Flora van het Landgoed Hoevelaken (1973-2019)
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Floristische ontwikkeling van het Landgoed Hoevelaken (1973-2019)
(interim-rapport door Jan H.D. Wolf, 2019)
Inleiding
Klimaatsverandering, biodiversiteit en vermesting beheersen de politieke discussie in Nederland anno
2019, maar harde data over de veranderingen in de natuur over de afgelopen decennia zijn relatief
schaars. Dit voorlopige rapport geeft een beeld van de ontwikkeling van de flora van het landgoed
Hoevelaken sinds 1973. Doordat het beheer de afgelopen decennia weinig is veranderd, met mogelijke
uitzondering van de verlaging van de grondwaterstand, geeft de ontwikkeling van de vegetatie een
inkijkje hoe klimaatsverandering en vermesting de diversiteit en samenstelling van een lokale flora
hebben beïnvloed. De inventarisatie is nog niet afgerond, maar gezien de vaststelling op 31 januari 2019
door de gemeenteraad van Nijkerk van de ‘Ontwikkelingsvisie Ons Hoevelakense Bos & Omgeving’ is
besloten tot het uitbrengen van een tussentijdse rapportage.
Het Hoevelakense bos is een 76 ha groot landgoed, eigendom van Geldersch Landschap & Kasteelen. Het
heeft een langgerekte vorm als resultaat van de samenvoeging van enkele percelen in het
slagenlandschap dat was ontstaan na de ontginning van het veen langs de Hoevelakense beek. Centraal
door het landgoed loopt een 3 km lange en beeldbepalende beukenlaan vanaf het noorden aan de
Nijkerkerkerstraat naar Huize Hoevelaken. De beukenlaan doorsnijdt ter hoogte van de Veenwal een
dekzandrug en langs de beukenlaan vinden we bospercelen, hakhout, elzenbroekbossen, rabatten,
weilanden en akkers. De akkers op de zandige grond zijn duidelijk bol van vorm, een getuigenis van de
eeuwenlange bewerking. De weilanden zijn veelal drassig. De oorspronkelijke inrichting van het
landgoed stamt uit de 17e eeuw, maar het ontwerp rondom Huize Hoevelaken met bijbehorende
waterpartijen (in de volksmond “de grote en kleine vijver”) dateert van 1927 (ontwerp Pieter Wattez).
Huize Hoevelaken zelf dateert ook van 1927 (ontwerp Van Nieukerken).
Het Hoevelakense bos heeft een belangrijke rol gespeeld in mijn leven. Als kind bouwde ik er hutten,
croste er met de fiets, ging er vissen en speelde er Indiaantje met de kinderen van de familie Van Aalst
en Troost die in het bos woonden. In die tijd, we hebben het over het begin van de jaren 60 van de
vorige eeuw, werd zo mijn belangstelling voor de natuur gewekt en kwam ik tot de conclusie dat ik later
bioloog wilde worden.
In dit licht bezien is het logisch dat ik het als tweedejaars student biologie aan de Rijksuniversiteit
Utrecht op me nam om, samen met een vriend en medestudent uit Amersfoort, de flora van het
Hoevelakense bos in kaart te brengen. We schrijven 1973 en in dat jaar trokken we er in de weekenden
op uit om een lijst aan te leggen van de plantjes in het landgoed. Deze lijst is een jaar later, in 1974,
gepubliceerd in Te Velde, het tijdschrift van de Veldbiologische Werkgroep Gelderse Vallei en Eemland
(Van de Hoef & Wolf, 1974).
Na een werkzaam leven als bioloog in de Tropen ben ik in 2019 als vanzelfsprekend teruggekeerd naar
het bos waar het allemaal begon. Tot mijn vreugde zag ik dat het bos door het Geldersch Landschap
prima onderhouden was: structureel waren de bospercelen, het hakhout en de rabatten vrijwel
onveranderd. Maar hoe zat het met de plantjes?
1
In overleg met de Stichting Vrienden van het Hoevelakense Bos is besloten om de inventarisatie van
1973 na 46 jaar nog eens over te doen. Soms alleen, maar meestal samen Theo Post, Vriend van het
Hoevelakense Bos, heb ik in 2019 het bos regelmatig doorkruist. Hierna volgt een eerste verslag van onze
bevindingen.
Inventarisatie
Vanaf het vroege voorjaar 2019 tot aan het late najaar is het landgoed Hoevelaken ongeveer
tweewekelijks bezocht. Nieuwe waarnemingen van soorten zijn genoteerd en zo nodig zijn delen van
plantjes meegenomen voor determinatie thuis. De huidige rapportage is voorlopig: nog niet alle delen
van het landgoed zijn bezocht. Dit geldt met name voor het gebied rondom Huize Hoevelaken, wat nu
niet meer publiekelijk toegankelijk is, en de recent aangelegde natte weilanden ten oosten van het
opstaande bos.
Een inventarisatie van de plantensoorten in een gebied lijkt redelijk recht-toe-recht-aan, maar toch rees
de vraag of tuinplanten, exoten of nieuw ingezaaide soorten (wildbloemmengsel) meegenomen moesten
worden in de inventarisatie? In het landgoed Hoevelaken zijn van vanouds her planten van buiten
aangeplant. Het is een landgoed, geen natuurlijk bos, en stinzenplanten, zoals verwilderde
voorjaarsbloeiers, vormen ook nu nog een kenmerkend botanische element. Daarom is ervoor gekozen
om meestal planten ‘van buiten’ mee te nemen in de inventarisatie, ook al is niet altijd duidelijk of ze
levensvatbaar zijn.
Biodiversiteit
De voorlopige soortenlijst voor 2019 (bijlage 1) omvat 197 soorten, 14 meer dan gerapporteerd in 1974
(182 soorten). De diversiteit aan planten lijkt dus in de tijd toegenomen. Bij de vergelijking van deze twee
floristische inventarisaties, zelfs al zijn ze in hetzelfde gebied en door dezelfde onderzoeker uitgevoerd,
is echter wel enige voorzichtigheid geboden. Het aantal gevonden soorten is afhankelijk van het aantal,
de verdeling over de seizoenen, en de grondigheid van de bezoeken aan het landgoed. Het is maar de
vraag of in 1974 twee tweedejaars studenten biologie dezelfde aandacht, ecologische- en botanische
kennis, en tijd hebben ingebracht als het team in 2019. Bovendien lijkt het er op dat bij de inventarisatie
van 1974 minder aandacht is geschonken aan verwilderde planten en exoten. Hoe anders te verklaren
dat soorten zoals de douglasspar (Pseudotsuga menziesii), de fijnspar (Picea abies) en de lariks (Larix
decidua) niet in de lijst van 1974 zijn opgenomen (i.t.t. de relatief zeldzame taxus (Taxus baccata)?
Uiteindelijk lijkt het verstandig om meer waarde te hechten aan de waarneming van een bepaalde soort
dan aan het ontbreken ervan. Desalniettemin lijkt de voorzichtige conclusie gerechtvaardigd dat de
biodiversiteit niet, of niet aantoonbaar, afgenomen is over de afgelopen 46 jaar.
Flora
Aspectbepalende bomen in het bos zijn de beuk en de zomereik. Sommige exemplaren zijn van een grote
omvang. Daarnaast zijn er bosfragmenten waarin fijnsparren, douglassparren, lariksen of essen
domineren. In het hakhout vinden we veel eiken, elzen en wilgen en op de drogere rabatten op de
2
pleistocene zandrug zijn berken algemeen. In de struiklaag vinden we vooral hazelaars, meidoorn,
lijsterbes en vogelkers. De ondergroei wordt op de lichtere plekken gedomineerd door bramen, maar
varens (brede stekelvaren), zegges (veel Carex remota) en grassen (pijpenstrooitje) zijn ook door het
gehele landgoed te vinden. Al met al is de vegetatie overeenkomstig wat we op een oud landgoed op
voedselrijke bodem kunnen verwachten (Tabel 1). Het grote aantal aan habitattypen resulteert erin dat
planten van vele oecologische groepen, zoals planten van akkers, oevers, bemeste graslanden, struwelen
en echte bosplanten, zich thuis voelen op het landgoed. Het grote aantal habitattypen op het landgoed is
voor een belangrijk deel debet aan de grote floristische rijkdom.
Vegetatiekundig behoort het bos tot de klasse van de eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond
(Querco-Fagetea). Dit bostype kenmerkt zich door een soortenrijke voorjaarsflora en veel
voorjaarsbloeiers zijn in het bos te vinden, zoals lelietjes-van-dalen (Convallaria majalis), dalkruid
(Maianthenum bifolium) en salomonszegel (Polygonatum multiflorum). Van de enkele planten daslook
(Allium ursinum) en lieve-vrouwe-bedstro (Galium odoratum) langs de Veenwal bestaat het vermoeden
dat ze recent opnieuw in het bos zijn aangeplant
Opvallend is het grote aantal ‘buitenbeentjes’ op het landgoed, waarmee plantensoorten, veelal met
kleurige bloemen of bessen, bedoeld worden die duidelijk van ‘van buiten’ zijn gekomen. Dit kunnen
bewust aangeplante soorten zijn, ontsnapte exemplaren uit aanliggende tuinen of ingezaaide soorten uit
een wildbloeimengsel. Voorbeelden zijn muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis), gevlekt longkruid
(Pulmonaria officinalis), oosterse karmonzijnbes (Phytolacca esculenta), reuzenbalsamien (Impatiens
glandulifera), gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon), prachtframboos (Rubus spectabilis), roze
winterpostelein (Claytonia sibirica), grasklokje (Campanula rotundifolia) en sofiekruid (Descurainia
sophia). De stinsenplanten boshyacint (Hyacinthoides non-scripta) en lelietjes-van-dalen (Convallaria
majalis) behoorden oorspronkelijk ook tot deze ‘buitenbeentjes’, maar zijn nu ingeburgerde graag
geziene gasten op het landgoed. De bosanemoon (Anemone nemorosa), een andere stinsenplant, is in
2019 niet meer gezien.
Andere bijzondere planten die verdwenen zijn het Maarts viooltje (Viola odorata), het groot heksenkruid
(Circaea lutetiana) en de grote keverorchis (Neottia ovata). De populatie viooltjes heeft haar laatste viool
gespeeld na een verbreding van het pad bij de kleine vijver. De locaties van de dotterbloem (Caltha
palustris), het heksenkruid en de keverorchis zijn overwoekerd door bramen.
Maar er zijn ook positieve ontwikkelingen. De gewone salomonszegel (Polygonatum multiflorum) heeft
zich enorm uitgebreid en is nu een algemene soort op het landgoed. En ook het aantal koningsvarens
(Osmunda regalis) in de oude rabatten van de tuin ‘Op de Haar’ heeft zich uitgebreid. Een andere
opmerkelijke varen, dubbelloof (Blechnum spicant), is hier ook nog steeds te vinden. De breedbladige
wespenorchis (Epipactus helleborine) staat evenals voorheen langs de beukenlaan, zij het met minder
dan 10 exemplaren. En voor het eerst is de Echte guldenroede (Solidago virgaurea), een Rode Lijst-soort,
aangetroffen.
Terwijl de biodiversiteit de afgelopen decennia niet wezenlijk veranderd lijkt geldt dit dus niet voor de
floristische samenstelling van de vegetatie. We hebben al gezien dat een aantal zeldzame soorten
verdwenen zijn, maar is in het licht van de landelijk toegenomen vermesting (stikstof depositie) en
verdroging van het landschap een algehele verschuiving van de flora op het landgoed te zien in deze
richting?
3
Oecologische groep van Arnolds & Van der Maarel in 1973 in 2019
1 Planten van akkers en droge ruigten 24 31
1a akkers op voedselrijke, niet kalkrijke grond 7 11
1c akkers op matig voedselarme, kalkarme grond 3 1
1d regelmatig betreden plaatsen op droge, voedselrijke grond 7 8
1e ruigten op weinig betreden, voedselrijke, niet humeuze of kalkrijke, droge grond 5 7
1f ruigten op weinig betreden, kalkrijke, niet humeuze, droge grond 0 1
1g ruigten op weinig betreden, voedselrijke, humeuze, matig droge grond 2 3
2 Planten van gestoorde plaatsen of open, vochtige tot natte, humusarme grond 12 9
2a voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand of anderszins sterk fluctuerende milieuomstandigheden 11 6
2b open, voedsel-(speciaal stikstof-)rijke, natte grond 1 3
4 Planten van zoete wateren en oevers 28 28
4a zoete tot matig brakke, voedselrijke wateren 3 4
4c voedselrijke waterkanten en moerassen 18 15
4d aanspoelselgordels, natte ruigten en rivierbegeleidende wilgestruwelen 7 9
5 Planten van bemeste graslanden op matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige tot natte grond 28 22
5a bemeste graslanden op matig vochtige grond 18 17
5b matig bemeste graslanden op natte grond 10 5
6 Planten van droge graslanden en muren 6 10
6a muren 0 1
6b graslanden op droge, matig voedselrijke tot voedselrijke, niet tot matig kalkhoudende, zwak zure tot zwak basische grond 4 5
6d graslanden op droge, tamelijk voedselarme, kalkarme, zure grond 2 4
7 Planten van heiden, venen, schraallanden en kalkmoerassen 8 6
7a matig voedselarme, kalkarme, zure laagveenmoerassenen natte, humeuze duinvalleien 3 4
7c onbemeste graslanden op vochtige tot natte, matig voedselarme, zwak zure, venige grond 1 0
7d hoogvenen, natte heiden en onbemeste graslanden op natte, zeer voedselarme, zure humeuze grond 1 1
7e droge heiden en onbemeste graslanden op matig vochtige tot droge, voedselarme, zure, humeuze grond 3 1
8 Planten van kaalslagen, zomen en struwelen 23 27
8a kaalslagen op matig vochtige tot droge, matig voedselrijke tot voedselrijke grond 4 5
8b zomen op voedsel-(vooral stikstof-)rijke, niet kalkrijke, humeuze, matig vochtige grond 14 16
8d struwelen op matig vochtige tot droge, voedselrijke grond 5 6
9 Planten van bossen 55 58
9a bossen op voedselrijke, vochtige tot natte grond en van brongebieden 11 9
9b bossen op gerijpte, matig voedselrijke tot voedselrijke, matig vochtige tot droge grond 17 16
9c bossen op jonge, voedselrijke, matig vochtige grond 2 4
9d bossen op gerijpte, kalkrijke, droge grond 4 5
9e bossen en bosranden op tamelijk tot zeer voedselarme, kalkarme, droge grond 21 24
Tabel 1. Aantal gevonden soorten vaatplanten per oecologische groep (Arnolds & E. Van der Maarel,
1979) in 1973 en 2019.
4
Vermesting en verdroging
Van de Hoef & Wolf (1974) gaven in 1974 al aan dat eutrofiëring (vermesting) een bedreiging voor de
flora op het landgoed vormt. Om deze bedreiging naar waarde in te kunnen schatten stellen zij voor het
aantal soorten per oecologische groep te volgen in de tijd (Tabel 1). Inderdaad is het aantal soorten van
groepen op voedselrijke gronden van 1973 tot 2019 licht toegenomen (met zeven soorten). Daarentegen
is het aantal soorten op arme gronden afgenomen (met vier soorten).
Vervolgens is de vermesting verder geëvalueerd door de gemiddelde Ellenbergwaarden van de flora in
1973 te vergelijken met die van 2019. De Ellenbergwaarde van een soort geeft de optimale standplaats
van deze soort aan, gebaseerd op duizenden waarnemingen in verschillende vegetatietypes. Andersom
is de gemiddelde waarde van alle soorten in een gebied een indicatie van de lokale omstandigheden.
Ellenbergwaarden zijn vergeleken voor vermesting en voor vochtgehalte. In deze analyse worden alleen
kruiden betrokken (met uitzondering van grasachtige planten en varens), omdat kruiden een kortere
levenscyclus hebben dan houtige planten en daarom sneller op veranderende milieuomstandigheden
kunnen reageren.
Aangaande vermesting was in 1974 de gemiddelde Ellenbergwaarde van de kruiden 6.0. Dit komt
overeen met een flora van “matig voedsel rijke tot voedselrijke bodem”. In 1974 merken Van de Hoef en
Wolf (1974) op dat de groep van planten van voedselrijke bodem relatief groot is ‘misschien omdat er
vanuit het omliggende cultuurlandschap eutrofiëring optreedt’. In 2019 is de Ellenbergwaarde van de
kruiden toegenomen tot 6.5 (zie figuur 1). Oftewel, van 1973 tot 2019 is de flora opgeschoven naar die
van een “voedselrijke bodem”. Er heeft dus een duidelijke verdere vermesting van de vegetatie
plaatsgevonden. Dit zien we ook als we naar de abundantie van nitrofiele planten kijken. Hoewel hier
geen harde data voor beschikbaar zijn, zijn vanuit mijn herinnering stikstofplanten zoals grote klit
(Arctium lappa), stinkende gauwe (Chelidonium majus), grote brandnetel (Urtica dioica ), vlier (Sambucus
nigra) en braam (Rubus sp.) sterk in aantal toegenomen. Met name de verbraming van het bos is
opvallend; langs de zwaar bemeste weilanden en akkers vormen de bramen nu een bijna
ondoordringbaar struweel.
Daarentegen zijn soorten van voedselarme bodems zoals hengel (Melampyrum pratense), rode bosbes
(Vaccinium vitis-idaea), echte koekoeksbloem (Silene flos-cuculi) verdwenen sinds 1973. De bosbes
(Vaccinium myrthillus) is nog maar op één plek gezien en lijkt eveneens gedoemd te verdwijnen.
Aangaande verdroging laat de flora geen verschuivingen zien over de afgelopen 46 jaar
(Ellenbergwaarde vocht blijft 5.5). Desalniettemin bestaat de indruk dat het landgoed sterk is verdroogd.
De sloten in de elzenbroekbosjes en de rabatten stonden in 2019 allemaal droog en ook de waterstand in
de vijvers was erg laag. Is de dotterbloem daarom verdwenen? Opvallend is de slechte conditie van de
zomereiken (Quercus robur) in het landgoed. Vooral nabij de dekzandrug zijn er vele dode exemplaren te
zien. Blijkbaar in een poging om de eiken te redden zijn recent de klimmende stammen van de voor de
insecten waardevolle grote klimopplanten (Hedera helix) doorgezaagd. Het beoogde gunstige effect voor
de waardboom is nog maar te bezien.
Het is niet duidelijk of de droogte in 2019 een nasleep was van de extreem droge zomer in 2018, maar
het lijkt er meer op dat de grondwaterstand structureel verlaagd is door het Waterschap. De inrichting
van het landgoed met haar vele slootjes en rabatten laat zien dat er vroeger overvloedig water aanwezig
was.
5
1973
2019
Figuur 1.
Voedselrijkdom Ellenbergwaarden van de kruiden (met uitzondering van grasachtigen en varens) op
landgoed Hoevelaken in 1973 en in 2019, afnemend gesorteerd (analyse SynBioSys Nederland 3.3.2,
Hennekens et al. 2010). De gemiddelde Ellenbergwaarde van de soorten is van 1973 tot 2019
toegenomen van 6.0 naar 6.5. Met andere woorden, de flora is verschoven van een flora op “matig
voedsel rijke tot voedselrijke bodem” richting een flora van een “voedselrijke bodem”.
6
Conclusie
Het landgoed Hoevelaken is met haar ca. 200 soorten op nog geen vierkante kilometer (76 ha) een
floristische pareltje in de Gelderse Vallei. Deze voorlopige rapportage laat zien dat het aantal
plantensoorten op het landgoed Hoevelaken van 1973-2019 niet aantoonbaar achteruit gegaan is.
Tegelijkertijd is er wel een verschuiving in de vegetatie geweest. Verschillende zeldzame soorten zijn in
2019 niet meer teruggevonden, maar daarentegen is de echte guldenroede (Solidago virgaurea), een
rode lijst soort, voor het eerst aangetroffen.
Verontrustend, vanuit historisch en botanisch oogpunt, is het dat het gebied lijkt te verdrogen. Terwijl de
elzenbroekbosjes en rabatten in 1974 moeilijk toegankelijk waren vanwege een overvloed aan water
stonden de tientallen slootjes in 2019 droog. Daarmee dreigt het landgoed vochtminnende soorten en
de karakteristieke aanblik van een rabatten-hakhout-elzenbroekbos te verliezen. Overleg met het
Waterschap over een verhoging van de grondwaterstand kan mogelijk een oplossing bieden.
Bovendien zijn er sterke aanwijzingen dat het landgoed aan het vermesten is. Een vergelijking van de
flora in 1973 met die van 2019 laat zien dat de flora verschuift van één op “matig voedsel rijke tot
voedselrijke bodem” naar die van een “voedselrijke bodem”. De verbraming van het bos langs de akkers
en weilanden op het landgoed getuigt eveneens van vermesting. Om verdere vermesting van het bos
tegen te gaan lijkt het een logische stap om de bemesting van de door het Gelders Landschap en
Kasteelen (GL&K ) verpachte landbouwgronden en weilanden op het landgoed sterk in te perken. Gezien
de maatschappelijke discussie over de stikstofdepositie is het niet meer van deze tijd dat het GL&K
landbouwgronden in haar natuurgebieden verpacht aan lokale boeren die daar grote hoeveelheden
mest op uitrijden. Dit leidt natuurlijk tot verminderde inkomsten voor het GL&K, maar mogelijk kunnen
deze door Rijkswaterstaat gecompenseerd worden als onderdeel van de uitbreiding van Knooppunt
Hoevelaken en de verbreding van de A28? De uitbreiding van de snelwegen leidt tenslotte tot een
verhoogde stikstofdepositie in het regionale waardevolle natuurgebied Landgoed Hoevelaken.
Literatuur
E.J.M. Arnolds & E. van der Maarel, 1979. De oecologische groepen in de Standaardlijstvan de
Nederlandse flora 1975. Gorteria 9: 303-312.
Hennekens, S.M., N.A.C. Smits & J.H.J. Schaminée (2010). SynBioSys Nederland versie 2. Alterra,
Wageningen UR,
Van de Hoef, Bert & Jan Wolf (1974). Floristische evaluatie van het Landgoed Hoevelaken. Te Velde 3: 29-
35.
7
Bijlage 1. Plantensoorten van landgoed Hoevelaken in 1973 (van de Hoef & Wolf, 1974) en in 2019.
Oecologische groepen naar Arnolds & van der Maarel (1979).
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam in 1973 in 2019 Oecologische groep
Acer pseudoplatanus Gewone esdoorn X X 9c
Achillea millefolium Duizendblad X X 5a
Aegopodium podagraria Zevenblad X X 8b
Aesculus hippocastaneum Paardenkastanje X -
Agrostis capillaris Gewoon struisgras X 6d
Ajuga reptans Kruipend zenegroen X 5b
Alisma plantago-aquatica Waterweegbree X 4c
Alliaria petiolata Look zonder look X 8b
Allium ursinum Daslook X X 9d
Alnus glutinosa Zwarte els X X 9a
Alopecurus geniculatus Geknikte vossenstaart X 2a
Alopecurus pratensis Grote vossenstaart X X 5a
Amelanchier lamarckii Krenteboompje X 9e
Anemone nemorosa Bosanemoon X 9b
Angelica sylvestris Gewone engelwortel X X 4d
Anthoxanthum odoratum Reukgras X X 5a
Arabidopsis thaliana Zandraket X 6b
Arctium lappa Klit, grote X 1g
Arenaria serpyllifolia Zandmuur X 6b
Aronia x pruinosa Appelbes X 7a
Aster lanceolatus Smalle aster X 4d
Athyrium filix-femina Wijfjesvaren X X 9b
Bellis perennis Madeliefje X X 5a
Betula pendula Ruwe berk X X 9e
Betula pubescens Zachte berk X X 9e
Bidens tripartita Veerdelig tandzaad X 2b
Blechnum spicant Dubbelloof X X 9e
Brassica napus Koolzaad X -
Bromopsis ramosa Ruwe dravik X 5b
Calamagrostis canascens Hennegras X X 7a
Callitriche spec. Sterrenkroos X X -
Caltha palustris Dotterbloem X 5b
Campanula rotundifolia Grasklokje X 6d
Capsella bursa-pastoris Herderstasje X X 1d
Cardamine flexuosa Bosveldkers X X 9a
Cardamine hirsuta Kleine veldkers X X 6b
Cardamine pratensis Pinksterbloem X X 5a
Carduus crispus Kruldistel X 1g
Carex hirta Ruige zegge X X 2a
Carex nigra Zwarte zegge X X 7a
Carex paniculata Pluimzegge X X 4c
Carex pilulifera Pilzegge X X 7e
Carex pseudocyperus Hoge cyperzegge X X 4c
Carex remota IJle Zegge X X 9a
8
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam in 1973 in 2019 Oecologische groep
Carex riparia Oeverzegge X X 4c
Castanea sativa Tamme kastanje X X 9e
Ceratocapnos claviculata Rankende helmbloem X X 9e
Certastium fontanum Gewone hoornbloem X 5a
Chamerion angustifolium Wilgenroosje X X 8a
Chelidonium majus Stinkende gouwe X X 8b
Chenopodium album Melganzevoet X 1e
Cicuta virosa Waterscheerling X 4c
Circaea lutetiana Groot heksenkruid X 9a
Cirsium palustre Kale jonker X 5b
Cirsium vulgare Speerdistel X X 1e
Claytonia sibirica Roze winterpostelein X 9e
Clethra alnifolia Schijn-els X -
Convallaria majalis Lelietje-van-dalen X X 9e
Convolvulus sepium Haagwinde X X 4d
Conyza canadensis Canadese fijnstraal X 1d
Cornus sanguinea Rode kornoelje X X 8d
Corylus avellana Hazelaar X X 9b
Crataegus monogyna Eenstijlige meidoorn, X X 8d
Cymbalaria muralis Muurleeuwenbek X 6a
Dactylis glomerata Kropaar X X 5a
Deschampsia flexuosa Bochtige smele X X 9e
Descurainia sophia Sofiekruid X 1f
Digitalis purpurea Vingerhoedskruid X X 8a
Dryopteris carthusiana Smalle stekelvaren X X 9e
Dryopteris dilatata Brede stekelvaren X X 9e
Elytrigia repens Kweekgras X 1e
Epilobium montanum Bergbasterdwederik X X 8b
Epipactus helleborine Brede wespenorchis X X 9b
Equisetum arvense Heermoes X X 1e
Equisetum fluviatile Holpijp X 4c
Equisetum palustre Lidrus X 2a
Euonymus europaeus Kardinaalsmuts X 8d
Eupatorium cannabinum Koninginnekruid X X 4d
Fagus sylvatica Beuk X X 9b
Fallopia convolvulus Zwaluwtong X X 1a
Festuca ovina/lemanni/filiformis Schapengras X 6d
Festuca pratensis Beemdlangbloem X 5a
Ficaria verna Speenkruid X X 9b
Flipendula ulmaria Moerasspirea X X 5b
Fraxinus excelsior Es X X 9a
Galeobdolon luteum Gele dovenetel X 9b
Galeopsis speciosa Dauwnetel X 1c
Galeopsis tetrahit Gewone hennepnetel X X 8b
Galinsoga ciliata Behaard knopkruid X 1c
Galium aparine Kleefkruid X X 8b
Galium odoratum Lievevrouwebedstroo X X 9d
9
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam in 1973 in 2019 Oecologische groep
Galium palustre Moeraswalstro X X 4c
Geranium robertianum Robertskruid X X 8b
Geraniun molle Zachte ooievaarsbek X 1e
Geum urbanum Nagelkruid X X 8b
Glechoma hederacaea Hondsdraf X X 8b
Glyceria fluitans Mannagras X X 4c
Glyceria maxima Liesgras X X 4c
Hedera helix Klimop X X 9b
Heracleum sphondyllium Gewone berenklauw X X 8b
Hieracium umbellatum Schermhavikskruid X X 9e
Holcus lanatus Gestreepte witbol X X 5a
Holcus mollis Gladde witbol X X 9e
Hottonia palustris Waterviolier X X 4a
Humulus lupulus Hop X X 8d
Hyacinthoides non-scripta Boshyacint X 9c
Hypericum perforatum Sint Janskruid X X 6d
Hypochaeris radicata Gewoon biggenkruid X 6b
Ilex aquifolium Hulst X X 9e
Impatiens glandulifera Reuzenbalsamien X 4d
Impatiens parviflora Klein springzaad X 8b
Iris pseudacorus Gele lis X X 4c
Jacobaea vulgaris Jakobskruiskruid X X 1a
Juncus conglomeratus Biezenknoppen X 7c
Juncus effusus Pitrus X X 2a
Juncus tenuis Tengere rus X X 2a
Lamium album Witte dovenetel X X 8b
Lamium purpureum Paarse dovenetel X X 1a
Lapsana communis Akkerkool X X 8b
Larix decidua Lariks X -
Lemna minor Klein kroos X X 4a
Lolium multiflorum Italiaans raaigras X 1e
Lolium perenne Engels raaigras X 1d
Lonicera periclymenum Wilde kamperfoelie X X 9e
Lotus corniculatus Gewone rolklaver X 6b
Lotus pedunculatus Moerasrolklaver X 5b
Luzula campestris Gewone veldbies X 6d
Luzula multiflora Veelbloemige veldbies X X 5b
Lycopus europaeus Wolfspoot X X 4c
Lysimachia nummularia Penningkruid X X 2a
Lysimachia vulgaris Grote wederik X X 5b
Lythrum salicaria Grote kattenstaart X X 4d
Maianthenum bifolium Dalkruid X X 9e
Matricaria discoidea Schijfkamille X X 1d
Matricaria recutita Echte kamille X X 1a
Melampyrum pratense Hengel X 9e
Mentha aquatica Watermunt X 4c
Moehringia trinervia Drienerfmuur X X 9b
10
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam in 1973 in 2019 Oecologische groep
Molinia caerula Pijpenstrootje X X 7d
Myosotis arvensis Akkervergeet-mij-nietje, X X 8b
Myosotis discolor Veelkleurig vergeet-mij-nietje X 1e
Myosotis scorpioides Moerasvergeet-mij-nietje X 4c
Neottia ovata Grote keverorchis X 9b
Oenanthe aquatica Watertorkruid X 4c
Osmunda regalis Koningsvaren X X 9a
Papaver rhoeas Gewone klaproos, X 1a
Persicaria amphibia Veenwortel X 2a
Persicaria hydropiper Waterpeper X 2b
Persicaria maculosa Perzikkruid X X 1a
Peucedanum palustre Melkeppe X 7a
Phalaris arundinacea Rietgras, X X 4c
Phragmitis australis Riet X X 4c
Phytolacca esculenta Karmozijnbes X 1g
Picea abies Fijnspar X -
Pinus sylvestris Grove den X 9e
Plantago lanceolata Smalle weegbree X X 5a
Plantago major Grote weegbree X X 1d
Poa annua Straatgras X X 1d
Poa nemoralis Schaduwgras X X 9b
Poa palustris Moerasbeemdgras X 4c
Poa pratensis Veldbeemdgras X X 5a
Poa trivialis Ruw beemdgras X 2a
Polygonatum multiflorum Gewone salomonszegel X X 9b
Polygonum avivulare Gewoon varkensgras X 1d
Polypodium vulgare Eikvaren X X 9e
Populus tremula Ratelpopulier X 9e
Potentilla erecta Tormentil X 7e
Prunella vulgaris Brunel X X 5a
Prunus padus Vogelkers X X 9b
Prunus serotina Amerikaanse vogelkers X X 9e
Prunus spinosa Sleedoorn X X 8d
Pseudotsuga menziesii Douglasspar X -
Pteridium aquilinum Adelaarsvaren X X 9e
Pulmonaria officinalis Gevlekt longkruid X 9d
Quercus robur Zomereik X X 9b
Ranunculus acris Scherpe boterbloem X 5a
Ranunculus aquatilis Waterranonkel X 4a
Ranunculus flammula Egelboterbloem X 7a
Ranunculus repens Kruipende boterbloem, X X 2a
Ranunculus sceleratus Blaartrekkende boterbloem X X 2b
Rhamnus frangula Sporkehout / Vuilboom X X 9a
Ribes nigrum Zwarte bes X X 9a
Rorippa amphibia Gele waterkers X X 4c
Rubus fruticosus Gewone braam X X 9b
Rubus idaeus Framboos X X 8a
11
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam in 1973 in 2019 Oecologische groep
Rubus spectabilis Prachtframboos X 9c
Rumex acetosa Veldzuring X X 5a
Rumex hydrolapathum Waterzuring X 4c
Rumex obtusifolius Ridderzuring X X 1g
Salix alba Schietwilg X X 4d
Salix aurita Geoorde wilg X 9a
Salix cinerea Grauwe wilg X X 9a
Sambucus nigra Vlier X X 8d
Sambucus racemosa Trosvlier X X 8a
Scirpus sylvaticus Bosbies X 5b
Scrophularia nodosa Knopig helmkruid X X 9b
Scutellaria galericulata Blauw glidkruid X 4c
Senecio sylvaticus Boskruiskruid X 8a
Senecio vulgaris Klein kruiskruid X 1a
Silene dioica Dagkoekoeksbloem X X 8b
Silene flos-cuculi Echte koekoeksbloem X 5b
Sisymbrium officinale Gewone raket X X 1e
Solanum dulcanara Bitterzoet X X 4d
Solidago virgaurea Echte guldenroede X 9e
Sonchus arvensis Akkermelkdistel X 1a
Sonchus oleraceus Gewone melkdistel X 1a
Sorbus aucuparia Lijsterbes X X 9e
Spergula arvensis Gewone spurrie X 1c
Spirodela polyrhiza Veelwortelig kroos X X 4a
Stachys sylvatica Bosandoorn X X 9b
Stellaria graminea Grasmuur X 5a
Stellaria holostea Grote Muur X X 9b
Stellaria media Vogelmuur X X 1a
Symphytum officinale Smeerwortel X X 4d
Taraxacum spec. Paardenbloem X X 5a
Taxus baccata Taxus X X 9d
Thlaspi arvense Witte krodde X 1a
Tilia plathyphyllos Zomerlinde, X X 9d
Trifolium dubium Kleine klaver X 5a
Trifolium pratense Rode klaver X X 5a
Trifolium repens Witte klaver X X 2a
Tussilago farfera Klein hoefblad X 1e
Typha latifolia Grote lisdodde X X 4c
Ulmus minor Gladde iep X 9c
Urtica dioica Grote brandnetel X X 8b
Vaccinium myrthillus Blauwe bosbes X X 9e
Vaccinium vitis-idaea Rode bosbes X 9e
Valeriana officinalis Valeriaan X X 5b
Veronica arvensis Veldereprijs, X X 6b
Veronica chamaedrys Gewone ereprijs X X 5a
Veronica officinalis Mannetjesereprijs X 7e
Veronica serpyllifolia Tijmereprijs X 2a
12
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam in 1973 in 2019 Oecologische groep
Viburnum opulus Gelderse roos X X 9a
Vicea cracca Vogelwikke X X 5a
Vicea hirsuta Ringelwikke X 1a
Vicea sativa Smalle wikke X 6b
Viola arvensis Akkerviooltje X 1c
Viola odorata Maarts viooltje X 9c
13