Amazone onder vuur
Het Amazonegebied is frontlijn in de strijd tegen de klimaatverandering. “Climate control centre for the world”, noemt de Canadese rockzanger Bruce Cockburn het regenwoud in zijn song ‘If A Tree Falls’: If a tree falls in the forest does anybody hear? Anybody hear the forest fall? Grote delen van de Amazone zijn dicht bij zogenaamde kantelpunten (tipping points). Bij een kantelpunt zorgt een relatief kleine verandering voor een relatief groot gevolg en kan het klimaat in een andere evenwichtssituatie terechtkomen, met alle gevolgen van dien. De vraag is: wat zijn die gevolgen?
Het Amazonegebied is frontlijn in de strijd tegen de klimaatverandering. “Climate control centre for the world”, noemt de Canadese rockzanger Bruce Cockburn het regenwoud in zijn song ‘If A Tree Falls’: If a tree falls in the forest does anybody hear? Anybody hear the forest fall? Grote delen van de Amazone zijn dicht bij zogenaamde kantelpunten (tipping points). Bij een kantelpunt zorgt een relatief kleine verandering voor een relatief groot gevolg en kan het klimaat in een andere evenwichtssituatie terechtkomen, met alle gevolgen van dien. De vraag is: wat zijn die gevolgen?
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
C. Cornell Evers
Amazone onder vuur
Amazone onder vuur
C. Cornell Evers
Green Ark Press & Productions
“If a tree falls in the forest does anybody hear?
Anybody hear the forest fall?”
INHOUD
Wat heeft de Amazone te maken met het kopje koffie waarmee jij je dag
begint? ......................................................................................................... 11
Drie rivieren ................................................................................................. 13
Klimaatcontrolecentrum van een vreemde, woeste planeet ........................ 14
Verandering regenproces Amazone bedreigt klimaat ................................. 17
Wetenschappers vragen internationale actie tegen vernietiging
Amazonewoud ............................................................................................. 21
De Amazone boven en onder de grond ontrafeld ........................................ 25
De Amazone gewurgd of hoe de elektrische douche het regenwoud
bedreigt ....................................................................................................... 34
‘Going Underground’ tussen schimmels en reuzenwormen ......................... 42
In de wolken met ATTO ................................................................................ 48
Wereldleverancier van water en schoonmaker van lucht ............................ 53
Amazone klimaatonderzoek vraagt langetermijnperspectief ...................... 58
Spelen met water en vuur in de Amazone: “This Is Spiral Death” ............... 64
Amazone onder vuur ................................................................................... 72
De sojaroute ................................................................................................. 79
Vernietiging Amazone leidt tot extreme weerbeelden ................................. 83
WAT HEEFT DE AMAZONE TE MAKEN MET HET KOPJE
KOFFIE WAARMEE JIJ JE DAG BEGINT?
In het oosten van Brazilië, het belangrijkste koffie producerende land in de wereld, heeft het als gevolg van
klimaatverandering al een paar jaar nauwelijks geregend. Omdat koffieplantages veel water nodig hebben,
zijn hele oogsten verloren gegaan. Boeren gaan failliet en houden ermee op. Dat is slecht nieuws, voor de
lokale economie… en voor koffiedrinkers.
Het Amazonegebied is frontlijn in de strijd tegen de klimaatverandering. “Climate control
centre for the world”, noemt de Canadese rockzanger Bruce Cockburn het regenwoud in zijn
song ‘If A Tree Falls’: If a tree falls in the forest does anybody hear? Anybody hear the forest fall?
Grote delen van de Amazone zijn dicht bij zogenaamde kantelpunten (tipping points). Bij een
kantelpunt zorgt een relatief kleine verandering voor een relatief groot gevolg en kan het
klimaat in een andere evenwichtssituatie terechtkomen, met alle gevolgen van dien. De
vraag is: wat zijn die gevolgen? Het verhaal over de Amazone als klimaatcentrum is
ingewikkeld.
Dat ontbossing het broeikaseffect verergert, is bekend. Maar dat luchtvervuiling in het
gebied de vorming van regenwolken boven het woud direct beïnvloedt, weten we pas sinds
kort. Een internationaal team wetenschappers onderzocht recentelijk dit fenomeen. Uit hun
studie bleek dat het regenproces in de Amazone gevaar loopt. En daarmee het klimaat in de
wereld. Tropische wolkensystemen zijn de belangrijkste transporteurs in de kringloop van
atmosferische energie en vocht rond de aarde.
Het wolkenverhaal is één voorbeeld van het belang van de Amazone. Er zijn er meer.
‘Amazone onder vuur’ gaat in op de stand van zaken in de Amazone met betrekking tot
water, lucht, bos, biodiversiteit, economische ontwikkeling en verstedelijking en de gevolgen
van veranderingen daar voor de rest van de wereld… en jouw kopje koffie.
Naast wetenschappers komen ook Amazonebewoners aan het woord. Het is hun land,
reageren zij op de bemoeienis van buitenstaanders met hun leefgebied. Als de wereld iets
wil met de Amazone, zal er naar hen geluisterd moeten worden, naar de inheemse volken en
al die miljoenen anderen die wonen en werken in de steden en langs de rivieren. Zoals
Danilo Degra, zoöloog en leider van de rockband Projeto Bioart. Danilo: “Zouden
Europeanen het waarderen als Brazilianen hen kwamen vertellen hoe de economische crisis
op te lossen? Als mensen hier komen, dan is het handig als ze zich verdiepen in onze
werkelijkheid, onze cultuur. Als je hier alleen maar komt om foto’s van onze inheemse
bevolking te maken, een cover voor een tijdschrift of krant, zonder dat het iets oplevert voor
ons land, dan ben je niet welkom. De Amazone heeft geen behoefte aan status maar aan
betrokken mensen.”
Een populaire slogan die vaak wordt gebruikt, luidt: “Orgulho de ser Amazonense”, “Trots om een
bewoner van Amazônia te zijn”.
11
DRIE RIVIEREN
Amazonerivier
“We hebben hier drie Amazonerivieren”, zegt de man, een politicus, met wie ik koffie drink
op het pleintje bij Café do Pina in het centrum van Manaus: “een boven de grond, een onder
de grond en een in de lucht.” Van de eerste, de machtige Amazonerivier zelf, heeft iedereen
wel eens gehoord. Dan is er een tweede waterstroom, Hamza genaamd, die 4.000 meter
onder de grond evenwijdig aan de Amazone loopt en volgens onderzoek ongeveer even lang
is. Boven in de atmosfeer ten slotte transporteren ‘vliegende rivieren’ waterdamp
‘uitgezweet’ door de bomen in het regenwoud van het Amazonegebied naar het midden en
het zuidoosten van Brazilië en het noorden van Argentinië.
13
KLIMAATCONTROLECENTRUM VAN EEN VREEMDE,
WOESTE PLANEET
Muurschildering in Manaus
Midden jaren negentig verruilde ik mijn redactiestoel bij het muziekblad OOR voor een
hangmat in de Braziliaanse Amazone. Ik overleefde agressieve bijen, dronken indianen, het
anti-malaria middel Lariam en de rivier zelf. Ik leerde de Amerikaanse (ex-Associated Press)
fotograaf John Sevigny kennen, een bevlogen Latijns-Amerika nomade met een camera.
Sevigny bracht mij in contact met Justin Sullivan van de Britse band New Model Army en
werelden raakten elkaar.
Ik keek naar de film ‘Between Dog And Wolf – The New Model Army Story’ van regisseur
Matt Reid en zag het verhaal van een generatie die in Bradford, Engeland opgroeide en met
14
muziek, kunst en poëzie ageerde tegen de sociale ongelijkheid tijdens het Reagan-Thatcher
tijdperk van de jaren tachtig en het ‘kapitalisme van de verlangensstructuur’, een van de
grootste aandrijvers van klimaatveranderingen.
‘Between Dog And Wolf – The New Model Army Story’ is een film over de mensen in en
rondom een band, hun vrienden, hun vele loyale fans. Er waren successen, natuurlijk,
anders hou je een verhaal geen 35 jaar vol, maar ook tegenslagen. Drummer Rob Heaton
overleed in 2004 aan alvleesklierkanker, in 2010 was er de plotselinge dood van manager
Tommy Tee en op kerstavond 2011 vernietigde een brand de New Model Army studio in
Bradford, het archief en alle apparatuur. In 2013 herrees de band als een feniks uit de as van
het verleden met het baanbrekende album ‘Between Dog And Wolf’. Een jaar later volgde
‘Between Wine And Blood’.
“I live on an angry planet”, zingt Justin Sullivan op ‘Between Wine And Blood’. De video
toont een mitraillerend bombardement van horror en geweld, van oorlogen, van
slachthuizen, van natuurrampen, de vernietiging van mens, dier en natuur. Het bloed spat
bijna letterlijk van het scherm. En dan is er op het eind, glimlachend in stille meditatie,
Shiva, de Hindoestaanse god van vernietiging en schepping. God van een altijddurende
cyclische beweging.
I live on an angry planet, amidst the crowds and the endless noise
In the debris of the broken families and the cracks in the grand designs
And all the angry gods are back, gathering strength as the continents collide
(‘Angry Planet’, New Model Army 2014)
“Een deprimerende song”, reageerde Justin Sullivan toen ik hem bij gelegenheid naar ‘Angry
Planet’ vroeg. “Steeds deprimerender eigenlijk. Wij probeerden de menselijke soort, de
beschaving, die steeds bozer, veeleisender en ontevredener met zichzelf wordt, te koppelen
aan de natuur, de planeet. De natuur van de planeet is gewelddadig, in zekere zin. Ze
vermoorden elkaar, ze gaan dood. Het een vervangt het ander. Alle leven is beperkt, gaat in
cirkels. In onze maatschappij krijgt ieder van ons, wijzelf, onze geliefden, te maken met die
onvermijdelijk gewelddadige cirkel van het leven.”
They say that we’re all kings and queens in the new world except for those who aren’t
They say we can follow our dreams to the very top of the tree except for those who can’t
They say that the meek shall inherit the earth except that they shan’t
(‘Angry Planet’, New Model Army 2014)
Eind maart 2018 startte het televisiekanaal van National Geographic de documentairereeks
‘One Strange Rock’. De serie, gepresenteerd door de Amerikaanse acteur Will Smith, vertelt
in tien afleveringen met indrukwekkende visuele verhaaltechnieken het verhaal van het
ontstaan van onze planeet. De makers doen dat met hulp van de enige mensen die de 'rock'
enige tijd hebben verlaten: astronauten. 'One Strange Rock' gaat over een vreemde planeet,
15
een fragiele planeet ook, die desondanks tot leven is gekomen... en overleeft.
Naast vreemd is ‘One Strange Rock’ ook een ‘Angry Planet’, woest en meedogenloos. Meer
dan vijf miljard soorten die ooit op aarde hebben geleefd, zijn uitgestorven. Dat is 99
procent. Van al die soorten is nog maar 1 procent over voor ons om te observeren en van te
leren. Laten we de natuur zijn gang gaan? Of helpen we het verdere uitsterven versnellen?
Een ding is zeker: We live on an angry planet.
In de eerste aflevering van de National Geographic documentairereeks ‘One Strange Rock’
komt meteen al de Amazone als belangrijk klimaatcontrolecentrum van de wereld aan bod.
We zien het ontstaan van ‘vliegende rivieren’ boven het woud, belangrijk voor de regenval,
daar en elders. De mythe van de ‘long van de aarde’ wordt ontzenuwd – het verhaal van de
oorsprong van onze zuurstof zit net iets anders in elkaar, maar is daarom niet minder
fascinerend.
Echter, de Amazone, dat belangrijke klimaatcontrolecentrum, ligt onder vuur en daarmee de
planeet en misschien zelfs ons voortbestaan. In grote delen van het Amazonegebied dreigt
vernietiging van bestaande levenssystemen. Tropisch regenwoud wordt gekapt en gaat in
vlammen op. Kleine boeren worden bedreigd en van hun land verdreven. Inheemse volken
worden vergiftigd en vermoord. Door grootgrondbezitters. Door mijnbouwbedrijven. Door
grondzwendelaars. Door de landbouwindustrie. En, niet op de laatste plaats, door de
politiek. Kan de afbraak nog worden gestopt? En wat zijn de gevolgen van vernietiging van
de Amazone, voor de bevolking, en voor het klimaat, daar en hier? Het zijn belangrijke
vragen.
16
VERANDERING REGENPROCES AMAZONE BEDREIGT
KLIMAAT
Radar Wind Profiler
Door klimaatverandering zullen wij in Nederland vaker te maken krijgen met meer neerslagen
droogteperiodes. Dat is de verwachting van veel wetenschappers. Wolken uit de tropen
spelen daarbij een belangrijke rol. Als de omstandigheden in tropische gebieden veranderen,
dan heeft dat invloed op het weer daar en elders. En dat lijkt nu te gebeuren. Het
Amazonegebied, waar zich 30 procent van alle tropische regenwouden bevindt, is daarbij
cruciaal. Ontbossing, de verbranding van biomassa en de economische ontwikkeling maken
dat de samenstelling van de atmosfeer in hoog tempo verandert. Delen van de Amazone
zouden al dicht bij zogenaamde kantelpunten (tipping points) zijn, waarbij een relatief kleine
verandering voor een relatief groot en onomkeerbaar gevolg zorgt en het klimaat in een
17
andere evenwichtssituatie terechtkomt.
Het weer in de Amazone kan snel omslaan. Ik bevond mij ooit in een klein bootje op een
meer in Peru, net over de grens met Brazilië en Colombia. Samen met een gids zocht ik naar
een groot soort kaaiman die daar zou leven en die ik wilde fotograferen. Het was een heldere
avond. Er was geen wolk te zien. Tot een kwartier later. We waren midden op het water.
Plotseling werd het donker. Een klap. Bliksem schoot door de lucht. Voor we konden
reageren, sloeg de regen keihard neer. Zo dicht was de muur van water dat ik mijn gids, die
vlak voor mij zat, nauwelijks nog kon zien. Ook de lichtbundel van mijn Maglite lantaren
verdronk in de watermassa.
“De staat van de atmosfeer kan in Amazonia inderdaad in vijftien minuten veranderen”,
bevestigt Bruno Takeshi Tanaka Portela. Het is juni 2014. Tanaka Portela is meteoroloog en
heeft een master in klimaat en milieu. Hij werkt voor INPA, het Nationale Instituut voor
Amazone Onderzoek in Manaus, hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat Amazonas. Tanaka
Portela is projectleider van GOAmazon, een wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van
verstedelijking in tropische gebieden op lokale ecosystemen en het mondiale klimaat. We
rijden in zijn auto naar Manacapuru, een stadje zestig kilometer westwaarts aan de
Solimõesrivier (zoals de Amazone van de grens met Peru tot aan Manaus heet), waar een
van de meteorologische locaties van het project is.
GOAmazon staat voor Green Ocean Amazon. Deze naam refereert aan de eigenschappen van
wolken boven het Amazonewoud en die van wolken boven de oceanen. Die lijken op elkaar.
Door de aanwezigheid in de lucht van een grote hoeveelheid vocht en een lage concentratie
van zwevende deeltjes worden de waterdruppels die door condensatie op die deeltjes
ontstaan snel groter. Ze krijgen in hoog tempo voldoende massa om omlaag te vallen.
Daardoor kan het van het ene op het andere moment gaan plenzen.
Deze kenmerken werden in 2004 voor het eerst beschreven in het tijdschrift Science. De
schrijvers waren tussen 1995 en 2005 betrokken bij het ‘Large-Scale Biosphere-Atmosphere
Experiment’ in Amazônia, een internationaal onderzoek naar de chemie van de atmosfeer
boven het Amazonewoud. Deze ontdekking maakte dat het gebied de bijnaam ‘Groene
Oceaan’ kreeg.
Uit dezelfde studie bleek dat het regenproces in het Amazonegebied verandert. Door de
toenemende vervuiling, als gevolg van verstedelijking en de verbranding van biomassa,
neemt de hoeveelheid fijnstof in de atmosfeer toe. Er zijn dus steeds meer
condensatiekernen – stofdeeltjes waar water op condenseert – wat leidt tot kleinere
druppels. En dat vertraagt de vorming van regen. “Dit kan neerslagpatronen wezenlijk
veranderen en in grote gebieden het evenwicht in het watersysteem aantasten”, stelde Paulo
Artaxo van de Universiteit van São Paulo en co-auteur van het artikel in Science.
Om de invloed te onderzoeken die verstedelijking in tropische gebieden op lokale
ecosystemen en het mondiale klimaat heeft, werd GOAmazon opgezet, een internationaal
18
samenwerkingsverband van INPA met onder andere het Amerikaanse ministerie van Energie
en het Duitse Max Planck Instituut voor Chemie. Hoogleraar Scott Martin van de Harvarduniversiteit
was samen met Paulo Artaxo initiatiefnemer van GOAmazon. Hij omschreef het
project bij de lancering begin 2014 aldus: “Het gebruik van natuurlijke hulpbronnen is de
laatste decennia enorm toegenomen. Met dit experiment proberen we de volgende vragen te
beantwoorden: hoever kunnen we nog doorgaan met vervuilen, ontbossen en het klimaat
veranderen, en hoelang zal de aarde dit nog uithouden?”
Het GOAmazon onderzoekscentrum bij Manacapuru ligt niet in het regenwoud zelf, maar is
gebouwd op het terrein van een lokale boerderij, Fazenda Exata. Naast vier radarsystemen
staan er vijftien laboratoriumcontainers. Elf daarvan horen tot de Atmospheric Radiaton
Measurement-faciliteit (ARM). Dit is een mobiele set met apparatuur voor het meten van
zonnestraling, atmosferische eigenschappen en stromingen, en het ontstaan en de vorming
van wolken. Hij meet ook meteorologische variabelen als temperatuur, windsnelheid en
windrichting. ARM werd op deze plek geïnstalleerd omdat hier bijna zes maanden per jaar
verontreinigde lucht uit Manaus arriveert, meegevoerd door de wind. Omdat de lucht de rest
van de tijd schoon is, biedt dat prima vergelijkingsmateriaal.
Tijdens de reis van de rookpluim met schadelijke stoffen van Manaus naar Manacapuru
reageren de deeltjes met atmosferische gassen en veranderen ze. Op Fazenda Exata worden
de resultaten van deze transformatie bestudeerd, en het effect dat ze hebben op de wolken
en het lokale klimaat. Daarna volgt een vergelijking met metingen op onderzoekslocaties die
directer zijn blootgesteld aan de vervuiling, zoals INPA’s eigen Bosque da Ciência
(Wetenschapsbos) in Manaus. En dan is er het natuurreservaat Uatumã, honderdvijftig
kilometer ten noordoosten van Manaus. Op deze laatste locatie verrijst ATTO (Amazonian
Tall Tower Observatory), een 325 meter hoge stalen toren – hoger dan de Eiffeltoren – die
als een naald vanuit het woud in de lucht priemt. Ook worden er twee
onderzoeksvliegtuigen gebruikt en worden er elke dag twee weerballonnen opgelaten; een ’s
middags en een ’s nachts. Ze zijn 1 meter in doorsnee en hebben een enorme opwaartse
kracht, zo blijkt bij de lancering: eenmaal los schiet de ballon als een speer omhoog de
wolken in.
“Er is bij wetenschappers veel belangstelling”, zegt Tanaka Portela. “We onderzoeken nu hoe
de uitstoot van schadelijke stoffen in een grote stad als Manaus de directe omgeving
beïnvloedt, hoe vervuiling de verticale groei van wolken verandert, of ze sneller groeien en
groter worden, of dat juist het tegenovergestelde het geval is. En wat de effecten zijn op het
klimaat.” Wetenschappers hebben tot nu toe vooral de algemene omstandigheden
bestudeerd. “Om beter te begrijpen hoe het werkt, kijken wij op microniveau naar de
chemische interacties in de atmosfeer.”
GOAmazon gaat over wolken. En over hun invloed op het klimaat. Tropische
wolkensystemen zijn de belangrijkste transporteurs in de kringloop van atmosferische
energie en vocht rond de aarde. De klimatologische gevolgen van veranderingen van de
19
samenstelling van de atmosfeer variëren van minder neerslag en extreme droogteperioden
tot hevige regenval en zware stormen. Het zijn verschijnselen die in het Amazonegebied zelf
al geruime tijd zichtbaar zijn.
“Het is belangrijk, noodzakelijk zelfs, om te doorgronden hoe dingen in het Amazonegebied
écht werken.” Tanaka Portela noemt GOAmazon “slechts het begin”. Er zijn, zegt hij, meer
aspecten die moeten worden bestudeerd; niet alleen de bossen, de bladeren, de bodem. Alle
ecosystemen, alle interacties moeten worden onderzocht, betoogt hij, de hele kringloop van
atmosfeer, biosfeer en hydrosfeer. “Dit gebied is miljoenen vierkante kilometers groot.
Manaus beslaat daarvan nog niet 1 procent. Toch kan een zo’n stad het ecosysteem in het
hele gebied beïnvloeden. De energie die hier vrijkomt, wordt naar andere, subtropische
gebieden getransporteerd en kan daar de temperatuur en het klimaat veranderen. Het is
belangrijk om mensen te laten weten wat er aan de hand is. We hopen zo een
mentaliteitsverandering te bewerkstelligen. Maar dat gaat langzaam. En we hebben niet zo
heel veel tijd meer.”
Fazenda Exata heet in het jargon van het onderzoek, locatie ‘T3’. Amazone dierenleven is er
nauwelijks. Soms waagt zich een kameleon op de open ruimte tussen de containers, om
daarna weer snel in de schaduwen te verdwijnen, weg van de spiedende blik van roofvogels.
En er wordt wel eens een slang aangetroffen, al dan niet giftig.
De veelal witte containers, de ongewoon gevormde meetinstrumenten en de met metallic
ducktape afgedichte kabels en leidingen geven het terrein een vreemde, wat surrealistische
aanblik. Hier regeert de computer. Hier wordt (misschien) de toekomst van ons klimaat
bepaald. Vanuit een grote stalen kuip (Radar Wind Profiler) klinken elektronische blieps als
bij de Duitse techno-pop band Kraftwerk: I’m the operator with my pocket calculator.
“Het is belangrijk om te doorgronden hoe dingen in het Amazonegebied écht werken.” Die
opmerking blijft mij sinds mijn bezoek aan Fazenda Exata intrigeren. “Climate control
centre for the world”, noemt rockzanger Bruce Cockburn het regenwoud in zijn song ‘If A
Tree Falls’: If a tree falls in the forest does anybody hear? Anybody hear the forest fall?
Dat is mooi gezegd: Klimaatcontrolecentrum voor de wereld. Maar hoe werkt dat? Hoe
werken dingen in het Amazonegebied écht? En wat is de relatie met het wereldklimaat?
20
WETENSCHAPPERS VRAGEN INTERNATIONALE ACTIE
TEGEN VERNIETIGING AMAZONEWOUD
Amazonewoud
De Braziliaanse meteoroloog Bruno Takeshi Tanaka noemde in 2014 GOAmazon “slechts het
begin”. “Om te doorgronden hoe dingen in het Amazonegebied écht werken, moeten er
meer aspecten worden bestudeerd”, betoogde hij, “niet alleen de bossen, de bladeren en de
bodem, maar alle ecosystemen, alle interacties, de hele kringloop van atmosfeer, biosfeer en
hydrosfeer.”
Begin 2017 ben ik terug in Brazilië. Op mijn lijstje van te spreken wetenschappers staan
onder meer de Braziliaan Niro Higuchi en diens Amerikaanse collega Philip Fearnside.
Beiden maakten deel uit van het ‘Intergovernmental Panel on Climate Change’ van de
Verenigde Naties dat in 2007, samen met de Amerikaanse ex-vice-president Al Gore, de
21
Nobelprijs voor de Vrede kreeg. De eerste met wie ik echter contact opneem, is Paulo
Artaxo, hoogleraar atmosferische fysica van de Universiteit van São Paulo en een van de
initiatiefnemers van het eerder genoemde GOAmazon project. Ik wil van hem weten wat het
onderzoek uiteindelijk heeft opgeleverd. En hoe het zit met het mogelijke kantelen van de
Amazone.
Als ik hem spreek, bevindt Paulo Artaxo zich middenin het proces van de finale
besprekingen met de internationale partners van GOAmazon. Hij is enthousiast. Het project
is “extreem succesvol” gebleken, zegt hij: “Er is een enorme hoeveelheid nieuwe informatie
verzameld op terreinen als de koolstofkringloop, aërosolen* en wolken, ozon en
fotosynthese; verder diverse aspecten die nooit eerder zijn onderzocht, zoals de
wisselwerking tussen stedelijke luchtvervuiling – in dit geval Manaus – en het functioneren
van natuurlijke ecosystemen.” Dat laatste levert ook belangrijke nieuwe kennis op, aldus
Artaxo.
De vraag is nu: Wat gaat er met die nieuwe kennis gebeuren? Dat hangt er dus vanaf. Paulo
Artaxo: “Er zijn wetenschappelijke aspecten die relevant zijn voor beleidsmakers en politici,
en andere wetenschappelijke resultaten waarmee bestaande klimaatmodellen kunnen
worden verbeterd.”
Een van de onderzoeken van GOAmazon ging over de ozonconcentratie in de regio. Er
werden erg hoge concentraties gemeten van meer dan veertig deeltjes per miljard, honderd
kilometer van Manaus. “Het is een concentratie die kenmerkend is voor stedelijk vervuilde
regio’s en die in grote mate de fotosynthese in het woud beïnvloedt”, legt Paulo Artaxo uit.
“Ozon vermindert de koolstofopname van de vegetatie. De stedelijke vervuiling van Manaus
vermindert dus de mogelijkheid om de concentratie CO2 in de atmosfeer door absorptie in
de biomassa van het woud te verminderen. Dit heeft grote gevolgen voor de
koolstofkringloop. Als de ozonconcentratie in de toekomst hoger wordt, zoals voorspeld in
klimaatmodellen, kan het woud minder koolstof opslaan.”
Een ander punt is het effect van vervuiling op de neerslag, zo belangrijk voor het
voortbestaan van het Amazonewoud. De onderzoekers namen op de route van de rookpluim
uit Manaus afwijkingen in het proces van wolkenvorming waar. Door de vervuiling, als
gevolg van verstedelijking en de verbranding van biomassa, neemt de hoeveelheid fijnstof in
de atmosfeer toe en zijn er steeds meer condensatiekernen – stofdeeltjes waar water op
condenseert. Dit leidt tot kleinere druppels en vertraagt aldus de vorming van regen.
Daardoor zal er in het gebied minder regen vallen en zullen neerslagpatronen veranderen.
Dat heeft invloed op de biodiversiteit van het woud en op de productiviteit van planten, de
groei van sojabonen, weidegronden enzovoort.
Hoewel de naam anders doet vermoeden, zijn de resultaten van het GOAmazon onderzoek
van toepassing op alle gebieden in de wereld met tropisch woud. Paulo Artaxo noemt Zuid-
Oost Azië en de dichtbevolkte, stedelijke gebieden in Afrika. Als gevolg van stedelijke
vervuiling zal ook daar de levensvatbaarheid van het woud afnemen en zullen die gebieden
22
minder landbouwproducten opleveren.
De bevindingen van GOAmazon vragen om maatregelen. Maar dat is niet aan
wetenschappers, beaamt Paulo Artaxo: “Dit is in het bijzonder belangrijk in Amazônia, waar
de laatste drie jaar de ontbossingscijfers met 30 procent zijn toegenomen. Brazilië heeft een
erg succesvolle geschiedenis op het gebied van verminderen van ontbossing in de jaren 1995
tot 2005. De ontbossing ging toen van 27.000 vierkante kilometer terug naar 5.000
vierkante kilometer. De laatste drie tot vier jaar zijn deze cijfers echter weer toegenomen, tot
8.000 vierkante kilometer.”
Paulo Artaxo wijt de toename van de ontbossing aan “het onvermogen van de Braziliaanse
overheid om een politiek te bedrijven die de Amazone beschermt”. Artaxo: “Het Braziliaanse
congres wordt gedomineerd door mensen uit de landbouwindustrie. Zij draaien
verschillende wetten terug die eerder zijn ingesteld om de ontbossing in de Amazone tegen
te gaan. Wat er nu gebeurt moet een waarschuwing zijn voor internationale
gemeenschappen dat Brazilië weliswaar de ontbossing tot nul kán verminderen, maar dat er
echt internationale druk nodig is om dat ook te bewerkstelligen. Het Braziliaanse congres,
gedomineerd door conservatief rechts, neigt er namelijk meer dan voorheen naar om
ontbossing te steunen in plaats van te verminderen.”
Je vraagt echt om druk, inmenging vanuit andere landen?
“Jazeker. Internationale druk is op dit onderwerp erg belangrijk. Brazilië wil zijn afspraken
met betrekking tot het Akkoord van Parijs nakomen. Het huidige probleem is echter dat we
de verkeerde kant uitgaan en de ontbossing toeneemt, terwijl we hebben afgesproken om de
ontbossing te verminderen en tegen het jaar 2030 tot nul terug te brengen. Er moet vanuit
de internationale wereld aan de Braziliaanse overheid worden gevraagd om politieke
besluitvorming die daadwerkelijk is gericht op het tegengaan van ontbossing.”
Er wordt gezegd dat delen van de Amazone dichtbij een kantelpunt zijn.
“Het tot nu toe ontboste gebied beslaat achttien tot 19 procent van het oorspronkelijke
woud. In beginsel kunnen we naar dit getal op twee manieren kijken: 20 procent is ontbost,
maar 80 procent is volledig intact zoals het vijfhonderd jaar geleden was, toen Brazilië werd
‘ontdekt’. In beginsel is deze 80 procent van groot belang, voor Brazilië en om te helpen in
de strijd tegen klimaatverandering. Om de huidige situatie te behouden, is het absoluut van
het grootste belang om een nieuwe politiek te implementeren, om daarmee de ontbossing
terug te brengen tot nul. Dat is mogelijk, maar Brazilië moet daarvoor wel internationaal
onder druk worden gezet. Ook moeten er internationale fondsen komen voor de uitvoering.
Het kost namelijk veel geld, dat er met de huidige economische crisis in Brazilië niet is.”
In het natuurreservaat Uatumã, honderdvijftig kilometer ten noordoosten van Manaus, rijst
sinds vorig jaar ATTO (Amazonian Tall Tower Observatory) op uit het regenwoud. De stalen
onderzoekstoren van 325 meter hoog is een gezamenlijk Duits-Braziliaans project, waarbij
23
ook de universiteit van Berkeley is betrokken. ATTO is, met al zijn meetapparatuur,
gebouwd om de werking van het natuurlijke Amazone ecosysteem te bestuderen. In dat
opzicht verschilt ATTO sterk van GOAmazon, waarbij de interactie tussen stedelijke
luchtvervuiling uit Manaus met de natuurlijke emissies van het woud werd bestudeerd.
ATTO is een “Atmospheric Laboratory”, opgezet om te begrijpen op welke wijze het
Amazonewoud de verandering van het klimaat beïnvloedt en omgekeerd, hoe
klimaatverandering de gezondheid van het Amazonewoud aantast. In de weken voorafgaand
aan mijn gesprek met Paulo Artaxo zijn de eerste instrumenten op de Tall Tower in werking
gesteld, in de verwachting dat ze daar de eerste tien, twintig jaar blijven functioneren.
Onderzoeken zoals uitgevoerd met ATTO kunnen tientallen jaren duren. Het kost nu
eenmaal tijd om sommige kritieke verschijnselen te begrijpen. Paulo Artaxo geeft een
voorbeeld: “Het Amazonewoud absorbeert nu 0.5 ton koolstof per hectare per jaar. Dat is
een grote hoeveelheid gezien de 5.5 miljoen vierkante kilometer die het Amazonewoud
groot is. De vraag is: Als de temperatuur stijgt en de neerslag wezenlijk verandert, hoelang
blijft de Amazone doen wat ze nu doet met betrekking tot de koolstof in de atmosfeer? Waar
ligt dan de grens? Eenzelfde soort limiet moet worden gezocht als het er om gaat tot waar
het Amazonewoud zichzelf nog kan herstellen, voordat het verandert in een ander soort
woud, een ander ecosysteem. Dat zijn zeer moeilijke vragen om te beantwoorden.
“Sommige cijfers zeggen dat bij 40 à 45 procent ontbossing het systeem instort.
Tegelijkertijd is de inacccuraatheid van die cijfers erg groot, net als de onzekerheden van de
modellen. Ook de modellen die expliciet proberen uit te leggen hoe het Amazone
ecosysteem werkt, zijn in wezen volkomen onzeker. Wel is zeker dat we zo snel als mogelijk
moeten stoppen met ontbossing. Dat is heel goed voor Brazilië en heel goed voor het
klimaat in de wereld.”
De boodschap is duidelijk. Stoppen met ontbossen dus. En beter vandaag dan
morgen. Maar hoe?
“Dat is niet zo moeilijk. De Braziliaanse regering moet gewoon in actie komen, banken niet
langer toestaan om geld te verstrekken voor nieuwe landbouwprojecten in de Amazone, een
betere certificatie invoeren voor hout en vlees dat niet afkomstig is uit ontboste gebieden.
De politiek was in het verleden behoorlijk effectief in het reduceren van de ontbossing van
27.000 vierkante kilometer naar 5.000. De inspecties die schade aan het woud onderzoeken
moeten worden geïntensiveerd en er moet een gecertificeerd landeigenaarschap voor
Amazônia komen. Een serie uiteenlopende maatregelen waarvan je hoopt dat de som ervan
kan zorgen dat de schaal van de ontbossing naar nul gaat. Actie, sterke actie van de regering,
dat is wat er nu nodig is."
Kort na mijn gesprek met Paulo Artaxo besluit de Braziliaanse regering de begroting van het
ministerie van milieu met 51 procent te korten.
*Aërosolen zijn kleine stof- of vloeistofdeeltjes die in de lucht zweven, bijvoorbeeld roetdeeltjes afkomstig
van het verkeer.
24
DE AMAZONE BOVEN EN ONDER DE GROND
ONTRAFELD
Haven Manaus Moderna
Mijn appartement in Manaus is in een oud gebouw in het centrum van de stad. Het kijkt uit
op Avenida Getúlio Vargas, de belangrijkste verbindingsweg van het centrum met de rest
van de stad. Op weekdagen (zondags is het hier uitgestorven) raast het verkeer bumper aan
bumper voorbij. Of staat er stil. Het is een riool van uitlaatgassen. Meer dan twee miljoen
mensen wonen er in Manaus en er rijden zo’n 800.000 auto’s en motoren. Verkeersinfarcten
zijn er dagelijkse werkelijkheid.
Manauaras (inwoners Manaus) voelen zich relatief vaak ‘grieperig’. De luchtkwaliteit speelt
daarbij een rol, maar ook de temperatuurstijging in de stad, waar weinig (schoon) open
water is en er meer bomen worden gekapt dan aangeplant. En er is de rook van de
25
omringende (bos)branden die in het droge seizoen de stad letterlijk kan verstikken.
Manaus kreeg als hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat Amazonas in 1967 tijdens de
dictatuur de status van vrijhandelszone. Daardoor ontstond er een gunstig klimaat voor
investeerders. Philips, Sony, Nokia, Siemens en andere hebben er fabrieken. Manaus is een
van de rijkste steden van Brazilië. En een van de snelst groeiende.
In 2013 was ik veldproducer voor de aflevering over Amazonas van het IKON TVprogramma
‘Paul Rosenmöller en de strijd van Latijns-Amerika’. De openingsbeelden van de
documentaire tonen het chaotische havengebied van Manaus, de poort naar de stad. Het is
de plek in Manaus waar ik altijd als eerste naar toe ga. Ik ken er de mensen en zij kennen
mij. Het is ‘minha terra’, mijn grond. Hoewel luisterend naar de naam ‘Manaus Moderna’, is
het een zwaar verwaarloosd gebied, waar politici zich buiten verkiezingstijd zelden laten
zien. De buurt geldt als “gevaarlijk”. Toch is mij daar nooit iets overkomen en heb ik er veel
amigos: sjouwers, bootmensen en vishandelaren, daklozen, paradijsvogels en
alcoholverslaafden, dieven en ja, ook wel een enkele moordenaar.
Twintig jaar kom ik inmiddels in ‘Manaus Moderna’. Twintig jaar leg ik er het leven en
werken vast met mijn camera, en zag ik geen enkele verbetering in de omstandigheden van
bestaan. In die twintig jaar is het er eerder slechter dan beter geworden. “Manaus
abandonado”, “Verlaten Manaus”, staat er op een muur. Het toont aan dat mensen zich hier
in de steek gelaten voelen.
‘Manaus Moderna’, maar niet ‘Manaus Moderna’ alleen, laat het onvermogen van de stad
zien om de snelle groei naar ‘megacity in het tropisch regenwoud’ echt bij te benen.
De stad breidde zich tot voor enkele jaren vooral noordwaarts uit, maar sinds een
kilometerslange brug de oevers van de Negro-rivier met elkaar verbindt, worden ook aan de
westkant van de rivier de contouren van een Groot-Manaus zichtbaar. Ontbossing en
verstedelijking dreigen en daarmee de uitstoot van verontreinigde stoffen. Dit kan
ingrijpende gevolgen hebben, voor lokale ecosystemen én voor de temperatuur- en
klimaatontwikkeling in de wereld. Zo blijkt uit recente onderzoeken van het nationale
onderzoeksinstituut INPA in Manaus in samenwerking met het Amerikaanse ministerie van
Energie en het Duitse Max Planck Instituut voor Chemie.
Ik sprak de Braziliaanse bos- en klimaatwetenschapper Niro Higuchi al eens voor een artikel
over duurzaam bosbeheer in de Amazone. Zijn opmerkingen over de volgens hem
grootschalige, illegale boskap en de fraudegevoeligheid van het certificeringssysteem van
hout vielen niet bij iedereen in goede aarde. Sommige mensen in de houtindustrie, vooral
ook in Nederland, zagen zijn opmerkingen liever niet gepubliceerd. Waarover ging het?
Dr. Niro Higuchi doet bij INPA onderzoek naar de mogelijkheden van bosmanagement.
“Meer dan 90 procent van alle houtkap in het Amazonegebied is illegaal”, zei hij in 2012,
toen ik hem voor het eerst ontmoette. Higuchi: “De officiële statistieken zeggen dat minder
dan 10 procent volgens de regels wordt gekapt, maar volgens mijn eigen onderzoek is het in
werkelijkheid nog geen 5 procent. Het woud verdwijnt. Willen we dat doorbreken, dan
moeten we doorgaan met duurzaam management. Dat wil zeggen: terug investeren in het
26
woud om het voor altijd reproductief te maken.”
Voor de duidelijkheid, Niro Higuchi heeft het over beheer van de primaire of oerbossen van
de Amazone, niet over herbebossing van eerder ontboste gebieden. Higuchi: “Herbebossing
is in beginsel hetzelfde als agricultuur. Het is bosbouw. Net zoals bij elke andere plantage
moet je de grond goed klaarmaken alvorens te planten. Je moet monitoren, oogsten en weer
planten. Herbeplanting in bosgebieden wordt vooral gebruikt voor de productie van vezels,
bestemd voor papier en pulp. Ik werk niet met herbeplanting. Met herbeplanting verander je
alles wat er was.”
Duurzaam bosbeheer. Wat verstaan we daaronder? Niro Higuchi legde uit: “Er worden uit
een bepaald gebied voor commercieel gebruik een of meerdere bomen gehaald. Vervolgens
blijft dat gebied dertig tot vijfendertig jaar onaangeroerd, voor er weer geoogst kan worden.
Als dat goed wordt georganiseerd, ontstaat er een voorraad die nooit uitgeput raakt. Het
probleem is dat veel mensen geen vijfendertig jaar willen wachten. Men vindt het te duur.
Dus kiest men voor de goedkope manier. Mensen denken dat het Amazonewoud nooit
uitgeput zal raken. Dat het oneindig is. Dat het zich maar blijft vermenigvuldigen. Dat is het
punt.”
Aan duurzaam bosbeheer hangt dus een prijskaartje. En als iets geld kost, laten de politiek
en de consument het vaak afweten. Higuchi: “Deze operatie kost veel aan investeringen. Er
komt meer bij kijken dan een kettingzaag en een bulldozer. Gebieden liggen afgelegen. Er
zijn transportkosten. Er is uitrusting nodig, materieel en goed opgeleid personeel. Daar
komt bij dat de prijs die nu voor het ruwe materiaal wordt betaald, erg laag is. Er is een
groot verschil tussen de echte prijs en de prijs die de markt hanteert. Dat laatste is het
grootste probleem. Pas als er een eerlijke prijs wordt betaald, kunnen we op grote schaal
duurzaam bosmanagement introduceren en daarmee de toekomst van het Amazonewoud
garanderen.”
Niro Higuchi ziet in de handel in CO2-rechten mogelijkheden om tot een eerlijkere prijs
voor hout uit duurzaam beheerde bossen te komen. Higuchi: “Misschien dat als we de
opslag van CO2 als toegevoegde waarde van bosbeheer gebruiken, we er meer waarde aan
kunnen toekennen, of in ieder geval de prijs wat verhogen. Meer samenwerking tussen
organisaties in de CO2-handel en mensen die met bosbeheer werken kan een duurzame
Amazone dichterbij brengen.”
Om de prijs van hardhout uit de Amazone te kunnen verhogen, moeten vraag en aanbod op
elkaar aansluiten. Om dat te bereiken is het belangrijk dat de illegale houtkap wordt gestopt.
Wanneer er vervolgens sprake is van goed georganiseerd duurzaam bosbeheer en er een
eerlijke prijs wordt betaald, zal het aantrekkelijker worden om op legaal hout over te
stappen, betoogt Higuchi. En dat wordt gecertificeerd? Nee dus. De boswetenschapper van
INPA is geen voorstander van certificering. Te gevoelig voor fraude. Higuchi: “Ik heb geen
certificering nodig. Ik heb de wet achter me. Die bepaalt dat duurzaam bosbeheer de norm
is. Belangrijk is dat IBAMA (Braziliaans milieu-instituut) zijn werk doet. Dan kunnen wij
27
duurzaam bosbeheer in praktijk brengen en een rechtvaardiger maatschappij creëren.”
Vijf jaar na mijn eerste gesprek met Niro Higuchi loop ik weer zijn werkkamer bij INPA in
Manaus binnen. Hij is nauwelijks veranderd. Achter de vriendelijke, Aziatisch ogende, man
gaat een rebel schuil (“Dat moet je wel zijn in dit beroep”), die wars is van populistische
kletsverhalen. “De mythen van de Amazone” noemt Niro Higuchi ze in zijn boek ‘A Floresta
Amazônica e suas múltiplas dimensões: uma proposta de educação ambiental’, ‘Het
Amazoneregenwoud en zijn meervoudige dimensies: een voorstel voor milieu-educatie’. Tot
die mythen hoort onder andere het verhaal over het Amazonewoud als ‘long van de aarde’.
Dat is het dus niet. Ook is het Amazonegebied geen zee van eindeloos groen, en staat het
tropisch regenwoud niet vol met de soort reuzenbomen waarmee toeristen, milieu-activisten
en would-be ‘ontdekkingsreizigers’ graag op de foto gaan. Het Amazonegebied is geen groot
homogeen vlak. Het heeft een onregelmatige topografie met plateaus met een doorsnee van
zo’n 500 meter elk, er liggen steden als Belém en Manaus, en er is overal transport over
water. Verder wonen er alleen al in het Braziliaanse deel 25 miljoen mensen, onder wie
honderden inheemse volken.
De Amazone wordt vaak ‘long van de aarde’ genoemd, om de grote hoeveelheden zuurstof die het woud
zou produceren, zonder welke wij zouden 'stikken'. Deze betiteling is alleen al onjuist, omdat een long
zuurstof inneemt in plaats van uitstoot. De bomen in het Amazonewoud nemen koolstofgas in en laten
ook weer koolstofgas los, en, onder bepaalde omstandigheden (tijden van ongehinderde groei), zuurstof.
Waarnemingen van de laatste dertig jaar wijzen uit dat de hoeveelheid zuurstof die onder bepaalde
optimale omstandigheden (natuur in evenwicht) in het Amazonewoud vrijkomt, niet voldoende is om de
samenstelling van de atmosfeer wezenlijk te beïnvloeden. Waar komt onze zuurstof dan vandaan? In
hoeveelheden gemeten is meer dan 70 procent van alle zuurstof geproduceerd op aarde afkomstig van
algen. De bijdrage van bossen (alle bossen op aarde) en planten wordt geschat op minder dan 30 procent.
Niro Higuchi is inmiddels ook verbonden aan het al eerder genoemde GOAmazon project.
Of beter gezegd, het vervolg op GOAmazon, NGEE-Tropics, een Next-Generation Ecosystem
Experiment*.
Voordat hij uitleg geeft, wil Higuchi nog wat kwijt: “We moeten nu veel harder werken om
alles te begrijpen dan voorheen, omdat klimaatverandering inmiddels werkelijkheid is. Het
gaat er nu om de kwetsbaarheid van het systeem te begrijpen, de kringlopen van water, CO2
en energie. Wij moeten begrijpen hoe kwetsbaar wij zijn, om ons aan te kunnen passen. We
beschikken tegenwoordig over goede klimaatmodellen, voor bepaalde regio’s. Maar als je die
allemaal samenvoegt, heb je een probleem. Omdat tropische ecosystemen een erg
belangrijke rol spelen in de kringlopen van water, CO2 en energie. Ik zou zeggen dat zo’n 70
procent van alle water-, CO2- en energiekringlopen via tropische ecosystemen circuleert.
Het probleem nu is dat we weinig informatie hebben over de rol die het tropisch bos speelt
in de interactie tussen biosfeer en natuur. Dat moet beter. Als wij die interactie begrijpen, in
de tropen, kunnen wij de onzekerheid bij klimaatmodellen elimineren of op zijn minst
28
verminderen. Met een goed en betrouwbaar klimaatmodel zijn wij beter voorbereid op wat
komt, en kunnen wij ons aanpassen.”
Eén klimaatmodel of meerdere modellen naast elkaar?
“Je kunt een goed werkend model hebben voor Noord-Amerika, Europa, Azië, Zuidoost Azië
enzovoort. Maar ... het koolstofsysteem is globaal. Je kunt niet zomaar delen van biomen
buiten beschouwing laten, zoals het ecosysteem in tropische wouden, verantwoordelijk voor
70 procent van de water-, CO2- en energiekringlopen van de hele planeet. Als wij ons niet
concentreren op het beter begrijpen van deze interactie in de tropen, zullen we nooit een
goed klimaatmodel hebben.”
GOAmazon is afgerond?
“Ja, Next-Generation is het gevolg van GOAmazon. Alleen al de Braziliaanse Amazone
omvat vijf miljoen vierkante kilometer. Daarvan is iedere vierkante kilometer anders, heeft
iedere vierkante kilometer zijn eigen dynamiek. Het is onmogelijk om de hele Amazone te
onderzoeken. Maar we blijven het proberen. Er is nu ATTO. En het NGEE-project. Hiervoor
hadden we slechts een 50 meter hoge toren, waarvan de reikwijdte erg klein was. Met een
toren van 325 meter hoog hebben we de mogelijkheid om een model te ontwikkelen
gebaseerd op een reikwijdte van honderden kilometers.”
Wat voor soort apparatuur staat daar boven?
“In beginsel apparatuur om de emissies van het woud te meten, de atmosferische
samenstelling. Het bladerdak in dat gebied is 40 meter hoog. Met 325 meter zit je daar bijna
300 meter boven. De reikwijdte van de onderzoeken breidt zich dus enorm uit. De data van
de computers worden in real time verzameld en gaan naar Duitsland en Manaus. De
bevindingen van NGEE-Tropics gaan ook naar Berkeley in Californië.”
Next-Generation. Het verzamelen van data. Je wilt begrijpen hoe alles werkt. Je
ontwikkelt modellen. Maar dan? Mensen vragen: Is de Amazone dichtbij een
kantelpunt? Zo ja, hoe dicht?
“Het feit dat er klimaatproblemen zijn is er gewoon. We kunnen allemaal de veranderingen
in het weer waarnemen, iedere dag, iedere week, ieder jaar. Maar ons klimaatmodel, zoals
het er nu ligt, is niet in staat deze veranderingen te voorspellen. Als wij in staat zijn de
onzekerheden van onze modellen te verminderen, krijgen we meer vertrouwen. De
onzekerheid is momenteel groot. Een model kan prima werken voor Europa, voor de
Verenigde Staten, voor Japan, maar kijk je op wereldniveau, dan is er een probleem.”
Hoop je dat beleidsmakers en politici actie zullen ondernemen, als zij zien dat het
mogelijk is om met nieuwe modellen te voorspellen wat er gaat gebeuren?
“Als wij hier in de Amazone met een ernstige droogte te maken hebben, is de respons dat
zoiets wel vaker is voorgekomen, twintig jaar geleden, honderd jaar geleden – het is oké, het
29
is normaal. Men kan niet accepteren dat deze ernstige droogten zich vaker voordoen dan
voorheen en ernstiger zijn. Ons model, zoals het er nu ligt, kan dit niet voorzien. En dan
krijg je de reactie dat dit verschijnsel zich nu eenmaal van tijd tot tijd voordoet. Die
preoccupatie is er helaas. Met het ATTO project, een initiatief van Duitsland en partners in
Europa en Amerika, kunnen we beter voorspellen wat er gaat gebeuren.”
Toch zullen er altijd mensen zijn die zeggen: Ik geloof je niet. De huidige
Amerikaanse president spreekt over een klimaat-hoax. Het lijkt mij lastig werken als
wetenschappelijke bevindingen worden afgedaan als “ook maar een mening”.
“Met dit soort eenvoudige interpretaties hebben we al jaren te maken. Politici komen en
gaan. We kunnen alleen maar doorgaan. We moeten doorgaan. Klimaatverandering is
werkelijkheid, het is echt. Maar wat het moeilijk maakt is dat wij niet kunnen zeggen wat er
morgen gaat gebeuren. Of overmorgen. Wij moeten aantonen dat wij de wetenschappelijke
mogelijkheden hebben om voorspellingen te doen. In dit geval moeten we dus meer doen,
en beter. Ik hoop vooral dat wij met ATTO en NGEE-Tropics de onzekerheid kunnen
verminderen die in de huidige klimaatmodellen zit.’
Er zijn mensen die zeggen: Het klimaat verandert, dat klopt, maar dat heeft niets te
maken met menselijk handelen. Kun je hiermee het verband aantonen?
“In sommige landen, zoals in Nederland, Noorwegen en Japan begrijpen mensen dat heel
goed, in ieder geval de meerderheid. Zij veranderen hun gedrag. Dat stimuleert ons om door
te gaan. Vanaf het moment dat onze onderzoeksresultaten het bewijs leveren, is het
mogelijk om het verband aan te tonen. Duidelijk is al wel dat tropische wouden een erg
belangrijke rol spelen in de kringlopen van water, CO2 en energie.”
Wat gebeurt er als een groot deel van het woud verdwijnt?
“Ik weet het niet. Ik kan je dat niet vertellen. Maar belangrijk voor deze wereld is wel dat we
nu al weten dat er ernstige veranderingen zullen komen.”
Een paar jaar terug was er in de media veel aandacht voor atmosferische rivieren,
vliegende rivieren, zoals ze in Brazilië wel worden genoemd. Gaat het bij dit
verschijnsel om een klein of een belangrijk deel van het systeem?
“Een belangrijk deel. Het is een al heel lang bekend verschijnsel, al van voor de jaren
negentig. Maar we weten nog altijd niet wat de rol van het woud is in deze kringloop. Men
heeft het over de ‘vochtige corridor’ gecreëerd door de Amazone, maar we weten nog altijd
niet hoeveel het woud aan deze corridor bijdraagt.”
Dus de cijfers bij de artikelen kloppen niet?
“Er wordt nog altijd onderzoek naar dit fenomeen gedaan om het te kunnen verklaren.”
30
De berichtgeving hierover ging met enige overdrijving gepaard. Menigeen had het
over duizend liter water die iedere boom in de Amazone per dag in de lucht zou
‘uitzweten’. Berekeningen laten zien dat dit alleen opgaat voor een reusachtige
mahonie- of cederboom met een doorsnee van minstens 10 meter.
“Journalisten willen sensatie. Het is echt een al heel lang bekend verschijnsel. Science
publiceerde al in 1988, 1989 een artikel over de corridor. Daarin werd uitgelegd wat er
gebeurde met waterdamp uit de Atlantische Oceaan die naar de Andes wordt
getransporteerd en vervolgens naar de Amazone. Het is niet nieuw. Maar we wisten niet
precies wat de rol van het woud was. Natuurlijk is de waterkringloop een gesloten systeem.
Het probleem is de distributie en de kwaliteit van het water. Het lijkt een duidelijk en
gemakkelijk te begrijpen verschijnsel. Om echter uit te kunnen leggen wat de rol van de
Amazone hierbij is, moeten we nog heel wat uitzoeken.”
Bomen zijn essentieel voor het leven in het Amazoneregenwoud, doordat ze bijdragen aan het beschermen
en in stand houden van de biodiversiteit. Maar er is meer. De bomen functioneren als een pompsysteem dat
water absorbeert en via het bladerdak ‘uitzweet’, waardoor regenwolken ontstaan; twintig miljard ton per
dag. De Braziliaanse meteoroloog José Marengo kwam in de jaren negentig met de term ‘vliegende
rivieren’ om de luchtstromen te beschrijven die de waterdamp van het Amazonegebied naar het midden en
het zuidoosten van Brazilië en het noorden van Argentinië voeren. Met de ontbossing van steeds meer
Amazoneregenwoud lijken nu ook deze vliegende rivieren te verdwijnen, zo blijkt uit waarnemingen van
het Braziliaanse Instituut voor Ruimteonderzoek (INPE).
Artikelen over de Amazone richten zich meestal op het woud, op wat er zich boven de grond
in het bos afspeelt. Maar er is meer in het woud dan bomen, meer dan het bladerdak. De
bodem speelt minstens zo’n belangrijke rol in de kringlopen van water, CO2 en energie, en
dus in het functioneren van de Amazone als klimaatcontrolecentrum.
Niro Higuchi: “Dat is ook een van de doelstellingen van NGEE-Tropics. Daar ligt nu onze
prioriteit: onderzoek onder de grond. Natuurlijk, we moeten onder de grond en boven de
grond samenvoegen. We hebben echter al veel onderzoek boven de grond gedaan. Nu gaan
we ondergronds. Dat is deel van de uitdaging.”
Enig idee wat je daar zult vinden?
“In mijn geval – ik ben boswetenschapper – is mijn bijdrage aan dit onderwerp gerelateerd
aan wortels. Vanuit de IPCC invalshoek, als we het hebben over de opslag van koolstof, dan
hebben we het over wortels van 2 millimeter en meer doorsnee. Voor het hele proces zijn
wortels dunner dan 2 millimeter echter belangrijker dan die boven de 2 millimeter. Dus
concentreren we ons nu op wortels van 2 millimeter en minder, om het hele proces te
kunnen begrijpen. We hebben het daarbij over koolstof, allerlei soorten van koolstof
afgeleide gassen: methaan, CO2, CO, zelfs COS, een sulfiet. Om de uitstoot van elk
koolstofgas te begrijpen, moet je weten wat zich in de bodem bevindt, het ondergrondse
proces begrijpen en hoe het bijdraagt aan die uitstoot.”
31
Hoe is het nu met de ontbossingscijfers?
“Het is iets beter dan toen ik je de laatste keer sprak. Dit jaar gaat het minder goed dan
vorig jaar. Maar het gemiddelde van de laatste vijf jaar is veel beter dan ervoor.”
Wat voorspel je voor de toekomst?
“Ik hoop het beste, maar ontbossing, zoals ik het zie, is in Brazilië meer gerelateerd aan de
economische crisis dan aan maatregelen van de regering.”
Wat is de betekenis van het Akkoord van Parijs voor de Amazone?
“Brazilië heeft nu een taakgroep – ik zit daar niet in – die de regering helpt te voldoen aan de
doelstellingen van het Akkoord van Parijs. Ik geloof niet in die doelstellingen. Brazilië
beloofde een herbebossing van twaalf miljoen hectare tegen 2030. Het is nu 2017. We
hebben dus dertien jaar om dat doel te halen. In Brazilië zijn we met herbebossing begonnen
in 1966, vijftig jaar geleden, en het resultaat van deze enorme stimulans op het gebied van
herbebossing is zeven miljoen hectare. In vijftig jaar hebben we zeven miljoen hectare bos
geplant. Hoe kan ik nu verwachten dat wij erin zullen slagen om in dertien jaar twaalf
miljoen hectare te planten? Onmogelijk.”
Jij gelooft ook niet echt in herbebossing, toch?
“Klopt. Als je eucalyptus en ananas plant, oké. Maar volledige rehabilitatie van het
ecosysteem is moeilijk. Je moet over een erg goede zaadtechnologie beschikken. Dat is heel
gecompliceerd. Dat is in de Amazone erg moeilijk, omdat het hier allemaal zo heel anders
is.”
De Braziliaanse fotograaf Sebastião Salgado deed het.
“Ja. Maar belangrijker dan planten is het kennen van de problemen en de betrokkenheid van
de bevolking. Dat werkt anders. Natuurlijk kun je ergens wat bomen planten, maar dan
hebben we het niet over twaalf miljoen hectare. Wat is het ontboste gebied in de Amazone?
Dat is zeven miljoen hectare. Die herplanten is onmogelijk.”
Salgado claimt wel een volledige restauratie van het regenwoud.
“In een beperkt gebied. Hoeveel bomen heeft hij geplant? Een beperkt aantal, en daarmee
heeft hij een erg goed werk gedaan. Als we nu vele duizenden Sebastiao Salgado’s hadden in
Brazilië... Het kost een hoop energie, geld en hard werk. Maar de doelstellingen van Brazilië
voor het Akkoord van Parijs, twaalf miljoen hectaren: onmogelijk! Wie verzint zoiets?”
*Next-Generation Ecosystem Experiments–Tropics, of NGEE-Tropics, is een tienjarig multi-institutioneel
project gefinancierd door onder andere het Amerikaanse Ministerie van Energie DOE en het Bureau voor
Natuur- en Milieuonderzoek BER. NGEE-Tropics wil de kritische leemten in de kennis van
wisselwerkingen tussen tropisch bos en klimaat invullen. Het uiteindelijke doel van NGEE-Tropics is het
ontwikkelen van een systeem dat kan ‘voorspellen’ hoe de CO2-balans van tropische bossen en klimaat
feedback zal reageren op de veranderende milieufactoren in de 21ste eeuw.
33
DE AMAZONE GEWURGD OF HOE DE ELEKTRISCHE
DOUCHE HET REGENWOUD BEDREIGT
Zwart-water meer Amazone
Ik ontmoette de Amerikaanse professor Philip Fearnside al eerder. Dat was in 2013. Ik was
veldproducer voor de aflevering over Manaus van het IKON TV-programma ‘Paul
Rosenmöller en de strijd van Latijns-Amerika’. Philip Fearnside, onderzoeker bij INPA, is
een van de meest gepubliceerde wetenschappers over duurzame ontwikkeling én een van de
belangrijkste experts in de wereld op het gebied van klimaatverandering. Hij stond onderaan
de brug, op de westoever van de Negrorivier, toen hij in maart 2013 voor de IKON-camera
zijn verhaal deed. Terwijl hij de vragen van Paul Rosenmöller beantwoordde, begon het te
regenen. De wetenschapper ging echter onverstoorbaar door met zijn betoog over de
onderwerpen die hem ter harte gaan, ontbossing, klimaatverandering, de impact van
34
waterkrachtdammen, terwijl het water uit zijn enorme snor – zijn ‘beeldmerk’ – droop en hij
steeds natter werd. Ik vond de klimaatprofessor ‘cool’ zoals hij daar stond en zich niet van
zijn stuk liet brengen. Helaas hebben de opnamen nooit de Nederlandse televisie gehaald;
en gelukkig vraagt hij er niet naar als ik hem weer ontmoet.
Philip Martin Fearnside, zoals hij voluit heet, werd geboren in Berkeley in Californië. Op 11-
jarige leeftijd verhuisde hij met zijn familie naar Massachusetts. Daar viel hij voor de natuur.
Sindsdien loopt hij als ‘duider’ van de gevaren voor ecosystemen altijd ver voor de troepen
uit. Zo sprak hij al in 1968 – Fearnside was 21 en ranger in Glacier National Park in
Montana – over de mogelijke opwarming van de aarde door de toename in de atmosfeer van
CO2.
In zijn werk legt Philip Fearnside grote interesse aan de dag voor de menselijke ‘draagkracht’
in relatie tot de omgeving, het milieu. De term ‘draagkracht’ verwijst hier naar de aantallen
waarmee een bevolking kan toenemen voordat de, in beginsel altijd durende, wederzijdse
ondersteuning uit balans raakt en het systeem in elkaar klapt.
En dan zijn er de dammen. ‘Dam the Rivers, Damn the People. Development and Resistence
in Amazonian Brazil’ was de titel van het boek waarmee de schrijfster Barbara J. Cummings
in 1990 aandacht vroeg voor de bouw van enorme waterkrachtcentrales in het
Amazonegebied en de daaruit voortvloeiende vernietiging van mens en natuur. ‘Dam the
Rivers, Damn the People’ gaat over twee van de meest getroffen gebieden, de rivier Xingu in
de deelstaat Pará en Balbina in de deelstaat Amazonas. Beide spelen ook een rol in de
wetenschappelijke loopbaan van Philip Fearnside. Hij wist al in 1975 – en was daarmee naar
eigen zeggen de eerste – van de plannen voor de Belo Monte Dam in de benedenloop van de
Xingu, een zijrivier van de Amazone, vertelde hij in februari 2016 in een interview met
Sarah Bardeen van International Rivers: “Ik had een kaart die liet zien welk gebied onder
water moest worden gezet... Maar het was tijdens de dictatuur, dus niemand kon iets zeggen
of doen.” Fearnside liet het onderwerp noodgedwongen rusten, tot tien jaar later bij de
bouw van de Balbina Dam, niet ver van zijn woonplaats Manaus.
De Balbina Dam werd tussen 1985 en 1989 gebouwd en zette bijna 3.000 vierkante
kilometer bos onder water. Miljoenen bomen verdronken en werden, rottend in het water,
een bron van broeikasgassen, van CO2 en methaan. Het project veroorzaakte een immense,
bewust georganiseerde ecologische ramp en beroofde op grote schaal inheemse volken, met
name Waimiri-Atroari, van hun land. De dictatuur was voorbij en Philip Fearnside zweeg
niet langer. Hij besloot tot een groot onderzoek naar de gevolgen van dit enorm dure en
controversiële project. Zijn eerste publicatie over de uitstoot van broeikasgassen door de
bouw van waterkrachtcentrales verscheen in 1995. Fearnside toonde hierin aan dat de
emissies door de Balbina Dam hoger waren dan die van een elektriciteitscentrale die draait
op fossiele brandstoffen. De waterkrachtindustrie was, zacht uitgedrukt, niet blij met het
rapport. Er volgden in de loop der jaren vele pogingen, ook vanuit de Braziliaanse overheid,
om het werk van Fearnside te dwarsbomen. Het mocht niet baten. De wetenschapper ging
35
door en werd voor zijn werk regelmatig onderscheiden.
Ik loop een van de rommelige, vaak wat donkere, werkruimten binnen waar veel
onderzoekers bij INPA hun werk doen. Het aureool van glamour wat om de Nederlandse
televisiebioloog Freek Vonk hangt is hier totaal afwezig. Wetenschap bij INPA, in het
midden van het Amazoneregenwoud, is gewoon hard werken; vaak gefrustreerd door een
slecht werkend internet of uitvallende elektriciteit. Dat geldt ook voor Philip Fearnside. Niet
dat het hem iets uitmaakt. IJdelheid is hem vreemd. En aan plichtplegingen doet hij niet. We
hebben elkaar eerder ontmoet.
Hoe kun je een complex iets als het Amazone ecosysteem aan een groot publiek
uitleggen? Mensen vragen mij: Waarom de Amazone? Alle aandacht gaat momenteel
uit naar de Noordpool.
Fearnside: “De Noordpool is ook belangrijk. En de Amazone is belangrijk. Laten we
beginnen met het klimaat. De aarde warmt op en dat hangt samen met de uitstoot van
broeikasgassen. Het Amazonegebied bevat veel koolstof, in de bomen in het woud en ook in
de grond. Wanneer die wordt uitgestoten in de atmosfeer levert dat een grote bijdrage aan
de opwarming van de aarde. Dat kan gebeuren door het bewust kappen van bomen, door
ontbossing, maar ook doordat het woud sterft door bosbranden, droogtes enzovoort. De
koolstof in de grond komt vrij als het woud wordt neergehaald voor veeteelt. Het woud biedt
echter ook de mogelijkheid, door de koolstof niet uit te stoten, om de opwarming van de
aarde te controleren. Het is niet genoeg om het probleem helemaal op te lossen, maar wel
een belangrijk deel. En dan zijn er die andere invloeden. Zoals regenval. Het Amazonewoud
is enorm belangrijk voor de kringloop van water. Het transport van water en het
uiteindelijke regenen zijn heel belangrijk voor de rest van Brazilië, inclusief São Paulo en
buurlanden als Argentinië en Paraguay. Dát heeft dan wel geen invloed op het weer in
Nederland, tenminste niet erg veel, maar de wereldwijde opwarming heeft dat wel; die is
van invloed op heel de wereld.”
Oké, dat is duidelijk.
“De opwarming van de aarde door de uitstoot van gassen bestaat uit twee delen. Het een
heeft te maken met wat moedwillig wordt uitgestoten, bijvoorbeeld door ontbossing. Het
ander met wat er gebeurt door klimaatverandering zelf, de cirkel van positieve feedback.
Door klimaatverandering wordt het warmer, vervolgens neemt het aantal droogtes toe en
doden branden meer bomen, en het uiteindelijk resultaat van dat alles is nog meer uitstoot.
Een sneeuwbaleffect dus. En dat is erg gevaarlijk, omdat het niet iets is waarover de
mensheid kan beslissen het niet te doen. Bij ontbossing is er de keuzemogelijkheid om het
achterwege te laten, om niet te ontbossen. Ook bij de verbranding van fossiele brandstoffen
is er die keuze - het is bekend dat het bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Maar de
uitstoot kan dus ook een andere, niet opzettelijke oorzaak hebben, zoals in het
Noordpoolgebied waar het ijs smelt en grote hoeveelheden koolstof vrijkomen en
36
methaanbellen opborrelen in de Arctische Oceaan. Dat alles samen, al die stervende
gebieden die koolstof uitstoten die niet gerelateerd is aan ontbossing, het smeltende ijs in de
Arctic en al die andere dingen: de opbrengst daarvan is meer dan wat de mensheid bewust
uitstoot. Verder kan er ook nog het runaway greenhouse effect ontstaan, waarbij het hele
mechanisme oncontroleerbaar wordt en zijn eigen gang gaat. Het wordt dan warmer en
warmer en de mensheid kan dat proces niet stoppen. Dat gevaar loert, zolang er geen
technologie is om koolstof op te slaan. Aan dat laatste wordt weliswaar door veel mensen
hard gewerkt, maar het is niet duidelijk of dat tot een mogelijkheid leidt waarmee het
probleem wordt opgelost. Het blijft dus altijd op de achtergrond spelen. Amazônia heeft in
dat alles een sleutelrol, door de enorme opslag van koolstof.”
Het is niet hetzelfde als een kantelpunt? Of wel?
“Het is een soort kantelpunt. Er zijn vele kantelpunten. Het kantelpunt in de Amazone komt
er als er zoveel wordt ontbost dat het effect heeft op de rest van het woud. Het transport van
water wordt dan verstoord en dat heeft invloed op de regenval die nodig is om het woud
overeind te houden enzovoort. Dat is een kantelpunt waarover we ons hier zorgen maken.”
Sommigen beweren dat de Amazone dichtbij een kantelpunt is. Anderen zeggen dat
de Amazone veel flexibeler is dan vaak wordt aangenomen.
“Daarover is de laatste twintig jaar veel debat. Je weet waarschijnlijk dat het Hadley Centre
in Engeland in 2000 met een klimaatsimulatie kwam waarin het Amazonewoud in 2080
door klimaatverandering totaal zou zijn verdwenen. Dat computermodel is verbeterd. De
data zijn verbeterd. Het is nu minder catastrofaal. Het model uit 2000 hanteerde twee maal
het CO2-niveau van het preïndustriële tijdperk als voldoende om het Amazonewoud te doen
verdwijnen. Nu is daar vier keer die hoeveelheid voor nodig. Minder drastisch dus. In 2013
kwam dezelfde groep met een nieuw model waarin de Amazone zelfs overleeft met vier keer
die hoeveelheid CO2. Dat maakt het eerste model overigens niet nutteloos of overbodig. De
rapporten zijn daar erg duidelijk over.”
Er zijn dus deze verschillend omgerekende visies, waarin er bij de een op een bepaald
punt een catastrofaal verdwijnen van de Amazone plaatsvindt terwijl het gebied bij
het andere model alles overleeft.
“Het belangrijkste verschil is dat dit nieuwe model het effect van CO2-bemesting
meeneemt. Met meer CO2 in de lucht maken planten efficiënter gebruik van fotosynthese en
sluiten de stomata (huidmondjes – CCE) van de bladeren waardoor ze minder water
verliezen. Bomen kunnen zo met minder water overleven en zijn met die strategie ook tegen
meer bestand. In het nieuwe model is dat meegenomen. Het probleem is alleen dat de
negatieve dingen níet allemaal zijn meegenomen. De positieve kanten van de aanwezigheid
van meer CO2 in de lucht zijn meegenomen, maar niet de factoren aan de andere kant die
schade aan het woud toebrengen. En die zijn er, verschillende. Een ervan is lianen. Die
37
profiteren meer van de CO2 dan de bomen. Hun aanwezigheid in het woud neemt toe.”
En dat betekent ...
“Toenemende lianengroei is een wereldwijd verschijnsel. In Panama, in Maleisië, groeien er
in het tropisch woud steeds meer lianen. De verklaring is dat er meer CO2 in de atmosfeer
is dan twintig, dertig jaar geleden. En als dat doorgaat, zullen de veranderingen toenemen.
Een ander aspect is dat lianen het heel goed doen bij droogte. De Amazone kent veel
verschillende klimaten. Sommige delen zijn droger, anderen natter. In droge gebieden, zoals
bijvoorbeeld de staat Maranhão, zijn veel meer lianen dan rondom Manaus. Lianengroei kan
toenemen door de opwarming, als er ook in de Amazone meer droge gebieden komen. Iets
soortgelijks gebeurt in de randgebieden van het woud. Hier in de buurt, bij een project ten
noorden van Manaus – je hebt gehoord van The Biological Dynamics of Forest Fragments
Project? – groeien aan de randen van het woud veel meer lianen dan in het binnenste deel en
dat neemt alleen maar toe, met veel dode bomen als gevolg. Ook daarvan zou je verwachten
dat ervoor wordt gewaarschuwd, maar het is niet terug te vinden in het computermodel.”
Het woud wordt letterlijk gewurgd?
“Ja. Weer een ander aspect zijn de bosbranden. Erg belangrijk, maar ook niet in het model
opgenomen. Meer droogtes betekent meer bosbranden. Waar meer mensen zijn, neemt het
aantal bosbranden toe. Ze komen veel frequenter voor dan in het verleden. De verwachting
is dat dit doorgaat. De branden vermoorden de bomen, onafhankelijk van of er wel of geen
CO2 in de lucht is. Al deze negatieve ontwikkelingen bedreigen het woud in relatie tot
klimaatverandering, ook al laat dit nieuwe model dat niet zien. Er is dus echt wel reden de
emissies te verminderen. Uitgaande van de enorme opslag van koolstof in de Amazone en
wat er gebeurt als die vrijkomt betekent dat dit scenario negeren het een stuk moeilijker
maakt om de opwarming van de wereld te controleren.”
Klimaatmodellen waaruit de negatieve elementen zijn weggelaten: dat geeft munitie
aan de ontkenners.
“Ja, en dat is een probleem. Men had accurater kunnen zijn; dat is een prioriteit.”
Het is een complex systeem. Zoveel verschillende gebieden in de Amazone, zoveel
verschillende klimaten. Het moet een enorme opgave zijn om volledig te begrijpen
hoe alles werkt.
“Dat is geen excuus om niet alles te doen wat mogelijk is. En dat gebeurt steeds. Het excuus
luidt dat het te gecompliceerd is, dat er geen geld is, tot aan mensen die zelfs ontkennen dat
het een probleem is.”
Hoe belangrijk is de bodem in het hele koolstofverhaal?
“De bodem bevat meer koolstof dan de eigenlijke bomen. Veel daarvan in vormen die niet
gemakkelijk als CO2 worden uitgestoten: ze zijn stabieler. Als de grond opwarmt door
38
klimaatverandering, komt veel van die koolstof er als CO2 uit. Dat is deel van het probleem
dat buiten het bereik van menselijke controle valt. Het is niet meegenomen in de
berekeningen over wat er moet worden gedaan om de opwarming van de aarde af te
remmen. Met het Akkoord van Parijs is overeengekomen de opwarming van de aarde ruim
onder de twee graden te houden. Vijf graden in vergelijking met het pre-industriële tijdperk.
Om dat te bereiken moet in berekeningen alles worden meegenomen en alle uitstoot in de
atmosfeer gecompenseerd, dus niet alleen dat wat bewust wordt uitgestoten door
ontbossing en de verbranding van fossiele brandstoffen, de zaken uit het Kyoto Protocol. Al
die andere elementen, bosbranden, het smeltende ijs in de Arctic, al die uitstoot van gassen
moet worden meegeteld, wil men in staat zijn het totaal te controleren; want dat alles samen
beïnvloedt de temperatuur. Het is geen kwestie van wiens fout het is dat dit alles de lucht in
gaat. Het betekent gewoon dat men moet weten hoeveel er eigenlijk wordt uitgestoten.
Want als die kennis er niet is, of die wordt gewoon op nul bepaald, en landen sluiten
overeenkomsten waarin staat hoeveel ieder land moet doen om zijn eigen uitstoot te
verminderen, dan is dat niet genoeg om de opwarming van de aarde echt te controleren. Al
deze getallen moeten worden gekend en meegenomen, inclusief wat wordt uitgestoten in de
Amazone.”
Wat betekent het Akkoord van Parijs voor jou?
“Het is erg belangrijk. Het moet ervoor zorgen dat de gestelde temperatuurgrens wordt
gerespecteerd en niet overschreden, omdat dat erg belangrijk is voor het ecosysteem van de
Amazone en voor al die landen, al die eilanden die anders van de kaart zullen verdwijnen. En
dus moeten al die andere emissies worden bepaald en deel uitmaken van de overeenkomst.
Het is ook belangrijk te weten wat er in de komende decennia gaat gebeuren. Bij de
klimaatconferentie Eco 92 in Rio was de stabilisering van de concentraties broeikasgassen
het criterium. Een proces van stabilisering kan echter eeuwen in beslag nemen. Voor het
actuele doel, de temperatuur niet boven de twee graden te laten stijgen, is belangrijk wat er
in de komende decennia gebeurt, niet over vijftig of tachtig jaar. Dan kunnen we die grens al
zijn gepasseerd. Het verandert veel in hoe we moeten vechten tegen opwarming van de
wereld. En dat is erg belangrijk voor de Amazone.”
Je noemde het al: methaan.
“Methaan is een van de zaken die veel belangrijker wordt dan het nu al is. Methaan wordt
uitgestoten door draslanden en stuwmeren. Brazilië heeft grote plannen voor de bouw van
waterkrachtcentrales en dat levert een significante hoeveelheid methaan op. Vooral in het
eerste jaar dat het stuwmeer wordt gecreëerd. Dat heeft twee belangrijke oorzaken. Ten
eerste wordt het effect van het eerste jaar van de uitstoot niet over een eeuw of zo verspreid,
zoals bijvoorbeeld met fossiele brandstoffen gebeurt. Met een dam komt alles meteen eruit –
niet alles, maar het merendeel. Dat betekent dat meteen duidelijk is wat het doet met
betrekking tot de opwarming van de aarde. Het verbranden van fossiele grondstoffen levert
een uitstoot op van bijna helemaal puur CO2. Vergeleken met methaan heeft CO2 een meer
39
‘milde’ impact op de opwarming van de aarde, die wordt verspreid over ongeveer een eeuw.
De impact van methaan is erg intens, maar duurt minder lang. De gemiddelde levensduur
van een methaanmolecuul is volgens het laatste IPCC rapport 12,4 jaar, die van CO2 tien
keer langer, afhankelijk van het scenario. Dat is één aspect. Dan nummer twee: Methaan is
tweehonderd keer krachtiger dan CO2 in het ‘blokkeren’ van de warmtestraling. Het effect is
sterker maar het duurt minder lang. Kijken we over een tijdspanne van honderd jaar naar
een ton CO2 en een ton methaan, dan is volgens het IPCC rapport een ton methaan 34 keer
zo krachtig als een ton CO2. Dat is inclusief de feedbacks tussen het klimaat en de biosfeer,
wat de diplomaten er het liefst buiten houden. Als dat laatste niet meetelt, dan is het getal
28 in plaats van 34.
“Verder speelt dat het geen wetenschappelijke kwestie is, of je de vergelijking op basis van
honderd of twintig jaar maakt, maar een ethische, politieke kwestie. Wil je voldoen aan het
Akkoord van Parijs en de wereldwijde opwarming in de hand houden, dan telt wat er de
komende twintig jaar gebeurt, niet de komende honderd jaar. Kijken we naar de komende
twintig jaar, inclusief de feedback, dan heeft elke ton methaan een impact van 86 ton CO2.
Dat is een enorme hoeveelheid, vergeleken met bijvoorbeeld wat er staat in het Kyoto
Protocol dat als conversie het getal 21 hanteert. Dat is dus vier keer meer dan wat mensen
zelf uitstoten. En het maakt een enorm verschil voor beslissingen die de Amazone betreffen,
zoals de vele Braziliaanse plannen voor de bouw van dammen. Waterkrachtcentrales in de
tropen veroorzaken meer methaan-uitstoot dan in andere delen van de wereld. De meeste
plannen voor dat soort dammen zijn bestemd voor tropische gebieden. In de rest van de
wereld zijn alle daarvoor geschikte plaatsen al gebruikt. De bevolking in bijvoorbeeld Europa
zou de impact van het onder water zetten van grote gebieden ook niet accepteren. Dus
worden dat soort projecten verplaatst naar gebieden als de Amazone. De grote menselijke
impact die dat heeft, voor inheemse volken, voor de lokale bevolking, maar ook in relatie tot
ontbossing en de opwarming van de aarde, moet mede het debat bepalen.”
De regering zal zeggen: We willen economische ontwikkeling.
“Dat is iets uit het verleden. Brazilië exporteert veel elektriciteit, in de vorm van electrointensieve
handelswaren. Dat levert in Brazilië zelf heel weinig banen op. De voordelen gaan
naar andere landen en de impact is hier. De rest van de wereld exporteert de gevolgen van
het eigen consumptiepatroon naar plaatsen als de Amazone. Het is een erg onrechtvaardig
systeem in termen van economische ontwikkeling. Natuurlijk heeft Brazilië elektriciteit
nodig, ook zonder export zoals nu gebeurt. Er zijn echter zoveel meer mogelijkheden dan
dammen bouwen om het energieprobleem in het land op te lossen. Op de eerste plaats
leveren dammen geen goedkope elektriciteit. Ze worden gepromoot als de goedkoopste
optie. Maar dammen kosten altijd meer dan gedacht op het moment dat de beslissing tot de
bouw wordt genomen. Onderzoeken wijzen uit dat dit geen uitzondering is maar zo
ongeveer regel, in de hele wereld. Hier in Brazilië bijvoorbeeld kost de Belo Monte Dam
bijna twee keer zoveel als eerst geraamd. En het duurt veel langer om ze te bouwen dan
40
verwacht. Geen goedkope energie dus. Brazilië heeft grotere mogelijkheden dan fossiele of
nucleaire brandstoffen of waterkracht. Er is een enorme kustlijn die kan worden gebruikt
voor windenergie. Er is een continent vol aardschollen, met watermassa’s onder de aarde.
Berekeningen tonen aan dat daar genoeg potentieel aan energie (aard- en bodemwarmte –
CCE) is voor heel Brazilië. En er zijn veel mogelijkheden voor zonne-energie. Het
noordoosten van Brazilië heeft veel zonlicht en veel niet al teveel gebruikt land, met weinig
veeteelt, dat kan worden gebruikt voor zonne-energie. Maar geen van deze mogelijkheden
heeft de aandacht die waterkracht heeft. In januari 2016 trok de toenmalige regering zelfs
alle regelingen voor hernieuwbare energiebronnen anders dan waterkracht in.”
En dan is er de verspilling van energie.
“Brazilië heeft een grote mogelijkheid om efficiënter met energie om te gaan. Zo wordt 5
procent van alle elektriciteit gebruikt voor elektrische douches en om badwater te
verwarmen. Het is een van de weinige landen in de wereld die dat doet. Dat is ongelooflijk
inefficiënt. Je kunt water direct verwarmen met de zon, daar is geen elektriciteit bij nodig.
Telkens als het een wordt omgezet naar het ander, is er veel verlies. Sinds Brazilië’s plannen
voor klimaatverandering in 2008 is het geen officieel beleid iets te doen aan de elektrische
douches. Niets hebben ze eraan gedaan. Ze bouwen meer en meer dammen. En dan is er het
corruptieschandaal. Inmiddels is het publiekelijk bekend dat de laatste twee
presidentsverkiezingen zijn gefinancierd met geld van Belo Monte. Een ander bewijs dat het
niet de goedkoopste manier is om elektriciteit te genereren.”
Gaan mensen in relatie tot het klimaat tot hun zinnen komen, of is het al te laat?
“Ik denk dat het gevaarlijk is om te zeggen dat het te laat is. Dat is erg fatalistisch. Maar die
tendens is er. Praten over klimaatverandering is ook praten over de problemen van de
Amazone. Dan lamenteren mensen: Oh, het woud gaat sterven. Maar, zeggen ze vervolgens,
de opwarming van de aarde gaat toch door. En dan doen ze er niets aan en richten zich op
iets anders. Aan de andere kant zijn er mensen die te optimistisch blijven en zeggen dat alles
maar voor zichzelf moet zorgen, alles is onder controle en er komt gewoon een andere
wereld. Een andere wereld? Het is gewoon belangrijk gefocust te blijven op acties.”
Zie je voor de komende jaren een verandering in gedrag? Veel populistische politici,
inclusief de president van de VS, ontkennen de klimaatproblematiek of zeggen dat er
niets aan te doen is.
“Het is gevaarlijk, maar je kunt niet opgeven.”
Hoe zou wetenschap met het publiek moeten communiceren?
“Internet, televisie. Het is erg belangrijk dat er mensen zijn die weten hoe met die vormen
van communicatie om te gaan.”
41
‘GOING UNDERGROUND’ TUSSEN SCHIMMELS EN
REUZENWORMEN
Bodem Amazonewoud
Nieuws over de Amazone speelt meestal in en tussen de bomen van het tropisch
regenwoud. Maar in het klimaatcontrolecentrum is de bodem minstens zo belangrijk. Daar,
onder de grond, zit bijvoorbeeld meer koolstof dan in de bomen zelf. Willen we weten hoe
dingen in het Amazonegebied écht werken, zullen we ondergronds moeten en wroeten
tussen schimmels en reuzenwormen.
Een paar dagen na mijn gesprek met Philip Fearnside ben ik weer bij INPA, dezelfde gang,
een paar deuren verderop.
De ontvangst is hartelijk ... en Hollands: “Bakje koffie?”
42
De Nederlandse onderzoeker Karst Schaap is afkomstig van de Universiteit van Wageningen.
Hij doet zijn Phd bodemonderzoek bij INPA in Manaus. Hij bestudeert er de
beschikbaarheid van fosfor in het gebied en de biogeochemische factoren die daar invloed op
hebben. Ofwel: Hoe kunnen planten en organismen in de fosfor-arme bodem van de
Amazone de beschikbaarheid van fosfor veranderen? De titel van zijn onderzoeksvoorstel
was: ‘Soil phosphorus availability and its biogeochemical controls in Central Amazônia.’
“Maar”, zegt hij, “die zal tegen de tijd dat de uiteindelijke dissertatie er is, over een dikke
twee jaar of zo, vast nog veranderen.”
Onderzoek doen in de Amazone. Een droom die uitkwam?
Karst Schaap: “Ik ben hier gekomen omdat mijn begeleider uit Wageningen, Marcel
Hoosbeek, hier was voor een van de eerste vergaderingen van het AmazonFACE programma.
Ik was mijn master aan het afronden en hij vroeg mij of ik zin had mijn Phd in de Amazone
te doen. De bodemprofessor hier is Carlos Alberto (Beto) Quesada. Door die samenwerking
ben ik in staat in Manaus mijn onderzoek te doen.”
En dat houdt in ...
“Ik ben vooral bezig met enzymen (eiwitten die als hulpstof chemische en bio-chemische
processen versnellen – CCE) in de bodem. De klassieke bodemkunde kijkt vooral naar de
nutriënten (voedingstoffen – CCE), naar de biochemie en probeert ook een beetje de
kringloop te kwantificeren. Enzymen in de bodem zijn daar een goede maatstaf voor. Het is
niet perfect, maar ze zijn een maatstaf om te kijken hoe snel de kringloop in de bodem gaat.
Het is de laatste stap in het omzetten van complexe moleculen afkomstig van planten of
dieren. Daarbij maken enzymen los in de bodem de grotere moleculen klein, zodat planten
en micro-organismen ze kunnen opnemen.”
Het is duidelijk, onder de grond, daar gebeurt het de komende tijd.
“Het is natuurlijk enorm complex, zo’n ecosysteem dat uit verschillende onderdelen bestaat.
De bomen zijn wat gemakkelijker te bestuderen. Daar hoef je geen gat voor te graven. En je
ziet meteen welke boom je bestudeert. In de bodem heb je altijd de handicap dat je maar
moet zien wat er zit. En als je dan een wortel of zo vindt, weet je ook niet direct van welke
boomsoort die is. Daar is dan weer verder onderzoek voor nodig. Er is bovengronds tot nu
toe meer bestudeerd. Planten krijgen echter koolstof uit de lucht en zo’n beetje alle andere
nutriënten uit de grond. Ondergrondse kringlopen worden beïnvloed door nutriënte
limitaties en of er meer CO2 in de lucht komt, of de temperatuur omhoog gaat. Dat alles
speelt zich grotendeels ondergronds af. Dus hoe groot het bovengrondse ecosysteem kan
groeien, wordt deels bepaald door wat voor nutriënten er in de bodem zitten. Als je meer
inzicht wilt krijgen in die kringlopen en wat nu eigenlijk een ecosysteem limiteert, dan is de
bodem een cruciaal onderdeel.”
43
Nutriënte limitaties? In gewone mensentaal ...
“Veel ecologen en biologen hebben het over de limieten van – met name – nutriënten op een
ecosysteem. Dit wil zeggen dat, omdat een nutriënt onvoldoende beschikbaar is, het de
groei zou ‘limiteren’ of belemmeren. Hoewel er natuurlijk een schaarste is aan nutriënten in
een ecosysteem dat groeit op een relatief arme bodem zoals in de Centrale Amazone, is dit
verhaal van limieten misschien wat kort door de bocht. Planten zijn hier geëvolueerd om op
de arme bodems te kunnen leven, en doen dat blijkbaar goed - kijk hoe indrukwekkend het
bos is! Nu wordt het bos hier gekenmerkt door een hoge diversiteit van planten en andere
organismen. Dat zou dus kunnen betekenen dat de ene soort planten anders omgaat met een
schaarste aan een bepaald nutriënt dan een andere, en dat het ‘limiet’ dat dit nutriënt voor
een ecosysteem zou vormen wat minder algemeen is. Als we het dan hebben over
veranderingen die in een bos plaatsvinden – veranderende temperatuur, regenval, meer CO2
– kan het helpen om te weten hoe die schaarste door planten wordt omzeild en wat
mogelijke strategieën zijn om schaarste te ondervangen.”
Het is eerder genoemd: het AmazonFACE programma. FACE staat hier voor Free-Air CO2
Enrichment.
Karst Schaap legt uit: “In het AmazonFACE programma onderzoeken we het effect dat een
verhoogde concentratie van CO2 zou kunnen hebben op het tropische bos. Er wordt CO2
het bos ingebracht om te kijken hoe het daarop reageert. Daar is al veel mee
geëxperimenteerd, in kassen bijvoorbeeld. En dan zie je vaak een soort bemestingseffect
optreden. Omdat er meer CO2 is, kan een plant harder groeien. Maar in een bos, zeker een
bos als het Amazonewoud waar de diversiteit enorm groot is, hebben alle planten natuurlijk
verschillende strategieën om met nutriënten om te gaan. De centrale vraag is: gaat dat bos in
zijn natuurlijke situatie meer koolstof opnemen, gaat de carbon sink – zoals dat heet –
omhoog, omdat er meer CO2 in de lucht zit? En dan praat je vrij snel ook over de wijze
waarop de acquisitie van nutriënten gaat. De koolstof kan uit de lucht komen, maar stikstof,
fosfor en een heel scala andere nutriënten moet de bodem leveren. En voor het ecosysteem
waar wij mee omgaan is dat interessant, zeker als die planten allemaal een eigen manier
hebben om met limieten van nutriënten om te gaan. De ene boom kan een andere strategie
hebben dan een andere om zoveel mogelijk uit de bodem te krijgen. De een heeft meer
wortels laten groeien, een ander zal meer enzymen in de bodem loslaten. Wortels kunnen
zich ook associëren met schimmels: mycorrhiza*. Er kan daar iets veranderen, in die
symbiose. En misschien zijn sommige planten wel helemaal niet zo gelimiteerd.”
Wat er zich in het Amazonegebied (maar niet alleen daar) ondergronds afspeelt is dus
even belangrijk als het leven boven de grond. Of misschien zelfs belangrijker.
“Dat hangt erg af van de onderzoeksvraag. De bodem is een belangrijk en cruciaal onderdeel:
daar groeit een heel ecosysteem bovenop. Maar de atmosfeer en de planten zijn minstens zo
belangrijk. Ik denk wel dat voor nu de grootste uitdagingen in de bodem liggen, dat daar nog
44
het meeste onderzoek moet worden gedaan.”
Communicatie over CO2 aan het publiek gaat meestal over bomen. En dan vooral het
bladerdak. Met zijn onderzoek onderstreept Karst Schaap nog eens, net als in een eerder
gesprek Niro Higuchi, het belang van de bodem bij de opslag van CO2.
Karst Schaap: “De bodem is erg belangrijk voor de opslag, maar de link tussen de atmosfeer
en de bodem, dat zijn nog steeds de planten. Die brengen de koolstof de bodem in. Je hebt
hele kleine worteltjes, die groeien over het hele bodemprofiel, maar vooral in de bovenlaag.
Lopen over bosgrond is lopen over een mat van zo’n vijf centimeter dik waar allerlei kleine
worteltjes over elkaar heen buitelen om toch die nutriënten uit de blaadjes en omgevallen
bomen te vangen.”
Het lijkt mij een interessant gebied, wat onbekendheid betreft vergelijkbaar met de
diepzee of iets verder weg de planeet Mars. Bodemonderzoek betekent veel
laboratoriumwerk. Maar ook veldwerk.
“Klopt. Ik heb maandelijks de bodem bemonsterd. Als je daar rondloopt tussen de muggen,
bijtvliegen en schimmels, realiseer je je wel dat er veel aan de hand is. De biodiversiteit is er
erg hoog.”
En vol verrassingen. Twintig jaar geleden kampeerde ik in het regenwoud aan de voet
van de Pica da Neblina, de hoogste berg van Brazilië, gelegen in het grensgebied met
Venezuela. Daar stootte ik op een reuzenworm, vaalwit van kleur en zo dik als een
baby-armpje. Ik vond het verre van een schoonheid, eerder een griezel. Wat is het
meest verrassende wat jijzelf in de grond bent tegengekomen?
“Ik ben inderdaad ook wel eens een enorme worm tegengekomen, in mijn geval niet wit,
maar zwart-donkergrijs. Hij was een meter lang. In de bodem die we meenemen naar het lab
zitten wel eens larven of zoiets die, als je de bodem aan het zeven bent, oplichten. Een
beetje zoals vuurvliegjes, zo'n neongroene puls van licht. Ik vind dat zelf altijd wel mooi om
te zien. Ik heb alleen nog steeds geen idee waarom je licht nodig zou hebben als je in de
bodem leeft. Ook kom ik wel eens stukjes houtskool tegen. Dat kan in het onverstoorde bos
natuurlijk komen van een blikseminslag of iets dergelijks – wat waarschijnlijk ook zo is –
maar de fantasie gaat dan snel naar beschavingen die daar lang geleden eens een vuurtje
gemaakt hebben.”
Wat is het grootste verschil in de bodem van pakweg het Amsterdamse Bos en het
Amazonewoud?
“Hier moet ik een beetje speculeren, want ik ken het Amsterdamse Bos niet echt. Ik gok
bijvoorbeeld dat er een veenbodem ligt op veel plekken, en dat het van oudsher een redelijk
moerassig bos is, wat nu meer rond poelen en meertjes tot uiting zal komen. Een
veenbodem is rijk aan nutriënten, en heeft vaak het grondwater aan de oppervlakte. Als we
de bodems in de tropen generaliseren – ook in de tropen zijn veel onderling verschillende
45
bodemtypes – komen we bij het type bodem uit waar ik mijn onderzoek doe: goed
gedraineerd, arm aan nutriënten en in vergelijking met veen met erg weinig organisch
materiaal. De vergelijking is interessant door de manier waarop de systemen met nutriënten
omgaan. Een veengebied laat zijn dode materiaal – bladeren, takken – vallen en dat bouwt
zich over jaren en jaren op tot een pakket veen. Het organisch materiaal ‘vast’ in de
veenbodem. Het dode materiaal dat in de Centrale Amazone valt wordt snel weer
opgenomen in het systeem, omdat de nutriënten daar erg gewild zijn bij de planten,
microben enzovoort. Daardoor bevinden de nutriënten zich hier meer in het levende
materiaal.”
De complexiteit van de Amazone is vaak lastig uit te leggen. Ook al omdat
wetenschappers zelf nog niet altijd begrijpen hoe iets – in het ecosysteem – werkt.
“Niet elk proces in het ecosysteem wordt vanuit de wetenschap voor 100 procent begrepen,
maar er kan wel een patroon worden onderscheiden als er naar de grotere schaal wordt
gekeken. Iedereen is op verschillende schalen bezig de processen duidelijker te krijgen. Zo’n
project als de ATTO toren is ontzettend belangrijk. Dat kijkt echt naar de grotere schaal.
Wat ons werk betreft, de bodem, zijn we op de kleine schaal bezig uit te zoeken hoe die
processen nu precies met seizoensinvloeden reageren.”
Hoe zou jij aan een gewoon publiek dat wel heeft gehoord van CO2, groene Amazone
enzovoort het belang van de Amazone voor het klimaat uitleggen?
“We hebben het over een enorm stuk grond. Alleen de staat Amazonas is al ongeveer vijftig
keer zo groot als Nederland. Het feit dat het gebied helemaal vol staat met bos, die enorme
schaal, dat is eigenlijk al genoeg om te zeggen dat er belangrijke dingen gebeuren tussen de
bodem en de atmosfeer. Het belang van het woud zit in de enorme uitgestrektheid. Het feit
dat het heterogeen is, dat er eigenlijk hele verschillende typen bos en bodems zijn, is
daaraan ondergeschikt. Dat is vooral een probleem voor ons, wetenschappers, dat het niet
allemaal precies hetzelfde is. Maar op grote schaal functioneert het wel hetzelfde. Er is
koolstofopslag doordat planten groeien – door de zon – en daarvoor koolstof willen. Die
koolstof wordt opgeslagen, op een enorme schaal, en dat is wat het zo cruciaal maakt. Er
wordt steeds een beetje van dat woud afgesnoept. Veel mensen denken: och, er is genoeg
bos. Bij veel kleine stappen kun je echter op zeker moment een grens overgaan en kan het te
laat zijn. Het bos heeft ook zichzelf nodig om te blijven bestaan. Kijk naar de
waterkringloop. Het is niet zo dat de regen hier direct van de zee komt; die is al gerecycled
door het bos. Als daar een stuk van wegvalt, zou hier zomaar een droger klimaat kunnen
komen. We weten nog altijd niet hoe een en ander precies werkt, maar dat die interne
kringloop van water heel belangrijk is, dat is wel duidelijk.”
‘Vliegende rivieren’ doen het goed in de media, maar hoewel anders gepresenteerd,
begreep ik van Niro Higuchi dat ze nog helemaal niet weten hoe het precies werkt.
“Tussen media en wetenschap zit vaak een spanningsveld. Je wilt zoveel mogelijk van een
46
onderzoek in presenteerbare vorm aanbieden. Maar het moet dan toch in een headline passen
die interessant is. En het systeem is meestal net wat complexer dan een headline.”
*Onder de grond heerst een welhaast onzichtbaar samenlevingsverband tussen schimmels en wortels:
mycorrhiza. De wortels leveren daarbij voedingsstoffen – suikers – aan de schimmels en omgekeerd
absorbeert het netwerk van schimmeldraden onder andere mineralen als stikstof en fosfor uit de bodem
en geeft die via de gemycorrhizeerde wortels door aan de plant. Het woord mycorrhiza is afgeleid van de
Griekse woorden mukès, zwam en rhiza, wortel.
47
IN DE WOLKEN MET ATTO
ATTO: ‘Atmospheric Laboratory’ (Foto: Raphael Alves)
Hij is al vaker genoemd: ATTO (Amazonian Tall Tower Observatory), een stalen
onderzoekstoren van 325 meter, hoger dan de Eiffeltoren, die honderdvijftig kilometer ten
noordoosten van Manaus als een naald uit het tropisch regenwoud omhoogsteekt. ATTO is
een ‘Atmospheric Laboratory’, opgezet om te begrijpen op welke wijze het Amazonewoud de
verandering van het klimaat beïnvloedt en omgekeerd, hoe klimaatverandering de
gezondheid van het Amazonewoud aantast. Door de grote hoogte van ATTO kunnen
wetenschappers over een dusdanig uitgestrekt gebied metingen in de atmosfeer verrichten,
dat zij in staat zijn om met grote precisie te voorspellen wat de invloed van allerlei factoren
– inclusief menselijk handelen – op het klimaat zal zijn.
48
In Manaus gaan de data van ATTO naar INPA, in Duitsland worden ze geanalyseerd door het
Max Planck Instituut voor Biochemie in Jena en het Max Planck Instituut voor Chemie in
Mainz.
De coördinator voor ATTO bij het Max Planck Instituut is Prof. Dr. Susan Trumbore. Ik
ontmoet haar bij het Instituut voor Biochemie in Jena in de Duitse Vrijstaat Thüringen
(Duits: Freistaat Thüringen). De kleine bergstad in het dal van de Saalerivier, een zijrivier
van de Elbe, heeft ongeveer 110.000 inwoners, waarvan 25 procent student is.
We praten over onze ervaringen in het Amazoneregenwoud, hoe je, als je daar in het bos
loopt, soms een boom hoort omvallen of een tak die afbreekt. Susan Trumbore: “Bomen
vallen er zo neer. Dat kun je zien op satellietbeelden, de laatste keer dat je keek was alles
groen en dan zie je ineens de boomstammen in plaats van de bladeren. Wij denken dat het
een belangrijk mechanisme is voor de dynamiek van het woud, de biomassa, het grote
koolstof reservoir dat onder onze zorg valt. We hebben het nu over het luisteren naar de
bomen en de geluiden die zij voortbrengen. Maar daarnaast is er ook de wind en het geluid
dat dáárbij hoort. Wij hebben onderzocht hoeveel wind er nodig is, samen met de neerslag
waarmee dit soort gebeurtenissen meestal gepaard gaan, om een boom te beschadigen, doen
omwaaien. Een grote storm kondigt zich bijna altijd aan met wind. Als je in het bos bent,
voel je de downdrops, ik weet zeker dat je dat ervaren hebt. De wind wordt plotseling frisser,
de luchtvochtigheid lager, de lucht koelt af, lichtflitsen boven het bladerdak en je denkt, hé,
dat voelt lekker, en vervolgens komt de regen en hoop je dat de bomen niet op je hoofd
neervallen.”
Professor Susan Trumbore is weliswaar de Duitse coördinator van ATTO, maar was niet
vanaf het prille begin bij de toren betrokken. Zij was voorheen twintig jaar werkzaam bij de
universiteit van Californië. Zij was daar betrokken bij verschillende grote NASAprogramma's.
In haar antwoorden op mijn vragen meandert de professor, enthousiast als de
rivieren in het Amazonestroomgebied, van onderwerp naar onderwerp.
“Ik nam het hier over van Meinrat Andreae en Jurgen Kesselmeier, die het project zijn
begonnen. Voor beiden zat het werk erop en toen hadden ze iemand nodig. Ik werkte wel
meestal aan andere dingen. Mijn onderzoeken hebben meer te maken met het woud en de
bodem zelf. Maar in het verleden, toen ik een graduate student was in de jaren tachtig en ik
voor het eerst naar de Amazone ging, was er een programma genaamd ABLE, Amazon
Boundary Layer Experiment, en dat leek in veel opzichten op wat ATTO nu doet. Het was
een kleine toren in het Adolfo Ducke Forest Reserve bij Manaus. Dat gebied was eerst heel
ver van Manaus. Nu is het door de stad ingesloten. ABLE was het eerste onderzoek naar de
uitwisseling van gassen tussen de atmosfeer en het woud. En sommige van de dingen die
toen zijn ontdekt, proberen we nog altijd te begrijpen.
Echt uniek aan ATTO is het samenbrengen van al de verschillende aspecten die het
Amazonestroomgebied heel erg belangrijk maken voor het globale klimaat, het onderzoek
naar broeikasgassen, aërosolen enzovoort. Daar, waar ATTO staat, is de schoonste atmosfeer
49
op de planeet, tenminste boven land. Boven de oceaan is er natuurlijk ook schone lucht. Het
is de meest maagdelijke atmosfeer, zoals we denken dat de atmosfeer was voor de
industrialisatie. Wij mensen waren er al heel lang. Vuur werd altijd gebruikt als
managementmiddel van een marginaal eco-systeem. Er is de Terra Preta die in delen van de
Amazone wordt gevonden. Er is heel veel bewijs voor menselijke aanwezigheid in het woud
tot ver terug in de tijd. De eerste veranderingen kwamen met de Europeanen in de vijftiende
eeuw. Een van mijn interesses richt zich op Braziliaanse paranotenbomen, hun genetica,
leeftijd en verspreiding door het Amazonestroomgebied. Omdat sommigen, misschien wel
veel, dateren van voor de kolonisatie. Die bomen zijn meer dan vierhonderd jaar oud en
lijken door mensen te zijn geplant op plaatsen waar ze normaliter niet voorkomen. Er is de
tendens om de Amazone te zien als ongerepte natuur, maar dat is het niet.”
Wat is de rol van ATTO in deze?
“ATTO is voor mij meer dan een toren. Als het alleen een toren is, dan is het een
mislukking. Het moet een onderzoekscentrum zijn. ATTO voorziet in een nuttig focuspunt
waarbij je vanuit de atmosfeer kunt afdalen helemaal naar beneden. Naast de remote sensing
van satellieten is het nu mogelijk om met een instrument op de toren, zonder invloed van de
rest van de atmosfeer, vanaf de grond te bewijzen wat de satellieten zien. Satellieten
reflecteren licht en het is aan ons om te zeggen wat het betekent wat we zien. Wat de
planten aan het doen zijn, of ze in bloei staan of hun bladeren laten vallen, of de bladeren
van kleur veranderen of wegrotten. Er was lange tijd een groot mysterie over het groener
worden van bossen, omdat iedereen aannam dat de bomen het meest productief waren in
het natte seizoen en het minste in het droge seizoen. Dat is waaraan je denkt vanuit een
vertekend gezichtspunt. Maar dat is niet hoe de Amazone functioneert. De Amazone is in
werkelijkheid het meest groen in het droge seizoen, als er meer zon is.”
Het idee van de Amazone als één groot groen bos heerst nog altijd bij veel mensen.
“Bos in het Amazonestroomgebied is niet overal hetzelfde. Het bos in het oosten is heel
anders dan in het westen. En de mensen die modellen maken, hebben kennis van die grote
verschillen die over miljoenen jaren zijn geëvolueerd. Mijn interesse gaat uit naar hoe het
woud is geëvolueerd, dingen als windschade. En ik bestudeer ook de bodem. Ik ga eerder
tien meter diep de grond in dan driehonderd meter omhoog. Je krijgt het meeste uit de
infrastructuur wanneer het allemaal daar is, als je de impact meet die aërosolen hebben op
straling en klimaat en je de straling en het klimaat meet op dezelfde plek en tijd. Dan kun je
echt de complexe interconnectie begrijpen, de manier hoe alles met elkaar is verweven. Dat
krijg je nooit als je dingen gescheiden van elkaar bestudeert. Daarom is ATTO zo uniek en
zo opwindend.”
Meer een katalysator voor samenwerking?
“Dat is een goede manier om het te stellen. Het is ook de samenwerking van Braziliaanse
met Duitse wetenschappers. Wij zijn de diplomaten voor ons land. Over de hele wereld. En
50
iedereen profiteert ervan. Een van mijn grote genoegens is het werken met die Braziliaanse
wetenschappers. Studenten van vroeger en ook weer hun studenten, onze academische
kleinkinderen, werken samen en dat is leuk, erg leuk.”
Hoe is de samenwerking met de Amerikaanse wetenschap onder de regering Trump?
“ATTO zelf is echt een Duits-Braziliaans samenwerkingsverband. De regeringen van Brazilië
en Duitsland financieren het. Maar veel van de vroegere GOAmazon wetenschappers zijn er
nu bij betrokken. GOAmazon vertelde de feiten van een grootstad gelegen middenin de
schone lucht van de Amazone. ATTO helpt nu bepalen wat schone lucht is. Er is veel
samenwerking. Ook met Amerikanen, in het kader van NGEE-Tropics. De persoon die dat in
de VS doet, is Geoffrey Chambers, hoofd van DOE, het Amerikaanse Ministerie van Energie.
Hij werkte in de Amazone samen met Niro Higuchi. Die samenwerking gaat ver terug in de
tijd en is daarom ook erg goed.”
Geen financiële restricties?
“Nee. Ze kunnen het alleen geen klimaatverandering meer noemen. Maar ze hebben nieuwe
weervoorspellingsmodellen nodig. En de Amazone is zo’n grote motor voor het
klimaatsysteem, omdat er zoveel energie doorheen gaat, en zoveel water wordt verdampt –
als het weer daar verandert, verandert het zo ongeveer overal in de wereld.”
‘Terra Preta’, letterlijk 'Zwarte Aarde' in het Portugees, is een zeer donkere, vruchtbare, kunstmatige
(antropogene) grond die wordt aangetroffen in het Amazonebekken. In het Portugees luidt de volledige
naam ‘Terra Preta do Indio’ (‘Zwarte Aarde van de Indiaan’).
ATTO. Hoe werkt het? Iemand heeft een goed idee en dan?
“Iedereen kan met een voorstel komen. We hebben een wetenschappelijk jureringscomité.
Om ATTO te gebruiken moeten mensen akkoord gaan met onze datapolitiek. Ze moeten
akkoord gaan met het delen van hun data met iedereen in het consortium en hun eigen
fondsen meebrengen. Het is als het runnen van een schip. Het kost veel geld om een schip
te runnen, iedere dag weer. Het kost veel geld om ATTO dag na dag te runnen. De
organisatie van de infrastructuur is nog altijd niet helemaal afgerond. We hebben fondsen
om dat te faciliteren. Maar uiteindelijk zullen mensen het zelf moeten financieren om hun
instrumenten op ATTO te plaatsen, hun kampement enzovoort. We proberen nu uit te
zoeken wat die kosten zijn. Als iemand met een voorstel komt voor iets wat we zelf al
hebben gemeten, dan vragen we om iets parallel te doen, dat geeft meer en extra informatie.
En we willen dat iedereen met iemand in Brazilië samenwerkt, dat is deel van de
Braziliaanse afspraken. We hebben al samengewerkt met mensen uit Nederland, VS, Frans
Guyana. We proberen niet exclusief te zijn.”
Het kan daarboven dus af en toe druk zijn?
“O ja. Mijn grote probleem van nu is de steun van de Braziliaanse regering voor wetenschap.
51
Bij INPA gaan veel mensen met pensioen en het instituut krijgt niet de gelden om hen te
vervangen. INPA zou dat hele grote internationale centrum rondom ATTO kunnen worden.
Het is al een internationaal centrum met veel uitwisselingsprogramma’s. De traditionele
kracht is ecologie, biodiversiteit en natuurlijke historie, en daar zijn ze heel goed in. Maar
voor ATTO, om twintig jaar of meer te blijven functioneren, is het nodig in Brazilië een kern
van mensen te krijgen van wie de carrières verbonden zijn met de toren en die het
onderzoek daar gaande willen houden. De Braziliaanse regering heeft, zelfs met de huidige
problemen, wel de basisfinanciering van het programma gegarandeerd, en ATTO maakt daar
deel van uit.”
Hoeveel jaren?
“Het maakt deel uit van het Braziliaanse internationale portfolio en het is onderdeel van hun
klimaatprogramma – ATTO is genoemd in het Akkoord van Parijs. Het is deels een
mechanisme voor verificatie van emissies en consumptie. In de tijd dat besloten werd tot de
bouw van de toren dacht men dat het woud gedijde door de koolstofdioxide en daarom veel
meer CO2 opnam, maar ik denk dat dat plaatje wat genuanceerder is geworden, nu we iets
meer begrijpen van de dynamiek van het woud in zijn geheel: je slaat het plat en het groeit terug,
je slaat het plat en het groeit weer terug. En misschien het belangrijkste: de frequenties waarin
het bos wordt platgeslagen nemen toe en altijd een termijn eerder dan het teruggroeit. Dat
beïnvloedt het traject van de Amazone.”
Het lijkt allemaal op een grote puzzel. Is er nog genoeg tijd om de ontbrekende
stukjes te vinden en zonodig actie te ondernemen?
“We hebben van bijvoorbeeld broeikasgassen metingen over een lange tijd nodig. Het
klimaat wordt warmer, maar doet dat langzaam. Als we echt willen begrijpen wat de impact
is, hadden we twintig jaar geleden moeten beginnen. Er is zoveel te doen daar. Er is daar
wetenschap te doen voor eeuwig. We hebben studies nodig in andere gebieden, onder
andere in Mato Grosso. Daar bestuderen we de landbouw en hoe grote fluxen van energie en
water verschillen met het intacte bos en dan willen we die bossen, waar vijf maanden geen
regen valt, vergelijken met Manaus, waar bijna geen droog seizoen is. Maar je moet daarvoor
getrainde ecologen en wetenschappers hebben, meer dan wetenschappers uit andere landen
die voor twee weken overkomen en dan weer vertrekken.”
52
WERELDLEVERANCIER VAN WATER EN SCHOONMAKER
VAN LUCHT
Amazonewoud
De Colombiaan Carlos Sierra is een van de wetenschappers die met behulp van ATTO
onderzoek doet. Hij is verbonden aan het Max Planck Instituut voor Biochemie in Jena. Daar
leidt hij de onafhankelijke onderzoeksgroep Theoretical Ecosystem Ecology. De groep richt
zich onder andere op het bestuderen van niet-lineariteiten in biogeochemische kringlopen.
Ter verduidelijking: biogeochemie behandelt de chemische, biologische en fysische
processen die ten grondslag liggen aan de structuur en functies van ecosystemen of zelfs
landschappen.
Als stadskind in Medellin in Colombia zag Carlos Sierra in zijn jeugd weinig bos. Toch werd
hij later boswetenschapper. Bij toeval. Carlos Sierra: “Ik ging naar de universiteit om
53
chemische technologie te studeren. Maar omdat er op de universiteit werd gestaakt kwam ik
op een andere universiteit waar ze een programma bosbouw hadden. En daar werd ik
verliefd op bossen in natuurlijke gebieden.”
Hoe was je eerste ontmoeting met het bos en wat fascineerde je?
“Moeilijk te zeggen. Het was het gevoel in die volledig andere omgeving buiten de stad te
zijn. Alles was anders, van de temperatuur tot de verhouding met de bosmensen. Het was
deel van het programma van onze klas. Er was dus een instructeur die uitlegde hoe de
dingen werken en het hele gebeuren was fascinerend. Veel mensen die het over de Amazone
hebben, noemen de gevaarlijke zaken, giftige slangen of grote katten als jaguars. Maar de
Amazone bestaat uit zoveel meer. Er is een enorme verscheidenheid van ecosystemen. De
soorten rivieren. De soorten geologie. De soorten ecologie. Tegelijkertijd is er een grote
verscheidenheid van mensen die leven in de Amazone.”
Je werd gegrepen door het woud. Hoelang heb je gewerkt met bosbouw?
“Best wel een tijdje. Mijn hele studie ging over bosbouw. Ik startte met een
bosbouwprogramma in 1994, toen een master tot 2002, en daarna ging ik meteen door met
mijn PhD. Het was 2010 toen ik dat afrondde. Al die tijd heb ik gekeken naar de
verschillende aspecten van het woud, woudecologie en de koolstofkringloop.”
Sinds wanneer ben je verbonden aan de wereld van ATTO?
“Wij brachten ons eerste bezoek aan het gebied voordat de toren klaar was, zo’n vijf jaar
geleden. Dit jaar zijn we een project gestart en hebben we onze eerste samples verzameld.
Maar daarvoor waren wij bezig met een subsidieverzoek aan de Duitse overheid en met het
vinden van studenten die aan het project wilden meewerken. Allemaal voorbereidingen die
tijd kostten.”
Je werkt met koolstofkringlopen rondom de wereld? Wat doe je precies?
“Onze onderzoeksvragen hebben te maken met de tijd die koolstof doorbrengt in de
terrestrische biosfeer, de biosfeer van de aarde (terrestrial biological carbon cycle - CCE).
Wanneer wij mensen koolstof uitstoten in de atmosfeer, dan blijft die koolstof daar enige
tijd. Maar tegelijkertijd nemen bossen een deel van de koolstof op. Wij willen begrijpen
hoelang koolstof in het bos blijft, want hoe langer de koolstof in het bos blijft, hoe minder
koolstof zich in de atmosfeer bevindt. Koolstof in de atmosfeer houdt zonnestraling vast,
houdt energie vast en daarom warmt de planeet op.”
Kunnen bossen verzadigd raken?
“Het bos neemt altijd koolstof uit de atmosfeer op en geeft ook weer koolstof af. Die twee
dingen gebeuren gelijktijdig. Maar de koolstof zal een tijdje in het bos aanwezig blijven.”
54
Een boom absorbeert koolstof en geeft koolstof af. Is er een zekere verhouding?
“Dat maakt deel uit van wat wij proberen te begrijpen. Fotosynthese zorgt ervoor dat de
koolstof in de bomen wordt opgenomen. Dan verspreidt de koolstof zich over verschillende
delen van de plant. Er blijft wat koolstof in de bladeren, er gaat koolstof naar de stam en de
wortels, en sommige delen van de plant sterven af en de koolstof daarin komt in de bodem
terecht. In elk deel van het ecosysteem is de aanwezigheidsduur van de koolstof anders.
Koolstof blijft veel langer in de stam dan in de bladeren.”
De koolstof in de grond heeft de langste verblijfsduur?
“Ja. We weten dat de bodem de koolstof langer vasthoudt, maar we weten ook dat dit
afhankelijk is van welk deel van de bodem. De bovenlaag van de bodem, met al het verse
materiaal, houdt de koolstof minder lang vast. Dieper in de grond blijft het veel langer
opgeslagen. We weten dit kwalitatief, maar de precieze getallen zijn moeilijk vast te stellen.
Je bent leider van een onderzoeksgroep. Wat doet jouw groep met de data van ATTO?
“Op dit moment verzamelen we data. We verzamelen organisch materiaal. Op verschillende
niveaus van het bladerdak verzamelen wij bladeren. Wij verzamelen stamdelen en wortels.
Wij verzamelen ook bodemdelen. Wij kijken daarbij naar de aanwezigheid van radiocarbon.
Dat is een radioactieve isotoop van koolstof die ons kan helpen begrijpen hoelang de
koolstof in die materialen opgeslagen is geweest. Deze isotoop, radiocarbon – we schrijven
het ook als 14C* omdat het een hogere massa heeft dan een meer normaal atoom met een
massa van 12 – is een tracer (radioactieve isotoop gebruikt om bepaalde biologische,
chemische of fysische processen te volgen - CCE). In de jaren vijftig en zestig van de vorige
eeuw testten verschillende landen nucleaire bommen in verschillende luchtlagen en
creëerden daarmee een grote hoeveelheid 14C. Die bleef in de atmosfeer maar kwam ook
terecht in levende organismen op de planeet. Dat is niet schadelijk en als tracer helpt het
ons te begrijpen hoeveel radiocarbon een organisme heeft opgenomen, zodat wij de
opnamesnelheid waarmee dit organisme opereert kunnen afleiden. Het helpt ons ook te
bepalen hoelang de koolstof zich in een deel van het ecosysteem bevond. hoelang bevond
het zich in de atmosfeer. Hoelang duurde het voordat wij het in sommige componenten van
het ecosysteem konden vinden. Omdat er in een uitgestrekt bos veel organismen zijn,
proberen we zoveel mogelijk materiaal te verzamelen, om zo te weten wat de
opnamesnelheid is van het hele ecosysteem.”
Al die met elkaar verbonden kringlopen in de Amazone maken het systeem erg
complex. Maakt dit het kwetsbaar of juist sterk? Of beide?
“Het is een kwestie van hoe je het bekijkt. Er zijn eerder in de Amazone experimenten
gedaan waarin werd gekeken hoelang het duurt voor een bos, nadat het is gekapt, herstelt.
Inheemse volken hebben al eeuwen lang het woud gekapt, het gebied gecultiveerd en
vervolgens het bos weer terug laten groeien. Het duurt tussen de tachtig en honderdtwintig
tot honderdveertig jaar om de biomassa van het oorspronkelijke woud te herstellen. Dit
55
woud groeit tamelijk snel. Neem een gebied in de Amazone, laat het groeien, raak het niet
aan, en na tachtig jaar is er al een hoog bladerdak. De biomassa heeft dan waarschijnlijk al
zo’n 90 procent van zijn oorspronkelijke grootte. Voorwaarde is wel dat de aanwezige
voedingsstoffen van het ecosysteem intact blijven. Wanneer je een bos kapt en je verbrandt
het, dan blijven veel van de voedingsstoffen achter. De bodem daar is goed in het opnemen
en vasthouden van voedingsstoffen. Daarom kunnen de planten terugkomen. Maar als de
bodem ernstig wordt beschadigd kan het erg lang duren voordat de oorspronkelijke
biomassa terugkeert.”
Dus als het bos een eeuw of zo met rust wordt gelaten, kan het ecosysteem
teruggroeien. Maar in die tijd interfereert het gebied wel met andere gebieden in de
Amazone.
“Klopt. Wat ik beschrijf is een enkel stuk bos. Kijk je naar het hele gebied, of een landschap,
dan zie je bossen van verschillende leeftijden en zijn er verschillende processen in
verschillende delen van het landschap. En dan moet je dus kijken naar wat er in een veel
groter gebied gebeurt. Het ligt voor de hand dat de combinatie van alles wat er in deze grote
gebieden gaande is, zal uitmaken wat voor koolstofopslag of bos je hebt.”
Het zogenaamd duurzame kappen, waarna een gebied vijfendertig jaar met rust wordt
gelaten, klopt dus niet?
“Precies. Je kunt met dit argument mensen misleiden, maar het is belangrijk om in gedachte
te houden op welke schaal de dingen gebeuren.”
ATTO is nu enkele jaren in gebruik. Jij doet er onderzoek. Ben je al bijzondere dingen
tegengekomen?
“Jammer genoeg zijn we pas vrij recent begonnen met het verzamelen van materialen. Er
zijn groepen voor ons mee bezig geweest. Ik weet dat er verrassingen zijn in de data van
andere mensen, dat er bijvoorbeeld hoeveelheden methaan zijn waargenomen die moeilijk
zijn uit te leggen. We weten niet precies waar het methaan vandaan komt. Dat is een van de
gebieden die actief worden onderzocht. Wij hebben ook waargenomen dat veel CO2 zich
ophoopt binnenin het woud. Meer dan wij dachten. We weten wel waarom maar hadden
niet gedacht dat het zoveel zou zijn. Op dit moment bevinden we ons met al ons werk bij
ATTO in een erg voorbereidende fase. Mijn groep heeft tenminste nog niets over ATTO
gepubliceerd. Maar we beginnen interessante dingen te zien in de data van anderen.
Zullen we ooit precies weten hoe het Amazonesysteem werkt?
“We weten eigenlijk al heel veel. Mensen doen al heel lang onderzoek in de Amazone. We
weten al vrij aardig hoe de systemen werken. Natuurlijk willen we dit begrijpen verbeteren.
Er zijn nog veel dingen die we niet weten. Maar ik denk dat we al genoeg weten om mensen
het belang van de Amazone uit te kunnen leggen. We weten hoe belangrijk de hele Amazone
is voor de waterkringloop. We weten dat er veel water wordt rondgepompt in de Amazone.
56
En dat als het woud wegvalt, dat extreem grote gevolgen zou kunnen hebben voor de
beschikbaarheid van water in het hele Amazonebekken. Dat is al geruime tijd bekend. En
het is een hele goede reden om het stroomgebied te behouden. Wij weten ook dat er een
grote diversiteit van soorten is, waarschijnlijk meer dan waar ook in de wereld, en dat deze
diversiteit belangrijk is. Tegelijkertijd weten we veel niet over de chemische processen die
met deze diversiteit verband houden. Maar ik denk dat we wel al genoeg weten om iedereen
te laten weten dat wij de Amazone MOETEN behouden.”
Het is bekend dat de Amazone profiteert van fosfor, een belangrijke meststof, die in
enorme stofwolken vanuit de Sahara over de Atlantische oceaan wordt aangevoerd.
Zijn er andere delen in de wereld die het Amazonesysteem kunnen beïnvloeden?
“Ik weet dat de Amazone beïnvloed kan worden door wat er gebeurt in de Andes. Er is daar
een sterke connectie met dingen die gebeuren in de Amazone. Het belangrijkste is de
waterkringloop; die brengt water naar de Andes en naar de mensen die daar leven. De
waterkringloop is naar mijn gevoel de belangrijkste verbinding van de Amazone met andere
gebieden. De hoeveelheden water die in de Amazone worden verdampt en naar noord en
zuid bewegen zijn echt enorm en dat beïnvloedt het klimaat in gebieden elders in de tropen
en buiten de tropen.”
Wat als de windrichting verandert door omstandigheden elders in de wereld?
“Het is niet zozeer wind als wel zonnestraling. Zonnestraling creëert temperatuurverschillen
en als gevolg daarvan ontstaan er verschillen in luchtvochtigheid en deze veroorzaken dan
weer de grote bewegingen van luchtmassa’s en dus wind. Op hele grote schaal kunnen er
echt sterke consequenties zijn mocht de Amazone zijn capaciteit verliezen om water te
verdampen, uit te zweten. Want dat het woud water uitzweet, dat is eigenlijk het
belangrijkste proces. Een ander belangrijk proces heeft te maken met de chemische
samenstelling van de lucht. Dat is een actief onderdeel van het onderzoek dat wij doen in
ATTO of tenminste mijn collega's in Mainz. Zij onderzoeken hoe aërosolen reageren met
bepaalde verbindingen of moleculen, die wij in de lucht uitstoten, en zo de levensduur van
sommige chemische soorten reduceren, in zekere zin helpen de lucht te reinigen.”
De Amazone als schoonmaker van de lucht.
“Er gebeurt zoveel aan chemische processen in de lucht. Dat was de hoofdreden waarom
ATTO moest worden gebouwd. Omdat wij MOETEN begrijpen hoe die chemische soorten
reageren op verschillende niveaus in de atmosfeer.”
*C14-datering of koolstofdatering is een methode van radiometrische datering waarmee de ouderdom van
organisch materiaal en ecofacten wordt bepaald met behulp van de isotoop koolstof-14. Koolstof-14
(14C) is een isotoop van koolstof die in de atmosfeer uit stikstofkernen wordt gevormd. Dit gebeurt (in
eerste instantie) door kernreacties als gevolg van de kosmische straling waaraan de aarde blootstaat.
Planten nemen deze licht radioactieve vorm van koolstof op via hun gaswisseling en bouwen deze in door
hun fotosynthese en stofwisseling. (bron: wikipedia)
57
AMAZONE KLIMAATONDERZOEK VRAAGT
LANGETERMIJNPERSPECTIEF
CO2-installatie in het Max Planck Instituut voor Biochemie in Jena
Jošt Lavrič is afkomstig uit Slovenië en een van de wetenschappers die met behulp van
ATTO onderzoek doet. Hij is verbonden aan het Max Planck Instituut voor Biochemie in
Jena. Daar leidt hij sinds 2009 de onderzoeksgroep ‘Tall Tower Atmospheric Gas
Measurements (TAG)’. Jošt Lavrič is gespecialiseerd in broeikasgassen.
Om de invloed te onderzoeken die verstedelijking in tropische gebieden op lokale
ecosystemen en het mondiale klimaat heeft, ging januari 2014 het GOAmazon project van
start in het regenwoud bij Manaus, hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat Amazonas. Het
Nationale Instituut voor Amazone Onderzoek INPA werkte hierin samen met onder andere
58
het Amerikaanse ministerie van Energie en het Duitse Max Planck Instituut voor Chemie.
Jošt Lavrič had door zijn betrokkenheid bij ATTO zijdelings met GOAmazon te maken.
Jošt Lavrič: “Een deel van het GoAmazon onderzoek was gebaseerd op het feit dat er een
referentie site was, in dit geval de ATTO site. We hebben met onze metingen aan sommige
van de publicaties bijgedragen. Verscheidene werkgroepen van ATTO waren daarbij
betrokken, op verschillende niveaus, afhankelijk van het onderwerp.”
Ons gesprek gaat aanvankelijk over kantelpunten. Volgens de Braziliaanse wetenschapper
Antônio Nobre maar ook volgens diens collega Niro Higuchi zijn sommige delen van de
Amazone reeds voorbij een kantelpunt. Jošt Lavrič reageert terughoudend: “Wat is een
kantelpunt? Waaraan refereer je? Er zijn verschillende soorten kantelpunten. Praten we over
een deel van de Amazone of de hele Amazone? Het is om vele redenen een vitale locatie in
het globale, biogeochemische* kringloopschema. Er gebeurt veel en dus zijn er ook veel
belangrijke processen te bestuderen. En het is een grote poule van niet alleen koolstof maar
ook andere elementen. Als zo'n bijzondere locatie destabiliseert kost het behoorlijk wat tijd
om weer te stabiliseren. En je weet nooit, of tenminste wij weten niet altijd hoe het
ecosysteem zal reageren. Natuurlijke variaties kruisen er met antropogene (menselijke –
CCE) activiteiten. Dat compliceert de hele kwestie nog meer.”
“Kantelpunt is een algemene term die breder geldt dan de Amazone”, legt hij uit. “Alleen is
de Amazone om veel redenen erg interessant. Om te beginnen is er de wereldwijde invloed.
Als de hele Amazone plat brandt en grote delen van de koolstof uit de biomassa verdwijnen
in de atmosfeer, dan zou dat een impact hebben. Het zou ook een impact hebben op de
waterkringloop. En als je pech hebt dat het daarbij een El Niño jaar is... Naar al deze dingen
moet je altijd kijken vanuit een langetermijnperspectief – praat niet over weer, maar praat
over klimaat. Bestudeer hoe antropogene acties invloed hebben op een ecosysteem dat van
zichzelf ook een natuurlijk leven heeft. Er zijn droge jaren. Maar ook zonder ons zouden er
drogere en warmere jaren zijn. Er zou vuur zijn, maar niet zoveel. In een droog jaar zullen er
meer vuren zijn, door bliksem en zo. En natuurlijk is er aanvullend vuur. En dat kan weer
van jaar tot jaar variëren, net zoals de Amazone- ontbossingsstatistieken van jaar tot jaar
variëren. Je bouwt geen onderzoeksplatform in het midden van het bos om alleen maar
antwoord te krijgen op een paar vooraf gestelde vragen. Je vraagt jezelf altijd af wat we hier
nog meer kunnen doen. Hoe kunnen wij onze activiteiten koppelen aan iets anders in de
Amazone dat al gedaan is? Het klopt dat het milieu bij ATTO bijna onaangetast is,
tenminste een deel van het jaar. Ik zeg bijna, omdat helemaal onaangetast nauwelijks
bestaat, hooguit een paar dagen per jaar. Op een of andere manier is er altijd wel een
antropogene invloed waardoor je niet van 100 procent onvervuild kunt spreken. Maar er zijn
dagen en perioden in het jaar dat het daar bijna vrij is van vervuiling en dan is het
interessant om te zien hoe het woud zelf de verschillende processen beïnvloedt die
gekoppeld zijn aan bijvoorbeeld de aërosolen, wat dan weer verbonden is met de
waterkringloop, en de intensiteit en frequentie van regenval. Het begrijpen van die
59
processen stelt je in staat om de werking ervan uit te leggen en beter te voorspellen wat er
gaat gebeuren als er iets verandert.”
De Amazone als systeem lijkt kwetsbaar en sterk en veerkrachtig tegelijkertijd.
“In een geschikt gebied groeit het bos, als wij het vernielen, vroeger of later terug. Maar dan
spreken we van vele generaties. Het bos is niet onkwetsbaar. We kunnen het ook gewoon te
veel naar de filistijnen helpen. Bij intensieve ontbossing is er geen exitstrategie. Kijken we
ver genoeg in de toekomst, oké, dan zal er weer bos zijn, als je tenminste van het gebied
afblijft. De vraag is echter wat er, als de hele Amazone wordt uitgewist, gebeurt in de
honderden of duizenden jaren voor het zover is. Voordat het zover is, krijgen we veel
problemen. Het zou nogal wat biogeochemische systemen en kringlopen in de vernieling
helpen.”
Droge gebieden dragen meer bij aan de waterkringloop?
“Ja, en dat is logisch. Het systeem zal een soort van evenwicht creëren. Maar dat gebeurt
alleen als er geen sprake is van brutale interventie. Haal je in dit systeem een flink deel van
het woud weg, dan groeit er waarschijnlijk een mindere kwaliteit bos terug. Een belangrijke
vraag voor de Amazone: Waarom is er zoveel bos? Er zijn niet overal dezelfde condities. Er
moet genoeg water zijn, genoeg geschikte bodem, genoeg sporenelementen. Als er niet
zoveel aanvoer van mineralen vanuit de Sahara was, zou het Amazonebos er heel anders
uitzien. Deze stoftransporten vanuit Afrika over de Atlantische oceaan beïnvloeden de groei
van het woud. De neerslagregimes (schommelingen in de hoeveelheid neerslag over een jaar
– CCE) kunnen volledig in elkaar klappen, mochten de passaatwinden veranderen. En dan
kunnen er heel snel condities ontstaan waarin het woud niet langer floreert. Dat is de
kwetsbaarheid van het systeem. Zoveel factoren moeten samenvallen om het systeem te
laten bestaan. Natuurlijk is teruggroei mogelijk. Mensen van voor onze tijd hebben delen
van de Amazone ontbost en dat zie je niet eens meer. Wij moeten aantonen hoe het werkt.
Wat wij daar vinden is van wereldbelang.”
Terug naar ATTO. Wat is jouw rol precies?
“Ik heb twee rollen. Ik ben sinds 2011 wetenschappelijk bij ATTO betrokken. Ik maakte deel
uit van de eerste golf van wetenschappelijke installaties, in februari 2012. Ik heb ATTO dus
niet meegemaakt vanaf het allereerste begin, toen er nog geen pad door de jungle was. Toen
ik er voor het eerst was reden we met een tractor, maar de site was veel minder ontwikkeld
dan nu. Er was nog geen Tall Tower. We begonnen met broeikasgas-metingen op wat, met 80
meter, toen daar de hoogste toren was. Het hoogte-aspect, dat wil ik toch wel gezegd
hebben, gaat niet over zo nodig de hoogste toren willen hebben. Het idee is dat hoe hoger,
hoe verder van het bos verwijderd, hoe gemakkelijker samples vanuit een groter gebied
afkomstig te vangen zijn. Bij metingen in het bos zelf is er een grote lokale impact. Meten op
80 meter hoogte biedt informatie over luchtmassa’s die van verder komen en met 325 meter
is dat helemaal het geval. Het verhoogt het vruchtgebruik van de data die wij opnemen.
60
ATTO is daarin overigens niet uniek. We hebben soortgelijke sites in de hele wereld. ATTO
is wel uniek omdat er lokaal wetenschap wordt bedreven, er naar lokale processen wordt
gekeken, én dan zijn er metingen omhoog tot 325 meter en ook verder met drones en
ballonnen en in connectie met researchvluchten, om de hele schaal te krijgen. Je ziet hoe de
lokale processen werken en hoe die zijn gekoppeld aan een groter, meer regionaal gebied.
De Duitse ATTO coördinator Suzanne Trumbore helpen, is mijn andere rol.”
Hoe is de locatie voor ATTO gekozen?
De locatie is door onze collega’s in Mainz gekozen. Een van de doelen was een stuk ongerept
bos met veel benedenwind vinden om daar de aërosolen te bestuderen die vanaf de oceaan
over uitgestrekte bosgebieden worden aangevoerd zonder dat ze eerst over Manaus zijn
gegaan. Manaus kan een grote bron zijn van heel veel uitstoot, aërosolen, sporengassen**
enzovoort die de metingen kunnen beïnvloeden. Het idee was om in een deel van het jaar
processen in het bos te bestuderen die zo weinig mogelijk door antropogene activiteiten zijn
beïnvloed. Het woud produceert zelf ook veel, niet alleen sporengassen, maar ook veel
organische stoffen. Het produceert in verschillende tijden van het jaar verschillende soorten
moleculen, die dan onder zekere condities – als er bijvoorbeeld luchtmassa’s van de oceaan
arriveren – beïnvloeden hoe bijvoorbeeld regen wordt gevormd. De grootte van de aërosolen,
de soort, beïnvloedt hoe groot de regendruppels en de wolken zullen worden. Met ATTO
kun je aantonen dat er in de droge perioden meer antropogene invloeden zijn. Er is dan een
toename van de hoeveelheid koolmonoxide, er is meer zwarte koolstof van
biomassabranden. Je ziet dan écht hoe de aërosolen veranderen. Je begrijpt hoe het
Amazonewoud het milieu beïnvloedt, hoe het milieu afhankelijk is van het woud. Op ATTO
zijn mensen die de bodem onderzoeken, de uitstoot van sporengassen, er zijn er die zich
bezighouden met microbiologie, de waterkringloop... een eindeloze rij. Er zijn verdeeld over
meerdere onderzoekgroepen meer dan honderd wetenschappers bij ATTO betrokken. En dat
aantal neemt alleen maar toe.”
Hoe koel je de apparatuur?
“Dat hangt af van de apparatuur. Er is meetapparatuur die aan de buitenkant is bevestigd.
Dat moet ook, omdat de metingen buiten zijn. Er zijn ook meetcontainers die
airconditioning hebben. Dat laatste is in zo’n afgelegen gebied niet te vermijden. Als we dat
allemaal op zonne-energie konden laten draaien, zouden we dat zeker doen. Als je in de
Amazone onderzoek doet, moet je over een stabiele energiebron beschikken. Maar omdat we
geen fondsen voor een kleine krachtcentrale of zoiets hebben, gebruiken we diesel. En
natuurlijk is daarbij voorzichtigheid geboden, zodat het milieu niet wordt aangetast en dat
de metingen zelf niet worden beïnvloed. Daarom hebben we de generatoren verder weg
geplaatst, en uit de windrichting.”
Was er op jouw onderzoeksterrein al een ‘wauw’-moment?
61
“Dat was er, ja! We bevinden ons nu in het proces om dat te verklaren. Deze ‘wauw’-
momenten gaan er waarschijnlijk meer komen, omdat er zoveel metingen worden gedaan op
dezelfde site. Dat is ook een grote plus van ATTO, dat er zoveel zaken simultaan lopen,
zodat je ook echt op andere dingen stuit. Dat was bijvoorbeeld het geval met methaan. Wij
maten methaan en daarbij zagen we interessante voorvallen van toegenomen concentraties,
met scherpe pieken middenin de nacht, terwijl die er eigenlijk niet zouden moeten zijn en
waarvan we niet precies wisten waar die stijging vandaan kwam. Interessant genoeg viel dit
samen met gebeurtenissen gerelateerd aan aërosolen. Een bepaalde type van aërosolen.
Iemand vertelde mij dat deze soort gebeurtenissen met aërosolen eerder was gezien, maar
dat ze niet wisten dat er in dezelfde periode ook methaan opdook. Onze vragen zijn nu: Wat
is het? Waar komt het vandaan? Hoe werkt het? Het lijkt erop dat het gedeeltelijk is
gerelateerd aan de hydrologie. Wanneer we dit begrijpen, weten we onder welke condities er
meer, en in wat voor frequentie, methaan uit een ecosysteem komt. Dat kan dan helpen te
begrijpen wat er zou kunnen gebeuren als bijvoorbeeld – theoretisch gesproken – de hele
Amazone 20 procent droger wordt; dat die gebeurtenis kan leiden tot het verhogen of
verlagen van de uitstoot van een bepaald soort broeikasgas met het getal zoveel. Dat is zeer
waardevolle informatie, die je kunt verwerken in globale modellen. Hetzelfde geldt voor de
Taiga. Ja, er is daar veel permafrost en die smelt nog niet meteen, maar als dat gebeurt, als
de opwarming verder gaat – en die gaat daar met soms vier, vijf graden temperatuurstijging
in een jaar sneller dan hier –, zal het daar dan meer regenen, zal het daar heel veel meer
regenen?”
Nog even verder over methaan.
“Daar is een groot debat over. Er is nog altijd geen overeenstemming over het antwoord op
de vraag waarom de methaanniveaus van 2006 tot plusminus 2010 stagneerden en waarom
ze daarna weer stegen. Wat was daarvoor de reden? We weten dat de methaanniveaus op
wereldniveau stijgen, én dat er die vlakke lijn was waarin de concentratie stagneerde. Als we
die vraag kunnen beantwoorden, dan kunnen we ook de processen beter begrijpen, beter dan
we nu doen. Daarom moeten we ook lokaal processen meten, om te weten wat de koeien
doen, wat de draslanden, wat al deze verschillende bronnen van methaan doen.”
Aan het einde van ons gesprek wil Jošt Lavrič nog wel laten weten waarom hij als
wetenschapper ervoor heeft gekozen te doen wat hij doet, in Jena, bij het Max Planck
Instituut voor Biochemie.
“De vraag is vaak waarom we dit soort onderzoeken twintig jaar of langer doen. Als je dit
niet continue doet, mis je gebeurtenissen die in het kader van je onderzoek buitengewoon
zijn, omdat je ze nu eenmaal niet kunt voorspellen. En op de tweede plaats omdat de waarde
van zulke data met de tijd stijgt. Neem je een looptijd van bijvoorbeeld veertig jaar, dan
neem je verschillende gebeurtenissen mee, zoals een sterk El Niño jaar, een jaar met veel
vuren enzovoort. Dàn begin je te praten over klimaat. Elk paper dat ik krijg om te beoordelen
met maar twee jaar data waarbij onderzoekers het over trends hebben ben ik geneigd af te
62
wijzen. Zo’n paper gaat niet over trends, het is twee jaar data. Je hebt geen idee hoe, wat
daar staat, eruit zal zien over een periode van twaalf of twintig jaar.”
Hij pauzeert even en zegt dan: “Hier werken is echt een hele dankbare job. Je werkt aan een
project dat veel impact heeft, voor de wetenschap en daarmee voor de maatschappij. En je
doet iets interessants.”
En ATTO is daarbij als een soort van familie?
“Ja, daar is het wel mee te vergelijken.”
*Biogeochemie houdt zich bezig met de chemische, biologische en fysische processen die ten grondslag
liggen aan de structuur en functies van ecosystemen of zelfs landschappen.
**Een sporengas is een gas dat minder dan 1% van het volume van de atmosfeer van de aarde vormt en
dat alle gassen omvat behalve stikstof (78,1%) en zuurstof (20,9%). Het meest voorkomende spoorgas bij
0,934% is argon. Het klimaat op aarde is gevoelig voor veranderingen in sporengasconcentraties en
temperatuur in de bovenste troposfeer - lager stratosfeergebied van de atmosfeer. Deze zone strekt zich
uit van 6 tot 25 km boven zeeniveau, waar de interactie tussen straling en sporengassen, wolken en
aërosolen kan leiden tot belangrijke klimaatfeedback. (bron: wikipedia)
63
SPELEN MET WATER EN VUUR IN DE AMAZONE: “THIS
IS SPIRAL DEATH”
’Spelen’ met vuur
“Het Amazoneregenwoud stabiliseert zichzelf, met name in droge periodes.” Aldus de
schrijvers van ‘Forest-rainfall cascades buffer against drought across the Amazon’*, een
publicatie in Nature Climate Change op basis van een studie van de Wageningen
Universiteit en de Universiteit Utrecht in samenwerking met de Universiteit van Göttingen
in Duitsland en de Open Universiteit.
De waterkringloop van het Amazonegebied wordt wel – zie boven – een van de grootste
wonderen van de natuur genoemd. Maar het bos staat onder druk, van de houtindustrie, de
landbouw en de gevolgen van klimaatverandering. “Een groot deel van de Amazone krijgt in
64
de komende eeuw te maken met een dodelijke spiraal van ontbossing en droogte.” Dit staat
te lezen in een studie, ‘Self-amplified Amazon forest loss due to vegetation-atmosphere
feedbacks’, die begin 2017 werd gepubliceerd. Verwachte afnames van regenval zouden
weliswaar niet meteen leiden tot een volledige Amazone-terugval, maar grote delen van het
uitgestrekte gebied zijn zeker in gevaar, aldus een van de onderzoekers. (bron: The
Independent)
Maart 2017 lees ik via een van mijn Facebook-contacten een artikel in de Britse krant The
Independent: ‘Amazon jungle faces death spiral of drought and deforestation, warn
scientists.’ Bij de link naar het artikel staat een opmerking: “Aangezien ik medeauteur ben
van de studie waar dit artikel over gaat ben ik het aan mijn stand verplicht om, als ik ooit
een band ga oprichten, die Death Spiral te noemen.”
Ik reageer: “Er is nog geen band met die naam?”
Antwoord: “Zo te zien geen die populairder is dan die van mij zou worden.”
Ik: “Als bandnaam zou ik de woorden omdraaien: Spiral Death. Overgang van Death naar
Spiral klinkt niet lekker.”
Antwoord: “Dan maak ik een documentaire genaamd This Is Spiral Death.”
Ik: “Ah, je kent je geschiedenis**. Mooi.”
Twee maanden later, het is mei 2017, ontmoet ik promovendus Arie Staal van de
Wageningen Universiteit, waar hij als onderzoeker met water én vuur ‘speelt’. Hij is een
actieve datasurfer over de vliegende rivieren, de immense verdampingsstromen die boven
het Amazoneregenwoud ontstaan en vandaar door de atmosfeer ‘stromen’ om elders als
regen neer te vallen.
Arie: “Ik heb mij daar inderdaad mee bezig gehouden, zowel voor mijn eigen
promotieonderzoek als voor die death spiral publicatie. Mijn onderzoek richt zich op drie
aspecten. Wat is de maandelijkse bijdrage van de hele Amazone aan de verdamping die
bossen leveren, een simulatie van waar dat verdampingswater neerregent en ten derde
proberen we een inschatting te maken van de hypothetische afname van regenval door
verlies aan bos, rekening houdend met de veerkracht van datzelfde bos. Die drie samen
moeten antwoord geven op de vraag: Kunnen delen van de Amazone gaan kantelen als er op
andere plekken ontbossing plaatsvindt?”
Je gaat promoveren op...
“De veerkracht van tropisch bos en savanne, met een speciale focus op de Amazone. Van de
vier hoofdstukken gaat er een over vliegende rivieren. Een ander richt zich op vuurecologie.
We kijken op lokale schaal hoe er – met positieve terugkoppelingen tussen bosbedekking en
vuur – in situaties waarbij er minder bos is en meer gras ook meer brandstof is. Wat dan
weer negatief is voor het bos. We hebben het hier over een lokale positieve terugkoppeling*.
Die verschillende positieve terugkoppelingen kunnen in beginsel tot kanteling leiden.”
65
Waarom de Amazone en wat maakt jouw onderzoek anders?
“De Amazone, omdat daar de grootste veranderingen plaatsvinden, ontbossing met name,
een aandachtspunt vanuit mijn achtergrond van milieuwetenschappen. Ik begon ooit met
studeren om de wereld te redden, maar uiteindelijk wilde ik me daar ook meer academisch
mee bezighouden. De terugkoppeling tussen gras en vuur en het effect op bomen is
weliswaar voor de tropen universeel, maar om het systeem te begrijpen is het ook
interessant om naar de verschillen te kijken.
“De tweede vraag: Mijn niche, van mij en mijn collega’s, de begeleiders, zit in de kennis van
de theorie van de kanteling. Mijn hoogleraar Marten Scheffer is daarmee beroemd geworden,
door zijn studie van de kanteling van ondiepe meren met helder en plantenrijk water naar
een troebel door algen gedomineerd meer (‘Ecology of Shallow Lakes’ – CCE). In onze groep
houden mensen zich weliswaar met verschillende systemen bezig, maar ze doen dat vanuit
dezelfde theoretische invalshoek en dezelfde typen wiskundige modellen. Ik gebruik
eenvoudige modellen om te begrijpen hoe kantelpunten kunnen plaatsvinden.”
Verwacht jij een bijdrage te kunnen leveren aan een beter begrijpen van het systeem?
“Ja. Op verschillende manieren. Als het gaat om de vliegende rivieren is mijn bijdrage een
inschatting van welke bossen in de Amazone voor hun stabiliteit het meest afhankelijk zijn
van de Amazone als geheel. Dat is nieuw, die bijdrage. Nú ben ik bezig met het vuurecologisch
aspect. Ik wil een bijdrage leveren aan de kennis over de omstandigheden – dan
heb ik het over regenval, klimaat – waaronder er een death spiral kan ontstaan, waarbij een
bos brandt en daardoor weer de kans op brand vergroot, met een potentieel onherstelbaar
verlies aan bos en een instabiel ecosysteem als gevolg, zelfs als mensen daarbij niet
betrokken zijn.”
Je zegt: “Welke stukken bos het meest afhankelijk zijn.” De impact van verlies van
bos is dus niet overal hetzelfde?
“Hoe zuidelijker hoe groter het belang van het bos is voor ander bos. Omdat het daar droger
is en dat heeft effect op de stabiliteit; de bijdrage van bomen aan verdamping is tijdens het
droge seizoen groter.”
Maar de zogenaamde gordel van ontbossing in de Amazone speelt vooral in het
zuiden. Dat is een dubbele destructie...
“Klopt. Dat correleert met elkaar.”
“Er wordt al een tijd gevreesd dat er in de Amazone onherstelbare veranderingen plaats kunnen vinden
van een bos- naar een savanne-ecosysteem. Onze analyses laten zien dat het Amazonewoud met name het
zuidwestelijke deel van het stroomgebied, zulke kantelpunten afhoudt.” (Arie Staal)
Zijn er al delen van de Amazone dicht bij een kantelpunt?
“Ik denk het wel. Vooral doordat de droge delen met een neerslag tot 1500 millimeter per
66
jaar, waarbij er nog wel bos is, vatbaar zijn voor een permanente verandering, ingezet door
vuur, naar een niet-bossig, savanne-achtig ecosysteem. Maar dat is op lokale schaal.
Savannes kunnen bij hoge neerslag stabiel zijn door een terugkoppeling tussen de grassen en
het vuur, als er een droog seizoen is die het vuur toelaat. Dat laatste is wel een voorwaarde.
Veel bossen in de Amazone lijken daar aan te voldoen. Die kennen een droog seizoen waarin
er een lokale transitie plaatsvindt naar een savannesysteem.”
Zijn er ook al gebieden echt gekanteld?
“Ja. Een goed voorbeeld is te vinden in het onderzoek van mijn collega Bernardo Flores,
door hem beschreven in ‘Floodplains as an Achilles’ heel of Amazonian forest resilience’.
Dat gaat over overstromingsgebieden in de Amazone. Hij heeft geconstateerd dat twee keer
branden van het hetzelfde bos in de overstromingsgebieden leidt tot gebrek aan herstel. Bij
een keer lijkt het nog goed te gaan met de bossen in de Amazone, maar als er binnen een
aantal jaren twee keer een brand overheen gaat lijken ze daar niet op aangepast. In
tegenstelling tot de savannes, daar hebben de bomen zich wel aangepast aan vuur.”
Heeft dat met de bodem te maken?
“In dit geval zeker. Die overstromingsgebieden zijn zo gevoelig voor kanteling, omdat de
wortels van de bomen daar aan de oppervlakte zitten en gemakkelijk branden. Verder
spoelen de voedingsstoffen van de bomen weg als er brand is geweest.”
In hoeverre is bodemonderzoek onderdeel van jouw werk?
“We weten eigenlijk heel weinig van de bodem. Ook hier is er gebrek aan data.”
Wat is er de oorzaak van dat er nu pas wordt begonnen met gedegen
bodemonderzoek?
“Praktische zaken als bereikbaarheid. Er zijn gebieden op de wereld waar de bodem goed in
kaart is gebracht, omdat er dichtbij mensen wonen en werken. In de Amazone is dat niet
zo.”
In het systeem van de waterkringloop is de bodem toch belangrijk, zoniet
belangrijker?
“Dat is een van de blinde vlekken die er nog zijn, door gebrek aan onderzoek.
Bodemonderzoek is gewoon heel veel werk, praktisch. Je moet metingen doen, in de grond
boren en zo, op onbegaanbare plekken. Bodems kunnen we niet vanuit de ruimte meten,
veel andere dingen wel.”
Speelt de invloed van de mens in jouw onderzoek nog een rol?
“De menselijke factor is er altijd, maar speelt in mijn onderzoek geen grote rol. Mijn
onderzoek is meer relevant in de context van de veranderingen die mensen in het systeem
brengen dan dat ik specifiek kijk naar de invloed van mensen in het systeem.”
Onderzoekers van onder andere Naturalis in Leiden hebben in kaart gebracht in
67
hoeverre de menselijke invloed van vroeger nu nog te zien is in de
soortensamenstelling. Dat levert reacties op als: Ah, het is dus geen oerwoud maar
een botanische tuin.
“Het systeem wordt er alleen maar interessanter van, en mooier op een bepaalde manier.”
“Gedurende droge periodes blijven bomen toegang hebben tot het diepe grondwater, waardoor de
verdamping op gang gehouden wordt.” (Stefan Dekker, universitair hoofddocent aan de Universiteit
Utrecht en hoogleraar aan de Open Universiteit)
Een jaar later, het is mei 2018, ontmoet ik Arie Staal weer. Het mede door hem geschreven
artikel ‘Forest-rainfall cascades buffer against drougt across the Amazon’ bij Nature Climate
Change staat op het punt van publicatie. Eind vorig jaar was hij in het plaatsje Barcelos,
bekend om de handel in tropische aquariumvissen en gelegen aan de Negrorivier in
Amazonas. Hij was daar met Bernardo Flores van het eerder genoemde artikel ‘Floodplains
as an Achilles’ heel of Amazonian forest resilience’.
Arie: “Ik ben een week met hem meegelopen, bij zijn veldwerk. Zijn promotie-onderzoek
ging over de gevoeligheid van de overstromingsvlaktes van de Amazone, of in dit geval de
Rio Negro (Negrorivier – CCE) na verbranding. Hoe brandbaar zijn ze en hoe goed
herstellen ze na een brand? Hij heeft wat bomen geplant in verbrande overstromingsvlaktes,
op plekken die niet zijn verbrand, een keer zijn verbrand en twee keer, om te kijken hoe die
zich herstellen. En om beter te begrijpen waarom die verbrande bossen – dat was de
conclusie van zijn promotieonderzoek – als ze twee keer zijn verbrand, niet meer lijken te
herstellen. Dat was de vraag. Dit ging over het monitoren van een experiment om
vervolgvragen te beantwoorden. We hebben metingen gedaan op plekken die een keer waren
verbrand, zeven jaar geleden, en op plekken die twee keer waren verbrand, zeven jaar
geleden en veertien jaar geleden. En dat is een wereld van verschil, die twee plekken. Bij een
brand van zeven jaar geleden zie je veel open landschap, maar er is wel houtachtige
begroeiing die terugkeert. Het is ook duidelijk dat het een licht ontvlambaar ecosysteem is,
met veel grassen, droog, warm. Als het een tijdje met rust wordt gelaten, zou dat wel weer
kunnen herstellen naar bos. Op de plekken die twee keer zijn verbrand was er weinig
indicatie in die richting. Daar groeiden amper bomen terug, er waren kruiden en grassen.
Daarvan zou ik zeggen, puur visueel, dat daar een kantelpunt is geweest.”
De vraagstukken waarmee het Amazonegebied kampt, bestaan uit een complex
samenspel van factoren. De Britse schrijver George Monbiot schreef hierover al begin
jaren negentig in zijn boek ‘Amazone – De ondergang van het regenwoud’. Hij gaat
daarin onder andere de route na die het illegaal, in reservaten gekapt, tropisch
hardhout volgt, tot aan de detailhandel in Europa. Ook staat hij uitgebreid stil bij de
beplantingsmethoden waarmee de inheemse volken, en dan met name de Kayapó, het
woud naar hun hand zetten, en ontzenuwt daarmee tegelijkertijd het sprookje als zou
het regenwoud in Brazilië ongerepte natuur zijn. Samengevat: het Amazonewoud is
68
minder maagdelijk als vaak wordt beweerd en zelfs ooit in zijn totaliteit verbrand. En
toch is er regenwoud.
“Het is ook een kwestie van naar welke tijdschalen je kijkt. Het punt dat ik maak met ‘er is
een kantelpunt geweest’ wil zeggen dat onder de huidige omstandigheden, klimatologisch,
maar je kunt ook zeggen met de huidige mate van emissies, van brand, het systeem, die lage
bosbedekking, stabiel is.”
Is hoge bosbedekking vochtiger?
“Dat is een van de componenten. Het bladerdek houdt het microklimaat vochtig en die
grassen die in het open veld wel kunnen groeien maar niet onder het bladerdek, omdat er
veel schaduw is, zijn veel brandbaarder, drogen gemakkelijk uit, en mits er een relatief droog
seizoen is, kunnen die veel gemakkelijker ontvlammen.”
En bij gemakkelijker ontvlammen is de kans op herstel van de hoge bosbedekking
bijna nihil, omdat er waarschijnlijk vaker en gemakkelijker branden voorkomen?
“Dat nihil, daar moet ik voorzichtig mee zijn. In sommige gevallen gebeurt dat inderdaad
niet. In andere gevallen wel, maar dat hangt ook weer van de omstandigheden af. Hoe langer
het droge seizoen duurt, hoe gemakkelijker het gras ontvlamt en hoe moeilijker het bos
terugkomt.”
“Nieuw in dit onderzoek is dat we op een niet eerder vertoond detailniveau deze vochtstromen in de
atmosfeer boven de Amazone konden analyseren. Op deze manier konden wij precies in kaart brengen
waar en wanneer bossen in de Amazone regen genereren.” (Obbe Tuinenburg, universitair docent aan de
Universiteit Utrecht en expert in atmosferische vochttransporten)
“We hebben over de hele Amazone berekend hoeveel water de bosbedekking die er is
maandelijks uit de grond pompt, hoeveel water de bomen extra in de atmosfeer brengen ten
opzichte van de situatie als ze er niet waren geweest. Op basis van die patronen simuleerden
we waar die watermoleculen heen worden gebracht – de vliegende rivieren. Vervolgens
hebben we dat ook weer gerelateerd aan de mate van stabiliteit van het bos op de plek waar
die regen neervalt. We hebben een schatting van iedere 25 kilometer bij 25 kilometer in de
Amazone waar op maandelijkse basis is te zien hoeveel het bos daar aan de regen bijdraagt
en wat de rol van dat water is in de stabiliteit van dat bos ten opzichte van de stabiliteit van
savanne.”
Je bedoelt: de ontvangende bossen?
“Ja, de ontvangende bossen. En omdat wij dat op maandelijkse basis hebben gedaan,
gedurende een heel aantal jaren, hebben we ook gevonden dat als de maanden en de jaren
droger zijn, de relatieve bijdrage van het bos aan de regenval in de Amazone toeneemt.”
69
De ontvangende bossen zijn ook verdampende bossen?
“Dat klopt.”
Je zei eerder dat hoe zuidelijker van de evenaar hoe groter de problematiek is.
“Precies. Ons onderzoek laat zien hoe belangrijk de door het Amazonewoud gegenereerde
regenval is voor de ontvangende bossen daar. We zien dat de zuidwestelijke Amazone en het
noordelijke puntje van het Braziliaanse Amazonegebied daar het meest afhankelijk van zijn.
Zonder de regenval die zij ontvangen van de andere bossen, is de kans dat er savanne
ontstaat relatief groot. Daar is savanne stabieler dan bos. Het zuidwestelijke deel van de
Amazone is zonder de bijdrage van dat bos veel gevoeliger om in die
vuurbosbedekkingsspiraal terecht te komen, waardoor er een savanne-achtig systeem
ontstaat. Tegelijkertijd dragen, zo wijst ons onderzoek uit, de zuidelijke bossen het meest bij
aan het voorkomen van die spiraal.”
Maar staan die twee zaken niet haaks op elkaar?
“Niet haaks, maar het is interessant dat de patronen niet helemaal hetzelfde zijn,
gedeeltelijk ook weer wel. De ontvangende bossen in de zuidwestelijke Amazone zijn heel
gevoelig voor een afname in regenval. Bij onze resultaten heeft dat een groot effect. Waar
genereert het bos nou zoveel regenval? Dat is eigenlijk in die hele zuidelijke helft maar ook
in het noordoosten. Ik verklaar dat doordat die zuidelijke bossen een groot en langdurig
droog seizoen hebben en juist in dat droge seizoen komt er in die bossen relatief veel water
uit de grond.”
Ook de oostelijke staat Pará, met veel ontbossing, onderscheidt zich in dit opzicht van
bijvoorbeeld de westelijke staat Amazonas, waar nog veel bos is.
“Ik vermoed dat er met betrekking tot het bos in Amazonas sprake is van een
onderschatting van het model. Een droog seizoen is daar amper een droog seizoen – hoewel
dat verandert – en veel verdamping vindt er plaats vanaf het bladerdek zelf in plaats van dat
het water wordt opgepompt. Dat laatste komt vooral omdat het daar zo nat is.”
Waarom zou een boom daar nog water oppompen?
“Dat is wat het model wat we gebruiken ook zegt. Waarom dit patroon zo verschilt? In het
droge seizoen is het pompeffect hoog. In de zuidelijke Amazone gaat er in die maanden veel
wind naar de zuidwestelijke Amazone en dat is een belangrijke reden dat het patroon er zo
uitkomt. Een combinatie van de seizoensgebonden windpatronen van de regenval in de
bijdragende bossen en ook vooral de regenval in de ontvangende bossen.”
En wat kan deze balans verstoren?
“Klimaatverandering kan al de windpatronen of eigenlijk de vochtaanvoer beïnvloeden. We
zien nu al een aantal jaren een verminderde aanvoer van regenval vanuit de Atlantische
Oceaan. We zien dat in die jaren de bijdrage van het bos aan de regenval groter is. De
70
windpatronen kunnen ook beïnvloed worden door ontbossing en in welke mate dat kan
plaatsvinden begrijpen we nog niet goed genoeg. Dat is enorm complex, de atmosfeer is een
heel lastig systeem om te modelleren. Om iets echt goed te begrijpen, is het nodig om te
experimenteren. Dat zou in dit geval een ontbossing op grote schaal impliceren. Maar dat is
natuurlijk geen optie.”
Arie Staal. Zijn onderzoeksvelden voor de toekomst zijn vochtcirculatie en vuur. Hij
promoveerde in juni 2018 met de verdediging van zijn proefschrift ‘Resilience of tropical
forest and savanna: bridging theory and observation’.
*’Forest-rainfall cascades buffer against drought across the Amazon.’ Arie Staal, Obbe A. Tuinenburg,
Joyce H.C. Bosmans, Milena Holmgren, Egbert H. van Nes, Marten Scheffer, Delphine Clara Zemp &
Stefan C. Dekker. Nature Climate Change (28 mei 2018).
**Arie Staal refereert met zijn ‘This Is Spiral Death’ aan de legendarische mockumentary ‘This Is Spinal
Tap’ uit 1984, ‘The Funniest Rock Movie Ever Made’.
71
AMAZONE ONDER VUUR
Oever Negrorivier
“Het Amazoneregenwoud stabiliseert zichzelf, met name in droge periodes”, citeerde ik
eerder de schrijvers van ‘Forest-rainfall cascades buffer against drought across the Amazon’,
een publicatie in Nature Climate Change op basis van een studie van de Wageningen
Universiteit en de Universiteit Utrecht in samenwerking met de Universiteit van Göttingen
in Duitsland en de Open Universiteit.
Dat klinkt goed: het Amazoneregenwoud als zelfregulerende factor als het mis dreigt te
gaan. Maar het bos staat onder druk, van de houtindustrie, de landbouw en de gevolgen van
klimaatverandering. Indien het bos of belangrijke delen daarvan verdwijnen, is er geen
zelfregulering meer en kan het scenario er wel eens heel anders uit gaan zien.
72
Een voorbeeld: “Een groot deel van de Amazone krijgt in de komende eeuw te maken met
een dodelijke spiraal van ontbossing en droogte.” Zo stond te lezen in de studie ‘Selfamplified
Amazon forest loss due to vegetation-atmosphere feedbacks’ die in 2017 werd
gepubliceerd. Verwachte afnames van regenval zouden weliswaar niet meteen leiden tot een
volledige Amazone-terugval, maar grote delen van het uitgestrekte gebied zijn zeker in
gevaar, aldus een van de onderzoekers een jaar geleden in de Britse krant The Independent.
De Nederlandse wetenschapper Arie Staal was een van de medewerkers aan bovengenoemde
studie. In het interview dat ik met hem had noemt hij met name het zuidelijk deel van het
Braziliaanse Amazonegebied. “We vinden dat juist het gedeelte van de Amazone waar het
meest wordt ontbost – het zuidelijke gedeelte – essentieel is voor het in stand houden van
de regenval in de gevoeligste bossen in de regio.” Hetzelfde geldt, zo wijst onderzoek van
hem en zijn collega’s uit, voor de noordoostelijke Amazonestaat Pará. Laat dit nou net de
gebieden zijn waar de Braziliaanse overheid, daarbij gesteund door het Nederlandse
bedrijfsleven, een ‘soja transport corridor’ wil aanleggen. Deze Corredor Norte gaat (mocht
hij er komen) dwars door het Amazoneregenwoud, met naast asfaltwegen en gekanaliseerde
rivieren onder andere een spoorlijn, de Ferrogrão (Graanrail). Van de sojaplantages in Mid-
West Brazilië tot aan de haven van Miritituba aan de Tapajós rivier in Pará, een afstand van
1142 kilometer, zal deze laatste volgens de tekeningen inheemse gebieden en natuurparken
doorkruisen, en daar en elders de rechten van mens en natuur verkrachten en ontbossing
verder aanjagen.
Eind 2017 was Arie Staal in het plaatsje Barcelos aan de Negrorivier halverwege Manaus en
de garnizoensplaats São Gabriel da Cachoeira. Hij was daar met een collega-wetenschapper,
de Braziliaan Bernardo Flores. Die deed er onderzoek naar de gevoeligheid van de
overstromingsvlakten van de Amazone, in dit geval de Negrorivier, na verbranding. Hoe
brandbaar zijn die en hoe goed herstellen ze na een brand? Bernardo Flores onderzocht en
vond dat twee keer branden van hetzelfde bos in de overstromingsvlakten leidt tot gebrek
aan herstel. Bij één keer lijkt het nog goed te gaan met de bossen in de Amazone, maar als er
binnen een aantal jaren twee keer een brand overheen gaat, lijken ze daar niet op aangepast.
Dit in tegenstelling tot de savanne-achtige gebieden in de Amazone, daar hebben de bomen
zich wel aangepast aan vuur.
Ik ken de Negrorivier, heb hem helemaal tot aan de grens met Colombia bereisd. Het gebied
lijkt redelijk ongeschonden, zeker stroomopwaarts voorbij São Gabriel da Cachoeira waar de
woongebieden van de inheemse volken Tukano, Dessana en Makú of Hupdeh zijn. Dat deel,
van de Negrorivier tot aan de Tiquiérivier en de grensplaats Pari-Cachoeira, Alto Rio Negro
(Boven-Negrorivier) geheten, is door de lichtzure graad van het ‘zwarte’ rivierwater relatief
arm aan voedingstoffen; de vissen zijn er klein, de weidegronden schraal.
Heel anders is de situatie in Barcelos. Het grondgebied van Barcelos, voorheen Mariuá,
beslaat 122.476 vierkante kilometer, waardoor het de op een na grootste gemeente in
Brazilië is (achter Altamira, Pará), in oppervlakte vergelijkbaar met de staat New York in de
Verenigde Staten (bron wikipedia). In tegenstelling tot de Boven-Negrorivier is het zwart-
73
watergebied bij Barcelos met zijn uitgestrekte vloedbossen rijk aan vis. Barcelos is
internationaal bekend door de handel in tropische aquariumvissen, met als meest bekende
de Cardinal Tetra. In het gebied komen ook grotere vissoorten voor als de Tucaneré baars en
de meervalsoorten Pirarara, Pintado en de door zijn vraatzucht beruchte Paraiba. De laatste
is vooral ook door zijn grootte (tot 3,6 meter) geliefd bij de thrill-seekers onder de
sportvissers.
Zijn eerste studierichting was biologie. Toen Bernardo Flores na zijn bachelor voor zijn
master verder wilde met ecologie en daarvoor bij INPA aan de slag ging, ontdekte hij
hoezeer de overstromingsvlakten in het gebied door de de verandering van het klimaat
onder druk stonden.
Zo was er sprake van grote droogtes en extreme regenperiodes. Ook werd het soms niet
droog genoeg. De flood pulse, de jaarlijkse overstromingspuls die het ecosysteem in
evenwicht houdt, was verstoord. In een ecosysteem dat voor zijn eigenschappen afhankelijk
is van de overstromingspuls van de rivier heeft elke verandering invloed op de vegetatie. En
op de hele levenscyclus daar.
En toen ontdekte Bernardo Flores, in de documenten die hij bestudeerde, dat die plekken
ook branden, dat het bos in de overstromingsvlakten zeer ontvlambaar is en het vuur tot in
de verre omtrek lijkt te verspreiden. Toen Flores vervolgens onderzocht wat het bos op deze
specifieke plekken, de overstromingsvlakten, zo brandbaar maakte, vond hij een accumulatie
van organisch materiaal als gevolg van de overstromingen. Dat materiaal wordt opgeslagen
en vastgehouden in wortelmatten. En die kunnen, wanneer het droog is, zoals bijvoorbeeld
in de El Niño-jaren, heel erg branden. Satellietmetingen maar ook veldonderzoek wijzen uit
dat door deze branden grote aantallen bomen worden vernietigd.
De Ontmoeting van de Wateren (Portugees: Encontro das Águas) is de samenvloeiing tussen de donkere
(zwart water) Negrorivier (Rio Negro) en de bleke modderkleurige (wit water) Amazonerivier of Rio
Solimões. Gedurende 6 km lopen de wateren van de twee rivieren zij aan zij zonder te mengen. Dit
fenomeen is te wijten aan de verschillen in temperatuur, snelheid en waterdichtheid van de twee rivieren.
De Rio Negro stroomt bij bijna 2 km/h bij een temperatuur van 28 °C, terwijl de Rio Solimões tussen 4 en
6 km/h stroomt bij een temperatuur van 22 °C.
Voordat hij zijn aandacht op Barcelos richtte, deed Bernardo Flores onderzoek ten zuiden
van Manaus, in het stroomgebied van de Solimõesrivier, zoals het Braziliaanse deel van de
Amazonerivier daar wordt genoemd. Bernardo Flores legt uit: “Mijn onderzoek was in een
gebied gelegen tussen de Madeirarivier en de Solimõesrivier, twee erg grote, witte,
modderige rivieren. Veel mensen weten niet dat er naast die enorm grote rivieren die
modder van de Andes aanvoeren, slechts een paar honderd meter meer landinwaarts, zwartwater
meren en stromen zijn. Die worden gevoed door regenwater. En in de Amazone
produceren bodem en bos zwart water.”
Toen hij leerde dat er in Barcelos enorme overstromingsvlakten waren die in brand stonden,
74
besloot Bernardo Flores zijn masteronderzoek te verplaatsen. Bernardo: “De gebieden die
daar brandden waren zoveel groter dan in het gebied van de Rio Madeira. Er zijn daar
ontzettend veel branden. Het is ook een weerkerend onderwerp in de gesprekken met
bewoners. Voor hen die eropuit trekken als visser of verzamelaar maakt vuur deel uit van
hun leven. Het landschap is een mengeling van bos en savanne. Dat laatste wordt ‘campina’
genoemd. Deze campinas worden voor allerlei doeleinden gebruikt. Bijvoorbeeld om
schildpadeieren te vinden. Waterschildpadden zoeken open gebieden om hun eieren te
leggen. En dus worden er stukken bos platgebrand om schildpadden aan te trekken. Soms
zijn de branden ook gewoon het gevolg van een kampvuur. Mensen reizen, vangen vis,
bakken die en trekken weer verder zonder het kampvuur goed uit te maken. Dit gebeurt
alleen in extreem droge jaren, zoals met El Niño in 1997 en 1998. Gedurende zes maanden
waren er enorme branden. De rest van de tijd, in andere jaren, gebeurt er niets. Vervolgens
waren er vuren in 2004, in 2010 en in 2015, het ergste jaar. Ik registreerde rondom Barcelos
meer dan 70.000 hectare verbrand bos. Ik heb het hier over overstromingsgebied. Dan zijn
er de hooglanden. Daar zijn ook vuren, maar die zijn meestal gerelateerd aan akkerbouw.
Kleinschalige akkerbouw. Verder gebruiken mensen vuur voor landmanagement. Dat vuur
verspreidt zich en dringt door in het bos.”
Langs de evenaar in de oostelijke Grote Oceaan komt iedere drie tot zeven jaar een sterke opwarming voor
van normaal koel zeewater die van invloed is op het weer in grote delen van de wereld, waaronder soms
ook Europa. Eén van de eerste signalen van El Niño is dat de vis in de oceaangebieden rond de evenaar
sterft of zich verplaatst naar andere gebieden. Dit gebeurt rond de kerstperiode. Vandaar de naam El Niño
(de jongen), Spaans voor kerstkind. La Niña (het meisje) is fysisch gezien het tegengestelde effect. Dit
doet zich voor wanneer ongewoon koud zeewater bij de Evenaar is gemeten.
Bij ontbossing en grote branden in de Amazone denken de meeste mensen aan de
Braziliaanse deelstaten Pará en Mato Grosso. In die gebieden zouden ook de eerste
kantelpunten zijn gemeten. En dan is daar Bernardo Flores, een jonge wetenschapper wiens
onderzoek zich richt op overstromingsvlakten in de deelstaat Amazonas, waar, zo was tot
voor kort de heersende opvatting, het zo’n vaart nog niet loopt met ontbossing en dreigende
kantelpunten.
Bernardo: ‘We zijn pas een paar jaar geleden begonnen hierover te publiceren. Maar het is
voor veel mensen nog altijd nieuw. Het is ver van de ontbossingsboog. Normaliter is
ontbossing verbonden met vuur. De meeste druk op het gebied als gevolg van menselijke
activiteit is aan de randen in het zuiden. Maar dit hier, Barcelos, is echt in het centrum van
de Amazone. Dit onderzoek richt zich op vuur in de overstromingsvlakten, iets wat nog
niemand eerder heeft gedaan. Barcelos is zo interessant omdat daar zoveel van die gebieden
zijn. Het is de regio met de meest uitgebreide zwart-water overstromingen. En wij denken
dat de brandbaarheid van de overstromingsvlakten daar verband houdt met zwart water.
Gedurende mijn PhD hebben wij naar de hele Amazone gekeken en zagen een patroon.
Overal zijn er branden in overstromingsvlakten met zwart water. En de vuren in die
75
gebieden zijn erg verwoestend en het herstelproces gaat er heel langzaam.”
Waarom zwart water?
“Waarom die gebieden meer brandbaar zijn? Zwart water betekent dat het water arm is aan
voedingstoffen, een beetje zuur zelfs, min of meer 4 pH. Dat betekent dat dit water geen klei
achterlaat, sedimenten met voedingsstoffen. Het kan zelfs bijdragen aan het eroderen,
uitlogen van de bodem. Er is een studie uit 2013 van een student van Bruce W. Nelson bij
INPA, die zag dat organisch materiaal niet decomposteerde wanneer het zich onder zwart
water bevond. Er zijn veel hypothesen, niemand heeft het getest, maar er zijn hypothesen.
Een is dat er sprake is van anoxia, wat betekent dat er daar beneden niet veel zuurstof is. En
dat is nodig voor het decomposteren, het afbreken van het organische materiaal, en voor
bacterieel leven. Ook de organische materialen, bladeren die van de bomen vallen, zijn nog
altijd heel erg resistent voor decompositie, meer dan in een ander eco-systeem. Er werd
verondersteld dat bomen als reactie op de lage beschikbaarheid van voedingstoffen in deze
ecosystemen investeren in secundaire verbindingen tegen herbivorie (het eten van planten
of plantachtige organismen door herbivoren – CCE), waardoor hun afval ook meer resistent
is tegen ongewervelde dieren. Dat zijn een paar redenen waarom het organische materiaal
accumuleert, zich ophoopt. Er is er nog een. Die nog altijd beter moet worden getest. Maar
het lijkt erop dat in zwart-watersystemen de biota, de micro-organismen van de bodem, veel
schimmels bevatten die horen tot de ectomycorrhiza*. En die decomposteren veel langzamer
dan de vrij levende schimmels die in hoger gelegen bossen worden aangetroffen. Ook zij
dragen er aan bij dat het organische materiaal zich ophoopt in de vorm van humus,
vastgehouden door de wortelmat. Het is alsof het ecosysteem dat arm is de behoefte voelt
het organische materiaal op te slaan en te beschermen in de wortelmat. Bij brand is dat
echter een enorme fuel load, waardoor het vuur zich gemakkelijk verspreidt.”
Door klimaatverandering duren de droogtes in het Amazonegebied langer en zijn
intenser. Dat betekent dat er meer vuur zal zijn en dat de ontbossing in die gebieden
uit de hand kan lopen.
“Ik kom met mijn thesis ook tot die conclusie. Overstromingsgebieden beslaan 14 procent
van de oppervlakte van het Amazonegebied. Dat is éénzevende. Het is dus echt een heel
groot gebied. Daarvan is waarschijnlijk 40 procent zwart water. Misschien 50. Het precieze
getal is moeilijk te bepalen, er zijn gradaties. Maar hoe groter de invloed van zwart water,
des te brandbaarder. Wij willen nu testen of de bossen daar minder veerkrachtig zijn dan
hooglandbossen. Als bossen in overstromingsvlakten branden, is de kans groter dat er een
andere soort begroeiing komt. Kunnen deze bossen veranderen in savannes? Sneller dan in
de hooglanden? Een van de voorspellingen is dat met klimaatverandering, als het droger
wordt, savannes zich zullen uitbreiden. En dit zou dan gebeuren aan de randen, zo werd
altijd gedacht. Maar zoals eerder gezegd, kijken we hier naar het midden van de Amazone,
en wat wij ontdekten is dat de savannegebieden daar groter worden door toenemende
76
droogtes en vuren. Het systeem zal van binnenuit barsten.”
Herstel van het gebied is na een keer branden mogelijk, na twee keer niet meer.
“Zo is de situatie in de zwart-water gebieden. Dat hebben we gemeten. In de Midden-
Negrorivier, bij Barcelos, is er heel heel weinig invloed van wit water. Daar, in dat landschap,
vonden wij het bos erg kwetsbaar. Na één keer branden is langzaam herstel mogelijk, maar
als het weer verbrandt terwijl het zich herstelt, over een periode van dertig jaar, vervalt het
in een onomkeerbare open staat. Wij vonden ook dat na veertig jaar wat voorheen bos was,
veranderde in een savanne met de soorten van een savanne. De bodem degradeert, wordt
armer, zoals de bodem van savanne of campina. Er is een verschuiving in soorten en een
verschuiving in bodem.”
Kan dit leiden tot kantelpunten in zwart-water gebieden?
“Lokaal gezien, ja, in deze gebieden. Maar op een bredere schaal weten we het niet. Wij
weten nog altijd niet hoeveel Amazonebos er verloren moet gaan voordat er daadwerkelijk
een kantelpunt optreedt. Maar als je kijkt naar het landschap bij Barcelos, ja, we
constateerden dat sommige gebieden daar een kantelpunt zijn gepasseerd, omdat ze
veranderd zijn in een alternatieve staat, te weten savanne. Dit is misschien wel de eerste
studie over dit onderwerp in tropische gebieden. Een echte transitie van bos in savanne. Dat
is nooit eerder aangetoond.”
Destructie van buiten- en binnenuit.
“De Amazone is groot. Dus we weten nog niet wat er gaat gebeuren. We weten bijvoorbeeld
nog niet of deze uitbreiding van savanannegebied zich uitspreidt naar andere eco-systemen.
Het zou kunnen. De connectiviteit tussen de verschillende delen van heterogene systemen
begrijpen we nog altijd niet. Ik denk dat de volgende stap is leren helder te krijgen hoe
dingen met elkaar zijn verbonden.”
Terug naar Barcelos. Zijn er projecten die de mensen daar verbinden met wat hen
bedreigt?
“Er zijn twee projecten. ISA (Instituto Socioambiental** – CCE) heeft vanuit São Gabriel da
Cachoeira een project in de Negrorivier opgezet waar ik ook bij betrokken ben. Dat gaat over
klimaatverandering en richt zich op de ribeirinhos, de lokale rivierbewoners, en de inheemse
bevolking. In het project wordt klimaatverandering uitgelegd en welke uitwerking dit kan
hebben op hun leven. Mij is gevraagd of het onderwerp vuur daarbij kon worden betrokken.
Ik hoorde bij ISA wel dat het moeilijk gaat worden, dat het jaren kan duren om de bevolking
te overtuigen. Maar ik hoop dat we op zekere dag de mensen kunnen tonen dat voortgaan
met de dingen doen zoals zij dat gewend waren, een impact kan hebben die zij nog niet
eerder hebben meegemaakt. Het andere project is ook in Barcelos. Het is een studie in
samenwerkingen met Wageningen en INPA. Wij bestuderen de interactie tussen de vissen
en het bos. Verlies van bos betekent een volledige verandering van het ecosysteem waarin de
77
vissen leven - hun hele voedselketen hangt af van het bos. Dit tast niet alleen de veerkracht
van het bos aan, maar heeft ook gevolgen voor belangrijke middelen van bestaan voor de
lokale bevolking. En het gebied is al zo arm. Bij São Gabriel is het gebied erg arm. Barcelos
is anders, door de uitgestrektheid van de overstromingsvlakten. Daar bevindt zich een
indrukwekkende biomassa en diversiteit van vis. Maar dat kan door het vuur zomaar
veranderen.”
Je zegt: “Ik hoop dat we op zekere dag de mensen kunnen tonen dat voortgaan met de
dingen doen zoals zij dat gewend waren, een impact kan hebben die zij nog niet
eerder hebben meegemaakt.” Wat is hun alternatief?
Bernardo: “Wat ik bedoel is dat de lokale bewoners nu voorzichtiger moeten zijn. De
gevolgen van de branden waren in het verleden te hanteren, met sommige gebieden die
brandden en zich herstelden en andere niet. Maar dit had invloed op gebieden die relatief
klein waren vergeleken met de enorme overstromingsgebieden in de Midden-Negrorivier en
andere delen van de Amazone. Nu, als de manier waarop zij met vuur omgaan niet
verandert, en het maken van vuur echt gaan vermijden wanneer de omstandigheden te droog
zijn, zullen ze teveel bos verliezen; zoals in 2016, toen 70.000 hectare door brand werd
verwoest. Dergelijke gebeurtenissen met catastrofaal verlies van bos zullen waarschijnlijk
van invloed zijn op de beschikbaarheid van voor hen belangrijke hulpbronnen zoals vis en
niet-hout bosproducten. Ik zie geen ander alternatief dan heel voorzichtig met vuur om te
gaan. Het is echter niet eenvoudig om bepaalde praktijken te veranderen, en we hebben
inderdaad een langetermijnproject nodig om met hen samen te werken. Omdat zij het
probleem echter al duidelijk zien, denk ik dat het mogelijk is.”
*De draden van ectomycorrhiza-schimmels groeien in en om de worteltopjes van boomwortels. Zulke
worteltopjes heten ectomycorrhiza's of gemycorrhizeerde worteltopjes. Meer informatie over mycorrhiza,
de symbiose tussen boomwortels en schimmels, in het hoofdstuk ‘Going Underground tussen schimmels
en reuzenwormen’.
**Instituto Socioambiental (ISA) is een Braziliaanse ngo die in 1994 werd opgericht met als doel
oplossingen voor sociale en milieukwesties aan te dragen en te bevorderen, met aandacht voor de
bescherming van het milieu, cultureel erfgoed, mensenrechten, inheemse bevolking en andere
traditionele gemeenschappen in Brazilië.
78
DE SOJAROUTE
Volken Amazone
‘Hoe Europese bedrijven bijdragen aan het kappen van Amazonewoud voor sojaproductie.’
Een bericht met deze titel verscheen in oktober 2017 op de website van GroenLinks.
Schrijver was Europarlementariër Bas Eickhout. De openingszin luidde: “Europese bedrijven
en overheden (waaronder Nederland) maken met toestemming van Brazilië de ontbossing
van het regenwoud tot businessmodel.” In het bericht werd verwezen naar het mede door
Eickhout zelf in september 2017 gepubliceerde rapport ‘Trends and Risks of Deforestation
in the Brazilian Amazon’.
79
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het kabinet-Rutte II lanceerde in 2013 het
Convenant PIB Actieplan Multi- en Synchromodale Corridors in Brazilië. Het doel was om
de haalbaarheid van een snelle sojaroute vanuit de deelstaat Mato Grosso via de Amazone
naar de havens in het noorden van het land uit te werken. PIB staat voor Partners for
International Business.
De deelnemers aan het samenwerkingsverband waren Panteia, TNO, EICB, STC-Group en
Connekt. Vanuit de overheid betrokken partijen bij de uitvoering van het convenant waren
het Ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van PvdA minister
Ploumen, waaronder DG Buitenlandse Economische Betrekkingen en Agentschap NL.
Nederland betaalde het onderzoek waarin Nederlandse bedrijven inventariseerden of er
transportcorridors naar de noordkust van Brazilië konden komen. Dat onderzoek leidde tot
het begin van de Corredor Norte (Noord-Corridor) als ontwikkelingsproject.
Het waren ook Nederlandse bedrijven die in het eerder genoemde onderzoeksrapport
adviseerden om een nieuwe spoorlijn aan te leggen, Ferrogrão (Graanrail), 1142 kilometer
rails dwars door inheemse gebieden en natuurparken.
“Corredor Norte? Dàt verhaal is oud.” De Braziliaanse bos- en klimaatwetenschapper Niro
Higuchi zegt het lachend: “Er is geen geld. We hebben het hier onder andere over het
opnieuw aanleggen van een snelweg. Daar wordt al vijf jaar over gesproken en nog altijd is
er geen definitieve beslissing, gewoon omdat er geen geld voor is.”
Gevraagd of hij denkt dat de Corredor Norte er zal komen, antwoordt Niro Higuchi: “De
enige hoop dat de plannen in de ijskast blijven is dat Brazilië geen geld heeft om ze uit te
voeren. Tenminste voorlopig. De komende jaren, vijf, tien, zullen de investeringen van
Brazilië in de Amazone erg laag zijn. Je kunt het zien aan de conditie van de wegen in heel
Brazilië. Die is vreselijk. Alles is oud en vervallen. Brazilië heeft geen geld om nieuwe wegen
aan te leggen. Ze hebben niet eens geld om bestaande wegen te onderhouden. Deze regering
heeft het geld niet, en een volgende zal evenmin mogelijkheden hebben om te investeren.”
De Braziliaanse regering kondigde begin 2018 aan te stoppen met de bouw van grote
waterkrachtcentrales in het Amazonegebied. De regering beweerde dat de beslissing een
reactie was op het hevige verzet van milieuactivisten en inheemse groepen, maar hoewel dat
een deel van de reden kan zijn, zien experts ook andere oorzaken. De afname van de
politieke invloed van de grote bouwbedrijven in Brazilië veroorzaakt door het Lava Jato
(Wasstraat) corruptieonderzoek is waarschijnlijk een belangrijke oorzaak van de
beleidswijziging. Dat geldt ook voor de huidige, achterblijvende toestand van de Braziliaanse
economie, waardoor het onwaarschijnlijk is dat de grote ontwikkelingsbank van Brazilië
(BNDES) in dergelijke miljardenprojecten zal investeren. (bron: Mongabay)
Niro Higuchi: “Een en ander is vertraagd. Niet om visie, maar om geld. Je ziet het in de
Xingu rivier, bij de Belo Monte Dam, dat is nooit gestopt. Ze doen er een beetje langer over.
Maar gestopt is het nooit. Maar niet omdat men zich bewust werd van de risico’s, nee,
gewoon omdat de regering niet genoeg geld heeft. Je weet van al die schandalen waarbij
grote bedrijven zijn betrokken? De komende vijf jaar zijn er geen bedrijven die grote
80
constructiewerkzaamheden kunnen uitvoeren.”
Kortom: De slechte economische situatie van Brazilië brengt hoop voor de Amazone.
“En voor het klimaat.”
Er zou al sprake zijn van kantelpunten, juist ook in de gebieden waar de Corredor
Norte moet komen.
“In het zuiden van de Amazone, ja, in het noorden van Mato Grosso, het zuiden van Pará.
De situatie daar is niet goed.”
Geen mogelijkheden meer voor herstel?
“Moeilijk te zeggen. Het is moeilijk om over de horizon te kijken. Als we praten over
tweehonderd, driehonderd jaar, dan zou het kunnen.”
De wetenschapper van INPA is weinig positief over de toekomst van de Amazone.
Niro Higuchi: “Niet alleen over de Amazone, over alles. De consumptie neemt toe. De
wereldbevolking neemt toe. Iedere dag, elke minuut. Het is moeilijk om dan positief te
blijven over de toekomst. Niet mijn toekomst. Mijn toekomst is gegarandeerd. Misschien
tien jaar, twintig, maar mijn toekomst is oké. En zelfs voor mijn kinderen en kleinkinderen
zal de toekomst niet echt veel problemen brengen. Maar daarna, de toekomst van deze
planeet, daar ben ik niet positief over. Of optimistisch.”
De toekomst van de planeet of van de mensheid?
“Mensen. Vanuit een antropologisch gezichtspunt is het de mensheid die het bestaan van de
planeet zijn waarde geeft. Wanneer iedereen verdwenen is, dan is er geen planeet meer.”
Je zei eerder over het Akkoord van Parijs dat de Braziliaanse regering lucht verkoopt.
Herbebossing zou in de aantallen zoals toegezegd onmogelijk zijn. Toch beloofde de
regering onlangs de komende paar jaar een enorme hoeveelheid bomen te gaan
planten. Er zouden bij het planten zelfs drones worden ingezet.
“Twaalf miljoen hectare. Hoe ze dat gaan doen, weet ik niet. Er zijn nog twaalf jaar te gaan
om dat doel te bereiken. Twaalf jaar, maar er is nog niet één simpel zaadje om te beginnen
met het planten van deze twaalf miljoen hectare. Er is nog NIETS gedaan. Het zijn lege
beloften. Ik geef je een getal. Brazilië introduceerde in 1966 een enorm groot
herbebossingsprogramma. Sinds toen is er in beginsel eucalyptus en den geplant. In meer
dan vijftig jaar is er zeven miljoen hectare commercieel herbebost. Daar is de overgrote
meerderheid van het geld naar toe gegaan. En nu hebben we maar twaalf jaar. Deze belofte
geldt voor 2030. Dat gaat lastig worden en we zijn niet eens begonnen. Zelfs als we nu
beginnen, dan is het al niet meer haalbaar. We hebben niet de zaailingen om te planten.”
81
Jonge bomen hebben ook niet dezelfde capaciteit om CO2 te absorberen, is het niet?
“Nee. Op zekere dag zullen deze planten de capaciteit hebben om CO2 te absorberen. Maar
we moeten nu tot aan 2030 minimaal twaalf miljoen hectare planten zoals de regering heeft
beloofd. Als we nu beginnen, dan gaan we geen eucalyptus planten, geen dennenbomen. We
moeten een natuurlijke herbebossing planten. Maar om dat te doen, op zo’n grote schaal,
daar hebben we de kennis niet voor. We hebben de kennis voor greenhouse-experimenten van
duizend hectare. Het grootste project voor herbebossing in de Amazone is het Jari-project*.
Daar is men ooit begonnen met planten, maar het project is opgegeven en nu staat er 100
procent eucalyptus. Maar ook als je eucalyptus wilt planten, moet je op zijn minst zaden
hebben om zaailingen te kweken.”
Ook Philip Fearnside heeft, als ik hem weer spreek, geen goed woord over voor de
Nederlandse inbreng bij de ontwikkeling van een sojaroute dwars door inheemse gebieden
en natuurparken. “Het zijn niet alleen de Nederlanders. De Chinezen zijn ook
geïnteresseerd. Het probleem is dat de aanleg van de corridor, maar ook het vervangen van
weidegronden door sojaplantages – waarbij vaak wordt gezegd, ja, maar het is toch al
ontbost, dus wat maakt het uit – indirect een heel groot effect op de ontbossing in het
gebied heeft. Doordat de soja-industrie belangstelling heeft voor voormalige weidegronden
stijgen deze in waarde, waardoor de farmers deze gronden voor veel geld kunnen verkopen,
om daarmee elders in het gebied weer andere terreinen op te kopen en te ontbossen.
Indirect zorgt dit voor een verspreiding van de ontbossing, die verder gaat en verder en
verder.”
Zoals gezegd heeft de Braziliaanse regering begin dit jaar aangekondigd te stoppen met het
bouwen van mega-dammen in het Braziliaanse Amazonegebied. Evenals Higuchi heeft ook
Fearnside zijn twijfels over de beweegredenen. “Witte olifanten” noemt hij de dammen die
officieel van de lijst zijn verdwenen, maar die volgens hem ieder moment “weer kunnen
opduiken, gewoon omdat het niet anders kan.” Fearnside: “Wil je doorgaan met het
transport van soja over de rivieren, dan is er elektriciteit nodig en moeten er dammen
worden gebouwd. Er is water nodig om de turbines van de dammen te laten draaien. En de
turbines, die soms al zijn gekocht, zijn het duurste van de hele constructie.”
*Het Jari-project was een geesteskind van de Amerikaanse ondernemer en miljardair Daniel K. Ludwig. In
de jaren vijftig merkte deze dat de vraag naar papier toenam. Ludwig voorzag een toekomstige stijging
van de papierprijs als gevolg van de toename van massamedia. Omdat het grootste deel van het
natuurlijke boshout niet geschikt was voor de papierproductie, zocht Ludwig een locatie waar het
natuurlijke bos kon worden vervangen door een boomkwekerij. De Braziliaanse militaire regering
moedigde hem aan om zich te vestigen op de benedenloop van de Jaririvier (Rio Jari), een noordelijke
zijrivier van de Amazonerivier op de grens tussen de staten Pará en Amapá in het noordoosten van
Brazilië. (bron:wikipedia)
82
VERNIETIGING AMAZONE LEIDT TOT EXTREME
WEERBEELDEN
Overstroming Negrorivier (Foto: Raphael Alves)
In Manaus, metropool in het regenwoud en hoofdstad van de Braziliaanse deelstaat
Amazonas, werd begin 2017 de reizende fototentoonstelling ‘Amazônia | Os Extremos’ –
‘Amazônia | De Extremen’ geopend, een initiatief van het onafhankelijke, in Manaus
gevestigde persbureau Amazônia Real. ‘Amazônia | Os Extremos’ is “een waarschuwende
expositie met foto's en video's over de vernietiging van het Amazonewoud door ontbossing
en verbranding” (Amazônia Real). Een foto van de geblakerde stam van een verbrande
castanheira-do-Pará (paranotenboom) roept de oude, apocalyptische profetie van Bob Dylans
‘A Hard Rain’s A-Gonna Fall’ uit 1962 op: I saw a black branch with blood that kept drippin’. Uit
dezelfde song komt ook de regel: I’ve stepped in the middle of seven sad forests. Alsof de zanger
83
voorzag wat jaren later het lot zou worden van de regenwouden bij de waterkrachtdammen
die opeenvolgende Braziliaanse regeringen, gedreven door machtshonger en – zo is
inmiddels bekend – smeergeld, in de Amazone bouwden.
Oktober 1996 zag ik voor het eerst de ecologische verwoesting die de bouw van een
stuwdam in het Amazonegebied kan aanrichten. En de gevolgen ervan op het sociaalculturele
leven ter plaatse:
Ik ben met een busje vanuit Manaus op weg naar het noorden, naar de deelstaat Roraima. De weg naar
Boa Vista, hoofdstad van Roraima, doorsnijdt het reservaat van de Waimiri-Atroari en er zijn problemen
tussen de indianen en een in het gebied werkzame mijnmaatschappij. Een dag eerder zijn er nog auto’s met
stenen bekogeld. Links en rechts van de weg is water, levenloos. Boomstronken steken zwart verrot
omhoog, als staken die van binnenuit dwars door de aardkorst zijn geslagen. Het troosteloze landschap,
waarin zelfs geen vogel zich laat zien, dankt zijn doodsheid aan de Balbina Dam, op 146 kilometer van
Manaus gebouwd in de Uatamárivier.
Ten behoeve van de dam werd een stuwmeer gecreëerd dat een enorm groot gebied onder water heeft gezet.
Juist dat gebied was bedekt met regenwoud dat, in tegenstelling tot de lager gelegen vloedbossen, niet
geschikt was om onder water te staan. Door het rottingsproces kwamen er grote hoeveelheden methaan
vrij en trad er verzuring op. Het gevolg was een ecologische ramp waarvan met name de Waimiri-Atroari
het slachtoffer werden.
Meer dan twintig jaar na mijn eerste confrontatie met de Balbina Dam oogt het gebied nog
even desolaat, zo laat ‘Amazônia | Os Extremos’ zien: I’ve stepped in the middle of seven sad
forests.
Onder de exposanten die aan ‘Amazônia | Os Extremos’ meewerkten is de 34-jarige
fotograaf Raphael Alves, die in het verleden twee keer werd genomineerd voor de Joop Swart
Masterclass van World Press Photo en vele nationale en internationale prijzen won.
De mensen die hij tegenkomt en wat hij van hen kan leren is een terugkerend thema in het
werk van Raphael Alves. Zo ook in ‘Amazônia | Os Extremos’. De fotograaf koos niet voor
beelden van ontbossing en ellende, niet voor kleurrijke foto’s van traditionele inheemse
volken. De indringende, vaak korrelige, op zwart-wit film geschoten beelden zijn uit
‘Quando as águas’ – ‘When the waters’, een fotoverhaal dat Raphael Alves in 2013 maakte
over het dagelijkse leven van oevergemeenschappen in tijden van extreme droogte en
overstromingen.
Raphael Alves wil met zijn foto’s niet zozeer een boodschap uitdragen als wel vragen stellen
en toeschouwers uitdagen, zei hij tegen Amazônia Real naar aanleiding van zijn bijdragen
aan ‘Amazônia | Os Extremos’. Alves: “De relatie tussen mens, natuur en stedelijke ruimte
is in mijn werk altijd aanwezig. De beelden van droogte en overstromingen laten zien dat wij
alles wat we van ons werpen ook weer terugkrijgen. Zoals het afval dat in de rivier wordt
gedumpt bij hoge waterstanden weer in de straten en huizen van Manaus terugspoelt. Wat
84
wij de natuur aandoen krijgen we uiteindelijk allemaal weer terug. Maar niet uit wraak. Veel
mensen realiseren zich niet dat de stedelijke ruimte waarin zij leven en elk individu deel
uitmaken van de natuur. Ik zie die relatie als een dynamiek die twee richtingen uitgaat. Bij
de extremen zoals we die nu meemaken – de grote overstromingen en ernstige droogtes –
wijst de oorzakelijke factor altijd naar de mens. Maar zoals een voetafdruk in de bedding van
een rivier een stempel is die bij de volgende overstroming verdwijnt, zo kunnen wij
verdwijnen als wij doorgaan met ons op een roofzuchtige en niet-symbiotische wijze te
verhouden tot de natuur.”
In ‘Astounding Differences’ – ‘Verbijsterende Verschillen’, het essay dat Raphael Alves als
inleiding bij ‘When the waters’ schreef, lezen we dat het 56 jaar heeft geduurd voordat de
tot dan gemeten hoogste waterstand van de Negrorivier (Rio Negro), een zijrivier van de
Amazone, tijdens een overstromingsseizoen werd gebroken: 29,69 meter in 1953 en 29,71
meter in 2009. De hoge waterstand veroorzaakte in en rond Manaus veel problemen:
oeverbewoners hadden te kampen met overstromingen; het verkeer in de ondergelopen
straten moest worden aangepast; winkels stonden onder water; en ziekten verspreidden zich
doordat het rioleringssysteem in het centrum van de stad overstroomde.
Na de wateroverlast van 2009 dacht men dat het zeker wéér een halve eeuw zou duren
voordat het water van de rivier een dergelijke hoge stand zou bereiken. Het pakte anders uit.
In 2012 bereikte het water van de Rio Negro een hoogte van 29,97 meter.
Samen met collega Luiz Vasconcelos uit Manaus rij ik naar Manacapuru, om daar de wateroverlast te
fotograferen. Overstromingen zijn in dit deel van de wereld geen uitzondering. Ze komen ieder jaar weer
en dragen bij aan de grote biodiversiteit van het ecosysteem. Dit jaar staat het water net als in 2009
extreem hoog. Klimaatverandering? Het natuurverschijnsel La Niña? Wie zal het zeggen. Een combinatie
van beide lijkt het meest waarschijnlijk.
We rijden over de drieënhalve kilometer lange brug die sinds kort de beide oevers van de Rio Negro met
elkaar verbindt. Er was veel kritiek op de bouw, vanwege de torenhoge kosten en omdat de brug het
achterliggende natuurgebied openlegt, dat zo gemakkelijk toegankelijk wordt voor illegale houtkap en
andere criminele activiteiten. De drugssmokkel vaart er in ieder geval wel bij. Controle is er nauwelijks.
In Manacapuru staan veel straten blank. Een man klaagt over de muggen, de stank, de overheid die het
laat afweten. In het water voor de ingang van het gesloten gemeentekantoor spelen kinderen. Enkele dagen
later, op de dag dat ik vertrek, bereikt het water in de Rio Negro een historische hoogte en laat mijn
camera het in de stromende regen afweten. Uit de kraan komt echter geen druppel water.
Een jaar later, in 2013, bereikte de waterstand in de Rio Negro een hoogte van 29,33 meter.
Hoewel de records van 2012 en 2009 hiermee niet werden verbroken, is de overstroming
van 2013 de achtste meest hevige ooit geregistreerd, en laat daarmee een stijgende
frequentie in het aantal grote overstromingen zien.
Met de droge seizoenen is hetzelfde aan de hand. In het stroomgebied van de Rio Negro
85
werd de recorddroogte van 1964, toen het water tot 13,64 meter daalde, pas overtroffen in
2010, met 1 centimeter naar 13,63 meter. De droogte die de Amazone in 2010 trof beperkte
zich echter niet tot het gebied van de Rio Negro alleen. Het was de ergste droogte in
honderd jaar, volgens een studie in het tijdschrift Science, gepubliceerd door onderzoekers
van IPAM (instituut voor milieuonderzoek in het Amazonegebied) en de Universiteit van
Leeds, Groot-Brittannië. Eerder, in 2005 was de regio al getroffen door een grote droogte en
die werd tóén beschouwd als – op dat moment – de grootste in een eeuw tijd.
“Twee gebeurtenissen van deze omvang zo dicht na elkaar is zeer ongebruikelijk, maar
helaas in overeenstemming met klimaatmodellen die de toekomst voor de Amazone als
problematisch voorspellen”, citeert Raphael Alves in ‘Astounding Differences’ Simon Lewis,
onderzoeksleider en geograaf bij de Universiteit van Leeds. Lewis: “Als dit vaker gebeurt,
kan het Amazoneregenwoud op een punt belanden dat zijn waardevolle rol bij de opname
van koolstof en het tegengaan van klimaatverandering omkeert en het een belangrijke bron
wordt van de uitstoot van broeikasgassen, en zo bijdraagt aan het versnellen van de
wereldwijde opwarming.”
Hetzelfde zegt ook de eveneens door Alves aangehaalde Antônio Donato Nobre, een
wetenschapper die werkt voor INPE (Nationaal Instituut voor Ruimte Onderzoek) en die
enkele jaren terug wereldwijd media-aandacht kreeg voor zijn rapport over ‘Vliegende
rivieren’. Nobre woont en werkt in het Amazoneregenwoud en zei eerder in het Braziliaanse
tijdschrift Veja (2011): “Ik vertrouw op de mechanismen van zelfregulering van het bos,
maar ik ben het niet oneens met de onderzoekers over het belang van de ontdekking dat er
een verband is tussen stedelijke veranderingen en de waterkringloop. Net als het menselijk
lichaam hebben ook ecosystemen hun limieten - en die van het Amazoneregenwoud komen
steeds dichterbij.”
Kantelpunten dus; in de Amazone? Ik vraag het Antônio Nobre zelf. “Yep Cornell, dat klopt
en wordt ook bevestigd door wetenschappelijke observatie. Remote sensing en veldstudies
hebben aangetoond dat delen van de resterende bossen in het oosten van de Amazone
momenteel vaker branden dan ooit, een aanwijzing voor de perverse, zichzelf versterkende
cyclus van klimaat-aangedreven vernietiging.”
De uitspraak van Nobre is een soort knockout. Einde verhaal, zo lijkt het. Tot ik nog eens de
foto’s van Raphael Alves bij ‘Amazônia | Os Extremos’ bekijk. Naast de vijf uit ‘When the
waters’ is er ook een uit een nieuwere serie van de fotograaf opgenomen: ‘Riversick’. We
zien een jongen, tenminste zijn handen, die vanuit het water van de Rio Negro op een
verlaten veerboot klimt. De beelden uit ‘When the waters’ laten duidelijk de interactie
tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving zien. En wat er kan gebeuren als het evenwicht
wordt verstoord. Zoals nu in veel opzichten in het bos en in grote delen van Amazonia aan
de hand is. Maar ‘Riversick’… de titel refereert aan het Engelse homesick en spreekt van
heimwee, van verlangen naar hoe het was… of hoe het zou moeten zijn… dat er hoop is…
altijd. Is dat de reden voor deze foto op de tentoonstelling? Dat, naast de beelden van
vernietiging en ellende, hoe verschrikkelijk de werkelijkheid ook is, er altijd hoop blijft… en
86
dat die niet moet worden opgegeven? Ik vraag het Raphael. “Dat is hoe ik mij voel. Ik geloof
er nog steeds in dat Manaus, de Amazone uit het duister opstaat… ik denk dat iedereen hier
daar op een of andere manier in wil geloven.”
87
‘Amazone onder vuur’ is mogelijk gemaakt door de donateurs van de journalistieke
onderzoeksprojecten ‘Kantelende Amazone’ en ‘Amazone onder vuur’, aangevuld met een
bijdrage van het Matchingfonds van De Coöperatie, een initiatief voor freelance journalisten.
Tekst en foto’s: C. Cornell Evers, tenzij anders aangegeven.
Redactie: Nolet & Cornell
Vormgeving: C. Cornell Evers
Copyright © 2018 Green Ark Press & Productions, Amsterdam
Zie ook de begeleidende website van dit boek: www.banzeiro.greenarkpress.com
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of
enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
“Zoals een voetafdruk in de bedding van een rivier bij de volgende
overstroming verdwijnt, zo kunnen wij verdwijnen als wij doorgaan met
ons op een roofzuchtige wijze te verhouden tot de natuur” (Raphael Alves)
Green Ark Press & Productions