21.08.2020 Views

Redox_Leerling

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.


Dit zelfstudiepakket wordt georganiseerd door de vakgroep Industriële Biologische Wetenschappen

(IBW) aan de UGent Campus Kortrijk. De vakgroep IBW staat bekend voor de opleidingen Bachelor en

Master of Science in de Industriële Wetenschappen: biochemie, chemie en milieukunde, opleidingen

die leiden tot de beroepstitel industrieel ingenieur biochemie, chemie en milieukunde.

Industrieel ingenieurs zijn ingenieurs die vooral toepassingsgerichte kennis verwerven die zij kunnen

gebruiken om bestaande toepassingen en ontwerpen te verbeteren of om systemen te optimaliseren

in een specifieke bedrijfs- of sectorcontext.

Meer informatie over onze opleiding kan je terugvinden op volgende website:

http://www.ugent.be/campus-kortrijk/nl.

De vakgroep IBW is onderverdeeld in twee wetenschappelijke onderzoekslaboratoria, namelijk:

• LIWET = Laboratorium voor water en ecotechnologie

• Laboratorium voor voedselmicrobiologie en biotechnologie

Wil je meer weten over ons onderzoek, dan kan je een kijkje nemen op de website

www.enbichem.ugent.be.

Als industrieel ingenieur ben je in staat om zelfstandig nieuwe theorie aan te leren en toepassingen

ervan te ontdekken. Tijdens dit zelfstudiepakket maken jullie kennis met de termen oxidatie,

reductie, oxidator en reductor. De theorie wordt toegepast in oefeningen.


De leerlingen kunnen de begrippen oxidatie en reductie omschrijven.

De leerlingen kunnen de begrippen oxidator en reductor omschrijven in eigen woorden.

De leerlingen kunnen de oxidator en reductor aanduiden in een redoxvergelijking.

De leerlingen kunnen het oxidatiegetal (= oxidatietrap) van een element geven.

De leerlingen kunnen een redoxvergelijking opstellen.

De leerlingen blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven.

De leerlingen stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk.

De leerlingen maken gebruik van de gepaste kanalen om hun vragen, problemen, ideeën of

meningen kenbaar te maken.


• Lees aandachtig de lesdoelstellingen.

• Zit je met vragen of twijfels dan kan je altijd terecht bij de leerkracht.

• Het zelfstudiepakket moet individueel gemaakt worden.

• Maak gebruik van een periodiek systeem.

• Iedereen moet de basisdoelen maken. De basisdoelen worden aangeduid met figuur 1

Figuur 1: Basisdoelen

• Ben je klaar met de basisdoelen en het is nog geen tijd dan kan je de uitbreidingsdoelen

maken. De uitbreidingsdoelen worden aangeduid met figuur 2

Figuur 2: Uitbreidingsdoelen

• Ben je klaar met alle basisdoelen en uitbreidingsdoelen dan mag je de correctiesleutel

vragen aan de leerkracht. De leerkracht controleert of alle basisdoelen en uitbreidingsdoelen

gemaakt zijn.

• Ben je klaar met alle basisdoelen en nog niet met de uitbreidingsdoelen, maar het is bijna

tijd. Dan krijg je van de leerkracht ook een correctiesleutel zodat je de basisdoelen kan

verbeteren.

• De geschatte werktijd bedraagt 100 minuten of dus 2 lesuren.

Veel succes!

UGent Campus Kortrijk


Lesdoelstellingen .......................................................................................................................................

Uitleg zelfstudiepakket…………………………………………………………………………………………………………………………

Inleiding .....................................................................................................................................................

Oxidatiegetal of oxidatietrap.....................................................................................................................

Redox .........................................................................................................................................................

Reductie .................................................................................................................................................

Oxidator .................................................................................................................................................

Oxidatie .................................................................................................................................................

Reductor ................................................................................................................................................

Redoxvergelijking ..................................................................................................................................

Eenvoudige ........................................................................................................................................

Complexe ...........................................................................................................................................

Besluit ........................................................................................................................................................

Bibliografie ................................................................................................................................................


Waarom roest ijzer?

Hoe komt het dat we uit onze voeding energie kunnen halen?

Deze twee fenomenen zijn te verklaren door een redoxreactie, hieronder wordt het fenomeen roest

uitgelegd. Het woord redox is een samenstelling van reductie en oxidatie. Een oxidatie kan nooit

plaatsvinden zonder een aanwezigheid van reductie. Tijdens deze reactie ondervinden de

verschillende atomen een elektronenoverdracht. Er zijn atomen die elektronen afgeven aan andere

atomen.

Vast ijzer is een element in vrije toestand en bevat hierdoor het oxidatiegetal nul. Op het moment

dat ijzer corrodeert of roest veranderd het oxidatiegetal naar +2. IJzer ondergaat dus een oxidatie.

Door een verandering van oxidatiegetal 0 naar +2 worden er 2 elektronen vrijgegeven, zoals

weergegeven in vergelijking 1.

Fe Fe +2 + 2 e - Reactievergelijking 1

Wat gebeurt er nu met de 2 elektronen die vrijgegeven worden door ijzer?

IJzer zal nooit corroderen in een droge omgeving. Een voorwaarde van corrosie is dat er een

hoeveelheid water en zuurstofgas aanwezig is. De elektronen die afgegeven worden door ijzer

worden opgenomen door de omgeving, zuurstofgas en water, tijdens de reductie. De reductie reactie

wordt weergegeven in vergelijking 2.

4 e - + 2 H 2 O + O 2 4 OH - Reactievergelijking 2

IJzer met een oxidatiegetal plus twee reageert samen met de hydroxide-ionen, die aanwezig zijn in

de waterdruppel, ter vorming van ijzer(II)hydroxide. Deze reactie wordt weergegeven in vergelijking

3. De ijzer(II)hydroxide wordt in aanwezigheid van zuurstof verder omgezet naar roest of chemisch

verwoord naar ijzer(III)oxide, zoals weergegeven in vergelijking 4.

Fe +2 + 2 OH - Fe(OH) 2 Reactievergelijking 3

4 Fe(OH) 2 + O 2 2 (Fe 2 O 3 .nH 2 O) Reactievergelijking 4

Figuur 3: Schematische voorstelling roesten van ijzer


Een oxidatiegetal (OG) duidt aan hoeveel elektronen er opgenomen of afgestaan

worden. Een molecuul heeft een oxidatiegetal gelijk aan nul, zoals de vaste stof keukenzout (NaCl).

Wanneer er gekeken wordt naar de ionen afzonderlijk dan kan er vastgesteld worden het natriumion

positief geladen en het chloorion negatief geladen is.

Hoe kan je het oxidatiegetal bepalen?

Het element natrium bevindt zich in het periodiek systeem in de groep Ia. Alle elementen van groep

Ia hebben 1 elektron op de buitenste schil. Elementen willen altijd de octetstructuur bevatten, dit wil

zeggen dat het element 8 elektronen op de buitenste schil wil hebben of dus 8 valentie elektronen.

De aanwezigheid van 8 valentie elektronen zorgt voor een heel stabiele vorm. Natrium heeft 1

valentie elektron en moet dus 1 elektron afstaan of 7 elektronen opnemen om stabiel te worden. Er

is minder energie nodig om 1 elektron af te staan dan om 7 elektronen op te nemen. Daarom gaat de

voorkeur naar het afstaan van 1 elektron en hierdoor veranderd het oxidatiegetal naar +1. Alle

elementen van groep Ia staan 1 elektron af en bevatten hierdoor een positieve lading +1. Deze

redenering geldt ook voor de volgende groep, zoals weergegeven in tabel 1. Let er wel voor op dat

elementen soms meer dan 1 oxidatie getal hebben.

Tabel 1: Ladingen volgens het periodiek systeem

Groep

Lading

IIa +2

IIIa +3

IVa +4

Het element chloor bevindt zich in het periodiek systeem VIIa-groep. Alle elementen van groep VIIa

hebben 7 elektronen op de buitenste schil. Deze elementen willen ook een octetstructuur bekomen.

Chloor moet dus 1 elektron opnemen of 7 elektronen afstaan om stabiel te worden. Er is minder

energie nodig om 1 elektron op te nemen en hierdoor wordt er 1 elektron opgenomen. Door het

opnemen van 1 elektron veranderd het oxidatiegetal naar -1. Dezelfde redenering telt voor alle

elementen in groep VIIa en in de voorgaande groepen.

NaCl Na 1+ + Cl 1- Reactievergelijking 5

Naast deze standaard oxidatiegetallen bestaan er nog heel wat uitzondering. De meest voorkomende

oxidatiegetallen kunnen bepaald worden om een redoxreactie op een correcte wijze op te stellen.


Het bepalen van de oxidatiegetallen:

H 2 SO 4

(opm. index 1 wordt nooit weergegeven.)

Element H S O

Index 2 1 4

Oxidatiegetal +1 (Ia-groep) ? -2 (VIa-groep)

Het oxidatiegetal van zwavel is hier onbekend. De som van alle oxidatiegetallen in een molecule

moeten gelijk zijn aan nul, hieruit kan het oxidatiegetal van zwavel bepaald worden:

0 = 2* OG(H) + 1* OG (S) + 4 * OG(O)

= 2* (+1) + 1* (?) + 4* (-2)

= 2 + ? – 8

= ? – 6 ? = 0 + 6 = 6

OG (S) = +6

Het oxidatiegetal van zwavel is gelijk aan plus 6. Ter controle wordt de som van de oxidatiegetallen

van de elementen genomen en dit moet gelijk zijn aan nul.

2*1 + 1*6 + 4*(-2) = 0 OK

H 2 (waterstofgas)

Element

H

Index 2

Oxidatiegetal

+1 (Ia-groep)

Het oxidatiegetal van waterstof is normaal +1, maar er is een regel die ons vertelt dat de som van de

oxidatiegetallen van de elementen gelijk moet zijn aan nul.

0 = 2* OG(H)

0 ≠ 2* (+1)

0 = 2 * (0) OG (H 2 ) = 0

Een element in vrije toestand heeft dus een oxidatietoestand gelijk aan nul. Deze regel geldt ook bij

zuivere vaste stoffen zoals zuiver koper Cu.


Bepaal het oxidatiegetal van de elementen in onderstaande moleculen:

NaOH

Element

Index

Oxidatiegetal

FeCl 2

Element

Index

Oxidatiegetal

Bepaal het oxidatiegetal van de elementen in onderstaande moleculen:

H 3 PO 4

Element

Index

Oxidatiegetal


NaHCO 3

Element

Index

Oxidatiegetal

AgNO 3 (Tip: denk aan salpeterzuur HNO 3 )

Element

Index

Oxidatiegetal


In het woord reductie horen we het woord reduceren. Reduceren betekent iets

kleiner maken. Tijdens een reductie wordt het oxidatiegetal (of –trap) verkleind.

Er worden elektronen opgenomen (Moore, 2006). Een voorbeeld van een

reductie wordt hieronder weergegeven:

Cu +2 + 2 e - Cu Reactievergelijking 6

Het oxidatiegetal van koper daalt van +2 naar 0 of met andere woorden er worden 2 elektronen

opgenomen. Bovenstaande reactievergelijking noemt men ook een halfreactie, omdat in

werkelijkheid deze reactie nooit voorkomt zonder de aanwezigheid van een oxidatie. Twee

halfreacties, namelijk een reductie en oxidatie, vormen een volledige reactie, namelijk redox.

Hieronder worden enkele halfreactievergelijkingen weergeven.

Vul de halfreactie aan waar nodig.

Verklaar met behulp van oxidatiegetallen waarom deze halfreactie een reductie is.

Reactievergelijking

Verklaring (Oxidatiegetal)

1. Ca +2 + … e - Ca

2. Cl + … e - Cl -

3. 14 H + + Cr 2 O 7 -2 + … e - 2 Cr +3 + 7 H 2 O

(Tip1: Kijk naar het oxidatiegetal van Cr)

(Tip2: kijk naar het aantal Cr-atomen)

Reactievergelijking

Verklaring (Oxidatiegetal)

4. K …. + 1 e - K

5. Al 3+ + … e - Al

6. … H 2 O + … e - H 2 + 2OH -

(Tip: kijk naar waterstof)


Een synoniem voor oxidator is een elektronenacceptor. Een oxidator moet aanwezig zijn om een

reductie te laten plaatsvinden. De oxidator neemt dus elektronen op zoals koper, weergegeven in

punt 4.1, dit deed om van oxidatiegetal plus twee naar nul te gaan.

Cu +2 + 2 e - Cu Oxidator: Koper met oxidatiegetal plus 2

Noteer hieronder de oxidator vanuit de reactievergelijkingen uit paragraaf 4.1 Reductie.

1. 4.

2. 5.

3. 6.

Een oxidatie is het tegengestelde van een reductie. Tijdens een oxidatie stijgt

het oxidatiegetal. De elektronen worden door het atoom afgegeven aan de

omgeving. Een voorbeeld van een oxidatie wordt hieronder weergegeven in een

halfreactie.

Al Al +3 + 3 e - Reactievergelijking 7

Een opvallend verschil, met de reductie, is dat de elektronen zich nu aan de andere zijde van de

reactievergelijking bevinden. In reactievergelijking 7 wordt aluminium met een oxidatiegetal nul

geoxideerd naar aluminium met een oxidatiegetal plus 3. Om het oxidatiegetal te laten stijgen met 3

worden er 3 elektronen afgestaan.

Hieronder worden enkele halfreacties weergeven.

Vul de halfreactie aan waar nodig.

Verklaar met behulp van oxidatiegetallen waarom deze halfreactie een oxidatie is.

Reactievergelijking

Verklaring (Oxidatiegetal)

7. Fe +2 Fe +3 + …. e -

8. Na Na …… + 1 e -

9. Cu Cu +2 + … e -


Reactievergelijking

Verklaring (Oxidatiegetal)

10. Mg Mg …… + 2 e -

11. H 2 … H …… + 2 e -

12. NO 2

-

+ H 2 O 2H + + NO 3 …… + … e -

(Tip: Kijk naar het oxidatiegetal van N)

Een synoniem voor reductor is elektronendonor. De atomen staan elektronen af en ondergaan dus

een oxidatie. Een oxidatie kan enkel plaatsvinden wanneer er een reductor aanwezig is, zoals

hieronder weergegeven.

Al Al +3 + 3 e - Reductor: Aluminium met oxidatiegetal nul

Het element aluminium staat 3 elektronen af en is dus een elektronendonor of met andere woorden

een reductor.

Noteer hieronder de reductor vanuit de reactievergelijkingen uit paragraaf 4.3 Oxidatie.

7. 10.

8. 11.

9. 12.


Ondertussen zijn de termen reductie, oxidatie, reductor en oxidator toegelicht.

In de volgende oefening worden alle termen samengevoegd tot een geheel.

Hieronder wordt de reactievergelijking stap per stap opgesteld (Pennsylvania

State University , 2013).

… Cu +2 + … Al … Cu + … Al +3

1. Noteer de twee halfreacties, namelijk reductie en oxidatie:

Reductie: Cu +2 + 2 e - Cu (Cu gaat van + 2 naar 0)

Oxidatie: Al Al +3 + 3 e - (Al gaat van 0 naar +3)

2. Controle van het aantal elektronen:

a. Zijn de hoeveelheden elektronen gelijk aan elkaar dan mag je verder naar stap 3

b. Zijn de hoeveelheden elektronen verschillend dan moet de halfreacties aangepast

worden:

3. Voeg de halfreacties samen

Reductie: 3* (Cu +2 + 2 e - Cu )

Oxidatie: 2* (Al Al +3 + 3 e - )

Redox: 3 Cu +2 + 6 e - + 2 Al 3 Cu + 2 Al +3 + 6 e -

4. Controle van het aantal elementen

Elementen kunnen niet zomaar uit het niets gevormd worden of verloren gaan.

Cu +2 Al Cu Al +3

3 2 = 3 2

5. Redoxreactie voluit.

3 Cu +2 + 2 Al 3 Cu + 2 Al +3


Doorloop zelf de 5 stappen om de onderstaande redoxreacties te vervolledigen.

Onvolledige reactie: …… Al + ……. Br 2 Al 2 Br 6

0. Bepaal de oxidatiegetallen:

Element

Index

Oxidatiegetal

1. Noteer de twee halfreacties, namelijk reductie en oxidatie:

Reductie:

Oxidatie:

2. Controle van het aantal elektronen:

Reductie:

Oxidatie:

3. Voeg de halfreacties samen

Redox:

4. Controle van het aantal elementen

5. Redoxreactie voluit.


Onvolledige reactie: CuS + O 2 SO 2 + CuO

0. Bepaal de oxidatiegetallen: (Tip: 1 element verandert niet van oxidatiegetal)

1. Noteer de twee halfreacties, namelijk reductie en oxidatie:

Controle van het aantal elektronen:

2. Voeg de halfreacties samen

3. Controle van het aantal elementen

4. Redoxreactie voluit.


Doorloop zelf de 5 stappen om een correcte redoxreactie uit te schrijven.

Onvolledige reactie: …… Zn + ……. Cu +2 Zn +2 + Cu


Bij de complexere redoxreacties moet er rekening gehouden worden met het

aantal zuurstofatomen en waterstofatomen. Deze redoxreacties vinden plaats

in een zuurmilieu.

Vb.

S + HNO 3 SO 2 + NO

0. Bepaal de oxidatiegetallen:

OG (S) = 0

HNO 3

SO 2

Element H N O

Index 1 1 3

Oxidatiegetal 1 ? (=+5) -2

NO

Element S O

Index 1 2

Oxidatiegetal ? (=+4) -2

Element N O

Index 1 1

Oxidatiegetal ? (=2) -2

1. Noteer de twee halfreacties (zuurstof verandert niet van oxidatiegetal)

Reductie: NO - 3 + 3 e - NO (N gaat van + 5 naar + 2)

Oxidatie: S SO 2 + 4 e - (S gaat van 0 naar +4)

2. Balanceer alle elementen met uitzondering van O en H.

Reductie: 1N = 1N OK

Oxidatie: 1 S = 1 S OK

3. Balanceer zuurstof door toevoeging van water.

Reductie: 3 O ≠ 1 O NOK

+ 2 H 2 O

NO - 3 + 3 e - NO + 2 H 2 O


Oxidatie: 0 O ≠ 2 O NOK

+ 2 H 2 O

S + 2 H 2 O SO 2 + 4 e -

4. Balanceer de waterstof door toevoeging van zuur (H + ). Kijk naar de halfreacties van stap 3.

NO - 3 + 3 e - NO + 2 H 2 O

Reductie: 0 H ≠ 4 H NOK

+4H +

NO 3 - + 3 e -

+4H + NO + 2 H 2 O

S + 2 H 2 O SO 2 + 4 e -

Oxidatie: 4 H ≠ 0 H NOK

+4H +

S + 2 H 2 O SO 2 + 4 e - +4H +

5. Balanceer de elektronen.

Reductie: 4* (NO - 3 + 3 e - +4H + NO + 2 H 2 O)

Oxidatie: 3* (S + 2 H 2 O SO 2 + 4 e - +4H + )

6. Redoxreactie voluit.

Reductie: 4 NO 3 - + 12 e -

+ 16H + 4 NO + 8 H 2 O

Oxidatie: 3 S + 6 H 2 O 3 SO 2 + 12 e - + 12 H +

4 NO 3 - + 12 e - + 16H + + 3 S + 6 H 2 O 4 NO + 8 H 2 O + 3 SO 2 + 12 e - + 12 H +

Schrap wat mogelijk is, zoals hierboven weergegeven met x, x

Redox: 4NO 3 - + 4H + + 3 S 4 NO + 2 H 2 O + 3 SO 2

Totaal reactie: 4 HNO 3 + 3 S 4 NO + 2 H 2 O + 3 SO 2

7. Controle = aantal elementen voor de reactiepijl moeten gelijk zijn aan het aantal elementen

na de reactiepijl.

4 N = 4 N OK

12 O = 12 O OK

4 H = 4 H OK

3 S = 3 S OK

Indien je hier niet correct uitkomt dan wil dit zeggen dat er een fout ontstaan is tijdens het

balanceren (Bishop, 2013).


Balanceer zelf de redoxreactie: (Gupta & Mukherjee, 1990)

CuS + HNO 3 CuSO 4 + NO

0. Bepaal de oxidatiegetallen:

CuS

Element

Index

Oxidatiegetal

HNO 3

Element

Index

Oxidatiegetal

CuSO 4

Element

Index

Oxidatiegetal

NO

Element

Index

Oxidatiegetal

1. Noteer de twee halfreacties

Reductie:

Oxidatie:

2. Balanceer alle elementen met uitzondering van O en H.

Reductie:

Oxidatie:


3. Balanceer zuurstof door toevoeging van water.

Reductie:

Oxidatie:

4. Balanceer de waterstof door toevoeging van zuur (H + ).

Reductie:

Oxidatie:

Balanceer de elektronen.

Reductie:

Oxidatie:

5. Redoxreactie voluit.

Reductie:

Oxidatie:

Redox:

Totaal reactie:

6. Controle.


Balanceer zelf de redoxreactie: (Royal Society of Chemistry , 2011)

Verklaar of deze methode nuttig is.

Fe 2 O 3 +2Al Al 2 O 3 +2Fe (Thermietreactie)

0. Bepaal de oxidatiegetallen:

1. Noteer de twee halfreacties

2. Balanceer alle elementen met uitzondering van O en H.

3. Balanceer zuurstof door toevoeging van water.

4. Balanceer de waterstof door toevoeging van zuur (H + ).


5. Balanceer de elektronen.

6. Redoxreactie voluit.

7. Controle.


Geef het oxidatiegetal van onderstaande elementen

Molecule OG element 1 OG element 2

AlCl 3 Al Cl

H 2 S H S

Omschrijf in 1 zin het begrip oxidatie.

Omschrijf in 1 zin het begrip reductie.

Duid de reductor en oxidator aan in onderstaande redoxreactie en verklaar.

Fe + Cu 2+ Fe 2+ + Cu


Bishop, M. (2013). Balancing Redox Equations. Opgeroepen op juni 12, 2015, van

http://preparatorychemistry.com/Bishop_Balancing_Redox.htm

Moore, J. (2006). Scheikunde voor Dummies. Nijmegen: Pearson Education Benelux.

Pennsylvania State University . (2013). Penn State. Opgeroepen op Juni 12, 2015, van

http://chemistry.bd.psu.edu/jircitano/Ch19notes.pdf

Royal Society of Chemistry . (2011). The thermite reaction. Opgeroepen op juni 12, 2015, van

http://www.rsc.org/Education/EiC/issues/2011January/ExhibitionChemistry.asp?e=1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!