Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2 Hoofdstuk 1: Inleiding<br />
er hier niet gekeken naar het beeldvormend element maar naar een projectie<br />
ervan.<br />
Projectiesystemen kan men opdelen in twee grote groepen, namelijk de<br />
klassieke en de elektronische projectoren. Bij een klassieke projector is het<br />
beeldvormend element iets tastbaar (een vast element) zoals een negatief van<br />
een foto, transparanten, filmpellicules, etc. De informatie op deze media kan<br />
niet eenvoudig gewijzigd worden en bij nieuwe informatie dient de<br />
informatiedrager vervangen te worden. Voorbeelden van klassieke<br />
projectoren zijn o.a. diaprojectoren, overheadprojectoren, klassieke<br />
cinemaprojectoren die werken met fotografische filmpellicucles, etc. Een<br />
belangrijk nadeel van deze projectoren is de onmogelijkheid van liveuitzendingen<br />
en het feit dat de filmpellicule fysiek dient aanwezig te zijn.<br />
Voor bioscooptoepassingen is het bovendien erg duur om de vele kopieën<br />
van een film te maken die nodig zijn voor de verspreiding ervan, om nog niet<br />
te spreken over de vervoerskosten, en er zal onvermijdelijk verlies aan<br />
kwaliteit optreden door het maken van verschillende generaties kopieën.<br />
Bovendien lijdt de pellicule onder het veelvuldig projecteren (krassen,<br />
verkleuringen), waardoor de beeldkwaliteit geleidelijk aan nog verder<br />
afneemt.<br />
Elektronische projectoren zijn systemen waarbij geen afdruk van de<br />
beeldinformatie vereist is en men rechtsreeks kan werken met de<br />
elektronische beeldinformatie. Dit maakt het o.a. ook mogelijk om liveuitzendingen<br />
te vertonen. De draagbaarheid en de reproduceerbaarheid van<br />
de beeldinformatie zal vergemakkelijkt worden en de beeldkwaliteit zal bij<br />
herhaaldelijk gebruik niet degraderen. Voorbeelden hiervan zijn digitale<br />
cinemaprojectoren, beamers, retroprojectie-tv’s (RPTV), head-up-displays<br />
etc. Elektronische projectiesystemen kan men classificeren in twee groepen;<br />
deze die gebaseerd zijn op een emissieve technologie en deze die gebaseerd<br />
zijn op een modulatietechnologie.<br />
Voorbeelden van emissieve systemen zijn CRT’s (kathodeluminescentie) [1]<br />
en laser-CRT’s [2]. Het allereerste elektronische projectiesysteem, rond<br />
1930, was een CRT-projector (zie figuur 1.1). De kathodestraalbuis scant,<br />
zoals in een klassieke televisie, serieel het beeld af. Het licht van de CRT<br />
wordt gecollecteerd door een sferische spiegel en wordt op een scherm<br />
geprojecteerd door een asferische correctielens.