lees verder op pagina 6 van PDF - De Nieuwe
lees verder op pagina 6 van PDF - De Nieuwe
lees verder op pagina 6 van PDF - De Nieuwe
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
denieuwe<br />
kunstmagazine <strong>van</strong> Maatschappij Arti et Amicitiae<br />
27<br />
2012 jaargang 16<br />
nutteloos<br />
The Castle of Vooruit<br />
Ahmet Ögüt<br />
Marianne Vollmer<br />
Gesprek met Harmen de Ho<strong>op</strong><br />
Jean Tinguely<br />
Fredie Beckmans<br />
Promenade inutile<br />
<strong>De</strong>nnis Oppenheim<br />
<strong>De</strong>vice to root out Evil<br />
Frank Lisser<br />
Sublieme tijdelijkheid<br />
Bart Lodewijks<br />
Brief aan de spoorwegen<br />
Franck Gribling<br />
boekbespreking Auke de Vries
Inhouds<strong>op</strong>gave<br />
2 Redactioneel, inhouds<strong>op</strong>gave en colofon<br />
3 Viktor Sjklovsky<br />
Geef de kunst haar vrijheid terug<br />
beeld BANKSY<br />
4 Huub Mous<br />
Tijdloze waarheden<br />
beeld Marcel Broodthaers<br />
5 detail The Castle of Vooruit<br />
Ahmet Ögüt<br />
6+7 Frank Lisser<br />
Sublieme tijdelijkheid<br />
8 Larissa Kikol<br />
Zij, beeld Samuel Wiesemann<br />
9 <strong>De</strong>nnis Oppenheim<br />
<strong>De</strong>vice to root out Evil<br />
10 + 11 Marianne Vollmer<br />
Gesprek met Harmen de Ho<strong>op</strong><br />
12 + 13 Les belles heures du duc de Berry<br />
Getijdenboek <strong>van</strong> de Gebroeders <strong>van</strong> Limburg<br />
14 + 15 Bart Lodewijks<br />
Brief aan de spoorwegen<br />
16 Fredie Beckmans<br />
Promenade inutile<br />
17 Frank Lisser<br />
La Guerra<br />
Gerardo Dottori, Renato Guttuso, Michele Cammarano<br />
18 + 19 Kees Koomen<br />
<strong>De</strong> geesten <strong>van</strong> Tanja Smit<br />
20 Philip Fokker<br />
Gedienstig gegoochel met nieuwe media<br />
21 Palais Idéal<br />
Ferdinand Cheval<br />
22 Franck Gribling<br />
boekbespreking Auke de Vries<br />
23 Jean Tinguely<br />
Hong Kong<br />
24 Harmen de Ho<strong>op</strong><br />
Basketball Court #7<br />
The Castle of Vooruit , Ahmet Ögüt<br />
2<br />
Redactioneel<br />
Van de Franse toneelschrijver Eugène Ionesco is de uitspraak: ‘Alleen het volstrekt<br />
nutteloze is onontbeerlijk.’ In ‘The <strong>De</strong>scent of Man uit 1871 zegt Charles<br />
Darwin dat alle kunst misschien wel gezien moet worden als uit de hand gel<strong>op</strong>en<br />
baltsgedrag om het andere geslacht een staaltje <strong>van</strong> onze kracht laten<br />
zien waaruit blijkt dat we over zoveel energie beschikken dat we het ons zelfs<br />
kunnen permitteren volstrekt overbodige handelingen te verrichten. En Multatuli<br />
schrijft over nutteloosheden: ‘Mochten sommige lezers klagen dat ik hen<br />
gedurende vele hoofdstukken reeds, bijna zonder afwisseling rondleid <strong>op</strong> ‘n<br />
tentoonstelling <strong>van</strong> nietigheden, dan neem ik deze klacht aan als betrekkelijke<br />
lofspraak. [...] Een zeer groot gedeelte des levens bestaat nu eenmaal uit een<br />
aaneenschakeling <strong>van</strong> ‘t geringe. Ik zou aan de waarheid tekort doen indien ik<br />
deze eigenaardigheid over het hoofd zag.’<br />
Baltsgedrag, onontbeerlijke nutteloosheid, tentoonstelling <strong>van</strong> nietigheden.<br />
<strong>De</strong> kunstenaar kan natuurlijk proberen roem en status te verwerven om daarmee<br />
een aantrekkelijke seksuele partner te worden, maar het lijkt er meer <strong>op</strong><br />
dat er andere motieven een rol spelen, want het gros <strong>van</strong> de kunstenaars bulkt<br />
niet <strong>van</strong> het geld, heeft geen macht, maar voelt zich verre <strong>van</strong> mislukt.<br />
Hoe beschouw je de begrippen nutteloos en kunst als een kunstenaar beroemd<br />
wordt en zijn werk veel waarde krijgt? Als nutteloosheid die waarde<br />
heeft gekregen? Als nutteloze waarde? Een schilderij <strong>van</strong> Mark Rothko <strong>van</strong> 86<br />
miljoen euro, is dat nuttig? Als handelswaar en beleggingsobject zeker. Misschien<br />
zou je kunstenaars als speculanten in <strong>op</strong>tima forma kunnen zien. Gokkers<br />
<strong>op</strong> toekomstige waarde. Of zijn ze gedegradeerd tot de dienstverleners<br />
<strong>van</strong> curatoren, galerieën en musea, die alleen hun nut bewijzen als er aan<br />
verdiend wordt of status door wordt verkregen? Een kwart <strong>van</strong> de tijd breng je<br />
doelloos en nutteloos door volgens René Kahn in zijn boek ‘<strong>De</strong> tien geboden<br />
voor het brein’. Maar dat nutteloze is juist de winst, want goed voor ons brein.<br />
Iedereen overkomt het wel eens dat juist wanneer hij zit te suffen of halfwakker<br />
naar het plafond staart dat volkomen onverwacht, zonder dat je over iets in<br />
het bijzonder nadenkt, de <strong>op</strong>lossing <strong>van</strong> een probleem zich letterlijk <strong>op</strong>dringt<br />
aan je bewustzijn. Als een dolfijn die uit het water springt. Als een vuurpijl die<br />
omhoogschiet tussen de kieren <strong>van</strong> dromen, niksen, en klungelen.<br />
Ergo: durf lui en nutteloos te zijn.<br />
In dit nummer o.a. een gesprek <strong>van</strong> Marianne Vollmer met de Rotterdamse kunstenaar<br />
Harmen de Ho<strong>op</strong>, die naar de wereld kijkt alsof hij een buitenstaander<br />
is. Fredie Beckmans schrijft over de tweede zinloze wandeling die hij organiseert<br />
en waar<strong>van</strong> het thema is: weten, zang, literatuur, culturele voedering en<br />
ook het niet-weten der vogels. Philip Fokker bezocht het Haus für elektronische<br />
Künste in Basel. Frank Lisser verhaalt over het Centre Pompidu Metz, waar alsof<br />
het een partituur is, 65 kunstacademiestudenten 33 grote zwart/witte muurtekeningen<br />
<strong>van</strong> Sol LeWitt <strong>op</strong>nieuw tekenden. Kees Koomen schrijft over Tanja<br />
Smit en haar ‘Libro de Fantasmas’. Franck Gribling bespreekt de monografie<br />
die over Auke de Vries is verschenen. Van Bart Lodewijks een brief aan de Belgische<br />
Spoorwegen. Verder kunstenaarsbijdragen <strong>van</strong> Ahmet Ögüt, <strong>De</strong>nnis<br />
Oppenheim en Jean Tinguely. RB n<br />
Colofon<br />
<strong>De</strong> <strong>Nieuwe</strong> 27 wordt in een <strong>op</strong>lage <strong>van</strong> 7200 exemplaren verspreid in Amsterdam, <strong>De</strong>n Haag, Utrecht en<br />
Rotterdam. <strong>De</strong> <strong>Nieuwe</strong> is een uitgave <strong>van</strong> Maatschappij Arti et Amicitiae in samenwerking met Virtùmedia.<br />
Vereniging <strong>van</strong> Beeldend Kunstenaars, Maatschappij Arti et Amicitiae werd <strong>op</strong>gericht in 1839. Rokin<br />
112, 1012 LB Amsterdam. www.arti.nl en www.denieuwe.nl<br />
Redactie: Fredie Beckmans, Ine Dammers, Paul Donker Duyvis, Philip Fokker, Frank Lisser,<br />
Marianne Vollmer, Jan Maarten Voskuil.<br />
Eindredactie: Robert Broekhuis<br />
Grafisch ontwerp: Hanne Lijesen<br />
Bijdragen: Fredie Beckmans, Philip Fokker, Franck Gribling, Bart Lodewijks, Huub Mous,<br />
Larissa Kikol, Kees Koomen, Frank Lisser, Viktor Sjklovsky, Marianne Vollmer.<br />
Beeldbijdragen: Ahmet Ögüt, Banksy, Marcel Broodthaers, Ferdinand Cheval, Gebroeders <strong>van</strong><br />
Limburg, Harmen de Ho<strong>op</strong>, Sol LeWitt, <strong>De</strong>nnis Oppenheim, Jean Tinguely, Samuel Wiesemann.<br />
Fotografie: Dirk Pauwels.<br />
Correcties: Frits Vliegenthart<br />
Reacties en bijdragen nummer 27, jaargang 16, dienen uiterlijk <strong>op</strong> 20 oktober 2012 binnen te zijn. Per mail<br />
naar denieuwe@arti.nl of per post naar: Maatschappij Arti et Amicitiae t.a.v. redactie <strong>De</strong> <strong>Nieuwe</strong>, Rokin<br />
112, 1012 LB Amsterdam.<br />
Advertenties: denieuwe@arti.nl<br />
Druk: Koninklijke BDU Grafisch bedrijf B.V.<br />
<strong>De</strong> rechten voor beeld en tekst werden naar beste vermogen<br />
geregeld. Andere rechthebbenden gelieve zich tot de redactie<br />
te wenden. Bezoek ook onze website www.denieuwe.nl n<br />
Banksy, You told that joke twice<br />
Geef de kunst haar vrijheid terug<br />
eef de kunst haar vrijheid teru<br />
Er was eens een duizendpoot, die exact 1000 poten had of een beetje minder. Hij liep vlug en de schild-<br />
Viktor Sjklovski heeft het begrip ‘ostranenie’ gemunt, een begrip<br />
dat aanduidt dat vreemdmaken essentieel is voor het literaire<br />
procedé. Hij legt dit idee als volgt uit: ‘Het doel <strong>van</strong> de kunst is om<br />
over te brengen hoe de dingen worden beleefd en niet hoe ze<br />
bekend zijn. Het is een artistieke techniek om objecten ‘vreemd’ te<br />
maken, om de vormen complexer te maken. Dit is om de gewaarwording<br />
te verlengen en te bemoeilijken, om reden dat gewaarwording<br />
een zelfstandig esthetisch doel is, en zo lang mogelijk<br />
moet duren. Kunst is de manier om de kunstwaarde <strong>van</strong> een<br />
object te ondergaan; het object zelf is niet belangrijk.’ Met andere<br />
woorden: kunst presenteert dingen in een nieuw, onalledaags<br />
licht door manipulatie <strong>van</strong> de vorm. Dit is wat kunst tot kunst maakt.<br />
Viktor Sjklovski (Sint-Petersburg 1893, Moskou, 6 december 1984)<br />
Viktor Sjklovski<br />
pad benijdde hem. <strong>De</strong> schildpad zei tot de duizendpoot: ‘ Wat ben je slim, hoe geraak je daar wijs uit,<br />
waar vind je de tegenwoordigheid <strong>van</strong> geest om uit te maken waar je 978ste poot zich bevindt, als je de<br />
vijfde verzet?’ Duizendpoot zwol <strong>van</strong> vreugde en trots, maar nadien begon hij zich af te vragen waar<br />
elk <strong>van</strong> zijn poten zich bevond. Daartoe stelde hij het Centralisme in, de Paperasserij, de Bureaucratie,<br />
met als resultaat dat hij niet meer in staat was om het even wat te bewegen.<br />
<strong>De</strong> grote ramp <strong>van</strong> onze tijd is de kunst te willen reglementeren, zonder te weten wat dat is! <strong>De</strong> grote<br />
ramp <strong>van</strong> de kunst is dat men haar misprijst, dat men haar niet organisch laat kl<strong>op</strong>pen, zoals het hart<br />
in de borst <strong>van</strong> een mens, men zet haar bewegingen in een tijdschema zoals men dat bij treinen doet.<br />
Burgers en kameraden en burgers: geef de kunst haar vrijheid terug, niet omdat het de kunst betreft,<br />
maar omdat men het ongekende niet <strong>op</strong> de voorhand kan vastleggen. n<br />
JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE denieuwe denieuwe JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE<br />
3
Tijdloze waarheden<br />
‘Kunst is volkomen nutteloos’, zo hoor je vaak met grote stelligheid beweren.<br />
<strong>De</strong> mensen, die deze stelling verkondigen, zijn niet zelden <strong>van</strong> mening<br />
dat achter deze woorden een tijdloze waarheid schuilgaat. Nu is het<br />
bestaan <strong>van</strong> tijdloze waarheden <strong>op</strong>zich zelf al een twijfelachtige zaak,<br />
maar deze waarheid is zeker niet tijdloos en ook allerminst essentieel. <strong>De</strong><br />
gedachte dat kunst volkomen nutteloos is, heeft een historische coördinaat<br />
in de tijd. Ze is nauw verbonden met de Romantiek en de <strong>op</strong>komst <strong>van</strong> de<br />
burgerlijke kunst<strong>op</strong>vatting. Er liggen gedachten onder <strong>van</strong> Kant over de<br />
autonomie <strong>van</strong> de esthetische ervaring. <strong>De</strong> esthetische ervaring zou volgens<br />
Kant immers volkomen belangeloos zijn en gekenmerkt worden door<br />
een vreemde paradox: ‘een doelmatigheid zonder doel’, dus in laatste<br />
instantie - hoe je het ook wendt of keert - door doelloosheid.<br />
<strong>De</strong> stelling ‘kunst is volkomen nutteloos’<br />
bevat dus geen tijdloze waarheid.<br />
Hooguit kun je stellen dat sinds Kant<br />
deze stelling voor menigeen een tijdloze<br />
waarheid lijkt te hebben. Een soort<br />
historisch gezichtsbedrog dus. Er kunnen<br />
verschillende redenen zijn, waarom<br />
iemand extra vatbaar is geworden<br />
voor dit soort historisch gezichtsbedrog.<br />
Diep romantische kunstenaars<br />
denken vaak dat deze stelling eeuwigheidswaarde<br />
heeft, omdat voor hen<br />
de Romantiek zelf een soort eeuwigheidswaarde<br />
had. Gerard Reve bijvoorbeeld,<br />
een typische laat-romanticus,<br />
was er stellig <strong>van</strong> overtuigd dat kunst<br />
volkomen nutteloos is. Dat was een eeuwige<br />
en essentiële waarheid voor hem.<br />
<strong>De</strong> mythos en de logo’s<br />
Zoiets als een dogma, hoewel het begrip<br />
dogma in dit verband verwarrend<br />
Marcel Broodthaers, Chapeau blanc, 1965<br />
kan zijn, omdat een dogma voor een<br />
rooms-katholiek een gestolde geloofswaarheid<br />
is die door het gezag <strong>van</strong> de<br />
kerk tot geloofsleer wordt verheven,<br />
maar in feite hooguit een mythische<br />
eeuwigheidswaarde vertegenwoordigt.<br />
Het dogma over de Onbevlekte<br />
Ont<strong>van</strong>genis <strong>van</strong> Maria bijvoorbeeld<br />
is wezenlijk iets anders dan de Tweede<br />
Hoofdwet <strong>van</strong> de thermodynamica.<br />
Daar is elke curiekardinaal <strong>van</strong> overtuigd.<br />
Het zijn beide geformaliseerde<br />
uitspraken, die aanspraak maken <strong>op</strong><br />
een onomstotelijke waarheid, maar die<br />
twee waarheden behoren tot verschillende<br />
registers. Het dogma behoort tot<br />
het register <strong>van</strong> de mythos, de Tweede<br />
Hoofdwet <strong>van</strong> de thermodynamica behoort<br />
tot het register <strong>van</strong> de logos.<br />
Maar terug naar de stelling dat ‘kunst<br />
volkomen nutteloos is’. Er is nog een an-<br />
dere reden om te geloven dat deze stelling<br />
een eeuwige waarheid bevat. Die<br />
overtuiging kan een reactie zijn <strong>op</strong> tegenstanders<br />
die het tegenovergestelde<br />
geloof aanhangen en eenzelfde waarheid<br />
veronderstellen in het tegendeel.<br />
Mensen bijvoorbeeld die zich afzetten<br />
tegen een dogmatische kunst<strong>op</strong>vatting,<br />
geloven stellig dat kunst in essentie en<br />
voor eeuwig nutteloos is. In die zin had<br />
Gerard Reve alle recht <strong>van</strong> spreken met<br />
zijn geloof in deze vermeende eeuwige<br />
waarheid. Hij zette zich immers af tegen<br />
een linkse dogmatische kunst<strong>op</strong>vatting<br />
die kunst in dienst wilde stellen <strong>van</strong> een<br />
betere wereld en een verheffing <strong>van</strong><br />
het volk.<br />
Kunst met een doel<br />
Maar er kunnen ook andere dogmatische<br />
kunst<strong>op</strong>vattingen zijn. <strong>De</strong> <strong>op</strong>vatting<br />
bijvoorbeeld dat kunst zich in<br />
dienst moet stellen <strong>van</strong> een nationale of<br />
regionale cultuurtaak, de ‘Friese zaak’<br />
bijvoorbeeld. Een Fries schrijver of dichter<br />
(<strong>van</strong> een Fries schilder wordt dit niet<br />
zo gauw beweerd, hoewel er zijn voorbeelden<br />
te vinden) zou door te schrijven<br />
- bewust of onbewust- een bijdrage<br />
leveren aan de bevordering <strong>van</strong> de<br />
Friese taal en cultuur. Sterker nog, juist<br />
door deze artistieke inspanning blijft<br />
de Friese taal en cultuur voortbestaan.<br />
<strong>De</strong>ze schrijver of dichter dient daarmee<br />
een goede zaak. Zijn kunst heeft een<br />
doel, ook al is hij zichzelf dat misschien<br />
niet bewust.<br />
Is kunst volkomen nutteloos? Dat<br />
basale probleem steekt telkens <strong>op</strong>nieuw<br />
de k<strong>op</strong> <strong>op</strong>, en steeds weer<br />
in een andere gedaante. Bijvoorbeeld<br />
in de vraag ‘is kunst dan<br />
echt wel volkomen nutteloos, ook<br />
in deze tijd <strong>van</strong> terreur en verval<br />
<strong>van</strong> waarden? Andere tijden vragen<br />
om een andere kunst. Terugkijkend<br />
zou je kunnen beweren,<br />
dat de stelling ‘kunst is volkomen<br />
nutteloos’ een dramatische vergissing<br />
is geweest binnen het project<br />
<strong>van</strong> de westerse moderniteit.<br />
Je kunt zelfs beweren dat er iets<br />
volkomen is losgeslagen in onze<br />
westerse cultuur, een stille catas-<br />
Huub Mous<br />
trofe, waar<strong>van</strong> de kern te herkennen<br />
is in deze, in wezen tragische stelling.<br />
Als kunst volkomen nutteloos zou zijn,<br />
dan wordt de lo<strong>op</strong> <strong>van</strong> de geschiedenis<br />
aan haar eigen lot overgelaten. ‘Kunst<br />
is volkomen nutteloos’, betekent in feite:<br />
we staan volkomen machteloos, ook al<br />
gaat de beschaving onder onze ogen<br />
ten onder.<br />
Het einde <strong>van</strong> de grote verhalen<br />
Zo kun je beweren dat er een correctie<br />
moet worden aangebracht <strong>op</strong> deze<br />
stelling. met schade en schande komen<br />
we erachter dat we een stapje terug<br />
moeten doen in ons denken over autonomie<br />
en vrijheid. Normen en waarden,<br />
historisch besef, culturele identiteit, dat<br />
alles leek door de generatie <strong>van</strong> de babyboomers<br />
<strong>op</strong> de vuilnisbelt <strong>van</strong> de geschiedenis<br />
te worden gegooid. Dat was<br />
de generatie die het modernisme <strong>van</strong><br />
de twintigste eeuw <strong>op</strong>nieuw - <strong>op</strong> bijna<br />
hedonistische wijze - heeft uitgevonden<br />
en zich daarna klakkeloos schaarde<br />
achter de stelling dat alle ‘grote verhalen’<br />
ten einde zijn. Dat soort excessen<br />
in het denken - zo beweren sommigen<br />
- behoeft nodig correctie, dus ook om<br />
een herbezinning <strong>op</strong> de vraag of kunst<br />
wel nutteloos is.<br />
Die vraag krijgt een bedenkelijk karak-<br />
ter, als je haar niet in het perspectief<br />
<strong>van</strong> een burgerlijke idealistische esthetica<br />
plaatst, waar<strong>van</strong> de basis bij Kant<br />
wordt gelegd. <strong>De</strong>ze esthetica ging uit<br />
<strong>van</strong> een geïsoleerd terrein <strong>van</strong> de esthetische<br />
ervaring - het esthetisch oordeel<br />
als verzoening tussen natuurwetten<br />
en vrijheid, theoretische en praktische<br />
rede, verstand en begeerte en een<br />
geïsoleerde positie <strong>van</strong> de kunst in de<br />
maatschappij - kortom, die ‘Zweckmässichkeit<br />
ohne Zweck’. Anderzijds mag<br />
zelfs binnen een dergelijke eenzijdige<br />
<strong>op</strong>vatting <strong>van</strong> de esthetica de brute<br />
confrontatie met de kunstuiting niet veronachtzaamd<br />
worden, zeker niet als<br />
deze confrontatie in de kunst zelf centraal<br />
komt te staan, een provocerend<br />
karakter krijgt, en zo het dwingende<br />
keurslijf <strong>van</strong> de kantiaanse esthetica<br />
juist doorbreekt. n<br />
Ahmet Ögüt<br />
The Castle of Vooruit, helium-filled balloon floating above the ground at a height of eleven meters and diameter of eight meters, Waalse<br />
Krook, Gent, 2012. Commissioned by S.M.A.K. for TRACK, photo Dirk Pauwels<br />
4 JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE denieuwe denieuwe JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE<br />
5
Sublieme tijdelijkheid<br />
In februari 2012 startTen 65 studenten <strong>van</strong> de kunstacademie <strong>van</strong> Nancy<br />
en Reims onder leiding <strong>van</strong> zeven professionele assistenten en een aantal<br />
docenten met het maken <strong>van</strong> 33 grote zwart/witte muurtekeningen <strong>van</strong><br />
Sol LeWitt in de galerie 2 <strong>van</strong> Centre Pompidu Metz. In Eur<strong>op</strong>a is deze tentoonstelling<br />
- <strong>van</strong> april tot juli 2012- <strong>van</strong> Sol LeWitt met de titel ‘Wall Drawings<br />
from 1968 to 2007’ de grootste uitvoering <strong>van</strong> zijn muurtekeningen ooit.<br />
<strong>De</strong>ze 33 groot formaat tekeningen zijn een keuze uit de ontwerpen die Sol<br />
LeWitt heeft gemaakt tussen 1968 en 2007.<br />
Midden in de enorme zaal <strong>op</strong> de tweede verdieping <strong>van</strong> het gloednieuwe<br />
kunstcentrum, met aan weerskanten een glazen wand met uitzicht<br />
over de stad waren elf grote kamers en diverse gangen gebouwd met elk<br />
drie uitgewerkte muurtekeningen: telkens twee kleinere <strong>van</strong> ca 4 x 4m en<br />
een grote <strong>van</strong> ongeveer 4 x 8m. Sommige kamers zijn gevuld met geometrische<br />
figuren in zwarte verf of inkt en andere met vlakvullende geometrische<br />
rasters in arceringen <strong>van</strong> dunne potloodlijnen.<br />
Partituur<br />
<strong>De</strong> film bij de tentoonstelling toont het<br />
maakproces <strong>van</strong> ruim acht weken. Het<br />
begint met een college <strong>van</strong> de professionele<br />
assistenten. Zij komen <strong>van</strong> de Sol<br />
LeWitt Studio in New York. <strong>De</strong>ze instelling<br />
zorgt voor de correcte uitvoering<br />
<strong>van</strong> het werk <strong>van</strong> de in 2007 overleden<br />
Amerikaanse kunstenaar Sol LeWitt.<br />
Het vraagt ambachtelijk nogal wat om<br />
met diverse hulpmiddelen, zoals groot<br />
formaat passers en linialen, en met de<br />
tekenmaterialen potlood, krijt, diverse<br />
verdunde inkten en zwarte verf grote<br />
muur<strong>op</strong>pervlakten te bedekken met<br />
een rijke variëteit aan patronen. Het afdekken,<br />
afplakken, arceren en uitmeten<br />
moet eerst geoefend worden voordat<br />
men aan de echte uitvoering kan beginnen.<br />
Een <strong>van</strong> de grote uitdagingen is het<br />
<strong>op</strong> een steiger werken met linialen <strong>van</strong><br />
vier meter die door twee personen in<br />
balans gehouden moet worden, terwijl<br />
een derde persoon een lijn trekt.<br />
Zonder echt overzicht <strong>van</strong> het geheel<br />
te krijgen werken de veelal jonge studenten<br />
dagelijks <strong>van</strong> de ochtend tot<br />
de avond aan een stuk door. Elk werk<br />
begint met het lezen <strong>van</strong> het getekende<br />
ontwerp <strong>van</strong> Sol LeWitt dat bestaat uit<br />
een gebruiksaanwijzing met een verzameling<br />
<strong>van</strong> een aantal basisvormen.<br />
Daarna wordt deze gebruiksaanwijzing<br />
als model <strong>op</strong> een zijmuurtje overgenomen<br />
en tenslotte wordt het door<br />
de uitvoerders in groot formaat nauwgezet<br />
uitgevoerd.<br />
Sol LeWitt heeft <strong>van</strong>af 1968 tot 2007 een<br />
serie <strong>van</strong> 1200 ontwerpen voor muurtekeningen<br />
gemaakt. <strong>De</strong>ze klein formaat<br />
tekeningen zijn geen schetsen maar<br />
partituren, te vergelijken met muzikale<br />
composities. Ze bevatten een geschreven<br />
uitleg naast schema’s met vaak<br />
diverse lijn-cijfercombinaties. Of er<br />
zijn een aantal typen arceringen afgebeeld,<br />
zoals hier in het voorbeeld, met<br />
daaronder een cijfer. <strong>De</strong> cijfers vormen<br />
een blok <strong>van</strong> vier en deze weer samen<br />
een blok <strong>van</strong> 4 x 4 ofwel een blok <strong>van</strong><br />
zestien combinaties <strong>van</strong> arceringen <strong>De</strong><br />
wandtekening <strong>op</strong> groot formaat is dan<br />
Frank Lisser<br />
een verzameling combinatieblokken<br />
<strong>van</strong> telkens blokken <strong>van</strong> vier met daarin<br />
vier soorten arceringen.<br />
Ervaring<br />
Op de tentoonstelling zijn alle 33 partituren<br />
<strong>van</strong> Sol LeWitt als bordkrijttekening<br />
uitvergroot aanwezig. Het krijtschema<br />
bestaat telkens uit drie onderdelen. <strong>De</strong><br />
bovenste is de basis, in het voorbeeld<br />
hier twintig soorten genummerde blokjes<br />
met daarin een lijntje. Het middendeel<br />
is de compositie als lijntekeningcombinatie<br />
en het onderste schema is<br />
de compositie <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> nummers.<br />
Elk blokje bestaat uit een specifieke<br />
nummer combinatie <strong>van</strong> twee blokjes.<br />
(bijvoorbeeld nummer 1 samen met 17).<br />
<strong>De</strong> monumentale wandtekening <strong>van</strong> 8<br />
x 4 meter is honderd procent kl<strong>op</strong>pend<br />
met dit schema. Het is gecontroleerd en<br />
het staat vast: foutloos, alles is perfect.<br />
<strong>De</strong> studenten <strong>van</strong> de academie hebben<br />
gedurende deze acht weken onder leiding<br />
<strong>van</strong> zeven dirigenten een vlekkeloze<br />
uitvoering gegeven.<br />
Op de film is goed te zien met welke<br />
overgave dit monnikenwerk is vol-<br />
bracht. <strong>De</strong>ze strenge werkwijze zonder<br />
enige ruimte voor improvisatie, of voor<br />
de eventuele authenticiteit en aspiraties<br />
<strong>van</strong> de uitvoeders heeft niet geleid tot<br />
een gortdroge tentoonstelling. Het is<br />
precies tegengesteld aan de maakwijze:<br />
de kijkervaring is overdonderend.<br />
Het is een oneindig wegdrijven in hallucinerende<br />
ruimten gevuld met ritmes<br />
vol minutieuze herhalingen. Monumentaliteit<br />
en verfijning vloeien samen in<br />
een beleving die vergelijkbaar is met<br />
het ronddwalen in de kathedraal <strong>van</strong><br />
Reims. Het zien <strong>van</strong> dit werk heeft zo<br />
een sterke visuele impact dat het lijkt<br />
alsof er geen logica of rationaliteit in<br />
is toegepast. Echter het is omgekeerd<br />
evenredig met deze ervaring: het is<br />
volstrekt logisch en radicaal rationeel.<br />
Het romantisch idee <strong>van</strong> de kunstenaar<br />
als gevoelsmens die <strong>op</strong> pure intuïtie de<br />
toeschouwer betovert, wordt hier volkomen<br />
weggevaagd. Vanuit de ratio,<br />
in wel bewust gekozen seriële methodiek<br />
met een volledig instrumenteel gemaakte<br />
uitvoering wordt een sublieme<br />
kijkervaring <strong>op</strong>geroepen.<br />
Zeldzaam<br />
Een dergelijke ervaring wordt doorgaans<br />
altijd in verband gebracht met<br />
het unieke kunstwerk en zijn eeuwigheidswaarde<br />
dat alleen gemaakt kan<br />
worden door een zeldzaam soort kunstenaar:<br />
de genie. Dit is dan ook het<br />
meest gehoorde argument voor de<br />
enorme waarde <strong>van</strong> dat werk. <strong>De</strong> kijker<br />
ervaart dit bij het zien <strong>van</strong> bijvoorbeeld<br />
het schilderij Las Meninas <strong>van</strong> Velasquez.<br />
Dat eenmalige geniale schilderij zet<br />
de kijker in de onmiddellijkheid <strong>van</strong> het<br />
hier en nu <strong>van</strong> de grootse ervaring. ‘Ik<br />
sta in het Prado voor het origineel en<br />
zie het echt! ‘ In dit euforische moment<br />
vloeien subject en object in elkaar over<br />
en besmetten elkaar in het gevoel voor<br />
die zeldzaamheid. Het schilderij lijkt <strong>op</strong><br />
dat moment net zo kostbaar te zijn als<br />
het leven zelf dat het schilderij kan bekijken.<br />
<strong>De</strong> kijker, de ervaring en het schilderij<br />
lijken allen even uniek en onver<strong>van</strong>gbaar.<br />
<strong>De</strong> vraag of Las Meninas nuttig is<br />
en hoe dit te definiëren valt, wordt <strong>op</strong>gelost<br />
in de zeldzaamheid. Zeldzaamheid<br />
en kostbaarheid zijn economische<br />
tweelingen. Nut is wel een vreemd begrip<br />
hierin, maar het is vergelijkbaar<br />
met diamanten. Water is nuttiger dan<br />
diamant, maar diamanten zijn per kilogram<br />
veel kostbaarder dan water.<br />
<strong>De</strong> zeldzaamheid weegt kennelijk<br />
economisch zwaarder dan nut. <strong>De</strong>ze<br />
kostbaarheid wordt dus uitgedrukt in<br />
eenheden <strong>van</strong> zeldzaamheid ofwel<br />
geldwaarde of ver<strong>van</strong>gingswaarde<br />
<strong>van</strong> dat schilderij. In de kunst wordt<br />
deze constructie zo normaal gevonden<br />
dat de afwijking hier<strong>op</strong> direct als ondermijnend<br />
wordt ervaren. <strong>De</strong> roemruchte<br />
Ready Made, het urinoir <strong>van</strong> Marcel<br />
Duchamp bijvoorbeeld, breekt direct<br />
in <strong>op</strong> deze relatie tussen de esthetische<br />
ervaring en haar unieke object. Dit werk<br />
is in eerste instantie begin vorige eeuw<br />
als een frontale aanval <strong>op</strong> die zeldzaamheid<br />
en haar evenknie, de ver<strong>van</strong>gingswaarde,<br />
ervaren. <strong>De</strong> centrale<br />
positie in de recente kunsthistorie heeft<br />
als bescherming gewerkt. Haar mythe<br />
vorming rondom het tot stand komen en<br />
de context <strong>van</strong> deze Ready Made heeft<br />
bijgedragen aan het herstellen <strong>van</strong> de<br />
bestaande orde: het toekennen <strong>van</strong> de<br />
zeldzaamheid. Het urinoir uit de Karweikrant<br />
is echt veel goedk<strong>op</strong>er dan dat<br />
<strong>van</strong> Duchamp. <strong>De</strong> ondermijnende werking<br />
is geheel <strong>op</strong>gelost en verdwenen<br />
in het zeldzaamheidscircuit.<br />
Vernietiging<br />
Bij Sol LeWitts muurtekeningen wordt de<br />
status <strong>van</strong> het unieke meesterwerk veel<br />
sterker ondermijnd dan bij het bovengenoemde<br />
voorbeeld <strong>van</strong> Duchamp.<br />
<strong>De</strong> controverse tussen de ervaring zelf<br />
en het kunstwerk daarachter is veel groter.<br />
<strong>De</strong> kijkervaring is zo indringend dat<br />
de kijker het niet kan aanvaarden dat<br />
deze gewaarwording slechts in hem alleen<br />
rust en dat er geen direct verband<br />
is met de schepper en zijn werk.<br />
Ten eerste wil het besef <strong>van</strong> de mededogenloze<br />
methodiek, rustend in de rationaliteit<br />
<strong>van</strong> die strenge partituur, dat<br />
breekt met de illusie <strong>van</strong> de individuele<br />
expressie, nauwelijks doordringen. Zo<br />
sterk is het geloof in de rol <strong>van</strong> de individuele<br />
maker.<br />
Nog verontrustender is dat er geen individuele<br />
maker is. Tenminste: wie veroorzaakt<br />
wat hier? <strong>De</strong> ontwerpen <strong>van</strong> Sol<br />
LeWitt zijn bijzonder mooi om te zien,<br />
maar de realiteit <strong>van</strong> de uitvoering is<br />
verpletterend indrukwekkend. Zonder<br />
die heldere partituur is er geen ervaring<br />
als deze mogelijk, maar zonder die 65<br />
vertolkers is er geen beeld. <strong>De</strong> losk<strong>op</strong>peling<br />
<strong>van</strong> schepper en vertolker is in<br />
de beeldende kunst nog steeds een uitzonderlijke<br />
werkwijze.<br />
En nog moeilijker is de ontdekking dat<br />
deze makers of uitvoerders niet excellent<br />
zijn. <strong>De</strong> film bij de tentoonstelling<br />
laat dat goed zien. Veel onhandig pogen,<br />
stevige bijscholing en correctie<br />
met uiteindelijk een geweldig resultaat.<br />
In de muziekpraktijk hoort men vaak<br />
jonge virtuoosjes uit Rusland zonder<br />
moeite prachtig viool spelen, maar in<br />
de beeldende kunst is men niet gewend<br />
dat een gewone groep <strong>van</strong> negentien-<br />
jarige kunststudenten een kijkervaring<br />
<strong>van</strong> deze impact kunnen veroorzaken.<br />
<strong>De</strong> vergelijking met de musicus die muzikale<br />
partituren uitvoert, is niet helemaal<br />
<strong>op</strong> zijn plaats. Voor een geslaagde uitvoering<br />
<strong>van</strong> een partita <strong>van</strong> Bach is een<br />
jarenlange oefenpraktijk vereist, terwijl<br />
bij Sol LeWitt een korte technische introductie<br />
afdoende is. Het uitvoeren <strong>van</strong><br />
een Sol LeWitt vereist enige vaardigheid,<br />
geduld en volharding, maar de 65<br />
kunststudenten in die film behoorden<br />
niet tot de kaste <strong>van</strong> supertalenten zoals<br />
dat bij die jonge Russische violisten<br />
gebruikelijk is. Het is misschien ontluisterend<br />
maar het is binnen ieders mogelijkheden<br />
om thuis een Sol LeWitt uit te<br />
voeren met eenzelfde enorme visuele<br />
impact. Tenminste als de partituur streng<br />
wordt uitgevoerd. Dit idee ondermijnt<br />
het fundament <strong>van</strong> de zeldzaamheid<br />
waar<strong>op</strong> de kunst rust. Daarmee heeft<br />
Sol LeWitt de eeuwigheidswaarde <strong>van</strong><br />
het kunstwerk losgelaten zonder de ervaring<br />
daar<strong>van</strong> prijs te geven.<br />
<strong>De</strong> natuurlijke k<strong>op</strong>peling <strong>van</strong> dat sublieme<br />
ervaringsmoment, die unieke<br />
individuele emotie aan dat zeldzame<br />
en dus extreem kostbare object wordt<br />
wel het wreedst verbroken door de tijdelijkheid.<br />
<strong>De</strong> tentoonstelling in Metz<br />
heeft slechts tien weken geduurd. <strong>De</strong>ze<br />
prachtige kathedraal <strong>van</strong> dansende ritmes<br />
met die honderden soorten grijstinten<br />
en duizelingwekkende dieptes - die<br />
eeuwig zou moeten duren - is inmiddels<br />
overgeschilderd, witgekalkt, vernietigd<br />
en verdwenen. Het meest ontregelend<br />
is wel deze vernietiging <strong>van</strong> het object<br />
waar deze overweldigende ervaring in<br />
rust en wat er <strong>van</strong> overblijft als restant:<br />
een heftig verlangen om terug te keren<br />
en de zachte melancholie <strong>van</strong> de herinnering<br />
aan wat even is geweest. n<br />
6 JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE denieuwe denieuwe JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE 7
Zij<br />
Van kunst kun je geen goulash maken<br />
Larissa Kikol,<br />
vertaling Fredie Beckmans<br />
Ik woon in Berlijn en kom uit Keulen. Om precies te zijn uit een klein plattelandsdorp bij Keulen. Zo nu en dan<br />
ga ik mijn ouders bezoeken, vaak als ik ziek ben. Dit weekend was ik verkouden, teveel in een koud atelier<br />
gewerkt, te weinig slaap gehad en te vaak geen sjaal omgedaan.<br />
Mijn moeder had soep gemaakt. Ik pelde voor mezelf een hard gekookt ei. ‘Hoe kan het toch dat je nu verkouden<br />
bent geworden?’ vroeg mijn moeder, ‘en wat moet dat nou weer, de hele tijd in je atelier.’ Ik zei maar<br />
niets. ‘Geen wonder dat je ziek wordt, je moet minstens één keer per dag warm eten, dat heb ik je altijd al<br />
gezegd!’, hoofdschuddend keek ze naar de ho<strong>op</strong> eierschalen. Daar<strong>op</strong> ging ze naar ons medicijnkastje om<br />
er wat in te rommelen. Ze had daar nog iets. Aha! Opgewonden kwam ze met volle handen terug, een neusspray<br />
viel daarbij <strong>op</strong> de grond. ‘Oei, we moeten nu vooral niet gaan zitten jagen’.<br />
Eerst maar eens gaan zitten en alles <strong>van</strong> me af laten vallen. Mijn vader wilde iets zeggen, maar wachtte<br />
er toch maar liever mee. Altijd diezelfde strategische beslissingen. Mijn vader wacht graag. Hij zit dan aan<br />
tafel en kijkt. Of kauwt <strong>op</strong> een snoepje. Op een gegeven moment moet hij er dan klaar voor zijn. <strong>De</strong> doosjes<br />
en capsules lagen voor me. Ik pakte nogal sceptisch de tabletten tegen diarree. ‘Niet die’, zei mijn moeder<br />
snibbig. ‘Hier,’ ze zwaaide met haar handen boven de stapel heen en weer, ‘kijk nou toch eens’. ‘Nu,’ zei een<br />
stem diep in mijn vader. Hij zei: ‘Zalf’. Mijn moeder en ik keken hem verrast aan. Stilte.<br />
Daarna keek ik mijn moeder weer aan. Hij hervond zich nog net <strong>op</strong> tijd en zei dat hij nog ergens zo’n zalf<br />
had en die moest ik dan <strong>op</strong> mijn keel smeren. Mijn vader leunde uiterst tevreden achterover. Hij had zijn zegje<br />
gedaan. Een goed gevoel. En mijn moeder? Die deed alsof ze niets had gehoord.<br />
‘Hier,’ ze wees weer <strong>op</strong> de stapel, ‘je moet nu echt iets<br />
nemen.’ Ze stapte <strong>op</strong> en kwam met een ringmap terug.<br />
Daarin had ze alle recepten verzameld <strong>van</strong> medicijnen<br />
die ik ooit heb ingenomen, ze zou het wel eens<br />
even nakijken. Mijn moeder vond dat de kunst aan<br />
alles schuld had. Moeder: ‘Zo heb je wat geschilderd<br />
en zo ben je ziek. En wat heb je daar nou aan?’ Ik: ‘Ik<br />
studeer nou eenmaal kunst. Wat moet ik dan gaan<br />
doen?’<br />
Moeder: ‘Ach kunst, vroeger hadden we ook geen<br />
kunst nodig… daar kan ik me nog niet eens goulash<br />
<strong>van</strong> koken!’ Ik: ‘Ik zal me in de toekomst eenvoudigweg<br />
warmer kleden.’ Moeder: ‘Altijd een sjaal om je nek. En<br />
‘s avonds iets warms om te eten.’ Ik nam de Meditonsin.<br />
Moeder: ‘Dat jullie toch steeds denken, dat jullie kunst<br />
moeten maken. Nu zie je maar weer eens wat daar<strong>van</strong><br />
het resultaat is: ‘dat,’ ze wees met haar vinger naar<br />
het bord soep, ‘dat is het enige ware’. ‘Smaakt lekker’<br />
probeerde ik <strong>van</strong> onderwerp te veranderen. Mijn moeder<br />
keek me bezorgd aan: ‘Allemaal idioten, wat heb<br />
je nou aan al die kunst?’ Ik: ‘Nou ja zeg, idioten heb je<br />
overal.’ ‘Ook <strong>op</strong> kantoor,’ wist mijn vader te melden.<br />
Moeder:’ Pff, al die kunstenaars denken dat ze heel wat<br />
zijn, omdat ze schilderijen maken, die niemand wil! En<br />
ze kunnen niet eens de eenvoudigste dingen zelf.’ Ik<br />
keek haar vragend aan.<br />
Moeder: ‘<strong>De</strong> hele huishouding! Kinderen <strong>op</strong>voeden!<br />
Uit werken gaan! <strong>De</strong> boekhouding doen!’ Ik: ‘Nou<br />
vertel het ze dan eens.’ Mijn moeder liep de keuken in<br />
en kwam met een eierwekker terug. Moeder: ‘Hier, die<br />
neem je mee. Kun je voor jezelf ook eens een warm ei<br />
koken. Je weet toch dat je een keer per dag iets warms<br />
moet eten! ‘Ik: ‘Dank je.’ Moeder: ‘Schilder toch eens iets<br />
moois.’ Ik lachte zo’n beetje. Ik: ‘En wanneer?’ Moeder:<br />
‘Donderdag!’ Ik:’ Mama, ik heb geen tijd om iets moois<br />
te schilderen, die docenten bij ons willen nog niet iets<br />
moois zien.’ Moeder: ‘Ach, die ook altijd.’ Wond ze zich<br />
<strong>op</strong>.<br />
Ik: ‘Nou dan schilder je toch zelf eens wat.’ Moeder:<br />
‘Daar heb ik geen tijd voor, ik moet tenslotte voor je vader zorgen.’ Mijn vader: ‘Zie je nou wel, zij heeft ook<br />
geen tijd voor mooie dingen.’ Hij grijnsde.<br />
Na een paar dagen in een warm bed met een grote televisie en heerlijk eten ging het al een stuk beter en<br />
reisde ik terug naar Berlijn. <strong>De</strong> volgende dag in mijn atelier stak ik de verwarming aan. ‘Ja maar dit is veel te<br />
warm’, klaagde iemand, ‘zo kan ik niet schilderen hoor.’ Ik grijnsde en stelde voor dat hij toch eens iets moois<br />
moest schilderen. ‘Wij studeren hier kunst en hoeven helemaal niks moois te maken.’ Woedend stapte hij naar<br />
buiten in de kou. Ik zette voor mezelf thee en dacht daarbij aan iets moois. n<br />
Samuel Wiesemann, Call Alice, portret <strong>van</strong> Larissa Kikol<br />
<strong>De</strong>nnis Oppenheim <strong>De</strong>vice<br />
to Root out Evil, 1997<br />
‘The sculpture is a gesture- turning something upside down. The country church is balanced on it’s steeple as if it were positioned by a terrific force of nature.’<br />
Gal<strong>van</strong>ized structural steel, anodized perforated aluminum, transparent red Venetian glass, 25’ H x 15’ W x 12’ D, photo by Thom Quine.<br />
Location: Vancouver, Canada<br />
8 JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE denieuwe denieuwe JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE<br />
9
gekke was dat het werd geaccepteerd. denten heb. Ik geef geen les en ik heb<br />
Ze werden geleegd en hebben er heel<br />
lang met z’n achten gehangen.<br />
nooit <strong>op</strong> een academie gezeten.<br />
Mijn acties krijgen zoals ik dat noem Intuïtie<br />
een tweede leven <strong>op</strong> websites, in tijd- Wat ik hierna ga doen, weet ik nog niet.<br />
schriften, boekjes, kranten etcetera. Het Ik blijf natuurlijk een intuïtief werkend<br />
media-effect. Ik gebruik het allemaal. kunstenaar en niet iemand die een pro-<br />
Zo breng ik mijn werk in diverse vormen gramma afwerkt. Ik heb nog steeds as-<br />
<strong>van</strong> documentatie terug in de kunstpecten <strong>van</strong> de autonome kunstenaar<br />
wereld zodat het ook daar een rol kan maar heb niet het idee dat ik zo’n ego<br />
spelen als feit dat het gebeurd is maar ben, zo’n expressionistisch kunstenaar<br />
ook als een alternatieve vorm <strong>van</strong> kunst die zijn gevoel <strong>op</strong> het doek werpt, dat<br />
maken.<br />
zal niet lukken. Ik merk wel dat alles gek<strong>op</strong>peld<br />
is aan herinneringen. Je hoort<br />
Politiek<br />
bij een bepaalde generatie en bent<br />
Je zoekt steeds naar nieuwe vormen. omgeven door de stedelijke cultuur.<br />
Nadat ik allerlei grafische dingen in de Daar komen werken uit voort en som-<br />
stad geplaatst had - <strong>van</strong> het woord Homige zitten dan ietsje dichter bij iets dat<br />
tel tot een basketballveld - heb ik <strong>op</strong> een je hebt meegemaakt. Met die specifieke<br />
gegeven moment de stap genomen werken heb ik zelf een leuke band maar<br />
naar driedimensionale objecten zoals ze worden vaak ook door anderen het<br />
haakjes, afvalbakken, brandblussers. best gevonden. Dan zit er dus toch er-<br />
Daarna werden het gedragingen <strong>van</strong> gens iets in verst<strong>op</strong>t wat misschien wel<br />
mensen waarin ik personen een be- collectief biografisch is en met dat colpaalde<br />
handeling liet doen en nu zijn lectief biografische kan ik waarschijnlijk<br />
de acties gericht <strong>op</strong> communicatie. goed uit de voeten.<br />
Ik leerde destijds Jonas Staal kennen Er wordt mij vaak gevraagd waar ik ei-<br />
doordat hij mij zijn scriptie die hij over genlijk <strong>van</strong> leef. Ik vind dat niet rele<strong>van</strong>t.<br />
mijn werk geschreven had <strong>op</strong>stuurde. Er zit de gedachte achter dat kunst toch<br />
Hij was geïnspireerd door mijn manier <strong>op</strong> de een of andere manier aan de ver-<br />
<strong>van</strong> werken maar niet door de uitvoeko<strong>op</strong>baarheid, aan producten gek<strong>op</strong>-<br />
Harmen de Ho<strong>op</strong>, For free! , Rotterdam, 2005, Courtesy West, <strong>De</strong>n Haag ring er<strong>van</strong>. We hebben drie jaar intenpeld is. Het is een markt. Voor mij heeft Harmen de Ho<strong>op</strong>, Updated sculpture #11 ( Rob Pleysier/Harmen de Ho<strong>op</strong>), den Haag 2006,<br />
sief samengewerkt en daar een boek dat nooit een rol gespeeld. Ik laat mij Courtesy West, <strong>De</strong>n Haag<br />
over gepubliceerd. Nu hebben we ons inspireren door de generaties voor mij<br />
in een totaal andere richting ontwik- met mensen zoals Richard Long die in<br />
Ik ben niet zo een ego<br />
Marianne Vollmer<br />
keld. Jonas is veel meer bezig met de<br />
echte politiek en is ook veel theoretischer<br />
dan ik ben. Toch is mijn laatste<br />
eerste instantie uit die markt probeerden<br />
weg te komen. Een soort idealisme<br />
was het, een droom, het zoekende zon-<br />
Gesprek met Harmen de Ho<strong>op</strong><br />
werk ‘Abstracte Kunst’ dat ik net heb afgerond,<br />
in zekere zin ook wel politiek.<br />
der praktisch doel. Ik probeer dat ook in<br />
alle facetten <strong>van</strong> mijn werk te st<strong>op</strong>pen.<br />
Of dat nu door Jonas komt, die mij veel Maak het niet voor de kunstinstellingen,<br />
Mijn herinneringen aan de tijd dat ik Het begint voor mij met een idee, een en soms ook conflicten samenkomen - ik trek bijvoorbeeld een overall aan<br />
politieker wilde maken of dat het de tijd- niet om te verk<strong>op</strong>en. Het moet voor mij<br />
als klein kind <strong>op</strong> een zomerse dag vermoeden waar een werk over zou waardoor ik daar een voor mij span- - maar ben wel herhaaldelijk door de<br />
geest is weet ik niet omdat heel veel <strong>van</strong> perse over alledaagse dingen gaan en<br />
buiten <strong>op</strong> het stoepje zat en een moeten gaan. Over demonstranten nend werk <strong>van</strong> kan maken.<br />
politie gest<strong>op</strong>t. Dat leidde in het alge-<br />
mijn kunst nu eenmaal te maken heeft ook tijdelijkheid speelt daarin een be-<br />
huismus heen en weer zag huppen bijvoorbeeld die willen demonstreren<br />
meen niet tot grote problemen. Er zijn<br />
met wat er in de wereld gebeurt. Het langrijke rol. Daarmee zet je een groot<br />
in de zon zijn nog steeds sterk aan- omdat ze hun mening willen uiten ter- Mieren<br />
wel werken onvoltooid gebleven.<br />
werk bestaat uit <strong>op</strong>ruiende pamfletten, contrast neer met al die grote ego’s en<br />
wezig. Waar dat uit bestond qua wijl je weet dat politici niet luisteren. Dat <strong>De</strong> menselijke aanwezigheid is wat me<br />
ingezonden brieven aan instanties en de mensen die onderwerpen zoeken<br />
plek is voor mij altijd heel belangrijk gevoel <strong>van</strong> ongenoegen dat al jaren als onderwerp het meest interesseert Acties<br />
brieven aan politici. Dit allemaal aan de die ‘larger than live’ zijn. <strong>De</strong> goddelijk-<br />
geweest. Ik ben dan ook architec- in de lucht hangt is dan misschien waar terwijl ik de mens eigenlijk helemaal Ik maak acties die zich richten <strong>op</strong> de<br />
hand <strong>van</strong> abstracte kunstwerken in de heid, het sublieme. Ik heb me <strong>van</strong>af<br />
tuur gaan studeren en nog steeds het werk over zal gaan. En dan begin ik. niet interessant vind. <strong>De</strong> filosofie is dat voorbijgangers. Ik wil ook niet dat het<br />
<strong>op</strong>enbare ruimte. Totale misinterpreta- het begin enorm afgezet tegen hoe<br />
zijn plekken mijn materiaal. Het zoe- Als inspiratiebron heb ik heel veel boe- de stad of maatschappij is <strong>op</strong>gebouwd meer is dan dat. Het is geen theater<br />
ties <strong>van</strong> deze beelden die <strong>op</strong>roepen tot ego’s functioneren in de kunstwereld.<br />
ken naar de perfecte locatie voor ken met foto’s, een archief. Geen artis- uit die enorme <strong>op</strong>telsom <strong>van</strong> individuen of performance waarbij je een aan-<br />
acties. Die hele schreeuwerige toon <strong>van</strong> Voor mij is het Stedelijk Museum niet<br />
mijn acties is hetgeen waar ik dag tieke boeken maar praktische met <strong>van</strong> maar we zijn gewoon mieren die zonkondiging krijgt. Die vind ik binnen de<br />
het maatschappelijk debat <strong>van</strong> nu <strong>van</strong> het hoogst haalbare. Ik wil niet <strong>op</strong> een<br />
in dag uit mee bezig ben en waar ik die lekkere foute gebruiksfotografie. der doel naar links of naar rechts l<strong>op</strong>en. kunstwereld - ook als je die <strong>op</strong> pleintjes<br />
zowel links als rechts heb ik daarin ver- podium. Wat mij vooral interesseert is<br />
nog steeds <strong>van</strong> geniet. Al mijn inspi- Daarna gooi ik mijn fiets in de auto, ga We houden <strong>van</strong> orde en regels. Dat is etcetera. doet - enorm problematisch.<br />
werkt. Mijn eigen mening speelt daarbij dat het een onderdeel kan zijn <strong>van</strong> al<br />
ratie komt daar <strong>van</strong>daan.<br />
naar een bepaalde stad en fiets daar onze vorm <strong>van</strong> met elkaar omgaan ge- Meestal kan het die aandacht helemaal<br />
geen enkele rol. Zo heb ik pamfletten die media die wij gebruiken, de alle-<br />
Er zijn mensen die zich laten bepa- rond. Ik weet dan al zo’n beetje waar worden. Ik herken de leuke kanten er- niet verdragen. Dan staat iedereen<br />
verspreid in een duurdere buurt in de daagsheid daar<strong>van</strong>. Daarbinnen wil ik<br />
len door het sociale, de omgang ik naar zoek, waar ik naar wil kijken. Er <strong>van</strong> en speel met wat ik benepen vind. klaar en is er een actie en denk je is dat<br />
omgeving <strong>van</strong> een sculptuur <strong>van</strong> Henk functioneren. Filosofisch? Ik? Ik ken wel<br />
met de medemens. Ik kijk totaal an- moet bijvoorbeeld iets <strong>van</strong> een toren Aan de andere kant ben ik helemaal het nou? Die verwachting. Dat heb ik<br />
Visch. Men werd daarin <strong>op</strong>geroepen ergere mensen hoor. Ik ben een formaders.<br />
Let alleen maar <strong>op</strong> de om- gegooid worden. Dan blijkt dat je niet een product <strong>van</strong> die cultuur. Sommige dus niet. <strong>De</strong> hele stad is een <strong>op</strong>telsom<br />
<strong>op</strong> een bepaalde dag met kwasten en listisch kunstenaar, ben heel streng <strong>op</strong><br />
geving: de contrasten, de materie, naar boven kunt en moet je iets anders regels ontstaan ook maar gewoon in <strong>van</strong> gebeurtenissen waar ik gewoon<br />
witte verf naar het veelkleurige beeld de vorm en vind mezelf nog altijd heel<br />
de conflicten, hoe het licht valt. Een bedenken. Vanuit dat eerste idee kom je een maatschappelijke dynamiek. Het is een gebeurtenis bij doe. Ik probeer<br />
te komen om het weer wit te schilderen erg pragmatisch. Ik ben natuurlijk wel<br />
soort ‘Alleen <strong>op</strong> de Wereld effect’. altijd heel ergens anders terecht dan je allemaal relatief zoals met de snelheid daarin zo dicht mogelijk bij de werkelijk-<br />
omdat het nu te multi-culti zou zijn. Ie- de beste kunstenaar <strong>van</strong> Nederland<br />
Ik bekijk de wereld alsof ik een bui- eerst bedacht had. Door de dingen die <strong>op</strong> de weg bijvoorbeeld in Duitsland heid te blijven. En net zoals bij mijn obdereen<br />
in de kunstwereld ging <strong>op</strong> tilt. Er maar dat houden we geheim. n<br />
tenstaander ben, aan de zijlijn sta. je meemaakt kan dan ook de inhoud zijn die getalletjes net weer anders en in jectjes kun je het toevallig tegenkomen,<br />
is aangifte gedaan en vijf agenten wa-<br />
Dat heb ik mijn leven lang gehad. <strong>van</strong> het werk weer veranderen. Het is sommige landen bestaan ze niet eens. maar je kunt het ook gemist hebben. Er<br />
ren <strong>op</strong> de aangegeven dag 24 uur bij Harmen de Ho<strong>op</strong> (Utrecht 1959) Rotter-<br />
Je kijkt naar wat een maatschappij dus niet zo dat ik - wat mensen wel den- En daarom vind ik ook dat ik als individu zit toch altijd iets raars in. Dat is wat kunst<br />
het beeld aanwezig. Ook is Henk Visch dam. Studeerde enkele jaren bouwkun-<br />
of stad is. Wat gebeurt er allemaal. ken - al lekker rondfietsend <strong>op</strong> een idee het recht heb mijn kleine dingetjes te altijd heeft, dat het er net naast zit. Het<br />
uit Eindhoven gekomen. Het was hecde aan de Technische Universiteit <strong>De</strong>lft<br />
Het is een spanningveld tussen er kom. Zo werkt het niet. Je moet weten doen ook als die een wet overtreden moet wringen. Er gebeuren wel gekkere<br />
tisch. Sandra Smets heeft er nog over en een jaar bij Ateliers ‘63.<br />
deel <strong>van</strong> willen uitmaken en er toch waar<strong>op</strong> je wilt focussen voordat je an- of een ander niet bevallen. Ik tast de dingen in de stad dan wat ik doe. Som-<br />
geschreven in de NRC. Het vermoeden <strong>De</strong> documentatie <strong>van</strong> zijn werk is ten-<br />
altijd buitenstaan.<br />
dere dingen toevallig kunt vinden, je grens af. Waarom bestaan die regels en mige voorbijgangers zullen iets nor-<br />
ontstond dat het pamflet <strong>van</strong> mij of <strong>van</strong> toongesteld in binnen en buitenland.<br />
kunt laten verrassen. Ik heb een doel. welke rechten heb ik om het daar niet maal vinden wat er voor mij net naast<br />
Jonas kon zijn, maar de leukste reac- Begin dit jaar had Museum Jan Cunen,<br />
Ik ben een padvinder die zijn pad vindt mee eens te zijn? Die vraagstelling heeft zat. Zoiets heb ik meegemaakt met de<br />
tie vond ik toch dat men dacht dat het Oss een overzichtstentoonstelling <strong>van</strong><br />
in een vreemde stad en maak duizen- altijd in het werk gezeten. Maar het afvalbakken die ik geplaatst had bij de<br />
studenten <strong>van</strong> mij zouden zijn die ik <strong>op</strong>- vijftien jaar kunstpraktijk. Met documenden<br />
foto’s <strong>van</strong> plekken die mogelijk een blijft een zijlijngevoel natuurlijk. Ik <strong>op</strong>- kweekschool voor de handel in Amsterdracht<br />
had gegeven om iets radicaals tatie zoals: wandvullende fot<strong>op</strong>rints,<br />
geschikte locatie zijn. Ik zoek net zo gepakt? Helemaal niet. Ik pas me aan dam. Ik had verwacht dat ze heel snel<br />
te doen omdat ze anders hun punten dia’s, drukwerk, installaties, tekst, film en<br />
lang tot ik iets vind waar alle elementen bij wat ik denk dat mensen verwachten zouden worden verwijderd maar het<br />
niet kregen, terwijl ik helemaal geen stu- audiowerken. n<br />
Harmen de Ho<strong>op</strong>, Crossing in nature, Amstelveen, 1993, Courtesy West, <strong>De</strong>n Haag<br />
10 JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE denieuwe denieuwe JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE<br />
11
Les belles heures du duc de Berry, getijdenboek <strong>van</strong> de Gebroeders <strong>van</strong> Limburg,<br />
ca 1405-1408, blad 151 en 152, de kruisafneming en graflegging <strong>van</strong> Christus, dubbel<br />
blad links en rechts naast elkaar. <strong>De</strong> afbeeldingen in het boek zijn 17,5 x 24,5 cm.<br />
Het boek heeft 224 gedecoreerde en geïllustreerde perkamenten bladen.<br />
Les belles heures du duc de Berry<br />
Van 5 april tot 25 juni 2012 waren 47 losse bladen<br />
uit het 224 bladen tellende getijdenboek ‘Les belles<br />
heures du duc de Berry’ in het Louvre te zien. In het<br />
kader <strong>van</strong> een restauratieproject was dit voor het<br />
eerst en ook voor het laatst mogelijk. Inmiddels zijn<br />
deze bladen weer teruggeplaatst in hun kaft en ligt<br />
het boekje weer in de kluis <strong>van</strong> The Cloisters in New<br />
York. <strong>De</strong> komende tientallen jaren is het onmogelijk<br />
om dit wonder <strong>van</strong> verfijning in het echt te zien.<br />
Elk blad bestaat uit illustraties <strong>van</strong> allerlei christelijke verhalen, beroemde heiligenlevens, apostelen in<br />
actie, vreselijke martel- scènes en spectaculaire tenhemel<strong>op</strong>nemingen; elke verbeelde gebeurtenis<br />
wordt <strong>op</strong> ieder blad aangevuld met een kort gebed in hartstochtelijk middeleeuws Latijn.<br />
Tevens wordt elk blad met eenzelfde patroon <strong>van</strong> gedecoreerde boomblaadjes aan krultakjes rondom<br />
de illustratie <strong>op</strong>gevuld. Op een reproductie is dat niet goed te zien maar in het echt wel: elk boomblaadje<br />
heeft in de zwarte contourlijn een <strong>op</strong>bollend glimmend hartje <strong>van</strong> goud, zo wordt elke illustratie<br />
omzoomd met een reliëf <strong>van</strong> schitterende gouden druppels of juwelen.<br />
Om bladgoud aan te kunnen brengen is er een grondlaag <strong>van</strong> kalk met daar<strong>op</strong> een rode kleipasta<br />
nodig, daarna een lijmlaagje en daar wordt een bladgoudfragmentje <strong>op</strong> geplakt. <strong>De</strong> laatste handeling<br />
is het polijsten <strong>van</strong> het bladgoud. Elke 1 m2 cm kent tien <strong>van</strong> die blaadjes. <strong>De</strong> miniaturenliefhebber en <strong>op</strong>drachtgever<br />
duc du Berry heeft hiervoor de gebroeders <strong>van</strong> Limburg & assistenten bereid gevonden om<br />
in drie jaren ruim drie miljoen handelingen te verrichten. Gelukkig hebben noch de duc de Berry noch<br />
de Gebroeders <strong>van</strong> Limburg zich het nut de en noodzaak hiervoor afgevraagd. Ze hebben het gewoon<br />
gedaan en mooier kan het eigenlijk niet. FL n<br />
http://www.louvre.fr/expositions/les-belles-heures-du-duc-de-berry n<br />
12 JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE denieuwe denieuwe JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE<br />
13
Bart Lodewijks, Moscou Drawing, Ghent (BL) 2008 -2009, krijt <strong>op</strong> muur, fotografie H. Bartels<br />
Bart Lodewijks, Uit de serie Curaçao Drawings, Curaçao 2007, krijt <strong>op</strong> wegdek<br />
Brief aan de spoorwegen<br />
Gent, 24 maart 2009<br />
Geachte spoorwegdirecteur,<br />
Geachte heer Haek,<br />
Sinds enige tijd lo<strong>op</strong> ik rond met het idee om u een brief te schrijven. Onze werk-<br />
zaamheden liggen ver uiteen: terwijl u met uw werk het hele Belgische landschap<br />
doorkruist, breng ik als kunstenaar in buitenwijken <strong>van</strong> steden een aaneenschakeling<br />
<strong>van</strong> tekeningen aan. Het zijn rechte lijnen, die met schoolbordkrijt en een<br />
meetlat getrokken worden <strong>op</strong> straten, muurtjes en gevels <strong>van</strong> huizen, met toestemming<br />
<strong>van</strong> de bewoners. Niet te verwarren met graffiti, want de tekeningen zijn niet<br />
illegaal en protesteren niet. Het zijn evenmin tekens zoals de pijlen en getallen die<br />
spoorarbeiders achterlaten <strong>op</strong> bielzen en treinmaterieel. Mijn (krijt)sporen vormen<br />
een veel minder gepland traject dan het spoornet, al leiden ze evenzeer naar allerlei<br />
bestemmingen.<br />
<strong>De</strong> locaties waar<strong>op</strong> ik anderhalf jaar geleden in <strong>op</strong>dracht <strong>van</strong> het S.M.A.K. (Stedelijk<br />
Museum voor Actuele Kunst) begon met tekenen liggen allemaal in de Gentse wijk<br />
Moscou. Die wijk is u wellicht bekend als locatie waar de treinwerkplaats Ledeberg<br />
ligt, of <strong>van</strong> de film Aanrijding in Moscou. In Moscou zijn de tekeningen zich gaan vermengen<br />
met het terrein waarover u de baas bent. Nu mijn werk er bijna geklaard<br />
is, wordt het tijd om u te vertellen waarover de tekeningen gaan en uit de doeken<br />
te doen waar ze precies gedomicilieerd zijn. Mijn bedoeling met deze brief gaat<br />
echter <strong>verder</strong> dan dat.<br />
Uw aandacht vraag ik voor een <strong>van</strong> uw eigendommen: een met slo<strong>op</strong> bedreigd<br />
spoorwachtershuis, dat wordt bewoond door een gepensioneerde medewerker<br />
<strong>van</strong> uw bedrijf. Op de gevel <strong>van</strong> dit huis bracht ik een tekening aan, die doorlo<strong>op</strong>t<br />
<strong>op</strong> het behang binnenskamers. Het S.M.A.K. wil de tekening <strong>op</strong> het spoorhuis als<br />
kunstwerk behouden door het <strong>op</strong> te nemen in haar collectie. Om deze reden kl<strong>op</strong><br />
ik nu bij u aan, met de vraag om het spoorhuis voor afbraak te behoeden. Het traject<br />
dat naar dit spoorhuis en tot dit verzoek leidde, staat in deze brief beschreven.<br />
Mijn naam is Bart Lodewijks en het S.M.A.K. bezorgde mij een ho<strong>op</strong> werk toen ze<br />
vroegen of ik een kunstproject wilde <strong>op</strong>zetten in de <strong>op</strong>enbare ruimte <strong>van</strong> de wijk<br />
Moscou. Ik trof daar een buurt aan die omarmd wordt door rails en spoorwissels.<br />
Het spoor fungeert als een kader, zoals een lijst om een schilderij. Moscou is een<br />
geïsoleerde wijk die bereikbaar is gemaakt met een viaduct en een voetgangerstunnel,<br />
of anderszins via een wirwar aan door woon- werkverkeer ingesleten<br />
straten. Het is een arbeiderswijk zoals er in België honderden bestaan. Een weinig<br />
verheffende dagelijkse realiteit, waargenomen door duizenden treinreizigers per<br />
dag, die de buurt doorsnijden.<br />
Waarom kreeg juist ik deze <strong>op</strong>dracht?<br />
Welnu, het museum zag in mij een soort omgekeerde inbreker. Niet als een dief die<br />
in de nacht er<strong>op</strong>uit gestuurd wordt om iets te stelen, maar als een indringer die <strong>op</strong><br />
klaarlichte dag toeslaat en in plaats <strong>van</strong> iets mee te nemen zijn sporen zo onberispelijk<br />
mogelijk achterlaat.<br />
Daarbij doel ik <strong>op</strong> de krijtsporen, ofwel mijn tekeningen <strong>op</strong> muren en huizen, die<br />
makkelijk uit te wissen zijn waardoor niet te verwachten is dat bewoners er moeite<br />
mee hebben dat hun huis of straat ondergekalkt wordt. Zouden de bewoners<br />
slechts medewerking verlenen omdat alles makkelijk weggewassen kan worden?<br />
Met het vertrouwen dat mijn wijze <strong>van</strong> binnendringen in privédomeinen ontstaat in<br />
overeenstemming met de bewoners, werd ik door het museum losgelaten tussen<br />
de treinrails, de voetgangerstunnels en straten onder het Moscou-viaduct. <strong>De</strong> buurt<br />
die ik in mijn handen gedrukt kreeg, gedroeg zich echter als een olifant die geen<br />
stap uit zichzelf zou verzetten.<br />
Mijn ho<strong>op</strong> om toegang te verkrijgen tot een buurt die waarschijnlijk liever geen<br />
verandering wil, was gevestigd <strong>op</strong> het gebruik <strong>van</strong> krijt als werkmateriaal. Van krijt<br />
gaat geen dreiging uit, het is onschuldig materiaal. Krijttekeningen kunnen geen<br />
blijvende veranderingen brengen aan het uiterlijk <strong>van</strong> een wijk. Krijt verwaait, het<br />
verregent, het verbindt zich nauwelijks. Als een krijttekening hecht, dan is dat in het<br />
hoofd, als een herinnering.<br />
Dialectiek met de buurt kwam uit zichzelf <strong>op</strong> gang<br />
Mijn verwachting dat de bewoners enige toenadering tot mij zouden zoeken werd<br />
niet beantwoord, noch het verlangen naar de koffie waar<strong>op</strong> een stratenmaker<br />
zich kan verheugen. Met witte krijtstaafjes bracht ik tekeningen aan <strong>op</strong> lage muurtjes<br />
die aan iedereen en niemand toebehoren. Weinig <strong>op</strong>vallend en met de rug<br />
naar de straat gekeerd (omdat je slechts in die fysieke staat muren kunt betekenen)<br />
werkte ik voort zolang niemand vragen stelde. Bijvoorbeeld aan de tekening <strong>op</strong><br />
de muur <strong>van</strong> betonnen platen die de werkplaats <strong>van</strong> uw bedrijf uit het zicht houdt<br />
<strong>van</strong> de Jules de Saint-Genoisstraat. Het zijn dezelfde klassieke Vlaamse muurtjes die<br />
in de schilderijen <strong>van</strong> Raveel <strong>op</strong>duiken. Pas toen een voorjaarsbui het krijt <strong>van</strong> de<br />
betonnen platen vaagde, haastten kinderen uit het eerste leerjaar <strong>van</strong> de buurtschool<br />
zich naar de betreffende muur en brachten de lijnen in kleurkrijt terug in het<br />
straatbeeld. Dit inkleuren <strong>van</strong> de deels vergane krijtlijnen vond plaats buiten mijn<br />
medeweten om. <strong>De</strong> dialectiek tussen mij en de buurt kwam <strong>op</strong> gang zonder dat ik<br />
er erg in had. <strong>De</strong> olifant waarvoor ik de wijk had aangezien, bleek veel minder een<br />
dikhuid te zijn en begon wis en waarachtig uit zichzelf te l<strong>op</strong>en.<br />
Foto’s <strong>van</strong> tekeningen als kerstkaart<br />
Leerlingen <strong>van</strong> de buurtschool hadden hun klaslokalen versierd met kleefwerken<br />
die bomen voorstelden, samengesteld uit geknipte vierkantjes, cirkels en driehoeken.<br />
In mijn ogen geometrische constructies, verwant aan de tekeningen die ik aan<br />
het uitzetten was in de wijk. Een <strong>van</strong> de kleefwerken tekende ik na <strong>op</strong> de gevel <strong>van</strong><br />
een huis tot de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> een echte boom. <strong>De</strong> boom <strong>op</strong> de gevel werd een verbindende<br />
schakel tussen mij en de buurt toen de kinderen onderaan de stam kerstbomen<br />
met pieken en ballen begonnen te tekenden. Ouders kwamen de resultaten<br />
<strong>van</strong> hun kroost bekijken. <strong>De</strong> foto’s die de schoolleiding <strong>van</strong> de tekeningen maakte,<br />
werden verstuurd als kerstkaart.<br />
14 JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE denieuwe denieuwe JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE<br />
15<br />
[…]<br />
<strong>De</strong> krijttekening breidde zich uit <strong>van</strong> buur naar buur, <strong>van</strong> huis naar huis. Als iemand<br />
niet wilde meewerken sloeg ik het betreffende huis over. Sommige tekeningen<br />
liepen langs de buitenkant <strong>van</strong> de huizen, verdwenen in huiskamers en keukens<br />
<strong>van</strong> families, doken dan weer <strong>op</strong> en bestreken delen <strong>van</strong> een straat. <strong>De</strong> tekening<br />
groeide naar gelang de gastvrijheid <strong>van</strong> de bewoners toenam.<br />
[…]<br />
Bart Lodewijks<br />
Op zolderkamers en bovenverdiepingen in Moscou kom ik vaak spoorminiaturen<br />
tegen, compleet met woonhuizen en voormalige spoorhuizen. Ze zijn nagebouwd<br />
door oudgedienden <strong>van</strong> uw bedrijf, die er nog altijd goederen door complexe infrastructuren<br />
loodsen. Vaak is in de miniaturen meer ruimte tussen de huizen en het<br />
spoor dan in de werkelijkheid. Buiten <strong>op</strong> het echte spoor glijden wagons, aangestuurd<br />
door een onzichtbare hand, rakelings langs sommige huizen. Ik zou graag<br />
uw blik willen laten inzoomen <strong>op</strong> de Zetternamstraat, het meest ingesloten deel <strong>van</strong><br />
Moscou. <strong>De</strong> uiteindes <strong>van</strong> de straat worden doorkruist door rails, waardoor het lijkt<br />
alsof de treinen via de achtertuinen dwars door de huizen de straat oversteken. Het<br />
is geen miniatuurlandschap of afgietsel <strong>van</strong> een vroegere, kleinere werkelijkheid,<br />
al doet het voormalige spoorwachtershuis <strong>op</strong> nummer 11 wel daaraan denken. Dit<br />
is het enige vrijstaande huis <strong>van</strong> de straat, pal langs het spoor, bewoond door de<br />
gepensioneerde, vrijwel dove spoorarbeider Louis de Bock. Het wachthuis werd<br />
ooit door uw bedrijf <strong>op</strong>getrokken uit degelijk materiaal, en toen het veertig jaar<br />
geleden zijn dienst bewezen had, verhuurd aan <strong>De</strong> Bock. Soms kun je hem onkruid<br />
wiedend aantreffen in de moestuin waarmee zijn huis omzoomd is.<br />
Met de kerstkaarten <strong>van</strong> de school in mijn hand bracht ik het eerste bezoek aan<br />
de mij toen nog onbekende Louis. <strong>De</strong> lakens die boven de slabedjes hingen te<br />
wapperen, hadden mij het signaal gegeven dat er iemand thuis was. Dat bleken<br />
twee mensen te zijn, want de 82 jaar oude man werd verzorgd door zijn dochter<br />
Marina. Zij vertelde dat haar vader in zijn werkzame leven met spoorbielzen had<br />
gesjouwd, waar<strong>van</strong> in de moestuin tegenwoordig nog enkele restanten dienst<br />
doen als paal voor de waslijn.<br />
Toen ik hem een kerstkaart overhandigde, bekeek hij die als een conducteur die<br />
een gaatje in een treinkaart zou aanbrengen. <strong>De</strong> wenskaart <strong>van</strong> de kinderen maakte<br />
hem gelukkig, liet hij blijken. Hij toonde foto’s <strong>van</strong> zijn kleinkinderen, terwijl zijn<br />
dochter k<strong>op</strong>jes Senseo en biscuitjes voorschotelde. Het gebeurde die middag dat<br />
Louis zijn huis beschikbaar stelde om te worden betekend met krijt. Vanaf die dag<br />
raakte ik gestationeerd in het spoorhuis. n<br />
Fragment uit de publicatie ‘Onvergetelijke buurt’. Voorstel tot permanente krijttekeningen<br />
in de Gentse wijk Moscou. Tekst: Bart Lodewijks 2010.<br />
www.romapublications.org n
Foto Fredie Beckmans, de tuin <strong>van</strong> de Parijse kerk Saint Julien le Pauvre, 2012<br />
Promenade Inutile<br />
Zien en gezien worden<br />
<strong>De</strong> uitnodiging zag er als volgt uit: ‘Het thema <strong>van</strong> de tweede zinloze wandeling<br />
is ‘de vogels uit het oude centrum <strong>van</strong> de stad Biel in de breedste<br />
zin <strong>van</strong> het woord.’ Weten, zang, literatuur, culturele voedering en ook<br />
het niet-weten der vogels zullen aan bod komen. <strong>De</strong> prijs is slechts tien<br />
Zwitserse Franken maar daarvoor krijgt u dan ook een verrekijker cadeau<br />
die u daarna mee naar huis mag nemen om ook de tuin <strong>van</strong> de buren <strong>van</strong><br />
wat dichterbij te kunnen bestuderen. Het thema <strong>van</strong> de eerste wandeling<br />
was de tuinen <strong>van</strong> het oude centrum <strong>van</strong> de stad. Thema en tijdstip waren<br />
zo ongelukkig gekozen dat er niemand <strong>op</strong> de wandeling is afgekomen.’<br />
Tot zover een gedeelte <strong>van</strong> de uitnodiging en de laatste zin hielp om heel<br />
veel medelijden <strong>op</strong> te wekken. Vrienden en belangstellenden vroegen<br />
wat er was gebeurd en waarom ze geen uitnodiging hadden gekregen.<br />
Ik zei dat het die dag erg hard had geregend en verzweeg dat ik helemaal<br />
geen uitnodigingen had verstuurd. Die eerste wandeling was uit<br />
mijn duim gezogen om de tweede wandeling tot een succes te maken. Tot<br />
zover de tweede zinloze vogelwandeling.<br />
Wandelen bestaat nog niet eens zo<br />
lang. In Nederland pas honderd jaar.<br />
Je lo<strong>op</strong>t een stuk door een bos en dan<br />
niet <strong>van</strong> A naar B maar <strong>van</strong> A naar A.<br />
Vrij zinloos. <strong>De</strong> Engelse filosoof Berkeley<br />
is dat ook overkomen en stelde bij<br />
een <strong>van</strong> zijn eerste filosofische wandelingen<br />
zichzelf de vraag of een boom<br />
die is omgevallen en een enorme dreun<br />
maakt bij het omvallen en wanneer niemand<br />
dat geluid heeft gehoord of dat<br />
geluid er dan wel is geweest. Alleen iets<br />
dat ook daadwerkelijk wordt waargenomen,<br />
heeft echt bestaan. Daarmee<br />
kon hij ook aantonen dat het eigen ik,<br />
ons ego, het enige is waar alles om<br />
draait. Wij zijn het middelpunt <strong>van</strong> alles<br />
wat buiten ons gebeurt. Wat er vóór en<br />
na onze wandeling in een bos gebeurt<br />
hoeft niet werkelijk te hebben plaatsgevonden.<br />
Behalve dan spirituele zaken<br />
en daarmee dacht hij gelijk het bestaan<br />
<strong>van</strong> onze ziel een plaats te hebben gegeven.<br />
Dat speelde zich af zo ongeveer<br />
1800 rondom Oxford. <strong>De</strong> aller eerste<br />
wandelaar in de Westerse wereld was<br />
Ibn Arabi een beroemd moslimfilosoof<br />
die werd geboren in de Spaanse stad<br />
Murcia 1165. Hij wandelde gedurende<br />
zijn leven door Noord-Afrika en bezocht<br />
steden als Mekka, Bagdad en Damascus,<br />
waar hij 1240 stierf.<br />
Videre et videri<br />
<strong>De</strong> laatste weken ben ik zelf weer aan<br />
het wandelen geslagen. Iedere twee,<br />
drie weken organiseer ik een andere<br />
themawandeling met als rode draad<br />
de zinloosheid <strong>van</strong> het wandelen. Een<br />
paar maanden geleden in maart ben<br />
ik begonnen met een vrij zinloze paddenstoelwandeling<br />
bij mij in de buurt.<br />
We hebben geen paddenstoel gevonden<br />
maar ik heb mijn medewandelaars<br />
in geuren en kleuren verteld waar ze<br />
in de herfst vooral onder die boom en<br />
achter dat heuveltje moeten kijken voor<br />
bijzondere, eetbare en giftige paddenstoelen.<br />
Tegelijk ging het mij erom de<br />
meel<strong>op</strong>ers te vertellen over het onderwerp<br />
‘zien en gezien worden’. Videre<br />
et Videri. We l<strong>op</strong>en door een bos en kijken,<br />
zien <strong>van</strong> alles tot de vliegenzwam<br />
met zijn prachtige rood met witte stippen<br />
luidkeels schreeuwt, bekijk mij nou<br />
eens! We kijken actief naar een paddenstoel<br />
die bekeken wordt, die graag<br />
bekeken wil worden want hij ziet er toch<br />
niet voor niets raar uit, vreemd mooi en<br />
met <strong>op</strong>zichtige kleuren en tegelijkertijd<br />
is het een vrij inactieve bezigheid. Bekeken<br />
worden zonder dat je het weet.<br />
We kijken ook naar de tv maar één kant<br />
<strong>op</strong>. <strong>De</strong> nieuwslezer <strong>op</strong> tv kijkt wel terug<br />
maar dat is een zinloos naar ons kijken.<br />
Hij ziet ons niet. Doet maar alsof. En die<br />
paddenstoel met zijn prachtige kleuren<br />
schiet uit de grond, laat zijn sporen vallen<br />
en verschrompelt weer. Waarom<br />
zag die paddenstoel er zo prachtig uit?<br />
Geen idee wie hij met zijn verschijning<br />
wilde lokken of afstoten. Hij wordt om<br />
Fredie Beckmans<br />
zijn verschijning niet <strong>op</strong>gegeten zoals<br />
een appel die zo zijn zaden verspreidt.<br />
Of zijn wij het die het bestaan <strong>van</strong> een<br />
paddenstoel rechtvaardigen omdat<br />
we hem gezien hebben? Hij bestaat omdat<br />
we hem hebben waargenomen?<br />
Wanneer je <strong>op</strong> tv niet wordt waargenomen<br />
en de kijkcijfers te laag zijn, word<br />
je <strong>van</strong> de buis gehaald. Niet gezien is<br />
niet bestaan. Op die manier heb ik een<br />
zinloze vogelwandeling en een zinloze<br />
poëziewandeling gehouden waar<br />
veel mensen <strong>op</strong> af kwamen. En dat alles<br />
om de allereerste zinloze wandeling te<br />
eren waar niemand <strong>op</strong> af is gekomen<br />
en voor mij geldt die eerste promenade<br />
inutile als een hoogtepunt in de kunst<br />
<strong>van</strong> de twintigste eeuw. <strong>De</strong> dadaïsten<br />
<strong>van</strong> Parijs hadden begin april 1921 aangekondigd<br />
dat er <strong>op</strong> 14 april in de tuin<br />
<strong>van</strong> de Parijse kerk Saint Julien le Pauvre<br />
de eerste zinloze wandeling zou<br />
worden gehouden. Vanwege heftige<br />
regenval die dag is er niemand <strong>op</strong>af<br />
gekomen. Zo is er <strong>van</strong> de wandeling die<br />
niet heeft plaatsgevonden alleen een<br />
affiche over dat tegenwoordig voor<br />
veel geld wordt aangeboden. Ik heb<br />
pas geleden de tuin bezocht. In hartje<br />
Parijs. Een heftige regenbui zorgde ervoor<br />
dat ik eerst nog in een café heb<br />
moeten schuilen. In de tuin waar ooit<br />
de existentialisten <strong>van</strong> Parijs hun Gauloise<br />
zonder filter rookten en eenzame<br />
secretaressen zaten bij te komen <strong>van</strong><br />
een ochtend kantoor, bedacht ik een<br />
serie <strong>van</strong> zes zinloze wandelingen om<br />
de niet uitgevoerde performances <strong>van</strong><br />
de Parijse dadaïsten te eren en ik wilde<br />
er vooral het stempel Zien en Gezien<br />
worden <strong>op</strong> drukken om te benadrukken<br />
dat wij allemaal actief onze zintuigen<br />
moeten gebruiken om in ruil daarvoor<br />
inactief gezien gehoord en geroken te<br />
worden zonder dat het veel uitmaakt<br />
of iemand het heeft waargenomen. n<br />
Giorgio de Chirico, Aut<strong>op</strong>ortait en costume noir, 1948 ‘ (152x98 cm)<br />
Michele Cammarano, La battaglia di Dogali, 26 gennaio 1887 (ca 400x600cm)<br />
Renato Guttuso, La battaglia di Ponte dell’Ammiraglio (1951-52) (ca 400x250cm)<br />
La Guerra<br />
<strong>De</strong> drie schilders die hier broederlijk bij elkaar <strong>op</strong> de zaal La Guerra hangen<br />
in het museum voor moderne kunst <strong>van</strong> Rome, zouden het werkelijk<br />
over niets eens zijn geweest. <strong>De</strong> drie zouden elkaar artistiek gezien zelfs<br />
geen blik waardig gekeurd hebben. Gerardo Dottori (1884-1977) was als<br />
futurist overtuigd aanhanger <strong>van</strong> Mussolini; vele schilderijen tot aan de<br />
oorlog getuigen <strong>van</strong> een religieuze verering voor Il Duce. Verder was hij<br />
na de oorlog een belangrijke <strong>op</strong>dracht schilder en voorzitter <strong>van</strong> een kunstenaarsvereniging<br />
in Perugia.<br />
<strong>De</strong> Siciliaanse schilder Renato Guttuso (1911-1987) was fel antifascist, voorvechter<br />
<strong>van</strong> de communistische revolutie, steunde de partizanen en bestreed<br />
de Maffia. In zijn werken marcheren massa’s roodhemden in vlaggenparades.<br />
In de jaren zeventig was hij als PCI -lid senator in Rome.<br />
<strong>De</strong> klassiek <strong>op</strong>geleide Michele Cammarano (1835-1920) was naast een<br />
schilder <strong>van</strong> romantische landschappen de maker <strong>van</strong> enorme militaire<br />
composities. Groots en meeslepend en tegelijkertijd realistisch. Pas <strong>op</strong> latere<br />
leeftijd raakte hij meer betrokken <strong>op</strong> sociale problemen.<br />
Het is onduidelijk wat het museum met<br />
deze ongevraagde reünie <strong>van</strong> de geschilderde<br />
krijgsgeschiedenis voor<br />
heeft. Is het een waarschuwing ? Is het<br />
een nostalgisch verlangen naar verloren<br />
gegaan elan? Is het een kunsthistorische<br />
samenvatting? Duidelijk: bij Dottori<br />
wint Mussolini en bij Guttoso wint<br />
de partizaan en bij Cammarano is het<br />
onduidelijk, maar ik denk dat uiteindelijk<br />
de Italiaan wel de Afrikaan zal gaan<br />
verslaan. Zo bij elkaar in één zaal is het<br />
wel een vrolijk vertoon <strong>van</strong> spectaculaire<br />
kleur explosies, de oorlog - hoe<br />
politiek beladen de onderwerpen ook<br />
zijn - wordt hier als een dionysisch genoegen<br />
gepresenteerd. Het swingt er<br />
<strong>op</strong> los en dat moet ook. Immers het is<br />
uiteindelijk pr<strong>op</strong>aganda voor de strijd<br />
en dat kan alleen in de Mark Ruttestijl,<br />
energiek en <strong>op</strong>timistisch. ‘Hoe erg het<br />
G.Dottori, Polittico della Rivoluzione fascista, 1934 (ca 400x 400cm)<br />
ook is, we gaan er uiteindelijk <strong>op</strong> vooruit.’<br />
<strong>De</strong>ze zaal is ook nihilistisch, deze<br />
inhoudelijke en stilistische gelijkschakeling<br />
zegt eigenlijk ook zoiets als ‘politiek,<br />
dat is één pot nat, het maakt toch<br />
niet uit of je door de hond of door de<br />
kat gebeten wordt.’ Drie visies <strong>op</strong> politiek,<br />
strijd en oorlog en de beeldtaal lijkt<br />
zo <strong>op</strong> elkaar dat het niet meer uitmaakt<br />
<strong>van</strong> waaruit het voortkomt. Het is uiteindelijk<br />
niet meer dan een gezamenlijk<br />
woedend schreeuwen, slaan, schieten,<br />
snijden en stampen.<br />
<strong>De</strong> zaal is ook relativerend. Direct in de<br />
kleine ruimte naast de uitgang <strong>van</strong> deze<br />
zaal hangt een schilderij <strong>van</strong> de Chirico.<br />
Een zelf portret als verklede ridder. Ach<br />
al die ut<strong>op</strong>istische revolutionairen in<br />
die grote zaal, het was misschien een<br />
verkleedpartijtje dat wat uit de hand is<br />
gel<strong>op</strong>en. n<br />
16 JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE denieuwe denieuwe JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE<br />
17<br />
Frank Lisser
Zonder titel, 2004, tekening o.i. inkt (coll. Heden, <strong>De</strong>n Haag)<br />
<strong>De</strong> geesten <strong>van</strong> Tanja Smit<br />
In het boek ‘Libro de Fantasmas’ dat Tanja Smit maakte naar aanleiding<br />
<strong>van</strong> haar verblijf in het kunstcentrum Nau Côclea in Spanje brengt de<br />
kunstenaar een aantal elementen samen die voor haar hele oeuvre <strong>van</strong><br />
belang zijn. Er staan foto’s in die tijdens wandelingen in de omgeving<br />
gemaakt zijn: landschappen en details uit landschappen, dieren die ze<br />
tegen kwam en wolkenluchten. Een aantal nat in nat Oost-Indische inkt<br />
tekeningen die ze tijdens haar verblijf maakte is erin afgedrukt en ook tekstwerken<br />
die ze maakte <strong>van</strong> de kranten die ze las om contact te houden met<br />
de buitenwereld zijn <strong>op</strong>genomen. Het boek is functioneel en eenvoudig<br />
uitgevoerd met zwart-wit foto’s en twee korte teksten. Een daar<strong>van</strong> is een<br />
suggestief commentaar <strong>van</strong> Clara Garrí en de andere is een beschrijving<br />
<strong>van</strong> het verblijf door de kunstenaar zelf. <strong>De</strong> zwart-wit foto’s hebben een<br />
documentair karakter, maar doordat er geen kaders omheen staan en de<br />
foto’s <strong>van</strong> de O.I.-inkttekeningen uitsneden lijken waardoor de figuren uit<br />
het boek <strong>op</strong> je afkomen, krijgt het boek een wat onwerkelijk karakter. Ik ervaar<br />
het boek als het verslag <strong>van</strong> een wandeling <strong>van</strong> een maand door de<br />
omgeving <strong>van</strong> Nau Côcloa met alles wat het <strong>op</strong>leverde, maar tegelijkertijd<br />
als een beeld <strong>van</strong> de manier waar<strong>op</strong> de kunstenaar te werk gaat om beelden<br />
tussen de door haar ervaren werkelijkheid <strong>op</strong> te diepen.<br />
In een gesprek met de kunstenaar, die<br />
als schilder/tekenaar is <strong>op</strong>geleid, vertelde<br />
zij dat ze eigenlijk nooit vooraf<br />
weet wat ze gaat maken, maar zich<br />
door fysieke ervaringen laat leiden: ze<br />
zet een penseel <strong>op</strong> een ondergrond,<br />
maakt een beweging en reageert daar<br />
vervolgens <strong>op</strong>. Zo doorwerkend en<br />
als het ware dansend over papier of<br />
doek <strong>op</strong> het ritme <strong>van</strong> een in beginsel<br />
abstract gegeven, herkent ze <strong>op</strong> zeker<br />
moment een beeld uit haar herinnering<br />
en werkt dat vervolgens uit met een<br />
penseeltekening, aquarel of schilderij<br />
als resultaat. <strong>De</strong> tekstwerken ontstaan<br />
<strong>op</strong> een vergelijkbare manier. Ooit is ze<br />
begonnen met in teksten te krassen en<br />
te tekenen, als zinloze dwangmatige<br />
bezigheid. Vanaf 2002 is ze die tekenin-<br />
gen gaan archiveren en na verlo<strong>op</strong> <strong>van</strong><br />
enige tijd liet ze die aan publiek zien in<br />
een tentoonstelling bij kunstenaarsinitiatief<br />
Het Archief in <strong>De</strong>n Haag. In deze<br />
tekstwerken worden elementen als bijvoorbeeld<br />
spaties uit een tekst in een<br />
<strong>pagina</strong> <strong>van</strong> de Spaanse krant ‘El Païs’<br />
geïsoleerd en vervolgens dijen die cirkels<br />
vergroot uit waardoor grafisch een<br />
verbinding ontstaat tussen de geïsoleerde<br />
elementen en de <strong>pagina</strong> als geheel<br />
een ander karakter krijgt. Afbeeldingen<br />
worden gedeeltelijk wit gemaakt en bepaalde<br />
letters worden met elkaar verbonden.<br />
Regelmatig worden ook kleuren<br />
toegepast. Door deze werkwijze<br />
ontstaat uit de tekst een beeld dat niets<br />
met de tekst <strong>van</strong> doen heeft maar dat er<br />
wel integraal deel <strong>van</strong> uitmaakt.<br />
Een wereld tussen de voegen <strong>van</strong> de<br />
werkelijkheid<br />
Het is een <strong>van</strong> de geesten die zich in<br />
het tekstbeeld bevindt en die door de<br />
kunstenaar wordt geïsoleerd zoals de<br />
Oost- Indische inkttekeningen beelden<br />
weergeven die in de Catalaanse omgeving<br />
waar Smit ‘Libro de Fantasmas’<br />
samenstelde werden gezien. Het is niet<br />
toevallig dat er diverse katten in het<br />
boek staan: een dergelijke kat fungeert<br />
als vertegenwoordiger <strong>van</strong> de onderwereld<br />
in de ets ‘El sueño de la razón<br />
produce monstruos’ <strong>van</strong> Goya. Een wereld<br />
tussen de voegen <strong>van</strong> de stenen<br />
in de muur die onze zichtbare werkelijkheid<br />
vormt waarin Tanja Smit haar<br />
beelden zoekt. Het surrealisme dat deel<br />
uitmaakt <strong>van</strong> de Spaanse werkelijkheid<br />
is ook in Tanja Smits werk aanwezig. <strong>De</strong><br />
geest <strong>van</strong> Goya lijkt nadrukkelijk present.<br />
Het is mooi hoe haar werk <strong>op</strong> een<br />
hedendaagse manier de werkelijkheid<br />
<strong>op</strong> een nogal onthechte wijze weergeeft<br />
zoals dat bij Goya in de inkttekeningen<br />
en grafiek ook gebeurt. Het lijkt<br />
bij Tanja Smit vaak om formele zaken<br />
te gaan, maar ondertussen behandelt<br />
ze herkenbare thema’s. Dat spanningsveld<br />
creëert een onwerkelijke gedetacheerde<br />
sfeer.<br />
Zoals gezegd bestaan die beelden uit<br />
tekstwerken, maar ook uit schilderijen,<br />
aquarellen en inkttekeningen. Vooral<br />
de gekleurde werken zoals de schilderijen<br />
hebben een mooie ontwikkeling<br />
doorgemaakt. Na de kunstacademie<br />
met al haar invloeden begon Tanja Smit<br />
met collageachtig werk <strong>op</strong> klein for-<br />
Kees Komen<br />
maat. Verschillende materialen werden<br />
daarvoor gebruikt, maar ze vond deze<br />
manier <strong>van</strong> werken toch niet interessant.<br />
Op bepaald moment vielen haar<br />
de helderheid en de zachte materiaaluitdrukking<br />
<strong>van</strong> eitempera <strong>op</strong>. Ook het<br />
snelle droogproces vond ze een aantrekkelijke<br />
eigenschap, omdat ze dan<br />
snel en intuïtief zou kunnen werken. Ze<br />
begon met dit klassieke materiaal te experimenteren<br />
en bleef er daarna mee<br />
schilderen. In de beelden die daarmee<br />
gemaakt worden valt <strong>op</strong> dat ze archetypische<br />
beelden of bezigheden weergeven.<br />
Dit is waarschijnlijk het gevolg<br />
<strong>van</strong> de eerder beschreven manier <strong>van</strong><br />
werken, figuren met individuele kenmerken<br />
zullen zich niet snel vertonen<br />
in het werk evenmin als een specifieke<br />
atmosfeer. <strong>De</strong> algemene indruk <strong>van</strong><br />
het werk, is echter wel mediterraan. <strong>De</strong><br />
helderheid en het gevoel voor kleur nemen<br />
in de lo<strong>op</strong> <strong>van</strong> de tijd steeds meer<br />
toe. <strong>De</strong> kunstenaar heeft dan ook <strong>van</strong>af<br />
1993 een groot deel <strong>van</strong> haar tijd in Barcelona<br />
en omgeving doorgebracht.<br />
Ook de onderwerpen lijken mediterraan:<br />
details in mensfiguren die bezig<br />
zijn te kijken, te varen, paard te rijden of<br />
andere handelingen te verrichten. Paarden,<br />
ezels en andere dieren worden geschilderd<br />
en dat alles meestal <strong>op</strong> een<br />
abstracte achtergrond die slechts rudimentair<br />
oogt en zeker niet <strong>op</strong> naturalistische<br />
wijze een omgeving aanduidt.<br />
In een kunstenaarsuitgave die Tanja<br />
Smit in 1996 voor de stadscollectie <strong>van</strong><br />
de gemeente <strong>De</strong>n Haag maakte, worden<br />
de werken afgewisseld met pagi-<br />
Zonder titel (veilhead), 2009, tempera <strong>op</strong> doek<br />
(collectie Heden, <strong>De</strong>n Haag)<br />
na’s met woorden, werkwoorden in een<br />
imperatief die degene die het boekje<br />
doorbladert tot activiteit met het werk<br />
lijken aan te zetten. Hier blijkt al uit dat<br />
taal een belangrijk element is in het<br />
werk, dat om nader onderzoek vraagt.<br />
Beeld als inspiratie voor muziek<br />
Met de tekstwerken, die later gescheiden<br />
<strong>van</strong> de schilderijen en aquarellen<br />
zullen worden getoond, zijn recent<br />
muzikanten tot activiteit aangezet: de<br />
werken worden gezien als partituur<br />
en ruwweg <strong>op</strong> een bepaalde manier<br />
‘gelezen’ door professionele musici. Zij<br />
spelen muziek door deels het werk te<br />
volgen en improviseren ook naar aanleiding<br />
<strong>van</strong> het werk om zo de stemmen<br />
te laten horen <strong>van</strong> de beelden die uit de<br />
teksten zijn bevrijd door de kunstenaar.<br />
Het resultaat wordt tijdens performances<br />
ten gehore gebracht en is muzikaal<br />
verrassend interessant. Zang is uit de<br />
aard der zaak een belangrijk element,<br />
er is zelfs een stuk dat a capella wordt<br />
uitgevoerd. Aan de andere kant zijn er<br />
ook instrumentale stukken die een rijke<br />
klankwereld laten horen. Enthousiaste<br />
toehoorders worden <strong>op</strong> deze wijze bij<br />
een creatief proces betrokken waar ze<br />
anders slechts over zouden speculeren.<br />
Tijdens zijn laatste jaarrede voor de Koninklijke<br />
Nederlandse Academie voor<br />
Wetenschappen brak de vertrekkende<br />
president <strong>van</strong> dat eerbiedwaardige instituut,<br />
Robert Dijkgraaf, een lans voor<br />
waardevrij wetenschappelijk onderzoek.<br />
Hij noemde het essay ‘The usefulness<br />
of useless knowledge’ <strong>van</strong> de<br />
Zonder titel (Eggman) 2009, tempera <strong>op</strong> doek,<br />
65 x 55 cm<br />
Amerikaanse onderwijskundige Abraham<br />
Flexner als bron voor een aantal<br />
voorbeelden <strong>van</strong> wetenschappelijke<br />
‘spielerei’ die tot waardevolle resultaten<br />
hebben geleid en stelde daarbij dat wetenschap<br />
in haar diepste wezen een publieke<br />
zaak is die door de maatschappij<br />
mogelijk gemaakt moet worden.<br />
Hij vergelijkt dan de aard <strong>van</strong> het werk<br />
<strong>van</strong> wetenschappers en kunstenaars<br />
en stelt dat contact met de maatschappij<br />
noodzakelijk is om de noodzaak<br />
<strong>van</strong> fundamenteel wetenschappelijk<br />
onderzoek blijvend te laten wortelen<br />
in diezelfde maatschappij. Dat laatste<br />
geldt mijns inziens ook voor de kunsten:<br />
kunst en cultuur zijn een publieke zaak<br />
die de maatschappij ten goede komt.<br />
In de beeldende kunst is het al enige tijd<br />
gewoon events te organiseren: artisttalks,<br />
performances, <strong>op</strong>tredens met<br />
<strong>op</strong> enigerlei verwante disciplines: het<br />
helpt allemaal om het publiek meer bij<br />
het werk <strong>van</strong> kunstenaars te betrekken.<br />
Tanja Smit organiseert performances<br />
<strong>van</strong>uit een organische ontwikkeling in<br />
haar werk. Vanuit het zinloze krassen<br />
in teksten volgde het hele proces dat<br />
de kunstenaar doormaakte om haar<br />
werk te ontwikkelen. Door de muzikale<br />
verklanking krijgen de ontstane tekstwerken<br />
een natuurlijke inbedding in<br />
het publiek waarvoor de stappen die<br />
tot deze uitvoeringen hebben geleid<br />
door de aanwezige ‘partituren’ goed<br />
te volgen zijn. <strong>De</strong> kunstenaar weet <strong>op</strong><br />
deze aansprekende wijze een publiek<br />
bij haar steeds bredere ontwikkeling als<br />
beeldend kunstenaar te betrekken. n<br />
Witte cowboys, 1998, gouache (coll. Heden, <strong>De</strong>n Haag)<br />
Zonder titel (Sunclock) 2009, tempera <strong>op</strong> doek, 60 x 82 cm<br />
Zonder titel (Fata Morgana) 2009, tempera <strong>op</strong> doek, 81 x 100 cm<br />
18 JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE denieuwe denieuwe JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE<br />
19
Worldprocessor <strong>van</strong> Ingo Günther, foto © 2012 Haus für Elektronische Künste<br />
Gedienstig gegoochel met nieuwe media<br />
Van de rooksignalen in Noord-Amerika via de telegraaf naar het internettijdperk<br />
waar wij ons nu in bevinden. Dat de wereld door het gebruik <strong>van</strong><br />
technologie alsmaar kleiner wordt, om maar eens een p<strong>op</strong>ulair adagium<br />
te gebruiken, is een feit. Maar hoe langer de internetrevolutie voortduurt,<br />
hoe meer het er<strong>op</strong> lijkt dat de intermenselijke digitale communicatie het<br />
contact tussen mensen afvlakt en minder persoonlijk maakt. Vrienden <strong>op</strong><br />
Facebook kun je niet aanraken en ze plaatsen om de haverklap berichten<br />
waarin altijd gefeest wordt, men <strong>op</strong> een te gekke locatie is of net een fantastisch<br />
film, tentoonstelling of happening meemaakt. Twee jaar geleden<br />
maakte Sarah Mathilde Domogala met ‘Alles wat we wilden’ hierover<br />
een mooie documentaire waarin naar voren komt wat voor impact deze<br />
nieuwe ‘genetwerkte cultuur’ <strong>op</strong> dertigers in de grote stad heeft.<br />
Het in mei 2011 ge<strong>op</strong>ende Haus für<br />
elektronische Künste in Basel heeft het<br />
tot zijn missie gemaakt nieuwe-media<br />
-kunst de ruimte te geven, te onderzoeken<br />
en te archiveren. <strong>De</strong> primaire focus<br />
<strong>van</strong> Das Haus is het presenteren en<br />
bevorderen <strong>van</strong> hedendaagse kunst<br />
die gebruikmaakt <strong>van</strong> en gericht is <strong>op</strong><br />
nieuwe media en technologie. <strong>De</strong> getoonde<br />
projecten en werken dagen de<br />
toeschouwer uit om na te denken over<br />
de sociale, economische en politieke<br />
invloed <strong>van</strong> nieuwe media <strong>op</strong> ons dagelijks<br />
leven.<br />
Tijdens mijn laatste bezoek was de tentoonstelling<br />
Gateways, art and networked<br />
culture te zien. <strong>De</strong> getoonde werken<br />
deden het motto <strong>van</strong> het museum<br />
zeker eer aan. Het werk <strong>van</strong> Andreja Kuluncic<br />
is een online enquête met daar<strong>op</strong><br />
een vragenlijst die de vraag moet<br />
beantwoorden of wij onze sociale normen<br />
en waarden met anderen willen<br />
delen. Vragen als: accepteert u een exgedetineerde<br />
als buurman en mogen<br />
homostellen kinderen ad<strong>op</strong>teren leiden<br />
tot een bepaald profiel. <strong>De</strong> bezoeker<br />
krijgt hierna een apparaat met daarin<br />
zijn of haar profiel en lo<strong>op</strong>t daarmee<br />
door de tentoonstellingsruimte. Het<br />
toestel geeft tijdens het bezoek boodschappen<br />
door die gek<strong>op</strong>peld zijn aan<br />
de profielen <strong>van</strong> anderen in het pand,<br />
bijvoorbeeld: u bent <strong>op</strong> het moment de<br />
meest tolerante bezoeker ten aanzien<br />
<strong>van</strong> homoseksuelen.<br />
Gateways, Art and Networked Culture. Haus für elektronische Künste, Basel Foto Eva Flury<br />
Slakken met een chip <strong>op</strong> hun huisje<br />
Stilstaan bij een steeds sneller digitaliserende<br />
wereld kan via het Real Snail Mail<br />
project waarbij slakken een chip <strong>op</strong> hun<br />
huisje hebben gekregen. Zij leven in een<br />
mooie bak vol groen en aarde en kruipen<br />
over een contactplaatje waardoor<br />
jouw in de tentoonstellingsruimte (of online)<br />
getypte e-mail verstuurd wordt, als<br />
zij er zin in hebben natuurlijk. Mijn mailtje<br />
is inmiddels al twee maanden onderweg,<br />
zonder enige prioriteit overigens.<br />
Dat veel zaken online illusionair zijn en<br />
hun waarheid ontlenen aan het feit dat<br />
als een groot aantal mensen het onderschrijft<br />
het wel waar moet zijn, met die<br />
gedachte speelt de Repititionr <strong>van</strong>. Creeer<br />
je eigen waarheid, typ die in <strong>op</strong> de<br />
computer en het programma regelt de<br />
handtekeningen en de pr automatisch<br />
zodat je binnen een maand genoeg digitale<br />
handtekeningen hebt verzameld<br />
om je (illusionaire) these te onderbouwen.<br />
Les Liens Invisibiles<br />
In een digitaliserende wereld waarin<br />
de technologische vooruitgang vooral<br />
gebruikt lijkt te worden door de massa<br />
- voor <strong>verder</strong>e vervlakking in plaats<br />
<strong>van</strong> verdieping - staan (jonge) kunstenaars<br />
<strong>op</strong> die nieuwe media gebruiken<br />
als middel om bewustzijn te kweken en<br />
vragen te stellen over de snelheid <strong>van</strong><br />
het huidige, gedigitaliseerde bestaan.<br />
Op die manier kan de toeschouwer<br />
in contact komen met werken die een<br />
unheimisch gevoel te weeg brengen,<br />
zoals de ‘Worldprocessor’ <strong>van</strong> Ingo<br />
Günther, Timo Toots’ ‘Mem<strong>op</strong>ol II’, en de<br />
werkzaamheden <strong>van</strong> het RIXC Centrum.<br />
Philip Fokker<br />
Ongemakkelijk omdat men zich na het<br />
zien <strong>van</strong> de tentoonstelling afvraagt<br />
wat er allemaal met de persoonlijke<br />
data gebeurt die wij en masse de digitale<br />
snelweg <strong>op</strong>sturen, of het wel goed is<br />
dat we altijd bereikbaar zijn en wat het<br />
internet met ons brein doet, om een hedendaagse<br />
bestseller te parafraseren.<br />
Facebook resistance worksh<strong>op</strong>s<br />
Op de Vlaamse tv heten niet-commerciele<br />
reclames ‘boodschappen <strong>van</strong> algemeen<br />
nut’. Veel kunstenaars die nieuwe<br />
media als materiaal gebruiken zien het<br />
als hun plicht om de ongeletterde digibeten,<br />
die de toeschouwers vaak zijn,<br />
<strong>op</strong> de hoogte te stellen <strong>van</strong> de valkuilen<br />
die deel uitmaken <strong>van</strong> de digitale<br />
revolutie. Zij gebruiken het internet en<br />
sociale media als middel om diezelfde<br />
media te bekritiseren, te monitoren en<br />
te verbeteren. Ze bestrijden de corporaties<br />
die beschikken over onnoemelijk<br />
veel persoonlijke informatie <strong>van</strong> ontelbare<br />
wereldburgers met hun eigen<br />
middelen (Facebook resistance worksh<strong>op</strong>s)<br />
of door kleine toevoegingen<br />
<strong>op</strong> bestaande websites te programmeren<br />
(Firefox’ Google sharing add-on).<br />
<strong>Nieuwe</strong>-mediakunstenaars passen in<br />
een lange traditie <strong>van</strong> kritische kunstenaars<br />
die door de keuze <strong>van</strong> hun medium<br />
echter een veel groter publiek<br />
kunnen bereiken dan vakgenoten die<br />
met analoge materialen werken. Kunst<br />
<strong>van</strong> algemeen nut dus, tentoongesteld<br />
in de virtuele wereld <strong>van</strong> het internet, in<br />
ouderwetse musea en <strong>op</strong> plekken die<br />
speciaal voor hen zijn geschapen zoals<br />
het Haus für elektronische Künst, Mediamatic,<br />
ARS Electronica en NiMK. n<br />
Facteur Joseph-Ferdinand Cheval voor de zuidkant <strong>van</strong> zijn Palais Idéal, ca 1905<br />
Le palais idéal<br />
Je waant je in sprookjesland als je door Palais Idéal <strong>van</strong> Facteur<br />
Cheval dwaalt. Ik was er ooit <strong>op</strong> een regenachtige dag in de zomer.<br />
Wonderschoon en vreemd. <strong>De</strong> regen verdampte <strong>op</strong> de hete stenen en<br />
schiep een mistige mysterieuze sfeer. Je probeert te bevatten wat je ziet.<br />
Vruchteloos. Het is te verschillend <strong>van</strong> alles wat je kent. Je komt ogen tekort<br />
en je zou er <strong>op</strong> zijn minst vaker naar toe moeten om er een beetje greep<br />
<strong>op</strong> te krijgen. Het bouwwerk is volkomen authentiek. Je ziet wel motieven<br />
die vaag doen denken aan Bijbelse taferelen, maar de vormentaal is zo<br />
anders dat je je in een ver exotisch land waant.<br />
Door Palais Idéal realiseer je je dat er gelukkig mensen zijn die een ongebreidelde<br />
fantasie hebben, die zich niet laat <strong>van</strong>gen in wat voor stijl<br />
of school ook. <strong>De</strong> vrijheid die Ferdinand Cheval nam om te bouwen wat<br />
in zijn k<strong>op</strong> <strong>op</strong>kwam in een tijd die stijf stond <strong>van</strong> de conventies maakt het<br />
extra bijzonder. Hij moet een dapper man geweest zijn die ondanks het<br />
feit dat velen hem voor gek verklaarden gewoon doorging en meer dan<br />
dertig jaar naast zijn werk als postbode aan zijn droom werkte. RB n<br />
20 JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE denieuwe denieuwe JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE<br />
21
Lichte behuizingen voor de fantasie<br />
Het de zwaartekracht tartende werk <strong>van</strong> Auke de Vries<br />
<strong>De</strong> speelse metaalconstructies <strong>van</strong> Auke de Vries trekken al <strong>van</strong>af de jaren<br />
tachtig <strong>van</strong> de vorige eeuw her en der de aandacht in de Nederlandse<br />
<strong>op</strong>enbare ruimte en de laatste tijd ook in het buitenland. Wie kent niet<br />
het transparante meterslange lijnenspel dat <strong>van</strong>uit de trein <strong>op</strong> het station<br />
Hollands Spoor in <strong>De</strong>n Haag te zien is of de gigantische, maar toch ijle,<br />
ijzerconstructie boven de vijver voor het Nederlands Architectuur Instituut<br />
in Rotterdam? Al <strong>van</strong>af 1982 is ook<br />
in Rotterdam de gewaagd boven<br />
de Maas hangende reeks vormen<br />
een bekende blik<strong>van</strong>ger voor het<br />
publiek en een herkenningspunt<br />
voor de scheepvaart.<br />
Ook het autonome, niet aan een<br />
<strong>op</strong>dracht gebonden werk <strong>van</strong><br />
Auke de Vries is geregeld te zien<br />
geweest in Nederland, onder andere<br />
in diverse musea. Een overzicht<br />
<strong>van</strong> de periode 1980-87 werd<br />
al in 1988 in Museum Boymans getoond.<br />
Met name Cor Blok heeft<br />
toen uitvoerig en met inzicht over<br />
het werk geschreven.<br />
Auke de Vries, After the rain, 2003, foto Franck Gribling<br />
Nu is echter voor het eerst, gesponsord<br />
door de Frisia Bank, een goed gedocumenteerde<br />
monografie gewijd aan<br />
Auke de Vries, Z.T. 1987, collectie Gemeente Museum den Haag, foto Franck Gribling<br />
alle aspecten <strong>van</strong> het veelzijdige oeuvre:<br />
niet alleen aan de ruim 35 grote<br />
<strong>op</strong>drachten in de Eur<strong>op</strong>ese <strong>op</strong>enbare<br />
ruimte en de autonome sculpturen,<br />
maar ook aan de vroege schilderkunst,<br />
grafiek en tekeningen. Vooral de minder<br />
bekende etsen, waarin heel sculpturaal<br />
en architectonisch de derde<br />
dimensie onderzocht wordt, zijn een<br />
verrassing. Ter gelegenheid <strong>van</strong> het<br />
verschijnen <strong>van</strong> het boek was er tot 26<br />
augustus 2012 een overzichtstentoonstelling<br />
<strong>van</strong> de beelden en de tekeningen<br />
samengesteld in het museum Het<br />
Belvedère in Heerenveen.<br />
Ook volgens eigen zeggen is Auke de<br />
Vries in wezen een tekenaar, die <strong>op</strong> een<br />
gegeven moment driedimensionale<br />
objecten is gaan maken, merkwaardig<br />
genoeg in eerste instantie bedoeld als<br />
ruimtelijke voorstudie voor de tekeningen<br />
en grafiek. Een tekenaar is hij altijd<br />
gebleven. Op den duur kwam het accent<br />
<strong>op</strong> het plaatsen <strong>van</strong> beelden in<br />
de reële ruimte te liggen, maar steeds<br />
streefde hij ernaar de lichtheid <strong>van</strong> een<br />
tekening te behouden, zelfs als er zware<br />
materialen bij betrokken raakten.<br />
Daarover zei hij zelf: ‘Voor mij moet het<br />
beeld er net zo spontaan en natuurlijk<br />
uitzien als een tekening. Tekenen heeft<br />
in mijn gevoel te maken met het laten<br />
ontstaan <strong>van</strong> een beeld.’<br />
Inderdaad is kenmerkend voor Auke de<br />
Vries het schijnbare gemak waarmee<br />
hij, alsof de zwaartekracht niet bestaat,<br />
het gewichtloze evenwicht tot stand<br />
brengt tussen <strong>op</strong> zich toch zware materialen.<br />
Beelden zonder massa, volume en<br />
centrum<br />
Rudi Fuchs spreekt in een korte <strong>op</strong>eningstekst<br />
in het boek <strong>van</strong> ‘bewegingen<br />
en schijnbewegingen’ <strong>van</strong> ‘dingen in de<br />
maak’, die ‘wankele scheefheid’ bezitten.<br />
<strong>De</strong> Duitse kunsthistorica Renate Wiehagen,<br />
invloedrijke curator <strong>van</strong> de kunst-<br />
Auke de Vries, Vogelboot, 2010, foto Franck Gribling<br />
Franck Gribling<br />
collectie <strong>van</strong> Daimler Benz in Berlijn, die<br />
ook een <strong>op</strong>dracht aan Auke de Vries<br />
verstrekt heeft, probeert als auteur zijn<br />
kunst enigszins in het klimaat <strong>van</strong> zijn tijd<br />
te plaatsen.<br />
Zelf heeft hij daarover gezegd : ‘Levend<br />
in de kunstwereld <strong>van</strong> nu, waar ik <strong>van</strong><br />
<strong>op</strong> de hoogte ben en <strong>van</strong> houd, heb ik<br />
niet de behoefte om ergens bij te horen.’<br />
Inderdaad is Auke de Vries, afgezien<br />
<strong>van</strong> een onmiskenbare verwantschap<br />
met kunstenaars als Calder en Caro, een<br />
geval apart met een eigen inbreng.<br />
Wiehagen beschouwt hem zelfs als<br />
‘een <strong>van</strong> de meest innovatieve beeldhouwers<br />
na 1970’, die beelden maakt<br />
‘zonder massa, zonder volume, zonder<br />
centrum’, ‘lichte behuizingen <strong>van</strong> de<br />
fantasie.’ In haar conclusie benadrukt<br />
zij dat het werk <strong>van</strong> Auke de Vries gebaseerd<br />
is <strong>op</strong> de waarneming het verband<br />
weet te leggen tussen het ongelijksoortige,<br />
dat het ruimte in de meest<br />
brede zin exploreert, maar daarbij de<br />
menselijke schaal niet uit het oog verliest.<br />
Het is waar. Auke de Vries is een echte<br />
evenwichtskunstenaar, die jongleert<br />
met zijn materialen die hij schijnbaar<br />
moeiteloos in de lucht weet te houden:<br />
eerst <strong>op</strong> kleine schaal uitgeprobeerd<br />
met de metaalresten die hij in zijn zogenaamde<br />
Kleine Atelier om zich heen<br />
verzamelt, daarna toegepast in de<br />
<strong>op</strong>enbare ruimte, die daardoor tot leven<br />
wordt gebracht.<br />
Inzicht in <strong>op</strong>merkelijk oeuvre<br />
Dat principe wordt uitvoerig geïllustreerd<br />
in de door het NAI uitgegeven<br />
prachtig vormgegeven monografie,<br />
waarin als derde auteur Antoon<br />
Melissen vakkundig alle stadia <strong>van</strong><br />
de ontwikkeling in al haar aspecten<br />
chronologisch de revue laat passeren,<br />
gek<strong>op</strong>peld aan alle beschikbare<br />
documentatie en de uitspraken <strong>van</strong> de<br />
kunstenaar zelf. Ook de inspiratiebronnen<br />
komen aan de orde: de foto’s die<br />
de kunstenaar maakt <strong>van</strong> wat hem interesseert<br />
<strong>op</strong> zijn reizen. Beter dan uit welke<br />
diepgravende analyse ook: komt<br />
het eigene <strong>van</strong> Auke de Vries uit het<br />
overvloedige beeldmateriaal naar voren,<br />
bijeengebracht en toegelicht door<br />
Melissen. Zo is het in de eerste plaats<br />
een overtuigend kijkboek geworden,<br />
dat inzicht verschaft in een <strong>op</strong>merkelijk<br />
oeuvre. n<br />
Auke de Vries, ‘Sculpturen, tekeningen<br />
en werken in de <strong>op</strong>enbare ruimte’<br />
Met teksten <strong>van</strong> Rudi Fuchs, Antoon Melissen,<br />
Renate Wiehager.<br />
NAi Uitgevers, 2012 n<br />
Jean Tinguely, Hong Kong, 198x97cm, ca 1963, foto Dwan Gallery L.A<br />
Tenslotte ben ik een individu dat in zichzelf<br />
ge<strong>van</strong>gen zit. Voor de rest <strong>van</strong> mijn leven<br />
veroordeeld tot mijn eigen ego. Als ik uit<br />
deze vreselijke situatie zou willen ontsnappen,<br />
dan zou ik - bedenk ik nu- de etalages<br />
<strong>van</strong> de Globus Store willen decoreren. Ik zou<br />
een grandioze machine bouwen, iets als een<br />
schorpioen, een trots zwart monster. Er zou<br />
een transportband moeten komen die elke<br />
dag met mechanische betrouwbaarheid<br />
twee of drieduizend theepotten naar de machine<br />
zou brengen, die met een onverbiddelijke<br />
regelmaat de potten zou laten vallen<br />
en crashen. Weken achter elkaar, net zolang<br />
tot de winkel failliet ging. Verder zou er een<br />
oude Chinese man in de etalage aanwezig<br />
moeten zijn, die de scherven keurig bij elkaar<br />
zou vegen om ze daarna ze netjes door een<br />
gat in de muur te schuiven dat daar met een<br />
speciale reden zit, namelijk om de vraag te<br />
beantwoorden: Hoe maakt een kunstenaar<br />
contact met het publiek?<br />
Onzin heeft een dimensie die deel kan uitmaken<br />
<strong>van</strong> ironie. Nonsens heeft een poëtisch<br />
aspect à la de Notenkraker. Vrijheid en gratuite<br />
acties worden door nonsens mogelijk.<br />
Ze introduceren zowel de provocatie als de<br />
Sisyphus kant <strong>van</strong> de mens in mijn constructies.<br />
Anders gezegd, het is effectiever om het<br />
onderbewuste met nonsens aan te spreken.<br />
(Is het waar?) Daarom kan onzin nuttig zijn<br />
en zin hebben. Kunst is onzin en zoals alles,<br />
niet zinloos.<br />
Jean Tinguely 1959 n<br />
Toch ben ik wanh<strong>op</strong>ig<br />
22 JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE denieuwe denieuwe JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE<br />
23
24<br />
Harmen de Ho<strong>op</strong>, Basketball Court #7 - Sønderborg 1992, Courtesy West, <strong>De</strong>n Haag<br />
JAARGANG 16 NR 27 ARTI ET AMICITIAE denieuwe