13360 LadeG E serie nl.5.0.QXP - EnerSys-Hawker

De laders uit de “E”Serie
Volgroeide techniek met nieuwe
eigenschappen voor extra rendabiliteit
Algemene kenmerken
• Ah-uitgebalanceerde laadtechniek
Deze speciale Hawker laadtechniek met
uitgebalanceerde Ah zorgt, ook bij
schommelingen van de netspanning,
voor een volledige lading die rekening
houdt met de ontlading van de batterij,
zodat de batterij niet wordt overladen.
De geoptimaliseerde laadtechniek voor
een volledige lading zorgt voor een
stabiele laadfactor, zelfs bij temperaturen
die afwijken van 30°C.
• Volledig automatische lading
8 Seconden na het aansluiten van de
batterij begint de lader met een
zelfdiagnose, waarna de lading
automatisch van start gaat. Het starten
van de lader kan niet vergeten worden,
zodat er altijd een geladen batterij
beschikbaar is.
• Egalisatieladingen
De inzet van de batterij bepaalt welke
van drie voorgeprogrameerde
egalisatieladingen, 20 uur na de start
van het laden, automatisch in werking
zal treden. De lader levert 12% van de
nominale batterij-capaciteit, waardoor
de tijdens het gebruik ontstane
onderlinge verschillen tussen de cellen
op een veilige manier verdwijnen.
Op deze manier is de optimale batterijcapaciteit
altijd beschikbaar. Bij een
“vaste samenwerking” van batterij en
lader zal de lader na 5 tussenladingen
of na 15 complete laad-cycli een uur na
het einde van de lading ( 12% Cnom) een egalisatielading starten. De manueel
ingestelde egalisatielading, die men op
ieder moment na de start van de eigenlijke
lading in werking kan stellen,
begint ook een uur na het einde van de
lading ( 12% Cnom). • Compensatieladingen
Na het einde van het laadproces zal
een kleine lading de batterij-capaciteit
regelmatig opnieuw op peil brengen.
• Desulfatie
Gesulfateerde batterijen worden
herkend, de meting nodig voor het
berekenen van de desulfatielading is
na 15 minuten beschikbaar.
• Instelbare laadfactor
De basisinstelling van de laadfactor
kan worden gewijzigd, zodat deze
optimaal aangepast is aan de inzet van
de batterij.
• Veiligheidsonderbrekers
De maximale laadtijd wordt door een
veiligheidsonderbreker begrensd.
• Stoptoets
Deze toets gebruikt men om batterij en
lader in stroomvrije toestand van
elkaar te scheiden.
• Zelfdiagnose
Door het indrukken van de stoptoets
voor het begin van de lading start men
een aktief onderzoek van de werking
van de lader. Na het einde van dit
onderzoek begint de lader automatisch
de batterij te laden.
• Desulfatie - en eerste lading
Te diep ontladen batterijen (een
ontlading van meer als 80%
veroorzaakt een sterke sulfatatie)
moeten bijkomend geladen worden om
de schadelijke gevolgen te beperken.
Dit is ook het geval voor batterijen die
nieuw, ongeladen of lange tijd
ongebruikt gebleven zijn. Met dit
laadprogramma kan een vastgestelde
extra hoeveelheid Ah geladen worden.
• LED-weergave van de lading
Het verloop van de lading wordt ook
weergegeven via leds met een hoge
lichtsterkte.
Aan het laden: LED “ON” brandt
Batterij 80% geladen: LED “80%” brandt
Batterij 100% geladen: LED “100%” brandt
Pulserende lading: LED “ ” brandt
Stroompanne, verkeerde nominale batterijspanning:
LED “Storing” brandt
Bijkomende eigenschappen van de
types: tronic E, digital E en multi E
• Compensatie voor extra weerstand
van de laderkabels
Deze compensatie voor de elektrische
weerstand van de laderkabels
verhindert onvoldoende lading van de
batterij als gevolg van de lengte of de
te kleine diameter van de laderkabels.
• Het geheugen van de lader
De processor die de lading controleert
slaat 128 eindelaad-gegevens op, met
zowel de foutmeldingen als statistische
gegevens. Deze gegevens kunnen ,via
het menu, op het LCD-display worden
weergegeven.
• IRComm-Interface
Via deze infrarood-interface kan de
lader gegevens uitwisselen met een
computer. De gegevens worden in een
EXCEL ® -compatibel formaat opgeslagen
en kunnen met dit programma grafisch
weergegeven worden. Dankzij deze
interface kan men de batterijladingen
zelfs permanent in het oog houden via
het internet.
• Standaard controlecircuit voor airlift
De laders kunnen van een optionele
airlift-pomp worden voorzien. De lader
neemt problemen met de airlift-leidingen
waar en geeft deze ook weer. De lader
zal ook automatisch overschakelen op
een hogere laadfactor.
• Standaard controlecircuit voor
aquamatic
Dit is een optie waarbij de lader via
een extern magneetventiel het automatisch
bijvullen van de batterij regelt. Het
aquamatic-controlecircuit zorgt er dan
voor dat het elektrolyt op het juiste
moment op het juiste peil wordt gebracht.
• LCD – Display met duidelijke informatie
Weergave van 16 grote tekens die via
een lichtpunt-matrix op een heldere
blauwe achtergrond verschijnen. De
toestand van batterij en lader wordt in
duidelijke woorden ( b.v. End of charge /
einde lading) weergegeven. Via het
menu kan men niet alleen de instellingen
van de lader opvragen maar ook
de eindelaadgegevens en andere gegevens
van de lading. Duidelijke foutmeldingen
helpen u en de Hawker
onderhoudsdienst bij de diagnose van
de fouten. Men kan de taal van deze
meldingen kiezen.
7