05.07.2022 Views

Samen naar Beter #2

Samenwerken en innoveren in de zorg op Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten. Van een eenduidige inhalatiemedicatie en -instructie tot een gecombineerde leefstijlinterventie. Nummer 2 van het magazine ‘Samen naar beter’ staat er vol mee. De verhalen in dit magazine maken duidelijk dat samenwerking en innovatie broodnodig zijn. Geen enkele organisatie kan de uitdagingen immers alleen aan. Het magazine is tot stand gekomen door een samenwerking tussen CuraMare, Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, Zorggroep Haringvliet, Cohaesie Zorg B.V., Gemeente Goeree-Overflakkee, Paulina.nu en diverse andere organisaties.

Samenwerken en innoveren in de zorg op Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten. Van een eenduidige inhalatiemedicatie en -instructie tot een gecombineerde leefstijlinterventie. Nummer 2 van het magazine ‘Samen naar beter’ staat er vol mee. De verhalen in dit magazine maken duidelijk dat samenwerking en innovatie broodnodig zijn. Geen enkele organisatie kan de uitdagingen immers alleen aan.



Het magazine is tot stand gekomen door een samenwerking tussen CuraMare, Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, Zorggroep Haringvliet, Cohaesie Zorg B.V., Gemeente Goeree-Overflakkee, Paulina.nu en diverse andere organisaties.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

SAMEN<br />

NAAR BETER<br />

EILANDEN INSPIRATIEVOL & INNOVATIEF<br />

OP WEG NAAR INTEGRALE ZORG<br />

Nr. 2, juli 2022<br />

<strong>Samen</strong>werking is het meest krachtige instrument | Sneller de juiste zorg op de<br />

juiste plek | Agenda voor een gelukkige oude dag


COLOFON<br />

REDACTIERAAD<br />

Esther Borsten, Dominiek<br />

Rutters, Han Gloudemans,<br />

Ilze Timmers, Marie Antoinette<br />

Westra, Mariska Shekary-<br />

Moonen, Marjan van Ledden-<br />

Klok<br />

HOOFDREDACTIE<br />

Cynthia van Diejen -Bijloo<br />

COPYWRITING<br />

Kees van Rixoort<br />

VORMGEVING<br />

MNFotografie&Vormgeving<br />

FOTOGRAFIE<br />

Jaap Peeman<br />

Debra Brouwn<br />

SAMEN NAAR BETER<br />

Dit tweede magazine is tot stand gekomen in samenwerking<br />

met onderstaande partijen, met de wens om al uitgevoerde of<br />

nog lopende innovatieprojecten in de zorgverlening op Goeree-<br />

Overflakkee en Voorne-Putten zichtbaarder te maken.<br />

Het laat tevens zien wat op het gebied van eilandelijke samenwerking<br />

in de zorg al is bereikt en het inspireert voor verdere innovatieve<br />

samenwerkingsprojecten.<br />

Daarnaast geeft dit magazine alle partners en stakeholders inzicht<br />

in hoe samenwerking loont op bijvoorbeeld het gebied van kostenefficiency<br />

en patiëntvriendelijkheid.<br />

UITGAVE<br />

Paulina.nu<br />

DRUK<br />

Kranse Printwrx<br />

OPLAGE<br />

500 ex.<br />

MET MEDEWERKING VAN:<br />

Bert Graafland, Bram Bolle,<br />

Edward Groenenboom, Eefke<br />

Krutwagen, Elaine van Halderen,<br />

Ellen Hoogervorst-van der Meer,<br />

Haider Jan, Han Gloudemans,<br />

Henk van Oostenbrugge,<br />

Hermen Driece, Ineke Spruijt,<br />

Iris van Groeningen, Jacqueline<br />

Muilwijk-Kroes, Jochem Janssen,<br />

Jorieke Molendijk-de Bruin,<br />

Marcel Hoogerheide, Marie<br />

Antoinette Westra, Marieke<br />

van Werkhoven, Margriet<br />

de Bruijne, Mariska Shekary-<br />

Moonen, Marjan van Ledden-<br />

Klok, Mark Krijgsman, Martine<br />

Kooi, Rebecca Brosens, Saskia<br />

Karremen, Sophia Batenburg,<br />

Wijnand den Hertog, Wilhelma<br />

Veenstra, Willie Bennik


In deze uitgave<br />

• Voorwoord<br />

• <strong>Samen</strong>werken in de regio<br />

Door echt samen te werken, kun je betere zorg leveren<br />

• Dagbehandeling rapid recovery<br />

‘s Morgens op de operatietafel, ‘s avonds weer thuis<br />

• Gecombineerde Leefstijlinterventie<br />

Gezonder gaan leven, daar kun je wel wat hulp bij gebruiken<br />

• Taskforce GGZ wachtlijsten Zuid-Hollandse eilanden<br />

<strong>Samen</strong>werking is je meest krachtige instrument<br />

• Dokters praten met dokters<br />

<strong>Samen</strong> de zorg slimmer organiseren<br />

• Meedenkconsult huisarts-specialist<br />

Digitaal overleggen leidt tot beter advies<br />

• Pilot Zorgcoördinatiecentrum Rotterdam-Rijnmond<br />

Sneller de juiste zorg op de juiste plek<br />

• Regionaal coördinatiepunt<br />

Eén regionaal coördinatiepunt voor kortdurend verblijf ontzorgt enorm<br />

• Eenduidige inhalatiemedicatie en -instructie<br />

Een formularium voor een hele grote regio<br />

• ‘t Dok Medisch Centrum geopend<br />

Goede zorg dichtbij binnen een uitgestrekt adherentiegebied<br />

• Uitvoeringsagenda ouderen Goeree-Overflakkee<br />

Agenda voor een gelukkige oude dag als de zorgvraag toeneemt<br />

• Boostercampagne Goeree-Overflakkee<br />

Je zit samen in een snelkookpan en je hebt allemaal hetzelfde doel<br />

• Zorgpad Dementie<br />

Het zorgpad dementie is één groot samenwerkingspad<br />

• PREM Chronische zorg<br />

Huisartsenpraktijken scoren 8,3 met PREM Chronische Zorg<br />

4<br />

6<br />

9<br />

12<br />

15<br />

18<br />

20<br />

23<br />

26<br />

29<br />

32<br />

35<br />

37<br />

40<br />

43<br />

SAMEN NAAR BETER │ 3


VOORWOORD<br />

Redactieraad<br />

Vergrijzing, een toename van de vraag <strong>naar</strong><br />

acute zorg, een oplopend tekort aan medewerkers<br />

en constante aandacht voor het in de hand<br />

houden van de kosten. Dit alles brengt met zich<br />

mee dat de zorg onder druk staat. Niet in de<br />

laatste plaats de spoedzorg.<br />

Hoe gaan we hiermee om? Hoe blijven we<br />

goede zorg leveren? Zorg die het mogelijk<br />

maakt, dat inwoners zelf de regie over hun eigen<br />

gezondheid in handen hebben. Zorg die laagdrempelig<br />

is en dichtbij. Inclusief essentiële<br />

voorzieningen als spoedeisende zorg,<br />

ouderenzorg én geboortezorg die 24 uur per<br />

dag, 7 dagen per week dichtbij beschikbaar is,<br />

dus ook als er direct zorg nodig is.<br />

Dat kan door samen te werken. Als dat goed<br />

gebeurt, ontlast het de patiënt en leidt het<br />

tot zorg die meer persoonsgericht is. Als zorgverleners<br />

elkaar en de inwoners kennen, neemt<br />

de kwaliteit van de basiszorg toe en krijgt de<br />

integrale zorg een impuls.<br />

Dit en nog veel meer bewijst het: samen kunnen<br />

we meer. Geen enkele organisatie kan de uitdagingen<br />

alleen aan. Intensieve samenwerking<br />

is een must om de volledige keten 24/7 van<br />

goede - en (acute) zorg beschikbaar te houden<br />

binnen de regio. Dichtbij de bewoners. En indien<br />

hoogcomplex, en dus beter voor de patiënt,<br />

soms wat verder weg in goede samenwerking<br />

met andere ziekenhuizen.<br />

Zo doelmatig mogelijk, door samen de<br />

beschikbare mensen en middelen daar in te<br />

zetten waar deze het meest nodig zijn. Door<br />

steeds samen maatwerkoplossingen te vinden.<br />

Dat is werken aan toekomstbestendige zorg.<br />

Kansen zijn er genoeg. Laat u inspireren door de<br />

voorbeelden in dit magazine.<br />

Wij wensen u veel inspiratie, leesplezier en<br />

bovenal succes!<br />

In dit magazine vindt u diverse staaltjes van<br />

innovatieve samenwerking op Goeree-Overflakkee<br />

en Voorne-Putten. Van een digitaal<br />

meedenkconsult tussen huisarts en specialist<br />

tot een proef om zorgcoördinatie fysiek vorm te<br />

geven. Van operaties in de dagkliniek tot de<br />

opening van een nieuw medisch centrum in<br />

Hellevoetsluis. Van een Regionaal Coördinatiepunt<br />

Zuid-Hollandse Eilanden voor onder<br />

andere tijdelijk verblijf bij acute zorgproblemen<br />

tot het organiseren van een bliksemactie, zoals<br />

de boostercampagne.<br />

4


‘SAMEN KUNNEN WE MEER’<br />

5


SAMENWERKEN IN DE REGIO<br />

Goede zorg dichtbij │ Breed netwerk<br />

Mariska Shekary-Moonen - medisch lid raad van bestuur CuraMare<br />

Ellen Hoogervorst-van der Meer - lid raad van bestuur CuraMare<br />

DOOR ECHT SAMEN TE WERKEN,<br />

KUN JE BETERE ZORG LEVEREN<br />

CuraMare werkt samen met tal van externe partijen. Op Goeree-Overflakkee,<br />

maar ook daarbuiten. “We zijn onderdeel van een breed netwerk. De keten<br />

wordt steeds beter”, zegt Mariska Shekary-Moonen, medisch lid van de raad van<br />

bestuur van CuraMare.<br />

“Zowel onze ouderenzorg als Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, de ‘inner<br />

circle’, werken nauw samen met andere VVT-instellingen en de eerstelijnszorg in<br />

het werkgebied. Dat is de tweede cirkel. Hieronder vallen bijvoorbeeld Archipel<br />

en projecten met huisartsen, zoals ‘Dokters praten met dokters’. In de derde<br />

cirkel werken we samen met ziekenhuizen – met name met Spijkenisse Medisch<br />

Centrum en het Maasstad Ziekenhuis, de regionale driehoek – en onder andere<br />

de <strong>Samen</strong>werkende Rijnmond Ziekenhuizen (SRZ). En dan is er nog een vierde<br />

cirkel. De vierde cirkel is landelijk met onder andere de <strong>Samen</strong>werkende Algemene<br />

Ziekenhuizen (SAZ) en ActiZ, de brancheorganisatie voor zorgorganisaties in de<br />

VVT. Iedere cirkel kent zijn eigen dynamiek en inhoud. De inner circle en de tweede<br />

cirkel zijn, behalve strategisch, ook tactisch en operationeel, terwijl de derde en<br />

de vierde cirkel vooral strategisch zijn en voor onder de aandacht brengen van<br />

gezamenlijke problemen, standpunten, belangen en innovatieve oplossingen.”<br />

Driehoek<br />

“We hebben andere ziekenhuizen nodig om onze patiënten goede zorg te leveren.<br />

Daarom zit CuraMare in een aantal samenwerkingsverbanden. We werken in een<br />

soort regionale driehoek met het Spijkenisse Medisch Centrum en het Maasstad<br />

Ziekenhuis. Wij zijn een algemeen ziekenhuis (basiszorg plus), Het Maasstad<br />

Ziekenhuis is een STZ-ziekenhuis (topklinische zorg) en Spijkenisse Medisch<br />

Centrum richt zich met name op de planbare zorg, zoals heupoperaties.”<br />

“Het mooie van die driehoek is, dat je met elkaar een breed palet van curatieve<br />

zorg biedt. Je vult elkaar aan. In coronatijd lagen de bedden van Het Van Weel-<br />

Bethesda Ziekenhuis en Maasstad vol met COVIDpatiënten, terwijl in Spijkenisse<br />

de reguliere operaties konden plaatsvinden. Daardoor zijn de wachtlijsten hier<br />

minder hard gegroeid dan in andere ziekenhuizen. Een mooi voorbeeld van wat<br />

6


samenwerking kan opleveren. Door samenwerking in een medisch specialistisch netwerk, zoals het<br />

oncologisch netwerk Concord, kan een kleinschaliger ziekenhuis als Het Van Weel-Bethesda naast de<br />

basiszorg iets extra’s bieden. Nog een mooi voorbeeld: intensivisten van Maasstad zijn ook intensivisten<br />

in Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis. Daarmee creëren we hier een up-to-date IC en het verhoogt de<br />

kwaliteit van de zorg. Zelf een volledig team van intensivisten aanstellen gaat niet, omdat de intensivisten<br />

door de schaalgrootte in Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis niet aan alle eisen voor registratie kunnen<br />

voldoen.”<br />

“In het regionaal oncologisch netwerk bespreken onze dokters samen patiënten en komen ze tot<br />

kwaliteitsrichtlijnen. Dat houdt de kennis scherp en stelt je in staat om met nieuwe ontwikkelingen aan<br />

de gang te gaan. Als je op je eilandje blijft zitten, lukt dat niet. Bredere netwerken zijn ook bedoeld om<br />

patiënten die je niet kunt helpen, laagdrempelig door te verwijzen. Zo gaat bijvoorbeeld iemand met een<br />

ernstig multitrauma niet <strong>naar</strong> Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, maar <strong>naar</strong> het Erasmus MC.”<br />

“Steeds, bij ieder type zorg, denken we: waar is de patiënt op de juiste plek. Met het oog daarop is er ook<br />

via de SRZ samenwerking op allerlei terreinen.”<br />

‘WAT WE HIERMEE UITEINDELIJK WILLEN BEREIKEN IS:<br />

GOEDE ZORG DICHTBIJ’<br />

SAZ<br />

“De Stichting <strong>Samen</strong>werkende Algemene Ziekenhuizen of afgekort SAZ”, vervolgt Mariska, “is een<br />

landelijke organisatie die opkomt voor de belangen van algemene ziekenhuizen en probeert deze op een<br />

slimme manier te ondersteunen. Denk aan digitalisering. Ga je als individueel ziekenhuis zelf het wiel<br />

uitvinden, dan betaal je je blauw aan grote marktpartijen. Als SAZ doen we dat anders en bundelen we<br />

• Ouderenzorg + ziekenhuiszorg<br />

• Eerstelijnszorg<br />

• Ziekenhuiszorg in de regio Rijnmond<br />

• Landelijk, bijvoorbeeld SAZ en ACTIZ<br />

SAMEN NAAR BETER │ 7


onze krachten. Op dezelfde manier zijn we aan de slag gegaan met artificial intelligence.”<br />

“De SAZ heeft bijvoorbeeld ook de <strong>Beter</strong> Dichtbij-app ontwikkeld voor de communicatie tussen het ziekenhuis<br />

en de patiënt. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) heeft deze app nu ook in gebruik genomen.<br />

<strong>Samen</strong> nadenken over goede antwoorden op vraagstukken die in de ziekenhuizen spelen: daar is dit netwerk<br />

voor bedoeld. Het gaat over de gezondheidszorg van de toekomst. Het is noodzakelijk om daarover na te<br />

denken en met creatieve oplossingen te komen. Gezamenlijk gaat dat het beste.” Momenteel is er binnen de<br />

SAZ ook veel aandacht voor de uitdagingen in de spoedzorgketen.<br />

Archipel<br />

“Archipel is een samenwerkingsverband in oprichting voor de ouderenzorg op de Zuid-Hollandse Eilanden”,<br />

zegt Ellen Hoogervorst-van der Meer, als lid van de raad van bestuur van CuraMare en verantwoordelijk<br />

voor de thuis- en ouderenzorg. “Er ligt een enorme opgave voor de ouderenzorg. Daarom hebben de VVTorganisaties<br />

op de Zuid-Hollandse Eilanden de handen ineen geslagen. Naast CuraMare gaat het bijvoorbeeld<br />

om Careyn, Catharina thuis op Voorne, Argos, Aafje, de organisaties uit de Hoeksche Waard en Humanitas. We<br />

hebben elkaar nodig.”<br />

“Een aantal projecten is al gehonoreerd door het zorgkantoor. Die hebben bijvoorbeeld te maken met de<br />

arbeidsmarkt, het beschikbaar houden van acute thuiszorg en het Programma Ouderen Voorne. Die projecten<br />

brengen we samen in Archipel.”<br />

“Denk ook aan een thema als laag volume hoog complexe zorg. Nu heeft elke VVT-organisatie misschien<br />

vier of vijf jonge mensen met dementie, maar samen wel veertig of vijfenveertig. Dan is het beter om de<br />

specialistische kennis en expertise te bundelen en één fijne plek voor deze bijzondere doelgroep te creëren.<br />

Door echt samen te werken kun je betere zorg leveren.”<br />

“Crisiszorg is ook zoiets. Moeten we dat allemaal zelf blijven doen of is het beter om samen op te trekken? Een<br />

belangrijke uitdaging is de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde zorgmedewerkers hier op de Zuid-<br />

Hollandse Eilanden. Hoe kunnen we verpleegkundigen blijvend aan ons binden? Met dit soort vragen gaat<br />

Archipel aan de slag. Het is gemakkelijker om dat samen te doen en om met één mond te spreken richting het<br />

zorgkantoor en de beleidsmakers. Wat we hiermee uiteindelijk willen bereiken is goede zorg dichtbij.” ●<br />

CuraMare - Woonzorglocatie<br />

Bestenwaerd in Dirksland.<br />

8<br />

8


DAGBEHANDELING RAPID RECOVERY<br />

Patiëntvriendelijk │ Kostenverlagend<br />

Haider Jan - orthopeed, Rebecca Brosens - chirurg<br />

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis<br />

’S MORGENS OP DE OPERATIE-<br />

TAFEL, ’S AVONDS WEER THUIS<br />

Goed voor de patiënt, goed voor het ziekenhuis en goed voor de financiën.<br />

Medische ingrepen, die voorheen altijd een meerdaagse ziekenhuisopname<br />

met zich meebrachten, zijn nu in één dag af te handelen. ’s Morgens <strong>naar</strong> het<br />

ziekenhuis voor de operatie, ’s avonds weer <strong>naar</strong> huis. Twee voorbeelden uit Het<br />

Van Weel-Bethesda Ziekenhuis.<br />

Orthopedische prothese<br />

“Vroeger kostte dit vijf dagen, sinds we<br />

zijn begonnen met rapid recovery twee<br />

dagen en nu is het mogelijk in één dag”,<br />

zegt Haidar Jan, orthopedisch chirurg<br />

in Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis.<br />

Hij heeft het over het plaatsen van<br />

een orthopedische prothese. Jan, een<br />

van de vier chirurgen op de afdeling<br />

orthopedie, is gespecialiseerd in heupen<br />

kniechirurgie, inclusief sportletsels.<br />

Hij is bovendien erg geïnteresseerd in<br />

innovaties op operatief gebied én op<br />

het gebied van patiëntenzorg.<br />

“Zoals de dagkliniek: de patiënt wordt<br />

’s morgens geopereerd en kan ’s avonds<br />

veilig met ontslag. We zijn een aantal<br />

maanden geleden met de pilot van start<br />

gegaan. Uiteraard moesten we eerst<br />

een aantal partijen bij elkaar brengen<br />

om alles goed af te stemmen, zoals<br />

verpleegkundigen, anesthesiologen,<br />

anesthesiemedewerkers, fysiotherapeuten<br />

en de coördinator van de afdeling<br />

short stay. We hebben samen een<br />

voorlopig werkprotocol opgesteld en<br />

een symposium gehouden.” Patiënten<br />

die in aanmerking komen voor de dagkliniek,<br />

moeten voldoen aan een aantal<br />

inclusiecriteria. Naast de medische<br />

situatie gaat het om psychosociale<br />

aspecten. Haidar Jan geeft een<br />

voorbeeld: “Als je dezelfde dag <strong>naar</strong><br />

huis gaat, moet je thuis wel een<br />

sociaal vangnet hebben. Ook moet de<br />

medicatie goed geregeld zijn. Veiligheid<br />

boven alles. Voor alleenstaanden en<br />

veel oudere patiënten is de dagkliniek<br />

geen optie.”<br />

Inmiddels heeft de chirurg vijftien<br />

patiënten middels een dagbehandeling<br />

aan een nieuwe heup geholpen. “De<br />

ervaringen zijn goed. We hebben de<br />

inclusiecriteria harder gemaakt en extra<br />

werk voor de specialist, de verpleging<br />

en de fysiotherapeut efficiënt ingericht.<br />

In de uitvoering is het intensiever. We<br />

hebben de patiënten ook gevraagd <strong>naar</strong><br />

hun ervaringen. De feedback was over<br />

het algemeen positief. In één of twee<br />

SAMEN NAAR BETER │ 9


gevallen is het niet gelukt om de behandeling in één<br />

dag af te ronden.”<br />

Gevraagd <strong>naar</strong> het waarom van de pilot, noemt<br />

Haidar Jan drie ‘pilaren’: de patiënt, het ziekenhuis<br />

en de financiën. “Eén: de patiënt. Wij geloven echt in<br />

het principe van rapid recovery. Een patiënt die een<br />

nieuwe heup of knie krijgt is geen patiënt. Hij of zij<br />

heeft geen aandoening. De operatie is bedoeld om<br />

de kwaliteit van mobiliteit te verbeteren. Maar als<br />

je lang in het ziekenhuis blijft, dan word je toch een<br />

patiënt. Zonder je eigen bed, je eigen wc… Thuis in<br />

je eigen omgeving is het beste, ook omdat er in het<br />

ziekenhuis toch ook gevaar is voor infecties.”<br />

Daarmee is Jan direct bij de tweede ‘pilaar’ van de<br />

pilot dagkliniek beland. “Het ziekenhuis heeft te<br />

maken met een problematiek rond de beddencapaciteit.<br />

De wachtlijsten zijn toegenomen. Daar is<br />

wat aan te doen, door patiënten sneller <strong>naar</strong> huis te<br />

laten gaan.”<br />

Tot slot de financiën. “Heup- en knieoperaties kosten<br />

veel geld. De totale kosten zullen alleen maar toenemen<br />

door de vergrijzing, terwijl de maatschappij<br />

verwacht om zo lang mogelijk mobiel en actief te<br />

blijven. Het aantal operaties zal dus stijgen. De<br />

vergoeding kan dan onder druk komen te staan. Deze<br />

pilot is proactief. Een operatie in de dagkliniek drukt<br />

de kosten. Operatief is er geen verschil.”<br />

Borstsparende operatie<br />

Regionale samenwerking heeft ertoe geleid, dat het<br />

aantal borstsparende operaties in dagbehandeling is<br />

toegenomen in Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis.<br />

Sinds 2014 bestaat er een intensief samenwerkingsverband<br />

tussen vier ziekenhuizen in het Borstcentrum<br />

ZuidHollandZuid: het ziekenhuis in Dirksland,<br />

Medisch Centrum Spijkenisse, het Maasstad<br />

Ziekenhuis en het Ikazia Ziekenhuis. “Een intensief<br />

samenwerkingsverband, waar we als algemeen<br />

ziekenhuis van profiteren en onze kwaliteit door<br />

waarborgen”, zegt chirurg Rebecca Brosens. “We<br />

bespreken alle patiënten met borstkanker wekelijks<br />

in multidisciplinaire bespreking, zodat alle patiënten<br />

dezelfde kwaliteit van zorg krijgen volgens de<br />

landelijke richtlijnen. Voor gecompliceerde gevallen<br />

sluit het Erasmus MC aan. Vanuit deze samenwerking<br />

zijn verschillende projecten opgezet om de<br />

borstkankerzorg te verbeteren.”<br />

Een van de projecten die hieruit voortkwam, gaat<br />

over borstsparende operaties middels<br />

dagbehandeling. “Het Borstcentrum ZuidHollandZuid<br />

deelt mee in het value-based health care-traject<br />

borstkanker van de Santeon-ziekenhuizen. Dat<br />

is een landelijke samenwerking van topklinische<br />

ziekenhuizen. Uit de gegevens vanuit dit verband<br />

kwam <strong>naar</strong> voren dat Het Van Weel-Bethesda<br />

Ziekenhuis relatief weinig borstsparende operaties in<br />

dagbehandeling verrichtte. Maar 7 procent, terwijl 80<br />

procent van de patiënten van het Spijkenisse Medisch<br />

Centrum dezelfde dag <strong>naar</strong> huis gaat. Waarom dat<br />

verschil?”<br />

Na de start van een pilot in 2021 is het percentage in<br />

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis gestegen <strong>naar</strong> 65<br />

procent. “Borstsparende operaties in dagbehandeling<br />

zijn fijn voor de patiënten, ze kunnen thuis slapen en<br />

hebben minder kans op wondinfecties en trombose.<br />

Het is veilig, zoals blijkt uit de ervaringen van andere<br />

ziekenhuizen. Voor het ziekenhuis verlaagt dit de druk<br />

op de beddencapaciteit en is het kosteneffectiever.<br />

Een goede samenwerking tussen chirurgen,<br />

verpleegkundigen, Mammacare en de afdeling<br />

anesthesie is nodig om dit logistiek goed te laten<br />

verlopen.”<br />

Rebecca Brosens geeft aan dat dagbehandeling<br />

niet in alle gevallen mogelijk is, bijvoorbeeld door<br />

de planning van operaties in het ziekenhuis. “Als de<br />

operatie om vijf uur ’s middags is, lukt het niet<br />

om dezelfde dag <strong>naar</strong> huis te gaan. Dit geldt<br />

bijvoorbeeld bij een patiënt met veel bijkomende<br />

ziekten of wanneer deze zich postoperatief niet goed<br />

voelt. Daarnaast is de thuissituatie van de patiënt<br />

belangrijk. Zo moet er thuis opvang zijn de nacht na<br />

de operatie. Ook moet duidelijk zijn wie je kunt bellen<br />

als er vragen zijn.”<br />

Door de verwachtingen van de patiënt nog beter te<br />

managen en de logistiek in het ziekenhuis verder<br />

te verbeteren, verwacht de chirurg tenminste 80<br />

procent van de borstsparende operaties in Het Van<br />

Weel-Bethesda Ziekenhuis in dagbehandeling te<br />

kunnen uitvoeren. ●<br />

10


‘WIJ GELOVEN ECHT IN HET<br />

PRINCIPE VAN RAPID RECOVERY’<br />

Orthopeed Haider Jan begeleidt een van zijn patiënten.<br />

11


GECOMBINEERDE LEEFSTIJLINTERVENTIE<br />

Motiveren │ Gewoontes afleren<br />

Bert Graafland - huisarts, Eefke Krutwagen - huisarts, Ineke Spruijt -<br />

somatisch praktijkondersteuner, Willie Bennik - (leefstijl)diëtist<br />

GEZONDER GAAN LEVEN,<br />

DAAR KUN JE WEL WAT HULP<br />

BIJ GEBRUIKEN<br />

Werken aan een gezonde leefstijl, dat is best lastig. Tenminste, als je het op<br />

eigen houtje probeert. De leefstijlcoach kan helpen. Vanuit zowel regionale<br />

huisartsenorganisatie Cohaesie als Zorggroep Haringvliet zijn in de regio de<br />

Gecombineerde Leefstijl Interventie opgezet. Een programma dat bestaat uit<br />

individuele gesprekken en groepsbijeenkomsten. De Dirkslandse huisarts Bert<br />

Graafland en somatisch praktijkondersteuner Ineke Spruijt vertellen erover,<br />

evenals leefstijlcoach Willie Bennik.<br />

“Wij leggen uit hoe de Gecombineerde<br />

Leefstijl Interventie (GLI) werkt en<br />

proberen mensen te motiveren<br />

om een stap te nemen, om iets te<br />

bereiken door mee te doen aan dit<br />

programma”, zeggen de huisarts en<br />

de praktijkondersteuner. “Het gaat<br />

om patiënten met diabetes, hart- en<br />

vaatziekten of overgewicht. Ze komen<br />

algauw in aanmerking voor deelname<br />

aan de GLI: mensen met een BMI die<br />

hoger is dan 30 en mensen met een<br />

verhoogd risico op diabetes en hart- en<br />

vaatziekten, die een BMI hebben van<br />

25 of meer.”<br />

Het hele plaatje<br />

“Wij zien deze mensen vier keer per<br />

jaar, wanneer ze op controle komen.<br />

Dan praten we erover en brengen<br />

we <strong>naar</strong> voren dat we kunnen<br />

verwijzen <strong>naar</strong> een leefstijlcoach<br />

die de GLI aanbiedt. Vaak krijgt<br />

men al advies van een diëtist, maar<br />

die houdt zich alleen bezig met de<br />

voeding. Een leefstijlcoach kijkt ook<br />

<strong>naar</strong> bijvoorbeeld beweging, stress,<br />

slapen en ontspannen. Het hele<br />

plaatje: de leefstijl. Dat komt bij de<br />

GLI aan bod tijdens acht individuele<br />

gesprekken, één op één en zestien<br />

groepsbijeenkomsten. Het programma<br />

duurt twee jaar. Het wordt vergoed<br />

door de zorgverzekeraar, mits je<br />

voldoet aan de criteria en deelnemers<br />

betalen geen eigen bijdrage.”<br />

“Het is moeilijk om je leven te veranderen,<br />

om gewoontes af te leren en dat<br />

vol te houden. Motivatie is heel<br />

belangrijk. Toch zijn er ook mensen die<br />

afhaken tijdens de GLI. Bijvoorbeeld<br />

omdat ze zich niet prettig voelen in<br />

een groep. De groepsbijeenkomsten<br />

12


zijn echter ook belangrijk, want daarin deel je je<br />

ervaringen en geef je elkaar tips.”<br />

Succesverhalen<br />

“De GLI is nieuw. We hebben al diverse patiënten<br />

doorverwezen. Wij horen dat het goed werkt.<br />

Er zijn voorbeelden van mensen die veertig of<br />

vijftig kilo zijn kwijtgeraakt en daarmee ook hun<br />

diabetes. Succesverhalen, al zijn er ook mensen<br />

die meer hebben aan een diëtist, of aan een<br />

regelmatige wandeling met de buurvrouw. De GLI<br />

is er echt voor mensen die het niet lukt om zelf<br />

hun leefstijl te veranderen. Zo’n programma helpt<br />

bij de aanpak van een volksziekte die toeneemt.<br />

Je ziet gezondheidsklachten, diabetes, veel stress<br />

en onrust, ook onder jonge mensen, en je ziet veel<br />

coronakilo’s. Door mee te doen aan de GLI kun je de<br />

knop omzetten.”<br />

‘DE LEEFSTIJLCOACH<br />

BIEDT HANDREIKINGEN<br />

EN MOTIVEERT’<br />

Willie Bennik is naast (leefstijl)diëtist ook leefstijlcoach.<br />

Haar praktijk heet ProVie-and en is gevestigd<br />

in Achthuizen op Goeree-Overflakkee. Zij zoomt wat<br />

verder in op de GLI.<br />

“Er draaien groepen in Dirksland, Nieuwe-Tonge,<br />

Ouddorp, Hellevoetsluis, Oostvoorne en Spijkenisse.<br />

Per groep zijn er acht tot twaalf deelnemers. De GLI<br />

bestaat uit een basisprogramma van acht maanden<br />

en een onderhoudsprogramma van zestien maanden.<br />

De thema’s in beide programma’s zijn identiek,<br />

maar in de onderhoudsfase gaan we er wat dieper<br />

op in en kijk je wat er is bereikt: waar stond je vorig<br />

jaar, waar sta je nu en waar zitten de losse eindjes?”<br />

“Sommige deelnemers vinden het intensief, terwijl<br />

het voor anderen niet intensief genoeg is, omdat<br />

ze elke week een bijeenkomst willen. De kracht van<br />

dit programma is dat het twee jaar duurt. Als er<br />

uitglijders zijn, kun je snel acteren. Dat voorkomt<br />

een terugval.”<br />

Ineke Spruijt - Praktijkondersteuner en<br />

Bert Graafland - huisarts.<br />

13


Hoofdbehandelaar<br />

“Er zijn twee groepen die aanmerking komen voor<br />

de GLI: mensen met een onderliggend ziektebeeld,<br />

die regelmatig de huisarts of de praktijkondersteuner<br />

bezoeken en mensen zonder onderliggend ziektebeeld,<br />

die wat minder in beeld zijn. In principe blijft<br />

de huisarts hoofdbehandelaar. Dus als wij merken<br />

of horen dat deelnemers van de GLI bijvoorbeeld<br />

duizelig zijn of afwijkende bloedsuikerwaarden<br />

hebben, dan bespreken we met hem of haar om<br />

contact op te nemen met de huisarts of praktijkondersteuner.<br />

Mensen die ondanks alle inspanningen<br />

niet afvallen, verwijzen we terug <strong>naar</strong> de huisarts.”<br />

“We zijn in september 2019 begonnen met het<br />

coachingprogramma. Corona heeft wel impact gehad.<br />

We konden online verder en dat werkt, maar het<br />

is niet vergelijkbaar met een face-to-face gesprek.<br />

Toch wilden deelnemers het, omdat ze de noodzaak<br />

zien om aan de slag te gaan. Juist in coronatijd,<br />

toen je niet of minder kon sporten, thuis kwam te<br />

zitten en meer de neiging had om toe te geven aan<br />

verleidingen. Aan de andere kant zag je ook een grote<br />

behoefte aan afvallen. Iedereen wist immers dat je<br />

met overgewicht harder getroffen kon worden door<br />

corona.”<br />

<strong>Beter</strong> in je vel<br />

“Of de GLI werkt? Je hebt harde en zachte doelstellingen.<br />

De harde doelstelling is dat je na twee jaar vijf<br />

tot tien procent gewicht hebt verloren. Dat is best<br />

een uitdaging en niet iedereen haalt dat. Maar je<br />

leert ook beter om te gaan met voeding, het belang<br />

van bewegen, slapen en ontspanning. Dat zijn zachte<br />

doelstellingen, die ervoor zorgen dat je beter in je vel<br />

zit. Bijna iedereen vindt deelnemen aan een groep<br />

spannend. Toch waren er ook mensen die de groep<br />

misten tijdens corona. De kracht van een groep is<br />

natuurlijk het uitwisselen van ervaringen, dat het<br />

weleens lastig is, dat je niet alleen staat en dat je tips<br />

en trucs krijgt. Je gaat bij de GLI zelf aan de slag met<br />

je leefstijl, maar ook samen. De deelnemers zitten<br />

in een appgroep en hebben tussendoor ook contact<br />

met elkaar.”<br />

“De leefstijlcoach biedt handreikingen en motiveert.<br />

We werken aan de hand van verschillende werkvormen.<br />

Sporten doen we niet. Wel hebben we<br />

verbinding met de sportcombinatiefunctionaris van<br />

de gemeente en met lokale partijen als Sport4all,<br />

sportscholen en lokale sportverenigingen. We<br />

stimuleren sport en bewegen en sluiten aan bij de<br />

vormen van beweging die bij de deelnemer passen.<br />

Dat kan ook bewegen onder begeleiding van de<br />

fysiotherapeut zijn, als er bijvoorbeeld lichamelijke<br />

klachten zijn.”<br />

“De eerste groep is nu bijna klaar met het<br />

programma. Niet iedereen heeft vijf tot tien procent<br />

gewicht verloren, maar de zachte doelstellingen zijn<br />

zeker gehaald. Mooi om te zien, ik geniet er echt van<br />

om mensen op weg te helpen.” ●<br />

<strong>Samen</strong>werking<br />

“We hebben momenteel zes leefstijlcoaches in de<br />

regio”, zegt Willie Bennik. “We komen een paar keer<br />

per jaar bij elkaar voor intervisie, om bij te praten en<br />

elkaar scherp te houden, om samen te kijken wat goed<br />

werkt en wat minder en om technische snufjes uit te<br />

wisselen. We hebben alle zes een contract met<br />

Zorggroep Haringvliet voor het uitvoeren van de GLI.<br />

We werken dus samen met elkaar en met de zorggroep,<br />

maar ook met de huisartsen en praktijkondersteuners,<br />

die patiënten doorverwijzen en hen<br />

regelmatig vragen hoe het met hun leefstijl gaat.”<br />

14


TASKFORCE GGZ WACHTLIJSTEN ZUID-HOLLANDSE EILANDEN<br />

<strong>Samen</strong>werken | Terugdringen wachtlijsten<br />

Marcel Hoogerheide - procesbegeleider taskforce GGZ vanuit Samergo,<br />

Martine Kooi - bestuurder van zorggroep KIEK en voorzitter Taskforce<br />

GGZ, Mark Krijgsman - psycholoog Youz / POH GGZ, Eefke Krutwagen -<br />

huisarts<br />

SAMENWERKING IS JE MEEST<br />

KRACHTIGE INSTRUMENT<br />

Filevorming bij de instroom, de doorstroom en de uitstroom. Dat zorgt<br />

voor lange wachtlijsten in de GGZ, met name bij de wat complexere<br />

diagnosegroepen.<br />

“Het loopt al jaren de spuigaten uit en het is zeker niet alleen het probleem van<br />

de GGZ, wat ook niet één, twee, drie is op te lossen”, zegt Marcel Hoogerheide.<br />

Hij is procesbegeleider van de Taskforce GGZ wachtlijsten Zuid-Hollandse<br />

Eilanden: een van de 29 regionale Taskforces, die door het ministerie van VWS<br />

in het leven zijn geroepen om de GGZ-wachtlijsten aan te pakken.<br />

In mei 2020 tekenden zorggroepen (huisartsen), gemeenten, GGZ-instellingen en<br />

zorgverzekeraar CZ en Samergo (voormalig Steunpunt KOEL) een intentieverklaring.<br />

Daarmee committeerden ze zich aan het programmaplan om op de Zuid-Hollandse<br />

Eilanden aan de slag te gaan. We zijn nu twee jaar verder. In mei 2022 is de<br />

evaluatie: wat heeft de Taskforce opgeleverd en hoe ziet het vervolg eruit?<br />

Elkaar leren kennen<br />

Marcel Hoogerheide begeleidt het proces vanuit Samergo, een organisatie die vorig<br />

jaar is ontstaan door de fusie van twee Regionale Ondersteuningsstructuren (ROS),<br />

te weten ZorgImpuls en Steunpunt KOEL, die zich bezighoudt met het ontwikkelen,<br />

stimuleren en versterken van multidisciplinaire samenwerking in de zorg. Hij vertelt<br />

over de “taal- en cultuurverschillen” tussen de partijen die samen aan tafel<br />

kwamen te zitten om de Taskforce op de Zuid-Hollandse Eilanden vorm te geven.<br />

“Ze moesten eerst elkaar leren kennen en vertrouwen en daarna leren samenwerken.<br />

Want niemand kan het alleen. Het probleem van de wachtlijsten is<br />

alleen samen op te lossen. En alleen samen kunnen we goede GGZ dicht bij de<br />

doelgroepen organiseren.”<br />

“Wij hebben een eigen doelstelling geformuleerd”, zegt Martine Kooi, bestuurder<br />

van zorggroep KIEK en voorzitter van de stuurgroep Taskforce. “De wachtlijsten<br />

reduceren tot nul is een illusie. Het is een complex logistiek vraagstuk. Capaciteit<br />

is lang niet altijd de oplossing. Wij zijn gaan kijken <strong>naar</strong> wat ons verbindt. We<br />

ontmoeten elkaar, sparren met elkaar en zijn gaan samenwerken. Dat is nodig,<br />

SAMEN NAAR BETER │ 15


want we waren elkaar kwijtgeraakt. Huisartsen, gemeenten, GGZ…, ze zaten allemaal in hun eigen bubbel, uit<br />

elkaar gegroeid door schaalvergroting, zogenaamde efficiency, financieringsstructuur en bezuinigingen.”<br />

Consultatie werkt<br />

“Onze focus ligt op samenwerken. De Taskforce is een overlegtafel, een denk- en doetafel. Onder de<br />

stuurgroep hebben we twee werkgroepen: GGZ Volwassenen (18+) en GGZ Jeugd en Gezin (18-). Als dat<br />

effect heeft op de wachtlijsten, dan is het winst. Maar het gaat ons dus in de eerste plaats om ontmoeting<br />

en samenwerking. Onze doelstelling is: interface, namen en rugnummers kennen, de menselijke maat<br />

terugbrengen. En dat heeft de Taskforce ook bereikt. De huisarts heeft het telefoonnummer van de psychiater<br />

en kan deze consulteren. Dat is een gunstige ontwikkeling.” Marcel: “Consultatie werkt.”<br />

Martine: “Verder is het belangrijk dat er praktijkondersteuners (POH) GGZ zijn in huisartsenpraktijken. Zij<br />

versterken daar de GGZ-kennis en geven laagdrempelig, toegankelijk advies en begeleiding. Er zijn niet alleen<br />

POH’s GGZ voor volwassenen, maar ook voor de jeugd, terwijl er in de Hoeksche Waard jeugdprofessionals<br />

GGZ aanwezig zijn in de huisartsenpraktijk die nauw verbonden zijn met het jeugdteam. Dat leidt tot een<br />

aanzienlijke afname van het aantal doorverwijzingen <strong>naar</strong> de specialistische GGZ en blijft de zorg ook vaker<br />

dicht bij huis.<br />

“Nu is de POH GGZ-jeugd een pilot in een aantal praktijken. Later willen we dat, met gemeenten en<br />

zorggroepen, verder uitrollen. Doordat gemeenten<br />

en huisartsen elkaar nu beter kennen, kunnen ze<br />

het ook gemakkelijker over andere thema’s hebben,<br />

zoals de huisvesting. Dat is bijvangst.”<br />

‘ALLEEN SAMEN KUNNEN<br />

WE GOEDE GGZ DICHT<br />

BIJ DE DOELGROEPEN<br />

ORGANISEREN’<br />

Kortere wachtlijsten?<br />

Een ander resultaat van de nieuwe wind, die er<br />

dankzij de Taskforce waait, is dat de drie GGZinstellingen<br />

Parnassia, GGZ Delfland en FortaGroep,<br />

steeds meer samenwerken en onder andere zijn<br />

gestart om de casuïstiek te bespreken van mensen<br />

op de wachtlijst. “Ze benutten elkaars deskundigheid<br />

en kijken <strong>naar</strong> mogelijkheden in plaats van <strong>naar</strong><br />

beperkingen”, zegt Marcel. “Nog een effect is het<br />

besluit van Parnassia om gebiedsgericht te gaan werken, dichter bij de cliënt en de huisartsenpraktijk.”<br />

De wachtlijsten zullen door de inspanningen van de Taskforce op den duur korter worden, verwachten<br />

Martine en Marcel. “Het moet effect hebben op de instroom, de doorstroom en de uitstroom, maar dat is een<br />

kwestie van de lange adem, volhouden en elkaar vast blijven houden op de ingeslagen weg. Wij kijken niet in<br />

de eerste plaats <strong>naar</strong> de cijfertjes. Wij zijn erachter gekomen dat het om samenwerken gaat. <strong>Samen</strong>werking is<br />

het meest krachtige instrument wat je hebt.”<br />

Foto pagina 17: Huisartsenpraktijk Oude-Tonge met Eefke Krutwagen en Mark Krijgsman.<br />

16


UIT DE PRAKTIJK | POH GGZ jeugd - Goede basiszorg en een filter richting de GGZ<br />

‘MINDER COMPLEXE VRAGEN RONDT MARK IN VIJF GESPREKKEN AF’<br />

Mark Krijgsman is psycholoog bij Youz en POH GGZ jeugd in een aantal huisartsenpraktijken op Goeree-<br />

Overflakkee, waaronder die in Oude-Tonge. “Het is een pilot vanuit de gemeente, bedoeld om de wachtlijst<br />

voor de GGZ te verminderen en om dicht bij de huisarts te werken.”<br />

Een van die huisartsen is Eefke Krutwagen. “Wij zijn benaderd voor de pilot, omdat we voldoende volume<br />

hebben voor een spreekuur van een POH GGZ jeugd. Vroeger deed ik het veelal zelf. Het neemt best veel tijd<br />

in beslag: de gesprekken, het vaststellen van de hulpvraag, de indicatie, de verwijzing, het vervolg… Het is een<br />

lang traject.”<br />

“Je kunt bovendien vastlopen als er ineens hulp nodig is. Meld je iemand aan bij het Team voor Jeugd en<br />

Gezin, dan duurt het zes tot acht weken voordat er een intake is. Er gaat gemakkelijk drie maanden overheen<br />

voordat er sprake is van daadwerkelijke hulp. De financiering van de jeugd-GGZ loopt via de gemeente. Via het<br />

Team voor Jeugd en Gezin dus. Ik probeerde ook wel eens zelf te verwijzen <strong>naar</strong> een GGZ-instelling. Dat mag<br />

wel, maar de gemeente heeft het liever niet.”<br />

Effect<br />

De pilot POH GGZ jeugd is vorig jaar gestart. De<br />

huisarts ziet zeker effect: “Mark heeft een goed<br />

gevulde agenda. Minder complexe vragen rondt<br />

hij in vijf gesprekken af en ik heb het idee dat de<br />

verwijzing <strong>naar</strong> de specialistische GGZ nu sneller<br />

gaat.”<br />

De POH GGZ jeugd zelf: “Dit ontzorgt de huisarts.<br />

Ik heb de lijntjes, want ik werk al twaalf jaar in deze<br />

regio. Dat versnelt het doorverwijzen. Bovendien<br />

kan ik als psycholoog zelf de behandeling oppakken,<br />

als er angstklachten zijn bijvoorbeeld. En we<br />

overleggen samen – de huisarts en ik – of er andere<br />

opties zijn, zoals medicatie, dan iemand direct<br />

doorverwijzen <strong>naar</strong> de specialistische GGZ.”<br />

Lagere drempel<br />

“De ervaringen zijn goed. De drempel voor<br />

jongeren is lager als ze hier in Oude-Tonge in de<br />

praktijk van de huisarts terecht kunnen voor een<br />

gesprek. De verwachtingen zijn uitgekomen. In één jaar tijd heb ik meer dan honderd kinderen gesproken in<br />

vier praktijken, van wie tussen eenderde en eenvierde is doorverwezen. Dat is veel minder dan in de oude<br />

situatie.”<br />

Volgens Mark is de wachtlijst bij Youz nog steeds groot. Eefke: “Het is lastig te zeggen wat het effect op de<br />

wachtlijst is vanuit één huisartsenpraktijk. Het belangrijkste is dat je hier basiszorg biedt, die beter is en filtert<br />

richting de GGZ. Mocht je moeten wachten, dat kan de POH GGZ jeugd zorgen voor overbrugging. In plaats<br />

van drie maanden op de wachtlijst, kun je volgende week bij Mark terecht. Dat is wel een verschil…”<br />

Mark: “In de gesprekken probeer ik kinderen een goede ervaring mee te geven. Zodat ze geen weerstand<br />

hebben als er toeleiding <strong>naar</strong> de GGZ nodig is.” ●<br />

SAMEN NAAR BETER │ 17


DOKTERS PRATEN MET DOKTERS<br />

<strong>Beter</strong>e zorgkwaliteit | <strong>Samen</strong>werking verhogen<br />

Marjan van Ledden-Klok - kinderarts en voorzitter van de VMS van<br />

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, Iris van Groeningen - internist,<br />

bestuurslid VMS en voorzitter MSB van Het Van Weel-Bethesda<br />

Ziekenhuis<br />

SAMEN DE ZORG<br />

SLIMMER ORGANISEREN<br />

Met elkaar – huisartsen en medisch specialisten – kijken hoe je de kwaliteit<br />

van de zorg kunt waarborgen en verhogen. Door samenwerking komen tot de<br />

juiste zorg op de juiste plek. Dat is het idee achter ‘Dokters praten met dokters’,<br />

een project waarmee de Vereniging Medische Staf (VMS) van Het Van Weel-<br />

Bethesda Ziekenhuis, Zorggroep Haringvliet en regionale huisartsenorganisatie<br />

Cohaesie recent zijn gestart.<br />

“We zijn met het project begonnen tegen de achtergrond van de toekomst, waarin<br />

onder andere door de vergrijzing veel meer zorg nodig is dan we nu aankunnen”,<br />

zegt Marjan van Ledden-Klok, kinderarts en voorzitter van de VMS van Het Van<br />

Weel-Bethesda Ziekenhuis. “Welke zorg moet waar gebeuren, bij de huisarts of in<br />

het ziekenhuis, om optimaal voorbereid te zijn op een toekomst van schaarste en<br />

krapte – dat willen we uitzoeken. De politiek stimuleert ons ook om dat te doen.<br />

We willen de kwaliteit verbeteren en het plezier in samenwerken verhogen.”<br />

In gesprek<br />

“Werken aan de juiste zorg op de juiste plek is een landelijke trend”, zegt Iris van<br />

Groeningen, internist, bestuurslid VMS en voorzitter van het Medisch Specialistisch<br />

Bedrijf van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, die evenals Marjan als lid van<br />

de projectgroep nauw betrokken is bij ‘Dokters praten met dokters’. “We zijn<br />

als medisch specialisten en huisartsen met elkaar in gesprek. Er is behoefte aan<br />

samenwerken. We kijken samen op een andere manier <strong>naar</strong> de zorg en hoe je die<br />

slimmer kunt organiseren.”<br />

‘WE WILLEN DE KWALITEIT VERBETEREN EN<br />

HET PLEZIER IN SAMENWERKEN VERHOGEN’<br />

Acht thema’s<br />

Na een aantal gesprekken hebben de medisch specialisten en huisartsen besloten<br />

18


Huisarts Bas Kreeft (l) en ziekenhuisartsen Christa Houkes en Jef Roest van de Spoedeisende Hulp<br />

in Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis in Dirksland.<br />

‘Dokters praten met dokters’ verder vorm te geven. Gezien de omvang van het project is externe hulp<br />

ingeroepen van bureau Performation Healthcare Intelligence. Iris: “We hebben acht thema’s bepaald en daar<br />

werkgroepen aan gekoppeld. Het gaat om de thema’s digitaal, ouderen, kinderen, diagnostiek, medicatie,<br />

anderhalvelijnszorg, preventie en beweging.”<br />

Kansrijke ideeën<br />

De werkgroepen zijn aan de slag gegaan. Het resultaat is een hele lijst met ideeën. De meest kansrijke ideeën<br />

komen als mogelijk project in een top 10, die Performation gaat doorrekenen. “Op dat punt zitten we nu”,<br />

zegt Marjan. “Wat levert het op, voor de maatschappij en financieel? Gaat de kwaliteit omhoog? Gaan de<br />

zorgkosten <strong>naar</strong> beneden? Gaat de patiënt erop vooruit? Dat willen we weten. De projectgroep, waarin<br />

naast ons drie huisartsen zitting hebben, kijkt mee. En dat geldt ook voor de besturen van de zorggroepen en<br />

CuraMare. De cliëntenraad is eveneens betrokken bij het project.” Als het doorrekenen achter de rug is, volgt<br />

de verdere uitwerking en kan de zorgverzekeraar een concreet plan tegemoet zien. ●<br />

De zorg slimmer organiseren kan ervoor zorgen, bijvoorbeeld door digitalisering, dat een patiënt met een<br />

bepaalde aandoening niet per se elke drie maanden voor controle <strong>naar</strong> het ziekenhuis hoeft. Zeker niet als<br />

er verder geen klachten zijn. Als de medische gegevens op afstand zijn te zien, kan alleen bij afwijkingen of<br />

klachten een afspraak worden gemaakt bij huisarts of specialist.<br />

SAMEN NAAR BETER │ 19


MEEDENKCONSULT HUISARTS-SPECIALIST<br />

<strong>Samen</strong>werken │ Kwaliteitsverbetering<br />

Iris van Groeningen - internist, bestuurslid VMS en voorzitter MSB van<br />

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, Edward Groenenboom - huisarts<br />

Sommelsdijk, Margriet de Bruijne, programmamanager Arbeidsmarkt &<br />

Innovatie van Cohaesie en projectleider meedenkconsult<br />

DIGITAAL OVERLEGGEN LEIDT<br />

TOT BETER ADVIES<br />

Zou er een bloedonderzoek nodig zijn? Moeten we de medicatie misschien<br />

stoppen of veranderen? Soms twijfelt de huisarts. Is hij of zij op de goede weg<br />

met een patiënt? Even overleggen met een specialist kan verhelderend werken.<br />

Dat kan telefonisch, maar een digitaal meedenkconsult via VIPLive kan sinds<br />

eind 2021 een veel betere optie zijn.<br />

Iris van Groeningen, internist, bestuurslid VMS en voorzitter MSB van Het Van<br />

Weel-Bethesda Ziekenhuis: “Bij twijfel kan een huisarts de specialist bellen. Maar<br />

als dat gebeurt, terwijl ik met de verpleegkundige bij een patiënt sta, dan is er<br />

niet altijd de rust en de ruimte om goed te luisteren en af te stemmen. Meerdere<br />

telefonische vragen onderbreken het werk in de kliniek.”<br />

Gaat het om niet-urgente vragen – wat urgent is, is bestemd voor de spoedeisende<br />

hulp – dan is een telefoontje niet noodzakelijk en kan de huisarts via VIPLive<br />

een berichtje sturen <strong>naar</strong> de specialist. “Dan krijg ik bijvoorbeeld een vraag van<br />

20<br />

Huisarts Edward Groenenboom.


huisarts Edward Groenenboom over de hypertensie<br />

van ‘mevrouw Jansen’: wat zou je adviseren? Dan<br />

bericht ik bijvoorbeeld: Beste Edward, doe een 24-uurs<br />

bloeddrukmeting, pas de medicatie aan of vraag een<br />

extra laboratoriumonderzoek aan.”<br />

Binnen 48 uur<br />

“Via het meedenkconsult krijgt de huisarts een beter<br />

advies, dat bovendien op schrift staat in het medisch<br />

dossier. Het voordeel is ook dat de specialist niet wordt<br />

gestoord tijdens het werk in de kliniek, maar op een<br />

beter moment kan antwoorden via VIPLive. Er komt<br />

binnen 48 uur een bericht terug. En voor deze digitale<br />

consulten is via de zorgverzekeraar ook een vergoeding<br />

geregeld voor de huisarts en het ziekenhuis.”<br />

“Een specialist kan via het meedenkconsult ook een<br />

stappenplan noemen. Werkt dit niet, doe dan dat.<br />

Dat heeft als voordeel dat een patiënt minder snel<br />

<strong>naar</strong> de poli hoeft te worden verwezen, als het<br />

complexer wordt.”<br />

Momenteel gebruiken huisartsen deze manier<br />

van consulteren voor de specialismen interne<br />

geneeskunde, cardiologie, longgeneeskunde,<br />

kindergeneeskunde en neurologie. Uitrollen richting<br />

alle andere vakgroepen staat op het programma.<br />

Aan de andere kant – de advies vragende kant – kan<br />

het meedenkconsult ook nog groeien: lang niet alle<br />

huisartsen maken gebruik van deze mogelijkheid.<br />

Internist Van Groeningen: “Je merkt dat het<br />

meedenkconsult nog niet zo bekend is. Er kan nog<br />

wel wat PR bij om dit op de kaart te zetten. Nu de<br />

vergoeding door de zorgverzekeraar is geregeld – dat<br />

is net gebeurd – zal dat het meedenkconsult wel<br />

interessanter maken. Als het goed is uitgerold, kan dit<br />

telefoontjes voorkomen en hebben specialisten tijd<br />

om de huisarts in alle rust van een goed antwoord te<br />

voorzien.”<br />

Zwart op wit<br />

Huisarts Edward Groenenboom in Sommelsdijk heeft<br />

inmiddels enige ervaring met het meedenkconsult.<br />

“Het is begonnen als een pilot op basis van<br />

vrijwilligheid. Ik heb me ervoor aangemeld, omdat ik<br />

er de voordelen van inzie. In de praktijk blijkt het een<br />

Vergoeding en verdere uitrol<br />

Het meedenkconsult is gestart als pilot van de<br />

zorggroep Haringvliet en Het Van Weel-Bethesda<br />

Ziekenhuis, afdeling cardiologie. Vorig jaar mei<br />

zijn regionale huisartsenorganisatie Cohaesie<br />

en Spijkenisse Medisch Centrum aangesloten.<br />

Tegelijkertijd is het aantal vakgroepen<br />

uitgebreid <strong>naar</strong> vijf. Naast cardiologie gaat het<br />

om interne geneeskunde, longgeneeskunde,<br />

kindergeneeskunde en neurologie.<br />

Per 1 april 2022 is de vergoeding voor de specialist<br />

en de huisarts geregeld via zorgverzekeraar<br />

CZ. “Dat is mooi, want beiden steken tijd in het<br />

digitale consult”, zegt Margriet de Bruijne,<br />

programmamanager Arbeidsmarkt & Innovatie<br />

van Cohaesie en projectleider meedenkconsult.<br />

De stuurgroep, die de voortgang bewaakt,<br />

bestaat uit bestuurders van de vier deelnemende<br />

organisaties en specialisten. Daarnaast is er een<br />

projectgroep met medewerkers.<br />

“De financiering was een belangrijk onderwerp,<br />

maar die hebben we nu dus voor elkaar door<br />

afspraken te maken met de zorgverzekeraar. De<br />

verwachting is dat er structurele financiering<br />

komt. Ook zijn we bezig om het meedenkconsult<br />

in een grotere regio mogelijk te maken.<br />

Voorafgaand aan de financiering, werkten we<br />

vanaf najaar 2021 samen met zorggroepen<br />

Hoeksche Waard en Ridderkerk aan meedenkconsulten<br />

voor de hele regio. Binnen enkele weken<br />

tekenden we een overeenkomst met vijf ziekenhuizen<br />

in de regio: naast Het Van Weel-Bethesda<br />

Ziekenhuis en Spijkenisse Medisch Centrum zijn<br />

dat Ikazia, Maasstad en Albert Schweitzer. Verder<br />

gaan we het meedenkconsult verder uitrollen<br />

<strong>naar</strong> andere specialismen.”<br />

Margriet: “Het meedenkconsult zorgt voor<br />

kwaliteitsverbetering. De specialist kan de tijd<br />

nemen voor een antwoord en de kennis van de<br />

huisarts, die de regiebehandelaar blijft, neemt<br />

toe. En je kunt er (onnodige) verwijzingen <strong>naar</strong><br />

de tweedelijn mee voorkomen. Voor de patiënt<br />

brengt het meedenkconsult geen extra kosten<br />

met zich mee. Het valt namelijk niet onder het<br />

eigen risico.”<br />

21


prettige aanvullende manier te zijn om collega’s te consulteren.”<br />

“Je overlegt digitaal met een specialist over een patiënt, waarbij de specialist inzage heeft in de<br />

patiëntgegevens. Je kunt ook bijvoorbeeld een ECG meesturen als bijlage. Het is laagdrempelig en je krijgt<br />

vrij snel antwoord. Een belangrijk voordeel is dat het advies van de specialist zwart op wit staat. Dat verkleint<br />

de kans op misverstanden, want je voegt het toe aan het medisch dossier, slaat het op en kan het advies dus<br />

altijd nalezen. Het meedenkconsult is goed voor de dossiervorming. Een ander belangrijk voordeel is dat het<br />

kan voorkomen dat je een patiënt <strong>naar</strong> de polikliniek moet verwijzen.”<br />

Faciliterende software<br />

De Sommelsdijkse huisarts maakt tot nu toe gemiddeld ongeveer één keer per maand gebruik van deze<br />

mogelijkheid. “Voor gerichte vragen aan een specialist, waarop je niet direct een antwoord nodig hebt, is het<br />

meedenkconsult een prima manier. Je kan overleggen op een moment dat dit het beste uitkomt. Mijn wens is<br />

dat we meer specialismen kunnen benaderen. Ook zou de software van mij iets gebruiksvriendelijker mogen<br />

zijn. Dat je niet nog een keer extra moet inloggen bijvoorbeeld.”<br />

“Goed dat de zorggroep Haringvliet – als coöperatief verband voor de zaken die de huisartsenpraktijk<br />

overstijgen – deze vorm van teleconsultatie faciliteert. Daar hoort ook software bij en een vergoeding van de<br />

zorgverzekeraar. Zo werk je aan gestructureerde zorg.” ●<br />

22


PILOT ZORGCOÖRDINATIECENTRUM ROTTERDAM-RIJNMOND<br />

<strong>Samen</strong>werken | Opschalen, afschalen<br />

Jochem Janssen - directeur HAP ‘t Hellegat<br />

Hermen Driece - huisarts<br />

SNELLER DE JUISTE ZORG OP<br />

DE JUISTE PLEK<br />

De ambulance die uitrukt en ter plekke eigenlijk niet nodig blijkt te zijn. De<br />

huisarts die de drukke Huisartsenpost moet verlaten om een losgeschoten<br />

katheter te verhelpen. Twee voorbeelden van niet de juiste zorg op de juiste<br />

plaats. Hoe valt dit te doorbreken? Om antwoord te kunnen geven op deze vraag,<br />

zijn in Nederland als pilot een aantal Zorgcoördinatiecentra gestart. De pilot in de<br />

regio Rotterdam-Rijnmond is zojuist afgerond.<br />

De pilot Zorgcoördinatiecentrum (ZCC) Rotterdam-Rijnmond is in 2019 voorbereid<br />

en in maart 2021 gestart. Huisartsenpost ’t Hellegat, die spoedzorg levert in de<br />

Hoeksche Waard en op Goeree-Overflakkee, was een van de initiatiefnemers.<br />

Directeur Jochem Janssen: “Ik draag innovatie in de zorg een warm hart toe. Niet<br />

alleen op digitaal gebied, maar ook als het gaat om het organiseren van de zorg. Je<br />

kunt de zorg veel efficiënter maken door samenwerking in de keten.”<br />

“Zo snel mogelijk duidelijk maken voor wie de zorgvraag is, dat is in feite de kern van<br />

Zorgcoördinatie (ZC). Ik ben er een enorme voorstander van. Een ZCC kan helpen<br />

de druk op de zorg het hoofd bieden en deze toegankelijk houden. Doordat de<br />

vergrijzing en de toenemende vraag <strong>naar</strong> complexe zorg neemt de noodzaak alleen<br />

maar toe.”<br />

Veel inefficiëntie<br />

“Onze triagisten zijn veel tijd kwijt, in de avond en het weekend, om een patiënt<br />

op de juiste plek te krijgen. Dat is bijvoorbeeld voor iemand met psychische<br />

problematiek, een verwarde persoon, heel lastig. Je bent er zo een halfuur, drie<br />

kwartier mee bezig. Tijd die je niet kunt gebruiken om andere zorgvragers te<br />

helpen. Aan het zoeken <strong>naar</strong> een verpleegbed ben je ook veel tijd kwijt. Of je krijgt<br />

een telefoontje over iemand met een verstopte of losgeraakte katheter in een<br />

verpleeghuis. Als de juiste zorgverlener er niet is, bellen ze ons en gaat de huisarts<br />

erheen. Maar die is te hoog opgeleid om een katheter te verwisselen. Dat zou meer<br />

een taak zijn voor bijvoorbeeld de wijkverpleegkundige. Zo is er veel inefficiëntie.<br />

Tijdens de pilot ZCC Rotterdam-Rijnmond hebben we getest hoe het efficiënter kan<br />

en hoe je de zorg kunt opschalen en afschalen.”<br />

SAMEN NAAR BETER │ 23


Op één locatie<br />

“Eerder hebben wij al een kleine pilot gedaan, samen met de meldkamer van de Veiligheidsregio Rotterdam-<br />

Rijnmond. Die duurde drie avonden. De pilot waar we het nu over hebben was langduriger en met meer<br />

partijen. Je hebt er wel een hoop geld voor nodig. Ambulancezorg Nederland (AZN) had het ervoor over,<br />

samen met de zorgverzekeraar. AZN vond de pilot zo belangrijk, omdat het idee leeft dat ambulances veel<br />

oneigenlijke ritten maken. De ironie is dat er tijdens de pilot meer ambulanceritten zijn gemaakt. Dat was<br />

tijdens COVID, dus die uitkomst is niet representatief.”<br />

“Er is voor gekozen om op één locatie samen te werken: de meldkamer van de Veiligheidsregio in Rotterdam-<br />

Zuid. Dit omdat is bewezen dat de kwaliteit van de samenwerking exponentieel toeneemt als de fysieke<br />

afstand afneemt. Als we het doen, doen we het goed, was de gedachte. Dus kropen we op zaterdag en<br />

zondag van acht uur ’s ochtends tot drie uur ’s middags bij elkaar onder één dak: centralisten van de<br />

meldkamer – voor de ambulancedienst, de politie en de brandweer –, triagisten van de Huisartsenposten<br />

Rijnmond en ’t Hellegat én een regiearts van een HAP. Later is ook nog de Rotterdamse VVT (verpleeghuizen,<br />

verzorgingshuizen en thuiszorg) aangeschoven. Vorig jaar zomer is er een pauze van enkele maanden geweest<br />

omdat er door corona capaciteitsgebrek was.”<br />

‘JE ZIT BIJ ELKAAR EN ER IS MEER REGIE EN OVERZICHT’<br />

Resultaten<br />

“De uitkomst van de pilot? Hoe vaak is de GGZ versneld ingeschakeld? Hoeveel oneigenlijke ambulanceritten<br />

zijn er minder gemaakt? Dit soort vragen over de kwantitatieve resultaten zijn niet te beantwoorden. Wel is er<br />

iets te zeggen over de kwaliteit van de samenwerking in de keten. Daar ben ik heel positief over: we snappen<br />

elkaar en weten elkaar te vinden.”<br />

“Ondanks het ontbreken van de kwantitatieve data, is er beweging om Zorgcoördinatie voort te zetten. Dat<br />

vinden AZN, de zorgverzekeraars en politiek Nederland. HAP ’t Hellegat wil meedoen, maar niet meer fysiek<br />

op één locatie in Rotterdam. Voor ons was het niet praktisch en leverde het onvoldoende op, ook omdat de<br />

VVT in onze regio daar niet aanwezig was. Door vanuit de HAP te werken voorkomen we dat we een extra<br />

arts en een extra triagist nodig hebben. Via een videoscherm kunnen we verbonden zijn met het ZCC en toch<br />

laagdrempelig overleggen.”<br />

“Verder willen we gaan werken aan betere samenwerking met de VVT van CuraMare. Dat zou heel goed in<br />

Dirksland kunnen, waar wij een HAP hebben. Maar hoe we de samenwerking precies organiseren, dat gaan we<br />

eerst uitzoeken.”<br />

Opschalen en afschalen<br />

Hermen Driece, sinds 2016 huisarts in Ooltgensplaat, zat enkele keren als regiearts in het ZCC. “Deze pilot<br />

draait om kwaliteit, doelmatigheid en samenwerking. Het doel is de zorgvraag directer te beantwoorden,<br />

ervoor te zorgen dat de juiste zorg sneller op de juiste plek komt. Dat kan opschalen of afschalen betekenen.<br />

Bij het afschalen van ambulancezorg komt de regiearts in beeld. Die beoordeelt dan of de vraag iets is<br />

voor bijvoorbeeld de huisarts of de VVT. Voor iemand met een hartinfarct die de huisarts belt, is juist weer<br />

opschaling nodig.”<br />

24


“In het ZCC kun je hier fysiek over overleggen. Je zit bij elkaar en er is meer regie en overzicht. Het werkt snel<br />

en effectief. Bijvoorbeeld als je een acute hulpvraag krijgt van een suïcidale psychiatrische patiënt. Als je die<br />

als huisarts aan de lijn krijgt, kun je niet veel beginnen, maar in het ZCC kun je snel de juiste zorg regelen door<br />

bijvoorbeeld de GGZ in te schakelen. Je kunt snel handelen, ook als er reanimatie nodig is.”<br />

“Lastiger is het punt van de verantwoordelijkheid. Ga je afschalen en blijkt een patiënt toch een hartinfarct te<br />

hebben, dan kan het ingewikkeld worden. Dat houdt verband met het triagesysteem dat je hanteert.”<br />

Directe lijnen<br />

“De pilot ZCC is mij goed bevallen. Je leert op een andere manier te denken. Het is voor een dokter ook<br />

wennen, omdat je meer samenwerkt en overlegt. Je denkt meer vanuit urgentie. Het kan heel hectisch zijn.<br />

Niet vreemd als je bedenkt dat je als ZCC een regio met 1,2 miljoen inwoners bedient.”<br />

“Door de pilot weten we elkaar in de keten beter te vinden. Je hoeft niet per se samen op één locatie te<br />

zitten, als de directe lijnen en de snelle toegang maar blijven bestaan. Als dokter ben ik enthousiast over<br />

Zorgcoördinatie, dat is duidelijk, maar ik weet niet of het bedrijfskundig verantwoord is om via een ZCC een<br />

kwaliteitsverbetering te bewerkstellingen.” ●<br />

25


REGIONAAL COÖRDINATIEPUNT<br />

Centraal | Onafhankelijk<br />

Marieke van Werkhoven - programmamanager Ouderen Voorne<br />

Wijnand den Hertog - divisiemanager kortdurende zorg en behandeling<br />

CuraMare<br />

ÉÉN REGIONAAL COÖRDINATIE-<br />

PUNT VOOR KORTDUREND<br />

VERBLIJF ONTZORGT ENORM<br />

Waar is een bed beschikbaar? Waar kan een kwetsbare oudere met een acuut<br />

zorgprobleem terecht die een tijdelijk verblijf nodig heeft? Hoe weten vraag en<br />

aanbod elkaar te vinden? Het is in de praktijk nog niet zo eenvoudig om dit soort<br />

vragen gemakkelijk en snel te beantwoorden. Het Regionaal Coördinatiepunt Zuid-<br />

Hollandse Eilanden (ZHE) brengt daar op Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee<br />

verandering in. Op 1 maart 2022 ging het van start.<br />

Het Regionaal Coördinatiepunt ZHE<br />

komt voort uit het Programma Ouderen<br />

Voorne, dat draait sinds 2019. In<br />

dit programma werken gemeenten,<br />

huisartsen en zorgorganisaties samen.<br />

Het gaat om de gemeenten Brielle,<br />

Hellevoetsluis en Westvoorne, regionale<br />

huisartsenorganisatie Cohaesie en<br />

Zorggroep Haringvliet en de drie C’s:<br />

Careyn, Catharina thuis op Voorne en<br />

CuraMare. Het Programma Ouderen<br />

Voorne initieert projecten die gericht zijn<br />

op het toekomstbestendig maken van de<br />

regionale ouderenzorg. Het Regionaal<br />

Coördinatiepunt ZHE is een van die<br />

projecten, waarmee het programma aan<br />

de slag is gegaan.<br />

Twee wensen<br />

Marieke van Werkhoven, programma-<br />

26


manager Ouderen Voorne, legt uit dat de realisatie<br />

van het Regionaal Coördinatiepunt ZHE twee wensen<br />

vervult. “De wens om een centraal aanmeldpunt voor<br />

onder andere tijdelijk verblijf te hebben en de wens<br />

om een beter beeld te krijgen van de capaciteit aan<br />

beschikbare bedden. COVID maakte het lastig om het<br />

Regionaal Coördinatiepunt ZHE op te zetten, maar we<br />

hebben zeker niet stilgezeten in die periode. In 2020<br />

is proefgedraaid met het bemiddelen van COVIDbedden.<br />

De ervaringen hebben we meegenomen in<br />

de verdere ontwikkeling.”<br />

Het Regionaal Coördinatiepunt ZHE is ondergebracht<br />

bij het zorgbemiddelingspunt van CuraMare. “Het<br />

is een onafhankelijk punt”, benadrukt Wijnand<br />

den Hertog, divisiemanager kortdurende zorg en<br />

behandeling van CuraMare.<br />

“De vraag was: moet er een nieuwe structuur komen<br />

of gebruiken we een bestaande structuur om de<br />

bemiddeling van eerstelijns verblijf toe te voegen?<br />

Waarom zou je het moeilijk doen als het gemakkelijk<br />

kan, was het idee, daarom is gekozen voor CuraMare<br />

Zorgbemiddeling. Daarbij heb je het vertrouwen<br />

nodig van alle betrokken partijen en moet je goede<br />

afspraken maken en randvoorwaarden scheppen.”<br />

Snel en transparant<br />

Dat is gebeurd. De huisarts hoeft niet langer tal<br />

van telefoontjes te plegen om een patiënt aan een<br />

kortdurend verblijf te helpen. Eén melding volstaat<br />

om de triage en bemiddeling in gang te zetten. “Een<br />

triage-verpleegkundige ontvangt de aanvragen,<br />

bepaalt de urgentie bij de hulpvraag en zorgt<br />

vervolgens voor een vlotte doorstroming. Dit ontzorgt<br />

de huisarts enorm én het zorgt ervoor dat de patiënt<br />

snel en transparant op de juiste plaats terecht komt”,<br />

aldus Marieke.<br />

“Alles bij elkaar: een grote verbetering van het<br />

proces. Niet voor niets hebben we afspraken met de<br />

zorgverzekeraar kunnen maken over de financiering.<br />

De zorgverzekeraar is er immers bij gebaat dat<br />

er geen versnippering is en dat de beschikbare<br />

zorg zo effectief mogelijk wordt ingezet.” De ICT is<br />

gerealiseerd door ZorgDomein, dat voor huisartsen<br />

een bekende ICT-organisatie is.<br />

Verdere uitbouw<br />

Het Regionaal Coördinatiepunt ZHE bemiddelt nu<br />

voor eerstelijns verblijf bij CuraMare, Careyn en<br />

het Buurtzorgpension, dat in het Medisch Centrum<br />

Spijkenisse thuiszorg op een centrale plek levert.<br />

Maar de ambitie is om in de toekomst ook andere<br />

‘ALLES BIJ ELKAAR: EEN GROTE VERBETERING<br />

VAN HET PROCES’<br />

27


vormen van zorg onder te brengen bij het Regionaal<br />

Coördinatiepunt ZHE.<br />

Marieke: “Denk aan thuiszorg. Nu moet de huisarts<br />

regelmatig bellen met diverse thuiszorgorganisaties<br />

om ervoor te zorgen dat een patiënt thuis de goede<br />

zorg krijgt. Met een centraal punt hoeft de huisarts<br />

niet zelf op zoek en heb je, net als bij een kortdurend<br />

verblijf, een beter beeld van de beschikbaarheid.<br />

We zijn al met de thuiszorgorganisaties in overleg en<br />

willen een pilot opzetten op Voorne.”<br />

Naast thuiszorg gaat het Regionaal Coördinatiepunt<br />

ZHE ook een rol kunnen spelen op het gebied van<br />

langdurige zorg en crisiszorg. Vervolgstappen zijn in<br />

voorbereiding en krijgen vorm als de structuur van de<br />

centrale plek staat als een huis.<br />

Meer inzicht<br />

Naast de bemiddelende rol heeft het Regionaal<br />

Coördinatiepunt ZHE ook een informerende rol. “Eén<br />

telefoonnummer voor de beschikbare zorg in de regio<br />

en voor informatie, dat is ontzettend belangrijk”, zegt<br />

Wijnand.<br />

Marieke: “Via het Regionaal Coördinatiepunt<br />

ZHE krijg je meer inzicht in de zorgcapaciteit, de<br />

behoeften en de tekorten in het regionale aanbod.<br />

Deze data kunnen de betrokken partijen helpen<br />

keuzes te maken bij capaciteitsvraagstukken.”<br />

Nu bestaat het Regionaal Coördinatiepunt ZHE uit<br />

één persoon, die tijdens kantooruren bereikbaar is en<br />

op basis van expertise hulp kan bieden. Op termijn<br />

verwachten Marieke en Wijnand een uitbreiding <strong>naar</strong><br />

een bereikbaarheid van 24 uur per dag, zeven dagen<br />

per week. “Ook in de nacht kan er een crisissituatie<br />

zijn. De huisartsenpost moet dan een plek zoeken.<br />

Dat is lastig, zodat patiënten soms onnodig <strong>naar</strong> het<br />

ziekenhuis gaan. Het zou goed zijn als het Regionaal<br />

Coördinatiepunt ZHE ook dan kan bemiddelen <strong>naar</strong><br />

de juiste plek.”<br />

Het project is geïnitieerd vanuit het Programma<br />

Ouderen Voorne. Het ligt echter voor de hand<br />

dat de bestuursstructuur op termijn verandert.<br />

Het Regionaal Coördinatiepunt ZHE reikt immers<br />

verder dan de grenzen van Voorne-Putten.<br />

Goeree-Overflakkee is eveneens betrokken, en<br />

richting Rozenburg, Hoogvliet en Pernis – die<br />

onder Rotterdam vallen – lopen ook lijntjes.<br />

<strong>Samen</strong>werking en afstemming met Verwijshulp<br />

010, het coördinatiepunt van Rotterdam en het<br />

coördinatiepunt in oprichting in de Hoeksche Waard,<br />

kan meerwaarde opleveren. ●<br />

Bemiddeling nummer één<br />

Op 1 maart ging het Regionaal Coördinatiepunt<br />

ZHE van start. Dezelfde dag kwam de eerste<br />

aanvraag binnen. Een huisarts die een plek zocht<br />

voor een 88-jarige patiënt. De nieuwe voorziening<br />

voor de bemiddeling van kortdurende zorg had het<br />

snel voor elkaar.<br />

“Dit gaat veel tijd schelen”, was de enthousiaste<br />

reactie van de huisarts. Een dag later was er taart<br />

voor de eerste succesvolle bemiddeling.<br />

Om het Regionaal Coördinatiepunt ZHE onder de<br />

aandacht te brengen, ontvingen alle huisartsen in<br />

de regio een informatieve kubus. Begin maart was<br />

er bovendien een webinar om het project toe te<br />

lichten.<br />

28


EENDUIDIGE INHALATIEMEDICATIE EN -INSTRUCTIE<br />

Uniformiteit | Vermindering klachten<br />

Jacqueline Muilwijk-Kroes - consulente astma/COPD en projectleider<br />

ÉÉN FORMULARIUM VOOR EEN<br />

HELE GROTE REGIO<br />

______________<br />

Inclusief de aan<br />

hen verbonden<br />

apotheken.<br />

______________<br />

Inclusief de<br />

met hen<br />

samenwerkende<br />

ziekenhuizen in<br />

de regio.<br />

Lang niet alle patiënten met astma of COPD gebruiken hun inhalatiemedicatie<br />

op de juiste manier. Sterker nog: 60 tot 70 procent maakt fouten bij de<br />

inhalatie. Dat zorgt voor veel medicatieverlies én tal van patiënten die niet de<br />

meest optimale behandeling ontvangen. Het regionaal formularium zorgt voor<br />

aanzienlijke verbetering. Kort samengevat gaat het om de keuze van de juiste<br />

toedieningsvorm uit een beperkt assortiment en een structurele begeleiding van<br />

de patiënt.<br />

Voor patiënten met astma of COPD is er een veelheid aan medicatie beschikbaar<br />

in de apotheek. Talloze inhalatieapparaatjes, elk met een eigen instructie, zijn er<br />

om de patiënt meer ‘lucht’ te geven en hun aandoening te stabiliseren. Welke<br />

inhalator, ook wel device genoemd, het meeste effect heeft, hangt af van de<br />

persoonlijke situatie.<br />

Het belangrijkste is dat de patiënt de inhalator volgens recept inzet en inhaleert<br />

conform de gebruiksaanwijzing. Dat valt in de praktijk dus nog niet mee. Sommige<br />

inhalators moet je schudden voor gebruik, anderen juist niet. Bij sommige moet je<br />

krachtig inhaleren, bij anderen rustig. De lichaamshouding tijdens het gebruik heeft<br />

ook effect. Een goede werking valt of staat niet alleen met het kiezen uit de juiste<br />

medicatie-groep, maar net zo belangrijk: wat kan de patiënt en welke inhalator<br />

past het beste? Huisartsen van zorggroep Haringvliet, longartsen en apothekers op<br />

Goeree-Overflakkee onderkenden dat en spraken in 2018 af om tot een eenduidige<br />

werkwijze te komen op het gebied van inhalatiemedicatie.<br />

Heldere overdracht<br />

Die samenwerking leidde tot heldere afspraken over de keuze en het voorschrijven<br />

van inhalatiemedicatie én de manier en frequentie van de inhalatie-instructie. De<br />

patiënt krijgt in het eerste jaar minimaal vier keer instructie aangeboden vanuit de<br />

huisartsenpraktijk en de apotheek.<br />

Om de communicatie te verbeteren is een overdrachtsformulier bedacht, waarop<br />

alle instructies zijn vermeld en waarop per instructie ruimte is om te vermelden<br />

wat er goed gaat bij het inhaleren, inclusief de voorbereiding en wat er direct<br />

daarna moet gebeuren. De patiënten nemen dit formulier steeds mee <strong>naar</strong> de<br />

SAMEN NAAR BETER │ 29


diverse zorgverleners waar zij instructie krijgen,<br />

zodat er sprake is van een heldere overdracht tussen<br />

zorgverleners.<br />

‘ALLES IS EROP GERICHT DAT<br />

DE PATIËNT CENTRAAL STAAT’<br />

Regionaal formularium<br />

Dit Flakkeese model trok de aandacht in andere<br />

regio’s, die deze werkwijze ook wilden gaan toepassen.<br />

“Vanuit regionale huisartsenorganisatie Cohaesie<br />

is in 2019 het initiatief gekomen om het Flakkees<br />

Model een vervolg te geven op Voorne-Putten”,<br />

zegt Jacqueline Muilwijk-Kroes, consulente astma/<br />

COPD en projectleider. “We zijn een regionaal<br />

overleg gestart en hebben samen opgetrokken om<br />

een regionaal formularium te implementeren, de<br />

inhalatiebegeleiding te verbeteren en tot een goede<br />

overdracht te komen tussen zorgverleners. Alles is<br />

erop gericht dat de patiënt centraal staat.”<br />

Uniformiteit<br />

Er is uitgegaan van het formularium dat op Goeree-<br />

Overflakkee was ontwikkeld; het Flakkees Model. In<br />

samenwerking met zorggroep Haringvliet en KIEK<br />

is het formularium geïmplementeerd op Voorne-<br />

Putten. Daarbij is adviserend huisarts Paul de<br />

Vries een verbindende factor geweest. Margriet<br />

Zaagman, longconsulente/longverpleegkundige, heeft<br />

verschillende partijen met elkaar verbonden en heeft<br />

alle wensen samengevat in één regionaal formularium.<br />

Hans in ‘t Veen, longarts SFC en Robin van der Putten,<br />

kaderarts astma/COPD hebben ondersteund.<br />

“Inhoudelijk en wat betreft het aanbod van devices<br />

is het regionaal formularium grotendeels hetzelfde<br />

als in het Flakkees Model. Een verschil is dat astma<br />

en COPD hier geen aparte categorieën zijn”, aldus<br />

Jacqueline. ‘Regionaal’ betekent in dit geval niet alleen<br />

Voorne-Putten, want “het is veel groter geworden”.<br />

“De zorgverleners uit regio Rijnmond hebben Cohaesie<br />

30


enaderd over hoe wij op Voorne-Putten het longformularium implementeren, ook zij werden enthousiast<br />

over het formularium wat ontwikkeld is door de Flakkeese collega’s. Het ging verder en verder, zodat we nu<br />

een mooi regionaal formularium en goede afspraken hebben voor een hele grote regio. We zijn trots op de<br />

doelmatigheid en uniformiteit in de regio.”<br />

Waar is het regionaal formularium doorgevoerd?<br />

• Zorggroepen: Haringvliet, Hoeksche Waard, Rijmonddokters, Zel, Cohaesie, Kiek, PeriScaldes,<br />

DrechtDokters<br />

• Apotheken op Goeree-Overflakkee, Zeeland, Voorne-Putten, Rijnmond, Dordrecht, Hoeksche Waard<br />

• Ziekenhuizen: Van Weel-Bethesda, Ikazia, Maasstad, Albert Schweitzer, Franciscus Gasthuis & Vlietland,<br />

Reinier de Graaf Gasthuis, Spijkenisse Medisch Centrum, ADRZ<br />

Preferentiebeleid<br />

Volgens Jacqueline zijn er nog wel een paar losse eindjes. Ze noemt het preferentiebeleid van de<br />

zorgverzekeraars. “Als een apotheker bepaalde inhalators niet mag leveren, kan dat de visie achter het<br />

regionaal formularium in de weg staan en problemen opleveren bij de patiënt. Het is voor de patiënt niet<br />

fijn om ineens te moeten inhaleren met een andere inhalator. Hierdoor kan therapie-ontrouw ontstaan,<br />

waardoor er meer klachten kunnen ontstaan en een bezoek aan de spoedeisende hulp wordt vergroot<br />

door longaanvallen. Wij hopen dat de zorgverzekeraars in de toekomst eerst met zorgverleners in de regio<br />

Zuid-Holland zuidwest in overleg gaan, alvorens zij preferentiebeleid gaan toepassen en open staan voor de<br />

unieke vorm van inhalatiebegeleiding die in het begin veel tijd kost, maar uiteindelijk zal leiden tot betere en<br />

goedkopere zorg.”<br />

Veel voordelen<br />

“Het regionaal formularium, zeker in zo’n grote regio, is een belangrijke ontwikkeling met veel voordelen”,<br />

vat Jacqueline samen. “Door het formularium ontstaat eenduidigheid. Er is een beperkt aantal inhalators<br />

gekozen om het beheersbaar te houden voor de zorgverleners en patiënten. De werkzame stof is beschikbaar<br />

in verschillende inhalators, waarbij gekeken is <strong>naar</strong> dezelfde techniek van inhaleren. Net zo belangrijk is de<br />

inhalatie-instructie en -begeleiding. Want als de patiënt verkeerd inhaleert, gaat de efficiëntie verloren… De<br />

patiënt is gebaat bij een optimale depositie van de medicatie. Eenduidige instructie en herhaling hiervan<br />

beperkt de kans op onjuist inhaleren, vermindert de klachten, verbetert de kwaliteit van leven, wat uiteindelijk<br />

ook kosten bespaart.” ●<br />

SAMEN NAAR BETER │ 31


‘T DOK MEDISCH CENTRUM GEOPEND<br />

Patiëntgericht | <strong>Samen</strong>werken | Zorg dichtbij<br />

Mariska Shekary-Moonen - medisch lid raad van bestuur CuraMare<br />

Wilhelma Veenstra - afdelingshoofd ‘t Dok Medisch Centrum<br />

Jorieke Molendijk-de Bruin - verloskundige<br />

GOEDE ZORG DICHTBIJ<br />

BINNEN EEN UITGESTREKT<br />

ADHERENTIEGEBIED<br />

Zorg dicht bij huis: dat is waar het bij ’t Dok Medisch Centrum in Hellevoetsluis<br />

om draait. In het gloednieuwe pand – de officiële opening was op 20 september<br />

2021 – kan de patiënt terecht voor eerstelijns- en tweedelijnszorg. De veelkleurige<br />

samenwerking maakt bovendien laagdrempelig contact mogelijk tussen de<br />

verschillende zorgverleners.<br />

“Het adherentiegebied van het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis bestaat uit Goeree-<br />

Overflakkee, het westelijk deel van Voorne-Putten en een gedeelte van Schouwen-<br />

Duiveland”, zegt Mariska Shekary-Moonen, medisch lid van de raad van bestuur van<br />

CuraMare.<br />

“Daar komen onze patiënten vandaan. We willen de zorg dicht bij huis leveren.<br />

Daarom hebben we buitenpoli’s. Op Voorne is Medisch Centrum Brielle, waar allerlei<br />

zorgverleners werken en elkaar ontmoeten. Denk aan huisartsen, de apotheek,<br />

verloskundigen, fysiotherapeuten en specialisten van het ziekenhuis. Dat concept<br />

werkt goed en heeft veel voordelen voor patiënten. Als ze een verwijzing hebben<br />

voor een specialist, hoeven ze in veel gevallen niet <strong>naar</strong> het ziekenhuis in Dirksland<br />

te reizen. Vanuit die gedachte is ook in Hellevoetsluis een gezondheidscentrum<br />

geopend: ’t Dok Medisch Centrum.”<br />

Zuinig met ruimte<br />

Er speelt nog een gedachte mee. Mariska: “Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis is<br />

heel compact en zeer efficiënt ingericht. We zijn er zuinig met de ruimte. Wat niet<br />

per se in het ziekenhuis hoeft plaats te vinden, kan op een andere locatie, dicht bij de<br />

patiënt.”<br />

Het resultaat in Hellevoetsluis, ’t Dok Medisch Centrum, mag er zijn. Op een mooie,<br />

centrale locatie is een breed scala aan zorgverleners werkzaam: twee huisartsenpraktijken,<br />

een verloskundigenpraktijk, de apotheek, fysiotherapeuten, logopedisten,<br />

diëtisten, psychologen en praktijken voor orthopedie en podotherapie.<br />

Ook de tweede lijn is heel goed vertegenwoordigd – veertig procent van de zorg in<br />

’t Dok Medisch Centrum is poliklinisch – met spreekuren van specialisten cardiologie,<br />

chirurgie, dermatologie, gynaecologie, interne geneeskunde, kindergeneeskunde,<br />

longgeneeskunde, neurologie, oncologie, orthopedie en revalidatie. Patiënten<br />

32


kunnen er eveneens terecht voor bloedprikken en het laten maken van röntgenfoto’s.<br />

’t Dok Medisch Centrum is ruim 2.500 vierkante meter groot, verdeeld over twee etages. De specialisten van<br />

het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis houden hun spreekuren op de begane grond.<br />

“Zoals je wel vaker ziet”, zegt Mariska, “was het pand bij de opening al te klein. Daarom blijft onze oude<br />

buitenpoli in Hellevoetsluis, Het Weergors, in gebruik voor oogheelkunde, KNO, kaakchirurgie en flebologie.<br />

We hebben wat kleine aanpassingen aan het gebouw gedaan en de naam veranderd in Het Nieuwe Weergors.<br />

Hoe het plaatje voor de toekomst er daar uitziet, moeten we nog bekijken.”<br />

In verbinding<br />

’t Dok Medisch Centrum is een illustratie van het feit dat het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis werkt in<br />

verbinding met allerlei zorgpartijen. “Dat kenmerkt het ziekenhuis”, zegt Mariska. “Het verbindt zich met<br />

andere aanbieders om in het uitgestrekte adherentiegebied goede zorg dichtbij te brengen. De medische<br />

centra in Brielle en Hellevoetsluis zijn met het oog daarop slimme oplossingen. We werken ook nauw<br />

samen met het Spijkenisse Medisch Centrum, waarvan het Maasstad Ziekenhuis en het Van Weel-Bethesda<br />

Ziekenhuis de eigenaren zijn.”<br />

Behalve dat voor de patiënt op deze manier ‘het ziekenhuis dichtbij’ is, kan hij of zij ook profiteren van<br />

het contact tussen zorgverleners uit de eerste- en tweede lijn. Dat is in een medisch centrum direct en<br />

laagdrempelig. Even overleggen kan bij wijze van spreken in de wandelgangen, maar het kan ook gemakkelijk<br />

wat meer gestructureerde vormen aannemen.<br />

“Er zijn veel mogelijkheden om samen te werken tussen zorgverleners, maar het is er nog niet van gekomen”,<br />

zegt Wilhelma Veenstra, afdelingshoofd van ’t Dok Medisch Centrum. “Dat is vooral te wijten aan COVID. Wel<br />

is er in het medisch centrum samenwerking als het gaat om bijvoorbeeld het beleid rond mondmaskers.”<br />

SAMEN NAAR BETER │33


Gezamenlijk spreekuur<br />

De verloskundigen in ’t Dok Medisch Centrum, verloskundigenpraktijk Hellevoetsluis, werken als een van de<br />

partners van de coöperatie Zuid aan Zee, nauw samen met de gynaecologen van Het Van Weel-Bethesda<br />

Ziekenhuis. “Die samenwerking bestaat al sinds 2017 en staat los van ‘t Dok Medisch Centrum”, zegt<br />

verloskundige Jorieke Molendijk-de Bruin.<br />

“In het medisch centrum is nog geen samenwerking tussen ons en de gynaecoloog, maar het is wel een<br />

wens. Niet voor als er acute zorg nodig is: wij kunnen een cliënt niet zomaar doorsturen <strong>naar</strong> de gynaecoloog,<br />

die beneden spreekuur houdt. Dan schakelen we een spoedarts in. Maar een gezamenlijk spreekuur van<br />

de verloskundige en de gynaecoloog heeft veel voordelen. Je biedt immers samen zorg en er is gezamenlijk<br />

dossier. Als je samen een cliënt spreekt, geef je samen informatie en weet je van elkaar wie wat gezegd heeft<br />

en doet. Dat geeft tijdwinst en verbetert de communicatie. Voor de cliënt is het ook fijn, want die hoeft niet<br />

twee keer haar verhaal te doen”, aldus de verloskundige, die blij is met de nieuwe locatie en de mogelijkheden<br />

die deze biedt. ●<br />

‘ER ZIJN VEEL MOGELIJKHEDEN OM<br />

SAMEN TE WERKEN TUSSEN ZORGVERLENERS’<br />

34


UITVOERINGSAGENDA OUDEREN GOEREE-OVERFLAKKEE<br />

Toekomstgericht | <strong>Samen</strong>werken | Vitaal ouder worden<br />

Han Gloudemans - bestuurder Zorggroep Haringvliet<br />

Ellen Hoogervorst-van der Meer - lid raad van bestuur CuraMare<br />

AGENDA VOOR EEN GELUKKIGE<br />

OUDE DAG ALS DE ZORGVRAAG<br />

TOENEEMT<br />

In 2050 is een kwart van de inwoners van Goeree-Overflakkee 65 jaar of ouder.<br />

Zijn de voorzieningen op het gebied van zorg, wonen en welzijn klaar voor<br />

die ontwikkeling? Het antwoord is nee. Daarom zijn ambitieuze en concrete<br />

stappen nodig. Die staan in ‘Lang zullen we gelukkig leven!’, een gezamenlijke<br />

uitvoeringsagenda van zorggroep Haringvliet, CuraMare, Stichting ZIJN, Oost<br />

West Wonen, de gemeente Goeree-Overflakkee en Paulina.nu. De ondertitel<br />

luidt niet voor niets: ‘Gezamenlijk Goeree-Overflakkee voorbereiden op een<br />

verouderende maatschappij’.<br />

“Het aantal ouderen neemt toe. Hoe ga<br />

je daarmee om, met de beperkte middelen<br />

die er zijn en in de wetenschap<br />

dat ze liefst zolang mogelijk zelfstandig<br />

thuis blijven wonen?”, schetst Han<br />

Gloudemans, bestuurder van Zorggroep<br />

Haringvliet, de problematiek die<br />

aanleiding is voor het opstellen van de<br />

uitvoeringsagenda.<br />

Totaalplaatje<br />

Hij noemt de problematiek ‘heel breed’.<br />

“De hele zorg heeft ermee te maken,<br />

maar ook welzijn, de woningcorporatie<br />

en de gemeente met de WMO. Dit gaat<br />

ook over leefbaarheid en arbeidsmarkt.<br />

Een totaalplaatje. Daarom is het mooi<br />

dat er een structuur is ontstaan, waarin<br />

alle betrokken partijen samenwerken<br />

om de uitdaging op te pakken en<br />

oplossingen te bedenken die effectief<br />

zijn. Oplossingen die ervoor zorgen dat<br />

de bewoners van Goeree-Overflakkee<br />

een goede en prettige oude dag tegemoet<br />

kunnen zien.”<br />

“Als we niets doen, hebben we in 2040<br />

een verdubbeling van de verpleeghuiscapaciteit<br />

nodig. Twee keer zoveel<br />

verpleeghuisplekken”, zegt Ellen<br />

Hoogervorst-van der Meer, lid van de<br />

raad van bestuur van CuraMare.<br />

“Moeten we niet gaan bouwen? De<br />

oplossing ligt maar gedeeltelijk in de<br />

stenen. We hebben ook medewerkers<br />

nodig, en dat terwijl de arbeidspopulatie<br />

niet toeneemt, maar hooguit<br />

stabiel blijft. Meer van hetzelfde is niet<br />

de oplossing. We moeten werk maken<br />

van ‘langer thuis blijven wonen’, meer<br />

en andersoortige zorg en diensten,<br />

zorgzame wijken en buurten en meer<br />

woningen voor senioren.”<br />

Handschoen opgepakt<br />

Dat al die partijen op Goeree-Overflakkee<br />

de handschoen hebben opgepakt<br />

SAMEN NAAR BETER │ 35


om met deze uitdaging aan de slag te gaan, noemt<br />

Ellen “cruciaal”. “Anders gaat de wal het schip keren<br />

door oplopende wachtlijsten voor het verpleeghuis,<br />

wat ook meer druk met zich mee brengt op<br />

bijvoorbeeld de wijkverpleging, de huisarts, de<br />

spoedeisende hulp en de mantelzorgers. Gelukkig<br />

hebben we elkaar snel gevonden.”<br />

“Met Oost West Wonen hebben we een inspiratiesessie<br />

georganiseerd, waarin we het onder meer<br />

hadden over tussenvormen tussen thuis wonen en<br />

het verpleeghuis. Daarbij gaat het vooral over de<br />

vraag hoe mensen gelukkig thuis kunnen blijven<br />

wonen als de zorgvraag stijgt. Dan moet je zorg en<br />

welzijn anders organiseren.”<br />

‘MEER VAN HETZELFDE IS<br />

NIET DE OPLOSSING’<br />

Bewustwording<br />

Volgens Ellen staat Goeree-Overflakkee ‘goed<br />

voorgesorteerd’ als het om zorgzame wijken en<br />

buurten gaat. “De sociale cohesie is goed, maar de<br />

demografische ontwikkeling is minder goed. Logisch<br />

dat we de uitvoeringsagenda beginnen met een<br />

bewustwordingscampagne.”<br />

“De bewustwordingscampagne is een van de<br />

vijf programma’s die zijn gedefinieerd”, zegt Han<br />

Gloudemans. “De campagne is bedoeld om mensen<br />

bewust te maken van wat het betekent om ouder te<br />

worden en waarmee je rekening moet houden om<br />

zolang mogelijk de regie over je leven te hebben. Het<br />

is verstandig om vroegtijdig te handelen.”<br />

Een ander programma zoomt in op de link tussen<br />

wonen, welzijn en zorg. “Welke oplossingen zijn<br />

daar te verzinnen? Denk aan knarrenhofjes, waar<br />

ouderen compacter bij elkaar wonen en ook<br />

voor elkaar kunnen zorgen. Er moet echt een<br />

ander woningaanbod komen. Maar denk ook aan<br />

wijkconciërges en technische ondersteuning thuis,<br />

zoals ICT en domotica.”<br />

Vroegsignalering<br />

“Programma nummer drie bestaat uit het versterken<br />

van de vroegsignalering. Dan weet je hoe het met<br />

iemand gaat en is een tijdige interventie mogelijk,<br />

zodat die persoon langer thuis kan blijven wonen. Er<br />

is nu wel signalering via de gemeente, de huisarts<br />

en de welzijnsorganisatie, maar de samenhang<br />

ontbreekt een beetje. Een idee is om inloopruimtes in<br />

de wijken te creëren, waar je om raad kan vragen.”<br />

“Positieve gezondheid is ook een programma van de<br />

uitvoeringsagenda”, vervolgt Han. “Op welke manier<br />

kijk je tegen gezondheid aan? Je kunt iemand met<br />

een depressie een pilletje geven, maar je kunt ook<br />

op een andere manier denken en kiezen voor een<br />

aanpak die tot een positiever leven leidt. Bijvoorbeeld<br />

via een zinvolle bezigheid, waar je voldoening uit<br />

haalt. Dat en <strong>naar</strong> elkaar omkijken kan overbodige<br />

medicalisering voorkomen.”<br />

Programma nummer vijf, tot slot, is bedoeld om<br />

tot een aanbod van zorg en diensten te komen, dat<br />

aansluit bij de behoeften van ouderen die langer<br />

thuis wonen.<br />

Bij de aanpak hoort ook een strategie voor de<br />

arbeidsmarkt. De inzet is om personeel <strong>naar</strong> Goeree-<br />

Overflakkee te trekken én daar te houden.<br />

Support<br />

“Support van de zorgverzekeraar en het zorgkantoor<br />

is belangrijk”, zegt Ellen. “Dan kunnen we sneller<br />

stappen zetten.” Han: “Je hebt te maken met<br />

allerlei regels, structuren en financieringsstromen.<br />

Dat kan beperkend werken. De overheid en de<br />

zorgverzekeraars zullen grenzen over moeten om<br />

ons plan voor verbetering mogelijk te maken. Het<br />

is dringend. Ik geloof heel erg in ons gezamenlijke<br />

verhaal. En ik denk dat als het lukt om samen iets te<br />

bereiken voor ouderen, we ook op andere vlakken<br />

sneller kunnen schakelen. Denk aan jongeren, de<br />

arbeidsmarkt…” 19 Mei was er een conferentie over<br />

het vervolg van de uitvoeringsagenda. ●<br />

In ‘Lang zullen we gelukkig leven!’ staan 4 ambities:<br />

1. Gezond en vitaal ouder worden<br />

2. Het verbeteren van de kwaliteit van wonen,<br />

welzijn en zorg<br />

3. Het behouden van voldoende tevreden<br />

professionals en toegankelijke voorzieningen<br />

4. Een goede besteding van middelen<br />

Het uiteindelijke doel:<br />

Goeree-Overflakkee vitaal houden.<br />

36


BOOSTERSCAMPAGNE GOEREE-OVERFLAKKEE<br />

Publieksgerijcht | Mega-operatie<br />

Bram Bolle - manager chronische zorg Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis<br />

Henk van Oostenbrugge - programmamanager gemeente G-O<br />

Marie Antoinette Westra - regiomanager Zorggroep Haringvliet<br />

‘JE ZIT SAMEN IN EEN<br />

SNELKOOKPAN EN JE HEBT<br />

ALLEMAAL HETZELFDE DOEL’<br />

Het was een bliksemactie en een mega-operatie. Maar het was in de<br />

eerste plaats een staaltje van doeltreffend samenwerken. CuraMare, de<br />

gemeente Goeree-Overflakkee, de eilandelijke huisartsen, verenigd in de<br />

Zorggroep Haringvliet en de Federatie Ondernemersverenigingen Goeree-<br />

Overflakkee (FOGO), zorgden er in no-time voor dat ruim 11.500 eilanders een<br />

boostervaccinatie ontvingen. Dicht bij huis, in De Staver. “We gaan het samen<br />

regelen. En het gebeurde.”<br />

Even terug in de tijd. Eind vorig jaar<br />

kregen we te maken met een nieuwe<br />

variant van het coronavirus: de<br />

omikronvariant. Van deze nieuwe loot<br />

aan de virusstam zou je minder ziek<br />

worden. Maar de kans op besmetting<br />

was veel groter. Het virus verspreidde<br />

zich in een hoog tempo.<br />

Code zwart?<br />

Dat bracht grote onzekerheid met zich<br />

mee. Neemt de druk op de zorg niet<br />

nog meer toe? Zouden de ziekenhuizen<br />

het wel aankunnen?<br />

Een boostervaccinatie houdt het virus<br />

in toom en helpt code zwart in de<br />

ziekenhuizen te voorkomen, zo was de<br />

gedachte. Opnieuw vaccineren dus.<br />

Iedereen die minstens drie maanden<br />

geleden zijn tweede vaccinatie had<br />

ontvangen, of besmet was geweest<br />

met het coronavirus, kon een extra prik<br />

halen bij een vaccinatielocatie van de<br />

GGD.<br />

Bewoners van Goeree-Overflakkee<br />

leken aangewezen te zijn op Zierikzee,<br />

Hellevoetsluis of verder. MaarCuraMare,<br />

de gemeente, de huisartsen en de<br />

ondernemersverenigingen staken daar<br />

een stokje voor. Boosteren prima, maar<br />

wel in de buurt.<br />

Zonder meer urgent<br />

“We maakten ons echt zorgen en<br />

hielden rekening met een pikzwart<br />

scenario”, zegt Bram Bolle, manager<br />

chronische zorg in het Van Weel-<br />

Bethesda Ziekenhuis. “De situatie was<br />

zonder meer urgent. Er was preventieve<br />

actie nodig. Van de Nederlandse<br />

Vereniging van Ziekenhuizen hadden<br />

we het verzoek gekregen om te<br />

inventariseren of we konden bijspringen<br />

bij het vaccineren. We waren echter<br />

beperkt in onze mogelijkheden, als we<br />

het alleen en binnen de muren van het<br />

ziekenhuis zouden doen.”<br />

Na die constatering ging het snel.<br />

CuraMare, waar Het Van Weel-Bethesda<br />

Ziekenhuis onder valt, legde contact<br />

SAMEN NAAR BETER │ 37


‘DE SITUATIE WAS ZONDER MEER URGENT.<br />

ER WAS PREVENTIEVE ACTIE NODIG’<br />

Henk van Oostenbrugge, Marie Antoinette Westra en Bram Bolle.<br />

38


met de Zorggroep Haringvliet. De gemeente sloot<br />

algauw aan en ook het bedrijfsleven zag het belang<br />

van een boostercampagne op het eiland. Er kwam<br />

een stuurgroep en er kwamen werkgroepen<br />

voor onder meer de locatie, het personeel, de<br />

communicatie, de registratie en het medische deel<br />

van de mega-operatie.<br />

Spannende vraag<br />

“De timing was wel een complicatie”, zegt Henk<br />

van Oostenbrugge, programmamanager sociale en<br />

economische vitaliteit van de gemeente Goeree-<br />

Overflakkee. “We zaten vlak voor het einde van het<br />

jaar. Ga dan maar eens regelen om in vier dagen tijd<br />

15.000 mensen te vaccineren...”<br />

“Ik werd de maandag voor kerst gebeld met de<br />

vraag of het te organiseren was. Spannende vraag.<br />

Hoe pas je het ruimtelijk in? Hoe zorg je dat er tijdig<br />

tafels, stoelen, scheidingswanden, internet et cetera<br />

zijn? Mede dankzij de goede samenwerking met de<br />

mensen van De Staver is het allemaal gelukt”, aldus<br />

Henk, die eraan toevoegt dat de gemeente niet alleen<br />

zorgdroeg voor de locatie, maar ook voor onder meer<br />

de beveiliging en het regelen van het verkeer.<br />

Onder hoge druk<br />

“We moesten eerst afstemmen met de GGD”,<br />

zegt Marie Antoinette Westra, regiomanager<br />

eerstelijnszorg Goeree-Overflakkee bij de Zorggroep<br />

Haringvliet. “Het was wel even spannend: gaat het<br />

wel door, gaat het niet door? Uiteindelijk kregen we<br />

groen licht van de GGD. Alles gebeurde onder hoge<br />

druk.”<br />

De uitdaging daarna was om iedereen tijdig een<br />

uitnodiging te sturen. Ook dat lukte. Op donderdag<br />

30 en vrijdag 31 december konden de 40-plussers<br />

terecht in De Staver en een week later, op donderdag<br />

6 en vrijdag 7 januari, de bewoners van 18 tot 39<br />

jaar. In de uitnodiging stond op welke tijden ze<br />

welkom waren. Dit om de toeloop zoveel mogelijk te<br />

stroomlijnen. De indeling was gemaakt op postcode.<br />

Voldoende personeel<br />

Andere bottleneck: is er voldoende personeel te<br />

vinden in zo’n beetje de drukste tijd van het jaar?<br />

Marie Antoinette: “We hebben een oproep verspreid<br />

en de eerste dag kwamen er, tot onze verrassing,<br />

al honderd aanmeldingen binnen. Mensen van<br />

zorgorganisaties, maar ook diëtisten, tandartsen,<br />

apothekers, leden van serviceclubs, medewerkers van<br />

de woningbouwvereniging en van scholen…”<br />

Uiteindelijk meldden vijfhonderd mensen zich aan.<br />

Meer dan genoeg om de vierhonderd diensten in<br />

te vullen. Vervolgens was het nog een hele klus om<br />

iedereen in korte tijd op te leiden en in te delen in<br />

functies – registreren, prikken, EHBO, catering etc.<br />

– en diensten. Dat laatste was bij uitzendbureau DS<br />

People, ingeschakeld via de FOGO, in vertrouwde<br />

handen.<br />

“Het liep fantastisch”, zegt Bram. “Je zit met z’n allen<br />

in een snelkookpan en je hebt allemaal hetzelfde<br />

doel. Wat enorm heeft geholpen is dat je elkaar<br />

gemakkelijk kunt vinden. Dat zó veel mensen op hun<br />

vrije dagen in De Staver wilden staan, ja, dat gaf wel<br />

echt een wij-gevoel.”<br />

Ervaring helpt<br />

“Het scheelt natuurlijk dat we de truc al een keer<br />

hadden gedaan”, reageert Henk van Oostenbrugge<br />

van de gemeente. “We hebben al twee jaar een<br />

testlocatie en van begin maart tot begin juli 2021<br />

was De Staver een vaccinatielocatie. 25.000 mensen<br />

hebben zich daar toen laten vaccineren. Al die<br />

ervaring helpt je snel op weg.” De vier boosterdagen<br />

ervoer hij “als een vibe”.<br />

Uiteindelijk kwamen ongeveer 11.500 mensen<br />

<strong>naar</strong> De Staver voor een boosterinjectie. Daarnaast<br />

kregen 160 eilanders de prik thuis. Vooral de eerste<br />

dagen, toen de 40-plussers aan de beurt waren,<br />

was het enorm druk. “Drie kwartier voordat de<br />

deur openging, stonden de eerste mensen al voor<br />

de deur. We hadden de eerste dag een wachtrij van<br />

vierhonderd man. Maar met tien priklijnen hoefde<br />

niemand langer dan een halfuur te wachten.”<br />

Duidelijk: voor veel bewoners van Goeree-<br />

Overflakkee, met name de senioren, was de barrière<br />

om zich te laten boosteren weggenomen door deze<br />

bliksemactie. “We zijn echt samen bezig geweest<br />

voor de gezondheid van de bewoners op Goeree-<br />

Overflakkee”, blikt Marie Antoinette terug. “En dat<br />

werd gewaardeerd. Veel mensen kwamen met<br />

cadeautjes en lovende reacties.” ●<br />

SAMEN NAAR BETER │ 39


ZORGPAD DEMENTIE<br />

Juiste zorg | Juiste moment<br />

Sophia Batenburg - programmamanager zorg en welzijn Cohaesie<br />

Elaine van Halderen - casemanager dementie<br />

______________<br />

Ketenzorg Netwerk<br />

dementie ZHE<br />

HET ZORGPAD DEMENTIE IS<br />

ÉÉN GROOT<br />

SAMENWERKINGSPAD<br />

De wijkverpleegkundige, de huisarts en de praktijkondersteuner, de thuiszorg,<br />

welzijn ouderen, het WMO-loket, de casemanager dementie, de geriater, de<br />

neuroloog en de psychiater. Bij de zorg voor mensen met dementie kunnen<br />

allerlei zorg- en hulpverleners betrokken zijn. Het zorgpad dementie is opgezet<br />

om patiënten op Voorne-Putten en Rozenburg de juiste ondersteuning of zorg<br />

te geven op het juiste moment. “We hebben het zorgpad dementie van de<br />

eerstelijnszorg doorgetrokken <strong>naar</strong> de tweedelijn. Dat is uniek in Nederland”,<br />

zegt Sophia Batenburg, programmamanager zorg en welzijn van regionale<br />

huisartsenorganisatie Cohaesie.<br />

“Het zorgpad dementie is een systeem, een schema, waarin alle professionals staan<br />

die een patiënt met dementie omringen”, legt casemanager dementie Elaine van<br />

Halderen uit. “Ook is beschreven wat hun taken zijn. Een stroomdiagram geeft<br />

helder aan hoe het proces van diagnose tot ondersteuning eruitziet.”<br />

In feite bestaat het zorgpad dementie uit twee zorgpaden. Elaine: “Zorgpad<br />

1 is bedoeld voor de niet-pluisfase, de fase van beginnende dementie. De<br />

ondersteuning is dan in handen van de wijkverpleging, de praktijkondersteuner,<br />

welzijn ouderen en <strong>naar</strong> behoefte de casemanager dementie. Een crisissituatie is<br />

niet te verwachten en specialistische zorg is in deze fase nog niet nodig. Is dat wel<br />

het geval, dan gaat zorgpad 2 in en schakelt de huisarts de casemanager dementie<br />

in. Met de eerstelijn redden we het niet langer en binnen afzienbare tijd zullen we<br />

een opname moeten regelen.”<br />

Snel doorpakken<br />

Zowel bij zorgpad 1 als bij zorgpad 2 krijgen de zorg en ondersteuning vorm via<br />

een individueel Zorgbehandelplan. Dit aan de hand van het Cyclusplan (op te<br />

stellen in samenwerking met patiënt en mantelzorg), Do (uitvoeren interventies<br />

door hulpverleners), Check (monitoren interventies in multidisciplinair overleg) en<br />

Actualize (bijstellen behandelplan in samenwerking met patiënt en mantelzorg).<br />

“Zo kun je goed in de gaten houden hoe de situatie zich ontwikkelt en of de<br />

patiënt nog voldoende zelfredzaam is. Door de goede communicatie kun<br />

je ook snel doorpakken als het nodig is. Het zorgpad dementie is één groot<br />

samenwerkingspad”, aldus Elaine. “En het voorkomt dubbel werk”, zegt Sophia.<br />

40


Elaine van Halderen en Sophia Batenburg.<br />

‘DOOR DE GOEDE COMMUNICATIE KUN JE SNEL<br />

DOORPAKKEN ALS HET NODIG IS’<br />

Zorgpaden dementie zijn er al op meer plaatsen in<br />

Nederland. Midden-Brabant bijvoorbeeld. Het is een<br />

voorbeeld, waarvan de initiatiefnemers op Voorne-<br />

Putten en Rozenburg – Cohaesie, Catharina, thuis op<br />

Voorne, Careyn, Actief Zorg en Ketenzorg Dementie –<br />

dankbaar gebruik konden maken.<br />

Tweedelijn verweven<br />

“Maar wij hebben het zorgpad uitgetekend dat<br />

hier past”, leggen Sophia en Elaine uit. “Uniek is<br />

bijvoorbeeld dat de casemanager dementie al sinds<br />

2019 ook spreekuur houdt in het Spijkenisse Medisch<br />

Centrum. Dat heeft geleid tot een uitstekende<br />

samenwerking met geriatrie en neurologie. Die<br />

afdelingen hebben meegedacht bij het opzetten<br />

van het zorgpad. Geriatrie en neurologie hebben de<br />

werkwijze geüniformeerd, waardoor het Spijkenisse<br />

Medisch Centrum goed aansluit op het zorgpad. Op<br />

die manier konden we het breder trekken en kan de<br />

patiënt ook vanuit het Spijkenisse Medisch Centrum<br />

een doorverwijzing krijgen <strong>naar</strong> de casemanager<br />

dementie. De link met de tweedelijn zit verweven in<br />

beide zorgpaden.”<br />

Het proces op weg <strong>naar</strong> een zorgpad dementie is<br />

gestart met een pilot in Zuidland en Heenvliet. Die<br />

was in 2019. Een jaar later zou het uitrollen over<br />

de regio plaatsvinden, maar door corona is dat niet<br />

gelukt. Nu, in 2022, gebeurt dat alsnog. De gemeente<br />

Nissewaard is er nauw bij betrokken en ook de<br />

gemeente Hellevoetsluis is er enthousiast over.<br />

Verkorte procedure<br />

Volgens Elaine is de pilot in Zuidland en Heenvliet<br />

goed uit de verf gekomen. “Soms is het wikken en<br />

wegen of een patiënt bij de praktijkondersteuner<br />

nog op de juiste plek is of <strong>naar</strong> de casemanager<br />

dementie zou moeten, maar ik heb duidelijk gemerkt<br />

dat de samenwerking veel sneller gaat en dat geldt<br />

ook voor doorverwijzingen <strong>naar</strong> het ziekenhuis.<br />

Casemanagers maken nu ook gebruik van VIPLive:<br />

het informatiesysteem dat de huisartsen en het<br />

ziekenhuis gebruiken.”<br />

Sophia: “De lijnen zijn korter geworden. Als de<br />

casemanager dementie de aanvraag doet is er al<br />

SAMEN NAAR BETER │ 41


een verkorte procedure voor de WMOvoorziening<br />

dagbesteding in de gemeente<br />

Nissewaard.” Het streven is om dat ook<br />

in andere gemeenten mogelijk te maken.<br />

Overigens werken buiten de regio Voorne-<br />

Putten en Rozenburg de gemeenten Goeree-<br />

Overflakkee en Hoeksche Waard ook al met<br />

zo’n verkorte procedure.<br />

Geen acute situaties<br />

“Het voordeel van het zorgpad dementie is<br />

verder dat je acute situaties voorkomt. Je bent<br />

voorbereid, iedereen is op de hoogte. Dan<br />

kan het niet gebeuren dat je bijvoorbeeld op<br />

vrijdagmiddag ineens wat moet regelen voor<br />

een patiënt”, aldus Sophia. “Je hebt eerder een<br />

beeld, ook van de zorg die nodig is. Met de<br />

voorinformatie kan de casemanager dementie<br />

dieper op de materie ingaan en is het mogelijk<br />

om sneller in te springen. Voor de patiënt is dat<br />

ook fijn. Die kent de casemanager al en hoeft<br />

niet aan een nieuw gezicht te wennen als het<br />

proces van dementie verder gaat. Dat maakt<br />

het makkelijker en geeft de patiënt rust.”<br />

Nu geldt het zorgpad dementie voor Voorne-<br />

Putten en Rozenburg, Hoogvliet en Pernis.<br />

Een uitrol richting Goeree-Overflakkee, de<br />

Hoeksche Waard en Rotterdam behoort tot de<br />

mogelijkheden. ●<br />

De persoon op de foto heeft<br />

geen relatie tot dit artikel.<br />

42


PATIËNTENERVARINGSMETING<br />

Meten is weten | Waardering patiënten<br />

Sophia Batenburg - programmamanager zorg en welzijn Cohaesie<br />

HUISARTSENPRAKTIJKEN<br />

SCOREN 8,3 MET PREM<br />

CHRONISCHE ZORG<br />

Patiënten die een huisartsenpraktijk van regionale huisartsenorganisatie Cohaesie<br />

of zorggroep Haringvliet bezoeken, omdat ze chronische zorg nodig hebben,<br />

waarderen hun zorgverlener gemiddeld met het rapportcijfer 8,3. Dat is de<br />

uitkomst van de PREM (Patient Reported Experience Measure) Chronische Zorg<br />

over 2021.<br />

Aan de patiëntervaringsmeting deden voor beide zorgroepen 32 huisartsenpraktijken<br />

mee. Andere praktijken hadden net een tevredenheidsonderzoek onder patiënten<br />

achter de rug of hielden pas op de plaats vanwege een aanstaande praktijkovername.<br />

In totaal vulden 4431 patiënten de vragenlijst in. Dat komt neer op een respons<br />

van 37,7 procent bij regionale huisartsenorganisatie Cohaesie en 37,4 procent bij<br />

zorggroep Haringvliet. Het ging om patiënten met astma, COPD, diabetes, hart- en<br />

vaatziekte of een verhoogd risico op hart- en vaatziekte. Ze konden hun mening<br />

geven over de huisarts, de praktijk-ondersteuner, de assistent of een ketenpartner.<br />

“Dit onderzoek is belangrijk om<br />

te kunnen beoordelen of de zorg,<br />

waarvan wij denken dat die goed<br />

is, aansluit bij de wensen van de<br />

patiënt”, zegt Sophia Batenburg,<br />

programmamanager zorg en welzijn<br />

van regionale huisartsenorganisatie<br />

Cohaesie. “Het is ook een manier<br />

‘MET HET UITVOEREN<br />

VAN DIT ONDERZOEK ZIJN<br />

WE ER NOG NIET’<br />

om te onderzoeken op welke onderdelen winst is te behalen, zodat wij actie kunnen<br />

ondernemen.”<br />

Marie Antoinette Westra, regiomanager eerstelijnszorg Goeree-Overflakkee bij<br />

zorggroep Haringvliet: “Met het uitvoeren van dit onderzoek zijn we er nog niet. Het<br />

is belangrijk dat er ook opvolging aan de resultaten wordt gegeven. Daarom gaan we<br />

patiëntenbijeenkomsten organiseren. De uitkomsten daarvan gebruiken we als input<br />

voor spiegelbijeenkomsten met de huisartsenpraktijken.”<br />

Een aandachtspunt dat uit de PREM 2021 <strong>naar</strong> voren komt is de toegang die<br />

patiënten hebben tot het individueel zorgplan.<br />

De PREM 2021 is bekostigd door zorgverzekeraars CZ en Zilveren Kruis.<br />

Onderzoeksbureau NetQ analyseerde de vragenlijsten. ●<br />

SAMEN NAAR BETER │ 43


WILT U MEER INFORMATIE OVER DE<br />

INHOUD VAN DIT MAGAZINE?<br />

Neem contact op met de betrokken<br />

organisaties uit de redactieraad:<br />

• Cohaesie<br />

0181 301 220 / secretariaat@cohaesie.nl<br />

• Zorggroep Haringvliet<br />

0187 740 400 / secretariaat@zghv.nl<br />

• CuraMare<br />

0187 607 300 / info@curamare.nl<br />

• Gemeente Goeree-Overflakkee<br />

0187 475 555 / info@goeree-overflakkee.nl<br />

• Paulina.nu<br />

communicatie@paulina.nu

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!