Real Estate Magazine - Surgoed
Real Estate Magazine - Surgoed
Real Estate Magazine - Surgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Real</strong> <strong>Estate</strong> <strong>Magazine</strong><br />
Anton Dragtenweg 240 – Plantagehuis Geyersvlijt<br />
Veel oude gebouwen in ons land verbinden ons met onze geschiedenis. Ze hebben allemaal hun eigen verhaal.<br />
De rubriek ‘Het huis en zijn verhaal’ vertelt er over. Deze keer het Plantagehuis Geyersvlijt.<br />
Wie van klussen houdt en er niet tegenop ziet om veel geld voor<br />
een koloniaal herenhuis van formaat neer te tellen, die zou eens na<br />
kunnen denken over het plantagehuis van Geyersvlijt aan de Anton<br />
Dragtenweg. Een van de laatste oude plantagehuizen die er nog in de<br />
stad te vinden zijn. Momenteel is het eigendom van een orthopedisch<br />
chirurg van Surinaamse afkomst, woonachtig in Nederland. Maar<br />
het is te koop voor een slordige 1,2 miljoen euro. Wie besluit dat<br />
bedrag neer te tellen weet zich verzekerd van veel, heel veel<br />
herstelwerkzaamheden maar ook van een nationaal monument (sinds<br />
2008) met een bewogen geschiedenis. Wie gelooft in spoken moet<br />
echter ver wegblijven van deze plek, want in de volksmond wordt dit<br />
pand het ‘spookhuis’ genoemd.<br />
Landjepik<br />
De plantage Geyersvlijt is op een nogal slinkse wijze ontstaan. Tussen<br />
1786 en 1788 werden de gronden ten noorden van Paramaribo<br />
uitgegeven als kleine kostgronden om de voedselbevoorrading<br />
van de stad te verzekeren. Tijdens de Engelse blokkade van 1780<br />
tot 1784 was er namelijk verschillende malen een voedseltekort in<br />
de kolonie ontstaan. De gronden mochten daarom slechts gebruikt<br />
worden voor “de aanqueeking van vee en voortplanting van kost,<br />
groenten, of eetwaaren.” Met opzet waren de kavels klein gehouden<br />
zodat ze niet gebruikt konden worden als reguliere plantages.<br />
Wanneer er echter vier kavels naast elkaar aan leden van hetzelfde<br />
gezin worden uitgegeven laat het zich raden dat er al vrij snel toch<br />
een reguliere plantage ontstaat. Zo gebeurde het ook met Geyersvlijt<br />
waarvan de kavels in handen waren van de familie Geyer. Door het<br />
samenvoegen van de verschillende kavels ontstond er een kleine<br />
plantage van 400 meter rivierbreedte en een oppervlakte van 200<br />
akkers (een akker is 500 vierkante meter). In tegenstelling tot de<br />
naast gelegen plantages (de truc om kostgronden samen te voegen<br />
was natuurlijk niet alleen voorbehouden aan de Geyertjes) werd er<br />
op Geyersvlijt geen koffie verbouwd maar katoen. Zoals gebruikelijk<br />
in die tijd werd het beheer overgelaten aan een administrateur, in<br />
dit geval Carl Ludwig Weissenbruch. Niet de eerste de beste want<br />
behalve schoonzoon van eigenaar Geyer was hij ook de grootste<br />
administrateur van Suriname die het beheer voerde over maar liefst<br />
62 plantages. Weissenbruch trouwde in 1811 met Anna Catharina<br />
Geyer. In 1819 werd noorderbuurman Johannishoop aangekocht en<br />
met het verkrijgen van het land achter de plantage tussen 1821 en<br />
1832 kreeg plantage Geyersvlijt uiteindelijk zijn definitieve grootte van<br />
500 akkers.<br />
Erfenisperikelen<br />
Carl Ludwig Weissenbruch overleed in 1832 en liet een geschat<br />
vermogen van tien miljoen gulden na. Een gigantisch bedrag en het<br />
is dan ook niet verwonderlijk dat er na zijn dood de nodige djoegoe<br />
djoegoe ontstond in de kleine gemeenschap. De heer Marc Warnery,<br />
directeur op een van de plantages waar Weissenbruch administrateur<br />
van was, zegt er het volgende van als Anna Catharina, de weduwe,<br />
gaat hertrouwen met de dominee Diederik Janssen Eyken-<br />
Sluyters. “.... Het huwelijk heeft een hoop stof doen opwaaien; mv.<br />
Weissenbruch is een vrouw zonder de minste opvoeding of kennis<br />
der wereld, en met vulgaire manieren. Die meneer Eiken Sluiten (sic)<br />
heeft FL. 8000,- aan inkomsten per jaar, met bovendien een aantal<br />
voordelige toelagen, en was geliefd en gewaardeerd door de gehele<br />
gemeenschap. Maar het spook der hebzucht heeft hem overweldigd,<br />
vijf keren is het huwelijk tegen gehouden, hij is twee keer uit het huis<br />
van die mevrouw gejaagd en een aantal indecente en schokkende<br />
zaken hebben plaatsgevonden in het zicht van de gemeenschap. Maar<br />
ondanks dat, is hij er in geslaagd haar te trouwen, waarbij hij zich de<br />
verachting van alle eerlijke mensen op de hals heeft gehaald. Zij zijn<br />
gehuwd buiten gemeenschap van goederen maar de dominee is een<br />
verfijnd intrigant, en drie dagen na het huwelijk heeft hij al een royale<br />
toelage gekregen voor hemzelf en de kinderen uit zijn vorige huwelijk.<br />
Het is te verwachten dat het volledige fortuin op den duur in zijn<br />
handen zal overgaan....” Of Warnery zich nu oprecht zorgen maakte<br />
over de normen en zeden binnen de gemeenschap of zelf wel wat van<br />
de erfenis had kunnen gebruiken laten we aan de eigen interpretatie<br />
van de lezer over.<br />
Verkaveling<br />
HET HUIS EN ZIJN VERHAAL<br />
In de jaren na het veelbesproken huwelijk schakelt de plantage<br />
Geyersvlijt eerst over van katoen naar koffie en vervolgens naar cacao<br />
om uiteindelijk als citrusplantage te eindigen. Het eigendom is lange<br />
tijd in handen van de erven Jannsen Eyken-Sluyters via de naamloze<br />
vennootschap Geyersvlijt, gevestigd in Amsterdam. In 1908 wordt de<br />
plantage overgenomen door de Handelsfirma I. Haas. Later komt de<br />
plantage in handen van de Firma Jamin die er een citrusplantage van<br />
maakt. Rond 1950 neemt de Surinaamse overheid de citrusplantage<br />
over met uitzondering van de plantagewoning die dan wordt gekocht<br />
door de huidige eigenaar. Feitelijk bestaat de plantage uit een<br />
noordelijk en een zuidelijk deel. De as, die de plantage deelt, is de<br />
huidige Bonistraat. Het plantagehuis staat op het noordelijke deel.<br />
Begin 1980 ontstond er een ambitieus plan voor de verstedelijking van<br />
Paramaribo Noord waar ook de wijk Geyersvlijt haar huidige landelijke<br />
vorm aan te danken heeft. Het plantagehuis heeft sinds begin jaren<br />
’50 veel verschillende huurders gehad waaronder de Troepenmacht<br />
in Suriname (Tris) en de Nederlandse ambassade. Tot 2000 werd het<br />
huis bewoond door het echtpaar Felix en Gerda van der Broek. Beiden<br />
overleden in het najaar van 2000 kort na elkaar. Sinds die tijd staat het<br />
huis leeg en wordt er ook zichtbaar geen onderhoud meer gepleegd.<br />
<strong>Surgoed</strong> | 49