Op één Lijn 42 - Huisartsgeneeskunde
Op één Lijn 42 - Huisartsgeneeskunde
Op één Lijn 42 - Huisartsgeneeskunde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
CAPHRI School for Public Health and Primary Care<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
HET HART OP DE GOEDE PLAATS<br />
Vakgroep <strong>Huisartsgeneeskunde</strong> | Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML)
2<br />
Colofon<br />
<strong>Op</strong>lage<br />
2180<br />
Hoofd/eindredactie<br />
Babette Doorn<br />
Redactieleden<br />
Henk Goettsch, Hendrik Jan Vunderink,<br />
Sjef Swaans, Luc Gidding<br />
en Babette Doorn<br />
Doelgroep<br />
huisartsen Limburg en Brabant, aios en alumni,<br />
afdelingen MUMC+ & overige relaties<br />
E-mail<br />
op1lijn@hag.unimaas.nl<br />
Postadres<br />
Vakgroep HAG<br />
Universiteit Maastricht<br />
Postbus 616<br />
6200 MD Maastricht<br />
Bezoekadres<br />
Debyeplein 1<br />
6229 HA Maastricht<br />
Ontwerp/druk<br />
Océ Business Services, Maastricht, OBS 8532<br />
Fotografie<br />
Foto omslag is gemaakt door Anneke Germeraad<br />
(Betreft de afgestudeerden van de kaderopleiding<br />
Hart- en vaatziekten, zie pagina 3)<br />
Foto pagina 3 en 4 gemaakt door Sasha Ruland<br />
Foto's pagina 15 en 16 gemaakt door<br />
Anneke Germeraad<br />
Foto pagina 24 is gemaakt door Joey Roberts<br />
Foto pagina 26 is gemaakt door Joey Roberts<br />
Deadline volgend nummer<br />
22 juni 2012<br />
© Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,<br />
opgeslagen in een geautomatiseerd bestand of<br />
openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,<br />
microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder<br />
voorafgaande schriftelijke toestemming van de<br />
uitgever.<br />
Inhoudsopgave<br />
Algemeen<br />
Van de redactie – Babette Doorn 3<br />
Van de voorzitter – Job Metsemakers 4<br />
Join our family – Babette Doorn 5<br />
Zorg voor de toekomst! – InterUM 6<br />
Samen op weg naar de top Alpe d’Huzes – redactie 6<br />
Broodjes – redactie 7<br />
Medewerkers stellen zich voor<br />
Lonny Hazen, HAB chronisch blok 7<br />
Giel Peeters, HAB chronisch blok 8<br />
Esther Giroldi, promovendus 9<br />
Marscha Luijkx, HAB blok acute zorg 9<br />
Diederd Kronjee, HAB psychisch blok 10<br />
Maud Sinkiewicz, gedragswetenschapper 11<br />
’t Schip, onderwijsruimte in Eindhoven 12<br />
Onderwijs<br />
Ghana: een ander perspectief – Laury de Jonge 12<br />
Werkplekleren – Jonne van der Zwet 14<br />
Winnaar onderwijsprijs: beste HAB jaar 2010-2011: Wil Keulers 15<br />
Nascholing algemeen – Yvonne van Leeuwen 15<br />
Kaderopleiding Hart- en Vaatziekten: weer 20 afgestudeerden –<br />
Yvonne van Leeuwen 16<br />
Onderzoek<br />
De Maastricht Studie – Roelf Norg 17<br />
NHG wetenschapsdag – Wetenschappelijke Programmacommissie 18<br />
Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) – redactie 18<br />
Postdoc-plannen: onderzoek naar nieuwe generatie antistollingsmiddelen – 19<br />
Petra Erkens<br />
Voor u geschreven in Maastricht – Jelle Stoffers 20<br />
EGPRN agenda – Hanny Prick 21<br />
WESPEN:<br />
Denise Vergeer 22<br />
Jasper Dijcks 22<br />
Annelieke Korte 23<br />
Promotie Sil Aarts – redactie 24<br />
Maastricht Infectieziekten Centrum agenda – redactie 24<br />
MIRA trial – Marian van den Brink 25<br />
Huisartsopleiding<br />
Erkenning en herkenning – Jean Muris 26<br />
Afscheid Tonnie van Kessel in de praktijk – Jean Muris 27<br />
Bas Maiburg benoemd tot UHD – redactie 27<br />
Gezondheidsrechterlijke kwesties: Dwang en drang in de geneeskunde – 28<br />
Arie de Jong<br />
Aios wetenschapsdag ‘Kaalheid is een keuze’ – Sjef Swaans 29<br />
<strong>Op</strong>leiders-tweedaagse 2012: Leuk en leerzaam – Stijn de Vries 30<br />
Huisarts in België – Ingrid van der Heijden 31<br />
Bijzonder bekwaam in GGZ: Priska Israel – Hendrik Jan Vunderink 33<br />
Writers Block – Felix Punt 34<br />
Oefenen voor dokter: ‘Dus jij bent de coassistent?’ – Sophie van der Voort 36<br />
Van de redactie<br />
Niets gaat vanzelf<br />
Het bruggetje van het vorige nummer ‘Wat ons bindt’<br />
naar ‘Join our family’ is snel gemaakt. Aan dat laatste<br />
heb ik een apart artikel gewijd zodat ik dit redactioneel<br />
en de kaft van nummer <strong>42</strong>, voor andere onderwerpen<br />
kan gebruiken.<br />
Niets gaat vanzelf. Het klinkt zo logisch, maar het moet<br />
soms even gezegd worden. Zo ook met dit blad. Het lijkt<br />
soms vanzelf te gaan, zo voelt het althans voor ons als<br />
redactie. De meeste moeite hebben we met het prikken<br />
van een datum voor ons jaarlijkse etentje. Als de<br />
uitnodigingen voor inzendingen eenmaal lopen, dan<br />
leunen we achterover en dan ineens komt hij in zicht:<br />
de deadline. Er moet een doorloopschema gemaakt<br />
worden in overleg met de vormgeving/drukkerij OCE<br />
waarop alles aangeleverd wordt.<br />
Snel sturen we herinneringen aan schrijvers waarbij we<br />
alle begrip tonen voor excuses, maar we draaien even<br />
makkelijk de duimschroeven aan. Deadline is deadline.<br />
Een piek ontstaat de laatste week: de stukjes schieten<br />
digitaal heen en weer, net als meningen, grapjes en foto’s.<br />
De vele nieuwe medewerkers die zich voorstellen, heeft<br />
alles te maken met de groei van de Huisartsopleiding.<br />
De inschrijvingen van aios voor september mogen er zijn,<br />
we zijn zeer tevreden. De betekenis van ‘samen ’t Schip<br />
ingaan’ krijgt glans en werpt zijn vruchten af. Over een<br />
paar jaar hebben we weer vele nieuwe huisartsen.<br />
Wie nu afzwaaiden, zijn de kaderhuisartsen Hart- en<br />
Vaatziekten (HVZ). Deze dokters hebben we ingekaderd<br />
op onze kaft en hiernaast. Ze verdienen alle hulde omdat<br />
ze naast hun drukke werk nog een intensieve scholing<br />
volgden.<br />
Van harte!<br />
In de zomer besteden we uitgebreider aandacht aan<br />
onderwijszaken, want dan staat het nieuwe academische<br />
jaar voor de deur. De onderzoekers zwoegen ook door,<br />
een enkeling promoveert in deze periode: Sil Aarts.<br />
Jelle Stoffers vat de overige productie weer voor ons samen.<br />
Ook niet onbelangrijk: de NHG wetenschapsdag op 8 juni:<br />
Maastricht heeft dit jaar de organisatie.<br />
En dan die groeiende Huisartsopleiding. Ondanks de groei<br />
is de accreditatie van de opleiding weer voor 5 jaar binnen.<br />
Hoofd Jean Muris noemt nog enkele verbeterpunten die<br />
zijn geopperd. Adjunct-hoofd en stille kracht Bas Maiburg,<br />
is benoemd tot UHD en ziet en passant zijn 25-jarig<br />
ambtsjubileum voorbij gaan. We feliciteren hem ook.<br />
De opleiders ploeteren en leren voort, net als de aios<br />
(nietwaar Sophie?).<br />
En wat weten we over onze Belgische collega’s? Bar weinig<br />
eigenlijk. Ingrid van der Heijden heeft een uitgebreide<br />
evaluatie gemaakt over de grensoverschrijdende<br />
samenwerking. Nuttig en leerzaam voor iedereen. Hendrik<br />
Jan Vunderink interviewde de Bijzonder Bekwame Priska<br />
Israel: GGZ is dit keer aan bod. Zoals een aios uit haar groep<br />
zei: ‘ze heeft veel verstand van de kennis’.<br />
Columnist Felix Punt heeft writers block en inderdaad: ik<br />
heb nog niets van hem gezien dit keer.<br />
En Arie de Jong tot slot, neemt u mee in de wondere wereld<br />
van de dwangbehandeling. Als u het niet meteen kunt<br />
volgen, dan heeft u altijd nog zijn artikel als naslagwerk!<br />
Graag tot een volgende keer, ergens in juli, dan komen<br />
we terug.<br />
Babette Doorn<br />
1 e uitgave 2012<br />
Afgestudeerden<br />
1 Hofman Xavier F.X.W.M Amsterdam<br />
2 Hollander Monika M Utrecht<br />
3 Huijgens Jeroen J Wesepe<br />
4 Nasseri Mehrzad M Ijsselstein<br />
5 Tumkaya Talip T Maassluis<br />
6 Prinssen Monique M Utrecht<br />
7 Huijbers Ellen P.M.J.F Geldrop<br />
8 Son van Jack J.A.J 's-Hertogenbosch<br />
9 Zonneveld Goof G.J St Pancras<br />
10 Wielaart Leo L.M Nieuwpoort<br />
11 Vlake Paul P.W.J Vught<br />
12 Puffelen van Patrick P.J.M Delft<br />
13 Tjon-A-Tsien Monique M.R.S Wateringen<br />
14 Baal van Jorien H.J Almere<br />
15 Willemsen Robert R.T.A Heerlen<br />
16 Zegers Robert R Oudenbosch<br />
17 Caljouw-Vos Jeanette J.P Ridderkerk<br />
18 Braal de-Baalen van Esther E.E Almere<br />
19 Lobo Claudia C.M Wijchen<br />
20 Iflé Rudy R.G Volendam<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
3
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
1 e uitgave 2012<br />
Van de voorzitter<br />
De academie en<br />
de beroepsgroep<br />
DOOR JOB METSEMAKERS, VOORZITTER VAKGROEP HUISARTSGENEESKUNDE UM EN HUISARTS IN GEULLE<br />
Eind februari 2012 ging Bert Schadé, hoogleraar<br />
<strong>Huisartsgeneeskunde</strong> van het AMC, met pensioen. Er was<br />
een afscheidssymposium waar onder andere Bart Meijman,<br />
de voorzitter van de Huisartsenkring Amsterdam, een<br />
geestige en serieuze toespraak hield. Hij refereerde aan<br />
de verschillende discussies die recent gevoerd zijn over<br />
zaken die op het snijvlak liggen tussen gezondheidszorg<br />
en politiek, of waar de politiek zich met de gezondheidszorg<br />
bemoeit. Hij benoemde bijvoorbeeld de discussie over<br />
influenza vaccinatie van ouderen, de eigen bijdrage van<br />
patiënten voor psychische hulp, de eigen bijdrage voor de<br />
huisartsenzorg. Graag, zo zei hij, had hij in die discussies<br />
een van de hoogleraren huisartsgeneeskunde op de<br />
televisie gezien om die plannen of gedachten te bestrijden.<br />
Zijn appèl riep een ongemakkelijk gevoel bij mij op, en naar<br />
later bleek ook bij verschillende van mijn collegae.<br />
Ondersteunen we de beroepsgroep onvoldoende in de vele<br />
debatten? We zijn inderdaad niet prominent in praatprogramma’s<br />
aanwezig en we schrijven niet voortdurend<br />
‘open brieven’. Natuurlijk hebben we onze mening over<br />
vele domme, onbegrijpelijke, onterechte of onverstandige<br />
voorstellen. Het probleem is echter dat we deze niet<br />
kunnen bestrijden op basis van wetenschappelijk bewijs.<br />
Globaal kunnen we genoeg literatuur oproepen die het<br />
belang van een sterke goed georganiseerde eerstelijns<br />
gezondheidszorg met de huisarts als kern kan aantonen.<br />
Maar wat de effecten zullen zijn van een eigen bijdrage<br />
voor het bezoek aan de huisarts, daar hebben we geen<br />
studies van. Wellicht kunnen we uit België iets halen over<br />
de effecten van ‘remgeld’ maar de zorgsituatie is in België<br />
toch al weer anders. En het gebrek aan bewijs geldt voor<br />
veel plannetjes die worden voorgesteld. Maar ons gezond<br />
verstand dan? Natuurlijk kunnen we de gevolgen<br />
van sommige voorstellen wel beschrijven, maar niet beter<br />
dan huisartsen of de LHV al doet. Kunnen we dan ‘ons<br />
gezag’, zoals dat genoemd wordt, niet in de strijd werpen?<br />
Ja, dat kan maar daar moet je zuinig mee zijn, want we<br />
kunnen niet steeds zeggen dat we onze mening niet<br />
kunnen onderbouwen. Met de LHV en NHG hebben we<br />
als hoogleraren <strong>Huisartsgeneeskunde</strong> regelmatig overleg<br />
over wanneer we ‘ons gezag’ zullen aanwenden.<br />
Verder gaan we door met de ondersteuning van de<br />
beroepsgroep op een andere manier, namelijk met<br />
wetenschappelijk onderzoek en onderwijs/opleiding.<br />
In dat wetenschappelijk onderzoek richten we ons op<br />
vragen die van belang zijn voor de patiënt en de huisarts:<br />
huisartsgeneeskundig en maatschappelijk relevant. Zoals<br />
de plaatsbepaling van de CRP in de huisartspraktijk; de<br />
point- of-care d-dimer test voor diepe veneuze trombose<br />
of embolie, zelfmanagement van diabetes mellitus, etc.<br />
Het gaat om vragen uit de praktijk die onderzoekers van<br />
een vakgroep/afdeling <strong>Huisartsgeneeskunde</strong> samen met<br />
de huisartsen onderzoeken met als doel: ‘betere<br />
patiëntenzorg’.<br />
Ook onze inzet voor onderwijs en opleiding is gericht op<br />
de maatschappij en de beroepsgroep. Samen met de<br />
praktiserende huisartsen nemen de vakgroepen/afdelingen<br />
meer huisartsen in opleiding aan om ervoor te zorgen dat<br />
er in de toekomst voldoende huisartsen zullen zijn voor<br />
de zorg, maar ook met het idee dat u rustig met pensioen<br />
kunt als de tijd daar is.<br />
Er is geen tegenstelling tussen academie en beroepsgroep.<br />
We streven beide hetzelfde na en moeten de krachten<br />
blijven bundelen.<br />
Geen waan van alledag maar<br />
Join our family!<br />
DOOR BABETTE DOORN, BELEIDSMEDEWERKER VAKGROEP HUISARTSGENEESKUNDE<br />
In het laatste nummer van 2011 heb ik u verteld over de<br />
projectmatige samenwerking met de Service Science<br />
Factory (SSF 1 ). De uitkomsten van het project heeft u nog<br />
van ons tegoed.<br />
Wat we vooral geleerd hebben van het project is dat we<br />
ons niet moeten blindstaren op beperkende aspecten.<br />
Daarmee was de insteek van het project (‘waarom doet<br />
50% van de huisartsen niet mee aan onderwijs, opleiden<br />
of onderzoek?’), al snel achterhaald. Een deel van die<br />
huisartsen wil trouwens wel meedoen, maar geeft aan<br />
daarbij hulp in tijd of ruimte nodig te hebben. Over dit<br />
soort zaken wenst de vakgroep ook met andere<br />
organisaties zoals de Regionale Huisartsen Organisaties<br />
te spreken. In het regulier overleg met de RHZ Heuvelland<br />
staat dit thema al op de agenda.<br />
Wat het andere deel van de huisartsen wil, blijft vooralsnog<br />
een raadsel. We kregen uit de regio-enquête onder huisartsen<br />
geen feedback op dit punt. De SSF-projectleden hebben veel<br />
moeite gedaan om huisartsen uit deze groep te interviewen,<br />
maar het bleek niet mogelijk om binnen de projectduur van<br />
8 weken die dialoog op gang te krijgen. <strong>Op</strong> termijn denken<br />
we aan de inzet van accountmanagers, aan non-profit<br />
praktijkbezoekers. Wie een nieuwe praktijk opent: laat het<br />
ons weten, we komen graag op bezoek om te kijken wie<br />
uw naaste familie is en hoe het u vergaat.<br />
Relatiemanagement kent velerlei vormen van<br />
samenwerken. ‘HAG’ is onderdeel van het samenwerkingsnetwerk,<br />
niet het middelpunt van het netwerk. Alle<br />
contacten hoeven dus ook niet centraal te verlopen.<br />
Als we uitgaan van de positieve aspecten (‘waarom doen<br />
veel huisartsen wel mee’) dan kun je ook denken aan de<br />
versteviging van het netwerk van binnenuit. Denk aan de<br />
ambassadeurs functie van actieve huisartsen.<br />
Wat wij als vakgroep moeten leren is om niet meteen iets<br />
(terug) te vragen. We dienen nieuwe huisartsen te inspireren<br />
om ook lid te worden van het netwerk.<br />
De SSF kwam met een pakket maatregelen onder de naam<br />
‘Join our family’. Het begrip Family wordt immers ook<br />
geassocieerd met Family Medicine en ook met het soort<br />
1 SSF is een multidisciplinaire academische werkplaats opgezet vanuit<br />
de Faculteit economie van de UM. www.servicesciencefactory.com<br />
1 e uitgave 2012<br />
relatie dat wij zouden willen. De relatieopbouw begint<br />
bij studenten die geneeskunde gaan studeren. Het proces<br />
verloopt van bewustwording (wat is huisarts geneeskunde),<br />
via interesse (keuzestages) naar verlangen (coschap en<br />
jaar 6) en actie (aanmelding Huisartsopleiding). Het gros<br />
van de nieuwe aios is ‘eigen kweek’, UM student. De relatie<br />
is langdurig en dat willen we zo houden.<br />
aios ervaren de opleiding als een warm bad, net zoals<br />
medewerkers de afdeling ervaren. Eenmaal klaar en<br />
afgestudeerd, vergeten we soms de band te behouden met<br />
onze alumni. Een enkeling blijft bij de afdeling werken of<br />
keert terug, anderen krijgen we pas weer in beeld als ze<br />
gevestigd zijn en meer dan 5 jaar werkzaam. Vaak weten we<br />
niet waar onze alumni blijven: vertrekken ze uit de regio,<br />
zijn ze waarnemer of zoeken ze een praktijk?<br />
Geen relatie, geen <strong>Op</strong> <strong>één</strong> <strong>Lijn</strong>.<br />
Ons beleid ten aanzien van het veld kan beter. De vakgroep<br />
moet haar aandacht verdelen over de brede regio. Wat zijn<br />
onze wederzijdse belangen en behoeftes? Wat kunnen we<br />
elkaar bieden? Er is geen vragende en aanbiedende partij,<br />
we zouden een joined Family kunnen vormen.<br />
<strong>Op</strong> het moment van schrijven wordt een verbeterslag<br />
gemaakt met een afdelingsbreed communicatie en PR-plan.<br />
We willen <strong>één</strong> lijn trekken, <strong>één</strong> gezicht hebben en waar het<br />
kan, een familie vormen en samen dingen doen, met elkaar,<br />
met jullie. Dat kan ludiek, leuk en of leerzaam zijn, bij<br />
voorkeur langdurig. Het nieuws zal zoals gebruikelijk via<br />
dit medium blijven lopen, terwijl de website eerder als<br />
wervingsinstrument ingericht zal gaan worden. In de zomer<br />
komen we hierop terug. Menselijk contact zal er ook altijd<br />
blijven, dat kan niet anders gezien het vakgebied: continu<br />
en integraal.<br />
Voor de zomer zal de hardlopende tak van onze familie in<br />
2 (of meer?) teams aan verschillende afstanden gaan<br />
deel nemen aan de bedrijvenloop van Maastrichts Mooiste<br />
op zondag 10 juni 2012. Staf, huisartsen, aios en WESP-en<br />
lopen in teamverband mee. Wie wil meelopen in een<br />
HAG-team in bijbehorend teamshirt: join our running family<br />
en geef je snel op bij Babette.Doorn@hag.unimaas.nl<br />
Hebt u vragen, tips of wensen: mail naar<br />
op1lijn@hag.unimaas.nl, ook als u ons wilt uitnodigen<br />
bij uw evenement!<br />
4 5<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong>
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
1 e uitgave 2012<br />
Samen op weg naar de top<br />
Een gezonde instelling<br />
DOOR BABETTE DOORN, REDACTIE<br />
Huisarts en onderzoeker Ramon Ottenheijm uit Geulle<br />
gaat dit jaar deelnemen aan de Alpe d’Huzes. Dit is een<br />
fietsevenement voor een goed doel: de strijd tegen kanker.<br />
Deelnemende renners zijn op de een of andere manier<br />
verbonden met die strijd. Zo ook Ramon, hij fietst ‘voor’ en<br />
samen met zijn goede vriend Maurice die kanker heeft.<br />
Ramon Ottenheijm<br />
Zorg voor de toekomst!<br />
InterUM helpt een handje<br />
InterUM is het detacheringsbureau van de Universiteit<br />
Maastricht. InterUM heeft de beschikking over alle<br />
studenten binnen de UM en ze is instaat een juiste selectie<br />
voor u te maken. U krijgt de mogelijkheid kennis te maken<br />
met een eventueel toekomstige werknemer. Studenten en<br />
afgestudeerden van de UM zijn in staat snel zaken op te<br />
pakken en zelfstandig te werken. Daarnaast zijn ze altijd<br />
up-to-date van de nieuwste ontwikkelingen.<br />
Studenten zijn flexibel inzetbaar doordat ze geen vaste<br />
opdracht (zoals een stage) hebben waar aan gewerkt dient<br />
te worden. Ze moeten niet, maar willen graag werkervaring<br />
opdoen tijdens hun studie.<br />
Studenten zijn 8 tot 20 uur per week beschikbaar.<br />
Afgestudeerden vaak fulltime. Voor een uurtarief van € 18,50<br />
excl. BTW kan InterUM u aan een gekwalificeerde student<br />
Geneeskunde of Gezondheidswetenschappen helpen.<br />
De vakgroep <strong>Huisartsgeneeskunde</strong> steunt zijn doel en veel<br />
collega’s zijn sponsor. De tocht is op 7 juni. In het zomernummer<br />
van <strong>Op</strong> <strong>één</strong> <strong>Lijn</strong> komen we hierop terug.<br />
Wie meer wil weten over de actie en beweegredenen van<br />
Ramon, kijk dan op zijn site:<br />
www.deelnemers.alpe-dhuzes.nl/acties/ramonottenheijm/<br />
ramon-ottenheijm/actie.aspx<br />
Marieke Janssens, assistente van die praktijk, volgt zijn<br />
goede voorbeeld. Ze gaat op 1 september te voet de<br />
Mont Ventoux op voor www.grootverzettegenkanker.nl.<br />
Sportief en betrokken zijn vast heel veel hulpverleners:<br />
tip ons en wie weet komt jullie verhaal een andere keer in<br />
<strong>Op</strong> <strong>één</strong> <strong>Lijn</strong>!<br />
Voorbeelden van werkzaamheden die zij voor u kunnen<br />
verrichten zijn:<br />
• Invoer patiëntgegevens<br />
• Voorwerk saneerwerk herhaalreceptuur<br />
• Uitdraaien en oproepen risicogroepen<br />
• Voorbereiden voorlichtingsbijeenkomsten<br />
• Literatuursearch<br />
• Controleren DBC’s<br />
InterUM regelt de aanstelling en de beloning en draagt<br />
de arbeidsrechtelijke risico’s zoals bij ziekte en eventuele<br />
schade. We horen graag op welk vlak uw behoefte aan extra<br />
ondersteuning ligt en helpen graag bij het invullen hiervan.<br />
Informatie www.interum.eu, bureau@interum.eu,<br />
telefoon 043-3882688.<br />
Lunchbesprekingen<br />
Broodjes<br />
DOOR BABETTE DOORN, REDACTIE<br />
Wie de huisartsopleiding volgde in Maastricht, is zeer<br />
waarschijnlijk bekend met het fenomeen Broodje Verstand.<br />
Zo heette immers de lunchbespreking voor aios.<br />
De vakgroep kende meer besprekingen over allerhande<br />
zaken, op wisselende tijden en dagen, voor wisselende<br />
doelgroepen met wisselende bezetting. Geen ideaal beleg<br />
voor een goede en gewenste interactie tussen mensen en<br />
delen van de afdeling.<br />
Zo werd Broodje met ingang van dit jaar op een hoger plan<br />
getild tot een wekelijkse bijeenkomst van 12.30-13.30 uur<br />
in een collegezaal van het DEB 1 in Maastricht. De ene keer<br />
op een dinsdag, de andere keer op een donderdag, zodat<br />
er meestal wel kans is om een bespreking bij te wonen.<br />
De inhoud varieert, zowel van de Broodjes als het feitelijke<br />
beleg. Er zijn besprekingen over lopend onderzoek van HAG,<br />
over onderwijs, over beleidszaken of internationalisering.<br />
Ook WESP-en staan op het menu.<br />
Verplichte kost voor veel medewerkers, maar misschien<br />
ook leuk voor de hongerige huisarts?<br />
Stelt zich voor<br />
Lonny Hazen<br />
HAB chronisch blok<br />
1 e uitgave 2012<br />
U kunt op de mailinglijst komen van de uitnodigingen<br />
via: Kim.Luyten@hag.unimaas.nl<br />
Besluiten of u komt, bepaalt u op het laatste moment:<br />
het is gratis en er zijn broodjes.<br />
Geplande data tot aan de zomervakantie<br />
Donderdag 3 mei Intention to treat analyses Mark Spigt en Daniel Kotz,<br />
onderzoekers<br />
Dinsdag 8 mei Eindpresentaties WESP Geertje Vervoort/<br />
Nicole van Gurp<br />
Dinsdag 22 mei Wat doet telepsy? Les Dijksman<br />
Donderdag 31 mei Echografie schouderklachten Ramon Ottenheijm,<br />
huisartsonderzoeker<br />
Dinsdag 5 juni Polyfarmacie Donna Lenders,<br />
huisartsonderzoeker<br />
Donderdag 14 juni Eindpresentaties WESP Danique Peeters/<br />
Céline Hoog<br />
Dinsdag 19 juni Broodje Verstand Yvonne van Leeuwen<br />
Donderdag 28 juni Eindpresentaties WESP Dionne Welter/<br />
Alexandra Mannaerts/<br />
Carolien Leijten<br />
Sinds 1 september 2011 werk ik als HAB voor het chronisch<br />
blok. Samen met Joke Koopmans, Hub Peeters en sinds kort<br />
ook Giel Peeters, begeleid ik de steeds groter wordende<br />
groepen aios die bezig zijn met hun chronische stage in<br />
het 2 e jaar. Inmiddels heb ik 2 groepen aios begeleid.<br />
En het wordt dus hoog tijd dat ik me ook eens voorstel in<br />
<strong>Op</strong> <strong>één</strong> <strong>Lijn</strong>.<br />
Ik ben geboren en opgegroeid in Bergen op Zoom, een mooie<br />
Brabantse stad met een Bourgondisch hart. In 1994 ben ik<br />
naar Amsterdam vertrokken en daar heb ik 17 jaar met veel<br />
6 7<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong>
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
1 e uitgave 2012<br />
plezier gewoond, gestudeerd en gewerkt. In Amsterdam<br />
werkte ik 4 dagen in de week als huisarts in een echte<br />
binnenstadspraktijk. Het werk daar was heel intens in al<br />
zijn facetten. Ik had het daar erg naar mijn zin en had daar<br />
nog jaren door kunnen buffelen. Maar ik ben getrouwd met<br />
een chirurg en voor de huidige generatie chirurgen liggen<br />
de banen helaas niet voor het oprapen. Mijn man heeft een<br />
periode in Engeland gewerkt en uiteindelijk een leuke baan<br />
in Heerlen gevonden. Dus hebben wij afscheid genomen van<br />
Amsterdam en zijn we met onze kinderen, Nora en Jelle,<br />
in Maastricht gaan wonen. Dit was voor mij de perfecte<br />
gelegenheid om mijn horizon te verbreden en zodoende<br />
ben ik bij de huisartsopleiding terecht gekomen.<br />
De eerste 6 maanden Maastricht zijn mij erg goed<br />
bevallen. Ik houd van deze mooie Bourgondische stad.<br />
Om in een nieuwe stad goed te aarden, is werk een<br />
belangrijke factor. <strong>Op</strong> dit moment heb ik een perfecte<br />
combinatie gevonden in het werk als waarnemend huisarts<br />
en het HAB-schap. Het HAB-schap geeft mijn werk als<br />
huisarts verdieping. De oudere patiënt met zijn<br />
multimorbiditeit is een uitdaging, nu en in de toekomst.<br />
Maar ook het werken met aios is leerzaam en een goede<br />
spiegel voor mezelf. Het is mijn missie de aios te infecteren<br />
met mijn voorliefde voor ouderenzorg en palliatieve zorg.<br />
Stelt zich voor<br />
Giel Peeters huisartsbegeleider<br />
chronisch blok Huisartsopleiding<br />
Het is een goede gewoonte dat nieuwe medewerkers een<br />
kennismakingsartikeltje verzorgen in <strong>Op</strong> <strong>één</strong> <strong>Lijn</strong>. Zo is het<br />
mij ook gevraagd.<br />
Al langer ben ik verbonden aan de vakgroep huisartsgenees<br />
kunde van de Universiteit Maastricht. In 1981 ben<br />
ik begonnen aan dit instituut bij de organisatie van het<br />
coschap huisartsgeneeskunde met als hoofd Jos op ‘t Root.<br />
Toen niet alleen als HAB bij de terugkomdagen, maar ook<br />
als ‘ronselaar ‘ van nieuwe opleiders. Toen waren er al,<br />
zoals nu nog steeds, opleidingsplaatsen tekort.<br />
Tevens waren we met het Gezondheidscentrum Heer, waar<br />
ik al bijna 30 jaar als huisarts werk, ook onderdeel van<br />
huisartsgeneeskunde middels de academisering<br />
huisartspraktijken. Vooral mijn collega destijds Frans Vissers<br />
speelde daarin een belangrijke rol.<br />
Nu zijn mijn associés Annemiek Nijholt en Jeroen Smeets<br />
(beide niet onbekend bij de huisartsopleiding) en wordt<br />
deze band met de vakgroep voortgezet. <strong>Op</strong> dit moment<br />
wordt de academisering huisartspraktijken gerenoveerd,<br />
omgevormd tot een nieuwe organisatie. Door al deze<br />
activiteiten (onderwijs, onderzoek, zorgvernieuwing en<br />
registratie via RNH), hadden we te weinig ruimte en tijd<br />
om huisartsen op te leiden in onze praktijk en dat is tot<br />
op heden nog steeds zo.<br />
Nu ik een dag minder ga werken in de praktijk, heb ik tijd<br />
gekregen om over te stappen van de basisopleiding naar<br />
de beroepsopleiding. Daar zal ik HAB zijn in jaar 2 en wel<br />
het chronisch blok.<br />
Uitbreiding van het aantal HABs was nodig omdat het<br />
aantal aios fors is toegenomen.<br />
De andere HABs in dit blok zijn Joke Koopmans, Lonny<br />
Hazen en Hub Peeters, een broer van mij. De introductie<br />
binnen het chronisch blok en de start van de nieuwe<br />
groep zijn uitstekend bevallen.<br />
Naast mijn vak als huisarts, dat ik heel erg graag doe,<br />
houd ik me ook bezig met andere zaken buiten mijn vak.<br />
Ik maak deel uit van de serviceclub KIWANIS Heerlen-<br />
Maastricht, een organisatie die zich inzet voor kinderen,<br />
ik probeer het golfspel te beoefenen, wandel heel graag<br />
en doe pogingen om te koken.<br />
Tenslotte, ben ik getrouwd met Marie-José, vader van 2<br />
dochters, en nu ook opa van 3 kleinkinderen, een apart vak,<br />
waar je niet voor kunt solliciteren, maar dat je gewoon bent.<br />
Geweldig.<br />
Ik kijk uit naar een heel plezierige tijd bij de<br />
beroepsopleiding.<br />
Stelt zich voor<br />
Esther Giroldi promovendus<br />
vakgroep <strong>Huisartsgeneeskunde</strong><br />
Mijn naam is Esther Giroldi en ik ben eind januari aan de<br />
slag gegaan als promovendus bij de vakgroep <strong>Huisartsgeneeskunde</strong>,<br />
onder begeleiding van huisarts en onderzoeker<br />
Wemke Veldhuijzen. Mijn project bouwt rechtstreeks voort<br />
op het promotieonderzoek van Wemke naar huisartspatiënt<br />
communicatie, waaruit naar voren kwam dat<br />
huisartsen in de praktijk doelgericht communiceren. We zijn<br />
van mening dat doelgerichte communicatierichtlijnen beter<br />
aansluiten bij de alledaagse huisartsenpraktijk dan de<br />
generieke richtlijnen die op dit moment binnen de<br />
huisartsopleiding onderwezen worden. De richtlijnen<br />
dienen uiteraard evidence-based te zijn en het moet<br />
haalbaar zijn om deze toe te passen in de specifieke<br />
setting van het huisartsenconsult. Daarom zal mijn project<br />
zich grotendeels richten op het onderzoeken van effectieve<br />
communicatiestrategieën die huisartsen in de huidige<br />
praktijk gebruiken.<br />
1 e uitgave 2012<br />
<strong>Op</strong> dit moment werken we samen met drie WESP-studenten<br />
aan een onderzoek naar ‘effectief geruststellen’, <strong>één</strong> van de<br />
doelen die huisartsen frequent nastreven in het consult.<br />
In deze kwalitatieve studie kijken we naar communicatiestrategieën<br />
die ervaren huisartsen gebruiken om de patiënt<br />
gerust te stellen, en de redenen die huisartsen hiervoor<br />
aandragen. Tegelijkertijd nemen we het patiëntenperspectief<br />
mee en zullen we onderzoeken of de<br />
communicatiestrategieën daadwerkelijk als geruststellend<br />
worden ervaren door de patiënt.<br />
Vervolgens starten we met een onderzoek naar ‘efficiënt<br />
informatie verzamelen’, wederom een veel voorkomend<br />
doel in het consult waar huisartsen hun communicatie<br />
op aanpassen.<br />
Ik kom uit het Limburgse Landgraaf en woon op dit moment<br />
in Maastricht. Ik heb Gezondheidswetenschappen in<br />
Maastricht gestudeerd, met gezondheidsvoorlichting als<br />
hoofdrichting. In september vorig jaar heb ik de Master<br />
Global Health afgerond. Tijdens deze opleiding heb ik de<br />
mogelijkheid gehad om mijn afstudeeronderzoek naar<br />
percepties over obesitas en diabetes bij het Keniaanse Rode<br />
Kruis te doen, een ontzettend leerzame en geweldige<br />
ervaring.<br />
Verder houd ik van reizen, uiteraard, als echte Landgraafse,<br />
van Pinkpop, en natuurlijk van mijn vriend Luc met wie ik<br />
alweer bijna zes jaar samen ben.<br />
Stelt zich voor<br />
Marscha Luijkx HAB huisartsopleiding<br />
Als u denkt: ‘Hé, haar kennen<br />
we toch al?’, dan kan dat<br />
kloppen. Ik loop in de<br />
tussentijd al een jaar (!) als<br />
huisartsbegeleider-docent<br />
(HAB) rond op het Peter<br />
Debyeplein en dus is het<br />
hoog tijd voor een officiële<br />
introductie.<br />
Ik ben Marscha Drummen, maar heb zakelijk mijn<br />
meisjesnaam Luijkx aangehouden, dus op mijn werk heet<br />
ik dokter Luijkx. U weet wel, uit die reclame van een grote<br />
Nederlandse zorgverzekeraar: ‘Dan kies ik voor dokter<br />
Luijks, want ik vind ervaring belangrijk.’ Weliswaar anders<br />
gespeld, maar wie kraait daar nou naar? Dit was trouwens<br />
niet mijn eerste tv-optreden: In september 2009 was ik al<br />
8 9<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong>
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
10<br />
1 e uitgave 2012<br />
te zien bij het AVRO programma: De Centrale Huisartsenpost<br />
en dan niet verkleed als een Aziatische man maar als mezelf.<br />
Drie jaar geleden studeerde ik af aan de huisartsopleiding<br />
in Maastricht en sinds die tijd ben ik werkzaam als<br />
waarnemend huisarts. Eerst overal en nergens, nu ook als<br />
vaste waarnemer twee dagen per week in Landgraaf bij<br />
een oude studiegenoot van mij, Jan-Pieter Boode.<br />
Tijdens mijn opleiding had ik al affiniteit met het instituut:<br />
ik was namens de belangenvereniging van huisartsen in<br />
opleiding van Maastricht, de MOVAH, student-afgevaardigde<br />
in de toen nog zogeheten onderwijscommissie. Daar<br />
heb ik al kennis mogen maken met de huisartsopleiding<br />
met haar visie en organisatie en mogen proeven van de<br />
prettige sfeer die er heerst.<br />
Voordat ik in dienst kwam bij de huisartsopleiding<br />
beoordeelde ik al studenten (aios) op hun consultvoering<br />
in het kader van de videotoets. Sinds februari 2011 werk<br />
ik met veel plezier als HAB van het acute zorg blok. Het<br />
begeleiden en beoordelen van aios die je maar 9 keer ziet<br />
in 6 maanden is intensief, maar het is prachtig om<br />
te zien hoe de aios zich tijdens deze hectische stage<br />
in het ziekenhuis ontwikkelen tot zelfverzekerde,<br />
multi-taskende, assertieve artsen. Verder kan ik als relatief<br />
jonge HAB (bij het ter perse gaan van deze editie heb ik<br />
net mijn 32 e verjaardag gevierd) goed aansluiten bij de<br />
belevingswereld van de aios en vanuit dat perspectief<br />
een constructieve en gewaardeerde bijdrage leveren aan<br />
onderwijsontwikkeling.<br />
En privé?<br />
Gelukkig getrouwd en recent een heerlijke woning in Bunde<br />
betrokken. Naast mijn werk kan ik mijn ei goed kwijt in<br />
muziek en dans: ik zing graag met mijn akoestische gitaar<br />
als begeleiding, genre populair/sing-songwriter. Verder<br />
houd ik van salsadansen zoals jullie wellicht hebben<br />
gelezen in het blad Praktijk van het MUMC+. Voordat ik<br />
docent werd op de huisartsopleiding heb ik mijn eerste<br />
docentervaring al opgedaan met salsalessen geven. Mijn<br />
man en ik runden samen een salsadansschool ‘Suenos de<br />
Salsa’ wat ‘Dromen van Salsa’ betekent. Logische naam<br />
natuurlijk voor een paar dat elkaar op de dansvloer is<br />
tegengekomen. Helaas zijn we met onze dansschool<br />
moeten stoppen omdat mijn man ernstig ziek werd. Die<br />
tijd hebben we gelukkig achter de rug, maar momenteel<br />
liggen energie en prioriteiten elders dan bij een herstart<br />
van de dansschool. We zijn wel nog regelmatig op<br />
dansvloer te vinden, maar dan puur voor de ontspanning.<br />
Tot ziens, op de werkvloer of… op de dansvloer?<br />
Stelt zich voor<br />
Diederd Kronjee huisartsbegeleider<br />
bij de Huisartsopleiding<br />
Daar ben ik weer. Ik ben HAB (huisartsbegeleider) van het<br />
psychisch blok van het tweede jaar van de huisartsopleiding.<br />
Elke woensdag begeleid en doceer ik een groep van<br />
ongeveer 10 aios die stage lopen binnen de geestelijke<br />
gezondheidszorg.<br />
Zoals u eerder heeft kunnen lezen (<strong>Op</strong> <strong>één</strong> <strong>Lijn</strong> nr. 40),<br />
ben ik erg geïnteresseerd in alles wat met psychische<br />
stoornissen te maken heeft. Verdieping in de psyche is<br />
een boeiende manier om te reflecteren op het mens-zijn.<br />
Mijn belangrijkste doelen als docent zijn: laten zien hoe<br />
fascinerend psychische problematiek is en welke rol je als<br />
generalistisch arts hierin kunt spelen.<br />
<strong>Op</strong> het moment van schrijven werk ik als arts in een<br />
psychiatrisch ziekenhuis met algemene psychiatrie,<br />
verslavingszorg en forensische zorg. Maar het is mijn ideaal<br />
om mijn huidige werkzaamheden te combineren met een<br />
deeltijdbaan in een huisartspraktijk en dan bij voorkeur<br />
in een gezondheidscentrum. Zo kan ik terugkeren als<br />
huisarts en huisarts blijven en voor beide werkplekken<br />
van aanvullende waarde zijn.<br />
Ik woon nabij het centrum van Maastricht, samen met<br />
mijn vrouw Mieke, mijn vijfjarige zoon Saan en mijn<br />
tweejarige dochter Lena. Mijn vrouw maakt kleren en<br />
accessoires voor kleine kinderen (www.miekmaakt.nl).<br />
Ik houd mij, naast gezin en werk, bezig met lezen en<br />
schrijven. Ik publiceer regelmatig op een blog, zowel literair<br />
(spreekkamer.blogspot.com) als medisch-inhoudelijk<br />
(symptoscoop.blogspot.com).<br />
1 e uitgave 2012<br />
Ik ben weer terug op het nest. Na mijn huisartsopleiding<br />
heb ik drie jaar gewerkt als junior-staflid van de<br />
huisartsopleiding. Ik hield mij bezig met toetsing van<br />
huisartsopleiders onder begeleiding van toenmalig<br />
adjunct-hoofd Paul Ram. En ik zat in de redactie van<br />
<strong>Op</strong> <strong>één</strong> <strong>Lijn</strong>.<br />
Er is in de afgelopen vijf jaar het een en ander veranderd.<br />
De gang is gerenoveerd en er zijn nieuwe collega’s bij<br />
gekomen. Toch is er ook veel niet veranderd en voelt het<br />
snel als vanouds en vertrouwd.<br />
Stelt zich voor<br />
Maud Sinkiewicz-van Limbeek<br />
gedragswetenschapper<br />
Sinds 1 februari 2012 ben ik werkzaam bij de<br />
huisartsopleiding als gedragswetenschapper.<br />
Vanuit mijn voorervaring als NVO-orthopedagoog hoop ik<br />
een waardevolle bijdrage te leveren aan de ontwikkeling<br />
van de huisartsen van de toekomst.<br />
Ontwikkelen is mijn persoonlijke motto. <strong>Op</strong> mijn werk<br />
en privé. Met mijn drie kinderen is dit geen probleem.<br />
Kinderen zijn een spiegel. Ze geven energie, vragen om<br />
flexibiliteit en om een visie met persoonlijke touch.<br />
Bij ons thuis is het nooit saai en genieten we van wat elke<br />
dag weer brengt. Mijn werk vormt een mooie afwisseling<br />
op mijn leven als moeder en echtgenote.<br />
Na mijn afstuderen aan de Radboud Universiteit in<br />
Nijmegen heb ik gewerkt als therapeut psycho-educatie<br />
en TOM/SOVA trainer bij Kentalis in Eindhoven.<br />
Hier begeleidde ik kinderen, jongeren en hun ouders/<br />
verzorgers op het gebied van aan autisme verwante<br />
stoornissen en bijkomende comorbiditeit.<br />
Vervolgens ben ik werkzaam geweest bij Bureau<br />
Jeugdzorg in de vrijwillige jeugdhulpverlening.<br />
Onderwijs sprak mij steeds meer aan en zodoende<br />
ben ik bij het Centrum voor Onderzoek en Begeleiding<br />
in Maastricht gaan werken. Scholen voor voortgezet<br />
onderwijs vormen de praktische werkvloer.<br />
Leerlingen en mentoren begeleiden, beleidsontwikkeling<br />
en implementatie van de zorgstructuur vormen kerntaken<br />
die ik met veel plezier ten uitvoer breng.<br />
Toch, interesseerde coaching en begeleiding mij steeds<br />
meer en daarom werk ik nu 0,4 fte bij de HAG en nog<br />
0,2 fte bij het COB. Een mooie combinatie van praktijk en<br />
theorie in brede zin.<br />
Ontwikkeling: HAG biedt hiertoe volop uitdaging en<br />
mogelijkheden en ik kijk uit naar de toekomst.<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
11
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
1 e uitgave 2012<br />
Even voorstellen<br />
‘t Schip!<br />
DOOR SJEF SWAANS, REDACTIE<br />
Aangezien alle nieuwkomers in <strong>Op</strong> <strong>één</strong> <strong>Lijn</strong> aan u<br />
voorgesteld worden, kan ik geen uitzondering maken voor<br />
een gebouw, juist omdat van deze nieuwe ‘medewerker’<br />
veel verwacht wordt.<br />
Het betreft het gebouw: ‘t Schip’ dat aan de Tilburgseweg<br />
100 te Eindhoven ligt.<br />
Omdat bijna 50% van de aios uit de regio Eindhoven komt<br />
en veel opleidingsplaatsen in en rond Eindhoven gevestigd<br />
zijn, werd er al langer onderwijs aan de aanstaande<br />
huisartsen gegeven in Eindhoven. Maar nu is er een eigen<br />
gebouw, gehuurd van SGE (Stichting Gezondheidscentra<br />
Eindhoven). <strong>Op</strong> die manier blijft het gebouw betrokken bij<br />
huisartsgeneeskunde.<br />
‘t Schip is een bijzonder gebouw: speciaal ontworpen voor<br />
SGE door de bekende architect Jo Coenen in 1987. Het is<br />
een markant gebouw, niet ver van het Evoluon.<br />
In de beginfase kwamen veel architectuurliefhebbers<br />
het gebouw bekijken en fotograferen (busladingen<br />
Japanners!).<br />
Het gebouw heeft 25 jaar dienst gedaan als gezondheidscentrum<br />
Strijp, maar na al die jaren werd het minder<br />
geschikt als gezondheidscentrum en uiteindelijk<br />
verhuisde het centrum naar een nieuw gebouw, slechts<br />
een deur verder.<br />
Voor de huisartsen opleiding is het gebouw prima: er kan<br />
onderwijs gegeven worden op de terugkomdagen en de<br />
samenwerking met de artsen in de regio kan geïntensiveerd<br />
worden. De ruimte wordt ook voor de begeleiding van<br />
coassistenten gebruikt.<br />
Ofschoon het nog een tijd kan duren voordat alle onderwijs<br />
van de huisartsopleiding in Eindhoven aangeboden kan<br />
worden, is er nu toch een stevig begin. Een aanzienlijke<br />
vermindering van reistijd voor veel aios en hun begeleiders<br />
wordt hiermee bereikt.<br />
Ik wens ook deze nieuwkomer veel succes!<br />
Mustangh<br />
Ghana: een ander perspectief<br />
DOOR LAURY DE JONGE, SECTORHOOFD ONDERWIJS BASISCURRICULUM HUISARTSGENEESKUNDE<br />
Sinds enkele jaren ben ik betrokken bij de Mustangh<br />
Foundation. Mustangh is een acroniem voor Maastricht<br />
University Students Twinning a North Ghanaian Hospital.<br />
Het is een door studenten gerunde stichting met als doelen<br />
het met kennis en financiële middelen ondersteunen van<br />
een ruraal ziekenhuis in Damongo, in Noord Ghana.<br />
Daarnaast worden via Mustangh stageplaatsen aangeboden<br />
aan (vooral) 6 e jaars studenten, die daar hun keuzestage<br />
kunnen lopen. Doordat deze stage 18 weken duurt, biedt<br />
't Schip<br />
het studenten ruim gelegenheid om niet alleen kennis te<br />
maken met specifieke tropische ziektebeelden als ook om<br />
het wonen in een ruraal Ghanees dorpje te ervaren.<br />
In 2008 bezocht ik voor het laatst het ziekenhuis in<br />
Damongo. Aanleiding toen waren zorgen over de supervisie<br />
van de 6 e jaars studenten door de lokale artsen. Hoewel<br />
sindsdien daarna sterk verbeterd, blijft continuïteit in<br />
supervisie een aandachtspunt.<br />
Tweede aanleiding voor bezoek was een vervelend incident<br />
wat ook de Nederlandse landelijke pers haalde in maart 2011:<br />
de drie destijds aanwezige studenten waren slachtoffer van<br />
een brutale roofoverval die plaatsvond op de doorgaande<br />
weg naar het ziekenhuis. Na zorgvuldig overleg met onze<br />
decaan en hoofd bureau onderwijs enerzijds en politie en<br />
ambassade in Ghana anderzijds zijn er sinds oktober 2011<br />
opnieuw studenten geplaatst in Damongo.<br />
Ik reis samen met Marlieke Boumans en Annelies Post,<br />
respectievelijk vicevoorzitter en penningmeester van<br />
Mustangh. Afkomstig uit een druilerig en kil Amsterdam<br />
voelt de drukkende warmte van de luchthaven in Accra<br />
wat onwerkelijk aan. Dit onwerkelijke gevoel wordt nog<br />
versterkt door de ultramoderne vingerafdruk scanners,<br />
waarop iedere inkomende reiziger zijn vingers op moet<br />
plaatsen. De combinatie van nors kijkende douanebeambten<br />
en de warmte maken de handen zweterig, waardoor de<br />
scan telkens mislukt en de wachtrijen tot buiten de<br />
aankomsthal staan. Uiteindelijk komen we midden in de<br />
nacht in ons Guesthouse aan. De volgende ochtend landen<br />
we na een probleemloze binnenlandse vlucht in Tamale,<br />
Noord Ghana. We worden opgehaald door de terreinwagen<br />
van het ziekenhuis. Dat is in het droge seizoen comfortabel,<br />
in het natte seizoen voor veel (onverharde) wegen een must.<br />
Onze chauffeur heeft een onrustige rijstijl: flink doorrijden<br />
als het kan, scherp remmen voor de vele gaten in het asfalt.<br />
Het grote snelheidsverschil tussen terreinwagens enerzijds<br />
en vrachtwagens, bussen en brommertjes anderzijds,<br />
versterkt deze ervaring. Juist na de overgang van asfalt naar<br />
stofweg passeren we het punt waar de overval in maart<br />
plaatsvond. Doordat een aantal rivieren de weg kruist,<br />
moet op die plaatsen de snelheid flink worden<br />
teruggenomen. Wanneer juist daar een aaneengesloten<br />
rij grote stenen gelegd wordt, dwingt dit het verkeer te<br />
stoppen, exact wat gebeurde tijdens de overval. Later in<br />
het ziekenhuis horen we dat er nog een aantal overvallen<br />
geweest is, veelal bij avondschemering. Het betekent in<br />
ieder geval dat Mustangh de adviezen zal moeten<br />
handhaven om alleen overdag en niet alleen te reizen.<br />
Wij komen veilig aan in het ziekenhuis waar we hartelijk<br />
worden verwelkomd. De volgende dagen zijn volledig gevuld<br />
met afspraken en ontmoetingen. Doordat we slechts een<br />
week blijven hebben we tevoren een strak schema opgesteld.<br />
Vroeg gewekt door een combinatie van het ochtendgebed<br />
van de nabij gelegen moskee en een luidruchtig onderonsje<br />
van de plaatselijke viervoeters, maken we onder begeleiding<br />
1 e uitgave 2012<br />
van matron Anthony Jatoe een uitgebreide ronde in het<br />
ziekenhuis. Met opvallende openheid praten we, al lopend<br />
in de al hete ochtendzon, over allerlei zaken. Van financiële<br />
problemen rondom een nieuw te bouwen operatiekamercomplex,<br />
het wachten op vervanging voor de onbruikbare<br />
want gecrashte ambulance, de lokale respons tegen<br />
HIV-AIDS en natuurlijk het artsentekort. De continuïteit in<br />
beschikbare artsen ter plaatse blijft een aandachtspunt.<br />
Voor veel Ghanese dokters is het onaantrekkelijk om buiten<br />
de grote steden te werken, wat betekent dat het een<br />
voortdurend komen en gaan is van verschillende dokters.<br />
Al jaren is dr. Chris Kubio de continue factor, hij is echter<br />
drukbezet in verband met het vervullen van regionale<br />
bestuursfuncties. Dat heeft vanzelfsprekend ook gevolgen<br />
voor de continuïteit van supervisie aan de studenten.<br />
Was dit eerder een knelpunt, nu zijn we onder de indruk<br />
van de wijze waarop door zowel de matron als Chris Kubio<br />
de supervisie bewaken. Het blijkt wel lastig om de<br />
Maastrichtse beoordelingsinstrumenten van de GEZP in<br />
Ghana te gebruiken. Vooral de 360° feedback, waarbij<br />
verschillende gezondheidswerkers gevraagd wordt<br />
feedback te geven op de 6 e jaars student past niet goed<br />
binnen de Ghanese hiërarchische structuur. Wel biedt de<br />
aanwezigheid van Ghanese coassistenten in de toekomst<br />
nieuwe mogelijkheden voor het uitwisselen van medische<br />
kennis en leerervaringen.<br />
We slagen wonderwel in het afwerken van vrijwel onze<br />
gehele afsprakenlijst. Daarbij blijft er zelfs nog ruimte<br />
over voor een ochtendwandeling in het nabijgelegen<br />
Mole National Park, waar we van dichtbij olifanten zien.<br />
De weidse stilte is een enorm contrast met het rumoerige<br />
dorpsleven in Damongo.<br />
<strong>Op</strong> de terugreis in miljoenenstad Accra; hitte, overal de<br />
geur van smeulend plastic en ander afval. Een verkeerschaos<br />
van jewelste, veel Ghanezen vieren kerst in de stad.<br />
Minstens de helft van de auto’s zijn taxi’s, die voortdurend<br />
toeteren in de hoop op klandizie.<br />
Eenmaal op Nederlandse bodem is het 4°C en het miezert.<br />
Ik voel me verrijkt, en zeker niet alleen door een week zon.<br />
Meer weten over Mustangh? Zie ook de website<br />
www.mustangh.nl<br />
12 13<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong>
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
14<br />
1 e uitgave 2012<br />
Werkplekleren<br />
Een wetenschappelijke blik<br />
in het coschap<br />
DOOR JONNE VAN DER ZWET, ARTS-ONDERZOEKER<br />
Ongeveer de helft van de huisartsen die <strong>Op</strong> <strong>één</strong> <strong>Lijn</strong> leest,<br />
begeleidt regelmatig een coassistent. Anderen hebben<br />
in het verleden wel eens een student (OEL, adoptie, co of<br />
GEZP) over de vloer gehad. Praktijkonderwijs biedt<br />
studenten een unieke mogelijkheid om zichzelf te<br />
ontplooien als jonge dokter. Ook huisartsen geven aan<br />
dat ze zelf veel kunnen leren van deze aanstormende<br />
talenten en vinden zo soms een prettig klankbord.<br />
Ook al wordt het coschap huisartsgeneeskunde over het<br />
algemeen goed gewaardeerd, de praktijk van het<br />
zogenoemde werkplekleren blijft weerbarstig.<br />
Verschillende belangen van student, patiënt, huisarts en<br />
andere medewerkers komen samen in het brandpunt van<br />
de praktijk van alledag: studenten hebben letterlijk en<br />
figuurlijk ruimte nodig om zichzelf te kunnen ontwikkelen,<br />
huisartsen hebben tijd en aandacht nodig om hun spreekuur<br />
fatsoenlijk te draaien, en de patiënt wil zo snel mogelijk<br />
de beste zorg. Het lijkt mij een hele klus…<br />
Momenteel ben ik, basisarts en promovendus op het gebied<br />
van medisch onderwijs, bezig met mijn derde studie binnen<br />
mijn promotieonderzoek dat zich richt op het beter<br />
begrijpen en dus het beter kunnen klaren van deze klus.<br />
Nadat ik de leerervaringen van coassistenten tijdens<br />
het coschap huisartsgeneeskunde met behulp van<br />
vragenlijsten en focusgroepen onder de loep heb gelegd,<br />
verken ik nu het perspectief van de huisarts als opleider<br />
van deze studenten.<br />
Uit mijn vorige studie bleek al hoe belangrijk de interactie<br />
tussen de student en de huisarts is en in welke mate deze<br />
bepalend is voor de student om zich goed te kunnen<br />
ontwikkelen. Studenten beschreven hoe ze zich al dan niet<br />
ontwikkelen in hun interactie met praktische elementen<br />
uit omgeving (eigen kamer, eigen spreekuur, dagindeling,<br />
balans in geobserveerde patiëntcontacten) en met sociale<br />
elementen uit deze omgeving (gevoel gerespecteerd te<br />
worden als persoon en als professional, hoe wordt de<br />
student benaderd door assistentes, ruimte om zich<br />
kwetsbaar en niet alwetend op te stellen). Deze interactie<br />
met zowel de praktische als de sociale omgeving kan<br />
resulteren in ruimte voor de student om nieuwe dingen<br />
aan te pakken en zijn of haar grenzen te verleggen.<br />
Hoewel studenten zeer flexibel blijken te zijn in het zelf<br />
creëren van deze ruimte, speelt de huisarts een cruciale<br />
rol in het leerproces van de student. In mijn huidige<br />
studie onderzoek ik daarom hoe huisartsen vorm geven<br />
aan de interactie met de coassistent. Waarom interageren<br />
huisartsen met de coassistent zoals ze dat doen? Wat zijn<br />
de onderliggende processen en drijfveren? Hoe verandert<br />
dit gedurende de tien weken van het coschap?<br />
Het afgelopen half jaar hebben 7 huisartsen zich extra<br />
ingespannen om mij inzicht te geven in bovenstaande<br />
vraagstukken. Met behulp van dictafoons spreken zij<br />
gedurende de tien weken van het coschap boodschappen in,<br />
waarin zij hun ervaringen met de coassistent beschrijven<br />
en hierop reflecteren. Daarnaast houd ik halverwege en<br />
aan het eind van het coschap interviews met ze, om nog<br />
eens wat dieper op deze ervaringen in te gaan.<br />
Momenteel loopt de voorlopig laatste ronde en zijn we druk<br />
bezig met de analyse van deze rijke data. Er opent zich een<br />
wondere wereld van al dan niet ontpoppende relaties<br />
tussen huisarts en student. Metaforen als DNA strengen<br />
of de wat minder gesofisticeerde kaasstengels komen ter<br />
tafel. En hoewel ieder huisarts-student koppel weer uniek<br />
is (en dit altijd zo zal zijn) lijken er wel patronen zichtbaar te<br />
worden in de verhalen van deze huisartsen. Deze patronen<br />
vormen een begin van een sociale blauwdruk die ons inzicht<br />
zal geven over het doen en laten van huisartsen ten<br />
opzichte van coassistenten. Met behulp van dit inzicht hoop<br />
ik aanknopingspunten te verschaffen om zowel huisarts<br />
als student het eerder genoemde brandpunt in de<br />
weerbarstige praktijk te laten aansturen.<br />
Zodra deze aan het licht komen, laat ik het u weten.<br />
In het zomernummer kom ik hier ongetwijfeld op terug.<br />
Winnaar onderwijsprijs<br />
2010-2011<br />
Beste HAB (alweer): Wil Keulers<br />
<strong>Op</strong> vrijdag 2 december 2011 was de prijsuitreiking van de<br />
onderwijsprijzen ‘Clinicus van het jaar’ door Pulse Master.<br />
Eén categorie was de beste HAB bij de coschappen.<br />
Onze genomineerden (gebaseerd op cijfers van studenten)<br />
waren Mieke Winten, Janneke van Drunen, Wil Keulers en<br />
Marleen Kooning.<br />
En de winnaar is geworden: Wil Keulers met een<br />
rapportcijfer van maar liefst een 9,2!<br />
Mieke eindigde als tweede met een 9 en de andere dames<br />
werden ex equo derde met een 8,8. Proficiat met deze<br />
geweldige cijfers.<br />
Over nascholing gesproken<br />
U hoort er meer van!<br />
DOOR YVONNE VAN LEEUWEN, COöRDINATOR NASCHOLING HUISARTSGENEESKUNDE<br />
Het is altijd weer een uitdaging zodanige<br />
scholingsmogelijkheden aan te bieden dat velen zich<br />
voelen uitgedaagd en gehonoreerd. Maar in feite zijn<br />
er cursussen te over, aangeboden door de WDH’s de<br />
zorggroepen, de industrie en anderen.<br />
HAG-UM voegt daaraan verdiepingscursussen toe van<br />
hoge didactische kwaliteit. Blijkbaar is dat ook<br />
doorgedrongen tot de Nederlandse Antillen want zij<br />
zien ons graag komen met de Masterclass Diabetes en<br />
CVRM. Ook neemt een huisarts uit Curaçao deel aan de<br />
kaderopleiding hart- en vaatziekten. Hij vliegt daarvoor<br />
tweemaandelijks over naar Roermond!<br />
Voor het najaar van 2012 en het voorjaar van 2013 staan<br />
hier in Nederland de volgende cursussen gepland:<br />
Chronische pijn, masterclass diabetes, oogheelkunde<br />
voor gevorderden, audiologie, genetica en praten over<br />
risico’s bij CVRM. Daarnaast start een nieuwe ronde<br />
kaderopleiding hart- en vaatziekten (zie elders).<br />
Elke andere cursus kan op verzoek worden ontwikkeld<br />
1 e uitgave 2012<br />
Bij de eerste plaats hoort een gouden stethoscoopspeld,<br />
een oorkonde, bloemen en een cheque van € 1.000 van<br />
de Stichting Annadal.<br />
Wil is nog herstellende van een valpartij en kon er helaas<br />
zelf niet bij zijn.<br />
Lilian Aarts nam zijn prijs in ontvangst en zij is samen<br />
met Linda en Marlies van het onderwijssecretariaat<br />
de prijs bij Wil thuis gaan afgeven. Wil was zeer in zijn<br />
nopjes met zijn prijs.<br />
Namens alle collega’s feliciteren wij Wil nogmaals<br />
van harte.<br />
voor zorggroepen en andere gremia. De onderwijskundige<br />
en inhoudelijke expertise is breed aanwezig. Ook kan<br />
als voorloper van een verdiepingscursus een korte<br />
oriëntatievoordracht worden gehouden.<br />
Audiologie is nieuw. Het zal een tweedaagse cursus<br />
worden waarna u volledig bekwaam en vaardig bent<br />
op dit domein. De volgende onderwerpen komen aan<br />
de orde: symptomatologie van gehoorstoornissen, de<br />
diagnostiek waaronder audiometrie, hoorapparatuur en<br />
andere hulpmiddelen, verwijsmogelijkheden en tot slot:<br />
slecht horende dokters! Een eerste voordracht over dit<br />
onderwerp bij opleiders bleek in een behoefte (en leemte)<br />
te voorzien.<br />
U hoort er meer van!<br />
Verdere informatie is te verkrijgen bij mij<br />
yvonne.vanleeuwen@hag.unimaas.nl. Voor data zie de<br />
site de site van TopEvent: www.topevent.nl<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
15
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
1 e uitgave 2012<br />
Kaderopleiding Hart- en Vaatziekten<br />
Weer 20 afgestudeerden erbij!<br />
DOOR YVONNE VAN LEEUWEN, NASCHOLINGSCOöRDINATOR VAKGROEP HUISARTSGENEESKUNDE<br />
Het is op zich niet meer bijzonder dat huisartsen hun<br />
diploma krijgen voor een kaderopleiding. Vele huisartsen<br />
in Nederland hebben al een van de 11 kaderopleidingen 1<br />
afgerond. Maar de groep van 20 kaderhuisartsen hart- en<br />
vaatziekten die nu afzwaaiden bij de UM, waren wel van<br />
bijzonder kaliber.<br />
Na een laatste beoordelingsronde aan de hand van ieders<br />
visie op hart- en vaatzorg in Nederland, gaven zij 4 prachtige<br />
presentaties ten beste waarbij ze het gemêleerde publiek,<br />
medisch en niet medisch, betrokken.<br />
De eerste groep besprak de acute hartzorg, beginnend<br />
met een toneelstukje rond een hartpatiënt die – ineen<br />
zijgend – 1-1-2 duidelijk probeerde te maken dat hij het<br />
niet meer lang zou maken. Het vervolg gaf inzicht in hoe<br />
we het doen in Nederland rond het tijdig in het ziekenhuis<br />
krijgen van infarct- en CVA-patiënten.<br />
Het kan best beter, vertel ik u, ondanks de vele AEDs die<br />
overal hangen! De tweede groep vatte het opsporen van<br />
een ritmestoornis in het antieke spel: Wie van de Drie.<br />
Het publiek moest de 3 vermeende patiënten ondervragen<br />
op klachten en symptomen en nadien stemmen op een van<br />
hen. Daarna maakte de ‘ware’ patiënt met atriumfibrilleren<br />
zich bekend. De derde groep focuste op obesitas en het<br />
publiek werd gevraagd te debatteren over invoeren van<br />
1 Hart- en vaatziekten, astma/COPD, urogenitaal, bewegingsapparaat,<br />
GGZ, palliatieve zorg, diabetes, ouderenzorg, maag-darmziekten<br />
(in oprichting), beleid en beheer, supervisie.<br />
de vettax. Zowel voor- als tegenstanders werden getrakteerd<br />
op evidence die hen min of meer de mond snoerde. Twee<br />
interviewers, die in een pak van een 200 ponder waren<br />
gehuld, hielden het publiek de microfoons voor. Tot slot<br />
verleidde de vierde groep ons tot een pittig debat over<br />
de (on)zin van preventie. Topprestaties waar het om<br />
aantrekkelijk onderwijs en wetenschappelijk goed<br />
onderbouwde standpunten gaat. Men recht kunnen<br />
we concluderen dat er weer 20 bijzondere collega’s te<br />
consulteren zijn over hart- en vaatziekten.<br />
Een nieuwe groep start in september 2012. Samen met<br />
Karen Konings zal ik deze groep weer leiden. Er zijn nog<br />
enkele plaatsen vrij. Voor informatie of aanmelden:<br />
Yvonne.vanleeuwen@hag.unimaas.nl<br />
De kaderopleiding hart- en vaatziekten is een tweejarige<br />
opleiding voor gevestigde huisartsen (studiebelasting<br />
gemiddeld 7 uur per week) over CVRM, acute hartzorg en<br />
chronische hartaandoeningen als hartfalen. Het accent<br />
ligt op klinische expertise maar ook onderwijs en kritisch<br />
lezen van de literatuur krijgen ruim aandacht. Eens per<br />
2 maanden zijn er 2 aaneengesloten onderwijsdagen<br />
die grotendeels in Roermond plaatsvinden. Verdere<br />
informatie is te vinden op www.hag.unimaas.nl/hvz<br />
Ervaringen vanuit het veld met<br />
De Maastricht Studie<br />
DOOR ROELF NORG, SENIORONDERZOEKER EN HUISARTS IN HAELEN<br />
De Maastricht Studie is nu op stoom gekomen. De meeste<br />
huisartsen uit Maastricht/Heuvelland hebben al enige<br />
ervaringen opgedaan met de manier van werken van dit<br />
grote diabetes-onderzoek van AZM, UM en de<br />
samenwerkingspartner de RHZ. Tijd voor een terugblik<br />
vanuit de positie van de huisarts ‘in het veld’.<br />
Jumpstart voor de DBC<br />
De laatste jaren is de cardiovasculaire zorg door de invoering<br />
van de DBC vasculair risicomanagement sterk verbeterd.<br />
In toenemende mate wordt aan mensen met een verhoogd<br />
risico op hart- en vaatziekten preventief onderzoek<br />
aangeboden en worden zij geprotocolleerd behandeld.<br />
Eén van de veelvoorkomende problemen met de<br />
implementatie van deze DBC is dat de doelgroep erg groot<br />
is. In sommige gevallen komt een kwart tot een derde van<br />
de praktijkpopulatie in aanmerking voor systematische<br />
behandeling in het kader van de DBC VRM.<br />
Met name het in kaart brengen van de deelnemers is een<br />
tijdrovend werk. ‘Is de inkaarting eenmaal volledig geschied,<br />
dan is de volgende fase, die van de behandeling en de<br />
follow-up een stuk gemakkelijker’, aldus de huisartsen Heg<br />
en Reitz. Zij zijn onlangs begonnen met een actie om hun<br />
patiënten van 40-75 jaar aan te moedigen deel te nemen<br />
aan De Maastricht Studie. ‘Het grote voordeel van dit<br />
onderzoek voor ons op dit moment is, dat we een compleet<br />
overzicht kunnen krijgen van alle relevante zaken met<br />
betrekking tot hun gezondheid. We kunnen dus met een<br />
‘jumpstart’ beginnen aan de DBC. Hoewel wij onze patiënten<br />
grotendeels goed in kaart hebben, blijft een volledig<br />
risicoprofiel, een enorme klus. De realiteit is dat dat veel<br />
tijdsinvestering vergt. En dat komt er in de dagelijkse<br />
praktijk niet altijd van, zelfs niet met de hulp van een goede<br />
praktijkondersteuner’. Zo zien ze de voordelen van het<br />
uitbesteden van een deel van dit werk wel in. De Maastricht<br />
Studie biedt hen deze kans.<br />
Ruud Heg Gerton Reitz<br />
1 e uitgave 2012<br />
Aanvankelijke scepsis<br />
Aanvankelijk hadden de beide huisartsen best enige scepsis<br />
over De Maastricht Studie. ‘Het is een zeer ambitieus<br />
project. Het grote aantal deelnemers, 10.000, is natuurlijk<br />
uniek. Maar het zal ook niet gemakkelijk zijn die bijeen te<br />
krijgen.’ Bovendien zagen ze ook ‘dubbel werk’, waar<br />
De Maastricht Studie en de DBC CVRM elkaar overlappen.<br />
Daarnaast is veel van de chronische zorg typisch<br />
huisartsenzorg, die aangeboden moet worden binnen een<br />
langdurige behandelrelatie, dicht bij de patiënt. En dat moet<br />
zo blijven. ‘Wat dat betreft zijn de ervaringen met<br />
De Maastricht Studie positief’. De deelnemers komen<br />
terug met relevante rapporten, die <strong>één</strong> op <strong>één</strong> bruikbaar<br />
zijn in de dagelijkse praktijk. Uiteraard zijn die nog wel<br />
voor verbetering vatbaar. Met name als deze elektronisch<br />
aangeboden zouden kunnen worden, zouden ze daar een<br />
belangrijk voordeel bij hebben. ‘Zover is het nog niet,<br />
maar daar wordt aan gewerkt. Een dergelijk groot<br />
onderzoeksproject vergt een goede ICT infrastructuur.<br />
Daarbij zullen we de koppeling (via edifact) met het HIS<br />
van de huisartsen en – indien gewenst – Medix niet<br />
vergeten!’, zegt Roelf Norg, huisarts en lid van het<br />
management team van de Maastricht Studie. De gehele<br />
infrastructuur wordt stapje voor stapje uitgetest en<br />
opgebouwd. Pas als alles goed werkt, kan een nieuw<br />
onderdeel goed en veilig worden ingevoerd. Dat geldt<br />
ook – misschien wel in het bijzonder – voor de digitale<br />
infrastructuur van de (privacygevoelige) gegevens.<br />
Uitbreiding van de rapportage<br />
De huidige eindrapporten die de deelnemers mee naar<br />
huis krijgen beginnen langzamerhand steeds meer vorm<br />
te krijgen. De huisarts krijgt hiervan een uittreksel.<br />
Uitbreiding daarvan is mogelijk. ‘Daarbij is ook de input van<br />
de huisartsen van belang. Wat willen ze weten en wat niet?<br />
Dit wordt in overleg met de RHZ nader uitgewerkt’.<br />
Uiteindelijk: verbetering van zorg<br />
Zo komen we tot wel 30% meer mensen met onbekende<br />
hypertensie op het spoor. En toch ook nog een aantal<br />
onbekende COPD’ers en nieuwe diabeten. Die vroege<br />
opsporing biedt alle kansen tot verbetering van de zorg,<br />
aldus de huisartsen. In koor: ‘Daar gaan we voor!’<br />
16 17<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong>
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
1 e uitgave 2012<br />
Aankondiging<br />
NHG-Wetenschapsdag 2012<br />
DOOR DE WETENSCHAPPELIJKE PROGRAMMACOMMISSIE<br />
<strong>Op</strong> vrijdag 8 juni 2012 organiseert het NHG samen met de<br />
Vakgroep <strong>Huisartsgeneeskunde</strong> van de Universiteit<br />
Maastricht de jaarlijkse Wetenschapdag.<br />
De NHG-Wetenschaps dag is bedoeld voor iedereen die<br />
geïnteresseerd is in de wetenschappelijke ontwikkelingen<br />
binnen de huisartsgeneeskunde: huisartsen, artsen in<br />
opleiding tot specialist huisartsgeneeskunde, specialisten<br />
ouderengeneeskunde, onderzoekers op het gebied van de<br />
publieke gezondheidszorg en de huisartsgeneeskunde,<br />
richtlijnontwikkelaars, implementatiedeskundigen,<br />
beleidsmakers etc.<br />
Dit jaar mag u naar Maastricht reizen, maar u zult merken<br />
dat die afstand best meevalt. Bovendien, als u uit de trein<br />
stapt, bent u al ter plaatse. Hotel de l’Empereur ligt namelijk<br />
tegenover het centraal station.<br />
De NHG-Wetenschapsdag 2012 is toekomstgericht.<br />
De organisatie heeft gekozen voor multimorbiditeit als<br />
centraal thema, maar ook is er specifieke aandacht voor het<br />
onderwerp carrière in de wetenschap. Daarnaast geeft de<br />
dag uiteraard een beeld van de rijkdom aan wetenschappelijk<br />
onderzoek in de huisartsgeneeskunde en in aanpalende<br />
gebieden van de eerstelijnsgeneeskunde.<br />
In de eerste plenaire lezing zal Jan de Maeseneer,<br />
hoogleraar <strong>Huisartsgeneeskunde</strong> te Gent, het onderwerp<br />
multimorbiditeit plaatsen binnen het denken over<br />
communicable and non-communicable diseases waarover<br />
wereldwijd gedebatteerd wordt. In de tweede plenaire<br />
lezing zal Marjan van den Akker, universitair hoofddocent<br />
aan de Universiteit Maastricht, ingaan op de<br />
operationalisatie van het begrip multimorbiditeit.<br />
Multimorbiditeit is een werkelijkheid in de (huisartsen)<br />
praktijk en geleidelijk krijgt het onderzoek hiernaar meer<br />
vorm. Ten slotte zal Sil Aarts, op 13 april 2012 gepromoveerd<br />
op het onderwerp multimorbiditeit, ons meenemen naar<br />
nieuwe methoden om medische data te analyseren vanuit<br />
het perspectief van multimorbiditeit.<br />
Uit de ingestuurde abstracts blijkt dat vooral veel jonge<br />
collega’s, inclusief aios en AIOTHO’s, wetenschappelijk<br />
onderzoek doen. Dat is een prachtig uitgangspunt voor<br />
de toekomst, maar het is de vraag of iedereen op dezelfde<br />
manier naar die toekomst kijkt. In een van de workshops<br />
willen we de carrière en het carrièreperspectief van jonge<br />
onderzoekers, en de relevante factoren daarbij, onder de<br />
loep nemen.<br />
Kijk verder voor de wetenschappelijke sessies op allerlei<br />
gebieden op nhg.artsennet.nl. Daar vindt u ook meer<br />
informatie over de workshops en de begeleide postersessies.<br />
U kunt zich daar ook aanmelden tot begin juni maar vol<br />
is vol.<br />
U bent welkom op vrijdag 8 juni 2012 in Maastricht!<br />
Basiskwalificatie Onderwijs<br />
Met de Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) wil de Universiteit<br />
Maastricht (UM) onderwijscompetenties van alle<br />
wetenschappelijk personeel met onderwijstaken in kaart<br />
brengen en zonodig verbreden of verdiepen. <strong>Op</strong> deze manier<br />
wil de universiteit de kwaliteit van haar onderwijs<br />
borgen om zo haar missie ‘Leading in Learning’ gestalte<br />
te geven. De BKO is dan ook nadrukkelijk onderdeel van<br />
het HRM-beleid aan de UM. Het BKO raamwerk dient<br />
als kader. Elke faculteit werkt de BKO op eigen wijze uit,<br />
afhankelijk van haar cultuur, domeinspecifieke eisen en<br />
wensen. Tot nu toe zijn de volgende medewerkers van<br />
<strong>Huisartsgeneeskunde</strong> geslaagd:<br />
Yvonne Winants (3 e van rechts op de groepsfoto),<br />
Katrien Boots, Marjan van den Akker en Laury de Jonge.<br />
Postdoc-plannen<br />
Nieuwe generatie<br />
antistollingsmiddelen<br />
DOOR PETRA ERKENS, ONDERZOEKER HAG<br />
Terwijl de laatste hoofdstukken van mijn proefschrift<br />
over diagnostiek en behandeling van longembolie<br />
vorm krijgen, zijn ook de voorbereidingen voor mijn<br />
werkzaamheden na mijn promotie al in volle gang. Het<br />
nieuws dat ik na mijn promotie twee jaar als postdoc aan<br />
de slag mag gaan bij ons onderzoeksinstituut CAPHRI,<br />
was zeer welkom en heugelijk. Twee jaar om extra<br />
onderzoekservaring op te doen, te netwerken, mijn<br />
publicatielijst uit te breiden en financiering voor het vervolg<br />
van mijn onderzoeksplannen te vinden. Dat laatste is<br />
makkelijker gezegd dan gedaan.<br />
In de nabije toekomst wil ik me graag richten op de<br />
preventie en behandeling van trombo-embolie met de<br />
nieuwe generatie antistollingsmiddelen.<br />
Antistollingsmiddelen zijn de meest gebruikte medicijnen<br />
wereldwijd en aangezien de incidentie van veneuze<br />
trombo-embolie en atriumfibrilleren, de twee belangrijkste<br />
indicaties voor langdurige antistolling, vanwege de<br />
vergrijzing toenemen, neemt ook het gebruik van<br />
anticoagulantia toe.<br />
Met de ontwikkeling en registratie van nieuwe antistollingsmiddelen<br />
zoals de trombineremmer Dabigatran en de<br />
factor Xa-remmer Rivaroxaban, komt de trombosezorg<br />
in Nederland in een nieuwe fase. Er zijn echter nog de<br />
nodige vragen te beantwoorden voordat een brede inzet<br />
1 e uitgave 2012<br />
van de nieuwe generatie antistollingsmiddelen verantwoord<br />
is. Ik wil me richten op vragen die er nog zijn op het<br />
gebied van therapietrouw, lange termijn effecten en<br />
kosteneffectiviteit van de nieuwe middelen. Het wordt<br />
vooral praktisch onderzoek dat zowel klinisch als<br />
maatschappelijk relevant is.<br />
We starten met het ontwikkelen van een model om<br />
therapietrouw bij antistolling te voorspellen met behulp<br />
van al beschikbare data van de trombosedienst Maastricht.<br />
Om effectiviteit en kosten van de nieuwe middelen in de<br />
dagelijkse praktijk te evalueren, zal een grote landelijke<br />
studie nodig zijn. Hiervoor proberen we financiering te<br />
krijgen bij het ZonMw-programma ‘Goed Geneesmiddelen<br />
Gebruik’. Uiteraard staat ook het schrijven van een<br />
zogeheten VENI-aanvraag op de planning. Een VENI is<br />
een subsidieaanvraag voor gepromoveerde onderzoekers,<br />
onderdeel van het landelijke programma Vernieuwingsimpuls.<br />
Hiervoor verzamel ik nu al zo veel mogelijk tips<br />
en informatie bij de Leergang Wervingskracht voor<br />
Onderzoekers van het Staff Development Centre van<br />
Universiteit Maastricht. De eerste WESP-studenten voor het<br />
project hebben zich ook al aangemeld, dus zoals gezegd,<br />
de voorbereidingen zijn in volle gang. Ik verheug me op<br />
mijn naderende promotie en de postdoc-periode daarna!<br />
18 19<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong>
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
1 e uitgave 2012<br />
Voor u geschreven in Maastricht<br />
Wetenschap in de praktijk<br />
DOOR JELLE STOFFERS, HUISARTS MEDISCH CENTRUM WEST KERKRADE EN UNIVERSITAIR HOOFDDOCENT<br />
VAKGROEP HUISARTSGENEESKUNDE UNIVERSITEIT MAASTRICHT<br />
De ‘Maastrichtse’ artikelen die ik dit<br />
keer voor u mocht samenvatten gaan<br />
vooral over onderwijs, preventie, en<br />
onderzoek en minder over dagelijkse<br />
gebeurtenissen in de spreekkamer.<br />
Onderwijs<br />
Raymond Leclercq c.s. schreven een bezielde beschouwing<br />
over het belang van een brede ‘academische vorming’<br />
in ons medisch onderwijs in tijden van ‘studieduurverkorting,<br />
marktwerking, efficiency en bezuinigingen’. ‘Academisch’<br />
zou ik vrij vertalen als ‘in staat zijn verder te kunnen kijken<br />
dan de neus van op de praktijk gerichte professional lang<br />
is’. De auteurs bieden een driedimensionaal perspectief:<br />
de Doener (de wetenschappelijk gevormde arts), de Denker<br />
(de reflecterende professional) en de Docent (die kennis<br />
en ervaring kan overdragen aan patiënten, collegae en<br />
studenten). Zij beschrijven de consequenties die dit voor<br />
ons curriculum zou moeten hebben, maar geven en<br />
passant ook een beschrijving van wenselijke mentale<br />
kenmerken van de lezers van dit blad.<br />
[van der Vusse et al, TMO 2011;30(6):315-23]<br />
Jonneke van der Zwet keek verder dan haar medische neus<br />
lang is om te zien hoe coassistenten huisartsgeneeskunde<br />
leren. Door een sociaal-culturele onderzoeksbril op te zetten,<br />
stelde zij in een kwalitatief onderzoek onder 44<br />
coassistenten vast, dat een leerzame leeromgeving voor<br />
coassistenten enerzijds de gelegenheid biedt om eigen<br />
fouten te maken en anderzijds het vertrouwen schenkt<br />
om zelfstandig de doktersrol te mogen uitoefenen.<br />
Ervaren respect van praktijkmedewerkers en zelfvertrouwen<br />
versterkende supervisie dragen daar aan bij.<br />
[van der Zwet et al, Adv in Health Sci Educ 2011;16:359-73]<br />
Frans van der Horst en Paul Lemmens breken een lans voor<br />
het integreren van waarde-beladen onderwerpen in de<br />
medische curricula van onze steeds verder globaliserende<br />
wereld. Artsen dienen zich bewust te zijn van de invloed<br />
van cultureel bepaalde achtergronden in medische<br />
besluitvormingsprocessen tussen arts en patiënt.<br />
[van der Horst, Lemmens, Med Educ 2012;46:238-44]<br />
Preventie<br />
Moeten we zelfstandig wonende ouderen op enig moment<br />
gaan screenen om problemen in hun toekomst voor te<br />
kunnen zijn? Elf Nederlandse experts, onder wie<br />
Job Metsemakers, bogen zich over de vraag in hoeverre<br />
opvattingen hierover door ‘evidence’ onderbouwd zijn.<br />
De bekende criteria voor screening van Wilson en Jungner<br />
fungeerden hierbij als richtlijn. Men concludeerde dat<br />
er onderbouwing is voor screenen (en behandelen) op<br />
onvoldoende lichaamsbeweging, roken en cardiovasculair<br />
risico bij alle 60-plussers, vitaal of kwetsbaar. Bij de groep<br />
kwetsbare ouderen was er onduidelijkheid voor een grote<br />
groep als belangrijk ervaren onderwerpen, zoals bijvoorbeeld<br />
visus- en gehoorstoornissen, voedingsstoornissen,<br />
incontinentie, polyfarmacie, cognitieve achteruitgang,<br />
depressie, eenzaamheid, pijn en functionele status.<br />
De auteurs pleiten voor meer onderzoek op deze gebieden.<br />
<strong>Op</strong>vallende voorbeelden van problemen waar men geen<br />
indicatie voor screening zag zijn alcoholmisbruik, chronische<br />
nierziekte, diabetes, osteoporose en valrisico.<br />
[Drewes et al, JAGS 2011]<br />
Hierbij sluiten de volgende artikelen goed aan. In een<br />
onderzoek in de Gezondheidscentra Eindhoven toonden<br />
Merijn Godefrooij et al aan dat opsporing van patiënten<br />
met verhoogd cardiometabool risico in drie stappen een<br />
initiële respons had van 75% (1270/1704) en vervolgens<br />
een opbrengst had van 11% (145/1270) van de respondenten<br />
die in aanmerking kwamen voor behandeling.<br />
[Godefrooij et al, Fam Practice 2011; doi:10.1093/fampra/<br />
cmr068]<br />
In dezelfde Eindhovense gezondheidscentra lieten Joris<br />
Linmans et al zien dat een ‘Beweegkuur’ voor diabeten en<br />
pre-diabeten geen klinisch relevante en geen statistisch<br />
significante effecten had op alle klinische uitkomstmaten<br />
die je kunt bedenken.<br />
[Linmans et al, BMC Family Practice 2011;12:95]<br />
Methodologisch was dit een interessant voorbeeld van<br />
hoe je met een statistische techniek (‘propensity score<br />
matching’) kunt corrigeren voor mogelijke ‘confounding<br />
by indication’ door de observationele opzet van dit ‘realworld’<br />
huisartsgeneeskundig onderzoek.<br />
Tenslotte doen Tineke van Geel c.s. een voorstel voor<br />
secundaire fractuurpreventie bij 50-plussers die een eerste<br />
fractuur hebben doorgemaakt<br />
[van den Bergh et al, Nat Rev Rheumatol 2012; doi:<br />
10.1038/nrrheum.2011.217];<br />
schreven André Knottnerus, Geert-Jan Dinant et al. een<br />
scherp commentaar op een tendentieus artikel in het<br />
GeBu over de griepvaccinatie<br />
[Knottnerus et al, Medisch Contact 2011;66(48):2962-4];<br />
schreef gasthoogleraar Peter Anderson een overzichtsartikel<br />
over welke maatregelen overheden ‘evidence based’<br />
zouden moeten stimuleren om schadelijk gebruik van<br />
alcohol terug te dringen (voor de spreekkamer: vaak naar<br />
vragen en korte interventies)<br />
[Anderson, Sucht 2011;57(2):85-98];<br />
European General Practice Research<br />
Network (EGPRN)<br />
10-13 mei 2012 in Ljubljana, Slovenië<br />
Thema: ‘Vocational Education and Training in<br />
Quality Improvement’.<br />
18-21 oktober 2012 in Antwerpen, België<br />
Thema: ‘Research on Patient-Centred Interprofessional<br />
Collaboration in Primary Care’.<br />
Deadline abstracts: 30 juni 2012<br />
en bedachten Ramos Feljandro et al een beslisboommodel<br />
voor studies naar de kosteneffectiviteit van<br />
primaire astmapreventie bij kinderen.<br />
[Ramos et al, BMC Medical Research Methodology<br />
2011;11:50]<br />
Onderzoek<br />
Sil Aarts (promotie 13 april 2012) publiceerde een<br />
methodologische les over het gebruik van p-waardes.<br />
[Aarts et al, Eur J Gen Pract 2012;18:50-2]<br />
16-19 mei 2013 in Antalya, Turkije<br />
Thema: ‘Risky Behaviours and Health Outcomes’.<br />
Deadline abstracts: 15 januari 2013<br />
17-20 oktober 2013 in Londen, Groot-Brittannië<br />
Meer informatie<br />
www.egprn.org of http://meeting.egprn.org/home<br />
Hanny.Prick@hag.unimaas.nl<br />
1 e uitgave 2012<br />
Marjan van den Akker was betrokken bij een vergelijking<br />
van incidentie- en prevalentiecijfers van een groot aantal<br />
ziektebeelden, zoals die geregistreerd worden in zes<br />
Nederlandse huisartsgeneeskundige registratienetwerken.<br />
Voor veel ziektebeelden bleken de verschillen groot.<br />
Ze konden bovendien niet afdoende verklaard worden<br />
door verschillen in sociaaldemografische kenmerken.<br />
<strong>Op</strong> netwerkniveau zijn de verschillen alleen klein voor<br />
de incidentiecijfers van coronaire hartziekten, diabetes<br />
en artrose. Onderzoekers die deze netwerken gebruiken,<br />
dienen bij hun berekeningen dus uit te gaan van<br />
netwerkspecifieke cijfers.<br />
[van den Dungen et al, BMC Public Health 2011:11:887]<br />
Tenslotte …<br />
• konden Marika Burda et al op basis van interviews<br />
met ervaringsdeskundige diabetespatiënten een lijst<br />
opstellen met 10 succesvolle gedragswijzen voor het<br />
omgaan van diabetespatiënten met hun ziekte bij<br />
sollicitatieprocedures en tijdens hun werk;<br />
[Burda et al, JOEM 2012;54:92-100]; en<br />
• was Marjan van den Akker betrokken bij een kwalitatief<br />
onderzoek dat liet zien dat huisartsen vaak een<br />
afwachtende, reactieve opstelling hebben naar<br />
patiënten na een behandeling voor kanker.<br />
[Geelen et al, Huisarts Wet 2011;54(11):587-90]<br />
20 21<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong>
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
22<br />
1 e uitgave 2012<br />
Wesp-student: Denise Vergeer<br />
Depressies<br />
BEGELEIDERS: MARJAN VAN DEN AKKER & FRANK BUNTINX<br />
Achtergrond<br />
Depressies komen veel voor bij oudere kankerpatiënten<br />
(prevalentie 17-25%). Een depressie is moeilijk te<br />
diagnosticeren door de grote overlap van de symptomen<br />
met de symptomen van kanker. De kwaliteit van leven is<br />
bij ouderen met kanker belangrijker dan de kwantiteit.<br />
Herkenning en behandeling van een depressie is daarom<br />
erg belangrijk.<br />
Doel<br />
Er is eerder een verband aangetoond tussen vermoeidheid<br />
en depressie bij kankerpatiënten, echter is niet bekend<br />
hoe ze met elkaar in verband staan. Met dit onderzoek<br />
wilden we onderzoeken of vermoeidheid een aanwijzing<br />
is voor de aanwezigheid van een depressie in<br />
kankerpatiënten. Hiernaast keken we of er een verschil<br />
is tussen jongere en oudere kankerpatiënten en tussen<br />
ouderen met en zonder kanker.<br />
Methode<br />
Het onderzoek was een onderdeel van de KLIMOP-studie.<br />
Er waren drie patiëntengroepen:<br />
• Oudere kankerpatiënten (>70 jaar);<br />
• Jongere kankerpatiënten (50-69 jaar);<br />
• Ouderen zonder eerdere kankerdiagnose (>70 jaar).<br />
Resultaten<br />
De sensitiviteit van vermoeidheid voor het hebben van een<br />
depressie was 40% (26-55), de specificiteit 92% (88-94),<br />
de positief voorspellende waarde 37% (24-52) en de<br />
negatief voorspellende waarde 93% (89-95) over de<br />
gehele onderzoekspopulatie.<br />
Er zaten geen grote verschillen tussen de verschillende<br />
groepen.<br />
Er vonden individuele interviews plaats
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
24<br />
1 e uitgave 2012<br />
Promotie<br />
Sil Aarts<br />
<strong>Op</strong> 13 april 2012 promoveerde Sil Aarts op haar studie<br />
‘Multimorbidity in general practice. Adverse health effects<br />
and innovative research strategies.’ Onder begeleiding<br />
van haar Promotoren, de hoogleraren Job Metsemakers<br />
en Frans Verhey, en haar Copromotoren, Marjan van den<br />
Akker en Maarten van Boxtel.<br />
‘De relatief korte zittingsperiode van<br />
een kabinet van maximaal 4 jaar,<br />
frustreert een lange termijn visie op de<br />
gezondheidzorg’.<br />
Sil Aarts (Heerlen, 1985) studeerde psychologie aan de UM<br />
en begon in februari 2008 als promovendus bij de vakgroep<br />
<strong>Huisartsgeneeskunde</strong>. Naast haar primaire werkzaamheden<br />
als onderzoeker, was ze ook zeer betrokken als promovendivertegenwoordiger<br />
bij CAPHRI en medeoprichtster van de<br />
Journal Club Maastricht, een maandelijkse discussiegroep<br />
van promovendi van HAG en andere vakgroepen.<br />
Eind 2011 kreeg ze (tegelijk met Petra Erkens) een<br />
felbegeerde postdoc positie aangeboden bij CAPHRI.<br />
Sil koos echter voor een andere carrièrerichting en is sinds<br />
februari 2012 werkzaam als docent wetenschappelijk<br />
onderzoek bij de Hogeschool Fontys. We vinden het jammer<br />
dat Sil weg is, maar gunnen haar een mooie nieuwe<br />
toekomst!<br />
‘De grote toename in het aantal chronisch<br />
zieken is een sociaal probleem. Het is<br />
niet aan artsen maar aan politici om dit<br />
probleem op te lossen’.<br />
Yolanda van de Graaf, NRC, 13 augustus 2011.<br />
Nascholen over kleine beestjes<br />
DOOR JOCHEN CALS, HUISARTS EN BESTUURSLID MINC<br />
Als huisarts kun je vrijwel elke avond een andere<br />
nascholing volgen. Het is soms moeilijk om door de<br />
bomen het spreekwoordelijke bos te zien. De meeste<br />
nascholingen richten zich op <strong>één</strong> tractus of specifieke<br />
aandoening of belichten een van de vele chronische<br />
aandoeningen die we dagelijks op het spreekuur zien.<br />
Infecties hebben het unieke kenmerk dat zij zich niet<br />
binnen een tractus laten vangen. Infecties zien we bij<br />
baby’s, volwassenen en ouderen en ze kunnen variëren<br />
van onschuldig tot levensbedreigend. Verwekkers<br />
laten zich niet tegenhouden door ziekenhuismuren of<br />
landsgrenzen.<br />
Het Maastricht Infectieziekten Centrum (MINC) is in<br />
2004 opgericht met als doel de kennis op het gebied<br />
van infectieziekten te verbreden en te verdiepen en deze<br />
kennis uit te dragen. Het MINC is een multidisciplinair<br />
initiatief waarin vertegenwoordigers van de<br />
kerndisciplines Infectiologie, Medische Microbiologie,<br />
Intensive Care, <strong>Huisartsgeneeskunde</strong> en GGD de<br />
organisatie op zich nemen. Door een multidisciplinaire<br />
aanpak wordt ernaar gestreefd om de diverse aspecten<br />
die van belang zijn voor de kennis van infectieziekten aan<br />
de orde te laten komen.<br />
Het MINC-bestuur heeft ervoor gekozen om tweemaal per<br />
jaar de focus op de eerstelijn te leggen. Eind 2011 werd de<br />
nascholing over infectieziekten bij ouderen druk bezocht<br />
door huisartsen. Eerder dit jaar in februari vond er al een<br />
avond over wijzigingen in het Rijksvaccinatieprogramma<br />
plaats.<br />
MIRA-trial<br />
MIRena versus<br />
endometrium Ablatie<br />
DOOR MARIAN VAN DEN BRINK, ARTS-ONDERZOEKER HUISARTSGENEESKUNDE UMC GRONINGEN 1<br />
Hevig menstrueel bloedverlies of menorragie vormt voor<br />
veel vrouwen een maandelijkse belasting met duidelijke<br />
invloed op hun kwaliteit van leven. De incidentie in de<br />
huisartsenpraktijk is 5.2 per 1000 vrouwen per jaar.<br />
Voor de behandeling van deze klacht kunt u kiezen uit<br />
medicamenteuze therapie met orale anticonceptiva,<br />
tranexaminezuur, NSAID’s, het plaatsen van een<br />
levonorgestrel houdend intra-uterien device (Mirenaspiraal)<br />
of verwijzen voor een endometriumablatie of<br />
uterusextirpatie. Medicamenteuze therapie is de eerste<br />
stap bij menorragie, maar is niet altijd effectief.<br />
De Mirena spiraal en endometrium ablatie zijn twee<br />
effectieve methoden voor de behandeling van menorragie<br />
en minder invasief dan een uterusextirpatie. Plaatsing van<br />
de Mirena-spiraal kan heel goed in de eerste lijn gebeuren,<br />
terwijl voor ablatie verwezen moet worden naar een<br />
gynaecoloog. Het is echter niet duidelijk welke behandeling<br />
de beste resultaten geeft. Om de effecten en kosten van<br />
1 De vakgroep <strong>Huisartsgeneeskunde</strong> van de UM neemt deel aan dit<br />
landelijk consortium en helpt mee met de werving van huisartsen.<br />
<strong>Op</strong> 23 oktober kunt een avond volgen over ‘De huid<br />
als spiegel: infecties, koorts en vlekjes’ met een focus<br />
op de eerstelijn. Uiteraard bent u ook welkom op de<br />
andere avonden. De kleine vreemde beestjes blijven zich<br />
voortdurend aanpassen.<br />
Wilt u goed voorbereid in de spreekkamer zitten?<br />
We heten u graag welkom op een van de avonden!<br />
Meer informatie op www.minc.eu of via minc@mumc.nl<br />
of j.cals@maastrichtuniversity.nl<br />
De resterende data voor de symposia van het Maastricht<br />
Infecton Center (MINC) 2012:<br />
Donderdag 7 juni 2012<br />
Centraal Zenuwstelsel Infecties<br />
Dinsdag 23 oktober 2012<br />
De huid als spiegel: infecties, koorts en vlekjes<br />
Woensdag 12 december 2012<br />
MINC zoekt boer<br />
Tijdstip: vanaf 17.45 uur<br />
Locatie: van der Valk Hotel te Maastricht.<br />
1 e uitgave 2012<br />
beide methoden in een randomized controlled trial te<br />
vergelijken is het MIRA-onderzoek opgezet. Hierbij kijken<br />
we primair naar patiënttevredenheid en secundair naar<br />
menstrueel bloedingspatroon, kwaliteit van leven, aantal<br />
re-interventies, ziekteverzuim en kosten.<br />
Het MIRA onderzoek is een multi-center trial waaraan<br />
huisartsen en gynaecologen uit verschillende delen van<br />
Nederland meewerken. In de regio Limburg en Brabant<br />
doen het Maastricht UMC, Viecuri MC in Venlo, het Orbis<br />
MC in Sittard, het Maxima MC in Veldhoven en het<br />
TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg mee. De huisartsen die<br />
naar deze ziekenhuizen verwijzen, worden uitgenodigd te<br />
participeren in het onderzoek.<br />
Komt er een vrouw van 34 jaar of ouder met hevig<br />
menstrueel bloedverlies op uw spreekuur, waarbij<br />
medicamenteuze therapie niet het gewenste effect had<br />
of gecontra-indiceerd is? Dan komt zij in aanmerking voor<br />
het MIRA-onderzoek indien zij geen kinderwens meer heeft<br />
en bij vaginaal toucher geen vergrootte of afwijkende<br />
uterus heeft. De patiënte krijgt een menstruatie score<br />
kaart mee naar huis om de hoeveelheid bloedverlies te<br />
kwantificeren en na toestemming wordt er geloot voor<br />
<strong>één</strong> van beide behandelmethoden. Indien zij loot voor<br />
de Mirena-groep, kan zij voor het plaatsen van de spiraal<br />
terugverwezen worden naar haar eigen huisarts(praktijk).<br />
Vervolgens wordt haar gevraagd na 3, 6, 12 en 24 maanden<br />
vragenlijsten in te vullen.<br />
We hopen een groot deel van de patiënten te includeren<br />
in de eerste lijn. Dan zijn de resultaten van het onderzoek<br />
het meest relevant voor de onderbouwing van uw<br />
huisartsgeneeskundig handelen bij hevig menstrueel<br />
bloedverlies.<br />
Voor meer informatie over de trial of deelnemende<br />
ziekenhuizen in uw regio, kunt u terecht op onze website:<br />
www.studies-obsgyn.nl/mira, of neem contact op met de<br />
onderzoeker via:<br />
Email: M.J.van.den.Brink@umcg.nl<br />
of telefoon 050-3638953.<br />
Wij hopen op uw deelname!<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
25
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
1 e uitgave 2012<br />
Uit de Huisartsopleiding<br />
Erkenning en herkenning<br />
DOOR JEAN MURIS, HOOFD HUISARTSOPLEIDING MAASTRICHT<br />
<strong>Op</strong> 6 december 2011 werd de huisartsopleiding gevisiteerd<br />
door de HVRC. Het is verheugend om te melden dat onze<br />
opleiding na de visitatie weer erkend is voor de komende<br />
5 jaar!<br />
De HVRC heeft een paar aanbevelingen gedaan:<br />
Ontwikkeling van wetenschappelijke vorming als centraal<br />
thema van de gehele opleiding. <strong>Op</strong> dit terrein werd al<br />
heel veel werk verricht. Medewerkers van de vakgroep<br />
(Marjan van den Akker en Tineke van Geel) werkten<br />
samen met Bas Maiburg een programma evidence based<br />
medicine (EBM) uit. Aanvankelijk alleen voor aios, maar<br />
later ook voor stafleden en huisartsopleiders. Een nog<br />
klein groepje opleiders is onder leiding van Marjan en Bas<br />
bezig met EBM tijdens de terugkomdagen in Urmond en<br />
zij zullen binnenkort zelf een presentatie geven hierover<br />
voor hun collega huisartsopleiders.<br />
Nadere uitwerking en implementatie van o.a. persoonlijk<br />
opleidingsplan en portfolio. Iedere aios heeft een eigen<br />
persoonlijk opleidingsplan en zij worden regelmatig<br />
bevraagd op actuele leerdoelen en of zij die leerdoelen<br />
kunnen behalen aan de hand van een handig verbeterplan.<br />
Uiteraard bestaat de inhoud van die leerdoelen niet alleen<br />
uit vakinhoudelijke kennis, maar ook uit arts-patiënt<br />
communicatie, de eigen professionaliteit, het kunnen<br />
samenwerken en organiseren (denk aan praktijkmanagement)<br />
etc.<br />
Het is hierbij belangrijk op te merken dat in de laatste<br />
enquête, via internet afgenomen bij alle aios in<br />
Nederland, een algemene bevinding is dat<br />
praktijkmanagement te weinig aan de orde komt in de<br />
opleiding. Van de andere kant zeggen aios dat ze te veel<br />
aangeboden krijgen op het gebied van arts-patiënt<br />
communicatie. Onder de bezielende leiding van<br />
Marijn van Oord is in Maastricht een overzichtelijk<br />
praktijkmanagement onderwijs traject uitgezet. Hier<br />
hebben de aios veel profijt van. Het is echter de vraag of<br />
alle aspecten hiervan tijdens de opleiding wel kunnen<br />
worden geleerd. Het blijkt dat huisartsen juist in de<br />
eerste jaren van hun praktijkvoering het meest leren van<br />
praktijkmanagement. Ondersteuning en onderwijs in<br />
die fase is hierbij van belang. Uiteraard is het belangrijk<br />
dat de opleiders parallel op de hoogte zijn van de<br />
elementen t.a.v. praktijkmanagement zoals die tijdens de<br />
terugkomdag worden onderwezen. Hiervoor vindt op dit<br />
moment afstemming plaats.<br />
Meer gebruik maken van de mogelijkheid om bij<br />
hernieuwing van de opleidererkenning, de HVRC te<br />
adviseren in het erkenningsbesluit door voorwaarden<br />
of adviezen op te nemen. Van deze mogelijkheid wordt<br />
nog geen gebruik gemaakt. Het is wel zo dat in het<br />
geval een opleider niet functioneert ten opzichte van<br />
de verwachtingen/eisen die wij als huisartsopleiding<br />
hebben, wij die samenwerking niet continueren.<br />
Praktijkaccreditatie<br />
Wat ik merk is dat de politiek van invloed is op de<br />
investeringen van de huisartsen. Aanvankelijk werd door<br />
huisartsopleiders overwogen om te stoppen met de<br />
opleiding als protest tegen de bezuinigingen. Gelukkig<br />
werd dit snel gezien als schieten in eigen voet. Waar veel<br />
huisartsen nu tegenaan lopen, zijn de hoge kosten en<br />
veel extra werk door de praktijkaccreditatie. Een aantal<br />
huisartsopleiders haakt af hierdoor. Men zoekt naar een<br />
praktischer en goedkopere vorm van accrediteren. Een<br />
dilemma voor opleidingspraktijken is dat de HVRC per<br />
2016 strenger zal gaan controleren op de aanwezigheid<br />
van praktijkaccreditatie. Zonder accreditatie kan je geen<br />
opleidingspraktijk meer zijn. Het is uiteraard de vraag of<br />
met het oog op de ambitie om elk jaar 720 aios te laten<br />
instromen in de opleidingen, deze eis gestalte kan krijgen.<br />
Los van of de soep zo heet gegeten wordt als hij wordt<br />
opgediend, speelt de kwestie dat de inhoud van de<br />
accreditatie niet aansluit bij een opleidingspraktijk. Er<br />
wordt nu gewerkt met een aantal minimumeisen en met<br />
verbeterplannen. Een aparte module opleidingspraktijk<br />
ontbreekt vooralsnog. Zoals bekend faciliteert de SBOH<br />
een eenmaal geaccrediteerde huisartspraktijk met een<br />
maandelijkse bijdrage in de kosten. Het verdient een<br />
gezamenlijk optrekken van hoofden huisartsopleiding en<br />
de landelijke vereniging van huisartsopleiders (LHOV) om<br />
dit knelpunt aan te pakken.<br />
Afscheid<br />
Tonnie van Kessel<br />
in de praktijk<br />
DOOR JEAN MURIS, HOOFD HUISARTSOPLEIDING MAASTRICHT<br />
‘Altijd blijven leren’<br />
De Venlose huisarts en huisartsbegeleider bij de<br />
huisartsopleiding Tonnie van Kessel is na dertig jaar met<br />
haar praktijk gestopt. Ter gelegenheid van dit afscheid<br />
organiseerde het gezondheidscentrum Withuis een<br />
symposium dat vooral ging over het leren van studenten,<br />
aios en huisartsen. Sprekers waren oud-Withuis artsen<br />
(Loes van Bokhoven en Jean Muris) en professor Toine<br />
Lagro-Janssen (Radboud Nijmegen). Na dit symposium<br />
richt Tonnie zich als docent volledig op het begeleiden en<br />
opleiden van de nieuwe generatie huisartsen.<br />
In feite ben ik al zo’n 25 jaar bezig met het geven van<br />
onderwijs, in de praktijk. ‘Altijd blijven leren’, is mijn motto<br />
zegt ze in een interview met dagblad De Limburger. Dat is<br />
niet alleen nuttig, maar ook ontzettend leuk. Het is in het<br />
Withuis ook altijd gestimuleerd.<br />
Daar heerste een cultuur waarin het gewoon was om<br />
jezelf te blijven verbeteren. Dat en het feit dat in het<br />
1 e uitgave 2012<br />
Withuis huisartsen samenwerkten met andere disciplines,<br />
heeft ervoor gezorgd dat de geboden kwaliteit aan<br />
huisartsenzorg er flink verbeterd is.<br />
Dertig jaar praktijkervaring wordt nu ingezet voor de<br />
toekomstige generatie huisartsen. ‘<strong>Op</strong> terugkomdagen<br />
praten studenten over ervaringen, kijken we naar<br />
opnames van een consult. Bekijken we wat er anders had<br />
gekund, kan ik feedback geven. Zaken waar studenten<br />
tegenaan lopen, heb ik vaak zelf ook meegemaakt’,<br />
zegt Van Kessel.<br />
De spiegel die ze haar studenten voorhoudt, spiegelt<br />
wel van twee kanten. Zeker in haar tijd als huisarts was<br />
het ook de student die de arts Van Kessel een spiegel<br />
voorhield. ‘Als je als huisarts onderwijs geeft, word je zelf<br />
ook voortdurend geprikkeld. Ben je steeds bezig je kennis<br />
bij te schaven, het maakt je als huisarts alerter’, zegt Van<br />
Kessel. ‘Daarom zou ik iedere huisarts aanraden steeds<br />
studies te blijven volgen. Blijf jezelf uitdagen iets te leren.<br />
Uiteindelijk word je daar een betere arts van.’<br />
Benoeming Dr. Bas Maiburg<br />
ADJUNCT-HOOFD VAN DE HUISARTSOPLEIDING MAASTRICHT, IS BENOEMD TOT UNIVERSITAIR HOOFD DOCENT AAN DE UM<br />
Bas werkt al 25 jaar bij de UM en startte ooit bij het Skillslab.<br />
Bas promoveerde in 2003 cum laude op het proefschrift<br />
‘Computer-based nutrition education for General Practice.<br />
Development of a training program and effect assessment<br />
by standardized patients’.<br />
Zijn functie als adjunct-hoofd van de Huisartsopleiding<br />
kent een zeer uitgebreid takenpakket op onderwijskundig<br />
gebied en aansturing van het curriculum. Verder is hij bij<br />
velen bekend vanwege zijn betrokkenheid bij EBM (zie ook<br />
artikel Jean Muris). Meer recent en mede samenhangend<br />
met zijn benoeming en de verwetenschappelijking van<br />
de opleiding, is zijn doorgroei naar begeleider van<br />
promovendi bij de Huisartsopleiding.<br />
26 27<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong>
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
1 e uitgave 2012<br />
Gezondheidsrechterlijke kwesties<br />
Dwang en drang in de geneeskunde?<br />
DOOR MR. ARIE DE JONG, HUISARTS IN GOIRLE<br />
‘Wat heb ik nou met dwangbehandeling te maken’, zal<br />
menig huisarts denken. ‘Dat is toch voor Bopz instellingen?’<br />
Maar een alarmmatje voor een onrustige patiënt, een beetje<br />
sedatie omdat anderen last hebben van een roepende<br />
patiënte in een verzorgingshuis of een bedhekje; je wordt<br />
wel gevraagd even een briefje te tekenen of om een receptje<br />
te schrijven. Is er samenloop, overlap of aanvulling tussen<br />
deze twee wetten?<br />
Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst<br />
WGBO<br />
Wat is het? Wet op geneeskundige behandelingsovereenkomst,<br />
een onderdeel van het burgerlijk wetboek, boek 7.<br />
Regelt alle verrichtingen (handelingen) rechtstreeks<br />
betrekking hebbende op een persoon, ongeacht waar<br />
(denk aan de wandelende internist in Nepal)<br />
Voorwaarden dwangbehandeling,<br />
vrijheidsbeperking<br />
Zowel bij somatische als psychische behandelingen.<br />
De dwangbehandeling mag de facto niet leiden tot<br />
vrijheidsbeneming<br />
Alleen bij wilsonbekwame patiënten met toestemming<br />
van de vertegenwoordiger of obv inschatting ‘goed<br />
hulpverlenerschap’ door hulpverlener<br />
Alleen bij kennelijk ernstig nadeel voor patiënt zelf2 onvermijdelijk om lichamelijk lijden te verhelpen of<br />
te voorkomen<br />
Beschreven en verantwoord in het behandelplan van<br />
de patiënt<br />
Regelmatig noodzaak tot continuering beoordelen<br />
Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen<br />
Bopz<br />
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.<br />
In die zin een speciale wet die boven een algemene wet<br />
gaat (zoals de WGBO). Deze wet is niet bepaald door<br />
handelingen maar door een combinatie van een bepaalde<br />
categorie instelling en de criteria voor dwangopneming<br />
Ter genezing of wegneming van de stoornis waardoor de<br />
patiënt gevaar veroorzaakt. Er mogen dan middelen en<br />
maatregelen1 gebruikt worden<br />
Zowel wilsbekwame als wilsonbekwame patiënten<br />
Ook voor nadeel (gevaar) voor anderen<br />
1 Afzondering, Separatie, fixatie, dwang voeding en dwang medicatie, gebonden aan voorschriften. Daarnaast zijn er huisregels mogelijk om het gedrag<br />
binnen de perken te houden.<br />
2 WGBO gaat i.t.t. Bopz niet over belangen van anderen, maar erkenning van dit belang kan in praktijk onvermijdelijk zijn. Het is aan de arts om dit te<br />
beoordelen naar de omstandigheden van het geval en dit goed te onderbouwen en documenteren.<br />
Tot zover lijkt de scheiding duidelijk, maar er vinden ook<br />
vrijwillige opnames plaats in een Bopz instelling en Bopz<br />
opgenomen patiënten worden ook wel eens gewoon<br />
ziek in de zin van een pneumonie of lijden tevens aan<br />
een chronische ziekte zoals diabetes. Daarnaast zien we<br />
via een artikel 60 indicatie 1 dat verzorgingshuizen een<br />
Bopz afdeling creëren in het verzorgingshuis. Dit kan tot<br />
verwarrende situaties leiden.<br />
1 Artikel 60-indicatie; de Bopz-afdeling in het verzorgingshuis is bedoeld<br />
voor ouderen met ernstige psychogeriatrische problematiek die daarom<br />
door het CIZ geïndiceerd zijn voor verpleeghuiszorg én die in het bezit<br />
zijn van een artikel 60-indicatie. Zo’n indicatie houdt in dat de noodzaak<br />
tot opname als gevolg van een geestesstoornis aanwezig is (o.a. lijdend<br />
aan een dementiesyndroom), dat het gevaarcriterium geldt, en dat de<br />
persoon in kwestie geen blijk geeft van bereidheid tot, noch van verzet<br />
tegen die opname.<br />
Als de Bopz geldt, dan kan de WGBO ook nog gelden,<br />
bijvoorbeeld in de Bopz staat niets over de informatieplicht,<br />
maar dan geldt dat nog wel volgens de WGBO. Dus alle<br />
Bopz opgenomen patiënten hebben recht op informatie<br />
conform de WGBO en alle andere rechten die voortvloeien<br />
uit de WGBO.<br />
Lastiger wordt het als een diabetes patiënt, opgenomen<br />
volgens de wet Bopz vanwege een waanstoornis waardoor<br />
hij een gevaar voor anderen vormde, ontregeld raakt en<br />
niet behandeld wil worden voor zijn hypoglycaemie (door<br />
die zelfde waanstoornis). Volgens de Bopz mag er alleen<br />
dwangbehandeling toegepast worden die ter genezing<br />
of wegneming van de stoornis waarvoor hij een gevaar<br />
vormde, en dat was niet zijn diabetes.<br />
En mag je nu een bedhekje plaatsten bij een onrustige<br />
patiënt in een verzorgingshuis, of sederen in verband met<br />
hinderlijk roepen waar andere bewoners last van hebben?<br />
Dus wat te doen?<br />
We laten nu de wet Bopz voor wat hij is en beperken ons<br />
tot situaties van vrijheidsbeperkingen onder de vlag van de<br />
WGBO. Er zijn twee situaties te onderscheiden, een<br />
vrijwillige opname in een instelling op grond van de wet<br />
Bopz en ambulante hulpverlening enerzijds of hulpverlening<br />
in de thuissituatie of in een instelling niet op grond van<br />
de wet Bopz (bv. verzorgingshuis) anderzijds.<br />
aios wetenschapsdag<br />
‘Kaalheid is een keuze’<br />
DOOR SJEF SWAANS, REDACTIE<br />
Vlak voor het verschijnen van het laatste nummer van<br />
<strong>Op</strong> <strong>één</strong> <strong>Lijn</strong> is de halfjaarlijkse wetenschapsdag voor 3 e jaars<br />
aios gehouden. Het is daarom al enige tijd geleden, maar<br />
het is toch zeer de moeite waard te vermelden wie de<br />
eerste prijs gewonnen heeft.<br />
De publieksjury èn de deskundigenjury hebben uitverkoren:<br />
‘Kaalheid is een keuze’, door Joris Pieterse, Stefan van<br />
Dongen, en Sjanet Leuken.<br />
Aan de hand van een casus van een 18 jarige jongen met<br />
kaalheid, werden de voor- en nadelen van finasteride<br />
onderzocht en voortreffelijk gepresenteerd. Er ontstond<br />
daarna ook een goede discussie.<br />
Dus: winnaars: proficiat!<br />
1 e uitgave 2012<br />
De volgens de Bopz opgenomen patiënt, die insuline<br />
weigert, mogen we dus op grond van de WGBO<br />
kortdurend vastpakken om zijn insuline toe te dienen,<br />
ondanks verzet. Als betrokkene wilsonbekwaam is, moet<br />
zijn vertegenwoordiger toestemming geven. Als die er<br />
niet is, mag de hulpverlener dat op basis van goed<br />
hulpverlenerschap.<br />
Een bedhekje mag, mits tijdelijk, om erger te voorkomen.<br />
Noteren in dossier of behandelplan (dagelijks na de<br />
handeling). Een alarmmatje bij een onrustige patiënt mag,<br />
zolang het niet tot vrijheidsbeneming leidt. Bij het sederen<br />
van een patiënt omdat anderen er last van hebben, is het<br />
lastiger en zal er beoordeeld moeten worden naar de<br />
omstandigheden van het geval. Maar als de betreffende<br />
patiënt wilsbekwaam is, er zelf geen last van heeft en zich<br />
verzet tegen sedatie, zal er toch echt een Bopz verklaring<br />
moeten komen, wil de behandeling van de stoornis waaruit<br />
het gevaar (last) voor anderen voortvloeit (het roepen)<br />
met dwang behandeld kunnen worden.<br />
Literatuur<br />
• Sdu Wettenverzameling gezondheidsrecht.<br />
• De verhouding tussen de WGBO en de wet Bopz,<br />
mr. J. Legemaate, Tijdschrift voor gezondheidsrecht,<br />
2004/7.<br />
• Bopz, de samenhang tussen de WGBO en de wet Bopz,<br />
praktijkreeks 6, mr T.e. Stikker, 2003.<br />
• Handboeken gezondheidsrecht.<br />
Ook de andere presentaties boden veel nieuws, het was<br />
een goed gevarieerd programma met duidelijk leerpunten<br />
voor de praktijk. Ik denk bijvoorbeeld aan de indicatie van<br />
flammazine bij brandwonden, en de misschien<br />
overgewaardeerde rol van de saturatiemeting bij patienten<br />
met dyspnoe. De resistentie tegen fusidinezuur, het effect<br />
van sublinguale immunotherapie, en de behandeling van<br />
onychomycose waren de andere onderwerpen.<br />
We kijken alweer uit<br />
naar de volgende<br />
wetenschapsdag:<br />
22 mei 2012.<br />
28 29<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong>
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
30<br />
1 e uitgave 2012<br />
<strong>Op</strong>leiders-tweedaagse 2012<br />
Leuk en leerzaam<br />
DOOR STIJN DE VRIES, OPLEIDERSCOöRDINATOR HUISARTSOPLEIDING<br />
Voor de derde keer op rij is er begin februari een tweedaagse<br />
voor alle (actieve) opleiders geweest.<br />
<strong>Op</strong>leiders en staf ontmoetten elkaar in conferentiehotel<br />
Kapellerput in Heeze. Deze plek wordt door de deelnemers<br />
gewaardeerd. De locatie geeft ook aan dat we rekening<br />
houden met het feit een belangrijk deel (<strong>42</strong>% maar liefst)<br />
van onze opleiders in Brabant zit.<br />
De openingslezing werd gegeven door Tim Dornan,<br />
hoogleraar aan het onderwijsinstituut van de UM. Zijn<br />
onderwerp was: ‘Reflective learning from workplace<br />
experience; the role of supervisors’.<br />
Hoewel het soms lastig was om op de inhoud<br />
geconcentreerd te blijven vanwege het prachtige Engels<br />
dat hij sprak, bleek iedereen enthousiast over zijn ideeën<br />
waaronder de parallel met de meester-gezel relatie uit<br />
vroegere tijden (een gezel was vroeger een leerling die<br />
het vak, bijvoorbeeld glasblazer, in de werkplaats van zijn<br />
meester leerde). Hij had het ook over de relatie tussen de<br />
hoeveelheid controle (ofwel ruimte) die de aios wil en hoe<br />
groot de behoefte van de opleider aan controle is.<br />
Twee quotes: ‘exercise less rather than more control’ en<br />
‘give feedback including praise’.<br />
Hierna gingen kleine groepen opleiders (5-6) aan het<br />
werk met het hoofdthema: de Leercirkel. De verschillende<br />
kwadranten werden in vier workshops onder de loep<br />
genomen waarbij in kleine groepen met elkaar geoefend<br />
kon worden. aios uit praktijken in de buurt waren zo<br />
vriendelijk om ‘zichzelf te komen spelen’ waardoor het<br />
oefenen in de buurt kwam van real life.<br />
De gereedschapskist van de opleider werd aangevuld<br />
met de ‘Stamppotmethode’: een manier om het klinisch<br />
redeneren bij de aios te stimuleren. Geïnteresseerden<br />
kunnen bij mij terecht voor een toelichting. Er was veel<br />
interesse in de workshop die ging over wat mensen ervan<br />
kan weerhouden (of niet) om voornemens die ze gemaakt<br />
hebben uit te voeren. Bruikbaar voor aios, maar ook voor<br />
opleiders (en stafleden).<br />
De organisatie had dit jaar voor een radicaal andere invulling<br />
van het avondprogramma gekozen dan vorig jaar.<br />
Huisarts Eric Deckers, opleider uit Haelen en buutreedner<br />
in zijn vrije tijd, liet die avond zien wat hij kon.<br />
Bij de aanwezigen (met name zij die het konden verstaan)<br />
viel het programma goed in de smaak.<br />
Dag 2 is besteed aan het docentenoverleg, de periodieke<br />
bijeenkomst van de opleiders van een aios-groep waarin<br />
de focus ligt bij het onderwijsproces van de aios.<br />
’s Middags was er ‘Post-overleg’ waarbij alle opleiders die<br />
op dezelfde huisartsenpost dienst doen elkaar troffen.<br />
De dag werd afgesloten met de ‘Zeepkist’. Hierbij hadden<br />
3 opleiders de kans om hun collegae te informeren over een<br />
eigen onderwerp. Roelf Norg besprak de Maastricht<br />
Studie waar hij als huisartsonderzoeker aan verbonden is,<br />
Arie de Jong gaf uitleg over de veranderingen in de relatie<br />
tussen huisartsen en patiënt bezien vanuit de nieuwe Wet<br />
Cliëntenrechten Zorg en Martin Brassé hield een pleidooi<br />
voor het volgen door iedere opleider van de oogheelkunde<br />
(Baggen)cursus.<br />
In april in Urmond komen we terug op de kernreflecties:<br />
welke voornemens gemaakt op deze tweedaagse in<br />
Heeze heb je wel of niet uit kunnen voeren en waarin zat<br />
hem dat?<br />
Iedereen is (hopelijk) ‘versterkt’ weer naar huis gegaan,<br />
waarbij de goede organisatie en logistiek gedaan door<br />
Huub en Katrien zeker meegespeeld hebben.<br />
Marieke Kools (GW-er) en Paul Schrijver (HAB)<br />
Over de grens<br />
Huisarts in België<br />
DOOR INGRID VAN DER HEIJDEN, HUISARTSSTAFLID HUISARTSOPLEIDING<br />
<strong>Op</strong> 8 november 2011 vond een uitwisseling plaats tussen<br />
Belgische en Nederlandse aios. 6 Belgische aios deden mee<br />
aan een terugkomdag op de huisartsopleiding in Maastricht<br />
en 4 Nederlandse collega’s gingen naar het ‘seminarie’ in<br />
Diepenbeek. Alle aios en de groepsbegeleiders uit beide<br />
landen kwamen ’s avonds in Maastricht bijeen voor een<br />
gezamenlijke evaluatie.<br />
Onderwijs<br />
Het grootste verschil werd meteen duidelijk: Belgische<br />
aios hebben 40 uur terugkomdagonderwijs per jaar.<br />
Dat wil zeggen dat ze normaal gesproken maar een middag<br />
per twee weken onderwijs hebben. Ze hebben een drukke<br />
werkweek en maken lange dagen, het is vaak al moeilijk om<br />
op tijd te komen voor onderwijs en hierna zullen sommigen<br />
ook nog huisbezoeken moeten doen. In Belgische<br />
opleidingspraktijken zou het inplannen van een hele dag<br />
onderwijs logistieke problemen opleveren. Een aantal<br />
Belgische aios verbaasde zich over frequentie en duur van<br />
de terugkomdagen hier. Ze vroegen zich af of de<br />
Nederlandse aios zichzelf zo niet buitenspel zetten bij de<br />
patiënten in verband met hun beperkte bereikbaarheid<br />
en beschikbaarheid voor patiëntenzorg. Daarnaast waren<br />
ze benieuwd wat de toegevoegde waarde was van zoveel<br />
onderwijstijd buiten de praktijksetting. Er bestaat in België<br />
een beperkte relatie tussen de huisartsopleiding en<br />
universitaire afdelingen huisartsgeneeskunde.<br />
Diagnostisch landschap<br />
Belgische aios moeten tijdens het onderwijs om de beurt<br />
een voorbereide patiëntcasus presenteren. De aios beschrijft<br />
dan klachten en symptomen, vervolgens uitgebreid het<br />
diagnostisch landschap en het beleid. Collega-aios stellen<br />
hierbij kritische vragen ter voorbereiding op het theorieexamen.<br />
Een andere aios heeft de opdracht een verslag<br />
ervan te maken.<br />
Toetsing en beoordeling aios<br />
Om de 2 tot 3 maanden is er een evaluatie. Driekwart van<br />
de beoordeling vindt plaats door de opleider, een kwart door<br />
de onderwijsbegeleider. Er is een verplichte kennistoets in<br />
het 8 e jaar en in het 9 e jaar worden er twee videoconsulten<br />
beoordeeld en is er een beoordeling van een<br />
simulatiepatiëntcontact. Daarnaast moet de aios een<br />
thesis maken en die verdedigen.<br />
1 e uitgave 2012<br />
Meester-gezel<br />
Belgische aios hebben een 2-jarige huisartsopleiding. Het<br />
basiscurriculum duurt in België 7 jaar, waarbij ze in het<br />
laatste jaar al hebben moeten kiezen voor de specialisatie<br />
huisartsgeneeskunde. Na het basiscurriculum solliciteren ze<br />
bij een opleidingspraktijk voordat ze kunnen starten met de<br />
huisartsopleiding. Ze blijven gedurende de 2-jarige opleiding<br />
meestal verbonden aan dezelfde praktijk en zelfde<br />
huisartsopleider. In veel gevallen wordt van hen verwacht<br />
dat ze zich na de opleiding in de praktijk vestigen.<br />
Ook in België is ruim driekwart van de huisartsen in<br />
opleiding vrouw en tijdens de opleiding mag eenmalig<br />
gebruik gemaakt worden van het recht op bevallingsverlof.<br />
Belgische aios zien vanaf de eerste werkdag zelfstandig<br />
patiënten. Ze hebben een meester-gezel verhouding met<br />
hun opleider en ze leren vooral van ‘learning by doing’.<br />
Er is vaak dagelijks een overleg met de opleider ingepland<br />
om patiënten te bespreken en een keer per week wordt<br />
het leerplan besproken.<br />
Er is een financiële relatie tussen opleiders en aios in België:<br />
de huisartsopleiders betalen mee aan de salarissen van<br />
de aios. Ze worden hiervoor grotendeels gecompenseerd.<br />
<strong>Op</strong>leiders en HAB’s<br />
Een opleidercurriculum zoals wij dat kennen, bestaat in<br />
België niet. <strong>Op</strong>leiders komen verplicht 3 maal per jaar<br />
gedurende 3 uur bij elkaar voor een planningsvergadering.<br />
Er bestaat geen didactische bij- of nascholing specifiek voor<br />
opleiders. De Belgische onderwijsbegeleider (HAB) werkt<br />
solistisch. Hij heeft geen secretariële ondersteuning en ook<br />
geen de collegiale ondersteuning. Hij werkt grotendeels<br />
in zijn eigen huisartsenpraktijk en doet de planning en<br />
beoordeling van aios en superviseert eens per twee<br />
weken het onderwijs. Vier keer per jaar komt de begeleider<br />
bijeen met collega begeleiders uit de regio voor intervisie<br />
en het bespreken van probleem-aios. Een keer per jaar<br />
is er een training en een keer per jaar bezoekt hij de<br />
opleidingspraktijken.<br />
Organisatie en financiering van de<br />
huisartsenzorg<br />
Het grote verschil in organisatie van huisartsgeneeskunde<br />
tussen België en Nederland is dat de organisatie in België<br />
berust op een verrichtingensysteem zonder poortwachterrol<br />
terwijl men in Nederland een gemengd systeem heeft<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
31
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
1 e uitgave 2012<br />
van een vergoeding via abonnement en per verrichting,<br />
met een inschrijving op naam, waarbij de huisarts ook<br />
een poortwachterfunctie heeft. 1 Toch zegt ongeveer 95%<br />
van de Belgen over een vaste huisarts te beschikken. 2<br />
Vlaamse patiënten hebben andere verwachtingen van de<br />
zorg en de dienstverlening dan Nederlandse. In België<br />
verwachten patiënten meer van de zorg door de huisarts;<br />
zo worden in België over het algemeen meer huisbezoeken<br />
gedaan. 3 Een huisarts heeft gemiddeld 1.000 patiënten in<br />
zijn praktijk en verdient tussen de 3.000-4.000 euro netto<br />
per maand. Een aios heeft zo’n 10-15 patiëntencontacten<br />
(consulten en visites) per dag, gemiddeld wordt er 20<br />
minuten per consult gereserveerd.<br />
Remgelden<br />
De patiënt moet na afloop van het contact met de huisarts<br />
contant afrekenen met de huisarts. De patiënt kan de<br />
rekening vervolgens opsturen naar de zorgverzekering en<br />
krijgt zo’n 75% van het bedrag vergoed. De eigen bijdrage<br />
(het zogenaamde ‘remgeld’) bedraagt in principe 25%.<br />
Voor de minstbedeelden bestaat er een speciaal<br />
terugbetalingssysteem. Er zijn gedifferentieerde tarieven<br />
voor consult, visite en herhaalrecepten, patiënten al dan<br />
niet een medisch dossier hebben en voor verrichtingen<br />
binnen en buiten kantooruren. Telefonische consulten<br />
worden niet vergoed. De gemiddelde kosten voor een<br />
consult zijn 23 euro, waarvan 4 euro remgeld.<br />
Geen assistente<br />
Het aantal patiëntencontacten per jaar in België is<br />
vergelijkbaar met dat van Nederland: rond de 4 contacten<br />
per jaar. Het takenpakket van de Belgische huisarts verschilt<br />
iets van dat van een Nederlandse huisarts; zo wordt van de<br />
Belgische huisarts verwacht dat hij gezondheidsattesten<br />
en ziekbriefjes schrijft. De huisarts heeft vaak geen<br />
assistente en hij beantwoordt zelf de telefoon. Er vindt geen<br />
telefonische triage plaats en er is nauwelijks delegatie van<br />
taken. Een Belgische huisarts kan zelf CT- en MRI-scans<br />
aanvragen. Over het algemeen wordt de meer complexe<br />
chronische zorg door specialisten in het ziekenhuis gedaan.<br />
1 De ontwikkeling van een Belgische zorgleidraad voor huisartsen over<br />
beslissingen aan het levenseinde Huisarts en Wetenschap, jaargang<br />
2006, nummer 8:404-410.<br />
2. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Gezondheidsenquête<br />
door middel van een Interview. België, 2004.<br />
http://www.svh.be/statistiek.htm<br />
3 Van den Brink-Muinen A, Verhaak PFM, Bensing JM, Bahrs O, Deveugele<br />
M, et al. Doctor-patient communication in different European<br />
health care systems: Relevance and performance from the patients’<br />
perspective. Patient Educ Couns 2000;39:115-27.<br />
Grensoverschrijdende zorg<br />
De begin 2011 in werking getreden EU directive<br />
‘Grensover schrijdende Zorg’ beschrijft het Europese recht<br />
op grensoverschrijdende zorg en onderstreept de noodzaak<br />
patiënten goed hierover te kunnen voorlichten.<br />
Dit vereist kennis van de basale verschillen in<br />
gezondheidszorgsystemen en kennis van de sociale kaart.<br />
De geografische nabijheid en de overeenkomst tussen de<br />
Vlaamse en Nederlandse taal, maakt dat patiënten al<br />
regelmatig gebruik maakten van zorg over de grens.<br />
Uitwisseling tussen Belgische en Nederlandse aios vergroot<br />
de kennis en begrip van elkaars gezondheidszorgsystemen.<br />
Import<br />
Hoewel de gezondheidszorgsystemen van beide landen<br />
van elkaar verschillen en er een duidelijk verschil in<br />
opleidingsstructuur is, zijn er ook veel overeenkomsten<br />
tussen Belgische en Nederlandse huisartsen. De Nederlandse<br />
aios die het onderwijs hadden bijgewoond, waren<br />
enthousiast over de casusbespreking, vooral de wijze van<br />
bespreken van het diagnostisch landschap vonden zij een<br />
meerwaarde. Het structureel voorbereiden en nabespreken<br />
van een casus geeft mogelijk verbreding en diepgang aan<br />
onze spuirondes.<br />
Exportproducten<br />
De Belgische aios en HAB’s waren enthousiast over de<br />
inzet van een GW-er tijdens de terugkomdagen. Het<br />
spuien en een gezamenlijk lunchmoment om gelegenheid<br />
te bieden voor informele steun en peer-support, werden<br />
gewaardeerd. Ook de academische inbedding van de<br />
huisartsopleiding, het terugkomdagonderwijs in kleine<br />
groepen en het opleiderscurriculum werden als positieve<br />
punten genoemd.<br />
Toekomst<br />
De aios van beide landen die over de grens waren gegaan,<br />
waren enthousiaster over de uitwisseling dan de aios die<br />
thuis bleven. Ter overweging werd gegeven een vrijwillige<br />
gezamenlijke terugkomdag voor een in opleidingsduur<br />
gematchte groep aios te organiseren. Daarnaast ook een<br />
opleideruitwisseling te organiseren. Ook werd geopperd<br />
structureel mogelijkheid te bieden voor een tweedaagse<br />
kijkstage over en weer voor een Belgisch-Nederlands aioskoppel<br />
werkzaam in de grensstreek.<br />
De kaderhuisarts GGZ<br />
Expert in zeurpieten en<br />
paradijsvogels<br />
DOOR HENDRIK JAN VUNDERINK, HAB, REDACTIELID<br />
Te gek om los te lopen, een klap van de molenwiek gehad,<br />
hij heeft ze niet alle vijf op een rijtje, op zijn achterhoofd<br />
gevallen, en zo meer.<br />
Allemaal uitdrukkingen om aan te geven, dat iemand<br />
malloot, geschift, dwaas, gestoord of malend is.<br />
Er bestaan veel uitdrukkingen, gezegdes en omschrijvingen<br />
in de Nederlandse taal voor de medemens met een<br />
psychische aandoening.<br />
Dit rijke taalaanbod vindt zijn oorzaak ongetwijfeld daarin,<br />
dat deze aandoeningen relatief veel voorkomen, van alle<br />
tijden zijn en nogal wat teweeg brengen voor de betrokkene<br />
en zijn of haar omgeving.<br />
En meestal wordt er dan ook hulp gezocht, waarbij de<br />
huisarts bij deze GGZ-problematiek een belangrijke plaats<br />
inneemt: 20% van het ziekteaanbod in de spreekkamer<br />
bestaat uit psychische en sociale problematiek.<br />
Misschien verbaast u dit cijfer niet, maar eigenlijk vind<br />
ik het wel verbazingwekkend en bewonderenswaardig,<br />
dat 75% van deze problemen zelfstandig door de huisarts<br />
worden afgehandeld.<br />
Voor de overige 25% heeft de huisarts dan vaak nog de<br />
coördinerende taak in de ketenzorg en in de relatie van de<br />
patiënt met de gespecialiseerde GGZ.<br />
Het accent voor de huisarts ligt bij GGZ-problemen<br />
vooral op het herkennen van signalen en symptomen, de<br />
communicatie en de psychosociale begeleiding. Er bestaat<br />
echter een grote interdokter variatie in taakopvatting<br />
en attitude.<br />
Die relatieve vrijblijvendheid vindt zijn oorzaak onder<br />
andere in een onduidelijke taakafbakening tussen<br />
eerstelijn en gespecialiseerde GGZ, te weinig specifieke<br />
deskundigheid en een nogal karig nascholingsaanbod.<br />
Er bestaat dus behoefte aan een nieuwe plaatsbepaling<br />
en invulling van de rol van de huisarts inzake<br />
GGZ-problematiek.<br />
Mede daarom is in 2006 de opleiding tot Kaderhuisarts<br />
GGZ van de grond getild.<br />
Deze kaderhuisartsen hebben natuurlijk een meer dan<br />
gemiddelde inhoudelijke deskundigheid op het gebied<br />
van de psychopathologie, maar moeten ook functioneel<br />
1 e uitgave 2012<br />
32 33<br />
Priska Israel<br />
vaardig zijn om te kunnen adviseren, organiseren,<br />
onderhandelen en implementeren.<br />
Met die competenties zijn zij actief bij consultatie,<br />
nascholing, onderwijs en samenwerkingsprojecten.<br />
In het 2 e jaar van de opleiding tot huisarts neemt het<br />
3-maands blok Psychische Zorg al lang een belangrijke<br />
plaats in. De aios lopen 4 dagen per week stage in een<br />
GGZ-instelling en hebben 1 keer per week een terugkomdag<br />
op het opleidingsinstituut.<br />
Eén van de groepsbegeleiders op die terugkomdagen is<br />
Priska Israel, huisarts in Maastricht.<br />
Om haar specifieke deskundigheid ten behoeve van het<br />
onderwijs op te vijzelen, volgde zij de kaderopleiding, en<br />
sloot die onlangs met succes af.<br />
Naast de al genoemde competenties ziet zij in de rigoureuze<br />
bezuinigingen in de geestelijke gezondheidszorg een fors<br />
toegenomen belang van de huisarts met deze bijzondere<br />
bekwaamheid.<br />
In plaats van 8 worden nog maar 5 sessies bij de<br />
1 e -lijnspsycholoog vergoed die in plaats van 10 nu 20 euro<br />
eigen bijdrage vergen. De eigen bijdrage voor de 2 e -lijns<br />
GGZ is maar liefst 200 euro!<br />
Dat betekent onvermijdelijk meer werk voor de huisarts<br />
die daarvoor met name over meer diagnostische<br />
vaardigheid zal moeten beschikken.<br />
De POH-GGZ is daarbij een onmisbare kracht, maar helaas<br />
is het financiële draadje voor deze voorziening inmiddels<br />
ook van zijde.<br />
De kaderhuisartsen kunnen in deze onzekere tijden een<br />
belangrijke ondersteunende rol spelen.<br />
Streven is, dat elke huisartsenregio over een huisartsexpert<br />
op GGZ-terrein kan beschikken.<br />
Die kan dan ondersteunen bij diagnostiek, begeleiding,<br />
indicatiestelling en behandelings- en verwijsmogelijkheden.<br />
Behandelen is overigens niet een kerntaak voor de huisarts,<br />
al was het alleen maar vanwege de tijd die daarmee<br />
gemoeid is.<br />
De opleiding tot kaderhuisarts GGZ is uitgespreid over 2 jaar.<br />
Naast alle opgedane en geleerde kennis en vaardigheden<br />
leverde het Priska Israel in haar eigen werk ook op, dat zij<br />
de omgang met de patiënten met somatisch onverklaarde<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong>
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong><br />
1 e uitgave 2012<br />
lichamelijk klachten (SOLK), de zogenaamde zeurpieten,<br />
veel minder moeilijk is gaan vinden, en dat haar<br />
nieuwsgierigheid naar iemands motivering om bepaald<br />
gedrag niet te veranderen, nog verder is toegenomen.<br />
Analoog aan de DiHag, de vereniging van kaderhuisartsen<br />
diabetes, is nu ook de PsyHag opgericht.<br />
De jaarlijkse verenigingsbijeenkomst wordt gedurende<br />
enkele dagen in Frankrijk gehouden, en dat is ook nog een<br />
aardige spin-off van de opleiding.<br />
Er zijn nog veel kaderhuisartsen GGZ nodig, niet in het<br />
minst nu door het huidige bezuinigings-, hervormings-,<br />
Puntig<br />
Writer’s Block<br />
DOOR FELIX PUNT, GEDRAGSWETENSCHAPPER HUISARTSOPLEIDING<br />
Writer’s Block: een aandoening in vele gradaties. In milde<br />
vorm kennen we het sinterklaasgedicht dat maar niet<br />
lukken wil. Ernstiger is het als de voorbereiding van een<br />
lezing maar niet vlotten wil. Ik had ooit een baan waar ik in<br />
nood altijd kon putten uit zogenaamde ‘preektijdschriften’<br />
(neen, er ís niets nieuws onder de zon). Maar het beste<br />
praatje verzon ik daar eens ter plekke en spontaan.<br />
‘Maar zo begin je toch geen column over excelleren!’, riep<br />
ik zojuist tegen mijzelf. Ik had mij voorgenomen om over<br />
mijn promotieonderzoek te gaan schrijven. <strong>Op</strong> gebruikelijke<br />
wijze had ik een week geleden spitse ideeën en gedachten<br />
verzameld om vervolgens broeds en uiteindelijk<br />
hoogzwanger vandaag een mooi schrijfsel te gaan<br />
produceren. Maar niets, nada, mijn schoot blijft dor. En<br />
ik zucht hier nu achter mijn laptop en denk: ‘Zouden ook<br />
excellente artsen het wel eens niet weten?’<br />
Vanaf december jl. onderzoek ik hoe we via onderwijs en<br />
praktijkbegeleiding méér aios tot professioneel excelleren<br />
kunnen bewegen, dan nu op spontane wijze gebeurt. Een<br />
uitermate boeiende en spannende aangelegenheid, niet<br />
in het minst vanwege het feit dat er nagenoeg niets is<br />
geschreven over uitblinken in relatie tot de huisartsenij.<br />
Überhaupt komt excelleren er in de medische literatuur<br />
bekaaid vanaf en lijkt men vooral geïnteresseerd in de<br />
gemiddeld-goede student en het kunnen wegvangen,<br />
waar nodig, van de ónprofessionaliteit. Maar dat is<br />
eigenlijk heel erg jammer.<br />
De excellente aios is immers de voortrekker van morgen<br />
en hij of zij is het plezierige pareltje in een cultuur die nog<br />
steeds vooral rond zesjes is opgebouwd. In dat laatste<br />
komt overigens langzaam wel wat verandering. Zo investeert<br />
ombuigings- of ander ondoordacht beleid steeds meer<br />
mensen losgeslagen rondlopen die daar eigenlijk te gek<br />
voor zijn. Want uiteindelijk is de huisarts het laatste<br />
vangnet in de zorg voor patiënten die dan onvermijdelijk<br />
vastlopen.<br />
Graag geef ik u dan nog mee, dat verse kaderhuisarts<br />
Priska Israel de opleiding ziet als optimale burn-out<br />
preventie: zeurpieten blijken ineens paradijsvogels.<br />
Enthousiast geworden? www.chbb.nl<br />
de overheid tegenwoordig in excelleren binnen het<br />
voortgezet en hoger onderwijs. Als zodanig sluit mijn<br />
onderzoek naar de postgraduate fase daar waarschijnlijk<br />
goed op aan.<br />
Wat heb ik in vier maanden ontdekt? Ik stuit op allerlei<br />
mooie definities van professionaliteit, opgesteld door<br />
geleerde commissies die (vooral) hun ideaal op papier<br />
hebben gezet. Ik merk op dat opleidingen hun eigen<br />
studenten graag ‘excellent’ noemen terwijl het in feite<br />
voldoendes betreft (ongeveer zoals veel ouders momenteel<br />
hun kind de hemel in prijzen). Een belangrijke rol binnen<br />
excelleren is waarschijnlijk weggelegd voor de zogenaamde<br />
(van de beroepsspecifieke te onderscheiden) generieke<br />
competenties, waardoor ik ook zal gaan lenen bij andere<br />
beroepsvelden, zoals: de arbeid- en organisatiepsychologie.<br />
Het competentiemodel is overigens niet zaligmakend,<br />
zoals je een pianist ook niet slechts meet naar de loopjes<br />
die hij presteert. En hangt iemands excelleren samen met<br />
zijn publiekelijk succes? Een boeiende optie die impliceert<br />
dat een Vincent van Gogh vooral postuum maar niet bij<br />
leven excelleert.<br />
U ziet: ik ben er nog niet uit. En het is ook maar de vraag<br />
of datgene wat ik geschreven vind, zomaar van toepassing<br />
is op het Nederlandse huisartsenland. Ik voorzie dus ook<br />
een kwalitatieve ronde langs opleiders waarbij een van<br />
de vragen zal zijn: wat beschouwt ú nu als excellent?<br />
Mogelijk dat u het aanvankelijk even niet weet. Maar<br />
even later komen de antwoorden wel – ter plekke en<br />
spontaan.<br />
Oefenen voor dokter<br />
‘Dus jij bent de coassistent?’<br />
DOOR SOPHIE VAN DER VOORT, EERSTEJAARS AIOS<br />
Als coassistent keek ik uit naar de tijd dat ik écht dokter<br />
zou zijn. Een eind aan het tijdperk van verwarring rondom<br />
mijn functie en scepsis over mijn capaciteiten. Een huisarts<br />
in opleiding, volwaardig arts in bezit van een BIG-registratie,<br />
heeft daar toch geen last meer van? Helaas is het<br />
tegendeel waar.<br />
Het zijn de opmerkingen aan het eind van een consult<br />
die me daar bij tijden op wijzen. Vooral vrouwen van<br />
middelbare leeftijd die hun (schoon)moeders begeleiden<br />
lijken er een sport van te maken: ‘En wanneer ben je écht<br />
dokter?’, ‘Hoe lang duurt je stage nog?’, ‘Dus jij bent de<br />
coassistent?’<br />
Stuk voor stuk aardig bedoeld, maar behoorlijk<br />
ongemakkelijk. Bij stagiaires verwachten ze dat je hun<br />
‘echte huisarts’ erbij roept voor de bepaling van het<br />
uiteindelijk beleid. Als ik dit dan niet doe moet ik voor mijn<br />
gevoel alles uit de kast trekken om ze te overtuigen van<br />
mijn visie en voorstel. Behoorlijk vermoeiend.<br />
Toppunt was tijdens een dienst waarin mijn opleider en<br />
ik een spoedvisite aflegden bij een man met pijn op de<br />
borst. Ik leidde het consult en mijn opleider observeerde.<br />
We konden een acuut coronair syndroom niet uitsluiten<br />
dus bestelde ik een ambulance. De vrouw en dochter van<br />
patiënt leken totaal geen besef te hebben van de ernst<br />
van de situatie en dus werd er vrolijk gekwebbeld. Het<br />
viel hen natuurlijk op dat we met twee man sterk waren<br />
en dus werd gevraagd naar mijn functie.<br />
‘Huisarts in opleiding’ werd al snel geïnterpreteerd als<br />
coassistent, waarop moeder opmerkte: ‘goh dat is wel<br />
1 e uitgave 2012<br />
leuk hè, zo kun je goed oefenen’. De familie was de<br />
nuchterheid zelf, dus om hun woorden over te nemen:<br />
inderdaad ideaal oefenmateriaal. Maar een beetje<br />
welopgevoede arts beschouwt zijn patiënt natuurlijk<br />
nooit en te nimmer als fantoompop (met alle respect<br />
voor Resusci-Anne).<br />
Weer goed bedoeld maar ook hier had ik het idee niet<br />
serieus genomen te worden. Ik voelde me een stagiaire<br />
die onder het – lees wel; nauwléttende – oog van haar<br />
supervisor mocht handelen. Met enige bewijsdrang wilde<br />
ik dit ontkrachten door infuus vakkundig in te brengen.<br />
Helaas mislukte dat. Gelukkig bleef ‘nuchtere dochter’<br />
stug TV kijken terwijl de ambulance inmiddels arriveerde,<br />
dat leidde de aandacht een beetje af.<br />
Ik kwam binnen als arts maar droop af als coassistent.<br />
Ik vind het lastig om te gaan met de verwarring rond mijn<br />
functie. Ook al sta ik nog aan het begin van mijn leercurve,<br />
ik wil voor volwaardig worden aangezien. Soms krijg ik de<br />
neiging in de verdediging te schieten in een situatie als<br />
eerder beschreven. Maar ‘ik ben al dokter hoor’ staat ook<br />
zo coassistenterig.<br />
Moet ik mezelf wellicht anders introduceren? Ik stel me<br />
vaak voor met mijn voor- en achternaam of ‘huisarts in<br />
opleiding’. Ook al mag ik mezelf dokter noemen, ik krijg<br />
het D-woord vaak moeilijk over mijn lippen. Terwijl ik<br />
schreeuw om erkenning als arts, moet ik me misschien<br />
dus eerst afvragen of ik mezelf wel duidelijk genoeg als<br />
arts presenteer.<br />
Neem ik mezélf wel serieus als arts?<br />
Een korte zelfanalyse doet vermoeden dat ik mijn functie<br />
misschien bewust vaag omschrijf, omdat ik hem soms<br />
toch ook in mijn voordeel gebruik. Er zijn nog talloze<br />
momenten waarop ik er zelfstandig niet helemaal uitkom<br />
en ik de opleider om advies vraag. Dan is het fijn om je<br />
even te kunnen verschuilen achter je opleiding; je hóeft<br />
nog niet alles te weten. Zeker wanneer een patiënt mij<br />
de les leest met zijn gegoogelde (en helaas correcte)<br />
informatie, ben ik lekker nog even de huisarts in opleiding<br />
die nog 2,5 jaar stage moet lopen, dan pas écht huisarts<br />
is, en die nog héél veel moet oefenen.<br />
34 35<br />
op <strong>één</strong> lijn <strong>42</strong>
36<br />
<strong>Op</strong> <strong>één</strong> <strong>Lijn</strong> is een uitgave van:<br />
Vakgroep <strong>Huisartsgeneeskunde</strong> FHML<br />
Maastricht University<br />
Postbus 616<br />
6200 MD Maastricht<br />
op1lijn@hag.unimaas.nl<br />
Based in Europe, focused on the world. Maastricht University is<br />
a stimulating environment. Where research and teaching are<br />
complementary. Where innovation is our focus. Where talent<br />
can flourish. A truly student oriented research university.