Dierenambulance Nederrijn Magazine - 18

19
Zorg dat de gordijnen dicht
zijn en dat kaarsen, giftige
planten, scherpe voorwerpen
en hete oppervlakken uit de
kamer verwijderd of bedekt
zijn. Ook een spiegel, ventilator
of bijvoorbeeld het aquarium
kunnen gevaar opleveren, dus
houd je vogel in de gaten!
Voeding
In het wild voeden parkieten
en agapornissen zich met
allerlei zaden, bessen en
insecten. Voor onze huisvogels
zijn er pellets gemaakt, die
qua samenstelling een prima
basisvoeding vormen. Ook
bestaan er zaadballetjes,
die met een speciaal soort
voedsellijm in elkaar geplakt
zijn. Bij het voeren van losse
zaden heb je namelijk de kans
dat je vogeltje alleen de lekkere
dingen er tussenuit snoept.
Is je vogel nog niet gewend
aan de pellets? Laat hem dan
wennen door een deel van het
normale dieet te vervangen
door pellets, en breid dit deel
steeds verder uit. Honger ze
nooit uit, omdat ze hun pellets
niet eten! Gewenning heeft tijd
nodig.
Naast de pellets kun je
kruiden, fruit en groenten
geven. Hiervoor zijn
bijvoorbeeld aardbei, abrikoos,
appel, druif, mango en perzik
geschikt, geef echter niet teveel
i.v.m. suikers. Groenten zoals
andijvie, broccoli, paprika,
pompoen, selderij of wortel
doen het ook altijd goed. Zo
op z’n tijd een takje peterselie
vinden ze ook heerlijk!
Ook trosgierst en
zonnebloempitten vinden
ze het einde, maar geef dit
niet te veel. Het bevat weinig
voedingstoffen en veel vet.
Noten, rozijnen en af en
toe een stukje meelworm,
gekookte rijst of pasta kunnen
daarentegen geen kwaad.
Pas op met pitten! Deze zijn
vaak giftig voor je vogeltjes,
net als avocado, rabarber,
prei en ui. Dat snoep,
koek, chocolade en andere
etenswaren bestemd voor de
mens uitermate ongeschikt en
zelfs levensgevaarlijk kunnen
zijn, moge duidelijk zijn.
Om aan hun calcium en
mineralen behoefte te voldoen,
kun je een mineralenblok of
stukje sepia ophangen: hier
kunnen ze ook hun snavel aan
scherpen.
Veel parkieten pellen eerst
de zaadjes voordat ze deze
opeten. Is dit niet of in mindere
mate het geval, dan kan je hen
wat maagkiezel aanbieden;
dit helpt om de zaadjes te
vermalen in de maag en
voorkomt verstoppingen.
Zorg er altijd voor dat de eeten
drinkbakjes die je ophangt
breed en ondiep zijn. Zo kan
je vogel er niet in vastzitten en
bederft het voer minder snel.
Verzorging
Naast een actief en prikkelend
leven, heeft je vogel natuurlijk
ook tijd nodig om tot rust te
komen. Zorg dat ze in een
etmaal zo’n 10-12 uur voor
zichzelf hebben. Dek de kooi af
met een donkere doek, zodat
ze geen last hebben van licht
en beweging in de omgeving.
Laat echter één zijde van de
kooi onbedekt! Sommige
vogels kunnen bij vreemde
geluiden in het donker
paniekaanvallen krijgen en
zichzelf lelijk bezeren.
In onze huizen is het klimaat
vaak te droog voor deze
vogeltjes. Dat maakt het
moeilijker om de huid en veren
in goede conditie te houden.
Het stof tussen de veertjes zal
zich gaan ophopen, geef ze
dus de mogelijkheid om een
paar keer per week lekker te
badderen.