erover,maar mijn vader kón die bal niet stoppen. - Briefgeheimen
erover,maar mijn vader kón die bal niet stoppen. - Briefgeheimen
erover,maar mijn vader kón die bal niet stoppen. - Briefgeheimen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
voet<strong>bal</strong>vrouwen<br />
van weleer<br />
Deel<br />
1<br />
Op 7 juli 1974 speelde het Nederlands elftal de finale van<br />
het WK in en tegen Duitsland. Het duel verliep anders<br />
dan heel Nederland hoopte en doelman Jan Jongbloed<br />
heeft nog vaak moeten horen over <strong>die</strong> fatale Duitse goal<br />
in de slotminuten van de eerste helft. Nu is Nederland<br />
opnieuw van de partij op het WK in Duitsland. Hoe<br />
kijken de voet<strong>bal</strong>vrouwen en -dochters van toen terug<br />
op 1974? Wat is er van hen geworden? Margriet zocht ze<br />
op. Deze week: Nicole Jongbloed, dochter van Jan.<br />
‘Nog steeds beginnen mensen<br />
<strong>erover</strong>, <strong>maar</strong> <strong>mijn</strong> <strong>vader</strong><br />
<strong>kón</strong> <strong>die</strong> <strong>bal</strong> <strong>niet</strong> <strong>stoppen</strong>.<br />
Gek wordt hij ervan’<br />
Waarom had hij <strong>die</strong> <strong>bal</strong> <strong>niet</strong>? Zo moeilijk<br />
was hij toch <strong>niet</strong>? Het was de 43ste minuut.<br />
De Duitse spits Gerd Müller had de <strong>bal</strong> tussen<br />
een paar Oranjespelers door richting<br />
het Nederlandse doel gefrommeld. Tergend<br />
langzaam rolde het ding erin. En hij stond als<br />
aan de grond genageld en keek ernaar: 2-1.<br />
Voor hén. De Duitsers. Onze aartsvijand. Het<br />
zou de winnende goal blijken. Een droom<br />
– wereldkampioen worden - spatte uit elkaar.<br />
“Hij heeft het mij zó vaak uitgelegd: hij <strong>kón</strong><br />
hem <strong>niet</strong> <strong>stoppen</strong>,” zegt de dochter van de<br />
doelman 32 jaar later. “Nog steeds beginnen<br />
mensen <strong>erover</strong>. Gek wordt hij ervan.”<br />
Jan Jongbloed is nu 65, zijn dochter<br />
Nicole 39. In 1974 was Jan als keeper van FC<br />
Amsterdam uitverkoren om het Nederlandse<br />
doel te verdedigen. Waarom hij? Omdat hij<br />
de beste keeper van Nederland was. “Hij zei<br />
altijd: ‘Als <strong>die</strong> anderen beter waren geweest,<br />
hadden zij wel onder de lat gestaan,’” zegt<br />
Nicole, vandaag de dag uitbaatster van café<br />
De Overkant, nabij de Amsterdamse RAI.<br />
“Mijn <strong>vader</strong> was erg zeker van zichzelf.”<br />
Deelname aan het WK betekende wel dat hij<br />
meer dan een maand van huis was. “Pa ging<br />
nooit zo lang weg. Voor hem was een uitwedstrijd<br />
in Groningen al een wereldreis. In het<br />
begin dacht ik: pa en ma zijn gescheiden!”<br />
Ze miste hem vreselijk. Als hij belde met haar<br />
moeder Dinie, stonden zij en haar vier jaar<br />
oudere broer Eric te dringen bij de telefoon.<br />
Dolblij was ze als hij haar een kaartje stuurde<br />
uit Duitsland. “Gekke kaartjes waren het, met<br />
teksten als: ‘papa is snel thuis, dan kan hij je<br />
<br />
6 22 | 06 22 | 06 7
weer in je billen knijpen.’” Jan Jongbloed was<br />
blij toen hij weer naar huis kon, ook hem had<br />
het veel te lang geduurd. “Pa wilde altijd bij<br />
z’n kinderen en familie zijn. Toen hij later<br />
in zijn carrière bij Roda JC in Kerkrade ging<br />
voet<strong>bal</strong>len, reed hij elke dag 2,5 uur heen en<br />
2,5 uur terug. Om <strong>maar</strong> thuis te zijn.”<br />
Nicole heeft weinig van het WK<br />
gezien. Ze speelde liever op straat dan<br />
dat ze binnen tv keek. Ze heeft met haar<br />
moeder en broer één wedstrijd bezocht, in<br />
Gelsenkirchen. Of het tegen Argentinië of de<br />
DDR was, weet ze <strong>niet</strong> meer. Wel dat ze tegen<br />
een traliehek aan stond en contact probeerde<br />
te maken met haar <strong>vader</strong> - het was net een<br />
dagje Artis, vond haar moeder. “Ik schreeuwde<br />
heel hard: ‘Pa!’ In <strong>mijn</strong> herinnering heeft<br />
hij naar me gezwaaid. Na afloop heb ik<br />
ook nog even met hem gesproken in het<br />
spelershome.”<br />
Dinie Jongbloed genoot van de ambiance.<br />
Net als Jan is ze een geboren en getogen<br />
Amsterdammer; Jan was één van de tien<br />
kinderen van een kleermaker, zij enig kind<br />
van een alleenstaande vrouw. Samen met Jan<br />
runde ze een sigarenzaak in de Hanzenstraat<br />
en daar was het tijdens het WK een komen<br />
en gaan van voet<strong>bal</strong>fanaten.<br />
Nicole: “De zaak liep als een trein. Mijn moeder<br />
was beroemder dan <strong>mijn</strong> <strong>vader</strong>. Ze had<br />
een oranje sportwagen en parkeerde <strong>die</strong> altijd<br />
fout. Maar een boete kreeg ze nooit. Kwam er<br />
weer zo’n agent vertellen: ‘Dinie, je mag <strong>niet</strong><br />
op stoep staan.’ Geweldig vond ze dat.”<br />
Dinie ging helemaal op in het voet<strong>bal</strong>. Voor<br />
elke wedstrijd van Oranje nam ze een paar<br />
aspirientjes tegen de zenuwen. En tijdens<br />
de wedstrijden dronk ze cointreau alsof het<br />
limonade was. “Mijn moeder was erg betrokken<br />
bij <strong>mijn</strong> <strong>vader</strong>s carrière. Hij moest van<br />
haar goed groente eten. Mijn <strong>vader</strong> had<br />
<strong>niet</strong>s met geld, dus deed zij de onderhandelingen<br />
met de clubs, gewoon bij ons thuis.<br />
Dan kwam Dé Stoop, de voorzitter van FC<br />
Amsterdam, en stond er een Frans kaasje met<br />
een stokbroodje en een wijntje op tafel. Ze<br />
houdt van <strong>die</strong> gezelligheid.” Het waren andere<br />
tijden: sommige voet<strong>bal</strong>lers ver<strong>die</strong>nden<br />
een aardig centje, <strong>maar</strong> de meeste, óók haar<br />
<strong>vader</strong>, hadden er een baan naast. “Ze hebben<br />
jaren met z’n tweetjes ’s avonds overhemden<br />
staan strijken voor een extraatje. En m’n<br />
<strong>vader</strong> ging met leesmappen langs de deur.<br />
Hij is altijd zuinig geweest. Ik had een mooie<br />
schooltas gezien. Hij vroeg hoeveel <strong>die</strong> kostte<br />
en vond hem te duur. Dus kreeg ik hem <strong>niet</strong>.”<br />
De Jongbloeds vormden een normaal gezin.<br />
“Veel mensen begrijpen dat <strong>niet</strong>, <strong>maar</strong> we<br />
woonden in een bovenhuis, tweede ver<strong>die</strong>ping.<br />
’s Avonds om zes uur stond standaard<br />
het eten op tafel, gewone kost, en na het eten<br />
zette <strong>mijn</strong> <strong>vader</strong> altijd een kopje thee voor<br />
ons. Superburgerlijk. Ik vond het een heerlijk<br />
gezin.”<br />
Met z’n allen op vakantie gingen ze nooit:<br />
als Nicole zomervakantie had, moest haar<br />
<strong>vader</strong> weer beginnen met trainen. “We hadden<br />
een caravan in Vinkenveen en dan kwam<br />
hij ’s avonds langs, <strong>maar</strong> dat is toch anders.<br />
Ik ben nog nooit met hem naar een pretpark<br />
geweest.”<br />
Op school had Nicole het als ‘de dochter<br />
van’ <strong>niet</strong> altijd makkelijk. Haar <strong>vader</strong> had<br />
een zenuwtrek - hij trok met z’n neus en<br />
knipperde veel met zijn ogen - en kinderen<br />
deden dat na om haar te pesten, zeker als hij<br />
weer eens met zijn club had verloren. “Dan<br />
sloeg ik erop los. Mijn <strong>vader</strong> moest een keer<br />
op school komen. ‘Uw dochter gaat <strong>maar</strong><br />
tekeer,’ zei het schoolhoofd. Zei <strong>mijn</strong> <strong>vader</strong><br />
tegen hem: ‘Wat zou u doen als het uw <strong>vader</strong><br />
betrof?’ Hij stond pal achter me.”<br />
Met haar vriendjes had Jan meer moeite.<br />
Als hij een jongen <strong>niet</strong> zag zitten, liet hij dat<br />
duidelijk blijken. “Stond ik met een vriendje<br />
buiten te kletsen, werd er opeens hard op het<br />
raam gebonkt: pa. Dan schudde hij met z’n<br />
hoofd en ging zo’n jongen er snel vandoor.<br />
Dacht ik: jemig, ik sta alleen <strong>maar</strong> te praten.<br />
Hij houdt me nog steeds goed in de gaten.<br />
Jan tijdens Nederland-Brazilië in 74. Dinie en de kinderen in 1974.<br />
Jan en Dinie in hun sigarenzaak.<br />
‘Die ochtend gaf Eric ons allemaal<br />
een echte knuffel, mam één,<br />
mij één. Dat deed hij anders<br />
nooit als hij ging voet<strong>bal</strong>len’<br />
Komt hij bij mij in het café en loop ik gezellig<br />
wat rond, zegt hij: ‘Drink <strong>niet</strong> zo veel.’ Ik blijf<br />
altijd zijn kleine meisje.”<br />
Jan was erg op zichzelf en op zijn familie, z’n<br />
broers waren zijn beste vrienden. Van visite<br />
hield hij <strong>niet</strong>. “Dan kon hij gewoon weggaan.<br />
‘Ik moet morgen trainen,’ zei hij dan. En wat<br />
hij ook wel eens zei: ‘Hoe vinden jullie <strong>mijn</strong><br />
klok?’ Om aan te geven dat hij het tijd vond<br />
dat ze opstapten.”<br />
Met andere voet<strong>bal</strong>lers had hij nauwelijks<br />
contact. Alleen de familie Van Hanegem,<br />
Truus en Willem, kwam wel eens over de<br />
vloer.<br />
In de jaren na het WK werd de sigarenwinkel<br />
omgebouwd tot een koffieshop.<br />
Het liep <strong>niet</strong>, de zaak werd verkocht. Het was<br />
ook een beetje Dinies schuld dat het misging.<br />
“Mijn moeder had de neiging om tegen mensen<br />
te zeggen: ‘Het was zo gezellig, jij hoeft<br />
<strong>niet</strong> te betalen.’ Ze gaf geen ene zier om geld.”<br />
Dinie ging werken in een andere koffieshop<br />
in de Kinkerstraat. Ook Truus van Hanegem<br />
ging daar werken, dat leek hun gezellig. Maar<br />
Truus hield het <strong>niet</strong> lang vol. Nicole: “Ze is<br />
daar <strong>maar</strong> drie keer geweest. Opeens was er<br />
een inval van de politie. Het was een vergissing,<br />
bleek achteraf. Truus heeft daar een<br />
uur lang met een theedoek in de ene en een<br />
kopje in de andere hand omhoog gestaan.<br />
Mijn moeder dacht dat het een grap was van<br />
Candid Camera en heeft alleen <strong>maar</strong> gelachen.<br />
Truus vond het minder leuk en nokte<br />
ermee.”<br />
Jan Jongbloed was tevreden met wat hij had.<br />
Tijdens het WK in Duitsland probeerde<br />
Ajax hem los te weken van FC Amsterdam.<br />
Hij deed het <strong>niet</strong>, want hoewel hij meer kon<br />
ver<strong>die</strong>nen, moest hij ook meer trainen. Dat<br />
betekende dat hij z’n wekelijkse visdag moest<br />
inleveren.<br />
Nicole: “Dus bleef hij bij FC Amsterdam.<br />
Hij is héél erg trouw. Dat vissen doet hij nog<br />
steeds, hij heeft al meer dan dertig jaar hetzelfde<br />
ritueel: hij huurt een bootje, koopt een<br />
gemberbolus bij de bakker en gaat de plas op.<br />
En dan bel ik hem om een uur of vier op met<br />
de vraag: ‘En?’ Het antwoord luidt meestal:<br />
‘Het is <strong>niet</strong> te geloven, ik heb de hele dag geen<br />
reet gevangen.’ Het maakt hem <strong>niet</strong> uit, hij is<br />
daar gelukkig.”<br />
Wereldkeeper Jan Jongbloed. “Hoeveel mensen<br />
hebben hem <strong>niet</strong> zien keepen? Misschien<br />
wel een miljard, hij heeft twee WK-finales<br />
gespeeld (ook in 1978 in én tegen Argentinië<br />
stond hij op goal, red.). Wat hem een wereldkeeper<br />
maakte? Mijn <strong>vader</strong> is een heel eigenwijze<br />
man en een heel eigenwijze keeper.<br />
Hij keept op de manier zoals hij is. En altijd<br />
met blote handen, want anders kun je de <strong>bal</strong><br />
<strong>niet</strong> voelen, vindt hij.”<br />
Na het aanbod van Ajax kwamen er meer<br />
kansen. “Op een gegeven moment kon hij<br />
naar Amerika. Opeens bedacht hij dan dat<br />
hij zonder zijn familie zou zitten en dat zag<br />
hij <strong>niet</strong> zitten. Dag Amerika! Ik vond dat<br />
wel jammer. Een paar jaar geleden, toen hij<br />
keepertrainer was bij Vitesse in Arnhem,<br />
kon hij met hoofdtrainer Arthur Jorge mee<br />
naar Paris Saint Germain in Frankrijk. Ik<br />
zei: ‘Doen, vul nu eens je zakken. Ik kom<br />
wel naar je toe met de kinderen, al moet ik<br />
elk weekend naar je toe komen.’ Hij denken.<br />
Uiteindelijk deed hij het <strong>niet</strong>. Werden zowel<br />
<strong>die</strong> trainer als <strong>die</strong> hulptrainer er na vier<br />
maanden uitgegooid met een zak geld waar je<br />
gek van wordt. Ik zei: ‘Zie je nou wel pa, had<br />
je gewoon moeten doen.’”<br />
Ze leken voor elkaar geschapen,<br />
Jan en Dinie. Bijna twintig jaar waren ze een<br />
stel. Jan ontmoette haar in de ijssalon waar<br />
ze werkte. “Mijn <strong>vader</strong> dacht: wat een lekker<br />
wijf! Dat roept hij nu nog steeds als hij een<br />
mooie vrouw ziet. Ze kregen verkering en<br />
<strong>niet</strong> lang daarna moesten ze trouwen, want<br />
<strong>mijn</strong> moeder was zwanger. Het jongetje werd<br />
doodgeboren, <strong>maar</strong> ik heb ze daar zelden<br />
over gehoord.”<br />
Toen hun huwelijk stukliep, was Nicole 13.<br />
Allebei kregen ze een nieuwe relatie. Heel<br />
moeilijk, vond ze dat. Vooral met de vriend<br />
van haar moeder, acteur Maarten Spanjer,<br />
lag ze vaak overhoop. Ze kan er nu om<br />
lachen. “Ach, voor hem was het ook <strong>niet</strong><br />
makkelijk: hij kreeg ineens zo’n vervelende<br />
tienerdochter in de schoot geworpen. Nu zijn<br />
we goede maatjes, <strong>maar</strong> toen! Was ik <strong>mijn</strong><br />
eerste sigaretje aan het roken, ging Maarten<br />
dat verraden. Als ik hem dan ergens tegenkwam<br />
met wat dames om zich heen, riep ik:<br />
‘Há, stief<strong>vader</strong>!’” Haar <strong>vader</strong> kreeg iets met<br />
een vrouw <strong>die</strong> al twee kinderen had. “Ik was<br />
toch zijn dochter? Ik trok dat <strong>niet</strong>. Eric is een<br />
keer bij hen langs geweest en zei: ‘Ga <strong>maar</strong><br />
<strong>niet</strong>, is niks.’ Dus kwam <strong>mijn</strong> <strong>vader</strong> naar mij.”<br />
Ondanks dat ze gescheiden zijn, gaan Jan en<br />
Dinie nog steeds goed met elkaar om. “Als er<br />
iemand jarig is, haalt <strong>mijn</strong> <strong>vader</strong> <strong>mijn</strong> moe-<br />
der op en brengt haar weer weg. Ze houden<br />
8 22 | 06 22 | 06 9
‘Mijn moeder verloor haar baby<br />
en haar zoon en krijgt ook nog eens<br />
veel te jong Alzheimer. Ze heeft<br />
haar portie wel gehad’<br />
nog van elkaar, <strong>maar</strong> konden <strong>niet</strong> meer met<br />
elkaar leven.”<br />
Zondag 23 september 1984. Het<br />
werd de meest dramatische dag uit het leven<br />
van de familie Jongbloed. De dag begon<br />
mooi, het zonnetje scheen. Eric, 21 toen, had<br />
<strong>die</strong> dag een uitwedstrijd bij Rood Wit A in<br />
Amsterdam-Noord. Net als zijn <strong>vader</strong> was hij<br />
keeper geworden – hij vond het schitterend<br />
wat zijn <strong>vader</strong> deed. Hij stond in het doel bij<br />
de amateurs van DWS, waar zijn <strong>vader</strong> ook<br />
ooit had gespeeld. Maar hij had <strong>niet</strong> <strong>die</strong>ns<br />
aangeboren talent geërfd. Jan vond ook dat<br />
hij wat lui was.<br />
Nicole was heel close met haar broer, ruzie<br />
hadden ze nooit. Ze mocht altijd met hem en<br />
zijn vrienden mee stappen op het Leidseplein.<br />
Dan lette hij altijd goed op haar. Hij leerde<br />
haar boksen, kickboksen, tafeltennissen,<br />
biljarten, voet<strong>bal</strong>len... Je kon het zo gek <strong>niet</strong><br />
bedenken.<br />
Ze matste hem vaak als er weer een briefje<br />
lag met de tekst: ‘Wil jij afwassen voor mij?’<br />
Nicole: “Eric was lief, een echte broer. Een<br />
makkelijke jongen, hij leek uiterlijk op <strong>mijn</strong><br />
<strong>vader</strong>, <strong>maar</strong> qua karakter op <strong>mijn</strong> moeder.<br />
Net als zij hield hij veel van gezelligheid.”<br />
Die ochtend nam Eric anders afscheid dan<br />
normaal. “Hij gaf ons allemaal een echte<br />
knuffel, mam één, mij één. Dat deed hij<br />
anders nooit als hij ging voet<strong>bal</strong>len. Ik zei:<br />
‘Misschien kom ik wel even bij je kijken.’<br />
Dat deed ik bijna nooit, want op zondag<br />
moest ik zelf altijd hand<strong>bal</strong>len. Maar nu<br />
moest ik vroeg spelen. ‘Leuk,’ zei hij.”<br />
Daar ging hij: grijze broek, grijze trui met<br />
een rode kraag. Bruine schoenen. Ze ziet hem<br />
nog de trap aflopen.<br />
Rond kwart over twee <strong>die</strong> middag was ze<br />
op het veld van Rood Wit A, samen met<br />
Jacqueline Swart, de vriendin van Eric en<br />
dochter van voet<strong>bal</strong>ler Sjaak. Ze zag dat haar<br />
broer werd ingeschoten op het doel links<br />
van haar. In de middencirkel werd getost.<br />
Het gevolg: de teams wisselden van helft.<br />
Eric moest naar het andere doel.<br />
Opeens onweerde het in de verte.<br />
Nicole: “Ik hoorde gerommel, iemand zei<br />
iets over bliksem. Ik dacht: wat nou onweer?<br />
Het regent helemaal <strong>niet</strong>. En wat dan nog?<br />
Wat kan er nu gebeuren met onweer? En op<br />
hetzelfde moment viel Erik acht<strong>erover</strong>. Ik ben<br />
over het hek gesprongen, het veld op.”<br />
Eric was getroffen door bliksem en lag op<br />
z’n rug in het doel. “De rook kwam uit zijn<br />
schoenen. Mensen riepen: ‘Niet aanraken!’<br />
Er zou nog elektrische lading in hem zitten.<br />
Het zou door zijn ijzeren noppen komen,<br />
riep iemand. Of door zijn gouden ketting.<br />
Anderen zeiden: ‘Het waren de aluminium<br />
doelpalen.’”<br />
Het enige wat Nicole dacht: schiet eens op,<br />
help hem nou. Het is <strong>mijn</strong> broer <strong>die</strong> daar<br />
ligt. “De politie kwam en pas na een tijdje<br />
zijn ze hem gaan reanimeren. Daarna kwam<br />
de ambulance en <strong>die</strong> bracht hem naar het<br />
ziekenhuis. Wij erachteraan. Je denkt: jonge,<br />
sterke kerel, het zal allemaal wel. Het komt<br />
wel goed.”<br />
Maar het kwam <strong>niet</strong> goed. “Ze hebben het<br />
nog wel geprobeerd. Die arts is heel lang<br />
bezig geweest.”<br />
Langzaam druppelden de familie en naaste<br />
vrienden het ziekenhuis binnen. “De halve<br />
wereld was er. Zijn beste vriend Johnny, <strong>die</strong><br />
het op de radio had gehoord. Mijn moeder,<br />
<strong>die</strong> was opgehaald door de politie. Pa, met<br />
zijn keeperskleren nog aan. Ze hadden hem<br />
na zijn wedstrijd voor GA Eagles zo van het<br />
veld gehaald. Al <strong>die</strong> tijd wist hij van <strong>niet</strong>s.”<br />
Het definitieve bericht kwam: Eric was overleden.<br />
Aanvankelijk durfde ze <strong>niet</strong> te gaan<br />
kijken, <strong>maar</strong> uiteindelijk ging ze toch, samen<br />
met Sjaak Swart. “Daar lag hij, zo knap. Je zag<br />
<strong>niet</strong>s aan hem. De modder van het voet<strong>bal</strong>veld<br />
zat nog op zijn gezicht.”<br />
Het enige wat ontbrak was de gouden ketting.<br />
Daar is nooit iets van teruggevonden.<br />
Sinds <strong>die</strong> dag is Nicole <strong>niet</strong> meer<br />
de dochter van Jan Jongbloed,<br />
de man <strong>die</strong> twee WK-finales keepte. Sinds <strong>die</strong><br />
dag zeggen mensen tegen haar: ‘Jouw broer is<br />
toch verongelukt?’<br />
“Ik vind het <strong>niet</strong> erg, hoor,” zegt ze. “Eric mag<br />
<strong>niet</strong> worden doodgezwegen.”<br />
Ze kregen stapels kaarten. Samen met<br />
Jacqueline heeft ze ze allemaal gelezen.<br />
“Er zat zelfs een kaart tussen van een Ajaxfan,<br />
daar hebben we erg om moeten lachen.<br />
Het huis zat continu vol. Er werd <strong>niet</strong> alleen<br />
gehuild, ook heel veel gelachen.”<br />
De begrafenis was hectisch. “Er waren zó<br />
veel mensen, dan merk je weer dat je <strong>vader</strong><br />
beroemd is. Mijn vriendinnetje moest buiten<br />
staan. Ik dacht: waarom staan al <strong>die</strong> mensen<br />
<strong>die</strong> ik <strong>niet</strong> ken wél binnen. Er liepen veel<br />
fotografen rond. Je kon <strong>niet</strong> eens verdrietig<br />
zijn of er werd weer geflitst. ‘Rot op!’ heb ik<br />
naar ze geroepen, keihard.”<br />
Voor Dinie is de zondag sinds<strong>die</strong>n een soort<br />
van verdoemd. “Tot op de dag van vandaag<br />
blijft ze op zondag in bed en wil ze alleen<br />
zijn.”<br />
Met haar <strong>vader</strong> heeft ze nooit meer over <strong>die</strong><br />
dag gesproken. “Je praat er makkelijker over<br />
met vreemden dan met je naaste familie.<br />
Je mist iets in je leven. Ik kan het zo zonde<br />
vinden als broers en zussen <strong>niet</strong> leuk met<br />
elkaar omgaan. Ik heb er geen één meer.<br />
Ik zou <strong>mijn</strong> beide benen ervoor geven om<br />
hem terug te krijgen.”<br />
Haar ouders verloren twee kinderen. Ze heeft<br />
er nu zelf ook twee, een dochter van drie en<br />
één van dertien. Sinds zij er zijn, beseft ze: er<br />
kan geen groter verdriet bestaan dan dat van<br />
een moeder <strong>die</strong> haar kind verliest.<br />
Het was ergens half februari. Het<br />
sneeuwde. Nicoles oudste dochter Maxime<br />
moest trainen, ze voet<strong>bal</strong>t ook. Nicole heeft<br />
het jaren proberen tegen te houden. “Voet<strong>bal</strong><br />
heeft me al zo veel ellende gebracht. Een<br />
broer <strong>die</strong> doodging tijdens een wedstrijd, een<br />
<strong>vader</strong> <strong>die</strong> altijd weg was. Helaas, <strong>niet</strong> gelukt.”<br />
Omdat het slecht weer was, bracht ze<br />
Maxime weg. Weer thuis, begon het opeens<br />
te onweren. Nicole: “Ik kreeg het koud, koud!<br />
Ik raakte volkomen in paniek! De tranen<br />
stonden in <strong>mijn</strong> ogen. Ik dacht: <strong>mijn</strong> dochter<br />
staat daar op het veld. Klotevoet<strong>bal</strong>! Ik heb<br />
<strong>die</strong> kleine in de auto gegooid en hoewel het<br />
glad was, heb ik gescheurd!”<br />
Helemaal overstuur kwam ze de kantine van<br />
de voet<strong>bal</strong>club binnen. Daar stond Maxime<br />
Nicole met haar<br />
dochters en haar<br />
<strong>vader</strong> Jan.<br />
met haar teamgenoten te schuilen voor het<br />
slechte weer. “Ooit heb ik tegen ze gezegd:<br />
‘Schat, zodra je onweer hoort, ga je naar<br />
binnen. Wat ze ook zeggen.’ En dat heeft ze<br />
toen beloofd. Ik zag haar staan en zei: ‘Kom!’<br />
Ze zei: ‘Maar ik mag nog <strong>niet</strong> weg.’ ‘Kom!’ zei<br />
ik weer. Haar trainer stond ernaast en zei:<br />
‘Ga <strong>maar</strong>.’ In de auto heb ik gehuild. Zo!”<br />
Jan Jongbloed stopte pas op zijn<br />
45 ste met betaald voet<strong>bal</strong>, nadat een hartaanval<br />
hem bijna fataal werd. Nu rijdt hij vijf<br />
dagen per week op en neer naar Arnhem,<br />
waar hij bij Vitesse de B-junioren traint;<br />
jongens van vijftien, zestien jaar.<br />
Nicole: “‘Fijne jongens,’ zegt hij altijd. Hij<br />
ziet hen <strong>niet</strong> als zijn verloren zonen, het zijn<br />
gewoon zijn jongens. Die fijne jongens hebben<br />
zaterdag wel met 5-0 verloren.”<br />
Hij woont in een eengezinswoning in<br />
Amsterdam. “Hij kan goed voor zichzelf<br />
zorgen. Als hij op tv moet, kijk ik wel even<br />
wat hij aandoet. Hij eet zo’n drie keer week<br />
bij mij, <strong>maar</strong> kan zelf ook een aardig potje<br />
koken. En dan gebruikt hij Becel om het vlees<br />
in te bakken, dat is gezond.”<br />
Met haar moeder Dinie gaat het minder: vier<br />
jaar geleden werd bij haar Alzheimer geconstateerd.<br />
“Ze was toen 60, veel te jong . Soms<br />
word ik daar verdrietig van. Het mens verliest<br />
haar baby, verliest haar zoon en krijgt ook<br />
nog eens veel te jong Alzheimer. Ze heeft haar<br />
portie wel gehad, het is <strong>niet</strong> eerlijk. Ik zorg<br />
nu voor <strong>mijn</strong> moeder, zij <strong>niet</strong> meer voor mij.<br />
Als kind wil je toch aan je moeder hangen.<br />
Hoe fout ik het ook deed, <strong>mijn</strong> moeder stond<br />
altijd achter me.”<br />
Ze heeft wel eens een foutje gemaakt, bekent<br />
ze. Maar haar ouders steunden haar altijd,<br />
onvoorwaardelijk. “Als ik ruzie kreeg met<br />
<strong>mijn</strong> vriend, kon ik meteen bij ma intrekken.<br />
Nam ik een nieuw huisje, knapte pa dat op.<br />
Niet dat hij handig is, hoor. Hij heeft eens<br />
een kastenwand willen opknappen, nou, nou.<br />
We werden gek van hem! Hij is een vreselijke<br />
perfectionist. Zei ik: ‘Pa, het is <strong>maar</strong> de binnenkant<br />
van een kast.’ Geweldig, zo’n <strong>vader</strong>.<br />
Ik ben zó trots op hem.”<br />
Zelf runt ze sinds vijf jaar met haar vriend<br />
Jos het café. “Vijf jaar stress, er is altijd wel<br />
wat. Maar ik vind het zó gezellig. Pa komt<br />
regelmatig een borreltje drinken. Dan zie ik<br />
hem zo kijken en weet ik: hij is ook best een<br />
beetje trots op mij.”<br />
Volgende week: een interview met<br />
Corrie Rensenbrink, de vrouw van Rob.<br />
10 22 | 06 22 | 06 11<br />
interview: bram de graaf. fotografie: patricia steur