02.08.2013 Views

Het belang van wederkerigheid… solidariteit gaat niet vanzelf!

Het belang van wederkerigheid… solidariteit gaat niet vanzelf!

Het belang van wederkerigheid… solidariteit gaat niet vanzelf!

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong><br />

wederkerigheid ...<br />

… <strong>solidariteit</strong> <strong>gaat</strong> <strong>niet</strong> <strong>van</strong>zelf!


RVZ raad in gezondheidszorg<br />

De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg is een onafhankelijk adviesorgaan<br />

voor de regering en voor het parlement. Hij zet zich in voor de volksgezondheid<br />

en voor de kwaliteit en de toegankelijkheid <strong>van</strong> de gezondheidszorg.<br />

Daarover brengt hij strategische beleidsadviezen uit. Die schrijft de Raad<br />

<strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> de burger. Durf, visie en realiteitszin kenmerken zijn<br />

adviezen.<br />

Samenstelling Raad voor de Volksgezondheid en Zorg<br />

Voorzitter<br />

Prof. drs. M.H. (Rien) Meijerink<br />

Leden<br />

Mw. mr. A.M. <strong>van</strong> Blerck-Woerdman<br />

Mr. H. Bosma<br />

Mw. prof. dr. D.D.M. Braat<br />

Mw. E.R. Carter, MBA<br />

Prof. dr. W.N.J. Groot<br />

Prof. dr. J.P. Mackenbach<br />

Mw. drs. M. Sint<br />

Prof. dr. D.L. Willems<br />

Algemeen secretaris<br />

mr. drs. T.F.M. Hooghiemstra


<strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong><br />

wederkerigheid …<br />

… <strong>solidariteit</strong> <strong>gaat</strong> <strong>niet</strong> <strong>van</strong>zelf!<br />

Advies uitgebracht door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg aan de<br />

staatssecretaris <strong>van</strong> Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />

Den Haag, 2013


Raad voor de Volksgezondheid en Zorg<br />

Postbus 19404<br />

2500 CK Den Haag<br />

Tel 070 3405060<br />

Fax 070 3407575<br />

E-mail mail@rvz.net<br />

URL www.rvz.net<br />

Colofon<br />

Ontwerp: OBT Opmeer bv<br />

Fotografie: Eveline Renaud<br />

Druk: OBT Opmeer bv<br />

Uitgave: 2013<br />

ISBN: 978-90-5732-244-0<br />

U kunt deze publicatie downloaden via onze website (www.rvz.net),<br />

publicatienummer 13/01.<br />

© Raad voor de Volksgezondheid en Zorg<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 2


Kern <strong>van</strong> het advies<br />

We hebben in Nederland een solidair zorgstelsel waar we trots<br />

op mogen zijn. <strong>Het</strong> stelsel is vóór en ván iedereen.<br />

Die <strong>solidariteit</strong> <strong>gaat</strong> <strong>niet</strong> <strong>van</strong>zelf, maar vraagt om meer<br />

wederkerigheid <strong>van</strong> alle betrokkenen, burgers, zorgverleners,<br />

zorgverzekeraars en zorginstellingen. Iedereen beperkt het<br />

beroep op formele <strong>solidariteit</strong>soverdrachten en collectieve<br />

middelen tot het noodzakelijke. Er is ruimte om<br />

wederkerigheid ook informeel tot stand te laten komen.<br />

Solidariteit op die basis, ‘werkt’ en maakt het stelsel<br />

houdbaar.<br />

Welk probleem lost dit advies op?<br />

Dit advies draagt bij aan het vertrouwen in de <strong>solidariteit</strong>. De aanbevelingen<br />

maken werk <strong>van</strong> wederkerigheid en <strong>van</strong> een betere balans tussen rechten en<br />

plichten in het zorgstelsel. Dit doorbreekt de negatieve spiraal in vertrouwen<br />

en verantwoordelijkheid die het gevolg dreigt te worden <strong>van</strong> alsmaar<br />

stijgende zorguitgaven en -premies, een steeds hoger eigen risico en een<br />

toenemend zicht op oneigenlijke zorg, waar<strong>van</strong> het eind nog <strong>niet</strong> in zicht is.<br />

Wat zijn de gevolgen voor de burger?<br />

De burger wordt zich meer bewust <strong>van</strong> zijn verantwoordelijkheid als<br />

medeproducent <strong>van</strong> een houdbaar stelsel. Hij kent de prijzen en kosten <strong>van</strong><br />

het persoonlijk zorggebruik. Hij weet wat hij zelf kan doen aan leefstijl en<br />

zorg voor de oude dag, aan zelfzorg en deelname aan kleinschalige<br />

persoonlijke netwerken voor onderlinge uitwisseling <strong>van</strong> steun en zorg.<br />

Zijn gemeente, zorgverzekeraar en behandelaar zullen hem daarin stimuleren<br />

en op aanspreken. Zijn collectieve polis, waar de meeste Nederlanders<br />

gebruik <strong>van</strong> maken, wordt een vehikel voor gezondheidsbevordering.<br />

De accijnzen voor tabak en alcohol worden verhoogd.<br />

Wat zijn de gevolgen voor de aanbieder en zorgverlener?<br />

Ook de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de zorgverleners wordt aangesproken, want<br />

zij worden betaald uit publieke middelen. Dit betekent meer focus op de<br />

noodzakelijkheid <strong>van</strong> zorg. Zij kennen de prijzen <strong>van</strong> alternatieve<br />

behandelopties en voeren geen onnodige behandelingen uit buiten de<br />

aangewezen kosteneffectieve bandbreedte. Hun bekostiging wordt meer<br />

populatie- dan productiegericht en matigt kosten en inkomens. Vanuit het<br />

perspectief <strong>van</strong> preventie coachen en ondersteunen zij de burger bij het<br />

ontwikkelen <strong>van</strong> de eigen kracht.<br />

RVZ Regie aan de poort 3


Wat zijn de gevolgen voor de zorgverzekeraar?<br />

Zorgverzekeraars houden zich verre <strong>van</strong> directe of indirecte risicoselectie voor<br />

het basispakket. Zij verantwoorden zich voor hun inspanningen om ongepast<br />

zorggebruik tegen te gaan en gebruiken spiegelinformatie om zorgaanbieders<br />

zo nodig ter verantwoording te roepen en zaken bij te sturen. Verzekeraars<br />

sturen op gezondheid, via de zorginkoop, via samenwerkings verbanden met<br />

gemeenten waarvoor zij ook middelen reserveren (een gezondheidsfonds) en<br />

door de ontwikkeling <strong>van</strong> “gezonde” collectieve polissen. Dit kunnen ook<br />

collectieve contracten met werkgevers, gemeenten en patiëntencollectieven<br />

zijn.<br />

Wat zijn de gevolgen voor de rijksoverheid?<br />

De rijksoverheid is verantwoordelijk voor een houdbaar stelsel. Hij vult deze<br />

brede verantwoordelijkheid mede in door in dialoog met burger en<br />

zorgsector een visie te formuleren op goede, toegankelijke en betaalbare zorg<br />

in 2040.<br />

Wat zijn de gevolgen voor gemeenten?<br />

Voor de efficiënte uitvoering <strong>van</strong> hun toenemende verantwoordelijkheid voor<br />

ondersteuning, voeren gemeenten integraal beleid, in samenwerking met<br />

verzekeraars als het <strong>gaat</strong> om preventie en het bevorderen <strong>van</strong> gezondheid.<br />

Gemeenten zien de kanteling binnen de WMO als opdracht om samenwerkingsverbanden<br />

met burgers aan te gaan of te ondersteunen. Investeren<br />

in het sociaal kapitaal <strong>van</strong> burgers bevordert de redzaamheid <strong>van</strong> burgers.<br />

<strong>Het</strong> is <strong>belang</strong>rijk <strong>van</strong> geval tot geval de juiste afstemming <strong>van</strong> formele en<br />

informele voorzieningen te bezien.<br />

Wat kost het?<br />

Dit advies draagt bij aan het beperken <strong>van</strong> de voorspelde kostenstijging in de<br />

gezondheidszorg op de langere termijn.<br />

Wat is nieuw?<br />

<strong>Het</strong> invoeren <strong>van</strong> meer wederkerigheid in het zorgstelsel.<br />

RVZ Regie aan de poort 4


Inhoudsopgave<br />

Samenvatting 7<br />

1 Inleiding 11<br />

2 Balans tussen <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid 15<br />

3 Case study: <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid in de sociale<br />

zekerheid, een wegwijzer voor de zorg? 21<br />

4 Formele <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid in het Nederlandse<br />

zorgstelsel 25<br />

5 Probleemanalyse en oplossingsrichtingen 35<br />

6 Conclusies en aanbevelingen 47<br />

Bijlagen<br />

1 Adviesaanvraag 53<br />

2 Adviesvoorbereiding 55<br />

3 Lijst <strong>van</strong> afkortingen 59<br />

4 Literatuurlijst 61<br />

Overzicht publicaties RVZ 81<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 5


RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 6


<strong>Het</strong> <strong>belang</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>wederkerigheid…</strong><br />

…<strong>solidariteit</strong> <strong>gaat</strong> <strong>niet</strong> <strong>van</strong>zelf!<br />

Samenvatting<br />

Solidariteit in het Nederlandse zorgstelsel <strong>gaat</strong> uit <strong>van</strong> de gedachte: <strong>van</strong><br />

iedereen, voor iedereen. Op enig moment dragen sommigen de premielasten<br />

zodat anderen een noodzakelijke voorziening kunnen ont<strong>van</strong>gen. Deze netto<br />

betalers weten dat de rollen op een later moment kunnen zijn omgekeerd;<br />

dan zijn zij de ont<strong>van</strong>gers geworden. Een soort uitgestelde ruil dus, die <strong>niet</strong><br />

per se hoeft plaats te vinden, maar die wel zekerheden biedt als dat nodig is.<br />

Door de aanhoudende stijging <strong>van</strong> de zorgkosten en verhoging <strong>van</strong><br />

zorgpremies en het eigen risico in de afgelopen jaren, samen met economisch<br />

zwaar weer, wordt de Nederlandse bevolking onzekerder over het<br />

<strong>solidariteit</strong>sprincipe zoals hierboven omschreven. <strong>Het</strong> vertrouwen dat een<br />

bijdrage <strong>van</strong>daag ook zekerheid biedt voor de toekomst, komt onder druk te<br />

staan. Daar komt bij dat er steeds meer mensen komen met chronische<br />

aandoeningen zoals bijvoorbeeld diabetes - met een toename <strong>van</strong> ongeveer<br />

een half miljoen patiënten in de komende twaalf jaar - en dat er tegelijkertijd<br />

steeds meer bekend wordt over de gedragscomponent <strong>van</strong> (vermijdbare)<br />

ziekten.<br />

<strong>Het</strong> <strong>gaat</strong> bij <strong>solidariteit</strong> in het algemeen om overdrachten tussen burgers<br />

(verzekerden). Solidariteit en bijbehorende overdrachten kennen veel<br />

verschijningsvormen, uiteenlopend <strong>van</strong> kleinschalige informele<br />

arrangementen tot wettelijk geregelde arrangementen voor de hele bevolking.<br />

Voor deze laatste, ingrijpende variant wordt gekozen om te waarborgen dat<br />

alle burgers toegang hebben tot primaire levensbehoeften. Dit heeft<br />

geresulteerd in de Bijstandswet, in sociale verzekeringen en in de collectieve<br />

zorgwetten (AWBZ, Zvw en WMO). Iedereen betaalt daaraan mee via<br />

wettelijke premies en belastingen. Want iedereen heeft kans op verlies <strong>van</strong><br />

inkomen of behoefte aan zorg.<br />

De kansen dat een beroep op collectieve <strong>solidariteit</strong> nodig is, zijn ongelijk<br />

over de mensen verdeeld. Verschillen in opleiding zijn een <strong>belang</strong>rijke<br />

indicator. Wie meer opleiding heeft is weerbaarder. Achter deze verschillen<br />

<strong>gaat</strong> een complex <strong>van</strong> oorzaken schuil. Bijna iedereen accepteert dat bepaalde<br />

groepen hierdoor netto ont<strong>van</strong>ger of netto betaler <strong>van</strong> het systeem zijn.<br />

Deze acceptatie is minder als de indruk bestaat dat individuen of groepen<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 7


invloed hebben op wat zij <strong>van</strong> het systeem ont<strong>van</strong>gen. Dit is één aspect.<br />

Een ander aspect is dat het beroep op de <strong>solidariteit</strong> toeneemt als gevolg <strong>van</strong><br />

stijgende zorgkosten, het steeds grotere beslag op het besteedbaar inkomen<br />

en de steeds grotere moeite die mensen hebben om deze te betalen. Dit raakt<br />

een fundamentele kwetsbaarheid <strong>van</strong> systemen gebaseerd op <strong>solidariteit</strong>.<br />

Deelnemers kunnen ondoelmatig gebruik en misbruik <strong>van</strong> middelen maken<br />

of frauderen. <strong>Het</strong> <strong>gaat</strong> <strong>niet</strong> alleen om de burger/patiënt maar ook om<br />

zorgaanbieders en verzekeraars. Trekken we <strong>solidariteit</strong> wat ruimer dan<br />

inkomens<strong>solidariteit</strong>, dan komen ook de gezondheidsverschillen tussen<br />

groepen in beeld en kan - met het oog op hogere AOW-leeftijd bijvoorbeeld<br />

- ook meer op gezondheid voor laag opgeleiden worden ingezet.<br />

Dan hebbben we het natuurlijk ook over informele oplossingen buiten het<br />

domein <strong>van</strong> de formele zorg.<br />

<strong>Het</strong> voorkómen <strong>van</strong> oneigenlijk gebruik en het bevorderen <strong>van</strong> gezondheid<br />

door burgers/patiënten en de zorgsector dragen dus bij aan het vertrouwen<br />

<strong>van</strong> burgers in het <strong>solidariteit</strong>sprincipe en houdt de <strong>solidariteit</strong> levend.<br />

Solidariteit kan namelijk worden gezien als een collectieve prestatie,<br />

de <strong>solidariteit</strong> <strong>van</strong> mensen is afhankelijk <strong>van</strong> de <strong>solidariteit</strong> <strong>van</strong> anderen.<br />

<strong>Het</strong> kan in een samenleving dus de goede of de foute kant op gaan met de<br />

<strong>solidariteit</strong>, afhankelijk <strong>van</strong> het vertrouwen dat mensen hebben in de<br />

<strong>solidariteit</strong> <strong>van</strong> anderen. Er moet sprake zijn <strong>van</strong> wederzijds vertrouwen in<br />

wederkerige <strong>solidariteit</strong>. Alleen dan ‘werkt’ de <strong>solidariteit</strong>.<br />

Oneigenlijk gebruik wordt voorkomen als alle betrokkenen zich<br />

verantwoordelijk voelen voor het zorgstelsel, dat iedereen laat zien dat het<br />

stelsel <strong>niet</strong> alleen vóór, maar ook ván hem of haar is. Dat is verre te verkiezen<br />

boven minutieus toezicht en controle, wat erop neerkomt dat het vertrouwen<br />

in de <strong>solidariteit</strong> alleen maar verder wordt ondermijnd en de <strong>solidariteit</strong> in<br />

een neerwaartse spiraal brengt. <strong>Het</strong> eigen<strong>belang</strong> is gediend bij een bewustzijn<br />

<strong>van</strong> het algemeen <strong>belang</strong>, want alleen dan is de <strong>solidariteit</strong> voor ons allen<br />

houdbaar voor de toekomst.<br />

Wie zijn dat, die betrokkenen? In de allereerste plaats is dat de burger, in zijn<br />

hoedanigheid <strong>van</strong> premiebetaler, <strong>van</strong> hoeder <strong>van</strong> gezondheid, <strong>van</strong> patiënt en<br />

zorgconsument. Maar de kring is veel breder. Ook de zorgsector moet<br />

verantwoordelijkheid nemen. Dit <strong>gaat</strong> over de regisseurs, namelijk de<br />

zorgverzekeraars en de gemeenten. Zij organiseren en bekostigen<br />

voorzieningen voor de gezondheid en het participatievermogen <strong>van</strong> hun<br />

verzekerden en burgers. De zorgaanbieders, de hoofd- en onderaannemers in<br />

de zorg en de ondersteuning, hebben een verantwoordelijkheid voor de<br />

kwaliteit en de doelmatigheid <strong>van</strong> de zorg.<br />

<strong>Het</strong> <strong>gaat</strong> dus om het organiseren <strong>van</strong> vertrouwen in wederkerige <strong>solidariteit</strong><br />

door mensen meer bewust te maken <strong>van</strong> en verantwoordelijk te maken voor<br />

het algemeen <strong>belang</strong>.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 8


Wederkerigheid betekent in dit kader: de verplichting voor alle betrokkenen<br />

om het beroep op formele <strong>solidariteit</strong>soverdrachten te beperken tot het<br />

noodzakelijke en de collectieve middelen zo efficiënt mogelijk te besteden.<br />

Deze wederkerigheid zal veelal ook informeel tot stand komen. Om dat te<br />

bereiken en zo de <strong>solidariteit</strong> ook in de toekomst houdbaar te houden, doet<br />

de Raad een aantal aanbevelingen om de wederkerigheid te versterken.<br />

Deze aanbevelingen zijn aanvullingen op eerdere adviezen <strong>van</strong> de Raad,<br />

over het pakketbeheer en recht op zorg, over gedrag en zorg, over een<br />

sluitend geheel <strong>van</strong> financiële prikkels waardoor centrale zorgrichtlijnen ook<br />

decentraal, bij de zorginkoop en in de behandelkamer worden vertaald in<br />

doelmatige zorg.<br />

De nieuwe aanbevelingen zijn onder meer:<br />

De Raad doet een krachtig appèl op alle partijen om verantwoordelijkheid te<br />

nemen voor houdbare collectieve zorg. Belangrijke voorwaarde daarvoor is<br />

meer transparantie met name over de kosten voor de patiënt en voor<br />

behandelaars over mogelijk alternatieve behandelingen. Ook moet er meer<br />

transparantie komen over de inkomens<strong>solidariteit</strong> en beloningen <strong>van</strong><br />

bestuurders, medisch specialisten en zorgverzekeraars.<br />

Wederkerigheid kan gestimuleerd worden door de verantwoordelijkheid <strong>van</strong><br />

burgers voor hun gezondheid te vergroten. De Raad stelt voor dit in<br />

richtlijnen en wetgeving vast te leggen. Bovendien stelt de Raad voor dit in<br />

collectieve polissen te stimuleren: korting op basis <strong>van</strong> gezonde leefstijl.<br />

Tenslotte suggereert de Raad in dit verband systematische eigen betalingen<br />

die aanzetten tot gepast zorggebruik.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 9


Crisis vraagt om beheersing<br />

zorgkosten…<br />

… met behoud <strong>van</strong> balans<br />

tussen zorg nu en zorg later<br />

Verantwoordelijkheid en<br />

wederkerigheid …<br />

.. <strong>van</strong> iedereen ...<br />

… in brede zin<br />

1 Inleiding<br />

Ons solidaire zorgstelsel staat onder druk. De uitgaven lopen snel op en<br />

hebben nog lang <strong>niet</strong> hun top bereikt. Dit vergt veel <strong>van</strong> het besteedbaar<br />

inkomen, dat door de financiële en economische crisis al een paar jaar<br />

stagneert. De zorg krijgt hierdoor steeds meer aandacht in het<br />

maatschappelijk debat. Vaak <strong>gaat</strong> dit debat over de mogelijkheden om de<br />

kosten te beperken.<br />

Veel mensen vinden goede zorg een <strong>van</strong> de <strong>belang</strong>rijkste voorzieningen,<br />

die dus ook best veel geld mag kosten. Tegelijk vragen jongere generaties met<br />

een middeninkomen, die weinig zorg gebruiken maar veel premie betalen,<br />

zich af of er een juiste balans is tussen consumptie nu (zorgpremie betalen)<br />

versus consumptie in de toekomst (zorg gebruiken).<br />

Waarom nu zoveel meebetalen voor een zorgstelsel dat steeds meer wordt<br />

uitgekleed? Hoeveel zorg is er nog over als zij straks zelf tot de ouderen<br />

behoren?<br />

Kostenbeheersing is dus <strong>belang</strong>rijk, maar dit advies <strong>gaat</strong> over een andere<br />

voorwaarde voor een houdbaar stelsel, namelijk wederkerigheid. <strong>Het</strong> <strong>gaat</strong><br />

erom dat mensen bewust en verantwoord gebruik maken <strong>van</strong> het zorgaanbod<br />

en daar waar mogelijk hun zorgvraag voorkomen of beperken. Dit geldt ook<br />

voor zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Naarmate mensen en deze<br />

organisaties meer die verantwoordelijkheid nemen, scheelt dat in de<br />

zorguitgaven die we collectief financieren. Bovendien vergroot dit het<br />

vertrouwen dat het zorggeld goed wordt besteed en dat het stelsel houdbaar<br />

is.<br />

Onder wederkerigheid verstaat de Raad: de verplichting voor alle<br />

betrokkenen om het beroep op formele <strong>solidariteit</strong>soverdrachten te beperken<br />

tot het noodzakelijke en de collectieve middelen zo efficiënt mogelijk te<br />

besteden. Deze kring <strong>van</strong> betrokkenen omvat primair de burger en zijn<br />

directe omgeving, de zorgverlener, de zorgverzekeraar en de zorginstelling.<br />

<strong>Het</strong> vermogen tot wederkerigheid is bij de sterk afhankelijke patiënt/cliënt<br />

beperkt of afwezig, maar dat geldt vaak <strong>niet</strong> voor de omgeving <strong>van</strong> die<br />

patiënt/cliënt. Wederkerigheid zal immers veelal ook in informele relaties <strong>van</strong><br />

zorg en ondersteuning met familie en vrienden tot stand kunnen komen.<br />

Is zorg voor leefstijlgerelateerde ziekten noodzakelijke zorg? <strong>Het</strong> antwoord op<br />

die vraag is uiteraard positief, maar de genoemde verplichting strekt zich uit<br />

tot het zo mogelijk voorkómen <strong>van</strong> deze, beïnvloedbare, zorgvraag.<br />

Deze verplichting rust eveneens op alle betrokkenen inclusief organisaties als<br />

de werkgever of uitkeringsinstantie.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 11


Leeswijzer<br />

Leeswijzer<br />

Dit advies bestaat verder uit een begripsbepaling en weging <strong>van</strong> het <strong>belang</strong><br />

<strong>van</strong> wederkerigheid (hoofdstuk 2). De basis hiervoor is gelegd met<br />

achtergrondstudies naar wetenschappelijke inzichten uit de antropologie,<br />

sociologie, neurowetenschappen en speltheorie. Ook de trends in de<br />

gevraagde en geboden wederkerigheid worden hier beschreven. In hoofdstuk<br />

3 wordt een casestudy besproken, namelijk de historie <strong>van</strong> wederkerigheid in<br />

de sociale zekerheid. Dit leidt tot de conclusie dat wederkerigheid, als plicht<br />

voor alle betrokkenen, een noodzakelijke voorwaarde is om instorting <strong>van</strong><br />

<strong>solidariteit</strong> te voorkomen, en dat de sociale zekerheid daar een goed<br />

voorbeeld <strong>van</strong> geeft.<br />

Hoofdstuk 4 beschrijft de huidige <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid in de Zvw<br />

en AWBZ: de premieplicht, financiële overdrachten tussen burgers, eigen<br />

betalingen en zorg voor eigen rekening, gebruikelijke mantelzorg. Bij deze<br />

beschrijving hoort ook een blik op de uiteindelijke uitkomsten in termen <strong>van</strong><br />

gezondheid en levensduur. Dit roept de lastige vraag op of de evidente<br />

ongelijkheid in die uitkomsten moet worden meegewogen bij de vormgeving<br />

<strong>van</strong> de <strong>solidariteit</strong> en de wederkerigheid.<br />

Hoofdstuk 5 bevat de analyse <strong>van</strong> het probleem, die veelal wijst in de<br />

richting <strong>van</strong> de rechten en plichten die in de wet zijn vastgelegd, maar ook<br />

naar de cultuur dien hierdoor is kunnen ontstaan. Dit raakt zowel de kant<br />

<strong>van</strong> de burger als de kant <strong>van</strong> de zorgsector. Hier worden tevens de mogelijke<br />

oplossingsrichtingen die de Raad in overweging heeft genomen genoemd.<br />

Hoofdstuk 6 beschrijft welke concrete aanbevelingen dit oplevert.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 12


RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 13


Solidariteit maakt veel<br />

mogelijk<br />

Homo socio-economicus<br />

Veel motieven voor<br />

solidaire zorg …<br />

… maar kansen op ziekte<br />

en gezondheid zijn<br />

ongelijk verdeeld<br />

Wederkerigheid is<br />

<strong>van</strong>zelfsprekend bij<br />

informele onderlinge<br />

hulp …<br />

… maar <strong>niet</strong> iedereen is<br />

daar, redelijkerwijs,<br />

lichamelijk, verstandelijk<br />

of psychisch toe in staat<br />

2 Balans tussen <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid<br />

Solidair gedrag is een drijvende kracht voor een vitale samenleving.<br />

Met het gemeenschappelijke <strong>belang</strong> voor ogen kunnen mensen met elkaar<br />

grote prestaties voor elkaar krijgen. Dit gedrag is onmisbaar voor de aanleg<br />

<strong>van</strong> polders en deltawerken en voor het reilen en zeilen <strong>van</strong> de<br />

voetbalvereniging. Ook het zorgstelsel is zo’n grote prestatie.<br />

Er zijn verschillende motieven voor solidair gedrag: het plezier <strong>van</strong><br />

samenwerken, het eigen <strong>belang</strong> dat wellicht mede wordt gediend, de<br />

geruststelling als risico’s kunnen worden gedeeld, een gevoelde morele<br />

verplichting, de wettelijke verplichting die in een aantal gevallen wordt<br />

opgelegd. Vaak zal sprake zijn <strong>van</strong> een mix <strong>van</strong> deze motieven, <strong>van</strong> algemeen<br />

en welbegrepen eigen<strong>belang</strong>: de mens als homo socio-economicus.<br />

Ook voor solidair gedrag in de zorg is er een mix <strong>van</strong> motieven.<br />

Mensen zorgen - binnen verbanden (zoals familie) - voor elkaar omdat ze<br />

<strong>van</strong> elkaar houden, omdat ze hopen dat ze ook zelf zo nodig geholpen zullen<br />

worden, omdat ze een ander <strong>niet</strong> in de steek willen laten. Veelal wordt deze<br />

zorg op informele wijze geboden. Er is ook formeel opgelegd solidair gedrag<br />

in de zorg, met wettelijke rechten en plichten die zijn vastgelegd in de<br />

Zvw en de AWBZ. Maar deze wetten zijn gefundeerd op de algemene wens<br />

dat goede zorg voor iedereen bereikbaar is en waarvoor een betaalbaar offer<br />

<strong>van</strong> de burger kan worden gevraagd. <strong>Het</strong> doel is dat pechvogels op kosten<br />

<strong>van</strong> het collectief worden geholpen; iedereen moet meedoen want iedereen<br />

heeft een kans om zorgvrager te worden.<br />

Een vraagstuk bij de vormgeving <strong>van</strong> dergelijke algemene risicodeling is de<br />

ongelijke verdeling <strong>van</strong> de kansen. De ene mens heeft voorspelbaar een<br />

bovengemiddelde zorgvraag, de ander heeft sterke schouders. Een <strong>belang</strong>rijk<br />

deel <strong>van</strong> de oplossing <strong>van</strong> dit vraagstuk is, zoals de informele zorg leert,<br />

wederkerigheid <strong>van</strong> zoveel mogelijk deelnemers. In de informele zorg is de<br />

steun die mensen <strong>van</strong>uit de directe omgeving krijgen <strong>van</strong> veel factoren<br />

afhankelijk, zoals herkenning en identificatie met de groep. <strong>Het</strong> is<br />

onvermijdelijk dat in de informele sfeer ook willekeur en persoonlijke<br />

voorkeuren een rol spelen. Maar waar het hier om <strong>gaat</strong> is dat het, in die<br />

informele sfeer, in de rede ligt dat wie zich minder inspant om iets voor<br />

anderen te betekenen en ook minder voorzorg en eigen redzaamheid<br />

betracht, minder en later steun krijgt. De inspanning waar het om draait<br />

heet wederkerigheid.<br />

Een kanttekening daarbij is, dat <strong>niet</strong> iedereen over evenveel hulpbronnen voor<br />

wederkerigheid beschikt. Toch is het interessant om te zien dat de sterk<br />

werkende kracht <strong>van</strong> wederkerigheid binnen informele vormen <strong>van</strong> <strong>solidariteit</strong><br />

juist meer bereidheid creëert om rekening te houden met de leden die door<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 15


Wederkerigheid werkt als<br />

hefboom voor <strong>solidariteit</strong><br />

en sociale cohesie…<br />

… maar bij een tekort aan<br />

wederkerigheid dooft de<br />

<strong>solidariteit</strong> uit<br />

En dit geldt ook voor<br />

formele <strong>solidariteit</strong><br />

Wederkerigheid in de zorg<br />

is opzettelijk beperkt om<br />

de toegang te waarborgen ..<br />

.. waardoor mensen zich<br />

weinig met het zorgstelsel<br />

identificeren …<br />

omstandigheden <strong>niet</strong> of minder kunnen bijdragen. Zolang deelnemers het<br />

gevoel hebben dat de kosten en baten voor zover mogelijk (met uitzondering<br />

<strong>van</strong> nood- en pechsituaties) eerlijk worden verdeeld, is men bereid solidair te<br />

zijn met elkaar en minder of <strong>niet</strong>s terug te verwachten. Dus wederkerigheid<br />

versterkt hier juist de basis voor (bereidheid tot) <strong>solidariteit</strong>.<br />

Een grote mate <strong>van</strong> wederkerigheid draagt er aan bij dat mensen meer plezier<br />

hebben in onderlinge hulp, daar meer het <strong>belang</strong> <strong>van</strong> inzien, er meer<br />

vertrouwen in hebben en meer morele verplichting voelen. Degene die helpt<br />

en degene die geholpen wordt, werken immers samen en beide ontlenen<br />

daaraan voldoening. Dat stimuleert de bereidheid tot onderlinge hulp en<br />

beperkt de vraag zodat daar relatief gemakkelijk in kan worden voorzien;<br />

er is dan ook meer ruimte om mensen te helpen die fysiek of geestelijk <strong>niet</strong><br />

in staat zijn tot wederkerigheid. Op die manier werkt de combinatie <strong>van</strong><br />

<strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid als het cement <strong>van</strong> de samenleving.<br />

Maar bij weinig wederkerigheid ligt dit precies omgekeerd; dan dreigt eerder<br />

verdeeldheid en uitsluiting. Solidair gedrag en wederkerigheid gaan gelijk op:<br />

veel <strong>van</strong> het een betekent veel <strong>van</strong> het ander terwijl een tekort aan<br />

wederkerigheid op den duur tot een tekort aan solidair gedrag leidt.<br />

Deze les, dat er een balans moet zijn tussen het solidair gedrag <strong>van</strong> degene<br />

die helpt en de wederkerigheid <strong>van</strong> degene die geholpen wordt, is ook<br />

<strong>belang</strong>rijk voor de houdbaarheid <strong>van</strong> het formele zorgstelsel. <strong>Het</strong> expliciete<br />

oogmerk <strong>van</strong> de formalisering in ons zorgstelsel is om de toegang te borgen<br />

en selectie op risico of anderszins te voorkomen. Dit oogmerk vergt een<br />

breed draagvlak, dat <strong>niet</strong> uitsluitend kan worden afgemeten aan de opbrengst<br />

<strong>van</strong> de wettelijke premies.<br />

Die wederkerigheid in de formele zorg komt tot stand in een spanningsveld.<br />

Om willekeur tegen te gaan en toegang te borgen is de <strong>solidariteit</strong> abstract en<br />

anoniem gemaakt. De sociale controle op gedrag en individuele<br />

verantwoordelijkheid en eventuele andere drempels voor de toegang tot de<br />

zorg zijn bewust klein gehouden. Er wordt hierdoor systematisch weinig<br />

wederkerigheid gevraagd; de identificatie <strong>van</strong> de gebruiker en aanbieder <strong>van</strong><br />

zorg met de publieke <strong>belang</strong>en <strong>van</strong> het zorgstelsel is gering. In dit verband<br />

kan onderscheid worden gemaakt tussen horizontale en verticale <strong>solidariteit</strong>.<br />

Verticale <strong>solidariteit</strong> bestaat uit overdrachten tussen herkenbare groepen gevers en<br />

ont<strong>van</strong>gers, zoals tussen rijk en arm. Een verticaal stelsel is kwetsbaar omdat het<br />

afhankelijk is <strong>van</strong> de bereidheid <strong>van</strong> de gevers.<br />

Horizontale <strong>solidariteit</strong> is samenwerking, bijvoorbeeld in de vorm <strong>van</strong> risicodeling, tussen<br />

gelijkwaardige deelnemers. Een voorbeeld <strong>van</strong> zuiver horizontale <strong>solidariteit</strong> is de<br />

onderlinge waarborg waar deelnemers risico’s inbrengen die individueel <strong>niet</strong> zijn te dragen<br />

en premie betalen naar rato <strong>van</strong> het risico.<br />

In de zorgverzekeringen is in verticale <strong>solidariteit</strong> voorzien om uitsluiting <strong>van</strong> zwakke<br />

groepen (chronisch ziek, laag inkomen) te voorkomen.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 16


… met een serieus risico<br />

dat het stelsel op termijn<br />

ineenstort tot gevolg<br />

Collectieve zorg als<br />

primaire levensbehoefte<br />

Beveridge versus Bismarck:<br />

publieke of private zorg?<br />

Medische en<br />

maatschappelijke zorg<br />

Checks en balances voor<br />

wederkerigheid<br />

Onder andere de neurowetenschappen en de speltheorie, met name<br />

computersimulaties, voegen interessante wetenschappelijke inzichten toe.<br />

Bij de verschillende mechanismen voor samenwerking, die de basis vormen<br />

voor <strong>solidariteit</strong>, ontstaat geen stabiel evenwicht, maar een cyclisch patroon:<br />

de samenwerking c.q. <strong>solidariteit</strong> neemt toe totdat deze op een gegeven<br />

moment instort waarna de cyclus weer opnieuw begint. Dit ‘natuurlijk<br />

beloop’ zou ook voor de <strong>solidariteit</strong> binnen ons zorgstelsel kunnen optreden.<br />

De <strong>belang</strong>rijkste oorzaak <strong>van</strong> risico op de teloorgang <strong>van</strong> <strong>solidariteit</strong> is<br />

gelegen in de onmacht om deze te begrenzen. De continue kostenstijging <strong>van</strong><br />

de zorg zou deze op een gegeven moment onbetaalbaar kunnen maken,<br />

waardoor de <strong>solidariteit</strong> instort. Om deze catastrofe te voorkomen is het<br />

noodzakelijk tijdig bij te sturen. <strong>Het</strong> doel <strong>van</strong> dit advies is om in dit<br />

spanningsveld oplossingen aan te reiken in de richting <strong>van</strong> meer<br />

wederkerigheid. De oplossingen tenderen <strong>niet</strong> naar minder, maar naar andere<br />

<strong>solidariteit</strong> op een basis <strong>van</strong> wederkerigheid; de <strong>belang</strong>en <strong>van</strong><br />

volksgezondheid en zorg zijn immers groot.<br />

Trends in wederkerigheid<br />

In de vorige eeuw is in vrijwel alle rijke landen een formeel, collectief<br />

gefinancierd segment <strong>van</strong> medische zorg ingevoerd. Dit kwam voort uit<br />

rechtvaardigheid, omdat medische zorg net als voedsel en onderdak een<br />

primaire levensbehoefte is die voor iedereen toegankelijk hoort te zijn.<br />

Ook maatschappelijke efficiency speelde mee. Zorg draagt bij aan een<br />

gezonde beroepsbevolking en bovendien kunnen collectief voorzieningen tot<br />

stand worden gebracht (zoals zorginfrastructuur, opleidingen en onderzoek)<br />

die <strong>niet</strong> particulier te realiseren zijn. Als neveneffect kon de zorgsector flink<br />

groeien.<br />

De verschijningsvorm <strong>van</strong> deze formele stelsels verschilt per land. Sommige<br />

landen kozen voor het Beveridge-model: collectieve zorg als publieke dienst,<br />

gefinancierd uit belastingopbrengsten, en centraal (Engeland) of decentraal<br />

(Scandinavië) georganiseerd. Andere landen kozen voor het Bismarck-model:<br />

een verzekeringsstelsel, voor de beroepsbevolking (de voormalige<br />

ziekenfondsen) of de gehele bevolking (de huidige Zvw), buiten de directe<br />

invloed <strong>van</strong> de politiek. Een ander verschil tussen landen is de mate waarin<br />

behalve de medische zorg ook de maatschappelijke zorg (welzijn, verpleging<br />

en verzorging) op basis <strong>van</strong> formele <strong>solidariteit</strong> is georganiseerd. In sommige<br />

landen, zoals het onze, is de formalisering en monetarisering <strong>van</strong> deze zorg<br />

ver ontwikkeld en in om<strong>van</strong>g toegenomen.<br />

<strong>Het</strong> ontbreken <strong>van</strong> directe politieke grip op de formele zorg betekent dat<br />

checks en balances, in de vorm <strong>van</strong> wederkerigheid, decentraal tot stand<br />

moeten komen. Deze verplichting rust op alle betrokken partijen.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 17


Meer vermijdbare ziekte,<br />

meer welvaart, meer tijd…<br />

meer wederkerigheid <strong>van</strong><br />

de burger?<br />

Wederkerigheid <strong>van</strong> burgers<br />

De sterke groei <strong>van</strong> de zorg als economische sector heeft geleid tot een grote<br />

toename <strong>van</strong> de onderlinge overdrachten tussen burgers. Dit vraagt ook om<br />

steeds meer wederkerigheid tussen burgers. Rele<strong>van</strong>te trends in dit verband<br />

zijn:<br />

- het toegenomen inzicht in de vermijdbare oorzaken <strong>van</strong> ziekte, zoals in<br />

het milieu, op de weg, op de werkvloer en <strong>van</strong> consumptiegedrag,<br />

waardoor verantwoordelijkheden veranderen en verschuiven,<br />

- de toename <strong>van</strong> de inkomens en de welvaart voor veel mensen die het<br />

keuzepalet en dus de eigen verantwoordelijkheid vergroot.<br />

Dit speelt bijvoorbeeld een rol bij het debat over de ouderenzorg,<br />

- de potentiële wederkerigheid in de groeiende groep vitale ouderen, met<br />

minder alleenstaande weduwen en meer singles.<br />

Generaties zorgen in vele opzichten voor elkaar. Er zullen altijd materiële en immateriële<br />

overdrachten zijn tussen generaties. Hoe die overdrachten verlopen is mede afhankelijk<br />

<strong>van</strong> economische omstandigheden en overheidsbeleid. Om een voorbeeld te noemen:<br />

vroeger kregen ouders nog al eens geld <strong>van</strong> hun maatschappelijk opgeklommen kinderen,<br />

tegenwoordig zijn het vaker ouders die het gezinshuishoudboekje <strong>van</strong> hun kinderen<br />

kloppend maken (VK, 9/2/2013). De economische crisis versterkt dat nog.<br />

De armoede onder 65-plussers is veel lager dan onder de jongere leeftijdsgroepen<br />

(Van Dalen en Henkens, 2013).<br />

Een ander voorbeeld: ouders <strong>van</strong> nu krijgen minder financiële compensatie voor formele<br />

kinderop<strong>van</strong>g dan enkele jaren geleden. Om de op<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het gezin betaalbaar te<br />

houden, wordt steeds vaker een beroep gedaan op informele op<strong>van</strong>g door familie en<br />

vrienden (34% in 2011, was 27% in 2009), waar<strong>van</strong> het meest door grootouders<br />

(VK, 9/2/2013, SCP/CBS, 2012). Die actieve rol <strong>van</strong> grootouders is enerzijds een<br />

vergrijzingsfenomeen en heeft anderzijds te maken met de toegenomen arbeidsdeelname<br />

<strong>van</strong> vrouwen. Tot voor kort waren de meeste oppasopa’s en oma’s tussen de 65 en 69 jaar<br />

(Penninx, 2008; RVZ, 2008), maar het is voorstelbaar dat die leeftijd in de toekomst <strong>gaat</strong><br />

oplopen, omdat ouderen steeds langer gezond en vitaal blijven en omdat grootouders zelf<br />

langer actief zijn op de arbeidsmarkt.<br />

Ouderen zorgen in toenemende mate ook voor elkaar. Zo zijn er steeds meer (echt)paren<br />

waar<strong>van</strong> de een voor de ander zorgt (SCP, 2011). In de toekomst zullen er echter ook meer<br />

alleenstaande ouderen zijn. En door een afnemend kindertal is er minder potentiële<br />

mantelzorg <strong>van</strong> kinderen te verwachten (Doorten, 2012). De aankomende generatie<br />

ouderen, de babyboomers, zal moeten nadenken hoe zij de (mantel)zorg op de oude dag<br />

voor zich ziet. Een oplossing kan gevonden worden in nieuwe woon-zorgarrangementen,<br />

zoals urban villa’s voor oudere vrouwen, een modern soort begijnhoven met een flexibel<br />

aanbod <strong>van</strong> diensten (Latten, 2011). Met boodschappenservices, tuinonderhoud en allerlei<br />

activiteiten, die naar behoefte kunnen worden afgenomen, mogelijk als virtueel<br />

verzorgingshuis (Doorten, 2012). Dat kan ook betekenen dat ouderen in toenemende<br />

mate voor elkaar gaan zorgen en zo de druk op aankomende generaties om mantelzorg de<br />

verlenen, verlichten. Meer inter-generationele <strong>solidariteit</strong>, door intra-generationele<br />

<strong>solidariteit</strong> dus.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 18


Meer omzet, meer<br />

inkomen, meer druk op<br />

koopkracht en collectieve<br />

sector … meer<br />

wederkerigheid <strong>van</strong><br />

zorgsector?<br />

Curatieve zorg in<br />

Nederland nummer 1 <strong>van</strong><br />

Europa!<br />

Positie ouderen in<br />

Nederland zeer goed,<br />

vergeleken met de rest <strong>van</strong><br />

Europa!<br />

Wederkerigheid <strong>van</strong> de zorgsector<br />

Ook de wederkerigheid <strong>van</strong> de zorgsector ten opzichte <strong>van</strong> de premiebetaler<br />

wordt steeds <strong>belang</strong>rijker. De keuze voor het Bismarck model voor de<br />

formele <strong>solidariteit</strong> in de curatieve en de langdurende zorg is een blijk <strong>van</strong><br />

vertrouwen in de zorgsector zelf. Met inmiddels 12% <strong>van</strong> het BBP te<br />

besteden aan verzekerde zorgaanspraken, met bovendien een sterke<br />

groeiverwachting tot 2040, is ook steeds meer wederkerigheid <strong>van</strong><br />

zorgverzekeraars en zorgaanbieders noodzakelijk. Zij moeten nog meer<br />

verantwoordelijkheid nemen voor alle publieke <strong>belang</strong>en <strong>van</strong> de zorg; <strong>niet</strong><br />

alleen voor de kwaliteit en toegankelijkheid maar ook voor een beheerste<br />

groei en een hoge kosteneffectiviteit <strong>van</strong> deze uitgaven. Dat zal het<br />

vertrouwen versterken dat de zorgeuro’s noodzakelijk waren en <strong>niet</strong> beter<br />

hadden kunnen worden geïnvesteerd. In de curatieve zorg <strong>gaat</strong> het dan<br />

bijvoorbeeld om meer kosteneffectiviteit; in de ouderenzorg zouden<br />

aanbieders meer de zeggenschap en verantwoordelijkheid voor zorg en<br />

kwaliteit <strong>van</strong> leven aan de burger/cliënt terug moeten geven (vraagsturing).<br />

De stand <strong>van</strong> zaken in de curatieve zorg kan misschien het best worden<br />

samengevat aan de hand <strong>van</strong> de uitkomsten <strong>van</strong> de jaarlijkse Euro Health<br />

Consumer Index. De meting 2012 bevestigt de consistente koppositie <strong>van</strong><br />

ons land in twee opzichten. Nederland scoort de hoogste consumentenkwaliteit<br />

<strong>van</strong> de zorg. En Nederland scoort de hoogste uitgaven en de snelste<br />

uitgavenstijging. We mogen absoluut trots zijn op de goede uitkomsten;<br />

consumententevredenheid is een <strong>belang</strong>rijke uitkomst. Maar de opstellers<br />

<strong>van</strong> de index wijzen ook op de sterke groei <strong>van</strong> de uitgaven, die nog lang <strong>niet</strong><br />

aan zijn einde is gekomen (pas in 2040 bereikt de vergrijzing zijn top en er is<br />

een continue medisch-technologische ontwikkeling).<br />

In de langdurende zorg is lange tijd <strong>van</strong>uit het aanbod gedacht. Dat denken<br />

is nog steeds <strong>niet</strong> geheel verdwenen. Er is een grote intramurale capaciteit,<br />

die de exploitant graag benut ziet ook al is de trend richting<br />

extramuralisering. Ook wordt verzekerde langdurende zorg verkregen op<br />

basis <strong>van</strong> een indicatie die vaak mede is gebaseerd op informatie <strong>van</strong> de<br />

aanbieder. <strong>Het</strong> geboden product is bovendien vaak samengesteld uit zorg- en<br />

welzijnsonderdelen, met afstemmings- en schottenproblemen tot gevolg.<br />

Niettemin is de maatschappelijke uitkomst <strong>van</strong> de ouderenzorg, in termen<br />

<strong>van</strong> kans op armoede en sociale uitsluiting <strong>van</strong> ouderen in Nederland<br />

vergeleken met de rest <strong>van</strong> Europa zeer gunstig.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 19


Balans <strong>van</strong> rechten en<br />

plichten in sociale<br />

zekerheid<br />

Van arbeidsongeschikt<br />

naar arbeidsvermogen<br />

Baten <strong>van</strong> wederkerigheid,<br />

collectief en individueel<br />

Financiële en andere<br />

prikkels<br />

3 Case study: <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid in de<br />

sociale zekerheid, een wegwijzer voor de zorg?<br />

Wat zou de gedaante <strong>van</strong> wederkerigheid in de formele zorg kunnen en<br />

moeten zijn? Deze vraag is eerder gesteld, maar dan in het kader <strong>van</strong> de<br />

formele sociale zekerheid. Dat heeft nuttige inzichten voor dit advies<br />

opgeleverd.<br />

Wederkerigheid in de sociale zekerheid<br />

De politiek heeft sinds het eind <strong>van</strong> de jaren tachtig, onder druk <strong>van</strong> een<br />

sterk groeiend beroep op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, een aantal<br />

hervormingen in de sociale zekerheid doorgevoerd, gericht op een andere<br />

balans tussen rechten en plichten. Die werken toe naar een gerichte inzet <strong>van</strong><br />

regelingen, terugdringen <strong>van</strong> oneigenlijk gebruik en een omslag <strong>van</strong><br />

compensatie <strong>van</strong> sociale risico’s naar activering. Vooral dat laatste zien we<br />

terug in de naamgeving <strong>van</strong> wetten: spraken we eerst over de Wet op de<br />

arbeidsongeschiktheid (WAO), nu hebben we het over de WIA 1 , de Wet<br />

werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Dat is een wezenlijk andere<br />

aanvliegroute. En bij de Bijstandswet (gericht op compenseren) spreken we<br />

nu over de Wet werk en bijstand en zijn er plannen in de maak voor een<br />

Participatiewet (gericht op activeren), waarin de Bijstandswet, de Wajong en<br />

de WSW zouden moeten opgaan (met een na de val <strong>van</strong> het vorige kabinet<br />

gesneuveld wetsvoorstel voor een Wet werken naar vermogen). Steeds meer<br />

wordt de weerbaarheid <strong>van</strong> mensen aangesproken: er is geen sprake meer <strong>van</strong><br />

eenzijdige compensatie, maar er wordt ook iets terug verwacht. En juist door<br />

meer wederkerigheid te verlangen is het idee dat mensen ook echt<br />

weerbaarder worden. Op de premie werkt dit twee keer gunstig uit: er is een<br />

tellereffect (minder uitkeringen) en een noemereffect (de last kan over meer<br />

schouders worden verdeeld). De mensen die weer aan het werk gaan,<br />

verwerven inkomen en eigenwaarde. De charme <strong>van</strong> de gemeentelijke<br />

bijstand is dat veel mensen tot enige vorm <strong>van</strong> wederkerigheid in staat<br />

blijken te zijn, is het <strong>niet</strong> met betaald werk, dan wel met een onbetaalde<br />

tegenprestatie in ruil voor een uitkering. Voor hen is “thuis op de bank<br />

zitten” geen optie meer.<br />

In het stelsel <strong>van</strong> de sociale zekerheid is meer wederkerigheid aangebracht<br />

met financiële en andere prikkels. Voor werknemers en werkgevers zijn<br />

aanspraken stringenter geworden, zijn verplichtingen opgelegd en is meer<br />

nadruk gelegd op interventies gericht op activering zoals scholing. Een en<br />

ander is bijvoorbeeld geregeld met de in 2004 ingevoerde Wet uitbreiding<br />

loondoorbetalingverplichting bij ziekte (Wulbz) en de Wet verlenging<br />

loondoorbetalingverplichting bij ziekte (WLZ). Deze wetten regelen dat een<br />

werkgever bij ziekte <strong>van</strong> een werknemer het loon moet doorbetalen<br />

gedurende twee jaar. Bij de oorspronkelijke Ziektewet hadden werkgevers<br />

geen enkele verplichting op dit vlak. De Ziektewet bestaat nu nog wel,<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 21


Overeenkomsten en<br />

verschillen tussen sociale<br />

zekerheid en zorg …<br />

.. en maatschappelijke<br />

ondersteuning<br />

maar alleen als <strong>van</strong>gnetvoorziening voor een beperkt aantal gevallen.<br />

Voor werknemers is bepaald dat de eerste twee ziektedagen onbetaalde<br />

wachtdagen kunnen zijn, bedoeld om kortdurend ziekteverzuim te<br />

voorkomen. Rele<strong>van</strong>t voor genoemde wetten is de in 2002 ingevoerde<br />

Wet verbetering poortwachter, met regels rond ziekteverzuim: zo moet de<br />

werkgever een bedrijfsarts inschakelen die binnen zes weken na ziekmelding<br />

een advies over werkhervatting moet geven, waarna werkgever en de<br />

werknemer een plan opstellen over hoe de werknemer weer aan de slag kan<br />

gaan.<br />

Wederkerigheid in de formele zorg<br />

Hier is een mooi sprongetje te maken naar de formele zorg. Ook hier spelen<br />

vraagstukken als de houdbaarheid <strong>van</strong> het stelsel en de vergrijzing. Hoe kan,<br />

net als in de sociale zekerheid, wederkerigheid in de formele zorg worden<br />

georganiseerd?<br />

De formele zorg lijkt in een aantal opzichten op de sociale zekerheid.<br />

Net als in de sociale zekerheid zijn er ook in de zorg mensen, zoals<br />

bijvoorbeeld Alzheimerpatiënten en mensen met een zware verstandelijke<br />

handicap, die <strong>niet</strong> tot wederkerigheid in staat zijn. Net als in de sociale<br />

zekerheid kunnen ook rond zorg veel mensen iets doen om gezondheid <strong>van</strong><br />

henzelf en in hun omgeving te behouden of zoveel mogelijk weer te<br />

herstellen. En dit gedrag kan worden beïnvloed met de balans <strong>van</strong> rechten<br />

en plichten. Maar er kan ook een verschil zijn tussen zorg en sociale<br />

zekerheid, omdat ziektelast voor een individu iets wezenlijk anders is dan<br />

bijvoorbeeld werkloosheid en verlies <strong>van</strong> inkomen.<br />

Een parallel met de sociale zekerheid is te trekken als we kijken naar de<br />

WMO, uitgevoerd door de gemeenten. Hoewel de balans in de sociale<br />

zekerheid wordt geregeld binnen een verzekering (zoals de sollicitatieplicht<br />

in de WW) zijn er aanwijzingen dat in het domein <strong>van</strong> zorg en<br />

ondersteuning ook de WMO hier veel en misschien wel meer mogelijkheden<br />

biedt. Compensatie is dan de tussenstap om <strong>van</strong> verzekerde aanspraken naar<br />

activeringsplicht (naar redelijkheid) te komen. Duidelijk is dat<br />

wederkerigheid de meeste kansen heeft als het concreet en persoonlijk is,<br />

dus als het zich afspeelt op decentraal of microniveau. Juist het gesprek met<br />

de gemeente of met een zorgverlener kan in positieve zin bijdragen aan de<br />

weerbaarheid <strong>van</strong> mensen. In vergelijking met werkgevers en het UWV<br />

strekt wederkerigheid in de zorg zich ook uit tot zorgverlener,<br />

zorginstellingen en verzekeraar.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 22


RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 23


Solidariteit door premies<br />

en overdrachten<br />

Vormen <strong>van</strong> <strong>solidariteit</strong><br />

Overige rechten en<br />

plichten<br />

Premie- en verzekerplicht<br />

Inkomens<strong>solidariteit</strong><br />

Premiedruk verschilt in €<br />

maar minder in % ...<br />

4 Formele <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid in het<br />

Nederlandse zorgstelsel<br />

Ons zorgstelsel is uniek door de gelijke toegang tot hoogwaardige zorg voor<br />

alle burgers. Dit wordt gerealiseerd met een verzekerings- en premieplicht<br />

voor alle volwassen burgers (18+). De verplichte premies houden wél rekening<br />

met financiële draagkracht maar <strong>niet</strong> met het individuele risico, zelfs als dit<br />

beïnvloed is door keuzes <strong>van</strong> het individu zelf. Dit gegeven wordt vaak<br />

opgevat als “de” <strong>solidariteit</strong> in de zorg. Door deze premiesystematiek dragen<br />

sommige groepen systematisch en voorspelbaar geld over naar andere groepen:<br />

rijk naar arm, jong naar oud, gezond naar ongezond. Deze over drachten<br />

worden aangeduid met de begrippen inkomens- en risico<strong>solidariteit</strong>.<br />

Specifieke vormen <strong>van</strong> risico<strong>solidariteit</strong> zijn leeftijd<strong>solidariteit</strong> en<br />

leefstijl<strong>solidariteit</strong>. Leeftijd<strong>solidariteit</strong> houdt in dat een hoge leeftijd het risico<br />

op zorguitgaven verhoogt zonder in de premie tot uitdrukking te komen.<br />

Leefstijl<strong>solidariteit</strong> vloeit mutatis mutandis voort uit het gegeven dat mensen<br />

met een ongezonde leefstijl gemiddeld vaker zorg nodig hebben.<br />

Dit is nog <strong>niet</strong> het hele plaatje <strong>van</strong> <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid in de<br />

Zvw en AWBZ. Burgers doen ook eigen betalingen en hebben nog andere<br />

plichten dan de premieplicht. Ook kan worden gekeken naar de verdeling<br />

<strong>van</strong> de uitkomsten, in termen <strong>van</strong> gezondheid en levensduur, die mede door<br />

de zorg wordt gerealiseerd. Ten slotte hebben ook de zorgverzekeraars en de<br />

zorgsector zelf een aantal plichten op het gebied <strong>van</strong> doelmatigheid en<br />

rechtmatigheid.<br />

Verzekerings- en premieplicht<br />

In 2010 had 0,8% <strong>van</strong> de verzekeringsplichtigen voor de Zvw geen<br />

verzekering afgesloten en had 1,9% een grote betalingsachterstand voor de<br />

nominale premie. Bij onverzekerheid en betalingsachterstand neemt het<br />

CVZ de incasso <strong>van</strong> de premie voor zijn rekening. De procentuele Zvwpremie<br />

en de AWBZ-premie zijn geïntegreerd met de heffing <strong>van</strong> sociale<br />

premies en loon- en inkomstenbelasting en worden door de belastingdienst<br />

geïnd.<br />

Inkomens<strong>solidariteit</strong><br />

Inkomens<strong>solidariteit</strong> komt tot uitdrukking in het saldo <strong>van</strong> betaalde premie<br />

en gemaakte zorgkosten <strong>van</strong> verschillende inkomensgroepen. De zorg wordt<br />

gefinancierd met premies voor de AWBZ en de Zvw en met bijdragen uit de<br />

rijksbelastingen. De individuele bijdrage <strong>van</strong> burgers gemeten in euro’s loopt<br />

op met het inkomen doordat premies en de inkomstenbelasting deels worden<br />

geheven als percentage <strong>van</strong> het inkomen (tot een maximum); de nominale<br />

Zvw-premie is de facto eveneens inkomensafhankelijk door de zorgtoeslag.<br />

De laagste inkomens betalen relatief veel BTW en accijnzen. Per huishouden<br />

hangt de bijdrage in euro’s af <strong>van</strong> het aantal volwassenen (18+) en het<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 25


… voor iedereen circa 40%<br />

Zorggebruik verschilt<br />

tussen inkomensgroepen<br />

…<br />

… in de curatieve …<br />

inkomen. Tabel 4.1 geeft een overzicht <strong>van</strong> de totale druk <strong>van</strong> de collectieve<br />

lasten op het huishoudinkomen voor verschillende inkomensgroepen.<br />

In 2009 liep de bijdrage <strong>van</strong> gezinnen aan de zorgkosten uiteen <strong>van</strong> circa<br />

€ 2.000 voor de huishoudens met de laagste inkomens (inkomensdecielen<br />

1 en 2) tot meer dan € 12.000 voor het hoogste inkomensdeciel (zie regel 7<br />

uit de tabel).<br />

Tabel 4.1 Gemiddelde belasting- en premiedruk in<br />

procenten <strong>van</strong> het bruto-inkomen 2009;<br />

huishoudendecielen (730.000 hh per deciel) 2 , 3<br />

Inkomensdeciel Totaal 1+2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Bruto-hh-inkomen * €1.000 14,5 25,3 32,3 40,6 50 60,7 73,9 92,6 153,1<br />

Premies AWBZ (%) 3,5 2,0 2,7 3,5 4,2 4,1 4,2 4,2 3,9 2,7<br />

Premie ziektekosten (%) 6,9 10,2 9,1 9,1 8,7 8,3 7,9 7,4 6,5 4,2<br />

Aandeel belastingen (%) 1,0 1,2 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 1,0 1,3<br />

Totale druk Zvw en AWBZ 11,5 13,4 12,7 13,5 13,8 13,3 13,0 12,5 11,4 8,2<br />

Idem in € * 1.000 1,9 3,2 4,3 5,5 6,6 7,9 9,2 10,6 12,7<br />

Totale lastendruk (%) 41,5 42,1 36,5 38,8 41,5 41,5 42,9 42,7 42,1 41,2<br />

In procenten <strong>van</strong> het brutogezinsinkomen zijn de verschillen in de bijdrage<br />

voor de zorg klein; elke inkomensgroep betaalt namelijk rond de 13%;<br />

alleen de hoogste groep betaalt een lager percentage (regel 6). Die positie <strong>van</strong><br />

de hoogste inkomens wordt overigens gecorrigeerd in de totale druk <strong>van</strong><br />

belastingen en wettelijke premies (regel 8): die is laag voor de decielen 3 en 4<br />

(progressie) maar ligt voor de hogere inkomens rond de 42%.<br />

De andere kant <strong>van</strong> de inkomens<strong>solidariteit</strong>, het zorggebruik, vergroot in het<br />

algemeen nog de inkomens<strong>solidariteit</strong>, omdat ongezondheid en ziekte vaker<br />

voorkomen bij mensen met een lage opleiding en een laag inkomen.<br />

Hierover zijn enige cijfers bekend 4 :<br />

- De marktconforme risicopremie voor curatieve zorg (Zvw) ligt voor<br />

huishoudens met een laag inkomen (derde deciel) gemiddeld € 1.700<br />

per jaar hoger dan voor huishoudens in de hoogste decielen (9 en 10);<br />

de overige groepen zitten daar tussen in. Naar opleidingsniveau loopt<br />

het netto gebruik per jaar over de hele levensloop bezien, uiteen <strong>van</strong> plus<br />

€ 1.100 op VMBO-niveau tot -/- € 1.700 op HBO/WO-niveau (CPB,<br />

2013).<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 26


… en de langdurige zorg<br />

Premies differentiëren<br />

<strong>niet</strong> naar risico …<br />

… dus er is<br />

risico<strong>solidariteit</strong><br />

- In de Thuiszorg en in de intramurale Verpleging en Verzorging zijn de<br />

zorguitgaven <strong>niet</strong> naar rato <strong>van</strong> de beperkingen verdeeld. Hoge inkomens<br />

ont<strong>van</strong>gen minder AWBZ-zorg, wanneer wordt gecorrigeerd voor de<br />

beperkingen in deze groep, dan lage en middeninkomens (tabel 4.2):<br />

Tabel 4.2 Uitgaven Thuiszorg en intramurale V&V per 30%<br />

inkomensgroep, feitelijk en evenredig<br />

Thuiszorg (2007) Intramurale V&V (2008)<br />

Feitelijk profijt<br />

Evenredig<br />

profijt<br />

Feitelijk profijt<br />

Evenredig<br />

profijt<br />

Laag inkomen € 2.200 € 1.700 € 4.400 € 3.650<br />

Middeninkomen € 800 € 1.000 € 1.950 € 2.150<br />

Hoger inkomen € 250 € 500 € 400 € 900<br />

De uitkomsten <strong>van</strong> tabel 4.2 wijzen op een relatief kleine vraag <strong>van</strong> hoge en<br />

middeninkomens met een gegeven beperkingenniveau naar AWBZ-zorg; de<br />

oorzaken daar<strong>van</strong> zijn vermoedelijk een actievere benutting <strong>van</strong> het sociaal<br />

netwerk en een voorkeur voor betere kwaliteit zorg voor eigen rekening.<br />

Risico<strong>solidariteit</strong><br />

Risico<strong>solidariteit</strong> is het verschil tussen de feitelijke zorgpremies en de<br />

kostendekkende premie die op een commerciële markt zou moeten worden<br />

betaald. Op de private markt zou de individuele kostendekkende premie<br />

worden berekend op basis <strong>van</strong> leeftijd, geslacht en overige risicofactoren<br />

(aanwezige aandoeningen, overige gezondheid en leefstijl, feitelijke zorgkosten).<br />

Bij de premies Zvw en AWBZ worden deze factoren <strong>niet</strong> meegenomen. De<br />

kostendekkende premie zou variëren <strong>van</strong> bijna nul, voor een gezonde<br />

jongvolwassene, tot tienduizenden euro’s voor mensen met beperkingen en<br />

chronische multimorbiditeit met hoge behandelkosten of voor mensen met een<br />

aangeboren zware handicap. Voor de hele Nederlandse bevolking (18+)<br />

verschillen de gemiddelde uitgaven voor het zorggebruik (AWBZ, Zvw) in<br />

2009 een factor 1000, namelijk <strong>van</strong> € 47 gemiddeld in de 5%-groep met het<br />

laagste zorggebruik tot € 41.500 in de duurste 5%-groep. De grootste<br />

verschillen zitten in het beroep op AWBZ-zorg (vooral intramuraal) en in de<br />

ziekenhuiszorg. Overigens worden de verschillen kleiner: in 2006-2008 vond<br />

een duidelijke toename <strong>van</strong> de lichte zorgvraag plaats (APE, 2010), die wellicht<br />

mede het gevolg is <strong>van</strong> het verdwijnen <strong>van</strong> een financiële drempel voor de<br />

huisarts voor voormalig particulier verzekerden.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 27


zoals tussen jong en oud …<br />

.. want zorguitgaven<br />

verschillen per<br />

leeftijdsgroep<br />

Weinig “overige” groei<br />

voor 65 plus<br />

Leeftijd<strong>solidariteit</strong><br />

Leeftijd<strong>solidariteit</strong> (tussen generaties) wordt ons haast letterlijk met de<br />

paplepel ingegoten. De zorg <strong>van</strong> ouders voor hun kinderen krijgt<br />

tegenwoordig vaak een vervolg <strong>van</strong> zorg <strong>van</strong> grootouders voor hun<br />

kleinkinderen. Maar daarna worden de rollen weer omgekeerd en ont<strong>van</strong>gen<br />

de ouderen weer meer zorg. Anders geformuleerd: in veel mensenlevens<br />

passeren alle fasen <strong>van</strong> zorggebruik de revu. De gemeten adhesie voor<br />

<strong>solidariteit</strong> <strong>van</strong> jong met oud is groot. Dit blijkt bijvoorbeeld uit ons zeer<br />

lage percentage ouderen (65 en ouder) met risico <strong>van</strong> armoede of sociale<br />

uitsluiting, vergeleken met andere Europese landen (Eurostat, 2013).<br />

Tabel 4.3 presenteert de uitgaven per persoon per leeftijdscategorie (mannen<br />

en vrouwen) en de procentuele groei als gevolg <strong>van</strong> demografische<br />

ontwikkelingen (zoals vergrijzing) en de overige volumegroei. De gemiddelde<br />

jaarlijkse uitgavengroei was in de beschouwde periode (1999-2010) 7,2%.<br />

Daar<strong>van</strong> was 1,1% door de demografie, 3,5% door overige volumeoorzaken<br />

(zoals welvaartsgroei, ruimere zorgaanspraken en factoren aan aanbod- en<br />

vraagzijde) en 2,6% prijsontwikkeling.<br />

De tabel laat zien dat de zorgkosten per persoon sterk verschillen per<br />

leeftijdscategorie. Voor de groep <strong>van</strong> 1 tot en met 44 jaar zijn de uitgaven<br />

ongeveer gelijk. Vanaf 45 jaar gaan de uitgaven oplopen, tot ze voor de groep<br />

85+ meer dan het 10-voudige zijn <strong>van</strong> de uitgaven voor jongvolwassenen.<br />

De demografische groei is ongelijk verdeeld; de vergrijzing is hier duidelijk<br />

zichtbaar. Opmerkelijk is dat de overige volumegroei relatief laag is voor<br />

mannen en vrouwen boven de 65.<br />

Tabel 4.3 Uitgaven (aandeel in % in totale uitgaven 2007)<br />

en groei (% per jaar) <strong>van</strong> de zorguitgaven per geslacht<br />

en leeftijdsgroep,uitgesplitst in totaal en volumegroei<br />

agv demo en overig, 1999-2010<br />

Leeftijd Mannen Vrouwen<br />

Uitgaven<br />

per persoon<br />

2007 (index;<br />

25-44=100)<br />

Demo-groei<br />

(%)<br />

Overige<br />

volume<br />

groei (%)<br />

Uitgaven<br />

per persoon<br />

2007 (index;<br />

25-44=100)<br />

Demo-groei<br />

(%)<br />

Overige<br />

volumegroei<br />

(%)<br />

0 345 -0,9 4,2 263 -0,8 4,1<br />

1-14 128 0,0 4,5 91 0,0 4,4<br />

15-24 98 0,7 5,1 86 0,7 4,4<br />

25-44 100 -1,1 3,5 100 -1,1 3,1<br />

45-64 162 2,0 4,3 133 2,0 4,0<br />

65-74 284 2,1 3,3 217 1,0 3,0<br />

75-84 496 2,7 2,6 443 1,0 2,6<br />

85+ 1034 3,8 2,7 1058 2,5 3,4<br />

Bron: RIVM (bewerking RVZ).<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 28


Babyboom-generatie heeft<br />

voordeel <strong>van</strong> grote<br />

om<strong>van</strong>g…<br />

Ouderen (babyboomers)<br />

extra aanslaan?<br />

Zorgpremies differrentiëren<br />

<strong>niet</strong> naar leefstijl<br />

…dus is er risico<strong>solidariteit</strong><br />

Veel gezondheidsschade en<br />

hoge leefstijlkosten in de<br />

zorg...<br />

... en minder bereidheid tot<br />

<strong>solidariteit</strong> bij overige<br />

bevolking<br />

De komende paar decennia, tot 2040, zal de grijze druk en daarmee de<br />

leeftijd<strong>solidariteit</strong> nog flink oplopen. Twee bijzondere aspecten hierbij zijn:<br />

- de sterk oplopende levensverwachting, waardoor in de komende decennia<br />

de grijze druk extra oploopt,<br />

- de verwachte extra toename <strong>van</strong> de overdrachten ten behoeve <strong>van</strong> de<br />

vergrijzende generatie babyboomers omdat de geboortecohorten uit de<br />

jaren 1946 tot 1956 zo om<strong>van</strong>grijk waren. Hierdoor waren tijdens hun<br />

werkzame leven de grijze druk en de zorgpremies laag (bovendien was het<br />

zorgstelsel aanmerkelijk geringer in om<strong>van</strong>g). Maar de opvolgende<br />

generaties krijgen met het omgekeerde te maken: een hoge grijze druk<br />

(tot een verdubbeling <strong>van</strong> de huidige druk) met hoge zorgpremies ook<br />

voor de jongere generatie, vooral voor de relatief kleine geboortecohorten<br />

<strong>van</strong> de jaren na 1970.<br />

Mede gelet op de concentratie <strong>van</strong> vermogen bij de babyboomgeneratie,<br />

roept dit vragen over de noodzaak en rechtvaardigheid <strong>van</strong> deze overdrachten<br />

op. Op een aantal gebieden zijn of worden maatregelen getroffen om de<br />

verhouding tussen de jonge en de oudere generaties te herzien. De verhoging<br />

<strong>van</strong> de AOW-leeftijd raakt ook nog de staart <strong>van</strong> de generatie <strong>van</strong> na de<br />

tweede wereldoorlog. De voorgenomen maatregelen in de ouderenzorg<br />

beperken de toegang en verhogen de inkomens- en vermogensafhankelijkheid<br />

<strong>van</strong> de eigen betalingen.<br />

Leefstijl<strong>solidariteit</strong><br />

Leefstijl<strong>solidariteit</strong> is een apart geval, omdat leefstijl tot op zekere hoogte een<br />

eigen keuze is en op zijn minst beïnvloedbaar. In commerciële verzekeringen<br />

staat de standaardbepaling dat schade door eigen toedoen <strong>niet</strong> tot uitkering<br />

leidt (geen verticale <strong>solidariteit</strong>). Omdat leefstijl effect heeft op de<br />

zorguitgaven maar geen invloed heeft op de zorgpremie, beïnvloedt leefstijl<br />

dus ook de overdrachten (verticale <strong>solidariteit</strong>). 5 We weten vrij nauwkeurig<br />

wat de gezondheidseffecten <strong>van</strong> roken, alcoholgebruik, overgewicht en<br />

weinig bewegen gemiddeld zijn, maar volledig inzicht in de overdrachten die<br />

daar uit voortkomen is er <strong>niet</strong>. Een feit is de epidemie <strong>van</strong> welvaartsziekten<br />

zoals diabetes, COPD, hart- en vaataandoeningen en artrose, die in de<br />

komende decennia nog sterk zal uitdijen, en die voor een <strong>belang</strong>rijk deel aan<br />

leefstijl is gerelateerd. Alleen al het aantal diabetespatiënten neemt toe <strong>van</strong><br />

0,8 miljoen Nederlanders nu tot 1,4 miljoen in 2025 6 . De kosten <strong>van</strong> deze<br />

aandoeningen gaan veel verder dan de behandeling <strong>van</strong> bijvoorbeeld<br />

diabetes2. De complicaties er<strong>van</strong> (voor ogen, nieren en ledematen)<br />

veroorzaken eveneens zeer hoge kosten. Dit zou kunnen leiden tot een<br />

toename <strong>van</strong> de leefstijl<strong>solidariteit</strong>. Metingen <strong>van</strong> de gevoelens over deze<br />

verticale <strong>solidariteit</strong> wijzen op minder bereidheid tot <strong>solidariteit</strong> <strong>van</strong> <strong>niet</strong><br />

rokers en gematigde drinkers <strong>van</strong> alcohol voor rokers en zware drinkers.<br />

Hun premie mag worden verhoogd en zij zouden behandelkosten geheel of<br />

gedeeltelijk zelf moeten betalen 7 . De inkomens<strong>solidariteit</strong> en andere vormen<br />

<strong>van</strong> risico<strong>solidariteit</strong> staan minder bloot aan dergelijke kritiek.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 29


Mensen betalen meer dan<br />

alleen premies ..<br />

.. en leveren bovendien veel<br />

mantelzorg<br />

Ongezondheid en<br />

levensverwachting zijn<br />

ongelijk verdeeld<br />

Oorzaken en<br />

verantwoordelijkheid zijn<br />

brede maatschappelijke<br />

aangelegenheid<br />

Om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de groep<br />

laag-opgeleiden neemt af<br />

Overige aspecten <strong>van</strong> <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid tussen burgers<br />

Veel zorg wordt geheel of gedeeltelijk door mensen betaald en/of zelf<br />

georganiseerd. Dit kan worden opgevat als wederkerigheid, die het beroep op<br />

formele zorg en overdrachten beperkt. De Zvw kent eigen betalingen in de<br />

vorm <strong>van</strong> eigen risico voor 18+ (met uitzondering <strong>van</strong> onder andere<br />

huisartszorg en verloskunde/kraamzorg) en eigen bijdragen voor onder<br />

andere kraamzorg, fysiotherapie, ziekenvervoer en GGZ. Voor AWBZ-zorg<br />

geldt een (ingewikkelde) systematiek <strong>van</strong> eigen bijdragen (periodebijdragen)<br />

op basis <strong>van</strong> het (gezamenlijk) verzamelinkomen waar sinds 2013 ook 8%<br />

<strong>van</strong> het vermogen bij op wordt geteld. Daarnaast besteden de meeste mensen<br />

ook geld aan <strong>niet</strong>-verzekerde zorg (zelfzorg) of kiezen zij voor alternatieven<br />

voor verzekerd zorgaanbod (zoals verzorging en verpleging).<br />

Een <strong>belang</strong>rijke verplichting in dit verband is de levering <strong>van</strong> gebruikelijke<br />

zorg in de AWBZ. AWBZ-zorg wordt pas geïndiceerd als de zorgvraag groter<br />

is dan wat redelijkerwijs door de omgeving <strong>van</strong> de zorgvrager (meestal de<br />

partner of familie) kan worden opgebracht. Deze mantelzorg heeft in ons<br />

land een behoorlijke om<strong>van</strong>g en het potentieel neemt toe door de uittreding<br />

<strong>van</strong> de grote cohorten babyboomers uit de formele arbeidsmarkt.<br />

Solidariteit in gezondheidsuitkomsten<br />

Een heel andere invalshoek <strong>van</strong> <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid in de zorg is<br />

die <strong>van</strong> de gezondheidsuitkomsten. We beschikken sinds enige jaren over<br />

heldere cijfers over verschillen in gezondheid en levensverwachting tussen<br />

inkomensgroepen en opleidingsniveau’s. Een mogelijke opvatting is dat de<br />

<strong>solidariteit</strong> met groepen die veel zorg gebruiken maar daar weinig gezondheid<br />

en levensduur aan overhouden, misschien mooi lijkt maar in feite toch te<br />

wensen overlaat. Deze opvatting is echter te ongenuanceerd. Gezondheid en<br />

levensduur <strong>van</strong> de burger zijn, nog afgezien <strong>van</strong> zijn primaire eigen<br />

verantwoordelijkheid, geen exclusieve opdracht voor de zorg. Naast erfelijke<br />

aanleg spelen allerlei factoren in de fysieke en sociale omgeving <strong>van</strong> de mens<br />

daarin een grotere rol dan de zorg. De rol <strong>van</strong> de zorg kan daarom deels<br />

worden getypeerd als hersteller <strong>van</strong> gezondheidsschade die elders in de<br />

samenleving is veroorzaakt. De uitkomst <strong>van</strong> dit geheel <strong>van</strong> factoren,<br />

<strong>van</strong> genetica, omgeving en zorg, is een ongelijke spreiding <strong>van</strong> gezondheid en<br />

levensverwachting over de mensen. Meest treffend is dit beeld als wordt<br />

gekeken naar de ongelijkheid naar opleidingsniveau. Mensen met een lage<br />

opleiding profiteren het minst als je kijkt naar de gerealiseerde gezondheid,<br />

zijn het meest gevoelig voor leefstijlrisico’s en brengen de hoogste zorgkosten<br />

met zich mee. Deze groep is sinds 2000 gekrompen <strong>van</strong> circa 40 tot circa<br />

30% <strong>van</strong> de bevolking <strong>van</strong> 18 tot 65 jaar. Dat is positief, maar vermoedelijk<br />

is de resterende, nog altijd om<strong>van</strong>grijke groep extra gevoelig. Van <strong>belang</strong><br />

hierbij is dat de ongezondheid <strong>van</strong> deze mensen zich veelal manifesteert in<br />

het zevende levensdecennium, een levensfase die steeds meer op de<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 30


Ongezondheid laag<br />

opgeleiden is risico bij<br />

verhoging pensioenleeftijd<br />

Acceptatieplicht en<br />

risicoselectie<br />

Zorgplicht zorgverzekeraar<br />

Zorgaanbieders en supply<br />

induced demand<br />

arbeidsmarkt zal moeten worden doorgebracht. De vraag hoe we kunnen<br />

werken aan uitkomsten<strong>solidariteit</strong> is dus <strong>belang</strong>rijk, onder meer <strong>van</strong>wege het<br />

<strong>belang</strong> <strong>van</strong> gezondheid voor het langer doorwerken bij een toenemende<br />

levensverwachting.<br />

Plichten <strong>van</strong> zorgverzekeraars en zorgaanbieders<br />

De <strong>belang</strong>rijkste verplichtingen <strong>van</strong> de zorgverzekeraars (en zorgkantoren)<br />

zijn hun acceptatie- en zorgplicht.<br />

De acceptatieplicht wordt mogelijk gemaakt door de risicoverevening, die<br />

een gelijk speelveld tussen de verzekeraars bewerkstelligt ongeacht de<br />

samenstelling <strong>van</strong> de verzekerdenpopulaties. Risicoselectie voor de<br />

basisverzekering komt daardoor praktisch <strong>niet</strong> voor, ook al zijn hiervoor in<br />

theorie wel mogelijkheden, bijvoorbeeld via de aanvullende verzekering (zie<br />

ook Van de Ven, 2012; commissie Don, 2012). Verzekeraars mogen de<br />

premies voor aanvullende verzekeringen naar eigen inzicht vaststellen en er<br />

geldt geen acceptatieplicht. Koppelverkoop <strong>van</strong> basis- en aanvullende<br />

verzekering is <strong>niet</strong> toegestaan, maar <strong>niet</strong> alle verzekerden zijn zich hier<strong>van</strong><br />

bewust.<br />

Verzekeraars voldoen aan de zorgplicht met de inkoop <strong>van</strong> voldoende, goede<br />

en doelmatige zorg. Ze voeren actieve regie, bijvoorbeeld door te sturen op<br />

schaalgrootte <strong>van</strong> behandeling in de ziekenhuiszorg. <strong>Het</strong> lastigste aspect<br />

hierbij is het bevorderen <strong>van</strong> een goede kosteneffectiviteit. Vooralsnog<br />

hebben verzekeraars de zorguitgaven nog onvoldoende kunnen beheersen via<br />

selectieve of gedifferentieerde zorginkoop. Er is ook steeds vaker<br />

samenwerking tussen verzekeraars en gemeenten gericht op uitwisseling <strong>van</strong><br />

informatie en op afstemming en gezamenlijke regie in de publieke<br />

gezondheid en eerstelijn.<br />

Van zorgaanbieders mag verwacht worden dat zij <strong>niet</strong> overgaan tot<br />

aanbodgeïnduceerde vraag. <strong>Het</strong> CPB heeft op basis <strong>van</strong> onderzoek bij negen<br />

interventies sterke bewijzen gevonden dat dit toch plaatsvindt en dat een<br />

verband bestaat met de beloningswijze <strong>van</strong> de behandelaar (vrijgevestigd of<br />

loondienst). <strong>Het</strong> is de vraag in welke mate de gevonden verschillen kunnen<br />

worden gekwalificeerd als over-/onderbehandeling, of dat deze passen binnen<br />

de medische beslissingsruimte.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 31


Fraude en misstanden<br />

Gereguleerde<br />

marktwerking disciplineert<br />

Zorgaanbieders dienen daarnaast aan kwaliteitseisen te voldoen.<br />

Voor misstanden in de zorg geldt een streng regime. Medische en<br />

bestuurlijke missers krijgen veel aandacht in de publiciteit en leiden tot grote<br />

reputatieschade. Aperte fraude en misdeclaratie wordt vervolgd.<br />

De <strong>belang</strong>rijkste sanctie die zorgverzekeraars en zorgaanbieders kan treffen is<br />

verlies <strong>van</strong> marktaandeel en omzet door de marktconforme prikkels in het<br />

stelsel. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders lopen dit risico als ze<br />

reputatieschade oplopen of als ze zich door inefficiënt werken uit de markt<br />

prijzen. <strong>Het</strong> sturende effect <strong>van</strong> dit mechanisme voert <strong>niet</strong> noodzakelijk naar<br />

meer wederkerigheid. In de huidige situatie is denkbaar dat een<br />

zorgaanbieder of zorgverzekeraar een uitstekende bijdrage levert aan<br />

gezondheid (als wederkerige prestatie), maar zich toch uit de markt prijst.<br />

Een voorbeeld hier<strong>van</strong> is de manier waarop de collectieve verzekering wordt<br />

gebruikt. Twee op de drie verzekerden maken daar<strong>van</strong> gebruik met als<br />

<strong>belang</strong>rijkste drijfveer de premiekorting. Om die reden is dit voor de<br />

verzekeraar een <strong>belang</strong>rijk instrument op de polissenmarkt.<br />

Conclusie<br />

<strong>Het</strong> pakket <strong>van</strong> <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid <strong>van</strong> de burger wordt<br />

gedomineerd door de verzekerings- en premieplicht. Deze is helder<br />

gereguleerd en wordt strak gehandhaafd. De wederkerigheid die <strong>van</strong> de<br />

burger wordt gevraagd is daarmee vergeleken beperkt. <strong>Het</strong> meest zichtbaar is<br />

dit in het gegeven dat leefstijl geen rol speelt in de premiestelling en in de<br />

toegang tot de zorg.<br />

Voor de zorgsector gelden eveneens beperkte formele eisen op het gebied <strong>van</strong><br />

wederkerigheid. Voor deze partijen werkt echter wel het mechanisme <strong>van</strong><br />

gereguleerde marktwerking als stok achter de deur. Wie <strong>niet</strong> goed presteert<br />

loopt het risico zijn marktaandeel of inschrijving in het artsenregister kwijt te<br />

raken. In de praktijk gebeurt dat ook. Een <strong>belang</strong>rijk tekort <strong>van</strong> dit<br />

mechanisme in het licht <strong>van</strong> wederkerigheid is de richting waarin de<br />

gereguleerde marktwerking stuurt, namelijk de richting <strong>van</strong><br />

cliënttevredenheid: goede en toegankelijke zorg tegen een redelijke prijs.<br />

Wederkerigheid zoals hier gedefinieerd kan daardoor echter in de<br />

verdrukking komen.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 32


RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 33


Probleem: te weinig<br />

betrokkenheid <strong>van</strong> de<br />

burger bij het stelsel<br />

Zorg in ons land op zeer<br />

hoog niveau …<br />

.. maar wordt als<br />

<strong>van</strong>zelfsprekend ervaren;<br />

persoonlijke<br />

verantwoordelijkheid<br />

neemt af<br />

5 Probleemanalyse en oplossingsrichtingen<br />

In de vorige hoofdstukken werd achtereenvolgens een schets gegeven <strong>van</strong><br />

enerzijds het toenemende <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid en <strong>van</strong> anderzijds de te<br />

beperkte mate waarin ons zorgstelsel daartoe nu nog uitnodigt. Bij de verdere<br />

analyse <strong>van</strong> het probleem en formulering <strong>van</strong> oplossingsrichtingen worden de<br />

volgende schakels in het formele zorgstelsel onderzocht:<br />

a. De burger: premiebetaler, zorggebruiker en verzekerde.<br />

b. <strong>Het</strong> verzekerde pakket.<br />

c. De praktijk <strong>van</strong> de zorgverlening “in de spreekkamer”.<br />

d. De rol <strong>van</strong> de zorgverzekeraar.<br />

e. Informele <strong>solidariteit</strong> en de gemeente.<br />

a. de burger: premiebetaler, zorggebruiker en verzekerde<br />

De gewenste kruisbestuiving tussen <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid aan de<br />

kant <strong>van</strong> de burger (in zijn diverse rollen) wordt belemmerd door de<br />

onpersoonlijkheid <strong>van</strong> het zorgstelsel (AWBZ en Zvw). Die is met opzet<br />

gecreëerd om ieders toegang tot de medische en langdurende zorg te borgen.<br />

De Nederlandse curatieve zorg scoort <strong>van</strong>uit dit perspectief <strong>van</strong> de<br />

zorggebruiker zeer hoog in vergelijking met andere landen (Euro Health<br />

Consumer Index 2012). Ook de Nederlandse ouderen verkeren, vergeleken<br />

met de andere EU-27 landen, waar gemiddeld drie keer zoveel ouderen<br />

worden bedreigd met armoede of sociale uitsluiting, in een zeer gunstige<br />

positie (Eurostat, 2013). Persoonlijke omstandigheden die de toegang tot<br />

zorg kunnen belemmeren zijn zoveel mogelijk weggenomen. Er is in de<br />

medische zorg een ruim en modern aanbod waaruit de verzekerde in de<br />

praktijk vrij kan kiezen; door tegemoetkomingen voor laag inkomen en voor<br />

hoge ziektekosten zijn de financiële drempels beperkt; andere voorwaarden<br />

voor de toegang, zoals therapietrouw, zijn verregaand gereduceerd<br />

(therapietrouw wordt nauwelijks bevorderd). <strong>Het</strong> eigen risico heeft maar een<br />

beperkt remmend effect en dit is nul bij groot zorggebruik; de incidentele<br />

zorggebruiker ziet daarentegen relatief weinig zorgkosten door zijn<br />

verzekeraar vergoed.<br />

<strong>Het</strong> is <strong>niet</strong> vreemd dat burgers deze luxe per saldo als <strong>van</strong>zelfsprekend gaan<br />

ervaren en de persoonlijke verantwoordelijkheid naar de achtergrond<br />

verplaatsen. De langdurende zorg verschilt hier in een aantal opzichten <strong>van</strong>.<br />

De eigen betalingen kunnen hoog oplopen en er is een drempel in de vorm<br />

<strong>van</strong> gebruikelijke zorg. Na een steeds verdere uitbreiding <strong>van</strong> de verzekerde<br />

aanspraken, worden deze nu weer beperkt (PGB, ouderenzorg).<br />

Bovendien wordt veel mantelzorg geboden. Niettemin is er geen ander land<br />

ter wereld waar de ouderenzorg in dergelijke mate is gecollectiviseerd en<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 35


Systematiek premieheffing<br />

draagt bij aan afstand<br />

… net als complexiteit<br />

<strong>van</strong> het systeem:<br />

de risicoselectie …<br />

… en de besluitvorming<br />

over de<br />

inkomens<strong>solidariteit</strong><br />

Meer informatie voor de<br />

burger over de<br />

kostengevolgen <strong>van</strong> zijn<br />

zorggebruik, vooraf en<br />

achteraf…<br />

geanonimiseerd en waarin <strong>van</strong>uit het formele stelsel zo weinig beroep wordt<br />

gedaan op eigen verantwoordelijkheid en sociaal netwerk.<br />

De systematiek <strong>van</strong> de premieheffing versterkt het onpersoonlijke karakter.<br />

Alle risico-elementen zijn uit de premiestelling verwijderd; de burger wordt<br />

via de nominale premie voor de Zvw feitelijk geconfronteerd met een<br />

hoofdelijke omslag. <strong>Het</strong> grootste deel <strong>van</strong> de financiering verloopt via het<br />

bruto netto traject <strong>van</strong> de loonstrook; deels zichtbaar als werkgeverspremie<br />

voor de Zvw, deels onzichtbaar als onderdeel <strong>van</strong> de loonbelasting. Ook de<br />

bezuinigingen op andere overheidstaken, noodzakelijk geworden door de<br />

grote kostenstijgingen in de collectieve zorg, onttrekken zich aan het oog <strong>van</strong><br />

de premiebetaler. Achterstanden in de premiebetaling leiden <strong>niet</strong> tot<br />

beperking <strong>van</strong> de aanspraken op zorg.<br />

Voor de burger is het stelsel ook ongrijpbaar geworden. De samenhang<br />

tussen de onderdelen is schimmig en het is onduidelijk hoe de geldstromen<br />

lopen; dat is met opzet zo geregeld om verzekeraars te weerhouden <strong>van</strong><br />

risicoselectie. De kostenstijging is enorm, zoveel is wel duidelijk. Maar de<br />

oorzaken daar<strong>van</strong> zijn deels onafwendbaar (de vergrijzing) en deels voor<br />

iedereen, ook experts, onduidelijk (de component “overige groei”).<br />

De besluitvorming over de premiestelling in de Zvw draagt bij aan de<br />

onduidelijkheid over de inkomens<strong>solidariteit</strong>. De hoogte <strong>van</strong> de premies<br />

wordt voor een <strong>belang</strong>rijk deel bepaald door de raming <strong>van</strong> de zorgkosten<br />

door het CPB. <strong>Het</strong> CPB kijkt daarbij naar demografische, epidemiologische,<br />

prijs- en budgettaire effecten en berekent daarop de verwachte zorgkosten.<br />

De financiering daar<strong>van</strong> is in de Zvw vastgelegd: 50% wordt via de<br />

procentuele premie opgebracht door werkgevers. De andere 50% komt uit<br />

de nominale premie (die door elke verzekeraar wordt verhoogd met een<br />

opslag voor beheersuitgaven en vorming <strong>van</strong> reserves). Met deze systematiek<br />

is de beslissing over een onderdeel <strong>van</strong> de collectieve lastendruk - de<br />

procentuele Zvw-premie - <strong>niet</strong> expliciet politiek en <strong>niet</strong> transparant.<br />

De resultaten <strong>van</strong> verzekeraars op het gebied <strong>van</strong> zorginkoop en<br />

kostenbeheersing komen op deze manier ook maar beperkt tot uitdrukking<br />

in de nominale premies.<br />

Oplossingsrichtingen<br />

1) Transparantie over kosten, premies en houdbaarheid<br />

De zorgverzekeringen kunnen in de eerste plaats persoonlijker worden<br />

gemaakt. De burger kan in alle rollen meer worden geïnformeerd over de<br />

totale zorguitgaven en zijn persoonlijke aandeel in de financiering daar<strong>van</strong>,<br />

alsmede over de zorgkosten voor hem persoonlijk. Dat laatste kan achteraf<br />

gebeuren, via een periodiek overzicht <strong>van</strong> de verzekeraar, maar ook vooraf,<br />

als de burger het behandel- of zorgplan met de zorgaanbieder bespreekt.<br />

<strong>Het</strong> is in dit verband ook wenselijk om de eigen betaling directer te koppelen<br />

aan het persoonlijke zorggebruik (zie ook punt c. hierna).<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 36


… ook voor ouderenzorg<br />

Heldere boodschappen<br />

over leefstijl<br />

Meer transparantie bij<br />

inkomens<strong>solidariteit</strong><br />

Vraag aan kabinet: hoe ziet<br />

de zorg er uit in 2040?<br />

Een collectief verzorgde<br />

oude dag is <strong>niet</strong> meer<br />

helemaal <strong>van</strong> deze tijd ..<br />

… ook <strong>van</strong> de ouderen<br />

wordt wederkerigheid<br />

gevraagd<br />

Een aandachtspunt in deze oplossingsrichting is de transparantie ten behoeve<br />

<strong>van</strong> bijzondere risicogroepen. De Raad heeft in zijn advies Redzaam ouder<br />

(2012) aangegeven welke voorlichting en voorzorg, ook op het gebied <strong>van</strong><br />

leefstijl, gewenst is. In zijn advies Preventie <strong>van</strong> welvaartsziekten (2011) is<br />

aangegeven dat de overheid heldere boodschappen over bijvoorbeeld roken<br />

en alcoholgebruik dient af te geven en de regels op gebied <strong>van</strong> tabak en<br />

alcohol goed moet handhaven. Ook dat is een vorm <strong>van</strong> transparantie,<br />

waar het kabinet terecht voorrang aan geeft.<br />

De beslissing over de inkomensafhankelijke premie <strong>van</strong> de Zvw kan<br />

transparanter worden gemaakt door het automatisme <strong>van</strong> de 50/50 verdeling<br />

<strong>van</strong> de Zvw-uitgaven te ver<strong>van</strong>gen door een politiek besluit over de<br />

procentuele premie. De verzekeraars zijn vervolgens verantwoordelijk voor de<br />

nominale premie, op basis <strong>van</strong> hun eigen ramingen. De verschillen tussen de<br />

nominale premies geven dan een betere indruk <strong>van</strong> de relatieve prestaties <strong>van</strong><br />

verzekeraars. De compensatie <strong>van</strong> inkomensgevolgen via de zorgtoeslag kan<br />

vervolgens eveneens op politieke gronden worden vastgesteld.<br />

Transparantie kan ook worden gegeven over de lange termijn houdbaarheid<br />

<strong>van</strong> het zorgstelsel. Er zijn wel scenario’s gemaakt over de ontwikkeling <strong>van</strong> de<br />

zorguitgaven tot 2040, en wat dat kan betekenen voor de premies voor het<br />

gemiddelde gezin, maar het is <strong>niet</strong> duidelijk hoe de wereld er dan uitziet.<br />

Betekent dit dat het modale gezin fors op de uitgaven moet besparen?<br />

Of moeten ouderen hun zorg helemaal zelf gaan regelen? Hoe cumuleert dit<br />

met elkaar? Mensen willen dat nu al weten, want de toekomst komt snel<br />

dichterbij.<br />

2) Prikkels voor wederkerigheid<br />

Wederkerigheid is iets waar we aan moeten wennen, wat <strong>van</strong>zelfsprekend<br />

moet worden. Belangrijke vormen <strong>van</strong> wederkerigheid door burgers, gericht<br />

op beperking <strong>van</strong> het beroep op formele zorg, zijn:<br />

- verantwoordelijkheid nemen voor de gezondheid <strong>van</strong> zichzelf en <strong>van</strong> zijn<br />

omgeving (gezin, familie, leerlingen, collega’s, klanten, buren en<br />

buurtbewoners),<br />

- zorg en aandacht geven aan mensen in de omgeving met verminderde<br />

redzaamheid.<br />

Ook bij wederkerigheid geldt: jong geleerd, oud gedaan. Van ouderen kan<br />

in het licht <strong>van</strong> de demografische trend iets extra’s worden verwacht.<br />

<strong>Het</strong> perspectief <strong>van</strong> een zorgeloze oude dag in het bejaardenhuis was gerechtvaardigd<br />

toen de bevolking minder vergrijsd was, de afhankelijkheidsratio laag<br />

en de gemiddelde levensverwachting bij pensionering hooguit een paar jaar.<br />

Met de dubbele vergrijzing, die zich nu ontwikkelt, kunnen we ons de luxe <strong>van</strong><br />

een dergelijke collectief gefinancierde oude dag <strong>niet</strong> meer veroorloven.<br />

Denkbare opties zijn dat ouderen meer kosten voor eigen rekening nemen,<br />

mantelzorg en vrijwilligerswerk op zich nemen en e-vaardigheden ontwikkelen.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 37


Leefstijl meer in<br />

behandelplan; hogere<br />

accijnzen<br />

Ethische aspecten bij<br />

leefstijl<br />

Goed om in te zetten op<br />

pakketbeheer…<br />

Bij leefstijl is de vraag aan de burger om meer eigen verantwoordelijkheid te<br />

nemen. In het advies Preventie <strong>van</strong> welvaartsziekten is aangegeven dat de<br />

zorgsector, uit eigen beweging of daartoe gestimuleerd door de verzekeraar en<br />

de lokale overheid, meer kan doen om leefstijl bij het behandelplan te<br />

betrekken; voorts is het instrument <strong>van</strong> de accijnzen bewezen effectief.<br />

Aan de vraag naar beïnvloeding <strong>van</strong> leefstijl kleven verschillende ethische<br />

vragen (CEG, 2013).<br />

In het signalement ‘Leefstijldifferentiatie in de zorgverzekering: een overzicht <strong>van</strong> ethische<br />

argumenten’ <strong>van</strong> het Centrum voor Ethiek en Gezondheid worden de ethisch rele<strong>van</strong>te<br />

argumenten in het debat over financiële differentiatie naar leefstijl in de basiszorgverzekering<br />

geordend en gewogen. Er worden vier discussiepunten behandeld:<br />

- <strong>Het</strong> eerste <strong>gaat</strong> over de uitvoerbaarheid <strong>van</strong> leefstijldifferentiatie.<br />

- <strong>Het</strong> tweede betreft de vraag of preventie een overtuigend motief is voor<br />

leefstijldifferentiatie.<br />

- <strong>Het</strong> derde is de vraag of leefstijldifferentiatie een rechtvaardiger verdeling <strong>van</strong> kosten<br />

oplevert.<br />

- <strong>Het</strong> vierde discussiepunt is de kwestie of leefstijldifferentiatie de <strong>solidariteit</strong> bevordert.<br />

b. formele aanspraken op <strong>solidariteit</strong>: het pakket<br />

Mensen zijn geneigd tot meer <strong>solidariteit</strong>, wanneer er alleen voor gepaste<br />

zorg een beroep gedaan wordt op de collectieve zorgverzekering. Zorg is<br />

gepast wanneer deze noodzakelijk, effectief en doelmatig is (Brouwer en<br />

Rutten, 2004). Een <strong>belang</strong>rijk instrument om dit bereiken is het centraal<br />

pakketbeheer. Door de stijgende zorguitgaven, en de druk op de <strong>solidariteit</strong><br />

die hier <strong>van</strong>uit <strong>gaat</strong>, is het goed dat er kritisch naar het collectieve pakket<br />

wordt gekeken. De RVZ heeft zich in de adviezen Zinnige en Duurzame<br />

zorg (2006) en Rechtvaardige en duurzame zorg (2007) gebogen over het<br />

pakketbeheer. Een <strong>belang</strong>rijke aanbeveling binnen deze adviezen was om<br />

pakketbeslissingen transparant te nemen, op basis <strong>van</strong> gegevens over<br />

noodzakelijkheid en kosteneffectiviteit. Met het invoeren <strong>van</strong> stringent<br />

pakketbeheer lijkt het kabinet deze weg ingeslagen. Zo wordt<br />

noodzakelijkheid bij pakketbeheer een apart voorliggend criterium en zal<br />

kosteneffectiviteit wettelijk verankerd worden (Regeerakkoord Rutte II).<br />

Hoewel dit een goede ontwikkeling is, zal moeten blijken of dit in de<br />

praktijk veel zoden aan de dijk zet. Eerdere ervaringen met de lage<br />

ziektelastbenadering, en pogingen om medicijnen uit te sluiten <strong>van</strong>wege<br />

beperkte kosteneffectiviteit, geven aan dat dit maatschappelijk weerstand kan<br />

oproepen en uiteindelijk weinig praktische consequenties heeft.<br />

De kosteneffectiviteit <strong>van</strong> de verleende zorg is geen groot issue; voorstellen<br />

voor generieke beperking <strong>van</strong> het pakket op grond <strong>van</strong> kosteneffectiviteit<br />

kunnen rekenen op een kritisch onthaal (discussie Pompe/Fabry).<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 38


...maar dit kent<br />

beperkingen<br />

Daarom nodig ook<br />

instrumenten in te zetten<br />

op een lager niveau, zoals:<br />

zorginkoop op<br />

populatieniveau en<br />

gezondheidsuitkomsten<br />

door zorgverzekeraars…<br />

Naast de vraag of het stringent pakketbeheer wel op voldoende<br />

maatschappelijk draagvlak kan rekenen, kent centraal pakketbeheer ook zijn<br />

beperkingen. Zo kan via pakketbeheer wel gepoogd worden om alleen<br />

gepaste zorg onderdeel te laten zijn <strong>van</strong> het verzekerde pakket, maar via dit<br />

instrument is <strong>niet</strong> af te dwingen dat deze zorg vervolgens ook gepast gebruikt<br />

wordt. Doordat we te maken hebben met een heterogene populatie kan<br />

slechts op het niveau <strong>van</strong> de individuele patiënt bepaald worden of<br />

zorggebruik gepast is. <strong>Het</strong> pakket bevat veel interventies die bij een deel <strong>van</strong><br />

de patiënten uiterst kosteneffectief zijn, maar bij ander deel <strong>van</strong> de populatie<br />

<strong>niet</strong> (Chandra en Skinner, 2011). Bekende voorbeelden zijn het knippen <strong>van</strong><br />

amandelen en het plaatsen <strong>van</strong> stents.<br />

Oplossingsrichtingen<br />

<strong>Het</strong> Regeerakkoord bevestigt het onverminderde <strong>belang</strong> <strong>van</strong> stringent<br />

pakketbeheer, op basis <strong>van</strong> kosteneffectiviteit, voor de legitimatie <strong>van</strong> de<br />

Zvw. De nauwkeurigheid <strong>van</strong> het criterium kosteneffectiviteit neemt toe bij<br />

een koppeling aan indicatiegebieden, die vervolgens ook in de<br />

behandelrichtlijnen worden opgenomen. Kosteneffectieve interventies doen<br />

vaak ook een beroep op de eigen verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de patiënt in de<br />

sfeer <strong>van</strong> voorzorg, zelfzorg en leefstijl, eventueel met ondersteuning <strong>van</strong> een<br />

gemeente, werkgever of zorgverzekeraar, en dit is dus een <strong>van</strong>zelfsprekend<br />

onderdeel <strong>van</strong> deze richtlijnen. In de langdurende zorg is behalve de (kosten)<br />

effectiviteit ook de vraag aan de orde welke zorg voor eigen rekening kan<br />

komen. De Raad ondersteunt het streven <strong>van</strong> het kabinet naar meer eigen<br />

verantwoordelijkheid voor de oude dag. In het advies Redzaam ouder (RVZ,<br />

2012) heeft de Raad aanbevolen om burgers te stimuleren om meer privaat<br />

te investeren en hun netwerk in te zetten voor hun oude dag.<br />

c. De praktijk <strong>van</strong> de zorginkoop en de zorgverlening ‘in de<br />

spreekkamer’<br />

Gezien de beperkingen <strong>van</strong> centraal pakketbeheer is het nodig om ook<br />

instrumenten op een lager niveau, in de zorginkoop en in de behandel- of<br />

spreekkamer, in te zetten om gepast zorggebruik te bevorderen.<br />

<strong>Het</strong> <strong>belang</strong>rijkste instrument hiervoor is de contractering en bekostiging<br />

door zorgverzekeraars <strong>van</strong> zorgaanbieders. Deze vindt voor de tweedelijns<br />

curatieve zorg plaats op basis <strong>van</strong> Diagnose Behandel Combinaties.<br />

Deze bekostiging op basis <strong>van</strong> verrichtingen zorgt voor stevige<br />

productieprikkels bij zorgaanbieders en kan zo oneigenlijk zorggebruik in de<br />

hand werken (de kat op het spek binden). <strong>Het</strong> is de taak <strong>van</strong> zorgverzekeraars<br />

om hier voldoende tegenwicht aan te bieden. Dit hebben zij in het verleden<br />

nog onvoldoende gedaan, waarschijnlijk ook omdat zij de uitgavenrisico’s<br />

konden afwentelen op de overheid. <strong>Het</strong> is daarom goed dat zorgverzekeraars<br />

na de afbouw <strong>van</strong> de ex-postcompensaties volledig risicodragend gaan<br />

worden. Deze risico’s kunnen zij verminderen door zorgaanbieders te<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 39


…….en het inzetten <strong>van</strong><br />

slimmere eigen betalingen<br />

Opties voor eigen<br />

betalingen<br />

dwingen doelmatiger te werken en ongepast zorggebruik tegen te gaan.<br />

Bekostigingsmodellen op basis <strong>van</strong> gezondheidsuitkomsten op het niveau<br />

<strong>van</strong> patiënt (capitation) of populatie lenen zich hier meer voor dan<br />

bekostiging per DBC. Hierbij is het <strong>van</strong> <strong>belang</strong> dat zorgverzekeraars middels<br />

spiegelinformatie sturen en kwaliteit in termen <strong>van</strong> uitkomst betrekken bij<br />

de afrekening <strong>van</strong> zorgaanbieders. Dit om onderbehandeling uit te sluiten en<br />

kwaliteit <strong>van</strong> zorg te borgen.<br />

Doelmatigheid kan op verschillende manieren worden uitgelegd.<br />

Doelmatigheid in de productie (“technische efficiency”) leidt tot lage kosten<br />

per behandeling, zodat ook de prijs laag kan zijn. Doelmatigheid door meer<br />

allocatieve efficiency leidt tot meer gezondheid (QALY) per zorgeuro en een<br />

hogere kosteneffectiviteit. Deze allocatieve efficiency kan tot gevolg hebben<br />

dat een verzekerde <strong>niet</strong> de behandeling krijgt waar hij om vraagt, namelijk als<br />

zijn zorgvraag <strong>niet</strong> binnen de kosteneffectieve bandbreedte ligt. Dit “neeverkopen”<br />

levert de verzekeraar het risico op <strong>van</strong> reputatieschade en verlies<br />

<strong>van</strong> verzekerden.<br />

Een ander <strong>belang</strong>rijk instrument voor gepast zorggebruik zijn eigen<br />

betalingen. Doordat mensen een deel zelf moeten betalen zullen zij kritischer<br />

naar hun zorggebruik kijken en zal het zorggebruik afnemen. Daarnaast zal<br />

de aanwezigheid <strong>van</strong> eigen betalingen, ook los <strong>van</strong> dit gedragseffect,<br />

<strong>solidariteit</strong> versterken. Mensen zijn eerder bereid om via overdrachten aan<br />

het systeem deel te nemen, als zij weten dat ook <strong>van</strong> de gebruikers <strong>van</strong> zorg<br />

een bijdrage wordt gevraagd voor gepast gebruik. <strong>Het</strong> risico bestaat dat door<br />

eigen betalingen <strong>niet</strong> alleen ongepaste zorg vermindert, maar ook gepaste<br />

zorg. Op dit moment kennen we voor de curatieve zorg een verplicht eigen<br />

risico <strong>van</strong> € 350. Vanaf 2015 wordt dit een inkomensafhankelijk verplicht<br />

eigen risico <strong>van</strong> grofweg € 180 voor het laagste inkomen, € 350 voor<br />

middeninkomens en € 595 voor de hogere inkomens. <strong>Het</strong> nadeel <strong>van</strong> een<br />

eigen risico aan de voet is dat mensen al snel hun eigen risico vol hebben en<br />

daarna geen enkele drempelwerking meer ervaren voor zorggebruik.<br />

Een alternatief is om te werken met procentuele eigen bijdragen gekoppeld<br />

aan een (eventueel inkomensafhankelijk) plafond, waardoor meer mensen<br />

langer een remweg ervaren. <strong>Het</strong> CPB heeft een rapportage in voorbereiding<br />

over de effectiviteit <strong>van</strong> de verschillende vormen <strong>van</strong> eigen betalingen.<br />

De Taskforce beheersing zorguitgaven heeft geadviseerd om het huidige<br />

verplichte eigen risico aan te vullen met een specifieke eigen bijdrage <strong>van</strong><br />

10% (Taskforce beheersing zorguitgaven). Zij geeft als voorbeeld een eigen<br />

risico <strong>van</strong> € 350 gecombineerd met een procentuele eigen bijdrage <strong>van</strong><br />

maximaal € 150. In dit systeem zou zeker driekwart <strong>van</strong> de mensen<br />

gedurende het hele jaar een remweg blijven ervaren. Ook zijn er interessante<br />

gedachten om eigen bijdrage te differentiëren op basis <strong>van</strong> toegevoegde<br />

waarde <strong>van</strong> de interventie (Van Kleef en Van de Ven, 2012). Zo zou de<br />

wettelijke eigen betaling gedifferentieerd kunnen worden op<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 40


Verzekeraars: steeds meer<br />

risico en initiatief<br />

Risicoselectie?<br />

kosteneffectiviteit. Denk bijvoorbeeld aan een lager percentage voor heel<br />

kosteneffectieve zorg, zoals preventie. Ook zouden het eigen risico en de<br />

specifieke eigen bijdrages ingezet kunnen worden om gedrag, zoals<br />

therapietrouw, te bevorderen. Binnen al deze varianten zou <strong>van</strong>uit politieke<br />

overwegingen met een inkomensafhankelijk plafond gewerkt kunnen<br />

worden, waarbij het risico dat patiënten met een lager inkomen afzien <strong>van</strong><br />

noodzakelijke zorg, beperkt wordt.<br />

Oplossingsrichtingen<br />

De Raad heeft in een reeks eerdere adviezen aandacht gegeven aan het<br />

functioneren <strong>van</strong> de zorgverzekeraar, de zorgaanbieder en hun onderlinge<br />

relatie. Nodig is een sluitend geheel <strong>van</strong> financiële prikkels in de toedeling<br />

<strong>van</strong> middelen aan de verzekeraar en de bekostiging <strong>van</strong> zorgaanbieders.<br />

Dit leidt op basis <strong>van</strong> de hiervoor beschreven richtlijnen voor<br />

kosteneffectieve zorg, tot doelmatige zorg.<br />

d. De zorgverzekeraar<br />

Binnen het zorgstelsel hebben zorgverzekeraars een <strong>belang</strong>rijke rol in het<br />

borgen <strong>van</strong> publieke <strong>belang</strong>en. Zij moeten voor hun verzekerden doelmatige<br />

en toegankelijke zorg inkopen. In het vorige punt is al gewezen op het <strong>belang</strong><br />

<strong>van</strong> kosteneffectiviteit bij de zorginkoop. Door middel <strong>van</strong> zorginkoop geven<br />

zij ook, als zorgregisseur, vorm aan het zorglandschap, en zorgen ze voor<br />

spreiding en concentratie <strong>van</strong> zorgfuncties. Om ze hiertoe te stimuleren<br />

krijgen ze steeds meer risico. Zo worden de ex-postcompensaties stapsgewijs<br />

afgebouwd. Dit risico kunnen verzekeraars beheersen door doelmatige zorg<br />

in te kopen. In de Zvw komt de zorginkoop langzaam maar zeker uit de<br />

kinderschoenen. Er komen steeds meer voorbeelden waarbij de verzekeraar<br />

duidelijke eisen stelt; bijvoorbeeld om de patiëntveiligheid via<br />

behandelvolumina in de kankerzorg te vergroten. Hoewel dit de goede kant<br />

op <strong>gaat</strong> kunnen kanttekeningen worden geplaatst bij de aspecten<br />

risicoselectie voor de basisverzekering, preventie, collectieve polissen en de<br />

macro kostenbeheersing.<br />

- Er bestaat mogelijk het gevaar dat verzekeraars hun risico gaan beheersen<br />

door ongewenst gedrag als het toepassen <strong>van</strong> risicoselectie. Binnen het stelsel<br />

kennen we de nodige regulering om dit gevaar te beperken. Zo is er een<br />

acceptatieplicht, is er een ex-ante risicoverevening en hebben zorgverzekeraars<br />

een wettelijke zorgplicht. Ondanks deze waarborgen heeft de<br />

commissie risicoverevening onlangs aangegeven dat het voor zorgverzekeraars<br />

nog steeds kan lonen om bepaalde groepen aan zich te binden of juist te<br />

weren. In dit kader heeft zij de overheid geadviseerd om dit systeem continue<br />

te monitoren. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat risicoselectie<br />

daadwerkelijk plaatsvindt.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 41


Preventie in<br />

achterstandspositie<br />

Collectieve Zvw-polissen<br />

aantrekkelijk door<br />

premiekorting<br />

Zorgverzekeraars hebben<br />

<strong>belang</strong> bij macrokostenbeheersing<br />

Risicoselectie voorkómen;<br />

met de risicoverevening<br />

maar ook<br />

patiëntenverenigingen<br />

kunnen dit tegengaan.<br />

- De verevening is geheel gericht op het verevenen <strong>van</strong> kosten <strong>van</strong> op<br />

genezing gerichte zorg. <strong>Het</strong> is onmogelijk om met dit instrument andere<br />

prioriteiten, zoals preventie, te realiseren. Dit plaatst preventie in een<br />

achterstandspositie ten opzichte <strong>van</strong> curatie.<br />

- Collectieve polissen voor de basiszorg zijn voor veel burgers een trekpleister<br />

omdat hiermee een forse premiekorting kan worden verdiend. De opbrengst<br />

<strong>van</strong> deze korting wordt in het algemeen uitgekeerd als contante premiekorting<br />

of in natura, bijvoorbeeld een (korting op een) aanvullende polis.<br />

Omdat twee op de drie Nederlanders bij een collectiviteit zijn aangesloten,<br />

en het verschil met de premie voor de individuele polis in 2012 € 74<br />

bedraagt (NZa, 2012), is hiermee een bedrag gemoeid in de orde <strong>van</strong> € 0,6<br />

miljard 8 . Deels is deze korting te herleiden tot een kostenbesparing voor de<br />

verzekeraar; ongetwijfeld vindt ook kruissubsidiëring door verzekerden met<br />

een individuele polis plaats. <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> voor de verzekeraar bij collectieve<br />

polissen is dat in één slag een groot verzekerdenbestand wordt<br />

binnengehaald.<br />

- Zorgverzekeraars dragen verantwoordelijkheid voor doelmatigheid, maar<br />

<strong>niet</strong> voor de betaalbaarheid <strong>van</strong> de totale zorguitgaven. Toch hebben ook zij<br />

een groot <strong>belang</strong> bij houdbaarheid. Naarmate het beslag <strong>van</strong> de zorgkosten<br />

op het BBP toeneemt, neemt het politieke gewicht er <strong>van</strong> (koopkracht,<br />

concurrentiepositie, beheer collectieve sector) toe en kan uiteindelijk het<br />

model <strong>van</strong> een private zorgsector die wordt betaald uit collectieve middelen,<br />

onder druk komen te staan. <strong>Het</strong> open-einde financieringsmodel via<br />

nominale en procentuele premies speelt hierbij een rol. Dit wijkt af <strong>van</strong> de<br />

redenering die bij andere publieke sectoren wordt gevolgd. Zo wordt het<br />

onderwijsbudget <strong>niet</strong> bepaald door het aantal docenten dat scholen in<br />

dienst hebben en hun salarissen.<br />

Oplossingsrichtingen<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> risicoselectie is alles er aan gelegen om deze te voorkomen.<br />

Omdat deze zich vermoedelijk vooral zal richten tegen patiënten met hoge<br />

zorgkosten zou dit de ervaren <strong>solidariteit</strong> zeker schaden. Tegelijk verdient de<br />

oplossing om het vereveningsmodel zo onvoorspelbaar mogelijk te maken<br />

<strong>niet</strong> de schoonheidsprijs; deze oplossing betekent immers een rat race <strong>van</strong><br />

twee partijen die elkaar te slim af proberen te zijn. Hier ligt ook een<br />

<strong>belang</strong>rijke opdracht voor patiëntenverenigingen.<br />

Preventie wordt in het Zvw-stelsel ondergewaardeerd (RVZ-advies Preventie<br />

<strong>van</strong> welvaartsziekten, 2011). Nu blijkt dat een prominentere positie voor<br />

preventie <strong>niet</strong> binnen de risicoverevening kan worden gerealiseerd, is het des<br />

te <strong>belang</strong>rijker dat op enige wijze buiten de risicoverevening om geld wordt<br />

geoormerkt voor preventie, zoals via een preventiefonds.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 42


Benut de collectieve polis<br />

voor gezondheidsdoelen …<br />

… werkgevers, gemeenten<br />

en patiëntenorganisaties<br />

doen dit samen met de<br />

verzekeraar<br />

Effect <strong>van</strong> afschaffen 50/50<br />

op de doelmatigheid en<br />

zorguitgaven<br />

Kanteling in de WMO<br />

biedt veel mogelijkheden<br />

…<br />

Er is veel voor te zeggen om de collectieve polis te benutten als vehikel voor<br />

wederkerigheid. Dit houdt in dat verzekerden en de organisatie die namens<br />

hen de polis afsluit een tegenprestatie leveren voor de ont<strong>van</strong>gen korting, in<br />

de vorm <strong>van</strong> bevordering <strong>van</strong> gezondheid en voorkomen <strong>van</strong> zorgvraag.<br />

Op die manier ontstaan reëlere mogelijkheden voor kostenbesparing en is<br />

geen of minder kruissubsidiëring meer nodig. Organisaties die hiervoor,<br />

namens de betrokken verzekerden, verantwoordelijkheid kunnen nemen zijn<br />

werkgevers en gemeenten, maar bijvoorbeeld ook patiëntenverenigingen.<br />

Zij hebben immers <strong>belang</strong> bij gezondheid. Zij werken samen met de<br />

betrokken verzekeraar, die hiervoor ook producten ontwikkelt.<br />

<strong>Het</strong> voorbeeld in onderstaande box betreft de VS, waar de werkgever een<br />

andere rol heeft dan in ons stelsel. In Nederland is de zorgverzekeraar een<br />

noodzakelijke partij in een business case voor dergelijke initiatieven.<br />

De nieuwe zorgverzekeringswet in de VS bevat een clausule die werkgevers de<br />

mogelijkheid geeft om tot 30% <strong>van</strong> de zorgverzekeringspremies die zij voor hun<br />

werknemers betalen te gebruiken voor financiële prikkels om een gezonde leefstijl te<br />

belonen. Werkgevers kunnen dit gebruiken om werknemers met een gezonde leefstijl een<br />

lagere zorgverzekeringspremie of lagere eigen bijdragen te bezorgen (Volpp et al, 2011).<br />

Dit is geïnspireerd door de ervaringen <strong>van</strong> de Amerikaanse supermarktketen Safeway.<br />

Bij Safeway kunnen werknemers zich vrijwillig laten testen op tabaksgebruik, gezond<br />

gewicht, bloeddruk en cholesterolniveau. Werknemers krijgen een premiekorting voor elke<br />

test waarvoor ze slagen. Iemand die voor alle vier de testen slaagt, krijgt een korting <strong>van</strong><br />

$ 780 op de zorgverzekering voor een alleenstaande en $ 1560 op de premie voor een<br />

gezin. Als een werknemer <strong>niet</strong> slaagt voor de test kan hij de test na 12 maanden opnieuw<br />

doen. Als je slaagt voor de test of voldoende vooruitgang hebt gemaakt op bijvoorbeeld het<br />

verminderen <strong>van</strong> obesitas ont<strong>van</strong>gt de werknemer een premieteruggaaf (Burd 2009).<br />

Safeway claimt door dit beleid de stijging <strong>van</strong> de zorgverzekeringspremie te hebben<br />

bedwongen, hoewel deze claim door anderen wordt betwist (Hilzenrath 2010). (Groot en<br />

Van Sloten, jaarboek KVS, 2012)<br />

Hiervoor is besproken hoe de transparantie <strong>van</strong> de Zvw-premie zou<br />

toenemen als de 50/50 verdeling <strong>van</strong> de zorguitgaven zou worden ver<strong>van</strong>gen<br />

door een expliciet politiek besluit over de procentuele premie. De (verschillen<br />

in) de nominale premies worden daardoor <strong>belang</strong>rijker in de concurrentie<br />

tussen verzekeraars en dit zal een extra prikkel zijn tot doelmatigheid en<br />

beheersing <strong>van</strong> de zorguitgaven.<br />

e. Informele <strong>solidariteit</strong> en de gemeente<br />

Interessant aan de WMO is wat gemeenten op dit moment ‘de kanteling’<br />

noemen: burgers hebben <strong>niet</strong> automatisch toegang tot een voorziening, maar<br />

er wordt eerst gekeken wat zij zelf kunnen doen, bijvoorbeeld met hun eigen<br />

netwerk. Zelfs bij de patiënt met Alzheimer zou kunnen worden gekeken wat<br />

het netwerk <strong>van</strong> deze patiënt zelf kan oppakken. Ook als de patiënt zelf <strong>niet</strong><br />

tot wederkerigheid in staat is, is zijn of haar omgeving dat misschien wel. In<br />

het advies Redzaam ouder (RVZ, 2012) pleit de RVZ ervoor dat mensen een<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 43


…maar vraagt forse<br />

cultuurverandering bij<br />

de burger, de gemeente<br />

en de zorgaanbieder.<br />

Dilemma’s<br />

Elementen <strong>van</strong> een nieuwe<br />

aanpak<br />

zorgverklaring opstellen, waarin zij aangeven hoe zij op hun oude dag<br />

verzorgd willen worden. Mensen kunnen op die manier gerichte<br />

voorzorgsmaatregelen nemen, wat ook een vorm <strong>van</strong> wederkerigheid is.<br />

De kanteling binnen de WMO brengt echter een aantal uitdagingen en<br />

dilemma’s met zich mee. Allereerst vraagt deze benadering om een totaal<br />

andere cultuur en zienswijze bij zowel het aanbod als de vraag naar zorg en<br />

ondersteuning. De burger wordt een andere rol gegeven dan slechts die <strong>van</strong><br />

een consument. Hij wordt bewust gemaakt <strong>van</strong> en verantwoordelijk<br />

gehouden voor de eigen gezondheid en een gezonde leefomgeving. De<br />

burgers krijgen hiermee de rol <strong>van</strong> medeproducenten in plaats <strong>van</strong><br />

afhankelijke actoren, <strong>niet</strong> alleen voor zichzelf maar ook voor hun omgeving.<br />

Uit onderzoek (SCP, 2009) blijkt dat de komende jaren het aanbod <strong>van</strong><br />

mantelzorg/-ondersteuning sterker zal groeien dan de vraag. Door de<br />

kanteling in de WMO zal deze vraag toenemen en het beroep op het aanbod<br />

dus ook. Voor sommige potentiële mantelzorgers zal dit beroep als een<br />

ingrijpende inbreuk in hun dagelijks leven kunnen worden ervaren; we zijn<br />

immers gewend aan verzekerde zorgaanspraken. Maar daar staat tegenover<br />

dat er veel meer kansen komen voor participatie en zingeving voor potentiële<br />

mantelzorgers.<br />

Bij de gemeente en aan de aanbodzijde moet nog de cultuur ontstaan om<br />

steeds meer los te laten en burgers op een nieuwe manier, met vertrouwen op<br />

hun kunde en bekwaamheden, tegemoet te treden.<br />

Naast de nodige cultuurverandering blijft ook de vraag bestaan wat een<br />

goede gradatie is tussen formele en informele zorg. Waar kan de (lokale)<br />

overheid de zorgverlening loslaten en waar moet zij <strong>van</strong>wege eventuele risico’s<br />

betrokken en verantwoordelijk blijven? En accepteren we daarbij verschillen<br />

tussen gemeenten?<br />

Deze onderwerpen vragen om een nadere uitwerking buiten het bestek <strong>van</strong><br />

dit advies. Hier wordt onderzocht welke concrete instrumenten in het kader<br />

<strong>van</strong> de kanteling kunnen worden ingezet.<br />

Overwogen kan worden om een eigen bijdrage ‘in natura’ (wederkerig heidsbeginsel)<br />

bij de WMO te introduceren (RVZ, 2011). Gemeenten hebben de<br />

mogelijkheid een eigen bijdrage te vragen <strong>van</strong> personen die een beroep doen<br />

op de WMO. De mogelijkheid om naast een financiële eigen bijdrage een<br />

eigen bijdrage in natura te introduceren verdient nadere overweging.<br />

Deze optie biedt <strong>niet</strong> alleen mogelijkheden om gemeenten tegemoet te<br />

komen in de kosten, maar kan tevens bijdragen aan het realiseren <strong>van</strong> de<br />

doelstelling ‘bevorderen <strong>van</strong> de maatschappelijke participatie’. Een voorbeeld<br />

ter verduide lijking: een gepensioneerd accountant heeft ernstige loopbeperkingen<br />

en vraagt bij de gemeente om een vervoersvoorziening op grond <strong>van</strong> de<br />

WMO. De gemeente kan hiertoe een eigen bijdrage vragen (mits dit in de<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 44


Mantelscan en virtuele<br />

agenda<br />

plaatselijke verordening is geregeld), maar hij kan ook bewerkstelligen dat<br />

deze voormalige accountant het penningmeesterschap <strong>van</strong> een lokale<br />

sportvereniging op zich neemt.<br />

Een tweetal andere voorbeelden <strong>van</strong> hoe de kanteling binnen de WMO de<br />

weg naar informele <strong>solidariteit</strong> opent, is de “mantelscan” en de “virtuele<br />

agenda”. Bij de mantelscan brengt een professional uit de gemeente allereerst<br />

het sociaal kapitaal <strong>van</strong> de aanvrager in kaart. Dus de familieleden en<br />

eventueel andere betrokkenen binnen de eigen kring <strong>van</strong> de aanvrager<br />

worden in beeld gebracht. Vervolgens wordt er gekeken in welke mate ieder<br />

actief is betrokken bij de ondersteuning of zorgverlening. Op deze wijze<br />

wordt ieder voor zijn aandeel een spiegel voorgehouden. Deze transparantie,<br />

in kaart gebracht door een derde (een professional uit de gemeente)<br />

stimuleert de familieleden om de taken op een verantwoorde wijze onderling<br />

te verdelen. Door dit preventieve optreden wordt tevens voorkomen dat de<br />

druk vooral op een mantelzorger komt te liggen. Ook een virtuele agenda,<br />

bijgehouden door een professional, leidt vaak tot een betere taakverdeling<br />

tussen mantelzorgers. Deze methode sluit wederom goed aan bij het<br />

gedachtegoed <strong>van</strong> preventie, namelijk het voorkomen <strong>van</strong> overbelasting <strong>van</strong><br />

mantelzorgers.<br />

Oplossingsrichtingen<br />

In de WMO wordt in eerste instantie een beroep gedaan op de mogelijkheid<br />

<strong>van</strong> burgers om hulpbronnen te mobiliseren uit de sociale netwerken waar<br />

men deel <strong>van</strong> uitmaakt. Ook stimuleren gemeenten kleinschalige lokale<br />

initiatieven <strong>van</strong> informele <strong>solidariteit</strong> en ondersteunen deze eventueel.<br />

Daar waar nodig komen zij tot een goede mix op het gebied <strong>van</strong> formele<br />

WMO-voorzieningen enerzijds en informele zorg en ondersteuning<br />

anderzijds. Gemeenten zien zich daarbij steeds gesteld voor de vraag wat zij<br />

tot hun taak moeten rekenen en wat de samenleving zelf kan oppakken.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 45


Eerdere adviezen en<br />

aanbevelingen<br />

Een algemeen appèl<br />

Transparantie<br />

Transparantie in<br />

inkomens<strong>solidariteit</strong><br />

6 Conclusies en aanbevelingen<br />

In veel <strong>van</strong> zijn eerdere adviezen heeft de RVZ aanbevelingen gedaan die<br />

rele<strong>van</strong>t zijn voor de vraagstelling <strong>van</strong> dit advies over <strong>solidariteit</strong>. Met name<br />

kunnen hier worden genoemd de adviezen of signalementen over houdbare<br />

<strong>solidariteit</strong>, pakketbeheer en AWBZ. Kernpunt in die adviezen is dat het<br />

kabinet prioriteit geeft aan de uitontwikkeling <strong>van</strong> een volledig sluitend<br />

stelsel <strong>van</strong> financiële en andere prikkels voor risicodeling voor alle betrokken<br />

partijen in de zorg. Perverse prikkels in de bekostiging worden weggenomen.<br />

Als voorbeelden worden hier genoemd dat verzekeraars volledig<br />

risicodragend worden en dat productieprikkels voor medisch-specialistische<br />

hulp worden weggenomen. De zorg wordt ingekocht op basis <strong>van</strong> richtlijnen<br />

voor kosteneffectieve zorg met expliciete gezondheidsdoelen. Dit wordt<br />

gestimuleerd met bekostiging op basis <strong>van</strong> patiëntenpopulatie, met gebruik<br />

<strong>van</strong> spiegelinformatie en in combinatie met gezondheidsresultaten, en<br />

minder op basis <strong>van</strong> verrichtingen. Bij preventie ligt de focus op<br />

welvaartsziekten en een aanpak op basis <strong>van</strong> accijnzen, duidelijke regels over<br />

alcohol en tabak en de handhaving daar<strong>van</strong> en preventieve inspanningen op<br />

het raakvlak <strong>van</strong> gemeente en zorg.<br />

In lijn met deze eerdere adviezen komt de Raad in dit advies tot de volgende<br />

aanbevelingen:<br />

1. De RVZ doet een appèl op alle partijen om verantwoordelijkheid te<br />

nemen voor houdbare collectieve zorg. Dit appèl is gericht tot burgers,<br />

patiënten en verzekerden, tot zorgaanbieders en behandelaars, tot<br />

zorgverzekeraars, gemeenten en werkgevers.<br />

2. Dit appèl wordt ondersteund met een aanbeveling voor meer transparantie.<br />

Elke burger wordt waar mogelijk vooraf geïnformeerd over de kosten <strong>van</strong><br />

de zorg die via eigen betalingen voor zijn rekening zullen komen. Achteraf<br />

ont<strong>van</strong>gt hij een periodiek een helder overzicht <strong>van</strong> de kosten die de<br />

verzekeraar voor hem heeft betaald. De directe behandelaar heeft inzicht in<br />

de kosten <strong>van</strong> de alternatieve behandelmogelijkheden. De verzekeraar legt<br />

verantwoording af voor zijn inspanningen ter bestrijding <strong>van</strong> ongepaste<br />

zorg. Verzekeraars gebruiken hun spiegelinformatie om de relatieve<br />

prestaties <strong>van</strong> hun gecontracteerde zorgpartijen te laten zien en aan te geven<br />

hoe zijn dit vertalen in het inkoopbeleid.<br />

3. Vergroot de transparantie <strong>van</strong> de besluitvorming over inkomens<strong>solidariteit</strong><br />

in de Zvw. Maak <strong>van</strong> de procentuele premie een politiek besluit waarin de<br />

weging <strong>van</strong> de inkomensafhankelijke lastendruk tot uitdrukking komt.<br />

Dit besluit komt in de plaats <strong>van</strong> de huidige 50/50 verdeling <strong>van</strong> de<br />

Zvw-uitgaven over de nominale en de procentuele premie.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 47


Transparantie in<br />

topinkomens<br />

Visie kabinet op<br />

houdbaarheid tot 2040<br />

Wederkerigheid burger<br />

vastleggen in richtlijnen<br />

Maak beter gebruik <strong>van</strong> de<br />

premiekorting in de<br />

collectieve polissen<br />

Kies voor slimmere vormen<br />

<strong>van</strong> eigen betalingen<br />

Laat informele zorg en<br />

ondersteuning via de lokale<br />

overheid ontstaan<br />

4. Transparantie is ook nodig waar het <strong>gaat</strong> om gepaste beloningen.<br />

De Raad adviseerde eerder tot het verminderen <strong>van</strong> perverse prikkels in<br />

de bekostiging. Dit zal ongepaste levering <strong>van</strong> zorg verminderen, de<br />

beloning <strong>van</strong> medisch specialisten en bestuurders matigen en daarmee de<br />

bereidheid tot <strong>solidariteit</strong> versterken. Zorgverzekeraars kunnen in hun<br />

Gedragscode goed verzekeraarschap gedragsrichtlijnen met betrekking tot<br />

een gepaste beloning opnemen.<br />

5. De rijksoverheid draagt verantwoordelijkheid voor het stelsel, dat voor<br />

een <strong>belang</strong>rijk deel gefundeerd is op vertrouwen. <strong>Het</strong> kabinet versterkt<br />

dit vertrouwen door, in samenspraak met alle partijen, voorwaarden voor<br />

en een visie op houdbare kwaliteit, toegang en betaalbaarheid <strong>van</strong> de zorg<br />

tot 2040 te formuleren.<br />

6. Stimuleer wederkerigheid in het stelsel, door zowel in de curatieve als de<br />

maatschappelijke zorg een beroep te doen op de eigen<br />

verantwoordelijkheid voor leefstijl en zorg op leeftijd, de redelijke mate<br />

<strong>van</strong> zelfzorg en de benutting <strong>van</strong> sociaal netwerk <strong>van</strong> de burger.<br />

Stel hiervoor handreikingen op. Wetenschappelijke verenigingen<br />

verwerken dit in richtlijnen; zorgverzekeraars geven dit een prominente<br />

plaats bij de zorginkoop. Vertaal dit ook in de regelgeving (Zvw en<br />

AWBZ).<br />

7. De verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de burger voor zijn gezondheid kan voorts<br />

worden gestimuleerd als werkgevers, gemeenten en patiëntencollectieven,<br />

in samenwerking met de zorgverzekeraar, de collectieve polis in de Zvw<br />

gaan gebruiken om deelnemers voor een gezonde leefstijl te belonen.<br />

Een voorwaarde om in aanmerking te komen voor de korting kan zijn<br />

dat deelnemers bijvoorbeeld jaarlijks meedoen aan bewezen effectieve<br />

vormen <strong>van</strong> preventie. <strong>Het</strong> is cruciaal dat een deelname aan dergelijke<br />

collectiviteiten op basis <strong>van</strong> vrijwilligheid plaatsvindt. Verzekeraars<br />

faciliteren dergelijke collectieve polissen.<br />

8. <strong>Het</strong> verantwoordelijkheidsgevoel <strong>van</strong> de burger voor de curatieve zorg<br />

moet worden versterkt door eigen betalingen slimmer vorm te geven<br />

dan nu gebeurt via het eigen risico. Kies voor vormen <strong>van</strong> eigen bijdragen<br />

die liefst bij elke zorgvraag effectief prikkelen tot gepast zorggebruik.<br />

Binnen dit systeem geldt vervolgens een (eventeel inkomensafhankelijk)<br />

maximaal plafond.<br />

9. Laat informele arrangementen voor zorg en ondersteuning ontstaan via<br />

de lokale overheid. Die kan voorwaarden scheppen, afstand bewaren en<br />

zo nodig een faciliterende rol vervullen. Een voorwaarde is bijvoorbeeld<br />

voorzien in <strong>van</strong>zelfsprekende ontmoetingsruimten (RMO, 2005).<br />

Faciliteren kan door zo nodig, op verzoek <strong>van</strong> burgers, knelpunten en<br />

risico’s in de onderlinge samenwerking te helpen oplossen.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 48


Goede voorbeelden hier<strong>van</strong> zijn de “Buurthulp” en de “mantelscan”.<br />

Gemeenten kunnen specifiek ouderen en babyboomers aanspreken op<br />

meer intergenerationele <strong>solidariteit</strong> richting opvolgende generaties.<br />

Dat kan ook indirect door in de toekomst meer intragenerationele<br />

<strong>solidariteit</strong> te organiseren in de informele sfeer: ouderen helpen ouderen.<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg<br />

Rien Meijerink, Theo Hooghiemstra,<br />

voorzitter algemeen secretaris<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 49


RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 50


Bijlagen<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 51


RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 52


Bijlage 1<br />

Adviesaanvraag<br />

Rele<strong>van</strong>t gedeelte uit het RVZ-werkprogramma 2011, vastgesteld door de<br />

minister <strong>van</strong> Volksgezondheid, Welzijn en Sport.<br />

‘In het werkprogramma 2012 <strong>van</strong> de Raad is het onderwerp<br />

Voor wat hoort wat: <strong>solidariteit</strong> vraagt om return on investment en goed<br />

patiëntschap opgenomen. <strong>Het</strong> werkprogramma vermeldt hierover het<br />

volgende.<br />

Solidariteit in de zorg vraagt om blijk <strong>van</strong> effectieve en kwalitatief goede zorg en<br />

om patiënten die zich houden aan gemaakte afspraken: return on investment en<br />

goed patiëntschap. Dus: systeemperformance enerzijds, individueel gedrag<br />

anderzijds. Hoe kan de overheid de (risico)<strong>solidariteit</strong> zo vorm geven, dat de<br />

houdbaarheid <strong>van</strong> het zorgstelsel in stand blijft? En impliceert dat <strong>niet</strong> ook<br />

clausulering en grenzen stellen? Keuzes doen?<br />

Minister Donner heeft in een toespraak <strong>van</strong> 24 maart 2011 de strategische<br />

adviesorganen gevraagd te adviseren over het thema toekomst <strong>van</strong> de<br />

verdeling <strong>van</strong> collectieve middelen. Voor de RVZ is dan <strong>van</strong> <strong>belang</strong> om na te<br />

gaan wat de gevolgen zijn <strong>van</strong> de grote veranderingen in de zorgsector op de<br />

<strong>solidariteit</strong> en hoe dit inwerkt op de vormgeving <strong>van</strong> ons zorgstelsel.<br />

<strong>Het</strong> CPB en de SER ontvingen gerelateerde adviesaanvragen over de<br />

betaalbaarheid <strong>van</strong> de zorg.<br />

Belangrijk voor <strong>solidariteit</strong> is dat de publieke middelen goed en vooral<br />

zichtbaar goed worden besteed. Dit heeft twee aspecten: return on<br />

investment en goed patiëntschap.<br />

Return on investment<br />

Onderzoek naar de bereidheid <strong>van</strong> burgers in West-Europese landen tot<br />

blijvende <strong>solidariteit</strong> wijst op een kritischer houding. Kritischer over de<br />

systemen <strong>van</strong> sociale verzekering en over risico<strong>solidariteit</strong>. De verklaring<br />

moeten wij waarschijnlijk <strong>niet</strong> zoeken in het feit dat men <strong>niet</strong> meer solidair is<br />

met mensen die zorg nodig hebben. <strong>Het</strong> wordt veroorzaakt, doordat <strong>niet</strong><br />

zichtbaar is voor het publiek hoe de overheid de collectieve middelen<br />

besteedt. Gebeurt dit effectief en efficiënt? <strong>Het</strong> RVZ advies Sturen op<br />

gezondheidsdoelen (2011) <strong>gaat</strong> hierover. Iedereen weet dat er veel geld in de<br />

zorg om<strong>gaat</strong>, maar er is te weinig transparantie over de resultaten. Hoe<br />

worden premiemiddelen besteedt, vraagt de burger zich af. En wat zou in dit<br />

verband een andere ordening <strong>van</strong> de zorg kunnen opleveren?<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 53


Goed patiëntschap<br />

Gelijkheid en <strong>solidariteit</strong> in de zorg zijn zo’n zestig jaar geleden verankerd in<br />

de Ziekenfondswet en de AWBZ en later in de Zvw. Voor andere sectoren<br />

- onderwijs en sociale zekerheid - is dat ook in die tijd gebeurd. In die<br />

sectoren is men echter afgestapt <strong>van</strong> de ongeclausuleerdheid <strong>van</strong> de<br />

dienstverlening en de voorzieningen. Er wordt een tegenprestatie <strong>van</strong> de<br />

ont<strong>van</strong>gende partij verwacht, zoals in de sollicitatieplicht, de leerplicht en de<br />

studiefinanciering. In de zorg ontbreken dergelijke clausuleringen.<br />

Therapietrouw is een goed voorbeeld <strong>van</strong> clausulering <strong>van</strong> het recht op zorg<br />

en <strong>van</strong> de positieve effecten er<strong>van</strong>. Tegenover rechten, staan plichten.<br />

Dus een logica bestaande uit risico<strong>solidariteit</strong>, clausulering <strong>van</strong><br />

gelijkberechtigdheid, plichten, sancties.<br />

De Raad stelt zich in dit advies de vraag: hoe kunnen wij aan <strong>solidariteit</strong> en<br />

gelijkheid nieuwe vorm en inhoud geven? Vorm en inhoud die passen bij de<br />

grote verschuivingen in de samenleving. Hoe geef je, in dit verband, aan<br />

return on investment en aan goed patiëntschap nieuwe betekenis?<br />

Nieuw vergeleken met de betekenissen <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag: DALY’s, QALY’s,<br />

Wgbo et cetera? Dit alles staat voor de RVZ in het teken <strong>van</strong> relatief<br />

afnemende middelen. Hoe borg je <strong>solidariteit</strong> en gelijkheid bij krimpende<br />

middelen? Dat moet toch betekenen het stellen <strong>van</strong> grenzen en het doen <strong>van</strong><br />

keuzes? Hoe doe je dat?<br />

Met dit advies wil de RVZ een bijdrage leveren aan de borging <strong>van</strong> de in de<br />

samenleving aanwezige <strong>solidariteit</strong> door <strong>van</strong> overheid en veldpartijen te<br />

vragen transparant te zijn over de besteding <strong>van</strong> publieke middelen, maar<br />

ook de voorwaarden te scheppen voor goed patiëntschap. Een bijdrage dus<br />

aan de houdbaarheid <strong>van</strong> ons zorgstelsel. Onderdelen <strong>van</strong> het<br />

wetgevingsprogramma <strong>van</strong> VWS zijn rele<strong>van</strong>t: Beginselenwet<br />

zorginstellingen; Cliëntenrechten zorg; Kwaliteitsinstituut.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 54


Bijlage 2<br />

Adviesvoorbereiding<br />

<strong>Het</strong> advies is <strong>van</strong>uit de Raad voor de Volksgezondheid voorbereid onder leiding<br />

<strong>van</strong>:<br />

Prof. dr. W.N.J. Groot<br />

Mr. H. Bosma<br />

Prof. mr. J.P. Mackenbach<br />

Rele<strong>van</strong>te nevenactiviteiten raadsleden:<br />

Prof. dr. W.N.J. Groot<br />

- Voorzitter <strong>van</strong> de Provinciale Raad <strong>van</strong> de Volksgezondheid in Limburg.<br />

- Voorzitter <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> Toezicht <strong>van</strong> de Reinaert Kliniek.<br />

Mr. H. Bosma<br />

- Lid <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> Commissarissen N.V. NOM (Noordelijke<br />

Ontwikkelingsmaatschappij).<br />

- Voorzitter <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> Commissarissen PI Investments B.V.<br />

Prof. mr. J.P. Mackenbach<br />

- Voorzitter bestuur Netherlands Institute for Health Sciences.<br />

- Lid Raad <strong>van</strong> Toezicht Instituut voor onderzoek naar Leefwijzen en<br />

Verslaving (IVO).<br />

De Raad is in de voorbereiding bijgestaan door een ambtelijke projectgroep<br />

bestaande uit:<br />

Drs. F.J. <strong>van</strong> Sloten, projectleider<br />

Mevrouw drs. S.S. Baldewsing, adviseur<br />

Mevrouw dr. I. Doorten, adviseur<br />

Drs. B.J.C. <strong>van</strong> de Gevel, adviseur<br />

Mevrouw dr. M.H. ten Have, adviseur<br />

L. Ottes, arts, adviseur<br />

Mevrouw A. Zarrinkhameh, MSc, adviseur<br />

Mevrouw I.A. de Prieëlle, projectondersteuner<br />

De Raad adviseert onafhankelijk. Gesprekken tijdens de voorbereiding<br />

<strong>van</strong> een advies hebben <strong>niet</strong> het karakter <strong>van</strong> draagvlakverwerving.<br />

De gesprekspartners hebben zich <strong>niet</strong> aan het advies gecommitteerd.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 55


Klankbordgroep<br />

Ter voorbereiding op het advies heeft de Raad drie bijeenkomsten<br />

georganiseerd. Op 18 juni, 25 september en 26 november 2012.<br />

De volgende personen namen hieraan deel:<br />

W.J. Adema, Achmea<br />

R. Adolfsen, Zorgaspect<br />

Drs. P.T. de Beer, Universiteit Amsterdam<br />

J.C. Beerman MBA, Rabobank Rotterdam<br />

Prof. dr. W.B.F. Brouwer, Erasmus Universiteit Rotterdam, iBMG<br />

Prof. dr. ir. W.V. Buskens, Universiteit Utrecht<br />

B.J. Drenth, Berenschot Groep B.V.<br />

Drs. A.M. Caspers<br />

W. Etty, Andersson Elffers Felix B.V.<br />

Prof. dr. G.A. den Hartogh, Universiteit Amsterdam<br />

Dr. A. <strong>van</strong> der Horst, Centraal Planbureau<br />

Mevrouw drs. B. de Jong, MBA, Sint Maartenskliniek<br />

Drs. P. Kalma<br />

Mevrouw prof. dr. A.E. Komter<br />

Prof. dr. H. <strong>van</strong> Krieken, Radboud Universitair Centrum voor Oncologie<br />

J. <strong>van</strong> der Tak, Gemeente Westland<br />

Prof. dr. J.J.M. Theeuwes, Universiteit Amsterdam<br />

Prof. dr. H.A.A. Verbon, Universiteit Tilburg<br />

Mevrouw drs. C.P. Vogelaar, Landelijke Vereniging Georganiseerde eerste lijn<br />

Mr. A.A. Westerlaken, Maasstad Ziekenhuis<br />

Mr. drs. J.M. de Vries, MEE Nederland<br />

Geconsulteerden<br />

Tijdens het adviestraject is met de volgende personen<br />

gesproken:<br />

Mevrouw B. Bruins Slot, Gemeente Amsterdam<br />

R. Doeschot, CVZ<br />

Mevrouw drs. S. Duinkerke, Gemeente Amsterdam<br />

Mevrouw K. Duys, Gemeente Den Haag<br />

dr. J. Hoenderkamp, Gemeente Maastricht<br />

dr. A. <strong>van</strong> der Horst, CPB<br />

dr. P.P.T. Jeurissen, ministerie <strong>van</strong> VWS<br />

W. Kruijswijk, Movisie<br />

M.S. <strong>van</strong> der Priem, Gemeente Dordrecht<br />

Mevrouw W. Spreij, Gemeente Amsterdam<br />

L.J.T. Steenmetser MPA, Gemeente Den Haag<br />

W. Sterk, Gemeente Dordrecht<br />

Mevrouw A. Peters, Movisie<br />

Mevrouw M. <strong>van</strong> der Veen-Helder, CVZ<br />

Ir. A. Wong, RIVM<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 56


Op 6 februari 2013 is de onderhavige materie besproken met de heer<br />

drs. M.J. Boereboom <strong>van</strong> het ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid, Welzijn en<br />

Sport.<br />

De Raad heeft het advies op 21 februari 2013 vastgesteld.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 57


RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 58


Bijlage 3<br />

Lijst <strong>van</strong> afkortingen<br />

AOW Algemene Ouderdomswet<br />

AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten<br />

bbp bruto binnenlands product<br />

BTW belasting over de toegevoegde waarde<br />

COPD Chronic Obstructive Pulmonary Disease<br />

CPB Centraal Planbureau<br />

dbc diagnose-behandelcombinatie<br />

DKG diagnosekostengroep<br />

DVN Diabetesvereniging Nederland<br />

ESB Economisch Statistische Berichten<br />

GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst<br />

GGZ Geestelijke gezondheidszorg<br />

JOVD Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie<br />

NCD non-communicable diseases<br />

RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu<br />

RMO Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling<br />

RVZ Raad voor de Volksgezondheid en Zorg<br />

SCP Sociaal en Cultureel Planbureau<br />

SEH spoedeisende hulp<br />

VWS ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />

WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering<br />

WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen<br />

WLZ Wet verlenging loondoorbetalingverplichting bij ziekte<br />

Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning<br />

WULBZ Wet uitbreiding loonuitbetalingplicht bij ziekte<br />

UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen<br />

Zvw Zorgverzekeringswet<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 59


RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 60


Bijlage 4<br />

Literatuurlijst<br />

Aarts De Jong Wilms Goudriaan Public Economics (APE):<br />

Berekening normbedragen risicovereveningsmodel 2012, 2011.<br />

Aarts De Jong Wilms Goudriaan Public Economics (APE):<br />

Patiëntenprofielen in de Zvw en AWBZ, 2012.<br />

Bruggen slaan (Regeerakkoord VVD – PvdA), 2012.<br />

Cloïn, M., Bucx, F., Boer, A. de, Oudijk, D. Zorgen voor elkaar. In:<br />

De sociale staat <strong>van</strong> Nederland 2011. Den Haag: Sociaal en Cultureel<br />

Planbureau, 2011.<br />

Commissie Evaluatie Risicoverevening Zvw 2012: Evaluatie risicoverevening<br />

Zorgverzekeringswet, 2012.<br />

Commissie macrobeheersingsinstrument: Advies, Ministerie <strong>van</strong> VWS,<br />

2012.<br />

Centraal Planbureau: Effecten <strong>van</strong> het Regeerakkoord voor de marginale<br />

druk. Den Haag: CPB, 2012.<br />

Centraal Planbureau : Solidariteit onder druk? Zorg op maat heeft toekomst.<br />

Den Haag: CPB, 2013.<br />

College voor Zorgverzekeringen: Uitvoeringstoets lage-ziektelastbenadering,<br />

2012.<br />

Dalen, H. <strong>van</strong> en K. Henkens, “<strong>Het</strong> beeld <strong>van</strong> ‘de arme oudere’ op de<br />

snijtafel”, Me Judice, 11 februari 2013.<br />

Doorten, I. De sociale dimensie <strong>van</strong> ouder worden. Achtergrondstudie bij<br />

het RVZ-advies Redzaam ouder. Zorg voor <strong>niet</strong>-redzame ouderen vraagt om<br />

voorzorg door iedereen. Den Haag, RVZ, 2012.<br />

Eurostat: Children were the age group at the highest risk of poverty or social<br />

exclusion in 2011, 2013.<br />

Health Consumer Powerhouse: Euro Health Consumer Index 2012, 2012.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 61


Instituut voor Beleid en Management Gezondheidszorg (IBMG):<br />

Risicoverevening 2012 Een analyse <strong>van</strong> voorspelbare winsten en verliezen op<br />

subgroepniveau, 2012.<br />

Merens, A., Hartgers, M. en Brakel, M. <strong>van</strong> den (red.). Emancipatiemonitor<br />

2012. SCP/CBS, 2012.<br />

Ministerie <strong>van</strong> SZW: <strong>Het</strong> profijt <strong>van</strong> <strong>solidariteit</strong>, 2011.<br />

Nederlandse Diabetes Federatie: Diagnose Diabetes 2025, 2012.<br />

Nederlandse Zorgautoriteit: Marktscan Zorgverzekeringsmarkt, 2012.<br />

Penninx, K. et al. De zilveren kracht in cijfers. Factsheet maatschappelijke<br />

inzet door ouderen. Utrecht: Movisie, 2008.<br />

Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. Niet langer met de ruggen naar<br />

elkaar. Een advies over verbinden. Den Haag, RMO, 2005.<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Prikkels voor een<br />

toekomstbestendige Wmo. Den Haag: RVZ, 2011.<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Zorg in familieverband.<br />

Over zorgrelaties tussen generaties. In: RMO/RVZ. Versterking voor<br />

gezinnen. Den Haag: RMO/RVZ, 2008.<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg: Houdbare <strong>solidariteit</strong> in de<br />

gezondheidszorg. Zoetermeer: RVZ, 2005.<br />

RIVM: Kosten <strong>van</strong> ziekten 2007, 2011.<br />

Sadiraj, K., Timmermans, J., Ras, M. en Boer, A. de. De toekomst <strong>van</strong> de<br />

mantelzorg. Den Haag: SCP, 2009.<br />

Schöttelndreier, M. En een hapje voor … Volkskrant Magazine,<br />

9 februari 2013.<br />

Taskforce Beheersing Zorguitgaven: Naar beter betaalbare zorg.<br />

Ministerie <strong>van</strong> VWS, 2012.<br />

Trimp L. en C.A. de Kam: De drukverdeling <strong>van</strong> collectieve lasten,<br />

ESB 25 november 2011 nr. 4623.<br />

Werkgroep Onderhoud Risicoverevening: Advies aan de Minister <strong>van</strong> VWS<br />

over de vormgeving <strong>van</strong> de risicoverevening, 2012.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 62


Achtergrondstudie LETS Care. Hoe andere vormen <strong>van</strong> <strong>solidariteit</strong> de<br />

wederkerigheid bevorderen (Ayeh Zarrinkhameh & Ingrid Doorten, 2013)<br />

Anderson, B. (1991) Imagined Communities: An Inquiry into the Origins<br />

and Spread of Nationalism. 2 e editie. Londen: Verso.<br />

Appadurai, A. (1996) Modernity at Large: Cultural Dimensions of<br />

Globalization. Minneapolis: University of Minnesota Press.<br />

Centrum EMMA (2012) Tien jaar Centrum Emma in Utrecht. Utrecht:<br />

Stichting EMMA.<br />

Christen Democratische Verkenningen (2012) Solidariteit in crisis.<br />

Amsterdam: Boom.<br />

Durkheim, E. (1964 [1893]) The Division of Labor. New York: Free Press.<br />

Durkheim, E. (1953 [1906]) The Determination of Moral Facts. In:<br />

Swingewood, A. (2000 [1984]) A Short History of Sociological Thought.<br />

New York: Palgrave. p. 67.<br />

Ernst & Young (2012) De zin <strong>van</strong> zorglandbouw. Maatschappelijke<br />

businesscase dagbesteding door zorgboerderijen. Publieksrapportage.<br />

Den Haag: Ernst & Young.<br />

Ernst & Young (2012) De zin <strong>van</strong> zorglandbouw. Maatschappelijke<br />

businesscase dagbesteding door zorgboerderijen. -Onderzoek uitgevoerd<br />

door Ernst & Young Advisory in samenwerking met Trimbos-instituut.<br />

Den Haag: Ernst & Young.<br />

Hechter, M. (1987) Principles of group solidarity. Berkeley: University of<br />

California Press.<br />

Hoeben, C. (2003) LETS’ Be a Community. Community in Local Exchange<br />

Trading Systems. Groningen: ICS-dissertation.<br />

http://www.btsg.nl/infobulletin/Deense%20model.html<br />

Hylland Eriksen, T. (2001) Small Places, Large Issues: An Introduction to<br />

Social and Cultural Anthropology. London: Pluto Press.<br />

Komter, A.E. (2003) Solidariteit en de gift. Sociale banden en sociale<br />

uitsluiting. Amsterdam: Amsterdam University Press.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 63


Komter, A.E. in Verzorgingsstaat: vaar wel. (2004: 161-177) Zorgen voor<br />

morgen: Over hedendaagse <strong>solidariteit</strong> en wederkerigheid. Assen:<br />

Koninklijke Van Gorcum.<br />

Komter A.E., Burgers J. & Engbersen G. (2004 [2000]) <strong>Het</strong> cement <strong>van</strong> de<br />

samenleving: Een verkennende studie naar <strong>solidariteit</strong> en cohesie.<br />

Amsterdam: Amsterdam University Press.<br />

Lindenberg, S.M. (2001) Social rationality versus rational egoism. In:<br />

Turner, J.H. (ed.). Handbook of sociological theory. New York: Plenum.<br />

Malinowski, B. (1922) Argonauts in the western pacific. Londen: Routledge<br />

and Kegan Paul.<br />

McLuhan, M. (1964) Understanding Media. New York: McGraw-Hill.<br />

Mauss, M. (2002 [1954]) The Gift. The form and reason for exchange in<br />

archaic societies. Londen: Routledge Classics. (oorspr. Essai sur le don).<br />

Mayhew, L. (1971) Society: institutions and activity. New York: Columbia<br />

University Press.<br />

Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling -RMO- (2007) Straf en zorg:<br />

een paar apart. Passende interventies bij delictplegers met psychische en<br />

psychiatrische problemen. Amsterdam: SWP.<br />

Radcliffe-Brown, A.R. (1952 [1929]) Structure and Function in Primitive<br />

Society. Londen: Cohen & West.<br />

Simmel, G. (1908) Soziologie: Untersuchungen über die Formen der<br />

Vergesellschaftigung. Leipzig: Von Duncker und Humblot.<br />

Smith, A. (1759) The Theory of Moral Sentiments.<br />

Cambridge: Cambridge University Press.<br />

Sociaal en Cultureel Planbureau -SCP- (2010) Op weg met de Wmo.<br />

Evaluatie <strong>van</strong> de wet maatschappelijke ondersteuning 2007-2009.<br />

Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.<br />

SocialPeople (2012) Solidariteit en Zorg. Zorg Temperatuur op Social Media<br />

en Nieuwsbronnen. Segmented Solidarity - Alternatieve Solidariteitsvormen.<br />

Amsterdam: SocialPeople.<br />

SVB (2011) Solidariteit en Sociale Zekerheid: Kunnen we het nog uitleggen?<br />

Amstelveen: Sociale Verzekeringsbank.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 64


Swingewood, A. (2000 [1984]) A Short History of Sociological Thought.<br />

New York: Palgrave.<br />

Tsing, A.L. (2005) Friction. An Ethnography of Global Connection.<br />

New Jersey: Princeton University Press.<br />

Veen, <strong>van</strong> der R. (2005) Nieuwe vormen <strong>van</strong> <strong>solidariteit</strong>. Sociaaldemocratische<br />

beginselen en de verzorgingsstaat. Amsterdam: Wiardi<br />

Beckman Stichting.<br />

Verplaetse, J. (2011 [2008]) <strong>Het</strong> morele instinct. Over de natuurlijke<br />

oorsprong <strong>van</strong> onze moraal. Amsterdam: Nieuwezijds.<br />

Zonderop, Y. (2012) Nederland & <strong>Het</strong> algemeen <strong>belang</strong>: Polderen 3.0.<br />

Leusden: ISVW Uitgevers.<br />

Achtergrondstudie Instrumenten voor gepast zorggebruik<br />

(Bart <strong>van</strong> de Gevel, 2013)<br />

Arrow, K.J. Uncertainty and the Welfare Economics of Medical Care.<br />

The American Economic Review. December 1963, 5, 941 – 973.<br />

Baarsma, B., F. de Kam, R. Linschoten, W. Verloren <strong>van</strong> Themaat en<br />

M. Varkevisser. Advies commissie macrobeheersinstrument, Van structureel<br />

kortingsinstrument naar daadwerkelijk ultimum remedium, 5 juni 2012.<br />

Besseling, P., W. Elsenburg en C. <strong>van</strong> Ewijk. “Risicodragende uitvoering<br />

AWBZ door zorgverzekeraars verhoogt de kosten”. Me Judice, 22 mei 2011.<br />

Booz & Co. Kwaliteit als medicijn, Aanpak voor betere zorg en lagere kosten.<br />

Perspectief. 2012.<br />

Brouwer, W.B.F. en F.F.H. Rutten. Over-, onder-, en gepaste consumptie in<br />

de zorg <strong>van</strong>uit een economisch perspectief. In RVZ, Met oog op gepaste<br />

zorg. Zoetermeer: Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, 2004.<br />

Brouwer, W.B.F. en F.F.H. Rutten. Wat mag een levensjaar kosten?<br />

De afbakening <strong>van</strong> het basispakket nader bezien. In Beaufort, I. de,<br />

M. Hilhorst, S. <strong>van</strong> Damme en S. Vathorst (red) De Kwestie. Den Haag:<br />

Uitgeverij Lemma. 2011.<br />

Chandra, A., J.S. Skinner. Technological growth and expenditure growth in<br />

health care, Working paper 16953. National Bureau of economic research.<br />

April 2011.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 65


Chernew, M.E., M.R. Shah, A. Wegh, S.N. Rosenberg, I.A. Juster,<br />

A.B. Rosen, M.C. Sokol, K. Yu-Isenberg en A.M. Fendrick. Impact of<br />

Decreasing Copayments On Medication Adherence Within A Disease<br />

Management Environment, Health Affairs, 27, no. 1 (2008): 103-112.<br />

Chernew ME, Mechanic RE, Landon BE, Safran DG. Private-payer<br />

innovation in Massachusetts: the “Alternative Quality Contract.” Health Aff<br />

(Millwood). 2011; 30(1):51–61.<br />

Commissie Evaluatie Risicoverevening Zvw, Evaluatie risicoverevening<br />

Zorgverzekeringswet, Juni 2012.<br />

Commissie Keuzen in de zorg, Kiezen en delen, Advies in hoofdzaken, 1991.<br />

Companje, K.P. , R.H.M. Hendriks, K.F.E. Veraghtert and B.E.M.<br />

Widdershoven. Two centuries of solidarity. German, Belgian and Dutch<br />

social health insurance 1770-2008 (Aksant: Amsterdam, 2009)<br />

isbn 978-90-5260-344-5.<br />

CPB. De prijs <strong>van</strong> gelijke zorg. CPB Policy Brief. 7-1-2013.<br />

CPB. (2012a) Aanvullende informatie voor de doorrekening <strong>van</strong> de<br />

verkiezingsprogramma’s, 3-07-2012.<br />

CPB. (2012b) Keuzes in Kaart 2013-2017, 27-08-2012.<br />

CPB. Gedragseffect <strong>van</strong> eigen betalingen in de ZVW, CPB Notitie,<br />

25 april 2008.<br />

CVZ (2012a). Uitvoeringstoets lage-ziektelastbenadering. 5 maart 2012.<br />

CVZ (2012b), Stringent Pakketbeheer, 29 mei 2012.<br />

CVZ (2012c) Pakketadvies 2012, 6 april 2012.<br />

Douven, R., R. Mocking en I. Mosca. The Effect of Physician Fees and<br />

Density Differences on Regional Variation in Hospital Treatments. CPB<br />

Discussion Paper | 208. 2012.<br />

Douven, R., R. Mocking en A. Wong. Reactie op: Zorgsparen reduceert<br />

zorgkosten. ESB. 97 (4646) 26 oktober 2012.<br />

Duchatteau D.C., en M.D.H. Vink (LSJ medisch projectbureau). Medischtechnologische<br />

ontwikkelingen zorg 20/20, Achtergrondstudie uitgebracht<br />

door de Raad voor de Volksgezondheid en zorg bij het advies Medisch -<br />

specialistische zorg in 20/20.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 66


Hilgers, E. Onaanvaardbaar ongelijk, Medicatie kankerverkrijgbaarheid,<br />

MONITOR jan/feb/mrt 2006.<br />

Van Kleef, R. en W. <strong>van</strong> de Ven. Gepaste eigen betalingen in de<br />

basisverzekering, ESB Dossier Gepaste Zorg, Jaargang 97(4644S).<br />

5 oktober 2012<br />

Ministerie <strong>van</strong> AZ. Bruggen slaan – Regeerakkoord VVD – PvdA. 2012.<br />

Ministerie <strong>van</strong> Financiën. Rapport brede heroverweging, 12.<br />

Langdurige zorg, April 2010.<br />

Newhouse, J.P. Free for All? Lessons from the Rand Health Insurance<br />

Experiment. Cambridge: Harvard University press, 1993.<br />

Ottes, L. Theorie en praktijk <strong>van</strong> menselijk gedrag in een solidair zorgstelsel.<br />

Den Haag: 2012.<br />

Plexus. Praktijkvarriatie in Nederland. Onderzoek voor VWS naar mate <strong>van</strong><br />

praktijkvariatie <strong>van</strong> 15 aandoeningen. Juli 2009.<br />

Plexus (2010a), Reduceren <strong>van</strong> praktijkvariatie: budgettaire effecten <strong>van</strong><br />

scherpere indicatiestelling. Onderzoek voor VWS naar<br />

besparingsmogelijkheden <strong>van</strong> terugdringen <strong>van</strong> praktijkvariatie op basis <strong>van</strong><br />

4 aandoeningen. Juni 2010<br />

Plexus (2010b), Praktijkvariatie rond indicatiestelling in Nederlandse<br />

ziekenhuizen. Presentatie <strong>van</strong> de indicator “praktijkvariatie” voor<br />

6 aandoeningen in opdracht <strong>van</strong> Zichtbare Zorg. Juli 2010.<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Zinnige en duurzame zorg.<br />

Zoetermeer: 2006.<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Rechtvaardige en duurzame zorg.<br />

Zoetermeer: 2007.<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg bij het advies Medisch-specialistische<br />

zorg in 20/20. Den Haag: 2011.<br />

Raad voor Volksgezondheid en Zorg. Redzaam ouder. Zorg voor <strong>niet</strong>redzame<br />

ouderen vraagt om voorzorg door iedereen. Den Haag: 2012a.<br />

Raad voor Volksgezondheid en Zorg. Regie aan de poort. Den Haag: 2012b.<br />

Rutten, F. Afscheidscollege professor Frans Rutten. Gezondheidseconomie:<br />

de sleutel tot gepaste zorg. Rotterdam: 2012.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 67


Stolk, E. Uitwerking <strong>van</strong> het pakketprincipe noodzakelijkheid; dimensie<br />

Ziektelast, 27 februari 2009.<br />

Taskforce beheersing zorguitgaven, Den Haag: 2012.<br />

Van Velzel, Achtergrondstudie naar de bijdrage <strong>van</strong><br />

verzekeraars aan de houdbaarheid <strong>van</strong> het zorgstelsel, 6 maart 2012.<br />

Verbon, H. “Harrie Verbon over het regeerakkoord”, Me Judice, 31 oktober<br />

2012.<br />

Winssen, K., R. <strong>van</strong> Kleef en W. <strong>van</strong> de Ven. Zorgsparen reduceert<br />

zorgkosten. ESB 97 (4643) 14 september 2012.<br />

Van der Zee, B., Rechtvaardige selectie bij een pandemie, Centrum boor<br />

ethiek en gezondheid, Signalering ethiek en gezondheid, Den Haag: 2012/3.<br />

Achtergrondstudie Theorie en praktijk <strong>van</strong> menselijk gedrag in een solidair<br />

zorgstelsel (Leo Ottes, 2013)<br />

Abel-Smith, B., K. Titmuss en M. Miller. Philosophy of Welfare: Selected<br />

writing of Richard M. Titmuss. New York: Routledge & Kegan Paul, 1987.<br />

Almgren et al. Adenovirus-36 Is Associated with Obesity in Children and<br />

Adults in Sweden as Determined by Rapid ELISA. PLoS One. 2012; 7(7):<br />

e41652.<br />

Barer, M.L., R.G. E<strong>van</strong>s en R.J. Labelle. Fee Controls as Cost Control: Tales<br />

from the frozen north. Vancouver: University of British Columbia, 1988.<br />

Beck, R.G.en J.M. Horne. Utilization of publicly insured public health<br />

services in Saskatchewan before, during and after copayment. Medical Care,<br />

18, 1980, p. 787-806.<br />

Belgische spoedartsen willen af <strong>van</strong> remgeld. Medisch Contact, 59, 2004,<br />

no. 12.<br />

Brook, R.H., et al. Does free care improve adults’ health?’. Results form a<br />

randomized controlled trial. New England Journal of Medicine, 309, 1983,<br />

no. 23, p. 1426-1434.<br />

Bumgarner, R.J. (ed.) China: Long-Term Issues and Options in the Health<br />

Transition. Washington DC, World Bank, 1992.<br />

Cohen, S. et al. Socioecomic Status is Associated With Stress Hormones.<br />

Psychosomatic Medicine 68:414-420 (2006).<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 68


Cronan, T.A., et al. Arthritis Care and Research, 11, 1998, no. 5, p. 326-<br />

334.<br />

Cumming, J., Mays, N., Reform and counter reform: how sustainable is<br />

New Zealand’s latest health system restructuring. Journal of Health Services<br />

Research and Policy, 7, 2002, suppl. 1, p. 46-55.<br />

Darwin, C. On the Origin of Species, 1859.<br />

Darwin, C. The Descent of Man, 1871.<br />

Dawkins, R. The Selfish Gene, Oxford Univ. Press, 1976.<br />

Docteur, E. en H.Oxley. Lessons from the Reform Experience. Paris: OECD,<br />

2003.<br />

Don, H.(voorzitter) Evaluatie Risicoverevening Zorgverzekeringswet.<br />

Commissie Evaluatie Risicoverevening Zvw. Juni 2012.<br />

Duits artsenbezoek daalt na hervormde zorg, Nederlands. Tijdschrift voor<br />

Geneeskunde, 148, 2004, no. 11, p. 540.<br />

Feeny, D. et al, Obesity, 2009.<br />

Ferris, T.G., et al. Leaving gatekeeping behind – Effects of opening access to<br />

specialists for adults in a HMO. New England Journal of Medicine, 43,<br />

2001, no. 18, p. 1312-1317.<br />

Foot, P. The Problem of Abortion and the Doctrine of the Double Effect in<br />

Virtues and Vices (the Oxford Review number 5, 1967)<br />

Forrest, C.B. Primary care gatekeeping and referrals: effective filter of failed<br />

experiment. British Medical Journal, 326, 2003, p. 692-695.<br />

Forsberg, E., R. Axelsson en B. Arnetz. Financial incentives in health care.<br />

‘The impact of performance-based reimbursement, Health Policy, 58, 2001,<br />

no. 3, p. 243-262.<br />

Foxman, B., et al. The effect of cost sharing on the use of antibiotics in<br />

ambulatory care: results form a population-based randomized controlled<br />

trial. Journal of Chronic Disease, 40, 1987, no. 5, p. 429-437.<br />

Fries, J.F. et al. Beyond Health Promotion: Reducing Need And Demand<br />

For Medical Care. Health Affairs, 17, 1998, no. 2, p. 70-84.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 69


Gerdtham, U.G., et al, The impact of intenal markets on health care<br />

efficiency: evidence from heath care reforms in Sweden. Applied Economics,<br />

31, 1999, no. 8, p. 935-945.<br />

Gerdtham, U.G., et al. Intenal markets and health care efficiency: a mulipleoutput<br />

stochastic frontier analysis. Health Economics, 8, 1999, no. 2,<br />

p. 151-164.<br />

Geyndt, W. de, Managing Health Expenditures under National Health<br />

Insurance: The Case of Korea. Technical Paper 156. Washington DC:<br />

World Bank, 1991.<br />

Gosden, T., et al. Capitation, salary, fee-for-service and mixed systems of<br />

payment: effects on the behaviour of primary care physicians. Cochrane<br />

Library, Issue 1, 2004.<br />

Hamilton, W.D. The genetic Evolution of Social Behaviour I and II. J.<br />

of Theoretical Biology 7: 1-16, 17-52<br />

Herrmann, B., Thöni, C., Gärcher, S. Antisocial punishment across societies.<br />

Science 2008 319(5868), 1362-7<br />

Hewlett, S., et al. RCT of patient-initiated review versus regular physicianinitiated<br />

follow-up inrheumatoid arthritis, extended to 6 years. Arthritis &<br />

Rheumatism, 48, 2003, no. 9, S232.<br />

Horowitz, R.I., et al. Treatment adherence and risk of death after myocardial<br />

infarction. The Lancet, 336, 1990, p. 542-545.<br />

http://www.distrifood.nl/web/Nieuws/Branchecijfers/Branchecijfersartikel/137028/Consumptiefrisdrank-boven-100-liter.htm<br />

http://www.insurethebox.com/about-insurethebox<br />

http://www.tno.nl/content.cfm?context=thema&content=prop_case&laag1=<br />

891&laag2=902&laag3=69&item_id=134<br />

http://www.zorgvisie.nl/Nieuws/14452/Dikke-kinderen-hebben-grote-kansop-hart-of-vaatziekte.htm<br />

http://www.zorgvisie.nl/Nieuws/Artikel/07292/Nederlanders-worden-steedsdikker.htm<br />

Hughes, J. Health expenditure and cost containment in Ireland. In:<br />

Mossialos and E., J. Le Grand. Health Care and Cost Containment in the<br />

European Union., Aldershot: Ashgate, 1999.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 70


Hurst, J.W. The Reform of Health Care: a Comparative Analysis of Seven<br />

OECD Countries. Paris: OECD, 1992.<br />

Joyce, G.F., et al. Visits to primary care physicians and to specialists under<br />

gatekeeper and point-of-service arrangements. American Journal of Managed<br />

Care, 6, 2000, no. 11, p. 1189-1196.<br />

Jung, K-T. Influence of the introduction of a Per-Visit Copayment on<br />

Health Care Use an Expenditures: The Korean Experience. The Journal of<br />

Risk and Insurance, 65, 1998, no. 1. p. 35-58.<br />

Katz, D., Kaplan, A.L., Merz, J.F. All gifts large and small: Towards an<br />

understanding of the ethics of pharmaceutical industry gift-giving. American<br />

J. Bioethics 2003, 3:39-46<br />

Kutzin, J. en H. Barnum. Institutional Features of Health Insurance ande<br />

their Effects on Developing Country Health Systems, International Journal<br />

of Health Planning and Management, 7, 1992, no. 1, p. 51-72.<br />

Kutzin, J. en H. Barnum. Institutional Features of Health Insurance ande<br />

their Effects on Developing Country Health Systems, International Journal<br />

of Health Planning and Management, 7, 1992, no. 1, p. 51-72.<br />

Leibowitz, R., et al. A systematic review of the effect of different models of<br />

after-hours primary medical care services on clinical outcome, medical<br />

wordload, and patiënt and GP satisfaction. Family Practice, 20, 2003,<br />

p. 311-317.<br />

Loewenstein, G., Sah S., Cain D.M. The unintended consequences of<br />

conflict of interest disclosure. JAMA 307:669-670<br />

Lorig, K.R., et al. Chronic Disease Self Management Program: 2-year health<br />

status and health care utilization outcomes. Medical Care, 39, 2001, no. 11,<br />

p. 1217-1223.<br />

Maceira, D. Provider Payment Mechanisms in Health Care: Incentives,<br />

Outcomes, and Organizational Impact in Developing Countries. Bethesda:<br />

Partnerships for Health Reform Project, 1998, p. 5.<br />

Macinko, J., B. Starfield en L. Shi. The contribution of primary care systems<br />

to health outcomes within OECD countries, 1970-1998. Health Services<br />

Research, 38, 2003, no. 3, p. 831-865.<br />

Manning, W.G., et al. Health insurance and the demand for medical care:<br />

Evidence from a randomized experiment, American Economic Review, 77,<br />

1987, no. 3, p. 251-277.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 71


Mays, N., et al. The British quasi-market in health care: a balance sheet of<br />

the evidence. Journal of Health Services Research and Policy, 5, 2000, no. 1,<br />

p. 49-58.<br />

McGuiness, D. et al. Socio-economic status is associated with epigenetic<br />

differences in the pSoBId cohort. Int J Epidemiol 2012 Feb;41(1):151-60.<br />

McLean et al. Early life socioeconomic status, chronic physiological stress<br />

and hippocampal N-acetyl aspartate concentrations. Behva. Brain Res. 2012<br />

Dec 1;235(2):225-30. Epub 2012 Aug 17.<br />

Met het oog op gepaste zorg. Achtergrondstudie bij het advies Gepaste Zorg,<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, 2004<br />

Mikhail, J. Universal moral grammar: Theory, evidence and the future.<br />

Trends in Cognitive Sciences, 11, 143-152<br />

Miller, R. and H. Luft. HMO performance update: an analysis of the<br />

literature 1997-2001. Health Affairs, 21, 2002, no. 4, p. 63-86.<br />

Ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Eigen betalingen in<br />

perspectief: beschrijving <strong>van</strong> de theorie achter eigen betalingen en de praktijk<br />

in België en Frankrijk. Den Haag: Ministerie VWS, 2001, p. 114.<br />

Morrison, E.M. and H.S. Luft. Health maintenance organization<br />

environments in the 1980s and beyond. Health Care Financing Review, 12,<br />

1990, no. 1, p. 81-90.<br />

Mosseveld, C.J.P.M <strong>van</strong> en P. <strong>van</strong> Son. International comparison of health care<br />

data: methodology development and application. Dordrecht: Kluwer, 1999.<br />

Musich, S., et al. The association between health risk status and health care<br />

costs among membership of an Australian health plan. Health Promotion<br />

International, 18, no. 1, p. 57-65.<br />

Newhouse, J., et al. Free for All? Lessons from the RAND Health Insurance<br />

Experiment. Cambridge: Harvard University Press, 1993.<br />

Nyfer. Zorg voor het Ziekenhuis, 2002. Breukelen: Nyfer, 2002.<br />

O’Brien, B. The Effect of Patient Charges on the Utilization of Prescription<br />

medicines. Journal of Health Economics; 8, 1989, no. 1, p. 109-132.<br />

OECD. New Directions in Health Policy. Paris: OECD, 1995.<br />

Propper, C., S. Burgess en K. Green. Does competition between hospitals<br />

improve the quality of care? Hospital death rates and the NHS internal market.<br />

CMPO Working Paper, no. 00/027. Bristol: University of Bristol, 2002.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 72


Psaty, B.M., et al. The relative risk of incident coronary heart disease<br />

associated with recently stopping the use of beta-blockers. Journal of the<br />

American Medical Asscociation, 263, 1990, no. 12, p. 1653-1657.<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. <strong>Het</strong> ziekenhuis als maatschappelijke<br />

onderneming. Zoetermeer: RVZ, 1996.<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Taakherschikking in de<br />

gezondheidszorg. Zoetermeer: RVZ, 2002.<br />

Rablen, M.D., Oswald, A.J. Mortality and immortality: The Nobel Prize as<br />

an experiment into the effect of stutus on longevity. J. Health Econ 2008,<br />

27:1462-71<br />

Reichmann, G. en M. Sommersguter-Reichmann. Co-payments in the<br />

Austrian social health insurance system. Analysing patiënt behaviour and<br />

patients views’ on the effects of co-payments’. Health Policy, 67, 2004, no. 1,<br />

p. 75-91.<br />

Richardson, J. The effects of consumer co-payments in medical care,<br />

National Health Strategy Background Paper no. 5. Melbourne: National<br />

Health Strategy, 1991.<br />

Rijen, A.J.G. <strong>van</strong> en W. <strong>van</strong> der Kraan. Arts, patiënt en gebruik <strong>van</strong> zorg. In:<br />

Met het oog op gepaste zorg. Zoetermeer: Raad voor de Volksgezondheid en<br />

Zorg, 2004.<br />

Ryan, M. en S. Birch. Charging for health care: evidence on the utilisation of<br />

NHS prescribed medicines. Social Science and Medicine, 33, 1991,<br />

p. 681-687.<br />

Siu, A.L., et al. Inappropriate use of hospitals in a randomizer trial of health<br />

insurance plans. New England Journal of Medicine, 315, 1986, p. 1259-<br />

1266.<br />

Smee, C. United Kingdom, Journal of Health Politics, Policy and Law, 25,<br />

2000, no. 5, p. 945-951.<br />

Sociaal Cultureel Planbureau. Sociaal en Cultureel Rapport 2000,<br />

Nederland in Europa. Den Haag: SCP, 2000, p. 260.<br />

Sociaal Cultureel Planbureau. Sociaal en Cultureel Rapport 2000,<br />

Nederland in Europa. Den Haag: SCP, 2000.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 73


Soumerai, S.B., et al. Payment restrictions for prescription drugs under<br />

Medicaid. Effects on therapy, cost and equity. New England Journal of<br />

Medicine, 317, 1987, no. 9, p. 550-556.<br />

Starmans, B. en A. Paulus. Eigen betalingen voor medische zorg. Tijdschrift<br />

voor gezondheidswetenschappen, 77, 1999, no. 7.<br />

Stoddart, G.L., et al. User Charges, Snares and Delusions: Another look at<br />

the literature Centre for Health Services and Policy Reseach’. Vancouver:<br />

University of Britisch Columbia, 1993.<br />

Stoddart, G.L., et al. Why Not User Charges? The real issues. Centre for<br />

Health Services and Policy Research. Vancouver: University of British<br />

Columbia, 1993.<br />

Stuart, B. en J. Grana. Ability to pay and the decision to medicate.<br />

Medicale Care; 36, 1998, no. 2, p. 202-211.<br />

Tamblyn, R., et al. Adverse events associated with prescription drug costsharing<br />

among poor and elderly persons. Journal of the American Medical<br />

Association, 285, 2001, no. 4, p. 421-429.<br />

Trivers. R.L. The evolution of reciprocal altruism. Quartery Review of<br />

Biology 1971, 46:35-57<br />

Vaghri et al. Hair cortisol reflects socio-economic factors and hair zinc in<br />

preschoolers. Psychoneuroendocrinology, in press, accepted 25 June 2012<br />

Verdam, F. ‘Is the gut the key to obesity? The involvement of the intestine in<br />

obesity, type 2 diabetes mellitus and fatty liver disease in man’. Proefschrift 1<br />

juni 2012.<br />

Vickery, D.M., et al. The effect of self-care interventions on the use of<br />

medical service within a medicare population. Medical Care, 26, 1998,<br />

no. 6, p. 580-588.<br />

Visser, S. Westendorp, R., Cools, K. Kremer, J. Klink, A. Kwaliteit als<br />

medicijn. Aanpak voor beter zorg en lagere kosten. Booz & Company B.V.,<br />

2012.<br />

Vliet, R.C.J.A. <strong>van</strong>. Effects of price and deductibles on medical care demand<br />

estimated from survey data. Applied Economics, 33, 2001, no. 12,<br />

p. 1515-1524.<br />

Walley, T. Prescription charges: change overdue? British Medical Journal,<br />

317, 1998, p. 487-488.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 74


Wilson, E.O. Sociobiology: The New Synthesis, Harvard Univ. Press, 1975.<br />

World Bank, The Organization, Delivery and Financing of Health Care in<br />

Brazil, Report 12655-BR. Washington DC: World Bank, 1994.<br />

World Health Organisation. European Health Care Reforms: Analysis of<br />

Current Strategies.Copenhagen: WHO Regional Office for Europe, 1996.<br />

Wouters, A., et al. Alternative Provider Payment Methods: Incentives for<br />

Improving Health Care Delivery. Bethesda: Partnerships in Health Reform,<br />

1998.<br />

Zelf COPD managen <strong>niet</strong> zinvol. Medisch Contact, 59, 2004, no. 7,<br />

pag. 242.<br />

Zupancic, M.L. Analysis of the Gut Microbiota in the Old Order Amish and<br />

Its Relation to the Metabolic Syndrome http://www.plosone.org/article/<br />

info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0043052<br />

Achtergrondstudie Feitelijke en gewenste <strong>solidariteit</strong> in de zorg<br />

(Sasvita Baldewsing, 2013)<br />

Asselt, M.M., et al. Patiëntenprofielen in de Zvw en AWBZ:<br />

Stapelingseffecten <strong>van</strong> kosten en eigen betalingen. Den Haag: Aarts De Jong<br />

Wilms Goudriaan Public Economics bv, 2012.<br />

Baal, P.H.M., et al. Zorgkosten <strong>van</strong> ongezond gedrag: zorg voor de<br />

euro’s – 3. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2006.<br />

Beleidsagenda VWS 2013. Den Haag: ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid,<br />

Welzijn en Sport, 2012.<br />

Berg, B. <strong>van</strong> den en S.M. <strong>van</strong> der Star. Moreel risico en <strong>solidariteit</strong> in de<br />

zorg. Economische Statistische Berichten, 95, 2010, no. 4594, p. 598-600.<br />

Bevolkingspiramide: leeftijdsopbouw Nederland 1953. Den Haag; Heerlen:<br />

CBS, 2012.<br />

Bevolkingspiramide: leeftijdsopbouw Nederland 2009. Den Haag; Heerlen:<br />

CBS, 2012.<br />

Bevolkingspiramide: leeftijdsopbouw Nederland 2050. Den Haag; Heerlen:<br />

CBS, 2012.<br />

Blom, M. <strong>Het</strong> profijt <strong>van</strong> <strong>solidariteit</strong>: draagvlak voor herziening in het stelsel<br />

<strong>van</strong> werk en inkomen. Den Haag: ministerie <strong>van</strong> Sociale Zaken, 2011.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 75


Brugginks, J. 65-jarigen leven langer zonder beperkingen, maar meer met<br />

chronische ziekten. Den Haag; Heerlen: CBS, 2012.<br />

Centraal Bureau voor Statistiek, Gezondheid en zorg in cijfers 2011.<br />

Den Haag; Heerlen: CBS, 2011.<br />

Centraal Bureau voor Statistiek, Gezondheid en zorg in cijfers 2012.<br />

Den Haag; Heerlen: CBS, 2012.<br />

Centraal Bureau voor Statistiek. Tien procent minder onverzekerden tegen<br />

ziektekosten in 2010. S.I.: CBS, 2011.<br />

Chandra, A. en J.S. Skinner. Technological growth and expenditure growth<br />

in health care. S.I.: National Bureau of economic research, 2011. (Working<br />

paper 16953)<br />

De Argumentenfabriek.. Informatiekaart Geldstromen in de curatieve zorg.<br />

Amsterdam: s.n., 2010.<br />

De Argumentenfabriek. Informatiekaart Geldstromen in de Algemene Wet<br />

Bijzondere Ziektekosten. Amsterdam: s.n., 2011.<br />

Duurzame inzetbaarheid Manifest. S.I.: s.n., 2012.<br />

Eysink, P.E.D., H.H. Hamberg-<strong>van</strong> Reenen en M.S. Lambooij. Leefstijl en<br />

arbeid in balans: Een literatuurstudie naar de invloed <strong>van</strong> leefstijlfactoren en<br />

(sub)cultuur op gezondheid, ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en<br />

productiviteit. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu,<br />

2008.<br />

Geest, L. <strong>van</strong> der en L. Heuts. Van later zorg?: financiering <strong>van</strong> de zorg op<br />

langer termijn. Breukelen: Nyfer, 2008.<br />

Groot, I de en J. Bruggink. Steeds meer overgewicht. Den Haag; Heerlen:<br />

CBS, 2012.<br />

Hoeymans, N., J.M. Melsen en C.G. Schoemaker. Gezondheid en<br />

determinanten: deelrapport <strong>van</strong> het VTV 2010 <strong>van</strong> gezond naar beter.<br />

Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2010.<br />

Gommer, A.M. en M.J.J.C. Poos. Beroerte: prevalentie, incidentie en sterfte<br />

naar leeftijd en geslacht. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning,<br />

Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: Rijksinstituut voor<br />

Volksgezondheid en Milieu, 2011.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 76


Gool, C.H. <strong>van</strong>, J.W. Groothoff, I. <strong>van</strong> den Ende en P.E.D. Eysink.<br />

Hoe groot is het ziekteverzuim en de arbeidsongeschiktheid in Nederland?<br />

Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2012.<br />

Horst, A. <strong>van</strong> der, F. <strong>van</strong> Erp en J. de Jong. Omgevingsscenario’s voor<br />

gezondheid en zorg: deelrapport 1 <strong>van</strong> het onderzoeksprogramma ‘Toekomst<br />

Zorg’. Den Haag: Centraal Plan Bureau, 2011.<br />

Horst, A. <strong>van</strong> der, et al. Vergrijzing Verdeeld: Toekomst <strong>van</strong> de Nederlandse<br />

Overheidsfinanciën. Den Haag, Centraal Plan Bureau, 2010.<br />

Horst, A. <strong>van</strong> der, F. <strong>van</strong> Erp en J. de Jong. Zorg blijft groeien: Financiering<br />

onder druk: Trends in gezondheid en zorg. Den Haag: Centraal Plan Bureau,<br />

2011.<br />

Jong, J. de. Decompositie <strong>van</strong> de zorguitgaven, 1972-2010: CPB<br />

Achtergronddocument bij: CPB Policy Brief 2011/11. Den Haag: Centraal<br />

Plan Bureau, 2012.<br />

Kloosterman, R. Solidariteit in de gezondheidszorg. CBS Bevolkingstrend,<br />

59, 2011, no.3, p. 33-38.<br />

Kloosterman R. en S. te Riele. Meningen over de eigen bijdrage aan de<br />

gezondheidszorg, CBS, 2012<br />

Kommer, G.J., L.C.J. Slobbe J.J. Polder. Trends en verkenningen <strong>van</strong> kosten<br />

<strong>van</strong> ziekten: zorg voor euro’s - 2. Bilthoven: Rijksinstituut voor<br />

Volksgezondheid en Milieu, 2006.<br />

Kooiker, S., et al. Meebetalen aan de zorg: Nederlanders over <strong>solidariteit</strong> en<br />

betaalbaarheid <strong>van</strong> de zorg. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau,<br />

2012.<br />

Kunst, A.E., et al. Sociale verschillen in zorggebruik en zorgkosten in<br />

Nederland 2003: Een verkenning <strong>van</strong> verschillen naar sociaaleconomische<br />

posities, samenlevingsvorm en land <strong>van</strong> herkomst: zorg voor euro’s – 5.<br />

Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2007.<br />

Luijben, A.H.P. en G.J. Kommer. Tijd en Toekomst: Deelrapport <strong>van</strong> de<br />

VTV 2010 <strong>van</strong> gezond naar beter. Bilthoven: Rijksinstituut voor<br />

Volksgezondheid en Milieu, 2010.<br />

Maarse, H. Markthervorming in de zorg: een analyse <strong>van</strong>uit het perspectief<br />

<strong>van</strong> de keuzevrijheid, <strong>solidariteit</strong>, toegankelijkheid, kwaliteit en<br />

betaalbaarheid. Maastricht: s.n., 2011.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 77


Naar beter betaalbare zorg: Rapport Taskforce Beheersing Zorguitgaven. S.I.:<br />

s.n., 2012.<br />

Organisation for Economic Cooperation and Development. OECD Health<br />

Data 2012: How Does the Netherlands Compare. S.I.: s.n., 2012.<br />

Polder, J., et al. Zorgkosten <strong>van</strong> ongezond gedrag en preventie. In: F.T. Schut<br />

en M. Varkevisser (red.). Een economisch gezonde gezondheidszorg:<br />

KVS preadviezen 2012. Den Haag: Koninklijke Vereniging voor de<br />

Staathuishoudkunde: Sdu Uitgevers, 2012.<br />

Pommer, E., et al. Minder voor het midden: Profijt <strong>van</strong> de overheid in 2007.<br />

Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2011.<br />

Post, N.A.M., S.L.N. Zwakhals en J.J. Polder. Maatschappelijke baten:<br />

Deelrapport <strong>van</strong> het VTV 2010 Van gezond naar beter. Bilthoven:<br />

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2010.<br />

Putters, K. en P.H.A. Frissen. Zorg om vernieuwing. S.I.: s.n., 2006.<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Houdbare <strong>solidariteit</strong> in de<br />

gezondheidszorg. Zoetermeer: RVZ, 2005.<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Publieke gezondheid. Den Haag:<br />

RVZ, 2006.<br />

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Preventie <strong>van</strong> welvaartsziekten.<br />

Den Haag: RVZ, 2011.<br />

Rele, H. ter en C. Labanca. Lifetime Generational Accounts for the Netherlands:<br />

CPB Discussion Paper 170. Den Haag, Centraal Plan Bureau, 2011.<br />

Slobbe, L.C.J., et al. Kosten <strong>van</strong> ziekten in Nederland 2007: Trends in de<br />

Nederlandse zorguitgaven 1999-2010. Bilthoven: Rijksinstituut voor<br />

Volksgezondheid en Milieu, 2011.<br />

Torre, A.G.J. <strong>van</strong> der, E.J. Pommer en J.J. J. Jonker. Zorg: financiering en<br />

profijt. In Donders, J.H.M. en Kam, C.A. de. (Zorg verzekerd? Den Haag:<br />

Sdu uitgevers, 2012.<br />

Uiters, E. en A. Verweij. Overgewicht: Zijn er verschillen naar<br />

sociaaleconomische status? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning,<br />

Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: Rijksinstituut voor<br />

Volksgezondheid en Milieu, 2012.<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 78


Vaartjes, I., M.L. Bots en M.J.J.C. Poos. Hoe vaak komt een beroerte voor<br />

en hoeveel mensen sterven eraan? In: Volksgezondheid Toekomst<br />

Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: Rijksinstituut<br />

voor Volksgezondheid en Milieu, 2011.<br />

Vaststelling begroting Ministerie <strong>van</strong> Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />

(XVI) voor het jaar 2013: 33400 XVI 1 Voorstel <strong>van</strong> wet. S.I.: s.n., 2012.<br />

Ven, W.P.M.M. <strong>van</strong> de. Risicoverevening nog <strong>niet</strong> op orde. In: Economische<br />

Statistische Berichten. Commissie Evaluatie Risicoverevening Zvw 2012.<br />

Den Haag: Sdu uitgevers, 8 juni 2012.<br />

Verweij, A en F. <strong>van</strong> der Lucht. Wat is de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> sociaaleconomische<br />

gezondheidsverschillen? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning,<br />

Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: Rijksinstituut voor<br />

Volksgezondheid en Milieu, 2010.<br />

Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening. Advies aan de minister <strong>van</strong> VWS<br />

over de vormgeving <strong>van</strong> de risicoverevening 2013: WOR 622. S.I.: s.n.,<br />

2012.<br />

Wong, A., G.J. Kommer en J.J. Polder. Levensloop en zorgkosten:<br />

Solidariteit en de zorgkosten <strong>van</strong> vergrijzing: zorg voor euro’s – 7. Bilthoven:<br />

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2008.<br />

Zeegers, T., A. Blokstra en E.M. Zantinge. Zijn er verschillen in rookgedrag<br />

naar sociaaleconomische status en etniciteit? In: Volksgezondheid Toekomst<br />

Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: Rijksinstituut<br />

voor Volksgezondheid en Milieu, 2011.<br />

Zorg, De,: hoeveel extra is het ons waard? Den Haag: ministerie <strong>van</strong><br />

Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2012.<br />

http://www.gezondheidsnet.nl/hart-voor-je-hart/nieuws/8669/vakerhartaanval-na-heupof-knieoperatie<br />

http://www.gezondheidsnet.nl/hersenen-en-geheugen/nieuws/8655/<br />

ceramide-in-het-bloed-wijst-op-alzheimer<br />

http://www.gezondheidsnet.nl/medisch/nieuws/8604/betere-begeleiding-namaagverkleining-nodig<br />

http://www.nu.nl/binnenland/2938497/apothekers-gooien-steeds-meermedicijnen-weg.html<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 79


http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/zorgtoeslag/hoogte-en-aanvragenzorgtoeslag;<br />

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/zorgtoeslag/vraag-en-antwoord/<br />

wanneer-heb-ik-recht-op-zorgtoeslag.html<br />

1 Per 29 december 2005 is de WAO opgevolgd door de Wet werk en<br />

inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)<br />

2 Afgeleid <strong>van</strong> Trimp en De Kam, ESB 25 november 2011. De premiedruk<br />

AWBZ (regel 3) is berekend als 12,15/31,15 deel <strong>van</strong> de totale<br />

premiedruk volksverzekeringen; de belastingdruk (regel 5) is berekend als<br />

5% <strong>van</strong> de totale druk <strong>van</strong> directe en indirecte belastingen, omdat de<br />

rijksbijdrage ad € 12 mrd overeenkomt met 5% <strong>van</strong> de totale<br />

belastingopbrengsten (€ 240 mrd)<br />

3 <strong>Het</strong> CPB berekent voor een specifieke huishoudenssituatie,<br />

namelijk 2 verdieners met een modaal en 50% modaal inkomen een<br />

totale kostendekkende premiedruk <strong>van</strong> 23,5% in 2010, 29% in 2020<br />

en 47% in 2040<br />

4 RIVM: Kosten <strong>van</strong> ziekten in Nederland 2007 (2011)<br />

5 <strong>Het</strong> saldo <strong>van</strong> accijnzen op alcohol en tabak en de maatschappelijke<br />

kosten <strong>van</strong> meeroken, openbare dronkenschap en dergelijke blijft hier<br />

buiten beschouwing<br />

6 DVN, 2012<br />

7 Kloosterman en Te Riele Meningen over de eigen bijdrage aan de gezond -<br />

heidszorg (2012); Kloosterman: Solidariteit in de gezondheidszorg (2011)<br />

8 Op basis <strong>van</strong> 8 miljoen deelnemers aan een collectiviteit<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 80


Overzicht publicaties RVZ<br />

Publicaties RVZ <strong>van</strong>af 2008<br />

13/02 De participerende patiënt, april 2013<br />

Publicaties bij dit advies, alleen te downloaden<br />

Shared Decision Making & Zelfmanagement, IQ, april 2013<br />

Gezamenlijke besluitvorming & Zelfmanagement, IQ,<br />

april 2013<br />

Nieuwe Verhoudingen in de spreekkamer: Juridische aspecten,<br />

Legemaate, april 2013<br />

13/01 <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid, maart 2013<br />

Publicaties bij dit advies, alleen te downloaden<br />

Feitelijke en gewenste <strong>solidariteit</strong> in de zorg, maart 2013<br />

Instrumenten voor gepast zorggebruik, maart 2013<br />

Theorie en praktijk <strong>van</strong> menselijk gedrag in een solidair<br />

zorgstelsel, maart 2013<br />

Lets Care, maart 2013<br />

12/08 Werkprogramma 2013, december 2012<br />

12/07 Regie aan de poort, december 2012<br />

Publicaties bij dit advies, alleen te downloaden<br />

Mensen met meervoudige problemen en hun zorggebruik,<br />

november 2012<br />

Eerstelijnszorg voor de jeugd, november 2012<br />

Geestelijke gezondheidszorg, november 2012<br />

Meer aandacht voor participatie in de eerstelijn, november 2012<br />

Eerstelijnszorg voor ouderen, november 2012<br />

Wijkgericht werken: intersectorale samenwerking in de wijk<br />

door grenzenwerk, november 2012<br />

Verslag opgesteld <strong>van</strong> focusgroeponderzoek onder huisartsen en<br />

andere eerstelijns zorgverleners, november 2012<br />

De ontwikkeling <strong>van</strong> de rol <strong>van</strong> de huisarts gedurende de<br />

twintigste eeuw, november 2012<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 81


12/05 Redzaam ouder, zorg voor <strong>niet</strong>-redzame ouderen vraagt om<br />

voorzorg door iedereen, april 2012<br />

12/06 Jong over Oud, Jonge BN’ers over ouderenzorg,<br />

brochure, mei 2012<br />

Publicaties bij dit advies, alleen te downloaden<br />

Trends in de gezondheid en het <strong>belang</strong> <strong>van</strong> zelfredzaamheid bij<br />

zelfstandig wonende ouderen, 2012<br />

Kwaliteit <strong>van</strong> zorg voor ouderen thuis en in het ziekenhuis,<br />

aanbevelingen <strong>van</strong>uit de wetenschap met accent op<br />

verpleegkunde, 2012<br />

De intramurale ouderenzorg: nieuwe leiders, nieuwe kennis,<br />

nieuwe kansen, 2012<br />

Ouder worden in Nederland, een achtergrondstudie naar de<br />

visie <strong>van</strong> ouderen met een migratieachtergrond, 2012<br />

De sociale dimensie <strong>van</strong> ouder worden, 2012<br />

Bouwstenen voor een toekomstbestendige zorg voor ouderen,<br />

2012<br />

Van Alzheimer tot Methusalem, wetenschappelijke inzichten <strong>van</strong><br />

<strong>belang</strong> voor zorg voor ouderen, 2012<br />

12/02 Stoornis en delict, mei 2012<br />

12/03 In profiel: de doelgroepen <strong>van</strong> GGZ en Justitie<br />

(achtergrondstudie), mei 2012<br />

12/04 <strong>Het</strong> forensische zorgstelsel, beschrijving <strong>van</strong> het<br />

besturingsmodel in de forensische zorg (achtergrondstudie), mei<br />

2012<br />

Publicaties bij dit advies, alleen te downloaden<br />

Mogelijke gevolgen Wfz en WvGGZ voor de reguliere GGZ,<br />

Indigo beleidsonderzoek en advies<br />

Zorg aan delinquent. Opsluiten va patiënt. Cultuurverschillen<br />

justitie, forensische zorg en de reguliere GGZ.<br />

12/01 Werkprogramma 2012, januari 2012<br />

11/08 Preventie <strong>van</strong> welvaartsziekten, december 2011<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 82


11/04 Medisch-specialistische zorg in 20/20, oktober 2011<br />

Publicaties bij dit advies<br />

11/05 - Ziekenhuislandschap 2020: Niemandsland of<br />

Droomland (achtergrondstudie), oktober 2011<br />

11/06 - Medisch-technologische ontwikkelingen zorg 20/20<br />

(achtergrondstudie), oktober 2011<br />

11/07 – Brochure, oktober 2011<br />

Publicaties bij dit advies, alleen te downloaden<br />

Samenwerking en mededinging in de zorg (achtergrondstudie),<br />

oktober 2011<br />

<strong>Het</strong> contracteren en bekostigen <strong>van</strong> medisch specialistische<br />

netwerken (achtergrondstudie), oktober 2011<br />

De rol <strong>van</strong> e-Health in een veranderend ziekenhuislandschap<br />

(achtergrondstudie), oktober 2011<br />

Demografische krimp en ziekenhuiszorg (achtergrondstudie),<br />

oktober 2011<br />

11/03 Sturen op gezondheidsdoelen, juni 2011<br />

Publicaties bij dit advies, alleen te downloaden<br />

Levensverwachting (achtergrondstudie), juni 2011<br />

Pay for performance and health outcomes: Promising, not<br />

proven (achtergrondstudie), juni 2011<br />

Sturen op uitkomsten in het primair proces (achtergrondstudie),<br />

juni 2011<br />

Sturen op gezondheidsdoeleinden en gezondheidswinst op<br />

macroniveau (achtergrondstudie), juni 2011<br />

11/02 Prikkels voor een toekomstbestendige Wmo (briefadvies),<br />

mei 2011<br />

11/01 Bekwaam is bevoegd: Innovatieve opleidingen en nieuwe<br />

beroepen in de zorg, februari 2011<br />

Publicaties bij dit advies<br />

Wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en nieuwe<br />

beroepen<br />

<strong>Het</strong> Chronic Care Model in Nederland<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 83


Zorgredistributie, sturen op kwaliteit en doelmatigheid in de<br />

zorg<br />

Samenwerken in de opleiding Geneeskunde<br />

10/13 Ruimte voor arbeidsbesparende innovaties in de zorg,<br />

november 2010<br />

Publicaties bij dit advies<br />

10/14 - Krant bij het advies ruimte voor arbeidsbesparende<br />

innovaties in de zorg, november 2010<br />

10/10 Perspectief op gezondheid 20/20, september 2010<br />

Publicaties bij dit advies<br />

10/11 - Komt een patiënt bij zijn coach…… (achter-<br />

grondstudie behorende bij het advies Perspec-<br />

tief op gezondheid 20/20), september 2010<br />

10/12 - Veranderen met draagvlak (achtergrondstudie<br />

behorende bij het advies Perspectief op gezond-<br />

heid 20/20), oktober 2010<br />

10/05 Zorg voor je gezondheid! Gedrag en gezondheid: de nieuwe<br />

ordening (discussienota), april 2010<br />

Publicaties bij dit advies<br />

10/09 - Van zz naar gg<br />

Acht debatten, een sprekend verhaal<br />

10/08 - Moderne patiëntenzorg: Acht jaar later (achter-<br />

grondstudie behorende bij de discussienota Zorg<br />

voor je gezondheid!), april 2010<br />

10/07 - Leefstijl en de zorgverzekering (achtergrond-<br />

studie behorende bij de discussienota Zorg voor<br />

je gezondheid!), april 2010<br />

10/06 - Een nieuwe ordening door het naar voren<br />

schuiven <strong>van</strong> zorg (achtergrondstudie behorende<br />

bij de discussienota Zorg voor je gezondheid!),<br />

april 2010<br />

Publicaties bij dit advies, alleen te downloaden<br />

Van eerste lijn naar primaire gezondheidsondersteuning<br />

(achtergrondstudie), april 2010<br />

Publicaties bij dit advies, alleen te downloaden<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 84


10/04 De patiënt als sturende kracht<br />

10/03 De relatie medisch specialist en ziekenhuis in het licht <strong>van</strong> de<br />

kwaliteit <strong>van</strong> zorg<br />

10/01 Gezondheid 2.0 (advies), februari 2010<br />

Publicaties bij dit advies<br />

10/02 - Health 2.0: It’s not just about medicine and<br />

technology, it’s about living your life<br />

(achtergrondstudie behorende bij het advies<br />

Gezondheid 2.0), februari 2010<br />

09/14 Investeren rondom kinderen, september 2009<br />

09/13 Numerus Fixus Geneeskunde: loslaten of vasthouden,<br />

januari 2010<br />

09/12 Brochure Numerus Fixus, januari 2010<br />

09/11 Werkprogramma 2010, november 2009<br />

09/10 Steunverlening zorginstellingen (advies), juni 2009<br />

09/09 Buiten de gebaande paden. Advies over Intersectoraal<br />

gezondheidsbeleid, mei 2009<br />

09/08 Buiten de gebaande paden: Inspirerende voorbeelden <strong>van</strong><br />

intersectoraal gezondheidsbeleid (brochure,) mei 2009<br />

09/07 Evaluatie RVZ 2004-2008, april 2009<br />

09/06 Geven en nemen in de spreekkamer. Rapportage over<br />

veranderende verhoudingen, maart 2009<br />

09/05<br />

Tussen continuïteit en verandering. 27 adviezen <strong>van</strong> de RVZ<br />

2003-2009, februari 2009<br />

09/04 Governance en kwaliteit <strong>van</strong> zorg (advies) maart 2009<br />

09/03 Werkprogramma 2009, maart 2009<br />

09/02 Farmaceutische industrie en geneesmiddelengebruik: evenwicht<br />

tussen publiek en bedrijfs<strong>belang</strong> (debatverslag), januari 2009<br />

09/01 De verzekeraar en de patiënt: een succesvolle coaltie: goede<br />

voorbeelden <strong>van</strong> patiëntgestuurde zorginkoop (in samenwerking<br />

met de NPCF), januari 2009<br />

08/11 Uitgavenbeheer in de gezondheidszorg (advies), december 2008<br />

Publicaties behorende bij dit advies<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 85


08/10<br />

08/12 - Uitgavenbeheer in de gezondheidszorg:<br />

achtergrondstudies, december 2008<br />

Versterking voor gezinnen. Preadviezen Raad voor<br />

Maatschappelijke Ontwikkeling (Versterken <strong>van</strong> de<br />

village: preadvies over gezinnen en hun sociale<br />

omgeving) en Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (Zorg in<br />

familieverband: preadvies over zorgrelaties tussen generaties),<br />

september 2008<br />

08/08 Schaal en zorg (advies), mei 2008<br />

Publicaties bij dit advies<br />

08/09 - Schaal en zorg: achtergrondstudies (achter-<br />

grondstudies behorende bij het advies Schaal en<br />

zorg), mei 2008<br />

08/05 Zorginkoop (advies), maart 2008<br />

08/06 - Zorginkoop heeft de toekomst: maar vraagt nog<br />

een flinke inzet <strong>van</strong> alle betrokken partijen<br />

(achtergrondstudie behorende bij het advies<br />

Zorginkoop), maart 2008<br />

08/07 - Onderhandelen met zorg (achtergrondstudie<br />

behorende bij het advies Zorginkoop),<br />

maart 2008<br />

08/03 Screening en de rol <strong>van</strong> de overheid (advies), april 2008<br />

Publicaties bij dit advies<br />

08/04 - Screening en de rol <strong>van</strong> de overheid:<br />

achtergrondstudies (achtergrondstudie behoren-<br />

de bij het advies Screening en de rol <strong>van</strong> de<br />

overheid), april 2008<br />

08/01 Beter zonder AWBZ? (advies), januari 2008<br />

Publicaties bij dit advies<br />

08/02 - Leven met een chronische aandoening (Acht<br />

portretten behorende bij het advies Beter<br />

zonder AWBZ?), januari 2008<br />

Sig 08/01a Publieksversie Vertrouwen in de spreekkamer, februari 2008<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 86


Publicaties CEG <strong>van</strong>af 2008<br />

Sig 13/01 Leefstijldifferentiatie in de zorgverzekering<br />

Sig 12/03 Rechtvaardige selectie bij pandemie<br />

Sig 12/02 Toekomstverkenning Ethiek en Gezondheid<br />

Sig 12/01 De mens centraal? Ethische dilemma’s bij gezondheidsbeleid met<br />

goede zorg voor dier en natuur<br />

Sig 10/11 Ver weg en toch dichtbij? Ethische overwegingen bij zorg op<br />

afstand<br />

Sig 09/11 Dilemma’s <strong>van</strong> verpleegkundigen en verzorgenden.<br />

Sig 09/05 Met de camera aan het ziekbed. Morele overwegingen bij<br />

gezondheidszorg op televisie, mei 2009<br />

Sig 08/02 Dilemma’s op de drempel. Signaleren en ingrijpen <strong>van</strong><br />

professionals in opvoedingssituaties (signalement), september<br />

2008<br />

Sig 08/01 Afscheid <strong>van</strong> de vrijblijvendheid. Beslissystemen voor<br />

orgaandonatie in ethisch perspectief (studie in het kader <strong>van</strong> het<br />

Masterplan Orgaandonatie VWS), juni 2008<br />

RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 87


RVZ <strong>Het</strong> <strong>belang</strong> <strong>van</strong> wederkerigheid 88

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!