02.05.2013 Views

08. 2006-011141 Schadevergoeding monumentenverordening ...

08. 2006-011141 Schadevergoeding monumentenverordening ...

08. 2006-011141 Schadevergoeding monumentenverordening ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Voorstel ~atwijk<br />

Aan<br />

Status<br />

Afdeling<br />

Medewerk(st)er<br />

Telefoonnummer<br />

Portefeuillehouder<br />

Bijlage(n)<br />

Onderwerp:<br />

: Raad<br />

: Openbaar<br />

: Ruimtelijke Ontwikkeling<br />

: Blok, L.A.<br />

: 071 - 406 5178<br />

: Vingerling, J.J.<br />

:2<br />

schadevergoeding <strong>monumentenverordening</strong> 1993<br />

Zaaknummer:<br />

Datum:<br />

Paraaf Raad:<br />

: <strong>2006</strong>-<strong>011141</strong><br />

: 24 juli 2008<br />

:Ja<br />

medewerk(st)er: OR: : Nee<br />

Communicatie: : Ja<br />

Samenvatting:<br />

De "<strong>monumentenverordening</strong> gemeente Katwijk 1993" kende een schadevergoedingsregeling. Voor de behandeling van<br />

dergelijke verzoeken is aansluiting gezocht bij de planschadepraktijk. Over het verzoek is advies gevraagd aan "Dr. J.W.<br />

van Zundert, adviseur bestuursschaderecht" . Het conceptadvies, dat aan het definitieve advies vooraf ging, is eerst naar<br />

verzoeker gestuurd. Er is daarop een zienswijze ontvangen die in het definitieve advies is verwerkt. Uit het advies blijkt<br />

dat uit de weigering van de vergunning tot afbraak of verwijdering van het gemeentelijke monument Rijnstraat 25 te<br />

Katwijk C 16.322,02, redelijkerwijs gemaakte extra kosten zijn voortgevloeid voor het in stand houden van delen van het<br />

monument in plaats van nieuwbouw. Deze extra kosten bepalen de hoogte van de schadevergoeding.<br />

Gevraagde beslissing:<br />

De heer L. van der Valk, Rijnstraat 25, 2223 EG Katwijk een schadevergoeding toe te kennen van<br />

C 16.322,02; te vermeerderen met de wettelijke (samengestelde) rente vanaf de datum waarop het verzoek ontvankelijk is<br />

geworden, te weten 21 september 2005, tot de dag van uitbetaling.<br />

IZIlntern advies FIN 181 Extern advies Dr. J.W. van Zundert<br />

Circuleren B&W sey Burg. Weth. I Weth.1I Weth.1I1 Weth. IV Datum besluit B&W/Burgemeester<br />

Akkoord:<br />

Bespreken B&W-<br />

veraaderina<br />

Besluit:<br />

~<br />

,<br />

~ 26 AUG. 2008 Nr. 8.<br />

\<br />

Overeenkomstig<br />

het voorstel besloten


Aan de gemeenteraad ~atwijl{<br />

Zaaknummer<br />

Programma<br />

Onderwerp<br />

Katwijk, 5 augustus 2008<br />

Inleiding<br />

: <strong>2006</strong>-<strong>011141</strong><br />

: Wonen en ruimte<br />

: schadevergoeding<br />

<strong>monumentenverordening</strong> 1993<br />

Op 21 september 2005 werd een ontvankelijk verzoek om schadevergoeding ontvangen van mr. drs. L.P.H. de<br />

Milliano, namens de heer L. van der Valk, Rijnstraat 25 te Katwijk. Verzoeker is, kort samengevat, van mening dat<br />

hij als gevolg van de weigering van de sloopvergunning van het gemeentelijk monument Rijnstraat 25 te Katwijk<br />

schade lijdt die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven. In de destijds geldende<br />

"<strong>monumentenverordening</strong> gemeente Katwijk 1993" was een schadevergoedingsregeling opgenomen waarbij voor de<br />

behandeling van de verzoeken aansluiting is gezocht bij de bepalingen en procedure voor de afhandeling van<br />

planschadeverzoeken. Naast de "<strong>monumentenverordening</strong> gemeente Katwijk 1993" is daarom ook de<br />

"Procedureverordening planscbadevergoeding 2000 van de gemeente Katwijk" op dit verzoek van toepassing.<br />

Beoogd resultaat<br />

Beslissen op- en afhandelen van het verzoek om schadevergoeding.<br />

Verloop van de procedure<br />

Over het verzoek om planschadevergoeding is advies gevraagd bij het bureau "Dr. J.W. van Zundert" die een<br />

schadebeoordelingscommissie heeft gevormd. Aan de schadebeoordelingscommissie is de heer ir. T. Remmerswaal,<br />

monumentendeskundige van "Dorp, Stad- & Land", toegevoegd.<br />

Het advies is eerst in concept naar verzoeker gestuurd. De daarop ontvangen zienswijze is in het definitieve advies<br />

betrokken. Na ontvangst van dit advies is het bestudeerd en geverifieerd. Het advies en de verdere relevante stukken<br />

liggen ter inzage en vormen voldoende basis om tot een zorgvuldige beslissing te kunnen komen.<br />

Argumenten<br />

Conclusie uit het advies van de schadebeoordelingscommissie is, dat door de weigering een vergunning tot afbraak of<br />

verwijdering van het gemeentelijk monument Rijnstraat 25 te Katwijk te verlenen en de daaruit voortvloeiende<br />

redelijkerwijs gemaakte extra kosten ten behoeve van het in stand houden van delen van de bestaande woning in<br />

plaats van vervangende nieuwbouw, verzoeker een vergoedbare schade heeft geleden van C 16.322,02.<br />

De schadebeoordelingscommissie adviseert dit bedrag aan aanvrager te vergoeden, te vermeerderen met de<br />

wettelijke rente vanaf het ontvankelijk worden van de aanvraag, te weten vanaf 21 september 2005.<br />

Het advies geeft geen reden om aan de juistheid te twijfelen. Er is geen aanleiding daarvan af te wijken. Het advies is<br />

correct tot stand gekomen.<br />

Kanttekeningen<br />

De huidige <strong>monumentenverordening</strong> kent geen schadevergoedingsregeling meer.<br />

Het verzoek dat in dit voorstel wordt behandeld dateert echter van daarvoor en moet nog volgens het oude recht<br />

worden afgehandeld. Uw raad zal daarom een besluit moeten nemen.


Middelen<br />

~atwijk<br />

De financiële consequenties aan de afwikkeling van dit voorstel bedragen circa C 18.500. De uitgaven komen ten<br />

laste van de bestaande begroting van het product monumenten. Door deze incidentele uitgavenpost<br />

zal niettemin druk komen te staan op de resterende middelen voor begrotingsjaar 20<strong>08.</strong> Het betreft een<br />

onontkoombare uitgave. Bij de Berap zal deze extra uitgave worden meegenomen.<br />

Uitvoering<br />

Na het raadsbesluit wordt de beslissing schriftelijk toegezonden en de betaling verzorgd.<br />

Bijlage(n)<br />

1. Het verzoek om schadevergoeding<br />

2. het advies van "Dr. J.W. van Zundert"<br />

Burgemeester en wethouders van Katwijk,<br />

De secretaris De burgemeester


Raadsbesluit<br />

laaknummer<br />

Onderwerp<br />

: <strong>2006</strong>-<strong>011141</strong><br />

: schadevergoeding<br />

<strong>monumentenverordening</strong> 1993<br />

De raad van de gemeente Katwijk;<br />

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Katwijk van 5 augustus 2008;<br />

gelet op <strong>monumentenverordening</strong> gemeente Katwijk 1993;<br />

BESLUIT:<br />

aan de heer L. van der Valk, Rijnstraat 25 te Katwijk een bedrag aan schadevergoeding toe te wijzen van<br />

C 16.322,02, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het ontvankelijk worden van de aanvraag, te weten<br />

vanaf 21 september 2005, tot de dag van uitbetaling.<br />

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Katwijk<br />

in zijn openbare vergadering van<br />

De griffier De voorzitter


o<br />

Aan het college van burgemeester<br />

en wethouders van de gemeente Katwijk<br />

t.a.v. de heer R. van Berkel<br />

Postbus 589<br />

2220 AN Katwijk<br />

Medewerk(st)er:<br />

a.v.b.:<br />

Afgedaan d.d.:<br />

Paraaf CIA:<br />

22 SEP. 2005<br />

r=r -lN.M.L.Mediator<br />

=~-_~.M. van Duijn-Langmuur<br />

____ -/ hef de bureau<br />

Uw ref: ORWE/365133 Katwijk, 21 september 2005<br />

•Inzake:<br />

L. van der Valk / gemeente Katwijk<br />

•<br />

Geachte heer van Berkel,<br />

Op dinsdagj.l. heb ik met u overleg gevoerd om helderheid te krijgen over de te volgen<br />

procedure nadeelcompensatie.<br />

Met u zijn navolgende concrete afspraken gemaakt.<br />

Zodra de heer van der Valk beschikt over de definitieve kosten van de restauratie van zijn<br />

pand aan de Rijnstraat 25 te Katwijk, zal een nadere specificatie van kosten in het kader van<br />

een ingediend verzoek tot nadeelcompensatie worden ingediend.<br />

Vooraleer tot een defmitiefindienen van de cijfers wordt overgegaan vindt met u overleg<br />

plaats over de opstelling van de claim in relatie tot de verleende bouwvergunning (mede in<br />

relatie tot de extra gemaakte kosten).<br />

Zo snel mogelijk daarna vertrouwen we ook de eventuele wensen van het extern bureau dat de<br />

gemeente zal gaan adviseren te mogen vernemen.<br />

Doel is nu om zo snel mogelijk tot de kern van de zaak, te weten het vaststellen van het<br />

bedrag aan nadeelcompensatie, te komen. Vandaar vorenstaande gemaakte afspraken.<br />

Met vriendelijke groet,<br />

hoo~~tend,<br />

C ~<br />

Luc de Milliano<br />

Rijnstraat 119<br />

2223 EA Katwijk<br />

Telefoon 071 4030 151<br />

Telefax 071 40 34 221<br />

Postbus 144<br />

2220 AC Katwijk<br />

E-mail: demilliano@planet.nl<br />

Stichting DerdengeJden nr. 36.46./0.263.<br />

BTW nr. 8114.24.376.B.Ol<br />

Onze oansprakelijkheid is beperkt rot her bedrag dat in her desbetreffende geval onder onze beroepsaansprakelijkheidsverzekering wordt uitbetaald.


\<br />

•<br />

•<br />

SCHADEBEOORDELINGSCOMMISSIE KATWIJK<br />

Advies aan de gemeenteraad van Katwijk betreffende de aanvraag om schadevergoeding<br />

ingevolge artikel 11 van de <strong>monumentenverordening</strong> gemeente Katwijk 1993 van de<br />

heer L. van der Valk, betreffende de woning Rijnstraat 25 te Katwijk.<br />

1. Regeling schadevergoeding gemeentelijke monumenten<br />

In de door de gemeenteraad van Katwijk bij besluit van 16 december 1993 vastgestelde<br />

'<strong>monumentenverordening</strong> gemeente Katwijk 1993' is in artikel 11, voor zover hier van<br />

belang het volgende bepaald:<br />

'Indien en voorzover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van ...b. de weigering<br />

van burgemeester en wethouders een vergunning tot wijziging, afbraak ofverwijdering<br />

van een gemeentelijk monument te verlenen ... schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze<br />

niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent de gemeenteraad hem op<br />

zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. '.<br />

Voorts is in dit artikel bepaald dat voor de behandeling van de verzoeken de bepalingen<br />

van de verordening ter regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 WRO van<br />

overeenkomstige toepassing is.<br />

Hoewel de bevoegdheid om op aanvragen om planschadevergoeding te beslissen met<br />

ingang van 1 september 2005 aan burgemeester en wethouders toekomt, is in dit geval<br />

nog sprake van een aanvraag waarop door de gemeenteraad dient te worden beslist, omdat<br />

deze vóór genoemde datum is ingediend.<br />

In verband hiermee wordt tevens nog toepassing gegeven aan de 'Procedureverordening<br />

planschadevergoeding 2000 van de gemeente Katwijk'.<br />

2. Aanvraag schadevergoeding<br />

Met een beroep op deze schaderegeling is door de heer mr. drs. 1.P .H. de Milliano te<br />

Katwijk, namens de heer 1. van der Valk, eigenaar van de als gemeentelijk monument<br />

aangewezen woning Rijnstraat 25, hierna te noemen 'aanvrager', bij brief van 27 juli<br />

2004, bij de gemeente ingekomen op eveneens 28 juli 2004, om toekenning verzocht<br />

van een vergoeding van de schade die hij stelt te lijden als gevolg van het besluit van<br />

burgemeester en wethouders van 17 juni 1997 geweigerde sloopvergunning voor dit<br />

pand.<br />

In de aanvraag wordt door middel van een bijgevoegde berekening aangevoerd dat met<br />

renovatie van het pand een bedrag van € 78.703,61 inclusief BTW aan meerkosten is<br />

gemoeid ten opzichte van vervangende nieuwbouw (bijlage A). De meerkosten van renovatie<br />

ten opzichte van vervangende nieuwbouw betreffen extra architectkosten, extra<br />

lichtdrukkosten, extra sloopkosten, stucwerk voorgevel en extra verzekering, meerwerk<br />

voorzetwanden, het opstellen van een cultuurhistorisch rapport en extra rente wegens<br />

tijdsverloop.<br />

In de aanvraag is aangegeven dat alle kosten nog niet voor 100% vast staan en dat een<br />

nacalculatie van eventuele extra kosten wordt voorbehouden.


•<br />

•<br />

Aanvrager heeft verzocht hem een schadevergoeding toe te kennen die terzake van de<br />

meerkosten wordt gesteld op € 120.000,-- en voorts om hem onder meer de kosten van<br />

sloopwerkzaamheden ad € 5.000,--, ontwerpkosten ad € 10.000,-- en de kosten van historisch<br />

onderzoek ad € 2.200,-- te vergoeden.<br />

Omdat de aan de schadeberekening ten grondslag gelegde begroting van de kosten van<br />

renovatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet geheel was gebaseerd<br />

op de op 12 oktober 2004 verleende renovatievergunning en omdat niet was onderbouwd<br />

waarom wegens meerkosten een vergoeding van € 120.000,-- is gevraagd, is bij<br />

brief van I november 2004 verzocht de aanvraag nader te onderbouwen.<br />

Bij brief van 29 november 2004 heeft aanvragers gemachtigde een globale opgave van<br />

een gewijzigde schadebegroting ingediend. De meerkosten van renovatie ten opzichte<br />

van vervangende nieuwbouw worden daarin begroot op € 87.084,35 inclusief BTW (bijlage<br />

D).<br />

Bij brief van II augustus 2005 is, desgevraagd bij brief van 7 juli 2005, aan aanvragers<br />

gemachtigde bericht dat de aanvraag formeel nog niet in behandeling kan worden genomen<br />

vanwege het ontbreken van de nacalculatie.<br />

In antwoord daarop heeft de gemachtigde van aanvrager bij brief van 21 september 2005<br />

aangekondigd dat een nadere specificatie van de kosten zal worden ingediend zodra de<br />

heer Van der Valk over de definitieve kosten daarvan beschikt. Over de opstelling daarvan<br />

zou nader overleg met de gemeente plaats vinden. Van gemeentewege is daarmee<br />

ingestemd. De commissie neemt deze datum - 21 september 2005 - als de dagtekening<br />

van het ontvankelijk worden van de aanvraag en als peildatum voor de wettelijke rente.<br />

Per e-mail van 14 mei <strong>2006</strong> heeft de heer De Milliano de commissie laten weten dat hij<br />

al een aantal maanden wacht op een opgave van de gemeente welke gegevens moeten<br />

worden aangeleverd voor het goed inzichtelijk krijgen van de schade.<br />

Na telefonisch overleg tussen de voorzitter van de commissie en de heer De Milliano,<br />

waarin is afgesproken dat de commissie zich zal uitspreken over de voor de schadebeoordeling<br />

benodigde gegevens, is aanvrager en/of zijn gemachtigde uitgenodigd voor<br />

een hoorzitting, met aansluitend een bezichtiging van de situatie ter plaatse.<br />

3. Opdracht tot advisering schadebeoordelingscommissie<br />

Ingevolge de Procedureverordening planschadevergoeding hebben burgemeester en<br />

wethouders van Katwijk besloten over deze aanvraag om schadevergoeding het advies<br />

te vragen van een schadebeoordelingscommissie, waarin als lid zijn benoemd:<br />

- de heer P.W.M. Schiphorst RMT, taxateur<br />

- de heer ir. T. Remmerswaal, restauratie architect en<br />

- de heer dr. J.W. van Zundert, juridisch adviseur, tevens voorzitter en<br />

rapporteur van de commissie.<br />

Per e-mail van 12 mei <strong>2006</strong> van de heer L.A. Blok is namens burgemeester en wethouders<br />

opdracht aan de commissie verleend om over de aanvraag te adviseren.<br />

Ter informatie van de commissie zijn haar onder meer de volgende stukken toegezonden:<br />

a. de aanvankelijke aanvraag om schadevergoeding van 27 juli 2004 met<br />

bijbehorende begroting van VOF G. Ooms d.d. 18 juni 2004 voor de herbouw;<br />

b. het verzoek van mr. drs. L.P.H. de Milliano van 2 september 2004 om een<br />

ontvangstbevestiging;<br />

2


•<br />

•<br />

c. de ontvangstbevestiging van 10 september 2004;<br />

d. de interne notitie van 30 september 2004 van de behandelende ambtenaar aan zijn<br />

directeur;<br />

e. de brief van 1 november 2004 van burgemeester en wethouders aan de heer<br />

De Milliano met de uitnodiging de aanvraag nader te onderbouwen;<br />

f. de 'Notitie inzake Rijnstraat 25' van A.M. Blufpand van 3 november 2004, waarin<br />

tevens gewag wordt gemaakt van de mogelijkheid waarop aanvrager is<br />

gewezen om een renovatiesubsidie aan te vragen;<br />

g. de nadere onderbouwing van de aanvraag van 29 november 2004;<br />

h. foto's d.d. 21 januari 2005, waarop de voorgevel is gestut en slechts<br />

de linkerzij gevel is gehandhaafd;<br />

1. het verslag van een bespreking tussen de heren Van der Valk en Van Berkel<br />

(gemeente Katwijk) op 10 maart 2005, bij brief van 31 maart 2005 gezonden aan<br />

de heer De Milliano bij brief van 31 maart 2005;<br />

J. de brief van burgemeester en wethouders van 11 augustus 2005 aan de heer<br />

De Milliano, hiervoor genoemd;<br />

k. de brief van de heer De Milliano van 21 september 2005, hiervoor genoemd;<br />

I. diverse verslagen en beschikkingen vanaf 1997;<br />

m. de bouwvergunning renovatie d.d. 27 januari 2005;<br />

n. de beschikking restauratiesubsidie d.d. 26 mei 2005;<br />

o. een toelichting van de heer Van der Valk op de meerkosten van 17 oktober <strong>2006</strong>;<br />

p. de reactie van de heer De Milliano per e-mail van 17 juli 2007.<br />

Tevens heeft de commissie een kopie ontvangen van de op 26 oktober 2004 door heer<br />

Van der Valk ingediende aanvraag om vrijstelling voor het gebruik voor bewoning van<br />

de op het perceel Rijnstraat 25 aanwezige voormalige bollenschuur en de hem bij besluit<br />

van 13juni 2005 verleende vrijstelling ingevolge artikel 19, lid 2 WRO.<br />

De commissie heeft aanvrager enJof zijn gemachtigde bij brief van 30 mei <strong>2006</strong> uitgenodigd<br />

de aanvraag op 21 juni <strong>2006</strong> in het gemeentehuis van Katwijk toe te lichten,<br />

waarbij tevens is uitgenodigd de heer L.A. Blok, juridisch medewerker bij de sector<br />

ontwikkeling van de gemeente.<br />

Nadien zijn aan de commissie nadere gegevens beschikbaar gesteld, zowel door de gemeente<br />

als door aanvrager.<br />

Het lid van de commissie de heer Remmerswaal heeft de aan de commissie beschikbaar<br />

gestelde informatie vervolgens onderzocht en voor de commissie een opstelling gemaakt<br />

van de zijns inziens aanvaardbare meerkosten. De commissie heeft zich over deze opstelling<br />

beraden en op basis daarvan haar concept advies geformuleerd.<br />

De commissie heeft van het advies dat zij voornemens was uit te brengen op 9 februari<br />

2007 een concept toegezonden aan aanvragers gemachtigde en aan burgemeester en<br />

wethouders.<br />

Namens aanvrager heeft de heer De Milliano op dit concept advies gereageerd per email<br />

van 17 juli 2007, nadat de commissie een voorstel om naar aanleiding daarvan andermaal<br />

mondeling in overleg te treden heeft afgewezen omdat een vorm van<br />

onderhandeling door de commissie niet in overeenstemming werd geacht met haar adviserende<br />

roI.<br />

Op de reactie op het concept advies gaat de commissie in onder 6 van dit advies.<br />

3


•<br />

•<br />

Omdat het onderzoek naar aanleiding van de reactie op het concept advies, alsmede het<br />

overleg daarover binnen de commissie aanmerkelijk meer tijd heeft gevergd dan was<br />

voorzien, is het de commissie niet gelukt om nog in 2007 haar eindadvies uit te brengen,<br />

zoals was beoogd.<br />

Van gemeentewege is ervan afgezien om op de door aanvrager ingebrachte bescheiden<br />

zelfstandig te reageren. Aangegeven is dat het eindadvies van de commissie wordt afgewacht.<br />

4. Bevindingen hoorzitting en bezichtiging<br />

Het kader voor de beoordeling van dit verzoek om schadevergoeding, door aanvrager<br />

ook wel 'nadeelcompensatie' genoemd, wordt gevormd door de onder 1 geciteerde<br />

schaderegeling.<br />

De commissie begrijpt de haar gegeven opdracht aldus dat van haar als een onafhankelijke<br />

commissie van deskundigen wordt verwacht dat zij de gemeenteraad inzicht geeft<br />

over de vraag of belanghebbende als gevolg van het besluit tot weigering van de sloopvergunning<br />

en de daarmee samenhangende noodzaak tot renovatie van het pand<br />

Rijnstraat 25,<br />

a) schade lijdt,<br />

b) de omvang van deze schade en<br />

c) of en in hoeverre deze schade redelijkerwijs te zijnen laste behoort te blijven.<br />

Ter hoorzitting is door de commissie aangegeven dat zij inzicht wenst te verkrijgen in<br />

de omvang van de meerkosten van de renovatie van de woning conform de daartoe verleende<br />

vergunning, in vergelijking met de omvang van de kosten bij vervangende<br />

nieuwbouw.<br />

De heer De Milliano heeft aan de hand van een notitie die tevens aan de vertegenwoordiger<br />

van de gemeente is overhandigd, het standpunt van zijn cliënt uiteengezet. Hij<br />

heeft daarin benadrukt dat het gemeentebestuur de eis heeft gesteld om in plaats van een<br />

vervangende nieuwbouw, die circa 30 cm hoger zou worden maar overigens uiterlijk gelijk<br />

aan de bestaande situatie, de renovatievariant te verwezenlijken. De daarmee<br />

gemoeide hogere kosten hebben bij benadering een bedrag van € 120.000 bedragen. Deze<br />

hogere kosten zijn een gevolg van het behoud en de versterking van de oude<br />

fundering, het stutten van de voorgevel, vervanging kozijnen, stucwerk, het plaatsen van<br />

een rioolpomp en de extra plankosten.<br />

Er is aanvankelijk een nieuwbouwplan voorgelegd, maar de monumentencommissie<br />

heeft geadviseerd tot zogenaamde renovatie over te gaan, waarbij overigens alleen de<br />

oorspronkelijke fundering en de oorspronkelijke voorgevel behouden zijn gebleven. Bij<br />

de uitvoering van dit plan bleek volgens mededeling van aanvrager dat de kwaliteit van<br />

de kozijnen zo slecht was dat deze alsnog werden vervangen.<br />

De heer Blok geeft desgevraagd aan dat het vigerende bestemmingsplan ter plaatse<br />

voorzien in de bestemming 'woondoeleinden' . Hij wijst overigens op het voordeel van<br />

renovatie dat gebruik kon worden gemaakt van de renovatiehypotheek. Voorts meldt de<br />

heer Blok dat de gemeente planologische medewerking heeft verleend aan het plan om<br />

de voormalige bollenschuur (schuin) achter de woning te verbouwen en te gaan gebruiken<br />

als woning (door de broer van aanvrager).<br />

4


•<br />

•<br />

Uit de discussie over de vraag of planologische medewerking voor de voormalige bollenschuur<br />

geacht moet worden (tevens) ter compensatie te dienen van de extra kosten.<br />

die aan renovatie zijn verbonden, vloeit voort dat deze relatie nimmer uitdrukkelijk is<br />

gelegd.<br />

Toegezegd wordt dat aan de commissie nog het aanwijzingsbesluit als gemeentelijk<br />

monument, de bouwvergunning en de monumentenvergunning en de subsidiebeschikking<br />

aan de commissie zullen worden gezonden.<br />

De heer Van der Valk zal het aanvankelijke bouwplan voor de vervangende nieuwbouw<br />

aan de commissie ter inzage geven.<br />

Aansluitend aan de hoorzitting heeft de commissie de woning van aanvrager bezichtigd,<br />

in aanwezigheid van de heren Van der Valk, De Milliano en Blok.<br />

Het lid van de commissie de heer Remmerswaal heeft vervolgens met de heer Van der<br />

Valk contact opgenomen om zich te informeren over de bewijsstukken betreffende de<br />

geclaimde extra kosten, welk contact is ingeleid bij brief van 3 augustus <strong>2006</strong>.<br />

De heer Remmerswaal is in de gelegenheid gesteld inzage te nemen in op de realisering<br />

van het bouwplan betrekking hebbende bescheiden .<br />

Aangezien niet ter zake van alle werkzaamheden facturen en betalingsbewijzen konden<br />

worden getoond omdat verschillende werkzaamheden door aanvrager zelf zijn uitgevoerd,<br />

is daarvoor een taxatie van de redelijkerwijs gemaakte kosten op basis van<br />

uitvoering in eigen beheer gemaakt.<br />

5. Beoordeling schade<br />

Voor de beoordeling van de beweerdelijk geleden schade dient de commissie vast te<br />

stellen wat de omvang is van de meerkosten van de overeenkomstig de daartoe verleende<br />

vergunning uitgevoerde renovatie van de woning Rijnstraat 25, in vergelijking met de<br />

kosten die met een adequate vervangende nieuwbouw zouden zijn gemoeid.<br />

5.1 Aard van de te beoordelen schade<br />

Ter hoorzitting van 21 juni <strong>2006</strong> heeft de heer Van der Valk een nadere toelichting gegeven<br />

op de door hem voorgestane werkwijze betreffende de woning. Voor de<br />

beoordeling van het verschil in kosten tussen renovatie en herbouw is onder meer van<br />

belang dat aanvrager, blijkens zijn verklaringen ter hoorzitting, een voorkeur had om het<br />

pand geheel te slopen en het te herbouwen in dezelfde stijl en detaillering als de bestaande<br />

woning, met zoveel mogelijk hergebruik van bestaande materialen. Gezien de<br />

status van dit pand als gemeentelijk monument was het gemeentebestuur niet bereid een<br />

sloopvergunning te verlenen. Vervolgens is een renovatieplan opgesteld op basis waarvan<br />

een monumentenvergunning en een bouwvergunning zijn aangevraagd. Uiteindelijk<br />

zijn alleen het metselwerk van de voorgevel met de daaronder liggende fundering en enkele<br />

bouwfragmenten gehandhaafd. Het resterende deel van de woning is volledig<br />

vernieuwd.<br />

De commissie stelt vast dat van een restauratie feitelijk niet meer kan worden gesproken,<br />

maar dat feitelijk een bouwplan is gerealiseerd waarbij slechts de genoemde delen<br />

van het oorspronkelijke bouwwerk moesten worden gehandhaafd, hierna aangeduid als<br />

renovatie.<br />

5


•<br />

•<br />

Te elfder ure bleek dat ook de kozijnen in de voorgevel volgens opgave van aanvrager<br />

niet konden worden gehandhaafd en dat in de oorspronkelijke raamopeningen nieuwe<br />

kozijnen en ramen werden aangebracht. Ook de voordeur en het kozijn daarvan zijn<br />

vernieuwd.<br />

In verband hiermee heeft de commissie haar kostenvergelijking gericht op het verschil<br />

tussen geheel vervangende nieuwbouw en vervangende nieuwbouw met handhaving van<br />

de genoemde oorspronkelijke bouwdelen, hierna renovatie genoemd.<br />

5.2 Werkwijze bij de beoordeling<br />

Als uitgangspunt voor haar beoordeling van de gestelde schade heeft de commissie kennis<br />

genomen van de haar ter beschikking gestelde 'open begroting renovatie Rijnstraat<br />

25 van 18 juni 2004' en de 'open begroting herbouw Rijnstraat 25 van 18 juni 2004'<br />

(bijlage A).<br />

De gegevens van deze beide begrotingen zijn onderling vergeleken.<br />

Het nader onderzoek van de commissie richtte zich op de meerkosten van renovatie<br />

t.o.v. herbouw zoals aangegeven in de afwijkende begrotingsposten (bijlage B) .<br />

Deze zijn op grond van de open begroting van 18 juni 2004 nader gespecificeerd en beoordeeld<br />

(bij lage C).<br />

Vervolgens worden de aangepaste begrotingsposten, nader gespecificeerd en beoordeeld<br />

(bijlage D) . Dit zijn de posten die bij diverse gelegenheden door aanvrager naar voren<br />

zijn gebracht als nog extra te claimen meerkosten, boven op de oorspronkelijke meerkosten<br />

van de begrotingen van 18 juni 2004.<br />

In het bijzonder met betrekking tot de hierna aangegeven onderzoeksposten is in de eerste<br />

plaats aangegeven welke bedragen als extra kosten uit de begrotingen vallen af te<br />

leiden. Vervolgens is aangegeven welke nadere vraagstelling dan wel onderzoek daarop<br />

betrekking heeft. Tot welke uitkomst dit nader onderzoek heeft geleid is aan deze beoordeling<br />

toegevoegd.<br />

Bij de beantwoording door de heer Van der Valk op 17 oktober <strong>2006</strong> van de hem door<br />

de commissie voorgelegde vragen zijn naast diverse toelichtingen van hemzelf, een bijgestelde<br />

'begroting renovatie' en de 'begroting herbouw' van maart <strong>2006</strong> overlegd<br />

alsmede verklaringen van enkele bij de bouw betrokken ondernemers. Offertes, rekeningen,<br />

betaalbewijzen, bouwverslagen, bestek en tekeningen zijn niet overgelegd,<br />

hetgeen een objectieve toetsing van de meerkosten bemoeilijkt. In algemene zin heeft hij<br />

verzocht de inzet van eigen uren bij de beoordeling mee te nemen.<br />

De beoordeling betreft de redelijkheid van de extra kosten die moesten worden gemaakt<br />

om te voldoen aan de eisen die voortvloeien uit de aan de monumentenvergunning gekoppelde<br />

bouwvergunning in verhouding tot de kosten die zouden zijn gemaakt bij<br />

vervangende nieuwbouw. Tevens is de redelijkheid van de omvang van de meerkosten<br />

die verband houden met de feitelijk uitgevoerde verbouwing beoordeeld.<br />

De bedragen verschillen aanzienlijk met de diverse eerdere opgaven. Door de verwijzing<br />

naar totaalopgaven van de kosten ontstaan in enkele gevallen kosten die niet als<br />

meerkosten aangemerkt kunnen worden of onder verschillende kostensoorten verdeeld<br />

hadden moeten worden. Bovendien is gebleken dat met enkele kostenposten dezelfde<br />

werkzaamheden worden bedoeld of dat er iets anders mee bedoeld is. Tot slot is een<br />

aantal extra meerkosten opgevoerd, waaronder in eigen beheer uitgevoerde werkzaamheden.<br />

6


•<br />

•<br />

Omwille van de consistentie van de verslaglegging, heeft de commissie gemeend de<br />

oorspronkelijke indeling aan te houden, waardoor het noodzakelijk was diverse verwijzingen<br />

op te nemen. De hierna genoemde bedragen uit het antwoord van 17 oktober<br />

<strong>2006</strong> zijn exclusief BTW, tenzij anders vermeld.<br />

In haar concept advies van 9 februari 2007 concludeerde de commissie dat een bedrag<br />

van € 7.948,97 voor vergoeding in aanmerking kon worden gebracht.<br />

Overwegingen n.a. v. reactie aanvrager op concept advies<br />

Namens de heer Van der Valk heeft zijn raadsman per e-mail van 17 juli 2007 op het<br />

concept advies gereageerd.<br />

Deze reactie heeft aanleiding gegeven tot nader overleg binnen de commissie en in het<br />

bijzonder een aanvullend onderzoek van het lid van de commissie de heer Remmerswaal.<br />

De bevindingen naar aanleiding van dit aanvullend onderzoek hebben geleid tot de<br />

volgende nadere overwegingen, waarbij het commentaar van aanvrager in cursief zijn<br />

weergegeven .<br />

Algemeen<br />

/n algemene zin wordt door belanghebbende opgemerkt dat alle kosten zoals die door<br />

hem zijn aangegeven exclusief BTW en winst aannemer zijn. Hel is dan ook niet begri;pe/ijk<br />

dat bij verschillende posten BTW in mindering wordt gebracht nog los van<br />

de opmerking dat cliënt BTIV niet kan verrekenen.<br />

De commissie is op grond van aanvullend onderzoek tot de conclusie gekomen, dat uit<br />

de overlegde berekeningen van meerkosten niet of onvoldoende gebleken is of deze<br />

inclusief dan wel exclusief BTW zijn en of deze daadwerkelijk zijn betaald. Bovendien<br />

is een aantal werkzaamheden in eigen beheer uitgevoerd.<br />

De commissie heeft de BTW in de berekening opgenomen. BTW wordt slechts in<br />

mindering gebracht voor zover deze minder of niet verschuldigd is. De commissie ziet<br />

voor dit onderdeel geen reden haar standpunt te herzien.<br />

Winst en risico is niet in de berekening in paragraaf 5 opgenomen. De aannemer heeft<br />

hiervoor 5% gerekend. De commissie acht het alsnog redelijk dit percentage op te nemen<br />

.<br />

5.3 Beoordeling op basis van de begrotingen<br />

De nunrmers verwijzen naar de begrotingen van 18 juni 2004.<br />

De voor de onderhavige schadebeoordeling van belang zijnde bedragen zijn verwerkt in<br />

de 'specificatie afwijkende begrotingsposten' (bijlage C), die in dit hoofdstuk 5.3 wordt<br />

beoordeeld. Vervolgens is in hoofdstuk 5.4 de 'specificatie aangepaste begrotingsposten'<br />

(bijlage D) beoordeeld.<br />

Met betrekking tot deze posten is respectievelijk aangegeven tot welke vragen c.q. nader<br />

onderzoek deze aanleiding hebben gegeven, in hoeverre de meerkosten blijken uit betalingsbewijzen<br />

dan wel anderszins voor de commissie aannemelijk zijn en tot welke<br />

conclusie de overwegingen met betrekking tot deze posten hebben geleid.<br />

Verwezen wordt naar bijlage C bij dit advies.<br />

7


•<br />

•<br />

\<br />

A ALGEMEEN<br />

002 CAR verzekering<br />

Dit zou volgens opgaaf € 793,94 duurder zijn. In de aangepaste begroting van 29 november 2004 is dit<br />

bedrag gewijzigd. Deze kosten worden daarom beoordeeld in paragraaf 5.4.8 hierna.<br />

005 Volgens advies verzekeraar<br />

Dit zou volgens opgaaf f 17.013,00 duurder zijn. Verzocht is nader aan te geven waarom het behoud van<br />

de voorgevel een dergelijk bedrag rechtvaardigt en of over dit bedrag BTW berekend kan worden.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk van 17 oktober <strong>2006</strong> bedragen de meerkosten ten gevolge van<br />

het behoud van de voorgevel € 619,00. In de begroting herbouw van maart <strong>2006</strong> wordt dit bedrag eveneens<br />

genoemd als 'CAR verzekering i.v.m. renovatie'. Een opgave van de verzekeraar is niet bijgevoegd.<br />

De opgevoerde kosten 'Extra CAR verzekering' en 'Volgens advies verzekeraar' zijn derhalve dezelfde.<br />

De connnissie is van mening dat het bedrag van € 619,00 als meerkosten beschouwd kan worden. Over dit<br />

bedrag is geen BTW verschuldigd.<br />

006 Plaatsen I wegnemen schutting<br />

Dit zou volgens opgaaf € 4.309,96 duurder zijn dan bij vervangende nieuwbouw. Verzocht is nader te<br />

beargumenteren waarom deze schutting bij het behoud van de voorgevel wel en bij herbouw niet noodzakelijk<br />

was.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk van 17 oktober <strong>2006</strong> houden de niet gespecificeerde<br />

meerkosten ad € 1.200,00 verband met de kwetsbaarheid van de gevel over een langere periode.<br />

De connnissie is van mening dat volstaan had kunnen worden met een goedkoper stalen hekwerk.<br />

Bovendien betreft het hier waarschijnlijk in eigen beheer uitgevoerde werkzaamheden, die niet voor vergoeding<br />

in aanmerking komen. Niet aangetoond is waarom deze schutting bij het behoud van de<br />

voorgevel wel en bij herbouw niet noodzakelijk was.<br />

De connnissie is van mening, dat deze schutting bij nieuwbouw eveneens noodzakelijk geweest zou zijn,<br />

waardoor deze kosten niet als meerkosten beschouwd kurmen worden.<br />

007 Precario stelpost<br />

Dit zou volgens opgaaf € 2.268,40 duurder zijn. Verzocht is nader aan te geven waarop deze kosten zijn<br />

gebaseerd nu het metselwerk van de voorgevel behouden is gebleven.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk van 17 oktober <strong>2006</strong> betreft het grotendeels eigen grond,<br />

waarbij er geen verschil is tussen de kosten bij herbouw of renovatie.<br />

De connnissie onderschrijft deze mening, zodat deze kosten niet als meerkosten beschouwd worden.<br />

B SLOOPWERK<br />

00 I Proefondervindelijk sloopwerk<br />

Dit zou volgens opgaaf € 2.835,50 goedkoper zijn dan machinaal sloopwerk. In de aangepaste begroting<br />

van 29 november 2004 is dit bedrag gewijzigd. Deze kosten worden daarom beoordeeld in paragraaf<br />

5.4.3.<br />

002 Het sparen en opslag van onderdelen<br />

Dit zou volgens opgaaf € 396,97 goedkoper zijn. De connnissie heeft over deze kosten geen vragen.<br />

002 Stut- en stempelwerk totaal<br />

Dit zou volgens opgave € 7.372,30 duurder zijn. Niet aannemelijk is dat al deze meerkosten toe te schrijven<br />

zijn aan de handhaving van het metselwerk van de voorgevel alleen. Overwogen wordt dat deze<br />

kosten voor een belangrijk deel begroot kunnen zijn ten behoeve van werkzaamheden aan andere gevels,<br />

vloeren en kapconstructie. Deze kosten worden voor een gedeelte redelijk geacht.<br />

Verzocht is nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd, inclusief een specificatie.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk van 17 oktober <strong>2006</strong> en de begroting van maart <strong>2006</strong> onder<br />

'specificatie stutten oude voorgevel' wordt zowel vermeld dat de kosten van de aarmemer € 3.750,00 als<br />

€ 3.807,02 hebben bedragen.<br />

De connnissie is van mening dat de kosten ad € 3.750,00 als meerkosten beschouwd kunnen worden.<br />

On 17 juli 2007 werd als reactie op het concept advies gegeven:<br />

Alle stn! en slempelwerk was noodzakelijk aangezien zowel de architect als hel Cl/lil/UI'historisch dut<br />

aantonen.<br />

Deze kosten zijn door de connnissie in haar berekening volgens opgave van de heer Van der Valk geheel<br />

opgenomen.<br />

8


•<br />

•<br />

De commissie is gezien de foto van het uitgevoerde stempelwerk tot de conclusie gekomen, dat 50% van<br />

de kosten of'E 1.875,00 als meerwerk beschouwd kunnen worden.<br />

003 Inventarisatie gesloopte onderdelen<br />

Dit zou volgens opgave € 1.587,88 duurder zijn. Verzocht is toe te lichten wat onder inventarisatie wordt<br />

verstaan en welke onderdelen bedoeld worden.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk is deze post niet van toepassing en zit deze niet in de<br />

nacalculatie.<br />

De commissie onderschrijft deze mening, zodat deze kosten niet als meerkosten beschouwd worden.<br />

C GRONDWERK<br />

00 I Handmatig graafwerk riool en funderingsaanpassing<br />

Dit zou volgens opgave € 2.041,56 duurder zijn. Het is niet aannemelijk dat er meerkosten gemaakt zijn<br />

bij de aanleg van het riool bij handhaving van de voorgevel. Bovendien wordt redelijkerwijs aangenomen,<br />

dat dit riool via de rechter (vernieuwde) zijgevel is aangelegd. Een gedeelte van de kosten betreffende de<br />

funderingsaanpassing wordt redelijk geacht. Verzocht is nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd,<br />

inclusief de verdeling van de kosten tussen riool en fundering.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk van 17 oktober <strong>2006</strong> en een bijgeleverde nacalculatie zijn de<br />

meerkosten betreffende de fundering € 480,00. Het riool is buitenom gelegd, waarvoor geen meerkosten<br />

gemaakt zijn. Dit werk is in eigen beheer uitgevoerd en niet controleerbaar .<br />

De commissie is van mening dat de werkzaamheden voor een bedrag van € 480,00 redelijkerwijs als<br />

meerkosten beschouwd kunnen worden. Na heroverweging is de commissie tot de conclusie gekomen,<br />

dat er geen sprake is van meerwerk.<br />

E DAMWAND<br />

003 Extra horizontaal transport<br />

Dit zou volgens opgave € 2.835,30 duurder zijn omdat de voorgevel is gehandhaafd. Overwogen wordt<br />

dat de begroting gebaseerd zou kunnen zijn op handhaving van meer dan de voorgevel alleen. Ook beschikken<br />

transporteurs in de regel over transportmiddelen met een hijsinstallatie. Bovendien kon het<br />

terrein aan de rechter- en achterzijde van het pand benut worden voor de opslag van bouwmaterialen.<br />

Verzocht is nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk betreft het hier het slaan van een damwand. Na aftrek van de<br />

kosten ten behoeve van de kelder wordt 50% van de overige kosten of € 3.180,50 door hem gerekend als<br />

meerkosten ten behoeve van het behoud van de voorgevel.<br />

Niet duidelijk is waarom deze damwand bij handhaving van de voorgevel wel en bij nieuwbouw niet<br />

noodzakelijk was. De commissie is dan ook van mening dat deze kosten niet als meerkosten beschouwd<br />

kunnen worden .<br />

Op 17 juli 2007 werd als reactie op het concept advies gegeven:<br />

Als damwand niet geslagen zou zijn zou voorgevel omvallen. Bij nieuwbouw zou die wand in hef geheel<br />

niet nodig geweest zijn en er alleen wanden ten behoeve van bescherming belendende percelen aan de<br />

orde geweest zijn<br />

De noodzaak van deze damwand en/of het verschil in de situatie bij nieuwbouw is naar het oordeel van<br />

de commissie niet aangetoond.<br />

De commissie ziet geen reden haar advies te herzien.<br />

F BETONWERK<br />

057 Meerwerk betonwerk bij renovatie<br />

Dit zou volgens opgave € 2.982,95 duurder zijn. In de aangepaste begroting van 29 november 2004 is dit<br />

bedrag gewijzigd. De beoordeling van deze kosten vindt daarom plaats in paragraaf 5.4.9.<br />

G METSELWERK<br />

003 Arbeid metselwerk gevel<br />

Dit zou volgens opgave € 440,07 duurder zijn. De commissie merkt op dat de voorgevel niet opgemetseld<br />

behoefde te worden en een minderprijs t.o.v. € 47.809,04 (bij vervangende nieuwbouw) meer voor de<br />

hand ligt. Verzocht is dan ook nader aan te geven waarom er sprake is van hogere in plaats van lagere kosten.<br />

9


•<br />

• OOI<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk bedragen de meerkosten volgens bijgeleverde nacalculatie €<br />

52.519,00 - € 46.50 I ,73 - € 600,00 (bouwlift) ~ € 5.417,58.<br />

De commissie constateert, dat de begrotingen van maart <strong>2006</strong> niet goed vergelijkbaar zijn. Tevens is zij<br />

van mening, dat er voor drie buitengevels geen verschil bestaat tussen renovatie of nieuwbouw. De voorgevel<br />

behoefde niet opgemetseld te worden. Minderkosten t.o.v. herbouw is aannemelijk, voor dit<br />

onderdeel kunnen dan ook geen meerkosten in aanmerking worden genomen.<br />

Op 17 juli 2007 werd als reactie op het concept advies gegeven:<br />

Meerkosten metselwerk conform uitvoering gevel bestond uit allemaal losse gedeelten met diepe scheuren<br />

wat zeer lastig te repareren en bij elkaar te houden was. Achterkant afgesmeerd om enige<br />

samenhang te krijgen; bovenzijde hele stukken losse stenen afgeraapt, schoon gebikt en hergebruikt,<br />

scheuren uitgehakt en opgevuld.<br />

Het komt de commissie niet aannemelijk voor dat de kosten van deze werkzaamheden hoger zouden zijn<br />

dan het opmetselen van een geheel nieuwe voorgevel.<br />

De commissie ziet geen reden haar advies op dit punt te herzien.<br />

005 Voegwerk inclusief tuinmuur<br />

Dit zou volgens opgave € 272,21 duurder zijn. De originele voorgevel is geheel gestukadoord, zodat deze<br />

meerkosten waarschijnlijk alleen toe te wijzen zijn aan de tuinmuur. Verzocht is nader aan te geven waarop<br />

deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk is met deze post het stucwerk van de voorgevel bedoeld. Deze<br />

post is opgenomen in paragraaf 5.4.7 (Stukwerk voorgevel) .<br />

Hl HOUTEN DRAAGCONSTRUCTIE<br />

002 Balkhout zolder<br />

Dit zou volgens opgave € 40,43 goedkoper zijn. In de aangepaste begroting van 29 november 2004 is dit<br />

bedrag gewijzigd. De beoordeling van deze kosten vindt daarom plaats in paragraaf 5.4.11.<br />

H3 DAKCONSTRUCTlli<br />

007 Polycarbonaat<br />

Dit zou volgens opgave € 312,49 duurder zijn. Overwogen is, dat de dakconstructies bij herbouw of renovatie<br />

identiek zijn. Om deze reden kan er in principe geen sprake zijn van meerkosten. Bovendien is niet<br />

duidelijk waarom dit bij renovatie wel en in geval van herbouw niet toegepast behoefde te worden. Verzocht<br />

is nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk van 17 oktober betreft dit de dakconstructie als geheel. Dit onderdeel<br />

komt aan de orde in paragraaf 5.4.13 (Meerwerk spanten).<br />

H5 DAKBESCHOT<br />

Vuren 16 x 100<br />

Dit zou volgens opgave € 381,09 duurder zijn. Niet duidelijk is waardoor deze kosten ontstaan zijn en wat<br />

het verband is met de handhaving van het metselwerk van de voorgevel. Verzocht is nader aan te geven<br />

waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk zijn deze meerkosten niet van toepassing.<br />

De commissie onderschrijft dit, zodat deze kosten niet als meerkosten beschouwd worden.<br />

H7 KOZIJNEN, RAMEN, DEUREN<br />

006 Timmerwerk, blankhalen schilder<br />

Dit zou volgens opgave € 4.650,22 duurder zijn omdat het metselwerk van de voorgevel gehandhaafd is<br />

gebleven. In de aangepaste begroting van 29 november 2004 is dit bedrag gewijzigd. De beoordeling van<br />

deze kosten vindt daarom plaats in paragraaf 5.4.14.<br />

012 Hang- en sluitwerk - stelpost<br />

Dit zou volgens opgave € 567,10 duurder zijn. Overwogen is, dat er in dit geval geen verschil is tussen<br />

herbouw of renovatie. Om deze reden kan er in principe geen sprake zijn van meerkosten. Verzocht is nader<br />

aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk is er inderdaad geen verschil tussen renovatie of nieuwbouw.<br />

De commissie onderschrijft dit, zodat deze kosten niet als meerkosten beschouwd worden.<br />

10


• I<br />

•<br />

H8 ZIJWANGEN DAKKAPELLEN / DOORGANG DAK<br />

008 Rabat 19 mm<br />

Dit zou volgens opgave € 134,47 duurder zijn. De commissie tekent aan dat deze meerkosten geheel of<br />

gedeeltelijk ontstaan kunnen zijn ten behoeve van extra dakkapellen en/of een doorgang naar het dak1erras<br />

aan de achterzijde. Overigens zijn deze dakkapellen in geval van herbouw of renovatie identiek, waardoor<br />

er in principe geen sprake kan zijn van meerkosten. Verzocht is nader aan te geven waarop deze kosten<br />

zijn gebaseerd.<br />

Volgens de heer Van der Valk is er inderdaad geen verschil tussen renovatie of nieuwbouw.<br />

De commissie onderschrijft dit, zodat deze kosten niet als meerkosten beschouwd worden.<br />

H9 GEVELBESCHIETINGEN<br />

006 Loodstrook<br />

Dit zou volgens opgave € 181,47 duurder zijn. Niet duidelijk is waar deze loodstrook is toegepast en<br />

waarom dit bij renovatie wel en bij herbouw niet noodzakelijk zou zijn. Verzocht is nader aan te geven<br />

waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Volgens de heer Van der Valk is er wat dit betreft inderdaad geen verschil tussen renovatie en nieuwbouw.<br />

De commissie onderschrijft dit, zodat deze kosten niet als meerkosten beschouwd worden .<br />

TRAPPEN<br />

Dit zou volgens opgave € 226,84 goedkoper zijn. Hierover heeft de commissie geen vragen.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk is er geen verschil tussen renovatie of nieuwbouw.<br />

De commissie onderschrijft dit, zodat deze kosten niet als minderkosten beschouwd worden.<br />

M STUCADOORSWERK<br />

00 I Plafonds sausklaar<br />

Dit zou volgens opgave € 486, II duurder zijn. Overwogen is dat er in dit geval waarschijnlijk geen verschil<br />

bestaat tussen herbouw of renovatie, waardoor er in principe geen sprake kan zijn van meerkosten.<br />

Verzocht is nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Ook de heer Van der Valk is van mening dat er geen verschil is tussen renovatie of nieuwbouw.<br />

De commissie onderschrijft dit, zodat deze kosten niet als meerkosten beschouwd worden.<br />

Q2 WANDBETIMMERING<br />

00 I Meerwerk bij renovatie<br />

Dit zou volgens opgave € 4.366,67 duurder zijn. De commissie heeft aangegeven dat er in dit geval waarschijnlijk<br />

geen verschil in herbouw of renovatie bestaat, waardoor er in principe geen sprake kan zijn van<br />

meerwerk. Verzocht is dan ook nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk van 17 oktober <strong>2006</strong> zijn er spouwmuren toegepast, deze kosten<br />

zijn opgenomen bij het metselwerk. Volgens nacalculatie bedragen de kosten betreffende<br />

voorzetwanden t.b.v. de voorgevel incl. luikkasten € 8.409,33. Deze luikkasten zijn conform de wens van<br />

de monumentencommissie aangebracht.<br />

De commissie is van mening, dat de voorzetwanden gedeeltelijk en de luikkasten geheel als meerkosten<br />

beschouwd kunnen worden, totaal tot een bedrag van € 6.000,00.<br />

De commissie is na heroverweging tot het oordeel gekomen dat het redelijk is dat voor de helft van<br />

€ 8.409,33 of afgerond € 4.200,00 een vergoeding wegens meerkosten toegekend wordt.<br />

006 Aanname extra materiaal<br />

Dit zou volgens opgave € 283,55 goedkoper zijn. Hierover heeft de commissie geen vragen en is van mening<br />

dat deze kosten beschouwd kunnen worden als minderkosten.<br />

De reactie gegeven op het concept advies luidde:<br />

Minder materiool kan een gevolg zijn van de restauratie. Niet begrijpelijk is 11'aarom dat bedrag in<br />

mindering wordt gebracht.<br />

De post 'aanname extra materiaal' is volgens opgave van de heer Van der Valk lager uitgevallen dan<br />

begroot, minderkosten kunnen niet als meerkosten t.o.v. vervangende nieuwbouw opgenomen worden.<br />

De commissie ziet geen reden haar advies op dit punt te herzien.<br />

11


•<br />

•<br />

007 Klein materiaal<br />

Dit zou volgens opgave € 102,08 goedkoper zijn. Hierover heeft de commissie geen vragen. Zij is van<br />

mening dat deze kosten beschouwd kunnen worden als minderkosten.<br />

T SCHILDERWERK<br />

002 Glaswerk<br />

Dit zou volgens opgave € 1.221,53 duurder zijn. Aangenomen wordt dat over dit bedrag 6% BTW of €<br />

73,29 in plaats van 19% of€ 232,09 berekend moet worden. De commissie neemt aan dat ter zake van deze<br />

kosten geen verschil tussen herbouw of renovatie bestaat, waardoor er in principe geen sprake kan zijn<br />

van meerwerk. Verzocht is dan ook nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

De heer Van der Valk heeft deze vraag in zijn reactie van 17 oktober <strong>2006</strong> niet beantwoord.<br />

De commissie is van mening dat deze kosten niet als meerkosten kunnen worden beschouwd.<br />

003 Buitenwerk<br />

Dit zou volgens opgave € 3.832,46 duurder zijn. Aangenomen wordt dat over dit bedrag 6% BTW of ê<br />

229,95 i.p.v. 19% of € 728,17 berekend moet worden. De commissie neemt aan dat ter zake van deze post<br />

geen verschil tussen herbouw of renovatie bestaat, waardoor er in principe geen sprake kan zijn van<br />

meerwerk. Verzocht is nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

De heer Van der Valk heeft deze vraag in zijn reactie van 17 oktober <strong>2006</strong> niet beantwoord .<br />

De commissie is van mening dat er geen verschil bestaat tussen renovatie of nieuwbouw. Deze kosten<br />

kunnen niet als meerkosten beschouwd worden.<br />

004 Binnenwerk<br />

Dit zou volgens opgave € 11.971,48 duurder zijn. Aangenomen wordt dat over dit bedrag 6% BTW of€<br />

718,29 i.p.v. 19% of € 2.274,58 berekend moet worden. De commissie meent dat ten aanzien van deze<br />

kosten geen verschil tussen herbouw of renovatie bestaat, waardoor er in principe geen sprake kan zijn<br />

van meerwerk. Verzocht is dan ook nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk van 17 oktober <strong>2006</strong> bedragen de meerkosten volgens de bijgeleverde<br />

raming van het schildersbedrijf ongeveer € 3.000,00. Deze kosten zijn gemaakt ten behoeve van<br />

de oude spanten en balken, de openhaard, de schuifluiken, de binnendeuren van de begane grond en diverse<br />

kleine onderdelen.<br />

De commissie is van mening, dat een deel van deze werkzaamheden ook bij nieuwbouw uitgevoerd had<br />

moeten worden, zodat € 2.000,00 als meerkosten beschouwd kunnen worden.<br />

De reactie op het concept advies luidde:<br />

Schilderwerk. Een specifica/ie is u per fax toegezonden. Opmerkingen architect naar aanleiding werkzaamheden.<br />

Een schrijven van de architect is u per fax toegezonden.<br />

De commissie tekent aan dat deze kosten in redelijkheid voor 2/3' deel zijn opgenomen in haar aanbeveling<br />

tot vergoeding van de schade .<br />

De commissie ziet geen reden haar advies te herzien.<br />

Resumerend met betrekking tot de afwijkende begrotingsposten (bijlage C) komt de commissie tot de<br />

conclusie dat aanvrager aanspraak kan maken op een vergoeding van in totaal € 9.810,14, inclusief BTW<br />

en winst en risico aannemer.<br />

5.4. Beoordeling overige meerkosten<br />

Op verzoek van de gemeente werd op 29 november 2004 een aangepaste begroting ingediend voor de<br />

meerkosten van restauratie t.o.v. nieuwbouw. Deze kosten werden geraamd op in totaal € 73.180,00. Niet<br />

duidelijk blijkt of deze kosten inclusief dan wel exclusief BTW zijn.<br />

De commissie heeft aangenomen dat deze meerkosten, voor zover deze reeds in de begroting van 18 juni<br />

2004 opgenomen waren, als de aangepaste en dus vervangende bedragen moeten worden beschouwd.<br />

Bij de opgave werd vermeld dat genoemde bedragen 'niet voor 100% vaststaan' en dat er een nacalculatie<br />

overlegd zou worden. De beoordeling is hierna gegeven, waarna de reactie daarop van de heer Van der<br />

Valk is opgenomen.<br />

Verwezen wordt naar bijlage D bij dit advies.<br />

12


•<br />

•<br />

5.4.1 Tekenkosten architect<br />

Dit zou volgens opgave € 20.000,00 duurder zijn. Deze meerkosten zijn volgens opgave veroorzaakt door<br />

'het meerdere keren vervaardigen van tekeningen en begrotingen naar aanleiding van steeds weer andere<br />

wensen'. In de begroting van 18 juni 2004 waren geen architectenkosten opgenomen.<br />

Primair acht de commissie het aannemelijk, dat indien vooraf een objectieve technische opname van de<br />

bouwkundige gebreken was gemaakt inclusief een financiële onderbouwing, er een veel efficiëntere<br />

werkwijze mogelijk was geweest en deze meerkosten dan niet (geheel) nodig waren geweest. Tevens tekent<br />

de commissie aan dat de monumentencommissie van oordeel was dat de door de architect<br />

aangeleverde gegevens nog niet (geheel) aan de gestelde eisen voor renovaties voldeden en/of nog ontbraken<br />

en te sununier waren voor beoordeling. Genoemd werden tekeningen van de bestaande toestand,<br />

detailleringen, kleuronderzoek, uitvoering metselwerk, pleisterlaag e.d. Ook heeft hij werkzaamheden verricht<br />

die niet direct verband hielden met renovatie maar met de verwachte planschade. Bovendien heeft de<br />

architect zowel een plan t.b.V. herbouwen een plan t.b.v. renovatie gemaakt.<br />

Verzocht is dan ook nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd, inclusief de offerte(s) en/of<br />

urenverantwoording( en) van de architect.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk en de architect bedragen de in rekening gebrachte meerkosten<br />

€ 19.739,41. Deze kosten betreffen onder meer dubbel teken- en rekenwerk voor herbouwen renovatie.<br />

Een nadere onderbouwing of specificatie is niet overgelegd.<br />

De commissie constateert, dat het pand bij besluit van 6 mei 1993 reeds op de gemeentelijke monumentenlijst<br />

is geplaatst. Naar haar mening had rekening moeten worden gehouden met de daaruit<br />

voortvloeiende kans dat een vervangende nieuwbouw niet zou worden toegestaan en dat dan ook de opdracht<br />

aan de architect tot het vervaardigen van een ontwerp alleen verstrekt kunnen worden voor de<br />

renovatie, zodat deze meerkosten, die geacht worden hoofdzakelijk te zijn veroorzaakt door het teken- en<br />

rekenwerk ten behoeve van vervangende nieuwbouw niet als meerkosten kunnen worden erkend.<br />

Hogere kosten van de architect zijn naar de mening van de commissie alleen aannemelijk en worden alleen<br />

gerekend over het totaal aan meerkosten van de bouw zelf tot een bedrag van € 7.911,40 (bijlage C)<br />

+ € 9.215,00 (bijlage D, alleen bouwkosten) = € 17.126,40. Volgens de (oude) SR 1993 is hierover (bij<br />

een bouwsom bij herbouw van € 347.794,37) een honorarium verschuldigd van 12,11% x € 17.126,40 = €<br />

2.074,00.<br />

Bovendien wordt verwezen naar de in paragraaf 5.4.16 opgevoerde extra architectenkosten.<br />

Reactie op het concept advies:<br />

Op verzoek van de gemeente zijn verschillende plannen elJ begrotingen gemaakt. Immers indien kon worden<br />

aangetoond dal nieuwbouw goedkoper was zou daarvoor toestemming worden gegeven. Echter<br />

berekeningen worden gemaakt en dan maakt de gemeente weer nieuwe, andere opmerkingen. zodat cliënt<br />

jaren beziggehouden is door de gemeente. Er is we leen opnamestaat gemaakt van hel pand zoals IJ moge<br />

blijken uil de bescheiden die 1I per fax zijn toegezonden.<br />

De door de heer De Milliano beschreven gang van zaken wordt niet onderbouwd. De commissie heeft uit<br />

de haar aangereikte informatie opgemaakt dat de gemeente consistent streefde naar behoud van het pand.<br />

De kosten die zijn verbonden aan de pogingen van belanghebbende om het gemeentebestuur te bewegen<br />

tot medewerking aan nieuwbouw kunnen niet worden aangemerkt als voor vergoeding in aanmerking te<br />

nemen extra kosten die een gevolg zijn van de voorwaarde om het monument te behouden.<br />

De conunissie ziet geen reden haar advies te herzien. Alleen de gewijzigde meerkosten voor renovatie zijn<br />

aangepast en doorberekend in de extra kosten voor de architect.<br />

5.4.2 Extra lichtdrukkosten<br />

Dit zou volgens opgave € 1.000,00 duurder zijn. In de begroting van 18 juni 2004 waren deze kosten niet<br />

opgenomen. Deze kosten worden beoordeeld in samenhang met de onder paragraaf 5.4.1 genoemde kosten<br />

van de architect.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk bedragen de in rekening gebrachte meerkosten inclusief fotoboekjes<br />

van kozijnen etcetera € 1.904,96. Deze kosten zijn niet gespecificeerd.<br />

De commissie is van mening dat deze kosten hoofdzakelijk zijn veroorzaakt door tekenwerk ten behoeve<br />

van het plan voor vervangende nieuwbouw. Als meerkosten kunnen naar haar oordeel gerekend worden<br />

12,11 % x € 1.904,96 = € 230,69.<br />

De reactie op dit onderdeel van het concept advies luidde:<br />

Zie brief architect en 5.4. I.<br />

13


•<br />

•<br />

De commissie heeft kennis genomen van de haar separaat toegezonden kopie van de ongedateerde brief<br />

van Bouwkundig adviseur ing. G.L.A. Winters, waarin deze reageert op de stellingname van de commissie<br />

onder 5.4.1 met betrekking tot de extra tekenkosten. Ook hierin wordt bevestigd dat deze kosten verband<br />

houden met de opvatting van aanvrager en de architect dat vervangende nieuwbouw goedkoper zou zijn.<br />

Zoals in de aanhef van dit advies is aangegeven kan de commissie slechts meegaan in de kosten die vallen<br />

onder het in artikel II van de <strong>monumentenverordening</strong> genoemde criterium.<br />

De commissie is na heroverweging van mening, dat volstrek1 onduidelijk is wat het verschil is met de in<br />

par. 5.4.16 (Cultuurhistorisch rapport) genoemde kosten. De commissie ziet dan ook geen reden haar advies<br />

te herzien.<br />

5.4.3 Sloopwerk inclusief begeleiding aannemer<br />

Dit zou volgens opgave uiteindelijk € 6.000,00 aan sloopwerk en € 635,00 aan begeleiding aannemer met<br />

een totaal van € 6.635,00 gekost hebben i.p.v. € 3.969,70 (zie begroting onder B.OOI). Dit aangepaste bedrag<br />

is vergelijkbaar met dat van sloop voor het gehele gebouw (€ 6.805,20) terwijl de voorgevel inclusief<br />

de fundering niet gesloopt zijn. De commissie overweegt dat mogelijk meer gesloopt is dan in de begroting<br />

van 18 juni 2004 was voorzien. Bovendien wordt overwogen, dat er geen objectieve bouwtechnische<br />

opname van de bouwkundige gebreken gemaak1 is, op basis waarvan afspraken met de gemeente, aannemer<br />

en dergelijke gemaak1 hadden kunnen worden, waardoor veel efficiënter gesloopt had kunnen<br />

worden. Deze kosten worden beoordeeld in samenhang met paragraaf 5.4.6 (zelf te verrichten sloopwerkzaamheden),<br />

Verzocht is nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd. Ten minste moest<br />

onderbouwd worden waarom wel of geen sloop van de voorgevel met fundering nagenoeg niet van invloed<br />

zouden zijn op de kosten.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk van 17 ok1ober <strong>2006</strong> bedragen de kosten volgens de bijgeleverde<br />

en door hemzelf opgestelde specificatie € 11.545,00 voor de hele woning exclusief de voorgevel.<br />

De kosten zijn volgens hem niet veel lager, omdat heel veel met eigen middelen en mensen gerealiseerd is.<br />

Deze kosten zijn samengesteld uit eigen uren en personeel van de heer Van der Valk (E 6.780,00), materieelkosten<br />

(€ 3.040,00), de aannemer - inclusief stutten voorgevel - (€ 4.530,00). Op deze kosten zijn in<br />

mindering gebracht de kosten bij het slopen van de gehele woning (€ 2.600,00) en minder stortkosten puin<br />

voorgevel (€ 205,00). In de begroting renovatie van maart <strong>2006</strong> is voor de post 'oude gevel vangen/stutten'<br />

een bedrag van € 3.750,00 opgenomen.<br />

De commissie merkt op dat er een opmerkelijk groot verschil bestaat tussen kosten van sloop van de gehele<br />

woning en de kosten als de voorgevel met fundering niet gesloopt behoefden te worden, respectievelijk<br />

€ 2.600,00 en € 14.145,00. Het oordeel over de inzet van eigen uren, personeel en materieel is in paragraaf<br />

5.4.6 opgenomen, de stortkosten bouwafval in paragraaf 5.4.5. Het stutten van de voorgevel ad €<br />

3.750,00 is reeds opgenomen in paragraafB.002, zodat de kosten van de aannemer bij de begeleiding van<br />

de totale sloop € 4.530,00 - € 3.750,00 ~ € 780,00 bedragen.<br />

De commissie van mening dat 50% of € 390,00 van de kosten van de aannemer beschouwd kunnen worden<br />

als meerkosten.<br />

Reactie concept advies:<br />

Er is wel een opname van de bouwkundige slaat van het object .<br />

TOLtweemaal {oe heeft de gemeente geweigerd naar de technische staat van de woning te komen kijken.<br />

De woning is voorzichtig gestript (mei toestemming van de heer Van Berkel van de gemeente) ell uiteindelijk<br />

heeft de monumentencommissie ermee ingestemd dal alsnog onderdelen konden vervallen.<br />

Twee offertes voor sloopwerk zijn aangevraagd Ie welen van Ooms en Zuidhoek).<br />

In het concept advies is een en ander uitgebreid beargumenteerd.<br />

De commissie ziet geen reden haar advies te herzien.<br />

5.4.4 Kraanhuur<br />

Volgens opgave is er voor € 450,00 een kraan gehuurd voor het afhalen van de spanten. De beoordeling is<br />

opgenomen in paragraaf 5.4.13 (meerwerk spanten).<br />

5.4.5. Stortkosten bouwafval<br />

Volgens opgave zijn er € 750,00 extra kosten gemaak1. Dit is aannemelijk, daar er waarschijnlijk meer is<br />

gesloopt dan in de begroting van 18 juni 2004 was voorzien.<br />

Volgens de heer Van der Valk is er inderdaad geen verschil tussen renovatie of nieuwbouw. Ook vermeldt<br />

hij dat er voor € 205,00 minder stortkosten zijn gemaakt,<br />

De commissie is van mening, dat een bedrag van € 205,00 beschouwd kan worden als minderkosten.<br />

14


•<br />

•<br />

5.4.6. Zelf te verrichten sloopwerkzaamheden<br />

Volgens opgave zou voor een bedrag van € 3.500,00 sloopwerkzaamheden in eigen beheer zijn uitgevoerd<br />

die onder voorwaarden in mindering gebracht kunnen worden op de kosten van de aannemer. Overwogen<br />

wordt dat dit bedrag reeds tot uitdrukking zou kunnen komen in lagere sloopkosten van de aannemer. Bij<br />

de beoordeling worden in eigen beheer verrichte werkzaamheden niet meegewogen. Bovendien wordt<br />

overwogen dit bedrag redelijkerwijs niet in mindering te brengen op de meerkosten.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk (zie onder paragraaf 5.4.3.) bedragen de kosten van hemzelf en<br />

zijn eigen personeel volgens bijgeleverde specificatie € 6.780,00. Waarschijnlijk zijn € 3.040,00 materieelkosten<br />

(incl. bedienend personeel) door zijn eigen bedrijf gemaakt. Het totaal aan opgegeven<br />

meerkosten betreft derhalve 9.820,00.<br />

De commissie constateert dat de inzet van eigen uren en personeel en materieel de sloop van de gehele<br />

woning met behoud van de voorgevel betreft. Het grootste deel van deze kosten zouden derhalve ook in<br />

geval van vervangende nieuwbouw gemaakt hebben moeten worden.<br />

Overigens zijn eigen uren niet controleerbaar en kunnen dan ook in het algemeen niet als meerkosten<br />

worden erkend. De commissie acht het evenwel redelijk om in dit geval 25% van de door belanghebbende<br />

zelf verrichte werkzaamheden en materieelkosten of 25% x € 9.820,00 = € 2.480,00 als meerkosten in<br />

aanmerking te nemen.<br />

5.4.7. Stukwerk voorgevel<br />

Volgens opgave zijn € 3.745,13 meerkosten betreffende het buitenwerk gemaakt. Deze meerkosten zijn<br />

niet in de begroting van 18 juni 2004 opgenomen. Meerkosten betreffende het binnenwerk waren wel opgenomen<br />

(zie hoofdstuk 7 onder M .001). De commissie neemt in aanmerking dat ook bij vervangende<br />

nieuwbouw eveneens een dergelijke stuldaag aangebracht zou zijn geworden. Omdat evenwel stukwerk op<br />

bestaand metselwerk duurder kan zijn dan op nieuw werk, meent de commissie dat deze kosten voor een<br />

gedeelte redelijk geacht kunnen worden.<br />

Verzocht is nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk zijn € 2.300,00 meerkosten volgens bijgeleverde nacalculatie<br />

veroorzaakt door het aanbrengen van wapeningsgaas en meerdere lagen stucwerk. De commissie is van<br />

mening dat dit bedrag als meerkosten beschouwd kan worden.<br />

5.4.8 Extra CAR verzekering<br />

Volgens opgave zouden hiervoor € 1.700,00 extra verschuldigd zijn. Begroot was € 2.495,24, waarmee<br />

het totaal komt op € 4.195,24. Verzocht is nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd, op welke<br />

grondslag deze premie is vastgesteld en of er over deze verzekeringskosten BTW was verschuldigd.<br />

Gebleken is dat met 'Extra CAR verzekering' (A.002) en 'Volgens advies verzekeraar' (A.005) dezelfde<br />

kosten bedoeld worden.<br />

De commissie geeft haar oordeel onder A.005.<br />

5.4.9 Meerwerk betonwerk<br />

Volgens opgave zouden hiervoor € 3.175,00 aan meerkosten gemaakt zijn, dit bedrag is hetzelfde als opgenomen<br />

in de begroting (renovatie) onder F.057. Verzocht is nader aan te geven waarop deze kosten zijn<br />

gebaseerd: niet duidelijk is het verschil met paragraaf 5.4.10 (meerwerk fundering). Evenmin is duidelijk<br />

welk deel van deze kosten toegeschreven moet worden aan de kelder of aan de fundering van het metselwerk<br />

van de voorgevel.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk bedragen de meerkosten ten behoeve van de fundering volgens<br />

bijgeleverde nacalculatie € 7.065,00. In dit bedrag zijn diverse andere werkzaamheden opgenomen betreffende<br />

onder meer de kelderbalken en de achtergevel. De kelder zelf betreft een prefab element. Overigens<br />

had de voorgevel bij nieuwbouw ook gefundeerd moeten worden.<br />

De commissie acht het redelijk om eenderde deel of€ 2.355,00 als meerkosten in aanmerking te nemen.<br />

Reactie concept advies:<br />

Meerwerk is ontstaan door hel handmatig uithakken onder de fundering en het iIJ twee fases storten. De<br />

constructie was ingewikkelder dan bij nieuwbouw.<br />

Deze paragraaf betreft betonwerk waarvoor reeds eenderde deel als meerkosten zijn opgenomen.<br />

Na heroverweging komt de commissie tot het oordeel, dat deze meerkosten niet onderbouwd zijn, dat het<br />

sloopwerk reeds beoordeeld is en dat er bij nieuwbouw ook een fundering aangelegd had moeten worden.<br />

Niettemin acht de commissie uit redelijkheidsoogpunt termen aanwezig om voor € 1.000,00 meerkosten te<br />

vergoeden.<br />

15


•<br />

• 5.4.12<br />

5.4.10 Meerwerk fundering<br />

Volgens opgave zouden hiervoor € 6.500,00 aan meerkosten zijn gemaakt. Deze meerkosten zijn niet opgenomen<br />

in de begroting van 18 juni 2004. Deze kosten kunnen slechts beoordeeld worden in samenhang<br />

met paragraaf 5.4.9 (meerwerk beton), hoofdstuk 7 onder C.OOI (handmatig graafwerk funderingsaanpassing)<br />

en G .003 (arbeid metselwerk gevel).<br />

Verzocht is dan ook nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk betreft dit heiwerk (0). In de begroting renovatie van maart<br />

<strong>2006</strong> is een totaalpost voor het heiwerk opgenomen van € 13.726,00. Hiervoor bedragen de meerkosten<br />

volgens bijgeleverde nacalculatie € 5.476,00.<br />

De commissie is van mening dat 1/3' deel van de totaalkosten of 1/3 x € 13.726,00 = € 4.575,00 toegerekend<br />

kunnen worden aan de voorgevel. Daar de voorgevel in geval van nieuwbouw ook gefundeerd had<br />

moeten worden, acht de commissie het redelijk om de helft van deze kosten of 1/2 x € 4.575,00 = €<br />

2.287,50 toe te rekenen als meerkosten t.b.v. het behoud van de voorgevel.<br />

Ook op dit punt is een reactie gegeven op het concept advies:<br />

Voor een dure wijze van fundering is moeten kiezen wegens trillinggevaar. Hei gaat niet aan een machine<br />

voor zes pa/en voor de voorgevel te laten komen en vervolgens u'eer een andere machine voor de<br />

overige palen.<br />

Ook na heroverweging heeft de commissie moeten constateren dat deze meerkosten niet onderbouwd zijn<br />

en dat de wijze van heiwerk noodzakelijk geweest zal zijn geweest om schade aan belendende bebouwing<br />

te voorkomen. Deze kosten kunnen dan ook niet als meerkosten gerekend worden.<br />

5.4.11 Meerwerk balklaag<br />

Volgens opgave zouden hiervoor € 850,00 aan meerkosten gemaakt zijn i.p.v, € 40,43 minder. Overwogen<br />

is dat de bouwkundige staat van deze balklaag matig was maar dat er voor dit onderdeel geen verschil<br />

is tussen herbouw of renovatie. Om deze reden kan er in principe geen sprake zijn van meerkosten. Verzocht<br />

is nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk van 17 oktober <strong>2006</strong> wordt hier geen balklaag maar een verdiepingsvloer<br />

van beton bedoeld. De meerkosten volgens bijgeleverde nacalculatie bedragen bij renovatie<br />

€ 1.426,00.<br />

De commissie is van mening dat renovatie in dit geval niet heeft plaatsgevonden en dat er geen verschil<br />

met herbouw bestaat. Deze kosten kunnen dan ook niet als meerkosten gerekend worden.<br />

Reactie op het concept advies:<br />

De kosten zijn veroorzaakt door hergebruik oude balken op de voorgevel.<br />

Oude en kromme balken veroorzaken extra kosten in relatie tot oude voorgevel.<br />

De heer Van der Valk heeft tegenover het lid van de commissie de heer Remmerswaal verklaard, dat het<br />

hier een betonvloer en geen houten balklaag of oude balken op de voorgevel betrof.<br />

De commissie ziet geen reden haar advies te herzien.<br />

Meerwerk schouw<br />

Volgens opgave zouden hiervoor € 375,00 aan meerkosten gemaakt zijn. Deze meerkosten zijn niet opgenomen<br />

in de begroting van 18 juni 2004. Overwogen is dat er voor dit onderdeel geen verschil is tussen<br />

herbouw of renovatie, zodat in principe geen sprake kan zijn van meerkosten. Bovendien was het de vraag<br />

of het feitelijk een herplaatsing van een originele schouw in het kantoor betreft. Verzocht is nader aan te<br />

geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

De heer Van der Valk heeft aangegeven dat deze kosten niet als meerkosten moeten worden aangemerkt.<br />

De commissie onderschrijft dit.<br />

5.4. 13 Meerwerk spanten<br />

Volgens opgave zouden hiervoor € 1.750,00 aan meerkosten gemaakt zijn. Deze meerkosten zijn niet opgenomen<br />

in de begroting van 18 juni 2004. Overwogen is dat herstel van de originele spanten eerder<br />

minder dan meer zal kosten dan het laten maken van nieuwe. In de begroting (H4: spanten/sporen incl.<br />

reparatie) is voor zowel herbouw als renovatie een bedrag van € 7.886,73 opgenomen. Bovendien was<br />

niet duidelijk of in deze meerkosten € 450,00 aan ktaanhuur (paragraaf 5".4.4) is opgenomen. Verzocht is<br />

dan ook nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk van 17 oktober <strong>2006</strong> bedragen de meerkosten van de aannemer<br />

de dakconstructie als geheel, inclusief het herplaatsen van de oude spanten, t-olgens bijgeleverde nacalculatie<br />

€ 2.739,00.<br />

16


•<br />

• 5.4.16<br />

De commissie is van mening dat deze kosten gerekend kunoen worden als meerkosten. Na heroverweging<br />

oordeelt de commissie echter dat niet de gehele dakconstructie als meerwerk gerekend kan worden, maar<br />

alleen de spanten. Als meerkosten wordt een bedrag van € 1.750,00 redelijk geacht.<br />

5.4.14 Meerwerk kozijnen en deuren<br />

Volgens opgave zouden hiervoor € 350 + € 5.300,00 aan meerkosten gemaakt zijn i.p.v. de oorspronkelijk<br />

onder H7.006 begrote meerkosten van € 4.650,22.<br />

Opgemerkt wordt dat bij herbouw dezelfde kozijnen, rarnen en deuren toegepast zouden zijn als bij renovatie<br />

en dat er om deze reden in principe geen sprake kan zijn van meerwerk. Tevens is overwogen dat<br />

kozijnen -behoudens de onderdorpel en onderzijde van de stijlen- over het algemeen in een goede staat<br />

verkeerden en hersteld hadden kunoen worden; dit geldt in mindere mate voor rarnen.<br />

Een objectieve beoordeling van de technische staat ontbreekt. Op 24 augustus 2004 concludeerde de monumentencommissie:<br />

'De kozijnen in de voorgevel dienen gehandhaafd te blijven en waar nodig te<br />

worden gerestaureerd'. Overigens zijn de kozijnen blijkbaar zonder overleg met de gemeente verwijderd<br />

en afgevoerd, zodat er ook geen controle achteraf meer heeft kunoen plaatsvinden.<br />

Niettemin meent de commissie dat het aannemelijk is dat vervanging noodzakelijk was.<br />

De nieuwe kozijnen zouden volgens mededeling in verschillende fases in het bestaande metselwerk van de<br />

voorgevel geplaatst zijn, zulks naar aanleiding van de bevindingen over de technische staat ervan en de<br />

beoordeling van de geschiktheid voor herplaatsing. De extra kosten voor het plaatsen acht de commissie<br />

daarom op zich redelijk.<br />

De opgegeven meerkosten betreffen tevens een nieuw kozijn en twee deuren in andere en dus nieuwe gevels,<br />

de kosten hiervan worden uiteraard niet als meerwerk erkend.<br />

Niet duidelijk is voor welke onderdelen en voor welk bedrag het blankhalen door de schilder is verricht.<br />

Verzocht is nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd, inclusief een nadere specificatie van de<br />

kosten.<br />

De heer Van der Valk antwoordde op 17 oktober <strong>2006</strong> dat hij op basis van een rapport en foto's kan aantonen<br />

dat de kozijnen in een slechte staat verkeerden en daarom vervangen moesten worden. De extra<br />

kosten voor het plaatsen van vijf kozijnen in de voorgevel bedragen € 800,00. Over het blankhalen door<br />

de schilder worden geen mededelingen gedaan.<br />

De commissie is van mening dat de werkzaamheden betreffende het blankhalen zijn vervallen en dat €<br />

800,00 gerekend kunnen worden als meerkosten.<br />

5.4 .15 Meerwerk voorzetwanden<br />

Volgens opgave zouden hiervoor € 6.000,00 aan meerkosten gemoeid zijn. Deze meerkosten zijn niet opgenomen<br />

in de begroting van 18 juni 2004. Deze kosten zijn niet (geheel) aannemelijk, daar er bij<br />

herbouw eveneens voorzetwanden en/ofbinnen spouwbladen toegepast hadden moeten worden. Verzocht<br />

is dan ook nader aan te geven waarop deze kosten zijn gebaseerd.<br />

De heer Van der Valk heeft zijn reactie gegeven in Q2.001. Met 'meerwerk bij renovatie' en 'meerwerk<br />

voorzetwanden' worden derhalve dezelfde werkzaamheden bedoeld.<br />

De commissie heeft haar oordeel onder Q2.001 gegeven .<br />

Cultuurhistorisch rapport<br />

Volgens opgave zouden hiervoor € 2.100,00 aan kosten gemoeid zijn. Dit rapport is bij een voorbereiding<br />

van een renovatie niet altijd noodzakelijk, mits een desktmdig plan wordt opgesteld en de juiste gegevens<br />

aangeleverd worden. Deze kosten zijn niet opgenomen in de begroting van 18 juni 2004 maar kunoen naar<br />

het oordeel van de commissie redelijk zijn. Verzocht is dan ook nader aan te geven waarop deze kosten<br />

zijn gebaseerd, in welke fase van de bouwvoorbereiding en om welke reden het besluit genomen is om dit<br />

rapport te laten opstellen.<br />

Volgens opgave van de heer Van der Valk zijn deze meerkosten gemaakt op advies van de gemeente. Behalve<br />

de genoemde kosten van € 2.100,00 (inc!. BTW) worden ook € 360,00 aan kosten van het<br />

architectenbureau opgevoerd.<br />

De commissie is van mening, dat deze kosten als meerkosten gerekend kunoen worden, zijnde exclusief<br />

BTW respectievelijk € 1.764,71 + € 302,52 ~ € 2.067,23.<br />

5.4.17 Extra rentekosten en gemeentelijke belastingen<br />

Volgens opgave zouden hiervoor € 16.000,00 aan kosten gemaakt zijn. Deze kosten zijn niet opgenomen<br />

in de begroting van 18 juni 2004. De heer Van der Valk is verzocht nader aan te geven waarop deze kosten<br />

zijn gebaseerd.<br />

17


•<br />

•<br />

De heer Van der Valk geeft aan dat hij ervan overtuigd was dat hij in 2001 over een bouwvergunning zou<br />

beschikken indien het pand niet als gemeentelijk monument zou zijn aangewezen. Door de discussie die<br />

vervolgens met de gemeente ontstond, de in zijn ogen getoonde onwil, de onkunde en de starre omgang<br />

met regels heeft het pand leeggestaan, waardoor een forse kostenpost is ontstaan. Volgens zijn opgave zijn<br />

deze meerkosten berekend op grond van de WOZ waarde van € 228.705,00 x 5,9% rente over een periode<br />

van drie jaar, totaal € 40.480,80. Daarnaast worden gemeentelijke belastingen (OZB) over de periode van<br />

2002 t/m 2004 van € 982,02 opgevoerd.<br />

De commissie constateert, dat het pand bij besluit van 6 mei 1993 reeds op de gemeentelijke monumentenlijst<br />

is geplaatst en dat de monumentencommissie pleitte voor behoud van het pand, waarop<br />

burgemeester en wethouders op 17 juni 1997 een sloopvergunning weigerden.<br />

De commissie is derhalve van mening, dat de heer Van der Valk in 2001 of zelfs eerder eveneens over een<br />

bouwvergunning t.b.V. de renovatie had kunnen beschikken. Vertraging bij de realisatie van de bouw is<br />

veroorzaak1 door de keuze van de heer Van der Valk om tegen de weigering van de vergunning voor een<br />

integrale sloop een bezwaarschriftprocedure te voeren.<br />

Het renteverlies en de OZB kunnen daarom niet als meerkosten worden aangemerk1, maar zijn een gevolg<br />

van de risicoaanvaarding door aanvrager als gevolg van zijn verzet tegen de consequentie van de aanwijzing<br />

als gemeentelijk monument.<br />

De reactie namens aanvrager op het concept advies luidde:<br />

De gemeente heeft cliënt te lang in het ongewisse ge/alen over al dan niet restaureren (en binnen dat<br />

laatste traject nog wijzigingen in elementen die al dan niet behouden dienden te blijven ).<br />

De opening tol nieuwbouw is, ondanks de status van gemeentelijk monument, gelaten waaraan de<br />

voorwaarde werd gesteld van nieuwe tekeningen en berekeningen. Toen die klaar waren en ingeleverd<br />

'werden weer opmerkingen gemaakt dat een goede vergelijking lussen nieuwbouw en restauratie niet<br />

moge/ijk was. Vandaar mijn schrijven aan de gemeente om eerst. voor het vervolgtraject, helderheid te<br />

krijgen wat ze nu a/ dan niet aan gegevens wensten en zo ja hoe die gegevens dienden Ie zijn opgebouwd<br />

c. q. samengesteld.<br />

De commissie meent de door haar te hanteren uitgangspunten voor de schadebeoordeling voldoende te<br />

hebben uiteengezet. Zij verwijst nogmaals naar het kader waarbinnen zij is gehouden de schade te beoordelen.<br />

De kosten die verband houden met het (hier opnieuw herhaalde) verschil van inzicht tussen<br />

gemeente en belanghebbende over restauratie of vervangende nieuwbouw, behoren niet tot de voor vergoeding<br />

in aanmerking te nemen schade.<br />

5.4.18 Extra kosten riool<br />

Ter zitting van de schadebeoordelingscommissie van 21 juni <strong>2006</strong> werd aangekondigd dat meerkosten in<br />

verband met de levering en plaatsing van een rioolpomp zouden worden ingediend, dit als aanvulling op<br />

de aangepaste begroting. Als reden van deze kosten werd opgegeven, dat deze pomp noodzakelijk was<br />

door de te lage ligging van het monument t.o.v. het hoofdriooI. In geval van herbouw zou een dergelijke<br />

pomp naar het oordeel van aanvrager niet noodzakelijk zijn geweest, omdat het pand dan volgens plan op<br />

een hoger niveau herbouwd had kunnen worden.<br />

Er van uitgaande dat een mogelijk noodzakelijke vrijstelling van het bestennningsplan verleend zou zijn,<br />

dat het terrein dan opgehoogd had moeten worden en/of dat de gevels dan hoger opgemetseld hadden<br />

moeten worden, is het aannemelijk dat de kosten hiervan eerder hoger dan lager zijn dan die van een riooipomp.<br />

Bovendien kan redelijkerwijs aangenomen worden, dat deze pomp mede aangelegd is t.b.v. de<br />

riolering van de achtergelegen voormalige bollenschuur, die tot woning wordt verbouwd. Verzocht is dan<br />

ook om een nadere toelichting op deze post.<br />

Volgens de heer Van der Valk moest het vloerpeil15 à 20 cm hoger gemaak1 worden voor een goede aansluiting<br />

op het riool. In geval van nieuwbouw zou het pand in zijn geheel 15 tot 20 cm (volgens eerdere<br />

mededeling circa 30 cm) hoger gebouwd worden, zodat hier geen meerkosten aan verbonden zijn. Omdat<br />

het gehele terrein opnieuw ingericht moest worden, zouden hieraan nagenoeg geen extra kosten zijn verbonden.<br />

Volgens bijgeleverde specificatie bedragen de meerkosten € 4.384,00 (opgevoerd wordt €<br />

4.512,00). Dit bedrag is inclusief een pompput van € 4.600,00, plaatsingskosten door eigen personeel van<br />

€ 984,00 en met aftrek van een extra pomp van € 1.200,00.<br />

De commissie is van mening dat het eigen werk niet controleerbaar is en redelijkerwijze niet voor vergoeding<br />

in aanmerking kan worden gebracht.<br />

Met betrekking tot deze kostenpost acht de commissie het evenwel redelijk om het opgegeven bedrag van<br />

€ 4.384,00, na aftrek van € 500,00 extra inrichtingskosten voor het terrein, en derhalve voor € 3.884,00<br />

als meerkosten in aanmerking te brengen.<br />

18


•<br />

•<br />

Na heroverweging komt de conunissie tot de conclusie, dat plaatsing van deze pomp onafhankelijk van<br />

herbouw of renovatie van het pand voorzien was, dit om aansluiting van de op het terrein gelegen bollenschuur<br />

op het riool mogelijk te maken. Als meerkosten worden redelijk geacht € 1.200,00 voor een extra<br />

pomp, te verminderen met € 500,00 voor extra inrichtingskosten voor het terrein, derhalve totaal<br />

€ 700,00. Overwogen is eveneens, dat de gemeente voor deze nieuwe aansluiting op het hoofdriooI d.d. 9<br />

februari <strong>2006</strong> € 2.324,67 aan kosten heeft gemaakt<br />

5.4.19 Extra kosten bij nieuwbouw<br />

Zoals aangekondigd, is de conunissie van mening dat er in geval van nieuwbouw redelijkerwijs eveneens<br />

extra kosten te verwachten zouden zijn geweest.<br />

De conunissie neemt hierbij in aanmerking dat het hier een locatie betreft met bestaande bebouwing die<br />

gesloopt moest worden en er rekening gehouden moest worden met de belendende bebouwing. In een dergelijke<br />

situatie dient rekening gehouden te worden met 3 tot 5 % aan onvoorziene kosten.<br />

Redelijkshalve wordt in dit geval 4% van de begrotingskosten aangemerkt als veroorzaakt te zijn door<br />

planwijzigingen en onvoorziene werkzaamheden. Op de in aanmerking komende meerkosten van renovatie<br />

t.o.v, nieuwbouw zal daarom een bedrag van 4% x € 347.794,37 (begroting 18 juni 2004) = €<br />

13.912,00 in mindering worden gebracht, incl. een evenredig deel van de architectenkosten, te stelleneep<br />

12,11% x € 13.912,00 = € 1.684,00.<br />

De conunissie tekent voorts aan dat de beoordeling is gebaseerd op een kostenvergelijking tussen een begroting<br />

voor herbouw van medio 2004 en een nacalculatie van medio <strong>2006</strong>. Voor een goede vergelijking<br />

dient de begroting herbouw geïndexeerd te worden tot medio 2005. CBS indexcijfers (2005 : 2004) x<br />

100% = (113,7: 111,8) x 100% = 1,7%. Op de in aanmerking komende meerkosten van renovatie ten opzichte<br />

van nieuwbouw wordt daarom een bedrag van 1,7% x € 347.794,37 (begroting 18 juni 2004) = €<br />

5.912,50 in mindering gebracht, inclusief een evenredig deel van de architectenkosten, te stellen op<br />

12,11 % x € 5.912,50 = € 716,00.<br />

Reactie op het concept advies:<br />

De berekening wordt niet gevolgd cq begrepen aangezien er nu ook meerkosten zijn en cliënt al rond de<br />

€ 500.000.-- voor dit pand aan kosten heeft gemaakt.<br />

Het advies van de conunissie is gebaseerd op een vergelijking tussen de kosten van renovatie (nacalculatie<br />

eind <strong>2006</strong>) en herbouw (medio 2004). Om redenen van efficiency en inzichtelijkheid zijn de hierin genoemde<br />

bedragen in het advies beoordeeld. Echter: om deze kosten nauwkeuriger met elkaar te kunnen<br />

vergelijken, is het noodzakelijk het zelfde prijspeil te hanteren en rekening te houden met onvoorziene<br />

omstandigheden. De kosten nieuwbouw worden aldus hoger, het verschil met de kosten van renovatie<br />

wordt dus minder, waardoor dit bedrag op het totaal in mindering gebracht dient te worden.<br />

De conunissie stelt voor het advies op dit onderdeel als volgt te wijzigen:<br />

5.4.19 Extra kosten bij nieuwbouw<br />

Zoals eerder aangegeven is de conunissie van mening dat in geval van nieuwbouw redelijkerwijs eveneens<br />

extra kosten te verwachten zouden zijn geweest.<br />

De conunissie neemt hierbij in aanmerking dat het hier een locatie betreft met bestaande bebouwing die<br />

gesloopt moest worden, waarbij rekening gehouden moest worden met de belendende bebouwing. In een<br />

dergelijke situatie dient rekening gehouden te worden met 3 tot 5 % aan onvoorziene kosten.<br />

Gezien de aard en omvang van de door de heer Van der Valk opgevoerde meerkosten wordt redelijkerwijs<br />

in dit geval 5% van de begrotingskosten aangemerkt als veroorzaakt te zijn door planwijzigingen en onvoorziene<br />

werkzaamheden die in geval van herbouw eveneens opgetreden zouden zijn en daarom op de<br />

meerkosten in mindering gebracht moeten worden. Totaal bedragen de berekende meerkosten € 7.911,40<br />

(bijlage Cl en € 13.586,92 (bijlage D zonder aftrek par. 5.4.19). De totaal berekende meerkosten bedragen<br />

€ 21.498,32. Op de in aanmerking komende meerkosten van renovatie t.o.v. nieuwbouw zal daarom een<br />

bedrag van 5% x € 21.498,32= € 1.074,92 in mindering worden gebracht, incl. een evenredig deel van de<br />

architectenkosten, te stellen op 5% x € 2.074,00 = € 103,70.<br />

De conunissie tekent voorts aan dat de beoordeling is gebaseerd op een kostenvergelijking tussen een begroting<br />

voor herbouw van juni 2004 en een nacalculatie van oktober <strong>2006</strong>. Voor een goede vergelijking<br />

dienen de berekende meerkosten geïndexeerd te worden tot het derde kwartaal van 2005. De gehanteerde<br />

indexcijfers bouwkosten nieuwbouwwoningen (index 2000 = 100) zijn 118 voor het 2' kwartaal 2004 en<br />

123 voor het 3' kwartaal 2005. De bedragen worden derhalve gecorrigeerd met (123 : 118) x \00% =<br />

4,24%. .<br />

19


•<br />

•<br />

5.4.20 Extra calculatiekosten aannemer<br />

De heer Van der Valk voert in zijn antwoord van 17 oktober <strong>2006</strong> € 2.475,00 extra kosten van de aannemer<br />

op in verband met het maken van een dubbele begroting.<br />

De commissie is van mening dat deze nieuwe kostenpost niet bij de beoordeling betrokken kan worden.<br />

Deze kosten kunnen redelijkerwijs niet worden doorberekend en worden door de commissie dan ook niet<br />

als meerkosten erkend.<br />

Reactie op dit onderdeel van het concept advies:<br />

Een dubbele begroting is gemaakt, Ook de ex/ra kosten voor calculaties dienen in het geheel te worden<br />

betrokken. De dubbele begroting is op verzoek van de gemeente tot stand gekomen en het is dan ook redelijk<br />

dat deze kosten in de berekening worden betrokken.<br />

Zoals in het voorgaande overwogen kan de commissie, gegeven de haar verleende opdracht en gelet op<br />

het beoordelingskader, niet de vrijheid vinden haar standpunt te herzien.<br />

5.4.21 Legeskosten<br />

De heer Van der Valk voert in zijn reactie van 17 oktober <strong>2006</strong> extra kosten op betreffende een sloopvergunning.<br />

Voor de bouwaanvraag was € 1.906,00 (HFL 4.200,00) verschuldigd, waarvan de gemeente de helft heeft<br />

terugbetaald. Met het toenmalige hoofd Openbare Werken is besproken, dat de andere helft verrekend zou<br />

worden met de toekomstige bouwaanvraag. Bij het indienen van de gevraagde stukken werd echter gesteld<br />

dat het een nieuwe aanvraag betrof. Opgevoerd wordt € 952,94 aan meerkosten, die volgens de heer Van<br />

der Valk veroorzaakt zijn door plaatsing op de monumentenlijst c.q. fouten en onwil van de gemeente .<br />

Afspraken omtrent de sloopvergunning worden door de gemeente ontkend. Kennelijk heeft de heer Van<br />

der Valk zijn eerste bouwaanvraag ingetrokken. Op grond van de legesverordening kan in zo'n geval op<br />

verzoek de helft van het in rekening gebrachte legesbedrag worden teruggevraagd. Dit is dus gebeurd. Een<br />

verrekening met een daarna alsnog in te dienen bouwaanvraag is op grond van de verordening niet mogelijk.<br />

Bovendien is destijds geen bezwaar tegen de legesheffmg aangetekend.<br />

De commissie stelt vast dat deze nieuwe kostenpost kennelijk verband houdt met de aanvankelijke bouwaanvraag<br />

voor vervangende nieuwbouw, waarvan bij voorbaat kon worden verwacht dat deze niet zou<br />

worden verleend en daarom door aanvrager is ingetrokken.<br />

Deze legeskosten komen niet aanmerking voor restitutie.<br />

5.4.22 Advocaatkosten<br />

De heer Van der Valk verzoekt in zijn antwoord van 17 oktober de kosten betreffende zijn advocaat bij de<br />

calculatie te betrekken. Volgens opgave van de advocaat, de heer De Milliano, betreffen de aan de heer<br />

Van der Valk verzonden declaraties in totaal € 8.000,00 (incl. of excl. BTW). Een specificatie is niet<br />

overlegd.<br />

De commissie is van mening dat deze nieuwe kostenpost niet bij de beoordeling betrokken kan worden.<br />

Zij wijst op de jurisprudentie betreffende de toepassing van artikel 49 WRO, waaruit volgt dat kosten van<br />

inschakeling van een deskundige bij een aanvraag om planschadevergoeding eerst voor een eventuele vergoeding<br />

in aanmerking komt nadat op de aanvraag een besluit is genomen. Aldus ABRS 27 september<br />

1999, Lingewaal, Gemeentestem 7117,6, ABRS 4 februari 2000, Kerkwijk, Gemeentestem 7117,8 en<br />

BR 2000,857 en ABRS 26 september 2001, Noordenveld, BR 2002,5\3.<br />

5.4.23 Restauratiesubsidie<br />

De gemeente Katwijk heeft op 26 mei 2005 een restauratiesubsidie toegekend van € 6.806,00. De commissie<br />

is van mening dat dit bedrag in mindering gebracht dient te worden op het totaal van de berekende<br />

meerkosten.<br />

6, Conclusies beoordeling meerkosten<br />

De meerkosten zijn beoordeeld op basis van de door de heer Van der Valk aan de commissie<br />

ter inzage verschafte gegevens en bewijsstukken, een en ander naar aanleiding<br />

van de kritische vragen die de commissie ten aanzien van de opgeworpen meerkostenposten<br />

heeft gesteld. Bij dit nader onderzoek is gebruik gemaakt van zowel door de<br />

gemeente als door aanvrager ter inzage verschafte gegevens en bewijsstukken, tekeningen<br />

en foto's. Bij de beoordeling zijn niet betrokken bestekken en bouwverslagen.<br />

20


• Advies<br />

•<br />

Hiervoor onder 5.3 en 5.4 komt de commissie naar aanleiding van de reactie van 17 juli<br />

2007 namens aanvrager op het door haar uitgebrachte concept advies tot de conclusie<br />

dat het aanvankelijk voorgestelde bedrag van voor schadevergoeding in aanmerking<br />

komende kosten, aanmerkelijk moet worden verhoogd.<br />

Samenvattend is de commissie n.a.v. de reactie op haar concept advies van mening, dat<br />

het vooralsnog redelijk is de BTW en winst van de aannemer op te nemen, redelijk is de<br />

aftrek van de extra kosten bij nieuwbouw te verlagen, redelijk is om op grond van nader<br />

onderzoek enkele kosten te verlagen respectievelijk te verhogen en voor het overige haar<br />

advies en de daarin opgenomen schadeberekening te handhaven. De berekende meerkosten<br />

worden alsnog verhoogd van € 7.948,97 tot € 16.322,02.<br />

Uit het vorenstaande en uit de bijlagen C en D bij dit advies blijkt dat de commissie het<br />

redelijk acht met betrekking tot meerkosten een bedrag voor vergoeding in aanmerking<br />

te brengen van in totaal € 16.322,02 inclusief BTW en winst en risico.<br />

De schadebeoordelingscommissie is op grond van het vorenstaande tot het oordeel gekomen<br />

dat de heer 1. van der Valk terzake van de weigering van burgemeester en<br />

wethouders hem een vergunning tot afbraak of verwijdering van het gemeentelijk monument<br />

Rijnstraat 25 te Katwijk te verlenen en de daaruit voortvloeiende redelijkerwijs<br />

gemaakte extra kosten ten behoeve van het in stand houden van delen van de bestaande<br />

woning in plaats van vervangende nieuwbouw een schade heeft geleden die zij in bijlagen<br />

C en D heeft berekend op € 16.322,02.<br />

Zij adviseert de gemeenteraad dit bedrag aan aanvrager te vergoeden, te vermeerderen<br />

met de wettelijke rente vanaf het ontvankelijk worden van de aanvraag, te weten vanaf<br />

21 september 2005.<br />

Aldus gedaan op 16 mei 20<strong>08.</strong><br />

Namens de schadebeoordelingscommissie,<br />

.W. an Zundert, voorzitter en rapporteur<br />

Bijlagen: berekeningen A t/m D, foto oude situatie en foto's restauratie<br />

21


•<br />

• H7<br />

overzicht identieke begrotingsposten Rijnstraat 25 Bijlage B<br />

ar o en ba rotin d.d. 18 uni 2004 herbouw restauratie verschil<br />

0 HEIWERK 6,045,29 6.045,29<br />

H2 PlAFONDCONSTRUCTIE 6.575,42 6.575,42<br />

H' SPANTEN/SPOREN Incl. reparatie 7.886,73 7.866,73<br />

H6 DAKOVERSTEK aanbouw 4.846,80 4.846,80<br />

J DAKBEDEKKING 5.845,95 5.645,95<br />

K GOTEN/AFVOEREN in jnsreneuewerx<br />

L NATUURSTEENVVERK 8.605,17 8.605,17<br />

N TEGEL'.\'ERK 11.911,14 11.911,14<br />

0 KRUIPLUiKEN 164,46 164,46<br />

P PLAFONDS 1.141,00 1.741,00<br />

0 SCHEIDINGSWANDEN 7.989.40 7.989,40<br />

03 VLOERPlINTEN 1.595,26 1.595,26<br />

U CVNERWARMtNG 17.013,00 17.013,00<br />

O. VENSTERBANKEN 981,53 981,53<br />

R INSTALLATIEWERK 16.797,sa 18.797,50<br />

S ELEKTRA 8.863,77 8.863,77<br />

overzicht afwijkende begrotingsposten Rijnstraat 25<br />

lotaal generaal 1<strong>08.</strong>882,42 106.662,42<br />

BTW 19% 20.303,66 20.303,86 •<br />

lotaal indo BTW 127.166,26 127.166,28<br />

ar herbouw renovatie verschil<br />

A ALGEMEEN 5.591,61 29.976,91 24.385,30<br />

8 SLOQPWERK 7.202,17 12.929,88 5.727,71<br />

C GRQNDWERK 5.960,23 8.001,79 2.041,56<br />

.: .<br />

. E DAMWAND 13.326,85 16.162,35 2.835,50<br />

F BETONWERK 40.B8B,68 43.871,63 2.982,95<br />

G METSELWERK 47.809,04 48.521,32 712,28<br />

Hl .' HOUTEN DRAAGCONSTRUCTIe 6.023,94 5.983,51 40,43-<br />

H3 DAKCONSTRUCTIE 2.318,99 2.631,48 312,49<br />

H' DAKBESCHOT 7.957,83 8.338,92 381,09<br />

KOZIJNEN, RAMEN, DEUREN 33.703,10 38.920,42 5.217,32<br />

H8 ZIJWANGEN kap~lIenldoorgang dak 3.477,88 3.612,35 134,47<br />

I"<br />

H9 ~EVELBESCHIETINGEN 792,16 973,63 181,47<br />

I TRAPPEN 9.584,00 9.357,16 226,84-<br />

M STUKADOORSWERK 15.508,50 15.994,61 486,11<br />

02 WANDBETIMMERING 8.154,90 12.135,94 3.981,04<br />

T SCHILDERWERK 32.632,07 49.657,54 17.025,47<br />

totaal genel1lsl 240.931,95 307.069,44 66.137,49<br />

BTW 19% 45.777,07 ·58.343,19 12.566,12 •<br />

totaal indo BTW 286.709,02 365.412,63 78.703,61<br />

•<br />


•<br />

•<br />

specificatie afwijkende begrotingsposten Rijnstraat 25 Bijlage C<br />

25-leb-OB<br />

opgave oordeel<br />

pa, open begroting d,d. 18 juni 2004 herbouw renovatie venlochil ve Valk commissie<br />

18 lunl 2004 181unl2004 17.10.<strong>2006</strong> meerkosten<br />

A ALGEMEEN<br />

.002 CAR verzekering 1.701,30 2.495,24 793,94 zie 5.4.8<br />

.005 volgens advies verzekeraar 17.013,00 17.013,00 619,00 619.00<br />

.006 plaatsentwegnemen bouwschutting - 4.309.96 4.309,96 1.200,00<br />

.007 precario stelpost 567,10 2.835,50 2.268,40 n.v.t<br />

B<br />

SLOOPWERK<br />

.001 sloopwert machinaal resp. proefondelVindelijk 6.805,20 3.969,70 2.835,50- - zie 5.4.3<br />

.002 sparen/opslag onderdelen 396,97 396,97- 396,97-<br />

.002 stut- en stemperwerk totaal - 7.372,30 7.372,30 3.807,02 1.875.00<br />

.003 inventarisatie gesloopte onderdelen - 1.587,88 1.567,B8 n.v.t<br />

C GRONDWERK<br />

.001 handmatig graafwerk riool en fund. aanpassing - 2.041,56 2.041,56 480,00<br />

E DAMWAND<br />

.003 extra horiZontaal transport - 2.835,50 2.835,50 3.180,50<br />

F BETONWERK<br />

.057 meerwerk betonwerk bij renovatie 192,81 3.175,76 2.982,95 zie 5.4.9<br />

G METSELWERK<br />

.003 arbeid metselwer1l: gevel 11.386,80 11.826,87 440,07 5.417,58<br />

.005 voegwerk, incl. tuinmuur 1.606,03 1.878,24 272.21 zie 5.4.7<br />

Hl HOUTEN DRAAGCONSTRUCTIE<br />

.002 balkhout zolder 269,49 229,06 40,43- zie 5.4.11<br />

H3 DAKCONSTRUCTIE<br />

..007 polycarbonaat - 312,49 312,49 zie 5.4.13<br />

H5 DAKBESCHOT<br />

.001 wren 16x100 1.048,00 1.429,09 381,09 n.v.t.<br />

H7 KOZIJNEN, RAMEN. DEUREN<br />

.006 timmerweTtç; I blankhalen schilder - 4.650,22 4.650,22 zie 5,4.14<br />

.012 hang- en sluitw'eTtç;stelpost 1.701,30 2.268,40 567,10 n.v.t.<br />

H8 ZIJWANGEN kapellen/doorgang dak<br />

.008 rabat 19 mm - 134,47 134,47 n.v.t. -<br />

H9 GEVELBESCHIETINGEN<br />

.006 loodstrook - 181,47 181,47 n.v.t. -<br />

I<br />

TRAPPEN<br />

verschil 226,84 - 226,84- n.v.t.<br />

M STUKADOORSWERK<br />

.001 plafonds sausklaar 1.215,30 1,701,41 466.11 n.v.t. -<br />

02<br />

WANDBETIMMERING<br />

.001 meerwerk bij renovatie 4.366,67 4.366,67 8.409,33 4.200.00<br />

.006 aanname extra materiaal 283,55 - 283,55- 283,55-<br />

.007 !dein materiaal 102.08 - 102,08- 102,08-<br />

T SCHILDERWERK<br />

.002 glaswe~ 3.204,12 4.425,65 1.221,53<br />

.003 buitenwel1ç, 5.895,57 9.728,03 3.832,46 -<br />

.004 binnenwel1ç, 23.532.38 35.503,86 11.971,48 3,000,00 2.000,00<br />

• •<br />

totaal generaal € 60.134,84 126.272,33 66.137,49 26.113,43 7.911.40<br />

SlW 19% 11.425.62 23.991,74 12.566,12 4.961,55 1.503.17<br />

winst en risico 5% 3.006,74 6.313,62 3.306,87 + 1.305,67 395.57 +<br />

eindtotaal € 74.567,20 156.577,69 82.010,49 32.380,65 9".810,14


•<br />

•<br />

specificatie aangepaste begrotingsposten Rijnstraat 25<br />

ar aan e aste be rcän d.d. 29 november 2004 herbouw renovatie verschil<br />

5.4.1<br />

5.4.2<br />

5.4.3<br />

5.4.4<br />

5.4.5<br />

5.4.6<br />

5.4.7<br />

5.4.8<br />

5.4.9<br />

5.4.10<br />

5.4.11<br />

5.4.12<br />

5.4.13<br />

5.4.14<br />

5.4.15<br />

5.4.16<br />

5.4.17<br />

5.4.18·<br />

5.4.19<br />

Tekenkosten architect<br />

Extra lichtdrukkosten<br />

Sloopwerk incl. begeleiding aannemer<br />

Kraanhuur<br />

Stortkosten bouwafval<br />

Zelf verrichte sloopzaamheden<br />

Stukwerk voorgevel<br />

Extra CAR verzekering<br />

Meerwerk betonwerk<br />

Meerwerk fundering<br />

Meerwerk balklaag<br />

Meef'INerk schouw<br />

Meerwerk spanten<br />

Meerwerk kozijnen en deuren<br />

Meerwerk voorzetwanden<br />

Cultuurhistorisch rapport<br />

Extra rentekosten<br />

Extra gemeentelijke belastingen<br />

Meerkosten rioolpomp<br />

af: extra kosten bij nieuwbouw 15% onvoorzien over € 21.498,32 =<br />

af: honorarium architect bij nieuwbouw f 5% onvoorzien x € 2.074,00 =<br />

af: extra kosten bij nieuwbouw /4,24% prijsstijging over € 21.498,32 =<br />

af: hon. architect bij nieuwbouw /4,24% prijsstijging over € 2.074,00 =<br />

Op 17 oktober <strong>2006</strong> toegevoegde kosten:<br />

5.4.20 Extra calculatiekosten aannemer<br />

5.4.21 Legeskosten<br />

5.4.22 Advocaatkosten<br />

5.4.23<br />

T.004<br />

A005<br />

totaal generaal<br />

BTW 19%<br />

winst en risico 5%<br />

at restauratiesubsidie gemeente Katwijk<br />

correctie 6% i.p.v. 19% BTW over schilderwerk e 1.918,47 =<br />

correctie BTW over CAR verzekering<br />

totaal<br />

samenvatting meerkosten renovatie t.o.v. herbouw<br />

pm<br />

pm<br />

pm<br />

pm<br />

pm<br />

20.000,00<br />

1.000.00<br />

6.635,00<br />

450,00<br />

750.00<br />

3.500,00-<br />

3.745,13<br />

1.700,00<br />

3.175,00<br />

6.500,00<br />

850,00<br />

375,00<br />

1.750,00<br />

5.650,00<br />

6.000,00<br />

2.100,00<br />

16.000,00<br />

73.180,13<br />

13.904,22<br />

695,21<br />

Bijlage D<br />

12 mei 2008<br />

opgave oordeel<br />

Vd Valk commissie<br />

17.10.<strong>2006</strong> meerkosten<br />

19.739,41 2.074,00<br />

1:904,96 230,69<br />

11.545,00 390,00<br />

zie 5.4.13<br />

205,00- . 205,00-<br />

9.820,00 2.480,00<br />

2.300,00 2.300,00<br />

zie A.005<br />

7.065.00 1.000,00<br />

5.476,00 -<br />

1.426,00 -<br />

n.v.t. -<br />

2.739,00 1.750,00<br />

800,00 800,00<br />

zie Q2.001<br />

2.067,23 2.067.23<br />

40.480,80 -<br />

982,02 -<br />

4.512,00 700,00<br />

1.074,92-<br />

103,70-<br />

911,53-<br />

87,94-<br />

2.475,00<br />

952,94 -<br />

8.000,00 -<br />

122.080,36 11.408,83<br />

23.195,27 2.167,68<br />

1.159,76 108,38<br />

6.806,00-<br />

249,40-<br />

117,61-<br />

146.435,39 6.511,88<br />

opgave oordeel<br />

Vd Valk commissie<br />

~, 17.10.<strong>2006</strong> meerkosten<br />

afwijkende begrotingsposten (bijlage C) 26.113,43 9.810,14<br />

aangepaste begrotingsposten (bijlage 0) 146.435,39 6.511,88<br />

totaal meerkosten renovatie € 172.548,82 16.322,02<br />

€<br />

+<br />

+<br />

+


•<br />

•<br />

•<br />

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!