03.05.2013 Views

Hoegaardiers - Heemkring Hoegaarden

Hoegaardiers - Heemkring Hoegaarden

Hoegaardiers - Heemkring Hoegaarden

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Hoegaardiers</strong> (m/v) en <strong>Hoegaarden</strong> in de missies<br />

in de twintigste eeuw<br />

Uitgave <strong>Heemkring</strong> ’t Nieuwhuys’ <strong>Hoegaarden</strong><br />

Missiemaand oktober 2011<br />

M. Dodion en W. Pedjko<br />

1


Ook bij deze uitgave hoort een inleidend woord<br />

Verschillende redenen liggen aan de basis van deze bescheiden publicatie over het missiewerk<br />

van Hoegaardse mannen en vrouwen en van bijna 30 ‘Zusters van de Vereniging met het<br />

Heilig Hart’ (Mariadal) vanaf het einde van de negentiende eeuw tot aan de vooravond van de<br />

eenentwintigste eeuw.<br />

Het is de eerste maal dat er een poging wordt ondernomen om het missiewerk van onze<br />

Hoegaardse gemeenschap in één omkadering samen te brengen. Als wij missionarissen<br />

hebben uitgestuurd dan zit daar ook een thuisfront achter die het heeft mogelijk gemaakt.<br />

Vandaar dat wij hier niet alleen aandacht besteden aan het effectieve werk dat dorpsgenoten<br />

en zusters van Mariadal hebben geleverd te velde. Wij gaan evenzeer belichten wat mensen<br />

uit <strong>Hoegaarden</strong> hebben gedaan en nog doen om deze wereld rechtvaardiger en ‘menselijker’<br />

voor iedereen te maken. Wij dragen deze publicatie dan ook op aan alle missionarisen en alle<br />

thuisijveraars en –werkers.<br />

De missioneringperiode die wij hier aan de hand van de getuigenissen van onze eigen mensen<br />

belichten situeert zich binnen het reveil van de kerk van de tweede helft van de negentiende<br />

eeuw en de periode van het ‘Rijke Roomse Leven’ in de twintigste eeuw.<br />

Missioneringwerk, het gaan kerstenen van verre volken was om velerlei redenen een<br />

mannenzaak. Het moesten priesters zijn die de sacramenten gingen toedienen en voorgaan in<br />

de eucharistievieringen. Het verkennen van onbekende gebieden, contacten met ‘wilden’,<br />

extreme klimaatsomstandigheden,… alles was zowat tegen het inzetten van vrouwen.<br />

Vrouwen waren te fragiel, te zwak, moesten beschermd worden tegen allerlei ‘verkeerde<br />

invloeden en verleidingen’.<br />

In overeenstemming met de tijdsgeest was missiewerk een synoniem van het christendom<br />

gaan verspreiden. Alle mensen in contact brengen met het ware geloof. Ook wou men de<br />

protestantse missies beconcurreren, die ook in Centraal-Afrika heel wat missieposten hadden.<br />

Het territorialiteitsbeginsel is vervangen door een sociologische benadering van missionering<br />

rond 1950 en definitief met het tweede Vaticaanse concilie (1962-65). Het ging er niet meer<br />

om onze ‘beschaving’ op te dringen, maar om een bekeringswerk met respect voor de eigen<br />

cultuur van de missiegebieden.<br />

De gebroeders Taverniers waren redemptoristen, Vandermolen en Debroeck waren Scheutist<br />

en de zusters van Mariadal werkten in en voor de missies van de jezuïeten in Congo. Jeanne<br />

Boesmans trad in bij de zusters van de Jacht, de vrouwelijke congregatie van de paters van<br />

Scheut en dus als missiecongregatie gesticht. Julia Vandermolen was zuster te Gosselies, in<br />

de congregatie van de zusters van de ‘Providence’, die naast onderwijs ook al zeer vroeg<br />

ingeschakeld waren in het missiewerk.<br />

De missiezusters werden gevraagd door de missionarissen om te komen helpen en dus om het<br />

secundaire werk te doen, wat hun verdiensten er niet minder om maakt. Men leze maar verder<br />

de herinneringen van zuster Marie-Lucie. Wanneer de eerste zusters van Mariadal in 1926<br />

naar Congo afreizen waren ze niet de eerste zusters die gingen helpen in onze toenmalige<br />

kolonie, maar volgden ze een trend. De oproep van onze pausen was daar zeker ook niet<br />

vreemd aan, zomin als het gaan werken in de missies van de jezuïeten.<br />

2


Inhoud<br />

Inleidend woord 3<br />

50 jaar Broederlijk Delen – 50 jaar vrijwilliger 5<br />

Zo dachten geleerden uit ons volk in 1924 over missie en missionarissen<br />

6<br />

Gustave en Edmond Taverniers, Redemptoristen op de Antillen<br />

Leon Vandermolen en Julia Vandermolen 26<br />

Marcel Debroeck 45<br />

Boesmans Jeanne 65<br />

De gezusters Vander Velpen en Lodewijckx 73<br />

Het thuisfront in actie 83<br />

Naar Congo/Zaïre met zuster Marie-Lucie 88<br />

De Zusters van de Vereniging met het H. Hart in Congo/Zaïre 102<br />

9<br />

3


50 jaar Broederlijk Delen 50 jaar vrijwilliger<br />

uit ‘Verdraaid’, maart, 2011<br />

4


Zo dachten geleerden uit ons volk in 1924 over missie en<br />

missionarissen<br />

‘De stem der missie is de stem uit Gods diepste<br />

hart. Wat is Jezus’bestaan anders geweest dan<br />

missie? Zending, van de Vader uit, naar het<br />

verderf der wereld, en boetende zwoeging, tocht<br />

van prediking, pijn en dood voor onze zielen.<br />

Tusschen de bezeten tjingeling van de straatbel der<br />

cinema’s, tusschen de schelgekleurde treitering<br />

van de plakkaten der schande op de muren onzer<br />

steden, boven den schorgekreten haatroep uit de<br />

bekrompenheid der pers; kristen zielen, luistert,<br />

gij, naar de hoogste stem der liefde, de stem der<br />

missie. Want sterk boven den dood van adel en<br />

geest in onze moderne wereld leeft de liefde van<br />

den Christus, en mild en schoon als een gouden<br />

gong door den wanklank luidt, voller dan ooit door<br />

ons eeuw van verval, de groote stem der missie.<br />

Weest niet doof, kristen zielen, maar hoort: schoon<br />

heft zich Gods roep door uw dagen!’ 1<br />

(Theophilus, De stem der missie,-Xaveriana, Leuven, 1924)<br />

1<br />

Theophilus, De stem der missie,-Xaveriana, Leuven, s.d. (1924); Theophilus is de schrijversnaam die Leonce<br />

Reypens regelmatig gebruikte<br />

De Borchgrave C., Eerst Vlaanderen voor Christus, De pionierstijd van het Ruusbroecgenootschap, Averbode,<br />

2001<br />

Munnichs A. e.a., Dr. L. Reypens S.J., Persoon en Gedachte, Keurreeks van het Davidsfonds, Leuven, 1965<br />

5


Pater Leonce Reypens (Mortsel 26.02.1884-Sint-Maria-Oudenhove 30.07.1972), jezuiet en<br />

geleerde met internationale faam had ook veel oog voor de missies en het werk van de<br />

missionarissen, getuige daarvan de voorgaande tekst.<br />

Wij halen hem hieraan om twee redenen: de eerste is datde zusters van <strong>Hoegaarden</strong> hun<br />

missiewerk ten dienste gesteld hebben van de missies van de paters jezuIeten in Congo. De<br />

intrede van de twee zussuen van Leonce Reypens bij de zusters te <strong>Hoegaarden</strong> en de<br />

vriendschapsbanden die pater Reypens heeft onderhouden met onze zusters en met<br />

Hoegaardse families is de tweede reden.<br />

Uit het huwelijk van Petrus Reypens en Victoria De Schutter werden vijf kinderen geboren,<br />

waarvan Leonce de jongste was. Allen bleven ongehuwd. De twee dochters Laura en Maria<br />

werden zuster te <strong>Hoegaarden</strong> in Mariadal.<br />

Maria Reypens<br />

Twee van de zoons werden jezuïet: Firmin en Leonce, maar Firmin stierf jong.<br />

Leonce trad in 1902 in bij de orde van de jezuïeten. Van 1911 tot 1914 studeerde hij ook nog<br />

Germaanse filologie aan de Leuvense universiteit en hij behaalde er het doctoraat met een<br />

thesis over één van de werken van onze grote mystieker Ruusbroec. Na theologische studies<br />

van 1914 tot 1918 studeerde hij verder en bekwaamde zich gedurende twee jaar in de ascese<br />

en de mystiek. Hij werd medestichter van het Ruusbroec-Genootschap (1924) en was<br />

professor aan de Hogeschool voor Vrouwen te Antwerpen en aan de theologische faculteiten<br />

van zijn orde te Maastricht en te Leuven.<br />

Laura Reypens<br />

6


Maar wat vooral ons ter harte gaat is dat pater Reypens een regelmatige gast was bij de<br />

zusters te <strong>Hoegaarden</strong>. Niet alleen kwam hij regelmatig zijn zussen bezoeken in het klooster,<br />

maar had hij ook contacten met Hoegaardse families, waaronder de familie Van Winkel. Een<br />

dochter daar, Maria Van Winkel was getrouwd met Raymond Ausloos. Christiane Ausloos is<br />

er een dochter van.<br />

Pater Reypens is ook bekend als een begenadigd dichter, één van de redenen waarom hij<br />

Germaanse talen mocht gaan studeren aan de universiteit. Een voorbeeld daarvan is het vers<br />

dat hij maakte voor het communieprentje van Karel Ausloos, de jong gestorven broer van<br />

Christiane.<br />

De missietaken die de zusters van <strong>Hoegaarden</strong> op zich hebben genomen, waren in stichtingen<br />

van de jezuïeten. Ook buiten Leonce Reypens hadden de zusters al van diep in de negentiende<br />

eeuw contact met de jezuïeten. De zusters deden op de paters beroep als speciale biechtvader<br />

voor hun communauteit.<br />

7


Gustave en Edmond<br />

Taverniers<br />

Redemptoristen op de<br />

Beperkte genealogische schets TAVERNIERS <strong>Hoegaarden</strong><br />

Gustave Taverniers (<strong>Hoegaarden</strong> 1881-Antillen 1951)<br />

Edmond Taverniers (<strong>Hoegaarden</strong> 1883-St.-Truiden 1936)<br />

Antillen<br />

8


Beperkte genealogische schets TAVERNIERS-<strong>Hoegaarden</strong><br />

1 Taverniers Mathijs x (de) Vos Paschasine 2<br />

Mathijs Taverniers bezit in 1582 land en 40 roeden wijngaard op Groetenberch en<br />

3<br />

33 roeden op Crijckelbergh<br />

2 Taverniers Gregorius, naderhand ‘de oude’ genoemd (Hoeg. 09.04.1637)<br />

x Neys Sibille<br />

‘6 decembris obijt in hauthem<br />

Domi nicolai huijbens<br />

gregorius taverniers<br />

alias scabinus hougardiensis’<br />

Overlijdensakte van Gregorius Taverniers, gewezen schepen van <strong>Hoegaarden</strong>, gestorven in<br />

het huis van Niclaes Huybens in Hauthem op 6 december 1664<br />

( PR Hoeg., Overlijdens, p. 12r, nr. 192)<br />

2.1.Taverniers Marie (<strong>Hoegaarden</strong> 18.08.1642-) 4<br />

5<br />

2.2.Taverniers Arnold (<strong>Hoegaarden</strong> 06.10.1643) x Lubbeek? Hernies Maria<br />

1.Taverniers Maria (Lubbeek 08.11.1668)<br />

6<br />

2.3.Taverniers Sibylle (<strong>Hoegaarden</strong> 16.01.1645)<br />

2 PR Hoeg., dopen, p. 2r., nr. 1: ‘Baptisatus est filius Mgr (Magister) Egijdij Elst et Elizabethae n: Andreas<br />

(susceptores) Dnus (Dominus Andreas de Vos (et) Catharina Claes), Ene Andreas de Vos als peter; deze<br />

doopviering had plaats in augustus of september 1621<br />

3 Cijnsregister 1582<br />

4 PR Hoeg., dopen, p. 119v., nr. 1233, p/m: Pierre Swellen en Maria Vandiest<br />

5 PR Hoeg., dopen, p. 124r., nr. 1290, p/m: Jan Vander Noet (Vandernoot) en Margriet Van Dyck<br />

6 PR Hoeg., dopen, p. 131v., nr. 1383, p/m Paul Neys en Maria Neys<br />

9


‘Baptisata est Sibilia filia Gregorij taverniers senioris et sibiliae eius coniugis susceperunt<br />

Paulus neijs et maria neijs’<br />

(Doopakte van Sibyle Taverniers, met Paul en Maria Nijs als peter en meter)<br />

2.4.Taverniers Henri (<strong>Hoegaarden</strong> 10.09.1646) 7<br />

(zie 3)<br />

x <strong>Hoegaarden</strong> 22.06.1670 Dumoulin (De Moulin) Martine<br />

was apostel van 1671 tot 1726)<br />

8<br />

2.5.Taverniers Elisabeth (<strong>Hoegaarden</strong> 22.01.1651)<br />

9<br />

3. Taverniers Henri (<strong>Hoegaarden</strong> 10.09.1646)<br />

x <strong>Hoegaarden</strong> 22.06.1670 Dumoulin (De Moulin) Martine<br />

was apostel van 1671 tot 1726)<br />

10<br />

3.1.Taverniers Henri (Hoeg; 04.07.1673) x Vanderstraeten Barbara (zie 4)<br />

11<br />

3.2.Taverniers Jean (Hoeg. 13.02.1676)<br />

12<br />

3.3.Taverniers Mathias (Hoeg. 24.02.1679)<br />

13<br />

3.4.Taverniers Maria (Hoeg. 20.03.1682)<br />

14<br />

3.5.Taverniers Lucia (Hoeg. 21.06.1685)<br />

15<br />

3.6.Taverniers Libertus (Hoeg. 31.01.1690)<br />

4 Taverniers Henri (<strong>Hoegaarden</strong> 06.07.1673-13.04.1734)<br />

x <strong>Hoegaarden</strong> 19.09.1700 Vanderstraeten Barbara (+<strong>Hoegaarden</strong> 17.05.1733)<br />

16<br />

4.1.Taverniers Petrus (<strong>Hoegaarden</strong> 02.03.1702)<br />

17<br />

4.2.Taverniers Barbara (<strong>Hoegaarden</strong> 27.04.1704)<br />

7<br />

PR Hoeg., dopen, p. 141r., nr. 1494, p/m: Henricus Buntincx en Lucia Cleren (?)<br />

8<br />

PR Hoeg., dopen, p. 189v., nr. 1787, p/m: Jacobus Tritsmans en Anna Janssens<br />

9<br />

PR Hoeg., dopen, p. 141r., nr. 1494, p/m: Henricus Buntincx en Lucia Cleren (?)<br />

10<br />

PR Hoeg., dopen, p. 292v., nr. 2992, p/m:<br />

11<br />

PR Hoeg., dopen, p. 299v., nr. 3121, p/m:<br />

12<br />

PR Hoeg., dopen, p. 306r., nr. 3225, p/m:<br />

13<br />

PR Hoeg., dopen, p. 314r., nr. 3355, p/m:<br />

14<br />

PR Hoeg., dopen, p. 323v., nr. 3504, p/m:<br />

15<br />

PR Hoeg., dopen, p. 400v., nr. 3756, p/m:<br />

16<br />

PR Hoeg., dopen, p. 429v., nr. 4220, p/m: Petrus Bueckens (Bukens) en Francisca Petri, echtgenote van<br />

Desiré…<br />

17<br />

PR Hoeg., dopen, p. 437r., nr. 4341, p/m: Jacobus Pinsmel en Josina Delmot<br />

10


4.3.Taverniers Catherine (<strong>Hoegaarden</strong> 03.07.1707) 18<br />

19<br />

4.4.Taverniers Anne (<strong>Hoegaarden</strong> 29.11.1710)<br />

4.5.Taverniers Christiaan (<strong>Hoegaarden</strong> 29.04.1713<br />

x <strong>Hoegaarden</strong> 30.01.1735 Bietens Elise<br />

xx <strong>Hoegaarden</strong> 26.07.1743 Nens Elise<br />

5 Taverniers Christiaan (<strong>Hoegaarden</strong> 29.04.1713 -03.02.1768)<br />

x <strong>Hoegaarden</strong> 30.01.1735 Bietens Elise<br />

22<br />

5.1.Taverniers Lucie (<strong>Hoegaarden</strong> 15.12.1735)<br />

23<br />

5.2.Taverniers Marie Madeleine (<strong>Hoegaarden</strong> 12.12.1736)<br />

24 25<br />

5.3Taverniers Pierre (<strong>Hoegaarden</strong> 07.02.1739 -24.10.1781) (zie 6)<br />

26<br />

x <strong>Hoegaarden</strong> 09.01.1770 Bonjean Anne Margriet<br />

27<br />

5.4.Taverniers Anne Elise (<strong>Hoegaarden</strong> 26.07.1743)<br />

28<br />

5.5.Taverniers Jan (<strong>Hoegaarden</strong> 31.10.1745)<br />

x Lejeune Suzanne (Opvelp)(?)<br />

20<br />

-03.02.1768) (zie 5)<br />

6 Taverniers Pierre (<strong>Hoegaarden</strong> 07.02.1739<br />

, dagloner<br />

x <strong>Hoegaarden</strong> 09.01.1770 Bonjean Anne Margriet, vroedvrouw<br />

21<br />

29 -24.10.1781) 30<br />

6.1.Taverniers Jan (<strong>Hoegaarden</strong> 07.11.1770) (zie 7)<br />

x <strong>Hoegaarden</strong> 18.02.1808 Munster Anne Catherine (°19.05.1781)<br />

32<br />

6.2.Taverniers Jean Baptiste (<strong>Hoegaarden</strong> 04.01.1773 ), wever<br />

33<br />

x Hoeg. 10 messidor jaar 9 Peeters Anne Marie (Hoeg. 09.02.1773)<br />

34<br />

1.Taverniers Anne Marie (Hoeg. 28 nivose an 9 )<br />

35<br />

2.Taverniers Jean (Hoeg. 13 prairial an 11 )<br />

36<br />

6.3.Taverniers Marie Anne (<strong>Hoegaarden</strong> 12.10.1775)<br />

18 PR Hoeg., dopen, p. 446v., nr. 4503, p/m: Servaes Dumoulin en Catherine Peeters<br />

19 PR Hoeg., dopen, p. 456r., nr. 4653, p/m: Bartholomeus Vanderhaeghen en Anna Pinsmel<br />

20 PR Hoeg., dopen, p. 464v., nr. 4781, p/m: Christianus Cans en Béatrice Hauwen<br />

21 PR Hoeg., dopen, p. 464v., nr. 4781, p/m: Christianus Cans en Béatrice Hauwen<br />

22 PR Hoeg., dopen, p. 578v., nr. 6072, p/m: Leonard Groenendael en Lucia Taverniers; familienaam moeder<br />

‘Beytens’, ‘Bitens’, ‘Beite’, ‘Berten’ gespeld<br />

23<br />

PR Hoeg., dopen, p. 585v., nr. 6072, p/m: Jean Taverniers en Maria Magdalena Vanderstraeten<br />

24<br />

PR Hoeg., dopen, p. 623r., nr. 6376, p/m: Pierre Goosens en Lucia Taverniers<br />

25<br />

PR Hoeg., dopen, p. 655v., nr. 6753, p/m:<br />

26<br />

PR Hoeg., huwelijken, p. 952r., nr. 1807, getuigen: Nicolas Brieven en Henri Nijs<br />

27<br />

PR Hoeg., dopen, p. 655v., nr. 6753, p/m: Ludo Hermans en Anna Vandermolen; moeder is Neus/Nens<br />

Elisabeth ?????<br />

28<br />

PR Hoeg., dopen, p. 671r., nr. 6959, p/m: Jean Michels en Elisabeth Mertens; hier is de moeder terug ‘Berten<br />

Elisabeth’?????<br />

29 PR Hoeg., dopen, p. 623r., nr. 6376, p/m: Pierre Goosens en Lucia Taverniers<br />

30 PR Hoeg., overlijdens, p. 232r., nr. 4118<br />

31 PR Hoeg., dopen, p. 808r., nr. 9217, p/m: Jean Bonjean en Anne Elisabeth Taverniers<br />

32 PR Hoeg., dopen, p. 815v., nr. 9405, p/m: Jean Baptiste Taverniers en Clara Bonjean<br />

33 Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, jaar 9, zij is dochter van Peeters Jean en Marie Hélène Nijs<br />

34 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, jaar 9, nr. 23, waren niet gehuwd; jean Baptiste Taverniers is analfabeet;<br />

getuigen J.B. Van Autgaerden, belastingontvanger en Jacques Philippe Van Nerum, 62 j., brouwer, beiden<br />

wonend wijk Gete<br />

35 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, jaar 11, nr. 51, nu zijn ze gehuwd en getuigen zijn de dagloners Jean<br />

Taverniers en Pierre Vandenbempt, beiden wonend wijk B<br />

36 PR Hoeg., dopen, p. 825r., nr. 9642, p/m: …Taverniers en Marie Anne Sterckendries<br />

31<br />

11


6.4.Taverniers Pierre (<strong>Hoegaarden</strong> 19.06.1778) 37<br />

38<br />

6.5.Taverniers Anne Elise (<strong>Hoegaarden</strong> 05.11.1781)<br />

x Sondervorst Jean (<strong>Hoegaarden</strong> 05.04.1796) (?)<br />

7 Taverniers Jan (<strong>Hoegaarden</strong> 07.11.1770<br />

39<br />

-17.12.1829), dagloner, Hauthem<br />

xx <strong>Hoegaarden</strong> 18.02.1808 41<br />

Munster Anne Catherine (19.05.1781-04.10.1838)<br />

3.Taverniers Jean Baptist (Hoeg. 5 messidor an 9/24.06.1801-11.01.1872),<br />

winkelier, later<br />

herbergier<br />

43<br />

x Hoeg. 12.02.1829 Anne Gertrude Vandenbempt (Hoeg. 06.vendémiaire an 13/28.09.1804<br />

44<br />

7.3.1.Taverniers Jean Baptist (Hoeg. 15.03.1829 )<br />

45<br />

7.3.2.Taverniers Julienne (Hoeg. 26.03.1832 )<br />

46<br />

7.3.3.Taverniers Adelaidis (Hoeg. 19.10.1834 )<br />

47<br />

7.3.4.Taverniers Barbara (Hoeg. 03.08.1837 )<br />

48<br />

7.3.5.Taverniers Sabine (Hoeg. 10.03.1840 )<br />

49 50<br />

5.1.Taverniers Florimond (Hoeg. 02.02.1861 -03.06.1934 ))<br />

51<br />

7.3.6.Taverniers Servais (Hoeg. 09.01.1843 -24.02.1876)<br />

52 53<br />

x Hoeg. 05.06.1872 Marie Honoré Waegemans (L’Ecluse 25.10.1844),<br />

54<br />

6.1.Waegemans (Taverniers) Marie Eugénie (L’Ecluse 07.07.1866)<br />

55<br />

x Hoeg. 07.09.1889 Christiaens Alphonse (Hoeg. 24.10.1860), dagloner<br />

56<br />

6.1.1.Taverniers (Christiaens) Leon (Hoeg. 10.04.1888)<br />

57<br />

6.2.Taverniers Odile (Hoeg. 14.03.1873 )<br />

58<br />

x Hoeg. 12.10.1895 Willems Theophile Gustave (Meldert)<br />

37 PR Hoeg., dopen, p. 834r., nr. 9883, p/m: Leonard Bonjean en Marie Anne Van Elder<br />

38 PR Hoeg., dopen, p. 846v., nr. 10189, p/m: Jean Geusen en Anne Margareta Rotty<br />

39 PR Hoeg., dopen, p. 808r., nr. 9217, p/m: Jean Bonjean en Anne Elisabeth Taverniers<br />

40 PR Hoeg., huwelijken, p. 975v., nr. 2375, get.: Peter Taverniers en peter Falkembergh<br />

41 Burgerlijke stand <strong>Hoegaarden</strong>, Huwelijken, 1808, nr. 4, hij is meer dan 10 maanden weduwnaar; zij is dochter<br />

van wijlen Munster Libert (<strong>Hoegaarden</strong>), dagloner en Van Loey Jeanne (°Ottenburg bij Wavre)<br />

42 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, jaar 5, p. 50, nr. 66<br />

43 Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1829, nr. 4, dochter van Petrus Vandenbempt (+ Hoeg. 06.08.1826) en Anne Gertrudis Jubin (+<br />

Hoeg. 12.04.1825)<br />

44<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1829, nr. 22<br />

45<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1832, f° 5<br />

46<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1834, f° 18r.<br />

47<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1837, f° 10v.<br />

48<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1840, f° 4r;<br />

49<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1861, nr. 11, natuurlijke zoon<br />

50<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1861, nr. 11, staat in potlood in de marge bij deze aangifte<br />

51<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1843, dit blad ontbreekt in het gedigitaliseerde exemplaar<br />

52<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1872, nr. 12<br />

53<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1882, nr. 2, hertrouwt in 1882 met Costermans Charles,<br />

54<br />

Erkend bij huwelijk ouders<br />

55<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1889, nr. 22, hij is zoon van Christiaens Amandus (56 j.) en Jubin Colette (+ Hoeg. 08.12.1886),<br />

dagloner en wonend te <strong>Hoegaarden</strong><br />

56<br />

Erkend bij huwelijk ouders<br />

57<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1873, nr. 28<br />

58<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1895, nr. 20, hij is zoon van Willems Pierre Martin, 51 j., landbouwer en van Vinx Marie Elisabeth,<br />

51 j. van Meldert; getuigen zijn de broers Louis (28 j.) en Pîerre (22 j.) Willems, landbouwers en haar broer Taverniers Adolphe, 21 j;,<br />

zonder beroep<br />

12


6.2.1.Taverniers (Willems) (Hoeg. 23.01.1895 59<br />

)<br />

60<br />

7.3.7.Taverniers Eugène (Hoeg. 30.06.1847 ), schoenmaker<br />

63<br />

7.6.Taverniers Henri (<strong>Hoegaarden</strong> 29.12.1808 ), dagloner (zie 8)<br />

x Hoeg. 16.08.1838 Rotty Marie Thérèse (Hoeg. 01.12.1807), dagloonster<br />

64<br />

7.7.Taverniers Bernard (<strong>Hoegaarden</strong> 30.08.1810 ), landbouwer<br />

65<br />

x Hoeg. 20.05.1840 Olemans Angeline (Hoeg. 05.11.1800-14.05.1844), landb.<br />

66 67<br />

xx Hoeg. 09.04.1845 Fouyn Angèle (Hoeg. 04.11.1814)<br />

68 69<br />

7.8.Taverniers Hubert (<strong>Hoegaarden</strong> 14.02.1812 ), landbouwer, herbergier<br />

x Vermeulen Catherine (Meldert 16.10.1804)<br />

70<br />

7.9.Taverniers Jacques (<strong>Hoegaarden</strong> 01.02.1814 ), dagloner<br />

71 72<br />

x Hoeg. 23.01.1845 Sondervorst Angeline (Hoeg. 19.08.1813), meid<br />

Sondervorst (Taverniers) Bernard Ferdinand (Hoeg. 12.06.1841)<br />

73<br />

Taverniers Rosalie (Hoeg. 18.06.1845 )<br />

74<br />

Taverniers Bernard (Hoeg. 21.10.1846 )<br />

75<br />

Taverniers Lambert (Hoeg. 19.03.1849 )<br />

76<br />

Taverniers Julienne (Hoeg. 23.03.1851 )<br />

77<br />

Taverniers Marie Emelie (Hoeg. 07.11.1853 )<br />

7.10.Taverniers Madeleine (<strong>Hoegaarden</strong> 17.09.1815)<br />

78<br />

7.11.Taverniers Marie Thérèse (<strong>Hoegaarden</strong> 24.02.1819 )<br />

79<br />

7.12.Taverniers Angelique (<strong>Hoegaarden</strong> 03.10.1821 )<br />

80 81<br />

7.13.Taverniers Joseph (<strong>Hoegaarden</strong> 11.08.1824 -18.09.1889 )<br />

59<br />

Erkend bij huwelijk ouders<br />

60<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1847, nr. 33<br />

61<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, jaar 11, nr. 37, getuigen zijn J.B. Taverniers, wever en A.Margriet<br />

Bonjean, vroedvrouw<br />

62<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, jaar 12, nr. 46, getuigen zijn Leonard Vandenbosche, dagloner en Pierre<br />

Taverniers, analfabeten<br />

63<br />

Burgerlijke stand <strong>Hoegaarden</strong>, Geboorten, 1808, nr. 35r, vader is ongeletterd; getuigen zijn Jacques<br />

Taverniers, 32 j., dagloner (en zet een handtekening) en Bernard Sondervorst, 28 j., knecht (tekent ook); de vader<br />

is 39 jaar en de moeder 27<br />

64<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1810, p. 25v., getuigen zijn Henri degré, 40 j., handelaar en Henri Gilis,<br />

52 j., klokkenluider, analfabeet; ook de vader is analfabeet<br />

65<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1840, nr. 5r., zij is weduwe van Loneux Pierre (+ Hoeg. 19.01.1835) en<br />

dochter van Olemans Jean-Baptiste, landbouwer en Vanmol Catherine (+ Hoeg. 01.08.1824)<br />

66<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1845, nr. 5<br />

67<br />

Dochter van Fouyn Jean Michel en Marie Thérèse Coenen<br />

68<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1812, p. 5v., nr. 12<br />

69<br />

Bevolkingsregisters Hoeg., 1880, dl. 1/68: woonden Fabriekstraat 17<br />

70<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1814, p. 3v.<br />

71<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1845, nr. 1, erkennen zoontje<br />

72<br />

Dochter van Sondervorst bernard en Cappellen RTose, beiden landbouwers<br />

73<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1845, nr. 44<br />

74<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1846, nr. 69<br />

75<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1849, nr. 24<br />

76<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1851, nr. 27<br />

77<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1853, nr. 69<br />

78<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1819, nr. 15<br />

79<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1821, nr. 73<br />

80<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1824, nr. 73<br />

81<br />

Burgerlijke stand <strong>Hoegaarden</strong>, Overlijdens, 1889, nr. 66<br />

13


x <strong>Hoegaarden</strong> 1854 Vanderstraeten Marie Thérèse (+ Hoeg. 29.09.1869)<br />

7.13.1.Taverniers Veronique (<strong>Hoegaarden</strong> 07.03.1856 82<br />

)<br />

83<br />

7.13.2.Taverniers Emilie (<strong>Hoegaarden</strong> 23.07.1858 )<br />

84<br />

x Hoeg. 18.09.1880 Poffé Adolphe (Meldert 26.12.1852), knecht<br />

8 Taverniers Bernard (<strong>Hoegaarden</strong> 30.08.1810 ), landbouwer<br />

86<br />

x Hoeg. 20.05.1840 Olemans Angeline (Hoeg. 05.11.1800-14.05.1844), landb.<br />

87 88<br />

xx Hoeg. 09.04.1845 Fouyn Angèle (Hoeg. 04.11.1814)<br />

89 90<br />

8.1.Taverniers Hubert (Hoeg. 11.09.1840 )<br />

x Finoulst Victorine (Hoeg. 05.04.1839-07.10.1871)<br />

91 92<br />

xx Hoeg. 18.09.1873 Jubin Anne Marie (Hoeg. 06.06.1846)<br />

vijftien kinderen<br />

93<br />

8..2.Taverniers Anne Marie Lucie (Hoeg. 25.07.1843 -13.08.1843)<br />

94<br />

8..3.Taverniers Melanie (Hoeg. 18.10.1846 ), landbouwster<br />

95<br />

x Hoeg. 30.04.1881 Belen Emile (Beauvechain 10.09.1852)<br />

96<br />

8..4.Taverniers Marie Thérèse (Hoeg. 22.03.1849 )<br />

97<br />

x Hoeg. 29.11.1876 Vandenbempt Hubert (Hoeg. 11.07.1838)<br />

98<br />

8..5.Taverniers Marie Victoire (Hoeg. 05.12.1851 )<br />

99<br />

xHoeg. 17.04.1880 Finoulst Clement (Hoeg. 07.09.1848), schoenmaker<br />

100<br />

8..6.Taverniers Ferdinand (Hoeg. 25.01.1857 -24.03.1921)<br />

x Hoeg. 13.12.1879 M. Elis. Julie Vanmol (Hoeg. 27.07.1858-23.11.1943) (zie onder 7.2.6.)<br />

82 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1856, nr. 24<br />

83 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1858, nr. 59<br />

84 Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1880, nr. 17, zoon van Poffé Pierre en Nijs Angeline<br />

85 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1810, p. 25v., getuigen zijn Henri degré, 40 j., handelaar en Henri Gilis,<br />

52 j., klokkenluider, analfabeet; ook de vader is analfabeet<br />

86 Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1840, nr. 5r., zij is weduwe van Loneux Pierre (+ Hoeg. 19.01.1835) en<br />

dochter van Olemans Jean-Baptiste, landbouwer en Vanmol Catherine (+ Hoeg. 01.08.1824)<br />

87 Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1845, nr. 5<br />

88 Dochter van Fouyn Jean Michel en Marie Thérèse Coenen<br />

89 Zie verder onder 7.2<br />

90 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1840, f° 12v.<br />

91 Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1873, nr. 22, huwelijkscontract bij not. L.A. Putzeys (14.09.1873);<br />

getuigen; Smeyers Charles, 57 j., bakker, oom van de bruid; Hubert Taverniers, 30 j. en Adolphe Taverniers, 28<br />

j., beiden dagloners en volle neven van de bruidegom en de gemeentesecretaris<br />

92 Gedomicilieerd te <strong>Hoegaarden</strong>, daarvoor te Zétrud-Lumay; dochter van Jubin Jean baptiste en Thérèse<br />

Smeyers<br />

93 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1843, nr. 52<br />

94 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1846, nr. 68<br />

95 Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1881, nr. 11, zoon van Belen Henri, wagenmaker en Delgoffe Barbe,<br />

gedomicilieerd te <strong>Hoegaarden</strong>; hun dochter gewettigd bij huwelijk<br />

96 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1849, nr. 29<br />

97 Familieboek Vandenbempt, p. 138<br />

Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1876, nr. 17, Hubert Vandenbempt is zoon van Jean Baptiste<br />

Vandenbempt (Hoeg. 01.10.1794-19.02.1870), werkman, en x te Hoeg. 19.11.1822 Maria Elisabeth Horbaen<br />

(Orbaen) (Hoeg. 31.12.1793); getuigen waren o.a. Guillaum Tritsmans, 42 j., landbouwer en aangetrouwde oom<br />

van de bruid en Taverniers Hubert, 36 j., landbouwer en broer<br />

98 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1851, nr. 92<br />

99 Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1880, nr. 9, getuigen zijn Jacques Finoulst, dagloner, broer en Louis<br />

Nijs, schrijnwerker, schoonbroer en voor de bruid: Hubert en Ferdinand Taverniers<br />

100 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1857, nr. 4 (blad in gedigit. Burgerl. stand ontbreekt; datum aangifte of<br />

datum geboorte en aangifte?)<br />

85<br />

14


9 Taverniers Ferdinand (Hoeg. 25.01.1857-24.03.1921), landbouwer, z. Bernard en<br />

Ang. Fouyn 101<br />

102<br />

x Hoeg. 13.12.1879 M. Elis. Julie Vanmol (Hoeg. 27.07.1858-23.11.1943), d. Petrus<br />

Vanmol en Elis. Dupont 103<br />

104<br />

9.1.Taverniers Henri (Hoeg. 14.03.1880 )vanaf 16 jaar in de militaire school (+ te Bouillon)<br />

105<br />

9.2.Taverniers Gustaaf Henri (Hoeg. 21.02.1881 -Antillen 28.07.1951) pater<br />

redemptorist, verbleef 40 jaar op de Antillen en werd kanunnik op het eiland Dominica<br />

waar hij overleed<br />

106<br />

9.3.Taverniers Guillaume Edmond (Hoeg. 28.05.1883 -St.-Truiden 02.09.1936)pater<br />

redemptorist, werkte eveneens op de Antillen, kreeg er malaria en overleed aan deze<br />

ziekte te St.-Truiden;<br />

107<br />

9.4.Taverniers Marie Thérèse Louise (Hoeg. 06.03.1885 -1888)<br />

108<br />

9.5.Taverniers Marie Thérèse Blandine (Hoeg. 10.03.1887 -1966), ongehuwd<br />

9.6.Taverniers Louis Napoleon Ferdinand (<strong>Hoegaarden</strong> 19 01<br />

109<br />

1889 -16.123.1961)<br />

x Marie-Louise Van Nerum (<strong>Hoegaarden</strong> 07.01.1887-28.02.1935)<br />

Het gezin Taverniers/Van Nerum waren landbouwers en woonden<br />

te <strong>Hoegaarden</strong> in de Dotremontstraat 23<br />

6.1.Taverniers Jules (Hoeg. 28.10.1923, was landbouwer en bleef<br />

ongehuwd<br />

6.2.Taverniers Marie Julie (Hoeg. 15.01.1925-05.04.1925)<br />

6.3.Taverniers Paul Arthur (Hoeg. 07.02.1926-16.07.1931)<br />

6.4.Taverniers Maria (Hoeg. 11.04.1928) x Cesar Steenwegen<br />

(Hoeg 12.12.1926), verver en handelaars inde<br />

Putzeysstraat 13<br />

6.4.1.Steenwegen Paul (<strong>Hoegaarden</strong><br />

10.03.1956)<br />

9.7.Taverniers Hubert Alphonse (Hoeg.01.08.1891 110<br />

Napoleon Taverniers<br />

), overleed toen hij zes jaar was<br />

111<br />

9.8.Taverniers Jules Henri (Hoeg. 02.08.1895 ) x Germaine Collart (Zétrud-Lumay)<br />

112<br />

9.9.Taverniers Joseph Alphonse Edmond (Hoeg. 07.07.1901 ), x Marguerite Brams<br />

(Schaarbeek), ambtenaar-vertaler<br />

101 Angeline Fouyn van Zétrud-Lumay<br />

99Burgerlijke stand Hoeg., Huwelijken, 1879, nr. 32, getuigen zijn tweemaal Hubert Vandenbemp (?)t, 40 j.,<br />

landbouwer, schoonbroer; Dupont Napoleon, 33 j., oom van de bruid en Guillaum Vanmol, 48 j., bakker te<br />

Leuven<br />

103 Elisabeth Dupont (1826-1904)<br />

104 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1880, nr. 28<br />

105 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1881, nr. 26<br />

106 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1883, nr. 61<br />

107 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1885, nr. 26<br />

108 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1887, nr. 28<br />

109 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1889, nr. 6<br />

110 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1891, nr. 84<br />

111 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1895, nr. 85<br />

112 Burgerlijke stand Hoeg., Geboorten, 1901, nr. 70<br />

15


Gustaaf Taverniers Edmond Taverniers<br />

Mgr. Moris en Kanunnik Gustave Taverniers<br />

17


Uit ‘C.SS.R.Annals, West Indies, 1858-1984 (28 juli 1951)<br />

18


Een inwoner van de Antillen schrijft ons over pater Taverniers<br />

zaliger gedachtenis<br />

19


Uit ‘Sint Gerardusbode’, 1952, p.132<br />

20


Uit ‘Sint Gerardusbode’, 1951, p.28<br />

21


Uit ‘Gerardusbode’, 1912, p.83-85<br />

24


Leon Vandermolen<br />

Julia Vandermolen<br />

Scheutist in Congo<br />

Zuster van de Providence in Congo-Zaïre<br />

Leon Vandermolen en Julia Vandermolen hebben tot en met de vijfde generatie<br />

dezelfdevoorouders, die van de bouwers van de ‘Refugie der 11.000 maagden’<br />

Scheutist Leon Vandermolen en zijn verdere afstamming van de brouwersfamilies<br />

Vandermolen – Dumont<br />

De specifieke afstamming van Julia Vandermolen ‘Soeur Thérèse de l’enfant Jésus’, uit<br />

de brouwersfamilies Vandermolen – Dumont<br />

Leon Vandermolen als missionaris van Scheut in Congo, stichter van de missiepost van<br />

Kanzenze<br />

Soeur Thérèse de l’Enfant-Jésus, alias Julia Vandermolen(Hoeg. 13.02.1905-Gosselies<br />

24.11.1994)<br />

25


Leon Vandermolen en Julia Vandermolen hebben tot en met de vijfde<br />

generatie dezelfde voorouders, die van de bouwers van de<br />

‘Refugie der 11.000 maagden’<br />

1.Vandermolen Bertel (Bartholomeus) (ca. 1580) x Nijs (Neys) Elisabeth<br />

Hun kinderen waren:<br />

1.Vandermolen Renier (volgt onder 2)<br />

2.Vandermolen Bernard (Hoeg. +19.01.1694) x Nayens Anna, van wie Vandermolen Bernard<br />

(Hoeg. 10.02.1667-02.1683),<br />

3.Vandermolen Jean (Hoeg. +01.10.1693) x Taverniers Anna (Hoeg. +26.05.1702),<br />

weduwe, van wie: 3.1. Vandermolen Margriet (Hoeg. 10.02.1659)<br />

3.2. Vandermolen Anna (Hoeg. 04.03.1661)<br />

3.3. Vandermolen Jean (Hoeg. 17.04.1664)<br />

3.4. Vandermolen Catherine (Hoeg. 24.08.1667-09.1669)<br />

4.Vandermolen Elisabeth (Hoeg. 21.11.1633-07.08.1715)<br />

2.Vandermolen Renier (Hoeg. ca. 1610-07.09.1647), landbouwer en grondeigenaar<br />

x Michal (Missal) Gertrude<br />

Hun kinderen waren:<br />

1.Vandermolen Maria (Hoeg. 13.10.1637-07.02.1674)<br />

2.Vandermolen Guillaume (Hoeg. 13.10.1640), geen verdere gegevens bekend<br />

3.Vandermolen Jeanne (Hoeg. 24.08.1642), geen verdere gegevens bekend<br />

4.Vandermolen Bernard (Hoeg. 28.11.1643-20.12.1705) x Gulpen Jeanne<br />

5.Vandermolen Jean (Hoeg. 05.03.1646-08.11.1719) x Van Herberghen Marie (+14.12.1711)<br />

6.Vandermolen Renier (Hoeg. 24.04.1648-24.09.1720) x Petri Françoise (zie 3)<br />

3.Vandermolen Renier (Hoeg. 24.04.1648-24.09.1720), woonde op de Plaats<br />

x Hoeg. 11.10.1677 Petri Françoise (Hoeg. 13.07.1654-03.07.1720), d. van Petri Michel en<br />

Anna Van Elst<br />

Hun kinderen waren:<br />

1.Vandermolen Gertrude (Hoeg. 30.10.1680-02.02.1761)x 03.01.1698 Vincent Van Orsmael<br />

(Van Osmael) (Outgaarden 22.10.1670-Hoeg. 28.08.1722), z. van Henri Van Orsmael en<br />

Elisabeth Renson; was burgemeester te <strong>Hoegaarden</strong> in 1713 en 1717;<br />

2.Vandermolen Bernard (Hoeg. 21.08.1682-23.01.1757) (zie 4)<br />

3.Vandermolen Renier (Hoeg. 15.05.1685-07.1685)<br />

4.Vandermolen Jeanne (Hoeg. 30.11.1686-1687)<br />

5.Vandermolen Jacques Renier (Hoeg. 26.07.1688-09.1703)<br />

6.Vandermolen Anna (Hoeg. 28.03.1692-27.12.1752) x Hoeg. 12.12.1713 Schoolmeesters<br />

Henri (Hoeg. 25.10.1693-+voor 1752), z. van Libert Schoolmeesters en Margriet Bormans.<br />

4.Vandermolen Bernard (Hoeg. 21.08.1682-23.01.1757), was brouwer en had zijn<br />

brouwerij ‘op de Beek’; was burgemeester in 1712 en later werd hij schepen in de regentie;<br />

hij liet de ‘Refugie der 11.000 maagden’ bouwen.<br />

x Outgaarden 15.02.1705 Van Orsmael (Van Osmael) Elisabeth (Outgaarden<br />

02.01.1684-Hoeg. 17.07.1729), d. van Henri Van Orsmael en Elisabeth Renson; haar broer<br />

Vincent Van Orsmael was gehuwd met Gertrude Vandermolen, de zus van haar echtgenoot.<br />

26


xx ca. 1730 Devroey (Devroye) Anna Maria<br />

Hun kinderen:<br />

1.Vandermolen Renier (Hoeg. 13.02.1706-26.03.1706)<br />

2.Vandermolen Henri (Hoeg. 22.02.1707), werd pastoor van<br />

Overlaar<br />

3.Vandermolen Vincent (Hoeg. 12.10.1709)<br />

4.Vandermolen Nicolaes (Hoeg. 06.12.1710) (zie 5)<br />

5.Vandermolen Francisca (Hoeg. 06.05.1714-14.12.1773) x<br />

Hoeg. 29.09.1735 Franciscus Van Autgaerden (Hoeg.<br />

07.11.1709-01.10.1777), brouwer op de Vroente en<br />

burgemeester in 1747; hij was zoon van Henri Van<br />

Autgaerden en Judith Van Simphoven.<br />

6.Vandermolen Bernard (Hoeg. 08.07.1717-06.02.1795),<br />

ongehuwd.<br />

7.Vandermolen Catherine (Hoeg. 19.11.1719-verm. voor<br />

1757)<br />

8.Vandermolen Renier (Hoeg.31.01.1722-verm. voor 1757)<br />

9.Vandermolen Elisabeth (Hoeg. 13.12.1724), zij woonde bij haar neef Henri Van<br />

Autgaerden, pastoor te Overlaar, opvolger van E.H. Henri Vandermolen.<br />

10.Vandermolen Maria Deodata (Hoeg. 22.08.1727-1801) x Hoeg. 20.02.1751 brouwer Jean<br />

Baptiste Dumont (Hoeg. 30.09.1721-02.12.1782), z. van brouwer en schepen Evrard Dumont<br />

en Agnes Huybens uit Hauthem;<br />

11.Vandermolen Jean Henri (Hoeg. 06.02.1731)<br />

12.Vandermolen Jean François (Hoeg. 03.12.1732) x Anne Catherine Struys<br />

13.Vandermolen François (Hoeg. 01.11.1733) x Françoise Geerts<br />

14.Vandermolen Anna Catharina (Hoeg. 20.04.1735) x Hoeg. 09.05.1769 met J.B.Decoster<br />

15.Vandermolen Maria Elisabeth (Hoeg. 02.11.1738-verm. voor 1743)<br />

16.Vandermolen Jean Bernard (Hoeg. 29.03.1740)<br />

17.Vandermolen Maria Elisabeth (Hoeg. 07.01.1743) x 15.11.1768 met J. P. Kempenaar.<br />

5.Vandermolen Nicolaas (Hoeg. 06.12.1710-19.06.1769)<br />

x Hoeg. 29.05.1735 Geerts Margriet (Hoeg. 11.01.1714-04.09.1737), d. van brouwer Geerts<br />

Peter uit ‘De Engel’ en Josine Bueckens<br />

xx Hoeg. 06.11.1738 Dumont Anne Margriet (Hoeg. 30.11.1715-05.11.1775), d. van<br />

Dumont Jean en Elisabeth Bormans en kleindochter van brouwer Dumont uit Hauthem.<br />

Hij zou gewoond hebben in de ‘Refugie der 11.000 maagden’<br />

Hun kinderen:<br />

1.Vandermolen Anna Maria (Hoeg. 28.03.1736) x 18.03.1764 Hubert Hoebancx (Hoeg.<br />

26.12.1735), z. van Henri Hoebancx en Marie Anne Sweerts, zuster van dé secretaris Sweerts<br />

2.Vandermolen Clara (Hoeg. 30.08.1738) x Hoeg. 29.07.1758 Gerard Cauberghs<br />

3.Vandermolen Henri (Hoeg. 06.08.1739-voor 1740)<br />

4.Vandermolen Henri (Hoeg. 04.09.1740-voor 1742)<br />

5.Vandermolen Henri (Hoeg. 25.01.1742) x Hoeg. 12.02.1763 Stockmans Gertrude (Hoeg.<br />

20.05.1733), d. van Martinus Stockmans en ElisabethLaboers (zouden in de ‘Refugie der<br />

11.000 maagden’ gewoond hebben.<br />

6.Vandermolen Bernard (Hoeg. 26.09.1744-verm. Voor 1748)<br />

7.Vandermolen Marie Elisabeth (Hoeg. 23.11.1745) x 15.04.1777 Jean Falla<br />

8.Vandermolen Bernard (Hoeg. 23.11.1748) (zie 6)<br />

27


9.Vandermolen Maria Theresia (Hoeg.28.10.1751-na 1796) x Hoeg. 31.01.1788 met J. Martin<br />

Stockmans (Hoeg. 26.07.1748), z. van Martin Stockmans en Elisabeth Labours<br />

10.Vandermolen François (Hoeg. 21.02.1755) x Antwerpen Margriet Snijers<br />

11.Vandermolen Jean (Hoeg. 18.07.1758) x Hoeg. 30.04.1783 Ide Janssens (Hoeg.<br />

13.08.1794)<br />

28


Scheutist Leon Vandermolen en zijn verdere afstamming van de brouwersfamilies<br />

Vandermolen – Dumont<br />

6.Bernard Vandermolen (Hoeg. 23.11.1748-31.05.1808), schepen in de regentie, woonden<br />

in het gehucht Aalst<br />

x <strong>Hoegaarden</strong> 31.04.1778 met Labours Anne Elisabeth<br />

Hun kinderen waren;<br />

1 Vandermolen Anne Catherine (Hoeg. 25.02.1779)<br />

2 Vandermolen Anne Marie (Hoeg. 24.02.1781)<br />

3 Vandermolen Jean Henri (Hoeg. 11.01.1784-voor 1791)<br />

4 Vandermolen Marie Thérèse (Hoeg. 08.05.1786-09.08.1857)<br />

5 Vandermolen Martin (Hoeg. 28.101788)<br />

6 Vandermolen Jean Henri (Hoeg. 07.04.1791)<br />

7 Vandermolen Henri Nicolaes (Hoeg. 10.06.1793)<br />

8 Vandermolen Pierre (Hoeg. 15.07.1794)<br />

9 Vandermolen Henri (Hoeg. 31.10.1797) x Hennin A. M.<br />

7.Henri Vandermolen (Hoeg. 31.10.1797-12.12.1870), schepen en president van de<br />

kerkfabriek<br />

x <strong>Hoegaarden</strong> 24.03.1825<br />

Hennin Anna Margareta (Vossen, Limburg 06.03.1793), d. van Franciscus Hennin,<br />

landbouwer en van A.C. Dumont<br />

1.Vandermolen Alexander (Hoeg. 02.11.1825) x<br />

ZL. Fumier Marie El. (02.08.1828) Woonden in<br />

de 11.000 maagden<br />

2.Vandermolen Hubert (Hoeg. 11.02.1828),<br />

landbouwer<br />

3.Vandermolen Charles Henri (Hoeg.<br />

20.12.1830-02.09.1862), diocesaan priester<br />

4.Vandermolen Edouard (Hoeg. 21.04.1833) x<br />

Collaert Julienne, overgrootouders van Cyriel<br />

Vandermolen (1930-2011)<br />

5.Vandermolen Emilien Joseph (Hoeg.<br />

26.01.1836) x 11.04.1861 Stapel Sidonie Marie<br />

(Tienen 22.10.1842), postmeester, hun zoon<br />

Leon Vandermolen werd scheutist en dan<br />

onderpastoor S. Goedele<br />

6.Vandermolen Marie Alexandrine (Hoeg.<br />

1839?-17.03.1851)<br />

Edouard Vandermolen, broer van Emilien<br />

29


Geboorteakte van Henri Vandermolen, geboren op 10 brumaire an 5 (republikeinse kalender)<br />

of dinsdag 31 oktober 1797 (gregoriaanse kalender), maar de aangifte gebeurde pas op 24<br />

messidor an 5 of donderdag 12 juli 1798 (het republikeinse jaar begon op 22 september)<br />

Mooie handtekening ‘bernardus vdmolen’, typisch nog oud schrift, terwijlhet handschrift en<br />

de handtekening van Henri Nijs al duidelijk ‘modern’ is.<br />

30


Verdeling van de onroerende goederen,<br />

de nalatenschap van Henri Vandermolen en Anna Margareta Hennin<br />

(Notaris L.A. Putzeys, <strong>Hoegaarden</strong>, 25.05.1871)<br />

Tussen hun kinderen:<br />

Alexander, Hubert, Edouard en Emile Joseph Vandermolen. De drie eersten zijn<br />

landbouwers, de vierde is postontvanger en alle vier wonen ze te <strong>Hoegaarden</strong>.<br />

Edouard Vandermolen trok het lot A, op voorwaarde dat hij aan elk van de drie anderen<br />

1.650 frank oplegde, wat hij prompt deed. Hij kreeg dus:<br />

Het pachthof bestaande uit een woning, 2 schuren, 3 stallen, varkenskot, bakoven, mesthof,<br />

zoldering boven de gemeenschappelijke doorgang en de hof, dit alles 15a60ca groot in de<br />

Pastorijstraat gelegen, reg. De straat, de weduwe Bernard Stockmans in 2 zijden en Servaes<br />

Rome;<br />

8.Vandermolen Emilien (Emile) (Hoeg. 26.01.1836), postmeester 113<br />

x Sidonie Stapel (Tienen 22.10.1842)<br />

1.Vandermolen Marie Thérèse Albine (<strong>Hoegaarden</strong> 28.04.1862)<br />

2.Vandermolen Charles Alexandre (<strong>Hoegaarden</strong> 24.06.1865)<br />

3.Vandermolen Barbe Hélène (<strong>Hoegaarden</strong> 08.03.1867)<br />

114<br />

4.Léon Edouard (<strong>Hoegaarden</strong> 02.09.1869 )<br />

5.Marie Elisabeth (<strong>Hoegaarden</strong> 27.09.1870-09.01.1873)<br />

113 Bevolkingsregisters <strong>Hoegaarden</strong>, 1869, dl1/42, Pastorijstraat nr. 3<br />

114 Burgerliike stand <strong>Hoegaarden</strong>, geboorten 1869, nr.77<br />

31


9.Vandermolen Leon (<strong>Hoegaarden</strong> 02.09.1869-Brussel<br />

20.01.1924), pater Scheutist<br />

Ingetreden in het noviciaat te Scheut 07.09.1890<br />

Priester gewijd 19.07.1896<br />

Missionaris in Congo 06.09.1896<br />

Onderpastoor in S. Goedele-Brussel 09.04.1916<br />

Valleistraat 3 te Nerm, geboortehuis van Julia vVandermolen (huidige toestand)<br />

32


De specifieke afstamming van Julia Vandermolen ‘Soeur Thérèse de l’enfant Jésus’, uit<br />

de brouwersfamilies Vandermolen – Dumont<br />

6.Vandermolen Jean (Hoeg. 18.07.1758), zoon van Nicolaes Vandermolen en Margriet<br />

Dumont x Hoeg. 30.04.1783 met Ida Janssens (+Hoeg. 13.08.1794); zij woonden te<br />

Hauthem;<br />

1. Vandermolen Maria Elisabeth (Hoeg. 19.03.1784)<br />

2. Vandermolen Maria Theresia (Hoeg. 18.09.1786)<br />

3. Vandermolen Bernard (Hoeg. 18.03.1788-05.07.1847)<br />

4. Vandermolen Victoria (Hoeg. 11.07.1789)<br />

5. Vandermolen Henri (Hoeg. 10.11.1790)<br />

6. Vandermolen Joseph (Hoeg. 29.07.1792) x Cat. Françoise Van Calenbergh (Hoeg.<br />

31.05.1801),<br />

6.1. Vandermolen Josephine (Hoeg. 10.12.1820) x 19.05.1852<br />

6.2. Vandermolen Bernard (Hoeg. 01.02.1824-1902), schrijnwerker in de Doelstraat x<br />

16.01.1856 met Barbe Larock (Hoeg. 05.02.1823), dochter van Jean Baptiste Larock en<br />

Caroline Gasia,<br />

1.1.Vandermolen Joseph (05.05.1856-1942), schrijnwerker in de Doelstraat 35, x Maria<br />

Meunier<br />

1.1.1.Vandermolen Mari Odile (1889-1975) x Maes Victor (1885-1969)<br />

6.3. Vandermolen Marie (Hoeg. 13.10.1826)<br />

6.4. Vandermolen Hubert (Hoeg. 27.02.1829) x 23.08.1859<br />

6.5. Vandermolen Rosalie (Hoeg. 12.03.1831) x Vandermolen Joseph, zoon van Jean Baptiste<br />

Vandermolen en Marie Lucie Olemans<br />

5.1. Vandermolen Clement (Hoeg. 25.01.1861)<br />

5.2 Vandermolen Marie (Hoeg. 09.03.1863-07.06.1864)<br />

5.3. Vandermolen Marie Constance (Hoeg. 02.05.1865) x Tritsmans Clement<br />

5.3.1. Tritsmans Rosalie x Kerrijn Victor<br />

5.3.1.1. Kerrijn Roger, burgemeester 1971- 1990<br />

6.6. Vandermolen Jean Baptiste (Hoeg. 06.03.1833 (vertrok in 1855 naar Gilly)<br />

6.7. Vandermolen Clement (Hoeg. 26.08.1835), schrijnwerker x 27.07.1864 met Goossens<br />

Victoire (Hoeg. 23.11.1831)<br />

7.1. Vandermolen Joseph Arthur (Hoeg. 05.07.1865)<br />

6.8. Vandermolen Constance (Hoeg. 10.08.1839)<br />

7.Vandermolen Bernard (Hoeg. 18.03.1788 115<br />

-05.07.1847)x Kumtich 16.05.1811 met<br />

Marie Catherine Bouche (Hoeg. 02.06.1793), dochter van Antoon en Marie Cat. Houben,<br />

8.Vandermolen Jean Baptiste (<strong>Hoegaarden</strong> 10.05.1824<br />

117<br />

9.Vandermolen Philippe (Hoeg. 17.06.1857-28.12.1941), dagloner, visverkoper,<br />

landbouwer, bediende melkerij x Hoeg. 11.10.1884 Detiège (Dethiège) Thérèse Blandine<br />

(Meldert 14.09.1861-Hoeg. 25.06.1939)<br />

116<br />

), dagloner x Celis Catherine,<br />

115 Parochieregisters <strong>Hoegaarden</strong>, dopen, p. 868, nr. 10812, p/m: Bernard Vandermolen en Gertrude Jansens<br />

116 Burgerlijke stand <strong>Hoegaarden</strong>, geboorten, 1824, nr. 44, vader Bernard tekent met zijn naam<br />

117 Bevolkingsregisters <strong>Hoegaarden</strong>, 1890, dl 3/544 Nerm 42; 1900 dl 4/11, Nerm 37; 1911, dl 4/131, Nerm 42;<br />

1921, dl. 2/751, Nerm 3 of Valleistraat 3 waar het ouderlijke huis nog staat, relatief weinig gewijzigd<br />

33


1.Vandermolen Marie-Louise (Hoeg. 14.08.1885-28.01.1946), winkelierster koloniale<br />

waren 118<br />

x Hoeg. 29.10.1910 Vansumsen Gustave Joseph (Hoeg. 28.03.1880-05.11.1918),<br />

kleermaker<br />

1.1.Vansumsen Sylvain Corneille (Hoeg. 29.04.1912), brouwersgast/brouwerij<br />

119<br />

bediende x Hoeg. 25.01.1938 Kerstens Mariette (Mol 11.08.1912)<br />

1.1.Vansumsen Noël (Hoeg. 11.10.1938)<br />

1.2.Vansumsen Philippe Corneille (Hoeg. 29.04.1912), dagloner<br />

x Beauvechain 06.05.1933 Berger Henriette (Meldert 05.10.1912)<br />

2.1.Vansumsen Marcel Philippe Corneille (Beauvechain 04.09.1933)<br />

2.2.Vansumsen Marie Jeanne (Hoeg. 09.09.1934)<br />

2.3.Vansumsen Joseph (Hoeg. 23.10.1935)<br />

2.4.Vansumsen Georges (Hoeg. 09.08.1939)<br />

1.3.Vansumsen Jean (Hoeg. 16.05.1914), suikerfabriekarbeider<br />

x Outgaarden 17.12.1938 Lebegge Louise<br />

1.4.Vansumsen Ermelinde (Hoeg. 04.06.1916) x Hoeg. 23.06.1948 Casseau Gustave<br />

1.5.Vansumsen Michel Albert (Hoeg. 31.01.1918-24.03.1919)<br />

120<br />

2.Vandermolen Joseph (Hoeg. 16.02.1887), werkman aan de spoorwegen<br />

121<br />

3.Vandermolen Marie-Thérèse Bertha (Hoeg. 31.01.1889)<br />

4.Vandermolen Michel Corneille (Hoeg. 12.09.1891),<br />

122<br />

steenbakker-werkman<br />

5.Vandermolen Edouard (Hoeg. 03.11.1893-<br />

22.03.1910)<br />

6.Vandermolen Marie Victoire (Hoeg. 09.07.1895),<br />

breister 123<br />

7.Vandermolen Anne Cecile (Hoeg. 04.05.1897-<br />

12.06.1898)<br />

8.Vandermolen Marie Melanie (Hoeg. 07.04.1899),<br />

meid 124 x Hoeg. 15.04.1922 Minten Alphonse (Hoeg.<br />

26.08.1890), werkman aan de spoorwegen 125<br />

8.1.Minten Joseph Corneille (Hoeg. 11.02.1923-<br />

19.04.1923)<br />

9.Vandermolen Marie Juliette (Hoeg. 05.11.1900) 126<br />

10.Vandermolen Julia (Hoeg. 13.02.1905-Gosselies<br />

24.11.1994), onderwijzeres en missiezuster in Congo<br />

118 Bevolkingsregisters <strong>Hoegaarden</strong>, 1931, Nerm 94 en huisnummer van haar ouders Vandermolen-Detiège is<br />

Nerm 95<br />

119 Bevolkingsregisters <strong>Hoegaarden</strong>, 1931, dl. 5/831, Nermweg, nieuwe woonst<br />

120 Vertrekt naar Meldert in 1913<br />

121 Vertrekt naar Kumtich in 1911 en keert weer in 1918<br />

122 Vertrekt naar Leuven in 1912<br />

123 Bevolkingsregisters <strong>Hoegaarden</strong>, 1931, dl. 5/928, verhuist naar Kalmthout, Keienhofstraat, nieuwe woonst,<br />

en vertrekt op 31.12.1942 (of januari 1942?)<br />

124 Vertrekt naar Vorst in 1919 en 1922<br />

125 Zij verhuizen naar Farciennes in de loop van 1923<br />

126 Vertrekt naar Laken in 1920, Tienen in 1926 en naar Gosselies in 1930, ook deze jongere zus zal intreden in<br />

het klooster, maar jong overlijden<br />

34


Leon Vandermolen als missionaris van Scheut in Congo,<br />

stichter van Kanzenze<br />

35


De hoevekapel (of dorpskapel) ‘O.L.V. Geeraardsbergen op den Berg’ (1905)<br />

Emeri Kabwe pater Leo Vandermolen<br />

Links moeder/rechts echtgenote broeder Louis Vanhouteghem<br />

40


Geboren op 2 september 1869 te <strong>Hoegaarden</strong> werd<br />

Leo(n) Vandermolen op 19 juli1896 priester<br />

gewijd. Hij was ingetreden in Scheut op 7<br />

september 1890.<br />

Op 6 september 1896 vertrok hij naar Congo<br />

(Zaïre) en was hij 15 jaar missionaris in Kasayi.<br />

Een eerste opleiding kreeg hij in Bunkonde.<br />

Daarna verrichtte hij pastoraal werk in Mikalayi en<br />

stichtte hij Kanzenze.<br />

Hij werd ziek en moest naar België terugkeren. Hij<br />

was dan professor in Scheut en hij werkte er op de<br />

prokuur van 1912 tot 1916.<br />

Hij was verder nog 8 jaar onderpastoor van St.-<br />

Goedele te Brussel.<br />

Hij overleed er op 54-jarige leeftijd en werd<br />

begraven in St.-Agatha-Berchem en kreeg een<br />

gedenkplaat in Zuun.<br />

41


Soeur Thérèse de l’Enfant-Jésus, alias Julia Vandermolen<br />

(Hoeg. 13.02.1905-Gosselies 24.11.1994)<br />

Als jongste telg uit een gezin van 10 kinderen werd Julia christelijk opgevoed door een vader<br />

die zich opwerkte en een gelovige moeder uit Meldert. Zij heeft, als enige in het gezin, het<br />

geluk gehad van te mogen studeren.<br />

Na de lagere school gevolgd te hebben in <strong>Hoegaarden</strong> ging zij naar de normaalschool te<br />

Heverlee en studeerde er af als onderwijzeres. Te Sint-Niklaas verwierf zij daarna het<br />

diplolma van regentes wetenschappen.<br />

Ondertussen had ze als onderwijzeres gewerkt voor de zusters van de Providence in hun<br />

school te Courcelles (van december 1924 tot maart 1925) en daarna te Eisden (van maart<br />

1925 tot februari 1928).<br />

Zij treedt binnen in het noviciaat te Gosselies bij de Soeurs de la Providence op 10 februari<br />

1928 en op 11 augustus wordt ze gekleed. Na het afleggen van de eerste geloften op 23<br />

augustus 1930 engageert ze zich definitief op 27 augustus 1933.<br />

Ondertussen was haar jongere zus Juliette ook ingetreden te Gosselies in februari 1930. Zij<br />

werd zuster Marie-Marcelle. Geprofest in augustus 1931 en augustus 1935 overleed ze<br />

nochtans in mei 1938. Het was voor Julia een zeer zware beproeving.<br />

Van 1930 tot 1969 onderwees Julia Nederlands en aardrijkskunde aan de normaalschool te<br />

Gosselies. Haar lessen aardrijkskunde geeft ze met zoveel brio en inleving, met grote<br />

competentie ook, dat ze zichzelf in een onbewaakt moment in het vuur van haar betoog<br />

gelijkstelt met de ‘ster-van-de-nacht’, wat haar de bijnaam oplevert ‘de maan’.<br />

Als verantwoordelijke voor de missieactiviteiten in het instituut legt zij eenzelfde ijver aan de<br />

dag. Door haar hardnekkigheid en haar opgewekt karakter kan ze ook op dit vlak mooie<br />

resultaten neerzetten.<br />

Zij bereikt de pensioenleeftijd en profiteert<br />

ervan om haar missionaire capaciteiten nu<br />

in effectieve daden om te zetten. Op 17<br />

februari 1971 vertrekt ze naar Zaïre om in<br />

het lyceum Tobongisa in Kinshasa (Binza)<br />

pedagogisch adviseur te worden. Haar<br />

flamboyante inzet kan ze volhouden tot<br />

haar gezondheid het laat afweten. In<br />

januari 1982 is ze terug in België. Ze knipt<br />

en naait kledij en maakt andere objecten<br />

voor Binza, die tweemaal per jaar worden<br />

opgestuurd. Omdat ze thuis had geleerd<br />

van nooit met lege handen te zitten was ze<br />

voortdurend bezig met gebed of met de<br />

naaimachine. De kleinste lapjes stof kon ze<br />

verwerken! Voor pater Nihoul s.j. maakte<br />

ze een massa dekens voor Polen.<br />

42


Vanaf eind april 1991 sukkelt ze erg met haar gezondheid. Er zijn opflakkeringen, maar ze<br />

verzwakt langzaamaan. Zuster Thérèse, die een panische angst had voor de dood krijgt op 24<br />

november 1994 een dodelijk hartinfarct<br />

Julia Vandermolen, de derde zuster van links<br />

43


Marcel Debroeck<br />

Missionaris van Scheut in Congo<br />

Pater Marcel Debroeck (Debroek) woonde naast de pastorij in het huis<br />

Christiaens<br />

De afstamming van zijn moeder Elodie Christiaens<br />

De afstamming van zijn vader Adolphe Debroeck<br />

Het begin<br />

Het missiewerk van pater Marcel Debroeck<br />

Een brief uit 1935 naar Emiel Taverniers en Juliette Finoulst<br />

Een artikel van marcel Debroeck over zijn waterdorpen<br />

Uittreksels uit zijn brieven naar Marthe Dayers<br />

Het bezoek van zijn oud leerling Mgr. Nkinga aan zijn geboortehuis te<br />

<strong>Hoegaarden</strong><br />

44


Pater Marcel Debroeck (Debroek) woonde naast de pastorij in het<br />

huis Christiaens<br />

De afstamming van zijn moeder Elodie Christiaens<br />

1.Christiaens Theodore (Leuven), suikerbakker te Leuven x Nuyts Maria Elisabeth<br />

2.Christiaens Jean François Pierre (Leuven 31.01.1808-19.06.1864)<br />

x Hoeg. 08.11.1840 Van Autgaerden Rosalie, d. van Henri en Thérèse Nijs uit het<br />

‘Brouwershuis’ op de Doelstraat (de oude cerkel)<br />

Jean-François, voorbestemd om ook ‘confiseur’ te worden streed mee in het vrijwilligersleger<br />

tegen koning Willem en bevocht zo mee de Belgische onafhankelijkheid. In 1840 werd hij<br />

daarvoor beloond en kreeg hij het ‘kruis van ridder in de Leopoldsorde’ (KB. 19.12.1840);<br />

Zijn verwrongen onderlip (zie portret) was het gevolg van een lijf aan lijf gevecht te Berchem<br />

tijdens de campagne tegen de Hollanders;<br />

In <strong>Hoegaarden</strong> hield hij samen met zijn echtgenote een linnen- en kruidenierswinkel in de<br />

Pastorijstraat, het zogenaamde huis Christiaens;<br />

Jean-François Christiaens was liberaal burgemeester van <strong>Hoegaarden</strong> van 1861 tot 1864, toen<br />

hij na een maandenlang ziekbed overleed<br />

Christiaens J.F. Van Autgaerden Rosalie<br />

2.1.Christiaens Emile xPutzeys Constance<br />

2.1.1.Christiaens Emilienne x Rosier Henri<br />

2.1.1.1.Rosier Emile, consul x Van Bever Maria<br />

2.1.1.2.Rosier Charles x Ausloos Irma<br />

2.1.1.3.Rosier Paula x Stockmans Georges xx Tew Bernard<br />

2.2.Christiaens Alphonse, industrieel te Brussel x Van Lint Thérèse<br />

2.3.Christiaens Adolphe x Thirionet Eugère<br />

2.4.Christiaens Elodie x Debroeck Adolphe, onderwijzer<br />

2.5.Christiaens Edouard<br />

45


Het oud huis Christiaens, geboorthuis van pater Marcel Debroeck<br />

Dit huis heeft nog jaren na de tweede<br />

wereldoorlog onveranderd inhet straatbeeld<br />

gestaan. De brede ingangsdeur gaf op een brede<br />

gang die doorliep tot de tuin. Daags voor<br />

<strong>Hoegaarden</strong> kermis gebruikten de bewoners van<br />

de Pastorijstraat die gang om hun te bakken<br />

taarten, op de voor de gelegenheid uitgehangen<br />

deur geplaatst, gemakkelijk en snel langs achter<br />

bij bakker Vandenbosch in de Doelstraat te<br />

brengen. Afgewerkte taarten, maar die nog de<br />

oven in moesten om gebakken te worden, werden<br />

naar een nabijgelegen bakkerij gebracht.<br />

46


De afstamming van zijn vader Adolphe Debroeck<br />

1.Adriaan Debroek x Marie Catherine Vandenbroeck<br />

2.Jean Sylvester Debroek (1768), dagloner x Marie Christine Vanmontenaeken<br />

3.Regnier Debroek (Hoeg. 06.09.1814) x Anatolie Troost<br />

4.Adolphe Debroeck (Hoeg. 29.07.1846-07.04.1900) x Eudolie Christiaens (Hoeg.<br />

09.06.1849), woonden in de Pastorijstraat waar ze handel dreven; hun kinderen waren:<br />

3.1.Adrienne (Hoeg. 30.10.1873) x te <strong>Hoegaarden</strong><br />

29.05.1900 Jan Karel Mattheessens (Antwerpen 25.02.1877),<br />

natiebaas, en ging in augustus 1900 te Antwerpen wonen<br />

3.2.Marie Anatolie Berthe (Hoeg. 15.09.1875), gaf<br />

pianolessen<br />

3.3.François (Hoeg. 01.01.1878), leraar en onderpastoor te<br />

Tienen<br />

3.4.Jean Constant Alphonse (Hoeg. 19.04.1880)<br />

3.5.Henri Joseph Corneille<br />

(Hoeg. 11.10.1882), ongehuwd<br />

3.6.Marie Thérèse Marguerite<br />

(Hoeg. 11.08.1887)<br />

3.7.Marie Eugenie Alice (Hoeg.<br />

28.01.1891)<br />

Vader Adolphe Debroeck<br />

3.8.Fernand Corneille<br />

Marcel(Hoeg.<br />

19.02.1896-<br />

Mankanza 07.08.1981)pater Scheutist en missionaris<br />

François, leraar college<br />

Tienen (1902/3)<br />

Vader Adolphe Debroek werd na het behalen van zijn onderwijzersdiploma te Lier,<br />

hulponderwijzer te <strong>Hoegaarden</strong>. In 1869 volgde hij zijn kozijn Jacques op. Zijn eigen<br />

kinderen gingen naar de kloosterschool. Als gevolg van de zogenaamde ongelukswet van<br />

1879, was dat voor hem een onhoudbare situatie en werd hij ontslagen uit de gemeenteschool.<br />

Ook al had hij de onderwijzersakte en was ze uitgereikt door de officiële normaalschool, toch<br />

had hij ook zijn kinderen naar de gemeenteschool moeten overplaatsen (dit was de eerste<br />

schoolstrijd in België)<br />

47


Adrienne Debroeck Bertha Debroeck<br />

De twee oudste zussen van Marcel<br />

48


Het missiewerk van pater Marcel Debroeck<br />

49


Als jonge novice van amper 19 jaar werd Marcel de<br />

oorlog ingestuurd. Drie jaar deelde hij als brancardier<br />

het wel en wee van de frontsoldaten (1915-18). Zeker<br />

heeft hij daar het offer, de toewijding en de gave van<br />

zichzelf beoefend die van hem zo’n groot missionaris<br />

hebben gemaakt.<br />

Zijn 58-jarig missieleven verdeelt zich in twee grote<br />

periodes: de eerste liep van 1923 tot 1953. Al die<br />

jaren stond hij in het onderwijs, eerst in Alberta-<br />

Ebonda, nadien in Elisabetha, Mankanza en Bumba.<br />

Hij leefde voor zijn leerlingen en zijn school. Nooit<br />

was iets teveel voor zijn jongens.<br />

In de tweede periode, vanaf 1953, verrichtte hij<br />

uitsluitend pastoraal werk: eerst een jaartje in<br />

Libanda, en alle overige jaren in Mankanza. Bijna<br />

altijd als reispater. Ontelbare keren heeft hij de<br />

dorpen bezocht, per prauw of te voet. Hij was een<br />

man van geloof die zijn mensen voorging in ’s Heren<br />

dienst. Toen hij in 1972 zij gouden jubileum vierde<br />

mocht hij<br />

kiezen waar<br />

hij zijn oude dag wou doorbrengen: in Lisala of in<br />

Europa. Zijn antwoord was kordaat: hij wilde in<br />

Mankanza sterven waar zoveel pioniers begraven<br />

liggen.<br />

Hij was een levendige priester die zijn woorden<br />

niet moest<br />

zoeken,<br />

waar of bij<br />

wie hij ook<br />

verbleef.<br />

Zijn<br />

opgeruimd<br />

karakter en<br />

zijn<br />

gedienstigheid maakten hem bemind.<br />

Hij is arm gestorven omdat hij alles uitdeelde en aan<br />

de armen van Mankanza gaf. Toch heft hij ons rijk<br />

verlaten want hij had veel vrienden.<br />

Oud-leerlingen van Marcel hebben uit erkentelijkheid<br />

een mooie kist voor hem gemaakt. De kristenen van<br />

zijn missie en van de naburige dorpen hebben hem<br />

een begrafenis bezorgd, een groot missionaris<br />

waardig. Heel veel mensen weenden en snikten toen<br />

ze van hem afscheid namen.<br />

50


Karavaan van 17 missionarissen van Scheut, naar Congo vertrokken op 11 september 1923<br />

Marcel Debroeck(derde rij, tweede van links)<br />

za<br />

51


Beste Juliette en Emiel,<br />

Juliette ge zult zeker gepeisd hebben dat ik nen aardige numero ben<br />

zoo niet eens te antwoorden en Emiel met wien ik nog gesproken heb<br />

op het schip zal dat ook gepeinsd hebben maar neen. Ik heb u niet<br />

vergeten doch de Congo dat is ne vieze boel en ne mensch g'en<br />

geraakt niet aan 't schrijven. Maar nu een week na Paschen al ons<br />

jongens zijn voor14 dagen op vacantie dus nu is het de goeien tijd.<br />

Ja al ons volkske is weg en sommige zijn nu al 4 dagen aan 't<br />

marcheeren en zijn nog niet thuis die arriveeren pas morgen en komen<br />

dan terug drie dagen later en toch willen ze absoluut ne keer naar hun<br />

dorp gaan al mogen al die mannen van zoo ver hier blijven onder de<br />

vacantie maar ze gaan liever eens op route.<br />

Ik zet hier eenige photo's bij wat vind ge van de kerk die we hier aan 't<br />

bouwen zijn Emiel. Dat is een heel werk vooral dat men alles zelf<br />

moet bewerken. De ciment die komt van op een ander en de baren<br />

ijzer waar wij dan ankers en (en) 't kruis van gemaakt hebben. Maar al<br />

het houtwerk zelf gezaagd, steenen zelf gebakken. 't Werd met pannen<br />

gedekt de pannen hebben we natuurlijk ook zelf moeten slagen en<br />

bakken. 't Was tijd dat de kerk er kwam want de voorloopige kapel<br />

was nen echten stal geworden. Ge ziet dat op het klein portretje dat<br />

van op den nieuwen toren getrokken werd. En wat zegt ge van ons<br />

bijgevoegde bugel en pistonblazers. Ge moest ons muziek ne keer<br />

hooren, ze blazen al heel goed; dat is ook weer ne stiel die 'k mopeten<br />

bijleeren heb; muziekchef. Maar alles gaat toch. Ik had een stukske<br />

mee van L. Gasia gearrangeerd en ze blazen het fijn in de punten.<br />

Zeg Jyuliette in die kom zitten er mieren ofte 'pismaroeien' en dat eten<br />

ons mannen nogal is geeren, ik vind het ook niet slecht maar 't is wat<br />

zwaren kost, moet ik er u geen half pond opzenden om ne keer een<br />

dessertje te maken voor de man, 't is percies zoo echte goeie paté de<br />

foie.<br />

En nu schei ik er uit,dag Juliette, dag Emiel, laat nog soms eens wat<br />

van u hooren. Juliette doe nen goeie dag aan uw zuster Maria, hoe is<br />

het met haar dochtertje?<br />

p. Marcel Debroeck, vakschool H.C.B., Alberta/Ebonda<br />

(Congo Ubangi)<br />

(transcriptie van bovenstaande brief)<br />

56


In het land van de Balobo, het Venetië van de Tropen<br />

Zo is er maar één regio. Het is zeker niet de rijkste streek of de meest bekende, maar eens er<br />

geweest vind je er een oord van vrede, rust en gelukzaligheid.<br />

Om er te komen vanuit Nieuw-Antwerpen (Makanza) nemen we na een uurtje pagaaien de<br />

vaargeul van Mabembe. Op een kaart niet te vinden, maar ze ligt gewoon op een dikke 5 km<br />

stroomopwaarts vanuit Nieuw-Antwerpen. Met de kleine prauw, model mosselschelp, vaar je<br />

nu twee uur door een uitgestrekte eentonige grasvlakte met buffels en maraboes. De prauw is<br />

met haar drie pagaaiers, de reiskoffer en jezelf overvol.<br />

Nu ben je in volle moerasbos. Prachtige natuur en veel water. Staat het water heel hoog, is de<br />

kans groot je van vaargeul te vergissen en dan ben je voor enkele dagen verloren voor de rest<br />

van de wereld!<br />

Na vier uren bosvaart kom je aan een kampplaats met schuilhut, ingericht door de overheid.<br />

Bij regenval, altijd hevig, is deze 20m² droge grond meer dan welkom. Er is trouwens geen<br />

enkel dorp of gehucht binnen de afstand van 10 uren varen!<br />

Ne een lange dag pagaaien neem je een dwarsgeul en kom je in Bontembe, het dorp van de<br />

Balobo. Deze voorschoot-grote-plek loopt maar om de 36 cà 7 jaar onder water. Elk jaar<br />

wordt met de aangevoerde modder het dorp vergroot en komen er 2 soms tot 5 huizen bij. De<br />

huizen zelf zijn ook nog eens verhoogd, zodat mensen altijd droog zitten. Verderop dient een<br />

stukje zeer vruchtbare humusgrond als tuin. Door er eertijds palmbomen aan te planten<br />

beschikt het dorp nu over een schaduwrijke plaats om te vergaderen of een glaasje ‘nsese’ of<br />

‘nkoko’ wijn te nuttigen.<br />

Hongersnood is er niet. Bananen, maniok, rietsuiker, jam(swortel), verse vis, antilopen- en<br />

wrattenzwijnenvlees…zijn er in overvloed. Vis houdt men trouwens gevangen in fuiken en<br />

wordt gevoederd om er altijd verse bij de hand te hebben. Alles is er op 10 minuten prauwafstand.<br />

Vernuftig is de manier waarop de Balobo, overigens zeer goede jagers, erin slagen apen te<br />

vangen door te profiteren van de nieuwsgierigheid van deze dieren. Een boom aan een geul<br />

houdt maar één dikke tak over die over de geul gebogen met een liaan aan de overkant wordt<br />

vastgemaakt tot een brug. De apen kijken, proberen en gebruiken na enkele dagen de ‘brug’<br />

om het water over te steken. Nu is het wachten in hinderlaag aan de overkant tot er genoeg<br />

apen overgestoken zijn. Jaag ze nu op en laat de brug omhoog zwiepen door de liaan door te<br />

hakken en de apen staan voor het water waar ze niet in durven met de jagers achter zich.<br />

Als de pater er is is er groot feest en komt iedereen na de plechtige hoogmis op zondag een<br />

glaasje palmwijn drinken. Voor de mannen is er dan een extra. Een grote buffelhoorn wordt<br />

tot de rand met wijn gevuld en ieder man mag om beurt deze extra beker leegdrinken. Mij was<br />

het teveel, maar buurman dronk hem in dank leeg.<br />

De Balobo doen alles per prauw. De zondag komen ze naar de hoogmis in hun kleine prauw.<br />

Alle jongens en meisjes hebben er een en zij kennen wat van peddelen. Eén been in de schuit<br />

en het tweede op de rand, zo smal zijn die bootjes.<br />

Op de lange terugweg werd er ’s middags halt gehouden om wat te eten. Om 9 uur ’s avonds<br />

werd de prauw aan een boomstronk vastgemaakt om nog wat te eten en een uurtje te rusten.<br />

Dat rusten moest wel in de prauw, want alles stond onder water. Om 1 uur ’s morgens<br />

vertrokken wij terug en waren vlug opgewarmd. Om drie uur kwamen we aan een voorschoot<br />

vaste grond en konden we een vuurtje stoken en nog een uurtje rusten. Om zes uur in de<br />

morgen mondde onze vaargeul uit in de stroom te Losengo<br />

(vrije vertaling van het artikel van Marcel Debroeck)<br />

59


Uittreksels uit zijn brieven naar <strong>Hoegaarden</strong> geschreven van 1970 tot, begin 1981<br />

'k Kwam gisteren terug van een tiendaags bezoek aan enige dorpen langs de stroom,<br />

stroomafwaarts. Ge maakt u geen gedacht hoe troostvol dat kan zijn als men die mensen ziet<br />

hun geloof beleven. Zo was ik in een dorp waar we een stenen kapel hebben, maar waar moest<br />

aan gewerkt worden. Als de stroom klom, was er 30 cm. water in de kapel (twee maanden<br />

ieder jaar). Ze staken tezamen de handen uit, het dak werd eraf genomen, binnen 60 cm. aarde<br />

bijgebracht, en de muren 75 cm. opgetrokken. De kapel ligt nog open, maar iedere dag bidden<br />

ze er en 's zondags komen ze van de eilanden naar huis om samen te bidden al de gebeden van<br />

de mis onder leiding van één der hunnen. Nu ik er was, was het feest: elke dag een hoop volk<br />

in de mis, vorige zondag plechtige hoogmis, in Latijn het proprium en al de andere zangen in<br />

de volkstaal, met een hele groep die de H. Communie nuttigen. Op zo'n dagen voelt men de<br />

warmte niet en kan men ons Heer dankbaar merci zeggen en denken aan u allen die door uw<br />

gebed voor hen die genade bekwamen. (Februari 1970)<br />

Ik heb mijn neef op bezoek gehad. Hij is hier op een goede 700 km. in 't Noorden. Ik bracht<br />

hem per buitenboordmotor en prauw naar Mbandaka (het oude Coquilhatville), dat is zo'n 220<br />

km. stroomafwaarts.Dat geeft u zo'n gedacht van de afstanden hier. We gaan hier heel<br />

plechtig het feest van het H. Hart vieren, en ik denk dan voor een veertien dagen de dorpen in<br />

het moerasbos te gaan bezoeken. Bid goed voor die mensen, ze zien de priester 2 of 3 maal<br />

per jaar, dat zegt u genoeg hoe broodnodig het gebed is om die mensen te steunen en te<br />

sterken (Juni 1970)<br />

'k Heb zeker reeds veel meer dan 1000 uren in de prauw doorgebracht en ben voor de eerste<br />

maal in het water gevallen, een paar weken terug. Ik viel achterover op een bos<br />

waterhyacinten, met meer dan twee meter water er onder. Met de hulp van één van de roeiers<br />

was ik met een wip terug in de prauw. Ge moet niet vragen of ze er leute mee hadden en voor<br />

ik thuis was, wisten ze het daar al! Nu, einde goed alles goed en ik had mijn brevier kunnen<br />

boven water houden.Ik kwam vanmorgen terug van een bezoek van enige dagen aan een paar<br />

dorpen, ge kunt u geen gedacht geven hoe gelukkig die mensen dan zijn en regelmatig kunnen<br />

we grote mensen en ouderen van dagen aannemen in de schoot der kerk. Ge ziet, uw gebed<br />

brengt zijn vruchten voort. (November 1970)<br />

De stroom is hier ongeveer 15 km. breed. We hebben een grote prauw waar we heel gerust<br />

mogen mee varen. Nog een geluk dat we een buitenboordmotor hebben, die zal de 45 km. op<br />

een goe drie uur doen, met twee zusters, de catechist, een helper en dan de lading. Vroeger<br />

deed ik dat met roeiers en dan moest men onderweg logeren om 's anderendaags in Mobeka<br />

toe te komen. De zusters geven medische zorgen en doen aan huisbezoek en sociale actie. We<br />

zijn een kapel aan het bouwen; de mensen werken goed mee; veel geld kunnen ze niet geven,<br />

mar ook daarvoor doen ze hun best. (Oktober 1971)<br />

't Deed me plezier te lezen dat men mij in <strong>Hoegaarden</strong> nog niet vergeten is. Waarom ik niet<br />

eens terugkom naar België, wel omdat het te gevaarlijk is dat ze toch wel wat zullen vinden<br />

om me daar te houden en om te zeggen dat ik de terugreis niet meer waard ben! En ... ge kunt<br />

u geen gedacht maken hoe nodig ne mens hier kan zijn. Ik kwam vanmorgen thuis van een<br />

bezoek aan de dorpen stroomafwaarts. Ik kon de verste dorpen niet bereiken, mijn<br />

motorprauw was niet in orde. 't Verst bezochte dorp is 75 km. stroomafwaarts; met een<br />

gewone prauw is dat minstens 2 dagen roeien. Ge hebt er geen gedacht van hoe gelukkig die<br />

60


mensen zijn als ze u van verre zien toekomen. In een dorp is onze catechist blind, zijn vrouw<br />

stierf vijf jaar geleden, zijn kinderen zijn allen weg en hij woont in wat wij een<br />

groot'kiekenskot' zouden noemen. Hij kent al de gebeden van buiten en heeft zelfs meer dan<br />

eens een stervende heiden gedoopt. Als ik kan tracht ik hem te helpen, maar zijn dorp is<br />

voorbeeldig en de mensen zien hem graag. Ge verstaat dat ik het niet over mijn hart zou<br />

krijgen die meer dan drieduizend kristenen, met nog evenveel heidenen aan hun lot over te<br />

laten. (December 1971)<br />

Men heeft hier op 11 juni mijn jubilee gevierd. 't Is 50 jaar geleden dat ik de eer en het geluk<br />

had door God tot zij priester te zijn geroepen. God zij dank, ik heb er nooit spijt van gehad en<br />

'k moet ons Heer nog meer bedanken dat Hij mij de gezondheid gaf om in zijn dienst te staan<br />

voor de zielen al die tijd.<br />

... er werden die dag 1500 communies uitgereikt, ons kerk was tweemaal bomvol. (Juni 1972)<br />

'k ben maar weer eens begonnen met de dorpelingen om in hun dorp een kleine kapel te<br />

bouwen in definitief materiaal. Waar er zo'n bedehuis staat bidden de mensen veel beter. Dat<br />

vraagt wel werk maar e helpen goed mee en 'k tracht hun dan te overtuigen dat het 'hun' kapel<br />

is. (November 1972)<br />

Ons mensen maken zich gereed om kerstmis te vieren. Velen onder hen zullen die dagen<br />

vieren ver van alle sacramenten; ze zullen bidden en vieren onder hen en 'k ben overtuigd dat<br />

ons Her hen steunen zal. (December 1972)<br />

Ik heb een nieuwe buitenboordmotor nodig! De vorige heeft wat meer dan 700 uur gevaren en<br />

kan niet meer in aanmerking komen voor het binnenland; het binnenland is van 50 tot 130<br />

km. van de stroom enzo er daar een panne voorkomt!.... Nu zou ik graag die motor willen<br />

aanzien als een gift van <strong>Hoegaarden</strong>. (November 1973)<br />

Ik kan u niet zegen hoe dankbaar ik u ben voor hetgeen ge allemaal gedaan hebt om me te<br />

helpen in ons apostolaat. Waarlijk, we zijn en blijven <strong>Hoegaardiers</strong>, waar men ook zou leven.<br />

Het bewijs daarvan hebt ge geleverd. Wees overtuigd dat mijn mensen, op hun eigen inlandse<br />

manier hun dank en hun vreugde luidruchtig zullen manifesteren. (Februari 1974)<br />

De motor heeft reeds veel dienst bewezen. We hebben reeds meer dan 50 uur varen op de<br />

stroom en overal was het feest. Ze hebben u allen hun dank overgebracht met zang en<br />

tamboer. (April 1974)<br />

we hebben de wijding gehad van onze nieuwe bisschop, een Zaïrees, Mgr. Bolangi. Meer dan<br />

2000 grote mensen, een koor van een paar honderd jongens en meisjes. Er waren vijf<br />

bisschoppen, concelebratie met 35 priesters en paters. 't Was allemaal prachtig, maar ik was<br />

toch blijk terug thuis te zijn. 210km. gaan en 210 km. terug met onze nieuwe moteur! (Juli<br />

1974)<br />

Ik heb nu bijna twee volle maanden alleen gezeten, mijn twee medewerkers waren afezig.<br />

Ene is nu in Europa en de andere is ziek. Wat me op zulke tijd het hardste valt is te denken<br />

aan al mijn mensen van de dorpen die ik niet kan gaan bezoeken. Ons Her en uw gebed zullen<br />

die mensen steunen. (Juni 1975)<br />

61


Kort na Kerstmis was ik naar Gwaka gegaan, met wat onpasselijkheid, maar ginder werd het<br />

erger en ze begonnen erg te vrezen. Maar ons Heer had medelijden en ik genas. Maar ... het is<br />

nog niet gedaan: 'k kreeg bezoek van onze oversten en, tot mijn groot spijt, hebben ze me<br />

streng verboden nog op dorpsbezoek te gaan. 'k Mag absoluut niet meer per prauw gaan<br />

toeren. Mijn helper zal alleen uitgaan om de mensen te helpen en te steunen. Hij zal dat zeker<br />

heel goed doen, maar spijtig genoeg kan hij de sacramenten niet toedienen, wel met hen<br />

bidden en de geestelijke oefeningen leiden. 'k Hoop een jonge priester te zien toekomen om<br />

mijn dorp en werk en apostolaat over te nemen. (Januari 1976)<br />

Wat me erg zwaar weegt is het feit dat de oversten me verboden hebben nog naar de dorpen te<br />

gaan. Ik kan nog de kristenen hier ontvangen, en er zijn dorpen waar we een goede<br />

parochieraad hebben kunnen vormen, zodat er regelmatig gebeden wordt en op zondag zelfs<br />

met een echt sermoen van één der leden. (Februari 1976)<br />

We zijn hier nu met drie: twee Zaïrese priesters en ikzelf. Onze pastoor heb ik nog goed<br />

gekend toen hij zijn lagere school ging eindigen, en de onderpastoor, abbé Emmanuël, heeft<br />

een jaar in Europa geweest, meestal in Rome. Het is een flinke werker. Hij zal na Pasen een<br />

paar dorpen naar benedenstroom bezoeken; 'k ben overtuigd dat het goed zal gaan.<br />

Onze parochie van Mankanza telt bij de 4.000 kristenen, maar dan hebt ge nog ongeveer<br />

3.000 kristenen in de dorpen verspreid. Al de dorpen zijn waterdorpen, enige liggen zelfs in<br />

het moerasbos, langs smalle waterwegen die door het bos kruisen. Ik zal ze nu minder kunnen<br />

bezoeken. Moge de Heer het werk zegenen van mijn collega hier. (April 1976)<br />

'k Ben voor 't ogenblik alleen voor de hele missie: onze pastoor is sedert een paar maanden<br />

ziek, en naar Kin vertrokken. Mijn medehelper is een eersteklas flinke werker, heeft reeds<br />

verscheidene dorpen bezocht, maar is nu moeten naar studievergaderingen gaan. Ge maakt er<br />

u geen gedacht van hoe goed het doet nog dienstbaar te kunnen zijn in 's Heren handen.<br />

(Augustus 1976)<br />

Pater Marcel kende nog de grote vreugde van '100 jaar kerk in Zaïre' te Mankanza, gevierd in<br />

februari 1981<br />

In zijn laatste brief beschrijft hij opgetogen de voorbereidingen van het grote feest<br />

Reportage van de feestelijkheden (uit een Zaïrese krant)<br />

De pauselijke nutius, verscheidene bisschoppen en president<br />

Mobutu brachten hulde aan al de pioniers van de eerste<br />

evangelisatie in het evenaargebied.<br />

Pater Marcel heeft nog drie van de vijf pioniers gekend. Het eerste kerkje<br />

dat toen te Mankanza gebouwd werd heeft hitte, regen<br />

en storm getrotseerd.<br />

Zijn neef die bij hem was toen hij stierf schreef: ‘Hij werd begraven tussen zijn gelovigen, op<br />

de plaats die hij zelf gekozen had. Hij werd door zijn christenen zeer goed verzorgd, met een<br />

toewijding die wij, Europeanen, moeilijk kunnen of willen opbrengen. Hij was een missionaris<br />

in de echte zin van het woord en is trouw aan zijn ideaal gebleven tot het laatste uur.’<br />

(met dank aan Marthe Dayers zaliger gedachtenis)<br />

62


Mgr Nkinga bij paus Joannes Paulus II<br />

Mgr Nkinga Bondala, bisschop van<br />

het bisdom Kolé, is in mei 1982 op<br />

bezoek gekomen te <strong>Hoegaarden</strong>.<br />

Marcel Debroeck was zijn leraar<br />

geweest en de bezieler van zijn<br />

priesterroeping en zijn priesterleven.<br />

Toen hij voor het geboortehuis stond<br />

van Marcel Debroeck in de Pastorijstraat 32 knielde hij<br />

en kuste de eerste stenen trap voor de ingangsdeur<br />

63


Boesmans Jeanne<br />

Missiezuster in India<br />

Rond het graf van de stichtster, de tiende van links te beginnen is Jeanne<br />

64


Boesmans Jeanne ‘Zuster Guiberte’ (Goetsenhoven 11.07.1935)<br />

Werd geboren te Goetsenhoven op 11 juli 1935, gemeente waar ze de lagere<br />

school volgde en lid was van de Chirojeugd. Middelbaar onderwijs genoot<br />

Jeanne te Tienen.<br />

Een nieuwe thuis werd gevonden te <strong>Hoegaarden</strong> in de Kalverstraat 49 vanaf<br />

1952. Te <strong>Hoegaarden</strong> werd Jeanne lid van de K.A.J.<br />

Op 24-jarige leeftijd is ze ingetreden bij de Zusters missionarissen van het<br />

Onbevlekt Hart van Maria (I.C.M.), een missiehuis te Heverlee dat beter gekend<br />

is onde de naam van ‘De Jacht’.<br />

Op 15 november 1961 werd ze geprofest en nam ze de naam aan van ‘Zuster<br />

Guiberte’. Om haar moeder te eren had ze de naam Bertha gekozen, maar gezien<br />

die naam al eens voorkwam koos ze voor een roepnaam die het best aansloot:<br />

Guiberte.<br />

Ze werd in 1962 naar de<br />

kloostergemeenschap te Roeselare gezonden<br />

om daar in de verpleegsterschool de<br />

opleiding kinderverpleegster te volgen en er<br />

een tijd te werken in de pediatrie.<br />

En dan kon ze eindelijk naar de missies<br />

vertrekken. Op 1 november 1970 vertrok ze<br />

uit Zaventem met bestemming India. Ze werd<br />

kinderverpleegster missionaris in het St. Joseph’s Hospital Pandyro Nogar in<br />

Dindigul, Zuid-Indië.<br />

65


Teruggeroepen naar<br />

België in 1978 moest ze<br />

mee instaan voor de<br />

verzorging van bejaarde<br />

zusters. Tot 1991 deed<br />

ze dit in Heverlee en<br />

van dan tot heden in de<br />

kloostergemeenschap<br />

van Kessel-Lo.<br />

Zaterdag 31 mei 1997 vierde 'De Jacht van Heverlee' z'n eeuwfeest. De Jacht, zo<br />

heet in de omgang de congregatie van de Zusters Missionarissen van het<br />

Onbevlekt Hart van Maria, afgekort ICM-zusters. Het begon met Marie-Louise<br />

De Meester uit Roeselare, die in 1897 met één helpster naar India trok om er<br />

voor verlaten kinderen te zorgen. Nu telt de congregatie zo 'n 1.000 leden in alle<br />

continenten. De jongste stichting gebeurde in Mongolië, op verzoek van de<br />

regering. Sinds het Tweede Vaticaans Concilie ging de congregatie zich nog<br />

uitdrukkelijker toeleggen op werk bij armen, marginalen, uitgebuite mensen.<br />

De Jacht te Heverlee<br />

66


Genealogische schets<br />

Boesmans David - Soetemans Maria<br />

Boesmans David °10-11-1875 +08-03-1929<br />

Soetemans Maria °17-12-1877 +28-11-1968<br />

Boesmans Jean °03-03-1901 +28-08-1986<br />

Wuyts Cornelie Celena °10-05-1904 +30-09-1992<br />

Boesmans Adèle °14-09-1927 +18-10-1982<br />

Sonval Oscar °27-08-1922 +23-01-1999<br />

Sonval Jacques °31-12-1956 +<br />

Budenbender Angelika °26-01-1957 +<br />

Bottu Ann °02-03-1962 +<br />

Sonval Sascha °11-01-1989 +<br />

Sonval(Vaes) Shana °09-04-1993 +<br />

Sonval Marie-Anne °19-11-1963 +<br />

Smets Dominique °16-03-1960 +<br />

Smets Joke °02-06-1990 +<br />

Smets Katrien °02-09-1992 +<br />

Boesmans Jules °08-05-1904 +13-07-1985<br />

Vanosmael Marie Barbe °06-07-1901 +17-07-1995<br />

Boesmans Robert °01-06-1926 +<br />

Bueken Irma °09-05-1929 +<br />

Boesmans Rita °29-05-1954 +<br />

Lochie Jules °03-02-1950 +<br />

Lochie Andy °27-03-1979 +<br />

Lochie Nico °12-08-1982 +<br />

Boesmans Cesar Corneille °21-11-1906 +22-10-1976<br />

Bex Maria-Léonia °25-02-1908 +24-05-1941<br />

Celis Julia °01-06-1909 +<br />

Boesmans Simone °25-07-1939 +<br />

Kennes Jacques °30-09-1930 +<br />

Kennes Pascale °08-04-1961 +<br />

Matthieu Pascal °19-04-1963 +<br />

Matthieu Jean °06-10-1992 +<br />

Matthieu François °18-09-1995 +<br />

Kennes Didier °07-09-1967 +<br />

Maroquin Yasmina °12-03-1966 +<br />

Kennes Sarah °14-01-1999 +<br />

Kennes William °28-09-2000 +<br />

Boesmans Alphonse °15-06-1909 +19-12-1995<br />

Richelle Marie Bertha °24-03-1908 +16-07-1992<br />

Boesmans Jeanne °11-06-1935 +<br />

Boesmans Simone °12-01-1945 +<br />

Hendrickx Jozef °15-01-1953 +<br />

Boesmans Elvire °29-08-1914 +18-04-19<br />

Placlet Emile °09-07-1913 +06-02-1980<br />

Placlet Maria °26-09-1938 +<br />

Smets Henri °26-04-1938 +<br />

Smets Dirk °18-03-1969 +<br />

Smets Anja °12-11-1972 +<br />

Bronckaerts Mario °15-10-1973 +<br />

Placlet Marthe °17-06-1940 +<br />

Renders Jacobus °06-02-1936 +<br />

Renders Carine °18-08-1959 +<br />

Celis Raymond °21-05-1952 +<br />

Celis Daisy °12-03-1980 +<br />

Renders Luc °05-09-1962 +<br />

Lebegge Hilde °26-01-1965 +<br />

Renders Elien °13-02-1989 +<br />

Renders Louise °08-03-1991 +12-03-1991<br />

Renders Lara °03-11-2000 +<br />

Renders Anita °24-12-1964 +<br />

67


Janssens Camille °22-08-1957 +<br />

Janssens Evelien °15-12-1987 +<br />

Janssens Tom °08-12-1990 +<br />

Renders Ronny °01-07-1976 +<br />

Placlet Rosa °01-01-1943 +<br />

Duchenne Andre °01-05-1942 +<br />

Duchenne Marleen °16-09-1967 +<br />

Aelbrecht Jean °03-12-1962 +<br />

Aelbrecht Kathleen °28-04-1992 +<br />

Aelbrecht Maarten °22-11-1996 +<br />

Duchenne Ann °04-07-1972 +<br />

Ingels Mario °28-06-1971 +<br />

Placlet Andre °13-11-1945 +<br />

Nys Marie-José °04-07-1946 +04-07-1978<br />

Placlet Chantal °09-06-1968 +<br />

Ickx Peter °19-09-1969 +<br />

Ickx Lotte °18-12-1998 +<br />

Ickx Sander °10-01-2000 +<br />

Placlet Linda °10-11-1969 +<br />

Vermeulen Koenraad °17-06-1965 +<br />

Vermeulen Elke °23-04-1994 +<br />

Vermeulen Kato °14-01-1998 +<br />

Placlet Jean °23-06-1957 +<br />

Barbier Miranda °02-07-1958 +<br />

Paenhuyzen Maria °29-07-1947 +04-12-1992<br />

Placlet Willy °13-04-1959 +<br />

Claes Ann °13-03-1959 +<br />

Placlet Melissa °18-11-1988 +<br />

Boesmans Oscar °13-05-1916 +18-12-1970<br />

Delhasse Juliette °16-06-1912 +10-12-1998<br />

Boesmans Roger °20-06-1948 +24-05-1991<br />

Favaits Anne °13-11-1949 +<br />

Boesmans Vincent °20-11-1973 +<br />

Fadeur Josiane °18-11-1964 +<br />

Boesmans Laurent °26-01-1976 +<br />

Collin Cindy °26-01-1977 +<br />

Boesmans David Soetemans Maria<br />

68


Boesmans Alphonse – Richelle Marie<br />

Boesmans Alphonse Richelle Marie<br />

°15-06-1909 +19-12-1995 °24-03-1908 +16-07-1992<br />

69


Boesmans Simonne Boesmans Jeanne<br />

°12-01-1945 °11-06-1935<br />

Kalverstraat 49 Kalverstraat 47<br />

70


Intrede bij de zusters van de Jacht, de professie van Jeanne<br />

71


Genealogische schets Vander Velpen-Lodewijckx te <strong>Hoegaarden</strong><br />

72


Edouard Vander Velpen en Clemence Lodewijckx<br />

Edouard Vander Velpen (<strong>Hoegaarden</strong> 1843-1934), was zoon van Henri Vander Velpen x<br />

1840 Marie Françoise Vandael (Van Dael), allebei geboren en getogen te Molenbeek-<br />

Wersbeek.<br />

Zijn echtgenote Clemence Lodewijckx(<strong>Hoegaarden</strong> 1865-1938), was dochter van Leopold<br />

Lodewijckx, geneesheer en burgemeester van <strong>Hoegaarden</strong>, en van Rosalie Lucion, afkomstig<br />

van Luik.<br />

Hun huwelijk ging door te <strong>Hoegaarden</strong> in 1886.<br />

Edouard Vander Velpen had zich gevestigd als leerlooier te <strong>Hoegaarden</strong> in opvolging van zijn<br />

vader die jong was overleden.<br />

Het echtpaar werd gezegend met 13 kinderen waarvan er twee op zeer jonge leeftijd<br />

overleden.<br />

Edouard Vander Velpen was voorzitter van de kerkfabriek van <strong>Hoegaarden</strong><br />

A Broers en zusters Vander Velpen:<br />

1 Quirinus (1841-1841)<br />

1 Julie (17.06.1841-08.09.1928), bleef ongehuwd en had een succesvolle wijn- en<br />

tabakshandel te <strong>Hoegaarden</strong>.<br />

2 Edouard (31.05.1843-16.11.1934) x 20.01.1886 Clemence Lodewijckx<br />

3 Anastasie (26.04.1845-10.10.1915) x 1868 Evrard Theyskens (Rillaar 1841-1908)<br />

4 Félicité (04.03.1847-26.10.1881), bleef ongehuwd<br />

5 Charles (25.12.1848-17.04.1924), leerlooier te Waremme x Elisa de Thier (1844-<br />

1939), kinderloos<br />

73


B Broers en zusters Lodewijckx, de kinderen van Lodewijckx Leopold (Hoeg.<br />

01.10.1831 x Lucion Rosalie Victoire (Luik 06.02.1836), dokter in de geneeskunde<br />

1 Louise (20.11.1859-26.07.1909), bleef ongehuwd te <strong>Hoegaarden</strong> wonen. Zij was een<br />

gediplomeerde onderwijzeres en een zeer gecultiveerde persoonlijkheid, energiek, radicaal in<br />

haar principes en zeer gelovig. Zij heeft gezorgd voor de opvoeding en het onderwijs van de<br />

oudste kinderen Lodewijckx en Vander Velpen. De lessen werden de ene dag gegeven inhet<br />

huis Lodewijckx, de andere dag in het huis Vander<br />

Velpen. Haar lessen werden op een zeer originele<br />

manier gegeven. Wandelingen en reizen maakten<br />

inherent deel uit van haar programma. Op het<br />

einde van haar leven was ze zich zeer bewust van<br />

de ziekte die haar ondermijnde (kanker), maar<br />

toch had ze nog de moed en de devotie om een<br />

grote pelgrimstocht te maken naar de heilige<br />

plaatsen in Palestina. Ze is er dolgelukkig van<br />

thuisgekomen. Enige tijd na haar terugkeer heeft<br />

de ziekte het overwicht behaald. Gedurende twee<br />

maanden bedlegerigheid heeft ze veel afgezien.<br />

Op 26 juli 1909 is ze overleden. Op haar<br />

doodsprentje staat het gebed dat ze graag bad toen<br />

ze haar einde voelde naderen:<br />

“Mon bon Jésus que j’aime si ardemment, exaucez<br />

ma prière: Faites que mes yeux après avoir vu la<br />

Jérusalem terrestre, puissent contempler la<br />

Jérusalem céleste.” (Barmhartige Jezus, U die ik<br />

zo diep liefheb, verhoor mijn gebed : Zorg ervoor<br />

dat mijn ogen, nu ze aardse Jeruzalem gezien<br />

hebben, het hemelse Jeruzalem mogen<br />

aanschouwen.)<br />

2 Jules (Hoeg. 01.07.1862-1934), geneesheer te <strong>Hoegaarden</strong>, x Clemence<br />

Vanhagendoren (1866-1951) (afstamming zie 2 de generatie)<br />

3 Clémence (Hoeg. 10.11.1865-1938) x Edouard Vander Velpen, (zie hoger)<br />

4 Emile (Hoeg. 11.10.1867-1937), geneesheer te <strong>Hoegaarden</strong>, x Marie Maes (1873-<br />

1951)<br />

5 Hélène (Hoeg. 04.11.1869-1939) x Henri Godin (1866-1939), afkomstig van Perwez<br />

(afstamming zie 2 de generatie)<br />

6 Felix (Hoeg. 23.01.1874-04.01.1877)<br />

74


2 de generatie<br />

A De kinderen van Edouard Vander Velpen x Clemence Lodewijckx<br />

1 Maria Edouard (<strong>Hoegaarden</strong> 08.09.1887-16.07.1978), werd Zuster Francisca van<br />

de Zusters van de Vereniging met het H.Hart van <strong>Hoegaarden</strong>/Nivelles/<strong>Hoegaarden</strong><br />

2 Marie Charlotte Rosalie (<strong>Hoegaarden</strong> 04.10.1888-24.05.1986) x 1914 met Georges<br />

Grolaux (1889-1960)<br />

3 Marie Anne Julie (<strong>Hoegaarden</strong> 31.10.1889-Vieux-Sart (Courroy-le-Grand)<br />

01.08.1983), werd religieuze bij de zusters van de H. Familie van Bordeaux (Talence,<br />

10.03.1921; Parijs, dec.1923; Nantes, 1923-36; Antwerpen, overste 1936-48, assistente<br />

1948-51; Lessines, 1953-4; Parijs, 1957)<br />

4 Louise Anne Marie(<strong>Hoegaarden</strong> 26.07.1891-Luluaburg (Congo) 31.10.1954, ging<br />

als lekenverpleegster naar Belgisch Congo, werkte er als dusdanig gedurende 5 jaar;<br />

terug in België trad zij binnen in de Karmel van Matagne la Petitie; enkele jaren later<br />

ging zij terug naar de kolonie in de Karmel van Kabwé; zij overleed in de kliniek van<br />

Luluaburg in 1954.<br />

5 Emile Edouard (<strong>Hoegaarden</strong>08.04.1893-05.09.1978), oudstrijder van 1914/18, x Irma<br />

Tomsin (09.08.1893-12.04.1974), nam de leerlooierij van zijn oom Charles over in Waremme<br />

6 Hélène Marie Jeanne (<strong>Hoegaarden</strong> 18.05.1895-06.01.1981)., Soeur Ignace du<br />

Sacré-Coeur. Zuster van de Providence in Champion en missionaris in Colombië (Zuid<br />

Amerika). (Champion, 1920; Beau-Vallon; Herentals, 1933-9; Tervuren, 1939-41;<br />

Gevangenissen van Vorst en St.Gillis, 1941-3, missionaris in Columbië, 1947-74)<br />

7 Gabrielle (<strong>Hoegaarden</strong> 30.01.1897-07.09.1978) x Gustave Antoine, weduwnaar met<br />

twee kinderen:<br />

8 Elisabeth (<strong>Hoegaarden</strong> 10.05.1898-Vieux-Sart 23.03.1984), Soeur Marie Camille,<br />

Zuster van de H.Familie van Bordeaux, een veertigtal jaren missionaris in Basutoland<br />

(Lesotho)<br />

9 Marie Alice (<strong>Hoegaarden</strong> 07.01.1900-24.02.1900)<br />

10 Joséphine (<strong>Hoegaarden</strong> 16.02.1901-28.08.1979) x Louis Nihoul en wonen te<br />

Waremme<br />

11 Henri (<strong>Hoegaarden</strong> 22.01.1903-Sterrebeek 17.05.1990) x Aline Fillé<br />

12 Joseph (<strong>Hoegaarden</strong> 24.07.1905-Scherpenheuvel 05.01.1988), pastoor te Bovenlo,<br />

Auteur van de ‘geschiedenis van <strong>Hoegaarden</strong>’ (1959, 1981)<br />

13 Een kindje geboren in juli 1908 en dat maar enkele uren geleefd heeft<br />

75


Maria Vander Velpen (zuster Francisca)<br />

Woonst familie Vander Velpen (toen en nu, Dotremontstraat)<br />

B Kinderen van Anastasie Vander Velpen x Evrard Theyskens, gemeentesecretaris<br />

te Rillaar; zij woonden te Rillaar<br />

1 Maria (03.09.1868), overleden dezelfde dag<br />

2 Alphonsine (1869-1957), bleef ongehuwd<br />

3 Irène ( (1871-1945), bleef ongehuwd<br />

4 Céline (1873-1881)<br />

5 Ernest (1875-1906), was notaris en bleef ongehuwd<br />

6 Raymond (1877-1881)<br />

7 Maria ( 1879-1953) x Louis Goidts (1878-1955of 1953), <strong>Hoegaarden</strong> waar zij de<br />

handel van hun tante Julie Vander Velpen verder zetten<br />

8 Charles (1881-1966), kanunnik bij de Norbertijnen te Averbode; is meer dan 30<br />

jaar missionaris geweest in Brazilië<br />

76


9 Edouard (1882-1946), looier te Rillaar x Lucie Genicot (1886-1973)<br />

10 Albéric (1881-1965), diocesaan priester; was gedurende meer dan 40 jaar<br />

aalmoezenier van de Vlaamse landbouwers in het noorden van Frankrijk<br />

11 Joseph (1885-1971), x Renée De Haes (1893.1963), gemeentesecretaris van Rillaar xx<br />

NN.<br />

12 Clément (1886-1971), oudstrijder, x Louise Renaux (1899-1968)<br />

13 Augusta (1888-1968), bleef ongehuwd<br />

14 Jules (1890-1973), Jezuïet, was missionaris in Indië; is om gezondheidsredenen<br />

naar België teruggekeerd en heeft onderwezen aan het St-Ignatiusinstituut te<br />

Antwerpen; hield zich ook bezig met tal van goede werken, o.a. dat van de daklozen<br />

C Familie Jules Lodewijckx-Vanhagendoren (<strong>Hoegaarden</strong>)<br />

1 Charles (Hoeg. 1889-1961?), bleef ongehuwd, oud-koloniaal<br />

2 Leopold (Hoeg. 1890-1970) x Clemence Meeus, geneesheer en burgemeester van<br />

<strong>Hoegaarden</strong>, kinderloos<br />

3 Edouard (Hoeg. 1892-1936), geneesheer te Jodoigne, bleef ongehuwd<br />

4 Emile (Hoeg. 1894-?) x Elise Meeus, bankdirecteur te <strong>Hoegaarden</strong>:<br />

van wie: Charles en Marie-Clemence<br />

5 Marie-Louise (Hoeg. 1898-1960) x Paul Leclercq, kinderloos<br />

77


D Familie Emile Lodewijckx-Marie Maes (<strong>Hoegaarden</strong>)<br />

1 Bertha (Hoeg. 07.06.1896-12.12.1969), zuster Odile van de Vereniging met het<br />

H.Hart te <strong>Hoegaarden</strong>, was jarenlang verpleegster-missionaris in Congo<br />

2 Jeanne (Hoeg. 1897-1966), bleef ongehuwd<br />

3 Albert (Hoeg. 1899-?) x Leona Vandevoorde,geneesheer in Congo, kinderloos<br />

4 Henri (Hoeg. 1900-1972) x Emma Vanderwegen,veearts en burgemeester van<br />

Bierbeek<br />

5 Leon (Hoeg. 1903-?) x Simone Poels, chirurg-gynaecoloog te Vilvoorde<br />

6 Ernest (Hoeg. 1905-1973), diocesaan priester, aalmoezenier St-Pietershospitaal te<br />

Brussel<br />

7 Irène (Hoeg. 20.10.1907),<br />

zuster van de Vereniging met<br />

het H.Hart te <strong>Hoegaarden</strong>; was<br />

missionaris in Congo<br />

8 Maria (26.09.1909) x<br />

Gustaaf Herbots<br />

Irène Lodewijckx<br />

Figuur 1Marie en Irène Lodewijckx<br />

78


E Familie Godin-Lodewijckx<br />

1 Henri (1895-1963) x Aline Nihoul (07.10.1896-17.02.1928)<br />

xx Adèle Mertens<br />

gedelegeerd bestuurder van fabriek te Beerse, oudstrijder (afstamming zie 3 de generatie)<br />

2 Germaine (1897) x Lucien Ruelle,territoriaal beheerder in Congo<br />

3 Paul (1900-1939) x Juliette Fayen<br />

Al sinds juli 1880 (!) gaf de familie Lodewijckx/Vander Velpen een familietijdschrift uit,<br />

blaadje dat de eerste jaren met de hand op het benodigde aantal exemplaren werd gekopieerd.<br />

Uit de jaargangen 1957 en 1958 halen we de onderstaande uitreksels om een idee te geven<br />

van de rijke inhoud van dit maandschrift. Het is een eersteklas bron voor het volgen van de<br />

missionarissen van de familie.<br />

Zusters Vander Velpen thuis<br />

Zuster Maria-Camilla (Elise Vander Velpen) kwam sinds haar vertrek in 1923 voor de 1 ste<br />

maal terug uit Basoetoland (Z-Afrika); moeder Ignatia (Helena Vander Velpen) is na 10 jaar<br />

terug uit Columbia; en zuster Marie-Edouard (Anna Vander Velpen) is uit Parijs mogen<br />

komen bij deze gelegenheid; en zuster Francisca (Maria Vander Velpen) is te <strong>Hoegaarden</strong><br />

kloosterzuster; broer J. Vander Velpen zal op zondag 11 maart 1957 een plechtige dankmis<br />

opdragen in de parochiekerk te <strong>Hoegaarden</strong>.<br />

Op 17 december 1957 arriveerde zuster Ignace, Helena Vander Velpen te Melsbroek, zij<br />

was 10 jaar aan een stuk werkzaam geweest als missiezuster in Columbia.<br />

Zij landde op Melsbroek en zag er stralend uit, zij was gelukkig terug bij haar familie te zijn.<br />

De reis was rustig verlopen. De 15 de opgestegen in Cali en met tussenlandingen te<br />

Barranquila, Carthageno, Curacao, de Azoren en Lissabon. Maandag de 17 de was ze tussen 17<br />

en 18 uur in België.<br />

Nu moet ze naar het klooster te Champion voor het kapittel. En in januari zal ze dan de<br />

familie kunnen bezoeken<br />

In 1958 was zuster Odile, Bertha Lodewijckx terug van de missie van Kingunji in Congo.<br />

Rond 15 september zou ze terug vertrekken als passagier meereizend op een Noorse cargo. De<br />

eerste zondag van oktober was het Vlaamse kermis bij de zusters te <strong>Hoegaarden</strong> ten voordele<br />

van hun missies.<br />

Wanneer een zuster vertrok naar de missies werd er ook een omhaling gedaan in de<br />

zondagsmissen in de parochiekerk.<br />

Elk jaar organiseerden de zusters van Mariadal ook nog eens een tombola ten voordele van<br />

hun missiewerk.<br />

79


ZusterMaria Camilla, Elise Vander Velpen, die ook in dat jaar 1957 terug was uit<br />

Basoetoland (Zuid-Afrika), werd in het familieblad vereerd met een lied, gecomponeerd door<br />

een familielid: ‘Aan onze dierbare tante Elise’. Zij was vertrokken in 1923, 34 jaar geleden!<br />

Louise Vander Velpen die als lekenhelpster-verpleegdter mee vertrokken was naar Congo<br />

met de eerste zusters van Mariadal in 1926, is naderhand naar België teruggekeerd. Zij trad in<br />

bij de Karmelietessen. Zo wou ze in 1934 met medezusters terug naar Congo gaan om er de<br />

eerste Karmell te stichten in Kabwé, voor inlandse zusters.<br />

Wegens ziekte moest ze tot haar grote spijt verstek laten gaan. Begin oktober 1936 kon zij<br />

toch afreizen naar Congo.<br />

80


Louise vond dat ze nog beter werk kon leveren voor de inlanders door een contemplatief<br />

leven te leiden van gebed en versterving.<br />

Kopie van de doodsbrief naar de familie gestuurd door de Karmel van Kabwé<br />

81


Het thuisfront in actie voor de missies<br />

De eeuwfeeststoet van 1930, een groep zwarten uitgebeeld door de leerlingen van<br />

Mariadal<br />

Fancy fair (Vlaamse kermis t.v.v. de missies<br />

82


Fancy fair ofte Vlaamse kermis in Mariadal ten voordele van de missies<br />

83


In 1927<br />

De missienaaikring<br />

Van links naar rechts Marthe Gilis, Maria Van Winkel, Maria Gilis, Julia Ausloos, Alice<br />

Gilis, Jeanne Lodewijckx, Jeanne Drochmans en Maria Loriers (staand)<br />

(zittend) zuster Ignace, zuster Marcelle, Louise Vander Velpen en Rachelle Moens<br />

Rond 1930<br />

Marthe Gilis, Maria Van Winkel, Rachelle Moens, Maria Gilis, Irène Lodewijcks, Adèle<br />

Seneberg, Gabriëlle Vander Velpen (staand)<br />

Paula van Winkel, Jeanne Drochmans, zuster Marcelle, Louise Vander Velpen, zuster Ignace,<br />

Marie Loriers, Julia Ausloos en Alice Gilis (zittend)<br />

84


De hobbyclub<br />

Aan het werk voor de missies<br />

Anna Vandenbergh, Rosa Dassy, Lisa Vermeulen, Palmyre Finoulst, Juliette Finoulst,<br />

Germaine Matthijssens, Yvonne Schoofs, Maddy mathieu, Jeanne Emanuel, Maria Lebegge<br />

(van links naar rechts)<br />

Lucienne Godfroid, Maria Gilis, Georges Finoulst, Eugeen, Emma Hardiquest, Georgette<br />

Vanhemelen, Blandine Finoulst (van links naar rechts<br />

85


In 2002<br />

Blandine Finoulst, Lisa Vermeulen, Palmyre Finoulst en Maria Gilis<br />

Maria Gilis, Marie-Louise Poot, Marthe Vanhulst en Aline Nicolaes<br />

86


Naar Congo met Zuster Marie-Lucie, 1946-1994<br />

I De reis<br />

II Les in Kikongo<br />

III Basuku-Bambala-Batsambe<br />

IV Begin école ménagère<br />

V Eeuwige geloften + zes dagen<br />

VI Komst van pater Thienpont en eerste mis van Louis Nioka<br />

VII De nationale dag: 21 juni<br />

VIII De eertse politiek<br />

IX Kikata<br />

X Bezoek van een administrateur<br />

XI Het legioen<br />

XII De maandelijkse samenkomst in Kimbimbi en Mosmbo<br />

XIII De grote vergadering met de slang<br />

XIV Vorming van monitrisen<br />

XV Mwana mfumu.<br />

XVI Catechumenaten in de dorpen<br />

XVII Rita<br />

XVIII Uurrooster van een dag in een dorp<br />

87


XIX Musukututa<br />

XX Het oud vrouwtje van Butenole<br />

XXI Joseph<br />

XXII Doop van Lumengo Lucie te Mutubu<br />

XXIII Retraite aan de oudjes van Tata David<br />

XXIV De grote hongersnood<br />

XXV De drukkerij<br />

XXVI Oorlog tegen de hongersnood 1977-83<br />

XXVII Pater in de brand<br />

XXVIII Brug over de Lukula<br />

XXIX Voorbereiding van 2.000 vormelingen<br />

XXX De parochiezaal<br />

XXXI St Vincentius a Paulo<br />

I De reis<br />

Het blijde nieuws kwam van het ministerie van Koloniën. Z. Marie -Alphonse en Z. Marie-<br />

Lucie mochten op 31 maart 1946 vertrekken met een DC4.<br />

Bijna niemend kon het geloven want heel wat oud-kolonialen waren nog aan het wachten om<br />

terug naar onze kolonie te kunnen vertrekken. Mère Lamberta was pater Janssens gaan<br />

opzoeken in Brussel. Hij was toen provinciaal en had 'aan het koordje' getrokken.<br />

We vertrokken in de namiddag naar Melsbroek, waar de papieren werden geregeld. Het<br />

inschepen gebeurde in Evere. De familie deed zoals wij: de bus nemen tussen de twee<br />

luchthavens. Het avondmaal zouden we in Alger gebruiken en het ontbijt was voorzien in<br />

Point Noir. Ndgili bestond nog niet en we landden op het vliegveld van Ndolo. We werden in<br />

een aoto gestopt en we waren op weg naar de stad, bij de zusters van de Jacht (geen plaats).<br />

Dan maar verder naar de Franciskanessen. Dat was aan de Poel gelegen op ca. 10 kilometer<br />

van Scheut Ste Anne, niet ver van de Kongostroom. Het waren acht dagen van rusten,<br />

wandelen en gewoon worden aan de warmte.<br />

Goed nieuws: de Berwin vertrekt maandag voor Luluabourg. Men gaat tot Banningville en<br />

daar neemt men een boot voor Kikwit. Wanneer? Aho!!<br />

De Berwin is een stoomboot met een draaiwiel langs achter, veertigtal passagiers, 2 paters en<br />

dus dagelijks mis in het salon. Blanke kapitein met zijn vrouw en goed verzorgde tafel; 's<br />

morgens poriten.<br />

De Kongostroom (08.04.1946)...de oevers zijn bijna onzichtbaar. Men zou zeggen dat na een<br />

dag varen hij nog verbreedt. En 's avonds kwamen we aan de monding van de Kwa kennis<br />

maken met de Kwamonth (van ver) en we steken rechtsaf. Maar de Kwa is even breed als de<br />

Kongo. Die woensdag (10.04) is er op de linkeroever water en nog water, de Fimi werpt zich<br />

in de Kwa, en weldra zou op de zuideroever ook maar water te zien zijn, want de Kwango,<br />

nadien de Kasai en de Kwilu monden uit in de Kwa. Hoe vindt de kapitein zijn weg?<br />

Op donderdag (11 april ) rond de middag is Banningville in het zicht (thans Banbundu). De<br />

paters staan te wachten en brengen ons bij de zusters, Soeurs de Charité van Namur. Goede<br />

ontvangst. Ik krijg de verloskamer als slaapkamer. We mogen een bad nemen maar het water<br />

moet in het bad blijven, het moet dienen om het linnen te weken!!!<br />

Terug wachten tot dinsdag (16.04) en zo vieren we onze eerste Palmzondag in de kerk vol<br />

volk, maar schaars gekleed. Daar zag ik voor het eerst pater Thijsmans, die ik later meermaals<br />

zou ontmoeten op het secretariaat van het bisdom. Dinsdag (16.04) van de Goede Week vangt<br />

onze laatste tocht aan. Een bootje met draaiwiel als stuwkrachten twee kajuitjes voor ons drie.<br />

88


Z. Françoise van de Sœurs de Charité van Namur komt mee tot Kikwit. Z. Marie-Alphonse en<br />

ik slapen samen. Voor eten moeten we zelf zorgen, maar we krijgen een boy. Hij kan koken,<br />

wassen en strijken. Brood hebben we bij voor drie dagen. De eerste dag hadden we een duif,<br />

die werd in drie verdeeld en we hadden 'vers vlees'. de rest van de reis zouden we met 'blikjes'<br />

doen. We hadden twee witte kleren bij en waren reeds 16 dagen op weg. Hoog tijd om de was<br />

te doen. Gelukkig waren onze nachtkleren in grauw katoen, lang tot aan de enkels en met<br />

lange mauwen. Samen met hemden, model 'moyen âge' en broeken open en tot aan de knie (al<br />

had ik ze op het noviciaat al 20 cm verkort), gingen we aan de was met onze boy. Terwijl de<br />

boot stil lag ging hij aan de oever op de rots aan het schuimen en aan 't kloppen. Spoelwater<br />

was er in overvloed en ....heel de was werd rond het dek opgehangen. 't Waren allemaal witte<br />

vlaggen. En wij, wij wandelden in ons nachtkleed, dat later wel een beurt zou krijgen. Onze<br />

boy had een kleermakersstrijkijzer en hij streek perfect.<br />

Donderdag, Witte Donderdag rond twaalf uur toont de kapitEin in de hoogte, gebouwen. 'De<br />

missie' zegt hij. Het was Beno, gelukkig! We zaten zonder een kruimeltje brood en het bootje<br />

legde zich vast aan de oever. De plank werd gelegd en we mochten op vaste grond. Nu<br />

klimmen. We werden boven verwacht. Ze hadden onze bananenboot zien aanleggen. Het<br />

waren 'Les Dames de Saint-André'. De vriendelijkste van de groep was Mère Eliane de<br />

Patoul, met wie ik later heel wat avonturen zal meemaken.<br />

We kregen eten en brood voor de verdere reis. Altijd verder gaat het stroomopwaarts:<br />

Bulunga...Pindi...Tango... We krijgen nijlpaarden te zien, die hun kop boven water steken om<br />

ons te groeten wanneer ze ons kruisen.<br />

Paaszaterdag. 'Kapitein, morgen is het Pasen, tracht een missie te bereiken om de mis bij te<br />

wonen.' Hij stelt ons gerust. morgenvroeg zullen we landen te Leverville. De Kwenge mondt<br />

uit in de Kwango tussen Leverville Soa en Leverville Lusanga. Onze kapitein steekt de<br />

monding over en we ankeren in Soa. Een auto kwam ons halen. We reden Soa voorbij en<br />

staken de Kwengo over met een veerpont, om aan te komen te Lusanga, waar Z. Françoise<br />

haar medezusters vond. Zij hadden het groot hospitaal van de Lever onderneming. In Soa<br />

waren het de zusters van Ste Marie, ook van Namur.<br />

Kerk vol volk, daarna ontbijt en we hoorden heel ver de boot roepen. De kapitein was wat<br />

zenuwachtig, want hij wou die dag nog in Kikwit zijn. En...we waren er om 3 uur. Daar<br />

wachtte Z. Adolphine en Z. Bernadette aan de kade. Het afscheid van 't bootje was rap<br />

gedaan.<br />

Zoals in Bandundu werden we in kamers gelogeerd die als kliniek dienden voor blanken.<br />

Weinig later kwam Z. Joséphine toe, de overste van Kikwit SC. (rechter oever), ook Sœur de<br />

Charité. Ze had de aankomst gehoord en hoopte hun algemene overste te ontmoeten, maar die<br />

was in Banningsville gebleven. Ze ging terug naar 'Kikwit mission' en nam ons mee. Onze dag<br />

was goed geweest: Leverville Soa, Leverville Lusanga, de monding van de Kwenge,<br />

aankomst Kikwit cité en bezoek aan Kikwit mission en dat allemaal op Paasdag.<br />

's Anderendaags groot probleem: hoe Kingungi verwittigen? Z. Adolphine had vlug een<br />

oplossing. 'We mogen ons toch een uitstapje gunnen...morgenvroeg vertrekken we op ‘pic<br />

nic’ naar Kingandu'. Eerste reis in de brousse met een camionnette. Gul onthaal door Z. Alice,<br />

Z. Adrienne, Z. Martine, Z. Dominique. Z. Hildegarde en zuster Marie-Emile gereed voor de<br />

terugreis.<br />

Een jongen werd naar Kingungi gestuurd en P. Lefèvre, toekomstige bisschop, met Z. Odile<br />

kwamen de vrijdag aan.<br />

De aankomst op zaterdag zou het begin zijn van 48 jaar werken in Kingungi.<br />

89


II Les in Kikongo<br />

de kristene meisjes die zich voorbereiden op het huwelijk bleven drie maanden godsdienst<br />

volgen op de missie. Na de les deden ze heel wat werk op het veld, in huis, was en strijk. We<br />

waren met vier. Z. Odile was overste, verpleegster in het dispensarium en vroedvrouw in het<br />

moederhuis. Z. Marie-Mechtilde was directrice en Z. Marie-Alphonse verantwoordelijk voor<br />

2de , 3de en 4de jaar. Ik kreeg de 3 klassen van het eerste jaar, en...keuken, was, strijk en<br />

naad. De was werd geklopt op de tafels die daarvoor buiten werden gezet. Ik zei: 'Tula meso<br />

na nganda' (zet de ogen buiten). Heel zachtjes klopte een verloofde op mijn schouders:<br />

'Masoeur yai meso' en ze toonde haar ogen, 'yai mesa' en ze toonde de tafel. Die twee<br />

woorden werden goed ingeplant en nooit meer vermengd.<br />

III Basuku-Bambala-Batsambe<br />

In het noorden zijn het de Bambala's; in het zuiden de Basuku's en rond de missie zelf, min of<br />

meer de Batsamba's.<br />

Louis Kanioko is de grote chef van de Bambala's. In één van de klassen zit Thekla, de dochter<br />

van Louis. Een 'administrateur' (blanke) komt vragen: 'Steek de vinger op, wie is Musuku?' en<br />

ons Thekla steekt heel hoog haar vinger in de lucht. Wanneer de blanke weg is zeg ik haar:<br />

'Jij, de dochter van de grote chef van de Bambala's steekt je vinger op als Musuku!'<br />

Antwoord: 'Is mijn moeder geen Musuku?' En ik dacht: 'Hoe geraak ik daar aan uit!'<br />

Inschrijving voor klas of catechumenaat: het is mijn broer....mijn zus. Hoe kan dat, want er is<br />

maar vijf maanden verschil. Hij is van 'mama Nleke' of 'mama Mbuta' (de jongere zus van<br />

mama of de oudere zus), dus zijn ze broer of zus.<br />

IV Begin 'Ecole ménagère'<br />

Om te beginnen zijn we met tien leerlingen, een vaag programma. De hele praktijk van naad,<br />

brei, huishoudkunde moet uit de duim gezogen worden en er moet op zoek gegaan naar stof,<br />

breikatoen en op weg met 2 naaimachines die 'gaan met de hand'. Eerst zelf leren stikken<br />

zonder voet, vooral niet vergeten met de hand te draaien. Een huisje van één van ons 'kapita's'<br />

wordt hun model-huisje.<br />

V Eeuwige geloften + zes dagen<br />

Grote emotie in de raad: gekleed op 8 september 1942<br />

eerste gelofte op 14 september 1944<br />

vernieuwing op 8 september 1945<br />

8 september 1946<br />

eeuwige gelofte ? 1947<br />

Antwoord: 'De tijd is tekort om dat hier te vragen, vraag het zelf aan de bisschop van ginder.'<br />

Antwoord van Mgr Van Schingen: 'Op 8september gelofte voor 6 dagen en eeuwige gelofte<br />

op 14 september.'<br />

Voor deze gelegenheid kwamen de zusters van Kingandu en Kimbau naar Kingungi. De pater<br />

slachtte een koe, die verdeeld werd tussen paters, broeders en zusters. Maar de gevierde was<br />

de keukenpiet en de ijskast was nog niet besteld. Al de mooie stukkken die moesten dienen<br />

voor het 'diner' en ook voor volgende dagen werden in het zout gedompeld en de retraite ging<br />

meer naar de koe, dan naar geestelijke bezinningen.<br />

90


VI Kennismaking met pater Thienpont (stichter van Kingungi) en eerste mis van<br />

Louis Nioka<br />

Groot nieuws: Louis Nioka wordt priester gewijd en komt zijn eerste mis opdragen in<br />

Kingungi en voor die gelegenheid komt pater Thienpont. Tien jaar geleden vertrok hij naar<br />

het bisdom van Popo Kabaka.<br />

Ik weet niet voor wie het meeste volk kwam, voor l'abbé Louis of voor pater Thienpont.<br />

Buiten de grote dag, kwam hij de mis bij ons doen. Toen hij definitief vertrok had hij zijn kelk<br />

en zijn pallium en nog veel andere vaten aan Kingungi gegeven. Kelk en al wat van hem was<br />

kwam tevoorschijn. Toen ik in de sacristie kwam toonde hij een pallium waar elf namen in<br />

geborduurd waren. 'Kijk' zei hij, ''t Zijn allemaal van één zus, ze kunnen een ploag vormen'.<br />

Hij was verbaasd dat er nog zoveel stukken van hem ter plaatse bewaard waren gebleven.<br />

VII De nationale dag<br />

11 juni, voor de jaren '60, was het 'groot rassemblement'. Men moet de nationale vlag hijsen.<br />

Dat was de driekleur, maar de blauwe vlag met de ster stond er naast. Klassen, catechumenen,<br />

verloofden, brachten samen wel 900 meisjes op stap. De jongens waren misschien met iets<br />

minder in aantal, omdat de paters meer scholieren in de dorpen hadden. De broeders zorgen<br />

voor tromgeroffel. Waren er niet genoeg trommen, dan maar de decaliter, de dubbele<br />

decaliter, de halve decaliter gebruikt! Men wacht alleen op het fluitsignaal van Masoeur Lucie<br />

om te starten. En goed kijken en luisteren wie rechts of links of vooruit moet. Gelukkig zit er<br />

ritme in hun lijf.<br />

Een massaal feest op touw zetten is niet moeilijk. Jaren later kwam directeur Yowa bij mij<br />

zitten. 'Wat nieuws?', vroeg ik.<br />

'Geen', zei hij 'Ik kom alleen bij U zitten’. Na enige stilte. 'Wat hebt ge ons toch doen<br />

marcheren'. dat kreeg ik 30 jaar later te horen!<br />

VIII De eerste politiek<br />

Het jaar zestig is begonnen. Politiek hangt overal in de lucht. Vooral bij het onderwijzend<br />

personeel. Lumbi heeft een grote politicus: Kamitatu. Uitgenodigd door ons mannen kwam hij<br />

op een avond spreken, juist achter de kerk. Een rechte weg gaat van de kerk naar de<br />

slaapzalen van onze kinderen, 250 meter open veld. Het was maneschijn en vanaf de<br />

slaapzalen kon ik het volk zien en zelfs horen. Onze kinderen waren slapen. Maar hoe zal de<br />

meting eindigen? Ik bleef aan de slaapzalen de wacht houden. Om 11 uur zie ik beweging<br />

komen in de massa, ze vertrekken en ik hoor zelfs niet het minste gerucht. De volgende dag<br />

vertelde men mij dat Kamitatu hen uitdrukkelijk gevraagd had in stilte weg te gaan om de<br />

kinderen niet te storen. Van de slag klom hij wat in mijn achting.<br />

IX Kikata<br />

Wij hadden er ook een, hij zou zelfs minister worden: Joseph Kikata. Zijn vader Pierre was<br />

mijn catechist te Kikata. Wanneer ik daar kwam mocht ik altijd in het huis van de 'minister'<br />

slapen.<br />

Pater Lepage, amper aangekomen, deed samen met mij zijn eerste ronde. In Bindungi was er<br />

wat politiek op spel 'grand rassemblement' en onze Kikata kwam te voorschijn. de pater vroeg<br />

wie die man was. Kikata, groot politieker, zoon van Pierre. Ondertussen kwam deze naar ons<br />

toe en ik werd omhelsd met 'maman', iets wat hij misschien niet doet met zijn eigen moeder.<br />

Bij de val van Mobutu heeft de sukkelaar vast gezeten, zoals zoveel mannen die dachten het<br />

ver te brengen.<br />

91


X Bezoek van een 'administrateur'<br />

Bezoek van een 'administrateur' voor onze identiteitskaarten. Hij kwam bij ons aan met drie<br />

soldaten. Eén van hen was van Kingungi, Gabriël Masabu. Zodra zij onze omheining<br />

binnenkwamen waren al onze werklieden present: Lucien, Justin, Stanislas,, Stephan en onze<br />

chauffeur Pierre. Gabriël gaat schoorvoetend naar Pierre en fluistert hem in het oor: 'Neem de<br />

sleutels van de wagen en ga naar 't bos wandelen.' Pierre liet zich dat geen tweemaal zeggen<br />

en verdween. Onze papieren werden grondig gecontroleerd en om de zaak wat te ontspannen<br />

haalden we een fles bier. Toen ze alles hadden nagekeken vertrokken ze, maar Gabriël kwam<br />

naar mij en vroeg een fotootje van mij. Maar ik had geen foto. 'Geef me dan een rozenkrans',<br />

zei hij. Die kreeg hij natuurlijk direct. Gabriël overleed jong en zijn weduwe zou een vaste<br />

klant van mij worden, van 'geef me ...' Ons mannen kwamen aanstonds naar ons om te vragen<br />

wat ze hadden komen doen.<br />

Humor van Z. Marie-Désirée op weg met de camion om maniok te kopen:<br />

'Langs onze kant vormen zich twee belangrijke groepen, de PSA (Parti Social ...) en de LUKA<br />

(... Union Kwilu ...); Het woord 'pesa' betekent 'geef' en het woord 'luka' betekent 'overgeven';<br />

De Basuku's onderweg roepen naar haar 'PSA' en ze antwoordt 'mono ikele ye kima ve mu<br />

kupesa' ('ik heb niets om te geven');<br />

De Bambala's riepen 'LUKA'( = overgeven) en heel flegmatiek antwoordt ze 'dat ziet ge van<br />

hier dat ik dat ga doen!'<br />

XI Het Legioen van Maria<br />

In 1964, na de retraite vertelde ik aan pater Peeters dat ik aan apostolaat wou doen. Hij vond<br />

dat een prima idee. Kikwit had hem gevraagd om zowat overal te beginnen met het<br />

Marialegioen. Ik moest dus goede christenen bijeenzoeken. Ik had er vlug enige op het oog.<br />

Agnes en Marie waren akkoord op voorwaarde dat het niet alleen was om te luisteren, maar<br />

dat ze ook wensten iets te doen. Ze waren zeker verlicht door de H. Geest door zo te spreken.<br />

Ik antwoordde dat ik op zoek ging en dat we woensdag zouden van start gaan. En pater<br />

Peeters, als een slimme vos, zei dat ik mijn plan moest trekken en dat hij er niet bij kon zijn<br />

want dat hij absoluut in Musukututa moest zijn. Ik kreeg het boek en moest het instuderen.<br />

Voor de eerste keer waren ze met 20. De volgende week waren ze met 35, maar toen was er<br />

de pater! Men moest het verslag maken van ieder werk. En er kwamen er maar altijd bij. Ik<br />

ging hulp vragen aan Z. José en Z. Marie-Antoine. Men kwam van de omliggende dorpen. Na<br />

een jaar begonnen we met de auxilière, die kwamen naar de missie op de laatste zondag, met<br />

na de mis rozenhoedje en onderricht.<br />

XII De maandelijkse samenkomst in Kimbimbi en Mosambo<br />

Na drie jaar, in 1969, kwam de vraag: 'We zijn hier met zoveel van de kant van Kimbimbi (N),<br />

waarom komt gij niet bij ons?' Maar ook van de andere kant (Z) werd de vraag gesteld. Dat<br />

was heerlijke muziek in mijn oren, maar het viel in koud water bij Z. José. Terwijl ik in<br />

Kikwit was maakte ik van de gelegenheid gebruik om Monseigneur te gaan spreken. Als<br />

vroegere overste van Kingungi kende hij ons allemaal. Hij kwam zelf naar Kingungi om de<br />

knoop door te hakken; de 2de zondag, van zaterdagmiddag tot zondagnamiddag, met pater<br />

Peeters naar Mosambo; de 4de zondag van zaterdag tot zondag naar Kimbimbi met pater de<br />

Marneffe.<br />

's Zaterdags was het voor de meisjes naad en huishoudkunde; 's zondags na de mis voor de<br />

moeders godsdienst, kinderverzorging, huishoudkunde en gezondheidsleer vanaf 10 u tot 13<br />

u. En daar zou nog bijkomen. Gelukkig zorgde de directeur voor ‘n'n confortabele diner’ met<br />

malafu (palmwijn). Een beetje rust terwijl heel wat manden maniok werden aangebracht om<br />

92


naar de missie te gaan, hetzij voor de schoolkinderen of voor de zieken van het hospitaal of<br />

moederhuis. De kunst bestond er voor de chauffeur, alles in de wagen te krijgen voor het<br />

vertrek.<br />

XIII De grote vergadering met de slang<br />

Het Marialegioen breidt zich uit. Van overal komen ze af. Wie in een omtrek van 10 a 12<br />

dorpen een tiental 'praesidia' heeft mag een 'curia' beginnen. De officieren van de curia<br />

kwamen zo twee of driemaal per jaar samen op de missie. op één van die samenkomsten was<br />

er een 'ongewenst individu'.Het was zaterdag in de namiddag. Wel een zestigtal officieren van<br />

het legioen zijn rond de tafel in ons klein zaaltje gezeten. Het is stik heet. We besluiten naar<br />

buiten te gaan. Iedereen is akkoord. Het tafeltje met het beeld van O.L.Vrouw, de kaarsen en<br />

ieder zijn stoel. Onder de bomen is het heel wat beter. Eén van de officieren geeft zijn verslag<br />

en ik luister met gespannen aandacht. L'abbé Theo, die naast mij zit, neemt me plots vast en<br />

sleept me wel tien meter ver, waar we allebei in het gras vallen, blootsvoets en mijn bril weg.<br />

Ik vroeg me af wat er toch gaande was, want al onze legionairs waren ook aan het springen.<br />

En toen hoorde ik 'nioka' roepen (slang). Ik had de tijd niet om op te springen, maar de slang<br />

had reeds haar leven gegeven. Ze mocht verder de vergadering bijwonen aan de voeten van<br />

O.L.Vrouw. Zo had deze een slang in steen en een in vlees en bloed aan haar voeten.<br />

Sinds ik weg ben is er ook een 'commitium' ter plaatse. het legioen dat begonnen is in 1964<br />

gaat nog altijd voort.<br />

XIV Vorming van monitricen<br />

De grote bekommernis van alle missionarissen is de vorming van onderwijzers. Er moeten<br />

scholen in de grote dorpen komen en zo vlug mogelijk. Na 5 jaar begonnen we EM<br />

Pédagogique (Ecole Ménagère Pédagogique). Maar onze meisjes die het eerste de gewone<br />

EM hadden gedaan werden monitrice voor de praktijk, zowel in post-primair als in periprimair<br />

en ... de annuntiaten van Kikombo kwamen kijken. Het was mijn eerste kennismaking<br />

met Z. Rosa. We zouden later heel veel samenwerken voor de landbouw in tijden van<br />

hongersnood. Z. Adrienne, Z. José en ik deden later een tegenbezoek. Kikombo in opbouw,<br />

heel wat grootser, op zijn annuntiates. Helaas zou de rebellie alles vernielen. Om efficiënt te<br />

werken moesten ze een monitrice voor praktijk hebben. Gelukkig bleef er nog één over.<br />

XV Mwana Mfumu<br />

Mwana Mfumu (de zuster van Makongo, die later haar normaalschool zou doen te Jodoigne<br />

en met een Belg zou trouwen). Ze werd een uitstekende monitrice en trad binnen bij de<br />

annuntiaten. Men heeft haar opgeleid om de huizen in de Kwilu op materieel vlak te voorzien<br />

door kleinvee. Maar hoe kwam ze op de idee in het klooster te treden? Ik zag ze terug in<br />

Kikwit ter gelegenheid van een retraite. Ze vertelde me indien ze hier was, ze dat aan mij te<br />

danken had. Waarop ik antwoordde dat ik nooit met haar had gesproken, dat ik haar zelfs niet<br />

als leerling in de klas had gehad. Ze vertelde dat zij het enige meisje was dat slaagde om naar<br />

het derde studiejaar te gaan, toen ze van een dorpsschool kwam. Ik zou haar een bidprentje<br />

gegeven hebben. En dacht erbij ze zo te worden als die zuster.<br />

In die tijd was ik in peri-primair en wist ik niets van de leerlingen van de lagere school of van<br />

de huishoudschool postprimair. Ik had toen meer dan genoeg met mijn 80 leerlingen uit EM<br />

peri-primair en al het materiële werk.<br />

93


XVI Catechumenaten in de dorpen.<br />

In 1972 kwam er een grote omkeer in verband met de catechumenaten. Niet meer op de<br />

missie, maar in hun dorp. Sessies worden gegeven voor het vormen van catechisten op de<br />

missie en in de hoofddorpen zoals Mosambo; Lob, Kimbimbi. Ze kwamen met hun maniok en<br />

de mama's legionnaires bereidden de 'luku' en 'saka saka'. Ze waren met vijftig à zestig per<br />

groep. De paters gaven kerkgeschiedenis, bijbel en allerhande uitleg over de catechismus.<br />

Ik gaf vooral lezen, want sommigen hadden dat nodig.<br />

Hoe les geven, hoe ondervragen?<br />

Er was speciale vorming voor de hoofdcatechisten. Die zouden zelfs sessies in Kikwit krijgen<br />

om kennis te maken met andere parochies. Ze kregen er ook een kleine retraite. Deze<br />

hoofdcatechisten waren verantwoordelijk voor 5 of 6 catechumenaten in hun omtrek en ze<br />

moesten ze geregeld bezoeken. Heel de parochie was onderverdeeld in 5 onderparochies met<br />

een verantwoordelijke en een helper. Zij kwamen regelmatig verslag uitbrengen, vooral toen<br />

de 'abbés' er waren, omdat deze laatsten minder tijd hadden om rond te gaan. Tot 1976 werd<br />

dat vooral onder het verlof gedaan, al had vanaf 1975 Z. José me als directrice van het<br />

internaat aangesteld om meer vrij te zijn. Vanaf 1976 was ik helemaal vrijgesteld van<br />

klaswerking. Dan begon het rondreizen: 10 dagen rechteroever van de Lukula, 5 dagen thuis,<br />

terug 10 dagen linkeroever en 5 dagen thuis en de maand was om en we begonnen terug. De<br />

dorpen worden verwittigd waar we zullen overnachten en waar de viering plaats heeft.<br />

XVII Rita<br />

Rita was ongehuwd en zal altijd bij ons zijn. Bij onze aankomst in een dorp vraagt ze de<br />

'käuma' (verantwoordelijke van de velden). Samen gaan ze de velden bezoeken. Zij wordt<br />

daarna hier of daar uitgenodigd en komt dikwijls binnen als ik tussen de lakens lig. We slapen<br />

samen in een keukentje dat leeggemaakt is. We kregen eens zo een klein gedoe, dat we eerst<br />

moesten uitrekenen hoe we onze twee veldbedden moesten geplaatst krijgen. Alleen maar was<br />

er geen plaats over om een stoel en bekken te zetten. Rita vond er wat op. Ieder om beurt zou<br />

zich wassen en uitkleden achter het hutje, daarna pagne en bloes aan de mat hangen, die<br />

dienst deed als deur. Zo gezegd, zo gedaan. Ook gebeurt het dat er zonnestralen door het<br />

strodak komen. Dan zeggen we heel lief: 'A.u.b. Lieve Heer, vannacht geen onweer of we zijn<br />

nat.' En als het dan toch gebeurt, zetten we onze bedzak, gemaakt uit tentzeil, zover men kan<br />

op het bed en boven het hoofd het plooitafeltje. De strodaken steken min of meer 50 cm over<br />

de buitenkant. Dat is een goed schutsel voor de geit, het schaap, varken en zelfs een koe. Zo is<br />

er eens een slim varken geweest dat mijn kamertje gezelliger vond, dan buiten in de kou en<br />

was er in gelukt mij wel twee uur gezelschap te houden. Na het concert van de regen volgt<br />

dan het concert van deze schuilers: 'mê, bê, mfoemfoe, moêu.' En als dat eindelijk stopt en<br />

men lekker inslaapt, komt om 4 uur in de morgen: 'kokkeriko!!' Om vijf uur uit de veren om<br />

wat te kunnen bidden, zes uur ontbijt, en dan begint de toeloop. De catechumenen van het<br />

kortste bij worden ondervraagd en we zien hoever ze gevorderd zijn. De catechumenen van<br />

het dorp zelf had ik 's avonds bij onze aankomst reeds gezien en de anderen komen van 1, 2,<br />

of wel drie uren ver.<br />

XVIII Uurrooster van een ganse dag in een dorp<br />

Ondertussen hoort de pater de biecht en de mis zal beginnen als de biecht gedaan is. Rita is<br />

van 6 uur 's morgens op weg met al de vrouwen van het dorp om hun te tonen waar ze fout<br />

hebben gedaan, na al de lessen die ze al gekregen hebben. Met de feestdagen duurt het<br />

intreden van de akolieten, het koor en de priester wel een kwartuur. Voor feesten en<br />

misvieringen hebben ze al de tijd. Na de mis is er vergadering van 'comité'. Rita verkoopt<br />

94


aspirines, nivaquin, medicamenten tegen de wormen. Of ze geeft les in kinderverzorging,<br />

landbouw, verzorgen van malaria, wormen, enz. Gewoonlijk ga ik de wonden verzorgen als al<br />

mijn catechumenen ondervraagd zijn.<br />

Hoeveel werk we ook hebben, we hebben altijd gedaan voor de pater. Dan openen we blikjes<br />

sardines, corned beef, erwtjes en worteltjes. We koken water voor de soep uit pakjes en<br />

'patattenbloem'. Geen tien minuten werk en de pater mag komen. Chauffeur en Rita weten<br />

waar naartoe. Soms krijgen we ook 'luku' (loekoe) en 'saka saka', en op sommige feesten een<br />

kipje.<br />

Daarna volgt een half uurtje rust. Dan alles in de jeep en op weg naar een ander centrum. Daar<br />

herbegint dan alles. Soms staan de koeien op het programma, dan krijg ik een halve dag<br />

verlof.<br />

XIX Musukututa<br />

Pater Peeters is 'koeien dresseur'. We zijn op het einde van een tournee en de pater wil zijn<br />

koeien zien te Musukututa (Moesoekoetoeta). Het is als een grote kom, waar beneden een<br />

riviertje vloeit met die lange naam. We komen van boven langs de rechte kant en dalen schuin<br />

naar de huisjes beneden. We hebben een volledig overzicht van het dal. maar er is geen enkele<br />

koe te zien. Beneden gekomen zien we langs de andere kant heel de kudde van wel 250<br />

dieren, in hun midden de koewachter, al dravend de heuvel afgelopen komen, recht op ons af.<br />

De 'sterke vrouw' gaat schuilen achter de jeep, terwijl de pater in het midden blijft wachten.<br />

Op 20 meter afstand van hem blijven koeien en koewachter pal staan. Twee stieren, goed van<br />

hoorns voorzien, komen vooruit, gaan naar de pater, groeten hem, en keren terug naar de<br />

kudde. Nu komt de koewachter op zijn beurt de pater groeten en dan gaan ze samen naar huis.<br />

Heel de kudde vertrekt in alle richtingen. Na een verslag van een half uur hoor ik de pater<br />

zeggen: 'Zet de koeien in rij dat ik ze tel.' Op de zijde van een heuvel loopt een horizontale<br />

weg en één voor één komen de koeien te voorschijn en gaan heel statig verder terwijl de pater<br />

met zijn stok begint te tellen. Eén, twee, drie, ... Hij had in een circus moeten optreden als<br />

'dresseur'. De koeien van pater Peeters kunnen zelfs bekeringen bekomen. Heel in het zuiden,<br />

te Lob, was er een kraal op drie kwartier afstand, die Butende noemde. Die keer was ik mee<br />

van de partij. Hij sprak toch zoveel over de koeien van Butende. We reden het dorp voorbij en<br />

kwamen aan de kraal, waar niets anders te zien was dan weiland, een kraal vol modder en<br />

misschien wel 200 koeien. Ik was het natuurlijk rap beu en ik zei dat ik naar het dorp ging. Ik<br />

kreeg als antwoord dat ik er niemand zou te zien krijgen omdat iedereen op het veld aan het<br />

werken was.<br />

XX Het oude vrouwtje van Butende<br />

Volgens mij waren er toch overal nog ouderen en zieken! Ik op weg, ondertussen mijn<br />

rozenkrans biddend. In het dorp, niet ver van de weg, zat een oud vrouwtje op een mat voor<br />

haar deur. Ik ging naast haar zitten en we begonnen een gesprek. Man overleden, de vijf<br />

kinderen gehuwd en ver weg, de een naar Kikwit, de ander naar Kahemba, Kinshasa, ...Ze<br />

kreeg eten van de dorpelingen en als niemand haar eten bracht dan at ze niet. Arm vrouwtje.<br />

Ik wilde haar helpen, maar ik had ook alleen maar een zakdoek en mijn rozenkrans. Toen<br />

toonde ik haar de rozenkrans en zei haar dat ze op het eerste wat dikkere bolletje moest<br />

zeggen: 'Jezus, ik hou van jou' en op de tien andere 'Mama Maria help mij'. Zo deden we<br />

samen de hele paternoster. Ik ging daarna weg van haar om samen met de pater thuis te<br />

komen, hij met de jeep, ik te voet. Mijn rozenkrans liet ik achter bij het vrouwtje.<br />

Toen we de volgende keer naar Lob gingen kwamen de kristenen van Butende afgelopen en<br />

zegden dat 'Kiese', aan wie ik mijn paternoster had gegeven, gevraagd had om catechumeen te<br />

95


worden. Toen ze later gedoopt werd was ik op verlof. Ik vernam dat ze als doopnaam 'Lucie'<br />

had gevraagd. Enige tijd later vernam ik nog dat ze overleden was.<br />

XXI Joseph<br />

Mijn vriend Joseph. Ik maakte kennis met hem in het hospitaal. Hij zat rechtop in zijn bed<br />

met de handen gevouwen en de ogen dicht. Ik groette hem. Hij deed zijn ogen open en legde<br />

zijn vinger op de mond. Hij zei dat hij op de pater wachtte om te biechten, dat 'mama' hem<br />

had voorbereid en dat de 'père' hem morgen de communie zou brengen. Zijn moeder,<br />

Emilienne, had bij ons de huishoudschool gedaan. Ook haar zus Bernadette had de<br />

huishoudschool gevolgd en ook hun broer Mathias, die door Z. Désirée altijd 'petit Mathias'<br />

werd genoemd, was bij ons op school geweest. Hij zou advocaat worden en Bernadette zou<br />

het geluk hebben een zoon priester te hebben. Hun vader Ignace, gepensioneerd onderwijzer,<br />

was een zeer godvruchtig man. Emilienne was 'coutumièrement' getrouwd en was in Kimbau<br />

gaan wonen. Hun zoon Joseph werd geboren, maar de echtgenoot wou van geen christelijk<br />

huwelijk weten. Telkens als het paasfeest eraan kwam mocht Emilienne niet communiceren<br />

en dat maakte haar zeer opgewonden en na haar 2de kind, een dochter, ging ze weg van haar<br />

man en kwam terug naar huis. Zo kwam Joseph op een zekere dag bij ons in het hospitaal aan.<br />

Hij zou klein blijven, met fijne beentjes en een gezwollen buik. Toen hij 17 werd, zou men<br />

hem nog geen 9 jaar gegeven hebben. Wanneer we naar zijn dorp gingen bleven we bij zijn<br />

grootvader Ignace Makonga logeren. Het kleine zusje van Joseph leek heel verstandig.<br />

Emilienne bleef met haar twee kinderen voor goed bij haar vader wonen. Telkens als we bij<br />

hen kwamen kreeg hij papier, potloden en verf. Hij tekende graag. Zijn mama leerde hem<br />

lezen en schrijven en zo kreeg ik van hem lieve dankbriefjes. Emilienne was een heel goede<br />

catechiste, die samen met haar catechumenen haar kinderen goed onderrichtte. Haar<br />

dochtertje kon de catechismus zo goed dat de abbé vroeg waarom dat kind moest wachten om<br />

haar communie te doen. Ze kon hem beter dan de 10 à 15-jarigen. En ze deed dan ook haar<br />

eerste communie toen ze nog geen zes jaar oud was.<br />

XXII Doop van Lumengo Lucie te Mutubu<br />

Een ander meisje, Lumengo, was verlamd en lag op de grond. Ze trok zich vooruit met haar<br />

handen. Daardoor had ze grote en sterke handen, maar haar voeten waren vol 'djikken'. De<br />

enige remedie daarvoor was petroleum. Telkens ik in hun dorp kwam bracht ik een fles<br />

'petrol', die soms verdween in de lantaarn van haar zus, bij wie ze inwoonde. Ze wou gedoopt<br />

worden, maar de afstand van bij haar tot het huis van de catechisten was meer dan een half<br />

uur bergop en bergaf. Toen heb ik aan een 'mama legionaire' gevraagd bij haar te komen en<br />

haar te onderrichten. Toen de groep werd ondervraagd werd ze ook ondervraagd en ze kende<br />

de bijzonderste geloofswaarheden en gebeden. Ik heb nooit zoveel geluk gezien in de ogen<br />

van iemand als op de dag dat Lumengo gedoopt werd. Die dag zat ze recht op de grond en<br />

zwaaide ze met haar armen in de lucht; Lucie was haar naam.<br />

XXIII Retraite voor de oudjes van Malunga<br />

We hielden een retraite voor oude, afgesloofde arme mensen. Ze waren met acht. Niet ver van<br />

Lobo was er een dorp, Malunga aan het uitsterven. Alles wat jeugd was, was vertrokken.<br />

David, even oud als de anderen was melaats en kon lezen en schrijven en gaf catechismusles<br />

aan die acht arme sloren. 't Was in volle hongersnood, en dan zijn het nog eens de oudjes die<br />

het eerst getroffen zijn. David had ze onderwezen en de pater vroeg mij om ze voor te<br />

bereiden voor het doopsel. Ik hield drie samenkomsten per dag gedurende drie dagen. De<br />

eerste dag kwam een oud geraamte, minimum vod rond de lenden, met een mandje, zo groot<br />

96


als ons kleinste kommetjes, met enkele aardnootjes. Al wat ze had als eetwaar bracht ze mee.<br />

De stuiver van de weduwe uit het evangelie. Ik had het moeilijk om een klank uit te brengen,<br />

zo groot was mijn emotie. Sinds die dag bracht ik telkens een kruik, een bidon, met palmolie<br />

mee om onder hen te verdelen. David zou vooral kruikjes mercurochroom krijgen voor zijn<br />

wonden, en ook nog verband, windels. Ik heb ze allen weten sterven, ook David.<br />

XXIV De grote hongersnood<br />

Twee dagen eerder waren we in Mozambo. In het 5de en 6de leerjaar vond ik de grote<br />

jongens van 14-15 jaar half liggend op hun bank, zonder reactie. Toen ik bij de pater kwam<br />

voor het middagmaal begon ik te snikken: 'Wij hebben eten.' 'Wel' zei hij, 'gaat delen wat ge<br />

hier hebt en binnen veertien dagen moogt ge uw koffer maken. Zult ge ze dan geholpen<br />

hebben?' Hij had reeds zijn programma in zijn hoofd.<br />

XXV De drukkerij<br />

Toen we met de huishoudschool begonnen hadden we niets in Kikongo en er worden kleine<br />

samenvattingen in Kikongo opgesteld en vermenigvuldigd, eerst met pâte, daarna met<br />

alcohol, en dan polikopieermachine, heel simpel, daarna een 'beter' om te vermenigvuldigen,<br />

maar altijd draaien met 'den arm', 50 blaren, 100 blaren...<br />

Zangboeken: de pater typt ze in en ik mag draaien! Om de drie maanden bezoek van al de<br />

directeuren: papieren voor ‘bureau de l'enseignement', 7x, 10x, ... En Leopold die goed kon<br />

typen mocht er veel uit de nood helpen. Stencildraaien deed ik altijd zelf. Dank aan hen had ik<br />

geregeld nieuws over catechumenen en vooral over de godsdienst in de klassen.<br />

XXVI Oorlog tegen de hongersnood 1977-83<br />

Langs de zuidrand van de missie, alsook te Kimbongo wordt alarm geslagen. De<br />

maniokblaren staan vol bruine vlekken en zijn gekruld. De maniokwortels zijn heel fijn, daar<br />

komt geen bloem meer uit. De pater kon van het ministerie subsidies loskrijgen en kon zo een<br />

landbouwingenieur laten komen, een landrover aanschaffen en een tiental werklieden betalen.<br />

Hij ging nieuw plantsoen halen op meer dan honderd kilometer afstand. Dat moest eerst<br />

vermenigvuldigd worden om het daarna uit te delen. Er werden proefvelden gemaakt op<br />

heuvels, middenhoogte en in de vallei. Zo kon de beste plantplaats bepaald worden. Bij de<br />

oogst kwam men tot volgende vaststelling: op de top 4, in 't midden 7 en in de vallei 10. Zo<br />

werd bevestigd dat de beste velden in de vallei lagen. Zodra de F100 voortbrachten werden ze<br />

uitgedeeld in de dorpen waar de hongersnood het grootst was. Maar de pater wou ook de maïs<br />

aanbrengen. Maïsbloem is veel voedzamer dan maniokbloem, maar stampen van de maïs is<br />

harder werk. Van een zuster van Kingandu had de pater vernomen dat ze de soja bewerkte in<br />

bloem en in melk voor de zwakke kinderen. Rita werd naar Kingandu gestuurd om kennis te<br />

maken met de soja: hoe planten, hoe te bewerken in koeken en in melk. De chef en<br />

verantwoordelijken van dorp en catechist werden aangemoedigd soja te planten. Het<br />

moederhuis van de missie kocht heel wat kilo's voor de meisjes en de zwakke kinderen. Op<br />

bepaalde plaatsen werd moerasrijst geplant om de bossen te sparen. de pater liet ook tilapia<br />

komen om de bestaande vijvers te bevolken met dit soort vis dat zich goed vermenigvuldigt.<br />

Er werd gewerkt om het water tegen te houden en een degelijke vijver te vormen. Na vijf jaar<br />

vechten was de hongersnood voorbij.<br />

XXVII Pater in de brand<br />

Maar de pater zou zelf in grote moeilijkheden komen. We waren op weg voor catechese en op<br />

ongeveer 30 km van de missie. Ik had heel wat werk om de scholieren te ondervragen.<br />

97


Ondertussen ging de pater met de landrover 14 km verder (‘morgen rond 16 u kom ik terug’).<br />

Om 18 uur is er niemand te zien, om 19 uur evenmin. De directeur, die samen met de pater<br />

was, kwam aangelopen, al roepend. 'Al de mannen meekomen'. Twee jonge onderwijzers<br />

moesten de lantaarn nemen en naar de missie lopen. De pater was in het broussevuur gevallen<br />

en kwam langzaam terug. Wat was er gebeurd? Men had in de vallei een broussevuur<br />

aangestoken. Maar dat kwam naar boven waar de autoweg lag, op het moment dat de pater<br />

aankwam. Bij het achteruitrijden kwam de landrover met de achterwielen in een kleine gracht<br />

terecht. Men kon noch vooruit, noch achteruit. Ze wilden met drie de auto redden en sloegen<br />

met bussels stro de vlammen uit. De pater schoof uit en viel met zijn armen in de brandende<br />

as. Wanneer het gevaar voor ons voertuig geweken was, zou de chauffeur bij de wagen<br />

blijven en de pater met de directeur te voet naar de post komen. De pater kon moeilijk vooruit<br />

en de directeur liep dan maar vooruit om hulp te vragen. Hij stuurde twee van zijn<br />

leerkrachten naar de missie. Ze hadden zeker gelopen, want ze kwamen daar rond 11 uur aan.<br />

Hijzelf met heel wat mannen keerde terug om de pater te halen.<br />

Het was donker toen ze aankwamen met de pater, wiens baard verschroeid was en de armen<br />

verbrand. Het was pijnlijk om zien. Op de missie had Z. Carmen, de verpleegster nog licht. Ze<br />

zijn gaan kloppen bij een chauffeur die op 2 km woont, de vrije jeep in orde zetten, gerief<br />

nemen voor brandwonden en op weg. Ze waren al om 4 uur 's morgens ter plaatse. Gelukkig<br />

had ik windels bij en had ik de pater zijn armen reeds verbonden. Hij zou ongeveer een maand<br />

in de kliniek van Kikwit verblijven.<br />

De tweede chauffeur ging verder naar de plaats van het ongeluk om te zien welke schade het<br />

vuur had aangericht aan de wagen. de afvoerbuis van de mazout was in plastic en de hitte had<br />

haar toegeknepen. Verder was de wagen intact, de chauffeur had haar gered. Er was maar de<br />

toevoerbuis te vervangen, wat prompt gebeurde en de wagen was terug in orde.<br />

De pater kwam na een maand terug. maar het was voor niet lang meer. Een verlamming aan<br />

één kant maakte een einde aan zijn onstuimig apostolaat. Toen ik daarna naar de dorpen ging<br />

en alleen aankwam, kwam de hele bevolking toegelopen en zei maar één woord: 'Ebiwe', 'Hoe<br />

is het met de pater'. Toen ze vernamen dat er geen beterschap was en dat hij niet zou<br />

terugkomen, keerden ze zich om en zegden: 'We hadden honger en hij heeft ons eten<br />

gegeven'.Ik zou nog verder werken met drie andere paters en daarna met onze zwarte<br />

priesters. En zo krijg ik nu nog altijd brieven met als titel: 'Chère maman'.<br />

XXVIII Brug over de Lukula<br />

Wie van Kikwit komt moet de Lukula oversteken om op de missie te geraken en die is 40<br />

meter breed. Wie te voet is kan een schuitje nemen, maar wie met een rijtuig komt moet met<br />

de veerpont, die met een katrol op een kabel schuift. De planken moeten op de oever worden<br />

gezet, de wagen langzaam op de veerpont en niet te ver of men schuift eraf. Als men op een<br />

half uur aan de overkant is, dan is men goed gediend. Eerst was het bergaf, nu 50 meter naar<br />

omhoog, dan enkel huisjes, dan bos langs een kant en afgrond langs de andere, een heuvel van<br />

wel 100 meter, en de missie staat op een plateau. Eerst de klassen van de jongens met het<br />

klooster van de broeders links, dan de grote kerk uit steen ter plaatse gevonden (met vuur<br />

doen springen en dan gebeiteld). Rechts staat het klooster van de paters. Voorbij de kerk staat<br />

het klooster, de school, het moederhuis en hospitaal achteraan. Het is een heel complex van de<br />

zusters.<br />

Om op de missie te komen ziet men het vanaf het dalen, geen 200 m in vogelvlucht, maar het<br />

duurt drie kwartier. In Kimbongo, de naastgelegen missiepost ten zuiden, was er een Franse<br />

pater Roger Nicole, die reeds verschillende bruggen heeft gemaakt. Pater Passupassu<br />

98


(Pasupasu?) die na provinciaal te zijn geweest, overste bij ons was, wist Mobutu te vinden<br />

voor de brug en bekwam toelating. De werken begonnen in 1983, maar pater Peeters zou ze<br />

niet oversteken. Het geraamte is in ijzer, alsook de brugleuning, het brugdek met het rijvlak<br />

zijn dikke houten balken. De brug deed ons dertig à veertig minuten winnen. Zijn eenzijdige,<br />

'hémiplègie', zou hem neervellen alvorens de brug af was.<br />

99


XXIX Voorbereiding van 2.000 vormelingen<br />

Het vormsel gebeurt om de twee jaar. Velen zijn na hun doopsel in hun dorp ver weg, anderen<br />

getrouwd. De afstanden zijn groot en velen worden niet verwittigd. Samen met de abbés en de<br />

verantwoordelijken stelden we een plan op. Ieder catechist moest in zijn dorp de namen<br />

noteren van de christenen die nog niet gevormd waren en aan de 'chef de cercle' geven.<br />

Daarna zou alles samenkomen bij hun verantwoordelijke van de parochie. Ze zouden er een<br />

jaar aan werken en kwamen zo aan 2.000 vormelingen. Alles kwam in orde voor mijn vertrek.<br />

Helaas zou ik het niet meer meemaken. Het vormsel zou plaats hebben in Lob-Mosambo-<br />

Benga-Kimbimbi en de missie zelf.<br />

XXX De parochiezaal<br />

We hadden een zaaltje, de muur van twee kamers doorgeslagen en dat maakte zes meter op<br />

tien. Door de opkomst van de scholen in vele posten tot het 6de jaar en catechumen aten en in<br />

hun dorp, hadden we heel wat minder kinderen die bleven slapen en de slaapzalen waren leeg.<br />

Ze waren de eerste gebouwen in baksteen en cementblokken en die mochten weg.<br />

Samen met de pastoor, abbé Kilumbu, werd overlegd wat nog goed was te gebruiken voor een<br />

parochiezaal. Na overleg met Z. Irène 1<br />

kon ik het bekostigen en plannen werden gemaakt. 25<br />

Meter op 8, met twee dubbeldeuren, een magazijntje en bureel. De abbé vond een ondernemer<br />

en twee metsers en 't kwam uit de grond met een platen dak er bovenop. Wat ontbrak werd<br />

bijgekocht en het ging vooruit, half Congolees en half Belgisch. Er werden tafels en banken<br />

op maat gemaakt en 25 matten gekocht. Zelfs bekers en onbreekbare bordjes kwamen er.<br />

Voor de vensters kwam rasterwerk en luiken, een slot op de deur en klaar was de zaal.<br />

overdag vergaderen en 's nachts slaapzaal.<br />

XXXI Nog een woordje over St.-Vincentius<br />

De curé kwam vragen of we iets konden doen voor de oude mensen waarvan de kinderen naar<br />

de stad waren uitgeweken. Ze kwamen bij hem aankloppen voor zeep en zout. Laat ons een<br />

St. Vincentius a Paulo gemeenschap oprichten. Enkele reeds geëngageerde kristenen en leden<br />

van het legioen werden aangesproken om de mogelijkheid te onderzoeken en bezoeken te<br />

brengen. En het comité was gesticht. Ze waren met 6. Inschrijvingen: groep A circa 90, een<br />

week; groep B circa 90 andere week. Altijd olie, zout, zeep, en soms gedroogde vis,<br />

gedroogde rupsen en met Nieuwjaar vlees. Begonnen in 1991 en nog altijd werkzaam.<br />

Masoeur Lucie zorgt er voor dat de kas altijd het nodige heeft. De zeep wordt ter plaatse<br />

gemaakt met de olie van de palmbomen op de missie.<br />

1 De toenmalige overste van de zusters te <strong>Hoegaarden</strong><br />

100


De Missieactiviteiten van de Zusters van de Vereniging met het H.Hart.<br />

(<strong>Hoegaarden</strong>) in Kongo (1926-1994)<br />

In 1926 gaf de Congregatie van de Zusters der Vereniging met het Heilig Hart (Moederhuis<br />

<strong>Hoegaarden</strong>) gevolg aan de oproep van Z.H. Paus Pius XI, door Zusters te zenden naar<br />

missieposten – gesticht door Paters Jezuïeten – in Kongo.<br />

De eerste bestemming was Kingunji, in het Diocees van Kikwit, op ongeveer 500 km ten<br />

oosten van Kinshasa.<br />

De post werd gesticht door Pater Allard S.J. in 1919.<br />

Wat de Congregatie betrachtte door het uitzenden van haar leden naar missiegebieden<br />

in Kongo, werd omschreven in de Leefregel, goedgekeurd in 1969.<br />

Ad Gentes,1. In een kerk die het Evangelie aan alle mensen wil verkondigen, roept<br />

Christus sommigen onder ons op om de missionaire levenswet van<br />

de Kerk in een persoonlijk engagement gestalte te geven en,<br />

gezonden door de wettelijke overheid, naar hen toe te gaan die<br />

Christus nog zoeken.<br />

Ad Gentes,2. Om zich in dienst te stellen van het plan van God, volgens wat<br />

alle mensen geroepen zijn tot de eenheid van zijn volk, willen de<br />

Zusters missionarissen zich inschakelen in de menselijke<br />

groeperingen waarheen zij gezonden zijn om deze te helpen tot<br />

Christelijke gemeenschappen uit te groeien.<br />

Dit willen zij bereiken door:<br />

- het getuigenis van een leven volgens het Evangelie en voornamelijk van de liefde die ingeeft<br />

“alles voor allen te zijn”,<br />

- de inwijding van de catechumenen in het christelijk leven,<br />

- het onderricht aan de jongeren en de naschoolse vorming voor volwassenen, met<br />

eerbied voor de rijkdom der lokale cultuur,<br />

- de verzorging van de zieken,<br />

- de bevordering van het lekenapostolaat,<br />

- de aandacht voor het ontluiken van religieuze roepingen onder de inlandse<br />

bevolking.<br />

Naarmate de hiërarchie evenals het autochtoon laïkaat hun verantwoordelijkheden opnemen,<br />

zullen de missiezusters hun medewerkers worden.<br />

Vier zusters maken deel uit van de eerste groep zendelingen:<br />

a. Zuster Hildegard, Elisabeth Pichon (47), van Keulen (D)<br />

b. Zuster Anne-Marie, Lucie Soille (25), van Jodoigne, de overste<br />

c. Zuster Jeanne de la Croix, Madeleine Gilson (26), van Braine le Comte,<br />

d. Zuster Marie Patrice, Bridget Kelly (36), van Kildysart (Ierland).<br />

Deze zusters worden vergezeld door een lekenhelpster – verpleegster Juffrouw Lousie<br />

Vander Velpen van <strong>Hoegaarden</strong>.<br />

De groep vertrekt op 13-08-1926 aan boord van de Anversville samen met twee Paters<br />

Jezuïeten, Pater Hamerlinck en Pater Meulemans.<br />

Op 02-09-1926 ontschepen zij in Matadi.<br />

101


Ambtsgebied van Kingunji<br />

Marie-Patrice, Anne-Marie, Hildegard, Jeanne de la Croix (van links naar rechts)<br />

102


De Zusters begeven zich naar Kisantu bij de Zusters van O.-L.-Vrouw van Namen. Juffrouw<br />

Vander Velpen reist naar Kinshasa (Leopoldville). De bedoeling is een stage doormaken<br />

respectievelijk in het missiewerk en de verpleging in de tropen.<br />

Op 15-10-1926 komt Pater Cuylits S.J. de zusters afhalen te Kisantu, en juffrouw Vander<br />

Velpen te Leopoldville.<br />

De reis gaat voort, eerst op de Kongostroom, vervolgens op de Kwango en de Kwilu. Men<br />

bereikt Leverville op 20-10-1926. Daar worden onze missionarissen zeer hartelijk onthaald<br />

door de Soeurs de Sainte Marie van Namen. Verplicht te wachten op de dragers wordt het hier<br />

een tweede stage. Op 29-10-1926 arriveren de 120 dragers, onder leiding van Frère Raymond.<br />

Gedurende vijf dagen worden Zusters en bagages (basismateriaal voor de nieuwe post) door<br />

de Afrikaanse rimboe gedragen: savanne, moerassen, riviertjes, deels doorwaadbaar, deels<br />

voorzien van lianenbruggen of bruggen van boomstammen. En voortdurend klimmen en<br />

dalen, gezeten in een tipoy (draagstoel vervaardigd met bamboestokken).<br />

Op 04-11-1926 bereikt de karavaan eindelijk de missiepost van Kingunji. Met de veerpont<br />

steekt men de Lukula (bijrivier van de Inzia) over, en op de andere oever wordt de groep<br />

begroet door Pater De Ceuleer en 400 jongens: enthousiaste kreten ter verwelkoming! Dan<br />

komen vrouwen, meisjes en kinderen toegelopen. Zij willen de kleren en de handen van de<br />

Zusters raken…..en maar dansen en vreugdekreten slaken. Bij het huis van de Paters<br />

verschijnt de rijzige gestalte van Pater Thienpont die gelukkig is de zusters te mogen<br />

verwelkomen.<br />

Allen, paters, zusters, het volk gaan de kerk binnen om de Heer te danken die de<br />

nieuwgekomenen tot de missieapostolaat riep. Vandaar naar de veranda van het zusterhuis..<br />

De vier zusters en juffrouw Vander Velpen zijn eindelijk thuis.<br />

Op maandag 08-11-1926 beginnen ze de missionaire werkzaamheden:<br />

- Catechese,<br />

- Dispensarium,<br />

- Weeshuis,<br />

- Voorbereiden en uitdelen van maaltijden<br />

Het aantal kinderen neemt vlug toe. Met kerstmis ongeveer 300 en met Pasen<br />

meer dan 400.<br />

Monseigneur Devos, bisschop van Kikwit, komt op bezoek en op 21-02-1927 celebreert hij de<br />

eerste mis in de huiskapel van de zusters.<br />

In april 1927 start Zuster Jeanne de la Croix met de klassen; er zijn 17 vrijwilligsters. Er<br />

moesten heel wat vooroordelen overwonnen worden om het aantal van 50 leerlingen te<br />

bereiken.<br />

Naast het leren en schrijven leren de meisjes ook wassen, strijken, verstellen en<br />

kledingsstukken vervaardigen. Ze tonen veel aanleg voor handwerk. Buiten de klassen en de<br />

catechese werken ze op de velden.<br />

De missie kent een snelle bloei, maar blijft niet gespaard van beproevingen. Meerdere<br />

malen is er brand – niet te verwonderen met de strooien daken – dan het instorten van een<br />

slaapzaal en in 1932, een epidemie van meningitis die talrijke slachtoffers maakt.<br />

In 1929 komt een jonge zuster, Zuster Martine (24) Suzan Mac Bride (geboren<br />

te Glasgow- Schotland), de eerste equipe vervoegen.<br />

In augustus 1930 verlaten 4 nieuwe missiezusters het moederhuis om naar Kongo af te reizen,<br />

nl:<br />

103


Louise Vander Velpen en de zusters Anne-Marie, Hildegarde, Jeanne de la Croix en Marie-<br />

Patrice op de Anversville te Antwerpen, klaar voor de afreis<br />

Zusters Dominique, Augustine en Mechtilde vertrekken in 1932<br />

104


- Zuster Colette (39), Marie Jannes van Messelbroeck,<br />

- Zuster Odile (34), Bertha Lodewijckx, van <strong>Hoegaarden</strong>, nicht van juffrouw<br />

Vandervelpen,<br />

- Zuster Rumolda (24), Catharine Hanley, van Gelinare Co Limerick (Ierland)<br />

- Zuster Marie Alphonse (30), Camilla Boeye van Burcht.<br />

Zuster Colette en Zuster Odile doen een stage van tropische geneeskunde te Leopoldville.<br />

Zuster Rumolda en Zuster Marie Alphonse zetten hun reis verder. Dat gaat via<br />

Leopoldville – Bandundu - Kikwit per boot, vandaar in een vrachtwagen tot<br />

Kingundu, en verder in tipoy(draagstoel).<br />

De aankomst van dit nieuwe viertal maakt het mogelijk 4 zusters te zenden naar de<br />

missiepost van Kimbau, op de Inzia, eveneens bestuurd door Paters Jezuïeten.<br />

Het vertrek naar Kimbau heeft plaats op 24-11-1930.<br />

Reizen af naar de nieuwe post:<br />

- Zuster Hildegard, de overste,<br />

- Zuster Colette,<br />

- Zuster Marie Patrice<br />

- Zuster Martine en<br />

- Juffrouw Vandervelpen.<br />

Men trekt in tipoy doorheen mooie landschappen en dichte wouden. Van op de brug op de<br />

Luie kunnen de reizigsters een waterval van 40 meter hoog bewonderen.<br />

In Kinzofo wordt er overnacht in de “sombolo”, een loods opgericht door de Staat om<br />

blanken op doortocht te beschutten. ’s Anderdaags vroeg, Eucharistieviering en om 07:00 uur<br />

is men terug op weg. De natuur is wondermooi. Ziedaar, de Inzia die door een diep versneden<br />

vallei slingert. Ze dalen af; bochten en nog bochten. De dragers zetten het op een loopje en<br />

men bereikt Kimbau een uur vroeger dan voorzien.<br />

De veerpont ligt klaar. Men laadt in: tipoy’s, koffers en de karavaan. Pater Meulemans laat<br />

twee geweerschoten knallen, het afgesproken signaal van de aankomst. Onmiddellijk is de<br />

toegangsweg vol kinderen, wuivend met vlaggetjes. De Pater Butaye en d’Hoye komen de<br />

zusters verwelkomen. Even een bezoek aan de kerk waar de kinderen een lied zingen, en dan<br />

naar het nieuwe huis van de Paters waar het middagmaal wordt genomen, gevolgd door het<br />

bezoek van de post.<br />

Het huis van de Zusters is omringd door fruitbomen: citroen- en mandarijnbomen,<br />

sinaasappel- en papaaibomen. De volgende dagen verkennen de zusters de velden in tipoy. Ze<br />

bewonderen de rijst-, maniok-, maïs- en bonenvelden.<br />

Vanaf de aanvang geven ze catechese, tot grote voldoening van de inlandse meisjes. Zonder<br />

dralen wordt ook gestart met inwijding in:<br />

- naaldwerk,<br />

- weven van raffia,<br />

- wassen,<br />

- strijken,<br />

- …….<br />

En werk op de akkers voor het voedsel van de kinderen, dat weldra het aantal van 250<br />

bereiken.<br />

105


Ook het dispensarium wordt spoedig opgericht voor de zieken. Zuster Colette en juffrouw<br />

Louise hebben de handen vol. Het werk voor de zuigelingen begint met 6 christenen moeders,<br />

maar breidt zich vlug uit voor de heidense.<br />

Bijposten worden weldra opgericht op enkele kilometers van Kimbau.<br />

Het bezoek van Koning Kiamfu van Mupelinges, en van de chef van Kimbau getuigen van de<br />

goede ingesteldheid van de bevolking t.a.v. de nieuw gekomen zusters.<br />

In 1932 geeft de algemeen overste met haar raad gehoor aan de dringende oproepen van de<br />

Paters S.J. en van de missiezusters van Kwango, door het zenden van zusters naar de post van<br />

Kingandu.<br />

- Op 24-09-1932 heeft vanuit <strong>Hoegaarden</strong> het vierde vertrek van missionarissen plaats:<br />

- Zuster Dominique (31) , Catherine Twoney, van Clonmoyle Co Cork,<br />

Ierland,<br />

- Zuster Augustine (26), Brigit Hogan, van Crogh Co Limerick, Ierland,<br />

- Zuster Marie Mechtilde (26), Simone Lejeune van Ittre.<br />

- Op 06-10-1933 verlaten het moederhuis om af te reizen naar Kongo<br />

- Zuster Alice (22), Andrée Druet van Nijvel,<br />

- Zuster Marie Emile (26), Irène Lodewijckx van <strong>Hoegaarden</strong>, zuster<br />

van Zuster Odile.<br />

Worden bestemd voor de post van Kingandu:<br />

- Zuster Hildegard, als overste. In Kimbau wordt ze vervangen door Zuster<br />

Colette.<br />

- Zuster Marie Patrice, Zuster Marie Mechtilde, Zuster Alice en Zuster Marie<br />

Emile.<br />

De Zusters Dominique en Augustine worden gezonden naar Kimbau.<br />

Kingandu, op de Kwenge, is een mooie missiepost die sinds 3 jaar bestaat, bij<br />

de aankomst van de zusters. Men vestigt er dezelfde werken als in Kingunji en in<br />

Kimbau,<br />

- onder leiding van de Paters Toye en Van Doorslaer, nl:<br />

- catechumenaat,<br />

- onderwijs,<br />

- dispensarium,<br />

- lazaret – hospitaal,<br />

- raadpleging voor zuigelingen,<br />

- materniteit,<br />

-werk van de verloofden.<br />

De missieposten van de Zusters van de Vereniging met het Heilig Hart zijn gevestigd in een<br />

moeilijk te bereiken gebied, in volle rimboe.<br />

Kingunji en Kimbau liggen in een arme, achterlijke streek. Het gebied van Kingandu is<br />

welvarender en de bevolking is er soepeler.<br />

De streek is bergachtig van Zuid naar Noord versneden door talrijke rivieren, sommige met<br />

watervallen die ze onbevaarbaar maken en gevallen bomen die de navigatie vertragen.<br />

106


Bezoek van de algemene overste Mère Lamberta<br />

Staand: Alice Druet – Mechtilde - Antoine - Lamberta - Désirée - Odile - Hélène<br />

Geknield:Dominique - Rumolda - Anne Marie - Martine - Imelda – Lucie<br />

Eerste kerk Kingunji in opbouw<br />

107


Bij de komst van de zusters was alles te doen door de opvoeding van de inlandse meisjes die<br />

niet gesteld zijn op de klok en het regelmatig leven…. De start is dan ook moeizaam, vooral<br />

het begin voor het regelmatig klasvolgen.<br />

Nieuwe missiezusters melden zich aan.<br />

- November 1934: Zuster Marie Désirée (25), Bertha Delpierre van Lasne –<br />

Chapelle St.-Lambert,<br />

- Oktober 1938: Zuster Marie Hélène (31), Elisabeth Vandercammen van<br />

Enghien,<br />

- Januari 1939: Zuster Adrienne (24), Sidonie Ottenburghs van Vissenaken,<br />

- Maart 1946: Zuster Marie Lucie (25), Marie Louise Couturiaux van Halle,<br />

- April 1946: Zuster Marie Antoine (32), Antoinette Nierinckx van Antwerpen,<br />

- Juni 1947: Zuster Imelda (43), Alice Soille van Jodoigne (zuster van Zuster Anne<br />

Marie),<br />

- Augustus 1948: Zuster Marie Lutgarde (32), Marie Josée Nerinckx van Ittre.<br />

Beproevingen.<br />

In 1937 wordt Zuster Jeanne de la Croix tot vicaris benoemd voor de 3 Missieposten:<br />

Kingung, Kimbau en Kingandu<br />

Maar het harde missieleven was voor die zeer toegewijde missionaris zeer zenuwslopend<br />

geweest. Na een plotse en hevige crisis moest ze terug naar België om er psychiatrisch<br />

verzorgd te worden. Ze zal niet meer herstellen en overlijdt in Leuven op 09-02-1950;<br />

In april 1939 wordt de goede Zuster Colette getroffen door de slaapziekte. Ze leek te<br />

herstellen, en men overweegt de terugkeer naar België, wanneer haar krachten afnemen en ze<br />

haast schielijk overlijdt.<br />

Dan komt de grote beproeving van de oorlog 1940-1945 die zwaar weegt op onze<br />

Communiteiten in Kongo.<br />

Er komt geen nieuws meer van de Belgische huizen, van de families, waar zich bittere<br />

beproevingen voordoen. Ook de verzendingen zijn onderbroken. Een te lang ononderbroken<br />

verblijf in de tropen verzwakt de gezondheid en vergt de definitieve terugkeer van Zuster<br />

Hildegarde, Zuster Marie Patrice en Zuster Marie Emile in 1946.<br />

Zuster Odile en Zuster Marie Alphonse, terug in België met verlof, op het ogenblik van de<br />

mobilisatie van het Belgisch leger, worden er geblokkeerd tijdens de ganse duur van de<br />

oorlog. Zuster Odile keert terug naar Kongo in december 1945, Zuster Marie Alphonse in<br />

1946. Haar apostolaat daar zal van korte duur zijn.Ze moest worden gehospitaliseerd in<br />

Kikwit om er een ingreep te ondergaan die men als ongevaarlijk beschouwde. Helaas, het kost<br />

haar leven op 17-07-1948;Zuster Augustine moet definitief naar België terugkeren in 1938.<br />

Twee pogingen van missionair leven hadden haar onaangepastheid bewezen, aan het tropisch<br />

klimaat.<br />

Overdracht van een missiepost.<br />

De oorlog had de komst van nieuwe missionarissen belet. De<br />

missieactiviteiten, in de domeinen van onderwijs en verpleging vooral, nemen steeds meer<br />

uitbreiding.<br />

108


De algemeen Overste, Zuster Lamberta en haar raad moeten beslissen tot de<br />

overdracht van één van de missieposten. Monseigneur Van Schingen, Bisschop van Kikwit,<br />

opteert voor de overdracht van de post van Kingandu.<br />

In vol missionair rendement wordt deze post overgedragen aan de Zusters Annunciaten van<br />

Heverlee.<br />

1951 Jubileum van 25 jaar missie in Kongo.<br />

Sinds 25 jaar werken de Zusters van de Vereniging met het Heilig Hart in<br />

Kongo, ten dienste van de humane en christelijke vorming van de Afrikaanse vrouw.Dit<br />

jubileum wordt luisterrijk gevierd in Kingunji, in juli 1951 in aanwezigheid van Monseigneur<br />

Guffens en van de algemeen overste, Zuster Lamberta, die bij deze gelegenheid naar Kongo<br />

reist. Ze verblijft 3 maanden bij haar missiezusters.<br />

Te voren werd dit jubileum gevierd in het moederhuis te <strong>Hoegaarden</strong>, door een<br />

boeiende tentoonstelling van 25-02 tot 04-03-1951. De Paters Severin en Simonis S.J.<br />

verleenden hun deskundige medewerking aan deze tentoonstelling en brachten prachtig<br />

materiaal mee.<br />

Het thema was:<br />

“Van het inlands leven naar de bekroning van het christelijk leven: het christelijk<br />

huwelijk, het religieuze leven en het priesterschap langs het onderwijs, sleutel van de<br />

beschaving.”<br />

Een ontroerend ogenblik bij de openstelling van deze tentoonstelling, toen Zuster Lamberta<br />

tijdens haar toespraak, de namen uitsprak van de 21 missionarissen.<br />

Bij deze gelegenheid schrijft Monseigneur Van Schingen:<br />

“Les Religieuses de <strong>Hoegaarden</strong> savent s’adapter aux circonstances et sans rien<br />

perdre de leur dévoiement admirable, elles ont pris les grades nécessaires pour<br />

pouvoir donner au Gouvernement de la Colonie entière satisfaction et continuer<br />

ainsi leur apostolat, sans cess remis au point…..<br />

Je suis heureux de savoir que <strong>Hoegaarden</strong> sera en fête et qu’on placera nos chères<br />

Missionnaires en évidence et à l’honneur, pour tout le travail réalisé en ces 25<br />

annéesd’apostolat. Mon grand désir est qu’on fasse mieux connaître ce beau<br />

dévouement dans tous les domaines: scolaire, social, et hospitalier; toutes les<br />

créations dues aux soeurs; les magnifiques résultats obtenus aux points de vue<br />

religieux et civilisateur; les projets en cours plus beaux encore si possible….”<br />

Tijdschrift “Missi” – 5 mei 1951.<br />

Na deze heugelijke jubileumviering mag Kingunji de volgende nieuwe missiezusters<br />

verwelkomen.<br />

- Zuster Laurence, Laura Belva (38), van Brussel in 1952,<br />

- Zuster Emmanuel, Marie Van Molkot (46) van Woluwé-Saint-Lambert,<br />

- Zuster Ermelinde, Alice Rens (30) van Tienen.<br />

Overdracht van de post van Kimbau.<br />

In 1956 moest de post worden overgedragen omwille van het tekort aan<br />

gekwalificeerd personeel.<br />

De Zusters Carmélites de la Charité, een Spaanse apostolische congregatie,<br />

zullen het werk voortzetten. Zuster Marie Antoine blijft nog een gans jaar in Kimbau, om<br />

deze zusters op de hoogte te brengen van het runnen van de post.<br />

109


Het definitieve zusterhuis (1945)<br />

De definitieve kerk te Kingunji (gewijd in 1956)<br />

110


1960 Kongo wordt een onafhankelijke staat.<br />

Er heerst in Kingunji niet veel agitatie vooraf.<br />

Een echte agitator is er niet. Enkele onderwijzers nemen deel aan meetings met<br />

Kamitatu, een politicus van die tijd.30 juni gaat voorbij zonder problemen. ’s Avonds van die<br />

beruchte dag wordt er gedanst want, l’Indépendance is voorbij! Alles blijft in de plooien. Na<br />

het verlof hervatten de scholen. De Belgische territoriale agent wordt vervangen door een<br />

Zaïrese “chef de collectivité” die zich in het begin als heer en meester wil doen doorgaan.<br />

Nu missen de zusters de vriendschappelijke betrekkingen met de Familie Vander Elst en hun<br />

wekelijkse bezoekjes na de zondagse hoogmis……<br />

Na de invoering van de onafhankelijkheid komen nog 3 nieuwe missiezusters naar Kingunji.<br />

- In 1962, Zuster Georgette (31), Georgette Holsbeek van Ezemaal,<br />

- In 1963, Zuster Maria (27), Maria Torsin van Budingen,<br />

- In 1966, Zuster Marguerite (27), Marguerite Balthazar, van Chênée.<br />

Gestadige groei in al de sectoren.<br />

In 1945 telt de Lagers School van Kingunji 6 klassen.<br />

Er is ook een eerste en tweede leerjaar in bijposten.<br />

Spoedig wordt nu een Ecole Ménagère opgericht. Ze kent twee niveaus:<br />

- périprimaire (na het tweede leerjaar, voor leerlingen van meer dan 13 jaar);<br />

- postprimaire (na het zesde leerjaar).<br />

Deze huishoudschool evolueert naar Ecole Ménagère Pédagogique, voor de vorming van<br />

monitricen die onderwijs mogen geven in de eerste graad.<br />

Vanaf 1961 komt er algemeen vormend secundair onderwijs:<br />

- twee jaar C.O. (cycle d’orientation) en<br />

- drie jaar Humanités Pédagogiques dat een brede uitstraling zal kennen.<br />

Van verre, zelfs vanuit Kinshasa komen meisjes naar Kingunji om zich te bekwamen tot<br />

onderwijzeres.<br />

De school van de post Kimbau houdt nagenoeg gelijke trend met Kingunji.<br />

De sector van de verpleging kent eveneens een constante uitbreiding.<br />

In 1947 wordt een nieuw dispensarium gebouwd en een nieuwe Materniteit, constructies in<br />

cementblokken. Zuster Odile, de zeer gewaardeerde vroedvrouw, gata om de maand naar de<br />

dorpen voor de kinderraadpleging.<br />

Marialegioen en sociale vorming gaan samen. Elke maand wordt onderricht gegeven<br />

aan de moeders, in twee bijposten. Een “foyer”, met opleiding voor naad, ten behoeve van<br />

ongeschoolde meisjes, functioneert in Mosambo. De vorming van catechisten is een prioriteit<br />

voor Zuster Marie Lucie. Zij geeft systematische instructies in Kingunji. Vanaf 1974 zal bijna<br />

elk dorp een catechumenaat hebben, met een leekcatechist.<br />

Een “chef de cercle” staat in voor ongeveer vijf catecumenaten en komt regelmatig<br />

verslag uitbrengen op de missie. Het lekenapostolaat is goed uitgebouwd in het missiegebied<br />

en kan rekenen op zeer geëngageerde christenen.<br />

Momentopname in de missiepost van Kingunji mei 1965;<br />

Bij haar eerste bezoek aan Kingunji vindt Zuster Lydia daar een bloeiende<br />

missiepost. De natuur is er prachtig. De post is gevestigd langsheen de linkeroever van de<br />

Lukula, rivier die men na een brede strook galerijwoud te hebben doorkruist per<br />

Jeep, oversteekt met een veerpont. De ruime vallei die zich daar ontvouwt is aan de overzijde<br />

111


van de rivier afgezoomd met een heuvelrij.<br />

Te midden van de gebouwen van de Paters Jezuïeten, de broeders Jozefieten (inlandse<br />

Congregatie die het onderwijs voor de jongens in handen heeft) en de zusters, rijst het statig<br />

gebouw op van de missiekerk.De concessie aan de zusters toegewezen is een model geworden<br />

van ruimtelijke ordening.<br />

De school- en internaatsgebouwen, het medisch kwartier (met dispensarium,<br />

materniteit, lazarethospitaal), en het huis van de zusters met de mooie siertuin zijn smaakvol<br />

ingeplant in een groene zone, met een weelde aan palm- en fruitbomen.<br />

De dag na haar aankomst, wordt Zuster Lydia verrast door een prestigieuze<br />

schoolfeest vanwege de Lager School (17 klassen), de twee leerjaren C.O. en de drie<br />

Humanités Pédagogiques waar de meisjes naast algemene vorming ook een adequate<br />

voorbereiding krijgen op de loopbaan van onderwijzeres in de lagere scholen.<br />

Bij het schouwen naar de prestaties van deze meisjes, op muzikaal en litterair gebied<br />

begrijpt Zuster Lydia dat het Lycée Nto Lutondo (=Source d’amour, vertaling naar Kikongo,<br />

van Heilig Hart), zo’n goede reputatie geniet…..jawel tot in Kinshasa.<br />

Haar bezoeken aan de klassen van de volgende dagen bevestigen die indruk. Hier<br />

krijgen de leerlingen een degelijke humane en pedagogische vorming.<br />

De post van Kingunji bruist van leven.Amper hebben de zusters het ontbijt genomen,<br />

rond 06:30 uur en daar komen al mensen aan….Vrouwen voornamelijk, met hun<br />

jongsgeborene op de heup en een mand op het hoofd met wat maniok, bananen, aardnoten. Ze<br />

proberen te verkopen of te ruilen tegen een kledingstuk, wat eetwaar, soms wat zout dat<br />

schaars wordt.<br />

Catechisten van de brousse komen richtlijnen vragen of verslag uitbrengen over hun werk.<br />

Mannen komen naar werk zoeken. De “agent du développement”, een Zaïrees, komt praten<br />

over een aan de gang zijnde project van maniokkweek….. Het is een ononderbroken processie<br />

om hulp of gehoor te vragen. En het duurt tot het middaguur……<br />

Sommige dagen hebben hun apart karakter.<br />

- Op zondag is de hoogmis een feestelijke belevenis.<br />

De ruime kerk zit vol. De mensen zijn te voet gekomen, van heinde en ver.<br />

Sommige dorpen van het missiegebied liggen op vele km. Afstand. De<br />

zondagliturgie is opgeluisterd met vreugdevolle zangen, ritmisch handgeklap<br />

en dans. Daartussen gekweel van talrijke baby’s.<br />

- Op donderdag geschiedt traditioneel de raadpleging van de zuigelingen. Dit<br />

gaat gepaard met raadgevingen over voeding en hygiëne.<br />

- Vrijdag is de dag van de maniokmarkt en van de prenatale raadplegingen. Ook<br />

komen er dan koppels die hun kindje willen laten dopen. Zij krijgen een<br />

“malongi” (catechese). Dit moet driemaal geschieden voor het toedienen van<br />

het sacrement.<br />

Een reële handicap voor de materniteit en de ziekenverpleging is de afwezigheid van<br />

een dokter. Voor ernstige gevallen moet er gereden worden naar Masi-Manimba (120 km), of<br />

naar Mosango (150 km) of naar Yasa (200 km).<br />

Buiten de gewone bedrijvigheid brengt de aanwezigheid van Zuster Lydia nog bezoekers bij.<br />

Mensen van de omgeving komen haar bezoeken met een geschenk: aardnoten, eieren en soms,<br />

een heuse (levende) kip!<br />

Een onvergetelijk gebeuren die maand mei, in de Betidi Kieze = Vallée joyeuse, zoals de<br />

leerlingen van Kingunji hun school doopten.<br />

112


Eerste zusterhuis en eerste leerlingen<br />

De leerlingen van het vijfde leerjaar in 1968<br />

113


1967 Rebellie van de Mulelisten.<br />

Kingunji leeft in de greep van de angst bij de geruchten betreffende de opstand van<br />

Mulele. Maar echte moeilijkheden ontstaan niet.<br />

De mannen die op de missiepost werken komen naar de zondagmis met pijl en boog, om<br />

desnoods bescherming te bieden…”Je weet maar nooit….”<br />

De opmars van de Mulelisten wordt gestuit op 100 km van de missiepost.<br />

Afrikanisering van de lokale kerk.<br />

De eerste priesters van het missiegebied Kingunji is:<br />

- Louis Nioka:<br />

- is gewijd op 07-08-1950<br />

Een aantal zonen van de streek volgen zijn voorbeeld:<br />

- Gerard Kulungu (1958),<br />

- Paul Kifolo (1976),<br />

- Ignace Matensi (1983), thans rector van het Groot Seminarie van Kalonda,<br />

- Robert Mangala (1983),<br />

- Onesime Sindani (1983),<br />

- Anaclet Kandodi (1992),<br />

- Leon Makulau (1995),<br />

- Sylvain Mukulu (1996).<br />

Talrijk zijn ook de engagementen in het religieuze leven.<br />

In 1945 komen de eerste broeders Jozefieten naar Kingunji om het onderwijs voor de jongens<br />

in handen te nemen. Het betreft een inlandse congregatie, gesticht door Monseigneur Guffens,<br />

toen coadjutor van de Bisschop van Kikwit, in 1935.<br />

Ze doen er al die jaren goed werk. Minstens 4 jongens van de streek treden er binnen.<br />

Anderen engageren zich in Europese congregaties:<br />

- de Jezuïetenorde,<br />

- de Société dur Verbe Divin,<br />

- de Passionisten,<br />

- de Claretainen.<br />

Wat de meisjes betreft. In 1949 treden 2 postulanten van Kingunji binnen in een inlandse<br />

congregatie “Les Soeurs de Sainte Marie du Kwango”. Dit voorbeeld zal door menige<br />

anderen worden gevolgd.<br />

Ook Europese congregaties trekken meisjes aan:<br />

- Soeurs de pauvres (Italiaanse congregatie),<br />

- Soeurs de Sainte Marie de Namur,<br />

- Soeurs de la Charité de Namur,<br />

- Annuniaden (van Heverlee),<br />

- Carmélites de la Charité (Spaanse congregatie),<br />

- Passionisten (Tienen),<br />

- Soeurs de la Providence et de l’Immaculée Conception (Champion-Diest).<br />

Twee Zaïrese meisjes, Jacqueline Makandala en Anastasie Miti treden binnen bij de Zusters<br />

van de Vereniging met het Heilig Hart. Ze engageren zich door eeuwige geloften,<br />

respectievelijk in 1972 en 1979. De éne is actief in het onderwijs, de andere in de verpleging.<br />

114


Vanaf 1945 zijn inlandse priesters ingeschakeld in het missiewerk in Kingunji. Ze nemen hun<br />

intrek bij de Paters Jezuïeten. Clement Ngunga, de eerste van deze reeks is ook de eerste<br />

priester afkomstig van Kikwit.<br />

In 1969 wordt Monseigneur Lefèvre S.J. de laatste Belgische Bisschop, vervangen door een<br />

Kongolees, Monseigneur Alexandre Nzundu. Hij zal het Bisdom Kikwit besturen tot 1985,<br />

jaar van zijn overlijden.<br />

Heden is Monseigneur Mununu, een Kongolese Trappist, Bisschop van Kikwit. Zijn secretaris<br />

Abbé Constant Basabana bracht 2 maanden door in België, in 1998, en verbleef in Mariadal te<br />

<strong>Hoegaarden</strong>.<br />

Intussen hebben ook de Jezuïeten hun kaders geafrikaniseerd.<br />

In 1974 benoemen zij een Kongolees tot provinciale overste van de P.A.C., Province<br />

d’Afrique Centrale, Pater Pasupasu. Na zijn eerste ambtstermijn komt hij als overste naar<br />

Kungungi in 1980. Tijdens zijn tweede ambtstermijn als provinciaal overlijdt hij na een<br />

verkeersongeval. Hij wordt opgevolgd door Pater Matungulu.<br />

In 1990 geven de Jezuïeten de post volledig uit handen om het apostolaat toe te vertrouwen<br />

aan drie inlandse priesters. Twee onder hen doen de “itnérance”, het brousseapostolaat,<br />

efficiënt geholpen door Zuster Marie Lucie. De derde is pastoor van de parochie.<br />

Samenwerking met de Spaanse “Carmélites de la Charité – Overdracht van de post<br />

Kingunji.<br />

Intussen moesten meerdere zusters Kongo verlaten omwille van hun hoge leeftijd of<br />

gezondheidsproblemen.<br />

In 1981 zijn ze nog met twee Belgen. Vier Spaanse zusters – van de congregatie die de post<br />

van Kimbau overnam – leven en werken samen met hen te Kingunji. Die gemengde<br />

communiteit – daar zijn ook nog twee Zaïrese zusters bij – runt de post in de beste onderlinge<br />

verstandhouding.<br />

In de school (thans 6 jaar Humanités Pédagogiques) en de verpleging werken sinds een aantal<br />

jaren tal van inlandse mannen en vrouwen.<br />

Toch moet er dringend naar een oplossing gezocht worden voor de toekomst. Die zal er<br />

komen vanwege de genoemde Spaanse zusters.<br />

In maart 1981 worden de eerste schikkingen getroffen voor de overname van de post. Onze<br />

twee Zaïrese zusters beslissen over te gaan naar de Spaanse congregatie. Zij zijn er gelukkig<br />

en de zusterlijke banden met de Zusters van de Vereniging met het Heilig Hart blijven<br />

onderhouden.<br />

Zuster Marie Lucie, in Zaïre sinds 1946, blijft sinds maart 1983- terugkeer van Zuster Maria<br />

Torsin als enige zuster van onze congregatie, nog 11 jaar in Kingunji. Ze deelt volledig het<br />

leven van de Spaanse en Zaïrese zusters. Zij blijft er ten dienste van het brousseapostolaat,<br />

vnl. de vorming van de catechisten.<br />

Na het vertrek van Pater Peeters S.J. in 1984 gebeurt dit met inlandse priesters.<br />

In juni 1994 roept het bestuur van de congregatie haar definitief terug naar <strong>Hoegaarden</strong>.<br />

De Zusters van de Vereniging met het Heilig Hart hebben Kongo verlaten na een<br />

aanwezigheid van 68 jaar.<br />

Maar de fakkel werd doorgegeven.<br />

Grotendeels is hij nu in de handen van de lokale christelijke gemeenschap van Kikwit –<br />

Kingunji.<br />

Moge de vlam levendig blijven spijts moeilijkheden en tegenwind.<br />

115


Die wens vertrouwen wij aan de Meester van de Oogst.<br />

Raadpleging zuigelingen bij zuster Odile (ca. 1930)<br />

Moeders met hun kinderen tonen zelfgemaakte kleding<br />

116

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!