De Woonkamers van Heerlerheide
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Fotoproject
DE
WOON
KAMERS
VAN
HEERLER
HEIDE
Bram Tackenberg
2
Dit magazine is een eerbetoon aan de inwoners
van Heerlerheide en tegelijk een uitnodiging om
elkaar te ontmoeten. Samen met meer dan 60
inwoners van deze wijk heb ik op een bijzondere
manier de diversiteit en menselijkheid van deze
‘veelbesproken’ wijk in beeld mogen brengen.
Al sinds 2014 fotografeer ik zoveel mogelijk verschillende mensen in hun eigen
woonkamer. Kenmerkend voor de manier waarop ik dit doe, is dat ik zonder
oordeel iedereen op dezelfde statige en trotse manier vastleg. De serie toont
inmiddels een grote diversiteit, maar kijkend naar de portretten wordt ook
goed zichtbaar wat we juist met elkaar delen.
Ik ben met veel warmte ontvangen in de wijk en heb prachtige ontmoetingen
gehad met veel verschillende mensen, die mij allemaal op hun eigen manier
hebben geraakt. Ik zag een wijk die inderdaad ‘ook’ kampt met een slecht imago,
maar tegelijk barst van de veerkracht en mooie mensen. Een ieder met zijn eigen
verhaal. Het resultaat van ‘De Woonkamers van Heerlerheide’ is van 19 december
tot en met 18 maart 2022 te bezichtigen op banieren in de openlucht rondom
het Corneliusplein en in Cultureel Centrum ‘Gen Coel’. Daar zijn de drieëndertig
woonkamerportretten te bewonderen van buurtgenoten die trots én kwetsbaar
hun deuren openden voor mij en nu ook voor jullie.
Aanvullend op de expositie is ook dit speciale magazine met de portretten en
bijbehorende interviews gemaakt. Iedere voordeur in Heerlerheide ontvangt
hiervan een exemplaar. Ik hoop dat het nieuwsgierigheid oproept naar elkaar en
de drempel verlaagt met elkaar in gesprek te raken. Door letterlijk en figuurlijk
soms de deur te openen, ontmoet je elkaar en ontstaan er mooie dingen.
Bedankt en veel plezier!
Bram Tackenberg
Locaties expositie:
Buiten: Rondom het Corneliusplein, Heerlen
Binnen: Cultureel Centrum ‘Gen Coel’,
Groeët Genhei 20, Heerlen (di – vr, 9 – 17)
3
4
5
KATRINA
(48 jaar)
“Veel klasgenootjes droomden van trouwen. Ik kom uit een
gebied in Syrië waar meisjes daar al jaren naar uitkeken.
Dat was de cultuur. Heel normaal maar ik moest er niet
aan denken. Na de middelbare school voelde ik: er ligt een
wereld aan mijn voeten, geen trouwdag. Ik wilde studeren,
schrijven en mezelf uitdagen. Veel leeftijdsgenoten
begrepen daar niets van. Dat ik naar de universiteit ging
om Frans te studeren vonden sommige vriendinnen ook
raar. Later stapte ik over naar de studie Journalistiek,
dat lag me beter. Verder schreef ik wel eens stukken voor
het theater en stond ook zelf op de planken. Dat
was helemaal mijn wereld. Zelfs als vrije denker ben ik
door mijn ouders altijd gesteund.
Op mijn 28e kwam ik naar Nederland, mijn man was toen
al 10 jaar hier. We woonden in de buurt van Amsterdam
waar hij werkte op de financiële administratie van een
groot hotel. Ik ging gelijk aan het werk, zowel betaald als
vrijwillig, en daar ben ik nooit mee gestopt. We kregen
twee zonen, een tweeling. Ze waren 9 toen ik graag wilde
verhuizen naar een rustige streek om ze daar te laten
opgroeien. Het werd Limburg. Ze waren altijd actief; tennissen,
gitaar, piano spelen. Inmiddels zijn ze 18 en studeren
ze in Eindhoven. Ik vind het gezellig dat de jongens nog
thuis wonen, voor ons voelen ze nu meer als vrienden.
Thuis zorg ik natuurlijk voor mijn man en kinderen maar
ik ben ook elke week in het AZC om bijvoorbeeld te
vertalen. Daarnaast begeleid ik een taalgroep in het
buurtcentrum. Deze mensen help ik met spelling maar
ook met andere problemen. Ze vertellen me over hun
gevoelens en we hebben mooie gesprekken. Ik hou veel
van de mensen in mijn groep.
Als geen ander weet ik dat taal heel belangrijk is. Het
maakt me ook verdrietig want zolang je je niet kunt
uitdrukken, kun je niet laten zien wie je bent. Dan ben je
dus eigenlijk niets, zo voelt dat soms. Zodra mijn Nederlands
perfect is ga ik weer schrijven, theater maken en
optreden. Ik blijf positief omdat ik weet: op een dag zal
ik al mijn kwaliteiten weer gebruiken.
Hou vast aan je dromen en probeer jezelf altijd te
verbeteren. Dat zeg ik niet alleen tegen mijn eigen
kinderen maar ook tegen anderen, vooral in Syrië.
Bedenk wat je zelf wil en doe niet zomaar wat anderen
van je willen. Inmiddels zeggen Syrische jeugdvriendinnen:
we vonden je vroeger best raar maar nu ben je ons grote
voorbeeld. Ik heb nog steeds dromen en ik hou ze goed
vast. Mijn tijd komt nog wel.”
Mijn Nederlands is nog niet perfect. Ik kan dus niet werken
als journalist maar ik zit ik niet stil. In mijn moedertaal
schrijf ik al heel lang gedichten die nu ook gebundeld
worden. Het is fijn om daar mee bezig te zijn maar ik help
ook graag anderen.
6
7
8
9
10
EVELINE
(44 jaar)
“Zeker wel druk he? Iedereen vraagt hetzelfde als ze
horen dat we 7 kinderen hebben. We zijn een samengesteld
gezin; ik heb er 3 en Marco heeft er 4 die om de
week bij ons zijn. Natuurlijk is het druk maar we zijn het
inmiddels gewend. Drie jaar geleden woonde ik nog aan de
Belgische kust en nu in Heerlerheide. Het contact met de
buren is goed maar in de wijk is niet veel te beleven. Soms
mis ik mijn familie en vrienden. En gek genoeg mis ik de zee
ook, terwijl ik daar zelden heen ging.
Sinds kort hebben we ook nog een hond. Omdat we het
namelijk nog niet druk genoeg hadden, grappen we dan
zelf maar. Voorheen deed ik vrijwilligerswerk bij de
voedselbank of hielp ik op school maar met de hond gaat
dat niet meer. Door te verbouwen hebben we nu 7 slaapkamers.
Niet alle kinderen hebben een eigen kamer,
twee van mijn jongens slapen bij elkaar. Ik ben blij dat de
kinderen het allemaal goed met elkaar kunnen vinden, je
hoort het vaak genoeg anders. Het zou natuurlijk kunnen
dat de pubertijd nog roet in het eten gaat gooien.
Ik geniet als we met z’n allen aan tafel zitten en gewoon
een gesprek voeren. Dat iedereen elkaar laat uitpraten en
de borden leeg zijn. Dat was een uitdaging want iedereen
heeft wel wat te vertellen. Dus daar heb ik iets op bedacht:
een houten lepel. Als je die vast hebt mag alleen jij
praten en luistert de rest. Dat werkt. Voor meehelpen in
huis hebben we een beloningssysteem met knikkers.
Volgens schema hebben de kinderen drie taakjes; tafel
dekken, tafel afruimen en afwassen. Gaat het goed dan
krijg je een knikker. Met 10 knikkers kun je een snoepje
halen en met 15 knikkers een blikje naar keuze. We hebben
dit met z’n allen opgesteld en het gaat best goed. Gamen
mogen ze 2,5 uur verdeeld over de hele dag. ’s Avonds is
de televisie van ons. Als ik dan mijn Vlaamse soap kijk, is
iedereen stil. Tenminste, dat is de bedoeling.”
11
Ups-and-downs
die ieder meegemaakt heeft in verleden
En strijden blijft een strijder doen
dat noem je overleven
Dus alles wat geschreven wordt
is om je te bewegen
Zodoende in het heden
Heerlerheide te verweven
12
13
MARIAN
(39 jaar)
“Ik opende als een bloem, zeiden ze. Een paar weken nadat
ik de ontmoetingswinkel was binnengestapt, begon ik te
ontdooien. Langzaam vertelde ik mijn verhaal. Over mijn
moeilijke jeugd, de verhuizing naar Limburg en de heftige
jaren die volgden. Ik was een kluizenaar geworden die
geen mensen meer vertrouwde. Gelukkig groeit dat nu
weer, dankzij de mensen van het Leger des Heils. Ik voel
me daar welkom en veilig. En een luisterend oor doet veel.
Inmiddels woon ik 7 jaar in Heerlerheide en dat bevalt
prima. Ik weet nog dat ik ooit vlakbij de kerk mijn hond
uitliet en verderop iets raars zag. Toen ik dichterbij kwam,
bleek het de pastoor te zijn die zijn geit uitliet. Dat is hier
dus normaal. Geweldig toch?
Liefde en vertrouwen zijn belangrijke thema’s voor me.
Die komen ook terug in de cursussen en de bijbelstudies
die ik volgde om adherent te worden. Nu ben ik officieel
lid van het Leger des Heils en kan ik ook anderen helpen.
Zelf werk ik tegenwoordig in de ontmoetingswinkel waar
het allemaal begon. Dat heb ik toch maar mooi bereikt,
denk ik vaak.
Om mijn verleden af te sluiten, laat ik me binnenkort
dopen. Zo’n volwassenendoop is een ritueel waarbij twee
in het wit geklede mensen je helemaal achterover houden
tot je volledig bent ondergedompeld. Wanneer je weer
boven komt, ben je schoon van je verleden. Ik vind dat een
heel fijn idee. Met behulp van de juiste mensen, begint mijn
leven langzaam te draaien. Eigenlijk maakt me dat best
wel trots.”
14
15
16
17
18
KIM
(38 jaar)
“Er zijn hier van die dagen, dan vliegt de liefde heen en
weer. Zoals deze zomer, toen een grote groep jongeren
10 dagen lang kwam helpen in de wijk. Ze bouwden een
podium voor activiteiten en klusten bij oudere mensen.
Bewoners kwamen gebakjes brengen en iedereen hielp elkaar.
Zo’n fijne energie. Er zit veel potentie in Heerlerheide.
Dat zie ik elke dag terug in de buurttuin, een sociale ontmoetingsplek
voor de hele wijk. Ook ons andere initiatief
‘Vrie Art’ maakt hier deel van uit. Het is een soort creatief
centrum met activiteiten binnen vier pijlers; kunst, muziek,
cultuur en natuur. Bijvoorbeeld soepdagen met muziek of
een imker workshop voor kinderen. Super verbindend en
het vergroot de leefbaarheid. Deze projecten voelen als
mijn kindjes; met liefde heb ik ze opgezet en samen met
een team vrijwilligers help ik ze groeien.
Een leuk jeugdhonk zou ook fijn zijn. Muziek en kunst zijn
te gek voor jongeren maar laat ze daar vooral zelf over
meedenken. In mijn leven speelt muziek een belangrijke rol.
Ik zing al jaren in een band maar ook akoestisch, samen
met mijn vriend op gitaar. Bij de dagbesteding, waar ik ook
nog werk, begeleid ik een muziekband met mensen die het
soms wat moeilijker hebben in het leven. Het buurtwerk
kan ik iedereen aanraden. Mooi hoe initiatieven, zoals de
buurttuin, aanslaan bij bewoners in Heerlerheide. Iedereen
snakt naar gezelligheid, zo simpel is het. Soms lijkt het hier
een spookwijk nu alles is wegbezuinigd. Geen supermarkt
meer, geen winkeltjes, niks. Daarvoor moet je helemaal
naar een ander deel van de stad. Niet fijn en het kost nog
geld ook. Dat is een probleem want de bus is al te duur.
Zonder bedrijvigheid in de wijk is er ook weinig contact
tussen mensen. Dan ligt eenzaamheid op de loer of erger.
Laatst vertelde iemand hoe blij de buurttuin hem maakt.
Daaraan kunnen meewerken trok hem uit de put. Hij zei
letterlijk: zonder jullie was ik er niet meer geweest. Daar
was ik wel even stil van.
Toen ik zelf een woning zocht, had Heerlerheide niet mijn
voorkeur. Maar ik had geen keuze en dit flatje kwam vrij.
Ik woon hier nu een paar jaar, letterlijk 3 hoog achter.
En heel eerlijk; het bevalt slecht. We hebben veel last
van een verwarde buurtbewoner. Via instanties probeer
ik hulp voor hem te regelen maar dat valt niet mee. De
spanning zorgt ervoor dat we liever zo min mogelijk thuis
zijn. Ik heb een groot hart maar dit gaat zelfs mij te ver.
Jammer die stress, terwijl ik juist met zoveel positiefs
bezig ben. Mocht ik kunnen verhuizen dan doe ik dat. Maar
de buurtprojecten laat ik niet los. Want ondanks alles ben
ik ook van de wijk gaan houden.”
19
20
21
22
HUGO
(55 jaar)
“Ik heb een beetje slordig geleefd, anders zit je hier niet
he? Na 35 jaar dienstverband raakte ik mijn baan kwijt.
Ze hadden liever jonge mensen en met alle respect, maar
die hebben nog geen kennis. Dan denk ik: laat ze eerst met
mij meelopen, ik had ze alles kunnen leren.
Als je uit je vertrouwde omgeving wordt getrokken,
raak je je daginvulling kwijt. Het klinkt misschien raar
maar gelukkig had ik geen gezin, alleen mezelf om voor
te zorgen en zelfs dat lukte niet. Met steeds meer pilsjes
ging het snel bergafwaarts en nu zit ik hier. In de opvang
woon je niet maar verblijf je. Dat is een groot verschil.
Mijn plan: eerst het alcoholgebruik minderen, dan een
fatsoenlijke dagbesteding en vervolgens een eigen woning
vinden. Zo gaat het hopelijk langzaam weer de goede kant
op. Ik weet wat me te doen staat maar wel stap voor
stap, alles op z’n tijd.
Ach, het is hier best gezellig maar ik heb geen echte
vriendschappen. Met de 25 mensen die hier verblijven
bouw ik ook liever geen band op. Dat is niet handig voor
als je straks een nieuwe start wil maken. Weet je wat het
is? Niemand zit hier voor zijn lol, hoe aardig het personeel
ook is. Uiteindelijk wil je toch iets voor jezelf.”
23
24
MARTIN
(80 jaar)
“De meeste bontjassen zag je hier. Heerlen was de rijkste
stad van Nederland. Het was net na de oorlog en ik was
nog een kind. Machines hadden altijd mijn belangstelling
en na een paar jaar technische scholing mocht ik als 16
jarige jongen ondergronds, zoals dat heette.
In de mijnen werd een goed salaris betaald. Ik ontwikkelde
me verder in het machineonderhoud en werkte hard. Ik
trouwde met Helena en we kregen twee dochters. Van de
Nederlandse- en Duitse steenkoolmijnen kon ik de overstap
maken naar de goudmijnen van Zuid-Afrika. Die kans
wilden we niet laten lopen. Bovendien mocht ik op kosten
van de zaak de HTS gaan doen. Als gezin kregen we een
keurige bungalow en een fulltime huishoudster. We vielen
als een blok voor het land; Zuid-Afrika is onbeschrijflijk
mooi.
Ik werkte in een enorme goudmijn met 10.000 anderen
en was verantwoordelijk voor het machineonderhoud. De
afdeling die ik aanstuurde zat op een diepte van 1500 tot
1750 meter. Dat is wat he? Anderhalve kilometer de aarde
in. Op een streng beveiligde plek werd er goud gemaakt
van de erts die we omhoog haalden. Mensen droegen
daar speciale pakken en ze moesten steeds douchen om
maar niets mee te smokkelen. Zelfs het ‘stof’ in je haren
had blijkbaar waarde.
Apartheid speelde niet alleen bovengronds maar zeker
ook ondergronds. We zagen het nu met onze eigen ogen,
heel onwerkelijk. Bussen met ‘whites only’, onze lieve huishoudster
die niet bij ons aan tafel mocht zitten of blanke
mannen die niet in een auto mochten zitten met alleen
een zwarte vrouw. Overtredingen werden beboet. Hier
kan ik niet tegen, zei ik tegen mijn vrouwtje, het is afschuwelijk
hoe mensen hier worden behandeld. Ik zag het ook
op het werk; zwarte mensen werden uitgebuit en behandeld
als tweederangs mens. Daar kon ik niet mee leven.
De spanningen in het land liepen op. Er werd gevreesd
voor een opstand tijdens ‘de nacht van de lange messen’
waarbij onderdrukte zwarte Afrikanen alle blanken
zouden slachten. Ik had een open gesprek met één van
mijn medewerkers, een zwarte Afrikaanse man met wie ik
een goede band had. Ik vroeg hem: mocht die gevreesde
nacht komen, zou hij mij dan wat aandoen? Ja, was zijn
eerlijke antwoord, dat moest wel. Hij zei: “Als jij het goed
met ons zou menen, dan was je hier niet. Jij bent dus
net zo goed een uitbuiter.”
Ik snapte hem.
Door Apartheid zijn we vertrokken uit Zuid-Afrika; mijn
vrouw, mijn twee dochters en onze zoon die daar was
geboren. Jammer om het te beëindigen maar het werd
onhoudbaar. Toch was het een ervaring om nooit meer
te vergeten.
Terug in Heerlen waren de mijnen inmiddels dicht en de
mensen ontredderd. Weg was alle trots en eer. Dankzij
mijn technische achtergrond kon ik zelf nog wel aan het
werk blijven maar dat geluk had niet iedereen. Hoeveel
mensen ik wel niet heb zien afglijden. Door alcoholisme,
scheidingen en noem maar op. Heel erg. Ik kan slecht
tegen onrecht en ongelijkheid. Als ik zie dat sommige
kinderen niet naar zwemles kunnen of thuis geen ontbijt
krijgen, dan wil ik iets doen. We hebben hier vaak genoeg
boterhammen staan smeren hoor. Dat doe je dan toch?
Gelukkig zijn hier mensen die naar elkaar omkijken en
betrokken zijn bij de wijk. Gemeenschappelijke armoede
verbindt. Dat is nou eenmaal zo.
Van mijn ouders leerde ik dat je als mens de verplichting
hebt om elkaar te helpen. Ik doe mijn best.”
25
We komen voort uit diepe roots uit die verre landen
Toe gekomen naar het zuiden van die lage landen
Zoek wat eten pak wat paper knarsend op die tanden
Zie soldaten zijn bewapend tot op aan de tanden
Zie ze lachen zie ze huilen zie de banden branden
Ruik het rubber in de lucht het geeft je platte handen
Voel de klappen tintelen zo op je beide wangen
Ondanks alles blijf ik hier voor Heerlerheide hangen
Veel gezien in deze straten mensen kwamen en ze
Gingen weg het is net schaken zonder aarzelingen
Nieuw gezichten eigenaardig maar we haten never
In het noorden van de stad ik zal me daar bevinden
26
27
28
29
30
31
SANNE
(42 jaar)
“Twee keer ben ik opgenomen met een psychose en twee
keer ben ik door de buurt gemist. Zo gaat dat in deze wijk;
mensen zijn met elkaar begaan. Als iemand even weg is,
valt het gelijk op. Dat sociale vangnet is fijn. Thuis heb ik
altijd gezelschap; een kanarie, vier muizen, vier naaktratten,
twee wandelende takken en een dikke vogelspin.
Die beestjes geven me zoveel liefde. Ik knuffel ook met ze.
Behalve met de spin, dat is een kijkdier.
Mijn hele leven woon ik in Heerlerheide. Voor mij voelt het
niet als achterstandswijk maar als thuis. Toch zijn hier
serieuze problemen met de jeugd. Zelf ben ik niet bang
voor ze; als ik langsloop vraag ik hooguit om een vuurtje
maar ik bemoei me nergens mee. Hadden ze maar een
eigen hangplek, dat gun ik ze, met skatebaan en een
graffiti muur. Volgens mij moet je niet alleen straffen en
beboeten maar ook iets bieden.
Sinds mijn 14e heb ik een psychotische stoornis; ik zie en
hoor dingen die andere mensen niet waarnemen. Ik heb
vooral stemmen in mijn hoofd. Ze praten tegen me als ik
spanningen heb. Ik praat ook terug, hardop of in gedachte.
Ze zijn al jaren bij me; een gezin, drie geesten en -sinds
ze is overleden- ook mijn moeder. Met uitzondering van
haar, hebben de stemmen niet altijd het beste met me
voor. De geesten zijn het ergst, ze doen lelijk en vernederen
me. Dat laat me niet altijd koud. Als het echt te druk
wordt in mijn hoofd, heb ik noodmedicatie. Dan neem ik
een ‘zo nodig tabletje’ dat snel zorgt voor rust.
Pas anderhalf jaar geleden heb ik mijn stoornis geaccepteerd.
Tot die tijd hield ik het uit schaamte voor mezelf. Nu
ben ik er open over en maak ik me hard voor acceptatie.
Om iedereen te informeren heb ik het ook via Facebook
gedeeld. Daar werd goed op gereageerd, ik kreeg veel
complimenten. Bij de dagbesteding weten ze er ook van.
Daar werk ik in een leuke groep op de assemblage afdeling.
We zetten bijvoorbeeld dopjes op deodorant bussen.
Zelf noemen we het bajeswerk. Geconcentreerd bezig zijn
is goed voor me, dan heb ik minder last van de stemmen in
mijn hoofd.
Sinds kort doe ik een cursus die me meer leert over
psychoses. Zo ga ik mezelf beter begrijpen en kan ik
terugval voorkomen. Ik ben heel trots op de stappen
die ik maak en dat komt ook door mijn buurtgenoten.
Ze vragen regelmatig hoe het gaat en daar wil ik ze voor
bedanken. Volgens mij is dat acceptatie.”
32
33
34
35
De onstuimige
schoonheid van
Heerlen Noord
Eind mei ben ik door de gemeente Heerlen gevraagd te
komen helpen als kwartiermaker voor Heerlen-Noord.
Mijn taak: met een alliantie van betrokken partijen helpen
werken aan een plan om te zorgen dat de volgende
generatie hier dezelfde kansen krijgt als kinderen in de
rest van Nederland. Ik vond en vind het een verrijking
hier te mogen helpen. Met Ali in de politie auto een avond
meerijden door het gebied en kijken met de ogen van
een diender. Met een buurtregisseur wandelen langs de
flat in de Rozestraat. Wandelend met SP fractieleider
Ron Meyer door zijn herinneringen. Met minister Kajsa
Ollongren langs de huizen die moeten worden opgeknapt.
Logeren bij Bed En Breakfast The Project aan de
Sittarderweg
Hoe langer ik bij Heerlen Noord betrokken ben hoe meer
ik van het gebied ga houden. Jazeker, er is genoeg lelijks.
De harde cijfers over armoede, over werkloosheid, over
ongezondheid. Er is genoeg om je voor te schamen als
Nederlander - de wetenschap dat kinderen die hier
opgroeien niet dezelfde kansen krijgen als elders in
Nederland moet ons allen raken. Maar er is ook die andere
kant. In dit gebied waar het Mijnverleden nauwelijks meer
zichtbaar is maar nog zo voelbaar. Waar het onstuimig
is en niet zo aangeharkt als op veel andere plekken in
ons land. Het gebied roept op tot dromen. Van een
beter leven en een beter bestaan. Van verbeelding aan
de macht. Het onstuimige van Heerlen Noord, kan dat
niet vertaald worden in trots?
Toen ik thuis vertelde dat ik ging werken in en voor
Heerlen-Noord vroegen ze waarom dan. Nadat ik had
verteld over de problemen die we hier willen oplossen
adviseerde mijn jongste zoon Lieuwe (toen 9):
“fonteinen pap, maak veel fonteinen daar. Het is
vrolijk. Het is mooi. En je kan er leuk bij spelen.”
Die fonteinen zijn er nog niet maar je kunt je ze wel
voorstellen. Net zoals je je kan voorstellen wat er
mogelijk is als de trots weer terugkomt in het gebied.
Met de murals als identiteit en nu met deze foto’s als
zoveelste bewijs dat kunst niet voor de anderen is maar
een levensbehoefte voor ons allemaal. Als straks de
buurten zijn opgeknapt, als de kinderen langer naar
school gaan en daar gezond lunchen, als de straat weer
van de welwillenden is, als jonge mensen naar hun werk
gaan, laten we dan dat onstuimige behouden en nooit
vergeten dat verandering kan.
Lodewijk Asscher
36
Pakje cultuur, zoek de instrumenten
Ik hou het puur geef je vuur, doe het voor de mensen
Blijf in de buurt voor de jeugd, voor de sentimenten
Uit jezelf, want niet alles draait hier om de centen
Dankjewel, alle mensen die de straten redden
Op het veld, zie momenten die we allen kennen
In het spel, waar we altijd moeten blijven rennen
Is het wel, van belang rustig te blijven plannen
Vertel, het verhaal van aantal duizend mensen
Samen kwamen door toevalligheden brede grenzen
Ook al ken, je niet iedereen we hebben wel een
Zelfde visie nodig alsof kijken naar de sterren
37
PASTOOR
JANSSEN
(59 jaar)
“Mij moeten ze niet vragen voor een sjieke wijk met van die
neuzen in de lucht. Dat is geen match. Liever een kleurrijke
volkswijk, daar word ik veel gelukkiger van. Meestal sturen
ze me naar plekken waar trammelant is óf voor wat leven
in de brouwerij. Voor mij is het allemaal goed zolang mijn
beesten maar mee mogen.
Heerlen-Noord is een fijne gemeenschap, ik ben er nu
twee jaar. Als ik met mijn honden wandel of gewoon aan
het shoppen ben, maak ik met iedereen een praatje.
De tuin bij de ambtswoning is ideaal voor mijn dieren.
De zwart-witte geit is Jackson. Hij werd verstoten door
zijn moeder, ik bracht hem groot met de fles. Mijn honden
hebben hem opgevoed, als lid van hun roedel en ik liet
Jackson ook gewoon op straat uit. Een verbaasd Engels
echtpaar dat mij bevroeg, heb ik wijsgemaakt dat iedereen
hier een geit heeft. Jackson woonde bij mij in huis,
vrat het behang van de muur maar soit, gezellig was het
wel. Tegenwoordig is hij buiten met Gijsje en Gieltje,
twee speelkameraadjes. Mijn parochianen kwamen er
op zondagmiddag mee aanzetten. Iedereen wist dat die
bokjes zouden komen dus je raadt het al: ik had de tent
vol. Ja hoor, ik hou wel van gezelligheid, zeker op
zondag na de mis.
Het had best anders kunnen lopen. Ik ging van de scheepvaartschool
via de marine naar de kerk. In feite ben ik
gewoon van schip veranderd. Er zijn veel overeenkomsten:
gezagsstructuren, uniformen en teamwork met één
kapitein. Voilà.
Ik hou van het podium, van leiden en improviseren.
Je hebt de strikten en de rekkelijken, ik reken mezelf tot
de laatste categorie. Niet altijd politiek correct maar op
mijn eigen manier zet ik mensen aan het denken. In mijn
tijd als pastoor op Curaçao, Aruba en St. Maarten,
verloor ik mijn hart aan de Antillen. Die sfeer creëer ik
soms hier door een speciale Caribische mis te houden
inclusief een muziekband in de kerk en cocktails na afloop.
Dat swingt de pan uit, helemaal geweldig. Ook in Heerlerheide
spreekt het multiculturele karakter mij aan.
Van de vier kerken die ik hier onder mijn hoede heb, wil
ik er één omvormen tot cultureel centrum. Met een
grote keuken waar ouders kunnen leren koken. En waar
bewoners met gemeenteambtenaren een goede maaltijd
kunnen nuttigen. Dat is toch veel laagdrempeliger dan
een hulp loket? Aan de andere kant zullen we geld moeten
verdienen om alles te bekostigen. Al met al een mooi
project zolang de ontwikkelsubsidies maar loskomen.
Dus ik netwerk erop los. En zoals ik op de Antillen leerde:
als de achterdeur open is, ga je niet door de voordeur.
In zo’n sociale wijk deelt men lief en leed. Ik sta graag
tussen de mensen, ook online. Facebook draagt bij aan die
toegankelijkheid. De ene keer deel ik mijn bespiegelingen
van de dag of een mooie boodschap, de andere keer een
selfie of ergernis. Net een gewoon mens.”
38
39
40
41
42
PAUL
(67 jaar)
“Buurtsteun; een prachtige term maar tegenwoordig
kent men de buren niet meer. Door het organiseren van
inloopmomenten proberen we laagdrempelig te zijn.
Mensen die mij niet echt kennen vinden me vaak een
arrogante vent. Ik snap het ook wel, uit zelfbescherming
staat er een muur om me heen en ben ik haast niet te
raken. Mijn rotjeugd maakte mij een overlever en nog
steeds deins ik nergens voor terug. Kan niet, bestaat
niet voor mij.
In moeilijke situaties word ik er vaak bij geroepen, zo is
het altijd gegaan. Het zal de daadkracht wel zijn. Opzetten
van een dierenambulance, coördineren van buurtwerk:
laat maar aan mij over. Ik ken de weg naar subsidies en
regelingen. Mijn levenshouding is: heb je kwaliteiten waarmee
je iemand kan helpen, dóe dat dan. Allemaal karma,
daar geloof ik in. Zo heb ik zelfs de poes genoemd die
zomaar voor mijn deur werd gezet.
Mensen helpen is vaak heel simpel; ik wijs ze op de voedselbank,
zorg dat de kinderen met subsidie kunnen gaan
sporten of ik ga mee naar een instantie. Een buurtgenoot
liep vast bij de apotheek; al die medicijn etiketten waren
onbegrijpelijk voor haar. Dus regelde ik dat ze per dag in
een zakje zitten, op een medicijnrol. Is ze super blij mee.
Nu kookt ze soms een maaltijd voor me.
Qua gezondheid ben ik een tijdbom; het kan zomaar afgelopen
zijn. Wat ik allemaal mankeer hoef ik niet meer
te weten. Ik heb een voltooid leven en doe alleen nog waar
ik zin in heb. Toevallig is dat anderen helpen. Soms, als ik
even wil ontsnappen, stap ik in een rijtuigje om te touren
door de straten van New York. Gewoon met mijn VR-bril.
Dat is levensecht genieten.”
43
44
45
NEBOSA
(49 jaar)
“Over een paar weken word ik 50. Dan rijg ik een schaap
aan een stok en braad ‘m hier op de binnenplaats. Hup,
met wat cognac er overheen en een paar pilsjes om te
drinken. Gewoon met de andere bewoners en wat medewerkers.
Zo leer ik ze over mijn cultuur; ik kom uit een
Roma familie waar saamhorigheid heel belangrijk is.
En kinderen. Voor een Roma gaat er niets boven je kind,
en God natuurlijk. Ik was 15 toen ik vader werd, mijn vrouw
was 14. Samen kregen we 4 kinderen en die betekenen
alles voor me. Inmiddels heb ik ook 11 kleinkinderen.
Mijn vrouw heeft 7 jaar in de gevangenis gezeten. Ik
zorgde voor de kinderen en voor mijn eigen moeder.
Toen mijn dochter ook naar de gevangenis moest,
kwamen haar kindjes naar ons. Het was een zware tijd
en die winter hadden we geen huis. Ik herinner me dat
mijn moeder en ik met alle kinderen de trein namen.
Zonder bestemming reden we zo lang mogelijk rond om
warm te worden. Uiteindelijk moesten we in Zwolle
uitstappen waar we lopend door de sneeuw op zoek
gingen naar de daklozenopvang. Het Leger des Heils was
zo lief; we kregen matrassen, dekens en eten. ’s Ochtends
vroeg waarschuwden ze ons dat de kinderbescherming
langs kon komen. Toen zijn we weer vertrokken.
Ach, we zijn overlevers hoor, zeker mijn moeder. Ze heeft 8
kinderen gekregen. Ik ben de enige die in een ziekenhuis is
geboren. Van de andere kinderen beviel ze diep in het bos.
Dat deed ze altijd alleen; ze kookte water, waste de baby
en ontsmette een touwtje om daarmee de navelstreng
los te maken. Dan bond ze haar baby voor zich, nam een
teug whiskey en liep kilometers terug naar de bewoonde
wereld. Onlangs is er een documentaire over haar leven
gemaakt: ‘(R)oma’. We zijn heel trots. Helaas is ze vorig
jaar overleden. Mijn lieve moeder, ze heeft misschien wel
te goed voor me gezorgd.
Toen mijn vrouw vrijkwam, wilde ze van me scheiden.
Dat was een nachtmerrie. Vanaf die tijd ging het steeds
slechter met mij. Nu mis ik mijn kinderen, vooral mijn
jongste zoon van 12 jaar. Een beer van een vent maar
op mijn schoot kietel ik hem nog steeds. Hij zegt vaak:
‘Pappa, als ik groot ben koop ik een huis en mag jij bij me
wonen. Dan geef ik je al mijn geld.’ Hij is het liefste jongetje
van de wereld en ik mis hem vreselijk. Binnenkort verhuis
ik naar half-begeleid wonen, dan mag hij eindelijk op
bezoek bezoek komen samen met mijn hondje.
Na mijn moeders dood kreeg ik een visioen: ze hield van
me en sprak me ongerust toe. Vlak voordat ze naar het
licht werd getrokken, zei ze dat het met mij goed moest
blijven gaan. Heel bijzonder, ik krijg er weer kippenvel van.
Zo’n duidelijk teken van mijn moeder, daar luister ik wel
naar. Het motiveert me om alles op orde te krijgen. Voor
mijn kinderen. En mijn lieve moedertje.”
46
47
48
RENÉ
(57 jaar)
“Waar ben ik nou beland, dacht ik tien jaar geleden. Ik
woonde net in Heerlerheide en echt vrolijk was het niet.
Inmiddels is het hier wel veranderd. De achterstandswijk
gaat langzaam vooruit. Initiatieven zoals de buurttuin
dragen daaraan bij. Ik ben daar dit jaar begonnen, het
klussen en tuinieren bevallen me goed. Komend voorjaar
hoop ik bloemen te kweken, heel veel verschillende. Een
pluktuin moet het worden, waar iedereen zijn eigen
bloemen kan halen. Ik vogel het zelf allemaal uit want
groene vingers heb ik niet. Verder ben ik lekker bezig met
hout. Het begon met twee palen voor een hangmat maar
groeide per ongeluk uit tot een soort hutje of veranda,
om lekker onder te chillen. Nee hoor, ik zie mezelf niet als
kunstenaar, eerder kunstmaker; handig en artistiek.
Het gaat niet altijd even goed met me. Zo’n periode is
vervelend, dan kunnen buurtactiviteiten heel welkom zijn.
Ik geloof echt dat het mensen uit een isolement kan halen
maar niet iedereen zal er behoefte aan hebben.
Voor mij geldt: sinds ik op de tuin ben voel ik me beter.
Het geeft me een opkikker. De buurt is nieuwsgierig
sinds ze al die rare vogels bezig zien. Nu proberen we
hier mensen naartoe te krijgen en langzaam druppelen
ze ook binnen. Er ontstaat steeds meer contact tussen
verschillende mensen.
De foto in mijn woonkamer is prima; ik ben zoals ik ben.
Mooi dat mijn moeder’s kunstwerk er ook nog op staat,
daar ben ik trots op. Spullen in huis zeggen wat over de
bewoners, net zoals ik in de supermarkt graag in de karretjes
gluur. Met mijn eigen boodschappen zal ik niet echt
een gezonde indruk wekken. Ach, dat is dan maar zo.”
49
DE WOONKAMERS
Colofon
Een project van Bram Tackenberg,
in coproductie met Cultura Nova
Heel veel dank aan:
Alle 33 geportretteerden huishoudens,
Lodewijk Asscher, Kim Hayfield, Leger des Heils,
Basisschool De Ganzerik, Ed Hoogenboom, Fieny Rijvers,
Toon Hezemans en Laurien Vogelaar.
Magazine team
Fotografie: Bram Tackenberg
Vormgeving: Het Vormlab, Erik Sleijpen
Interviews: Maike Jeuken
Spoken Word: Dragan Draganovic / insta: @_draganovic
Druk: Rodi Media / Oplage: 12.000
VAN HEERLERHEIDE
50
51
“
Als je er
even niet bent,
word je door de
buurt gemist
SANNE
“
Dat heb ik toch
maar mooi bereikt,
denk ik vaak
MARIAN
“
In de opvang
woon je niet maar
verblijf je. Dat is een
groot verschil
HUGO
“
Er zit veel potentie
in Heerlerheide. Dat zie
ik elke dag terug in
de buurttuin
KIM
“
Ik geloof in karma,
zo heb ik zelfs de
poes genoemd
PAUL