05.05.2013 Views

Figuur 1: Vetzuren met de dubbele binding in de cis- (oliezuur ... - Nice

Figuur 1: Vetzuren met de dubbele binding in de cis- (oliezuur ... - Nice

Figuur 1: Vetzuren met de dubbele binding in de cis- (oliezuur ... - Nice

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nutr<strong>in</strong>ews juni 1999<br />

Dr. ir. W. De Greyt<br />

Proefschrift voorgedragen tot het bekomen van <strong>de</strong> graad van Doctor <strong>in</strong> <strong>de</strong> Toegepaste Biologische Wetenschappen:<br />

Scheikun<strong>de</strong>, "Invloed van fysische raff<strong>in</strong>age op bepaal<strong>de</strong> m<strong>in</strong>orcomponenten <strong>in</strong> plantaardige oliën". <strong>de</strong>cember 1997 -<br />

Universiteit Gent<br />

Bij <strong>de</strong> nutritionele beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van een voed<strong>in</strong>gsvet dient een<br />

dui<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>rscheid te wor<strong>de</strong>n gemaakt tussen verzadig<strong>de</strong> en<br />

onverzadig<strong>de</strong> vetzuren. Internationaal erken<strong>de</strong><br />

gezondheidsorganisaties adviseren unaniem een beperk<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>name van verzadig<strong>de</strong> vetzuren op basis van <strong>de</strong> consensus<br />

dat verzadig<strong>de</strong> vetzuren het LDL-cholesterolgehalte verhogen en<br />

daarmee ook het risico op hart- en vaatziekten (1). Recent<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek heeft dit beeld echter enigsz<strong>in</strong>s<br />

genuanceerd. Niet alle verzadig<strong>de</strong> vetzuren zou<strong>de</strong>n hetzelf<strong>de</strong><br />

effect hebben: laur<strong>in</strong>e- (C12:0), myrist<strong>in</strong>e-(C14:0) en palmit<strong>in</strong>ezuur<br />

(C16:0) wor<strong>de</strong>n beschouwd als cholesterolverhogend,<br />

stear<strong>in</strong>ezuur (C18:0) lijkt daarentegen het cholesterolprofiel niet te<br />

beïnvloe<strong>de</strong>n (2).<br />

Onverzadig<strong>de</strong> vetzuren wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld op basis van het aantal<br />

aanwezige <strong>dubbele</strong> <strong>b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g</strong>en (mono- of polyonverzadigd).<br />

Daarnaast kan ook <strong>de</strong> ruimtelijke structuur variëren (<strong>cis</strong> of trans).<br />

Wanneer één of meer<strong>de</strong>re <strong>dubbele</strong> <strong>b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g</strong>en voorkomen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

trans-configuratie wordt gesproken van transvetzuren. Terwijl er<br />

voldoen<strong>de</strong> aanwijz<strong>in</strong>gen zijn voor het feit dat onverzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>cis</strong>-configuratie een gunstig effect hebben op het<br />

bloedlipi<strong>de</strong>npatroon, lijkt <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed van trans-onverzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren eer<strong>de</strong>r aan te leunen bij <strong>de</strong>ze van verzadig<strong>de</strong> vetzuren.<br />

De on<strong>de</strong>rzoeksresultaten zijn hierover echter nog niet eenduidig.<br />

De men<strong>in</strong>gvorm<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> betekenis van transvetzuren voor het<br />

risico voor hart- en vaatziekten is dan ook nog sterk <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g.<br />

<strong>Figuur</strong> 1: <strong>Vetzuren</strong> <strong>met</strong> <strong>de</strong> <strong>dubbele</strong> <strong>b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>cis</strong>- (<strong>oliezuur</strong>) en <strong>de</strong> trans- (vacceenzuur) configuratie.<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> oorsprong kunnen <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g verschillen<strong>de</strong> typen transvetzuren wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n (Tabel 1).<br />

Tabel 1: Overzicht van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> soorten transvetzuren <strong>in</strong> voed<strong>in</strong>gsvetten<br />

Nutr<strong>in</strong>ews - p. 1


Bron Gehalte Type<br />

Geraff<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> plantaardige olie<br />

Melkvetten<br />

Partieel gehard vet<br />

Transvetzuren van dierlijke oorsprong<br />

0.1- 1.5%<br />

1.5 - 5.0%<br />

10 - 50%<br />

vnl. C18:2 en C18:3 isomeren<br />

vnl. C18:1 t11 (vacceenzuur)<br />

vnl. C18:1 positie-isomeren<br />

Het vet aanwezig <strong>in</strong> melk en vlees van herkauwers (rund, schaap, geit) is <strong>de</strong> enige noemenswaardige<br />

natuurlijke bron van transvetzuren. Deze natuurlijke transvetzuren wor<strong>de</strong>n gevormd <strong>in</strong> het rumen (<strong>de</strong><br />

pensmaag) via biohydrogenatie van polyonverzadig<strong>de</strong> vetzuren uit <strong>de</strong> dierenvoed<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> anaërobe<br />

bacterie Butyrivibrio fibrisolvens. Hierbij wordt vooral vacceenzuur (C18:1 11t) gevormd (<strong>Figuur</strong> 2)(3).<br />

Het gehalte aan trans 16:1- en trans 18:2-isomeren blijft beperkt.<br />

Afhankelijk van het seizoen varieert het transvetzuurgehalte <strong>in</strong> <strong>de</strong> vetfase van boter, melk en kaas<br />

tussen 2 en 8%. Zomermelk bevat <strong>in</strong> het algemeen meer transvetzuren dan w<strong>in</strong>termelk als gevolg van<br />

een verschillend voe<strong>de</strong>rregime. In <strong>de</strong> zomer eten <strong>de</strong> dieren meer gras dat rijker is aan polyonverzadig<strong>de</strong><br />

vetzuren.<br />

Het transvetzuurgehalte <strong>in</strong> rundvet ligt <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> or<strong>de</strong> van grootte als <strong>in</strong> melkvet (4%). In kalfsvet<br />

wor<strong>de</strong>n lagere waar<strong>de</strong>n vastgesteld (0,9 - 1,7%). Waarschijnlijk heeft dit te maken <strong>met</strong> het feit dat <strong>de</strong><br />

microflora <strong>in</strong> het rumen van <strong>de</strong>ze jonge dieren nog niet volledig is ontwikkeld.<br />

Transvetzuren van plantaardige oorsprong<br />

Partieel gehydrogeneer<strong>de</strong> plantaardige vetten, geschikt voor <strong>in</strong>dustriële verwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> margar<strong>in</strong>es,<br />

frituurvetten, vetmengsels en afgelei<strong>de</strong> producten, vormen <strong>de</strong> voornaamste bron van transvetzuren. Zij<br />

leveren voornamelijk C18:1 positie-isomeren waarbij <strong>de</strong> <strong>dubbele</strong> <strong>b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> trans-configuratie op<br />

verschillen<strong>de</strong> plaatsen <strong>in</strong> <strong>de</strong> vetzuurketen kan voorkomen: <strong>de</strong> voornaamste zijn C18:1 t9, C18:1 t10 en<br />

C18:1 t11. Daarnaast wordt ook C18:2 t12 gevormd (<strong>Figuur</strong> 2)(3).<br />

Hydrogenatie of hard<strong>in</strong>g is een veel toegepaste vetmodificatietechnologie. Vloeibare oliën wor<strong>de</strong>n<br />

Nutr<strong>in</strong>ews - p. 2


omgezet <strong>in</strong> (semi-)vaste vetten door verzadig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> aanwezige <strong>dubbele</strong> <strong>b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g</strong>en <strong>met</strong> waterstof.<br />

Deze reactie gaat door <strong>in</strong> aanwezigheid van een Ni-katalysator bij verhoog<strong>de</strong> druk en temperatuur (1-5<br />

bar; 150-200°C). De vorm<strong>in</strong>g van transvetzuren is een onvermij<strong>de</strong>lijke nevenreactie tij<strong>de</strong>ns dit<br />

hard<strong>in</strong>gsproces. Hoeveel transvetzuren uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n gevormd, hangt af van <strong>de</strong> grondstof en <strong>de</strong><br />

gekozen procescondities. In <strong>de</strong> praktijk varieert het bekomen transvetzuurgehalte tussen 10 en 50%,<br />

<strong>met</strong> een thermodynamisch maximum van 75%.<br />

In vergelijk<strong>in</strong>g <strong>met</strong> <strong>cis</strong>-onverzadig<strong>de</strong> vetzuren zijn trans-onverzadig<strong>de</strong> vetzuren <strong>in</strong> het algemeen<br />

stabieler en hebben zij een hoger smeltpunt (Tabel 2). Vandaar dat sommige producenten vanuit<br />

technologisch standpunt streven naar een maximalisatie van het transvetzuurgehalte tij<strong>de</strong>ns het<br />

hard<strong>in</strong>gsproces.<br />

S<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren '90 wer<strong>de</strong>n vooral Europese voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>lenproducenten echter gealarmeerd omtrent<br />

mogelijk negatieve gezondheidsaspecten van transvetzuren (zie ver<strong>de</strong>r). Als reactie hierop werd het<br />

gehalte aan transvetzuren <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> margar<strong>in</strong>es via aangepaste procescondities <strong>in</strong> belangrijke<br />

mate verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd, sommige zelfs tot 0%. In <strong>de</strong> sector van kant-en klaarmaaltij<strong>de</strong>n, fast food en<br />

<strong>in</strong>dustrieel berei<strong>de</strong> bakkerijproducten v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong>rgelijke productaanpass<strong>in</strong>gen voorlopig m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

gemakkelijk <strong>in</strong>gang.<br />

Tabel 2: Overzicht van het smeltpunt van enkele vetzuren<br />

Benam<strong>in</strong>g Type vetzuur Verkorte notitie *1 Smeltpunt (°C)<br />

Stear<strong>in</strong>ezuur verzadigd 18:0 70<br />

Oliezuur <strong>cis</strong>-mono-onverzadigd 18:1 c9 13.4<br />

Elaid<strong>in</strong>ezuur trans-mono-onverzadigd 18:1 t9 44<br />

L<strong>in</strong>olzuur <strong>cis</strong>-polyonverzadigd, ω 6 *2 18:2 c9,12 -6.5<br />

L<strong>in</strong>olelaid<strong>in</strong>ezuur trans-polyonverzadigd, ω 6 *2 18:2 t9,t12 28<br />

- trans-<strong>cis</strong>-polyonverzadigd, ω 6 *2 18:2 t9,c12 11.9<br />

- <strong>cis</strong>-trans-polyonverzadigd, ω 6 *2 18:2 c9,t12 -6.3<br />

α -L<strong>in</strong>oleenzuur <strong>cis</strong>-polyonverzadigd, ω 3 *2 18:3 c9,12,15 -11<br />

- trans-polyonverzadigd, ω 3 *2 18:3 t9,12,15 71<br />

*1 positie van <strong>de</strong> <strong>dubbele</strong> <strong>b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g</strong> geteld vanaf <strong>de</strong> carboxylgroep (-COOH)<br />

*2 positie van <strong>de</strong> eerste <strong>dubbele</strong> <strong>b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g</strong> geteld vanaf <strong>de</strong> <strong>met</strong>hylgroep (-CH3 )<br />

Sla- en braadolies bevatten <strong>in</strong> het algemeen we<strong>in</strong>ig of geen partieel gehydrogeneer<strong>de</strong> vetten. Bijgevolg<br />

is het transvetzuurgehalte <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze producten ook zeer laag.<br />

Transvetzuren kunnen wel wor<strong>de</strong>n gevormd tij<strong>de</strong>ns verhitt<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>de</strong>odorisatie <strong>in</strong><br />

het <strong>in</strong>dustriële raff<strong>in</strong>ageproces. Deodorisatie is <strong>de</strong> laatste stap van het raff<strong>in</strong>ageproces waarbij <strong>de</strong> olie<br />

wordt ontzuurd en ontgeurd door toevoeg<strong>in</strong>g van stoom bij hoge temperatuur (220-260°C) en on<strong>de</strong>r<br />

verlaag<strong>de</strong> druk (2-4 mbar). On<strong>de</strong>rzoek heeft aangetoond dat <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van trans-isomeren tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>odorisatie slechts afhankelijk is van tijd en temperatuur (4).<br />

De hoogste transvetzuurgehaltes (tot 1,5%) wor<strong>de</strong>n aangetroffen <strong>in</strong> α -l<strong>in</strong>oleenzuurrijke oliën zoals soja-<br />

en raapzaadolie. Re<strong>de</strong>n hiervoor is <strong>de</strong> <strong>cis</strong>-trans isomerisatiesnelheid die voor α -l<strong>in</strong>oleenzuur (C18:3)<br />

ongeveer 10 maal hoger ligt dan voor l<strong>in</strong>olzuur (C18:2). Cis-trans isomerisatie van <strong>oliezuur</strong> (C18:1) kon<br />

niet wor<strong>de</strong>n vastgesteld on<strong>de</strong>r normale <strong>de</strong>odorisatiecondities. Bijgevolg komen <strong>in</strong> geraff<strong>in</strong>eer<strong>de</strong>, nietgemodificeer<strong>de</strong><br />

oliën quasi alleen C18:2 en C18:3 trans-isomeren voor (Tabel 1).<br />

Gezondheidsaspecten van transvetzuren<br />

Nutr<strong>in</strong>ews - p. 3


De nutritionele en fysiologische effecten van transvetzuren wer<strong>de</strong>n reeds 25 tot 30 jaar gele<strong>de</strong>n<br />

uitgebreid bestu<strong>de</strong>erd (5,6). Deze studies conclu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n toen dat transvetzuren geen <strong>in</strong>vloed had<strong>de</strong>n<br />

op het cholesterolgehalte <strong>in</strong> het bloed.<br />

In het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren 90 wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gezondheidsaspecten van transvetzuren echter opnieuw on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> aandacht gebracht. Nieuwe studies had<strong>de</strong>n aangetoond dat transvetzuren wel een negatief effect<br />

had<strong>de</strong>n op het bloedcholesterolgehalte (7,8,16). Concreet werd een stijg<strong>in</strong>g van het LDLbloedcholesterolgehalte<br />

vastgesteld evenals van het Lipoproteïne (a), een genetisch bepaal<strong>de</strong> variant<br />

van LDL waarvan het atherogene risico voorlopig echter nog ondui<strong>de</strong>lijk is (15). Bij hoge <strong>in</strong>names van<br />

transvetzuren (>10g/dag) werd ook een dal<strong>in</strong>g van het HDL-bloedcholesterolgehalte ge<strong>met</strong>en. Hiermee<br />

werd een mogelijk oorzakelijk verband aangetoond tussen <strong>de</strong> consumptie van transvetzuren en <strong>de</strong><br />

ontwikkel<strong>in</strong>g van hart- en vaatziekten. Dit oorzakelijke verband wordt echter nog niet algemeen<br />

aanvaard. Vooral vanuit <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten is er kritiek op <strong>de</strong> opbouw en conclusies van <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> studies.<br />

Epi<strong>de</strong>miologische studies, <strong>in</strong> theorie beter geschikt om <strong>de</strong> relatie tussen <strong>de</strong> <strong>in</strong>name van transvetzuren<br />

en het risico op hart- en vaatziekten te on<strong>de</strong>rzoeken, kwamen evenm<strong>in</strong> tot eenduidige resultaten. De<br />

uitgebrei<strong>de</strong> Amerikaanse Nurses' Heart Study toon<strong>de</strong> een dui<strong>de</strong>lijke positieve correlatie aan tussen <strong>de</strong><br />

hoeveelheid transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntie van hart- en vaatziekten (9). Dit verband werd<br />

echter niet teruggevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese Euramic Study (10).<br />

Bei<strong>de</strong> epi<strong>de</strong>miologische studies lijken het daarentegen wel eens te zijn over het feit dat <strong>de</strong> bron en <strong>de</strong><br />

samenstell<strong>in</strong>g van transvetzuren mogelijk ook een belangrijke rol spelen <strong>in</strong> <strong>de</strong> impact die transvetzuren<br />

hebben op hart- en vaatziekten. Transvetzuren afkomstig van partieel gehydrogeneer<strong>de</strong> vetten zou<strong>de</strong>n<br />

meer atherogeen zijn dan transvetzuren van dierlijke oorsprong (9,10). De verklar<strong>in</strong>g hiervoor moet<br />

echter nog ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht.<br />

Op basis van <strong>de</strong> beschikbare on<strong>de</strong>rzoeksgegevens kunnen bijgevolg nog geen eenduidige conclusies<br />

wor<strong>de</strong>n getrokken over het al of niet bestaan van een oorzakelijk verband tussen <strong>de</strong> huidige consumptie<br />

van transvetzuren en atherogenese. Dit men<strong>in</strong>gsverschil blijkt ook uit verschillen<strong>de</strong> rapporten waar<strong>in</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> adviezen wor<strong>de</strong>n geformuleerd (Tabel 3). De raadgev<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> <strong>in</strong>name van transvetzuren<br />

niet te verhogen en waar nodig te beperken heeft echter <strong>de</strong> overhand.<br />

Tabel 3: Aanbevel<strong>in</strong>gen vanwege verschillen<strong>de</strong> organisaties <strong>met</strong> betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> huidige gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>in</strong>name<br />

van transvetzuren<br />

Veiligheid<br />

van <strong>de</strong><br />

huidige<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>name<br />

Men<strong>in</strong>g over<br />

<strong>de</strong> huidige<br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>name<br />

DNC (1) BNF (2) WHO/FAO (3) ILSI-Noord-<br />

Amerika<br />

ILSI-Europa (4)<br />

Scha<strong>de</strong>lijk Kle<strong>in</strong> risico Geen men<strong>in</strong>g Veilig Hoge <strong>in</strong>names<br />

kunnen<br />

scha<strong>de</strong>lijk zijn<br />

De <strong>in</strong>name<br />

moet wor<strong>de</strong>n<br />

verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd<br />

(1) Danish Nutrition Council<br />

(2) British Nutrition Foundation report (1995)<br />

(3) World Health Organisation report (1994)<br />

(4) International Life Sciences International<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse <strong>in</strong>name<br />

De <strong>in</strong>name<br />

mag niet<br />

toenemen<br />

Het gehalte<br />

aan<br />

transvetzuren<br />

<strong>in</strong> voed<strong>in</strong>gs<br />

mid<strong>de</strong>len<br />

verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<br />

De <strong>in</strong>name<br />

m<strong>in</strong>imaliseren<br />

Het gehalte aan<br />

transvetzuren <strong>in</strong><br />

voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len<br />

verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<br />

Nutr<strong>in</strong>ews - p. 4


Ter on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van ver<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoeken is ten slotte ook meer precieze <strong>in</strong>formatie over het<br />

transvetzuurgehalte <strong>in</strong> het voed<strong>in</strong>gsaanbod essentieel.<br />

In België wer<strong>de</strong>n 75 verschillen<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsvetten, behoren<strong>de</strong> tot 5 verschillen<strong>de</strong> productgroepen,<br />

on<strong>de</strong>rzocht: geraff<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> oliën, margar<strong>in</strong>es, bakkerij-, zuivel- en vleesproducten (4). Op basis van <strong>de</strong><br />

bekomen resultaten en <strong>de</strong> beschikbare consumptiecijfers werd vervolgens <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

transvetzuur<strong>in</strong>name berekend.<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> transvetzuur<strong>in</strong>name <strong>in</strong> België wordt geschat op 3,32 g/persoon/dag (2-5 energie%)<br />

(Tabel 4). Vrijwel i<strong>de</strong>ntieke gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n gerapporteerd voor het Amerikaanse, Duitse<br />

en Britse voed<strong>in</strong>gspatroon (12,13,14).<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele voed<strong>in</strong>g kan <strong>de</strong> dagelijkse <strong>in</strong>name per <strong>in</strong>dividu<br />

echter sterk verschillen van <strong>de</strong> gerapporteer<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n. Bij personen die bijvoorbeeld veel<br />

fast food, chips en <strong>in</strong>dustrieel berei<strong>de</strong> bakkerijproducten consumeren, kan <strong>de</strong> transvetzuur<strong>in</strong>name snel<br />

ver boven het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> oplopen. Daarnaast kunnen ook grote variaties <strong>in</strong> het transvetzuurgehalte<br />

van levensmid<strong>de</strong>len b<strong>in</strong>nen eenzelf<strong>de</strong> productgroep <strong>de</strong> uitkomst beïnvloe<strong>de</strong>n.<br />

Aanbreng via <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g<br />

De totale <strong>in</strong>name van transvetzuren bestaat voor ongeveer 90% uit C18:1 trans-isomeren.<br />

Zuivelproducten en margar<strong>in</strong>es vormen hierbij <strong>de</strong> belangrijkste bronnen <strong>met</strong> een relatief aan<strong>de</strong>el van<br />

respectievelijk 40% en 33% (Tabel 4).<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> bijdrage uit geraff<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> oliën is zoals verwacht heel laag (0,1g/persoon/dag). In <strong>de</strong>ze<br />

producten komen bovendien alleen C18:2 en C18:3 trans-isomeren voor die tij<strong>de</strong>ns het raff<strong>in</strong>ageproces<br />

wor<strong>de</strong>n gevormd.<br />

Tabel 4: Overzicht van <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong> meest gebruikte levensmid<strong>de</strong>len tot <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse<br />

transvetzuur<strong>in</strong>name <strong>in</strong> België<br />

Productgroep<br />

Aantal<br />

monsters<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse <strong>in</strong>name van transvetzuren<br />

g/persoon/dag<br />

Trans 18:2<br />

Trans 18:1<br />

Totaal trans<br />

+trans 18:3<br />

Zuivelproducten 10 1,32 - 1,32 (40%)<br />

Margar<strong>in</strong>es 9 1,02 0,08 1,10 (33%)<br />

Bakkerijproducten 27 0,36 0,07 0,43 (13%)<br />

Vlees(bereid<strong>in</strong>gen) 10 0,28 0,09 0,37 (11%)<br />

Geraff<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> oliën 19 - 0,10 0,10 (3%)<br />

Totaal 75 2,98 0,34 3,32<br />

Melkvet bevat gemid<strong>de</strong>ld 4% transvetzuren. Uitgaan<strong>de</strong> van een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> melkvetconsumptie van<br />

34,7g/persoon/dag betekent dit dat zuivelproducten gemid<strong>de</strong>ld 1,32 g transvetzuren/persoon/dag<br />

aanbrengen.<br />

Wat vlees betreft wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> hoogste transvetzuurwaar<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> rund- en lamsvlees (6,26%<br />

resp. 5,65% van het vet). Hamburgers van rundvlees bevatten eveneens relatief veel transvetzuren<br />

(6%). In berei<strong>de</strong> vleeswaren (paté, salami, worst, ...) ligt het transvetzuurgehalte daarentegen meestal<br />

lager dan 1%. Dit kan wor<strong>de</strong>n verklaard vanuit het feit dat <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze producten veelal varkensvet wordt<br />

verwerkt dat arm is aan transvetzuren. Op basis van consumptiegegevens en het gemid<strong>de</strong>ld vet- en<br />

Nutr<strong>in</strong>ews - p. 5


transvetzuurgehalte van vlees en vleeswaren wordt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse transvetzuur<strong>in</strong>name via<br />

vleesproducten geschat op 0,37 g/persoon/dag.<br />

Aangezien transvetzuren van nature voorkomen <strong>in</strong> zuivelproducten en vlees en hun aanwezigheid<br />

slechts <strong>in</strong> beperkte mate beïnvloedbaar is, kan <strong>de</strong> hoeveelheid transvetzuren <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len<br />

we<strong>in</strong>ig of niet wor<strong>de</strong>n gemanipuleerd. Door te kiezen voor magere of halfvolle zuivelproducten en mager<br />

vlees en door het gebruik van boter te beperken kan <strong>de</strong> absolute <strong>in</strong>name van transvetzuren, die slechts<br />

voorkomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> vetfase, echter wel op <strong>in</strong>dividueel niveau wor<strong>de</strong>n gecontroleerd.<br />

Een beperk<strong>in</strong>g van het transvetzuurgehalte <strong>in</strong> smeer- en bereid<strong>in</strong>gsvetten is daarentegen technologisch<br />

wel goed haalbaar en wordt dan ook ver<strong>de</strong>r aangemoedigd en nagestreefd.<br />

Het transvetzuurgehalte van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte Belgische margar<strong>in</strong>es bedraagt gemid<strong>de</strong>ld 6,36 ± 6,20 %.<br />

Bijna <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong>ze margar<strong>in</strong>es (44%) vertoont bovendien lage transvetzuurgehaltes tussen 0,5 en<br />

1,3% (4). Hiertoe zijn transvetzuurrijke partieel gehydrogeneer<strong>de</strong> vetten en dierlijke vetten vervangen<br />

door vloeibare tropische oliesoorten (zoals palm, kokos) en volledig gehydrogeneer<strong>de</strong>,<br />

geïnteresterificeer<strong>de</strong> of gefractioneer<strong>de</strong> oliën en vetten.<br />

Terwijl <strong>de</strong> <strong>in</strong>name van transvetzuren via <strong>de</strong> consumptie van margar<strong>in</strong>es verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rt dankzij <strong>de</strong><br />

aanhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> trend om margar<strong>in</strong>es op <strong>de</strong> markt te brengen <strong>met</strong> we<strong>in</strong>ig of geen transvetzuren, wordt<br />

verwacht dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>name via <strong>de</strong> consumptie van bakkerijproducten (koekjes, cakes, wafels) zal<br />

toenemen. In <strong>de</strong>ze voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len zitten vaak vetten verborgen die onzichtbaar blijven voor <strong>de</strong><br />

consument. Naast een belangrijke bijdrage tot <strong>de</strong> smaak, is het toegevoeg<strong>de</strong> vet ook noodzakelijk voor<br />

<strong>de</strong> consistentie van het product. Vetmengsels op basis van partieel gehar<strong>de</strong> vetten zijn hiervoor het best<br />

geschikt.<br />

Recente studies tonen aan dat het transvetzuurgehalte <strong>in</strong> bakkerijproducten sterk kan variëren (4,11).<br />

Bakkerijproducten die wor<strong>de</strong>n verkocht op <strong>de</strong> Belgische markt hebben een gemid<strong>de</strong>ld<br />

transvetzuurgehalte van 6%, <strong>met</strong> evenwel ook uitschieters van bijna 20%.<br />

Momenteel tekent zich b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> sector van <strong>de</strong>ze onzichtbare vetten nog geen dui<strong>de</strong>lijke trend af om<br />

het transvetzuurgehalte te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Samen <strong>met</strong> een aantal technische re<strong>de</strong>nen vormt het feit dat <strong>de</strong><br />

consument nog onvoldoen<strong>de</strong> stilstaat bij het gebruik van 'onzichtbare' vetten waarschijnlijk <strong>de</strong> meest<br />

logische verklar<strong>in</strong>g voor het uitblijven van <strong>de</strong> overschakel<strong>in</strong>g naar het gebruik van vetmengsels <strong>met</strong> een<br />

laag transvetzuurgehalte.<br />

Besluit<br />

Om een mogelijk scha<strong>de</strong>lijk effect van transvetzuren op <strong>de</strong> gezondheid te voorkomen, wordt algemeen<br />

aangera<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong>name ervan waar nodig te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en zeker niet te verhogen. Hieraan kan reeds<br />

<strong>in</strong> belangrijke mate wor<strong>de</strong>n voldaan door het gebruik van partieel gehydrogeneer<strong>de</strong> vetten <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>dustrie te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. De Europese voed<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len<strong>in</strong>dustrie heeft hierop reeds a<strong>de</strong>quaat<br />

gereageerd door meer margar<strong>in</strong>es <strong>met</strong> we<strong>in</strong>ig of geen transvetzuren op <strong>de</strong> markt te brengen. Het is<br />

echter wenselijk dat ook producenten van gehar<strong>de</strong> plantaardige frituurvetten, voornamelijk voor gebruik<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> horeca en snackbars, en bakkerijvetten hun producten zoveel mogelijk trachten te ontdoen van<br />

transvetzuren, zon<strong>de</strong>r daarbij <strong>de</strong> hoeveelheid verzadig<strong>de</strong> vetten te verhogen.<br />

Daarnaast mogen we bovendien niet uit het oog verliezen dat het typische westerse voed<strong>in</strong>gspatroon<br />

nog ongeveer 14 energie% verzadig<strong>de</strong> vetzuren levert op een totaal van 35-40 energie% vet.<br />

Vergeleken hierbij is het aan<strong>de</strong>el van transvetzuren laag (2-5 energie%).<br />

Het voornaamste voed<strong>in</strong>gsadvies <strong>met</strong> betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> vet<strong>in</strong>name blijft dan ook een beperk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

totale vet<strong>in</strong>name tot maximaal 30 energie% en van verzadig<strong>de</strong> vetten tot maximaal 10 energie% <strong>in</strong> het<br />

bijzon<strong>de</strong>r. Slechts <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze aanbevel<strong>in</strong>g kan een verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>name van<br />

transvetzuren eveneens z<strong>in</strong>vol zijn.<br />

Nutr<strong>in</strong>ews - p. 6


Literatuur<br />

1. Hulshof, K. et al. (1999). Intake of fatty acids <strong>in</strong> Western Europe with emphasis on trans fatty<br />

acids : The TRANSFAIR study. Eur.J.Cl<strong>in</strong>.Nutr.53.143-157<br />

2. Katan, M.B. et al. (1994). Effects of fats and fatty acids on blood lipids <strong>in</strong> humans : an overview.<br />

Am.J.Cl<strong>in</strong>.Nutr.,60,S1017-S1022.<br />

3. Fritsche, J. and Ste<strong>in</strong>hart,H. (1998). Analysis, occurrence, and physiological properties of trans<br />

fatty acids (TFA) with particular emphasis on conjugated l<strong>in</strong>oleic acid isomers (CLA) -a review.<br />

Fett/lipid, 100,190-210.<br />

4. De Greyt,W. (1997). Effect of physical ref<strong>in</strong><strong>in</strong>g on selected m<strong>in</strong>or components <strong>in</strong> vegetable oils.<br />

Ph.D-thesis, University of Ghent. 218pp.<br />

5. Vergroesen, A.J. (1972). Dietary fat and cardiovascular disease : possible mo<strong>de</strong>s of action of<br />

l<strong>in</strong>oleic acid. Proc.Nutr.Soc.,31,323-329.<br />

6. Matson, F.H. et al. (1975). Effect of hydrogenated fat on the plasma cholesterol and triglyceri<strong>de</strong><br />

levels of man. Am.J.Cl<strong>in</strong>.Nutr.,28,726-731.<br />

7. Mens<strong>in</strong>k, R.P. and Katan, M.B. (1990). Effect of dietary trans fatty acids on high-<strong>de</strong>nsity and low<strong>de</strong>nsity<br />

lipoprote<strong>in</strong> cholesterol levels <strong>in</strong> healthy subjects. N. Engl. J. Med., 323,439-445.<br />

8. Judd, J.T., Clevi<strong>de</strong>nce, B.A. and Meus<strong>in</strong>g, R.A. (1994). Dietary trans fatty acids : effects on<br />

plasma lipids and lipoprote<strong>in</strong>s of healthy men and women. Am. J. Cl<strong>in</strong>. Nutr., 59, 861-868.<br />

9. Willett, W.C. et al. (1993). Intakes of trans fatty acids and risk of coronary heart disease among<br />

women. Lancet, 341,581-586.<br />

10. Aro et al. (1995). Adipose tissue isomeric trans fatty acids and risk of myocardial <strong>in</strong>farction <strong>in</strong><br />

n<strong>in</strong>e countries : the EURAMIC study. Lancet, 345, 273-278.<br />

11. Aro et al. (1998). Trans fatty acids <strong>in</strong> Dietary Fats and Oils from 14 European Countries : The<br />

TRANFAIR study. Journal of Food Composition and Analysis,11,137-149.<br />

12. Kris-Etherton, P.M and Nicolosi, J. (1995). Trans fatty acids and coronary heart disease risk.<br />

Booklet published by ILSI-North America, Wash<strong>in</strong>gton, 1-24.<br />

13. Ste<strong>in</strong>hart, H. and Pfalzgraf, A. (1995). Consumption and <strong>met</strong>abolism of dietary trans fatty acids.<br />

Eur.J.Med. Res.,1,84-85.<br />

14. British Nutrition Foundation. Trans fatty acids. Report of the BNF task force, BNF, London.<br />

15. Nestel et al. (1992). Plasma lipoprote<strong>in</strong> lipid and Lp(a) changes with substitution of elaidic acid<br />

for oleic acid <strong>in</strong> the diet. J. Lipid Res. 33 (7), 1029-1036.<br />

16. Ascherie et al. (1997). Health effects of trans fatty acids. Am.J.Cl<strong>in</strong>.Nutr. 66 (suppl.), 1006S-<br />

1010S.<br />

Nutr<strong>in</strong>ews - p. 7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!