Mundikat Magazine edition 4-2018

kat gezond is afgeleverd.
Art 17:8 lid 2
Bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering
niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking
van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes
maanden na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de
aard van de afwijking zich daartegen verzet.
In een termijn van 6 maanden na aflevering hoeft de koper niet
te bewijzen dat de ziekte bij de fokker vandaan komt, maar de
fokker moet bewijzen dat de kat gezond was ten tijde van de
aflevering.
Was de kat gezond bij aflevering?
Het is wel belangrijk te weten dat Yucca (Maine Coon) voordat
hij werd verkocht een door de dierenarts voorgeschreven
antibioticakuur ondergaan heeft wegens, kort gezegd, een
luchtweginfectie. Volgens de dierenarts was het probleem
daarmee verholpen en kon het kitten worden verkocht.
Dit laatste wordt door de fokker aangedragen als argument dat
de kat gezond was bij aflevering. De dierenarts verklaarde de
kat gezond.
Wat vindt Mr. Frank Visser? Die stelt dat op basis van de
symptomen, zoals het traanoog en de diarree en het feit dat
de dierenarts dezelfde antibioticakuur als eerder voorschreef,
geconcludeerd kan worden dat de ziekte waaraan Yucca
vóór de verkoop leed kennelijk niet geheel was genezen. Die
ziekte heeft dus na de aflevering weer de kop opgestoken. De
verwijzing naar het enkele feit dat de dierenarts de kat gezond
verklaarde acht hij niet voldoende. Hij oordeelt daarom dat de
fokker er niet in geslaagd is te bewijzen dat de kat ten tijde van
de verkoop wel degelijk gezond was. Hij oordeelt daarmee dus
dat Yucca niet voldeed aan de verwachtingen van koper en dat
juridisch gezien dus een ondeugdelijke kat is geleverd.
U begrijpt natuurlijk wel uit voorgaande dat het afgesloten
contract met de “garantieverklaring” ook zonder toepassing
van consumentenkoop mogelijk nadelig zou uitpakken voor de
fokker.
Een ongezonde kat. Wat nu?
Wat mag de koper eisen ingeval van een zieke kat (ondeugdelijk
product). Ook hier geeft de wet regels voor:
Art. 7:21 BW
1. Beantwoordt het afgeleverde niet aan de overeenkomst, dan kan
de koper eisen:
a. aflevering van het ontbrekende;
b. herstel van de afgeleverde zaak, mits de verkoper hieraan
redelijkerwijs kan voldoen;
c. vervanging van de afgeleverde zaak, tenzij de afwijking van
het overeengekomene te gering is om dit te rechtvaardigen,
dan wel de zaak na het tijdstip dat de koper redelijkerwijze met
ongedaanmaking rekening moet houden, teniet of achteruit is
gegaan doordat hij niet als een zorgvuldig schuldenaar voor het
behoud ervan heeft gezorgd.
2. De kosten van nakoming van de in lid 1 bedoelde verplichtingen
Volgens dit artikel kan een koper herstel van een ondeugdelijke
zaak vorderen. Uit artikel 3:2a lid 2 BW leerden we immers dat
dieren weliswaar geen zaken zijn, maar dat bepalingen over
zaken ook op dieren van toepassing zijn. Daarmee mag je ervan
uitgaan dat herstel zoveel mogelijk ook moet worden toegepast
op dieren.
De fokker had in haar contract voorzien in meerdere zaken,
waaronder ook eventuele vergoeding. Die was echter veel
lager dan het hier gevorderde en voor sommige gevallen was
vergoeding zelfs volledig uitgesloten.
Nu in deze zaak sprake is van consumentenkoop, kunnen op
grond van art. 6 BW die bepalingen in het contract niet meer
als geldig worden gezien. Er mag niet worden afgeweken van
art.7:21 BW dat stelt dat de koper herstel mag eisen als dit
redelijkerwijs mogelijk is.
Artikel 7:6 BW
Bij een consumentenkoop kan van de afdelingen 1-7 van deze
titel niet ten nadele van de koper worden afgeweken en kunnen
de rechten en vorderingen die de wet aan de koper ter zake van
een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen van de
verkoper toekent, niet worden beperkt of uitgesloten.
Herstel
Een diergeneeskundige behandeling kan gezien worden als
herstel. Medicatie levert op termijn weer een gezond dier.
Zelfs als de kosten van medicatie hoger zouden uitvallen dan
de verkoopprijs! In dit geval oordeelt Mr. Frank Visser dat de
dierenartskosten niet in wanverhouding zijn met de koopprijs.
Het verschil is in deze zaak ook minimaal. De koopprijs was €
650,= en de dierenartskosten bedroegen € 636,27.
Dan is er nog een referentie naar euthanasie. Mr. Frank Visser
merkt nog op dat niet te gemakkelijk mag worden overgegaan
tot euthanasie. De intrinsieke waarde van het dier brengt
met zich mee dat dit geen lichtzinnige beslissing mag zijn.
Behandelen of euthanaseren is een afweging die op medische
gronden wordt gemaakt en niet op financiële gronden. Als
euthanaseren goedkoper zou zijn geweest dan behandelen,
dan nog zou er niet zomaar mogen worden geëuthanaseerd. De
dierenarts zou dit zeker ook niet gedaan hebben. De kat was
immers goed behandelbaar. Dieren in het handelsverkeer (vee
bijvoorbeeld) hebben een duidelijke economische waarde en
de afweging voor euthanasie zal daar zeker eerder aan de orde
zijn. Ook dan kan die afweging niet lichtzinnig gemaakt worden
volgens de wet.
Bij huisdieren, onderdeel van het gezin, komt die vraag sowieso
veel minder snel aan de orde.
Dat betekent dan ook dat de fokker in deze zaak aansprakelijk
wordt gehouden voor de dierenartskosten.
Dat kan in deze zaak aangezien de kosten netjes gespecificeerd en
inzichtelijk zijn. De koper kan kennelijk alle dierenartsrekeningen
overleggen. De fokker moet dus al die kosten vergoeden. Er is
door de fokker al het een en ander vergoed, maar zij wordt nu
aansprakelijk gesteld voor alle gemaakte kosten die niet door
41 jaar Mundikat — Mundikat Magazine nummer 4 2018— 37