04.05.2013 Views

Amputatie van voet, onder- of bovenbeen - Catharina Ziekenhuis

Amputatie van voet, onder- of bovenbeen - Catharina Ziekenhuis

Amputatie van voet, onder- of bovenbeen - Catharina Ziekenhuis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Algemene Chirurgie<br />

Behandeling<br />

<strong>Amputatie</strong> <strong>van</strong> <strong>voet</strong>, <strong>onder</strong>-<br />

<strong>of</strong> <strong>bovenbeen</strong>


2<br />

Patiëntenvoorlichting<br />

040 ‐ 239 8413<br />

patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl<br />

Chi/ <strong>Amputatie</strong> <strong>van</strong> <strong>voet</strong>, <strong>onder</strong>‐ <strong>of</strong> <strong>bovenbeen</strong>/02‐09‐2010


Inhoud<br />

Ligging en functie <strong>van</strong> de beenslagaders 5<br />

Afsluiting <strong>van</strong> de beenslagader 6<br />

Veel voorkomende klachten 6<br />

Klachten die voorkomen zijn: 6<br />

Diagnose en <strong>onder</strong>zoek 7<br />

Behandeling 8<br />

Vóór de operatie 9<br />

Mogelijke operaties 10<br />

Na de operatie 12<br />

Mogelijke complicaties en risico’s 13<br />

Na de behandeling 14<br />

Wanneer moet u contact opnemen? 15<br />

Leefregels 15<br />

Omgaan met een amputatie 16<br />

Tot slot 16<br />

Ruimte voor uw vragen en aantekeningen 17<br />

3


4<br />

Behandeling<br />

<strong>Amputatie</strong> <strong>van</strong> <strong>voet</strong>, <strong>onder</strong>- <strong>of</strong><br />

<strong>bovenbeen</strong><br />

Deze brochure is in eerste instantie bedoeld voor mensen bij wie<br />

een amputatie moet worden uitgevoerd. Deze brochure geeft u in‐<br />

formatie over de gebruikelijke gang <strong>van</strong> zaken rond een amputatie.<br />

Bij het <strong>onder</strong>gaan <strong>van</strong> een amputatie komt er heel wat op u af. Het<br />

is een ingrijpende gebeurtenis voor u, uw familie en uw omgeving.<br />

Daarom is het belangrijk om u zo goed mogelijk te informeren over<br />

wat u te wachten staat.<br />

Het is goed u te realiseren dat de<br />

situatie voor u persoonlijk anders<br />

kan zijn dan hier is beschreven.<br />

Roept deze brochure vragen op<br />

over uw behandeling, stel deze dan<br />

gerust aan uw specialist en/<strong>of</strong> huis‐<br />

arts.<br />

Er zijn verschillende redenen om<br />

een (deel <strong>van</strong> het) been te ampute‐<br />

ren. In het merendeel der gevallen<br />

is een amputatie het gevolg <strong>van</strong><br />

een vernauwing <strong>of</strong> afsluiting <strong>van</strong> de<br />

beenslagaders. <strong>Amputatie</strong> is hierbij<br />

noodzakelijk omdat door vernau‐<br />

wing <strong>of</strong> afsluiting <strong>van</strong> de beenslag‐<br />

aders het betreffende lichaamsdeel<br />

dreigt af te sterven.<br />

Een amputatie kan daarentegen<br />

ook het gevolg zijn <strong>van</strong>, <strong>of</strong> noodza‐<br />

kelijk zijn na, een ongeluk (trauma),<br />

een infectie, een tumor, een ver‐<br />

branding <strong>of</strong> bevriezing zijn.<br />

In deze brochure wordt ingegaan<br />

op amputaties ten gevolge <strong>van</strong> een<br />

afsluiting <strong>van</strong> een beenslagader.


Ligging en functie <strong>van</strong><br />

de beenslagaders<br />

In het menselijk lichaam worden<br />

zuurst<strong>of</strong> en andere bestanddelen<br />

vervoerd <strong>van</strong> het hart naar de<br />

weefsels door middel <strong>van</strong> de<br />

bloedsomloop. De bloedsomloop is<br />

globaal in te delen in slagaders en<br />

aders. Slagaders, ook wel arteriën<br />

genoemd, zijn bloedvaten die het<br />

zuurst<strong>of</strong>rijke bloed <strong>van</strong> het hart<br />

naar de weefsels toe vervoeren.<br />

Aders, ook wel venen genoemd, zijn<br />

bloedvaten die het zuurst<strong>of</strong>arme<br />

bloed <strong>van</strong> de weefsels afvoeren<br />

terug naar het hart.<br />

Deze pompt het bloed vervolgens<br />

naar de longen, waar opnieuw<br />

zuurst<strong>of</strong> kan worden opgenomen.<br />

Op de tekening hiernaast ziet u het<br />

verloop <strong>van</strong> de slag‐<br />

aders naar de benen.<br />

De grote slagader (aor‐<br />

ta) vertakt zich eerst in<br />

de twee bekkenslag‐<br />

aders. Ter hoogte <strong>van</strong><br />

de lies veranderen de<br />

bekkenslagaders <strong>van</strong><br />

naam en worden de<br />

beenslagaders ge‐<br />

noemd (arteria femora‐<br />

lis communis).<br />

De beenslagaders ver‐<br />

voeren het bloed <strong>van</strong>uit<br />

de grote slagader naar<br />

de benen. De beenslagader splitst<br />

zich in twee takken: de diepe been‐<br />

slagader (arteria pr<strong>of</strong>unda femoris)<br />

en de oppervlakkige beenslagader<br />

(arteria femoralis superficialis). Ter<br />

hoogte <strong>van</strong> de kniekuil verandert<br />

de oppervlakkige beenslagader <strong>van</strong><br />

naam en wordt dan de knieslagader<br />

genoemd (arteria poplitea). Ter<br />

hoogte <strong>van</strong> het <strong>onder</strong>been splitst<br />

de knieslagader in drie belangrijke<br />

takken: de arteria tibialis anterior,<br />

de arteria fibularis en de arteria<br />

tibialis posterior.<br />

5


6<br />

Afsluiting <strong>van</strong> de<br />

beenslagader<br />

Een afsluiting <strong>van</strong> de beenslagaders<br />

kan zowel acuut, door een bloed‐<br />

propje, als chronisch, door slag‐<br />

aderverkalking, ontstaan.<br />

Slagaderverkalking <strong>of</strong>wel<br />

artherosclerose ontstaat doordat<br />

op een bepaalde plaats in de vaat‐<br />

wand bloedplaatjes, cholesterol en<br />

gladde spiercellen zich opeenho‐<br />

pen. Deze ophopingen noemen we<br />

plaques. Door deze ophopingen kan<br />

er een vaatvernauwing in de been‐<br />

slagaders ontstaan, ook wel peri‐<br />

feer vaatlijden genoemd. Dit begint<br />

met een kleine beschadiging <strong>van</strong> de<br />

gladde binnenwand <strong>van</strong> het bloed‐<br />

vat. Wanneer het lichaam probeert<br />

de beschadiging te herstellen, klon‐<br />

teren bloedplaatjes samen op de<br />

beschadigde plaats. Op deze plaque<br />

kan zich uiteindelijk ook kalk afzet‐<br />

ten waardoor deze verhardt (scle‐<br />

rose). Hierdoor wordt de ruimte in<br />

het bloedvat kleiner, <strong>van</strong>daar de<br />

term vaatvernauwing. Als een<br />

bloedvat zich steeds verder ver‐<br />

nauwt, zodat het vat geheel dicht<br />

zit, is sprake <strong>van</strong> een afsluiting.<br />

Door een vernauwing <strong>of</strong> afsluiting<br />

<strong>van</strong> een slagader naar de benen<br />

kan er minder <strong>of</strong> zelfs geen bloed<br />

doorstromen.<br />

Daardoor ontstaat er een gebrek<br />

aan zuurst<strong>of</strong> in het been waardoor<br />

pijn ontstaat en waardoor het<br />

weefsel af kan sterven. Bij ernstige<br />

weefselschade is de kans groot dat<br />

de infectie zich verder in het li‐<br />

chaam uitbreidt. Een amputatie kan<br />

dit voorkomen.<br />

Veel voorkomende<br />

klachten<br />

Een vernauwing <strong>of</strong> afsluiting <strong>van</strong><br />

een slagader hoeft niet altijd aan‐<br />

leiding te geven tot (ernstige)<br />

klachten. Soms worden door het<br />

lichaam kleine nieuwe bloedvaatjes<br />

gevormd die de vernauwing <strong>of</strong> ver‐<br />

stopping overbruggen waardoor de<br />

bloedsvoorziening toch voldoende<br />

blijft. Deze bloedvaatjes worden<br />

ook wel collateralen gevormd.<br />

Klachten die voorkomen zijn:<br />

Etalagebenen (Claudicatio intermit‐<br />

tens)<br />

De beenspieren hebben bij inspan‐<br />

ning veel meer bloed en zuurst<strong>of</strong><br />

nodig dan in rust. Daardoor kan<br />

vooral bij inspanning verzuring <strong>van</strong><br />

de spieren optreden waardoor er<br />

een krampachtige pijn ontstaat. Na<br />

een eindje wandelen, kan dan pijn<br />

ontstaan in één <strong>of</strong> beide benen.


Na een korte tijd rusten verdwijnt<br />

de pijn en kan men weer een eindje<br />

verder lopen.<br />

Rustpijn<br />

Het is ook mogelijk dat er zo weinig<br />

bloed naar de benen stroomt dat er<br />

zelfs in rust, <strong>of</strong> ’s nachts in bed, pijn<br />

ontstaat. Dit wordt rustpijn ge‐<br />

noemd. Wanneer men dan het<br />

been uit het bed laat hangen <strong>of</strong> in<br />

een stoel gaat zitten, wordt de pijn<br />

soms beter. Dit komt omdat de<br />

zwaartekracht de bloedtoevoer net<br />

voldoende verbetert om de rustpijn<br />

op te heffen.<br />

Afstervingsproces<br />

Als er nauwelijks doorbloeding is, is<br />

de kans op wondjes en infecties<br />

groot. Wanneer deze infectie zich<br />

uitbreidt kan het weefsel afsterven,<br />

wat zich uit in donkerblauwe <strong>of</strong><br />

zwarte verkleuringen. Dit wordt<br />

necrose (bij een droge wond) <strong>of</strong><br />

gangreen (‘koudvuur’, bij een natte<br />

wond) genoemd. Soms ontstaan er<br />

wonden die niet genezen <strong>of</strong> sterven<br />

één <strong>of</strong> meerdere tenen af. Z<strong>onder</strong><br />

operatie, waarbij de doorbloeding<br />

wordt hersteld, is een amputatie<br />

<strong>van</strong> het betreffende been dikwijls<br />

niet te vermijden.<br />

Andere klachten <strong>van</strong> vernauwing<br />

kunnen zijn: koude <strong>voet</strong>en, vermin‐<br />

derde haargroei op de benen, ver‐<br />

dikte teennagels (vaak met schim‐<br />

melinfectie) en vertraagde nagel‐<br />

groei. Door de slechtere doorbloe‐<br />

ding kunnen de benen bleek wor‐<br />

den bij optillen en rood verkleuren<br />

bij laten afhangen <strong>van</strong> de benen.<br />

Diagnose en <strong>onder</strong>zoek<br />

Er bestaan verschillende <strong>onder</strong>zoe‐<br />

ken waarmee vastgesteld kan wor‐<br />

den <strong>of</strong> u een vernauwing <strong>of</strong> afslui‐<br />

ting <strong>van</strong> de beenslagader heeft.<br />

Doppler‐<strong>onder</strong>zoek<br />

Wanneer er sprake is <strong>van</strong> een ver‐<br />

nauwing in een bloedvat, is de<br />

bloeddruk áchter de vernauwing<br />

lager dan vóór de vernauwing. De<br />

arts vergelijkt daarom de bloeddruk<br />

ter hoogte <strong>van</strong> de armen, met de<br />

bloeddruk ter hoogte <strong>van</strong> de en‐<br />

kels. Dit gebeurt met behulp <strong>van</strong><br />

een bloeddrukmeter en een Dop‐<br />

pler‐apparaat. Een Doppler‐<br />

<strong>onder</strong>zoek geeft informatie over de<br />

stroomsnelheid <strong>van</strong> het bloed in uw<br />

benen. Het is een pijnloos <strong>onder</strong>‐<br />

zoek. Als een bloeddrukverschil<br />

wordt gevonden, wijst dit op een<br />

mogelijke <strong>onder</strong>liggende vernau‐<br />

wing <strong>van</strong> de slagader.<br />

7


8<br />

Duplex‐<strong>onder</strong>zoek<br />

Bij een duplex wordt een doppler‐<br />

<strong>onder</strong>zoek gecombineerd met<br />

echografie.<br />

Bij echografie wordt gebruik ge‐<br />

maakt <strong>van</strong> geluidsgolven die voor<br />

het menselijk oor niet waarneem‐<br />

baar zijn. Deze geluidsgolven drin‐<br />

gen door in het lichaam, worden<br />

teruggekaatst door de bloedstroom<br />

en vormen vervolgens een beeld<br />

dat te zien is op een beeldscherm.<br />

Het uitzenden en weer op<strong>van</strong>gen<br />

<strong>van</strong> de geluidsgolven gebeurt met<br />

een apparaatje dat eruit ziet als<br />

een soort micr<strong>of</strong>oon.<br />

Hiermee kan de aard en de ernst<br />

<strong>van</strong> de afwijking in het bloedvat in<br />

beeld worden gebracht. Ook du‐<br />

plex‐<strong>onder</strong>zoek is pijnloos.<br />

Angiografie<br />

De beste <strong>onder</strong>zoeksmethode met<br />

de meest betrouwbare informatie<br />

over een bloedvat is angiografie.<br />

Met behulp <strong>van</strong> contrastvloeist<strong>of</strong>,<br />

die via een katheter in een slagader<br />

wordt ingebracht (meestal in de<br />

lies), kunnen in principe alle bloed‐<br />

vaten <strong>onder</strong> röntgendoorlichting<br />

zichtbaar worden gemaakt. Echter,<br />

dit <strong>onder</strong>zoek is veel minder pati‐<br />

entvriendelijk.<br />

Er moet een sneetje in de lies wor‐<br />

den gemaakt om de katheter in het<br />

bloedvat te brengen, contrastvloei‐<br />

st<strong>of</strong> wordt toegediend en de pati‐<br />

ent moet na afloop blijven liggen<br />

om te voorkomen dat de aange‐<br />

prikte slagader problemen gaat<br />

geven. Een dergelijk <strong>onder</strong>zoek<br />

wordt daarom ook pas in tweede<br />

instantie uitgevoerd. Meer infor‐<br />

matie over deze <strong>onder</strong>zoeken kunt<br />

u vinden in desbetreffende folders.<br />

Behandeling<br />

Indien er sprake is <strong>van</strong> een vernau‐<br />

wing <strong>van</strong> de beenslagader, wordt u<br />

doorverwezen naar de vaatchirurg.<br />

De vaatchirurg bepaalt <strong>of</strong> u in aan‐<br />

merking komt voor een operatie. Er<br />

zijn verschillende behandelmoge‐<br />

lijkheden <strong>van</strong> een vernauwing <strong>van</strong><br />

de beenslagader. Afhankelijk <strong>van</strong><br />

de ernst <strong>van</strong> de situatie en om wel‐<br />

ke slagader het gaat, wordt er door<br />

de behandelend specialist een keu‐<br />

ze gemaakt. U vindt hierover meer<br />

informatie in de brochure ‘vernau‐<br />

wing <strong>van</strong> de beenslagader’.<br />

Een ernstige vernauwing <strong>of</strong> zelfs<br />

afsluiting, vaak in combinatie met<br />

een infectie, kan een reden zijn om<br />

een (deel <strong>van</strong> het) been te ampute‐<br />

ren. Een amputatie is een ernstige,<br />

onherroepelijke ingreep. Het is een<br />

ingreep die alleen uitgevoerd wordt<br />

als het echt niet anders kan.


Bij iedere patiënt die een operatie<br />

moet <strong>onder</strong>gaan, wordt eerst be‐<br />

keken <strong>of</strong> de operatie extra gezond‐<br />

heidsrisico’s oplevert (preoperatie‐<br />

ve screening). Direct nadat de spe‐<br />

cialist met u heeft besproken dat<br />

een operatie nodig is, wordt u<br />

doorverwezen naar de polikliniek<br />

voor preoperatieve screening<br />

(POS). Hiervoor is geen afspraak<br />

nodig. Op deze polikliniek moet u<br />

een vragenlijst over uw medische<br />

geschiedenis invullen.<br />

Een basisarts stelt u aanvullende<br />

vragen over bijvoorbeeld uw ge‐<br />

zondheid, medicijngebruik, aller‐<br />

gieën, doorgemaakte ziekten en<br />

eerdere operaties. Als het nodig is<br />

voert een arts een lichamelijk on‐<br />

derzoek uit <strong>van</strong> hart en longen. Dit<br />

is afhankelijk <strong>van</strong> uw leeftijd en<br />

medische geschiedenis.<br />

De operatie vindt plaats <strong>onder</strong> spi‐<br />

nale (ruggenprik) <strong>of</strong> algehele anes‐<br />

thesie (narcose). Als u daar behoef‐<br />

te aan heeft, kunt u een afspraak<br />

maken met de anesthesist voor<br />

nadere informatie hierover. De<br />

assistente legt daarna uit wat u<br />

verder nog moet weten.<br />

Als er iets niet helemaal duidelijk is,<br />

vraag het dan gerust. Voor een<br />

amputatie <strong>van</strong> (een deel <strong>van</strong>) het<br />

been wordt u opgenomen op de<br />

afdeling Algemene Chirurgie.<br />

Een medewerker <strong>van</strong> de polikliniek<br />

neemt telefonisch contact met u<br />

op, om door te geven wanneer u<br />

wordt geopereerd. Deze geeft te‐<br />

vens aan wanneer u zich moet mel‐<br />

den en op welke afdeling.<br />

Op de dag <strong>van</strong> de opname kunt u<br />

zich melden aan de balie bij de<br />

afdelingssecretaresse. Een ver‐<br />

pleegkundige brengt u vervolgens<br />

naar de kamer en informeert u over<br />

de verdere gang <strong>van</strong> zaken op de<br />

afdeling. Neemt u de medicijnen<br />

die u thuis gebruikt mee naar het<br />

ziekenhuis.<br />

Vóór de operatie<br />

Nadat de verpleegkundige u heeft<br />

geholpen met het installeren op de<br />

kamer, voert deze een aantal con‐<br />

troles bij u uit zoals het meten <strong>van</strong><br />

uw temperatuur en polsslag. Ver‐<br />

der bestaat de voorbereiding op de<br />

operatie uit het toedienen <strong>van</strong> een<br />

injectie om trombose te voorko‐<br />

men. Tenslotte komt er nog een<br />

laborant bloed bij u afnemen.<br />

9


10<br />

Voor de nacht krijgt u pre‐<br />

medicatie (medicijnen) zoals<br />

afgesproken door de anesthe‐<br />

sist waarna u <strong>van</strong>af 24.00 uur<br />

nuchter moet blijven, dit wil<br />

zeggen niet drinken, eten <strong>of</strong><br />

roken.<br />

De verpleegkundige zorgt dat u<br />

op de ochtend klaar bent voor<br />

de operatie. Zodra u aan de<br />

beurt bent, wordt u in bed door<br />

de verpleegkundige naar de<br />

voorbereidingskamer gebracht.<br />

Zodra de operatiekamer gereed<br />

is, wordt u <strong>van</strong>uit hier door de<br />

operatieassistent opgehaald. Als dit<br />

is afgesproken, brengt de anesthe‐<br />

sist eerst een slangetje in de rug in<br />

voor de pijnstilling, waarna u de<br />

narcose krijgt toegediend.<br />

Mogelijke operaties<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> de weefselschade<br />

zal de chirurg meer <strong>of</strong> minder moe‐<br />

ten amputeren. Voordat tot een<br />

operatie wordt overgegaan, bekijkt<br />

de arts zorgvuldig wat het beste<br />

amputatieniveau is. Met amputa‐<br />

tieniveau wordt de exacte plaats in<br />

het been bedoeld waar de ingreep<br />

plaatsvindt.<br />

De teen‐ <strong>of</strong> (voor)<strong>voet</strong>amputatie<br />

Hiervoor kan worden gekozen als er<br />

door een doorbloedingsstoornis<br />

weefselversterf en infectie is ont‐<br />

staan die zich beperkt tot de tenen<br />

en/<strong>of</strong> de (voor)<strong>voet</strong>. Een aanvul‐<br />

lende vaatoperatie ter verbetering<br />

<strong>van</strong> de doorbloeding <strong>van</strong> de <strong>voet</strong><br />

zal de wondgenezing bespoedigen.<br />

Helaas is dit bij zeer slechte <strong>onder</strong>‐<br />

been‐ <strong>of</strong> <strong>voet</strong>slagaders niet altijd<br />

mogelijk. Ook z<strong>onder</strong> vaatoperatie<br />

kan langzame genezing optreden.<br />

Er kan echter ook opnieuw weef‐<br />

selversterf met infectie ontstaan,<br />

waarna opnieuw een amputatie op<br />

hoger niveau nodig kan zijn.


De <strong>onder</strong>beenamputatie<br />

De <strong>onder</strong>beenamputatie komt het<br />

meeste voor. Het niveau <strong>van</strong> de<br />

amputatie wordt bepaald op basis<br />

<strong>van</strong> de conditie <strong>van</strong> uw been. Ook<br />

de bloeddoorstroming<br />

op de plaats <strong>van</strong> de amputatie is<br />

<strong>van</strong> belang voor het amputatieni‐<br />

veau. Indien de <strong>onder</strong>beenamputa‐<br />

tie door het kniegewricht plaats‐<br />

vindt wordt er gesproken over een<br />

knie exarticulatie<br />

De <strong>bovenbeen</strong>amputatie<br />

Een <strong>bovenbeen</strong>amputatie wordt<br />

<strong>onder</strong> andere uitgevoerd bij zeer<br />

uitgebreide infecties <strong>of</strong> weefselver‐<br />

sterf <strong>of</strong> na complicatie bij lagere<br />

amputaties. Hierbij vindt de ampu‐<br />

tatie plaats tussen het heup‐ en het<br />

kniegewricht. Het <strong>bovenbeen</strong> is<br />

meestal veel beter doorbloed.<br />

Daarom zijn er bij een amputatie<br />

<strong>van</strong> het <strong>bovenbeen</strong> veel minder<br />

stoornissen in de wondgenezing te<br />

verwachten. Hoewel de chirurg<br />

vóór de operatie de ernst en de<br />

mate <strong>van</strong> weefselschade zo goed<br />

mogelijk vaststelt, kan hij hierbij<br />

echter alleen uitgaan <strong>van</strong> wat aan<br />

de buitenkant zichtbaar is. Dit is<br />

helaas niet altijd betrouwbaar. Het<br />

komt daarom wel eens voor, dat de<br />

arts tijdens de operatie moet be‐<br />

sluiten een groter deel te ampute‐<br />

ren dan in eerste instantie gedacht<br />

werd en met u besproken is.<br />

Ook kan het voorkomen, dat ach‐<br />

teraf wordt vastgesteld dat bij de<br />

operatie te weinig is geamputeerd.<br />

De wond wil dan niet genezen, de<br />

weefselschade kan doorgaan en er<br />

is een nieuwe operatie nodig .<br />

Hoe wordt een amputatie uitge‐<br />

voerd?<br />

Bij een operatie is het belangrijk<br />

dat er een zo goed mogelijke stomp<br />

wordt gevormd; stevig en geschikt<br />

voor het lopen met een prothese.<br />

De ingreep vindt zo plaats dat na de<br />

amputatie de huid rond de wond<br />

kan worden dichtgevouwen.<br />

De chirurg vormt met huidsneden<br />

twee huidlappen. Deze worden zo<br />

gemaakt dat de ene langer is dan<br />

de andere. Hierdoor kan de langere<br />

huidlap, over de kortere gelegd<br />

worden. De spieren worden vervol‐<br />

gens op een hoger niveau doorge‐<br />

sneden en het bot wordt tenslotte<br />

weer iets hoger afgezaagd. Hier‐<br />

mee ontstaat een stomp. De bloed‐<br />

vaten worden afgebonden en de<br />

zenuwen worden zo hoog mogelijk<br />

doorgesneden. Hiermee wil men<br />

voorkomen dat de zenuwen in het<br />

littekenweefsel bekneld raken,<br />

waardoor hevige pijn kan optreden.<br />

11


12<br />

De huid met het <strong>onder</strong>liggende<br />

weefsel, wordt vervolgens geslo‐<br />

ten.<br />

Na de operatie<br />

Na de operatie wordt u eerst naar<br />

de recovery (uitslaapkamer) ge‐<br />

bracht. Zodra uw toestand stabiel<br />

is, wordt u overgebracht naar de<br />

verpleegafdeling voor verder her‐<br />

stel. Direct na de operatie bent u<br />

door een aantal slangen verbonden<br />

met apparaten. Dat kunnen zijn:<br />

een infuus voor toediening <strong>van</strong><br />

vocht en medicijnen;<br />

een slangetje in het been om<br />

bloed af te voeren (drain);<br />

een blaaskatheter voor afloop<br />

<strong>van</strong> urine.<br />

Zodra het mogelijk is worden deze<br />

hulpmiddelen verwijderd. Meestal<br />

is dit de eerste <strong>of</strong> tweede dag na de<br />

operatie. De drain blijft meestal vijf<br />

dagen zitten en wordt samen met<br />

het verband verwijderd door de<br />

verpleegkundige.<br />

Na een teen‐/ voor<strong>voet</strong>amputatie<br />

Indien de wond open wordt gela‐<br />

ten, zal de verpleegkundige deze<br />

dagelijks verbinden en indien afge‐<br />

sproken spoelen. Zowel een open<br />

als dichte wond wordt droog ver‐<br />

bonden met absorberende gazen<br />

om eventueel wondvocht op te<br />

<strong>van</strong>gen en de wond te beschermen.<br />

Speciaal schoeisel is vaak een ver‐<br />

eiste om de druk bij het lopen zo<br />

goed mogelijk over het resterende<br />

deel <strong>van</strong> de <strong>voet</strong> te kunnen ver‐<br />

spreiden. De verpleegkundige<br />

vraagt deze aan bij een leverancier<br />

<strong>van</strong> medische en orthopedische<br />

hulpmiddelen.<br />

Na een <strong>onder</strong>‐ <strong>of</strong> <strong>bovenbeen</strong>ampu‐<br />

tatie<br />

Na een <strong>onder</strong>‐ <strong>of</strong> <strong>bovenbeen</strong>ampu‐<br />

tatie is er sprake <strong>van</strong> een zoge‐<br />

naamde amputatiestomp. Deze<br />

stomp wordt na de operatie ver‐<br />

bonden met een zogenaamd<br />

stompverband. Dat verband wordt<br />

stevig aangebracht om de stomp<br />

goed te kunnen modelleren voor<br />

een eventuele prothese (kunst<strong>voet</strong>‐<br />

<strong>of</strong> been). Dit verband moet vijf<br />

dagen blijven zitten. Vervolgens<br />

wordt de stomp droog verbonden<br />

en op een speciale manier ge‐<br />

zwachteld door de verpleegkundi‐<br />

ge. Als de wond goed geneest en u<br />

komt in aanmerking voor een pro‐<br />

these wordt na twee weken gestart<br />

met een speciaal verband, het zo‐<br />

geheten zinklijmverband. Dit wordt<br />

twee keer per week verwisseld<br />

door de gipsmeester. Indien u niet<br />

in aanmerking komt voor een pro‐<br />

these, wordt de stomp met een<br />

absorberend verband verbonden<br />

totdat de wond droog is. De wond<br />

bevat hechtingen die minimaal drie


weken moeten blijven zitten. Ze<br />

worden verwijderd door de ver‐<br />

pleegkundige <strong>of</strong> tijdens een contro‐<br />

leafspraak op de polikliniek.<br />

Mogelijke complicaties<br />

en risico’s<br />

Geen enkele operatie is z<strong>onder</strong><br />

risico’s. Zo zijn er ook bij deze ope‐<br />

ratie complicaties mogelijk, die<br />

eigenlijk bij alle operaties kunnen<br />

voorkomen, zoals longontsteking,<br />

trombose <strong>of</strong> longembolie. Daar‐<br />

naast zijn er nog enkele voor deze<br />

operatie specifieke complicaties<br />

mogelijk.<br />

De meest gevreesde complicaties<br />

zijn de volgende:<br />

Nabloeding: kort na de operatie<br />

kan in het wondgebied een<br />

bloeding ontstaan uit een <strong>van</strong><br />

de vele slagadertjes die bij de<br />

operatie zijn doorgesneden.<br />

Door middel <strong>van</strong> een drukver‐<br />

band wordt getracht de bloe‐<br />

ding te stelpen.<br />

Wondnecrose: als de wond‐<br />

doorbloeding in de wondran‐<br />

den toch onvoldoende is, kan<br />

er weefselversterf optreden<br />

waardoor de wondranden los‐<br />

laten. Indien er sprake is <strong>van</strong><br />

weefselversterf kan de arts dit<br />

‘dode’ weefsel verwijderen.<br />

Wondinfectie: als de amputatie<br />

<strong>van</strong>wege een infectie uitge‐<br />

voerd moest worden, <strong>of</strong> het ni‐<br />

veau te laag gekozen is, bestaat<br />

er een verhoogde kans op het<br />

optreden <strong>van</strong> een wondabces.<br />

De wondzorg is er dan ook op<br />

gericht om de infectie te be‐<br />

strijden.<br />

Fantoom‐ <strong>of</strong> spookpijn: prikke‐<br />

lingen <strong>van</strong> de doorgesneden<br />

zenuwen door wondvocht <strong>of</strong><br />

een hechting kan een pijn ge‐<br />

ven die uit de geamputeerde<br />

<strong>voet</strong> lijkt te komen. De bij de<br />

amputatie doorgesneden ze‐<br />

nuwen blijven prikkels doorge‐<br />

ven naar de hersenen als<strong>of</strong> het<br />

geamputeerde lichaamsdeel er<br />

nog is. Dit kan vreemd aanvoe‐<br />

len <strong>of</strong> pijn doen. Hinderlijke<br />

fantoomverschijnselen zijn te‐<br />

genwoordig met medicijnen<br />

redelijk te controleren.<br />

Doorliggen, (decubitus): vooral<br />

aan de hak <strong>van</strong> het niet geope‐<br />

reerde been en op de stuit kun‐<br />

nen doorligplekken ontstaan.<br />

Hiervoor worden altijd zo veel<br />

mogelijk voorzorgsmaatregelen<br />

getr<strong>of</strong>fen. Er wordt een kussen<br />

<strong>onder</strong> de andere hak geplaatst<br />

ter bescherming en er wordt<br />

een een dekenboog overheen<br />

13


14<br />

gezet om druk op de hak te<br />

voorkomen.<br />

Dwangstand: pijn en onvol‐<br />

doende oefening kan tot gevolg<br />

hebben dat de patiënt minder<br />

gaat bewegen. Het gewricht<br />

kan hierdoor niet meer alle<br />

voorheen gebruikelijke bewe‐<br />

gingen uitvoeren. Hierdoor kan<br />

een zogeheten dwangstand<br />

(contractuur) in het knie‐ <strong>of</strong><br />

heup gewricht ontstaan waar‐<br />

door het lopen met een pro‐<br />

these moeilijker, <strong>of</strong> zelfs onmo‐<br />

gelijk kan worden.<br />

Na de behandeling<br />

De periode na de operatie is gericht<br />

op lichamelijk herstel <strong>van</strong> de wond<br />

en de ontwikkeling <strong>van</strong> de functie<br />

in het restant <strong>van</strong> het geamputeer‐<br />

de lichaamsdeel. De fysiotherapie<br />

oefent dagelijks met u.<br />

Voor iedere amputatie bestaat er<br />

een prothese. De revalidatiearts<br />

bekijkt <strong>of</strong> en welke prothesevoor‐<br />

ziening er in uw nieuwe situatie<br />

mogelijk is. De mogelijkheden<br />

daar<strong>van</strong> hangen sterk af <strong>van</strong> uw<br />

lichamelijke conditie, bijkomende<br />

ziekte <strong>of</strong> gebreken, het amputatie‐<br />

niveau en de amputatiestomp.<br />

Ook de duur <strong>van</strong> uw verblijf in het<br />

ziekenhuis is <strong>onder</strong>meer hier<strong>van</strong><br />

afhankelijk.<br />

Er bestaan mogelijkheden om te<br />

revalideren in een revalidatie‐<br />

instelling. Dit kan klinisch (tijdens<br />

een opname) <strong>of</strong> poliklinisch. De<br />

revalidatiearts bekijkt samen met u<br />

welke revalidatiemogelijkheid voor<br />

u het beste is. Indien uw lichamelij‐<br />

ke conditie nog onvoldoende is om<br />

aan het ‘intensieve’ revalidatietra‐<br />

ject te beginnen, kan het zijn dat u<br />

ter overbrugging eerst naar een<br />

verpleeghuis gaat om verder aan te<br />

sterken.<br />

Hoe goed u in de toekomst weer<br />

kunt functioneren, is <strong>van</strong> persoon<br />

tot persoon verschillend. Dit hangt<br />

<strong>onder</strong> meer af <strong>van</strong> factoren als de<br />

oorzaak <strong>van</strong> de amputatie, uw leef‐<br />

tijd, uw lichamelijke conditie en uw<br />

motivatie om bepaalde dingen<br />

weer te kunnen doen.<br />

Wanneer u het ziekenhuis mag<br />

verlaten krijgt u een afspraak mee<br />

voor de poliklinische controle.


Wanneer moet u<br />

contact opnemen?<br />

Het is belangrijk om bij de volgende<br />

symptomen contact op te nemen<br />

met de huisarts. Deze bekijkt aan<br />

de hand <strong>van</strong> uw klachten <strong>of</strong> hij de<br />

specialist moet inlichten. Indien u<br />

in een revalidatie‐ <strong>of</strong> verpleeghuis<br />

verblijft, kunt u terecht bij de reva‐<br />

lidatie‐ <strong>of</strong> verpleeghuisarts.<br />

temperatuur hoger dan 38.5°C;<br />

roodheid <strong>of</strong> zwelling <strong>van</strong> de<br />

stomp <strong>of</strong> wond.<br />

Leefregels<br />

Het is belangrijk dat u zich zo goed<br />

mogelijk houdt aan de <strong>onder</strong>staan‐<br />

de leefregels:<br />

Algemeen<br />

Rook bij voorkeur niet. Roken<br />

vertraagt de wondgenezing,<br />

wat vooral bij een amputatie<br />

erg belangrijk is.<br />

Om dwangstand te voorkomen<br />

is het noodzakelijk dat:<br />

U, in geval <strong>van</strong> een <strong>onder</strong>‐<br />

beenamputatie, dagelijks<br />

regelmatig uw knie strekt.<br />

Ook kunt u een paar maal<br />

per dag een half uur een<br />

zandzakje op de stomp leg‐<br />

gen, terwijl uw been ge‐<br />

strekt zoveel mogelijk hori‐<br />

zontaal ligt, bijvoorbeeld op<br />

bed <strong>of</strong> op een stoel. Door<br />

het gewicht <strong>van</strong> het zand‐<br />

zakje wordt de knie ge‐<br />

strekt. Dit kan dwangstand<br />

voorkomen.<br />

U, in geval <strong>van</strong> een amputa‐<br />

tie door het kniegewricht <strong>of</strong><br />

een <strong>bovenbeen</strong>amputatie,<br />

twee tot drie keer per dag<br />

een half uur op uw buik<br />

gaat liggen. Hierdoor wordt<br />

het <strong>bovenbeen</strong> de andere<br />

kant op gedrukt en zo<br />

wordt dwangstand <strong>van</strong> de<br />

heup voorkomen.<br />

Deze leefregels gelden alleen<br />

als u niet <strong>of</strong> weinig met een<br />

prothese loopt. Als u met een<br />

prothese loopt is er voldoende<br />

spieractiviteit en ontstaat een<br />

dwangstand niet snel.<br />

Douchen/ baden<br />

Douchen en baden mag als er<br />

geen (stomp <strong>of</strong> zinklijmver‐<br />

band) op de stomp zit en pas<br />

nadat de hechtingen zijn ver‐<br />

wijderd.<br />

Houdt een watertemperatuur<br />

<strong>van</strong> maximaal 38°C aan, om<br />

verweking <strong>van</strong> de wond te<br />

voorkomen.<br />

15


16<br />

Medicijnen<br />

Als u antistollingsmedicijnen<br />

gebruikt, regelt de afdeling de<br />

eerste afspraak met de trom‐<br />

bosedienst.<br />

U krijgt een medicijnlijst mee<br />

als u met ontslag gaat. Dit is te‐<br />

vens uw recept waarmee u bij<br />

de apotheek uw medicijnen<br />

kunt halen<br />

Als u pijn heeft mag u parace‐<br />

tamol nemen, (maximaal 4<br />

gram/dag)<br />

Werken<br />

U kunt weer werken nadat de<br />

wond genezen is en u zich hier‐<br />

toe in staat voelt.<br />

Wondverzorging<br />

Bij wondlekkage dient u de<br />

wond te verbinden met absor‐<br />

berende gazen. Indien u dit zelf<br />

niet kunt <strong>of</strong> durft, kan er een<br />

verpleegkundige via de thuis‐<br />

zorg worden ingeschakeld.<br />

Omgaan met een<br />

amputatie<br />

Een amputatie kan nogal wat ge‐<br />

volgen hebben voor het dagelijks<br />

leven, niet alleen lichamelijk, maar<br />

ook geestelijk. Naast het verlies <strong>van</strong><br />

de functie <strong>van</strong> de <strong>voet</strong> <strong>of</strong> het been<br />

is een amputatie soms ook zicht‐<br />

baar. Veel mensen ervaren een<br />

amputatie als een verlies en gaan<br />

door een rouwproces om dit verlies<br />

te verwerken. Als u behoefte heeft<br />

aan lotgenotencontact <strong>of</strong> over het<br />

leven met een amputatie kunt u<br />

terecht bij de landelijke vereniging<br />

<strong>van</strong> geamputeerden (LVVG).<br />

Tot slot<br />

Heeft u nog vragen naar aanleiding<br />

<strong>van</strong> deze brochure, stel ze gerust<br />

aan uw behandelend specialist<br />

en/<strong>of</strong> huisarts. De specialisten die<br />

in het <strong>Catharina</strong> Zkenhuis deze<br />

operaties uitvoeren zijn Dr. Cuij‐<br />

pers, Dr. Buth en Dr. <strong>van</strong> Sambeek.<br />

Zij zijn voor vragen tijdens kantoor‐<br />

uren bereikbaar via de polikliniek<br />

Algemene Chirurgie (telefoon‐<br />

nummer 040‐239 7155). Een af‐<br />

spraak kunt u maken op de polikli‐<br />

niek via telefoonnummer 040‐239<br />

7150.<br />

De <strong>onder</strong>staande patiëntenvereni‐<br />

ging behartigt de belangen <strong>van</strong><br />

patiënten met vaatproblemen:<br />

Vereniging <strong>van</strong> Vaatpatiënten<br />

Postbus 123<br />

3980 CC Bunnik<br />

Tel: 030‐659 4651<br />

www.vvvp.nl


Voor informatie over lotgenoten‐<br />

contact:<br />

Landelijke Vereniging Van Geam‐<br />

puteerden (LVVG),<br />

Dhr. Wim Fassotte, secretaris<br />

Serenadelaan 4,<br />

3438 TC Nieuwegein<br />

T 030‐6039773<br />

F 0183‐690148<br />

www.lvvg.nl<br />

Ruimte voor uw vragen<br />

en aantekeningen<br />

17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!