14.05.2016 Views

Kwaliteitsjaarverslag 2014

RAV%20Noord-%20en%20Oost-Gelderland%20Jaarverslag%202014(1)

RAV%20Noord-%20en%20Oost-Gelderland%20Jaarverslag%202014(1)

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

Colofon<br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

w: www.wittekruis.nl<br />

e: info@wittekruis.nl<br />

t: 0525 686653<br />

Witte Kruis Noord- en Oost-Gelderland<br />

Postbus 32<br />

8080 AA Elburg<br />

Meldkamer Oost Nederland<br />

Postbus 618<br />

7300 AP Apeldoorn<br />

Auteurs<br />

Lizzy Straathof<br />

Jos Vervloet<br />

Eindredactie<br />

Miek Borkent-van Dijke<br />

Lizzy Straathof<br />

Fotografie<br />

Charles Keijser<br />

Vormgeving<br />

de Toekomst<br />

Disclaimer<br />

De foto’s in dit verslag zijn zowel van echte als nagespeelde hulpverleningssituaties.<br />

Daar waar een patiënt herkenbaar in beeld is gebracht, betreft het altijd een acteur/actrice.<br />

2


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

Voorwoord<br />

Hierbij treft u het kwaliteitsjaarverslag van de RAV Noord- en Oost-Gelderland van <strong>2014</strong> aan. RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

wordt gevormd door Witte Kruis Ambulancezorg, inclusief de Meldkamer Ambulancezorg (MKA). Binnen de Meldkamer Oost<br />

Nederland worden in gezamenlijkheid met de RAV IJsselland de meldkameractiviteiten uitgevoerd voor de ambulancezorg.<br />

Met ingang van 1 januari 2013 is de Tijdelijke Wet Ambulancezorg (Twaz) inwerking getreden. Afgelopen jaar stond in het<br />

teken van de verkenningsperiode met het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) over tijdsperiode ná Twaz.<br />

De Twaz kent een looptijd tot 1 januari 2018. Het ministerie van VWS streeft naar een eerste richtinggevend besluit in het<br />

voorjaar 2015. De minister van VWS heeft aangekondigd dat zij alle opties uitvoerig zal doornemen en deze op hun haalbaarheid<br />

zal toetsen. De branche en de zorgverzekeraars, alsmede Witte Kruis zijn hierbij nauw betrokken. Een permanente inbedding<br />

in het zorgdomein met ruimte voor innovatie en doelmatigheidsverbetering is noodzakelijk.<br />

Naast de uitwerking van de nieuwe wet stond <strong>2014</strong> in het teken van verscheidene ontwikkelingen met impact op het zorglandschap.<br />

Zorgverzekeraars en het ministerie zijn steeds meer aan het sturen op verdere integratie binnen de (acute) zorgketen,<br />

doel op realisatie van kwaliteitsverhoging, innovatie en doelmatigheid. Dit benadrukt de noodzaak tot sterke samenwerking<br />

met onder meer huisartsenposten, (acute) thuiszorg en acute GGZ op medisch inhoudelijke zorg. Vanuit Witte Kruis<br />

is een proposition paper omtrent deze ontwikkelingen (en mogelijkheden) ontwikkeld. Tevens hebben de zorgverzekeraars<br />

per traumaregio visies gepresenteerd over concentratie van (acute) zorg. Dit heeft veel gevolgen voor de ambulancezorg. Zo<br />

zullen er meer ritten buiten de regio’s gaan plaatsvinden, langere rijtijden ontstaan en wordt de 45 minutennorm (van locatie<br />

patiënt naar de spoedeisende hulp) onder druk gezet. De verwachting is dat hier in 2015 een vervolg aan wordt gegeven.<br />

Enkele andere belangrijke thema’s in <strong>2014</strong> waren de uitwerking van de nieuwe financieringssystematiek, de prestatiestijging,<br />

medewerkers- en ketenpartnertevredenheids-onderzoeken, LPA 8 en Ebola:<br />

• Per 1 januari <strong>2014</strong> is de nieuwe financieringssystematiek van kracht geworden. Deze systematiek is gestoeld op beschikbaarheid<br />

in met name de ‘kwetsbare’ gebieden. Binnen de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Noord- en Oost-<br />

Gelderland heeft dit geleid tot uitbreiding van de capaciteit.<br />

• Wij zijn trots op de rittijdverbeteringen die zijn behaald. In <strong>2014</strong> is het percentage A1 ritten binnen de 15 minuten norm<br />

gestegen naar 91,9% ten opzichte van 90,5% in 2013.<br />

• De ketenpartner tevredenheid is vrijwel over de hele linie verbeterd. Gemiddeld is onze RAV beoordeeld met een 7,6 voor<br />

onze kerncompetenties, waaronder klantvriendelijkheid, professionaliteit en betrouwbaarheid. Ook de medewerkerstevredenheid<br />

ligt met 71% hoog. Resultaten waar we trots op mogen zijn.<br />

• In dit kalenderjaar zijn de voorbereidingen getroffen om de transitie van het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA) 7.2<br />

naar het LPA 8.0 plaats te laten vinden. De transitie is gepaard gegaan met een aanzienlijk aantal inhoudelijke wijzigingen.<br />

Deze hebben consequenties voor diverse partijen binnen de RAV op het proces en product ambulancezorg. In <strong>2014</strong> hebben<br />

alle medewerkers de vereiste scholing ontvangen, zijn nieuwe materialen aangeschaft en zijn de betrokken ketenpartners<br />

vroegtijdig geïnformeerd. Eind <strong>2014</strong> zijn we ‘live’ gegaan.<br />

• In <strong>2014</strong> heeft intensieve samenwerking tussen ketenpartners van de RAV plaatsgevonden vanwege de grote Ebola uitbraak.<br />

De RAV heeft speciale ebolateams van ambulancechauffeurs en -verpleegkundigen ingericht, die het transport met strikte<br />

isolatie van patiënten met (verdenking van) Ebola kunnen verzorgen. Deze collega’s hebben een specifieke training<br />

ondergaan.<br />

Op innovatief vlak zijn door de RAV in <strong>2014</strong> tevens belangrijke stappen gezet. Er heeft een succesvolle<br />

pilot plaatsgevonden in onze Meldkamer Oost Nederland (MON) met de applicatie: ‘ambulance<br />

op afspraak’. Een verdere uitrol binnen het eerste ziekenhuis heeft plaatsgevonden. Alle<br />

bovengenoemde ontwikkelingen zijn intensief en vragen veel van onze medewerkers. Wij willen<br />

hen daarom bedanken voor hun bijdrage afgelopen jaar.<br />

Namens het managementteam van Witte Kruis, RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

Marcel van Pijkeren,<br />

Manager ambulancezorg<br />

3


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

4


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

Inhoud<br />

DE ORGANISATIE 6<br />

DE RESULTATEN 20<br />

1. Leiderschap 6<br />

1.1 RAV Noord- en Oost-Gelderland 6<br />

1.2 Missie en visie 7<br />

1.3 Verantwoorde zorg 8<br />

1.4 Ondernemingsraad 8<br />

2. Management van medewerkers 9<br />

2.1 HRM-beleid 9<br />

2.2 Vakbekwaamheid 10<br />

2.3 Medisch management 11<br />

2.4 Informatie en communicatie 11<br />

3. Strategie en beleid 13<br />

3.1 Tijdelijke wet ambulancezorg 13<br />

3.2 Toekomstige ontwikkelingen 13<br />

4. Management van middelen 15<br />

4.1 Huisvesting 15<br />

4.2 Wagenpark 15<br />

4.3 NTS 15<br />

4.4 Verbruiksartikelen en apparatuur 16<br />

4.5 ICT 16<br />

5. Management van processen 18<br />

5.1 Certificering ISO/HKZ 18<br />

5.2 Veiligheidsmanagementsysteem 18<br />

5.3 Wetenschappelijk onderzoek 18<br />

6. Medewerkers 20<br />

6.1 Ziekteverzuim 20<br />

6.2 Veilig Incident Melden 20<br />

6.3 Medewerkers Tevredenheidsonderzoek 21<br />

7. Klanten, leveranciers en samenwerking 22<br />

7.1 Acute zorgketen 22<br />

7.2 Overlegvormen 22<br />

7.3 Ketenpartnertevredenheidsonderzoek 22<br />

7.4 GHOR 22<br />

7.5 Ebola 23<br />

7.6 Interregionale samenwerking 23<br />

7.7 Klachtenprocedure 23<br />

8. Maatschappij en milieu 24<br />

8.1 Maatschappelijke betrokkenheid 24<br />

8.2 Milieu 24<br />

8.3 Hartveilig Wonen in Noord- en<br />

Oost-Gelderland 24<br />

9. Bestuur en financiers 25<br />

9.1 Productiecijfers 25<br />

9.2 Rittijdsoverschrijdingen 26<br />

9.3 Directe Inzet van Ambulance 26<br />

INNOVATIE 27<br />

10. Verbeteren en vernieuwen 27<br />

10.1 iCarus 27<br />

10.2 Centraal Loket 29<br />

10.3 CBRN 29<br />

5


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

DE ORGANISATIE<br />

1. Leiderschap<br />

1.1 RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

Het verzorgingsgebied van de RAV Noord- en Oost-<br />

Gelderland is gelijk aan het gebied van de veiligheidsregio<br />

en strekt zich uit van Harderwijk tot Winterswijk. Het<br />

gebied is langgerekt met een oppervlakte van ongeveer<br />

3.000 km2 en er wonen ca. 810.000 mensen. RAV Noord- en<br />

Oost-Gelderland is onderdeel van Witte Kruis en het werkgebied<br />

van de RAV omvat 22 gemeenten: Aalten, Apeldoorn,<br />

Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg,<br />

Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Lochem,<br />

Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude<br />

IJsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk en Zutphen.<br />

Voor de regulier, acute en opgeschaalde zorg conformeert<br />

de RAV zich aan de relevante wet- en regelgeving. Dit geldt<br />

voor de zorg op straat en die van de meldkamer, maar ook<br />

binnen de samenwerking met ketenpartners. Het zijn niet<br />

alleen de wet- en regelgeving en de ketenpartners waar de<br />

RAV mee te maken heeft. Er zijn instanties die invloed uitoefenen<br />

op de eisen die gesteld worden aan het proces van<br />

ambulancezorg. Dit is veelal vanuit een meer overkoepelend<br />

perspectief zoals de brancheorganisatie en ministeries,<br />

maar ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg en<br />

gemeenten.<br />

Witte Kruis<br />

Witte Kruis is werkzaam in vijf regio’s en is de grootste<br />

ambulancezorgverlenende organisatie in Nederland. Naast<br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland wordt ook ambulancezorg<br />

verleend in de regio’s Noord-Holland Noord, Haaglanden,<br />

Kennemerland en Zeeland. In de regio’s Noord-Holland<br />

Noord, Kennemerland, Zeeland en Haaglanden vindt de<br />

zorgverlening plaats in samenwerking met regionale partners.<br />

Naast ambulancezorg biedt Witte Kruis onder meer<br />

huisartsenvervoer, repatriëringen, extra paraatheid bij<br />

evenementen en heeft zij tevens vestigingen voor huisartsenvervoer<br />

in België. Witte Kruis maakt onderdeel uit van<br />

Connexxion Nederland NV voor een deel van de bedrijfsvoering,<br />

waaronder ICT, salarisadministratie en inkoop.<br />

Meldkamer Ambulancezorg<br />

Het instellen van de meldkamer ambulancezorg (MKA) als<br />

onderdeel van de gemeenschappelijke meldkamer (GMK)<br />

ambulance, politie en brandweer behoort volgens de Wet<br />

Veiligheidsregio’s en de Tijdelijke wet ambulancezorg<br />

(Twaz) tot de taak van het bestuur van de veiligheidsregio.<br />

De MKA is verantwoordelijk voor het continue proces van<br />

intake, indicatiestelling, zorgtoewijzing en coördinatie.<br />

Hierdoor is zij de toegangspoort voor de (ambulance)zorg.<br />

De meldkamer ambulancezorg zorgt ervoor dat de juiste<br />

(ambulance)zorg op het juiste moment en op de juiste<br />

plaats wordt ingezet en/of de overdracht van de patiënt<br />

Figuur: Afbakening van RAV Noord- en Oost-Gelderland met een overzicht van de posten<br />

6


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

AvA & RvC<br />

Directeur / bestuurder<br />

Medisch eindverantwoordelijke<br />

Operationeel<br />

Manager<br />

Manager regio<br />

Manager regio<br />

ROC / LOC<br />

Medisch Manager<br />

Administratieve<br />

ondersteuning<br />

Kwaliteit<br />

Operationeel hoofd<br />

meldkamer<br />

Operationeel hoofd<br />

Ambulancedienst<br />

Centralisten<br />

Verpleegkundigen<br />

Chauffeurs<br />

Figuur: Organisatiestructuur RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

aan andere hulpverleners zo efficiënt mogelijk verloopt.<br />

Meldkamer Oost Nederland (MON) coördineert ambulancezorg<br />

voor de RAV IJsselland en de RAV Noord- en<br />

Oost-Gelderland.<br />

1.2 Missie en visie<br />

De RAV hanteert de volgende missie: “Het leveren van<br />

kwalitatief hoogstaande zorg door middel van het<br />

verleggen van haar grenzen aan de hand van continue innovaties,<br />

een goede samenwerking met (ketenzorg)partners<br />

en het centraal stellen van de patiënt in het proces van<br />

ambulancezorg.”<br />

Visie<br />

Het beschikken over goede medewerkers met de juiste<br />

instelling is cruciaal in een sector waar de patiënt centraal<br />

staat en waar ook veranderingen en vernieuwingen en het<br />

behalen van targets een grote plaats innemen. Investeren<br />

in een positief werkklimaat en vakmanschap staan daarom<br />

binnen de RAV voorop. Door het bieden van kwalitatief<br />

hoogwaardige opleidingen en loopbaanmogelijkheden<br />

blijven wij medewerkers inspireren en binden. De medewerkers<br />

creëren een onderscheidende en succesvolle ambulancezorgorganisatie<br />

die klaar is voor de wereld van morgen.<br />

De RAV zet zich samen met haar ketenpartners in om een<br />

integraal systeem van kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg<br />

in de regio Noord- en Oost-Gelderland verder te<br />

realiseren en in stand te houden. Zij is zich bewust dat het<br />

leveren van verantwoorde zorg aan de patiënt alleen maar<br />

kan gebeuren in goede afstemming met ketenpartners<br />

zowel bij de dagelijkse als bij de grootschalige hulpverlening.<br />

Het moet niet uitmaken waar de zorgvraag van de<br />

patiënt in de keten binnenkomt; de patiënt krijgt die zorg<br />

die hij nodig heeft. Daarnaast tracht de RAV de kwaliteitsverbetering<br />

zo tastbaar en zichtbaar mogelijk te maken,<br />

voor de patiënt, haar ketenpartners en voor andere betrokkenen.<br />

Hierbij worden de beschikbare middelen zo efficiënt<br />

mogelijk ingezet.<br />

Om kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg te leveren,<br />

werken de partners binnen de RAV nauw samen en maken<br />

ze, in overleg met de zorgverzekeraars, bindende afspraken<br />

met elkaar. Daarnaast werken de partners nauw samen<br />

met andere betrokkenen in de zorgsector, de openbare orde<br />

en veiligheid en het openbaar bestuur.<br />

De visie van de RAV bestaat uit drie pijlers:<br />

1. Niet reageren, maar creëren<br />

De RAV heeft als ambitie om een grensverleggende en<br />

vooruitstrevende RAV binnen Nederland te zijn. Zij<br />

heeft oog voor de laatste ontwikkelingen en zoekt<br />

continu naar vernieuwende wegen om de doelen te<br />

bereiken.<br />

2. Grensverleggende techniek<br />

De RAV werkt aan en biedt grensverleggende technieken<br />

om het totale proces van ambulancezorg te<br />

verbeteren en efficiënter te maken.<br />

7


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

3. Sterk in samenwerken<br />

Enerzijds is de RAV een actieve en belangrijke schakel<br />

in de acute zorg, aangezien de ambulancezorg zich<br />

beweegt tussen de schakels van de acute zorgketen<br />

wat vraagt om een optimale doorgeleiding van<br />

patiënten. Anderzijds speelt zij een belangrijke<br />

coördinerende rol in het organiseren van hulp bij grote<br />

rampen en ongelukken.<br />

1.3 Verantwoorde zorg<br />

Binnen de steeds veranderende kaders en eisen die worden<br />

gesteld aan de verantwoorde ambulancezorg, wordt<br />

continu gezocht naar vernieuwende kwalitatieve oplossingen<br />

om het gestelde doel van hoogwaardige zorgverlening<br />

te bereiken. De risico’s die dit met zich meebrengt<br />

worden nauwkeurig afgewogen, waarbij kwaliteit, verantwoorde<br />

(ambulance)zorg en doelmatigheid de belangrijkste<br />

criteria zijn. Patiëntgerichtheid, doeltreffendheid,<br />

veiligheid en zorg op maat zijn de begrippen die<br />

verantwoorde zorg beschrijven. De behoefte van de patiënt<br />

is hierbij steeds het uitgangspunt.<br />

Dit betekent dat de organisatie de best mogelijke ambulancezorg<br />

wil bieden. Om dit te bereiken wordt er continu<br />

gewerkt aan verbetering van de dienstverlening door scholing,<br />

het gebruik van een modern wagenpark, nieuwe materialen<br />

en een efficiënte inzet van mensen en materieel.<br />

1.4 Ondernemingsraad<br />

In de Wet op de Ondernemingsraad (WOR) is bepaald dat<br />

een organisatie met meer dan vijftig medewerkers verplicht<br />

is om een ondernemingsraad (OR) in te stellen. Witte Kruis<br />

heeft een ondernemingsraad. De ondernemingsraad stelt<br />

een eigen OR-jaarverslag op.<br />

8


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

2. Management van medewerkers<br />

2.1 HRM-beleid<br />

Voorkomen ziekteverzuim<br />

Door aandacht voor arbeidsomstandigheden, een prettige<br />

werkomgeving en goede contacten tussen leidinggevenden<br />

en medewerkers wordt door de RAV ziekteverzuim en<br />

verloop zoveel mogelijk voorkomen. Voor het voorkomen<br />

van verzuim zijn verschillende zaken geregeld, waaronder:<br />

• Aanstellingskeuring aan de hand van vastgestelde<br />

functie- en gezondheidseisen;<br />

• Een Periodiek Arbeidsmonitor waarbij medewerkers<br />

worden getest op hun belasting in verhouding tot hun<br />

belastbaarheid;<br />

• Een strak verzuimprotocol. De RAV laat medewerkers<br />

bij verzuim van twee weken al oproepen voor het<br />

spreekuur bij de arbo-arts. Daarvóór heeft de leidinggevende<br />

al diverse contactmomenten;<br />

• Preventie van agressie en geweld;<br />

• Een vertrouwenspersoon.<br />

Veiligheid<br />

De veiligheid van het personeel wordt geborgd in het arbobeleid,<br />

waarbij de Arbowet, het Arbobesluit en arboregelingen<br />

leidend zijn. De RAV houdt zich aan de wettelijke<br />

bepalingen met betrekking tot de arbozaken. Zij kiest<br />

ervoor aan de hand van de risico-inventarisatie en evaluatie<br />

(RI&E) te bepalen welke investeringen op het gebied van<br />

arbozorg moeten worden gedaan. Het gaat hierbij om<br />

zowel repressieve als preventieve maatregelen, scholing en<br />

voorlichting. Arbozorg wordt gerealiseerd met inachtneming<br />

van de redelijkheid van maatregelen en financiële en<br />

budgettaire grenzen. De noodzakelijke maatregelen zijn in<br />

een plan van aanpak vastgelegd.<br />

Fysieke belasting en ergonomie<br />

De aanpak van fysieke belasting is een belangrijk en continu<br />

aandachtspunt voor ambulancemedewerkers. Fysieke<br />

klachten aan rug en ledematen kunnen leiden tot ziekteverzuim<br />

dat over het algemeen een langdurig karakter heeft.<br />

Binnen de RAV dragen ergocoaches zorg voor vermindering<br />

van de fysieke belasting van de medewerkers als gevolg van<br />

duwen, trekken, tillen en vaak herhaalde bewegingen.<br />

Instructies met betrekking tot tiltechnieken en het gebruik<br />

van hulpmiddelen dragen bij aan vermindering van de<br />

fysieke belasting.<br />

Bij overwegingen in de aanschaf van materialen telt de<br />

ergonomische hanteerbaarheid dan ook sterk mee en<br />

wordt een ergocoach om advies gevraagd. Daarnaast<br />

stimuleert de RAV fitnessactiviteiten door deze financieel<br />

aantrekkelijk te maken dan wel rechtstreeks beschikbaar te<br />

stellen.<br />

Psychische belasting en opvang<br />

Het Bedrijf Opvang Team (BOT) biedt nazorg aan medewerkers<br />

na een traumatische gebeurtenis tijdens de uitvoering<br />

van de ambulancezorg of meldkameractiviteiten. Het team<br />

wordt gevormd door medewerkers van de eigen organisatie.<br />

Door deze opvang en begeleiding van medewerkers<br />

probeert het BOT te voorkomen dat deze gebeurtenis een<br />

belemmering gaat vormen voor het goed functioneren<br />

tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of in de<br />

privésituatie.<br />

Het BOT wordt ingezet op basis van de regel van 7. Dit is een<br />

vastgestelde lijst met zeven typen ingrijpende gebeurtenissen,<br />

waarbij opvang over het algemeen gewenst is:<br />

• Geweld/intimidatie naar ambulancepersoneel;<br />

• Ernstig letsel, dood en/of reanimatie van kinderen;<br />

• (Verkeers)ongevallen met zwaar letsel, verminking of<br />

dood;<br />

• (Poging tot) zelfmoord;<br />

• Situatie waarbij familie of collega’s van ambulancepersoneel<br />

bij betrokken zijn;<br />

• Situatie waarbij sprake is van onmacht;<br />

• Ernstige misdrijven.<br />

Uit de meest recente wetenschappelijke onderzoeken over<br />

traumaverwerking blijkt dat het direct inzetten van een<br />

BOT-team na een ernstige hulpverlening in negatieve zin<br />

een versterkend effect kan hebben op de verwerking.<br />

Daarom is RAV Noord- en Oost-Gelderland overgegaan op<br />

secundaire inzet, waarbij medewerkers eerst in de gelegenheid<br />

gesteld worden om zelf of met collega’s stoom af te<br />

blazen. In <strong>2014</strong> zijn in de RAV 42 BOT-meldingen gedaan.<br />

Ongewenste omgangsvormen door patiënten en<br />

omstanders<br />

Is er sprake van een agressie- of geweldincident tegen een<br />

medewerker, dan treedt het agressie- en geweldsprotocol<br />

in werking inclusief onder meer opvang door leidinggevende,<br />

eventuele BOT-opvang, aangiftebegeleiding en<br />

begeleiding in geval van een rechtszaak.<br />

Het veiligheidsbeleid, afgeleid van het landelijke<br />

programma Veilig Publieke Taak, is opgebouwd uit een<br />

preventief beleid en een reactief beleid. De uitgangspunten<br />

bij het beleid zijn:<br />

• Bewustwording bij de werkgever en werknemer dat<br />

agressie en geweld niet acceptabel is;<br />

• Maatregelen zijn gericht om incidenten zoveel mogelijk<br />

te voorkomen;<br />

• Medewerkers worden maximaal ondersteund bij de<br />

afhandeling van een geweldsincident;<br />

9


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

• Goede nazorg wordt geboden bij incidenten waarbij<br />

medewerkers betrokken zijn;<br />

• Agressiecoaches bieden collegiale en procedurele<br />

ondersteuning;<br />

• Agressie- en geweldsincidenten worden altijd gemeld<br />

en geregistreerd;<br />

• De werkgever geeft in beginsel bij een incidentmelding<br />

een reactie naar de dader;<br />

• In geval van schade wordt deze verhaald op de dader;<br />

• In geval van een strafbaar feit wordt aangifte gedaan;<br />

• Een vaste contactfunctionaris voor overleg met politie.<br />

Sinds de implementatie van het veiligheidsbeleid is er een<br />

beter inzicht in de risicovolle momenten voor ambulancemedewerkers.<br />

Dit is te danken aan een sterke toename van<br />

het aantal meldingen van agressie en/of geweld. Dit betekent<br />

overigens niet dat agressie in dezelfde mate is toegenomen.<br />

In de RAV zijn opgeleide agressiecoaches. Zij bieden<br />

medewerkers ondersteuning en helpen bij eventuele<br />

vervolgacties in geval van incidenten met agressie en/of<br />

geweld. Tevens verzorgen zij de registratie van de agressieincidenten.<br />

In de RAV zijn 85 meldingen gedaan van<br />

agressie-incidenten in <strong>2014</strong>. Een aantal keer heeft de<br />

agressor een brief ontvangen waarin aangegeven wordt<br />

dat het gedrag niet getolereerd wordt. Tweemaal is aangifte<br />

gedaan.<br />

<strong>2014</strong> RAV NOG<br />

Verbaal geweld 73<br />

Fysiek geweld 7<br />

Seksuele intimidatie 5<br />

Discriminatie 0<br />

Overige intimidatie 0<br />

Totaal 85<br />

Tabel: Aantal agressie-incidenten naar type in <strong>2014</strong> voor<br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland (NOG)<br />

Ongewenste omgangsvormen door collega’s<br />

De RAV heeft een regeling ongewenste omgangsvormen<br />

ingesteld. De RAV biedt de mogelijkheid om een medewerker<br />

contact op te laten nemen met de vertrouwenspersoon bij<br />

confrontatie van zaken zoals seksuele intimidatie en pesten.<br />

Loopbaanbeleid<br />

De RAV is tevens actief bezig met loopbaanbeleid voor haar<br />

medewerkers door hen de gelegenheid te bieden om zich te<br />

ontplooien en hun inzetbaarheid en loopbaanperspectief<br />

binnen de organisatie te vergroten. De RAV erkent hierbij<br />

onder andere de verschillende levensfases die medewerkers<br />

doorlopen.<br />

Medewerkers Tevredenheidsonderzoek<br />

In het kader van de HKZ certificering zijn RAV’s verplicht om<br />

een Medewerkers Tevredenheidsonderzoek (MTO) uit te<br />

voeren. De RAV voert het MTO tenminste iedere drie jaar uit.<br />

Witte Kruis heeft een nieuw MTO uitgevoerd in <strong>2014</strong>.<br />

2.2 Vakbekwaamheid<br />

De Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg<br />

(Wet BIG) stelt eisen aan de individuele beroepsbeoefenaren.<br />

Eén van de kenmerken van de Wet BIG is dat het een<br />

kwaliteitswet is met als doelstelling het handhaven van<br />

een kwalitatief goede gezondheidszorg door bekwame<br />

beroepsbeoefenaren, die kunnen worden aangesproken als<br />

zij hun deskundigheid overschrijden en/of schade<br />

toebrengen aan de patiënt. Alle verpleegkundigen binnen<br />

de RAV en nagenoeg alle centralisten zijn BIG-geregistreerd.<br />

Bovendien wordt de feitelijke bekwaamheid van ambulanceverpleegkundigen,<br />

-chauffeurs en meldkamer ambulancezorg<br />

centralisten jaarlijks geverifieerd. Door de medisch<br />

manager ambulancezorg (MMA) wordt om het jaar aan de<br />

ambulanceverpleegkundigen van de RAV een autorisatie<br />

toegekend. Alle medewerkers worden jaarlijks bijgeschoold<br />

op basis van het activiteitenprogramma van het regionaal<br />

opleidingsplan (ROP).<br />

Ambulancechauffeurs leggen jaarlijks een toets medische<br />

assistentie af en een rijvaardigheidstoets. Eens in de vijf jaar<br />

leggen de verpleegkundigen en chauffeurs een profcheck<br />

af, een vaktoets om de bekwaamheid te testen.<br />

De RAV oefent in samenwerking met de Geneeskundige<br />

Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) voor opgeschaalde<br />

situaties. De RAV oefent jaarlijks multidisciplinaire<br />

oefeningen waarbij ketenpartners als politie, brandweer en<br />

reddingsbrigade ook zijn betrokken. Er is een registratie<br />

binnen de opleidingsmodule waarmee de leidinggevenden<br />

van de RAV kunnen monitoren of alle medewerkers<br />

voldoende getraind zijn voor opgeschaalde situaties.<br />

Opleiding en bijscholing<br />

De belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot opleidingen<br />

waren dit jaar o.a. implementatie van het nieuwe<br />

Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA 8), de instroomeisen<br />

van het College Ziekenhuis Opleidingen (CZO) en aandacht<br />

voor crisis resource management (CRM).<br />

Overgang van LPA 7.2 naar LPA 8<br />

In <strong>2014</strong> is de RAV overgegaan van LPA 7.2 naar LPA 8. Dit ging<br />

gepaard met een aanzienlijk aantal inhoudelijke wijzigingen<br />

die consequenties hebben voor diverse partijen binnen de<br />

RAV op het proces en product ambulancezorg. LPA 8 is<br />

geschreven vanuit een andere visie dan LPA 7.2 Deze heeft<br />

nu nog meer de professionaliteit van zorgverleners als<br />

uitgangspunt en is daarmee minder geregisseerd dan LPA<br />

10


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

7.2. Ambulancehulpverleners moeten meer dan voorheen<br />

zelf beslissingen nemen op basis van hun bevindingen en<br />

kunnen minder op protocollen terugvallen. Hiermee wordt<br />

een grotere praktijkvariatie geaccepteerd. Dit kan een voordeel<br />

zijn voor hen die de protocollen als knellend ervaren,<br />

maar een nadeel voor hen die hun houvast aan de protocollen<br />

ontleenden. Ook voor opleidingen en de kwaliteitsbewaking<br />

heeft dit consequenties, want er ontstaan zo minder<br />

duidelijke vakinhoudelijke normen en kwaliteitsindicatoren.<br />

Om de implementatie zo goed en geleidelijk mogelijk te<br />

laten plaatsvinden is er gekozen voor verschillende didactische<br />

werkvormen. De opbouw daarvan was als volgt:<br />

• Een eerste kennismaking in de vorm van een hulpverleningssurvival<br />

waarbij de meest uitgesproken wijzigingen<br />

in de protocollen naar voren kwamen.<br />

• Via de elektronische leeromgeving (ELO) zijn oefenvragen<br />

aangeboden die vooral betrekking hadden op<br />

de nieuwe en gewijzigde protocollen.<br />

• In training zijn de nieuwe deelvaardigheden separaat<br />

getraind en aansluitend aan bod gekomen in de casuïstiek<br />

trainingen.<br />

• In oktober zijn de auto’s tijdens de dienst ‘binnen’<br />

gehaald en zijn een aantal deelvaardigheden en<br />

casussen getoetst.<br />

Aansluitend hebben de medewerkers hun bekwaamheidsverklaring<br />

ontvangen. De implementatie is gepaard gegaan<br />

met onduidelijkheid en onrust. Dit kwam doordat er landelijk<br />

nog steeds wijzigingen plaatsvonden en het materiaal<br />

ondanks toezeggingen niet tijdig geleverd kon worden. Dat<br />

we het protocol per 1 november <strong>2014</strong> in konden laten gaan,<br />

was vooral te danken aan de inzet van de leden van materiaalcommissie<br />

en de werkbegeleiders.<br />

CZO erkenning en -diploma<br />

Doordat RAV Noord- en Oost-Gelderland de CZO erkenning<br />

heeft ontvangen, krijgen de nieuwe medewerkers nu een<br />

diploma van het CZO. Dat brengt ook nieuwe eisen met zich<br />

mee. Eén van de eisen is dat de ambulanceverpleegkundige<br />

minimaal 925 uur begeleide praktijkuren moet hebben en<br />

de centralist 625 uur. Voor de ambulanceverpleegkundige<br />

betekent dit dat ze deze uren niet volledig tijdens de opleiding<br />

kunnen behalen en dus na hun assessment nog een<br />

aantal dagen onder begeleiding blijven werken. De RAV<br />

tracht dit in de toekomst anders te regelen.<br />

Crisis resource management<br />

Sinds een aantal jaar zijn de CRM-punten onderdeel van de<br />

initiële opleiding. Door ook tijdens de regionale reguliere<br />

trainingen aandacht te hebben voor deze non-technical<br />

skills ontstaat er een compleet beeld van de ambulancezorg<br />

zoals die door het ambulanceteam geleverd wordt. Dit<br />

wordt onder andere goed zichtbaar tijdens de support on<br />

the job dagen.<br />

In <strong>2014</strong> hebben twee ambulanceverpleegkundigen en drie<br />

ambulancechauffeurs hun diploma behaald. Daarnaast zijn<br />

er in september drie ambulanceverpleegkundigen en drie<br />

ambulancechauffeurs gestart met hun opleiding. Alle deelnemers<br />

aan het landelijk assessment in <strong>2014</strong> zijn geslaagd.<br />

2.3 Medisch management<br />

Binnen de RAV draagt de medisch manager ambulance<br />

(MMA) de verantwoordelijkheid op het gebied van medisch<br />

management. Het medisch management ambulancezorg<br />

bestaat uit drie hoofdgebieden:<br />

1. Patiëntenzorg;<br />

2. Onderwijs;<br />

3. Onderzoek.<br />

De MMA is verantwoordelijk voor het medisch beleid, de<br />

medische zorg en geeft opdracht tot het verrichten van<br />

ambulancezorgverlening. De MMA toetst en bewaakt langs<br />

verschillende routes de kwaliteit van (medische) voorbehouden<br />

handelingen van ambulanceverpleegkundigen en<br />

speelt op grond van zijn specifieke medische deskundigheid<br />

en bevoegdheid een hoofdrol in het beantwoorden van de<br />

vraag of een ambulanceverpleegkundige bekwaam, en dus<br />

bevoegd, is om de nader omschreven handelingen uit te<br />

voeren. Dit is tot op zekere hoogte ook van toepassing op de<br />

assisterende rol van de ambulancechauffeurs.<br />

De MMA neemt zitting in de calamiteitencommissie van de<br />

RAV. Participatie in de calamiteitencommissie van de MMA<br />

is vanuit de verantwoordelijkheid op medisch gebied essentieel<br />

en een vereiste vanuit de Inspectie voor de<br />

Gezondheidszorg (IGZ). Binnen de RAV Noord- en Oost-<br />

Gelderland wordt de MMA ondersteund door twee ondersteuners.<br />

Dit zijn een Nurse Practitioner en een SEH-arts. De<br />

MMA-ondersteuners spelen een belangrijke rol in het<br />

monitoren van patiëntveiligheid (bijvoorbeeld als lid van de<br />

calamiteitencommissie) of het signaleren van trends in de<br />

zorg binnen de RAV.<br />

In <strong>2014</strong> heeft de MMA zich specifiek gericht op de implementatie<br />

van LPA 8, dat per 1 november <strong>2014</strong> is ingevoerd.<br />

Hieraan voorafgaand is er hard gewerkt aan scholing van<br />

medewerkers van de RAV, de aanschaf van nieuwe materialen<br />

en informatieverstrekking aan onze ketenpartners.<br />

2.4 Informatie en communicatie<br />

Medewerkers raken meer betrokken bij een organisatie<br />

wanneer er transparante informatie en communicatie<br />

plaatsvindt. RAV Noord- en Oost-Gelderland informeert<br />

haar medewerkers structureel over organisatie- of brancheontwikkelingen.<br />

Tegelijkertijd worden medewerkers via<br />

werkgroepen en enquêtes regelmatig benaderd om input<br />

te leveren en ervaringen te delen. Indien er sprake is van<br />

actieve externe communicatie is het uitgangspunt te allen<br />

11


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

tijde dat eerst de interne communicatie is ingezet, alvorens<br />

extern informatie wordt verspreid.<br />

Via een aantal kanalen wordt informatie gezonden en<br />

communicatie tot stand gebracht. Ambuweb (een intranetomgeving)<br />

is een belangrijk medium voor het plaatsen van<br />

organisatie-gerelateerde informatie. Via informele<br />

gesprekken, werkoverleggen en werkgroepen vindt door<br />

het persoonlijke karakter de tweerichtingscommunicatie<br />

plaats. Een afwisseling tussen schriftelijke en mondelinge<br />

communicatie zorgt voor een laagdrempelig<br />

communicatie klimaat.<br />

Communicatieverantwoordelijkheid<br />

Een goed communicatieklimaat ontstaat wanneer iedereen<br />

zijn verantwoordelijkheid neemt. Dit houdt ‘vraag-enaanbod’<br />

in. Het management en de directie hebben de<br />

verantwoordelijkheid hun medewerkers op tijd en juist te<br />

informeren, zodat medewerkers goed hun werk kunnen<br />

blijven uitoefenen. Daarentegen heeft de medewerker de<br />

verantwoordelijkheid de informatie te halen wanneer dit<br />

wenselijk is voor het uitvoeren van zijn werk.<br />

12


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

3. Strategie en beleid<br />

In dit hoofdstuk worden enkele brancheontwikkelingen<br />

kort toegelicht die van invloed zijn op het werkveld van RAV<br />

Noord- en Oost-Gelderland.<br />

3.1 Tijdelijke wet ambulancezorg<br />

De Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz), welke sinds 1<br />

januari 2013 van kracht is, voorziet erin dat er per veiligheidsregio<br />

door de minister van Volksgezondheid Welzijn<br />

en Sport (VWS) één vergunninghouder voor de RAV is<br />

aangewezen. Deze partij is integraal verantwoordelijk voor<br />

het verlenen van verantwoorde ambulancezorg in de regio,<br />

zowel in de dagelijkse routinematige situatie als bij rampen<br />

en ongevallen. Tot het verlenen van ambulancezorg behoren<br />

zowel de instandhouding van de MKA als het daadwerkelijk<br />

verlenen van ambulancezorg door het ambulancepersoneel.<br />

De aanwijzing van de RAV heeft een geldigheidsduur<br />

van vijf jaar, deze is, tegelijk met de wet, ingegaan op 1<br />

januari 2013.<br />

Ten behoeve van de aanwijzing dient aan een pakket van<br />

eisen te worden voldaan, waaronder:<br />

• Voldoende financiële draagkracht.<br />

• Voldoende capaciteit om het referentiekader spreiding<br />

en beschikbaarheid uit te kunnen voeren.<br />

• Afspraken met zorginstellingen omtrent planbaar-vervoer.<br />

• Analyse van de overschrijdingen van de 15-minuten<br />

responsetijd.<br />

• Het beschikken over een gecertificeerd kwaliteits- en<br />

veiligheidsmanagementsysteem.<br />

• Deelnemen aan overleg over oplossen van knelpunten<br />

in de acute zorg.<br />

• Het beschikken over een opleiding- en<br />

bekwaamheidsbeleid.<br />

De RAV Noord- en Oost-Gelderland voldoet aan bovenstaande<br />

eisen.<br />

Nieuwe wetgeving 2018<br />

De verkenningsperiode met het ministerie van VWS over de<br />

tijdsperiode ná de Twaz is nog steeds gaande. De Twaz kent<br />

een looptijd tot 1 januari 2018. Het ministerie van VWS<br />

streeft naar een eerste richtinggevend besluit in het voorjaar<br />

2015. De minister van VWS heeft aangekondigd dat zij<br />

alle opties uitvoerig zal doornemen en deze op hun haalbaarheid<br />

zal toetsen. De branche is hierbij nauw betrokken.<br />

In 2015 wordt een voorlopig besluit vanuit het ministerie<br />

van VWS verwacht die medegedeeld zal worden aan de<br />

Tweede Kamer.<br />

3.2 Toekomstige ontwikkelingen<br />

Meldkamer van de toekomst<br />

De minister van Veiligheid en Justitie heeft zich uitgesproken<br />

over vergaande schaalvergroting van gemeenschappelijke<br />

meldkamers in Nederland. Er komt één landelijke<br />

organisatie, met maximaal tien locaties. Deze locaties<br />

zijn bovenregionale meldkamers van politie, brandweer en<br />

ambulancezorg. Het intakeproces wordt gesplitst in een<br />

multidisciplinair deel en een monodisciplinair deel, waarbij<br />

de kolommen verantwoordelijk zijn en blijven voor het<br />

monodisciplinaire deel van de intake. Deze ontwikkeling<br />

heeft ook gevolgen voor de MON. In <strong>2014</strong> zijn er besprekingen<br />

gestart tussen de directies van de betrokken RAV’s<br />

en veiligheidsregio’s over de samenvoeging van de huidige<br />

meldkamerlocaties van Apeldoorn, Arnhem, Nijmegen en<br />

Hengelo. De beoogde locatie is de meldkamer in Apeldoorn.<br />

Meldkamer zorg<br />

Vanuit het burger- en patiëntperspectief zou het wenselijk<br />

zijn om alle (acute) zorgmeldingen via één loket aan te<br />

nemen. De hulpvrager hoeft dan niet zelf te bepalen waar<br />

hij of zij binnen de zorgketen moet zijn. De hulpvrager komt<br />

op één plek met een zorgvraag en de centralist zorgt voor<br />

de juiste zorg op de juiste plaats. In dit geval kan worden<br />

gesproken over de meldkamer zorg in plaats van de meldkamer<br />

ambulancezorg. Er wordt immers meer dan alleen<br />

ambulancezorg geleverd. In de frontoffice van de meldkamer<br />

zorg worden alle (acute) zorgmeldingen aangenomen.<br />

Met het uitvraagsysteem bepaalt de centralist of er<br />

sprake is van spoedzorg en of het noodzakelijk is om zo snel<br />

mogelijk zorg te bieden. Indien specialistische zorg en/of<br />

melderinstructies nodig zijn wordt de hulpvrager naar de<br />

backoffice geleid. De RAV staat open voor deze ontwikkeling<br />

en wil dit samen met de partners in de (acute) zorg<br />

onderzoeken.<br />

Toenemende zorgvraag<br />

Er is sprake van een veranderende en toenemende zorgvraag.<br />

Er valt een verschuiving van cure (behandelen) naar<br />

care (verzorgen) te verwachten en een steeds meer gecombineerde<br />

vraag van care én cure. De financiële ruimte om<br />

een en ander op te vangen is beperkt. Het is noodzakelijk<br />

om efficiënte en betaalbare zorg te kunnen blijven verlenen.<br />

Zorgverzekeraars zullen sterker de regie gaan nemen in hun<br />

rol als zorginkoper. Dit leidt tot een toename van de druk op<br />

de kwaliteit van zorg tegen een lagere prijs en op de<br />

gewenste transparantie. Zorginstellingen krijgen wel<br />

steeds meer vrijheid om eigen beleid vorm te geven. Te<br />

verwachten is dat financiering ook sterk zal samenhangen<br />

met de mate van efficiënte samenwerking met andere<br />

zorginstellingen. RAV Noord- en Oost-Gelderland zoekt<br />

doorlopend naar vernieuwende manieren waarop zij<br />

verantwoorde ambulancezorg kan leveren.<br />

13


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

Afstemming acute zorg<br />

Binnen de acute zorg is sprake van meer accent op de eerste<br />

lijn: zorg dichtbij als het kan, ver weg als het moet. Daarnaast<br />

zal de scheidslijn tussen de eerstelijns- en de tweedelijns<br />

gezondheidszorg steeds verder vervagen. Het managementteam<br />

van de RAV heeft nu al veel contact met de<br />

ketenpartners, vooral de ziekenhuizen en huisartsenposten.<br />

Er vindt overleg plaats over onder meer de samenwerking<br />

in het algemeen, digitale vooraankondiging en traumahulpverlening<br />

en incidenten in de samenwerking. In <strong>2014</strong> is<br />

er met de ziekenhuizen intensief contact geweest om de<br />

implementatie van LPA 8 af te stemmen.<br />

Arbeidsmarkt<br />

Er is sprake van een steeds krapper wordende arbeidsmarkt<br />

voor verzorgenden en verpleegkundigen.<br />

Afgezet tegen een groeiende en complexer wordende<br />

zorgvraag, staat de (ambulance)zorg voor de uitdaging in<br />

de komende jaren over voldoende en juist gekwalificeerd<br />

personeel te blijven beschikken. In RAV Noord- en Oost-<br />

Gelderland wordt onder meer gebruik gemaakt van zorgdifferentiatie.<br />

Differentiatie kan in bepaalde gevallen beter en<br />

doelmatiger tegemoet komen aan de benodigde zorg voor<br />

de patiënt. De hoog complexe ambulancezorg (ALS) wordt<br />

in deze regio zowel uitgevoerd door ambulanceteams,<br />

bestaande uit een chauffeur en verpleegkundige, als door<br />

de rapid responder, een solo-eenheid met alleen een<br />

ambulanceverpleegkundige.<br />

In 2015 zal de eerste lichting BMH-studenten afstuderen.<br />

Deze studenten zijn in principe opgeleid om vanuit de<br />

HBO-opleiding Bachelor Medische Hulpverlening meteen<br />

aan de slag te kunnen in de ambulancezorg. De RAV heeft in<br />

<strong>2014</strong> een aantal studenten van deze opleiding begeleid<br />

tijdens hun stage.<br />

14


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

Figuur: Post Apeldoorn<br />

4. Management van middelen<br />

4.1 Huisvesting<br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland maakt gebruik van tien<br />

standplaatsen en vier uitrukposten. Op de hoofdposten is<br />

de stalling van alle parate ambulances en vangen de diensten<br />

aan. Het indirecte personeel heeft tevens kantoor op<br />

een deel van de hoofdposten.<br />

Voorwaardescheppende locaties<br />

In Apeldoorn, Klarenbeek en Gorssel zijn nieuwe afspraken<br />

gemaakt met de brandweer om ruimte ter beschikking te<br />

stellen aan ambulanceteams. Deze ambulanceteams<br />

worden soms naar bepaalde posities gestuurd ter afdekking<br />

van gebieden. Dit is meestal als er in een bepaald<br />

gebied een capaciteitsprobleem dreigt te ontstaan, omdat<br />

er al meerdere ambulances zijn ingezet.<br />

Ambulancemedewerkers kunnen op deze locaties gebruik<br />

maken van sanitaire middelen en zich ontspannen in<br />

afwachting van een volgende ritopdracht.<br />

4.2 Wagenpark<br />

Om aan de reguliere paraatheid te kunnen voldoen,<br />

beschikte RAV Noord- en Oost-Gelderland in <strong>2014</strong> over 32<br />

ambulancevoertuigen. Dertig voertuigen zijn uitgerust met<br />

materialen om Advanced Life Support (ALS) te kunnen<br />

uitvoeren. Twee voertuigen zijn ingericht voor besteld<br />

vervoer (BLS-ambulances). De parate voertuigen hebben<br />

een afschrijvingstermijn van vijf jaar. De nieuw aan te<br />

schaffen ALS-ambulances zijn van het type Mercedes-Benz<br />

Sprinter. Daarnaast beschikt de RAV nog over zeventien<br />

voertuigen voor piket- en GHOR-werkzaamheden.<br />

Type voertuig<br />

ALS ambulance 30<br />

BLS ambulance 2<br />

Rapid responder 2<br />

Motorambulance 1<br />

Solo ambulance auto 1<br />

GHOR-voertuigen 9<br />

OvDG-voertuig 3<br />

SIGMA/ALS-voertuigen 4<br />

CGV-voertuig 1<br />

Haakarmbak 1<br />

Piket-/dienstvoertuigen 8<br />

Totaal 51<br />

Tabel: Overzicht van de voertuigen<br />

6<br />

Aantal<br />

15


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

4.3 NTS<br />

In 2013 is de projectgroep implementatie Nederlandse<br />

Triage Standaard (NTS) opgericht. Deze groep was verantwoordelijk<br />

voor de het invoeren van het triagesysteem in<br />

<strong>2014</strong>. NTS levert een ketenstandaard voor triage in de acute<br />

zorg en richt zich op het verbeteren van eenduidige triage.<br />

Meldkamercentralisten zijn opgeleid in het toepassen van<br />

NTS. In maart <strong>2014</strong> is het systeem operationeel gegaan. Ook<br />

huisartsenposten in de regio Noord- en Oost-Gelderland<br />

maken gebruik van het triagesysteem. NTS draagt er aan bij<br />

dat de patiënt met een hulpvraag de zorg krijgt op de juiste<br />

plaats, het juiste moment en door de juiste hulpverlener.<br />

4.4 Verbruiksartikelen en apparatuur<br />

Voor het gebruik van materialen en middelen wordt<br />

gestreefd naar uniformiteit binnen de RAV. Goede kwaliteit<br />

en een verantwoorde prijs zijn daarbij bepalend. Conform<br />

het vervangingsbeleid dat binnen iedere organisatie wordt<br />

gehanteerd, dient alle apparatuur na een vastgestelde<br />

gebruiksperiode te worden vervangen. In de continue zoektocht<br />

naar verbetering wordt met het vervangingsbeleid<br />

beoogd dat elke ambulance is voorzien van apparatuur<br />

waarmee kwalitatief hoogwaardige zorg kan worden<br />

geleverd.<br />

Medicatie wordt afgenomen bij de ziekenhuisapotheken.<br />

De samenwerking tussen ziekenhuizen en de ambulancedienst<br />

verloopt naar wens.<br />

Project Airwaymanagement<br />

Aangezien het Airwaymanagement van de RAV niet meer<br />

volledig voldeed met betrekking tot de middelen en werkwijzen<br />

aan de huidige inzichten en ontwikkelingen binnen<br />

de landelijke protocollering is er in 2013 een projectgroep<br />

samengesteld. De projectgroep moest een advies samenstellen<br />

voor het management en de directie van de RAV met<br />

concrete nieuwe richtlijnen, procedures en hulpmiddelen<br />

inclusief begroting, scholing- en implementatieplan. De<br />

opdracht was om een kwalitatief goed en veilig airwaymanagement-beleid<br />

samen te stellen afgestemd op de zorgvraag<br />

van de patiënt en rekening houdend met de competenties<br />

van de ambulanceverpleegkundige en de nieuwe<br />

normen van LPA 8.<br />

4.5 ICT<br />

De informatietechnologie heeft de laatste decennia een<br />

enorme vlucht genomen en heeft grote invloed op alle<br />

processen in de maatschappij. Organisaties in de zorgsector<br />

zijn zelf actoren in deze aldoor veranderende context. Door<br />

de ontwikkelingen op het gebied van ICT nauwlettend te<br />

volgen en waar mogelijk hierop te anticiperen door zelf te<br />

ontwikkelen probeert RAV Noord- en Oost-Gelderland zich<br />

te onderscheiden. Dit wordt onder andere in praktijk<br />

gebracht door het innovatieproject iCarus (zie hoofdstuk 10<br />

van dit verslag). Tegelijkertijd geldt dat de jongere generatie<br />

medewerkers is opgegroeid met internet, computers en<br />

mobiele apparaten en uitermate handig is in het gebruik.<br />

Door de alom beschikbare informatie via intranet, internet<br />

en apps kunnen medewerker snel informatie opzoeken en<br />

combineren met als doel de patiënt nog betere zorg te<br />

kunnen bieden. Daarnaast is de informatie ook noodzakelijk<br />

voor de indirecte processen van de organisatie en is de<br />

wijze waarop dat gebeurt wezenlijk anders dan tot voor<br />

kort. Het is voor RAV Noord- en Oost-Gelderland essentieel<br />

om de informatietechnologie te verdisconteren in de directe<br />

Witte Kruis Twin Datacenter Concept<br />

Data Center Hilversum<br />

Network<br />

Redundant connection<br />

Data Center Almere<br />

Network<br />

Backup<br />

(Synchronized with Almere)<br />

Data storage<br />

50% operational data<br />

50% standby data (Almere)<br />

Real time synchronisatie<br />

Backup<br />

(Synchronized with Hilversum)<br />

Data storage<br />

50% operational data<br />

50% standby data (Hilversum)<br />

Kantoorautomatisering<br />

Applications (OTAP)<br />

50% operational applications<br />

50% standby applications<br />

(Almere)<br />

Kantoorautomatisering<br />

Applications (OTAP)<br />

50% operational applications<br />

50% standby applications<br />

Hilversum<br />

Figuur: Het Twin Datacenter Concept van Witte Kruis.<br />

16


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

en indirecte processen van de organisatie en de nieuwe<br />

technologische mogelijkheden maximaal te benutten.<br />

Steeds meer lesmateriaal is digitaal beschikbaar, zakelijke<br />

informatie wordt grotendeels digitaal verspreid, het patiëntendossier<br />

wordt terplekke ingevoerd in een mobiele dataterminal<br />

(MDT) en aanvullende informatie kan de ambulancemedewerker<br />

opvragen via een van de beschikbare apps<br />

op de smartphone die in iedere ambulance is geplaatst.<br />

Het intensieve gebruik van ICT bevat ook risico’s voor de<br />

organisatie die de efficiency en veiligheid van de informatie<br />

kunnen bedreigen. Een aantal uitgangspunten voor de<br />

ICT-infrastructuur binnen RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

zijn:<br />

• De hard- en software dienen uit standaardproducten te<br />

bestaan.<br />

• De ambulancedienst en MKA hanteren dezelfde software<br />

voor het vastleggen van ritgegevens.<br />

• Het dataverkeer dient 24 uur per dag te kunnen<br />

plaatsvinden.<br />

• De aan te schaffen systemen verbeteren de bedrijfsvoering<br />

op het gebied van registratie, rapportage en op<br />

financieel gebied.<br />

De beschikbaarheid van de ICT-systemen van Witte Kruis is<br />

gegarandeerd door de inzet van een Twin Datacenter<br />

concept. Hierbij zijn de applicaties verdeeld over twee datacenters<br />

die beiden operationeel zijn en ook als back-up voor<br />

elkaar dienen.<br />

Informatiebeveiliging<br />

Voor een maximale beveiliging van digitale informatie is<br />

Witte Kruis in <strong>2014</strong> gestart met het toetsen van alle directe<br />

en indirecte processen aan de norm NEN 7510. Dit project is<br />

veelomvattend en zal in 2015 worden voortgezet. De<br />

bestuurders van alle ambulancediensten hebben afgesproken<br />

eind 2017 volledig te voldoen aan deze norm. RAV<br />

Noord- en Oost-Gelderland verwacht deze deadline te<br />

halen.<br />

17


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

5. Management van processen<br />

5.1 Certificering ISO/HKZ<br />

Witte Kruis is gecertificeerd conform de kwaliteitsnormen<br />

van HKZ Ambulancezorg, certificatieschema 2011 en heeft<br />

een HKZ-certificaat. Het certificaat heeft betrekking op de<br />

volledige ambulancezorg; van het opnemen van de melding<br />

op de meldkamer tot het overdragen of doorverwijzen van<br />

de patiënt aan de best passende ketenpartner.<br />

Voor zowel de operationele medewerkers als staffunctionarissen<br />

is in de loop der jaren een grote mate van bekendheid<br />

en vertrouwdheid opgebouwd met het kwaliteitssysteem.<br />

De essentie van het kwaliteitssysteem is al jaren stabiel, als<br />

ware tijdloos. De uitvoer van de kwaliteitsprocessen en de<br />

manier waarop het kwaliteitssysteem verder wordt vormgegeven<br />

is echter een dynamisch geheel. Er is sprake van<br />

continue aanscherping en nuancering op basis van nieuwe<br />

inzichten en trends.<br />

De uitvoer van de solide en verantwoorde zorgverlening<br />

aan patiënten is gewaarborgd in de uitvoer van procedures<br />

en werkinstructies die evidence-based en pragmatisch zijn.<br />

Het onderhouden en actualiseren van deze procedures en<br />

het overkoepelende kwaliteitssysteem is een doorlopend<br />

proces dat is vervlochten in de dagelijkse bedrijfsvoering<br />

van de organisaties. Documenten zijn Witte Kruis breed van<br />

toepassing en worden daar waar nodig aangevuld met regionale<br />

documenten.<br />

5.2 Veiligheidsmanagementsysteem<br />

Patiëntveiligheid is “het (nagenoeg) ontbreken van (de kans<br />

op) aan de patiënt toegebrachte schade (lichamelijk/<br />

psychisch) die is ontstaan door het niet volgens de professionele<br />

standaard handelen van hulpverleners en/of door<br />

tekortkoming in het zorgsysteem”. Het thema is al vele<br />

jaren een belangrijk thema binnen de gezondheidszorg.<br />

Eind 2009 is er door de brancheorganisatie Ambulancezorg<br />

Nederland gestart met het opstellen van een globaal plan<br />

van aanpak voor de ontwikkeling en uitvoering van een<br />

patiëntveiligheidsprogramma voor de ambulancezorg.<br />

Vanaf 2011 is op landelijk niveau uitvoering gegeven aan dit<br />

programma. Onder leiding van AZN is een toolbox ontwikkeld<br />

voor de inbedding van een Veiligheidsmanagementsysteem<br />

(VMS). Een afvaardiging van regio<br />

Noord-Holland Noord heeft destijds actief deelgenomen<br />

aan de werkgroep over Veilig Incident Melden en bijgedragen<br />

aan de handleiding over dit onderwerp.<br />

Het VMS van RAV Noord- en Oost-Gelderland is opgebouwd<br />

en ingericht op basis van het HKZ-schema Ambulancezorg,<br />

waar het specifieke HKZ-schema ‘Cliënt-/Patiëntveiligheid’<br />

(2009) onderdeel van is. De HKZ-normen bevatten de<br />

basiseisen voor een VMS om risico’s voor patiënten te<br />

beheersen en verminderen. Witte Kruis heeft in 2013 het<br />

HKZ-certificaat voor patiëntveiligheid behaald. Sindsdien<br />

maakt de beoordeling van het VMS integraal onderdeel uit<br />

van de reguliere HKZ-certificering.<br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland streeft ernaar een veiligheidssysteem<br />

te voeren wat het ‘veiligheids-denken’ vanuit<br />

de medewerkers laat komen en niet een abstract element<br />

van het management is. Het VMS van RAV Noord- en Oost-<br />

Gelderland bestaat uit de volgende onderdelen.<br />

Medewerkers worden waar mogelijk betrokken in deze<br />

onderdelen:<br />

• Veiligheidsbeleid;<br />

• Monitoring en sturing van cultuur;<br />

• Veilig Incident Melden (VIM);<br />

• Het uitvoeren van retrospectieve risicoanalyses;<br />

• Het uitvoeren van prospectieve risicoanalyses;<br />

• Patiëntenparticipatie;<br />

• Continu verbeteren.<br />

Prospectieve risicoanalyse (PRA)<br />

Bij de prospectieve risico-inventarisatie worden scenario’s<br />

bedacht die zich kunnen voordoen. De veiligheidsrisico’s die<br />

hieruit naar voren komen worden diepgaand geanalyseerd.<br />

Op grond van deze analyses kunnen processen en protocollen<br />

worden aangepast, werkinstructies afgegeven en<br />

opleidingen en trainingen verzorgd met als doel de zorg<br />

voor patiënten veiliger te maken en risico’s weg te nemen.<br />

De risicoanalyse wordt in een multidisciplinair team<br />

uitgevoerd.<br />

In <strong>2014</strong> zijn een aantal prospectieve risicoanalyses uitgevoerd<br />

over uiteenlopende onderdelen van het primaire<br />

ambulanceproces. De uitkomsten van deze risicoanalyses<br />

zijn gepresenteerd aan het management van de RAV. Deze<br />

heeft daar op volgend de verbetermaatregelen vastgesteld.<br />

De thema’s van de risicoanalyses zullen op hun beurt<br />

worden herhaald om te kunnen bepalen of de vastgestelde<br />

verbetermaatregelen effect hebben gehad op destijds<br />

geformuleerde risico’s.<br />

5.3 Wetenschappelijk onderzoek<br />

Deelname Early Bami Studie<br />

Sinds juli 2013 neemt cluster West van Witte Kruis Noorden<br />

Oost-Gelderland deel aan de Early Bami studie. Early<br />

Bami staat voor Early Beta blocker Administration before<br />

reperfusion in patients with ST-Elevation Myocardial<br />

Infarction who are planned to undergo primary PCI. Deze<br />

cardiologische studie wordt pre-hospitaal uitgevoerd door<br />

diverse ambulancediensten en wordt gecoördineerd vanuit<br />

de research organisatie DIAGRAM B.V. te Zwolle.<br />

18


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

Het doel van de Early Bami studie is het evalueren van de<br />

mogelijk positieve effecten van vroege toediening van 5 mg<br />

Metoprolol IV of placebo IV voor reperfusie in de ambulance<br />

bij patiënten met een STEMI (ST-Elevatie Myocard Infarct).<br />

Het is een zogenaamde ‘blinde’ studie. Inclusie vindt plaats<br />

door middel van inclusie- / exclusiecriteria en een ‘informed<br />

consent’ van de patiënt. Na inclusie krijgt de patiënt de<br />

studiemedicatie (Metoprolol of placebo) en voor aanvang<br />

van de CAG / PCI nogmaals een dosis studiemedicatie<br />

(Metoprolol of placebo) op het cath lab van het PCI centrum.<br />

Na inclusie volgt directe vooraankondiging bij de assistent<br />

cardiologie en worden de patiënten vanuit de ambulanceregio<br />

voor PCI ingestuurd naar de Isala Kliniek in Zwolle.<br />

Naast de Isala Kliniek in Zwolle neemt ook het VUMC en het<br />

AMC deel aan deze Early Bami studie en daarnaast ook<br />

enkele centra in Spanje waardoor het een internationale<br />

studie betreft. Momenteel zijn er 415 patiënten geïncludeerd<br />

(d.d. 23-12-<strong>2014</strong>) met de verwachting dat in oktober<br />

2015 het benodigde inclusieaantal van 601 wordt bereikt.<br />

19


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

DE RESULTATEN<br />

6. Medewerkers<br />

6.1 Ziekteverzuim<br />

Intensief contact gericht op het zo spoedig mogelijk<br />

hervatten van taken en het voorkomen van langdurige<br />

afwezigheid vormt de basis van het ziekteverzuimbeleid<br />

van RAV Noord- en Oost-Gelderland. De oorzaak van het<br />

ziekteverzuim wordt in kaart gebracht en bij re-integratie<br />

worden, waar mogelijk, vervangende werkzaamheden voor<br />

de medewerker verzorgd. Uit verschillende onderzoeken is<br />

gebleken dat medewerkers die te weinig bewegen vaker en<br />

vooral langduriger ziek zijn. Om onder meer deze verzuimkosten<br />

terug te dringen worden werknemers aangezet tot<br />

een gezonde levensstijl met voldoende beweging.<br />

De doelstelling is om het ziekteverzuim te beheersen tot<br />

onder 5% en instroom in de WIA te voorkomen. Dankzij het<br />

intensieve ziekteverzuimbeleid kent de RAV Noord- en<br />

Oost-Gelderland een zeer laag ziekteverzuimpercentage.<br />

Verzuimpercentage 2013 <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en<br />

Oost-Gelderland<br />

2,9% 2,8%<br />

6.2 Veilig Incident Melden<br />

Veilig Incident Melden (VIM) is een laagdrempelig systeem<br />

om werkgerelateerde risico’s en incidenten met betrekking<br />

tot patiëntveiligheid te melden, registreren en behandelen.<br />

Ingediende incidenten worden behandeld door een<br />

VIM-commissie. Deze commissie heeft een vertrouwelijk en<br />

onafhankelijk karakter. De vermijdbaarheid van het (bijna-)<br />

incident staat centraal. Naar aanleiding van een afgehandelde<br />

incidentmelding kan de commissie een advies ter<br />

verbetering indienen bij het management.<br />

Incidenten worden bij voorkeur binnen de decentrale<br />

commissie van het eigen cluster afgehandeld. In geval van<br />

meer ernstige incidenten of structurele trends wordt een<br />

melding behandeld door de centrale commissie van de RAV.<br />

In <strong>2014</strong> zijn er 147 meldingen ingediend, een daling ten<br />

opzichte van 2013 (203 meldingen). Met name in de categorie<br />

apparatuur en techniek zijn minder meldingen<br />

gedaan. Medewerkers worden blijvend gestimuleerd om<br />

incidenten te melden.<br />

C<br />

Tabel: Het verzuimpercentage RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

20


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

Categorie melding<br />

Apparatuur en techniek 49<br />

Informatie en communicatie 22<br />

Medicatiefout 5<br />

Procedures, protocollen etc. 17<br />

Ongeval 3<br />

Prikaccidenten 1<br />

Vaardigheid 2<br />

Overig 48<br />

Totaal 147<br />

Tabel: Aantal VIM meldingen in <strong>2014</strong> naar categorie<br />

Aantal<br />

Toename van het aantal meldingen is niet het doel van VIM.<br />

Het is echter wel een indicator voor het bewustzijn onder<br />

medewerkers met betrekking tot patiëntveiligheid. Om dit<br />

bewustzijn in stand te houden of zelfs te vergroten is het<br />

essentieel om meldingen adequaat af te handelen, zodat de<br />

oorzaak van een incident kan worden aangepakt waardoor<br />

een vergelijkbaar incident in de toekomst kan worden<br />

vermeden. Door middel van VIM-journaals worden medewerkers<br />

geïnformeerd over de acties en verbetervoorstellen<br />

voortkomend uit de meldingen.<br />

6.3 Medewerkers Tevredenheidsonderzoek<br />

Witte Kruis heeft een MTO uitgevoerd in <strong>2014</strong>. Bijna 70%<br />

van de medewerkers heeft de uitgebreide enquête ingevuld.<br />

83,4% van de medewerkers was overwegend tevreden<br />

over het werk bij zijn/haar ambulancedienst. Positieve<br />

uitkomsten waren er in ieder geval over opleidingen, BOT,<br />

de inrichting van de ambulances, en de samenwerking met<br />

de ketenpartners politie, brandweer en Mobiel Medisch<br />

Team (MMT). Daarbij vindt het merendeel van de medewerkers<br />

dat het patiëntgerichtheid hoog in het vaandel staat.<br />

Meer dan 90% van de werknemers vindt hun werk zinvol,<br />

heeft er plezier in, en voelt zich door zijn/haar collega’s met<br />

respect behandeld. Er zijn ook een aantal minder positieve<br />

uitkomsten. Deze aandachtspunten zullen in 2015 worden<br />

opgepakt door de werkgroep cultuur. Het betreft onderwerpen<br />

als roostering, kwaliteit van het werkoverleg,<br />

verbinding tussen management en medewerkers en<br />

communicatie.<br />

Er is daarnaast ook een benchmark uitgevoerd ten opzichte<br />

van de uitkomsten van het sectorgemiddelde. De tevredenheid<br />

op de meeste onderwerpen lag enigszins hoger dan<br />

die van het gemiddelde van de ambulancesector.<br />

21


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

7. Klanten, leveranciers en samenwerking<br />

7.1 Acute zorgketen<br />

Het ministerie van VWS beoogt met de Wet Toelating<br />

Zorginstellingen (WTZi) op het terrein van de acute zorg de<br />

beschikbaarheid, toegankelijkheid, kwaliteit en regionale<br />

samenwerking te verbeteren. De WTZi verplicht alle aanbieders<br />

van zorg deel te nemen aan het regionale overleg<br />

acute zorgketen (ROAZ). Binnen het regionale overleg<br />

worden in eerste instantie afspraken gemaakt over de te<br />

leveren prestaties in de acute zorg (zoals aanrijtijden,<br />

verwijzingen, level indelingen van spoedeisende hulpafdelingen).<br />

Deze afspraken zijn volgens de WTZi wettelijk<br />

bindend voor alle partijen.<br />

7.2 Overlegvormen<br />

De kwaliteit van de ambulancezorg wordt voor een belangrijk<br />

deel bepaald door een goede samenwerking met alle bij<br />

die zorg betrokken partijen. Partijen die betrokken zijn bij<br />

de praktische uitvoering, zijn overwegend onderdeel van de<br />

keten van spoedeisende medische hulpverlening. Dit zijn de<br />

partijen waarmee de medewerkers van een ambulancedienst<br />

in de dagelijkse uitoefening van de werkzaamheden<br />

veel te maken hebben.<br />

Meerdere keren per jaar vindt operationeel overleg plaats<br />

met onder andere de GHOR, GGZ, ziekenhuizen, huisartsenposten<br />

en zorgverzekeraars Verder vindt ieder kwartaal een<br />

plenair overleg plaats met alle ketenpartners op beleidsmatig<br />

niveau.<br />

7.3 Ketenpartnertevredenheidsonderzoek<br />

In de tweede helft van <strong>2014</strong> is een ketenpartnertevredenheidsonderzoek<br />

uitgevoerd. Hierbij is de tevredenheid over<br />

en indruk van RAV Noord- en Oost-Gelderland gemeten<br />

onder de directe ketenpartners.<br />

Gemiddeld krijgt de RAV van de ketenpartners een 7,6 voor<br />

zijn kerncompetenties. 87,1% is tevreden of zeer tevreden<br />

over de RAV Noord- en Oost-Gelderland in het algemeen.<br />

76,9% is tevreden of zeer tevreden over de geleverde<br />

producten of diensten. 82 % is (zeer) tevreden over de kennis<br />

en vaardigheden van de medewerkers. 79,4% is (zeer)<br />

tevreden over de servicegerichtheid van de medewerkers.<br />

7.4 GHOR<br />

De RAV heeft volgens de Wet Toelating Zorginstellingen<br />

(WTZi) een eigen verantwoordelijkheid in het maken van<br />

afspraken binnen het ROAZ over de spreiding en beschikbaarheid<br />

van de acute zorg. Deze verantwoordelijkheid<br />

geldt ook bij rampen en zware ongevallen. De<br />

Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio<br />

(GHOR) is in ons land onder andere geregeld via de Wet<br />

Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen. In<br />

Nederland dient in iedere veiligheidsregio onder één integraal,<br />

overkoepelend, bestuur, een intensieve<br />

samen werking te zijn tussen de vier pijlers die verantwoordelijk<br />

zijn voor openbare orde en veiligheid (integraal veiligheidsbeleid),<br />

te weten, politie, brandweer, de geneeskundige<br />

hulpverleningsketen (met als coördinerend orgaan de<br />

GHOR) en de gemeente. De acute geneeskundige hulpverlening<br />

bij trauma’s, grootschalige en bijzondere incidenten en<br />

rampen steunt voor wat betreft het extramurale deel<br />

grotendeels op de reguliere ambulancezorg.<br />

Samenwerking meldkamer ambulancezorg en GHOR<br />

De meldkamer ambulancezorg is een onderdeel van het<br />

totale ambulancezorgproces. In opgeschaalde situatie is hij<br />

verantwoordelijk voor de coördinatie en uitvoering van het<br />

ambulancebijstandsplan en het gewondenspreidingsplan.<br />

De verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in een service<br />

level agreement.<br />

GHOR communicatie bij evenementen<br />

In samenwerking met de GHOR is een stroomschema opgesteld<br />

waarin geregeld is hoe de draaiboeken van (complexe)<br />

evenementen op de juiste wijze bij de juiste dienstdoende<br />

ambulancecollegae terecht komen. De vigerende draaiboeken<br />

worden nu door de GHOR opgesteld in samenspraak<br />

met een RAV-liaison en vervolgens gedeeld met de<br />

betrokkenen. Door deze vastgelegde werkwijze wordt<br />

geborgd dat alle relevante afspraken over aan- en afvoerroutes,<br />

landingsplaatsen MMT, gewondenspreiding en<br />

wegafsluitingen in een per evenement gedefinieerde straal<br />

beschikbaar zijn voor de ambulanceteams.<br />

Project RAV’s voorbereid<br />

Binnen ambulancezorg is geen landelijk uniforme manier<br />

van opschalen bij grootschalige (witte) incidenten. AZN<br />

heeft in het najaar <strong>2014</strong> het mono-opschalingsplan ambulancezorg<br />

vastgesteld inclusief de opdracht dit in 2015 te<br />

implementeren. Het modelplan opschaling ambulancezorg<br />

beschrijft de voorbereiding op en werkwijzen bij opgeschaalde<br />

ambulancezorg. RAV’s prepareren zich aan de<br />

hand van dit modelplan op de instandhouding van verantwoorde<br />

ambulancezorg bij een flitsramp.<br />

Er is een projectgroep met deelnemers vanuit de ambulancezorg,<br />

meldkamer en GHOR opgericht. Deze projectgroep<br />

zal de verdere implementatie gaan voorbereiden. Na implementatie<br />

dient aan de onderstaande criteria te zijn voldaan:<br />

• RAV Noord- en Oost-Gelderland heeft een mono<br />

opschalingssystematiek voor ambulancezorg<br />

geïmplementeerd;<br />

• Het optreden van de coördinator gewondenvervoer<br />

(CGV) is afgestemd met omliggende RAV’s;<br />

• Er is een gewondenspreidingsplan vastgesteld in het<br />

ROAZ waarin onder andere de werkwijze van de CGV en<br />

Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB) staat<br />

beschreven;<br />

• Er is een Ambulancebijstandsplan opgesteld.<br />

22


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

7.5 Ebola<br />

In <strong>2014</strong> heeft de RAV Noord- en Oost-Gelderland zich voorbereid<br />

op de grote ebola-uitbraak. Ebola is een zeer zeldzame<br />

maar ernstige infectieziekte, veroorzaakt door een<br />

filovirus dat voorkomt in Afrika. De ziekteverschijnselen<br />

zijn: hoge koorts, hoofdpijn, spierpijnen, braken, diarree en<br />

bloedingen in het lichaam. Deze ziekteverschijnselen treden<br />

tussen twee en 21 dagen op na besmetting met het ebolavirus.<br />

Zolang mensen geen ziekteverschijnselen hebben,<br />

zijn zij niet besmettelijk voor hun omgeving. Vooral als er<br />

meer verschijnselen zijn, is het virus erg besmettelijk. Sinds<br />

maart <strong>2014</strong> zijn er meer dan 20.000 mensen in Afrika<br />

besmet geraakt met het ebola-virus. De oorsprong van het<br />

virus is onbekend.<br />

De RAV Noord- en Oost-Gelderland werkt met een speciaal<br />

team van ambulancechauffeurs, -verpleegkundigen en<br />

inzetleiders, dat het transport met strikte isolatie van patiënten<br />

met (de verdenking op) ebola hemorragische koorts<br />

kan verzorgen. In <strong>2014</strong> zijn deze medewerkers geschoold en<br />

hebben geoefend in isolatie en transport van ebola-patiënten.<br />

Het team werkt met persoonlijke beschermingsmiddelen<br />

die voldoen aan de meest recent gestelde normen en<br />

neemt regelmatig deel aan een realistische oefening.<br />

In Nederland zijn in <strong>2014</strong> geen ebola-patiënten gemeld. Wel<br />

is een buitenlandse hulpverlener met ebola in Nederland<br />

behandeld.<br />

klachten ingediend en afgehandeld. Relatief betekent dit<br />

dat er één klacht per 8.519 ambulanceritten wordt<br />

ingediend.<br />

2013 <strong>2014</strong><br />

Aantal 5 15<br />

Tabel: Interne klachten tegen RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

<strong>2014</strong> t.o.v. het vorige jaar<br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland is tevens aangesloten bij<br />

een externe klachtencommissie. Deze commissie bestaat<br />

uit onafhankelijke functionarissen van diverse zorgpartijen<br />

en veelal een jurist. In <strong>2014</strong> hebben zich geen klachten bij de<br />

externe klachtencommissie voorgedaan.<br />

Jaarlijks komen klachtenfunctionarissen van de aangesloten<br />

RAV’s en leden van de externe klachtencommissie<br />

bijeen. Onderwerpen die tijdens deze algemene vergadering<br />

worden besproken zijn; interne afhandeling en bemiddeling<br />

van klachten van de ambulancezorg, rooster van<br />

aftreden leden klachtencommissie, het concept jaarverslag<br />

en de klachtenregeling. Naar verwachting wordt in 2015 een<br />

nieuwe klachtenwet vastgesteld, die gevolgen kan hebben<br />

voor de verplichting om al dan niet te beschikken over een<br />

externe klachtencommissie.<br />

7.6 Interregionale samenwerking<br />

De RAV heeft ook samenwerkingsverbanden buiten haar<br />

regiogrenzen om zo het leveren van verantwoorde zorg te<br />

borgen en de kwaliteit hiervan te verbeteren. De RAV werkt<br />

actief aan een optimale samenwerking met haar buurregio’s<br />

door structureel en constructief met hen in overleg te<br />

treden en heldere afspraken te maken. Naast een aantal<br />

bestaande afspraken met deze buurregio’s, streeft de RAV<br />

ernaar deze afspraken voortdurend te verbeteren en te<br />

verbreden, al naar gelang dit de kwaliteit van de geboden<br />

zorg aan de patiënt kan verbeteren.<br />

Met de buurregio’s Gelderland Midden en Flevoland heeft<br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland inzake de burenhulp bij<br />

reguliere ambulancezorg een convenant afgesloten.<br />

7.7 Klachtenprocedure<br />

Wanneer een patiënt of diens omgeving niet tevreden is<br />

over de verleende hulpverlening of daaraan verbonden<br />

gedrag door de medewerkers van RAV Noord- en Oost-<br />

Gelderland, dan kan diegene zich beroepen op de interne<br />

klachtenprocedure. Het doel van de interne klachtenprocedure<br />

is het bewerkstelligen van een eenduidige behandeling<br />

c.q. bemiddeling van klachten die optimale resultaten<br />

biedt voor klager en beklaagde en tevens kwaliteitsverbetering<br />

van de organisatie mogelijk maakt. In <strong>2014</strong> zijn er vijf<br />

23


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

8. Maatschappij en milieu<br />

8.1 Maatschappelijke betrokkenheid<br />

Als maatschappelijke onderneming hebben wij een verantwoordelijkheid<br />

en een voorbeeldrol. Wij opereren midden in<br />

de samenleving en zijn zowel verantwoordelijk voor ons<br />

directe bedrijfsresultaat, als voor de gevolgen voor mens en<br />

milieu. De RAV voldoet aan de richtlijnen van het rijksoverheidsbeleid<br />

met betrekking tot maatschappelijk verantwoord<br />

ondernemen.<br />

8.2 Milieu<br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland wil graag een verantwoorde<br />

bijdrage leveren aan het milieu. Bij het inkopen van<br />

producten en diensten wordt gelet op het thema duurzaamheid.<br />

In het inkooptraject worden potentiële leveranciers<br />

getoetst op milieubewust handelen.<br />

Voertuigen<br />

De voertuigen van de RAV moeten voldoen aan specificaties<br />

voor adequate ambulancezorg. Maar daarnaast worden er<br />

keuzes gemaakt in materiaalgebruik, brandstofverbruik en<br />

overige uitstoot. Zo is gekozen voor zeer lage emissie voertuigen<br />

voor de dienstvoertuigen. Ontwikkelingen van<br />

nieuwe energiedragers, zoals hybride of elektrisch, worden<br />

op de voet gevolgd. Bij voldoende betrouwbaarheid, wordt<br />

dit overwogen.<br />

Personeel<br />

Er wordt gestreefd naar een beperking van de CO2-uitstoot<br />

per medewerker door het minimaliseren van onnodige<br />

persoonkilometers. Waar mogelijk wordt er gecarpooled.<br />

Daarnaast worden meer opleidingen in-company gegeven,<br />

wordt er e-learning ingezet en wordt een deel van de vergaderingen<br />

uitgevoerd via video conference.<br />

Vastgoed<br />

Bij het huren en (ver)bouwen staan duurzaamheid en hoge<br />

isolatiewaarden centraal. Zo wordt gezorgd voor voldoende<br />

lichtinval en wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van<br />

duurzame en milieuverantwoorde materialen. Spaarlampen<br />

en led-verlichting, voorzien van automatische detectieschakelaars,<br />

worden gebruikt om onnodig energieverbruik te<br />

voorkomen.<br />

8.3 Hartveilig Wonen in Noord- en Oost-Gelderland<br />

Bij iemand met een hartstilstand geeft reanimatie en defibrillatie<br />

binnen de zes minuten een kans op overleven van<br />

vijftig tot zeventig procent, maar een ambulance is vaak<br />

langer onderweg. Daarom stuurt de meldkamer in RAV<br />

Noord- en Oost-Gelderland een sms naar burgerhulpverleners<br />

(geregistreerde burgers met een reanimatiediploma)<br />

bij een melding van een hartstilstand. Burgers ontvangen<br />

deze sms als er rondom hun woon- of werkadres iemand<br />

gereanimeerd moet worden. Hartveilig Wonen is een extra<br />

service naast de reguliere ambulancezorg en draagt bij aan<br />

een grotere kans op het overleven van een hartstilstand.<br />

Mede dankzij het gebruik van burgerhulpverleners is de<br />

landelijke overlevingskans de laatste jaren al gestegen van<br />

18% in 2006 naar 23% in 2011.<br />

Een nieuwe ARREST-publicatie over de impact op de burgerhulpverleners<br />

wordt medio 2015 gepubliceerd. In het<br />

vakblad Resuscitation (juli <strong>2014</strong>) is een artikel over het<br />

ARREST-onderzoek gepubliceerd. De conclusie luidt dat een<br />

sms-alert systeem met lokale burgerhulpverleners en AED’s<br />

bijdraagt aan het sneller defibrilleren van een patiënt met<br />

een hartstilstand. Dit lijkt vooral te gelden voor reanimaties<br />

in woonwijken. Een resultaat dat hierin ook naar voren<br />

komt is dat de burgerhulpverleners gemiddeld 2 minuten<br />

en 39 seconden eerder defibrilleren dan de ambulances.<br />

24


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

9. Bestuur en financiers<br />

Over de prestaties van de meeste processen door RAV<br />

Noord- en Oost-Gelderland is managementinformatie<br />

beschikbaar. In dit hoofdstuk wordt een algemeen beeld<br />

gegeven van de prestaties van deze regio. De uitgebreide en<br />

diepgaande managementinformatie wordt naast de<br />

verwerking in interne rapportages ook jaarlijks op regionaal<br />

niveau aangeleverd aan AZN. Deze informatie wordt<br />

verwerkt in het rapport Ambulances in-Zicht. Voor verdere<br />

managementinformatie over dit verslagjaar wordt u<br />

verwezen naar Ambulances in-Zicht <strong>2014</strong>.<br />

Soort vervoer 2013 <strong>2014</strong><br />

Declarabele ritten 33.697 33.852<br />

Eerste hulp geen vervoer 8.206 8.741<br />

Voorwaardescheppende<br />

ritten<br />

6.417 5.865<br />

Totaal 48.320 48.458<br />

Tabel: Aantal ritten naar typte rit voor 2013 en <strong>2014</strong><br />

9.1 Productiecijfers<br />

De productie in <strong>2014</strong> betrof 42.645 ritten en is het totaal van<br />

het aantal declarabele ritten en het aantal ritten waarbij<br />

wel eerste hulp, maar geen vervoer heeft plaats gevonden.<br />

Dit is een stijging van 1,6% ten opzicht van 2013. Het aantal<br />

ritten waarbij een patiënt werd vervoerd is toegenomen<br />

met 0,5%. Het aantal ritten eerste hulp geen vervoer steeg<br />

met 6,5%. Het aantal voorwaardescheppende ritten nam af<br />

met 552 ritten en bedroeg 5.865 ritten.<br />

Urgentie 2013 <strong>2014</strong><br />

A1 19.145 19.403<br />

A2 19.939 20.061<br />

B 9.236 8.994<br />

Totaal aantal ritten 48.320 48.458<br />

Tabel: Aantal ritten naar urgentie voor 2013 en <strong>2014</strong><br />

Totaal <br />

Zutphen <br />

Harderwijk <br />

Winterswijk <br />

DoeNnchem <br />

Elburg <br />

Ermelo <br />

Apeldoorn <br />

Oost Gelre <br />

Oude IJsselstreek <br />

Oldebroek <br />

PuCen <br />

MonEerland <br />

Berkelland <br />

HaCem <br />

Voorst <br />

Nunspeet <br />

Heerde <br />

Epe <br />

Bronckhorst <br />

Aalten <br />

Lochem <br />

Brummen <br />

ResponsNjd <br />

< dan 15 min <br />

> 15 dan min<br />

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% <br />

Tabel: Prestaties voor A1-ritten in percentages per gemeente<br />

25


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

9.2 Rittijdsoverschrijdingen<br />

In 2013 is een langetermijnplan opgesteld om de rittijdprestaties<br />

binnen de regio te verbeteren. Dit plan omvatte onder<br />

andere uitbreiding van de paraatheid en posten en het optimaliseren<br />

van de werkprocessen. Met de zorgverzekeraars<br />

is een prestatieafspraak gemaakt dat met de door hen<br />

beschikbaar gestelde middelen 93% van de A1-ritten binnen<br />

de 15 minuten responstijd gehaald wordt. In 2013 was dit<br />

percentage 90,5%. In <strong>2014</strong> kwam 91,9% van de A1-ritten aan<br />

binnen een responstijd van 15 minuten. In het figuur hieronder<br />

is te zien hoeveel A1-ritten binnen 15 minuten op hun<br />

bestemming waren in de verschillende gemeenten binnen<br />

de RAV. Dit is een duidelijke verbetering ten opzichte van<br />

2013, maar het voldoet nog niet aan de norm van 93%. In<br />

2015 zullen alle activiteiten er op gericht zijn om deze norm<br />

te halen.<br />

In <strong>2014</strong> kwam 95,9% van de A2-ritten binnen 30 minuten op<br />

de bestemming aan. Dit is een verbetering ten opzichte van<br />

2013, waar 94,1% van de A2-ritten binnen 30 minuten aan<br />

kwam. In het figuur hieronder is het maandelijks verloop te<br />

zien van de A1- en A2-ritten die binnen de respectievelijk 15<br />

en 30 minuten op de bestemming arriveerden voor RAV<br />

Noord- en Oost-Gelderland in <strong>2014</strong>.<br />

100% <br />

98% <br />

96% <br />

94% <br />

92% <br />

90% <br />

88% <br />

86% <br />

84% <br />

82% <br />

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec <br />

Figuur: Maandelijks verloop van het percentage responstijd<br />

binnen 15 minuten (A1) en binnen 30 minuten (A2) door RAV<br />

Noord- en Oost-Gelderland in <strong>2014</strong><br />

A1-­‐ri@en <br />

A2-­‐ri@en <br />

9.3 Directe Inzet van Ambulance<br />

In Noord- en Oost-Gelderland is DIA, direct inzetbare ambulance,<br />

geïntroduceerd. Dit is een ambulance die direct op<br />

pad wordt gestuurd zodra er bij een 112-beller het adres is<br />

vastgesteld door de meldkamer. Hierdoor wordt significante<br />

tijdswinst geboekt. De ambulance rijdt immers al<br />

voordat duidelijk is wat nu precies de hulpvraag is. Tijdens<br />

de rit vult de meldkamer de melding verder aan en soms<br />

wordt dan ook de urgentie (spoed of geen spoed) aangepast.<br />

Vanuit de ambulancebemanning kwam de vraag of er<br />

een duidelijk signaal mogelijk was omdat uit de tekstuele<br />

omschrijving in het scherm van CityNAV niet altijd in één<br />

oogopslag duidelijk was of er nieuwe meldkamerinformatie<br />

beschikbaar is. Er is op alle ambulances in Noord- en Oost-<br />

Gelderland een visueel- en geluidssignaal toegepast dat er<br />

voor zorgt dat de bemanning onmiddellijk op de hoogte is<br />

van elke wijziging in de melding. De daadwerkelijke wijziging<br />

kan men vervolgens op het beeldscherm raadplegen.<br />

26


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

Innovatie<br />

10. Verbeteren en vernieuwen<br />

In lijn met haar visie streeft RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

naar het continu verbeteren en vernieuwen van haar<br />

bedrijfsvoering. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste<br />

innovaties besproken, die door de organisatie ontwikkeld<br />

worden om te voldoen aan de eisen van een veranderende<br />

omgeving.<br />

10.1 iCarus<br />

iCarus is het ICT-innovatieproject van Witte Kruis en haar<br />

partners. Het doel van iCarus is om enerzijds een belangrijke<br />

verbetering van de kwaliteit en samenwerking in de<br />

zorg te boeken en anderzijds om doelmatiger te werken.<br />

Hierdoor zal de arbeidsproductiviteit stijgen, een betere<br />

dienstverlening worden geboden en zijn minder administratieve<br />

handelingen nodig.<br />

Het project iCarus bestaat uit zeven werkpakketten. Bij alle<br />

pakketten wordt onderzocht in hoeverre deze bijdragen<br />

aan de zorg voor de patiënt, de zorgketen, de veiligheidsketen,<br />

de branche zelf en onze medewerkers. iCarus houdt<br />

rekening met zowel de reguliere zorg als de opgeschaalde<br />

situatie.<br />

Werkpakket 1: Efficiëntere en effectievere triage<br />

Om een efficiëntere en effectievere triage te realiseren,<br />

heeft dit werkpakket als doel om met behulp van een<br />

uniform triagesysteem op een meer eenduidige manier te<br />

triëren. Eenduidige triage kan een nog hogere kwaliteit van<br />

zorg bieden voor patiënten en de centralist wordt beter<br />

ondersteund bij zijn werkzaamheden. In de regio Noord- en<br />

Oost-Gelderland is gekozen voor NTS oftewel Nederlandse<br />

Triage Standaard. Een projectgroep heeft de implementatie<br />

van NTS voorbereid. Begin <strong>2014</strong> is NTS in gebruik genomen.<br />

Ook Huisartsenposten in de regio maken gebruik van dit<br />

systeem.<br />

Werkpakketten 2 en 3: Real time capaciteitsplanning en optimalisatie<br />

van besteld vervoer<br />

Doel van deze werkpakketten is om slimmer om te gaan<br />

met de beschikbare middelen voor zowel besteld vervoer<br />

als acute zorg. Om dit te realiseren wordt gebruikt gemaakt<br />

van de beschikbare real-time informatie om spreiding en<br />

inzet van vervoerscapaciteit zo doelmatig mogelijk te<br />

maken.<br />

Voor deze werkpakketten zijn twee verschillende applicaties<br />

ontwikkeld. RBS Care is een planningssysteem voor het<br />

zo slim mogelijk inzetten van ambulancevoertuigen en<br />

ambulancepersoneel. RAV Noord- en Oost-Gelderland is<br />

door deelname aan de ontwikkelwerkgroep nauw<br />

betrokken bij de totstandkoming van RBS Care. In <strong>2014</strong> is de<br />

simulatietool van RBS Care gedemonstreerd. De reacties<br />

hierop waren positief.<br />

Voor besteld vervoer is de website Ambulance op Afspraak<br />

ontwikkeld. Ambulance op Afspraak voorziet in het door<br />

instellingen digitaal aanvragen van bestelde ambulancezorg<br />

(B-ritten). Samen met drie enthousiaste centralisten<br />

van Witte Kruis Meldkamer Oost Nederland is een klankboordgroep<br />

samengesteld die de lopende processen<br />

opnieuw onder de loep hebben genomen met de huidige<br />

voortschrijdende inzichten. We verwachten midden 2015<br />

Ambulance op Afspraak in geheel Noord- en Oost-<br />

Gelderland te introduceren. Belangrijke stap in <strong>2014</strong> was<br />

het realiseren van een koppeling tussen Ambulance op<br />

Afspraak en het Gemeenschappelijk Meldkamer Systeem<br />

(GMS). Hierdoor wordt het aannemen en accepteren van<br />

besteld vervoer aanvragen een stuk eenvoudiger voor de<br />

meldkamercentralist. Door de digitalisering kunnen de<br />

centralisten zich meer bezig houden met de acute zorg. Ook<br />

kunnen de aanvragen voor besteld vervoer ruim van te<br />

voren worden gedaan, en zal er voor zorginstellingen meer<br />

inzicht worden verkregen in de beschikbare capaciteit<br />

Werkpakketten 4 en 5: Fijnmazige logistieke informatie en<br />

actieve navigatie.<br />

Doel van werkpakketten 4 en 5 is het beschikbaar krijgen<br />

van informatie- en navigatiegegevens over zowel openbare<br />

als niet-openbare terreinen, alsmede real-time informatie<br />

over mogelijke vertragingen op de route naar de hulpverlening.<br />

Het navigatiesysteem in de ambulancevoertuigen<br />

geeft momenteel alleen informatie over openbare plaatsen<br />

zoals wegen, maar de hulpverlening moet vaak ook in<br />

gebouwen, sportcomplexen of vakantieparken zijn. Hiervan<br />

zijn niet altijd plattegronden beschikbaar en beheerders<br />

zijn niet altijd bereikbaar. Daarnaast voorziet het navigatiesysteem<br />

niet in real-time informatie over wegwerkzaamheden,<br />

bruggen of sluizen. Door deze informatie zo praktisch<br />

en doelgericht mogelijk beschikbaar te stellen aan de<br />

hulpverleners en betrokkenen, kunnen aanrijdtijden geminimaliseerd<br />

worden, waardoor de patiënt sneller van zorg<br />

kan worden voorzien.<br />

Het project toegangsbeïnvloeding, beter bekend als SOS<br />

Toegang, is in 2013 in gang gezet en loopt momenteel nog<br />

steeds door. Met dit project wordt een verkorting van de<br />

aanrijdtijden beoogd door het gebruik van toegangsbeïnvloeding,<br />

waardoor snellere hulp aan de patiënt kan worden<br />

gegeven. Er hoeft niet gewacht te worden op een sleutelhouder<br />

voor het openen van slagbomen bij campings,<br />

ziekenhuizen en andere afgesloten terreinen. De<br />

27


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

ontwikkeling van SOS Toegang wordt mede vorm gegeven<br />

door RAV IJsselland. Inmiddels is een zelfstandige stichting<br />

opgericht waarin de landelijke belangen van alle deelnemende<br />

RAV’s geborgd worden. In het bestuur en de raad<br />

van toezicht zijn diverse RAV’s en AZN vertegenwoordigd. Er<br />

is een intelligente zender beschikbaar die gekoppeld kan<br />

worden aan CityNAV en aan Priodeck (KAR). Deze zender<br />

beschikt over een beveiligde frequentie en werkt niet<br />

zonder de koppeling met CityNAV of Priodeck. Aan CityGIS<br />

(het bedrijf achter CityNAV) is opdracht gegeven een kaartlaag<br />

te ontwerpen waarop de SOS Toegang pictogrammen<br />

zichtbaar zijn en waarop met een vingerdruk (touch screen)<br />

de betreffende slagboom of paal bediend kan worden.<br />

Tevens is CityGIS gevraagd een interface te ontwikkelen<br />

waardoor de roldeuren van ambulanceposten bedienbaar<br />

zijn. De voertuigen van Apeldoorn worden begin 2015 uitgerust<br />

met deze nieuwe zender en software als onderdeel van<br />

de landelijke pilot op dit gebied. In Noord- en Oost-<br />

Gelderland zijn in <strong>2014</strong> 104 aansluitingen op SOS Toegang<br />

operationeel.<br />

Werkpakket 6: Veiligheid en toezicht<br />

Dit werkpakket heeft enerzijds als doel het gebruik van<br />

camera’s ten behoeve van de veiligheid van de hulpverleners,<br />

anderzijds het maken van foto’s om een goed beeld te<br />

hebben van de situatie (bij een hulpverlening) ter plaatse.<br />

Onderdeel van dit werkpakket is het deelproject foto’s.<br />

Hierbij worden foto’s van bijvoorbeeld traumatische ongevallen,<br />

via de digitale vooraankondiging (werkpakket 7),<br />

naar de Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) gestuurd.<br />

Beelden/foto’s kunnen een belangrijke rol spelen bij de<br />

zorginzet op de SEH.<br />

Werkpakket 7: Uitwisseling van (medische) informatie<br />

Met werkpakket 7 wordt door het ambulanceteam vanuit<br />

de ambulance de voor de behandeling van de patiënt in de<br />

auto relevante gegevens digitaal naar het ziekenhuis<br />

gestuurd. De Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) kan zich<br />

hierdoor optimaal voorbereiden op de komst van de patiënt<br />

en de overdracht en de vervolgbehandeling verlopen hierdoor<br />

nog effectiever. De digitale vooraankondiging is geïmplementeerd<br />

bij Gelre Ziekenhuizen.<br />

28


<strong>Kwaliteitsjaarverslag</strong> <strong>2014</strong><br />

RAV Noord- en Oost-Gelderland<br />

10.2 Centraal Loket<br />

In Noord- en Oost-Gelderland heeft het Centraal Loket een<br />

belangrijke rol gespeeld in de complexe wereld van ICT<br />

binnen en buiten de ambulancevoertuigen. Ambulances<br />

zijn ingericht met meerdere computers en (medische)<br />

apparatuur met zend- en ontvangstmodules. Vanuit voornamelijk<br />

landelijke context zijn interessante verbeterslagen<br />

gemaakt die door het Centraal Loket zijn geïmplementeerd<br />

in de ambulancevoertuigen. Zo werden dataterminals voorzien<br />

van een andere provider om de beschikbaarheid van<br />

medische informatiestromen nog beter te waarborgen. Ook<br />

werden touchbooks voorzien van een softwareoplossing<br />

waardoor de verbinding met het beveiligde netwerk van<br />

Witte Kruis ambulancezorg aanmerkelijk stabieler werd. De<br />

gebruikerservaring van deze (medische) devices is hierdoor<br />

aanmerkelijk verbeterd.<br />

10.3 CBRN<br />

De landelijke implementatie van de Handreiking<br />

Kleinschalige Chemische Decontaminatie wordt binnen<br />

Noord- en Oost-Gelderland voortvarend opgepakt. In de<br />

tweede helft van <strong>2014</strong> zijn overleggen gevoerd met diverse<br />

stakeholders, zoals de Acute Zorgregio Oost, Meldkamer<br />

Oost Nederland, brandweer, politie, bevolkingszorg en de<br />

GHOR. De kwaliteit en veiligheid van zorg bij chemische<br />

incidenten moeten binnen de ambulancezorg goed geborgd<br />

zijn. Ambulanceverpleegkundigen en -chauffeurs moeten<br />

beschikken over kennis en persoonlijke beschermingsmiddelen<br />

om patiëntenzorg bij chemische incidenten op een<br />

veilige manier te kunnen laten plaatsvinden. Het doel is een<br />

eenduidige alarmerings- en inzetprocedure te creëren<br />

binnen het werkgebied Oost-Nederland. Opleiding en<br />

implementatie zullen plaatsvinden in 2015.<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!