02.06.2013 Views

SINUMERIK 840D Sl ShopTurn - Boelens Machines

SINUMERIK 840D Sl ShopTurn - Boelens Machines

SINUMERIK 840D Sl ShopTurn - Boelens Machines

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl<br />

<strong>ShopTurn</strong><br />

Bedienen/Programmeren<br />

Geldig voor<br />

Besturing<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl/<strong>840D</strong>E sl<br />

Software versie<br />

NCU systeemsoftware voor<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl/<strong>840D</strong>E sl 1.3<br />

met <strong>ShopTurn</strong> 7.1<br />

Uitgave 08/2005<br />

Inleiding 1<br />

Machine instellen 2<br />

Werkstuk bewerken 3<br />

<strong>ShopTurn</strong>-programma<br />

creëren<br />

4<br />

<strong>ShopTurn</strong>-functies 5<br />

Arbeiten met manuele<br />

machine<br />

6<br />

G-code-programma 7<br />

Werktuigen beheren 8<br />

Programma's beheren 9<br />

Meldingen, alarmen,<br />

gebruikersgegevens<br />

10<br />

Voorbeelden 11<br />

Bijlage A<br />

Index B


<strong>SINUMERIK</strong>® -documentatie<br />

Oplagesleutel<br />

De navolgend vermelde uitgaven zijn vóór deze uitgave verschenen.<br />

In de kolom "Opmerking" is d.m.v. een letter aangegeven welke status de tot nu toe verschenen<br />

edities bezitten.<br />

Kenmerken van de status in de kolom "Opmerking":<br />

A .... Nieuwe documentatie.<br />

B .... Onveranderde nadruk met nieuw bestelnummer.<br />

C .... Herziene versie met nieuwe uitgavestand.<br />

Uitgave Bestelnr. Opmerking<br />

03/2001 6FC5 298-6AD50-0JP0 A<br />

01/2002 6FC5 298-6AD50-0JP1 C<br />

06/2003 6FC5 298-6AD50-0JP2 C<br />

08/2005 6FC5 398-5AP10-0JA0 C<br />

Merken<br />

SIMATIC®, SIMATIC HMI®, SIMATIC NET®, SIROTEC®, <strong>SINUMERIK</strong>® en SIMODRIVE® zijn gedeponeerde<br />

merken van Siemens AG. De andere benamingen in dit gedrukte document kunnen merken zijn waarvan het<br />

gebruik door derden voor hun doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.<br />

Meer informatie vindt u in het internet op:<br />

http://www.siemens.com/motioncontrol<br />

© Siemens AG 2005<br />

Er kunnen eventueel andere in deze documentatie niet beschreven functies in de<br />

besturing lopen. Er bestaat echter geen aanspraak op deze functies bij een nieuwe<br />

levering resp. in een service geval.<br />

Wij hebben de inhoud van dit document gecontroleerd op overeenstemming met de<br />

beschreven hardware en software. Toch kunnen afwijkingen niet worden<br />

uitgesloten. De gegevens in dit gedrukte document worden wel regelmatig<br />

gecontroleerd, en de noodzakelijke correcties zijn in de volgende oplagen<br />

inbegrepen. Voor verbeteringsvoorstellen zijn wij zeer dankbaar.<br />

Technische wijzigingen voorbehouden.<br />

6FC5398-5AP10 – 0JA0 Siemens-Aktiengesellschaft.


0 08/2005 Woord vooraf<br />

Woord vooraf<br />

<strong>SINUMERIK</strong>documentatie<br />

De <strong>SINUMERIK</strong>-documentatie is in 3 niveaus ingedeeld:<br />

• Algemene documentatie<br />

• Gebruikersdocumentatie<br />

• Documentatie van de fabrikant-/Servicedocumentatie<br />

Meer informatie over andere documenten m.b.t. <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl,<br />

die gelden voor alle <strong>SINUMERIK</strong>-besturing (bv. universele interface,<br />

meetcycli…), krijgt u bij uw Siemens-vestiging.<br />

Een maandelijks geactualiseerd documentenoverzicht met de<br />

beschikbare talen vindt u op het internet onder:<br />

http://www.siemens.com/motioncontrol<br />

Volg de menupunten "Support" "Technische documentatie" <br />

"Documentenoverzicht".<br />

De interneteditie van de DOConCD, de DOConWEB, vindt u onder:<br />

http://www.automation.siemens.com/doconweb<br />

Bestemd voor Deze documentatie wendt zich tot de bediener van enkele-slededraaimachines<br />

met <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl.<br />

Standaardomvang Deze bedienings-/programmeerhandleiding beschrijft de functionaliteit<br />

van de bedieningsinterface <strong>ShopTurn</strong>. Uitbreidingen of wijzigingen<br />

uitgevoerd door de fabrikant van de machine worden<br />

gedocumenteerd door de fabrikant van de machine.<br />

Er kunnen in de besturing nog andere, in deze documentatie niet<br />

verklaarde functies aflopen. Er bestaat echter geen aanspraak op<br />

deze functies bij een nieuwe levering resp. in een service geval.<br />

Hotline Met vragen kunt u zich tot de volgende hotlines wenden:<br />

A&D Technical Support<br />

Tel.: +49 (0) 180 5050-222<br />

Fax: +49 (0) 180 5050-223<br />

Email: mailto:adsupport@siemens.com<br />

Internet: http://www.siemens.de/automation/support-request<br />

Technologie-Hotline<br />

Tel.: +49 (0) 2166 5506-115<br />

De hotline is op werkdagen bereikbaar van 8-17 h.<br />

Bij vragen (suggesties, correcties) i.v.m. de documentatie, gelieve een<br />

fax of email aan het volgende adres te zenden:<br />

Fax: +49 (0) 9131 98-63315<br />

Email: mailto:motioncontrol.docu@siemens.com<br />

Faxformulier zie reactieblad op het einde van het document<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 iii<br />

0


0 Woord vooraf 08/2005<br />

Internetadres http://www.siemens.com/motioncontrol<br />

Principe Uw <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl met <strong>ShopTurn</strong> is gebouwd volgens de<br />

nieuwste technische stand en de erkende veiligheidstechnische<br />

reglementeringen, normen en voorschriften.<br />

Bijkomende inrichtingen Met speciale, door SIEMENS aangeboden toestellen,<br />

uitbreidingsinrichtingen en evolutiepakketten kan het<br />

toepassingsbereik van de SIEMENS-besturingen gericht worden<br />

uitgebreid.<br />

Personeel Er mag enkel goed geschoold, bevoegd en betrouwbaar<br />

personeel worden ingezet. Zonder de noodzakelijke opleiding mag<br />

niemand, ook niet voor korte tijd, aan de besturing werken.<br />

De bevoegdheden van het personeel dat verantwoordelijk is voor de<br />

instelling, de bediening en het onderhoud moeten duidelijk<br />

vastgelegd en de naleving ervan gecontroleerd worden.<br />

Gedrag Voor de inbedrijfstelling van de besturing moet verzekerd zijn dat het<br />

bevoegde personeel de bedieningshandleidingen heeft gelezen en<br />

begrepen. Bovendien moet de algemene technische toestand van de<br />

besturing (extern herkenbare gebreken en beschadigingen en<br />

wijzigingen van het bedrijfsgedrag) permanent worden<br />

gecontroleerd..<br />

Service Het herstel mag enkel overeenkomstig de gegevens in de<br />

onderhouds- en instandhoudingsinstructies door speciaal voor ieder<br />

vakgebied geschoolde en gekwalificeerde personen worden<br />

uitgevoerd. Daarbij moeten alle geldende veiligheidsvoorschriften in<br />

acht worden genomen.<br />

Als niet reglementair en elke aansprakelijkheid door de fabrikant<br />

uitsluitend geldt:<br />

• Iedere van de bovengenoemde punten afwijkende applicatie of<br />

verder gebruik.<br />

• Als de besturing niet in technisch onberispelijke toestand, niet<br />

veiligheids- en risicobewust en met inachtneming van alle<br />

instructies in de handleiding wordt gebruikt.<br />

• Als storingen die de veiligheid negatief beïnvloeden niet worden<br />

hersteld voor de besturing in gebruik wordt genomen.<br />

• Ieder veranderen, overbruggen of buiten gebruik zetten van<br />

inrichtingen aan de besturing, die voor het onberispelijke<br />

functioneren, het onbeperkte gebruik evenals de actieve en<br />

passieve veiligheid dienen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

iv <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

0


0 08/2005 Woord vooraf<br />

Structuur van de<br />

documentatie<br />

In deze documentatie worden de volgende door pictogrammen<br />

gemarkeerde informatieblokken gebruikt:<br />

Oriëntatie<br />

Achtergrondinformatie<br />

Bedieningsvolgorde<br />

Verklaring van de parameters<br />

Bijkomende aanwijzingen<br />

Software-optie<br />

Bij de beschreven functie gaat het om een software-optie. D.w.z. dat<br />

de functie op uw besturing alleen werkt wanneer u de betreffende<br />

optie heeft gekocht.<br />

Veiligheidsinstructies Dit handboek bevat instructies die in acht moeten worden genomen<br />

met het oog op uw persoonlijke veiligheid en het vermijden van<br />

materiële schade. De instructies die betrekking hebben op uw<br />

persoonlijke veiligheid zijn gekenmerkt met een gevarendriehoek,<br />

aanwijzingen m.b.t. materiële schade hebben geen gevarendriehoek.<br />

Afhankelijk van het risiconiveau worden de waarschuwingen in<br />

afnemende volgorde als volgt weergegeven.<br />

Gevaar<br />

betekent dat dood of aanzienlijk letsel zal optreden als de<br />

desbetreffende maatregelen niet worden getroffen.<br />

Waarschuwing<br />

betekent dat dood of aanzienlijk letsel kan optreden als de<br />

desbetreffende maatregelen niet worden getroffen.<br />

Voorzichtig<br />

met gevarendriehoek betekent dat lichte letsels kunnen optreden als<br />

de desbetreffende veiligheidsmaatregelen niet worden getroffen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 v<br />

0


0 Woord vooraf 08/2005<br />

Voorzichtig<br />

zonder gevarendriehoek betekent dat materiële schade kan optreden<br />

als de desbetreffende veiligheidsmaatregelen niet worden getroffen.<br />

Opgepast<br />

betekent dat een ongewenst resultaat of een ongewenste toestand<br />

kan optreden als de desbetreffende instructie niet in acht wordt<br />

genomen.<br />

Machinefabrikant Wanneer over bepaalde feiten evt. verklaringen of wijzigingen van de<br />

machinefabrikant bestaan, wordt dit als volgt aangegeven:<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Literatuurverwijzing Wanneer u bepaalde feiten in verder gaande literatuur kunt nalezen,<br />

wordt dit als volgt gemarkeerd:<br />

Literatuur:<br />

Een maandelijks geactualiseerd documentenoverzicht met de<br />

beschikbare talen vindt u op het internet onder:<br />

http://www.siemens.com/motioncontrol<br />

Volg de menupunten "Support" "Technische documentatie" <br />

"Documentenoverzicht".<br />

Begrippen Hieronder wordt de betekenis van enkele fundamentele begrippen in<br />

deze documentatie vastgelegd.<br />

Programma<br />

Een programma is een reeks van aanwijzingen aan de CNC-besturing<br />

die gezamenlijk de productie van een bepaald werkstuk aan de<br />

machine bewerkt.<br />

Contour<br />

Met contour is enerzijds de omtrek van een werkstuk bedoeld.<br />

Anderzijds wordt ook een deel van het programma contour genoemd,<br />

waarin uit verschillende elementen de omtrek van een werkstuk wordt<br />

bepaald.<br />

Cyclus<br />

Een cyclus, bijv. draadboren, is een door <strong>ShopTurn</strong> vastgelegd<br />

onderprogramma voor de uitvoering van een meermaals optredende<br />

bewerkingsprocedure.<br />

(Soms wordt een cyclus ook functie genoemd.)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

vi <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

0


0 08/2005 Woord vooraf<br />

Spillen/assen<br />

De verschillende spillen/assen worden in deze documentatie als volgt<br />

benoemd:<br />

S1: Hoofdspil<br />

S2: Werktuigspil<br />

S3: Tegenspil<br />

C1: C-as hoofdspil<br />

C3: C-as tegenspil<br />

Z3: Bijkomende as (bijv. as voor het verplaatsen van de tegenspil)<br />

De machinefabrikant kan echter andere benamingen gebruiken.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Maateenheid In de beschikbare documentatie worden de eenheden van de<br />

parameters altijd metrisch aangegeven. De overeenkomstige<br />

eenheden in inch vindt u in de volgende tabel.<br />

Metrisch Inch<br />

mm in<br />

mm/tand in/tand<br />

mm/min in/min<br />

mm/o in/o<br />

m/min ft/min<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 vii<br />

0


0 Woord vooraf 08/2005<br />

Voor notities<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

viii <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

0


0 08/2005 Inhoud<br />

Inhoud<br />

Inleiding 1-15<br />

1.1 <strong>ShopTurn</strong> .................................................................................................................. 1-16<br />

1.1.1 Arbeidsprocedure...................................................................................................... 1-17<br />

1.2 Werkplek ................................................................................................................... 1-18<br />

1.2.1 Coördinatensysteem................................................................................................. 1-19<br />

1.2.2 Bedieningspanelen ................................................................................................... 1-20<br />

1.2.3 Toetsen van de bedieningspanelen.......................................................................... 1-23<br />

1.2.4 Machinebesturingspanelen....................................................................................... 1-25<br />

1.2.5 Elementen van de machinebesturingspanelen......................................................... 1-25<br />

1.3 Bedieningsoppervlak................................................................................................. 1-29<br />

1.3.1 Overzicht................................................................................................................... 1-29<br />

1.3.2 Bediening via softkeys en toetsen ............................................................................ 1-32<br />

1.3.3 Programma-aanzichten ............................................................................................ 1-36<br />

1.3.4 Parameters invoeren................................................................................................. 1-40<br />

1.3.5 CNC-ISO-bedieningsmenu ....................................................................................... 1-42<br />

1.3.6 <strong>ShopTurn</strong> Open (PCU 50.3) ..................................................................................... 1-44<br />

Machine instellen 2-45<br />

2.1 In- en uitschakelen.................................................................................................... 2-46<br />

2.2 Naar referentiepunt bewegen ................................................................................... 2-46<br />

2.2.1 Gebruikerstoestemming bij Safety Integrated .......................................................... 2-48<br />

2.3 Bedieningsmodi ........................................................................................................ 2-49<br />

2.4 Instellingen voor de machine .................................................................................... 2-50<br />

2.4.1 Maateenheid (millimeter/inch) omschakelen ............................................................ 2-50<br />

2.4.2 Coördinatensysteem (MCS/WCS) omschakelen...................................................... 2-51<br />

2.4.3 Spillen ....................................................................................................................... 2-52<br />

2.5 Werktuigen................................................................................................................ 2-54<br />

2.5.1 Nieuw werktuig aanleggen........................................................................................ 2-56<br />

2.5.2 Werktuiglijst............................................................................................................... 2-57<br />

2.5.3 Werktuig manueel meten.......................................................................................... 2-64<br />

2.5.4 Werktuig meten met meettaster................................................................................ 2-66<br />

2.5.5 Meettaster afstemmen .............................................................................................. 2-67<br />

2.5.6 Werktuig meten met loep.......................................................................................... 2-69<br />

2.6 Werkstuknulpunt meten ............................................................................................ 2-70<br />

2.7 Nulpuntverschuivingen.............................................................................................. 2-71<br />

2.7.1 Nulpuntverschuiving instellen ................................................................................... 2-72<br />

2.7.2 Nulpuntverschuivingen definiëren............................................................................. 2-74<br />

2.7.3 Nulpuntverschuivingslijst .......................................................................................... 2-75<br />

2.8 Manuele modus ........................................................................................................ 2-77<br />

2.8.1 Werktuig en spil selecteren....................................................................................... 2-77<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 ix<br />

0


0 Inhoud 08/2005<br />

2.8.2 Assen verplaatsen.....................................................................................................2-79<br />

2.8.3 Assen positioneren....................................................................................................2-81<br />

2.8.4 Werkstuk eenvoudig verspanen................................................................................2-82<br />

2.8.5 Instellingen voor de manuele modus ........................................................................2-84<br />

2.9 MDA ..........................................................................................................................2-86<br />

2.10 Looptijden..................................................................................................................2-87<br />

Werkstuk bewerken 3-89<br />

3.1 Bewerking starten/stoppen........................................................................................3-90<br />

3.2 Programma inlopen...................................................................................................3-93<br />

3.3 Actueel programmablok tonen ..................................................................................3-94<br />

3.4 Assen herpositioneren ..............................................................................................3-95<br />

3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt.................................................3-96<br />

3.6 Programmaverloop beïnvloeden.............................................................................3-102<br />

3.7 Overschrijven ..........................................................................................................3-103<br />

3.8 Programma testen...................................................................................................3-105<br />

3.9 Programma corrigeren ............................................................................................3-106<br />

3.10 G- en hulpfuncties tonen .........................................................................................3-107<br />

3.11 Bewerking simuleren...............................................................................................3-108<br />

3.11.1 Simuleren voor de bewerking van het werkstuk .....................................................3-110<br />

3.11.2 Meetekenen voor de bewerking van het werkstuk..................................................3-112<br />

3.11.3 Meetekenen tijdens de bewerking van het werkstuk ..............................................3-113<br />

3.11.4 Uitgangsmateriaalvorm voor een G-code-programma veranderen........................3-113<br />

3.11.5 Verschillende aanzichten van het werkstuk............................................................3-114<br />

3.11.6 Fragment veranderen..............................................................................................3-118<br />

3.12 Instellingen voor de automatische modus...............................................................3-120<br />

3.12.1 Testaanvoer vastleggen..........................................................................................3-120<br />

3.12.2 Werkstukteller parametreren...................................................................................3-121<br />

<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 4-123<br />

4.1 Programmastructuur ...............................................................................................4-124<br />

4.2 Basis........................................................................................................................4-126<br />

4.2.1 Bewerkingsvlakken .................................................................................................4-126<br />

4.2.2 Bewerkingscyclus benaderen/verlaten ...................................................................4-128<br />

4.2.3 Absolute en incrementele maat...............................................................................4-130<br />

4.2.4 Poolcoördinaten ......................................................................................................4-132<br />

4.2.5 Rekenmachine ........................................................................................................4-133<br />

4.2.6 Passingen................................................................................................................4-135<br />

4.3 Stappenreeksprogramma........................................................................................4-136<br />

4.3.1 Overzicht .................................................................................................................4-136<br />

4.3.2 Nieuw programma aanleggen.................................................................................4-138<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

x <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

0


0 08/2005 Inhoud<br />

4.3.3 Programmablokken creëren ................................................................................... 4-143<br />

4.3.4 Programmablokken veranderen ............................................................................. 4-147<br />

4.3.5 Programma-editor ................................................................................................... 4-148<br />

4.3.6 Aantal aangeven ..................................................................................................... 4-151<br />

<strong>ShopTurn</strong>-functies 5-153<br />

5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen.................................................................. 5-155<br />

5.1.1 Werktuig en bewerkingsniveau selecteren ............................................................. 5-156<br />

5.1.2 Rechte..................................................................................................................... 5-158<br />

5.1.3 Cirkel met een bekend middelpunt ......................................................................... 5-160<br />

5.1.4 Cirkel met een bekende radius ............................................................................... 5-161<br />

5.1.5 Poolcoördinaten ...................................................................................................... 5-163<br />

5.1.6 Rechte polair........................................................................................................... 5-164<br />

5.1.7 Cirkel polair .............................................................................................................5-166<br />

5.2 Boren.......................................................................................................................5-167<br />

5.2.1 Boren midden.......................................................................................................... 5-168<br />

5.2.2 Schroefdraad midden.............................................................................................. 5-170<br />

5.2.3 Boren en wrijven ..................................................................................................... 5-171<br />

5.2.4 Diepboren ............................................................................................................... 5-173<br />

5.2.5 Schroefdraadboren ................................................................................................. 5-175<br />

5.2.6 Schroefdraadfrezen ................................................................................................ 5-177<br />

5.2.7 Posities en positiepatronen..................................................................................... 5-179<br />

5.2.8 Willekeurige posities ............................................................................................... 5-180<br />

5.2.9 Positiemodel lijn ...................................................................................................... 5-182<br />

5.2.10 Positiepatroon rooster............................................................................................. 5-183<br />

5.2.11 Positiepatroon raam................................................................................................ 5-186<br />

5.2.12 Positiepatroon volledige cirkel ................................................................................ 5-188<br />

5.2.13 Positiepatroon deelcirkel......................................................................................... 5-190<br />

5.2.14 Posities tonen en verbergen ................................................................................... 5-192<br />

5.2.15 Posities herhalen .................................................................................................... 5-193<br />

5.3 Draaien.................................................................................................................... 5-194<br />

5.3.1 Verspaancycli.......................................................................................................... 5-194<br />

5.3.2 Rilcycli ..................................................................................................................... 5-197<br />

5.3.3 Ondersnijdingen vorm E en F ................................................................................. 5-200<br />

5.3.4 Schroefdraadondersnijdingen................................................................................. 5-201<br />

5.3.5 Schroefdraad draaien ............................................................................................. 5-203<br />

5.3.6 Nabewerking schroefdraad..................................................................................... 5-207<br />

5.3.7 Afsteken ..................................................................................................................5-208<br />

5.4 Contourdraaien ....................................................................................................... 5-210<br />

5.4.1 Weergave van de contour....................................................................................... 5-212<br />

5.4.2 Nieuwe contour aanleggen ..................................................................................... 5-214<br />

5.4.3 Contourelementen creëren ..................................................................................... 5-215<br />

5.4.4 Contour wijzigen ..................................................................................................... 5-220<br />

5.4.5 Verspanen............................................................................................................... 5-222<br />

5.4.6 Verspanen restmateriaal......................................................................................... 5-226<br />

5.4.7 Steken ..................................................................................................................... 5-228<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 xi<br />

0


0 Inhoud 08/2005<br />

5.4.8 Steken restmateriaal ...............................................................................................5-230<br />

5.4.9 Steekdraaien ...........................................................................................................5-231<br />

5.4.10 Steekdraaien restmateriaal .....................................................................................5-233<br />

5.5 Frezen .....................................................................................................................5-235<br />

5.5.1 Rechthoekige kamer ...............................................................................................5-236<br />

5.5.2 Cirkelvormige kamer ...............................................................................................5-240<br />

5.5.3 Rechthoekige tap ....................................................................................................5-243<br />

5.5.4 Cirkelvormige tap ....................................................................................................5-247<br />

5.5.5 Langsgroef ..............................................................................................................5-250<br />

5.5.6 Cirkelgroef ...............................................................................................................5-253<br />

5.5.7 Posities....................................................................................................................5-257<br />

5.5.8 Meerkant .................................................................................................................5-258<br />

5.5.9 Gravure ...................................................................................................................5-260<br />

5.6 Contourfrezen..........................................................................................................5-267<br />

5.6.1 Weergave van de contour .......................................................................................5-270<br />

5.6.2 Nieuwe contour aanleggen .....................................................................................5-272<br />

5.6.3 Contourelementen aanleggen.................................................................................5-274<br />

5.6.4 Contour wijzigen......................................................................................................5-281<br />

5.6.5 Baanfrezen ..............................................................................................................5-283<br />

5.6.6 Contourkamer voorboren ........................................................................................5-288<br />

5.6.7 Contourkamer frezen (voorbewerking) ...................................................................5-292<br />

5.6.8 Restmateriaal contourkamer ruimen.......................................................................5-295<br />

5.6.9 Nabewerking contourkamer ....................................................................................5-297<br />

5.6.10 Contourkamer afkanten...........................................................................................5-301<br />

5.6.11 Contourtappen frezen (voorbewerking) ..................................................................5-302<br />

5.6.12 Restmateriaal contourtap ruimen............................................................................5-305<br />

5.6.13 Nabewerking contourtap .........................................................................................5-307<br />

5.6.14 Contourtap afkanten................................................................................................5-310<br />

5.7 Onderprogramma oproepen ...................................................................................5-312<br />

5.8 Programmablokken herhalen..................................................................................5-314<br />

5.9 Bewerking met de tegenspil....................................................................................5-315<br />

5.10 Programma-instellingen wijzigen ............................................................................5-321<br />

5.11 Nulpuntverschuivingen oproepen ...........................................................................5-322<br />

5.12 Coördinatentransformaties definiëren.....................................................................5-323<br />

5.13 Verwijderings-/benaderingscyclus programmeren..................................................5-326<br />

5.14 G-Code invoegen in stappenreeksprogramma.......................................................5-327<br />

5.15 Inleren .....................................................................................................................5-329<br />

5.15.1 Cyclus inleren..........................................................................................................5-329<br />

5.15.2 Positiepatroon inleren .............................................................................................5-330<br />

5.15.3 Contourobject inleren ..............................................................................................5-331<br />

Werken met manuele machine 6-333<br />

6.1 Manuele Machine....................................................................................................6-334<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

xii <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

0


0 08/2005 Inhoud<br />

6.2 Nulpuntverschuivingen............................................................................................ 6-335<br />

6.3 Eenvoudige werkstukbewerking in de modus Hand............................................... 6-335<br />

6.3.1 Assen verplaatsen .................................................................................................. 6-336<br />

6.3.2 Kegeldraaien........................................................................................................... 6-337<br />

6.3.3 Rechte draaien........................................................................................................ 6-338<br />

6.4 Complexere bewerking in de modus Hand............................................................. 6-339<br />

6.4.1 Boren met manuele machine.................................................................................. 6-340<br />

6.4.2 Draaien met manuele machine............................................................................... 6-340<br />

6.4.3 Frezen met manuele machine ................................................................................ 6-341<br />

6.5 Simulatie ................................................................................................................. 6-341<br />

G-Code-programma 7-343<br />

7.1 G-Code-programma creëren .................................................................................. 7-344<br />

7.2 G-Code-programma uitvoeren................................................................................ 7-347<br />

7.3 G-Code-editor ......................................................................................................... 7-349<br />

7.4 Rekenparameter ..................................................................................................... 7-352<br />

Werktuigen beheren 8-353<br />

8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn .......................................... 8-354<br />

8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen ................................................................. 8-360<br />

8.2.1 Nieuw werktuig aanleggen...................................................................................... 8-360<br />

8.2.2 Meerdere snijkanten per werktuig aanleggen......................................................... 8-362<br />

8.2.3 Zusterwerktuig aanleggen ...................................................................................... 8-363<br />

8.3 Werktuigen sorteren................................................................................................ 8-364<br />

8.4 Werktuigen uit de werktuiglijst wissen .................................................................... 8-364<br />

8.5 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen ............................ 8-365<br />

8.6 Werktuig verplaatsen .............................................................................................. 8-367<br />

8.7 Magazijn positioneren............................................................................................. 8-369<br />

8.8 Werktuigslijtagegevens invoeren ............................................................................ 8-369<br />

8.9 Werktuigbewaking activeren................................................................................... 8-370<br />

8.10 Magazijnplaatsen beheren...................................................................................... 8-372<br />

Programma's beheren 9-373<br />

9.1 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> .................................................................... 9-374<br />

9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded).......................... 9-375<br />

9.2.1 Programma openen ................................................................................................ 9-377<br />

9.2.2 Programma uitvoeren ............................................................................................. 9-378<br />

9.2.3 G-Code-programma afwerken van USB-/netwerk-drive......................................... 9-379<br />

9.2.4 Directory/programma aanleggen ............................................................................ 9-380<br />

9.2.5 Meerdere programma's markeren .......................................................................... 9-381<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 xiii<br />

0


0 Inhoud 08/2005<br />

9.2.6 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen........................................................9-382<br />

9.2.7 Directory/Programma wissen..................................................................................9-383<br />

9.2.8 Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen ..........................................................9-384<br />

9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)..........................................9-387<br />

9.3.1 Programma openen ................................................................................................9-389<br />

9.3.2 Programma uitvoeren..............................................................................................9-390<br />

9.3.3 Programma laden/ontladen.....................................................................................9-391<br />

9.3.4 G-Code-programma van harddisk resp. diskdrive/USB-/netwerk-drive afwerken..9-392<br />

9.3.5 Directory/Programma nieuw aanleggen..................................................................9-394<br />

9.3.6 Meerdere programma's markeren...........................................................................9-395<br />

9.3.7 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen/verschuiven ...................................9-396<br />

9.3.8 Directory/Programma wissen..................................................................................9-398<br />

9.3.9 Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen ..........................................................9-398<br />

Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens 10-401<br />

10.1 Meldingen..............................................................................................................10-402<br />

10.2 Alarmen .................................................................................................................10-402<br />

10.3 Gebruikersgegevens .............................................................................................10-403<br />

10.4 Versie-indicatie......................................................................................................10-405<br />

Voorbeelden 11-407<br />

11.1 Standaardbewerkingen .........................................................................................11-408<br />

11.2 Contour frezen.......................................................................................................11-420<br />

Bijlage A-429<br />

A Afkortingen ............................................................................................................. A-430<br />

B Index.........................................................................................................................I-433<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

xiv <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

0


1 08/2005 Inleiding<br />

Inleiding<br />

1.1 <strong>ShopTurn</strong>................................................................................................................... 16<br />

1.1.1 Arbeidsprocedure....................................................................................................... 17<br />

1.2 Werkplek.................................................................................................................... 18<br />

1.2.1 Coördinatensysteem .................................................................................................. 19<br />

1.2.2 Bedieningspanelen .................................................................................................... 20<br />

1.2.3 Toetsen van de bedieningspanelen ........................................................................... 23<br />

1.2.4 Machinebesturingspanelen ........................................................................................ 25<br />

1.2.5 Elementen van de machinebesturingspanelen........................................................... 25<br />

1.3 Bedieningsoppervlak.................................................................................................. 29<br />

1.3.1 Overzicht.................................................................................................................... 29<br />

1.3.2 Bediening via softkeys en toetsen.............................................................................. 32<br />

1.3.3 Programma-aanzichten.............................................................................................. 36<br />

1.3.4 Parameters invoeren.................................................................................................. 40<br />

1.3.5 CNC-ISO-bedieningsmenu ........................................................................................ 42<br />

1.3.6 <strong>ShopTurn</strong> Open (PCU 50.3)....................................................................................... 44<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-15<br />

1


Inleiding 08/2005<br />

1 1.1 <strong>ShopTurn</strong><br />

1.1 <strong>ShopTurn</strong><br />

<strong>ShopTurn</strong> is een bedienings- en programmeersoftware voor<br />

draaimachines, die u een comfortabele bediening van de machine en<br />

een eenvoudig programmering van werkstukken mogelijk maakt.<br />

Hier enkele kenmerken van de software:<br />

Machine instellen Speciale meetcycli vergemakkelijken het opmeten van de werktuigen<br />

en van het werkstuk.<br />

Programma afwerken De afwerking van het programma kunt u driedimensionaal weergeven<br />

op het beeldscherm.<br />

U kunt zo op eenvoudige wijze het resultaat van de programmering<br />

controleren resp. gemakkelijk de bewerking van het werkstuk op de<br />

machine volgen (software-optie).<br />

Voor het afwerken van een stappenreeksprogramma heeft u schrijf-<br />

en leesrechten nodig.<br />

Het afwerken van stappenreeksprogramma's is een software-optie.<br />

Programma aanleggen De programmering van het werkstuk met <strong>ShopTurn</strong> is moeiteloos uit<br />

te voeren omdat deze grafisch wordt ondersteund en geen G-codekennis<br />

vergt.<br />

<strong>ShopTurn</strong> toont het programma in een overzichtelijk arbeidsplan en<br />

geeft de afzonderlijke cycli en contourelementen in een dynamische<br />

grafiek weer.<br />

De krachtige contourcomputer maakt het invoeren van willekeurige<br />

contouren mogelijk.<br />

Een verspaningscyclus met restmateriaal-detectie bespaart<br />

overbodige bewerkingen.<br />

Werktuigen beheren <strong>ShopTurn</strong> slaat uw werktuiggegevens op. De software kan daarbij ook<br />

data van werktuigen beheren, die zich niet in de revolver bevinden.<br />

Programma's beheren Vergelijkbare programma's hoeft u niet extra nieuw aan te leggen,<br />

maar u kunt deze gemakkelijk kopiëren en wijzigen.<br />

Afstandsdiagnose Verder kunt u vanuit <strong>ShopTurn</strong> wisselen naar het CNC-ISObedieningsmenu.<br />

Daar kunt u ook een afstandsdiagnose activeren,<br />

die de bediening van de machine via een externe computer mogelijk<br />

maakt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-16 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1


08/2005 Inleiding<br />

1 1.1 <strong>ShopTurn</strong><br />

1.1.1 Arbeidsprocedure<br />

In deze handleiding wordt tussen de volgende twee typische<br />

arbeidssituaties onderscheiden.<br />

• U wilt een programma afwerken om een werkstuk automatisch te<br />

laten bewerken<br />

• U wilt een programma ter bewerking van een werkstuk eerst<br />

aanleggen.<br />

Programma afwerken Voordat u een programma kunt afwerken, moet u uw machine eerst<br />

afstellen. Hiervoer moet u de volgende stappen uitvoeren, waarbij u<br />

door <strong>ShopTurn</strong> wordt ondersteund (zie hfdst. "Machine instellen"):<br />

• Referentiepunt van de machine innemen<br />

(alleen bij incrementeel wegmeetsysteem)<br />

• Werktuigen opmeten<br />

• Werkstuknulpunt vastleggen<br />

• evtl. verdere nulpuntverschuivingen invoeren<br />

Zodra u de machine heeft ingesteld, kunt u een programma selecteren<br />

en automatisch laten afwerken (zie hfdst. "Werkstuk bewerken").<br />

Programma aanleggen Als u een nieuw programma aanlegt, heeft u de keuze of u een<br />

stappenreeks- of een G-Code-programma wilt aanleggen (zie<br />

"Stappenreeksprogramma aanleggen" resp. "G-Code-programma").<br />

Bij het aanleggen van een stappenreeksprogramma verzoekt<br />

<strong>ShopTurn</strong> u om alle relevante parameters in te voeren. De<br />

programmavoortgang wordt telkens automatisch in een<br />

streepjesgrafiek weergegeven. Daarnaast wordt u bij de<br />

programmering door helpvelden ondersteund, die de afzonderlijke<br />

parameters van de bewerkingsstappen toelichten.<br />

Natuurlijk kunt u ook G-code-commando's invoegen in een<br />

stappenreeksprogramma.<br />

Een G-code-programma daarentegen moet u compleet uit G-Codecommando's<br />

samenstellen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-17<br />

1


Inleiding 08/2005<br />

1 1.2 Werkplek<br />

1.2 Werkplek<br />

Bij een <strong>ShopTurn</strong>-werkplek horen naast de draaimachine met<br />

CNC-/positioneringsbesturing nog een bedieningspaneel en een<br />

machinebesturingspaneel.<br />

Draaimachine met<br />

besturing<br />

Schets van de werkplek<br />

Bedieningspaneel<br />

Machinebestu-<br />

ringspaneel<br />

Draaimachine U kunt <strong>ShopTurn</strong> op een draaimachine met een enkele slede met drie<br />

assen, een hoofd- een werktuig- en een tegenspil toepassen.<br />

Besturing <strong>ShopTurn</strong> loopt op de CNC-besturing <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl met<br />

<strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded) en PCU 50.3 (HMI Advanced).<br />

Bedieningspaneel Via het bedieningspaneel vindt de communicatie plaats met<br />

<strong>ShopTurn</strong>.<br />

Machinebesturingspaneel<br />

Met het machinebesturingspaneel bedient u de draaimachine.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-18 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1


08/2005 Inleiding<br />

1 1.2 Werkplek<br />

1.2.1 Coördinatensysteem<br />

Bij de bewerking van een werkstuk op een draaimachine gaat men<br />

principieel uit van een haaks coördinatensysteem. Dit bestaat uit de<br />

drie t.o.v. de machine parallelle coördinatenassen X, Y en Z. De<br />

coördinatenas Y hoeft niet ingesteld te zijn. De in een willekeurige<br />

hoek draaibare spilas Z is een eigen draaias en wordt met C<br />

aangeduid.<br />

De positie van het coördinatensysteem en van het machinenulpunt<br />

zijn afhankelijk van het machinetype.<br />

M = machinenulpunt<br />

W = werkstuknulpunt<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-19<br />

M<br />

Y+<br />

W<br />

Positie van het coördinatensysteem, van het machinenulpunt en van het<br />

werkstuknulpunt (voorbeeld)<br />

X+<br />

C<br />

Z+<br />

1


Inleiding 08/2005<br />

1 1.2 Werkplek<br />

1.2.2 Bedieningspanelen<br />

Bedieningspaneel<br />

OP 010<br />

Voor de PCU's kunt u alternatief één van de volgende<br />

bedieningspanelen gebruiken:<br />

OP 010<br />

OP 010C<br />

OP 010S<br />

OP 012<br />

OP 015<br />

2<br />

Bedieningspaneel OP 010<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-20 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1<br />

3<br />

1 Beeldscherm<br />

2 Beeldschermtoetsen<br />

3 Horizontale softkey-balk<br />

4 Verticale softkey-balk<br />

5 Alfa-/numeriek blok<br />

correctie-/cursorblok met besturingstoetsenbord en input-toets<br />

6 USB-interface<br />

4<br />

2<br />

.<br />

5<br />

6<br />

1


08/2005 Inleiding<br />

1 1.2 Werkplek<br />

Bedieningspaneel<br />

OP 010C<br />

Smal bedieningspaneel<br />

OP 010S<br />

2<br />

Bedieningspaneel OP 010C<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-21<br />

1<br />

3<br />

1 Beeldscherm<br />

2 Beeldschermtoetsen<br />

3 Horizontale softkey-balk<br />

4 Verticale softkey-balk<br />

5 Alfa-/numeriek blok<br />

correctie-/cursorblok met besturingstoetsenbord en input-toets<br />

6 USB-interface<br />

A2<br />

5<br />

Bedieningspaneel OP 010S<br />

1 Beeldscherm<br />

2 Beeldschermtoetsen<br />

3 Horizontale softkey-balk<br />

4 Verticale softkey-balk<br />

5 USB-interface<br />

1<br />

A3<br />

2<br />

4<br />

.<br />

A2<br />

A4<br />

6<br />

5<br />

1


Inleiding 08/2005<br />

1 1.2 Werkplek<br />

Bedieningspaneel<br />

OP 012<br />

Bedieningspaneel<br />

OP 015<br />

A2<br />

A4<br />

Bedieningspaneel OP 012<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-22 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1<br />

A3<br />

1 Beeldscherm 12''<br />

2 Beeldschermtoetsen<br />

3 Horizontale softkey-balk<br />

4 Verticale softkey-balk<br />

5 Alfa-/numeriek blok<br />

correctie-/cursorblok met besturingstoetsenbord en input-toets<br />

6 USB-interface<br />

7 Muis<br />

5<br />

A2<br />

Bedieningspaneel OP 015<br />

1 Beeldscherm 15''<br />

2 Beeldschermtoetsen<br />

3 Horizontale softkey-balk<br />

4 Verticale softkey-balk<br />

5 USB-interface<br />

1<br />

A3<br />

A4<br />

A4<br />

A2<br />

A2<br />

7<br />

A5<br />

1<br />

6


08/2005 Inleiding<br />

1 1.2 Werkplek<br />

1.2.3 Toetsen van de bedieningspanelen<br />

Alarm Cancel<br />

Alarm wissen dat met dit symbool gemarkeerd is.<br />

Channel<br />

Niet van belang voor <strong>ShopTurn</strong>.<br />

Help<br />

Omschakelen tussen arbeidsplan en programmeergrafiek alsook<br />

tussen het parameterscherm met programmeergrafiek en<br />

parameterscherm met Help-venster.<br />

Next Window<br />

Niet van belang voor <strong>ShopTurn</strong>.<br />

Page Up resp. Page Down<br />

In de directory of in het arbeidsplan omhoog of omlaag bladeren.<br />

Cursor<br />

Tussen verschillende velden resp. regels bewegen.<br />

Met cursor rechts directory of programma openen.<br />

Met cursor links naar hoger directory-niveau wisselen.<br />

Select<br />

Tussen meerdere vastgelegde mogelijkheden kiezen.<br />

De toets stemt overeen met de softkey "Alternatief".<br />

End<br />

Cursor naar het laatste invoerveld van een parameterscherm<br />

bewegen.<br />

Backspace<br />

• Waarde in het invoerveld wissen.<br />

• In de invoermodus het voor de cursor staande teken wissen.<br />

Tab<br />

Niet van belang voor <strong>ShopTurn</strong>.<br />

Shift<br />

Met ingedrukte shift-toets het bovenste teken op toetsen met twee<br />

tekens invoeren.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-23<br />

1


Inleiding 08/2005<br />

1 1.2 Werkplek<br />

Ctrl<br />

Met de volgende toetsencombinatie bewegen in het arbeidsplan en de<br />

G-code-editor:<br />

• Ctrl + Pos1: Naar het begin springen.<br />

• Ctrl + End: Naar het einde springen.<br />

Alt<br />

Niet van belang voor <strong>ShopTurn</strong>.<br />

Del<br />

• Waarde in het parameterveld wissen.<br />

• In de invoermodus het met de cursor gemarkeerde teken wissen.<br />

• Bewerkingslijnen bij het meetekenen en in de simulatie wissen.<br />

Insert<br />

Invoegmodus of rekenmachine activeren.<br />

Input<br />

• Invoeren van een waarde in het invoerveld afsluiten.<br />

• Directory of programma openen.<br />

Alarm - alleen OP 010 en OP 010C<br />

Bedieningsbereik "Meldingen/Alarmen" oproepen.<br />

De toets stemt overeen met de softkey "Alarmlijst".<br />

Program - alleen OP 010 en OP 010C<br />

Bedieningsbereik "Programma" oproepen.<br />

De toets stemt overeen met de softkey "Prog. edit".<br />

Offset - alleen OP 010 en OP 010C<br />

Bedieningsbereik "Werktuigen/Nulpuntverschuivingen" oproepen.<br />

De toets stemt overeen met de softkey "Werkt. nulp.".<br />

Program manager - alleen OP 010 en OP 010C<br />

Bedieningsbereik "Programmamanager" oproepen.<br />

De toets stemt overeen met de softkey "Programma".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-24 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1


08/2005 Inleiding<br />

1 1.2 Werkplek<br />

1.2.4 Machinebesturingspanelen<br />

1.2.5 Elementen van de machinebesturingspanelen<br />

Reset<br />

Jog<br />

Teach In<br />

MDA<br />

Auto<br />

De draaimachine kan uitgerust zijn met een machinebesturingspaneel<br />

van Siemens of met een specifiek machinebesturingspaneel van de<br />

machinefabrikant.<br />

Via het machinebesturingspaneel start u acties aan de draaimachine,<br />

bijvoorbeeld het verplaatsen van de assen of de bewerking van het<br />

werkstuk.<br />

Voor de actieve functies gaan de LED's van de bijhorende toetsen op<br />

het machinebesturingspaneel branden.<br />

Noodstop-schakelaar<br />

Druk deze schakelaar in noodsituaties in, bv. als mensenlevens in<br />

gevaar zijn of als het risico bestaat dat de machine of het werkstuk<br />

beschadigd worden.<br />

Alle aandrijvingen worden met het maximale remmoment gestopt.<br />

Andere gevolgen van de bediening van de noodstop-schakelaar vindt<br />

u in de documenten van de machinefabrikant.<br />

Reset (terugzetten)<br />

• Bewerking van het actuele programma annuleren.<br />

De CNC-besturing blijft synchroon met de machine. Ze bevindt<br />

zich in de basispositie en is gereed voor een nieuwe programmauitvoering.<br />

• Alarm wissen<br />

Jog<br />

Bedieningmodus Machine Manueel selecteren.<br />

Teach In<br />

Niet van belang voor <strong>ShopTurn</strong>.<br />

MDA<br />

Bedieningsmodus MDA selecteren.<br />

Auto<br />

Bedieningsmodus Machine Auto selecteren.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-25<br />

1


Inleiding 08/2005<br />

1 1.2 Werkplek<br />

Single Block<br />

Repos<br />

Ref Point<br />

VAR<br />

1<br />

Cycle Start<br />

Cycle Stop<br />

+X ...<br />

Rapid<br />

WCS MCS<br />

... 10000<br />

Z<br />

Single Block<br />

Programma blok per blok afwerken (afzonderlijk blok).<br />

Repos<br />

Terugpositioneren, opnieuw naar contour bewegen.<br />

Ref Point<br />

Naar referentiepunt bewegen.<br />

Inc Var (Incremental Feed Variable)<br />

Stapmaat met variabele stapbreedte bewegen.<br />

Inc (Incremental Feed)<br />

Stapmaat met vastgelegde stapbreedte van<br />

1, ..., 10000 incrementen bewegen.<br />

De beoordeling van de incrementwaarde is afhankelijk van een<br />

machine gegevensblok.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Cycle Start<br />

Afwerking van een programma starten.<br />

Cycle Stop<br />

Afwerking van een programma stoppen.<br />

Astoetsen<br />

As in de betreffende richting verplaatsen.<br />

Rapid<br />

As in ijlgang (hoogste snelheid) verplaatsen.<br />

WCS MCS<br />

Omschakelen tussen werktuigcoördinatensysteem (WCS) en<br />

machinecoördinatensysteem (MCS).<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-26 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1


08/2005 Inleiding<br />

1 1.2 Werkplek<br />

Feed Stop<br />

Feed Start<br />

%<br />

Spindle Dec.<br />

Spindle Inc.<br />

100%<br />

Spindle Stop<br />

Spindle Start<br />

%<br />

Aanvoer-/ijlgang-override<br />

Geprogrammeerde ijlgang verminderen of verhogen.<br />

De geprogrammeerde aanvoer resp. ijlgang beantwoordt aan 100%<br />

en kan van 0% tot 120% worden geregeld, in ijlgang alleen tot 100%.<br />

De nieuw ingestelde aanvoer verschijnt als absolute waarde en in<br />

procent in de aanvoerstatusindicatie op het beeldscherm.<br />

Feed Stop<br />

Bewerking van het lopende programma stoppen en asaandrijvingen<br />

stilzetten.<br />

Feed Start<br />

Afwerking van het programma in het actuele blok voortzetten en<br />

aanvoer verhogen op de door het programma vastgelegde waarde.<br />

Spil-override<br />

Geprogrammeerd spiltoerental verlagen of verhogen.<br />

Het geprogrammeerde spiltoerental stemt overeen met 100% en kan<br />

tussen 50 en 120% worden geregeld. De nieuwe spiltoerentalinstelling<br />

verschijnt als absolute waarde en in procent in de spilstatusweergave<br />

op het scherm.<br />

Spindle Dec. – alleen machinebedieningspaneel OP032S<br />

Geprogrammeerd spiltoerental verlagen.<br />

Spindle Inc. – alleen machinebedieningspaneel OP032S<br />

Geprogrammeerd spiltoerental verhogen.<br />

100% – alleen machinebesturingspaneel OP032S<br />

Geprogrammeerd spiltoerental opnieuw instellen.<br />

Spindle Stop<br />

Spil stoppen.<br />

Spindle Start<br />

Spil starten.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-27<br />

1


Inleiding 08/2005<br />

1 1.2 Werkplek<br />

<strong>Sl</strong>eutelschakelaar<br />

Met de sleutelschakelaar kunt u verschillende toegangsrechten<br />

instellen. De sleutelschakelaar beschikt over vier posities, die<br />

toegewezen zijn aan de veiligheidsniveaus 4 tot 7.<br />

Via de machinegegevens kan de toegang tot programma's, gegevens<br />

en functies met verschillende veiligheidsniveaus worden vergrendeld.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Bij de sleutelschakelaar horen drie sleutels met verschillende kleur,<br />

die u in de aangegeven posities kunt aftrekken:<br />

Positie 0<br />

Geen sleutel<br />

Veiligheidsniveau 7<br />

Positie 1<br />

<strong>Sl</strong>eutel 1 zwart<br />

Veiligheidsniveau 6<br />

Positie 2<br />

<strong>Sl</strong>eutel 1 groen<br />

Veiligheidsniveau 5<br />

Positie 3<br />

<strong>Sl</strong>eutel 1 rood<br />

Veiligheidsniveau 4<br />

Laagste<br />

Toegangsrecht<br />

⏐<br />

↓<br />

Toenemende<br />

Toegangsrechten<br />

⏐<br />

↓<br />

Hoogste<br />

Toegangsrecht<br />

Als u de sleutelpositie wijzigt om de toegangsrechten te veranderen,<br />

wordt dit op het bedieningsoppervlak niet onmiddellijk zichtbaar. U<br />

moet eerst een actie starten (bv. directory sluiten of openen).<br />

Indien de PLC zich in stop-toestand bevindt(LED's van het<br />

machinebesturingspaneel knipperen), analyseert <strong>ShopTurn</strong> de<br />

sleutelschakelaarstanden bij het opstarten niet.<br />

De andere veiligheidsniveaus 0 tot 3 kan de machinefabrikant<br />

instellen via een wachtwoord. Als het wachtwoord gezet is, analyseert<br />

<strong>ShopTurn</strong> de sleutelschakelaarstand niet.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-28 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1


08/2005 Inleiding<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

1.3 Bedieningsoppervlak<br />

1.3.1 Overzicht<br />

Beeldschermindeling<br />

MANU ÁL 1<br />

WCS Positie<br />

10<br />

11<br />

NPV<br />

zetten<br />

Nul<br />

Werk12<br />

Meten<br />

Werkt.<br />

Positie<br />

Verspanen<br />

15 15<br />

Bedieningsoppervlak<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-29<br />

6<br />

2<br />

5 4<br />

3<br />

7<br />

Gfunctie<br />

Hulpfunctie<br />

Alle<br />

G-func.<br />

9 13<br />

14<br />

NABEWERKINGSWKT.<br />

8<br />

Act. wde<br />

MCS<br />

1 Actieve bedieningsmodus/bedieningsbereik en<br />

onderbedieningsmodus<br />

2 Alarm- en meldingsregel<br />

3 Programmanaam<br />

4 Programmapad<br />

5 Kanaaltoestand en programmabeïnvloeding<br />

6 Kanaalbedrijfsmeldingen<br />

7 Positie-indicatie van de assen<br />

8 Indicatie voor<br />

• actief werktuig T<br />

• momentele aanvoer F<br />

• actieve spil (S1 = hoofdspil, S2 = werktuigspil,<br />

S3 = tegenspil)<br />

• spilbelasting in procent<br />

9 Indicatie van de actieve nulpuntverschuivingen en rotatie<br />

10 Werkvenster<br />

11 dialoogregel voor bijkomende verklaringen<br />

12 Horizontale softkey-balk<br />

13 Verticale softkey-balk<br />

14 Softkey-toetsen<br />

15 Beeldschermtoetsen<br />

1<br />

14


Inleiding 08/2005<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

Subbedieningsmodus REF: Referentiepunt aanlopen<br />

REPOS: Terugpositioneren<br />

INC1 ... INC10000: Vaste stapmaat<br />

INC_VAR: Variabele stapmaat<br />

Kanaaltoestand RESET<br />

actief<br />

onderbroken<br />

Programmabeïnvloeding SKP: G-code-blok verbergen<br />

DRY: Proef-aanvoer<br />

!ROV: Alleen aanvoer-override (niet aanvoer- en ijlgang-override)<br />

SBL1: Afzonderlijk blok (stop na elk blok die een functie in de machine<br />

start)<br />

SBL2: Selectie in <strong>ShopTurn</strong> niet mogelijk (stop na iedere record)<br />

SBL3: Afzonderlijk blok fijn (stop na elk blok, ook binnen een<br />

cyclus)<br />

M01: Geprogrammeerde stop<br />

DRF: DRF-verschuiving<br />

PRT: Programmatest<br />

Kanaalbedrijfsmeldingen Halt: Er is een bedieningshandeling vereist.<br />

Positie-indicatie van de<br />

assen<br />

Aanvoertoestand<br />

Wachten: Er is geen bedieningshandeling vereist.<br />

Als er een actieve verwijltijd bestaat, wordt de resterende verwijltijd<br />

aangegeven. Deze wordt aangegeven in de eenheden seconden of<br />

spilomwentelingen.<br />

De actuele-waarde-aanduiding in de positie-indicatie heeft betrekking<br />

op het ENS-coördinatensysteem. De positie van het actieve<br />

werktuigen t.o.v. het werkstuknulpunt wordt aangegeven.<br />

Symbolen van de asindicatie:<br />

lineaire as geklemd<br />

ronde as geklemd<br />

Aanvoer niet vrijgegeven<br />

Spiltoestand Spil niet vrijgegeven<br />

Spil staat stil<br />

Spil draait naar rechts<br />

Spil draait naar links<br />

De indicatie van de spilbelasting in procent 200 % bedragen.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-30 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1


08/2005 Inleiding<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

Beeldschermtoetsen<br />

De kleuren van de symbolen hebben de volgende betekenis:<br />

Rood: Machine staat stil<br />

Groen: Machine loopt<br />

Geel: Wachten op een bedieningshandeling<br />

Grijs: Andere<br />

Machine<br />

Actieve bedieningsmodus (Machine Manueel, MDA of Machine Auto)<br />

oproepen.<br />

Terug<br />

Niet van belang voor <strong>ShopTurn</strong>.<br />

Uitbreiding<br />

Horizontale softkey-balk wijzigen.<br />

Menu Select<br />

Basismenu oproepen:<br />

I.p.v. het programmapad (4) kunnen ook door de machinefabrikant<br />

gedefinieerde symbolen worden getoond. Het programmapad<br />

verschijnt dan samen met de programmanaam (3).<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-31<br />

1


Inleiding 08/2005<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

1.3.2 Bediening via softkeys en toetsen<br />

Jog MDA Auto<br />

Het bedieningsmenu <strong>ShopTurn</strong> bestaat uit verschillende vensters,<br />

waarin telkens acht horizontale en acht verticale softkeys voorkomen.<br />

De softkeys bedient u met de toetsen die zich naast de softkeys<br />

bevinden.<br />

Via de softkeys kunt u telkens een nieuw scherm oproepen.<br />

<strong>ShopTurn</strong> is onderverdeeld in 3 bedieningsmodi (Machine<br />

Manueel/Machine Hand, MDA en Machine Auto) en 4<br />

bedieningsbereiken (Programmamanager, Programma<br />

Meldingen/Alarmen en Werktuigen/Nulpuntverschuivingen).<br />

Als u van één bedieningsmodus/bedieningsbereik naar een andere<br />

wilt wisselen, drukt u op de toets "Menu Select". Het basismenu<br />

verschijnt en u kunt via de softkeys het gewenste bedieningsbereik<br />

selecteren.<br />

Alternatief kunt u de bedieningsbereiken ook via de toetsen op het<br />

bedieningspaneel oproepen.<br />

Een bedieningsmodus kunt u steeds direct selecteren via de toetsen<br />

op het machinebesturingspaneel.<br />

Als u op de softkey "Machine" in het basismenu drukt, verschijnt het<br />

scherm van de momenteel actieve bedieningsmodus.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-32 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1


08/2005 Inleiding<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

Als u een ander bedieningsmodus resp. een ander bedieningsbereik<br />

selecteert, veranderen zowel de horizontale als de verticale softkeybalk.<br />

MANUEEL<br />

WCS Positie<br />

Machine<br />

Basismenu<br />

Programma<br />

WCS Positie<br />

NPV<br />

zetten<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-33<br />

Prog.<br />

edit<br />

Nulp.<br />

werkst<br />

Bedieningsmodus Machine Manueel<br />

Alarmlijst<br />

Meten<br />

werkt.<br />

Werkt.<br />

nulp.<br />

NABEWERKINGSWKT.<br />

NABEWERKINGSWKT.<br />

Positioneren<br />

Vlakfrezen<br />

CNC<br />

ISO<br />

1<br />

Gfunctie<br />

Hulpfunctie<br />

Alle<br />

G-func.<br />

Act. wde<br />

MCS


Inleiding 08/2005<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

Als u binnen een bedieningsmodus resp. een bedieningsbereik op een<br />

horizontale softkey drukt, verandert alleen de verticale softkey-balk.<br />

WCS Positie<br />

NPV<br />

zetten<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-34 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

Nulp.<br />

werkst<br />

Bedieningsmodus Machine Manueel<br />

MANUEEL<br />

WCS Positie<br />

T, S, M<br />

NPV<br />

instellen<br />

Nulp.<br />

werkst.<br />

Meten<br />

werkt.<br />

Meten<br />

werkt.<br />

NABEWERKINGSWKT.<br />

Positioneren<br />

NABEWERKINGSWKT.<br />

Positie<br />

Vlakfrezen<br />

Positioneren Doelpositie<br />

Functie binnen de bedieningsmodus Machine Manueel<br />

Ver-<br />

spanen<br />

1<br />

Gfunctie<br />

Hulpfunctie<br />

Alle<br />

G-func.<br />

Act. wde<br />

MCS<br />

Alternat.<br />

Ijlgang<br />

Terug


08/2005 Inleiding<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

aan<br />

Programmatest<br />

uit<br />

Als op de gebruikersinterface in de dialoogregel rechts het symbool<br />

verschijnt, kunt u binnen een bedieningsbereik de horizontale<br />

softkey-balk veranderen. Druk hiervoor op de toets "Uitbreiding". Als u<br />

nogmaals op de toets "Uitbreiding" drukt, verschijnt opnieuw de<br />

oorspronkelijke softkey-balk.<br />

Binnen een bedieningswijze resp. een bedieningsbereik komt u via de<br />

softkey "Terug" naar het bovengeschikte scherm.<br />

Met de softkey "Annuleren" verlaat u een scherm zonder de<br />

ingevoerde waarden over te nemen en komt u eveneens terug in het<br />

bovengeschikte scherm.<br />

Als u alle noodzakelijke parameters juist in het parameterscherm hebt<br />

ingevoerd, kunt u het scherm met de softkey "Toepassen" sluiten en<br />

opslaan.<br />

Met de softkey "OK" voert u onmiddellijk een actie uit, bv. een<br />

programma een andere naam geven of wissen.<br />

Als u enkele functies via softkey activeert, krijgt de softkey een zwarte<br />

achtergrond.<br />

Om de functie opnieuw te deactiveren, moet u opnieuw op de softkey<br />

drukken. De softkey heeft dan weer een grijze achtergrond.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-35<br />

1


Inleiding 08/2005<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

1.3.3 Programma-aanzichten<br />

Een arbeidsstappenprogramma kunt u in verschillende aanzichten<br />

weergeven.<br />

Programmamanager In de programmamanager beheert u alle programma's. Bovendien<br />

kiest u hier een programma voor de werkstukbewerking.<br />

-of-<br />

-of-<br />

DIRECTORY<br />

Naam Type Geladen Grootte Datum/tijd<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-36 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1<br />

Nieuw<br />

Herbenoemen<br />

Markeren<br />

Kopiëren<br />

Invoegen<br />

Uitknippen<br />

Vrij geheugen Harddisk: Andere<br />

Programmamanager<br />

De programmamanager selecteert u met de softkey "Programma" of<br />

de toets "Programm Manager".<br />

Binnen een directory kunt u met de toetsen "Cursor omhoog" en<br />

"Cursor omlaag" bewegen.<br />

Met de toets "Cursor rechts" opent u een directory.<br />

Met de toets "Cursor links" keert u terug naar het hogere directoryniveau.<br />

Met de toets "Cursor rechts" of "Input" opent u het arbeidsplan van<br />

een programma.


08/2005 Inleiding<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

Arbeidsplan Het arbeidsplan biedt een overzicht van de verschillende<br />

bewerkingsstappen van een programma.<br />

PROGRAMMA<br />

DEMODEEL_1<br />

Rechte<br />

Cirkel<br />

Ril<br />

Ril<br />

Boren<br />

Arbeidsplan<br />

Verspanen VOORBEW.WKT /O<br />

Uitgangsmat.:<br />

Afgewerkt product:<br />

Verspanen<br />

Restverspanen<br />

Verspanen<br />

Draad langs<br />

Draad langs<br />

Pos. polair<br />

Rechthoekkamer<br />

Programmaeinde<br />

Boren<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-37<br />

Draaien<br />

CONT_1<br />

CONT_2<br />

VOORBEW.WKT<br />

VOORBEW.WKT<br />

NABEW.WKT.<br />

STEEKBEITEL<br />

STEEKBEITEL<br />

DRAADBEITEL<br />

DRAADBEITEL<br />

BOOR<br />

FREES<br />

Contourdraaien<br />

Frezen<br />

/O<br />

/O<br />

/O<br />

/O<br />

/O<br />

Diversen<br />

Buiten<br />

Buiten<br />

Simulatie<br />

1<br />

Werktuig<br />

Rechte<br />

Cirkel<br />

Middelp.<br />

Cirkel<br />

radius<br />

Polair<br />

Naderen/<br />

Intrekken<br />

Afwerken<br />

In het arbeidsplan kunt u met de toetsen "Cursor omhoog" en "Cursor<br />

omlaag" tussen de verschillende programmablokken bewegen.<br />

Met de toets "Help" kunt u omschakelen tussen arbeidsplan en<br />

programmeergrafiek.<br />

Programmeergrafiek De programmeergrafiek geeft de contour van het werkstuk weer als<br />

dynamische streepjesgrafiek. De in het arbeidsplan gemarkeerde<br />

programmarecord is in de programmeergrafiek in kleur<br />

geaccentueerd.<br />

PROGRAMMA<br />

DEMODEEL_1<br />

Rechte<br />

Cirkel<br />

Programmeergrafiek<br />

Werktuig<br />

Rechte<br />

Cirkel<br />

Middelp.<br />

Cirkel<br />

radius<br />

Polair<br />

Naderen/<br />

Intrekken<br />

Contour-<br />

Boren Draaien<br />

Frezen Diversen Simulatie Afwerken<br />

draaien


Inleiding 08/2005<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

Parameterscherm met<br />

programmeergrafiek<br />

Met de toets "Cursor rechts" kunt u in het arbeidsplan een<br />

programmarecord openen. Het bijhorende parameterscherm met<br />

programmeergrafiek wordt telkens geopend.<br />

De programmeergrafiek in een parameterscherm toont de contour van<br />

de actuele bewerkingsstap als streepjesgrafiek samen met de<br />

parameters.<br />

PROGRAMMA<br />

DEMODEEL_1 Werktuig.nm.<br />

Verspanen<br />

Voorbew.wkt._80<br />

Rechte<br />

Cirkel<br />

Boren<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-38 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

Draaien<br />

Contourdraaien<br />

Parameterscherm met programmeergrafiek<br />

Frezen<br />

Bewerking:<br />

Buiten<br />

Contour<br />

Afgrenzen: neen<br />

Ondersnijdingen: neen<br />

Diversen<br />

Simulatie<br />

1<br />

Werktuig<br />

Annuleren<br />

Overname<br />

Afwerken<br />

Binnen een parameterscherm kunt u met de cursortoetsen tussen de<br />

invoervelden bewegen.<br />

Met de toets "Help" kunt u in het parameterscherm tussen<br />

programmeergrafiek en Help-venster wisselen.


08/2005 Inleiding<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

Parameterscherm met<br />

Help-venster<br />

Het Help-venster in het parameterscherm verklaart de verschillende<br />

parameters van de bewerkingsstap.<br />

Parameterscherm met Help-venster<br />

De gekleurde symbolen in de help-vensters betekenen het volgende:<br />

Gele cirkel = referentiepunt<br />

Rode pijl = werktuig beweegt in ijlgang<br />

Groene pijl = werktuig beweegt in bewerkingsaanvoer<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-39<br />

1


Inleiding 08/2005<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

1.3.4 Parameters invoeren<br />

Parameters selecteren<br />

-of-<br />

Parameter invoeren<br />

-of-<br />

Bij het instellen van de machine en bij de programmering moet u<br />

telkens voor verschillende parameters waarden invoeren in de witte<br />

velden.<br />

Parameters, waarvan de invoervelden een grijze achtergrond hebben,<br />

worden door <strong>ShopTurn</strong> automatisch berekend.<br />

parameter<br />

Parameterscherm<br />

Rechte Z<br />

wit<br />

invoerveld<br />

grijs<br />

invoerveld<br />

Overgang naar het volgelement<br />

eenheid<br />

Bij enkele parameters kun u in het invoerveld kiezen tussen meerdere<br />

mogelijkheden. In deze velden kunt u zelf geen waarden invoeren.<br />

Druk meermaals op de softkey "Alternatief" of de toets "Select" tot<br />

de gewenste instelling verschijnt.<br />

De softkey "Alternatief" is alleen zichtbaar als de cursor op een<br />

invoerveld met meerdere keuzemogelijkheden staat. Ook de toets<br />

"Select" is alleen in dit geval actief.<br />

Voor de overige parameters moet u in het invoerveld met behulp van<br />

de toetsen op het bedieningspaneel een waarde invoeren.<br />

Voer de gewenste waarde in.<br />

Druk op de toets "Input" om de invoer af te sluiten.<br />

Als u geen waarde wenst in te voeren, d.w.z. ook niet de waarde "0",<br />

drukt u op de toets "Backspace" of "Del".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-40 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1


08/2005 Inleiding<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

Eenheid kiezen<br />

-of-<br />

Parameter wissen<br />

-of-<br />

Parameters veranderen<br />

of berekenen<br />

Parameter overnemen<br />

-of-<br />

Bij enkele parameters heeft u ook de keuze tussen verschillende<br />

eenheden.<br />

Druk meermaals op de softkey "Alternatief" of de toets "Select" tot<br />

de gewenste eenheid verschijnt.<br />

De softkey "Alternatief" is alleen zichtbaar als u voor deze parameter<br />

de keuze heeft tussen meerdere eenheden. Ook de toets "Select" is<br />

alleen in dit geval actief.<br />

Als een invoerveld een foute waarde bevat, kunt u deze volledig<br />

wissen.<br />

Druk op de toets "Backspace" of "Del".<br />

Als u een waarde in een invoerveld niet volledig wilt overschrijven<br />

maar slechts enkele tekens wilt wijzigen, kunt u omschakelen naar de<br />

invoegmodus. In deze modus is ook de rekenmachine actief,<br />

waarmee u tijdens de programmering heel eenvoudig<br />

parameterwaarden kunt berekenen.<br />

Druk op de toets "Insert".<br />

De invoegmodus resp. handrekenmachine is geactiveerd.<br />

Met de toetsen "Cursor links" en "Cursor rechts" kunt u binnen een<br />

invoerveld bewegen.<br />

Via de toetsen "Backspace" of "Del" kunt u afzonderlijke tekens<br />

wissen.<br />

Meer informatie over de calculator vindt u in het hfdst.<br />

"Rekenmachine".<br />

Als u alle noodzakelijke parameters juist in het parameterscherm heeft<br />

ingevoerd, kunt u het scherm met de sluiten en opslaan.<br />

Druk op de softkey "Toepassen" of de toets "Cursor links".<br />

Als een regel meerdere invoervelden bevat, en u de parameters<br />

met de toets "Cursor links" wilt overnemen, moet u de cursor in<br />

het invoerveld plaatsen dat zich helemaal links bevindt.<br />

U kunt de parameters niet overnemen, zolang u de parameters<br />

onvolledig of algemeen foutief hebt ingevoerd. In de dialoogregel kunt<br />

u dan zien welke parameters ontbreken of fout werden ingevoerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-41<br />

1


Inleiding 08/2005<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

1.3.5 CNC-ISO-bedieningsmenu<br />

CNC-ISObedieningsmenu<br />

Vanuit het <strong>ShopTurn</strong> bedieningsmenu kunt u wisselen naar het CNC-<br />

ISO-bedieningsmenu.<br />

Daar kunt u ook de afstandsdiagnose activeren. Dit maakt de<br />

bediening van besturing mogelijk via een externe computer.<br />

De machinefabrikant moet de wissel van het <strong>ShopTurn</strong>- naar het<br />

CNC-ISO-bedieningsoppervlak vrijgegeven hebben.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Een exacte beschrijving van het CNC-ISO-bedieningsmenu vindt u in:<br />

Literatuur: /BEM/, Handleiding HMI Embedded<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl<br />

/BAD/, Handleiding HMI Advanced<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D/<strong>840D</strong> sl<br />

/PG/, Programmeerhandleiding Basis<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D/<strong>840D</strong> sl<br />

/PGA/, Programmeerhandleiding Werkvoorbereiding<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />

De afstandsdiagnose is een software-optie.<br />

Verdere informatie over het onderwerp afstandsdiagnose vindt u in:<br />

Literatuur: /FB/, Functiebeschrijving Uitbreidingsfuncties,<br />

F3 Afstandsdiagnose<br />

Druk op de softkey "CNC ISO" in de horizontale softkey-balk.<br />

-en-<br />

Druk vervolgens op de softkey "CNC ISO" in de verticale softkeybalk.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-42 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1


08/2005 Inleiding<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

<strong>ShopTurn</strong><br />

Afstandsdiagnose<br />

Diagnose<br />

Afstands-<br />

diagnose<br />

Machine<br />

Kanaal RESET<br />

Programma afgebroken<br />

WCS Positie<br />

CNC-ISO-bedieningsmenu<br />

Inkrassen<br />

Repos-versch. Masterspil<br />

Act.<br />

Ing.<br />

Vermogen<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-43<br />

WCS<br />

graad<br />

Aanvoerbeweging [mm/min]<br />

Act.<br />

Ing.<br />

Gereedschap<br />

geselecteerd gereedschap:<br />

Handwiel<br />

INC<br />

1<br />

G-functies +<br />

Hulpfuncties<br />

Druk op de toets "Menu Select", indien u weer wilt terugkeren<br />

naar het <strong>ShopTurn</strong>-bedieningsmenu.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "<strong>ShopTurn</strong>".<br />

Spils<br />

Asaanvoerbew.<br />

Act.<br />

Act. wde<br />

MCS<br />

Druk in het CNC-ISO-bedieningsmenu op de toets "Menu Select".<br />

Druk op de softkey "Diagnose".<br />

Druk op de softkey "Afstandsdiagnose".


Inleiding 08/2005<br />

1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />

1.3.6 <strong>ShopTurn</strong> Open (PCU 50.3)<br />

De software <strong>ShopTurn</strong> bestaat voor de PCU 50.3 in de versie<br />

<strong>ShopTurn</strong> Open.<br />

Bij <strong>ShopTurn</strong> Open bevinden zich de HMI Advanced<br />

bedieningsbereiken "Diensten", "Diagnose", "Ingebruikname" en<br />

"Parameters" (zonder werktuigbeheer en nulpuntverschuivingen)<br />

direct op de uitgebreide horizontale softkey-balk.<br />

Een precieze beschrijving van de geïntegreerde HMI-Advancedbedieningsbereiken<br />

vindt u in:<br />

Literatuur: /BAD/, Handleiding HMI Advanced<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D/<strong>840D</strong> sl<br />

Bovendien kunnen enkele softkeys van de basismenubalk resp. de<br />

uitgebreide basismenubalk door de fabrikant van andere<br />

bedieningsbereiken zijn voorzien.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

1-44 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

1


2 08/2005 Machine instellen<br />

Machine instellen<br />

2.1 In- en uitschakelen.................................................................................................. 2-46<br />

2.2 Naar referentiepunt bewegen.................................................................................. 2-46<br />

2.2.1 Gebruikerstoestemming bij Safety Integrated ......................................................... 2-48<br />

2.3 Bedieningsmodi ...................................................................................................... 2-49<br />

2.4 Instellingen voor de machine .................................................................................. 2-50<br />

2.4.1 Maateenheid (millimeter/inch) omschakelen ........................................................... 2-50<br />

2.4.2 Coördinatensysteem (MCS/WCS) omschakelen..................................................... 2-51<br />

2.4.3 Spillen..................................................................................................................... 2-52<br />

2.5 Werktuigen.............................................................................................................. 2-54<br />

2.5.1 Nieuw werktuig aanleggen...................................................................................... 2-56<br />

2.5.2 Werktuiglijst ............................................................................................................ 2-57<br />

2.5.3 Werktuig manueel meten ........................................................................................ 2-64<br />

2.5.4 Werktuig meten met meettaster .............................................................................. 2-66<br />

2.5.5 Meettaster afstemmen ............................................................................................ 2-67<br />

2.5.6 Werktuig meten met loep ........................................................................................ 2-69<br />

2.6 Werkstuknulpunt meten .......................................................................................... 2-70<br />

2.7 Nulpuntverschuivingen............................................................................................ 2-71<br />

2.7.1 Nulpuntverschuiving instellen.................................................................................. 2-72<br />

2.7.2 Nulpuntverschuivingen definiëren ........................................................................... 2-74<br />

2.7.3 Nulpuntverschuivingslijst......................................................................................... 2-75<br />

2.8 Manuele modus ...................................................................................................... 2-77<br />

2.8.1 Werktuig en spil selecteren..................................................................................... 2-77<br />

2.8.2 Assen verplaatsen .................................................................................................. 2-79<br />

2.8.3 Assen positioneren ................................................................................................. 2-81<br />

2.8.4 Werkstuk eenvoudig verspanen.............................................................................. 2-82<br />

2.8.5 Instellingen voor de manuele modus....................................................................... 2-84<br />

2.9 MDA........................................................................................................................ 2-86<br />

2.10 Looptijden ............................................................................................................... 2-87<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-45<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.1 In- en uitschakelen<br />

2.1 In- en uitschakelen<br />

2.2 Naar referentiepunt bewegen<br />

Om de besturing in- en uit te schakelen, volgt u de instructies van de<br />

machinefabrikant.<br />

Na het opstarten van de besturing verschijnt het basisscherm Machine<br />

Manueel.<br />

WCS Positie<br />

NPV<br />

zetten<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-46 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

Nulp.<br />

werkst<br />

Basisscherm Machine Manueel<br />

Meten<br />

werkt.<br />

NABEWERKINGSWKT.<br />

Positioneren<br />

Vlakfrezen<br />

2<br />

Gfunctie<br />

Hulpfunctie<br />

Alle<br />

G-func.<br />

Act. wde<br />

MCS<br />

Uw draaimachine kan met een absoluut of een incrementeel<br />

wegmeetsysteem uitgerust zijn. Een incrementeel wegmeetsysteem<br />

moet na het inschakelen worden geijkt, een absoluut daarentegen<br />

niet.<br />

Bij het incrementele wegmeetsysteem moeten alle machineassen<br />

daarom eerst naar een referentiepunt bewegen waarvan de<br />

coördinaten t.o.v. het machinenulpunt bekend zijn.<br />

De volgorde waarin u de assen moeten refereren is vastgelegd door<br />

de machinefabrikant. De assen kunnen, afhankelijk van de instellingen<br />

van de machinefabrikant ook tegelijkertijd naar het referentiepunt<br />

bewegen.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Tijdens de beweging naar het referentiepunt is de aanvoer-override<br />

actief.


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.2 Naar referentiepunt bewegen<br />

As refereren<br />

Jog<br />

Ref Point<br />

X …<br />

… +<br />

Asbeweging<br />

onderbreken<br />

Feed Stop<br />

As opnieuw starten<br />

X …<br />

Opgepast<br />

Voor de beweging naar het referentiepunt zijn de coördinaten van het<br />

actuele-waardenveld fout.<br />

Bovendien werken de door de machinefabrikant vastgelegde<br />

wegbeperkingen van de assen nog niet.<br />

Waarschuwing<br />

Bij de beweging naar het referentiepunt worden de assen direct naar<br />

het referentiepunt bewogen.<br />

Beweeg de assen daarom eerst naar een veilige positie om botsingen<br />

bij de beweging naar het referentiepunt te vermijden.<br />

Volg tijdens de beweging naar het referentiepunt absoluut de<br />

asbewegingen aan de machine.<br />

Selecteer de bedieningsmodus "Machine Manueel".<br />

Druk op de toets "Ref Point" op het machinebesturingspaneel.<br />

Selecteer de te verplaatsen as.<br />

Druk op de toets "-" resp. "+".<br />

De gekozen as loopt op het referentiepunt en stopt. De coördinaat van<br />

het referentiepunt wordt getoond. De as wordt met gemarkeerd.<br />

Als een astoets in de verkeerde richting geselecteerd is, beweegt de<br />

as niet.<br />

Druk op de toets "Feed Stop".<br />

De as stopt.<br />

Selecteer de te verplaatsen as en druk op de gewenste<br />

richtingtoets.<br />

De as beweegt verder in de richting van het referentiepunt.<br />

Na de beweging naar het referentiepunt door alle machineassen is het<br />

wegmeetsysteem geijkt en de wegbeperkingen actief. In de actuelewaardenveld<br />

verschijnen de correcte coördinaten van het<br />

referentiepunt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-47<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.2 Naar referentiepunt bewegen<br />

2.2.1 Gebruikerstoestemming bij Safety Integrated<br />

Jog<br />

Ref Point<br />

X …<br />

Gebruikers-<br />

toestem.<br />

… +<br />

-of-<br />

Als u op uw machine Safety Integrated (SI) gebruikt, moet u bij de<br />

beweging naar het referentiepunt bevestigen dat de actuele positie<br />

van een as overeenstemt met de werkelijke positie op de machine.<br />

Deze toestemming is dan een noodzakelijke voorwaarde voor verdere<br />

functies van de Safety Integrated.<br />

U kunt pas dan de gebruikerstoestemming voor een as geven, als u<br />

voordien de as het referentiepunt liet aanlopen.<br />

De getoonde positie van de as heeft altijd betrekking op het<br />

machinecoördinatensysteem (MCS).<br />

Voor de gebruikerstoestemming bij Safety Integrated heeft u een<br />

software-optie nodig.<br />

Meer informatie m.b.t. de gebruikerstoestemming vindt u in:<br />

Literatuur: /FBSI/, Functiebeschrijving <strong>SINUMERIK</strong> Safety<br />

Integrated<br />

Selecteer de bedieningsmodus "Machine Manueel".<br />

Druk op de toets "Ref Point" op het machinebesturingspaneel.<br />

Selecteer de te verplaatsen as.<br />

Druk op de toets "-" resp. "+".<br />

De gekozen as loopt op het referentiepunt en stopt. De coördinaat van<br />

het referentiepunt wordt getoond. De as wordt met gemarkeerd.<br />

Druk op de softkey "Gebruikerstoestem.".<br />

Het venster "Gebruikerstoestemming" wordt geopend.<br />

Er verschijnt een lijst van alle machineassen met de actuele en SIposities.<br />

Plaats de cursor in het veld "Toestemming" van de gewenste as.<br />

Activeer de toestemming door het indrukken van de softkey<br />

"Alternatief" of de toets "Select".<br />

De geselecteerde as is in de kolom "Toestemming" met een kruisje<br />

gekenmerkt als "goed gerefereerd".<br />

Door nogmaals op de "toggle-toetsen" te drukken, deactiveert u de<br />

toestemming weer.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-48 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.3 Bedieningsmodi<br />

2.3 Bedieningsmodi<br />

Er bestaan verschillende bedieningsmodi waarin met <strong>ShopTurn</strong> kan<br />

worden gewerkt:<br />

• Machine Manueel / Machine Hand<br />

• MDA (Manual Data Automatic)<br />

• Machine Auto<br />

Machine Manueel De bedieningsmodus "Machine Manueel“ is bedoeld voor de volgende<br />

voorbereidende handelingen:<br />

Jog<br />

• Beweging naar het referentiepunt, d.w.z. het wegmeetsysteem van<br />

de machine ijken<br />

• Machine voor het afwerken van een programma in de<br />

automatische modus voorbereiden, d.w.z. werktuigen meten,<br />

werkstuk meten en evt. in het programma gebruikte<br />

nulpuntverschuivingen definiëren<br />

• Assen verplaatsten, bv. tijdens een programmaonderbreking<br />

• Assen positioneren<br />

• Werkstuk gewoon verspanen<br />

De bedieningsmodus "Machine Manueel" kunt u kiezen met de toets<br />

"Jog".<br />

De onder "T, S, M..." ingestelde parameters hebben een effect op alle<br />

bewegingen in de manuele modus, met uitzondering van de beweging<br />

naar het referentiepunt.<br />

Manuele machine Als u over de optie "Manuele machine" beschikt, werkt u voor<br />

manueel bedrijf in de modus "Machine Hand". Onder "Machine Hand"<br />

kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren zonder daarvoor een<br />

programma te schrijven:<br />

• Instellen en eenvoudige bewegingen<br />

• Kegeldraaien<br />

• Rechte (dwars- of langsdraaien)<br />

• Boren (boren en schroefdraad midden, boren, wrijven, diepboren,<br />

schroefdraad)<br />

• Draaien (verspanen, insteken, ondersnijden, schroefdraad,<br />

afsteken)<br />

• Frezen (kamer, tap, groef, meerkant, gravure)<br />

MDA In de bedieningsmodus MDA kunt u blok per blok G-Codecommando's<br />

invoeren en laten afwerken om de machine in te stellen<br />

of afzonderlijke acties uit te voeren.<br />

MDA<br />

MDA kunt u selecteren via de toets "MDA".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-49<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.4 Instellingen voor de machine<br />

Machine Auto In de automatische modus kunt u een programma volledig of<br />

gedeeltelijk afwerken. Daarnaast kunt u de afwerking van het<br />

programma op het scherm grafisch volgen.<br />

Auto<br />

2.4 Instellingen voor de machine<br />

2.4.1 Maateenheid (millimeter/inch) omschakelen<br />

Jog<br />

Inch<br />

De bedieningsmodus "Machine Auto" kunt u met de toets "Auto"<br />

selecteren.<br />

Als maateenheid voor de machine kunt u millimeter of inch instellen.<br />

De omschakeling van de maateenheid gebeurt telkens voor de<br />

volledige machine, d.w.z. dat <strong>ShopTurn</strong> alle gegevens automatisch<br />

omrekent in de nieuwe maateenheid, bv.:<br />

• Posities<br />

• Werktuigcorrecties<br />

• Nulpuntverschuivingen<br />

Onafhankelijk van de algemene machine-instelling kunt u de<br />

maateenheid voor manueel bedrijf (zie hfdst. "Instellingen voor<br />

manueel bedrijf") of voor afzonderlijke programma's (zie hfdst. "Nieuw<br />

programma aanlegen") nog veranderen. Deze instellingen voor de<br />

maateenheid hebben echter alleen betrekking op de<br />

geprogrammeerde posities. Werktuigcorrecties,<br />

Nulpuntverschuivingen enz. blijven in de maateenheid van de<br />

machine. Als u bv. als maateenheid voor de machine millimeter heeft<br />

ingesteld maar een werkstuktekening inch-afmetingen draagt, kan<br />

voor dit programma de maateenheid inch worden gekozen. D.w.z. dat<br />

de posities bij de programmering direct in inch kunnen worden<br />

aangegeven, werktuigcorrecties, aanvoer enz. legt u daarentegen<br />

zoals normaal in millimeter vast.<br />

Wissel naar de bedieningswijze "Machine manueel" in de<br />

uitgebreide horizontale softkey-balk.<br />

Druk op de sofktey "ShopT. inst.".<br />

Druk op de softkey "Inch".<br />

Inch<br />

Inch<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-50 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2<br />

Maateenheid: millimeter (softkey is niet geselecteerd.)<br />

Maateenheid: inch (softkey is geselecteerd.)<br />

Er verschijnt een venster met de vraag of u maateenheid werkelijk wilt<br />

omschakelen.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

De maateenheid voor de volledige machine wordt aangepast.


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.4 Instellingen voor de machine<br />

2.4.2 Coördinatensysteem (MCS/WCS) omschakelen<br />

WCS MCS<br />

Jog<br />

-of-<br />

Werkelijke<br />

waarde MKS<br />

Auto<br />

De coördinaten in het actuele-waardenveld hebben betrekking op het<br />

machine- of het werkstukcoördinatensysteem. Das Het<br />

machinecoördinatensysteem (MCS) houdt in tegenstelling tot het<br />

werkstukcoördinatensysteem (WCS) geen rekening met<br />

nulpuntverschuivingen (zie hfdst. "Nulpuntverschuivingen"). In de<br />

standaardinstelling is als referentie voor de actuele-waardenindicatie<br />

het werkstukcoördinatensysteem ingesteld.<br />

Druk op de toets "WCS MCS".<br />

-of-<br />

Selecteer de bedieningsmodus "Machine Manueel" of "Machine<br />

Auto".<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "Act. wde MCS" om het coördinatensysteem te<br />

selecteren resp. deselecteren.<br />

Werkelijke<br />

waarde MKS<br />

WCS (softkey is niet geselecteerd.)<br />

Werkelijke<br />

waarde MKS MCS (softkey is geselecteerd.)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-51<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.4 Instellingen voor de machine<br />

2.4.3 Spillen<br />

Op het scherm "Spillen" legt u de afmetingen van de spillen op uw<br />

machine vast.<br />

Manueel werktuig meten Als u bij het manuele meten van de werktuigen de spankop van de<br />

hoofd- of tegenspil als referentiepunt wilt gebruiken, geeft u de<br />

spankopmaat ZL0 of ZL1 aan.<br />

Tegenspil U kunt de voorste of de achterste aanslagrand van de tegenspil<br />

opmeten. De voorste resp. achterste aanslagrand geldt dan<br />

automatisch als referentiepunt bij het verplaatsten van de<br />

tegenspillen. Dit is vooral bij het grijpen van het werkstuk met de<br />

tegenspil belangrijk (zie hfdst. "Bewerking met de tegenspil").<br />

Hoofdspil<br />

Voorste rand Aanslagrand<br />

Opmeting tegenspil<br />

Houd bij de parameter "Spannen" rekening met de gegevens van de<br />

machinefabrikant a.u.b.<br />

Opmeting hoofdspil<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-52 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.4 Instellingen voor de machine<br />

Achterkop<br />

Opmeting achterkop<br />

De achterkoplengte (ZR) en de achterkopdiameter (XR) van het<br />

spilbeeld zijn nodig voor de weergave van de achterkop in de<br />

simulatie.<br />

Selecteer het bedieningsbereik "Werkt. nulp.".<br />

Druk op de toets "Uitbreiding".<br />

Druk op de softkey "Spillen".<br />

Voer de parameters in.<br />

De instellingen zijn onmiddellijk actief.<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

S1 Toerentalgrens voor de hoofdspil o/min<br />

Spannen Hoofdspil: werkstuk buiten of binnen spannen<br />

ZL0 Spankopmaat hoofdspil (inc) mm<br />

S3 Toerentalgrens voor de tegenspil o/min<br />

Spannen Tegenspil: werkstuk buiten of binnen spannen<br />

Klauwtype Opmeting van de voorste rand of de aanslagrand<br />

ZL1 Spankopmaat tegenspil (inc) mm<br />

ZL2 Aanslagmaat tegenspil (inc) mm<br />

ZL3 Klauwmaat tegenspil (inc) - (alleen bij opmeting van de aanslagrand) mm<br />

XR Achterkopdiameter mm<br />

ZR Achterkoplengte mm<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-53<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

2.5 Werktuigen<br />

Bij het uitvoeren van een programma moet er met de geometrie van<br />

de verschillende werktuigen rekening gehouden worden. Deze zijn als<br />

zogenaamde werktuigcorrectiegegevens opgenomen in de<br />

werktuiglijst. Telkens een werktuig wordt opgeroepen, houdt de<br />

besturing rekening met de werktuigcorrectiegegevens.<br />

Bij de programmering hoeft u dus alleen nog de werkstukafmetingen<br />

van de constructietekening in te voeren. De besturing berekent daarna<br />

zelfstandig de individuele werktuigbaan.<br />

Werktuiglengtecorrectie De werktuiglengtecorrectie compenseert de lengteverschillen in X- en<br />

Z-richting tussen de verschillende werktuigen.<br />

Als werktuiglengte geldt de afstand tussen werktuigdragerreferentiepunt<br />

T en werktuigspits P. Als het werktuig voor een nieuwe<br />

bewerkingsrichting anders in de revolver wordt gespannen, worden<br />

ook de werktuigcorrecties veranderd.<br />

P<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-54 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

T<br />

Lengte X<br />

Lengte Z Lengte Z<br />

Werktuiglengtecorrecties<br />

Lengte X<br />

P<br />

De werktuiglengtecorrectie kunt u met de functie "Werktuig meten"<br />

manueel, d.m.v. meettaster of loep bepalen.<br />

Uit de werktuiglengtecorrectie en de slijtagewaarden (zie hfdst.<br />

"Werktuigslijtagegegevens invoeren") berekent de besturing de<br />

verplaatsingen.<br />

X<br />

Z<br />

T<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

Werktuig-<br />

/snijkantradiuscorrectie<br />

De werkstukcontour en de verplaatsingsweg van een werktuig zijn niet<br />

identiek, daar een werktuig niet met zijn middelpunt langs de te<br />

bewerken contour mag bewegen.<br />

<strong>ShopTurn</strong> verschuift de geprogrammeerde werktuigbaan, afhankelijk<br />

van de radius van het werktuig en van de bewerkingsrichting, zodat de<br />

werktuigsnijkant exact langs de gewenste contour wordt verplaatst.<br />

Deze verschoven werktuigbaan heet equidistante.<br />

Equidistant<br />

Equidistante bij het draaien en frezen<br />

Equidistant<br />

Uit de werktuigradius die ingevoerd is in de werktuiglijst en de<br />

slijtagewaarden (zie hfdst. "Werktuigslijtagegevens invoeren")<br />

berekent de besturing de verschoven werktuigbaan.<br />

Meer informatie over de radiuscorrectie vindt u in hfdst.<br />

"Programmablokken creëren".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-55<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

2.5.1 Nieuw werktuig aanleggen<br />

Nieuw ><br />

werktuig<br />

Voorbewerkingswerktuig<br />

...<br />

3D-taster<br />

Een nieuw werktuig moet u eerst opnemen in de werktuiglijst voor u<br />

ermee kunt werken. Bij het aanleggen van een nieuw werktuig stelt<br />

<strong>ShopTurn</strong> een selectie van werktuigtypes ter beschikking. Het<br />

werktuigtype bepaalt, welke geometrische gegevens noodzakelijk zijn<br />

en hoe deze worden verrekend.<br />

VOORBEWERKINGSWKT.<br />

NABEBEWERKINGSWKT.<br />

INDSTIKSSTÅL<br />

STEEKBEITEL<br />

GEVINDSTÅL<br />

DRAADBEITEL<br />

FRÆSER FREES<br />

BOR BOOR<br />

PADDESTOEL<br />

AANSLAG<br />

DRAADBOOR<br />

DRAAIBOOR<br />

3D_TASTER<br />

Mogelijke werktuigtypes<br />

De draaiboor kunt u inzetten bij het centrale boren en het draaien.<br />

Monteer het nieuwe werktuig in de revolver (zie ook hfdst.<br />

"Werktuig en spil selecteren").<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Werkt.<br />

lijst".<br />

Plaats de cursor op de plaats in de werktuiglijst die het werktuig in<br />

de revolver inneemt. De plaats in de werktuiglijst moet nog vrij<br />

zijn.<br />

Druk op de softkey "Nieuw werktuig".<br />

Selecteer het gewenste werktuigtype en de -ligging via de<br />

softkeys.<br />

Onder de softkey "Andere" staan bijkomende werktuigtypes resp.<br />

snijkantposities ter beschikking.<br />

Het nieuwe werktuig wordt aangelegd en draagt automatisch de naam<br />

van het geselecteerde werktuigtype.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-56 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

2.5.2 Werktuiglijst<br />

Geeft het werktuig een eenduidige naam.<br />

U kunt de werktuignamen naar believen uitbreiden resp. wijzigen.<br />

De naam van een werktuig mag max. 17 tekens bevatten.<br />

Toegelaten zijn letters (zonder umlaut), cijfers, liggende streepjes<br />

"_", punten "." en schuine streepjes "/".<br />

Voer de correctiegegevens van het werktuig in.<br />

In de werktuiglijst neemt u alle parameters op van de vereiste<br />

werktuigen:<br />

• voor de berekening van de werktuiglengte- resp. radiuscorrectie,<br />

• voor de berekening van de bewerkingscycli,<br />

• voor de weergave van de werktuigen bij de simulatie van de<br />

programmabewerking.<br />

Afhankelijk van het werktuigtype zijn verschillende parameters vereist.<br />

Laatlengte<br />

Snijkantradius<br />

Lengte Z<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-57<br />

Lengte X<br />

Voorbewerkings-/nabewerkingswerktuig<br />

Houderhoek<br />

Referentierichting<br />

Plaathoek<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

Plaatlengte<br />

Radius Plaatbreedte<br />

Steker<br />

Spitshoek<br />

Boor<br />

Diameter<br />

Lengte Z<br />

Lengte Z<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-58 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

Lengte X<br />

Lengte X<br />

Diameter<br />

Frees<br />

Radius<br />

Draadsnij-ijzer<br />

Lengte Z<br />

Lengte Z<br />

Lengte X<br />

Lengte X<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

Radius<br />

Paddestoel<br />

Draaiboor<br />

Radius<br />

Boor-Ø<br />

Lengte Z<br />

Lengte Z<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-59<br />

Lengte X<br />

Lengte X<br />

Diameter<br />

Aanslag<br />

Plaathoek<br />

Draaiboor<br />

Lengte Z Lengte X<br />

88°<br />

90°<br />

Houderhoek<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

Diameter<br />

Spoed<br />

Draadboor<br />

WERKTUIG<br />

WERKTUIGLIJST<br />

Pl. Type Werktuig.nm.<br />

Værk. Werkt.<br />

liste lijst<br />

Werktuiglijst<br />

PADDESTOEL_8N<br />

BOOR_5N<br />

DRAADBOOR<br />

STEEKBEITEL_4N<br />

DRAAIBOOR<br />

GEVINDSTÅL_3N<br />

DRAADBEITEL_3N<br />

FREES_8N<br />

3D_TASTER<br />

Werkt.<br />

slijt.<br />

Lengte Z<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-60 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

Lengte X<br />

1e snijkant<br />

Lengte Lengte<br />

3D-taster<br />

Radius<br />

Diameter<br />

Nulpunt.<br />

Magazijn R-parameter<br />

versch.<br />

Lengte Z<br />

Plat.<br />

leng<br />

Lengte X<br />

Sorteren<br />

2<br />

Alternatief<br />

Werkt. meten<br />

Werkt. wissen<br />

De werktuiglijst is eventueel aangepast door de machinefabrikant.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Pl. Plaatsnummer in het magazijn<br />

Het plaatsnummer van het werktuig dat zich in de revolver op de<br />

bewerkingspositie bevindt, heeft een grijze achtergrond.<br />

Ontladen<br />

Als u met meerdere magazijnen werkt, ziet u hier eerst het<br />

magazijnnummer en dan het plaatsnummer in het magazijn (bv. 1/10).<br />

Werktuigen die zich momenteel niet in een magazijn bevinden,<br />

verschijnen zonder plaatsnummer. (U vindt deze werktuigen bij<br />

sortering op magazijnplaats op het einde van de werktuiglijst.)<br />

Snijden


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

Bij ketting- en schotelmagazijnen kunnen daarnaast ook de plaatsen<br />

voor een spil en een dubbele grijper worden aangegeven.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Spilplaats<br />

Plaatsen voor grijper 1 en 2<br />

Type Werktuigtype en snijkantligging<br />

Met de toets "Alternatief" kunt u de snijkantligging van het werktuig<br />

veranderen.<br />

Werktuignaam De identificatie van het werktuig gebeurt via de naam van het<br />

werktuig. De naam kunt u als tekst of als nummer invoeren (zie hfdst.<br />

"Nieuw werktuig aanleggen").<br />

DP Duplonummer van het zusterwerktuig (reservewerktuig)<br />

(DP 1 = origineel werktuig, DP 2 = eerste reservewerktuig,<br />

DP 3 = tweede reservewerktuig enz.)<br />

Werktuigcorrectiegegevens<br />

Snijkant Werktuigcorrectiegegevens voor de geselecteerde snijkant van een<br />

werktuig (D-nr.)<br />

Lengte X Werktuiglengte correcte in richting X<br />

Deze waarde kunt u bepalen met de functie "Meten werktuig" (zie<br />

hfdst. "Werktuig manueel meten" resp. "Werktuig met de loep meten").<br />

Als u het werktuig extern wordt opgemeten, kunt u de bepaalde<br />

waarde hier invoeren.<br />

Lengte Z Werktuiglengte correcte in richting Z<br />

Deze waarde kunt u bepalen met de functie "Meten werktuig" (zie<br />

hfdst. "Werktuig manueel meten" resp. "Werktuig met de loep meten").<br />

Als u het werktuig extern wordt opgemeten, kunt u de bepaalde<br />

waarde hier invoeren.<br />

Radius resp. ∅ Radius resp. diameter van het werktuig<br />

Voor frees- en boorwerktuigen kunt u ook de diameter aangeven, bij<br />

draaiwerktuigen alleen de snijkantradius. De omschakeling van<br />

radius- op diameterindicatie gebeurt via machinegegevens.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Referentierichting voor de houderhoek<br />

Houderhoek van een snijwerktuig<br />

De houderhoek wordt in aanmerking genomen bij de bewerking van<br />

ondersnijdingen.<br />

Plaathoek van een snijwerktuig<br />

De plaathoek wordt in aanmerking genomen bij de bewerking van<br />

ondersnijdingen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-61<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

Spoed Draadspoed van een draadboor in mm/o of gangen/''<br />

Boor-∅ Diameter van de boring bij een draaiboor<br />

Plaatbreedte Plaatbreedte van een steker<br />

De plaatbreedte vereist <strong>ShopTurn</strong> voor de berekening van de<br />

insteekcycli.<br />

Plaatlengte Plaatlengte van een snijwerktuig of steker<br />

De plaatlengte vereist <strong>ShopTurn</strong> voor de weergave van de werktuigen<br />

bij de simulatie van de programmabewerking.<br />

H De kolom H verschijnt alleen als ISO-dialecten zijn ingesteld.<br />

In de kolom H verschijnt het bij het werktuig horende nummer van het<br />

werktuigcorrectiegeheugen.<br />

N Aantal tanden bij een frees<br />

De besturing berekent daaruit intern de omwentelingsaanvoer als in<br />

het programma de aanvoer in mm/tand wordt ingesteld.<br />

Werktuigspecifieke<br />

functies<br />

Hoek van de werktuigspits bij een boor<br />

Als u bij het boren tot aan de steel en niet tot aan de werktuigspits<br />

aanvoert, neemt de besturing de hoek van de boorpunt in aanmerking.<br />

Indicatie van de spildraairichting<br />

De spildraairichting heeft bij de aangedreven werktuigen (boor en<br />

frees) betrekking op de werktuigspil, bij de draaiwerktuigen op de<br />

hoofd- resp. tegenspil.<br />

Als u een boor resp. frees gebruikt bij "Boren midden" of "Draad<br />

midden" heeft de aangegeven draairichting betrekking op de<br />

snijrichting van het werktuig. De hoofdspil draait dan passend t.o.v.<br />

het werktuig.<br />

Spildraairichting rechts<br />

Spildraairichting links<br />

Spil niet ingeschakeld<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-62 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

-of-<br />

Koelmiddeltoevoer 1 en 2 (bv. binnen- en buitenkoeling) aan/uit<br />

Koelmiddel aan<br />

Koelmiddel uit<br />

De koelmiddeltoevoer aan de machine hoeft niet absoluut ingesteld te<br />

zijn.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Voer de gewenste werktuignamen en de waarden voor de<br />

werktuigcorrectiegegevens in de werktuiglijst in.<br />

Druk op de softkey "Alternatief" of de toets "Select" om voor de<br />

werktuispecifieke functies de gewenste instellingen uit te voeren.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-63<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

2.5.3 Werktuig manueel meten<br />

Referentiepunt<br />

werkstukrand<br />

Jog<br />

manueel ><br />

X<br />

Werktuig<br />

in<br />

manueel<br />

-of- Z<br />

Bij de manuele meting beweegt u het werktuig manueel naar een<br />

bekend referentiepunt om de werktuigafmetingen in de richting X en Z<br />

te bepalen. Uit de positie van het werktuigdrager-referentiepunt en het<br />

referentiepunt berekent <strong>ShopTurn</strong> dan de werktuigcorrectiegegevens.<br />

Als referentiepunt kunnen de werkstukrand of bij de meting in Zrichting<br />

ook de spankop van de hoofd- resp. tegenspil worden<br />

gebruikt.<br />

De positie van de werkstukrand geeft u aan tijdens de meting. De<br />

positie van de spankop moet u daarentegen voor de meting<br />

bekendmaken (zie hfdst. "Spillen").<br />

Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "Meten<br />

werkt.".<br />

Druk op de softkey "Manueel".<br />

Druk op de softkey "X" of "Z", afhankelijk van de werktuiglengte<br />

die u wenst te meten.<br />

druk op de softkey "Werktuigen".<br />

Kies het op te meten werktuig uit de werktuiglijst. De<br />

snijkantpositie en de radius resp. diameter van het werktuig<br />

moeten reeds geregistreerd zijn in de werktuiglijst.<br />

Druk op de softkey "in manueel".<br />

Het werktuig wordt opgenomen in het scherm Werktuig meten.<br />

Kies het snijkantnummer D en het duplonummer DP van het<br />

werktuig.<br />

Beweeg in de op te meten richting naar het werkstuk toe en raak<br />

het (zie hfdst. "Assen verplaatsen").<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-64 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

Lengte<br />

zetten<br />

Positie<br />

onthouden<br />

Referentiepunt spankop<br />

Jog<br />

manueel ><br />

Werktuig<br />

in<br />

manueel<br />

Z<br />

Lengte X meten Lengte Z meten<br />

Voer de positie van de werkstukrand in X0 resp. Z0 in.<br />

Zodra voor X0 resp. Z0 geen waarde ingevoerd is, wordt de<br />

waarde uit het actuele-waardenveld overgenomen.<br />

Druk op de softkey "lengte zetten".<br />

De lengte van het werktuig wordt automatisch berekend en in de<br />

werktuiglijst geregistreerd. Daarbij wordt ook rekening gehouden met<br />

de snijkantligging en de werktuigradius resp. -diameter.<br />

Als u de positie van het werktuig na het aanraken van het werkstuk<br />

wilt opslaan, drukt u op de softkey "Positie opslaan". Vervolgens kunt<br />

u bv. de assen verplaatsen om de positie van de werkstuk X0<br />

makkelijker te kunnen meten.<br />

Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "Meten<br />

werkt.".<br />

Druk op de softkeys "Manueel" en "Z".<br />

Kies het referentiepunt "Hoofdspilspankop" of<br />

"Tegenspilspankop".<br />

druk op de softkey "Werktuigen".<br />

Kies het op te meten werktuig uit de werktuiglijst. De<br />

snijkantpositie en de radius resp. diameter van het werktuig<br />

moeten reeds geregistreerd zijn in de werktuiglijst.<br />

Druk op de softkey "in manueel".<br />

Het werktuig wordt opgenomen in het scherm Werktuig meten.<br />

Kies het snijkantnummer D en het duplonummer DP van het<br />

werktuig.<br />

Beweeg naar de spankop toe en raak deze (zie hfdst. "Assen<br />

verplaatsen").<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-65<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

Lengte<br />

zetten<br />

2.5.4 Werktuig meten met meettaster<br />

Jog<br />

Autom. ><br />

X<br />

-of- Z<br />

Lengte Z meten<br />

Druk op de softkey "lengte zetten".<br />

De lengte van het werktuig wordt automatisch berekend en in de<br />

werktuiglijst geregistreerd. Daarbij wordt ook rekening gehouden met<br />

de snijkantligging en de werktuigradius resp. -diameter.<br />

Bij de automatische meting bepaalt u met behulp van een meettaster<br />

de werktuigafmetingen in X- en Z-richting. Uit de bekende positie van<br />

het werktuigdrager-referentiepunt en de meettaster berekent<br />

<strong>ShopTurn</strong> dan de werktuigcorrectiegegevens.<br />

Als u uw werktuigen wilt meten met een meettaster, moet de<br />

machinefabrikant hiervoor een speciale cyclus ingesteld hebben.<br />

Als zich op de tegenspil een tweede meettaster bevindt, moet de<br />

machinefabrikant deze bekendmaken in de machinegegevens.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Voor de eigenlijke meting moet u de snijkantlengte en de radius resp.<br />

diameter in de werktuiglijst invoeren. Daarnaast moet u de meettaster<br />

eerst kalibreren.<br />

Wissel het werktuig dat u wenst te meten in (zie hfdst. "Werktuig<br />

en spil selecteren").<br />

Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "Meten<br />

werkt.".<br />

Druk op de softkey "Autom.".<br />

Druk op de softkey "X" of "Z", afhankelijk van de werktuiglengte<br />

die u wenst te meten.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-66 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

Cycle Start<br />

2.5.5 Meettaster afstemmen<br />

Lengte X meten Lengte Z meten<br />

Kies het snijkantnummer D van het werktuig.<br />

Selecteer of u de meettaster op de hoofd- of de tegenspil wilt<br />

gebruiken, als de machine uitgerust is met twee meettasters.<br />

Positioneer het werktuig manueel in de buurt van de meettaster,<br />

zodat de meettaster in de betreffende richting zonder botsing kan<br />

worden genaderd.<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

De automatische meetprocedure wordt gestart, d.w.z. dat het werktuig<br />

met meetaanvoer naar de taster toe en opnieuw weg wordt verplaatst.<br />

De werktuiglengte wordt berekend en in de werktuiglijst geregistreerd.<br />

Daarbij wordt ook rekening gehouden met de snijkantligging en de<br />

werktuigradius resp. -diameter.<br />

Als u de werktuigen automatisch wilt opmeten, moet u eerst de positie<br />

van de meettaster in de machineruimte bepalen t.o.v. het<br />

machinenulpunt.<br />

De functie "Meettaster kalibreren" staat alleen ter beschikking als een<br />

voldoende hoog veiligheidsniveau actief is.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Voor de afstemming moet u de meettaster uit 4 richtingen<br />

(+X, -X, +Z,- Z) naderen.<br />

Gebruik een kalibreerwerktuig waarmee de meettaster in alle<br />

mogelijke richtingen kan worden benaderd.<br />

Voor de meettaster moet het type voor- of nabewerkingswerktuig<br />

worden ingesteld. De snijkant moet daarbij altijd naar de –X- en –Zrichting<br />

wijzen (snijkantpositie 3). De lengte en de radius resp.<br />

diameter van het kalibratiewerktuig moet u in de werktuiglijst<br />

registreren.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-67<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

Jog<br />

Meettaster<br />

afstemmen<br />

X<br />

Cycle Start<br />

-of- Z<br />

Als zich op de tegenspil een tweede meettaster bevindt, moet de<br />

machinefabrikant deze bekendmaken in de machinegegevens.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Wissel het kalibratiewerktuig in.<br />

Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "Meten<br />

werkt.".<br />

Druk op de softkey "Meettaster afstemmen".<br />

Druk op de softkey "X" of "Z", afhankelijk van het punt van de<br />

meettaster dat u eerst wilt bepalen.<br />

Meettaster in X afstemmen Meettaster in Z afstemmen<br />

Selecteer of u de meettaster op de hoofd- of de tegenspil wilt<br />

gebruiken, als de machine uitgerust is met twee meettasters.<br />

Kies de richting (+ of -) waarin u de meettaster wilt benaderen.<br />

Plaats het kalibratiewerktuig in de buurt van de meettaster, zodat<br />

het eerste punt van de meettaster zonder botsing kan worden<br />

genaderd.<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

De kalibratieprocedure wordt gestart, d.w.z. dat het kalibratiewerktuig<br />

automatisch met meetaanvoer naar de taster toe en opnieuw weg<br />

wordt verplaatst.<br />

De positie van de meettaster wordt bepaald en in een intern<br />

gegevensbereik opgeslagen.<br />

Herhaal de procedure voor de andere 3 punten van de<br />

meettaster.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-68 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.5 Werktuigen<br />

2.5.6 Werktuig meten met loep<br />

Jog<br />

Loep ><br />

Werktuig<br />

in<br />

manueel<br />

Lengte<br />

zetten<br />

Om de werktuigafmetingen te bepalen kunt u, indien beschikbaar aan<br />

de machine, ook een loep gebruiken.<br />

<strong>ShopTurn</strong> berekent de werktuigcorrectiegegevens in dat geval uit de<br />

bekende posities van het werktuigdrager-referentiepunt en het<br />

draadkruis van de loep.<br />

Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "Meten<br />

werkt.".<br />

Druk op de softkey "Loep".<br />

druk op de softkey "Werktuigen".<br />

Kies het op te meten werktuig uit de werktuiglijst. De<br />

snijkantpositie en de radius resp. diameter van het werktuig<br />

moeten reeds geregistreerd zijn in de werktuiglijst.<br />

Druk op de softkey "in manueel".<br />

Beweeg met het werktuig naar de loep toe (zie hfdst. "Assen<br />

verplaatsen").<br />

Breng de spits van het werktuig P in overeenstemming met het<br />

draadkruis van de loep.<br />

Druk op de softkey "lengte zetten".<br />

De werktuiglengten worden automatisch berekend en geregistreerd in<br />

de werktuiglijst. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de<br />

snijkantligging en de werktuigradius resp. -diameter.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-69<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.6 Werkstuknulpunt meten<br />

2.6 Werkstuknulpunt meten<br />

Jog<br />

Nulpunt<br />

versch.<br />

in<br />

manueel<br />

Nulpuntv.<br />

instellen<br />

Het referentiepunt bij de programmering van een werkstuk is altijd het<br />

werkstuknulpunt. Om dit nulpunt te bepalen, meet u de lengte van het<br />

werkstuk en slaat u de positie van het cilinderkopvlak in Z-richting op<br />

in een nulpuntverschuiving. D.w.z. dat de positie in de ruwe<br />

verschuiving wordt opgeslagen en beschikbare waarden in de fijne<br />

verschuiving worden gewist.<br />

Een voorwaarde voor het meten van het werkstuk is de aanwezigheid<br />

van een werktuig met bekende lengtewaarden in de bewerkingspositie<br />

(zie hfdst. "Werktuig en spil selecteren").<br />

Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "Nulp.<br />

werkst.".<br />

Kies de gewenste verschuiving waarin de positie van het<br />

cilinerkopvlak moet worden opgeslagen.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Nulpuntversch.".<br />

-en-<br />

Plaats de cursor op de gewenste nulpuntverschuiving.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "in manueel".<br />

Verplaats het werktuig in Z-richting en raak het werkstuk aan (zie<br />

hfdst. "Assen verplaatsen").<br />

Voer de instelpositie van de werkstukrand Z0 in.<br />

Druk op de softkey "Nulpuntv. instellen".<br />

Het werkstuknulpunt en daarmee de nulpuntverschuiving worden<br />

berekend. De werktuiglengte wordt hierbij automatisch mee berekend.<br />

Voorbeeld: Instelpositie werkstukrand Z0 = 0<br />

Werktuiglengtecorrectie Z = 37.6 mm<br />

⇒ Z = -37.6<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-70 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.7 Nulpuntverschuivingen<br />

2.7 Nulpuntverschuivingen<br />

De indicatie van de werkelijke waarde van de ascoördinaten heeft na<br />

het aanlopen van de referentiepunten betrekking op het<br />

machinenulpunt (M) van de machinecoördinaten (MCS). Terwijl het<br />

programma voor het afwerken van het werkstuk betrekking heeft op<br />

het werkstuknulpunt (W) van het werkstukcoördinatensysteem (WCS).<br />

Machinenulpunt en werkstuknulpunt moeten niet identiek zijn.<br />

Afhankelijk van de manier en het opspannen van het werkstuk kan de<br />

afstand tussen machinenulpunt en werkstuknulpunt variëren. Met<br />

deze nulpuntverschuiving wordt bij de programmabewerking rekening<br />

gehouden en kan ze uit verschillende verschuivingen bestaan.<br />

Bij <strong>ShopTurn</strong> heeft de actuele-waarde-aanduiding van de posities<br />

betrekking op het ENS-coördinatensysteem. De positie van het<br />

actieve werktuigen t.o.v. het werkstuknulpunt wordt aangegeven.<br />

De verschuivingen sommeren zich als volgt:<br />

M<br />

Total<br />

verschuiving<br />

Nulpuntverschuivingen<br />

Basisverschuiving<br />

Nulpuntverschuiving fijne<br />

N ulpuntverschuiving ruw e<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-71<br />

W<br />

WCS<br />

Coördinatentransformatie<br />

MCS<br />

Als het machinenulpunt niet identiek is met het werkstuknulpunt, is er<br />

ten minste één verschuiving (basisverschuiving of een<br />

nulpuntverschuiving), waarin de positie van het werkstuknulpunt is<br />

opgeslagen.<br />

Basisverschuiving De basisverschuiving is een nulpuntverschuiving die altijd actief is.<br />

Indien u geen basisverschuiving hebt gedefinieerd, dan is het nul. De<br />

basisverschuiving bepaalt u via "Nulpunt werkstuk" (zie hfdst.<br />

"Werkstuknulpunt meten") of "NPV zetten" (zie hfdst.<br />

"Nulpuntverschuiving instellen").<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.7 Nulpuntverschuivingen<br />

Nulpuntverschuivingen Nulpuntverschuivingen (G54 tot G57, G505 tot G599) bestaan telkens<br />

uit een grof- en een fijnverschuiving. U kunt de nulpuntverschuivingen<br />

vanuit elk willekeurig stappenreeksprogramma oproepen (ruwe en<br />

fijnverschuiving worden daarbij opgeteld).<br />

In de grofverschuiving kunt u bijvoorbeeld het nulpunt van het<br />

werkstuk opslaan. En in de fijnverschuiving kunt u dan de aanpassing<br />

vastleggen die bij het inspannen van een nieuw werkstuk tussen het<br />

oude en nieuwe werkstuknulpunt ontstaat.<br />

Coördinaten-<br />

transformaties<br />

De fijnverschuivingen moeten door de machineproducent worden<br />

ingericht.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Hoe u nulpuntverschuivingen vastlegt en oproept, vindt u in hfdst.<br />

"Nulpuntverschuivingen definiëren" en "Nulpuntverschuivingen<br />

oproepen".<br />

Coördinatentransformaties programmeert u altijd alleen voor één<br />

bepaald stappenreeksprogramma. Ze worden gedefinieerd door:<br />

• Verschuiving<br />

• Rotatie<br />

• Skalering<br />

• Spiegeling<br />

(zie hfdst. "Coördinatentransformaties definiëren")<br />

Totale verschuiving De totale verschuiving resulteert uit de som van alle verschuivingen<br />

en coördinatentransformaties.<br />

2.7.1 Nulpuntverschuiving instellen<br />

Het nulpunt van het werkstuk kunt u opslaan met "Werkstuk nulpunt"<br />

of "NPV zetten".<br />

In welke verschuiving (actieve nulpuntverschuiving of<br />

basisverschuiving) het nieuwe nulpunt wordt opgeslagen, is<br />

vastgelegd in de machinegegevens.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Als de waarden in de actieve nulpuntverschuiving worden opgeslagen,<br />

worden de waarden in de grofverschuiving geaccentueerd en de<br />

voorhanden waarden in de fijnverschuiving worden gewist.<br />

Onder het positievenster voor de assen wordt de telkens actieve<br />

nulpuntverschuiving getoond.<br />

Beweeg de machineassen naar de gewenste positie, bv. het<br />

kopvlak van het werkstuk (zie hfdst. "Assen verplaatsen").<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-72 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.7 Nulpuntverschuivingen<br />

Z=0<br />

Jog<br />

Wissen<br />

Als u het nulpunt niet in de actieve nulpuntverschuiving of in de<br />

basisverschuiving wilt opslaan, kiest u een andere<br />

nulpuntverschuiving (zie hfdst. "Instellingen voor manuele<br />

modus").<br />

Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "NPV<br />

zetten".<br />

MANUEEL<br />

WCS AKS<br />

Positie<br />

NPV<br />

zetten<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-73<br />

Nulp.<br />

werkst.<br />

Basisnulpuntverschuiving instellen<br />

M eten<br />

werkst.<br />

NABEWERKINGSWKT.<br />

Positie<br />

Verspanen<br />

Schrijf de gewenste nieuwe positiewaarde voor Z resp. X of Y<br />

direct in het actuele-waardenveld. Met de cursortoetsen kunt u<br />

tussen de assen wisselen.<br />

Druk op de toets "Input".<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Z=0" om de positiewaarde op nul te zetten.<br />

Het nieuwe nulpunt wordt in de actieve nulpuntverschuiving of de<br />

basisverschuiving opgeslagen.<br />

2<br />

Wissen<br />

Om het opgeslagen nulpunt opnieuw te wissen, drukt u op de softkey<br />

"Wissen".<br />

Terug


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.7 Nulpuntverschuivingen<br />

2.7.2 Nulpuntverschuivingen definiëren<br />

Zet X<br />

Zet<br />

alle<br />

NPV<br />

wissen<br />

Verder<br />

assen<br />

Zet Z<br />

...<br />

De nulpuntverschuivingen (grof en fijn) noteert u direct in de<br />

nulpuntverschuivingslijst.<br />

De fijnverschuivingen moeten door de machineproducent worden<br />

ingericht.<br />

Het aantal mogelijke nulpuntverschuivingen is vastgelegd in de<br />

machingegevens.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Nulp.<br />

versch.".<br />

De nulpuntverschuivingslijst verschijnt.<br />

Plaats de cursor op de ruwe of fijne verschuiving die u wilt<br />

definiëren.<br />

Voer de gewenste coördinaat van iedere as in. Met de<br />

cursortoetsen kunt u tussen de assen wisselen.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Zet X", "Zet Y" of "Zet Z", indien u voor een<br />

grofverschuiving de positiewaarde van een as uit de positieindicatie<br />

wenst over te nemen.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Zet alle", indien u voor een grofverschuiving<br />

de positiewaarden van alles assen uit de positie-indicatie wenst<br />

over te nemen.<br />

De nieuwe grofverschuiving wordt ingesteld. Daarbij worden de<br />

waarden uit de fijnverschuiving mee berekend en vervolgens gewist.<br />

Druk op de softkey "NPV wissen", als u de waarden van de grof-<br />

en fijnverschuiving wenst te wissen.<br />

Met de softkey "Verdere assen" kunt u drie (2 ronde assen, 1 lineaire<br />

as) bijkomende assen aangeven en hun verschuiving vastleggen.<br />

Deze bijkomende assen worden via de machinedata geactiveerd.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-74 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.7 Nulpuntverschuivingen<br />

2.7.3 Nulpuntverschuivingslijst<br />

De afzonderlijke nulpuntverschuivingen evenals de totale verschuiving<br />

worden alle in de nulpuntverschuivingslijst getoond. De op dat<br />

moment actieve nulpuntverschuiving wordt grijs gemarkeerd. Verder<br />

worden in de nulpuntverschuivingslijst de actuele asposities in het<br />

machine- en werkstukcoördinatensysteem vermeld.<br />

Als uw draaimachine over een tegenspil beschikt, wordt in de kolom<br />

rechts ook aangegeven welke nulpuntverschuiving voor de bewerking<br />

met de tegenspil werd gespiegeld. Indien nodig kunt u de spiegeling<br />

van de nulpuntverschuiving ook opnieuw deselecteren.<br />

WERKTUIG<br />

WCS MCS<br />

NPV1<br />

NPV2<br />

NPV3<br />

Maatstaf<br />

Spiegel<br />

Totaal<br />

Werkt.lijst<br />

Werkt.slijt.<br />

Nulpuntverschuivingslijst<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-75<br />

Nulpunt<br />

versch.<br />

R-parameter<br />

Basisverschuiving<br />

Basisreferentie De coördinaten van de basisverschuiving worden getoond.<br />

Deze kunt u hier in de lijst veranderen.<br />

2<br />

Nulpunt<br />

werkstuk<br />

Verder<br />

assen<br />

NPV<br />

wissen<br />

Nulpuntverschuivingen<br />

NPV1 ... NPV4 De coördinaten van de afzonderlijke nulpuntverschuivingen (1ste regel<br />

ruwe verschuiving, 2de regel fijnverschuiving) verschijnen. Deze kunt<br />

u hier in de lijst veranderen (zie hfdst. "Nulpuntverschuivingen<br />

definiëren").<br />

De fijnverschuivingen moeten door de machineproducent worden<br />

ingericht.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Andere nulpuntverschuivingen kunt u met de toets "Page Down"<br />

inlassen.<br />

Zet X<br />

Zet Y<br />

Zet Z<br />

Zet<br />

alle


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.7 Nulpuntverschuivingen<br />

Coördinaten-<br />

transformaties<br />

Programma De actieve coördinaten van de transformatie "Verschuiving" en de in<br />

de transformatie "Rotatie" ingestelde hoek, waar zich het<br />

coördinatensysteem om draait, worden getoond.<br />

U kunt de waarden hier niet veranderen.<br />

Maatstaf De actieve maatstaffactor van de transformatie "Skalering" wordt voor<br />

iedere as getoond.<br />

U kunt de waarden hier niet veranderen.<br />

Spiegel De spiegelas, die via de transformatie "Spiegeling" gedefinieerd werd,<br />

wordt getoond.<br />

U kunt de instellingen hier niet veranderen.<br />

Totale verschuiving<br />

Totaal De uit de basisverschuiving en uit alle actieve nulpuntverschuivingen<br />

en coördinatentransformaties resulterende totale verschuiving wordt<br />

getoond.<br />

Andere<br />

assen<br />

Met de softkey "Verdere assen" kunt u drie (2 ronde assen, 1 lineaire<br />

as) bijkomende assen aangeven en hun verschuiving vastleggen.<br />

Deze bijkomende assen worden via de machinedata geactiveerd.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Nulp.<br />

versch.".<br />

De nulpuntverschuivingslijst verschijnt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-76 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.8 Manuele modus<br />

2.8 Manuele modus<br />

2.8.1 Werktuig en spil selecteren<br />

Werktuig selecteren<br />

Jog<br />

Werktuigen<br />

-of-<br />

in<br />

manueel<br />

De bedieningsmodus "Machine Manueel" gebruikt u telkens als u de<br />

machine voor de afwerking van een programma wilt instellen of<br />

eenvoudige verplaatsingsbewegingen aan de machine wilt uitvoeren.<br />

Voor de voorbereidende handelingen in de manuele modus gebeurt<br />

de werktuigselectie en de spilbesturing telkens centraal op één<br />

scherm.<br />

Naast de hoofdspil (S1) hebben aangedreven werktuigen nog een<br />

werktuigspil (S2). Bovendien kan uw draaimachine nog uitgerust zijn<br />

met een tegenspil (S3).<br />

In de manuele modus kunt u een werktuig via de naam of het<br />

revolverplaatsnummer selecteren. Als u een cijfer invoert, zoekt<br />

<strong>ShopTurn</strong> eerst een naam en daarna een plaatsnummer. D.w.z. als u<br />

bv. "5" invoert en er geen werktuig met de naam "5" bestaat, wordt het<br />

werktuig van plaatsnummer "5" geselecteerd.<br />

Aan de hand van het revolverplaatsnummer kunt u ook een lege<br />

plaats in de bewerkingspositie zwenken en dan comfortabel een<br />

nieuw werktuig monteren.<br />

Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />

"T, S, M".<br />

Voer de naam of het nummer van het werktuig T in.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Werktuigen" of de toets "Offset" om de<br />

werktuiglijst op te roepen.<br />

-en-<br />

Plaats de cursor in de werktuiglijst op het gewenste werktuig.<br />

Er kan slechts één werktuig uit de revolver worden geselecteerd.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "in manueel".<br />

Het werktuig wordt opgenomen in het venster "T, S, M...".<br />

Kies de werktuigsnijkant D of schrijf het nummer direct in het veld.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-77<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.8 Manuele modus<br />

Cycle Start<br />

Spil starten<br />

Jog<br />

Cycle Start<br />

Spil stoppen<br />

Jog<br />

Cycle Start<br />

Spiltoerental veranderen<br />

Jog<br />

Cycle Start<br />

Spil positioneren<br />

Jog<br />

Druk op de toets "Cycle-Start".<br />

Het werktuig wordt automatisch in de bewerkingspositie gezwenkt en<br />

de naam van het werktuig verschijnt in de werktuig-statusregel.<br />

Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />

"T, S, M".<br />

Kies in het linker invoerveld van de parameter Spil de hoofdspil<br />

(S1), de werktuigspil (S2) of de tegenspil (S3).<br />

Voer in het rechter invoerveld het gewenste spiltoerental resp. de<br />

snijsnelheid in.<br />

Stel de transmissietrap in. als de machine over een transmissie<br />

voor de spil beschikt.<br />

Kies in het veld daaronder de spildraairichting:<br />

Spil draait naar rechts<br />

Spil draait naar links<br />

Druk op de toets "Cycle-Start".<br />

De spil draait.<br />

Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />

"T, S, M".<br />

Kies in het onderste spilveld de functie "Spil stopt".<br />

Druk op de toets "Cycle-Start".<br />

De spil stopt.<br />

Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />

"T, S, M".<br />

Voer het gewenste spiltoerental in.<br />

Druk op de toets "Cycle-Start".<br />

De spil draait verder met het nieuwe toerental.<br />

Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />

"T, S, M".<br />

Selecteer de hoofdspil (S1), de werktuigspil (S2) of de tegenspil<br />

(S3).<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-78 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.8 Manuele modus<br />

Cycle Start<br />

2.8.2 Assen verplaatsen<br />

Assen verplaatsen via<br />

toetsenbord<br />

Jog<br />

Kies in het onderste veld de functie "Spilpositie".<br />

Voer in het parameterveld "Stop-pos." de gewenste spilpositie (in<br />

graden) in.<br />

Druk op de toets "Cycle-Start".<br />

Bij een stilstaande spil wordt op de kortste weg gepositioneerd.<br />

Bij een draaiende spil wordt de actuele draairichting behouden en<br />

gepositioneerd.<br />

De assen kunt u in de manuele modus of met behulp van increment-<br />

en astoetsen resp. handwielen verplaatsen. Bij het verplaatsen via het<br />

toetsenbord beweegt de geselecteerde as in de geprogrammeerde<br />

instelaanvoer met een vastgelegde stapbreedte.<br />

De assen kunt u, afhankelijk van de instellingen van de<br />

machinefabrikant, tegelijkertijd verplaatsen.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Tijdens de verplaatsing is de aanvoer-/ijlgang-override actief.<br />

Selecteer indien nodig een werktuig (zie hfdst. "Werktuig en spil<br />

selecteren").<br />

Wissel naar de bedieningswijze "Machine manueel" in de<br />

uitgebreide horizontale softkey-balk.<br />

Druk op de sofktey "ShopT. inst.".<br />

Voer de gewenste waarde voor de parameter "Instelaanvoer" in<br />

mm/min en mm/o in.<br />

Welke van de beide aanvoerwaarden bij de verplaatsing van de assen<br />

wordt gebruikt, vindt u in de documentatie van de machinefabrikant.<br />

Welke van de beide aanvoerwaarden bij de verplaatsing van de assen<br />

wordt gebruikt, vindt u in de documentatie van de machinefabrikant.<br />

De assen kunt u in vaste of variabele stapmaten bewegen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-79<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.8 Manuele modus<br />

1<br />

Jog<br />

VAR<br />

+X<br />

... 10000<br />

Assen verplaatsen met<br />

handwiel<br />

Druk op één van de toetsen [1], [10], ..., [10000] om de as met<br />

een vaste stapmaat (increment) te verplaatsen.<br />

De getallen op de toetsen geven de verplaatsingsweg in<br />

micrometer resp. micro-inch aan.<br />

Voorbeeld: Bij een gewenste stapbreedte van 100 μm<br />

(= 0.1 mm) drukt u op de toets "100".<br />

-of-<br />

Wissel naar de bedieningswijze "Machine manueel" in de<br />

uitgebreide horizontale softkey-balk.<br />

-en-<br />

Druk op de sofktey "ShopT. inst.".<br />

-en-<br />

Voer de gewenste waarde in voor de parameter "Variabele<br />

stapmaat".<br />

Voorbeeld: Bij een gewenste stapmaat van 500 μm<br />

(= 0.5 mm) voert u 500 in.<br />

-en-<br />

Druk op de toets "Inc Var".<br />

Druk op een astoets in de betreffende richting.<br />

Telkens als u op de astoets drukt, wordt de as verplaatst met de<br />

geselecteerde stapbreedte.<br />

Als u meerdere assen tegelijkertijd wilt verplaatsen, moet u de<br />

betreffende astoetsen tegelijkertijd indrukken.<br />

Om de werking van de handwielen te selecteren, moet u rekening<br />

houden met de instructies van de machinefabrikant.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-80 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.8 Manuele modus<br />

2.8.3 Assen positioneren<br />

Jog<br />

IJlgang<br />

Cycle Start<br />

In de manuele modus kunt u de assen op bepaalde posities plaatsen<br />

om eenvoudige bewegingsprocedures te realiseren.<br />

Tijdens de verplaatsing is de aanvoer-/ijlgang-override actief.<br />

Selecteer indien nodig een werktuig (zie hfdst. "Werktuig en spil<br />

selecteren").<br />

Kies in de bedieningswijze "Machine Manueel" de softkey<br />

"Positie".<br />

Voer de doelpositie voor de te verplaatsen as(sen) in.<br />

Kies de gewenste waarde voor de aanvoer F.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "IJlgang".<br />

Druk op de toets "Cycle-Start".<br />

De as wordt op de aangegeven doelpositie geplaatst. Als u<br />

doelposities voor meerdere assen heeft aangegeven, worden de<br />

assen tegelijkertijd verplaatst.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-81<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.8 Manuele modus<br />

2.8.4 Werkstuk eenvoudig verspanen<br />

Jog<br />

Enkele ruwe delen hebben geen glad resp. vlak oppervlak. Gebruik de<br />

verspaancyclus, om bv. het kopvlak van het werkstuk voor de<br />

eigenlijke bewerking vlak te draaien.<br />

Een voorwaarde voor het eenvoudige afspanen van een werkstuk in<br />

de manuele modus is de aanwezigheid van een gemeten werktuig in<br />

de bewerkingspositie (zie hfdst. "Werktuig en spil selecteren").<br />

Als u met de verspaancyclus een spankop wenst uit te draaien, kunt u<br />

in de hoek ondersnijding (XF2) programmeren.<br />

Voorzichtig<br />

Het werktuig beweegt direct naar het startpunt voor de<br />

verspaancyclus. Beweeg het werktuig eerst naar een veilige positie<br />

om botsingen bij de verplaatsing te vermijden.<br />

De funtie "Repos" kunt u tijdens het eenvoudige afspanen niet<br />

gebruiken.<br />

Kies in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />

"Verspanen".<br />

Voer de gewenste waarden voor de afzonderlijke parameters in.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Het invoerscherm wordt gesloten.<br />

WCS<br />

Verspanen<br />

Positie<br />

NPV<br />

zetten<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-82 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

Nulp.<br />

werkst.<br />

Verspanen in manuele modus<br />

Meten<br />

werkt.<br />

NABEWERK.WKT.<br />

Positie<br />

2<br />

Annuleren


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.8 Manuele modus<br />

Cycle Start<br />

Druk op de toets "Cycle-Start".<br />

De cyclus "Verspanen" wordt gestart.<br />

U kunt altijd terugkeren naar het parameterscherm om de ingaven te<br />

controleren en te corrigeren.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts" om terug te keren naar het<br />

invoerscherm.<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken creëren".<br />

In het linker invoerveld van de parameter spil kunt u kiezen tussen hoofdspil (S1) en<br />

tegenspil (S3). In het rechter invoerveld voert u het spiltoerental of de snijsnelheid<br />

in.<br />

Bewerkings-<br />

type<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Ligging Verspaanligging:<br />

Richting Verspaanrichting (vlak of langs) in het coördinatensysteem:<br />

X<br />

X<br />

Parallel parallel t.o.v. zur Z-as Z-Achse (langs) (Längs)<br />

Außen Buiten Binnen Innen<br />

Buiten Stirnseite Binnen Rückseite<br />

Z<br />

Z<br />

X<br />

X<br />

Parallel parallel zur t.o.v. X-Achse X-as (vlak) (Plan)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-83<br />

Z<br />

Z<br />

X0 Referentiepunt ∅ (abs) mm<br />

Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />

X1 Eindpunt ∅ (abs) of eindpunt (inc) mm<br />

Z1 Eindpunt (abs of inc) mm<br />

FS Fase (n=1...3) alternatief voor R mm<br />

R Radius (n=1...3) alternatief voor FS mm<br />

XF2 Ondersnijding (alternatief voor FS2 of R2) mm<br />

D Aanloopdiepte (inc) – (alleen bij voordraaien) mm<br />

UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

X<br />

X<br />

Z<br />

Z<br />

X<br />

X<br />

Z<br />

Z<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.8 Manuele modus<br />

2.8.5 Instellingen voor de manuele modus<br />

M-functie selecteren<br />

Jog<br />

Nulpuntverschuiving<br />

kiezen<br />

Jog<br />

Nulpunt-<br />

versch.<br />

Voor de manuele modus kunt u centraal machinefuncties en<br />

nulpuntverschuivingen selecteren en de maateenheid instellen.<br />

Machinefuncties (M-functies) zijn functies, zoals bv. "Deur sluiten" of<br />

"Spankop losmaken", die door de machinefabrikant extra ter<br />

beschikking worden gesteld.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

De asposities en wegparameters kunt u in de manuele modus in "mm"<br />

of "inch" weergeven. Werktuigcorrecties en nulpuntverschuivingen<br />

blijven echter bewaard in de oorspronkelijke maateenheid waarop de<br />

machine is ingesteld (zie hfdst. "Maateenheid (millimeter/inch)<br />

omschakelen“).<br />

Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />

"T, S, M".<br />

Voer in het parameterveld "And. M-fct." het nummer van de<br />

gewenste M-functie in.<br />

In de tabel van de machinefabrikant vindt u de relatie tussen<br />

betekenis en nummer van de functie.<br />

Voorbeeld:<br />

M-functie Beschrijving<br />

... ...<br />

M88 Deur sluiten<br />

... ...<br />

In het invoerveld moet u "88" invullen<br />

om de deur te sluiten.<br />

De M-functie is actief als u de volgende keer op de toets "Cycle-Start"<br />

drukt.<br />

Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />

"T, S, M".<br />

Selecteer de gewenste nulpuntverschuiving.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Nulpuntversch."<br />

-en-<br />

Plaats de cursor op de gewenste nulpuntverschuiving.<br />

-en-<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-84 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.8 Manuele modus<br />

in<br />

manueel<br />

Maateenheid instellen<br />

Jog<br />

Druk op de softkey "in manueel".<br />

De nulpuntverschuiving is actief als u de volgende keer op de toets<br />

"Cycle-Start" drukt.<br />

Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />

"T, S, M".<br />

Selecteer de maateenheid.<br />

De maateenheid is actief in de manuele modus als u de volgende keer<br />

op de toets "Cycle-Start" drukt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-85<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.9 MDA<br />

2.9 MDA<br />

MDA<br />

Cycle Start<br />

MDA-Prog.<br />

wissen<br />

In de bedieningsmodus "MDA" (Manual Data Automatic) kunt u blok<br />

per blok G-code-commando's invoeren en deze onmiddellijk afwerken<br />

om de machine in te stellen.<br />

Bij de afwerking van de G-code-commando's kunt u het verloop als<br />

volgt beïnvloeden:<br />

Programma blok per blok afwerken<br />

Programma testen<br />

Proefaanvoer instellen<br />

(zie hfdst. "Werkstuk bewerken")<br />

Druk op de toets "MDA".<br />

De MDA-editor wordt geopend.<br />

WCS<br />

MDA<br />

Positie<br />

NABEWERK.WKT.<br />

Voer de gewenste commando's als G-code in via het<br />

bedieningsklavier.<br />

Druk op de toets "Cycle-Start".<br />

De besturing werkt de ingevoerde blokken af.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-86 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2<br />

Gfunctie<br />

Hulpfunctie<br />

Alle<br />

G-func.<br />

MDA-Prog.<br />

wissen<br />

Act. wde<br />

MCS<br />

Het in MDA-bedrijf aangelegde programma wordt, afhankelijk van de<br />

instelling van de machinefabrikant, na de volledige uitvoering<br />

automatisch gewist, of u kunt het met de softkey "MDA-prog. wissen"<br />

verwijderen.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.


08/2005 Machine instellen<br />

2 2.10 Looptijden<br />

2.10 Looptijden<br />

Om ervoor te zorgen dat u te allen tijde een overzicht heeft van de<br />

belangrijkste machinelooptijden, biedt <strong>ShopTurn</strong> een statusvenster,<br />

dat de volgende bedrijfstijden aangeeft.<br />

Programma De meting van de programmalooptijd begint met de toets "Cycle-Start"<br />

en stopt met NC-Stop resp. met NC-Reset.<br />

Als u een nieuw programma start, begint de tijdmeting opnieuw te<br />

lopen.<br />

Bij actieve verwijltijd, bij programmaverlopen met programmatest of<br />

testaanvoer loopt de meting verder. Bij NC-stop of een aanvoeroverride<br />

= 0 stopt de tijdmeting.<br />

Geladen Aan de hand van een progressie-indicatie kunt u volgen hoeveel<br />

procent van het opgeroepen programma reeds geladen is.<br />

De weergave verschijnt alleen als een programma resp.<br />

subprogramma via het commando EXTCALL wordt opgeroepen of als<br />

een programma van de harddisk wordt afgewerkt.<br />

Werkstuk<br />

De actuele herhaling en het geprogrammeerde aantal<br />

programmaherhalingen (bv. werkstuk: 15/100) worden bij<br />

arbeidsstappen en G-Code-programma's aangegeven. Het aantal<br />

verschijnt bij arbeidsstappenprogramma's, maar alleen als het aantal<br />

geprogrammeerde herhalingen N groter is dan 1 (zie hfdst. "Aantal<br />

aangeven").<br />

Vanaf een geprogrammeerd aantal herhalingen van 100000 wordt om<br />

plaatsredenen alleen nog de actuele programmaherhaling<br />

aangegeven (bv. werkstuk: 15).<br />

Als er nog geen informatie beschikbaar is over de actuele<br />

programmaherhaling, ziet u alleen twee streepjes<br />

(bv. werkstuk: - -/100).<br />

Na de start van een programma staat op de teller voor de actuele<br />

herhaling 0.<br />

Voor de werkstuktelling voert u als voorinstelling de actuele en<br />

doelcijfers voor de werkstukhoeveelheid in (zie hfdst. "Werkstukteller<br />

parametreren").<br />

Tijd De actuele tijd wordt aangegeven.<br />

Datum De actuele datum wordt aangegeven.<br />

Machine De machinelooptijd geeft de verstreken tijd sinds de laatste start van<br />

de besturing aan.<br />

Bewerking De bewerkingstijd geeft de totale looptijd van alle afgewerkte<br />

programma's sinds de laatste start van de besturing aan.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-87<br />

2


Machine instellen 08/2005<br />

2 2.10 Looptijden<br />

Belasting Het systeem berekent uit de gemeten bewerkingstijd en de actuele<br />

machinelooptijd de werkelijke belasting van de machine.<br />

De verhouding tussen de bewerkingstijd en de machinelooptijd wordt<br />

aangegeven in procent.<br />

Jog<br />

Loop-<br />

tijden<br />

of<br />

Auto<br />

Welke looptijden worden aangegeven, is afhankelijk van de instelling<br />

van een machinedatum.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Kies de bedieningsmodus "Machine Manueel" of de<br />

bedieningsmodus "Machine Auto".<br />

Druk op de softkey "Looptijden".<br />

Het T,F,S - indicatievenster verandert in het venster "Looptijden".<br />

Door nogmaals op de softkey "Looptijden" te drukken, keert u terug<br />

naar het T,F,S – indicatievenster.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

2-88 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

2


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

Werkstuk bewerken<br />

3.1 Bewerking starten/stoppen...................................................................................... 3-90<br />

3.2 Programma inlopen................................................................................................. 3-93<br />

3.3 Actueel programmablok tonen ................................................................................ 3-94<br />

3.4 Assen herpositioneren ............................................................................................ 3-95<br />

3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt................................................ 3-96<br />

3.6 Programmaverloop beïnvloeden ........................................................................... 3-102<br />

3.7 Overschrijven........................................................................................................ 3-103<br />

3.8 Programma testen ................................................................................................ 3-105<br />

3.9 Programma corrigeren .......................................................................................... 3-106<br />

3.10 G- en hulpfuncties tonen....................................................................................... 3-107<br />

3.11 Bewerking simuleren............................................................................................. 3-108<br />

3.11.1 Simuleren voor de bewerking van het werkstuk .................................................... 3-110<br />

3.11.2 Meetekenen voor de bewerking van het werkstuk................................................. 3-112<br />

3.11.3 Meetekenen tijdens de bewerking van het werkstuk ............................................. 3-113<br />

3.11.4 Uitgangsmateriaalvorm voor een G-code-programma veranderen ....................... 3-113<br />

3.11.5 Verschillende aanzichten van het werkstuk........................................................... 3-114<br />

3.11.6 Fragment veranderen ........................................................................................... 3-118<br />

3.12 Instellingen voor de automatische modus ............................................................. 3-120<br />

3.12.1 Testaanvoer vastleggen........................................................................................ 3-120<br />

3.12.2 Werkstukteller parametreren................................................................................. 3-121<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-89<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.1 Bewerking starten/stoppen<br />

3.1 Bewerking starten/stoppen<br />

Programma kiezen<br />

(volledig)<br />

-of-<br />

-of-<br />

Bij het uitvoeren van een programma wordt het werkstuk<br />

overeenkomstig de programmering aan de machine bewerkt.<br />

Na de programmastart in de automatische modus verloopt de<br />

werkstukbewerking dan automatisch.<br />

Het programma moet u in de bedieningsmodus "Machine Auto" laden,<br />

daarna kunt u het dan starten. U kunt het programma echter steeds<br />

stoppen en vervolgens de bewerking hervatten. Bovendien heeft u de<br />

mogelijkheid de afwerking grafisch weer te geven op het scherm.<br />

Als het programma in de bedieningswijze "Machine auto" werd<br />

geladen en de bedieningswijze "Automatisch" op het<br />

machinebesturingspaneel geactiveerd is, kunt u het programma ook<br />

starten, als u zich in een willekeurig bedieningsbereik bevindt en niet<br />

in de bedieningswijze "Machine auto".<br />

Deze startmogelijkheid moet in de machinegegevens worden<br />

geactiveerd.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

De volgende voorwaarden moeten vervuld zijn voor de een<br />

programma kan worden afgewerkt:<br />

• Het meetsysteem van de besturing is gesynchroniseerd met de<br />

machine.<br />

• Er is een <strong>ShopTurn</strong> aangelegd programma beschikbaar.<br />

• De vereiste werktuigcorrecties en nulpuntverschuivingen zijn<br />

ingevoerd.<br />

• De vereiste veiligheidsvergrendelingen van de machinefabrikant<br />

zijn geactiveerd.<br />

Stappenreeksprogramma's die u in oudere <strong>ShopTurn</strong>-versies heeft<br />

aangelegd, kunt u telkens ook met de actuele <strong>ShopTurn</strong>-versie<br />

afwerken. Zodra een ouder stappenreeksprogramma een keer in de<br />

actuele <strong>ShopTurn</strong>-versie wordt afgewerkt, geldt het als programma<br />

met de actuele <strong>ShopTurn</strong>-versie.<br />

Druk op de softkey of de toets "Program Manager".<br />

Het directory-overzicht verschijnt.<br />

Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma<br />

wilt selecteren.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

Het programma-overzicht verschijnt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-90 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.1 Bewerking starten/stoppen<br />

Af-<br />

werken<br />

Programma kiezen<br />

(vanaf programmablok)<br />

-of-<br />

-of-<br />

-of-<br />

Plaats de cursor op het gewenste programma.<br />

Druk op de softkey "Afwerken".<br />

<strong>ShopTurn</strong> schakelt automatisch om op de bedieningsmodus "Machine<br />

Auto" en laadt het programma.<br />

Druk op de softkey of de toets "Program Manager".<br />

Het directory-overzicht verschijnt.<br />

Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma<br />

wilt selecteren.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

Het programma-overzicht verschijnt.<br />

Plaats de cursor op het gewenste programma.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

Het gekozen programma wordt in het bedieningsbereik "Programma"<br />

geopend. Het arbeidsplan van het programma verschijnt.<br />

Plaats de cursor op het programmablok van waar u het<br />

programma wilt afwerken.<br />

Druk op de softkey "Afwerken".<br />

<strong>ShopTurn</strong> wordt automatisch omgeschakeld op de modus "Machine<br />

Auto". Het programma wordt geladen en een blokzoekprocedure<br />

uitgevoerd tot aan het gemarkeerde programmablok (zie hfdst.<br />

"Bewerking starten op bepaald programmapunt").<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-91<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.1 Bewerking starten/stoppen<br />

Bewerking starten<br />

Cycle Start<br />

Bewerking stoppen<br />

Cycle Stop<br />

Bewerking voortijdig<br />

beëindigen<br />

Reset<br />

Voorbeeld van het programma-aanzicht in de bedieningsmodus "Machine Auto"<br />

Als u een programma voor de eerste keer kiest om af te werken, dat<br />

de cycli "Verspanen tegen de contour" of "contourkamer" bevat,<br />

worden automatisch de afzonderlijke verspaanstappen resp. de<br />

uitfreesstappen van de contourkamer berekend. Dit proces kan<br />

afhankelijk van de complexiteit van de contour enkele seconden<br />

duren.<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

Het programma wordt gestart en vanaf het begin resp. vanaf het<br />

gemarkeerde programmablok afgewerkt.<br />

Druk op de toets "Cycle Stop".<br />

De bewerking stopt onmiddellijk, afzonderlijke programmablokken<br />

worden niet tot op het einde afgewerkt. Bij de volgende start wordt de<br />

bewerking daar voortgezet, waar ze werd gestopt.<br />

Druk op de toets "Reset".<br />

De afwerking van het programma wordt voortijdig beëindigd. Bij de<br />

volgende start begint de bewerking van bij het begin.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-92 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.2 Programma inlopen<br />

Bewerking uit het<br />

bedieningsbereik starten<br />

Cycle Start<br />

3.2 Programma inlopen<br />

Het programma is in de bedieningswijze "Machine auto" geladen en<br />

de bedieningswijze "Automatisch" is op het machinebesturingspaneel<br />

geactiveerd.<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

Het programma wordt gestart en vanaf het begin afgewerkt. Het<br />

oppervlak van het voordien gekozen bedieningsbereik blijft echter<br />

verder zichtbaar.<br />

Bij het inwerken van een programma kan <strong>ShopTurn</strong> de bewerking van<br />

het werkstuk onderbreken na elk programmablok dat een beweging of<br />

de hulpfunctie aan de machine start. Op die manier kunt u bij de<br />

eerste uitvoering van een programma het bewerkingsresultaat aan de<br />

machine blok per blok controleren.<br />

Bij het boren wordt de volledige bewerkingsprocedure, bij het<br />

kamerfrezen een niveaubewerking samengevat in één blok.<br />

Boor- en kamerbewerkingen kunnen met de functie "Enkelvoudig blok<br />

fijn" in verschillende blokken worden opgedeeld. Bovendien wordt de<br />

bewerking bij deze instelling ook na elk afzonderlijk contourelement<br />

van een contour gestopt.<br />

Enkelvoudig blok Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Single Block<br />

Cycle Start<br />

Cycle Start<br />

Single Block<br />

Druk op de toets "Single Block".<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

Het eerste blok van het programma wordt afgewerkt. Daarna stopt de<br />

bewerking. In de regel kanaaltoestand verschijnt de tekst "Halt: blok in<br />

enkelvoudig blok beëindigd".<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

Het volgende blok van het programma wordt afgewerkt. Daarna stopt<br />

de bewerking opnieuw.<br />

Druk opnieuw op de toets "Single Block" als de bewerking niet<br />

meer in enkelvoudige blokken moet verlopen. (De toets is dan<br />

opnieuw gedeselecteerd.)<br />

Als u nu opnieuw op de toets "Cycle-Start" drukt, wordt het<br />

programma zonder onderbrekingen tot op het einde afgewerkt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-93<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.3 Actueel programmablok tonen<br />

Enkelvoudig blok fijn Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Single Block<br />

Enkelvoud.<br />

blok fijn<br />

Druk op de softkeys "Prog. beïnvl" en "Afz. blok fijn" om elke<br />

boorpostie en elke kamerfreesbeweging als afzonderlijk blok uit te<br />

voeren.<br />

Druk op de toets "Single Block".<br />

Volg de onder "Enkelvoudig blok" beschreven stappen.<br />

3.3 Actueel programmablok tonen<br />

Als u tijdens het inlopen of tijdens het uitvoeren van het programma<br />

meer gedetailleerde informatie i.v.m. de asposities en de belangrijke<br />

G-functies wenst, kunt u de basisblokindicatie laten verschijnen.<br />

Basisblok<br />

Single Block<br />

Cycle Start<br />

De basisblokindicatie kunt u in het testbedrijf en ook tijdens het<br />

werkelijke bewerken van een werkstuk aan de machine gebruiken.<br />

Voor het juist actieve programmablok worden in het venster<br />

"Basisblok" alle G-code-commando's getoond die een functie aan de<br />

machine activeren:<br />

• Absolute asposities<br />

• G-functies van de eerste G-groep<br />

• Andere modale G-functies<br />

• Andere geprogrammeerde adressen<br />

• M-functies<br />

De functie Basisblokindicatie moet door de machinefabrikant worden<br />

ingesteld.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Druk op de softkey "Basisblok".<br />

Druk op de toets "Single Block" als u het programma per blok<br />

wenst uit te voeren.<br />

Start het uitvoeren van het programma.<br />

In het venster "Basisblok" worden voor het juist actieve<br />

programmablok de juiste asposities, de modale G-functies enz.<br />

getoond.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-94 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.4 Assen herpositioneren<br />

3.4 Assen herpositioneren<br />

Repos<br />

+X<br />

Na een programmaonderbreking in de automatische modus (bijv. na<br />

werktuigbreuk) kunt u het werktuig manueel van de contour<br />

verwijderen. <strong>ShopTurn</strong> bewaart de coördinaten van de<br />

onderbrekingspositie en geeft de in de manuele modus afgelegde<br />

wegverschillen van de assen aan in het actuele-waardenveld. Dit<br />

wegverschil wordt "Repos-verschuiving" genoemd.<br />

Met de functie "Repos" kunt u het werktuig opnieuw naar de contour<br />

van het werkstuk toe bewegen om de afwerking van het programma<br />

voort te zetten.<br />

De onderbrekingspositie kunt u niet overschrijden, dit is door de<br />

besturing geblokkeerd.<br />

De aanvoer-/ijlgang-override is actief.<br />

Waarschuwing<br />

Bij het herpositioneren bewegen de assen met de geprogrammeerde<br />

aanvoer en lineaire interpolatie, d.w.z. in rechte lijn van de actuele<br />

positie naar het onderbrekingspunt. Beweeg de assen daarom eerst<br />

naar een veilige positie om botsingen te vermijden.<br />

Als u de functie "Repos" na een programmaonderbreking en de<br />

daarop volgende manuele verplaatsing van de assen niet gebruikt,<br />

beweegt <strong>ShopTurn</strong> de assen bij omschakeling in de automatische<br />

modus en start van de bewerking automatisch in rechte lijn terug naar<br />

de onderbrekingspositie.<br />

De volgende voorwaarden moeten bij het herpositioneren van de<br />

assen vervuld zijn:<br />

• De afwerking van het programma werd onderbroken met "Cycle<br />

Stop".<br />

• De assen werden manueel van de onderbrekingspositie naar een<br />

andere positie geplaatst.<br />

Druk op de toets "Repos".<br />

Selecteer alle te verplaatsen as na elkaar in de betreffende<br />

richting.<br />

De assen worden op de onderbrekingspositie geplaatst.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-95<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />

3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />

Berekeningsvariant<br />

Als u slechts een bepaald gedeelte van een programma aan de<br />

machine wenst uit te voeren, moet u het afwerken van het programma<br />

niet noodzakelijkerwijze bij het begin starten, maar u kunt de<br />

bewerking ook vanaf een bepaald programmablok of een bepaalde<br />

tekst starten.<br />

Het programmapunt waar u de bewerking wilt starten, wordt "Doel"<br />

genoemd.<br />

<strong>ShopTurn</strong> maakt een onderscheid tussen 3 verschillende doeltypes:<br />

• <strong>ShopTurn</strong>-cyclus<br />

• Ander <strong>ShopTurn</strong>-blok resp. G-code-blok<br />

• Willekeurige tekst<br />

Bij het doeltype "Ander <strong>ShopTurn</strong>-blok resp. G-code-blok" kan het<br />

doel ook op 3 verschillende manieren worden aangegeven:<br />

• Cursor op doelblok plaatsen<br />

Bij overzichtelijke programma's is dit een makkelijke manier.<br />

• Onderbrekingspunt selecteren<br />

De bewerking wordt hervat op het punt waar de bewerking<br />

voordien werd onderbroken. Dit is vooral bij grote programma's<br />

met meerdere programmaniveaus comfortabel.<br />

• Doel direct invoeren<br />

Dit is alleen mogelijk als u de precieze gegevens (programmavlak,<br />

programmanaam enz.) van het doel kent.<br />

Nadat het doel aangegeven is, berekent <strong>ShopTurn</strong> het precieze<br />

startpunt voor de programmauitvoering.<br />

Bij de doeltypes "<strong>ShopTurn</strong>-cyclus" en "Willekeurige tekst" wordt de<br />

berekening altijd op het eindpunt van het blok uitgevoerd. Bij de<br />

berekening van het startpunt van alle andere <strong>ShopTurn</strong>-blokken en G-<br />

Code-blokken heeft u de keuze tussen vier varianten.<br />

1. Berekening op contour:<br />

Tijdens de blok-zoek-run voert <strong>ShopTurn</strong> dezelfde berekeningen<br />

uit als bij de uitvoering van het programma. Het programma wordt<br />

vanaf het begin van het bestemmingsblok, identiek met de normale<br />

programma-afwerking, afgelopen.<br />

2. Berekening op eindpunt:<br />

Tijdens de blok-zoek-run voert <strong>ShopTurn</strong> dezelfde berekeningen<br />

uit als bij de uitvoering van het programma. Het programma wordt<br />

vanaf het einde van het bestemmingsblok resp. van de volgende<br />

geprogrammeerde positie van het bestemmingsblok afgewerkt<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-96 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />

3. Zonder berekening<br />

Tijdens de blok-zoek-run voert <strong>ShopTurn</strong> geen berekeningen uit,<br />

d.w.z. de berekening wordt tot bij het doelblok overgeslagen. De<br />

besturingsinterne parameters staan op dezelfde waarden als voor<br />

de blok-zoek-run.<br />

Deze variante staat alleen bij programma's ter beschikking, die<br />

zonder uitzondering uit G-code-blokken bestaan.<br />

4. Extern - zonder berekening<br />

Deze variante gebeurt zoals de berekening op het eindpunt.<br />

Subprogramma's die via EXTCALL worden opgeroepen, worden<br />

echter bij het berekenen oversprongen. Bij G-code.programma's<br />

die volledig van externe diskdrives (diskette-/netdiskdrive)<br />

uitgevoerd worden, wordt het berekenen eveneens tot aan het<br />

bestemmingsblok oversprongen.<br />

Op deze manier kunt u het berekenen versnellen.<br />

Opgepast<br />

Met modale functies die niet in het berekende programmadeel<br />

onthouden zijn, wordt voor het uit te voeren programmadeel geen<br />

rekening gehouden. D.w.z. dat u bij de varianten "Zonder berekening"<br />

en "Extern – zonder berekening" een bestemmingsblok moet kiezen,<br />

vanaf hetwelke alle voor het bewerken noodzakelijke informatie<br />

aanwezig is.<br />

Doel direct invoeren Op het scherm "Zoekindicator" geeft u voor het doeltype "Ander<br />

<strong>ShopTurn</strong>-blok resp. G-code-blok" het doel direct aan.<br />

Op het scherm staat elke regel voor een programmaniveau. Het<br />

aantal werkelijk in het programma aanwezige niveaus is afhankelijk<br />

van de diepte van het programma. Het eerste niveau stemt altijd<br />

overeen met hoofdprogramma, alle andere niveaus stemmen overeen<br />

met onderprogramma's.<br />

Afhankelijk van het programmaniveau waarop het doel zicht bevindt,<br />

moet u het doel in de betreffende regel van het scherm invoeren. Als<br />

het doel zich bijv. in het onderprogramma bevindt dat direct door het<br />

hoofdprogramma wordt opgeroepen, moet u het doel dus in het 2de<br />

programmaniveau invoeren.<br />

De doelindicatie moet altijd eenduidig zijn. D.w.z. dat u ook in het 1ste<br />

programmaniveau (hoofdprogramma) een doel moet invoeren als het<br />

onderprogramma in het hoofdprogramma op 2 verschillende plaatsen<br />

worden opgeroepen.<br />

De parameters op het scherm "Zoekindicator" hebben de volgende<br />

betekenis:<br />

Nummer van het programmaniveau<br />

Programma: programmanaam (De naam van het hoofdprogramma<br />

wordt automatisch ingevoerd.)<br />

Ext: bestandsextensie<br />

P: doorloopteller (als een programmagedeelte meermaals<br />

uitgevoerd wordt, kunt u hier het nummer van de<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-97<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />

<strong>ShopTurn</strong>-cyclus<br />

selecteren<br />

Cycle Start<br />

Cycle Start<br />

Reset<br />

Zoeken<br />

starten<br />

Regel:<br />

uitvoering aangeven waarbij de bewerking moet worden<br />

voortgezet.)<br />

Parameter wordt door <strong>ShopTurn</strong> toegekend<br />

Type: " " Zoekdoel op dit niveau wordt niet in acht<br />

genomen<br />

N-nr. bloknummer<br />

Mark. springmarkering<br />

Tekst tekenreeks<br />

S-prg. subprogramma-activering<br />

Regel regelnummer<br />

Zoekdoel: Programmapunt waar de bewerking moet starten<br />

Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Plaats de cursor op het gewenste doelblok.<br />

Druk op de softkeys "Blokzoek." en "Zoeken starten".<br />

Kies bij aaneengeschakelde programmablokken met meerdere<br />

technologieblokken in het venster "Zoek-run" het gewenste<br />

technologieblok uit.<br />

Bij afzonderlijke programmablokken verschijnt de opvraag niet.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Voer bij aaneengeschakelde programmablokken het nummer van<br />

de gewenste startpositie in.<br />

Bij afzonderlijke programmablokken verschijnt de opvraag niet.<br />

Bij het zoeken naar positiepatronen worden verborgen posities niet<br />

meegeteld.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

<strong>ShopTurn</strong> voert alle vereiste voorinstellingen uit.<br />

Druk nog eens de toets "Cycle Start".<br />

De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het<br />

werkstuk vanaf het begin van het bestemmingsblok bewerkt.<br />

Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-98 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />

Ander <strong>ShopTurn</strong>-blok<br />

resp. G-Code-blok<br />

selecteren<br />

Op<br />

contour ...<br />

Cycle Start<br />

Cycle Start<br />

Reset<br />

Onderbr.<br />

punt<br />

Op<br />

contour ...<br />

Cycle Start<br />

Cycle Start<br />

Reset<br />

extern-<br />

zonder ber.<br />

Zoek-<br />

indicator<br />

extern-<br />

zonder ber.<br />

Cursor op doelblok plaatsen<br />

Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Plaats de cursor op het gewenste doelblok.<br />

Druk op de softkey "Blokzoek.".<br />

Kies een berekeningsvariante.<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

<strong>ShopTurn</strong> voert alle vereiste voorinstellingen uit.<br />

Druk nog eens de toets "Cycle Start".<br />

De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het<br />

programma, afhankelijk van de berekeningsvariante, vanaf het begin<br />

tot het einde van het bestemmingsblok afgewerkt.<br />

Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.<br />

Onderbrekingspunt selecteren<br />

Voorwaarde is dat de afwerking van het programma met de toets<br />

"Reset" werd onderbroken. (<strong>ShopTurn</strong> bewaart automatisch dit<br />

onderbrekingspunt.)<br />

Schakel opnieuw om op de bedieningsmodus "Machine Auto".<br />

Druk op de softkeys "Blokzoek." en "Zoekindicator".<br />

Druk op de softkey "Onderbr.punt".<br />

<strong>ShopTurn</strong> voegt het bewaarde onderbrekingspunt in als doel.<br />

Kies een berekeningsvariante.<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

<strong>ShopTurn</strong> voert alle vereiste voorinstellingen uit.<br />

Druk nog eens de toets "Cycle Start".<br />

De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het<br />

programma, afhankelijk van de berekeningsvariante, vanaf het begin<br />

tot het einde van het bestemmingsblok afgewerkt.<br />

Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-99<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />

Op<br />

contour ...<br />

Cycle Start<br />

Cycle Start<br />

Reset<br />

Zoek-<br />

indicator<br />

extern-<br />

zonder ber.<br />

Willekeurige tekst<br />

zoeken<br />

Zoeken<br />

Verder<br />

zoeken<br />

Zoeken<br />

starten<br />

Zoeken<br />

Doel direct aangeven<br />

Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Druk op de softkeys "Blokzoek." en "Zoekindicator".<br />

Voer het gewenste doel in.<br />

Kies een berekeningsvariante.<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

<strong>ShopTurn</strong> voert alle vereiste voorinstellingen uit.<br />

Druk nog eens de toets "Cycle Start".<br />

De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het<br />

programma, afhankelijk van de berekeningsvariante, vanaf het begin<br />

tot het einde van het bestemmingsblok afgewerkt.<br />

Met de toets "Reset" kunt u de zoek-run voortijdig beëindigen.<br />

Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Druk op de softkeys "Blokzoek." en "Zoeken".<br />

Voer de tekst in die u wenst te zoeken.<br />

Kies, of het zoeken aan het programmabegin of bij de actuele<br />

cursorpositie moet beginnen.<br />

Druk op de softkey "Zoeken".<br />

Het programmablok, waarin de gezochte tekst voorkomt, wordt<br />

gemarkeerd.<br />

Druk op de softkey "Verder zoeken", als u het zoeken wenst voort<br />

te zetten.<br />

Druk op de softeys "Annuleren" en "Zoeken starten".<br />

Kies bij verbonden programmablokken met meerdere<br />

technologieblokken in het venster "Zoeken" het gewenste<br />

technologieblok en druk op de softkey "Toepassen".<br />

Bij afzonderlijke programmablokken verschijnt de opvraag niet.<br />

Voer bij verbonden programmablokken het nummer van de<br />

gewenste startpositie in en druk op de softkey "Toepassen".<br />

Bij afzonderlijke programmablokken verschijnt de opvraag niet.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-100 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />

Cycle Start<br />

Cycle Start<br />

Reset<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

<strong>ShopTurn</strong> voert alle vereiste voorinstellingen uit.<br />

Druk nog eens de toets "Cycle Start".<br />

De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het<br />

werkstuk vanaf het begin van het bestemmingsblok bewerkt.<br />

Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-101<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.6 Programmaverloop beïnvloeden<br />

3.6 Programmaverloop beïnvloeden<br />

Als u tijdens het bewerken van een werkstuk, het reeds bereikte<br />

resultaat tussendoor wenst te controleren, kunt u het bewerken op<br />

speciaal gemarkeerde plaatsen laten stoppen (geprogrammeerde<br />

stop). Binnen de stappenreeksprogramma's wordt gestopt op positie<br />

"Veiligheidsafstand".<br />

Als u evenwel enkele met de G-code geprogrammeerde<br />

bewerkingsstappen niet bij iedere programmarun wenst uit te voeren,<br />

gelieve deze blokken afzonderlijk te markeren (G-code-blokken<br />

uitlichten). Bij stappenreeksblokken is dit niet mogelijk.<br />

Bovendien heeft u de mogelijkheid tijdens de bewerking DRFverschuivingen,<br />

d.w.z. verschuivingen met het handwiel toe te laten.<br />

Deze functie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Geprogrammeerde stop Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

program.<br />

stop<br />

Cycle Start<br />

Cycle Start<br />

program.<br />

stop<br />

G-code-blokken<br />

uitlichten<br />

Uit-<br />

lichten<br />

Cycle Start<br />

Druk op de softkey "Prog. beïnvl."<br />

Druk op de softkey "program. stop".<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

Het afwerken van het programma wordt gestart. Het programma stopt<br />

bij elk blok waarvoor het G-Code-commando "M01" werd geprogrammeerd<br />

(zie hfdst. "G-Code invoegen in stappenreeksprogramma").<br />

Druk telkens opnieuw op de toets "Cycle Start".<br />

Het afwerken van het programma wordt voortgezet.<br />

Druk opnieuw op de softkey "program. stop", als het bewerken<br />

zonder een geprogrammeerde stop moet doorlopen. (De softkey<br />

is dan weer gedeselecteerd.)<br />

Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Druk op de softkey "Prog. beïnvl."<br />

Druk op de softkey "Uitlichten".<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

Het afwerken van het programma wordt gestart. G-code-blokken die<br />

met het teken "/" (schuine streep) voor het bloknummer beginnen,<br />

worden niet uitgevoerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-102 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.7 Overschrijven<br />

Uit-<br />

lichten<br />

DRF-verschuiving<br />

toelaten<br />

DRF-ver-<br />

schuiving<br />

Cycle Start<br />

DRF-ver-<br />

schuiving<br />

3.7 Overschrijven<br />

Overschrijven met single<br />

block<br />

Single Block<br />

Cycle Start<br />

Druk opnieuw op de softkey "Uitlichten", als de gemarkeerde Gcode-blokken<br />

bij de volgende bewerking opnieuw uitgevoerd<br />

moeten worden. (De softkey is dan weer gedeselecteerd.)<br />

Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Druk op de softkey "Prog. beïnvl."<br />

Druk op de softkey "DRF-verschuiving".<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

Het afwerken van het programma wordt gestart. Verschuivingen met<br />

het handwiel hebben directe invloed op de bewerking.<br />

Druk opnieuw op de softkey "DRF-verschuiving" als u<br />

handwielverschuivingen tijdens de bewerking niet meer wenst toe<br />

te laten. (De softkey is dan weer gedeselecteerd.)<br />

In de bedieningsmodus "Machine Auto" kunt u technologische<br />

parameters (hulpfuncties, programmeerbare instructies, etc.) naar het<br />

werkgeheugen van de NCK overschrijven. Bovendien kunnen<br />

willekeurige NC-blokken ingevoerd en afgewerkt worden.<br />

Door het overschrijven worden de programma's in het<br />

delenprogrammageheugen niet veranderd.<br />

Laad een programma in de modus "Machine Auto" (zie hfdst.<br />

"Programma voor afwerking selecteren").<br />

Druk op de toets "Single Block" om het programma blok per blok<br />

af te werken.<br />

Het programma stopt automatisch bij de volgende blokgrens.<br />

Druk op de softkey "Overschrijven".<br />

Het venster "Overschrijven" wordt geopend.<br />

Voer de gewenste NC-blokken in die moeten worden afgewerkt.<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

De ingevoerde blokken worden afgewerkt. U kunt de afwerking in het<br />

venster "Overschrijven" volgen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-103<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.7 Overschrijven<br />

Overschrijven zonder<br />

single block<br />

Cycle Stop<br />

Cycle Start<br />

Overschrijven annuleren<br />

Cycle Start<br />

Na het "Overschrijven" wordt een subprogramma met de inhoud<br />

REPOSA uitgevoerd, dat u kunt volgen.<br />

Laad een programma in de modus "Machine Auto" (zie hfdst.<br />

"Programma voor afwerking selecteren").<br />

Druk op de toets "Cycle Stop" om de afwerking van het<br />

programma te stoppen.<br />

Druk op de softkey "Overschrijven".<br />

Het venster "Overschrijven" wordt geopend.<br />

Voer de gewenste NC-blokken in die moeten worden afgewerkt.<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

De ingevoerde blokken worden afgewerkt. U kunt de afwerking van de<br />

blokken in het venster "Overschrijven" volgen.<br />

Nadat de ingevoerde afgewerkt zijn, kunt u opnieuw blokken<br />

toevoegen.<br />

Druk op de toets "Terug" om "Overschrijven" te verlaten.<br />

Het venster wordt gesloten.<br />

Nu kunt u een bedrijfsmoduswissel uitvoeren.<br />

Als u nogmaals op "Cycle Start" drukt, loopt het voor het overschrijven<br />

geselecteerde programma verder.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-104 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3 3.8 Programma testen<br />

3.8 Programma testen<br />

Program.test<br />

Cycle Start<br />

Program.-<br />

test<br />

Als u bij de eerste run van het programma aan de machine een<br />

verkeerde bewerking van het werkstuk wensen te vermijden, gelieve<br />

het programma voordien te testen, zonder de machine-assen te<br />

bewegen.<br />

<strong>ShopTurn</strong> controleert bij de test het programma op volgende verboden<br />

aspecten:<br />

• Geometrische incompatibiliteit<br />

• Mankerende gegevens<br />

• Niet uitvoerbare programma-aaneenschakelingen en sprongen<br />

• Schending van de arbeidsruimte<br />

Syntaxisfouten herkent <strong>ShopTurn</strong> automatisch als het een programma<br />

in de bedieningsmodus "Machine Auto" laadt.<br />

Of <strong>ShopTurn</strong> hulpfuncties (M- en H-functies) uitvoert tijdens de<br />

programmatest, is afhankelijk van de instellingen van de<br />

machinefabrikant.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Tijdens de programmatest kunt u de volgende functies gebruiken:<br />

• Bewerking stoppen met "geprogrammeerde stop" (zie hfdst.<br />

"Programmaverloop beïnvloeden")<br />

• Grafische weergave op het scherm (zie hfdst. "Meetekenen voor<br />

de bewerking van het werkstuk")<br />

Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Druk op de softkey "Prog. beïnvl."<br />

Druk op de softkey "Programma-test".<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

Het programma wordt getest zonder dat de machineassen worden<br />

verplaatst.<br />

Druk opnieuw op de softkey "Programma-test", als u na de<br />

programma-doorloop de testtoestand weer wenst uit te schakelen.<br />

(De softkey is dan weer gedeselecteerd.)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-105<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.9 Programma corrigeren<br />

3.9 Programma corrigeren<br />

Als <strong>ShopTurn</strong> bij het laden van een programma in de<br />

bedieningsmodus "Machine Auto" een syntaxisfout herkend, verschijnt<br />

de fout in de alarmregel. U kunt het programma dan in de programmaeditor<br />

corrigeren.<br />

Afhankelijk van het feit of het programma zich na de onderbreking<br />

door <strong>ShopTurn</strong> in NC-Stop- of Reset-toestand bevindt, kunt u<br />

verschillende correcties uitvoeren.<br />

• NC-Stop-toestand:<br />

U kunt alleen de blokken wijzigen die nog niet aan de machine<br />

werden afgewerkt resp. door de NCK werden ingelezen.<br />

• Reset-toestand:<br />

U kunt alle blokken wijzigen.<br />

Druk op de softkey "Prog.corr.".<br />

Het programma verschijnt in het bedieningsbereik "Programma", het<br />

betreffende blok is gemarkeerd.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Het parameterscherm wordt geopend.<br />

Voer de correcties in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

De correctie wordt in het actuele programma opgenomen.<br />

Druk op de softkey "Afwerken".<br />

Het programma wordt opnieuw geladen in de bedieningsmodus<br />

"Machine Auto" en u kunt de bewerking van het werkstuk starten.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-106 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.10 G- en hulpfuncties tonen<br />

3.10 G- en hulpfuncties tonen<br />

G-<br />

functie<br />

Alle<br />

G-func.<br />

Hulpfunctie<br />

Als u tijdens het bewerken van een werkstuk bijv. zou willen weten, of<br />

op dat moment de snijkantradiuscorrectie actief is, of, welke<br />

maateenheid gebruikt wordt, schakelt u de indicatie van de G-functies<br />

of hulpfuncties in.<br />

Onder de "G-functie" worden er 16 verschillende G-groepen getoond.<br />

Binnen een G-groep verschijnt telkens de op dat moment in de NCK<br />

actieve G-functie. Bovendien kunt u in de kopregel van het venster de<br />

actieve transformatie zien.<br />

Alternatief verschijnt er onder "Alle G-func." een lijst met alle Ggroepen<br />

met alle bijbehorende G-functies.<br />

Tot de hulpfuncties horen door de machineproducent bepaalde M- en<br />

H-functies, die parameters aan de PLC overdragen en daar door de<br />

machineproducent gedefinieerde reacties veroorzaken.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Er worden max. vijf M-functies en drie H-functies getoond.<br />

Ook bij de afwerking van een stappenreeksprogramma kunt u de in de<br />

NCK actieve G-functies oproepen, daar de <strong>ShopTurn</strong>-functies intern<br />

worden omgezet in G-code.<br />

Druk in de bedieningswijze "Machine manueel" of "Machine auto"<br />

de softkey "G-functie".<br />

In plaats van de parameters T, F en S worden nu de bij het bewerken<br />

op dat moment actieve G-functies binnen een G-groep getoond.<br />

Als u nogmaals op de softkey "G-functie" drukt, verschijnt weer de<br />

statusindicatie "T, F, S<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Alle G-func.".<br />

In plaats van de parameters T, F en S verschijnt er nu een lijst met<br />

alle G-groepen met G-functies. Als u nogmaals op de softkey "Alle Gfunc."<br />

drukt, verschijnt weer de statusindicatie "T, F, S".<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Hulpfunctie".<br />

In plaats van de parameters T, F en S verschijnen nu de bij de<br />

bewerking op dat moment actieve hulpfuncties. Als u nogmaals op de<br />

softkey "Hulpfunctie" drukt, verschijnt weer de statusindicatie "T, F, S".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-107<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.11 Bewerking simuleren<br />

3.11 Bewerking simuleren<br />

Uitgangsmateriaalcontour<br />

De afwerking van het programma kunt u op het scherm grafisch<br />

weergeven om het resultaat van de programmering te controleren<br />

zonder de machineassen te verplaatsen. Op die manier kunt u fou<br />

geprogrammeerde bewerkingsstappen vroeg herkennen en foutieve<br />

bewerkingen aan het werkstuk verhinderen.<br />

Bovendien kunt u door de grafische weergave de bewerking van het<br />

werkstuk aan de machine makkelijk volgen, als het zicht in de<br />

arbeidsruimte bijv. door koelmiddel belemmerd is.<br />

<strong>ShopTurn</strong> geeft bij deze grafische weergave het werkstuk, de<br />

werktuigen, de tegenspil en de achterkop weer met de juiste<br />

proporties. D.w.z. dat voor het werkstuk de geprogrammeerde<br />

afmetingen van het uitgangsmateriaal uit de programmakop worden<br />

gebruikt en dat de werktuigen afhankelijk van type en grootte op een<br />

verschillende manier worden gesymboliseerd. Voor de weergave van<br />

de tegenspil en de achterkop worden de afmetingen overgenomen uit<br />

het invoerscherm "Spillen" (zie hfdst. "Spillen").<br />

Bij de grafische weergave van G-code-programma's geeft <strong>ShopTurn</strong><br />

een vast gedefinieerde uitgangsmateriaalvorm aan, die u willekeurig<br />

kunt wijzigen.<br />

Als u in het hoofdprogramma draaibewerkingen heeft<br />

geprogrammeerd, toont <strong>ShopTurn</strong> bij de start van de grafische<br />

weergave de betreffende uitgangsmateriaalcontour. Op die manier<br />

kunt u de actuele contour makkelijk vergelijken met de contour van het<br />

afgewerkte deel en herkennen waar bij de bewerking restmateriaal<br />

blijft staan.<br />

Weergavevarianten U heeft bij de grafische weergave de keuze tussen drie varianten:<br />

• Simuleren voor de bewerking van het werkstuk<br />

Voor de bewerking van het werkstuk aan de machine kunt u de<br />

afwerking van het programma in snel tempo grafisch weergeven<br />

op het scherm. De machineassen bewegen daarbij niet.<br />

• Meetekenen voor de bewerking van het werkstuk<br />

Voor de bewerking van het werkstuk aan de machine kunt u de<br />

afwerking van het programma met testaanvoer grafisch op het<br />

scherm weergeven. De machineassen bewegen daarbij niet. In<br />

tegenstelling tot de simulatie kunt u de functies voor de<br />

programmabesturing gebruiken, d.w.z. dat u de grafische<br />

afwerking bijv. kunt stoppen of blok per blok kunt laten verlopen.<br />

• Meetekenen tijdens de bewerking van het werkstuk<br />

Terwijl het programma op de machine wordt afgewerkt, kunt u de<br />

bewerking van het werkstuk ook op het scherm volgen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-108 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.11 Bewerking simuleren<br />

Aanzichten Bij alle drie varianten staan de volgende aanzichten ter beschikking:<br />

• 3-venster-aanzicht<br />

• Zijaanzicht<br />

• Vooraanzicht<br />

• Volumemodel<br />

De verplaatsingswegen van de werktuigen worden in kleur<br />

weergegeven:<br />

Rode lijnen = werktuig beweegt in ijlgang<br />

Groene lijn = werktuig beweegt met bewerkingsaanvoer<br />

In alle aanzichten loopt tijdens de grafische afwerking een klok mee.<br />

De aangegeven bewerkingstijd (in uren/minuten/seconden) stemt<br />

ongeveer overeen met de tijd die het programma bij de afwerking op<br />

de machine nodig heeft (incl. werktuigwissel).<br />

Bij programmaonderbrekingen tijdens het meetekenen stopt de klok.<br />

Daarnaast verschijnen nog de actuele ascoördinaten en het<br />

programmablok dat net wordt afgewerkt.<br />

Bij de simulatie worden bovendien nog het actieve werktuig met het<br />

snijkantnummer en de aanvoer getoond.<br />

Transformaties Transformaties worden bij de simulatie resp. bij het meetekenen op<br />

verschillende manieren weergegeven:<br />

• Coördinatentransformaties (verschuiving, skalering, ...) worden<br />

overeenkomstig de programmering aangegeven.<br />

• Nulpuntverschuivingen (G54, ...) veroorzaken in de grafische<br />

weergave alleen een verschuiving van het nulpunt in de richting Z.<br />

Tegenspil Als u bij de programmering de voering van de hoofd- resp. tegenspil<br />

via M-functies opent of sluit, kan <strong>ShopTurn</strong> dit alleen grafisch<br />

weergeven als deze M-functies via machinegegevens aan cycli zijn<br />

toegewezen.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-109<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.11 Bewerking simuleren<br />

3.11.1 Simuleren voor de bewerking van het werkstuk<br />

Simulatie starten<br />

Details<br />

-of-<br />

-of-<br />

-of-<br />

Enkelvoudig<br />

blok<br />

Voor de bewerking van het werkstuk op de machine kunt u de<br />

afwerking van het programma in snel tempo grafisch weergeven op<br />

het scherm om het resultaat van de programmering op een<br />

eenvoudige manier te controleren.<br />

Tijdens de simulatie is ook de aanvoer-override actief.<br />

0%: De simulatie stopt.<br />

≥ 100%: Het programma wordt zo snel mogelijk afgewerkt.<br />

De aanvoer-override voor de simulatie moeten via een<br />

machinegegevensbouwsteen worden geactiveerd.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Druk op de softkey of de toets "Program Manager".<br />

Het directory-overzicht verschijnt.<br />

Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma<br />

wilt simuleren.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

Het programma-overzicht verschijnt.<br />

Plaats de cursor op het programma dat u wilt simuleren.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts" of "Input".<br />

Het gekozen programma wordt in het bedieningsbereik "Programma"<br />

weergegeven.<br />

Druk op de softkey "Simulatie".<br />

De afwerking van het programma wordt grafisch weergegeven op het<br />

scherm. De machineassen bewegen daarbij niet.<br />

Druk op de softkeys "Details" en "Afz. blok" als u het programma<br />

blok per blok wilt afwerken.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-110 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.11 Bewerking simuleren<br />

Simulatie stoppen<br />

Simulatie annuleren<br />

Simulatie opnieuw<br />

starten<br />

Simulatie beëindigen<br />

Einde<br />

Druk op de softkey "Stop".<br />

De simulatie wordt gestopt.<br />

Druk op de softkey "Reset".<br />

De simulatie wordt geannuleerd en de onbewerkte basisdeelvorm van<br />

het werkstuk verschijnt opnieuw.<br />

Druk op de softkey "Start".<br />

De simulatie wordt opnieuw gestart.<br />

Druk op de softkey "Einde".<br />

Het arbeidsplan resp. de programmeergrafiek van het programma<br />

verschijnt opnieuw.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-111<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.11 Bewerking simuleren<br />

3.11.2 Meetekenen voor de bewerking van het werkstuk<br />

Test<br />

aanvoer<br />

Cycle Start<br />

Testrun<br />

aanvoer<br />

Program.-<br />

aanzicht<br />

…<br />

Programma<br />

test<br />

Voor de bewerking van het werkstuk op de machine kunt u de<br />

afwerking van het programma grafisch weergeven op het scherm om<br />

het resultaat van de programmering eenvoudig te controleren.<br />

Het meetekenen is een software-optie.<br />

U kunt de geprogrammeerde aanvoer vervangen een door een<br />

testaanvoer om de afwerkingssnelheid te beïnvloeden (zie hfdst.<br />

"Testaanvoer vastleggen").<br />

Bovendien kunt u de grafische afwerking onderbreken resp. sturen,<br />

d.w.z. dat de functies voor de programmabesturing zoals "NC-Stop",<br />

"Enkelvoudig blok", "Aanvoer-override" ent. zijn actief.<br />

Als u i.p.v. de grafische weergave opnieuw de actuele<br />

programmablokken wilt zien, kunt u omschakelen op het programmaaanzicht.<br />

Deze functie moet via machinegegevens worden ingesteld.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Druk op de softkeys "Prog. beïnvl." en "Programma test".<br />

Druk op de softkey "Test aanvoer" als de geprogrammeerde<br />

aanvoersnelheid door een testsnelheid moet worden vervangen.<br />

Druk op de softkey "Meetekenen".<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

De afwerking van het programma wordt grafisch weergegeven op het<br />

scherm. De machineassen bewegen niet.<br />

Druk opnieuw op de softkey "Test aanvoer" als het meetekenen in<br />

de geprogrammeerde aanvoersnelheid moet verlopen. (De<br />

softkey is dan weer gedeselecteerd.)<br />

Druk op de softkey "Programma-aanzicht" als u van de grafische<br />

weergave wilt omschakelen op het programma-aanzicht van de<br />

bedieningsmodus "Machine Auto".<br />

Het registreren van de grafische gegevens loopt verder op de<br />

achtergrond.<br />

Druk op één van de 4 softkeys voor de grafische aanzichten als u<br />

opnieuw wilt omschakelen op de grafische weergave.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-112 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.11 Bewerking simuleren<br />

3.11.3 Meetekenen tijdens de bewerking van het werkstuk<br />

Cycle Start<br />

Als het zicht in de arbeidsruimte tijdens de bewerking van het<br />

werkstuk bijv. door koelmiddel belemmerd is, kunt u de uitvoering van<br />

het programma ook op het scherm volgen.<br />

Het meetekenen is een software-optie.<br />

Het meetekenen van de bewerking kunt u ook inschakelen als de<br />

bewerking van het werkstuk op de machine reeds loopt.<br />

Deze functie moet via machinegegevens worden ingesteld.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />

hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Druk op de softkey "Meetekenen".<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

De bewerking van het werkstuk op de machine wordt gestart en<br />

grafisch weergegeven op het scherm.<br />

3.11.4 Uitgangsmateriaalvorm voor een G-code-programma veranderen<br />

Instel-<br />

lingen<br />

-of-<br />

Details<br />

><br />

G-code-programma's bevatten geen beschrijving van de<br />

uitgangsmateriaalvorm. Voor de grafische weergave gebruikt<br />

<strong>ShopTurn</strong> daarom een vastgelegde uitgangsmateriaalvorm. Deze kunt<br />

u willekeurig veranderen.<br />

Selecteer "Simulatie" of "Meetekenen".<br />

Druk op de softkeys "Zij-aanzicht" en "Details".<br />

Druk op de softkey "Instellingen".<br />

Selecteer de uitgangsmateriaalvorm (cilinder, buis, rechthoek of<br />

N-hoek).<br />

Voer de gewenste afmetingen in.<br />

Druk op de softkey "Terug".<br />

Bij de volgende grafische weergave van een G-code-programma<br />

worden de ingevoerde afmetingen in aanmerking genomen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-113<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.11 Bewerking simuleren<br />

3.11.5 Verschillende aanzichten van het werkstuk<br />

Bij de grafische weergave heeft u de keuze tussen verschillende<br />

aanzichten om steeds de actuele bewerking op het werkstuk optimaal<br />

te kunnen volgen of fragmenten resp. het volledige aanzicht van het<br />

afgewerkte werkstuk op te roepen.<br />

De volgende aanzichten staan ter beschikking:<br />

• Zijaanzicht<br />

De weergave toont gedeeltelijk het werkstuk in langsdoorsnede en<br />

gedeeltelijk het manteloppervlak.<br />

• Kopaanzicht<br />

De doorsnede van het werkstuk wordt getoond. In de<br />

standaardinstelling wordt de kopzijde van het werkstuk afgebeeld.<br />

Hierbij is de blik altijd van voren op het snijvlak gericht, ook als in<br />

omgekeerde richting of aan de achterkant wordt bewerkt.<br />

• Volumemodel<br />

Het volumemodel is een driedimensionele weergave van het<br />

werkstuk, die pas verschijnt als u de simulatie stopt.<br />

Het volumemodel is een software-optie.<br />

• 3-venster-aanzicht<br />

Het 3-venster-aanzicht toont een zij- en vooraanzicht, en bij de<br />

PCU 50.3 ook een volumemodel. Een fragmentwijziging gebeurt<br />

voor het zij- en vooraanzicht synchroon, het weergegeven<br />

fragment van het volumemodel kunt u hier niet veranderen.<br />

<strong>ShopTurn</strong> geeft bij het volumemodel alleen boor- en<br />

freesbewerkingen permanent aan, de draaibewerkingen worden<br />

telkens geactualiseerd bij een wissel op boor- of freesbewerkingen.<br />

In elk aanzicht kunt u het weergegeven fragment nog verschuiven.<br />

Als u voor de grafische weergave niet voldoende geheugenruimte<br />

heeft, verdwijnt het uitgangsmateriaal van het scherm. Het zij- en<br />

vooraanzicht kunt u nog steeds zien als streepgrafiek.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-114 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.11 Bewerking simuleren<br />

Zijaanzicht<br />

Druk op de softkey "Zijaanzicht".<br />

Zijaanzicht<br />

Informatie voor het veranderen van het fragment vindt u in het<br />

hoofdstuk "Fragment veranderen".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-115<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.11 Bewerking simuleren<br />

Vooraanzicht<br />

Details<br />

><br />

Z-snede<br />

+ of<br />

Z-snede<br />

- of<br />

Druk op de softkey "Vooraanzicht".<br />

Vooraanzicht<br />

Druk op de softkey "Details" als u de doorsnede in Z-richting wilt<br />

verschuiven.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "Z-snede +" of de toets "Page Up" om de<br />

doorsnede in positieve Z-richting te verschuiven.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Z-snede -" of de toets "Page Down" om de<br />

doorsnede in negatieve Z-richting te verschuiven.<br />

Meer informatie voor het veranderen van het fragment vindt u in het<br />

hoofdstuk "Fragment veranderen".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-116 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.11 Bewerking simuleren<br />

Volumemodel<br />

Details<br />

Snede<br />

Snede<br />

><br />

of<br />

Druk op de softkey "Volumemodel".<br />

Volumemodel<br />

Volumemodel weergeven<br />

Druk op de softkey "Stop" als u het volumemodel op actuele<br />

bewerkingstijdstip wilt weergeven.<br />

Druk op de softkeys "Zijaanzicht" en "Start" om de simulatie voort<br />

te zetten.<br />

Aanzicht veranderen<br />

Druk op de softkey "Details" om het aanzicht te veranderen.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "Aanzicht " of "Aanzicht " om het werkstuk<br />

rond de X-as te laten draaien.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Aanzicht " om het werkstuk rond de Z-as te<br />

laten draaien.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Snede" om het werkstuk open te snijden.<br />

-en-<br />

Druk nogmaals op de softkey "Snede" als volumemodel opnieuw<br />

volledig moet worden weergegeven.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-117<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.11 Bewerking simuleren<br />

3-venster-aanzicht<br />

3.11.6 Fragment veranderen<br />

Meer informatie voor het veranderen van het fragment vindt u in het<br />

hoofdstuk "Fragment veranderen".<br />

Druk op de softkey "3-venster-aanzicht".<br />

3-venster-aanzicht<br />

Informatie voor het veranderen van het fragment vindt u in het<br />

hoofdstuk "Fragment veranderen".<br />

Als u het fragment van de grafische weergave wilt verschuiven,<br />

vergroten of verkleinen, om bijv. details weer te geven of later<br />

opnieuw het volledige werkstuk te tonen, gebruikt u de zoom of de<br />

loep.<br />

Met de zoom vergroot of verkleint u het bestaande fragment vanuit het<br />

midden. Vervolgens kunt u het nieuwe fragment nog verschuiven.<br />

Met de loep kunt u het fragment daarentegen eerst zelf bepalen en<br />

dan vergroten of verkleinen.<br />

De zoom-/loep-instellingen zijn programmaspecifiek, d.w.z. dat de<br />

instellingen behouden blijven als u het fragment veranderd en bijv. in<br />

het arbeidsplan terugkeert naar de grafiek. Als u dan een nieuw<br />

programma simuleert, gebruikt <strong>ShopTurn</strong> de standaardinstellingen<br />

van zoom en loep.<br />

Maar ook vanuit een veranderd fragment kunt u terugkeren naar de<br />

standaardinstelling van het werkstuk.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-118 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3.11 Bewerking simuleren<br />

Details<br />

><br />

Oorspronkelijk fragment<br />

Naar<br />

oorsprong<br />

Zoom<br />

Zoom<br />

+ of +<br />

Zoom<br />

- of<br />

Loep<br />

Loep<br />

Loep<br />

+<br />

Loep<br />

-<br />

Loep<br />

zoom<br />

Bewerkingslijnen wissen<br />

Bovendien kunt u de tot nu toe getekende bewerkingslijnen in de<br />

grafiek wissen, bijv. om een meer overzichtelijke weergave te<br />

verkrijgen.<br />

Druk op de softkey "Details".<br />

Druk op de softkey "Naar oorsprong" als u de oorspronkelijke<br />

grootte van het fragment opnieuw wilt instellen.<br />

Het werkstuk op de hoofd- resp. tegenspil verschijnt.<br />

Druk op de softkey "Zoom +" of de toets "+" om het fragment te<br />

vergroten.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Zoom -" of de toets "-" om het fragment te<br />

verkleinen.<br />

-of-<br />

Druk op een cursortoets om het fragment omhoog, omlaag, naar<br />

links of naar rechts te verschuiven.<br />

Het nieuwe fragment verschijnt.<br />

Druk op de softkey "Loep".<br />

Een rechthoekige loep verschijnt op het scherm.<br />

Druk op een cursortoets om de loep omhoog, omlaag, naar links<br />

of naar rechts te verschuiven.<br />

Druk op de softkey "Loep +" als u het met de loep gekozen<br />

fragment wilt vergroten.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Loep -" als u het met de loep gekozen<br />

fragment wilt verkleinen.<br />

Druk op de softkey "Loep zoom".<br />

Het nieuwe fragment verschijnt.<br />

Druk op de toets "Del".<br />

De aangegeven bewerkingslijnen worden gewist.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-119<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.12 Instellingen voor de automatische modus<br />

3.12 Instellingen voor de automatische modus<br />

3.12.1 Testaanvoer vastleggen<br />

Auto<br />

Voor het automatisch bedrijf configureert u de voorinstellingen voor de<br />

volgende functies:<br />

• Programmaverloop onder Auto<br />

Voor de grafische weergave van een programma kan de<br />

aanvoersnelheid van de testrun worden aangegeven<br />

• Werkstukteller<br />

Voor de telling van de werkstukken bij G-Code-programma's staan<br />

tellers ter beschikking die het aantal vereiste en het totaal aantal<br />

geproduceerde werkstukken aangeven.<br />

Voor de bewerking van een werkstuk test u het programma zonder de<br />

machineassen te bewegen. Voor een vroegtijdige herkenning van<br />

fouten in de programmering staat de meetekenfunctie ter beschikking.<br />

Hiervoor kunt u de door u vasgelegde testaanvoer gebruiken (zie<br />

hfdst. "Meetekenen voor de bewerking van het werkstuk").<br />

De aanvoersnelheid kan tijdens het lopend bedrijf worden veranderd.<br />

Schakel in de bedrijfsmodus "Machine Auto" op de uitgebreide<br />

horizontale softkey-balk.<br />

Druk op de sofktey "ShopT. inst.".<br />

Voer in "Testaanvoer" de gewenste testsnelheid in.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-120 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


08/2005 Werkstuk bewerken<br />

3 3.12 Instellingen voor de automatische modus<br />

3.12.2 Werkstukteller parametreren<br />

Aantal werkstukken<br />

Auto<br />

Met behulp van de "<strong>ShopTurn</strong> instellingen" kunt u invloed uitoefenen<br />

op de telleractivering en het reset-tijdstip.<br />

De weergave van de benodigde en de momenteel bewerkte<br />

werkstukken verschijnt in het venster met de machinelooptijden (zie<br />

hfdst. "Looptijden").<br />

Schakel in de bedrijfsmodus "Machine Auto" op de uitgebreide<br />

horizontale softkey-balk.<br />

Druk op de sofktey "ShopT. inst.".<br />

Voer in het veld "Werkstukken doel" het vereiste aantal<br />

werkstukken in.<br />

In "Werkstukken act" staat het aantal werkstukken sinds de start van<br />

het programma.<br />

Zodra het gedefinieerde aantal werkstukken bereikt is, wordt de<br />

weergave van het actuele aantal werkstukken automatisch opnieuw<br />

op nul gezet.<br />

De selectie van de teller is afhankelijk van de instelling van een<br />

machinegegevenseenheid.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

De doel- en act-cijfers van de werkstukteller kunnen ook tijdens het<br />

programma worden gewijzigd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-121<br />

3


Werkstuk bewerken 08/2005<br />

3 3.12 Instellingen voor de automatische modus<br />

Voor notities<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

3-122 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

3


4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4.1 Programmastructuur ............................................................................................. 4-124<br />

4.2 Basis..................................................................................................................... 4-126<br />

4.2.1 Bewerkingsvlakken ............................................................................................... 4-126<br />

4.2.2 Bewerkingscyclus benaderen/verlaten.................................................................. 4-128<br />

4.2.3 Absolute en incrementele maat............................................................................. 4-130<br />

4.2.4 Poolcoördinaten.................................................................................................... 4-132<br />

4.2.5 Rekenmachine...................................................................................................... 4-133<br />

4.2.6 Passingen ............................................................................................................. 4-135<br />

4.3 Stappenreeksprogramma...................................................................................... 4-136<br />

4.3.1 Overzicht............................................................................................................... 4-136<br />

4.3.2 Nieuw programma aanleggen ............................................................................... 4-138<br />

4.3.3 Programmablokken creëren.................................................................................. 4-143<br />

4.3.4 Programmablokken veranderen............................................................................ 4-147<br />

4.3.5 Programma-editor................................................................................................. 4-148<br />

4.3.6 Aantal aangeven................................................................................................... 4-151<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-123<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.1 Programmastructuur<br />

4.1 Programmastructuur<br />

Programmakop<br />

Programmablokken<br />

Verbonden<br />

programmablokken<br />

Een stappenreeksprogramma is onderverdeeld in drie bereiken:<br />

• Programmakop<br />

• Programmablokken<br />

• Programma-einde<br />

Deze deelbereiken vormen een arbeidsplan.<br />

Programmakop<br />

Programmablokken<br />

Programmaeinde<br />

Programmastructuur<br />

SHOPTURN<br />

Verspanen<br />

SHOPTURN_CONT_023<br />

SHOPTURN_CONT_024<br />

Verspanen<br />

Restverspanen<br />

Ondersnijding GDIN<br />

Centreren<br />

Boren<br />

Voll. gatencirkel<br />

Programmaeinde<br />

T=VOORBEW.WKT._3 FO.3/O S160U<br />

T=VOORBEW.WKT._8 FO.3/O V160m<br />

T=VOORBEW.WKT._5 F1/O S100U<br />

T=NABEWERK.WKT._3 F0.2/O S150U<br />

T=BOOR_7 F1/min S1U Z1=1ink<br />

T=BOOR_7 F0.1/min V160m Z1=5ink<br />

De programmakop bevat parameters die geldig zijn voor het volledige<br />

programma, zoals bv. uitgangsmateriaalafmetingen of<br />

terugtrekvlakken.<br />

In de programmablokken legt u de verschillende bewerkingsstappen<br />

vast. Daarbij geeft u o.a. technologiegegevens en posities aan.<br />

Programmablok<br />

Recht. kamer<br />

Technologiegegevens en<br />

positie-indicaties<br />

Tekst;<br />

bijv. naam van de bewerking<br />

Bloknummer;<br />

wordt gegenereerd door de besturing<br />

Symbool;<br />

geeft aan wat bewerkt wordt<br />

Bij de functies "Contourdraaien", "Contourfrezen", "Frezen" en "Boren"<br />

programmeert u technologieblokken en contouren resp.<br />

positioneerblokken afzonderlijk. Deze programmablokken worden<br />

door de besturing automatisch verbonden en in het arbeidsplan door<br />

rechte haakjes verbonden.<br />

In de technologieblokken geeft u aan hoe en in welke vorm de<br />

bewerking moet gebeuren, bv. eerst centreren en dan boren. In de<br />

positioneerblokken legt u de posities voor de boor- resp.<br />

freesbewerkingen vast, bv. de boringen in een volledige cirkel aan de<br />

frontzijde plaatsen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-124 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

4


4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4.1 Programmastructuur<br />

Programma-einde<br />

Centreren<br />

Boren<br />

Voll. gatencirkel<br />

Technologieblok en positioneerblok<br />

SHOPTURN_CONT_023<br />

SHOPTURN_CONT_024<br />

Verspanen<br />

Restverspanen<br />

Contour en technologieblok<br />

Technologieblokken<br />

Positioneerblok<br />

Contouren<br />

Technologieblokken<br />

Het programma-einde signaleert de machine dat de bewerking van<br />

het werkstuk afgesloten is. Bovendien kunt u hier het aantal<br />

werkstukken vastleggen dat u wilt bewerken.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-125<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.2 Basis<br />

4.2 Basis<br />

4.2.1 Bewerkingsvlakken<br />

De bewerking van een werkstuk kan op verschillende vlakken<br />

gebeuren. Telkens twee coördinaatassen bepalen een<br />

bewerkingsvlak. Bij draaimachines met X-, Z- en C-as staan drie<br />

vlakken ter beschikking:<br />

• Draaien<br />

• Front<br />

• Mantel<br />

Voor de bewerkingsvlakken front en mantel moeten de CNC-ISOfuncties<br />

"Frontvlakbewerking" (Transmit) en<br />

"Cilindermanteltransformatie" (Tracyl) ingesteld zijn.<br />

De functies zijn een software-optie.<br />

Bij draaimachines met bijkomende Y-as worden de<br />

bewerkingsvlakken nog met twee vlakken uitgebreid:<br />

• Front Y<br />

• Mantel Y<br />

De vlakken front en mantel heten dan Front C en Mantel C.<br />

Als het bij de Y-as om een schuine as gaat (d.w.z. dat deze as niet<br />

loodrecht t.o.v. de anderen staat), kunt u ook de bewerkingsvlakken<br />

"Front Y" en "Mantel Y" kiezen en de verplaatsingsbewegingen in<br />

cartesiaanse coördinaten programmeren. De besturing transformeert<br />

de geprogrammeerde verplaatsingsbewegingen van het cartesiaanse<br />

coördinatensysteem dan automatisch in de verplaatsingsbewegingen<br />

van de schuine as.<br />

Voor de transformatie van de geprogrammeerde<br />

verplaatsingsbewegingen heeft <strong>ShopTurn</strong> de CNC-ISO-functie<br />

"Schuine as" (Traang) nodig.<br />

De functie is een software-optie.<br />

De keuze van het bewerkingsvlak is geïntegreerd in de<br />

parameterschermen van de verschillende boor- en freescycli. Bij<br />

draaicycli en bij "Boren midden" en "Schroefdraad midden" selecteert<br />

<strong>ShopTurn</strong> automatisch het vlak Draaien. Voor de functies "Rechte" en<br />

"Cirkel" moet u het bewerkingsvlak afzonderlijk aangeven.<br />

De instellingen voor het bewerkingsvlak werken altijd modaal, d.w.z.<br />

tot u een ander vlak selecteert.<br />

De bewerkingsvlakken zijn als volgt gedefinieerd:<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-126 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

4


4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4.2 Basis<br />

Draaien<br />

Front/Front C<br />

Mantel/Mantel C<br />

Front Y<br />

Mantel Y<br />

Y<br />

Front<br />

Mantel<br />

Bewerkingsvlakken<br />

Draaien<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-127<br />

Z<br />

Het bewerkingsvlak stemt overeen met het Z/X-vlak (G18).<br />

Het bewerkingsvlak Front/Front C stemt overeen met het X/Y-vlak<br />

(G17).<br />

Bij machines zonder Y-as kunnen de werktuigen echter alleen in het<br />

Z/X-vlak worden verplaatst. <strong>ShopTurn</strong> transformeert daarom de door u<br />

ingevoerde X/Y-coördinaten automatisch in een beweging van de X-<br />

en C-as.<br />

De frontvlakbewerking met C-as kunt u bij het boren en frezen<br />

gebruiken, bv. als u een kamer in het frontvlak wilt frezen. Daarbij<br />

heeft u telkens de keuze tussen voorste en achterste frontvlak.<br />

Het bewerkingsvlak Mantel/Mantel C stemt overeen met het Y/Z-vlak<br />

(G19). Bij machines zonder Y-as kunnen de werktuigen echter alleen<br />

in het Z/X-vlak worden verplaatst. <strong>ShopTurn</strong> transformeert daarom de<br />

door u ingevoerde Y/z-coördinaten automatisch in een beweging van<br />

de C- en Z-as.<br />

De mantelvlakbewerking met C-as kunt u bij het boren en frezen<br />

gebruiken, bv. als u een groef met constante diepte in de mantel wilt<br />

frezen. U heeft daarbij telkens de keuze tussen binnen- en buitenvlak.<br />

Het bewerkingsvlak Front Y stemt overeen met het X/Y-vlak (G17).<br />

De frontvlakbewerking met Y-as kunt u bij het boren en frezen<br />

gebruiken, bv. als u een kamer in het frontvlak wilt frezen. Daarbij<br />

heeft u telkens de keuze tussen voorste en achterste frontvlak.<br />

Het bewerkingsvlak Y stemt overeen met het Y/Z-vlak (G19).<br />

De mantelvlakbewerking met Y-as kunt u bij het boren en frezen<br />

gebruiken, bv. als u een kamer met vlakke bodem in de mantel wilt<br />

frezen of boringen wilt maken die niet naar het midden wijzen. U heeft<br />

daarbij telkens de keuze tussen binnen- en buitenvlak.<br />

X<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.2 Basis<br />

4.2.2 Bewerkingscyclus benaderen/verlaten<br />

Het benaderen/verlaten van de bewerkingscyclus verloopt, indien u<br />

geen speciale cyclus heeft gedefinieerd (zie hfdst. "Benaderings-<br />

/verlatingscyclus programmeren"), altijd volgens hetzelfde patroon. Als<br />

uw machine over een achterkop beschikt, kunt u ook deze bij het<br />

verplaatsen in acht nemen.<br />

Het terugtrekken voor een cyclus eindigt op de veiligheidsafstand. Pas<br />

de volgende cyclus gaat naar het terugtrekvlak. Hierdoor wordt het<br />

gebruik van de speciale benaderings-/verlatingscyclus mogelijk (zie<br />

hfdst. "Benaderings-/verlatingscyclus programmeren").<br />

<strong>ShopTurn</strong> neemt bij de keuze van de verplaatsingswegen altijd de<br />

werktuigpunt in acht, d.w.z. dat de uitzetting van het werktuig niet in<br />

acht wordt genomen. Zorg er daarom voor dat de terugtrekvlakken ver<br />

genoeg van het werkstuk verwijderd liggen.<br />

Terugtrekvlak<br />

Bewerkingscyclus benaderen/verlaten<br />

Veiligheidsafstand<br />

Werktuigwisselpunt<br />

Ijlgang<br />

Bewerkingsaanvoer<br />

• Het werktuig beweegt in ijlgang van het werktuigwisselpunt via de<br />

kortste weg naar het terugtrekvlak, dat parallel t.o.v. het<br />

bewerkingsvlak verloopt.<br />

• Daarna beweegt het werktuig in ijlgang naar de veiligheidsafstand.<br />

• Vervolgens wordt de bewerking van het werkstuk met de<br />

geprogrammeerde bewerkingsaanvoer uitgevoerd.<br />

• Na de bewerking wordt het werktuig in ijlgang verticaal<br />

teruggetrokken op de veiligheidsafstand.<br />

• Daarna beweegt het werktuig verder verticaal naar het<br />

terugtrekvlak.<br />

• Van daar uit beweegt het werktuig in ijlgang via de kortste weg<br />

naar het werktuigwisselpunt.<br />

Als het werktuig tussen twee bewerkingen niet gewisseld hoeft te<br />

worden, beweegt het van het terugtrekvlak naar de volgende<br />

bewerkingscyclus.<br />

De spil (hoofd-, werktuig- of tegenspil) begint onmiddellijk na de<br />

werktuigwissel te draaien.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-128 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

4


4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4.2 Basis<br />

Achterkop in acht nemen<br />

Het werktuigwisselpunt, het terugtrekvlak en de veiligheidsafstand<br />

definieert u in de programmakop (zie hfdst. "Nieuw programma<br />

aanleggen").<br />

Terugtrekvlak<br />

Veiligheidsafstand<br />

Werktuigwisselpunt<br />

Ijlgang<br />

Bewerkingsaanvoer<br />

Benaderen/verlaten met inachtneming van een achterkop<br />

• Het werktuig beweegt in ijlgang van het werktuigwisselpunt via de<br />

kortste weg naar het beschermvlak XR van de achterkop.<br />

• Daarna beweegt het werktuig in ijlgang in X-richting op het<br />

terugtrekvlak toe.<br />

• Daarna beweegt het werktuig in ijlgang naar de veiligheidsafstand.<br />

• Vervolgens wordt de bewerking van het werkstuk met de<br />

geprogrammeerde bewerkingsaanvoer uitgevoerd.<br />

• Na de bewerking wordt het werktuig in ijlgang verticaal<br />

teruggetrokken op de veiligheidsafstand.<br />

• Daarna beweegt het werktuig verder verticaal naar het<br />

terugtrekvlak.<br />

• Vervolgens beweegt het werktuig in X-richting naar het<br />

beschermvlak XR van de achterkop.<br />

• Van daar uit beweegt het werktuig in ijlgang via de kortste weg<br />

naar het werktuigwisselpunt.<br />

Als het werktuig tussen twee bewerkingen niet gewisseld hoeft te<br />

worden, beweegt het van het terugtrekvlak naar de volgende<br />

bewerkingscyclus.<br />

Het werktuigwisselpunt, het terugtrekvlak, de veiligheidsafstand en de<br />

beschermzone voor de achterkop definieert u in de programmakop<br />

(zie hfdst. "Nieuw programma aanleggen").<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-129<br />

XR<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.2 Basis<br />

4.2.3 Absolute en incrementele maat<br />

Bij het aanmaken van een stappenreeksprogramma kunt u posities in<br />

absolute of incrementele maten vastleggen, afhankelijk van het<br />

maatsysteem op de werkstuktekening.<br />

U kunt absolute en incrementele maten ook door elkaar gebruiken,<br />

d.w.z. één coördinaat in absolute en een andere in incrementele maat<br />

invoeren.<br />

Voor de vlakke as (hier X-as) is in de machinegegevens vastgelegd of<br />

de diameter of radius in absolute resp. incrementele maat wordt<br />

geprogrammeerd.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Absolute maat (ABS) Bij absolute maten hebben alle positie-indicaties betrekking op het<br />

nulpunt van het actieve coördinatensysteem.<br />

Absolute maat<br />

P4<br />

P3 P2<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-130 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

35<br />

25<br />

15<br />

P1<br />

7,5<br />

X<br />

Ø 25<br />

Ø 40<br />

Ø 60<br />

De positie-indicaties voor de punten P1 tot P4 in absolute maat luiden<br />

m.b.t. het nulpunt:<br />

P1: X25 Z-7.5<br />

P2: X40 Z-15<br />

P3: X40 Z-25<br />

P4: X60 Z-35<br />

Z<br />

4


4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4.2 Basis<br />

Incrementele maat (INC)<br />

Bij de incrementele maat, ook kettingmaat genoemd, heeft een<br />

positie-indicatie telkens betrekking op het voordien geprogrammeerde<br />

punt. D.w.z. dat de invoerwaarde overeenstemt met de af te leggen<br />

weg. In de regel speelt het voorteken bij het invoeren van de<br />

incrementele waarde geen rol. <strong>ShopTurn</strong> evalueert alleen de waarde<br />

van het increment. Bij enkele parameters geeft het voorteken echter<br />

de verplaatsingsrichting aan. Deze uitzonderingen zijn aangegeven in<br />

de parametertabel van de betreffende functies.<br />

P4<br />

10<br />

Incrementele maat<br />

P3 P2<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-131<br />

10<br />

7,5<br />

P1<br />

7,5<br />

De positie-indicaties voor de punten P1 tot P4 in kettingmaat luiden:<br />

P1: X25 Z-7.5 (m.b.t. het nulpunt)<br />

P2: X15 Z-7.5 (m.b.t. P1)<br />

P3: Z-10 (m.b.t. P2)<br />

P4: X20 Z-10 (m.b.t. P3)<br />

X<br />

10<br />

7,5<br />

Z<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.2 Basis<br />

4.2.4 Poolcoördinaten<br />

Posities kunnen ook door rechthoekige coördinaten of<br />

poolcoördinaten worden aangegeven.<br />

Wordt een punt in een werkstuktekening bepaald door een waarde<br />

voor elke coördinaatas, kunt u de positie met rechthoekige<br />

coördinaten makkelijk invoeren in het parameterscherm. Bij<br />

werkstukken met cirkelbogen of hoekindicaties is het vaak makkelijker<br />

de posities in te voeren met poolcoördinaten.<br />

Poolcoördinaten kunt u alleen programmeren bij de functies "Rechte<br />

cirkel" en "Contourfrezen".<br />

Het punt waarvan de maatindicatie in poolcoördinaten uitgaat, heet<br />

"Pool".<br />

Poolcoördinaten<br />

P3<br />

P2<br />

P1<br />

30°<br />

30°<br />

30°<br />

Pool<br />

De positie-indicaties voor de pool en de punten P1 tot P3<br />

poolcoördinaten luiden:<br />

Pool: X30 Z30 (m.b.t. het nulpunt)<br />

P1: L30 α30° (m.b.t. de pool)<br />

P2: L30 α60° (m.b.t. de pool)<br />

P3: L30 α90° (m.b.t. de pool)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-132 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

30<br />

X<br />

30 30<br />

Z<br />

4


4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4.2 Basis<br />

4.2.5 Rekenmachine<br />

De rekenmachine is een hulpmiddel waarmee u tijdens de<br />

programmering eenvoudig parameterwaarden kunt berekenen. Als de<br />

diameter van een werkstuk slechts indirect is aangegeven, d.w.z. dat<br />

de diameter uit meerdere maatindicaties moet worden berekend, kunt<br />

u de berekening van de diameter direct in het invoerveld van deze<br />

parameter uitvoeren.<br />

De berekening van een parameterwaarde gebeurt altijd in het<br />

invoerveld van de parameter. Daarbij kunt u een willekeurig aantal<br />

bewerkingen van het volgende type uitvoeren.<br />

• Operatoren<br />

+ optellen<br />

- aftrekken<br />

* vermenigvuldigen<br />

/ delen<br />

() haakjes<br />

MOD modulo-operatie<br />

AND AND-operator<br />

OR OR-operator<br />

NOT NOT-operator<br />

• Constanten<br />

PI 3.14159265358979323846<br />

TRUE 1<br />

FALSE 0<br />

• Functies<br />

SIN(x) sinus van x, (x in graden)<br />

COS(x) cosinus van x, (x in graden)<br />

TAN(x) tangens van x, (x in graden)<br />

ATAN2(x,y) arcustangens van x/y, (x en y in graden)<br />

SQRT(x) wortel van x<br />

ABS(x) absolute waarde van x<br />

U kunt maximaal 256 tekens invoeren in een veld.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-133<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.2 Basis<br />

of =<br />

of =<br />

Voorbeeld:<br />

Werktuigslijtage +0.1<br />

Voorbeeld:<br />

Diameter berekenen<br />

Plaats de cursor op een invoerveld in een parameterscherm.<br />

Druk op de toets "Insert" of "=".<br />

De rekenmachine is actief.<br />

Voer een rekencommando in.<br />

U kunt de rekensymbolen, getallen en komma's gebruiken.<br />

Druk op de toets "Input" of "=".<br />

De nieuwe waarde wordt berekend en verschijnt in het invoerveld. De<br />

rekenmachine wordt uitgeschakeld.<br />

Als u in een invoerveld eerst een oudere waarde wilt wissen, drukt op<br />

de toets "Backspace".<br />

Plaats de cursor op het invoerveld "ΔLengteX" in de<br />

werktuigslijtagelijst.<br />

Druk op de toets "Insert".<br />

Voer een rekeninstructie in: + 0.1<br />

Druk op de toets "Input".<br />

∅120<br />

Werkstuktekening<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-134 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

∅A<br />

160<br />

∅50<br />

40<br />

30<br />

4


4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4.2 Basis<br />

4.2.6 Passingen<br />

Plaats de cursor op het invoerveld "X" in een parameterscherm.<br />

Druk op de toets "Insert".<br />

Voer een rekeninstructie in: 30 * 2 + 50<br />

Druk op de toets "Input".<br />

Om uw werkstuk heel precies aan te maken, kunt u bij de<br />

programmering de passingmaat direct in het parameterscherm<br />

invoeren.<br />

De passingmaat geeft u als volgt aan:<br />

F diameter-/lengte-indicatie Tolerantieklasse Tolerantiekwaliteit<br />

Daarbij geeft "F" aan dat er een passingmaat volgt. Tussen de<br />

verschillende elementen kunt u een willekeurig aantal spaties<br />

invoegen.<br />

Voorbeeld: F 20h7<br />

Mogelijke tolerantieklassen:<br />

A, B, C, D, E, F, G, H, J, JS, T, U, V, X, Y, Z, ZA, ZB, ZC<br />

Hoofdletter: boringen<br />

Kleine letter: assen<br />

Mogelijke tolerantiekwaliteiten:<br />

1 tot 18, voorzover deze niet beperkt zijn door de DIN-norm 7150.<br />

Plaats de cursor op een invoerveld in een parameterscherm.<br />

Voer de passing in.<br />

Druk op de toets "Input".<br />

De besturing berekent automatisch het gemiddelde uit de hoogste en<br />

de laagste grenswaarde.<br />

Om een kleine letter in te voeren, markeert u de ingevoerde<br />

hoofdletters met de cursor en drukt u op de toets "Select". Als u<br />

nogmaals op de toets drukt, verschijnen opnieuw een hoofdletter.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-135<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

4.3 Stappenreeksprogramma<br />

4.3.1 Overzicht<br />

Voor stappenreeksprogramma's die u direct aan de machine opstelt,<br />

heeft u een software-optie nodig.<br />

Bij het aanmaken van een stappenreeksprogramma volgt u altijd het<br />

volgende schema:<br />

• Nieuw programma aanleggen<br />

• Programmanaam toekennen<br />

• Programmakop invullen<br />

• Verschillende bewerkingsstappen programmeren<br />

U heeft de keuze uit de volgende bewerkingsstappen.<br />

Werktuig<br />

<br />

><br />

Rechte<br />

><br />

Cirkel<br />

middelp. ><br />

Cirkel<br />

radius ><br />

Polair<br />

><br />

Naderen/<br />

Verwijderen<br />

<br />

<br />

Boren<br />

midden ><br />

Schroefdr.<br />

midden ><br />

Boren<br />

Wrijven ><br />

Diepboren<br />

><br />

Schroefdraad<br />

> <br />

Posities<br />

><br />

Positie<br />

herhalen ><br />

Verspanen<br />

><br />

Insteken<br />

><br />

Schroefdr.<br />

boren<br />

Schroefdr.frezen<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-136 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

4


08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

<br />

<br />

<br />

Ondersnijding<br />

><br />

Schroefdraad<br />

><br />

Afsteken<br />

><br />

Nieuwe<br />

contour ><br />

Verspanen<br />

><br />

Verspanen<br />

rest ><br />

Steken<br />

><br />

Steken<br />

rest ><br />

Steekdraaien<br />

><br />

Steekdr.<br />

rest ><br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-137<br />

Lamer<br />

Tap<br />

><br />

><br />

<strong>Sl</strong>euf<br />

><br />

Meerkant<br />

><br />

Gravure<br />

Contour-<br />

frezen > <br />

Markering<br />

zetten ><br />

Herhaling<br />

><br />

Subprogramma<br />

><br />

Tegen-<br />

spil ><br />

Nieuwe<br />

contour ><br />

Baanfrezen<br />

><br />

Voorboren<br />

><br />

Kamer<br />

frezen<br />

Kamer<br />

restmat.<br />

Tap<br />

frezen<br />

Tap<br />

restmat.<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

4.3.2 Nieuw programma aanleggen<br />

Instellingen<br />

><br />

Transformaties<br />

> <br />

Nulpunt<br />

versch. ><br />

Verschuiving<br />

><br />

Rotatie<br />

><br />

Scalering<br />

><br />

Spiegeling<br />

><br />

Rotatie<br />

C-as<br />

Voor elk nieuw werkstuk dat u wilt maken, legt u een eigen<br />

programma aan. Het programma bevat de verschillende<br />

bewerkingsstappen die uitgevoerd moeten worden om het werkstuk<br />

aan te maken.<br />

Als u een nieuw programma aanlegt, wordt automatisch een<br />

programmakop en een programma-einde gedefinieerd. In de<br />

programmakop moet u de volgende parameters instellen, die in het<br />

volledige programma actief zijn.<br />

NPV Nulpuntverschuiving waarin het nulpunt van het werkstuk is<br />

opgeslagen.<br />

U kunt deze voorinstelling van de parameter ook wissen als u geen<br />

nulpuntverschuiving wenst aan te geven.<br />

Maateenheid<br />

Basisdeel<br />

De instelling van de maateenheid (millimeter of inch) in de<br />

programmakop heeft alleen betrekking op de positie-indicaties in het<br />

actuele programma. Alle andere informatie, zoals aanvoer of<br />

werktuigcorrecties voert u in de maateenheid in die u voor de<br />

volledige machine heeft ingesteld.<br />

Voor het uitgangsmateriaal van het werkstuk moet u de vorm (cilinder,<br />

buis, rechthoek of N-hoek) en de afmetingen definiëren.<br />

W: uitgangsmateriaalbreedte - alleen bij rechthoek<br />

L: uitgangsmateriaallengte - alleen bij rechthoek<br />

N: aantal randen - alleen bij N-hoek<br />

L: randlengte (alternatief voor SW) - alleen bij N-hoek<br />

SW: sleutelbreedte (alternatief voor L) - alleen bij N-hoek<br />

XA: buitendiameter (abs) - alleen bij cilinder en buis<br />

XI: binnendiamter (abs of inc) - alleen bij buis<br />

ZA: beginmaat (abs)<br />

ZI: eindmaat (abs of inc)<br />

ZB: bewerkingsmaat (abs of inc)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-138 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

4


08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

Terugtrekken<br />

Uitgangsmateriaal cilinder<br />

Uitgangsmateriaal buis<br />

Het terugtrekbereik markeert het bereik waarbuiten een collisievrije<br />

verplaatsing van de assen mogelijk moet zijn.<br />

Voor elke aanloopinrichting definieert u een terugtrekvlak die bij het<br />

positioneren alleen in de aanlooprichting wordt doorlopen. De<br />

terugtrekvlakken zijn afhankelijk van de vorm van het<br />

uitgangsmateriaal en de aard van de terugtrekking (eenvoudig,<br />

uitgebreid of alle).<br />

XRA: buitenste terugtrekvlak in X-richting (abs)<br />

XRI: binnenste terugtrekvlak in X-richting (abs of inc)<br />

ZRA: buitenste terugtrekvlak in Z-richting (abs)<br />

ZRI: binnenste terugtrekvlak in Z-richting (abs of inc)<br />

De terugtrekvlakken XRA en XRI worden altijd cirkelvormig rond het<br />

uitgangsmateriaal gelegd, ook bij een rechthoek of N-hoek.<br />

Terugtrekking buis: eenvoudig<br />

Terugtrekking buis: alle<br />

Het terugtrekken voor een cyclus eindigt op de veiligheidsafstand. Pas<br />

de volgende cyclus gaat naar het terugtrekvlak. Hierdoor wordt het<br />

gebruik van de speciale benaderings-/verlatingscyclus mogelijk (zie<br />

hfdst. "Benaderings-/verlatingscyclus programmeren").<br />

Een verandering van het terugtrekvlak wordt daarom reeds bij het<br />

verlaten van de vorige bewerking actief (zie hfdst. "Programmainstellingen<br />

wijzigen").<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-139<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

Achterkop<br />

Werktuigwisselpunt<br />

Veiligheidsafstand<br />

Toerentalgrenzen<br />

<strong>ShopTurn</strong> neemt bij de keuze van de verplaatsingswegen altijd de<br />

werktuigpunt in acht, d.w.z. dat de uitzetting van het werktuig niet in<br />

acht wordt genomen. Zorg er daarom voor dat de terugtrekvlakken ver<br />

genoeg van het werkstuk verwijderd liggen.<br />

Als uw machine over een achterkop beschikt, kunt u het<br />

terugtrekbereik nog uitbreiden om bij het verplaatsen van de assen<br />

een botsing met de achterkop te vermijden.<br />

Voer het terugtrekvlak XRR van de achterkop in absolute maat in.<br />

De revolver beweegt met zijn nulpunt naar het werktuigwisselpunt toe<br />

en brengt het gewenste werktuig in de bewerkingspositie. Het<br />

werktuigwisselpunt moet zo ver buiten het terugtrekbereik liggen dat<br />

bij het zwenken van de revolver geen werktuig in het terugtrekbereik<br />

steekt.<br />

U kunt de actuele werktuigpositie als werktuigwisselpunt vastleggen<br />

(werktuigwisselpunt teachen) of u moet de coördinaten van het<br />

werktuigwisselpunt XT en ZT direct op het parameterscherm invoeren.<br />

Het teachen van het werktuigwisselpunt is alleen mogelijk als u het<br />

machinecoördinatensysteem (MCS) heeft geselecteerd.<br />

Bedenk dat het werktuigwisselpunt betrekking heeft op het nulpunt<br />

van de revolver en niet op de werktuigpunt.<br />

Werktuigwisselpunt<br />

De veiligheidsafstand SC definieert hoe dicht het werktuig het<br />

werkstuk in ijlgang mag naderen.<br />

De veiligheidsafstand moet u invoeren zonder voorteken incrementeel<br />

invoeren.<br />

Als u het werkstuk met constante snijsnelheid wilt bewerken, moet<br />

<strong>ShopTurn</strong> het spiltoerental verhogen zodra de werkstukdiameter<br />

kleiner wordt. Daar het toerental niet willekeurig kan worden<br />

verhoogd, kunt u afhankelijk van vorm, grootte en materiaal van het<br />

werkstuk of de voering een toerental voor de hoofdspil (S1) en de<br />

tegenspil (S3) vastleggen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-140 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

4


08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

Nieuw<br />

Nulpunt<br />

versch.<br />

<strong>ShopTurn</strong><br />

programma<br />

-of-<br />

De machinefabrikant legt slechts een toerentalgrens voor de machine<br />

vast, d.w.z. geen grens die afhankelijk is van het werkstuk.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Druk op de softkey "Programma".<br />

Kies de directory waarin u een nieuw programma wilt creëren.<br />

Druk op de softkeys "Nieuw" en "<strong>ShopTurn</strong> Programma".<br />

Voer een programmanaam in.<br />

De programmanaam mag max. 24 tekens bevatten. Toegelaten<br />

zijn alle letters (zonder umlaut), cijfers en liggende streepjes ( _).<br />

<strong>ShopTurn</strong> vervangt kleine letters automatisch door hoofdletters.<br />

Druk op de softkey "OK" of op de toets "Input".<br />

Het parameterscherm "Programmakop" wordt geopend.<br />

PROGRAMMA<br />

Rechte<br />

Cirkel Boren Draaien<br />

Programmakop parametreren<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-141<br />

Contourdraaien<br />

Programmakop<br />

Uitgangsmat.: Cilinder<br />

Terugtrekken: eenvoudig<br />

Werktuigwisselpunt:<br />

Veiligheidsafstand:<br />

Toerentalgrenzen:<br />

Nulpuntverschuiving<br />

MCS<br />

O<br />

O<br />

4<br />

Nulpuntversch.<br />

Wkt.w.pnt<br />

teachen<br />

Annuleren<br />

Overname<br />

Frezen Diversen Simulatie Afwerken<br />

Selecteer een nulpuntverschuiving, voer een nulpuntverschuiving<br />

in of roep met de softkey "Nulpuntversch." de<br />

nulpuntverschuivingslijst op als u daar een nulpuntverschuiving<br />

wilt selecteren.<br />

Voer de andere parameters in.


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

Wkt.w.pnt<br />

teachen<br />

Druk op de softkey "Wkt.w.pnt teachen" als u de actuele positie<br />

van het werktuig als werktuigwisselpunt wilt vastleggen.<br />

De coördinaten van het werktuig worden overgenomen door de<br />

parameters XT en ZT.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Het arbeidsplan verschijnt.<br />

<strong>ShopTurn</strong> heeft automatisch het programma-einde gedefinieerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-142 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

4


08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

4.3.3 Programmablokken creëren<br />

T (werktuig)<br />

Nadat u een nieuw programma heeft aangelegd en de programmakop<br />

heeft ingevuld, definieert u in programmablokken de verschillende<br />

bewerkingsstappen die nodig zijn voor het aanmaken van het<br />

werkstuk.<br />

Voor een programma staat veel geheugenplaats ter beschikking.<br />

Afhankelijk van de vereiste geheugenplaats kunt u slechts een<br />

beperkt aantal blokken programmeren.<br />

• <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

U kunt met de functie "Recht" maximaal 1000 blokken of met de<br />

functie "Kamer" maximaal 600 blokken programmeren.<br />

• PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

U kunt met de functie "Recht" maximaal 3500 blokken of met de<br />

functie "Kamer" maximaal 2100 blokken programmeren.<br />

De programmablokken kunt u alleen opstellen tussen programmakop<br />

en programma-einde. De volgende functiegroepen staan ter<br />

beschikking voor de programmering:<br />

• Rechte/Cirkel<br />

• Boren<br />

• Draaien<br />

• Contour draaien<br />

• Frezen<br />

• Contour frezen<br />

• Transformaties<br />

Voor elke bewerkingsstap vult u een eigen parameterscherm in. Bij<br />

het invoeren van de parameters bieden verklarende help-schermen<br />

ondersteuning.<br />

Hieronder worden de parameters Werktuig, Aanvoer, Toerental en<br />

Bewerking verklaard:<br />

Voor elke bewerking van het werkstuk moet u een werktuig<br />

programmeren. Het werktuig wordt geselecteerd via de naam en is<br />

reeds in alle parameterschermen van de bewerkingscycli<br />

geïntegreerd, met uitzondering van Rechte/Cirkel.<br />

Zodra het werktuig ingewisseld is, worden de werktuiglengtecorrecties<br />

actief.<br />

De werktuigselectie werkt bij Rechte/Cirkel zelfhoudend (modaal),<br />

d.w.z. dat u bij meerdere opeenvolgende bewerkingsstappen met<br />

hetzelfde werktuig alleen bij de eerste Rechte/Cirkel een werktuig<br />

programmeert.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-143<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

D (snijkant)<br />

Radiuscorrectie<br />

F (aanvoer)<br />

Voor werktuigen met meerdere snijkanten bestaan voor elke snijkant<br />

eigen werktuigcorrectiegegevens. Bij deze werktuigen moet u het<br />

snijkantnummer selecteren of aangeven waarmee u de bewerking wilt<br />

uitvoeren.<br />

Voorzichtig<br />

Als u bij enkele werktuigen (bv. vlakverzinkboor met geleidetappen of<br />

trapboor) het foute snijkantnummer aangeeft en het werktuig<br />

verplaatst, kan het tot botsingen komen. Let er steeds op dat u het<br />

juiste snijkantnummer invoert.<br />

<strong>ShopTurn</strong> houdt automatisch rekening met de werktuigradiuscorrectie<br />

bij alle bewerkingscycli, met uitzondering van baanfrezen en rechte.<br />

Bij baanfrezen en rechte kunt u de bewerking met of zonder<br />

radiuscorrectie programmeren. De werktuigradiuscorrectie werkt bij<br />

rechte zelfhoudend (modaal), d.w.z. dat u de radiuscorrectie opnieuw<br />

moet deselecteren als u zonder radiuscorrectie wilt werken.<br />

Radiuscorrectie rechts van de contour<br />

Radiuscorrectie links van de contour<br />

Radiuscorrectie uit<br />

Radiuscorrectie blijft behouden zoals ingesteld<br />

De aanvoer F, ook bewerkingsaanvoer genoemd, geeft de snelheid<br />

aan waarmee de assen tijdens de bewerking van het werkstuk<br />

bewegen. De bewerkingsaanvoer wordt in mm/min, mm/o of mm/tand<br />

ingevoerd. Bij de freescycli wordt de aanvoer bij het wisselen van<br />

mm/min naar mm/o evenals omgekeerd automatisch omgerekend.<br />

Het invoeren van de aanvoer in mm/tand is alleen bij het frezen<br />

mogelijk en zorgt ervoor dat elke snijkant van de frees onder optimale<br />

omstandigheden verspaant. De aanvoer per tand stemt overeen met<br />

het lineaire traject dat de frees bij het ingrijpen van een tand aflegt.<br />

Bij frees- en draaicycli heeft de aanvoer bij de voorbewerking<br />

betrekking op het frees- resp. snijkantmiddelpunt. Bij de nabewerking<br />

ook, met uitzondering van contouren met binnenkrommingen; in dat<br />

geval heeft de aanvoer betrekking op het contactpunt tussen werktuig<br />

en werkstuk.<br />

De maximale aanvoersnelheid is vastgelegd via machinegegevens.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-144 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

4


08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

S (spiltoerental)<br />

V (snijsnelheid)<br />

Bewerking<br />

Het spiltoerental S geeft het aantal spilomwentelingen per minuut<br />

(o/min) aan en wordt samen met een werktuig geprogrammeerd. De<br />

toerentalindicatie heeft bij de draaibewegingen en het centrale boren<br />

betrekking op de hoofdspil (S1) resp. tegenspil (S3), bij de boor- en<br />

freesbewerkingen op de werktuigspil (S2).<br />

De spilstart gebeurt onmiddellijk na het inwisselen van het werktuig,<br />

de spilstop bij reset, het programma-einde of werktuigwissel. De<br />

draairichting van de spil is voor elk werktuig vastgelegd in de<br />

werktuiglijst.<br />

Als alternatief voor het spiltoerental kunt u ook de snijsnelheid<br />

programmeren. Bij de freescycli wordt het spiltoerental automatisch<br />

omgerekend in de snijsnelheid en omgekeerd.<br />

De snijsnelheid V is een omvangsnelheid (m/min) en wordt als<br />

alternatief voor het spiltoerental samen met een werktuig<br />

geprogrammeerd. De snijsnelheid heeft bij de draaibewerkingen en<br />

het centrale boren betrekking op de hoofdspil (V1) resp. tegenspil (V3)<br />

en stemt hier overeen met de omvangsnelheid van het werkstuk op<br />

het punt dat net wordt bewerkt.<br />

Bij boor- en freesbewerkingen heeft de snijsnelheid betrekking op de<br />

werktuigspil (V2) en stemt overeen met de omvangsnelheid waarmee<br />

de snijkant van het werktuig het werkstuk bewerkt.<br />

Bij de bewerking van enkele cycli heeft u de keuze tussen<br />

voorbewerking, nabewerking of volledige bewerking. Bij bepaalde<br />

freescycli is ook een nabewerking Rand of een nabewerking Bodem<br />

mogelijk.<br />

• Voorbewerking<br />

Een- of meervoudige bewerking met diepte-instelling<br />

• Nabewerking<br />

Eenvoudige bewerking<br />

• Nabewerking rand<br />

Alleen de rand van het object wordt gladgemaakt<br />

• Nabewerking bodem<br />

Alleen de bodem van het object wordt gladgemaakt<br />

• Volledige bewerking<br />

Voorbewerking en nabewerking met een werktuig in één<br />

bewerkingsstap<br />

Als u de voor- en nabewerking met twee verschillende werktuigen wilt<br />

uitvoeren, moet u de bewerkingscyclus tweemaal oproepen<br />

(1ste blok = voorbewerking, 2de blok = nabewerking). De<br />

geprogrammeerde parameters blijven bij de tweede oproep bewaard.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-145<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

Werktuig<br />

in<br />

programma<br />

...<br />

Plaats de cursor in het arbeidsplan op de regel na dewelke u een<br />

nieuw programmablok wilt invoeren.<br />

Selecteer via softkeys de gewenste functie (zie volgend<br />

hoofdstuk).<br />

Het bijhorende parameterscherm wordt geopend.<br />

Voer de waarden voor de afzonderlijke parameters in.<br />

Druk op de toets "Help" om een help-scherm op te roepen waarin<br />

de verschillende parameters worden verklaard.<br />

Druk op de softkey "Werktuigen" als u voor de parameter "T" een<br />

werktuig uit de werktuiglijst wilt selecteren.<br />

-en-<br />

Plaats de cursor op het werktuig dat u voor de bewerking wilt<br />

gebruiken.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "In programma".<br />

Het geselecteerde werktuig wordt overgenomen in het<br />

parameterscherm.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

De waarden worden opgeslagen en het parametervenster wordt<br />

gesloten. Het arbeidsplan wordt geopend, de nieuw aangemaakte<br />

programmarecord is gemarkeerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-146 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

4


08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

4.3.4 Programmablokken veranderen<br />

-of-<br />

-of-<br />

-of-<br />

De parameters in de geprogrammeerde <strong>ShopTurn</strong>-blokken kunt u<br />

nadien optimaliseren of aan nieuwe situaties aanpassen, bv. als u de<br />

aanvoer wilt verhogen of een positie wilt verschuiven. Hierbij kunt u<br />

alle parameters in alle programmablokken direct in het bijbehorende<br />

parameterscherm veranderen.<br />

Druk op de softkey "Programma".<br />

Het directory-overzicht verschijnt.<br />

Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma<br />

wilt openen.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts" of "Input".<br />

U ziet nu alle programma's in deze directory.<br />

Kies het programma dat u wenst te veranderen.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts" of "Input".<br />

Het arbeidsplan van het programma verschijnt.<br />

Plaats de cursor in het arbeidsplan op het gewenste<br />

programmablok.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Het parameterscherm van het gekozen programmablok verschijnt.<br />

Voer de veranderingen in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen" of de toets "Cursor links".<br />

De veranderingen worden in het programma overgenomen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-147<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

4.3.5 Programma-editor<br />

Als u de volgorde van de programmablokken in een programma<br />

verandert, programmablokken wist of programmablokken van een<br />

bepaald programma in een ander wenst te kopiëren, gelieve de<br />

programma-editor te gebruiken.<br />

De volgende functies staan in de programma-editor te uwer<br />

beschikking:<br />

• Markeren<br />

U kunt meerdere programmablokken tezelfdertijd markeren om<br />

deze later bv. uit te knippen en te kopiëren.<br />

• Kopiëren/invoegen<br />

U kunt in een programma of tussen verschillende programma's<br />

programmablokken kopiëren en invoegen.<br />

• Knippen<br />

Programmablokken kunt u uitknippen en hiermee wissen. De<br />

programmablokken blijven echter in het werkgeheugen, zodat u<br />

deze op een andere plek opnieuw kunt invoegen.<br />

• Zoeken<br />

In een programma kunt u naar bloknummers of een willekeurige<br />

tekenreeks zoeken.<br />

• Herbenoemen<br />

In de programma-editor kunt u een contour herbenoemen, bv. als<br />

u de contour voordien gekopieerd hebt.<br />

• Nummeren<br />

Als u een nieuw of gekopieerd programmablok tussen twee<br />

bestaande programmablokken invoegt, kent <strong>ShopTurn</strong><br />

automatisch een nieuw bloknummer toe. Dit bloknummer kan<br />

hoger zijn dan het bloknummer van het volgende blok. Met de<br />

functie "Nummeren" kunt u de programmablokken opnieuw in<br />

stijgende volgorde nummeren.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-148 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

4


08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

Programma-editor<br />

openen<br />

Programmablok<br />

markeren<br />

Markeren<br />

Programmablok<br />

kopiëren<br />

Kopiëren<br />

Programmablok knippen<br />

Uit-<br />

knippen<br />

Programmablok<br />

invoegen<br />

Invoegen<br />

Kies een programma.<br />

Druk op de toets "Uitbreiding".<br />

In de verticale lijn met softkeys verschijnen de softkeys van de<br />

programma-editor.<br />

Plaats de cursor in het arbeidsplan op het eerste en het laatste<br />

blok dat u wilt markeren.<br />

Druk op de softkey "Markeren".<br />

Kies met de cursortoetsen alle verdere programmablokken die u<br />

wenst te markeren.<br />

De programmablokken zijn gemarkeerd.<br />

Markeer het of de gewenste programmablok(ken) in het<br />

arbeidsplan.<br />

Druk op de softkey "Kopiëren".<br />

De programmablokken worden in het tussengeheugen gekopieerd.<br />

Markeer het of de gewenste programmablok(ken) in het<br />

arbeidsplan.<br />

Druk op de softkey "Knippen".<br />

De programmablokken worden uit het arbeidsplan verwijderd en in het<br />

tussengeheugen opgeslagen.<br />

Kopieer of knip het of de gewenste programmablok(ken) uit het<br />

arbeidsplan.<br />

Plaats de cursor op het programmablok na hetwelke het/de<br />

programmablok(ken) moeten worden ingevoegd.<br />

Druk op de softkey "Invoegen".<br />

De programmablokken worden in het arbeidsplan van het programma<br />

ingevoegd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-149<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

Zoeken<br />

Zoeken<br />

Zoeken<br />

Verder-<br />

zoeken<br />

><br />

Contour herbenoemen<br />

Her-<br />

benoemen<br />

Programmablok<br />

nummeren<br />

Hernum-<br />

meren<br />

Programma-editor<br />

sluiten<br />

Druk op de softkey "Zoeken".<br />

Voer een bloknummer of een tekst in.<br />

Kies, of het zoeken aan het programmabegin of bij de actuele<br />

cursorpositie moet beginnen.<br />

Druk op de softkey "Zoeken".<br />

<strong>ShopTurn</strong> doorzoekt het programma. Het gevonden begrip wordt met<br />

de cursor gemarkeerd.<br />

Druk op de softkey "Verderzoeken" om de zoekprocedure voort te<br />

zetten.<br />

Plaats de cursor in het arbeidsplan op een contour.<br />

Druk op de softkey "Herbenoemen".<br />

Voer een nieuwe naam voor de contour in.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

De naam van de contour wordt veranderd en in het arbeidsplan<br />

getoond.<br />

Druk op de softkey "Hernummeren".<br />

De programmablokken worden in stijgende volgorde genummerd.<br />

Druk op de softkey "Terug" om de programma-editor te sluiten.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-150 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

4


08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

4.3.6 Aantal aangeven<br />

oneindig<br />

Als u een bepaald aantal exemplaren van hetzelfde werkstuk wilt<br />

aanmaken, kunt u op het einde van het programma het gewenste<br />

aantal aangeven. Als u het programma start, wordt de afwerking van<br />

het programma automatisch zo vaak herhaald als aangegeven.<br />

Als uw machine bv. over een stanglader beschikt, kunt u bij het<br />

programmabegin het naladen van het werkstuk programmeren en<br />

vervolgens de eigenlijke bewerking. Tenslotte steekt u het afgewerkte<br />

werkstuk nog af en geeft u op het programma-einde het gewenste<br />

aantal in.<br />

Op die manier kan de werkstukproductie dan volautomatisch<br />

gebeuren.<br />

Open het blok "Programma-einde" als u meer dan 1 werkstuk wilt<br />

bewerken.<br />

Voer het aantal werkstukken in dat u wilt bewerken.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Als u het programma later start, wordt de afwerking van het<br />

programma automatisch zo vaak herhaald als aangegeven.<br />

Als u de afwerking van het programma een onbeperkt aantal keren<br />

wilt herhalen, drukt u op de softkey "oneindig".<br />

Met "Reset" kunt u de programma-uitvoering opnieuw stoppen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-151<br />

4


<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />

4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />

Voor notities<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

4-152 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

4


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

<strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen ................................................................ 5-155<br />

5.1.1 Werktuig en bewerkingsniveau selecteren............................................................ 5-156<br />

5.1.2 Rechte .................................................................................................................. 5-158<br />

5.1.3 Cirkel met een bekend middelpunt........................................................................ 5-160<br />

5.1.4 Cirkel met een bekende radius ............................................................................. 5-161<br />

5.1.5 Poolcoördinaten.................................................................................................... 5-163<br />

5.1.6 Rechte polair......................................................................................................... 5-164<br />

5.1.7 Cirkel polair........................................................................................................... 5-166<br />

5.2 Boren .................................................................................................................... 5-167<br />

5.2.1 Boren midden ....................................................................................................... 5-168<br />

5.2.2 Schroefdraad midden............................................................................................ 5-170<br />

5.2.3 Boren en wrijven ................................................................................................... 5-171<br />

5.2.4 Diepboren ............................................................................................................. 5-173<br />

5.2.5 Schroefdraadboren ............................................................................................... 5-175<br />

5.2.6 Schroefdraadfrezen .............................................................................................. 5-177<br />

5.2.7 Posities en positiepatronen................................................................................... 5-179<br />

5.2.8 Willekeurige posities ............................................................................................. 5-180<br />

5.2.9 Positiemodel lijn.................................................................................................... 5-182<br />

5.2.10 Positiepatroon rooster........................................................................................... 5-183<br />

5.2.11 Positiepatroon raam............................................................................................. 5-186<br />

5.2.12 Positiepatroon volledige cirkel............................................................................... 5-188<br />

5.2.13 Positiepatroon deelcirkel....................................................................................... 5-190<br />

5.2.14 Posities tonen en verbergen ................................................................................. 5-192<br />

5.2.15 Posities herhalen .................................................................................................. 5-193<br />

5.3 Draaien ................................................................................................................. 5-194<br />

5.3.1 Verspaancycli ....................................................................................................... 5-194<br />

5.3.2 Rilcycli................................................................................................................... 5-197<br />

5.3.3 Ondersnijdingen vorm E en F ............................................................................... 5-200<br />

5.3.4 Schroefdraadondersnijdingen ............................................................................... 5-201<br />

5.3.5 Schroefdraad draaien ........................................................................................... 5-203<br />

5.3.6 Nabewerking schroefdraad ................................................................................... 5-207<br />

5.3.7 Afsteken................................................................................................................ 5-208<br />

5.4 Contourdraaien ..................................................................................................... 5-210<br />

5.4.1 Weergave van de contour..................................................................................... 5-212<br />

5.4.2 Nieuwe contour aanleggen ................................................................................... 5-214<br />

5.4.3 Contourelementen creëren ................................................................................... 5-215<br />

5.4.4 Contour wijzigen ................................................................................................... 5-220<br />

5.4.5 Verspanen ............................................................................................................ 5-222<br />

5.4.6 Verspanen restmateriaal....................................................................................... 5-226<br />

5.4.7 Steken .................................................................................................................. 5-228<br />

5.4.8 Steken restmateriaal ............................................................................................. 5-230<br />

5.4.9 Steekdraaien......................................................................................................... 5-231<br />

5.4.10 Steekdraaien restmateriaal ................................................................................... 5-233<br />

5.5 Frezen .................................................................................................................. 5-235<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-153<br />

5


5 <strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5.5.1 Rechthoekige kamer ............................................................................................. 5-236<br />

5.5.2 Cirkelvormige kamer ............................................................................................. 5-240<br />

5.5.3 Rechthoekige tap .................................................................................................. 5-243<br />

5.5.4 Cirkelvormige tap .................................................................................................. 5-247<br />

5.5.5 Langsgroef............................................................................................................ 5-250<br />

5.5.6 Cirkelgroef ............................................................................................................ 5-253<br />

5.5.7 Posities ................................................................................................................. 5-257<br />

5.5.8 Meerkant............................................................................................................... 5-258<br />

5.5.9 Gravure................................................................................................................. 5-260<br />

5.6 Contourfrezen ....................................................................................................... 5-267<br />

5.6.1 Weergave van de contour ..................................................................................... 5-270<br />

5.6.2 Nieuwe contour aanleggen ................................................................................... 5-272<br />

5.6.3 Contourelementen aanleggen............................................................................... 5-274<br />

5.6.4 Contour wijzigen ................................................................................................... 5-281<br />

5.6.5 Baanfrezen ........................................................................................................... 5-283<br />

5.6.6 Contourkamer voorboren ...................................................................................... 5-288<br />

5.6.7 Contourkamer frezen (voorbewerking).................................................................. 5-292<br />

5.6.8 Restmateriaal contourkamer ruimen ..................................................................... 5-295<br />

5.6.9 Nabewerking contourkamer .................................................................................. 5-297<br />

5.6.10 Contourkamer afkanten......................................................................................... 5-301<br />

5.6.11 Contourtappen frezen (voorbewerking)................................................................. 5-302<br />

5.6.12 Restmateriaal contourtap ruimen .......................................................................... 5-305<br />

5.6.13 Nabewerking contourtap ....................................................................................... 5-307<br />

5.6.14 Contourtap afkanten ............................................................................................. 5-310<br />

5.7 Onderprogramma oproepen.................................................................................. 5-312<br />

5.8 Programmablokken herhalen ................................................................................ 5-314<br />

5.9 Bewerking met de tegenspil .................................................................................. 5-315<br />

5.10 Programma-instellingen wijzigen........................................................................... 5-321<br />

5.11 Nulpuntverschuivingen oproepen.......................................................................... 5-322<br />

5.12 Coördinatentransformaties definiëren ................................................................... 5-323<br />

5.13 Verwijderings-/benaderingscyclus programmeren................................................. 5-326<br />

5.14 G-Code invoegen in stappenreeksprogramma...................................................... 5-327<br />

5.15 Inleren................................................................................................................... 5-329<br />

5.15.1 Cyclus inleren ....................................................................................................... 5-329<br />

5.15.2 Positiepatroon inleren ........................................................................................... 5-330<br />

5.15.3 Contourobject inleren............................................................................................ 5-331<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-154 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

Indien u eenvoudige, d.w.z. rechte of cirkelvormige baanbewegingen<br />

of bewerkingen wilt uitvoeren, zonder een complete contour te<br />

definiëren, gebruikt u de functies "Rechte" of "Cirkel".<br />

Bij de programmering van eenvoudige bewerkingen gaat u volgens<br />

het aangegeven schema te werk:<br />

• Werktuig en spiltoerental vastleggen<br />

• Bewerkingsniveau selecteren<br />

• Bewerking programmeren<br />

• Evt. andere bewerkingen programmeren<br />

U kunt beschikken over de volgende bewerkingsmogelijkheden:<br />

• Rechte<br />

• Cirkel met bekend middelpunt<br />

• Cirkel met bekende radius<br />

• Rechte met poolcoördinaten<br />

• Cirkel met poolcoördinaten<br />

Als u een Rechte of een Cirkel met poolcoördinaten wilt<br />

programmeren, moet u eerst de pool definiëren.<br />

Voorzichtig<br />

Als u het werktuig door een rechte of cirkelvormige baanbeweging<br />

naar het in de programmakop vastgelegde terugtrekbereik beweegt,<br />

moet u het werktuig er ook weer uit verwijderen. Anders kunnen door<br />

de verplaatsingsbewegingen van een volgende <strong>ShopTurn</strong>-cyclus<br />

botsingen worden veroorzaakt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005 5-155<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

5.1.1 Werktuig en bewerkingsniveau selecteren<br />

Werktuigen<br />

In<br />

programma<br />

Werktuig ><br />

Voordat u een Rechte of een Cirkel programmeert, moet u een<br />

werktuig, de spil alsmede het spiltoerental en het bewerkingsniveau<br />

selecteren.<br />

Programmeert u achtereenvolgens verschillende rechte of<br />

cirkelvormige baanbewegingen, dan blijven de instellingen voor het<br />

werktuig, de spil, het spiltoerental en het bewerkingsniveau zolang<br />

actief, tot u deze verandert.<br />

Als u het geselecteerde bewerkingsniveau achteraf verandert, passen<br />

de coördinaten van de geprogrammeerde baanbeweging zich<br />

automatisch aan het nieuwe bewerkingsniveau aan. Alleen bij een<br />

Rechte (haaks, niet polair) blijven de oorspronkelijk geprogrammeerde<br />

coördinaten bestaan.<br />

Druk op de softkeys "Rechte Cirkel" en "Werktuig".<br />

Voer in het parameterveld "T" een werktuig in.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Werktuigen" om een werktuig uit de<br />

werktuiglijst te selecteren.<br />

-en-<br />

Plaats de cursor op het werktuig dat u voor de bewerking wilt<br />

gebruiken.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "in programma".<br />

Het werktuig wordt in het parameterveld "T" overgenomen.<br />

Selecteer bij werktuigen met meerdere messen het mesnummer<br />

D van het werktuig.<br />

Kies in het linker invoerveld van de parameter Spil tussen<br />

hoofdspil (S1), werktuigspil (S2) of tegenspil (S3).<br />

Voer in het rechter invoerveld het spiltoerental resp. de<br />

snijsnelheid in.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-156 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

Kies tussen de bewerkingsniveaus Draaien, Front/Front C,<br />

Mantel/Mantel C, Front Y of Mantel Y.<br />

Voer de cilinderdiameter in als u het bewerkingsniveau<br />

Mantel/Mantel C hebt geselecteerd.<br />

-of-<br />

Voer de positiehoek voor de bewerkingszone CP in als u het<br />

bewerkingsniveau Front Y hebt geselecteerd.<br />

-of-<br />

Voer het referentiepunt C0 in als u het bewerkingsniveau Mantel<br />

Y hebt geselecteerd.<br />

Selecteer of de spil geklemd of losgemaakt moet worden of de<br />

toestand ongewijzigd moet blijven (leeg invoerveld).<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

De waarden worden opgeslagen en het parametervenster wordt<br />

gesloten. Het arbeidsplan wordt geopend, de nieuw aangemaakte<br />

programmarecord is gemarkeerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005 5-157<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

5.1.2 Rechte<br />

Als u een Rechte in haakse coördinaten wilt programmeren, gebruikt u<br />

de functie "Rechte".<br />

Het werktuig beweegt op een rechte lijn met de geprogrammeerde<br />

aanvoerbeweging of op hoge snelheid van de actuele positie naar de<br />

geprogrammeerde eindpositie.<br />

Radiuscorrectie U kunt de rechte uitvoeren met radiuscorrectie. De radiuscorrectie<br />

werkt zelfhoudend (modaal), d.w.z. dat u de radiuscorrectie opnieuw<br />

moet deselecteren als u zonder wilt werken. U mag de radiuscorrectie<br />

bij meerdere opeenvolgende rechten met radiuscorrectie echter alleen<br />

in het eerst programmablok selecteren.<br />

Bij de eerste Rechte met radiuscorrectie beweegt het werktuig op het<br />

beginpunt zonder en op het eindpunt met radiuscorrectie. D.w.z. dat<br />

bij een geprogrammeerde verticale baan een schuine lijn wordt<br />

gemaakt. Pas bij de tweede geprogrammeerde rechte met<br />

radiuscorrectie werkt de correctie over het gehele verplaatsingstraject.<br />

Het omgekeerde effect treedt op als de radiuscorrectie niet<br />

geselecteerd is.<br />

geprogrammeerde<br />

baan<br />

Verplaatsingstraject<br />

geprogrammeerde<br />

baan<br />

Verplaatsingstraject<br />

Eerste rechte lijn met radiuscorrectie Eerste rechte lijn met radiuscorrectie<br />

Als u een van de geprogrammeerde baan afwijkend<br />

verplaatsingstraject wilt vermijden, kunt u de eerste rechte lijn met<br />

radiuscorrectie resp. met gedeselecteerde radiuscorrectie buiten het<br />

werkstuk programmeren. Een programmering zonder<br />

coördinateninformatie is niet mogelijk.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-158 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

Ijlgang<br />

Rechte ><br />

Druk op de softkeys "Rechte Cirkel" en "Rechte".<br />

Druk op de softkey "IJlgang", indien u op hoge snelheid en niet<br />

met een geprogrammeerde bewerkingsaanvoersnelheid wilt<br />

bewegen.<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

X<br />

Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

mm<br />

Z<br />

Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

mm<br />

Y<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

mm<br />

C1<br />

Doelpositie van de C-as van de hoofdspil (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

mm<br />

C3<br />

Doelpositie van de C-as van de tegenspil (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

mm<br />

Z3<br />

Doelpositie van de extra as (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

mm<br />

F Bewerkingsaanvoer mm/o<br />

mm/min<br />

mm/tand<br />

Radiuscorrectie<br />

Vermelding aan welke kant van de contour in verplaatsingsrichting het werktuig<br />

bewerkt:<br />

Radiuscorrectie rechts van de contour<br />

Radiuscorrectie links van de contour<br />

Radiuscorrectie uit<br />

De laatst geprogrammeerde instelling van de radiuscorrectie wordt<br />

overgenomen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005 5-159<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

5.1.3 Cirkel met een bekend middelpunt<br />

Cirkel<br />

Middelp. ><br />

Indien u een cirkel of een cirkelboog met bekend middelpunt in<br />

haakse coördinaten wilt programmeren, gebruikt u de functie "Cirkel<br />

Middelpunt".<br />

Het werktuig verplaatst een cirkelbaan op de<br />

bewerkingsaanvoernelheid van de actuele positie naar de<br />

geprogrammeerde doelpositie. <strong>ShopTurn</strong> berekent de radius van de<br />

cirkel/cirkelboog d.m.v. de ingevoerde interpolatieparameters I en K.<br />

Druk op de softkeys "Rechte Cirkel" en "Cirkel Middelp.".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

Draairichting Draairichting waarin van het cirkelbeginpunt naar het cirkeleindpunt wordt bewogen.<br />

X<br />

Y<br />

I<br />

J<br />

Y<br />

Z<br />

J<br />

K<br />

X<br />

Y<br />

I<br />

J<br />

Y<br />

Draairichting met de klok (rechtsom)<br />

Draairichting tegen de klok in (linksom)<br />

Bewerkingsniveau Front/Front C:<br />

Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maateenheid: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in X-richting (inc)<br />

Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />

Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)<br />

Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />

Bewerkingsniveau Mantel/Mantel C:<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)<br />

Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />

Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)<br />

Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />

Bewerkingsniveau Front Y:<br />

Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maateenheid: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in X-richting (inc)<br />

Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />

Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)<br />

Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />

Bewerkingsniveau Mantel Y:<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-160 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

Z<br />

J<br />

K<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)<br />

Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />

Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Z-richting (inc)<br />

Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />

X<br />

Bewerkingsniveau Draaien:<br />

Doelpositie ∅ in X-richting (abs) of doelpositie in X-richting (inc)<br />

Incrementele maateenheid: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

mm<br />

Z<br />

Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

mm<br />

I<br />

Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in X-richting (inc)<br />

Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />

mm<br />

K<br />

Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)<br />

Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />

mm<br />

F Bewerkingsaanvoer mm/o<br />

mm/min<br />

mm/tand<br />

5.1.4 Cirkel met een bekende radius<br />

Indien u een cirkel of een cirkelboog met bekend middelpunt in<br />

haakse coördinaten wilt programmeren, gebruikt u de functie "Cirkel<br />

Radius".<br />

Het werktuig verplaatst een cirkelboog met de geprogrammeerde<br />

radius in de bewerkingsaanvoerbeweging van de actuele positie naar<br />

de geprogrammeerde doelpositie. <strong>ShopTurn</strong> berekent hiervoor de<br />

positie van het cirkelmiddelpunt.<br />

U kunt kiezen, of u de cirkelboog met de klok mee of tegenovergesteld<br />

beweegt. Onafhankelijk van de draairichting zijn er steeds 2<br />

mogelijkheden om van de actuele positie via een cirkelboog met<br />

vastgelegde radius naar de doelpositie te komen. De keuze van de<br />

gewenste cirkelboog geschiedt door een negatief of positief voorteken<br />

van de radius.<br />

-<br />

Doel<br />

+<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005 5-161<br />

Start<br />

Cirkelboog met verschillende openingshoeken.<br />

Openingshoek tot 180°: +<br />

Openingshoek groter dan 180°: -<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

Cirkel<br />

Radius ><br />

Druk op de softkeys "Rechte Cirkel" en "Cirkel Radius".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

Draairichting Draairichting waarin van het cirkelbeginpunt naar het cirkeleindpunt wordt bewogen.<br />

X<br />

Y<br />

Y<br />

Z<br />

X<br />

Y<br />

Y<br />

Z<br />

Draairichting met de klok (rechtsom)<br />

Draairichting tegen de klok in (linksom)<br />

Bewerkingsniveau Front/Front C:<br />

Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Bewerkingsniveau Mantel/Mantel C:<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Bewerkingsniveau Front Y:<br />

Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Bewerkingsniveau Mantel Y:<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

X<br />

Bewerkingsniveau Draaien:<br />

Doelpositie ∅ in X-richting (abs) of doelpositie in X-richting (inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

mm<br />

Z<br />

Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

mm<br />

R Radius van de cirkelboog<br />

Het voorteken bepaalt, welke cirkelboog wordt uitgevoerd.<br />

mm<br />

F Bewerkingsaanvoer mm/o<br />

mm/min<br />

mm/tand<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-162 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

5.1.5 Poolcoördinaten<br />

Pool ><br />

X<br />

Y<br />

Y<br />

Z<br />

X<br />

Y<br />

Y<br />

Z<br />

X<br />

Z<br />

Polair ><br />

Als een werkstuk van een centraal punt (pool) met radius- en<br />

hoekindicaties wordt aangegeven, kunt u de afmetingen voordelig in<br />

poolcoördinaten programmeren.<br />

Voor de programmering van een rechte lijn of van een cirkel in<br />

poolcoördinaten moet u de pool, d.w.z. het referentiepunt van het<br />

poolcoördinatensysteem definiëren.<br />

Druk op de softkeys "Rechte Cirkel", "Polair" en "Pool".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

Bewerkingsniveau Front/Front C:<br />

X-positie van de pool (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Y-positie van de pool (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Bewerkingsniveau Mantel/Mantel C:<br />

Y-positie van de pool (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Z-positie van de pool (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Bewerkingsniveau Front Y:<br />

X-positie van de pool (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Y-positie van de pool (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Bewerkingsniveau Mantel Y:<br />

Y-positie van de pool (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Z-positie van de pool (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Bewerkingsniveau Draaien:<br />

X-positie van de pool ∅ (abs) of X-positie van de pool (inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Z-positie van de pool (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005 5-163<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

5.1.6 Rechte polair<br />

Als u een Rechte in polaire coördinaten wilt programmeren, gebruikt u<br />

de functie "Rechte polair".<br />

Een rechte lijn in het poolcoördinatensysteem wordt door de lengte L<br />

en de hoek α bepaald. De hoek heeft afhankelijk van het gekozen<br />

bewerkingsniveau betrekking op een andere as. En ook de richting,<br />

waarin een positieve hoek wijst, is afhankelijk van het<br />

bewerkingsniveau.<br />

Werktuigvlak Draaien Front Mantel<br />

Referentie-as voor hoek Z X Y<br />

Positieve hoek in richting as X Y Z<br />

Het werktuig beweegt op een rechte lijn op<br />

bewerkingsaanvoersnelheid of op hoge snelheid van de actuele<br />

positie naar het geprogrammeerde eindpunt.<br />

De eerste rechte lijn in poolcoördinaten naar de poolvermelding moet<br />

u in absolute maateenheid programmeren. Alle verdere rechte lijnen<br />

of cirkelbogen kunt u ook in incrementele maateenheid invoeren.<br />

Radiuscorrectie U kunt de rechte uitvoeren met radiuscorrectie. De radiuscorrectie<br />

werkt zelfhoudend (modaal), d.w.z. dat u de radiuscorrectie opnieuw<br />

moet deselecteren als u zonder wilt werken. U mag de radiuscorrectie<br />

bij meerdere opeenvolgende rechten met radiuscorrectie echter alleen<br />

in het eerst programmablok selecteren.<br />

Bij de eerste Rechte met radiuscorrectie beweegt het werktuig op het<br />

beginpunt zonder en op het eindpunt met radiuscorrectie. D.w.z. dat<br />

bij een geprogrammeerde verticale baan een schuine lijn wordt<br />

gemaakt. Pas bij de tweede geprogrammeerde rechte met<br />

radiuscorrectie werkt de correctie over het gehele verplaatsingstraject.<br />

Het omgekeerde effect treedt op als de radiuscorrectie niet<br />

geselecteerd is.<br />

geprogrammeerde<br />

baan<br />

Verplaatsingstraject<br />

geprogrammeerde<br />

baan<br />

Verplaatsingstraject<br />

Eerste rechte lijn met radiuscorrectie Eerste rechte lijn met radiuscorrectie<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-164 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

Rechte<br />

Polair ><br />

Ijlgang<br />

Polair ><br />

Als u een van de geprogrammeerde baan afwijkend<br />

verplaatsingstraject wilt vermijden, kunt u de eerste rechte lijn met<br />

radiuscorrectie resp. met gedeselecteerde radiuscorrectie buiten het<br />

werkstuk programmeren. Een programmering zonder<br />

coördinateninformatie is niet mogelijk.<br />

Druk op de softkeys "Rechte Cirkel", "Polair" en "Rechte Polair".<br />

Druk op de softkey "IJlgang", indien u op hoge snelheid en niet<br />

met een geprogrammeerde bewerkingsaanvoersnelheid wilt<br />

bewegen.<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

L Afstand tussen pool en eindpunt van de rechte lijn mm<br />

α Polaire hoek (abs of inc)<br />

Het voorteken bepaalt de richting.<br />

graden<br />

F Bewerkingsaanvoer mm/o<br />

mm/min<br />

mm/tand<br />

Radiuscorrectie<br />

Vermelding aan welke kant van de contour in verplaatsingsrichting het werktuig<br />

bewerkt:<br />

Radiuscorrectie rechts van de contour<br />

Radiuscorrectie links van de contour<br />

Radiuscorrectie uit<br />

De laatst geprogrammeerde instelling van de radiuscorrectie wordt<br />

overgenomen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005 5-165<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />

5.1.7 Cirkel polair<br />

Cirkel<br />

Polair ><br />

Polair ><br />

Als u een cirkel of cirkelboog in poolcoördinaten wilt programmeren,<br />

gebruikt u de functie "Cirkel Polair".<br />

Een cirkel in het poolcoördinatensysteem wordt door de hoek α<br />

bepaald. De hoek heeft afhankeljk van het gekozen bewerkingsniveau<br />

betrekking op een andere as. En ook de richting, waarin een positieve<br />

hoek wijst, is afhankelijk van het bewerkingsniveau.<br />

Werktuigvlak Draaien Front Mantel<br />

Referentie-as voor hoek Z X Y<br />

Positieve hoek in richting as X Y Z<br />

Het werktuig beweegt op een cirkelbaan op<br />

bewerkingsaanvoersnelheid of op hoge snelheid van de actuele<br />

positie naar het geprogrammeerde eindpunt (Hoek ).<br />

De radius vloeit hierbij voort uit de afstand tussen de actuele positie<br />

en de gedefinieerde pool. (De cirkelbegin- en de cirkeleindpositie<br />

hebben dezelfde afstand tot de pool.)<br />

De 1e cirkelboog in poolcoördinaten naar de poolvermelding moet u in<br />

absolute maateenheid programmeren. Alle verdere rechte lijnen of<br />

cirkelbogen kunt u ook in incrementele maateenheid invoeren.<br />

Druk op de softkeys "Rechte Cirkel", "Polair" en "Cirkel Polair".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

Draairichting Draairichting waarin van het cirkelbeginpunt naar het cirkeleindpunt wordt gereden.<br />

Draairichting met de klok (rechtsom)<br />

Draairichting tegen de klok in (linksom)<br />

α Polaire hoek (abs of inc)<br />

Het voorteken bepaalt de richting.<br />

graden<br />

F Bewerkingsaanvoer mm/o<br />

mm/min<br />

mm/tand<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-166 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

5.2 Boren<br />

Als u verschillende boringen op het front- of mantelvlak wilt<br />

programmeren, maakt u gebruik van de in dit<br />

hoofdstuk beschreven functies.<br />

Bij het boren programmeert u de verschillende stappen in de voor de<br />

bewerking vereiste volgorde. De volgende technologiecycli staan<br />

daarvoor ter beschikking:<br />

• Boren midden<br />

• Schroefdraad midden<br />

• Centreren<br />

• Boren<br />

• Wrijven<br />

• Diepboren<br />

• Schroefdraadtappen<br />

• Schroefdraadfrezen<br />

Na de technologiecycli programmeert u de posities resp.<br />

positiepatronen.<br />

Alle programmablokken die deel uitmaken van de boorprocedure<br />

worden in het arbeidsplan samengevat tussen rechte haakjes.<br />

Voorbeeld: Boren<br />

Spil klemmen Bij een decentrale boring kan het zinvol zijn de spil te klemmen om te<br />

voorkomen dat deze verdraait. De functie "Spil klemmen" moet door<br />

de machinefabrikant worden ingesteld. De machinefabrikant legt ook<br />

vast of <strong>ShopTurn</strong> de spil automatisch klemt als dit zinvol is voor de<br />

bewerking of u zelf de keuze hebt bij welke bewerking de spil geklemd<br />

moet worden.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Als u zelf kunt beslissen bij welke bewerking de spil geklemd worden,<br />

geldt het volgende:<br />

Denk eraan dat de klemming bij de bewerking in de vlakken<br />

Front/Front C en Mantel/Mantel C alleen voor de boring actief blijft. Bij<br />

de bewerking in de vlakken Front Y en Mantel Y werkt de klemming<br />

daarentegen modaal, d.w.z. dat ze actief blijft tot een wissel van het<br />

bewerkingsvlak wordt uitgevoerd of de klemming in het menu "Rechte<br />

cirkel" "Werktuig" wordt gedeselecteerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-167<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

5.2.1 Boren midden<br />

Spanen breken<br />

Ontspanen<br />

Als u een boring wilt uitvoeren in het centrum van het frontvlak,<br />

gebruikt u de functie "Boren midden".<br />

U heeft de keuze of u bij het boren de spanen wilt breken of het<br />

werkstuk om te ontspanen wilt verlaten.<br />

Tijdens de bewerking draait de hoofd- resp. tegenspil.<br />

Als werktuigtype kunt u niet alleen een boor of draaiboor maar ook<br />

een frees gebruiken.<br />

Het werktuig beweegt met inachtneming van het terugtrekvlak en de<br />

veiligheidsafstand in ijlgang naar de geprogrammeerde positie.<br />

1. Het werktuig boort met de geprogrammeerde aanvoer F tot op de<br />

1ste aanloopdiepte.<br />

2. Het werktuig beweegt om spanen te breken de terugtrekwaarde V2<br />

terug en boort tot op de volgende aanloopdiepte, die telkens met<br />

de factor DF kan worden verkleind.<br />

3. Stap 2 wordt herhaald tot de eindboordiepte Z1 bereikt en de<br />

verwijltijd DT afgelopen is.<br />

4. Het werktuig beweegt in ijlgang terug naar de veiligheidsafstand.<br />

1. Het werktuig boort met de geprogrammeerde aanvoer F tot op de<br />

1ste aanloopdiepte.<br />

2. Om te ontspanen beweegt u het werktuig in ijlgang uit het werkstuk<br />

tot de veiligheidsafstand bereikt is en stuurt u het opnieuw in het<br />

werkstuk tot op de 1ste aanloopdiepte, verminderd met een door<br />

de besturing berekende voorstopafstand.<br />

3. Daarna wordt tot op de volgende aanloopdiepte geboord, die<br />

telkens met de factor DF kan worden verkleind, en wordt het<br />

werktuig opnieuw teruggetrokken om te ontspanen.<br />

4. Stap 3 wordt herhaald tot de eindboordiepte Z1 bereikt en de<br />

verwijltijd DT afgelopen is.<br />

5. Het werktuig beweegt in ijlgang terug naar de veiligheidsafstand.<br />

Als u bv. zeer diepe gaten wilt boren, kunt u ook met de draaiende<br />

werktuigspil werken. Geef onder "Rechte cirkel" "Werktuig" het<br />

gewenste werktuig en het spiltoerental van het werktuig aan (zie hfdst.<br />

"Werktuig en bewerkingsvlak selecteren"). Vervolgens programmeert<br />

u dan de functie "Boren midden".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-168 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

Spanen<br />

breken -of-<br />

Boren<br />

midden ><br />

Ont-<br />

spanen<br />

Druk op de softkeys "Boren" en "Boren midden".<br />

Druk op de softkey "Spanen breken" of "Ontspanen".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Schacht Aanlopen tot de boorschacht de geprogrammeerde waarde Z1 bereikt. Daarbij wordt<br />

rekening gehouden met de in de werktuiglijst ingevoerde hoek.<br />

Spits Aanlopen tot de boorspits de geprogrammeerde waarde Z1 bereikt.<br />

Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />

Z1 Aanloopdiepte m.b.t. Z0 voor de boorspits of de boorschacht<br />

(abs of inc)<br />

D Maximumaanloop mm<br />

DF Procentwaarde voor elke verdere aanloop<br />

DF = 100: aanloopbedrag blijft gelijk<br />

DF < 100: aanloopbedrag wordt gereduceerd in de richting van de eindboordiepte<br />

Voorbeeld: DF = 80<br />

laatste aanvoerbeweging was 4 mm;<br />

4 x 80% = 3,2; volgende aanloopbedrag wordt 3,2 mm<br />

3,2 x 80% = 2,56; volgende aanloopbedrag wordt 2,56 mm enz.<br />

V1 Minimumaanloop<br />

Parameter V1 is gegeven als DF aanloopbedrag: aanloop met de onder V1 geprogrammeerde waarde<br />

V2 Terugtrekbedrag (alleen bij spanen breken)<br />

Bedrag waarmee de boor bij het spanen breken wordt teruggetrokken.<br />

DT Verwijltijd voor het vrijsnijden s<br />

U<br />

XD Middenverplaatsing in X-richting<br />

De middenverplaatsing kan bv. worden gebruikt om een pasklare boring te plaatsen.<br />

Vereist is daarvoor een draaiboor (type draaiboor) of een U-boor (boortype). Een<br />

"normale" boor is niet geschikt.<br />

De maximale middenverplaatsing is opgeslagen in de machinegegevens.<br />

mm<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-169<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

5.2.2 Schroefdraad midden<br />

Als u een linker of rechter schroefdraad wilt boren in het centrum van<br />

het frontvlak, gebruikt u de functie "Schroefdraad midden".<br />

Tijdens de bewerking draait de hoofd- resp. tegenspil.<br />

Het spiltoerental kunt u wijzigen met de spil-override, de aanvoeroverride<br />

vertoont geen effect.<br />

U heeft de keuze of u in één beurt en spanen wilt breken of het<br />

werktuig voor het ontspanen wilt verlaten.<br />

Het werktuig beweegt met inachtneming van het terugtrekvlak en de<br />

veiligheidsafstand in ijlgang naar de geprogrammeerde positie.<br />

1 snede 1. Het werktuig boort in de richting van de langsas met het<br />

geprogrammeerde spiltoerental S resp. snijsnelheid V tot op de<br />

eindboordiepte Z1.<br />

2. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met<br />

het geprogrammeerde spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit<br />

het werkstuk tot de veiligheidsafstand bereikt is.<br />

Ontspanen<br />

Spanen breken<br />

1. Het werktuig boort in de richting van de langsas met het<br />

geprogrammeerde spiltoerental S resp. aanloopsnelheid V tot de<br />

eerste aanloopdiepte (maximale aanloopdiepte D) bereikt is.<br />

2. Het werktuig beweegt om te ontspanen met het spiltoerental SR<br />

resp. snijsnelheid VR uit het werkstuk tot de veiligheidsafstand<br />

bereikt is.<br />

3. Daarna keert het werktuig met spiltoerental S resp.<br />

aanvoersnelheid V tot op de 1ste aanloopdiepte terug in het<br />

werkstuk en boort tot op de volgende aanloopdiepte.<br />

4. Stappen 2 en 3 worden herhaald tot de geprogrammeerde<br />

eindboordiepte Z1 bereikt is.<br />

5. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met<br />

het spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit het werkstuk tot de<br />

veiligheidsafstand bereikt is.<br />

1. Het werktuig boort in de richting van de langsas met het<br />

geprogrammeerde spiltoerental S resp. aanloopsnelheid V tot de<br />

eerste aanloopdiepte (maximale aanloopdiepte D) bereikt is.<br />

2. Om spanen te breken wordt het werktuig met het terugtrekbedrag<br />

V2 teruggetrokken.<br />

3. Daarna boort het werktuig met spiltoerental S resp.<br />

aanvoersnelheid V tot op de volgende aanloopdiepte.<br />

4. Stappen 2 en 3 worden herhaald tot de geprogrammeerde<br />

eindboordiepte Z1 bereikt is.<br />

5. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met<br />

het spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit het werkstuk tot de<br />

veiligheidsafstand bereikt is.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-170 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

Schroefdraad<br />

midden ><br />

In de machinegegevens kan de machinefabrikant nog bepaalde<br />

instellingen voor het Draadboren midden uitgevoerd hebben.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Druk op de softkeys "Boren" en "Schroefdraad midden".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

P Spoed<br />

De schroefdraadspoed is afhankelijk van het gebruikte werktuig.<br />

1 snede<br />

Ontspanen<br />

Spanen br.<br />

De schroefdraad wordt met één snede zonder onderbreking geboord.<br />

De boor loopt uit het werkstuk om te ontspanen.<br />

De boor wordt met de terugtrekwaarde V2 teruggetrokken om spanen te breken.<br />

Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />

Z1 Schroefdraadboordiepte m.b.t. Z0 (abs of inc) mm<br />

D Maximale aanloop (alleen bij ontspanen of spanen breken) mm<br />

V2 Terugtrekbedrag (alleen bij spanen breken)<br />

Waarde, waarmee de draadboor bij het spanen breken wordt teruggetrokken.<br />

V2=automatisch: Het werktuig wordt met één omwenteling teruggetrokken.<br />

5.2.3 Boren en wrijven<br />

Centreren<br />

Boren<br />

Wrijven<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-171<br />

5<br />

mm/o<br />

inh/o<br />

gangen/"<br />

MODULE<br />

Als u boringen in het front- of mantelvlak wilt uitvoeren, gebruikt u de<br />

functies "Boren" of "Wrijven".<br />

Het werktuig beweegt met inachtneming van het terugtrekvlak en de<br />

veiligheidsafstand in ijlgang naar de geprogrammeerde positie.<br />

mm<br />

1. Het werktuig duikt met de geprogrammeerde aanvoer F in het<br />

werkstuk tot de diepte of de diameter bereikt is.<br />

2. Na afloop van de verwijltijd DT wordt het werktuig in ijlgang<br />

verticaal teruggetrokken op de veiligheidsafstand.<br />

1. Het werktuig duikt met de geprogrammeerde aanvoer F in het<br />

werkstuk tot de einddiepte X1 resp. Z1 bereikt is.<br />

2. Na afloop van de verwijltijd DT wordt het werktuig in ijlgang<br />

verticaal teruggetrokken op de veiligheidsafstand.<br />

1. Het werktuig duikt met de geprogrammeerde aanvoer F in het<br />

werkstuk tot de einddiepte X1 resp. Z1 bereikt is.<br />

2. Na afloop van de verwijltijd DT wordt het werktuig met de<br />

geprogrammeerde aanvoer verticaal teruggetrokken op de<br />

veiligheidsafstand.


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

Centreren<br />

-of- Boren<br />

Boren<br />

Wrijven ><br />

-of- Wrijven<br />

Druk op de softkeys "Boren" en "Boren wrijven".<br />

Druk op de softkey "Centreren", "Boren" of "Wrijven".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

FB Aanvoer voor terugtrekking (alleen bij wrijven) mm/min<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – binnen<br />

• Mantel/Mantel C – buiten<br />

• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Diameter<br />

Schacht<br />

Spits<br />

Spil klemmen/losmaken<br />

De functie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />

Aanlopen tot de werktuigdiameter het werkstukoppervlak heeft bereikt. Daarbij wordt<br />

rekening gehouden met de in de werktuiglijst aangegeven hoek van de centreerboor<br />

(alleen bij het centreren).<br />

Aanlopen tot de boorschacht de geprogrammeerde diepte 1 heeft bereikt. Daarbij<br />

wordt rekening gehouden met de in de werktuiglijst aangeg. hoek (alleen bij boren).<br />

Aanlopen tot de boorspits de geprogrammeerde diepte 1 heeft bereikt (alleen bij<br />

centreren en boren).<br />

∅ Diameter van de centrering (alleen bij centreren – diameter) mm<br />

Z1 Aanloopdiepte voor de boorspits of de boorschacht t.o.v. Z0<br />

(abs of inc) – (alleen bij Front/Front C en Front Y)<br />

X1 Aanloopdiepte voor de boorspits of de boorschacht t.o.v. X0<br />

(abs of inc) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

mm<br />

DT Verwijltijd voor terugtrekking om vrij te snijden s<br />

U<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-172 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

5.2.4 Diepboren<br />

Spanen breken<br />

Ontspanen<br />

Diep-<br />

boren ><br />

Als u diepboringen met meerder aanloopstappen wilt uitvoeren aan<br />

het front- of mantelvlak, gebruikt u de functie "Diepboren".<br />

U heeft de keuze of u bij het boren de spanen wilt breken of het<br />

werkstuk om te ontspanen wilt verlaten.<br />

Het werktuig beweegt met inachtneming van het terugtrekvlak en de<br />

veiligheidsafstand in ijlgang naar de geprogrammeerde positie.<br />

1. Het werktuig boort met de geprogrammeerde aanvoer F tot op de<br />

1ste aanloopdiepte.<br />

2. Om spanen te breken wordt het werktuig met de waarde V2<br />

teruggetrokken, daarna boort het tot op de volgende<br />

aanloopdiepte.<br />

3. Stap 2 wordt herhaald tot de eindboordiepte Z1 bereikt en de<br />

verwijltijd DT afgelopen is.<br />

4. Het werktuig beweegt in ijlgang terug naar de veiligheidsafstand.<br />

1. Het werktuig boort met de geprogrammeerde aanvoer F tot op de<br />

1ste aanloopdiepte.<br />

2. Om te ontspanen beweegt u het werktuig in ijlgang uit het werkstuk<br />

tot de veiligheidsafstand bereikt is en stuurt u het opnieuw in het<br />

werkstuk tot op de 1ste aanloopdiepte, verminderd met een<br />

voorhoudafstand V3.<br />

3. Daarna wordt tot op de volgende aanloopdiepte geboord, het<br />

werkstuk wordt dan opnieuw teruggetrokken.<br />

4. Stap 3 wordt herhaald tot de geprogrammeerde eindboordiepte Z1<br />

bereikt en de verwijltijd DT afgelopen is.<br />

5. Het werktuig beweegt in ijlgang terug naar de veiligheidsafstand.<br />

Druk op de softkeys "Boren" en "Diepboren".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-173<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – binnen<br />

• Mantel/Mantel C – buiten<br />

• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Ontspanen<br />

Spanen<br />

breken<br />

Schacht<br />

Spits<br />

Spil klemmen/losmaken<br />

De functie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />

De boor loopt uit het werkstuk om te ontspanen.<br />

De boor trekt met de terugtrekwaarde V2 terug om spanen te breken.<br />

Aanlopen tot de boorschacht de geprogrammeerde diepte 1 heeft bereikt.<br />

Daarbij wordt rekening gehouden met de in de werktuiglijst ingevoerde hoek.<br />

Aanlopen tot de boorspits de geprogrammeerde diepte 1 heeft bereikt.<br />

Z1 Aanloopdiepte voor de boorspits of de boorschacht t.o.v. Z0.<br />

(abs of inc) – (alleen bij Front/Front C en Front Y)<br />

X1 Aanloopdiepte voor de boorspits of de boorschacht t.o.v. X0.<br />

(abs of inc) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

D Maximumaanloop mm<br />

DF Procentwaarde voor elke verdere aanloop<br />

DF = 100: aanloopbedrag blijft gelijk<br />

DF < 100: aanloopbedrag wordt gereduceerd in de richting van de eindboordiepte<br />

Voorbeeld: DF = 80<br />

laatste aanvoerbeweging was 4 mm;<br />

4 x 80% = 3,2; volgende aanloopbedrag wordt 3,2 mm<br />

3,2 x 80% = 2,56; volgende aanloopbedrag wordt 2,56 mm enz.<br />

V1 Minimumaanloop<br />

Parameter V1 is gegeven als DF aanloopbedrag: aanloop met de onder V1 geprogrammeerde waarde<br />

V2 Terugtrekbedrag (alleen bij spanen breken)<br />

Waarde, waarmee de boor bij het spanen breken wordt teruggetrokken.<br />

DF=0: Het werktuig trekt zich niet terug, maar blijft voor één omwenteling staan.<br />

V3 Voorhoudafstand (alleen bij ontspanen)<br />

Afstand tot de laatste aanloopdiepte die de boor met ijlgang na het ontspanen<br />

nadert.<br />

automatisch: De voorhoudafstand wordt door <strong>ShopTurn</strong> berekend.<br />

mm<br />

DT Verwijltijd voor het vrijsnijden s<br />

U<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-174 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

5.2.5 Schroefdraadboren<br />

Als een binnenschroefdraad in het front- of mantelvlak wilt boren,<br />

gebruikt u de functie "Draadboren".<br />

Tijdens het draadboren kunt u het spiltoerental wijzigen met de spiloverride.<br />

De aanvoer-override is niet actief.<br />

U heeft de keuze of u in één beurt en spanen wilt breken of het<br />

werktuig voor het ontspanen wilt verlaten.<br />

Het werktuig beweegt met inachtneming van het terugtrekvlak en de<br />

veiligheidsafstand in ijlgang naar de geprogrammeerde positie.<br />

Het werktuig beweegt met stilstaande spil in ijlgang naar het<br />

terugtrekvlak en vervolgens op de veiligheidsafstand.<br />

Daar begint de spil te draaien en spiltoerental en aanvoerbeweging<br />

worden gesynchroniseerd.<br />

Het werktuig beweegt verder met ijlgang op de geprogrammeerde<br />

positie.<br />

1 snede 1. Het werktuig boort met het geprogrammeerde spiltoerental S resp.<br />

snijsnelheid V tot op de draadboordiepte X1 resp. Z1.<br />

2. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met<br />

het geprogrammeerde spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit<br />

het werkstuk tot de veiligheidsafstand bereikt is.<br />

Ontspanen<br />

Spanen breken<br />

1. Het werktuig boort met het geprogrammeerde spiltoerental S resp.<br />

aanvoersnelheid V tot op de 1ste aanloopdiepte (maximale<br />

aanloopdiepte D) bereikt is.<br />

2. Het werktuig beweegt om te ontspanen met het spiltoerental SR<br />

resp. snijsnelheid VR uit het werkstuk tot de veiligheidsafstand<br />

bereikt is.<br />

3. Daarna keert het werktuig met spiltoerental S resp.<br />

aanvoersnelheid V tot op de 1ste aanloopdiepte terug in het<br />

werkstuk en boort tot op de volgende aanloopdiepte.<br />

4. Stappen 2 en 3 worden herhaald tot de geprogrammeerde<br />

eindboordiepte X1 resp. Z1 bereikt is.<br />

5. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met<br />

het spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit het werkstuk tot de<br />

veiligheidsafstand bereikt is.<br />

1. Het werktuig boort met het geprogrammeerde spiltoerental S resp.<br />

aanvoersnelheid V tot op de 1ste aanloopdiepte (maximale<br />

aanloopdiepte D) bereikt is.<br />

2. Om spanen te breken wordt het werktuig met het terugtrekbedrag<br />

V2 teruggetrokken.<br />

3. Daarna boort het werktuig met spiltoerental S resp.<br />

aanvoersnelheid V tot op de volgende aanloopdiepte.<br />

4. Stappen 2 en 3 worden herhaald tot de geprogrammeerde<br />

eindboordiepte X1 resp. Z1 bereikt is.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-175<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

Draad-<br />

boren<br />

Schroef-<br />

draad<br />

5. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met<br />

het spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit het werkstuk tot de<br />

veiligheidsafstand bereikt is.<br />

In de machinegegevens kan de machinefabrikant nog bepaalde<br />

instellingen voor het Draadboren uitgevoerd hebben.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Druk op de softkeys "Boren", "Schroefdraad" en "Draadboren".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

P Spoed<br />

De schroefdraadspoed is afhankelijk van het gebruikte werktuig.<br />

MODULE: Bijvoorbeeld gebruikelijk bij wormen, die in een tandwiel grijpen.<br />

Gangen/'': Bijvoorbeeld bij pijpdraden.<br />

Bij het invoeren in gangen/'' vult u in het eerste parameterveld het volledige getal<br />

voor de komma in en in het tweede en derde veld het getal na de komma als breuk.<br />

13,5 gangen/'' vult u bv. als volgt in:<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-176 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

mm/o<br />

in/o<br />

gangen/"<br />

MODULE<br />

SR Spiltoerental voor terugtrekking o/min<br />

VR Snijsnelheid voor terugtrekking (alternatief voor SR) m/min<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – binnen<br />

• Mantel/Mantel C – buiten<br />

• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

1 snede<br />

Ontspanen<br />

Spanen<br />

breken<br />

Spil klemmen/losmaken<br />

De functie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />

De schroefdraad wordt met één snede zonder onderbreking geboord.<br />

De boor loopt uit het werkstuk om te ontspanen.<br />

De boor wordt met de terugtrekwaarde V2 teruggetrokken om spanen te breken.<br />

Z1 Draadboordiepte t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij Front/Front C en Front Y) mm<br />

X1 Draadboordiepte t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y) mm<br />

D Maximale aanloop (alleen bij ontspanen of spanen breken) mm<br />

V2 Terugtrekbedrag (alleen bij spanen breken)<br />

Waarde, waarmee de boor bij het spanen breken wordt teruggetrokken.<br />

V2=automatisch: Het werktuig wordt met één omwenteling teruggetrokken.<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

5.2.6 Schroefdraadfrezen<br />

Binnenschroefdraad<br />

Buitenschroefdraad<br />

Als u een willekeurige binnen- of buitenschroefdraad op het frontvlak<br />

wilt frezen, maakt u gebruik van de functie "Draadfrezen".<br />

Bij metrische schroefdraad (spoed P in mm/o) belegt <strong>ShopTurn</strong> de<br />

parameter schroefdraaddiepte K met een uit de spoed berekende<br />

waarde. U kunt deze waarde wijzigen.<br />

Deze berekening moet worden geactiveerd via de machinegegevens.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

U heeft telkens de keuze tussen een rechts- of linksdraaiende<br />

schroefdraad.<br />

1. Het werktuig beweegt in ijlgang naar het draadmiddelpunt op het<br />

terugtrekvlak en dan tot op de veiligheidsafstand.<br />

2. Het werktuig beschrijft een door de besturing berekende<br />

inloopcirkel en beweegt dan met geprogrammeerde aanvoer op<br />

een spiraalvormige baan naar de schroefdraaddiameter toe.<br />

3. De schroefdraaddiameter wordt op een spiraalvormige baan<br />

rechtsom of linksom (afhankelijk van links- of rechtsdraaiende<br />

schroefdraad) gefreesd.<br />

4. Het werktuig beweegt met geprogrammeerde voeding op een<br />

spiraalvormige baan uit het werktuig.<br />

5. Het werktuig beweegt in ijlgang terug naar de veiligheidsafstand.<br />

1. Het werktuig beweegt in ijlgang naar het startpunt op het<br />

terugtrekvlak en dan tot op de veiligheidsafstand.<br />

2. Het werktuig beschrijft een door de besturing berekende<br />

inloopcirkel en beweegt dan met geprogrammeerde aanvoer op<br />

een spiraalvormige baan naar de schroefdraaddiameter toe.<br />

3. De schroefdraaddiameter wordt op een spiraalvormige baan<br />

rechtsom of linksom (afhankelijk van links- of rechtsdraaiende<br />

schroefdraad) gefreesd.<br />

4. Het werktuig beweegt met geprogrammeerde voeding op een<br />

spiraalvormige baan uit de schroefdraad.<br />

5. Het werktuig beweegt in ijlgang terug naar de veiligheidsafstand.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-177<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

Draad-<br />

frezen<br />

Schroefdraad<br />

><br />

Druk op de softkeys "Boren", "Schroefdraad" en "Draadfrezen".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 6 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Richting Afhankelijk van de spildraairichting wordt bij een richtingswijziging ook de<br />

bewerkingsdraairichting (gelijkloop/tegenloop) gewijzigd.<br />

Z0 naar Z1: de bewerking begint aan het werkstukoppervlak Z0<br />

(alleen bij Front/Front C en Front Y)<br />

Z1 naar Z0: de bewerking begint aan de schroefdraaddiepte<br />

(alleen bij Front/Front C en Front Y)<br />

X0 naar X1: de bewerking begint aan het werkstukoppervlak X0<br />

(alleen bij mantel Y)<br />

X1 naar X0: de bewerking begint aan de schroefdraaddiepte (alleen bij mantel Y)<br />

Binnendr.<br />

Buitendr.<br />

Linksdr.<br />

Rechtsdr.<br />

Binnenschroefdraad<br />

Buitenschroefdraad<br />

Linksdraaiende schroefdraad<br />

Rechtsdraaiende schroefdraad<br />

NT Aantal snijtanden van een freesplaat.<br />

U kunt één- of meertandige freesplaten gebruiken. De vereiste bewegingen worden<br />

door de cyclus intern zo uitgevoerd dat de spits van de onderste tand van een<br />

freesplaat bij het bereiken van de eindpositie overeenstemt met de geprogrammeerde<br />

eindpositie. Afhankelijk van de snijkantgeometrie van de freesplaat<br />

moet aan de grond van het werkstuk een bevrijdingsweg worden voorzien.<br />

Z1 Schroefdraadlengte (abs of inc) – (alleen bij Front/Front C en Front Y) mm<br />

X1 Schroefdraadlengte (abs of ink) – (alleen bij Mantel Y) mm<br />

∅ Nominale diameter van de schroefdraad , voorbeeld: nominale diameter van<br />

M12 = 12 mm<br />

P Spoed<br />

Als de freesplaat over meerdere snijtanden beschikt, is de spoed afhankelijk van het<br />

gebruikte werktuig.<br />

K Schroefdraaddiepte mm<br />

DXY Aanloop per snede (alleen bij voorbewerking) – (alleen bij Front/Front C en Front Y)<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en snijfreesdiameter (mm)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-178 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

5<br />

mm/o<br />

inh/o<br />

gangen/"<br />

MODULE<br />

mm<br />

%


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

DYZ Aanloop per snede (alleen bij voorbewerking) – (alleen bij Mantel Y)<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en snijfreesdiameter (mm)<br />

U Nabewerkingsovermaat (alleen bij voorbewerking) mm<br />

α0 Starthoek graden<br />

5.2.7 Posities en positiepatronen<br />

Na de boortechnologieën (centreren, draadboren,...) moet u de<br />

posities programmeren.<br />

De volgende positiepatronen staan daarvoor ter beschikking:<br />

• Willekeurige posities<br />

• Positioneren op een lijn, een rooster of een raam<br />

• Positioneren op een volledige cirkel of een deelcirkel<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-179<br />

mm<br />

%<br />

U kunt meerdere positiepatronen na elkaar programmeren (max. 20<br />

technologieën en positiepatronen samen). Ze worden in de<br />

geprogrammeerde volgorde afgelopen.<br />

De vroeger geprogrammeerde technologieën de hierna<br />

geprogrammeerde posities worden automatisch verbonden.<br />

Bewerkingsvolgorde 1. Het werktuig werkt alle geprogrammeerde posities eerst af met het<br />

eerste geprogrammeerde werktuig (bv. centreerboor).<br />

De bewerking van de posities begint altijd aan het referentiepunt.<br />

Bij het rooster wordt eerst in de richting van de 1ste as en dan<br />

meandervormig verder bewerkt.<br />

Raam en gatencirkel worden tegen de wijzers van de klok in verder<br />

bewerkt.<br />

2. Daarna worden alle geprogrammeerde posities met het tweede<br />

geprogrammeerde werktuig bewerkt.<br />

3. Deze procedure wordt herhaald tot elke geprogrammeerde<br />

technologie op alle geprogrammeerde posities werd afgewerkt.<br />

Werktuigverplaatsingsweg<br />

Binnen een positiepatroon en bij het afwerken van het volgende<br />

positiepatroon wordt teruggetrokken tot op de veiligheidsafstand en,<br />

daarna beweegt het werkstuk in ijlgang naar de nieuwe positie resp.<br />

het nieuwe positiepatroon toe.<br />

Posities tonen/verbergen U kunt willekeurige posities tonen of verbergen (zie hfdst. "Posities<br />

tonen en verbergen").<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

5.2.8 Willekeurige posities<br />

Alle<br />

wissen<br />

Posities<br />

><br />

Als u willekeurige posities op het front- of mantelvlak wilt<br />

programmeren, maakt u gebruik van de functie "Willekeurige posities".<br />

<strong>ShopTurn</strong> beweegt in de ingevoerde volgorde naar de verschillende<br />

posities toe.<br />

In een programmablok kunt u maximaal 8 posities aangeven. Als u<br />

nog meer willekeurige posities wilt programmeren, moet u de functie<br />

"Willekeurige posities" nogmaals oproepen.<br />

Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Willekeurige posities".<br />

Druk op de softkey "Alle wissen" om alle geprogrammeerde<br />

posities te wissen.<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – binnen<br />

• Mantel/Mantel C – buiten<br />

• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Rechth./polair<br />

Rechth./<br />

cilindrisch<br />

Z0<br />

CP<br />

X0<br />

Y0<br />

X1 ... X7<br />

Y1 ... Y7<br />

Maten aangegeven in rechthoekige coördinaten of poolcoördinaten<br />

(alleen bij Front/Front C en Front Y)<br />

Maten aangegeven in rechthoekige coördinaten of cilindercoördinaten<br />

(alleen bij Mantel/Mantel C)<br />

Front/Front C en Front Y - rechthoekig:<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik (alleen bij Front Y)<br />

X-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />

Y-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />

X-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Y-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-180 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

Z0<br />

CP<br />

C0<br />

L0<br />

C1 ... C7<br />

L1 ... L7<br />

X0<br />

Y0<br />

Z0<br />

Y1 ...Y7<br />

Z1 ...Z7<br />

C0<br />

Z0<br />

C1 ...C7<br />

Z1 ... Z7<br />

X0<br />

C0<br />

Y0<br />

Z0<br />

Y1 ...Y7<br />

Z1 ...Z7<br />

Front/Front C en Front Y - rechthoekig:<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik (alleen bij Front Y)<br />

C-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />

1ste positie van de boring t.o.v. de Y-as (abs)<br />

C-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Afstand van de positie (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Mantel/Mantel C - rechthoekig:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Y-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />

Z-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />

Y-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Z-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Mantel/Mantel C - cilindrisch:<br />

C-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />

1ste positie van de boring t.o.v. de Z-as (abs)<br />

C-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Andere posities in de Z-as (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt in de X-richting (abs)<br />

Referentiepunt<br />

Y-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />

Z-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />

Y-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Z-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-181<br />

5<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

5.2.9 Positiemodel lijn<br />

Posities<br />

><br />

Als u een willekeurig aantal posities wilt programmeren die op<br />

dezelfde afstand op een lijn liggen, maakt u gebruik van de functie<br />

"Positiepatroon lijn".<br />

Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Lijn/Rooster/Raam".<br />

Kies in het veld van de parameter "Lijn/Rooster/Raam" het<br />

positiepatroon "Lijn".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – binnen<br />

• Mantel/Mantel C – buiten<br />

• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Z0<br />

X0<br />

Y0<br />

α0<br />

X0<br />

Y0<br />

Z0<br />

α0<br />

Z0<br />

CP<br />

X0<br />

Y0<br />

α0<br />

Front/Front C:<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

X-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Draaihoek van de lijn, t.o.v. de X-as<br />

Positieve hoek: Lijn wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Lijn wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Draaihoek van de lijn, t.o.v. de Y-as<br />

Positieve hoek: Lijn wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Lijn wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Front Y:<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />

X-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Draaihoek van de lijn, t.o.v. de X-as<br />

Positieve hoek: Lijn wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Lijn wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-182 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

X0<br />

C0<br />

Y0<br />

Z0<br />

α0<br />

Mantel Y:<br />

X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Referentiepunt<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Draaihoek van de lijn, t.o.v. de Y-as<br />

Positieve hoek: Lijn wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Lijn wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

L Afstand van de posities mm<br />

N Aantal posities<br />

5.2.10 Positiepatroon rooster<br />

Posities<br />

><br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-183<br />

5<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

Als u een willekeurig aantal posities wilt programmeren die op<br />

dezelfde afstand op meerdere parallel verlopende rechten liggen,<br />

maakt u gebruik van de functie "Positiepatroon rooster".<br />

Als u een ruitvormig rooster wilt programmeren, voert u de hoek αX<br />

resp. αY in.<br />

Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Lijn/Rooster/Raam".<br />

Kies in het veld van de parameter "Lijn/Rooster/Raam" het<br />

positiepatroon "Rooster".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – binnen<br />

• Mantel/Mantel C – buiten<br />

• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

Z0<br />

X0<br />

Y0<br />

α0<br />

αX<br />

αY<br />

L1<br />

L2<br />

N1<br />

N2<br />

X0<br />

Y0<br />

Z0<br />

α0<br />

αX<br />

αY<br />

L1<br />

L2<br />

N1<br />

N2<br />

Front/Front C:<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

X-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Draaihoek van het rooster<br />

Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de X-as<br />

Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de Y-as<br />

Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Afstand van de kolommen in X-richting<br />

Afstand van de regels in Y-richting<br />

Aantal kolommen in X-richting<br />

Aantal regels in Y-richting<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Draaihoek van het rooster<br />

Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de X-as<br />

Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de Y-as<br />

Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afstand van de kolommen in Y-richting<br />

Afstand van de regels in Z-richting<br />

Aantal kolommen in Y-richting<br />

Aantal regels in Z-richting<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-184 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

Z0<br />

CP<br />

X0<br />

Y0<br />

α0<br />

αX<br />

αY<br />

L1<br />

L2<br />

N1<br />

N2<br />

X0<br />

C0<br />

Y0<br />

Z0<br />

α0<br />

αX<br />

αY<br />

L1<br />

L2<br />

N1<br />

N2<br />

Front Y:<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />

X-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Draaihoek van het rooster<br />

Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de X-as<br />

Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de Y-as<br />

Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afstand van de kolommen in X-richting<br />

Afstand van de regels in Y-richting<br />

Aantal kolommen in X-richting<br />

Aantal regels in Y-richting<br />

Mantel Y:<br />

X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Referentiepunt<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Draaihoek van het rooster<br />

Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de X-as<br />

Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de X-as<br />

Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afstand van de kolommen in Y-richting<br />

Afstand van de regels in Z-richting<br />

Aantal kolommen in Y-richting<br />

Aantal regels in Z-richting<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-185<br />

5<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

5.2.11 Positiepatroon raam<br />

Posities<br />

><br />

Met deze functie kan een willekeurig aantal posities geprogrammeerd<br />

worden, als de posities op dezelfde afstand op een raam liggen. De<br />

afstand kan in beide assen verschillende zijn.<br />

Als u een ruitvormig raam wilt programmeren, voert u de hoek αX resp.<br />

αY in.<br />

Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Lijn/Rooster/Raam".<br />

Kies in het veld van de parameter "Lijn/Rooster/Raam" het<br />

positiepatroon "Raam".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – binnen<br />

• Mantel/Mantel C – buiten<br />

• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Z0<br />

X0<br />

Y0<br />

α0<br />

αX<br />

αY<br />

L1<br />

L2<br />

N1<br />

N2<br />

Front/Front C:<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

X-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Draaihoek van het raam<br />

Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de X-as<br />

Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de Y-as<br />

Positieve hoek: Raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Afstand van de kolommen in X-richting<br />

Afstand van de regels in Y-richting<br />

Aantal kolommen in X-richting<br />

Aantal regels in Y-richting<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-186 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

X0<br />

Y0<br />

Z0<br />

α0<br />

αX<br />

αY<br />

L1<br />

L2<br />

N1<br />

N2<br />

Z0<br />

CP<br />

X0<br />

Y0<br />

α0<br />

αX<br />

αY<br />

L1<br />

L2<br />

N1<br />

N2<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Draaihoek van het raam<br />

Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de X-as<br />

Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de Y-as<br />

Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afstand van de kolommen in Y-richting<br />

Afstand van de regels in Z-richting<br />

Aantal kolommen in Y-richting<br />

Aantal regels in Z-richting<br />

Front Y:<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />

X-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Draaihoek van het raam<br />

Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de X-as<br />

Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de Y-as<br />

Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afstand van de kolommen in X-richting<br />

Afstand van de regels in Y-richting<br />

Aantal kolommen in X-richting<br />

Aantal regels in Y-richting<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-187<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

X0<br />

C0<br />

Y0<br />

Z0<br />

α0<br />

αX<br />

αY<br />

L1<br />

L2<br />

N1<br />

N2<br />

5.2.12 Positiepatroon volledige cirkel<br />

Mantel Y:<br />

X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Referentiepunt<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />

Draaihoek van het raam<br />

Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de X-as<br />

Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de Y-as<br />

Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />

Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />

Afstand van de kolommen in Y-richting<br />

Afstand van de regels in Z-richting<br />

Aantal kolommen in Y-richting<br />

Aantal regels in Z-richting<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-188 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

Als u een willekeurig aantal punten op een cirkel met gedefinieerde<br />

radius wilt programmeren, maakt u gebruik van de functie<br />

"Positiepatroon volledige cirkel".<br />

<strong>ShopTurn</strong> berekent uit het aantal posities de afstand (hoek) tussen de<br />

verschillende posities. Deze afstand is altijd identiek.<br />

U kunt kiezen of het werktuig de volgende positie op een rechte of een<br />

cirkelvormige baan moet naderen. De ijlgangaanvoer voor het<br />

positioneren op een cirkelvormige baan is vastgelegd in de<br />

machinegegevens.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Als u de volgende positie op een rechte in een cirkelgroef nadert, kan<br />

een contouroverschrijding optreden.<br />

Aanlopen van de volgende positie<br />

op een rechte lijn<br />

Posities aanlopen op een rechte of cirkelvormige baan<br />

Aanlopen van de volgende positie<br />

op een cirkelbaan


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

Posities<br />

><br />

Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Volledige<br />

cirkel/Deelcirkel".<br />

Kies in het veld van de parameter "Volledige cirkel/Deelcirkel" het<br />

positiepatroon "Volledige cirkel".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – binnen<br />

• Mantel/Mantel C – buiten<br />

• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Centraal/<br />

decentraal<br />

Z0<br />

X0<br />

Y0<br />

α0<br />

R<br />

X0<br />

Z0<br />

α0<br />

Centraal/<br />

decentraal<br />

Z0<br />

CP<br />

X0<br />

Y0<br />

C0<br />

L0<br />

α0<br />

R<br />

Positioneren<br />

Front/Front C:<br />

Volledige cirkel centraal op het frontvlak plaatsen<br />

Volledige cirkel niet centraal op het frontvlak plaatsen<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

X-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal)<br />

Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de X-as.<br />

Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Radius van de volledige cirkel<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de Y-as.<br />

Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Front Y:<br />

Volledige cirkel centraal op het frontvlak plaatsen<br />

Volledige cirkel niet centraal op het frontvlak plaatsen<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />

X-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alt. voor C0)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alt. voor L0)<br />

Referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alternatief voor Y0)<br />

Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de X-as.<br />

Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Radius van de volledige cirkel<br />

Rechte lijn: volgende positie wordt in rechte lijn in ijlgang genaderd.<br />

Cirkel: volgende positie wordt op een cirkelvormige baan genaderd met een in de<br />

machinegegevens vastgelegde aanvoer.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-189<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

X0<br />

C0<br />

Y0<br />

Z0<br />

α0<br />

R<br />

Positioneren<br />

Mantel Y:<br />

X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Referentiepunt<br />

X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de Y-as.<br />

Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Radius van de volledige cirkel<br />

Rechte lijn: volgende positie wordt in rechte lijn in ijlgang genaderd.<br />

Cirkel: volgende positie wordt op een cirkelvormige baan genaderd met een in de<br />

machinegegevens vastgelegde aanvoer.<br />

N Aantal posities op de volledige cirkel<br />

5.2.13 Positiepatroon deelcirkel<br />

Posities<br />

><br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-190 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

Als u een willekeurig aantal punten op een deelcirkel met<br />

gedefinieerde radius wilt programmeren, maakt u gebruik van de<br />

functie "Positiepatroon deelcirkel".<br />

U kunt kiezen of het werktuig de volgende positie op een rechte of een<br />

cirkelvormige baan moet naderen (uitvoerige beschrijving zie hfdst.<br />

"Positiepatroon volledige cirkel").<br />

Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Volledige<br />

cirkel/Deelcirkel".<br />

Kies in het veld van de parameter "Volledige cirkel/Deelcirkel" het<br />

positiepatroon "Deelcirkel".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – binnen<br />

• Mantel/Mantel C – buiten<br />

• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

Centraal/<br />

decentraal<br />

Z0<br />

X0<br />

Y0<br />

α0<br />

R<br />

X0<br />

Z0<br />

α0<br />

Centraal/<br />

decentraal<br />

Z0<br />

CP<br />

X0<br />

Y0<br />

C0<br />

L0<br />

α0<br />

R<br />

Positioneren<br />

X0<br />

C0<br />

Y0<br />

Z0<br />

α0<br />

R<br />

Positioneren<br />

Front/Front C:<br />

Volledige cirkel centraal op het frontvlak plaatsen<br />

Volledige cirkel niet centraal op het frontvlak plaatsen<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

X-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal)<br />

Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de X-as.<br />

Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Radius<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de Y-as.<br />

Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Front Y:<br />

Volledige cirkel centraal op het frontvlak plaatsen.<br />

Volledige cirkel niet centraal op het frontvlak plaatsen.<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />

X-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alt. voor C0)<br />

Y-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alt voor L0)<br />

Referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alternatief voor Y0)<br />

Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de X-as.<br />

Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Radius<br />

Rechte lijn: volgende positie wordt in rechte lijn in ijlgang genaderd.<br />

Cirkel: volgende positie wordt op een cirkelvormige baan genaderd met een in de<br />

machinegegevens vastgelegde aanvoer.<br />

Mantel Y:<br />

X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Referentiepunt<br />

X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />

Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de Y-as.<br />

Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

Radius<br />

Rechte lijn: volgende positie wordt in rechte lijn in ijlgang genaderd.<br />

Cirkel: volgende positie wordt op een cirkelvormige baan genaderd met een in de<br />

machinegegevens vastgelegde aanvoer.<br />

α1 Doorschakelhoek; nadat de eerste boring afgewerkt is, worden met deze hoek alle<br />

andere posities bepaald.<br />

Positieve hoek: andere posities worden tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

Negatieve hoek: andere posities worden met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

N Aantal posities op de deelcirkel<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-191<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

graden


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.2 Boren<br />

5.2.14 Posities tonen en verbergen<br />

Willekeurige posities<br />

verbergen/tonen<br />

Pos. ver-<br />

bergen ><br />

Positie<br />

+<br />

Positie<br />

-<br />

of<br />

Posities<br />

><br />

U kunt in de volgende positiepatronen willekeurige posities verbergen:<br />

• Positiepatroon Lijn<br />

• Positiepatroon Rooster<br />

• Positiepatroon Raam<br />

• Positiepatroon Volledige cirkel<br />

• Positiepatroon Deelcirkel<br />

De verborgen posities worden bij de bewerking overgeslagen.<br />

Druk op de softkeys "Boren" en "Posities".<br />

Druk op de softkeys "Lijn/Rooster/Raam" of "Volledige<br />

cirkel/Deelcirkel".<br />

Druk op de softkey "Pos. verbergen".<br />

Boven het invoerscherm van het positiepatroon wordt het venster<br />

"Posities verbergen" geopend.<br />

Het nummer van de actuele positie en de toestand (aan/uit) en de<br />

coördinaten ervan (X, Y) verschijnen.<br />

De actuele positie is geaccentueerd met een cirkel.<br />

Voer in het veld "Positie" het nummer van het punt in<br />

(overeenkomstig de bewerkingsvolgorde) dat u wilt verbergen.<br />

- OF -<br />

Druk op de softkey "Positie +" om de volgende positie (in de<br />

bewerkingsrichting) te selecteren.<br />

- OF -<br />

Druk op de softkey "Positie -" om de vorige positie (tegen de<br />

bewerkingsrichting in) te selecteren.<br />

Druk op de softkey "Alternatief" om de actuele positie te<br />

verbergen resp. te tonen.<br />

Op de grafiek worden de verborgen posities aangegeven met een<br />

kruis.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-192 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.2 Boren<br />

Alle posities tegelijk<br />

tonen resp. verbergen<br />

Alle ver-<br />

bergen<br />

Alle<br />

tonen<br />

5.2.15 Posities herhalen<br />

Positie<br />

herhalen ><br />

Druk op de softkey "Alle verbergen" om alle posities te verbergen.<br />

Druk op de softkey "Alle tonen" om alle posities opnieuw te tonen.<br />

Als u reeds geprogrammeerde posities nogmaals wilt aandoen, maakt<br />

u gebruik van de functie "Positie herhalen".<br />

<strong>ShopTurn</strong> kent elk positiepatroon automatisch een nummer toe en<br />

geeft dit nummer naast het bloknummer aan in het arbeidsplan.<br />

SHOPTURN<br />

Verspanen<br />

SHOPTURN_CONT_01<br />

Verspanen<br />

Centreren<br />

Boren<br />

Gatenrij<br />

Centreren<br />

Boren<br />

Voll. gatencirkel<br />

Draadboren<br />

Pos. herh.<br />

Programmaeinde<br />

Positiepatroon herhalen<br />

T=VOORBEW.WKT.<br />

T=VOORBEW.WKT.<br />

T=Centerboor<br />

T=BOORmantel<br />

T=Centerboor<br />

T=BOOR F100<br />

T=Draadboor<br />

001: Hulrække<br />

Druk op de softkeys "Boren" en "Positie herh.".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-193<br />

5<br />

Positiepatroon 001<br />

Positiepatroon 001<br />

herhalen<br />

Voer het nummer van het positiepatroon in dat u wilt herhalen.


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.3 Draaien<br />

5.3 Draaien<br />

5.3.1 Verspaancycli<br />

Als uw draaimachine over een Y-as beschikt en u bij het draaien met<br />

een positie Y ≠ 0 wilt werken, gaat u als volgt te werk:<br />

1. Onder de functiegroep "Rechte cirkel" het bewerkingsniveau<br />

selecteren (zie hfdst. "Werktuig en bewerkingsniveau selecteren").<br />

2. Onder de functiegroep "Rechte cirkel" een rechte op de gewenste<br />

Y-positie programmeren (zie hfdst. "Rechte").<br />

3. Draaifunctie programmeren.<br />

De Y-positie blijft bestaan tot u het bewerkingsvlak Draaien<br />

deselecteert.<br />

Als u hoeken aan buiten- of binnencontouren langs of dwars wilt<br />

verspanen, maakt u gebruik van de verspaancycli.<br />

De bewerkingswijze (voorbewerking, nabewerking) kunt u vrij kiezen.<br />

Voorbewerken Bij de voorbewerking worden asparallelle sneden tot aan de<br />

geprogrammeerde nabewerkingsovermaat gecreëerd. Als u geen<br />

nabewerkingsovermaat heeft geprogrammeerd, wordt bij de<br />

voorbewerking verspaand tot op de eindcontour.<br />

<strong>ShopTurn</strong> verkleind bij de voorbewerking evt. de geprogrammeerde<br />

aanloopdiepte D, zodat altijd even grote sneden worden gemaakt. Als<br />

de totale aanloopdiepte bv. 10 bedraagt en u een aanloopdiepte van 3<br />

heeft aangegeven, zouden er sneden van 3, 3, 3 en 1 ontstaan.<br />

<strong>ShopTurn</strong> verkleint de aanloopdiepte nu op 2,5, zodat 4 even grote<br />

sneden worden gemaakt.<br />

Of het werktuig op het einde van elke snede met aanloopdiepte D<br />

langs de contour natrekt om resthoeken te verwijderen of onmiddellijk<br />

wordt opgetild, is afhankelijk van de hoek tussen contour en<br />

werktuigsnijkant.<br />

Vanaf welke hoek de natrekbeweging wordt uitgevoerd, is vastgelegd<br />

in de machinegegevens.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Als het werktuig na afloop van de snede niet aan de contour natrekt,<br />

wordt het in ijlgang opgetild tot op de veiligheidsafstand of een in de<br />

machinegegevens vastgelegde waarde. <strong>ShopTurn</strong> neemt altijd de<br />

kleinere waarde in acht, daar bij het verspanen aan binnencontouren<br />

anders de contour kan worden beschadigd.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-194 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.3 Draaien<br />

Gladmaken De nabewerking gebeurt in dezelfde richting als de voorbewerking.<br />

<strong>ShopTurn</strong> selecteert en deselecteert de werktuigradiuscorrectie bij de<br />

nabewerking automatisch.<br />

Buitencontour in langsrichting verspanen<br />

Asparallelle voorbewerking<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang eerst naar het terugtrekvlak en dan<br />

naar de veiligheidsafstand.<br />

2. Het werktuig beweegt in ijlgang naar de 1ste aanloopdiepte.<br />

3. De 1ste snede wordt verspaand met bewerkingsaanvoer.<br />

4. Het werktuig trekt met bewerkingsaanvoer langs de contour na of<br />

wordt in ijlgang opgetild (zie hfdst. Voorbewerking).<br />

5. Het werktuig beweegt met ijlgang naar het startpunt voor de<br />

volgende aanloopdiepte.<br />

6. De volgende snede wordt met bewerkingsaanvoer verspaand.<br />

7. De stappen 4 tot 6 worden herhaald tot de einddiepte bereikt is.<br />

8. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

Ver-<br />

spanen ><br />

Druk op de softkeys "Draaien" en "Verspanen".<br />

Kies via de softkey één van de drie verspaancycli:<br />

Eenvoudige verspaancyclus rechte<br />

-of-<br />

Verspaancyclus rechte met radii of fasen<br />

-of-<br />

Verspaancyclus met schuinen, radii of fasen<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-195<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.3 Draaien<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Ligging Verspaanligging:<br />

Richting Verspaanrichting (vlak of langs) in het coördinatensysteem:<br />

X<br />

X<br />

parallel t.o.v. zur Z-as Z-Achse (langs) (Längs)<br />

Außen Buiten Binnen Innen<br />

Buiten Stirnseite Binnen Rückseite<br />

Z<br />

Z<br />

X<br />

X<br />

parallel t.o.v. zur X-Achse X-as (vlak) (Plan)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-196 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

Z<br />

Z<br />

X0 Referentiepunt ∅ (abs) mm<br />

Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />

X1 Eindpunt ∅ (abs) of eindpunt (inc) mm<br />

Z1 Eindpunt (abs of inc) mm<br />

D Aanloopdiepte (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

FSn Fase (n=1 tot 3) alternatief voor Rn mm<br />

Rn Radius (n=1 tot 3) alternatief voor FSn mm<br />

Xm-Zm-α1-α2 Leg vast welke van de parameters Xm, Zm, α1 en α2 moeten worden aangegeven –<br />

(alleen bij verspaancyclus met schuinen, radii en fasen)<br />

Xm Tussenpunt ∅ (abs) of tussenpunt (inc) mm<br />

Zm Tussenpunt (abs of inc) mm<br />

α1 Hoek van het 1ste traject (alleen bij afspaancyclus met schuinen, radii en fasen) graden<br />

α2 Hoek van het 2de traject (alleen bij afspaancyclus met schuinen, radii en fasen) graden<br />

X<br />

X<br />

Z<br />

Z<br />

X<br />

X<br />

Z<br />

Z<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.3 Draaien<br />

5.3.2 Rilcycli<br />

Als u symmetrische en asymmetrische rillen in willekeurige rechte<br />

contourelementen wilt maken, gebruikt u de rilcycli.<br />

X<br />

Ril op een schuine<br />

U kunt uit- of inwendige rillen langs of dwars bewerken.<br />

Met de parameters rilbreedte en rildiepte bepaalt u de vorm van de ril.<br />

Als een ril breder is dan het actieve werktuig, wordt de breedte in<br />

meerdere sneden verspaand. Daarbij wordt het werktuig bij elke ril<br />

(maximaal) 80% van de werktuigbreedte verschoven.<br />

Voor de rilbodem en de flanken kunt een nabewerkingsovermaat<br />

aangeven tot op dewelke bij de voorbewerking wordt verspaand.<br />

De verwijltijd tussen insteken en terugtrekken is vastgelegd in de<br />

machinegegevens.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Benaderen/verlaten Voorbewerking (aanloopdiepte D > 0)<br />

(1)<br />

(2)<br />

(7) (5) (6) (8)<br />

(3)<br />

(4)<br />

Bewerkingsstappen bij het insteken<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-197<br />

D<br />

D<br />

D<br />

Z<br />

Veiligheidsafstand<br />

D + Veiligheidsafstand<br />

D + Veiligheidsafstand<br />

1. Het werktuig beweegt in ijlgang eerst naar het terugtrekvlak en dan<br />

naar de veiligheidsafstand.<br />

2. Het werktuig steekt in het midden met aanloopdiepte D (1).<br />

3. Het werktuig wordt in ijlgang met D + veiligheidsafstand<br />

teruggetrokken.<br />

4. Het werktuig steekt naast de 1ste ril met aanloopdiepte 2D (2).<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.3 Draaien<br />

Ril ><br />

5. Het werktuig wordt in ijlgang met D + veiligheidsafstand<br />

teruggetrokken.<br />

6. Het werktuig steekt afwisselend in de 1ste en 2de ril, telkens met<br />

een aanloopdiepte van 2D, tot de einddiepte T1 bereikt is (3) en<br />

(4). Tussen de verschillende insteken wordt het werktuig telkens in<br />

ijlgang met D + veiligheidsafstand teruggetrokken. Na de laatste<br />

bewerking wordt het werktuig in ijlgang teruggetrokken op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

7. Alle andere rillen worden afwisselen direct tot op de einddiepte T1<br />

gemaakt (5) tot (8). Tussen de verschillende insteken wordt het<br />

werktuig telkens in ijlgang teruggetrokken op de veiligheidsafstand.<br />

Gladmaken<br />

1. Het werktuig beweegt in ijlgang eerst naar het terugtrekvlak en dan<br />

naar de veiligheidsafstand.<br />

2. Het werktuig beweegt met bewerkingsaanvoer langs een flank<br />

omlaag en op de bodem verder tot in het midden.<br />

3. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

4. Het werktuig beweegt met bewerkingsaanvoer langs de andere<br />

flank omlaag en op de bodem verder tot in het midden.<br />

5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

Druk op de softkeys "Draaien" en "Ril".<br />

Kies via de softkey één van de drie rilcycli:<br />

Eenvoudige rilcyclus<br />

-of-<br />

Rilcyclus met schuinen, radii of fasen<br />

-of-<br />

Rilcyclus op een schuine met schuinen, radii of fasen<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-198 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.3 Draaien<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Ligging Rilligging:<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Referentiepunt Referentiepunt:<br />

+ Volledige bewerking<br />

X0 Referentiepunt ∅ (abs) mm<br />

Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />

B1 Rilbreedte, onder (inc) mm<br />

B2 Rilbreedte, boven (inc) alternatief voor B1 – (alleen bij rillen met schuinen, radii) mm<br />

T1 Rildiepte aan het referentiepunt (abs of inc) mm<br />

T2 Rildiepte t.o.v. referentiepunt (abs of inc) alternatief voor T1 –<br />

(alleen bij ril in een schuine met schuinen, radii en fasen)<br />

α0 Hoek van de schuine op de welke de ril moet worden gemaakt – (alleen bij ril in een<br />

schuine met schuinen, radii en fasen)<br />

De hoek kan waarden tussen -180° en +180° aannemen.<br />

Langsril: α0 = 0° ⇒ parallel t.o.v. Z-as<br />

Dwarsril: α0 = 0° ⇒ parallel t.o.v. X-as<br />

Een positieve hoek stemt overeen met een draaiing van de X-as in de richting van<br />

de Z-as<br />

α1, α2 Flankhoek (niet bij eenvoudige rilcyclus)<br />

Door gescheiden flankhoeken kunnen asymmetrische rillen worden beschreven.<br />

De hoeken kunnen waarden tussen 0 en < 90° aannemen.<br />

FS Fase (n = 1 ... 4) alternatief voor R (niet bij eenvoudige rilcyclus) mm<br />

R Radius (n = 1 ... 4) alternatief voor FS (niet bij eenvoudige rilcyclus) mm<br />

D Aanloopdiepte 1ste snede (inc) – (alleen bij voorbewerking)<br />

D=0: 1. Snede wordt direct uitgevoerd op einddiepte T1<br />

D>0: De 1ste en 2de snede wordt afwisselend met de aanloopdiepte D<br />

uitgevoerd om een betere spaanverwijdering te bereiken en werktuigbreuk<br />

te vermijden.<br />

1 2<br />

5<br />

3<br />

4<br />

Alle andere sneden worden onmiddellijk tot op de einddiepte T1 uitgevoerd.<br />

De zijdelingse aanloop voor het afwisselende snijden wordt automatisch bepaald in<br />

de cyclus.<br />

Afwisselende sneden zijn niet mogelijk als het werktuig de rilbodem slechts op één<br />

positie kan bereiken.<br />

U Contourparallelle nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij<br />

voorbewerking) – (alternatief voor UX en UZ)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-199<br />

D<br />

D<br />

T1<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.3 Draaien<br />

UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />

voor U)<br />

UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />

voor U)<br />

N Aantal rillen (N=1....65535)<br />

P Aantal rillen (inc)<br />

Bij N=1 wordt P niet aangegeven<br />

5.3.3 Ondersnijdingen vorm E en F<br />

Als u ondersnijdingen volgens DIN509 van de vormen E of F wilt<br />

draaien, maakt u gebruik van de functies "Ondersnijding vorm E" of<br />

"Ondersnijding vorm F".<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang eerst naar het terugtrekvlak en dan<br />

naar de veiligheidsafstand.<br />

2. De ondersnijding wordt in één keer met bewerkingsaanvoer<br />

gemaakt, beginnend aan de flank tot aan V.<br />

3. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken op het terugtrekvlak.<br />

Ondersn.<br />

vorm E -of-<br />

Ondersnijding<br />

><br />

Ondersn.<br />

vorm F<br />

Ondersnijding vorm E<br />

Ondersnijding vorm F<br />

Druk op de softkeys "Draaien" en "Ondersnijding".<br />

Druk op de softkey "Ondersnijding vorm E" of<br />

"Ondersnijding vorm F".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-200 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.3 Draaien<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Ligging ondersnijding vorm E:<br />

Ondersnijdings<br />

grootte<br />

Ligging ondersnijding vorm F:<br />

Ondersnijdingsgrootte naar DIN-tabel:<br />

Radius/diepte, bv.: E1,0x0,4 (ondersnijding vorm E) of<br />

F0,6x0,3 (ondersnijding vorm F)<br />

X0 Referentiepunt voor dimensionering ∅ (abs) mm<br />

Z0 Referentiepunt voor dimensionering (abs) mm<br />

X1 Overmaat in X-richting ∅(abs) of overmaat in X-richting (inc) mm<br />

Z1 Overmaat in Z-richting (abs of inc) – (alleen bij ondersnijding vorm F) mm<br />

V Vlak X ∅ (abs) of vlak X (inc) mm<br />

5.3.4 Schroefdraadondersnijdingen<br />

Als u schroefdraadondersnijdingen volgens DIN76 voor werkstukken<br />

met metrische ISO-schroefdraad of vrij definieerbare schroefdraadondersnijdingen<br />

wilt programmeren, maakt u gebruik van de functies<br />

"Ondersnijding schroefdraad DIN" of "Ondersnijding schroefdraad".<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang eerst naar het terugtrekvlak en dan<br />

naar de veiligheidsafstand.<br />

2. De 1ste snede wordt met bewerkingsaanvoer uitgevoerd,<br />

beginnend aan de flank, langs de vorm van de draadondersnijding<br />

tot de veiligheidsafstand bereikt is.<br />

3. Het werktuig beweegt in ijlgang naar de volgende startpositie.<br />

4. De stappen 2 en 3 worden herhaald tot de<br />

schroefdraadondersnijding volledig afgewerkt is.<br />

5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken op het terugtrekvlak.<br />

Bij de nabewerking beweegt het werktuig tot aan vlak V.<br />

Schroefdraadondersnijding<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-201<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.3 Draaien<br />

Ondersn.<br />

draad DIN -of-<br />

Ondersnijding<br />

><br />

Ondersn.<br />

draad<br />

Druk op de softkeys "Draaien" en "Ondersnijding".<br />

Druk op de softkey "Ondersnijding schroefdr. DIN" of<br />

"Ondersnijding schroefdraad".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Bewerkings- Voorbewerking<br />

wijze<br />

Nabewerking<br />

+ Volledige bewerking<br />

Ligging Ligging schroefdraadondersnijding:<br />

P Kies de spoed uit de DIN-tabel of voer ze in – (alleen bij ondersnijding schroefdraad<br />

DIN)<br />

X0 Referentiepunt ∅ (abs) mm<br />

Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />

X1 Overmaat in X-richting ∅ (abs) of<br />

overmaat in X-richting (inc) – (alleen bij schroefdraadondersnijding)<br />

Z1 Overmaat in Z-richting (abs of inc) – (alleen bij schroefdraadondersnijding) mm<br />

R1, R2 Radius1, radius2 (inc) – (alleen bij schroefdraadondersnijding) mm<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-202 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm/o<br />

α Aanloophoek graden<br />

V Vlak X ∅ (abs) of vlak X (inc) mm<br />

D Aanloop (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

U Contourparallelle nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij<br />

voorbewerking) – (alternatief voor UX en UZ)<br />

UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />

UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.3 Draaien<br />

5.3.5 Schroefdraad draaien<br />

Als u uitwendige of inwendige schroefdraad met constante of<br />

variabele spoed wilt draaien, maakt u gebruik van de functies<br />

"Schroefdraad langs", "Schroefdraad kegel" of "Schroefdraad dwars".<br />

De schroefdraad kan zowel één als meerdere gangen hebben.<br />

Een rechts- of linksdraaiende schroefdraad bepaalt u met de<br />

draairichting van de spil en de aanvoerrichting.<br />

De aanloop gebeurt automatisch met constante aanloopdiepte of<br />

constante verspaningsdiameter.<br />

• Bij constante aanloopdiepte wordt de spaandiameter bij elke<br />

snede groter. De nabewerkingsovermaat word na de<br />

voorbewerking in één snede verwijderd.<br />

Bij een geringe schroefdraaddiepte kan een constante<br />

aanloopdiepte voor betere snijomstandigheden zorgen.<br />

• Bij een constante spaandiameter blijft de snijdruk tijdens alle<br />

voorbewerkingssneden constant, de aanloopdiepte wordt kleiner.<br />

Bij metrische schroefdraad (spoed P in mm/o) belegt <strong>ShopTurn</strong> de<br />

parameter schroefdraaddiepte K met een uit de spoed berekende<br />

waarde. U kunt deze waarde wijzigen.<br />

Deze berekening moet worden geactiveerd via de machinegegevens.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

De cyclus stelt een spil met toerentalregeling en wegmeetsysteem<br />

voorop.<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang naar het terugtrekvlak.<br />

2. Schroefdraad met voorloop:<br />

Het werktuig beweegt in ijlgang naar de met de<br />

schroefdraadvoorloop W naar voor verplaatste eerste startpositie.<br />

Draad met inloop:<br />

Het werktuig beweegt in ijlgang naar de met de schroefdraadinloop<br />

W2 naar voor verplaatste startpositie.<br />

3. De 1ste snede wordt met de draadspoed P aangemaakt tot aan de<br />

draaduitloop R.<br />

4. Schroefdraad met voorloop:<br />

Het werktuig beweegt in ijlgang naar de terugloopafstand V en dan<br />

naar de volgende startpositie.<br />

Draad met inloop:<br />

Het werktuig beweegt in ijlgang naar de terugloopafstand V en dan<br />

opnieuw naar de startpositie.<br />

5. De stappen 3 en 4 worden herhaald tot de schroefdraad volledig<br />

afgewerkt is.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-203<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.3 Draaien<br />

Draad<br />

langs -of-<br />

-of-<br />

Schroefdraad<br />

><br />

Draad<br />

kegel<br />

Draad<br />

vlak<br />

6. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken op het terugtrekvlak.<br />

Schroefdraad langs<br />

Een onderbreking van de schroefdraadbewerking is altijd mogelijk met<br />

de functie "Snel oplichten“. Deze verzekert dat het werktuig de<br />

schroefdraad bij het oplichten niet beschadigt.<br />

Druk op de softkeys "Draaien" en "Schroefdraad".<br />

Druk op de softkey "Schroefdraad langs", "Schroefdraad kegel" of<br />

"Schroefdraad vlak".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

P Spoed<br />

G Spoedwijziging – alleen bij P = mm/o of inh/o<br />

G = 0 De spoed P wordt niet gewijzigd.<br />

G > 0 De spoed P wordt per omwenteling met de waarde G groter.<br />

G < 0 De spoed P wordt per omwenteling met de waarde G kleiner.<br />

Als de begin- en eindspoed van de schroefdraad bekend zijn, kan de te<br />

programmeren spoedwijziging als volgt worden berekend:<br />

|Pe 2 - P 2 |<br />

G = ⎯⎯⎯⎯⎯ [mm/U 2 ]<br />

2*Z1<br />

Daarbij betekenen:<br />

Pe eindspoed van de schroefdraad [mm/o]<br />

P beginspoed van de schroefdraad [mm/o]<br />

Z1 Schroefdraadlengte [mm]<br />

Een grotere spoed zorgt voor een grotere afstand tussen de spoedgangen op het<br />

werkstuk.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-204 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

mm/o<br />

inh/o<br />

gangen/"<br />

MODULE


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.3 Draaien<br />

Lineair:<br />

Degressief:<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Binnendr.<br />

Buitendr.<br />

Aanloop met constante snijdiepte (alleen bij voorbewerking)<br />

Aanloop met constante spaandiameter (alleen bij voorbewerking)<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

+ Volledige bewerking<br />

Binnenschroefdraad<br />

Buitenschroefdraad<br />

X0 Referentiepunt voor dimensionering ∅ (abs) mm<br />

Z0 Referentiepunt voor dimensionering (abs) mm<br />

X1/Xα Draadschuinte ∅ (abs of inc) – (alleen bij kegelschroefdraad)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

X1 Schroefdraadlengte ∅ (abs) of schroefdraadlengte (inc) – (alleen bij dwarse<br />

schroefdraad)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Z1 Schroefdraadlengte (abs of inc) – (alleen bij langs- en kegelschroefdraad)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

W<br />

Schroefdraadvoorloop (inc)<br />

Startpunt is het met de schroefdraadvoorloop W naar voor verplaatste referentiepunt<br />

(X0, Z0). De schroefdraadvoorloop kunt u gebruiken als u enkele sneden iets<br />

vroeger wilt laten beginnen om de ook het begin van de schroefdraad precies aan te<br />

maken.<br />

mm<br />

W2<br />

Schroefdraadinloop (inc)<br />

De schroefdraadinloop kunt u gebruiken als u niet zijdelings tot bij de aan te maken<br />

schroefdraad kunt komen maar in het materiaal moet duiken (voorbeeld: smeergroef<br />

op een as).<br />

mm<br />

W2=R Schroefdraadinloop = schroefdraaduitloop (inc)<br />

mm<br />

R Schroefdraaduitloop (inc)<br />

U kunt de schroefdraaduitloop gebruiken om de schroefdraad op het einde schuin te<br />

verlaten (voorbeeld: smeergroef op een as).<br />

mm<br />

K Draaddiepte (inc)<br />

Als de waarde door <strong>ShopTurn</strong> wordt berekend, is het veld grijs. De waarde kan<br />

echter toch worden gewijzigd, dan is het veld opnieuw wit.<br />

De geprogrammeerde nabewerkingsovermaat U wordt afgetrokken van de<br />

vastgelegde schroefdraaddiepte K, de rest wordt opgedeeld in het aantal<br />

voorbewerkingssneden. De cyclus berekent de verschillende actuele<br />

aanloopdiepten afhankelijk van de aangegeven snede-indeling zelfstandig.<br />

α Aanloopschuine als hoek – alternatief voor aanloopschuine als flank<br />

α > 0: aanloop langs de achterste flank<br />

α < 0: aanloop langs de voorste flank<br />

α = 0: aanloop in een rechte hoek t.o.v. de snijrichting<br />

Als u langs de flanken wilt aanlopen, mag de absolute waarde van deze parameter<br />

maximaal de halve flankhoek van het werktuig bedragen.<br />

I Aanloopschuine als flank (inc) – alternatief voor aanloopschuine als hoek<br />

I > 0: aanloop langs de achterste flank<br />

I < 0: aanloop langs de voorste flank<br />

Aanloop langs de flank<br />

Aanloop met wisselende flank (alternatief)<br />

I.p.v. een flank kunt u ook aanlopen met wisselende flank, daardoor wordt niet altijd<br />

dezelfde werktuigsnijkant belast. Op die manier kunt u de levensduur van het<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-205<br />

5<br />

mm/<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.3 Draaien<br />

werktuig verhogen.<br />

α > 0: start aan de achterste flank<br />

α < 0: start aan de voorste flank<br />

AS Aantal voorbewerkingssnede of eerste aanloopdiepte (alleen bij voorbewerking)<br />

Bij het omschakelen tussen het aantal voorbewerkingssneden en de eerste aanloop<br />

wordt telkens de bijbehorende waarde aangegeven.<br />

U Nabewerkingsovermaat (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

NN Aantal lege sneden (alleen bij nabewerking)<br />

Om de oppervlaktekwaliteit te verbeteren, beweegt het werktuig nog NN maal langs<br />

de draaddiepte K.<br />

V Terugloopafstand (inc) mm<br />

Q Starthoekverplaatsing bij schroefdraad met één gang, d.w.z. hoek die het aansnijpunt<br />

van de draadgang aan de omvang van het draaideel bepaalt (-360°


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.3 Draaien<br />

5.3.6 Nabewerking schroefdraad<br />

Jog<br />

Sync.-<br />

punt<br />

Cycle Start<br />

Cycle Start<br />

Schroefdraad<br />

><br />

Zoeken<br />

starten<br />

Als u een schroefdraad na afwerking wilt nabewerken, bv. als tijdens<br />

het draaien de snijplaat van het werktuig gebroken is, maakt u gebruik<br />

van de functie "Nabewerking schroefdraad".<br />

<strong>ShopTurn</strong> neemt daarbij de hoekverplaatsing van een draadgang in<br />

acht, die ontstaat door het opnieuw inspannen van het werkstuk.<br />

Schakel de spil uit.<br />

Selecteer de bedieningsmodus "Machine Manueel".<br />

Draai het schroefdraadwerktuig in de schroefdraadgang.<br />

Druk op de softkeys "Draaien" en "Schroefdraad".<br />

Druk op de softkey "Sync.-punt" als het schroefdraadwerktuig<br />

precies in de draadgang staat.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Voer in het parameterveld "Q" (starthoekverplaatsing) de<br />

waarde 0 in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Beweeg het schroefdraadwerktuig vrij tot het referentiepunt<br />

(X0, Z0) zonder botsing kan worden gebruikt.<br />

Laad het programma in de bedieningsmodus "Machine Auto"<br />

(zie hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />

Plaats de cursor op het programmablok Schroefdraad draaien.<br />

Druk op de softkeys "Blokzoek." en "Zoeken starten".<br />

Druk op de toets "Cycle Start".<br />

<strong>ShopTurn</strong> voert alle vereiste voorinstellingen uit.<br />

Druk nog eens de toets "Cycle Start".<br />

De nieuwe startpositie wordt genaderd en de nabewerking van de<br />

schroefdraad wordt gestart. De hoekverplaatsing wordt daarbij mee in<br />

acht genomen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-207<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.3 Draaien<br />

5.3.7 Afsteken<br />

Als u rotatiesymmeterische delen (bv. schroeven, bouten of buizen)<br />

wilt afsteken, gebruikt u de functie "Afsteken".<br />

Aan de rand van het afgewerkte deel kunt u een fase of afronding<br />

programmeren.<br />

Tot op een diepte X1 kunt u met constante snijsnelheid V of toerental<br />

S werken, vanaf dan wordt alleen nog met constant toerental gewerkt.<br />

Vanaf diepte X1 kunt u ook een gereduceerde aanvoer FR resp. een<br />

gereduceerd toerental SR programmeren om de snelheid aan te<br />

passen aan de kleinere diameter.<br />

Via de parameter X2 voert u de einddiepte in, die u met het afsteken<br />

wilt bereiken. Bij buizen hoeft u bv. niet volledig tot in het midden af te<br />

steken, in dat geval volstaat het iets meer dan de wanddikte van de<br />

buis af te steken.<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang eerst naar het terugtrekvlak en dan<br />

naar de veiligheidsafstand.<br />

2. Evt. wordt met bewerkingsaanvoer de fase of de radius<br />

aangemaakt.<br />

3. Het afsteken wordt uitgevoerd met bewerkingsaanvoer tot op een<br />

diepte X1.<br />

4. Met gereduceerde aanvoer FR en gereduceerd toerental SR wordt<br />

het afsteken tot op de diepte X2 voortgezet.<br />

5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

Als uw draaimachine daarvoor is uitgerust, kunt u het afgestoken<br />

werkstuk laten opvangen in een werkstukopname. Het uitschuiven van<br />

de werkstukopname moet vrijgegeven zijn in de machinegegevens.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-208 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.3 Draaien<br />

Afsteken ><br />

Druk op de softkeys "Draaien" en "Afsteken".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

SV Toerentalgrens voor constante snijsnelheid (alleen bij V) o/min<br />

X0 Referentiepunt ∅ (abs) mm<br />

Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />

FS Fase alternatief voor R mm<br />

R Radius alternatief voor FS mm<br />

X1 Diepte voor aanvoerreductie ∅ (abs) of diepte voor aanvoerreductie (inc) mm<br />

FR Gereduceerde aanvoer mm/o<br />

SR Gereduceerd toerental o/min<br />

Delenvanger ja: werkstukopname uitschuiven<br />

neen: werkstukopname niet uitschuiven<br />

XM Diepte waarbij de lade wordt geopend (abs) mm<br />

X2 Einddiepte ∅ (abs) of einddiepte (inc) mm<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-209<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

5.4 Contourdraaien<br />

Om eenvoudige of complexe contouren aan te maken en te<br />

verspanen, maakt u gebruik van de functie "Contourdraaien". Een<br />

contour bestaat uit meerdere contourelementen, waarbij een<br />

gedefinieerde contour uit minimum twee en maximum 250 elementen<br />

bestaat. Daarnaast kunt u tussen de contourelementen fasen, radii,<br />

ondersnijdingen of tangentiële overgangen programmeren.<br />

De geïntegreerde contourrekenmachine berekent de snijpunten van<br />

de verschillende contourelementen met inachtneming van de<br />

geometrische relaties en helpt u bij het invoeren van niet voldoende<br />

gedimensioneerde elementen.<br />

Bij het bewerken van de contour kunt u rekening houden met een<br />

ruwe contour, die voor de afgewerkte contour moet ontstaan.<br />

Vervolgens kiest u één van de volgende bewerkingstechnologieën:<br />

• verspanen<br />

• steken<br />

• steekdraaien<br />

Bij de 3 verschillende technologie kunt u telkens voorbewerken,<br />

restmateriaal ruimen en nabewerken.<br />

De programmering voor het verspanen ziet er bijvoorbeeld als volgt<br />

uit:<br />

1. Ruwe contour invoeren<br />

Als u bij het verspanen tegen de contour als ruwe vorm een ruwe<br />

contour (en geen cilinder of geen overmaat) wilt gebruiken, moet u<br />

voor de afgewerkte contour een ruwe contour definiëren. De ruwe<br />

contour bouwt u geleidelijk op uit verschillende contourelementen.<br />

2. Afgewerkte contour invoeren<br />

De afgewerkte contour bouwt u op uit verschillende<br />

contourelementen.<br />

3. Verspanen tegen de contour (voorbewerking)<br />

De contour wordt in langs- resp. dwarsrichting of contourparallel<br />

bewerkt.<br />

4. Restmateriaal ruimen (voorbewerking)<br />

<strong>ShopTurn</strong> herkent bij het verspanen van de contour automatisch<br />

restmateriaal dat is blijven staan. Met een geschikt werktuig kunt u<br />

dit materiaal verwijderen zonder nogmaals de volledige contour te<br />

moeten bewerken.<br />

5. Verspanen tegen de contour (nabewerking)<br />

Als u bij het voorbewerken een nabewerkingsovermaat heeft<br />

geprogrammeerd, wordt de contour nogmaals bewerkt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-210 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.4 Contourdraaien<br />

Alle bewerkingsstappen van het contourdraaien worden in het<br />

arbeidsplan samengevat tussen rechte haakjes.<br />

Voorbeeld: Contour verspanen<br />

Als uw draaimachine over een Y-as beschikt en u bij het draaien met<br />

een positie Y ≠ 0 wilt werken, gaat u als volgt te werk:<br />

1. Onder de functiegroep "Rechte cirkel" het bewerkingsniveau<br />

selecteren (zie hfdst. "Werktuig en bewerkingsniveau selecteren").<br />

2. Onder de functiegroep "Rechte cirkel" een rechte op de gewenste<br />

Y-positie programmeren (zie hfdst. "Rechte").<br />

3. Draaifunctie programmeren.<br />

De Y-positie blijft bestaan tot u het bewerkingsvlak Draaien<br />

deselecteert.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-211<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

5.4.1 Weergave van de contour<br />

<strong>ShopTurn</strong> geeft een contour in het arbeidsplan als programmablok<br />

weer. Als u dit blok opent, worden de verschillende contourelementen<br />

symbolisch opgesomd en als streepgrafiek weergegeven.<br />

Symbolische weergave De verschillende contourelementen van de contour verschijnen in de<br />

ingevoerde volgorde symbolisch naast het grafiekvenster.<br />

Contourelement Symbool Betekenis<br />

Startpunt<br />

Rechte omhoog<br />

Rechte omlaag<br />

Rechte naar links<br />

Rechte naar rechts<br />

Rechte willekeurig<br />

Cirkelboog naar<br />

rechts<br />

Cirkelboog naar<br />

links<br />

Contourafsluiting END<br />

Startpunt van de contour<br />

Rechte in 90°-rooster<br />

Rechte in 90°-rooster<br />

Rechte in 90°-rooster<br />

Rechte in 90°-rooster<br />

Rechte met willekeurige<br />

stijging<br />

Cirkel<br />

Cirkel<br />

Einde van de<br />

contourbeschrijving<br />

De verschillende kleur van de symbolen geeft informatie over hun<br />

status:<br />

Voorgrond Achtergrond Betekenis<br />

- rood Cursor op nieuw element<br />

zwart rood Cursor op actueel element<br />

zwart wit Normaal element<br />

rood wit Element wordt momenteel niet<br />

geobserveerd (element wordt pas<br />

geobserveerd als het met de cursor<br />

wordt geselecteerd)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-212 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.4 Contourdraaien<br />

Grafische weergave Synchroon met de doorlopende invoer van de contourelementen<br />

wordt in het grafiekvenster de vooruitgang van de<br />

contourprogrammering in een streepgrafiek aangegeven.<br />

Grafische weergave van de contour bij het contourdraaien<br />

Het aangemaakte contourelement kan daarbij verschillende<br />

lijnvarianten en kleuren aannemen:<br />

• zwart: geprogrammeerde contour<br />

• oranje: actueel contourelement<br />

• groen gestippeld: alternatief element<br />

• blauw gestippeld: gedeeltelijk bepaald element<br />

De skalering van het coördinatensysteem past zich aan de<br />

verandering van de volledige contour aan.<br />

De symmetrie-as van de contour wordt als streep/punt-lijn<br />

weergegeven.<br />

De ligging van het coördinatensysteem verschijnt in het<br />

grafiekvenster.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-213<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

5.4.2 Nieuwe contour aanleggen<br />

Nieuwe<br />

contour ><br />

Voor elke contour die u wilt verspanen, moet u een eigen contour<br />

aanleggen.<br />

Als u een nieuwe contour aanlegt, moet u eerst een startpunt<br />

vastleggen. <strong>ShopTurn</strong> definieert dan automatisch het contoureinde.<br />

U heeft de mogelijkheid de contour met een overgangselement naar<br />

het uitgangsmateriaal te beginnen. Bovendien kunt u voor het<br />

startpunt willekeurige bijkomende commando's (max. 40 tekens)<br />

invoeren als G-Code.<br />

Als u een contour wilt aanleggen die op een bestaande contour lijkt,<br />

kunt u de oude contour ook kopiëren, een andere naam geven en dan<br />

slechts bepaalde contourelementen wijzigen.<br />

Als u daarentegen een identieke contour op een andere plek in het<br />

programma nogmaals wilt gebruiken, mag u de kopie geen andere<br />

naam geven. Wijzigingen van de ene contour worden dan automatisch<br />

overgenomen door de gelijknamige contour.<br />

Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Nieuwe contour".<br />

Voer een naam voor de nieuwe contour in.<br />

De contournaam moet ondubbelzinnig zijn.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Het invoerscherm voor het startpunt van de contour verschijnt.<br />

Voer de parameters in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Voer de verschillende contourelementen in (zie hfdst.<br />

"Contourelementen aanmaken").<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

X Startpunt in X-richting ∅(abs) mm<br />

Z Startpunt in Z-richting (abs) mm<br />

Overgang bij<br />

contourbegin<br />

Extra<br />

commando<br />

FS: fase als overgangselement bij contourbegin<br />

R: radius als overgangselement bij contourbegin<br />

FS=0 of R=0: geen overgangselement<br />

Ligging van het overgangselement m.b.t. het startpunt van de contour<br />

Willekeurig extra commando in de vorm van G-Code<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-214 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.4 Contourdraaien<br />

5.4.3 Contourelementen creëren<br />

Contourovergangselementen<br />

Nadat u een nieuwe contour heeft aangelegd en het startpunt heeft<br />

vastgelegd, definieert u de verschillende contourelementen die de<br />

contour vormen.<br />

De volgende contourelementen staan ter beschikking voor het<br />

definiëren van een contour:<br />

• Rechte lijn verticaal<br />

• Rechte lijn horizontaal<br />

• Rechte lijn diagonaal<br />

• Cirkel / Cirkelboog<br />

Voor elk contourelement vult u een eigen parameterscherm in. Bij het<br />

invoeren van de parameters bieden verklarende help-schermen<br />

ondersteuning.<br />

Als u in enkele velden geen waarden invoert, gaat <strong>ShopTurn</strong> ervan uit<br />

dat deze waarden onbekend zijn en probeert deze uit andere waarden<br />

te berekenen.<br />

Bij contouren waarvoor u meer parameters heeft ingevoerd dan nodig,<br />

kunnen contradicties optreden. Probeer in dit geval minder<br />

parameters in te voeren en zoveel mogelijk parameters door<br />

<strong>ShopTurn</strong> te laten berekenen.<br />

Tussen twee contourelementen kunt u als overgangselement een<br />

radius, een fase of bij rechte contourelementen ook een ondersnijding<br />

kiezen. Het overgangselement wordt steeds op het einde van een<br />

contourelement toegevoegd. De selectie van een contourelement<br />

gebeurt op het parameterscherm van het betreffende contourelement.<br />

Een contourovergangselement kunt u gebruiken als er een snijpunt<br />

van de beide aangrenzende elementen bestaat dat uit de ingevoerde<br />

waarden kan worden berekend. Anders moet u de contourelementen<br />

Rechte/Cirkel gebruiken.<br />

Een uitzondering vormt het contoureinde. Daar kunt u, ook al bestaat<br />

er geen snijpunt met een ander element, ook een radius of een fase<br />

als overgangselement naar het uitgangsmateriaal definiëren.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-215<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

Extra commando's<br />

Andere functies<br />

Exacte<br />

contourovergangen<br />

maken<br />

Voor elk contourelement kunt u willekeurige bijkomende commando's<br />

invoeren in de vorm van G-Code.<br />

De bijkomende commando's (max. 40 tekens) voert u in het<br />

uitgebreide parameterscherm in (softkey "Alle parameters").<br />

Bij de programmering van een contour staan nog de volgende functies<br />

ter beschikking:<br />

• Tangente aan voorgaand element<br />

De overgang naar het voorgaande element kunt u als tangente<br />

programmeren.<br />

• Dialoogselectie<br />

Als uit de tot nu toe ingevoerde parameters twee mogelijke<br />

contouren kunnen ontstaan, moet u één ervan kiezen.<br />

• Contour sluiten<br />

Van de actuele positie kunt u de contour met een rechte naar het<br />

startpunt sluiten.<br />

Bij de nabewerking van de contour wordt in baanstuurbedrijf (G64)<br />

gewerkt. D.w.z. dat contouroverhangen, zoals hoeken, fasen of radii,<br />

eventueel niet exact worden bewerkt.<br />

Om dit te verhinderen, bestaan er twee verschillende mogelijkheden<br />

bij de programmering (extra commando gebruiken of afzonderlijke<br />

aanvoer voor het overgangselement programmeren).<br />

• Extra commando<br />

Programmeer voor de contour op de onderstaande afbeelding<br />

eerst de verticale rechte en voer voor de parameter extra<br />

commando "G9" (precieze stop blok per blok) in. Programmeer<br />

vervolgens de horizontale rechte.<br />

De hoek wordt exact bewerkt, daar de aanvoer op het einde van<br />

de verticale rechte even nul is.<br />

Werkstuk<br />

Bewerkingsrichting<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-216 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

G64<br />

Contourhoeken nabewerken<br />

G9<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.4 Contourdraaien<br />

Contourelementen<br />

invoeren<br />

Alle<br />

parameters<br />

...<br />

Tangente aan<br />

voorgangerelement<br />

Tangente<br />

aan voorg.<br />

• Aanvoer overgangselement<br />

Als u als overgangselement een fase of een radius heeft gekozen,<br />

voert u in de parameter "FRC" een kleinere aanvoer in. Door de<br />

langzamere bewerking wordt het overgangselement preciezer<br />

gemaakt.<br />

Selecteer via softkey een contourelement.<br />

Voer in het invoerscherm alle gegevens in die beschikbaar zijn op<br />

de werkstuktekening (bv. lengte van de rechten, eindpositie,<br />

overgang naar het volgende element, stijgingshoek enz.).<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Het contourelement wordt toegevoegd aan de contour.<br />

Herhaal de procedure tot de contour compleet is.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

De geprogrammeerde contour wordt opgenomen in het arbeidsplan.<br />

Als u bij sommige contourelementen andere parameters wilt<br />

oproepen, bv. om nog extra commando's in te voeren, drukt u op de<br />

softkey "Alle parameters".<br />

Terwijl u de gegevens voor een contourelement invoert, kunt u de<br />

overgang naar het voorgaande element programmeren als tangente.<br />

Druk op de softkey "Tangente aan voorg.".<br />

De hoek t.o.v. het voorgaande element α2 wordt op 0° gezet. In het<br />

invoerveld van de parameter verschijnt de selectie "tangentieel".<br />

Dialoogselectie Bij het invoeren van gegevens voor een contourelement kunnen twee<br />

mogelijke contouren ontstaan, waarvan u er één moet kiezen.<br />

Dialoog-<br />

selectie<br />

Druk op de softkey "Dialoogselectie" om tussen de verschillende<br />

mogelijkheden om te schakelen.<br />

In het grafiekvenster wordt de geselecteerde contour als volle zwarte<br />

lijn weergegeven, de alternatieve contour als groene stippellijn.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-217<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

contour sluiten<br />

Contour<br />

sluiten<br />

Overgangselement aan<br />

contoureinde<br />

Een contour moet altijd gesloten zijn. Als u niet alle contourelementen<br />

van startpunt tot startpunt zelf wilt bepalen, kunt u de contour van de<br />

actuele positie uit naar het startpunt sluiten.<br />

Druk op de softkey "Contour sluiten".<br />

<strong>ShopTurn</strong> voegt een rechte in van de actuele positie naar het<br />

startpunt.<br />

Als u alle contourelementen heeft toegevoegd, kunt u op het einde<br />

van de contour nog een overgangselement naar het basisdeel<br />

definiëren voor u de contour opneemt in het arbeidsplan.<br />

Plaats de cursor op het laatste contourelement.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Het bijhorende invoerscherm wordt geopend.<br />

Geef een overgangselement aan.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Plaats de cursor op het contoureinde .<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Het bijhorende invoerscherm wordt geopend.<br />

Selecteer de gewenste ligging van de overgangselementen.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Op het einde van de contour wordt een overgangselement naar het<br />

basisdeel toegevoegd.<br />

Parameter Beschrijving voor het contourelement "Rechte lijn" Eenheid<br />

X Eindpositie in X-richting ∅ (abs) of Eindpositie in X-richting (inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Z Eindpositie in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

L Lengte van de rechte lijn mm<br />

α1 Stijgingshoek t.o.v. de Z-as graden<br />

α2 Hoek met het voorgaande elementt<br />

tangentiële overgang: α2=0<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-218 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

FB Aanvoer voor contourelement Rechte mm/o<br />

Overgang naar<br />

het volgende<br />

element<br />

FS: Fase als overgangselement naar het volgende contourelement<br />

R: Radius als overgangselement naar het volgende contourelement<br />

Ondersnijding ondersnijding (schroefdraad, schroefdr. DIN, vorm E of vorm F) als<br />

overgangselement naar het volgende contourelement<br />

Z1 Lengte 1 (inc) - (alleen bij schroefdraad) mm<br />

Z2 Lengte 2 (inc) - (alleen bij schroefdraad) mm<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.4 Contourdraaien<br />

R1 Radius 1 (inc) - (alleen bij schroefdraad) mm<br />

R2 Radius 2 (inc) - (alleen bij schroefdraad) mm<br />

T Diepte (inc) - (alleen bij schroefdraad) mm<br />

P Spoed (alleen bij schroefdraad DIN) mm/o<br />

α Aanloophoek (alleen bij schroefdraad DIN) graden<br />

Ondersnijdings<br />

grootte<br />

Ondersnijdingsgrootte volgens DIN-tabel (alleen bij vorm E en vorm F):<br />

Radius/diepte, bv.: E1,0x0,4 (ondersnijding vorm E) of<br />

F0,6x0,3 (ondersnijding vorm F)<br />

FRC Aanvoer voor overgangselement fase of radius mm/o<br />

CA Overmaat voor latere slijpprocedure mm<br />

Extra<br />

commando<br />

<strong>Sl</strong>ijpovermaat rechts van de contour (van het startpunt uit gezien)<br />

<strong>Sl</strong>ijpovermaat links van de contour (van het startpunt uit gezien)<br />

Willekeurig extra commando in de vorm van G-Code<br />

Parameter Beschrijving voor het contourelement "Cirkel" Eenheid<br />

Draairichting<br />

Draaiing met de wijzers van de klok mee<br />

Draaiing tegen de wijzers van de klok in<br />

R Radius van de cirkel mm<br />

X Eindpositie in X-richting ∅ (abs) of Eindpositie in X-richting (inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Z Eindpositie in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

I Positie van het cirkelmiddelpunt in X-richting ∅ (abs) of<br />

Positie van het cirkelmiddelpunt in X-richting (inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

K Positie van het cirkelmiddelpunt in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

α1 Starthoek t.o.v. de Z-as graden<br />

α2 Hoek met het voorgaande element<br />

tangentiële overgang: α2=0<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-219<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

β1 Eindhoek t.o.v. de Z-as graden<br />

β2 Openingshoek van de cirkel graden<br />

FB Aanvoer voor contourelement Cirkel mm/o<br />

Overgang naar<br />

het volgende<br />

element<br />

FS: Fase als overgangselement naar het volgende contourelement<br />

R: Radius als overgangselement naar het volgende contourelement<br />

FRC Aanvoer voor overgangselement fase of radius mm/o<br />

CA Overmaat voor latere slijpprocedure mm<br />

Extra<br />

commando<br />

<strong>Sl</strong>ijpovermaat rechts van de contour (van het startpunt uit gezien)<br />

<strong>Sl</strong>ijpovermaat links van de contour (van het startpunt uit gezien)<br />

Willekeurig extra commando in de vorm van G-Code<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

Parameter Beschrijving voor contoureinde Eenheid<br />

Overgang aan<br />

contoureinde<br />

5.4.4 Contour wijzigen<br />

Contourelement<br />

bijvoegen<br />

...<br />

Contourelement wijzigen<br />

Ligging van het overgangselement t.o.v. het eindpunt van de contour<br />

Een aangemaakte contour kan later nog worden gewijzigd.<br />

U kunt contourelementen<br />

• bijvoegen,<br />

• wijzigen,<br />

• toevoegen of<br />

• wissen.<br />

Als in uw programma twee gelijknamige contouren gedefinieerd zijn,<br />

worden wijzigingen aan de ene contour automatisch overgenomen<br />

door de contour met dezelfde naam.<br />

Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />

Plaats de cursor op het laatste element voor het contoureinde.<br />

Selecteer via softkey het gewenste contourelement.<br />

Voer de parameters in het invoerscherm in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Het gewenste contourelement wordt aan de contour toegevoegd.<br />

Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />

Plaats de cursor op het contourelement dat u wilt wijzigen.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Het bijhorende invoerscherm wordt geopend en in de<br />

programmeergrafiek wordt het geselecteerde element vergroot<br />

weergegeven.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-220 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.4 Contourdraaien<br />

Dialoogselectie wijzigen<br />

Selectie<br />

wijzigen<br />

Dialoog-<br />

selectie<br />

Dialoog<br />

overname<br />

Contourelement<br />

toevoegen<br />

...<br />

Voer de gewenste wijzigingen in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

De actuele waarden van het contourelement worden overgenomen en<br />

de wijziging wordt onmiddellijk zichtbaar op het programmeergrafiek.<br />

Als tijdens het invoeren van de gegevens van een contourelement<br />

blijkt dat er twee verschillende contourmogelijkheden bestaan en u de<br />

foute heeft gekozen, kunt u de selectie wijzigen. Als uit de andere<br />

parameters reeds een ondubbelzinnige contour blijkt, verschijnt er<br />

geen selectiemogelijkheid meer.<br />

Open het invoerscherm van het contourelement.<br />

Druk op de softkey "Selectie wijzigen".<br />

De beide contourmogelijkheden verschijnen opnieuw.<br />

Druk op de softkey "Dialoogselectie" om tussen de verschillende<br />

mogelijkheden om te schakelen.<br />

Druk op de softkey "Dialoog overname".<br />

De geselecteerde contour wordt overgenomen.<br />

Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />

Plaats de cursor op het contourelement na hetwelke u een nieuw<br />

element wilt toevoegen.<br />

Selecteer via softkey een nieuw contourelement.<br />

Voer de parameters in het invoerscherm in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Het contourelement wordt opgenomen in de contour. De volgende<br />

contourelementen worden overeenkomstig de nieuwe contourtoestand<br />

automatisch geactualiseerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-221<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

Contourelement wissen<br />

Element<br />

wissen<br />

5.4.5 Verspanen<br />

Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />

Plaats de cursor op het contourelement dat u wilt wissen.<br />

Druk op de softkey "Element wissen".<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Het geselecteerde contourelement wordt gewist.<br />

Als u contouren in langs- resp. dwarsrichting of contourparallel wilt<br />

bewerken, gebruikt u de functie "Verspanen".<br />

Verspanen<br />

Voor u de contour verspaant, moet u de contour invoeren.<br />

Basisdeel Bij het verspanen neemt <strong>ShopTurn</strong> basisdeel in acht, dat uit een<br />

cilinder, een overmaat op de afgewerkte contour of een willekeurige<br />

ruwe contour kan bestaan. De ruwe contour moet u voor de<br />

afgewerkte contour als eigen gesloten contour definiëren.<br />

Als ruwe en afgewerkte contour geen snijpunt hebben, legt <strong>ShopTurn</strong><br />

de afsluiting tussen basisdeel en afgewerkt deel vast.<br />

Als de hoek tussen de rechte en de Z-as groter dan 1° is, wordt de<br />

afsluiting naar boven gelegd. Is de hoek gelijk aan/kleiner dan 1°,<br />

wordt de afsluiting zijdelings gelegd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-222 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.4 Contourdraaien<br />

Wisselende snijdiepte<br />

Basisdeel<br />

Afgewerkt deel<br />

Contourafsluiting<br />

Afsluiting tussen basis- en afgewerkt deel naar boven<br />

Basisdeel<br />

Afgewerkt deel<br />

Contourafsluiting<br />

Afsluiting tussen basis- en afgewerkt deel zijdelings<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-223<br />

α<br />

α<br />

X<br />

X<br />

5<br />

α > 0: afsluiting naar boven<br />

Z<br />

α ≤ 0: Afsluiting zijdelings<br />

I.p.v. met constante snijdiepte D kunt u ook met wisselende snijdiepte<br />

werken om de werktuigsnijkant niet altijd op dezelfde plaats te<br />

belasten. Op die manier kunt u de levensduur van het werktuig<br />

verhogen.<br />

D<br />

D - 10%<br />

Wisselende snijdiepte<br />

1. snede<br />

2. snede<br />

Z<br />

D - 10%<br />

De procentwaarde voor de wisselende snijdiepte is vastgelegd in de<br />

machinegegevens.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

D


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

Natrekken langs contour<br />

Snedenindeling<br />

Bewerkingsbereik<br />

afgrenzen<br />

Aanvoeronderbreking<br />

Om te verhinderen dat bij de voorbewerking resthoeken blijven staan,<br />

kunt u "altijd langs de contour laten natreken". Daarbij worden de<br />

neuzen verwijderd die bij elke snede op het einde (door de<br />

snijkantgeometrie) aan de contour blijven staan.<br />

Met de instelling "niet natrekken langs de contour" kan de bewerking<br />

van de contour worden verkort. Ontstaande resthoeken worden dan<br />

echter niet herkend en bewerkt. Controleer daarom het gedrag voor<br />

de bewerking absoluut met behulp van een simulatie.<br />

Bij de instelling "automatisch" wordt altijd nagetrokken als de hoek<br />

tussen snijkant en contour een bepaalde waarde overschrijdt. De hoek<br />

is vastgelegd in de machinegegevens.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Om te vermijden dat door contourranden bij de snij-indeling zeer<br />

dunne sneden ontstaan, kunt u de snedenindeling aan contourranden<br />

uitrichten. Bij de bewerking wordt de contour dan door de randen<br />

onderverdeeld in verschillende secties; de snedenindeling wordt dan<br />

voor elke sectie afzonderlijk uitgevoerd.<br />

Als u bv. een bepaald bereik van de contour met een ander werktuig<br />

wilt bewerken, kunt u het bewerkingsbereik afgrenzen, zodat alleen<br />

het gewenste deel van de contour wordt bewerkt.<br />

U kunt tussen 1 en 4 grenslijnen definiëren.<br />

Om te verhinderen dat bij de bewerking te lange spaanders ontstaan,<br />

kunt u een aanvoeronderbreking programmeren. De parameter DI<br />

geeft het traject aan waarna de aanvoeronderbreking moet gebeuren.<br />

De onderbrekingstijd resp. de terugtrekweg zijn vastgelegd in de<br />

machinegegevens.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Bewerkingstype De bewerkingswijze (voorbewerking of nabewerking) kunt u vrij<br />

kiezen. Bij de voorbewerking van de contour worden parallelle sneden<br />

met de maximaal geprogrammeerde aanloopdiepte gemaakt. De<br />

voorbewerking gebeurt tot op de geprogrammeerde<br />

nabewerkingsovermaat.<br />

Bij de nabewerking kunt u nog een correctieovermaat U1 invoeren,<br />

zodat u meermaals kunt nabewerken (positieve correctie overmaat) of<br />

de contour kunt verkleinen (negatieve overmaat).<br />

De nabewerking gebeurt in dezelfde richting als de voorbewerking.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-224 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.4 Contourdraaien<br />

Verspanen<br />

Als u eerst de voorbewerking en dan de nabewerking wilt uitvoeren,<br />

moet u de bewerkingscyclus tweemaal oproepen (1ste blok =<br />

voorbewerking, 2de blok = nabewerking). De geprogrammeerde<br />

parameters blijven bij de tweede oproep behouden.<br />

Om de nabewerking meermaals uit te voeren, moet u de<br />

bewerkingscyclus ook meermaals programmeren.<br />

Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Verspanen".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Verspaanrichting <br />

Bewerkingszijde <br />

Bewerkingsrichting<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Verspaanrichting: langs, dwars of contourparallel<br />

Bewerkingszijde:<br />

Bij verspaanrichting langs en contourparallel: buiten of binnen<br />

Bij verspaanrichting dwars en contourparallel: front- of achterzijde<br />

Bewerkingsrichting:<br />

↑: van binnen naar buiten<br />

↓: van buiten naar binnen<br />

←: van front- naar achterzijde<br />

→: van achter- naar frontzijde<br />

De bewerkingsrichting is afhankelijk van de verspaaninrichting resp. de selectie van<br />

het werktuig.<br />

D Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure (inc) mm<br />

DX Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure in X-richting (inc) – (alleen bij<br />

contourparallel alternatief voor D)<br />

DZ Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure in Z-richting (inc) – (alleen bij<br />

contourparallel alternatief voor D)<br />

Op het einde van de snede niet natrekken langs de contour<br />

Op het einde van de snede altijd natrekken langs de contour<br />

Op het einde van de snede automatisch natrekken langs de contour<br />

Snedenindeling gelijkmatig<br />

Snedenindeling uitrichten t.o.v. randen<br />

Constante snijdiepte<br />

Wisselende snijdiepte – (alleen bij snedenindeling uitrichten t.o.v. randen)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-225<br />

mm<br />

mm<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

U Nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) –<br />

(alternatief voor UX en UZ)<br />

UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />

voor U)<br />

UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />

voor U)<br />

Overmaat Correctieovermaat contour of niet – (alleen bij nabewerking)<br />

U1 Correctieovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />

positieve waarde: correctieovermaat blijft staan<br />

negatieve waarde: correctieovermaat wordt naast de nabewerkingsovermaat<br />

eveneens verwijderd<br />

DI Afstand waarna de aanvoeronderbreking plaatsvindt – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

BL Basisdeelbeschrijving: cilinder, overmaat of contour (alleen bij voorbewerking)<br />

XD Overmaat of cilindermaat in X-richting ∅(abs of inc) – (alleen bij cilinder)<br />

Overmaat of cilindermaat in X-richting (inc) – (alleen bij cilinder)<br />

Overmaat op de contour in X-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />

ZD Overmaat of cilindermaat in Z-richting (abs of inc) – (alleen bij cilinder)<br />

Overmaat op de contour in Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />

Afgrenzen Bewerkingsbereik afgrenzen of niet<br />

XA Grens X (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

XB Grens X (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

ZA Grens Z (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

ZB Grens Z (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

Achtersnijding Achtersnijdingselementen bewerken of niet<br />

FR Aanloopaanvoer achtersnijding mm/o<br />

5.4.6 Verspanen restmateriaal<br />

Verspanen<br />

rest<br />

Als u materiaal wilt bewerken dat bij het verspanen tegen de contour<br />

is blijven staan, gebruikt u de functie "Restmateriaal".<br />

Bij het verspanen tegen de contour herkent <strong>ShopTurn</strong> automatisch<br />

evt. aanwezig restmateriaal en genereert een geactualiseerde ruwe<br />

contour. Materiaal dat door de nabewerkingsovermaat is blijven staan,<br />

is geen restmateriaal. Met de functie "Restmateriaal" kunt u het<br />

overtollige materiaal met een geschikt werktuig bewerken.<br />

De functie "Restmateriaal" is een software-optie.<br />

Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Verspanen rest".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-226 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.4 Contourdraaien<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Verspaanrichting <br />

Bewerkingszijde <br />

Bewerkingsrichting<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Verspaanrichting: Langs, dwars of contourparallel.<br />

Bewerkingszijde:<br />

Bij verspaanrichting langs en contourparallel: buiten of binnen<br />

Bij verspaanrichting dwars en contourparallel: front- of achterzijde<br />

Bewerkingsrichting:<br />

↑: van binnen naar buiten<br />

↓: van buiten naar binnen<br />

←: van front- naar achterzijde<br />

→: van achter- naar frontzijde<br />

De bewerkingsrichting is afhankelijk van de verspaanrichting.<br />

D Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure (inc) mm<br />

DX Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure in X-richting (inc) – (alleen bij<br />

contourparallel alternatief voor D)<br />

DZ Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure in Z-richting (inc) – (alleen bij<br />

contourparallel alternatief voor D)<br />

Op het einde van de snede niet natrekken langs de contour<br />

Op het einde van de snede altijd natrekken langs de contour<br />

Op het einde van de snede automatisch natrekken langs de contour<br />

Snedenindeling gelijkmatig<br />

Snedenindeling uitrichten t.o.v. randen<br />

Constante snijdiepte<br />

Wisselende snijdiepte – (alleen bij snedenindeling uitrichten t.o.v. randen)<br />

U Nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) –<br />

(alternatief voor UX en UZ)<br />

UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />

UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />

Overmaat Correctieovermaat contour of niet – (alleen bij nabewerking)<br />

U1 Correctieovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />

positieve waarde: correctieovermaat blijft staan<br />

negatieve waarde: correctieovermaat wordt naast de nabewerkingsovermaat<br />

eveneens verwijderd<br />

DI Afstand waarna de aanvoeronderbreking plaatsvindt – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

Afgrenzen Bewerkingsbereik afgrenzen of niet<br />

XA Grens X (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

XB Grens X (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

ZA Grens Z (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

ZB Grens Z (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

Achtersnijding Achtersnijdingselementen bewerken of niet<br />

FR Aanloopaanvoer achtersnijding mm/o<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-227<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

5.4.7 Steken<br />

Als u een willekeurig gevormde ril wilt maken, maakt u gebruik van de<br />

functie "Steken".<br />

Steken<br />

Voor u de ril programmeert, moet u eerst de contour van de ril<br />

invoeren.<br />

Als een ril breder is dan het actieve werktuig, wordt de breedte in<br />

meerdere sneden verspaand. Daarbij wordt het werktuig bij elke ril<br />

(maximaal) 80% van de werktuigbreedte verschoven.<br />

Basisdeel Bij het steken neemt <strong>ShopTurn</strong> basisdeel in acht, dat uit een cilinder,<br />

een overmaat op de afgewerkte contour of een willekeurige ruwe<br />

contour kan bestaan.<br />

Bewerkingsbereik<br />

afgrenzen<br />

Als u bv. een bepaald bereik van de contour met een ander werktuig<br />

wilt bewerken, kunt u het bewerkingsbereik afgrenzen, zodat alleen<br />

het gewenste deel van de contour wordt bewerkt.<br />

Aanvoeronderbreking Om te verhinderen dat bij de bewerking te lange spaanders ontstaan,<br />

kunt u een aanvoeronderbreking programmeren.<br />

Bewerkingstype De bewerkingswijze (voorbewerking of nabewerking) kunt u vrij<br />

kiezen.<br />

Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Verspanen".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-228 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.4 Contourdraaien<br />

Steken<br />

Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Steken".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Verspaanrichting <br />

Bewerkingszijde<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Verspaanrichting: vlak of dwars<br />

Bewerkingszijde:<br />

Bij verspaanrichting langs: buiten of binnen<br />

Bij verspaanrichting dwars: front- of achterzijde<br />

D Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure (inc) mm<br />

XDA 1ste Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />

XDB 2de Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />

U Nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) –<br />

(alternatief voor UX en UZ)<br />

UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />

voor U)<br />

UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />

voor U)<br />

Overmaat Correctieovermaat contour of niet – (alleen bij nabewerking)<br />

U1 Correctieovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />

positieve waarde: correctieovermaat blijft staan<br />

negatieve waarde: correctieovermaat wordt naast de nabewerkingsovermaat<br />

eveneens verwijderd<br />

DI Afstand waarna de aanvoeronderbreking plaatsvindt – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

BL Basisdeelbeschrijving: cilinder, overmaat of contour (alleen bij voorbewerking)<br />

XD Overmaat of cilindermaat in X-richting ∅(abs of inc) – (alleen bij cilinder)<br />

Overmaat of cilindermaat in X-richting (inc) – (alleen bij cilinder)<br />

Overmaat op de contour in X-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />

ZD Overmaat of cilindermaat in Z-richting (abs of inc) – (alleen bij cilinder)<br />

Overmaat op de contour in Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />

Afgrenzen Bewerkingsbereik afgrenzen of niet<br />

XA Grens X (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

XB Grens X (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

ZA Grens Z (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

ZB Grens Z (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

N Aantal rillen<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-229<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

5.4.8 Steken restmateriaal<br />

Steken<br />

rest<br />

Als u materiaal wilt bewerken dat bij het steken is blijven staan,<br />

gebruikt u de functie "Steken restmateriaal".<br />

Bij het steken herkent <strong>ShopTurn</strong> automatisch evt. aanwezig<br />

restmateriaal en genereert een geactualiseerde ruwe contour.<br />

Materiaal dat door de nabewerkingsovermaat is blijven staan, is geen<br />

restmateriaal. Met de functie "Steken restmateriaal" kunt u het<br />

overtollige materiaal met een geschikt werktuig bewerken.<br />

De functie "Steken restmateriaal" is een software-optie.<br />

Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Steken rest".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Verspaanrichting <br />

Bewerkingszijde<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Verspaanrichting: vlak of dwars<br />

Bewerkingszijde:<br />

Bij verspaanrichting langs: buiten of binnen<br />

Bij verspaanrichting dwars: front- of achterzijde<br />

D Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure (inc) mm<br />

XDA 1ste Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />

XDB 2de Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />

U Nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) –<br />

(alternatief voor UX en UZ)<br />

UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />

UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />

Overmaat Correctieovermaat contour of niet – (alleen bij nabewerking)<br />

U1 Correctieovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />

positieve waarde: correctieovermaat blijft staan<br />

negatieve waarde: correctieovermaat naast de nabewerkingsovermaat ook verw.<br />

DI Afstand waarna de aanvoeronderbreking plaatsvindt – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

Afgrenzen Bewerkingsbereik afgrenzen of niet<br />

XA Grens X (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

XB Grens X (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

ZA Grens Z (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

ZB Grens Z (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

N Aantal rillen<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-230 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.4 Contourdraaien<br />

5.4.9 Steekdraaien<br />

Als u een willekeurig gevormde ril wilt maken, maakt u gebruik van de<br />

functie "Steekdraaien".<br />

In tegenstelling tot het steken wordt bij het steekdraaien na elke steek<br />

ook zijdelings verspaand, zodat de bewerkingstijd aanzienlijk korter is.<br />

In tegenstelling tot de verspaning verspanen kunt u bij het<br />

steekdraaien ook contouren bewerken die een verticale ingang<br />

vereisen.<br />

Steekdraaien<br />

Voor het steekdraaien heeft u een speciaal werktuig nodig.<br />

Voor u de cyclus "Steekdraaien" programmeert, moet u eerst de<br />

gewenste contour invoeren.<br />

Basisdeel Bij het steekdraaien neemt <strong>ShopTurn</strong> basisdeel in acht, dat uit een<br />

cilinder, een overmaat op de afgewerkte contour of een willekeurige<br />

ruwe contour kan bestaan.<br />

Bewerkingsbereik<br />

afgrenzen<br />

Als u bv. een bepaald bereik van de contour met een ander werktuig<br />

wilt bewerken, kunt u het bewerkingsbereik afgrenzen, zodat alleen<br />

het gewenste deel van de contour wordt bewerkt.<br />

Aanvoeronderbreking Om te verhinderen dat bij de bewerking te lange spaanders ontstaan,<br />

kunt u een aanvoeronderbreking programmeren.<br />

Bewerkingstype De bewerkingswijze (voorbewerking of nabewerking) kunt u vrij<br />

kiezen.<br />

Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Verspanen".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-231<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

Steek-<br />

draain<br />

Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Steekdraaien".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

FX Aanvoer in X-richting mm/o<br />

FZ Aanvoer in Z-richting mm/o<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Verspaanrichting <br />

Bewerkingszijde<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Verspaanrichting: vlak of dwars<br />

Bewerkingszijde:<br />

Bij verspaanrichting langs: buiten of binnen<br />

Bij verspaanrichting dwars: front- of achterzijde<br />

D Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure (inc) mm<br />

XDA 1ste Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />

XDB 2de Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />

U Nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) –<br />

(alternatief voor UX en UZ)<br />

UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />

UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />

Overmaat Correctieovermaat contour of niet – (alleen bij nabewerking)<br />

U1 Correctieovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />

positieve waarde: correctieovermaat blijft staan<br />

negatieve waarde: correctieovermaat wordt naast de nabewerkingsovermaat<br />

eveneens verwijderd<br />

DI Afstand waarna de aanvoeronderbreking plaatsvindt – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

BL Basisdeelbeschrijving: cilinder, overmaat of contour (alleen bij voorbewerking)<br />

XD Overmaat of cilindermaat in X-richting ∅(abs of inc) – (alleen bij cilinder)<br />

Overmaat of cilindermaat in X-richting (inc) – (alleen bij cilinder)<br />

Overmaat op de contour in X-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />

ZD Overmaat of cilindermaat in Z-richting (abs of inc) – (alleen bij cilinder)<br />

Overmaat op de contour in Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />

Afgrenzen Bewerkingsbereik afgrenzen of niet<br />

XA Grens X (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

XB Grens X (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

ZA Grens Z (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

ZB Grens Z (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

N Aantal rillen<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-232 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.4 Contourdraaien<br />

5.4.10 Steekdraaien restmateriaal<br />

Steekdr.<br />

rest<br />

Als u materiaal wilt bewerken dat bij het steekdraaien is blijven staan,<br />

gebruikt u de functie "Steekdraaien restmateriaal".<br />

Bij het steekdraaien herkent <strong>ShopTurn</strong> automatisch evt. aanwezig<br />

restmateriaal en genereert een geactualiseerde ruwe contour.<br />

Materiaal dat door de nabewerkingsovermaat is blijven staan, is geen<br />

restmateriaal. Met de functie "Steekdraaien restmateriaal" kunt u het<br />

overtollige materiaal met een geschikt werktuig bewerken.<br />

De functie "Steekdraaien restmateriaal" is een software-optie.<br />

Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Steekdraaien rest".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

FX Aanvoer in X-richting mm/o<br />

FZ Aanvoer in Z-richting mm/o<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Verspaanrichting <br />

Bewerkingszijde<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Verspaanrichting: vlak of dwars<br />

Bewerkingszijde:<br />

Bij verspaanrichting langs: buiten of binnen<br />

Bij verspaanrichting dwars: front- of achterzijde<br />

D Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure (inc) mm<br />

XDA 1ste Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />

XDB 2de Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />

U Nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) –<br />

(alternatief voor UX en UZ)<br />

UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />

voor U)<br />

UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />

voor U)<br />

Overmaat Correctieovermaat contour of niet – (alleen bij nabewerking)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-233<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.4 Contourdraaien<br />

U1 Correctieovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />

positieve waarde: correctieovermaat blijft staan<br />

negatieve waarde: correctieovermaat wordt naast de nabewerkingsovermaat<br />

eveneens verwijderd<br />

DI Afstand waarna de aanvoeronderbreking plaatsvindt – (alleen bij voorbewerking) mm<br />

Afgrenzen Bewerkingsbereik afgrenzen of niet<br />

XA Grens X (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

XB Grens X (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

ZA Grens Z (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

ZB Grens Z (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />

N Aantal rillen<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-234 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

5.5 Frezen<br />

Als u eenvoudige geometrische vormen op het front- of mantelvlak wilt<br />

frezen, maakt u gebruik van de in dit hoofdstuk beschreven functies.<br />

Bij het frezen staan de volgende geometrische vormen ter<br />

beschikking:<br />

• Rechthoekige zak<br />

• Cirkelvormige zak<br />

• Rechthoekige tap<br />

• Cirkelvormige tap<br />

• Langsgroef<br />

• Cirkelgroef<br />

• Meerkant<br />

• Gravure<br />

Als u kamers, tappen of groeven op één positie wilt frezen, geeft u<br />

deze in het technologieblok aan. Als u deze vormen daarentegen op<br />

meerdere posities wilt frezen, moet u de posities resp. positiepatronen<br />

in een extra blok na het technologieblok programmeren.<br />

Het technologieblok en het positioneerblok worden in het arbeidsplan<br />

tussen rechte haakjes samengevat.<br />

Voorbeeld: Frezen<br />

Spil klemmen Bij het frezen kan het bijvoorbeeld zinvol zijn bij het verticale induiken<br />

in het materiaal de spil te klemmen om verdraaiingen te vermijden. De<br />

functie "Spil klemmen" moet door de machinefabrikant worden<br />

ingesteld.<br />

De machinefabrikant legt ook vast of <strong>ShopTurn</strong> de spil automatisch<br />

klemt als dit zinvol is voor de bewerking of u zelf de keuze hebt bij<br />

welke bewerking de spil geklemd moet worden.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-235<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

5.5.1 Rechthoekige kamer<br />

Als u zelf kunt beslissen bij welke bewerking de spil geklemd wordt,<br />

geldt het volgende:<br />

Bedenk dat bij de bewerking in de vlakken Front/Front C<br />

en Mantel/Mantel C de klemming na het induiken<br />

automatisch wordt losgemaakt. Bij de bewerking in de vlakken Front Y<br />

en Mantel Y is de klemming daarentegen modaal, d.w.z. ze blijft actief<br />

tot een wissel van het bewerkingsvlak wordt uitgevoerd of de<br />

klemming in het menu "Rechte cirkel" "Werktuig" wordt<br />

uitgeschakeld.<br />

Als u een willekeurige rechthoekige kamer op het front- of mantelvlak<br />

wilt frezen, maakt u gebruik van de functie "Rechthoekige kamer".<br />

U kunt beschikken over de volgende bewerkingsmogelijkheden:<br />

• Rechthoekige kamer uit vol materiaal frezen.<br />

• Rechthoekige kamer eerst in het midden voorboren, bv. als de<br />

frees niet over het midden snijdt (programmeer na elkaar de<br />

programmablokken boren, rechthoekige kamer en positie).<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />

naar het middelpunt van de kamer en dan tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

2. Het werktuig boort zich afhankelijk van de gekozen strategie in het<br />

materiaal.<br />

3. De bewerking van de kamer gebeurt met de geselecteerde<br />

bewerkingswijze altijd van binnen naar buiten.<br />

4. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-236 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

Bewerkingstype Bij het frezen van de rechthoekige kamer kunt u de bewerkingswijze<br />

vrij kiezen:<br />

• Voorbewerking<br />

Bij de voorbewerking worden vanuit het midden na elkaar de<br />

verschillende niveaus van de kamer bewerkt tot de diepte Z1 resp.<br />

X1 bereikt is.<br />

• Nabewerking<br />

Bij de nabewerking wordt altijd eerst de rand bewerkt. De<br />

kamerrand wordt in een kwartcirkel aangelopen die in de<br />

hoekradius uitmondt. Bij de laatste aanvoerbeweging wordt vanuit<br />

het midden de bodem gladgemaakt.<br />

• Nabewerking rand<br />

De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de<br />

nabewerking, alleen de laatste aanvoer (bodem bewerken) valt<br />

weg.<br />

• Afkanten<br />

Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de kamer<br />

gebroken.<br />

Rechthoek.<br />

kamer<br />

Kamer ><br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Kamer" en "Rechthoekige kamer".<br />

Als u een fase wilt frezen en de hoekradius R = 0 bij de nabewerking<br />

was, moet u bij het afkanten in parameter B de radius van de<br />

nabewerkingsfrees invoeren.<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Spil klemmen/losmaken (allen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij de<br />

voorbewerking centraal wordt ingedoken)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Nabewerking aan de rand<br />

Afkanten<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-237<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

Afzonderlijke<br />

pos.<br />

Pos. patroon<br />

X0<br />

Y0<br />

L0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

Y0<br />

C0<br />

Z0<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

FS<br />

ZFS<br />

CP<br />

X0<br />

Y0<br />

L0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

Rechthoekige kamer op een geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0, L0, C0, CP)<br />

frezen.<br />

Meerdere rechthoekige kamers in een positiepatroon (bv. volledige cirkel of rooster)<br />

frezen.<br />

Afzonderlijke positie Front/Front C:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige kamer.<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte van de kamer t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Afzonderlijke positie Mantel/Mantel C:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige kamer.<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte van de kamer t.o.v. X0 ∅ (abs of inc) ) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) ) – (alleen bij voor en<br />

nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Afzonderlijke positie Front Y:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige kamer.<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte van de kamer t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-238 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

UXY<br />

UZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

C0<br />

Y0<br />

Z0<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

FS<br />

ZFS<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Afzonderlijke positie Mantel Y:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige kamer.<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Referentiepunt (abs)<br />

Diepte van de kamer t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor en nabew.)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-239<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

W Breedte van de kamer mm<br />

L Lengte van de kamer mm<br />

R Radius aan de kamerhoeken mm<br />

α0 Draaihoek van de kamer<br />

Front: α0 heeft betrekking op de X-as, bij polair referentiepunt op de positie van C0<br />

Mantel: α0 heeft betrekking op de Y-as<br />

graden<br />

Induiken<br />

Induikstrategie<br />

Helicaal: Induiken op een spiraalbaan<br />

Het freesmiddelpunt beweegt over de door de radius en de diepte per omwenteling<br />

bepaalde spiraalbaan. Als de diepte voor een aanloop bereikt is, wordt nog een<br />

volledige cirkel in het vlak uitgevoerd.<br />

Pendelend: Induiken pendelen op de middenas van de kamer<br />

Het freesmiddelpunt pendelt op een rechte tot de diepte-instelling bereikt is. Zodra<br />

de diepte bereikt is, wordt de weg in het vlak nogmaals zonder aanloop uitgevoerd.<br />

Centraal: Verticaal op het kamermidden induiken<br />

De berekende aanloopdiepte wordt in het midden van de kamer verticaal<br />

uitgevoerd.<br />

Aanwijzing: Bij deze instelling moet de frees over het midden snijden of is er een<br />

voorboring vereist.<br />

EP Maximale induikstijging (alleen bij induiken helicaal)<br />

De stijging van de helix kan als gevolg van de geometrische verhoudingen kleiner<br />

zijn.<br />

ER Induikradius (alleen bij induiken helicaal)<br />

De radius mag niet groter zijn dan de freesradius daar anders materiaal blijft staan.<br />

Zorg ervoor dat de kamer niet wordt geschonden.<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm/o<br />

EW Induikhoek (alleen bij induiken pendelend) graden<br />

FZ Aanvoer in de diepte (alleen bij Front/Front C en Front Y - induiken centraal) mm/tand<br />

mm/min<br />

FX Aanvoer in de diepte (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - induiken centraal) mm/tand<br />

mm/min<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

5.5.2 Cirkelvormige kamer<br />

Als u een willekeurige cirkelvormige kamer op het front- of mantelvlak<br />

wilt frezen, maakt u gebruik van de functie "Cirkelvormige kamer".<br />

U kunt beschikken over de volgende bewerkingsmogelijkheden:<br />

• Cirkelvormige kamer uit vol materiaal frezen.<br />

• Cirkelvormige kamer eerst in het midden voorboren, bv. als de<br />

frees niet over het midden snijdt (programmeer na elkaar de<br />

programmablokken boren, cirkelvormige kamer en positie).<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />

naar het middelpunt van de kamer en dan tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

2. Het werktuig boort zich afhankelijk van de gekozen strategie in het<br />

materiaal.<br />

3. De bewerking van de kamer gebeurt met de geselecteerde<br />

bewerkingswijze altijd van binnen naar buiten.<br />

4. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

Bewerkingstype Bij het frezen van de cirkelvormige kamer kunt u de bewerkingswijze<br />

vrij kiezen:<br />

• Voorbewerking<br />

Bij de voorbewerking worden vanuit het midden na elkaar de<br />

verschillende niveaus van de kamer bewerkt tot de diepte Z1 resp.<br />

X1 bereikt is.<br />

• Nabewerking<br />

Bij de nabewerking wordt altijd eerst de rand bewerkt. De<br />

kamerrand wordt met een kwartcirkel aangelopen die in de<br />

kamerradius uitmondt. Bij de laatste aanvoerbeweging wordt vanuit<br />

het midden de bodem gladgemaakt.<br />

• Nabewerking rand<br />

De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de<br />

nabewerking, alleen de laatste aanvoer (bodem bewerken) valt<br />

weg.<br />

• Afkanten<br />

Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de kamer<br />

gebroken.<br />

Cirkelvorm.<br />

kamer<br />

Kamer ><br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Kamer" en "Cirkelvormige kamer".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-240 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Afz. pos.<br />

Pos. patroon<br />

X0<br />

Y0<br />

L0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

Y0<br />

C0<br />

Z0<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

DX<br />

Spil klemmen/losmaken (allen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij de<br />

voorbewerking centraal wordt ingedoken)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Nabewerking aan de rand<br />

Afkanten<br />

Cirkelv. kamer op een geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0, L0, C0, CP) frezen.<br />

Meerdere cirkelv. kamers in positiepatroon (bv. volledige cirkel of rooster) frezen.<br />

Afzonderlijke positie Front/Front C:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige kamer.<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte van de kamer t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Afzonderlijke positie Mantel/Mantel C:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige kamer.<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte van de kamer t.o.v. X0 ∅ (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-241<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

UYZ<br />

UX<br />

FS<br />

ZFS<br />

FS<br />

ZFS<br />

CP<br />

X0<br />

Y0<br />

L0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor. en nabew.)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Afzonderlijke positie Front Y:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige kamer.<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte van de kamer t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-242 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

C0<br />

Afzonderlijke positie Mantel Y:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige kamer.<br />

Referentiepunt<br />

graden<br />

Y0<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

mm<br />

Z0<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

mm<br />

X0<br />

Referentiepunt (abs)<br />

mm<br />

X1<br />

Diepte van de kamer t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

mm<br />

DYZ<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking) mm<br />

Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

%<br />

DX<br />

Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking) mm<br />

UYZ<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking) mm<br />

UX<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor- en nabew.) mm<br />

FS<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

mm<br />

ZFS Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

mm<br />

∅ Diameter van de kamer mm<br />

Induiken Induikstrategie<br />

Helicaal: Induiken op spiraalbaan<br />

Het freesmiddelpunt beweegt over de door de radius en de diepte per omwenteling<br />

bepaalde spiraalbaan. Als de diepte voor een aanloop bereikt is, wordt nog een<br />

volledige cirkel in het vlak uitgevoerd.<br />

Aanvoer: Bewerkingsaanvoer<br />

Centraal: Verticaal induiken op kamermiddelpunt<br />

De berekende aanloopdiepte wordt in het midden van de kamer verticaal<br />

uitgevoerd. Aanvoer: Aanvoer zoals geprogrammeerd onder FZ<br />

Aanwijzing: Bij het verticale induiken op het kamermiddelpunt moet de frees over<br />

het midden snijden of is er een voorboring vereist.<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

EP Maximale induikstijging (alleen bij induiken helicaal)<br />

De stijging van de helix kan als gevolg van de geometrische verhoudingen kleiner<br />

zijn.<br />

ER Induikradius (alleen bij induiken helicaal)<br />

De radius mag niet groter zijn dan de fasebreedte daar anders materiaal blijft staan.<br />

Zorg ervoor dat de kamer niet wordt geschonden.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-243<br />

mm/o<br />

FZ Aanvoer in de diepte (alleen bij Front/Front C en Front Y - induiken centraal) mm/tand<br />

mm/min<br />

FX Aanvoer in de diepte (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - induiken centraal) mm/tand<br />

mm/min<br />

5.5.3 Rechthoekige tap<br />

Als u verschillende rechthoekige tappen wilt frezen, maakt u gebruik<br />

van de functie "Rechthoekige tappen".<br />

Daarbij staan de volgende vormen met of zonder hoekradius ter<br />

beschikking:<br />

Rechthoekige tap<br />

Naast de gewenste rechthoekige tappen moet u nog een basisdeeltap<br />

definiëren. De basisdeeltap legt het bereik vast, waarbuiten er geen<br />

materiaal staat, d.w.z. daar wordt er in ijlgang gelopen. De<br />

basisdeeltap mag naburige basisdeeltappen niet snijden en wordt<br />

door <strong>ShopTurn</strong> automatisch centraal rond de afgewerkte tap<br />

geplaatst.<br />

mm<br />

De tap wordt met slechts één aanloop bewerkt. Als u de bewerking<br />

met meerdere aanlopen wilt uitvoeren, moet u de functie<br />

"Rechthoekige tap" meermaals programmeren, telkens met een<br />

kleinere nabewerkingsovermaat.<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />

naar het startpunt en dan tot op de veiligheidsafstand. Het<br />

startpunt ligt op de om 0α gedraaide positieve X-as.<br />

2. Het werktuig beweegt zijdelings in een halve cirkel met<br />

bewerkingsaanvoer naar de tapcontour toe. Eerst wordt de<br />

bewerkingsdiepte bereikt, daarna volgt de bewerking in het vlak.<br />

De tap wordt afhankelijk van de geprogrammeerde<br />

bewerkingsdraairichting (contrarotatie/gelijkloop) met de wijzers<br />

van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in bewerkt.<br />

3. Zodra de tap eenmaal omrond is, verlaat het werktuig de contour in<br />

een halve cirkel en wordt de aanloop voor de volgende<br />

bewerkingsdiepte uitgevoerd.<br />

4. De tap wordt weer in een halve cirkel aangelopen en eenmaal<br />

omlopen. Deze procedure wordt zolang herhaald tot de<br />

geprogrammeerde diepte bereikt is.<br />

5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

Y<br />

Afvoeren<br />

van<br />

de contour<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-244 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

X<br />

Gereedschap<br />

Aanvoeren<br />

van<br />

de contour<br />

Rechthoekige tap<br />

Rechthoekige tap in halve cirkel naderen en verlaten<br />

Bewerkingstype Bij het frezen van de rechthoekige tap kunt u het bewerkingstype vrij<br />

kiezen:<br />

• Voorbewerking<br />

Bij de voorbewerking wordt de tap omrond tot de<br />

geprogrammeerde nabewerkingsovermaat bereikt is.<br />

• Nabewerking<br />

Als u een nabewerkingsovermaat heeft geprogrammeerd, wordt<br />

de tap omrond tot de diepte Z1 bereikt is.<br />

• Afkanten<br />

Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de<br />

rechthoekige kamer gebroken.<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

Rechthoek.<br />

tap<br />

Tap ><br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Tap" en "Rechthoekige tap".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 6 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Afz. pos.<br />

Pos. patroon<br />

X0<br />

Y0<br />

L0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Afkanten<br />

Rechthoekige tap op een geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0, L0, C0, CP) frezen.<br />

Meerdere rechth. tappen in een positiepatroon (volledige cirkel of rooster) frezen.<br />

Afzonderlijke positie Front/Front C:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige tap.<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte van de tap t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (taprand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (tapdiepte) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-245<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

CP<br />

X0<br />

Y0<br />

L0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

C0<br />

Y0<br />

Z0<br />

X0<br />

X1<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

FS<br />

ZFS<br />

Afzonderlijke positie Front Y:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige tap.<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte van de tap t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (taprand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (tapdiepte) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Afzonderlijke positie Mantel Y:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige tap.<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte van de tap t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (taprand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (tapdiepte) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-246 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

W Breedte van de afgewerkte tap mm<br />

L Lengte van de afgewerkte tap mm<br />

R Radius aan de kanten van de tap (hoekradius) mm<br />

α0 Draaihoek van de tap<br />

Front: α0 heeft betrekking op de X-as, bij polair referentiepunt op de positie van C0<br />

Mantel: α0 heeft betrekking op de Y-as<br />

graden<br />

W1 Breedte van de basisdeeltap (belangrijk voor het bepalen van de aanlooppositie) mm<br />

L1 Lengte van de basisdeeltap (belangrijk voor het bepalen van de aanlooppositie) mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

5.5.4 Cirkelvormige tap<br />

Als u een cirkelvormige tap wilt frezen, maakt u gebruik van de functie<br />

"Cirkelvormige tap".<br />

Naast de gewenste cirkelvormige tap moet u nog een basisdeeltap<br />

definiëren. De basisdeeltap legt het bereik vast, waarbuiten er geen<br />

materiaal staat, d.w.z. daar wordt er in ijlgang gelopen. De<br />

basisdeeltap mag naburige basisdeeltappen niet snijden en wordt<br />

door <strong>ShopTurn</strong> automatisch centraal rond de afgewerkte tap<br />

geplaatst.<br />

De tap wordt met slechts één aanloop bewerkt. Als u de bewerking<br />

met meerdere aanlopen wilt uitvoeren, moet u de functie<br />

"Cirkelvormige tap" meermaals programmeren, telkens met een<br />

kleinere nabewerkingsovermaat.<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />

naar het startpunt en dan tot op de veiligheidsafstand. Het<br />

startpunt ligt altijd op de positieve X-as.<br />

2. Het werktuig beweegt zijdelings in een halve cirkel met<br />

bewerkingsaanvoer naar de tapcontour toe. Eerst wordt de<br />

bewerkingsdiepte bereikt, daarna volgt de bewerking in het vlak.<br />

De tap wordt afhankelijk van de geprogrammeerde<br />

bewerkingsdraairichting (contrarotatie/gelijkloop) met de wijzers<br />

van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in bewerkt.<br />

3. Zodra de tap eenmaal omrond is, verlaat het werktuig de contour in<br />

een halve cirkel en wordt de aanloop voor de volgende<br />

bewerkingsdiepte uitgevoerd.<br />

4. De tap wordt weer in een halve cirkel aangelopen en eenmaal<br />

omlopen. Deze procedure wordt zolang herhaald tot de<br />

geprogrammeerde diepte bereikt is.<br />

5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-247<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

Cirkelvorm.<br />

tap<br />

Tap ><br />

Y<br />

Afvoeren<br />

van<br />

de contour<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-248 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

X<br />

Gereedschap<br />

Aanvoeren<br />

van<br />

de contour<br />

Cirkelvormige tap<br />

Cirkelvormige tap in halve cirkel naderen en verlaten<br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Tap" en "Cirkelvormige tap".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 6 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Afz. pos.<br />

Pos. patroon<br />

X0<br />

Y0<br />

L0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Afkanten<br />

Rechthoekige tap op een geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0, L0, C0, CP) frezen.<br />

Meerdere cirkelv. tappen in een positiepatroon (volledige cirkel of rooster) frezen.<br />

Afzonderlijke positie Front/Front C:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige tap.<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte van de tap t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (taprand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (tapdiepte) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

FS<br />

ZFS<br />

CP<br />

X0<br />

Y0<br />

L0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Afzonderlijke positie Front Y:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige tap.<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte van de tap t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (taprand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (tapdiepte) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-249<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

C0<br />

Afzonderlijke positie Mantel Y:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige tap.<br />

Referentiepunt<br />

graden<br />

Y0<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

mm<br />

Z0<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

mm<br />

X0<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

mm<br />

X1<br />

Diepte van de tap t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

mm<br />

DX<br />

Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking) mm<br />

UYZ<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (taprand) – (alleen bij voor- en nabewerking) mm<br />

UX<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (tapdiepte) – (alleen bij voor- en nabewerking) mm<br />

FS<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

mm<br />

ZFS<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

mm<br />

∅ Diameter van de afgewerkte tap mm<br />

∅1 Diameter van de basisdeeltap (belangrijk voor het bepalen van de aanlooppositie) mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

5.5.5 Langsgroef<br />

Als u een willekeurige langsgroef op het front- of mantelvlak wilt<br />

frezen, maakt u gebruik van de functie "Langsgroef".<br />

U kunt beschikken over de volgende bewerkingsmogelijkheden:<br />

• Langsgroef uit vol materiaal frezen.<br />

• Langsgroef eerst in het midden voorboren, bv. als de frees niet<br />

over het midden snijdt (programmeer na elkaar de<br />

programmablokken boren, rechthoekige kamer en positie).<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />

naar het groefmiddelpunt en dan tot op de veiligheidsafstand.<br />

2. Het werktuig boort zich afhankelijk van de gekozen strategie in het<br />

materiaal.<br />

3. De bewerking van de langsgroef gebeurt met de geselecteerde<br />

bewerkingswijze altijd van binnen naar buiten.<br />

4. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

Bewerkingstype Bij het frezen van de langsgroef kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen:<br />

• Voorbewerking<br />

Bij de voorbewerking worden vanuit het midden na elkaar de<br />

verschillende niveaus van de groef bewerkt tot de diepte Z1 resp.<br />

X1 bereikt is.<br />

• Nabewerking<br />

Bij de nabewerking wordt altijd eerst de rand bewerkt. De<br />

kamerrand wordt in een kwartcirkel aangelopen die in de<br />

hoekradius uitmondt. Bij de laatste aanvoerbeweging wordt vanuit<br />

het midden de bodem gladgemaakt.<br />

• Nabewerking rand<br />

De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de<br />

nabewerking, alleen de laatste aanvoer (bodem bewerken) valt<br />

weg.<br />

• Afkanten<br />

Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de langsgroef<br />

gebroken.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-250 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

Langsgroef<br />

Groef ><br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Groef" en "Langsgroef".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Ligging selecteren:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Afz. pos.<br />

Pos. patroon<br />

X0<br />

Y0<br />

L0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

Y0<br />

C0<br />

Z0<br />

X0<br />

X1<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij<br />

de voorbewerking centraal wordt ingedoken)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Nabewerking rand<br />

Afkanten<br />

Langsgroef op een geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0, L0, C0, CP) frezen.<br />

Meerdere langsgroeven in een positiepatroon (volledige cirkel of rooster) frezen.<br />

Afzonderlijke positie Front/Front C:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de langsgroef.<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte van de groef t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanvoer in %: Verhouding tussen vlakaanvoer (mm) en freesdiameter (mm) –<br />

(alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (groefbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Afzonderlijke positie Mantel/Mantel C:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de langsgroef.<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte van de groef t.o.v. X0 ∅ (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-251<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

DYZ<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

FS<br />

ZFS<br />

CP<br />

X0<br />

Y0<br />

L0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

C0<br />

Y0<br />

Z0<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

FS<br />

ZFS<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanvoer in %: Verhouding tussen vlakaanvoer (mm) en freesdiameter (mm) –<br />

(alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (groefbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Afzonderlijke positie Front Y:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de langsgroef.<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte van de groef t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanvoer in %: Verhouding tussen vlakaanvoer (mm) en freesdiameter (mm) –<br />

(alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (groefbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Afzonderlijke positie Mantel Y:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de langsgroef.<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Referentiepunt (abs)<br />

Diepte van de groef t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanvoer in %: Verhouding tussen vlakaanvoer (mm) en freesdiameter (mm) –<br />

(alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (groefbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

W Breedte van de groef mm<br />

L Lengte van de groef mm<br />

α0 Draaihoek van de groef<br />

Front: α0 heeft betrekking op de X-as, bij polair referentiepunt op de positie van C0<br />

Mantel: α0 heeft betrekking op de Y-as<br />

Induiken Induikstrategie<br />

Centraal: Verticaal induiken op het middelpunt van de langsgroef<br />

In het midden van de kamer wordt de aanloopdiepte bereikt.<br />

Aanwijzing: Bij deze instelling moet de frees over het midden snijden.<br />

Pendelend: Pendelend op de middelas van de langsgroef induiken<br />

Het freesmiddelpunt pendelt op een rechte tot de diepte-instelling bereikt is. Zodra<br />

de diepte bereikt is, wordt de weg in het vlak nogmaals zonder aanloop uitgevoerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-252 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

EW Induikhoek (enkel bij pendelend) graden<br />

FZ Aanvoer in de diepte (alleen bij Front/Front C en Front Y - induiken centraal) mm/tand<br />

mm/min<br />

FX Aanvoer in de diepte (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - induiken centraal) mm/tand<br />

mm/min<br />

5.5.6 Cirkelgroef<br />

Als u één of meerdere even grote cirkelgroeven wilt frezen op een<br />

volledige of een deelcirkel, maakt u gebruik van de functie<br />

"Cirkelgroef".<br />

Werktuiggrootte Houd er rekening mee dat de frees bij de bewerking van de cirkelgroef<br />

niet onder een bepaalde grootte mag dalen:<br />

• Voorbewerken:<br />

1/2 groefbreedte W – nabewerkingsovermaat UXY ≤ freesdiam.<br />

• Nabewerken:<br />

1/2 groefbreedte W ≤ freesdiameter<br />

• Nabewerking rand:<br />

Gladovermaat UXY ≤ freesdiameter<br />

Ringgroef<br />

Als u een cirkelv. groef wenst te maken, moet u voor de parameters<br />

aantal N en openingshoek α1 de volgende waarden invoeren:<br />

N = 1<br />

α1 = 360°<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig loop in ijlgang op de hoogte van het terugtrekniveau<br />

op het middelpunt van de halve cirkel op het einde van de groef en<br />

voert aan op veiligheidsafstand.<br />

2. Daarna duikt het werktuig met bewerkingsaanvoer in het werkstuk,<br />

waarbij de maximale aanloop in Z-richting (bij frontbewerking) en<br />

X-richting (bij mantelbewerking) en de nabewerkingsovermaat in<br />

acht worden genomen. De cirkelgroef wordt afhankelijk van de<br />

geprogrammeerde bewerkingsdraairichting (tegenloop of<br />

gelijkloop) met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van<br />

de klok in bewerkt.<br />

3. Als de eerste cirkelgroef klaar is, loopt het werktuig in ijlgang op<br />

het terugtrekniveau.<br />

4. De volgende cirkelgroef wordt op een rechte lijn of cirkelvormige<br />

baan aangelopen en vervolgens bewerkt.<br />

De ijlgangaanvoer voor het positioneren op een cirkelvormige baan<br />

is vastgelegd in de machinegegevens.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-253<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

Bewerkingstype Bij het frezen van de cirkelgroef kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen:<br />

• Voorbewerken<br />

Bij het voorbewerken worden na elkaar vanuit het middelpunt van<br />

de halve cirkel op het einde van de groef de afzonderlijke niveaus<br />

van de groef bewerkt tot de diepte Z1 bereikt is.<br />

• Gladmaken<br />

Bij het gladmaken wordt altijd eerst de rand bewerkt tot de diepte<br />

Z1 bereikt is. De groefrand wordt in een kwartcirkel aangelopen<br />

die in de radius uitmondt. Met de laatste aanvoerbeweging wordt<br />

vanuit het middelpunt van de halve cirkel op het einde van de<br />

groef de bodem gladgemaakt.<br />

• Nabewerking rand<br />

De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de<br />

nabewerking, alleen de laatste aanvoer (bodem bewerken) valt<br />

weg.<br />

• Afkanten<br />

Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de<br />

cirkelgroef gebroken.<br />

Cirkelgroef<br />

Groef ><br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Groef" en "Cirkelgroef".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

FZ Aanvoerbeweging diepte mm/tand<br />

mm/min<br />

Ligging U kunt 8 verschillende liggingen selecteren:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij<br />

de voorbewerking centraal wordt ingedoken)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Nabewerking rand<br />

Afkanten<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-254 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

Volledige<br />

cirkel<br />

Deelcirkel<br />

X0<br />

Y0<br />

L0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

DZ<br />

UXY<br />

FS<br />

ZFS<br />

Y0<br />

C0<br />

Z0<br />

X0<br />

X1<br />

DX<br />

UYZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

CP<br />

X0<br />

Y0<br />

L0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

DZ<br />

UXY<br />

FS<br />

ZFS<br />

Cirkelgroeven positioneren op volledige cirkel. De afstand van een cirkelvormige<br />

groef naar de volgende cirkelvormige groef is altijd gelijk en wordt door de besturing<br />

berekend.<br />

Cirkelgroeven positioneren op deelcirkel. De afstand van een cirkelvormige groef<br />

naar de volgende cirkelvormige groef kan over de hoek α2 worden bepaald.<br />

Front/Front C:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de volledige resp. deelcirkel.<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte van de groef t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Fasebreedte (abs) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de volledige resp. deelcirkel.<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte van de groef t.o.v. X0 ∅ (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Fasebreedte (abs) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Front Y:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de volledige resp. deelcirkel.<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte van de groef t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Fasebreedte (abs) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-255<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

C0<br />

Y0<br />

Z0<br />

X0<br />

X1<br />

DX<br />

UYZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

Mantel Y:<br />

Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de volledige resp. deelcirkel.<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte van de groef t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Fasebreedte (abs) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

W Breedte van de groef mm<br />

R Radius van de cirkelgroef mm<br />

α0 Starthoek<br />

α0 heeft betrekking op het frontvlak op de X-as, op het mantelvlak op de Y-as.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-256 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

α1 Openingshoek van een groef graden<br />

α2 Doorschakelhoek (alleen bij deelcirkel) graden<br />

N Aantal groeven<br />

positioneren Rechte lijn: volgende positie wordt in rechte lijn in ijlgang genaderd.<br />

Cirkel: volgende positie wordt op een cirkelvormige baan genaderd met een in de<br />

machinegegevens vastgelegde aanvoer.


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

5.5.7 Posities<br />

...<br />

Posities<br />

><br />

Als u een kamer, een tap of een langsgroef op meerdere posities wilt<br />

frezen, moet u een eigen positioneerblok programmeren.<br />

Voorwaarde voor het frezen op meerdere posities is dat u de<br />

freescyclus "Positiepatroon" heeft ingesteld.<br />

Positiepatroon<br />

Meer informatie over willekeurige posities of positiepatronen vindt u in<br />

het hoofdstuk "Boren".<br />

Druk op de softkeys "Boren" en "Posities".<br />

Selecteer via softkey het gewenste positiepatroon.<br />

Volg de beschrijving in het hoofdstuk "Boren".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-257<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

5.5.8 Meerkant<br />

Als u een meerkant met een willekeurig aantal kanten midden op het<br />

frontvlak wilt frezen, maakt u gebruik van de functie "Meerkant".<br />

Daarbij staan o.a. de volgende vormen met of zonder hoekradius<br />

resp. fase ter beschikking:<br />

Meerkant<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />

naar het startpunt en dan tot op de veiligheidsafstand.<br />

2. Het werktuig beweegt in een kwartcirkel met bewerkingsaanvoer<br />

naar de meerkant toe. Eerst wordt de bewerkingsdiepte bereikt,<br />

daarna volgt de bewerking in het vlak. De meerkant wordt<br />

afhankelijk van de geprogrammeerde bewerkingsdraairichting<br />

(contrarotatie/gelijkloop) met de wijzers van de klok mee of tegen<br />

de wijzers van de klok in bewerkt.<br />

3. Zodra het eerste vlak bewerkt is, verlaat het werktuig de contour in<br />

een kwartcirkel en wordt de aanloop voor de volgende<br />

bewerkingsdiepte uitgevoerd.<br />

4. De meerkant wordt opnieuw in een kwartcirkel benaderd. Deze<br />

procedure wordt zolang herhaald tot de geprogrammeerde diepte<br />

van de meerkant bereikt is.<br />

5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

Een meerkant met meer dan twee kanten wordt spiraalvormig<br />

omrond, bij een één- en tweekant wordt elke kant afzonderlijke<br />

bewerkt.<br />

Y<br />

Afvoeren<br />

van<br />

de contour<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-258 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

X<br />

Gereedschap<br />

Aanvoeren<br />

van<br />

de contour<br />

Meerkant<br />

Meerkant in kwartcirkel benaderen en verlaten<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

Meerkant ><br />

Druk op de softkeys "Frezen" en "Meerkant".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging U kunt 3 verschillende liggingen selecteren:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Nabewerking aan de rand<br />

Afkanten<br />

∅ Diameter van het basisdeel mm<br />

Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />

N Aantal kanten (1, 2,.....)<br />

SW <strong>Sl</strong>eutelbreedte (alternatief voor L) – (alleen bij N = 1 of N = even getal) mm<br />

L Kantlengte (alternatief voor SW) mm<br />

α0 Draaihoek van de 1ste kant t.o.v. de X-as.<br />

α0 > 0: meerkant wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />

α0 < 0: meerkant wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />

FS1 Fase in XY-vlak (alternatief voor R1) – (vanaf 3 kanten)<br />

R1 Afronding in XY-vlak (alternatief voor FS1) – (vanaf 3 kanten) mm<br />

Z1 Eindpunt Z1 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en nabewerking) mm<br />

FS Fasebreedte (abs) – (alleen bij afkanten) mm<br />

ZFS Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

DZ Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

DXY Maximale aanloop in het XY-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en freesdiameter (mm)<br />

UZ Nabewerkingsovermaat in de diepte (alleen bij voorbewerking, nabewerking) mm<br />

UXY Nabewerkingsovermaat in het vlak (alleen bij voorbewerking en nabewerking) mm<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-259<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

%


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

5.5.9 Gravure<br />

Als u een tekst op een lijn of een cirkelboog wilt frezen, maakt u<br />

gebruik van de functie "Gravure".<br />

De gewenste tekst kunt u direct als "vaste tekst" in het tekstveld<br />

invoeren of als "variabele tekst" via een variabele toewijzen.<br />

Bij het graveren gebruikt <strong>ShopTurn</strong> een proportioneel lettertype, d.w.z.<br />

dat de verschillende tekens niet even breed zijn.<br />

Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />

naar het startpunt en dan tot op de veiligheidsafstand.<br />

2. Het werktuig beweegt met aanloopaanvoer FZ resp. FX naar de<br />

bewerkingsdiepte Z1 resp. X1 en freest het teken.<br />

3. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken op de<br />

veiligheidsafstand en beweegt op een rechte naar het volgende<br />

teken.<br />

4. Stap 2 en 3 worden herhaald tot de volledige tekst gefreesd is.<br />

Variabele teksten U heeft verschillende mogelijkheden om variabele teksten te graveren:<br />

• Datum en tijd<br />

U kunt bv. de productiedatum en de actuele tijd op de<br />

werkstukken laten graveren. De waarden voor datum en tijd<br />

worden uit de NCK uitgelezen.<br />

• Aantal<br />

Met behulp van deze variabelen heeft u de mogelijkheid een<br />

doorlopend serienummer aan te brengen op de werkstukken.<br />

Daarbij kunt u het formaat (aantal cijfers, voorafgaande nullen)<br />

vastleggen. De variabele "Aantal" is als gebruikersvariabele<br />

(_E_PART[0]) gedefinieerd in de gegevensbouwsteen<br />

GUD 7.<br />

Met behulp van dummies (#) formateert u het aantal cijfers<br />

waarmee het nummer moet beginnen.<br />

Als u voor het eerste werkstuk niet het nummer 1 wilt toekennen,<br />

kunt u een additieve waarde toekennen<br />

(bv. (). Het aangegeven aantal wordt dan<br />

met deze waarde vermeerderd (bv. 101, 102, 103,...).<br />

• Getallen<br />

Bij het graveren van getallen (bv. meetresultaten) kunt u<br />

het formaat (cijfers voor en na de komma) zelf bepalen.<br />

• Tekst<br />

I.p.v. een vaste tekst in het gravure-tekstveld in te voeren, kunt u<br />

ook gebruik maken van een tekstvariabele<br />

(bv. VARTEXT="ABC123").<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-260 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

Spiegelschrift<br />

Als u in het bewerkingsvlak "Front achter" of "Mantel binnen" een<br />

gravure programmeert, ontstaat spiegelschrift. Om ook hier een<br />

normaal schrift te verkrijgen, moet u eerst een spiegeling (zie hfdst.<br />

"Coördinatentransformaties definiëren") programmeren, pas daarna<br />

de functie "Gravure".<br />

Bedenk hierbij dat u zich voor de spiegeling op hetzelfde<br />

bewerkingsvlak bevindt waarin u wilt graveren. (zie hfdst. "Werktuig<br />

en bewerkingsvlak selecteren" om het bewerkingsvlak te veranderen.)<br />

Als u omgekeerd in de bewerkingsvlakken "Front voor" en "Mantel<br />

buiten" een spiegelschrift wilt graveren, programmeert u eerst een<br />

spiegeling en voert u daarna de normale tekst in de functie "Gravure"<br />

in.<br />

volledige cirkel Om de tekens gelijkmatig op een volledige cirkel te verdelen, hoeft u<br />

niet de openingshoek α2 tussen het eerste en het laatste teken uit te<br />

rekenen, u voert gewoon α2=360° in. <strong>ShopTurn</strong> verdeelt de tekens<br />

dan automatisch op de cirkel.<br />

Kleine letters<br />

Kleine<br />

letters<br />

Speciale tekens<br />

Speciale<br />

tekens<br />

Gravure<br />

Druk op de softkeys "Frezen" en "Gravure".<br />

Druk op de softkey "Kleine letters" als u kleine letters wilt<br />

invoeren.<br />

Als u nogmaals op de softkey drukt, kunt u opnieuw hoofdletters<br />

invoeren.<br />

Druk op de softkey "Speciale tekens" als u een teken nodig heeft<br />

dat niet op de invoertoetsen staat.<br />

Het venster "Speciale tekens" wordt geopend.<br />

Plaats de cursor op het gewenste teken.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Het gewenste teken wordt in de tekst ingevoegd.<br />

De softkey "Speciale tekens" staat niet in alle talen ter beschikking.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-261<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

Datum invoeren<br />

Variabele ><br />

Tijd invoeren<br />

Variabele ><br />

Datum<br />

Tijd<br />

Aantal invoeren<br />

Variabele ><br />

Variabele ><br />

Aantall<br />

000123<br />

Aantal<br />

123<br />

Druk op de softkeys "Variabele" en "Datum" als u telkens de<br />

actuele datum wilt graveren.<br />

De datum wordt in het Europese formaat (..)<br />

ingevoerd.<br />

Voor een andere schrijfwijze moet u het formaat in het tekstveld<br />

aanpassen. Om de datum bv. met de Amerikaanse schrijfwijze te<br />

graveren (maand/dag/jaar => 8/16/04), verandert u het formaat in<br />

//.<br />

Druk op de softkeys "Variabele" en "Tijd" als u telkens de actuele<br />

tijd wilt graveren.<br />

De tijd wordt in het Europese formaat () ingevoegd.<br />

Om de tijd met de Amerikaanse schrijfwijze te graveren, verandert u<br />

het formaat in .<br />

Voorbeeld:<br />

Tekst invoeren: Tijd: uitvoering: Tijd: 16.35<br />

Tijd: Tijd: 04.35 PM<br />

Druk op de softkeys "Variabele" en "Aantal 000123" als u een<br />

aantal met een vast aantal cijfers en voorafgaande nullen wilt<br />

graveren.<br />

De formaattekst wordt ingevoegd en u keert<br />

met de softkey-balk terug naar het gravureveld.<br />

Leg het aantal cijfers vast door het aantal dummies (#) in het<br />

gravureveld aan te passen.<br />

Als het aangegeven aantal cijfers (bv. ## ) niet volstaat om het aantal<br />

werkstukken aan te geven, verhoogt <strong>ShopTurn</strong> het aantal cijfers<br />

automatisch.<br />

- OF -<br />

Druk op de softkeys "Variabele" en "Aantal 123" als u een aantal<br />

zonder voorafgaande nullen wilt invoeren.<br />

De formaattekst "#,_E_PART[0]> wordt ingevoegd en u keert met de<br />

softkey-balk terug naar het gravureveld.<br />

Als het aangegeven aantal cijfers (bv. 123) niet volstaat om het aantal<br />

werkstukken aan te geven, verhoogt <strong>ShopTurn</strong> het aantal cijfers<br />

automatisch.<br />

Als u bv. na een onderbreking de productie van werkstukken met een<br />

doorlopend nummer wilt voortzetten, voert u een additieve waarde in.<br />

Het aangegeven aantal wordt dan met deze waarde vermeerderd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-262 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

Variabel getal invoeren<br />

Variabele ><br />

Getal<br />

123.456<br />

Druk op de softkeys "Variabele" en "Getal 123.456" als u een<br />

willekeurig getal in een bepaald formaat wilt graveren.<br />

De formaattekst "#.###,_VAR_N>UM wordt ingevoegd en u keert met<br />

de softkey-balk terug naar het gravureveld.<br />

Leg met behulp van de dummies #.### vast in welk formaat het<br />

onder VARNUM gedefinieerde getal moet worden gegraveerd.<br />

Als u onder VARNUM bijvoorbeeld 12.35 heeft opgeslagen, heeft u de<br />

volgende mogelijkheden om de variabele te formateren.<br />

Invoer Uitgave Betekenis<br />

12 Cijfers voor de komman niet<br />

geformateerd, geen cijfers<br />

na de komma<br />

0012 4 cijfers voor de komman,<br />

voorafgaan de nullen, geen<br />

cijfers na de komma<br />

< #,_VAR_NUM> 12 4 cijfers voor de komma,<br />

voorafgaan de spaties, geen<br />

cijfers na de komma<br />

12.35 Cijfers voor en na de komma<br />

niet geformateerd<br />

12.4 Cijfers voor de komma niet<br />

geformateerd, 1 cijfer na<br />

de komma (afgerond)<br />

12.35 Cijfers voor de komma niet<br />

geformateerd, 2 cijfers na<br />

de komma (afgerond)<br />

12.3500 Cijfers voor de komma niet<br />

geformateerd, 4 cijfers na<br />

de komma (afgerond)<br />

Als de plaats voor het decimaalpunt niet volstaat voor de weergave<br />

van het ingevoerde getal, dan wordt deze automatisch uitgebreid. Als<br />

het aangegeven aantal cijfers groter is dan het te graveren getal,<br />

wordt het formaat automatisch opgevuld met een aantal voorafgaande<br />

en nakomende nullen.<br />

Voor de formatering voor het decimaalpunt kunt u ook spaties<br />

gebruiken.<br />

In plaats van VARNUM kunt u ook een willekeurige andere<br />

getalvariabele gebruiken (bv. R0).<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-263<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

Variabele tekst invoeren<br />

Variabele ><br />

Tekst wissen<br />

Tekst<br />

wissen<br />

Variabele<br />

tekst<br />

Druk op de softkeys "Variabele" en "Variabele tekst" als u de te<br />

graveren tekst (max. 200 tekens) uit een variabele wilt<br />

overnemen.<br />

De formaattekst wordt ingevoegd en u keert met<br />

de softkey-balk terug naar het gravureveld.<br />

U kunt i.p.v. VARTEXT ook een willekeurige andere tekstvariabele<br />

gebruiken.<br />

Druk op de softkey "Tekst wissen" als u de volledige tekst wilt<br />

verwijderen.<br />

De formaattekst voor de variabelen wordt altijd ingevoegd op de<br />

actuele cursorpositie.<br />

De softkeys "Kleine letters", "Speciale tekens", "Variabele" en "Tekst<br />

wissen" ziet u alleen als u de cursor in het invoerveld voor de<br />

gravuretekst plaatst.<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging U kunt 8 verschillende liggingen selecteren:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Uitrichting<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y en Mantel Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Tekst uitrichten op een lijn<br />

Tekst uitrichten op een cirkelboog<br />

Tekst uitrichten op een cirkelboog<br />

Referentiepunt Ligging van het referentiepunt binnen de tekst<br />

Gravuretekst maximaal 91 tekens<br />

X0<br />

L0<br />

Y0<br />

C0<br />

Z0<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-264 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.5 Frezen<br />

Z1<br />

FZ<br />

W<br />

DX1<br />

DX2<br />

α1<br />

α2<br />

Y0<br />

C0<br />

R<br />

Z0<br />

α0<br />

X0<br />

X1<br />

FX<br />

W<br />

DY1<br />

DY2<br />

α1<br />

α2<br />

YM<br />

CM<br />

ZM<br />

CP<br />

X0<br />

L0<br />

Y0<br />

C0<br />

Z0<br />

Z1<br />

FZ<br />

W<br />

DX1<br />

DX2<br />

α1<br />

α2<br />

Bewerkingsdiepte (inc)<br />

Aanvoerbeweging diepte<br />

Tekenhoogte<br />

Tekenafstand<br />

Totale breedte (alternatief voor DX1) – (alleen bij lineaire uitrichting)<br />

Tekstrichting (alleen bij lineaire uitrichting)<br />

Openingshoek (alternatief voor DX1) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />

Het middelpunt van de cirkelboog is het werkstuknulpunt.<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt (alternatief voor Y01) – (alleen bij lineaire uitrichting)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor Y0) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Z0) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Bewerkingsdiepte (inc)<br />

Aanvoerbeweging diepte<br />

Tekenhoogte<br />

Tekenafstand<br />

Totale breedte (alternatief voor DY1) – (alleen bij lineaire uitrichting)<br />

Tekstrichting (alleen bij lineaire uitrichting)<br />

Openingshoek (alternatief voor DY1) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />

Middelpunt cirkelboog (abs) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />

Middelpunt cirkelboog (abs) – (alternatief voor YM)<br />

Middelpunt cirkelboog (abs) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />

Front Y:<br />

Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Bewerkingsdiepte (inc)<br />

Aanvoerbeweging diepte<br />

Tekenhoogte<br />

Tekenafstand<br />

Totale breedte (alternatief voor DX1) – (alleen bij lineaire uitrichting)<br />

Tekstrichting (alleen bij lineaire uitrichting)<br />

Openingshoek (alternatief voor DX1) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />

Het middelpunt van de cirkelboog is het werkstuknulpunt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-265<br />

5<br />

mm<br />

mm/min<br />

mm/tand<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm/min<br />

mm/tand<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm/min<br />

mm/tand<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.5 Frezen<br />

C0<br />

Y0<br />

R<br />

Z0<br />

α0<br />

X0<br />

X1<br />

FX<br />

W<br />

DY1<br />

DY2<br />

α1<br />

α2<br />

YM<br />

ZM<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />

Referentiepunt lengte polair (alternatief voor Y0) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Z0) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Bewerkingsdiepte (inc)<br />

Aanvoerbeweging diepte<br />

Tekenhoogte<br />

Tekenafstand<br />

Totale breedte (alternatief voor DY1) – (alleen bij lineaire uitrichting)<br />

Tekstrichting (alleen bij lineaire uitrichting)<br />

Openingshoek (alternatief voor DY1) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />

Middelpunt cirkelboog (abs) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />

Middelpunt cirkelboog (abs) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-266 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm/min<br />

mm/tand<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

5.6 Contourfrezen<br />

Als u een eenvoudige of complexe contour wilt frezen, maakt u<br />

gebruik van de functie "Contourfrezen". U kunt open of gesloten<br />

contouren (kamers, eilanden, tappen) definiëren en met baanfrezen of<br />

freescycli bewerken.<br />

Een contour bestaat uit meerdere contourelementen, waarbij een<br />

gedefinieerde contour uit minimum twee en maximum 250 elementen<br />

bestaat. Daarnaast kunt u tussen de contourelementen fasen, radii of<br />

tangentiële overgangen programmeren.<br />

De geïntegreerde contourrekenmachine berekent de snijpunten van<br />

de verschillende contourelementen met inachtneming van de<br />

geometrische relaties en helpt u bij het invoeren van niet voldoende<br />

gedimensioneerde elementen.<br />

Bij het contourfrezen moet u altijd eerst de geometrie van de contour<br />

programmeren, daarna de technologie.<br />

Willekeurige contouren kunt u met baanfrezen bewerken, kamers<br />

met/zonder eilanden ruimen of tappen vrijruimen.<br />

Willekeurige contouren De bewerking van open of gesloten contouren programmeert u in de<br />

regel als volgt:<br />

Contouren voor kamers<br />

en eilanden<br />

1. Contour invoeren<br />

De contour bouwt u op uit verschillende contourelementen.<br />

2. Baanfrezen (voorbewerking)<br />

De contour wordt met inachtneming van verschillende naderings-<br />

en verwijderingsstrategieën bewerkt.<br />

3. Baanfrezen (nabewerking)<br />

Als u bij het voorbewerken een nabewerkingsovermaat heeft<br />

geprogrammeerd, wordt de contour nogmaals bewerkt.<br />

4. Baanfrezen (afkanten)<br />

Als u een randbreuk heeft voorzien, kunt u het werkstuk met een<br />

speciaal werktuig afkanten.<br />

Contouren voor kamers of eilanden moeten gesloten zijn, d.w.z. dat<br />

start- en eindpunt van de contour identiek zijn. U kunt ook kamers<br />

frezen die aan de binnenkant één of meerdere eilanden hebben. De<br />

eilanden mogen ook gedeeltelijk buiten de kamer liggen of elkaar<br />

snijden. De eerste aangegeven contour interpreteert <strong>ShopTurn</strong> als<br />

contourkamer, alle andere als eilandcontour.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-267<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

De bewerking van contourkamers met eilanden programmeert u bv.<br />

als volgt:<br />

1. Contour van de kamer invoeren<br />

De contourkamer bouwt u op uit verschillende contourelementen.<br />

2. Contour van het eiland invoeren<br />

De contour van het eiland voert u na de contourkamer in.<br />

3. Voorboring van de contourkamer centreren<br />

Als u de kamer wilt voorboren, kunt u de voorboring eerst<br />

centreren om te verhinderen dat de boor verschuift.<br />

4. Contourkamer voorboren<br />

Als u bij het ruimen van contourkamers verticaal wilt induiken en<br />

geen frees met koptand beschikbaar is, kunt u de kamer<br />

voorboren.<br />

5. Contourkamer met eiland ruimen (voorbewerking)<br />

De contourkamer met eiland wordt met inachtneming van<br />

verschillende induikstrategieën geruimd.<br />

6. Restmateriaal ruimen (voorbewerking)<br />

<strong>ShopTurn</strong> herkent bij het ruimen van de kamer automatisch<br />

restmateriaal dat is blijven staan. Met een geschikt werktuig kunt u<br />

dit materiaal verwijderen zonder nogmaals de volledige kamer te<br />

moeten bewerken.<br />

7. Contourkamer met eiland nabewerken (nabewerking rand/bodem)<br />

Als u bij de voorbewerking een nabewerkingsovermaat voor de<br />

rand/bodem heeft geprogrammeerd, wordt de kamerrand/-bodem<br />

nogmaals bewerkt.<br />

Alle bewerkingsstappen van het contourfrezen worden in het<br />

arbeidsplan samengevat tussen rechte haakjes.<br />

FREZEN<br />

CONTOURKAMER<br />

CONTOUREILAND<br />

Centreren<br />

Voorboren<br />

Ruimen<br />

Restmateriaal<br />

Ruimen<br />

Programmaeinde<br />

Voorbeeld: Contourkamer ruimen<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-268 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

Contouren voor tappen<br />

Contouren voor tappen moeten gesloten zijn, d.w.z. dat start- en<br />

eindpunt van de contour identiek zijn. U kunt meerdere tappen<br />

definiëren, die elkaar ook kunnen snijden. De eerste aangegeven<br />

contour interpreteert <strong>ShopTurn</strong> als basisdeelcontour, alle andere als<br />

tappen.<br />

De bewerking van contourtappen programmeert u bv. als volgt:<br />

1. Contour van het basisdeel invoeren<br />

De basisdeelcontour legt het bereik waarbuiten geen materiaal<br />

staat, d.w.z. dat daar in ijlgang wordt bewogen. Tussen basisdeel-<br />

en tapcontour wordt dan materiaal verwijderd.<br />

2. Contour van de tap invoeren<br />

De contour van de tap voert u in na de basisdeelcontour.<br />

3. Contourtappen ruimen (voorbewerking)<br />

De contourtap wordt geruimd.<br />

4. Restmateriaal ruimen (voorbewerking)<br />

<strong>ShopTurn</strong> herkent bij het frezen van de tap automatisch<br />

restmateriaal dat is blijven staan. Met een geschikt werktuig kunt u<br />

dit materiaal verwijderen zonder nogmaals de volledige tap te<br />

moeten bewerken.<br />

5. Contourtap nabewerken (nabewerking rand/bodem)<br />

Als u bij de voorbewerking een nabewerkingsovermaat heeft<br />

geprogrammeerd, wordt de taprand/-bodem nogmaals bewerkt.<br />

6. Contourtap afkanten<br />

Als u een kantbreuk heeft ingevoegd, moet het werkstuk<br />

vervolgens worden afgekant.<br />

Spil klemmen Bij het contourfrezen kan het bijvoorbeeld zinvol zijn bij het verticale<br />

induiken in het materiaal de spil te klemmen om verdraaiingen te<br />

vermijden. De functie "Spil klemmen" moet door de machinefabrikant<br />

worden ingesteld.<br />

De machinefabrikant legt ook vast of <strong>ShopTurn</strong> de spil automatisch<br />

klemt als dit zinvol is voor de bewerking of u zelf de keuze hebt bij<br />

welke bewerking de spil geklemd moet worden.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Als u zelf kunt beslissen bij welke bewerking de spil geklemd worden,<br />

geldt het volgende:<br />

Denk eraan dat de klemming bij de bewerking in de vlakken<br />

Front/Front C en Mantel/Mantel C na het induiken automatisch wordt<br />

gelost. Bij de bewerkingen in de vlakken front Y en mantel Y is de<br />

klemming daarentegen modaal, d.w.z. ze blijft<br />

actief tot een wissel van het bewerkingsvlak wordt uitgevoerd of de<br />

klemming in het menu "Rechte cirkel" "Werktuig" wordt<br />

uitgeschakeld.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-269<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

5.6.1 Weergave van de contour<br />

<strong>ShopTurn</strong> geeft een contour in het arbeidsplan als programmablok<br />

weer. Als u dit blok opent, worden de verschillende contourelementen<br />

symbolisch opgesomd en als streepgrafiek weergegeven.<br />

Symbolische weergave De verschillende contourelementen van de contour verschijnen in de<br />

ingevoerde volgorde symbolisch naast het grafiekvenster.<br />

Contourelement Symbool Betekenis<br />

Startpunt<br />

Rechte omhoog<br />

Rechte omlaag<br />

Rechte naar links<br />

Rechte naar rechts<br />

Rechte willekeurig<br />

Cirkelboog naar<br />

rechts<br />

Cirkelboog naar<br />

links<br />

Contourafsluiting END<br />

Startpunt van de contour<br />

Rechte in 90°-rooster<br />

Rechte in 90°-rooster<br />

Rechte in 90°-rooster<br />

Rechte in 90°-rooster<br />

Rechte met willekeurige<br />

stijging<br />

Cirkel<br />

Cirkel<br />

Einde van de<br />

contourbeschrijving<br />

De verschillende kleur van de symbolen geeft informatie over hun<br />

status:<br />

Voorgrond Achtergrond Betekenis<br />

- rood Cursor op nieuw element<br />

zwart rood Cursor op actueel element<br />

zwart wit Normaal element<br />

rood wit Element wordt momenteel niet<br />

geobserveerd (element wordt pas<br />

geobserveerd als het met de cursor<br />

wordt geselecteerd)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-270 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

Grafische weergave Synchroon met de doorlopende invoer van de contourelementen<br />

wordt in het grafiekvenster de vooruitgang van de<br />

contourprogrammering in een streepgrafiek aangegeven.<br />

Grafische weergave van de contour bij het contourfrezen<br />

Het aangemaakte contourelement kan daarbij verschillende<br />

lijnvarianten en kleuren aannemen:<br />

• zwart: geprogrammeerde contour<br />

• oranje: actueel contourelement<br />

• groen gestippeld: alternatief element<br />

• blauw gestippeld: deelbepaald element<br />

De skalering van het coördinatensysteem past zich aan de<br />

verandering van de volledige contour aan.<br />

De ligging van het coördinatensysteem verschijnt in het<br />

grafiekvenster.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-271<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

5.6.2 Nieuwe contour aanleggen<br />

Nieuwe<br />

contour ><br />

Contour-<br />

frezen ><br />

Voor elke contour die u wilt frezen, moet u een eigen contour<br />

aanleggen.<br />

De contouren worden op het einde van het programma opgeslagen.<br />

Als u een nieuwe contour aanlegt, moet u eerst een startpunt<br />

vastleggen. <strong>ShopTurn</strong> definieert dan automatisch het contoureinde.<br />

Voor het startpunt kunt u willekeurige bijkomende commando's<br />

(max. 40 tekens) invoeren als G-Code.<br />

Als u een contour wilt aanleggen die op een bestaande contour lijkt,<br />

kunt u de oude contour ook kopiëren, een andere naam geven en dan<br />

slechts bepaalde contourelementen wijzigen.<br />

Als u daarentegen een identieke contour op een andere plek in het<br />

programma nogmaals wilt gebruiken, mag u de kopie geen andere<br />

naam geven. Wijzigingen van de ene contour worden dan automatisch<br />

overgenomen door de gelijknamige contour.<br />

Druk op de softkeys "Frezen" "Contourfrezen" en "Nieuwe<br />

contour".<br />

Voer een naam voor de nieuwe contour in.<br />

De contournaam moet ondubbelzinnig zijn.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Het invoerscherm voor het startpunt van de contour verschijnt. U kunt<br />

de coördinaten cartesiaans of polair invoeren.<br />

Startpunt cartesiaans Selecteer het bewerkingsvlak.<br />

Voer het startpunt van de contour in.<br />

Voer, indien gewenst, extra commando's als G-Code in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Voer de verschillende contourelementen in (zie hfdst.<br />

"Contourelementen aanmaken").<br />

Startpunt polair Selecteer het bewerkingsvlak.<br />

Pool<br />

Druk op de softkey "Pool".<br />

Geef de poolpositie aan in cartesiaanse coördinaten.<br />

Voer het startpunt van de contour in poolcoördinaten in.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-272 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

Voer, indien gewenst, extra commando's als G-Code in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Voer de verschillende contourelementen in (zie hfdst.<br />

"Contourelementen aanmaken").<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

Ligging Kies uit 4 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C<br />

• Mantel/Mantel C<br />

• Front Y (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

X<br />

Y<br />

X<br />

Y<br />

L1<br />

ϕ1<br />

∅<br />

Y<br />

Yα<br />

Z<br />

∅<br />

Y<br />

Z<br />

L1<br />

ϕ1<br />

Y<br />

Z<br />

Y<br />

Z<br />

L1<br />

ϕ1<br />

Extra<br />

commando<br />

Front/Front C en Front Y cartesiaans:<br />

Startpunt in X-richting (abs)<br />

Startpunt in Y-richting (abs)<br />

Front/Front C en Front Y polair:<br />

Positie pool in X-richting (abs)<br />

Positie pool in Y-richting (abs)<br />

Afstand tussen pool en startpunt van de contour (abs)<br />

Poolhoek tussen pool en startpunt van de contour (abs)<br />

Mantel/Mantel C cartesiaans:<br />

Cilindermantel<br />

Startpunt in Y-richting (abs) – (wordt uit Yα berekend of omgekeerd)<br />

Starthoek (abs) – (wordt uit Y berekend of omgekeerd)<br />

Startpunt in Z-richting (abs)<br />

Mantel/Mantel C polair:<br />

Cilindermantel<br />

Positie pool in Y-richting (abs)<br />

Positie pool in Z-richting (abs)<br />

Afstand tussen pool en startpunt van de contour (abs)<br />

Poolhoek tussen pool en startpunt van de contour (abs)<br />

Mantel Y cartesiaans:<br />

Startpunt in Y-richting (abs)<br />

Startpunt in Z-richting (abs)<br />

Mantel Y polair:<br />

Positie pool in Y-richting (abs)<br />

Positie pool in Z-richting (abs)<br />

Afstand tussen pool en startpunt van de contour (abs)<br />

Poolhoek tussen pool en startpunt van de contour (abs)<br />

Willekeurig extra commando in de vorm van G-Code<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-273<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

5.6.3 Contourelementen aanleggen<br />

Nadat u een nieuwe contour heeft aangelegd en het startpunt heeft<br />

vastgelegd, definieert u de verschillende contourelementen die de<br />

contour vormen.<br />

De volgende contourelementen staan ter beschikking voor het<br />

definiëren van een contour:<br />

• Rechte lijn horizontaal<br />

• Rechte lijn verticaal<br />

• Rechte lijn diagonaal<br />

• Cirkel / Cirkelboog<br />

Voor elk contourelement vult u een eigen parameterscherm in. De<br />

coördinaten voor een horizontale of verticale rechte voert u<br />

cartesiaans in, bij de contourelementen rechte diagonaal en<br />

cirkel/cirkelboog heeft u daarentegen de keuze tussen cartesiaanse<br />

en polaire coördinaten. Als u poolcoördinaten wilt invoeren, moet u<br />

eerst een pool definiëren. Als u voor het startpunt reeds een pool<br />

heeft gedefinieerd, kunt u deze ook als basis voor de poolcoördinaten<br />

gebruiken. In dit geval hoeft u dus geen andere pool te definiëren.<br />

Parameters invoeren Bij het invoeren van de parameters bieden verklarende help-schermen<br />

ondersteuning.<br />

Als u in enkele velden geen waarden invoert, gaat <strong>ShopTurn</strong> ervan uit<br />

dat deze waarden onbekend zijn en probeert deze uit andere waarden<br />

te berekenen.<br />

Bij contouren waarvoor u meer parameters heeft ingevoerd dan nodig,<br />

kunnen contradicties optreden. Probeer in dit geval minder<br />

parameters in te voeren en zoveel mogelijk parameters door<br />

<strong>ShopTurn</strong> te laten berekenen.<br />

Bewerkingsrichting Bij het baanfrezen wordt de contour altijd in de geprogrammeerde<br />

richting afgewerkt. Door de programmering van de contour in de<br />

richting van de wijzers van de klok of tegen de wijzers van de klok in<br />

kunt u bepalen of de contour met gelijkloopfrezen of tegenloopfrezen<br />

wordt bewerkt (zie volgende tabel).<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-274 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

Buitencontour<br />

gewenste<br />

bewerkingsdraairichting<br />

Spildraairichting rechts Spildraairichting links<br />

Gelijkloop Programmering in de richting van de klok<br />

Freesradiuscorrectie links<br />

Tegenloop Programmering tegen de klok in<br />

Freesradiuscorrectie rechts<br />

Binnencorrectie<br />

gewenste<br />

bewerkingsdraairichting<br />

Programmering tegen de klok in<br />

Freesradiuscorrectie rechts<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-275<br />

5<br />

Programmering in de richting van de klok<br />

Freesradiuscorrectie links<br />

Spildraairichting rechts Spildraairichting links<br />

Gelijkloop Programmering tegen de klok in<br />

Freesradiuscorrectie links<br />

Tegenloop Programmering in de richting van de klok<br />

Freesradiuscorrectie rechts<br />

Contourovergangselementen<br />

Bijkomende opdrachten<br />

Andere functies<br />

Programmering in de richting van de klok<br />

Freesradiuscorrectie rechts<br />

Programmering tegen de klok in<br />

Freesradiuscorrectie links<br />

Tussen twee contouren kunt u als overgangselement een radius of<br />

een fase kiezen. Het overgangselement wordt steeds op het einde<br />

van een contourelement toegevoegd. De selectie van een<br />

contourelement gebeurt op het parameterscherm van het betreffende<br />

contourelement.<br />

Een contourovergangselement kunt u gebruiken als er een snijpunt<br />

van de beide aangrenzende elementen bestaat dat uit de ingevoerde<br />

waarden kan worden berekend. Anders moet u de contourelementen<br />

Rechte/Cirkel gebruiken.<br />

D.w.z. bij een gesloten contour kunt u ook een overgangselement van<br />

het laatste naar het eerste element van de contour programmeren.<br />

Het startpunt ligt na programmering van het overgangselement dan<br />

buiten de contour.<br />

Voor elk contourelement kunt u willekeurige bijkomende commando's<br />

invoeren in de vorm van G-Code. U kunt voor het contourelement<br />

cirkel bv. een speciale aanvoer programmeren.<br />

De bijkomende commando's (max. 40 tekens) voert u in het<br />

uitgebreide parameterscherm in (softkey "Alle parameters").<br />

Bij de programmering van een contour staan nog de volgende functies<br />

ter beschikking:<br />

• Tangente aan voorgaand element<br />

De overgang naar het voorgaande element kunt u als tangente<br />

programmeren.<br />

• Dialoogselectie<br />

Als uit de tot nu toe ingevoerde parameters twee mogelijke<br />

contouren kunnen ontstaan, moet u één ervan kiezen.<br />

• Contour sluiten<br />

Van de actuele positie kunt u de contour met een rechte naar het<br />

startpunt sluiten.


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

Contourelementen<br />

invoeren<br />

Alle parameters<br />

...<br />

Selecteer via softkey een contourelement.<br />

Voer in het invoerscherm alle gegevens in die beschikbaar zijn op<br />

de werkstuktekening (bv. lengte van de rechten, eindpositie,<br />

overgang naar het volgende element, stijgingshoek enz.).<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Het contourelement wordt toegevoegd aan de contour.<br />

Herhaal de procedure tot de contour compleet is.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

De geprogrammeerde contour wordt opgenomen in het arbeidsplan.<br />

Als u bij sommige contourelementen andere parameters wilt<br />

oproepen, bv. om nog extra commando's in te voeren, drukt u op de<br />

softkey "Alle parameters".<br />

Pool definiëren Als u de contourelementen rechte diagonaal en cirkel/cirkelboog in<br />

poolcoördinaten wilt invoeren, moet u eerst een pool definiëren.<br />

Andere<br />

Pool<br />

Tangente aan<br />

voorgangerelement<br />

Tangente<br />

aan voorg.<br />

Druk op de softkeys "Andere" en "Pool".<br />

Voer de coördinaten van de pool in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

De pool is gedefinieerd. Nu kunt u in het invoerscherm voor de<br />

contourelementen rechte diagonaal en cirkel/cirkelboog kiezen tussen<br />

"cartesiaans" en "polair".<br />

Terwijl u de gegevens voor een contourelement invoert, kunt u de<br />

overgang naar het voorgaande element programmeren als tangente.<br />

Druk op de softkey "Tangente aan voorg.".<br />

De hoek t.o.v. het voorgaande element α2 wordt op 0° gezet. In het<br />

invoerveld van de parameter verschijnt de selectie "tangentieel".<br />

Dialoogselectie Bij het invoeren van gegevens voor een contourelement kunnen twee<br />

mogelijke contouren ontstaan, waarvan u er één moet kiezen.<br />

Dialoog-<br />

selectie<br />

Druk op de softkey "Dialoogselectie" om tussen de verschillende<br />

mogelijkheden om te schakelen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-276 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

Dialoog<br />

overname<br />

Contour sluiten<br />

Andere<br />

X<br />

Y<br />

L<br />

α1<br />

α2<br />

L1<br />

ϕ1<br />

L<br />

α1<br />

α2<br />

Contour<br />

sluiten<br />

In het grafiekvenster wordt de geselecteerde contour als volle zwarte<br />

lijn weergegeven, de alternatieve contour als groene stippellijn.<br />

Druk op de softkey "Dialoog overname" om de geselecteerde<br />

contour over te nemen.<br />

Een contour moet altijd gesloten zijn. Als u niet alle contourelementen<br />

van startpunt tot startpunt zelf wilt bepalen, kunt u de contour van de<br />

actuele positie uit naar het startpunt sluiten.<br />

Druk op de softkeys "Andere" en "Contour sluiten".<br />

<strong>ShopTurn</strong> voegt een rechte in van de actuele positie naar het<br />

startpunt.<br />

Parameter Beschrijving voor het contourelement "Rechte lijn" Eenheid<br />

Front/Front C en Front Y cartesiaans:<br />

Eindpunt in X-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Lengte van de rechte lijn<br />

Starthoek met X-as<br />

Hoek met het voorgaande element<br />

tangentiële overgang: α2=0<br />

Front/Front C en Front Y polair:<br />

abs: afstand tussen pool en eindpunt<br />

inc: afstand tussen laatste punt en eindpunt<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

abs: poolhoek tussen pool en eindpunt<br />

inc: poolhoek tussen laatste punt en eindpunt<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Lengte van de rechte lijn<br />

Starthoek met X-as<br />

Hoek met het voorgaande element<br />

tangentiële overgang: α2=0<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-277<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

graden<br />

graden


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

Y<br />

Yα<br />

Z<br />

L<br />

α1<br />

α2<br />

L1<br />

ϕ1<br />

L<br />

α1<br />

α2<br />

Y<br />

Z<br />

L<br />

α1<br />

α2<br />

Overgang naar<br />

volg. element<br />

Extra<br />

commando<br />

Mantel/Mantel C cartesiaans:<br />

Eindpunt in Y-richting (abs of inc) - (wordt uit Yα berekend of omgekeerd)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Eindhoek (abs of inc) - (wordt uit Y berekend of omgekeerd)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Eindpunt in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Lengte van de rechte lijn<br />

Starthoek met Y-as<br />

Hoek met het voorgaande element<br />

tangentiële overgang: α2=0<br />

Mantel/Mantel C en Mantel Y polair:<br />

abs: afstand tussen pool en eindpunt<br />

inc: afstand tussen laatste punt en eindpunt<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

abs: poolhoek tussen pool en eindpunt<br />

inc: poolhoek tussen laatste punt en eindpunt<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Lengte van de rechte lijn<br />

Starthoek met Y-as<br />

Hoek met het voorgaande element<br />

tangentiële overgang: α2=0<br />

Mantel Y cartesiaans:<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Eindpunt in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Lengte van de rechte lijn<br />

Starthoek met Y-as<br />

Hoek met het voorgaande element<br />

tangentiële overgang: α2=0<br />

FS: Fase als overgangselement naar het volgende contourelement<br />

R: Radius als overgangselement naar het volgende contourelement<br />

Willekeurig extra commando in de vorm van G-Code<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-278 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

Parameter Beschrijving voor het contourelement "Cirkel" Eenheid<br />

Draairichting<br />

Draaiing met de wijzers van de klok mee<br />

Draaiing tegen de wijzers van de klok in<br />

R Radius van de cirkel mm<br />

X<br />

Y<br />

I<br />

J<br />

Front/Front C en Front Y cartesiaans:<br />

Eindpunt in X-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Cirkelmiddelpunt in X-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Cirkelmiddelpunt in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

α1<br />

α2<br />

β1<br />

β2<br />

L1<br />

ϕ1<br />

L2<br />

ϕ2<br />

α1<br />

α2<br />

β1<br />

β2<br />

Y<br />

Yα<br />

Z<br />

J<br />

Jα<br />

K<br />

α1<br />

α2<br />

β1<br />

β2<br />

L1<br />

ϕ1<br />

L2<br />

Starthoek met X-as<br />

Hoek met het voorgaande element<br />

tangentiële overgang: α2=0<br />

Eindhoek met X-as<br />

Openingshoek van de cirkel<br />

Front/Front C en Front Y polair:<br />

abs: afstand tussen pool en eindpunt<br />

inc: afstand tussen laatste punt en eindpunt<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

abs: poolhoek tussen pool en eindpunt<br />

inc: poolhoek tussen laatste punt en eindpunt<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

abs: afstand tussen pool en cirkelmiddelpunt<br />

inc: afstand tussen laatste punt en cirkelmiddelpunt<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

abs: poolhoek tussen pool en cirkelmiddelpunt<br />

inc: poolhoek tussen laatste punt en cirkelmiddelpunt<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Starthoek met X-as<br />

Hoek met het voorgaande element<br />

tangentiële overgang: α2=0<br />

Eindhoek met X-as<br />

Openingshoek van de cirkel<br />

Mantel/Mantel C cartesiaans:<br />

Eindpunt in Y-richting (abs of inc) - (wordt uit Yα berekend of omgekeerd)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Eindhoek (abs of inc) - (wordt uit Y berekend of omgekeerd)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Eindpunt in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Cirkelmiddelpunt in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Cirkelmiddelpunt in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Cirkelmiddelpunt in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Starthoek met Y-as<br />

Hoek met het voorgaande element<br />

tangentiële overgang: α2=0<br />

Eindhoek met X-as<br />

Openingshoek van de cirkel<br />

Mantel/Mantel C en Mantel Y polair:<br />

abs: afstand tussen pool en eindpunt<br />

inc: afstand tussen laatste punt en eindpunt<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

abs: poolhoek tussen pool en eindpunt<br />

inc: poolhoek tussen laatste punt en eindpunt<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

abs: afstand tussen pool en cirkelmiddelpunt<br />

inc: afstand tussen laatste punt en cirkelmiddelpunt<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-279<br />

5<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

ϕ2<br />

α1<br />

α2<br />

β1<br />

β2<br />

abs: poolhoek tussen pool en cirkelmiddelpunt<br />

inc: poolhoek tussen laatste punt en cirkelmiddelpunt<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Starthoek met Y-as<br />

Hoek met het voorgaande element<br />

tangentiële overgang: α2=0<br />

Eindhoek met X-as<br />

Openingshoek van de cirkel<br />

Mantel Y cartesiaans:<br />

Y<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

Z<br />

Eindpunt in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

J<br />

Cirkelmiddelpunt in Y-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

K<br />

Cirkelmiddelpunt in Z-richting (abs of inc)<br />

Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />

α1<br />

Starthoek met Y-as<br />

α2<br />

Hoek met het voorgaande element<br />

tangentiële overgang: α2=0<br />

β1<br />

Eindhoek met X-as<br />

β2<br />

Openingshoek van de cirkel<br />

Overgang naar FS: Fase als overgangselement naar het volgende contourelement<br />

volg. element R: Radius als overgangselement naar het volgende contourelement<br />

Extra Willekeurig extra commando in de vorm van G-Code<br />

commando<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-280 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

graden<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

5.6.4 Contour wijzigen<br />

Contourelement<br />

bijvoegen<br />

...<br />

Contourelement wijzigen<br />

Een aangemaakte contour kan later nog worden gewijzigd. U kunt<br />

contourelementen<br />

• bijvoegen,<br />

• wijzigen,<br />

• toevoegen of<br />

• wissen.<br />

Als in uw programma twee gelijknamige contouren gedefinieerd zijn,<br />

worden wijzigingen aan de ene contour automatisch overgenomen<br />

door de contour met dezelfde naam.<br />

Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />

Plaats de cursor op het laatste element voor het contoureinde.<br />

Selecteer via softkey het gewenste contourelement.<br />

Voer de parameters in het invoerscherm in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Het gewenste contourelement wordt aan de contour toegevoegd.<br />

Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />

Plaats de cursor op het contourelement dat u wilt<br />

wijzigen.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Het bijhorende invoerscherm wordt geopend en in de<br />

programmeergrafiek wordt het geselecteerde element vergroot<br />

weergegeven.<br />

Voer de gewenste wijzigingen in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

De actuele waarden van het contourelement worden overgenomen en<br />

de wijziging wordt onmiddellijk zichtbaar op de programmeergrafiek.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-281<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

Dialoogselectie wijzigen<br />

Selectie<br />

wijzigen<br />

Dialoog-<br />

selectie<br />

Dialoog<br />

overname<br />

Contourelement<br />

toevoegen<br />

...<br />

Als tijdens het invoeren van de gegevens van een contourelement<br />

blijkt dat er twee verschillende contourmogelijkheden bestaan en u de<br />

foute heeft gekozen, kunt u de selectie wijzigen. Als uit de andere<br />

parameters reeds een ondubbelzinnige contour blijkt, verschijnt er<br />

geen selectiemogelijkheid meer.<br />

Open het invoerscherm van het contourelement.<br />

Druk op de softkey "Selectie wijzigen".<br />

De beide contourmogelijkheden verschijnen opnieuw.<br />

Druk op de softkey "Dialoogselectie" om tussen de verschillende<br />

mogelijkheden om te schakelen.<br />

Druk op de softkey "Dialoog overname".<br />

De geselecteerde contour wordt overgenomen.<br />

Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />

Plaats de cursor op het contourelement na hetwelke u een nieuw<br />

element wilt toevoegen.<br />

Selecteer via softkey een nieuw contourelement.<br />

Voer de parameters in het invoerscherm in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Het contourelement wordt opgenomen in de contour. De volgende<br />

contourelementen worden overeenkomstig de nieuwe contourtoestand<br />

automatisch geactualiseerd.<br />

Als u een element in een contour invoegt, worden de resterende<br />

contourelementen pas in acht genomen waneer u het symbool van het<br />

eerste volgende element naast het grafiekvenster met de cursor<br />

selecteert.<br />

Evt. past het eindpunt van het ingevoegde element niet bij het<br />

startpunt van het volgende element. In dit geval toont <strong>ShopTurn</strong> de<br />

storingsmelding "Geometriewaarden contradictorisch". Om de<br />

contradictie op te heffen, voegt u een schuine in zonder<br />

parameterwaarden in te voeren.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-282 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

contourelement wissen<br />

Element<br />

wissen<br />

5.6.5 Baanfrezen<br />

Freesradiuscorrectie<br />

Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts".<br />

Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />

Plaats de cursor op het contourelement dat u wilt wissen.<br />

Druk op de softkey "Element wissen".<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Het geselecteerde contourelement wordt gewist.<br />

Als u open of gesloten contouren wilt bewerken, maakt u gebruik van<br />

de functie "Baanfrezen". Voor u de contour freest, moet u de contour<br />

invoeren.<br />

De bewerking kan in willekeurige richting, d.w.z. in de<br />

geprogrammeerde contourrichting of in de omgekeerde richting,<br />

worden uitgevoerd.<br />

Voor de bewerking in tegengestelde richting mogen contouren uit<br />

maximaal 170 contourelementen bestaan (incl. fasen/radii).<br />

Bijzonderheden (behalve aanvoerwaarden) van de vrije G-Codeinvoer<br />

worden bij het baanfrezen tegen de contourrichting in niet in<br />

acht genomen.<br />

Bij het baanfrezen kunt u de bewerkingswijze (voorbewerking,<br />

nabewerking, afkanten) kiezen. Als u eerst de voorbewerking en<br />

daarna de nabewerking wilt uitvoeren, moet u de bewerkingscyclus<br />

tweemaal oproepen (1ste blok = voorbewerking, 2de blok =<br />

nabewerking). De geprogrammeerde parameters blijven bij de tweede<br />

oproep bewaard.<br />

Daarnaast kunt u bepalen of u de contour met freesradiuscorrectie wilt<br />

bewerken of op de middelpuntsbaan wilt rijden.<br />

Een geprogrammeerde contour kunt u met freesradiuscorrectie rechts<br />

of links van de contour bewerken. Daarbij heeft u de keuze tussen<br />

verschillende benaderings- en verwijderingsstrategieën.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-283<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

Middelpuntbaan<br />

• Naderings-/verwijderingsmodus<br />

De contour kunt u in een kwartcirkel, een halve cirkel of op een<br />

rechte benaderen resp. verlaten.<br />

Bij de kwart- resp. halve cirkel moet u de radius van de<br />

freesmiddelpuntbaan aangeven, bij een rechte de afstand tussen<br />

de buitenste freeskant en het contourstart- resp. contoureindpunt.<br />

U kunt bij het naderen en verwijderen ook verschillende modi<br />

selecteren. Bv. benaderen in kwartcirkel, verlaten in halve cirkel.<br />

Naderen op rechte, in kwartcirkel of halve cirkel<br />

• Naderings-/verwijderingsstrategie<br />

Het naderen in het vlak gebeurt eerst in Z-richting in de diepte en<br />

vervolgens in het XY-vlak. De verwijdering gebeurt in de<br />

omgekeerde volgorde.<br />

Bij ruimtelijke nadering/verwijdering wordt tegelijkertijd in de diepte<br />

en de vlakte bewogen.<br />

U kunt bij het naderen en verwijderen ook verschillende<br />

strategieën kiezen, bv. naderen in de vlakte, ruimtelijk verwijderen.<br />

Als u zonder freesradiuscorrectie wilt werken, wordt de<br />

geprogrammeerde contour op de middelpuntbaan gefreesd.<br />

Het naderen en verwijderen is hierbij mogelijk op een rechte of<br />

verticale. Het verticale naderen/verwijderen kunt u bv. bij gesloten<br />

contouren gebruiken.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-284 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

Groefwandcorrectie<br />

Baan-<br />

frezen ><br />

Contour-<br />

frezen ><br />

Als u een contour op het mantelvlak (bewerkingsvlak Mantel/Mantel<br />

C) freest, kunt u met of zonder groefwandcorrectie werken.<br />

• Groefwandcorrectie uit<br />

Als de werktuigdiameter gelijk is aan de groefbreedte, genereert<br />

<strong>ShopTurn</strong> groeven met parallelle wanden.<br />

Als de groefbreedte groter is dan de werktuigdiameter, ontstaan er<br />

geen parallelle groefwanden.<br />

• Groefwandcorrectie aan<br />

Ook als de groefbreedte groter is dan de werktuigdiameter,<br />

genereert <strong>ShopTurn</strong> toch groeven met parallelle wanden.<br />

Als u met groefwandcorrectie wilt werken, mag u niet de contour van<br />

de groef programmeren maar de gedachte middelpuntbaan van een in<br />

de groef geleide bout, De bout moet daarbij langs elke want bewegen.<br />

De groefbreedte bepaalt u met parameter D.<br />

Druk op de softkeys "Frezen" "Contourfrezen" en "Baanfrezen".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Bewerkings-<br />

richting<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij<br />

de voorbewerking verticaal wordt genaderd)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

Nabewerking<br />

Afkanten<br />

vooruit: de bewerking wordt uitgevoerd in de geprogrammeerde contourrichting<br />

achteruit: de bewerking gebeurt tegen de geprogrammeerde contourrichting in<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-285<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

Radiuscorrectie<br />

Z0<br />

Z1<br />

DZ<br />

UZ<br />

UXY<br />

FS<br />

ZFS<br />

Groefwandcor.<br />

D<br />

X0<br />

X1<br />

DX<br />

UX<br />

UYZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

CP<br />

Z0<br />

Z1<br />

DZ<br />

UZ<br />

UXY<br />

FS<br />

ZFS<br />

C0<br />

X0<br />

X1<br />

DX<br />

UX<br />

UYZ<br />

FS<br />

ZFS<br />

Vermelding aan welke kant van de contour in verplaatsingsrichting de frees bewerkt:<br />

Bewerking rechts van de contour<br />

Bewerking links van de contour<br />

Bewerking op de middelpuntbaan<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (alleen bij voorbewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (alleen bij voorbew. links en rechts van contour)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Groefwandcorrectie activeren<br />

Verplaatsing t.o.v. geprogrammeerde baan (allen bij actieve groefwandcorrectie)<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte t.o.v. X0 ∅ (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (alleen bij voorbewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (alleen bij voorbew. links en rechts van contour)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (alleen bij voorbewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (alleen bij voorbew. links en rechts van contour)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />

Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voorbewerking en<br />

nabewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte (alleen bij voorbewerking)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak (alleen bij voorbew. links en rechts van contour)<br />

Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />

Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-286 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

Naderingsmodus <br />

Naderingsstrategie<br />

per as<br />

Naderingsmodus:<br />

In kwartcirkel: deel van een spiraal (alleen bij baanfr. links en rechts van contour)<br />

In halve cirkel: deel van een spiraal (alleen bij baanfr. links en rechts van contour)<br />

Als rechte: schuine in de ruimte<br />

Verticaal: verticaal t.o.v. de baan (alleen bij baanfrezen op de middelpuntbaan)<br />

ruimtelijk (niet bij aanvoermodus verticaal)<br />

R1 Naderingsradius (alleen bij naderingsmodus in kwart- en halve cirkel) mm<br />

L1 Naderingslengte (alleen bij naderingsmodus rechte) mm<br />

FZ Aanvoer in de diepte<br />

(alleen bij Front/Front C en Front Y - naderingsstrategie asgewijs)<br />

FX Aanvoer in de diepte<br />

(alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - naderingsstrategie asgewijs)<br />

Verwijderingsmodus <br />

Verwijderingsstrategie<br />

Verwijderingsmodus<br />

In kwartcirkel: deel van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de<br />

contour)<br />

In halve cirkel: deel van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de<br />

contour)<br />

Als rechte: schuine in de ruimte<br />

Verticaal: verticaal t.o.v. de baan (alleen bij baanfrezen op de middelpuntbaan)<br />

per as<br />

ruimtelijk (niet bij verwijderingsmodus verticaal)<br />

R2 Verwijderingsradius (alleen bij verwijderingsmodus in kwart- en halve cirkel) mm<br />

L2 Verwijderingslengte (alleen bij verwijderingsmodus rechte) mm<br />

Ophefmodus Als meerdere diepte-instellingen vereist zijn, moet ook de terugtrekhoogte worden<br />

aangegeven waarop het werktuig tussen de verschillende aanlopen (bij overgang<br />

van de contour naar begin) wordt teruggetrokken.<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0+veiligheidsafstand (alleen bij Front/Front C en Front Y) of<br />

X0+veiligheidsafstand (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

• om veiligheidsafstand<br />

• geen terugtrekking<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-287<br />

5<br />

mm/tand<br />

mm/min<br />

mm/tand<br />

mm/min


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

5.6.6 Contourkamer voorboren<br />

Als u bij het ruimen van een contourkamer verticaal wilt induiken en<br />

geen frees met koptand beschikbaar is, moet u de kamer eerst<br />

voorboren. Om te verhinderen dat de boor bij het voorboren<br />

verschuift, kunt u eerst centreren.<br />

Voor u de contour voorboort, moet u de kamercontour invoeren. Als u<br />

voor het voorboren wilt centreren, moet u de beide bewerkingen in<br />

afzonderlijke blokken programmeren.<br />

Het aantal en de posities van de vereiste voorboringen zijn afhankelijk<br />

van de speciale omstandigheden (zoals bv. vorm van de contour,<br />

werktuig, vlakaanloop, nabewerkingsovermaat) en worden door<br />

<strong>ShopTurn</strong> berekend.<br />

Als u meerdere kamers wilt frezen en onnodige werktuigwissels wilt<br />

vermijden, is het zinvol eerst alle kamers voor te boren en vervolgens<br />

te ruimen. In dit geval moet u bij het centreren/voorboren ook de<br />

parameters invullen die verschijnen als u op de softkey "Alle<br />

parameters" drukt. Deze moeten overeenstemmen met de parameters<br />

van de bijbehorende ruimstap. Bij de programmering gaat u dan als<br />

volgt te werk:<br />

1. Contour kamer 1<br />

2. Centreren<br />

3. Contour kamer 2<br />

4. Centreren<br />

5. Contour kamer 1<br />

6. Voorboren<br />

7. Contour kamer 2<br />

8. Voorboren<br />

9. Contour kamer 1<br />

10. Ruimen<br />

11. Contour kamer 2<br />

12. Ruimen<br />

Als u een kamer volledig bewerkt, d.w.z. centreren, voorboren en<br />

ruimen direct na elkaar, en de bijkomende parameters bij het<br />

centreren/voorboren niet invult, neemt <strong>ShopTurn</strong> deze<br />

parameterwaarden over van de bewerkingsstap ruimen<br />

(voorbewerking).<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-288 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

Centreren<br />

Voorboren<br />

><br />

Alle<br />

parameters<br />

Contour-<br />

frezen ><br />

Centreren<br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen", "Voorboren" en<br />

"Centreren".<br />

Druk op de softkey "Alle parameters" om bijkomende parameters<br />

in te voeren.<br />

Parameter Beschrijving centreren Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Spil klemmen/losmaken<br />

De functie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />

TR Referentiewerktuig voor centreren<br />

D Snijkant van het referentiewerktuig (1 of 2)<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

UXY<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

UYZ<br />

CP<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

UXY<br />

C0<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte t.o.v. X0 (inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-289<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

graden


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

UYZ<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. X0 (inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />

worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />

induikpunt wordt teruggetrokken:<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />

X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />

Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />

Voorboren<br />

Voorboren<br />

><br />

Alle<br />

parameters<br />

Contour-<br />

frezen ><br />

Voorboren<br />

Druk na elkaar op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen",<br />

"Voorboren" en "Voorboren".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-290 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

Druk op de softkey "Alle parameters" om bijkomende parameters<br />

in te voeren.<br />

Parameter Beschrijving voorboren Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Spil klemmen/losmaken<br />

De functie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />

TR Referentiewerktuig voor voorboren<br />

D Snijkant van het referentiewerktuig (1 of 2)<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

UXY<br />

UZ<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

UYZ<br />

UX<br />

CP<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

UXY<br />

UZ<br />

C0<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

UYZ<br />

UX<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />

worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />

induikpunt wordt teruggetrokken:<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />

X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />

Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-291<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

5.6.7 Contourkamer frezen (voorbewerking)<br />

Kamer<br />

frezen<br />

Contour-<br />

frezen ><br />

Als u een kamer op het front- of mantelvlak wilt frezen, maakt u<br />

gebruik van de functie "Kamer frezen".<br />

Voor u de kamer ruimt, moet u eerst de contour van de kamer en evt.<br />

de contour van een eiland invoeren.<br />

De kamer wordt contourparallel van binnen naar buiten geruimd. De<br />

richting wordt bepaald door de bewerkingsdraairichting (tegen- resp.<br />

gelijkloop) (zie hfdst. "Programma-instellingen wijzigen").<br />

Als de kamer een eiland bevat, houd <strong>ShopTurn</strong> hiermee bij het<br />

ruimen automatisch rekening.<br />

Bij het ruimen kunt u het bewerkingstype (voorbewerking,<br />

nabewerking) kiezen. Als u eerst de voorbewerking en daarna de<br />

nabewerking wilt uitvoeren, moet u de bewerkingscyclus tweemaal<br />

oproepen (1ste blok = voorbewerking, 2de blok = nabewerking). De<br />

geprogrammeerde parameters blijven bij de tweede oproep bewaard.<br />

Voor de nabewerking leest u het hfdst. "Contourkamer nabewerken".<br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Kamer frezen".<br />

Kies de bewerkingsmodus "Voorbewerking".<br />

Parameter Beschrijving voor voorbewerking Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij<br />

de voorbewerking centraal wordt ingedoken)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-292 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

CP<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

C0<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

Startpunt<br />

X<br />

Y<br />

Y<br />

Z<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Startpunt automatisch bepalen of manueel invoeren<br />

Bij manuele invoer kan het startpunt ook buiten de kamer liggen, waardoor eerst<br />

een rechte bewerking naar de kamer wordt uitgevoerd, bv. voor een zijdelings<br />

geopende kamer zonder induiken.<br />

Startpunt X (abs) – (alleen bij Front/Front C en Front Y - startpunt manueel)<br />

Startpunt Y (abs) – (alleen bij Front/Front C en Front Y - startpunt manueel)<br />

Startpunt Y (abs) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - startpunt manueel)<br />

Startpunt Z (abs) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - startpunt manueel)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-293<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

Induiken Induikstrategie:<br />

Pendelend: het induiken gebeurt pendelend met de geprogrammeerde hoek (EW).<br />

Helicaal: het induiken gebeurt spiraalvormig met de geprogrammeerde radius (ER)<br />

en de geprogrammeerde stijging (EP).<br />

Centrisch: deze induikstrategie vereist een frees die over het midden snijdt. Het<br />

induiken gebeurt met de geprogrammeerde aanvoer (FZ resp. FX).<br />

EW Induikhoek (alleen bij pendelend) graden<br />

EP Maximale induikspoed (alleen bij helicaal)<br />

De spoed van de helix kan op basis van de geometrische verhoudingen kleiner zijn.<br />

ER Induikradius (alleen bij helicaal)<br />

De radius mag niet groter zijn dan de freesradius daar anders materiaal blijft staan.<br />

Zorg ervoor dat de kamer niet wordt geschonden.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-294 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm/o<br />

FZ Aanvoer in de diepte (alleen bij Front/Front C en Front Y - induiken centraal) mm/tand<br />

mm/min<br />

FX Aanvoer in de diepte (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - induiken centraal) mm/tand<br />

mm/min<br />

Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />

worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />

induikpunt wordt teruggetrokken:<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />

X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />

Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />

mm<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

5.6.8 Restmateriaal contourkamer ruimen<br />

Kamer<br />

restmat.<br />

Alle<br />

parameters<br />

Contour-<br />

frezen ><br />

Als u een kamer (met/zonder eilanden) heeft geruimd en daarbij<br />

restmateriaal is blijven staan, herkent <strong>ShopTurn</strong> dit automatisch. Met<br />

een geschikt werktuig kunt u dit restmateriaal verwijderen zonder<br />

nogmaals de volledige kamer te mogen bewerken, u vermijd daardoor<br />

onnodige verplaatsingen.<br />

Materiaal dat door de nabewerkingsovermaat is blijven staan, is geen<br />

restmateriaal.<br />

De berekening van het restmateriaal gebeurt op basis van de bij het<br />

ruimen gebruikte frees.<br />

Als u meerdere kamers wilt frezen en onnodige werktuigwissels wilt<br />

vermijden, is het zinvol eerst alle kamers te ruimen en vervolgens het<br />

restmateriaal te verwijderen. In dit geval moet u bij het ruimen van het<br />

restmateriaal ook de parameter TR aangeven, die verschijnt als u op<br />

de softkey "Alle parameters" drukt. Bij de programmering gaat u dan<br />

als volgt te werk:<br />

1. Contour kamer 1<br />

2. Ruimen<br />

3. Contour kamer 2<br />

4. Ruimen<br />

5. Contour kamer 1<br />

6. Restmateriaal ruimen<br />

7. Contour kamer 2<br />

8. Restmateriaal ruimen<br />

De functie "Restmateriaal" is een software-optie.<br />

Druk op de softkeys "Frezen" "Contourfrezen" en "Kamer<br />

restmat.".<br />

Druk op de softkey "Alle parameters" om bijkomende parameters<br />

in te voeren.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-295<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

TR Referentiewerktuig voor restmateriaal<br />

D Snijkant van het referentiewerktuig (1 of 2)<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

CP<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-296 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

C0<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />

worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />

induikpunt wordt teruggetrokken:<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />

X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />

Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />

5.6.9 Nabewerking contourkamer<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-297<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

Als u bij het ruimen van de zak een nabewerkingsovermaat voor de<br />

bodem resp. de rand van de kamer geprogrammeerd hebt, moet u de<br />

kamer nog nabewerken.<br />

Voor de nabewerking van de bodem resp. de rand moet u telkens een<br />

afzonderlijk blok programmeren. Daarbij wordt de kamer telkens<br />

slechts éénmaal bewerkt.<br />

Net als bij de voorbewerking houdt <strong>ShopTurn</strong> ook bij het nabewerken<br />

rekening met een evt. aanwezig eiland.<br />

Als alternatief voor "Nabewerking rand" kunt u ook "Baanfrezen"<br />

programmeren. Daarbij staan ook optimalisatiemogelijkheden voor de<br />

naderings-/verwijderingsstrategie resp. de naderings-<br />

/verwijderingsmodus ter beschikking. Bij de programmering gaat u dan<br />

als volgt te werk:<br />

1. Contour kamer<br />

2. Contour eiland<br />

3. Ruimen (voorbewerking)<br />

4. Contour kamer<br />

5. Baanfrezen (nabewerking)<br />

6. Contour eiland<br />

7. Baanfrezen (nabewerking)


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

Kamer<br />

frezen<br />

Contour-<br />

frezen ><br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Kamer frezen".<br />

Kies het bewerkingstype "Nabewerking op de bodem" of<br />

"Nabewerking aan de rand".<br />

Parameter Beschrijving voor nabewerking op de bodem Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

UXY<br />

UZ<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

UYZ<br />

UX<br />

CP<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

UXY<br />

UZ<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Nabewerking op de bodem<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-298 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

C0<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

UYZ<br />

UX<br />

Startpunt<br />

X<br />

Y<br />

Y<br />

Z<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Startpunt automatisch bepalen of manueel invoeren<br />

Bij manuele invoer kan het startpunt ook buiten de kamer liggen, waardoor eerst<br />

een rechte bewerking naar de kamer wordt uitgevoerd, bv. voor een zijdelings<br />

geopende kamer zonder induiken.<br />

Startpunt X (abs) – (alleen bij Front/Front C en Front Y - startpunt manueel)<br />

Startpunt Y (abs) – (alleen bij Front/Front C en Front Y - startpunt manueel)<br />

Startpunt Y (abs) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - startpunt manueel)<br />

Startpunt Z (abs) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - startpunt manueel)<br />

Induiken Induikstrategie:<br />

Pendelend: het induiken gebeurt pendelend met de geprogrammeerde hoek (EW).<br />

Helicaal: het induiken gebeurt spiraalvormig met de geprogrammeerde radius (ER)<br />

en de geprogrammeerde stijging (EP).<br />

Centrisch: deze induikstrategie vereist een frees die over het midden snijdt. Het<br />

induiken gebeurt met de geprogrammeerde aanvoer (FZ resp. FX).<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-299<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

EW Induikhoek (alleen bij pendelend) graden<br />

EP Maximale induikspoed (alleen bij helicaal)<br />

De spoed van de helix kan op basis van de geometrische verhoudingen kleiner zijn.<br />

ER Induikradius (alleen bij helicaal)<br />

De radius mag niet groter zijn dan de freesradius daar anders materiaal blijft staan.<br />

Zorg ervoor dat de kamer niet wordt geschonden.<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm/o<br />

FZ Aanvoer in de diepte (alleen bij Front/Front C en Front Y - induiken centraal) mm/tand<br />

mm/min<br />

FX Aanvoer in de diepte (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - induiken centraal) mm/tand<br />

mm/min<br />

Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />

worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />

induikpunt wordt teruggetrokken:<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />

X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />

Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

Parameter Beschrijving voor nabewerking aan de rand Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Z0<br />

Z1<br />

DZ<br />

UXY<br />

X0<br />

X1<br />

DX<br />

UYZ<br />

CP<br />

Z0<br />

Z1<br />

DZ<br />

UXY<br />

C0<br />

X0<br />

X1<br />

DX<br />

UYZ<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Nabewerking aan de rand<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />

Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />

worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />

induikpunt wordt teruggetrokken:<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />

X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />

Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-300 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

5.6.10 Contourkamer afkanten<br />

Kamer<br />

frezen<br />

Contour-<br />

frezen ><br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Kamer frezen".<br />

Kies de bewerkingsmodus "Afkanten".<br />

Als u een fase wilt frezen en bij de nabewerking binnenhoeken zonder<br />

afronding heeft geprogrammeerd, moet u bij het afkanten als<br />

afronding in de contour de radius aan de nabewerkingsfrees<br />

aangeven.<br />

Parameter Beschrijving voor het afkanten: Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Z0<br />

FS<br />

ZFS<br />

X0<br />

FS<br />

ZFS<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Afkanten<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Fasenbreedte, inc<br />

Induikdiepte werkstuk, abs. of inc<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Fasenbreedte, inc<br />

Induikdiepte werkstuk, abs. of inc<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-301<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

CP<br />

Z0<br />

FS<br />

ZFS<br />

C0<br />

X0<br />

FS<br />

ZFS<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Fasenbreedte, inc<br />

Induikdiepte werkstuk, abs. of inc<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Fasenbreedte, inc<br />

Induikdiepte werkstuk, abs. of inc<br />

Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />

worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />

induikpunt wordt teruggetrokken:<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />

X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />

Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />

5.6.11 Contourtappen frezen (voorbewerking)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-302 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

Als u een willekeurige tappen kamer op het front- of mantelvlak wilt<br />

frezen, maakt u gebruik van de functie "Tap frezen".<br />

Voor u de tap freest, moet u eerst een basisdeelcontour en dan één of<br />

meerdere tapcontouren invoeren. De basisdeelcontour legt het bereik<br />

vast, waarbuiten er geen materiaal staat, d.w.z. daar wordt er in<br />

ijlgang gelopen. Tussen basisdeel- en tapcontour wordt dan materiaal<br />

verwijderd.<br />

Bij het frezen kunt u de bewerkingswijze (voorbewerking,<br />

nabewerking, afkanten) kiezen. Als u eerst de voorbewerking en<br />

daarna de nabewerking wilt uitvoeren, moet u de bewerkingscyclus<br />

tweemaal oproepen (1ste blok = voorbewerking, 2de blok =<br />

nabewerking). De geprogrammeerde parameters blijven bij de tweede<br />

oproep bewaard. Voor de nabewerking leest u het hfdst. "Contourtap<br />

nabewerken".<br />

Als u alleen een basisdeelcontour en geen tweede contour voor een<br />

tap programmeert, kunt u de basisdeelcontour vlakfrezen.


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

Aan-/Aflopen 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />

naar het startpunt en dan tot op de veiligheidsafstand. Het<br />

startpunt wordt door <strong>ShopTurn</strong> berekend.<br />

2. Het werktuig beweegt eerst nar de bewerkingsdiepte en werkt de<br />

tapcontour dan zijdelings in een kwartcirkel af met<br />

bewerkingsaanvoer.<br />

3. De tap wordt contourparallel van buiten naar binnen geruimd. De<br />

richting wordt bepaald door de bewerkingsdraairichting (tegen-<br />

resp. gelijkloop) (zie hfdst. "Programma-instellingen wijzigen").<br />

4. Zodra het eerste vlak van de tap bewerkt is, verlaat het werktuig de<br />

contour in een kwartcirkel en wordt de aanloop voor de volgende<br />

bewerkingsdiepte uitgevoerd.<br />

5. De tap wordt opnieuw in een kwartcirkel genaderd en<br />

contourparallel van buiten naar binnen geruimd.<br />

6. Stappen 4 en 5 worden herhaald tot de geprogrammeerde<br />

tapdiepte bereikt is.<br />

7. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />

veiligheidsafstand.<br />

Tap<br />

frezen<br />

Contour-<br />

frezen ><br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Tap frezen".<br />

Kies de bewerkingsmodus "Voorbewerking".<br />

Parameter Beschrijving voor voorbewerking Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Spil klemmen/losmaken (allen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij de<br />

voorbewerking centraal wordt ingedoken)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-303<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

CP<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

C0<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere benaderingspunten vereist zijn, moet de<br />

terugtrekhoogte worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het<br />

volgende benaderingspunt wordt teruggetrokken:<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />

X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

Als zich binnen het bewerkingsbereik geen tappen of andere elementen bevinden<br />

die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (X0 +<br />

veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-304 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

5.6.12 Restmateriaal contourtap ruimen<br />

Tap<br />

restmat.<br />

Alle<br />

parameters<br />

Contour-<br />

frezen ><br />

Als u een contourtap heeft gefreesd en daarbij restmateriaal is blijven<br />

staan, herkent <strong>ShopTurn</strong> dit automatisch. Met een geschikt werktuig<br />

kunt u dit restmateriaal verwijderen zonder nogmaals de volledige tap<br />

te bewerken, u vermijd daardoor onnodige verplaatsingen.<br />

Materiaal dat door de nabewerkingsovermaat is blijven staan, is geen<br />

restmateriaal.<br />

De berekening van het restmateriaal gebeurt op basis van de bij het<br />

ruimen gebruikte frees.<br />

Als u meerdere tappen wilt frezen en onnodige werktuigwissels wilt<br />

vermijden, is het zinvol eerst alle tappen te ruimen en vervolgens het<br />

restmateriaal te verwijderen. In dit geval moet u bij het ruimen van het<br />

restmateriaal ook de parameter TR aangeven, die verschijnt als u op<br />

de softkey "Alle parameters" drukt. Bij de programmering gaat u dan<br />

als volgt te werk:<br />

1. Contour basisdeel 1<br />

2. Contour tap 1<br />

3. Tap 1 ruimen<br />

4. Contour basisdeel 2<br />

5. Contour tap 2<br />

6. Tap 2 ruimen<br />

7. Contour basisdeel 1<br />

8. Contour tap 1<br />

9. Restmateriaal tap 1 ruimen<br />

10. Contour basisdeel 2<br />

11. Contour tap 2<br />

12. Restmateriaal tap 2 ruimen<br />

De functie "Restmateriaal" is een software-optie.<br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Tap restmat.".<br />

Druk op de softkey "Alle parameters" om bijkomende parameters<br />

in te voeren.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-305<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Voorbewerking<br />

TR Referentiewerktuig voor restmateriaal<br />

D Snijkant van het referentiewerktuig (1 of 2)<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

CP<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

DZ<br />

UXY<br />

UZ<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-306 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

C0<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

DX<br />

UYZ<br />

UX<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere benaderingspunten vereist zijn, moet de<br />

terugtrekhoogte worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het<br />

volgende benaderingspunt wordt teruggetrokken:<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />

X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

Als zich binnen het bewerkingsbereik geen tappen of andere elementen bevinden<br />

die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (X0 +<br />

veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />

5.6.13 Nabewerking contourtap<br />

Tap<br />

frezen<br />

Contour-<br />

frezen ><br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-307<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

Als u bij het frezen van de tap een nabewerkingsovermaat voor de<br />

bodem resp. de rand van de tap geprogrammeerd hebt, moet u de tap<br />

nog nabewerken.<br />

Voor de nabewerking van de bodem resp. de rand moet u telkens een<br />

afzonderlijk blok programmeren. Daarbij wordt de tap telkens slechts<br />

éénmaal bewerkt.<br />

Als alternatief voor "Nabewerking rand" kunt u ook "Baanfrezen"<br />

programmeren. Daarbij bestaan er ook optimalisatiemogelijkheden<br />

voor de naderings-/verwijderingsstrategie resp. de naderings-<br />

/verwijderingsmodus. Bij de programmering gaat u als volgt te werk:<br />

1. Contour basisdeel<br />

2. Contour tap<br />

3. Tap frezen (voorbewerking)<br />

4. Contour basisdeel<br />

5. Baanfrezen (nabewerking)<br />

6. Contour tap<br />

7. Baanfrezen (nabewerking)<br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Tap frezen".<br />

Kies het bewerkingstype "Nabewerking op de bodem" of<br />

"Nabewerking aan de rand".


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

Parameter Beschrijving voor nabewerking op de bodem Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkings-<br />

wijze<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

UXY<br />

UZ<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

UYZ<br />

UX<br />

CP<br />

Z0<br />

Z1<br />

DXY<br />

UXY<br />

UZ<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Nabewerking op de bodem<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het XY-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-308 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

mm<br />

mm


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

C0<br />

X0<br />

X1<br />

DYZ<br />

UYZ<br />

UX<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />

Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />

freesdiameter (mm)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />

Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere benaderingspunten vereist zijn, moet de<br />

terugtrekhoogte worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het<br />

volgende benaderingspunt wordt teruggetrokken:<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />

X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

Als zich binnen het bewerkingsbereik geen tappen of andere elementen bevinden<br />

die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (X0 +<br />

veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-309<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

%<br />

Parameter Beschrijving voor nabewerking aan de rand Eenheid<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Bewerkingswijze<br />

Z0<br />

Z1<br />

DZ<br />

UXY<br />

X0<br />

X1<br />

DX<br />

UYZ<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />

Nabewerking aan de rand<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />

Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.6 Contourfrezen<br />

CP<br />

Z0<br />

Z1<br />

DZ<br />

UXY<br />

C0<br />

X0<br />

X1<br />

DX<br />

UYZ<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />

Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />

Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />

Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere benaderingspunten vereist zijn, moet de<br />

terugtrekhoogte worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het<br />

volgende benaderingspunt wordt teruggetrokken:<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />

X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

Als zich binnen het bewerkingsbereik geen tappen of andere elementen bevinden<br />

die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (X0 +<br />

veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />

5.6.14 Contourtap afkanten<br />

Tap<br />

frezen<br />

Contour-<br />

frezen ><br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-310 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

Als u een randbreuk heeft voorzien, freest u vervolgens een fase.<br />

Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Tap frezen".<br />

Kies de bewerkingsmodus "Afkanten".<br />

Parameter Beschrijving voor nabewerking aan de rand<br />

T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />

Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />

• Front/Front C – Vooraan<br />

• Front/Front C – Achteraan<br />

• Mantel/Mantel C – Binnen<br />

• Mantel/Mantel C – Buiten<br />

• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />

Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />

De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.6 Contourfrezen<br />

Bewerkingswijze<br />

Z0<br />

FS<br />

ZFS<br />

X0<br />

FS<br />

ZFS<br />

CP<br />

Z0<br />

FS<br />

ZFS<br />

C0<br />

X0<br />

FS<br />

ZFS<br />

Afkanten<br />

Front/Front C:<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Fasenbreedte; abs<br />

Induikdiepte werktuigpunt; abs of inc<br />

Mantel/Mantel C:<br />

Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />

Fasenbreedte; abs<br />

Induikdiepte werktuigpunt; abs of inc<br />

Front Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />

Fasenbreedte; abs<br />

Induikdiepte werktuigpunt; abs of inc<br />

Mantel Y:<br />

Referentiepunt<br />

Referentiepunt in X-richting (abs)<br />

Fasenbreedte; abs<br />

Induikdiepte werktuigpunt; abs of inc<br />

Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />

worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />

induikpunt wordt teruggetrokken:<br />

• op terugtrekvlak<br />

• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />

X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />

Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />

Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-311<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.7 Onderprogramma oproepen<br />

5.7 Onderprogramma oproepen<br />

Als u dezelfde bewerkingsstappen nodig heeft bij de programmering<br />

van verschillende werkstukken, kunt u deze bewerkingsstappen als<br />

afzonderlijk onderprogramma definiëren. Dit onderprogramma kunt u<br />

dan in willekeurige programma's oproepen. Op die manier hoeft u<br />

dezelfde bewerkingsstappen niet meermaals te programmeren.<br />

<strong>ShopTurn</strong> maakt geen onderscheid tussen hoofd- en<br />

onderprogramma's. D.w.z. dat u een "normaal" stappenreeks- of G-<br />

Code-programma als subprogramma kunt oproepen in een ander<br />

stappenreeksprogramma. In het onderprogramma kunt u opnieuw een<br />

onderprogramma oproepen. De maximale nestdiepte bedraagt 8<br />

onderprogramma's.<br />

Binnen verbonden blokken kunt u geen onderprogramma oproepen.<br />

Als u een stappenreeksprogramma als subprogramma wilt oproepen,<br />

moet het programma al een keer berekend zijn (programma in<br />

bedieningsmodus Machine Auto laden of simuleren). Bij G-Codeonderprogramma's<br />

is dit niet noodzakelijk.<br />

Het onderprogramma moet altijd in het NCK-werkgeheugen (in een<br />

eigen directory "XYZ" of in de directories "<strong>ShopTurn</strong>",<br />

"Delenprogramma's", "Onderprogramma's") opgeslagen zijn.<br />

Om een onderprogramma op te roepen dat zich op een andere<br />

gegevensdrager bevindt, kunt u het G-Code-commando "EXTCALL"<br />

gebruiken.<br />

Voorbeeld: Programma "Form25_1.mpf" op de Compact Flash Card<br />

van de PCU 20 oproepen:<br />

EXTCALL "C:\FORM25_1.MPF"<br />

Bedenk dat <strong>ShopTurn</strong> bij het oproepen van het onderprogramma de<br />

instellingen uit de programmakop van het onderprogramma evalueert,<br />

met uitzondering van de gegevens over het uitgangsmateriaal. Deze<br />

instellingen blijven ook na beëindiging van het onderprogramma<br />

actief.<br />

Als u de instellingen uit de programmakop van het hoofdprogramma<br />

opnieuw wilt activeren, kunt u in het hoofdprogramma na de start van<br />

het subprogramma de gewenste instellingen opnieuw uitvoeren (zie<br />

hfdst. "Programma-instellingen wijzigen").<br />

Maak een <strong>ShopTurn</strong>- of G-Code-programma aan dat u als<br />

onderprogramma in een ander programma wilt oproepen.<br />

Plaats de cursor op het arbeidsplan van het hoofdprogramma op<br />

het programmablok waarna u het subprogramma wilt oproepen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-312 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.7 Onderprogramma oproepen<br />

Onderprogramma<br />

><br />

Druk op de softkeys "Diverse" en "Onderprogramma".<br />

Geef het pad van het onderprogramma aan als het gewenste<br />

onderprogramma niet in dezelfde directory ligt als het<br />

hoofdprogramma.<br />

Directory Aan te geven pad<br />

<strong>ShopTurn</strong> <strong>ShopTurn</strong><br />

Eigen directory XYZ XYZ<br />

Delenprogramma's MPF<br />

Onderprogramma's SPF<br />

Voer de naam van het subprogramma in dat u wenst in te voegen.<br />

De bestandsextensie (*.mpf of *.spf) moet u alleen aangegeven<br />

als het onderprogramma niet over extensie beschikt die ingesteld<br />

is voor de directory waarin het onderprogramma zich bevindt.<br />

Directory Ingestelde bestandsextensie<br />

<strong>ShopTurn</strong> *.mpf<br />

Eigen directory XYZ *.mpf<br />

Delenprogramma's *.mpf<br />

Onderprogramma's *.spf<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

De oproep van het subprogramma wordt in het hoofdprogramma<br />

ingevoegd.<br />

VOORBEELD<br />

Verspanen T=VOORBEW.WKT._1<br />

Uitgangsmat.:<br />

Afgewerkt product:<br />

Verspanen<br />

Restverspanen<br />

Verspanen<br />

Uitvoeren<br />

Programmaeinde<br />

Onderprogramma oproepen<br />

CONT_1<br />

VOORBEELD_CONT_<br />

T=VOORBEW.WKT._1<br />

T=NABEW.WKT._1<br />

T=VOORBEW.WKT._1<br />

"FREZEN"<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-313<br />

5<br />

Onderprogramma<br />

"Frezen"<br />

oproepen


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.8 Programmablokken herhalen<br />

5.8 Programmablokken herhalen<br />

Markering<br />

plaatsen ><br />

Markering<br />

plaatsen ><br />

Her-<br />

halen ><br />

Als bij de bewerking van een werkstuk bepaalde stappen meermaals<br />

moet worden uitgevoerd, volstaat het als u deze bewerkingsstappen<br />

slechts éénmaal programmeert. <strong>ShopTurn</strong> biedt u namelijk de<br />

mogelijkheid programmablokken te herhalen.<br />

De programmablokken die u wilt herhalen, moeten met een start- en<br />

eindmarkering worden gekenmerkt. Deze programmablokken kunnen<br />

dan binnen één programma maximaal 9999 worden opgeroepen. De<br />

markeringen moeten eenduidige, d.w.z. verschillende namen krijgen.<br />

Er mogen geen in het NCK gebruikte name worden toegekend.<br />

Markeringen en herhalingen kunnen ook later worden geplaatst, maar<br />

niet binnen verbonden programmablokken.<br />

Daarnaast heeft u de mogelijkheid dezelfde markering als<br />

eindmarkering van het voorgaande programmablok en als<br />

startmarkering voor de volgende blokken te gebruiken.<br />

Programmablokken herhalen<br />

Druk op de softkeys "Diverse" en "Markering plaatsen".<br />

Voer een naam in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Na het actuele blok wordt een startmarkering ingevoegd.<br />

Voer de programmablokken in die u later wilt herhalen.<br />

Druk op de softkeys "Diverse" en "Markering plaatsen".<br />

Voer een naam in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Na het actuele blok wordt een eindmarkering ingevoegd.<br />

Zet de programmering voort op de plaats waar de<br />

programmablokken moeten worden herhaald.<br />

Druk op de softkeys "Diverse" en "Herhalen".<br />

Voer de namen van de start- en eindmarkeringen en het aantal<br />

herhalingen in.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-314 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.9 Bewerking met de tegenspil<br />

5.9 Bewerking met de tegenspil<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

De gemarkeerde programmablokken worden herhaald.<br />

Als uw machine over een tegenspil beschikt, kunt u de werkstukken<br />

met aan de voor- en achterkant bewerken met draai-, boor- en<br />

freesfuncties zonder dat het werkstuk manueel moet worden<br />

verplaatst.<br />

Voor de bewerking aan de achterkant moet de tegenspil dan het<br />

werkstuk grijpen, uit de hoofdspil trekken en op de nieuwe<br />

bewerkingspositie plaatsen. Deze activiteiten kunt u programmeren<br />

met de functie "Tegenspil".<br />

Bij de programmering biedt <strong>ShopTurn</strong> de volgende vijf stappen aan:<br />

• Grijpen: werkstuk met de tegenspil grijpen (evt. met vaste aanslag)<br />

• Trekken: werkstuk met de tegenspil uit de hoofdspil trekken<br />

• Achterkant: werkstuk met de tegenspil op de nieuwe<br />

bewerkingspositie plaatsen<br />

• Volledig: stappen grijpen, trekken (evt. met afsteken) en achterkant<br />

• Voorkant: nulpuntverschuiving voor de bewerking van de volgende<br />

voorkant (bij stangmateriaal)<br />

Als u de afwerking van een programma met tegenspilbewerking start,<br />

wordt eerst de tegenspil op de in de machinegegevens vastgelegde<br />

terugtrekpositie geplaatst.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Nulpuntverschuivingen Bij de functies "Trekken" en "Achterkant" moet u telkens aangeven in<br />

welke nulpuntverschuiving <strong>ShopTurn</strong> het meegevoerde<br />

coördinatensysteem moet opslaan. D.w.z. deze<br />

nulpuntverschuivingen hoeft u niet eerst te definiëren.<br />

Bij de functie "Voorkant" moet u de nulpuntverschuiving, die u wilt<br />

gebruiken daarentegen zelf definiëren.<br />

Om de programmering makkelijker te maken, vindt u hieronder<br />

programmeervoorstellen voor drie typische toepassingen:<br />

• Bewerking hoofdspil – Overname werkstuk – Bewerking tegenspil<br />

• Bewerking tegenspil (zonder overname van het werkstuk)<br />

• Bewerking van stangmateriaal<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-315<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.9 Bewerking met de tegenspil<br />

Bewerking hoofdspil – Overname werkstuk –<br />

Bewerking tegenspil<br />

Een programmeervoorbeeld voor deze toepassing ziet er als volgt uit:<br />

Alternatief 1:<br />

1. Bewerking hoofdspil<br />

2. Grijpen<br />

3. Trekken<br />

4. Achterkant<br />

5. Bewerking tegenspil<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-316 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

Alternatief 2:<br />

1. Bewerking hoofdspil<br />

2. Volledig (grijpen, trekken en<br />

achterkant)<br />

3. Bewerking tegenspil<br />

Grijpen Eerst brengt <strong>ShopTurn</strong> de hoofd- en tegenspil in synchroonbedrijf.<br />

Dan beweegt de tegenspil in ijlgang tot op de geprogrammeerde<br />

positie ZR naar het werkstuk toe en verder met gereduceerde aanvoer<br />

FR naar de overnamepositie Z1. Of de tegenspil met de voorste rand<br />

of de aanslagrand naar de positie beweegt, legt u vast op het scherm<br />

"Spillen" (zie hfdst. "Instellingen van de tegenspil").<br />

Alternatief kan de tegenspil vanaf een bepaalde afstand ook op vaste<br />

aanslag bewegen. Deze afstand en de betreffende aanvoerwaarde<br />

zijn vastgelegd in de machinegegevens.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Park.pos.<br />

teachen<br />

Hoekv.<br />

teachen<br />

U kunt de coördinaten XP en ZP van de parkeerpositie van het<br />

werktuig tijdens het grijpen direct invoeren in het parameterscherm of<br />

met de softkey "Park.pos. teachen" de actuele werktuigposities<br />

overnemen.<br />

Het teachen van de parkeerpositie is alleen mogelijk als u het<br />

machinecoördinatensysteem (MCS) heeft geselecteerd.<br />

Als u bij het grijpen een hoekverplaatsing α1 tussen hoofdspil en<br />

tegenspil aangeeft, heeft dit geen consequenties op de bewerking aan<br />

de achterkant van het werkstuk. U kunt het hoekverschil direct<br />

invoeren in het parameterscherm of met de softkey "Hoekv. teachen"<br />

de actuele hoekverplaatsing overnemen.<br />

Trekken De tegenspil trekt het werkstuk met de waarde Z1 uit de hoofdspil.<br />

<strong>ShopTurn</strong> voert het coördinatensysteem mee en slaat de verschuiving<br />

op in de geselecteerde nulpuntverschuiving.<br />

Achterkant De tegenspil beweegt met het werkstuk in ijlgang naar de nieuwe<br />

bewerkingspositie ZW. Het werkstuknulpunt wordt hierbij<br />

meegetrokken en met ZV (met voorteken) van de voorkant naar de<br />

achterkant van het werkstuk verschoven. Vervolgens wordt het<br />

coördinatensysteem voor de bewerking gespiegeld en in de<br />

geselecteerde nulpuntverschuiving opgeslagen.<br />

Het synchroonbedrijf van de beide spillen wordt opgeheven.<br />

De masterpil is nu de tegenspil.


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.9 Bewerking met de tegenspil<br />

Bewerking tegenspil Bij de bewerking van de achterkant spiegelt <strong>ShopTurn</strong> automatisch<br />

het coördinatensysteem. D.w.z. u programmeert de bewerking voor de<br />

achterkant net als voor de voorkant.<br />

Bij freesbewerking moet u erop letten dat de Y-as in de<br />

tegenovergestelde richting wijst. Als dit niet gewenst is, moet een<br />

spiegeling van de Y-as worden geprogrammeerd.<br />

Bewerking tegenspil (zonder overname van het werkstuk)<br />

Een programmeervoorbeeld ziet er bv. als volgt uit:<br />

1. Achterkant<br />

Nulpuntv.: nulpuntverschuiving wordt alleen geactiveerd<br />

ZV: parameter wordt niet geëvalueerd.<br />

2. Bewerking tegenspil<br />

Achterkant Houd rekening met de volgende bijzonderheden bij de<br />

programmastap "Achterkant" als de bewerking zonder overname van<br />

het werkstuk gebeurt.<br />

De nulpuntverschuiving die u op het parameterscherm selecteert,<br />

wordt alleen geactiveerd en niet berekend. D.w.z. dat het<br />

werkstuknulpunt voor de tegenspilbewerking aangegeven moet zijn in<br />

de nulpuntverschuiving.<br />

Bovendien wordt de parameter ZV niet geëvalueerd.<br />

Bewerking van stangmateriaal<br />

Als u voor de productie van uw werkstuk stangmateriaal gebruikt, kunt<br />

u met één enkele programmastart meerder werkstukken aan de voor-<br />

en achterkant bewerken.<br />

De bewerking van stangmateriaal programmeert u bv. als volgt:<br />

1. Programmakop met vermelding van de nulpuntverschuiving waarin<br />

het werkstuknulpunt opgeslagen is<br />

2. Bewerking hoofdspil<br />

3. Compleet (uitgangsmateriaal trekken: ja; afsteekcyclus: ja)<br />

4. Afsteken<br />

5. Bewerking tegenspil<br />

6. Programma-einde met het aantal aan te maken werkstukken<br />

Alternatief kunt u de bewerking van stangenmateriaal ook als volgt<br />

programmeren:<br />

1. Startmarkering<br />

2. Bewerking hoofdspil<br />

3. Compleet (uitgangsmateriaal trekken: ja; afsteekcyclus: ja)<br />

4. Afsteken<br />

5. Bewerking tegenspil<br />

6. Voorkant<br />

7. Eindmarkering<br />

8. Herhaling van start- tot eindmarkering<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-317<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.9 Bewerking met de tegenspil<br />

Volledig Als u de programmastap "Volledig" programmeert, moet u bij de<br />

deelstap "Trekken" "Basisdeeltrekken: ja" en "Afsteekcyclus: ja"<br />

invoeren. Vervolgens programmeert u de functie "Afsteken". Het<br />

afsteken van het werkstuk gebeurt dan na het grijpen resp. uittrekken<br />

van het werkstuk uit de hoofdspil.<br />

De waarde waarmee het werkstuk uit de hoofdspil wordt getrokken,<br />

hoeft u in dit geval niet aan te geven; die wordt berekend uit de<br />

parameters van de afsteekcyclus.<br />

De beide programmablokken "Volledig" en "Afsteken" worden in het<br />

arbeidsplan verbonden.<br />

Voorkant Als de bewerking van een werkstuk aan de achterkant afgesloten is,<br />

begint de bewerking van het volgende werkstuk aan de voorkant.<br />

Daartussen kunt u met de functie "Voorkant" voor de bewerking van<br />

de voorkant een nulpuntverschuiving oproepen. In de regel gebruikt u<br />

hier de nulpuntverschuiving die voor het grijpen actief was.<br />

De hoofdspil is nu opnieuw de masterspil.<br />

Parkeerpositie en<br />

hoekverplaatsing<br />

teachen<br />

Park.pos.<br />

teachen<br />

Hoekv.<br />

teachen<br />

Tegen-<br />

spil ><br />

Draai de spankop van de tegenspil met de hand op de gewenste<br />

positie en beweeg het werktuig naar de gewenste positie.<br />

Druk op de softkeys "Diverse" en "Tegenspil".<br />

Kies de programmeerstap "Grijpen" resp. "Compleet".<br />

Kies onder Parkeerpositie werktuig "MCS".<br />

Druk op de softkey "Park.pos. teachen".<br />

De actuele parkeerpositie van het werktuig wordt opgeslagen.<br />

Druk op de softkey "Hoekv. teachen".<br />

Het actuele hoekverschil tussen hoofd- en tegenspil wordt<br />

opgeslagen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-318 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.9 Bewerking met de tegenspil<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

Functie Kies uit 5 verschillende functies:<br />

• Grijpen<br />

• Trekken<br />

• Achterkant<br />

• Voorkant<br />

• Volledig<br />

Parkeerpositie<br />

XP<br />

ZP<br />

Spankop sp.<br />

S<br />

Draairichting<br />

α1<br />

Z1<br />

ZR<br />

FR<br />

Vaste aanslag<br />

Nulpuntv.<br />

Z1<br />

F<br />

Nulpuntv.<br />

ZnW<br />

ZV<br />

Nulpuntv.<br />

Grijpen:<br />

WCS: de parkeerpositie wordt aangegeven in het werkstukcoördiantensysteem<br />

MCS: de parkeerpositie wordt aangegeven in het machinecoördinatensysteem;<br />

het teachen van de parkeerpositie en de hoekverplaatsing is mogelijk<br />

Parkeerpositie van het werktuig in X-richting (abs)<br />

Parkeerpositie van het werktuig in Z-richting (abs)<br />

Spankop van de tegenspil spoelen of niet<br />

Spiltoerental (hoofdspil en tegenspil)<br />

Draairichting (hoofdspil en tegenspil):<br />

Draairichting met de klok (rechtsom)<br />

Draairichting tegen de klok in (linksom)<br />

Spillen draaien niet<br />

Hoekverplaatsing van de tegenspil bij het grijpen<br />

Overnamepositie (abs)<br />

Positie vanaf waar met gereduceerde aanvoer wordt bewogen (abs of inc)<br />

Gereduceerde aanvoer<br />

Ja: De tegenspil blijft op een vastgelegde afstand voor de overnamepositie Z1<br />

staan en beweegt dan met een vastgelegde aanvoer<br />

naar de vaste aanslag.<br />

Neen: De tegenspil beweegt naar de overnamepositie Z1.<br />

Trekken:<br />

Nulpuntverschuiving waarin het met Z1 verschoven coördinatensysteem moet<br />

worden opgeslagen..<br />

Waarde waarmee het werkstuk uit de hoofdspil wordt getrokken (inc)<br />

Aanvoer<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-319<br />

mm<br />

mm<br />

o/min<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm/min<br />

mm<br />

mm/min<br />

Achterkant:<br />

Nulpuntverschuiving waarin het naar ZW en met ZV verschoven en in Z gespiegelde<br />

coördinatensysteem moet worden opgeslagen.<br />

Bewerkingspositie bijkomende as (abs); MCS<br />

mm<br />

Verschuiving van het werkstuknulpunt in Z-richting (inc, het voorteken wordt mee mm<br />

geëvalueerd)<br />

Voorkant:<br />

Nulpuntverschuiving voor de bewerking van de volgende voorkant


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.9 Bewerking met de tegenspil<br />

Parkeerpositie<br />

XP<br />

ZP<br />

Spankop sp.<br />

S<br />

Draairichting<br />

α1<br />

Z1<br />

ZR<br />

FR<br />

Vaste aanslag<br />

Basisdeel<br />

trekken<br />

F<br />

Afsteekcyclus<br />

Nulpuntv.<br />

ZnW<br />

ZV<br />

Volledig:<br />

WCS: de parkeerpositie wordt aangegeven in het werkstukcoördiantensysteem<br />

MCS: de parkeerpositie wordt aangegeven in het machinecoördinatensysteem;<br />

het teachen van de parkeerpositie en de hoekverplaatsing is mogelijk<br />

Parkeerpositie van het werktuig in X-richting (abs)<br />

Parkeerpositie van het werktuig in Z-richting (abs)<br />

Grijpen:<br />

Tegenspilspankop spoelen of niet<br />

Spiltoerental (hoofdspil en tegenspil)<br />

Draairichting (hoofdspil en tegenspil):<br />

Draairichting met de klok (rechtsom)<br />

Draairichting tegen de klok in (linksom)<br />

Spillen draaien niet<br />

Hoekverplaatsing van de tegenspil bij het grijpen<br />

Overnamepositie (abs)<br />

Positie vanaf waar met gereduceerde aanvoer wordt bewogen (abs of inc)<br />

Gereduceerde aanvoer<br />

Ja: De tegenspil blijft op een vastgelegde afstand voor de overnamepositie Z1<br />

staan en beweegt dan met een vastgelegde aanvoer naar de vaste<br />

aanslag.<br />

Neen: De tegenspil beweegt naar de overnamepositie Z1.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-320 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

o/min<br />

5<br />

graden<br />

mm<br />

mm<br />

mm/min<br />

Trekken:<br />

Ja: Basisdeel één basisdeellengte trekken (voorbereiding voor volgende<br />

werkstuk)<br />

Neen: Basisdeel niet trekken<br />

Aanvoer voor trekken<br />

mm/min<br />

Ja: Na het trekken wordt het werkstuk afgestoken.<br />

Neen: Het werkstuk wordt niet automatisch afgestoken.<br />

Achterkant:<br />

Nulpuntverschuiving waarin het naar ZW en met ZV verschoven en in Z gespiegelde<br />

coördinatensysteem moet worden opgeslagen.<br />

Bewerkingspositie bijkomende as (abs); MCS<br />

mm<br />

Verschuiving van het werkstuknulpunt in Z-richting (inc, het voorteken wordt mee mm<br />

geëvalueerd)


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.10 Programma-instellingen wijzigen<br />

5.10 Programma-instellingen wijzigen<br />

Terugtrekken<br />

Bewerkingsdraairichting<br />

Instel-<br />

lingen ><br />

Alle in de programmakop vastgelegde parameters, met uitzondering<br />

van de basisdeelvorm en de maateenheid, kunt u op willekeurige<br />

punten in het programma wijzigen. Daarnaast heeft u nog de<br />

mogelijkheid de basisinstelling voor de bewerkingsdraairichting voor<br />

het frezen te wisselen.<br />

De instellingen in de programmakop zijn zelfhoudend, d.w.z. dat ze<br />

actief blijven tot ze gewijzigd worden.<br />

Een veranderd terugtrekvlak is actief vanaf de veiligheidsafstand van<br />

de laatste cyclus, daar de verdere terugtrekking wordt uitgevoerd door<br />

de volgende cyclus.<br />

Als bewerkingsdraairichting (gelijkloop of tegenloop) is de<br />

bewegingsrichting van de freestand t.o.v. het werkstuk gedefinieerd.<br />

D.w.z. <strong>ShopTurn</strong> evalueert de parameter bewerkingsdraairichting in<br />

combinatie met de spildraairichting bij het frezen, met uitzondering<br />

van baanfrezen.<br />

De basisinstelling voor de bewerkingsdraairichting wordt vastgelegd in<br />

de machinegegevens.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Gelijkloop Tegenloop<br />

Bewerkingsdraairichting bij het frezen van een kamer op het frontvlak<br />

Druk op de softkeys "Diverse" en "Instellingen".<br />

Voer de gewenste parameter in.<br />

Een beschrijving van de parameters vindt u in hfdst. "Nieuw<br />

programma aanleggen".<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

De nieuwe instellingen voor het programma worden overgenomen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-321<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.11 Nulpuntverschuivingen oproepen<br />

5.11 Nulpuntverschuivingen oproepen<br />

Nulpunt<br />

versch. ><br />

Nulpunt<br />

versch.<br />

in<br />

programma<br />

Transfor-<br />

maties ><br />

Nulpuntverschuivingen (G54 enz.) kunt u uit ieder programma<br />

oproepen.<br />

Deze verschuivingen kunt u bv. gebruiken, als u met één en hetzelfde<br />

programma werkstukken met verschillende basisdeelafmetingen<br />

wenst te bewerken. De verschuiving past dan het werkstuknulpunt<br />

aan voor het nieuwe basisdeel.<br />

De nulpuntverschuivingen definieert u in de nulpuntverschuivingslijst<br />

(zie hfdst. "Nulpuntverschuivingen definiëren"). Daar kunt u ook de<br />

coördinaten van de gekozen verschuiving bekijken.<br />

Druk op de softkeys "Diverse", "Transformaties" en "Nulpunt<br />

versch.".<br />

Selecteer één van de nulpuntverschuivingen of de<br />

basisverschuiving.<br />

-of-<br />

Voer de gewenste verschuiving direct in het invoerveld in.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Nulpunt versch.".<br />

De nulpuntverschuivingslijst wordt geopend.<br />

-en-<br />

Kies een nulpuntverschuiving.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "in programma".<br />

De nulpuntverschuiving wordt in het parameterscherm overgenomen.<br />

Om de nulpuntverschuivingen te deselecteren, selecteert u de<br />

basisverschuiving of voert u in het veld nul in.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-322 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.12 Coördinatentransformaties definiëren<br />

5.12 Coördinatentransformaties definiëren<br />

Om het programmeren te vergemakkelijken, kunt u het<br />

coördinatensysteem transformeren. Gebruik deze mogelijkheid bv. om<br />

het coördinatensysteem te draaien.<br />

Coördinatentransformaties gelden alleen in het actuele programma.<br />

U kunt een verschuiving, rotatie, skalering of spiegeling definiëren.<br />

Daarbij kunt u telkens kiezen tussen een nieuwe of een additieve<br />

coördinatentransformatie.<br />

Bij een nieuwe coördinatentransformatie worden alle vooraf<br />

gedefinieerde coördinatentransformaties gedeselecteerd. Een<br />

additieve coördinatentransformatie werkt bijkomend tot de actueel<br />

gekozen coördinatentransformaties.<br />

• Verschuiving<br />

Voor elke as kunt u een verschuiving van het nulpunt<br />

programmeren.<br />

Verschuiving nieuw Verschuiving additief<br />

• Rotatie<br />

U kunt de X- en de Y-as in een bepaalde hoek draaien. Een<br />

positieve hoek stemt overeen met een draaiing tegen de wijzers<br />

van de klok in.<br />

Rotatie nieuw Rotatie additief<br />

Bij draaimachines zonder fysieke Y-as kunnen bij een rotatie<br />

problemen optreden met het coördinatensysteem.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-323<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.12 Coördinatentransformaties definiëren<br />

• Rotatie C-as<br />

U kunt de C-as in een bepaalde hoek draaien zodat de volgende<br />

bewerkingen aan de front- of mantelzijde op een bepaalde positie<br />

kunnen worden uitgevoerd.<br />

De draairichting is vastgelegd in de machinegegevens.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Rotatie C-as nieuw<br />

Rotatie C-as additief<br />

• Skalering<br />

Voor het actieve bewerkingsvlak en de werktuigas kunt u een<br />

maatstaffactor invoeren. De geprogrammeerde coördinaten<br />

worden dan met deze factor vermenigvuldigd.<br />

Skalering nieuw<br />

Skalering additief<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-324 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.12 Coördinatentransformaties definiëren<br />

Transfor-<br />

maties ><br />

Verschui- Spiegeving<br />

> ... ling ><br />

• Spiegeling<br />

Daarnaast heeft u de mogelijkheid alle assen te spiegelen.<br />

Geef telkens de as aan die moet worden gespiegeld.<br />

Spiegeling nieuw Spiegeling additief<br />

Druk op de softkeys "Diverse" en "Transformaties".<br />

Selecteer via softkey de coördinatentransformatie.<br />

Kies, of u een nieuwe of een additieve coördinatentransformatie<br />

wenst te programmeren.<br />

Voer de gewenste coördinaten in.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-325<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.13 Verwijderings-/benaderingscyclus programmeren<br />

5.13 Verwijderings-/benaderingscyclus programmeren<br />

Verwijderen/<br />

Naderen<br />

Als u het verlaten/benaderen van een bewerkingscyclus wilt verkorten<br />

of een moeilijke geometrische situatie bij het benaderen/verlaten wilt<br />

oplossen, kunt u een speciale cyclus opstellen. <strong>ShopTurn</strong> neemt dan<br />

niet de normale verwijderings-/benaderingsstrategie in acht (zie hfdst.<br />

"Bewerkingscyclus verlaten/benaderen").<br />

De verwijderings-/benaderingscyclus kunt u tussen willekeurige<br />

stappenreeksprogrammablokken invoegen, maar niet binnen<br />

verbonden programmablokken.<br />

Uitgangspunt voor de verwijderings-/benaderingscyclus is altijd de<br />

veiligheidsafstand die na de laatste bewerking werd ingenomen.<br />

Als u een werktuigwissel wilt uitvoeren, kunt u via maximaal 3 posities<br />

(P1 tot P3) naar het werktuigwisselpunt bewegen en via maximaal 3<br />

andere posities (P4 tot P6) naar het volgende uitgangspunt bewegen.<br />

Als een werktuigwissel niet vereist is, beschikt u over maximaal 6<br />

posities voor het benaderen van de volgende uitgangspositie.<br />

Als de 3 resp. 6 posities voor het verlaten/benaderen niet volstaan,<br />

kunt u de cyclus ook meermaals na elkaar oproepen en zo verdere<br />

posities programmeren.<br />

Voorzichtig<br />

Bedenk dat het werktuig van de laatste geprogrammeerde positie in<br />

de verwijderings-/benaderingscyclus direct naar het startpunt van de<br />

volgende bewerking beweegt.<br />

Druk op de softkeys "Rechte Cirkel" en "Verwijderen/Naderen".<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

F1 Aanvoer voor benadering van de eerste positie<br />

Alternatief ijlgang<br />

X1 1ste Positie (inc) of 1ste positie ∅(abs) mm<br />

Z1 1ste positie (abs of inc) mm<br />

F2 Aanvoer voor benadering van de tweede positie<br />

Alternatief ijlgang<br />

X2 2de Positie (inc) of 2de positie ∅(abs) mm<br />

Z2 2de positie (abs of inc) mm<br />

F3 Aanvoer voor benadering van de derde positie<br />

Alternatief ijlgang<br />

X3 3de Positie (inc) of 3de positie ∅(abs) mm<br />

Z3 3de positie (abs of inc) mm<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-326 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5<br />

mm/min<br />

mm/min<br />

mm/min


08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5 5.14 G-Code invoegen in stappenreeksprogramma<br />

Wkt.wissel Wktwpnt: Werktuigwisselpunt van de laatste geprogrammeerde positie<br />

benaderen en werktuigwissel uitvoeren<br />

Direct: Werktuigwissel niet uitvoeren op het werktuigwisselpunt maar<br />

op de laatste geprogrammeerde positie<br />

Neen: Geen werktuigwissel uitvoeren<br />

T Werktuignaam (niet bij Wkt.wissel "neen")<br />

D Snijkantnummer (niet bij Wkt.wissel "neen")<br />

F4 Aanvoer voor benadering van de vierde positie<br />

Alternatief ijlgang<br />

X4 4de Positie (inc) of 4de positie ∅(abs) mm<br />

Z4 4de positie (abs of inc) mm<br />

F5 Aanvoer voor benadering van de vijfde positie<br />

Alternatief ijlgang<br />

X5 5de Positie (inc) of 5de positie ∅(abs) mm<br />

Z5 5de positie (abs of inc) mm<br />

F6 Aanvoer voor benadering van de zesde positie<br />

Alternatief ijlgang<br />

X6 6de Positie (inc) of 6de positie ∅(abs) mm<br />

Z6 6de positie (abs of inc) mm<br />

5.14 G-Code invoegen in stappenreeksprogramma<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-327<br />

5<br />

mm/min<br />

mm/min<br />

mm/min<br />

Binnen een stappenreeksprogramma kunt ook G-Code-blokken<br />

programmeren. Bovendien kunt ter verklaring van het programma<br />

commentaren invoegen.<br />

Een precieze beschrijving van de G-Code-blokken volgens DIN 66025<br />

vindt u in:<br />

Literatuur: /PG/, Programmeerhandleiding basis<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />

/PGA/, Programmeerhandleiding werkvoorbereiding<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />

Voor de programmakop, na het programma-einde en binnen<br />

verbonden programmablokken kunt u geen nieuwe G-Code-blokken<br />

invoegen.<br />

<strong>ShopTurn</strong> geeft G-Code-blokken niet aan in de programmeergrafiek.<br />

Als u de bewerking van het werkstuk op bepaalde punten wilt laten<br />

stoppen, programmeert u op deze punten in het arbeidsplan het G-<br />

Code-commando "M01" (zie hfdst. "Programmaverloop beïnvloeden").


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.14 G-Code invoegen in stappenreeksprogramma<br />

Voorzichtig<br />

Als u het werktuig door een G-Code-commando naar het in de<br />

programmakop vastgelegde terugtrekbereik beweegt, moet u het<br />

werktuig er ook weer uit verwijderen. Anders kunnen door de<br />

verplaatsingsbewegingen van een volgende <strong>ShopTurn</strong>-cyclus<br />

botsingen worden veroorzaakt.<br />

Plaats de cursor in het arbeidsplan van een<br />

stappenreeksprogramma op het programmablok als u een G-<br />

Code-blok wilt invoegen.<br />

Druk op de toets "Input".<br />

Voer de gewenste G-Code-opdrachten of commentaar in. Het<br />

commentaar moet altijd beginnen met een kommapunt (;).<br />

Het nieuwe G-Code-Satz blok wordt in het arbeidsplan gekenmerkt<br />

met een "G" voor het bloknummer.<br />

NO VOORBEELD<br />

Verspanen<br />

Uitgangsmat.:<br />

Afgewerkt product:<br />

Verspanen<br />

Restverspanen<br />

Verspanen<br />

Ril<br />

Ril<br />

Boren<br />

Spanen verwijderen<br />

Gatenrij<br />

Programmaeinde<br />

G-Code in stappenreeksprogramma<br />

G-code-blok<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-328 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.15 Inleren<br />

5.15 Inleren<br />

5.15.1 Cyclus inleren<br />

Dankzij de functie "Inleren" kunt u bewerkingsstappen programmeren<br />

en afwerken en daarbij tegelijkertijd een delenprogramma voor andere<br />

werkstukken opstellen.<br />

Hierna worden de procedures voor verschillende varianten van het<br />

inleren beschreven:<br />

• Inleren van cycli<br />

• Inleren van positiepatronen<br />

• Inleren van contourobjecten<br />

Elke bewerkingsstap wordt ingeleerd naar het volgende principe:<br />

Arbeidsvolgorde 1. Programma aanleggen<br />

U legt een nieuw programma aan en legt de parameters voor de<br />

programmakop vast (zie hfdst. "Nieuw programma aanleggen").<br />

2. Bewerkingsstap opstellen<br />

U definieert een bewerkingsstap (zie hfdst. "Programmablokken<br />

creëren").<br />

3. Bewerkingsstap overnemen<br />

Met de softkey "Toepassen" slaat u de waarden op. Het<br />

parameterscherm wordt gesloten en het arbeidsplan verschijnt.<br />

4. Afwerken<br />

Plaats de cursor op de programmastap en druk op de softkey<br />

"Afwerken".<br />

Er wordt automatisch een blokzoekprocedure gestart.<br />

5. NC-start<br />

Wissel het werktuig in met "Cycle-Start" en start vervolgens de<br />

bewerking met de toets "Cycle-Start".<br />

Programmeer de volgende bewerkingsstap op dezelfde manier als de<br />

bewerking het gewenste resultaat heeft gehad<br />

of herhaal de stappen 2 tot 5 voor het programmablok.<br />

U kunt voor elke uitvoering de bewerking laten simuleren om het<br />

resultaat van de bewerking te controleren.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-329<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.15 Inleren<br />

5.15.2 Positiepatroon inleren<br />

U kunt alle positiepatronen inleren.<br />

Arbeidsvolgorde 1. Programma aanleggen<br />

2. Technologiecycli en posities/positiepatronen programmeren<br />

Programmeer de gewenste boor-/freescycli en de positiepatronen<br />

(zie hfdst. "Boren", "Frezen" en "Posities en positiepatronen").<br />

3. Afwerken<br />

Plaats de cursor op het gewenste positiepatroon en druk op de<br />

softkey "Afwerken".<br />

Er wordt automatisch een blokzoekprocedure gestart en er<br />

verschijnt een zoekvenster.<br />

4. Kies arbeidsstap en positiepatroon.<br />

5. NC-start<br />

Wissel het werktuig in met "Cycle-Start" en start vervolgens de<br />

bewerking met de toets "Cycle-Start".<br />

Programmeer de volgende bewerkingsstap op dezelfde manier als de<br />

bewerking het gewenste resultaat heeft gehad<br />

of herhaal de stappen 2 tot 5 voor het programmablok.<br />

U kunt voor elke uitvoering de bewerking laten simuleren om het<br />

resultaat van de bewerking te controleren.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-330 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />

5.15 Inleren<br />

5.15.3 Contourobject inleren<br />

Bij draai- en freesbewerkingen heeft u de mogelijkheid<br />

contourobjecten in te leren.<br />

Arbeidsvolgorde 1. Programma aanleggen<br />

2. Contouren en technologiecycli programmeren<br />

Programmeer de gewenste contouren en cycli en definieer de<br />

verschillende contourelementen (zie hfdst. "Nieuwe contour<br />

aanleggen", "Contourdraaien" resp. "Contourfrezen").<br />

3. Afwerken<br />

Plaats de cursor op de gewenste arbeidsstap en druk op de<br />

softkey "Afwerken".<br />

Er wordt automatisch een blokzoekprocedure gestart.<br />

4. NC-start<br />

Wissel het werktuig in met "Cycle-Start" en start vervolgens de<br />

bewerking met de toets "Cycle-Start".<br />

Programmeer de volgende bewerkingsstap op dezelfde manier als de<br />

bewerking het gewenste resultaat heeft gehad<br />

of herhaal de stappen 2 tot 4 voor het programmablok.<br />

U kunt voor elke uitvoering de bewerking laten simuleren om het<br />

resultaat van de bewerking te controleren.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-331<br />

5


<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />

5 5.15 Inleren<br />

Voor notities<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

5-332 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

5


6 08/2005 Werken met manuele machine<br />

Werken met manuele machine<br />

6.1 Manuele Machine.................................................................................................. 6-334<br />

6.2 Nulpuntverschuivingen.......................................................................................... 6-335<br />

6.3 Eenvoudige werkstukbewerking in de modus Hand.............................................. 6-335<br />

6.3.1 Assen verplaatsen ................................................................................................ 6-336<br />

6.3.2 Kegeldraaien......................................................................................................... 6-337<br />

6.3.3 Rechte draaien ..................................................................................................... 6-338<br />

6.4 Complexere bewerking in de modus Hand............................................................ 6-339<br />

6.4.1 Boren met manuele machine ................................................................................ 6-340<br />

6.4.2 Draaien met manuele machine ............................................................................. 6-340<br />

6.4.3 Frezen met manuele machine............................................................................... 6-341<br />

6.5 Simulatie............................................................................................................... 6-341<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 6-333<br />

6


Werken met manuele machine 08/2005<br />

6 6.1 Manuele Machine<br />

6.1 Manuele Machine<br />

"Manuele Machine" biedt voor het manueel bedrijf een gewijzigd,<br />

omvangrijk spectrum aan functies. U kunt in de bedieningsmodus<br />

"Hand" alle belangrijke bewerkingen uitvoeren zonder een programma<br />

te schrijven.<br />

Voor het werken in de bedieningsmodus "Machine Hand" heeft u de<br />

software-optie "Manuele machine" nodig.<br />

De weergave van de softkeys kan afwijken, afhankelijk van het<br />

ingestelde coördinatensysteem. Typisch is de bewerking voor het<br />

draaicentrum.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Basisscherm Na het opstarten van de besturing verschijnt het basisscherm<br />

"Machine Hand".<br />

Bewerkingmogelijk-<br />

heden<br />

Basisscherm Machine Hand<br />

Werkstukken kunnen als volgt worden bewerkt met "Manuele<br />

machine":<br />

• Handbedrijf<br />

• Afzonderlijke-cyclus-bewerking<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

6-334 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

6


6 08/2005 Werken met manuele machine<br />

6.2 Nulpuntverschuivingen<br />

6.2 Nulpuntverschuivingen<br />

Nulpuntverschuiving<br />

activeren<br />

NPV<br />

selectie<br />

Fig. nieuw<br />

Fig. nieuw<br />

Naast de functie "NPV zetten" (zie hfdst. "Nulpuntverschuiving<br />

instellen") heeft u alternatief de mogelijkheid de waarden van de NPF<br />

direct in de nulpuntverschuivingslijst in te voeren.<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey<br />

"Nulp.versch.".<br />

De nulpuntverschuivingslijst verschijnt.<br />

Plaats de cursor op de gewenste nulpuntverschuiving.<br />

Druk op de softkey "NPV selectie".<br />

6.3 Eenvoudige werkstukbewerking in de modus Hand<br />

In de modus "Hand" kunt u eenvoudige bewerkingen direct uitvoeren<br />

zonder een programma te moeten opstellen.<br />

De volgende functies zijn beschikbaar voor bewerking in handbedrijf:<br />

• Asbewegingen<br />

• Kegeldraaien<br />

• Rechte (dwars- of langsdraaien)<br />

Werktuig, spiltoerental en spildraairichting worden geactiveerd met<br />

"Cycle-Start".<br />

Een aanvoerwijziging wordt onmiddellijk actief.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 6-335<br />

6


Werken met manuele machine 08/2005<br />

6 6.3 Eenvoudige werkstukbewerking in de modus Hand<br />

6.3.1 Assen verplaatsen<br />

Werktuigselectie<br />

Bewerking<br />

X …<br />

… +<br />

Voor de voorbereidende activiteiten en eenvoudige<br />

verplaatsingsbewegingen voert u de parameters direct op het<br />

basisscherm "Hand" in.<br />

Kies in "T" het gewenste werktuig.<br />

Voer de aanvoer en het spiltoerental in.<br />

Kies de draairichting van de spil.<br />

-of-<br />

Stel de draairichting in op het machinebesturingspaneel.<br />

Druk op de toets "Cycle-Start".<br />

De spil start onmiddellijk na de werktuigselectie.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Kies de te verplaatsen as op het machinebesturingspaneel.<br />

Druk op de toets "-" resp. "+" op het machinebesturingspaneel.<br />

-of-<br />

Kies de richting met behulp van de kruisschakelhendel.<br />

De assen worden verplaatst met de ingestelde bewerkingsaanvoer.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

De actieve richting wordt grafisch weergegeven op het basisscherm<br />

aan de hand van een windroos.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

6-336 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

6


08/2005 Werken met manuele machine<br />

6 6.3 Eenvoudige werkstukbewerking in de modus Hand<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T Werktuig<br />

F Bewerkingsaanvoer mm/min<br />

mm/o<br />

S1 Hoofdspil o/min<br />

m/min<br />

S2 Werktuigspil o/min<br />

Draairichting : spil draait naar links<br />

6.3.2 Kegeldraaien<br />

Jog<br />

Kegel-<br />

draaien<br />

: spil draait naar rechts<br />

: spil stopt<br />

: geen wijziging<br />

De basisbewerkingsrichting kan worden gekozen met de<br />

asrichtingstoetsen resp. de kruisschakelhendel. Daarnaast kan ook<br />

een hoek (α) worden ingevoerd.<br />

Druk in de bedieningsmodus "Machine Hand" op de softkey<br />

"Kegeldraaien".<br />

Kies werktuig, spil en spildraairichting en voer de<br />

bewerkingsaanvoer in.<br />

Voer de gewenste waarde hoek α in.<br />

Het selecteren/deselecteren van het kegeldraaien en het veranderen<br />

van de hoek α is alleen mogelijk in de reset-toestand.<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

T, F. S zie hfdst. “Assen verplaatsen“<br />

α Draaien van het coördinatensysteem graden<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 6-337<br />

6


Werken met manuele machine 08/2005<br />

6 6.3 Eenvoudige werkstukbewerking in de modus Hand<br />

6.3.3 Rechte draaien<br />

Jog<br />

Alle<br />

assen -of-<br />

Xα<br />

Zα<br />

-of-<br />

Deze functie gebruikt u voor een eenvoudige bewerking van een<br />

rechte (bv. dwars- of langsdraaien).<br />

Kies in de bedieningsmodus "Machine Hand" de softkey "Rechte".<br />

Kies de gewenste bewerking met de softkeys "Alle assen", "Xα" of<br />

"Zα" en voer de gewenste waarden voor de verplaatsingsweg<br />

resp. doelpositie en evt. de hoek in.<br />

Parameter Beschrijving Eenheid<br />

F zie hfdst. “Assen verplaatsen“<br />

X<br />

Z<br />

Y<br />

C<br />

Z2<br />

Z<br />

α<br />

X<br />

α<br />

Alle assen:<br />

Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />

Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />

Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />

Doelpositie van de C-as van de hoofdspil (abs of inc)<br />

Doelpositie van een extra as, indien aanwezig (abs of inc)<br />

XAlpha<br />

Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />

Hoek van de rechte t.o.v. de as X<br />

ZAlpha<br />

Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />

Hoek van de rechte t.o.v. de as Z<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

6-338 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

mm<br />

6<br />

mm<br />

graden<br />

mm<br />

graden


6 08/2005 Werken met manuele machine<br />

6.4 Complexere bewerking in de modus Hand<br />

6.4 Complexere bewerking in de modus Hand<br />

Algemeen<br />

bewerkingsverloop<br />

De volgende functies zijn beschikbaar voor omvangrijkere<br />

bewerkingen bewerking in handbedrijf:<br />

• Boren (boren midden, schroefdraad midden, boren, wrijven,<br />

diepboren, schroefdraad)<br />

• Draaien (verspanen, insteken, ondersnijden, schroefdraad,<br />

afsteken)<br />

• Frezen (kamer, tap, groef, meerkant, gravure)<br />

Bij complexere bewerkingen gaat u in deze volgorde te werk:<br />

1. Kies met de desbetreffende softkey de gewenste functie.<br />

Voer in het parameterscherm de gewenste waarden in.<br />

2. Druk op de softkey "OK" om de waarden over te nemen.<br />

Het invoerscherm wordt gesloten.<br />

Op het basisscherm verschijnt een regel met de<br />

parametergegevens.<br />

3. Druk op de toets "Cycle-Start".<br />

De gekozen cyclus wordt gestart.<br />

U kunt altijd terugkeren naar het parameterscherm om de ingaven te<br />

controleren en te corrigeren.<br />

Druk op de toets "Cursor rechts" om terug te keren naar het<br />

invoerscherm.<br />

Benaderen en verlaten Bij het bewerken van het werkstuk beweegt u van de actuele positie<br />

direct naar het startpunt van de bewerking. Na de bewerking wordt het<br />

werktuig opnieuw direct naar het startpunt verplaatst.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 6-339<br />

6


Werken met manuele machine 08/2005<br />

6 6.4 Complexere bewerking in de modus Hand<br />

6.4.1 Boren met manuele machine<br />

6.4.2 Draaien met manuele machine<br />

Voor het boren aan het front- of mantelvlak van een werkstuk staat<br />

onder Auto de volgende cycli ter beschikking:<br />

• Boren midden<br />

• Schroefdraad midden<br />

• Centreren<br />

• Boren<br />

• Wrijven<br />

• Diepboren<br />

• Schroefdraadtappen<br />

• Schroefdraadfrezen<br />

De parameters van de invoerschermen stemmen overeen met de<br />

parameters onder Auto (zie hfdst. "Boren").<br />

Er kan slechts op afzonderlijke posities worden geboord. Om de<br />

positie vast te leggen, voert u de parameters X0 en Y0<br />

(frontbewerking) resp. Y0 en Z0 (mantelbewerking) in.<br />

Voor het draaien van een werkstuk staan net als onder Auto de<br />

volgende draaicycli ter beschikking:<br />

• Verspanen<br />

• Ril<br />

• Ondersnijding<br />

• Schroefdraad<br />

• Afsteken<br />

De parameters van de invoerschermen stemmen, met uitzondering<br />

van Schroefdraad draaien, overeen met die onder Auto (zie hfdst.<br />

"Draaien").<br />

Schroefdraad draaien Naast de functies die "Schroefdraad draaien" onder Auto ter<br />

beschikking stelt, kunt u onder "Machine Hand" tijdens de bewerking<br />

lege sneden invoegen.<br />

Lege<br />

snede<br />

U kunt de aanloop van de snijdiepte tijdens de bewerking onderbreken<br />

door lege sneden in te voeren, om bv. flanken glad te maken.<br />

Lege sneden voegt u in met de softkey "Lege snede".<br />

De softkey werkt alleen tijdens de bewerking.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

6-340 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

6


6 08/2005 Werken met manuele machine<br />

6.5 Simulatie<br />

Nabewerking<br />

schroefdraad<br />

6.4.3 Frezen met manuele machine<br />

6.5 Simulatie<br />

Uitgangsmateriaalvorm<br />

instellen<br />

U kunt bestaande schroefdraad nabewerken, bv. bij reparatie van<br />

reeds gesneden schroefdraad of bij veranderingen die ontstaan zijn<br />

door het nameten (zie hfdst. "Nabewerking schroefdraad").<br />

Als u een nabewerking van schroefdraad wilt uitvoeren, voert u de<br />

begin-induikdiepte E (inc) in. Dit is de diepte die reeds werd bereikt bij<br />

de vorige bewerking.<br />

Door het invoeren van een induikdiepte vermijdt u onnodige lege<br />

sneden bij de nabewerking van schroefdraad.<br />

Voor het frezen van eenvoudige geometrische vormen staan net als<br />

onder Auto de volgende functies ter beschikking:<br />

• Rechthoekige kamer<br />

• Cirkelvormige zak<br />

• Rechthoekige tap<br />

• Cirkelvormige tap<br />

• Langsgroef<br />

• Cirkelgroef<br />

• Meerkant<br />

• Gravure<br />

De parameters van de invoerschermen stemmen overeen met de<br />

parameters onder Auto (zie hfdst. "Frezen").<br />

Er kan slechts op afzonderlijke posities worden gewerkt. Om de<br />

positie vast te leggen, voert u de parameters X0 en Y0<br />

(frontbewerking) resp. Y0 en Z0 (mantelbewerking) in.<br />

Bij complexere bewerkingen controleert u met behulp van de simulatie<br />

het resultaat van uw ingaven zonder de assen te verplaatsen (zie<br />

hfdst "Bewerking simuleren"). De afwerking van de arbeidsstappen<br />

wordt daarbij grafisch weergegeven op het scherm.<br />

In de modus "Hand" kunt u een arbeidsstap reeds simuleren met<br />

geopend en ingevuld parameterscherm.<br />

Voor de grafische weergave wordt een voorgedefinieerde<br />

uitgangsmateriaalvorm gebruikt. U kunt het uitgangsmateriaal net als<br />

bij een G-code-programma willekeurig veranderen (zie hfdst.<br />

"Uitgangsmateriaalvorm voor een G-code-programma veranderen").<br />

N<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 6-341<br />

6


Werken met manuele machine 08/2005<br />

6 6.5 Simulatie<br />

Voor notities<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

6-342 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

6


7 08/2005 G-Code-programma<br />

G-Code-programma<br />

7.1 G-Code-programma creëren................................................................................. 7-344<br />

7.2 G-Code-programma uitvoeren .............................................................................. 7-347<br />

7.3 G-Code-editor ....................................................................................................... 7-349<br />

7.4 Rekenparameter ................................................................................................... 7-352<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 7-343<br />

7


G-Code-programma 08/2005<br />

7 7.1 G-Code-programma creëren<br />

7.1 G-Code-programma creëren<br />

G-Code-programma<br />

aanleggen<br />

Nieuw<br />

G-Code<br />

programma<br />

Als u een programma niet met <strong>ShopTurn</strong>-functies wilt programmeren,<br />

kunt u ook een G-Code-programma met G-Code-commando's<br />

aanleggen op de <strong>ShopTurn</strong>-bedieningsinterface.<br />

U kunt een G-Code-opdracht volgens DIN 66025 programmeren.<br />

Bovendien bieden parameterschermen ondersteuning bij het meten<br />

en het programmeren van contouren, boor-, draai- en freescycli. Uit<br />

de afzonderlijke schermen wordt dan G-Code gemaakt die u ook weer<br />

in de schermen kunt terugcompileren. De meetcycli-ondersteuning<br />

moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Een precieze beschrijving van de G-Code-commando's volgens<br />

DIN 66025, van de cycli en de meetcycli vindt u in:<br />

Literatuur: /PG/, Programmeerhandleiding basis<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />

/PGA/, Programmeerhandleiding werkvoorbereiding<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />

/PGZ/, Programmeerhandleiding cycli<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />

/BNM/, Gebruikershandleiding meetcyli<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />

Als u bij de PCU 50.3 meer informatie over bepaalde G-Codecommando's<br />

of cyclus parameters wilt, kunt u de contextgevoelige online-help<br />

oproepen.<br />

Een precieze beschrijving van de on-line-help vindt u in:<br />

Literatuur: /BAD/, Bedieningshandleiding HMI Advanced<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />

Druk op de softkey "Programma".<br />

Kies de directory waarin u een nieuw programma wenst aan te<br />

leggen.<br />

Druk op de softkeys "Nieuw" en "G-Code programma".<br />

Voer een programmanaam in.<br />

De programmanaam mag max. 24 tekens bevatten. Toegelaten<br />

zijn alle letters (uitgenomen umlauten), cijfers en onderstrepen (_).<br />

<strong>ShopTurn</strong> vervangt kleine letters automatisch door hoofdletters.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

7-344 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

7


7 08/2005 G-Code-programma<br />

7.1 G-Code-programma creëren<br />

-of-<br />

Werktuig oproepen<br />

Andere<br />

in het<br />

programma<br />

> Werktuig<br />

Cycli-ondersteuning<br />

Contour<br />

Contour<br />

maken ...<br />

OK<br />

terugcompi-<br />

leren<br />

... Draaien<br />

Druk op de softkey "OK" of de toets "Input".<br />

De G-Code-editor wordt geopend.<br />

Voer de gewenste G-Code-opdrachten in.<br />

Druk op de softkeys "Andere" en "Werktuigen" als u een werktuig<br />

uit de werktuiglijst wenst te kiezen.<br />

-en-<br />

Plaats de cursor op het werktuig dat u voor de bewerking wilt<br />

gebruiken.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "in het programma".<br />

Het gekozen werktuig wordt in de G-Code-editor overgenommen.<br />

Aan de actuele cursorpositie in de G-Code-editor verschijnt bv. de<br />

volgende tekst: T="SCHRUPPER80"<br />

In tegenstelling tot de stappenreeksprogrammering worden bij het<br />

oproepen van het werktuig niet automatisch de in het werktuigbeheer<br />

opgeslagen instellingen actief.<br />

D.w.z. u moet naast het werktuig nog de werktuigwissel (M6), de<br />

spildraairichting (M3/M4), het spiltoerentall (S...) en het koelmiddel<br />

(M7/M8) programmeren.<br />

Voorbeeld:<br />

...<br />

T="SCHRUPPER80" ;werktuig oproepen<br />

M6 ;werktuig wisselen<br />

M7 M3 S1=2000 ;koelmiddel en hoofdspil inschakelen<br />

...<br />

Kies via de softkey of u ondersteuning wenst voor de<br />

programmering van contouren, boor-, frees- of draaicycli.<br />

Kies via de softkey de gewenste cyclus.<br />

Voer de parameters in.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

De cyclus wordt als G-Code in de editor overgenomen.<br />

Plaats de cursor in de G-Code-editor op een cyclus als u het<br />

bijbehorende parameterscherm opnieuw wilt openen.<br />

Druk op de softkey "Terugcompileren".<br />

Het parameterscherm van de gekozen cyclus verschijnt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 7-345<br />

7


G-Code-programma 08/2005<br />

7 7.1 G-Code-programma creëren<br />

Edit<br />

Meetcyclusondersteuning<br />

Meten<br />

Draaien -of-<br />

Meettast.<br />

kalibr. ...<br />

OK<br />

terugcompi-<br />

leren<br />

Edit<br />

Meten<br />

frezen<br />

On-line-help (PCU 50.3)<br />

Als u uit een parameterscherm direct weer naar de G-Code-editor<br />

wenst te schakelen, drukt u op de softkey "Edit".<br />

Ga naar de uitgebreide horizontale softkey-balk.<br />

Druk op de softkey "Meten Draaien" of "Meten Frezen".<br />

Kies met de softkey toets de gewenste meetcyclus.<br />

Voer de parameters in.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

De meetcyclus wordt als G-Code in de editor overgenomen.<br />

Plaats de cursor in de G-Code-editor op een meetcyclus als u het<br />

bijbehorende parameterscherm opnieuw wilt openen.<br />

Druk op de softkey "Terugcompileren".<br />

Het parameterscherm van de gekozen meetcyclus verschijnt.<br />

Als u uit een parameterscherm direct weer naar de G-Code-editor<br />

wenst te schakelen, drukt u op de softkey "Edit".<br />

Plaats de cursor in de G-Code-editor op een G-Code-commando<br />

of in een parameterscherm van de cyclus-ondersteuning op een<br />

invoerveld.<br />

Druk op de toets "Help".<br />

De telkens bijbehorende hulpinformatie verschijnt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

7-346 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

7


7 08/2005 G-Code-programma<br />

7.2 G-Code-programma uitvoeren<br />

7.2 G-Code-programma uitvoeren<br />

G-Code-programma<br />

simuleren<br />

Edit<br />

-of-<br />

-of-<br />

Bij het uitvoeren van een programma wordt het werkstuk<br />

overeenkomstig de programmering aan de machine bewerkt.<br />

Na de programmastart in het automatische bedrijf loopt de<br />

werkstukbewerking dan automatisch af. U kunt wel het programma<br />

altijd stoppen en vervolgens de bewerking weer opnemen.<br />

Om op een eenvoudige manier het resultaat van de programmering te<br />

controleren, zonder de machine-assen te bewegen, kunt u de<br />

uitvoering van het programma op het beeldscherm grafisch simuleren.<br />

Gedetailleerdere informatie m.b.t. simulatie vindt u in het hfdst.<br />

"Simulatie".<br />

De volgende voorwaarden moeten vervuld zijn voor de een<br />

programma kan worden afgewerkt:<br />

• Het meetsysteem van de besturing is met de machine<br />

gesynchroniseerd.<br />

• Er bestaat een in G-Code gecreëerd programma.<br />

• De noodzakelijke werktuigcorrecties en nulpuntverschuivingen<br />

werden ingevoerd.<br />

• De noodzakelijke veiligheidsblokkeringen van de<br />

machineproducent zijn geactiveerd.<br />

Bij de afwerking van een G-Code-programma staan dezelfde functies<br />

ter beschikking als bij de afwerking van een stappenreeksprogramma<br />

(zie hfdst. "Werkstuk bewerken").<br />

Druk op de softkey of de toets "Programma".<br />

Plaats de cursor op het gewenste G-Code-programma.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

Het programma wordt in de G-Code-editor geopend.<br />

Druk op de softkey "Simulatie".<br />

De volledige uitvoering van het programma wordt grafisch op het<br />

beeldscherm afgebeeld.<br />

Als u uit de simulatie direct weer naar de G-Code-editor wenst te<br />

schakelen, drukt u op de softkey "Edit".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 7-347<br />

7


G-Code-programma 08/2005<br />

7 7.2 G-Code-programma uitvoeren<br />

G-Code-programma<br />

uitvoeren<br />

Af-<br />

werken<br />

Cycle Start<br />

-of-<br />

Druk op de softkey of de toets "Programma".<br />

-en-<br />

Plaats de cursor op het gewenste G-Code-programma.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "Afwerken".<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Afwerken" als u zich momenteel in het<br />

bedieningsbereik "Programma" bevindt.<br />

<strong>ShopTurn</strong> schakelt automatisch om op de bedieningsmodus "Machine<br />

Auto" en laadt het G-Code-programma.<br />

Druk op de toets "Cycle-Start".<br />

De uitvoering van het G-Code-programma aan de machine wordt<br />

gestart.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

7-348 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

7


7 08/2005 G-Code-programma<br />

7.3 G-Code-editor<br />

7.3 G-Code-editor<br />

G-Code markeren<br />

Markeren<br />

Als u de volgorde van de programmablokken binnen een G-Codeprogramma<br />

verandert, G-Codes wist of van het ene programma in het<br />

andere wenst te kopiëren, gebruik dan de G-Code-editor.<br />

Als u een G-Code in een programma wenst te veranderen dat u juist<br />

uitvoert, kunt u alleen de G-Code-blokken veranderen die nog niet<br />

uitgevoerd. Deze blokken worden bijzonder geaccentueerd.<br />

De volgende functies staan u in de G-Code-editor ter beschikking:<br />

• Markeren<br />

U kunt een willekeurige G-Code markeren.<br />

• Kopiëren/Invoegen<br />

G-Code kunt u binnen een programma of tussen verschillende<br />

programma's kopiëren en invoegen.<br />

• Uitknippen<br />

U kunt een willekeurige G-Code uitknippen en daarmee wissen. De<br />

G-Code blijft echter in het werkgeheugen, zodat u de G-Code op<br />

een andere plaats opnieuw kunt invoegen.<br />

• Zoeken/Vervangen<br />

In een G-Code-programma kunt u naar een willekeurige<br />

tekenreeks zoeken en deze door een andere vervangen.<br />

• Naar het begin/einde<br />

In het G-Code-programma kunt u gemakkelijk naar het begin resp.<br />

einde springen<br />

• Nummeren<br />

Als u een nieuw of gekopieerd G-Code-blok tussen twee<br />

bestaande G-Code-blokken invoegt, kent <strong>ShopTurn</strong> automatisch<br />

een nieuw bloknummer toe. Dit bloknummer kan hoger zijn als het<br />

bloknummer in het volgende blok. Met de functie "Hernummeren"<br />

kunt u de G-Code-blokken opnieuw in stijgende volgorde<br />

nummeren.<br />

Als u een G-Code-programma creëert of opent, bevindt u zich<br />

automatisch in de G-Code-editor.<br />

Plaats de cursor op het punt in het programma waar de markering<br />

moet beginnen.<br />

Druk op de softkey "Markeren".<br />

Plaats de cursor op het punt in het programma waar de markering<br />

moet eindigen.<br />

De G-Code wordt gemarkeerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 7-349<br />

7


G-Code-programma 08/2005<br />

7 7.3 G-Code-editor<br />

G-Code kopiëren<br />

Kopiëren<br />

G-Code invoegen<br />

Invoegen<br />

G-Code knippen<br />

Uit-<br />

knippen<br />

G-Code zoeken<br />

Zoeken<br />

Verder<br />

zoeken<br />

Markeer de G-Code die u wenst te kopiëren.<br />

Druk op de softkey "Kopiëren".<br />

De G-Code wordt in het tussengeheugen opgeslagen en blijft daar<br />

ook als naar een ander programma wordt gewisseld.<br />

Kopieer de G-Code die u wenst in te voegen.<br />

Druk op de softkey "Invoegen".<br />

De gekopieerde G-Code wordt uit het tussengeheugen voor de<br />

cursorpositie in de tekst ingevoegd.<br />

Markeer de G-Code die u wenst uit te knippen.<br />

Druk op de softkey "Knippen".<br />

De gemarkeerde G-Code wordt verwijderd en in het tussengeheugen<br />

opgeslagen.<br />

Druk op de softkey "Zoeken".<br />

Er verschijnt een nieuwe verticale lijn met softkeys.<br />

Geef de tekenreeks aan die u wenst te zoeken.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Het G-Code-programma wordt voorwaarts naar de tekenreeks<br />

doorzocht. De gevonden tekenreeks wordt in de editor door de cursor<br />

gemarkeerd.<br />

Druk op de softkey "Verder zoeken" als u het zoeken wenst voort<br />

te zetten.<br />

De volgende gevonden tekenreeks wordt getoond.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

7-350 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

7


7 08/2005 G-Code-programma<br />

7.3 G-Code-editor<br />

G-Code zoeken en<br />

vervangen<br />

Zoeken<br />

Zoeken/<br />

Vervangen<br />

Alle<br />

vervangen<br />

Verder<br />

zoeken<br />

Vervangen<br />

Naar het begin/einde<br />

springen<br />

Andere<br />

><br />

naar het<br />

begin<br />

naar het<br />

einde<br />

G-Code-blokken<br />

hernummeren<br />

Diversen<br />

><br />

Opnieuw<br />

nummeren<br />

Druk op de softkey "Zoeken".<br />

Er verschijnt een nieuwe verticale lijn met softkeys.<br />

Druk op de softkey "Zoeken/Vervangen".<br />

Voer de tekenreeks in die u wenst te zoeken en de tekens die u in<br />

plaats daarvan wenst in te voegen.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Het G-Code-programma wordt voorwaarts naar de tekenreeks<br />

doorzocht. De gevonden tekenreeks wordt in de editor door de cursor<br />

gemarkeerd.<br />

Druk op de softkey "Alle vervangen" als u de gezochte tekenreeks<br />

in het volledige G-Code-programma wenst de vervangen.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Verder zoeken" als u het zoeken wenst voort<br />

te zetten zonder de gezochte tekenreeks te vervangen.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Vervangen" als u de gezochte tekenreeks op<br />

deze plaats in het G-Code-programma wenst te vervangen.<br />

Druk op de softkeys "Andere" en "naar het begin" resp. "naar het<br />

einde".<br />

Het begin resp. het einde van het G-Code-programma verschijnt.<br />

Druk op de softkeys "Andere" en "Opnieuw nummeren".<br />

Voer het nummer van het eerste blok en de stapbreedte van de<br />

bloknummers (bv. 1, 5, 10) in.<br />

Druk op de softkey "Overname".<br />

De blokken worden opnieuw genummerd.<br />

U kunt de nummering opnieuw opheffen als u voor het bloknummer of<br />

de stapbreedte 0 invoert.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 7-351<br />

7


G-Code-programma 08/2005<br />

7 7.4 Rekenparameter<br />

7.4 Rekenparameter<br />

R-parameter tonen<br />

-of-<br />

R-parameter zoeken<br />

Zoeken<br />

R-parameter veranderen<br />

R-parameter wissen<br />

Rekenparameters (R-parameters) zijn variabelen die u binnen een G-<br />

Code-programma kunt gebruiken.<br />

De R-parameters kunnen door G-Code-programma's worden gelezen<br />

of geschreven. Aan R-parameters die gelezen worden, kunt u in de Rparameterlijst<br />

een waarde toewijzen.<br />

Het invoeren en wissen van R-parameters kan via de<br />

sleutelschakelaar geblokkeerd zijn.<br />

Druk op de softkey "Werkt.nulp." of de toets "Offset".<br />

Druk op de softkey "R-parameter".<br />

De R-parameterlijst wordt geopend.<br />

Druk op de softkey "Zoeken".<br />

Voer het gezochte parameternummer in.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

De gezochte parameter wordt getoond.<br />

Plaats de cursor op het invoerveld van de parameter die u wilt<br />

wijzigen.<br />

Voer de nieuwe waarde in.<br />

De nieuwe waarde van de parameter wordt direct overgenomen.<br />

Plaats de cursor op het invoerveld van de parameter waarvan u<br />

de waarde wilt wissen.<br />

Druk op de toets "Backspace".<br />

De waarde van de parameter wordt gewist.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

7-352 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

7


8 08/2005 Werktuigen beheren<br />

Werktuigen beheren<br />

8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn.......................................... 8-354<br />

8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen................................................................ 8-360<br />

8.2.1 Nieuw werktuig aanleggen.................................................................................... 8-360<br />

8.2.2 Meerdere snijkanten per werktuig aanleggen........................................................ 8-362<br />

8.2.3 Zusterwerktuig aanleggen..................................................................................... 8-363<br />

8.3 Werktuigen sorteren.............................................................................................. 8-364<br />

8.4 Werktuigen uit de werktuiglijst wissen................................................................... 8-364<br />

8.5 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen............................ 8-365<br />

8.6 Werktuig verplaatsen ............................................................................................ 8-367<br />

8.7 Magazijn positioneren ........................................................................................... 8-369<br />

8.8 Werktuigslijtagegevens invoeren .......................................................................... 8-369<br />

8.9 Werktuigbewaking activeren ................................................................................. 8-370<br />

8.10 Magazijnplaatsen beheren.................................................................................... 8-372<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-353<br />

8


Werktuigen beheren 08/2005<br />

8 8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />

8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />

Bij de bewerking van werkstukken worden verschillende werktuigen<br />

gebruikt. <strong>ShopTurn</strong> moet de geometrie- en technologiegegevens van<br />

deze werktuigen kennen voor u een programma kunt afwerken (zie<br />

hfdst. "Machine instellen").<br />

Voor het beheer van uw werktuigen biedt <strong>ShopTurn</strong> de schermen<br />

Werktuiglijst, Werktuigslijtagelijst en Magazijnlijst. Daarmee kunt u ook<br />

werktuigen beheren die zich niet in de revolver (magazijn) bevinden.<br />

Het is mogelijk dat de fabrikant van de machine de verschillende<br />

lijsten veranderd heeft t.o.v. de volgende beschrijving.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Werktuiglijst In de werktuiglijst neemt u alle werktuigen op waarmee u aan de<br />

draaimachine werkt. De werktuigen die zich in de revolver bevinden<br />

wijst u toe aan bepaalde magazijnplaatsen. Bovendien kunt u hier ook<br />

werktuigen sorteren of wissen.<br />

WERKTUIG<br />

WERKTUIGLIJST<br />

Pl. Type Werktuig.nm.<br />

Værk. Werkt.<br />

liste lijst<br />

Werktuiglijst<br />

PADDESTOEL_8N<br />

BOOR_5N<br />

DRAADBOOR<br />

STEEKBEITEL_4N<br />

DRAAIBOOR<br />

GEVINDSTÅL_3N<br />

DRAADBEITEL_3N<br />

FREES_8N<br />

3D_TASTER<br />

Werkt.<br />

slijt.<br />

Pl. Plaatsnummer in het magazijn<br />

1e snijkant<br />

Lengte Lengte<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

8-354 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

Radius<br />

Magazijn<br />

Nulpunt.<br />

R-parameter<br />

versch.<br />

Plat.<br />

leng<br />

Het plaatsnummer van het werktuig dat zich in de revolver op de<br />

bewerkingspositie bevindt, heeft een grijze achtergrond.<br />

Sorteren<br />

8<br />

Alternatief<br />

Werkt. meten<br />

Werkt. wissen<br />

Ontladen<br />

Als u met meerdere magazijnen werkt, ziet u hier eerst het<br />

magazijnnummer en dan het plaatsnummer in het magazijn (bv. 1/10).<br />

Werktuigen die zich momenteel niet in een magazijn bevinden,<br />

verschijnen zonder plaatsnummer. (U vindt deze werktuigen bij<br />

sortering op magazijnplaats op het einde van de werktuiglijst.)<br />

Snijden


08/2005 Werktuigen beheren<br />

8 8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />

Bij ketting- en schotelmagazijnen kunnen daarnaast ook de plaatsen<br />

voor een spil en een dubbele grijper worden aangegeven.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Spilplaats<br />

Plaatsen voor grijper 1 en 2<br />

Type Werktuigtype en snijkantligging<br />

Met de toets "Alternatief" kunt u de snijkantligging van het werktuig<br />

veranderen.<br />

Werktuignaam De identificatie van het werktuig gebeurt via de naam van het<br />

werktuig. De werktuignaam kan als tekst of nummer aangegeven zijn.<br />

DP Duplonummer van het zusterwerktuig (reservewerktuig)<br />

(DP 1 = origineel werktuig, DP 2 = eerste reservewerktuig,<br />

DP 3 = tweede reservewerktuig enz.)<br />

Werktuigcorrectiegegevens<br />

Een gedetailleerde beschrijving van de werktuigcorrectiegegevens<br />

vindt u in het hfdst. "Machine instellen" (deel "Werktuigen").<br />

(D-Nr.) Snijkant De hier aangegeven werktuigcorrectiegegevens gelden telkens voor<br />

de geselecteerde snijkant van een werktuig.<br />

Lengte X Werktuiglengtecorrectie in X-richting<br />

Lengte Z Werktuiglengtecorrectie in Z-richting<br />

Radius resp. ∅ Radius resp. diameter van het werktuig<br />

Voor frees- en boorwerktuigen kunnen hier radius of diameter<br />

aangegeven zijn, bij draaiwerktuigen altijd de snijkantradius. De<br />

omschakeling van radius op diameteraanduiding gebeurt aan de hand<br />

van een machinegegevensbouwsteen.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Referentierichting voor de houderhoek<br />

Houderhoek van een snijwerktuig<br />

De houderhoek wordt in aanmerking genomen bij de bewerking van<br />

ondersnijdingen.<br />

Plaathoek van een snijwerktuig<br />

De plaathoek wordt in aanmerking genomen bij de bewerking van<br />

achtersnijdingen.<br />

Spoed Draadspoed van een draadboor in mm/o of gangen/''<br />

Boor-∅ Diameter van de boring bij een draaiboor<br />

Plaatbreedte Plaatbreedte van een steker<br />

De plaatbreedte vereist <strong>ShopTurn</strong> voor de berekening van de rilcycli.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-355<br />

8


Werktuigen beheren 08/2005<br />

8 8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />

Plaatlengte Plaatlengte van een snijwerktuig of steker<br />

De plaatlengte vereist <strong>ShopTurn</strong> voor de weergave van de werktuigen<br />

bij de simulatie van de programmabewerking.<br />

N Aantal tanden bij een frees<br />

De besturing berekent daaruit intern de omwentelingsaanvoer als in<br />

het programma de aanvoer in mm/tand ingesteld wordt.<br />

Werktuigspecifieke<br />

informatie<br />

Hoek van de werktuigspits bij een boor<br />

Als u bij het boren tot aan de steel en niet tot aan de werktuigspits<br />

aanvoert, neemt de besturing de hoek van de boorpunt in aanmerking.<br />

Indicatie van de spildraairichting<br />

De spildraairichting heeft bij de aangedreven werktuigen (boor en<br />

frees) betrekking op de werktuigspil, bij de draaiwerktuigen op de<br />

hoofd- resp. tegenspil.<br />

Als u een boor resp. frees gebruikt bij "Boren midden" of "Draad<br />

midden" heeft de aangegeven draairichting betrekking op de<br />

snijrichting van het werktuig. De hoofdspil draait dan passend t.o.v.<br />

het werktuig.<br />

Spildraairichting rechts<br />

Spildraairichting links<br />

Spil niet ingeschakeld<br />

Koelmiddeltoevoer 1 en 2 (bv. binnen- en buitenkoeling) aan/uit bij<br />

gebruik van dit werktuig<br />

Koelmiddel aan<br />

Koelmiddel uit<br />

Bedenk dat enkele machines niet over een koelmiddeltoevoer<br />

beschikken.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

8-356 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

8


08/2005 Werktuigen beheren<br />

8 8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />

Multifix<br />

Werktuigselectie bij<br />

Multifix-staalhouder<br />

Werktuig<br />

selectie<br />

Als u een Multifix-staalhouder gebruikt, ziet de werktuiglijst er als volgt<br />

uit:<br />

Werktuiglijst bij Multifix-staalhouder<br />

Als u Multifix-staalhouders gebruikt, gebeurt de werktuigwissel<br />

manueel, d.w.z. de werktuigen worden met de hand in- en<br />

uitgewisseld.<br />

In de werktuiglijst selecteert u het gewenste werktuig en u activeer<br />

met behulp van de softkey “Werktuig selectie“ de waarden van het<br />

werktuig.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-357<br />

8


Werktuigen beheren 08/2005<br />

8 8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />

Werktuigslijtagelijst In de werktuigslijtagelijst voert u de slijtagegevens van uw werktuigen<br />

in. <strong>ShopTurn</strong> houdt bij de werkstukbewerking rekening met deze<br />

gegevens. Bovendien kunt u hier een werktuigbewaking activeren en<br />

werktuigen blokkeren of als bovenmaats kenmerken.<br />

Pl., type, werktuignaam,<br />

DP<br />

WERKTUIG<br />

WERKTUIGSLIJTAGE<br />

Pl. Type Werktuig.nm. 1e snijkant<br />

Lengte Lengte Radius<br />

Værk. Werkt.<br />

liste lijst<br />

PADDESTOEL_8N<br />

BOOR_5N<br />

DRAADBOOR<br />

STEEKBEITEL_4N<br />

DRAAIBOOR<br />

GEVINDSTÅL_3N<br />

DRAADBEITEL_3N<br />

FREES_8N<br />

3D_TASTER<br />

Werkt.<br />

slijt.<br />

Werktuigslijtagelijst<br />

Magazijn<br />

Nulpunt.<br />

R-parameter<br />

versch.<br />

Weergave van magazijnplaatsnummer, werktuigtype en<br />

snijkantligging, tekst-/nummerbenaming van het werktuig en<br />

duplonummer<br />

(D-Nr.) Snijkant De aangegeven slijtagegegevens hebben betrekking op de<br />

geselecteerde snijkant van het werktuig.<br />

Δ Lengte X <strong>Sl</strong>ijtage in X-richting<br />

Δ Lengte Z <strong>Sl</strong>ijtage in Z-richting<br />

Δ Radius of Δ ∅ <strong>Sl</strong>ijtage van de radius resp. diameter<br />

TC Werktuigbewaking door standtijd (T),<br />

aantal (C) of slijtage (W)<br />

Tijdige waarschuwingsgrens Waarschuwingsgrens van standtijd, aantal of slijtage<br />

Standtijd<br />

Aantal<br />

<strong>Sl</strong>ijtage<br />

Werktuigtoestand<br />

(laatste beide kolommen)<br />

Standtijd van het werktuig<br />

Aantal gemaakte werkstukken<br />

Maximaal toegelaten slijtage van het werktuig<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

8-358 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

Snijden<br />

Sorteren<br />

Werktuig is geblokkeerd voor de bewerking (G) of overmaats (U).<br />

8


08/2005 Werktuigen beheren<br />

8 8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />

Werktuigmagazijn In de magazijnlijst kunt u bepaalde magazijnplaatsen blokkeren resp.<br />

vrijgeven.<br />

Pl., type, werktuignaam,<br />

DP<br />

WERKTUIG<br />

Magazijn Magazijnplaatsen beheren<br />

Pl. Type Werktuig.nm.<br />

Værk. Werkt.<br />

liste lijst<br />

Magazijnlijst<br />

PADDESTOEL_8N<br />

BOOR_5N<br />

DRAADBOOR<br />

STEEKBEITEL_4N<br />

DRAAIBOOR<br />

GEVINDSTÅL_3N<br />

DRAADBEITEL_3N<br />

FREES_8N<br />

3D_TASTER<br />

Werkt.<br />

slijt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-359<br />

Plts.blokk.<br />

Ger.toest.<br />

Magazijn<br />

Nulpunt.<br />

versch.<br />

R-parameter<br />

Weergave van magazijnplaatsnummer, werktuigtype en<br />

snijkantligging, tekst-/nummerbenaming van het werktuig en<br />

duplonummer<br />

Plaatsblokkering Blokkering van de magazijnplaats<br />

Werktuigtoestand Weergave van de in de werktuigslijtagelijst aangegeven<br />

werktuigtoestand<br />

8<br />

Alternatief<br />

Alle ontladen


Werktuigen beheren 08/2005<br />

8 8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen<br />

8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen<br />

8.2.1 Nieuw werktuig aanleggen<br />

U kunt werktuigen en de bijhorende correctiegegevens direct in de<br />

werktuiglijst invoeren of reeds bestaande werktuiggegevens inlezen<br />

(zie hfdst. "Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen").<br />

Als u een nieuw werktuig aanlegt, biedt <strong>ShopTurn</strong> een reeks<br />

gebruikelijke werktuigtypes aan. Het is afhankelijk van het gekozen<br />

werktuigtype welke geometriegegevens u moet invoeren en hoe deze<br />

worden verwerkt.<br />

VOORBEWERKINGSWKT.<br />

NABEBEWERKINGSWKT.<br />

INDSTIKSSTÅL<br />

STEEKBEITEL<br />

GEVINDSTÅL<br />

DRAADBEITEL<br />

FRÆSER FREES<br />

BOR BOOR<br />

PADDESTOEL<br />

AANSLAG<br />

DRAADBOOR<br />

DRAAIBOOR<br />

3D_TASTER<br />

Mogelijke werktuigtypes<br />

De draaiboor kunt u inzetten bij het centrale boren en het draaien.<br />

Werktuig aanleggen Monteer het nieuwe werktuig in de revolver.<br />

Nieuw ><br />

werktuig<br />

Voorbewerkingswerktuig<br />

...<br />

3D-<br />

schakelaar<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Werkt.lijst".<br />

Plaats de cursor op de plaats in de werktuiglijst die het werktuig in<br />

de revolver inneemt. De plaats in de werktuiglijst moet nog vrij<br />

zijn.<br />

Druk op de softkey "Nieuw werktuig".<br />

Selecteer het gewenste werktuigtype en de snijkantlengte via de<br />

softkeys.<br />

Onder de softkey "Andere" staan bijkomende werktuigtypes resp.<br />

snijkantposities ter beschikking.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

8-360 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

8


08/2005 Werktuigen beheren<br />

8 8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen<br />

-of-<br />

Het nieuwe werktuig wordt aangelegd en draagt automatisch de naam<br />

van het geselecteerde werktuigtype.<br />

Geeft het werktuig een ondubbelzinnige naam.<br />

U kunt de werktuignamen naar believen uitbreiden resp. wijzigen.<br />

De naam van een werktuig mag max. 17 tekens bevatten.<br />

Toegelaten zijn letters (behalve umlauten), cijfers, liggende<br />

streepjes "_", punten "." en schuine streepjes "/".<br />

Als u een werktuignaam geeft die reeds bestaat, verschijnt het venster<br />

"Duplowerktuig aanleggen". U kunt beslissen of u een zusterwerktuig<br />

wilt aanleggen (zie hfdst. "Zusterwerktuig aanleggen").<br />

Voer de correctiegegevens van het werktuig in.<br />

Als u de snijkantligging van het werktuig achteraf wilt wijzigen, plaatst<br />

u de cursor in de kolom "Type" en kiest u met de softkey "Alternatief"<br />

of de toets "Select" één van de aangeboden mogelijkheden.<br />

Werktuignamen wijzigen U heeft de mogelijkheid de naam van een werktuig later te wijzigen.<br />

Nie her-<br />

noemen<br />

Annuleren<br />

Plaats de cursor in de kolom "Werktuignaam" en voer de<br />

gewenste naam in.<br />

Als u een werktuignaam invoert die reeds bestaat, verschijnt het<br />

venster "Duplowerktuig aanleggen". U wordt gevraagd of u een<br />

duplowerktuig wilt aanleggen.<br />

Druk op de softkey "Niet hernoemen" als u geen zusterwerktuig<br />

wilt aanleggen.<br />

Voer een nieuwe werktuignaam in.<br />

Met de softkey "Annuleren" kunt u de procedure te allen tijde<br />

onderbreken.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-361<br />

8


Werktuigen beheren 08/2005<br />

8 8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen<br />

8.2.2 Meerdere snijkanten per werktuig aanleggen<br />

Snijkanten<br />

><br />

Snijkant<br />

wissen<br />

D-nr +<br />

Nieuwe<br />

snijkant<br />

D-nr -<br />

Bij werktuigen met meerdere snijkanten krijgt elke snijkant ene eigen<br />

correctiegegevensset. Voor elk werktuig kunt u maximaal 9 snijkanten<br />

aanleggen.<br />

Bij het aanleggen van snijkanten mogen geen open plaatsen worden<br />

gelaten. Als er voor een werktuig 3 snijkanten worden aangelegd,<br />

moeten dit dus de snijkanten 1 tot 3 zijn.<br />

Werktuigen met meerdere snijkanten legt u eerst zoals hierboven<br />

beschreven aan in de werktuiglijst. U voert de correctiegegevens van<br />

de 1ste snijkant in.<br />

Druk dan op de softkeys "Snijkanten" en "Nieuwe snijkant".<br />

In plaats van de invoervelden voor de 1ste snijkant verschijnen in de<br />

werktuiglijst nu de invoervelden voor de correctiegegevens van de 2de<br />

snijkant.<br />

Kies indien nodig een andere snijkantligging.<br />

Voer de correctiegegevens voor de 2de snijkant in.<br />

Herhaal de procedure als u nog meer snijkantcorrectiegegevens<br />

wilt invoeren.<br />

Druk op de softkey "Snijkant wissen" als u de<br />

snijkantcorrectiegegevens van een snijkant wilt wissen.<br />

U kunt altijd alleen de gegevens van de snijkant met het hoogste<br />

snijkantnummer wissen.<br />

Met de softkeys "D-nr +" resp. "D-nr –" kunt u telkens de<br />

correctiegegevens voor de snijkant met het hogere resp. lagere<br />

snijkantnummer oproepen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

8-362 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

8


08/2005 Werktuigen beheren<br />

8 8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen<br />

8.2.3 Zusterwerktuig aanleggen<br />

Nieuw ><br />

werktuig<br />

Een zogenaamd "zusterwerktuig" is een werktuig dat u voor dezelfde<br />

bewerking als het reeds ingevoerde werktuig kunt gebruiken. U kunt<br />

het bv. bij een werktuigbreuk als reservewerktuig gebruiken.<br />

Voor elk werktuig in de werktuiglijst kunt u meerdere zusterwerktuigen<br />

aanleggen. Het oorspronkelijke werktuig draagt steeds het<br />

duplonummer 1, de zusterwerktuigen de duplonummers 2, 3 enz.<br />

Bij zusterwerktuigen moeten de volgende gegevens overeenstemmen<br />

met het originele werktuig:<br />

• Werktuigtype<br />

• Snijkantligging<br />

• Werktuigradius<br />

• Draairichting<br />

• Koelmiddel<br />

Leg het zusterwerktuig aan als nieuw werktuig.<br />

(zie hfdst. "Nieuw werktuig aanleggen")<br />

Geef het zusterwerktuig dezelfde naam als het oorspronkelijke<br />

werktuig.<br />

Het venster "Duplowerktuig aanleggen" verschijnt.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Het zusterwerktuig krijgt automatisch het volgende vrije duplonummer.<br />

Voer de werktuigcorrectiegegevens van het werktuig in.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-363<br />

8


Werktuigen beheren 08/2005<br />

8 8.3 Werktuigen sorteren<br />

8.3 Werktuigen sorteren<br />

sorteren<br />

><br />

naar<br />

magazijn -of-<br />

-of-<br />

-of-<br />

-of-<br />

naar<br />

naam<br />

naar<br />

type<br />

naar<br />

T-nummer<br />

8.4 Werktuigen uit de werktuiglijst wissen<br />

Werktuig<br />

wissen<br />

Wissen<br />

Als u met grote of meerdere magazijnen werkt, kan het nuttig zijn de<br />

werktuigen naar verschillende criteria te sorteren. Zo vindt u bepaalde<br />

werktuigen sneller in de lijsten.<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp."<br />

de softkey "Werkt.lijst" of "Werkt.slijtage".<br />

Druk op de softkey "Sorteren".<br />

Kies via de softkey het gewenste sorteercriterium.<br />

De werktuigen worden opnieuw gesorteerd.<br />

Werktuigen die u niet meer gebruikt, kunt u uit de werktuiglijst<br />

verwijderen, zodat deze overzichtelijk blijft.<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Werkt.lijst".<br />

Plaats de cursor op het werktuig dat u wilt wissen.<br />

Druk op de softkey "Werktuig wissen".<br />

Druk op de softkey "Wissen".<br />

De werktuiggegevens van het geselecteerde werktuig worden gewist<br />

en de magazijnplaats wordt opnieuw vrijgegeven.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

8-364 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

8


08/2005 Werktuigen beheren<br />

8 8.5 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen<br />

8.5 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen<br />

Werktuig in het magazijn<br />

laden<br />

Beladen<br />

Werktuigen die u momenteel niet nodig heeft in het magazijn, kunt u<br />

uitwisselen. <strong>ShopTurn</strong> slaat de werktuiggegevens automatisch op in<br />

de werktuiglijst buiten het magazijn. Als u het werktuig later opnieuw<br />

wilt aanbrengen, laadt u het werktuig, en dus de werktuiggegevens,<br />

gewoon opnieuw op de gewenste magazijnplaats. Op die manier hoeft<br />

u dezelfde werktuiggegevens niet meermaals in te voeren.<br />

Het laden resp. ontladen van werktuigen op/van magazijnplaatsen<br />

moet via een machinegegevensbouwsteen worden geactiveerd.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Bij het laden biedt <strong>ShopTurn</strong> automatisch een lege plaats aan waarop<br />

u het werktuig kunt laden. In welk magazijn <strong>ShopTurn</strong> het eerste een<br />

lege plaats zoekt, is vastgelegd in de machinegegevens.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Bovendien kunt u bij het laden ook direct een lege magazijnplaats<br />

aangeven of bepalen in welk magazijn <strong>ShopTurn</strong> een lege plaats moet<br />

zoeken.<br />

Als uw machine slechts over één magazijn beschikt, hoeft u bij het<br />

laden alleen het gewenste plaatsnummer aan te geven, niet het<br />

magazijnnummer.<br />

Als in de werktuiglijst een spilplaats wordt aangegeven, kunt u een<br />

werktuig ook direct in de spil plaatsen resp. uit de spil verwijderen. Het<br />

laden en ontladen kunt u vergrendelen aan de hand van een<br />

machinegegevensbouwsteen.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Werkt.lijst".<br />

Plaats de cursor op het werktuig dat u in het magazijn wilt laden<br />

(bij sortering naar magazijnplaats vindt u het op het einde van de<br />

werktuiglijst).<br />

Druk op de softkey "Beladen".<br />

Het venster "Lege plaats" verschijnt. In het veld "Plaats" staat het<br />

nummer van de eerste lege magazijnplaats.<br />

Druk op de softkey "OK" als u het werktuig op de voorgestelde<br />

plaats wilt laden.<br />

-of-<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-365<br />

8


Werktuigen beheren 08/2005<br />

8 8.5 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen<br />

Spil<br />

Lege plaats in het<br />

magazijn zoeken en<br />

werktuig laden<br />

Beladen<br />

Afzonderlijk werktuig uit<br />

het magazijn ontladen<br />

Ontladen<br />

Voer het gewenste plaatsnummer in en druk op de softkey "OK".<br />

-of-<br />

Druk op de softkeys "Spil" en "OK" als u het werktuig in de spil wilt<br />

plaatsen.<br />

Het werktuig wordt op de aangegeven magazijnplaats geladen.<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Werkt.lijst".<br />

Plaats de cursor op het werktuig dat u in het magazijn wilt laden.<br />

Druk op de softkey "Beladen".<br />

Het venster "Lege plaats" verschijnt. In het veld "Plaats" staat het<br />

nummer van de eerste lege magazijnplaats.<br />

Om in een bepaald magazijn een lege plaats te zoeken, voert u<br />

het magazijnnummer en het plaatsnummer "0" in.<br />

-of-<br />

Om in alle magazijnen een lege plaats te zoeken, voert u zowel<br />

voor het magazijnnummer als het plaatsnummer "0" in.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Er wordt een lege plaats voorgesteld.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Het werktuig wordt op de voorgestelde magazijnplaats geladen.<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Werkt.lijst".<br />

Plaats de cursor op het werktuig dat u wilt ontladen.<br />

Druk op de softkey "Ontladen".<br />

Het werktuig wordt uit het magazijn ontladen<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

8-366 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

8


8 08/2005 Werktuigen beheren<br />

8.6 Werktuig verplaatsen<br />

Alle werktuigen uit het<br />

magazijn ontladen<br />

Alle<br />

ontladen Ontladen<br />

Annuleren<br />

8.6 Werktuig verplaatsen<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Magazijn".<br />

Druk op de softkeys "Alle ontladen" en "Ontladen".<br />

Alle werktuigen worden uit het magazijn ontladen.<br />

Met de softkey "Annuleren" kunt u de ontladingsprocedure te allen<br />

tijde onderbreken. Het actuele werktuig wordt nog ontladen, daarna<br />

wordt de procedure gestopt.<br />

Als u de magazijnlijst verlaat, wordt de ontlaadprocedure ook gestopt.<br />

Werktuigen kunnen binnen magazijnen of ook tussen verschillende<br />

magazijnen worden verplaatst. D.w.z. dat u de werktuigen niet eerst<br />

moet ontladen om ze daarna op een andere plaats te laden.<br />

<strong>ShopTurn</strong> biedt automatisch een lege plaats aan waarop u het<br />

werktuig kunt plaatsen. In welk magazijn <strong>ShopTurn</strong> het eerste een<br />

lege plaats zoekt, is vastgelegd in de machinegegevens.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Bovendien kunt u ook direct een lege magazijnplaats aangeven of<br />

bepalen in welk magazijn <strong>ShopTurn</strong> een lege plaats moet zoeken.<br />

Als uw machine slechts over één magazijn beschikt, hoeft u alleen het<br />

gewenste plaatsnummer aan te geven, niet het magazijnnummer.<br />

Als in de werktuiglijst een spilplaats wordt aangegeven, kunt u een<br />

werktuig ook direct in de spil plaatsen resp. uit de spil verwijderen.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-367<br />

8


Werktuigen beheren 08/2005<br />

8 8.6 Werktuig verplaatsen<br />

Lege plaats aangeven<br />

Verplaatsen<br />

Spil<br />

Lege plaats zoeken<br />

Verplaatsen<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Magazijn".<br />

Plaats de cursor op het werktuig dat u op een andere<br />

magazijnplaats wilt plaatsen.<br />

Druk op de softkey "Verplaatsen".<br />

Het venster "Lege plaats" verschijnt. In het veld "Plaats" staat het<br />

nummer van de eerste lege magazijnplaats.<br />

Druk op de softkey "OK" als u het werktuig op de voorgestelde<br />

plaats wilt zetten.<br />

-of-<br />

Voer het gewenste plaatsnummer in en druk op de softkey "OK".<br />

-of-<br />

Druk op de softkeys "Spil" en "OK" als u het werktuig in de spil wilt<br />

plaatsen.<br />

Het werktuig wordt op de aangegeven magazijnplaats gezet.<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Magazijn".<br />

Plaats de cursor op het werktuig dat u op een andere<br />

magazijnplaats wilt plaatsen.<br />

Druk op de softkey "Verplaatsen".<br />

Het venster "Lege plaats" verschijnt. In het veld "Plaats" staat het<br />

nummer van de eerste lege magazijnplaats.<br />

Om in een bepaald magazijn een lege plaats te zoeken, voert u<br />

het magazijnnummer en het plaatsnummer "0" in.<br />

-of-<br />

Om in alle magazijnen een lege plaats te zoeken, voert u zowel<br />

voor het magazijnnummer als het plaatsnummer "0" in.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Er wordt een lege plaats voorgesteld.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

Het werktuig wordt op de voorgestelde magazijnplaats gezet.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

8-368 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

8


08/2005 Werktuigen beheren<br />

8 8.7 Magazijn positioneren<br />

8.7 Magazijn positioneren<br />

Magazijnplaats<br />

positioneren<br />

Positio-<br />

neren<br />

8.8 Werktuigslijtagegevens invoeren<br />

U kunt magazijnplaatsen direct op de laadplaats positioneren.<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Magazijn".<br />

Plaats de cursor op de magazijnplaats die u op de laadplaats wilt<br />

positioneren.<br />

Druk op de softkey "Positioneren".<br />

De magazijnplaats wordt op de laadplaats gepositioneerd.<br />

Werktuigen die gedurende langere tijd in gebruik zijn, kunnen afslijten.<br />

Deze slijtage kunt u meten en in de werktuitslijtagelijst invoeren.<br />

<strong>ShopTurn</strong> neemt deze gegevens in acht bij de berekening van de<br />

werktuiglengte resp. de radiuscorrectie. Op deze manier bereikt u een<br />

constante precisie bij de werkstukbewerking.<br />

Als u de slijtagewaarden invoert, controleert <strong>ShopTurn</strong> of de waarden<br />

een incrementele resp. absolute bovengrens niet overschrijden. De<br />

incrementele bovengrens geeft het maximale verschil tussen oude en<br />

nieuwe slijtagewaarde aan. De absolute bovengrens is de maximale<br />

waarde die u kunt invoeren.<br />

De bovengrenzen zijn vastgelegd in de machinegegevens.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey<br />

"Werkt.slijtage".<br />

Plaats de cursor op het werktuig waarvan u de slijtagegegevens<br />

wilt invoeren.<br />

Voer de verschilwaarden voor lengte (Δ lengte X, Δ lengte Z) en<br />

radius/diameter (Δ radius/Δ ∅) in de overeenkomstige kolommen<br />

in.<br />

De ingevoerde slijtagewaarden worden bij de radius opgeteld resp.<br />

van de werktuiglengte afgetrokken. D.w.z. dat een positieve<br />

verschilwaarde bij de radius een overmaat betekent (bv. voor een<br />

latere nabewerking).<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-369<br />

8


Werktuigen beheren 08/2005<br />

8 8.9 Werktuigbewaking activeren<br />

8.9 Werktuigbewaking activeren<br />

U kunt de gebruiksduur van de werktuigen met <strong>ShopTurn</strong> automatisch<br />

bewaken om een constante bewerkingskwaliteit te verzekeren.<br />

Bovendien kunt u werktuigen die u niet meer wilt gebruiken, blokkeren<br />

of als overmaats kenmerken.<br />

De werktuigbewaking kan aan de hand van een<br />

machinegegevensbouwsteen worden geactiveerd.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Standtijd (T) Met Standtijd T (Time) wordt de gebruiksduur van een werktuig met<br />

bewerkingsaanvoer in minuten bewaakt. Als de resterende standtijd 0<br />

is, wordt het werktuig geblokkeerd. Het werktuig wordt bij de volgende<br />

vervanging niet meer gebruikt. Indien voorhanden, wordt een<br />

zusterwerktuig (reservewerktuig) ingezet.<br />

De bewaking van de standtijd heeft betrekking op de geselecteerde<br />

werktuigsnijkant.<br />

Aantal (C) Met het aantal C (Count) wordt daarentegen het aantal<br />

geproduceerde werkstukken geteld. Ook hierbij wordt het werktuig<br />

geblokkeerd zodra de restwaarde 0 is.<br />

<strong>Sl</strong>ijtage (W) Met <strong>Sl</strong>ijtage W (Wear) wordt de grootste waarde van de<br />

slijtageparameters Δ lengte X, Δ lengte Z of Δ radius resp. Δ ∅ in de<br />

slijtagelijst gecontroleerd. Ook hier wordt het werktuig geblokkeerd als<br />

één van de slijtageparameters de waarde van <strong>Sl</strong>ijtage W heeft bereikt.<br />

De slijtagebewaking moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />

Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />

Tijdige waarschuwingsgrens De waarschuwingsgrens geeft een standtijd, aantal resp.<br />

slijtagewaarde aan waarbij een eerste waarschuwingsmelding wordt<br />

gegeven.<br />

De waarde voor het melden van een waarschuwing als gevolg van<br />

een bereikte slijtagegrens wordt berekend uit het verschil van de<br />

maximale slijtage en de ingevoerde waarschuwingsgrens.<br />

geblokkeerd (G) Afzonderlijke werktuigen kunt u ook manueel blokkeren als u ze voor<br />

de werkstukbewerking niet meer wilt gebruiken.<br />

overmaats (U) Bij overmaatse werktuigen worden naburige magazijnplaatsen (links<br />

en rechts ernaast) telkens half bezet. D.w.z. dat u het volgend<br />

werktuig pas twee plaatsen verder in het magazijn kunt opnemen.<br />

(Daar kan dan ook weer een overmaats werktuig staan.)<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

8-370 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

8


08/2005 Werktuigen beheren<br />

8 8.9 Werktuigbewaking activeren<br />

Werktuiggebruik<br />

bewaken<br />

Werktuigtoestanden<br />

invoeren<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey<br />

"Werkt.slijtage".<br />

Plaats de cursor op het werktuig dat u wilt bewaken.<br />

Selecteer in de kolom "T/C" de parameter die u wilt bewaken<br />

(T = standtijd, C = aantal, W = slijtage).<br />

Voer een waarschuwingsgrens in voor de standtijd, het aantal of<br />

de slijtage.<br />

Voer de geplande gebruiksduur van het werktuig, het geplande<br />

aantal werkstukken of de maximaal toegelaten slijtage in.<br />

Zodra de standtijd, het aantal of de slijtagegrens bereikt is, wordt het<br />

werktuig geblokkeerd.<br />

Als u het aantal wilt bewaken, moet u bovendien in elk programma dat<br />

de te bewaken werktuigen oproept, voor het programma-einde de<br />

volgende G-Code-commando's invoeren:<br />

SETPIECE(1) ; Aantal met 1 verhogen<br />

SETPIECE(0) ; T-nr. wissen<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey<br />

"Werkt.slijtage".<br />

Plaats de cursor op een werktuig.<br />

Selecteer in het eerste veld van de laatste kolom de optie "G" als<br />

u het werktuig voor de bewerking wilt blokkeren.<br />

-of-<br />

Selecteer in het tweede veld van de laatste kolom de optie "U" als<br />

u het werktuig als overrnaats wilt markeren.<br />

De werktuigblokkering resp. de plaatsblokkering voor de naburige<br />

magazijnplaatsen is nu actief.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-371<br />

8


Werktuigen beheren 08/2005<br />

8 8.10 Magazijnplaatsen beheren<br />

8.10 Magazijnplaatsen beheren<br />

Magazijnplaats<br />

blokkeren<br />

Magazijnplaats vrijgeven<br />

Als een magazijnplaats defect is of een overmaats werktuig meer dan<br />

een halve naburige plaats nodig heeft, kunt u de magazijnplaats<br />

blokkeren.<br />

Aan een geblokkeerde magazijnplaats kunt u geen werktuiggegevens<br />

meer toewijzen.<br />

In de kolommen "Werktuigtoestand" kunt u bovendien lezen of een<br />

werktuig geblokkeerd (G) of overmaats (U) is.<br />

De werktuigtoestanden kunt u in de werktuigslijtagelijst wijzigen (zie<br />

hfdst. "Werktuigbewaking activeren").<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Magazijn".<br />

Plaats de cursor in de kolom "Plaatsblokkering" op de lege<br />

magazijnplaats die u wilt blokkeren.<br />

Druk op de softkey "Alternatief".<br />

De letter "G" verschijnt als teken voor de plaatsblokkering.<br />

Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Magazijn".<br />

Plaats de cursor in de kolom "Plaatsblokkering" op een<br />

geblokkeerde magazijnplaats.<br />

Druk op de softkey "Alternatief".<br />

De letter "G" is niet meer zichtbaar en de magazijnplaats is nu weer<br />

vrijgegeven.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

8-372 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

8


9 08/2005 Programma's beheren<br />

Programma's beheren<br />

9.1 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> ................................................................... 9-374<br />

9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded).......................... 9-375<br />

9.2.1 Programma openen .............................................................................................. 9-377<br />

9.2.2 Programma uitvoeren ........................................................................................... 9-378<br />

9.2.3 G-Code-programma afwerken van USB-/netwerk-drive ........................................ 9-379<br />

9.2.4 Directory/programma aanleggen........................................................................... 9-380<br />

9.2.5 Meerdere programma's markeren......................................................................... 9-381<br />

9.2.6 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen ...................................................... 9-382<br />

9.2.7 Directory/Programma wissen ................................................................................ 9-383<br />

9.2.8 Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen......................................................... 9-384<br />

9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)......................................... 9-387<br />

9.3.1 Programma openen .............................................................................................. 9-389<br />

9.3.2 Programma uitvoeren ........................................................................................... 9-390<br />

9.3.3 Programma laden/ontladen................................................................................... 9-391<br />

9.3.4 G-Code-programma van harddisk resp. diskdrive/USB-/netwerk-drive afwerken.. 9-392<br />

9.3.5 Directory/Programma nieuw aanleggen ................................................................ 9-394<br />

9.3.6 Meerdere programma's markeren......................................................................... 9-395<br />

9.3.7 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen/verschuiven................................... 9-396<br />

9.3.8 Directory/Programma wissen ................................................................................ 9-398<br />

9.3.9 Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen......................................................... 9-398<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-373<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.1 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong><br />

9.1 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong><br />

Alle programma's voor de werkstukbewerking die u in <strong>ShopTurn</strong><br />

gecreëerd hebt, worden in het NCK-arbeidsgeheugen opgeslagen.<br />

Via de Programmamanager heeft u altijd toegang tot de programma's<br />

om deze te laten afwerken, te veranderen, te kopiëren of te<br />

hernoemen. Programma's die u niet meer nodig hebt, kunt u wissen<br />

om de geheugenruimte weer vrij te geven.<br />

Voor de uitwisseling van programma's en gegevens met andere<br />

werkplekken biedt <strong>ShopTurn</strong> verschillende mogelijkheden:<br />

• eigen harde schijf (alleen PCU 50.3)<br />

• CompactFlash Card<br />

• diskdrive (alleen PCU 50.3)<br />

• USB-/netwerkverbinding<br />

In de volgende hoofdstukken wordt alternatief het programmabeheer<br />

van <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded) of PCU 50.3 (HMI<br />

Advanced) verklaard.<br />

Informeert u op welke versie <strong>ShopTurn</strong> bij u loopt en leest u dan het<br />

hoofdstuk "Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI<br />

Embedded)" of het hoofdstuk "Programma's beheren met PCU 50.3".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-374 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


08/2005 Programma's beheren<br />

9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

Bij de <strong>ShopTurn</strong>-variant op NCU (HMI Embedded) worden alle<br />

programma's en gegevens steeds bewaard in het NCKwerkgeheugen.<br />

Bovendien kan de directory-structuur van een USB-/netwerk-drive<br />

worden weergegeven.<br />

Gebruikersinterface <strong>ShopTurn</strong><br />

op NCU (HMI Embedded)<br />

Editeren<br />

<strong>ShopTurn</strong>-prog.<br />

<strong>ShopTurn</strong>-subprog.<br />

G-Code-prog.<br />

USB-/<br />

netwerk-drive<br />

Editeren<br />

<strong>ShopTurn</strong>-prog.<br />

<strong>ShopTurn</strong>-subprog.<br />

G-Code-prog.<br />

NC-werkgeheugen<br />

Gegevensbewaring met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

Een overzicht van alle directories en programma's vindt u in de<br />

Programmamanager.<br />

Programmamanager <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

In de horizontale lijn met de softkeys kunt u het opslagmedium kiezen,<br />

waarvan u de directories en programma's wenst te tonen. Naast de<br />

softkey "NC", waarmee de gegevens van het NCK-werkgeheugen<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-375<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

<br />

<br />

Directory openen<br />

-of-<br />

...<br />

kunnen worden aangegeven, kunnen nog 8 andere softkeys bezet<br />

zijn. U kunt de directories en programma's van USB-/netwerk-drives<br />

en de CF-Card-drive oproepen. De softkey "USB Front" is de<br />

standaardinstelling.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

In het overzicht hebben de symbolen in de linkerkolom de volgende<br />

betekenis:<br />

Directory<br />

Programma<br />

Nulpunt-/werktuiggegevens<br />

De directories en programma's worden altijd samen met de volgende<br />

informatie gelijst:<br />

• Naam<br />

De naam mag maximaal uit 24 tekens bestaan. Bij het overdragen<br />

van de gegevens op externe systemen wordt de naam na 8<br />

tekens afgesneden.<br />

• Type<br />

Directory: WPD<br />

Programma: MPF<br />

Nulpunt-/Werktuiggegevens: INI<br />

• Formaat (in byte)<br />

• Datum/tijd (van het creëren of van de laatste wijziging)<br />

Meer informatie over de omgang met bestanden, de selectie en de<br />

afwerking van een programma vindt u in:<br />

Literatuur: /BEM/, Handboek HMI Embedded sl.<br />

In de directory "TEMP" bewaart <strong>ShopTurn</strong> de programma's die intern<br />

voor de berekening van verspaningsprocedures worden gegenereerd.<br />

Boven de horizontale lijn met de softkeys vindt u gegevens voor de<br />

geheugentoewijzing in de NCK.<br />

Druk op de softkey "Programma" of de toets "Program Manager".<br />

Het directory-overzicht verschijnt.<br />

Kies met de softkey het opslagmedium.<br />

Plaats de cursor op de directory die u wilt openen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-376 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


08/2005 Programma's beheren<br />

9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

-of-<br />

Terugkeren naar een<br />

bovengeschikt directoryniveau<br />

-of-<br />

9.2.1 Programma openen<br />

-of-<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

Alle programma's in deze directory worden nu getoond.<br />

Druk op de toets "Cursor links", als de cursor in een willekeurige<br />

regel staat.<br />

-of-<br />

Plaats de cursor op de terugkeerregel.<br />

-en-<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor links".<br />

Het bovengeschikte directory-niveau verschijnt.<br />

Als u een programma meer in detail wenst te bekijken of wijzigingen<br />

erin wenst uit te voeren, laat dan het arbeidsplan van het programma<br />

tonen.<br />

Druk op de softkey "Programma".<br />

Het directory-overzicht verschijnt.<br />

Plaats de cursor op het programma dat u wilt openen.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

Het gekozen programma wordt in het bedieningsbereik "Programma"<br />

geopend. Het arbeidsplan van het programma verschijnt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-377<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

9.2.2 Programma uitvoeren<br />

Af-<br />

werken<br />

Cycle Start<br />

Alle programma's die in uw systeem opgeslagen zijn, kunt u altijd<br />

kiezen om automatisch werkstukken te bewerken.<br />

Als u een programma wilt afwerken dat op een andere machine werd<br />

opgesteld, moet u de volgende punten in acht nemen: Als op de<br />

andere machine de positieve draairichting vna de C-as andersom is<br />

ingesteld, moet u alle positiegegevens in het programma spiegelen<br />

die via de parameter "C" ("C0", "CP") werden geprogrammeerd.<br />

D.w.z. dat u het voorteken van de positiegegevens moet veranderen.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op het programma dat u wilt afwerken.<br />

Druk op de softkey "Afwerken".<br />

<strong>ShopTurn</strong> schakelt nu om op de bedieningsmodus "Machine Auto" en<br />

laadt het programma.<br />

Druk vervolgens de toets "Cycle Start".<br />

De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst.<br />

"Werkstuk bewerken").<br />

Als het programma in het bedieningsbereik "Programma" reeds<br />

geopend is, drukt u op de softkey "Afwerken" om het programma in de<br />

bedieningsmodus "Machine Auto" te laden. Daar start u het bewerken<br />

van het werkstuk eveneens met de toets "Cycle Start".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-378 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


08/2005 Programma's beheren<br />

9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

9.2.3 G-Code-programma afwerken van USB-/netwerk-drive<br />

Andere<br />

Cycle Start<br />

-of-<br />

><br />

…<br />

Uitvoeren<br />

harde sch.<br />

Als de capaciteit van uw NCK-werkgeheugen reeds sterk belast is,<br />

kunt u G-Code-programma's ook van een USB-/netwerk-drive (bv.<br />

memory stick) afwerken.<br />

Niet het volledige G-Code-programma wordt dan voor het uitvoeren in<br />

het NCK-geheugen geladen maar alleen een eerste deel ervan.<br />

Verdere programmablokken worden dan tijdens het uitvoeren van het<br />

eerste deel dan continu nageladen.<br />

Het G-Code-programma blijft tijdens het uitvoeren van de USB-<br />

/netwerk-drive hierop opgeslagen.<br />

Stappenreeksprogramma's kunnen niet worden uitgevoerd van de<br />

USB-/netwerk-drive.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Kies via de softkey de USB-/netwerk-drive resp. de lokale USBaansluiting.<br />

Plaats de cursor op de directory waarin u een G-Code-programma<br />

wilt laten afwerken.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

De directory wordt geopend.<br />

Plaats de cursor op het G-Code-programma dat u wilt laten<br />

afwerken.<br />

Druk op de softkeys "Andere" en "Uitvoer. harde sch."<br />

<strong>ShopTurn</strong> schakelt nu om op de bedieningsmodus "Machine Auto" en<br />

laadt het G-Code-programma.<br />

Druk op de toets "CycleStart".<br />

De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst.<br />

"Werkstuk bewerken"). De programma-inhoud wordt tijdens het<br />

vorderen van het bewerken continu in het NCK-arbeidsgeheugen<br />

nageladen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-379<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

9.2.4 Directory/programma aanleggen<br />

Directory aanleggen<br />

Nieuw<br />

Directory<br />

Programma aanleggen<br />

Nieuw<br />

-of-<br />

<strong>ShopTurn</strong><br />

programma<br />

G-Code<br />

programma<br />

Directory-structuren ondersteunen u bij het overzichtelijk beheer van<br />

uw programma's en gegevens. Hiervoor kunt u in een directory een<br />

willekeurig aantal sub-directories aanleggen.<br />

In een sub-directory/directory kunt u weerom programma's aanleggen<br />

en vervolgens programmablokken voor deze programma's aanmaken<br />

(zie hfdst. "Stappenreeksprogramma opstellen").<br />

Het nieuwe programma wordt automatisch opgeslagen in het NCKwerkgeheugen.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Druk op de softkeys "Nieuw" en "Directory".<br />

Voer een nieuwe directory-naam in.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

De gewenste directory wordt aangelegd.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma<br />

wilt aanleggen.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

Druk op de softkey "Nieuw".<br />

Druk nu op de softkey "<strong>ShopTurn</strong> Programma" als u een<br />

stappenreeksprogramma wilt aanleggen.<br />

(zie hfdst. "Stappenreeksprogramma opstellen")<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "G-Code-programma", als u een G-Codeprogramma<br />

wenst aan te leggen.<br />

(zie hfdst. "G-Code-programma")<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-380 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


08/2005 Programma's beheren<br />

9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

9.2.5 Meerdere programma's markeren<br />

Meerdere programma's<br />

blokwijze markeren<br />

Markeren<br />

-of-<br />

Meerdere programma's<br />

afzonderlijk markeren<br />

-of-<br />

Om later meerdere programma's gelijktijdig te kopiëren, te wissen<br />

enz. kunt u meerdere programma's in één keer blokwijze of<br />

afzonderlijk markeren.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op het eerste programma dat u wilt markeren.<br />

Druk op de softkey "Markeren".<br />

Breid uw programmaselectie uit met de cursortoetsen naar boven<br />

of naar beneden.<br />

Het volledige programmablok wordt gemarkeerd.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op het eerste programma dat u wilt markeren.<br />

Druk op de toets "Select"<br />

Beweeg dan de cursor naar het volgende programma dat u wenst<br />

te kiezen.<br />

Druk opnieuw de toets "Select".<br />

De afzonderlijk gekozen programma's worden gemarkeerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-381<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

9.2.6 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen<br />

Directory/Programma<br />

kopiëren<br />

Kopiëren<br />

Invoegen<br />

Als u een nieuwe directory of een nieuw programma wenst aan te<br />

leggen die/dat net zoals een reeds voorhanden moet zijn, dan spaart<br />

u tijd, als u de oude directory resp. het oude programma kopieert en<br />

alleen geselecteerde programma's resp. programmablokken wijzigt.<br />

De mogelijkheid directories en programma's te kopiëren en op een<br />

andere plaats weer in te voegen, gebruikt u ook om gegevens via een<br />

USB-/netwerk-drive (bv. memory stick) uit te wisselen met andere<br />

<strong>ShopTurn</strong>-installaties.<br />

Bovendien kunt u directories op programma's herbenoemen.<br />

U kunt een programma niet herbenoemen, als het gelijktijdig in de<br />

bedieningswijze "Machine auto" geladen is.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt<br />

kopiëren.<br />

Druk op de softkey "Kopiëren".<br />

Kies het directory-niveau, waar u uw gekopieerde<br />

directory/gekopieerd programma wenst in te voegen.<br />

Druk op de softkey "Invoegen".<br />

De gekopieerde directory/het gekopieerde programma wordt in het<br />

gekozen directory-niveau ingevoegd. Als er op dit niveau reeds een<br />

directory/programma met dezelfde naam bestaat, verschijnt er een<br />

opvraag, of u de directory/het programma wenst te overschrijven of<br />

onder een andere naam wenst in te voegen.<br />

Druk op de softkey "OK", als u de directory/het programma wenst<br />

te overschrijven.<br />

-of-<br />

Voer een andere naam in, als u de directory/het programma onder<br />

een andere naam wenst in te voegen.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-382 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


08/2005 Programma's beheren<br />

9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

Directory/Programma<br />

herbenoemen<br />

Herbenoemen<br />

9.2.7 Directory/Programma wissen<br />

Wissen<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt<br />

herbenoemen.<br />

Druk op de softkey "Herbenoemen".<br />

Voer in het veld "Naar:" de nieuwe directory- of programmanaam<br />

in.<br />

De naam moet eenduidig zijn, d.w.z. twee directories of<br />

programma's mogen niet dezelfde naam hebben.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

De directory/het programma wordt herbenoemd.<br />

Wis af en toe de programma's of directories die u niet meer gebruikt<br />

om uw gegevensbeheer overzichtelijk te houden en het NCKarbeidsgeheugen<br />

weer vrij te geven.<br />

<strong>Sl</strong>a deze gegevens eventueel eerst op een externe gegevensdrager<br />

(bv. memory stick) of een USB-/netwerk-drive op.<br />

Bedenk dat u door het wissen van een directory ook alle<br />

programma's, werktuig- en nulpuntgegevens en alle sub-directories<br />

wist die zich in deze directory bevinden.<br />

Als u plaats in het NCK-geheugen wenst vrij te geven, wist u de<br />

inhoud van de directory "TEMP". Daar bewaart <strong>ShopTurn</strong> de<br />

programma's die intern voor de berekening van<br />

verspaningsprocedures worden gegenereerd.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt wissen.<br />

Druk op de softkeys "Wissen" en "OK".<br />

De gekozen directory of het gekozen programma wordt gewist.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-383<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

9.2.8 Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen<br />

Gegevens opslaan<br />

Andere<br />

><br />

Gegevens<br />

beveiligen<br />

Naast de programma's kunt u ook werktuiggegevens en<br />

nulpuntinstellingen opslaan.<br />

U kunt van deze mogelijkheid gebruik maken om bv. de vereiste<br />

werktuig- en nulpuntgegevens voor een bepaald<br />

stappenreeksprogramma op te slaan. Als u dit programma later<br />

opnieuw wenst uit te voeren, hebt u op deze manier snel weer<br />

toegang tot deze instellingen.<br />

Ook werktuiggegevens die u op een extern werktuig-voorinsteltoestel<br />

berekend hebt, kunt u zo gemakkelijk in het werktuigbeheer inspelen.<br />

Zie hierover:<br />

Literatuur: /FBT/, Inbedrijfstellingshandboek CNC Deel 4<br />

(<strong>ShopTurn</strong>), <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl/840 DE sl<br />

U kunt kiezen, welke gegevens u wenst op te slaan:<br />

• Werktuigdata<br />

• Magazijntoewijzing<br />

• Nulpunten<br />

• Basis nulpunt<br />

Bovendien kunt u de omvang van de gegevensomslag bepalen:<br />

• Volledige werktuiglijst resp. alle nulpunten<br />

• Alle in het programma gebruikte werktuigdata resp. nulpunten<br />

Het uitlezen van de magazijntoewijzing is alleen mogelijk als uw<br />

systeem het laden en ontladen van werktuigdata in resp. uit het<br />

magazijn toelaat (zie hfdst. "Werktuigbeheer", deel "Werktuig in<br />

magazijn laden resp. ontladen").<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op het programma waarvan u de werktuig- en<br />

nulpuntgegevens wilt opslaan.<br />

Druk op de softkeys "Andere" en "Gegevens beveiligen".<br />

Kies de gegevens die u wenst op te slaan.<br />

Wijzig, indien u dit wenst, de voorgestelde naam.<br />

Als naam voor uw werktuig- en nulpuntbestand wordt de naam<br />

van het oorspronkelijk gekozen programma met de toevoeging<br />

"..._TMZ" aangeboden.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-384 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


08/2005 Programma's beheren<br />

9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

Gegevens inlezen<br />

Afwerken<br />

-of-<br />

Alle ver-<br />

vangen<br />

Geen ver-<br />

vangen<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

De werktuig-/nulpuntgegevens worden in dezelfde directory<br />

aangelegd waarin zich ook het geselecteerde programma bevindt.<br />

Indien er reeds een werktuig- en nulpuntbestand met de aangegeven<br />

naam bestaat, dan wordt deze nu met de nieuwe gegevens<br />

overgeschreven.<br />

Als zich in een directory een MPF-programma en een INI-bestand met<br />

dezelfde naam bevinden, wordt bij de selectie van het MPFprogramma<br />

eerst het INI-bestand automatisch gestart. Daardoor<br />

kunnen ongewild werktuiggegevens worden gewijzigd.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op de opgeslagen werktuig-/nulpuntgegevens die<br />

u opnieuw wilt inlezen.<br />

Druk op de softkey "Afwerken" of de toets "Input".<br />

Het venster "Opgeslagen gegevens inlezen" wordt geopend.<br />

Kies, welke gegevens (werktuigcorrectiedata, magazijntoewijzing,<br />

nulpuntdata, basisnulpuntverschuiving) u wenst in te lezen.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

De gegevens worden ingelezen.<br />

Afhankelijk van de gegevens die u heeft geselecteerd, gedraagt<br />

<strong>ShopTurn</strong> zich als volgt:<br />

alle werktuigcorrectiedata<br />

Eerst worden alle gegevens van het werktuigbeheer gewist en dan<br />

worden de opgeslagen gegevens ingespeeld.<br />

alle in het programma gebruikte werktuigcorrectiegegevens<br />

Indien er ten minste één van de in te lezen werktuigen reeds in het<br />

werktuigbeheer bestaat, kunt u tussen de volgende mogelijkheden<br />

kiezen.<br />

Druk op de softkey "Alle vervangen“, als u alle werktuigdata wenst<br />

in te spelen. Ander reeds voorhanden werktuig wordt nu zonder<br />

ruggespraak overgeschreven.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Geen vervangen", als u het inlezen van de<br />

gegevens wenst te onderbreken.<br />

-of-<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-385<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />

Druk op de softkey "Neen" als u het oude werktuig wilt behouden.<br />

Als het oude werktuig niet op de opgeslagen magazijnplaats staat,<br />

wordt het daarheen verplaatst.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Ja", als u het oude werktuig wenst te<br />

overschrijven.<br />

Bij het werktuigbeheer zonder laden/ontladen wordt het oude werktuig<br />

gewist, bij de variante met laden/ontladen wordt het oude werktuig<br />

voordien ontladen.<br />

Indien u voor de overname met "Ja" de werktuignaam wijzigt, wordt<br />

het werktuig bijkomend in de werktuiglijst geregistreerd.<br />

Nulpuntverschuivingen<br />

Voorhanden nulpuntverschuivingen worden bij het inlezen altijd<br />

overschreven.<br />

Magazijntoewijzing<br />

Als de magazijntoewijzing niet mee wordt ingelezen, wordt het<br />

werktuig zonder plaatsnummer in de werktuiglijst geregistreerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-386 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


08/2005 Programma's beheren<br />

9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

Bij de <strong>ShopTurn</strong>-variant met PCU 50.3 (HMI Advanced) is er naast het<br />

NCK-werkgeheugen een harddisk. Daardoor is het mogelijk, alle<br />

programma's, die momenteel niet benodigd zijn in de NCK op de<br />

harddisk te bewaren.<br />

Bovendien kan de directory-structuur van een disk-, USB- of netwerkdrive<br />

worden getoond.<br />

netwerkdiskdrive<br />

Diskdrive<br />

Editeren<br />

<strong>ShopTurn</strong>-prog.<br />

<strong>ShopTurn</strong>-subprog.<br />

G-Code-prog.<br />

<strong>ShopTurn</strong>-gebruikersinterface PCU 50.3<br />

Editeren<br />

Gegevensopslag met PCU 50.3<br />

Editeren<br />

<strong>ShopTurn</strong>-prog.<br />

<strong>ShopTurn</strong>-subprog.<br />

G-Code-prog.<br />

Gegevensbewaring-<br />

Directory van de<br />

harddisk<br />

Editeren<br />

NC-werkgeheugen<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-387<br />

laden<br />

ontladen<br />

Opslaan<br />

Shop Turn -prog.<br />

Shop Turn -subprog.<br />

G-Code-prog.<br />

Een overzicht van alle directories en programma's vindt u in de<br />

Programmamanager.<br />

Programmamanager PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

In de horizontale lijn met de softkeys kunt u het opslagmedium kiezen,<br />

waarvan u de directories en programma's wenst te tonen. Naast de<br />

softkey "NC", waarmee de gegevens van het NCK-werkgeheugen en<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

<br />

<br />

van de data-directory op de harddisk kunnen worden aangegeven,<br />

kunnen nog 8 andere softkeys bezet zijn. Daar kunt u de directories<br />

en programma's van de volgende opslagmedia laten tonen:<br />

• USB-/netwerk-drives (netwerkkaart noodzakelijk)<br />

• Diskdrive<br />

• Lokale USB-frontinterface<br />

• Archief-directory op de harde schijf<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

In het overzicht hebben de symbolen in de linkerkolom de volgende<br />

betekenis:<br />

Directory<br />

Programma<br />

Nulpunt-/werktuiggegevens<br />

De directories en programma's worden altijd samen met de volgende<br />

informatie gelijst:<br />

• Naam<br />

De naam mag maximaal uit 24 tekens bestaan. Bij het overdragen<br />

van de gegevens op externe systemen wordt de naam na 8<br />

tekens afgesneden.<br />

• Type<br />

Directory: WPD<br />

Programma: MPF<br />

Nulpunt-/Werktuiggegevens: INI<br />

• Geladen<br />

Aan een kruis in de kolom "Geladen" herkent u of het programma<br />

zich nog in het NCK-werkgeheugen bevindt (X) of op de harddisk<br />

opgeslagen is ( ).<br />

• Formaat (in byte)<br />

• Datum/tijd (van het creëren of van de laatste wijziging)<br />

Meer informatie over de omgang met bestanden, de selectie en de<br />

afwerking van een programma vindt u in:<br />

Literatuur: /BAD/, Handboek HMI Advanced.<br />

In de directory "TEMP" bewaart <strong>ShopTurn</strong> de programma's die intern<br />

voor de berekening van verspaningsprocedures worden gegenereerd.<br />

Boven de horizontale softkey-balk vindt u gegevens m.b.t. de<br />

geheugenruimteverdeling op de harde schijf en in de NCK.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-388 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


9 08/2005 Programma's beheren<br />

9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

Directory openen<br />

-of-<br />

-of-<br />

...<br />

Terugkeren naar een<br />

bovengeschikt directoryniveau<br />

-of-<br />

9.3.1 Programma openen<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Programma" of de toets "Program Manager".<br />

Het directory-overzicht verschijnt.<br />

Kies met de softkey het opslagmedium.<br />

Plaats de cursor op de directory die u wilt openen.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

Alle programma's in deze directory worden nu getoond.<br />

Druk op de toets "Cursor links", als de cursor in een willekeurige<br />

regel staat.<br />

-of-<br />

Plaats de cursor op de terugkeerregel.<br />

-en-<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor links".<br />

Het bovengeschikte directory-niveau verschijnt.<br />

Als u een programma meer in detail wenst te bekijken of wijzigingen<br />

erin wenst uit te voeren, laat dan het arbeidsplan van het programma<br />

tonen.<br />

Druk op de softkey "Programma".<br />

Het directory-overzicht verschijnt.<br />

Plaats de cursor op het programma dat u wilt openen.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

Het gekozen programma wordt in het bedieningsbereik "Programma"<br />

geopend. Het arbeidsplan van het programma verschijnt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-389<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

9.3.2 Programma uitvoeren<br />

Af-<br />

werken<br />

Cycle Start<br />

Alle programma's die in uw systeem opgeslagen zijn, kunt u altijd<br />

kiezen om automatisch werkstukken te bewerken.<br />

Als u een programma wilt afwerken dat op een andere machine werd<br />

opgesteld, moet u de volgende punten in acht nemen: Als op de<br />

andere machine de positieve draairichting vna de C-as andersom is<br />

ingesteld, moet u alle positiegegevens in het programma spiegelen<br />

die via de parameter "C" ("C0", "CP") werden geprogrammeerd.<br />

D.w.z. dat u het voorteken van de positiegegevens moet veranderen.<br />

Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op het programma dat u wilt afwerken.<br />

Druk op de softkey "Afwerken".<br />

<strong>ShopTurn</strong> schakelt nu om op de bedieningsmodus "Machine Auto" en<br />

laadt het programma.<br />

Druk vervolgens de toets "Cycle Start".<br />

De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst.<br />

"Werkstuk bewerken").<br />

Als het programma in het bedieningsbereik "Programma" reeds<br />

geopend is, drukt u op de softkey "Afwerken" om het programma in de<br />

bedieningsmodus "Machine Auto" te laden. Daar start u het bewerken<br />

van het werkstuk eveneens met de toets "Cycle Start".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-390 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


9 08/2005 Programma's beheren<br />

9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

9.3.3 Programma laden/ontladen<br />

Programma ontladen<br />

Andere<br />

><br />

Manueel<br />

ontladen<br />

Programma laden<br />

Andere<br />

><br />

Manueel<br />

laden<br />

Als u één of meerdere programma's in de nabije toekomst niet wenst<br />

uit te voeren, dan kunt u deze uit het NCK-werkgeheugen ontladen.<br />

De programma's bevinden zich dan op de harddisk en er wordt weer<br />

NCK-werkgeheugen vrij.<br />

Zodra u een programma dat op de harde schijf was opgeslagen, laat<br />

uitvoeren, wordt het automatisch weer in het NCK-geheugen geladen.<br />

U kunt één of meerdere stappenreeksprogramma's echter ook<br />

manueel opnieuw in het NCK-werkgeheugen laden zonder deze direct<br />

te laten afwerken.<br />

Programma's die zich in de bedieningsmodus "Machine Auto"<br />

bevinden, kunnen niet uit het NCK-werkgeheugen op de harddisk<br />

worden ontladen.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op het programma dat u uit het NCKwerkgeheugen<br />

wilt ontladen.<br />

Druk op de softkeys "Andere" en "Manueel ontladen".<br />

Het gekozen programma wordt in de kolom "Geladen" niet meer met<br />

een "X" gemarkeerd.<br />

In de regel waar het beschikbare geheugen wordt aangegeven, ziet u<br />

dat er weer NCK-geheugen vrijgegeven is.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op het programma dat u in het NCKwerkgeheugen<br />

wilt laden.<br />

Druk op de softkeys "Andere" en "Manueel laden".<br />

Het gekozen programma wordt in de kolom "Geladen" nu met een "X"<br />

gemarkeerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-391<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

9.3.4 G-Code-programma van harddisk resp. diskdrive/USB-/netwerk-drive afwerken<br />

G-Code-programma van<br />

harde schijf uitvoeren<br />

Andere<br />

Cycle Start<br />

-of-<br />

><br />

Uitvoeren<br />

harde sch.<br />

Als de capaciteit van uw NCK-werkgeheugen reeds sterk belast is,<br />

kunt u G-Code-programma's ook van de harddsik resp. van een<br />

diskdrive/USB-/netwerk-drive (bv. memory stick) afwerken.<br />

Niet het volledige G-code-programma wordt dan voor het uitvoeren in<br />

het NC-geheugen geladen, maar alleen een eerste deel ervan.<br />

Verdere programmablokken worden dan tijdens het uitvoeren van het<br />

eerste deel dan continu nageladen.<br />

Het G-Code-programma blijft bij het uitvoeren van de harddisk resp.<br />

van de diskdrive/USB-/netwerk-drive daar opgeslagen.<br />

Stappenreeksprogramma's kunnen niet van de harddisk resp. de<br />

diskdrive/USB-/netwerk-drive worden uitgevoerd.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op de directory waarin u een G-Code-programma<br />

van de harde schijf wilt laten afwerken.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

Het programma-overzicht verschijnt.<br />

Plaats de cursor op het G-Code-programma dat u van de harde<br />

schijf wilt laten afwerken (zonder "X").<br />

Druk op de softkeys "Andere" en "Uitvoer. harde sch."<br />

<strong>ShopTurn</strong> schakelt nu om op de bedieningsmodus "Machine Auto" en<br />

laadt het G-Code-programma.<br />

Druk op de toets "CycleStart".<br />

De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst.<br />

"Werkstuk bewerken"). De programma-inhoud wordt tijdens het<br />

vorderen van het bewerken continu in het NCK-arbeidsgeheugen<br />

nageladen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-392 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


9 08/2005 Programma's beheren<br />

9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

Programma van<br />

diskdrive/USB-/netwerkdrive<br />

uitvoeren<br />

Andere<br />

Cycle Start<br />

-of-<br />

><br />

...<br />

Uitvoeren<br />

harde sch.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Kies met de softkey de disk-/USB-/netwerk-drive resp. de lokale<br />

USB-interface.<br />

Plaats de cursor op de directory waarin u een G-Code-programma<br />

wilt laten afwerken.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

De directory wordt geopend.<br />

Plaats de cursor op het G-Code-programma dat u wilt laten<br />

afwerken.<br />

Druk op de softkeys "Andere" en "Uitvoer. harde sch."<br />

<strong>ShopTurn</strong> schakelt nu om op de bedieningsmodus "Machine Auto" en<br />

laadt het G-Code-programma.<br />

Druk op de toets "CycleStart".<br />

De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst.<br />

"Werkstuk bewerken"). De programma-inhoud wordt tijdens het<br />

vorderen van het bewerken continu in het NCK-arbeidsgeheugen<br />

nageladen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-393<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

9.3.5 Directory/Programma nieuw aanleggen<br />

Directory aanleggen<br />

Nieuw<br />

Directory<br />

Programma aanleggen<br />

Nieuw<br />

-of-<br />

<strong>ShopTurn</strong>-<br />

Programma<br />

G-Code<br />

Programma<br />

Directory-structuren ondersteunen u bij het overzichtelijk beheer van<br />

uw programma's en gegevens. Hiervoor kunt u in een directory een<br />

willekeurig aantal sub-directories aanleggen.<br />

In een sub-directory/directory kunt u weerom programma's aanleggen<br />

en vervolgens programmablokken voor deze programma's aanmaken<br />

(zie hfdst. "Stappenreeksprogramma opstellen").<br />

Het nieuwe programma wordt automatisch opgeslagen in het NCKwerkgeheugen.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Druk op de softkeys "Nieuw" en "Directory".<br />

Voer een nieuwe directory-naam in.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

De gewenste directory wordt aangelegd.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma<br />

wilt aanleggen.<br />

Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />

Druk op de softkey "Nieuw".<br />

Druk nu op de softkey "<strong>ShopTurn</strong> Programma" als u een<br />

stappenreeksprogramma wilt aanleggen.<br />

(zie hfdst. "Stappenreeksprogramma opstellen")<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "G-Code-programma", als u een G-Codeprogramma<br />

wenst aan te leggen.<br />

(zie hfdst. "G-Code programmeren")<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-394 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


08/2005 Programma's beheren<br />

9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

9.3.6 Meerdere programma's markeren<br />

Meerdere programma's<br />

blokwijze markeren<br />

Markeren<br />

-of-<br />

Meerdere programma's<br />

afzonderlijk markeren<br />

-of-<br />

Om later meerdere programma's gelijktijdig te kopiëren, te wissen<br />

enz. kunt u meerdere programma's in één keer blokwijze of<br />

afzonderlijk markeren.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op het eerste programma dat u wilt markeren.<br />

Druk op de softkey "Markeren".<br />

Breid uw programmaselectie uit met de cursortoetsen naar boven<br />

of naar beneden.<br />

Het volledige programmablok wordt gemarkeerd.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op het eerste programma dat u wilt markeren.<br />

Druk op de toets "Select"<br />

Beweeg dan de cursor naar het volgende programma dat u wenst<br />

te kiezen.<br />

Druk opnieuw de toets "Select".<br />

De afzonderlijk gekozen programma's worden gemarkeerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-395<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

9.3.7 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen/verschuiven<br />

Directory/Programma<br />

kopiëren<br />

Kopiëren<br />

Invoegen<br />

Als u een nieuwe directory of een nieuw programma wenst aan te<br />

leggen die/dat net zoals een reeds voorhanden moet zijn, dan spaart<br />

u tijd, als u de oude directory resp. het oude programma kopieert en<br />

alleen geselecteerde programma's resp. programmablokken wijzigt.<br />

Bovendien kunt u directories of programma's verschuiven of een<br />

andere naam geven.<br />

De mogelijkheid directories en programma's te kopiëren, uit te<br />

knippen en op een andere plaats weer in te voegen, gebruikt u ook<br />

om gegevens via een diskdrive of USB-/netwerk-drive (bv. memory<br />

stick) uit te wisselen met andere <strong>ShopTurn</strong>-installaties.<br />

U kunt een programma niet herbenoemen, als het gelijktijdig in de<br />

bedieningswijze "Machine auto" geladen is.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt<br />

kopiëren.<br />

Druk op de softkey "Kopiëren".<br />

Kies het directory-niveau, waar u uw gekopieerde<br />

directory/gekopieerd programma wenst in te voegen.<br />

Druk op de softkey "Invoegen".<br />

De gekopieerde directory/het gekopieerde programma wordt in het<br />

gekozen directory-niveau ingevoegd. Als er op dit niveau reeds een<br />

directory/programma met dezelfde naam bestaat, verschijnt er een<br />

opvraag, of u de directory/het programma wenst te overschrijven of<br />

onder een andere naam wenst in te voegen.<br />

Druk op de softkey "OK", als u de directory/het programma wenst<br />

te overschrijven.<br />

-of-<br />

Voer een andere naam in, als u de directory/het programma onder<br />

een andere naam wenst in te voegen.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-396 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


08/2005 Programma's beheren<br />

9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

Directory/Programma<br />

herbenoemen<br />

Herbenoemen<br />

Directory/Programma<br />

verschuiven<br />

Uit-<br />

knippen<br />

Invoegen<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt<br />

herbenoemen.<br />

Druk op de softkey "Herbenoemen".<br />

Voer in het veld "Naar:" de nieuwe directory- of programmanaam<br />

in.<br />

De naam moet eenduidig zijn, d.w.z. twee directories of<br />

programma's mogen niet dezelfde naam hebben.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

De directory/het programma wordt herbenoemd.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt<br />

verschuiven.<br />

Druk op de softkey "Uitknippen" en druk op de softkey "OK".<br />

De gekozen directory/het gekozen programma wordt op deze plaats<br />

uitgeknipt en in een tussengeheugen opgeslagen.<br />

Kies het directory-niveau, waarin u uw directory/programma wenst<br />

in te voegen.<br />

Druk op de softkey "Invoegen".<br />

De directory/het programma wordt naar het gekozen niveau<br />

verschoven.<br />

Als er op dit directory-niveau reeds een directory/programma met<br />

dezelfde naam bestaat, verschijnt er een opvraag, of u de<br />

directory/het programma wenst te overschrijven of onder een andere<br />

naam wenst in te voegen.<br />

Druk op de softkey "OK", als u de directory/het programma wenst<br />

te overschrijven.<br />

-of-<br />

Voer een andere naam in, als u de directory/het programma onder<br />

een andere naam wenst in te voegen.<br />

-en-<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-397<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

9.3.8 Directory/Programma wissen<br />

Uit-<br />

knippen<br />

Wis af en toe de programma's of directories die u niet meer gebruikt<br />

om uw gegevensbeheer overzichtelijk te houden en het NCarbeidsgeheugen<br />

weer vrij te geven. <strong>Sl</strong>a deze gegevens eventueel<br />

eerst op een externe gegevensdrager (bv. memory stick) of een USB-<br />

/netwerk-drive op.<br />

Bedenk dat u door het wissen van een directory ook alle<br />

programma's, werktuig- en nulpuntgegevens en alle sub-directories<br />

wist die zich in deze directory bevinden.<br />

Als u plaats in het NCK-geheugen wenst vrij te geven, wist u de<br />

inhoud van de directory "TEMP". Daar bewaart <strong>ShopTurn</strong> de<br />

programma's die intern voor de berekening van<br />

verspaningsprocedures worden gegenereerd.<br />

Open de Programmamanager.<br />

9.3.9 Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen<br />

Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt wissen.<br />

Druk op de softkeys "Uitknippen" en "OK".<br />

De gekozen directory of het gekozen programma wordt gewist.<br />

Naast de programma's kunt u ook werktuiggegevens en<br />

nulpuntinstellingen opslaan/inlezen.<br />

U kunt van deze mogelijkheid gebruik maken om bv. de vereiste<br />

werktuig- en nulpuntgegevens voor een bepaald<br />

stappenreeksprogramma op te slaan. Als u dit programma later<br />

opnieuw wenst uit te voeren, hebt u op deze manier snel weer<br />

toegang tot deze instellingen.<br />

Ook werktuiggegevens die u op een extern werktuig-voorinsteltoestel<br />

berekend hebt, kunt u zo gemakkelijk in het werktuigbeheer inspelen.<br />

Zie hierover:<br />

Literatuur: /FBT/, Inbedrijfstellingshandboek CNC Deel 4<br />

(<strong>ShopTurn</strong>), <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl/840 DE sl<br />

U kunt kiezen, welke gegevens u wenst op te slaan:<br />

• Werktuigdata<br />

• Magazijntoewijzing<br />

• Nulpunten<br />

• Basis nulpunt<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-398 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


08/2005 Programma's beheren<br />

9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

Gegevens opslaan<br />

Andere<br />

><br />

Gegevens<br />

beveiligen<br />

Gegevens inlezen<br />

Afwerken<br />

-of-<br />

-of-<br />

Bovendien kunt u de omvang van de gegevensopslag bepalen:<br />

• Volledige werktuiglijst resp. alle nulpunten<br />

• Alle in het programma gebruikte werktuigdata resp. nulpunten<br />

Het uitlezen van de magazijntoewijzing is alleen mogelijk als uw<br />

systeem het laden en ontladen van werktuigdata in resp. uit het<br />

magazijn toelaat (zie hfdst. "Werktuigbeheer", deel "Werktuig in<br />

magazijn laden resp. ontladen").<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op het programma waarvan u de werktuig- en<br />

nulpuntgegevens wilt opslaan.<br />

Druk op de softkeys "Andere" en "Gegevens beveiligen".<br />

Kies de gegevens die u wenst op te slaan.<br />

Wijzig, indien u dit wenst, de voorgestelde naam.<br />

Als naam voor uw werktuig- en nulpuntbestand wordt de naam<br />

van het oorspronkelijk gekozen programma met de toevoeging<br />

"..._TMZ" aangeboden.<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

De werktuig-/nulpuntgegevens worden in dezelfde directory<br />

aangelegd waarin zich ook het geselecteerde programma bevindt.<br />

Indien er reeds een werktuig- en nulpuntbestand met de aangegeven<br />

naam bestaat, dan wordt deze nu met de nieuwe gegevens<br />

overgeschreven.<br />

Als zich in een directory een MPF-programma en een INI-bestand met<br />

dezelfde naam bevinden, wordt bij de selectie van het MPFprogramma<br />

eerst het INI-bestand automatisch gestart. Daardoor<br />

kunnen ongewild werktuiggegevens worden gewijzigd.<br />

Open de Programmamanager.<br />

Plaats de cursor op de opgeslagen werktuig-/nulpuntgegevens die<br />

u opnieuw wilt inlezen.<br />

Druk op de softkey "Afwerken" of de toets "Input" of "Cursor<br />

rechts".<br />

Het venster "Opgeslagen gegevens inlezen" wordt geopend.<br />

Kies, welke gegevens (werktuigcorrectiedata, magazijntoewijzing,<br />

nulpuntdata, basisnulpuntverschuiving) u wenst in te lezen.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-399<br />

9


Programma's beheren 08/2005<br />

9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />

Alle ver-<br />

vangen<br />

Geen ver-<br />

vangen<br />

Druk op de softkey "OK".<br />

De gegevens worden ingelezen.<br />

Afhankelijk van de gegevens die u heeft geselecteerd, gedraagt<br />

<strong>ShopTurn</strong> zich als volgt:<br />

alle werktuigcorrectiedata<br />

Eerst worden alle gegevens van het werktuigbeheer gewist en dan<br />

worden de opslaan gegevens ingespeeld.<br />

alle in het programma gebruikte werktuigcorrectiegegevens<br />

Indien er ten minste één van de in te lezen werktuigen reeds in het<br />

werktuigbeheer bestaat, kunt u tussen de volgende mogelijkheden<br />

kiezen.<br />

Druk op de softkey "Alle vervangen“, als u alle werktuigdata wenst<br />

in te spelen. Ander reeds voorhanden werktuig wordt nu zonder<br />

ruggespraak overgeschreven.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Geen vervangen", als u het inlezen van de<br />

gegevens wenst te onderbreken.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Neen", als u het oude werktuig wenst te<br />

behouden.<br />

Als het oude werktuig niet op de opgeslagen magazijnplaats staat,<br />

wordt het daarheen verplaatst.<br />

-of-<br />

Druk op de softkey "Ja", als u het oude werktuig wenst te<br />

overschrijven.<br />

Bij het werktuigbeheer zonder laden/ontladen wordt het oude werktuig<br />

gewist, bij de variante met laden/ontladen wordt het oude werktuig<br />

voordien ontladen.<br />

Indien u voor de overname met "Ja" de werktuignaam wijzigt, wordt<br />

het werktuig bijkomend in de werktuiglijst geregistreerd.<br />

Nulpuntverschuivingen<br />

Voorhanden nulpuntverschuivingen worden bij het inlezen altijd<br />

overschreven.<br />

Magazijntoewijzing<br />

Als de magazijntoewijzing niet mee wordt ingelezen, wordt het<br />

werktuig zonder plaatsnummer in de werktuiglijst geregistreerd.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

9-400 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

9


10 08/2005 Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens<br />

Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens<br />

10.1 Meldingen ........................................................................................................... 10-402<br />

10.2 Alarmen .............................................................................................................. 10-402<br />

10.3 Gebruikersgegevens........................................................................................... 10-403<br />

10<br />

10.4 Versie-indicatie ................................................................................................... 10-405<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 10-401


Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens 08/2005<br />

10 10.1 Meldingen<br />

10.1 Meldingen<br />

10.2 Alarmen<br />

10<br />

In de dialoogregel toont <strong>ShopTurn</strong> meldingen die<br />

bedieningsinstructies geven of informatie over het bewerkingsverloop<br />

geven. De getoonde meldingen onderbreken de bewerking niet.<br />

Voeding F te klein<br />

Rechte<br />

Cirkel<br />

Dialoogregel met melding<br />

Boren<br />

Als <strong>ShopTurn</strong> fouttoestanden herkent, wordt er een alarm<br />

gegenereerd en wordt de bewerking evt. onderbroken. U kunt alarmen<br />

oproepen met alarmnummer, datum, storingstekst en wiscriterium. De<br />

storingstekst geeft meer informatie over de oorzaak van de fout.<br />

Waarschuwing<br />

Als u een optredend alarm niet in acht neemt en de oorzaak van het<br />

alarm niet repareert, kan gevaar voor de machine, het werkstuk,<br />

opgeslagen instellingen en eventueel zelfs voor uw gezondheid.<br />

De verschillende alarmnummers zijn toegewezen aan de volgende<br />

bereiken:<br />

61000-62999 Cycli<br />

100000-100999 Basissysteem<br />

101000-101999 Diagnose<br />

102000-102999 Diensten<br />

103000-103999 Machine<br />

104000-104999 Parameters<br />

105000-105999 Programmering<br />

106000-106999 Gereserveerd<br />

107000-107999 OEM<br />

110000-111999 Gereserveerd<br />

112000-112999 <strong>ShopTurn</strong><br />

120000-120999 Gereserveerd<br />

Een beschrijving van alle alarmen vindt u in<br />

Literatuur: /DA/, Diagnosehandleiding <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

10-402 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005


10 08/2005 Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens<br />

10.3 Gebruikersgegevens<br />

Reset<br />

Cycle Start<br />

10.3 Gebruikersgegevens<br />

Druk op de softkey "Alarmlijst".<br />

De lijst met de actieve meldingen en alarmen wordt geopend.<br />

Controleer de machine zorgvuldig aan de hand van de<br />

alarmbeschrijving.<br />

Verwijder de oorzaak van het alarm.<br />

10<br />

Druk op de toets die als symbool naast het alarm afgebeeld is om<br />

het alarm te wissen.<br />

-of-<br />

Schakel de machine resp. de besturing uit en opnieuw in als het<br />

symbool van de hoofdschakelaar (POWER ON) naast het alarm<br />

verschijnt.<br />

Gebruikersgegevens zijn variabelen die zowel door <strong>ShopTurn</strong>- als<br />

door G-Code-programma's intern worden gebruikt. Deze<br />

gebruikersgegevens kunt u zich in een lijst laten tonen.<br />

De volgende verschillende variabelen zijn gedefinieerd:<br />

• Globale gebruikersgegevens (GUD)<br />

GUD's zijn geldig in alle programma's.<br />

De indicatie van de GUD's kan via een sleutelschakelaar resp.<br />

wachtwoord vergrendeld zijn.<br />

• Lokale gebruikersgegevens (LUD)<br />

LUD's gelden alleen in het programma of subprogramma, waarin<br />

ze gedefinieerd werden.<br />

<strong>ShopTurn</strong> geeft bij de afwerking van het programma de LUD's<br />

tussen het actuele blok en het programma-einde aan. Als u op de<br />

toets "Cycle-Stop" drukt, wordt de lijst van de LUD's<br />

geactualiseerd. De waarden daarentegen worden voortdurend<br />

geactualiseerd.<br />

• Programmaglobale gebruikersgegevens (PUD)<br />

PUD's worden uit de in het hoofdprogramma gedefinieerde lokale<br />

variabelen (LUD) geproduceerd.<br />

D.w.z. de PUD's gelden in alle subprogramma's en kunnen daar<br />

geschreven en gelezen worden.<br />

Met de programmaglobale gebruikersgegevens worden ook de<br />

lokale getoond.<br />

• Kanaalspecifieke gebruikersgegevens<br />

De kanaalspecifieke gebruikersgegevens gelden telkens maar in<br />

één kanaal.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 10-403


Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens 08/2005<br />

10 10.3 Gebruikersgegevens<br />

Gebruikersgegevens<br />

tonen<br />

-of-<br />

Glob. gebr. Progr. gebr.<br />

gegevens ... gegevens<br />

GUD +<br />

resp.<br />

GUD -<br />

Gebruikersgegevens<br />

zoeken<br />

Zoeken<br />

Verder<br />

zoeken<br />

De variabelen van het type AXIS en FRAME toont <strong>ShopTurn</strong>.<br />

Welke variabelen <strong>ShopTurn</strong> toont, vindt u in de informatie van de<br />

machinefabrikant.<br />

Druk op de softkey "Werkt. nulp." of de toets "Offset".<br />

Druk op de toets "Uitbreiding".<br />

Druk op de softkey "Gebruikersgeg."<br />

10<br />

Kies via de softkey, welke gebruikersgegevens u wenst te tonen.<br />

Druk op de softkeys "GUD +" resp. "GUD -", als u GUD 1 tot GUD<br />

9 van de globale en kanaalspecifieke gebruikersgegevens wenst<br />

te tonen.<br />

Druk op de softkey "Zoeken".<br />

Voer de tekst in die u wenst te zoeken.<br />

U kunt naar een willekeurige tekenreeks zoeken.<br />

Druk op de softkey "Toepassen".<br />

Het gezochte gebruikersdatum wordt getoond.<br />

Druk op de softkey "Verder zoeken" als u het zoeken wenst voort<br />

te zetten.<br />

Het volgende gebruikersdatum met de gezochte tekenreeks wordt<br />

getoond.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

10-404 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005


10 08/2005 Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens<br />

10.4 Versie-indicatie<br />

10.4 Versie-indicatie<br />

Versies aangeven<br />

Diagnose<br />

Versie<br />

Service-<br />

indicaties<br />

NCU<br />

Versie<br />

MMC<br />

Versie<br />

Op het opstartscherm kunt u de <strong>ShopTurn</strong>-versie aflezen.<br />

De <strong>ShopTurn</strong>- en de NCU-versie kunt u ook op het CNC-ISObedieningsoppervlak<br />

aflezen.<br />

10<br />

Druk op de toets "Uitbreiding“ om de uitgebreide basismenubalk<br />

te openen.<br />

Druk op de softkeys "Diagnose" en "Service-indicaties".<br />

Druk op de softkeys "Versie" en "NCU versie".<br />

De NCU-versie ziet u bovenaan in het verschijnende venster:<br />

xx.yy.zz.nn.<br />

Druk op de softkey "MMC versie".<br />

De <strong>ShopTurn</strong>-versie kunt u aflezen in de lijst die verschijnt.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 10-405


Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens 08/2005<br />

10 10.4 Versie-indicatie<br />

Voor notities<br />

10<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

10-406 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005


11 08/2005 Voorbeelden<br />

Voorbeelden<br />

11.1 Standaardbewerkingen ....................................................................................... 11-408<br />

11<br />

11.2 Contour frezen .................................................................................................... 11-420<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-407


Voorbeelden 08/2005<br />

11 11.1 Standaardbewerkingen<br />

11.1 Standaardbewerkingen<br />

Werkstuktekening<br />

4x∅5<br />

Werkstuktekening<br />

R8<br />

23<br />

∅32<br />

∅90<br />

4°<br />

Basisdeel Afmetingen: ∅90 x 120 mm<br />

Materiaal: aluminium<br />

23<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

11-408 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

15°<br />

FS3<br />

R6<br />

X<br />

X 5:1<br />

8<br />

4<br />

FS2<br />

FS1 FS1<br />

R1 R1<br />

Werktuig Voorbewerkingswerkt_8080°, R0.6<br />

Voorbewerkingswerkt_5555°, R0.4<br />

Nabewerkingswerktuig 35°, R0.4<br />

Steker Plaatbreedte 4<br />

Draadstaal_2<br />

Boor ∅5<br />

Frees ∅8<br />

15°<br />

∅ 34<br />

70<br />

80<br />

85<br />

95<br />

R23<br />

35<br />

10<br />

5<br />

M48x2<br />

∅60<br />

3x45°


08/2005 Voorbeelden<br />

11 11.1 Standaardbewerkingen<br />

Programma<br />

1. Nieuw programma<br />

aanleggen<br />

Druk in het bedieningsbereik "Programmamanager" in de<br />

gewenste directories op de softkeys<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-409<br />

Nieuw<br />

Voer de programmanaam (hier: Demodeel_1).<br />

Softkey indrukken<br />

2. Programmakop Het parameterscherm "Programmakop" wordt geopend.<br />

Basisdeel bepalen:<br />

3. Verspaancyclus voor het<br />

vlakdraaien Softkeys<br />

Basisdeel cilinder<br />

XA 90 abs<br />

ZA 0 abs<br />

ZI -120 abs<br />

ZB -100 abs<br />

Terugtrekken eenvoudig<br />

XRA 2 inc<br />

ZRA 5 inc<br />

Werktuigwisselpunt MCS<br />

XT 160 abs<br />

ZT 409 abs<br />

SC 1 inc<br />

S1 4000 o/min<br />

Maateenheid mm<br />

Softkey indrukken<br />

Parameters invoeren:<br />

Verspanen<br />

en<br />

indrukken<br />

T Voorbewerkingswerktuig_80<br />

F 0.300 mm/o<br />

V 300 m/min<br />

Bewerking<br />

Ligging<br />

Richting Dwars (parallel t.o.v. X-as)<br />

X0 60 abs<br />

Z0 2 abs<br />

X1 -1.6 abs<br />

Z1 0 abs<br />

D 2 inc<br />

UX 0 inc<br />

UZ 0.1 inc<br />

<strong>ShopTurn</strong><br />

programma .


Voorbeelden 08/2005<br />

11 11.1 Standaardbewerkingen<br />

4. Basisdeelcontour invoeren<br />

met contourrekenmachine Softkeys<br />

Softkey indrukken<br />

Nieuwe<br />

contour<br />

indrukken<br />

Voer de contournaam (hier: Cont_1) in.<br />

Softkey indrukken<br />

Leg het startpunt van de contour vast:<br />

X 60 abs<br />

Z 0 abs<br />

Softkey indrukken<br />

11<br />

De volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey<br />

bevestigen:<br />

1. Z -40 abs<br />

2. X 80 abs Z -45 abs<br />

3. Z -65 abs<br />

4. X 90 abs Z -70 abs<br />

5. Z -95 abs<br />

6. X 0 abs<br />

7. Z 0 abs<br />

8. X 60 abs Z 0 abs<br />

Softkey indrukken<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

11-410 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005


08/2005 Voorbeelden<br />

11 11.1 Standaardbewerkingen<br />

5. Afgewerkte contour<br />

invoeren met<br />

contourrekenmachine<br />

Basisdeelcontour<br />

Softkeys<br />

Nieuwe<br />

contour<br />

indrukken<br />

Voer de contournaam (hier: Cont_2) in.<br />

Softkey indrukken<br />

Leg het startpunt van de contour vast:<br />

11<br />

X 0 abs<br />

Z 0 abs<br />

De volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey<br />

bevestigen:<br />

1. X 48 abs FS 3<br />

2. α2 90°<br />

3. Draairichting<br />

R 23 abs X 60 abs K -35 abs<br />

I 80 abs<br />

Dialoog<br />

selectie<br />

4. Z -80 abs R 6<br />

5. X 90 abs Z -85 abs FS 3<br />

6. Z -95 abs<br />

Dialoog<br />

Overname FS 2<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-411


Voorbeelden 08/2005<br />

11 11.1 Standaardbewerkingen<br />

Softkey indrukken<br />

Afgewerkte contour<br />

6. Verspanen<br />

(voorbewerking) Softkeys<br />

Parameters invoeren:<br />

Verspanen<br />

indrukken<br />

T Voorbewerkingswerktuig_80<br />

F 0.300 mm/o<br />

V 200 m/min<br />

Bewerking<br />

Verspaanrichting Langs (parallel aan Z-as)<br />

Bewerkingszijde Buiten<br />

Bewerkingsricht. ← (van front naar achterkant)<br />

D 1.9 inc<br />

Snijdiepte<br />

UX 0.2 inc<br />

UZ 0.1 inc<br />

BL Contour<br />

Afgrenzen Neen<br />

Achtersnijding Neen<br />

Softkey indrukken<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

11-412 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005


08/2005 Voorbeelden<br />

11 11.1 Standaardbewerkingen<br />

7. Restmateriaal ruimen<br />

8. Verspanen (nabewerking)<br />

Verspanen<br />

Softkeys<br />

Parameters invoeren:<br />

Verspanen<br />

rest<br />

indrukken<br />

T Voorbewerkingswerktuig_55<br />

F 0.200 mm/o<br />

V 250 m/min<br />

Bewerking<br />

Verspaanrichting Langs (parallel aan Z-as)<br />

Bewerkingszijde Buiten<br />

Bewerkingsricht. ← (van front naar achterkant)<br />

D 2 inc<br />

Snijdiepte<br />

UX 0.200 inc<br />

UZ 0.100 inc<br />

Afgrenzen Neen<br />

Achtersnijding ja<br />

FR 0.250 mm/o<br />

Softkey indrukken<br />

Softkeys<br />

Parameters invoeren:<br />

Verspanen<br />

indrukken<br />

T Nabewerkingswerktuig<br />

F 0.150 mm/o<br />

V 300 m/min<br />

Bewerking<br />

Verspaanrichting Langs (parallel aan Z-as)<br />

Bewerkingszijde Buiten<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-413


Voorbeelden 08/2005<br />

11 11.1 Standaardbewerkingen<br />

9. Ril (voorbewerking)<br />

Bewerkingsricht. ← (van front naar achterkant)<br />

Overmaat Neen<br />

Afgrenzen Neen<br />

Achtersnijding ja<br />

Softkey indrukken<br />

Softkeys<br />

Parameters invoeren:<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

11-414 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

Ril<br />

T Steker<br />

F 0.150 mm/o<br />

V 300 m/min<br />

Bewerking<br />

Rilligging<br />

Referentiepunt<br />

X0 60 abs<br />

Z0 -70<br />

B2 8 inc<br />

T1 4 inc<br />

α1 15 graden<br />

α2 15 graden<br />

FS1 1<br />

R2 1<br />

R3 1<br />

FS4 1<br />

D 2 inc<br />

U 0.100 inc<br />

N 1<br />

Softkey indrukken<br />

indrukken


08/2005 Voorbeelden<br />

11 11.1 Standaardbewerkingen<br />

10. Ril (nabewerking)<br />

Ril<br />

Softkeys<br />

Parameters invoeren:<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-415<br />

Ril<br />

T Steker<br />

F 0.150 mm/o<br />

V 300 m/min<br />

Bewerking<br />

Rilligging<br />

Referentiepunt<br />

11. Schroefdraad langs M48x2<br />

(voorbewerking) Softkeys<br />

X0 60 abs<br />

Z0 -70<br />

B1 5.856 inc<br />

T1 4 inc<br />

α1 15 graden<br />

α2 15 graden<br />

FS1 1<br />

R2 1<br />

R3 1<br />

FS4 1<br />

N 1<br />

Softkey indrukken<br />

Parameters invoeren:<br />

Schroefdraad<br />

T Draadstaal_2<br />

P 2 mm/o<br />

indrukken<br />

Schroefdraad<br />

langs indrukken


Voorbeelden 08/2005<br />

11 11.1 Standaardbewerkingen<br />

12. Schroefdraad langs M48x2<br />

(nabewerking) Softkeys<br />

13. Boren<br />

G 0<br />

S 400 o/min<br />

Snedenindeling Degressief<br />

Bewerkingstype<br />

Schroefdraad Buitenschroefdraad<br />

X0 48 abs<br />

Z0 0 abs<br />

Z1 -25 abs<br />

W 4 inc<br />

R 4 inc<br />

K 1.226 inc<br />

α 30 graden<br />

Aanloop<br />

AS 10<br />

U 0.020 inc<br />

V 1 inc<br />

Q 0 graden<br />

Softkey indrukken<br />

Parameters invoeren:<br />

Schroefdraad<br />

T Draadstaal_2<br />

P 2 mm/o<br />

G 0<br />

S 400 o/min<br />

Bewerkingstype<br />

Schroefdraad Buitenschroefdraad<br />

X0 48 abs<br />

Z0 0 abs<br />

Z1 -25 abs<br />

W 4 inc<br />

R 4 inc<br />

K 1.226 inc<br />

α 30 graden<br />

Aanloop<br />

V 1 inc<br />

Q 0 graden<br />

Softkey indrukken<br />

Softkeys<br />

Parameters invoeren:<br />

Boren<br />

Wrijven ><br />

Schroefdraad<br />

langs .indrukken<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

11-416 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

Boren<br />

.indrukken


08/2005 Voorbeelden<br />

11 11.1 Standaardbewerkingen<br />

14. Positioneren<br />

T Boor<br />

F 200 mm/min<br />

S 1000 o/min<br />

Ligging Front<br />

Spits/schacht Top<br />

Z1 10 inc<br />

DT 0 s<br />

Softkey indrukken<br />

Softkeys<br />

Parameters invoeren:<br />

15. Rechthoekige kamer<br />

frezen Softkeys<br />

Posities<br />

><br />

Ligging Front<br />

Rechth./Polair Polair<br />

Z0 0 abs<br />

C0 0 abs<br />

L0 16 abs<br />

C1 90 abs<br />

L1 16 abs<br />

C2 180 abs<br />

L2 16 abs<br />

C3 270 abs<br />

L3 16 abs<br />

Softkey indrukken<br />

Parameters invoeren:<br />

indrukken<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-417<br />

Kamer<br />

><br />

Rechthoek.<br />

kamer<br />

T Frees<br />

F 0.030 mm/tand<br />

S 1800 o/min<br />

Ligging Front<br />

Bewerkingstype<br />

Positie Afzonderlijke positie<br />

X0 0 abs<br />

Y0 0 abs<br />

Z0 0 abs<br />

W 23<br />

L 23<br />

R 8<br />

α0 4 graden<br />

Z1 5 inc<br />

DXY 50 %<br />

.indrukken


Voorbeelden 08/2005<br />

11 11.1 Standaardbewerkingen<br />

Resultaat<br />

DZ 3<br />

UXY 0.1 mm<br />

UZ 0.1<br />

Induiken centrisch<br />

FZ 50 mm/min<br />

Softkey indrukken<br />

Programmeergrafiek<br />

Arbeidsplan<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

11-418 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005


08/2005 Voorbeelden<br />

11 11.1 Standaardbewerkingen<br />

Simulatie, volumemodel<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-419


Voorbeelden 08/2005<br />

11 11.2 Contour frezen<br />

11.2 Contour frezen<br />

Werkstuktekening<br />

Werkstuktekening<br />

Basisdeel Afmetingen: ∅120 x 80 mm<br />

Materiaal: aluminium<br />

Werktuig Frees: ∅18<br />

Programma<br />

1. Nieuw programma<br />

aanleggen<br />

Frees: ∅5<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

11-420 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

R10<br />

R6<br />

R10<br />

R14<br />

Ø120<br />

Druk in het bedieningsbereik "Programma-manager" in de<br />

R46<br />

40<br />

80<br />

R50<br />

gewenste directories op de softkeys<br />

T=3<br />

T=5<br />

Nieuw<br />

Voer de programmanaam (hier: contour) in.<br />

Softkey indrukken<br />

2. Programmakop invullen Het parameterscherm "Programmakop" wordt geopend.<br />

Basisdeel bepalen:<br />

Basisdeel cilinder<br />

XA 120 abs<br />

ZA 0 abs<br />

ZI -80 abs<br />

ZB -50 abs<br />

en<br />

<strong>ShopTurn</strong><br />

programma .


08/2005 Voorbeelden<br />

11 11.2 Contour frezen<br />

3. Grenscontour invoeren<br />

Terugtrekken eenvoudig<br />

XRA 125 abs<br />

ZRA 2 abs<br />

Werktuigwisselpunt WCS<br />

XT 200 abs<br />

ZT 200 abs<br />

SC 1 inc<br />

S1 1000 o/min<br />

Maateenheid mm<br />

Softkey indrukken<br />

Softkeys<br />

Contour<br />

frezen<br />

Nieuwe<br />

contour<br />

Voer de contournaam (hier: Contour_1) in.<br />

Softkey indrukken<br />

Leg het startpunt van de contour vast:<br />

Ligging Front<br />

X 0 abs<br />

Y -61 abs<br />

Softkey indrukken<br />

.indrukken<br />

11<br />

De volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey<br />

bevestigen:<br />

1. Draairichting<br />

R 61 abs Y -61 abs I 0 abs<br />

Dialoog<br />

selectie<br />

Dialoog<br />

overname<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-421


Voorbeelden 08/2005<br />

11 11.2 Contour frezen<br />

4. Buitencontour invoeren<br />

Grenscontour<br />

Softkey indrukken<br />

Softkeys<br />

Contour<br />

frezen<br />

Nieuwe<br />

contour<br />

Voer de contournaam (hier: Contour_2) in.<br />

Softkey indrukken<br />

Leg het startpunt van de contour vast:<br />

Ligging Front<br />

X 0 abs<br />

Y 50 abs<br />

Softkey indrukken<br />

.indrukken<br />

11<br />

De volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey<br />

bevestigen:<br />

1. Draairichting<br />

R 50 abs X 0 abs Y -50 abs<br />

2.<br />

Tangente<br />

aan voorg. Draairichting<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

11-422 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005


08/2005 Voorbeelden<br />

11 11.2 Contour frezen<br />

3.<br />

4.<br />

5.<br />

6.<br />

Buitencontour<br />

R 10 abs X 0 abs<br />

Dialoog<br />

selectie<br />

Dialoog<br />

Overname<br />

Tangente<br />

aan voorg. Draairichting<br />

R 10 abs X 0 abs<br />

Dialoog<br />

selectie<br />

Dialoog<br />

Overname<br />

Tangente<br />

aan voorg. Draairichting<br />

R 10 abs X 0 abs<br />

Dialoog<br />

selectie<br />

Dialoog<br />

Overname<br />

Tangente<br />

aan voorg. Draairichting<br />

R 10 abs X 0 abs<br />

Dialoog<br />

selectie<br />

Dialoog<br />

Overname<br />

Tangente<br />

aan voorg. Draairichting<br />

R 10 abs X 0 abs<br />

Dialoog<br />

selectie<br />

Softkey indrukken<br />

Dialoog<br />

Overname<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-423


Voorbeelden 08/2005<br />

11 11.2 Contour frezen<br />

5. Buitencontour ruimen<br />

6. Binnencontour invoeren<br />

Softkeys<br />

Parameters invoeren:<br />

Contour<br />

frezen<br />

Ruimen<br />

T Frees_18<br />

F 0.200 mm/tand<br />

V 200 m/min<br />

Ligging Front<br />

Bewerking<br />

Z0 0 abs<br />

Z1 5 inc<br />

DXY 50 %<br />

DZ 2<br />

UXY 0 mm<br />

UZ 0<br />

Startpunt auto<br />

Induiken centrisch<br />

FZ 0.100 mm/tand<br />

Ophefmodus op terugtrekniveau<br />

Softkey indrukken<br />

Softkeys<br />

Contour<br />

frezen<br />

Nieuwe<br />

contour<br />

Voer de contournaam (hier: Contour_3) in.<br />

Softkey indrukken<br />

Leg het startpunt van de contour vast:<br />

Werktuigvlak Front<br />

X 0 abs<br />

Y 46 abs<br />

Softkey indrukken<br />

.indrukken<br />

.indrukken<br />

11<br />

De volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey<br />

bevestigen:<br />

1. Draairichting<br />

R 46 abs X 0 abs Y -46 abs<br />

2.<br />

Tangente<br />

aan voorg. Draairichting<br />

R 6 abs X 0 abs<br />

Dialoog<br />

selectie<br />

Dialoog<br />

Overname<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

11-424 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005


08/2005 Voorbeelden<br />

11 11.2 Contour frezen<br />

3.<br />

4.<br />

5.<br />

6.<br />

Binnencorrectie<br />

Tangente<br />

aan voorg. Draairichting<br />

R 14 abs X 0 abs<br />

Dialoog<br />

selectie<br />

Dialoog<br />

Overname<br />

Tangente<br />

aan voorg. Draairichting<br />

R 6 abs X 0 abs<br />

Dialoog<br />

selectie<br />

Dialoog<br />

Overname<br />

Tangente<br />

aan voorg. Draairichting<br />

R 14 abs X 0 abs<br />

Dialoog<br />

selectie<br />

Dialoog<br />

Overname<br />

Tangente<br />

aan voorg. Draairichting<br />

R 6 abs X 0 abs<br />

Dialoog<br />

selectie<br />

Softkey indrukken<br />

Dialoog<br />

Overname<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-425


Voorbeelden 08/2005<br />

11 11.2 Contour frezen<br />

7. Binnencontour ruimen<br />

Softkeys<br />

Resultaat CONTOUR<br />

Parameters invoeren:<br />

Contour<br />

frezen<br />

Ruimen<br />

T Frees_5<br />

F 0.200 mm/tand<br />

V 250 m/min<br />

Ligging Front<br />

Bewerking<br />

Z0 0 abs<br />

Z1 3 inc<br />

DXY 100 %<br />

DZ 2<br />

UXY 0 mm<br />

UZ 0<br />

Startpunt auto<br />

Induiken centrisch<br />

FZ 0.100 mm/tand<br />

Ophefmodus op terugtrekniveau<br />

Softkey indrukken<br />

Programmeergrafiek<br />

.indrukken<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

11-426 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005


08/2005 Voorbeelden<br />

11 11.2 Contour frezen<br />

CONTOUR<br />

N5 CONTOUR<br />

N10 CONTOUR_1<br />

N15 CONTOUR_2<br />

N20 Ruimen<br />

N25 CONTOUR_3<br />

N30 Ruimen<br />

Arbeidsplan<br />

Programmaeinde<br />

T=FREZER_18 F0.2/Z V200m Z0=0<br />

T=FREZER_5 F0.2/Z V250m Z0=0 Z1=3ink<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-427<br />

N=1


Voorbeelden 08/2005<br />

11 11.2 Contour frezen<br />

Voor notities<br />

11<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

11-428 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005


A 08/2005 Bijlage<br />

Bijlage<br />

A Afkortingen............................................................................................................A-430<br />

B Index...................................................................................................................... I-433<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 A-429<br />

A


Bijlage 08/2005<br />

A A Afkortingen<br />

A Afkortingen<br />

ABS Absolute maat<br />

COM Communication: Communicatie<br />

component van de NC-besturing die de communicatie uitvoert en<br />

coördineert.<br />

CNC Computerized Numerical Control: Computergesteunde numerieke<br />

besturing<br />

D Snijkant<br />

DIN Deutsche Industrie Norm (Duitse Industrienorm)<br />

DRF Differential Resolver Function: Differentiaal-Draaimelder-Functie<br />

De functie genereert in combinatie met een elektronisch handwiel een<br />

incrementele nulpuntverschuiving in de automatische modus.<br />

DRY Dry Run: Testaanvoer<br />

F Aanvoer<br />

GUD Global User Data: Globale gebruikersgegevens<br />

INC Increment: Stapmaat<br />

INI Initializing Data: Initialisatiegegevens<br />

INK Incrementmaat<br />

LED Light Emitting Diode: Lichtdiode<br />

M01 M-functie: Geprogrammeerde stop<br />

MCS Machine Coordinate System<br />

MD Machinegegevens<br />

MDA Manual Data Automatic<br />

MKS Machinecoördinatensysteem<br />

MPF Main Program File: Hoofdprogramma<br />

NC Numerical Control: Numerieke besturing<br />

De NC-besturing omvat de componenten NCK, PLC, PCU en COM.<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

A-430 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

A


A 08/2005 Bijlage<br />

A Afkortingen<br />

NCK Numerical Control Kernel: Numerieke kern<br />

Component van de NC-besturing dat programma’s afwerkt en de<br />

bewegingsprocessen voor de werktuigmachine coördineert.<br />

NPV Nulpuntverschuiving<br />

OP Operator Panel: Bedieningspaneel<br />

PC Personal Computer<br />

PCU Personal Computer Unit<br />

Component van de NC-besturing die de communicatie tussen de<br />

operator en de machine mogelijk maakt.<br />

PLC Programmable Logic Control: Programmeerbare besturing<br />

Component van de NC-besturing voor de bewerking van de<br />

besturingslogica van de werktuigmachine.<br />

PRT Program Test<br />

REF Referentiepunt benaderen<br />

REPOS Herpositioneren<br />

ROV Rapid Override: IJlgangcorrectie<br />

S Spiltoerental<br />

SBL Single Block: Enkelvoudig blok<br />

SI Safety Integrated<br />

SKP Skip: Blok overslaan<br />

SPF Sub Program File: Onderprogramma<br />

SW Software<br />

T Werktuig<br />

TMZ Tool Magazine Zero<br />

V Snijsnelheid<br />

WCS Work Piece Coordinate System<br />

WKS Werkstukcoördinatensysteem<br />

WPD Work Piece Directory: Werkstuk-directory<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 A-431<br />

A


Bijlage 08/2005<br />

A A Afkortingen<br />

Voor notities<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

A-432 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

A


08/2005 Bijlage<br />

I Index<br />

B Index<br />

3<br />

3D-taster 2-60<br />

3-venster-aanzicht 3-118<br />

A<br />

Aaneenschakeling 4-124<br />

Aanslag 2-59<br />

Aanslagrand 2-52<br />

Aantal 4-151, 8-370<br />

Aantal werkstukken 4-151<br />

Aanvoer 4-144<br />

Aanvoeronderbreking 5-224<br />

Aanvoer-override 1-27<br />

Aanvoertoestand 1-30<br />

ABS 4-130<br />

Absolute maat 4-130<br />

Achterkant 5-315<br />

Achterkop 4-129, 4-140<br />

Afstandsdiagnose 1-42<br />

Afsteken 5-208<br />

Alarm 10-402<br />

Arbeidsplan 1-37<br />

Assen<br />

herpositioneren 3-95<br />

positioneren 2-81<br />

verplaatsen 2-79<br />

Astoets 1-26<br />

Automatische modus 2-50<br />

B<br />

Baanfrezen 5-283<br />

Basisblokindicatie 3-94<br />

Basisdeel 4-138<br />

Basisnulpuntverschuiving 2-71<br />

Bediening 1-32<br />

Bedieningsoppervlak 1-29<br />

Bedieningspaneel<br />

OP 010 1-20<br />

OP 010C 1-21<br />

OP 010S 1-21<br />

OP 012 1-22<br />

OP 015 1-22<br />

Begin 7-351<br />

Benaderen 4-128<br />

Benaderingscyclus 5-326<br />

Berekeningsvariant 3-96<br />

Bewerking 4-145<br />

meetekenen 3-108<br />

simuleren 3-108<br />

starten 3-90<br />

stoppen 3-90<br />

voortijdig beëindigen 3-92<br />

Bewerkingsaanvoer 4-144<br />

Bewerkingsbereik afgrenzen 5-224<br />

Bewerkingsdraairichting 5-321<br />

Bewerkingslijnen 3-109<br />

wissen 3-119<br />

Bewerkingstijd 3-109<br />

Bewerkingstype 4-145<br />

Bewerkingsvlak 4-126<br />

Bijkomende as 0-7<br />

Binnencorrectie 5-275<br />

Binnenschroefdraad 5-177<br />

Blok-zoek-run 3-96<br />

Boor 2-58<br />

Boren 5-171<br />

Diep- 5-173<br />

Manuele Machine 6-340<br />

midden 5-168<br />

Buitencontour 5-275<br />

Buitenschroefdraad 5-177<br />

C<br />

C1 0-7<br />

C3 0-7<br />

Centreren 5-171, 5-288<br />

Cirkel<br />

bekend middelpunt 5-160<br />

bekende radius 5-161<br />

polair 5-166<br />

Cirkelgroef 5-253<br />

Cirkelvormige kamer 5-240<br />

Cirkelvormige tap 5-247<br />

CNC-ISO-bedieningsmenu 1-42<br />

Contour 0-6<br />

aanleggen 5-214, 5-272<br />

Eiland 5-267<br />

exacte bewerking 5-216<br />

herbenoemen 4-150<br />

Kamer 5-267<br />

kopiëren 4-149<br />

natrekken 5-224<br />

sluiten 5-218, 5-277<br />

Startpunt 5-214<br />

Tap 5-269<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 I-433<br />

I


Bijlage 08/2005<br />

I Index<br />

Weergave 5-212, 5-270<br />

wijzigen 5-220, 5-281<br />

Contourbegin 5-214, 5-272<br />

Contourdraaien 5-210<br />

Contoureinde 5-214, 5-272<br />

Overgangselement 5-215<br />

Contourelement<br />

aanleggen 5-274<br />

bijvoegen 5-220, 5-281<br />

creëren 5-215<br />

invoegen 5-282<br />

toevoegen 5-221<br />

veranderen 5-281<br />

wijzigen 5-220<br />

wissen 5-222, 5-283<br />

Contourfrezen 5-267<br />

Contourkamer<br />

afkanten 5-301<br />

Centreren 5-288<br />

frezen 5-292<br />

Nabewerking 5-297<br />

Restmateriaal 5-295<br />

voorbewerking 5-292<br />

Voorboren 5-288<br />

Contourobject inleren 5-331<br />

Contourovergangselement 5-215, 5-275<br />

Contourrekenmachine 5-210, 5-267<br />

Contourtap<br />

afkanten 5-310<br />

frezen 5-302<br />

Nabewerking 5-307<br />

Restmateriaal 5-305<br />

voorbewerking 5-302<br />

Coördinatensysteem 1-19<br />

Coördinatentransformatie 2-71<br />

definiëren 5-323<br />

Cycli-ondersteuning 7-344<br />

Cyclus 0-6<br />

Cyclus inleren 5-329<br />

Cyclus starten 4-128<br />

D<br />

D 4-144<br />

deelcirkel 5-190<br />

Dialoogregel 1-29<br />

Dialoogselectie 5-216, 5-275<br />

veranderen 5-282<br />

wijzigen 5-221<br />

Diepboren 5-173<br />

Directory<br />

aanleggen 9-380, 9-394<br />

herbenoemen 9-383, 9-397<br />

kiezen 9-376<br />

kopiëren 9-382, 9-396<br />

openen 9-376, 9-389<br />

verschuiven 9-397<br />

wissen 9-383, 9-398<br />

DP 2-61<br />

Draadboor 2-59<br />

Draadsnij-ijzer 2-58<br />

Draaiboor 2-56, 2-59, 8-360<br />

Draaien 4-127<br />

Manuele Machine 6-340<br />

DRF-verschuiving 3-103<br />

Drijfwerktrap 2-78<br />

Duplonummer 8-363<br />

E<br />

Eenheid kiezen 1-41<br />

Einde 7-351<br />

Enkelvoudig blok 3-93<br />

Enkelvoudig blok fijn 3-93<br />

Equidistant 2-55<br />

Extra commando 5-216, 5-275<br />

F<br />

F 4-144<br />

Frees 2-58<br />

Frezen<br />

Manuele Machine 6-341<br />

Front 4-127<br />

Front C 4-127<br />

Front Y 4-127<br />

Frontvlak 4-127<br />

Functiegroep 4-143<br />

G<br />

G-code<br />

uitlichten 3-102<br />

G-Code<br />

in stappenreeksprogramma 5-327<br />

invoegen 7-350<br />

knippen 7-350<br />

kopiëren 7-350<br />

markeren 7-349<br />

zoeken 7-350<br />

G-Code-blok 5-328<br />

nummeren 7-351<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

I-428 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

I


08/2005 Bijlage<br />

I Index<br />

G-Code-editor 7-349<br />

G-Code-programma<br />

creëren 7-344<br />

uitvoeren 7-347, 9-379, 9-392<br />

Gebruikersgegevens 10-403<br />

Gebruikerstoestemming 2-48<br />

Geprogrammeerde stop 3-102<br />

G-functie 3-107<br />

Gravure 5-260<br />

Grijpen 5-315<br />

Groef<br />

Cirkel 5-253<br />

Langs- 5-250<br />

Groefwandcorrectie 5-285<br />

H<br />

Harde schijf 9-392<br />

Help-venster 1-39<br />

Herhaling 5-314<br />

H-functie 3-107<br />

Hoekverplaatsing 5-207<br />

Hoofdprogramma 5-312<br />

Hoofdspil 4-145<br />

Instellingen 2-52<br />

Hulpfuncties 3-107<br />

I<br />

IJlgang 2-81<br />

IJlgang-override 1-27<br />

INC 4-131<br />

Inch 2-50<br />

Incrementele afmeting 4-131<br />

Incrementmaat 4-131<br />

Inleren 5-329<br />

Contourobject 5-331<br />

Cyclus 5-329<br />

Positiepatroon 5-330<br />

Inschakelen 2-46<br />

Instellingen<br />

Automatisch bedrijf 3-120<br />

Manuele modus 2-84<br />

veranderen 5-321<br />

Invoegmodus 1-41<br />

Invoerveld 1-40<br />

K<br />

Kamer<br />

Cirkel 5-240<br />

Rechthoek- 5-236<br />

Kanaalbedrijfsmeldingen 1-30<br />

Kanaaltoestand 1-30<br />

Kegel<br />

Manuele Machine 6-337<br />

Kleine letters 5-261<br />

Koelmiddel 2-63<br />

L<br />

Lade 5-208<br />

Langsgroef 5-250<br />

Lege plaats zoeken 8-366, 8-368<br />

Lege sneden<br />

Manuele Machine 6-340<br />

lijn 5-182<br />

Loep 2-69, 3-119<br />

M<br />

M01 3-102<br />

Maateenheid 2-50, 4-138<br />

Maatstaf 2-76<br />

Machinebesturingspaneel 1-25<br />

Machinecoördinatensysteem 2-51<br />

Machinelooptijden 2-87<br />

Machinenulpunt 1-19<br />

Magazijn<br />

positioneren 8-369<br />

Magazijnlijst 8-359<br />

Magazijnplaats<br />

blokkeren 8-372<br />

vrijgeven 8-372<br />

Mantel 4-127<br />

Mantel C 4-127<br />

Mantel Y 4-127<br />

Mantelvlak 4-127<br />

Manual Data Automatic 2-86<br />

Manuele Machine 6-334<br />

Boren 6-340<br />

Draaien 6-340<br />

Frezen 6-341<br />

Nulpuntverschuivingen 6-335<br />

Simulatie 6-341<br />

Verplaatsingsbewegingen 6-336<br />

Manuele modus 2-49, 2-77<br />

Assen positioneren 2-81<br />

Assen verplaatsen 2-79<br />

Maateenheid 2-85<br />

M-functie 2-84<br />

Nulpuntverschuiving 2-84<br />

Spil 2-78<br />

Verspanen 2-82<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 I-435<br />

I


Bijlage 08/2005<br />

I Index<br />

Werktuig 2-77<br />

MCS 2-51<br />

MDA 2-49, 2-86<br />

Meerkant 5-258<br />

Meetcycli-ondersteuning 7-344<br />

Meetekenen<br />

tijdens het bewerken 3-113<br />

voor het bewerken 3-112<br />

Meettaster<br />

afstemmen 2-67<br />

Meldingen 10-402<br />

Merk 5-314<br />

Meten<br />

Werkstuknulpunt 2-70<br />

Werktuig 2-64, 2-66<br />

M-functie 2-84, 3-107<br />

Middelpuntbaan 5-284<br />

Millimeter 2-50<br />

Multifix-werktuighouder<br />

Manuele Machine 8-357<br />

N<br />

Nabewerking schroefdraad<br />

Manuele Machine 6-341<br />

Nabewerkingswerktuig 2-57<br />

Nabwerking 4-145<br />

Naderingsmodus 5-284<br />

Naderingsstrategie 5-284<br />

Netwerk-diskdrive 9-379, 9-392<br />

Nieuw programma 4-138<br />

Nieuw werktuig 2-56, 8-360<br />

Nieuwe contour<br />

draaien 5-214<br />

frezen 5-272<br />

Noodstop 1-25<br />

Nulpuntgegevens beveiligen 9-384, 9-398<br />

Nulpuntgegevens inlezen 9-384, 9-398<br />

Nulpuntverschuiving 2-71<br />

Basis- 2-71<br />

Coördinatentransformatie 2-71<br />

definiëren 2-74<br />

instellen 2-72<br />

Totale 2-71<br />

Nulpuntverschuivingen<br />

Manuele Machine 6-335<br />

oproepen 5-322<br />

Nulpuntverschuivingslijst 2-75<br />

Nupuntverschuiving kiezen<br />

Manuele Machine 6-335<br />

O<br />

Onderprogramma 5-312<br />

Ondersnijding<br />

Schroefdraad 5-201<br />

Vorm E 5-200<br />

Vorm F 5-200<br />

On-line-hulp 7-344<br />

Ontspanen 5-168, 5-170, 5-173, 5-175<br />

Oorsprong 3-119<br />

P<br />

Paddestoel 2-59<br />

Parameters<br />

berekenen 1-41<br />

invoeren 1-40<br />

overnemen 1-41<br />

selecteren 1-40<br />

veranderen 1-41<br />

wissen 1-41<br />

Parameterscherm 1-38<br />

Passing 4-135<br />

Pool 4-132, 5-163<br />

Positie 5-257<br />

herhalen 5-193<br />

willekeurige 5-180<br />

Positie patroon inleren 5-330<br />

Positiepatroon<br />

deelcirkel 5-190<br />

lijn 5-182<br />

Raam 5-186<br />

rooster 5-183<br />

volledige cirkel 5-188<br />

Positioneerblok 4-125<br />

POWER ON 10-403<br />

Programma 0-6<br />

aanleggen 4-138, 9-380, 9-394<br />

corrigeren 3-106<br />

herbenoemen 9-383, 9-397<br />

inlopen 3-93<br />

kiezen 3-90<br />

kopiëren 9-382, 9-396<br />

laden 9-391<br />

meerdere markeren 9-381, 9-395<br />

ontladen 9-391<br />

openen 9-377, 9-389<br />

overschrijven 3-103<br />

starten 3-92<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

I-428 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

I


08/2005 Bijlage<br />

I Index<br />

stoppen 3-92<br />

testen 3-105<br />

uitvoeren 9-378, 9-390<br />

van andere machine 9-378, 9-390<br />

verschuiven 9-397<br />

voortijdig beëindigen 3-92<br />

wissen 9-383, 9-398<br />

Programmabeheer<br />

PCU 50.3 9-387<br />

<strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded) 9-375<br />

Programmabeïnvloeding 1-30<br />

Leegloopaanvoer 3-120<br />

Programmablok 4-124<br />

creëren 4-143<br />

herhalen 5-314<br />

invoegen 4-149<br />

knippen 4-149<br />

kopiëren 4-149<br />

markeren 4-149<br />

nummeren 4-150<br />

tonen 3-94<br />

veranderen 4-147<br />

verbonden 4-124<br />

zoeken 4-150<br />

Programma-editor 4-148<br />

Programma-einde 4-125, 4-138, 4-151<br />

Programma-instellingen wijzigen 5-321<br />

Programmakop 4-124, 4-138<br />

Programmamanager 9-375, 9-387<br />

Programmastructuur 4-124<br />

Programmeergrafiek 1-37<br />

R<br />

Raam 5-186<br />

Radiuscorrectie 4-144<br />

Rechte 5-158<br />

Manuele Machine 6-338<br />

polair 5-164<br />

Rechthoekige kamer 5-236<br />

Rechthoekige tap 5-243<br />

Referentiepunt 2-46<br />

Rekenparameter 7-352<br />

Repos 3-95<br />

Reservewerktuig 8-363<br />

Reset 1-25<br />

Restmateriaal<br />

Contourkamer 5-295<br />

Contourtap 5-305<br />

Steekdraaien 5-233<br />

Steken 5-230<br />

Verspanen 5-226<br />

Ril 5-197<br />

Ringgroef 5-253<br />

rooster 5-183<br />

Rotatie 5-323<br />

Rotatie C-as 5-324<br />

R-parameter 7-352<br />

S<br />

S 4-145<br />

S1 0-7, 1-29<br />

S2 0-7, 1-29<br />

S3 0-7, 1-29<br />

Safety Integrated 2-48<br />

Scalering 5-324<br />

Schroefdraad<br />

boren 5-175<br />

draaien 5-203<br />

frezen 5-177<br />

meerder gangen 5-206<br />

midden 5-170<br />

Nabewerking 5-207<br />

Schroefdraadondersnijding 5-201<br />

Schuine as 4-126<br />

<strong>ShopTurn</strong> Open 1-44<br />

Simulatie 3-110, 7-347<br />

Manuele Machine 6-341<br />

<strong>Sl</strong>eutelschakelaar 1-28<br />

<strong>Sl</strong>ijpovermaat 5-219<br />

<strong>Sl</strong>ijtage 8-370<br />

Snedenindeling 5-224<br />

Snijdiepte 5-223<br />

Snijkant 4-144<br />

Snijkantligging<br />

veranderen 2-61<br />

Snijkantradiuscorrectie 2-55<br />

Snijsnelheid 4-145<br />

Softkey<br />

Annuleren 1-35<br />

Bediening 1-32<br />

CNC ISO 1-42<br />

OK 1-35<br />

Overname 1-35<br />

Overzicht 4-136<br />

Terug 1-35<br />

Spanen breken 5-168, 5-170, 5-173, 5-175<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 I-437<br />

I


Bijlage 08/2005<br />

I Index<br />

Speciale tekens 5-261<br />

Spiegeling 5-325<br />

Spiegelschrift 5-261<br />

Spil klemmen<br />

Boren 5-167<br />

Contourfrezen 5-269<br />

Frezen 5-235<br />

Spil-override 1-27<br />

Spiltoerental 4-145<br />

Spiltoestand 1-30<br />

Standtijd 8-370<br />

Stapbreedte 2-80<br />

Stapmaat 2-80<br />

Steekdraaien 5-231<br />

Restmateriaal 5-233<br />

Steken 5-228<br />

Restmateriaal 5-230<br />

Steker 2-58<br />

Streepjesgrafiek 1-37<br />

Subbedieningsmodus 1-30<br />

Synchronisatiepunt 5-207<br />

T<br />

T 4-143<br />

Tangente 5-216, 5-275<br />

Tap<br />

Cirkel 5-247<br />

Rechthoek- 5-243<br />

Technologieblok 4-125<br />

Tegenspil 4-145<br />

Bewerking 5-315<br />

Hoekverplaatsing 5-318<br />

Instellingen 2-52<br />

Parkeerpositie 5-318<br />

TEMP 9-383, 9-398<br />

Terugcompileren 7-345, 7-346<br />

Terugpositioneren 3-95<br />

Terugtrekken 4-139, 5-321<br />

Testaanvoer 3-112<br />

Tijdige waarschuwingsgrens 8-370<br />

Toegangsrechten 1-28<br />

Toerentalgrens 4-140<br />

Toetsen<br />

Bediening 1-32<br />

Tolerantieklasse 4-135<br />

Tolerantiekwaliteit 4-135<br />

Totale verschuivng 2-71<br />

Trekken 5-315<br />

U<br />

Uitgangsmateriaalvorm<br />

veranderen 3-113<br />

Uitlichten 3-103<br />

Uitschakelen 2-46<br />

USB-drive 9-379, 9-392<br />

V<br />

V 4-145<br />

Variabelen 10-403<br />

Veiligheidsafstand 4-140<br />

Veiligheidsniveaus 1-28<br />

Verlaten 4-128<br />

Verschuiving 5-323<br />

Versie-indicatie 10-405<br />

Verspanen 5-194, 5-222<br />

Manuele modus 2-82<br />

Restmateriaal 5-226<br />

Verwijderingscyclus 5-326<br />

Verwijderingsmodus 5-284<br />

Verwijderingsstrategie 5-284<br />

Vlakfrezen 5-302<br />

Voering uitdraaien 2-82<br />

Voeringmaat 2-52<br />

Volledig 5-315<br />

Volledige bewerking 4-145<br />

volledige cirkel 5-188<br />

Volumemodel 3-117<br />

Vooraanzicht 3-116<br />

Voorbewerken 4-145<br />

Voorbewerkingswerktuig 2-57<br />

Voorboren 5-288<br />

Voorkant 5-315<br />

Voorste rand 2-52<br />

W<br />

Wachtwoord 1-28<br />

WCS 2-51<br />

Werkstukcoördinatensysteem 2-51<br />

Werkstukken, aantal 4-151<br />

Werkstuknulpunt 1-19<br />

meten 2-70<br />

Werkstukteller<br />

G-Code-programma's 3-121<br />

Werktuig 4-143<br />

aanleggen 2-56, 8-360<br />

laden 8-365<br />

meerdere snijkanten 8-362<br />

meten 2-64, 2-66<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

I-428 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

I


08/2005 Bijlage<br />

I Index<br />

Namen wijzigen 8-361<br />

ontladen 8-366<br />

sorteren 8-364<br />

verplaatsen 8-367<br />

wissen 8-364<br />

Werktuigcontrole 8-370<br />

Werktuigcorrectiegegevens 2-54, 8-355<br />

Werktuiggegevens beveiligen 9-384, 9-398<br />

Werktuiggegevens inlezen 9-384, 9-398<br />

Werktuiglengtecorrectie 2-54, 2-55<br />

Werktuiglijst 2-60, 8-354<br />

Werktuigmagazijn 8-359<br />

Werktuignaam 2-57<br />

Werktuigslijtagegevens 8-369<br />

Werktuigslijtagelijst 8-358<br />

Werktuigspecifieke informatie 8-356<br />

Werktuigspil 4-145<br />

Werktuigtype 2-61<br />

Werktuigwisselpunt 4-140<br />

teachen 4-142<br />

Wrijven 5-171<br />

Z<br />

Z3 0-7<br />

Zijaanzicht 3-115<br />

Zoeken<br />

blok 3-98<br />

tekst 3-100<br />

Zoom 3-119<br />

Zusterwerktuig 8-363<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 I-439<br />

I


Bijlage 08/2005<br />

I Index<br />

Voor notities<br />

© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />

I-440 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />

I


Aan<br />

SIEMENS AG<br />

A&D MC MS<br />

Postfach 3180<br />

D-91050 Erlangen<br />

Tel.: +49 (0) 180 5050 – 222 [Hotline]<br />

Fax: +49 (0) 9131 98 – 63315 [documentatie]<br />

Email:mailto:motioncontrol.docu@siemens.com<br />

Afzender<br />

Naam<br />

Adres van uw firma/bureau<br />

Straat:<br />

Postcode: Plaats:<br />

Telefoon: /<br />

Telefax: /<br />

Voorstellen en/of correcties<br />

Voorstellen<br />

Correcties<br />

voor gedrukt document:<br />

<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl<br />

<strong>ShopTurn</strong><br />

Gebruikersdocumentatie<br />

Bedienen/Programmeren<br />

Bestelnr. 6FC5398-5AP10-0JA0<br />

Uitgave 08/2005<br />

Indien u tijdens het lezen van dit document drukfouten<br />

ontdekt, gelieve ons deze met een formulier mede te<br />

delen. Ook voorstellen en verbeteringen nemen wij<br />

dankbaar aan.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!