Bijlage 7 Natuurtoets
Bijlage 7 Natuurtoets
Bijlage 7 Natuurtoets
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5.5.4 Niet-broedvogels<br />
Instandhoudingsdoelstelling Natura 2000-gebied<br />
Behoud omvang en kwaliteit leefgebied. Het gebied moet een draagkracht hebben voor<br />
de populatiegroottes (seizoensgemiddelden) van de in Tabel 4 weergegeven soorten. De<br />
streefaantallen die in Tabel 4 per soort genoemd worden hebben betrekking op het hele<br />
Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal.<br />
Tabel 4: Aantallen niet-broedvogels in telgebied RG5121 in de periode 2005-2010, streefaantal voor het<br />
Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal en percentage van dat streefaantal dat aanwezig is in het<br />
telgebied.<br />
Seizoensgemiddelde in het telgebied: gemiddeld aantal vogels per dag in het winterseizoen, aanwezig in<br />
het telgebied (2005-2010);<br />
Doelstelling populatie: streefaantal voor het hele Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal (uitgedrukt in<br />
seizoensgemiddelde);<br />
% doelstelling in telgebied: percentage van het streefaantal voor het Natura 2000-gebied dat aanwezig<br />
is in het telgebied;<br />
Effect: oranje: negatief effect, maar op voorhand niet significant; rood: kans op significant negatief<br />
effect niet op voorhand uit te sluiten.<br />
Soort seizoensgemiddelde<br />
in het telgebied<br />
doelstelling voor<br />
Uiterwaarden Waal<br />
% van de doelstelling<br />
die aanwezig is in<br />
telgebied RG5121<br />
krakeend 7,7 50 15,5<br />
kuifeend 49,0 530 9,2<br />
slobeend 7,9 90 8,8<br />
meerkoet 52,2 780 6,7<br />
fuut 5,6 90 6,2<br />
grauwe gans 148,1 2400 6,2<br />
aalscholver 11,6 260 4,4<br />
tafeleend 5,3 190 2,8<br />
kolgans 137,7 5500 2,5<br />
nonnetje 0,1 6 2,2<br />
smient 96,4 4700 2,1<br />
kievit 9,1 790 1,2<br />
pijlstaart 0,2 30 0,6<br />
grutto 0,1 70 0,2<br />
wulp 0,1 160 0,03<br />
brandgans 0,1 610 0,01<br />
Aanwezigheid in het projectgebied<br />
Gegevens over niet-broedvogels hebben betrekking op tellingen van watervogels in de<br />
periode 2005-2010 (jaarlijkse midwintertelling en de maandelijkse watervogeltellingen<br />
september t/m april, SOVON) in het in Figuur 9 begrensde gebied.<br />
In Tabel 4 is het seizoensgemiddelde weergeven (gemiddeld aantal aanwezige vogels in<br />
een winterseizoen), het gewenste aantal voor Uiterwaarden Waal zoals gesteld in de<br />
instandhoudingsdoelstelling en het percentage van dat aantal dat in het telgebied<br />
RG5121 aanwezig is. Aan de vogelaantallen die gebruik maken van het telgebied<br />
RG5121 als pleisterplaats of overwinteringsgebied, kan afgeleid worden in hoeverre de<br />
N A T U U R B A L A N S – L I M E S D I V E R G E N S B V a d v i e s b u r e a u v o o r n a t u u r & l a n d s c h a p<br />
<strong>Natuurtoets</strong> herinrichting de Bunswaard 39