Op de buurt kan je bouwen
Een adviesrapport over burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling voor de gemeente Amsterdam.
Een adviesrapport over burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling voor de gemeente Amsterdam.
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Op de
buurt kan
je bouwen
Een adviesrapport over burgerparticipatie
bij gebiedsontwikkeling voor de gemeente
Amsterdam.
1
2
Klas BV113
Dit rapport is bedoeld als advies aan de gemeente
Amsterdam. Het onderzoek is een opdracht voor
het vak project bij de opleiding bestuurskunde op
de Hogeschool van Amsterdam, onder begeleiding
van Jurgen Hoogendoorn, onze projectcoach.
Sam Dekker,
Misaël Hoolwerf,
Fleur le Belle,
Nora Opdam
23 Mei 2021
3
Management
Inleiding
De nieuwe Omgevingswet zal volgend jaar in Nederland intreden. Goed functionerende burgerparticipatie is voor de
omgevingswet cruciaal. Antea Group heeft daarom aan bestuurskunde studenten gevraagd een praktijkonderzoek te doen naar
burgerparticipatie. De praktijk waar dit onderzoek zich op richt, is de Frans Halsbuurt in de gemeente Amsterdam. De Frans
Halsbuurt doet momenteel mee aan een intensief participatietraject. Het doel van het proces is een herinrichting van de buurt.
De huidige coronamaatregelen vragen om een nieuwe aanpak van participatie in de Frans Halsbuurt. In dit rapport zullen wij
advies geven aan de gemeente.
Centrale vraag, deelvragen en doelstelling
De hoofdvraag van dit onderzoek luidt als volgt:
“Hoe kan gemeente Amsterdam de burgerparticipatie
verbeteren d.m.v. online- en offline-participatiemethoden
in te zetten bij gebiedsontwikkeling?”
Het doel is om als externe partij de participatie in de Frans
Halsbuurt te evalueren, te vergelijken met andere
beleidsgebieden en een advies te geven voor toekomstige
projecten.
De volgende deelvragen helpen om de centrale vraag te
beantwoorden:
Welke groepen bewoners zijn via online participatie
bereikt?
Wat vertellen de resultaten van de enquêtes over de
manier waarop de burgers (willen) participeren?
Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen
gemeentelijke en landelijke resultaten?
Methode
Dit is een kwantitatief onderzoek, waarbij enquêteresultaten
uit de Frans Halsbuurt en landelijk zijn geanalyseerd. Het
onderzoek is methodologisch verantwoord. Er is gebruik
gemaakt van een enquête, literatuuronderzoek, best
practices en observatietabellen.
Resultaten
In de geraadpleegde literatuur worden begrippen behandeld
met betrekking tot het vraagstuk. Gebiedsontwikkeling draait
om het verbinden van functies, disciplines, partijen,
belangen en geldstromen, om zo een prettige en duurzame
leefomgeving te creëren. De nieuwe Omgevingswet zal het
omgevingsrecht overzichtelijk maken en stelt participatie bij
gebiedsontwikkeling verplicht. Burgerparticipatie is een
methode van beleidsvoering waarbij burgers invloed kunnen
uitoefenen op de ontwikkeling en uitvoering van beleid.
Best practices
Consul en Polis zijn de meest belovende best practices voor
de Frans Halsbuurt. Consul is een online platform gemaakt
voor de Spaanse stad Madrid. Op het platform kunnen
bewoners stemmen op de plannen van de gemeente en op
budgetuitgaven. Polis biedt naast de veelbelovende tools die
op Consul lijken, een discussieplatform voor burgers aan.
Polis wordt ook wel een deliberatieplatform genoemd; een
online platform om een gesprek tussen heel veel mensen te
faciliteren. Deze best practices dienen als inspiratiebron voor
de Frans Halsbuurt en argumentatie voor het advies.
Enquête
De enquête heeft 38 responses opgeleverd. Opvallend is dat
driekwart van de respondenten hoogopgeleid en werkzaam
is.
Uit de kwantitatieve data kunnen vier belangrijke conclusies
worden getrokken:
1. Bewoners die vinden dat zij genoeg informatie
ontvangen, hebben meer vertrouwen in de plannen van
de gemeente.
2. Bewoners die het niet eens zijn met de plannen, gaan
ervan uit dat andere bewoners dezelfde mening delen.
3. Bewoners die het niet eens zijn met de plannen, vinden
dat er onvoldoende gelegenheid is geweest om in
gesprek te gaan met ambtenaren of professionals.
4. Bewoners hebben de voorkeur, bij het ontvangen van
informatie, voor online methodes. Daarentegen, willen
bewoners op verschillende manieren reageren.
Om de validiteit van bovenstaande conclusies te toetsen, zijn
de gegevens vanuit de Frans Halsbuurt vergeleken met
landelijke resultaten. Hieruit bleek dat landelijk dezelfde
conclusies getrokken konden worden.
Advies
Het advies is om een online platform te ontwikkelen of te
gaan gebruiken voor het project Frans Halsbuurt, maar ook
voor andere participatieprocessen.
Op het platform moeten verschillende vormen van
participatie worden ingezet in verschillende stadia van een
proces. Bewoners kunnen met één druk op de knop de
plannen en mededelingen van de gemeente bekijken en met
elkaar in gesprek/discussie gaan.
Uiteraard heeft de gemeente de regie en kan discussies
coördineren. Door de snelle interactie op het platform is het
mogelijk om tijdig fysieke bijeenkomsten te creëren om te
zorgen voor transparantie en duidelijkheid. Om een zo breed
mogelijk publiek aan te trekken, zouden de fysieke
bijeenkomsten ook kunnen worden bijgewoond via het online
platform, d.m.v. een livestream.
Polis is een platform wat mogelijkheden biedt. Om het
platform aantrekkelijk te maken voor Amsterdamse
bewoners, raden wij aan de naam te veranderen in
PLATFORUM 020. Mocht Polis niet volledig aansluiten bij de
wensen van de gemeente, raden wij aan om een nieuw
platform te creëren via OpenStad. En onthoudt; participatie
is maatwerk, dus ruimte voor vallen en opstaan is nodig om
zo een goed werkend platform te ontwikkelen.
samenvatting
4
5
Inhoud
6
Managementsamenvatting....................................3
Hoofdstuk 1: Inleiding
Hoofdstuk 2: Methode
...........................................7
...........................................9
Hoofdstuk 3: Theoretisch kader
.........................11
Hoofdstuk 4: Resultaten kwantitatieve data
.....15
Hoofdstuk 5: Advies
............................................19
Hoofdstuk 6: Conclusie.......................................21
Hoofdstuk 7: Discussie
.......................................22
Literatuurlijst
........................................................23
Bijlagen .................................................................25
7
1. Inleiding
1.1 Inleiding
Op dit moment wordt er gewerkt aan een nieuwe wet, de Omgevingswet. Deze wet zal 26 bestaande wetten met betrekking tot
gebiedsontwikkeling samenvoegen. De bedoeling is dat de wet begin volgend jaar ingaat (Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat, 2021). Als gemeenten veranderingen willen aanbrengen in de fysieke leefomgeving heeft dit gevolgen voor haar
inwoners. Voert de gemeente een plan uit waarbij bewoners geen inspraak hebben gehad op het plan, dan kan de gemeente
er (te) laat achter komen dat bewoners het liever anders hadden gezien. De Omgevingswet stelt het verplicht om bewoners en
andere belanghebbenden vroegtijdig te betrekken bij de vormgeving en het besluitvormingsproces. Dit moet zorgen voor een
groter draagvlak en het vroegtijdig uitwisselen van kennis tussen gemeente en belanghebbenden. Goed functionerende
burgerparticipatie is voor de Omgevingswet dus cruciaal. In de Amsterdamse Frans Halsbuurt zijn er ontwikkelingen in de
leefomgeving. In de buurt is het doel gesteld om zo weinig mogelijk auto’s en zo veel mogelijk groen te hebben in het
straatbeeld (Gemeente Amsterdam, z.d.-a).
Dit rapport is gebaseerd op kwantitatief onderzoek, onderbouwd met een analyse over enquêteresultaten, observaties,
literatuur en best practices. De resultaten worden vergeleken met landelijke data waaruit een advies aan de gemeente
Amsterdam volgt.
1.2 Aanleiding
Dit adviesrapport is een vervolg op ons onderzoeksrapport:
‘Online participeren net zo effectief als online daten?’ (Le
Belle, Dekker, Hoolwerf & Opdam, 2021). Uit dit vorige
onderzoek is geconcludeerd dat de COVID-19 crisis deuren
heeft geopend naar de digitale wereld voor
burgerparticipatie. De online participatie komt echter wel ten
nadele van de sociale cohesie die zich bij fysieke participatie
meer voordoet. Omdat de nieuwe Omgevingswet binnenkort
zal intreden, is het voor bestuurders noodzakelijk om te
weten hoe het proces van burgerparticipatie het beste kan
worden vormgegeven.
1.3 Bestuurskundige relevantie
Het is bestuurskundig relevant om onderzoek te doen naar
burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling omdat het door de
nieuwe Omgevingswet vaker en intensiever zal voorkomen.
Nederlanders zullen er dus collectief mee te maken krijgen.
Daarnaast is het belangrijk om met een interdisciplinaire blik
te kijken naar burgerparticipatie. Het wordt namelijk in
verschillende situaties gebruikt en er zijn meerdere
disciplines bij betrokken. In het geval van de Frans Halsbuurt
kwamen bijvoorbeeld zaken als infrastructuur, milieu en
veiligheid aan bod.
1.4 Probleemstelling
Wat is het probleem?
Burgerparticipatie werkt (nog) niet optimaal. Voor betere
governance is het belangrijk om de burgerparticipatie te
verbeteren. De Omgevingswet is in dit opzicht progressief,
vanwege het verplichte, vroegtijdig betrekken van
belanghebbenden. De wet gaat binnenkort in en gemeenten
willen weten hoe hun burgers het beste betrokken kunnen
worden bij gebiedsontwikkeling.
Waarom bestaat het probleem?
De procedures van gebiedsontwikkeling zijn over de tijd met
verschillende wetten steeds complexer geworden.
Daarnaast, wil de overheid steeds meer in een
samenwerkende vorm besturen. Momenteel is er nog weinig
kennis over de ervaringen van actoren die betrokken zijn bij
burgerparticipatie. Nu de Omgevingswet op korte termijn
ingaat is het belangrijk om deze kennis te verbreden. Verder
zorgt de huidige COVID-19 pandemie voor een compleet
nieuwe situatie waarin burgerparticipatie een andere vorm
heeft gekregen.
1.5 Doelstelling
Dit adviesrapport is geschreven voor de Hogeschool van
Amsterdam en de gemeente Amsterdam. Het doel is om als
externe partij de participatie in de Frans-Halsbuurt te
evalueren, vergelijken met andere beleidsgebieden en een
advies te geven voor toekomstige projecten. Het advies is
gericht aan de gemeente Amsterdam om de combinatie van
online- en offline-participatiemethoden te optimaliseren.
8
1.6 Vraagstelling
Ons onderzoek geeft antwoord op één hoofdvraag die onderverdeeld is in drie opgesplitste deelvragen.
Hoofdvraag:
Deelvragen:
Hoe kan gemeente Amsterdam de burgerparticipatie verbeteren
d.m.v. online- en offline-participatiemethoden in te zetten bij
gebiedsontwikkeling?
1. Welke groepen bewoners zijn via online participatie bereikt?
2. Wat vertellen de resultaten van de enquêtes over de manier waarop de burgers (willen) participeren?
3. Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen gemeentelijke en landelijke resultaten?
1.7 Leeswijzer
Managementsamenvatting
Dit is een beknopte samenvatting van het volledige adviesrapport.
Hoofdstuk 1: Inleiding
Dit hoofdstuk leidt het onderwerp in. U vindt hier de aanleiding voor het onderzoek, de bestuurskundige relevantie, het
probleem, ons doel en onze hoofd en deelvragen.
Hoofdstuk 2: Methode
In het methodehoofdstuk wordt onze methode en strategie toegelicht en onderbouwd. Ook de onderzoeksgroep en de
gebruikte meetinstrumenten worden hier toegelicht.
Hoofdstuk 3: Theoretisch kader
In het theoretisch kader worden belangrijke begrippen toegelicht vanuit relevante literatuur. Verder staan ook de best practices
in dit hoofdstuk.
Hoofdstuk 4: Resultaten kwantitatieve data
In dit hoofdstuk staan de antwoorden op de deelvragen, onderbouwd met de resultaten uit de enquête.
Hoofdstuk 5: Advies
Hier vindt u ons advies aan de gemeente Amsterdam.
Hoofdstuk 6: Conclusie
In de conclusie wordt antwoord gegeven op de centrale vraag. De hoofdstukken worden kort nagelopen gevolgd door de
eindconclusie.
Hoofdstuk 7: Discussie
Het discussiehoofdstuk gaat over de sterke en zwakke punten van het onderzoek, de overige bevindingen en
vervolgonderzoek.
Bijlagen
In de bijlagen staan de bronnenlijst, het advies in een infographic en een liedje, de volledige enquête resultaten en het
observatielogboek.
9
2. Methode
2.1 Inleiding
Vorig onderzoek beschrijft de meerwaarde van online-participatiemethoden in de Frans Halsbuurt. Dit onderzoek is uitgevoerd
middels kwalitatief onderzoek, waarbij betrokken professionals zijn geïnterviewd. In dit vervolgonderzoek zal er een advies
worden aangereikt voor de gemeente Amsterdam. Het advies zal berusten op kwantitatieve data.
Voor de volledige methode verwijzen we u naar het vorige rapport; ‘Online participeren net zo effectief als online daten?’ (Le
Belle, Dekker, Hoolwerf & Opdam, 2021). Dit hoofdstuk is een aanvulling op de strategie, onderzoeksdoelgroep en
meetinstrumenten.
2.2 Onderzoeksstrategie
Het advies berust op vier informatiebronnen. Ten eerste,
kwantitatieve data die is opgedaan middels enquêtes bij de
bewoners en ondernemers uit de Frans Halsbuurt. Ten
tweede, verkenning van de Frans Halsbuurt en het
participatieproject, samengevat in een observatietabel. Ten
derde, literatuurstudie naar best practices en relevante
bronnen. Ten slotte, informatie uit het vorige onderzoek als
toevoeging op dit rapport.
2.2.1 Kwantitatieve data
Om een meer cijfermatig inzicht te krijgen in de belevingen
van bewoners, is er een kwantitatieve enquête afgenomen.
De enquête is door de Hogeschool van Amsterdam
opgesteld. Door in de buurt te flyeren en een bericht op
facebook te plaatsen is de enquête verspreid. Later is er
nogmaals een oproep gedaan op Facebook en is er een
bericht geplaats op de site van HallodePijp. De gegevens uit
de enquête worden verwerkt in grafieken, diagrammen en
kruistabellen. De enquête stelt ons in staat om veel
gegevens te verzamelen over grote aantallen respondenten.
2.2.2 Observatietabel
Vorig blok is de Frans Halsbuurt meerdere keren fysiek
geobserveerd door het projectteam. Voor dit onderzoek is
het projectteam nog één keer naar de buurt gegaan om te
observeren. De observaties zijn omschreven middels een
observatietabel (Bijlage D). In de tabel is de situatie
beschreven met de locatie en tijd, de actoren die hierbij
betrokken waren en de uit de observatie getrokken
conclusie.
2.2.3 Literatuurstudie
Hoofdstuk 3 berust voornamelijk op literatuurbronnen.
Definities en nadere uitleg over gehanteerde begrippen zijn
gevonden in de literatuur. Voor dit onderzoek zijn
wetenschappelijke, niet-wetenschappelijke, journalistieke en
grijze bronnen geraadpleegd. Daarnaast, is er een
onderzoek naar best practices uitgevoerd. Best practice is
letterlijk vertaald een ‘prima praktijk’. Het is een project,
werkmethode of interventie die zich als effectief heeft
bewezen (Encyclo, 2021). Er is gekozen voor best practices
uit het publieke en private domein. Op deze manier wordt het
advies onderbouwd met realistische en representatieve
praktijkvoorbeelden.
2.2.4 Kwalitatief onderzoek blok 3
Het vorige rapport verschaft al veel waardevolle informatie.
Dit gebruiken wij dan ook als basis voor dit
vervolgonderzoek. Er wordt verwezen naar het rapport,
wanneer dit nodig is.
2.3 Onderzoeksgroep
De bewoners en ondernemers zijn de doelgroep van de
enquête. Hierdoor spelen zij de grootste rol in dit onderzoek.
Daarnaast, is de gemeente Amsterdam betrokken als
bestuurder en uitvoerende partij. Voor meer informatie over
de gemeente Amsterdam verwijzen we u naar het vorige
rapport en hoofdstuk 3. Deze paragraaf zal de bewoners en
ondernemers beschrijven.
2.3.1 Bewoners Frans Halsbuurt
De directe belanghebbenden van het herinrichtingsproject
zijn de bewoners van de Frans Halsbuurt. De belangen van
deze groep zijn het ontwikkelen van een prettig leefbare
buurt, overlast tot een minimum houden en invloed
uitoefenen op de gebiedsontwikkeling om persoonlijke
belangen te waarborgen.
In 2020 heeft de Frans Halsbuurt 2.645 inwoners
(AlleCijfers, 2021). Het grootste deel (1.330) van de
inwoners is tussen de 25 en 40 jaar jong en heeft een hoog
opleidingsniveau. Het gemiddelde inkomen per inwoner is
44.000 euro. 50,5% van de inwoners heeft een
migratieachtergrond. De gemiddelde woningwaarde is
453.000 euro. Al deze statistieken geven een beeld van de
inwoners in de Frans Halsbuurt.
2.4 Meetinstrumenten
Het belangrijkste meetinstrument is de enquête. Verder is er
gebruik gemaakt van een observatietabel en literatuurstudie.
Voor een uitleg van deze twee meetinstrumenten verwijzen
we u naar het vorige rapport. Deze paragraaf zal een uitleg
geven over de enquête oftewel kwantitatieve data.
2.4.1 Enquête
Volgens van Thiel (2015) zijn kwantitatieve data numerieke
gegevens. Dit kunnen getallen zijn met een eigen betekenis
of een numerieke score. In dit onderzoek wordt er gebruik
gemaakt van de numerieke scores (bijv. 1= mee eens en 5 =
oneens).
Een enquête is een synoniem voor een vragenlijst (van
Thiel, 2015). De gegevens uit de enquête worden met
behulp van een computerprogramma geanalyseerd.
De enquêtevragen zijn open en gesloten en voor iedere
bewoner identiek. Hierdoor is het onderzoek herhaalbaar en
wordt de validiteit gewaarborgd. De data wordt verzameld en
geanalyseerd in het programma Qualtrics. De data wordt
gevisualiseerd door het gebruik van diagrammen en
grafieken. Daarnaast, wordt de data verwerkt in
kruistabellen. Op deze manier kunnen de gegevens worden
vergeleken en is de informatie betrouwbaar.
De risico’s en maatregelen zijn ten opzichte van vorige
periode onveranderd gebleven. Deze kunt u terugvinden in
het plan van aanpak en het vorige rapport.
10
2.3.2 Ondernemers Frans Halsbuurt
In de buurt zijn ook ondernemers gestationeerd. Het belang
van deze partij is winst genereren.
Voor de ondernemers is het belangrijk dat de wijk
aantrekkelijk is, voor het aantrekken van mogelijke klanten.
In dit onderzoek hebben we deze partij niet direct
meegenomen maar geclassificeerd bij de groep bewoners.
Dit hebben we gedaan omdat uiteindelijke belangen
grotendeels overeenkomen.
De Frans Halsbuurt telt in 2019 in totaal 585
bedrijfsvestigingen (AlleCijfers, 2021). De drie grootste
sectoren zijn zakelijke dienstverlening, cultuur & recreatie en
handel & horeca.
11
Begrippen
Organisaties
Locaties
Uit observaties (Bijlage D) blijkt dat de Frans Halsbuurt een
rustige, groene en hippe buurt in de Pijp is. Opvallend is het
grote aantal fietsen en planten en weinig auto’s. De
huizen zijn groot en in goede staat. In 2020 telt de
Frans Halsbuurt 2.645 inwoners en
585 bedrijfsvestigingen
(AlleCijfers, 2021).
Frans Halsbuurt
Factoren & Actoren
De omgeving waarin beleid wordt
gemaakt bestaat uit maatschappelijke
factoren die van invloed zijn op het beleid. In
de bestuurskunde worden 6 factoren onderscheiden:
Ecologisch, sociaal-cultureel, economisch,
technologisch, juridisch en politiek (Bovens et al., 2017).
Gemeente
Amsterdam,
Stadsdeel Zuid
Amsterdam bestaat uit zeven
stadsdelen: Centrum, Nieuw-West,
Noord, Oost, West, Zuid en Zuidoost.
Deze stadsdelen zijn vaak weer ingedeeld
in sub gebieden.
“Ieder stadsdeel heeft een eigen dagelijks
bestuur en stadsdeelcommissie” (Gemeente
Amsterdam, z.d.-b). De Frans Halsbuurt
valt onder stadsdeel Zuid en maakt
deel uit van sub gebied
de Pijp.
Bovens et al. (2017) omschrijft actoren als een verzamelnaam voor bewust
handelende partijen die betrokken zijn bij een specifiek maatschappelijk
vraagstuk. In de bestuurskunde worden 5 actoren onderscheiden:
pressiegroepen, politieke partijen, burgers, externe adviseurs en massamedia.
Burgerparticipatie
“Burgerparticipatie is een manier van
beleidsvoering waarbij burgers, individueel
of georganiseerd, direct of indirect de kans krijgen
invloed uit te oefenen op de ontwikkeling, uitvoering
en/of evaluatie van beleid” (Peeters, 2012). Van Helden,
Dekker, van Dorst & Govers-Vreeburg (2009) definiëren
participatie als het geheel aan methoden om burgers bij het
gemeentelijk beleid te betrekken. Gemeenten maken het meest
(89%) gebruik maken van fysieke bijeenkomsten als
participatievorm. Opvallend is dat voor Covid-19 bijna geen (8,5%)
gebruik werd gemaakt van digitale opties (Blok et al., 2020).
Voorbeelden van fysieke en online participatie zijn te vinden in het
vorige rapport.
Best practice (letterlijk: prima praktijk) is een project,
werkmethode of interventie die zich als effectief heeft
bewezen (Encyclo.nl, 2020). De best practices dienen als
praktijkvoorbeelden en onderbouwing voor het advies. Er
is gekozen voor voorbeelden uit het publieke en private
domein, omdat het een representatief beeld schetst van
de mogelijke vormen van participatie.
Best practices
Omgevingswet
Het huidige omgevingsrecht is op dit moment
vrij complex. Volgens het ministerie van
Infrastructuur en Milieu (2016) zal de Omgevingswet
op het gebied van plannen, procedures en begrippen
zorgen voor vereenvoudiging en structuur. 26 wetten gaan
geheel op in één Omgevingswet en 60 AMvB’s worden er vier.
“Uiteindelijk dekt één wet met één set van zes kerninstrumenten
het terrein van de fysieke leefomgeving” (Ministerie van Infrastructuur
en Milieu, 2016). Volgens de gemeente Haarlem en G32 (2016)
benadrukt de Omgevingswet het belang van vroegtijdige participatie. Door
burgers vroegtijdig te laten participeren, kunnen gemeenten draagvlak krijgen
bij besluitvorming.
Uitgangspunten omgevingswet
(Informatiepunt Leefomgeving, z.d.)
1. Inzichtelijk omgevingsrecht
Ruimtelijke ordening
Bij het beleid van ruimte ordelijke ordening stelt de overheid
plannen op om de ruimte te verdelen en gebieden aan te
wijzen voor bepaalde bestemmingen (Rijksoverheid,
z.d.-a). Overheden (het Rijk, de provincies, de
gemeenten, waterschappen en de EU) zien
zich genoodzaakt in te grijpen in het gebruik
van ruimte. Volgens Bruinsma & Koomen
(2020) is ruimtelijke ordening in Nederland
gericht op het realiseren van een
toekomstbestendige inrichting
van het land.
Het verbinden
van functies, disciplines,
partijen, belangen en
2. Leefomgeving centraal in beleid, besluitvorming en
regelgeving
geldstromen, daar draait het
om bij gebiedsontwikkeling, volgens de
Zeeuw (2017). Bij gebiedsontwikkeling
werken de Rijksoverheid, provincies, gemeente,
bedrijven en bewoners samen om op één lijn te komen
(Rijksoverheid, z.d.-b). Volgens het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijkrelaties (2019) kunnen gebiedsontwikkelingen
plaatsvinden op initiatief van zowel overheden als marktpartijen.
Gebiedsontwikkeling
3. Ruimte voor lokaal maatwerk
4. Snellere besluitvorming door
samenhangende werkwijze
van overheden, burgers
en bedrijven
Er zijn twee vormen van gebiedsontwikkeling; klassiek en organisch (Kenniscentrum
InfoMil, z.d.). De klassieke vorm heeft een grootschalige aanpak met een definitief doel en
actieve rol van de overheid. De organische vorm is een procesmatige aanpak met een open-einde en
een meer faciliterende rol van de overheid. Het biedt ruimte voor initiatieven van andere partijen.
Volgens Kenniscentrum InfoMil (z.d.) is het beoogde resultaat van gebiedsontwikkeling een goede ruimtelijke
ordening. Voor uitleg over de vier fases van gebiedsontwikkeling verwijzen we u naar het vorige rapport.
3. Theoretisch
12
In de geraadpleegde literatuur worden onderstaande begrippen behandelt m.b.t.
het vraagstuk. Getracht is deze begrippen zo volledig mogelijk te definiëren.
Naast de begrippen, zijn er een belangrijke organisaties en locatie betrokken bij
dit maatschappelijk vraagstuk. Onderstaand de begrippen, organisatie en locatie
uitgelegd.
kader
3.1 Best practices
Voor dit onderzoek is er een literatuurstudie naar best
practices uitgevoerd. Een best practice is een project,
werkmethode of interventie die zich als effectief heeft
bewezen (Encyclo.nl, 2020).
In dit geval zijn de best practices projecten uit andere steden
en landen met betrekking tot online participatie. De best
practices in combinatie met de kwantitatieve data vormen de
argumentatie voor het advies. Onderstaand zijn de
belangrijkste best practices uitgewerkt.
3.1.1 Consul
Deze paragraaf is gebaseerd op informatie van het
e-magazine Publiek denken (Notebomer, 2019), waarin het
platform uitgebreid wordt besproken.
Drie jaar geleden kreeg Madrid voor het eerst in 25 jaar een
linkse burgemeester, genaamd Manuela Carmena. Het
nieuwe bestuur ging op zoek naar alternatieve manieren om
de participatie van bewoners bij gemeentebeleid te
vergroten. Zo ontstond het participatieplatform Consul.
Er maken maar liefst 400.000 Madrilenen gebruik van
Consul. Via dit platform is het bijvoorbeeld mogelijk om mee
te praten over gemeentebeleid of te beslissen over de
besteding van gemeentebudget. Het doel is om een open,
transparant en democratisch bestuur te stimuleren.
Er zijn in consul een aantal mogelijkheden voor bewoners en
het bestuur. Ten eerste is er ruimte voor beleidsvoorstellen
vanuit bewoners. Voor deze voorstellen kunnen bewoners
via Consul ook steun werven. Uiteindelijk wordt gestemd
voor het beste voorstel en deze wordt door de gemeente
uitgevoerd. Ten tweede, kunnen bewoners meebeslissen en
suggesties doen over hoe een deel van het budget van de
gemeente wordt besteed.
Ten slotte, kent Consul de tool ‘samenwerkend wetgeven’.
Dit houdt in dat alle wetgeving en wetsvoorstellen van de
gemeente worden gedeeld. Hier kan vanuit de bewoners
feedback op worden gegeven. Als het nodig is kan die
feedback worden verwerkt en de wetgeving worden
aangepast. Consul is in Madrid een groot succes, maar ook
wereldwijd. Er zijn meer dan 60 miljoen mensen en 80
overheden die met hetzelfde programma werken.
3.1.2 Polis
Deze paragraaf is gebaseerd op informatie van Binnenlands
Bestuur (van Trigt, 2021), waarin het platform Polis wordt
uitgelegd en aangereikt.
Gemeente Groningen en Amsterdam maken als eerste
Nederlandse gemeenten gebruik van Platform Polis. Het is
een massa deliberatieplatform, een online platform om een
gesprek tussen heel veel mensen te faciliteren. Op Polis
kunnen deelnemers stemmen op stellingen over plannen van
de gemeente en hun eigen stellingen toevoegen. Op basis
van waarop iemand stemt, wordt je in een groep geplaatst.
Zo kunnen bewoners met dezelfde en tegenovergestelde
meningen met elkaar in gesprek.
Sociale Cohesie
Ook kan er op Polis participatief worden begroot. In
Amsterdam West wordt er al enkele jaren geld dat door de
gemeente is vrijgegeven verdeeld door de bewoners. Er
wordt door bewoners gestemd op welke manier zij het geld
uit willen geven. Er wordt nog steeds met nieuwe tools
geëxperimenteerd in Polis en er zijn nog veel nieuwe
mogelijkheden te ontdekken.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS, 2015) stelt dat sociale cohesie geen
eenduidige betekenis heeft. Sociale netwerken
en vertrouwen zijn twee kernbegrippen als het gaat
om sociale cohesie. “De participatie van burgers in de
samenleving door het onderhouden van contacten, zowel
informeel als in georganiseerd verband, staan centraal” (CBS, 2015).
Sociale cohesie wordt door Gebied in beeld van de gemeente
Amsterdam (2020) berekend op basis van de volgende stellingen:
1. De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks.
2. De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om.
3. Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is.
4. Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen.
13
3.1.3 Your Priorities
Deze paragraaf is gebaseerd op informatie van het e-
magazine Publiek denken (Notebomer, 2019), waarin de
webapplicatie uitgebreid wordt besproken.
In IJsland is de organisatie Citizens Foundation al 10 jaar
bezig om online participatie te verbeteren. Het is begonnen
toen het vertrouwen van de burgers in de overheid een ‘all
time low’ had bereikt. Your Priorities werd ontwikkeld, een e-
Democratie Webapplicatie, om een plek te geven voor de
stem van de burgers.
De eerste tool op de webapplicatie was een functie waarmee
wetsvoorstellen aan burgers worden voorgelegd, zodat hier
feedback op kan worden gegeven. Daarna is het mogelijk
gemaakt voor inwoners om ideeën te suggereren voor een
betere leefomgeving.
De gemeente stelt 6 procent van haar bouwbudget
beschikbaar voor deze suggesties. Op deze manier zijn er
inmiddels rond de 600 bouwprojecten uitgevoerd. Ook dit
platform is een succes en wordt onder andere al gebruikt in
Noorwegen, Estland en Schotland.
3.1.4 Doe mee Leiden
Deze paragraaf is gebaseerd op het artikel van Beekers
(2021), waarin er kritisch naar de casestudy van ‘Doe mee
Leiden’ wordt gekeken.
3.1.5 E-participatietools in Nederland
Deze paragraaf is gebaseerd op informatie van Netwerk
Democratie (2016), waarin het project E-participatietools
wordt toegelicht.
Netwerk Democratie heeft in samenwerking met het
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties het
project ‘E-participatietools in Nederland’ opgezet. Het doel
van dit project is om burgers meer te betrekken in
besluitvormingsprocessen door middel van digitale tools. Het
biedt gemeenten mogelijkheden om de tools in de praktijk in
te zetten.
Netwerk Democratie haalt inspiratie uit het Britse project D-
CENT. Een project dat zich richt op het verbeteren van
online tools die op grote schaal kunnen worden ingezet.
Het project richt zich op drie fases uit het politieke proces:
agenderen, besluiten en verdelen.
Agenderen gaat om het beïnvloeden van de politieke
agenda, terwijl besluitvorming draait om het beïnvloeden van
het beleid. Bij verdelen gaat het om informatievoorziening
over de wijze waarop de overheid gelden verdeelt en andere
technologische initiatieven die burgers betrekken bij het
maken van budgettaire afwegingen. Aan de hand van deze
fases zullen er tools worden ontwikkeld en omgezet vanuit
D-CENT naar Nederland, zodat Nederlandse gemeenten er
gebruik van kunnen maken.
De gemeente Leiden is bezig met het herindelen van
bepaalde wijken en parken. Voor deze herinrichting heeft de
gemeente een participatietraject gestart. De gemeente
lanceerde het participatieplatform ‘Doe mee Leiden’ in 2020.
Wat opvalt aan dit platform is dat er verschillende manieren
van participatie worden gecombineerd. Bewoners kunnen
vaak zelf kiezen op welke manier ze participeren. Zo kunnen
ze bijvoorbeeld zelf een idee plaatsen, meedoen met een
workshop, discussiëren of een survey invullen.
De gemeente is erg tevreden over het verloop van de
projecten op het platform. Het ´Doe Mee´ platform helpt om
burgerparticipatie op maat aan te bieden en is een goede
aanvulling op de offline mogelijkheden. Met het platform
krijgt de gemeente meer mogelijkheden om participatie vorm
te geven en kunnen bewoners en andere belanghebbenden
op verschillende manieren deelnemen.
14
15
4. Resultaten kwantita
4.1 Inleiding
Het onderzoek is gebaseerd op literatuur en kwantitatieve data. Door middel van een enquête is deze data verzameld. De
enquête is in de Frans Halsbuurt afgenomen. Daarnaast is deze verspreidt in andere gemeenten in Nederland. De resultaten
uit de Frans Halsbuurt kunnen hierdoor worden vergeleken met de landelijke resultaten, waardoor de validiteit wordt
gewaarborgd.
Dit onderzoek geeft antwoord op één hoofdvraag die is onderverdeeld in drie opgesplitste deelvragen. In dit hoofdstuk zullen
de deelvragen behandeld worden aan de hand van de geanalyseerde enquêteresultaten. De volledige vragenlijst vindt u in
bijlage 4.
4.2 Enqueteresultaten
De enquêteresultaten worden behandeld aan de hand van
de deelvragen. Deze resultaten vloeien voort uit een
uitgebreide analyse van de ingevulde enquête. Tijdens deze
analyse is er gekeken naar welke groepen bewoners, welke
antwoorden geven op bepaalde vragen. Door de vragen en
antwoorden met elkaar te vergelijken zijn er conclusies
getrokken.
4.2.1 Welke groepen bewoners zijn er met de enquete
bereikt?
De enquête is door 38 bewoners van de Frans Halsbuurt
ingevuld. De leeftijden verschillen tussen de 27 en 75 jaar,
met een gemiddelde van 56 jaar. Het merendeel van de
respondenten (74%) woont langer dan 10 jaar in de Frans
Halsbuurt.
Daarnaast, viel het op dat het merendeel (74%) een baan
heeft en/of een opleiding volgt. De overige 26% heeft een
vervroegde uittreding, is met pensioen of heeft geen werk.
Ruim 78% van de bewoners is hoogopgeleid. Dit wil zeggen;
een HBO-diploma of hoger. Volgens het CBS (in Allecijfers,
2021) is de meerderheid van de bewoners in de Frans
Halsbuurt hoogopgeleid en bevestigd hiermee bovenstaande
bevinding.
4.2.2 Hoe willen bewoners participeren?
De vragen in de enquête gaan over de ervaringen van de bewoners over de plannen van de gemeente en het
participatieproces. Denk bijvoorbeeld aan: bent u voldoende geïnformeerd? Of hoe reageert u het liefst op plannen van de
gemeente? Om conclusies te trekken zijn er verbanden gezocht tussen de antwoorden. Hieronder zullen de vier belangrijkste
conclusies worden uitgewerkt.
1. Bewoners die vinden dat zij genoeg informatie ontvangen, hebben meer vertrouwen in de plannen van de gemeente.
Om tot deze conclusie te komen zijn er
twee vragen met elkaar vergeleken.
Vraag 18 (Ik vertrouw er op dat mijn
gemeente goede ruimtelijke plannen
voor mijn buurt maakt) is vergeleken
met vraag 17 (Mijn gemeente informeert
mij voldoende over de nieuwe
ruimtelijke plannen voor mijn buurt).
Figuur 1 toont aan dat de groep die
voldoende geïnformeerd is, meer
vertrouwen in de plannen van de
gemeente heeft. Echter, dit betekent
niet dat zij daadwerkelijk met de
plannen zullen instemmen. Ook valt het
op dat de bewoners die onvoldoende
geïnformeerd zijn, minder vertrouwen
hebben in de plannen van de gemeente.
Figuur 1 (Bovenstaand het cirkeldiagram bevindt zich het antwoord op
vraag 17. VB: Van de groep bewoners die “zeer eens” heeft
geantwoord op vraag 17, is 20% het zeer eens met vraag 18).
16
tieve data
1.
2.
Bewoners die het niet eens zijn met de plannen, gaan ervan uit dat andere bewoners dezelfde mening delen.
Voor deze conclusie is er een vergelijking
gemaakt tussen vraag 34 (Denkt u zelf dat de
plannen goed zijn voor de buurt?) en vraag
31 (Denkt u dat de meeste buurtbewoners
deze plannen goed vinden?). In figuur 2 vindt
u de vergelijking tussen deze vragen. Wat
opvalt is dat de bewoners die vinden dat de
plannen voor de buurt niet goed zijn, denken
dat medebewoners deze mening delen.
Echter blijkt uit de enquêteresultaten dat dit in
werkelijkheid niet het geval is. Hieruit kan
worden geconcludeerd dat de bewoners
onvoldoende met elkaar in gesprek gaan.
Figuur 2 (Bovenstaand het cirkeldiagram bevindt zich het antwoord op
vraag 31. VB: Van de groep bewoners die “Waarschijnlijk niet” heeft
geantwoord op vraag 31, antwoordt 50% “Waarschijnlijk niet” op vraag 34).
1.
2.
3. Bewoners die het niet eens zijn met de plannen, vinden dat er onvoldoende gelegenheid is geweest om in gesprek te
gaan met ambtenaren of professionals.
Om tot deze conclusie te komen is vraag 86
(Heeft u gelegenheid gehad om met
ambtenaren of andere professionals in
gesprek te gaan?) vergeleken met vraag 34
(Denkt u dat de plannen goed zijn voor de
buurt?). Opvallend is dat de bewoners die
van mening zijn dat de plannen niet goed zijn
voor de buurt, vinden dat zij te weinig
gelegenheid hebben gehad om met
professionals in gesprek te gaan. Er is
volgens bewoners die positief zijn over de
plannen, voldoende gelegenheid geweest om
in gesprek te gaan.
Figuur 3 (Bovenstaand het cirkeldiagram bevindt zich het antwoord op vraag
86. VB: Van de groep bewoners die “Waarschijnlijk niet” heeft geantwoord op
vraag 34, antwoordt 50% “Beperkte gelegenheid” op vraag 86.)
17
1.
2.
3.
4. Bewoners hebben de voorkeur bij het ontvangen van informatie, voor online methodes. Daarentegen, willen bewoners op
verschillende manieren reageren.
Uit de enquête blijkt dat de meeste bewoners via online methodes geïnformeerd willen worden.
Veertien bewoners hebben de voorkeur voor een online nieuwsbrief. Daarentegen hebben zes bewoners behoefte aan een
papieren nieuwsbrief . Vier bewoners kiezen voor een bijeenkomst over de plannen, echter is het niet bekend of dit fysiek of
online is. Acht bewoners hebben gekozen voor de optie ‘Anders’. De antwoorden vindt u in Figuur 5 en 6.
Figuur 5 (De enquêteresultaten op vraag 43)
Figuur 6 (Antwoord vraag 43 optie ‘Anders’)
18
4.2.3 Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen gemeentelijke en landelijke resultaten?
Om een juiste vergelijking te maken tussen de Frans Halsbuurt en de landelijke resultaten, zijn beide analyses op exact
dezelfde wijze gemaakt. De resultaten zijn naast elkaar gelegd en met elkaar vergeleken. De vergelijkingen zullen aan de hand
van bovenstaande vier conclusies worden behandeld.
1. Bewoners die vinden dat zij genoeg informatie ontvangen, hebben meer vertrouwen in de plannen van de gemeente.
Zoals eerder vermeld heeft de groep die voldoende geïnformeerd is, meer vertrouwen in de plannen van de gemeente.
Bovendien kan worden gesteld dat bewoners minder vertrouwen hebben in de plannen, als zij onvoldoende informatie hebben
gehad. De landelijke resultaten geven hetzelfde antwoord op de vraag. Ook in de rest van Nederland valt de conclusie te
trekken: minder informatie vanuit de gemeente, betekent minder vertrouwen in de gemeente.
2. Bewoners die het niet eens zijn met de plannen, gaan ervan uit dat andere bewoners dezelfde mening delen.
Wat opvalt is dat de bewoners die het niet eens zijn met de plannen, er vanuit gaan dat de rest van de bewoners deze mening
deelt. Echter, uit de enquêteresultaten blijkt dat dit in werkelijkheid niet het geval is. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de
bewoners onvoldoende met elkaar in gesprek gaan. Ook de landelijke resultaten wijzen hierop. De bewoners gaan er vanuit
dat hun buurtbewoners dezelfde mening delen, terwijl dit niet het geval is.
3. Bewoners die het niet eens zijn met de plannen, vinden dat er onvoldoende gelegenheid is geweest om in gesprek te
gaan met ambtenaren of professionals.
Andersom vinden bewoners die het eens zijn met de plannen, dat er voldoende gelegenheid is geweest om met professionals
in gesprek te gaan. Ook bij de landelijke resultaten is dit het geval. De diagrammen kunnen over elkaar heen worden gelegd, er
is weinig verschil te zien.
4. Bewoners hebben de voorkeur bij het ontvangen van informatie, voor online methodes. Daarentegen, willen bewoners op
verschillende manieren reageren.
Uit de enquête van de Frans Halsbuurt blijkt dat de meeste bewoners via online methodes geïnformeerd willen worden. Het
landelijke resultaat is verschillend. De grootste groep bewoners uit andere gemeenten willen via een papieren brief
geïnformeerd worden. Een combinatie van fysiek en online informatie verkrijgen, is de tweede optie.
19
5. Advies
20
Vanuit de literatuurstudie, bevindingen en enquêteresultaten is er een advies voor de Frans
Halsbuurt en gemeente Amsterdam geformuleerd. Vanuit de conclusies van dit rapport, kan
worden gesteld dat dit een passend advies is voor de huidige situatie in de Frans Halsbuurt.
Ten eerste, dagen wij de gemeente uit tot innovatie. De bewoners in de Frans Halsbuurt zijn
innovatief en creatief. Zij staan open om samen met de gemeente nieuwe plannen te
ontwerpen. In dit digitale tijdperk ontwikkelen zich veel nieuwe online tools die gebruikt kunnen
worden voor participatieprocessen. Ons advies is dan ook om deze tools uit te proberen.
Onthoud dat participatie maatwerk is en elk project zijn eigen tools zal moeten inzetten. Ruimte
creëren voor falen en fouten, stelt de gemeente Amsterdam in de gelegenheid hiervan te leren
en passende methoden te ontwikkelen.
Ten tweede, raden wij aan om een online platform te ontwikkelen voor alle
participatieprocessen.Dit maakt het voor de bewoners en andere betrokken actoren
gemakkelijk om te weten wat er speelt in hun buurt. Op het platform moeten verschillende
vormen van participatie kunnen worden ingezet in verschillende stadia van een proces. Via het
platform kunnen bewoners uitgenodigd worden voor fysieke participatie, dit blijft namelijk
belangrijk voor de buurtbinding. Om een zo breed mogelijk publiek aan te trekken, zouden de
fysieke bijeenkomsten ook kunnen worden bijgewoond via het online platform, d.m.v. een
livestream. Daarnaast, is het van belang dat er digitaal ruimte wordt gecreëerd voor discussies.
Polis is een platform wat mogelijkheden biedt. Om het platform aantrekkelijk te maken voor
Amsterdamse bewoners, raden wij aan de naam te veranderen in PLATFORUM 020. Mocht
Polis niet volledig aansluiten bij de wensen van de gemeente, raden wij aan om een nieuw
platform te creëren via OpenStad.
Door gebruik te maken van het platform Polis is het sneller mogelijk om PLATFORUM 020 te
realiseren. De gemeente Amsterdam is namelijk al bekend met Polis. Bewoners kunnen met
één druk op de knop de plannen en mededelingen bekijken en met elkaar in gesprek/discussie
gaan. Uiteraard heeft de gemeente de regie en kan discussies coördineren. Door de snelle
interactie op het platform is het mogelijk om tijdig fysieke bijeenkomsten te creëren om te
zorgen voor transparantie en duidelijkheid.
21
6. Conclusie
6.1 Inleiding
Dit hoofdstuk zal antwoord geven op de centrale vraag: “Hoe kan gemeente Amsterdam de burgerparticipatie verbeteren d.m.v.
online- en offline-participatiemethoden in te zetten bij gebiedsontwikkeling?” Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag,
worden eerst de deelconclusies weergeven. Dit zijn beknopte antwoorden op de deelvragen.
6.2 Literatuurstudie en best practices
In de literatuur zijn definities gevonden voor begrippen die
centraal staan in dit rapport. De belangrijkste begrippen zijn
de Omgevingswet, gebiedsontwikkeling en participatie. De
nieuwe Omgevingswet zal het huidige omgevingsrecht
overzichtelijk maken, waarin er ruimte is voor lokaal
maatwerk (Informatiepunt Leefomgeving, z.d.). Bij
gebiedsontwikkeling draait het volgens de Zeeuw (2017) om
het verbinden van functies, disciplines, partijen, belangen en
geldstromen, om zo een prettige leefomgeving te creëren. Er
wordt bij beide begrippen prioriteit gesteld aan participatie.
Volgens Peeters (2012) is burgerparticipatie een methode
die wordt ingezet bij beleidsvoering waarbij burgers de kans
krijgen invloed uit te oefenen op de ontwikkeling, uitvoering
en/of evaluatie van beleid.
Een best practice is een project die zich als effectief heeft
bewezen. Consul is zo’n succesvol project. Dit is een online
platform dat wordt ingezet in de stad Madrid, om zo een
open en democratisch bestuur te stimuleren. Op het platform
zijn verschillende tools in te zetten, waarbij verschillende
trappen van de participatieladder kunnen worden betreden.
Polis is de Nederlandse versie van het platform. Dit online
platform wordt al ingezet in de gemeente Amsterdam. Het
heeft naast de veelbelovende tools die lijken op die van
Consul, ook een optie om discussies tussen burgers te
organiseren. Bovendien, zou de gemeente Amsterdam zelf
een platform kunnen opzetten voor gebiedsontwikkeling.
Hiervoor kan Openstad worden gebruikt, dat speciaal is
ontwikkeld om online platforms te creëren.
6.3 Enquêteresultaten
De enquête heeft 38 responses opgeleverd. De groep
respondenten is zeer divers betreffende het gender en
samenstelling in huishouden. Opvallend is dat driekwart
hoger opgeleid is en langer dan 10 jaar in de buurt woont.
Uit de kwantitatieve data kunnen vier belangrijke conclusies
worden getrokken:
1. Bewoners die vinden dat zij genoeg informatie
ontvangen, hebben meer vertrouwen in de plannen van
de gemeente. Hierbij is niet meegenomen of de
bewoners het eens of niet eens zijn met het beleid.
2. Bewoners die het niet eens zijn met de plannen, gaan
ervan uit dat andere bewoners dezelfde mening delen.
3. Bewoners die het niet eens zijn met de plannen, vinden
dat er onvoldoende gelegenheid is geweest om in
gesprek te gaan met ambtenaren of professionals.
4. Bewoners hebben de voorkeur bij het ontvangen van
informatie, voor online methodes. Daarentegen, willen
bewoners op verschillende manieren reageren.
Om de validiteit van bovenstaande conclusies te toetsen, zijn
de gegevens vanuit de Frans Halsbuurt vergeleken met
landelijke resultaten. Hieruit bleek dat landelijk dezelfde
conclusies werden getrokken.
6.4 Advies
Wij dagen de gemeente Amsterdam uit tot innovatie. In het
project van de Frans Halsbuurt is er een zeer innovatieve
houding zowel vanuit de bewoners als de gemeente. Blijf dit
volhouden en laat je inspireren door andere sectoren en
voorbeelden.
Om deze innovatie te stimuleren raden wij aan een online
platform te ontwikkelen of te gaan gebruiken, voor alle
participatieprocessen. Polis is een platform die al veel
kansen biedt. Om Polis of het nieuwe platform aantrekkelijk
te maken voor Amsterdammers, is de naam;
PLATFORUM 020 een goede optie. Het platform moet
verschillende vormen van participatie aanbieden, waaronder
ook het aanbieden van fysieke bijeenkomsten. Het advies is
haalbaar omdat er veel ontwikkelingen zijn op het gebied
van online tools en het platform Polis al in gebruik is door de
gemeente Amsterdam. De gemeente kan participeren aan
discussies en coördineren. Voor bewoners is het fijn om met
één druk op de knop bij alle informatie terecht te komen.
6.5 Eindconclusie
De gemeente Amsterdam kan burgerparticipatie bij
gebiedsontwikkeling verbeteren door het inzetten van een
online platform. De informatie uit de literatuur,
enquêteresultaten, best practices, observaties en het vorig
onderzoek leiden logischerwijs naar bovenstaand advies.
Een platform is een bruikbare aanvulling voor
participatieprocessen binnen de gemeente Amsterdam.
Er is geconcludeerd dat een mix van online- en offline
participatiemethoden de inclusiviteit verhoogt en sociale
cohesie verbeterd. Het platform is een verbinding tussen
deze twee participatievormen. Er kan gebruik worden
gemaakt van het bestaande platform Polis of er kan een
nieuw platform worden ontwikkeld. Beide keuzes zullen
leiden tot een verbetering van het participatieproces.
En onthoudt: op de burgers kan je bouwen!
7. Discussie
7.1 Inleiding
In deze discussie wordt gereflecteerd op het
onderzoek.
7.2 Discussie
De opdrachtgever voor dit onderzoek is Antea Group.
Echter is er in overleg met de docenten voor gekozen
om onze resultaten niet met hen te delen. Deze keuze
is gemaakt omdat Antea Group een bedrijf is met een
winstoogmerk en op geen enkele manier betrokken is
bij het project in de Frans Halsbuurt. Ook is het bedrijf
negatief bestempeld in de media vanwege connecties
met de oprichter en multimiljonair Gerard Sanderink.
Vanwege onze principes delen wij daarom geen
informatie direct met dit bedrijf. Dit adviesrapport is
geschreven voor professionals van de gemeente
Amsterdam die betrokken zijn bij de herinrichting van
de Frans Halsbuurt en toekomstige projecten.
Voor dit onderzoek is er gebruik gemaakt van
kwantitatieve data uit een enquête die is afgenomen in
de Frans Halsbuurt. Er zijn in de buurt flyers uitgedeeld
met een QR-code, waarmee bewoners de enquête in
konden vullen. Toen wij aan de professionals die
betrokken zijn in de wijk vertelden te gaan flyeren,
werd ons gevraagd dit uit te stellen. Dit werd ons
gevraagd omdat er op dat moment verwarring over het
project was in de wijk. Dit verzoek hebben wij
gerespecteerd en daarom zijn we uiteindelijk een
aantal weken later gaan flyeren. Dit heeft voor
vertraging van het project gezorgd en een kortere tijd
voor de respondenten om de enquêtes in te vullen.
22
Er zijn veel flyers uitgedeeld, de respons was echter
laag. Door de covid-19 pandemie was het niet mogelijk
om bewoners op straat aan te spreken en de enquête
mondeling te houden. Om toch een grote groep te
bereiken is er later een bericht verspreid op de
Facebook pagina van de buurt. Dit zorgde voor een
grotere respons van uiteindelijk 38 bewoners. Dit is
nog steeds geen grote groep. Om de betrouwbaarheid
van de resultaten te meten, zijn deze vergeleken met
de landelijke resultaten. Het bleek dat er op landelijk
niveau dezelfde conclusies konden worden getrokken.
Om de lage respons verder te compenseren, is er
gebruik gemaakt van best practices om een
betrouwbare conclusie te kunnen trekken.
De enquête is voor het overgrote deel ingevuld door
bewoners die er via de facebook pagina bij zijn
gekomen. Ook moest de enquête online ingevuld
worden. Dit betekend dat de respondenten digitaal
vaardig zijn. Dit zou mogelijk invloed kunnen hebben
op de resultaten. Als de enquêtes mondeling in de wijk
afgenomen waren, had dit de enquêteresultaten
anders beïnvloed. Maar in de huidige situatie van de
covid-19 pandemie was dit niet mogelijk.
Wij zijn ervan bewust dat het rapport boven het
toegestane woordenaantal zit. Dit is echter
noodzakelijk om een betrouwbaar en valide advies te
kunnen formuleren.
Voor dit adviesrapport is er gemeten wat we wilden
meten, door de combinatie van enquêteresultaten en
best practices te combineren. Hieruit is een conclusie
getrokken die te presenteren is aan de gemeente. Wij,
als onderzoekers, hopen dat wij de gemeente
Amsterdam op nieuwe inzichten hebben gebracht en
dat ons advies gerealiseerd kan worden.
23
Literatuurlijst
AlleCijfers. (2021). Informatie Frans Halsbuurt. Geraadpleegd op 8 mei 2021, van https://allecijfers.nl/buurt/frans-halsbuurtamsterdam/.
Beekers, E. (2021, 8 januari). Case study: +4.450 inwoners dragen bij aan stadsontwikkeling in Leiden. Geraadpleegd op 15
mei 2021, van https://www.citizenlab.co/blog/civic-engagement-nl/case-study-burgerparticipatie-ontwikkeling-leiden/?lang=nl
Blok, S., van der Beek, P., Albayrak, S., & van Dalfsen, F. (2020, 27 september). Participatie en Inspraak in Coronatijd.
Geraadpleegd op 12 mei 2021, van https://lokale-democratie.nl/groups/view/98d890f9-3148-428d-97ce-b33ef51fed8d/digitaleparticipatie/wiki/view/bb907e03-8033-4932-b396-27cd83cb7c4c/inspiratiegids-digitale-participatie.
Bovens, M. A. P., ’t Hart, P., van Twist, M. J. W., van den Berg, C. F., van der Steen, M. A., & Tummers, L. G. (2017).
Openbaar bestuur, beleid, organisatie en politiek. Deventer: Wolters Kluwer.
Bruinsma, F. & Koomen. E. (2020, september). Ruimtelijke ordening in Nederland. geraadpleegd op 12 mei 2021, van
https://www.researchgate.net/publication/329311777_Ruimtelijke_ordening_in_Nederland.
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2015). Sociale samenhang, 2015: wat ons bindt en verdeelt. Geraadpleegd op 12 mei
2021, van https://www.cbs.nl/nl-nl/publicatie/2015/45/sociale-samenhang-2015-wat-ons-bindt-en-verdeelt
De Zeeuw, F. (2017, 15 december). Zo werkt gebiedsontwikkeling, zonder voodoo. Geraadpleegd op 12 mei 2021, van
https://frisodezeeuw.nl/wp-content/uploads/2018/07/publicatie-uittreerede_3005.pdf
Dekker, S., Hoolwerf, M., le Belle, F., & Opdam, N. (2021, maart). Online participeren net zo effectief als online daten?
Encyclo. (2021). Best practice definities. Geraadpleegd op 12 mei 2021, van https://www.encyclo.nl/begrip/best_practice.
Gemeente Amsterdam. (2020). Gebied in beeld. Geraadpleegd op 28 april 2021, van
https://gebiedinbeeld.amsterdam.nl/#/dashboard?gebied=DX13&wijk=M30&buurt&thema=Gebied%20in%20het%20kort.
Gemeente Amsterdam. (z.d.-a). Frans Halsbuurt: opnieuw inrichten. Geraadpleegd op 29 maart 2021, van
https://www.amsterdam.nl/projecten/franshalsbuurt/
Gemeente Amsterdam. (z.d.-b). Stadsdelen. Geraadpleegd op 28 april 2021, van https://www.amsterdam.nl/bestuurorganisatie/organisatie/stadsdelen/.
Gemeente Haarlem. (2016, september). Vergelijkend Rapport Omgevingswet. Geraadpleegd op 19 mei 2021, van
https://vng.nl/files/vng/201609-vergelijkend-rapport-g32-omgevingswet.pdf.
Informatiepunt leefomgeving. (z.d.). Uitgangspunten en doelen Omgevingswet. Geraadpleegd op 12 mei 2021, van
https://iplo.nl/regelgeving/stelsel-omgevingswet/uitgangspunten-doelen-omgevingswet/.
Kenniscentrum InfoMil. (z.d.). Introductie en proces gebiedsontwikkeling. Geraadpleegd op 12 mei 2021, van
https://www.infomil.nl/onderwerpen/ruimte/gebiedsontwikkeling/introductie-proces/#h59450756-677e-4d50-83ff-fecac63b333f.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. (2019, September). Reiswijzer Gebiedsontwikkeling 2019.
Geraadpleegd op 19 mei 2021, van https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2019/10/Reiswijzer-Gebiedsontwikkeling-
2019.pdf.
Ministerie van Infrastructuur en Milieu. (2016, april). Omgevingswet - Winst van de wet. Geraadpleegd op 12 mei 2021, van
https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/publish/library/219/ministerie_van_infrastructuur_en_milieu_omgevingswet_winst_van
_de_wet.pdf.
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. (2021, 11 februari). Nieuwe omgevingswet maakt omgevingsrecht eenvoudiger.
Geraadpleegd op 11 mei 2021, van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/omgevingswet/vernieuwing-omgevingsrecht.
Movisie. (2020, april). Burgerparticipatie in onderzoek. Geraadpleegd op 12 mei 2021, van
https://www.movisie.nl/publicatie/burgerparticipatie-onderzoek.
Netwerk Democratie. (2016, 13 december). E-PARTICIPATIE TOOLS IN NEDERLAND. Geraadpleegd op 2 mei 2021, van
https://netdem.nl/nl/projects/e-participatie-tools-nederland/.
24
Notebomer, M. (2019). Meebeslissen in Madrid. Special iSamenleving, publiek denken. Geraadpleegd op 2 mei 2021, van
https://specials.publiekdenken.nl/specialisamenleving#!/participatietools/item/1
Peeters, B. (2012, februari). Burgerparticipatie in de lokale politiek. Geraadpleegd op 12 mei 2021, van
https://www.prodemos.nl/wp-content/uploads/2012/03/Rapport-Monitor-Burgerparticipatie-2012.pdf.
Rijksoverheid. (z.d.-a). Beleid ruimtelijke ordening. Geraadpleegd op 15 maart 2021, van
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ruimtelijke-ordening-en-gebiedsontwikkeling/beleid-ruimtelijke-ordening.
Rijksoverheid. (z.d.-b). Gebiedsontwikkeling. Geraadpleegd op 15 maart 2021, van
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ruimtelijke-ordening-en-gebiedsontwikkeling/gebiedsontwikkeling.
Van Helden, W.J., Dekker, J., van Dorst, P.C., & Govers-Vreeburg, E.J.E. (2009, 17 september). ‘We gooien het de inspraak
in’. Geraadpleegd op 12 mei 2021, van https://www.nationaleombudsman.nl/uploads/rapport2009-180_2.pdf.
Van Thiel, S. (2015). Bestuurskundig onderzoek – een methodologische inleiding (3e druk). Bussum: Coutinho.
Van Trigt, M. (2021, 19 april). STEMMEN PEILEN MET NIEUW ONLINE PLATFORM. Geraadpleegd op 2 mei 2021, van
https://www.binnenlandsbestuur.nl/digitaal/nieuws/stemmen-peilen-met-nieuw-online-platform.16709079.lynkx.
25
Bijlagen
Bijlage A: Advies in infographic
Bijlage B: Advies in liedje
Bijlage C: Volledige enquête resultaten
Bijlage D: Observatielogboek
A: Infographic
B: Advies lied
Op melodie van: Ik heb een tante uit Marokko
In de stad Amsterdam veranderd altijd veel, (hiep hoi)
In de stad Amsterdam veranderd altijd veel, (hiep hoi)
De stad Amsterdam veranderd, de stad Amsterdam veranderd,
De stad Amsterdam veranderd altijd veel, (hiep hoi)
En bewoners willen invloed op het plan, (voor hun buurt)
En bewoners willen invloed op het plan, (voor hun buurt)
De bewoners willen invloed, de bewoners willen invloed,
De bewoners willen invloed op het plan, (voor hun buurt)
Participeren kan fysiek en offline, (of allebei)
Participeren kan fysiek en online, (of allebei)
Fysiek en online, fysiek en online,
Participeren kan fysiek en online, (allebei)
Voor buurtbinding werkt fysiek toch echt het best, (door babbel babbel)
En bij online wordt deelname hoog getest, (erg inclusief)
Dus gebruik ze allebei, dus gebruik ze allebei
Dus gebruik ze allebei, dat werkt het best, (een mooie mix)
Ons advies is maak een online platform, (Polis Polis)
Ons advies is maak een online platform, (Polis Polis)
Maak een online platform, maak een online platform,
Ons advies is maak een online platform, (Polis Polis)
Blijf daarnaast ook creatief in het proces, (creatief)
Dingen uitproberen is altijd een les, (echt waar)
En zo win je het vertrouwen, en zo win je het vertrouwen
Ja, zo win je het vertrouwen met succes! (Succes!)
Zing ik a-ja, jippie, jippie, jee. Hiep, hoi
Zing ik a-ja, jippie, jippie, jee. Hiep, hoi
Ga je participeren om te democratiseren,
Ja, dan win je het vertrouwen met succes! (Succes!)
C: Volledige
Enquête
Resultaten
D: Observatietabel
Foto´s van de
Frans Halsbuurt
Flyer enquete
Bedankt!
Design by Misaël