Cataloog UFS Ondervloersystemen - OBO Bettermann

Algemene
ontwerphulp
Soorten vloeronderhoud
Juiste keuze van de inbouweenheden
Onderdeel van de OBO-ondervloersystemen
zijn de verschillende
inbouweenheden, die voor
de montage van apparatuur (contactdozen
enz.) zijn bedoeld. Een
beslissend criterium voor de keuze
van de juiste inbouweenheid is het
soort vloerbekleding. Hier wordt
onderscheid gemaakt naar het
soort onderhoud, want de inbouweenheid
moet - bijvoorbeeld bij de
constructie van de afdichting tegen
binnendringend vocht - op
de geplande reinigingsmethode
(droog, vochtig of nat) zijn afgestemd.
De indeling in de onderhoudscategorieën
is in de norm
DIN EN 50085 geregeld.
Droog onderhoud
Aan het criterium "droog onderhoud"
voldoen vloerbekledingen
van textiel die regelmatig door
stofzuigen ("droog") worden gereinigd.
De norm spreekt hier van
vloeistofloze of vloeistofarme reini-
8 OBO UFS
gingsmethoden en definieert bovendien,
dat bij toepassing van reinigingsoplossingen
de hoeveelheid
daarvan zo gering moet zijn
dat er geen plasvorming of doorvochtiging
van de vloerbekleding
ontstaat.
Vochtig onderhoud
Aan het criterium vochtig onderhoud
voldoen gladde vloerbekledingen
zoals b.v. linoleum, PVC,
dichte houten vloeren, gepolijste
stenen vloeren enz Het gebouwreinigingsvoorschrift
definieert dit
type onderhoud als stofbindend
dweilen met nevelvochtig of geprepareerd
reinigingstextiel. Een meer
nauwkeurige beschrijving van de
reinigingsmethoden vindt u in het
handboek voor gebouwreiniging.
08 UFS_Katalog_2010_Neuer_Stand / nl / 12/10/2011 (LLExport_01088)