lustrumboekje_los

Identiteit of definitievergelijking, is een
gelijkheid die altijd (per definitie) waar is.
Voorbeelden van identiteiten: Y=C + S +
B; Y=NNP = C + I + O + E – M [effectieve
vraag> de (ex ante of voorgenomen)
bestedingen van consumenten,
producenten, overheid en buitenland die
beslag leggen op productiecapaciteit
van een land; bestedingsplannen van alle
economische subjecten]. Uit genoemde
drie macro-economische identiteiten, is
een vierde af te leiden ((S – I) + (B – O) =
(E- M)) ex post [achteraf]. Hieruit blijkt dat
(E – M) [het uitvoersaldo] gelijk is aan het
nationale spaarsaldo [het saldo dat resteert,
wanneer men het particuliere spaarsaldo
verrekent met het overheidssaldo]. Als
bestedingsplannen van alle besteders of
economische subjecten uit kunnen komen,
is het nationaal inkomen gelijk aan de
effectieve vraag (> inkomensevenwicht). In
een gesloten model zonder overheid hoeft
dus ex ante of voorgenomen S [(particulier)
sparen], niet gelijk te zijn aan ex ante I
[investeringen]. Maar ex post of achteraf
geldt I=S. Anders gezegd: I=S is ex ante
[voorgenomen] een evenwichtsvoorde
maar ex post [achteraf] een identiteit.
(https://mkalk.home.xs4all.nl/begrip02.htm)
Bij de bakker ziet de wijze wandelaar
vele schappen reeds
‘klaar voor de kuis’. Vlaaien,
taarten, cakes en cups zijn
op. Brood idem. De kat van de
bakker heeft het gedaan. Altijd
brood eten verdriet ook. Ook,
als ‘brood de vrucht der aarde
is, omdat het een zegen is van
het licht’ volgens Hölderlin.
De wijze wandelt naar de open
deur van een branded Niemandswinkel.
Een in een blauw
katenaat gehulde man staat achter
de toonbank. Knikje linksom
rechtsom. “…?” “…!” De oude
kop boven het blauwe kleed
kopt vol begrip ‘ja’. “Ik begrijp
uw grijpen. Identiteit is een begrip
dat meer kan dan brood
eten, maar het is laatstelijk Uranus’
schuim. Het komt op en
vergaat, onder Chronos’ vijandschap,
aan eenieders leef-tijd.”
14