Met de digitale publicatiefuncties van InDesign CS6 kunt u digitale ...

Met de digitale publicatiefuncties van InDesign CS6 kunt u digitale
tijdschriften, kranten en catalogi met aantrekkelijke elementen, zoals
objecten die 360 graden gedraaid kunnen worden en panorama’s,
maken en voorvertonen. Deze publicaties kunnen worden
weergegeven op diverse verschillende tablets.

17 Een iPad-publicatie maken
Lesoverzicht
In deze bonusles leert u het volgende:
• een nieuw digitaal publicatiedocument maken;
• interactieve elementen toevoegen, zoals hyperlinks, films, panorama’s en
pan-en-zoomillustraties;
• interactiviteit voorvertonen;
• een alternatieve lay-out maken;
• een folie maken en voorvertonen.
Deze les duurt ongeveer 60 minuten.

4 LES 17
Een iPad-publicatie maken
Aan de slag
In deze les maakt u een nieuw digitaal publicatiedocument. Nadat u het nieuwe document
hebt ingesteld, opent u een gedeeltelijk voltooide versie van de publicatie en voegt
u verschillende interactieve elementen toe. Vervolgens bewaart en bekijkt u een folio
die op een iPad kan worden gezet en weergegeven.
) Plaats een kopie van de bronbestanden van deze les op uw harde schijf als u dit nog niet hebt
gedaan. U vindt de bestanden op de cd die is geleverd bij Adobe InDesign CS6 Classroom in
a Book. Zie ‘De bestanden van Classroom in a Book kopiëren’ in het hoofdstuk ‘Aan de slag’.
1 Om ervoor te zorgen dat de voorkeuren en standaardinstellingen van uw Adobe
InDesign CS6-programma overeenkomen met de instellingen die in deze les worden
gebruikt, verplaatst u het InDesign-voorkeurenbestand naar een andere map.
Volg hierbij de procedure in ‘Het voorkeurenbestand van InDesign opslaan en terugplaatsen’
in het hoofdstuk ‘Aan de slag’.
) Een folio is een verzameling digitale publicatieartikelen. De naam is afgeleid van de bestandsextensie
.folio die voor dit type digitaal publicatiebestand wordt gebruikt.
2 Start Adobe InDesign CS6. Om te zorgen dat de deelvensters en menuopdrachten
overeenkomen met de instellingen die in deze les worden gebruikt, kiest u Venster
> Werkruimte > [Geavanceerd] en dan Venster > Werkruimte > Geavanceerd opnieuw
instellen.
3 Als u het voltooide document wilt bekijken, opent u het bestand 17_End.indd in de
map Lesson_17.
4 Blader door de pagina’s van het voltooide document om het voorblad en de vier pagina’s
erna te bekijken.

ADOBE INDESIGN CS6
Classroom in a Book
5 Sluit het bestand 17_End.indd wanneer u het hebt bestudeerd. U kunt dit document
ook open laten en als leidraad bij uw werk gebruiken.
Een nieuwe digitale publicatie maken
Omdat digitale publicaties op tablets worden weergegeven (een iPad in het geval van
het voorbeelddocument waaraan u in deze les werkt) en interactieve elementen kan
bevatten, zoals diavoorstellingen en pan-en-zoomillustraties die niet in drukwerk
kunnen worden gebruikt, verschilt het maken van een digitaal publicatiedocument
enigszins van het maken van een document voor drukwerk. Dat gezegd hebbende,
kunt u wel alle functies voor typografie en paginalay-out gebruiken die in dit boek
worden behandeld. Deze functies werken op dezelfde manier wanneer u een digitale
publicatie maakt.
Om te beginnen maakt u een nieuw digitaal publicatiedocument.
1 Kies Bestand > Nieuw > Document.
2 In het dialoogvenster Nieuw document kiest u Digitale publicatie in de vervolgkeuzelijst
Intentie en iPad in het menu Paginaformaat. Geef ook de volgende opties op:
typ 5 in het vak Aantal pagina’s en haal het vinkje uit het selectievakje bij Primair
tekstkader. Wijzig de andere instellingen niet en klik op OK.
) Wanneer u de Intentie van een document instelt op Digitale publicatie (of Web), wordt de
optie Pagina’s naast elkaar uitgeschakeld, wordt de standaardstand ingesteld op Liggend en
worden de maateenheden gewijzigd in pixels.
5

6 LES 17
Een iPad-publicatie maken
3 Kies Venster > Werkruimte > Digitale publicatie. De deelvensterschikking is nu
optimaal voor het werk dat u in deze les gaat doen en u hebt snel toegang tot de verschillende
functies die u gaat gebruiken.
4 Kies Bestand > Opslaan als, geef het bestand de naam 17_Setup.indd, navigeer
naar de map Lesson_17 en klik op Bewaar.
Interactieve elementen toevoegen
Interactieve elementen in een digitale publicatie zijn zaken als diavoorstellingen van
meerdere afbeeldingen, hyperlinks, illustraties die een gebruiker kan pannen en waarop
hij kan in- en uitzoomen, en films en geluiden. Zoals u een illustratiekader kunt
bewerken door er een lijn, een speciaal effect als een slagschaduw of rotatie aan toe te
voegen, kunt u ook het uiterlijk en de functie van interactieve elementen instellen.
In deze les hoeft u niet een compleet nieuwe digitale publicatie te maken; u gaat namelijk
werken aan een gedeeltelijk voltooide versie van een publicatie en de puntjes op de i
zetten door verschillende interactieve elementen te maken.
Een hyperlink maken
Dankzij hyperlinks kunnen gebruikers springen naar andere locaties in hetzelfde document,
naar andere documenten of naar websites. Een hyperlink bevat een brontekst
(tekst, een tekstkader of een illustratiekader) en een bestemming, namelijk de URL,
het bestand, het e-mailadres, het paginatekstanker of de gedeelde bestemming waar
de hyperlink naartoe springt. Hierna maakt u een hyperlink naar een website met behulp
van een leeg illustratiekader.
1 Kies Bestand > Openen en open 17_iPadGuidePartial in de map Lesson_17.
2 Kies Bestand > Opslaan als, geef het bestand de naam 17_iPadGuide.indd en sla
het op in de map Lesson_17.
3 Selecteer het gereedschap Rechthoekkader ( ) en sleep een rechthoek over het logo
‘D.I.Y. MEET’ op pagina 1.
4 Kies Venster > Interactief > Hyperlinks of klik op de tab Hyperlinks in de stapel
gekoppelde deelvensters rechts in het scherm.
5 Kies Nieuwe hyperlink in het deelvenstermenu Hyperlinks.
6 Selecteer URL in de vervolgkeuzelijst Koppelen naar en typ een URL in het veld
URL (in het voorbeelddocument wordt http://www.bikeworks.org gebruikt). Deselecteer
Gedeelde hyperlinkbestemming. Laat Onzichtbare rechthoek en Geen staan
onder Vormgeving. Klik op OK.

ADOBE INDESIGN CS6
Classroom in a Book
) In het deelvenster Folio Overlays kunt u interactiviteit toevoegen aan InDesign-lay-outs die
zijn bedoeld om op tablets, zoals de iPad, te worden weergegeven. Deze interactiviteit kan panen-zoomillustraties,
diavoorstellingen, video, audio en meer omvatten.
) In het deelvenster Folio Overlays kunt u het gedrag van een hyperlink veranderen. Als u
Open In Folio kiest, wordt de opgegeven webpagina geopend zonder de digitale publicatie te
verlaten. Als u Openen in apparaatbrowser kiest, wordt de webpagina geopend in een aparte
webbrowsertoepassing op de tablet, bijvoorbeeld in Safari op een iPad.
7 Kies Venster > Folio Overlays of klik op de tab Folio Overlays in de stapel gekoppelde
deelvensters rechts in het scherm, om het deelvenster Folio Overlays te openen.
8 Controleer of Openen in folio is gemarkeerd in het deelvenster Folio Overlays.
Wanneer een gebruiker tikt op het hyperlinkgebied dat door het kader wordt gedefinieerd,
wordt de webpagina weergegeven in een de viewer in plaats van een browser
te openen.
9 Kies Bestand > Opslaan.
Een film toevoegen
Het toevoegen van een film aan een digitaal publicatiedocument is te vergelijken met
het toevoegen van een foto of illustratie aan een document dat is bedoeld om te worden
afgedrukt. Hierna importeert u een film in het document en gebruikt u het deelvenster
Media om een illustratie te kiezen die u gaat gebruiken als de posterafbeelding
voor de film. Daarna gebruikt u het deelvenster Folio Overlays om op te geven hoe de
film moet worden afgespeeld.
1 Gebruik het gereedschap Selecteren ( ) om het lege rechthoekige illustratiekader
rechtsboven in pagina 1 te selecteren.
7

8 LES 17
Een iPad-publicatie maken
2 Kies Bestand > Plaatsen en selecteer het videobestand Cycling.mp4 in de map Lesson_17/Links.
Klik op Geselecteerd item verplaatsen in het dialoogvenster Plaatsen
en klik op Openen.
3 Kies Venster > Interactief > Media, of klik op de tab Media in de stapel gekoppelde
deelvensters rechts in het scherm.
4 Kies Afbeelding kiezen in de vervolgkeuzelijst Poster in het deelvenster Media. Selecteer
Cyclist.jpg in de map Lesson_17/Links en klik op Open.
) Een posterafbeelding is de statische afbeelding die wordt weergegeven in het kader dat de
geplaatste video bevat wanneer de video niet wordt afgespeeld.
5 Laat het filmobject geselecteerd en controleer of Automatisch
afspelen en Op volledig scherm afspelen niet zijn
gemarkeerd in het deelvenster Folio Overlays. De optie
Controller tonen bij tikken moet wel zijn geselecteerd.
6 Kies Bestand > Opslaan.
Een diavoorstelling maken
Een diavoorstelling is een serie afbeeldingen die een voor een worden weergegeven
wanneer een gebruiker op de knop Vorige en Volgende tikt. Het voorbeelddocument
voor deze les bevat al de illustraties die u nodig hebt om een interactieve diavoorstelling
te maken. U gaat deze illustraties organiseren in een stapel, zet ze om in een object
met meerdere statussen en maakt dan knoppen waarmee de gebruiker door de dia’s
kan navigeren.

ADOBE INDESIGN CS6
Classroom in a Book
1 Gebruik het deelvenster Pagina’s (Venster > Pagina’s) om naar pagina 2 te navigeren
of gebruik de toetsencombinatie Ctrl+J (Windows) of Command+J (Mac OS),
typ 2 in het vak Pagina en klik op OK.
2 Selecteer met het gereedschap Selecteren ( ) de voorste van de zeven overlappende
illustratiekaders.
3 Druk op Shift en selecteer dan de andere zes overlappende illustratiekaders. Laat de
Shift-toets los wanneer u alle zeven kaders hebt geselecteerd.
4 Klik op de knop Linkerranden uitlijnen ( ) in het regelpaneel en klik dan op de
knop Bovenranden uitlijnen ( ).
5 Controleer of de illustratiekaders nog zijn geselecteerd en kies Venster > Interactief
> Objectstatussen of klik op de tab Objectstatussen in de stapel gekoppelde deelvensters
rechts in het scherm om het deelvenster Objectstatussen weer te geven.
Klik dan op de knop Selectie omzetten in object met meerdere statussen. Maak het
deelvenster eventueel langer om de namen van alle objecten weer te geven.
Onder: Illustratiekaders gecombineerd tot een object met meerdere
statussen. Elke afbeelding wordt als een aparte status weergegeven
in het deelvenster Objectstatussen
9

10 LES 17
Een iPad-publicatie maken
6 Typ Sea Slugs in het vak Objectnaam in het deelvenster Objectstatussen en druk
dan op Enter of Return.
Nu u een object met meerdere statussen hebt gemaakt, moet u gebruikers nog laten
weten hoe ze door de afbeeldingen kunnen schuiven.
7 Selecteer met het gereedschap Selecteren de rode pijl links in de hoek van de pagina.
8 Kies Venster > Interactief > Knoppen en formulieren of klik op de tab Knoppen en
formulieren in de stapel gekoppelde deelvensters rechts in het scherm om het deelvenster
Knoppen en formulieren weer te geven.
9 Klik in het deelvenster
Knoppen en formulieren
op de knop Omzetten
in knop onder in het
deelvenster en typ Previous
in het vak Naam.
10 Klik op de knop Nieuwe
actie toevoegen aan geselecteerde
gebeurtenis
( ) naast Acties en kies
Ga naar vorige status.
Nu gaat u opgeven dat
de knop er iets anders
uit moet komen te zien
wanneer een gebruiker
erop heeft getikt.
11 Controleer of de rode
pijl nog is geselecteerd en klik op [Klikken] in het gedeelte Vormgeving van het
deelvenster Knoppen en formulieren. Klik dan op de knop Slagschaduw ( ) in het
regelpaneel.
12 Herhaal de stappen 7–11: selecteer de rode pijl rechts, zet deze om in een knop, geef
hem de naam ‘Next’, pas de actie Ga naar volgende status (in plaats van de actie Ga
naar vorige status, zoals in stap 10) toe en geef zijn [Klikken]-uiterlijk een slagschaduw.
Gebruikers kunnen op de pijltoetsen tikken om van afbeelding naar afbeelding
te gaan, maar u kunt het object met meerdere statussen ook zo configureren
dat gebruikers over de afbeeldingen kunnen vegen om de dia’s te bekijken.
) U kunt het deelvenster Folio Overlays niet alleen gebruiken om de knoppen Vorige en Volgende,
waarmee door de afbeelding kan worden genavigeerd in een object met meerdere statussen,
te maken, maar ook om een object met meerdere statussen te configureren zodat een
gebruiker op de afbeelding kan tikken om de diavoorstelling automatisch af te spelen.

ADOBE INDESIGN CS6
Classroom in a Book
13 Selecteer met het gereedschap Selecteren het object met meerdere statussen dat u
eerder hebt gemaakt. In het deelvenster Folio Overlays markeert u Veeggebaar om
de afbeelding te wijzigen.
14 Kies Bestand > Opslaan.
Een panorama maken
Een panorama is een afbeelding die een beeld van 360 graden geeft van een scène.
Voor een panorama zijn zes afbeeldingen nodig, die de zes binnenste zijden van een
kubus vertegenwoordigen. Een gebruiker van een panorama kan de afbeelding in elke
richting vegen om een volledig beeld van een scène te krijgen.
1 Gebruik het deelvenster Pagina’s (Venster > Pagina’s) om naar pagina 3 te navigeren,
of gebruik de toetsencombinatie Ctrl+J (Windows) of Command+J (Mac OS),
typ 3 in het vak Pagina en klik op OK.
2 Gebruik het gereedschap Selecteren ( ) en selecteer het lege illustratiekader links
op de pagina.
3 Selecteer Panorama in het deelvenster Folio Overlays.
4 Klik op de knop Selecteer map met panoramabestanden ( ) en selecteer de map
Lesson_17/Links/CourtyardPano. Klik op Open.
De plaatsaanduiding van de rechthoek heeft de afmetingen van de panoramaafbeeldingen
aangenomen, maar u moet het klikgebied kleiner maken omdat het
anders niet op de pagina past.
11

12 LES 17
Een iPad-publicatie maken
5 Controleer links in het regelpaneel of het vierkantje linksboven van de Referentiepuntvinder
is gemarkeerd. Typ 40% in het vak Percentage schaal X of Percentage
schaal Y en druk dan op Enter of Return. Omdat de knop Schaalverhoudingen beperken
is geselecteerd voor de vakken Percentage schaal X en Percentage schaal Y,
wordt automatisch de een gewijzigd wanneer de ander verandert.
6 Kies Bestand > Opslaan.
Een pan-en-zoomafbeelding maken
U kunt een gedeelte van een illustratie in een rechthoekig kader weergeven en vervolgens
het kader zodanig configureren dat een gebruiker de afbeelding kan pannen en
inzoomen op de rechthoek.
1 Gebruik het deelvenster Pagina’s (Venster > Pagina’s) om naar pagina 4 te navigeren
of de toetsencombinatie Ctrl+J (Windows) of Command+J (Mac OS), typ 4 in
het vak Pagina en klik op OK.
) U kunt het beste JPEG-bestanden gebruiken wanneer u pan-en-zoomafbeeldingen gaat maken.
Controleer of de afbeelding de exacte afmetingen heeft die u wilt gebruiken. Als u bijvoorbeeld
wilt dat gebruikers een afbeelding van 1024 x 1024 pixels binnen een weergavegebied van
200 x 200 pixels kunnen pannen, maakt u een afbeelding van 1024 x 1024 pixels.
2 Gebruik het gereedschap Selecteren en selecteer het lege illustratiekader links op de
pagina.
3 Kies Bestand > Plaatsen.
4 In het dialoogvenster Plaatsen selecteert u de afbeelding Lesson_17/Links/Park.jpg,
markeert u Geselecteerd item vervangen en klikt u op Open.
5 Plaats de aanwijzer in de inhoudgrijper in het midden van illustratie en klik om de
afbeelding te selecteren. U ziet dat de linker- en onderranden van de afbeelding buiten
de kaderrand vallen, zodat een gebruiker horizontaal en verticaal kan pannen.
6 Dubbelkik in het illustratiekader om het kader in plaats van de afbeelding te selecteren.
7 Klik in het deelvenster Folio Overlays op Pannen en zoomen en markeer het keuzerondje
Aan onder Pannen en zoomen.

ADOBE INDESIGN CS6
Classroom in a Book
) Om Pannen en zoomen of Alleen pannen uit een illustratiekader te verwijderen, selecteert u
het kader en klikt u op Overlay wissen van geselecteerd pagina-item ( ) onder in het deelvenster
Folio Overlays.
8 Kies Bestand > Opslaan.
Een schuifbaar tekstkader maken
Naast pan-en-zoomillustraties kunt u ook schuifbare kaders maken die gebruikers
kunnen vegen om extra inhoud weer te geven. Stel dat u een lijst met evenementen
hebt gemaakt die zo lang is dat hij niet in de daarvoor bestemde ruimte past. In plaats
van de lijst op een andere pagina te vervolgen en de gebruiker te dwingen om door het
document te navigeren, kunt u ook een schuifbaar kader maken dat een gebruiker kan
vegen om de extra tekst te zien.
In het voorbeelddocument staan de twee objecten al die u nodig hebt om een schuifbaar
tekstkader te maken: een leeg illustratiekader dat fungeert als een containerkader
en een tekstkader.
) Voor de beste resultaten moet u het containerkader iets breder maken dan het tekstkader,
zodat er ruimte is om langs de rechterrand van het containerkader te vegen. Het tekstkader
mag geen overlopende tekst bevatten.
) Als u voordat u Bewerken > Knippen kiest de tekstkaders over het lege illustratiekader positioneert
zodat de linkerbovenhoeken van de kaders zijn uitgelijnd, onthoudt de opdracht Plakken
in de positie van het tekstkader; u hoeft het dan niet meer opnieuw te positioneren nadat u
Plakken in hebt gekozen.
13

14 LES 17
Een iPad-publicatie maken
1 Gebruik het gereedschap Selecteren om het tekstkader op het plakbord buiten de
rechterrand van de pagina te selecteren.
2 Kies Bewerken > Knippen.
3 Selecteer het lege illustratiekader in de rechterbovenhoek van de pagina.
4 Kies Bewerken > Plakken in om het tekstkader in het illustratiekader te plakken.
De opdracht Plakken in lijnt het midden van de twee kaders uit; om een schuifbaar
kader te maken, moet u echter de linkerbovenhoeken van de kaders uitlijnen.
5 Selecteer het gereedschap Direct selecteren ( ) en plaats de aanwijzer in het tekstkader.
U ziet dat de boven- en onderranden van het tekstkader zich buiten het containerkader
bevinden, terwijl de linker- en rechterranden zich erbinnen bevinden.
6 Sleep het tekstkader omlaag en naar links tot de linkerbovenhoeken van de kaders
uitgelijnd zijn. U ziet dat de dunne verticale streep van het containerkader buiten
de rechterrand van het tekstkader valt. In dit gebied kan een gebruiker de tekst vegen
zonder de weergave te belemmeren.
7 Gebruik het gereedschap Selecteren en selecteer het containerkader en klik dan op
Schuifbaar frame in het deelvenster Folio Overlays.
8 Kies Verticaal in de vervolgkeuzelijst Schuifrichting.

9 Kies Bestand > Opslaan.
Een webinhoudoverlay maken
ADOBE INDESIGN CS6
Classroom in a Book
Met de webinhoudoverlay kunt u een webpagina weergeven binnen een weergavegebied.
Gebruikers kunnen de inhoud van de webpagina in het weergavegebied zien in
plaats van over te schakelen naar een browser, wat het geval kan zijn met op URL’s gebaseerde
hyperlinkoverlays. (De hyperlink die u eerder in deze les hebt gemaakt, was
ingesteld om te openen in een interne viewer in plaats van in een browser.)
Wanneer u een webinhoudoverlay maakt, kunt een URL of een lokaal HTML-bestand
opgeven. Als u een lokaal HTML-bestand kiest, moet u het .html-bestand en alle bijbehorende
bestanden en mappen, zoals afbeeldingen en scripts, in dezelfde map opslaan.
1 Gebruik het deelvenster Pagina’s (Venster > Pagina’s) om naar pagina 5 te navigeren,
of gebruik de toetsencombinatie Ctrl+J (Windows) of Command+J (Mac OS),
typ 5 in het vak Pagina en klik op OK.
2 Gebruik het gereedschap Selecteren om het grote illustratiekader met de fietsillustratie
te selecteren.
3 Kies Webinhoud in het deelvenster Folio Overlays.
4 Typ een URL in het vak URL of bestand (in het voorbeelddocument wordt http://
www.bicyclinginfo.org gebruikt). Markeer Automatisch afspelen en typ 5 in het
vak Vertraging om de opgegeven webpagina automatisch 5 seconden nadat een viewer
de pagina heeft geopend, weer te geven. Wijzig de andere instellingen niet.
15

16 LES 17
Een iPad-publicatie maken
5 Kies Bestand > Opslaan.
Overlays voorvertonen en testen
U kunt de interactieve elementen die u met behulp van het deelvenster Folio Overlays
maakt niet voorvertonen in InDesign. Dat wil zeggen, u kunt ze zien en bewerken,
maar u kunt er niet mee werken zoals een iPad-gebruiker dit kan. U kunt interactiviteit
voorvertonen en testen met behulp van de toepassing Adobe Content Viewer.
Hierna bekijkt u een voorvertoning van de pagina waaraan u net hebt gewerkt en test
u, optioneel, enkele interactieve elementen die u hebt gemaakt.
1 Klik op Voorvertoning linksonder in het deelvenster Folio Overlays. Als het programma
op uw computer is geïnstalleerd, wordt Adobe Content Viewer geopend en
wordt de pagina weergegeven die momenteel in InDesign is geopend. Omdat Gebruikersinteractie
toestaan was geselecteerd voor de webinhoudoverlay die u hebt
gemaakt, zijn de hyperlinks op de webpagina functioneel en kunt u erop klikken
om naar andere webpagina’s te navigeren.
2 In Adobe Content Viewer kunt u naar de andere pagina’s in de publicatie navigeren
door te slepen. Sleep bijvoorbeeld de pagina omlaag om pagina 4 weer te geven. Als
u wilt, kunt u ook de andere interactieve elementen testen die u eerder in deze les
hebt gemaakt.
3 Wanneer u klaar bent, sluit u Adobe Content Viewer en keert u terug naar InDesign.
Een alternatieve lay-out maken en vloeiende lay-outregels
toepassen
Op een tablet kan een pagina staand of liggend worden weergegeven. Met een nieuwe
functie in InDesign CS6 kunt u alternatieve lay-outs maken in hetzelfde InDesigndocument.

ADOBE INDESIGN CS6
Classroom in a Book
De functie Alternatieve layout maakt een kopie van de inhoud van de bestaande layout
en plaatst deze op nieuwe pagina’s met een alternatief paginaformaat. Dankzij de
mogelijkheid om in één InDesign-document zowel de staande als liggende lay-outs
voor een tablettoepassing op te nemen, is het ontwerpen voor tablets eenvoudiger en
zijn tekst, gekoppelde afbeeldingen en interactiviteit consistent in meerdere lay-outs.
Alternatieve lay-outs zijn bedoeld om het designproces te versnellen, maar de meeste
lay-outs moet u nog wel handmatig aanpassen.
Hierna maakt u een alternatieve verticale lay-out en wijst u een regel voor vloeiende
pagina’s toe om te bepalen hoe de objecten op een pagina in de alternatieve lay-out
worden aangepast. U gaat dan de lay-out van een van de pagina’s in de alternatieve layout
aanpassen, zodat deze past bij de gewijzigde stand.
1 Gebruik het deelvenster Pagina’s (Venster > Pagina’s) om naar pagina 2 te navigeren,
of gebruik de toetsencombinatie Ctrl+J (Windows) of Command+J (Mac OS),
typ 2 in het vak Pagina en klik op OK.
2 Als het deelvenster Pagina’s nog niet geopend is, kiest u Venster > Pagina’s of klikt
u op de tab Pagina’s om het te openen.
3 Kies Alternatieve layout maken in het deelvenstermenu Pagina’s.
4 In het dialoogvenster Alternatieve layout maken kiest u Opnieuw centreren in de
vervolgkeuzelijst Regel voor vloeiende pagina. Wijzig de andere instellingen niet. U
ziet dat de nieuwe lay-out de naam iPad V (staand) heeft gekregen en dat iPad H, de
lay-out waaraan u werkt, de bron is. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.
) U kunt aan afzonderlijke pagina’s niet alleen globale regels voor vloeiende lay-outs toewijzen
wanneer u een alternatieve lay-out maakt, maar ook een van de vier regels voor vloeiende
lay-outs (Opnieuw centreren, Schalen, Op object gebaseerd of Op hulplijn gebaseerd). Verder
kunt u op object gebaseerde beperkingen toewijzen aan afzonderlijke objecten. U kunt bijvoorbeeld
een object ‘vastpinnen’ aan de rand van een pagina.
17

18 LES 17
Een iPad-publicatie maken
5 Bestudeer hoe de pagina’s van de nieuwe lay-out in
het deelvenster worden weergegeven. Versleep, indien
nodig, de horizontale balk die de stramienpaginapictogrammen
van de documentpaginapictogrammen
scheidt, zodat u het stramienpaginapictogram B-
Master iPad V kunt zien. Deze stramienpagina werd
gemaakt toen u een alternatieve lay-out maakte. U
brengt een wijziging aan in de stramienpagina B-Master
iPad V, waarna u pagina 2 in de alternatieve lay-out
bewerkt door de positie van de objecten op de pagina
aan te passen.
6 Dubbelklik op het stramienpaginapictogram B-Master
iPad V in het deelvenster Pagina’s om het weer te
geven en kies Weergave > Pagina in venster passen.
7 Gebruik het gereedschap Selecteren ( ) om het formaat
van het groene kader aan te passen, zodat de
randen ervan uitlijnen met de randen van de pagina.
8 Dubbelklik op pagina 2 van de lay-out iPad V in het
deelvenster Pagina’s om deze weer te geven. U ziet dat
de pagina alle objecten in de bronlay-out bevat en dat
de objecten niet gewijzigd zijn.
9 Gebruik het gereedschap Selecteren om de objecten zo
op de pagina te positioneren dat de pagina overeenkomt
met de afbeelding hierna. Het tekstkader met de kop ‘Sea Slugs’ is het enige
object waarvan het formaat moet worden aangepast.
In plaats van de objecten op de overige pagina’s aan te passen, gaat u verder door
een document te openen waarin deze wijzigingen al zijn doorgevoerd en voltooit u
de les door een .folio-bestand te maken en voor te vertonen.

10 Kies Bestand > Opslaan.
Een .folio-bestand maken en voorvertonen
ADOBE INDESIGN CS6
Classroom in a Book
Om met Adobe Digital Publishing Suite een document voor te bereiden op publicatie,
moet u een .folio-bestand maken. Met Adobe Content Viewer kunt u uw .folio-bestand
bekijken op uw computer of tablet. U kunt het bestand delen met collega’s of cliënten
die Adobe Content Viewer hebben.
1 Kies Bestand > Openen en open het InDesign-document 17_iPadGuideComplete.
indd in de map Lesson_17.
2 Kies Venster > Folio Builder of klik op de tab Folio Builder in de stapel gekoppelde
deelvensters.
) In het deelvenster Folio Builder kunt u zich aanmelden bij Adobe Digital Publishing Suite of
kunt u zich opgeven voor een account en toegang tot Digital Publishing Suite. U hoeft dit niet te
doen voor deze les, aangezien u een lokale folio maakt.
3 Kies Nieuw in het deelvenstermenu Folio Builder of klik op de knop Nieuw onder
in het deelvenster Folio Builder.
19

20 LES 17
Een iPad-publicatie maken
4 Typ City Guide in het veld Folionaam in het dialoogvenster Nieuwe folio. Controleer
of het pictogram Folio staand en liggend is gemarkeerd voor Stand en klik op
OK om het dialoogvenster te sluiten.
Wanneer u op OK klikt, wordt het deelvenster Folio Builder geopend op het Artikelen-niveau.
In een artikel staan de pagina’s die u in InDesign hebt gemaakt.
5 Klik op de knop Toevoegen onder in het deelvenster Folio Builder om het huidige
document toe te voegen.
6 Typ Guide in het veld Naam van artikel in het dialoogvenster Nieuw artikel. Wijzig
de andere instellingen niet en klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.

ADOBE INDESIGN CS6
Classroom in a Book
7 Om het document te bekijken, klikt u op de knop Voorvertoning onder in het deelvenster
Folio Builder. Het document wordt staand weergegeven in Adobe Content
Viewer.
Met de pijltoetsen Omhoog en Omlaag kunt u navigeren tussen pagina’s, zodat u
alle interactieve elementen kunt testen. Kies Weergave > Staand om de verticale
lay-out weer te geven. Wanneer u het document hebt bestudeerd, sluit u Adobe
Content Viewer en keert u terug naar InDesign.
8 Kies Bestand > Opslaan.
Gefeliciteerd! U hebt een iPad-publicatie gemaakt met interactiviteit en horizontale
en verticale lay-outs.
En nu zelf aan de slag
Voor extra oefening kunt u nog enkele alternatieve lay-outs maken en experimenteren
met de regels voor vloeiende lay-outs die u in deze les niet hebt gebruikt.
1 Open het document 17_iPadGuide.indd waaraan u in deze les hebt gewerkt en navigeer
naar pagina 1 van de lay-out iPad H. Kies Weergave > Pagina in venster passen.
2 Kies Alternatieve layout maken in het deelvenstermenu Pagina’s.
3 Typ iPad V#2 in het veld Naam in het dialoogvenster Alternatieve layout maken,
kies Schalen in de vervolgkeuzelijst Regel voor vloeiende pagina en klik op OK.
21

22 LES 17
Een iPad-publicatie maken
4 Vergroot het deelvenster Pagina’s, zodat u alle paginapictogrammen voor de drie
lay-outs in het document kunt zien. Dubbelklik op pagina 1 van de lay-out iPad V
#2 om deze weer te geven en kies dan Venster > Schikken > Venster splitsen.
) Houd rekening met het volgende wanneer u regels voor vloeiende lay-outs gaat aanpassen:
Schalen werkt het beste wanneer u een pagina aanpast voor een lay-out die dezelfde beeldverhouding
en afdrukstand heeft. Opnieuw centreren is geschikt wanneer u inhoud aanpast
voor een vergelijkbaar apparaat en een afdrukstand met een groter formaat. Op hulplijn gebaseerd
is nuttig voor eenvoudigere pagina’s waarop voornamelijk tekst en een paar afbeeldingen
staan. Met Op object gebaseerd kunt u aangeven hoe elk object wordt aangepast voor de
nieuwe pagina.
5 Dubbelklik op pagina 1 van de lay-out iPad V om deze in het linkervenster weer te
geven.
Bestudeer de verschillen tussen de pagina links (de lay-out iPad V) die is gemaakt
met behulp van de regel voor vloeiende lay-out Opnieuw centreren) en de pagina
rechts, die is gemaakt met behulp van de regel Schalen. Alle objecten in de lay-out
iPad V hebben hun oorspronkelijk formaat behouden in de alternatieve lay-out; alle
objecten in de lay-out iPad V #2 zijn kleiner gemaakt, zodat de hele pagina in de
afmetingen van de alternatieve lay-out past.
6 Kies Venster > Schikken > Venster splitsen ongedaan maken.
7 Dubbelklik in het deelvenster Pagina’s op pagina 1 van de lay-out iPad H om deze
weer te geven. Maak een andere alternatieve lay-out en noem deze iPad V #3, maar
kies nu Op hulplijn gebaseerd in de vervolgkeuzelijst Regel voor vloeiende layout
in het dialoogvenster Alternatieve layout maken. Vergelijk de pagina’s van de drie
verschillende lay-outs en bestudeer hoe de gekozen regel voor vloeiende lay-out de
resulterende lay-outs heeft beïnvloed.
8 Maak een andere alternatieve lay-out en noem deze iPad V #4. Kies Op object gebaseerd
in de vervolgkeuzelijst Regel voor vloeiende layout. Vergelijk ook nu de pagina’s
van de alternatieve lay-outs om te zien welke invloed de regels voor vloeiende
lay-outs op de resulterende lay-outs hebben.
9 Sluit het document zonder de wijzigingen op te slaan.
U hebt in deze les nog geen overlay van het type afbeeldingsreeks gemaakt. Een afbeeldingsreeks
is vergelijkbaar met een object met meerdere statussen, omdat deze
een gebruiker ook een reeks afbeeldingen laat zien. Wanneer u een afbeeldingsreeks
maakt, kunt u de reeks zo configureren dat hij wordt afgespeeld wanneer de
gebruiker over de afbeelding veegt of zo dat hij automatisch wordt afgespeeld wanneer
de gebruiker op de afbeelding tikt.

ADOBE INDESIGN CS6
Classroom in a Book
1 Maak een nieuw document. Selecteer Digitale publicatie in de vervolgkeuzelijst
Intentie in het dialoogvenster Nieuw document. Wijzig de andere instellingen niet.
2 Gebruik het gereedschap Rechthoekkader ( ) om ergens op de pagina een tijdelijke
aanduiding voor een kader te maken voor de afbeeldingsreeks. De afmeting
van het tijdelijke kader is niet belangrijk.
3 Klik op Afbeeldingsreeks in het deelvenster Folio Overlays.
4 Klik op de mapknop naast Afbeeldingen laden en selecteer de map Lesson_17/
Links/Mug_3D.
5 Klik op de knop Voorvertoning onder in het deelvenster Folio Overlays om het
bestand te bekijken in Adobe Content Viewer. (In Adobe Content Viewer sleept u
horizontaal om de reeks af te spelen.)
6 Keer terug naar InDesign en wijzig enkele andere instellingen in het deelvenster
Folio Overlays.
Selecteer bijvoorbeeld Automatisch afspelen. Bekijk de pagina dan nogmaals. Experimenteer
ook eens met de andere functies.
7 Wanneer u klaar bent, sluit u het document zonder de wijzigingen op te slaan.
23

Herhalingsvragen
1 U wilt een publicatie maken voor een iPad of andere tablet; welke intentie
kiest u in het dialoogvenster Nieuw document?
2 In welk deelvenster vindt u de functies waarmee u interactieve elementen,
zoals hyperlinks, diavoorstellingen en panorama’s, kunt maken voor iPadpublicaties?
3 Hoe kunt u een voorvertoning weergeven van de interactiviteit die u aan een
iPad-publicatie hebt toegevoegd?
4 Als u een horizontale lay-out (liggende stand) hebt opgegeven toen u een
iPad-publicatie maakte, wat moet u dan doen als u wilt dat gebruikers ook
verticale paginalay-outs kunnen zien?
5 Welk deelvenster gebruikt u om een .folio-bestand te maken dat op een iPad
kan worden weergegeven?
Antwoorden op herhalingsvragen
1 Kies Digitale publicatie in de vervolgkeuzelijst Intentie in het dialoogvenster
Nieuw document als u een publicatie wilt maken voor een iPad of andere tablet.
2 In het deelvenster Folio Overlays kunt u interactieve elementen maken voor
iPad-publicaties.
3 Om een voorvertoning van de interactiviteit weer te geven, klikt u op de
knop Voorvertoning onder in het deelvenster Folio Overlays. InDesign genereert
een .folio-bestand en opent het automatisch in Adobe Content Viewer.
4 Om gebruikers de mogelijkheid te geven zowel liggende als staande versies
van pagina’s weer te geven, maakt u een alternatieve lay-out met een verticale
stand.
5 In het deelvenster Folio Builder kunt u .folio-bestanden maken.