Het verschil tussen vaag en niet precies - Universiteit van Amsterdam
Het verschil tussen vaag en niet precies - Universiteit van Amsterdam
Het verschil tussen vaag en niet precies - Universiteit van Amsterdam
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Het</strong> <strong>verschil</strong> <strong>tuss<strong>en</strong></strong> <strong>vaag</strong> <strong>en</strong> <strong>niet</strong> <strong>precies</strong>
Vossiuspers UvA<br />
Deze uitgave is totstandgekom<strong>en</strong> onder auspiciën <strong>van</strong> de <strong>Universiteit</strong> <strong>van</strong> <strong>Amsterdam</strong>.<br />
Omslag: Colorscan, Voorhout<br />
Opmaak: JAPES, <strong>Amsterdam</strong><br />
Foto omslag: Carm<strong>en</strong> Freud<strong>en</strong>thal, <strong>Amsterdam</strong><br />
ISBN 90 5629 240 4<br />
©Vossiuspers UvA, <strong>Amsterdam</strong>, 2002<br />
Alle recht<strong>en</strong> voorbehoud<strong>en</strong>. Niets uit deze uitgave mag word<strong>en</strong> verveelvoudigd, opgeslag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> geautomatiseerd<br />
gegev<strong>en</strong>sbestand, of op<strong>en</strong>baar gemaakt, in <strong>en</strong>ige vorm of op <strong>en</strong>ige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,<br />
door fotokopieën, opnam<strong>en</strong> of <strong>en</strong>ige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming<br />
<strong>van</strong> de uitgever.<br />
Voorzover het mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond <strong>van</strong> artikel 16B Auteurswet 1912 j 0<br />
het Besluit <strong>van</strong> 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit <strong>van</strong> 23 augustus 1985, St.b. 471 <strong>en</strong> artikel<br />
17 Auteurswet 1912, di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong> aan de<br />
Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelve<strong>en</strong>). Voor het overnem<strong>en</strong> <strong>van</strong> gedeelte(n) uit deze uitgave<br />
in bloemlezing<strong>en</strong>, readers <strong>en</strong> andere compilatiewerk<strong>en</strong> (artikel 16 Auteurswet 1912) di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> zich tot<br />
de uitgever te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.
<strong>Het</strong> <strong>verschil</strong> <strong>tuss<strong>en</strong></strong> <strong>vaag</strong> <strong>en</strong> <strong>niet</strong> <strong>precies</strong><br />
Rede<br />
uitgesprok<strong>en</strong> bij de aanvaarding <strong>van</strong> het ambt <strong>van</strong><br />
hoogleraar Logica & Cognitiewet<strong>en</strong>schap<br />
aan de <strong>Universiteit</strong> <strong>van</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />
op vrijdag 12 oktober 2001<br />
door<br />
Frank Veltman<br />
Vossiuspers UvA
Ter nagedacht<strong>en</strong>is aan mijn broer Martin
Mijnheer de Rector Magnificus,<br />
waarde collega’s,<br />
geachte stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />
lieve familie <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>,<br />
Van alle filosofische disciplines is de logica de meest bemoeizuchtige. De vrucht<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> die bemoeizucht drag<strong>en</strong> nam<strong>en</strong> als ‘Gödels onvolledigheidsstelling<strong>en</strong>’, ‘Turing<br />
machines’ <strong>en</strong> ‘Montague Grammatica’. <strong>Het</strong> werk <strong>van</strong> Gödel 1<br />
heeft nieuwe richting<br />
gegev<strong>en</strong> aan het grondslag<strong>en</strong>onderzoek in de wiskunde, Montague’s werk 2<br />
is<br />
besliss<strong>en</strong>d geweest voor de opkomst <strong>van</strong> de formele semantiek binn<strong>en</strong> de taalkunde,<br />
<strong>en</strong> de geschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de informatica begint met Turing. 3<br />
M<strong>en</strong> kan de geschied<strong>en</strong>is<br />
<strong>van</strong> deze vakgebied<strong>en</strong> <strong>niet</strong> schrijv<strong>en</strong> zonder de bemoeizucht <strong>van</strong> deze logici te<br />
noem<strong>en</strong> <strong>en</strong> omgekeerd blijft er <strong>van</strong> de geschied<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de logica <strong>niet</strong> veel over als<br />
m<strong>en</strong> hun werk onbesprok<strong>en</strong> zou lat<strong>en</strong>. Want het is <strong>niet</strong> zo dat het hier om louter<br />
toepassing<strong>en</strong> <strong>van</strong> de logica gaat; de ontwikkeling <strong>van</strong> de logica zelf is door dit werk<br />
medebepaald. De logica heeft om verder te kom<strong>en</strong> probleemstelling<strong>en</strong> uit andere<br />
vakgebied<strong>en</strong> nodig. Sommige logici voel<strong>en</strong> zich zelfs zo verbond<strong>en</strong> met het<br />
vakgebied dat als hun inspiratiebron di<strong>en</strong>t, dat ze zichzelf eerder als e<strong>en</strong> wiskundige<br />
of e<strong>en</strong> taalkundige of e<strong>en</strong> informaticus aanmerk<strong>en</strong> dan als e<strong>en</strong> logicus.<br />
In het rijtje wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> dat ik hierbov<strong>en</strong> noem, komt de psychologie <strong>niet</strong><br />
voor. Dat zal dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> onder u die <strong>van</strong> logica <strong>niet</strong> veel méér wet<strong>en</strong> dan dat het over<br />
red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> gaat, wellicht bevreemd<strong>en</strong>. Red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>, dat is toch e<strong>en</strong> activiteit die zich<br />
in onze geest afspeelt? En de m<strong>en</strong>selijke geest, daar gaan de psycholog<strong>en</strong> toch over?<br />
Maar nee, sinds Frege, wi<strong>en</strong>s werk het aangezicht <strong>van</strong> de moderne logica heeft bepaald,<br />
is de logica zoals dat heet antipsychologistisch ingesteld. Logische wett<strong>en</strong> zijn<br />
ge<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kwett<strong>en</strong>; het zijn ge<strong>en</strong> wett<strong>en</strong> die beschrijv<strong>en</strong> hoe het d<strong>en</strong>kproces zich voltrekt.<br />
Stel, u weet dat Jan alle<strong>en</strong> naar uw feestje komt als Marie komt. En stel dat u<br />
zojuist <strong>van</strong> Marie gehoord heeft dat ze helaas verhinderd is. Dan kan <strong>en</strong> mag u de<br />
5
conclusie trekk<strong>en</strong> dat Jan <strong>niet</strong> <strong>van</strong> de partij zal zijn. Dat u dat kan, is te dank<strong>en</strong> aan<br />
uw d<strong>en</strong>kvermog<strong>en</strong>, maar dat u dat mag, <strong>niet</strong>. Om te bepal<strong>en</strong> of deze of g<strong>en</strong>e conclusie<br />
terecht getrokk<strong>en</strong> is – <strong>en</strong> dat is de vraag waar het in de logica om gaat – is het echt<br />
<strong>niet</strong> nodig te wet<strong>en</strong> wat er zich afspeelde in het hoofd <strong>van</strong> deg<strong>en</strong>e die die conclusie<br />
getrokk<strong>en</strong> heeft. In de woord<strong>en</strong> <strong>van</strong> Frege:<br />
‘Kein<strong>en</strong> Vorwurf braucht der Logiker w<strong>en</strong>iger zu scheu<strong>en</strong>, als d<strong>en</strong>, daß seine<br />
Aufstellung<strong>en</strong> dem natürlich<strong>en</strong> D<strong>en</strong>k<strong>en</strong> nicht angemess<strong>en</strong> sei<strong>en</strong>. ... Das<br />
Streb<strong>en</strong>, d<strong>en</strong> natürlich<strong>en</strong> D<strong>en</strong>kvorgang darzustell<strong>en</strong>, würde darum geradeswegs<br />
von der Logik abführ<strong>en</strong>.’<br />
Frege (1897), p. 65.<br />
De leeropdracht <strong>van</strong> Michiel <strong>van</strong> Lambalg<strong>en</strong> <strong>en</strong> mij luidt ‘Logica <strong>en</strong> Cognitiewet<strong>en</strong>schap’.<br />
Uit het feit dat wij die opdracht hier aanvaard<strong>en</strong>, kunt u opmak<strong>en</strong> dat wij <strong>van</strong><br />
m<strong>en</strong>ing zijn dat er wel degelijk werk voor logici te vind<strong>en</strong> is op het gr<strong>en</strong>svlak <strong>van</strong> logica<br />
<strong>en</strong> psychologie. Michiel zal in zijn oratie vooral ingaan op de rol die empirisch<br />
psychologisch onderzoek kan spel<strong>en</strong> bij logische theorievorming, terwijl ik meer<br />
<strong>van</strong>uit de theorie zal betog<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> logica kan bedrijv<strong>en</strong> zonder zich iets aan<br />
te trekk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>selijke cognitie. Om <strong>precies</strong> te zijn, de stelling die ik hier zal<br />
verdedig<strong>en</strong> is dat onze natuurlijke taal zo verwev<strong>en</strong> is met onze cognitieve vermog<strong>en</strong>s<br />
dat m<strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is – <strong>en</strong> daarmee de logische eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> – <strong>van</strong> e<strong>en</strong> groot<br />
aantal uitdrukkingswijz<strong>en</strong> <strong>niet</strong> kan begrijp<strong>en</strong> zonder expliciet in te gaan op de cognitieve<br />
omstandighed<strong>en</strong> waarin ze word<strong>en</strong> gebruikt.<br />
Er zijn meer voorbeeld<strong>en</strong> om deze stelling mee te illustrer<strong>en</strong> dan het voorbeeld<br />
dat ik voor <strong>van</strong>daag gekoz<strong>en</strong> heb. Zo neem ik aan dat u onmiddellijk inziet dat er<br />
weinig zinvols te vertell<strong>en</strong> valt over de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> het woordje ‘misschi<strong>en</strong>’ als je<br />
voorbij zou gaan aan de staat <strong>van</strong> onzekerheid waarin iemand die e<strong>en</strong> zin die met dat<br />
woord begint, uit. Maar hoewel ‘misschi<strong>en</strong>’ e<strong>en</strong> <strong>van</strong> mijn lievelingsuitdrukking<strong>en</strong><br />
is, ga ik het over e<strong>en</strong> ander verschijnsel hebb<strong>en</strong>: <strong>vaag</strong>heid.<br />
Vaagheid<br />
FRANK VELTMAN<br />
In onze natuurlijke taal beschikk<strong>en</strong> we over twee <strong>verschil</strong>l<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> om met<br />
groothed<strong>en</strong> als ‘temperatuur’, ‘l<strong>en</strong>gte’ <strong>en</strong> ‘aantal’ om te gaan, e<strong>en</strong> precieze <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
6
HET VERSCHIL TUSSEN VAAG EN NIET PRECIES<br />
vage. Zo kunn<strong>en</strong> we naar aantall<strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> met precieze getall<strong>en</strong>: e<strong>en</strong>, twee, drie,<br />
287, 10.987, et cetera, maar ook met vage woord<strong>en</strong> als ‘veel’ <strong>en</strong> ‘weinig’, deze<br />
laatste ev<strong>en</strong>tueel gekwalificeerd met woord<strong>en</strong> als ‘zeer’ <strong>en</strong> ‘tamelijk’. Temperatuur<br />
kunn<strong>en</strong> we tot op de honderdste nauwkeurig uitdrukk<strong>en</strong> in grad<strong>en</strong> Celsius, Fahr<strong>en</strong>heit<br />
of Kelvin, maar voor huis-, tuin- <strong>en</strong> keuk<strong>en</strong>doeleind<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we ook<br />
woord<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> als ‘heet’, ‘warm’, ‘lauw’, <strong>en</strong> ‘koud’. Voor snelheid, l<strong>en</strong>gte,<br />
geluidssterkte, gewicht, leeftijd, <strong>en</strong> zo nog e<strong>en</strong> paar groothed<strong>en</strong> geldt mutatis mutandis<br />
hetzelfde.<br />
Zowel de precieze als de vage manier <strong>van</strong> uitdrukk<strong>en</strong> vooronderstell<strong>en</strong> dat we te<br />
mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> domein <strong>van</strong> object<strong>en</strong> waar<strong>tuss<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong> comparatieve relatie<br />
bestaat. Of je nu over l<strong>en</strong>gte praat in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> c<strong>en</strong>timeters <strong>en</strong> millimeters of in<br />
term<strong>en</strong> <strong>van</strong> ‘lang’ <strong>en</strong> ‘kort’, in beide gevall<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> je woord<strong>en</strong> betrekking op e<strong>en</strong><br />
domein waarbinn<strong>en</strong> voor elk tweetal object<strong>en</strong> geldt dat ze ev<strong>en</strong> lang zijn of dat e<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> de twee langer is dan de andere. Zo is het met de andere groothed<strong>en</strong> ook: bij<br />
snelheid hor<strong>en</strong> de relaties ‘sneller dan’ <strong>en</strong> ‘ev<strong>en</strong> snel als’, bij ‘aantal’ de relaties<br />
‘meer dan’ <strong>en</strong> ‘ev<strong>en</strong>veel als’, et cetera.<br />
U kunt zich zo’n domein voorstell<strong>en</strong> als opgedeeld in groepjes <strong>van</strong> object<strong>en</strong> die<br />
onderling allemaal ev<strong>en</strong> … zijn, waarbij u voor de puntjes de eig<strong>en</strong>schap in mag vull<strong>en</strong><br />
waarin u toevallig geïnteresseerd b<strong>en</strong>t. Zo’n groepje heet officieel e<strong>en</strong> equival<strong>en</strong>tieklasse,<br />
<strong>en</strong> die equival<strong>en</strong>tieklass<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geord<strong>en</strong>d. <strong>Het</strong> is als met de<br />
gymnastiekles op school: eerst maak je groepjes <strong>van</strong> kinder<strong>en</strong> die allemaal ev<strong>en</strong> lang<br />
zijn, <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s zet je die groepjes op e<strong>en</strong> rij: vooraan het groepje met de allerkleinst<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> zo opklimm<strong>en</strong>d naar l<strong>en</strong>gte steeds e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d groepje. Datzelfde,<br />
maar dan in abstracto, kun je do<strong>en</strong> met elke comparatieve relatie. Ik hoop dat u het<br />
voor u ziet.<br />
Zo bezi<strong>en</strong> lijkt het alsof het belangrijkste <strong>verschil</strong> <strong>tuss<strong>en</strong></strong> de precieze <strong>en</strong> de vage<br />
manier <strong>van</strong> sprek<strong>en</strong> hierin bestaat dat de precieze manier ons in staat stelt bij elk object<br />
e<strong>en</strong>duidig aan te gev<strong>en</strong> tot welke equival<strong>en</strong>tieklasse het behoort, terwijl de vage<br />
manier <strong>van</strong> sprek<strong>en</strong> <strong>verschil</strong>l<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> op<strong>en</strong> laat, waarbij <strong>niet</strong> e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>duidig<br />
vastligt welke mogelijkhed<strong>en</strong> dat zijn. Zo bezi<strong>en</strong> zou ‘lang’ in het domein <strong>van</strong><br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zoiets betek<strong>en</strong><strong>en</strong> als ‘langer dan ± 1.90 m’.<br />
<strong>Het</strong> is ingewikkelder. Om te beginn<strong>en</strong> gaat deze voorstelling <strong>van</strong> zak<strong>en</strong> voorbij<br />
aan het feit dat vage kwalificaties contextgevoelig zijn <strong>en</strong> precieze bepaling<strong>en</strong> <strong>niet</strong>.<br />
Laat me uitlegg<strong>en</strong> wat ik hiermee bedoel.<br />
7
Contextafhankelijkheid<br />
Bekijk het volg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong>eerschema:<br />
Premisse: Alle A zijn B.<br />
Conclusie: Alle … A zijn … B.<br />
FRANK VELTMAN<br />
Voor A <strong>en</strong> B mag u zelfstandige naamwoord<strong>en</strong> (in meervoudsvorm) invull<strong>en</strong>, <strong>en</strong> op<br />
de plaats <strong>van</strong> de puntjes e<strong>en</strong> bijvoeglijke bepaling (beide ker<strong>en</strong> dezelfde). Daarbij<br />
zult u merk<strong>en</strong> dat het nogal e<strong>en</strong>s voorkomt dat, als u die zelfstandige naamwoord<strong>en</strong><br />
zó kiest dat er bov<strong>en</strong> de streep e<strong>en</strong> ware bewering komt te staan, de bewering onder<br />
de streep ook waar is. Bijvoorbeeld:<br />
Premisse: Alle olifant<strong>en</strong> zijn zoogdier<strong>en</strong>.<br />
Conclusie: Alle in Afrika lev<strong>en</strong>de olifant<strong>en</strong> zijn in Afrika lev<strong>en</strong>de zoogdier<strong>en</strong>.<br />
De waarheid <strong>van</strong> de bewering bov<strong>en</strong> de streep br<strong>en</strong>gt de waarheid <strong>van</strong> de bewering<br />
onder de streep met zich mee. Anders gezegd: de conclusie volgt uit de premisse.<br />
Er zijn meer voorbeeld<strong>en</strong> te verzinn<strong>en</strong>. Zo gaat het altijd goed als je op de plaats<br />
<strong>van</strong> de puntjes e<strong>en</strong> precieze invulling geeft aan e<strong>en</strong> of andere grootheid. Voorbeeld:<br />
Premisse: Alle olifant<strong>en</strong> zijn zoogdier<strong>en</strong>.<br />
Conclusie: Alle drie jaar oude olifant<strong>en</strong> zijn drie jaar oude zoogdier<strong>en</strong>.<br />
En zelfs als je <strong>niet</strong> zo <strong>precies</strong> b<strong>en</strong>t, klopt het:<br />
Premisse: Alle olifant<strong>en</strong> zijn zoogdier<strong>en</strong>.<br />
Conclusie: Alle ± drie jaar oude olifant<strong>en</strong> zijn ± drie jaar oude zoogdier<strong>en</strong>.<br />
Echter, zodra je met het soort vage kwalificaties begint waar we het hier over<br />
hebb<strong>en</strong>, loopt het mis.<br />
Premisse: Alle olifant<strong>en</strong> zijn zoogdier<strong>en</strong>.<br />
Conclusie: Alle kleine olifant<strong>en</strong> zijn kleine zoogdier<strong>en</strong>.<br />
8
HET VERSCHIL TUSSEN VAAG EN NIET PRECIES<br />
De premisse is waar, de conclusie <strong>niet</strong>. Zelfs de kleinste olifant is groot vergelek<strong>en</strong><br />
bij de meeste andere zoogdier<strong>en</strong>. En tot die vergelijking nodigt de conclusie toch<br />
uit.<br />
Soortgelijke voorbeeld<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opgesteld word<strong>en</strong> voor al de vage woord<strong>en</strong><br />
die we hierbov<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geïntroduceerd. E<strong>en</strong> oude profwielr<strong>en</strong>ner <strong>van</strong> veertig jaar<br />
is nog ge<strong>en</strong> oude man, e<strong>en</strong> veel verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>de postbode nog ge<strong>en</strong> veelverdi<strong>en</strong>er, <strong>en</strong><br />
zelfs de snelste wandelaar is e<strong>en</strong> langzame verkeersdeelnemer.<br />
Wat deze voorbeeld<strong>en</strong> illustrer<strong>en</strong>, is de gevoeligheid <strong>van</strong> vage predikat<strong>en</strong> voor<br />
de context waarin ze gebruikt word<strong>en</strong>. <strong>Het</strong>zelfde object dat in de <strong>en</strong>e context als<br />
‘lang’ telt, telt in de andere context als ‘kort’. U heeft thuis vast erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> potje<br />
met spijkers <strong>en</strong> schroev<strong>en</strong> met <strong>verschil</strong>l<strong>en</strong>de l<strong>en</strong>gtes. Ik ook. <strong>Het</strong> kan best zijn dat<br />
e<strong>en</strong> spijker die bij mij als e<strong>en</strong> lange spijker telt, bij u als kort te boek staat. Als de<br />
langste spijker in mijn potje 5 c<strong>en</strong>timeter is <strong>en</strong> de langste spijker in uw potje 8 c<strong>en</strong>timeter,<br />
dan zal e<strong>en</strong> spijker <strong>van</strong> 4 c<strong>en</strong>timeter bij mij al snel als ‘lang’ betiteld word<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> bij u <strong>niet</strong>.<br />
Overig<strong>en</strong>s impliceert die contextafhankelijkheid <strong>niet</strong> dat er ge<strong>en</strong> logische verband<strong>en</strong><br />
meer overblijv<strong>en</strong>. Weliswaar is e<strong>en</strong> red<strong>en</strong>ering <strong>van</strong> de vorm<br />
Premisse: Alle A zijn B.<br />
Conclusie: Alle kleine A zijn kleine B.<br />
ongeldig, omdat ‘klein’ binn<strong>en</strong> de verzameling <strong>van</strong> object<strong>en</strong> met de eig<strong>en</strong>schap A in<br />
het algeme<strong>en</strong> iets anders betek<strong>en</strong>t dan binn<strong>en</strong> de verzameling object<strong>en</strong> met de<br />
eig<strong>en</strong>schap B, maar met de toevoeging <strong>van</strong> één <strong>en</strong>kele premisse kunn<strong>en</strong> we er toch<br />
nog iets geldigs <strong>van</strong> mak<strong>en</strong>.<br />
Premisse 1: Alle A zijn B.<br />
Premisse 2: Sommige grote A zijn kleine B.<br />
Conclusie: Alle kleine A zijn kleine B.<br />
Dat dit wel e<strong>en</strong> geldige red<strong>en</strong>eervorm is, komt door twee semantische principes die<br />
ik hier als gebruiksregels voor de vage predikat<strong>en</strong> ‘klein’ <strong>en</strong> ‘groot’ zal formuler<strong>en</strong>:<br />
(i) Als je e<strong>en</strong> object x als e<strong>en</strong> kleine C hebt aangemerkt, dan moet je elke C die kleiner<br />
is dan x, ook als e<strong>en</strong> kleine C aanmerk<strong>en</strong>.<br />
9
(ii) Als je e<strong>en</strong> object x als e<strong>en</strong> kleine C wilt aanmerk<strong>en</strong>, dan moet het kleiner zijn dan<br />
alle object<strong>en</strong> die je als grote C hebt aangemerkt.<br />
Ik neem aan dat u uw eig<strong>en</strong> taalgebruik in deze regels herk<strong>en</strong>t. <strong>Het</strong> is e<strong>en</strong>voudig om<br />
deze regels te g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong> tot andere par<strong>en</strong> <strong>van</strong> polaire adjectiev<strong>en</strong> zoals ‘snel’/<br />
‘langzaam’, ‘duur’/‘goedkoop’ – ik noem maar wat.<br />
De Sorites paradox<br />
FRANK VELTMAN<br />
Er zijn nog meer <strong>van</strong> die gebruiksregels voor ‘klein’. Eén er<strong>van</strong> wil ik u voorlegg<strong>en</strong>.<br />
(iii) Als je e<strong>en</strong> object x als e<strong>en</strong> kleine C hebt aangemerkt, dan moet je elke C die op<br />
het oog <strong>niet</strong> <strong>van</strong> x te onderscheid<strong>en</strong> is ook als e<strong>en</strong> kleine C aanmerk<strong>en</strong>.<br />
Ook dit klinkt plausibel. <strong>Het</strong> zou toch raar zijn als u Jan klein noemt, maar Piet die<br />
op het oog ev<strong>en</strong> lang is als Jan, <strong>niet</strong>. Misschi<strong>en</strong> is er wel e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte<strong>verschil</strong>, <strong>en</strong> als je<br />
<strong>precies</strong> zou gaan met<strong>en</strong>, dan zou je dat misschi<strong>en</strong> ook wel ontdekk<strong>en</strong> – twee millimeter<br />
of zo – maar is het <strong>niet</strong> juist het wez<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>vaag</strong>heid dat dit soort minimale<br />
<strong>verschil</strong>l<strong>en</strong> er <strong>niet</strong> toe do<strong>en</strong>?<br />
<strong>Het</strong> vervel<strong>en</strong>de is alle<strong>en</strong> dat deze regel onmiddellijk tot paradox<strong>en</strong> leidt:<br />
Premisse 1: Iedere<strong>en</strong> die kleiner is dan 1.60 m is, is klein.<br />
Premisse 2: Iedere<strong>en</strong> die twee millimeter langer is dan iemand die klein is, is ook klein.<br />
Conclusie: Iedere<strong>en</strong> is klein.<br />
<strong>Het</strong> zal duidelijk zijn hoe de paradox ontstaat. <strong>Het</strong> principe in kwestie dwingt je<br />
eerst iedere<strong>en</strong> <strong>van</strong> 1.60 m klein te noem<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s iedere<strong>en</strong> <strong>van</strong> 1.60 m plus<br />
twee millimeter <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s iedere<strong>en</strong> <strong>van</strong> 1.60 m plus 4 millimeter, <strong>en</strong>zovoorts<br />
tot diep in de twee meter aan toe. Natuurlijk, je wilt wel erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>s trekk<strong>en</strong>,<br />
maar zoals de lijfspreuk <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>van</strong> mijn collega’s 4<br />
hier aan de universiteit luidt: wie<br />
gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> trekt, schept gr<strong>en</strong>sgevall<strong>en</strong>. Als je e<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>s trekt dan zal die op pure<br />
willekeur berust<strong>en</strong>. Aan weerszijd<strong>en</strong> <strong>van</strong> de gr<strong>en</strong>s zull<strong>en</strong> zich twee object<strong>en</strong><br />
bevind<strong>en</strong> – het <strong>en</strong>e klein, het andere <strong>niet</strong> – die in de rele<strong>van</strong>te opzicht<strong>en</strong> <strong>niet</strong> <strong>van</strong><br />
10
HET VERSCHIL TUSSEN VAAG EN NIET PRECIES<br />
elkaar te onderscheid<strong>en</strong> zijn. <strong>Het</strong> is misschi<strong>en</strong> <strong>niet</strong> zo dramatisch als met t<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>s<br />
waar e<strong>en</strong> 6 ‘geslaagd’ betek<strong>en</strong>t <strong>en</strong> 5.9 ‘gezakt’, maar minst<strong>en</strong>s zo onredelijk.<br />
Versies <strong>van</strong> deze paradox do<strong>en</strong> al de ronde sinds de vierde eeuw voor Christus.<br />
Ze word<strong>en</strong> allemaal aangeduid met de naam Sorites, dat uit het Grieks stamt. 5 Je<br />
kunt met elk <strong>vaag</strong> predikaat wel iets analoogs verzinn<strong>en</strong>, want voor elk <strong>vaag</strong> predikaat<br />
geldt wel e<strong>en</strong> principe als hierbov<strong>en</strong>. Voor het algem<strong>en</strong>e geval luidt dat principe<br />
zo:<br />
Als in bepaalde context aan e<strong>en</strong> object x het vage predikaat P toekomt, dan<br />
komt dat predikaat P toe aan elk object in die context dat <strong>niet</strong> significant <strong>van</strong><br />
x <strong>verschil</strong>t. 6<br />
Wat als e<strong>en</strong> significant <strong>verschil</strong> geldt <strong>en</strong> wat <strong>niet</strong>, dat varieert <strong>van</strong> predikaat tot<br />
predikaat. Zo in het algeme<strong>en</strong> is daar weinig zinnigs over te zegg<strong>en</strong>. Maar om aan te<br />
ton<strong>en</strong> dat het in de praktijk <strong>niet</strong> zo moeilijk is, volgt hier nog e<strong>en</strong> voorbeeld.<br />
Iemand met e<strong>en</strong> jaarsalaris <strong>van</strong> drie ton of meer verdi<strong>en</strong>t veel.<br />
Iemand die K 10,- per jaar minder verdi<strong>en</strong>t dan iemand die veel verdi<strong>en</strong>t, verdi<strong>en</strong>t veel.<br />
Iedere<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t veel.<br />
Als u drie ton <strong>niet</strong> veel vindt, bed<strong>en</strong>k dan eerst dat ik het over euro’s heb, <strong>en</strong> als u het<br />
dan nog <strong>niet</strong> veel vindt, dan mag u zelf e<strong>en</strong> bedrag invull<strong>en</strong>. Als u K 10,- wel e<strong>en</strong> significant<br />
<strong>verschil</strong> op e<strong>en</strong> heel jaarsalaris vindt, dan mag u ook dat bedrag verander<strong>en</strong>,<br />
u mag het zelfs geleidelijk lat<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> naarmate het salaris lager wordt: zolang u<br />
maar <strong>niet</strong> onder de euroc<strong>en</strong>t zakt, gaat het argum<strong>en</strong>t gewoon door.<br />
We staan hier voor e<strong>en</strong> dilemma: ofwel we accepter<strong>en</strong> het principe in kwestie <strong>en</strong><br />
gev<strong>en</strong> daarmee toe dat het gebruik <strong>van</strong> vage predikat<strong>en</strong> incoher<strong>en</strong>ties met zich meebr<strong>en</strong>gt,<br />
of we modificer<strong>en</strong> het principe <strong>en</strong> lop<strong>en</strong> dan het gevaar voorbij te gaan aan<br />
iets dat juist e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijk k<strong>en</strong>merk <strong>van</strong> <strong>vaag</strong>heid lijkt te zijn.<br />
De meeste logici kiez<strong>en</strong> hier voor de tweede hoorn <strong>van</strong> het dilemma. Zo vindt u<br />
in de literatuur allerlei ing<strong>en</strong>ieuze am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op het principe in kwestie, die<br />
het mogelijk mak<strong>en</strong> toch redelijkerwijs erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>s te trekk<strong>en</strong> of het althans<br />
aannemelijk mak<strong>en</strong> dat er toch erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>s moet zijn, ook al kun je <strong>niet</strong> <strong>precies</strong><br />
zegg<strong>en</strong> waar. 7<br />
11
FRANK VELTMAN<br />
Ikzelf prefereer e<strong>en</strong> uitweg die iemand als Wittg<strong>en</strong>stein, d<strong>en</strong>k ik, ook gekoz<strong>en</strong><br />
zou hebb<strong>en</strong>. In ieder geval is hij geïnspireerd door di<strong>en</strong>s Philosophische Untersuchung<strong>en</strong>,<br />
waarin hij regels vergelijkt met wegwijzers <strong>en</strong> onder meer schrijft:<br />
‘Der Wegweiser ist in Ordnung, – w<strong>en</strong>n er, unter normal<strong>en</strong> Verhältniss<strong>en</strong>,<br />
sein<strong>en</strong> Zweck erfüllt.’<br />
Wittg<strong>en</strong>stein (1957), §87.<br />
Er is <strong>niet</strong>s mis met het principe in kwestie, ook al leidt het soms tot paradox<strong>en</strong>. <strong>Het</strong><br />
<strong>en</strong>ige wat we <strong>van</strong> die paradox<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>, is dat het gereedschap dat vage<br />
predikat<strong>en</strong> ons bied<strong>en</strong>, <strong>niet</strong> in alle omstandighed<strong>en</strong> goed werkt. In normale<br />
omstandighed<strong>en</strong> werkt het uitstek<strong>en</strong>d. Immers, in het dagelijks lev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> we<br />
maar zeld<strong>en</strong> geconfronteerd met lange reeks<strong>en</strong> <strong>niet</strong> significant <strong>van</strong> elkaar<br />
<strong>verschil</strong>l<strong>en</strong>de object<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor die <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> waarin dat wel zo is, hebb<strong>en</strong> is<br />
we ander, fijner gereedschap tot onze beschikking. In die uitzonderlijke gevall<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> we wel prat<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> <strong>van</strong> millimeters <strong>en</strong> honderdst<strong>en</strong> <strong>van</strong> second<strong>en</strong>,<br />
maar in de meeste huis-, tuin- <strong>en</strong> keuk<strong>en</strong>gevall<strong>en</strong> hoeft dat gelukkig <strong>niet</strong>.<br />
Eig<strong>en</strong>lijk is deze oplossing net zo pragmatisch als de oplossing die ik zou will<strong>en</strong><br />
suggerer<strong>en</strong> voor het probleem met de exam<strong>en</strong>cijfers: Vermijd het probleem! Stel<br />
e<strong>en</strong> exam<strong>en</strong> altijd zo sam<strong>en</strong> dat niemand e<strong>en</strong> score <strong>tuss<strong>en</strong></strong> de vijf <strong>en</strong> de zes kan hal<strong>en</strong>!<br />
Ik kom hier verderop nog op terug. Maar voordat ik dat doe wil ik e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isaspect<br />
<strong>van</strong> vage predikat<strong>en</strong> besprek<strong>en</strong> dat tot nu toe in alle theorievorming onderbelicht<br />
is geblev<strong>en</strong>.<br />
<strong>Het</strong> <strong>verschil</strong> <strong>tuss<strong>en</strong></strong> ‘<strong>vaag</strong>’ <strong>en</strong> ‘<strong>niet</strong> <strong>precies</strong>’<br />
Bij alles wat ik tot nu toe heb gezegd, lijkt het nog steeds zo dat precieze informatie<br />
op de e<strong>en</strong> of andere manier toch beter, of althans informatiever, is dan vage informatie.<br />
We hoev<strong>en</strong> weliswaar <strong>niet</strong> altijd <strong>precies</strong> te zijn, <strong>en</strong> soms kunn<strong>en</strong> we zelfs <strong>niet</strong><br />
<strong>precies</strong> zijn, maar toch blijft het zo dat je met e<strong>en</strong> vage aanduiding slechts e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering<br />
krijgt <strong>van</strong> iets waar je met e<strong>en</strong> precieze bepaling pas echt achter komt.<br />
Als dat zo zou zijn, dan is het <strong>niet</strong> goed te begrijp<strong>en</strong>, waarom u, als ik u vertel dat<br />
e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis <strong>van</strong> mij in zijn jeugd de honderd meter in 10.2 second<strong>en</strong> gelop<strong>en</strong> heeft,<br />
vermoedelijk iets zal zegg<strong>en</strong> in de trant <strong>van</strong>: ‘zo, dat is snel!’ En ook is het dan e<strong>en</strong><br />
12
HET VERSCHIL TUSSEN VAAG EN NIET PRECIES<br />
raadsel waarom u, to<strong>en</strong> u uw nieuwe auto uitprobeerde, bij 190 km/per uur begon<br />
te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat het nu toch wel heel erg hard ging. U reed 190 kilometer per uur – ja,<br />
dat is hard. Maar als dat laatste alle<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> grove b<strong>en</strong>adering zou zijn <strong>van</strong> het<br />
eerste, waarom zou je het dan nog zegg<strong>en</strong>? Wat voegt het er aan toe?<br />
Nog e<strong>en</strong> voorbeeld: Ik maak me sterk dat als ik hier zou vertell<strong>en</strong> dat ik als amateur,<br />
op mijn leeftijd, de 3000 meter steeple-chase in 19 minut<strong>en</strong> <strong>en</strong> 58 second<strong>en</strong><br />
loop, iedere<strong>en</strong> zich onmiddellijk af zou vrag<strong>en</strong> hoe snel dat eig<strong>en</strong>lijk is. Waarom<br />
doet u dat? Zegg<strong>en</strong> die 19 minut<strong>en</strong> <strong>en</strong> 58 second<strong>en</strong> u soms <strong>niet</strong> g<strong>en</strong>oeg? <strong>Het</strong> vertelt<br />
u toch <strong>precies</strong> hoe snel ik b<strong>en</strong>?<br />
Wat ik met deze voorbeeld<strong>en</strong> wil aanton<strong>en</strong> is dat vage kwalificaties veel meer<br />
do<strong>en</strong> dan grove b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> <strong>van</strong> iets dat je eig<strong>en</strong>lijk <strong>precies</strong> zou will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>.<br />
Ze gev<strong>en</strong> <strong>niet</strong> zozeer e<strong>en</strong> beschrijving maar e<strong>en</strong> evaluatie. <strong>Het</strong> zijn e<strong>en</strong> soort<br />
waardeoordel<strong>en</strong>. Als u, na uzelf grondig geïnformeerd te hebb<strong>en</strong> over de 3000 meter<br />
steeple-chase <strong>en</strong> de tijd<strong>en</strong> die daarbij zoal gelop<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, mij uiteindelijk toevoegt<br />
dat 19 minut<strong>en</strong> <strong>en</strong> 58 second<strong>en</strong> om het zacht uit te drukk<strong>en</strong> <strong>niet</strong> zo heel erg<br />
snel is, dan zegt u daarmee <strong>niet</strong> meer <strong>en</strong> <strong>niet</strong> minder dan dat ik daar toch aanzi<strong>en</strong>lijk<br />
meer tijd voor nodig heb dan je <strong>van</strong> iemand <strong>van</strong> mijn leeftijd zou mog<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong>.<br />
Om e<strong>en</strong> vage kwalificatie te gev<strong>en</strong> heb je e<strong>en</strong> soort ijkpunt nodig, <strong>en</strong> dat ijkpunt<br />
wordt in heel veel gevall<strong>en</strong> geleverd door de k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> de verwachting<strong>en</strong> die je in de<br />
loop <strong>van</strong> je lev<strong>en</strong> hebt opgebouwd. In het geval <strong>van</strong> de steeple-chase miste u zo’n<br />
ijkpunt, u wist er gewoon te weinig <strong>van</strong> om <strong>en</strong>ige specifieke verwachting<strong>en</strong> te koester<strong>en</strong>.<br />
Voor die 10.2 second<strong>en</strong> op de honderd meter lag dat anders; daar<strong>van</strong> wist u<br />
dat het e<strong>en</strong> stuk sneller is dan e<strong>en</strong> normaal m<strong>en</strong>s op de 100 meter loopt, dus kon u<br />
zegg<strong>en</strong>: ‘dat is snel’. En wat die nieuwe auto betreft: normaliter rijdt u 120, hoogst<strong>en</strong>s<br />
130, op de autosnelweg, toch? Dus 190 is e<strong>en</strong> stuk harder dan normaal – hard<br />
dus.<br />
We tred<strong>en</strong> de wereld tegemoet met e<strong>en</strong> bepaald verwachtingspatroon. Alles wat<br />
ons overkomt wordt daaraan afgemet<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> soort bijvoeglijke naamwoord<strong>en</strong> waar<br />
we het hier over hebb<strong>en</strong>, gebruik<strong>en</strong> we om uit te drukk<strong>en</strong> hoe de feit<strong>en</strong> waarmee de<br />
werkelijkheid ons confronteert pass<strong>en</strong> in dat verwachtingspatroon. 8<br />
Zolang alles<br />
volg<strong>en</strong>s verwachting verloopt, hebb<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> behoefte aan al die adjectiev<strong>en</strong>, pas<br />
als er zich iets voordoet dat we <strong>niet</strong> zo e<strong>en</strong> twee drie verwacht hadd<strong>en</strong> gaan we ding<strong>en</strong><br />
zegg<strong>en</strong> als ‘veel’ <strong>en</strong> ‘snel’, <strong>en</strong> ‘goh, wat duur’.<br />
13
Natuurlijk: ons verwachtingspatroon verandert in de loop der tijd. ‘Snel op de<br />
100 meter’ betek<strong>en</strong>de op de olympische spel<strong>en</strong> <strong>van</strong> Parijs heel iets anders dan op de<br />
olympische spel<strong>en</strong> in Seoul. Wat to<strong>en</strong> nog abnormaal was, is teg<strong>en</strong>woordig heel gewoon.<br />
De maat <strong>van</strong> alle ding<strong>en</strong><br />
FRANK VELTMAN<br />
Wat ik hier zeg, vraagt om verdere uitwerking voordat het de naam ‘theorie’<br />
verdi<strong>en</strong>t. Zo is het te oppervlakkig om te verklar<strong>en</strong> waarom u bijvoorbeeld in het<br />
specifieke geval dat u teg<strong>en</strong> uw nichtje zegt: ‘goh, wat b<strong>en</strong> jij groot geword<strong>en</strong>’ <strong>niet</strong><br />
bedoelt dat ze in de tijd dat u haar <strong>niet</strong> gezi<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> stuk groter is geword<strong>en</strong> dan<br />
kinder<strong>en</strong> <strong>van</strong> haar leeftijd normaliter zijn, maar simpelweg dat ze sinds de laatste<br />
keer dat u haar zag, e<strong>en</strong> flink stuk gegroeid is. Ook past dat gepraat over verwachtingspatron<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> normale gevall<strong>en</strong> <strong>niet</strong> helemaal op het voorbeeld <strong>van</strong> het potje<br />
met schroev<strong>en</strong> <strong>en</strong> spijkers waar ik het al eerder over had. E<strong>en</strong> spijker uit dat potje is<br />
<strong>niet</strong> lang omdat hij langer is dan je <strong>van</strong> e<strong>en</strong> spijker in dat potje zou verwacht<strong>en</strong>. In dit<br />
specifieke geval wordt het ijkpunt <strong>niet</strong> geleverd door uw of mijn ideeën over de<br />
l<strong>en</strong>gte <strong>van</strong> normale spijkers, maar door de gemiddelde l<strong>en</strong>gte <strong>van</strong> de spijkers die<br />
zich toevallig in dat potje bevind<strong>en</strong>.<br />
Ik hoop dat u me vergeeft als ik zeg dat dit details zijn 9<br />
<strong>en</strong> dat ik nu liever e<strong>en</strong><br />
kwestie aansnijdt die filosofisch <strong>van</strong> meer belang is. Want los <strong>van</strong> verdere details is<br />
e<strong>en</strong> ding in ieder geval duidelijk: in de theorie die ik hier schets komt aan e<strong>en</strong> bewering<br />
met vage predikat<strong>en</strong> <strong>niet</strong> echt wat je noemt e<strong>en</strong> objectieve waarheidswaarde<br />
toe. E<strong>en</strong> precieze zin als ‘Jan is 1.85 m lang’ is hetzij ‘waar’, hetzij ‘onwaar’. Welke<br />
<strong>van</strong> de twee, dat is e<strong>en</strong> kwestie <strong>tuss<strong>en</strong></strong> de zin <strong>en</strong> de werkelijkheid; daar hebb<strong>en</strong> wij<br />
verder <strong>niet</strong>s mee te mak<strong>en</strong>. Voor de zin ‘Jan is lang’ ligt dat anders. Zelfs twee<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die het erover e<strong>en</strong>s zijn dat Jan 1.85 m lang is, kunn<strong>en</strong> <strong>verschil</strong>l<strong>en</strong> <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing<br />
over de vraag of dat nu lang is of <strong>niet</strong>. Gezi<strong>en</strong> het feit dat de theorie die ik geschetst<br />
heb de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> die zin relateert aan de toevallige k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> het verwachtingspatroon<br />
<strong>van</strong> deg<strong>en</strong>e die hem uit, kun je op zijn hoogst hop<strong>en</strong> op<br />
intersubjectieve overe<strong>en</strong>stemming.<br />
Heeft het zin om te bekvecht<strong>en</strong> over de waarheidswaarde <strong>van</strong> e<strong>en</strong> zin met vage<br />
predikat<strong>en</strong>?<br />
14
HET VERSCHIL TUSSEN VAAG EN NIET PRECIES<br />
Soms wel, soms <strong>niet</strong>. Teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kind dat bezig is met de tafel <strong>van</strong> acht, <strong>en</strong> dat u<br />
vertelt dat 7x8 e<strong>en</strong> moeilijke som is, gaat u <strong>niet</strong> zegg<strong>en</strong>: ‘Nee hoor, dat is doodmakkelijk,<br />
327x868, dat is pas moeilijk’. Aan de andere kant, als datzelfde kind drie<br />
euro zakgeld in de week verschrikkelijk weinig vindt, dan zult u toch uw uiterste<br />
best do<strong>en</strong> duidelijk te mak<strong>en</strong> dat drie euro in de week voor e<strong>en</strong> kind <strong>van</strong> ti<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
heel normaal bedrag is.<br />
Kortom, soms heeft het zin, want soms is het nodig het verwachtingspatroon<br />
<strong>van</strong> uw discussiepartner bij te stell<strong>en</strong>. Maar dikwijls is het sop de kool <strong>niet</strong> waard.<br />
Ook al gev<strong>en</strong> we <strong>niet</strong> allemaal dezelfde interpretatie aan e<strong>en</strong> <strong>en</strong> dezelfde vage omschrijving,<br />
dat hoeft succesvolle communicatie <strong>niet</strong> in de weg te staan. E<strong>en</strong> laatste<br />
voorbeeld: Als ik u vraag of u e<strong>en</strong> lange spijker voor me wilt pakk<strong>en</strong> uit dat potje in<br />
de schuur, <strong>en</strong> u komt terug met e<strong>en</strong> schroef, dan zal ik mijn uiterste best do<strong>en</strong> u aan<br />
uw verstand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dat dat ge<strong>en</strong> spijker is. Maar als u terugkomt met e<strong>en</strong> spijker<br />
die in uw og<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nelijk lang is, maar in de mijne <strong>niet</strong>, dan begin ik echt ge<strong>en</strong> discussie<br />
over de vraag wie <strong>van</strong> ons gelijk heeft. Ik snij die kwestie zelfs <strong>niet</strong> aan. Dat<br />
kost maar tijd. Ik zeg dat die spijker <strong>niet</strong> lang g<strong>en</strong>oeg is <strong>en</strong> stuur u terug om e<strong>en</strong> langere<br />
te pakk<strong>en</strong>.<br />
Theoretische consequ<strong>en</strong>ties<br />
Ik eindig het inhoudelijke gedeelte <strong>van</strong> deze lezing daar waar het eig<strong>en</strong>lijke logische<br />
handwerk, het opstell<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> formele theorie waarin de bov<strong>en</strong>staande observaties<br />
hun plaats krijg<strong>en</strong>, begint. <strong>Het</strong> opstell<strong>en</strong> <strong>van</strong> zo’n formele theorie is ge<strong>en</strong> doel<br />
op zichzelf, maar het beste middel om te toets<strong>en</strong> of al die informele ideeën sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
wel e<strong>en</strong> coher<strong>en</strong>t geheel vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook <strong>en</strong>ige voorspell<strong>en</strong>de kracht<br />
bezitt<strong>en</strong>.<br />
Over die theorie wil ik hier alle<strong>en</strong> nog zegg<strong>en</strong> dat hij e<strong>en</strong> andere architectuur<br />
heeft dan gebruikelijk. Als ik op de standaardmanier te werk zou gaan, dan zou die<br />
theorie uit drie onderdel<strong>en</strong> bestaan waarbij elk volg<strong>en</strong>d onderdeel de voorgaande<br />
vooronderstelt. In het eerste onderdeel, syntax gehet<strong>en</strong>, zou ik e<strong>en</strong> artificiële taal<br />
definiër<strong>en</strong> die net rijk g<strong>en</strong>oeg is om het soort zinn<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong> dat we<br />
hier besprok<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, maar ook weer <strong>niet</strong> zo rijk dat we ons allerhande andere<br />
problem<strong>en</strong> op de hals hal<strong>en</strong> die met het onderwerp <strong>niet</strong>s te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. In het<br />
tweede onderdeel, semantiek gehet<strong>en</strong>, zou ik specificer<strong>en</strong> over wat voor soort we-<br />
15
FRANK VELTMAN<br />
reld je met die zinn<strong>en</strong> kan sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij elk soort <strong>van</strong> zin uitlegg<strong>en</strong> onder welke<br />
omstandighed<strong>en</strong> hij waar is. En in het derde onderdeel, de pragmatiek, zou ik e<strong>en</strong><br />
antwoord prober<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong> op de vraag wanneer het nuttig <strong>en</strong>/of gepast is zo’n<br />
zin, gegev<strong>en</strong> de waarheidscondities die hij heeft, in e<strong>en</strong> conversatie te berde te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
10<br />
Welnu, de theorie die mij voor og<strong>en</strong> staat, is anders georganiseerd; daarin word<strong>en</strong><br />
semantiek <strong>en</strong> pragmatiek zij aan zij ontwikkeld <strong>en</strong> in zekere zin het primaat bij<br />
de pragmatiek gelegd. Ik heb al gezegd dat mij wat de Sorites paradox betreft e<strong>en</strong><br />
pragmatische oplossing voor og<strong>en</strong> staat: soms zijn de omstandighed<strong>en</strong> waarmee je<br />
geconfronteerd wordt zodanig, dat vage kwalificaties alle<strong>en</strong> maar tot verwarring<br />
kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>: soms heeft het totaal ge<strong>en</strong> nut ze te gebruik<strong>en</strong><br />
–<strong>en</strong>nut is e<strong>en</strong> pragmatische notie. E<strong>en</strong> tweede vraag waarop het antwoord eerder<br />
uit de pragmatiek dan uit de semantiek moet kom<strong>en</strong>, hangt sam<strong>en</strong> met de observaties<br />
waarmee ik hierbov<strong>en</strong> eindigde: hoe coördiner<strong>en</strong> taalgebruikers die e<strong>en</strong> <strong>verschil</strong>l<strong>en</strong>de<br />
interpretatie aan vage uitdrukking<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> hun taalgebruik? Ik heb al<br />
aangegev<strong>en</strong> dat die <strong>verschil</strong>l<strong>en</strong>de interpretaties succesvolle communicatie <strong>niet</strong> altijd<br />
in de weg hoev<strong>en</strong> te staan. Welnu, hoever gaat dat? Waar ligt de gr<strong>en</strong>s? Om die vraag<br />
te beantwoord<strong>en</strong> heb je e<strong>en</strong> model nodig waarin de cognitieve toestand<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
<strong>verschil</strong>l<strong>en</strong>de deelnemers aan e<strong>en</strong> gesprek gerepres<strong>en</strong>teerd word<strong>en</strong>, iedere deelnemer<br />
met zijn eig<strong>en</strong> verwachtingspatroon <strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> informatie over de werkelijkheid<br />
<strong>en</strong> over de cognitieve toestand <strong>van</strong> de andere deelnemers aan het gesprek. De<br />
betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> zin wordt in zo’n opzet <strong>niet</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerd met zijn waarheidscondities,<br />
maar met het effect dat die zin heeft op de cognitieve toestand <strong>van</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
die de informatie die in die zin vervat is moet verwerk<strong>en</strong>. 11<br />
<strong>Het</strong> geheel krijgt zo<br />
e<strong>en</strong> speltheoretische opzet waarbij elke deelnemer voor hij e<strong>en</strong> zet doet, moet inschatt<strong>en</strong><br />
of er ge<strong>en</strong> betere zett<strong>en</strong> zijn. 12 Zo zal hij of zij zich telk<strong>en</strong>s moet<strong>en</strong> afvrag<strong>en</strong><br />
of het in de gegev<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> wel echt nodig is zich heel erg <strong>precies</strong> uit te<br />
drukk<strong>en</strong>; wellicht dat e<strong>en</strong> vage omschrijving wel zo effectief zou zijn.<br />
Ik hoop dat ik wat dat laatste betreft hier <strong>niet</strong> al teveel inschattingsfout<strong>en</strong> heb gemaakt,<br />
<strong>en</strong> dat ik de stelling waarmee ik deze lezing begon voldo<strong>en</strong>de heb verduidelijkt<br />
<strong>en</strong> onderbouwd.<br />
16
Dankwoord<br />
HET VERSCHIL TUSSEN VAAG EN NIET PRECIES<br />
Tot slot maak ik gaarne gebruik <strong>van</strong> het voorrecht <strong>en</strong>kele persoonlijke woord<strong>en</strong> uit<br />
te sprek<strong>en</strong>.<br />
Allereerst wil ik e<strong>en</strong>ieder die betrokk<strong>en</strong> is geweest bij het besluit mij op deze post te<br />
b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>, dank<strong>en</strong> voor het in mij gestelde vertrouw<strong>en</strong>. Ik zal mijn best do<strong>en</strong> dat<br />
vertrouw<strong>en</strong> <strong>niet</strong> te bescham<strong>en</strong>. Met Michiel <strong>van</strong> Lambalg<strong>en</strong>s hulp moet het<br />
waarachtig wel lukk<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> was zijn idee om sam<strong>en</strong> naar deze baan te solliciter<strong>en</strong>.<br />
Ook daar blijkt vertrouw<strong>en</strong> uit, waarvoor ik hem dankbaar b<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> tweede is dit e<strong>en</strong> goede geleg<strong>en</strong>heid om h<strong>en</strong> die ik als mijn voornaamste<br />
leermeesters beschouw te bedank<strong>en</strong> voor hun onderricht. Else Barth, Johan <strong>van</strong><br />
B<strong>en</strong>them, Dirk <strong>van</strong> Dal<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hans Kamp hebb<strong>en</strong> ieder op hun eig<strong>en</strong> wijze mijn<br />
ideeën over wat goed onderwijs <strong>en</strong> goed onderzoek is, bepaald. Bij alles wat ik<br />
schrijf, kijk<strong>en</strong> ze over mijn schouder mee. ‘Vandaar dat dat zo langzaam gaat’ – ik<br />
hoor het sommig<strong>en</strong> <strong>van</strong> u d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, <strong>en</strong> inderdaad: de lat ligt hoog, <strong>en</strong> dat komt door<br />
h<strong>en</strong>.<br />
Als het om inspiratie bij onderwijs <strong>en</strong> onderzoek gaat, heb ik ook veel te dank<strong>en</strong> aan<br />
mijn naaste collega’s Jero<strong>en</strong> Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>dijk, Martin Stokhof <strong>en</strong> Dick de Jongh. Met<br />
elk <strong>van</strong> h<strong>en</strong> heb ik de wonderlijke ervaring gedeeld dat je met zijn tweeën of drieën<br />
soms tot resultat<strong>en</strong> komt waar<strong>van</strong> ieder afzonderlijk vast moet stell<strong>en</strong> dat hij daar<br />
alléén nooit opgekom<strong>en</strong> zou zijn.<br />
Collega’s <strong>van</strong> de afdeling Wijsbegeerte: ik heb het <strong>van</strong>daag <strong>niet</strong> gehad over de relatie<br />
<strong>tuss<strong>en</strong></strong> logica <strong>en</strong> filosofie. Dat komt omdat ik <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing b<strong>en</strong> dat logica filosofie is,<br />
<strong>en</strong> ook omdat ik het gevoel heb dat ik jullie daar <strong>niet</strong> meer <strong>van</strong> hoef te overtuig<strong>en</strong>. Ik<br />
vind het buit<strong>en</strong>gewoon prettig te werk<strong>en</strong> <strong>tuss<strong>en</strong></strong> al die verteg<strong>en</strong>woordigers <strong>van</strong> al<br />
die <strong>verschil</strong>l<strong>en</strong>de schol<strong>en</strong>. In de ruim twintig jaar dat ik aan wat nu de afdeling<br />
Wijsbegeerte heet, verbond<strong>en</strong> b<strong>en</strong>, is er e<strong>en</strong> sfeer <strong>van</strong> onderling respect <strong>en</strong><br />
solidariteit gegroeid die je in de universitaire wereld <strong>niet</strong> vaak teg<strong>en</strong>komt.<br />
AI-collega’s: Ik heb het ook <strong>niet</strong> gehad over die rol die de logica te spel<strong>en</strong> heeft binn<strong>en</strong><br />
de artificiële intellig<strong>en</strong>tie. E<strong>en</strong> bescheid<strong>en</strong> rol, zou ik will<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>; in ieder<br />
17
FRANK VELTMAN<br />
geval heel wat bescheid<strong>en</strong>er dan dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> voor og<strong>en</strong> stond die de AI begonn<strong>en</strong> met<br />
het idee de m<strong>en</strong>selijke geest te kunn<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> perman<strong>en</strong>t stelling<strong>en</strong><br />
uitspuw<strong>en</strong>d logisch systeem. Merk op dat in die vergelijking het psychologistische<br />
idee dat logische wett<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kwett<strong>en</strong> zijn opnieuw e<strong>en</strong> rol speelt, alle<strong>en</strong> wordt het<br />
nu omgekeerd toegepast.<br />
De vooruitgang in de AI zal <strong>niet</strong> zozeer moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>van</strong> het modeller<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
hogere cognitieve functies als red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>, maar <strong>van</strong> het modeller<strong>en</strong> <strong>van</strong> de lagere zoals<br />
waarnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de koppeling <strong>van</strong> waarneming<strong>en</strong> aan woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinn<strong>en</strong>. Pas als<br />
dat gelukt is, mag je hop<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> artefact e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>tionele relatie tot de buit<strong>en</strong>wereld<br />
kan ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaat begrijp<strong>en</strong> waar hij het over heeft. En zolang dat <strong>niet</strong> is<br />
gelukt, is het absurd te bewer<strong>en</strong> dat je iets als e<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>de machine hebt gemaakt.<br />
Maar dit terzijde. De leerstoel Logica <strong>en</strong> Cognitiewet<strong>en</strong>schap wordt medegefinancierd<br />
door de Faculteit der Natuurwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Wiskunde <strong>en</strong> Informatica <strong>en</strong><br />
draagt e<strong>en</strong> grote verantwoordelijkhed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de AI-opleiding. Ik moet zegg<strong>en</strong>:<br />
die verantwoordelijkhed<strong>en</strong> drukt wel e<strong>en</strong>s zwaar. Gelukkig wordt ze verlicht door<br />
de collegialiteit die er heerst binn<strong>en</strong> de <strong>verschil</strong>l<strong>en</strong>de commissies.<br />
Naaste collega’s, <strong>en</strong> hierbij doel ik op iedere<strong>en</strong> die werkt op de tweede etage rechts<br />
aan de Nieuwe Doel<strong>en</strong>straat. Ik stel voor dat wij gewoon doorgaan op de manier<br />
waarop we altijd gewerkt hebb<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> gaat toch goed zo? Ik weet namelijk zeker dat<br />
ik het anders al lang had gehoord.<br />
Ik begon deze rede met de constatering dat de logica het <strong>van</strong> zijn bemoeizucht met<br />
andere wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> moet hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> ik heb daarbij e<strong>en</strong> beetje verdoezeld dat<br />
<strong>van</strong>uit het gezichtspunt <strong>van</strong> die andere wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> logica toch iets ‘marginaals’<br />
is. Gelukkig wordt dat aan onze universiteit <strong>niet</strong> weerspiegeld in de organisatie. Wij<br />
hoev<strong>en</strong> <strong>niet</strong> te operer<strong>en</strong> in de marge. Alle logici <strong>van</strong> de UvA, <strong>en</strong> dat zijn er nogal<br />
wat, do<strong>en</strong> hun onderzoek in het ILLC, e<strong>en</strong> onderzoeksinstituut waar de logica<br />
c<strong>en</strong>traal staat. Ik prijs me gelukkig met die situatie.<br />
Dames <strong>en</strong> her<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Ik houd <strong>van</strong> het vak dat ik doceer, ik houd <strong>van</strong> het gev<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> onderwijs, <strong>en</strong> ik hoop dat jullie dat aan mijn colleges zull<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> merk<strong>en</strong>.<br />
Lieve Nelleke, Thomas, familie <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Ik ga jullie pas in de tweede plaats bedank<strong>en</strong><br />
voor de belangstelling <strong>en</strong> de steun die ik <strong>van</strong> jullie zijde bij mijn werk<br />
18
ondervond<strong>en</strong> heb. Niet dat het daaraan ooit ontbrok<strong>en</strong> heeft, maar op de eerste<br />
plaats komt mijn dankbaarheid voor al dat andere dat ik <strong>van</strong> jullie krijg. Ik weet dat<br />
jullie erg blij voor me zijn dat ik deze baan gekreg<strong>en</strong> heb, maar dankzij jullie weet ik<br />
ook dat er belangrijkere ding<strong>en</strong> zijn.<br />
Toch is het jammer dat mijn broer Martin dit <strong>niet</strong> meemaakt. Ook hij kijkt altijd<br />
over mijn schouder mee. Ik draag deze lezing aan hem op.<br />
Ik heb gezegd.<br />
HET VERSCHIL TUSSEN VAAG EN NIET PRECIES<br />
19
Not<strong>en</strong><br />
1. De meest toegankelijke introductie tot Gödel (1931) is nog altijd Nagel & Newman<br />
(1958).<br />
2. In Thomason (1974) is veel <strong>van</strong> Montagues werk op het gebied <strong>van</strong> semantiek sam<strong>en</strong>gebracht.<br />
3. <strong>Het</strong> artikel waar het om gaat is Turing (1936). Meer over Turing is te vind<strong>en</strong> op het net:<br />
http://www.turing.org.uk/turing/<br />
4. Slagzin <strong>van</strong> J. Th. Leers<strong>en</strong>, hoogleraar Europese studies, te lez<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> reclame-affiche<br />
<strong>van</strong> de <strong>Universiteit</strong> <strong>van</strong> <strong>Amsterdam</strong>.<br />
5. Om <strong>precies</strong> te zijn: ‘sorites’ komt <strong>van</strong> het Griekse woord ‘soroj’, dat ‘stapel’ of ‘hoop’<br />
betek<strong>en</strong>t. Oorspronkelijk was de paradox <strong>niet</strong> als e<strong>en</strong> red<strong>en</strong>ering, maar als e<strong>en</strong> puzzel<br />
geformuleerd: ‘Zou u één graankorrel als ‘e<strong>en</strong> hoop’ aanmerk<strong>en</strong>? Nee? Twee graankorrels<br />
dan? Nee? Drie? Vier? ... Vroeg of laat ontstaat er e<strong>en</strong> hoop, maar waar is de<br />
scheidslijn?’<br />
6. Zie Dummet (1975) voor de eerste formulering <strong>van</strong> dit principe.<br />
7. De theorie <strong>van</strong> Fine (1975) is het meest invloedrijk op dit gebied geweest, maar gaat<br />
voorbij aan de problem<strong>en</strong> die door het principe <strong>van</strong> Dummett (1975) word<strong>en</strong> opgeworp<strong>en</strong>.<br />
Kamp (1981) gaat daar wel op in.<br />
8. Dit inzicht dank ik aan Stefan Themerson. Zie met name On Thinking in Terms of Co-ordinates<br />
uit Themerson (1974).<br />
9. Graff (2001) is wellicht het meest up to date <strong>en</strong> het best uitgewerkt als het gaat om dit<br />
soort details.<br />
10. Daarbij moet ik aantek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat voor logica sec dat hoofdstuk over pragmatiek eig<strong>en</strong>lijk<br />
<strong>niet</strong> zo rele<strong>van</strong>t zou zijn.<br />
11. Deze dynamische invulling <strong>van</strong> het betek<strong>en</strong>isbegrip heeft in het laatste dec<strong>en</strong>nium<br />
steeds meer terrein gewonn<strong>en</strong>. Aan de basis er<strong>van</strong> staat het werk <strong>van</strong> Kamp (1981) <strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>dijk & Stokhof(1991). Veltman(1996) bevat e<strong>en</strong> formele analyse <strong>van</strong> het<br />
begrip ‘verwachtingspatroon’.<br />
12. Dekker & <strong>van</strong> Rooy (2000) bevat e<strong>en</strong> aantal inspirer<strong>en</strong>de hints voor de opzet <strong>van</strong> zo’n<br />
theorie.<br />
21
Literatuurverwijzing<strong>en</strong><br />
Dekker, P. <strong>en</strong> R. <strong>van</strong> Rooy, 2000, ‘Bi-directional optimality theory: an application of game<br />
theory’, Journal of Semantics 17, 217-242.<br />
Dummett, M., 1975, ‘Wang’s Paradox’, Synthese 30, 301-324.<br />
Fine, K., 1975, ‘Vagu<strong>en</strong>ess, Truth and Logic’, Synthese 30, 265-300.<br />
Frege, G., 1897, ‘Logik’, in: Schrift<strong>en</strong> zur Logik und Sprachphilosophie. Aus dem Nachlaß, Felix<br />
Meiner Verlag, Hamburg, 1990.<br />
Gödel, K. ‘Über Formal Un<strong>en</strong>tscheidbare Sätze der Principia Mathematica und Verwandter<br />
Systeme, I’, Monatshefte für Mathematik und Physik 38, 173-198.<br />
Graff, Delia, 2001, ‘Shifting Sands: An Interest-Relative Theory of Vagu<strong>en</strong>ess’, te verschijn<strong>en</strong><br />
in Philosophical Topics.<br />
Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>dijk, J., and M. Stokhof, 1991, ‘Dynamic Predicate Logic’, Linguistics and Philosophy<br />
14, 39-100.<br />
Kamp, H., 1981, ‘A theory of truth and semantic repres<strong>en</strong>tation’, in: J. Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>dijk, T. Janss<strong>en</strong>,<br />
and M. Stokhof (eds.), Formal Methods in the Study of Language. <strong>Amsterdam</strong>: Mathematical<br />
C<strong>en</strong>tre, pp. 277-322.<br />
Kamp, H., 1981, ‘The Paradox of the Heap’, in U. Mönnich (ed.), Aspects of Philosophical Logic,<br />
D. Reidel, Dordrecht.<br />
Nagel, E. <strong>en</strong> J.R. Newman, 1958, Gödel’s Proof, New York University Press, New York.<br />
Themerson, S., 1974, Logic, Labels, and Flesh, Gaberbocchus Press, London.<br />
Thomason, R., (ed.), 1974, Formal Philosophy:Selected Papers of Richard Montague,Yale University<br />
Press, New Hav<strong>en</strong>.<br />
Turing, A., 1936, ‘On Computable Numbers with an application to the Entscheidungsproblem’,<br />
Proceedings of the London Mathematical Society Series 2, 42, 230-265.<br />
Veltman, F., 1996, ‘Defaults in update semantics’, Journal of Philosophical Logic 25: 221-261.<br />
Wittg<strong>en</strong>stein, L., 1957, Philosophische Untersuchung<strong>en</strong>/Philosophical investigations, translated by<br />
G.E.M. Anscombe, Basil Blackwell, Oxford.<br />
23