Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
14<br />
niet helemaal consequent lijkt te zijn. Schiet<br />
hij volgens Aeltje bij haar tekort, ze vergelijkt<br />
hem wel met een koekoek: haar Piet legt ook<br />
zijn eieren buiten het eigen nest en hij heeft<br />
zijn beste pijlen elders verschoten. Piet merkt<br />
laconiek op dat een man die zeven jaar bij<br />
dezelfde vrouw blijft daar melaats van wordt. In<br />
de rest van deze scène roddelen overigens ook<br />
de twee vrouwen lustig over seksuele escapades,<br />
nu van met naam en toenaam genoemde buren.<br />
Ze klagen verder uitvoerig over de ellende die je<br />
als vrouw met dienstmeisjes kunt hebben. Als<br />
Aeltje op een zeker moment de kamer uitgaat<br />
om haar kinderen naar bed te brengen, haakt<br />
Piet bij die conversatie aan door langs zijn neus<br />
weg te vragen:<br />
Maer iou voorschreven Meyt isse wat moy? [De<br />
meid over wie je het had, is die nogal mooi?]<br />
Ja tamelijk, antwoordt Trijn. En Piet weer:<br />
Vreesje niet datter iou Man me tydt ter koy?<br />
[ermee naar bed gaat]<br />
Of het hy gien sin in wat versnapering as gy uyt<br />
bint?<br />
En Trijn:<br />
O slimme Piet! Nou hoor ic ierst dat gy ien<br />
deurtrapte guyt bint.<br />
Piet:<br />
Wel moer, wat mienje datje sulcke dingen niet<br />
ghebeuren?<br />
In de volgende dialoog komen alle drogredenen<br />
langs van de geoefende verleider:<br />
Wat schaedt het de lucht datter altemet ien<br />
veugheltje deur keylt?<br />
Wat schaedt de zee datter altemet ien scheepje<br />
deur seylt?<br />
En je man zal het nooit te weten komen...<br />
Trijn blijft al die argumenten afwijzen en<br />
stribbelt alleen maar tegen. Maar dan wordt<br />
Piet handtastelijk: Nu laat me eens voelen, zegt<br />
hij en even later: Doe dat nu ook eens bij mij.<br />
En dan bezwijkt Trijn voor de verleiding en<br />
bedenkt Piet zijn slimme plannetje.<br />
Na de gezamenlijke avondmaaltijd heeft Piet<br />
zo´n haast dat hij niet eens de moeite wil<br />
nemen om die met een fatsoenlijk gebed af te<br />
sluiten. Als Aeltje hem daarop wijst, antwoordt<br />
hij onverschillig:<br />
Ja wijf het zal ten jongsten dage even veul wesen<br />
[bij het laatste oordeel niks uitmaken].<br />
Of ick daer ien diel woorden brabbel, ‘t het niet<br />
ien beet om ‘t lijf.<br />
Dat zal het oordeel over deze molenaar ik<br />
Bredero´s tijd niet positiever hebben gemaakt.<br />
Piet vertrekt, zogenaamd naar zijn molen. De<br />
vrouwen horen hem buiten zingen. Wat een<br />
leuke man heb je, zegt Trijn, waarop Aeltje haar<br />
gal spuit over hem: hij is een verkwister, een<br />
vrouwenjager, een zuiplap en een hoerenloper.<br />
Trijn bekent dan wat ze met Piet heeft<br />
afgesproken en wisselt met Aeltje van kleding