04.05.2013 Views

Energie om mee te nemen leerlingentekst - Nieuwe scheikunde

Energie om mee te nemen leerlingentekst - Nieuwe scheikunde

Energie om mee te nemen leerlingentekst - Nieuwe scheikunde

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 001<br />

<strong>Nieuwe</strong> Scheikunde<br />

energie <strong>om</strong><br />

<strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong><br />

Een module over bat<strong>te</strong>rijen<br />

module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 003<br />

inhoud<br />

voorwoord 005<br />

inleiding 006<br />

elektrische energie 007<br />

hoe reageren een reductor en een oxidator op elkaar 011<br />

redoxreacties maar nu op afstand 015<br />

andere oxidatoren en reductoren 017<br />

wat is shet verschil tussen oplaadbare en<br />

niet-oplaadbare bat<strong>te</strong>rijen? 020<br />

chemische energie 023<br />

hoe duurzaam is een bat<strong>te</strong>rij 025


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 005<br />

voorwoord<br />

Deze module gaat over bat<strong>te</strong>rijen. Bat<strong>te</strong>rijen zijn een draagbare vorm van energie. Vergeleken<br />

met elektrische energie uit het stopcontact zijn ze handig, <strong>om</strong>dat de stro<strong>om</strong>bron relatief klein<br />

is en je ze overal kan gebruiken. Ze zijn aan de andere kant erg duur. Bovendien kleven er allerlei<br />

milieubezwaren aan bat<strong>te</strong>rijen.<br />

In deze module k<strong>om</strong>t de chemie die een rol speelt bij bat<strong>te</strong>rijen uitgebreid aan de orde. Je leert<br />

van alles over redox reacties. Bovendien leer je hoe het k<strong>om</strong>t dat je s<strong>om</strong>mige bat<strong>te</strong>rijen wel<br />

kunt opladen an andere weer niet.<br />

De module wordt afgeslo<strong>te</strong>n met een klein project over het recyclen van bat<strong>te</strong>rijen.<br />

De module kan gebruikt worden <strong>te</strong>r vervanging van de hoofdstukken over redox reacties in<br />

een willekeurige chemie-methode.<br />

Jan Apotheker, Mei 2009<br />

Frans Carelsen, Jan de Gruij<strong>te</strong>r, Januari 2010<br />

colofon<br />

Deze versie van de module <strong>Energie</strong> <strong>om</strong> <strong>mee</strong>t <strong>te</strong> <strong>nemen</strong>? Module 2, is gemaakt<br />

door Jan Apotheker in opdracht van de Projectgroep <strong>Nieuwe</strong> Scheikunde en is<br />

deels gebaseerd op hoofdstuk uit ëIn<strong>te</strong>raktiv Chemie, 9/10, Ausgabe N, Cornelsen,<br />

Berlin, pp141 ev. Tevens is c<strong>om</strong>mentaar van Foppe de Lange, Jan de<br />

Gruij<strong>te</strong>r en Véronique van de Reijt in deze module verwerkt<br />

Eindredactie: Jan de Gruij<strong>te</strong>r en Frans Carelsen<br />

Basisontwerp en vormgeving: Twin Media bv, Culemborg<br />

SLO, Enschede, maart 2010<br />

Disclaimer<br />

© 2009 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede<br />

Het au<strong>te</strong>ursrecht op dit onderwijsma<strong>te</strong>riaal voor <strong>Nieuwe</strong> Scheikunde berust bij<br />

SLO. SLO is derhalve de rechthebbende zoals bedoeld in de hieronder vermelde<br />

creative c<strong>om</strong>mons licentie. Het ma<strong>te</strong>riaal voor <strong>Nieuwe</strong> Scheikunde is tot<br />

stand gek<strong>om</strong>en in het kader van het project ë<strong>Nieuwe</strong> Scheikundeí onder auspicieën<br />

van SLO en is mede ontwikkeld en gefinancierd door het minis<strong>te</strong>rie van<br />

Onderwijs Cultuur en We<strong>te</strong>nschappen (OCW), Platform Be`taTechniek<br />

(PBT), Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), Stichting<br />

C3, Stichting Theorie uit experimen<strong>te</strong>n (TUE), Centraal Instituut voor Toets-<br />

ontwikkeling (Cito) in samenwerking met vele middelbare scholen, hogescholen,<br />

universi<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n, kennisins<strong>te</strong>llingen en (chemische) bedrijven.<br />

SLO en door SLO ingehuurde au<strong>te</strong>urs hebben bij de ontwikkeling van het onderwijsma<strong>te</strong>riaal<br />

gebruik gemaakt van ma<strong>te</strong>riaal van derden. Bij het verkrijgen<br />

van toes<strong>te</strong>mming, het ach<strong>te</strong>rhalen en voldoen van de rech<strong>te</strong>n op <strong>te</strong>ks<strong>te</strong>n, illustraties,<br />

enz. is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Moch<strong>te</strong>n er desondanks<br />

personen of instanties zijn die rech<strong>te</strong>n menen <strong>te</strong> kunnen doen gelden<br />

op <strong>te</strong>kstgedeel<strong>te</strong>s, illustraties, enz. van dit onderwijsma<strong>te</strong>riaal, dan worden zij<br />

verzocht zich in verbinding <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen met SLO.<br />

Aangezien het experimen<strong>te</strong>el voorbeeldma<strong>te</strong>riaal is, dat weliswaar (gro<strong>te</strong>n)-<br />

deels uitge<strong>te</strong>st is, maar nog niet volledig is uitontwikkeld, kan het nodig zijn en<br />

is het toegestaan het ma<strong>te</strong>riaal aan <strong>te</strong> passen en op maat <strong>te</strong> maken voor de eigen<br />

onderwijssituatie. SLO ontvangt graag feedback via e-mail: nieuwe<strong>scheikunde</strong>@slo.nl.<br />

Hoewel het ma<strong>te</strong>riaal met zorg is samenges<strong>te</strong>ld en ge<strong>te</strong>st is het mogelijk dat<br />

deze onjuistheden en/of onvolledigheden bevat<strong>te</strong>n. SLO aanvaardt derhalve<br />

geen enkele aansprakelijkheid voor enige schade, voortk<strong>om</strong>end uit (het gebruik<br />

van) dit ma<strong>te</strong>riaal.<br />

Voor dit onderwijsma<strong>te</strong>riaal geldt een Creative C<strong>om</strong>mons Naamsvermelding-<br />

Niet-C<strong>om</strong>mercieel-Gelijk delen 2.5 Nederland licentie (http://creativec<strong>om</strong>mons.<br />

org/licenses/by-nc-sa/3.0/nl/)<br />

Aangepas<strong>te</strong> versies hiervan mogen alleen verspreid worden indien het in het<br />

colofon vermeld wordt dat het een aangepas<strong>te</strong> versie betreft, onder vermelding<br />

van de naam van de au<strong>te</strong>ur van de wijzingen.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 006<br />

energie <strong>om</strong><br />

<strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong><br />

Een module over bat<strong>te</strong>rijen<br />

con<strong>te</strong>xtvragen<br />

In deze module staat de volgende vraag centraal:<br />

Hoe wordt chemische energie <strong>om</strong>gezet in elektrische energie?<br />

Om deze vraag <strong>te</strong> kunnen beantwoorden moe<strong>te</strong>n een aantal deelvragen beantwoord worden:<br />

1 Welke soort chemische reacties vinden plaats in een bat<strong>te</strong>rij?<br />

2 Kunnen we voorspellingen doen over dit soort reacties?<br />

3 Hoe k<strong>om</strong>t het dat de ene bat<strong>te</strong>rij oplaadbaar is en de andere niet?<br />

4 Hoe kan een bat<strong>te</strong>rij opgeladen worden?<br />

5 Hoeveel energie levert een bat<strong>te</strong>rij?<br />

Daarnaast speelt ook nog de vraag hoe duurzaam bat<strong>te</strong>rijen zijn.<br />

1 inleiding<br />

Er k<strong>om</strong>en s<strong>te</strong>eds <strong>mee</strong>r appara<strong>te</strong>n op de markt, die elektrische energie gebruiken, zonder dat<br />

ze een verbinding hebben met een stopcontact. Dat be<strong>te</strong>kent dat deze appara<strong>te</strong>n hun eigen<br />

elektrische energie <strong>mee</strong> moe<strong>te</strong>n <strong>nemen</strong>. S<strong>om</strong>mige appara<strong>te</strong>n hebben hun sys<strong>te</strong>em verborgen<br />

in het apparaat. Zoals de I-pod en de mobile <strong>te</strong>lefoon. Bij andere kun je bat<strong>te</strong>rijen kopen,<br />

die je regelmatig moet vervangen of opladen.<br />

Bat<strong>te</strong>rijen heb je in allerlei soor<strong>te</strong>n en ma<strong>te</strong>n. Van een accu in een auto, met een gewicht van<br />

<strong>te</strong>gen de 50 kg, tot een knoopje voor een gehoorapparaat van 500 mg. In deze module gaan<br />

we kijken naar de chemie die een rol speelt bij bat<strong>te</strong>rijen. In de bat<strong>te</strong>rij vindt een chemische<br />

reactie plaats, waarbij de chemische energie wordt <strong>om</strong>gezet in elektrische energie. Voor bat<strong>te</strong>rijen<br />

is de verhouding tussen de massa van die bat<strong>te</strong>rij en de energie die ze kunnen leveren<br />

een belangrijke factor. Het is nog s<strong>te</strong>eds zeer actueel bat<strong>te</strong>rijen ‘uit <strong>te</strong> vinden’ met een kleine<br />

massa en een groot vermogen.<br />

Tot een jaar of 10 geleden bestonden er alleen bat<strong>te</strong>rijen waarbij de grondstoffen in de bat<strong>te</strong>rij<br />

zelf za<strong>te</strong>n. Een jaar of 10 geleden ontstonden vooral door invloed vanuit de ruim<strong>te</strong>vaart zogenaamde<br />

brandstofcellen. De stoffen die met elkaar reageren, bijv. wa<strong>te</strong>rstof en zuurstof, za<strong>te</strong>n


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 007<br />

bui<strong>te</strong>n de bat<strong>te</strong>rij. Hierdoor kan de bat<strong>te</strong>rij altijd elektrische energie leveren, zolang je maar<br />

brandstof toevoert. (Zie bron 1).<br />

1 a Neem bron 1 globaal door. Zoek op in<strong>te</strong>rnet of er een nieuwe publicatie van Toshiba is<br />

waaruit blijkt dat de brandstofcel inderdaad wordt gebruikt.<br />

b Geef de vergelijking van de twee (half)reacties waarop de brandstofcel van Toshiba nu<br />

is gebaseerd.<br />

‘Normale’ bat<strong>te</strong>rijen raken op een gegeven m<strong>om</strong>ent op. Dat wil zeggen dat (één van) de chemische<br />

stoffen, die in de bat<strong>te</strong>rij zit<strong>te</strong>n, <strong>om</strong>gezet zijn. Op dat m<strong>om</strong>ent levert de bat<strong>te</strong>rij geen<br />

stro<strong>om</strong> <strong>mee</strong>r. S<strong>om</strong>mige bat<strong>te</strong>rijen zijn oplaadbaar. Het ouds<strong>te</strong> voorbeeld daarvan is de loodaccu,<br />

die bij auto’s en motoren wordt gebruikt. Ook zijn de <strong>mee</strong>s<strong>te</strong> energiedragers in mobiele<br />

appara<strong>te</strong>n <strong>te</strong>genwoordig oplaadbaar. (Zie bron 2).<br />

De methanol waarvan sprake is in bron 1, pagina 3, wordt gemaakt uit aardgas (hoofdzakelijk<br />

methaan) en sto<strong>om</strong>. In eers<strong>te</strong> instantie ontstaat dan koolstofmono-oxide en wa<strong>te</strong>rstof.<br />

2 Geef van de reactie van methaan en sto<strong>om</strong> de reactievergelijking.<br />

Vervolgens reageren de ontstane stoffen tot methanol.<br />

3 Geef ook van deze reactie de reactievergelijking.<br />

4 Bereken hoeveel kg methaan nodig is <strong>om</strong> 39,5 kg methanol (ongeveer een tank vol!) <strong>te</strong> maken.<br />

5 Bereken met behulp van Binastabel 56 of er bij de productie van methanol vanuit methaan<br />

energie moet worden toegevoegd of dat er energie verloren gaat.<br />

2 elektrische energie<br />

In dit deel gaan we ons bezig houden met de manier waarop we elektrische energie verkrijgen<br />

uit chemische energie. Je bent beslist al <strong>te</strong>gengek<strong>om</strong>en dat je de ene vorm van energie kunt<br />

<strong>om</strong>zet<strong>te</strong>n in een andere vorm van energie. Dat gaat normaal niet met een rendement van<br />

100%. Je raakt altijd een beetje energie kwijt in de vorm van warm<strong>te</strong>. Dat kun je bijvoorbeeld<br />

merken aan het feit dat je laptop warm wordt als die een tijdje gebruikt wordt.<br />

2.1 bat<strong>te</strong>rijen<br />

De brandstofcel draaiend op methanol is verkrijgbaar bij Toshiba. Die kun je nu al wel kopen,<br />

maar kost € 2000 tot € 3000. Daarnaast zijn er veel bat<strong>te</strong>rijen op de markt. De prijzen ervan<br />

variëren nogal. De eenheid waarin de lading (Q) van een bat<strong>te</strong>rij wordt uitgedrukt is <strong>mee</strong>stal<br />

Ah. Dat be<strong>te</strong>kent ampère-uur.<br />

6 Maak een tabel met daarin een aantal grootheden en eenheden die <strong>te</strong> maken hebben met<br />

elektrici<strong>te</strong>it. Zie hiervoor BINAS tabel 4 en 5.<br />

grootheid<br />

Stro<strong>om</strong>s<strong>te</strong>rk<strong>te</strong>, I<br />

Spanning, U<br />

Vermogen, P<br />

Weerstand, R<br />

<strong>Energie</strong>, E<br />

Lading, Q<br />

eenheid onderling verband


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 008<br />

experiment 1<br />

7 Waar<strong>om</strong> zou de prijs van een bat<strong>te</strong>rij afhangen van het vermogen en dus van het aantal<br />

ampère-uur?<br />

8 Vergelijk de prijs van een kWh elektrische energie uit het stopcontact met de prijs van een<br />

kWh bat<strong>te</strong>rijen energie.<br />

Om iets <strong>mee</strong>r <strong>te</strong> we<strong>te</strong>n <strong>te</strong> k<strong>om</strong>en over een bat<strong>te</strong>rij gaan we er eerst zelf één maken. Naast de<br />

loodaccu is de <strong>mee</strong>st bekende bat<strong>te</strong>rij de alkaline bat<strong>te</strong>rij. Die gaan we in experiment 1 zelf<br />

maken.<br />

de alkaline bat<strong>te</strong>rij<br />

doel<br />

Het maken van een eenvoudige alkaline bat<strong>te</strong>rij.<br />

inleiding<br />

De <strong>mee</strong>st bekende bat<strong>te</strong>rij is de alkaline bat<strong>te</strong>rij. Die kun je<br />

makkelijk zelf namaken. Daardoor kun je be<strong>te</strong>r begrijpen<br />

wat er in de bat<strong>te</strong>rij gebeurt.<br />

nodig<br />

• Bekerglas van 250 mL, hoog model<br />

• Plaat zink van 5 bij 8 cm bij 0,1 cm<br />

Figuur 1<br />

• Vast mangaan(IV)oxide<br />

• 1 M oplossing van kaliumhydroxide in wa<strong>te</strong>r<br />

• Extractiehuls<br />

• Koolstaaf (vulpotlood)<br />

• Lampje, multime<strong>te</strong>r/ volt me<strong>te</strong>r en ampèreme<strong>te</strong>r, snoeren en krokodillenbekjes<br />

uitvoering<br />

Bedek de binnenkant van het bekerglas met de plaat zink.<br />

Maak een pasta van het mangaan(IV)oxide en wat van de kaliumhydroxideoplossing.<br />

Breng de pasta over in de extractiehuls en zet de koolstaaf daarin.<br />

Plaats de huls in het bekerglas, zodat het zink losjes <strong>om</strong> de huls heen past.<br />

Schenk het bekerglas halfvol met de kaliumhydroxideoplossing.<br />

controle van de werking van de bat<strong>te</strong>rij<br />

Sluit het lampje aan op de zinkplaat en de koolstaaf.<br />

Meet de spanning en <strong>mee</strong>t de stro<strong>om</strong>s<strong>te</strong>rk<strong>te</strong>.<br />

Ga met behulp van de me<strong>te</strong>r na welke pool positief is en welke pool negatief.<br />

Bereken het vermogen van je bat<strong>te</strong>rij.<br />

2.2 bespreking<br />

In een alkaline bat<strong>te</strong>rij wordt geen zinkstaaf gebruikt, maar zinkpasta bestaande uit zinkpoeder<br />

en een kaliumhydroxideoplossing. Verder is de alkaline bat<strong>te</strong>rij hetzelfde als je nu<br />

gemaakt hebt.<br />

Het neutrale zink staat elektronen af en vormt positieve zinkionen:<br />

Zn 0 Zn 2+ + 2 e –


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 009<br />

Het zink gaat hier dus in oplossing <strong>te</strong>rwijl de elektronen op de pool ach<strong>te</strong>rblijven. Hierdoor<br />

ontstaat op deze pool een overschot aan elektronen. We noemen deze daar<strong>om</strong> de (-) minpool.<br />

Aan de ‘andere kant’ reageert het mangaan(IV)oxide tot o.a. Mn 2+ ionen:<br />

Mn 4+ + 2 e – Mn 2+<br />

Hierbij worden uit de andere pool dus juist elektronen opgen<strong>om</strong>en, waardoor deze positief<br />

wordt, de (+) pluspool.<br />

Verbinden we de minpool met de pluspool dan zal waar een overschot aan elektronen een<br />

stro<strong>om</strong> van elektronen plaatsvinden naar daar waar een <strong>te</strong>kort is. Er ontstaat dus een elektronenstro<strong>om</strong><br />

van de minpool naar de pluspool.<br />

De kaliloog, KOH-oplossing, <strong>mee</strong>stal elektrolyt genoemd, is nodig <strong>om</strong> een geslo<strong>te</strong>n stro<strong>om</strong>kring<br />

<strong>te</strong> krijgen door ionen <strong>te</strong> kunnen la<strong>te</strong>n str<strong>om</strong>en. Bovenstaande reacties aan de min- en<br />

pluspool worden halfreacties genoemd.<br />

Aan bovenstaande halfreacties kan je zien dat er evenveel mol elektronen worden afgestaan bij<br />

het zink als worden opgen<strong>om</strong>en door het Mn 4+ . Namelijk 2 mol elektronen per mol Zn resp.<br />

Mn 4+ . Daardoor zijn deze 2 halfreacties eenvoudig bij elkaar op <strong>te</strong> <strong>te</strong>llen.<br />

9 Geef van deze totaalreactie de reactievergelijking.<br />

De reactie, die optreedt in een bat<strong>te</strong>rij, is gebaseerd op elektronenoverdracht en die noemen<br />

we een redoxreactie.<br />

2.3 theorie<br />

De ene stof geeft elektronen af en is dus een elektronen-donor, de andere stof neemt ze op en<br />

is dus een elektronen-acceptor.<br />

Een elektronen-donor noemen we een reductor, een elektronen-acceptor wordt een oxidator<br />

genoemd.<br />

Gemakkelijk <strong>te</strong> onthouden is dat een Oxidator elektronen Opneemt.<br />

Omdat (neutrale) metalen <strong>mee</strong>stal positieve ionen vormen door elektronen af <strong>te</strong> staan, zijn dit<br />

vaak reductoren.<br />

Bijv: Fe 0 Fe 2+ + 2 e –<br />

(Neutrale) niet-metalen kunnen elektronen op<strong>nemen</strong> en zijn <strong>mee</strong>stal oxidatoren.<br />

Bijv: S 0 + 2 e – S 2–<br />

10 De vergelijking van het verbranden van magnesium is 2 Mg(s) + O 2 (g) 2 MgO(s).<br />

Welke stof is de reductor en welke stof de oxidator? Geef van beide de halfreactie.<br />

Voor we ingaan op de ach<strong>te</strong>rgrond van dit soort reacties zoeken we eerst wat <strong>mee</strong>r voorbeelden<br />

van reacties die in een bat<strong>te</strong>rij kunnen plaatsvinden. Het verschil tussen de verschillende<br />

typen bat<strong>te</strong>rij zit vooral in de reactie die optreedt in de bat<strong>te</strong>rij.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 010<br />

opdracht 1<br />

Ieder groepje kiest twee wegwerpbat<strong>te</strong>rijen en twee oplaadbare bat<strong>te</strong>rijen (zo min mogelijk<br />

overlap!)<br />

Zoek per bat<strong>te</strong>rij uit:<br />

• Welke reactie(s) vindt(en) erin plaats?<br />

• Welke stof of deeltje treedt op als oxidator en welke als reductor?<br />

• Wat is de gemiddelde levensduur van deze bat<strong>te</strong>rij?<br />

• Wat is het vermogen dat de bat<strong>te</strong>rij kan leveren?<br />

• Waar wordt de bat<strong>te</strong>rij (vaak) voor gebruikt?<br />

Presen<strong>te</strong>er de resulta<strong>te</strong>n op een half A4 per bat<strong>te</strong>rij.<br />

(zie bijvoorbeeld: http://www.powerstream.c<strong>om</strong>/Bat<strong>te</strong>ryFAQ.html, of bron 2 en 3)<br />

Wegwerpbat<strong>te</strong>rijen<br />

1 Leclanché Cells<br />

2 Alkaline Cells<br />

3 Mercury Oxide Cells<br />

4 Zinc/Air Cells<br />

5 Aluminum/Air Cells<br />

6 Lithium Cells<br />

7 Lithium Iron Primary<br />

8 Magnesium-Copper Chloride Reserve<br />

we kunnen nu con<strong>te</strong>xtvraag 1 beantwoorden:<br />

Welke soort chemische reacties vinden plaats in een bat<strong>te</strong>rij?<br />

Oplaadbare bat<strong>te</strong>rijen<br />

1 Lead–Acid Cells<br />

2 Nickel/Hydrogen Cells<br />

3 Nickel/Cadmium Cells<br />

4 Nickel/Metal Hydride Cells<br />

5 Sodium/Sulfur Cells<br />

6 Nickel/Sodium Cells<br />

7 Lithium Ion Cells<br />

8 Manganese-Titanium (Lithium) Cells<br />

9 Rechargeable Alkaline Manganese Cells<br />

10 Nickel Zinc Cells<br />

11 Iron Nickel Cells<br />

12 Iron Air Cells<br />

13 Iron Silver Cells<br />

14 Redox (Liquid Electrode) Cells<br />

Chemische reacties in een bat<strong>te</strong>rij noemen we redoxreacties. de reacties spelen zich<br />

af bij de minpool en de pluspool. We zien dat er s<strong>te</strong>eds een donor is van elektronen<br />

en ook s<strong>te</strong>eds een acceptor van elektronen. Door de polen via een draad met elkaar <strong>te</strong><br />

verbinden gaat er een stro<strong>om</strong> lopen. De elektronen worden via de draad van de donor<br />

naar de acceptor getranspor<strong>te</strong>erd. Daarbij kunnen de elektronen (een deel van) hun<br />

energie afstaan.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 011<br />

experiment 2<br />

demoproef<br />

3 hoe reageren een reductor en een oxidator met elkaar?<br />

direc<strong>te</strong> redoxreacties<br />

doel<br />

Welk metaal reageert met een metaalion (afk<strong>om</strong>stig van een in wa<strong>te</strong>r opgelost zout)?<br />

Welk deeltje is de oxidator en welk de reductor?<br />

nodig<br />

• 0,1 M oplossingen van een zilverzout, een koper(II)zout, een lood(II)zout, een tin(II)zout,<br />

een ijzer(II)zout en een zinkzout in wa<strong>te</strong>r<br />

• Een zilver-, koper-, lood-, tin-, ijzer- en zinkstaaf<br />

• Multime<strong>te</strong>r/ volt me<strong>te</strong>r en ampèreme<strong>te</strong>r, snoeren en krokodillenbekjes.<br />

werkwijze<br />

De docent voert of laat het volgende experiment uitvoeren.<br />

Hij zet s<strong>te</strong>eds een staafje metaal in een oplossing van een aantal verschillende metaalionen.<br />

ag cu pb sn fe zn<br />

Ag + X<br />

Cu 2+ X<br />

Pb 2+ X<br />

Sn 2+ X<br />

Fe 2+ X<br />

Zn 2+ X<br />

opdracht<br />

11 a Wat neem je waar?<br />

b Schrijf in de tabel op welke reacties verlopen (+ be<strong>te</strong>kent dat de reactie verloopt, -<br />

dat de reactie niet verloopt).<br />

c Schrijf de reactievergelijking op en vermeld erbij welke stof de reductor en welke de<br />

oxidator is.<br />

Je ziet dat er s<strong>om</strong>s wel en s<strong>om</strong>s geen reactie optreedt. Dat is natuurlijk niet zo raar.<br />

Als de reactie 2 Ag + + Cu 2 Ag + Cu 2+ optreedt, ligt het niet voor de hand dat de<br />

<strong>om</strong>gekeerde reactie optreedt.<br />

12 a Welke reductor (metaal) staat het makkelijkst elektronen af?<br />

b Welke oxidator(metaalion) neemt ze het makkelijkst op?<br />

3.1 voorlopige conclusie<br />

Reductoren en oxidatoren k<strong>om</strong>en in koppels voor en ze zijn niet even s<strong>te</strong>rk. Je kunt de metalen<br />

rangschikken op reductors<strong>te</strong>rk<strong>te</strong>. Aan de hand daarvan is ook de edelheid van metalen gedefinieerd.<br />

Zilver wordt door elk ander metaal uit de oplossing verdreven en noemen we daar<strong>om</strong> edel.<br />

13 Welk metaal in het rijtje van experiment 2 is het minst edel?


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 012<br />

experiment 3<br />

Een tweede groep stoffen die we gaan onderzoeken zijn van de niet-metalen, de halogenen.<br />

redoxreacties met halogenen<br />

doel<br />

Welk halogeen chloor, bro<strong>om</strong> of jood reageert in aanwezigheid van hun zoutoplossingen?<br />

nodig<br />

• 0,1 M oplossingen van natriumchloride, natriumbr<strong>om</strong>ide en natriumjodide in wa<strong>te</strong>r,<br />

met 1% stijfsel<br />

• Chloorwa<strong>te</strong>r, bro<strong>om</strong>wa<strong>te</strong>r en joodwa<strong>te</strong>r<br />

• 9 filtreerpapiertjes<br />

• Penselen<br />

werkwijze<br />

Drenk drie filtreerpapiertjes in een 0,1 M oplossing van natriumchloride (schrijf met potlood<br />

in een hoekje NaCl op de drie papiertjes). Drenk nog drie filtreerpapiertjes in een<br />

0,1 M oplossing van natriumbr<strong>om</strong>ide (schrijf met potlood in een hoekje NaBr op de drie<br />

papiertjes) en <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> drie filtreerpapiertjes in een 0,1 M oplossing van natriumjodide in<br />

stijfselwa<strong>te</strong>r. (schrijf met potlood in een hoekje NaI op de drie papiertjes).<br />

Plaats in ieder flesje chloorwa<strong>te</strong>r, bro<strong>om</strong>wa<strong>te</strong>r en joodwa<strong>te</strong>r een penseel.<br />

Schrijf vervolgens met een penseel gedoopt in chloorwa<strong>te</strong>r op de eers<strong>te</strong> drie papiertjes de let<strong>te</strong>rs<br />

Cl, op de volgende drie met bro<strong>om</strong>wa<strong>te</strong>r een Br en op de laats<strong>te</strong> drie met joodwa<strong>te</strong>r een I.<br />

NaCl-opl X<br />

cl 2 br 2 i 2<br />

NaBr-opl X<br />

NaI-opl X<br />

opdracht<br />

14 Wat neem je waar?<br />

Als er een reactie plaatsvindt, geef je een plus in bovenstaande tabel.<br />

Ook hier zie je net als bij de metalen een volgorde in reductors<strong>te</strong>rk<strong>te</strong> en oxidators<strong>te</strong>rk<strong>te</strong>.<br />

15 Rangschik deze 3 koppels naar oxidator- en reductors<strong>te</strong>rk<strong>te</strong>. Zet de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> oxidator<br />

linksboven<br />

16 Wat is de lading van het chloorato<strong>om</strong> in Cl 2 ?<br />

weer een stukje theorie<br />

Bij de direc<strong>te</strong> redoxreacties, experiment 2, vallen een aantal dingen op als je de metalen met<br />

elkaar gaat vergelijken.<br />

Het ene metaal is in staat het andere metaal uit de oplossing <strong>te</strong> verdrijven. Dit metaal is dus<br />

s<strong>te</strong>rker (als reductor) dan het metaal dat uit de oplossing wordt verdreven. Op basis daarvan<br />

kun je de metalen rangschikken. Je spreekt van de verdringingsreeks van de metalen.<br />

Onedele metalen, zoals natrium en zink zijn s<strong>te</strong>rke reductoren. Edele metalen, zoals goud en<br />

zilver zijn zwakke reductoren. Let op het gaat hier dus <strong>om</strong> de zuivere metalen.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 013<br />

De netto lading van de deeltjes in zuivere metalen is 0. In een zout(oplossing) kunnen metaalionen<br />

voork<strong>om</strong>en, dan hebben ze een positieve lading en kunnen dan als oxidator reageren,<br />

maar, pas op, s<strong>om</strong>s ook weer als reductor.<br />

In Binastabel 48 staan aan de rech<strong>te</strong>rzijde een gro<strong>te</strong> hoeveelheid reductoren naar s<strong>te</strong>rk<strong>te</strong> gerangschikt.<br />

17 Welk metaal is een s<strong>te</strong>rkere reductor: ijzer of lood? Klopt dat met je ervaring uit experiment 2?<br />

18 Welk metaal is volgens de tabel de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> reductor? En welk deeltje de zwaks<strong>te</strong>?<br />

19 a Welk metaal is als reductor s<strong>te</strong>rker: tin of chro<strong>om</strong>?<br />

b Geef van beide halfreacties de vergelijking.<br />

c Leg uit dat Sn 2+ zowel als oxidator als reductor kan optreden.<br />

d Geef nog twee voorbeelden van metaalionen die zowel oxidator als reductor kunnen zijn.<br />

In Binastabel 48 staan aan de linkerzijde de oxidatoren eveneens naar s<strong>te</strong>rk<strong>te</strong> gerangschikt.<br />

Bovenaan staat de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> oxidator, fluor (F 2 ). Fluor kan dus heel gemakkelijk elektronen<br />

op<strong>nemen</strong> en daarbij overgaan in F – :<br />

F 2 + 2 e – 2 F –<br />

20 a Welke oxidator is s<strong>te</strong>rker: Cl 2 of I 2 ? Klopt dit met je uitk<strong>om</strong>st van experiment 3 (vraag 14)?<br />

b Geef van beide halfreacties de vergelijking.<br />

Brengen we nu een oxidator en een reductor samen dan kan een reactie optreden. Dit is afhankelijk<br />

van de positie van de oxidator t.o.v. de reductor in tabel 48.<br />

we kunnen nu con<strong>te</strong>xtvraag 2 beantwoorden:<br />

Kunnen we voorspellingen doen over dit soort reacties?<br />

een redoxreactie vindt plaats als de oxidator in tabel 48 linksboven de reductor<br />

staat. Er geldt altijd dat de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> oxidator reageert met de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> reductor!<br />

We schrijven dan de halfreactie van de oxidator gewoon van links naar rechts, maar pas op,<br />

die van de reductor van rechts naar links (een beetje op z’n Arabisch dus!).<br />

21 Geef de totaalreactie tussen cadmium (Cd) en jood (I 2 ) door beide halfreacties op <strong>te</strong> <strong>te</strong>llen.<br />

Als er een reactievergelijking moet worden afgeleid, geldt dat er goed gekeken moet worden<br />

welke deeltjes reageren. Voor tabel 48 gelden nog een paar speciale regels. S<strong>om</strong>mige deeltjes<br />

staan er vaker in. Bijvoorbeeld Cu 2+ .<br />

Cu 2+ + I – + e – CuI + 0,85 V<br />

Cu 2+ + 2 e – Cu + 0,34 V<br />

Cu 2+ + e – Cu + + 0,15 V<br />

Als er Cu 2+ -ionen in de oplossing aanwezig zijn, kan de reactie op drie manieren verlopen.<br />

Het koperion kan in principe kiezen hoe het reageert. welke keuze gemaakt wordt hangt deels<br />

van de <strong>om</strong>standigheden af. Voor de bovens<strong>te</strong> moe<strong>te</strong>n er ook I – ionen zijn. Als die er niet zijn<br />

kan het niet op deze manier reageren. Het Cu 2+ reageert als oxidator. Hoe hoger de standaardelektrodepo<strong>te</strong>ntiaal<br />

des <strong>te</strong> s<strong>te</strong>rker de oxidator. Het koperion zal er dan voor kiezen <strong>om</strong> <strong>te</strong> reageren<br />

tot reageren tot Cu volgens de middels<strong>te</strong> halfreactie.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 014<br />

experiment 4<br />

Een ander probleem dat speelt bij tabel 48 is de aanwezigheid van hulpdeeltjes zoals H +<br />

of OH – . Halfreacties waarbij dit soort deeltjes <strong>mee</strong>reageren kan je alleen gebruiken als die<br />

deeltjes ook daadwerkelijk aanwezig zijn. De concentratie van deze deeltjes moet <strong>te</strong>nmins<strong>te</strong><br />

1 mol L -1 zijn. In de praktijk spreken we vaak van een aangezuurde oplossing of een basische<br />

oplossing van X.<br />

Als je goed naar tabel 48 kijkt dan zie je dat bij aanwezigheid van H + (zuur) de<br />

– – oxidator s<strong>te</strong>rker wordt (zie bijv. MnO ). Aanwezigheid van OH (base) vers<strong>te</strong>rkt juist<br />

4<br />

2– de reductor (zie bijv. SO ).<br />

3<br />

22 Zoek uit tabel 48 nog een voorbeeld waarbij de oxidator wordt vers<strong>te</strong>rkt door aanwezigheid<br />

van H + en nog een voorbeeld van een stof die een s<strong>te</strong>rkere reductor wordt als OH –<br />

aanwezig is.<br />

voorbeeld hoe je een redoxreactie ops<strong>te</strong>lt.<br />

reactie tussen aangezuurd kaliumdichr<strong>om</strong>aat-oplossing en een mierenzuur-oplossing.<br />

Doorloop de volgende stappen:<br />

1 Aanwezig in de oplossing: K + 2– + 2+ – , Cr O , H , Sn en Cl en natuurlijk H2O. 2 7<br />

2 Bepaal welke deeltjes als oxidator of als reductor of als beide kunnen reageren.<br />

3 Bepaal daarna welk deeltje de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> oxidator en welk deeltje de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> reductor is. Doe<br />

dat door alle oxidator en daarna alle reductor met elkaar <strong>te</strong> vergelijken in tabel 48.<br />

2– + Cr O is hier gec<strong>om</strong>bineerd met H de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> oxidator<br />

2 7<br />

Sn 2+ is hier de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> reductor<br />

4 Om een reactievergelijking <strong>te</strong> krijgen schrijf je beide halfreacties onder elkaar:<br />

2– + Cr O + 14 H + 6 e 2 Cr 2 7<br />

3+ + 7 H O (1x)<br />

2<br />

Sn 2+ Sn 4+ + 2e – (3x)<br />

5 Omdat het aantal elektronen dat wordt opgen<strong>om</strong>en gelijk moet worden aan het aantal dat<br />

wordt afgestaan, moet je de onders<strong>te</strong> halfreactie met drie vermenigvuldigen en daarna op<strong>te</strong>llen:<br />

2– + 2+ 4+ 3+ Cr O + 14 H + 3 Sn 3 Sn + 2 Cr + 7 H2O 2 7<br />

Om het uitschrijven van vergelijkingen <strong>te</strong> oefenen, ga je een practicum doen.<br />

enkele redoxreacties<br />

Je leidt aan de hand van de bovengenoemde stappen eerst de reactievergelijking af en vervolgens<br />

voer je de proef uit <strong>om</strong> na <strong>te</strong> gaan of je vergelijking klop<strong>te</strong>.<br />

doel<br />

Kennismaken met een aantal redoxreacties en oefenen met het schrijven van de reactievergelijkingen<br />

die daarbij horen.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 015<br />

experiment 5<br />

nodig<br />

• 0,1 M oplossing van kaliumpermanganaat in wa<strong>te</strong>r<br />

• 0,1 M oplossing van oxaalzuur in wa<strong>te</strong>r<br />

• 0,1 M oplossing van natriumsulfiet in wa<strong>te</strong>r<br />

• 0,1 M oplossing van kaliumjodide in wa<strong>te</strong>r<br />

• 1 M zwavelzuur<br />

• 3% wa<strong>te</strong>rstofperoxideoplossing in wa<strong>te</strong>r<br />

• 0,1 M zoutzuur<br />

• 0,1 M oplossing van natriumthiosulfaat (Na 2 S 2 O 3 ) in wa<strong>te</strong>r<br />

• Reageerbuizen<br />

opdracht vooraf<br />

Zoek beide halfreacties op die horen bij de reacties van<br />

23 aangezuurd kaliumpermanganaat en oxaalzuur<br />

24 niet aangezuurd kaliumpermanganaat en natriumsulfiet<br />

25 aangezuurd wa<strong>te</strong>rstofperoxide en kaliumjodide<br />

26 zoutzuur en natriumthiosulfaat<br />

Schrijf vervolgens de totale reactievergelijkingen op.<br />

werkwijze<br />

Voeg <strong>te</strong>lkens de volgende oplossingen bij elkaar, no<strong>te</strong>er waarnemingen en verifieer je<br />

reactievergelijkingen:<br />

Aangezuurd kaliumpermanganaat (gelijke delen 0,1 M kaliumpermanganaat en 1 M zwavelzuur)<br />

en oxaalzuur.<br />

Niet aangezuurd kaliumpermanganaat en natriumsulfiet.<br />

Aangezuurd wa<strong>te</strong>rstofperoxide ( gelijke delen 3% wa<strong>te</strong>rstofperoxide en 1 M zwavelzuur)<br />

en kaliumjodide.<br />

Zoutzuur en natriumthiosulfaat.<br />

Om nog <strong>mee</strong>r <strong>te</strong> kunnen oefenen met het ops<strong>te</strong>llen van redoxreacties zie bijlage 1.<br />

4 redoxreacties maar nu op afstand<br />

Reductoren en oxidatoren kunnen door direct contact met elkaar reageren, maar <strong>om</strong>dat metalen<br />

de elektrische stro<strong>om</strong> goed kunnen geleiden, kun je het ook op een afstand van elkaar<br />

doen. Daar maak je gebruik van in een bat<strong>te</strong>rij.<br />

Een aantal experimen<strong>te</strong>n van Experiment 4 kunnen we ook anders uitvoeren, waarbij we het<br />

spanningsverschil me<strong>te</strong>n<br />

bepaling van het spanningsverschil<br />

inleiding<br />

Als er een reactie aan een elektrode optreedt, worden elektronen aan de elektrode afgestaan<br />

of opgen<strong>om</strong>en. Dat wil zeggen dat je er een spanningsverschil tussen beide elektroden<br />

kan bestaan. Dat is met een voltme<strong>te</strong>r <strong>te</strong> me<strong>te</strong>n.<br />

doel<br />

Bepaling van het spanningsverschil tussen metalen elektroden en hun opgelos<strong>te</strong> zou<strong>te</strong>n.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 016<br />

nodig<br />

• 6 bekerglazen van 100 mL<br />

• 0,1 M oplossingen van een zilverzout, een koper(II)zout, een lood(II)zout, een tin(II)<br />

zout, een ijzer(II)zout en een zinkzout in wa<strong>te</strong>r<br />

• Een zilver-, koper-, lood-, tin-, ijzer en zinkstaaf<br />

• Multime<strong>te</strong>r/voltme<strong>te</strong>r en ampèreme<strong>te</strong>r, snoeren en krokodillenbekjes<br />

• Zoutbrug<br />

werkwijze<br />

De docent voert het volgende<br />

experiment uit (zie figuur 2).<br />

Hij plaatst staafjes metaal in een<br />

bekerglas met een oplossing van<br />

het betreffende metaalion.<br />

Tussen beide bekerglazen wordt<br />

een zoutbrug geplaatst. Vervolgens<br />

<strong>mee</strong>t de docent het spanningsverschil<br />

tussen de twee metaalstaafjes.<br />

Ag/Ag + x<br />

ag/ag + cu/cu 2+ pb/pb 2+ sn/sn 2+ fe/fe 2+ zn/zn 2+<br />

Cu/Cu 2+ x<br />

Figuur 2<br />

Pb/Pb 2+ x<br />

anode<br />

Sn/Sn 2+ x<br />

zoutbrug<br />

Fe/Fe 2+ x<br />

elektronen<br />

Zn/Zn 2+ x<br />

kathode<br />

opdracht<br />

Wat neem je waar?<br />

Schrijf in de tabel op welke reacties verlopen (+ be<strong>te</strong>kent dat de reactie verloopt, - dat de<br />

reactie niet verloopt).<br />

Schrijf de reactievergelijking op en vermeld erbij welke stof de reductor en welke de oxidator<br />

is.<br />

Om de reductor-/ oxidators<strong>te</strong>rk<strong>te</strong> uit <strong>te</strong> drukken gebruiken we een grootheid, die de standaardelektrodepo<strong>te</strong>ntiaal<br />

wordt genoemd. De eenheid die erbij hoort is de volt. Het symbool<br />

is V o . De V o loopt ongeveer van +3 V tot -3 V. De standaardelektrodepo<strong>te</strong>ntiaal hoort bij een<br />

redoxkoppel en staat in tabel 48 van Binas. Het is het spanningsverschil geme<strong>te</strong>n tussen een<br />

redoxkoppel en het redoxkoppel H 2 / H +.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 017<br />

Hoe gro<strong>te</strong>r de elektrodepo<strong>te</strong>ntiaal des <strong>te</strong> s<strong>te</strong>rker de oxidator. Omgekeerd geldt hoe lager de<br />

elektrodepo<strong>te</strong>ntiaal, des <strong>te</strong> s<strong>te</strong>rker de reductor. Het absolu<strong>te</strong> verschil tussen deze elektrodepo<strong>te</strong>ntialen<br />

noemen we de bronspanning van deze cel.<br />

Het enige waar je voor moet zorgen is dat er een geslo<strong>te</strong>n stro<strong>om</strong>kring is. In de bat<strong>te</strong>rij zorgt<br />

daar een oplossing van zou<strong>te</strong>n (de elektrolyt) voor. In de bat<strong>te</strong>rij, die je zelf gemaakt hebt, was<br />

dat het kaliloog. Deze oplossing zorgt ervoor dat ionen kunnen str<strong>om</strong>en. Er gaat pas een (elektronen)<br />

stro<strong>om</strong> lopen als je de beide polen met elkaar verbindt en zo de stro<strong>om</strong>kring sluit.<br />

In de draad str<strong>om</strong>en dus de elektronen en in de zoutbrug (zie figuur 2) de ionen.<br />

Schematisch geven we de bat<strong>te</strong>rij vaak als volgt weer:<br />

Zn|Zn 2+ ||Cu 2+ |Cu<br />

Een verticaal streepje be<strong>te</strong>kent dat de aangegeven deeltjes met elkaat in contact staan. Een<br />

dubbelstreepje be<strong>te</strong>kent een zoutbrug.<br />

voorbeeld<br />

Een bekende elektrische cel is de zogenaamde Daniëll-cel. Men heeft hierbij aan de ene<br />

zijde een Cu-elektrode staand in een 1,0 M CuSO 4 -oplossing en aan de andere zijde een<br />

Zn-elektrode in een 1,0 M ZnSO 4 -oplossing. Beide elektroden worden met een draad met<br />

elkaar verbonden en er is een zoutbrug tussen de oplossingen.<br />

Volgens tabel 48 vindt aan de Cu-elektrode de volgende reactie plaats:<br />

Cu 2+ + 2 e – Cu halfreactie 1<br />

En aan de Zn-elektrode: Zn Zn 2+ + 2 e – halfreactie 2<br />

Aan de Cu-elektrode worden elektronen weggehaald door halfreactie 1.<br />

27 Beredeneer welke lading de Cu-elektrode daardoor krijgt.<br />

28 Doe hetzelfde met de Zn-elektrode.<br />

29 Teken bovenstaande schematische voors<strong>te</strong>lling van de bat<strong>te</strong>rij over en geef bijschrif<strong>te</strong>n<br />

met alle deel<strong>nemen</strong>de stoffen van de Daniëll-cel.<br />

30 Bereken aan de hand van de normaalpo<strong>te</strong>ntialen van de Daniëll-cel hoe groot de<br />

bronspanning van deze cel is. (zie ook voor waarden tabel 48) .<br />

5 andere oxidatoren en reductoren (facultatief)<br />

Er zijn nog <strong>mee</strong>r redoxkoppels dan de koppels die hierboven beschreven zijn. In de zelf gemaak<strong>te</strong><br />

bat<strong>te</strong>rij gebruiken we bijvoorbeeld MnO 2 . Er is een gro<strong>te</strong> groep verbindingen van de niet metalen,<br />

en de overgangsmetalen met zuurstof, die kunnen optreden als elektron-donor en -acceptor.<br />

Daarnaast zijn er nog allerlei organische verbindingen, zoals alkanolen en alkanalen die als oxidator<br />

en reductor kunnen fungeren.<br />

Deze zuurstofverbindingen van de overgangsmetalen hebben vaak prachtige kleuren. In halfedels<strong>te</strong>nen<br />

k<strong>om</strong>en ze vaak voor. Ook worden ze vaak gebruikt als pigment in verven en in plastics.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 018<br />

Om <strong>te</strong> zien of er een redoxreactie heeft plaats gevonden, kun je kijken naar de ladingsverandering<br />

van de deeltjes. Bijvoorbeeld:<br />

Sn 4+ + Pb Sn 2+ + Pb 2+<br />

Niet altijd is dat even duidelijk <strong>te</strong> zien zoals in deze halfreactie:<br />

– + – NO + 4 H + 3 e NO + 2 H2O halfreactie A<br />

3<br />

Daar<strong>om</strong> gebruiken we het begrip oxidatiegetal.<br />

4.1 oxidatiegetal<br />

Als je googlet op oxidatiegetal krijg je allerlei ingewikkelde beschrijvingen. Vooral die van<br />

wikipedia is haast niet <strong>te</strong> volgen.<br />

Bij de bepaling van het oxidatiegetal ga je ervan uit dat alle bindingen ionbindingen zijn.<br />

Zuurstof vormt daarbij bijna altijd 2- ionen en wa<strong>te</strong>rstof 1+. De s<strong>om</strong> van de ladingen in<br />

een deeltje is de netto lading van dat deeltje.<br />

2–<br />

Neem bijvoorbeeld SO4 S ?<br />

O 4 . 2- = 8-<br />

Er zijn 4 zuurstofdeeltjes dus daar is de totale lading 4 x 2- = 8-<br />

De netto lading van het sulfaat moet zijn 2- dus geldt dat het oxidatiegetal van S-deeltje 6+ is.<br />

Omdat het niet juist is dat de lading van het S-deeltjes 6+ is (het is immers geen echt ion)<br />

zeggen we dat het oxidatiegetal hier 6+ is.<br />

Elemen<strong>te</strong>n kunnen allerlei oxidatiegetallen hebben.<br />

Zwavel kent bijvoorbeeld 2-, 1-, 0, 2+, 4+ en 6+.<br />

Oxidatiegetallen lopen van 7- tot 7+.<br />

Als tijdens een reactie het oxidatiegetal verandert, dan mag je er vanuit gaan dat er elektronen<br />

zijn opgen<strong>om</strong>en of afgestaan.<br />

- 31 Hoe verandert het oxidatiegetal van N-deeltje in NO van oxidatiegetal in halfreactie A?<br />

3<br />

(zie boven)<br />

– 32 MnO kan worden <strong>om</strong>gezet in MnO2 .<br />

4<br />

Hoe verandert het oxidatiegetal van Mn?<br />

Hoeveel elektronen heeft het Mn opgen<strong>om</strong>en of afgestaan?<br />

5.2 zuurstof<br />

Zuurstof speelt een belangrijke rol bij redoxreacties. Je ziet dat het aantal gebonden zuurstofat<strong>om</strong>en<br />

door een overgangsmetaal of niet metaal verandert tijdens de reactie. Als er geen wa<strong>te</strong>r<br />

is, geldt dat het aantal zuurstofat<strong>om</strong>en dat wordt afgestaan gelijk wordt aan het aantal dat<br />

wordt opgen<strong>om</strong>en. Reacties zonder wa<strong>te</strong>r verlopen vaak heftig.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 019<br />

experiment 6<br />

demoproef<br />

Voorbeeld:<br />

de reactie van ethanol met zwavelzuur<br />

doel<br />

Wa<strong>te</strong>r is vaak nodig <strong>om</strong> een redoxreactie <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n verlopen of minder heftig <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n verlopen.<br />

nodig<br />

• Geconcentreerd zwavelzuur<br />

• Absolu<strong>te</strong> ethanol<br />

• Kaliumpermanganaat<br />

• Bekerglas van 100 mL<br />

• Reageerbuis<br />

werkwijze<br />

Breng in een reageerbuis 2 mL geconcentreerd zwavelzuur en daarna 4 mL absolu<strong>te</strong><br />

ethanol. Meng beide vloeistoffen door de reageerbuis voorzichtig rond <strong>te</strong> draaien. Plaats<br />

de buis in een leeg bekerglas van 100 mL. Voeg aan de reageerbuis een kristal kaliumpermanganaat<br />

toe.<br />

opdracht<br />

Wat neem je waar?<br />

Verdun de vloeistof in de reageerbuis met 4 mL wa<strong>te</strong>r.<br />

Voeg opnieuw een kristal kaliumpermanganaat toe.<br />

Is er verschil in reactie <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van de eers<strong>te</strong> keer?<br />

33 Geef de (totale) reactievergelijkingen tussen het aangezuurde kaliumpermanganaat en<br />

ethanol waarbij het ethanol tot resp. ethanal en azijnzuur wordt <strong>om</strong>gezet<br />

conclusie<br />

Met wa<strong>te</strong>r verloopt het vaak wat minder heftig.<br />

Dat k<strong>om</strong>t <strong>om</strong>dat het wa<strong>te</strong>r fungeert als een stof die met de O 2– -ionen kan reageren en dus kan<br />

op<strong>nemen</strong>:<br />

O 2– + H 2 O 2 OH –<br />

Als de oplossing zuur is, dan reageert het H + met het O 2– :<br />

O 2– + 2 H + H 2 O<br />

Daarnaast kunnen deeltjes als OH – en H 2 O zuurstof leveren als dat nodig is:<br />

2 OH – O 2– + H 2 O<br />

H 2 O O 2– + 2 H +<br />

Ops<strong>te</strong>llen van redoxreacties zonder de s<strong>te</strong>un van tabel 48 van Binas kan gedaan worden in<br />

de opgave in bijlage 2.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 020<br />

experiment 7<br />

6 wat is het verschil tussen oplaadbare<br />

en niet-oplaadbare bat<strong>te</strong>rijen?<br />

we gaan nu aan de hand van onderstaande vragen<br />

con<strong>te</strong>xtvraag 3 proberen <strong>te</strong> beantwoorden:<br />

Hoe k<strong>om</strong>t het dat de ene bat<strong>te</strong>rij oplaadbaar is en de andere niet?<br />

34 Kijk nu <strong>te</strong>rug naar de reactievergelijkingen bij de bat<strong>te</strong>rijen.<br />

Maak twee kol<strong>om</strong>men: één met oplaadbare bat<strong>te</strong>rijen en één met de niet-oplaadbare.<br />

Zoek in tabel 48 de bijbehorende halfreacties en no<strong>te</strong>er het getal, dat daar ach<strong>te</strong>r staat bij<br />

de halfreacties. Je zult zien dat het verschil overeenk<strong>om</strong>t met de spanning van de bat<strong>te</strong>rij.<br />

Vergelijk de kol<strong>om</strong>men van oplaadbare en niet-oplaadbare bat<strong>te</strong>rijen. No<strong>te</strong>er de verschillen.<br />

Beantwoord nu con<strong>te</strong>xtvraag 3.<br />

5.1 opladen van bat<strong>te</strong>rijen<br />

In het vorige onderdeel heb je gezien dat er twee belangrijke verschillen zijn tussen oplaadbare<br />

en niet-oplaadbare bat<strong>te</strong>rijen:<br />

Het belangrijks<strong>te</strong> verschil zit in de reactieproduc<strong>te</strong>n. Bij een oplaadbare bat<strong>te</strong>rij blijven die gebonden<br />

aan de elektrode. Bij het opladen wordt de reactie <strong>om</strong>gekeerd, en wordt de oorspronkelijke<br />

elektrode weer <strong>te</strong>ruggevormd. De deeltjes blijven dus min of <strong>mee</strong>r op hun plek.<br />

Een tweede verschil is dat bij de <strong>mee</strong>s<strong>te</strong> oplaadbare bat<strong>te</strong>rijen de ionenconcentraties constant<br />

blijven. Hierdoor blijft tijdens stro<strong>om</strong>levering de spanning van de bat<strong>te</strong>rij constant.<br />

Bij de niet-oplaadbare bat<strong>te</strong>rijen neemt over het alge<strong>mee</strong>n de inwendige weerstand toe <strong>om</strong>dat de<br />

ionenconcentraties af<strong>nemen</strong>, waardoor de stro<strong>om</strong>s<strong>te</strong>rk<strong>te</strong> afneemt.<br />

Hoe wordt een bat<strong>te</strong>rij nu opgeladen?<br />

Om hier iets over <strong>te</strong> kunnen zeggen wordt eerst een experiment uitgevoerd. Je kunt dat zelf<br />

doen en het kan ook als demonstratieproef door de docent gedaan worden.<br />

een eenvoudige loodaccu<br />

doel<br />

Het maken van een eenvoudige loodaccu, waardoor het principe van opladen duidelijk wordt.<br />

nodig<br />

• Bekerglas van 100 mL<br />

• 4M zwavelzuur<br />

• Twee loodpla<strong>te</strong>n die juist in het bekerglas passen<br />

• Latje van mins<strong>te</strong>ns 16 mm dik en langer dan de diame<strong>te</strong>r van het bekerglas<br />

• Nietmachine<br />

• Voltme<strong>te</strong>r<br />

• Ampèreme<strong>te</strong>r<br />

• Spanningsbron<br />

• Stro<strong>om</strong>draden en krokodillenklemmen<br />

• Lampje van 1,5 V


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 021<br />

werkwijze<br />

Schuur de twee loodplaatjes met schuurpapier in<strong>te</strong>nsief schoon.<br />

Niet de loodpla<strong>te</strong>n vast op het latje (daardoor blijft de afstand tussen de loodpla<strong>te</strong>n s<strong>te</strong>eds<br />

hetzelfde).<br />

Neem een bekerglas van 100 mL. Schenk hierin 60 mL 4 M H 2 SO 4 .<br />

Breng de twee loodplaatjes in de oplossing. Sluit de ene aan op de pluspool van een spanningsbron<br />

en de andere op een minpool. Neem een voltme<strong>te</strong>r en een ampèreme<strong>te</strong>r in de<br />

schakeling op. Ga na bij welke spanning een stro<strong>om</strong> gaat lopen. Laat gedurende mins<strong>te</strong>ns<br />

60 minu<strong>te</strong>n een stro<strong>om</strong> lopen van ongeveer 100 mA.<br />

Haal de draden uit de spanningsbron en sluit deze aan op een lampje van 1,5 Volt.<br />

opdracht<br />

Beschrijf wat je waarneemt. Let daarbij goed op de kleuren van de loodplaatjes.<br />

Bij het opladen van de bat<strong>te</strong>rijen wordt een <strong>te</strong>genspanning op de bat<strong>te</strong>rij aangebracht, die iets<br />

gro<strong>te</strong>r is dan de bat<strong>te</strong>rij levert. Hierdoor draaien de reacties <strong>om</strong> en wordt de bat<strong>te</strong>rij opgeladen.<br />

35 Geef met behulp van tabel 48 (of zoek elders op) de reactie, die plaatsvindt:<br />

a Als de loodaccu stro<strong>om</strong>t levert.<br />

b Als de loodaccu wordt opgeladen.<br />

36 Geef je conclusie van deze discussie in 3 zinnen.<br />

Zie de discussie over het vermogen van een accu op:<br />

http://www.we<strong>te</strong>nschapsforum.nl/index.php?showtopic=68515.<br />

elektrolyse<br />

We noemen het proces waardoor o.a. een bat<strong>te</strong>rij kan worden opgeladen elektrolyse. Een<br />

elektrolyse is een door een stro<strong>om</strong>bron ‘geforceerde’ redoxreactie. Daar<strong>mee</strong> wordt bedoeld<br />

dat nu de stro<strong>om</strong>bron (en niet de halfreacties aan de elektrodes!) de plus- en minpool bepaalt.<br />

De stro<strong>om</strong>bron stuwt de elektronen naar de min(-) elektrode waar ze worden opgen<strong>om</strong>en<br />

en onttrekt ze aan de plus(+) elektrode waar ze vrijk<strong>om</strong>en. S<strong>te</strong>eds reageert de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> reductor<br />

en de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> oxidator.<br />

voorbeeld<br />

We gaan een koperbr<strong>om</strong>ide-oplossing elektrolyseren met Pt-elektroden.<br />

Aanwezig zijn:<br />

Cu 2+ , Br – en H 2 O (vergeet deze niet, zeker bij elektrolyse!)<br />

Cu 2+ is de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> Ox en Br – de s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> Red:<br />

Cu 2+ + 2 e – Cu (-elektrode!)<br />

2 Br – Br 2 + 2 e – (+elektrode!)


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 022<br />

experiment 8<br />

elektrolyse van enkele oplossingen<br />

doel<br />

We elektrolyseren een aantal oplossingen en oefenen met de reactievergelijkingen,<br />

die hierbij horen.<br />

nodig<br />

• Koper-, zink-, platina- en koolstofelektroden<br />

• Stro<strong>om</strong>bronnen, snoeren en krokodillenbekjes<br />

• 5 bekerglazen van 100 mL<br />

• 0,1 M oplossingen van kaliumjodide, koper(II)chloride, natronloog en magnesiumbr<strong>om</strong>ide<br />

in wa<strong>te</strong>r<br />

opdracht:<br />

S<strong>te</strong>l van onderstaande elektrolysereacties de reactievergelijkingen op van de halfreacties<br />

aan min- en pluselektrode:<br />

37 Elektrolyse van een KI-oplossing met C-elektroden.<br />

38 Elektrolyse van een Na 2 SO 4 -oplossing met C-elektroden.<br />

39 Elektrolyse van een CuCl 2 -oplossing met Cu-elektroden.<br />

40 Elektrolyse van een CuCl 2 -oplossing met Zn-elektroden.<br />

41 Elektrolyse van een NaOH-oplossing met Pt-elektroden.<br />

42 Elektrolyse van een MgBr 2 -oplossing met C-elektroden.<br />

werkwijze<br />

Schenk de vijf oplossingen in een bekerglas en merk ze met de chemische formule<br />

van het zout.<br />

Elektrolyseer de oplossing met de vermelde elektroden.<br />

a De KI-oplossing met C-elektroden.<br />

b De Na 2 SO 4 -oplossing met C-elektroden.<br />

c De CuCl 2 -oplossing met Cu-elektroden.<br />

d De CuCl 2 -oplossing met Zn-elektroden.<br />

e De NaOH-oplossing met Pt-elektroden.<br />

f De MgBr 2 -oplossing met C-elektroden<br />

tot slot<br />

Verifieer de uitk<strong>om</strong>s<strong>te</strong>n van de<br />

elektrolyses aan de hand van je<br />

waarnemingen.<br />

Figuur 3<br />

–<br />

Pt<br />

+<br />

Pt<br />

+<br />

stro<strong>om</strong>bron<br />

koperbr<strong>om</strong>ideopl.<br />


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 023<br />

Opmerking:<br />

In principe gaat het ops<strong>te</strong>llen van een elektrolysereactie hetzelfde als een ‘gewone’ redoxreactie.<br />

Je hoeft ech<strong>te</strong>r geen rekening <strong>te</strong> houden met ‘linksboven rechtsonder’. Bovendien moet<br />

je altijd wa<strong>te</strong>r <strong>mee</strong><strong>nemen</strong> bij de beoordeling welke Ox en welke Red het s<strong>te</strong>rks<strong>te</strong> is.<br />

43 Geef aan waar<strong>om</strong> er geen rekening <strong>mee</strong>r met ‘linksboven rechtsonder’ hoeft <strong>te</strong> worden<br />

gehouden bij elektrolyse.<br />

Bij de extra opgaven zijn er weer mogelijkheden <strong>te</strong> oefenen met het ops<strong>te</strong>llen van elektrolyse<br />

reacties.<br />

we kunnen nu con<strong>te</strong>xtvraag 4 beantwoorden:<br />

Hoe kan een bat<strong>te</strong>rij opgeladen worden?<br />

44. Beantwoord nu con<strong>te</strong>xtvraag 4. Maak daar eventueel gebruik van een animatie gegeven op:<br />

www.ciencia<strong>te</strong>ca.c<strong>om</strong>/stslibat.html<br />

7 chemische energie<br />

Als je de vraag wilt beantwoorden hoe chemische energie wordt <strong>om</strong>gezet in elektrische moet<br />

je eerst iets <strong>mee</strong>r we<strong>te</strong>n over wat chemische energie is.<br />

Chemische energie is de energie die opgeslagen is in de bindingen tussen de at<strong>om</strong>en. Bij een<br />

chemische reactie worden bindingen verbroken tussen at<strong>om</strong>en. Dat kost energie. Tegelijkertijd<br />

worden er bindingen gevormd, dat levert energie. Het verschil tussen die twee is het energie-effect<br />

van die reactie. Bij een endotherme reactie wordt er energie opgeslagen in de vorm<br />

van chemische energie. Voor de mens is de belangrijks<strong>te</strong> reactie in dit verband:<br />

6 CO 2 (g) + 6 H 2 O(l) C 6 H 12 O 6 + 6 O 2 (g)<br />

Deze reactie, die bij fotolyse onder invloed van het zonlicht plaatsvindt, is de energiebron van<br />

alle leven. Bovendien zorgt de reactie voor aanvulling van de zuurstof in de atmosfeer.<br />

Deze energie gebruiken we <strong>mee</strong>stal bij verbranding van fossiele brandstoffen voor allerlei<br />

doeleinden. Eén van die doeleinden is het opwekken van elektrische energie in een centrale.<br />

We verbranden fossiele brandstoffen, en zet<strong>te</strong>n de vrijk<strong>om</strong>ende warm<strong>te</strong> <strong>om</strong> in elektrische<br />

energie. Daarbij gaat nogal wat energie verloren in de vorm van warm<strong>te</strong>.<br />

In bat<strong>te</strong>rijen doen we dat direct. Daarbij gaat ook wel een deel van de energie verloren in de<br />

vorm van warm<strong>te</strong>. Denk maar aan het warm worden van de bat<strong>te</strong>rij van een laptop. Doordat<br />

de tussenstap van warm<strong>te</strong> wordt vermeden is het rendement van deze <strong>om</strong>zetting van chemische<br />

energie in elektrische energie veel hoger.<br />

De brandstofcel is daar een mooi voorbeeld van. Wa<strong>te</strong>rstof kun je in een centrale verbranden<br />

als brandstof. Het <strong>om</strong>zet<strong>te</strong>n van deze chemische energie in elektrische energie heeft dan een<br />

rendement van maximaal 45%. In een brandstofcel is de <strong>te</strong>mperatuur veel lager en is dat rendement<br />

bijna 90%. Ook daar<strong>om</strong> is een brandstofcel energetisch gezien voordelig.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 024<br />

opdracht 2<br />

De elektrodepo<strong>te</strong>ntiaal afstaan van elektronen door een reductor kost normaal gesproken energie.<br />

Het op<strong>nemen</strong> van elektronen levert energie op. Het verschil tussen beide is de hoeveelheid<br />

betrokken chemische energie. Een deel daarvan wordt <strong>om</strong>gezet in elektrische energie.<br />

De elektrodepo<strong>te</strong>ntiaal van een reductor/ oxidator is een belangrijk gegeven. De elektrodepo<strong>te</strong>ntiaal<br />

wordt gegeven in volt = J/C.<br />

De elektrodepo<strong>te</strong>ntiaal is gedefinieerd als het spanningsverschil dat optreedt als een halfcel,<br />

onder standaard<strong>om</strong>standigheden, wordt verbonden met het standaardredoxkoppel H 2 /H + .<br />

Het zegt iets over de hoeveelheid energie die per coul<strong>om</strong>b wordt afgestaan of opgen<strong>om</strong>en. In<br />

dit verband is het zinvol <strong>te</strong> bedenken dat elektronen een lading hebben van 1,6 . 10 –19 C/elektron<br />

of 96485 C/mol elektronen.<br />

45 Hoeveel elektronen zit<strong>te</strong>n er in 1,00 mol elektronen, of<strong>te</strong>wel hoe k<strong>om</strong>en we van 1,6 . 10 –19 C/<br />

elektron naar 96485 C/mol elektronen (zie ook BINAS tabel 7, elementair ladingskwantum<br />

en constan<strong>te</strong> van Faraday)?<br />

we kunnen nu con<strong>te</strong>xtvraag 5 beantwoorden:<br />

Hoeveel energie levert een bat<strong>te</strong>rij?<br />

Nu je alle 5 de con<strong>te</strong>xtvragen hebt beantwoord moet je ook de centrale onderzoeksvraag<br />

kunnen beantwoorden: Hoe wordt chemische energie <strong>om</strong>gezet in elektrische energie?<br />

46 Geef in maximaal 5 zinnen zowel op con<strong>te</strong>xtvraag 5 als de centrale onderzoeksvraag antwoord.<br />

De centrale onderzoeksvraag luidde: Hoe wordt chemische energie <strong>om</strong>gezet in<br />

elektrische energie?<br />

47 In een elektrische cel verlopen aan de elektroden de volgende reacties:<br />

Cu Cu 2+ + 2 e –<br />

Ag + + e – Ag<br />

Deze cel levert gedurende 24 uur een stro<strong>om</strong> van 1,80 mA. Bereken de gewichtstoename<br />

aan de zilverelektrode en de gewichtsafname aan de koperelektrode.<br />

Maak nu de examenopgave over<br />

de Ky auto (zie extra opgave 3).


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 025<br />

8 hoe duurzaam is een bat<strong>te</strong>rij<br />

We hebben nu de deelvragen over de bat<strong>te</strong>rij beantwoord. Er is nog één vraag overgebleven:<br />

Hoe duurzaam is een bat<strong>te</strong>rij.<br />

Bekijk http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20060913_recyclingbat<strong>te</strong><br />

Jullie hebben al eens eerder gekeken naar de be<strong>te</strong>kenis van het begrip duurzaamheid.<br />

In verband met een bat<strong>te</strong>rij willen we nu kijken naar de ma<strong>te</strong> waarin de ma<strong>te</strong>rialen<br />

waarvan een bat<strong>te</strong>rij is gemaakt opnieuw gebruikt kunnen worden. Dat kun je moeilijk<br />

voor alle bat<strong>te</strong>rijen doen.<br />

48 Ga met de klas na welke bat<strong>te</strong>rijen in de klas het <strong>mee</strong>st gebruikt worden.<br />

Kies de vier <strong>mee</strong>st gebruik<strong>te</strong> bat<strong>te</strong>rijen uit. Zoek voor elke bat<strong>te</strong>rij uit:<br />

• Uit welke grondstoffen de bat<strong>te</strong>rij gemaakt wordt.<br />

• Probeer een beeld <strong>te</strong> krijgen hoeveel er hierbij verspild wordt.<br />

• Ga na in hoeverre de inzameling van de bat<strong>te</strong>rijen lukt.<br />

• Ga na in welke ma<strong>te</strong> deze grondstoffen hergebruikt worden.<br />

Bepaal of het zin heeft de bat<strong>te</strong>rijen centraal in <strong>te</strong> zamelen en of het zin heeft de bat<strong>te</strong>rijen gesor<strong>te</strong>erd<br />

in <strong>te</strong> leveren. Maak een muurkrant, pos<strong>te</strong>r of folder voor de rest van de school, waarin<br />

je uitlegt:<br />

• Welke bat<strong>te</strong>rijen ze wel of niet moe<strong>te</strong>n gebruiken.<br />

• Wat ze met gebruik<strong>te</strong> bat<strong>te</strong>rijen moe<strong>te</strong>n doen.<br />

9 afsluiting<br />

Je hebt nu als het goed is alle vragen uit de con<strong>te</strong>xt kunnen beantwoorden. Je hebt gezien dat<br />

er verschillende mogelijkheden zijn <strong>om</strong> elektrici<strong>te</strong>it op <strong>te</strong> wekken. Je kunt dat in een centrale<br />

doen, maar ook met bijvoorbeeld een brandstofcel.<br />

Technisch is een brandstofcel nog tamelijk ingewikkeld, en kan die nog niet op gro<strong>te</strong> schaal<br />

worden toegepast.<br />

In een tweetal volgende modules wordt verder ingegaan op de <strong>om</strong>zetting van de ene vorm van<br />

energie in elektrische energie.<br />

In de kolenvergasser k<strong>om</strong>t een gro<strong>te</strong> centrale aan de orde.<br />

In Smart ma<strong>te</strong>rials worden zonnecellen besproken. Zonnecellen zet<strong>te</strong>n zonlicht <strong>om</strong> in elektrische<br />

energie. In Smart ma<strong>te</strong>rials staat vermeld hoe je die zou kunnen maken.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 026<br />

notities


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 027<br />

extra opgaven<br />

<strong>Energie</strong> <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong>


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 028<br />

opgave 1 a<br />

1 b<br />

opgave 2<br />

oefenen met redoxreacties<br />

Neem BINAS tabel 48 er bij en geef volgens onderstaande opgave alle half- en<br />

totaalreacties van:<br />

1 een kobalt(II)chloride-oplossing met een zinkstaaf<br />

2 een ijzer(III)nitraatoplossing met een kaliumjodide-oplossing<br />

3 een zilvernitraatoplossing met een koperen munt<br />

4 bro<strong>om</strong>wa<strong>te</strong>r met een wa<strong>te</strong>rstofsulfide-oplossing<br />

5 chloorwa<strong>te</strong>r met een ijzer(II)jodide –oplossing<br />

6 een cadmium(II)nitraatoplossing met een loodstaaf<br />

7 een tin(IV)chloride-oplossing met bro<strong>om</strong>wa<strong>te</strong>r<br />

8 een ijzer(II)sulfaatoplossing met bro<strong>om</strong>wa<strong>te</strong>r<br />

9 oxaalzuur (H 2 C 2 O 4 ) met aangezuurd kaliumpermanganaatoplossing<br />

10 een aangezuurd natriumchloraatopl. (NaClO 3 ) met natriumsulfietoplossing<br />

11 chloorwa<strong>te</strong>r met een wa<strong>te</strong>rstofperoxide-oplossing.<br />

oefenen met elektrolysereacties<br />

Geef van onderstaande elektrolyses de twee halfreacties aan – en + pool bij een:<br />

12 een oplossing van natriumsulfiet met Zn-elektrodes<br />

13 een oplossing van zinkchloride met Pt-elektrodes<br />

14 een oplossing van ijzer(II)nitraat en C-eletrodes.<br />

ammonium efficiënt afgebroken<br />

Chemisch2Weekblad, 30 maart 2002<br />

ammonium efficient afgebroken<br />

door bac<strong>te</strong>riekoppel<br />

Delftse en Nij<strong>mee</strong>gse milieubio<strong>te</strong>ch nologen<br />

hebben een goed huwelijk gearrangeerd<br />

tussen een zuurstofha <strong>te</strong>nde en een<br />

zuurstofminnende bac <strong>te</strong>rie. De Anammox-bac<strong>te</strong>rie<br />

zet ni triet <strong>om</strong> in stikstofgas met<br />

ammoni um als voedselbron. De nitrificerende<br />

Nitros<strong>om</strong>onas-bac<strong>te</strong>rie maakt het<br />

daarvoor benodigde nitriet met be hulp van<br />

zuurstof uit ammonium. Samen zet<strong>te</strong>n ze<br />

ammonium in afval wa<strong>te</strong>r volledig <strong>om</strong> in het<br />

onschadelij ke stikstofgas.<br />

Tot een paar jaar geleden dach<strong>te</strong>n de<br />

onderzoekers dat de zuurstofha<strong>te</strong>nde en de<br />

zuurstofminnende bac<strong>te</strong>rie nooit beide in<br />

hetzelfde reactorvat konden gedijen. Bij<br />

heel lage zuur stofconcentraties en een<br />

overmaat aan ammonium kunnen ze ech<strong>te</strong>r<br />

prima samenleven. Ze noemden het proces<br />

`canon’, wat staat voor ‘c<strong>om</strong> ple<strong>te</strong>ly<br />

autotrophic nitrogen removal over nitri<strong>te</strong>’.<br />

In het artikel lees je over het resultaat van milieubio<strong>te</strong>chnologen. Bio<strong>te</strong>chnologen zijn ingenieurs<br />

die biologische processen (zoals bierbrouwen of gist maken) in het groot la<strong>te</strong>n verlopen.<br />

1 Welk milieuprobleem kan door de beschreven onderzoeksresulta<strong>te</strong>n worden aangepakt?<br />

Men spreekt in het artikel over zuurstofha<strong>te</strong>nde en zuurstofminnende bac<strong>te</strong>riën.<br />

2 Welke bac<strong>te</strong>riesoort is zuurstofha<strong>te</strong>nd en welke is zuurstofminnend?<br />

‑ Als eers<strong>te</strong> moet er uit ammonium en zuurstof nitriet, NO , gevormd worden.<br />

2


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 029<br />

3 Geef de vergelijking van deze vorming in een reactie weer.<br />

Daarna reageren nitriet en ammonium met elkaar onder vorming van stikstof en wa<strong>te</strong>r.<br />

4 Geef de halfreactie voor de <strong>om</strong>zetting van nitriet in stikstof.<br />

5 Geef de halfreactie voor de <strong>om</strong>zetting van ammonium in stikstof.<br />

6 S<strong>te</strong>l de totaalvergelijking van de reactie tussen nitriet en ammonium op.<br />

ar<strong>om</strong>atische alkanalen.<br />

Ar<strong>om</strong>atische alkanalen zoals fenylmethanal zijn in gebruik als in<strong>te</strong>rmediairen bij de<br />

productie van farmaceutische stoffen en landbouwchemicaliën. De productie hiervan,<br />

bijvoorbeeld door de oxidatie van methylbenzeen, geeft veel afvalstoffen. De reductie van<br />

benzeencarbonzuur met wa<strong>te</strong>rstof heeft dit nadeel niet.<br />

Martijn de Lange en collega’s van de Universi<strong>te</strong>it Twen<strong>te</strong> hebben het mechanisme van deze<br />

reactie nader onderzocht, met zinkoxide (ZnO) en zirkoonoxide (ZrO 2 ) als katalysator. De<br />

opbrengst aan fenylmethanal was in beide gevallen <strong>mee</strong>r dan 95% onder <strong>om</strong>standigheden<br />

met een hoge partiële druk van wa<strong>te</strong>rstof.<br />

De reactie gaat via het zogenaamde <strong>om</strong>gekeerde ‘Mars en Van Krevelen mechanisme’.<br />

fenylmethanal methylbenzeen<br />

benzeencarbonzuur<br />

In de <strong>te</strong>kst wordt gesproken over de oxidatie van methylbenzeeen. Als oxidator kan een<br />

kaliumpermanganaatoplossing in zuur milieu gebruikt worden.<br />

1 Leid de halfreactie af voor methylbenzeen als reductor, waarbij fenylmethanal ontstaat.<br />

Geef de koolstofverbindingen in structuurformules weer.<br />

2 Geef de halfreactie van de oxidator en leid vervolgens met behulp van halfreacties de totale<br />

vergelijking voor de reactie van methylbenzeen met aangezuurde kaliumpermanganaatoplossing<br />

af.<br />

Een al<strong>te</strong>rnatief is de reductie van benzeencarbonzuur met wa<strong>te</strong>rstof en een juis<strong>te</strong> katalysator.<br />

3 Geef de reactievergelijking van deze reductie. Geef de koolstofverbindingen in structuurformules.<br />

Uit de formules van de zou<strong>te</strong>n van de gebruik<strong>te</strong> katalysator kan de lading van het<br />

zirkoon ion afgeleid worden.<br />

4 Geef de formule van het zirkoonion. Leg uit hoe je aan je antwoord gek<strong>om</strong>en bent.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 030<br />

opgave 3<br />

Figuur 1<br />

Figuur 2<br />

ky auto<br />

Personenauto’s die op benzine rijden, produceren koolstofdioxide. In december 1997 is in<br />

Kyoto (Japan) afgesproken dat in 2012 de hoeveelheid koolstofdioxide per gereden km gemiddeld<br />

met mins<strong>te</strong>ns 40% moet zijn <strong>te</strong>ruggebracht. Daar<strong>om</strong> doet de auto-industrie uitgebreide<br />

research <strong>om</strong> de uitstoot van koolstofdioxide <strong>te</strong> verlagen. Eén van de onderzoeken richt zich op<br />

een auto uitgerust met een elektr<strong>om</strong>otor. De elektrische stro<strong>om</strong> voor de elektr<strong>om</strong>otor wordt<br />

geleverd door een zogenoemde direc<strong>te</strong> methanol-brandstofcel. In figuur l is de direc<strong>te</strong> methanol-brandstofcel<br />

schematisch weergegeven. In het vervolg van deze opgave duiden we zo’n cel<br />

kortheidshalve aan met brandstofcel.<br />

CH OH 3<br />

➤ ➤ ➤<br />

CH 3 OH + H 2 O<br />

In c<strong>om</strong>partiment I van de brandstofcel wordt een mengsel van methanol en wa<strong>te</strong>r geleid. In<br />

c<strong>om</strong>partiment II wordt zuurstof (lucht) geleid. Aan de poreuze platina-elektroden (E 1 en E 2 )<br />

treden de volgende halfreacties op:<br />

CH 3 OH + H 2 O CO 2 + 6 H + + 6 e –<br />

O 2 + 4 H + + 4 e – 2 H 2 O<br />

Tussen de poreuze elektroden bevindt zich een membraan dat alleen H + ionen doorlaat. Koolstofdioxide<br />

en wa<strong>te</strong>rdamp worden uit de brandstofcel afgevoerd.<br />

1 Leg uit of de elektrode waaraan zuurstof reageert de positieve of de negatieve elektrode<br />

van de brandstofcel is.<br />

Een auto die is uitgerust met deze brandstofcel hoeft alleen methanol <strong>te</strong> tanken. Het wa<strong>te</strong>r dat voor<br />

halfreactie l nodig is, wordt geleverd door halfreactie 2. In figuur 2 is de werking van de brandstofcel<br />

in een auto schematisch weergegeven. Het groots<strong>te</strong> deel van de stofstr<strong>om</strong>en ontbreekt.<br />

➤<br />

➤<br />

I II<br />

T M<br />

B<br />

C<br />

CO 2<br />

➤<br />

membraan<br />

E 1<br />

➤<br />

I II<br />

E 11<br />

H 2 O<br />

➤➤<br />

O 2<br />

➤<br />


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 031<br />

Figuur 3<br />

Tijdens het rijden wordt voortdurend uit de tank (T) methanol naar een mixtank (M)<br />

gep<strong>om</strong>pt. Naar deze mixtank wordt ook een deel van het wa<strong>te</strong>r geleid dat bij halfreactie<br />

2 ontstaat. Uit de mixtank gaat het wa<strong>te</strong>r-methanol mengsel naar c<strong>om</strong>partiment I van de<br />

brandstofcel (B). Een deel van de methanol en een deel van het wa<strong>te</strong>r worden hier <strong>om</strong>gezet<br />

(halfreactie 1). De ontstane koolstofdioxide verdwijnt uit de brandstofcel.<br />

De niet <strong>om</strong>gezet<strong>te</strong> methanol en het niet <strong>om</strong>gezet<strong>te</strong> wa<strong>te</strong>r worden <strong>te</strong>ruggeleid naar de mixtank.<br />

In c<strong>om</strong>partiment II wordt lucht geleid. Zuurstof uit deze lucht reageert met H + ionen tot wa<strong>te</strong>rdamp<br />

(halfreactie 2). De wa<strong>te</strong>rdamp wordt samen met de overgebleven lucht (<strong>om</strong>dat daar<br />

minder zuurstof in zit wordt de overgebleven lucht in de verdere opgave restlucht genoemd)<br />

door een condensor (C) geleid. In de condensor condenseert de wa<strong>te</strong>rdamp. De restlucht verdwijnt<br />

uit de condensor. Omdat in de condensor <strong>mee</strong>r wa<strong>te</strong>r condenseert dan voor halfreactie<br />

l nodig is, wordt niet al het wa<strong>te</strong>r naar de mixtank geleid. Een deel wordt afgevoerd.<br />

2 Leid aan de hand van de gegeven halfreacties af hoeveel procent van het in c<strong>om</strong>partiment<br />

II gevormde wa<strong>te</strong>r naar de mixtank moet worden geleid.<br />

In figuur 3 is het schema met de vier blokken T, M, B en C (figuur 1) nogmaals weergegeven.<br />

De nummers 3 en 5 die staan bij de stofstr<strong>om</strong>en tussen de tank T en de mixtank M en tussen<br />

de mixtank M en de brandstofcel B staan voor respectievelijk methanol en wa<strong>te</strong>r. Bij de overige<br />

ge<strong>te</strong>kende stofstr<strong>om</strong>en staat geen nummer, en er ontbreekt een aantal stofstr<strong>om</strong>en.<br />

3 Maak het schema op de bijlage af door het plaatsen van lijnen met pijlen.<br />

3 3 3 , 5<br />

➤ ➤ ➤<br />

Zet bij de reeds ge<strong>te</strong>kende lijnen én bij de zelf ge<strong>te</strong>kende lijnen, de bijbehorende stof of het<br />

bijbehorende mengsel. Doe dit met behulp van de nummers l t/m 6:<br />

1 = koolstofdioxide;<br />

2 = lucht;<br />

3 = methanol;<br />

4 = restlucht;<br />

5 = wa<strong>te</strong>r;<br />

6 = wa<strong>te</strong>rdamp.<br />

Houd rekening met het feit dat er <strong>mee</strong>rdere nummers bij één lijn kunnen staan en dat<br />

nummers <strong>mee</strong>rdere malen kunnen worden gebruikt.<br />

➤<br />

➤<br />

I II<br />

T M<br />

B<br />

C<br />

➤<br />


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 032<br />

Figuur 4<br />

Een personenauto, uitgerust met een brandstofcel en een elektr<strong>om</strong>otor, gaat waarschijnlijk evenveel<br />

kil<strong>om</strong>e<strong>te</strong>rs op 1,0 L methanol rijden, als een vergelijkbare benzineauto op 1,0 L benzine.<br />

Figuur 4 is het zogenoemde brandstofetiket van een Nissan Primera, bouwjaar 2003. Een dergelijk<br />

etiket zit sinds 2001 op elke nieuwe auto. Volgens de dealer zijn de prestaties van deze<br />

auto wat betreft benzineverbruik en koolstofdioxide-uitstoot sinds 1997 vrijwel niet veranderd.<br />

Mede met behulp van gegevens uit het informatieboekje kan worden nagegaan of de uitstoot<br />

van koolstofdioxide per gereden kil<strong>om</strong>e<strong>te</strong>r gemiddeld mins<strong>te</strong>ns 40% minder is wanneer<br />

zo’n personenauto wordt uitgerust met deze brandstofcel en een elektr<strong>om</strong>otor.<br />

4 Bereken hoeveel gram koolstofdioxide ontstaat wanneer 1,0 L vloeibare methanol volledig<br />

wordt verbrand (293 K).<br />

5 Ga na of de Nissan Primera van het brandstofetiket de in Kyoto gemaak<strong>te</strong> afspraak haalt<br />

(gemiddeld mins<strong>te</strong>ns 40% minder uitstoot van koolstofdioxide per gereden kil<strong>om</strong>e<strong>te</strong>r)<br />

wanneer hij wordt uitgerust met een direc<strong>te</strong> methanol-brandstofcel en elektr<strong>om</strong>otor.<br />

Op een in<strong>te</strong>rnetsi<strong>te</strong> over de mogelijkheden van dit nieuwe type auto staat de volgende uitspraak:<br />

“Als de methanol waarop deze auto rijdt, uit bi<strong>om</strong>assa (suikerriet, gft-afval, houtsoor<strong>te</strong>n,<br />

enz.) wordt bereid, dan rijdt de auto CO 2 neutraal”.<br />

6 Leg uit wat met deze uitspraak wordt bedoeld.


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 033<br />

notities


module 02 leerlingen<strong>te</strong>kst energie <strong>om</strong> <strong>mee</strong> <strong>te</strong> <strong>nemen</strong> 034<br />

notities

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!