13.06.2013 Views

2008-10318 - Bestuur & Politiek Gemeente Katwijk

2008-10318 - Bestuur & Politiek Gemeente Katwijk

2008-10318 - Bestuur & Politiek Gemeente Katwijk

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Voorstel ~atwijk<br />

Aan<br />

Status<br />

Afdeling<br />

Medewerk(st)er<br />

Telefoonnummer<br />

Portefeuî1lehouder<br />

Bij/ageln)<br />

: Burgemeester en Wethouders<br />

: Openbaar<br />

: Veiligheid<br />

: mr. L. de Jongh<br />

: 071 - 406 5396<br />

: Binnendijk, D.C.W<br />

:3<br />

Onderwerp:<br />

pergola Kerkstraat 30-32 te <strong>Katwijk</strong> - aangepast voorstel<br />

Zaaknummer<br />

Datum<br />

Paraaf<br />

med~ rktstïer:<br />

: <strong>2008</strong>-<strong>10318</strong><br />

: 30 oktober <strong>2008</strong><br />

Raad: : Nee<br />

OR: : Nee<br />

Communicatie: : Nee<br />

Samenvatting:<br />

Tussen de woningen aan de Kerkstraat 30-32 te <strong>Katwijk</strong> is zonder bouwvergunning een pergola gerealiseerd. Uw college<br />

heeft in de vergadering van 28 oktober <strong>2008</strong> zijn besluit op het voorstel van 16oktober <strong>2008</strong> aangehouden. Het heeft<br />

aangegeven de pergola te willen inpassen in het groenbeleidsplan en de pergola vooruitlopend hierop te willen gedogen.<br />

Gevraagde beslissing:<br />

1. de pergola niet te gedogen;<br />

2. de pergola niet te legaliseren;<br />

2. over te gaan tot het opleggen van een dwangsom.<br />

t81lntern advies Afd. Openbare Werken en Afd. o Extern advies nee<br />

Circuleren B&W Seer. Burg. Weth.1 Weth.1I Weth.1II Weth. IV Datum besluit B&WjBurgemeester<br />

Akkoord: 04 NOV. <strong>2008</strong> Nr. '7D-<br />

Bespreken B&W·<br />

vereedenne<br />

~<br />

~<br />

•<br />

Besluit: , •• .<br />

30 oktober <strong>2008</strong><br />

l, •<br />

I<br />

...


~atwijk<br />

1.3. Het Handhavingsbeleidsplan 2007 verzet zich tegen het gedogen van de pergola (u zie hiervoor het<br />

collegevoorstel van 16-10-<strong>2008</strong>).<br />

1.4. De pergola is aangebracht aan een rijksmonument. Op grond van het Handhavingsbeleidsplan heeft<br />

handhavend optreden een hoge prioriteit indien sprake is van bouwen zonder vergunning aan een<br />

rijksmonument.<br />

2.1. Het RO-VEI overleg heeft tweemaal negatief geadviseerd over het legaliseren van de pergola. De<br />

belangrijkste overwegingen hiervoor waren dat de pergola de suggestie van privéterrein wekt, dat deze is<br />

gebouwd aan een rijksmonument en het zicht hierop wordt aangetast.<br />

2.2. De Welstandcommissie heeft negatief geadviseerd over het bouwwerk. Zij gaf aan negatief te staan<br />

tegenover overbouwing van de openbare weg in het aandachtsgebied van de historische weg. Ook de<br />

monumentencommissie oordeelt negatief over de pergola. De pergola is volgens haar een wezensvreemd<br />

element ten opzichte van het rijskmonument met risico van schade aan de bouwmuur door begroeiing.<br />

2.3. Uit overleg met Monumentenzorg blijkt dat voor het aanbrengen van de pergola ook een<br />

monumentenvergunning nodig.<br />

2.4. Voorts wijs ik op het risico dat de gemeente als beheerder van de openbare weg aansprakelük is voor<br />

schade die het gevolg is van de boven die weg hangende pergola (zie artikel 6: 174, eerste en tweede lid, van<br />

het Burgerlijk Wetboek).<br />

3.1. Met het aanbrengen van de pergola is artikel 40 van de Woningwet overtreden. Artikel 5:21, 5:24 en<br />

5:32 van de Algemene wet bestuursrecht bieden de wettelijke basis voor het opleggen van een<br />

dwangsom; de last onder dwangsom strekt ertoe de overtreding ongedaan te maken. Bijzondere<br />

omstandigheden (bijvoorbeeld vergelijkbare gelijke gevallen waarin niet wordt opgetreden, concreet zicht op<br />

legalisatie van de pergola, doen zich niet voor)<br />

3.2. Het Handhavingsbeleidsplan van de gemeente <strong>Katwijk</strong> noopt tot handhavend optreden.<br />

Kanttekeningen<br />

1.1. De omgeving heeft geen bezwaar.<br />

1.2. Het college wil de pergola gedogen, omdat de pergola een passend voorbeeld is van een geveltuin.<br />

2.1. Legalisatie van de pergola kan plaatsvinden door het verlenen van een ontheffing krachtens artikel 3.23,<br />

eerste lid, van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Ingevolge die bepaling kunnen burgemeester en<br />

wethouders ontheffing verlenen van het bestemmingsplan voor, kort gezegd, bouwwerken van geringe<br />

omvang.<br />

2.2. De omgeving heeft geen bezwaar.<br />

Middelen<br />

n.v.t.<br />

Uitvoering<br />

Indien uw college beslist conform het voorstel, wordt aan de bewoners van de Kerkstraat 30 en 32 te <strong>Katwijk</strong><br />

een concept-besluit dwangsom toegestuurd.<br />

Bijlage(n)<br />

1. Groenbeleidsplan gemeente <strong>Katwijk</strong> (concept)<br />

2. ABRS 28 10-<strong>2008</strong>, inz. <strong>2008</strong>00699/1<br />

3. Collegevoorstel ié-ro-aooê met bijlagen


Zaaknummer<br />

Onderwerp<br />

Inleiding<br />

; <strong>2008</strong>-<strong>10318</strong><br />

; pergola Kerkstraat 30-32 te <strong>Katwijk</strong>aangepast<br />

voorstel<br />

~atwijk<br />

Tussen de woningen aan de Kerkstraat 30 en 32 te <strong>Katwijk</strong> is zonder bouwvergunning een pergola gerealiseerd.<br />

De pergola is bevestigd op een hoogte van 2 meter boven de openbare weg. Het voorstel aan uw college van<br />

16 oktober <strong>2008</strong> strekte ertoe de pergola niet te gedogen, deze niet te legaliseren en de bewoners onder<br />

oplegging van een dwangsom te gelasten de pergola te verwijderen. Uw college heeft dit voorstel aangehouden<br />

en verzocht een aangepast voorstel op te stellen. Het heeft in dit verband aangegeven dat de pergola een<br />

passend voorbeeld is van een geveltuin en dat het de pergola wil inpassen in het Groenbeleidsplan <strong>2008</strong>-2018.<br />

Vooruitlopend hierop wil het de pergola gedogen.<br />

Benadrukt dient te worden dat het inpassen van een pergola in het Groenbeleidsplan onverlet laat dat de<br />

pergola een bouwwerk is waarvoor een bouwvergunning nodig is en dat, nu de pergola zonder bouwvergunning<br />

is aangebracht, artikel 40 van de Woningwet is overtreden. Zoals uit het navolgende blijkt, is gedogen - zeker<br />

voor de rechter - zeer bezwaarlijk.<br />

Verder verdient opmerking dat de pergola naar mijn mening niet zonder meer als geveltuin in het<br />

Groenbeleidsplan kan worden aangemerkt. Blijkens paragraaf 5.3.1. van dit plan (zie bijlage 1) gaat het<br />

namelijk om kleine tuintjes of smalle beplantingsstroken of vakjes direct tegen de gevel van een woning. Een en<br />

ander werd bevestigd door een medewerker van de Afdeling Openbare Ruimte, die betrokken was bij het<br />

opstellen van dit plan.<br />

Beoogd resultaat<br />

1. de pergola niet te gedogen;<br />

2. de pergola niet te legaliseren;<br />

3. de bewoners van de Kerkstraat 30-32 onder oplegging van een dwangsom te gelasten de pergola te<br />

verwijderen.<br />

Argumenten<br />

1.1. Dat de pergola zou passen in het Groenbeleidsplan, laat onverlet dat het gedogen van de pergola voor de<br />

Afdeling Veiligheid opjuridische gronden onacceptabel is. Er gaat een ongewenste precedentwerking vanuit.<br />

De gevolgen die hieruit voort kunnen vloeien, indien andere burgers zich op het gedogen van de pergola<br />

zouden beroepen, zijn moeilijk te overzien.<br />

1.2. Het gedogen van de pergola zal door de rechter worden gesanctioneerd. Het bestuursorgaan dient in de<br />

regel gebruik te maken van zijn handhavingsbevoegdheid, indien sprake is van een illegale situatie (zoals<br />

hier aan de orde, er is immers zonder bouwvergunning gebouwd). De standaard-overweging die de Afdeling<br />

bestuursrechtspraak van de Raad van State hanteert in dergelijke situaties, luidt als volgt:<br />

"Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk<br />

voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder aW.§Ilg~9mop te treden, in<br />

de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het<br />

bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet uitzicht op legalisatie<br />

bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen<br />

belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien (zie bijvoorbeeld zeer recent ABRS<br />

29 oktober <strong>2008</strong> in zaak no. <strong>2008</strong>00699/1, bijlage 2)." Dat handhaving optreden onevenredig is in<br />

verhouding tot de darmee te dienen belangen, is in de rechtspraak slechts in zeer uitzonderlijke gevallen<br />

aanvaard (het gaat dan vaak om echte onbenullighedenheden, bijvoorbeeld een zeer geringe afwijking van<br />

enkele centimeters van de bouwvergunning).<br />

30 oktober <strong>2008</strong>


~atwijk<br />

Het Groenbeleidsplan <strong>Katwijk</strong> heeft tot doel: Het<br />

verhogen van de kwaliteit van de leefomgeving<br />

nu en in de toekomst. Hierdoor blijft het dorp<br />

aantrekkelijk.


Groenbeleidsplan gemeente <strong>Katwijk</strong><br />

De grond mag niet worden meegerekend voor de bepaling van de maximaal<br />

toegestane (achter)erf bebouwing op grond van de regels in het bestemmingsplan;<br />

De kosten van eventuele grondverbetering zijn voor rekening van de koper.<br />

Het komt regelmatig voor dat eigendom van de gemeente in gebruik is of wordt genomen<br />

zonder dat beoordeling in het kader van dit beleid heeft plaatsgevonden. Deze situatie<br />

wordt zowel in het kader van het eigendomsbeleid als van het groenbeleid als uitermate<br />

ongewenst beschouwd. Daarom zal bij de verdere inventarisatie en uitwerking hier<br />

afzonderlijk aandacht aan wordt besteed en handhavend worden opgetreden.<br />

Het is verder gewenst om nadere uitwerking te geven aan het beleid inzake snippergroen<br />

in een afzonderlijke beleidsregel voor de omgang met snippergroen en illegaal in gebruik<br />

genomen groen.<br />

5.3 Geveltuinen<br />

5.3.1 Wat zijn geveltuinen?<br />

Geveltuinen zijn kleine tuintjes of smalle beplantingstroken of vakjes direct tegen de gevel<br />

van een woning. Geveltuinen geven straten een groener en vrolijker sfeer en zijn een<br />

vorm van accentgroen. Voor een geveltuin wordt vaak gebruik gemaakt van gemeentelijk<br />

eigendom. Het gaat ten koste van beschikbare openbare ruimte. Belangrijke voorwaarde<br />

is wel dat een geveltuin in goede staat wordt onderhouden.<br />

5.3.2 Gewenste situatie<br />

In principe wil de gemeente de aanleg van geveltuinen toestaan, juist omdat hiermee een<br />

groen en fleurig karakter van de nu stenige omgeving kan worden versterkt. Initiatief<br />

dient echter uit te gaan van de bewoner. Toetsing vindt plaats op basis van een aanvraag<br />

voor het aanleggen van een geveltuin. De aanvraag wordt getoetst op een aantal<br />

randvoorwaarden. De belangrijkste voorwaard betreft het behoud van voldoende<br />

trottoirbreedte conform de CROW richtlijnen in verband met de bereikbaarheid van de<br />

gemeente en de veiligheid van de gebruikers. Ook de aanlegbaarheid en beheerbaarheid<br />

zijn belangrijke voorwaarden (bijvoorbeeld aanwezigheid van elementenverharding).<br />

Projectnummer: S7099 cYb er S5


Groenbeleidsplan gemeente <strong>Katwijk</strong><br />

Bij positieve toetsing wordt een contract opgesteld waarin nadere afspraken zijn<br />

vastgesteld over de wijze van aanleg, het minimale beheerniveau van de geveltuin en de<br />

groeisituatie (overhangend groen) en de wijze waarop geveltuin moet worden<br />

teruggebracht tot de oorspronkelijke situatie bij verhuizing. Een aanvraag voor<br />

geveltuinen wordt integraal beoordeeld door de verschillende betrokken afdelingen<br />

(Publiekszaken, Wijkwerk, Openbare Werken en Veiligheid).<br />

Nadere uitwerking van dit beleid vindt nog plaats in een afzonderlijke beleidsregel voor<br />

geveltuinen. Daaraan ligt ten grondslag een inventarisatie van de woonstraten in <strong>Katwijk</strong><br />

en een beoordeling daarvan op de toelaatbaarheid en toepasbaarheid van geveltuinen. In<br />

dit beleid kan ook worden opgenomen dat de gemeente onder voorwaarden bereid is<br />

actieve medewerking aan geveltuinen te verlenen. Daarbij kan worden gedacht aan het<br />

aanpassen van de bestrating, het aanbrengen van grond en het ter beschikking stellen<br />

van plantgoed.<br />

Projectnummer: 57099 ('yb er 56


Raad van State . pagina 1 van 3 ~<br />

Uitspraken<br />

ZAAKNUMMER<br />

DATUMVAN UITSPRAAK<br />

TEGEN<br />

PROCEDURESOORT<br />

RECHTSGEBIED<br />

<strong>2008</strong>00699/1<br />

<strong>2008</strong>00699/1.<br />

Datum uitspraak: 29 oktober <strong>2008</strong><br />

AFDELING<br />

BESTUURSRECHTSPRAAK<br />

Uitspraak op het hoger beroep van:<br />

[appellant), wonend te [woonplaats),<br />

woensdag 29 oktober <strong>2008</strong><br />

het college van burgemeester en wethouders van Deventer<br />

Hoger beroep ~ __<br />

Kamer 3 - Hoger Beroep - <strong>Bestuur</strong>sdwang /<br />

Dwangsom<br />

(g --<br />

tegen de uitspraak in zaak nr. 07/124 van de rechtbank Zwolle van 14 december 2007 in het<br />

geding tussen:<br />

[appellant)<br />

en<br />

het college van burgemeester en wethouders van Deventer.<br />

1. Procesverloop<br />

Bij besluit van 14 februari 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deventer<br />

(hierna: het college) [appellant) onder oplegging van een dwangsom gelast de verharding die<br />

buiten het bouwvlak met de bestemming "bedrijfsdoeleinden Bg" op het perceel [locatie) te<br />

[plaats) (hierna: het perceel) is aangebracht, te verwijderen, dat gedeelte van het perceel weer in<br />

overeenstemming te brengen met het bestemmingsplan en het gebruik daarvan voor de<br />

uitoefening van het ter plaatse gevestigde garagebedrijf te staken.<br />

Bij besluit van S december 2006 heeft het college het door<br />

[appellant) daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.<br />

Bij uitspraak van 14 december 2007, verzonden op dezelfde dag, heeft<br />

de rechtbank Zwolle (hierna: de rechtbank) het door [appellant) daartegen ingestelde beroep<br />

ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.<br />

Tegen deze uitspraak heeft [appellant) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 januari<br />

<strong>2008</strong>, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 21<br />

februari <strong>2008</strong>.<br />

Het college heeft een verweerschrift ingediend.<br />

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.<br />

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 oktober <strong>2008</strong>,<br />

waar [appellant), in persoon en bijgestaan door mr. H. Tadema, advocaat te Deventer, en het<br />

college, vertegenwoordigd door G. Kanaar<br />

en A.!. Duivenvoorde, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.<br />

http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in _uitspraken/zoekresultaat/?zoeken _v... 30-10-<strong>2008</strong>


Raad van State pagina 2 van 3<br />

2. Overwegingen<br />

2.1. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied Deventer 2000", dat eind<br />

2003 in werking is getreden, heeft het perceel deels de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden" met<br />

nadere aanduiding "Garagebedrijf' en deels de bestemming "Agrarisch gebied met<br />

landschappelijke waarden (Al)".<br />

Ingevolge artikel 16, eerste lid, onder A, van de planvoorschriften is het verboden de in het plan<br />

begrepen gronden te gebruiken voor doeleinden in strijd met de in het plan gegeven<br />

bestemmingen.<br />

2.2. [appellant] oefent op het deel van het perceel met de bestemming "Bedrijfsdoeleinden" een<br />

garagebedrijf uit. In de jaren 2000 en 2002 heeft hij op het perceelsgedeelte grenzend aan zijn<br />

garagebedrijf, waarop de bestemming "Agrarisch gebied met landschappelijke waarden (Al)" rust,<br />

een verharding aangebracht voor het stallen van auto's voor de verkoop. Daarop heeft het<br />

handhavingsbesluit betrekking.<br />

2.3. Anders dan [appellant] betoogt, is de rechtbank op goede gronden tot het juiste oordeel<br />

gekomen dat de verharding op het perceelsgedeelte met de bestemming "Agrarisch gebied met<br />

landschappelijke waarden (Al)" en het stallen daarop van auto's voor de verkoop, in strijd zijn met<br />

de voorschriften van het vigerende bestemmingsplan en dat het overgangsrecht niet van<br />

toepassing is, omdat het destijds ter plaatse geldende bestemmingsplan van 1965, herzien in<br />

1994, het aanbrengen van de verharding en het stallen daarop van auto's evenmin toestond. Het<br />

college was derhalve bevoegd handhavend op te treden.<br />

2.4. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding<br />

van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last<br />

onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts<br />

onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen.<br />

Dit kan zich voordoen indien concreet uitzicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend<br />

optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van<br />

optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.<br />

2.5. Ook is de rechtbank tot het juiste oordeel gekomen dat niet is gebleken van bijzondere feiten<br />

en omstandigheden op grond waarvan het college van handhavend optreden had moeten afzien.<br />

Het betoog van [appellant] dat hij in het kader van de inventarisatie van het thans in<br />

voorbereiding zijnde nieuwe bestemmingsplan heeft verzocht om uitbreiding van de<br />

bedrijfsbestemming, biedt onvoldoende steun voor zijn opvatting dat sprake is van concreet<br />

uitzicht op legalisatie. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de gemeente beoogt de gronden<br />

waarop zich de verharding bevindt te bestemmen voor natuur en wonen en dat het college de<br />

uitbreiding van het autobedrijf in een buitengebied een ongewenste ontwikkeling acht.<br />

Voorts heeft de rechtbank de inhoud van een brief van 12 april 1999, die het college aan<br />

[appellant] heeft gezonden, terecht niet als een bijzondere omstandigheid aangemerkt. De brief<br />

betreft een reactie op het verzoek van [appellant] op zijn aanvraag om bouwvergunning voor een<br />

stallingsruimte op het perceel, in welk verband het college heeft aangegeven dat volgens het<br />

ontwerp-bestemmingsplan het perceel de bestemming "Bedrijfsdoeleinden" zou krijgen. Gezien de<br />

strekking van de brief en het feit dat [appellant] heeft moeten begrijpen dat over het ontwerpbestemmingsplan<br />

nog verdere besluitvorming zou moeten plaatsvinden, heeft hij aan de inhoud<br />

van de brief dan ook niet het gerechtvaardigd vertrouwen mogen ontlenen dat uiteindelijk aan zijn<br />

gehele perceel de bestemming "Bedrijfsdoeleinden" zou worden toegekend.<br />

2.6. Het betoog van [appellant] dat de rechtbank heeft miskend dat het college het beginsel van<br />

hoor en wederhoor als bedoeld in artikel 7:9 van de Algemene wet bestuursrecht heeft<br />

geschonden, omdat hij voorafgaand aan de beslissing op bezwaar niet is gehoord over een<br />

ambtelijk voorstel om van het advies van de bezwaarschriftencommissie af te wijken, faalt. De<br />

rechtbank is tot het juiste oordeel gekomen dat het ambtelijk voorstel geen nieuwe feiten of<br />

omstandigheden in de zin van evengenoemd artikel bevat, zodat geen noodzaak bestond<br />

[appellant] gelegenheid te geven daarover te worden gehoord, alvorens het college, in afwijking<br />

http://www.raadvanstate.nI/uitsprakenizoeken_in _uitsprakenizoekresultaatJ?zoeken _v... 30- I 0-<strong>2008</strong>


Raad van State pagina 3 van 3<br />

van het advies van de bezwaarschriftencommissie, op het bezwaar zou beslissen.<br />

2.7. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.<br />

2.8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.<br />

3. Beslissing<br />

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State<br />

Recht doende in naam der Koningin:<br />

bevestigt de aangevallen uitspraak.<br />

Aldus vastgesteld door mr. C.W. Mouton, lid van de enkelvoudige kamer, In tegenwoordigheid van<br />

mr. G.A.A.M. Boot, ambtenaar van Staat.<br />

w.g. Mouton W.g. Boot<br />

lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat<br />

Uitgesproken in het openbaar op 29 oktober <strong>2008</strong><br />

202.<br />

http://www.raadvanstate.nl/uitsprakenlzoeken_in _uitsprakenlzoekresultaat/?zoeken _v... 30-10-<strong>2008</strong>


Voorstel<br />

Aan : Burgemeester en Wethouders<br />

Zaaknummer<br />

Status<br />

Afdeling<br />

Medewerk(sOer<br />

Telefoonnummer<br />

Portefeuille houder<br />

BijlagelnJ<br />

: Openbaar<br />

: Veiligheid<br />

: mr. L. de Jongb<br />

: 071 - 406 5396<br />

: Binnendijk, D.C.W<br />

:8<br />

Onderwerp:<br />

pergola Kerkstraat 30-32 te <strong>Katwijk</strong><br />

Datum<br />

Paraaf<br />

: <strong>2008</strong>-'0318<br />

: 16 oktober <strong>2008</strong><br />

Raad:<br />

c:OR:<br />

Communicatie:<br />

Samenvatting:<br />

Tussen de woningen aan de Kerkstraat 30-32 te <strong>Katwijk</strong> is zonder bouwvergunning een pergola gerealiseerd. Uw college<br />

heeft - na de verzending van een waarschuwingsbrief overtreding Woningwet - verzocht een "creatieve oplossing" te<br />

vinden voor het illegale bouwwerk.<br />

Gevraagde beslissing:<br />

1. de pergola niet te gedogen;<br />

2. de pergola niet te legaliseren;<br />

3. over te gaan tot het opleggen van een dwangsom.<br />

(81 Intern advies Ra-VEI-overleg<br />

181 Extern advies Welstandscommissie (advies 22-07-<strong>2008</strong>)<br />

Circuleren B&W Secr.<br />

Akkoord:<br />

Bespreken B&W-<br />

ver aderin<br />

Besluit:<br />

_ !lfw6r;tfOl!O<br />

11 september <strong>2008</strong><br />

Burg. Weth. I Weth.1I Weth. 111 Weth. IV Datum besluit B&W/Burgemeester<br />

U-Cc<br />

. 'I- 8 OKT <strong>2008</strong> Nr. \1<br />

\<br />

: Nee<br />

: Nee<br />

: Nee


Zaaknummer<br />

Onderwerp<br />

Inleiding<br />

: <strong>2008</strong>-«0318<br />

: pergola Kerkstraat 30-32 te <strong>Katwijk</strong><br />

Op 14 april <strong>2008</strong> is geconstateerd dat tussen de woningen Kerkstraat 30 en 32 te <strong>Katwijk</strong> zonder<br />

bouwvergunning een pergola is gerealiseerd (zie voor foto's bijlage 1). De pergola is bevestigd op een hoogte<br />

van meer dan 2 meter boven de openbare weg.<br />

Op 17april <strong>2008</strong> heeft het ROfVEI- overleg negatief geadviseerd over legalisering van het bouwwerk (zie<br />

bijlage 2).<br />

Bij brief van 18 april <strong>2008</strong> (zie bijlage 3) is aan de bewoners van de woningen een waarschuwingsbrief<br />

verzonden met als strekking dat het bouwwerk verwijderd dient te worden. In de brief is vermeld dat het<br />

college als wegbeheerder van de openbare weg het verlenen van een vrijstelling voor een constructie boven de<br />

weg niet wenselijk acht en dat legalisatie derhalve niet mogelijk is. Portefeuillehouder D. Binnendijk heeft<br />

inmiddels (medio mei) evenwel verzocht om een "creatieve oplossing" voor het bouwwerk te vinden, opdat het<br />

bouwwerk in stand kan blijven.<br />

Nu de pergola is aangebracht zonder bouwvergunning, is artikel 40 van de Woningwet overtreden.<br />

Ingevolge die bepaling is het verboden te bouwen zonder een bouwvergunning. Een oplossing voor de illegale<br />

pergola zou gelegen kunnen zijn in het gedogen of legaliseren van de pergola. Uit het hierna volgende blijkt<br />

echter dat dit op zwaarwegende bezwaren stuit. Het voorstel strekt er dan ook toe tot oplegging van een<br />

dwangsom over te gaan.<br />

Beoogd resultaat<br />

1. de pergola niet te gedogen;<br />

2. de pergola niet te legaliseren;<br />

3. de bewoners van de Kerkstraat 30 en 32 onder oplegging van een dwangsom te gelasten de pergola te<br />

verwijderen en zo de illegale situatie te beëindigen.<br />

Argumenten<br />

1.1.Het college heeft op basis van vastejurisprudentie een handhavingsplicht. Alleen in bijzondere<br />

gevallen kan het afzien van handhavend optreden.<br />

1.2. Het Handhavingsbeleidsplan 2007 (zie bijlage 4) laat het gedogen van de pergola niet toe.<br />

Pagina 19 van het Handhavingsbeleidsplan vermeldt ten aanzien van stilzwijgend gedogen dat niets doen een<br />

onduidelijke situatie creëert en rechtsonzekerheid voor betrokkenen in de hand werkt. Bovendien kan het<br />

ertoe leiden dat de overtreders hieraan het vertrouwen mogen ontlenen dat niet meer tot handhaving zal<br />

worden overgegaan. Dat kan problemen geven indien een omwonende in de toekomst om handhaving<br />

verzoekt. Ook het uitdrukkelijk gedogen van de pergola (in de vorm van een gedoogbesluit) is niet mogelijk.<br />

Op p. 18van het Handhavingsbeleidsplan wordt vermeld dat die vorm van gedogen per definitie een tijde/ijke<br />

situatie betreft. Doelstelling bij het gedogen is dat de situatie op termijn weer in overeenstemming met de<br />

bouwregelgeving zal zijn. De pergola is echter niet als tijdelijk bouwwerk bedoeld.<br />

1.3. De pergola is aangebracht aan een rijksmonument. Op grond van het Handhavingsbeleidsplan (zie p.<br />

6/7) heeft handhavend optreden een hoge prioriteit indien sprake is van bouwen zonder vergunning aan een<br />

rijksmonument.<br />

2.1. Het RO-VEI overleg heeft na een eerder uitgebracht negatief advies van 17 apri/<strong>2008</strong> op 11juni <strong>2008</strong><br />

opnieuw negatief geadviseerd over het legaliseren van de pergola (zie bijlage 5). Als argumenten gafhet<br />

overleg dat de pergola op openbaar gebied is gerealiseerd, terwijl de pergola de suggestie wekt dat sprake is<br />

van een privégebied. De verwachting is dat voetgangers enfietsers die niet bekend in de omgeving zijn de<br />

weg niet als openbaar gebied zullen herkennen. Voorts voerde het overleg aan dat sprake is van een<br />

20 oktober <strong>2008</strong>


~atwijk<br />

rijksmonument, dat het zicht hierop wordt aangetast en dat de pergola geen meerwaarde vormt voor de<br />

beeldkwaliteit.<br />

2.2. De Welstandcommissie heeft op 22juli <strong>2008</strong> negatief geadviseerd over het bouwwerk (zie bijlage 7).<br />

Zij gaf aan negatief te staan tegenover overbouwing van de openbare weg in het aandachtsgebied van de<br />

historische weg. Ook de monumentencommissie oordeelt negatief over de pergola. De pergola is volgens<br />

haar een wezensvreemd element ten opzichte van het rijskmonument met risico van schade aan de<br />

bouwmuur door begroeiing.<br />

2.3. Uit overleg met Monumentenzorg blijkt dat voor het aanbrengen van de pergola ook een<br />

monumentenvergunning nodig is (zie de e-mail vanR.vanHilten.beleidsmedewerkster<br />

Monumentenzorg, bijlage 6).<br />

2.4. De gemeente is als beheerder van de openbare weg aansprakelijk voor schade die het gevolg is van de<br />

boven die weg hangende pergola (zie artikel 6:174, eerste en tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, bijlage<br />

8). Dit risico zou wellicht ondervangen kunnen worden door schriftelijk met de eigenaar van de pergola<br />

overeen te komen dat deze aansprakelijk is voor schade die het gevolg is van die pergola.<br />

3.1. Zoals hierboven al is aangegeven is met het aanbrengen van de pergola artikel 40 van de Woningwet<br />

overtreden. Artikel 5:21, 5:24 en 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht bieden de wettelijke basis<br />

voor het opleggen van een dwangsom; de last onder dwangsom strekt ertoe de overtreding ongedaan te<br />

maken. Bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld vergelijkbare gelijke gevallen waarin niet wordt<br />

opgetreden, concreet zicht op legalisatie van de pergola, doen zich niet voor)<br />

3.2. Het Handhavingsbeleidsplan van de gemeente <strong>Katwijk</strong> noopt tot handhavend optreden.<br />

Kanttekeningen<br />

1.1. Wethouder D. Binnendijk wil de pergola gedogen.<br />

1.2. De omgeving heeft geen bezwaar<br />

2.1. Legalisatie van de pergola kan plaatsvinden door het verlenen van een ontheffing krachtens artikel 3.23,<br />

eerste lid, van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Ingevolge die bepaling kunnen burgemeester en<br />

wethouders ontheffing verlenen van het bestemmingsplan voor, kort gezegd, bouwwerken van geringe<br />

omvang.<br />

2.2. De omgeving heeft geen bezwaar<br />

Middelen<br />

n.v.t.<br />

Uitvoering<br />

Indien uw college beslist conform het voorstel, wordt aan de bewoners van de Kerkstraat 30 en 32 te <strong>Katwijk</strong><br />

een concept-besluit dwangsom toegestuurd.


Bijlage(n)<br />

1. foto's van de pergola<br />

2. advies ROjVEI-overlegd.d. 17-04-<strong>2008</strong><br />

3. waarschuwingsbrief 18-04-<strong>2008</strong><br />

4. handhavingsbeleidsplan 2007<br />

5. advies ROjVEI-overleg11-06-<strong>2008</strong><br />

6. e-mail m.b.t. monumentenvergunning<br />

7. advies welstands- en monumentencommissie 22-07-<strong>2008</strong><br />

8. artikel 6:174BW<br />

~atwijl{


C:IDocuments and SettingslluukoudsIBureaublad\- ConstateringsrapportenlKerkstraat 30-32.doc


\<br />

\<br />

pagina 1 van 1<br />

I


Concept Verslag RO/VEI overleg<br />

17 april <strong>2008</strong><br />

Aanwezig<br />

Freek, Erwin, Edwin<br />

Afwezig<br />

~atwijk<br />

Notulist<br />

Kirsten<br />

Te bereiken op<br />

Kopie aan: Daan Binnendijk, Joke de Haan, Jaap Jonker, Lisette van der Vossen, Helga<br />

Veltmeijer, Bart van der Kamp, Erik Don, Boudewijn van 't Geloof, Linda<br />

Rietdijk, Boudewijn Voormolen<br />

Vaststelling verslagen 19 maart 2007 en 2 april 2007.<br />

5198<br />

Actie/wie<br />

Bouwplannen<br />

Het Cappelrijeland la te Rijnsburg. Het vergroten van het schoolgebouw. Bestemmingsplan<br />

Frederiksoord. Art. 19, lid 2. Bestemming BD, art. 13. Bebouwingspercentage, max. 45 %,<br />

wordt overschreden.<br />

Geen invloed op de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte. Stedenbouwkundig akkoord.<br />

Voor het bouwplan dient een GRO te worden geschreven, deze kon worden uitgezet.<br />

Heerenweg 3b te <strong>Katwijk</strong>. Het vernieuwen van de geveibeplating van het bedrijfsgebouw,<br />

plus interne verbouwing opslag vloer en Ie verdieping.Art. 19, lid. Bestemmingsplan 't Heen,<br />

bestemming 'Bedrijven'. Reclame voldoet niet aan de hoogtemaat. De showroom op de Ie<br />

verdieping overschrijdt de max oppervlakte maat.<br />

Reclame kan worden voorgelegd aan Welstand. vanuit stedenbouw geen bezwaar. Het uitbreiden<br />

van de showroom heeft geen ruimtelijke consequentie.<br />

Sluisweg 61 te <strong>Katwijk</strong>. Het ged. veranderen en vergroten van de berging. Bestemmingsplan<br />

<strong>Katwijk</strong> aan Zee, 2004. Art. 19, lid 3. Het bouwplan overschrijdt de max goot- en bouwhoogte.<br />

Het bouwgebouw overschrijdt de hoogtemaat.<br />

Erwin heeft eerder in deze zaak geadviseerd, het nu voorliggende plan is conform hieraan.<br />

Stedenbouw dus akkoord.<br />

Achter Commandeurslaan 19 te <strong>Katwijk</strong>. De bouw van drie garages achter het pand.<br />

Bestemmingsplan <strong>Katwijk</strong> aan den Rijn. Art. 19, lid 2. De garages hebben geen functionele<br />

relatie met een hoofdgebouw.<br />

Verandering ten opzichte van de vorige situatie is gering, stedenbouw akkoord. GRO kan<br />

worden aangepast.<br />

2..


~atwijk<br />

2/5 Concept verslag RONf/overleg<br />

11 juni <strong>2008</strong><br />

5. Binnensluis 3 te <strong>Katwijk</strong> Plaatsen van bouwunits<br />

De bouwunits voor de verbouw van de uitwateringssluis. Deze staan op de bestemming<br />

waterstaatskundige doeleinden van het bestemmingsplan Hoornespolder.<br />

(Artikel 17 WRO)<br />

Stedenbouwkundig niet akkoord voor wat betreft de situering, de keet dient op twee meter van<br />

het fietspad te worden geplaatst.<br />

6. MVKV Tijdelijk baggerdepot met verwerkingsinstallatie<br />

In strijd met de bestemming militaire doeleinden, binnen bescherrningszone van gasleiding en<br />

waterkering. Archeologisch onderzoek is uitgevoerd.<br />

(Artikel 17 WRO)<br />

Linda v.d. Berg en Martien (projectorganisatie) vragen om een onderbouwing waarom<br />

medewerking verlenen. Plan kan via Linda Rietdijk.<br />

7. Rijnstraat 3 te <strong>Katwijk</strong> Opbouwen vergroting van een kantoor<br />

Bestemmingsplan <strong>Katwijk</strong> aan den Rijn voldoet aan de bestemming gemengde doeleinden en<br />

past binnen het bouwvlak.<br />

Overschrijding van de maximale goot- en bouwhoogte<br />

Voorlopig positief stedenbouwkundig advies 21 februari en verkeeradvies 29 april.<br />

(artikel 19,3 WRO)<br />

Stedenbouwkundig akkoord, deel van het gebouw heeft al een dergelijke dakopbouw het verder<br />

doortrekken van het dak is een verfraaiing van de beeldkwaliteit.<br />

8. Hoofdstraat achter 116-124 te Valkenburg<br />

Bestemmingsplan Duyfrak en Meer.<br />

Er is geen uitwerkingsplan vastgesteld.<br />

(Artikel 19,2 WRO)<br />

Bouwplan kan naar Idsard.<br />

Bouw van woning met bijgebouwen<br />

9. Middenweg 25 te Valkenburg Bouwen van een berging en overkapping<br />

Bestemmingsplan Dorp 1999, bestemming Woningen met tuinen en erven<br />

Binnenplanse vrijstelling nodig voor het bebouwde oppervlak.<br />

(Artikel 15 WRO)<br />

Stedenbouwkundig akkoord. Tuinen zijn diep genoeg voor een dergelijke uitbreiding.<br />

10. Pallas 48 te <strong>Katwijk</strong> Dakopbouw aan de achterzijde<br />

Bestemmingsplan Rijnsoever Zuid<br />

Overschrijding van de maximale goothoogte achter 3,9 meter ipv 3,0 meter<br />

Voldoet dakkapel? Hoe te rekenen.<br />

Herhalingsplan Venus 11, 12.<br />

(Artikel 19,3 WRO)<br />

Voldoet in principe aan het niet vastgestelde uitwerkingsplan. Stedenbouwkundig akkoord.


~atwijk<br />

3/5 Concept verslag RO/VEI overleg<br />

11 juni <strong>2008</strong><br />

11. De Krom 57 te <strong>Katwijk</strong> Plaatsen van tijdelijke kleedruimten<br />

Moederplan Rijnsoever. Alleen bouwwerken volgens een uitwerkingsplan toegestaan.<br />

Uitwerkingsplan 8 is niet vastgesteld. Bebouwing buiten het vastgestelde bouwblok.<br />

Positief advies van Maatschappelijke zaken (Peter Mejan)<br />

Arie Mastenbroek weet hier ook van (Sport op de stort)<br />

Erwin voor nader stedenbouwkundig advies.<br />

12. Remisestraat 2 te <strong>Katwijk</strong> Dakopbouw<br />

Bestemmingsplan <strong>Katwijk</strong> aan Zee, woondoeleinden<br />

Overschrijding van de maximale nokhoogte 9,55 ipv 8,5 (en goothoogte achter met 6 cm)<br />

Herhalingsplan<br />

(artikel 19,3 WRO)<br />

Mildred neemt het plan mee voor bespreking met Stefan.<br />

Handhaving<br />

13. Kerkstraat 30 en 32 te <strong>Katwijk</strong> aan den Rijn Plaatsen van een carport over de<br />

openbare weg.<br />

Plaatsen van een bouwwerk boven de openbare weg. Op 17 april <strong>2008</strong> heeft de<br />

stedenbouwkundige negatief geadviseerd. Het college vraagt het standpunt te wijzigen.<br />

(Artikel 19,3 WRO)<br />

Vanuit Stedenbouw wordt geadviseerd niet afte wijken van het advies, het is niet zozeer alleen<br />

het feit dat het een openbaar gebied is, maar dat hier ook sprake is van een rijksmonument. Het<br />

zicht op het rijksmonument wordt aangetast en de pergola vormt geen meerwaarde voor de<br />

beeldkwaliteit. Gevelbeplanting zou hier eerder wel een optie zijn. Daarnaast is de verwachting<br />

dat voetgangers en fietsers onbekend in de omgeving, de weg niet als openbaar gebied zullen<br />

herkennen.<br />

14. Zeeweg 159 te <strong>Katwijk</strong> Bouwen van een overkapping achter de woning<br />

Betreft illegaal gebouwde overkapping. Negatief stedenbouwkundig advies van 12 maart <strong>2008</strong>.<br />

College vraagt heroverweging van het advies.<br />

(Artikel 19,3 WRO)<br />

Mildred bespreekt het met Erwin, positieve insteek.<br />

Vooroverleg<br />

15. Schelpendam 20 te <strong>Katwijk</strong>. Dakkapel op het voordakvlak.<br />

Dakkapel is op de tweede bouwlaag van het dakvlak.<br />

In het bouwblok is nog niet een dakkapel in deze bouwlaag.<br />

(artikel 19,3 WRO)<br />

Stedenbouwkundig niet akkoord. Vasthouden aan welstandsnota en bestemmingsplan. Schept<br />

onwenselijk precent, wat leidt tot aantasting van de beeldkwaliteit van <strong>Katwijk</strong>.<br />

16. Sluisweg 26 te <strong>Katwijk</strong> Dakopbouwen twee dakkapellen<br />

Overschrijding van de maximale goot- en bouwhoogte.<br />

Gelijk als de naastgelegen woningen, maar die zijn wel conform het bestemmingsplan.<br />

(artikel 19,3 WRO)<br />

Stedenbouwkundig niet akkoord. Diversiteit behouden en voorkomen van een monotoon<br />

straatbeeld.


Postbus S89 - 2220 AN <strong>Katwijk</strong><br />

J.P. Bekker<br />

Kerkstraat 30<br />

2223 AL KAT\VIJK<br />

<strong>Katwijk</strong>. 18 april <strong>2008</strong><br />

waarschuwing overtreding Woningwet<br />

Geachte heer Bekker,<br />


2/2 Ons k.enmerk<br />

Reden waarom het gebouwde niet gelegaliseerd kan worden<br />

Wij hebben onderzoek gedaan naar de legaJiseringsmogelijkheden van de gebouwde pergola,<br />

Legalisatie van een illegaal bouwwerk vindt plaats door het alsnog aanvragen en verlenen van een<br />

bouwvergunning voor het illegale bouwwerk Bij het genoemde onderzoek is het volgende<br />

gebleken: het perceel waarop de pergola is gebouwd, heeft in het geldende bestemmingsplan<br />

'<strong>Katwijk</strong> aan den Rijn 2000' de bestemming 'verblijfsdoeleinden', Ingevolge artikel IS van het<br />

vigerende bestemmingsplan zijn deze gronden bestemd voor de volgende doeleinden: voor wegen<br />

met een functie van verblijf alsmede ter ontsluiting van nabijgelegen gronden,<br />

parkeervoorzieningen, groen- en speelvoorzieningen en standplaatsen, Op deze gronden zijn<br />

bouwwerken toegestaan die passen binnen de genoemde doeleinden. Een pergola dient tot<br />

bevordering van het woongenot en valt niet binnen de genoemde doeleinden. Het plaatsen van de<br />

pergola is in strijd met het bestemmingsplan.<br />

Op grond van artikel 44, lid 1, sub c, van de Woningwet moet een bouwvergunning geweigerd<br />

worden, indien het bouwwerk in strijd is met een bestemmingsplan of de krachtens zodanig plan<br />

gestelde eisen. Een bouwvergunning zou daarom slechts verleend kunnen worden wanneer wij via<br />

artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling van het geldende bestemmingsplan<br />

verlenen. Als de wegbeheerder van de openbare weg vinden "ij de pergola niet gewenst. Er is geen<br />

sprake van privé-terrein, Wij zullen dus geen vrijstelling van het bestemmingsplan verlenen voor<br />

de pergola. Nu geen bouwvergunning kan worden verleend, kan de pergola niet gelegaliseerd<br />

worden.<br />

Vervolgtraject<br />

Wij stellen u dan ook voor om binnen zes weken na dagtekening van deze brief de pergola<br />

te verwijderen en verwijderd te houden,<br />

Indien u aan het bovenstaande geen gevolg geeft, zullen "ij tot het nemen van<br />

handhavingmaatregelen over gaan. Hierbij kunt u denken aan de oplegging van een last onder<br />

dwangsom of het toepassen van bestuursdwang.<br />

Tot slot "ijzen "ij u erop dat deze brief geen "besluit" is in de zin van de Algemene wet<br />

bestuursrecht zodat de mogelijkheden tol hcl indienen van bezwaar en beroep hiertegen niet<br />

openstaan.<br />

Nader informatie<br />

Voor meer informatie over de inhoud van deze brief kunt u telefonisch contact opnemen met de<br />

behandelend ambtenaar wieris naam en telefoonnummer bovenaan deze brief zijn aangegeven.<br />

Hoogachtend.


_______________________________________________ ~S~e<br />

g'~~<br />

.---


Inhoudsopgave<br />

pagina<br />

Inleiding 3<br />

Hoofdstukt<br />

§ 1.1 Breuk met het verleden (nul-situatie)<br />

§ 1.2 Prioriteitenlijst<br />

§ 1.3 Sloop<br />

§ 1-4 Reclameborden<br />

§ 1.5 Woonwagencentrum<br />

§ 1.6.1 Organisatorisch aspect handhaving<br />

§ 1.6.2 Opbouw van het team Bouwen en Wonen<br />

Hoofdstuk 2<br />

§ 2.1 Legalisatie<br />

§ 2.2 Gedogen<br />

§ 2.3 Handhavingsinstrumenten<br />

§ 2.3.1 Het stilleggen van clandestiene bouwwerkzaamheden<br />

§ 2.3.2 <strong>Bestuur</strong>sdwang en dwangsom<br />

§ 2.3.3 Bezwaar en beroep<br />

§ 2-4 Overige handhavingsmiddelen<br />

§ 2.4.1 Privaatrechtelijke handhaving<br />

§ 2.4.2 Strafrechtelijke handhaving<br />

§ 2-4.3 <strong>Bestuur</strong>lijke boete<br />

Hoofdstuk 3<br />

(overleg met bevolking:inspraakprocedure) 26<br />

Hoofdstuk 4<br />

§ 3.1 Korte samenvatting en stroomschema' s 27<br />

- stroomschema 1: toezicht<br />

- stroomschema 2: bestuursdwang<br />

- stroomschema 3: last onder dwangsom<br />

Bijlagen<br />

- voorbeeldbrieven 28<br />

2<br />

5<br />

6<br />

8<br />

9<br />

10<br />

10<br />

16<br />

17<br />

18<br />

20<br />

20<br />

21<br />

24<br />

24<br />

24<br />

25<br />

25


Inleiding<br />

In dit plan wordt het handhavingsbeleid inzake de bouwregelgeving van de gemeente<br />

<strong>Katwijk</strong> gepresenteerd. Het doel is het voeren van een eenduidig, consistent en<br />

adequaat beleid ten aanzien van handhaving. Dit plan waarin bevoegdheden,<br />

richtlijnen en prioriteiten zijn opgenomen biedt een leidraad om in de praktijk mee te<br />

werken.<br />

Dit handhavingsbeleidsplan geldt voor het hele grondgebied van de gefuseerde<br />

gemeente <strong>Katwijk</strong>. Het plan komt grotendeels overeen met het in februari 2004 voor<br />

de oude gemeente <strong>Katwijk</strong> in werking getreden handhavingsbeleidsplan<br />

Bouwregelgeving en het in december 2004 voor de oude gemeente Rijnsburg in<br />

werking getreden handhavingsbeleidsplan Bouwregelgeving en komt voor deze<br />

plannen in de plaats. Het Rijnsburgse handhavingsbeleidsplan was afgeleid van het<br />

<strong>Katwijk</strong>se en opgesteld voor de periode tot de fusie. Voor de oude gemeente<br />

Valkenburg gold nog géén handhavingsbeleidsplan Bouwregelgeving maar men<br />

volgde bij de handhaving van de bouwregelgeving het <strong>Katwijk</strong>se handhavingsbeleidsplan.<br />

Bij de fusie van de drie gemeentes in januari 2006, is besloten om voor de<br />

gefuseerde gemeente het <strong>Katwijk</strong>se handhavingsbeleidsplan, vast te gaan stellen.<br />

Het handhavingsbeleidsplan wat nu voor u ligt is het <strong>Katwijk</strong>se handhavingsbeleidsplan,<br />

inclusief de noodzakelijke aanpassingen van dat plan aan de situatie<br />

(organisatie) van ná de fusie.<br />

Na de rampen in Enschede en Volendam staat het probleem van het ontbreken van<br />

adequate handhaving in het middelpunt van de belangstelling. <strong>Gemeente</strong>n moeten<br />

meer aandacht besteden aan handhaving van de regelgeving.<br />

De projectgroep 'Integrale Handhaving <strong>Gemeente</strong> <strong>Katwijk</strong>' heeft de bestaande<br />

handhavingstaken binnen de oude gemeente <strong>Katwijk</strong> geïnventariseerd met als doel<br />

om de ambtenaren en bestuurders een handvat te bieden om een adequaat<br />

handhavingsbeleid te voeren. Hiertoe zijn een inventarisatie-, een handhavingsbeleids-<br />

en een uitvoeringsnota vastgesteld.<br />

De directe aanleiding voor het vervaardigen van een handhavingsbeleidsplan door de<br />

oude gemeente <strong>Katwijk</strong> was het onderzoek van de Inspectie-VROM naar de<br />

uitvoering van de bouwregelgeving binnen de gemeente. Dit onderzoek heeft geleid<br />

tot enkele aanbevelingen, waaronder het vervaardigen van een handhavingsbeleidsplan.<br />

Met dit plan wordt vooruitgelopen op de wettelijke verplichting, die naar alle<br />

waarschijnlijkheid met de komende wijziging van de Woningwet aan gemeenten zal<br />

worden opgelegd, om een handhavingsbeleid inzake de bouwregelgeving te<br />

formuleren. Over de uitvoering daarvan zal dan jaarlijks aan de gemeenteraad<br />

gerapporteerd moeten worden.<br />

Waarom is handhaving zo belangrijk? Om een goed woon-, werk- en leefklimaat<br />

binnen de gemeente te kunnen verkrijgen en behouden is het nodig om tot een goed<br />

kwaliteitsbeheer van de bebouwde omgeving te komen. In de bouwregelgeving zijn<br />

regels opgenomen om dit zowel voor de burger als voor de overheid te kunnen<br />

bewerkstelligen.<br />

De bouwregelgeving is voornamelijk opgenomen in de Wet op de Ruimtelijke<br />

Ordening, de Woningwet, de bouwverordening en het Bouwbesluit. De naleving van<br />

deze regels is van belang voor het effect van de bouwregelgeving en daarmee de<br />

kwaliteit van de bebouwde omgeving. Een intensieve en adequate handhaving is<br />

derhalve noodzakelijk.<br />

3


Handhaving is niet alleen noodzakelijk. Volgens de thans geldende jurisprudentie en<br />

rechtsopvattingen heeft de overheid ook een beginsel plicht tot handhaving. Slechts in<br />

het geval er sprake is van bijzondere omstandigheden kan van handhaving worden<br />

afgezien'.<br />

Als algemeen uitgangspunt geldt dat inbreuken op wettelijke voorschriften die<br />

afbreuk doen aan de situatie of toestand die de (gemeentelijke) wetgever met het oog<br />

op het algemeen belang heeft willen bereiken, niet behoeven te worden geduld. Ook<br />

vanuit een oogpunt van ongewenste precedentwerking is het dulden van zodanige<br />

overtredingen niet gewenst.<br />

In het kader van deze nota wordt onder handhaving van de bouwregelgeving<br />

verstaan:<br />

het voorkomen dan wel sanctioneren van overtredingen van de bepalingen uit de<br />

Woningwet, de bouwverordening, het Bouwbesluit en de gebruiksbepalingen van de<br />

bestemmingsplannen.<br />

Het vaststellen van een handhavingsbeleidsplan heeft verschillende voordelen. Ten<br />

eerste biedt de aanwezigheid van een vastgesteld en daarmee kenbaar beleid meer<br />

rechtszekerheid voor de burger. Daarnaast kan een vastgesteld beleid bijdragen aan<br />

een sterkere positie van de gemeente in gerechtelijke procedures. Het beleid geeft aan<br />

op welke manier met overtredingen wordt omgegaan waardoor beslissingen beter<br />

gemotiveerd kunnen worden. Bovendien zal er minder snel sprake zijn van willekeur<br />

of strijd met het zorgvuldigheids- en vertrouwensbeginsel. Tot slot draagt een<br />

consequent handhavingsbeleid bij aan de geloofwaardigheid van de gemeente en<br />

heeft het een preventieve werking.<br />

Het plan heeft de volgende opbouw: .<br />

• Hoofdstuk 1<br />

In dit hoofdstuk wordt weergegeven op welke manier met bestaande en<br />

toekomstige illegale situaties wordt omgegaan. Er wordt een nul-situatie genoemd<br />

en een prioriteitenlijst. Illegale reclameborden, illegale situaties in het<br />

woonwagencentrum en illegale sloop worden apart besproken. Tot slot wordt er<br />

aandacht besteed aan het organisatorische aspect van de handhaving, zoals de<br />

wijze waarop de buitencontroles plaatsvinden en het overleg met andere<br />

toezichthouders.<br />

• Hoofdstuk 2<br />

In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de mogelijkheid van legalisatie en<br />

het beleid ten aanzien van gedogen. Ook worden de verschillende<br />

handhavingsinstrumenten, zoals het stilleggen van de werkzaamheden, het<br />

toepassen van bestuursdwang en het opleggen van een last onder dwangsom<br />

worden besproken. Ook de overige handhavingsinstrumenten komen aan bod.<br />

• Hoofdstuk 3<br />

Hierin worden de resultaten besproken van de inspraakprocedure die zal worden<br />

gevolgd voordat het handhavingsbeleidsplan van kracht wordt.<br />

1 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 22 februari 2001, Gst. 2001, 7241, p, 264.<br />

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 5 juni 2002, Bouwrecht, 11 november 2002, p, 969.<br />

4


• Hoofdstuk 4<br />

Hierin wordt een korte samenvatting gegeven van het handhavingsbeleidsplan.<br />

In dit hoofdstuk worden een aantal stroomschema's weergegeven voor het houden<br />

van toezicht en voor het gebruik van handhavingsinstrumenten.<br />

Bijlagen:<br />

Als bijlagen zijn een groot aantal voorbeeldbrieven aan het handhavingsbeleidsplan<br />

toegevoegd, die goed van pas komen bij het maken van handhavingsbrieven<br />

en -beschikkingen.<br />

Hoofdstuk 1<br />

Systematische opsporings- en controleactiviteiten vormen de grondslag voor een<br />

goed handhavingsbeleid. Zonder structuur in de opsporing en controle, is er geen<br />

sprake van een handhavingsbeleid maar alleen van ad hoc reageren op illegale<br />

situaties. Het team Bouwen en Wonen houdt zich globaal gezien bezig met het maken<br />

van bouwvergunningen, het controleren of de bouwregelgeving wordt nageleefd en<br />

met de handhaving van bouwregelgeving.<br />

Momenteel worden er met name controles uitgevoerd ten aanzien van recent<br />

aangevraagde en verleende vergunningen, geconstateerde illegale bouwen ten<br />

aanzien van verzoeken om handhaving.<br />

Voor consequente handhaving is echter een systematischer controle op overtredingen<br />

van de bouwregelgeving in het gehele gebied van de gemeente nodig. Alleen op deze<br />

manier is het mogelijk om op de hoogte te zijn van alle overtredingen van de<br />

bouwregelgeving die in de gemeente plaatsvinden.<br />

§ 1.1 Breuk met het verleden (nul-situatie)<br />

In de loop der jaren zijn er in de gemeente <strong>Katwijk</strong> verschillende illegale situaties<br />

ontstaan door overtredingen van de bouwregelgeving, die niet of nóg niet zijn<br />

aangepakt. Het gaat hierbij vaak om illegale situaties die al vele jaren geleden zijn<br />

ontstaan. Het is onmogelijk om vanaf nu alle in het (verre) verleden ontstane illegale<br />

situaties aan te pakken. Veel overtredingen zijn te oud waardoor de overtreders zich<br />

kunnen beroepen op het door de gemeente gewekte vertrouwen dat de situatie niet<br />

meer zal worden aangepakt. Ook zijn er overtredingen achterhaald door de<br />

inwerkingtreding van de gewijzigde Woningwet per 1januari 2003; bepaalde illegale<br />

bouwwerken zijn vergunningvrij geworden.<br />

Omdat niet alles aangepakt kan worden zal de burger die zonder meer wordt<br />

geconfronteerd met een strenger handhavingsregiem, zonder dat daar een duidelijk<br />

en voor de burger kenbare beleidswijziging aan ten grondslag ligt, wellicht met succes<br />

bij de rechter een beroep kunnen doen op het gelijkheidsbeginsel.<br />

Vele gemeentes zijn ons voorgegaan in het opstellen van een handhavingsbeleidsplan,<br />

ook wel handhavingsnota genoemd. In nagenoeg al deze plannen/nota' s wordt een<br />

nul-situatie vastgesteld, dat wil zeggen een situatie die ontstaat door het vastleggen<br />

van de bestaande illegale situaties in de gemeente.<br />

Na het vaststellen van een nul-situatie en het handhavingsbeleidsplan wil de<br />

gemeente alle nieuwe overtredingen van de bouwregelgeving systematisch gaan<br />

aanpakken volgens het in dit handhavingsbeleidsplan beschreven beleid. Van de<br />

overtredingen die vóór de datum van de nul-situatie zijn ontstaan wordt per situatie<br />

beoordeeld of de overtreding nog zal worden aangepakt. Hierbij is onder meer van<br />

5


elang of er sprake is van een overtreding die valt onder de in paragraaf 1.2<br />

beschreven gevallen met hoge prioriteit.<br />

Als datum van de nul-situatie zal de datum van de luchtfoto's gelden, namelijk 22<br />

maart 2003, die zijn gemaakt van het hele grondgebied van de fusiegemeente, dus<br />

zowel van het grondgebied van de oude gemeente <strong>Katwijk</strong>, de oude gemeente<br />

Rijnsburg als de oude gemeente Valkenburg. Op deze foto's, is de aanwezige<br />

bebouwing op ons grondgebied duidelijk te zien.<br />

Vanaf de inwerkingtreding van dit handhavingsbeleidsplan zal tegen nieuwe<br />

overtredingen worden opgetreden volgens het nieuwe handhavingsbeleid. Nieuwe<br />

overtredingen zijn overtredingen die na de genoemde peildatum zijn ontstaan. Met<br />

behulp van de luchtfoto's en overige informatie over bouwactiviteiten op het<br />

betreffende perceel (van vóór de genoemde peildatum), kan per overtreding worden<br />

vastgesteld of er sprake is van een oude of nieuwe situatie; een situatie van vóór of<br />

van ná de nul-situatie.<br />

Het is dus mogelijk dat tegen een burger handhavend wordt opgetreden bij het<br />

illegaal bouwen van een schuur, terwijl de buurman tien jaar gelegen ook illegaal een<br />

schuur heeft gebouwd waartegen niét handhavend is opgetreden. Tegenover de<br />

rechter kan het strengere optreden tegen nieuwe illegale situaties worden<br />

verantwoord door te verwijzen naar het met dit handhavingsbeleidsplan vastgestelde<br />

en bekendgemaakte beleid. De burgers worden van het in dit handhavingsbeleidsplan<br />

vastgestelde handhavingsbeleid op de hoogte gebracht via huis- aan huisbladen.<br />

§ 1.2 De prioriteitenlijst<br />

Het vaststellen van een nul-situatie heeft als resultaat een lijst van bestaande<br />

overtredingen die de gemeente zal gaan handhaven. Deze lijst wordt goed<br />

bijgehouden; nieuwe overtredingen in het kader van de Woningwet, het Bouwbesluit<br />

en de bouwverordening worden direct op de lijst gezet. Het uitgangspunt is dat elke<br />

overtreding zo spoedig mogelijk wordt gesanctioneerd. In sommige situaties zal niet<br />

direct tot handhaving overgegaan kunnen worden vanwege de hoeveelheid<br />

handhavingszaken en de drukte bij het team Bouwen en Wonen. De ene overtreding<br />

heeft echter meer prioriteit dan de andere en daarom is het raadzaam om in de<br />

praktijk aan de hand van een prioriteitenlijst te werken. Deze lijst geeft de situaties<br />

aan die in geval van drukte een hogere prioriteit hebben dan andere situaties. Dit<br />

betekent natuurlijk niet dat er illegale situaties zijn die niet aangepakt zuIlen worden.<br />

Hoge prioriteit<br />

De volgende situaties hebben een hoge prioriteit:<br />

situaties die een (direct) gevaar opleveren voor de veiligheid en de gezondheid<br />

van mensen;<br />

illegale sloop van een monument, illegale sloop van een bouwwerk waarin zich<br />

asbest bevindt en illegale sloop van een omvangrijk bouwwerk (zoals<br />

bijvoorbeeld een woning);<br />

de aanpak van illegale bebouwing in het buitengebied, mede afhankelijk van<br />

het soort bouwwerk (in dit gebied wordt een groot aantal functies vervuld zoals<br />

zeewering, waterwinning, natuur en landschap, recreatie, tuinbouw- en<br />

landschapsbelang en militaire belangen; het behoud van de karakteristieke<br />

waarden van dit gebied is zeer belangrijk) en<br />

6


[ het bouwen zonder of in afwijking van de vergunning, in, op, aan ofbij een<br />

monument;<br />

overtredingen die naar aard of schaal als 'grote overtredingen' kunnen worden<br />

aangemerkt;<br />

overtredingen, die de planologische ontwikkelingen in het betreffende gebied<br />

in de weg (kunnen) staan - denk hierbij aan gebieden die herontwikkeld<br />

worden of waarvoor net een nieuw bestemmingsplan is ontwikkeld;<br />

overtredingen die zijn geconstateerd naar aanleiding van een verzoek om<br />

handhaving of een klacht.<br />

Lage prioriteit<br />

Situaties die niet onder het hierboven beschrevene vallen hebben een lagere<br />

prioriteit. Het gaat dan om situaties als:<br />

airco-units;<br />

condensors;<br />

dakkapellen;<br />

erfafscheidingen;<br />

uit- en bijgebouwen;<br />

uitingen van reclame;<br />

luifels, zonweringen en rolluiken;<br />

(schotel)antennes;<br />

zeecontainers, in gebruik als gebouw;<br />

(N.B. dit is geen sluitende opsomming)<br />

Illegale situaties die binnen deze opsomming vallen, kunnen ook, afhankelijk van de<br />

omstandigheden, een hoge prioriteit hebben. Elke overtreding staat namelijk op zich<br />

en moet daarom ook zorgvuldig onderzocht worden. Omstandigheden die bij het<br />

bepalen van de prioriteit een rol kunnen spelen zijn onder andere:<br />

de mate van gevaar, schade en hinder;<br />

de gevoeligheid van een gebied;<br />

of de illegale situatie zich in een stadsvernieuwingsgebied bevindt;<br />

de te beschermen waarden en kwaliteiten;<br />

de precedentwerking;<br />

het gedrag van de overtreder;<br />

de invloed van de overtreding op de omgeving;<br />

de grootte van een illegaal bouwwerk.<br />

Alles samengevat kan gezegd worden dat elke overtreding in het kader van de<br />

Woningwet, het Bouwbesluit en de bouwverordening direct aangepakt moet worden.<br />

Een uitzondering hierop is gerechtvaardigd indien dit door drukte bij het team<br />

Bouwen en Wonen niet mogelijk is. Voor deze situatie is er een prioriteitenlijst<br />

vastgesteld. De situaties waarin niet direct tot handhaving overgegaan kan worden,<br />

worden op een later tijdstip aangepakt.<br />

De kwaliteit van de bestaande woningvoorraad<br />

Bij de wijkgerichte controles, zoals bedoeld in § 1.5.1, zal ook aandacht worden<br />

besteed aan de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad. Aspecten van veiligheid<br />

7


Hoofdstuk 2<br />

Nadat is geconstateerd dat er een overtreding heeft plaatsgevonden, zal er actie<br />

ondernomen moeten worden ter beëindiging van de illegale situatie. Het<br />

constateringsrapport geeft informatie over de feitelijke situatie. Er wordt onderzocht<br />

door de bouwinspecteur in samenspraak met de juridisch medewerker handhaving,<br />

of de situatie legaliseerbaar is; zoja op welke manier en zo nee welke<br />

handhavingsactie ondernomen moet worden. Er staat de gemeente vele<br />

handhavingsinstrumenten ter beschikking. Op deze handhavingsinstrumenten zal<br />

verderop in dit hoofdstuk worden ingegaan. Aan het toepassen van deze middelen<br />

komt de gemeente echter niet toe als de situatie legaliseerbaar is en de overtreder aan<br />

de legalisatie meewerkt. Er zal derhalve in dit hoofdstuk allereerst ingegaan worden<br />

op legalisatie van de illegale situatie.<br />

§ 2.1 Legalisatie<br />

Legalisatie van een illegale situatie is allereerst mogelijk indien vergunningverlening<br />

mogelijk is. Nadat het constateringsrapport is opgesteld wordt onderzocht of er een<br />

bouwvergunning kan worden verleend voor de situatie. Dit is het geval indien de<br />

illegale situatie in het ter plaatse geldende bestemmingsplan past en voldoet aan de<br />

overige bouwregelgeving (voor zover dat dan al beoordeeld kan worden). De<br />

overtreder wordt in dat geval verzocht een bouwvergunning aan te vragen. Daartoe<br />

ontvangt de overtreder een brief waarin wordt aangegeven welke overtreding is<br />

geconstateerd en dat hij binnen een bepaalde termijn de mogelijkheid krijgt om een<br />

bouwvergunning aan te vragen. Ook wordt aangegeven dat de brief niet impliceert<br />

dat de aan te vragen vergunning ook wordt verleend. Zonodig wordt verzocht om ons<br />

voorafgaand aan die aanvraag een bouwkundige tekening van het bouwwerk te doen<br />

toekomen voor een meer complete beoordeling van de legaliseerbaarheid. Een<br />

voorbeeld van deze brief is te vinden als bijlage bij deze nota (voorbeeldbrief nummer<br />

15).<br />

Indien betrokkene op verzoek inderdaad een aanvraag indient, dan kan de procedure<br />

tot vergunningverlening worden gestart. Volgens de Legesverordening 2006 dient<br />

betrokkene anderhalf keer zoveel leges te betalen voor het aanvragen van een<br />

bouwvergunning ter legalisatie van een illegale situatie, dan dat er normaal<br />

gesproken betaald dient te worden voor een aanvraag om bouwvergunning.<br />

Indien betrokkene weigert een bouwvergunning in te dienen dan zullen wij alsnog<br />

over moeten gaan tot daadwerkelijke handhaving. Betrokkene kan echter wel<br />

gedwongen worden het illegaal gebouwde af te breken maar kan niet gedwongen<br />

worden om een bouwvergunning aan te vragen.<br />

Legalisatie van een illegale situatie is ook mogelijk indien de situatie in strijd is met<br />

het bestemmingsplan maar er wel een vrijstelling van het bestemmingsplan kan<br />

worden verleend en we daaraan mee willen werken. Het gaat hierbij om een<br />

vrijstelling van het bestemmingsplan op grond van artikel 15, 17, 19,lid 1, lid 2, en lid<br />

3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna WRO). Over het verlenen van<br />

medewerking aan een vrijstelling van het bestemmingsplan beslist in eerste instantie<br />

de afdeling Ruimtelijke ontwikkeling. Er dient derhalve eerst advies aan deze afdeling<br />

te worden gevraagd of met behulp van het volgen van een vrijstellingsprocedure<br />

medewerking kan worden verleend aan de legalisatie van de illegale situatie. Is dat<br />

17


advies positief dan dient betrokkene te worden verzocht om een vergunning aan te<br />

vragen op de wijze zoals hierboven is beschreven voor de gevallen waarin géén sprake<br />

is van strijd met het bestemmingsplan.<br />

Overigens kan er in het geval van vrijstelling op basis van artikel 17WRO slechts voor<br />

een beperkte periode vrijstelling worden verleend.<br />

Deze vrijstelling kan alleen worden verleend als op grond van objectieve<br />

omstandigheden kan worden aangenomen dat de illegale situatie een tijdelijk<br />

karakter heeft. In artikel 17 en 18 WRO wordt de procedure beschreven voor het<br />

verlenen van een tijdelijke vrijstelling.<br />

De tijdelijke vrijstelling mag hoogstens voor een periode van 5jaar worden verleend.<br />

Na het verstrijken van deze termijn moet de overtreder alsnog de situatie in<br />

overeenstemming met de regelgeving brengen. Doet hij dat niet, dan zal alsnog<br />

worden overgegaan tot het nemen van handhavingsmaatregelen.<br />

§ 2.2 Gedogen<br />

Indien legalisatie van de illegale situatie niet mogelijk blijkt te zijn dan komt het<br />

eigenlijke handhaven in beeld. Voordat er tot handhaven kan worden overgaan dient<br />

er echter een belangenafweging plaats te vinden om te bepalen of er inderdaad moet<br />

worden gehandhaafd of dat de illegale situatie (tijdelijk) moet worden gedoogd.<br />

Onder gedogen moet worden verstaan: "het niet optreden tegen de overtreding van<br />

een rechtsregel door een orgaan dat daarvoor wel bevoegd is en feitelijk in staat is".<br />

In beginsel zullen alle illegale situaties worden aangepakt, maar in zeer bijzondere<br />

omstandigheden kan gedogen de beste reactie zijn op een illegale situatie.<br />

Doelstelling bij het gedogen is het streven naar een situatie waarin op termijn een<br />

gewenste situatie wordt gecreëerd. Dus, op termijn zal de situatie weer in<br />

overeenstemming met de bouwregelgeving moeten zijn. Gedogen betreft daarom per<br />

definitie een tijdelijke situatie.<br />

Bij de bovengenoemde belangenafweging inzake het overgaan tot gedogen moeten de<br />

volgende belangen worden afgewogen:<br />

het algemeen belang van het handhaven;<br />

de ernst van de overtreding;<br />

- de tijd dat de overtreding reeds voortduurt:<br />

- de precedentwerking;<br />

de bescherming van de rechten van derden;<br />

- de opzettelijkheid van de overtreding en<br />

het vertrouwen dat de gemeente eventueel heeft gewekt richting de overtreder.<br />

De conclusie van de genoemde belangenafweging kan zijn dat handhavend optreden<br />

tegen de illegale situatie tijdelijk niet wenselijk is. In dat geval kan besloten worden<br />

om de illegale situatie tijdelijk te gedogen door middel van een tijdelijk<br />

gedoogbesluit.<br />

TIjdelijk gedoogbesluit<br />

Als geconcludeerd is dat handhavend optreden tegen de illegale situatie niet<br />

wenselijk of onmogelijk is en de illegale situatie géén tijdelijk karakter heeft en er dus<br />

niet op grond van artikel 17 WRO vrijstelling van het bestemmingsplan kan worden<br />

verleend, dient ervoor gekozen te worden om de situatie tijdelijk te gedogen. Daartoe<br />

18


dient een gedoogbesluit te worden afgegeven. Gedogen voor onbepaalde tijd wordt uit<br />

oogpunt van de rechtszekerheid, de rechtsbescherming en de geloofwaardigheid van<br />

het beleid van de gemeente, niet als mogelijkheid gezien.<br />

Pas als voldaan is aan bepaalde voorwaarden kan worden overgegaan tot het afgeven<br />

van een gedoogbesluit. Het gaat om de volgende voorwaarden:<br />

1. Er moet sprake zijn van een uitzonderingsgeval (bijvoorbeeld een<br />

overmachtsituatie of een overgangsituatie).<br />

2. Het gedogen dient gekoppeld te zijn aan een van tevoren vastgestelde termijn.<br />

Na afloop van deze termijn dient er strikt gecontroleerd te worden of er inderdaad<br />

een einde is gekomen aan de illegale situatie. Indien dat niet het geval is zal alsnog<br />

tot handhaving worden overgegaan.<br />

3. Het gedogen dient gebonden te zijn aan een object of persoon (of een<br />

combinatie daarvan).<br />

4. Het gedogen dient beperkt te zijn in omvang. De nadelige gevolgen voor derden<br />

van het gedogen moeten door voorschriften zoveel mogelijk beperkt worden.<br />

5. Het gedogen dient zorgvuldig te gebeuren (afd. 3-4 Algemene wet<br />

bestuursrecht).<br />

Met gedogen dient de gemeente heel terughoudend te zijn omdat een ruime<br />

gedoogpraktijk snel kan leiden tot een situatie waarin de greep op de ruimtelijke<br />

ontwikkeling verloren gaat en de geloofwaardigheid van de gemeente wordt<br />

aangetast. Dat is helemaal het geval als er belangen van derden in het geding zijn.<br />

Immers, de regels lijken in het geval van een gedoogbesluit toch niet voor iedereen te<br />

gelden.<br />

Het gedogen dient dus zorgvuldig te gebeuren. Er wordt daarom voor gekozen om bij<br />

het afgeven van een gedoogbesluit de procedure van afdeling 3.4 Algemene wet<br />

bestuursrecht (hierna Awb) te volgen. Het ontwerpbesluit moet derhalve ter inzage<br />

worden gelegd en belanghebbenden kunnen hun zienswijze daarover indienen.<br />

Alvorens de stukken ter inzage worden gelegd moet van het ontwerpbesluit kennis<br />

worden gegeven in de huis-aan-huisbladen. De beslissing om te gedogen is een<br />

besluit in de zin van de Awb waartegen belanghebbenden in bezwaar en beroep<br />

kunnen gaan.<br />

Passief of stilzwijgend gedogen<br />

Passief of stilzwijgend gedogen is ongewenst. Er is sprake van passief of stilzwijgend<br />

gedogen als de gemeente bewust niet reageert op een illegale situatie. Deze vorm van<br />

gedogen is niet bevorderlijk voor de rechtszekerheid en de rechtsbescherming.<br />

Overtreders gaan er naar verwijzen en belanghebbenden kunnen tegen deze vorm van<br />

gedogen geen bezwaar indienen. Deze manier van gedogen dient dus niet te worden<br />

gevolgd!<br />

Het probleem bij passief of stilzwijgend gedogen is dat indien er reeds vele jaren<br />

passief is gedoogd, er weinig mogelijkheden zijn om alsnog handhavend op te kunnen<br />

treden. Dit is ook het geval indien de gemeente zich niet bewust was van de illegale<br />

situatie. De overtreder kan, indien de overtreding al vele jaren bestaat, zich beroepen<br />

op het door de gemeente gewekte vertrouwen dat er niet wordt gehandhaafd<br />

(vertrouwensbeginsel). Indien dit beroep inderdaad terecht is, kan er in beginsel niet<br />

meer worden gehandhaafd. Het beroep zal echter niet slagen als er sprake is van een<br />

19


Concept verslag ROjVEI overleg<br />

11 juni <strong>2008</strong><br />

Aanwezig<br />

Kirsten, mildred. Edwin<br />

Afwezig<br />

Freek (met kennisgeving)<br />

Verslag d.d. 28 mei 2007 vastgesteld.<br />

~atwijk<br />

Notulist<br />

Kirsten<br />

Te bereiken op<br />

AH XL, college negatief. Linda mailt colleg voorstel door aan Edwin voor de weigering<br />

bouwvergunning.<br />

Bouwplannen<br />

1. Esdoomlaan 7 te Rijnsburg Vervangen van een berging<br />

Bestemmingsplan Frederiksoord, woondoeleinden<br />

Een gedeelde gemetselde schuur met de buren wordt voor de helft gesloopt en er wordt een<br />

blokhut van 3,8 x 5,36 m geplaatst.<br />

Het bijgebouw heeft een oppervlak van 17,8 m2 waar maximaal 15 m2 is toegestaan.<br />

(artikel 19,3 WRO)<br />

Een dusdanig bouwwerk met deuren richting de openbare ruimte is niet wenselijk. Het achtererf<br />

grenst aan de openbare ruimte, bouwplan tast de beeldkwaliteit van de openbare ruimte aan. De<br />

oppervlakte overschrijding is vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen probleem.<br />

2. Badstraat 9 te <strong>Katwijk</strong> plaatsen van zonwering bij cafe In den Blauwen Bock<br />

Bestemmingsplan Centrum, Centrumdoeleinden.<br />

Zonwering dieper dan 1,5 meter. Voldoet niet aan ondergeschikte bouwdelen.<br />

(Artikel 19,3 WRO)<br />

Edwin vraagt afmeting na aan aanvrager, het plan kan dan worden beoordeeld door Welstand<br />

3. Hoofdstraat 9a te Valkenburg bouw van 10 appartementen<br />

Bestemmingsplan Dorp 1999, bestemming bedrijven.<br />

GRO ontvangen van RBO!. Wordt die akkoord bevonden.<br />

(artikel 19,2 WRO)<br />

GROakkaord<br />

4. Salomonsbuigenslaan 7 te <strong>Katwijk</strong> Plaaten van een erfafscheiding<br />

Bestemmingsplan Hoomespolder, artikel 3 lid 10. Afscheiding is hoger dan 2 meter.<br />

(Artikel 19,3 WRO)<br />

In onderhavige kwestie ziet Stedenbouw geen reden om afte wijken van het beleid Max. 2 meter<br />

handhaven.<br />

5198


2/8<br />

~atwijk<br />

Concept Verslof} RO/VEI overleg<br />

17 april <strong>2008</strong><br />

Trappenberglaan , achter nr. 49 te Rijnsburg. Het plaatsen van een warmteopslag tank.<br />

Bestemmingsplan Buitengebied 1970. Art. 19, lid 2. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens<br />

wordt niet gehaald. Verleende vergunning voor kas wordt gewijzigd. Voor het gebied geldt een<br />

voorbereidings besluit.<br />

Check bij Lisette voor structuurplan Trappenberg-Kloosterschuur.<br />

Boslaan te Rijnsburg. Het plaatsen van een bouwkeet. Bestemmingsplan Centrum. Art. 17.<br />

Geen bouwkeet toegestaan op de gekozen locatie.<br />

Gezien de tijdelijkheid vanuit Stedenbouw geen probleem.<br />

Brouwerstraat 138 te Rijnsburg. Het plaaten van een reclamebord aan de zijgevel van het<br />

pand Brouwerstraat 138. Bestemmingsplan De Hom. Bestemming Wonen W. Het reclamebord<br />

is hiermee in strijd. In het besluit tot weigering van de bouwvergunning is abusievelijk getoetst<br />

aan het bestemmingsplan Centrum II. Onderbouwing is nodig nu op een bezwaarschrift moet<br />

worden beslist.<br />

Geen relatie met de bestemming wonen, stedenbouw niet akkoord. Het bord verstoort de<br />

karakteristiek van het bebouwingslint als onderdeel van het lintstructuur van de gemeente<br />

<strong>Katwijk</strong>. Het zomaar aanbrengen van grotere reclameborden langs bouwlinten veroorzaakt<br />

verrommeling van het straatbeeld.<br />

Paul Krugerstraat 13 en 15. Bestemmingsplan <strong>Katwijk</strong> aan Zee. Het optrekken van het<br />

dak. Artikel 19 lid 3.<br />

Sb kan zich vinden in het advies van Welstand. Plannen kunnen worden afgehandeld.<br />

Bouwplannen ingekomen bij PUZA<br />

Andreasplein 11Boulevard 108. Het maken van een balkon buiten de voorgevelrooilijn en<br />

het vergroten van de bestaande garage aan de achterzijde van de woning.<br />

Terugbrengen naar afmeting gesteld in vigerend bestemmingsplan, dan geen probleem anders<br />

wachten op het beeldkwaliteitplan.<br />

Sandtlaan te Rijnsburg, Het plaatsen van een erfafscheiding bij de begraafplaats. Bp<br />

Kleipetten 2002. Artikel 19 lid 3. De erfafscheiding voldoet niet aan de hoogtemaat.<br />

De erfafscheiding sluit aan bij de bestaande erfafscheiding, herhaling. Het is wenselijk aan te<br />

sluiten bij de bestaande efrafscheiding.<br />

Handhaving<br />

Kanaalpad NO te Rijnsburg. Het plaatsen van een kantoorkeet. De plaatsing van de keet is<br />

bouwvergunningplichting. Op verzoek van RO is nogmaals gecontroleerd. Geconstateerd is dat<br />

de keet wordt gebruikt voor kantoordoeleinden. De keten zullen tijdelijk (3 jaar) op locatie<br />

aanwezig zijn. Er heeft een vrijstelling van het gebruik plaatsgevonden. De keten zijn<br />

gedeeltelijk geplaatst op de bestemming groenvoorzieningen.<br />

Keten worden in overeenstemming met de verleende vrijstelling van het gebruik gebruikt. Zie<br />

2007-003954.<br />

Collegiantenstraat 127 te Rijnsburg. In het pand wonen verschillende personen met een<br />

afzonderlijke huishouding. Er is sprake van een strijdig gebruik. De woning wordt<br />

verhuurd en is gesplitst. Verwezen is naar de eerdere adviezen terzake van Collegiantenstraat<br />

125 en Tramstraat. De situatie is tussen genoemde adressen niet gelijk. In de panden aan de


~atwijk<br />

3/8 Concept Verslag RO/VEI overleg<br />

17 april <strong>2008</strong><br />

Collegiantenstraat 125 en Tramstraat worden in het geheel verhuurd aan buitenlandse<br />

werknemers. Het pand aan de Collegiantenstraat 127 wordt op de l' en 2' verdieping aan drie<br />

personen (Engelsen) verhuurd. Deze mensen delen keuken/badkamer. Op de benedenverdieping<br />

woont sinds 2005 zelfstandig I persoon met een eigen huishouding. Tussen de<br />

benedenverdieping en de l' etage is geen verbinding. De woning is dus gesplitst. In het<br />

bestemmingsplan is in art. 10, lid 13 de bevoegdheid tot splitsing onder voorwaarden<br />

opgenomen. Kan aan het verschil tussen de zaken in het advies nog nader aandacht worden<br />

besteed.<br />

Ligt bij Stefan, hij past dit aan.<br />

Tussen Kerkstraat 30 en 32 boven het Commandeurspad. Boven het pad is een pergola<br />

geplaatst. Het pand Kerkstraat 30 is een rm. <strong>Gemeente</strong> is eigenaar van het Commandeurspad,<br />

heeft geen toestemming gegeven voor het plaatsen van het bouwwerk. Het pad heeft bestemming<br />

Verkeersdoeleinden, bouwwerk is niet ten dienste van deze bestemming.<br />

Niet wenselijk, gesuggereerd wordt dat het een privégebied is, terwijl het een openbaar gebied is<br />

met een langzaam verkeer route.<br />

Vooroverleg<br />

E.A. Borgerstraat 22 te <strong>Katwijk</strong>. Uitbreiding van de woning.<br />

Bestemmingsplan <strong>Katwijk</strong> aan Zee. De uitbreiding van de woning over de volle hoogte past niet<br />

binnen het bouwvlak.<br />

Stedenbouw niet akkoord, tast het volume van het bouwvolume aan waarbij gekozen is voor<br />

ritme van kort en lang dakvlak. Vergunningsvrije mogelijkheden zijn niet binnen gemeentelijke<br />

context te sturen.<br />

Rijnstraat 138 te <strong>Katwijk</strong>. Een bestaand volume, dat in een vergunningvrije situatie is<br />

gerealiseerd, legaliseren tot een aanbouw behorende bij de woning. Wat zijn de<br />

consequenties van het uitgebrachte advies?<br />

Erwin heeft een goed gefundeerd advies uitgebracht en licht dit toe. Advies blijft overeind en<br />

wordt toegevoegd onder stedenbouwkundige adviezen in dit verslag.<br />

Populieren laan 8 te <strong>Katwijk</strong>. Het realiseren van een garage en aanbouw bij een woning.<br />

Bestemmingsplan Koestal-Overduin. Verzoek is 27 juni in RONEI besproken. Mildred ging na<br />

of dit ontwerpplan past binnen het uitgevoerde stedenbouwkundig onderzoek. RO kon toen niet<br />

instemmen met het plan wegens strijdigheid met het bestaande beleid.<br />

Nagaan welke overschrijding het perceel op dit moment heeft. Het is niet vanzelftprekend dat je<br />

mag uitruilen, de norm is bepaald in het bestemmingsplan.<br />

Willy Sluiterstraat 2-12. Dichtbouwen erf ten behoeve van bedrijfsdoeleinden.<br />

Sb advies gevraagd aan Rudolf.<br />

Verzoeken ingekomen bij RO<br />

Duinpad 1. Het in gebruik nemen van de begane grond als kantoor, danwel dienstverlening<br />

of winkel. Bestemmingsplan "<strong>Katwijk</strong> aan Zee 2004" met bestemming 'woondoeleinden'.<br />

Geen wenselijke ontwikkeling om winkels of andere bedrijvigheid in woonstraten toe te staan, de<br />

Zuidstraat is de plek om bedrijvigheid te vestigen en niet het Duinpad.


Bericht pagina 1 van 1 6.<br />

Liesbeth de Jongh<br />

Van: Rianne van Hilten<br />

Verzonden: dinsdag 17 juni <strong>2008</strong> 9:02<br />

Aan: Liesbeth de Jongh<br />

Onderwerp: RE: pergola:Kerkstraat 30-32<br />

Hallo Liesbeth,<br />

Het klopt dat het pand Kerkstraat 30 een rijksmonument is, het monumentnummer is 23523.<br />

Voor het aanbrengen van een pergola aan een rijksmonument is wel een monumentenvergunning nodig, je<br />

pleegt immers een wijziging aan het monument (bevestiging, aanblik).<br />

De gemeente is vergunningverlenende instantie en deze kan er voor kiezen om geen vergunning aan te laten<br />

vragen, maar dan moet dit zeer goed gemotiveerd worden om precedentwerking te voorkomen (straks bouwt<br />

iedereen maar wat aan zijn rijksmonument).<br />

succes ermee,<br />

groeten van Rianne<br />

28-7-<strong>2008</strong><br />

-----Oorspronkelijk bericht-----<br />

Van: Liesbeth de Jongh<br />

Verzonden: maandag 16 juni <strong>2008</strong> 9:02<br />

Aan: Rianne van Hilten<br />

Onderwerp: pergola:Kerkstraat 30-32<br />

Beste Rianne,<br />

Even wat vragen ter bevestiging aan jou over bovengenoemde pergola; ik ben namelijk als<br />

handhavingsjurist betrokken bij de zaak en moet een advies aan het college schrijven. De antwoorden<br />

zal ik meenemen in het advies.<br />

- Klopt het dat het pand Kerkstraat 30 een rijksmonument is?<br />

- Is voor het aanbrengen van de pergola aan het rijksmonument inderdaad geen<br />

monumentenvergunning nodig?<br />

Alvast bedankt voor je reactie en groeten van<br />

Liesbeth de Jongh


COMMISSIE WELSTANDSTOEZICHT<br />

KATWIJK<br />

Definitief<br />

Verslag van de vergadering van de Welstands-/Monumentencommissie<br />

d.d. 22 juli <strong>2008</strong>.<br />

Aanvang 08.30uur, kamer A1.22<br />

Aanwezig zijn de heren: .<br />

- Ir. H.C.A. de Kat, lid (monumenten).<br />

- A.J. Hartevelt, burgerlid.<br />

- W. Vooijs, plaatsvervangend secretaris.<br />

Afwezig zijn de heren:<br />

- N.P. van den Bergavb bna, voorzitter.<br />

- ing. H. Hartevelt, secretaris.<br />

01 09:00 uur<br />

Af sera ken:<br />

mw. M. Vonk (Onderwater), Rb. Informeel Gereserv. 1 uur<br />

mw. H. Veltmeijer (cern. Kw.)<br />

02 10:00 uur Stedenbouwkundiae Kw. Informeel Gereserv. Yz uur<br />

15 10:30 uur dhr. Visser Kw. Andreasplein 1 Gereserv. Yz uur<br />

16 11:00 uur dhr. of mw. De Bleeker Kw. Sluiswea 10 Gereserv. Yz uur<br />

03 12:30 uur dhr. A. Hartevelt Kw. Informeel Gereserv. Yz uur<br />

Monumenten:<br />

Punt 5, 12, 16, 18 en 20 betreft een monument (idem 4 en 5 infonmeel).<br />

1. Rb. Spinozalaan, lokatie 100 en 300 flat.<br />

Betreft het plaatsen van een horecavestiging en dierenverblijf.<br />

Opdrachtgever: <strong>Gemeente</strong> <strong>Katwijk</strong><br />

Ontwerp : Stol Architecten<br />

Aanhouden.<br />

De commissie heeft vragen over een aantal onderdelen van het ontwerp, t.w.:<br />

- de geringe doorsteek ten opzichte van de gevel van de gelamineerde ligger;<br />

- de gesegmenteerde, niet rond gemetselde gevel aan de zijde van De Vliet;<br />

- de uitvoering van de staldeuren met ramen;<br />

- de aansluiting van de wand van de vuilcontainers op het hoger gelegen dak.<br />

Het hekwerk op as-7 doet afbreuk aan de sterke "ronde" vorm en wordt als zeer hinderlijk ervaren.<br />

De commissie vraagt de materialen te bemonsteren en nodigt de architect uit voor een collegiaal<br />

overleg.<br />

Suggestie: De gelamineerde liggers herkenbaarder door laten steken, de kritische oplegging op<br />

de halfsteens muur overtuigend vormgeven. De ramen in de staldeuren laten vervallen of zodanig<br />

vormgeven dat deze een duidelijk onderdeel van de deur zijn en niet als een apart venster boven<br />

een halve deur gedetailleerd worden.<br />

- WELS08 (<strong>2008</strong>-07-22) definitief<br />

Blad 1<br />

(R)


2. Vb. Het Buitenwater 67 Ct Duyfrak kavel 9a-2)<br />

Betreft nieuwbouw woning. particuliere opdrachtgever in ontwikkelingsgebied.<br />

(Zie informeel verslag d.d. 5 februari <strong>2008</strong>. nr. 4)<br />

Opdrachtgever: M. Holkers<br />

Supervisor : Inbo Amsterdam (coördinatie)<br />

Ontwerp : Ir M.G.J.B. Perik<br />

Aanhouden.<br />

De detaillering van de kozijnen met ramen in het metselwerk (detail 04) komt niet overeen met het<br />

ranke aanzicht van die kozijnen in de geveltekening. De commissie heeft vragen over de<br />

detaillering van de h.w.a. in de zijgevel en vraagt om meer informatie hierover.<br />

De commissie vraagt het metselwerk en voegwerk (kleur + diepte) te bemonsteren, zo ook van de<br />

vezelcementplaat van de erker. Hiervan dienen ook de naden op tekening te worden aangegeven.<br />

De tekst voorgevel en achtergevel zijn verwisseld op tekening.<br />

Suggestie: n.v.1.<br />

3. Rb. Rijnsburgerweg 88<br />

Betreft het wijzigen van de gevel en de indeling.<br />

Opdrachtgever: S.A.A. Mulder<br />

Ontwerp : Stol Architecten<br />

Akkoord.<br />

Suggestie: n.v.1.<br />

4. Kw. 't Sandt (Baron van Wijkersloothstraal. Rhijnluststraat en Zeewoldtstraatl<br />

Betreft ontwerp vervangende nieuwbouw van drie flatgebouwen.<br />

Opdrachtgever: Spirit wonen<br />

Ontwerp : HVE Architecten.<br />

Aanhouden.<br />

Het plan beantwoordt op hoofdlijnen aan de gedachte en besproken ontwikkelingen, een aantal<br />

gegevens zijn niet eenvoudig leesbaar vanaf de tekeningen (zoals de kopgevels).<br />

De commissie vraagt de materialen te bemonsteren en nodigt de architect uit aan de hand van de<br />

monsters een toelichting te geven op het plan.<br />

Suggestie: n.v.1.<br />

5. Kw. Zeeweg 144 (Riiksmonument) (R, M)<br />

Betreft groot onderhoud interieur en exterieur, wijzigen indeling en aanpassen/wijzigen installaties.<br />

Opdrachtgever: C.S.J. Caspers<br />

Ontwerp : Nebest Adviesgroep<br />

DIT AGENDAPUNT IS KOMEN TE VERVALLEN<br />

6. Kw. Willem de Zwijgerlaan 1A<br />

Vooroverleg: Betreft wijziging op een verleende bouwvergunning.<br />

Opdrachtgever: Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt<br />

Ontwerp : Schoonens Bouwkunde<br />

Niet akkoord.<br />

Het laten vervallen van de ramen is een wezenlijke verarming van de toch al sobere architectuur.<br />

Het aanbrengen van een dakkapel is typologisch ongewenst en een verstoring van het dakvlak.<br />

Suggestie: n.v.1.<br />

- WELS08 (<strong>2008</strong>-07-22) definitief<br />

Blad 2<br />

(R)<br />

(R)<br />

(R)<br />

(V)


15. Kw. Andreasplein 1<br />

Betreft het verbouwen van de woning.<br />

Zie verslag d.d. 24 juni <strong>2008</strong>. nr. 10l<br />

Opdrachtgever: H.J. Visser<br />

Ontwerp : Onbekend<br />

Dhr. Zwanenburg geeft een toelichting op het plan.<br />

(R, A)<br />

Aanhouden.<br />

De commissie verwijst naar de inhoud van het vorige verslag. De nieuw aangeleverde stukken<br />

tonen geen verbetering. De insteek is niet logisch t.o.v. de bestaande architectonische kwaliteit.<br />

De wijziging van de kopgevel aan het Andreasplein met grote kozijnen is een ernstige verstoring<br />

van evenwichtige architectuur in wederopbouwstijl.<br />

De gevel aan de Boulevardzijde bestaat uit drie delen. Een wijziging van het linker deel op de<br />

begane grond is denkbaar vanuit de functie van de achterliggende ruimte; de voordeur komt dan<br />

te vervallen. De wijziging van het rechter deel op de verdieping is ook denkbaar maar de wijziging<br />

van het rechterdeel onder het balkon is minder wenselijk en vanuit de plattegrond gezien zelfs<br />

onlogisch.<br />

De commissie adviseert studie te doen naar één dakkapel op het midden van achterdakvlak in<br />

plaats van drie.<br />

Suggestie: n.v.t.<br />

16. Kw. Sluisweg 10 (<strong>Gemeente</strong>lijk Monument)<br />

Betreft het voegen van de voorgevel en restauratie van een latei.<br />

(Zie verslag d.d. 15 april <strong>2008</strong>, nr. 09l<br />

Opdrachtgever: dhr. M.L.C. de Bleeker<br />

Ontwerp : Onbekend<br />

Dhr. De Bleeker geeft een toelichting op het plan.<br />

(M, A)<br />

Aanhouden.<br />

De voortgang van de aanvraag is niet voldoende. De heer Bleeker begrijpt niet waarom de<br />

gemeente niet tot een eenduidig voorstel kan komen. De rol van de gemeente en de<br />

onafhankelijke adviesfunctie van de welstands- en monumentencommissie komen ter sprake.<br />

De plan beoordeling wordt aangehouden omdat de bespreking tijdens de vergadering niet tot een<br />

werkbare oplossing leidt.<br />

Suggestie: Om tot een oplossing te komen stelt het monumentenlid van de commissie voor om<br />

samen, met ambtelijke ondersteuning, ter plaatse te gaan kijken. De afspraak wordt gemaakt dat<br />

dhr. De Bleeker voor die datum de aannemer (Werkers Bouw) uitnodigt<br />

Het bezoek ter plaatse staat gepland voor dinsdag 19 augustus om 13:30 uur.<br />

17. Kw. Badstraat 32<br />

Vooroverleg: betreft het creêren van een nieuw café.<br />

Opdrachtgever: Gebr. Lindeboom<br />

Ontwerp : Onbekend<br />

(A, V)<br />

Aanhouden.<br />

Volgens de commissie kan de entree aanzienlijk mooier en passender bij de omgeving ontworpen<br />

worden. Een invulling met gedeeltelijk metselwerk is niet wenselijk. De commissie adviseert<br />

hiervoor in de plaats een totale puiconstructie met ondoorzichtig glas of matte plaat met reclame.<br />

De deuren uitvoeren zonder tussendorpel of paneel met facetkanten.<br />

Suggestie: een metaal plaat of ondoorzichtige glasplaat in plaats van het voorgestelde metselwerk<br />

en het rolluik te verwijderen.<br />

- WELS08 (<strong>2008</strong>-07-22) definitief<br />

Blad 5


1 Kw. Kerkstraat 30 (Rijksmonument)<br />

Handhavingszaak: Betreft het plaatsen van een pergola tussen nr. 30 en 32.<br />

Opdrachtgever: dhr. J.P. Bekker<br />

Ontwerp : dhr. J.P. Bekker<br />

(H, A, M)<br />

Niet akkoord.<br />

De welstandscommissie staat negatief tegenover overbouwing van de openbare weg in het<br />

aandachtsgebied van de historische kern, dit is niet gewenst.<br />

De monumentencommissie staat eveneens negatief tegenover de pergola op deze plaats.<br />

De pergola is een wezensvreemd element t.o.v. het rijksmonument met risico van schade aan de<br />

bouwmuur door begroeiing.<br />

Suggestie: n.v.t.<br />

19. Rb. Narcissenstraat 3<br />

Betreft het plaatsen van een dakopbouw op de woning.<br />

Opdrachtgever: dhr. J. Heemskerk<br />

Ontwerp : BJK dakkapellen<br />

Akkoord mits:<br />

de schoorstenen gehandhaafd blijven en verhoogd worden.<br />

Suggestie: de kozijnen en zijwangen van het dakkapel in een andere tint worden uitgevoerd,<br />

bijvoorbeeld RAL 7035 (Lichtgrau) of RAL 9018 (Papyrusweil1).<br />

20. Kw. Rijnstraat 47 (<strong>Gemeente</strong>lijk monument)<br />

Betreft het wijzigen van de ramen in de dakkapellen.<br />

Opdrachtgever: dhr. Van der Niet<br />

Ontwerp : Architektenbureau Ir. Joop Siera<br />

Akkoord.<br />

Suggestie: n.v.t.<br />

(R)<br />

(A, M)<br />

21. Kw. Rijnstraat 46-48 (R, A)<br />

Betreft het aanbrengen van reclameletters op de voor- en zijgevel van het pand.<br />

Opdrachtgever: Cannoo & Redegeld<br />

Ontwerp : Onbekend<br />

Niet akkoord.<br />

Volgens de welstandsnota is reclame aan de zijkant van het pand niet toegestaan.<br />

De reclame boven de voordeur is akkoord.<br />

Suggestie: de naam en het huisnummer naast de voordeur traditioneel uit te voeren.<br />

- WELS08 (<strong>2008</strong>-07-22) definitief<br />

Blad 6


Verklaring afkortingen.<br />

Kw. = <strong>Katwijk</strong><br />

Rb. = Rijnsburg<br />

Vb. = Valkenburg<br />

R = Reguliere bouwaanvraag<br />

L = Lichte bouwaanvraag<br />

APV = Reclame vergunning<br />

V = Vergunningsvrij<br />

M = Monument<br />

A = Aandachtsgebied<br />

K = Karakteristieke panden<br />

Bouwvergunningen afgedaan bij mandaat (art 9.7 lid 4 Bouwverordening) zie separate lijst.<br />

- WELS08 (<strong>2008</strong>-07-22) definitief<br />

Blad 7


Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 174 pagina 1 van 1 ~.<br />

(Tekst geldend op: 28-07-<strong>2008</strong>)<br />

Artikel 174<br />

1. De bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag<br />

stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt,<br />

aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar<br />

op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend.<br />

2. Bij erfpacht rust de aansprakelijkheid op de bezitter van het erfpachtsrecht. Bij openbare wegen rust zij op het<br />

overheidslichaam dat moet zorgen dat de weg in goede staat verkeert, bij kabels en leidingen op de kabel- en<br />

leidingbeheerder, behalve voor zover de kabel of leiding zich bevindt in een gebouw of werk en strekt tot toevoer of<br />

afvoer ten behoeve van dat gebouw of werk.<br />

3. Bij ondergrondse werken rust de aansprakelijkheid op degene die op het moment van het bekend worden van de<br />

schade het werk in de uitoefening van zijn bedrijf gebruikt. Indien na het bekend worden van de schade een ander<br />

gebruiker wordt, blijft de aansprakelijkheid rusten op degene die ten tijde van dit bekend worden gebruiker was.<br />

Indien de schade is bekend geworden na beëindiging van het gebruik van het ondergrondse werk, rust de<br />

aansprakelijkheid op degene die de laatste gebruiker was.<br />

4. Onder opstal in dit artikel worden verstaan gebouwen en werken, die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij<br />

rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.<br />

5. Degene die in de openbare registers als eigenaar van de opstal of van de grond staat ingeschreven, wordt<br />

vermoed de bezitter van de opstal te zijn.<br />

6. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder openbare weg mede begrepen het weglichaam, alsmede de<br />

weguitrusting.<br />

http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/sessioned/jobprocessorprint1session=0133961721737... 28-7-<strong>2008</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!