Kopieerbladen taal - Plantyn

© De Taalbende, Plantyn 

Onze taalbende! 

Een ondeugende maar leergierige vriendenkring, 

daar teken ik voor! 

Thema 1 – Les 1 – Kopieerblad 1.1

© De Taalbende, Plantyn Thema 1 – Les 4 – Kopieerblad 1.2

Lekker opscheppen 

De Boeboeks 

van het Biezebos 

Dieren op de boerderij 

Het ei van oom Trotter 

Knutselen met 

papier en karton 

De formule van 

tante Kriegel 


iets 

doen 


iets 

leren 


genieten 

/ 

ontspannen 



Groep 1 

De mannen stappen uit de helikopter en lopen de grot in. 

Wat gebeurt er dan? 

Deze vragen kunnen je helpen: 

Groep 2 


• Met hoeveel zijn ze? 

• Hoe zien ze eruit? (Hun gezicht, 

hun haar, hun kleding, hun grootte ...) 

• Wat hebben ze bij? (Drank wapens, nog 

meer pakjes ...) 

• Wat zeggen ze? 

• Hoe zeggen ze dat? (Luid, stil, fluisterend, 

stotterend ...) 

• Welke taal spreken ze? Misschien een 

taal waar de kinderen niets van 

begrijpen ... 

• Wat doen ze? Merken ze de 

kinderen meteen op? Of lopen 

ze naar hun pakjes? 

Maken ze ruzie? Gebruiken 

ze hun wapens? Wat doen 

ze met de kinderen en 

de hond? 

De kinderen en opa horen dat de mannen de grot binnenkomen. 

Wat doen ze? 


• Zijn ze bang? Of moedig? 

Is iedereen even moedig? 

(Misschien de kinderen wel, maar opa niet …) 

• Proberen ze zicht te verstoppen? 

Waar ? Lukt het? 

• Of vluchten ze? Hoe? Kunnen ze 

misschien langs een andere kant 

weg? Lukt dit? 

• Hoe verdedigen ze zich? Misschien 

zitten er wapens in de dozen? 

Hoe krijgen ze de dozen open? 

• Wat zeggen ze? 

• Praten ze tegen de 

smokkelaars? Spreken ze 

dezelfde taal? 

Begrijpen ze elkaar? 

• Hoe redden ze zich? 

Lukt het? 


Groep 3 

De mannen lopen de grot in. Een van hen ziet de hond en 

wil schieten. Maar Pelle loopt snel weg. 

Wat doet Pelle? 


Groep 4 


• Waar loopt Pelle heen? 

Misschien naar de oma van 

de kinderen of naar de politie ... 

• Hoe vindt hij de weg? Kent hij de 

weg sowieso? Loopt hij mee met 

een bekende? Of snuffelt hij aan alle 

plekjes waar ze eerder liepen? ... 

• Hoe maakt hij duidelijk waar 

de kinderen zijn? (Luid blaffen, onrustig 

heen en weer lopen ...) 

• Hoe probeert hij de kinderen 

te redden? Zoekt hij hulp? 

Trommelt hij andere 

dieren op? Valt hij de 

smokkelaars aan? 

• Lukt zijn plan of niet? 

• Wat gebeurt er daarna? 

Als de mannen de grot inlopen, lukt het hond Pelle te vluchten. 

Hij loopt naar oma en maakt haar duidelijk dat de kinderen 

en opa in gevaar zijn. Wat doet oma? 


• Is oma in paniek of net niet? 

• Schiet ze meteen in actie? 

Of verspilt ze eerst veel tijd? 

Misschien begrijpt ze Pelle niet 

meteen, of gelooft ze hem niet ... 

• Hoe probeert ze de kinderen te 

redden? Gaat ze zelf naar de grot? 

Verwittigt ze de politie? ... 

• Hoe vindt ze de grot? Misschien 

helpt Pelle haar hierbij ... 

• Wat doet ze met de smokkelaars? 

Bedenkt ze een plan? 

Gebruikt ze zelf wapens? ... 

• Lukt haar plan of niet? 


Groep 5 

Hond Pelle vlucht en verwittigt de politie. Zij gaan meteen 

naar de grot.Hoe vinden ze de kinderen en opa terug? 



• Waar vinden ze de kinderen? 

Vastgebonden in de grot? Verstopt 

achter de dozen? Of misschien 

vinden ze de kinderen helemaal niet ... 

Waar zijn ze dan? 

• Hoe vinden ze de kinderen? 

Levend of dood? 

• Hebben de kinderen de smokkelaars 

misschien overmeesterd? Hoe vinden ze 

hen dan? Als helden, uitgeput, gekwetst ... 

• Wat deden ze met de smokkelaars? 

(Vastbinden, neerschieten ...) Zijn de 

smokkelaars misschien gevlucht? 

• Wat vertellen de kinderen hen? 

(Hun avonturen, waar de smokkelaars 

naartoe zijn ...) 

• Wat gebeurt er daarna? 

Gaat iedereen rusten? 

Vieren ze feest? Worden de 

smokkelaars gevangen 

genomen? 


Naam verdachte: 

Schets: 

Dit is er volgens mij, , gebeurd: 


Wie heeft het gedaan? 

Wat heeft hij/zij met de bordveger gedaan? 

Was het per ongeluk? 

Waarom heeft die persoon dat gedaan? 

Heeft die persoon iets met de dode spin te maken? 

Heeft die persoon nog andere streken met de juf uitgehaald? 


GEZOCHT 


Een schooldag in China 

Een schooldag in China 

Voor de lessen Tijdens de lessen Na de lessen 

• Zingen en groeten • Chinees lezen en schrijven • Schaakles 

• Gymnastiek • Wiskunde 

• Muziek 

• Oogoefeningen 

• Werken 

Naar school gaan in China is heel anders dan naar school gaan in België. Wat er voor de 

lessen, tijdens de lessen en erna gebeurd, is heel anders dan bij ons. 

Voor de lessen 

De school in China begint tussen 7 en 8 uur. Ze eindigt tussen 4 en 5 uur. In veel scholen 

moet je een uniform dragen. Er is niet in ieder dorp een school. Daarom moeten kinderen 

soms ver stappen om er te arriveren. Als ze aankomen gaat heel de school samen zingen. 

Ze zingen over hoe goed hun land en hun leraren zijn. Daarbij steken ze hun arm omhoog 

als groet. Terwijl hijsen ze de vlag van China. Als ze uitgezongen zijn komt er een soort van 

marsmuziek. Heel de school krijgt dan op de maat van de muziek een kwartier 

gymnastiek 

Tijdens de lessen 

Na dit ochtendritueel gaan de leerlingen naar de klas. Ze buigen voor de leraar en gaan 

dan zitten. Het moet muisstil zijn tot de meester of juf zegt dat ze mogen spreken. Daarna 

beginnen de lessen. De kinderen leren Chinees lezen en schrijven. Dat is heel moeilijk. In 

China hebben ze immers geen 26 letters zoals in ons alfabet maar wel heel veel tekens. Als 

ze van de lagere school afstuderen kennen ze er drieduizend. Om een boek goed te kunnen 

lezen, moeten de kinderen er vijfduizend kennen! Ze leren ook veel muziek en wiskunde. 

Twee keer per dag zijn er oogoefeningen. Dit is om de ogen te ontspannen. De kinderen 

kijken omhoog en omlaag, naar links en naar rechts. Ze masseren ook de huid rond hun 

ogen. Terwijl klinkt er rustige muziek. 

Na de lessen 

Na school gaan sommige leerlingen naar de schaakles. Dat is een belangrijke denksport in 

China. Andere kinderen moeten naar huis om te gaan werken. Ze moeten dan 

theeblaadjes plukken of helpen op de rijstveld. 


a e i o u 

aa ee oo uu 


Geef elke klank de juiste kleur. 

a = blauw aa = rood 

o = groen ee = paars 

e = zwart oo = roze 

i = geel uu = wit 

u = bruin 

i 

o 

e 

a 

u 

© De Taalbende, Plantyn Thema 1 – Les 10 – Kopieerblad 1.15 

aa 

uu 

ee 

oo

Opdracht 3 

Bandiet Billy is de kale muren in zijn cel beu. 

Pas als er een prachtig schilderij hangt, doet 

hij zijn mond weer open. Op dat schilderij 

wil hij een berglandschap met schapen, een 

hut en een stralende zon. Maak jij een 

schilderij voor Billy? 

Teken de dingen die Billy graag op het 

schilderij wil. 

Opdracht 2 

De dagen duren erg lang voor bandiet Billy, 

want het leven in de gevangenis is saai. Pas 

als hij leuke dingen kan doen voor en na de 

ondervragingen wil hij meer zeggen. 

Bedenk jij leuke activiteiten of spelletjes 

voor bandiet Billy? Zorg er wel voor dat hij ze 

in zijn eentje in de gevangenis kan doen. 

Schrijf tien activiteiten op. 

Opdracht 1 

Bandiet Billy vindt het eten in de gevangenis 

maar niks. Hij wil de politie niets vertellen 

voor hij een lekkere maaltijd heeft gekregen. 

Hij houdt van veel vlees, groentjes en 

aardappelen, pasta of rijst. Natuurlijk hoort 

er ook een nagerecht bij en een lekker 

drankje. Zorg jij voor een heerlijk maal voor 

bandiet Billy? 

Zoek in tijdschriften foto’s van alle dingen 

die bandiet Billy lekker vindt. Kleef ze op. 

ondervraging: de manier waarop de agenten meer over de 

misdaad proberen te weten te komen, ze stellen hiervoor 

veel vragen aan de misdadiger. 

Opdracht 6 

Ondanks het mooie schilderij vindt bandiet 

Billy zijn cel nog steeds kaal. Voor hem mag 

ze er best wat feestelijker uitzien. Help jij 

hem daarbij? Billy beloofde ook het laatste 

tipje van de sluier op te lichten als zijn cel 

er heel bijzonder uitziet. 

Maak een feestslinger voor de cel van Billy 

met stroken die je uit de tijdschriften knipt. 

Opdracht 5 

Eindelijk werkt Billy mee met het onderzoek. 

Zijn vriend Bolly was inderdaad bij de 

overval betrokken, zegt hij. En meteen 

vertelt hij ook hoe Bolly eruit ziet: hij is groot, 

heeft lang zwart krullend haar, en draagt een 

hoed. Zijn ogen zijn groen en onder zijn 

linkeroog heeft hij een wrat. Bolly heeft 

dunne lippen en kijkt altijd sip. 

Teken een robotfoto van Bolly. 

Opdracht 4 

Bandiet Billy voelt zich erg eenzaam. Hij 

heeft geen vrienden of familie die hem 

opzoeken in de gevangenis. En ook geen 

liefje dat hem mooie brieven schrijft. Schrijf 

jij hem wel een brief? 

Schrijf een brief naar Billy. Vertel hem wat je 

vandaag zoal deed en wie je vrienden zijn. 

Vraag hem ook waar hij de buit heeft 

verstopt. Vergeet de datum bovenaan de 

brief niet en onderteken met al jullie namen. 


een tipje van de sluier oplichten: iets van een geheim 

prijsgeven

De buit bevindt zich 






a = y 

- t 

v = z, s = t 

a = o 

- s 


i = oo 

- d 

- z

MIJN DAG ALS AGENT X 

Jij bent agent X. 

Maar ssst … dat is 

natuurlijk een groot geheim. 

Hoe ziet jouw dag eruit? 

Wat doe jij zoal? Wat is je 

echte naam? 

Schrijf hier over het 

avontuur van jouw dag! 

Pasfoto 

© De Taalbende, Plantyn XThema 1 – Les 12 – Kopieerblad 1.23



Vul in. 

Pasfoto 

Wat is je echte naam? 

Hoe oud ben je? 

Hoe oud ben je? 

X 

Heb jij bijzonder materiaal 

Heb jij een vijand waartegen je moet strijden? 

Zo ja, wie dan? 

Om hoe laat sta jij op? 

Wanneer ga jij weer naar bed? 

Hoeveel boeven heb jij al kunnen pakken? 

Heb jij speciale krachten? Welke dan? 

Wat was het spannendste dat jij ooit meemaakte? 




Maar ssst … dat is natuurlijk een groot geheim. 

Hoe ziet jouw dag eruit? Wat doe jij zoal? 

Wat is je echte naam? 

Schrijf hier over het avontuur van jouw dag! 

Pasfoto 

Beeld je in: er is een boef die nog nooit gepakt is. Ditmaal wil 

hij de bank van het dorp beroven. Jij weet wat zijn plannen 

zijn! 

Wie is de boef? Wat doe je? Hoe grijp je hem? Of kan hij ontsnappen 

... 

© De Taalbende, Plantyn XThema 1 – Les 12 – Kopieerblad 1.25


Zedong 澤東 

Kian 遷 

Runzi 潤之 


edactie@bendejournaal.be 

Persbericht 

persagentschap@debende.be 

Gent – Een jonge vrouw had woensdag geld afgehaald aan een bankautomaat op de Graslei in Gent, 

toen een man zijn arm rond haar nek legde. Hij trok het slachtoffer tegen de grond en probeerde haar 

geld af te nemen. De vrouw viel op de grond. Ze sloeg daarbij haar voet om en ze bezeerde zich aan 

haar knie. De man kon het geld niet pakken en vluchtte. De vrouw liep hinkend naar buiten en riep 

om hulp. Een man die alles had zien gebeuren, liep de verdachte achterna en … 

1. Zoek de hoofdpersoon (over wie gaat het?) en onderstreep de belangrijkste woorden. 

Bespreek dit in je groep. 

2. Bedenk samen een vervolg voor het bericht. Vink het hokje aan als de opdracht klaar is. 

Wat gebeurt er nog? Hoe loopt het af met de boeven? 

Verzin allerlei mogelijkheden en noteer die in de woordspin. (De woorden die de boef op 

dit blad buit maakte kunnen je daarbij 

helpen.) 

Beslis samen hoe je het laat aflopen. 

De journalist noteert het vervolg op de 

schrijflijnen onder het artikel. 

3. Oefen het nieuwsbericht en vertel mekaar 

of het goed is of hoe het nog wat beter 

kan. Doe dit op een eerlijke maar beleefde 

manier. (Lees de aandachtspuntjes op het 

bord nog even na.) 

handboeien, 

ontsnappen, 

proces, 

gevangenis, 

vingerafdrukken, 

robotfoto, 

achtervolging 

© De Taalbende, Plantyn Thema 1 – Les 14a – Kopieerblad 1.28


Persbericht 


Antwerpen – Toen de familie Willems thuis kwam, stond ze oog in oog met drie boeven. 

Ze droegen geen maskers. Ze wilden de dure auto van het gezin stelen. Meneer Willems wilde de 

sleutels niet geven en kreeg enkele rake klappen tegen het hoofd. Ook mevrouw Willems werd 

bedreigd en moest haar sleutels afgeven. Uiteindelijk gingen de boeven aan de haal met haar auto. 

Later werd … 





Verzin allerlei mogelijkheden en noteer die in de woordspin. (De woorden die de boef op dit 

blad buit maakte kunnen je daarbij helpen.) 


De journalist noteert het vervolg op 

de schrijflijnen onder het artikel. 

3. Oefen het nieuwsbericht en vertel mekaar of 

het goed is of hoe het nog wat beter kan. 

Doe dit op een eerlijke maar beleefde manier. 

(Lees de aandachtspuntjes op het bord nog 

even na.) 

handboeien, 

ontsnappen, 

proces, 

gevangenis, 


robotfoto, 

achtervolging 



Persbericht 


Brussel – Vorig weekend werd Joris Vangaver slachtoffer van inbrekers. Boeven braken een raam 

van zijn woning stuk en gingen aan de haal met juwelen en uurwerken. Ze namen ook de spaarpotjes 

van de kinderen mee. De buit zou enkele duizenden euro’s waard zijn. Een buurman van Vangaver 

die in zijn tuin aan het werk was, zag op dat moment een verdachte wagen in de straat en 

waarschuwde de politie. Die … 








De journalist noteert het vervolg op de 

schrijflijnen onder het artikel. 





even na.) 

handboeien, 

ontsnappen, 

proces, 

gevangenis, 


robotfoto, 

achtervolging 



Persbericht 


Oostende – In een restaurant op de zeedijk vond vrijdagavond een overval plaats. Rond 23 uur 

stapten twee gewapende mannen naar binnen. Ze bedreigden het personeel en de klanten en eisten 

het geld uit de kassa. Twee mannen die in het restaurant zaten te eten lieten dit echter niet gebeuren 

en gingen op de vuist met de overvallers. Die namen de benen en renden zonder buit de straat op. 

Daar … 








De journalist noteert het vervolg op 

de schrijflijnen onder het artikel. 





even na.) 

handboeien, 

ontsnappen, 

proces, 

gevangenis, 


robotfoto, 

achtervolging 


Pippi is dingenzoeker en krijgt ruzie 

Annika werd volgende morgen vroeg wakker. Ze sprong uit bed, sloop naar Tommy toe 

en trok hem aan zijn arm 

‘Wakker worden, Tommy!’ riep ze. ‘Dan gaan we naar dat grappige meisje met die grote 

schoenen!’ 

Tommy sprong meteen uit bed. ‘Toen ik nog lag te slapen, wist ik al dat er vandaag 

iets leuks was, maar ik kon maar niet bedenken wat,’ zei hij. Samen renden ze naar de 

badkamer. Ze wasten zich en poetsten hun tanden veel sneller dan anders. Hun kleren 

trokken ze razendsnel aan. En een heel uur vroeger dan andere ochtenden kwamen ze 

langs de trapleuning naar beneden glijden. Ze gingen aan tafel zitten en riepen dat ze 

meteen wilden ontbijten. 

‘Wat is er aan de hand,’ vroeg hun moeder, ‘waarom hebben jullie zo’n haast?’ 

‘We gaan naar het nieuwe buurmeisje. Daar blijven we misschien wel de hele dag,’ zei 

Annika. 

Die ochtend wilde Pippi peperkoekjes bakken. Ze had een heleboel deeg gemaakt dat 

ze op de keukenvloer had uitgerold. 

‘Want weet je,’ zei Pippi tegen het aapje, ‘wat heb je eigenlijk aan een keukentafel als je 

meer dan vijfhonderd peperkoekjes moet bakken!’ 

Ze was op de grond gaan liggen en stak peperkoekhartjes uit alsof haar leven ervan 

afhing. 

‘Zit niet met je vingers aan het deeg, meneer Nilsson,’ zei ze boos – en toen werd er 

gebeld. 

Pippi sprong op en liet Tommy en Annika binnen. 

‘Wat leuk dat jullie gekomen zijn,’ zei ze in een wolk van rondstuivend meel. Tommy en 

Annika kregen zo veel meel in hun keel dat ze ervan moesten hoesten. 

‘Wat ben je aan het doen?’ vroeg Tommy. 

‘Ja, als ik zeg dat ik bezig ben de schoorsteen te vegen, dan geloof je me toch niet. Zo 

slim ben je wel,’ zei Pippi. ‘Ik ben eigenlijk aan het bakken. Maar het is nu gauw klaar. Jullie 

mogen wel zolang op de hutkoffer gaan zitten.’ 

Pippi kon vlug opschieten! Tommy en Annika zagen hoe ze om het deeg rende, hoe ze 

de koekjes op de plaat gooide en de plaat in de oven mikte. Ze vonden dat het net een 

film leek. 

‘Klaar,’ zei Pippi ten slotte. Ze sloeg de ovendeur met een klap dicht. 

‘Wat gaan we nu doen?’ vroeg Tommy. 

‘Ik weet niet wat jullie van plan zijn,’ zei Pippi, ‘maar ik kan niet luieren. Ik ben namelijk 

een dingenzoeker, en dan ben je nooit klaar.’ 

‘Wat ben je?’ vroeg Annika. 

‘Een dingenzoeker.’ 

‘Wat is dat?’ vroeg Tommy. 

‘Iemand die dingen zoekt, natuurlijk. Wat zou het anders zijn?’ zei Pippi, terwijl ze al het 

meel dat nog op de grond lag op een hoopje veegde. ‘De hele wereld is vol met dingen 

en het is hard nodig dat iemand die zoekt. En dat is nou precies wat een dingenzoeker 

doet.’ 

‘Wat voor dingen dan?’ vroeg Annika. 

Bron: Astrid Lindgren, Pippi Langkous, Ploegsma, 2012. 

© De Taalbende, Plantyn Thema 1 – Les 14b1 – Kopieerblad 1.32

Wat vinden Pippi, Tommy en Annika? 

Met wie krijgen ze ruzie? 

Maak hier je tekening: 


Waar vinden ze het ‘ding’? 

Thema 1 – Les 14b1 – Kopieerblad 1.33


Kies twee tips waar jij gaat op letten tijdens het vertellen van je verhaal en kleur de vlagjes. 

Ik praat luid. 

Ik praat traag. 

Ik praat duidelijk. 

Ik zeg niet steeds: 

en dan, en toen. 



Opdrachtenkaart 1: Woordenmemory 

Wat heeft je groepje nodig? 

1 

Opdrachtenkaart 2: Het woord in een zin 

Wat heeft je groepje nodig? 

1 

2 

De woordenschatkaartjes (tekeningen). 

Je leerwerkboek p. 24 

Hoe ga je te werk? 

1 

2 

3 

De woordenschatkaartjes (tekeningen en omschrijvingen). 

Hoe ga je te werk? 

1 

2 

3 

Je maakt twee groepen van kaartjes: de tekeningen en de omschrijvingen. 

Tijdens het spel liggen de kaartjes door elkaar met de achterkant naar boven. In een 

eerste spelletje kun je beide groepen gescheiden houden, nadien kun je beide door 

elkaar haspelen. 

Om de beurt draai je twee kaartjes om en zoek je degene die bij elkaar horen. 

4 Heb je een duo gevonden, dan mag jij die kaartjes bijhouden en nog een keer 

proberen. 

5 

De winnaar van het spel is diegene met de meeste kaartjes op het eind. 

Jullie kiezen een woordenschatwoord. 

Jullie maken met dit woord een zin. 

Welke groep maakt de langste zin met het woord? Schrijf op in je leerwerkboek bij 

oefening 1. 

4 Jullie kunnen dit met verschillende woorden doen. 


Woordenschat Thema 1 

de handboeien 

ontsnappen 

de cel 

de gevangenis 


twee beugels om handen aan elkaar te binden. 

wegkomen uit gevangenschap. 

kamertje waarin een gevangene wordt 

vastgehouden. 

zwaar bewaakt gebouw waar mensen 

opgesloten zitten. 


de katapult 

de robotfoto 

achtervolgen 

smokkelen 


speelgoed om steentjes en dergelijke weg 

te schieten. 

een schets van een persoon zijn gezicht. 

achter iemand aan rennen of rijden. 

goederen in het geheim over de grens brengen. 


de buit 

de kluis (kraken) 


hetgene dat je gestolen hebt. 

metalen kast met een stevig slot waarin kostbare 

dingen zitten (breken zodat het opengaat). 


Woordenschat Thema 1 

de handboeien 

ontsnappen 

de cel 

de gevangenis 



de katapult 

de robotfoto 

achtervolgen 

smokkelen 



de buit 

de kluis (kraken)

Kopieerbladen taal - Plantyn

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?