20.12.2012 Views

Editie 2-2012 - Biobased Economy Magazine

Editie 2-2012 - Biobased Economy Magazine

Editie 2-2012 - Biobased Economy Magazine

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

SEPT <strong>2012</strong> • BIOBASED ECONOMY MAGAZINE • EDITIE 2-<strong>2012</strong><br />

Start Bioeconomy Innovation<br />

Cluster Oost-Nederland<br />

Special over biobased economy in Provincie Gelderland<br />

‘Wij willen met iedereen die wil<br />

participeren het gesprek aangaan’<br />

Directie TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> geeft duidelijkheid<br />

Project Agrobiopolymeren<br />

verbindt Nederland met Duitsland<br />

Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />

<strong>Biobased</strong> Business Brainport:<br />

Agro & Food meets Technology<br />

Oost-Brabant aan de slag met biobased economy


•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />


INHOUDSOPGAVE<br />

Directie TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> (TKI-BBE) geeft helderheid 10<br />

Column Annita Westenbroek - De haalbaarheid van de biobased economy 13<br />

Bos- en houtsector acteert al jaren succesvol in biobased economy 15<br />

2Dingen - Huub de Groot en Fokko Pentinga spreken zich uit 16<br />

De Start-up - TopAlg 18<br />

Special <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> in Gelderland S1<br />

Bioeconomy Innovation Cluster Oost-Nederland van start S4<br />

Gelderse papierindustrie omarmt biobased economy S5<br />

‘Bedrijfsleven heeft wél tienduizend biobased specialisten nodig’ S7<br />

Regio Achterhoek geeft Biogas Infrastructuur Oost-Nederland vorm S10<br />

Achterhoek aan de slag met eendenkroos, mest en biogas S11<br />

Roos (Bioprocess Pilot Facility) ontmoet Soetaert (Bio Base Europe Pilot Plant) 19<br />

‘Mestverwaarding kan tot meest intensieve groene economie leiden’ 22<br />

Column Alain Dirven - Terug naar de basis van biobased succes 24<br />

Project Agrobiopolymeren verbindt Nederland met Duitsland 25<br />

TNO van start op Green Chemistry Campus: 31<br />

<strong>Biobased</strong> Business Brainport van start: Agro & Food meets Technology 32<br />

Activiteitenkalender 33<br />

In de schijnwerpers<br />

Sinds het uitkomen van de eerste editie van <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

in de eerste week van mei, is er ontzettend veel gebeurd in de wereld<br />

van de biobased economy. Zo werd de TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> officieel<br />

opgericht met Kees de Gooijer als directeur en werden de Bioprocess Pilot<br />

Facility en het Bio Base Europe Training Center officieel geopend. Verder<br />

sloot de in Nederland demissionaire minister Verhagen twaalf nieuwe<br />

Green Deals die betrekking hebben op de biobased economy, werd Jeroen<br />

van der Veer aangesteld als boegbeeld van de <strong>Biobased</strong> Delta en werkt<br />

de provincie Gelderland aan het Bioeconomy Innovation Cluster Oost-<br />

Nederland. Kortom, de biobased economy staat zowel in Nederland als in<br />

Vlaanderen volop in de schijnwerpers.<br />

Eens te meer toonden de afgelopen maanden dan ook de potentie aan<br />

die de biobased economy aan beide kanten van de grens heeft. Als uitgever<br />

werden wij na onze eerste uitgave overstelpt met vragen en verzoeken<br />

vanuit de politiek voor informatie over de biobased economy, vanuit het<br />

bedrijfsleven voor interviews en vroegen vele honderden (!) mensen via<br />

onze website een abonnement aan. Maar zoals altijd bij een tijdschrift,<br />

bestaan er ook verbeterpunten. Zo willen wij de verschillende regio’s in<br />

Nederland en Vlaanderen nog beter met elkaar verbinden. Als eerste wapenfeit<br />

treft u daarom in het hart van dit magazine een special aan over<br />

de biobased economy in de provincie Gelderland. Door in de komende<br />

edities de verschillende regionale initiatieven zoals die in Gelderland<br />

uitgebreid in beeld te brengen, willen wij een bijdrage leveren aan het<br />

voorkomen van het tweemaal uitvinden van het spreekwoordelijke wiel.<br />

Innovatie dient immers uniek te zijn!<br />

Met innovatie is direct een magisch woord genoemd. Het staat voor<br />

vernieuwing, beweging, kansen, vooruitgang. Maar, innovatie betekent<br />

ook geduld hebben, kansen afwachten en omgaan met weerstand en<br />

tegenslag. Dat is moeilijk, maar ook razend interessant. De redactie<br />

van <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> sluit zich dan ook aan bij de oproep<br />

van de directie van de TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> aan het nieuwe kabinet:<br />

wees geduldig en kies voor een langetermijnvisie gericht op krachtige<br />

innovatie in de biobased economy!<br />

Edwin van Gastel | Uitgever en hoofdredacteur<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 3


Ondertussen bij<br />

Van Harten volgt Willems op als<br />

boegbeeld Topsector Chemie<br />

Gerard van Harten is op 1 september <strong>2012</strong> gestart als boegbeeld<br />

van de Topsector Chemie en als voorzitter van de Regiegroep<br />

Chemie. Van Harten, opvolger van Rein Willems, is momenteel<br />

voorzitter van de raad van bestuur van Dow Benelux en gaat dit<br />

jaar met pensioen. Sinds 2009 zet hij zich al in voor de Regiegroep<br />

Chemie.<br />

<strong>Biobased</strong> mogelijkheden MIA\Vamil vaak onbenut<br />

De MIA\Vamil-regeling biedt<br />

ondernemers volop mogelijkheden<br />

ter ondersteuning van biobased projecten.<br />

In de praktijk weten bedrijven<br />

de regelingen echter nog nauwelijks<br />

Op de cover<br />

ECN sloot afgelopen zomer een<br />

licentieovereenkomst met het<br />

Indiase bedrijf Thermax om<br />

MILENA biomassa-vergassingsinstallaties<br />

te bouwen en te<br />

verkopen. Thermax is een van<br />

de grootste Indiase bedrijven<br />

dat technologie levert aan de<br />

elektriciteitssector. ECN werkt<br />

bij de export samen met het<br />

Nederlandse bedrijf Royal<br />

Dahlman, dat onder ander<br />

fi lters en gasreinigingsinstallaties<br />

verkoopt.<br />

4 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

te vinden. De MIA (Milieu Investeringsaftrek)<br />

en Vamil (willekeurige<br />

afschrijving milieu-investeringen) zijn<br />

twee fi scale stimuleringsregelingen<br />

die zich richten op marktintroductie<br />

SEPT <strong>2012</strong> • BIOBASED ECONOMY MAGAZINE • EDITIE 2-<strong>2012</strong><br />

Start Bioeconomy Innovation<br />

Cluster Oost-Nederland<br />

Special over biobased economy in Provincie Gelderland<br />

ʻWij willen met iedereen die wil<br />

participeren het gesprek aangaanʼ<br />

Directie TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> geeft duidelijkheid<br />

Project Agrobiopolymeren<br />

verbindt Nederland met Duitsland<br />

Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />

<strong>Biobased</strong> Business Brainport:<br />

Agro & Food meets Technology<br />

Oost-Brabant aan de slag met biobased economy<br />

Commissie Corbey publiceert nota<br />

‘Sturen op minder CO2’<br />

De Commissie Corbey heeft de notitie<br />

‘Sturen op minder CO2’ opgesteld<br />

om inzicht te geven in de effectiviteit<br />

van bestaande instrumenten<br />

voor de reductie van CO2. Er zijn<br />

momenteel verscheidene Europese<br />

richtlijnen en nationale maatregelen<br />

en instrumenten die tot doel hebben<br />

broeikasgasemissies te reduceren.<br />

Deze instrumenten bewandelen<br />

verschillende wegen om dat doel te<br />

bereiken. Bovendien gaan de instrumenten<br />

op een verschillende manier<br />

om met de berekening van CO2effi<br />

ciëntie. Hierdoor is het lastig om<br />

de precieze werking en overlap van<br />

Download het rapport van de Commissie Corbey via het tabblad<br />

Downloads (Achtergrond) op www.biobasedeconomymagazine.nl<br />

en marktverbreding. De regelingen<br />

bieden daarmee de mogelijkheid voor<br />

met name midden- en kleinbedrijven<br />

om daadwerkelijk te investeren in<br />

technologie na de ontwikkelingsfase.<br />

Legenda <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Bij de verschillende artikelen in dit magazine treft u rechtsboven op de pagina<br />

één of meerdere sectoraanduidingen aan. Deze fi guren symboliseren<br />

de volgende setoren die betrokken zijn bij de biobased economy:<br />

Agro & Food<br />

Chemie<br />

Logistiek<br />

de sturingsmechanismen te overzien.<br />

Bovendien bestaan er zorgen over de<br />

duurzaamheid van biobrandstoffen.<br />

Deze zorgen vonden weerklank in de<br />

Tweede Kamer, wat heeft geleid tot<br />

een aantal aangenomen moties en<br />

beleidsaanpassingen. De notitie van<br />

de Commissie Corbey geeft inzicht in<br />

de effectiviteit van de verschillende<br />

instrumenten voor de reductie van<br />

CO2. Bovendien heeft de commissie<br />

een punt op de horizon willen<br />

schetsen: welke sturingsmechanismen<br />

gericht op bio-energie kunnen<br />

broeikasgassen verminderen en<br />

tegen welke kosten?<br />

Zo kunnen ondernemers met steun<br />

van MIA\Vamil investeren in bioraffi<br />

nage, biochemie, mestverwerking<br />

en teelt en verwerking van natuurlijke<br />

vezels, algen, wieren en kroos.<br />

Farma<br />

Energie<br />

Europa


Tien miljoen euro voor <strong>Biobased</strong> Brabant Fonds Avans treedt toe tot Center for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong><br />

De provincie Noord-Brabant heeft<br />

tien miljoen euro toegekend<br />

aan de Brabantse Ontwikkelings<br />

Maatschappij (BOM) voor het<br />

<strong>Biobased</strong> Brabant Fonds. Bert Paul<br />

(gedeputeerde Economische Zaken<br />

en Bestuur) en Jan Pelle (directeur<br />

BOM) tekenden half september een<br />

overeenkomst voor de start van<br />

het investeringsfonds. Doel van het<br />

fonds is om het vestigingsklimaat<br />

voor nieuwe bedrijvigheid en kenniswerkers<br />

op het gebied van de<br />

groene chemie te bevorderen. Het<br />

fonds richt zich op startende, snelgroeiende<br />

bedrijven en kennisintensieve<br />

bedrijven. <strong>Biobased</strong> economy<br />

is - naast solar, elektrisch rijden en<br />

slimme netwerken - één van de drie<br />

speerpunten uit de provinciale energieagenda<br />

waar vanuit de eerste<br />

trance middelen voor zijn gereser-<br />

Waterschap tekent intentie-<br />

1 verklaring voor biobased Brabant<br />

De Brabantse Waterschappen en vertegenwoordigers<br />

van elf Brabantse bedrijven<br />

hebben de ‘Intentieverklaring Brabantse<br />

Bedrijven en Waterschappen werken samen<br />

aan innovatie voor een <strong>Biobased</strong> Brabant’<br />

ondertekend. Nog eens vier bedrijven hebben<br />

aangegeven deel te willen nemen en de<br />

verklaring later te ondertekenen.<br />

Starbucks gaat koffiedik<br />

2 verwerken tot bioplastics<br />

Starbucks boekt progressie in haar strijd<br />

tegen de 1,3 miljoen ton voedselafval die<br />

het bedrijf in haar winkels ‘vervaardigt’.<br />

De nieuwste oplossing? Verwerk de eigen<br />

koffiedik en etensresten tot bioplastics.<br />

Wetenschappers zullen de mogelijkheid van<br />

bioraffinage onderzoeken om de reststoffen<br />

veerd via de investeringsagenda. De<br />

BOM verstrekt het geld in de vorm<br />

van risicokapitaal aan startende<br />

en snelgroeiende bedrijven op<br />

het gebied van groene chemie in<br />

Brabant. Pelle: ‘Buiten risicokapitaal<br />

worden de bedrijven door de BOM<br />

gesteund met marktkennis, een<br />

uitgebreid netwerk en ervaring. Het<br />

fonds heeft een duidelijke aanjaagfunctie<br />

en moet uiteindelijk leiden<br />

tot grootschalige investeringen<br />

van derden. Dit kan leiden tot een<br />

versteviging van het klimaat voor<br />

vestiging van nieuwe bedrijven en<br />

kenniswerkers op het gebied van<br />

groene chemie. De focus van het<br />

fonds ligt op de gebieden waar de<br />

meeste waarde wordt toegevoegd,<br />

namelijk chemicals, coatings,<br />

performance materials, food & feed<br />

en pharma.’<br />

Meest geklikt in onze nieuwsbrief<br />

van Starbucks om te zetten in huishoudelijke<br />

producten zoals wasmiddel.<br />

Agro-food industrie en akkerbouw<br />

3 samen in terugwinning mineralen<br />

‘De ideale situatie? Dat we losse stromen<br />

krijgen voor stikstof, kalium en fosfaat, met<br />

daarnaast een ‘schone’ stroom organische<br />

stof.’ BioNPK heet het project van het Dutch<br />

Biorefinery Cluster dat technologische concepten<br />

ontwikkelt om mineralen te winnen uit<br />

reststromen van de agro-food industrie.<br />

Delta wil één miljard subsidie<br />

4 voor realisatie biomassacentrale<br />

Energiemaatschappij Delta wil de kolencentrale<br />

in Vlissingen-Oost ombouwen naar een<br />

biomassacentrale. Het bedrijf wil echter wel<br />

een subsidie van maar liefst één miljard euro<br />

van de Rijksoverheid. Het een en ander heeft<br />

Avans is, als eerste brede hogeschool, toegetreden tot het Center<br />

for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> (CBBE) van Wageningen UR en de vier<br />

HAS’sen. Daarmee is de link tussen het chemische (sommigen<br />

hebben het over ‘grijs’) en het groene onderwijs gelegd en is het<br />

gemakkelijker om projecten op te pakken op het snijvlak van<br />

chemie en agro. Voor Avans is het een prima mogelijkheid om de<br />

kennis van de groene sector ook beschikbaar te maken voor de<br />

studenten van de opleidingen bij Avans Hogeschool en natuurlijk<br />

is dat ook omgekeerd de bedoeling.<br />

Attero verdrievoudigt productie met<br />

Biogas Plant of the Future<br />

Afvalverwerker Attero gaat de<br />

komende jaren in Wijster de productie<br />

van biogas verdriedubbelen.<br />

Momenteel wordt er jaarlijks zo’n<br />

vier miljoen kubieke meter biogas<br />

geproduceerd uit de oude vuilstort,<br />

daar komt tien miljoen kubieke<br />

meter gas bij. Attero werkt aan een<br />

nieuwe gasfabriek – Biogas Plant<br />

of the Future getiteld – waarin<br />

het biogas wordt opgewaardeerd<br />

tot aardgaskwaliteit. Die nieuwe<br />

gasfabriek krijgt overigens een<br />

wervende werknaam.<br />

President-Commissaris Daan van Doorn verklaard<br />

tijdens de aandeelhoudersvergadering.<br />

Green Deal voor<br />

5 <strong>Biobased</strong> Innovations<br />

NV REWIN West-Brabant heeft voor <strong>Biobased</strong><br />

Innovations een Green Deal gesloten met de<br />

Rijksoverheid. Het doel is het opzetten van diverse<br />

vraaggestuurde R&D-werkprogramma’s,<br />

die aansluiten bij de bestaande toplocaties:<br />

Green Chemistry Campus, Nieuw Prinsenland<br />

en Moerdijk. De hiermee opgedane kennis en<br />

kunde worden benut bij de ontwikkeling van<br />

interdisciplinair onderwijs voor de transitie<br />

naar de biobased economy.<br />

Via het tabblad ‘Abonneren’ op<br />

www.biobasedeconomymagazine.nl kunt<br />

u zich inschrijven als ontvanger van onze<br />

tweewekelijkse digitale nieuwsbrief.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 5


Biof litsen<br />

AOC Friesland heeft een nieuwe naam: Nordwin<br />

College. Een nieuwe koers en profilering zijn de<br />

aanleiding voor de naamswijziging. Nordwin College<br />

stuurt aan op duurzaamheid en vergroening<br />

en wil mensen inspireren en leren om met passie en<br />

vakmanschap te werken aan een duurzame wereld.<br />

De Waalwijkse tapijtfabrikant Desso en de<br />

Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO)<br />

onderzoeken samen de haalbaarheid van de<br />

bouw van een vergistingsinstallatie voor de<br />

levering van biogas aan de Desso-fabriek.<br />

Yparex heeft aangekondigd als eerste leverancier<br />

van extrudeerbare hechtmiddelen (zogenaamde<br />

tie resins) voor de verpakkingsindustrie<br />

een biogebaseerd hechtmiddel voor meerlaagse<br />

verpakkingen te hebben ontwikkeld.<br />

Om een lokale energie-infrastructuur op te<br />

zetten heeft Warmtenet Hengelo één miljoen<br />

euro subsidie gekregen van de Europese<br />

Commissie. Warmtenet Hengelo heeft de<br />

subsidie gekregen voor het BOWEN-project<br />

dat gebruikmaakt van bio-energie.<br />

Stedin is gestart met de proef Smart Green Gas<br />

Grid in de omgeving van Bunschoten-Spakenburg.<br />

Groen Gas Nederland meldt dat Stedin extra<br />

invoedingsruimte ten behoeve van groen gas wil<br />

creëren in het reguliere gasnet via het smart grid.<br />

Essent heeft een geslaagde brandstoftest in haar<br />

biomassacentrale in Cuijk uitgevoerd. De eerste<br />

test met nieuwe groene brandstoffen voerde<br />

het energiebedrijf eerder dit jaar uit. Naar nu<br />

blijkt uit onderzoek zijn bermgras, papierslib<br />

en snoeihout geschikt voor het opwekken van<br />

duurzame elektriciteit.<br />

DLV en Arcadis melden in een gezamenlijke verklaring<br />

dat de Dairy Campus in Leeuwarden eind<br />

2014 opgeleverd zal worden. De twee partijen<br />

tekenden samen voor het ontwerp van de campus<br />

en begeleiden bovendien de realisatie ervan.<br />

Op de Dairy Campus concentreert Wageningen<br />

UR haar melkveeproefbedrijven.<br />

Energy Business School, Energy Delta Institute<br />

(EDI) en Stichting Groen Gas Nederland (GGNL)<br />

hebben een samenwerkingsovereenkomst<br />

gesloten waarmee wordt ingezet op een nauwe<br />

samenwerking op het gebied van groen gas. De<br />

partijen zullen zich samen in gaan zetten op het<br />

ontsluiten van informatie rondom groen gas;<br />

6 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

onder andere via internet, door het organiseren<br />

van seminars en events en door het samenstellen<br />

van onderwijsmateriaal.<br />

Jus de Pommes is in de afgelopen decennia uitgegroeid<br />

tot een kwaliteitsmerk, dat bestaat uit een<br />

breed assortiment vruchtensappen. Jus de Pommes<br />

onderscheidt zich door het natuurlijke karakter en<br />

de lange houdbaarheid van een jaar zonder enige<br />

toevoeging van geur- kleur of smaakstoffen Momenteel<br />

is het bedrijf op zoek naar een biobased<br />

alternatief voor haar glazen flessen.<br />

Ingenieursbureau Witteveen+Bos en het Rotterdamse<br />

bureau Pantanova hebben een samenwerkingsovereenkomst<br />

gesloten om onderzoek te<br />

doen naar het telen van vezelhennep of olifantsgras<br />

op braakliggend terrein. De teelt van industriegewassen<br />

kan hierin verandering brengen.<br />

De gemeente Westland, deelgemeente Hoek van<br />

Holland, Van Vliet Recycling, afval- en energienutsbedrijf<br />

HVC, afvalinzamelaar Avalex, telersvereniging<br />

FresQ en het Hoogheemraadschap<br />

van Delfland hebben een intentieverklaring<br />

om een onderzoek te doen naar de bouw van<br />

een vergistingsinstallatie in de regio Westland.<br />

Hiermee komt de realisatie van een BioBased<br />

Valorisatie Park een stap dichterbij.<br />

Cargill heeft gisteren in Bergen op Zoom een<br />

bio-ethanol fabriek in gebruik genomen. Cargill<br />

is producent van zetmeel en glucose voor de voedings-,<br />

diervoerder-, farmaceutische en papierindustrie.<br />

De bio-ethanol die Cargill gaat produceren<br />

is bedoeld om bij te mengen in benzine.<br />

Agentschap NL meldt dat de meeste methoden<br />

voor het opwekken van hernieuwbare energie<br />

uit biomassa in 2011 opnieuw enkele procenten<br />

gegroeid zijn. Afvalverbranding en de productie<br />

van biogas groeiden bovengemiddeld.<br />

Het Kluyver Centre (TU Delft) heeft samen met<br />

Deltares de educatieve online game <strong>Biobased</strong><br />

<strong>Economy</strong> ‘Green Island’ gelanceerd. Het idee voor<br />

de game voor vmbo-scholieren kwam van Patricia<br />

Osseweijer in samenwerking met Herman van<br />

Wechem, voorzitter van BE-Basic.<br />

CSM heeft besloten tot een opsplitsing van het<br />

bedrijf. De Noord-Amerikaanse en de Europese<br />

bakkerij-activiteiten worden verkocht en met<br />

het vrijgemaakte kapitaal investeert CSM in<br />

biobased ingrediënten. CSM gaat zich daarbij<br />

richten op de combinatie Purac, het onderdeel<br />

voor de productie van melkzuur, en Caravan Ingredients<br />

dat speciale ingrediënten produceert.<br />

In nauwe coöperatie werken NV Economische<br />

Impuls Zeeland en Zeeland Seaports op dit<br />

moment hard aan de opzet van een marktplaats<br />

voor biomassa. De virtuele marktplaats zal naar<br />

verwachting vanaf eind <strong>2012</strong> worden ingezet als<br />

hulpmiddel om vraag en aanbod van biomassastromen<br />

met elkaar te verbinden.<br />

De VNCI heeft gemeld dat verffabrikanten en<br />

hun grondstofleveranciers een branche-innovatiecontract<br />

hebben gesloten met kennisorganisatie<br />

TNO. Dit moet leiden tot meer kennis in<br />

de keten over coatings op basis van biologische<br />

grondstoffen. De verfindustrie streeft ernaar<br />

dat in 2030 in Nederland de helft van alle<br />

coatings op biomateriaal is gebaseerd.<br />

Wageningen UR Food & <strong>Biobased</strong> Research, coördinator<br />

van het EU-PEARLS project, heeft een extractieproces<br />

ontwikkeld om rubber uit de wortelen<br />

van Russische paardenbloemen (Taraxacum koksghyz)<br />

te extraheren. Analyses van het verkregen<br />

rubber toonden aan, dat het natuurrubber uit deze<br />

bloem een goede kwaliteit heeft. Apollo Vredestein<br />

heeft de eerste banden met het natuurrubber uit<br />

Europa geproduceerd. In de komende maanden<br />

ondergaan de banden diverse testen.<br />

Met de toekenning van subsidie uit de IPCregeling<br />

is het innovatieproject BioEnable<br />

officieel gestart. Twaalf kleine en middelgrote<br />

hoogtechnologische midden- en kleinbedrijven<br />

- gespecialiseerd in biomassa en<br />

bioraffinage - nemen deel aan het project.<br />

De netwerken <strong>Biobased</strong> Business Accelerator<br />

(BbBA) en het Institute for Sustainable<br />

Process Technology (ISPT) zijn penvoerders en<br />

initiatiefnemers van BioEnable.<br />

BASF, Cargill en Novozymes hebben een<br />

overeenkomst ondertekend om gezamenlijk<br />

technologieën te ontwikkelen voor de productie<br />

van biobased acrylzuur uit hernieuwbare<br />

ruwe grondstoffen.<br />

De Amsterdamse haven verwacht in <strong>2012</strong> de<br />

overslag licht te laten groeien in het energiesegment<br />

door een toenemende vraag naar<br />

biobrandstoffen en biomassa. De overslag in de<br />

Amsterdamse haven steeg in 2011 nog naar<br />

74,8 miljoen ton.


API Institute en Pezy ontwikkelen<br />

biologisch afbreekbare ballonlinten<br />

API Institute (Emmen) en Pezy (Groningen)<br />

hebben in een innovatietraject<br />

volledig biologisch afbreekbare<br />

ballonlinten en sluiters ontwikkeld.<br />

De eerste prototypes zijn recent met<br />

succes vervaardigd. Deze degraderen<br />

in enkele maanden, afhankelijk van<br />

de omgeving waar ze terechtkomen.<br />

Volgens de twee organisaties is het<br />

een grote verbetering ten opzichte<br />

van de huidige materialen die tientallen<br />

jaren in de natuur aanwezig blijven.<br />

Op dit moment wordt gewerkt<br />

aan het verder verbeteren van het<br />

materiaal, zodat de degradatie in de<br />

natuur nog sneller verloopt.<br />

Wageningen UR organiseert Biorefinery<br />

for Food, Fuel and Materials 2013<br />

Van 7 tot 10 april 2013 organiseert Wageningen UR het internationale<br />

event Biorefinery for Food, Fuel and Materials (BFF).<br />

BFF2013 zal technologische innovaties adresseren, de implementatie<br />

in de productieketen bespreken en ruimte bieden<br />

aan het publieke debat over de duurzame ontwikkeling van de<br />

biobased economy. Er zal bijzondere aandacht zijn voor de synergie<br />

tussen food en non-food applicaties. In het symposium<br />

wordt de gehele bioraffinage-keten belicht, van biomassateelt<br />

tot de verwerking in nieuwe producten en de uiteindelijke<br />

recycling van reststromen. Het evenement verbindt ook stakeholders<br />

uit alle sectoren die betrokken zijn bij de biobased economy,<br />

van agro en food tot chemie en energie. Tot 1 november<br />

hebben geïnteresseerden de tijd om zich te melden voor het<br />

geven van een presentatie. Kaarten voor het evenement kunnen<br />

tot 1 maart met een vroegboekkorting besteld worden.<br />

BFF2013 zal onderzoekers, industriële vertegenwoordigers en<br />

eindgebruikers vanuit de gehele wereld aantrekken. Niet alleen<br />

uit Europa, maar ook uit Azië, Amerika en Afrika.<br />

Limburg ondertekent intentieverklaring<br />

voor biobased economy<br />

Op initiatief van de Limburgse<br />

ontwikkelingsmaatschappij<br />

LIOF hebben Greenport Venlo,<br />

Chemelot, Universiteit Maastricht<br />

en de Provincie Limburg vandaag<br />

tijdens het <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong><br />

Event Limburg op de Floriade een<br />

intentieverklaring getekend om<br />

nauw te gaan samenwerken aan<br />

een biobased economy. Het uiteindelijke<br />

doel is meer bedrijvigheid,<br />

een toename van het aantal banen<br />

en het behoud van aanwezige kennis<br />

in de gehele provincie, kortom<br />

streven naar een sterke Limburgse<br />

biobased economie.<br />

Jeroen van der Veer ambassadeur <strong>Biobased</strong> Delta<br />

Jeroen van der Veer is aangesteld als ambassadeur van de<br />

<strong>Biobased</strong> Delta. Van der Veer is een van de sprekers op het<br />

congres van <strong>Biobased</strong> Delta op 24 oktober in het Zeeuwse<br />

Goes. De benoeming van de voormalig Shell-topman tot ambassadeur<br />

is een volgende stap naar (inter)nationale profilering<br />

van de <strong>Biobased</strong> Delta. In Zuidwest-Nederland en Vlaanderen<br />

werken overheden, kennisinstellingen en bedrijven onder het<br />

motto ‘Agro meets Chemistry’ samen aan de totstandkoming<br />

van de biobased economy. <strong>Biobased</strong> Delta brengt alle activiteiten<br />

onder één naam samen om zo de groei en aantrekkingskracht<br />

van een groene economie in de regio te versterken.<br />

Productschap Tuinbouw lanceert<br />

platform BBE en MVO<br />

Door middel van een toost met een<br />

glas biobased tomatensap heeft het<br />

Productschap Tuinbouw het ondernemingsplatform<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong><br />

en MVO gelanceerd. Zestien enthou-<br />

siaste ondernemers gaan daarmee<br />

aan de slag met het benoemen van<br />

de huidige knelpunten op het gebied<br />

van de <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> en MVO<br />

en de kansen voor de toekomst.<br />

Vlaams DURBIO-project officieel gestart<br />

Flanders Plastic Vision en het Vlaams Kunststofcentrum organiseerden<br />

begin september bij Centexbel de kick-off van het recent gestarte<br />

project DURBIO. DURBIO, dat staat voor duurzame biogebaseerde<br />

plastics, streeft naar de toepassing van biogebaseerde kunststoffen<br />

in extrusieprocessen. Een succesvolle omschakeling van oliegebaseerde<br />

polymeren naar biopolymeren vereist dat de eigenschappen<br />

kunnen wedijveren met die van synthetische polymeren.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 7


<strong>Biobased</strong> in Beeld<br />

Het biobased netwerk leeft! Er gaat geen week voorbij of beslissers uit het<br />

bedrijfsleven, onderwijs, bestuur, politiek en intermediaire organisaties ontmoeten<br />

elkaar tijdens congressen, borrels, lezingen, workshops of andere bijeenkomsten. In deze<br />

rubriek doet <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> verslag in beeld...<br />

Lector Hans Derksen spreekt inaugurele rede uit<br />

Hans Derksen sprak voor de zomer zijn inaugurele rede uit als lector <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong><br />

aan de Hogeschool van Hall Larenstein uit. Daarbij ging hij in op twee hoofdvragen.<br />

Allereerst hoe richting het jaar 2030 op duurzame wijze een toename in het gebruik<br />

van biomassa gerealiseerd kan worden en ten tweede welke knelpunten er zijn rond de<br />

biobased economy en hoe deze weggenomen kunnen worden.<br />

Lubbers: ‘Groene groei<br />

niet langer luxe of links’<br />

‘Groene groei is namelijk niet langer luxe of links,<br />

maar de mogelijkheid tot economische groei.<br />

Bovendien leidt groene groei tot banen. Groen<br />

moet in de missie van een bedrijf zitten.’ Dit<br />

stelde voormalig premier Ruud Lubbers tijdens<br />

een bijeenkomst in Rotterdam rond de biobased<br />

economy van het Nederlands Kennis Centrum voor<br />

Commissarissen (NKCC).<br />

8 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Connecting CO2: afvangen<br />

CO2 technisch mogelijk<br />

Ontmoeting DNHK: biosector gaat voor functionaliteit<br />

In het Graphic Museum MOTI kwamen half juni<br />

zo’n vijftig ondernemers bijeen om kennis te delen<br />

rond het Pieken in de Delta-project ‘Connecting<br />

CO2 the next step’. Het project dat afloopt richtte<br />

zich op het afvangen en hergebruiken van koolstofdioxide.<br />

Doelstelling was om twee pilots met<br />

state-of-the-art CO2 afvang- en zuiveringstechnieken<br />

te realiseren. Deze vonden plaats bij Total<br />

Raffinaderij Nederland (Zeeland Refinery) in het<br />

Sloegebied en bij Ardagh Glass in Moerdijk.<br />

Het label ‘biologisch’ alleen is niet voldoende om een product met succes in de markt<br />

te zetten. Producenten van biologisch afbreekbare verpakkingen en plantaardige kunststoffen<br />

hebben alleen bestaansrecht wanneer ze hun klanten van de functionaliteit van<br />

hun materialen kunnen overtuigen en concurrerende prijzen kunnen aanbieden. Dat<br />

benadrukten Nederlandse en Duitse producenten tijdens de internationale branchebijeenkomst<br />

in mei van de Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK).


Smit’s Uien onderzoekt<br />

opwaardering uienreststroom<br />

Het Haagse bedrijf Smit’s Uien verwerkt wekelijks<br />

ruim driehonderd ton uien tot blokjes en ringen.<br />

Bij het proces van pellen en snijden ontstaat een<br />

reststroom van circa vijfenzeventig ton. Samen<br />

met Syntens Innovatiecentrum oriënteert directeur<br />

Jan Smit zich op de mogelijkheden om deze afvalstroom<br />

op te waarderen. ‘Wij hebben samen met<br />

Innovation in Food onder meer onderzocht wat<br />

de mogelijkheden zijn om quercitine en andere<br />

interessante inhoudsstoffen te winnen uit de uienschillen’,<br />

aldus Smits. Quercitine is een natuurlijke<br />

oxidant. Vanwege de veronderstelde positieve<br />

effecten op ontsteking, stofwisseling en ongewenste<br />

celgroei, is quercitine een veelbelovend<br />

voedingsmiddel om de hart- en vaatgezondheid te<br />

bevorderen. ‘Ondanks de verwachte opbrengstprijs<br />

van tien euro per kilo, bleken de investeringen echter<br />

nog niet op te wegen tegen de opbrengst aan<br />

quercitine.’ Op dit moment richt het onderzoek om<br />

de berg met uienschillen tot waarde te brengen,<br />

zich op twee verschillende sporen. Weehuizen:<br />

‘Een optie is om de uienschillen af te zetten als<br />

voedsel voor larven van huisvliegen. Deze worden<br />

gekweekt met als doel het produceren van dierlijke<br />

eiwitten. Dit is zo interessant omdat de voedingsconversie<br />

naar eiwitten bij insecten veel efficiënter<br />

is dan bij conventioneel vlees. Het tweede onderzoekspoor<br />

richt zich op de mogelijkheden om de<br />

uienschillen met behulp van biovergisting om te<br />

zetten in energie.’<br />

Project ‘Groen Gas’ ontvangt<br />

zeven miljoen Europese subsidie<br />

De Provincie Groningen meldt dat het grensoverschrijdende<br />

project ‘Groen Gas’ een subsidie<br />

heeft ontvangen van ruim zeven miljoen euro<br />

vanuit het INTERREG IV A programma Nederland-Duitsland.<br />

Binnen het project werken de<br />

komende drie jaar 63 partners uit het Noord-<br />

Nederlandse en Duitse bedrijfsleven, onderzoeks-<br />

en overheidslandshap samen. Zij gaan in achttien<br />

deelprojecten knelpunten in de waardeketen van<br />

groen gas oplossen.<br />

Wereldnieuws<br />

EBB klaagt over dumpen biodiesel<br />

De European Biodiesel Board (EBB) heeft<br />

namens Europese producenten van biodiesel<br />

een formele klacht ingediend tegen<br />

Argentinië en Indonesië die miljoenen<br />

tonnen biodiesel dumpen op de EU-markt.<br />

De dumping heeft ernstige gevolgen voor de<br />

Europese industrie die wordt geconfronteerd<br />

met faillissementen en beperkte afzet van<br />

de productie.<br />

Malmo Aviation kiest voor<br />

biogebaseerde ontbijtboxen<br />

De Zweedse luchtvaartmaatschappij Malmö<br />

Aviation heeft nieuwe ontbijtdoosjes geïntroduceerd<br />

die vervaardigd zijn uit certified<br />

composteerbaar karton. De nieuwe doosjes<br />

zijn gemaakt van het zogenaamde biobased<br />

materiaal Invercote Bio.<br />

Nestle-topman: ‘Geen voedsel<br />

voor biobrandstof meer’<br />

Als het aan Nestlé-topman Peter Brabeck<br />

ligt, wordt er geen voedsel meer aangewend<br />

voor de productie van biobrandstof. Volgens<br />

Brabeck ligt het gevaar van een onnatuurlijke<br />

relatie tussen voedsel- en olieprijzen momenteel<br />

op de loer.<br />

Franse BBE-topinstituten<br />

PIVERT en IFMAS gestart<br />

Het IA Netwerk in Parijs meldt middels een<br />

rapportage dat in Frankrijk twee belangrijke<br />

topinstituten op het gebied van plantaardige<br />

chemie in de biobased economy van<br />

start gaan: PIVERT en IFMAS. Beide hebben<br />

hun basis in het noorden van het land. De<br />

instituten kregen tientallen miljoenen euro’s<br />

financiering uit de pot van de ‘Investeringen<br />

van de Toekomst’.<br />

Biofuels Producers Coordinating<br />

Council opgericht<br />

Acht producenten van biobrandstoffen<br />

hebben de handen ineengeslagen in de<br />

‘Biofuels Producers Coordinating Council’. De<br />

acht willen gezamenlijk gaan pleiten bij de<br />

Amerikaanse overheid voor nationaal beleid<br />

ten bate van een betere continuïteit van<br />

de energievoorziening via de binnenlandse<br />

productie van biobrandstoffen.<br />

Global Bioenergies test<br />

vergistingsproces koolwaterstof<br />

De Franse start-up Global Bioenergies is begonnen<br />

met het testen van de haalbaarheid<br />

van haar innovatieve procedé om biomassa<br />

via een vergistingsproces in koolwaterstof om<br />

te zetten. Het bedrijf start met een pilot op<br />

laboratoriumschaal, gevolgd door de industriële<br />

pilot in 2013.<br />

Chinees normplatform voor biogas<br />

In samenwerking met internationale experts<br />

wil China in een nieuw ISO-platform<br />

mondiale normen ontwikkelen voor biogas<br />

thuis-applicaties, productie en producten, instrumentatie-<br />

en testmethodes, ontwerp- en<br />

bouwaspecten, exploitatie en management<br />

van biogasinstallaties.<br />

Energie <strong>2012</strong>: hét platform voor duurzame energie<br />

Duurzame energie en energie besparen is actueler<br />

dan ooit. De vakbeurs Energie pakt dit jaar nog<br />

groter uit dan voorgaande jaren. Met oog voor de<br />

laatste ontwikkelingen, brengt de beurs vraag en<br />

aanbod, in de brede zin van het woord, bij elkaar.<br />

Op Energie <strong>2012</strong> is een breed aantal energie-onderwerpen<br />

vertegenwoordig, zoals inkoop van energie,<br />

duurzaam bouwen, elektrische mobiliteit, biomassa<br />

en biobased economy, Dit jaar kunt u op de beurs<br />

ook terecht voor het thema elektrische mobiliteit.<br />

Duitse experts presenteren<br />

Roadmap Bioraffinage<br />

Het Duitse ministerie van Landbouw heeft<br />

een Roadmap Bioraffinage gepresenteerd.<br />

Met de door talrijke ’experts van naam’<br />

opgestelde roadmap wil de regering in Berlijn<br />

benadrukken dat zij in de raffinage van vernieuwbare<br />

grondstoffen de hoeksteen ziet die<br />

moet leiden tot de volledig op plantaardige<br />

materialen gebaseerde economie.<br />

Daarnaast is het aanbod in solar aanzienlijk groter<br />

dan voorheen. Behalve een breed exposantenaanbod,<br />

biedt de beurs ook een uitgebreid inhoudelijk<br />

programma. Waaronder het congres ‘Succes met decentrale<br />

energie’ (donderdag 11 oktober). Dit congres<br />

gaat in op de mogelijkheden voor decentrale<br />

elektriciteitsproductie. Van financiering tot juridische<br />

aspecten en van regelgeving tot praktisch advies.<br />

Toegang tot Energie <strong>2012</strong> is gratis na registratie via<br />

www.energievakbeurs.nl/registreren<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 9


Directie Topconsortium voor Kennis- en Innovatie <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> (TKI-BBE) geeft helderheid:<br />

‘Wij willen met iedereen die wil participeren het gesprek aangaan’<br />

Begin juni werd de directie voor het Topconsortium voor Kennis- en Innovatie <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> (TKI-BBE)<br />

offi cieel benoemd. Dit topconsortium gaat het cross-sectorale programma <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> uitvoeren dat<br />

de Topsector Chemie als penvoerder heeft. Kees de Gooijer is benoemd tot directievoorzitter, met de mededirecteuren<br />

Peter Paul Schouwenberg en Luuk van der Wielen. <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> organiseerde een<br />

driegesprek met de directieleden en sprak onder meer over de spreekwoordelijke ‘fi rst things to do’ en de<br />

wens om het midden- en kleinbedrijf op nog grotere schaal te laten participeren.<br />

Het bestuur van de TKI-BBE bestaat buiten de drie<br />

genoemde directieleden uit een raad van toezicht<br />

met daarin bekende namen als Hans Alders,<br />

Gerard van Harten, Mees Hartvelt en Roel Bol.<br />

‘Binnen de directie zijn de taken helder verdeeld’,<br />

opent De Gooijer het gesprek. ‘Peter-Paul Schouwenberg<br />

is verantwoordelijk voor de portefeuille<br />

industrie en pilot faciliteiten en programma’s. Op<br />

zijn beurt kent Luuk van der Wielen de portefeuille<br />

precompetitieve publiek-private samenwerkingen<br />

(PPS’en). Zelf ben ik verantwoordelijk voor de<br />

algemene leiding van de TKI.’<br />

Volgens de drie directieleden spelen de spreekwoordelijke<br />

‘fi rst things to do’ zich vooral af<br />

10| <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Kees de Gooijer<br />

rond het creëren van duidelijkheid. De Gooijer:<br />

‘Alleen door helder te communiceren naar de<br />

deelnemende partijen over wat de TKI-BBE<br />

gaat doen – het is immers een proces in wording<br />

– kunnen wij vooruitgang boeken. Men<br />

moet begrijpen wat de bedoeling is. Zo zijn de<br />

vijf werkpakketten één-op-één vertaald naar<br />

vijf thema’s: biobased materialen, bio-energie<br />

en chemie, bioraffi nage, teeltoptimalisatie en<br />

biomassaproductie en tenslotte terugwinnen<br />

en hergebruik van grondstoffen. Deze thema’s<br />

krijgen invulling in verschillende PPS’en.’<br />

Schouwenberg vult aan: ‘Begin september hebben<br />

wij het een en ander ook toegelicht op<br />

een bijeenkomst van de Topsector Energie. Wij<br />

merkten dat er daadwerkelijk behoefte was aan<br />

opheldering. Zo wist lang niet iedereen dat de<br />

‘tafel’ Biorenewables opgegaan is in de TKI-BBE<br />

en dus geen aparte TKI vormt.’ Van der Wielen<br />

voegt nog toe: ‘Nederland kent natuurlijk al<br />

een aantal sterke PPS’en, die deels aan de basis<br />

staan van het topsectorenbeleid. Ook binnen<br />

onze TKI geven wij de bestaande PPS’en de<br />

ruimte en daar waar mogelijk scherpen wij ze<br />

aan voor de noden van het bedrijfsleven.’<br />

Midden- en kleinbedrijf<br />

En verkiezingen en een nieuw kabinet of niet,<br />

het werk van de TKI-BBE gaat onverminderd<br />

door. ‘De basis van het hele topsectorenbeleid<br />

wordt immers gevormd door de industrie’, stelt<br />

Schouwenberg. ‘Wij gaan het toegezegde budget<br />

in de komende periode aanbesteden in projecten.<br />

Zoals bekend heeft de overheid middelen toegezegd<br />

voor de jaren <strong>2012</strong> en 2013 waardoor de<br />

TKI in deze twee jaren in totaal zo’n driehonderd<br />

miljoen euro aan projecten zal genereren die zo<br />

breed mogelijk gevormd worden.’<br />

‘Zoals gezegd wordt het budget evenredig verdeeld’,<br />

stelt Van der Wielen. ‘Of het nu om energie,<br />

agri en food of chemie gaat, er is behoefte aan<br />

een gebalanceerd pakket van projecten. Wij roepen<br />

daarom ook iedereen met een goed idee op<br />

zich te melden. Het leuke is dat de biobased economy<br />

namelijk nog geen gevestigde namen kent.’<br />

De Gooijer: ‘Wij gaan met iedereen het gesprek<br />

aan want het potentieel van de biobased economy<br />

en de TKI-BBE is veel groter dan wij tot dusver in<br />

beeld hebben. Daarom werken wij ook aan de<br />

verbinding met de verschillende regionale initiatieven.<br />

De vragen die bij loketten van provincies<br />

en gemeenten binnenkomen, dienen ook bij<br />

ons terecht te komen zodat centrale coördinatie<br />

kan plaatsvinden. De verschillende Nederlandse<br />

regio’s communiceren onvoldoende met elkaar<br />

en aan ons de schone taak om dit te verbeteren.’<br />

Schouwenberg: ‘En om het midden- en<br />

kleinbedrijf (mkb) nog meer te mobiliseren leggen<br />

wij momenteel ook contact met VNO-NCW.<br />

In dit licht is het ook belangrijk dat een nieuw<br />

verdienmodel voor het mkb ontwikkeld wordt.<br />

Tot op heden is het vaak zo dat grote bedrijven<br />

technologieën die ontwikkeld zijn door het mkb<br />

overnemen en het mkb vervolgens met lege<br />

handen achterblijft. Wij streven naar een model<br />

waarbij in de hele keten geld verdiend wordt. Een<br />

simpel voorbeeld: je kunt geen mestverwerkingsketen<br />

inrichten als de boeren er geen geld aan<br />

verdienen. En de criticasters die roepen dat het<br />

mkb onvoldoende betrokken is? Ik daag hen uit<br />

om ons te bellen. Zij roepen niet in de woestijn,<br />

wij willen met iedereen het gesprek aangaan.’<br />

Lange versus korte termijn<br />

‘Daar komt nog bij dat voor het lange termijnonderzoek<br />

het grootbedrijf een substantiële bijdrage


kan leveren, maar juist voor de korte termijnagenda<br />

het mkb een cruciale rol speelt’, aldus De<br />

Gooijer. Het mkb brengt in het innovatielandschap<br />

de benodigde dynamiek.’ Volgens Schouwenberg<br />

is het belangrijk dat deze ondernemers ‘pur sang’<br />

aansluiten. ‘Tegelijkertijd is het interessant om te<br />

zien of de kennisinstellingen in staat blijken te zijn<br />

in opdracht van het bedrijfsleven te opereren.’ Van<br />

der Wielen vervolgt: ‘Het model van de succesvolle<br />

PPS’en moet verder uitgebreid worden, daarbinnen<br />

werken kennisinstellingen immers al goed<br />

samen met bedrijven. De best practices zijn er, het<br />

wiel hoeft niet opnieuw uitgevonden te worden.’<br />

Als De Gooijer, Schouwenberg en Van der Wielen<br />

één ding moeten noemen dat hoog op hun wensenlijstje<br />

staat voor de TKI-BBE, is het het langjarig<br />

commitment van de Rijksoverheid. ‘Politici moeten<br />

over hun eigen schaduw – en daarmee over hun<br />

regering – heen stappen. Als de Rijksoverheid zegt<br />

de industrie is leidend, dat betekent dit dat je als<br />

overheid geen grote stempel moet drukken. Dat<br />

doet men vooralsnog wel door slechts voor twee<br />

jaar middelen toe te kennen. De ontwikkeling van<br />

een biobased economy vergt een lange adem.<br />

Xenofobe politiek met betrekking tot buitenlandse<br />

mogelijkheden helpt ons wat dat betreft niet. Bovendien<br />

zorgt meerjarig commitment van de overheid<br />

ook dat bedrijven gemakkelijker fi nanciering<br />

krijgen bij banken voor innovatieve activiteiten.’<br />

Onderwijs<br />

‘Verder is meer aandacht voor de onderwijsagenda<br />

niet alleen een wens, maar ook op zijn<br />

plaats’, stelt De Gooijer een naar zijn idee nog<br />

ongenoemd maar wel belangrijk onderwerp voor<br />

de totstandkoming van de biobased economy<br />

centraal. ‘Ondanks dat sommige rapporten het<br />

tegendeel beweren; het schreeuwend tekort aan<br />

Peter Paul Schouwenberg en Luuk van der Wielen<br />

professionals voor de biobased economy gaat er<br />

komen. De tijdshorizon ligt waarschijnlijk rond de<br />

zes à zeven jaar. En of er in die periode nu één,<br />

twee of tien opleidingen biobased economy komen<br />

maakt niet uit, als het speelt in de doelgroep<br />

(de scholieren) moet je het doen. Op dit moment<br />

weet de industrie echter nog niet of zij over enkele<br />

jaren biobased specialisten nodig heeft omdat zij<br />

de omschrijvingen van wat deze mensen moeten<br />

kunnen zelf nog niet hebben. Vergelijk het maar<br />

met Henry Ford. Die stelde ook niet de vraag<br />

of mensen snellere paarden wilden toen hij de<br />

auto introduceerde. Samenvattend: er is behoefte<br />

aan een education push.’ ‘Goed onderwijs voor<br />

de biobased economy is ook belangrijk voor de<br />

internationale marktwerking’, vult Van der Wielen<br />

aan. ‘Het Nederlandse onderwijs geniet in het<br />

buitenland nog altijd veel aanzien. Het creëren van<br />

dit type opleidingen is een van de vele kansen om<br />

Nederland internationaal op de kaart te zetten.’<br />

Wilt u meer lezen over de TKI-BBE of aansluiting<br />

zoeken bij de TKI-BBE? Surf dan naar www.tkibbe.nl<br />

voor meer informatie en contactgegevens<br />

van de TKI-BBE en de verschillende directieleden.<br />

De Gooijer, Schouwenberg en<br />

Van der Wielen in het kort<br />

Kees de Gooijer is sinds geruime tijd actief<br />

in de foodindustrie en momenteel de directeur<br />

van de Food & Nutrition Delta. Eerder<br />

gaf hij al leiding aan de Agrotechnology &<br />

Food Sciences Group van Wageningen UR.<br />

Peter-Paul Schouwenberg is binnen energiebedrijf<br />

Essent de founding father van<br />

het biomassaportfolio. Als programmamanager<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> heeft hij een<br />

belangrijke hand in de pilots en demonstratieprojecten<br />

die Essent uitvoert met<br />

verschillende soorten biomassa.<br />

Luuk van der Wielen is hoogleraar aan<br />

de TU Delft en al jaren werkzaam in de<br />

industriële biotechnologie. Circa tien jaar<br />

geleden werd hij benoemd als directeur van<br />

BE-Basic, een biobased en internationaal<br />

publiek-privaat samenwerkingsverband. Het<br />

initiatief beschikt met de Bio Process Facility<br />

bovendien over een gezamenlijke proeffaciliteit<br />

om demonstraties uit te voeren.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 11


European Forum for<br />

Industrial Biotechnology &<br />

The <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>2012</strong><br />

Where business and policy meet<br />

the leading European Biotech event<br />

16–18 October <strong>2012</strong> Swissôtel<br />

Düsseldorf, Germany<br />

Gathering together<br />

high-level representatives<br />

from Europe’s industrial<br />

biotechnology community<br />

and the broader bioeconomy,<br />

EFIB <strong>2012</strong> will feature an<br />

unrivalled calibre of speakers<br />

from both policy and<br />

business, to debate and<br />

develop the way forwards for<br />

biobased industries.<br />

Don’t miss out, register now at www.efibforum.com


De haalbaarheid van de biobased economy<br />

De vraag of de biobased economy haalbaar is<br />

lijkt keer op keer en vanuit alle hoeken in de<br />

samenleving terug te keren. Het cliché ‘biobased<br />

producten zijn toch veel duurder dan<br />

hun fossiele tegenhangers’ passeert menigmaal<br />

de revue. Velen stellen ook de vraag ‘hoe maken<br />

we de biobased economy ooit haalbaar?’<br />

Wat men vergeet is dat vóór het fossiele tijdperk<br />

alles biobased en… betaalbaar was!<br />

Bovendien hebben vele producten nooit een<br />

fossiele grondstof gekend en zijn deze sinds<br />

jaar en dag biobased. Zo zijn er naast voeding<br />

en veevoer herkenbare alledaagse producten<br />

als hout, papier, zeep en textiel (van wol tot<br />

katoen, jute, hennep en vlas). Maar natuurlijk<br />

zijn er ook minder zichtbare biobased componenten<br />

en chemicaliën die al jarenlang<br />

worden verwerkt in alledaagse producten.<br />

Denk bijvoorbeeld aan houtvezels in asfalt en<br />

medicijnen, zetmeel in behangplaksel, plantaardige<br />

olie in linoleum enzovoorts. Kortom,<br />

genoeg voorbeelden dat biobased materialen<br />

duurzaam en betaalbaar zijn.<br />

Logischerwijs gaat de ‘nieuwe’ biobased<br />

economy veel verder en is er meer mogelijk<br />

dan wij tot nu toe doen met de waardevolle<br />

natuurlijke grondstoffen van het land. In de<br />

twintigste eeuw – die getypeerd kan worden<br />

als het tijdperk van onbeperkte energie- en<br />

olievoorraden – zijn nieuwe materialen en<br />

chemicaliën vooral ontwikkeld uit de oneindig<br />

beschikbaar lijkende grondstof olie… Wat<br />

nu als we olie nooit hadden gevonden? Dan<br />

zouden we voortgeborduurd hebben op de<br />

kennis van de natuurlijke grondstoffen. Hadden<br />

we nog steeds gebouwd met natuurlijke<br />

materialen, geverfd met natuurlijke kleurstoffen<br />

en onze medicijnen uit planten gehaald.<br />

Tegelijkertijd moeten wij niet vergeten dat tal<br />

van sectoren biobased zijn gebleven. Secto-<br />

ren die jarenlang het bewerken van het land<br />

en het oogsten en verwerken van biobased<br />

grondstoffen hebben geoptimaliseerd. Zij hebben<br />

dit zodanig georganiseerd dat er op duurzame<br />

wijze inkomsten worden gegenereerd<br />

in de gehele keten. Het zijn sectoren die ook<br />

al jarenlang voldoen aan certifi ceringsnormen<br />

en strenge controles op grondstofvoorziening.<br />

Sectoren die zorgvuldig opgebouwde recyclingketens<br />

kennen voor hun biobased materialen.<br />

Het zijn sectoren die nog jarenlang<br />

economisch zullen kunnen draaien, mits ze<br />

niet door ‘goed bedoelde incentives voor de<br />

stimulering van de biobased economy’ de nek<br />

om worden gedraaid…!<br />

Denk aan de boeren die opeens energiegewassen<br />

gaan telen, omdat dit hen meer<br />

oplevert vanwege stimulering van bio-energie.<br />

Of aan bedrijven die biobased grondstoffen<br />

verwerkten tot biobased producten, maar hun<br />

grondstoffen niet meer kunnen betalen omdat<br />

de energie- en brandstoffensector ongelimiteerde<br />

koopkracht heeft gekregen. Of omdat<br />

reststromen niet meer worden hergebruikt,<br />

maar worden vergist om als maatschappij zo<br />

veel mogelijk groen gas te hebben.<br />

Wij moeten zorgen dat dit alles niet leidt<br />

tot een verlies aan werkgelegenheid en een<br />

teruglopende economie, omdat we onze<br />

duurzame energiedoelstellingen willen halen.<br />

Een duurzame biobased economy vergt niet<br />

alleen het stimuleren van het nieuwe, maar<br />

ook het behouden en het doorontwikkelen<br />

van dat wat oud en goed is. Alleen dan is<br />

een duurzame biobased economy ook economisch<br />

haalbaar!<br />

Annita Westenbroek,<br />

Dutch Biorefi nery Cluster en<br />

Platform Agro-Papier-Chemie<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 13


14 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong>


Bos- en houts ector acteert al jaren in biobased economy:<br />

‘Hernieuwde aandacht voor biobased economy biedt kansen om<br />

toegevoegde waarde hout beter onder de aandacht te brengen’<br />

‘De houtketen is biobased avant la lettre.’ Aan het woord is Jaap van den Briel, secretaris van het<br />

Platform Hout. In dit tweede artikel in een reeks interviews met bedrijven en organisaties die bewijzen<br />

dat het al mogelijk is om bedrijvigheid en winst te creëren in de biobased economy, spreekt de redactie<br />

met het Platform Hout, vertegenwoordiger van de Nederlandse bos- en houtsector.<br />

Sinds jaar en dag is de Nederlandse bos- en houtsector<br />

verenigd in het Platform Hout. Dit orgaan<br />

representeert op die manier gebruikers van hout<br />

en houtvezels in de keten van productie tot en met<br />

eindgebruik en recycling. Het Platform Hout wordt<br />

voorgezeten door bestuurder Loek Hermans. Waar<br />

vroeger veelal individuele bedrijven lid waren van<br />

het platform, zijn het nu overwegend koepelorganisaties<br />

– alle weer met hun eigen leden – die als<br />

het ware een marktcoalitie vormen. De deelnemers<br />

lopen uiteen van boseigenaar tot energieproducent,<br />

oftewel van de Koninklijke Vereniging van<br />

Nederlandse Houtondernemingen en de Federatie<br />

Particulier Grondbezit tot de Koninklijke Vereniging<br />

van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken en<br />

Energie-Nederland. Verder zijn ook individuele<br />

organisaties als Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer<br />

aangesloten.<br />

Biomassa<br />

De Nederlandse bos- en houtsector speelt een<br />

cruciale rol in de biobased economy, al is het alleen<br />

maar vanwege de bijdrage die zij levert aan<br />

de productie van bio-energie. Zo was de energiesector<br />

in 2010 goed voor drieënveertig procent<br />

van het totale houtverbruik in de Europese Unie.<br />

De verwachting is dat dit houtverbruik zowel<br />

in volume als percentage nog verder zal toenemen.<br />

In 2030 verbruikt de energiesector naar<br />

verwachting vierenvijftig procent van het totale<br />

houtverbruik in de Europese Unie. Daarmee zou<br />

de energiesector in 2030 meer hout verbruiken<br />

dan de traditionele houtsector.<br />

‘Met de wetenschap dat de binnenlandse productie<br />

van biomassa beperkt is, zal veel houtige<br />

biomassa geïmporteerd moeten worden’, stelt<br />

platformsecretaris Van den Briel. Als platform zijn<br />

wij daarom groot voorstander van cascadering<br />

en het zuinig omgaan met de grondstof hout.<br />

Diverse Europese studies laten namelijk al zien<br />

dat in de periode 2020-2030 een substantieel<br />

houttekort voor de houtverwerkende industrie zal<br />

ontstaan met alle gevolgen van dien.’<br />

‘Hout is namelijk niet alleen voor de productie van<br />

bio-energie waardevol’, vervolgt Van den Briel.<br />

‘Meer en meer komt onze sector tot de ontdekking<br />

dat houtvezels hoger in de bio-cascadering terecht<br />

kunnen komen. Daarom is het ook zo interessant<br />

om met nieuwe en bestaande technologieën<br />

lignine en houtvezels via biorefi nery vroegtijdig<br />

te scheiden. Gezamenlijk werken wij binnen het<br />

Platform Hout dan ook aan het vergroten van het<br />

houtvezelaanbod, het verlengen van de gebruiksduur<br />

van hout en houtvezels en het versterken<br />

van het gebruik van hout en houtvezels in onder<br />

meer de bouwsector. Hout als duurzaam materiaal<br />

voor woning- en utiliteitsbouw biedt bijvoorbeeld<br />

een nieuw groeipotentieel voor bedrijvigheid in de<br />

bouwsector en verlengt de keten van opslag en<br />

klimaatneutrale toepassing van koolstof. Daarmee<br />

snijdt het mes aan twee kanten.’<br />

Duurzame houtketen<br />

Hout – een hernieuwbare grondstof pur sang – verdient<br />

volgens Van den Briel veel meer aandacht dan<br />

het nu krijgt. ‘Hout wordt vaak ambivalent tegemoet<br />

getreden door de binnenlandse politiek. Het is<br />

verbazingwekkend dat de duurzame houtketen die<br />

in Nederland de afgelopen jaren is ontstaan, politiek<br />

onopgemerkt blijft.’ De nieuwe koers van het Platform<br />

Hout – die recent is uitgezet – is dan ook het<br />

streven naar een hernieuwde en bredere profi lering<br />

van hout in de biobased economy. ‘De Nederlandse<br />

bos- en houtsector dreigt namelijk de aansluiting<br />

met de biobased economy te missen omdat ze<br />

erg heterogeen is’, stelt Van den Briel. ‘Om het<br />

Nederlandse bos- en houtconglomeraat goed<br />

georganiseerd te krijgen, willen wij als platform<br />

onze meerwaarde tonen. Die meerwaarde kunnen<br />

wij tonen door hout, maar ook houtvezels positief<br />

te positioneren in de biobased economy.’<br />

Persoonlijk ziet Van den Briel de opkomst van de<br />

biobased economy niet als een revolutie voor de<br />

bos- en houtsector, maar meer als het ontstaan van<br />

extra business kansen. ‘Hout en houtvezels kunnen<br />

immers een wezenlijke bijdrage leveren aan en<br />

als grondstof fungeren voor de groene economie.<br />

Bovendien kan het ook een grote rol spelen bij het<br />

terugdringen van de CO2-uitstoot. En, de bos- en<br />

houtsector heeft al veel ervaring in en kennis over<br />

duurzaamheidscertifi cering. Al met al biedt de biobased<br />

economy kansen om ons als sector en hout<br />

als product beter onder de aandacht te brengen.<br />

Duurzame productie, handel en toepassing moet<br />

daarbij zo snel mogelijk de norm worden.’<br />

Feiten over de bos- en houtsector<br />

Nederland telt zo’n 360.000 hectare bosoppervlak,<br />

wat neerkomt op 10,6 procent van<br />

het landoppervlak. Zo’n 159.000 hectare van<br />

het bosoppervlak is duurzaam gecertifi ceerd,<br />

wat neerkomt op 44 procent van het Nederlandse<br />

bos. Op wereldschaal is zeventien procent<br />

van het bos waaruit hout wordt geoogst<br />

gecertifi ceerd voor duurzaam bosbeheer.<br />

Het Nederlandse bos bestaat voor vierenvijftig<br />

procent uit naaldboomsoorten en zesenveertig<br />

procent uit loofboomsoorten. Jaarlijks<br />

wordt er in het Nederlandse bos 801.000<br />

kubieke meter industrieel rondhout geoogst.<br />

Van de jaarlijkse bijgroei wordt slechts vijfenvijftig<br />

procent geoogst. Dit zou tot vijfenzeventig<br />

procent kunnen stijgen, zonder dat de<br />

duurzaamheid in het geding komt.<br />

De Nederlandse bos- en houtsector telt zo’n<br />

3.500 à 4.000 bedrijven en telt zo’n vijfenveertig-<br />

tot vijftigduizend werknemers. De<br />

totale waarde van houtproducten die Nederland<br />

exporteert bedraagt zo’n 3,3 miljard<br />

euro, de waarde van import 4,8 miljard euro.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 15


Huub de Groot en Fokko Pentinga spreken zich uit<br />

‘Biozonnecellen zijn het kloppend hart van de biobased economy’<br />

In de rubriek 2Dingen spreekt <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> ieder kwartaal met twee ondernemers<br />

of onderzoekers die elk een expliciete mening hebben over een specifiek thema. Dit keer professor<br />

Huub de Groot van de Universiteit Leiden en Fokke Pentinga, chief executive officer van Amtech<br />

Group; het moederbedrijf van solar equipment fabrikant Tempress Systems uit Vaassen. Beiden gaan<br />

zij in op het thema biosolar cells, systemen die met behulp van fotosynthese zonlicht omzetten in<br />

bruikbare energie zoals solar fuels.<br />

16 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Professor Huub de Groot is niet alleen hoogleraar<br />

Biophysical Organic Chemistry aan de<br />

Universiteit Leiden, maar is ook wetenschappelijk<br />

directeur van BioSolar Cells. Binnen dit vijfjarig<br />

onderzoeksproject werken kennisinstellingen<br />

en bedrijven samen. Zij doen onderzoek naar<br />

het optimaliseren van het fotosyntheseproces in<br />

planten, algen en bacteriën en het ontwikkelen<br />

van ‘kunstmatige bladeren’, een combinatie van<br />

biologische en kunstmatige componenten. De<br />

Groot propageert hartstochtelijk het verkopen van<br />

‘hoop’, een totaal andere route dan bijvoorbeeld<br />

de Verenigde Staten volgt.<br />

Huub de Groot: ‘De Amerikanen zijn op de<br />

denklijn terecht gekomen van ‘selling fear’. Met<br />

angstbeelden – in de strekking van: ‘als wij niet<br />

uitkijken dan…!’ – proberen zij een ommekeer<br />

te realiseren. Daar is an sich niets op tegen. Het<br />

is een keuze, mede te verklaren doordat men in<br />

Amerika in dit onderzoeksdomein veelal afhankelijk<br />

is van overheidsfinanciering. De Amerikanen<br />

hebben zodoende gepoogd van biosolar cells een<br />

soort ‘man on the moon’-project te maken: een<br />

massale exercitie die leidt tot het beschikbaar komen<br />

van technologieën om solar fuels te maken.<br />

Ook de Amerikaanse president Barack Obama<br />

noemde fotosynthese als expliciet voorbeeld voor<br />

een impulsprogramma voor duurzame energie. In<br />

Nederland kiezen wij een andere route. Wij verkopen<br />

als het ware hoop in plaats van vrees. Daarbij<br />

is het uiteraard weer zaak dat je geen valse hoop<br />

verkoopt. Wij werken met bedrijven en die kunnen<br />

geen angstbeelden aan klanten verkopen. Je moet<br />

werken met ideeën waar hoop achter zit.<br />

Die hoop is in Europa eigenlijk in 2008 ontstaan.<br />

Onder de vlag van de European Science Foundation<br />

zijn toentertijd in een white paper een<br />

aantal potentiële doorbraken in het vakgebied<br />

fotosynthese op papier gezet. Een groep wetenschappers<br />

is bij elkaar gekomen om te overleggen<br />

hoe kennis over zonne-energie te combineren<br />

valt met nieuwe kennis over fotosynthese met het<br />

doel om biozonnecellen te creëren die niet alleen<br />

zonnestroom maar ook brandstof kunnen maken.<br />

Naar aanleiding van de white paper zijn toen een<br />

aantal workshops georganiseerd met experts uit<br />

Europa en de Verenigde Staten. Op dat moment<br />

is door een sneeuwbaleffect de basis gelegd voor<br />

BioSolar Cells omdat onder meer Wageningen UR<br />

de leiding nam om dit onderwerp binnen Nederland<br />

naar een hoger plan te tillen. En, met Bio-<br />

Solar Cells is Nederland zelfs het eerste Europese<br />

land dat daadwerkelijk meters maakt.<br />

Biozonnecellen zijn in feite het kloppend hart van<br />

de biobased economy. Je kunt de ambitie hebben<br />

een biobased economy op te zetten, maar je<br />

wilt niet na een rondje om de kerk al tot stilstand<br />

komen omdat je energie te kort komt. Je hebt<br />

daarom brandstoffen nodig die zeer efficiënt<br />

zonlicht converteren. Die filosofie wordt inmiddels<br />

breedschalig opgepikt. Ook BioSolar Cells maakt<br />

onderdeel uit van het grotere geheel: de energietransitie.<br />

Die duurt naar alle waarschijnlijkheid wel<br />

dertig jaar. Wij willen als programma een belangrijk<br />

bijdrage leveren aan het realiseren van nieuwe<br />

technologieën. Juist omdat wij uit het verleden<br />

weten dat je vroeg moet beginnen met wetenschapswerk.<br />

Wij proberen onze onderzoekslijnen<br />

specifiek voor bedrijven in te zetten. Zij willen als<br />

eerste in de nieuwe markten zitten. Wij dagen hen<br />

uit om met onze technologie de stap te zetten op<br />

die nieuwe markten. Wij sluiten allianties. Niet<br />

vanuit de dogmatiek van onze eigen wetenschap,<br />

maar vanuit de dialoog met bedrijven.<br />

Kortom, wij verkopen hoop. Anderzijds is het wel<br />

cruciaal dat men beseft dat de tijd niet eindeloos<br />

opgerekt kan worden. Er is een grote urgentie<br />

om door te pakken. Onze lineaire economie trekt<br />

een te grote wissel op de aarde. Wij moeten er<br />

voor zorgen dat wij in de toekomst de kringlopen<br />

sluiten en daarvoor moet je tijdig over de juiste<br />

technologieën beschikken.’


Fokko Pentinga is chief executive officer van<br />

de Amerikaanse Amtech Group en lid van het<br />

Topteam Energie van de Rijksoverheid. Pentinga<br />

gaf de afgelopen jaren leiding aan het<br />

in Nederland gevestigde dochterbedrijf Tempress<br />

Systems. Dit bedrijf is actief in de solar<br />

industrie en wereldwijd marktleider in solar<br />

diffusieproductieapparatuur. Bovendien baarde<br />

de onderneming de afgelopen jaren opzien<br />

door samen met onderzoeksinstituut ECN de<br />

productiemachines voor het nieuwe N-type<br />

silicum zonnecel te introduceren bij de Chinese<br />

fabrikant Yingli Solar. Pentinga is een groot<br />

voorstander van het introduceren van meer<br />

duurzamere vormen van bio-energie, zoals<br />

solar fuels. Pentinga vreest wel dat Nederland<br />

onvoldoende investeert in de zogenaamde<br />

early deployment fase waardoor het gevaar op<br />

de loer ligt dat de boot gemist wordt.<br />

Fokko Pentinga: ‘Het verbranden van biomassa<br />

zoals dat nu overal ter wereld gebeurt is absoluut<br />

niet duurzaam en wij moeten hier zo snel mogelijk<br />

van af. Ik ben dan ook fervent voorstander<br />

van grootschalige onderzoeksprogramma’s naar<br />

onder meer solar fuels. Omdat het veelal om<br />

lange termijnonderzoek gaat is het ook logisch<br />

dat de bijdrage van het Rijk groot is.<br />

Tegelijkertijd ligt wel het gevaar op de loer<br />

dat Nederland de markt voor de komende tien<br />

jaar verliest. Dit hebben wij bijvoorbeeld in<br />

de markt van zonne-energie gezien. Er wordt<br />

in Nederland ontzettend veel onderzoeksgeld<br />

in dunne film zonnecellen gepompt, maar<br />

ondertussen heeft de grote concurrent – de<br />

silicium zonnecel – meer dan tachtig procent<br />

van de markt in handen. Nu de luchtbel uit de<br />

siliciumprijs is neemt de dominantie van dit<br />

type zonnecellen zelfs nog meer toe. Dit is een<br />

voorbeeld waar wij lering uit kunnen trekken.<br />

Het financieren van langetermijnonderzoek<br />

naar solar fuels is an sich dus wel goed, maar<br />

wij moeten de kortetermijnbusiness niet vergeten.<br />

Tegelijkertijd zal het besef dat de huidige<br />

vormen van bio-energie niet duurzaam zijn<br />

snel komen. Juist de meer duurzame vormen<br />

van bio-energie zullen in het spectrum van<br />

duurzame energie in het komend decennium<br />

aan belang en marktaandeel winnen. Het is<br />

belangrijk dat Nederland zonder discussie<br />

gedurende die periode ook investeert in deze<br />

markt. Als je niet met de huidige trend meegaat,<br />

loop je bedrijvigheid mis.<br />

Dit is overigens ook de kerngedachte van het<br />

topsectorenbeleid. Met het Topteam Energie<br />

proberen wij een positieve verandering teweeg<br />

te brengen door technologieontwikkeling te<br />

stimuleren en te financieren. De fase van toepassing<br />

en deployment is vervolgens voor de<br />

industrie. Deze dient zichzelf van de grond te<br />

trekken. In mijn optiek zou het een welkome<br />

verrijking zijn als bedrijven in de early deployment<br />

fase extra geholpen worden, dit gebeurt<br />

ook in andere landen.<br />

Wat dat betreft is het level playing field er<br />

niet. Individuele landen pompen immers fors<br />

geld in bepaalde industrieën. Amerika in de<br />

halfgeleiderindustrie, Duitsland in de automotive<br />

sector, China in de solar industrie en Korea<br />

in de wapenindustrie. Je moet als Nederlandse<br />

overheid daarom investeren in bepaalde sectoren<br />

anders krijg je het vliegwieleffect niet.<br />

Een van de oplossingen is om meer geld naar<br />

de grote Nederlandse kennisinstellingen te<br />

loodsen en hen die vervolgens laten investeren<br />

in pilot plants en zo bedrijven door de early<br />

deployment fase heen te helpen.’<br />

2DINGEN<br />

NADER UITGELEGD...<br />

Biosolar cells<br />

Letterlijk vertaald zijn ‘biozonnecellen’<br />

natuurlijke of op natuurlijke<br />

processen gebaseerde systemen<br />

die met behulp van fotosynthese<br />

zonlicht omzetten in bruikbare<br />

energie. Dat kan op veel verschillende<br />

manieren. In Nederland werkt men<br />

aan het optimaliseren van het<br />

fotosyntheseproces in planten, algen<br />

en bacteriën en het ontwikkelen<br />

van ‘kunstmatige bladeren’, een<br />

combinatie van biologische en<br />

kunstmatige componenten.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 17


DE START-UP<br />

TopAlg wil met Spirulina één van de grootste<br />

‘waterboeren’ ter wereld worden<br />

In de rubriek de Start-Up spreekt de redactie iedere editie met een startende<br />

ondernemer die zijn kansen probeert te verzilveren in de biobased economy. In deze<br />

tweede editie spreken wij met één van de ondernemers achter het nieuwe bedrijf<br />

TopAlg, te weten Ruben van Maris. TopAlg legt zich toe op het kweken van Spirulina<br />

en bevindt zich momenteel in een opschalingsfase.<br />

Spirulina is een oeroude soort blauwgroene algen die van nature onder<br />

andere voorkomt in Mexicaanse meren en delen van Midden-Afrika. Daar<br />

is het wier al duizenden jaren een belangrijk voedingsbestanddeel. ‘Spirulina<br />

is in feite één van de oudste voedselsoorten van de planeet’, vertelt<br />

Van Maris. ‘Het bestaat al 3,6 miljard jaar. Wij kweken deze alg op zoet<br />

water. Ons belangrijkste onderscheidend vermogen ten opzichte van concurrenten<br />

is dat wij Spirulina kunnen maken die geur- en smaakloos is.’<br />

Voedingswaarde<br />

Circa tien maanden geleden startte Van Maris in samenwerking met een<br />

voormalige rozenkwekerij, proeven met het kweken van Spirulina. Dit<br />

gebeurde in vier reactors met een gezamenlijk oppervlak van duizend<br />

vierkante meter. Van Maris: ‘Door de gekweekte Spirulina te vriesdrogen<br />

houden wij momenteel twee tot drie kilo droge stof per reactor<br />

over. Deze stof bestaat voor vijfenzestig procent uit eiwit. Doordat het<br />

geur- en smaakloos is, kan deze zeer gemakkelijk bijgemengd worden<br />

in voedsel. Twee gram Spirulina bevat evenveel antioxidanten als één<br />

kilo spinazie. Dat is ook de grote kracht van deze alg; het heeft door de<br />

enorme hoeveelheid antioxidanten en omega 3-vetzuren een ongekend<br />

hoge voedingswaarde.’<br />

‘Wij willen over vijf jaar één van de grootste algenboeren ter wereld zijn<br />

en het neusje van de zalm aanbieden’, vervolgt Van Maris. ‘In verschillende<br />

delen van de wereld zullen wij ons product aanbieden. In een land<br />

als Indonesië oriënteren wij ons op een feed toepassing als voedsel voor<br />

koeien en vissen. Daarnaast trachten wij Spirulina ook aan de man te<br />

brengen via verzorgingsproducten, want je huid wordt jonger door het<br />

gebruik van antioxidanten. Tenslotte is Europa een zeer belangrijke markt.<br />

Hier kan de plant onder andere toegepast worden in het hogere voedingssegment<br />

zoals in sportdrank of als voedingssupplement. Spirulina kan<br />

gebruikt worden om het voedsel als het ware op te peppen.’<br />

Massaproductie<br />

Over twee tot drie jaar verwacht Van Maris met Spirulina voor de industrie<br />

zelfs een aantal E-nummers weg te kunnen nemen. ‘Met ons<br />

product kunnen wij straks in voedsel alle gewenste kleuren aanbrengen,<br />

van rood tot geel naar blauw. Het is echter eerst van belang om het<br />

productieproces te stabiliseren. Dit betekent dat wij in kassen zullen<br />

produceren. Wij gaan daarbij voor massaproductie in Nederland. Door<br />

een hoge mate van automatisering is dat ook kostentechnisch mogelijk.<br />

Na het oogsten van de Spirulina wordt deze gewassen en via vriesdrogen<br />

binnen vijf minuten naar een temperatuur van min dertig graden Celsius<br />

gebracht. Het is belangrijk om dit proces ook bij de opschaling van de<br />

productie stabiel te houden. De productie vergt geen grote hoeveelheden<br />

stroom en de benodigde warmte winnen wij uit een composthoop van<br />

groenafval die naast de productiefaciliteit gelegen is. Zoals aangegeven<br />

streven wij naar een paar kickstarts, bijvoorbeeld door twee tot drie<br />

grote voedingsproducenten te triggeren om de door ons geproduceerde<br />

Spirulina toe te voegen aan hun producten. Als de vraag vervolgens zal<br />

toenemen, is het mogelijk om in Nederland ook andere tuinders onder<br />

licentie te laten produceren.’<br />

Waar TopAlg nu in vier reactors produceert met ieder een oppervlak van<br />

tweehonderdvijftig vierkante meter, wordt dit binnen afzienbare termijn<br />

verhoogd naar tweeëndertig reactors. ‘En het fors verhogen van de productiecapaciteit<br />

is cruciaal’, besluit Van Maris. ‘Als wij nu in gesprek zijn<br />

met een aantal grote bedrijven stellen ze twee vragen: is het een schone<br />

technologie en kun je tachtig ton van je product leveren. Wij zijn voornemens<br />

deze twee vragen straks met ja te kunnen beantwoorden.’


SEPTEMBER <strong>2012</strong> • SPECIAL PROVINCIE GELDERLAND<br />

Gelderland stimuleert vorming<br />

Bioeconomy Innovation Cluster<br />

‘Oost-Nederland op de kaart zetten als hotspot’<br />

Tuinbouwsector Betuwe<br />

omarmt biobased economy<br />

Greenport Betuwse Bloem coördineert praktijkproeven<br />

Bedrijfsleven heeft wél behoefte aan<br />

tienduizend biobased specialisten<br />

René Wijffels voorspelt groeiende vraag naar studenten<br />

‘In 2020 misschien vijftig<br />

fabrieken voor torrefactie’<br />

Jules Kortenhorst over potentie van Topell Energy


DE VAKBEURS VOOR OPTIMAAL BESPAREN<br />

• Dé nationale energiebeurs<br />

• Alles over energie inkopen, duurzame<br />

energie en energiebesparing<br />

• • Laatste Laatste nieuws nieuws over over regelgeving,<br />

regelgeving,<br />

energiezuinige bouwconcepten<br />

en duurzame oplossingen<br />

NIEUW<br />

PASSIEF BOUWEN EVENT<br />

EXPOSITIEPROGRAMMA<br />

EXPOSITIEPROGRAMMA<br />

& & WORKSHOPS<br />

WORKSHOPS<br />

WORKSHOPS<br />

PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

WWW.PASSIEFBOUWENEVENT.NL<br />

9 - 11 OKT <strong>2012</strong><br />

BRABANTHALLEN ‘S HERTOGENBOSCH<br />

REGISTREER MET CODE 10000372<br />

VIA WWW.ENERGIEVAKBEURS.NL<br />

VOOR GRATIS TOEGANG<br />

Energie vakbeurs & Energie <strong>2012</strong><br />

@Energievakbeurs (#energievakbeurs)


Gelderland werkt aan Bioeconomy Innovation Cluster:<br />

‘Oost-Nederland op de kaart zetten als hotspot voor biobased economy’<br />

Geen woorden, maar daden. Het is een credo dat de provincie Gelderland op het lijf is<br />

geschreven. En zo ook de biobased economy. Gelderland heeft zichzelf qua marketing tot<br />

dusver nog niet als hotspot onderscheiden, maar alle ingrediënten zijn aanwezig om dit<br />

zo snel mogelijk te veranderen. De Gelderse biobased economy draait namelijk op volle<br />

toeren: van de torrefactiefabriek van Topell Energy tot het AlgaePARC van Wageningen UR.<br />

‘De grote kracht is dat de ontwikkeling van de Gelderse biobased economy<br />

vanuit de samenleving zelf komt’, constateert de Gelderse gedeputeerde<br />

Annemieke Traag. ‘Want of het nu om bedrijven, gemeenten<br />

of kennisinstellingen gaat, zij werken gezamenlijk op grote schaal aan<br />

initiatieven in de biobased economy. Het leeft in de maatschappij en wij<br />

bieden hulp als provincie.’<br />

Icoonprojecten<br />

‘Jaren geleden lag het accent alleen op het stimuleren van de productie<br />

van bio-energie’, memoreert Traag. ‘Dit kwam voort uit het feit dat hier veel<br />

vraag naar was. Via het project Biogas Infrastructuur Oost-Nederland (BION)<br />

investeren wij in de Achterhoek samen met Alliander nog altijd fors in de<br />

productie en het transport van biogas, maar tegelijkertijd zijn onze inspanningen<br />

in de biobased economy fors verbreed. Het accent verschuift meer<br />

en meer naar hoogwaardige toepassing van biomassa.’<br />

Het vehikel waarmee de provincie Gelderland deze verschuiving wil faciliteren<br />

is het Bioeconomy Innovation Cluster (BIC) Oost-Nederland. ‘Het BIC<br />

gaat Oost-Nederland op de kaart zetten als innovatieve hotspot voor biobased<br />

economy’, stelt Traag overtuigend. ‘Het BIC Oost-Nederland verbindt<br />

namelijk de al gerealiseerde projecten als AlgaePARC met bioraffi nageprojecten<br />

die in ontwikkeling zijn.’ Met het BIC Oost-Nederland wordt de biobased<br />

economy langs drie sporen gestimuleerd: algen en verse biomassa,<br />

lignocellulose en vezels en tenslotte mest en slib. Traag: ‘Wij beschikken<br />

daarbij in alle drie de sporen over icoonprojecten met internationaal aanzien.<br />

Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan Topell Energy en het eendenkroosproject<br />

bij Groot Zevert Vergisting.’<br />

Groene economie<br />

‘Wij kunnen echter pas tevreden zijn als over enkele jaren de verschillende<br />

initiatieven daadwerkelijk tot successen hebben geleid. Successen voor de<br />

vergroening van de economie en er moet bovendien nieuwe bedrijvigheid<br />

en werkgelegenheid gegenereerd zijn’, vervolgt Traag. ‘Gelderland moet<br />

tegen die tijd in Den Haag en Europa ook erkend worden als voedingsbodem<br />

waar de biobased economy tot wasdom komt. Het BIC Oost-Nederland<br />

zie ik daartoe als de voor de regio benodigde koepel; gericht op onderling<br />

leren, samenwerken en afstemmen. Maar juist ook om het gezicht van de<br />

regio te zijn naar de (inter)nationale politiek.’<br />

En volgens Traag heeft Gelderland nog fl ink wat ijzers in het vuur voor de<br />

komende periode. ‘Waar wij in de tender Biobest Products – een subsidieregeling<br />

om nieuwe technologieën en producten het laatste zetje naar<br />

de markt te geven – anderhalf jaar geleden al ruim honderdvijftig projectideeën<br />

binnenkregen, willen wij dit in 2013 en 2015 overtreffen met twee<br />

nieuwe tenders. Het leuke is dat het vooral midden- en kleinbedrijven zijn<br />

die gebruik hebben gemaakt van de regeling. Verder zoeken wij de verbinding<br />

met de aangrenzende provincies Limburg, Noord-Brabant, Overijssel en<br />

het Duitse Nordrhein-Westfalen. Kortom, wij zoeken graag de aansluiting en<br />

ik hoop dat men ons weet te vinden.’<br />

Gedeputeerde<br />

Annemieke Traag<br />

Special Gelderland | 3


Kartrekker Wageningen UR over clustering in biobased economy:<br />

‘Bioeconomy Innovation Cluster Oost-Nederland<br />

moet een economische ontwikkeling zijn’<br />

In Oost-Nederland wordt hard gewerkt aan de oprichting van het Bioeconomy Innovation<br />

Cluster (BIC) Oost-Nederland. Het BIC Oost-Nederland gaat een koepel vormen voor de<br />

verschillende activiteiten die plaats vinden op het gebied van bioraffi nage van algen, andere<br />

verse biomassa, lignocellulose en mest en slib. ‘Bioraffi nage is de enabling technology van de<br />

biobased economy’, stellen Erik van Seventer en Gulden Yilmaz van Wageningen UR, een van de<br />

voornaamste kartrekkers van het BIC Oost-Nederland.<br />

‘Jaren geleden hebben wij als Wageningen UR al een<br />

formele samenwerking afgesloten met de provincie<br />

Gelderland voor de biobased economy’, memoreert<br />

Erik van Seventer, programmamanager <strong>Biobased</strong><br />

<strong>Economy</strong> bij Wageningen UR. ‘Een van de zaken die<br />

4| Special Gelderland<br />

hieruit voortgekomen is, is de ambitie voor het vormen<br />

van het BIC Oost-Nederland. Dit voelt als een<br />

samenwerking in eigen huis, maar het neemt niet<br />

weg dat wij als Wageningen UR natuurlijk een (inter)<br />

nationaal biobased netwerk hebben en stimuleren.’<br />

Concentratie<br />

Een van de succesvolle voorbeelden waar<br />

clustering toe kan leiden – en een van de onderdelen<br />

van het BIC Oost-Nederland – vormt<br />

het AlgaePARC (zie kader). Van Seventer: ‘Dit<br />

project heeft een internationale aantrekkingskracht<br />

en laat zien waar een concentratie van<br />

activiteiten toe kan leiden. Inmiddels hebben<br />

zich bijna twintig ondernemingen aan het<br />

initiatief gecommitteerd. Voor het BIC Oost-<br />

Nederland zou het fantastisch zijn als zich een<br />

dergelijke ontwikkeling rond bioraffi nage in<br />

de andere industrieën gaat vormen en zo nog<br />

meerdere hotspots ontstaan.’<br />

‘Bioraffi nage is immers de enabling technology<br />

voor de biobased economy’, vult Gulden<br />

Yilmaz aan, binnen Wageningen UR kartrekker<br />

van het BIC Oost-Nederland. ‘En voor het BIC<br />

Oost-Nederland geldt dat bioraffi nage meerdere<br />

invalshoeken kent: van algen – zoals gezegd fysiek<br />

geconcentreerd op het AlgaePARC – tot andere<br />

verse biomassa, mest en slib en lignocellulose dat<br />

onder meer in de papierindustrie gebruikt wordt.<br />

Met het BIC Oost-Nederland wordt een belangrijke<br />

koepel gecreëerd die partijen samenbrengt en de<br />

biobased economy uiteindelijk in Nederland op<br />

gang brengt. Economische en milieutechnische<br />

voordelen gaan daarbij hand in hand. Het levert<br />

immers niet alleen banen, nieuwe producten en<br />

markten maar ook enorme milieuwinst op.’<br />

Fysieke clustering<br />

Momenteel is Yilmaz samen met de verschillende<br />

partners druk doende om het BIC Oost-<br />

Nederland formeel op te richten. De belangrijkste<br />

pijlers zijn volgens Yilmaz gemeenschappelijk


onderzoek, effi ciënt toepassen van resultaten en<br />

het genereren van economische bedrijvigheid.<br />

‘Dit laatste zal plaatsvinden via fysieke clustering.<br />

Allereerst is er dus het AlgaePARC, verder wordt<br />

voor lignocellulose gekeken naar clustering bij<br />

een papierfabriek, voor verse biomassa is het<br />

Fresh Biomass Refi nery PARC in Wageningen<br />

in oprichting en voor mest en slib komt er een<br />

innovatiecentrum in de Achterhoek.’<br />

Tipping point<br />

Al met al verwachten Van Seventer en Yilmaz<br />

dat het BIC Oost-Nederland in eerste instantie<br />

grote impact gaat hebben op de Gelderse biobased<br />

economy. Yilmaz: ‘Het is zaak een tipping<br />

point te creëren door vanuit de verschillende<br />

invalshoeken een substantieel aantal partijen te<br />

betrekken. We beginnen in Gelderland en vanaf<br />

hier gaat het BIC verder groeien. ’ Van Seventer<br />

voegt toe: ‘Het BIC Oost-Nederland is het vehikel<br />

waarmee een ongekend groot aantal leads<br />

verzilverd kan worden. De biobased economy<br />

en bioraffi nage in het bijzonder zijn emerging<br />

thema’s. Daar horen ook tegenvallers bij, want<br />

onverwachte meevallers bestaan nog niet. Wij<br />

zijn echter optimistisch gestemd omdat steeds<br />

meer zaken tot succes leiden. Kijkend naar onze<br />

eigen positie in dit alles, kunnen wij als Wageningen<br />

UR vaststellen dat wij internationaal<br />

erkend zijn en vanuit China tot Brazilië, Amerika<br />

en Frankrijk gevraagd worden onderzoek naar<br />

de biobased economy uit te voeren. In Europa<br />

behoren wij daarmee in ieder geval tot de top<br />

drie en wereldwijd tot de top tien. Het is onze<br />

ambitie die positie minimaal vast te houden en<br />

daar waar mogelijk te versterken.’<br />

AlgaePARC volledig operationeel en gestart met onderzoeksprojecten<br />

Op het Algae Production And Research Centre (AlgaePARC) in Wageningen wordt sinds vorig jaar<br />

onderzoek gedaan naar de omstandigheden waaronder algen het beste groeien. Zij worden al<br />

enkele jaren bestempeld als dé toekomstige bron van ‘groene’ brandstof en duurzame productie<br />

van chemicaliën. ‘Maar het gaat zeker nog een aantal jaren duren voordat algen op grote schaal<br />

geproduceerd kunnen worden’, stelt René Wijffels, wetenschappelijk directeur van het AlgaePARC.<br />

‘Het is natuurlijk mooi dat iedereen roept dat algen een hoge potentie hebben, maar de stap naar<br />

commercialisering is tegelijkertijd moeilijk te maken. Ook als je snel werkt duurt het tien tot vijftien<br />

jaar alvorens je een commerciële schaal bereikt. Toch is het gelukt om de politiek en de industrie zich<br />

te laten committeren aan het AlgaePARC. Belangrijk, want het AlgaePARC is hét vehikel om de stap<br />

naar commerciële productie mogelijk te maken.’<br />

Inmiddels is het park een jaar operationeel. ‘Het eerste jaar was gepland om de zaak aan het draaien te<br />

krijgen en dat is inmiddels gelukt’, stelt Wijffels. ‘Bovendien zijn er op het terrein vier grote onderzoeksprojecten<br />

van start gegaan: BioSolarCells, het Europese SPLASH-project en een bilateraal en een industrieel<br />

project.’ In de projecten wordt onder meer onderzocht onder welke omstandigheden en in welke<br />

bioreactoren – zoals een buizen of ‘open zwembad’-systeem – algen het beste groeien. Algen groeien via<br />

fotosynthese en tijdens dit proces maken ze bijvoorbeeld eiwitten, vetzuren of enzymen die als voedsel,<br />

chemicaliën en brandstof kunnen dienen. ‘Wij willen toe naar het gericht sturen van algen zodat je bepaalde<br />

oliën, zetmeel, eiwitten of pigmenten kan maken’, vervolgt Wijffels. ‘Tot dusver worden die op basis<br />

van algen nog niet commercieel geproduceerd. Wij willen daarom een stabiel productieproces van algen<br />

creëren die deze producten aanmaken. Dit moet een van de grootste eyecatchers van het AlgaePARC<br />

worden. Verder moeten algen ook energiepositief worden, anders verdwijnt het duurzame karakter.’<br />

Special Gelderland | 5


Gelderse papierindustrie omarmt biobased economy<br />

Meer dan een eeuw geleden telde Gelderland zo’n honderdtachtig papiermolens. Ook vandaag de dag staat een<br />

groot deel van de Nederlandse papierfabrieken in Gelderland. Stuk voor stuk omarmen zij momenteel de biobased<br />

economy. Een gesprek met Parenco, Papierfabriek Schut en DS Smith Packaging laat forse ambities zien.<br />

De papier- en kartonindustrie maakt al eeuwenlang producten uit biomassa.<br />

Wereldwijd is de papierindustrie zodoende de grootste producent van non-food<br />

biobased materialen. Ook in Nederland spelen zij een grote rol in de biobased<br />

economy. In Gelderland zijn er in samenwerking met de branchevereniging VNP<br />

en de provincie diverse initiatieven om dit te stimuleren, van het zoeken naar<br />

alternatieve grondstoffen tot het opwaarderen van biobased reststromen.<br />

Sleutelfunctie<br />

Op de overgang van de maanden juli en augustus werd bekend dat de Gelderse<br />

papierfabrikant Parenco overgenomen is door H2 Equity Partners. Norske Skog<br />

had de fabriek al geruime tijd in de verkoop staan. Als onderdeel hiervan werd<br />

in 2009 een van de twee grote papiermachines stilgelegd. Joris Spaan kreeg<br />

destijds de opdracht om nieuwe applicaties voor de stopgezette machine en de<br />

overbodige ruimte op de Parenco-site te onderzoeken. ‘Ik raakte hierbij al snel<br />

in een gezamenlijk ontwikkeltraject met Oost NV, de provincie Gelderland en<br />

de gemeente Renkum en op het spoor van de biobased economy’, blikt Spaan<br />

terug. ‘Wij beseften al snel dat wij over een unieke locatie beschikten om de<br />

energietransitie en ook bioraffi nage mogelijk te maken’. Veel van onze reststromen<br />

die wij gebruiken om duurzame energie te maken, kun je hoger verwaarden<br />

via bioraffi nage. Die wetenschap bedeelt ons bedrijf een sleutelfunctie bij het<br />

opstarten van de provinciale biobased economy.’ Ondanks dat de plannen voor<br />

het verwerven van een spilfunctie in de biobased economy snel gevormd werden,<br />

heeft Parenco - behoudens het inzetten van biomassa voor de energietransitie -<br />

nog geen grote slagen kunnen maken. ‘Zoals bekend lag de focus van het bedrijf<br />

de afgelopen twee jaar op het vinden van een nieuwe eigenaar. Met H2 is die<br />

afgelopen zomer gevonden en hopen wij snel aan de slag te kunnen met onze<br />

biobased agenda. Twee punten staan hierbij hoog genoteerd. Allereerst willen wij<br />

reststromen die onvoldoende verwaard worden, aanwenden voor de industrie.<br />

Daarnaast zien wij dat de vraag naar industriële suikers een enorme vlucht neemt.<br />

Dit is een kans voor de papierindustrie om haar machines voor deze toepassing<br />

aan te gaan wenden.’ Met subsidie van de provincie Gelderland heeft Parenco momenteel<br />

de mogelijkheid te onderzoeken hoe de machines in praktijk in te passen<br />

zijn in de biobased economy. Spaan: ‘Ik hoop volgend jaar zomer een consortium<br />

met kennisinstellingen en industriële bedrijven van de grond te hebben gekregen<br />

om bijvoorbeeld industriële suikers te vervaardigen. De biobased economy moet de<br />

tweede poot van de papierindustrie worden en ons helpen te overleven.’<br />

Pilot plant<br />

Op enkele kilometers van de papierfabriek van Parenco ligt in Heelsum Papierfabriek<br />

Schut. De zogenaamde virgin fi ber papierfabriek – verrezen op een oude<br />

papiermolen – bestaat als sinds 1618 en nadert haar vierhonderdjarig jubileum.<br />

De productiecapaciteit is met drieduizend ton papier per jaar slechts een fractie<br />

van die van Parenco, maar toch weten wereldwijde spelers de papierfabriek te<br />

vinden. ‘De verklaring?’, vraagt mill manager René Kort. ‘Wij maken high specialty<br />

papier en staan internationaal bekend om onze capaciteit om watermerken<br />

6 | Special Gelderland<br />

en markering in papier aan te brengen en om de vervaardiging van vergé papier.<br />

Zelfs vanuit Ghana komen ze papier halen.’ Het receptenboek van Papierfabriek<br />

Schut telt dan ook 1.850 recepten om papier te maken. ‘En de kennis<br />

die wij hierdoor hebben over cellulose en katoen is onze link met de biobased<br />

economy. Los van het feit dat de papierindustrie natuurlijk al sinds jaar en dag<br />

‘biobased’ is’, stelt Kort. ‘Doordat onze fabriek klein en fl exibel is zijn wij als het<br />

ware een pilot plant om alternatieve en biobased grondstoffen voor de vervaardiging<br />

van papier te testen. Zo hebben wij een kunstenaarspapier van bagasse<br />

vervaardigd, restmateriaal van suikerriet. Bagasse wordt normaliter voor<br />

energiedoeleinden aangewend maar krijgt nu een hoogwaardigere toepassing.<br />

Het kunstenaarspapier is zo’n succes dat wij de opschaling van de productie<br />

met partners onderzoeken. Een ander voorbeeld is een olieverfpapier dat wij<br />

vervaardigen van vlas.’ En de mogelijkheden zijn volgens Kort nog lang niet<br />

uitgeput. ‘Zo zie ik veel potentie in een product als tomatenloof. Als het lukt<br />

om hier papier van te maken kun je er bijvoorbeeld tomaten in verpakken. Het<br />

leuke is dat het papier dan ook nog naar tomaat ruikt! En zo zie ik nog veel<br />

meer kansen. Ik denk dat wij over vijf jaar tevreden mogen zijn als wij in staat<br />

zijn geweest te groeien met alternatieve biobased grondstoffen en hier ook een<br />

afzetmarkt voor hebben weten te vinden.’<br />

Afvalwater als energiebron<br />

Net als papierfabriek Schut, kijkt ook DS Smith Paper – tot de recente overname<br />

door DS Smith nog SCA Packaging de Hoop geheten – in toenemende mate naar<br />

de biobased economy. ‘Zoals eerder aangehaald is de papierindustrie natuurlijk<br />

al honderden jaren biobased. Bovendien gebruiken wij al sinds de jaren zeventig<br />

voor honderd procent oud papier als grondstof’, opent Henk Lingbeek het<br />

gesprek, managing director van DS Smith Paper. ‘Een van onze toonaangevende<br />

projecten in de biobased economy behelst het beter benutten van onze afvalwaterzuivering.<br />

Het industriewater dat wij lozen zit vol met biologisch afbreekbare<br />

materialen. Dit water zuiveren wij en wij wenden het proces vervolgens aan om<br />

biogas te produceren. Dit biogas - ongeveer vier miljoen kubieke meter - wordt<br />

nu met een rendement van vijfendertig procent omgezet in energie door middel<br />

van twee gasmotoren. Wij verwachten dit energierendement nog aanzienlijk te<br />

kunnen verhogen tot wel honderd procent door dit biogas terug te sturen naar<br />

de warmtekrachtcentrale van De Hoop en hier om te zetten in stroom en stoom.’<br />

Maar er is meer. Zo onderzoekt Lingbeek met zijn bedrijf de mogelijkheden om<br />

met alternatieve vezelgrondstoffen uit natuurlijke gewassen papier te gaan maken.<br />

‘Wij bekijken een breed scala aan producten, van bieten tot stro, en hopen<br />

daar binnen afzienbare tijd resultaten mee te boeken. Dit biedt tegelijkertijd<br />

kansen om de restmaterialen die bij dit productieproces overblijven op te werken<br />

tot bioplastics. Daarnaast zullen wij ook weer kijken welke stoffen – zoals<br />

laagwaardige vetzuren – tijdens de productie in het afvalwater achterblijven en<br />

proberen deze te isoleren. Over vijf jaar hebben onze investeringen in de biobased<br />

economy zich uitbetaald als er succesvolle voorbeelden zijn waarbij onder<br />

meer water niet als afvalstroom gezien wordt, maar als hernieuwbare grondstof.’


René Wijffels (Centre for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>) weet het zeker:<br />

‘Bedrijfsleven heeft wél tienduizend biobased specialisten nodig’<br />

‘In de komende tien jaar heeft de biobased economy tienduizend biobased professionals nodig. Deze<br />

professionals dienen in de komende jaren af te studeren aan het hoger of wetenschappelijk onderwijs.’<br />

Het zijn woorden opgetekend uit de mond van René Wijffels, directeur van het Center for <strong>Biobased</strong><br />

<strong>Economy</strong>. Onderzoeksrapporten die het tegendeel beweren zitten er volgens Wijffels faliekant naast.<br />

Als een van de eersten startte Wageningen UR – waar Wijffels aan verbonden<br />

is als hoogleraar – vorig jaar met een marktonderzoek rond het thema<br />

biobased professionals. ‘En in dat onderzoek hebben wij zowel de behoefte<br />

van studenten als het bedrijfsleven onderzocht. Wij hebben allereerst vastgesteld<br />

hoeveel mensen actief zijn op hoger en wetenschappelijk niveau in<br />

de drie belangrijkste sectoren die aan de basis staan van de biobased economy:<br />

de energie-, chemie- en landbouwsector. Dit aantal hebben wij vervolgens<br />

gekoppeld aan de duurzaamheidsdoelstellingen voor het jaar 2020<br />

van de drie sectoren; elke sector wil voor circa dertig procent verduurzamen.<br />

Uiteindelijk heeft dit tot een rekensom geleid met als uitkomst de behoefte<br />

aan tienduizend biobased professionals.’<br />

Productieschaal<br />

Uit het marktonderzoek bleek verder dat op middelbare scholen slechts<br />

vijf tot zes procent van de leerlingen de term biobased economy kent.<br />

Na uitleg van de term toonde echter dertig tot veertig procent van de<br />

leerlingen interesse om in deze richting te gaan studeren. Wijffels: ‘Er<br />

is dus een omvangrijk potentieel van leerlingen in de markt aanwezig.<br />

Om die reden hebben wij in samenwerking met het ministerie van Economische<br />

Zaken, Landbouw & Innovatie besloten een groene kennis- en<br />

onderwijsketen voor de biobased economy op te zetten in de vorm van<br />

het Centre for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>.’<br />

Toch ziet ook Wijffels ze voorbijkomen, onderzoeksrapporten die de behoefte<br />

aan biobased professionals naar het rijk der fabelen verwijzen. ‘Zij<br />

vergeten echter dat de biobased economy zich als sector nog niet op het<br />

niveau van productieschaal bevindt en dat je pas in die fase veel personeel<br />

nodig hebt. Des te belangrijker is het dan ook om vroegtijdig met de<br />

human capital agenda te beginnen. Een praktisch voorbeeld: Wageningen<br />

UR levert jaarlijks zestig tot zeventig biotechnologen af. Deze hebben stuk<br />

voor stuk in no time een baan gevonden. Willen wij in 2020 jaarlijks enkele<br />

honderden biotechnologen afl everen, dan moeten wij daarom nu al<br />

starten met opschalen. Dat kun je niet pas in 2018 doen.’<br />

Vakken<br />

Binnen het Centre for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> werken Wageningen UR (als zogenaamd<br />

Center of Excellence) en de vier agrarische hogescholen in ’s-Hertogenbosch,<br />

Dronten, Leeuwarden en Delft (als zogenaamd Center of Expertise)<br />

aan een biobased onderwijsagenda. ‘De keuze is daarbij gevallen op het<br />

implementeren van nieuwe biobased economy-vakken in op de eerste plaats<br />

bestaande en later in nieuwe opleidingen’, stelt Wijffels. ‘Het opzetten van een<br />

nieuwe studie duurt namelijk vijf jaar en daar kunnen wij niet op wachten. Het<br />

Center for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> is het vehikel dat het opleiden van de tienduizend<br />

studenten mogelijk maakt. Het orgaan heeft de fi nanciële mogelijkheden<br />

om elke agrarische hogeschool twee tot drie jaar fi nancieel te ondersteunen<br />

bij het creëren van de benodigde opleidingen.’ Wageningen UR werkt zelf inmiddels<br />

aan het creëren van twee nieuwe minoren (gericht op biobased tech-<br />

nologie en society) die geïmplementeerd worden in de bestaande opleidingen<br />

agrotechnologie, biotechnologie en plantenwetenschappen. ‘Binnen nu en<br />

twee jaar zijn die minoren voor al die studies geregeld’, stelt Wijffels. Volgens<br />

hem zijn de agrarische hogescholen momenteel uitstekend in staat het tempo<br />

van Wageningen UR te volgen. ‘Zo is men per school twee docenten aan het<br />

klaarstomen voor het doceren van de vakken. Deze docenten zullen bovendien<br />

in samenwerking met een midden- en kleinbedrijf een promotietraject afl eggen.<br />

Op die manier krijgen studenten ook de mogelijkheid om op hun eigen<br />

school onderzoek in de biobased economy te doen. Verder wordt het biobased<br />

economy-studiemateriaal waaruit aan Wageningen UR gedoceerd wordt ook<br />

geïmplementeerd bij de hogescholen.’<br />

Wijffels besluit: ‘Aan het eind van dit kalenderjaar hopen wij dat ook de<br />

Hogeschool Arnhem Nijmegen – net zoals Avans Hogescholen dit heeft<br />

gedaan – aansluit bij het Centre for <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>.’<br />

Special Gelderland | 7


Tuinbouwondernemers Gelders Rivierengebied omarmen biobased economy<br />

‘De biobased economy is voor de tuinbouwsector een van de belangrijkste thema’s<br />

met het oog op de toekomst en biedt grote kansen.’ Aan het woord is Ferry Hollinger,<br />

voorzitter van het ondernemersplatform Greenport Betuwse Bloem.<br />

In het Gelderse Rivierengebied bevinden zich<br />

vijf belangrijke tuinbouwclusters; voor de teelt<br />

van champignons, laanbomen , fruit, groenten<br />

en bloemen en planten. De in totaal 1.590<br />

bedrijven hebben zich niet alleen verenigd in<br />

het ondernemersplatform Greenport Betuwse<br />

Bloem, maar ook via vijf verschillende pacten:<br />

het Glastuinbouwpact Bommelerwaard, het<br />

Laanboompact, het Paddenstoelenpact, het<br />

Fruitpact en het Glastuinbouwpact Arnhem-<br />

Nijmegen. Ondernemers en overheden willen de<br />

vijf tuinbouwclusters uit laten groeien tot een<br />

(inter)nationaal knooppunt van aan tuinbouw<br />

gelieerde activiteiten en efficiënte agrologistiek.<br />

De Greenport Betuwse Bloem, een initiatief<br />

van ondernemers en de provincie Gelderland,<br />

is erop gericht om dit proces aan te jagen en te<br />

versnellen. ‘Als ondernemersplatform Greenport<br />

Betuwse Bloem pakken wij ketenbrede projecten<br />

op’, duidt Hollinger. ‘De biobased economy is<br />

daarbij een van de belangrijkste thema’s met het<br />

oog op de toekomst en biedt grote kansen.’<br />

Praktijkproeven<br />

‘De biobased economy kwam twee jaar geleden<br />

voor het eerst op onze radar’, vervolgt Hollinger.<br />

‘Wij hebben destijds een onderzoek laten uitvoeren<br />

naar de kansen voor de tuinbouwsector in<br />

de biobased economy. In het rapport kwam onder<br />

meer naar voren dat de kansen ten aanzien<br />

van biomassa voor onze sector zeer divers zijn.<br />

Bij champignonkwekers gaat het om champost<br />

EcoXtrusion werkt aan introductie bio-afbreekbare bindbuis<br />

Wilma Rutenfrans startte in 2009 haar eigen bedrijf EcoXtrusion op. Sindsdien vervaardigt de onderneming<br />

bindbuizen en boomstambeschermers voor de tuinbouwsector. Deze producten worden normaliter<br />

via extrusie van kunststof vervaardigd. EcoXtrusion maakt niet alleen gebruik van gerecyclede materialen,<br />

maar is ook druk doende biologisch afbreekbare producten van biopolymeren te introduceren.<br />

‘De eerste stap die wij hiertoe hebben gezet is het samen met Rodenburg Biopolymers ontwikkelen<br />

van de BioBoomStamBeschermer op basis van zetmeel,’, vertelt Rutenfrans. ‘Via een innovatievoucher<br />

ingediend bij Wageningen UR zijn daarnaast nog andere bioplastics uitgetest. Afgelopen jaar hebben<br />

wij samen met PPO en FBR van Wageningen UR van de provincie Gelderland via de Biobest-productregeling<br />

subsidie gekregen om de biologisch afbreekbare bindbuis te ontwikkelen.’<br />

8 | Special Gelderland<br />

Inmiddels vindt voor het ontwikkelde product<br />

bij negentien laanboomkwekers in de regio<br />

Opheusden een veldproef plaats. De praktijk<br />

is vooralsnog weerbarstig. ‘Recent is gebleken<br />

dat het materiaal te snel afbreekt’, licht<br />

Rutenfrans toe. ‘Samen met Wageningen UR<br />

hebben wij een vermoeden waar dit probleem<br />

vandaan komt en zijn wij drukdoende dit op<br />

te lossen. Door versnelde klimaattesten uit te<br />

voeren en het materiaal net iets anders samen<br />

te stellen, denken wij dat het lukt om de bindbuis<br />

in 2013 op de markt te brengen.’<br />

Ferry Hollinger, voorzitter Greenport Betuwse Bloem<br />

dat interessant is en boomkwekerijen<br />

kunnen op hun beurt onderzoeken<br />

of het snoeihout interessante<br />

stoffen bevat. De Taxus baccata<br />

bevat bijvoorbeeld een stof die<br />

aangewend kan worden voor<br />

kankerbestrijding.’<br />

‘Kortom, het onderzoeksrapport<br />

heeft de kansen uitgebreid<br />

in beeld gebracht’,<br />

vervolgt Hollinger. ‘Dit<br />

heeft er onder meer al<br />

toe geleid dat wij op<br />

drie verschillende<br />

plekken biomassa<br />

inzamelen,<br />

Rotterdam<br />

Amsterdam<br />

Glastuinbouwcluster<br />

Fruitcluster<br />

Paddenstoelencluster<br />

Laanboomcluster<br />

Utrecht ech<br />

Tiel<br />

’s Hertogenbosch<br />

Arn Ar A<br />

N


hem<br />

ijmegen ijmege i eg<br />

die in een biomassacentrale gaan opwerken tot<br />

bio-energie en dit lokaal terug gaan leveren aan<br />

energiegebruikers. Bovendien zijn er al boeren<br />

die het initiatief hebben genomen om de tuinbouwers<br />

te voorzien van CO2 en restwarmte.<br />

Er zijn dus verschillende wisselwerkingen. Een<br />

ander noemenswaardig traject speelt zich af<br />

rond algen. Momenteel wordt een proef uitgevoerd<br />

waarbij men algen in de schermen van<br />

kassen laat groeien. Daarbij dienen de algen<br />

in de kas niet alleen als zonwering, maar<br />

kunnen er ook nuttige stoffen<br />

uit gewonnen worden<br />

voor hoogwaardige<br />

toepassingen. Dit<br />

Groningen<br />

alles doen wij in<br />

nauwe samenwerking<br />

met<br />

kennisinstellingen<br />

als Wageningen<br />

UR en het Productschap<br />

Tuinbouw dat<br />

de praktijkproeven<br />

coördineert.’<br />

Energie en afval<br />

Een van de andere<br />

organisaties die ondernemers<br />

in de Gelderse<br />

tuinbouwsector ondersteunt<br />

bij het inspelen<br />

op de biobased economy,<br />

is het Regionaal Centrum voor<br />

Technologie (RCT) Rivierenland. Recentelijk<br />

creëerde de provincie Gelderland<br />

nog een innovatiekredietfonds met een<br />

budget van twee miljoen euro voor de<br />

ontwikkeling van het tuinbouwcluster<br />

Betuwse Bloem. ‘En voor dit cluster is<br />

de biobased economy inderdaad een van<br />

de grote thema’s waar innovatiekansen<br />

aanwezig zijn’, stelt Eleonora Swart, innovatiemakelaar<br />

bij RCT Rivierenland. ‘Het<br />

benutten van de biomassa die bij vrijwel elk<br />

tuinbouwbedrijf ontstaat, gebeurt bij de ondernemers<br />

vanuit meerdere drijfveren. Enerzijds<br />

willen zij duurzaam ondernemen, anderzijds is<br />

het een kans om kosten te verlagen en tenslotte<br />

kan het zelfs opbrengsten genereren.’ Hoe dan<br />

ook, het beter organiseren van de verschillende<br />

productieprocessen is volgens Swart de<br />

rode draad. ‘Want of je nu komkommerteler of<br />

champignonverwerker bent, eigenlijk moet je in<br />

je hele bedrijf kijken of je goed met energie en<br />

afval omgaat. Op alle niveaus in de sectoren is<br />

het interessant om te kijken of zaken verbeterd<br />

kunnen worden. Als RCT Rivierenland proberen<br />

wij daarbij ondernemers te ondersteunen als ze<br />

vragen hoe zij onder meer actief kunnen worden<br />

in de biobased economy.’<br />

Champost<br />

Inmiddels heeft RCT Rivierenland samen met de<br />

in het werkgebied actieve ondernemers meerdere<br />

biobased innovatietrajecten geïnitieerd. Zo<br />

bleek het helaas in eerste instantie commercieel<br />

nog niet haalbaar om champost – productieafval<br />

dat ontstaat bij de champignonteelt – energiezuinig<br />

te drogen. ‘Dit wordt echter verder<br />

onderzocht met alternatieve droogmethoden’,<br />

licht Swart toe. ‘Daarnaast wordt naar de mogelijkheden<br />

gekeken om bacteriën in te zetten<br />

voor de bewerking van champost. Champost<br />

is immers de grootste massa afval in het Rivierenland.<br />

Het is een grote uitdaging hier een<br />

oplossing voor te vinden in de vorm van gebruik<br />

als kunstmest en/of biobrandstof. In een ander<br />

traject onderzoeken wij de mogelijkheden voor<br />

het persen van onder meer bermgras om het<br />

sap te gebruiken als aanvulling op mest. Bij al<br />

deze voorbeelden zoeken wij de samenwerking<br />

met kennisinstellingen. Om ondernemers te blijven<br />

inspireren is het belangrijk dat de innovatiesnelheid<br />

hoog is en een grote eyecatcher zich<br />

voordoet. De retailers vragen namelijk wel om<br />

een duurzamere teelt, maar logischerwijs moet<br />

het voor tuinbouwers binnen afzienbare tijd ook<br />

commercieel een haalbare kaart zijn.’<br />

Thatchtec pakt voor tuinders<br />

worsteling met bodemziektes aan<br />

Herman Feil en Bert Tournois geven sinds<br />

2001 leiding aan TDI. Onder TDI zijn de twee<br />

ondernemers inmiddels tal van dochterondernemingen<br />

gestart waaronder Thatchtec.<br />

Dit bedrijf legt zich toe op biogebaseerde<br />

methoden voor de bestrijding van ongewenste<br />

micro-organismen. ‘Het bestrijden van<br />

bodemziekten is een van de grootste worstelingen<br />

van de tuinbouwsector. Wij helpen hen<br />

dit aan te pakken’, stelt Feil.<br />

Thatchtec biedt heeft samen met Wageningen<br />

UR de ‘Bodem Resetten’-technologie<br />

ontwikkeld; een nieuwe methode van biologische<br />

grondontsmetting zonder de tussenkomst<br />

van chemicaliën of stomen. ‘Onze<br />

methode bestaat uit het onderwerken van<br />

specifi ek materiaal in de grond, gevolgd door<br />

het afdichten van de grond. Wij verrijken zo<br />

de bodem via een ‘Yakult’-benadering en<br />

creëren een explosie van het bodemleven via<br />

goede bacteriën. Wij doden niet alleen de<br />

ziektes, maar maken ook de bodem rijker en<br />

minder gevoelig voor ziektes.’<br />

In de komende periode hoopt Feil de technologie<br />

verder te verbeteren. Feil: ‘Zo willen wij<br />

de inwerkingstijd terugbrengen van vier naar<br />

twee weken. Ook het verder regisseren van<br />

de supply chain staat hoog op de agenda.<br />

Wij willen qua marktvolume binnen enkele<br />

jaren vergelijkbaar zijn met de concurrerende<br />

stoomtechnologie. Binnen Nederland wordt<br />

jaarlijks zo’n duizend hectare gestoomd. Wij<br />

hebben tot dusver voor zeventig telers tussen<br />

de vijftien en twintig hectare bodem ontsmet.<br />

Eind <strong>2012</strong> willen wij veertig hectare bodem<br />

hebben gereset en in binnen- en buitenland<br />

over salespartners beschikken.’<br />

Special Gelderland | 9


Regio Achterhoek, provincie Gelderland en Alliander<br />

geven Biogas Infrastructuur Oost Nederland vorm<br />

In de Achterhoek werken regionale overheden, de provincie Gelderland en Alliander aan de realisatie<br />

van de Biogas Infrastructuur Oost Nederland (BION). De provincie sloot hiertoe onder meer een Green<br />

Deal met de Rijksoverheid en wil met BION de productie van biogas in Gelderland versnellen. Meer dan<br />

de naam doet vermoeden, draait het project juist ook om het realiseren van ‘niet-fysieke’ infrastructuur<br />

zoals het genereren van nieuwe business modellen en het beschikbaar stellen van fi nanciering.<br />

Het BION-project speelt met name in de mestrijke regio’s Stedendriehoek en<br />

Achterhoek. Zo heeft de regio Achterhoek de doelstelling op termijn energieneutraal<br />

te zijn. Zij wil dat bereiken door in te zetten op zonne-energie,<br />

maar vooral ook op biomassa. Het doel is om op termijn honderd miljoen<br />

kubieke meter groen gas te produceren.<br />

Duurzaamheidsambities<br />

‘Als netbeheerder willen wij dergelijke regio’s waarin wij actief zijn graag<br />

helpen om hun duurzaamheidsambities te realiseren’, stelt Pieter van der<br />

Ploeg, beleidsadviseur strategie bij Alliander. ‘Wij zien het daarbij als onze<br />

taak om te informeren over de consequenties van bepaalde keuzes. Het is<br />

belangrijk om te informeren zodat de regio’s de kansen en mogelijkheden<br />

goed in beeld hebben. Zo beseft men vaak niet dat de keuze voor duurzame<br />

energie ook invloed heeft op het landschap. Fossiele energie wordt veelal<br />

ondergronds gegenereerd, terwijl duurzame energieopwekking veelal bovengronds<br />

plaatsvindt. Dit kan leiden tot een spanningsveld.’<br />

Gelderland beschikt over veel mestafval en volgens Van der Ploeg is het<br />

maken van biogas een goede optie. ‘Biogas kent een hoge aaibaarheidsfactor<br />

omdat het zich veelal aan het gezichtsveld van de burger onttrekt.<br />

Opwekking vindt immers plaats op het terrein van agrariërs.’ Dat het<br />

daarbij niet altijd fi nancieel interessant is om biogas op te werken tot<br />

aardgaskwaliteit hoeft volgens Van der Ploeg geen probleem te zijn. ‘Wij<br />

kijken naar zogenaamde end-of-pipe ontwikkelingen. De eindpunten van<br />

10 | Special Gelderland<br />

het aardgasnetwerk vergen namelijk een bepaalde gaskwaliteit en wij<br />

willen fabrikanten bewegen om bijvoorbeeld CV-ketels te ontwikkelen die<br />

ook kunnen opereren met biogas dat geen aardgaskwaliteit heeft. Voor<br />

het succes van duurzame energie is het nu eenmaal nodig af te wijken van<br />

standaarden. Het omzetten van duurzaam opgewekte energie in de ‘grijze’<br />

standaarden kost vaak onnodig geld.’<br />

Instrumenten<br />

‘En bovendien is het een kwestie van het bij elkaar brengen van vraag en<br />

aanbod’, vult Roland Bus aan. Bus is bij de Provincie Gelderland projectleider<br />

van BION. ‘Zo is het zeer goed mogelijk om biogas dat niet opgewerkt<br />

is tot aardgaskwaliteit te gebruiken bij industriele bedrijven.’ Waar de regio<br />

Achterhoek de ambitie heeft om in de toekomst honderd miljoen kubieke<br />

meter gas te produceren, streeft de provincie volgens Bus naar een totale<br />

productie van tweehonderd miljoen kubieke meter biogas in 2020. ‘Door te<br />

faciliteren en belemmeringen weg te nemen willen wij het mogelijk maken<br />

dat dit doel bereikt wordt’, stelt Bus. ‘De belangrijkste uitdaging is logischerwijs<br />

het rendabel maken van de biogasproductie. Vergisters waar mest,<br />

slib en gft-afval ingevoerd worden produceren biogas en digestaat. Waar<br />

het biogas geld oplevert, kost het afzetten van digestaat geld. Dat is een<br />

van de problemen die aangepakt moeten worden.’<br />

Bus licht toe dat de provincie aan zes instrumenten werkt – die tezamen BION<br />

vormen – om de productie van biogas te stimuleren. ‘Het eerste instrument<br />

bestaat uit het collectief bundelen van de biogasproductie door vergisters<br />

aan elkaar te koppelen en het geproduceerde gas op een centrale plaats te<br />

verzamelen. Hierdoor kan er decentraal geproduceerd worden en rechtstreeks<br />

gebruikt dan wel opgewerkt worden tot aardgas of transportbrandstof.’<br />

First movers<br />

Het tweede en derde instrument behelzen allereerst het vergroten van de<br />

biomassa-input door meer biomassareststromen te gebruiken. Ten tweede wordt<br />

bekeken of digestaat opgewerkt kan worden tot een kunstmestvervanger. Bus:<br />

‘Het vierde instrument is een nieuw business model voor de veehouderij. Het opnemen<br />

van een biovergister in een agrarisch bedrijf leidt in de praktijk regelmatig<br />

tot problemen. Door een integratieproces te ontwikkelen willen wij agrariërs<br />

helpen het te organiseren en ook andere doelen bereiken, zoals emissiereductie.<br />

Het vijfde instrument bestaat uit het stimuleren van de vraag naar biogas door<br />

transportbedrijven die op biogas kunnen rijden te koppelen aan biogasproducenten.<br />

Het laatste instrument is tenslotte de inzet van fi nanciële middelen.’<br />

‘Deze zes instrumenten stellen ons in staat om in de komende periode samen<br />

met het bedrijfsleven, de regio’s en Alliander meters te maken op weg naar de<br />

2020-doelstelling’, vervolgt Bus. ‘Door met fi rst movers als Groot Zevert Vergisting<br />

en FrieslandCampina succesvolle business cases te realiseren, hopen<br />

wij bovendien een vliegwieleffect te creëren.’


Achterhoek aan de slag met eendenkroos, mest en biogas<br />

In de Gelderse Achterhoek draait de biobased economy al op volle toeren. Zowel op het gebied van<br />

aquatische biomassa als mestvergisting en -raffi nage worden volop meters gemaakt. Een van de nieuwste<br />

activiteiten is de oprichting van het Innovatiecentrum voor Mest(verwerking) en Biogas.<br />

Arjan Prinsen en Jan Groot Zevert (Groot Zevert Vergisting),<br />

Leon Marchal (ForFarmers), Theo Bijman (Nijhuis<br />

WaterTechnology) en Hayo Canter Cremers (CC Advies)<br />

ForFarmers omarmt aquatische biomassa<br />

ForFarmers R&D-manager Leon Marchal is duidelijk: aquatische biomassa<br />

– en eendenkroos in het bijzonder – geniet de volle aandacht van<br />

ForFarmers. Zo ziet het bedrijf onder meer een grote toekomst weggelegd<br />

voor eendenkroos als alternatieve eiwitbron. De Achterhoekse veevoederfabrikant<br />

heeft de biobased economy eigenlijk al decennia lang op haar<br />

netvlies staan. ‘Agrogrondstoffen zijn in essentie altijd hernieuwbaar’,<br />

vertelt Marchal. ‘Bovendien verwerken wij als feedbedrijf meer en meer<br />

zijstromen. Aquateelt is daarbij relatief nieuw. Eendenkroos is een van de<br />

eerste vormen die wij onderzoeken vanwege positieve eigenschappen als<br />

snelle vermenigvuldiging, de hoge eiwitconcentratie en kansen voor combinatie<br />

met waterberging en mestverwerking.’ ForFarmers gelooft heilig in<br />

co-innovatie en is blij dat het consortium EDV gevormd is om te komen tot<br />

commerciële eendenkroosproductie en de bijbehorende verwerking van de<br />

aanwezige eiwitten. ‘Zoals gezegd zijn wij druk doende om in 2013 de pilotvalidatie<br />

af te ronden. Een aantal van onze klanten gaan in de komende<br />

periode aan de slag om de theorie ook in de praktijk te testen. De opzet<br />

is dat wij de eendenkroos niet zelf gaan verwerken in veevoer, maar dat<br />

de eendenkroos lokaal geproduceerd wordt door onze klanten en lokaal<br />

geconsumeerd wordt door hun rundvee. Eendenkroos bestaat namelijk<br />

voor 92 procent uit water en het zou te veel energiekosten met zich meebrengen<br />

om het te drogen. Wij geloven daarom in het sluiten van de lokale<br />

keten.’ Marchal besluit: ‘Als eendenkroos eenmaal succesvol geteeld en<br />

verwerkt wordt door onze klanten, zullen wij ook andere plantensoorten<br />

onderzoeken om zo aquatische biomassa optimaal te benutten.’<br />

‘Twee jaar geleden kwam de biobased economy voor het eerst in het zicht<br />

van het Achterhoeks Centrum voor Technologie (ACT)’, vertelt ACT-directeur<br />

Martin Stor. ‘Een van de actuele thema’s in de Achterhoek is mestverwerking,<br />

eveneens een thema in de biobased economy. Deze regio valt op door<br />

haar ‘doen’-mentaliteit. Hier test men daadwerkelijk innovatieve technologieën<br />

in de praktijk. Een van de nieuwste ontwikkelingen is de oprichting<br />

van het Innovatiecentrum voor Mest(verwerking) en Biogas dat gevestigd<br />

wordt op het duurzame bedrijvenpark Laarberg in Groenlo. Het innovatiecentrum<br />

is gesticht door Achterhoekse bedrijven en moet nieuwe ideeën<br />

bedenken en uitproberen. Het wordt voorlopig gefi nancierd vanuit de bedrijven,<br />

maar wij kijken naar aanvullende fi nancieringsmogelijkheden.’<br />

Haalbaarheidsstudie<br />

Hayo Canter Cremers van CC Advies verrichtte de haalbaarheidsstudie<br />

naar het innovatiecentrum. Canter Cremers: ‘De raffi nage van vergist mest<br />

gebeurt tot op heden met onbetrouwbare technieken. Hierdoor is nog onvoldoende<br />

rendabel. Door in het innovatiecentrum de krachten van ondernemers<br />

te bundelen kunnen wij gezamenlijk stappen voorwaarts maken.’<br />

Met de naam van CC Advies is direct ook het onderwerp aquatische biomassa<br />

in zicht. Samen met Groot Zevert Vergisting en ForFarmers (zie kader)<br />

vormt CC Advies namelijk het consortium EDV. EDV is bezig eendenkroos op<br />

een mengsel van water en mest te kweken als veevoer voor de aanwezige<br />

eiwitten. Bij Groot Zevert Vergisting in Beltrum staat een proefi nstallatie<br />

voor het automatisch kweken en oogsten van eendenkroos.<br />

Erkenning<br />

‘De laatste stap die wij moeten zetten is de Europese erkenning krijgen<br />

om eendenkroos te mogen voeren’, vertelt Arjan Prinsen van Groot Zevert<br />

Vergisting. ‘Dit is de laatste stap naar de daadwerkelijke verkoop van<br />

eendenkroos. Het is natuurlijk fantastisch dat iets wat in 2009 als een<br />

haalbaarheidsstudie begon, nu in de praktijk blijkt te werken. Als Groot<br />

Zevert Vergisting hebben wij een belangrijke bijdrage geleverd door tachtig<br />

procent van de technologie te leveren. Maar onderaan de streep geldt dat<br />

geen deelnemer in het consortium zonder de ander kan.’<br />

‘Een van de laatste drempels die wij gezamenlijk slechten is het op zijn<br />

plaats houden van de eendenkroos op grote wateroppervlakten’, voegt<br />

Canter Cremers toe. ‘Het concept heeft zich verder bewezen. Wij beschikken<br />

over een uitstekende concurrentiepositie, zowel door onze geheime<br />

receptuur als door drie jaar ervaring. De ultieme droom is om uiteindelijk<br />

als dé volledige eiwitbron voor de veevoederindustrie in heel Nederland te<br />

fungeren. Persoonlijk ben ik tevreden als wij binnen vijf jaar produceren op<br />

een oppervlakte van duizend hectare.’<br />

‘Daarbij hopen wij komend jaar eendenkroos als product voor het eerst te<br />

verkopen’, besluit Prinsen. ‘Wij zullen in een vijver van een halve hectare<br />

starten met de productie. In 2013 hopen wij nog vier à vijf van dergelijke<br />

vijvers operationeel te krijgen. Eendenkroos is namelijk een perfect product<br />

om de agrarische kringloop te sluiten.’<br />

Special Gelderland | 11<br />

| 9


7-10 April 2013<br />

Wageningen | The Netherlands<br />

Invitation<br />

1-daagse conferentie<br />

Register now<br />

www.bff2013.org<br />

Biomassa als grondstof<br />

voor de Industrie<br />

Krijg inzicht in de technische kansen van de BioBased <strong>Economy</strong>:<br />

q Toepassing biomassa in industrie en materialen<br />

Met praktijkcases van o.a.:<br />

q Overzicht soorten, verwerkingsprocessen en technieken van<br />

- Orgaworld<br />

biomassa tot industriële grondstof en eindproduct<br />

-<br />

-<br />

Dun Agro<br />

Bioproces Pilot Facility (BPF)<br />

q Samenwerkingscombinaties en technische ketenontwikkeling;<br />

wie worden elkaars leverancier en afnemer?<br />

- ECN<br />

- Parenco<br />

q BioBased <strong>Economy</strong>: de lange termijn focus vanuit Den Haag en Brussel<br />

Meld u nu aan via www.iir.nl/biobased of info@iir.nl | Datum: 18 december <strong>2012</strong> | Locatie: WTC Rotterdam


Jules Kortenhorst van Topell Energy over de potentie van torrefactie-technologie:<br />

‘In 2020 misschien wel vijftig fabrieken onder licentie gerealiseerd’<br />

He t Gelderse bedrijf Topell Energy maakt als eerste bedrijf ter wereld de grootschalige verwerking<br />

van biomassa tot biobrandstof mogelijk via torrefactie. In Duiven heeft het bedrijf sinds ruim een jaar<br />

de beschikking over haar eerste fabriek die laagwaardige biomassa transformeert in een homogene<br />

en energierijke brandstofkorrel die bijvoorbeeld probleemloos gebruikt kan worden als vervanger van<br />

steenkool in energiecentrales. De potentie van Topell Energy werd afgelopen juni nog eens bevestigd<br />

toen het bedrijf bij een groep investeerders dertien miljoen euro wist op te halen.<br />

‘Torrefactie is in feite ontleend aan het oorspronkelijke idee van het roosteren<br />

van koffi e’, opent ceo Jules Kortenhorst het gesprek. ‘Tien jaar geleden<br />

schreef ECN de eerste paper ter wereld over de torrefactie van biomassa.<br />

Torrefactie van biomassa leidt tot drie belangrijke effecten. Allereerst wordt<br />

het vocht uit de biomassa gedreven. Ten tweede ontsnappen de zogenaamde<br />

korte koolstofketens, deze vangen wij in onze fabriek af en gebruiken<br />

dit als brandstof voor onze fabriek. Een derde effect is het doorbreken van<br />

de hemicelluloseketen. Hierdoor is de biomassa na de torrefactie makkelijk<br />

voor te bereiden voor bio-energiedoeleinden.’<br />

Licentie<br />

De eerste fabriek van Topell Energy kan op jaarbasis zeker zestigduizend ton<br />

duurzame brandstof produceren uit biomassa. Met deze hoeveelheid brandstof<br />

kan de gemiddelde energiecentrale elektriciteit produceren voor zo’n tweeënveertigduizend<br />

huishoudens. De fabriek in Duiven draait momenteel op vijftig<br />

procent. ‘Aan het eind van het kalenderjaar hopen wij de volledige capaciteit<br />

te benutten’, stelt Kortenhorst. ‘Het is logisch dat een baanbrekend proces een<br />

opstartperiode kent. En die tijd krijgen wij ook, want met onze technologie<br />

kunnen inconsistente biomassastromen gestandaardiseerd worden. Wij creëren<br />

een eenduidig product dat in de gehele waardeketen ingezet kan worden.’<br />

De ambitie voor dit jaar behelst meer dan het volledig operationeel krijgen<br />

van de fabriek in Duiven. Kortenhorst: ‘Wij willen minimaal één fabriek onder<br />

licentie laten bouwen. Deze zal niet noodzakelijkerwijs in Nederland gereali-<br />

seerd worden. Naar het zich laat aanzien wordt er één elders in Noordwest-<br />

Europa en hopelijk nog een fabriek op een verderaf gelegen locatie gerealiseerd.<br />

Ik zie op termijn ook ruimte voor het onder licentie laten verrijzen van<br />

fabrieken in Noord-Amerika, Zuid-Afrika en Brazilië.’ In de fabriek in Duiven<br />

is het vooral (snoei)hout dat het proces van torrefactie ondergaat. Kortenhorst<br />

ziet ook opties om gebruik te gaan maken van stro en maïsafval. ‘Wij<br />

hebben in onze onderzoeksfaciliteiten in Duitsland inmiddels driehonderd<br />

verschillende vormen van biomassa getorrefi ceerd. Hieruit is gebleken dat het<br />

mogelijk is allerlei smaken van biomassa te torrefi ceren. In feite is bijna alles<br />

mogelijk als de grootte van de biomassa maar consistent is. Wij verwerken in<br />

een fabriek bijvoorbeeld óf houtzaagsel óf blokjes hout. Beide vormen verwerken<br />

is een stuk kostbaarder en complexer.’<br />

Hoe groot de marktpotentie van torrefactie is, valt volgens Kortenhorst nog<br />

moeilijk te zeggen. ‘Met de wetenschap dat Europa meer en meer werkt<br />

aan het realiseren van de CO2- en energiedoelstellingen voor het jaar 2020,<br />

staat ons een stormachtige groei te wachten. Misschien hebben wij in 2020<br />

wereldwijd wel vijftig fabrieken gelicenseerd.’ Grootste uitdaging is daarbij<br />

volgens Kortenhorst het overtuigen van de energie- en chemiesector. ‘Zij zijn<br />

vrij conservatief met het opnemen van nieuwe grond- en brandstoffen. Tegelijkertijd<br />

zijn het belangrijke afzetmarkten, want als zij eenmaal met je product<br />

opereren gaat het direct om grote volumes.’<br />

NADER UITGELEGD...<br />

Torrefactie<br />

Torrefactie is een technologie om<br />

biomassa dusdanig te veranderen dat<br />

het beter te gebruiken is bij verbranding<br />

en vergassing. Het is een milde vorm<br />

van pyrolyse waarbij de biomassa<br />

wordt veranderd van structuur bij<br />

een temperatuur tussen de twee- en<br />

driehonderd graden. Via torrefactie<br />

kan biomassa niet alleen tot een zeer<br />

effi ciënte en effectieve vorm van<br />

bijvoorbeeld brandstof verworden,<br />

maar ook makkelijk vervoerd worden.<br />

Special Gelderland | 13


PaperFoam wil verkrijgbaar zijn in elk verpakkingscentrum ter wereld<br />

‘De olie-gebaseerde plastics zullen ooit verdwijnen. De milieubelasting wordt<br />

simpelweg te groot. Regelgeving en bewustwording gaan bijdragen aan het<br />

tot standaard verworden van bioplastics. Al ruim voor die tijd willen wij dat<br />

PaperFoam verkrijgbaar is in elk verpakkingscentrum ter wereld.’ Deze ambitie<br />

wordt uitgesproken door Mark Geerts, directeur van het Barneveldse PaperFoam.<br />

De geschiedenis van PaperFoam gaat terug naar 1993. Vertis, destijds it-dochter<br />

van aardappelzetmeelverwerker Avebe, experimenteerde met het omzetten<br />

van zetmeel in bioplastics. Het bedrijf bleek de toekomst vooruit en Avebe riep<br />

de testen een halt toe. Eigenwijs genoeg besloot Vertis op eigen kracht de<br />

experimenten door te zetten. Dit leidde uiteindelijk in 1998 tot de oprichting<br />

van PaperFoam. Sinds 2008 geeft Mark Geerts leiding aan het bedrijf.<br />

Diversifi catie<br />

‘In 1998 was het bedrijf eigenlijk te vroeg met de vermarkting van bioplastics’,<br />

blikt Geerts terug. ‘Alleen experts zagen het toekomstpotentieel.<br />

Destijds is men daarom op zoek gegaan naar een nichetoepassing. Die<br />

werd gevonden in de vorm van cd- en dvd-verpakkingen. Al snel was het<br />

14 | Special Gelderland<br />

een groot succes en werden zo’n vijftien miljoen stuks afgezet. Helaas<br />

gooide de opkomst van internet roet in het eten, want de verkoop van cd’s<br />

en dvd’s liep hierdoor sterk terug.’ Tijd om lang te treuren was er voor PaperFoam<br />

niet. Om een crisis af te wenden, koos men voor een strategie van<br />

diversifi catie. ‘Onder meer de medische markt, foodindustrie en de markt<br />

van consumentenelektronica werden als speerpuntsectoren aangewezen’,<br />

blikt Geerts terug. ‘Grote voordelen van deze markten zijn de relatief zekere<br />

afzet. Met name food en medical zijn minder conjunctuurgevoelig. Nadeel is<br />

echter dat de producten vocht- en stralingsbestendig moeten zijn. Iets wat<br />

bij cd- en dvd-verpakkingen niet het geval is.’<br />

Receptuur<br />

Via Agentschap NL wist PaperFoam een innovatiesubsidie te bemachtigen<br />

om de PaperFoam-verpakkingen met een ‘nieuwe’ receptuur vocht- en stralingsbestendig<br />

te maken. Met een mengsel van aardappelzetmeel, houtvezel<br />

en nog een geheim ingrediënt à la Coca Cola verovert het bedrijf inmiddels<br />

de wereldwijde verpakkingenmarkt. ‘Vandaag de dag fl oreert ons bedrijf<br />

als nooit tevoren en dit alles door de strategiewijziging die jaren geleden is<br />

ingezet’, stelt Geerts. ‘Wij hebben echter een lange weg af moeten leggen<br />

om hier te komen. Het is niet zo eenvoudig om nieuwe klanten te werven<br />

zoals de grote namen in ons portfolio doen vermoeden. Philips hebben wij<br />

bijvoorbeeld pas in 2008 binnen weten te halen als klant, terwijl wij vanaf<br />

1998 voor hen al testtrajecten uitvoerden.’<br />

‘Sindsdien is Philips natuurlijk wel een eyecatcher’, vervolgt Geerts. ‘Net als<br />

Microsoft waarvoor wij verpakkingen voor de Xbox produceren. Ook in de<br />

foodindustrie is de eerste grote klant aanwezig: wij vervaardigen eierdoosjes<br />

van Rondeel voor verkoop door Albert Heijn.’<br />

Groeimarkten<br />

Niet alleen Europa, maar juist ook Amerika en Azië worden voor PaperFoam<br />

steeds belangrijkere afzetmarkten. Een opvallende trend is dat klanten meer<br />

en meer naar hun afnemers duiden dat hun verpakkingen biobased zijn. ‘Op<br />

termijn wil ook de consument weten of een verpakking biobased is’, voorspelt<br />

Geerts. ‘De groep mensen die zich bewust is van het vervuilingsprobleem van<br />

verpakkingen groeit namelijk met de dag. Terugkomend op de groeimarkten;<br />

China staat met stip op één. Het is het verpakkingscentrum van de wereld.<br />

Door de omvang van China wordt het voor ons ook steeds belangrijker en<br />

mogelijk om vanuit onze vestiging in Maleisië de wereld te veroveren.’<br />

De ambitie van Geerts en zijn team is daarbij fors. ‘Wij willen dat Paper-<br />

Foam in elk belangrijk verpakkingscentrum ter wereld in de toekomst<br />

verkrijgbaar is. Zo hoeven onze producten straks niet meer dan duizend tot<br />

vijftienhonderd kilometer af te leggen. Logischerwijs zullen wij in het komend<br />

decennium partners verwerven om deze droom waar te maken. Grote<br />

uitdaging is het vinden van ‘stabiele’ klanten zonder al te steile groeicurves.<br />

Ook het voldoende snel doorlopen van goedkeuringstrajecten voor nieuwe<br />

marktsegmenten is een ferme uitdaging.’


Subsidieregeling Biobest leidt tot dertien marktrijpe biobased producten<br />

Anderhalf miljoen euro subsidie voor dertien ondernemers om biobased producten te ontwikkelen.<br />

Het is in een notendop de kern van het Gelderse Biobest-programma. Een omvangrijk deel van de<br />

bedrijven mikt op de ontwikkeling van biogebaseerde verpakkingen. Zo kreeg Biopearls ruimte<br />

voor de ontwikkeling van een blisterverpakking voor wijnfl essen en AFP Holland subsidie om de<br />

productie van biobased fi lms te onderzoeken.<br />

Met biobased elastisch<br />

materiaal (boven) heeft<br />

BioPearls een nieuwe<br />

alternatieve dranken-<br />

verpakking gemaakt<br />

Remy Jongboom startte zeven jaar geleden het in biobased materialen<br />

gespecialiseerde Biopearls op. Twee jaar geleden ontstond het idee voor<br />

een nieuw verpakkingsconcept als alternatief voor de bekende blister. ‘Ik<br />

kwam op het spoor van een biobased elastisch materiaal dat na gebruik<br />

zijn oorspronkelijke vorm aanneemt. Uiteindelijk ben ik hierover met een<br />

slijter in Zetten in gesprek geraakt en is het idee van de cadeauverpakking<br />

ontstaan. De Biobest-subsidie was het laatste spreekwoordelijke zetje.<br />

Eind <strong>2012</strong> vindt de marktintroductie plaats en volgend jaar willen wij het<br />

product in minimaal één andere bedrijfstak introduceren.’<br />

Invloed<br />

De verpakking van Biopearls is een combinatie van golfkarton en de<br />

biobased folie en wordt in opdracht geproduceerd door twee Europese<br />

multinationals die actief zijn op het gebied van golfkarton en biopolymeren.<br />

‘Het belangrijkste voor de slijter is dat de verpakking mooi is’, stelt<br />

Jongboom. ‘Dat deze biobased is, is een mooi extraatje. Onze ambitie is<br />

om op wereldschaal actief te worden met dit product en te reiken tot de<br />

Bacardi’s van deze wereld. Wij kunnen en willen toe naar een universele<br />

verpakking die meegeeft. Op die manier hoeven fabrikanten niet voor elke<br />

fl es een andere verpakking te creëren. Ik ben zodoende overtuigd dat ons<br />

product banen creëert in de Gelderse biobased economy. De gehele biobased<br />

economy kan overigens voor Gelderland dezelfde positieve invloed<br />

hebben als de haven voor Rotterdam heeft gehad.’<br />

Bij het Apeldoornse AFP Holland is het Eddy Hilbrink die zich al ruim tien<br />

jaar bezighoudt met de ontwikkeling van biobased verpakkingsmateriaal.<br />

AFP ontwikkelt, produceert en vermarkt fl exibele verpakkingsconcepten.<br />

‘Vandaag de dag is er eigenlijk geen enkele kunststoffabrikant niet met<br />

groene chemie bezig, maar in 2001 waren wij een van de pioniers’, blikt<br />

Hilbrink terug. ‘Ik ben daarbij nooit een purist geweest, maar geloofde direct<br />

in het combineren van traditionele oliegebaseerde met biogebaseerde<br />

materialen. Wil je namelijk naar de grootschalige markten en toepassingen<br />

toegroeien, dan is een tussenstap met combinaties noodzaak.’<br />

Potentie<br />

Via deze route kwam Hilbrink enkele jaren geleden onder meer op het<br />

spoor van biocomposieten. ‘Zo wordt in Bangladesh kenav op plantages<br />

gekweekt en geoogst. Dit is een soort juten en deze wordt vermengd<br />

met kunststofvezels om het materiaal dat zo ontstaat te kunnen verwerken<br />

in automotive applicaties. BMW heeft het product bestempeld als<br />

‘the next premium material’ voor de automobielindustrie. Wij werken<br />

overigens via een roadmap aan de ambitie om het product ooit honderd<br />

procent biobased te vervaardigen.’<br />

Maar er is meer. Ook AFP kreeg namelijk subsidie vanuit Biobest.<br />

Het bedrijf deed hiermee onderzoek naar de mogelijkheid om met de<br />

NanoLayer-technologie – mede ontwikkeld door AFP – zetmeel in PLA<br />

en PLA in zetmeel in te steken. Hilbrink: ‘Waar zetmeel namelijk als te<br />

flexibel gezien wordt, kan dit met PLA opgestijfd worden en PLA – dat<br />

erg stug is – kan met zetmeel flexibeler gemaakt worden. Als onderdeel<br />

van Biobest zijn in ons pilotcenter op productieschaal de nodige<br />

proeven uitgevoerd. De data wordt momenteel bestudeerd en de bevindingen<br />

lijken positief te zijn. Wij hopen uiteindelijk biobased films in<br />

opdracht van derden te kunnen en mogen vervaardigen. Wij zijn inmiddels<br />

tien jaar bezig met biobased materialen en dit is een product met<br />

een grote commerciële potentie.’<br />

Het pilotcenter van AFP Holland<br />

Special Gelderland | 15


Orineo, Derbigum en BTG ontwikkelen samen<br />

BIOtumen als alternatief bitumen<br />

De meeste platte daken in Nederland zijn voorzien van een bitumineuze dakbedekking. De unieke<br />

eigenschappen van de gebruikte bitumen – zoals duurzame waterdichtheid, uitstekende hechting<br />

en eenvoudige verwerking – vormen de voornaamste redenen voor het grote marktaandeel. In een<br />

wooncomplex in Nijmegen wordt echter binnenkort het biogebaseerde alternatief BIOtumen in<br />

gebruik genomen om de uit aardolie afkomstige bitumen te kunnen vervangen.<br />

De uit Gelderland afkomstige ondernemer Bôke Tjeerdsma is al meer dan<br />

twee decennia actief in de biobased economy. Na een carrière aan de universiteit<br />

in Wageningen richtte hij drie jaar geleden zijn eigen bedrijf BioBased<br />

Applications op. ‘Ik wilde niet langer alleen als onderzoeker, maar ook als<br />

kennisleverancier en ondernemer acteren’, licht Tjeerdsma toe. ‘Uiteindelijk<br />

heb ik in Orineo de handen ineengeslagen met drie andere zelfstandige ondernemers<br />

die eveneens gericht zijn op vergroening met de vervanging van<br />

olie-gebaseerde grondstoffen door biogebaseerde alternatieven.’<br />

Biopolymeren<br />

Binnen de samenwerking tussen Orineo en Derbigum ontstond het idee om<br />

een hernieuwbare variant te ontwikkelen voor aardolie gebaseerde daken<br />

van bitumen. Tjeerdsma: ‘Wij hebben direct contact gelegd met BTG Biomass<br />

Technology Group, omdat wij in hun pyrolyse proces kansen zagen om met<br />

pyrolyse-olie een dakbedekking te ontwikkelen. Met pyrolyse maak je in feite<br />

heterogene biomassa homogeen voor onder andere energietoepassingen. In<br />

dit proces verander je de biomassa in een handzame en verwerkbare vorm.<br />

Naast energietoepassing kun je ook meer hoogwaardige toepassingen uit<br />

pyrolyse-olie creëren. Een grote deelfractie uit de pyrolyse, de zogenaamde<br />

lignine biopolymeren, is geschikt voor de productie in dakmembranen.’<br />

Om het idee verder te ontwikkelen werd er een consortium met een viertal ondernemingen<br />

gevormd om de ontwikkeling van BIOtumen mogelijk te maken.<br />

Op de eerste plaats sloot de Belgische onderneming Derbigum aan, bekend<br />

16 | Special Gelderland<br />

van de duurzame dakoplossingen die zij ontwikkelt. Vanuit Nederland werden<br />

BTG Biomass Technology Group en dakbedekkingsbedrijf Weijers Platte Daken<br />

toegevoegd. Bovendien was woningcorporatie Talis bereid in Nijmegen een<br />

pilotlocatie beschikbaar te stellen. ‘Als klap op de vuurpijl hebben wij bij de<br />

provincie Gelderland subsidie weten te bemachtigen om het innovatietraject<br />

te versnellen’, aldus Tjeerdsma. ‘Inmiddels heeft Weijers Platte Daken op het<br />

wooncomplex van Talis in Nijmegen een groot deel van de BIOtumen aangebracht<br />

en in oktober wordt dit met een feestelijke ceremonie afgerond.’<br />

Rendement<br />

Volledig uitontwikkeld is het product BIOtumen echter nog niet. Volgens<br />

Tjeerdsma zijn er nog diverse haken en ogen. ‘Het is bijvoorbeeld een uitdaging<br />

om bij de opschaling te zorgen dat er een continue kwaliteit vervaardigd<br />

wordt. Samen met Derbigum richten wij ons verder op het doel om een hoger<br />

rendement te behalen in het productieproces. Ook zoeken wij nog naar een<br />

partner die op industriële schaal de pyrolyse-olie kan opwerken naar de voor<br />

BIOtumen geschikt biopolymeren. Met de bouw van hun nieuwe pyrolysefabriek<br />

zal BTG op industriële schaal pyrolyse-olie kunnen leveren. Al met al<br />

hopen wij eind volgend jaar de laatste hobbels genomen te hebben en de<br />

BIOtumen op industriële schaal in de markt te kunnen zetten.’<br />

NADER UITGELEGD...<br />

Pyrolyse<br />

Pyrolyse is het Griekse woord voor<br />

uit elkaar halen met vuur. Het is een<br />

techniek waarbij met behulp van<br />

zeer hoge temperaturen en zonder<br />

zuurstof biomassa kan worden<br />

ontleed. Het is zeer belangrijk dat<br />

er bij pyrolyse geen zuurstof wordt<br />

gebruikt, want de reactie met zuurstof<br />

leidt tot verbranding. In veel gevallen<br />

is bij pyrolyseprocessen bio-olie het<br />

eindproduct. Een van de bekendste<br />

Nederlandse pioniers op het gebied<br />

van pyrolyse is de BTG Biomass<br />

Technology Group uit Enschede.


Eric Roos (Bioprocess Pilot Facility) ontmoet Wim Soetaert (Bio Base Europe Pilot Plant)<br />

‘De huidige pilot plant vormt slechts het begin’<br />

‘De ambitie is niet een gigantische winstgevende onderneming worden, maar vooral fungeren als aanjager<br />

van de biobased innovatieketen.’ ‘Wij moeten de onwetendheid bij bedrijven wegnemen.’ ‘Bij pre-sale<br />

activiteiten kunnen wij één plus één is drie doen.’ Het zijn gedane uitspraken tijdens een ontmoeting in<br />

Roosendaal tussen Eric Roos (Bioprocess Pilot Facility) en Wim Soetaert (Bio Base Europe Pilot Plant).<br />

Zowel in Gent als in Delft staat een pilot plant<br />

(zie kaders) voor de biobased economy. De<br />

Vlaamse Bio Base Europe Pilot Plant is al bijna<br />

twee jaar operationeel en wordt geleid door Wim<br />

Soetaert. De Nederlandse Bioprocess Pilot Facility<br />

(BPF) opende afgelopen mei haar deuren en kent<br />

Eric Roos als directeur.<br />

Na gepromoveerd te zijn in Amsterdam startte<br />

Eric Roos zijn carrière als organisch chemicus<br />

bij DSM. Daar vervulde Roos tal van research en<br />

productiefuncties, waaronder (tot eind 2011) die<br />

als directeur van het DSM Biotechnology Center;<br />

een industriële biotech R&D-organisatie van zo’n<br />

vijfhonderd mensen. Vanuit deze functie was Roos<br />

actief betrokken bij de vormgeving en oprichting<br />

van de BPF. Sinds begin <strong>2012</strong> is hij volledig vrijgemaakt<br />

om de BPF te helpen op de weg naar succes,<br />

vanaf mei van dit jaar in de functie van directeur.<br />

Wim Soetaert is gepromoveerd als bio-ingenieur<br />

aan de Universiteit Gent. Hierna was hij jarenlang<br />

actief als onderzoeksdirecteur voor Europese<br />

bioraffi naderijbedrijven in Duitsland en Frankrijk.<br />

In 2004 werd Soetaert professor in de Industriële<br />

Biotechnologie aan de Universiteit Gent. In die hoe-<br />

danigheid ontstond bij hem het plan voor een pilot<br />

plant die geboren werd in de vorm van de Bio Base<br />

Europe Pilot Plant en waarvan hij directeur is.<br />

U krijgt één minuut de tijd om uw eigen<br />

pilot plant te pitchen tegenover uw collega.<br />

Soetaert: ‘In de eerste plaats zijn wij een zeer<br />

veelzijdige pilot plant. Wij zijn niet gespecialiseerd<br />

in één proces, maar hebben een brede waaier<br />

aan procesapparatuur en expertise: van witte<br />

biotechnologie zoals fermentatie en biokatalyse tot<br />

groene chemie en bioraffi nage. Dat alles bieden<br />

wij aan onder één dak en als een one-stop-shop.<br />

Dit is belangrijk voor processen die vaak uit diverse<br />

processtappen bestaan. Ten tweede is onze pilot<br />

plant nogal groot, bezoekers verbazen zich vaak<br />

over de omvang ervan. Wij kunnen zowel kleinschalige<br />

als grootschalige pilot tests uitvoeren en<br />

proefproducties uitvoeren tot circa duizend ton per<br />

jaar. Door onze locatie – in de haven van Gent –<br />

zitten wij logistiek gezien gunstig voor de aanvoer<br />

van biomassa. Bovendien hebben wij geen lastige<br />

buren: de dichtstbijzijnde ‘familie’ is gevestigd op<br />

drie kilometer afstand. Daardoor komen we niet<br />

direct in de problemen als we al eens stof, lawaai<br />

of stank maken. Het is per slot van rekening een<br />

pilot plant, er gebeurt wel eens iets wat je niet<br />

voorziet. Ten derde zijn wij volstrekt neutraal en<br />

onafhankelijk van industriële belangen. Dat is erg<br />

belangrijk om de confi dentialiteit van de processen<br />

van onze klanten te kunnen garanderen.’<br />

Roos: ‘De doelstelling van de BPF is het succesvol<br />

maken van klanten: de innovators in de biobased<br />

economy. Dit zijn zowel kleine start-ups als grote<br />

multinationals. Zij hebben hulp nodig bij een cruciale<br />

stap in de innovatieketen: opschaling. Bedrijven<br />

willen bijvoorbeeld fermentatieprocessen kunnen<br />

voorspellen of een fabrieksontwerp realiseren op<br />

basis van onderzoeksdata, maar ook omdat proefproducties<br />

nodig zijn waarmee materiaal wordt<br />

geproduceerd voor een preklinische studie of marketingstudie.<br />

BPF biedt de infrastructuur en ervaring<br />

met tal van soorten fermentatieprocessen. Voor<br />

individuele bedrijven vergen dergelijke faciliteiten te<br />

hoge investeringen. Wij maken de opschalingsstap<br />

kostentechnisch haalbaar en stimuleren zo innovatie<br />

in de biobased economy. De BPF bouwt voort<br />

op een jarenlange ervaring en is sinds mei dit jaar<br />

operationeel als ‘open-access’ faciliteit.<br />

>>><br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 19


Er wordt nu geïnvesteerd in verdere uitbreiding<br />

van de capaciteit en – met name – functionaliteit<br />

van de pilot plants.’<br />

Wat zien jullie als de grote uitdaging voor<br />

jullie eigen pilot plant?<br />

Soetaert: ‘De pilot plant gevuld krijgen. Wij hebben<br />

vandaag de dag nog te weinig opdrachten.<br />

We moeten voldoende projecten binnenhalen om<br />

de winkel te doen draaien.’<br />

Roos: ‘Wij moeten beiden binnen afzienbare<br />

termijn onze kosten dekken en weten ook dat het<br />

gaat lukken. De vraag is vooralsnog even hoe.<br />

Het is onze gezamenlijke visie dat deze markt<br />

waarin wij actief zijn sterk groeiende is. In een<br />

groeiende markt moet je echter nodeloze investeringen<br />

vermijden. Meer en meer zien wij bedrijven<br />

die overwegen in een eigen pilot faciliteit te<br />

investeren. Het is aan ons om ervoor te zorgen<br />

dat men dit niet doet en gebruik maakt van onze<br />

20| <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Wim Soetaert<br />

faciliteiten. Wij moeten de onwetendheid – zoals<br />

het idee dat het intellectueel eigendom niet<br />

geborgd is als zij van onze faciliteiten gebruikmaken<br />

– wegnemen. Ook moeten wij zorgen dat zij<br />

de mogelijkheden kennen die wij bieden.’<br />

Soetaert: ‘Ik sluit mij erbij aan dat bedrijven nogal<br />

eens de neiging hebben om alles zelf te willen<br />

doen. En het opzetten van een eigen pilot plant<br />

kost ontzettend veel tijd en geld. Het wordt nog<br />

een hele gang om bedrijven dit af te leren. Het is<br />

veel effi ciënter en sneller om beroep te doen op<br />

een reeds bestaande ‘open innovatie’ pilot plant en<br />

zo neem je uiteindelijk ook veel minder risico.’<br />

Kunnen jullie inmiddels al best practices<br />

presenteren?<br />

Soetaert: ‘Wij zijn al bijna twee jaar operationeel<br />

en hebben reeds een aantal vaste klanten weten<br />

te overtuigen die inmiddels kind aan huis zijn. De<br />

periode tussen de eerste kennismaking en de eerste<br />

order – de snuffelfase – duurt in deze tak van sport<br />

al snel zes maanden. Onze beste reclame is dat<br />

sommige klanten na die eerste test de weg hebben<br />

gevonden en vandaag gewoon de telefoon oppakken<br />

en vragen of ze direct langs kunnen komen.’<br />

Roos: ‘Wij hebben natuurlijk een aantal aandeelhouders<br />

die behoefte hebben aan testcapaciteit.<br />

De meerderheid van de business moet echter van<br />

buitenaf gaan komen. Dit moet in de komende<br />

maanden gebeuren.’<br />

Soetaert: ‘Wat leuk is om te zien, is dat klanten<br />

slimmer naar buiten gaan dan ze binnenkwamen.<br />

Gewoonlijk zijn hun medewerkers aanwezig tijdens<br />

de uitvoering en het is dus ook een soort opleidingsproces.<br />

Seeing is believing. Ons eigen personeel<br />

bedient weliswaar de knoppen, maar onze<br />

klanten denken actief mee en leren ontzettend veel<br />

gedurende de pilot tests.’<br />

In feite zijn jullie concurrenten, hoe proberen<br />

jullie elkaar toch te versterken?<br />

Roos: ‘Door het maken van ‘lawaai’ en het adverteren<br />

van onze diensten. Beiden moeten wij op<br />

de plaatsen waar wij komen kenbaar maken dat<br />

de pilot plants er zijn. Dit helpt ons samen verder<br />

en vermijdt nodeloze investeringen bij bedrijven.<br />

Bij de pre-sale activiteiten kunnen wij in principe<br />

één plus één is drie doen.’<br />

Soetaert: ‘Wij moeten de koek gezamenlijk groter<br />

maken. Wij staan maar tot op zekere hoogte<br />

met elkaar in concurrentie. Als er iets is wat wij<br />

niet kunnen, zullen wij de klant niet teleurstellen<br />

maar proberen door te verwijzen naar de BPF.’<br />

Roos: ‘Dat geldt omgekeerd evenzo. En afhankelijk<br />

van de ontwikkelingen grootte van de koek<br />

zullen onze pilot plants ook een internationale<br />

aantrekkingskracht krijgen.’<br />

Soetaert: ‘En er zullen geen tientallen pilot plants<br />

ter wereld komen. Als er straks tien in de hele<br />

wereld zijn van dit niveau, is het al veel. Ik word<br />

bijna wekelijks gebeld door partijen die ook een<br />

pilot plant willen starten. Wie nu nog moet beginnen<br />

redt het niet. Wij hebben vier jaar voorsprong<br />

en die voorsprong gaan we ook gebruiken.’<br />

Als u een blik in de toekomst werpt; waarmee<br />

bent u over vijf tot tien jaar tevreden?<br />

Roos: ‘Als wij in de komende vijf jaar ons businessplan<br />

waarmaken en een situatie weten te creëren<br />

waarbij zonder al te grote effort bedrijven ons<br />

weten te vinden. De ambitie is niet zo zeer om van<br />

de BPF een gigantische winstgevende onderneming<br />

te maken, maar vooral om aanjager van de<br />

biobased innovatieketen te worden.’<br />

Soetaert: ‘In de eerste plaats moeten wij uit de<br />

kosten komen. Wij willen over vijf jaar ook een<br />

grote expansie achter de rug hebben. De pilot<br />

plant zoals die er nu staat, vormt slechts het begin.<br />

Onze ambitie ligt vele malen hoger en wij willen<br />

verder investeren in nieuwe procesapparatuur<br />

zodat onze mogelijkheden met een factor drie<br />

toenemen. Voor minder doen wij het niet.’<br />

Wat merken jullie van de politieke ambitie<br />

van de verschillende overheidsinstellingen?<br />

Soetaert: ‘Politici hebben het vandaag vooral over<br />

besparingen en over meer doen met minder. Wij<br />

hebben de ambitie om binnen nu en vijf jaar met


een factor drie te groeien, en ik moet vaststellen<br />

dat de overheid niet op de afspraak is. Politici hebben<br />

de mond vol van innovatie totdat het geld kost.<br />

En er heerst ook veel inertie: meer van hetzelfde is<br />

de gemakkelijkste beslissing om te nemen. Zo heeft<br />

onze overheid recent beslist om een miljard euro te<br />

investeren in onderzoek naar kernenergie! Is dat nu<br />

het grote toekomstgerichte innovatiebeleid?’<br />

Roos: ‘Wij hebben net een omvangrijke subsidie<br />

van de overheid mogen ontvangen. Dit toont<br />

aan dat er in Nederland bij de overheid behoorlijk<br />

veel politiek commitment is, dat zich uitstrekt<br />

tot op de lagere beleidsniveaus. Het verkiezings-<br />

en daaropvolgende formatieproces zal vrij<br />

bepalend zijn voor toekomstige ontwikkelingen.<br />

In Nederland heb je te maken met continu wisselende<br />

regeringen die allen starten met nieuwe<br />

plannen en inzichten maken. Vervolgens valt<br />

voordat je het weet het kabinet al weer.’<br />

Soetaert: ‘Het is zaak om te weten wat je wil, te<br />

blijven trekken aan de kar en de overheid tegen<br />

alle weerstand in te overtuigen. Uiteindelijk<br />

gaan ze wel overstag, want we hebben heel<br />

goede argumenten.’<br />

Wat staat er met stip op één op jullie<br />

wensenlijstje?<br />

Soetaert: ‘Geld voor bijkomende investeringen in<br />

nieuwe procesapparatuur. Daarvoor is overheidsgeld<br />

nodig. Als wij vanuit onze running business<br />

grote investeringen moeten doen, gaat het veel te<br />

traag vooruit. Er komen nu al veel bedrijven langs<br />

die ik niet kan helpen omdat ik bijvoorbeeld een<br />

bepaald apparaat niet heb. Het is jammer als je<br />

veel moeite doet om potentiële klanten over de<br />

vloer te krijgen en deze vervolgens moet teleurstellen.<br />

Je gaat ook niet naar de bakker om brood te<br />

kopen en het pas de volgende week te krijgen. Als<br />

de bakker geen brood heeft als je langskomt kom<br />

je daar nooit meer terug. Wij kunnen niet wachten<br />

tot de koeien eieren gaan leggen. De biobased<br />

economy is een fundamentele transitie die met een<br />

verschroeiende snelheid vooruit gaat. De overheid<br />

moet hierbij veel sneller anticiperen op toekom-<br />

Eric Roos<br />

stige veranderingen. Men denkt nog teveel dat de<br />

dingen langzaam evolueren, de ‘sense of urgency’<br />

ontbreekt. Als je ziet hoe ‘langzaam’ de olieprijs<br />

gestegen is, dan weet je hoe snel de wereld<br />

werkelijk verandert. Als we niet opletten worden<br />

we gewoon op snelheid gepakt en probeer een<br />

rijdende trein maar eens in te halen.’<br />

Roos: ‘Vanuit het perspectief van de BPF is mijn<br />

grootste wens is om op korte termijn een aantal<br />

klanten van buiten onze gewone aandeelhoudersgroep<br />

binnen te halen. Wij willen ons portfolio<br />

uitbreiden met nieuwe klanten. Mijn persoonlijke<br />

drijfveer is dat we daarmee een grote en herkenbare<br />

bijdrage aan de groei en het succes van de<br />

biobased economy leveren.’<br />

Hoe verloopt in jullie optiek de samenwerking<br />

tussen Vlaanderen en Nederland<br />

op het vlak van de biobased economy?<br />

Soetaert: ‘Vlaanderen en Nederland zijn twee kleine<br />

gebieden met beide dezelfde ambitie en die ook<br />

nog eens dezelfde taal spreken. Wij moeten samenspannen,<br />

anders delven wij het onderspit. De grote<br />

buurlanden Duitsland, Engeland en Frankrijk gaan<br />

met heel veel ambitie aan de slag in de biobased<br />

economy. Het is een illusie dat je kunt samenwerken<br />

met dergelijke grootmachten. Zowel Vlaanderen<br />

als Nederland blijven het kleine broertje, je krijgt<br />

hoogstens wat kruimels van de grote jongens. Als<br />

wij niet samenwerken, worden wij verpletterd door<br />

het bruut geweld van de buren. Tegelijkertijd is samenwerken<br />

gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het<br />

begint al met twee pilot plants… Onze bewindslieden<br />

belijden het met de mond, maar effectief<br />

samenwerken is heel wat moeilijker.’<br />

Roos: ‘Ik deel Wim Soetaert zijn mening, maar<br />

ik wil het een en ander wel als een positieve<br />

uitdaging neerzetten. Wij gaan niet bij de pakken<br />

neerzitten. Er zijn twee mooie pilot plants met<br />

zeer veel potentie.’<br />

Soetaert: ‘En wij hebben ook een voordeel. Wij<br />

hebben voorsprong opgebouwd terwijl de buurlanden<br />

nog maar pas zijn gestart. Dat betekent<br />

niet dat de overheid op haar lauweren mag rusten.<br />

Want als wij die voorsprong niet verder uitbouwen<br />

gaat hier vroeg of laat toch het licht uit. Blijven<br />

duwen aan de kar is de boodschap.’<br />

Bio Base Europe Pilot Plant<br />

in het kort<br />

Bio Base Europe is ontstaan uit een<br />

Vlaams-Nederlandse samenwerking en<br />

bestaat uit twee onderdelen: een pilot<br />

plant voor biogebaseerde producten en<br />

processen in Gent en een training center<br />

voor procesoperatoren in Terneuzen. De<br />

Bio Base Europe Pilot Plant is al bijna<br />

twee jaar operationeel. Het is een flexibele<br />

en polyvalente pilot plant die opereert<br />

op kilogram tot ton schaal, om zo de<br />

kritische fase tussen het laboratoriumproces<br />

en de industriële productie te overbruggen.<br />

De Bio Base Europe Pilot Plant<br />

richt zich op zowel procesoptimalisatie,<br />

opschaling en proefproductie van nieuwe<br />

biogebaseerde producten zoals bioplastics,<br />

biobrandstoffen, biomaterialen, biodetergenten,<br />

levensmiddelingrediënten,<br />

cosmetica en neutraceuticals.<br />

Bioprocess Facility in het kort<br />

Ruim twee jaar geleden maakte een Nederlandse<br />

cluster van overheids- en kennisinstellingen<br />

en bedrijven bekend ruim honderd<br />

miljoen euro te investeren in de Bioprocess<br />

Pilot Facility; een proefinstallatie voor onderzoek<br />

naar biotechnologische processen. In de<br />

faciliteiten van de BPF in Delft kan inmiddels<br />

opschalingsonderzoek uitgevoerd worden<br />

met betrekking tot de volgende werkgebieden:<br />

voorbehandeling van biomassa, fermentatie<br />

en opzuivering. De pilot plant werd<br />

afgelopen mei officieel geopend.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 21


ZLTO-voorzitter Hans Huijbers:<br />

‘Mestverwaarding kan Nederland meest<br />

intensieve groene economie ter wereld bezorgen’<br />

‘Voor elk vraagstuk van de samenleving is er in de natuur een oplossing. Wij kennen haar meestal<br />

nog niet en dat is de uitdaging van de biobased economy: de oplossingen leren kennen. De biobased<br />

economy is een verzamelnaam van al deze oplossingen en het is de kunst om verbindingen te leggen.’<br />

Aan het woord is Hans Huijbers, voorzitter van de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO).<br />

In Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Gelderland<br />

vertegenwoordigt de ZLTO bijna 18.000 leden.<br />

Samen met het Limburgse broertje LLTB en de LTO<br />

Noord vormt de ZLTO het landelijke samenwerkingsverband<br />

LTO Nederland. In totaal zijn daar<br />

zodoende bijna 50.000 agrarische ondernemers<br />

bij aangesloten. De statistieken liegen er niet om,<br />

want de agrarische sector vormt een substantieel<br />

deel van de Nederlandse economie. Zo levert de<br />

totale agrosector een bijdrage van zo’n tien procent<br />

aan de binnenlandse economie en voorziet<br />

deze ruim 660.000 Nederlanders van werk.<br />

Ver-van-mijn-bed-show<br />

ZLTO-voorzitter Hans Huijbers is al zo’n dertig jaar<br />

actief in de agrarische sector en heeft zelf in het<br />

Brabantse Wintelre nog altijd een melkveebedrijf.<br />

Naar eigen zeggen kwam hij aan het begin van de<br />

jaren negentig voor het eerst in aanraking met de<br />

term biobased economy. ‘In die periode was ik in<br />

Amerika voor een cursus en het begrip zong daar<br />

destijds al rond. Toen werd het onderbouwd vanuit<br />

thema’s als het winnen van stroom en koolstof<br />

uit afval. Dat de biobased economy nu als het<br />

ware een herintrede doet - los van het feit dat de<br />

agrarische industrie net als tal van andere sectoren<br />

al eeuwenlang biogebaseerd is – komt voort uit<br />

de bio-cascadering. Meer en meer zie je in de<br />

samenleving en bij het bedrijfsleven aandacht voor<br />

het sluiten van kringlopen en het opwaarderen van<br />

grondstoffen. Het is natuurlijk fantastisch als het<br />

straks mogelijk blijkt om niet alleen agro-producten<br />

maar ook agro-reststromen in een biobased economy<br />

hoger te verwaarden. Echter, vooralsnog is de<br />

kreet biobased economy voor agrariërs een vervan-mijn-bed-show.<br />

Anderzijds: wanneer het over<br />

de inhoud gaat, blijken al heel veel boeren geruime<br />

tijd met het onderwerp bezig te zijn.’<br />

Eind vorig jaar publiceerde de Brabantse denktank<br />

Agro & Co onder meer op verzoek van de<br />

22| <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

ZLTO – die leden die actief voorsorteren op de<br />

biobased economy de helpende hand wil reiken<br />

– een visie op de huidige business kansen voorde<br />

agrarische sector. ‘Er zijn diverse paden interessante<br />

biobased paden naar voren gekomen’, licht<br />

Huijbers toe. ‘De agrosector kan bijvoorbeeld<br />

fungeren als toeleverancier van organische<br />

reststromen waaruit nieuwe specialty chemicals<br />

gemaakt kunnen worden. Ook de teelt van<br />

nieuwe gewassen zoals algen, de ontwikkeling<br />

van bioraffi nage en het opwaarderen van mest<br />

behoren tot het kansenpalet.’<br />

Front runners<br />

Toch staan agrariers volgens Huijbers nog niet<br />

massaal in de rij om zich volledig te storten op de<br />

biobased economy. De ZLTO-voorman vermoedt<br />

dat dit anders is zodra de eerste successen zichtbaar<br />

zijn. ‘Wij moeten op zoek naar geschikte<br />

partners en succesvoile business cases. Met front<br />

runners zoals de Essents, Nuons en DSM’s van<br />

deze wereld willen wij bijvoorbeeld kijken of er<br />

meer uit mest te halen valt dan energie. Zo kun<br />

je misschien natuurlijke enzymen isoleren. Als dat<br />

lukt, dan komt de volumineuze en bulkachtige<br />

grondstof mest ook in een positief daglicht te<br />

staan en kan het boeren geld gaan opleveren.’<br />

Met mest is een voor agrariërs – maar ook voor<br />

milieu- en duurzaamheidsdoelstellingen – belangrijk<br />

thema genoemd. ‘In het verleden was<br />

mest een boerenprobleem en nu zien steeds<br />

meer partijen mest ineens als een uitstekende<br />

grondstof’, stelt Huijbers. ‘Wij verkondigen dit al<br />

jaren. Als wij de helft van de Brabantse koeienmest<br />

op de juiste wijze zouden verwerken, zou<br />

Nederland zelfs in één klap een stevige bijdrage<br />

kunnen leveren aan de Kyotodoelstellingen van<br />

2050. Het is onze ambitie om weg te bewegen<br />

van de probleempolitiek en met mest op te<br />

schuiven naar een integrale duurzaamheidsoplos-<br />

sing. En door mest als een kans te zien en de<br />

economie hierop te ontwikkelen, kan Nederland<br />

de meest intensieve groene economie worden die<br />

wereldwijd bestaat. Wij moeten nog meer onze<br />

krachten bundelen en nieuwe coalities sluiten.’<br />

Volwaardige partner<br />

‘Maar het houdt voor de boer niet op bij mest’,<br />

vervolgt Huijbers. ‘Op en rond het erf is er veel<br />

te winnen. De boerderij is namelijk per saldo een<br />

kleine lokale biobased economy. Zoogdieren zijn<br />

misschien wel het beste voorbeeld. Zij maken<br />

op de boerderij de meest waardevolle producten<br />

der natuur: melk en vlees. Een product van een<br />

intrinsieke kwaliteit.’<br />

Volgens Huijbers is het van groot belang dat agrariërs<br />

voor de totstandkoming van een (inter)nationale<br />

biobased economy als volwaardige partners<br />

gezien worden. ‘Onze sector, plantaardig en<br />

dierlijk, speelt een cruciale rol in de keten van de<br />

biobased economy en dat wordt helaas nog lang<br />

niet altijd overal her- en erkend. De geschiedenis<br />

heeft geleerd dat grote multinationals dit ook pas<br />

beseffen als hun grondstoffenstromen dreigen op<br />

te drogen. Dus ja, alle voorspellers hebben gelijk<br />

als ze zeggen dat de biobased economy ook voor<br />

onze sector veel kansen biedt, maar het zou zo<br />

maar eens twintig jaar kunnen duren voor het een<br />

en ander tot wasdom komt. Hoe dan ook, voor de<br />

biobased economy is de landbouw de onmisbare<br />

schakel.’ Tegelijkertijd voorspelt Huijbers dat<br />

successen snel tot een grootschalige uitrol binnen<br />

de agrarische sector zullen leiden. ‘Als een boer<br />

eenmaal een succesje heeft of ziet, deelt hij dit<br />

ontzettend snel met zijn collega’s. In het onderling<br />

delen van dergelijke kennis zijn wij met onze sector<br />

wereldkampioen. Succesvoile business cases<br />

worden door boeren snel terugvertaald naar hun<br />

eigen erf. Dergelijke zaken gaan als een lopend<br />

vuurtje door de sector.’


<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 23


Terug naar de basis van biobased succes<br />

‘<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>’ is een ongelofelijk ruime<br />

term. Dat levert in de praktijk bij mij (en vele<br />

anderen) soms problemen op. Benamingen<br />

rondom datzelfde onderwerp worden door<br />

elkaar heen gebruikt en op verschillende manieren<br />

geïnterpreteerd, denk aan cleantech,<br />

bioraffinage en duurzaamheid. Het leidt soms<br />

tot komische situaties.<br />

Ik heb het daarom maar even opgezocht. De<br />

biobased economy is een economie waarin<br />

bedrijven – nationaal en internationaal – nonfoodtoepassingen<br />

vervaardigen uit groene<br />

grondstoffen (biomassa). Of mooier gezegd, het<br />

gaat over de overgang van een economie die<br />

draait op fossiele grondstoffen naar een economie<br />

met biomassa als grondstof voor non-food:<br />

van ‘fossil-based’ naar ‘bio-based’. We hebben<br />

het dan over bijvoorbeeld inhoudsstoffen, chemicaliën,<br />

materialen, elektriciteit en warmte.<br />

Persoonlijk heb ik sterk de behoefte aan helderheid.<br />

Als ik het al niet begrijp, mag ik dat<br />

dan van anderen verlangen? Wat zou het mooi<br />

zijn als de overheid ons een handje helpt bij<br />

het verhelderen en concretiseren van haar visie<br />

op de <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong>. Ondernemers krijgen<br />

daarmee een veel beter zicht op de aspecten<br />

van biobased business. Ik denk dat zij vrij pragmatische<br />

mensen zijn die best willen investeren<br />

in nieuwe activiteiten, omdat dat goed is voor<br />

het milieu én de economie. Door de eindigheid<br />

van fossiele brandstoffen zijn we ook min of<br />

meer gedwongen om dat te doen.<br />

Helaas hebben ondernemers door de veelomvattendheid<br />

van het begrip vaak onvoldoende<br />

zicht op waar het lonkend perspectief zit. Er<br />

worden door de overheid best veel biobased<br />

initiatieven ondersteund. De intentie is goed,<br />

dat is het niet. Maar een groot deel van deze<br />

initiatieven wordt niet opgepakt door het<br />

bedrijfsleven omdat ze breed opgezet en<br />

aanbodgestuurd ingericht zijn. Men kiest een<br />

24 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

oplossingsrichting zonder na te denken over<br />

het uiteindelijke verdienmodel: wie gaat<br />

waarmee geld verdienen?<br />

Technologische innovatie is bovendien gecompliceerder<br />

dan binnen bestaande ketens,<br />

doordat de biobased economy sectoroverschrijdend<br />

is. Sectoren die voorheen weinig<br />

met elkaar te maken hadden worden bij<br />

biobased initiatieven geacht samen te werken.<br />

Verschillende werelden worden bij elkaar<br />

gebracht, terwijl niet helder is welke kennis<br />

elkaar versterkt. Alleen door het gestructureerd<br />

uitwisselen van bestaande en het ontwikkelen<br />

van nieuwe kennis kunnen nieuwe<br />

waardeketens gemakkelijker worden opgezet.<br />

Net als in andere sectoren vereist het opzetten<br />

van een nieuw verdienmodel financiële<br />

en technologische inspanningen, dat is<br />

duidelijk. Maar laten we niet vergeten dat<br />

juist in deze nieuwe biobased economy het<br />

meer moeite kost om totaal nieuwe waardeketens<br />

te bouwen. Elke schakel moet een<br />

stuk toegevoegde waarde leveren waardoor<br />

een succesvol eindproduct kan ontstaan.<br />

Biodiesel uit schimmels? Bouwmateriaal<br />

uit paprikasteeltjes? Mono-vergisting van<br />

varkensmest? Ingrediënten uit afvalwater?<br />

Het betekent allemaal een nieuwe keten. Het<br />

is dan ook belangrijk om nu primair te focussen<br />

op de kracht van ketensamenwerking.<br />

Ik geloof dat daar de eerste slag ligt die we<br />

moeten maken om kansrijke, bruikbare biobased<br />

innovaties te realiseren.<br />

En tenslotte: natuurlijk zijn er al successen<br />

te noemen! Ik denk bijvoorbeeld aan BES<br />

Exploitatie in Sittard dat een biomassa-<br />

energiecentrale heeft gerealiseerd die als<br />

brandstof groenafval uit de regio gebruikt.<br />

Alain Dirven<br />

Innovatieadviseur Syntens


Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />

Project Agrobiopolymeren verbindt Nederland met Duitsland<br />

Vorig jaar zomer ging in Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland het grensoverschrijdende<br />

samenwerkingsproject Agrobiopolymeren van start. Het project – dat ruim 2,4 miljoen Europese subsidie<br />

ontvangt vanuit het INTERREG-programma – richt zich op de ontwikkeling en toepassing van nieuwe<br />

biokunststoffen en vezels. Deze worden verwerkt in groene industriële en consumentenproducten.<br />

Daarbij wordt geprobeerd zo veel mogelijk gebruik te maken van regionale grondstoffen en organische<br />

reststromen. ‘Het project heeft inmiddels al de nodige spin-off gegenereerd zoals de ontwikkeling van<br />

een nieuwe oogstmachine voor hennep’, vertelt Errit Bekkering, die namens de Noord-Nederlandse<br />

investerings- en ontwikkelingsmaatschappij NOM betrokken is bij het project.<br />

Agrobiopolymeren speelt zich af in de Eems<br />

Dollard Regio (EDR), de noordelijkste Europese<br />

grensregio langs de Nederlands-Duitse grens.<br />

‘Het project verbindt niet allen regio’s maar ook<br />

verschillende sectoren’, licht Bekkering toe. ‘Zo<br />

wordt de agrosector verbonden met industriële<br />

partijen en kennisinstellingen. Al deze partijen<br />

hebben een belang om te investeren in de ontwikkeling<br />

van de markt van biopolymeren. Industriële<br />

partijen kunnen hun producten en ook hun<br />

afzet verduurzamen terwijl agrarische bedrijven<br />

de kans krijgen hun reststromen te verwaarden.<br />

Het mes snijdt zo aan twee kanten.’<br />

Toepassingsgebieden<br />

‘Biogebaseerde kunststoffen moeten in de<br />

toekomst de huidige op aardolie gebaseerde<br />

kunststoffen vervangen’, vervolgt Bekkering<br />

het gesprek. ‘Met Agrobiopolymeren proberen<br />

wij als regio die ontwikkeling te versnellen. In<br />

totaal nemen zo’n vijfentwintig bedrijven en<br />

instellingen deel aan het project en het scala<br />

aan producten is dan ook zeer breed.’ Het<br />

project Agrobiopolymeren is verdeeld in tien<br />

subprojecten die vier toepassingsgebieden<br />

kennen: composteerbare garens, tijdelijke<br />

netstructuren, afbreekbaar verpakkingsmateriaal<br />

en natuurlijke vezels. Samen zijn deze<br />

goed voor een breed scala aan producten: van<br />

vloerbedekking tot melkbekers en van deksels<br />

tot industriële garen.<br />

Een van de bijzondere aspecten aan het project<br />

is volgens Bekkering de intensieve samenwerking<br />

via de Triple Helix: ondernemers, onderzoekers<br />

en overheden. Vanuit het overheid- en<br />

onderzoekslandschap nemen naast de NOM in<br />

Groningen bijvoorbeeld ook Stenden Pré in Emmen<br />

en het Niedersachsen Netzwerk Nachwachsende<br />

Rohstoffe (3N) in Werlte deel. ‘Een leuk<br />

aspect is ook de kennisdeling’, stelt Bekkering.<br />

‘In het Kenniscentrum Akkerbouw Noord- en<br />

Oost Nederland (KANON) is een tentoonstellingsruimte<br />

ingericht waarin belangstellenden<br />

informatie kunnen krijgen over biogebaseerde<br />

kunststoffen en het verloop van het project. Hier<br />

worden de producten getoond die binnen het<br />

project worden ontwikkeld.’<br />

Community<br />

Een van de onderdelen van het project waar de<br />

NOM zich mee bezighoudt binnen is het samenbrengen<br />

van competentienetwerken. ‘Wij willen<br />

zoveel mogelijk belanghebbenden samenbrengen<br />

om zo synergie tot stand te brengen’, aldus<br />

Bekkering. ‘Via verschillende bedrijfsbezoeken,<br />

workshops en andere bijeenkomsten breidt het<br />

aantal deelnemers van het project zich voortdurend<br />

uit. Tijdens de driedaagse van Emmen<br />

(zie kader op pagina 27) zal op de tweede dag<br />

kennis uit het project gedeeld worden. Verder<br />

organiseren wij in de komende periode onder<br />

meer een bedrijfsbezoek naar melkveehouder<br />

Der Engelenhof. Samen met Ahrend probeert<br />

dit Duitse bedrijf een nieuw type melkbeker te<br />

ontwikkelen. In Duitsland wordt tussen de middag<br />

nog schoolmelk gedronken door kinderen<br />

en jongeren.<br />

>>><br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 25


Duitse en Nederlandse<br />

projectpartners slaan handen ineen<br />

In het INTERREG-project Agrobiopolymeren<br />

nemen zowel Nederlandse als Duitse bedrijven<br />

en kennis- en overheidsinstellingen deel. In<br />

totaal zijn er circa vijfentwintig stakeholders.<br />

Vanuit Nederland nemen de volgende<br />

partijen deel: NV NOM, Bioclear, API<br />

Institue, Edel Backing, Business Center<br />

Klazienaveen, Queens Grass, Stenden University,<br />

Stichting Dienst Landbouwkundig<br />

Onderzoek, Landbouwbedrijf Dun, Hemp-<br />

Flax, Groengroep Eelde, BIONND, Breijn,<br />

Avantium en Horticoop.<br />

Vanuit Duitsland nemen de volgende<br />

partijen deel: 3N Kompetenzzentrum<br />

Niedersachsen Netzwerk Nachwachsende<br />

Rohstoffe, Propex Fabrics, Güth & Wolf,<br />

Der Engelenhof, Natura Verpackungs,<br />

Ap extrusion, Hochschule Bremen, Niedersächsische<br />

Rasenkulturen NIRA, RKW,<br />

Firma Andreas Kupke en Naftex.<br />

De projectdeelnemers (zie foto’s) van Agrobiopolymeren<br />

brachten deze zomer een bezoek aan het<br />

Duitse bedrijf Güth & Wolf dat bandweefsels produceert<br />

die te vinden zijn in hondenriemen, autogordels<br />

en gordijnen. Het bedrijf werkt binnen het<br />

project aan bandweefsel van een sterk PLA-garen.<br />

26 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

>>><br />

Der Engelenhof levert die schoolmelk en wil<br />

deze laten serveren in plastic bekers die<br />

na gebruik in een biovergister<br />

verwerkt kunnen worden.<br />

Verder willen wij dit jaar<br />

ook nog een bezoek brengen<br />

aan Edel Backing.<br />

Dit alles om te zorgen<br />

dat de Nederlandse en<br />

Duitse ondernemers<br />

elkaar steeds beter<br />

leren kennen en elkaar<br />

weten te vinden. Het ideaal<br />

beeld is dat een grensoverschrijdende<br />

biobased<br />

community ontstaat.’<br />

Oogstmachine<br />

Een van de ondernemers<br />

die nu al zeer te spreken<br />

is over de resultaten<br />

van Agrobiopolymeren<br />

is Albert Dun van het in<br />

Oude Pekela gevestigde<br />

Hennepverwerkingsbedrijf<br />

Dun Agro. ‘Wij<br />

verrichten al jaren<br />

onderzoek naar de toepassing van hennepvezels<br />

in biopolymeren’, vertelt Dun. ‘Dit was voor ons<br />

ook aanleiding om mee te doen aan dit innovatieproject.<br />

Binnen Agrobiopolymeren zijn wij<br />

een grondstofleverancier. Het is onze taak om<br />

de hennepvezels op perfecte lengte en fijnheid<br />

aan te leveren bij de industriële partijen die<br />

deze vervolgens toepassen in hun producten.’<br />

Dun stelde zich vooraf ten doel middels Agrobiopolymeren<br />

zijn eigen productieproces te optimaliseren<br />

en daar waar nodig aan te passen.<br />

Uiteindelijk heeft deze ambitie geleid tot een<br />

nieuwe oogstmachine voor hennep.


‘Wij hebben binnen het project met een Duits<br />

mechanisatiebedrijf een machine ontwikkeld die<br />

het blad van de stengel scheidt’, vertelt Dun. ‘Zo<br />

kunnen beide delen van de plant apart geoogst<br />

en vermarkt worden.’ De specifi ek op het blad<br />

gerichte oogstmethode van Dun Agro is een<br />

unicum. De machine is uitgerust met een in<br />

hoogte verstelbare stengelstripper. Deze ontdoet<br />

ongeveer de bovenste zeventig centimeter<br />

van de hennepstengels van het blad. ‘Dit blad is<br />

vanwege het eiwitgehalte goed toepasbaar als<br />

veevoer’, aldus Dun.<br />

Korte vezels<br />

Dat Agrobiopolymeren voor Dun Agro tot een<br />

nieuwe oogstmachine heeft geleid is volgens<br />

Dun niet meer dan bijzaak. ‘Nogmaals ons<br />

hoofddoel was het verbeteren van het productieproces<br />

en dat is gelukt. Tot op heden<br />

werkten hennepverwerkers met omgebouwde<br />

vlasoogstmachines, dat is voor ons nu niet<br />

meer nodig. Het onderscheid is ook noodzaak<br />

want waar vlas lange vezels voor bijvoorbeeld<br />

textieltoepassingen kent, worden hennepvezels<br />

als korte vezels toegepast. Wij hebben deze<br />

oogstmachine enkel gebouwd omdat andere<br />

partijen daar onvoldoende kennis en kunde voor<br />

hebben of niet met het oogstproces bekend zijn.<br />

Wij willen als agrarisch bedrijf geen machinefabrikant<br />

worden. Via dit traject is het productieproces<br />

van hennep uiteindelijk met zo’n twintig<br />

procent verbeterd. Dit betekent dat wij nu op<br />

een rendement van negentig procent zitten. Een<br />

fantastisch resultaat!’<br />

Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />

Op woensdag 28, donderdag 29 en vrijdag 30 november vinden in Noord-Nederland de<br />

driedaagse van Emmen plaats. Het evenement is een logisch vervolg op de Noordelijke<br />

Conferentie <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> die eind vorig jaar in Heerenveen plaatsvond. ‘Gedurende<br />

deze dragen wordt ondernemend Noord-Nederland op de hoogte gebracht van alle actuele<br />

ontwikkelingen rond de biobased economy en de groene ambities van de regio’, vertelt Jaap<br />

Jepma van Noordtij, een van de organiserende partijen. ‘Groene chemie is in feite de rode<br />

draad en het moto is market meets policy.’<br />

De eerste dag van de driedaagse richt zich op het thema applied sustainable polymers. ‘Deze<br />

dag zoomt daarmee in op de recycling van kunststoffen. Het programma wordt momenteel<br />

samengesteld door de high tech kennisinstelling Mikrocentrum en productontwerp- en ontwikkelbureau<br />

Pezy. Dag twee staat in het teken van de <strong>Biobased</strong> Society. Hier ontvouwen<br />

overheids- en kennisinstellingen hun beleid en onderzoek, maar wordt ook uitgebreid stilgestaan<br />

bij een aantal innovatieprojecten. Achtereenvolgens komen de projecten Agrobiopolymeren,<br />

BIOCAB en BioBRUG aan bod. Tenslotte staan op de laatste dag van de driedaagse<br />

de groene ambities van Zuidoost-Drenthe en Emmtec Industry & Business Park centraal. Dit<br />

bedrijventerrein dat zestig jaar bestaat, herbergt procesindustrie en chemische industrie<br />

gericht op de productie van kunststoffen en geavanceerde materialen.’<br />

Jepma besluit: ‘Ons belangrijkste doel is om als organisators en wisselwerking tussen marktpartijen<br />

die concreet aan de slag zijn met de groene economy te verbinden met beleidsmakers<br />

en kennisontwikkelaars.’<br />

Meer informatie over de driedaagse van Emmen is binnenkort te vinden op de website van de<br />

Noordelijke <strong>Biobased</strong> Society: www.biobased-society.nl<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 27


De business van de Green Deals:<br />

Twintig procent van tweede ronde groene publiek-private<br />

overeenkomsten heeft betrekking op biobased economy<br />

In de zomerperiode sloot de Rijksoverheid zesenvijftig nieuwe Green Deals af. Twaalf van deze deals<br />

hebben betrekking op de biobased economy. In totaal speelt daarmee bijna twintig procent van<br />

de Green Deals zich op het domein van de biobased economy af. Maar wat moeten deze publiekprivate<br />

overeenkomsten aan bedrijvigheid opleveren? De redactie van <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

analyseerde de twaalf nieuwste biobased deals.<br />

Bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers<br />

zien veel kansen voor groene groei, maar kunnen<br />

die vaak niet verwezenlijken. Met deze gedachte<br />

riep de Rijksoverheid de Green Deals inmiddels<br />

bijna een jaar geleden in het leven. De Green Deals<br />

moeten afspraken zijn die obstakels wegnemen.<br />

Bijvoorbeeld door eenvoudiger vergunningen te<br />

verlenen of door samenwerkingspartners bijeen<br />

te brengen. Zo dragen ze elk hun steentje bij en<br />

zijn het individueel kleine, maar wel betekenisvolle<br />

stappen op weg naar een duurzame economie. En,<br />

op de langere termijn moeten ze bijdragen aan het<br />

creëren van groene bedrijvigheid.<br />

Nova Lignum<br />

Een van de Green Deals die de potentie heeft om<br />

veel bedrijvigheid te creëren, werd afgesloten door<br />

Nova Lignum. Deze start-up wiens naam in het<br />

Latijns ‘nieuw hout’ betekent, is een initiatief van<br />

de West-Brabantse aubergineteler Green Brothers.<br />

28| <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

Nova Lignum maakt ecologische gevelbekleding uit<br />

plantenvezels van de aubergine. Het bedrijf sloot een<br />

Green Deal voor het mogelijk maken van het (grootschalig)<br />

produceren van deze bouwmaterialen. De<br />

materialen van Nova Lignum bestaan voor negentig<br />

procent van het volume uit lignocellulosevezels van<br />

diverse oorsprong, gecombineerd met een geopolymeer.<br />

De vezels kunnen uit bronnen als naaldbomen,<br />

berm- en natuurgrassen, stengels van bloemen en<br />

glasgroenten komen. ‘De Green Deal moet niet alleen<br />

leiden tot een rendabele business case, maar tot<br />

contracten met partijen in de bouwwereld’, vertelt<br />

Johan Groenewegen van Nova Lignum.’<br />

De Rijksoverheid heeft zich met de overeenkomst<br />

verplicht om Nova Lignum te helpen met het tot<br />

stand brengen van verbindingen met kennisinstellingen<br />

en marktpartijen die actief zijn op het<br />

gebied van (biobased) bouwen. Groenewegen: ‘Wij<br />

beschikken onder meer al over de nagenoeg marktrijpe<br />

biobased gevelbekleding. In 2013 gaan we<br />

Patrick Groenewegen va Nova Lignum<br />

presenteert zijn biobased gevelbekleding<br />

in productie. Momenteel oriënteren wij ons op het<br />

selecteren van een productielocatie en het regelen<br />

van de fi nanciering. Wij starten in Nederland en<br />

verwachten hier binnen drie jaar rendabel te zijn.’<br />

<strong>Biobased</strong> Innovations<br />

Twee Green Deals die zich eveneens in het Westen<br />

van de provincie Noord-Brabant afspelen, zijn die<br />

van <strong>Biobased</strong> Innovations en de Green Chemistry<br />

Campus. <strong>Biobased</strong> Innovations is het businessplatform<br />

in Zuidwest-Nederland waar nieuwe initiatieven<br />

tussen bedrijven uit de agro- en chemiesector<br />

ontstaan en ontwikkeld worden. NV REWIN West-<br />

Brabant sloot voor het platform de Green Deal met<br />

als doel het opzetten van diverse vraaggestuurde<br />

R&D-werkprogramma’s die aansluiten bij de bestaande<br />

toplocaties in de regio: de Green Chemistry<br />

Campus, Nieuw Prinsenland en Moerdijk. De<br />

Green Deal zal niet direct tot veel nieuwe bedrijvigheid<br />

leiden, maar wel een goede basis creëren<br />

voor een succesvolle biobased economy. <strong>Biobased</strong><br />

Innovations wil via de deal namelijk onderwijs<br />

voor de transitie naar de biobased economy ontwikkelen.<br />

Verder beoogt men de drie toplocaties te<br />

verbinden en zo een Europese koploper binnen de<br />

biobased economy te worden.<br />

Een van de drie toplocaties – de Green Chemistry<br />

Campus – sloot ook zelf een Green Deal af. Net als<br />

bij Nova Lignum, heeft de overeenkomst met de<br />

overheid aardig wat potentie om nieuwe werkgelegenheid<br />

te creëren. De deal moet een belangrijke<br />

bijdrage leveren aan de ambitie om eind 2014 op<br />

de Green Chemistry Campus ongeveer veertien bedrijven<br />

gevestigd hebben, waardoor op basis van<br />

een business case, verantwoord geïnvesteerd kan<br />

worden in nieuwbouw en incubatieprogramma. In<br />

2020 moeten er uiteindelijk 270 banen zijn gecreëerd<br />

en een toename van het Bruto Nationaal<br />

Product van vijfenzestig miljoen euro.


Noord-Nederland<br />

In het Noorden van het land sloten de Kamer van<br />

Koophandel en Noord-Nederland een Green Deal.<br />

Het doel? Het versterken van de mogelijkheden van<br />

technologische en economische ontwikkeling van<br />

de biobased economy in de regio Veenkoloniën-<br />

Eemsdelta. De Kamer van Koophandel werkt<br />

binnen de overeenkomst samen met het Rijk aan<br />

het wegnemen van belemmerende regelgeving op<br />

de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling in de<br />

sectoren agro, chemie, energie en bouw. Door het<br />

wegnemen van de belemmeringen moet uiteindelijk<br />

nieuwe bedrijvigheid kunnen ontstaan. Over de<br />

het effect van de deal op de regionale hoeveelheid<br />

banen en de bijdrage aan het Bruto Nationaal<br />

Product valt vooralsnog moeilijk wat te zeggen.<br />

Noordzeeboerderij<br />

Een Green Deal die met het oog op de toekomst<br />

wel de nodige hoeveelheid werkgelegenheid kan<br />

creëren is gesloten door de Stichting Noordzeeboerderij.<br />

Deze is begin dit jaar opgericht door<br />

Ecofys, Hortimare en ATO en heeft als doel een<br />

proefboerderij voor zeewierteelt op de Noordzee<br />

te realiseren. Om economisch renderende zeewierboerderijen<br />

mogelijk te maken zijn kennisontwikkeling<br />

en ervaring nodig. In de komende jaren wil<br />

Stichting Noordzeeboerderij daarom in nauwe<br />

samenwerking met onderzoeksinstituten, overheid<br />

en het bedrijfsleven een proefboerderij van één<br />

vierkante kilometer ontwikkelen op de Noordzee.<br />

Als zeewierteelt langs deze weg geoptimaliseerd<br />

wordt, komt er veel meer biomassa beschikbaar<br />

voor biobased toepassingen en voor voeding,<br />

voeder, farma, cosmetica, chemie en energie. De<br />

proefboerderij dient zo als incubator voor startende<br />

initiatieven en zal worden ingezet voor het onderzoeken,<br />

ontwikkelen, testen en demonstreren van<br />

onder meer de teelt van zeewier.<br />

Dutch Grown Polymers<br />

Het consortium Dutch Grown Polymers – bestaande<br />

uit Suiker Unie, Purac en Synbra – behoort uit de<br />

tweede reeks Green Deals tot een van de spreekwoordelijke<br />

toppers. Het samenwerkingsverband<br />

gaat met de Rijksoverheid in een haalbaarheidsstudie<br />

onderzoeken of in Nederland een productieketen<br />

van suikerbiet tot PLA-bioplastics kan worden<br />

gerealiseerd. Nadat de verkennende fase heeft<br />

plaatsgevonden, wordt in een tweede fase gekeken<br />

naar de opbouw van de productieketen. Het consortium<br />

beoogt de productie- en technologieontwikkeling<br />

te bewerkstelligen die in deze fase nodig zal<br />

zijn. De Green Deal levert zodoende een concrete<br />

bijdrage aan de versterking van de concurrentiepositie<br />

van Nederland in de biobased economy.<br />

Grondankers<br />

<strong>Biobased</strong> grondankers ontwikkelen ter ondersteuning<br />

van jonge bomen. Het is de basis van de<br />

Green Deal van Natural Plastics. Het bedrijf wil het<br />

systeem van grondankers in de markt zetten als<br />

alternatief voor boompalen. Omdat er tot nu toe<br />

erg veel boompalen worden gebruikt, kan de overgang<br />

naar het systeem van Natural Plastics niet<br />

alleen de materialenkringloop sluiten maar ook<br />

een grote CO2-reductie opleveren. Door boompjes<br />

te planten met dit systeem kan een kostenbesparing<br />

van twintig procent ten opzichte van de traditionele<br />

methode met houten boompalen worden<br />

bereikt. De Rijksoverheid biedt Natural Plastics<br />

marktondersteuning, want vooralsnog is er een gebrek<br />

aan afzetmarkt door de geringe bekendheid<br />

van veel partijen met het systeem. Het beoogde<br />

resultaat is dat meer bomen geplant gaan worden<br />

met behulp van Natural Plastics’ Keeper Systeem,<br />

dat zo niet alleen werkgelegenheid oplevert, maar<br />

ook een kostenbesparing in het planten en onderhouden<br />

van jonge bomen.<br />

De overige biobased Green Deals<br />

Equfec, Stichting iNSnet, Staal Agritech en<br />

Paard & Zo sloten onder de titel ‘De Winst<br />

van Paardenmest’ een Green Deal. De verschillende<br />

stakeholders willen bouwen aan<br />

een installatie die paardenmest en strooisel<br />

kan drogen en pelleteren. Uiteindelijk denkt<br />

het bedrijf maar haar partners circa zestig<br />

procent van alle paardenmest in Nederland<br />

met haar technologie duurzaam te kunnen<br />

verwerken. De Green Deal moet daartoe<br />

eerst een aantal knelpunten uit de weg<br />

ruimen op het gebied van de meststoffenwet<br />

en de verordening dierlijke bijproducten.<br />

In 2013-2014 bouwt het projectteam een<br />

pilotinstallatie. In Nederland is ruimte voor<br />

ongeveer honderd van dergelijke installaties.<br />

NRK – de branchevereniging voor de rubber-,<br />

recycling-, en kunststofi ndustrie – heeft een<br />

Green Deal gesloten voor de ontwikkeling en<br />

invoering van Groen Certifi caten voor (polymeer)chemische<br />

producten die bestaan uit<br />

hernieuwbare grondstoffen. Deze certifi caten<br />

moeten het gebruik van hernieuwbare grondstoffen<br />

stimuleren. In het project worden de<br />

certifi caten ontwikkeld en toegepast door een<br />

samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen<br />

en de overheid. Het Rijk is een belangrijke<br />

stakeholder omdat zij de neutraliteit en<br />

betrouwbaarheid kan borgen. Het NRK stimuleert<br />

haar leden actief deel te nemen.<br />

Branchevereniging Koninklijke VNP heeft<br />

mede namens Eska Graphic Board, Papierfabriek<br />

Schut en Smurfi t Kappa een Green<br />

Deal gesloten voor onderzoek naar alternatieve<br />

grondstoffen voor papierproductie. De<br />

papier- en kartonindustrie streeft ernaar een<br />

signifi cant deel van haar houtgebaseerde<br />

grondstoffen te vervangen door alternatieve<br />

nieuwe grondstoffen. Met deze grondstoffen<br />

worden proeven en experimenten uitgevoerd.<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 29


Green Chemistry Campus, Bergen op Zoom<br />

Accelerating <strong>Biobased</strong> Business<br />

www.greenchemistrycampus.com<br />

Plasticslaan 1, 4612 PX Bergen op Zoom<br />

tel. 076 5646770<br />

info@greenchemistrycampus.com<br />

Voordelen voor bedrijven<br />

• Locatie SABIC Bergen op Zoom: strategische ligging in de Vlaams-Nederlandse Delta en in logistieke hotspot<br />

• Aantrekkelijk vestigingsklimaat met bewezen track record in de Bio Based Business<br />

• Technicum voor proces- of productexperimenten na pilot plant fase en validering op semi-commerciële schaal<br />

• Co-siting mogelijk in overleg met SABIC<br />

• Unieke voorzieningen, inclusief laboratoria, utilities en veiligheid: uitstekende basis voor ontwikkeling & innovatie<br />

• Geïntegreerd businessprogramma rondom werklijnen voor 3 marktsegmenten<br />

• Toegang tot kennisinstellingen, o.a. WUR, TU/e, Avans Hogeschool (Expertise Centrum <strong>Biobased</strong>), Hogeschool Zeeland en Universiteit van Gent<br />

Green Chemistry Campus<br />

“Agro Meets Chemistry”<br />

ECONERGIE CONFERENTIE & BEURS A 29 & 30 JANUARI 2013 A INTRES HOEVELAKEN<br />

LOKALE DUURZAME ENERGIEOPWEKKING<br />

IN DE GEBOUWDE OMGEVING<br />

BOEK NU UW STAND<br />

ECONERGIE<br />

THEORIEËN, STRATEGIEËN EN PRAKTIJKOPLOSSINGEN<br />

A Zon- en windenergie A PV en warmte opwekking A<br />

Warmte kracht koppeling A Warmte- en koudeopslag<br />

DE NIEUWSTE DUURZAME PRODUCTONTWIKKELINGEN EN<br />

TECHNOLOGIEËN<br />

A Luister naar topsprekers uit bedrijfsleven en overheid<br />

tijdens de conferentie<br />

A Ontmoet beslissers, eindgebruikers en producenten<br />

Media partners: Organisator:<br />

SPONSOR WORDEN OF EEN STAND OP ECONERGIE? KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN DE MOGELIJKHEDEN OP WWW.ECONERGIE.NU


TNO’er Jan Harm Urbanus over partnership met Green Chemistry Campus:<br />

‘Een internationaal cluster van bedrijven en<br />

kennisinstellingen is onze droom’<br />

TNO heeft zich begin juni offi cieel verbonden aan de Green Chemistry Campus. Waar TNO vooralsnog<br />

vertegenwoordigd wordt door drie medewerkers, ligt groei naar betrokkenheid en aanwezigheid van veertig<br />

TNO onderzoekers vanuit diverse disciplines in het verschiet. ‘Daartoe is het wel noodzaak dat een bloeiend<br />

en groeiend internationaal cluster van kennisinstellingen en kleine en grote bedrijven ontstaat’, stelt Jan<br />

Harm Urbanus, namens TNO verantwoordelijk voor de samenwerking met de Green Chemistry Campus.<br />

TNO verbond zich afgelopen juni offi cieel met de Green Chemistry Campus.<br />

Op de campus – gelegen op het terrein van kunststofproducent SABIC in<br />

Bergen op Zoom – doen bedrijven onderzoek naar het maken van biobased<br />

kunststoffen en andere producten uit onder meer landbouwresten. ‘Ongeveer<br />

een jaar geleden vonden de eerste gesprekken tussen de campus en TNO<br />

plaats’, blikt Urbanus terug. ‘Na de afronding van de inwendige renovatie van<br />

het onder andere door ons betrokken gebouw, is onze samenwerking met de<br />

campus in juni offi cieel geworden. Wij zien de campus als uitvalsbasis voor de<br />

rest van de regio Zuid-West Nederland, ook wel de BioBased Delta genaamd.’<br />

Drietrapsraket<br />

Volgens Urbanus werkt TNO via een drietrapsraket: het uitbreiden van het<br />

(inter)nationale netwerk, het initiëren van innovatieprojecten en tenslotte de<br />

ontwikkeling van een meerjarig innovatieprogramma. ‘Wij hebben het doel en<br />

de ambitie om de campus en haar partners te ondersteunen bij het bewerkstelligen<br />

van hun innovaties’, stelt Urbanus. ‘Dit betekent niet het schrijven<br />

van dikke rapporten, maar hen daadwerkelijk helpen een waardeketen te<br />

realiseren en kringlopen te sluiten. In de ketens wordt biomassa omgezet in<br />

producten die worden gebruikt door consumenten of bedrijven. Onze eerste<br />

belangrijke activiteit is het uitbreiden van ons bestaande netwerk om visie en<br />

strategie te delen en de boodschap te verkondigen dat wij organisaties kunnen<br />

ondersteunen bij het introduceren van hun innovaties.’<br />

De tweede pijler is projectontwikkeling, het gezamenlijk realiseren van<br />

showcases. De eerste projecten waarin TNO toegevoegde waarde levert zijn<br />

inmiddels opgestart. Urbanus: ‘Zo voeren wij samen met een aantal midden-<br />

en kleinbedrijven een project uit in de vorm van een technologiecluster<br />

dat de recycling van oplosmiddelen bekijkt. Een ander project is geënt op het<br />

genereren van groene bouwstenen uit suikers om uiteindelijk bioplastics te<br />

vervaardigen. Daarnaast zijn we met een fl ink aantal anderen in gesprek over<br />

toekomstige mogelijkheden tot samenwerking. Kortom: er zijn een aantal<br />

projecten opgetuigd en er zullen er nog meer volgen. Wij opereren hierbij<br />

niet vanuit een ‘push’-, maar een ‘pull’-gedachte. We werken vraaggestuurd,<br />

anders verdwijnt het resultaat in de la en werpt het onvoldoende vruchten<br />

af. Vanuit die fi losofi e is het aantal medewerkers dat op termijn vanuit de<br />

campus actief zal zijn, ook nog niet defi nitief vastgelegd. Wij willen met een<br />

substantiële groep mensen actief zijn – ook als commitment naar de regio –<br />

maar wel gebaseerd op de vraag vanuit overheid en bedrijfsleven.’<br />

Roadmap<br />

Naast het uitbreiden van het netwerk en het optuigen van innovatieprojecten<br />

hoopt Urbanus ook bij te kunnen dragen aan de totstandkoming van een<br />

grootschalig innovatieprogramma. ‘Een programma met internationaal toonaangevende<br />

bedrijven en kennisinstellingen, gefocust op groene bouwstenen.<br />

Op die manier verkrijg je continuïteit en consistentie in het onderzoek en lukt<br />

het bovendien om als campus iets van internationaal formaat neer te zetten.<br />

Het programma zal gericht zijn op implementatie. Dit programma moet nog<br />

verder worden vormgegeven in samenspraak met bedrijven, maar we hebben<br />

de eerste zogenaamde stepping stones al in gedachten.’<br />

Concentratie<br />

‘Wij willen zoals gezegd op de campus komen tot een internationaal sterk<br />

cluster, dat is onze droom’, vervolgt Urbanus. ‘Ons succes in de regio is hier<br />

ook van afhankelijk. Wij hopen dat een substantieel aantal andere Europese<br />

kennisinstellingen – zoals Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), Fraunhofer,<br />

VITO en bijvoorbeeld Wageningen UR – naar Bergen op Zoom komen.<br />

In onze visie zit daar geen limiet op. Hoe meer kennisinstellingen, hoe sterker<br />

de concentratie op een bepaald thema kan worden. Dit zal ook weer leiden<br />

tot het aantrekken van grote bedrijven.’<br />

Urbanus besluit: ‘Eind <strong>2012</strong> zijn wij tevreden als er vijf of zes kleine bedrijfjes<br />

op de campus bijgekomen zijn, er minstens nog een kennisinstelling zich aan<br />

de campus verbonden heeft en er ver egaande gesprekken gevoerd worden<br />

over de vestiging van een of twee grote bedrijven.’<br />

Het gebouw waar TNO zich<br />

vestigt (zie inzet) op de<br />

Green Chemistry Campus<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 31


<strong>Biobased</strong> Business Brainport van start:<br />

Agro & Food meets Technology<br />

Oost-Brabant wil onder het credo ‘Agro & Food meets Technology’ de regionale biobased economy<br />

gaan stimuleren. Basisgedachte van het initiatief is de verwaarding van agrofoodreststromen in de<br />

nieuwe groene grondstoffeneconomie van Oost-Brabant.<br />

‘De in Oost-Brabant sterk aanwezige agrofoodsector kan als voedingsbodem<br />

dienen voor het ontwikkelen van de regionale biobased economy’,<br />

openen Paul Gosselink en Jan Westra het gesprek. Het Samenwerkingsverband<br />

Regio Eindhoven (SRE) en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij<br />

(NV BOM) zijn de twee voornaamste trekkers van het initiatief <strong>Biobased</strong><br />

Business Brainport. De inspanningen worden ondersteund door Europese<br />

INTERREG IV B-middelen. ‘Wij beogen een agrofoodsector die niet alleen<br />

voedsel produceert, maar ook via het opwaarderen van reststromen hernieuwbare<br />

grondstoffen levert aan andere industrieën. Op die manier krijgt<br />

de agrofoodsector een kwaliteits- en duurzaamheidsimpuls door het tegelijkertijd<br />

sluiten van ketens, het genereren van extra business en het creëren<br />

van extra toegevoegde waarde naar andere sectoren.’<br />

Pioniers<br />

Een van de facetten die Oost-Brabant volgens Westra als gebied uniek<br />

maakt, is het overschot aan mineralen. ‘Zo is dit een van de weinige regio’s<br />

in de wereld die een mestoverschot heeft. Die mest kun je exporteren,<br />

maar buiten de vraag of dat wel duurzaam is kun je de mest ook aanwenden<br />

voor meer hoogwaardige toepassingen.’ ‘En logischerwijs herbergt<br />

Oost-Brabant dan ook pionierende ondernemers die, zoals bijvoorbeeld de<br />

Heydehoeve in Gerwen of Maris Projects in Schijndel, aan de slag gaan met<br />

mestverwerking en -bewerking’, stelt Gosselink. ‘Nadeel is echter dat de<br />

verschillende pioniers nauwelijks met elkaar in verbinding staan. Bovendien<br />

Schematische weergave van hoe zich Oost-Brabant concentreert op het omzetten van (moeilijk verwerkbare) zij- en reststromen van de<br />

food- en agro-industrie en in nutriënten en mineralen op specifi catie van de markt (industrie).<br />

Reststromen Nutriënten Markten<br />

• Agro<br />

• Food<br />

• GFT<br />

• Water<br />

• Mest<br />

• ...<br />

32 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

• Fosfaat<br />

• Zwavel<br />

• Eiwitten<br />

• Vezels<br />

• Vetzuren<br />

• ...<br />

staan de bedrijven die bijvoorbeeld over schone verwerkingstechnologieën<br />

beschikken nog onvoldoende in contact met de agrariërs.’ Stuk voor stuk<br />

volgens Westra en Gosselink redenen om met <strong>Biobased</strong> Business Brainport<br />

te gaan zorgen voor clustering. ‘Het biedt niet alleen kans een gezamenlijke<br />

agenda op te stellen, maar ook de ruimte om via succesvolle business cases<br />

voor kennisdeling te zorgen. Het grote doel is om reststromen lokaal met<br />

slimme technologie en marktgedreven kennis van de foodindustrie in de<br />

markt te zetten. De slimme technologie vanuit de Brainport-regio kan door<br />

clean tech leveranciers aangeboden worden en de agrofoodindustrie beschikt<br />

over de te verwerken reststromen.’<br />

Sectoroverstijgend<br />

De focus binnen de regio is daarmee gericht op het verwaarden van het<br />

overschot aan mineralen. ‘En het gaat niet alleen om mest’, vervolgt<br />

Westra. ‘Maar ook om bijvoorbeeld slib, gf(t) van huishoudens, destructiemateriaal-<br />

en industriële reststromen zoals C-zetmelen of worteldopjes.<br />

Wij streven er naar om in de komende drie maanden acht sectoroverstijgende<br />

business cases op te tuigen en te ondersteunen. Deze voorbeeldprojecten<br />

vormen samen met de strategische agenda van Oost-Brabant en<br />

een ontwikkelservice om ondernemers te ondersteunen de drie pijlers van<br />

<strong>Biobased</strong> Business Brainport.’ En de grootste uitdaging? ‘De ondernemers<br />

uit de agrofoodsector verbinden met de high tech systeembedrijven die<br />

‘schone technologie’ kunnen leveren.’<br />

• Food<br />

• Feed<br />

• Farma<br />

• Chemie<br />

• Energie<br />

• ...


Activiteitenkalender<br />

Marktdag Biocomposieten | 10 mei – Wageningen<br />

6e editie Algae Biomass Summit | 24-27 september – Denver (VS)<br />

Deze zesde editie van de Algae Biomass Summit kent meer dan dertig wetenschappelijke<br />

presentaties van vooraanstaande wetenschappers en bedrijven.<br />

www.algaebiomasssummit.org<br />

BioEnergy Decentral <strong>2012</strong> | 1-2 oktober – Hannover (D)<br />

Internationaal evenement over het decentraal opwekken van bio-energie.<br />

www.bioenergy-decentral.com<br />

Kick-off event TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> | 9 oktober – Den Haag<br />

In Madurodam vindt de kick-off van de Topconsortia voor Kennis en<br />

Innovatie (TKIs) van de Topsector Chemie plaats , waaronder ook de<br />

TKI BioBased <strong>Economy</strong>.<br />

www.tki-bbe.nl<br />

Marktdag biopolymeren | 9 oktober – Zwolle<br />

Marktdag biopolymeren georganiseerd door DPI en haar partners met<br />

het thema ‘Durables en industriële toepassingen’.<br />

www.dpi.nl<br />

ecomobiel <strong>2012</strong> | 9-10 oktober – Rotterdam<br />

De vierde editie van de vakbeurs ecomobiel besteedt volop aandacht<br />

aan duurzame mobiliteit.<br />

www.ecomobiel.nl<br />

Energie <strong>2012</strong> | 9-11 oktober <strong>2012</strong> – ’s-Hertogenbosch<br />

Energie <strong>2012</strong> is de enige nationale vakbeurs gericht op energiebesparing<br />

en duurzame energie.<br />

www.energievakbeurs.nl<br />

<strong>Biobased</strong> economy in het onderwijs | 10 oktober <strong>2012</strong> - Wageningen<br />

De provincie Gelderland en Wageningen UR organiseren een bijeenkomst<br />

over de biobased economy in het onderwijs op de Dag van de Duurzaamheid.<br />

www.gelderland.nl/eCache/DEF/21/225.html<br />

Biocat CO2-conference | 10-11 oktober – Essen (D)<br />

Conferentie over koolstofdioxide als grondstof voor chemie en polymeren.<br />

www.biocatconference.de<br />

EFIB <strong>2012</strong> | 16-18 oktober – Düsseldorf (D)<br />

Netwerkbijeenkomst van het Europese forum voor biotechnologie en de<br />

biobased economy met meer dan zestig internationaal gelauwerde sprekers.<br />

www.efibforum.com<br />

Biorefining Training School | 29 okt-1 nov – Wageningen<br />

Tweede editie van de Europese Training School voor bioraffinage.<br />

www.fbr.wur.nl/UK/about/Biorefinerytrainingschool/<br />

Solar Fuels Symposium | 1-2 november – Eindhoven<br />

Evenement rond biozonnecellen met aandacht voor het ‘BioSolar Cells’<br />

programma en het nieuwe programma NRSC-C ‘Solar Fuels’.<br />

www.nrsc-catalysis.nl<br />

Biomassa, Innovatie en Economie | 9 november – Lochem<br />

De Rabobank en het Achterhoeks Centrum voor Technologie organiseren dit<br />

event en reiken een award uit aan het beste ‘biomassabedrijf in de Achterhoek’.<br />

www.biomassasymposium.nl<br />

Bustech <strong>2012</strong> | 14-15 november <strong>2012</strong> – Vijfhuizen<br />

BusTech is een tweejaarlijks evenement in Nederland dat zich richt op<br />

duurzame oplossingen voor bussen.<br />

www.bustech.nl<br />

Congres <strong>Biobased</strong> Delta<br />

24 Oktober Goes<br />

Wilt u meer weten over businesskansen in een biobased economy?<br />

Kom dan naar hét biobased congres op 24 oktober <strong>2012</strong> in<br />

Theater de Mythe in Goes. Laat u inspireren door praktijkverhalen<br />

en ontmoet collega’s uit Vlaanderen en Zuidwest-Nederland.<br />

In de ochtend daagt Jeroen van der Veer, voormalig ceo van Shell<br />

en ambassadeur van <strong>Biobased</strong> Delta u uit en wordt duidelijk<br />

wat <strong>Biobased</strong> Delta voor u kan betekenen. In de middag kunt u<br />

deelnemen aan verschillende inspiratiesessies.verdiepen.<br />

Kijk voor meer informatie op www.biobaseddelta.nl<br />

Driedaagse van Emmen | 28-30 november – Emmen<br />

Driedaagse bijeenkomst onder het motto ‘Market meets Policy’ waarin<br />

de biobased economy in Noord-Nederland centraal staat.<br />

www.biobased-society.nl<br />

Marktdag biopolymeren | 29 november – Emmen<br />

Marktdag biopolymeren georganiseerd door DPI en haar partners met<br />

het thema ‘Vezels en textiel’.<br />

www.dpi.nl<br />

DETAF <strong>2012</strong> | 4-6 december – Venray<br />

DETAF staat voor Duurzame Energie Technieken en Agro Fuels en is dé<br />

vakbeurs voor de euregionale bio-energiewereld én de totale duurzaamheidsbranche.<br />

www.detaf.nl<br />

Biomassa als Grondstof voor de Industrie | 18 december – Rotterdam<br />

IIR organiseert IIR de conferentie Biomassa als Grondstof voor de Industrie.<br />

Dit is het eerste evenement in Nederland dat de technische kant van<br />

de biobased economy belicht.<br />

www.iir.nl/biobased<br />

Wilt u uw evenement op deze of onze digitale agenda laten opnemen?<br />

Stuur de gegevens van uw bijeenkomst naar het e-mailadres van de redactie<br />

via info@biobasedeconomymagazine.nl<br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> | 33


<strong>Biobased</strong> Industry Register<br />

Door uw bedrijf en bedrijfsactiviteiten op te laten nemen in het <strong>Biobased</strong> Industry<br />

Register wordt u voor slechts 500 euro per jaar ieder kwartaal onder de aandacht<br />

gebracht bij duizenden biobased professionals, van bestuurders tot toeleveranciers,<br />

fabrikanten, onderzoekers en investeerders. Vul het ‘<strong>Biobased</strong> Industry Register’<br />

formulier digitaal in via www.biobasedeconomymagazine.nl/industryregister<br />

Biorenewables Business Platform<br />

Platform voor stimulering van duurzame<br />

ontwikkeling Nederlandse biobased economy<br />

T. 070 - 378 56 18<br />

I. www.biobasedeconomy.nl<br />

Dutch Biorefi nery Cluster<br />

Platform voor het vollediger tot<br />

waarde brengen van biomassa<br />

Postbus 424 9700 AK Groningen<br />

I. www.dutchbiorefi nerycluster.nl<br />

N.V. BOM<br />

Ontwikkelingsmaatschappij van<br />

de provincie Noord-Brabant<br />

Goirleseweg 15, 5026 PB Tilburg<br />

T. 088-8311120 / I. www.bom.nl<br />

34 | <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

INVESTEREN IN ONTWIKKELING<br />

N.V. NOM<br />

Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij<br />

voor Noord-Nederland<br />

T. 050 - 521 44 44<br />

I. www.nom.nl<br />

Rotterdam Climate Initiative<br />

Klimaatprogramma van gemeente Rotterdam,<br />

Havenbedrijf Rotterdam, DCMR en Deltalinqs<br />

T. 010 - 267 21 23<br />

I. www.rotterdamclimateinitiative.nl<br />

Wageningen University & Research centre<br />

Universiteit en kennisinstelling gericht op<br />

de thema’s gezonde voeding en leefomgeving<br />

T. 0317 - 480100<br />

I. www.wur.nl<br />

Colofon<br />

Jaargang 1 - nr. 2 september <strong>2012</strong><br />

<strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong> is een onafhankelijk<br />

vakblad en verschijnt vier keer per jaar<br />

in een oplage van 5.000 exemplaren.<br />

Uitgever & Hoofdredacteur<br />

Edwin van Gastel (EG Media)<br />

(E). edwin@biobasedeconomymagazine.nl<br />

Vormgeving<br />

Bette van Loenen (EG Media)<br />

Fotografi e<br />

Vincent Knoops en Hollandse Hoogte<br />

Druk<br />

Roto Smeets<br />

Abonnementen & Advertenties<br />

www.biobasedeconomymazine.nl of<br />

info@biobasedeconomymagazine.nl<br />

Redactieadviesraadleden<br />

Ton Runneboom namens<br />

het Biorenewables Business Platform<br />

Paul Gosselink namens NV BOM<br />

Prof. Rudy Rabbinge namens Wageningen UR<br />

Pieter van Essen namens het<br />

Rotterdam Climate Initiative<br />

Eisse Luitjens namens NV NOM<br />

Annita Westenbroek namens het<br />

Dutch Biorefi nery Cluster<br />

INVESTEREN IN ONTWIKKELING<br />

© EG Media <strong>2012</strong> - Niets uit deze uitgave mag worden<br />

overgenomen zonder toestemming van de uitgever.<br />

Redactie en uitgever zijn zich volledig bewust van hun<br />

taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen.<br />

Niettemin kunnen zij geen enkele aansprakelijkheid<br />

aanvaarden voor eventueel voorkomende onjuistheden.


BEURS & CONFERENTIES:<br />

INNOVATIE EN DUURZAME MOBILITEIT<br />

14 EN 15 NOVEMBER <strong>2012</strong><br />

EXPO HAARLEMMERMEER<br />

VIJFHUIZEN<br />

<strong>2012</strong><br />

BusTech<br />

Totaalbeurs duurzaamheid voor<br />

OV-BUSSEN, TOURINGCARS en TAXI BUSSEN<br />

n De n ieuwste du u rza me tech n ieken on der één da k<br />

n Overdekt b u itenterrein voor demonstraties en ron dritten<br />

n Ontmoet beslissers, eindgebruikers en producenten<br />

n Blijf op de hoogte en sch rijf u in voor de conferenties :<br />

Duurzaam aanbesteden en Duurzame voertuigtechnieken<br />

REGISTREER U NU GRATIS VOOR DE BEURS EN/OF<br />

SCHRIJF U IN VOOR DE CONFERENTIES WWW.BUSTECH.NL<br />

Adviescommissie<br />

Instituut voor Duurzame Mobiliteit<br />

Media partners<br />

Organisator<br />

WORD SPONSOR OF BOEK DIRECT UW STAND OP WWW.BUSTECH.NL<br />

D


SEPT <strong>2012</strong> • BIOBASED ECONOMY MAGAZINE • EDITIE 2-<strong>2012</strong><br />

JA, ik neem een postabonnement op <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

voor 49,95 per jaar exclusief btw<br />

en/of<br />

Start Bioeconomy Innovation<br />

Cluster Oost-Nederland<br />

Special over biobased economy in Provincie Gelderland<br />

ʻWij willen met iedereen die wil<br />

participeren het gesprek aangaanʼ<br />

Directie TKI <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> geeft duidelijkheid<br />

Project Agrobiopolymeren<br />

verbindt Nederland met Duitsland<br />

Noord-Nederland maakt zich op voor driedaagse van Emmen<br />

<strong>Biobased</strong> Business Brainport:<br />

Agro & Food meets Technology<br />

Oost-Brabant aan de slag met biobased economy<br />

JA, ik neem een digitaal en kosteloos abonnement<br />

op <strong>Biobased</strong> <strong>Economy</strong> <strong>Magazine</strong><br />

www.twitter.com/bbe_magazine www.facebook.com/<strong>Biobased</strong><strong>Economy</strong><strong>Magazine</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!