bij vervoer over de weg: Het aanleggen van een schoon/vuil zone; Het aanbrengen van rijplaten;

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatie Het aanleggen van een los- laadplaats; Het inrichten van een was- borstelplaats.6.5 LogboekBij aanvang en tijdens de uitvoering van de sanering moetde aannemer een logboek bijhouden. Uit het logboek moetduidelijk blijken hoe er met de baggerspecie- enreststromen (fysische verontreinigingen) is omgegaan. Defrequentie waarmee dit wordt vastgelegd kan nader tussenopdrachtgever en aannemer worden afgesproken.Indien de aannemer gebruik van het logboek van demilieukundige processturing, moet ook de aannemerparaferen. Indien de milieukundige processturing gebruikmaakt van het logboek van de aannemer, moet ook demilieukundige processturing paraferen.De registratie vindt plaats door vastlegging van dehieronder staande punten:A. Vrijkomende baggerspecie welke vakken er in relatie tot welke diepte zijnontgraven (één en ander conform meet- enregistratiesysteem in plan van aanpak); de hierbij behorende geschatte hoeveelheid in m 3 en/ofton; specifieke waarnemingen/afwijkingen ; indien van toepassing de relatie tussen depots enherkomst baggerspecie (oppervlakte eenheid);Bij het aanleggen van bagger- en afvaldepots: Het gebruik van grond- en dekzeilen bij opslag vanverontreinigd afval en bagger; Het voorkomen van verstuiving bij drogend weer.Tevens moet een afvalcontainer geplaatst worden voor kleinverontreinigd afval zoals wegwerpsaneringsartikelen.6.6 LogboekBij start en tijdens uitvoeringBij de start maar ook tijdens de uitvoering van de ingreepin de waterbodem of de waterbodemsanering, houdt deaannemer een logboek bij. In het logboek staat duidelijkaangegeven hoe er met de baggerspecie- en reststromen(fysische verontreinigingen) is omgegaan. Deopdrachtgever overlegt met de milieukundige processturingen de aannemer over de frequentie waarmee dit wordtvastgelegd.Indien de aannemer gebruik maakt van het logboek van demilieukundige processturing, parafeert ook dekwaliteitsverantwoordelijke persoon of diens vervanger (enandersom).ToelichtingIndien de milieukundige processturing gebruik maakt vanhet logboek van de aannemer, moet ook de milieukundigeprocessturing paraferen.Natte waterbodemsDe aannemer registreert bij natte waterbodems devolgende punten:A. Vrijkomende baggerspecieBij vrijkomende baggerspecie geeft de aannemer in hetlogboek het volgende aan: Welke vakken er in relatie tot welke diepte zijnontgraven (één en ander conform meet- enregistratiesysteem in uitvoeringsplan); De hierbij behorende geschatte hoeveelheid in m 3en/of ton; Specifieke waarnemingen/afwijkingen;Tekstuele en inhoudelijkeverbeteringen

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatieindien van toepassing de verwijzing naar dedepotkeuring (monstercode en rapportnummerlaboratorium);uiteindelijke bestemming van de betreffende partijgrondbaggerspecie (indien mogelijk eenafvalstroomnummer of anders een andere partijidentificatie).De relatie tussen depots en herkomst baggerspecie(oppervlakte eenheid) (indien van toepassing);De verwijzing naar de depotkeuring (monstercode enrapportnummer laboratorium) (indien van toepassing);De uiteindelijke bestemming van de betreffende partijbaggerspecie (indien mogelijk een afvalstroomnummerof anders een andere partij-identificatie).B. Aangevulde grond/baggerspeciestromen welke ruimtelijke eenheden er in relatie tot welkediepte zijn aangevuld; de hierbij behorende geschatte hoeveelheid in m 3 en/ofton; kwaliteit van de grond (eventueel grondcertificaat); de relatie naar de herkomst van de grond.C. (Tussen)depotbalans de geschatte hoeveelheid inkomende en afgevoerdebaggerspecie (ton en/of m 3 ) in en uit het depot datbehoort bij de sanering; het hier bij behorende vak van toepassing op desaneringslocatie; de hoeveelheid aangevoerde baggerspecie van anderelocaties in ton en/of m 3 ; het hierbij behorende vak van toepassing op de locatie; van het depot moet tevens een bijgewerkt overzichtaanwezig zijn waaruit duidelijk de relatie naar dediverse deelpartijen blijkt.D. ProceswaterIndien er proceswater bij de waterbodemsanering vrijkomtmoet uit het logboek duidelijk op te maken zijn hoe er methet proceswater is omgegaan: plaats van lozing op locatie; debiet (m3/uur) per lozingspunt; tijdstip in periode van dagen; tijdsduur (uren); hoeveelheid (m 3 ); kwaliteit effluent en indien van toepassing influent,B. Aangevulde grond/baggerspeciestromenBij aangevulde grond/baggerspeciestromen geeft deaannemer in het logboek het volgende aan: Welke ruimtelijke eenheden er in relatie tot welkediepte zijn aangevuld; De hierbij behorende geschatte hoeveelheid in m 3en/of ton; De kwaliteit van de grond/baggerspecie (eventueelgrondcertificaat); De relatie naar de herkomst van degrond/baggerspecie.C. (Tussen)depotbalansBij (tussen)depotbalans geeft de aannemer in het logboekhet volgende aan: De geschatte hoeveelheid inkomende en afgevoerdebaggerspecie (ton en/of m 3 ) in en uit het depot datbehoort bij de ingreep of de sanering; Het hierbij behorende vak van toepassing op de locatievan de ingreep of de sanering; De hoeveelheid aangevoerde baggerspecie van anderelocaties in ton en/of m 3 ; Het hierbij behorende vak van toepassing op delocatie; Een bijgewerkt overzicht dat duidelijk de relatie naarde diverse deelpartijen laat zien.D. ProceswaterBij proceswater geeft de aannemer in het logboek hetvolgende aan: De plaats van lozing op locatie; Het debiet (m 3 /uur) per lozingspunt; Het tijdstip in periode van dagen; De tijdsduur (uren); De hoeveelheid (m 3 ); De kwaliteit effluent en (indien van toepassing)influent, voor zover vereist op basis van een

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) Motivatievoor zover vereist op basis van een saneringsplan, deWvo-vergunning, de grondwaterwet of ten behoevevan melding aan bevoegd gezag;indien van toepassing wijze van zuivering;afwijkingen tijdens het proces.watervergunning of ten behoeve van melding aan hetbevoegd gezag;De wijze van zuivering;De afwijkingen tijdens het proces.E. Resultaten specifieke metingen mate van vertroebeling; mate van mors; weersgesteldheid (temperatuur, windsnelheid).F. Specifieke punten vaarverkeer; natuurlijke stroming. golfslag.6.6 Meet- en registratieplanDe aannemer moet controleren of de vooraf gestelde grensvan verwijdering bereikt is. De wijze van meten enmonstername en de rapportage van de verzameldegegevens is vastgelegd in het plan van aanpak en moetblijken uit het logboek milieukundige processturing.E. Resultaten specifieke metingenBij resultaten van specifieke metingen geeft de aannemer inhet logboek het volgende aan: De mate van vertroebeling; De mate van mors; De weersgesteldheid (temperatuur, windsnelheid).F. Specifieke puntenBij specifieke punten geeft de aannemer in het logboek hetvolgende aan: Vaarverkeer; Natuurlijke stroming; Golfslag.Droge waterbodemsBij droge waterbodems registreert de aannemer alle puntengenoemd onder ‘natte waterbodems’, met uitzondering vande onderdelen E en F.6.7 Meet- en registratieplanHet milieukundig adviesbureau dat de milieukundigebegeleiding uitvoert, stelt een adequaat meet- enregistratieplan op. Hierin omschrijft zij duidelijk: De te gebruiken meet- en registratieapparatuur; Wie meet, waarop, waar en hoe vaak.(Het moet hierbij duidelijk zijn dat deze metingen geenveiligheidsmetingen zijn.)De registraties legt zij vast in het logboek. Diegene die demeting heeft verricht parafeert.6.6 6.8 Grens van verwijderingDe aannemer controleert of de vooraf gestelde grens vanverwijdering bereikt is en of hiervan melding is gedaan aanhet bevoegd gezag. Het bereiken van de ontgravingsgrensof einddiepte vermeldt hij in het logboek. De wijze vanmeten en monstername en de rapportage van deverzamelde gegevens is vastgelegd in het verificatieplan enmoet blijken uit het logboek milieukundige processturing.Tekstuele en inhoudelijkeverbeteringen6.7 6.7 Grond/baggerspecieboekhouding 6.9 Boekhouding van grond/baggerspecie- en materiaal Tekstuele en inhoudelijke

Plaats inversie 3.0Huidige tekst (versie 3.0) Ontwerp-tekst (versie 3.1) MotivatieDe aannemer moet door middel van de officiëletransportdocumenten en ontvangstbewijzen (getekend doorde ontvanger) een aantoonbaregrond/baggerspecieboekhouding (kwantitatief) voeren, ookin het geval dat de directievoering materiaal levert. Ditgeldt zowel voor elk van de in het saneringsplan genoemdedeelstromen als tijdens het werk vrijkomende stromen.Verschillen in hoeveelheden moeten worden onderbouwd.6.8 6.8 Aanbrengen isolerende voorzieningenIndien sprake is van een isolatievariant waarbij sprake isvan een minerale afdichting (bijvoorbeeld zand of klei)moet de aannemer voor het aanbrengen verifiëren dat hetmateriaal aantoonbaar voldoet aan de eisen genoemd in hetgoedgekeurde saneringsplan en voor zover van toepassinghet Besluit Bodemkwaliteit en de daaronder vallenderegelingen.De aannemer voert een sluitende, consistente eneenduidige boekhouding van grond/baggerspecie- enmateriaal (ton en/of m 3 ). Dit doet hij door middel van deofficiële transportdocumenten en ontvangstbewijzen(getekend door de ontvanger) Ook in het geval dat dedirectievoering materiaal levert. Dit geldt zowel voor elkvan de in het projectplan, locatieplan, saneringsplan ofuitvoeringsplan genoemde deelstromen als tijdens het werkvrijkomende stromen. Verschillen in hoeveelheden moetenworden onderbouwd.6.10 Aanbrengen van isolerende voorzieningenBij een isolatievariant waarbij sprake is van een mineraleafdichting (bijvoorbeeld zand of klei) verifieert de aannemerof het materiaal aantoonbaar voldoet aan de eisen zoalsgenoemd in het vastgestelde projectplan, het locatieplan ofhet goedgekeurde saneringsplan. Tevens verifieert hij voorzover van toepassing het Besluit bodemkwaliteit en dedaaronder vallende regelingen.verbeteringenTekstuele en inhoudelijkeverbeteringen6.9 6.9 Transport en overslagBij waterbodemsanering vindt transport plaats door middelvan:6.11 Transport en overslagBij ingrepen in de waterbodem en waterbodemsaneringenvindt transport plaats door middel van:Toevoeging vanwegeintroductie Waterwet