08.11.2020 Views

Justin en de strijd om Storvil

Lees alvast de eerste drie hoofdstukken uit het derde deel van de Justin-reeks.

Lees alvast de eerste drie hoofdstukken uit het derde deel van de Justin-reeks.

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.


Zondag 4 september


Koppig

‘Komt Marinda vanavond nog eten?’ riep Justins vader vanuit

de keuken.

‘Dit is een goed moment,’ fluisterde Kevy, die naast Justin op de

bank in de huiskamer zat.

‘Weet je het zeker?’ vroeg Justin zacht.

Kevy was de tweelingzus van Justins overleden moeder. Justin

had Kevy leren kennen toen hij afgelopen zomer op zoek was

geweest naar het boek Uitvalspreuken. Justin is de

boekbewaarder van dat boek. Dat betekent dat de spreuken

alleen werken als deze door Justin worden uitgesproken. De

reuzenkabouter Vilinius wilde dat boek graag hebben om zijn

vreselijke plannen te kunnen uitvoeren en heeft het nu. Omdat

hij Justin per se nodig heeft, is Justin nooit veilig. Vilinius had

dat aan het einde van de zomer met een duister briefje laten

weten en daarom had Kevy besloten om nog een tijdje bij Justin

te blijven logeren.

‘Wat zitten jullie daar te fluisteren?’ Zijn vader stak zijn hoofd

om de hoek. ‘En krijg ik nog antwoord?’

‘Niets hoor, en ik zal het meteen aan Marinda vragen.’

Zijn vader haalde zijn schouders op, draaide zijn hoofd weer

terug en ging verder met het uitruimen van de vaatwasser.

‘Is dit echt het juiste moment?’ vroeg Justin zachtjes.


Hij kreeg een bemoedigend klopje op zijn schouder. ‘Ja joh,

kom op. Het moet toch een keer. Daar hebben we het over

gehad. Hét juiste moment bestaat niet.’

‘Ja, ja. Oké.’ Justin stond een beetje nerveus op en ging door de

keukendeur naar buiten.

‘Als je vanaf hier gaat staan roepen, dan hoort ze je nooit, hoor,’

riep zijn vader lachend.

Justin negeerde zijn vaders grapje en concentreerde zich op zijn

taak. Hij sprak de woorden bijna fluisterend, maar wel

zorgvuldig en krachtig uit:

Nuntius transitio nonna

Nu was het even afwachten. Uit zijn ooghoeken zag hij zijn

vader nieuwsgierig door het keukenraam de tuin in kijken.

Even later landde er een notitienonnetje op de tuintafel die voor

Justin stond. Hij fluisterde wat tegen de eend en deze vloog

weer weg.

‘Stond jij nou met een eend te babbelen?’

Justin draaide zich met een ruk om. Hij kreeg een hoofd als een

boei toen hij zijn vader in de deuropening zag staan. ‘Eh, nou,

eh, tja… Dat was eh…’

‘Helemaal kierewiet.’

‘Niet alles is gek hoor, Berend, ook al lijkt het soms wel zo.’ Kevy

stond achter Justins vader en knipoogde naar Justin.


Hij ontspande een beetje. Justin kon haar hulp wel gebruiken.

Kevy leek zo erg op zijn moeder dat het op dit soort momenten

leek alsof zijn moeder er nog gewoon was, dat hij nu zijn ouders

in de deuropening zag staan en dat alles goed was.

‘Precies.’ Justin had zich hersteld. ‘En trouwens, als ik tegen een

vogel wil praten, dan doe ik dat gewoon.’

‘Ja, ja, ik zie het al. Tegen jullie samen kan ik niet op. Ik ga

verder met de vaatwasser.’ Mompelend in zichzelf liep zijn

vader weer naar binnen.

Kevy kwam naar Justin. ‘Wat denk je? Hoe zal hij reageren?’

‘Mijn vader is wetenschapper. Als er geen logische verklaring is

of er geen onderzoek is geweest dat dit bewijst, dan is het er

volgens hem niet.’

‘Toch gaat hij het zo meteen zien,’ zei Kevy met een glimlach.

Niet veel later kwam het notitienonnetje weer aangevlogen.

‘Wacht even,’ zei Justin toen het vogeltje van wal wilde steken.

‘Pahaap.’ Achter het raam keek zijn vader op. Justin wenkte.

Zijn vader droogde zijn handen aan een handdoek en kwam

naar buiten.

‘Kijk pap,’ zei Justin. Het notitienonnetje stond op de tuintafel

en keek de drie aan zonder ook maar een beetje schuw te zijn.

‘Ja, dat is een vogel, met een kuif. Dat zie ik ook wel.’ Hij leek

een beetje geërgerd. ‘Waarom vliegt hij niet weg? Hij lijkt

helemaal niet bang voor ons.’

‘Dat komt,’ zei Justin aarzelend, ‘omdat dit een heel bijzonder

vogeltje is.’ Hij voelde dat Kevy hem een kneepje in zijn arm gaf.


‘Bijzonder? Behalve dat het ons nieuwsgierig aankijkt, zie ik…’

‘Ehm,’ zei het notitienonnetje, ‘ik heb niet de hele dag de tijd,

dus als ik even mijn boodschap kwijt mag, dan zou ik u allen

zeer erkentelijk zijn.’

‘Een… eeeh… pratende… vogel?’ Zijn mond viel open en hij deed

een stapje naar achteren.

‘Goed,’ vervolgde de vogel, ‘Marinda laat weten graag vanavond

te komen eten. Zij heeft nog wat huiswerk te doen, maar zal

rond vier uur bij jullie zijn. Zij hoopt dat Justin met zijn luie

donder dan ook klaar is met zijn huiswerk, zodat ze samen nog

wat tijd hebben. En, o ja, of dat er vanavond iemand mee kan

fietsen als het donker is. Dit was het. Goedendag allemaal.’

Voordat iedereen het doorhad fladderde het notitienonnetje

weg. Kevy pakte er een tuinstoel bij en zette haar zwager erop.

‘Het is dat de ochtend nog niet eens voorbij is, anders had ik een

stevige borrel moeten hebben.’ Hij staarde in het niets en zijn

gezicht zag eruit alsof hij net uit een eng spookhuis was

gekomen.

‘Glaasje water ook goed, pap?’ Voordat Justin het antwoord

afwachtte liep hij naar binnen. Vanuit het keukenraam zag hij

dat Kevy zijn vader over zijn rug wreef en iets in zijn oor

fluisterde. Hij vulde een glas en liep weer naar buiten.

‘Wa was da?’ vroeg Justins vader. ‘Ah, ik weet het al. Jullie

houden mij voor de gek. Hebben jullie ergens een telefoon

verstopt die die tekst laat horen?’ Hij keek onder de tafel en

kantelde een van de stoelen.


‘Nee, nee, pap. Weet je, jij bent wetenschapper, toch?’

Zijn vader knikte.

‘Dan weet je dus ook dat er onverklaarbare dingen zijn.’

Zijn vader knikte weer en zei erbij: ‘Ja, dat klopt, maar alleen als

er nog geen onderzoek naar gedaan is.’

‘Soms is dat helemaal niet nodig om toch iets te geloven,

Berend,’ zei Kevy. Ze ging naast hem zitten en pakte even zijn

hand.

‘Willen jullie nou echt beweren dat ik net naar een pratende

vogel heb geluisterd?’ Hij verhief zijn stem een beetje en keek

alsof Justin zojuist de koekjestrommel had leeggegeten.

‘Ja pap, dat klopt.’ Justin probeerde luchtig te klinken, maar hij

wist al dat dit verkeerd ging.

‘Het is wel goed met jullie. Hou een ander voor de gek. Ik weet

niet hoe jullie dit deden, maar mij neem je niet in de maling. Ik

ga.’ Hij stond zo snel op dat zijn stoel achterover klapte. Zonder

ernaar te kijken, beende hij weg en sloeg met een klap de deur

achter zich dicht.

Justin en Kevy keken elkaar aan. Kevy haalde haar schouders op

en glimlachte.

‘Waarom moet je lachen?’ vroeg Justin boos. Zijn vader loopt

kwaad weg en zijn tante staat erbij te lachen! Terwijl het juist zo

belangrijk is dat hij weet dat Justin reuzenkabouterbloed heeft

en hij daarom de magie van de reuzenkabouters kan beheersen.

‘Ach ja, dit heb ik vaker gezien.’ Kevy keek alsof ze deze reactie

al verwacht had. Net als Justins moeder was zij een


reuzenkabouter. ‘De hang naar een logische verklaring is

tegenwoordig zo groot dat mensen vergeten zich te

verwonderen om de dingen om zich heen. Je vader is dan ook

nog wetenschapper. Die zijn het ergst van allemaal.’

Ze moesten allebei lachen.

De keukendeur zwiepte open. ‘Ik hoor jullie wel hoor. Staan

jullie me nu ook nog uit te lachen?’ En de deur zwiepte met zo’n

klap weer dicht dat Justin even dacht dat het glas zou breken.

‘Hij draait wel weer bij. Hij gaat erover nadenken en gaat dan

vragen stellen. Eerst langs zijn neus weg en dan met steeds

meer belangstelling. Let maar op.’

Justin vroeg zich af of Kevy wel gelijk had. Zijn vader kon af en

toe zo koppig zijn. Vooral met dit soort dingen.


Ongeloof

Het was de hele verdere ochtend stil. Justins vader had zich

verscholen achter zijn laptop en Kevy bladerde in wat

tijdschriften. Justin hoorde het tikken van de klok. De tikken

leken steeds harder binnen te komen totdat hij er niet meer

tegen kon.

‘Ik ga even naar buiten,’ riep hij uiteindelijk.

‘Wacht even,’ riep zijn vader, zonder op te kijken.

‘Waarom? Je zegt nadat je de deur had dichtgeslagen al de hele

ochtend niets meer.’

Justin keek naar Kevy en zag dat ze haar tijdschrift liet zakken

zodat ze over de bovenrand naar haar zwager kon kijken.

‘Kom eens kijken,’ zei zijn vader. ‘Ik lees hier net over Alex.’

‘Alex? Wie is Alex?’ vroeg Justin kribbig, terwijl hij naar hem

toe liep.

‘Een pratende vogel.’

‘Ja, maar…’

Zijn vader hief zijn hand op. ‘Er was ooit een dierenpsycholoog

die een experiment deed met een soort van papegaai en dat

beest kon uiteindelijk echt praten.’

Kevy had haar tijdschrift neergelegd en was bij de tafel komen

staan. Ze stond naast Justin en keek mee op het scherm. Justin

zag een witgrijze papegaai met een zwarte snavel en een felrode

staart. Behalve de kleuren leek deze vogel in geen velden of


wegen op het notitienonnetje. Kennelijk viel dat de vader van

Justin ook op.

‘Die vogel van vanochtend leek meer op een eend. Zou die ook

onderdeel van een experiment zijn geweest?’ vroeg Justins

vader zich hardop af. Hij keek Justin en Kevy aan.

‘Nou pap, ik denk het niet hoor. Ik denk dat deze eend ook een

soort van Alex was.’

‘Maar dat kan echt niet,’ zei hij ten slotte, ‘eenden zijn helemaal

niet in staat om te praten. Ze kunnen alleen kwaken.’

‘Lange tijd kon niemand verklaren waarom hommels kunnen

vliegen,’ zei Kevy.

‘Hoe weet jij dat?’ vroeg Justins vader verbaasd.

‘Wat denk je zelf, Berend? Ik heb ook van alles geleerd, hoor.’ Ze

lachte er een beetje wrang bij.

‘Ja, ja, sorry. Maar je bedoelt dus dat het kan zijn dat deze eend

kan praten zonder dat we nog kunnen verklaren waarom?’

Justin had het idee dat zijn vader het meer tegen zichzelf had

dan tegen hem of Kevy.

‘Je zou haast denken dat het magie is.’ Terwijl Kevy dat zei gaf

ze Justin een stootje tegen zijn arm en knipoogde naar hem.

‘Ja, pap,’ vulde Justin aan, ‘Gek hè. En je mag mijn appjes zien,

hoor. Ik heb echt niet vooraf met Marinda geappt. Ik wist dus

niet hoe laat ze vanmiddag zou komen.’

‘Hmm.’ Justins vader wreef met zijn hand over zijn kin.

Dat vond Justin een goed teken, want dat betekende altijd dat

hij echt nadacht.


‘Maar hoe zit het dan? Ik snap er helemaal niets van. En

waarom snappen jullie het wel?’

‘Kom,’ zei Kevy. Ze reikte naar de hand van Justins vader en

trok hem mee naar de bank. ‘Ga even zitten, dan maak ik thee

en dan ga ik je iets vertellen.’

‘Dus er bestaan reuzenkabouters die magie beheersen en mama

was ook een reuzenkabouter? En jij hebt haar genen, dus jij

beheerst ook die magie?’ Vol ongeloof keek hij naar Justin.

Justin knikte.

‘Ja, sorry hoor. Maar als dat echt zo is, dan vind ik jouw

verhaal,’ hij knikte naar Kevy, ‘en een eend die kennelijk aardig

kan babbelen iets te weinig bewijs.’


Goochelboek

‘En jij denkt dat je mij met een boek van een of andere

goochelaar kunt overtuigen?’ Justins vader keek hem scherp

aan.

Justin had het basisboek voor reuzenkaboutermagie van zolder

gehaald. Het was een van de boeken die Kevy had achtergelaten

in de boekenkast die er nog stond toen Justin en zijn vader dit

huis kochten.

‘Wat me wel opvalt is dat op een of andere manier alles met

dieren is,’ mompelde Justins vader. Met meer aandacht

bladerde hij het boek door. ‘Kaatje hield ook van dieren en de

natuur,’ zei hij zacht.

Nu komen we ergens, dacht Justin.

‘Ja, en zij is niet de enige,’ zei Kevy, ‘de meeste reuzenkabouters

houden van dieren en de natuur.’

‘Behalve Vili…’ riep Justin boos. Kevy gaf hem nog een schop,

maar het was al te laat. …nius.’

Zijn vader keek op. ‘Wie?’ vroeg hij verbaasd.

‘O, eh, niemand, pap.’

‘Nee, nee, daar kom je niet mee weg, want ik hoorde de emotie

in je stem.’ Hij fronste zijn wenkbrauwen en zijn stem klonk

bezorgd. ‘Je klonk boos. Het is iemand die jij niet aardig vindt.

Dat komt zelden voor, dus, kom, kom, voor de draad ermee.’

‘Dat komt later, Berend,’ zei Kevy. ‘Alles op zijn tijd.’


Justins vader mompelde iets onverstaanbaars en bladerde

mopperend verder in het boek. Na een tijdje sloeg hij het dicht

en legde het op tafel. Hij keek naar Justin en Kevy. ‘Oké, nu wil

ik duidelijkheid. Wat moet ik hiermee? Tot nu toe is er een

pratende eend, een verhaal over reuzenkabouters en een boek

met goochelspreuken die alleen over dieren gaan. Ik ben nog

niet overtuigd.’

Justin besloot om alle voorzichtigheid te laten varen en alle

registers open te trekken.

‘Goed pap. Let op. Wat ik nu ga doen, heeft niets met goochelen

te maken. Je weet hoe onhandig ik af en toe ben, dus ik kan

nooit een goede goochelaar worden. Bij mij weet je al hoe

Marinda doorgezaagd wordt nog voordat ik goed en wel aan de

truc begonnen ben.’

Justins vader glimlachte instemmend.

‘Oké, let op.’ Justin schraapte zijn keel. Hij keek nog even uit

zijn ooghoeken naar zijn vader of hij wel oplette. Hij haalde

adem, wachtte even en sprak toen:

Voca praesaepe picus

Justin zag zijn vader nieuwsgierig kijken naar de plek waar

Justin de spreuk uitsprak. Justin liep naar de achterdeur en

deed deze open. Binnen een minuut vloog er een vogeltje naar

binnen. Dit was helemaal zwart, behalve op zijn kopje. Daar


zaten rode veren op, zodat het net leek alsof hij een rood hoedje

ophad. Zijn snavel was lichtgeel.

‘Wat kan ik voor u doen?’

Justins vader boog zich naar voren en hapte naar adem als een

vis op het droge.

‘Graag wil ik weten wat Marinda aan het doen is.’

‘Komt in orde.’ De spiekspecht maakte aanstalten om weg te

vliegen.

‘O, en voordat je gaat: als je terugkomt mogen deze twee ook

weten wat je te vertellen hebt.’ Justin knikte naar zijn vader en

Kevy.

De vogel maakte een lichte buiging ten teken dat hij het begreep

en vloog weg.

‘Nou praat je weer tegen een andere vogel.’ Hij praatte snel en

met een hoge stem. ‘Hij leek wel bewust naar je toe te komen. Ik

geloof dat ik gek word. Net als je denkt dat je de wereld een

beetje begint te begrijpen, wordt deze weer helemaal op zijn kop

gezet.’

‘Ik denk dat we de wereld nooit helemaal zullen begrijpen,’ zei

Kevy.

‘Nee, dat begin ik inmiddels ook door te krijgen,’ zei Justins

vader een beetje boos.

Na een halfuur keek Justin vol ongeduld op het klokje van zijn

telefoon. ‘Hij zou zo langzamerhand al terug moeten zijn,’

mompelde Justin. Hij schrok van het piepje uit zijn telefoon.


Een appje. Van Marinda. Hij kreeg het koud en warm tegelijk.

‘O, oh,’ zei hij zacht.

‘Wat is er?’ vroeg Kevy geschrokken.

‘Hier, lees maar.’ Hij schoof zijn telefoon onder de neus van

Kevy en zijn vader.

Marinda

Hé Jus,

Er ligt een spiekspecht in mijn tuin. Dood. Is niet

goed. Er lag een briefje onder, waarop stond: Het

begint klein...

Alles goed met je? Laat ff wat weten. Moet ik eerder

komen of rond vier?

Kus mij

‘Kus mij en een hartje? Heb je verkering?’ vroeg Justins vader

verbaasd.

Justin werd rood. Hij greep naar zijn telefoon. ‘Eh, ja, eh, ik

bedoel… later, pap.’ Hij typte driftig dat het goed was met hem

en dat ze zo snel mogelijk moest komen om dit te bespreken.

‘Wat betekent het bericht? En waarom is die vogel opeens

dood?’ vroeg Justins vader nu.

‘Dit betekent dat het is begonnen,’ zei Kevy ernstig.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!