You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
DE SINT-GENOVEVAKERK VAN<br />
ZEPPEREN<br />
Een huwelijk tussen streng<br />
romaans en frivole gotiek<br />
Eindwerk digitale fotografie, vierde unit<br />
Promotor: Gaia Kaboukos<br />
© Jos Lacroix<br />
Kerkveldstraat 43<br />
3800 Zepperen
De oudste afbeelding van Zepperen, toen nog Sepperen, uit de Abdijatlas van Averbode, anno 1665
Een beetje cultuurgeschiedenis<br />
De Gotiek is een bouwstijl van de late middeleeuwen. We vinden deze stijl vooral terug in Engeland en<br />
West-Europa. Minder in Italië waar de naam “gotiek” verwees naar de Germaanse stam, de Goten, die<br />
Rome verwoestten op 24 augustus 410 n. Chr. en dus hun barbaarse naam aan een, in de ogen van de<br />
Italianen, barbaarse bouwstijl mochten geven. Gotiek komt in Italië over het algemeen zeer zelden<br />
voor, zij startten veel vroeger met de renaissance.<br />
Maar in West-Europa ging deze bouwstijl verder dan de bouw van kerken: ook stadhuizen en<br />
burgerwoningen kregen een gotische architectuur. De kenmerken van de gotiek zijn:<br />
• Streekeigen materialen<br />
• Kruisvormig grondplan<br />
• Luchtbogen en steunberen om de hoogbouw te versterken<br />
• Grote spitsboogvensters<br />
• Kruisribbengewelf<br />
• Veel lichtinval<br />
• Verticalisme
Zepperen<br />
De eerste vermelding van het dorp Zepperen, in zijn Latijnse vorm "Septimburias" of zeven koten,<br />
dateert uit de 7 de eeuw. In de levensbeschrijving van de heilige Trudo, stichter van de nabijgelegen<br />
stad Sint-Truiden, verhaalt men hoe de heilige hier driemaal per week op nachtelijke bedevaart kwam<br />
naar de heilige Genoveva van Parijs en er omstreeks 650 zelfs de bisschop Remaclus ontmoette om<br />
hem om raad te vragen over zijn roeping. Waarop Remaclus hem naar Metz zond om een priesterstudie<br />
te volgen. In die tijd was er in Zepperen dus al een basilica of kerk met een belangrijke eredienst ter<br />
ere van Genoveva, hierin gesteund door het kapittel van Maastricht.<br />
Die kerk was een houten gebouw, dat meermaals opging in de vlammen, zeker in tijden waar oorlogen<br />
vaak voor kwamen. Rond 1120 bouwde men een romaanse stenen verdedigingstoren met houten kerk<br />
erachter. Toen die kerk afbrandde in 1417, startte de Zepperenaren met de bouw van een gotische<br />
kerk, achter de romaanse toren, Deze bouw duurde tot 1450.<br />
Eigenlijk was die kerk veel te groot voor een klein dorp als Zepperen, maar het was een druk bezocht<br />
bedevaartsoord en bracht erg veel geld op voor de bazen in Maastricht.
Bouwen tot het geld op is<br />
Toen de Zepperenaren begonnen met de bouw van hun kerk, zijn ze gestart aan de achterzijde, het<br />
koor, en metselden ze tot ze aan de toren kwamen, Toen stopten de metselwerken. Misschien omdat de<br />
toren eigendom was van de gemeente en niet van de kerkfabriek? Wellicht omdat de centen voor de<br />
bouw op waren. Vandaar dat we twee stijlen, de romaanse en de gotische, verenigd zien in één<br />
gebouw.<br />
Het bouwmateriaal werd ter plaatse gemaakt: bakstenen. Weinig mergel, geen ijzerhoudende<br />
zandsteen of marmer, die waren ook niet streekeigen. De toren daarentegen bestaat uit silex,<br />
misschien wel afbraakmateriaal van de Romeinse wallen van Tongeren waarmee ook de kerk van<br />
Kortessem ook gebouwd is.
Met een ridderpoort … zonder ridders<br />
De toegang tot het kerkterrein (kerk en kerkhof/begraafplaats) wordt geaccentueerd door de<br />
ridderpoort als onderdeel van de gemetselde omheining uit +- 1750 rond het terrein. Want in Zepperen<br />
wisten ze toen al dat de klant koning is, en dat de gulheid van de bedevaarder evenredig is met de<br />
gulheid van de ontvangst, In Zepperen kwam iedereen door de grote poort binnen, behalve de<br />
keuterboeren: die hadden een eigen achteringang.
Een romaanse toren<br />
De Zepperse kerktoren is een zuiver romaanse verdedigingstoren, eigendom van de gemeente om de<br />
gemeentelijke archieven te bewaren en met de klokken die dienden om de bevolking te verwittigen voor<br />
aankomende malheuren. Het materiaal, silex, komt in de streek niet voor zodat aangenomen wordt dat<br />
deze silex recuperatiemateriaal is van vroegere bouwsels. Er was tot 1903 geen ingang via de toren,<br />
maar wel via de zijkant van de kerk. Met de silex uit de nieuwe toegang werd het ronde trappentorentje<br />
gemetseld, waarlangs men nu de zolder en torenspits kan bereiken.
Een romaanse toren<br />
In de toren, eigendom van de gemeente, vonden we, naast klokken en galmgaten, ook de oude<br />
Middeleeuwse archiefkist van de gemeente, met vijf sloten en vijf verschillende sleutels. Zo kon er geen<br />
enkeling met de gemeentefinanciën lopen gaan. Dit jaar krijgt deze kist de verdiende restauratie en een<br />
ereplaats in de kerk.
Sobere Gotiek<br />
De Genovevakerk is een driebeukige kerk (één middenbeuk en twee zijbeuken). Vele Europese gotische<br />
kathedralen hebben meer zijbeuken en straalkapellen, waardoor het stenen kantwerk van luchtbogen<br />
en steunberen indrukwekkender is. Maar in Zepperen ontdek je nog gotiek in zijn meest pure vorm,<br />
zonder overdreven versieringen en standbeelden die de gotische gebouwen in grote steden verluchten<br />
en meer vertellen over de rijke vorsten en steden die investeerden in deze kathedralen en stadhuizen<br />
dan over hun geloof.
Het interieur<br />
Van soberheid gesproken: geen vlammende gotiek, geen overdreven versiering, geen roosvensters,<br />
geen overvloed aan glas-in-lood ramen, geen pracht en praal. Dat is de toepassing van de Demergotiek<br />
in Zepperen. Geen kapitelen op de zuilen, daar was mergelsteen niet sterk genoeg voor. Een sobere<br />
vloer zorgt voor rust en bezinning. Maar wel met alle kenmerken van de gotiek duidelijk zichtbaar. Een<br />
schat aan originaliteit zonder franjes.
De muurschilderingen<br />
Bij de inrichting van de kerk werd de zuiderbeuk in 1509 beschilderd met fresco’s, onder andere met<br />
het leven van Genoveva, een Sint-Christoffel, het Laatste Oordeel en tal van heiligen en evangelisten.<br />
Bij een bezoek van de aartsdiaken in 1643 vond die deze afbeeldingen aartslelijk, ook al omdat de<br />
voorstelling van pastoors en pausen op het Laatste Oordeel niet flaterend was. In 1661 besliste de<br />
pastoor dan maar om de hele kerk te “witten” en de fresco’s verdwenen. Tijdens herstellingswerken in<br />
1898 springen er in deze beuk per ongeluk enkele stukjes “witsel” af, en komen de fresco’s weer te<br />
voorschijn. Een vondst van formaat, waarvan de restauratie start in 1934. In 1991 volgt een tweede<br />
restauratie.
Het Laatste Oordeel<br />
Het Laatste Oordeel komt in de middeleeuwen als thema zeer vaak voor. Essentieel bij de voorstelling<br />
zijn dus Christus als Rechter, de uitverkorenen voor de hemel en de verdoemden voor de hel. Van<br />
secundair belang zijn de engelen, die met bazuinen de doden uit hun graven wekken, de H. Michaël als<br />
zielenweger en de andere heiligen. Petrus leidt de brave zielen naar de hemel links, de duivel brengt de<br />
verdoemden naar de hel rechts. In de hel ontdekken we enkele markante figuren, naast bandieten en<br />
dronkenlappen, zoals pastoors, bisschoppen, monniken zelfs een paus. Naar de identiteit van de figuur<br />
links hebben we het raden. Is Adriaen den Stockhueder de opdrachtgever of de schilder? We weten het<br />
niet.
Het leven van Genoveva<br />
Tegenover het laatste oordeel vinden we het oudste stripverhaal van Vlaanderen, dat nog zo intact<br />
bewaard is. Het leven van Genoveva wordt in verschillende taferelen afgebeeld voor de toen<br />
ongeletterde gelovigen en bedevaarders. Op die manier begrepen ze ook de boodschap van het verhaal.<br />
In de muurschildering, eigenlijk een beeldverhaal, laat de eerste tekening haar met haar ouders zien:<br />
Severus en Gerontia heten ze. Je ziet haar verder bij de bouw van een kerk (Saint-Denis in Parijs), bij<br />
een put waar ze een verdronken jongen weer tot leven wekt, en de schepen waarmee ze de stad van de<br />
uithongering heeft gered, zijn meermaals afgebeeld.
De glasramen<br />
In 1624 was de toestand van de kerk lamentabel te noemen. Men kreeg ze niet meer verwarmd en<br />
daarom besloot men de drie ramen achter het hoofdaltaar dicht te metselen. Het originele kantwerk<br />
werd met leem bepleisterd, net als in vele andere kerken trouwens. Omstreeks 1900 werden de ramen<br />
weer opengemaakt en kwam het stenen kantwerk te voorschijn. Die ramen werden toen ingevuld met<br />
drie belangrijke taferelen: de mis, Trudo en Genoveva. De glasramen zorgen voor een kleurrijk koor,<br />
maar toch moeten we toegeven dat de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen<br />
indertijd niet zo gelukkig was met deze glasramen.
Het bezoek van Trudo aan Zepperen<br />
Het bovenste tafereel toont ons de H. Trudo die de H. Remaclus bezoekt. Die was rond 650 bisschop<br />
van Maastricht en bezocht Zepperen dat waarschijnlijk toen al één van de schepenbanken van het<br />
kapittel van Maastricht was. De jonge Trudo met baard staat links van de bisschop die in vol ornaat op<br />
de troon zit met de bisschopsstaf in de hand. Achter Trudo zien we een grote kerk, verwijzend naar de<br />
abdijkerk die hij later in Sint-Truiden zal stichten. In het bovenste tafereel zien we een jonge heilige die<br />
voor het altaar knielt. Hij heeft een aureool en draagt pelgrimskleren en een schoudertas. Hij komt het<br />
beeld van de H. Genoveva aanbidden: ze houdt een spinrok in haar hand en achter haar zien we een<br />
lam. Trudo zou, na zijn verblijf in Metz, als oudere man om de andere dag op bedevaart naar Zepperen<br />
gekomen zijn.
De instelling van de Eucharistie<br />
Het middelste glasraam vertoont twee scènes uit het evangelie van na Pasen: de Emmaüsgangers en de<br />
Hemelvaart. In het Hemelvaarttafereel stijgt Jezus, getekend door de kruiswonden op handen en<br />
voeten, op uit een rotsachtige en groen landschap. Blijkbaar was er niet voor alle apostelen plaats<br />
genoeg want er kijken er twee toe van op rechts, en drie van links. Hun verbazing over het gebeuren is<br />
duidelijk.
Het leven van Genoveva<br />
Twee taferelen stellen scènes uit het leven van de H. Genoveva voor. Het bovenste tafereel stelt de<br />
heilige voor met op de achtergrond vier arbeiders die een kerk bouwen: metselaars, een timmerman en<br />
een steenhouwer. Met wat goede wil zou er de kerk van Zepperen in te herkennen zijn. Het onderste<br />
tafereel stelt Genoveva voor als jong meisje. Ze staat voor twee heiligen links waarvan er één de H.<br />
Germanus is die Genoveva tijdens zijn reis een bezoek bracht en haar de handen oplegde. Hij draagt<br />
een bisschopsstaf en achter hem staat zijn begeleider met een wandelstok. Achter het meisje staan<br />
haar ouders en boven haar hoofd staat op een banderol te lezen “Gelukkige ouders van zo eene<br />
dochter”
De Pieta<br />
Een ander kunstobject is een piëta uit 1480: naast de afbeelding van 'moeder-en-kind' is die van 'Maria<br />
met haar dode zoon op haar schoot' in de vijftiende eeuw een geliefkoosd onderwerp. Hier geeft haar<br />
gezicht uiting aan een stille, ingehouden droefenis, en de magerte van Christus drukt zijn lijden dan<br />
weer treffend uit. De plooienval in de kleding van de maagd verraadt een behoorlijk meesterschap van<br />
deze anonieme Vlaamse meester in de gotische sculptuur. Leuk ook dat het beeld polychroom is: dat<br />
waren alle houten beelden in die tijd, maar hier zijn de kleuren bewaard. Bovendien, en dat is toch een<br />
tour de force, is het uit één stuk eikenhout gehouwen: dat brengt voor de kunstenaar toch heel wat<br />
beperkingen mee, maar 'in der Beschränkung zeigt sich der Meister', wat deze man duidelijk<br />
waarmaakt.
In de toren<br />
De kerktoren van Zepperen was een verdedigingstoren en daarom ook eigendom van de gemeente, De<br />
gemeentearchieven werden er bewaard in grote kisten en de verdediging vanuit deze versterkte toren<br />
georganiseerd. Vroeger stond er een romaanse spits op de toren, maar na een blikseminslag kwam er<br />
een gotische spits in de plaats, helemaal niet in verhouding tot de toren.
Op de kerkzolder<br />
De zolder van een kerk is steevast een stofferige boel. Je vindt er veel duivenpoep, braakballen en<br />
vleermuizen. Maar je ontdekt er wonderlijke dingen. Zoals een torenvenster dat nu verdoken is onder<br />
het dak of de bovenkant van een kruisribbengewelf, gebouwd met bakstelen en met leem afgedekt. Ook<br />
in de Misseleeuwen was vakmanschap duidelijk meesterschap. In het houtwerk vind je bijvoorbeeld<br />
nergens een spijker, “houten pennen” waren de nagels van toen en nu nog steeds.
Het torenuurwerk<br />
In 1897 besliste de Zepperse gemeenteraad om een torenuurwerk op “hun” toren te plaatsen. Nog geen<br />
100 jaar later is er van het uurwerk geen sprake meer tot Frans De Krom+, Jos Bex+, Roger Joris en<br />
Remy Knapen+ het oude mechanisme in de toren terugvinden en weer aan de gang krijgen in 1982.<br />
Vanaf toen weet Zepperen weer hoe laat het is.
Zuivere, eerlijke Gotiek<br />
Uiteraard doorstaat een kerk(je) als dat van Zepperen de vergelijking niet met de gotische kathedralen<br />
uit de grootsteden van Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Noem het dorps- of boerengotiek, maar in<br />
Zepperen is men ervan overtuigd dat dit geklasseerde monument alle aandacht verdient in het cultuurhistorisch<br />
beleid van stad en provincie.
Tot slot<br />
Weinige Truienaren van de meer dan 40.000 stuks die we rijk zijn, hebben weet van dit kleine juweeltje<br />
op 4 km van de Grote Markt, bij die mensen met dat rare dialect. Ook in toeristische publicaties komt<br />
met nooit verder dan een klein fotootje. Terwijl heel Zepperen de wenkbrauwen fronst bij de vraag:<br />
“Wat gebeurt er met de kerken als de pastoors ‘op’ zijn?” Wat zijn de plannen van de bazen van Sint-<br />
Truiden met de schat van Zepperen?