22.03.2021 Views

Tactus februari 2021

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De dirigent

in tijden

van Covid-19

TACTUS

Nr.

1

Februari 2021


COLOFON

Dit E-zine is bedacht, verwerkt en geredigeerd door de Vlaamse

DirigentenVereniging. De inhoud ervan is uitsluitend bedoeld voor haar

leden. Het delen van teksten en beeldmateriaal uit dit E-zine is dan ook

verboden.

Vlaamse DirigentenVereniging vzw

Redactie: Pascale Van Os, Dimitri Bracke, Bram Mergaert, Eline

Hadermann

Eindredactie en vormgeving: Eline Hadermann

Cover: Steven Verhaert

Foto: Sander Vets

Contact: info@vlaamsedirigentenvereniging.be


T A C T U S | P A G I N A 1

INHOUD

p.2

VOORZITTER

Voorzitter Bram Lamberts richt zich tot u in

het eerste nummer van Tactus.

p. 3

IVAN MEYLEMANS

Dirigent Ivan Meylemans over de Vlaamse

DirigentenVereniging.

p. 5

COLUMN: MEERSTEMMIGHEID

Klaas Coulembier mist meerstemmigheid

tijdens de coronacrisis.

p. 7

DURF TE VRAGEN: HOE

OVERLEVEN JULLIE?

Een aantal dirigenten laten in hun kaarten

kijken: hoe hebben zij de coronacrisis reeds

overleefd?

p. 11

ANALYSE: SANCTUS AMOR

DOOR HANS HELSEN

Hans Helsen kreeg een eervolle vermelding

op de European Award for Choral

Composers.

p. 18

ANALYSE: PANTA R(H)EI DOOR

KURT BIKKEMBERGS

Kurt Bikkembergs schreef een nieuw werk

voor harmonieorkest tijdens de

coronacrisis.

p. 23

KOEN VITS EN KOORONA

Over het ontstaan van een virtueel

koorproject in Vlaanderen en daarbuiten.

p. 26

TUTTI

Kijk- en leestips, nieuwtjes en vacatures.

Kortom: alles wat u als dirigent moet

weten.

R E I Z E N | P A G I N A 2


T A C T U S | P A G I N A 2

VOORZITTER

2021, ons jaar?

muziekverenigingen om een optimaal

klimaat te creëren waarin je als dirigent aan

de slag kan.

2021, het jaar van de hoop. Hoop op een

oplossing voor de heersende crisis. Hoop op

speelplezier. Hoop op verbinding. Hoop op

een normaal leven. Hoop op elkaar terug

kunnen begroeten met een hartelijke

knuffel of een kus. Hoop op het publiek

terug talrijk te kunnen ontvangen op

concerten. Hoop weer met elkaar te kunnen

tafelen en een gezellige pint te pakken na de

repetitie.

2021, het jaar van de nieuwe start. Een

nieuwe evenwichtige start met aandacht

voor de noden van elkaar. Ook voor de

noden van de dirigent. Een reboot van onze

samenleving. Op naar een nieuwe toekomst

waarin de mens en de emotie centraal

kunnen staan. Een toekomst van

positivisme, respect en dialoog. Een

authentieke toekomst zonder fake news.

2021, het jaar van de Vlaamse

Dirigentenvereniging. Een hiaat in de

Vlaamse cultuursector en een noodzaak in

de huidige situatie. Een vereniging van,

door en voor dirigenten waar jong en oud

elkaar kunnen ontmoeten en elkaar

kunnen versterken. Een vereniging die er is

voor jou, wanneer je het nodig hebt en

wanneer je nog niet weet dat je ze nodig

hebt. Een vereniging die de brug wil maken

tussen de dirigent en de

Op het scherm lees je nu ons eerste E-zine.

Een tijdschrift boordevol interessante

lectuur voor zowel de ervaren rotten als de

'jonge', beginnende dirigenten. Ik wens je

veel leesgenot en hoop dat de inhoud je mag

inspireren en aanzetten om een nog betere

dirigent te worden!

Uiteraard is de Vlaamse

DirigentenVereniging ook achter de

schermen actief. Zo maakten we mee de

nieuwe vergoedingsregeling waar.

Hierdoor worden de inkomsten van

dirigenten die aan de voorwaarden

voldoen, niet meer aan 45-50% belast, maar

aan twee keer 10 %. Dat levert dus een

serieuze nettowinst op! Verder werken we

aan het artiestenstatuut waar ook de

'dirigent’ zijn plaats in krijgt, zit er een

FairPay-label in de pijplijn en komen er

workshops, masterclasses en stages aan.

Een boeiend jaar dus in alle facetten. Na de

grote uitdagingen van COVID-19 in 2020,

gaan we de uitdagingen van 2021 tegemoet,

samen deze keer! We klinken op onze

vereniging, de eerste editie van Tactus en op

jou!

Bram Lamberts

Voorzitter Vlaamse Dirigentenvereniging vzw


I N T E R V I E W

T A C T U S | P A G I N A 3

IVAN

MEYLEMANS

Ivan Meylemans heeft weinig introductie

nodig. Hij stond bij tal van professionele

orkesten in Europa en daarbuiten op de

bok, dirigeert de KF Kempenbloei, de

harmonie Sint Michaël van Thorn en het

Zeeuws Orkest en doceert aan

verschillende conservatoria in België en

Nederland. We peilen naar zijn ervaringen

tijdens de coronacrisis, en naar zijn visie

op de pas opgerichte Vlaamse

DirigentenVereniging.

We kunnen er niet omheen, we moeten het

over de coronacrisis hebben. Zijn je

orkesten de afgelopen tien maand goed

doorgekomen?

"In Achel (België) viel de lockdown meteen

op het slechtst mogelijke moment, namelijk

net in de week voor het VLAMO Open

Fanfare Kampioenschap. We hadden nog

één generale repetitie te gaan, dus al dat

harde werk, die tijd en energie in het water

zien vallen, is natuurlijk zuur. In september

en oktober hebben we opnieuw opgestart,

vanzelfsprekend volgens de regels, met veel

afstand en in een grote ruimte, om in

november weer de boeken te sluiten.

In Nederland waren de regels anders dan in

België. Daar mochten maximaal 30

muzikanten samenkomen om te repeteren,

dus kozen we voor een andere aanpak. We

hebben drie ensembles opgericht: koper,

hout en gemengd ensemble, waarmee we

zelfs al een concertprogramma klaar

hadden. We planden twintig minuten

muziek per ensemble in, en hielden

rekening met een ombouw tussenin, met

alle nodige voorzorgsmaatregelen. Dat was

een hele organisatie. Helaas hebben we ook

dit concert moeten annuleren, want in

Nederland gingen alle zalen opnieuw dicht.

"Orkesten met een

sterke jeugdwerking

hebben de beste

uitgangspositie om

straks weer vlot de

draad op te pikken."

Houden je muzikanten de moed er in?

"Bij de repetities en concerten die wel nog

konden plaatsvinden met de

amateurorkesten zag ik dat de oudere garde

vaak thuis bleef. Begrijpelijk, zij zijn de

meest kwetsbare groep en opteren

natuurlijk voor hun veiligheid. Dat neemt

niet weg dat het een jammere zaak is: de

oudste leden zijn vaak de boegbeelden van

de vereniging en zorgen voor de

kameraadschap in de club. Voor hen is het

net als voor iedereen een hele opgave om te

blijven spelen, en dat maakt het ook weer

wat lastiger om later terug te komen.


I N T E R V I E W

T A C T U S | P A G I N A 4

In een crisis als deze blijkt ook duidelijk dat

de orkesten die het sterkst investeren in de

jeugdwerking ook de beste uitgangspositie

hebben om straks weer vlot de draad op te

pikken."

Die jonge garde is ook belangrijk voor onze

vereniging. Zie je veel enthousiasme voor

de VDV bij je studenten en jonge collega’s?

"De VDV is een helpende

hand voor de dirigent,

maar ook een vriend met

een artistiek en creatief

klankbord."

"Het afgelopen jaar heb ik natuurlijk mijn

studenten minder vaak 'live' gezien dan ik

zou willen, maar we hebben het wel over de

vereniging gehad. Ik merk toch de meeste

sympathie voor het project bij de meer

ervaren studenten, zij die zelf ook lesgeven,

voor grotere groepen staan en al meer met

beide voeten in het vak staan. Bij de jongere

studenten stel ik toch vaker een meer

afwachtende houding vast. Het is

natuurlijk moeilijk om vanuit het niets iets

op te richten en dat op zo’n manier te doen

dat het voor de dirigenten rechtstreeks

gevolg heeft. Dat is heel duidelijk een

issue. Op de langere termijn wordt het

hopelijk een evidentie dat wie afstudeert of

begint te dirigeren, zich aansluit bij de

dirigentenvereniging."

Dat is een mooie ambitie, maar niet

eenvoudig te bereiken?

"Zoiets is natuurlijk een langzaam proces.

Het spreekt voor zich dat niet iedereen

onmiddellijk gewonnen is voor een

belangenvereniging, maar dat brengt een

opdracht met zich mee: ervoor zorgen dat

het profiel van de VDV juist zit. Ik zie het

enerzijds als een helpende hand voor de

dirigent, met juridische bijstand en

technische kennis, maar ook als een vriend

van de dirigent, met een artistiek en

creatief klankbord. Als we dat kunnen

realiseren, komen we al een heel eind."

Wat hoop je zelf te vinden in een

dirigentenvereniging?

"Er is hoop en verwachting. Hoop op een

groeiende vereniging, die niet alleen veel

leden heeft, maar ook veel respect krijgt. De

vereniging uitbouwen tot ze kan rekenen

op waardering van veel verschillende

kanten: binnen de wereld van de

amateurmuziek, onder de collegadirigenten,

en ook met enig politiek

gewicht. Ik denk dat het vooral zaak wordt

om de vergoedingen van dirigenten te

stroomlijnen door vanuit de VDV adviezen

op te stellen. Zo wordt er ook openlijker

gepraat over dat probleem, terwijl dit nu

nog wat met schroom wordt behandeld.

Een jonge, onervaren dirigent zal al snel een

onderbetaling aanvaarden, uit vrees anders

geen job te hebben. Dat moeten we

voorkomen. De oudere generatie dirigenten

heeft er alle baat bij zich daarbij aan te

sluiten, zodat ze een sterk signaal kunnen

sturen naar die jongere generatie. Maar ik

zie in de VDV een enthousiaste, diverse

groep van dirigenten met een sterke inzet,

dus heb ik naast de hoop eigenlijk ook de

verwachting dat het wel goedkomt."

R E I Z E N | P A G I N A 3


C O L U M N

T A C T U S | P A G I N A 5

MEERSTEMMIGHEID

K L A A S C O U L E M B I E R

2020 was voor veel verenigingen een

onaangekondigd moment van reflectie.

Het vaste ritme van jaarlijkse activiteiten

werd abrupt gesyncopeerd. De werking van

de verenigingen werd op zijn kop gezet en

plots werd alles anders. Vergaderingen

werden zoomsessies, repetities werden

onmogelijk, en het mozaïekfilmpje bleek

voor orkesten of koren één van de weinige

alternatieven voor concerten. Het voorbije

jaar heeft getoond hoe veerkrachtig en

creatief onze sector is, en hoe veel

verenigingen binnen het strikte kader

zochten naar de mogelijkheden om door te

gaan en de verbinding te behouden tussen

hun leden.

Muziek is dan ook een sterk bindmiddel.

Het brengt mensen bij elkaar wiens wegen

zich zonder deze gemeenschappelijke

passie wellicht nooit zouden kruisen. Als

individuele muzikant deel uitmaken van

een groter geheel is en blijft iets magisch,

zelfs wanneer je herleid wordt tot een klein

vierkantje op een scherm. Maar we weten

ook allemaal dat dit soort alternatieven niet

echt is. Het is een kunstgreep om de

publieke werking van de vereniging na te

bootsen wanneer samenkomen niet kan. De

resultaten zijn soms verbluffend, maar toch

is er telkens iets onvolledig aan zulke

initiatieven.

Die onvolledigheid heeft te maken met het

gebrek aan interactie tussen de

muzikanten. Iedereen kan thuis zijn of haar

partij inspelen, maar het is onmogelijk om

te luisteren naar de ander. Op muzikaal

vlak heeft dat consequenties die enigszins

op te lossen zijn door wie aan de knoppen


C O L U M N

T A C T U S | P A G I N A 6

zit bij de montage. Maar hoe langer deze

crisis duurt, hoe duidelijker het voor mij

wordt dat het gebrek aan dialoog niet alleen

op muzikaal vlak een probleem is. Wanneer

we onze contacten moeten beperken,

beperken we ook de verscheidenheid aan

stemmen die we horen. Zo ontstaat het

gevaar om vast te geraken in een bepaald

denkbeeld en de verbinding met anderen te

verliezen. Dat zie je nu al in de vaak

tegengestelde en gepolariseerde reacties op

de hele coronacrisis, waar mensen eerder

naast elkaar dan met elkaar discussiëren.

De repetities van een muziekvereniging zijn

momenten van grote en bijzondere sociale

interactie. Het zijn momenten waarop een

financieel directeur met een

beroepsmuzikant gesprekken heeft over het

nieuwe werk van componist X, om twee

minuten later een boompje op te zetten over

het succes van voetbalploeg Y en daarna

grondig van mening te verschillen over

politieke partij Z. De muziekvereniging is

een omgeving waar een 16-jarige puber

samen met haar vader vol bewondering aan

de lippen hangt van een 65-jarige muzikant,

en waar een doctoraatsstudent geduldig zijn

laatste inzichten uitlegt aan een poetsvrouw,

terwijl ze een glas drinken en na de pauze

samen dezelfde stem zingen in een koraal

van Bach.

Net zoals we in de muziek voortdurend naar

elkaars partituur luisteren om onze plaats in

het geheel te vinden, wordt ons leven ook

verrijkt door te luisteren naar de verhalen

van andere mensen. Een muziekvereniging

is een heel bijzondere ontmoetingsplaats

omdat ze mannen en vrouwen, jongeren en

ouderen met elkaar verbindt rond een

gemeenschappelijke passie. Door de strenge

coronamaatregelen wordt niet alleen het

samen musiceren onmogelijk; we missen

ook de spontane dialoog met mensen die

misschien niet onze dichtste contacten zijn,

maar van wie we wel veel kunnen opsteken.

We missen de spontane discussies; we

pikken niet toevallig een gesprek op aan de

andere kant van de bar waar we misschien

ook iets willen aan bijdragen. Die

ongedwongen maar inspirerende

meerstemmigheid kan je niet nabootsen,

ook niet in een online praatbox.

Ik hoop dan ook dat we snel terug aan de

pupiter kunnen zitten. Niet alleen om samen

muziek te maken, maar ook om elkaar te

inspireren, om ons blikveld te verruimen en

om naar elkaar te luisteren. Om opnieuw

mensen te ontmoeten die we zelf niet zouden

opzoeken. Om verhalen te horen die op het

eerste gezicht mijlenver staan van onze

leefwereld, maar die ons toch helpen om de

wereld en elkaar beter te begrijpen. De

maatschappij kan er alleen maar goed bij

varen.

Klaas Coulembier is musicoloog en componist.

Hij is voorzitter van en muzikant bij de

Koninklijke Harmonie Ypriana en speelt

daarnaast bij het Koninklijk HarmonieOrkest

Schelle en Festival Brass Band.


I N T E R V I E W

T A C T U S | P A G I N A 7

DURF TE VRAGEN

Dat het moeilijke tijden zijn moeten we jullie niet vertellen. Elke sector is hard

getroffen. Ook de cultuursector kreunt onder de pandemie: er wordt weinig

perspectief geboden en dat weegt zwaar door. De dirigenten bij ons in Vlaanderen

hebben het eveneens niet gemakkelijk. Er is weinig of geen vangnet van de overheid

en amateurverenigingen hebben het zelf ook lastig. Het ene koor of orkest zoekt naar

manieren om hun groep samen te houden, anderen wachten af. We gingen eens

luisteren bij enkele collega’s hoe zij deze vreemde periode verteren. Luc Vertommen,

Tine Devoghel, Hans Casteleyn, Hans Demeurisse, Steven Verhaert en Pascale Van

Os beantwoorden onze vijf prangende vragen.

Hoe gaat het met je?

Heb je met je vereniging alternatieven

voorzien?

Heeft de pandemie financiële gevolgen

voor jou als dirigent?

Wat heb je geleerd de voorbije maanden,

en wat verwacht je van de toekomst?

Welke raad of tip wil je jouw collegadirigenten

meegeven?


I N T E R V I E W

T A C T U S | P A G I N A 8

"In tijden van pandemie ben ikzelf, de leden van mijn orkesten, mijn

vrienden, mijn gezin en mijn leerlingen in goede gezondheid, wat mij in

deze context het belangrijkst lijkt."

"Met de Brassband Gent maakten we een coronaproof theatervoorstelling

Pentaccordeon in het kader van de Zomer van Antwerpen. De herneming

daarvan in september werd afgelast, net zoals een gepland coronaproof

livestream- concert in het najaar met de Hauts-de-France Brass Band."

"Veel erger dan de financiële gevolgen waren de mooie artistieke projecten

die één voor één als een kaartenhuis leken om te vallen in de agenda. Nooit

zo weinig diesel getankt, nooit zoveel vrije tijd gehad, nooit zoveel uren

vader en echtgenoot geweest : ‘ieder nadeel, heb zijn voordeel’ (Cruijff!)."

Luc Vertommen

"Dat gezondheid (terecht) belangrijk is, maar dat kunst en cultuur blijkbaar

niet essentieel worden geacht. Ik hoop dat er iemand van de overheid voor

onze sector opkomt, die inziet dat verenigingen en kunstenaars essentieel

zijn bij de wederopbouw van onze post-coronasamenleving. Onze opstart

zal niet makkelijk zijn, maar ik zie dat iedereen er met meer goesting dan

ooit tevoren wil invliegen."

"Maak nog niet te veel plannen, en hou je bezig met alternatieve muzikale

activiteiten: genoeg mooie muziek om te beluisteren en partituren om te

lezen."

"Ik trek me op aan het feit dat ik nog fysiek mag lesgeven op de

kunstacademie, en de vrijgekomen tijd heeft me heel wat motivatie

bezorgd om nieuw repertoire en didactische werkvormen te onderzoeken.

Maar het wordt tijd dat die ideeën in de praktijk worden omgezet. Ik wil

weer het podium op!"

"We hebben een WhatsAppgroep opgericht om met elkaar in contact te

blijven. Bovendien namen koorleden initiatieven, zoals een quiz

organiseren. Momenteel repeteren we aan een nieuw nummer aan de hand

van oefenfilmpjes en online vocal tracks. Zo kan iedereen thuis de eigen

stem opnemen, die we dan digitaal mixen tot een klinkend koorgeheel!"

"Jazeker, het is zo dat we als dirigent vaak ‘per prestatie’ worden betaald.

Prestaties ‘achter de schermen’ worden vaak onvoldoende naar waarde

geschat en daar staat dikwijls geen vergoeding tegenover."

Tine Devoghel

"Dat wat ‘me-time’ zalig is, maar dat ik ook nood heb aan een mooi gevulde

repetitiekalender, aan concerten, aan deadlines om efficiënt te werken en

aan sociaal contact. Een goeie balans tussen beide is cruciaal. Ik durf mijn

verwachtingen niet te hoog te stellen, want teleurstelling werkt op het

gemoed. Ik hoop in ieder geval dat er gauw wat perspectief komt, en dat we

in beperkte mate weer fysiek kunnen opstarten."

"Hou vol, de prijzen zijn aan de eindmeet!"


I N T E R V I E W

T A C T U S | P A G I N A 9

"Ik ben gezond en wel en ik beleef mooie gezinsmomenten. Sinds maart

zijn er op mentaal vlak wel heel wat ups en downs geweest en zijn er veel

muzikale plannen gemaakt zonder concreet resultaat. Dat geeft toch de

nodige stress."

"Met het EJO maakten we in de eerste lockdown wel een filmpje met een

arrangement van The Lion King, geschreven door een van de orkestleden.

Naast de aantal repetities die tussendoor nog wel hebben kunnen

plaatsvinden, waren andere alternatieven niet echt aan de orde."

"De financiële gevolgen voor mij zijn vrij groot. Sinds het begin van vorig

schooljaar heb ik beslist om minder les te geven en meer te dirigeren. Een

groot aandeel van mijn inkomsten moeten dus ook uit deze activiteiten

komen. Daar probeer ik nu niet al te veel bij stil te staan."

Hans Casteleyn

"Dat het leven snel kan veranderen, en dat de evidente dingen waar we als

dirigent zo veel mee bezig zijn waardevoller zijn dan we misschien

voorheen beseften. Ik heb écht geleerd dat met goede muziek kunnen bezig

zijn zo veel ‘voeding’ geeft aan ons mentaal welzijn. Ik ga proberen

voldoende rust en ontspanning voor mezelf te creëren, om zo toch met de

nodige energie weer te kunnen beginnen als de tijd rijp is."

"Ik wens iedereen die met muziek bezig is, zowel liefhebber als

professional een hoop moed en energie om, als het weer kan, er volop van

te genieten!"

"Zowel mentaal als fysiek loopt alles wel goed."

"Bij de Koninklijke Stadsfanfaren Izegem had ik besloten om alles tutti te

blijven doen met uitzondering van de laatste repetitie in oktober. Nadien

ben ik overgegaan naar partiële repetities met 20 muzikanten. Zowel bij dit

fanfareorkest als bij de Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen heb ik alle

muzikanten persoonlijk opgebeld om ze een hart onder de riem te steken."

"De laatste maanden besefte ik des te meer welke rol muziek in m’n leven

speelt. Ik heb oprecht het muzikale proces en de interactie met

medemuzikanten gemist."

Hans Demeurisse

"Denk gericht na over je eigen ambitie en streef deze zo gezond mogelijk na.

Nu is er tijd om te herbronnen en met nog meer muzikaal enthousiasme

het cultuurleven te laten floreren na deze moeilijke periode."


I N T E R V I E W

T A C T U S | P A G I N A 1 0

"Met mij gaat het heel goed! Ik heb genoten van de eerste lockdown omdat

ik de kans kreeg om een heleboel dingen te doen waar ik anders geen tijd

voor had. Toen ik die afgevinkt had, begon het ook heel snel te kriebelen

om weer aan de slag te gaan en te doen waar ik zo van hou, namelijk

dirigeren."

"Ik heb het geluk om in mijn twee verenigingen te mogen rekenen op een

zeer dynamisch bestuur waardoor deze verantwoordelijkheid niet enkel op

mijn schouders lag. Wij hebben de nodige online activiteiten

georganiseerd, zoals webinars, quiz, filmpjes opnemen enzovoort."

"Gelukkig ben ik financieel niet afhankelijk van mijn dirigeerprestaties in

deze coronaperiode."

Steven Verhaert

"Ik heb vooral geleerd geduld te hebben. Van de komende maanden

verwacht ik dus ook niet veel. Ik voel bij mezelf een zekere gelatenheid (in

tegenstelling tot de eerste lockdown) die ervoor zorgt dat ik het wel zal

horen wanneer we weer ons prachtige beroep mogen beoefenen."

"Hou vol ondanks het gebrek aan perspectief. Neem de tijd om veel muziek

te beluisteren en partituren te studeren. Maak plannen voor de toekomst,

want het zal sowieso weer opstarten en dan moet je 100% voorbereid zijn."

"Met mij gaat alles goed. Mijn leven is voorlopig heel wat rustiger dan voor

de coronaperiode, maar ik blijf positief."

"Met het GVK Caloroso neem ik wekelijks een filmpje op waarin ik een

nieuw werk aanleer en muzikaal en stemtechnisch enkele tips geef. Om de

drie weken houden we dan een Zoomsessie, waarin koorleden vragen

kunnen stellen. Met het strijkorkest Stringendo zijn we momenteel

alternatieve concertlocaties aan het zoeken. We denken bijvoorbeeld aan

een manege!"

"De helft van mijn totale inkomen is weggevallen. Omdat we voorlopig niet

kunnen repeteren en geen concerten kunnen geven, krijg ik van de meeste

koren en orkesten ook geen vergoeding. Ik sta gelukkig nog halftijds in het

onderwijs, wat ervoor zorgt dat ik nog kan overleven."

Pascale Van Os

"Ik heb heel wat bijgeleerd op computertechnisch gebied: ik heb leren

werken met online platformen zoals Zoom en heb geleerd hoe ik filmpjes

kan maken en opnames kan mixen. Ik verwacht dat we in maart/april weer

geleidelijk aan zullen kunnen beginnen, en ik merk ook dat mensen hier

ondanks het online aanbod nood aan hebben."

"Blijf positief. Deze situatie duurt nu al heel lang, maar probeer ze te

aanvaarden en op zoek te gaan naar alternatieven. Vergeet niet af en toe te

genieten van de tijd die vrijgekomen is en verwen jezelf ."


T A C T U S | P A G I N A 1 1

ANALYSE

Elke edite voegen we twee analyses toe aan Tactus:

één van een koorwerk, en één van een orkestwerk.

Wie laten we daarvoor beter aan het woord dan de

componisten zelf? In deze editie vertellen Hans

Helsen en Kurt Bikkembergs over hun pionierende

werken van het moment.


A N A L Y S E

T A C T U S | P A G I N A 1 2

SANCTUS AMOR

In oktober 2020 kreeg Hans Helsen een eervolle vermelding voor zijn koorwerk Sanctus

Amor bij de European Award for Choral Composers. Het werk werd oorspronkelijk

geschreven als plichtwerk voor het Europees Muziekfestival voor de Jeugd in Neerpelt.

“Als componist kijk je op een heel andere manier naar je eigen werk dan de dirigent, en

vaak zie je oplossingen voor bepaalde knelpunten die voor dirigenten onduidelijk zijn”.

Een interview.

Stel jezelf eens voor als componist.

"Als componist leg ik de focus op vocale muziek. Daarbij staan vooral kinder- en jeugdkoren

centraal, maar ik buig me eigenlijk over alles dat vocaal is. Het vocale instrument ken ik ook

het beste: enerzijds als (koor)zanger en anderzijds als koordirigent. Ik denk dat het als

componist sowieso ook een logische keuze is om te schrijven voor die instrumenten die je het

beste kent."

Hoe is het werk ontstaan?

"De tekst van Sanctus Amor werd al enkele jaren geleden geschreven door Jos Stroobants, in

opdracht van Dieter Staelens voor Europa Cantat. Door omstandigheden werd het atelier

waarin deze opdrachtcompositie zou gecreëerd worden, geannuleerd. Toen later de opdracht

voor het EMJ in Neerpelt kwam, heb ik met reden naar die tekst teruggegrepen: het is een

tekst die inhoudelijk enorm geschikt is voor jongeren die al wat volwassenheid in zich

dragen. Het verhaal in Sanctus Amor is gelaagd, maar het is in essentie ook een heel eenvoudig

verhaal dat de schoonheid van de natuur en de betekenis van een plaats – in dit geval een huis

– beschrijft. In de tekst komt het verleden, de toekomst en de liefde die er ontstaat, samen.

Kortom: het is een liefdesverhaal, maar verteld op een fijnzinnige manier."

Waarin schuilt de moeilijkheid om een plichtwerk te schrijven?

"Met een plichtwerk geef je aan een groep een platform om zich te tonen. De moeilijkheid

voor de componist schuilt erin dat hij wel wil dat koren zich gaan bewijzen, maar tegelijk ook

wil vermijden dat de opvoering een opsomming van techniciteit wordt. Op die manier wordt

dat stuk namelijk een struikelblok waar een koor zich moet doorworstelen, en dat is ook weer

niet de bedoeling. Daarom vind ik dat het ‘bewijs’ dat koren moeten leveren op wedstrijden

verder reikt dan dat technische aspect: ook het muzikale moet getoond worden.


A N A L Y S E

T A C T U S | P A G I N A 1 3

Dat heb ik in de partituur proberen vertalen door de verschillende sferen die in de tekst

aanwezig waren ook muzikaal te introduceren. Zo worden er zowel nuances van sfeer als

verschillende manieren van klank maken aangeboden, wat voor een koor ook uitdagend is.

Omdat de nuances soms dicht bij elkaar liggen, en dan weer enorm contrasteren, denk ik dat

een groep veel mogelijkheden heeft om hiermee aan de slag te gaan."

"Met een plichtwerk moet een koor

zich kunnen bewijzen,

maar het mag geen opsomming

van techniciteit worden. Het

muzikale aspect is

eens zo belangrijk."

Is het werk haalbaar vanuit didactisch oogpunt?

"Ik geloof dat het stuk een goede balans heeft tussen de technische uitdagingen en de

didactische haalbaarheid. Dat laatste is namelijk van onnoemelijk belang: zelfs het meest

virtuoze koor heeft nog steeds een dirigent nodig die het werk kan aanleren, en bij

jeugdkoren is de didactiek vanzelfsprekend een sleutelbegrip. Ik denk dat het werk veel

kansen biedt om het werk didactisch slim aan te pakken. Zo gebruik ik het muzikale

materiaal op die manier dat het op verschillende manieren, in verschillende stemmen aan

bod komt. Ik heb er bovendien op toegezien dat de haalbaarheid in acht genomen wordt: ik

heb bijvoorbeeld op het einde van de compositie de tempo-aanduiding 'as fast as possible

without losing intonation, harmony and diction, referring to the tempo of the beginning'

toegevoegd. Zo wordt het absolute tempo in functie van de muzikaliteit en de capaciteit van

het koor vastgelegd, in plaats van een absoluut cijfer. Tijdens het componeren moest ik dus

ook op zoek gaan naar een manier waarop ik in een partituur duidelijk maak wat ik als

componist eigenlijk bedoel, die tegelijkertijd de uitvoering van de groep niet 'dichttimmert'.

Zulke opschriften laten voldoende ruimte aan zowel de dirigent als de groep om echt te

werken met het muzikale materiaal. Als componist kijk je dan ook op een heel andere manier

naar je eigen werk dan de dirigent, en vaak zie je oplossingen voor bepaalde knelpunten die

voor dirigenten onduidelijk zijn. Ik kan dan alleen maar hopen dat dirigenten met mij in

dialoog gaan. Ik vind het heel fijn als uitvoerders de stap zetten om mij te contacteren zodat

ik de groep die het nieuwe stuk uitvoert in het proces kan ontmoeten. Zo kan ik het koor voor

een stukje meenemen in de manier waarop dat werk tot stand gekomen is, en de ideeën die

daarachter zitten."


A N A L Y S E

T A C T U S | P A G I N A 1 4

Over die knelpunten: wat zijn volgens jou de struikelblokken van het werk?

"De eerste twee strofes zijn een technische uitdaging omwille van hun pittige tempo. Het

werk slaagt alleen als deze stemmen heel precies worden uitgevoerd, als ze met een zekere

drive worden gefraseerd en vooral – als ze dit volhouden. Daarnaast is het ook een uitdaging

om de klanknuance te laten afhangen van de tekst die wordt gezongen. Een specifiek

voorbeeld in de partituur bevindt zich op pagina 7, waar er een overgang wordt gemaakt van

een energieke passage naar de woorden 'And you …' Deze ‘you’ verwijst naar de persoon die

vervolgens zijn liefde zal verklaren. Dat hoorbaar maken in de koorklank, is niet simpel. Als

componist hoop ik dat een dirigent met zulke dingen aan de slag gaat. Ik denk dat de

eindpassage van de compositie een tweede belangrijk knelpunt vormt, en wel omwille van de

samenklank. Naar mijn mening is dat één van de grootste struikelblokken voor koren bij het

inoefenen van nieuwe muziek, en niet omwille van een technische moeilijkheid, maar omdat

er een minder vertrouwde, harmonische taal wordt aangeleerd. Eén van de moeilijkste

plaatsen de samenklank op punt te stellen, zijn de laatste twee systemen. Op heel weinig tijd

maakt het koor een overgang van zo snel mogelijk zingen naar een heel statig, gezapig tempo

voor het einde. Die overgang op een muzikaal verantwoorde manier samen krijgen, is

volgens mij heel uitdagend. Diezelfde passage vergt trouwens ook een goede balans. Een

mooie, slimme stemverdeling is essentieel om het evenwicht tussen die noten in het akkoord

te bewaren."

"Ik vind het heel fijn als uitvoerders mij

contacteren, zodat ik de groep die het

nieuwe stuk uitvoert in het proces kan

ontmoeten. Zo kan ik het koor voor een

stukje meenemen in de manier waarop

dat werk tot stand gekomen is."

Hoe zou jij zelf Sanctus Amor aanleren aan een koor?

"Het materiaal van eerste twee strofes zou ik meteen aanleren aan iedereen, omdat hetzelfde

tweestemmige zinnetje aan de basis ligt. Met andere woorden: wat er in de bovenstemmen

gebeurt in de eerste strofe, gebeurt ook in de onderstemmen in de tweede strofe. Zo kan ik het

koor een duidelijke eerste blik geven op hoe het geheel gaat klinken, en hoe het in elkaar zit.

Het is immers belangrijk dat een koorzanger een breder zicht heeft op de gehele partituur, in

plaats van enkel op zijn eigen partij.


A N A L Y S E

T A C T U S | P A G I N A 1 5

Bovendien win ik op die manier tijd in het aanleerproces. Het laatste deel zou ik dan weer

anders aanpakken. Hier zou ik eerst aandacht besteden aan de betekenis van de tekst en het

bredere verhaal dat het vertelt, om zo ook te wijzen op de gelaagdheid van de compositie: niet

alleen wat betreft de tekst, maar ook hoe zich dat vertaalt naar de muziek. Ik zou bovendien

beginnen met het deel dat zo snel mogelijk moet gezongen worden, om die tekst goed gebekt

te krijgen voordat we gaan zingen. Wanneer we de tekst dan gaan zingen, zou ik spelen met

die bewuste overgang, zodat de groep flexibel kan reageren op de tempowissel. Nadien zou ik

dat einde vanuit muzikaal oogpunt benaderen en bijvoorbeeld aandacht besteden aan de

harmonieën op het woord ‘holy’ in maat 50: de balans, de dissonanten en de oplossing

daarvan."

Het werk Sanctus Amor is nog niet uitgegeven. Wanneer mogen we het werk verwachten?

"Oorspronkelijk werd Sanctus Amor geschreven voor het EMJ in Neerpelt editie 2020, dat

door de coronacrisis werd uitgesteld. Pas nadien kreeg het werk die eervolle vermelding

bij die award. Het werk zal hopelijk erg binnenkort gepubliceerd worden bij Euprint. De

onderhandelingen met het EMJ zijn daarover volop aan de gang."

Hans Helsen


A N A L Y S E

T A C T U S | P A G I N A 1 6

Fragment van de

beginpassage uit Sanctus

Amor

Fragment van de 'And you'-

overgang uit Sanctus Amor

R E I Z E N | P A G I N A 4


A N A L Y S E

T A C T U S | P A G I N A 1 7

Fragment van de

eindpassage uit

Sanctus Amor


A N A L Y S E

T A C T U S | P A G I N A 1 8

PANTA R(H)EI

Kurt Bikkembergs is een begrip in de directie- en compositiewereld. Als docent compositie

en koordirectie aan het Leuvense Lemmensinstituut leidde hij al heel wat beloftevolle

dirigenten op, en zijn eigen composities behoren tot de canon van de koormuziek. In

september 2020, een maand voor de verenigingen hun deuren weer moesten sluiten, was

Bikkembergs’ laatste nieuwe werk voor harmonieorkest af: Panta R(h)ei. Als ik hem vraag

hoe hij zichzelf als componist zou beschrijven, zegt hij na even nadenken: "Ik denk dat

mensen me graag als ‘moeilijk’ omschrijven” (lacht)". Of dat ook in Panta R(h)ei aan de

oppervlakte komt, bespreken we in dit interview.

Hoe is het werk precies tot stand gekomen?

"Het werk is gecomponeerd voor het gelijknamige harmonieorkest Panta Rei, onder leiding

van Jo Schelkens. Niet alleen kende ik Jo al langer als collega en student, mijn dochter zetelt

ook nog eens in het bestuur van de vereniging. Op een dag heeft Jo vlakaf aan haar gevraagd

of ik geen werk wou schrijven voor het 25ste jubileumjaar van het orkest. Hij gaf me de

opdracht om het werk over de vereniging zelf te laten gaan, dus het werk vernoemen naar de

vereniging en me laten inspireren door deze Griekse leuze, leek een logische keuze."

Over die titel. Kan u uitleggen hoe u de betekenis achter dit zinnetje, ‘alles vloeit’, hebt

verklankt?

"Ik ben meteen onderzoek gaan doen naar die bekende Griekse leuze, 'panta rhei', waarna er

een discussie is losgebarsten over de spelling ervan. Mijn opzoekwerk leerde me

immers dat, in tegenstelling tot hoe de naam van het orkest wordt gespeld,

'panta Rhei' een 'h' in zich heeft. We zijn dan maar overeengekomen dat die 'h'

tussen haakjes mocht staan (lacht). Als deel van mijn onderzoek las ik ook de metamorfosen

van Ovidius, waar me plotseling het volgende zinnetje opviel: 'Omnia mutantur nihil interit',

wat 'alles verandert, maar niets gaat verloren' betekent. Ik heb vervolgens geprobeerd dit

zinnetje met 'alles vloeit' te verzoenen door te werken met drie nootjes die constant worden

herhaald. Die 'unit' van drie noten wordt geordend volgens de rij van Fibonacci, en wordt

constant herwerkt en gemuteerd waardoor het letterlijk een constant doorlopende stroom is,

die altijd vloeit.


A N A L Y S E

T A C T U S | P A G I N A 1 9

In het begin van het stuk lijkt dit nog de melodie, maar na een tijdje komt die rij op de

achtergrond te staan. De melodieën die er dan tegenover worden geplaatst, houden het

veranderlijke in van de Latijnse spreuk, terwijl op de achtergrond alles nog rustig blijft

doorkabbelen. Op het einde stopt deze doorlopende lijn ook abrupt, zonder een opgebouwd,

afgewerkt einde. Op die manier heb ik ‘alles vloeit’ en ‘alles is veranderlijk’ onder één dak

gebracht."

Zit dezelfde filosofie achter de structuur van het werk?

"Panta R(h)ei bestaat uit drie grote delen, waarbij er eerst een korte pauze en nadien een lange

pauze wordt gehouden. Dit heeft inderdaad het beoogde effect: de klank stopt op dat moment

misschien eventjes, maar als luisteraar voel je de stroom verdergaan."

Zou u zeggen dat u trouw bent gebleven aan uw eigen stijl, of ging u een totaal andere weg

in?

"Ik ben de laatste jaren al een andere weg ingeslagen, en dit werk was een goede manier om

deze nieuwe muzikale techniek te beoefenen. Die nieuwe weg uit zich vooral in de vorming

van een eigen tonensysteem, waarvan ik de mogelijkheden nog niet allemaal heb doorgrond."

Kurt Bikkembergs


A N A L Y S E

T A C T U S | P A G I N A 2 0

Over dat ‘moeilijke’ waarmee u zegt geassocieerd te worden. Waar zitten de moeilijkheden

in dit werk voor het orkest en de dirigent?

"Voor de instrumenten komen er heel wat uitersten komen aan bod. Vooral de trompetten en

eufonia zullen beroep moeten doen op een grote tessituur. Ik heb dat bereik afgetoetst met

Jo, en de bewuste passages zijn zeker speelbaar – maar er zal op gezwoegd moeten worden.

Voor de dirigent zal de grootste uitdaging zijn om die stroom te laten voortvloeien. Om

ervoor te zorgen dat niemand een structuur ontdekt in die op Fibonacci gebaseerde

noten-units, heb ik gewerkt met maatwisselingen. De dirigent zal daarmee actief bezig

moeten zijn, want het is moeilijk om alles te laten voortkabbelen zonder dat er accentuaties

zijn. Ik heb het hen niet gemakkelijk gemaakt (lacht)."

Hoe zou u dat zelf aanpakken?

"Veel hangt van de muzikanten af. Als ze goed naar elkaar luisteren, en als het ware een

interne metronoom in zich dragen, hoeft de dirigent niet al te veel in te grijpen – zonder dat

het orkest daarbij het oog op de partituur verliest. Er moet vooral een balans gezocht worden

tussen aanwijzingen van de dirigent die geen accenten leggen, en een constante,

onderliggende beweging die vanuit het orkest vloeit."

"Dirigeren zonder

accentuaties te vormen in de

vloeiende notenstructuur:

dat wordt moeilijk."

Door de coronacrisis werd de uitvoering van het werk reeds twee maal uitgesteld. Hoe gaat

u om met dit gebrek aan perspectief?

"Dat is niet makkelijk. Sinds Panta R(h)ei heb ik ook niets meer gecomponeerd, omdat het

moeilijk is om te schrijven zonder dat je weet voor wie of wat. Bovendien wil ik geïnspireerd

worden door mensen, door klanken – dat digitale aspect ben ik meer dan beu. Hoe dan ook

ben ik wel het type componist dat meer geniet van het componeren zelf, dan van de

uitvoering van het product. Ik vind vooral vreugde in het schrijven, in het voorafgaand

onderzoek, in het nadenken en het proces van gestalte geven aan die hersenspinsels.

Bovendien hou ik me momenteel graag bezig in de tuin, en ik ben in drie boeken tegelijk bezig

– daar ben ik nog wel even zoet mee."


A N A L Y S E

T A C T U S | P A G I N A 2 1


A N A L Y S E

T A C T U S | P A G I N A 2 2


I N T E R V I E W

T A C T U S | P A G I N A 2 3

KOEN VITS EN

KOORONA

E E N V I R T U E E L K O O R P R O J E C T V O O R

V L A A N D E R E N E N D A A R B U I T E N

Koen Vits studeerde koordirectie en compositie

bij Kurt Bikkembergs. Hij is dirigent van het zelf

opgerichte mannenkoor Terpander, gemengd

koor Tourdion en het Leuvens Alumni Koor.

Daarnaast geeft hij ook koor in de academie van

Tienen en doceert hij er koordirectie. Tijdens de

eerste lockdown in maart 2020 startte hij met het

virtuele koorproject Koorona.

Vertel eens. Hoe is het momenteel gesteld met de

koren die je dirigeert?

"Zowel het academiekoor als de andere

vrijetijdskoren liggen stil. Met Terpander zijn we

nu een virtueel koorproject aan het bekijken,

omdat we ons willen voorbereiden op de World

Choir Games. Om het repertoire al wat op te

frissen, ga ik per stem een filmpje opnemen

waarmee iedereen zijn eigen stem kan inzingen,

waarna ik het kan samenvoegen tot een virtueel

koor dat de repetities vervangt."

Op die manier heb je een tijdje weer wat leven in

de koorbrouwerij gebracht door het

Kooronaproject. Hoe is dat tot stand gekomen?

"In maart 2020 viel opeens alles weg: zowel de

koorrepetities in de academie, als de repetities van

de koren daarbuiten. Kilian Mineur, de directeur

van de muziekacademie Tienen, daagde meteen

alle leerkrachten uit om de leerlingen niet los te

laten en creatieve manieren te zoeken waarop ze

toch met muziek konden bezig blijven.

Bij het academiekoor stootte ik daar meteen op een

enorme moeilijkheid: een koor van bijna tachtig

mensen begeleid je niet zomaar vanop afstand,

daarvoor is Zoom – met de nodige

internetvertragingen – heel beperkt. Daardoor

kwam ik op het idee om een virtueel koor op te

starten met hen. Ik bedacht me ook meteen dat

deze mensen niet de enigen waren in Vlaanderen

voor wie de koorrepetities nu even stopten,

waardoor ik meteen besloot het project open te

gooien naar ieder die geïnteresseerd zou zijn.

Vervolgens heb ik een Facebookgroep opgericht,

die in de eerste fase nog Koor Kontra Korona

heette. Omdat de afkorting KKK toch wat vragen

opriep (lacht), hebben we nadien het project

omgetoverd tot Koorona. Door Facebook ging het

meteen als een lopend vuurtje: mensen werden via

via uitgenodigd om deel te nemen, waardoor we op

een paar weken tijd 2000 koorzangers van overal

konden samenbrengen."

Dus het project kreeg ook buitenlandse aandacht?

"De meeste zangers kwamen uit Vlaanderen/België

en Nederland. Maar ook daarbuiten konden we

rekenen op belangstelling: we hadden een aantal

zangers uit Noorwegen, waar het project ook werd

opgepikt door plaatselijke versie van Koor&Stem

(Nationaal koorverband). Bovendien heeft zelfs

iemand uit Australië zich aangemeld."


I N T E R V I E W

T A C T U S | P A G I N A 2 4

Bleef die respons even groot?

"We zijn gestart met 283 deelnemers, maar na het

tweede project zagen we het deelnameaantal wel

minderen. En dat is ook begrijpelijk: in het begin

was dit project nog nieuw en origineel, maar na een

tijdje werd dit idee ook opgepikt door andere

koren. Bij de derde editie werd het wel duidelijk dat

mensen dat virtuele alternatief beu waren

geworden. Zelf heb ik ook bewust een pauze

ingelast tussen tweede en derde project, ondanks

het feit dat er toen wel nog enorm veel

enthousiasme was bij de deelnemers. Maar tijdens

deze periode mochten koren weer even repeteren,

en ik vond het veel belangrijker om mensen weer

écht samen te laten zingen, dan op een virtuele

manier."

Hoe heb je het repertoire samengesteld?

"Daarvoor waren twee criteria van belang. Ten

eerste moest de muziek publiek domein zijn, om

geen auteursrechten te schenden en de partituren

gratis beschikbaar te stellen. Bovendien moest het

ook muziek zijn die niet te snel gaat, zodat het

synchronisatieproces niet te ingewikkeld zou

worden bij de montage achteraf. In het eerste

project heb ik gekozen voor een klassieker onder de

koorzangers, namelijk If ye love me van Thomas

Tallis. Omdat het reeds bekend was, maakte ik

voor de eerste editie geen instructiefilmpje waarin

ik de partituur uitleg of moeilijke plaatsen aangeef.

Dat deed ik wel in de tweede editie, waarin ik een

minder bekend en ingewikkelder (zesstemmig)

werk aanleerde, namelijk het prachtige Light of my

Soul van Robert Lucas Pearsall. Op die manier

leerden mensen ook eens muziek kennen die voor

hen nieuw was, en werd het project ook wat

innovatiever – zij het met een achttiende-eeuwse

componist (lacht)."

Kostte het je veel tijd om deze videoprojecten te

maken?

"Toch wel: laat ons zeggen tussen één en twee

werkweken. De eerste editie duurde het langste,

omdat ik toen nog alle technische aspecten moest

zelf moest uitzoeken. Er bestond niet echt een

tutorial van de zaken die ik wilde doen, en ik

gebruikte de programma’s nog maar net

natuurlijk. Bovendien waren de bestanden zo

zwaar, dat mijn computer er drie dagen over

deed om de video te renderen."

"Een virtueel

koor is slechts

een half koor"

Dat klinkt lastig. Waren er nog zo’n valkuilen

verbonden aan dit project?

"Het moeilijkste was de synchronisatie. In de eerste

editie had ik, als onervarene, het klappen nog niet

geïntroduceerd. Toen heb ik me tijdens het

monteren écht vervloekt (lacht). Bij de tweede en

derde ging dat synchroniseren daardoor echt veel

sneller. Maar ik denk niet dat ik de meest efficiënte

werkwijze heb toegepast tijdens het monteren. Als

autodidact van zulke professionele programma’s

heb ik de echte kneepjes van het vak nog niet onder

de knie, dus er zullen ongetwijfeld betere manieren

geweest zijn om zo’n montage te volbrengen."


I N T E R V I E W

T A C T U S | P A G I N A 2 5

Over de nadelen van Corona en de digitale

alternatieven klagen we dan ook veel. Heb je toch

ook een voordeel mogen ontwaren aan deze

manier van werken?

"Ik vind het vooral fijn dat er een grotere

community is ontstaan dankzij het digitale

medium. Veel mensen hebben niet alleen toch

kunnen samen zingen in een periode waarin dat

niet kon, maar hebben ook een hele andere groep

koorzangers leren kennen die ze in hun eigen

koorbubbel niet zouden ontmoeten. Dat heeft vele

mensen overtuigd om eens te gaan kijken buiten

hun eigen koor, naar koorworkshops en dergelijke.

De facebookgroep nadert 3000 leden, en zal ook na

COVID-19 blijven bestaan. Ik organiseer

bijvoorbeeld jaarlijks een gigantisch koorproject in

Leuven, Koor XL, en ik hoop dat de leden van die

groep ook zo de weg daarnaartoe vinden."

Komt er nog een editie 4?

"Dat weet ik niet. Hier thuis heb ik mijn handen vol

met de geboorte van een tweeling, en ik moet

eerlijk bekennen dat de coronamoeheid wat begint

toe te slaan. Het fijnste aan een koor is en blijft het

menselijk contact: een virtueel koor, is slechts een

half koor."

Hoe zie jij de toekomst na Koorona? Denk je dat de

heropstart moeilijk zal zijn?

"Dat hangt van koor tot koor af. De koren waarbij

er ook enorm wordt ingezet op stemvorming en die

leden hebben met jaren koorervaring, zullen wel

snel de draad weer oppikken. Dat is anders bij grote

academiekoren, waarbij het praktische bovendien

een nog grotere uitdaging is: een ruime locatie

vinden voor een groep van zestig mensen is niet

makkelijk. Het gebrek aan perspectief helpt ook

niet, want als er geen concerten worden gepland, is

het moeilijk om je als dirigent voor te bereiden

thuis. Partituren zoeken, aankopen en instuderen

doe je allemaal in functie van een project, en dat is

er nu niet. Repeteren zonder doel en wekelijks een

andere, toffe partituur meenemen is fijn voor een

tijdje, maar dat werkt niet op lange termijn."

© Leuvens Universitair Koor

Het resultaat van drie edities Koorona kan u

beluisteren op de website www.koenvits.be/koorona


T U T T I

T A C T U S | P A G I N A 2 6

TUTTI

LEESTIPS

Everything is Connected: The Power of Music

Daniel Barenboim

Muziek is een universele taal, maar kan het ook vrede brengen

in conflictgebieden? Het is een boeiende materie waarmee

dirigent-pianist Daniel Barenboim al heel wat initiatieven

genomen heeft. Denk maar aan het bekende Barenboim-Said

Foundation en het bekende West-Eastern Divan Orchestra.

Volgens Barenboim is dit boek bestemd voor nieuwsgierige

geesten die de parallellen tussen muziek en leven willen

ontdekken. Kan muziek mensen dichter bij elkaar brengen?

Kan een contrapuntische passage in een werk symbool staan

voor de richting die verschillende culturen kunnen uitgaan?

ISBN 978-0753825945

Leider zonder masker

Ann Baek

Dirigeren is leiden. Dit kan met strenge hand of heel

diplomatisch. Het kan op een geforceerde manier of net heel

natuurlijk. In dit boek, bedoeld voor leiders in de betekenis

van ondernemers, kunnen ook dirigenten tal van tips halen

om hun muzikanten te engageren, te enthousiasmeren. Ook

leiders hebben hun emoties, hun zwaktes. Dit boek benadert

de vraag in hoeverre je dit afstraalt op jouw ‘team’, en hoe je

die emoties kan ombuigen in positieve acties.

ISBN 978-9401429320


T U T T I

T A C T U S | P A G I N A 2 7

KIJKTIP

© Sociëteit voor de moderne muziek © KNMO

In 1988, lang voor de films van Peter Jackson, componeerde de

Nederlandse componist Johan de Meij zijn eerste symfonie voor

harmonieorkest: The Lord of the Rings. Een vijfdelig werk, goed voor 45

minuten muziek, gebaseerd op de boeken van J.R.R Tolkien. Tot op de dag

van vandaag is dit nog één van de meest gespeelde werken bij de

harmonieorkesten. Het is ook één van de weinige stukken dat de

omgekeerde transcriptieweg heeft ondergaan, namelijk van

harmonieorkest naar symfonieorkest. Recent kwam er ook een versie

voor brassband van drie delen voort uit dit magistrale werk.

30 jaar later, met het jubileum van zijn eerste symfonie en vier symfonieën

later, besloot De Meij een vijfde symfonie te componeren, eveneens

gebaseerd op werk van Tolkien: Symfonie 5: Return To Middle-Earth. Het

werd geschreven voor groot harmonieorkest, solo Sopraan en gemengd

koor. In het kader van de WASBE Worldwide Wind Video’s had de

Nederlandse dirigent Björn Bus een babbel met componist Johan de Meij

over dit nieuwe werk. Je kan de video via deze link bekijken:

https://youtu.be/WoYIEL5kErI


T U T T I

T A C T U S | P A G I N A 2 9

VACATURE

De Vlaamse DirigentenVereniging VZW zoekt:

Een fiscaal specialist met kennis van het beroep dirigent.

De VDV wil correcte informatie verstrekken aan haar leden. Dit gaat echter over een

zeer specifieke materie. We zijn dan ook op zoek naar een boekhouder/fiscalist die

zijn kennis ter beschikking wil stellen van onze vereniging. Uiteraard is er een

vergoeding voorzien.

Profiel:

Je bent uitstekend op de hoogte van de Belgische fiscaliteit en/of je weet waar je de

nodige info kan vinden;

Je bent uitstekend op de hoogte van de taak en besognes van een dirigent

Ken je iemand in jouw omgeving die in dit profiel zou passen, of pas je er zelf in? Neem

dan contact op met Maarten Perpet via secretaris@vlaamsedirigentenvereniging.be.

Ook indien je een boekhouder zou kennen die met ons wil meedenken, mag je zijn of

haar contactgegevens doorgeven.

OPROEP

Denk je na het lezen van deze eerste editie van Tactus: "dit is de redactie vergeten!", of

zit je boordevol leuke ideeën die nog niet aan bod zijn gekomen? De werkgroep

communicatie van de Vlaamse DirigentenVereniging is nog op zoek naar een extra

werkkracht. Heb je zin om je steentje bij te dragen aan dit E-zine op welke manier dan

ook? Mail dan naar eline.hadermann@vlaamsedirigentenvereniging.be.


Vlaamse DirigentenVereniging vzw

Foto: Steven Verhaert

© Sander Vets

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!