27.07.2016 Views

Trends in Nederland 2016

2016-trends-in-nederland-2016

2016-trends-in-nederland-2016

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong><br />

<strong>2016</strong><br />

Hoofdstuktitel 3


<strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong><br />

<strong>2016</strong>


Verklar<strong>in</strong>g van tekens<br />

. Gegevens ontbreken<br />

* Voorlopig cijfer<br />

** Nader voorlopig cijfer<br />

x Geheim<br />

– Nihil<br />

– (Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met<br />

0 (0,0) Het getal is kle<strong>in</strong>er dan de helft van de gekozen eenheid<br />

Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen<br />

2015–<strong>2016</strong> 2015 tot en met <strong>2016</strong><br />

2015/<strong>2016</strong> Het gemiddelde over de jaren 2015 tot en met <strong>2016</strong><br />

2015/’16 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beg<strong>in</strong>nend <strong>in</strong> 2015<br />

en e<strong>in</strong>digend <strong>in</strong> <strong>2016</strong><br />

2013/’14–<br />

2015/’16 Oogstjaar, boekjaar enz., 2013/’14 tot en met 2015/’16<br />

In geval van afrond<strong>in</strong>g kan het voorkomen dat het weergegeven<br />

totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.<br />

Colofon<br />

Uitgever<br />

Centraal Bureau voor de Statistiek<br />

Henri Faasdreef 312, 2492 JP Den Haag<br />

www.cbs.nl<br />

Prepress: Centraal Bureau voor de Statistiek, Studio BCO<br />

Druk: Tuijtel, Hard<strong>in</strong>xveld-Giessendam<br />

Inlicht<strong>in</strong>gen<br />

Tel. 088 570 70 70, fax 070 337 59 94<br />

Via contactformulier: www.cbs.nl/<strong>in</strong>foservice<br />

Bestell<strong>in</strong>gen<br />

<strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong> is verkrijgbaar via www.cbs.nl.<br />

Prijs: € 10,00 (exclusief verzendkosten)<br />

ISBN 978-90-357-1909-5<br />

ISSN 0924-2686<br />

Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen/Bonaire, <strong>2016</strong>.<br />

Verveelvoudig<strong>in</strong>g is toegestaan, mits CBS als bron wordt vermeld.


Voorwoord<br />

Hoe ontwikkelde de <strong>Nederland</strong>se economie zich<br />

<strong>in</strong> 2015? Hoeveel asielzoekers kwamen er <strong>in</strong><br />

2015 naar <strong>Nederland</strong>? En hoeveel k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong><br />

<strong>Nederland</strong> groeien op <strong>in</strong> armoede? In <strong>Trends</strong> <strong>in</strong><br />

<strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong> v<strong>in</strong>dt u het antwoord op deze<br />

en nog veel meer vragen. Aan de hand van<br />

trends <strong>in</strong> de <strong>Nederland</strong>se maatschappij geeft<br />

deze publicatie een beeld van de verscheidenheid<br />

aan <strong>in</strong>formatie die CBS biedt. In deze editie<br />

besteden we daarbij extra aandacht aan onder<br />

meer migratie, welvaart en de economie.<br />

De kaarten, grafieken, tabellen en teksten <strong>in</strong><br />

deze publicatie zijn slechts een kle<strong>in</strong>e greep uit<br />

wat CBS te bieden heeft. Ik wens u veel kijk- en<br />

leesplezier toe en nodig u graag uit om voor de<br />

meest actuele cijfers regelmatig een kijkje te<br />

nemen op cbs.nl.<br />

Directeur-Generaal<br />

Dr. T.B.P.M. Tj<strong>in</strong>-A-Tsoi<br />

Den Haag/Heerlen/Bonaire, juni <strong>2016</strong><br />

Alle <strong>in</strong>formatie uit <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong> is<br />

terug te v<strong>in</strong>den op onze vernieuwde website<br />

cbs.nl. Vanuit de nieuwsberichten die nu<br />

centraal staan op onze site, kunt u gemakkelijk<br />

doorklikken naar de achterliggende cijfers.<br />

Die cijfers kunt u – net als al onze statistische<br />

uitkomsten – ook v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> StatL<strong>in</strong>e, onze gratis<br />

onl<strong>in</strong>e databank. StatL<strong>in</strong>e is toegankelijk via<br />

onze website (cbs.nl/statl<strong>in</strong>e) en via de StatL<strong>in</strong>e<br />

App (opendata.cbs.nl/Dataportaal).


Inhoud<br />

1 Maatschappij 7<br />

<strong>Trends</strong> 7<br />

De feiten op een rij 13<br />

Veiligheid en recht 13<br />

Bevolk<strong>in</strong>g 19<br />

Welzijn 24<br />

Gezondheid en zorg 26<br />

Onderwijs 31<br />

Verkeer 37<br />

Vrije tijd en cultuur 40<br />

Energie 48<br />

Natuur en milieu 52<br />

3 Arbeid en <strong>in</strong>komen 79<br />

<strong>Trends</strong> 79<br />

De feiten op een rij 85<br />

Werkgelegenheid 85<br />

Werkloosheid 88<br />

Sociale zekerheid 90<br />

Inkomen 92<br />

4 Over CBS 97<br />

2 Economie 57<br />

<strong>Trends</strong> 57<br />

De feiten op een rij 63<br />

Internationale handel 63<br />

Bouwen en wonen 65<br />

Vervoer 66<br />

Industrie 68<br />

Handel en horeca 69<br />

F<strong>in</strong>anciële markten 72<br />

Landbouw 73


Migratie <strong>in</strong> 2015<br />

146 279<br />

emigranten<br />

202 647<br />

immigranten<br />

20 461<br />

Syriërs vestigden zich <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong><br />

6 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1. Maatschappij<br />

<strong>Trends</strong><br />

In 2015 groeide de <strong>Nederland</strong>se bevolk<strong>in</strong>g met<br />

79 duizend tot 16,9 miljoen <strong>in</strong>woners. Dit is een<br />

groei van 0,5 procent. Op 21 maart <strong>2016</strong> werd<br />

de 17 miljoenste <strong>in</strong>woner <strong>in</strong>geschreven.<br />

De kans is groter dat dit een immigrant was dan<br />

een baby, omdat er <strong>in</strong> 2015 meer immigranten<br />

naar <strong>Nederland</strong> kwamen (200 duizend) dan dat<br />

er k<strong>in</strong>deren werden geboren (170 duizend).<br />

Het verschil tussen immigratie en emigratie - het<br />

migratiesaldo - bedroeg 56 duizend <strong>in</strong> 2015.<br />

Dit saldo is s<strong>in</strong>ds 1975 niet zo hoog geweest.<br />

Het hoge migratiesaldo kwam gedeeltelijk door<br />

de gestegen asiel<strong>in</strong>stroom. Daarnaast was er<br />

een grote <strong>in</strong>stroom van arbeidsmigranten. Het<br />

grootste deel van de nieuwe <strong>in</strong>woners is gaan<br />

wonen <strong>in</strong> gemeenten die al dichtbevolkt waren,<br />

vooral <strong>in</strong> de Randstad.<br />

M<strong>in</strong>der baby’s geboren<br />

In 2015 werden 170 duizend baby’s geboren.<br />

Dit zijn er 5 duizend m<strong>in</strong>der dan een jaar<br />

eerder. Het aantal geboorten is hiermee<br />

vergelijkbaar met beg<strong>in</strong> jaren tachtig, toen ons<br />

land ook een laag geboortecijfer kende. Vooral<br />

vrouwen onder de dertig krijgen m<strong>in</strong>der<br />

k<strong>in</strong>deren. Naar verwacht<strong>in</strong>g zal het aantal<br />

baby’s dat de komende jaren wordt geboren<br />

weer licht gaan stijgen, maar steeds meer jonge<br />

vrouwen zullen het moederschap uitstellen.<br />

Er overleden 147 duizend mensen <strong>in</strong> 2015, dat<br />

zijn er 8 duizend meer dan <strong>in</strong> het jaar daarvoor.<br />

Hiermee komt het verschil tussen het aantal<br />

baby’s dat werd geboren en het aantal<br />

overledenen uit op 23 duizend. Dit is de laagste<br />

natuurlijke groei van de bevolk<strong>in</strong>g s<strong>in</strong>ds 1871.<br />

Ruim 200 duizend immigranten<br />

Er kwamen <strong>in</strong> 2015 bijna 20 duizend immigranten<br />

meer naar ons land dan een jaar<br />

eerder. In totaal schreven bijna 203 duizend<br />

immigranten zich <strong>in</strong> bij een gemeente.<br />

Met 146 duizend emigranten lag het aantal<br />

<strong>in</strong>woners dat <strong>Nederland</strong> verliet op een<br />

Maatschappij 7


vergelijkbaar hoog niveau als <strong>in</strong> voorgaande<br />

jaren. Duitsland, België en Groot-Brittannië zijn<br />

de populairste landen waar <strong>Nederland</strong>ers zich<br />

vestigen. Per saldo kwamen er door migratie<br />

56 duizend <strong>in</strong>woners bij.<br />

Sterkste groei <strong>in</strong> Amsterdam en <strong>in</strong> VINEXwijken<br />

Van de miljoen <strong>in</strong>woners die er s<strong>in</strong>ds 2001 bij<br />

zijn gekomen, kreeg Amsterdam er met<br />

100 duizend de meeste bij van alle <strong>Nederland</strong>se<br />

gemeenten. Daarna volgen Utrecht, Den Haag<br />

en Almere. In Randstedelijke gemeenten buiten<br />

de grote steden groeide het <strong>in</strong>wonertal veelal<br />

door VINEX-uitbreid<strong>in</strong>gen. Dit vond deels plaats<br />

b<strong>in</strong>nen de gemeentegrenzen van de steden,<br />

zoals Leidsche Rijn <strong>in</strong> Utrecht, Ypenburg <strong>in</strong> Den<br />

Haag of IJburg <strong>in</strong> Amsterdam, maar vaak ook <strong>in</strong><br />

gemeenten die naast de steden liggen. De<br />

bevolk<strong>in</strong>g groeide s<strong>in</strong>ds 2001 relatief het sterkst<br />

<strong>in</strong> Barendrecht, nabij Rotterdam: meer dan<br />

50 procent.<br />

1.1 Relatieve bevolk<strong>in</strong>gsgroei tussen 1 januari 2001<br />

en 1 januari <strong>2016</strong>*<br />

M<strong>in</strong>der dan –3%<br />

–3 tot 0%<br />

0 tot 5%<br />

5 tot 10%<br />

10% en meer<br />

M<strong>in</strong>der gemeenten krimpen<br />

Bij het merendeel van de 393 <strong>Nederland</strong>se<br />

gemeenten <strong>in</strong> 2015 steeg het aantal <strong>in</strong>woners.<br />

Ruim een kwart van de gemeenten zag het<br />

8 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.2 Immigratie van autochtonen en allochtonen<br />

x 1 000<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

2000<br />

2003<br />

2006<br />

2009<br />

2012<br />

Autochtonen<br />

Westerse allochtonen<br />

Niet-westerse allochtonen<br />

2015*<br />

aantal <strong>in</strong>woners dalen. Dit heet bevolk<strong>in</strong>gskrimp.<br />

In 2014 daalde het <strong>in</strong>wonertal nog<br />

<strong>in</strong> bijna 40 procent van de gemeenten.<br />

De bevolk<strong>in</strong>gskrimp is vooral zichtbaar aan<br />

de randen van ons land en <strong>in</strong> meer landelijke<br />

gebieden zoals Zuid-Limburg, Zeeuws-<br />

Vlaanderen, de Achterhoek en delen van de<br />

noordelijke prov<strong>in</strong>cies. In bijna de helft van<br />

de gemeenten stierven er meer <strong>in</strong>woners dan<br />

dat er geboren werden. Toch groeide <strong>in</strong> een<br />

deel van deze gemeenten de bevolk<strong>in</strong>g. Dit<br />

komt door de toegenomen buitenlandse migratie.<br />

Immigratie uit Syrië en Polen<br />

1.3 Emigratie van autochtonen en allochtonen<br />

Een deel van de immigranten die zich <strong>in</strong><br />

x 1 000<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

<strong>Nederland</strong> vestigden, waren asielzoekers die<br />

een verblijfsvergunn<strong>in</strong>g kregen of m<strong>in</strong>imaal een<br />

half jaar op een asielopvangplek verbleven en<br />

zich mochten <strong>in</strong>schrijven bij de gemeente.<br />

De hoofdmoot waren Syriërs: 21 duizend.<br />

Daarnaast werden 3 duizend Eritreeërs en<br />

2000<br />

2003<br />

2006<br />

2009<br />

2012<br />

2015*<br />

2 duizend Ethiopiërs bijgeschreven als <strong>in</strong>woner<br />

van <strong>Nederland</strong>. Naast asielzoekers vestigden<br />

arbeidsmigranten zich <strong>in</strong> ons land, met name uit<br />

Autochtonen<br />

Niet-westerse allochtonen<br />

Westerse allochtonen<br />

Polen (9 duizend). Ook vanuit India komen de<br />

laatste jaren meer migranten op de <strong>Nederland</strong>se<br />

arbeidsmarkt af.<br />

Maatschappij 9


Meer asielzoekers en nareizigers<br />

Asielzoekers die <strong>in</strong> afwacht<strong>in</strong>g zijn van een<br />

verblijfsvergunn<strong>in</strong>g of die korter dan een half<br />

jaar <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> zijn, behoren officieel niet tot<br />

de <strong>Nederland</strong>se bevolk<strong>in</strong>g. Zij kunnen zich nog<br />

niet <strong>in</strong>schrijven als <strong>in</strong>woner van <strong>Nederland</strong> en<br />

tellen daarom niet mee <strong>in</strong> de hiervoor<br />

genoemde cijfers over immigratie. In 2015<br />

kwamen bijna 57 duizend asielzoekers en<br />

nareizigers naar ons land. Deze asielzoekers<br />

hebben een aanvraag <strong>in</strong>gediend om toegelaten<br />

te worden als vluchtel<strong>in</strong>g. Van de ruim<br />

43 duizend asielzoekers (twee keer zoveel als<br />

<strong>in</strong> 2014) kwamen er vier op de tien uit Syrië.<br />

Van de bijna 14 duizend nareizende<br />

familieleden, een verdrievoudig<strong>in</strong>g ten opzichte<br />

van een jaar eerder, was zelfs twee derde<br />

afkomstig uit dat land.<br />

1.4 Bevolk<strong>in</strong>gsgroei, migratiesaldo en natuurlijke aanwas<br />

x 1 000<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

–50<br />

1970<br />

1975<br />

1980<br />

1985<br />

1990<br />

1995<br />

2000<br />

2005<br />

2010<br />

2015*<br />

Migratiesaldo<br />

Natuurlijke aanwas<br />

Bevolk<strong>in</strong>gsgroei<br />

10 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.5 Top vijf herkomstgroeper<strong>in</strong>gen met hoogste<br />

migratiesaldo, 2015*<br />

Syrië<br />

Polen<br />

Eritrea<br />

India<br />

Ethiopië<br />

0 5 10 15 20 25<br />

x 1 000<br />

Immigratie<br />

Emigratie<br />

1.6 Eerste asielverzoeken naar nationaliteit<br />

2013 (totaal 13 465) 2014 (totaal 27 170)<br />

22%<br />

5%<br />

2015 (totaal 56 940)<br />

1%<br />

22%<br />

31%<br />

35%<br />

42%<br />

5%<br />

48%<br />

5%<br />

5%<br />

7%<br />

7%<br />

19%<br />

2%<br />

2%<br />

15%<br />

3%<br />

3%<br />

15%<br />

6%<br />

Somalisch<br />

Iraaks<br />

Iraans<br />

Overig/staatloos<br />

Syrisch<br />

Eritrees<br />

Afghaans<br />

Maatschappij 11


Van welke misdrijven wordt het vaakst aangifte gedaan?<br />

Aantal geregistreerde misdrijven per 1 000 <strong>in</strong>woners, 2015<br />

35,9<br />

7,2<br />

a<br />

5,4<br />

Vermogensmisdrijven Verniel<strong>in</strong>gen Gewelds- en seksuele<br />

misdrijven<br />

ab<br />

6,4<br />

c<br />

0,9<br />

0,3<br />

Verkeersmisdrijven Drugsmisdrijven (Vuur)wapenmisdrijven<br />

c<br />

b<br />

12 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


De feiten op een rij 1.7 Aantal geregistreerde misdrijven<br />

Veiligheid en recht<br />

Het aantal geregistreerde misdrijven daalt al<br />

jaren. In 2015 registreerde de politie bijna<br />

1 miljoen misdrijven. Tien jaar eerder waren<br />

dat er nog ruim 1,3 miljoen. Ook het aandeel<br />

mensen dat slachtoffer is geworden van<br />

crim<strong>in</strong>aliteit daalt al tien jaar haast onafgebroken.<br />

In 2005 zeiden bijna drie op de tien <strong>Nederland</strong>ers<br />

slachtoffer te zijn geweest van een delict. In<br />

2015 was dit m<strong>in</strong>der dan twee op de tien; een<br />

dal<strong>in</strong>g van ruim 35 procent. Tegelijk met de<br />

dal<strong>in</strong>g van de crim<strong>in</strong>aliteit voelen steeds m<strong>in</strong>der<br />

mensen zich wel eens onveilig.<br />

In de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam,<br />

Den Haag en Utrecht) geeft gemiddeld<br />

26 procent van de <strong>in</strong>woners aan slachtoffer te<br />

zijn geweest van crim<strong>in</strong>aliteit. Dit aandeel ligt<br />

hoger dan het gemiddelde van gemeenten met<br />

meer dan 70 duizend <strong>in</strong>woners (22 procent) en<br />

het landelijk gemiddelde (18 procent). Ook<br />

voelen meer <strong>in</strong>woners van de vier grote steden<br />

zich onveilig vergeleken met kle<strong>in</strong>ere<br />

gemeenten.<br />

x 1 000<br />

1 400<br />

1 200<br />

1 000<br />

800<br />

600<br />

400<br />

200<br />

0<br />

2005<br />

2006<br />

2007<br />

2008<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013<br />

72 900 12- tot 25-jarigen<br />

verdacht van een misdrijf <strong>in</strong> 2014<br />

2014<br />

2015<br />

C c<br />

Maatschappij 13


1.8 Slachtofferschap crim<strong>in</strong>aliteit en<br />

onveiligheidsgevoelens<br />

<strong>in</strong>dex 2005=100<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

2005<br />

2006<br />

2007<br />

Slachtofferschap<br />

2008<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

Onveiligheidsgevoelens<br />

2013<br />

2014<br />

2015<br />

1.10 Onveiligheidsbelev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de woonplaats, 2015<br />

1.9 Geregistreerde crim<strong>in</strong>aliteit<br />

2013* 2014* 2015*<br />

x 1 000<br />

Totaal misdrijven, geregistreerd door politie en<br />

Kon<strong>in</strong>klijke Marechaussee 1 088 1 009 963<br />

Vermogensmisdrijven 682 624 607<br />

waarvan<br />

diefstal en <strong>in</strong>braak met geweld 13 10 10<br />

diefstal en <strong>in</strong>braak zonder geweld 632 577 534<br />

Verniel<strong>in</strong>gen, misdrijven tegen openbare orde<br />

en gezag 141 135 122<br />

Gewelds- en seksuele misdrijven 102 97 91<br />

Misdrijven Wetboek van Strafrecht (overig) 11 12 11<br />

Verkeersmisdrijven 125 116 108<br />

Drugsmisdrijven 16 16 15<br />

(Vuur)wapenmisdrijven 6 6 6<br />

Misdrijven overige wetten 4 4 3<br />

Op hangplekken<br />

Rondom uitgaansgelegenheden<br />

Bij tre<strong>in</strong>station<br />

In openbaar vervoer<br />

In centrum van woonplaats<br />

In w<strong>in</strong>kelgebied<br />

In eigen huis<br />

18%<br />

D d<br />

slachtoffer van<br />

crim<strong>in</strong>aliteit <strong>in</strong> 2015<br />

Vrouwen<br />

Mannen<br />

0 10 20 30 40 50<br />

% wel eens onveilig<br />

14 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.11 Slachtofferschap van crim<strong>in</strong>aliteit <strong>in</strong> gemeenten<br />

met meer dan 70 duizend <strong>in</strong>woners, 2015<br />

1.12 Onveiligheidsgevoelens <strong>in</strong> de buurt <strong>in</strong> gemeenten<br />

met meer dan 70 duizend <strong>in</strong>woners, 2015<br />

27<br />

19<br />

27<br />

19<br />

42<br />

42<br />

26<br />

16<br />

26<br />

16<br />

48<br />

1<br />

35<br />

30<br />

50<br />

48<br />

1<br />

35<br />

30<br />

50<br />

20<br />

21<br />

28<br />

29<br />

4<br />

39 49<br />

47 11<br />

38<br />

18<br />

46<br />

37<br />

7<br />

6<br />

25<br />

44<br />

3<br />

5<br />

14<br />

9<br />

8<br />

12<br />

2<br />

24<br />

17<br />

20<br />

21<br />

28<br />

29<br />

4<br />

39 49<br />

47 11<br />

38<br />

18<br />

46<br />

37<br />

6<br />

7<br />

25<br />

44<br />

3<br />

5<br />

14<br />

9<br />

8<br />

12<br />

2<br />

24<br />

17<br />

33<br />

13<br />

34<br />

32<br />

33<br />

13<br />

34<br />

32<br />

40<br />

40<br />

10<br />

43<br />

10<br />

43<br />

36<br />

15<br />

23<br />

36<br />

15<br />

23<br />

45<br />

45<br />

41<br />

41<br />

31<br />

22<br />

31<br />

22<br />

t.o.v. gemiddelde gemeenten 70 000+ <strong>in</strong>woners<br />

Lager dan gemiddeld Gemiddeld Hoger dan gemiddeld<br />

1. Alkmaar, 2. Almelo, 3. Almere, 4. Alphen aan den Rijn, 5. Amersfoort, 6. Amstelveen, 7. Amsterdam, 8. Apeldoorn, 9. Arnhem, 10. Breda, 11. Delft, 12. Deventer, 13. Dordrecht, 14. Ede,<br />

15. E<strong>in</strong>dhoven, 16. Emmen, 17. Enschede, 18. Gouda, 19. Gron<strong>in</strong>gen, 20. Haarlem, 21. Haarlemmermeer, 22. Heerlen, 23. Helmond, 24. Hengelo, 25. Hilversum, 26. Hoorn, 27. Leeuwarden,<br />

28. Leiden, 29. Leidschendam-Voorburg, 30. Lelystad, 31. Maastricht, 32. Nijmegen, 33. Nissewaard, 34. Oss, 35. Purmerend, 36. Roosendaal, 37. Rotterdam, 38. Schiedam, 39. ‘s-Gravenhage,<br />

40. ‘s-Hertogenbosch, 41 Sittard-Geleen, 42 Súdwest Fryslân, 43. Tilburg, 44. Utrecht, 45. Venlo, 46. Vlaard<strong>in</strong>gen, 47. Westland, 48. Zaanstad, 49. Zoetermeer, 50. Zwolle<br />

Maatschappij 15


1.13 Aangehouden verdachten naar herkomst,<br />

12 jaar of ouder<br />

Totaal<br />

Autochtoon<br />

Allochtoon<br />

Westerse allochtoon<br />

Niet-westerse allochtoon<br />

waarvan<br />

Marokko<br />

Turkije<br />

Voormalige <strong>Nederland</strong>se<br />

Antillen en Aruba<br />

Sur<strong>in</strong>ame<br />

30% van door de rechter opgelegde<br />

Aa<br />

sancties <strong>in</strong> 2014 is vrijheidsstraf<br />

1.14 Uitgaven aan veiligheidszorg<br />

mld euro<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

Overig niet-westers<br />

0 1 2 3 4 5 6<br />

% van de herkomstgroeper<strong>in</strong>g<br />

2<br />

0<br />

2003<br />

2004<br />

2005<br />

2006<br />

2007<br />

2008<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013 2014*<br />

2013<br />

Bron: CBS, HKS.<br />

2014*<br />

Preventie<br />

Tenuitvoerlegg<strong>in</strong>g<br />

Opspor<strong>in</strong>g<br />

Overig<br />

16 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.15 Schuldigverklar<strong>in</strong>gen rechter eerste aanleg<br />

2012 2013 2014<br />

x 1 000<br />

Totaal schuldigverklar<strong>in</strong>gen 88 ,7 89 ,0 85 ,9<br />

Wetboek van Strafrecht 62 ,1 61 ,7 59 ,5<br />

waarvan<br />

vermogensmisdrijven 31 ,1 32 ,1 31 ,0<br />

verniel<strong>in</strong>gen en misdrijven tegen openbare<br />

orde en gezag 10 ,0 9 ,3 8 ,9<br />

gewelds- en seksuele delicten 18 ,3 17 ,9 17 ,6<br />

Verkeersmisdrijven 15 ,1 16 ,1 14 ,7<br />

Drugsmisdrijven 6 ,7 6 ,9 7 ,2<br />

Misdrijven overige wetten 4 ,9 4 ,3 4 ,4<br />

1.16 Rechtbankstrafzaken, sancties rechter<br />

eerste aanleg, 2014<br />

Totaal 116,8 duizend<br />

16%<br />

9%<br />

35%<br />

Vrijheidsstraffen<br />

Taakstraf<br />

Geldboete<br />

Maatregelen<br />

Bijkomende straffen<br />

Aa<br />

12,7 miljard euro uitgegeven<br />

aan veiligheidszorg <strong>in</strong> 2014<br />

27%<br />

30%<br />

Maatschappij 17


1.17 Brand- en hulpverlen<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>cidenten<br />

voor de brandweer<br />

2013 2014 2015*<br />

x 1 000<br />

Brand<strong>in</strong>cidenten 126 ,5 130 ,3 125 ,2<br />

waarvan<br />

automatisch gemeld 79 ,7 85 ,8 80 ,7<br />

telefonisch gemeld 46 ,8 44 ,5 44 ,5<br />

waarvan<br />

afgehandeld door de meldkamer 29 ,9 39 ,2 40 ,2<br />

alarmer<strong>in</strong>gen van de brandweer 96 ,6 91 ,2 85 ,0<br />

Hulpverlen<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>cidenten 108 ,1 102 ,1 109 ,0<br />

waarvan<br />

afgehandeld door de meldkamer 46 ,8 43 ,2 41 ,8<br />

alarmer<strong>in</strong>gen van de brandweer 61 ,3 58 ,9 67 ,2<br />

85 000 keer<br />

is de brandweer <strong>in</strong> 2014<br />

gealarmeerd voor brand<br />

18 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.18 Huwelijken (<strong>in</strong>cl. partnerschappen) en<br />

flits/echtscheid<strong>in</strong>gen<br />

Bevolk<strong>in</strong>g<br />

x 1 000<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

In 2015 werden <strong>in</strong> ons land 78 duizend<br />

huwelijken gesloten en kwam aan 36 duizend<br />

huwelijken door een echtscheid<strong>in</strong>g een e<strong>in</strong>de.<br />

De gemiddelde leeftijd waarop mannen en<br />

vrouwen voor het eerst trouwen, neemt toe.<br />

0<br />

'00<br />

'01<br />

'02<br />

'03<br />

'04<br />

'05<br />

'06<br />

'07<br />

'08<br />

'09<br />

'10<br />

'11<br />

'12<br />

'13<br />

'14<br />

'15*<br />

Mannen zijn nu gemiddeld 33,5 jaar oud en<br />

vrouwen 31,0 jaar wanneer ze voor het eerst <strong>in</strong><br />

het huwelijksbootje stappen. In 2000 was dat<br />

nog 31,0 jaar voor mannen en 28,5 jaar voor<br />

Huwelijken<br />

Echtscheid<strong>in</strong>gen<br />

vrouwen.<br />

1.19 Gemiddelde leeftijd bij eerste huwelijkssluit<strong>in</strong>g<br />

In 2015 werden 170 duizend k<strong>in</strong>deren geboren.<br />

jaren<br />

34<br />

33<br />

32<br />

31<br />

30<br />

29<br />

28<br />

27<br />

0<br />

Dat aantal komt overeen met het lage niveau <strong>in</strong><br />

beg<strong>in</strong> jaren tachtig. Vrouwen hebben gemiddeld<br />

1,65 k<strong>in</strong>deren. Afgezien van 2013 was het<br />

gemiddeld k<strong>in</strong>dertal s<strong>in</strong>ds de eeuwwissel<strong>in</strong>g<br />

niet zo laag. De gemiddelde leeftijd waarop<br />

vrouwen voor het eerst moeder worden, neemt<br />

nog steeds toe. Vrouwen zijn nu gemiddeld<br />

'00<br />

'01<br />

'02<br />

'03<br />

'04<br />

'05<br />

'06<br />

'07<br />

'08<br />

'09<br />

'10<br />

'11<br />

'12<br />

'13<br />

'14<br />

'15*<br />

29,6 jaar oud, tegen 29,1 jaar <strong>in</strong> 2000. Van<br />

stellen die hun eerste k<strong>in</strong>d krijgen is ruim de<br />

helft niet getrouwd.<br />

Vrouwen<br />

Mannen<br />

Maatschappij 19


1.20 Samenwonende stellen met of zonder<br />

k<strong>in</strong>deren, 1 januari 2015<br />

20–29 jaar<br />

30–39 jaar<br />

40–49 jaar<br />

0 20 40 60 80 100<br />

%<br />

Niet getrouwd, zonder k<strong>in</strong>deren<br />

Getrouwd, zonder k<strong>in</strong>deren<br />

Niet getrouwd, met k<strong>in</strong>deren<br />

Getrouwd, met k<strong>in</strong>deren<br />

1.21 Relatievormen van dertigers, 2013<br />

1 409<br />

homohuwelijken<br />

<strong>in</strong> 2015<br />

16%<br />

6%<br />

49%<br />

Getrouwd<br />

Samenwonend<br />

Alleenstaand<br />

Lat-relatie<br />

29%<br />

20 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.22 Particuliere huishoudens naar grootte,<br />

1 januari <strong>2016</strong>*<br />

Totaal 7,7 miljoen<br />

12%<br />

12%<br />

33%<br />

5%<br />

38%<br />

1 persoon<br />

2 personen<br />

3 personen<br />

4 personen<br />

5 personen of meer<br />

1.23 Kerncijfers bevolk<strong>in</strong>g<br />

2013 2014 2015*<br />

x 1 000<br />

Bevolk<strong>in</strong>g op 1 januari 16 780 16 829 16 901<br />

Geboorte 171 175 170<br />

Sterfte 141 139 147<br />

Immigratie 165 183 203<br />

Emigratie 146 148 146<br />

Saldo overige correcties −28 −26 −22<br />

Totale groei 50 71 79<br />

Bevolk<strong>in</strong>g op 31 december 16 829 16 901 16 980<br />

1.24 Bevolk<strong>in</strong>g naar leeftijd, 1 januari <strong>2016</strong>*<br />

4%<br />

14%<br />

Jonger dan 20 jaar<br />

22%<br />

20–39 jaar<br />

40–64 jaar<br />

65–79 jaar<br />

80 jaar of ouder<br />

78% van de dertigers<br />

is getrouwd of woont samenA a<br />

35%<br />

25%<br />

Maatschappij 21


1.25 Allochtonen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>, 1 januari <strong>2016</strong>*<br />

Westerse landen<br />

Indonesië<br />

Duitsland<br />

Polen<br />

België<br />

Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk<br />

Voormalig Joegoslavië<br />

Voormalig Sovjet-Unie<br />

Italië<br />

Frankrijk<br />

Spanje<br />

Verenigde Staten<br />

Bulgarije<br />

Portugal<br />

Roemenië<br />

Hongarije<br />

Griekenland<br />

Voorm. Tsjecho-Slowakije<br />

Australië<br />

Oostenrijk<br />

Niet-westerse landen<br />

Turkije<br />

Marokko<br />

Sur<strong>in</strong>ame<br />

Voorm. <strong>Nederland</strong>se Antillen en Aruba<br />

Ch<strong>in</strong>a<br />

Irak<br />

Afghanistan<br />

Syrië<br />

Somalië<br />

Iran<br />

India<br />

1.26 Belangrijkste reden voor vertrek<br />

autochtonen met emigratieplannen, 2013<br />

29%<br />

2%<br />

2%<br />

3%<br />

3%<br />

11%<br />

16%<br />

35%<br />

Werk<br />

Ruimte, rust, stilte of natuur<br />

Opleid<strong>in</strong>g<br />

Familie of vrienden<br />

Belast<strong>in</strong>gdruk<br />

Te vol <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong><br />

Verloeder<strong>in</strong>g of crim<strong>in</strong>aliteit<br />

Anders<br />

149 406 Polen wonen<br />

<strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> op 1 januari <strong>2016</strong><br />

B b<br />

Eerste generatie<br />

0 100 200 300 400 500<br />

x 1 000<br />

Tweede generatie<br />

22 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.27 Demografische druk<br />

%<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1.28 Bevolk<strong>in</strong>gsprognose<br />

<strong>2016</strong> 2040 2060<br />

x 1 000<br />

Bevolk<strong>in</strong>g, 1 januari 16 974 18 108 18 175<br />

jonger dan 20 jaar 3 815 3 916 3 825<br />

20–39 jaar 4 166 4 248 4 395<br />

40–64 jaar 5 909 5 142 5 183<br />

65–79 jaar 2 336 3 166 2 762<br />

80 jaar of ouder 749 1 637 2 010<br />

0<br />

Groene druk<br />

(aantal 0–19-jarigen<br />

t.o.v. aantal 20–64-jarigen)<br />

1996<br />

<strong>2016</strong>*<br />

Grijze druk<br />

(aantal personen van 65 jaar of ouder<br />

t.o.v. aantal 20–64-jarigen)<br />

2036<br />

2056<br />

Bevolk<strong>in</strong>g, jaarmutatie 113 11 8<br />

waaronder<br />

levendgeborenen 173 186 193<br />

overledenen 148 192 200<br />

geboorte-overschot 25 −6 −7<br />

immigratie 239 185 187<br />

emigratie (<strong>in</strong>cl. adm<strong>in</strong>istratieve correcties) 151 168 171<br />

migratiesaldo (<strong>in</strong>cl. adm<strong>in</strong>istratieve correcties) 88 17 15<br />

k<strong>in</strong>deren per vrouw<br />

Totaal vruchtbaarheidscijfer 1 ,66 1 ,75 1 ,75<br />

jaren<br />

Levensverwacht<strong>in</strong>g bij de geboorte<br />

mannen 79 ,9 84 ,0 86 ,8<br />

vrouwen 83 ,3 87 ,5 90 ,3<br />

%<br />

Bevolk<strong>in</strong>g, 1 januari<br />

jonger dan 20 jaar 22 ,5 21 ,6 21,0<br />

20–64 jaar 59 ,3 51 ,9 52 ,7<br />

65 jaar of ouder 18 ,2 26 ,5 26 ,3<br />

Maatschappij 23


Welzijn<br />

1.29 Aandeel dat gelukkig en tevreden is met het leven 1)<br />

De meeste volwassenen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> zijn<br />

tevreden met hun leven. In 2015 gold dat voor<br />

84 procent. Ook gaf 87 procent aan gelukkig te<br />

zijn. Maar we zijn niet even tevreden met alle<br />

onderdelen van ons leven. Zo waren bijna<br />

zeven op de tien volwassenen tevreden met<br />

hun lichamelijke gezondheid en was 84 procent<br />

tevreden met de psychische gezondheid.<br />

Daarnaast had bijna 30 procent <strong>in</strong> 2015 vaak<br />

zorgen over zijn of haar f<strong>in</strong>anciële toekomst.<br />

Deze zorgen komen veelvuldig voor bij mensen<br />

met lage <strong>in</strong>komens, maar ook mensen met een<br />

hoger <strong>in</strong>komen waren niet zorgenvrij als het om<br />

hun f<strong>in</strong>anciële toekomst gaat.<br />

%<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

0<br />

'97<br />

'98<br />

'99<br />

Gelukkig<br />

'00<br />

'01<br />

'02<br />

'03<br />

Tevreden<br />

'04<br />

'05<br />

'06<br />

1)<br />

Door een herzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de statistiek zijn de cijfers van 2012–2015 niet geheel vergelijkbaar<br />

met eerdere jaren.<br />

'07<br />

Cc<br />

92% van de hoogopgeleiden is<br />

gelukkig<br />

'08<br />

'09<br />

'10<br />

'12<br />

'13<br />

'14<br />

'15<br />

77% met maximaal<br />

Aa<br />

basisonderwijs is gelukkig<br />

24 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.30 Mate van zorgen over de f<strong>in</strong>anciële toekomst<br />

naar hoogte van het <strong>in</strong>komen, 2015<br />

1.31 Tevredenheid met de lichamelijke gezondheid<br />

naar sportfrequentie, 2015<br />

4e kwartiel<br />

(hoogste <strong>in</strong>komens)<br />

Dagelijks sporten<br />

3e kwartiel<br />

2e kwartiel<br />

Wekelijks sporten<br />

1e kwartiel<br />

(laagste <strong>in</strong>komens)<br />

M<strong>in</strong>der dan één keer<br />

per week sporten<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

%<br />

%<br />

Vaak zorgen<br />

Af en toe zorgen<br />

(Bijna) nooit zorgen<br />

Tevreden<br />

Niet tevreden, niet ontevreden<br />

Ontevreden<br />

1.32 Aandeel met vertrouwen <strong>in</strong> anderen naar<br />

opleid<strong>in</strong>gsniveau, 2015<br />

Wo master, doctor<br />

Hbo, wo bachelor<br />

Mbo 2,3,4, havo, vwo<br />

Vmbo, avo onderbouw,<br />

mbo 1<br />

Basisonderwijs<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

%<br />

1.33 Mate van eenzaamheid naar geslacht en leeftijd,<br />

2015<br />

score op eenzaamheidsmaat (0=m<strong>in</strong>st eenzaam, 12 = meest eenzaam)<br />

3,5<br />

3,0<br />

2,5<br />

2,0<br />

1,5<br />

1,0<br />

0,5<br />

0<br />

18–24<br />

25–34<br />

35–44<br />

45–54<br />

55–64<br />

65–74<br />

75 of ouder<br />

leeftijd <strong>in</strong> jaren<br />

Vrouwen<br />

Mannen<br />

Maatschappij 25


Gezondheid en zorg<br />

Kanker en hart- en vaatziekten zijn <strong>in</strong> 2014 nog<br />

steeds de belangrijkste doodsoorzaken <strong>in</strong><br />

<strong>Nederland</strong>. Respectievelijk 32 en 27 procent van<br />

de overledenen is aan deze ziekten gestorven.<br />

Het aantal mensen dat overlijdt als gevolg van<br />

Alzheimer of andere vormen van dementie<br />

neemt echter toe, van 4,4 duizend <strong>in</strong> 1996 naar<br />

12,4 duizend <strong>in</strong> 2014. In dat laatste jaar was<br />

dementie bij 12 procent van de overleden<br />

vrouwen de doodsoorzaak en bij 6 procent van<br />

de overleden mannen. Vrouwen overlijden<br />

vaker aan de gevolgen van dementie, vooral<br />

omdat zij gemiddeld gezien ouder worden dan<br />

mannen.<br />

Dat er steeds meer mensen overlijden aan<br />

dementie en m<strong>in</strong>der aan bijvoorbeeld hart- en<br />

vaatziekten, komt onder andere door de<br />

toegenomen vergrijz<strong>in</strong>g van de bevolk<strong>in</strong>g en de<br />

vooruitgang <strong>in</strong> medische behandel<strong>in</strong>gen.<br />

1.34 Overledenen naar doodsoorzaak, 2014<br />

Mannen Vrouwen<br />

x 1 000<br />

Totaal 67 ,1 72 ,1<br />

waarvan<br />

Kanker 23 ,2 19 ,8<br />

waarvan<br />

luchtpijp en long 6 ,2 4 ,2<br />

dikkedarm en rectum 2 ,7 2 ,3<br />

prostaat 2 ,5<br />

borst 3 ,0<br />

Ziekten van hart en vaatstelsel 17 ,7 20 ,2<br />

waarvan<br />

hersenvaatletsel 3 ,7 5 ,6<br />

hartfalen 2 ,9 4 ,2<br />

acuut hart<strong>in</strong>farct 2 ,9 2 ,4<br />

Ziekten van ademhal<strong>in</strong>gsorganen 5 ,4 5 ,1<br />

waarvan<br />

COPD 3 ,1 2 ,7<br />

Psychische stoornissen 3 ,4 6 ,8<br />

waarvan<br />

dementie 3 ,0 6 ,6<br />

Ziekten van zenuwstelsel 2 ,9 4 ,0<br />

waarvan<br />

ziekte van Alzheimer 0 ,9 2 ,2<br />

Uitwendige doodsoorzaken 3 ,7 3 ,1<br />

waarvan<br />

wegverkeersongevallen 0 ,4 0 ,2<br />

zelfdod<strong>in</strong>g 1 ,3 0 ,6<br />

26 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.35 Meest voorkomende langdurige aandoen<strong>in</strong>gen,<br />

2015<br />

1.36 Personen aan wie een antidepressivum is<br />

verstrekt naar leeftijd, 2014*<br />

%<br />

Allergie<br />

14<br />

12<br />

Hoge bloeddruk<br />

10<br />

8<br />

Migra<strong>in</strong>e of<br />

ernstige hoofdpijn<br />

Gewrichtsslijtage van<br />

heupen of knieën<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

0–24<br />

25–34<br />

35–44<br />

45–54<br />

55–64<br />

65–74<br />

75 of ouder<br />

0 5 10 15 20<br />

leeftijd <strong>in</strong> jaren<br />

%<br />

Vrouwen<br />

Mannen<br />

Vrouwen<br />

Mannen<br />

1.37 Gezonde levensverwacht<strong>in</strong>g, 2014<br />

1.38 Levensverwacht<strong>in</strong>g bij geboorte<br />

jaren<br />

Levensverwacht<strong>in</strong>g (totaal)<br />

In als goed ervaren<br />

gezondheid<br />

Zonder lichamelijke<br />

beperk<strong>in</strong>gen<br />

Zonder chronische<br />

ziektes<br />

In goede geestelijke<br />

gezondheid<br />

0 20 40 60 80 100<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

1995<br />

2005<br />

Prognose →<br />

2015 2025<br />

2035<br />

2045<br />

2055<br />

jaren<br />

Vrouwen<br />

Mannen<br />

Vrouwen<br />

Mannen<br />

Maatschappij 27


1.39 Gemiddelde w<strong>in</strong>st van zelfstandig werkzame<br />

medisch specialisten<br />

1.40 Leeftijd van medisch geschoolden die werkzaam<br />

zijn <strong>in</strong> de zorg, 2014*<br />

x 1 000 euro<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013*<br />

Verloskundigen<br />

Verpleegkundigen<br />

Fysiotherapeut<br />

Medisch specialist<br />

GZ-psycholoog<br />

Huisarts<br />

Tandarts<br />

Psychotherapeut<br />

0–54 jaar<br />

0 20 40 60 80 100<br />

55 jaar of ouder<br />

%<br />

1.41 Personen met AWBZ/Wmo-gef<strong>in</strong>ancierde zorg<br />

naar leeftijd, 2014*<br />

%<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

65–79<br />

80–84<br />

85–89<br />

90 of ouder<br />

leeftijd <strong>in</strong> jaren<br />

69% van de mensen had<br />

<strong>in</strong> 2015 contact met de huisartsBb<br />

Totaal<br />

Zorg zonder verblijf<br />

Zorg met verblijf<br />

28 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.42 Overgewicht naar leeftijd, 2015<br />

1.43 Overgewicht onder de bevolk<strong>in</strong>g vanaf 4 jaar<br />

Totaal<br />

%<br />

50<br />

40<br />

4–11 jaar<br />

12–15 jaar<br />

16–19 jaar<br />

20–29 jaar<br />

30–39 jaar<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

40–49 jaar<br />

1981<br />

1985<br />

1989<br />

1993<br />

1997<br />

2001<br />

2005<br />

2009<br />

2013<br />

50–54 jaar<br />

55–64 jaar<br />

65–74 jaar<br />

75 jaar of ouder<br />

Matig overgewicht<br />

Ernstig overgewicht<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

%<br />

Matig overgewicht<br />

Ernstig overgewicht<br />

1.44 Rokers (bevolk<strong>in</strong>g van 12 jaar of ouder)<br />

%<br />

40<br />

30<br />

52% van de tw<strong>in</strong>tigers<br />

Aa<br />

heeft nooit gerookt<br />

10<br />

0<br />

2001<br />

2003<br />

2005<br />

2007<br />

2009<br />

2011<br />

2013<br />

2015<br />

20<br />

Rokers<br />

(< 20 sigaretten per dag)<br />

Zware rokers<br />

(>= 20 sigaretten per dag)<br />

Maatschappij 29


1.45 Zware en overmatige dr<strong>in</strong>kers van alcohol naar<br />

leeftijd, 2015<br />

Totaal<br />

1.46 Uitgaven aan zorg<br />

mld euro<br />

2013 2014** 2015*<br />

12–15 jaar<br />

16–19 jaar<br />

20–29 jaar<br />

30–39 jaar<br />

40–49 jaar<br />

50–54 jaar<br />

55–64 jaar<br />

65–74 jaar<br />

75 jaar of ouder<br />

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20<br />

%<br />

Overmatige dr<strong>in</strong>ker (gemiddeld veel alcohol per dag)<br />

Zware dr<strong>in</strong>ker (veel alcohol op één dag)<br />

Totaal 93 ,1 94 ,5 95 ,3<br />

Ziekenhuizen, specialistenpraktijken 25 ,4 25 ,8 26 ,2<br />

Ouderenzorg 17 ,2 17 ,6 17 ,3<br />

Gehandicaptenzorg 9 ,6 9 ,8 10 ,0<br />

Praktijk eerstelijn 7 ,6 7 ,9 8 ,0<br />

Geestelijke gezondheidszorg 6 ,6 6 ,5 6 ,5<br />

Overig 26 ,8 27 ,0 27 ,4<br />

euro<br />

Per hoofd van de bevolk<strong>in</strong>g 5 540 5 606 5 628<br />

%<br />

Als percentage van het bbp 14 ,3 14 ,3 14 ,1<br />

245 000 volwassenen verbleven<br />

e<strong>in</strong>d 2014 <strong>in</strong> een <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g voor langdurige zorgFf<br />

30 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.47 Primair onderwijs<br />

Onderwijs<br />

2013/’14* 2014/’15* 2015/’16*<br />

absoluut<br />

Onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

Basisonderwijs 6 650 6 650 .<br />

Speciaal basisonderwijs 291 288 .<br />

Speciale scholen 321 319 .<br />

x 1 000<br />

Leerl<strong>in</strong>gen<br />

Basisonderwijs 1 477 1 458 1 443<br />

Speciaal basisonderwijs 38 37 35<br />

Speciale scholen 71 71 68<br />

1.48 Percentage vragen goed op E<strong>in</strong>dtoets<br />

Basisonderwijs, 2015<br />

Totaal<br />

Taal<br />

In schooljaar 2015/’16 zaten 1,4 miljoen k<strong>in</strong>deren<br />

<strong>in</strong> het basisonderwijs. Het aantal basisschoolk<strong>in</strong>deren<br />

daalt al jaren, waardoor het aantal<br />

basisscholen ook daalt. In het voortgezet<br />

onderwijs is deze dal<strong>in</strong>g nog niet te zien.<br />

Na het voortgezet onderwijs gaan de meeste<br />

leerl<strong>in</strong>gen verder studeren op het mbo, hbo of<br />

de universiteit. Steeds m<strong>in</strong>der jongeren gaan<br />

naar het mbo. In het studiejaar 2015/’16<br />

volgden 477 duizend deelnemers een opleid<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> het mbo. De grootste groep hiervan zit op het<br />

mbo niveau 4.<br />

In het hoger onderwijs stijgt het aantal<br />

studenten, alhoewel <strong>in</strong> het studiejaar 2015/’16<br />

het aantal hbo’ers daalde naar 443 duizend. Het<br />

aantal studenten op universiteiten steeg<br />

daarentegen, naar 261 duizend.<br />

Rekenen<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80<br />

%<br />

Totaal<br />

Meisjes<br />

Jongens<br />

Maatschappij 31


1.49 Voortgezet onderwijs<br />

2013/ ’14 2014/ ’15** 2015/ ’16*<br />

absoluut<br />

Onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen 658 655 .<br />

x 1 000<br />

Leerl<strong>in</strong>gen 974 985 996<br />

Algemeen leerjaar 414 414 414<br />

Vwo 161 164 167<br />

Havo 157 160 163<br />

Vmbo-gt 112 115 117<br />

Vmbo-bk 101 103 104<br />

Praktijkonderwijs 29 29 30<br />

68 215 leerl<strong>in</strong>gen op<br />

speciale scholen <strong>in</strong> 2015/’16Aa<br />

1.50 Deelname voortgezet onderwijs vanaf 1900<br />

x 1 000 %<br />

1 500<br />

100<br />

1 200<br />

900<br />

600<br />

300<br />

0<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

1900/'01<br />

1915/'16<br />

1930/'31<br />

1945/'46<br />

1960/'61<br />

1975/'76<br />

1990/'91<br />

2005/'06<br />

2015/'16*<br />

Aantal vo-leerl<strong>in</strong>gen (l<strong>in</strong>keras)<br />

Percentage vo-leerl<strong>in</strong>gen op het totaal aantal 12–17-jarigen van de bevolk<strong>in</strong>g (rechteras)<br />

32 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.51 Mbo en volwassenenonderwijs<br />

2013/’14* 2014/’15** 2015/’16*<br />

absoluut<br />

Onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen 66 66 .<br />

x 1 000<br />

Deelnemers<br />

Mbo (exclusief extraneï) 498 482 477<br />

Bol 371 378 378<br />

Bbl 128 104 98<br />

Niveau 1 19 13 12<br />

Niveau 2 108 97 89<br />

Niveau 3 136 129 128<br />

Niveau 4 235 243 247<br />

Volwassenenonderwijs 33 33 14<br />

Educatie 20 19 .<br />

Vavo 13 14 14<br />

1.52 Hoger onderwijs<br />

2013/'14* 2014/'15* 2015/'16*<br />

x 1 000<br />

Ingeschrevenen<br />

Hbo 440 446 443<br />

Wo 250 257 261<br />

Gediplomeerden<br />

Hbo bachelor 61 64 .<br />

Wo bachelor 33 35 .<br />

Wo master/doctoraal 34 36 .<br />

17 597 wo-studenten<br />

Psychologie <strong>in</strong> 2015/’16<br />

Aa<br />

1 701 wo-studenten<br />

Engels <strong>in</strong> 2015/’16<br />

Bb<br />

Maatschappij 33


1.53 Top vijf studies <strong>in</strong> het hbo, 2014/'15*<br />

1.54 Uitgaven aan onderwijs<br />

1.55 Top vijf studies <strong>in</strong> het wo, 2014/'15*<br />

Bedrijfskunde<br />

Rechten<br />

Psychologie<br />

Bedrijfseconomie<br />

Geneeskunde<br />

Leraar basisonderwijs<br />

Verpleegkunde<br />

Commerciële economie<br />

Sociaal-pedagogische<br />

hulpverlen<strong>in</strong>g<br />

Internationale organisaties en<br />

betrekk<strong>in</strong>gen<br />

0 1 000 2 000 3 000 4 000 5 000 6 000<br />

aantal eerstejaars studenten<br />

0 1 000 2 000 3 000 4 000 5 000 6 000<br />

aantal eerstejaars studenten<br />

2012 2013 2014*<br />

mln euro<br />

Totaal 40 465 41 538 41 264<br />

Door overheid 33 091 34 246 34 215<br />

waarvan aan<br />

primair onderwijs 10 812 11 076 10 683<br />

voortgezet onderwijs, mbo 14 062 14 549 14 439<br />

hoger onderwijs 8 218 8 621 9 093<br />

Door huishoudens 3 780 3 765 3 414<br />

waarvan aan<br />

primair onderwijs 361 376 353<br />

voortgezet onderwijs, mbo 1 361 1 386 1 375<br />

hoger onderwijs 2 058 2 004 1 685<br />

Door bedrijven 3 233 3 173 3 269<br />

waarvan aan<br />

primair onderwijs 60 63 56<br />

voortgezet onderwijs, mbo 1 711 1 631 1 682<br />

hoger onderwijs 1 461 1 478 1 531<br />

Door buitenland 360 354 366<br />

waarvan aan<br />

primair onderwijs 27 13 13<br />

voortgezet onderwijs, mbo 45 14 13<br />

hoger onderwijs 288 328 340<br />

In % bbp 6 ,3 6 ,4 6 ,2<br />

%<br />

34 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.56 Onderwijsuitgaven per e<strong>in</strong>ddiploma, 2014*<br />

Primair onderwijs<br />

Vmbo<br />

Havo<br />

Vwo<br />

Hbo<br />

Wo bachelor<br />

Wo master<br />

0 30 60 90 120 150<br />

x 1 000 euro<br />

142 000 euro kostte<br />

een masterdiploma <strong>in</strong> 2014<br />

Maatschappij 35


1.57 Uitgaven aan onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen per<br />

deelnemer<br />

Primair onderwijs<br />

Aa<br />

Voortgezet onderwijs<br />

en mbo<br />

10% van 15–74-jarigen heeft<br />

alleen basisonderwijs gevolgd<br />

Hoger onderwijs<br />

Hoger onderwijs<br />

excl. R&D<br />

2012<br />

0 5 10 15 20<br />

2013<br />

2014*<br />

x 1 000 euro<br />

29% van de bevolk<strong>in</strong>g is<br />

hoogopgeleid<br />

Cc<br />

1.58 Onderwijsniveau bevolk<strong>in</strong>g van 15–74 jaar,<br />

2015<br />

10%<br />

1%<br />

10%<br />

Basisonderwijs<br />

19%<br />

20%<br />

Vmbo, mbo 1, avo-onderbouw<br />

Havo, vwo, mbo 2-4<br />

Hbo, wo bachelor<br />

Hbo, wo master, doctor<br />

Onbekend<br />

40%<br />

36 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.59 Nieuw verkochte motorvoertuigen<br />

Verkeer<br />

2013 2014 2015<br />

Totaal 490 360 460 671 532 171<br />

waarvan<br />

personenauto's 416 717 387 569 449 012<br />

motorfietsen 9 244 10 326 11 345<br />

bestelauto's 50 568 51 761 57 704<br />

trekkers voor oplegger 8 862 7 010 9 439<br />

vrachtauto's (excl. trekkers voor oplegger) 3 561 2 724 3 574<br />

autobussen 596 669 344<br />

speciale voertuigen 812 612 753<br />

Bron: RDC-CBMI / CBS.<br />

1.60 Afgelegde afstand per jaar, 2014*<br />

Totaal 145,8 mld km<br />

6%<br />

3% 1%<br />

1%<br />

Personenauto's<br />

11%<br />

Bestelauto's<br />

Autobussen<br />

<strong>Nederland</strong>ers kopen weer vaker een auto. In<br />

2015 zijn bijna 450 duizend nieuwe personenauto’s<br />

verkocht. Dit is 16 procent meer dan een<br />

jaar eerder. S<strong>in</strong>ds 2011 daalde het aantal<br />

verkochte nieuwe auto’s, maar aan die dal<strong>in</strong>g<br />

lijkt nu een e<strong>in</strong>d gekomen. In totaal rijden er <strong>in</strong><br />

<strong>Nederland</strong> zo’n 8 miljoen personenauto’s rond.<br />

De helft van de volwassen <strong>Nederland</strong>se bevolk<strong>in</strong>g<br />

heeft een auto. Van de mannen heeft<br />

65 procent een auto op zijn naam staan en van<br />

de vrouwen 37 procent. Verder heeft een op de<br />

vier huishoudens twee of meer auto’s. Een<br />

gemiddelde personenauto rijdt 13 duizend<br />

kilometer per jaar, dat is ongeveer 35 kilometer<br />

per dag.<br />

Zware vrachtvoertuigen<br />

Brom- en motorfietsen<br />

Speciale voertuigen<br />

78%<br />

Maatschappij 37


1.61 Motorvoertuigenpark, 1 januari<br />

2013 2014 2015<br />

x 1 000<br />

Totaal 9 612 9 610 9 651<br />

waarvan<br />

personenauto's 7 916 7 932 7 979<br />

motorfietsen 653 654 652<br />

bedrijfsmotorvoertuigen 1 043 1 024 1 020<br />

waarvan<br />

bestelauto's 832 815 815<br />

trekkers voor oplegger 70 71 71<br />

vrachtauto's (excl. trekkers voor oplegger) 67 65 63<br />

speciale voertuigen 63 62 61<br />

autobussen 10 10 10<br />

Bron: RDW/CBS.<br />

1.63 Passagiers via <strong>Nederland</strong>se luchthavens naar<br />

herkomst of bestemm<strong>in</strong>g, 2015<br />

13%<br />

Totaal 64,6 mln<br />

4%<br />

10%<br />

Europa<br />

Amerika<br />

Azië<br />

Afrika<br />

1.62 Gemiddeld gereden afstand per<br />

vervoermiddel, 2014*<br />

Trekker voor oplegger<br />

Lijnbus<br />

Tour<strong>in</strong>gcar<br />

Vrachtauto<br />

(excl. trekker voor oplegger)<br />

Bestelauto<br />

Personenauto<br />

Brommobiel<br />

Motorfiets<br />

Bromfiets<br />

Snorfiets<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80<br />

x 1 000 km<br />

58,2 miljoen passagiers<br />

reizen via Schiphol <strong>in</strong> 2015Cc<br />

73%<br />

38 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.64 Motorvoertuigen op rijkswegen per uur, 2014<br />

Gemiddeld aantal passages<br />

Per rijksweg<br />

M<strong>in</strong>der dan 4 000<br />

4 000 tot 5 000<br />

5 000 tot 6 000<br />

6 000 of meer<br />

Per prov<strong>in</strong>cie<br />

M<strong>in</strong>der dan 1 250<br />

1 250 tot 2 500<br />

2 500 tot 3 750<br />

3 750 of meer<br />

Geen rijkswegen<br />

Ee<br />

145,8 miljard kilometer<br />

gereden door <strong>Nederland</strong>se motorvoertuigen<br />

<strong>in</strong> 2014<br />

Bron: CBS, NDW.<br />

Maatschappij 39


Vrije tijd en cultuur<br />

Iets m<strong>in</strong>der dan de helft van de <strong>Nederland</strong>ers<br />

van 15 jaar of ouder zette zich <strong>in</strong> 2015 ten<br />

m<strong>in</strong>ste één keer <strong>in</strong> als vrijwilliger. De meeste<br />

vrijwilligers zijn actief voor sportverenig<strong>in</strong>gen<br />

of scholen. Voor politieke partijen melden zich<br />

naar verhoud<strong>in</strong>g de m<strong>in</strong>ste mensen als<br />

vrijwilliger.<br />

Mannen meldden zich even vaak als vrijwilliger<br />

als vrouwen <strong>in</strong> 2015. Vrouwen zetten zich<br />

echter vaker <strong>in</strong> op scholen, terwijl mannen<br />

vaker actief zijn voor de sportverenig<strong>in</strong>g. Met<br />

het stijgen van het opleid<strong>in</strong>gsniveau neemt<br />

ook de <strong>in</strong>zet als vrijwilliger toe. Zo was van<br />

de laagopgeleiden bijna 33 procent actief als<br />

vrijwilliger, tegenover 62 procent van<br />

de hoogopgeleiden.<br />

1.65 Vrijwilligers onder bevolk<strong>in</strong>g van 15 jaar of ouder,<br />

2015<br />

Geslacht<br />

Man<br />

Vrouw<br />

Leeftijd<br />

15–24 jaar<br />

25–34 jaar<br />

35–44 jaar<br />

45–54 jaar<br />

55–64 jaar<br />

65–74 jaar<br />

75 jaar en ouder<br />

Onderwijsniveau<br />

Basisonderwijs<br />

Vmbo, avo onderbouw, mbo 1<br />

Mbo 2,3,4, havo, vwo<br />

Hbo-, wo-bachelor<br />

Hbo-, wo-master, doctor<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80<br />

%<br />

40 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.66 Top tien vakantielanden van <strong>Nederland</strong>ers<br />

Duitsland<br />

Frankrijk<br />

Spanje<br />

België<br />

Oostenrijk<br />

Italië<br />

Groot-Brittannië<br />

Turkije<br />

Griekenland<br />

Portugal<br />

1.67 <strong>Nederland</strong>se en buitenlandse hotelgasten per<br />

prov<strong>in</strong>cie, 2015**<br />

Noord-Holland<br />

Zeeland<br />

Zuid-Holland<br />

Noord-Brabant<br />

Utrecht<br />

Flevoland<br />

Gron<strong>in</strong>gen<br />

Limburg<br />

Overijssel<br />

Gelderland<br />

Friesland<br />

Drenthe<br />

Buitenlandse gasten<br />

0 20 40 60 80 100<br />

<strong>Nederland</strong>se gasten<br />

%<br />

2014<br />

0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5<br />

2015<br />

mln vakanties<br />

1.68 Gemiddeld aantal overnacht<strong>in</strong>gen per dag <strong>in</strong><br />

logiesaccommodaties, 2015**<br />

x 1 000<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

0<br />

Jan<br />

Feb<br />

Mrt<br />

Apr<br />

Mei<br />

Jun<br />

Jul<br />

Aug<br />

Sep<br />

Okt<br />

Nov<br />

Dec<br />

Vanuit <strong>Nederland</strong><br />

Vanuit buitenland<br />

Maatschappij 41


1.69 Buitenlandse gasten <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>se<br />

logiesaccommodaties, 2015**<br />

Totaal 15 mln<br />

10%<br />

10%<br />

28%<br />

1.70 Vakanties van <strong>Nederland</strong>ers<br />

Eenheid 2013 2014 2015<br />

Vakanties <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong><br />

Vakanties x 1 000 17 490 17 176 16 991<br />

Uitgaven mld euro 3 3 3<br />

Uitgaven per vakantieganger euro 163 166 174<br />

13%<br />

13%<br />

26%<br />

Vakanties <strong>in</strong> het buitenland<br />

Vakanties x 1 000 18 093 17 933 18 070<br />

Uitgaven mld euro 13 13 13<br />

Uitgaven per vakantieganger euro 697 702 717<br />

Duitsland<br />

Overig Europa<br />

Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk<br />

België<br />

Noord-, Midden- en Zuid-Amerika<br />

Azië, Australië en Afrika<br />

Totaal aantal vakanties x 1 000 35 583 35 109 35 061<br />

Gemiddeld aantal vakanties per deelnemer aantal 2 ,79 2 ,80 2 ,77<br />

Gemiddeld aantal lange vakanties per deelnemer aantal 1 ,94 1 ,93 1 ,94<br />

Gemiddeld aantal korte vakanties per deelnemer aantal 1 ,98 2 ,01 1 ,95<br />

20% van de bevolk<strong>in</strong>g<br />

g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 2015 niet op vakantieAa<br />

56%<br />

Bb<br />

van de bevolk<strong>in</strong>g g<strong>in</strong>g meer<br />

dan één keer op vakantie <strong>in</strong> 2015<br />

42 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.71 Gemiddelde vakantieduur naar<br />

bestemm<strong>in</strong>g en seizoen, 2015<br />

Lange vakanties<br />

Korte vakanties<br />

1.72 Hotels<br />

2013 2014 2015**<br />

aantal<br />

dagen<br />

Totaal 11 ,8 3 ,1<br />

<strong>Nederland</strong> 9 ,7 3 ,1<br />

waarvan<br />

<strong>in</strong> de w<strong>in</strong>terperiode 7 ,8 3 ,0<br />

<strong>in</strong> de zomerperiode 10 ,4 3 ,1<br />

Buitenland 13 ,0 3 ,3<br />

waarvan<br />

<strong>in</strong> de w<strong>in</strong>terperiode 11 ,0 3 ,3<br />

<strong>in</strong> de zomerperiode 13 ,9 3 ,4<br />

Hotels, pensions en jeugdaccommodaties<br />

Accommodaties 3 510 3 561 3 525<br />

Slaapplaatsen 244 145 252 115 254 589<br />

gemiddeld aantal per dag x 1 000<br />

Gasten 59 63 66<br />

<strong>Nederland</strong>se 32 33 34<br />

buitenlandse 27 30 32<br />

Overnacht<strong>in</strong>gen 102 109 114<br />

<strong>Nederland</strong>se gasten 52 54 55<br />

buitenlandse gasten 50 55 59<br />

Zakelijke overnacht<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hotels<br />

Totaal <strong>Nederland</strong> 44 45 46<br />

waarvan <strong>in</strong> Amsterdam 12 13 12<br />

279 000<br />

hotelgasten uit Ch<strong>in</strong>a <strong>in</strong> 2015Aa<br />

Maatschappij 43


1.73 Kerkelijke gez<strong>in</strong>dte van volwassenen, 2014<br />

1.74 Aantal openbare bibliotheken en uitlen<strong>in</strong>gen<br />

5%<br />

6%<br />

7%<br />

24%<br />

3% 6% Overige kerkelijke gez<strong>in</strong>dten<br />

49%<br />

Geen kerkelijke gez<strong>in</strong>dte<br />

Rooms-katholiek<br />

<strong>Nederland</strong>s hervormd<br />

Protestantse Kerk <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong><br />

Islam<br />

Gereformeerd<br />

400<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

x mln<br />

160<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

2005<br />

2006<br />

2007<br />

2008<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013<br />

2014<br />

Openbare bibliotheken (l<strong>in</strong>keras)<br />

Uitlen<strong>in</strong>gen (rechteras)<br />

1.75 Bezoeken aan voorstell<strong>in</strong>gen<br />

x mln<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

2000<br />

2002<br />

2004<br />

2006<br />

2008<br />

2010<br />

2012<br />

2014<br />

Theatervoorstell<strong>in</strong>gen<br />

Muziekvoorstell<strong>in</strong>gen<br />

Dans- en beweg<strong>in</strong>gsvoorstell<strong>in</strong>gen<br />

Muziektheatervoorstell<strong>in</strong>gen<br />

Cabaret- en kle<strong>in</strong>kunstvoorstell<strong>in</strong>gen<br />

Overige voorstell<strong>in</strong>gen<br />

44 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.76 Gebruik van sociale media naar leeftijd, 2015<br />

Berichten plaatsen op<br />

chat site of discussieforum<br />

Weblogs lezen of schrijven<br />

Tekstberichten uitwisselen<br />

Professioneel netwerk<br />

Ander sociaal netwerk<br />

12–24 jaar<br />

25–44 jaar<br />

0 20 40 60 80 100<br />

%<br />

45–64 jaar<br />

75 jaar of ouder<br />

65–74 jaar<br />

81% is<br />

dagelijks onl<strong>in</strong>e<br />

Maatschappij 45


1.77 Gebruik van mobiel <strong>in</strong>ternet door personen<br />

vanaf 12 jaar<br />

1.78 Onl<strong>in</strong>e w<strong>in</strong>kelen door personen van<br />

16 tot 75 jaar, 2015<br />

%<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

Laptop, notebook<br />

of netbook<br />

Tablet<br />

Smartphone<br />

Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk<br />

Denemarken<br />

Duitsland<br />

Zweden<br />

<strong>Nederland</strong><br />

F<strong>in</strong>land<br />

Frankrijk<br />

België<br />

2012<br />

2013<br />

2014<br />

2015<br />

EU-27<br />

Spanje<br />

1.79 Gebruiksfrequentie sociale netwerken<br />

(zoals Facebook en Twitter) naar leeftijd, 2015<br />

Totaal<br />

Portugal<br />

Italië<br />

0 20 40 60 80 100<br />

%<br />

Bron: Eurostat.<br />

12–24 jaar<br />

25–44 jaar<br />

45–64 jaar<br />

65–74 jaar<br />

75 jaar of ouder<br />

0 20 40 60 80 100<br />

%<br />

(Bijna) Dagelijks<br />

M<strong>in</strong>imaal 1 x per week<br />

M<strong>in</strong>der dan 1 x per week<br />

46 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.80 Contact met familie, vrienden en<br />

buren, 2015<br />

1.81 Wekelijkse sporters naar leeftijd (vanaf 12 jaar),<br />

2014<br />

%<br />

100<br />

90<br />

Totaal<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Familie<br />

Vrienden<br />

Buren<br />

12–15 jaar<br />

16–19 jaar<br />

20–29 jaar<br />

30–39 jaar<br />

40–49 jaar<br />

50–54 jaar<br />

55–64 jaar<br />

65–74 jaar<br />

75 jaar of ouder<br />

0 20 40 60 80<br />

%<br />

Dagelijks<br />

M<strong>in</strong>stens 1x per week, maar niet dagelijks<br />

M<strong>in</strong>stens 1x per maand, maar niet wekelijks<br />

M<strong>in</strong>der dan 1x per maand<br />

Zelden of nooit<br />

6,4 km is de gemiddelde<br />

afstand tot een bioscoopBb<br />

Maatschappij 47


Energie<br />

In 2015 werd 13 miljard kilowattuur elektriciteit<br />

geproduceerd uit hernieuwbare bronnen, zoals<br />

w<strong>in</strong>d, zon en biomassa. Dit komt overeen met<br />

ongeveer 11 procent van het totale verbruik van<br />

elektriciteit <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Een jaar eerder g<strong>in</strong>g het<br />

nog om 10 procent. De opwekk<strong>in</strong>g van elektriciteit<br />

door w<strong>in</strong>dmolens is met bijna 20 procent<br />

gegroeid <strong>in</strong> 2015. Daarmee werd ruim de helft<br />

van het totaal aan hernieuwbare elektriciteit<br />

opgewekt door w<strong>in</strong>dmolens <strong>in</strong> dat jaar.<br />

W<strong>in</strong>dmolens produceerden <strong>in</strong> 2015 <strong>in</strong> totaal<br />

bijna 7 miljard kilowattuur elektriciteit. De<br />

molens op zee worden hier<strong>in</strong> steeds<br />

belangrijker, maar ook op land neemt de<br />

productie sterk toe. De toename <strong>in</strong> 2015 is<br />

vooral toe te schrijven aan de groei van de<br />

capaciteit; deze nam met 18 procent toe naar<br />

3 400 megawatt. Op land is de capaciteit met<br />

380 megawatt gegroeid naar 3 000 megawatt;<br />

op zee met 130 megawatt naar 360 megawatt.<br />

Ook de productie van elektriciteit met zonnepanelen<br />

en waterkracht namen toe, al bleef<br />

de bijdrage bescheiden. De productie van<br />

elektriciteit uit biomassa bleef nagenoeg gelijk.<br />

1.82 Productie hernieuwbare elektriciteit<br />

% van totale verbruik<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

'00<br />

'01<br />

'02<br />

'03<br />

Waterkracht en zon<br />

'04<br />

'05<br />

'06<br />

W<strong>in</strong>d<br />

'07<br />

'08<br />

32% meer <strong>in</strong>zet van steenkool<br />

<strong>in</strong> elektriciteitscentrales <strong>in</strong> 2015<br />

Dd<br />

'09<br />

'10<br />

Biomassa<br />

'11<br />

'12<br />

'13<br />

'14<br />

'15*<br />

48 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.83 Energiebronnen voor elektriciteitsproductie<br />

1.84 Energieaanbod naar energiedrager<br />

mld kWh<br />

140<br />

petajoule<br />

3 500<br />

120<br />

3 000<br />

100<br />

2 500<br />

80<br />

2 000<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

1 500<br />

1 000<br />

500<br />

0<br />

'98<br />

'99<br />

'00<br />

'01<br />

'02<br />

'03<br />

'04<br />

'05<br />

'06<br />

'07<br />

'08<br />

'09<br />

'10<br />

'11<br />

'12<br />

'13<br />

'14<br />

'46 '50 '54 '58 '62 '66 '70 '74 '78 '82 '86 '90 '94 '98 '02 '06 '10<br />

'15*<br />

Aardgas<br />

Steenkool<br />

Kernenergie en overig<br />

Biomassa<br />

Steenkool en<br />

-producten<br />

Aardolie en<br />

-producten<br />

Aardgas<br />

Overig<br />

Andere fossiele brandstoffen<br />

W<strong>in</strong>d, zon en water<br />

1.85 Inzet van steenkool en aardgas door elektriciteitscentrales<br />

petajoule<br />

400<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

'98<br />

'99<br />

'00<br />

'01<br />

'02<br />

'03<br />

'04<br />

'05<br />

'06<br />

'07<br />

'08<br />

'09<br />

'10<br />

'11<br />

'12<br />

'13<br />

'14**<br />

'15*<br />

Steenkool<br />

Aardgas<br />

Maatschappij 49


1.86 Elektriciteitsbalans<br />

2013 2014** 2015*<br />

mld kWh<br />

Aanbod van elektriciteit 119 ,1 118 ,1 118 ,4<br />

waarvan<br />

productie 100 ,9 103 ,4 109 ,6<br />

centraal 63 ,1 67 ,5 72 ,3<br />

decentraal 37 ,8 35 ,8 37 ,3<br />

<strong>in</strong>voer 33 ,3 32 ,9 30 ,8<br />

uitvoer (-) 15 ,0 18 ,1 22,0<br />

Verbruik van elektriciteit 119 ,1 118 ,1 118 ,4<br />

waarvan<br />

via het openbare net 101 ,4 99 ,0 101,0<br />

via bedrijfsnetten 14 ,2 15 ,0 13,0<br />

bij de productie 3 ,5 4 ,1 4 ,5<br />

Netverliezen 4 ,5 4 ,9 4 ,9<br />

1.87 Gemiddeld elektriciteitsverbruik van kantoren naar<br />

oppervlakte<br />

kWh/m 2<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

50 tot<br />

250 m 2 250 tot<br />

500 m 2<br />

500 tot<br />

1 000 m 2<br />

1 000 tot<br />

2 500 m 2<br />

Dienstensector<br />

Overheid<br />

2 500 tot<br />

5 000 m 2<br />

5 000 tot<br />

10 000 m 2<br />

10 000 tot<br />

25 000 m 2<br />

11% van de elektriciteit<br />

komt uit hernieuwbare bronnenBb<br />

Aa<br />

66% van de elektriciteitsproductie<br />

is centraal opgewekt<br />

50 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.88 Gemiddeld elektriciteitsverbruik van<br />

tussenwon<strong>in</strong>gen, 2014<br />

1.89 Aardgaslever<strong>in</strong>gen aan bedrijven <strong>in</strong> de detail- en<br />

groothandel, 2014<br />

M<strong>in</strong>der dan 2 850 kWh<br />

2 850 tot 3 100 kWh<br />

3 100 tot 3 350 kWh<br />

3 350 tot 3 600 kWh<br />

3 600 kWh of meer<br />

M<strong>in</strong>der dan 1 mln m 3<br />

1 tot 2,5 mln m 3<br />

2,5 tot 5 mln m 3<br />

5 tot 10 mln m 3<br />

10 mln m 3 of meer<br />

Geen gegevens<br />

Maatschappij 51


Natuur en milieu<br />

De Liv<strong>in</strong>g Planet Index (LPI), een mondiale<br />

graadmeter voor biodiversiteit, laat zien dat de<br />

biodiversiteit sterk is afgenomen. CBS heeft deze<br />

<strong>in</strong>dex uitgerekend voor <strong>Nederland</strong>. Het geeft een<br />

gemiddelde van de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het aantal<br />

zoogdieren, broedvogels, reptielen, amfibieën,<br />

vl<strong>in</strong>ders, libellen en (zoetwater- en zee)vissen.<br />

S<strong>in</strong>ds 1990 is deze groep met 14 procent<br />

toegenomen. Deze stijg<strong>in</strong>g komt door een<br />

toename van het aantal zoogdieren, vogels,<br />

reptielen en libellen. Maar er zijn ook<br />

soortgroepen waarmee het wat m<strong>in</strong>der gaat; het<br />

aantal amfibieën en vl<strong>in</strong>ders is afgenomen.<br />

De mondiale trend lijkt haaks te staan op de<br />

<strong>Nederland</strong>se trend. Als echter de LPI wordt<br />

uitgesplitst naar landengroepen met<br />

verschillend <strong>in</strong>komensniveau (volgens<br />

Wereldbank-criteria), dan is te zien dat de LPI<br />

voor hoge <strong>in</strong>komenslanden juist is gestegen<br />

(met 9,7 procent). Dit correspondeert met de<br />

<strong>Nederland</strong>se trend. Het WNF denkt dat het<br />

natuurherstel mogelijk komt doordat <strong>in</strong> rijke<br />

landen hiervoor tegenwoordig meer f<strong>in</strong>anciële<br />

middelen worden aangewend.<br />

1.90 Liv<strong>in</strong>g Planet Index voor <strong>Nederland</strong><br />

<strong>in</strong>dex 1990=100<br />

120<br />

110<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

1990<br />

<strong>Nederland</strong><br />

1995<br />

Bron: NEM (PGO's, CBS)<br />

2000<br />

Mondiaal<br />

2005<br />

2010<br />

2014<br />

80<br />

Cc<br />

kg gft-afval per <strong>in</strong>woner<br />

<strong>in</strong>gezameld <strong>in</strong> 2014<br />

52 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.91 Uitstoot verzurende stoffen en broeikasgassen<br />

1.92 Belast<strong>in</strong>g oppervlaktewater 1)<br />

<strong>in</strong>dex 1990=100<br />

120<br />

100<br />

2010 2013 2014<br />

x 1 000 kg<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

'00<br />

'01<br />

'02<br />

'03<br />

'04<br />

'05<br />

'06<br />

'07<br />

'08<br />

'09<br />

'10<br />

'11<br />

'12<br />

'13<br />

'14<br />

Fosfor (als P-totaal) 6 896 6 478 6 535<br />

Stikstof (als N-totaal) 90 269 75 659 75 112<br />

Koper 91 ,3 92 ,1 90 ,0<br />

Nikkel 55 ,4 50 ,7 49 ,4<br />

Z<strong>in</strong>k 399 389 369<br />

Lood 39 ,9 38 ,6 37 ,8<br />

Cadmium 1 ,34 1 ,19 1 ,20<br />

Verzurende stoffen<br />

Broeikasgassen<br />

1)<br />

Exclusief <strong>Nederland</strong>s Cont<strong>in</strong>entaal Plat<br />

1.93 Luchtverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, uitstoot naar bron, 2014<br />

Broeikasgassen<br />

Verzurende stoffen<br />

20%<br />

14%<br />

11%<br />

Landbouw<br />

6%<br />

21%<br />

Raff<strong>in</strong>aderijen<br />

Industrie<br />

Energiebedrijven<br />

16%<br />

17%<br />

4%<br />

54%<br />

Verkeer en vervoer<br />

Overig<br />

27%<br />

7%<br />

3%<br />

Maatschappij 53


1.94 Gemeentelijk afval<br />

2012 2013 2014**<br />

mln kg<br />

Totaal 9 816 9 451 9 516<br />

Afval van huishoudens 8 656 8 303 8 387<br />

waarvan<br />

gemengd <strong>in</strong>gezameld afval 4 266 4 062 3 998<br />

gescheiden <strong>in</strong>gezameld afval 4 389 4 241 4 389<br />

waarvan<br />

gft-afval 1 303 1 253 1 346<br />

papier 981 925 914<br />

verpakk<strong>in</strong>gsglas 348 345 340<br />

grof tu<strong>in</strong>afval 461 444 465<br />

houtafval 318 310 322<br />

schoon pu<strong>in</strong> 389 376 385<br />

overig gescheiden afval 590 588 616<br />

Re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsdiensten- en overig afval 1 161 1 148 1 129<br />

1.95 Bedrijfsafvalstoffen nijverheid, 2014*<br />

Totaal<br />

mln kg<br />

Nuttige E<strong>in</strong>dtoepass<strong>in</strong>g<br />

verwerk<strong>in</strong>g<br />

Niet-gevaarlijk afval 24 372 20 997 3 375<br />

waarvan door<br />

delfstoffenw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g 104 71 33<br />

energievoorzien<strong>in</strong>g 1 468 1 447 21<br />

waterbedrijven en afvalbeheer 9 003 6 375 2 628<br />

<strong>in</strong>dustrie 13 796 13 104 692<br />

waarvan<br />

voed<strong>in</strong>gs- en genotmiddelen<strong>in</strong>dustrie 7 519 7 361 157<br />

chemische <strong>in</strong>dustrie 509 354 155<br />

basismetaal<strong>in</strong>dustrie 1 674 1 645 30<br />

overige <strong>in</strong>dustrie 4 094 3 744 350<br />

Niet-chemisch afval 21 935 19 657 2 278<br />

waarvan<br />

metalen 957 951 6<br />

papier en karton 583 579 5<br />

hout 702 697 5<br />

dierlijk en plantaardig afval 6 467 6 381 86<br />

gemengd afval 2 372 2 070 302<br />

slib 2 313 935 1 378<br />

m<strong>in</strong>eralen en steenachtig materiaal 8 160 7 687 472<br />

overig niet-chemisch afval 381 356 26<br />

Chemisch afval 2 437 1 340 1 097<br />

54 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


1.96 Productie van mest en m<strong>in</strong>eralen<br />

2013 2014 2015*<br />

mln kg<br />

Mest veestapel 73 155 74 089 75 979<br />

waarvan<br />

rundvee 57 428 58 389 60 044<br />

schapen en geiten 1 719 1 710 1 709<br />

paarden en pony's 919 895 840<br />

varkens 11 472 11 424 11 646<br />

pluimvee 1 442 1 500 1 561<br />

konijnen en pelsdieren 175 172 179<br />

M<strong>in</strong>eralenuitscheid<strong>in</strong>g<br />

Stikstof 473 487 500<br />

Fosfaat 166 172 176<br />

Kali 517 528 542<br />

498 kg huishoudelijk afval<br />

<strong>in</strong>gezameld per <strong>in</strong>woner <strong>in</strong> 2014<br />

Maatschappij 55


0,6%<br />

<strong>in</strong>flatie <strong>in</strong> 2015<br />

5,3%<br />

toename export <strong>in</strong> 2015<br />

Groeiend herstel economie<br />

56 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


2. Economie<br />

<strong>Trends</strong><br />

Na de eerste opklar<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> 2014, zette het<br />

herstel van de economie <strong>in</strong> 2015 overtuigend<br />

door. <strong>Nederland</strong> exporteerde meer, huishoudens<br />

kregen meer te besteden en gaven meer uit, de<br />

huizenmarkt trok aan en bedrijven <strong>in</strong>vesteerden<br />

meer. Als <strong>Nederland</strong> de productie van aardgas<br />

niet had verm<strong>in</strong>derd <strong>in</strong> verband met het aardbev<strong>in</strong>gsgevaar<br />

<strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen, was het plaatje<br />

nog zonniger geweest. Toch waren er nog wat<br />

wolken aan de horizon die het moeilijk maken<br />

te voorzien hoe de economie zich verder<br />

ontwikkelt. Zo daalde de werkloosheid nog niet<br />

erg en bleef de <strong>in</strong>flatie laag.<br />

Voor het eerst s<strong>in</strong>ds de crisis g<strong>in</strong>gen huishoudens<br />

meer uitgeven. De bested<strong>in</strong>gen lagen<br />

1,5 procent hoger dan <strong>in</strong> 2014. De uitgaven<br />

waren gelijk verdeeld over spullen en diensten.<br />

Meer geld g<strong>in</strong>g naar bijvoorbeeld elektrische<br />

apparaten, <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en kled<strong>in</strong>g. Ook werd meer<br />

uitgegeven aan recreatie. Het consumentenvertrouwen<br />

was, ook voor het eerst na een<br />

periode van ruim zeven jaar, weer positief. In<br />

november scoorde het vertrouwen – het saldo<br />

tussen het percentage positieve en negatieve<br />

antwoorden – een 9. Beg<strong>in</strong> 2013, op het<br />

dieptepunt, was dat nog m<strong>in</strong>der dan –40.<br />

Consumenten geven meer uit<br />

De <strong>Nederland</strong>se economie groeide <strong>in</strong> 2015 met<br />

2,0 procent. Als de aardgasproductie op peil was<br />

gebleven, zou dat cijfer zelfs 2,4 zijn geweest.<br />

Werd de groei <strong>in</strong> 2014 nog aangedreven door de<br />

export, <strong>in</strong> 2015 kwamen de plussen ook van de<br />

<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen en de consumptie.<br />

Ook de bedrijven lieten herstel zien. De<br />

toegevoegde waarde werd voor de meeste<br />

bedrijfstakken groter. Voor het tweede jaar<br />

groeide de bouwsector fl<strong>in</strong>k, al is die nog ver<br />

verwijderd van het niveau van voor de crisis.<br />

Bij de delfstoffenw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g was het negatieve<br />

effect merkbaar van het terugschroeven van de<br />

aardgasw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g.<br />

Economie 57


De agrarische sector kromp <strong>in</strong> 2015, na twee<br />

jaar van groei, met 1,3 procent. De productie<br />

nam toe, er kwam 1 procent meer aan<br />

producten op de markt. Maar dat leidde niet<br />

tot meer <strong>in</strong>komsten, omdat de prijzen lager<br />

werden. Boeren kregen vooral m<strong>in</strong>der geld<br />

voor melk, varkens en suikerbieten.<br />

2.1 Omvang economie (bbp)<br />

% volumemutatie t.o.v. jaar eerder<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

seizoengecorrigeerd, <strong>in</strong>dex 2008-I=100<br />

104<br />

103<br />

102<br />

101<br />

100<br />

<strong>Nederland</strong> boven gemiddelde van Eurozone<br />

–1<br />

99<br />

Vergeleken met de overige landen <strong>in</strong> de Eurozone<br />

–2<br />

98<br />

groeide de <strong>Nederland</strong>se economie harder. In<br />

2014 was de toename met 0,9 procent exact<br />

gelijk aan het gemiddelde van al die landen.<br />

In 2015 lagen de cijfers van de <strong>Nederland</strong>se<br />

–3<br />

–4<br />

–5<br />

97<br />

96<br />

95<br />

economie daar iets boven: 2,0 procent tegenover<br />

1,5 procent gemiddeld. De groei was ook<br />

hoger dan <strong>in</strong> Duitsland (1,7 procent), België<br />

–6<br />

I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV<br />

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015<br />

94<br />

(1,4 procent) en Frankrijk (1,2 procent). Daar<br />

staat wel tegenover dat het dal tijdens de crisis<br />

<strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> ook dieper was dan gemiddeld <strong>in</strong><br />

Mutatie<br />

Index (rechteras)<br />

de EU. Er viel dus meer <strong>in</strong> te halen.<br />

Van de landen buiten Europa werd Rusland<br />

geconfronteerd met een krimp van 3,7 procent.<br />

In Ch<strong>in</strong>a groeide de economie, maar opnieuw<br />

m<strong>in</strong>der dan <strong>in</strong> de voorgaande jaren, namelijk<br />

met 6,9 procent. De Verenigde Staten sloten<br />

2015 af met een groei van 2,4 procent.<br />

58 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


2.2 Bbp en bested<strong>in</strong>gen<br />

2011 2012 2013 2014 2015<br />

% volumemutatie t.o.v. een jaar eerder<br />

Bbp 1 ,7 −1 ,1 −0 ,5 1 ,0 2 ,0<br />

Invoer 3 ,5 2 ,7 0 ,9 4 ,0 6 ,4<br />

Uitvoer 4 ,4 3 ,8 2 ,1 4 ,0 5 ,3<br />

Consumptie huishoudens 0 ,2 −1 ,2 −1 ,4 0 ,0 1 ,5<br />

Consumptie overheid −0 ,2 −1 ,3 0 ,1 0 ,3 0 ,3<br />

Invester<strong>in</strong>gen 5 ,6 −6 ,3 −4 ,4 3 ,5 10 ,3<br />

Inflatie nog verder gedaald<br />

Was de <strong>in</strong>flatie <strong>in</strong> 2014 met 1 procent al laag, <strong>in</strong><br />

2015 daalde deze nog verder, naar gemiddeld<br />

0,6 procent. Veel producten stegen maar licht<br />

<strong>in</strong> prijs of werden zelfs goedkoper. Deze <strong>in</strong>flatie<br />

was <strong>in</strong> heel Europa opmerkelijk laag. Een van<br />

de factoren die het <strong>in</strong>flatiecijfer sterk<br />

beïnvloeden is de olieprijs. Na een kle<strong>in</strong>e<br />

oplev<strong>in</strong>g aan het beg<strong>in</strong> van 2015 zette de<br />

dal<strong>in</strong>g van de olieprijs door die <strong>in</strong> de tweede<br />

helft van 2014 was <strong>in</strong>gezet.<br />

2.3 Consumentenvertrouwen<br />

saldo % positieve en negatieve antwoorden<br />

20<br />

0<br />

–20<br />

–40<br />

–60<br />

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015<br />

Meer <strong>in</strong>komsten en m<strong>in</strong>der schuld overheid<br />

De <strong>Nederland</strong>se overheid kreeg <strong>in</strong> 2015 meer<br />

geld b<strong>in</strong>nen. De <strong>in</strong>komsten stegen met 1 miljard<br />

tot een totaal van 292 miljard. Aan belast<strong>in</strong>g<br />

kwam 6,2 miljard euro meer b<strong>in</strong>nen, dankzij de<br />

aantrekkende economie <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met<br />

lastenverzwar<strong>in</strong>gen. Daar staat tegenover dat<br />

de <strong>in</strong>komsten uit andere bronnen – voornamelijk<br />

aardgasbaten – 5,1 miljard lager uitvielen. In<br />

2014 waren die nog ruim tweemaal zo hoog.<br />

De halver<strong>in</strong>g komt door het terugbrengen van<br />

de aardgasproductie en de lagere prijzen voor<br />

aardolie en aardgas.<br />

Economie 59


Het jaar werd afgesloten met een tekort op de<br />

begrot<strong>in</strong>g van 12 miljard. Dat komt neer op<br />

1,8 procent van het bruto b<strong>in</strong>nenlands product.<br />

In 2014 was dat nog 2,4 procent. De totale<br />

overheidsschuld bedroeg 441,7 miljard euro.<br />

Afgezet tegen het bbp is dat 65,1 procent. E<strong>in</strong>d<br />

2015 was de schuld daarmee 10 miljard m<strong>in</strong>der<br />

dan een jaar eerder. Het is voor het eerst s<strong>in</strong>ds<br />

de sterke schuldtoename <strong>in</strong> 2008 dat de schuld<br />

als percentage van het bbp afnam.<br />

10,3%<br />

meer <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> 2015Aa<br />

10 miljard euro dal<strong>in</strong>g<br />

overheidsschuld <strong>in</strong> 2015Dd<br />

2.4 Economische groei Eurozone<br />

<strong>in</strong>dex 2008-I=100<br />

110<br />

108<br />

106<br />

104<br />

102<br />

100<br />

98<br />

96<br />

94<br />

92<br />

90<br />

88<br />

I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III<br />

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015<br />

IV<br />

Eurozone<br />

Bron: Eurostat.<br />

Italië<br />

Duitsland<br />

<strong>Nederland</strong><br />

Spanje<br />

Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk<br />

60 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


2.5 Inflatie<br />

% mutatie t.o.v. een jaar eerder<br />

3,5<br />

3,0<br />

2,5<br />

2,0<br />

1,5<br />

1,0<br />

2.6 Overheidssaldo en -schuld<br />

2011 2012 2013 2014 2015<br />

mld euro<br />

Overheids<strong>in</strong>komsten 274 ,4 278 ,8 286 ,5 290 ,9 292 ,0<br />

Overheidsuitgaven 302 ,0 303 ,9 302 ,1 306 ,5 304 ,4<br />

Overheidssaldo (EMU) −27 ,6 −25 ,1 −15 ,5 −15 ,6 −12 ,4<br />

Overheidsschuld (EMU) 396 ,4 428 ,6 442 ,2 452 ,1 441 ,7<br />

% bbp<br />

0,5<br />

0<br />

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015<br />

Overheidssaldo (EMU) −4 ,3 −3 ,9 −2 ,4 −2 ,4 −1 ,8<br />

Overheidsschuld (EMU) 61 ,7 66 ,4 67 ,9 68 ,2 65 ,1<br />

Inkomsten 42 ,7 43 ,2 44 ,0 43 ,9 43 ,0<br />

belast<strong>in</strong>gen en premies 35 ,5 35 ,7 36 ,3 37 ,1 37 ,2<br />

Uitgaven 47 ,0 47 ,1 46 ,4 46 ,2 44 ,9<br />

2.7 Internationale <strong>in</strong>flatie<br />

2011 2012 2013 2014 2015<br />

% mutatie t.o.v. een jaar eerder<br />

Eurozone 2 ,7 2 ,5 1 ,3 0 ,4 0 ,0<br />

<strong>Nederland</strong> 2 ,5 2 ,8 2 ,6 0 ,3 0 ,2<br />

Duitsland 2 ,5 2 ,1 1 ,6 0 ,8 0 ,1<br />

Frankrijk 2 ,3 2 ,2 1 ,0 0 ,6 0 ,1<br />

Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk 4 ,5 2 ,8 2 ,6 1 ,5 0 ,0<br />

Verenigde Staten 3 ,8 2 ,1 1 ,2 1 ,3 −0 ,7<br />

Bron: Eurostat.<br />

Economie 61


Won<strong>in</strong>gmarkt trekt aan<br />

2015<br />

178 293<br />

2014<br />

stijg<strong>in</strong>g van<br />

16%<br />

2015<br />

53 533<br />

2014<br />

stijg<strong>in</strong>g van<br />

35%<br />

bBouwvergunn<strong>in</strong>gen<br />

aVerkochte won<strong>in</strong>gen<br />

62 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


De feiten op een rij<br />

Internationale handel<br />

2.8 In- en uitvoerwaarde van goederen, 2015*<br />

<strong>Nederland</strong> heeft <strong>in</strong> 2015 voor 378 miljard aan<br />

goederen <strong>in</strong>gevoerd en voor 426 miljard euro<br />

aan goederen uitgevoerd. Het handelsoverschot<br />

was daarmee 48 miljard euro. De beperk<strong>in</strong>g van<br />

de gasw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen heeft dit overschot<br />

negatief beïnvloed. <strong>Nederland</strong> handelt het<br />

meest met Duitsland.<br />

S<strong>in</strong>ds 2006 is de <strong>in</strong>voer van bouwdiensten meer<br />

dan verdubbeld tot 2,1 miljard euro <strong>in</strong> 2015.<br />

Ruim twee derde van deze groei is toe te<br />

schrijven aan de import van bouwdiensten uit<br />

andere Europese landen. De uitvoer van<br />

bouwdiensten bedroeg 2,7 miljard euro <strong>in</strong><br />

2015, bijna 1 miljard euro meer dan <strong>in</strong> 2006.<br />

Deze groei vond vooral verder van huis plaats.<br />

De grootste groeimarkten, <strong>in</strong> het bijzonder voor<br />

grote baggerprojecten, bleken Azië en Afrika.<br />

Invoer (totaal 378 mld euro)<br />

15%<br />

4%<br />

31%<br />

10%<br />

10%<br />

14%<br />

17%<br />

Uitvoer (totaal 426 mld euro)<br />

14%<br />

5%<br />

28%<br />

9%<br />

13%<br />

18%<br />

13%<br />

Mach<strong>in</strong>es en vervoermaterieel<br />

Chemische producten<br />

M<strong>in</strong>erale brandstoffen<br />

Voed<strong>in</strong>g en levende dieren<br />

Fabrikaten<br />

Niet-eetbare grondstoffen,<br />

excl. brandstoffen<br />

Overig<br />

Economie 63


2.9 Invoer- en uitvoerwaarde van bouwdiensten<br />

mld euro<br />

3,5<br />

3,0<br />

2,5<br />

2,0<br />

1,5<br />

1,0<br />

0,5<br />

2.10 In- en uitvoerwaarde bouwdiensten naar<br />

cont<strong>in</strong>ent<br />

mld euro<br />

3,0<br />

2,5<br />

2,0<br />

1,5<br />

1,0<br />

0,5<br />

0<br />

2006<br />

Invoer<br />

2015 *<br />

2006<br />

Uitvoer<br />

2015 *<br />

0<br />

2006<br />

2007<br />

2008<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013<br />

2014<br />

2015*<br />

Europa<br />

Azië<br />

Afrika<br />

Amerika<br />

Oceanië<br />

Uitvoer<br />

Invoer<br />

2,7 miljard euro aan<br />

bouwdiensten uitgevoerd <strong>in</strong> 2015Bb<br />

64 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


2.11 Verkopen en prijzen bestaande koopwon<strong>in</strong>gen<br />

2011 2012 2013 2014 2015<br />

% mutatie t.o.v. een jaar eerder<br />

Prijs<strong>in</strong>dex bestaande koopwon<strong>in</strong>gen −2 ,4 −6 ,5 −6 ,6 0 ,9 2 ,8<br />

x 1 000<br />

Aantal transacties 121 117 110 154 178<br />

% mutatie t.o.v. een jaar eerder<br />

Aantal transacties −4 ,3 −2 ,9 −6 ,1 39 ,4 16 ,1<br />

Eengez<strong>in</strong>swon<strong>in</strong>gen −2 ,5 −0 ,2 −7 ,1 39 ,2 15 ,7<br />

waarvan<br />

tussenwon<strong>in</strong>g −4,0 −2 ,7 −7 ,3 42 ,2 17 ,2<br />

hoekwon<strong>in</strong>g −3 ,8 1 ,7 −6 ,2 34 ,1 15 ,4<br />

twee-onder-één-kap −2 ,9 1 ,5 −8 ,2 30 ,8 12 ,3<br />

vrijstaand 4 ,3 2 ,9 −6 ,8 45 ,1 15 ,1<br />

Appartementen −7 ,4 −9 ,1 −3 ,1 42 ,3 10 ,8<br />

Bouwen en wonen<br />

Huizen werden <strong>in</strong> 2015 opnieuw duurder.<br />

De prijzen van bestaande koopwon<strong>in</strong>gen stegen<br />

<strong>in</strong> 2015 met bijna 3 procent. De prijzen lagen<br />

nog wel 16 procent onder het recordniveau van<br />

2008. Er werden ook meer won<strong>in</strong>gen verkocht.<br />

Ruim 178 duizend bestaande koopwon<strong>in</strong>gen<br />

kregen <strong>in</strong> 2015 een nieuwe eigenaar,<br />

24 duizend meer dan een jaar eerder. Ook het<br />

aantal nieuwbouwwon<strong>in</strong>gen waarvoor een<br />

bouwvergunn<strong>in</strong>g is afgegeven nam toe. Het<br />

waren er bijna 54 duizend <strong>in</strong> 2015, 14 duizend<br />

meer dan een jaar eerder.<br />

2.12 Afgegeven bouwvergunn<strong>in</strong>gen voor nieuwbouwwon<strong>in</strong>gen<br />

x 1 000<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

2008<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013<br />

2014<br />

2015<br />

Koopwon<strong>in</strong>gen<br />

Huurwon<strong>in</strong>gen<br />

Economie 65


Vervoer 2.13 Goederenvervoer<br />

In 2015 werd 360 miljoen ton goederen over<br />

de <strong>Nederland</strong>se b<strong>in</strong>nenwateren vervoerd. Bijna<br />

een derde hiervan werd zowel geladen als<br />

gelost <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Van alle vervoerde<br />

goederen g<strong>in</strong>g het grootste deel naar het<br />

buitenland, waarbij Duitsland de belangrijkste<br />

bestemm<strong>in</strong>g was. De lad<strong>in</strong>g die de oostgrens<br />

over g<strong>in</strong>g, bestond voornamelijk uit steenkool<br />

en erts.<br />

2013* 2014* 2015*<br />

mln ton<br />

Totaal 1 767 1 796 1 815<br />

waarvan<br />

wegvervoer 689 691 692<br />

zeevaart 1) 558 574 594<br />

b<strong>in</strong>nenvaart 356 367 360<br />

pijpleid<strong>in</strong>gvervoer 123 123 126<br />

spoorvervoer 39 39 41<br />

luchtvaart 2 2 2<br />

1)<br />

Brutogewicht exclusief gewicht conta<strong>in</strong>ers.<br />

2.14 Prijs van Euro95 per dag<br />

euro per liter<br />

1,90<br />

1,80<br />

1,70<br />

1,60<br />

1,50<br />

1,40<br />

0<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013<br />

2014<br />

2015<br />

66 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


2.15 Vrachtvervoer via <strong>Nederland</strong>se luchthavens<br />

naar herkomst en bestemm<strong>in</strong>g, 2015<br />

Geloste vracht<br />

Geladen vracht<br />

0 200 400 600 800 1 000<br />

1 000 ton<br />

Europa<br />

Amerika<br />

Azië<br />

Afrika<br />

2.16 Aan- en afvoer van goederen over spoor<br />

360 miljoen ton<br />

vervoer door b<strong>in</strong>nenvaart<br />

mln ton<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

1988<br />

1991<br />

1994<br />

1997<br />

2000<br />

2003<br />

2006<br />

2009<br />

2012<br />

2015<br />

Afvoer<br />

Aanvoer<br />

Economie 67


Industrie<br />

In 2015 produceerde de <strong>in</strong>dustrie 0,6 procent<br />

meer dan het jaar ervoor. Vergeleken met 2009,<br />

toen de <strong>in</strong>dustriële productie een dieptepunt<br />

bereikte <strong>in</strong> de periode van economische crisis,<br />

produceerde de <strong>in</strong>dustrie 10,4 procent meer.<br />

Die positieve ontwikkel<strong>in</strong>g past goed bij<br />

het voortdurend positieve vertrouwen dat<br />

producenten s<strong>in</strong>ds oktober 2014 hebben. In juni<br />

2015 bereikte het producentenvertrouwen een<br />

piek.<br />

2.17 Producentenvertrouwen en productiegroei <strong>in</strong>dustrie<br />

Saldo % positieve en negatieve antwoorden<br />

% mutatie t.o.v. een jaar eerder<br />

12<br />

12<br />

8<br />

8<br />

4<br />

4<br />

0<br />

0<br />

–4<br />

–4<br />

–8<br />

–8<br />

–12<br />

–12<br />

–16<br />

–16<br />

–20<br />

–20<br />

–24<br />

–24<br />

–28<br />

–28<br />

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015<br />

Het aantal faillissementen <strong>in</strong> de <strong>in</strong>dustrie<br />

daalde <strong>in</strong> 2015 met 30,6 procent ten opzichte<br />

van 2014. Met 392 faillissementen werd het<br />

laagste niveau bereikt s<strong>in</strong>ds het beg<strong>in</strong> van de<br />

economische crisis <strong>in</strong> 2008. Het toppunt was <strong>in</strong><br />

2012, toen <strong>in</strong> totaal 859 <strong>in</strong>dustriële bedrijven<br />

failliet g<strong>in</strong>gen.<br />

2.18 Aantal faillissementen <strong>in</strong>dustrie<br />

1000<br />

800<br />

600<br />

Producentenvertrouwen (l<strong>in</strong>keras)<br />

Productiegroei (rechteras)<br />

400<br />

200<br />

0<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013<br />

2014<br />

2015<br />

68 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


2.19 Omzet handel en horeca, 2015<br />

Handel en horeca<br />

Autohandel<br />

Groothandel<br />

Zowel de handel als de horeca haalden <strong>in</strong> 2015<br />

meer omzet dan een jaar eerder. In 2014 was<br />

er al een opgaande lijn en die trok <strong>in</strong> 2015<br />

overtuigend door.<br />

Detailhandel<br />

waaronder<br />

non-food<br />

voed<strong>in</strong>gsmiddelen<br />

postorder-, <strong>in</strong>ternetw<strong>in</strong>kels<br />

Horeca<br />

waaronder<br />

cafés<br />

hotels<br />

snackbars, ijssalons e.d.<br />

restaurants<br />

Bij de postorder- en <strong>in</strong>ternetw<strong>in</strong>kels steeg de<br />

omzet het meest (+15 procent). Ook de autohandel<br />

deed het goed (+11 procent). In deze<br />

branche deed de grootste groei zich voor <strong>in</strong> het<br />

laatste kwartaal. Die kwam vooral voor reken<strong>in</strong>g<br />

van de zakelijke markt. Per 1 januari <strong>2016</strong><br />

werden de fiscale regel<strong>in</strong>gen ten aanzien van<br />

zakelijk autogebruik <strong>in</strong>grijpend gewijzigd.<br />

Van de branches <strong>in</strong> de horeca deden vooral de<br />

restaurants en de hotels het goed. Restaurants<br />

boekten ruim 7 en hotels ruim 6 procent meer<br />

omzet dan <strong>in</strong> 2014.<br />

0 5 10 15 20<br />

% mutatie t.o.v. een jaar eerder<br />

Economie 69


2.20 Ontwikkel<strong>in</strong>g omzet zakelijke dienstverlen<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>formatie en communicatie, 2015<br />

Uitgeverijen<br />

Telecommunicatie<br />

Accountancy, adm<strong>in</strong>istratie<br />

Reclamebureaus en marktonderzoek<br />

Beveilig<strong>in</strong>g en opspor<strong>in</strong>g<br />

Rechtskundige dienstverlen<strong>in</strong>g<br />

Architecten en <strong>in</strong>genieurs<br />

Re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g<br />

Managementadviesbureaus<br />

Keur<strong>in</strong>g en controle<br />

IT-dienstverlen<strong>in</strong>g<br />

Uitzendbranche<br />

Reisbureaus, reisorganisaties<br />

-5 0 5 10 15 20 25<br />

% mutatie t.o.v. een jaar eerder<br />

2.21 Kerngegevens uitzendbranche, seizoengecorrigeerd<br />

<strong>in</strong>dex 2010=100<br />

160<br />

150<br />

140<br />

130<br />

120<br />

110<br />

100<br />

90<br />

80<br />

I<br />

II<br />

III<br />

IV<br />

I<br />

II<br />

III<br />

IV<br />

I<br />

II<br />

III<br />

IV<br />

I<br />

II<br />

III<br />

IV<br />

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015<br />

I<br />

II<br />

III<br />

IV<br />

I<br />

II<br />

III<br />

IV<br />

I<br />

II<br />

III<br />

IV<br />

I<br />

II<br />

III<br />

IV<br />

Omzet<br />

Uitzenduren niet <strong>in</strong> vaste dienst<br />

Uitzenduren <strong>in</strong> vaste dienst en detacher<strong>in</strong>g<br />

70 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


2.22 Uitgesproken faillissementen<br />

x 1 000<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013<br />

2014<br />

2015<br />

11% meer<br />

omzet autohandel<br />

<strong>in</strong> 2015<br />

Economie 71


F<strong>in</strong>anciële markten<br />

2.23 AEX-<strong>in</strong>dex e<strong>in</strong>dejaarsstanden<br />

De AEX-<strong>in</strong>dex stond aan het e<strong>in</strong>de van een<br />

600<br />

onrustig verlopen 2015 op een koersw<strong>in</strong>st van<br />

500<br />

4 procent. De eerste helft van het jaar zette het<br />

400<br />

opkoop- en rentebeleid van de Europese<br />

300<br />

Centrale Bank (ECB) de toon op de f<strong>in</strong>anciële<br />

markten. Met het verlagen van de rente en het<br />

opkopen van staatsobligaties en len<strong>in</strong>gen van<br />

eurolanden probeerde de ECB de economie te<br />

stimuleren en de <strong>in</strong>flatie aan te wakkeren.<br />

200<br />

100<br />

0<br />

2001<br />

2002<br />

2003<br />

2004<br />

2005<br />

2006<br />

2007<br />

2008<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013<br />

2014<br />

2015<br />

De aandelenmarkten profiteerden van het<br />

ECB-beleid. De koersen stegen tot het hoogste<br />

niveau s<strong>in</strong>ds het uitbreken van de crisis. In de<br />

tweede helft van 2015 vormde de onzekerheid<br />

over de ontwikkel<strong>in</strong>g van de wereldeconomie<br />

de <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g tot zware koersverliezen op de<br />

aandelenmarkt.<br />

Bron: DNB.<br />

Aa<br />

392 faillissementen<br />

<strong>in</strong> <strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong> 2015<br />

72 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


2.24 Veestapel op landbouwbedrijven, 1 april<br />

2013 2014 2015*<br />

1 000 dieren<br />

Graasdieren<br />

Geiten 413 431 470<br />

Paarden en pony's 131 127 118<br />

Rundvee 3 999 4 068 4 134<br />

Schapen 1 034 959 946<br />

Hokdieren<br />

Kippen 97 719 103 039 106 761<br />

waarvan<br />

leghennen 44 816 46 570 47 682<br />

vleeskuikens 44 242 47 020 49 107<br />

Overig pluimvee (waaronder eenden, kalkoenen) 1 709 1 699 1 845<br />

Konijnen 311 321 381<br />

Edelpelsdieren 1 031 1 003 1 023<br />

Varkens 12 212 12 238 12 603<br />

waarvan<br />

biggen 5 274 5 382 5 598<br />

fokvarkens 1 184 1 199 1 201<br />

vleesvarkens 5 754 5 657 5 804<br />

Landbouw<br />

Per 1 april 2015 zijn de melkquota <strong>in</strong> de EU<br />

afgeschaft. Veel melkveebedrijven hebben <strong>in</strong> de<br />

jaren voorafgaand aan die datum hun productie<br />

opgeschroefd. Ook <strong>in</strong> 2015 groeiden deze<br />

bedrijven. Zo kwamen er 50 duizend melkkoeien<br />

en 38 duizend stuks vrouwelijk jongvee<br />

bij. In vergelijk<strong>in</strong>g met een jaar ervoor waren er<br />

bijna 2 procent meer runderen op 1 april 2015.<br />

De melkproductie nam ten opzichte van 2014<br />

toe met ruim 850 duizend ton tot 13,3 miljoen<br />

ton <strong>in</strong> 2015. Een doorsnee <strong>Nederland</strong>se melkproducent<br />

had 90 melkkoeien <strong>in</strong> 2015.<br />

<strong>Nederland</strong> behoort samen met Duitsland,<br />

Frankrijk, het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk, Polen en Italië<br />

tot de belangrijkste melkproducenten <strong>in</strong> de EU.<br />

Economie 73


2.25 Vlees- en zuivelproductie<br />

2013 2014 2015*<br />

mln kg<br />

Vleesproductie (met been, <strong>in</strong>cl. afsnijvet)<br />

Kalveren 222 217 225<br />

Volwassen runderen 157 159 157<br />

Schapen en geiten 14 14 14<br />

Varkens 1 307 1 371 1 459<br />

Vleeskuikens 888 920 952<br />

Onbewerkte koemelk ontvangen door<br />

zuivelfabrieken 12 213 12 473 13 326<br />

Melkverwerk<strong>in</strong>g tot<br />

Boter 133 137 146<br />

Fabriekskaas 794 772 847<br />

Gecondenseerde melk 360 382 400<br />

Melkpoeder 194 205 208<br />

Bron: RVO.nl<br />

90 melkkoeien<br />

op doorsnee melkveebedrijf<br />

<strong>in</strong> 2015<br />

74 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


2.26 Oogst akkerbouw<br />

2.27 Oogst appels en peren<br />

2013 2014 2015<br />

mln kg<br />

Aardappelen, consumptie- 3 481 3 871 3 325<br />

Aardappelen, poot- 1 400 1 475 1 517<br />

Aardappelen, zetmeel- 1 695 1 754 1 809<br />

Suikerbieten 5 727 6 822 4 868<br />

Zaaiuien 1 200 1 220 1 371<br />

Gerst 208 197 229<br />

Haver 10 10 8<br />

Rogge 7 7 6<br />

Tarwe 1 335 1 304 1 300<br />

Triticale 10 9 7<br />

Corn-cob-mix (met 65% droge stof) 68 67 53<br />

Korrelmaïs (met 65% droge stof) 185 173 121<br />

Snijmaïs (met 35% droge stof) 10 268 10 788 7 976<br />

Vezelvlas 11 10 14<br />

2013 2014 2015*<br />

mln kg<br />

Appelen 314 353 336<br />

Elstar 123 140 129<br />

Golden Delicious 16 18 15<br />

Jonagold/Jonagored 92 100 98<br />

Junami 12 16 14<br />

Kanzi 17 18 19<br />

Rode Boskoop 16 19 18<br />

Rubens 3 2 1<br />

Peren 327 349 349<br />

Beurré Alexandre Lucas 24 20 25<br />

Conference 256 275 275<br />

Doyenne du Comice 28 30 28<br />

Dd<br />

737 hectare teeltoppervlakte<br />

voor blauwe bessen <strong>in</strong> 2015<br />

Stoofperen 8 9 6<br />

6 miljoen kilo stoofperen<br />

geoogst <strong>in</strong> 2015<br />

Economie 75


2.28 Gemiddeld aantal dieren per bedrijf<br />

<strong>in</strong>dex 2000=100<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

2.29 Gemiddelde prijs verse vis<br />

euro /1 000 kg<br />

15 000<br />

12 000<br />

9 000<br />

6 000<br />

3 000<br />

0<br />

2000<br />

2002<br />

2004<br />

2006<br />

2008<br />

2010<br />

2012<br />

2014<br />

1994<br />

1996<br />

1998<br />

2000<br />

2002<br />

2004<br />

2006<br />

2008<br />

2010<br />

2012<br />

2014*<br />

Runderen<br />

Geiten<br />

Kippen<br />

Garnalen<br />

Schol<br />

Tong<br />

Schapen<br />

Varkens<br />

Kabeljauw<br />

Tarbot<br />

2.30 Areaal snijbloemen<br />

2005 (totaal 3 250 ha) 2010 (totaal 2 440 ha)<br />

2015* ( totaal 1 880 ha)<br />

29%<br />

18%<br />

24%<br />

21%<br />

31%<br />

21%<br />

3%<br />

5%<br />

6%<br />

7%<br />

8%<br />

24%<br />

4%<br />

5%<br />

7%<br />

11%<br />

8%<br />

20%<br />

3%<br />

4%<br />

8%<br />

9%<br />

9%<br />

15%<br />

Chrysanten<br />

Lelies<br />

Gerbera's<br />

Anthurium<br />

Rozen<br />

Orchideeën<br />

Fresia's<br />

Overige snijbloemen<br />

76 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


2.31 Teeltoppervlakte asperges per gemeente, 2015<br />

Percentage van cultuurgrond<br />

M<strong>in</strong>der dan 0,5<br />

0,5 tot 2<br />

2 tot 4<br />

4 of meer<br />

Geen<br />

93% meer kippen<br />

per bedrijf <strong>in</strong> 2015 dan <strong>in</strong> 2000Ee<br />

Economie 77


1,5%<br />

meer koopkracht <strong>in</strong> 2014<br />

19 000 euro is het gemiddelde<br />

vermogen van huishoudens <strong>in</strong> 2014<br />

Meer f<strong>in</strong>anciële armslag<br />

78 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


3. Arbeid en <strong>in</strong>komen<br />

<strong>Trends</strong><br />

Na jaren van neergang steeg <strong>in</strong> 2014 het<br />

gemiddeld besteedbaar <strong>in</strong>komen weer. Daarnaast<br />

nam de koopkracht van de bevolk<strong>in</strong>g na<br />

vier jaar dal<strong>in</strong>g weer toe en hield de afname van<br />

het vermogen van huishoudens na zes jaar halt.<br />

Kortom, voor veel huishoudens en personen<br />

kwam er wat meer f<strong>in</strong>anciële armslag. Vooral<br />

werknemers profiteerden van het economisch<br />

herstel.<br />

Ook daalde het percentage huishoudens met<br />

een <strong>in</strong>komen onder de lage-<strong>in</strong>komensgrens die<br />

volgens eigen opgave moeite hadden om rond<br />

te komen. Van ruim 50 procent <strong>in</strong> 2013 naar<br />

41 procent <strong>in</strong> 2015, een percentage dat<br />

vergelijkbaar is met dat van voor de crisis. Daar<br />

staat tegenover dat het risico op langdurige<br />

armoede s<strong>in</strong>ds 2010 alleen maar is toegenomen.<br />

Meer <strong>in</strong>komen<br />

In 2014 kwam het gemiddelde gestandaardiseerde<br />

<strong>in</strong>komen van huishoudens uit op<br />

24,1 duizend euro. Na een jarenlange neergang<br />

was daarmee voor het eerst weer sprake van<br />

een toename. De ontwikkel<strong>in</strong>g van het<br />

gemiddelde <strong>in</strong>komen laat zien hoe het <strong>in</strong>komen<br />

zich van het ene tot het andere jaar verhoudt<br />

bij huishoudens: wordt het meer of m<strong>in</strong>der?<br />

Om een vergelijk<strong>in</strong>g tussen verschillende typen<br />

huishoudens mogelijk te maken, wordt het<br />

besteedbaar <strong>in</strong>komen gestandaardiseerd, ofwel<br />

aangepast voor verschillen <strong>in</strong> grootte en<br />

samenstell<strong>in</strong>g van het huishouden.<br />

Bekeken over meerdere decennia, blijkt dat <strong>in</strong><br />

2014 een huishouden 20 procent meer te<br />

besteden had dan <strong>in</strong> 1977, toen het gestandaardiseerde<br />

<strong>in</strong>komen 19,4 duizend euro bedroeg.<br />

De toename komt onder andere door de stijg<strong>in</strong>g<br />

van de arbeidsproductiviteit en de loonsverhog<strong>in</strong>g<br />

die daaruit voortkomt. Ook het feit<br />

dat vrouwen meer zijn gaan deelnemen aan<br />

het arbeidsproces speelt een belangrijke rol.<br />

Daardoor kwamen er steeds meer anderhalfen<br />

tweeverdienershuishoudens.<br />

Arbeid en <strong>in</strong>komen 79


In de periode 1977–2013 is de stijgende trend<br />

een paar keer onderbroken door een <strong>in</strong>z<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g<br />

vanwege een terugval van de economie. Het<br />

laagste <strong>in</strong>komensniveau werd bereikt rond<br />

1985, toen sprake was van een ernstige<br />

economische crisis. Ook rond 1994 en 2004<br />

deed zich een economische achteruitgang voor,<br />

zij het op aanmerkelijk kle<strong>in</strong>ere schaal.<br />

Het hoogste <strong>in</strong>komensniveau <strong>in</strong> de periode<br />

1977–2013 werd bereikt <strong>in</strong> 2007, tijdens de<br />

opbloei van de economie. Maar als gevolg van<br />

de daaropvolgende economische crisis is het<br />

gemiddelde <strong>in</strong>komen <strong>in</strong> elk van de jaren<br />

2008–2013 gedaald.<br />

3.1 Gemiddeld <strong>in</strong>komen van huishoudens 1)<br />

x 1 000 euro (<strong>in</strong> prijzen van 2014)<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

1975<br />

1980<br />

1985<br />

1990<br />

1995<br />

2000<br />

2005<br />

2010<br />

2015<br />

Besteedbaar <strong>in</strong>komen<br />

Gestandaardiseerd <strong>in</strong>komen<br />

1)<br />

De Inkomensstatistiek is herzien waardoor de cijfers uit de reeks 1977–2000 niet<br />

geheel vergelijkbaar zijn met die uit de reeks 2000–2014.<br />

Meer koopkracht<br />

De jaarlijkse verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> koopkracht bij<br />

personen wordt zichtbaar gemaakt door voor<br />

iedere persoon te volgen hoe het gestandaardiseerd<br />

besteedbaar <strong>in</strong>komen van het bijbehorende<br />

huishouden wijzigt van het ene op het andere<br />

jaar. De koopkrachtcijfers laten eveneens een<br />

kenter<strong>in</strong>g ten goede zien, want na vier opeenvolgende<br />

jaren van dal<strong>in</strong>g nam de koopkracht <strong>in</strong><br />

2014 met 1,5 procent toe. Voor een deel was die<br />

stijg<strong>in</strong>g het resultaat van de verlag<strong>in</strong>g van de<br />

pensioenpremies van werknemers.<br />

3.2 Ontwikkel<strong>in</strong>g koopkracht (dynamisch)<br />

% mutatie t.o.v. een jaar eerder<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

–1<br />

–2<br />

1985 1990 1995<br />

2000<br />

2005<br />

2010<br />

2015<br />

80 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


3.3 Doorsnee vermogen van huishoudens, 1 januari<br />

x 1 000 euro (<strong>in</strong> prijzen van 2014)<br />

50<br />

zelfstandigen de koopkracht met ten m<strong>in</strong>ste<br />

13 procent daalde, steeg deze bij een even<br />

grote groep met bijna 14 procent of meer.<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014*<br />

Vermogen <strong>in</strong>cl eigen won<strong>in</strong>g<br />

Vermogen excl eigen won<strong>in</strong>g<br />

Alle bevolk<strong>in</strong>gsgroepen zagen hun koopkracht<br />

toenemen, maar werknemers g<strong>in</strong>gen er met<br />

2,7 procent het meest op vooruit <strong>in</strong> 2014.<br />

Ondanks de lage cao-loonstijg<strong>in</strong>g, nam de<br />

koopkracht van ambtenaren met 3,7 procent<br />

toe. Bij deze groep werkte de premieverlag<strong>in</strong>g<br />

het sterkst door.<br />

Zelfstandigen g<strong>in</strong>gen er met 0,3 procent maar<br />

we<strong>in</strong>ig op vooruit. Maar bij hen liggen de<br />

uitersten veel verder uit elkaar dan bij<br />

werknemers. Terwijl bij een kwart van de<br />

Vermogens niet verder gedaald<br />

Het vermogen van huishoudens, zoals dat op de<br />

eerste dag van ieder nieuw jaar fiscaal wordt<br />

vastgesteld, slonk niet verder <strong>in</strong> 2014. S<strong>in</strong>ds het<br />

beg<strong>in</strong> van de economische crisis g<strong>in</strong>g het<br />

doorsnee vermogen – bezitt<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong>us<br />

schulden – voortdurend omlaag, vooral doordat<br />

won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> waarde daalden. Van 47 duizend<br />

<strong>in</strong> 2008 liep het vermogen terug tot 19 duizend<br />

euro <strong>in</strong> 2013. In 2014 zette die dal<strong>in</strong>g niet<br />

verder door. Ook wanneer de eigen won<strong>in</strong>g<br />

buiten beschouw<strong>in</strong>g blijft, is sprake van<br />

stabilisatie <strong>in</strong> 2014.<br />

Meer risico op langdurige armoede<br />

Het percentage huishoudens dat moet<br />

rondkomen van een <strong>in</strong>komen onder de lage<strong>in</strong>komensgrens,<br />

nam niet of nauwelijks verder<br />

toe <strong>in</strong> 2014. Gaandeweg de economische crisis<br />

steeg dit percentage van 7,4 procent <strong>in</strong> 2010<br />

naar 10,3 procent <strong>in</strong> 2013. In 2014 bleef het<br />

met 10,4 procent vrijwel gelijk. Daar staat<br />

tegenover dat het risico op langdurige armoede,<br />

Arbeid en <strong>in</strong>komen 81


dat wil zeggen de kans dat een huishouden ten<br />

m<strong>in</strong>ste vier jaar achtereen van een laag <strong>in</strong>komen<br />

moet rondkomen, opliep. Dit nam toe van<br />

2,3 procent <strong>in</strong> 2010 naar 3,0 procent <strong>in</strong> 2013 en<br />

groeide verder door naar 3,3 procent <strong>in</strong> 2014.<br />

Het aantal k<strong>in</strong>deren dat leeft <strong>in</strong> een gez<strong>in</strong> dat<br />

het langdurig moet stellen met een laag<br />

<strong>in</strong>komen, nam met 16 duizend toe, tot<br />

131 duizend <strong>in</strong> 2014.<br />

M<strong>in</strong>der huishoudens melden krapte<br />

Bij huishoudens met een laag <strong>in</strong>komen steeg<br />

het percentage dat aangeeft moeilijk rond te<br />

komen van 40 <strong>in</strong> 2012 naar ruim 50 procent <strong>in</strong><br />

2013. Daarna werd dit aandeel kle<strong>in</strong>er en kwam<br />

<strong>in</strong> 2015 met 41 procent weer op het oude,<br />

stabiele niveau te liggen. Bij huishoudens met<br />

een <strong>in</strong>komen boven de lage-<strong>in</strong>komensgrens<br />

schommelde het percentage dat moeilijk kan<br />

rondkomen <strong>in</strong> de afgelopen jaren rond de<br />

10 procent.<br />

Inkomens gelijker verdeeld dan vermogen<br />

Het <strong>in</strong>komen is m<strong>in</strong>der ongelijk verdeeld over<br />

huishoudens dan het vermogen. Ook lag <strong>in</strong><br />

2014 de <strong>in</strong>komensongelijkheid met een G<strong>in</strong>icoëfficiënt<br />

van 0,286 vrijwel op hetzelfde<br />

niveau als <strong>in</strong> de voorgaande vijftien jaren.<br />

Alleen <strong>in</strong> 2007 nam de <strong>in</strong>komensongelijkheid<br />

even licht toe. Dit kwam door een gunstige<br />

fiscale regel<strong>in</strong>g voor het uitkeren van dividend<br />

aan directeur-grootaandeelhouders.<br />

Bij de G<strong>in</strong>i-coëfficiënt wordt het onderl<strong>in</strong>ge<br />

verschil tussen alle huishoudens <strong>in</strong> <strong>in</strong>komen of<br />

vermogen samengevat <strong>in</strong> een getal dat varieert<br />

van 0 (geen ongelijkheid) tot 1 (maximale<br />

ongelijkheid). Met een G<strong>in</strong>i-coëfficiënt van 0,894<br />

lag de vermogensongelijkheid <strong>in</strong> 2014 op een<br />

hoger niveau dan de <strong>in</strong>komensongelijkheid.<br />

Beg<strong>in</strong> 2014 was 86 procent van het vermogen <strong>in</strong><br />

handen van de 20 procent meest vermogende<br />

huishoudens.<br />

S<strong>in</strong>ds de economische crisis is de vermogensongelijkheid<br />

voortdurend gestegen, maar <strong>in</strong><br />

2014 nam deze niet verder toe. De stijg<strong>in</strong>g is<br />

vooral het gevolg van de dal<strong>in</strong>g van de huizenprijzen<br />

tijdens de crisis. Gemiddeld is de eigen<br />

won<strong>in</strong>g goed voor meer dan de helft van het<br />

vermogen van huishoudens. Bijna 6 op de<br />

10 huishoudens bezitten een eigen huis en met<br />

een grote hypotheekschuld heeft een dal<strong>in</strong>g<br />

van de won<strong>in</strong>gwaarde verhoud<strong>in</strong>gsgewijs een<br />

82 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


3.4 Huishoudens met een (langdurig) laag <strong>in</strong>komen<br />

groot effect op het vermogen. Dit effect is<br />

%<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

relatief kle<strong>in</strong> bij huishoudens met een groter<br />

vermogen, die bijvoorbeeld ook over<br />

spaartegoeden of aandelen beschikken.<br />

Doordat de huizenprijzen <strong>in</strong> 2014 niet verder<br />

daalden, kwam er ook een e<strong>in</strong>d aan de<br />

4<br />

2<br />

toename <strong>in</strong> de vermogensongelijkheid.<br />

0<br />

'00*<br />

'01<br />

'02<br />

'03<br />

'04<br />

'05<br />

'06<br />

'07<br />

'08<br />

'09<br />

'10<br />

'11<br />

'12<br />

'13<br />

'14*<br />

'15*<br />

'16*<br />

Bij de bereken<strong>in</strong>g van het vermogen tellen<br />

pensioenaanspraken niet mee. Volgens de CBSdef<strong>in</strong>itie<br />

moet vermogen overdraagbaar zijn en<br />

Laag <strong>in</strong>komen<br />

Langdurig laag <strong>in</strong>komen<br />

Bron: CBS, Inkomensstatistiek 2000–2014; CPB, ram<strong>in</strong>g 2015–<strong>2016</strong> .<br />

moet het huishouden er vrijelijk over kunnen<br />

beschikken. Pensioenaanspraken voldoen niet<br />

aan die def<strong>in</strong>itie. Collectieve vormen van<br />

3.5 Inkomens- en vermogensongelijkheid<br />

G<strong>in</strong>i-coëfficiënt<br />

vermogen, zoals de sociale vangnetten en<br />

onderwijs, rekent het CBS evenm<strong>in</strong> tot vermogen.<br />

1,0<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

M<strong>in</strong>der dan <strong>in</strong> andere landen is er door de<br />

verplichte deelname aan pensioenregel<strong>in</strong>gen en<br />

de ruime beschikbaarheid van collectieve<br />

0,2<br />

voorzien<strong>in</strong>gen voor veel <strong>Nederland</strong>ers noodzaak<br />

0<br />

om zelf vermogen voor de oude dag op te<br />

'00*<br />

'01<br />

'02<br />

'03<br />

'04<br />

'05<br />

'06<br />

'07<br />

'08<br />

'09<br />

'10<br />

'11<br />

'12<br />

'13<br />

'14*<br />

bouwen. Vergelijk<strong>in</strong>gen van <strong>Nederland</strong> met<br />

landen waar de vermogensopbouw aanmerkelijk<br />

m<strong>in</strong>der via collectieve regel<strong>in</strong>gen gebeurt, gaan<br />

Vermogen<br />

Vermogen exclusief eigen won<strong>in</strong>g en hypotheekschuld<br />

dan ook per def<strong>in</strong>itie mank.<br />

Gestandaardiseerd <strong>in</strong>komen<br />

Arbeid en <strong>in</strong>komen 83


Werkloosheid<br />

neemt verder af<br />

<strong>in</strong> 2015<br />

614 000<br />

46 000 10 000 000<br />

Werklozen<br />

M<strong>in</strong>der werklozen<br />

dan <strong>in</strong> 2014<br />

Banen


De feiten op een rij<br />

Werkgelegenheid<br />

Het aantal banen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> nam <strong>in</strong> 2015 met<br />

109 duizend toe en kwam gemiddeld uit op<br />

9,9 miljoen. In het laatste kwartaal van 2015<br />

werd zelfs voor het eerst de mijlpaal van<br />

10 miljoen banen bereikt. De groei zit na de<br />

crisis van e<strong>in</strong>d 2008 vooral <strong>in</strong> de banen van<br />

zelfstandigen. Maar <strong>in</strong> 2015 steeg voor het eerst<br />

s<strong>in</strong>ds 2011 ook het aantal banen van werknemers.<br />

Twee op de tien banen komt voor reken<strong>in</strong>g van<br />

3.6 Banen<br />

x mln<br />

11<br />

10<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

2008<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013*<br />

2014*<br />

2015*<br />

een zelfstandige.<br />

Het percentage mensen met een betaalde baan<br />

steeg naar 65,4 procent. Dat zijn 4,5 miljoen<br />

werkende mannen en 3,8 miljoen werkende<br />

vrouwen <strong>in</strong> 2015. Daarmee was een iets groter<br />

deel van de bevolk<strong>in</strong>g aan het werk dan een<br />

jaar eerder. Van de werkenden heeft 51 procent<br />

een voltijdbaan, 49 procent werkt <strong>in</strong> deeltijd.<br />

Onder vrouwen ligt het aandeel deeltijdwerkers<br />

veel hoger dan onder mannen.<br />

Werknemers<br />

Zelfstandigen<br />

3,8 miljoen vrouwen met<br />

een betaalde baan <strong>in</strong> 2015Bb<br />

Arbeid en <strong>in</strong>komen 85


3.7 Gewerkte uren per baan, werknemers en<br />

zelfstandigen, 2014*<br />

Totaal<br />

Mannen Vrouwen<br />

Totaal 1 261 1 487 1 015<br />

Landbouw, bosbouw en visserij 1 397 1 552 1 055<br />

Nijverheid (geen bouw) en energie 1 574 1 674 1 223<br />

Bouwnijverheid 1 636 1 703 1 098<br />

Handel, vervoer en horeca 1 262 1 456 998<br />

Informatie en communicatie 1 538 1 608 1 320<br />

F<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>g 1 483 1 624 1 301<br />

Verhuur en handel van onroerend goed 1 266 1 368 1 130<br />

Zakelijke dienstverlen<strong>in</strong>g 1 148 1 395 895<br />

Overheid en zorg 1 127 1 358 1 022<br />

Cultuur, recreatie, overige diensten 1 170 1 315 1 079<br />

3.8 Banen van werknemers, 2015*<br />

Totaal Mannen Vrouwen<br />

x 1 000<br />

Totaal 7 818 4 107 3 711<br />

Landbouw, bosbouw en visserij 103 69 33<br />

Nijverheid (geen bouw) en energie 810 631 178<br />

Bouwnijverheid 300 265 35<br />

Handel, vervoer en horeca 2 048 1 152 896<br />

Informatie en communicatie 235 172 63<br />

F<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>g 238 134 104<br />

Verhuur en handel van onroerend goed 66 35 31<br />

Zakelijke dienstverlen<strong>in</strong>g 1 449 846 603<br />

Overheid en zorg 2 274 690 1 584<br />

Cultuur, recreatie, overige diensten 295 113 182<br />

2% ziekteverzuim<br />

<strong>in</strong> de horeca <strong>in</strong> 2015<br />

86 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


3.9 Werkzame personen, 2015*<br />

Totaal Werknemers Zelfstandigen<br />

x 1 000<br />

Totaal 8 818 7 309 1 509<br />

Landbouw, bosbouw en visserij 201 95 107<br />

Nijverheid (geen bouw) en energie 834 795 39<br />

Bouwnijverheid 451 293 158<br />

Handel, vervoer en horeca 2 185 1 928 257<br />

Informatie en communicatie 271 228 43<br />

F<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>g 235 230 5<br />

Verhuur en handel van onroerend goed 74 63 11<br />

Zakelijke dienstverlen<strong>in</strong>g 1 794 1 320 474<br />

Overheid en zorg 2 397 2 122 275<br />

Cultuur, recreatie, overige diensten 375 236 139<br />

3.10 Ziekteverzuim per bedrijfstak, 2015<br />

Horeca<br />

Specialistische zakelijke diensten<br />

Landbouw<br />

ICT-bedrijven<br />

F<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>g<br />

<strong>Nederland</strong><br />

Water- en afvalbeheer<br />

Industrie<br />

3.11 Netto arbeidsparticipatie, 2015<br />

%<br />

100<br />

Onderwijs<br />

Gezondheids- en welzijnszorg<br />

Openbaar bestuur<br />

80<br />

60<br />

0 1 2 3 4 5 6<br />

%<br />

40<br />

20<br />

0<br />

15–19<br />

20–24<br />

25–29<br />

30–34<br />

35–39<br />

40–44<br />

45–49<br />

50–54<br />

55–59<br />

60–64 65–69 70–74<br />

leeftijd <strong>in</strong> jaren<br />

Vrouwen<br />

Mannen<br />

Arbeid en <strong>in</strong>komen 87


Werkloosheid 3.12 Werkloosheid <strong>in</strong> de Europese Unie, 2015<br />

S<strong>in</strong>ds het voorjaar van 2014 is de werkloosheid<br />

<strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> aan het afnemen. In 2015 zette<br />

die trend door: 614 duizend personen waren<br />

werkloos, 46 duizend m<strong>in</strong>der dan het jaar<br />

daarvoor. Daarmee was 6,9 procent van de<br />

bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de leeftijdsgroep van 15 tot 75 jaar<br />

werkloos. De grootste dal<strong>in</strong>g deed zich voor<br />

onder de jongeren van 15 tot 25 jaar. Toch was<br />

<strong>in</strong> 2015 nog 11 procent van de jongeren<br />

werkloos.<br />

Het aantal langdurig werklozen nam toe met<br />

9 duizend tot 259 duizend <strong>in</strong> 2015. Daarmee is<br />

42 procent van alle werklozen een jaar of<br />

langer zonder werk. In 2013 was dat nog<br />

38 procent.<br />

In het rijtje met alle 28 landen van de Europese<br />

Unie staat <strong>Nederland</strong> op de 11e plaats als het<br />

gaat om het werkloosheidscijfer. Wat betreft<br />

jeugdwerkloosheid doet <strong>Nederland</strong> het beter<br />

dan de meeste andere EU-landen, met een van<br />

de vier laagste percentages. Gemiddeld over de<br />

hele EU is het aandeel werklozen gedaald van<br />

10,2 procent <strong>in</strong> 2014 naar 9,4 procent <strong>in</strong> 2015.<br />

Griekenland<br />

Spanje<br />

Kroatië<br />

Cyprus<br />

Portugal<br />

Italië<br />

Slowakije<br />

Frankrijk<br />

Letland<br />

Ierland<br />

F<strong>in</strong>land<br />

Bulgarije<br />

Litouwen<br />

Slovenië<br />

België<br />

Polen<br />

Zweden<br />

<strong>Nederland</strong><br />

Hongarije<br />

Roemenië<br />

Luxemburg<br />

Estland<br />

Denemarken<br />

Oostenrijk<br />

Malta<br />

Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk<br />

Tsjechië<br />

Duitsland<br />

Europese Unie (28 landen)<br />

Jonger dan 25 jaar<br />

Bron: Eurostat.<br />

0 10 20 30 40 50 60<br />

% van de beroepsbevolk<strong>in</strong>g (15–74 jaar)<br />

Totaal<br />

88 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


3.13 Werkloosheid naar geslacht,<br />

leeftijd en herkomst<br />

2013 2014 2015<br />

% van de beroepsbevolk<strong>in</strong>g<br />

Totaal 7 ,3 7 ,4 6 ,9<br />

Mannen 7 ,2 7 ,2 6 ,5<br />

Vrouwen 7 ,3 7 ,8 7 ,3<br />

15–24 jaar 13 ,2 12 ,7 11 ,3<br />

25–34 jaar 6 ,8 6 ,5 5 ,9<br />

35–44 jaar 5 ,9 6 ,2 5 ,3<br />

45–54 jaar 5 ,6 5 ,9 5 ,6<br />

55–64 jaar 6 ,8 7 ,7 8 ,1<br />

65–74 jaar 4 ,8 5 ,7 5 ,5<br />

Autochtonen 5 ,8 6 ,1 5 ,6<br />

Westerse allochtonen 8 ,9 8 ,7 8 ,6<br />

Niet-westerse allochtonen 16 ,5 16 ,5 15 ,2<br />

11% van de jongeren<br />

was <strong>in</strong> 2015 werkloos<br />

Arbeid en <strong>in</strong>komen 89


Sociale zekerheid<br />

Het aantal mensen met een WW-uitker<strong>in</strong>g<br />

schommelde <strong>in</strong> 2014 en 2015 tussen de 400 en<br />

450 duizend. E<strong>in</strong>d 2015 waren het er naar<br />

schatt<strong>in</strong>g 440 duizend, 5 tot 6 duizend meer<br />

dan een jaar eerder.<br />

Aan het e<strong>in</strong>de van 2015 ontv<strong>in</strong>gen 450 duizend<br />

personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd een<br />

bijstandsuitker<strong>in</strong>g. Van hen zat 15,4 procent al<br />

meer dan tien jaar <strong>in</strong> de bijstand <strong>in</strong> september<br />

2015.<br />

Het aantal ontvangers van een arbeidsongeschiktheidsuitker<strong>in</strong>g<br />

(WAO, WIA, WAZ of<br />

Wajong) nam juist af. Naar schatt<strong>in</strong>g waren dat<br />

er 776 duizend aan het e<strong>in</strong>de van 2015. Hier<br />

speelt het effect van de Participatiewet mee.<br />

S<strong>in</strong>ds beg<strong>in</strong> 2015 vervangt deze een aantal<br />

sociale wetten. Voor een aantal jongeren die<br />

voorheen onder de Wajong zouden hebben<br />

gevallen, gelden nu de bepal<strong>in</strong>gen van de<br />

Participatiewet.<br />

3.14 Personen met een uitker<strong>in</strong>g, 31 dec.<br />

2013 2014* 2015*<br />

x 1 000<br />

Arbeidsongeschiktheid 787 791 776<br />

Wajong 228 239 236<br />

WAO 366 336 309<br />

WAZ 18 16 15<br />

WIA 185 209 230<br />

Werkloosheid (WW) 441 434 440<br />

Bijstand 460 481 497<br />

IOAW 18 22 24<br />

IOAZ 2 2 2<br />

K<strong>in</strong>derbijslag 1 919 1 915 1 912<br />

Nabestaandenwet 55 42 36<br />

AOW 3 223 3 301 3 371<br />

450 000 bijstandsontvangers<br />

tot AOW-leeftijd e<strong>in</strong>d 2015Cc<br />

90 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


3.15 Personen met een bijstandsuitker<strong>in</strong>g,<br />

ultimo 2015<br />

Totaal<br />

x 1 000<br />

Tot de Vanaf de<br />

AOW-leeftijd AOW-leeftijd<br />

Totaal 497 450 47<br />

3.16 Arbeidsongeschiktheidsuitker<strong>in</strong>gen, 31 dec.<br />

x 1 000<br />

1 000<br />

800<br />

600<br />

Mannen 217 197 20<br />

Vrouwen 280 253 27<br />

400<br />

Jonger dan 27 jaar 42 42<br />

200<br />

27 tot 45 jaar 187 187<br />

45 jaar tot de AOW-leeftijd 221 221<br />

Vanaf de AOW-leeftijd 47 47<br />

0<br />

2008<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013<br />

2014*<br />

2015*<br />

Autochtonen 194 190 5<br />

Westerse allochtonen 55 47 8<br />

Niet-westerse allochtonen 247 212 35<br />

Totaal<br />

WAO<br />

WIA<br />

Wajong<br />

236 000 personen met<br />

een Wajonguitker<strong>in</strong>g e<strong>in</strong>d 2015Aa<br />

Arbeid en <strong>in</strong>komen 91


Inkomen<br />

Gemeenten met een hoog gemiddeld<br />

(gestandaardiseerd) huishoudens<strong>in</strong>komen liggen<br />

vooral <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cies Noord-Holland, Zuid-<br />

Holland en Utrecht. Uitzonder<strong>in</strong>g is het Gelderse<br />

Rozendaal, dat <strong>in</strong> 2013 met 38,4 duizend euro<br />

het hoogste gemiddelde heeft. De huishoudens<br />

<strong>in</strong> deze gemeente hadden 15 duizend euro meer<br />

<strong>in</strong>komen dan een gemiddeld <strong>Nederland</strong>s<br />

huishouden (23,6 duizend euro). In de top 10<br />

van rijkste gemeenten staan verder Bloemendaal,<br />

Wassenaar, Laren, Blaricum (gemeenten met een<br />

gemiddeld <strong>in</strong>komen van ten m<strong>in</strong>ste 35 duizend<br />

euro), Naarden, Heemstede, Oegstgeest,<br />

Westvoorne en De Bilt (waar het gemiddeld<br />

<strong>in</strong>komen rond de 30 duizend euro is).<br />

Onbekend<br />

3.17 Gemiddeld gestandaardiseerd <strong>in</strong>komen huishoudens<br />

per gemeente, 2013<br />

Tot 22,5 duizend euro<br />

22,5 tot 24 duizend euro<br />

24 tot 25,5 duizend euro<br />

25,5 tot 27 duizend euro<br />

27 duizend euro of meer<br />

In Friesland, Gron<strong>in</strong>gen en de gemeenten langs<br />

de grens met Duitsland zijn de <strong>in</strong>komens naar<br />

verhoud<strong>in</strong>g laag. De gemeente met het laagste<br />

gemiddelde <strong>in</strong>komen <strong>in</strong> 2013 was de<br />

studentenstad Gron<strong>in</strong>gen (18 duizend euro). Ook<br />

andere universiteitssteden, zoals Wagen<strong>in</strong>gen,<br />

Enschede en Nijmegen, stonden met een<br />

gemiddeld <strong>in</strong>komen van rond de 20 duizend<br />

euro onderaan <strong>in</strong> de <strong>in</strong>komensranglijst.<br />

92 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


3.18 Druk van <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g, premies<br />

en overdrachten<br />

mld euro<br />

2011 2012 2013*<br />

Bruto <strong>in</strong>komen 419 428 434<br />

Inkomstenbelast<strong>in</strong>g en premies<br />

volksverzeker<strong>in</strong>gen 82 84 86<br />

Inkomstenbelast<strong>in</strong>g 44 44 45<br />

Premies volksverzeker<strong>in</strong>gen 39 39 40<br />

% van het bruto <strong>in</strong>komen<br />

Inkomstenbelast<strong>in</strong>g en premies<br />

volksverzeker<strong>in</strong>gen 19 ,7 19 ,5 19 ,7<br />

Inkomstenbelast<strong>in</strong>g 10 ,4 10 ,4 10 ,4<br />

Premies volksverzeker<strong>in</strong>gen 9 ,3 9 ,2 9 ,3<br />

48,4% van de vrouwen<br />

was <strong>in</strong> 2014 economisch zelfstandig<br />

Arbeid en <strong>in</strong>komen 93


3.19 Bested<strong>in</strong>gen van huishoudens naar <strong>in</strong>komenskw<strong>in</strong>tiel, 2013*<br />

Totaal<br />

1e kw<strong>in</strong>tiel<br />

(laag) 2e kw<strong>in</strong>tiel 3e kw<strong>in</strong>tiel<br />

4e kw<strong>in</strong>tiel<br />

5e kw<strong>in</strong>tiel<br />

(hoog)<br />

x 1 000 euro<br />

Gemiddelde bested<strong>in</strong>gen 33 ,0 21 ,7 26 ,0 31 ,5 38 ,0 47 ,8<br />

% van totale bested<strong>in</strong>gen<br />

Bested<strong>in</strong>gscategorie<br />

Vaste lasten 36 45 41 37 33 30<br />

Voed<strong>in</strong>g 11 12 12 11 11 10<br />

Alcohol en tabak 3 4 4 4 3 3<br />

Persoonlijke verzorg<strong>in</strong>g en gezondheid 9 8 8 8 10 9<br />

Onderhoud, reparatie en <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van won<strong>in</strong>g 7 6 7 8 7 9<br />

Vervoer 12 7 9 12 14 12<br />

Ontspann<strong>in</strong>g 18 14 15 16 18 23<br />

Overige 4 4 4 4 4 4<br />

3.20 Economische zelfstandigheid<br />

%<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

'00<br />

'01<br />

'02<br />

'03<br />

'04<br />

'05<br />

'06<br />

'07<br />

'08<br />

'09<br />

'10<br />

'11<br />

'12<br />

'13<br />

'14*<br />

Vrouwen<br />

Mannen<br />

94 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


3.21 Huishoudens met fiscale hypotheekschuld 1)<br />

t.o.v. waarde eigen won<strong>in</strong>g, 1 januari<br />

3.22 Aantal werknemers met pensioen en gemiddelde<br />

pensioenleeftijd<br />

x mln<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

2006<br />

2007<br />

2008<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013<br />

2014<br />

2015*<br />

x 1 000<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

leeftijd<br />

65<br />

64<br />

63<br />

62<br />

61<br />

60<br />

0<br />

0<br />

'00<br />

'01<br />

'02<br />

'03<br />

'04<br />

'05<br />

'06<br />

'07<br />

'08<br />

'09<br />

'10<br />

'11<br />

'12<br />

'13<br />

'14<br />

'15<br />

Onderwaarde<br />

Geen hypotheekschuld<br />

Overwaarde<br />

1)<br />

Exclusief opgebouwde tegoeden bij spaar- en belegg<strong>in</strong>gshypotheken.<br />

Aantal met pensioen<br />

Gemiddelde pensioenleeftijd (rechteras)<br />

3.23 Huishoudens die moeilijk rondkomen<br />

%<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

131 000 k<strong>in</strong>deren<br />

<strong>in</strong> gez<strong>in</strong> met langdurig laag<br />

20<br />

10<br />

0<br />

<strong>in</strong>komen <strong>in</strong> 2014<br />

Ii<br />

2007<br />

2008<br />

2009<br />

2010<br />

2011<br />

2012<br />

2013<br />

2014<br />

2015*<br />

Laag <strong>in</strong>komen<br />

Boven lage-<strong>in</strong>komensgrens<br />

Arbeid en <strong>in</strong>komen 95


Richt<strong>in</strong>g nieuws<br />

3 368<br />

tweets <strong>in</strong> 2015<br />

7 771 746<br />

keer werd cbs.nl bezocht <strong>in</strong> 2015<br />

96 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


4. Over CBS<br />

CBS brengt de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de<br />

<strong>Nederland</strong>se economie en samenlev<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

kaart. Dat doen we al meer dan honderd jaar.<br />

In die tijd is er uiteraard veel veranderd, zowel<br />

<strong>in</strong> de manier waarop we onze gegevens<br />

verzamelen als <strong>in</strong> de manier waarop we ze<br />

beschikbaar stellen.<br />

Innovatie<br />

Steeds meer van de gegevens die we nodig<br />

hebben om onze statistieken te maken,<br />

verzamelen we automatisch. Nog niet zo lang<br />

geleden registreerden we voor het <strong>in</strong>flatiecijfer<br />

de prijzen <strong>in</strong> supermarkten nog met de hand,<br />

terwijl we nu automatisch de kassagegevens<br />

van supermarkten krijgen. De prijzen van<br />

vliegtickets zoeken we niet meer op <strong>in</strong><br />

reisgidsen, maar v<strong>in</strong>den we automatisch op<br />

<strong>in</strong>ternet met behulp van slimme zoekrobots.<br />

En afgelopen jaar publiceerden we onze eerste<br />

statistiek op basis van Big Data: met behulp van<br />

verkeerslussen op de <strong>Nederland</strong>se wegen<br />

berekenen we de verkeers<strong>in</strong>tensiteit. Door dit<br />

soort <strong>in</strong>novaties hoeven we steeds m<strong>in</strong>der<br />

gebruik te maken van vragenlijsten én kunnen<br />

we onze cijfers steeds sneller publiceren.<br />

Op de hoogte blijven van deze ontwikkel<strong>in</strong>gen?<br />

Dat kan via corporate.cbs.nl. Daar publiceren<br />

we artikelen over onder andere <strong>in</strong>novatie,<br />

nieuwe dienstverlen<strong>in</strong>g, nieuwe producten,<br />

<strong>in</strong>ternationale ontwikkel<strong>in</strong>gen en evenementen<br />

van CBS.<br />

Vernieuwde website cbs.nl<br />

Onze cijfers zijn pas van waarde als ze gebruikt<br />

worden. Daarom doen we er alles aan om onze<br />

<strong>in</strong>formatie zo toegankelijk mogelijk te maken.<br />

In het voorjaar van <strong>2016</strong> hebben we onze<br />

website cbs.nl compleet vernieuwd. Onze<br />

nieuwsberichten staan nu centraal, door de<br />

heldere vormgev<strong>in</strong>g met veel beeld.<br />

Doorklikken naar gerelateerde <strong>in</strong>formatie en<br />

onderliggende cijfers kan simpel en snel. En de<br />

website is even gemakkelijk te bekijken op een<br />

smartphone of tablet als op een laptop of<br />

desktop.<br />

Over CBS 97


CBS <strong>in</strong> uw buurt<br />

Veel van onze regionale cijfers zijn terug te<br />

v<strong>in</strong>den op CBS<strong>in</strong>uwBuurt.nl. Op deze website<br />

zijn na een update ruim 170 kenmerken van<br />

buurten en hun <strong>in</strong>woners op een kaart te<br />

bekijken. CBS<strong>in</strong>uwBuurt.nl bevat nu zo’n<br />

2 duizend kaarten die onder meer de afstand<br />

tot (basis)scholen, de verdel<strong>in</strong>g van de beroepsbevolk<strong>in</strong>g<br />

naar leeftijd en sector en de WOZwaarde<br />

van huur- en koopwon<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> beeld<br />

brengen. Veel cijfers zijn niet alleen per buurt te<br />

bekijken, maar ook per wijk, gemeente,<br />

bevolk<strong>in</strong>gskern of vierkant van 100 bij 100 of<br />

500 bij 500 meter, én vaak over meerdere jaren.<br />

Meerdere buurten met elkaar vergelijken kan<br />

natuurlijk ook.<br />

CBS en social media<br />

Iedereen die altijd de laatste cijfers bij de<br />

hand wil hebben, kan CBS volgen op Twitter.<br />

Via @statistiekcbs twittert CBS eigen nieuws,<br />

cijfers bij de actualiteit en leuke weetjes naar<br />

ruim 110 duizend volgers (april <strong>2016</strong>).<br />

Op facebook.com/statistiekcbs geven we<br />

achtergronden bij onze cijfers en een kijkje<br />

achter de schermen. En op ons YouTube-kanaal<br />

youtube.com/statistiekcbs staan zo’n honderd<br />

filmpjes met uitleg over statistische begrippen,<br />

toelicht<strong>in</strong>gen bij publicaties en registraties van<br />

<strong>in</strong>terviews en bijeenkomsten.<br />

CBS en EU<br />

Van 1 januari tot 1 juli <strong>2016</strong> is <strong>Nederland</strong><br />

voorzitter van de Raad van de Europese Unie.<br />

In dit kader zit Directeur-Generaal van CBS Tjark<br />

Tj<strong>in</strong>-A-Tsoi de Raadswerkgroep voor de Statistiek<br />

voor. CBS nam het stokje over van Statec, het<br />

statistische bureau van Luxemburg.<br />

Naast het afronden van twee dossiers waarop<br />

het Luxemburgse voorzitterschap grote<br />

vorder<strong>in</strong>gen had gemaakt, heeft het<br />

<strong>Nederland</strong>se voorzitterschapsteam zodanig<br />

onderhandeld met het Europese Parlement en<br />

de Europese Commissie dat drie statistische<br />

wetgev<strong>in</strong>gsdossiers - over spoorwegvervoer,<br />

b<strong>in</strong>nenvaart en buitenlandse handel - die ruim<br />

anderhalf jaar vast zaten, afgerond kunnen<br />

worden. Ook heeft het team het nieuwe<br />

Commissievoorstel over de statistiek van de<br />

energieprijzen <strong>in</strong> de Raadswerkroep behandeld<br />

en een standpunt namens de Raad kunnen<br />

vaststellen. Meer <strong>in</strong>formatie is te v<strong>in</strong>den op<br />

eu<strong>2016</strong>.cbs.nl. Slowakije neemt op 1 juli de<br />

voorzittershamer over van <strong>Nederland</strong>.<br />

98 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>2016</strong>


F f<br />

233 keer gaven CBS-onderzoekers<br />

<strong>in</strong> 2015 toelicht<strong>in</strong>g op televisie<br />

3 800 dataverzamel<strong>in</strong>gen<br />

heeft CBS <strong>in</strong> StatL<strong>in</strong>e<br />

Dd<br />

Over CBS 99


Gg<br />

17 000 000<br />

<strong>in</strong>woners op 21 maart <strong>2016</strong><br />

Aa<br />

2%<br />

economische groei <strong>in</strong> 2015<br />

Voor wat er feitelijk gebeurt<br />

9 789035 719095<br />

1 <strong>Trends</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> 2015

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!