HUMORISTISCH WEEKBLAD VAN VOORUIT
HUMORISTISCH WEEKBLAD VAN VOORUIT
HUMORISTISCH WEEKBLAD VAN VOORUIT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>HUMORISTISCH</strong><br />
<strong>WEEKBLAD</strong><br />
<strong>VAN</strong> <strong>VOORUIT</strong><br />
0,50 FR. PER NUMMER<br />
Abonnement 1 jaar fr. 25.00<br />
Abonnement 6 maanden fr. 12.50<br />
Abonnement 3 maanden fr. 6.25<br />
Postcheck « Het Licht » nr. 56733<br />
•REDAKTIE i<br />
64, St. Pietersnieuwstraat<br />
Gent — Teleifoon 157.40<br />
Verschijnt den DONDERDAG<br />
VIERDE JAARGANG<br />
DE ALKOHOL, DE REDDING <strong>VAN</strong> 'T LAND<br />
NUMMER 5 — 31 MEI 1934<br />
. Wijveke. ge moet niet kwaad zijn, want 'k heb de financiën van 't land<br />
een dienst bewezen
2 .KOEKOEK<br />
'HET LAATSTE NIEUWS.<br />
BESCHIMPT HANS EN HIEL<br />
Wij hébben de viering Hans<br />
faten voorbijgaan zonder te wij-<br />
Een op de onwelvoeglijkheid van<br />
«Het Laatste Nieuws». Maar het<br />
blad herbegint nu met Emmanuel<br />
Hiel en wij zullen milledju niet<br />
langer onze Vlaamsche glories laten<br />
beschimpen!<br />
De man, die Hiel dezen smaad<br />
toebrengt, heeft dezelfde methode<br />
gebruikt als bij Hans. In de plaats<br />
van kordaat te zeggen: Hiel is een<br />
genie — ofwel — Hiel is een rotdichter,<br />
tracht de kriticus tusschen<br />
twee waterkes te zwemmen.<br />
En hij zegt in beschaamde woorden<br />
ongeveer wat volgt: «Hiel<br />
wordt door ons niet als een man<br />
van tel beschouwd. Maar 't zou wel<br />
eens kunnen gebeuren, dat er binnen<br />
vijftig jaar nog menschen gevonden<br />
worden, die zijn boeken<br />
bezitten...<br />
Voor Hans was het ongeveer: Die<br />
goeie Hans is eigenlijk een schrijver<br />
voor menschen, die niets anders<br />
kunnen lezen. Maar allee, ge<br />
kunt met weten of die literatuur<br />
binnen 1723 jaar misschien niet als<br />
geniaal zal beschouwd worden.<br />
* • *<br />
Dat wij niet overdrijven blijkt<br />
Uit volgende regelen over Hiel, uit<br />
«Het Laatste Nieuws» geknipt:<br />
Wij kunnen het ons voorstellen,<br />
dat van Hiel een schoone<br />
reeks liederen nog over vijftig<br />
of honderd jaar door ons volk<br />
met eer wordt omgeven. Wat<br />
weten wij van de toekomst,<br />
van de evolutie van gevoel en<br />
van smaak?<br />
En juist daarboven heeft de kriticus<br />
deze infame woorden geschreven:<br />
«Er zijn al vele jaren voorbij-<br />
Hij die geen schaamte<br />
kent...<br />
OF DE VERLOREN ZOON...<br />
Er is bij de Kamer een wetsontwerp<br />
ter bespreking op het wijzigen<br />
van de wet op de spelen.<br />
Het verslag is opgemaakt door..<br />
Men schaamt zich bijna het te<br />
zeggen. Men vraagt zich af of het<br />
een lolleken is van zijn kollega's.<br />
Het verslag is opgemaakt door..<br />
Zut alors! zegt de Franschman.<br />
Door Marquet.<br />
En in dit verslag, van niemand<br />
anders dan Marquet, leest men:<br />
«Het ligt voor de hand dat het<br />
Uitbuiten van spelen van allen<br />
aard, zooals dit thans gebeurt,<br />
moet gewijzigd worden. Men mag<br />
het bestaan niet toelaten van sommige<br />
speelhuizen, welke vaak op<br />
heimelijke en soms onbeschaamde<br />
Wijze uitgebuit worden».<br />
Zeker, zeker, de verloren zoon<br />
mag terugkeeren. Maar hij zou<br />
toch niet zoo schaamteloos op de<br />
schurftige schaden mogen schel<br />
den.<br />
Kamerleden werpen<br />
strooibriefjes naar<br />
de openbare tribunes<br />
De vorige week is de Kamer het<br />
tooneel geweest van een ongewone<br />
betooging. Op zeker oogenblik waren<br />
de meeste Kamerleden naar<br />
do koffiekamer verhuisd, en het<br />
publiek op de tribunes was ingeslapen.<br />
Inderdaad, minister Pierlot<br />
hield een grondige uiteenzetting<br />
over de opcentiemen die men<br />
zou kunnen hebben op de haren,<br />
die nog aan de varkenspootjes vast<br />
blijven zitten, nadat zij gekookt<br />
zijn. De heer Pierlot was juist aan<br />
het uitleggen hoe de Babyloniërs<br />
de varkenspootjes voorbereidden,<br />
toen men de heeren Fieullien en<br />
Delille handsvollen strooibriefjes<br />
zag gooien naar de openbare tribune,<br />
waar de toehoorders laffelijk<br />
Wakker geschrikt werden.<br />
Op die strooibriefjes stond eenvoudig<br />
te lezen:<br />
«Gebruikt uw tijd beter:<br />
LEEST KOEKOEK».<br />
Fieullien en Delille zullen vervolgd<br />
worden wegens aansporing<br />
tot "n-taiftVtifc<br />
gegaan sedert de gestuikte,<br />
vierkante gestalte van den<br />
volksdichter — laat ons liever<br />
zeggen van den volkszanger.<br />
— Want zingen was het éérste<br />
en het laatste werk van Hiel.<br />
Hij dichtte niet, hij zong».<br />
Hij dichtte niet. Hij zong. Gelijk<br />
een kanarievogel. Het is waar dat<br />
daarop volgt:<br />
«Zijn verzen zijn meer dan<br />
poëzie. Zij zijn wat zonneschijn...»<br />
Da's tenminste taal die in Koekoek<br />
past.<br />
«Die kritikus is meer dan een<br />
kritikus. Hij is een mossel!»<br />
Ofwel: «Die zatlap is meer dan<br />
een mathematikus: hij is een koetsier».<br />
Of gelijk in de Berlitz-methode:<br />
— Hebt gij een potlood?<br />
— Ja, mijn vader heeft een bolhoed.<br />
LEGE ROE FENINGEN<br />
Min. Devèze heeft ze<br />
glansrijk doorstaan<br />
In het kamp van Beverloo zijn<br />
verleden week legeroef eningen gehouden,<br />
die met groote belangstelling<br />
werden te gemoet gezien,<br />
wegens het aanzienlijk aandeel,<br />
dat de h. Devèze, minister van<br />
Landsverdediging er zou in hebben.<br />
Weken van te voren immers hadden<br />
de wandelaars van Ter Kamerenbosch<br />
den minister daar dagelijks<br />
zien oefenen in het paard rijden,<br />
zonder te vermoeden wat er<br />
op handen was. Het is minister<br />
Devèze niet, die zich door de officieren<br />
van den legerstaf een blaas<br />
in den nek zal laten slaan. Als er<br />
iets te doen is, wil hij er bij zijn<br />
om zich zienderoogen rekenschap<br />
te geven. Hij wil op alles voorbereid<br />
zijn en in alles zijn kompetentie<br />
bewijzen. Als 't oorlog is kunt<br />
Parlemenfa i re snippers<br />
Donderdag groote beroering in<br />
parlementaire kringen. Minister<br />
Devèze die te Beverloo bezig was<br />
zich als een ruiter te paard te<br />
laten fotografeeren, ontving een<br />
telegram in den voormiddag, snokte<br />
zijn paard om en snelde te viervoete<br />
terug naar het kamp en<br />
vandaar per auto naar Brussel.<br />
Is 't waar dat de regeering gaat<br />
omvergeworpen worden, vroeg hij<br />
aan den eersten volksvertegenwoordiger,<br />
dien hij ontmoette.<br />
Men antwoordde hem, dat een<br />
aantal christenen tegen de regeering<br />
zouden stemmen in zake de<br />
nieuwe verdeeling van het kontingent.<br />
Onmiddellijk werden een reeks<br />
lokvogels uitgezonden om de weerspannigen<br />
terug in de kooi te krijgen.<br />
De h. Van Cauwelaert duwde<br />
ze één voor één in een hoekje en<br />
kittelde met den punt van zijn<br />
haard onder hun kin.<br />
— Moest ik daarvoor minister<br />
worden, zuchtte hij, om zoo behandeld<br />
te worden?<br />
De h. Van Isacker, die maar al<br />
te goed wist, dat het allemaal de<br />
schuld was van zijn eigen omzendbrieven<br />
tegen de werkloozen, zei<br />
niets, maar zette een ongelukkig<br />
gezicht.<br />
De h. Hendrik Heyman, die zich<br />
herinnerde hoe diep ongelukkig<br />
men zich voelt, als minister, telkens<br />
een regeeringskrisis dreigt,<br />
vergat het leed, hem aangedaan,<br />
en ging als een Pieter J<br />
? Kluizemaar<br />
de eendracht prediken. De h.<br />
de Broqueville pakte een paar mannen<br />
onder den arm, Devèze ging<br />
naast de Westvlaamsche fideelkens<br />
zitten en oefende zich in de<br />
Vlaamsche welsprekendheid.<br />
De uitslag was, dat een aantal<br />
christenen zich lieten overhalen.<br />
— Waarom zou ik tegenstem<br />
De gedroomde vrouw<br />
HIJ. — Waarom zijt ge zoo stil<br />
juffrouw Emilie? Ge hebt al een<br />
kwartier lang niets gezegd.<br />
ZIJ. — Och! Ik spreek alleen<br />
dan, als ik werkelijk wat te zeggen<br />
heb.<br />
HIJ. — Prachtig! Wilt ge dan<br />
mijn vrouw worden?<br />
Het moderne meisje<br />
— Ik vind het toch niet eerlijk<br />
om naar de bioscoop te gaan met<br />
een jongen, dien ge niet aardig<br />
vindt, zei een ernstig bakvischje<br />
verontwaardigd tegen haar<br />
vriendin.<br />
— Wel, waarom niet, antwoordde<br />
deze. Ik hou van de film en hij<br />
van mijn gezelschap!<br />
men? vroeg Vergels zich ten slotte<br />
af, 't is toch nog mijn beurt niet<br />
om minister te worden.<br />
René De Bruyne gaf ook toe op<br />
den duur: — Om Anseele te kullen,<br />
zei hij.<br />
En M. Dhavé bekende dat hij in<br />
de Meimaand niemand kwaad kon<br />
doen, nadat de Broqueville gedurende<br />
een kwartier in zijn oor had<br />
gezongen van Dhavé, Dhavé, Dhavé<br />
Maria en van te Lourdes op de<br />
bergen.<br />
Ondertusschen was men al vlug<br />
aan het tellen gegaan om te zien<br />
hoeveel leden van de oppositie afwezig<br />
waren en hoeveel van de<br />
meerderheid.<br />
Het bleek ten slotte, dat een half<br />
dozijn christen-demokraten konden<br />
moedig zijn op gansch gevaarlooze<br />
wijze.<br />
De b. Robert De Man verkoos<br />
nog een kleine voorzorg te nemen<br />
en beweerde gepaireerd te hebben<br />
met den h. Renkin, die sinds verleden<br />
j aar het parlement niet meer<br />
heeft bezocht en zich nog zooveel<br />
aantrekt van wat daar gebeurt als<br />
een liberaal van zijn princiepen.<br />
Maar als uitvlucht was het niet<br />
kwaad gevonden en de h. De Man<br />
Robert legt al vroeg een grooten<br />
aanleg aan den dag voor die parlementaire<br />
behendigheidjes, zoodat<br />
omtrent zijn politieke loopbaan<br />
de stoutste verwachtingen mogen<br />
gekoesterd worden. Op voorwaarde<br />
dat de h. De Man Robert van dat<br />
middel geen misbruik maakt. Want<br />
't zou wel eens kunnen gebeuren,<br />
dat de kiezers van het arrondissement<br />
Roeselare ook gaan paireeren<br />
met die van Renkin uit het<br />
arrondissement Brussel en maar<br />
liever ineens een konservatief<br />
naar het parlement sturen, die<br />
daar ronduit yoor zijn meening zou<br />
kunnen uitkomen.<br />
Waarom<br />
moest hij weenen !<br />
Twee Schotten, Pat en Tom,<br />
waren na een jarenlang verblijf in<br />
Amerika, op terugreis naar hun<br />
vaderland.<br />
De overtocht beloofde prachtig<br />
te zijn, gezien het mooie weder.<br />
Een paar dagen nadien echter<br />
stak er een geweldige storm op,<br />
die het schip lek sloeg. Pompen<br />
hielp nie*. De uitgezette reddingsbootjes<br />
sloegen om. Alles ging verzwolgen<br />
worden. Pat en Tom<br />
waren op de commandobrug geklauterd<br />
en volgden met aandacht<br />
het snelle zinken van de boot.<br />
Plots werd het Pat te machtig<br />
en barstte hij in tranen uit.<br />
Waarop Tom hem vroeg:<br />
— Wel, oude jongen, waarom<br />
weent ge? Die boot is toch van u<br />
niet?<br />
TE<br />
BEVERLOO<br />
ge nooit te hoog staan en 't is beter<br />
minister te zijn dan kapitein<br />
van de artillerie.<br />
De legeroefeningen zijn prachtig<br />
geslaagd en de minister heeft<br />
de proef glansrijk doorstaan. Een<br />
bijzondere berichtgever was aan<br />
zijn persoon gehecht. In geuren en<br />
kleuren heeft deze de prestaties<br />
van den minister weergegeven.<br />
Terwijl de piotten niets anders te<br />
doen hadden dan over en weer te<br />
exerceeren, plat op den buik te<br />
gaan liggen, in de houding te<br />
staan of nu en dan den looppas<br />
aan te nemen, heeft de minister<br />
met onverzwakte aandacht het uiteenpakken<br />
van de machinegeweren<br />
gevolgd, nagegaan hoe de officieren<br />
het vereischte aantal dagen<br />
pot uitdeelen, noodig om een goede<br />
tucht te waarborgen. Na aldus bewonderenswaardige<br />
blijken te hebben<br />
gegeven van krijgshaftigheid<br />
en uithoudingsvermogen, heeft de<br />
minister, het gansche legerkorps<br />
vóór zich laten defileeren. Zijn kapiteinsvesv<br />
van binst den oorlog<br />
en waarmede hij op de kinemaaktualiteiten<br />
zoo deerlijk de omgeving<br />
van den koning heeft oAtsierd,<br />
— had de minister thuis gelaten.<br />
H;j wr.s m een civiel rij pak<br />
van goeden snit en in zijn haar,<br />
omdat een bolhoed aan de antipoden<br />
ligt van alles wat militair<br />
is en de minister een Romeinsch<br />
figuur wilde slaan als hij te paard<br />
gezeten de legionen zag voorbijtrekken.<br />
Wie zijn foto heeft gezien<br />
in «Le Soir», weet dat hij daarin<br />
ten volle geslaagd is en al hebben<br />
een half dozijn kristen-dernokraten<br />
in de Kamer tegen zijn wetsontwerp<br />
op de militie gestemd, wij<br />
weten dat die foto in Duitschland<br />
haar indruk niet gemist heeft en<br />
dat Hitier aan de Rijksweer heeft<br />
gezegd: Verander uw plannen,<br />
langs den kant van België is er<br />
voor ons niets te doen.<br />
Onder roofdieren<br />
Op een avond komt Jan op de<br />
foor voorbij een cirkus. Plots<br />
krijgt :»ij een hoestbui (gc moet<br />
weten dat hij een erge valling<br />
had).<br />
Op dit barbaarsch geluid komt<br />
de cirkusdirekteur buitengerend<br />
en klampt onzen vriend aan.<br />
— Zijt gij het, die zoo geweldig<br />
hoest?<br />
— Wel natuurlijk, mijnheer!<br />
— Dan ben ik gered!! Ge wilt<br />
toch wel twintig frank verdienen<br />
vanavond?<br />
— Bij ja, maar 't is te zien wat<br />
ik er voor moet doen, want met<br />
zoo'n valling!<br />
— Ongelukkige, 't is juist met<br />
uw valling dat ge geld kunt verdienen.<br />
. — Hoedat mijnheer?<br />
— Wel, straks trekt ge een leeuwenvel<br />
aan, ge hoest zooals daar<br />
straks en... ge hebt uw twintig<br />
frank verdiend!<br />
Het hoeft zeker geen betoog dat<br />
Jan direkt aanneemt.<br />
Vóór de voorstelling steekt Jan<br />
zich in het leeuwenvel en hoest.<br />
r*3 directeur is dolblij. Men kan<br />
gerust Jan voor een echten leeuw<br />
aanzien.<br />
Op het oogenblik dat hij in de<br />
muit gelaten wordt, roept de directeur<br />
uit: «Dames en Heeren, nu<br />
volgt een geveöht tusschen een<br />
Afrikaanschen leeuw en een tijger<br />
der Bengalen!<br />
Tot zijn grooten schrik ziet onze<br />
Jan plots een grooten tijger, die<br />
in de kooi gedreven wordt.<br />
Denkend, dat zijn laatcts uur<br />
door middel van groote vorken<br />
geslagen is, heft Jan in zijn ontzetting<br />
een gebed aan : «Moeder<br />
Gods, bid voor ons, arme zondaars,<br />
nu en in het uur onzer dood...<br />
— Amen! fluistert de tijger.<br />
Verantwoordelijke uitgever : JORIS<br />
HAMERS, Gent. — Red. en Adm.<br />
St. Pietersnieuwstraat, 64, Gent.
KOEKOEK. 3<br />
Ezelarijen<br />
uit de pers<br />
Het nieuwste middel<br />
om de krisis<br />
op te lossen<br />
Daar zijn de diskoers van graaf<br />
de Broqueville en van de andere ministers<br />
om de krisis op te lossen,<br />
daar is ook de vermindering van<br />
het index-cijfer en het peuteren<br />
aan de loonen, maar totnogtoe<br />
heeft dat nog nie,t veel werkloozen<br />
aan den arbeid gezet.<br />
Er is echter een nieuw middel<br />
gevonden.<br />
In een strooibiljet, dat onder de<br />
bevolking van een kleine gemeente<br />
in Vlaanderen werd verspreid,<br />
lezen we:<br />
'n Tombola staat nog altijd<br />
boven de crisis, omdat iedereen<br />
zijn geluk wil beproeven.<br />
Haha! dat is een vondst! Ja,<br />
laten we driehonderd duizend tombola's<br />
inrichten en de krisis ligt<br />
op haren bult!<br />
En 't moet waar zijn, want op<br />
hetzelfde strooibiljet staat een<br />
verklaring van den pastoor, die<br />
zijn volle goedkeuring aan de tombola<br />
geeft!...<br />
De troonsbestijging<br />
van onzen nieuwen<br />
koning... in den<br />
• vreemde<br />
Gelijk ge weet, gaan overal in<br />
de wereld officieele zendingen aan<br />
de vorsten en presidenten melden,<br />
dat Koning Albert is verongelukt<br />
en dat zijn zoon, Leopold III, nu<br />
Koning is van Belgenland.<br />
Zoo is er ook een delegatie geweest<br />
naar Parijs, waar ze op het<br />
Elyseum werd ontvangen.<br />
President Lebrun heeft natuurlijk<br />
op de toespraak van den chef<br />
der Belgische delegatie' geantwoord;<br />
maar wat HET NIEUWS<br />
<strong>VAN</strong> DEN DAG zeggen wil met:<br />
UGx ANTWORD <strong>VAN</strong><br />
PRESIDENT qo,g-q<br />
begrijpen we niet goed.<br />
President qo,g-q? Daar zit iets<br />
achter.<br />
De liberalen zitten er<br />
voorloopig nog goed<br />
voor<br />
Gij, die denkt, dat de liberalen<br />
driekwart om zeep zijn, ge weet<br />
er niets van.<br />
En gij, die gelooft, dat ze eens<br />
de regeering van België in handen<br />
hadden, hebt gedroomd.<br />
Want HET HANDELSBLAD (katholiek<br />
a.u.b.) doet aan voorspellingen<br />
en schrijft:<br />
Over 50 jaar<br />
Het begin der ineenstorting<br />
van de liberale partij in België<br />
Dus: over 50 jaar, dit is binnen<br />
50 jaar, zullen de liberalen het begin<br />
van hun ineenstorting kennen.<br />
Ze hebben zij chance het zoo<br />
lang bij voorbaat te weten.<br />
Dat zijn kloppen !<br />
Gladius van de GAZET <strong>VAN</strong><br />
ANTWERPEN heeft 'ets formidabels<br />
ontdekt:<br />
Onlangs blikten mij twee<br />
prachtige kinderoogjes tegen,<br />
waaruit dikke tranen rolden.<br />
Het was een dier zonnekinderen<br />
die ik onlangs, met gevouwen<br />
handen, diep ingetogen<br />
als een engel, de trappen<br />
van het altaar had zien opgaan<br />
met het plechtig communiefeest.<br />
Hij was niet in de zondagmis^<br />
geweest, want het gezin<br />
ging op uitstap, en men wilde<br />
niet vroeger opstaan om hem<br />
de gelegenheid te geven een<br />
vroege mis te hooren.<br />
'k Zuchtte even en dacht:<br />
Hoelang zal die lieveling<br />
daar nog over weenen?<br />
Ja, hoelang? We hebben het ons<br />
ook afgevraagd! Misschien kan<br />
Gladius den jongen probeeren te<br />
paaien met een boekske crême-deglace...<br />
On peu toezoer probee..<br />
Berijmde schelmerijen (123}<br />
HET WAALSCH<br />
IN HET GERECHT !<br />
Men zocht vergeefs, de laatste jaren,<br />
Naar mannen, met een Waalsch gemoed,<br />
Die fier op hunne afkomst waren,<br />
Met zin voor 't Recht nog in hun bloed.<br />
Helaas, men kon er geene vinden,<br />
Die, buiten dan wat hol geklets,<br />
Zich ook tot daden konden binden ;<br />
Men vond slechts laksheid, flauw en flets,<br />
Totdat opeens twee Waalsche hanen,<br />
Bovesse en citoyen Mathieu,<br />
Bewandlen zouden nieuwe banen,<br />
En zeiden : « Sacré non de queu,<br />
Dat kan niet langer blijven duren,<br />
We zyn dat Vlaamsen gekonkel beu.<br />
Men wil ons in 't gerecht weer schuren,<br />
Ce n'est tout de même plus sérieux.<br />
Ah, ah, men wil dat Vlaamsche menschen.<br />
Voor Vlaamsche rechters komen. Wel,<br />
Men houdt den gek met onze wenschen<br />
En met de taal van Flup le Bel.<br />
Dat zullen wrj hun anders leeren<br />
En zullen dus op onze beurt<br />
Een wetsontwerpje deponeeren,<br />
Gelijk nog zelden is gebeurd. •»<br />
En ja, ze kwamen voor de pinnen :<br />
Ze eischten dat in 't Walenland<br />
Geen één procesje mocht beginnen<br />
Dan met een rechter, die galant<br />
Het Waalsch der streek zou kunnen spreken<br />
't Zij 't Waalsch van Namen of van Luik,<br />
Van Doornik, Nijvel of van streken,<br />
Als Frameries, het Waalsche puik.<br />
« Het Vlaamsch, zoo was hun redeneering,<br />
Is immers ook maar dialekt,<br />
Van moffentaal en bastardeering,<br />
Dat ziet g'aan woorden als « verreckt ! ><br />
Wanneer men dus voor idiomen<br />
Als dat, een eigen rechtspraak vraagt,<br />
Dan mogen wij te voorschijn komen<br />
Met wat ons Waalsche hart behaagt.<br />
Het Waalsch van Charleroi is even<br />
Zoo goed een wereldtaal als 't Vlaamsch.<br />
Het Vlaamsch zal vast zoo lang niet leven<br />
Als 't hoogverheven Luiksch of Naamsch. »<br />
Tk zeg : « Bravo, 't is goed gevonden,<br />
De Walen zyn genoeg getrapt ;<br />
Ze bloeden uit zoovele wonden<br />
En dienen waarlijk opgeknapt.<br />
Mocht dankbaarheid hun harte roeren,<br />
Dan staat er na een maand of zes<br />
In dorp en stad het beeld te loeren :<br />
« A nos zéros Mathieu. Bovesse ! »<br />
De begrooting in evenwicht<br />
Geen r a d i o - s p e e c he s meer<br />
De eerste- minister heeft gesproken<br />
vóór de radio; minister Lippens<br />
heeft gesproken vóór de<br />
radio; M. Jaspar heeft zijn woord<br />
gedaan in den mikrofoon. Men had<br />
een gansch programma opgemaakt<br />
van radiospeechen voor de verschillende<br />
ministers, die aldus geld konden<br />
verdienen in plaats van er te<br />
verteren.<br />
Maar de reeks der radiospeechen<br />
is plotseling onderbroken geworden.<br />
De h. Pierlot zag van zijn<br />
beurt af; de h. Sap volgde zijn voorbeeld.<br />
Moeten wij daaruit besluiten<br />
dat het evenwicht van de begrootmg<br />
verzekerd is en dat de ministers<br />
het niet noodig oordeelen nog<br />
meer geld te verdienen met het<br />
houden van radiospeechen?<br />
Er is door kwatongen uitgestrooid<br />
dat de reeks radiospeechen werd<br />
onderbroken omdat er oneenigheid<br />
zou ontstaan zijn in den schoot<br />
van de regeermg aangaande de<br />
politieke gedragslijn die moet gevolgd<br />
worden. Koekoek kan dit gerucht<br />
op de meest radikale wijze<br />
logenstraffen. De heer Sap moest<br />
als minister van Landbouw spreken<br />
over het uitplanten van de<br />
jonge erwtjes; over de methode, die<br />
daarbij dient gevolgd, heeft steeds<br />
de grootste eensgezindheid bestaan<br />
onder de ministers, evenals<br />
over de kwestie die den minister<br />
van Binnenlandsche Zaken moest<br />
behandelen. De h. Pierlot zou n.1.<br />
de vraag onderzoeken en beantwoorden,<br />
waarom men zijn dekoratielintje<br />
in het linkerknoopsgat<br />
draagt. De scherpzinnige minister<br />
van Binnenlandsche Zaken heeft<br />
n. 1. opgemerkt, dat er in den<br />
rechteromslag van den jas meestal<br />
geen knoopsgat is, maar hij is verder<br />
van oordeel, dat wie aan weerszijden<br />
geen knoopsgat heeft zijn<br />
dekoratielintje onverschillig aan<br />
den eenen of aan den anderen<br />
kant mag dragen. Tenzij, natuurlijk<br />
zijn wettige wederhelft dienaangaande<br />
een voorkeur had te<br />
kennen gegeven in welk geval den<br />
gedekoreerde zelf moet oordeelen<br />
of hij daarmee rekening dient te<br />
houden en zoo ja, waarom niet.<br />
Kortom, voor al die vraagstukken<br />
staat de regeering sterk aanlengesloten<br />
en geen enkel loensch<br />
maneuver zal in haar schoot den<br />
splijtzwam van de verdeeldheid<br />
doen worstel schieten indien wij<br />
ons zoo gewaagd mogen uitdrukken.<br />
Onze<br />
geneeskundige<br />
rubriek van<br />
't Getrouwe<br />
Maldegem<br />
In de geneeskundige rubriek van<br />
«'t Getrouwe Maldegem» schrijft<br />
deze week iemand het volgend<br />
dankwoord aan dokter Delille:<br />
Brief nr. 343 — Lichtervfelde<br />
E. B.<br />
U mijn wedervaren men<br />
dank beschrijven en toelatend<br />
voor overdruk is het volgende:<br />
reeds moeder van 3 kinderen<br />
bij wie de ooievaar 3 maal lastig<br />
kwam na een gezagenden<br />
toestand van verstopping, nierpijn,<br />
waterstoornissen en overdreven<br />
braken mag ik u thans<br />
melden dat de vierde maal<br />
zoo'n groot verschil was bij de<br />
3 eerste keeren. Ik voedde me<br />
namelijk met volkorenbrood en<br />
zeer veel fruit, ja, zeer veel.<br />
At ook overanderdag tarwevlokkenpap.<br />
Gansch mijn huishouden<br />
is thans gericht naar<br />
natuurvoeding, heb dampketel<br />
en raps. Ik geloof dat werkelijk<br />
het spook der moeders te<br />
moeten eten voor twee en veel<br />
kloekte te moeten nemen<br />
schuld draagt aan onze ellende».<br />
Dit briefje geeft ons veel stof tot<br />
nadenken. Er is sprake in van een<br />
«moeder van 3 kinderen bij wie de<br />
ooievaar 3 maal lastig kwam...»<br />
Ja, er zijn geen kinderen meerl<br />
Maar wat te zeggen van dien gezegenden<br />
toestand van verstopping<br />
nierpijn, waterstoornissen en overdreven<br />
braken?...<br />
Als die toestand zoo gezegend is,<br />
wat moet dan wel een niet gezegenden<br />
toestand zijn? Verkracht —<br />
verwurgd — verdronken — opgehangen<br />
en overdreven stoelgang?<br />
Het doet ons echter groot genoegen<br />
te vernemen, dat dc vrouw in<br />
kwestie een dampketel en een rasp<br />
heeft, al rijst bij ons dadelijk weer<br />
een vreeselijk vermoeden op, n. 1.:<br />
dat ze aan kannibalisme doet! Ja,<br />
dat ze vervolgd wordt door «het<br />
spook der moeders te moeten eten»<br />
Voor den volgenden<br />
frisschen, vroolijken<br />
oorlog<br />
Stillekens aan zijn de bladen ons<br />
bezig gewoon te maken aan het<br />
vroolijke en frissche van den volgenden*<br />
laatsten» oorlog.<br />
«La Flandre Libérale» heeft niet<br />
geaarzeld bij zijn 27 lezers de heilige<br />
vlam der vaderlandsliefde<br />
weer aan te steken en zelfs oude<br />
redevoeringen, uitgesproken door<br />
kolonels in de jaren onzes Heeren<br />
Jezus Christus 1915, uit de gracht<br />
te halen.<br />
In zoo'n rede lezen we b.v. over<br />
een gesneuvelden zoeaaf.<br />
... « hij neemt met vreugde<br />
en geestdrift deel aan de lastige<br />
manceuvers van Berrouaghia...»<br />
Verder:<br />
... «... Hij vertrekt rustig<br />
naar den slag, zeker van het<br />
sukses, zeker van de zegepraal<br />
»...<br />
Maar dat is nog niets:<br />
... « ...Hij denkt vooral aan den<br />
dood van een geliefd wezen:<br />
zijn schoonbroeder, gevallen<br />
op den zelfden dag dat hij gewond<br />
werd, dicht bij hem.<br />
Zijn «entrain» (= natuurlijke<br />
vroolijkheid, opgewektheid) ia<br />
steeds dezelfde.»<br />
En dan:<br />
« Hij heeft de groote vreugw<br />
de den slag van de Marne me»<br />
te maken... »<br />
Nietwaar, de oorlog is frisch opgewekt<br />
en vroolijk? We eischem<br />
voor de patriotten van «La Flandre»<br />
de voorposten op bij den toe»<br />
komenden «dans!»
* 1<br />
motTLure n en v e r w a c M e n<br />
n?<br />
9°<br />
e d e z a k<br />
BE u r s<br />
» öoera met zulke<br />
(Judge)<br />
rrrc<br />
. A ~ Hij Baat te keer als een brieschende leeuw! en dan te<br />
venteen dat ik zoo juist lid ben geworden van de dierenbescherming!<br />
(Marius)<br />
l .(2)<br />
et is een jongen! zei Emily en ze lachte om Wouter,<br />
H die een fout maakte, zoo als alleen mannen dat kunpen<br />
doen.<br />
— Hoera! zei Wouter.<br />
Toen liet ze Wouter zien hoe hij zijn hand onder baby's<br />
ruggetje moest houden om hem zonder de minste moeite uit<br />
het mandje te kunnen tillen, hoe hij zijn arm of hand onder<br />
baby's hoofdje moest houden om het te steunen en hoe hij<br />
het wichtje in zijn arm moest nestelen.<br />
In het eerst was Wouter erg onbeholpen en een beetje bang<br />
om het te probeeren, maar toen hij zag hoe gemakkelijk Emily<br />
hem opnam en omdraaide en hem van den eenen arm in den<br />
anderen overlegde, kreeg hij moed en nam hem er ook eens<br />
Uit. En toen het zoo in zijn armen lag te spartelen en met<br />
eijn groote blauwe oogen in Wouter's grijze keek, toen had hij<br />
toch een ander gevoel, dan hij oei' van zijn leven voor een baby<br />
.KOEKOEK<br />
MODERNE HUIZEN<br />
— En dit is onze keuken, Tante,<br />
met een tafel en ijzertje, om konservedoozen<br />
te openen.<br />
Hallo (hi!:!) spreek ik niet met<br />
de beurs?<br />
£ (Ric et Rac)<br />
(Everybody's)<br />
— Vooruit Charlie, haal dat ding hier naartoe! (Judge)<br />
gehad had. Het leek wel of het kleine ding hem om bescherming<br />
vroeg. Weet ge wat deze groote oogen tegen hem zeiden'<br />
«Ik ben blij, dat gij me gevonden hebt. Ik weet, dat ge goed<br />
op me zult passen. En in zijn hart was Wouter er ook heel erg<br />
van overtuigd, dat hij het zou doen.<br />
Zoo zat Wouter met het kleine ding in zijn armen en begon<br />
het gevoel te krijgen, dat hij het wel in slaap zou willen<br />
WOULD-BE ZIFt<br />
— ...Nee, laat ili<br />
neeier zijn — ikal<br />
een klap van «t 1<br />
f.<br />
— Wanneer zynj a: (<br />
ONS VERHAALV<br />
Het verhaal<br />
en Oom<br />
door Friri<br />
zingen. En hij zou het misscbjn<br />
als Emily er niet bij geweest m.<br />
Plotseling verwrong het kllie<br />
schreeuwen. Wouter schrok erjrg<br />
af, wat hij het kleine ding nj g<br />
— Kijk niet zoo verschrik! ri<br />
deur, ik dacht wel dat het zijrjji<br />
bezigheid, alsof er niets aan djhs<br />
— Maar er moet iets heel<br />
Hij is anders zoo goedaardigi».<br />
— Gij zoudt ook schreeuwt,<br />
als hij..Ziet ge wel, hij bedajt<br />
drogist en kom dadelijk weer : ru<br />
gen kon, was ze verdwenen, y<br />
Maar nauwelijks was Wot» i<br />
of daar begon het weer te jan»er<br />
de kracht van zijn gezonde loger
3E ZiFMOORDENAAR<br />
aat i liever wat origi-<br />
— ikal wachten tot ik<br />
an et vliegtuig krijg'<br />
(Everybody's)<br />
zün( afdrukken klaar?<br />
; (Everybody's).<br />
AL VOOR KINDERS<br />
ïlranUkkepuk<br />
nu {Wouter<br />
u k K i n g<br />
isschln wel geprobeerd hebben ook,<br />
?st v i.<br />
t klue snuitje en baby begon te<br />
k er rg van en vroeg zich verbaasd<br />
ig fl gedaan kon hebben,<br />
hrli riep Emily vanuit de keukenel<br />
was. En ze vervolgde haar<br />
in dqhand was.<br />
heel rgs gebeurd zijn, riep Wouter.<br />
lig, 11 alles in orde is.<br />
semi, als ge zoo een honger hadt<br />
bedait al. Ik vlieg even naar den<br />
eer rug. En voor Wouter wat zeg-<br />
•n.<br />
WouH' weer alleen met het wichtje,<br />
jamieren en te schreeuwen met al<br />
e logen. Wat moest hij beginnen?<br />
KOEKOEK<br />
TOERIST. — Waarom komt ge niet<br />
naar Londen om al die bezienswaardigheden<br />
eens te gaan bekijken?<br />
BOER. Heelemaal niet noodig...<br />
ze komen al naar mij kijken.<br />
(Everybody's)<br />
— Nu moet ge me beloven, Pier,<br />
als ge aan dat ellendige front komt,<br />
dat ge dan niet mee zult doen.<br />
(DUB. OPIN.).<br />
Kijk eens! Dat beestje heeft zijn knieër vanachteren zitten!<br />
(Everybody's)<br />
Hij zac geweldig in angst. Hij liep al maar heen en weer met<br />
het gillende wezentje op zijn arm. Hij schommelde en wiegde<br />
het en trachtte zich een kinderliedje te herinneren, dat de<br />
kracht zou bezitten alle kinderkwalen te kunnen bezweren!<br />
Maar niets hielp. Emily had zich vast vergist. Van een gewonen<br />
honger kunt ge toch niet zoo'n drukte maken!<br />
Was het wel mogelijk, dat dit huilende, spartelende, snikkende<br />
kindje hetzelfde was, als dat lieve, kalme, gelukkige<br />
wezentje, dat hij eenige oogenblikken geleden in zijn armen<br />
had? Zou Emily nu nooit terugkomen?<br />
Het geluid van haar voetstappen aan de achterdeur was<br />
een heele opluchting voor hem. Maar wat een hartelooze<br />
vrouw was ze toch!<br />
— Dat is goed, zei ze. Zoo hoor ik ze graag schreeuwen<br />
Dat is een gezonde kerel, hoor, en ze lachte om Wouter's verschrikte<br />
gezicht.<br />
— Dat is nu hun manier om zich te oefenen. Hij maakt<br />
zijn twaalf oefeningen achter elkaar door. Kom nu eens hier!<br />
En toen liet ze Wouter zien hoe ge melk en water en suiker<br />
moest mengen, deed het mengsel in een van de flesschen, die<br />
ze bij den drogist gekocht had en zette de flesch een poosje in<br />
het water. « En kijk nu'eens », zei ze, toen ze de flesch er uit<br />
nam. «Ge schudt een druppel op den rug van uw hand en dan<br />
weet ge precies hoe heet ze is. »<br />
— Geef het hem nu maar en ik verzeker u, dat hij heel<br />
spoedig verlost zal zijn van alles wat hem hindert.<br />
En zoo was het ook. Puk gaf geen kik meer en Wouter had<br />
zijn eerste les, hoe hij met babies om moest gaan, achter den<br />
rug.<br />
HOOFDSTUK III.<br />
— Hij is prachtig, Wout, maar hij is te jong. Ge moet hem<br />
terugbrengen en er een nemen, die oud genoeg is om boodschappen<br />
voor u te doen, zei Bill.<br />
ben~<br />
D i € d i n g e n h e b i k<br />
aekregen, omdat ik zoo'n goede inbreker,<br />
(Everybody's)<br />
- 5<br />
DEN EENE ZIJN DOOD...<br />
• • *<br />
HOUTHAKKER. — Prachtig!. ..weer ee,. uur werk uitgespaard!<br />
(Everybody's)<br />
— Hij zal over een jaar of twinig zijn brood kunnen verdienen,<br />
Wout, merkte ons doktertje op.<br />
— Ach wat, zei Avery, ik wed, dat hij pas drie dagen oud<br />
was, toen ge hem vondt!<br />
— Drie dagen! Laat naar u kijken! Negen dagen oud was<br />
hij en misschien nog wel iets ouder. Zijn oogen stonden even<br />
wijd open als die van u. Ik weet niet veel van babies, maar op<br />
dat punt vergis ik mij niet.<br />
En Wouter legde het teere pakje van den eenen arm in<br />
zijn anderen, nadat hij het vol trots aan de lui uit de Benzinelaan<br />
had laten zien.<br />
— Hoe zult ge het nu eigenlijk aanleggen om hem te verzorgen?<br />
vroeg een van hen. Ge hebt er toch heelemaal geen<br />
ervaring van?<br />
— Dat kan wel zijn, maar ik heb een handleiding gekocht,<br />
vol van aanwijzingen en raadgevingen en ik volg alles letterlijk<br />
op.<br />
Vervolgt).
6<br />
Uit het leven<br />
van den Platte<br />
Van operaties, daar wist de<br />
Platte over mede te praten! Toen<br />
zijn metgezel zijn lijdensgeschiedenis<br />
had verteld, nam hij dan ook<br />
het woord.<br />
— Beste man, sprak hij, het is<br />
gewoon verbazend wat óf de doktoors<br />
den dag van vandaag vermogen<br />
te verwezenlijken. Onder<br />
den oorlog heb ik operaties zien<br />
gebeuren, dis gewoon mirakels<br />
waren.<br />
Zoo had ik een vriend, een<br />
kanonnier. Hij had bij Ramscappelle<br />
een obus in zijn lijf gekregen<br />
en nog geen kleine! Zijn maag was<br />
verwond geworden, want al dat<br />
staal had mijn vriend, al had hij<br />
een heelen termijn van harde boonen<br />
achter den rug, toch niet kunnen<br />
verteren.<br />
Hij werd op de snijtafel gelegd<br />
en de doktoors zouden zijn maag<br />
repareeren.<br />
Ze sneden zijn buik open, haalden<br />
de maag er uit, zetten er een<br />
paar lappen op, staken ze terug<br />
op haar plaats.<br />
Maar • potvernonde, als de<br />
vleeschwonden dichtgegroeid waren,<br />
stelden de doktoors vast dat<br />
ze de maag juist averechts hadden<br />
geplaatst!<br />
Wat nu gedaan? Den man opnieuw<br />
opensnijden?<br />
Mijn vriend wou er niet van<br />
weten.<br />
Dan bleef er maar een oplossing<br />
mogelijk. Mijn vriend zou voortaan<br />
langs onder eten en langs boven,<br />
— ge weet wel....<br />
Zoo werd hij dan gevoed langs<br />
de pijp, waar bij andere menschen<br />
wat uit- in plaats van inkomt. De<br />
mannen niet te na gesproken, die<br />
heelemaal verkeerd aangelegd<br />
zijn.<br />
Dat ging best.<br />
Ten minste dat ging best, zoolang<br />
de doktoors er zich mede<br />
moeiden. Maar in dien tijd hadden<br />
die menschen haastiger werk dan<br />
geblesseerde kanonniers voederen.<br />
En ze lieten na een poosje dat<br />
karweitje dan ook over aan een<br />
verpleegster.<br />
Eilaas, van den eersten keer af<br />
bleek al dat ze er niet veel verstand<br />
van had.<br />
't Was geen gevaarlijk werk,<br />
maar tamelijk kiesch.<br />
Mijn vriend de kanonnier dan<br />
had diexi avond thee gevraagd.<br />
De verpleegster zette thee. Als<br />
het vochtje goed getrokken was,<br />
haalde ze een spuit, zei tot mijn<br />
kameraad dat hij zijn achtermond<br />
moest openhouden en lap: de thee<br />
verdween in de pijp!<br />
Daar begint de kanonnier spektakel<br />
te maken.<br />
De verpleegster verschiet.<br />
— Heb ik u zeer gedaan, vraagt<br />
ze, bevreesd?<br />
— Neen, sakkert de andere.<br />
— Is de thee misschien wat<br />
warm?<br />
— Ook niet?<br />
— Nu, wat is er dan?<br />
— Wel, zegt de kanonnier, ik<br />
proef dat ge er geen suiker hebt<br />
in gedaan. En suiker zonder thee<br />
lijkt precies schotelwater...<br />
— De jongen, zoo vervolgde de<br />
Platte na een poosje is...<br />
— Gestorven?<br />
— Ja, Maar sterven moeten we<br />
allemaal Vóór hij stierf was hij<br />
zeekapitein geweest.<br />
Eigenlijk had hij nog chance.<br />
Want iemand die op zulke speciale<br />
manier moet gevoed worden, is<br />
allicht een beetje oploopend van<br />
aard. En slaat nog zoo makkelijk<br />
geen vrouw aan den haak. Ik moet<br />
zeggen mijne vriend, de gewezen<br />
kanonnier zag naar vrouwen. Ik<br />
bedoel hij zocht niet te trouwen.<br />
Want vrouwen had hij tusschendoor<br />
genoeg. Voor een nacht. Hij<br />
verdiende gelijk velen na den<br />
oorlog, grof geld, en in de vreemde<br />
landen, die hij r.:et zijn schip aandeed,<br />
dachten de menschen dat<br />
het 'nisschien in ons land de gewoonte<br />
is te eten met het instrument,<br />
waar men doorgaans op zit.<br />
Maar ten slotte werd mijn kameraad<br />
toch in bekoring geleid. Hij<br />
vrijde een meisken op, clat werkelijk<br />
een aardige poes mocht gehee-<br />
ten worden en die bovendien een<br />
heele portie jonger was dan hij.<br />
Dat werd zijn ongeluk. Ge zult<br />
het gaan hooren.<br />
Hij zag het kind dolgraag.<br />
Op de eerste reis die hij deed,<br />
had hij, eens Vlissingen voorbij,<br />
den machinist opgemaakt om wat<br />
vlugger Antwerpen binnen te loepen<br />
dan officiel was voorzien. Hij<br />
kwam zoo een getij vroeger binnen<br />
dan ook zijn vrouw hem verwachtte.<br />
Mijn vriend spoedde zich naar<br />
huis. Hij had allerlei kleine geschenken<br />
bij, want voor geschenken<br />
is ook een vrouw gevoelig.<br />
— Ik hoor haar verrast kreetje<br />
al, dacht mijn vriend. Ik zal me<br />
eerst maar laten scheren.<br />
Zoo viel hij dan zijn huis binnen,<br />
onverwachts.<br />
De deur van de slaapkamer was<br />
in het slot.<br />
Mijn vriend klopte aan:<br />
— Wie daar?<br />
— Koekoek, riep de kapitein<br />
speelsch.<br />
— O!<br />
Er werd een kreet geslaakt. Er<br />
weerklonk gestommel.<br />
Het duurde een eeuw vooraleer<br />
de deur werd opengedaan.<br />
Dat kwam J<br />
en kapitein verdacht<br />
vóór.<br />
— Neem me niet kwalijk, lieveling,<br />
zei het vrouwtje, ik lag ziek<br />
te bed.<br />
— Ziek? En ge bloost gelijk een<br />
appel.<br />
— Ja, ik heb ook koorts.<br />
Maar de kapitein hoorde leven<br />
in de '" "kast. Hij trad op de<br />
kast toe, opende een der deuren en<br />
wat zag hij?<br />
— Zijn winterjas...<br />
— Neen, een kerel van een jaar<br />
of negentien, die daar met zijn<br />
broek op zijn arm rechtop in de<br />
kast stond.<br />
— Wie zij-de gij, bulderde de<br />
kapitein.<br />
— Ik, meneer? Ik ben een jongen<br />
die goed in de meubelen zit,<br />
antwoordde de onbekende.<br />
De kapitein viel op den slag dood<br />
van koleire...<br />
Daarmede ging zijn ziel naar<br />
den hemel.<br />
Hij klopte daar boven in het<br />
Paradijs aan, Sin te Pieter liet hem<br />
in de antichambre.<br />
— Mag ik hier binnen vroeg de<br />
kapitein?<br />
— Ha, kapitein, zei de andere,<br />
wacht hier maar een minuut. Ge<br />
zult u hier niet vervelen. Er vertoeven<br />
hier fijne maagdekens.<br />
— Maar een minuut in de<br />
eeuwigheid, dat kan lang duren.<br />
— Ja, zei Sinte Pieter, tienduizend<br />
jaar.<br />
— Tienduizend jaar. Goed en<br />
wel. Maar wat met de tienduizend<br />
kinderen, als ik hier op u moet<br />
wachten, tusschen al dat jong gerokt<br />
volk?<br />
De maat van den Platte kwam<br />
bij het aanhooren van de leugens<br />
van den Platte ook op dreef.<br />
— Uw kapitein was er een die er<br />
mocht zijn. Maar ik heb zoo ook<br />
een kapitein gekend, de man is<br />
aan lager wal geraakt, nog jong,<br />
hij werd ten slotte als chauffeur<br />
op een kasteel in dienst genomen.<br />
Nu op zekeren dag merkt<br />
Mevrouw dat er iets niet in orde<br />
is met de meid.<br />
Madame sprak er met Meneer<br />
over en Meneer zei:<br />
— Ge moet haar maar een vragen<br />
wat er schort.<br />
Wat Madame deed.<br />
Ze riep de meid.<br />
— Melanie, ik heb opgemerkt<br />
dat ge den laatsten' tijd dikwijls<br />
zoo triestig voor u zit uit te kijken.<br />
Melanie schoot in een schreeuw.<br />
— Toe, toe suste, Madame, zeg<br />
me maar wat er is.<br />
De meid bekende wat er<br />
schortte.<br />
En wie heeft u dat gelapt?<br />
— Fons, de chauffeur Madame.<br />
Nu werd Pons ontboden.<br />
— Zoo, zoo, zei Madame, en als<br />
ik u vragen mag, waar hedde gij<br />
dat gedaan.<br />
— In de hei!<br />
(Zie vervolg onderaan 3e kolom)<br />
KOEKOEK<br />
VERTELLING <strong>VAN</strong> JOHN TAYLOR<br />
ijn wandeling naar hel<br />
Hyde-park<br />
Waaraan ligt het toch, heb ik<br />
me dikwijls afgevraagd, dat menig<br />
mensch zoo verbazend zonderling<br />
en in sommie gevallen zoo handtastelijk<br />
gestikuleert wanneer hij<br />
'n prp' 'je met - 1<br />
. houdt?...<br />
Geb-ar kan bij het voeren<br />
van een gesprek soms plastisch of<br />
karikaturaal zijn, het kan af en<br />
toe ook de overredingskracht versterken.<br />
Maar er zijn personen die ik ken,<br />
ik zal me onthouden van namen<br />
te noemen, r'ie bij het eerste woord<br />
dat zij uitbrengen, reeds beginnen<br />
te handenzwaaien en 'n gebarenspel<br />
leveren dat 1 egenaamd niets<br />
meer met schoonheid van lijn te<br />
maken heeft, maar veeleer gelijkt<br />
aan de oewegingen van 'n escamoteur<br />
of den maatslager van 'n<br />
Jazz-orkest. Anderen die, als ze u<br />
op strrat of elderö te pakken krijgen,<br />
u tijdens hun gesprek op den<br />
schouder, den onder en bovenarm<br />
of met &rn rug van hun hand op<br />
uw buik beginnen ts kloppen alsof<br />
ze het stot uit 'n tapijt moeten<br />
verwijderen. Anderen weer die aan<br />
'n soort plukhysterie lijden.<br />
In den aanvang van dezen zomer<br />
had ik m'n spiksplinter nieuw<br />
kostuum aangetrokken om 'n wandelingetje<br />
te doen naar het Hyde-<br />
Park.<br />
Den eerste, dien ik daar ontmoet,<br />
is een van dat gekke soort<br />
menschen. Hij begon het gesprek<br />
zooals meest alle straatgesprekken<br />
aanvangen met:<br />
— Wel wie we daar hebben! Dag,<br />
John, ~!en ze. geld geven om u te<br />
zien!<br />
Hij loog met de uiterst mogelijke<br />
voorbedachtheid, en drukte me<br />
daarbij de hand op 'n wijze als was<br />
de zijne 'n tang «»«»a.'rmee v.=; r.~.<br />
ten beproefde te kraken. Uit verschuldigde<br />
vriendelijkheid wou ik<br />
geen pijnlijk gezicht zetten en zei,<br />
toen hij me vroeg hoe ik het stelde,<br />
met 'n e:-atz-c"mlachje:<br />
O, kerel, zoo goed zelfs dat ik<br />
u ; dubbele —eneïh!<br />
— Stel u voor... en toen begon<br />
hij het geval van z'n echtscheiding<br />
1.te leggen wr.arbij het allereerst<br />
de revers van mijn jas en later<br />
de k lopen het door rukken<br />
en trekken moesten ontgelden, aktie<br />
die langsom woester werd naarmate<br />
hij de historie feller illustreerde.<br />
Trachtenc mij daarva^ zooveel<br />
mogelijk te vrijwaren, ging ik af<br />
en toe 'n s*..^ achteruit, wat echter<br />
niet hielp vermits hij evensnel<br />
vooruit kwam.<br />
Mijn ni- e jas begon reeds allerlei<br />
scheeve vormen te- krijgen,<br />
juist als van iemand die weerstand<br />
t'-^end door de politie wordt opgeleid.<br />
Aan zijn plukken en trekken<br />
kwam maar geen einde! En ik<br />
werd toch zoo nerveus!... Zeker<br />
moment, juist toen hij aan het<br />
komische deel van z'n verhaal bezig<br />
w:.s proestte ik in 'n gemaakt<br />
lachen uit en gaf hem ten teeken<br />
van lol terzelfdertijd met den rug<br />
van m'n hand 'n slag op z'n maagstreek<br />
dat hij verdwaasd op z'n<br />
achterwerk in het gras tuimelde.<br />
Terwijl ik schaterlachend heen<br />
liep, zat hij me onthutst na te staren.<br />
Toen ik thuis kwam vroegen ze<br />
me of ik gevochten had. Van m'n<br />
jas waren de revers uit hun normalen<br />
vorm getrokken, vier van de<br />
zes k* oopen verdwenen, terwijl de<br />
vijfde aan de gescheurde stof hing<br />
te bengelen. Die as-~ename ontmoeting<br />
kost mij 'n nieuwe jas.<br />
Wat zegt u me van dergelijke kennissen?...<br />
Zijn zulke fantazie- en<br />
gebarenrijke menschen wel normaal?...<br />
DE MILDE SCHENKER<br />
Mijnheer Mayer, een grootindustrieel,<br />
had maar één gebrek:<br />
hij was buitengewoon gierig. Daarom<br />
had hij zijn sekretaris opdracht<br />
gegeven niemand op zijn<br />
bureel t j te laten voor geldinzamelingen<br />
of inschrijvingslijsten.<br />
Dit bevel werd stipt opgevolgd.<br />
Verscheidene malen reeds waren<br />
juffrouwen gekomen met een lijst<br />
voor het tehuis der weezen, maar<br />
iedermaal waren ze met een: «Het<br />
spijt me erg juffrouwen, maar de<br />
patroon is afwezig» afgeschept.<br />
Maar zekeren morgen kwam een<br />
lieve blondine, het bureel van den<br />
sekretaris binnengestapt en vroeg<br />
M. Mayer te spreken.<br />
— Dit is onmogelijk, juffrouw,<br />
Menheer kan niemand ontvangen.<br />
Hij werkt aan een dringende zaak<br />
en wenscht niet gestoord te worden.<br />
— Maar... zijn nichtje aal hij<br />
toch wel willen ontvangen zeker!<br />
Hij heeft toch wel enkele minuten<br />
tijd voor mij?<br />
— O ja! Heel zeker ik zal<br />
hem verwittigen.<br />
Enkele oogenblikken later verzocht<br />
de sekretaris de juffrouw<br />
binnen te treden<br />
Hoe groot was niet de verbazing<br />
van M. Mayer, in plaats van zijn<br />
nichtje, een totaal vreemde, jonge<br />
lieve dame voor zich te zien. Nog<br />
voor hij een woord kon spreken zei<br />
ze:<br />
— In de hei?<br />
— Ja Madame, ik had Meneer<br />
naar de stad gebracht en de meid<br />
keerde met mij alleen naar het<br />
kasteel terug. Onderweg, in de hei,<br />
viel ik met een platten band...<br />
— Watte, Fons, voer Madame<br />
uit, noemde gij dat een platten<br />
band?<br />
— Exuseer me Mijnheer, dat ik<br />
op zoo'n manier brj u binnen kon<br />
maar er was geen andere weg.<br />
Reeds verscheidene malen werden<br />
mijn vriendinnen afgescheept<br />
door uw sekretaris. Hij wil absoluut<br />
niet hebben dat er iemand brj<br />
u komt. U wist dat zeker allemaal<br />
niet? Want zoo'n vriendelijke<br />
goede Mijnheer als gij zijt, zou<br />
toch nooit zoo'n order geven!<br />
— Hm. Hm.... Wat wenscht u<br />
eigenlijk jonge dame?<br />
— Wel ik kwam met een inschrijvingslij<br />
st voor het Tehuis der<br />
Weezen!<br />
Pardaf! M. Mayer was er netjes<br />
in geloopen. Kon hij nu dit lieve<br />
kind met leege handen doorzenden?<br />
En ze had hem nog wel «goede,<br />
vriendelijke Mijnheer» genoemd.<br />
Voor "éénmaal zou hij mild zijn.<br />
Hij nam zijn checkboekje en<br />
schreef een check van vijfduizend<br />
frank.<br />
— Hier jonge dame, zijt ge nu<br />
tevreden?<br />
Of ze tevreden was! Ze had hem<br />
wel willen om den hals vliegen.<br />
Wat zouden haar vriendinnen<br />
zeggen, dat ze zoo iets klaar gekregen<br />
had.<br />
Met een vloed van lofwoorden<br />
en dankbetuigingen verliet ze zijn<br />
bureel.<br />
* * #<br />
Eenige uren later werd M. Mayer<br />
aan de telefoon gevraagd. Het was<br />
de lieve dame van 's morgens.<br />
— Mijnheer, de check die ge me<br />
gegeven heb is niet ge teekend, ge<br />
hebt dit zeker vergeten? Mag ik er<br />
eens mede tot bij u komen?<br />
— Onnoodig juffrouw, was het<br />
antwoord van den vrek, ik zet mijn<br />
handteekening niet. Als ik iets<br />
geef wensch ik dat het onbekend<br />
blijve.
\<br />
KOEKOEK.<br />
De bladzijde van Pierken<br />
^ Q<br />
fan. UUftVn. fau&tiOJti^<br />
De wee k van den gofsvreede<br />
— Hebde geleezen dat ze in<br />
Tsjekkoslavieje een week van den<br />
gotsvreede gaan inrigten waarbei<br />
dat ferbooden is op straffe van<br />
kontreventie uwe poolitieke teegestreever<br />
in de wiele te rijden of<br />
een oochske te rieskeeren naar<br />
thalf bedde van uwe gebuur?<br />
— Laat de Tsjechen hun huishouden<br />
draaien lijk ze willen,<br />
Pier! Dat gaat ons niet aan.<br />
— Tis te zechen! Als die proef -<br />
neeminch ginter met suukses bekroont<br />
wort rieskeere wij veel hier<br />
in de Belziek van tzelfde laaken<br />
een broek te kreigen.<br />
— Dat zou wel kunnen! En aan<br />
zulke «werken» en «dagen» hebben<br />
we hier nochtans meer dan genoeg,<br />
"i 't niet? Week der ministerieele<br />
radio-toespraken, week van<br />
't Rood Kruis, week der goedheid,<br />
Koninginnendag, Moederkesdag,<br />
(Het laatste Nieuws spreekt zelfs<br />
van een grootmoederkesdag), onnoozele<br />
kinderdag... wat weet ik<br />
al!<br />
— j_n waarom niet? We zouden<br />
de seerie kunne foortzetten en aan<br />
iedereen geeven tgeen hem toekoomt.<br />
Of hebde gij er mischgien<br />
iets teegen dat we na de miniesters<br />
ook ne keer de lijnvischgers,<br />
de duivemelkers, de gaaischgieters,<br />
de zeeldraajers en de plantrekkers<br />
in onze gebeeden herdenken?<br />
- In 't geheel niet, Pier. Hoe<br />
grooter de;i hoop hoe grooter 't<br />
plezier. En voor mijn part zou ik<br />
liever een week der mastklimmers<br />
of der kluchtzangers dan een week<br />
der ministers bijwonen... Waar ze<br />
echter in Tsjechoslovakije met hun<br />
week van den godsvrede naartoe<br />
willen snap ik niet goed!<br />
— Toch wel! T'is van de week<br />
daaropvolchende met ferdobelden<br />
ijver malkander de kop in te<br />
slaan!<br />
— Wablief?<br />
— Wij hebben hier vier jaar<br />
lanch de gotsvreede geprakiezeert<br />
binst den oorloch folchens ik van<br />
de Gaazebuize vernoomen heb en<br />
tgefolch was da de kattelieken, de<br />
lieberalen en de sosjalen seedertdien<br />
elkander zoo erch in t'haar<br />
hebben gezeeten dat de splenters<br />
er af vloogen.<br />
— Zeker! Maar misschien hebben<br />
de Tsjechen het ditmaal heel<br />
wat ernstiger op! Een godsvrede<br />
waarbij iedereen zich ertoe beperkt<br />
zijn bek in zijn pluimen te<br />
houden, is slechts half werk...<br />
— Natuurleik! Omdat ge binst<br />
diei °tijt alle okazie eens hebt om<br />
te ooverweegen hoedat ge uwe veijant<br />
in tfervolch een beentje moet<br />
zetten. D*- week van den echten<br />
gotsvreede zal slegts te ferweezentiijke<br />
zijn als ze iedereen een poorsie<br />
holhuizekes voor agt daagen<br />
zullen opgegooten ebben of iedereen<br />
beifeurbeelt zulle feroblizeert<br />
ebben van een week lanch Tvolkske<br />
of de Landwagt te leezen, die<br />
zooals ge -,.eet, hier in Vlaanderen<br />
de deepozitairs der holhuizekes<br />
z^n. Maar ge zuU zien, tzal in<br />
Tsjekkoslavieje zijn geleik dat hier<br />
was de onnoozele sukkelaars zule<br />
een week lanch zwijchen dat ze<br />
zweeten, maar intusschen zulle de<br />
munitiefabriekanten voortgaan<br />
met kanons te gieten en de baazen<br />
met het loon van hun werkvolk<br />
te ferminderen...
<strong>HUMORISTISCH</strong><br />
<strong>WEEKBLAD</strong><br />
<strong>VAN</strong> <strong>VOORUIT</strong><br />
0,50 FR. PER NUMMER<br />
Abonnement 1 jaar fr. 25.00<br />
Abonnement 6 maanden fr. 12.50<br />
Abonnement 3 maanden fr. 6.25<br />
Postcheck « Het Licht » nr. 56733<br />
•REDAKTIE.<br />
64, St. Pietersnieuwstraat<br />
Gent — Telefoon 157.40<br />
Verschijnt den DONDERDAG VIERDE JAARGANG NUMMER 5 — 31 MEI 1934<br />
De regeering heeft een laten Aprilvisch gevangen : «de deflatie»<br />
Van Cauwelaert, Sap, Van Isacker en Jaspar, prijzen hun waar aan.<br />
Wie zal er van dien visch willen eten ?